Skip to main content

Full text of "Hachelijke reys-togt van Jacob Jansz de Roy, na Borneo en Atchin, in sijn vlugt van Batavia, derwaards ondernoomen in het jaar 1691. en vervolgens : Zijnde een opregt verhaal van zeldsaame ontmoetingen, en deerlijke rampen; als beroovinge van vaartuygen de goederen, honger, dorst, naaktheyd, armoede, veerderley doods-gevaar en andere onuytspreekelijke ongemakken, door hem selfs uytgestaan. Mitsgaders een seer naaukeurige beschrijving van het eyland Borneo, met des zelfs koningrijken, also Banyer Massing, Succadana, Cottaringen, de woon-plaatsen van de viadjes en andere, met hare overkostelijke goud-en diamant-mijnen, camphur en andere koopmanschappen, also ook hare goud-rijke bergen en rivieren, negeryen, schoonheyd der vrouwen, huuwelijken, imborst en zeeden der inwoonders, &c. Insgelijks een aanmerkelijk berigt van her koningrijk Atchin op Sumatra, met haat land-aard, regeering en uytvoering van lijf-en hals-strassen over de dieven"

See other formats


K ASR AN 

:  Boekbinder  Lijstenmaker 
r  k.  p.  Bedagan  Bodjong 
\  SEMARANG 


'M  %  PJ 1  -  '  / 

V  j  ^  lf  *  .  '■><•***'  ’  £  M  ,  ''  .  V  /''*».?■ 

' 


■  '  -  '  '  '  :  ■;  '  '■  y 

■  '  '  ; 

■ 

' 


’ 

.«:■  ,'V/  :  ■  '  :  ■'  ''.'-/V:  o" 

; 

■ 

' 

'•  '  ,  ‘  '  '  HM. 

w$  '  A  '  *  '  .  **  -  \ ; 

;•  '  'j  •  ,  ■  ,  .  ■  '  •  ■  ...... 

'd'\'  \  *  '  \  , '  .*  '  '  *  r  1  ''  \ 1 

1 

. 

"  :  /  ^  -.■•••■  ■  .  .  .  ;v.'  '  ..  • 

K  \  '  . 

\ 

■ 

■ 


PÓOR  TVI> 

[  VX.YX . 


HACHELIJKE  REYS-TOGT 


Van 

JACOB  JANSZ  de  ROY, 

Na  • 

BORNEO  en  ATCHIN, 

In  fijn  vlagt  van  Batavia,  derwaards  on - 
dernoomen  in  het  J dar  1691.  en  vervolgens. 
Zijnde  een  opregt  verhaal  van  zeldfaame  ontmöetin- 
gen ,  en  deerlijke  rampen  •,  als  beroovinge  van  Vaar- 
tuygen  en  Goederen,  Honger,  Dorft,  Naakt- 
heyd.  Armoede,  veelderley  Doods- gevaar  en 
andere  onuytfpreekelijke  ongemakken ,  door 
hem  felfs  uytgeftaan. 

Mitfgaders  een  feer  Naaukeurige  Befchrijying  yan  bet  Eyland  BornëOj 
j net  des  zelfs  honingrijken  ,  als  Banyer  Mailing  ,  Succaciana  * 
Cottaringen  *  de  Woon-plaatfen  yan  de  Viadjes  en  andere# 
met  bare  oyerkofielijke  Goud -  en  Diamant-Mijnen ,  Cam - 
pbur  en  andere  koopmanfebappen  ^  als  ook  hare  Goud-rijke 
Bergen  en  Hjyieren  >  Negeryen  3  fchoonheyd  der  Vrou~ 
wen  $  Hmwelijken  y  Imhorfl  en  Zèeden  der 
Inwoonders  „  0*c. 

Insgelijks  een  aanmerkelijk  Eerigt  van  het  Koningrijk  Xtch'tn  op 
Sumatra*  met  haar  Land-aard  ,  Regeering  en  uytvoering 
van  Lijf-  en  Hals-ftrafFen  over  de  Dieven. 

Door  den  Reyfiger  felfs  opgefteld , 

Bn  dewijl  defe plaat fen  by  onfe  Natie  weynig  bekent  zijn ,  om  fijn  y&ortref* 
felijkbeyd ,  nu  aldereerfi  na  een  Egt  \Af-fcbri ft  in  *t  ligt  gegeeyen<. 
Met  korte  lakenden  ?  noodig  'Regifier  en  Kjynfl-frinten  verrijkt* 


TE  LEYDEN, 

By  PIETER  VANDER  Aa,  Boekverkoper,  170$, 

Met  fpeciaale  OÜroyen* 


V  O  O  H,U  R  I  Ö  T. 

DEwijl  het  geluk  hebbe  gehad  van  voor  meer  als  6  Jaar  een 
egt  affchrift  defer  Voyagie ,  door  Teek  er  Heer  uyt  Indïên  te 
bekomen  ,  daar  te  Lande  in  Schape-parkement  gebonden  , 
en  nog  onder  my  beruftende:  welk  federt ,  aan  verfcheyde 
keurige  Kenders  ,  en  Liefhebbers  dciMeys-bejchrijvingen,  ter 
lefing  mededeelde,  die  het  eenparig  oordeelden,  den  Druk 
weerdig  te  zijn,  en  derhalyen  ,  my  geduurig  aanrieden,  ’t 
fel  ve  Weereld-kundig  te  maak  en.  Maar ,  om  dat^en  befluy  t 
hadde  genoomen ,  van  mij  n  Naauwkeurige  VerJameling  der  Zee 
en  Land  Reyfe n,  na  d’ordre  der  Jaaren  voort  te  brengen  ,  als 
vöor-aan  in  het  reets  uytgegeven  Eerjle  Deel ,  alwaar  defe  Reys* 
Togt  op  ?t  Jaar  1 691  vermeld  ftaat ,  te  fien  is :  foo  meende  dit , 
tot  dat  daar  gekomen  was,  tefpaaren;  dog  om  ge  wigtïge  re¬ 
denen  ,  federt  nodiggeoordeelt ,  van  dit  nu  apart  voor  af  uyt 
te  geeven.  Inde  refteerende Voyagim ,  falikmijn  tijd-beftek 
boliden,  en  ’t  fal  de  Liefhebbers  onverfchilligzijn,  .dat  dit 
nu  voor  af  komt  ,  dewijl  fy  daar  door  ,  dit  nu  hanftants 
byfonder  kunnen  laaten  in-nayen  ,  ondertuffen  gebruyken^ 
en  het  namaals  op  fijn  behoorlijke  plaats ,  in  fijn  Deel  laaten 
invoegen  ,  geloovende  haar  geen  onaangenaame  dien  ft  daar 
in  te  fuTlen  hebben  gedaan,  tiet  aanprijfen  defer  Reys  agte 
onnoodfg:  die  hem  felyen  de  tijd  vergunt  ?  om  het  te  door-, 
leefen,  falfe  niet  vergeefs  belleed  hebben ,  hademaal  cler  foo 
veel  tot  nog  tpeonbekendefaaken  (by  d  cEuropianen)  in  zijn; 
foo  dat  niet  twijffele  aan  een  algemeenegoed-keuring.  Jacoh 
Janfz.  dcRoy  >  denReyJïger  $n  Schrijver  defer  Top,  die  voor** 
maals  Kapiteyn  over  100  Voet-knegten ,  ten  dienfte  vanafE- 
dele  Oofk  Indé/ehe  Maaifchappy  was ,  dog  namaals  over  eenige 
faakeri  befchul  digt  *  van  Batavia  gevlugt:  heeft  dit  daar  na  op 
ordre  van  fijn  Wel  Edele  Gebiedende  Beeren  felfs  ppgeftelt,  en 
het  de  navolgende  Tijtel  ,  of  Opfchrift  gegeevem  Rapport: 
®fte  waaragtagx  ende  om (landig  verhaal ,  opgejleh  door  Jacob  de 
Koy ,  ter  geëerde  ordr /*  van  fijn  Hoog  Edelheyd  Mr.  'Willem  van 
Öuthoorn  *  Gouverneur  Generaal ,  wit  {gaden  de  wel  Edele 
Meeren  Raa den  van  Nederlands  India  ,  noopende  dejjelfs  weder* 
vaar  en  x  ende  bejegeningen ,  federt  dat  figvan  Batavia  heeft  ge* 
fint  eer  t  y  waar  in  verders  vertoond  werd  ,  d' Ey  gen fc  hap , 
Zegden  Politie  der  Inwoonders  van  de  Landen  3  waar  in  hy 
ft  heeft  onthouden  X  namentlijk  ,  Wel  Edele  Hoog 


V  o  O  R-*S  E  R  I  G  f.  .. 

vlS^È'BiÈDEKpÉ  Heeren.  3boo?  bferi  ban  ben  ottbèrsè* 

■p  1  teeftenbe  enj.  (als  óp  pag.  i.  in' t  begin  dé/er  P'oyagiè  en  foo ver¬ 
volgens  aldaar  te  penis.)  Welk  Artijkel  alfoo  het  te  lang  was  , 
in  ’t  hoofd  defer  Prak  verandert  hebbe  ,  met  de  naam  van 
Rep-  befchrijving ,  dewijl  ’t  in  der  waarheyd  dog  dat  is.  Buy- 
ten  de  voornoemde  woorden  ,  is  het  Ëgte  t  Jf-fchriftm  alles 
getrouw  gevolgt,  fonder  daar  vets  by ,  of  af  te  doen;  als  al¬ 
leen  tot  verbetering,  zijn fommige baftaart-woorden  ingoed 
Neder  duyts  verandert  ,  en  ettelijke  fchrijf-fouten  gecorri¬ 
geerd.  Daaren  boven  is  totcieraad,  en  beter  gebruyk,  door 
een  naarftig  Kender,  by  defe  Reys- Togt  doorgaans  de  Kor¬ 
ten  Inhoud  op  de  kant  gebragt ,  en  wijders  mét  fraayeKonft- 
Pr  ineen,  en  volkomen  Regifter  verrijkt ,  hebbende  nodig;  ge- 
agt  ,  ditTJE:  en  alle  Liefhebbers  Voor  af  te  berigten ,  niet 
twijfelende  ,  of  dit  alles  fal  haar  ten  hoogden  aangenaam 
zijn.  Gebruykt  dit  dan,  terwijl  mijn  Druk-perfièn  voort¬ 
gaan,  met  de  verdere  Voyagien  na  de  tijd-ordre  klaar  te  maa- 
ken  :  ’t  fal  my  aanmoedigen  ,  wanneer  verneeoré ,  dat  dit 
aangenaam  is.  Verblijve  onderraden 


ÜWert 

Ten  Diend-bereyden, 
PlETÈR  VAHDE8.  AaI 


*  b  PRIVIj 


PRIVILEGIËN. 

DE  Staten  van  Holland  ende  Weft-vriefland  doen tft weten ,  alfoö 
Ons  vertoont  isby  Pieter  van  der  ,  Borger  en  Boekverkoper  te 
Leyden,  boe  dat  hy  Supplt  eenige  Jaren  was  befiggeweeft  ,  om  uyc 
de  P'oytiigyfche \  Spaanfcke ,  Engeljche  ,  IjaUaanfchè  ,  en  andere  talen, 
iri  *t  Neerduyts  te  laten'  Ö verletten  ,  de  Yoornaamfte  Zee-  en  Land - 
J^eyfén  die  na  Ooft -  en  We  ft- Indien  &c.  door  verfchcydeReyfïgersder- 
waarts  waren  gedaan  ter  eerfte  ontdekking  ,  en  federt  vervolgens 
tot  nu  toe,  breder  in  een  geëxbibecit  Regifter  vernielt,  waar  van 
der  noyt  een  eenige  in  onfe  Neder  land fe  taal  tot  dato  gedrukt  was , 
efl  waar  dóór  by  gevolg  geen  Boekverkoper  nog  yemand  hierteLan- 
dé  daar  mede  wierd  benadeelt,  of  eenig  regt  aan  hadde ,  hebbende 
den  Supplt  reéts  tot  defe  Vbyagien %  niet  alleen  eenige  honderden  kope- 
re  Platen  laten  fnijden  ,  maar  was  felfs  ookalbefig  om  alle  de  voorfz. 
Zee-  en  Land-Rjryfen  by  een  t-e  laten  drukken  ,  en  nademaai  den  Supplt 
aan  de  verdere  uytvoering  van  ’t  voorn:  Werk  nog  een  co'nfiderable 
fornme  van  penningen  foude  moeten  fpenderen  ,  en  hazarderen  ,  en 
bevreeff,  dat  nijdige ,  of  baat^zugtige  menfehen  hem  het  felvein  ’c  ge¬ 
heel  of  ten  deeleh  ,  en  wel  voornamentlijk  een  particuliere  Voyagie  van 
dien  mogten  komen  te  drukken  >  of  na  te  drukken ,  waar  door  hy  van 
fijne  excerfïve  kollen  ,  moeyte ,  en  arbeyd  foude  verfteeken  zijn ,  fo 
was  den  Supplt  tot  voorkominge  fijner  fchaade  te  rade  gewórden  *  fig  té 
keeren  tot  Ons ,  verfoekende  Ons  fpeciaal  Oélroy  ,  en  Privilegie  voor 
den  tijd  van  1 $  eerft  agter  een  volgende  faren  om  de  voorfz-Zee-  en 
Land  Ryyfen ,  breder  by  het  voorfz  Regifter  vermeit  ,  dewelke  om 
de  kortheyd  alhier  niet  waaren  uyrgcdrukt,  maar  nogtans  verfogt 
wierd,  in  ’c  Odroy  fpecificc  te  mogen  werden  geinfereert,  alleen  te 
mogen  drukken ,  doen  drukken  en  uyt  te  geven,  en  verkopen  in  fo- 
dan^ge  formaten ,  taal,  of  taaien,  als  hy  beft  foude  vinden  met  fijn 
intereft  overeen  te  komen  ,  met  expres  verbod  ,  waar  door  allen  ,  en- 
dceencn  yegelijkenbuyten  hem  Supplt ,  of  die  in  der  tijd  fijn  regt  ,ofte 
3&ie  foude  mogen  verkrijgen,  werden  verbooden  ,  het  voorn?  Werk 
der  Ooft-  en  Well- Indije  Reyfeny  met  of  Tonder  Platen  in ’t  Neder duytsy 
jFVdrtr,ofte  in  eenige  andere  talen  te  Drukken  na  te  Drukken  ,  te  doeri 
na-dr  ukken ,  uyt  te  geven ,  of  te  verkopen ,  nog  in  ’c  geheel ,  nog  ook 
geen  aparre  Foyagien  daar  uyt,  nog  ook  onder  pretext  van  vermeerde¬ 
ring  of  verbetering  ,  ofte  buytcn  defe  Landen  gedrukte  niet  te  mogen 
inbiengen,  verhandelen  of  verkopen /alles  op  de  verbeurte  van  alle  de 
nagedrukte,  ingebragte,  verhandelde,  of  verköftc  Exemplaren  >  en 
daar  en  boven  op  ftekerc  groote  poene  door  Oh$  regens  deContraven- 
teurs  te  ftellen.  Soo  is  ’t ,  dat  Wy  de  faake,  ende  ’c  verfoek  voorfë» 
overgemerkt  hebbende,  ende  genegen  wefendeter  bede  vandeSuppk 
uyt  Onfè  regie  werenfehap ,  Souverayne  Magt ,  ende  Authoriteyt ,  den 
&ivenSuppk  geconfmtsen:  >  geaceordeert  ende  geoóhoyeen  hebben , 

coro 


H  I  V  I  L  E  G  I  Ê  K. 

èonftnteren  ,  accorderen  ende  O&royercn  hem  mits  defen,  dat  h^ 
geduyrende  den  rijd  van  vijftien  eerft  agter  een  volgende  Jaren  de  voorn* 
Zee-  en  Land-Ryyfen  ,  [De  nawen  der  Voyagien  die  Specificè  in  defè 
Privilegie  vermeld  [laan ,  üjn  in  bet  Regifter  te  vinden  t  die  by  de  Korté 
Schets  .aangedrukt  is  %  en  voormaals  door  my  alom  verfonden  ,  alsookvoof 
aan  in  het  eerfte  deel  defer  Voyagien.)  Mitfgaders  nog  eenige  kleynë 
Voya^ien  tot  de  vöqrn.  yerfameiing  behorende ,  die  den  Supplt  belooft!» 
en  welker  namen  hem  nog  onbekent  zijn,  binnen  den  voorfz  Onfetl 
Lande  alleen  fal  mogen  Drukken  ,  doen  Drukken,  uyrgeven  ,  en  ver* 
kopen  in  fodanige  formaten,  taal  of  talen,  als  hy  beft  fal  vinden 
met  fijn  intereft  over  een  te  komen,  verbiedende  daarom  allen,  eni- 
de  een  yegelijken  buyten  hem  Supplt ,  of  die  in  de  tijd  fijn  regt ,  ofa&ie 
Huiden  mogen  verkrijgen ,  het  voorfz  Werk  met  of  (onder  PJaaten  in  *t 
Ncderduyts  *  Frans ,  ofte  eenige  andere  talen  in  *t  geheel ,  ofte  ten  de¬ 
len  ,  nogte  ook  geen  aparte  Voyagien  daar  uyt,  nog  onder  pretext 
van  vermeerdering ,  of  verbetering  te  Drukken,  na  te  Drukken ,  ofte 
elders  Nagedrukt  binnen  den  felven  Onfen  Lande  te  brengen  ,  uyt  te  gé¬ 
ven,  ofte  te  verkopen  op  verbeurte  van  alle  de  naargedrukte,  inge^ 
bragte ,  ofte  vérkogte  Exemplaren  >  ende  een  boete  van  drie  houders: 
Guldens  daar  en  boven  te  verbeuren,  te  appliceren  een  derde  part 
voor  den  Officier,  die  de  Calange  doen  fal ,  een  derde  part  voorden 
Armen  der  Plaatfe,  daar  het  cafus  voorvallen  fal,  ende  het  rcfteren- 
de  derde  part  voor  den  Supplt ,  alles  in  dien  verftande,  dat  Wydeii 
Supplt  met  defen  Onfen  Oëhoye  alleen  willende  gratificeren  tot  ver- 
hoedinge  van  fijne  fthade ,  door  het  nadrukken  van  het  voorfz.  Werk, 
daar  door  in  geenigen  deden  verftaan,  den  inhoudé  van  dien  te  ati- 
thoriferen  >  ofte  te  advouëren  ,  ende  veel  min  het  felve  onder  Ónfb 
protedie,  ende  befëherminge  eenig  meerder  credit,  aanfien,  ofte  re¬ 
putatie  te  geven  ,  né-maaar  den  Supplt  in  cas  daar  inne  yns  onbe¬ 
hoorlijks  foude  infiuëren ,  alle  het  felve  tot  fijnen  lafte  fal  gehouden 
wefen  te  verantwoorden,  tot  dien  eynde  wel  cxpreffelijk  begerende» 
dat  by  aldien  hy  defen  Onfen  Odroye  voor  het  felve  Werk  fa]  wil¬ 
len  ftellen,  daar  van  geen  geabrevieerde ,  ofte  gecontraheerde  men- 
tie  fal  mogen  maken, ne  maar  gehouden  wefen  het  felve  Odroy  in  ’t  ge¬ 
heel  ,  ende  fonder  eenige  Omiflie  daarvoor  te  Drukken  ,  ofte  te  doen 
Drukken  ,  ende  dat  hy  gehouden  fal  zijn,  een  Exemplaar  van  het 
voorfz.  Werk  gebonden ,  ende  wel  gecondicioneert  te  brengen  in  de 
Bibliotheecq  van Onfc  Univerfneyt  toe  Leyden,  endedaar  vanbehoor- 
lijktedoen  blijken  ,  allesop  poene  van  heteffeël  van  dien  teverliefèn. 
Ende  ten  eynde  den  Supplt  defen  Onfen  Confenre  ende  O&royemoge 
genieren ,  als  naar  behoren  ,  IaftenWy  allen ,  ende  een  yegelijken  ,  die 
*r  aangaan  mag,  dat  Sy  den  Supplt  van  den  inhoude  van  defen ,  doen» 
laten;,  ende  gedogen»  fuftelijk  ,  vreedelijk  ,  e|icje  volkornendijk  ge- 

*  }  nie- 


P  &  ï  T  ï  L  È  é  ï  E  Na 

mveU;  ende  georuykeu  cefïerende  alle  belech  ter  contrarie,  gctfaaü' 
in  den  Hage  onder  On  f en  grooten  Zegde  hier  aan  gehangen,  op  den 
agtknden  Augufti  in  t  J aar  onfcs  Heeren  en  Zaligmakers  Severuien 
houder  t  vijf.  vt. 

A.  Heïnsius. 

Tet  Ordonnantie  van  de  Staten, 

Si  Mok  van  Beaumont. 


DÈ  Sraaten  Generaal  der  Vcreenigde  Nederlanden.  Allen  den  ge¬ 
nen  ,  die  delen  fuilenfeu  ,  ofte  hooren  lefen  »  falwi ,  doen  te  we¬ 
ien  ,  dat  Wy  geeonfenteerr ,  gcaccotdeerc  ende  Geo<ftr©yeert  hebben, 
gelijk  Wy  Confenteren  ,  accorderen  ende  Oéftoyeren  by  dden  aan 
Fitter  vander  ,  Borger  en  Boekverkoper  tot  Lcycien  ,  oin  voor  den 
tlfd  van  vijftien  naaftkomende  ende  achter  een  volgende  ja  aren ,  met 
fêclufie  van  allen  anderen  binnen  defe  Geünieerde  Provinciën  ,  Land- 
fchappen,  Steden  ende  Lecden  van  dien,  te  mogen  doen  Drukken, 
venten  ende  verkopen  feekere  Boeken,  overgefet  uyr  de  Por ntgyjche, 
Spaanfche ,  Bngel/cbe ,  ïtnliaanfcbe  ende  andere  talen  in  sc  Neder  duyts\ 
ibehe  Ifènde  de  voornaam  fte  Zee-  en  Land  l{eyjen  y  die  na  Ooft-  en  Wtft- 
Itidien  Sec.  door  verfcheyde  Reyftgers  detwaaids  zijn  gedaan  y  ter  eer- 
ftér  ontdekking,  ende  zedert  vervolgens  tot  nu  toe,  fulx  défèlvehieir 
zijn  volgende,  (De  namen  d^rVoyagien  ,  die  Specificèm  de/e  Privilegie 
vermeld  flaan ,  %ijn  in  bet  Regifter  te  vinden ,  die  by  de  Korte  Schets  aan¬ 
gedrukt  is ,  en  voormaals  door  wy  alottt  verfonden ,  als  oervoor  aan  in  hei 
eerfté  deel  defer  Voyagien)  waar  van  der  noyr  een  eemge  in  onfe  Ne- 
derlatt'dfebe  taal  tot  dato  gedrukt  is  ,  miefgaders  nog  eenigè  Voyagien 
tot  de  voorn.  Yerfameling  behoorende ,  die  den  Supplt.  belooft,  en¬ 
de  Welker  namen  Ivcm  nog  onbekent  zijn;  in  fodanige  formaaten , 
taai,  of  talen,  als  by  beft'  fal  vinden,  met  fijn  intreft  over  één  te  ko¬ 
men,  verbiedende  daarom  me  allen,  ende  een  yegeftjk,  buyten  hem 
Supplt.  of  die  in  der  tijd  fijn  regt,  ofa<ftie  (oude  mogen  verkrijgen, 
het  voOrffc.  Werk,  met,  of  fonder  platen,  in  *c  Neder  duy  ts  ,  Frans , 
of  eenige  andere  talen  ,  in  Y  geheel ,  ofte  ten  deele  ,  nogte  ook  geen 
aparte  Voyagien  da-ar  uyt,nog  ook  onder  pretext  van vermeerdering, 
of  verbetering,  te  drukken,  na  te  drukken  ,  ofte  elders  nagedrukt, 
binnen  de  opgemelte  Landen  te  brengen,  tiyt  te  geven ,  ofte  te  ver¬ 
kopen  ,  op  verbeurte  van  alle  de  naargedrukte ,  ingebragte ,  ofte  ver- 
kogte  Exemplaren,  ende  een  boete  van  drie  hondert  Guldens  daar- 
en  boven  te  verbeuren,  te  appliccren  vöor  een  derde  part  voor  den 
Officier,  die  de  Calange  doen  fal ,  een  derde  part  voor  den  Armen 
der  plaatfè,  daar  het  cafus  voorvallen  fal  ,  ende  het  refterendc  derde 
patc  voor  den  Supplt.  Behoudelijk  nogtans,  dat  den  fel  ven  F  ie  ter  van 


Privïlegiee 

der  *jia  gehouden  fal  zijn  ,op  defenOnfenO&roye  te  ver  (beken  >©oi 
ec  obrineren ,  attaché  van  die  Provincie,  of  Provinciën  ,  daar  hy  dé 
voorfiz.  Boeken  fa!  willen  doen  Drukken ,  venten  ende  verkopen ,  al¬ 
les  met  dien  verftande ,  dat  Wy  den  Supplr.  met  dcfenOnfèn  O&royè 
alleen  willende  gratificeren ,  tot  verhoedinge  van  fijne  fchade ,  door 
het  nad rukken ,  of  doen  nadrukken  van  het  voorfz.  Werk >  daar  doóc 
in  geenigen  deele  verdaan  ,  den  inhoudevan  dien  te  authoriferen  ,ofcc 
te  advouëren,  ênde  vee!  min  het  felve  onder  Onfe  protcÖie  ende  be* 
fcherminge,  «enig  meerder  credit ,  aanfien,  ofte  reputatie  te  geven* 
ne-rnaar  den  Supplr.  in  £as  daar  inne  yets  onbehoorlijks  fbüde 
ren  ,  alle  het  fel ve  tot  fijnen  lade  fal  gehouden  welen  te  verantwoor¬ 
den  ,  tot  dien  eynde  wel  exprefielijk  begerende ,  dat  by  aldien  hy  de-- 
(en  onfèn  O&roye  voor  het  felve  Werk  fal  willen  dellen*  daar  van  geen 
geabrevieerde ,  of  gecontraheerde  inen'fie  fal  mogen  maken,  ne-maar 
gehouden  wefen ,  het  felve  0<droy  in  *t  geheel ,  ende  (onder  eeuigé 
Ömitfie  daar  voor  te  drukken ,  ofte  doen  drukken.  Gedaan  ter  Ver- 
gaderinge  van  de  Hooggemelce  Heeren  Staten  Generaal ,  in  denHagé 
$Jen  agt  en  twintigüen  September  1705.  vt. 

A.  V.  BüRMANia,  ' 
Ter  Ordonnantie  vdn  de  felve  ? 

Fag eX 


^E  Staten  van  den  Landen  van  Utregt  *,  allen  den  geenen ,  die  de- 
n'en  Tullen  fien  ,  ofte  hoorei?  lefen ,  Salut  ,  Doen  tc  weten,  dat 
wy  geconfe.n teert ,  geaccordeert  en  geo&royeerr  hebben,  gelijk  wy 
jpoulibn  teren,  accorderen  ende  Oidroyeren  by  defen,  aan  Piet  er  van  eter 
ts4a ,  Borger  en  Boekverkoper  tot  Leyden  ,  om  voor  den  rijd  van 
vijfden  naaftkomende  ende agter  een  volgende  jaren  ,  met  Scdufievai| 
allen  anderen  ,  binnen  defe  Provincie  ,  te  mogen  doen  Drukken* 
vemen  en  verkopen ,  (ekere  Boeken ,  overgefet  uyt  de  Portugyfche  » 
Spaanfche  i  Bngéffche >  Italiaan/cbe  en  andere  talen  in  ’t  Nede rduyts ,  van 
de  voornaam Rc  Zee-  en  ILand-P^eyfen  ,  die  na  O&ii  Indien ,  We\l-lndien 
8cc.  door  verfcheyde  Reyfigers  derwaarts  zijn  gedaan  ,  ter  eerder 
ontdekkinge ,  ende  zedert  vervolgens  tot  nu  toe,  fulx  delelve  hier 
annex ,  (De  namen  der  Voyagien  die  Specificè  in  defe  Privilegie  verneld 
I laan ,  \ijn  in  bet  Regider  te  vinden ,  die  by  de  Korte  Schets  aangedrukt  /x* 
envooïmaais  door  my  alom  ver fonden,  als  ook  voor  aan  in  het  eerde  deel 
defer  Voyagien.)  fpecificè  daan  uytgedrukt,  waar  van  der  noyt  een 
cenige  in  onfe  Nederlamlfche  taal  tot  dato  gedrukt  is,  mitfgaders  nog 
eenige  Voyagien ,  tot  de  voornoemde  verfamelinge  behoorende,  ende 
welker  naamen  hem  nog  onbekent  zijn ,  die  den  Suppliant  belooft 
j[pede  te  fuJIen  Drukken  >  in  fodaani^e  Formaten,  Taal  of  Talen,  als 

hj 


Privilegie  n. 

Jiy  beft  fal  vinden  met  fijn  ïnte.reft  over  een  te  komen ,  verbiedende 
daarom  allen  ende  een  yegejijk,  buyten  hem  Suppliant,  of  die  in  der 
tijd  fijn  regt,of  a&ie  foude  mogen  verkrijgen,  het  voorfz.  Werk, 
met  of  fonder  Platen  ,  ip  ’c  Nederduyts  , Frans  of  eenige  andere  Talen, 
in  9c  geheel  ofte  ren  deele  ,nogte  ook  gecne  aparte  Fbyagien  daar  uyt, 
liog  ook  onder  pretext  van  verbeteringe ,  in  defe  Provintie  re  Druk¬ 
ken  >  na  te  Drukken ,  of  elders  nagedrukt  bjnnen  defe  provintie  re 
krengen,  uyt  te  geven,  ofte  verkopen ,  op  verbeurte  van  alle  de  na¬ 
gedrukte  ,  ofte  verkofte  Exemplaren ,  ende  een  boete  van  drie  honderd 
guldens  daar  en  boven  ,  te  appliceren  voor  een  derde  part  voor  den 
Officier ,  die  de  Calange  doen  fal ,  een  derde  part  voor  den  Armen 
der  plaatfe,  daar  het Gafqs  voorvallen  lal,  ende  het  refterende  derde 
part  voor  den  Suppliant,  alles  met  diep  vérftande,  datWy  den  Sup¬ 
pliant  met  defcn  Onfen  O&roye  alleen  willende  gratificeren  ,  tot  ver- 
Jhoedingevan  fijne  fchade,  door  het  nadrukken,  of  doen  nadrukketi 
van  het  voorfz.  Werk,  in  defe  Provintie,  daar  door  in  geenen  deele 
verftaan,  den  inhoude  van  dien  te  authoriferen  ofte  re  advouëren , 
ende  veel  min  het  fclve  onder  Onfe  proteÖie  endebefcherminge  eenig 
meerder  credit,  aanfien  ofte  reputatie  te  geven  ,  ne-maar  den  Suppliant, 
ïn  cas  daar  inne  yets  onbehoorlijx  foude  influëren,  alle  het  felve  tor 
fijnen  lafte  fal  gehouden  wefen  te  verantwoorden  ,  tot  dien  eynde  wel 
cxpreflèlijk  begerende ,  dat  by  aldien  hy  defen  Onfen  O&roye  voor 
het  felve  werk  fal  willen  ftellen ,  daar  van  geen  geabrevieerde  of  ge¬ 
contraheerde  mentie  fal  mogen  maken,  ne-maar  gehouden  wefen, 
het  felve  Qiftroy  in  sc  geheel ,  en  fonder  eenige  Q miffie  daar  voor  te 
Drukken ,  ofte  doen  Drukken ,  ende  aan  Onfe  Secretaryc ,  mitsga¬ 
ders  in  de  Eibliotheeeq  van  defe  Stad  te  leveren ,  yeder een  Exemplaar 
van  de  voorfz.  Boeken.  Aldus  gedaan  binnen  Utregt,  onder  Onfen 
grooten  Zegde ,  Paraphure  ende  Signature  van  Onfen  Secretaris ,  op 
4en  i4.Januarii  xvijc.  ende  fes. 

vr. 

A.  van  Rossig. 

Ter  Ordonnantie  van  mijne  Welgemelde  Heeren  die  Staten a 
F.  V  o  e  t  van  W  ïns  sen-. 


REYS, 


D'  OOST-INDlZE 


Eandfchapp  en, 
ZEEN  en  EYLANDEN, 

T<rt-  Je  Zeys  ie/cA  ryn'ny  ran 

IacobTatts z  nu TLojr\ 

Vaiworjut . 


\ SN  SIS . 


&-QK.IEN 


TAföe»*ê*lst*  LTX-DHar&er  TzETETI  ÏC/OrOEX.  uIa  met  J'r’ii'ilet 


JaeeS  Tatuu  Je  Jtoy  ■ 


Pag.  i 

*REYS-BESCHRYVING 

VAN 

J  ACOB  de  R  O  Y, 

Door  hem  opgefteld 
jian  ftjne 

Wel  Edele  Hoog-Gebiedende  Heeren. 

i  <©o’  Dien  ban  ben  onbergetebenbe/  ge* 

!  bnurenbe  Deffelfé  &eeben£-ïoop  /  bteï’t  , 

1  meeden-beel  fijn  tijbelp  gelub  boo?  fertoo^e 
De  o  effening  bec  3©aapen£  betragt  vaivdc  Ro/ 
‘  heeft  /  en  Dat  ’et  bolgen$  be  aan  ^en 
tngt  /  een  blinbe  geljoojfaamtjepö  /  aï£  meeröet 
oetboeg  aan  minbet  gebieb  /  berepd  toetb:  hanUE:  fndi£n>  va 
Hoog  Agtb:  ligt  bebioeben/  batbenonbergefs.  op  ’t 
geëerb  bebel  ban  U E:  Hoog  Ed:  dgfoo  gaarne/ 
al^berpligt  ten  eerden  berepb-btillig  getoonb  heeft  / 
om  een  bebnopt  bethaal  aan  UE:  Hoog  Ed:  te 
bettoonen  /  Voegen^  beffelfê  ontmoetinge.  ’t  <0ecn 
hp  ban  op  fijn  ^>olbaat$  heeft  onttoojpen  /  en 
betfoeht  neebetig  /  bat  het  ban  U  E:  Hoog  Agtb; 
ooh  fobanig  mag  opgenoomen  bietben  ;  fuï* 
lenbeban  met  be  berepfle  oBetbiebighepb  /  tot  be  Begin  vaa 
faaft  tteeben  en  feggen  /  bat  hp  /  gelijb  een  pegelgb  het  v«- 
boet/  fijn  bede  en  het  feeberde/  boo?  het  onfeehet* haal* 
de  hiefenbe  /  geen  anbete  mibbeïen  tot  Deffelfp  be* 
houbenil  toid  te  beraapten  /  aï$  fïg  op  een  plaats 
te  begeeben  /  baat  hP  be  dibige  hett^-tagten  ban. 
fijne  ©panben  niet  onbetbJOjpen  bta£ ;  rait^ga- 
öetjj  ooh  om  te  bonnen  ontgaan  bemagt/  Debiel* 
be  fijn  meetbet  obet  beffeïfl  ©etfoonen  a©oeberen  aeedenea 
habben  ;  infgeïp£  om  boo?  te  bomen/  bat  font*  v?“ fl,tl 
mige  ban  fijn  fcijijn-btinben/  haat  felfê  bebienen*  s 
be  ban  De  ongelubben  /  Vnaatin  hP  boen-maaï$ 
bia£  ;  a$  boel  toeetenbe  /  bat  be$  onbergefê.  hert 
op  fïjn  tong  i$  /  hin  raonb  niet  mogt  vfö-fééjt* 
ben/  en  obetbjoogenbe  hebbenbe/ battet  nog  een 

de  Roy.  A  bit* 

J  N©ta.  Het  Opfcbrift  defer  Heys-Togt  is  vm  d$n  Schrijver  fdfs  p 
{e  fm  in  ’t  VMT-herjgt% 


En  hoe  be¬ 
gonnen» 


Stapt  itt  een 
Vaartuyg 
met  41 
koppen  be- 
mnto 


Komt  te 
Carang  Sa* 
dpelang. 


2  Re  ys-Beschr  yving  va  n 

ïflttere^uurbeefenrln  ben  boefemfcïppïr  banfora* 
ptgeE:  Compagny’sbebienbert^  /  ten  Re'guardeban 
öen  opbergefclpeeben  petfoon  /  enfnbet-baat  bebugt 
toeefenbe  /  bat  fijn  toebee-patttjbèrl  §et  J&aat  ftee* 
tien  fouben  toeeten  te  fclpbben  /  bat  ïjem  be  frrtaat* 
ïjepb  mogte  obet-bomen  ban  een  gebanbentffe  /  en 
met  een  boojfïgtig<©Aibeeï  toeïbonnenbe  befeffen  / 
bat  bje  felfbe  lupben  met  een  flinget-fïag  al  &aac 
berfiant  fouben  fcïjetpen  /  om  ïjem  nog  mèérbec 
in  ’t  elenbe  te  ïjelpen  :  of  ten  minflen  boo|  een 
öegt^-gebing  ban  een  lange  naafïeep  tot  ïjet  ge* 
beente  toe  npt  te  mergelen  /  egtet  ten  anbeten  fijs 
be  ’t  gebaar  toel  obettooögen  fjebbetfbe  /  toaar  tn 
ïjp  ftg  otn  fijn  boomeemen  npt  te  boeren  begaf  /  en 
in  teegenbeel  fijn  fëlfê  bïepenbe  ban  een  getoenfle 
liptbomfi ;  fo  is’t,  Ed:  Hoog  Gebiedende  Hëeren, 
bat  ben  onbergeteebenbe  mipmaebjg  /  en  baat  bp 
in  ber  öaab  toanpopig  /  egtet  bat  beffupt  bp  ïjem 
nam  ;  van  liever  met  de  waapens  in  d.e  hand,  fijn' 
leeven  te  eyndigen ,  als  met  hoon  langer  onder  de 
menfehen  te  leeven  ,  te  meet  /  Ottt  bat  fjet  flirt 
boojneemen  nieten  toaë/  befelbe  tegen£  fijn  Va¬ 
derland  (aï$  een  wederfpannige)  te  gebjupben  i 
maar  bat  ’et  nog  toel  eerltjbe  lieben  fouben  gebon* 
ben  toerben  /  betoelbe  Item  naar  fijn  boob  be  lof 
fouben  geeben/  bat  Öp  aïë  eenmifnoegde,  en  niet 
aï$  een  wederfpannige  geflojben  toa£  /  met  bier* 
gelpe  gebagten  befbaangert  3pnbe/  flapte  ben  on® 
betgeteebenbe  op 

«Oen  20.  O&ober  1691 ,  omtrent  bjje  uuren  naar 
be  mibbag  ban  be  blepne  Marondein  be£  felfê  epgen 
«Jnïanbl  ©aartnpg/  bemanb  met  41  ftoppen  en 
meefl  met  Jljoblanb  geïaben/  genoegfaam  batt 
fcïjiet-  en  fetjerp-getoeer  boopen/  beftaïben tjanb- 
granaaten  en  (Knb-potten :  fa  tot  fc&uben  toe  boo? 
be  Inlanders  ,  betoelbe  aan  baar  gelaatneeben^  mp 
bïtjten  gaaben  /  man-moedig  gerefolbeert  te  3tjn  /  pet 
uptterfle  te  toillen  toaagen  /  ingeballeop’teen/  of 
anber  ongemaït  Ijabbe  obecgeboomen. 

g^en  22.  dito  ,  bebonbeu  top  on£  ontrent  be 
Carang  Sadoëlang ,  anbe$  be  Schaadelijke  Hb>ek; 


.  J  A  C  O  B  D  K  R  Ö  V.  f 

gtnaamt:  al#  toatmeer  ban  ftour#  beranberbeti/ 
be  fleeben  Poojb-JBefï-toaart#  naa  ’t  <£Êpïand  Ban- 
ca  fettcnöe ;  booinemen#  jijnde  2Senoo#>en  ge* 
melde  <tèpïanö  om  te  foopen/  Johóor  En  Mallacca 
te  pafTeeren/  en  toijder#  be  jkad  Atchin  aan  te 
boen  :  obermit#  ban  geboelen  toa#  /  bat  aldaar 
gelegentljepd  foube  aantreffen  /  om  met  b’eene  Chri- 
ften  patle  of  den  anderen  /  Ijoe  eerber/  ïjoe  ïieber  .. 
naar  Europa  te  betfeplen  /  om  met  mijn  ftomfle^Moot- 
in  ’t  Vaderland  met  minbec  moepte  en  beftomme*  >t  Vad«- 
ring  /'  be  middelen  in  ’t  toerit  te  fieUen  /  detoelfte  land  te 
<ö*ob/  en  be  natuur  ben  rnenfcö  gegeeben  ïjeeft/saan- 
tot  berbeebing  ban  fijn  eere/  ’r  toeilft  on#  immer# 
alfolief  beftoojbe  te/  toeefen  al#  on#epgenïeeben/ 
af#  ooft  om  baar  te  ftonnen  bemeemen/  ’t  geen 
ben  onbergeteeftenbe  noopt  in  Indiè'n  ïjeeft  ftonnen 
te  toeeten  ftomen  ;  naamentlp  /  toie  bat  fijn  be* 
ftïjulbiger#  toaaren. 

©en  2?.  dito  ,  ntoop  toeet  en  ffegt  toaater/^p'60’** 
be  toinb  ©oft-gupb-©ofl  /  pafleetden  ber*  chld0“pe^ 
fcïjepbe  Chaioupen  ,  en  foo  gaanbe  af#  ftoonttride 
baattupgen  ban  Batavia fonbet  eenige  anbete  aan* 
merften#-toaardige  boojbaïfen  /  maar  op 

©en  24.  dito,  ’#  riio,?geh#  btotsfaagen  een  Alsook 

<&cf)ip  3©efl-$oojd-3©efï/  naar  gfffïng  een  mijleenJast* 
ban  on#/  fijn  ftour#  na  be  Straat  Banca  fettenbe/ 
ban  bmtioeöen  toeefeiibe  /  bat  fjct  ^agtie  .  <  .  . 
boa#/  bat  lang  boa?  on#  bertreft  naar  Paümbang, 
om  een  lading  peepet*  ban  baar  te  palen  /  gefon* 
ben  toa#  /  paffeerenbe  befeïbe  omtrent  8  uuren 
’#ogten#/  fonbet  bat  een  ban  ttoeëtt  fijn  ftour#  bec* 
anbetdé. 

©en  2f.  dito  ,  faagen  ’t  Cpïahb  Banca  boot* 
hoemt  /  toinb  en  toeèdet  af#  booten  /  liepen  om=  ®anca» 
trent  4  of  ƒ  mijl  bupteudeJiM/  tuffeft  deCplan* 

*  P,e,l 2Ó* ciit0  i  top  aaii  een  ftlepn  Cp*Koomen 
land  /  baar  top  een  góeden  ftaaben  /  en  bér#  toa* ee" 
ter  bonden  /  ten  ópfïgté  bat  ben  onber-getèefienbe  Eylanii«f 
geneegen  toa#  /  om’rbaat-tupg  t’eenèmaalinfïaot 
ban  tegen-toeer  te  brengen  /  geljjfter-tofj#  al#  ooft 

A  2  dies* 


Alwaar  lïg 
van  alles 
gereet  ma¬ 
ken. 

Aanlpraak 
van  de 
aan  fij 
Volk. 


4  Reys-Beschryving  van 

blet-toeegen  be  betepfïe  o?b?e  aan  ’tbierft  gefïaa* 
gen  bxierb  /  en  naac  betrlgring  Pan  ’t  boelk  ben 
onbet-gefcïjïeeben  boa?  be£  feïfê  öp-tjebbenbe  bol* 
^Roy  /  een  kente  aau-fp?aaft  beebe/  aangaande  de 
n  3  gevaaren  ,  waar  inne  wy  door  ’t  noodlot  geraakt 
waaren,  vermits  dat  wy  niet  weynig  voor  de  kruyfi 
fende  Vaartuygen  van  Mallacca  te  vreefen ,  en  voor 
de  Joboreefen  te  dugten  hadden ,  haar  over  fulks  met 
de  alder-beweegenfte  woorden ,  die  een  menfeh  in  fo 
een  geval  kan  uyt-boefemen  ,  tot  trouwigheyd  en 
dapperheyd  vermanende,  foo  wel  tegens  des  Ed:  Com * 
fagny's  Volk  als  Joboreefen  ,  of  diegeene,  die  ons 
fogt  te  beleedigen  ,  met  dien  verftande  nogtans , 
datfy  geen  aanvallers  moeiten  weefen ,  omyemand 
’t  minfte  ongelijk  aan  te  doen ,  maar  naar  ’t  voor» 
beeld  van  den  ondergefchreeven  ,  om  fig  te  ver- 
deedigen,  te  werk  te  gaan ,  en  ingevalle  fy  fulks  op» 
regtelijk  meenden  ,  foo  foude  men  gefamentlijk  ’t 
felve  met  een  Eed  beveiligen,  ’t  bKÏk  ook  eenpe* 
bet  naat  ft jn  3tanb£-boöfe  boo?  /  en  in  ’t  bp-3Ön  ban 
öen  onbet-gefcïpeeben  öebefligbe  /  en  ïjiet  rnebe  9 
bagen  booj-geïgagt  ïjeöbenbe/  beetrokken  top  ban 
baat  op 

6.  November  ten  epnbe  om  on£  boo?-geno* 
men  Voyagie  boon  te  fetten  /  fuïk$  bat  top  fïteeft 
hielben  naat  beStraatSincaporra,om/toa$  ’t  boenkjk/ 
Johoor  en  Mallacca  te  paffeten ;  maat  omtrent  xx 
uuten  In  be  boo?-nagt  toferben  feet  fclfjieïp  booj  een 
leebigen  flontt  obet-baïïen/  toaar  bp  quant  /  bat 
fepï/  tïjaa /  en  aiïe$  toat  ’et  aan  In  fïatben 
tooep  /  tn  b’upterfle  noot toeefenbeban  gefamenflpk 
gemakhiex  te  betgaan  :  fuïkp"  bat  genootfaakt  toaaren  /  öet 
’an.  boo?  toittb  en  boorzee  te  fjouöen  /  b$benbebu$ba* 
nip  op  <tj5oö  jï  genaaben  ïjeen  /  met  een  3©efie  tofnb  / 
be  fieeben^  naat  ö’#ofl  /  fonbet  eenige  feplen  tebut* 
ren  bp -fetten  /  en  bupten  blen  /  met  pompen  en  ba* 
{pengenoeg  te  flellen  ïjeöbenbe/  om&etbobentoa* 
tk  te  kennen  ïjouben;  beïjaïben  bat/  kteegen  top 
Werpen  hun  öet  ongeluk/  batonferp/  enaïon£p?oblanb  nat 
voor-raad  toietb/  sfjnbe  baat  en  boben  genootfaakt/  om  ytt 
©ver  boord,  ober  boort  te  toetpen  /  om  foo  boenbe  ’tDaattupg 


poor  alle 
ijiet  Eede 
bekragtigd, 


Kun  ver¬ 
trek. 


Storm. 


Groot  on- 


J  a  c  o  b  d  e  R  o  y.  f 

te  ligten/  IMÏenbe  totjbet#  aï  ïjet  geen  in  ’t 
toetft/  bat  eenigknt#  tot  beïjoubeni#  banon#keben 
ftonbe  bienen/  en  naat  battopbu#banig/  ban  ben 
fe#Den  tot  ben  ueegenben  /  op  beongefiupmigïjepb  . 
bet  goïben  geboböert  ïjabben  /  fagen  top  teegen#  ll.ejl'^'se 
ben  abonb  berfcïjepbe  «üïplanbenregt  boo?  on  #/  ’ty  ‘ 
toelft  een  algemeene  blööfcftap  beroo?faaftte  /  fieïben 
onfe  toet#  baat  naat  toe/  on#/  toa#ïjetboenliJït/ 
agtet  een  bet  feïbe  te  fcfjuplen  /  en  een  oppet-toaï 
té  foeften  /  ’t  geen  on#  ban  ooft  geluftte  /  betmit#  bat 
*#  nagt#  naar  glfftng  ten  i  %  uuren  op  4  babent  fanb- 
gronb  ten  anftet  quamen  /  naat  bat  top  on#  baat  3  Komen  ai^ 
of  4  bagen  eentoepnigje  ïjetfieïb  Ijabben /  en  öoojrir‘e“ 
fcöaat#§epb  ban  monb-ftofï  genootbiuftt  toaaren  / 
een  fietooonöe  plaat#  te  Toefen  ;  betmit#  bat  on# 
bit  Cplanb  rebeïijft  b?ugt-öaatfcïjeen/  feplben  top 
eenige  tgblang#  be  toal/  al#toanneet/  een  ftlepne  zeyienby 
Ganoo  getoaat  toietben  /  foo  mebe  2,  of  3  mijlen  baat  f  e  ^ 
ban  baan/ eenige  tooft  opgaan/ top  feplben  baat  na  b  * 

toe/ enbe  naber  tomenbe/ bonben  topóof7fiuft# 
foo  Maccaflaarfe,  al#  Balyfe  ftoopïup  /  öeneeben#  3 
groote  roof-baar-tupgen  /  bk  tóp  nabetöant .bet*  sien eenige 
naamen  ban  be  gbtn#  ban  Palimbang  upt-getuk  Roof-fdice- 
te  toeefen/  ’ti#  ooft  een  feeftcre  faaft  /  Edele  Hoog  Pen- 
Agtbaare  ,  bat  be  naa-öuutige  ©ojfien  /  al#  ban 
Palimbang,  Bliton  ,  Banca  eil  Johoor  ,  ’tbaat- 
toater  lang#/  en  om  be  ftufl  Bomeoontbepligen/ 
toant  öp-naataïlejaaten/  fenben  bie  pincet:  fteele  Yanfw«  rx 
Moeten  ban  bietgelijfte  grijy-bogeï#  /  inbemaanben  r/heepen 
November,  en  December  naar  bettoaatb#/  betoek  gefonden 
fte  öaatal#  ban  betbeelen/  en  bie  fp  ban  binben  /  «orien. 
feefterlijft  boot  ten  goebe  pjtj#  opboen  A  en  aï#  fp 
aï  niet  anbet#  ftunnen  in  ’t  toetft  keilen  p  foo  ge* 
fcfjiet  ’et  fomtoijïen  ban  öat  ©oïfteenïanöing/  en 
tooben  een  pattp  firanb-boïfteten  /  geraelbe  Cp* 
lanb  toerb  Griamala  genaamt  /  en  lept  op  anber*  Cr;amal^ 
ïjaïf  Graaden  2«pöet-ö?eeöte  /  toeefenbe  onbet  be  Eyiand. 
geftoojfaaraïiepb  ban  be  ïtoning  ban  Succadana; 
beel  bpfonbetöeeben  ban  bat  Cplanb  te  fclpftben  / 
ftan  ben  onöei^geteeftenöe  niet  boen/  maat  éenïp 
gan*öatón/,bat  baat  .een  kei?  gstóse  .pf^4nö»-*#/'Yfe£'mt!’R* 

A  3  bet* 


6  Rets-Bèschry ving  Van 

betmitja  bat  be  Palimbangers  ,  Johöorefen  eti  Ja¬ 
vanen  ,  ftet  felbe  in  meenigte  betboeten  /  aïfoo  tip 
etbatent§epb  onbet-bonöen  ig  /  bat  gebagte  me= 
taal  feet  behierftfaam  i$l  hiaat  ban  fpljaatbebie* 
hen/ tot  ftet  maften  ban  ïjunne  Pieken  en  Kritfen, 
hip/  al£  gefegt/  öegeetig  sönbe  /  om  eentge  menfcfjeu 
te  ontmoeten  /  en  tec  plaatfe  boe?noemb  aangefto- 
3  Javanen  men  hieefenbe  /  fonb  ben  onbet-gefcftjeeben  %  Java¬ 
an  Land  neii  naat  Jïanö/  om  ban  be  flnhioonber^  /  hiap  ftet 
lm  mond  nutöfirföft/  tenige  monb-ftof!  boot  gelbte  ftoopen  / 
koft,  hietbenbe  ooft  met  tjaat  aan-ftomfle  boo?  bie  ïup* 
ben  b?inbelgft  ontfangen  /  en  toe-feggfng  gebaan  / 
boo?  ftetaaling  te  erlangen  /  ’t  geene  fp  öenoobigt 
ïjabben ;  nogtan^  onbet  hebing  /  bat  geen  bolft 
meet  aan  ïanb foube ftomen aï| gebagte 2  Javanen* 
Eenjge  in-  en  fteffooten  3  of  4  ban  be  fatfoenïijftfie  naat  ftoojb  te 
woon&éren  fenben/  om  met  ben  onbet-gefej}?eeben  t’acco?beeren/ 
koomen  geftjft  aï$  fp  ooft  betfcïjeenen  /  mebe  öjengenbe  ee* 
mét v°r-  «ffle  öoenbet^/  betfTe  big  en  ftupt/  tot  een  beteer 
mffing.  ring  /  hiaat  en;tegén  bie  öoobfcftapperg  /  met  eeni* 
ge  ftfepnigöeeben  ftefcïjonften  bieefenbe/  ten  eetfïen 
hieberom  naar  ïanb  afgebaatbigt  biietben  /  fteft- 
öenbe  ftaat  ooft  een  ftiepn  p?efent  boo?  ben  Pange- 
rang,  ( ftaat  <©ppet-fjoofbJ  mebe  gegeeben/  ’t  geen 
fulften  goeben  upt-hierfting  quam  te  neemen/  bat 
beg  anberen-baagg/  3Önbe 
<©en  ii.  dito,  biebet  aan  ’t  ©aartupg  quanten/ 
met  een  Coyang  tijfl  /  ft?engenbe  een  lengte  ban 
foute-big/  Ijoenöerg  /  en  biugten  te  ftoop  /  hiaat 
boo?  fp  ten  genoegen  betaalt  biietben; 
z  Maccaffa-  »©en  i2.  dito  ,  betfefteenen  infgelijftg  2  Mac- 
renaan  caflaren  aan  boo?b  /  met  een  ftiepn  Canootje,  be* 
koomen!  Vueïïte  eettijftg  op  Batavia  gebieefï  biaaten  /  fepbert 
ooft  /  ben  onber-geteeftenbe  alösat  biel  geftenb  té 
hebben/  ’t  geen  hiaarlp  een  gebienfïe  faaft  bia g/ 
ren  opflgte  /  bat  bie  lieben  /  upt  een  fonbetlinge 
fugt  ban  geneegenfftepb  quamenteontbeftften/  bat 
be  ttuee  uptgefonbene  Javanen  ,  naat  ’t  boo?beeïb 
ban  ftunne  bertaberfe  Hanb-aarb  /  een  betbonb  met 
be  gemelbe  Eee-rooberg  ïjabben  aangegaan  /  om 
die  nagt  lig  meefter  van  ons  Vaartuyg  te  maaken  , 

en 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  7 

en  wijders  alle  die  geene  te  mafTacreeren ,  dewcl-^™^, 
ke  van  hunne  heyloofe  aanflaagen  onbewult  was ,  mw.o.ou- 

on£  naDet  te  bennen  geebenDe;  dat  de  2  Javanen,  ders. 
die  doen-maals  nog  in ’t  vaar-tuyg.,  waren,  alme¬ 
de  van  de  t’  famen-fweering  wiften :  (3ijnDe  bic  ÏUP* 

Den  Doo?  Den  onöet-gefcb?eeben  upt-Egubbelgb  8^ 
ïjuurD  /  om  op  De  ^eplagie  en  ’t  toet  gaan  te  paf# 
fenj  naaDemaal  31;  boïges\é  bocq-geeben  ban  ge? 

DagtC  Maccallaren ,  ecrit  Amock  binnen  ’t  vaar-tuyg 
zouden  fpeelen,  op  welk  geroep  fy-lieden  dan  foo 
van  de  Falimbangfe  Zee-ichuymers  als  van  de  in-  ^ 
woonders  geholpen  ,  ende  by-gefprongen  zouden 
werden,  om  ons  dan  gefamentlijk  te  vermoorden; 

Dit  foobanig  met  etnfïigc  uptOjubbingen  ban  gemeïte 

Maccaflaren  beïtjaaïDaÖnDe/ bunnen  U  Edele  Hoog  z‘tn  hier 

Agtbare  befeffen/  Dat  top  niet  toepnig  Dien  nagt^hoede 
op  onfe  ïjoeDe  toaaren/  boiibenDe  een  oog  in  ’t  sepï 
en  fagen  00b  in  Det  Daat  eenige  Canoos ,  bol  ge# 
piopt  ban  boïb  /  Die  in  De  robet$  ge-embatqueett 
tóietDen/  en  boojDen  beefcbepöe  tcammelt je£  Gom-  j£Jm<t7on 
me-fïag  in  baat  baat-tupgen  /  en  foo  mebe  bemetb#  hen  af. 
ten  top/  Dat  fp  oup  top  bigt  op  fjj  quanten  te  ba?? 
ten/  ’t  geen  on£  betoeegöe  om  een  Pas-fcbootmet 
fcfsetp  obec  baat  been  te  fcljieten ;  toaat  op  fp  ten 
anbec  quanten  /  bïtjbenbe  De  gantfe  nagt  fïiï  bp 
Den  anDete  leggen/  tot  Den  Dag  toe/  al$  toanneec 
on$  anber  ligtenDe/baat  bnmiD&en#  toe-roepenbe/ 

dat  wy  van  hunne  godloofe  voor-neemens  kond-Moedig- 
fchap  hadden,  met  Die  naöece  bp-boeginge 5  dat in-j!e>'d  Y3” 
dien  fy  anderfints  als  regtlchaapen  lieden  yetwes^*- •  ‘t" 

•wilden  aanvangen ,  piaar  neevens  ons  in  de  ruym- 
te  zouden  komen ,  om  malkanderen  een  voor-deel 

af  te  fien;  bebhenöe  ons.  ongebaat.  een  ïjaïf  mijl 
ban  De  toal  begeeben  /  Daat  top  baat  00b  tot  De 
miDDag  (al  boetoel  te  bergeefb)  bïeeben  toagten  / 

’ttoelb  ban  oni  gepen  3ijnöe  /  be-pbetben  top  on£ 
naat  ’t  boojfcbieebe  «tBpïanb  toebet  te  bomen  /  en  Komt  we- 
albaat  na  De  #ofietfe  beurt  tomben  te  toeben  /  om  d«  *>y  h« 
onfe  booi-genomene  tepfeteberbo?beten/  toetbenbe  Eyla«d- 
In  Die  tgt  ban  een  feet  ftoaate  (lebte  obet-baïïen  / 
fulbl  Dat  om  Die  qoiftvabt  Den  onDet-feb?eeben  ee# 

A  4  tüge 


8  Re ys-Beschr yvi ng  van 

heT?anndP  ntse  &utje£  aan  ’t  ftrant  liet  opregten  en  ’t  baat- 
gemaakt.  tupg  op  De  toal  galen  /  ’t  geen  om  ttnee  bpfonbe» 
re  inftgten  gefcljiebe/  namentlijft/  om  Dat  beter 
gemaft  aan  lanD  f'ouöe  ïjebben  /  aló  ooft  ten  anDe* 
ren/  om  Dat  eemgfmt?  bebugt  toa^  boo?eenttoee= 
öe  oproer  onDer  onj»  boïft/toerbenbeljaarfoo  Doem 
öe  De  mïDbelen  benoomen  /  ban  ’tbaartupg  te  iton- 
nen  aftoopen/  in  Die  ftaat  bleeben  top  tot 
<©en  1 6.  Jan.  1 692.  bjanneer  ban  De  fteftte  een  toep» 
nfgje  gebeetetb  toeefenbe/  en  niet  fonber  agtetDogt 
Sebaeltaan  obertooogen  gebbenbe/  Dat  onfe  monb-ftoft  begon 
“•  te  minheren /beftoot  Daarom  /  een  anber  plaats  op 
te  foeften  /  om  eenige  leeben^-miDDelen  tragten  te 
betfttftgen  /  ban  b’  eene  Negery  of  b’  anDere/  top 
3epiöen  op  oh$  gemaft  lang£  Den  toaï  Eupb-ooft 
geen  tot 

Rivier  pan-  23.  Jan.  i®at  on§!  booj  De  Slibier  ban  Pan* 
oail£  i-  boang  bebonöen  /  Detoelfte  top  in-3eplDen  en  toper$ 

1 3.  Dagen  beefig  toaaren  /  met  roepen  /  eer  Dat  top 
menfcften  ftonDen  aantreden  /  fuift#  Dat  naar  lang 
oude  Ne-  fuftfteïen^/egter  een  oube  herballen  Negery  in  ’t  ge* 
8My-  fïgt  ftreegen  /  en  berbolgen^  een  baartupg  getoaar 
tüieiöen  /  en  naar  bat  top  een  taameltjfte  tijD  met 
Die  lupDen  monb-gefp?eft  ïjaDDen  gegouben/  quaa* 
men  fp  aan  on#  boo?b/  altoaar  goeb  gebonben 
toetb.  Yemand  van  ons  volk  aan  hunne  Opper¬ 
hoofden  te  fenden  :  aanbiebenDe  /  Daar  toe  Ijiin» 
ne  b?9*ioillige  Dienfl  /  geïijftertuij#  Dat  in  gebolge 
Gefant  aan  >f  paft  geftelDe  ooft  een  ban  onfe  Maccaffaren  naar 
hoofd ppei  öoben  afbaarbigbe  /  met  een  fmal  gefcgenft  boo? 
De  fïegent  ban  De  plaats  /  en  bleeben  in  ttoijffel- 
agrige  gebagten  tot 

Die  met  is.  <©eh  ij-  February ,  Dat  gemeïte  <©pper-ftoofö 
Peifooneii  niet  oen  gebolg  ban  1 6.  perfoonen  aanboojDguam; 
komt  °01^  fttllenöe  ftg  Die  quanten  bp-fonberlijft  bftenbelijft 
aan.  IBaar  in  opmerfting  genoomen  ftebbenbe/ 
Dat  fp  met  een  ongemeene  nieutn#-gierigï)epD  al» 
le#  n’aauto-fteurig  naat-faagen  en  ooft  niet  lup  om 
te  bjaagen  toaaren  /  fo  Dogt  Ijet  on#  raabfaam 
voorforg  een  oog  in  ’t  3epl  te  ftauDen)  laatenbe  ober  fuift# 
tegen  defe.  poïft  in  De  toaapen#  ftoomen/  gaarlieDen  ber» 

ma» 


J  A  G  O  B  D  E  R  O  Y.  9 

manenbe ;  niet  meet  aï$  2.  petfoonen  te  geïp  bin* 
neii  on£  boojb  ober  te  ftomen/geïöft  fulftp  ooft  flip* 
teïp  ban  De  onfe  onöetïjouöen  toietb.  ’t  #ppet- 
ïjoofö  boo?  ben  onbetgefcb?eeben  naat  beunogen 
ontbaaïbtoetbenbe/en  op  afb?aging  toelfte  ban  be 
brie  De  tegte  fpuipt  toa#  /  (bermit#  bat  De  tibiet  ftg 
foöanig  betbeeïb)  om  aan  gaat  Negery  (baatfp  on£  ^Top 
toe  betfogten)  te  ftoomen/  en  ban  baat  onbettegt 
toetbenbe/  fïelben  top  onfe  riemen  fcbjap  /  en  niet 
jegen-fïaanbe  /  bat  baat  een  feet  ftatbe  aftoaatering 
liep  /  getaaftten  top  met  toepen  een  moop  fittft 
toeeg^  be  tibiet  op  /  maat  bonben  /  nog  saagen 
geen  Negery;  en  naat  bat  be  betoufie  sepn-fcïjoo* 
ten  gebaan  babben  en  niemant  berneemenbe  / ftree*  .. 
gen  top  boen  becmoeben  /  bat  bie  gafïen  on$  een 
betfteetbe  fpgtpt  babben  aangetoeefen/en  Daarom 
OOft  een  beffupt  naamen  /  om  naar  de  voorfchreeve 
Negery  weder  te  keeren ,  <£?bOg  itt  ’t  toebet-ftef tetl  be= 
bonben  top  bat  ’et  een  partp  boomen  om  betre 
geboutoen  en  btoar£  ober  be  töibiet  toaaren  /3uïft$  f,cILe3JP" 
bat  top  met  feeftetbepb  ftonben  jïen/öat  bie  faoo£- 
toigten  ban  boojneemen  ïjaböen  getoeefi/  onb  be  <Br 
toeg  af  te  fnöben/  om  ftg  meefïet  ban  ot#leeben 
en  goebeten  te  maften  /  ’t  geen  baat  in  bet  toaat* 
bepb  ooft  geïuftt  foube  bebben/  inbien  bat  nog 
maat  een  bag  öoben  getoeft  babben ;  niet  fonbet 
moepte/egtet  aan  gemelte  Negery  geftoomen  b3ee*f°°“e" 
fenbe;  bonben  baat  eenpaarig/  goet  be  boet  aangery 
ïanb  te  fetten  /  met  be  beïft  ban  ’t  boïft  ten  epttbe 
om  ban  baateenige  bgigten/bie  Daarin  obetbloeö 
toaren/  te  bemagtigen  /  en  aan  bootb-te  bjengen ;  n 
eöog  met  bie  boöjftgttgbepD  /  bat  De  beïft  ban  ’tfB®te.<:!m 
anbete  boïft  /  onbertiiffen  in  be  toaapen^  binnen  ’t 
baartupg  3oube  bïtjben/  om  in  ttjb  ban  noob  al* 
ttjb  in  fïaat  te  3p ;  baar  fpit$-bjoeber£  te  bonnen 
ï>p-fp?ingen;’tgeen  ban  in  bet  baab  met  een  toaft* 
bete  coutagie  ooft  bolbjagt  toierb  /  toant  betofjï  be 
becberffing-baalbet^  in  bunne  oeffening  befïg  toaa* 
ten  /  en  bereptp'  een  goeb  gedeelte  banPalmijt,&c.^e™^n 
on£toegeb?agt  babben/toierben  top7.ftïoeftebaae*gê„  ai  eL 
tnpgenf  betoeïfte  een  anbet  fpjupt  af  quaamen/«o»pveiks, 
'  .Af  in#* 


paar  vuur 
op.  gegee- 
yeu'  wkxd. 


Vermiffen 
ma  man. 


Toornee- 
*nen  om  te 

vcgteuo 


£*appex- 
jheyd  des 
volks, 

pe  vaar- 
tuygeii  ko 
sneu  op  hen 


deernen  de 
ylugt. 


io  Re ys-Beschryving  van 

in#geïp#  ooft  een  gepote  troep  aanftoomenbe  ge* 
toaapenbe  mannen /te  lanbe  getoaat/  toelfte  aan-» 
fionb#  on#  bolft  met  fjunne  Spatten  bpanbïijft  be* 
gofïen  aan  te  taliën ;  ’t  geen  top  ban  ’t  baattupg 
foo  gaauto  niet  bemoomen  öabben  /  of  top  lielben 
be  trompen  ban  onfe  Baflèn  naar  ftaat  toe  /  en 
gaaben  bet  buut  op  met  foobanig  een  geboïg  /  bat 
naae  een  féftoot  3.  of  4.  gebaan  te  öebben/  fp  al# 
bloobe  moojbenaar#  be  blugt  namen/  ’t  geen  on# 
bolft  geleegenbftepb  betfcljafte/  om  fonbec  gebaar 
gaat  toeber  aan  boo?b  te  betboegen  /  geltjft  fp  bee* 
ben/  uptgefonbecb  een  man/  bietop  mifien/moo* 
geltjft  om  bat  fïg  ban  ben  ftoop/  en  te  moe#ftop* 
pen  fal  ftegeeben  öebben ;  ben  bpanb  bufbaanig  te 
lanb  gegaagen  /  en  be  seege  aan  onfe  3Öbe  bot* 
ftoomen  fteftaalb  öebbenbe.  3©a#  ftet  toetft  (om 
foo  tefeggen)  nog  maac  ftaïf  ftlaar  /  ten  oppgte 
ban  be  betoufie  7.  ftloefte  baartupgen  :  boojtoaar 
een  ongelijfte  ftan#  /  bog  ftoe  binniger  bat  men 
aangetafi  toerb/  ftoe  fjeebtget  bat  men  flg  betbee* 
bigt;  baat  toaaren  geen  anbere  tnlbbeïen  boo?  on* 
fe  beïjaübenl#  /  als1  bie  geene/bie  top  met  onfetoa* 
pen#  moeften  foeften;  begten  toa#  be  bootfcïjap/ 
of  bupfenb  booben  te  lïetben  /  inbien  top  on#  op 
genaaben  aan  onfebpanben  gabben  obetgegeeben/ 
toa#3ulft#  on#  boojlanb. 

#u  ben  onbergefcfpeeben  moet  ooft  feggen  /  bat 
’et  niet  een  onbet  fijn  bolft  toa#  /  betoeïfte  be  min* 
(ie  teeften#  ban  ïaf»ïjartigftepb  liet  blaften/  gemeï* 
be  baartupgen  aï  fagtjett#  en  gefcljaarb  op  be  on* 
fe  aanftoomenbe/  öegaaben  top  on#  ban  be  toaï 
tegt  mibben  in  ftet  baat-toatet  /  ftaar-Iieben  in* 
toagtenbe/  en  boen  fp  gemaftftetp  onbet ’t  fterepft 
ban  onfe  mufguetten  toaaren/  en  betboïgen#  onfe 
anbere  fcötet-getoeeren  /  wiet  fuift  een  baatbiggepb/ 
bat  ben  bpanb  be  beebe  cïjargeniet  geneegen  3ünbe 
af  te  toagten  /  ftet  op  een  ïoopen  lielbe ;  ïjab  be 
nagt  niet  op  öanben  getoeefi/  top  fouben  nog  top 
meet  ban  bie  boeben  be  rel!  gegeeben  öebben  ;  maat 
onbeftenb  3ijnbe/  in  toat  boo?  fcïjupftöoeften  batfe 
ftaar  ftofien  betbecgen  /  taonben  top  gerpabfaam 

bif 


Jacob  de  Roy.  ïï 

öfe  fielten  /  be  Negery  en  be  fölblet  te  betlaaten  / 

|et  geen  on#  b?p  gemabfteïpet  te  boen  toa#/  al# 
boen  top  quanten.  3Bant 

©en  2i.  Dito  ,  geraakten  top  bupten  bte  on?  Ra  aken  uy» 
geïuftïuge  Jlfbiet  op  3.  baabem  ten  anltec  om  ben de 
bag  af  te  toagten  /  3fjnbe  on#  bolk  al  t’famenmoe* 
be  en  af-geftooft  ban  be  ftoaate  ongemakken  /  ble 
fp  uptgeftaau  ïjabben  /  „en  be#  ’#  mojgen#  bebon- 
ben  /  bat  niet  meer  al#  een  ïjalf  boet  toater#  btep- 
te  öabben  /  toaat  obet  on#  baartupg  baft  aan  benetvaa*- 
gtonb  raakte/  toanneet  ben  onbergefcïpeebe  o?b?etuygaaade 

gaf/  dat  men  de  leedige  waater-vaaten ,  en  potten  gf°öd* 
ibude  hebben  op  te  vullen  ,bet!TUt#  bOOJ  gaf  /  met 
hoog  waater  van  daar  te  willen  vertrekken  ,  en 
naar  Banyer  MaJJing  te  willen  fteeveneti ,  om  aldaar 
te  fien ,  of  men  niet  van  ’t  benoodigde  foude  kon- 
nen  geriefd  werden ,  enbe  aïfoo  een  pegeltjk  fn  et=* 
teltjke  baagen  niet  beel  gegeeten  ïjaböe  /  en  een 
raeenigte  ban  bt#  getoaat  toerbenöe  /  begaf  ftg  pe^esM?«« 
bet  een  aan  ’t  bifïen/  foo  Ijp  beft  konbe/  en 
ban  gelpe  onfen  pbet  tot  ’t  gemeene  beft  te  too= 
nen  begaf  ftg  ben  onbetfcïgeeben  met  2.Europiaa- 
nen  aan  lan b/  ïaatenbe  bet  nog  2.  aan  boo?b/be'DeïUvmt 
neeben#  4.  Chineefen ,  aan  be  toeïke  Ik  eenftig  booj  aan  laai.  ± 
intjn  bettteb  beïafte  /  fneedig  op  hun  hoede  te 
weefen,  om  niet  over-rompeld  te  werden,  of  o- 
ver-vallen,  en  infonbetifjepb  d’Europiaanen,  bebce« 
lenbe  /  ons  eygen  volk ,  niet  veel  te  betrouwen ,  ben 
tmbetgefcïgeeben  aan  lanb  met  ftjn  gefeïfcjfjapkoo* 
menbe/  toa#  ftp  foo  gelukkig  /  bat  ftp  ten  eerften  4.  4. 

ftuk#  toiïbe  ©erken#  fcïjoot/  betoeïke  gebllt  enrldeY^" 
naat  boofts  toterben  gefonben/  ebog  onbettuften  /bat  ‘ 

naat  lanb  om  on#  toelbaaten  te  foeken  toaren/o* 
betïepben  fp  aan  bootö  /  om  on#  betbetf  te  bjoutoen/ 
aangeften/  bat  bie  jjepïoofe  Chineefen  een  berbfmVoörnee„ 
tent#  met  ’t  anbete  bolk  maakten  /  om  haar  feifs  men  det 
op. een  verraderlijke  wijle  meelter  van  ’t  vaartuyg chineefetu 
te  maken;  toant  be  jagt  gebaan  toeefenbe/begaa= 
ben  top  on#  toebet  naat  boo?b/en  om  bat  ftet  een  De„R<7  »f„ 
foeten  Iteffeïfjk  toeebet  toa#/  toterben  top  beluftfigfe  wa” 
om  on#  te  toaffen  /  tot  Wen  epnbe  onfe  kleebeten  fen 

upt- 


iz  Re ys-Beschr y ving  van 

upt-gettobben  /  betoeïbe  top  netelig  ’t  getoeet  aan 
i>oojö  fonben  /  upt-gefonbetb  een  fnap&aan/  een 
paar  pffloolen/  en  ecu  patroon-ta£/  baat  nog  is, 
patroönen  in  toöaten/  bie  top  aan  bant  gielben/ 
en  naar  bat  top  aï£  gefegt  gerepnigt/  en  aan  ’t 
baartupg  geroepen  Ijebbenbe  /  dat  fy  wat  nader  aan 
de  wal  fouden  hebben  te  komen',  om  met  meerder 
gemak  daar  in  te  komen  flappen ,  en  geen  anbete 
geboelen  /  of  be  minfte  gebagten  ïjtbbenöe  /  of  fp 
fouben/  fuïbO  feeberïp  ïjebben  in  ’t  toerb  geftelb/ 
naabemaal  ’t  anbet  geïigt  toierb  /  foo  toaaten  bie 
chineefen  <0ob-bergeetene  fcïjelmfê  Chineefen  be  eetfle/  bie 
beginnen  een  aanbang  Pan  bittreut-fpel  maabten/  ïjunne  bet* 
hun  toeleg,  tsïocïtte  mocub-lufl  /  eetfl  op  bie  ttoee  fTaapenbe 
_  .  maat$  (ib  nieen  d’Europiaanen ,  bie  aan  bootö  ge* 

l'm'gl1™ "  bïeeben  toaaren :)  boelben/fulbë  bat  fp  tet  toeteib 
dood.  geen  tegenftanb  bonben/  al$  ban  een  jong  bo iü] 
3Önbe  een  Mefties,bien  ben  bnbetgefcïjteeben  mebe 
genoomen  ïjabbe/om  bat  flg  eenigflnt#  op  beChi- 
Gevai  van  rurgie  betfloitb  /  eöog  bien  armen  jongeling  toierb 
een  Meutes.  ten  eei:gen  gan  ^un  allen  obec-balïen  en  omringeïb/ 
en  öelaa$!  met  3.  ftoaare  toonben  gequetfl/  Oer* 
Öalben  om  ’t  toepnigje  leeben  /  bat  fem  nog  bp- 
bleef  te  betoaaten  fptong  öp  in’t  toatet/  toetben* 
be  ban  3.  fiub$  mepben  /  en  3.  onnoofeïe  flaabe  bin* 
beten  /  betoeïbe  baat  leeben  met  Ijaat  te  toater  te 
begeeben  fogten  te  beïjouben/  gebolgt. 

tlbog  moet  tjiet  nog  naber  bp  boegen/  bat  ïjet 
eetfle  boojtoerp  ban  bat  b?oebigfcljou-fpel  mp  eetfl 
te  booten  quant  /  al£  be  Meftiefe  meeflet  oberboojb 
fp?ong  /  toant  top  toierben  colt  getoaar/  bat  ïjem 
Moord-fugt  een  Javaan ,  in  ’t  toater  met  be  krits  in  be  öanb 
van  cenja -naar  fettebe/  om  ïjem  in  bat  Element  te  matfen/ 
*aan-  maar  be  onbergefcljjeebe  fulb$  bemeemenbe  entoeï 
bonnenbe  befeffen  toat  ’er  gaanbe  toa$/  begaf  flg 
ten  eerflen  naar  gebagte  Javaan  met  be  piftool  fn.be 
ïjanb ;  niet  alleen  om  ïjem  loon  naar  toetben  te  ge* 
Dapperheyd  pen  /  maar  feïber  een  ebel-moebige  aanbal  op  fjet 
van  de  Roy.  paactupg  te  onbemeemen  /  ebog  mijn  pooging  toa$ 
bien  aangaanbe  tougteïoo^/  bermft£  bat  fp  ban’t 
baartupg  ben  Javaan  toebetom  toeriepen /ïjem  aan 

boo$ 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  t  \ 

bóóïb  breegen/  en  berber^  ’t  gee-toaarö  in  fiaa- 
ben.  , 

tgtbarmeïijb  toa$  ïjet  om  Dien  armen  meefier  t’  fle"d' !*a 
aanfcljoutoen  /  toant  Ijp  tjield  fijn  bannen  met  fijn  deM 
bepde  ïjanöen  bafï/en  toat  nooö  toa$  ïjet  nog  ge* 
toeefi  /  inöteii  pemand  ban  on$  allea  éenige  geneeé- 
mibbéïen  /  of  gereetfcljap  gegad  ïjadde  /  om  bien 
man  te  bonnen  herbinden. 

<@iti£/  Wél  Ed:  Hoog  Agtbaare,  ten  opfigte 
ban  Dien  meefier  gefpjooften  /  maat  toaarïtjb  al^®ibarmlii^ 
men  Den  fiaat  gelief D  aan  te  merïien  /  toaar  in  Den 
ondergeteebende  met  DefTelfé  bp-ljebbenöe  bolb  ftg 
bebond  ;/  ban  men  ooft  boel  öebjoeben  /  Dat  onfe 
flanb  bol  jammer  en  ellende  toa£  /  ja !  in  Dier  boe* 
gen  Dat  Den  ondergeteebende  /  niet  jegcnfïaandeïjem 
beeï  fïribbeltnge  entoedertoaarbigïjeeden  obergého* 
men  3ijn/  geen  Der  feïbe  tegenj*  Defe  te  bergelpen 
toa£/  en  alp  men  ïjet  boel  inflet/toat  banbet  ftoaat» 
bet  beptoeben  ban  Den  kernei  aan  een  menfeï)  ober* 
bomen)  al$  in  eentyeemb  en  bpanbg  ï-anb  tetoee* 
fen  fondet  ïioop  ban  eenig  uptbomfï  /  geen  ïeeben$- 
miDDeïett  ïjebbenbe/  om  te  bonnen  befiaan  /  en  ooft 
geen  middelen  tér  toeteld  bonhende  beraamen/om 
pettoetg  te  nonnen  bemagtigen :  beerden  top  on$ 
gejigt  naar  De  linbeHjanb  /  foo  faagen  top  ïjet 
tooefïe  bo$/  na  De  regter/  foo  baddert  top  be^ee/ 
en  naar  booben  ftende  ’t  Firmament ,  op  De  men* 
fcïjen  bonden  top  geen  fiaat  meer  maben ;  Derfjal*51'"  1 G,êbeii 
ben  met  éen  nederig  ïjcrte  den  HlDerljoogfien  metwtC’ 
ïjet  uptfïojten  ban  on£  gebed  bperfgltjb  fmeebten/ 

om  een  uytkomfte  in  defe  nood ,  of  anderfints  ons 
genaadig  te  willen  wefen  op  ons  fterf-uur  :  Ijad* 

De  Den  ondergefeïpeeben  ftg  alleen  bebonden  /  tote 
toeet  of  l)P  ftg  met  geen  meerder  fiantbafiigbepd 
tot  ’et  dood  foude  ïjebbeiv  bonnen  berepdeti  ?  maar 
Die  ^iel-roerende  tooojden  ban  eenige  onfer  gefel* 
fcljap  berfaagden  ïjem  fooDanig  /  Dat  niet  beguaam 
toag  om  pettoeé  te  upten :  toant  om  De  uur  moefi 
men  die  djoebige  en  Ijert-tteffenDe  tooofden  ban  kla,t 
d’Europiaanen  IjOOren  /  wat  fullen  wy  langer  ^er  Eur0.s 
gaan?  daar  is  dog  geen  uytkomft ,  wel-aan  haten  pijnen. 

;  ,  .  wy 


i4  Reys-Beschryving  va n 

wy  maïkanderen  voor  de  kop  fcjhieten ,  naat  frat  fa 
Abo|k  dergeöaaii  jjabben /  öegonöen  öélndiaanen  ooft  itiafc* 
luimen.  fmn^mn  ö|oebiij  aan  te  fien  f$n  teenfïen  m$ge!p$ 
om  bt  öooö  /  tuaat  op  Dan  genootfaaftt  toa|  ’c 
tooojö  te  iieemen/öaat.opörtj^r-öetoéegelöftflg 
p^schrij-  &  öen  naame  #oö$  Uranaanenöe / diergei ijke  geT 
vers  ver-  dagten  te  laaten  vaaren ,  vermits  dat  defelve  Dny  vel- 

maan  aan  fe  ingeevingen  waaren,  dat  het  ook  geenfints-met 
fijne  mak-  den  ingorft  van  een  edelmoedig  gemoed  over  een 
quam ,  figfelfs  te  kort  doen ,  maar  dat  waaren  preu- 
ven  van  een  edelmoedige  Ziel,  Üandvaftig  te  zijn 
in  tegen fpoed ,  enfepöe  öm  anöetgeteeftenöe  /  denkt 
broeders,  dat  die  f  e  lfde  God  nog  leefd ,  de  welke 
de  kinderen  Ifraë/suyt  de  Woeftijne  gebragt  hadde, 
en  denkt  niet ,  öetÜOfgöe  ïjp  /  dat  fulks  gefegt  werd, 
als  qf  hy  van  geen  ellende  konde  verlolfen :  neen, 
dat  zy  verre ,  ;en  overweegt  eens  of  ik  wel  yet wes 
heb,  waar  mede  mijn  naakte  lighaam kan  dekken, 
foo  wel  voor  dc  hitte  van  de.  Son  ,  als  de  koudé 
van  de  nagt  ;  en  voor  ’t  geweldig  bijten  van  de 
Mefauiten  kan  bevrijd  wefen. 

Maato  jfeet  /  en  biecgelijfte  betmaaninge  ïjaar- 
by  eeuiu-  ^eöen  tcc  neec  gcfet  fjebbcnöc  /  maaftten  top  een 
vier,  buut  aan  De  obet-fïjbe  ban  DeiSSibiet/  en  bleeben 
of  ftroopen  foo  bp  Den  anderen/  ben  Dag  met  een 
iiptfteeftcnD  beclangen  tegemoetfïenöe/  maacïjet 
De  Mettks  jammetïijftfie  ban  alïe$  toa#  /  Dat  De  45e guctfte  foa 
ft  erft,  Djaebig  lag  en  gieï-toogbe/  Die  Dan  pp  Den  1 1.  De? 

fee  ooit  De  geeft  gaf  /  toanneec  top  Defdbe  naar 
befjooren  ooft  begeoeben/  De  nagt  gepafTeecD  3tjn? 
öc  /  betfaameïDen  top  een  partpe  becöojt  fjont 
bp  Den  anöecen/  Die  top  met  De  foo  genaamd  Ta- 
ly  Outangs  bp  Den  anderen  bonDen  /  en  niet  fan? 
Koamen  jjec  en  gebaat  ban  on^  ellendig  leeben  te 

meerdcRi-n  JbifTen ƒ  beüïibier obee  quamen /  3tjnde  io  peefoa? 
vier.  nen  fieeft  /  toaac  meöc  top  onp  Dan  op  De  mats! 
begaaben  /  maac  ’t  ftadöe  niet  ïaug  geöuurt/  of 
moeften  aï  toedec  raaö  fcftaffen  om  De  moecaffeu/ 
baat  ’t  Stand  ban  boï  I#/  obee  te  ftoomen/  Daac 
toaatenbet  fommige  /  Die  ’ec  tot  ’er  mi'DDen  toe 
infaftten/  öetoeïfte  ’ec  eijentoeï  «ptgeöplpen  moe? 

f m 


j  A  C  O  B  D  E  R  Q  V.  X  5? 

fïe»  toerDen  /  en  aï#  top  Ban  getoaar  toiee&cn  /  bat 
>er  niet  ober  te  gaantoa#/  gingen  op  be  bupït  fgé»  Ongemak 
iyft  öe Crocodiiien  Doen)  ïeggen /  en  onfepanDen  en  “cr  «“oeiar»: 
boeten  te  tocrb  fieïïcnöe/  taafiten  Bp  toylenoüet  i  ’ 
öe  öeet-fletfting  /  Dien  top/  aï#topfïaauto  toier= 

Den  /  geb?upïiten  /  toa#  een  D?on&  toaater/  toant 
men  toaflcc  niet  /  en  aïtoo#  geen  anDete  boge 
boojon#  ten  befïen  /  en  geïrjft  UE:  Hoog  Ed: 
toel  befeffen  bonnen  /  toiecbcn  tnp  De  tniDöea 
ïen  ontnoomen  /  om  langec  dag-verhaai  te  öou® 

Den. 

5&e  Djoebige  nagt  toccbcc  op  fjanD  spnbe  /  mots 
ficn  ’ec  nieutoe  miDDeientoecBen  BeDagt  /  om  on# 
toeplig  neeöer  te  fetten  /  en  boo?  ’t  toilö  geDieete 
Bebiijb  te  toeefen  /  een  goeb  buut  aangefiooften  toet?  Voorforg 
Den  /  maac  toanneer  top  tot  fiilfiant  quamen/teegetue 
BaöDen  onDergeteftenbe  ’t  pectfeec  in’t  niiDDenban113^- 
becampen/  om  pet  et&atmïp  gcfilag/  engetoeen 
ban  De  BinDeten  /  en  öe©|OUtoen  te  poot  en/  foo  £ekerm  d« 
itieDe  ’t  poopeloo#  boojneemen  ban  De  mapnen/e^^^ 
Detoeïfte  conD-tipt  bégeecbea  /  een  van  d’ormofdemi, 
te  willen  Aagten,  om  BunnefeBpftMnfte ponger#* 
ïiift  te  becfaaöigen  /  ober  toeibe  boo/flaagen  niyn  Voomee* 
Öapren  te  Berge  ceefen./  toe#balben  Daat-Iup  meteen,  om. 
De  traanen  in  ö’oegen  op  petcrnftigfte  BaD/  dier-te'nd™e^ch 

gelijke  gedagten  te  laten  vaaren,  alfoo  dat  een  vaft  5 

vertrouwen  ,  op  de  grondeloofe  barmhertigheyd 
Gods  hadden  ,  eDog  boegöe  ih  Daar  Bp  /  foo  gy 
lieden  diegrouwel  pleegt  ,  foo  (laat  het  te  dugten  , 
dat  wy  niet  alleen  hier  tijdelijk,  maar  ook  naamaals 
eeuwig  fullen  geftraft  werden  ,  feggenöe  betï  Dat  de  Roy 
Det#J  als  wy  daar  altijd  van  konden  leeven,  fou-^|a*  «nullij 
de  het  nog  yetwes  weefen  ,  maar  ’t  fab  voor  een  ■  aad* 
reyfe  konnen  ftrekken  ,  en  fullen  by  die  bloedige 
maaltijd  onfe  maage  nog  meer  tot  honger  verwek¬ 
ken  ,  iaaten  wy  dan  liever  het  üytterile  waagen. 

dlBct  öiergcfpe  tooojDcn  De  gemoeDeren  toot 
ter  neer  gefet  fjcBBenDe  /  ftoetfDm  top  lang#  De 
ftcant  /  ’t  geen  7  boïïe  «gtmaaïen  gcDuucD  BaD* 

De  /  De#  nagt#  onfe  ïeeger-pïaat#  op  een  fanD- 
pïaat  memtnbe/  ïje&Benöe  rarOeD  m  oopujTcn 

nieoe 


SUapen  des 
uagrs  op 
het  bloote 
fand. 


'Hongers¬ 

dood. 


Gruuwelijk 

VQor-nee- 

men  van 
fijne  Mak¬ 
kers. 


-Baar  hy  fig 
met  geweld 
tegen  kant. 


Word  daar¬ 
om  naage- 
laaten. 


16  Reys-Beschrïving  van 

mebe  ban  fanb/  en  groate&ïaaberen  ban  boomen/ 
Pontiïock  genaamt  /  bcrftteftten  ong  tot  heeften^/ 
fonbet  bat  in  gemelbc  ttjö  anber$  genuttigt  öaö- 
Den  aï$  ftlaar  toaatet  /  toaac  boen  De  liggaemie» 
lijfte  ftragten  foo  feer  afnaamen  /  bat  ban  fJaatts 
te  naautoeltjj:  een  boet-ftap  meet  fionben  boen  / 
en  toaaten  ooft  genootö?nftt  ft<I  te  ïjouben  boo? 
een  Jütbfet  /  bie  top  niet  toet  fouDen  fjeftbcn  fton= 
tien  boo?-toaaben  /  öedialben  ftroopen  top  naac 
gctoaonte  toeebcc  tn  ’t  fanb  /  bat  toaadyft  een 
bjaebige  nagt  töajf/  be  ttoce  Em-opianen,  en  een 
MaccaiFaar  toiïöcn  fonöet  teegcn-fpieeften  ’t  tot 
toetpen  /  wie  dat  het  van  de  drie  gemelde  Slaaven 
kinderen  fijn  beurt  foude  vallen  ,  om  gegeeten  te 
werden  ,  en  naautolijft#  fjaböen  fp  bit  fooba^ 
nig  ftcflootm  /  of  toUben  ’t  ooft  uptb’octen  /  toant 
ift  toag»  jupft  Doenmaal^  niet  bp  "öe  ttorp  /  bet* 
trtttgS  bat  ecu  toepnigje  aan  een  ftant  gegaan  toa§»/ 
otn  eeng te befigtigen  /  toaat  battopbe  flibiet  beft 
fouDen  bonnen  oberftoomen  /  bog  ftceröe  fcbiebjft 
toeöetom  op  fjet  erftarmmelijft  gefcbjeeuto  ban 
bat  onnofele  fdjaap  ;  bie  fp  ban  boojgcnoomen 
tjabben  /  alg  een  ffagt-offec  op  be  btep^-banh  te 
brengen  /  ift  bermaanöe  baar  nog  een sS/. dierge¬ 
lijke  gedagten  te laaten  vaaren ,  maat  befpeutetlbe/ 
bat  mijn  betmaaningen  geen  Wem.  meet  öabben/ 
bebienbe  ift  mp  ban  De  $iftooIen  /  bie  ift  tjabbe  / 
niet  bjcpgementcn  /  dat  de  ecrfte  van  alle  ,  die  ’t 
Kind  leet  deede,  hem  feekerlijk  een  koegel  foude 
fchenken  ,  en  tipt  bjeefe  /  bat  ift  ben  baab  met 
be  tooojbcn  naat  mogt  ftomen  /  ftonben  fp  ban 
fjaat  boogieemen  af/  ’t  geen  ban  mijn  at?’  een  teftcn 
ban  get)oo?faamf)cpD  opgenoomen  toietb/  en  ooft 
innedijft  tot  mebogentbepb  betooogen  otaec  ’t  b?oea 
big  en  mager  toeefen  ban  mijn  mctgefdlen  y  toant 
booj  Dien  bat  ’ct  niet  te  ftrtjDcn  toag  /  aïg  tegen 
Den  banger  /  bab  De  ftapitepng  bot&aiügbepb 
geen  plaats  meet  /  en  moefï  Derbalben  be  boeöa* 
nigbepb  ban  polbaar/  in  Dien  ban  een  literaat 
bettoiffefen  en  babbe  ooft  (inbet  toaarbepö3P  ’t 
gefegt)  aïïe  mijn  toeïfpieeftentötpD  ban  nooben/ 


]  A  C  O  B  -DE  RoY.  17 

niet  tegenfïaanbe/  Dat  ban  Den  Jpemci  /  Daar  niet 
tneöe  begaafc  toag  /  om  pet  ©olb  egtec  tnoeD  in 
tè  boefemen  /  eutopbecg  pen  met  De  tcaanen  üi 
ö’oogen  /  nog  eeng  bermaanenDe/  yeder  iijn  Ge- vermaan 
bed  tot  God  de  Heere  uyt.  te  ftorten  ,  Dog  baat  des  Schrij- 
loaaten  ’er  onöet/  betoelbcnaaubJeUjbg  Dctuooi;  ^s.omte 
Den  uptb?cngen  bonben  /  ’t  geen  mp  DeeDe  befïup* 
ten  /  otn  bet  in  ’t  openbaar  te  Doen. 

3&e  uagt  Dupaanig  met  biDDen  en  toaaben/ 
berfetD  met  bol  ftnaac-moeöfge  geDagten/  Dooj» 
gebjagt  pcbbcnbe  /  qitam  De  Heffefpbe  morgens 
ffoiib  toeöec  aan  /  alg  toanneec  bebonDen  /  Dat 
uien  gemetbe  ïüibiet  bp-naat  D?oogg  boetg  honbe 
paffecren  /  moebigbe  ib  De  fcpaace  tot  De  matg 
aan/  feggenDes  dat  wy  altoos  niet  fl  immer  kon-Vem), 
den  koomen  ,  als  wy  hier  waaren  ,  ’t  geen  oob  hun  mars, 
fOoDanig  geoo?beeft  toiecD  /  tb  (ielbe  mp  Dan  aan 
’t  booft  ban  Defe  ftpahfte  ©oet-gangerp  met  een 
fïaf  in  De  panb  /  om  niet  booj  De  totnD  om  bette 
gefmecten  te  tpojben  /  pebbeuöe  bpfonüece  gebag* 
ten  /  mn  feifd  niet  ten  ontegten/  afween  ttoecDe 
Moyfes  becbeeïDenbe  te  313 n  /  Detoelfte  meebe  een 
©oet-gatiijet  bet  binöcre»  Ifraëls  toag  ;  ban  00b 
niet  een  fiipber  getoiffe  berhlaaten/  Dat  een  011=  van  God 
gemeene  'bragt  ban  <0ob  ben  i^eete  (boben  mijnveiftwkt* 
anbecerepé-gcfelien)  btcfïcn  toog  /  en  bepalbeDat/ 
toag  mijn  ponget  fijbelijb  /  fulftg  Dat  ban  geen 
flcbte  tec  bjeereib  bwpten  mijn  ftoabijepD  toifï, 

3ü*p  paöben  naaitbjcïpg  een  gcoot  païf-uut 
geboeteect  /  of  (b  filet  met  nujn  boer  peel  onfage 
reegeng  pettoeg  /  Dat  mp  bp-naac  fouöe  pebben 
Dóen  ficupbelen  /  ib  floeg  mijn  gefigt  neber- 
üjagrtg  /  en  meenbe  Dat  pet  een  fittft  pout  toog  / 

Dog  egtec  ttogffelcnDe  /  en  mijn  panb  uptgecebt 
tjébbenbe  om  ’t  felbe  te  batten  /  fag  ib  /  ag  toonbec ! 

Dat  pet  ftg  betoeegbe  /  en  fap  nabec  beflgtmg  /  be= 
bonb  Dat  jpet  toaatïpb  een  !jM£  toag  /  Detoeïfte  Vind  ondez 
men  gemeenlgh  Jacob  Evertfz.  noemt/  De  bloeli-M  g»?i» 
trtoeöigfie  itt  ’t  marcpecren  /  Defeïbe  meDein  't  oog eeo  Yi<* 
gebreegen  pebbenDe/  bcrDubbelöen  paar  boet-fiaps 
pen  /  m  DeelOm  Die  gefegcuöe  fpDing  aan  De  ag* 

4i  Roy.  B  jet? 


ïR  Reys-Beschryving  van 

teejïe/  toaat  op  bat  toeebet  bp  ben  anbeten  qua» 
Biijdfchap  tticr»  /  <£Sob  bao?  fijne/  aan  ong  Octoeefene  /  toel» 
hier  over.  jjaat  öanftenbe  /  en  riepen  met  een  algemeene  toe» 
jupcftinge  /  dat  ik  naait  God  de  oortaake  van  haar 
behoudenis  was  ,  met  beloften  /  dat  fy  my  voor¬ 
taan  uf  alles  'fouden  gehoorfaamen  :  be  fjeïft  ban 
ong  aacöfe  fcljat  toietb  gep?epateert  /  en  In  foo 
In  ft  ukken  beel  liuftften  gebeelb/  alg  topfïetft  tuaaren  /  men 
gedeelt.  heftoeft  niet  te  blagen  /  of  ecten  niet  fulfte  leb» 
fiere  fauffe  toelfmaafttel  en  ban  naar  toaatftepö 
bebefiigen  /  bat  bet  ong  bnfonöere  bragten  toe» 
bjagt:  fa  in  bier  boegen/  bat  top  bec  f  of  <5  ba» 
gen  baar  aan  gebeugben. 

3©p  marcbectben  ban  aïboojt  /  om  eengte  ften/ 
of  ons?  ben  ^emel  nog  eeng  foube  gunfifg  toee» 
fen/  brecgen  oob  ftebere  bïepne  roobe  ©jtigten/ 
vinden  ee-  Karmont  genoenit  in  't  oog/  betoeïbe  öoo?  De  binbetg 
vrurten  mp  gebjagt  toletben  /  alg  toanneer  befelbe  ronö 
beeïbe  /  bog  op  fommfge  plaatfcn  bouben  top  be» 
felbe  niet  /  fulftg  bat  toeeber  in  geen  blepne  ftoa» 
rigbepb  geraabte  /  bermitg  /  bat  in  ecuige  baa» 
gen  nletg  bet  mtnfle  gemittigt  babben  ;  ’t  todft 
boo?  beele  een  ongelooffelpe  faafie  faï  fcbijneii/ 
maar  bie  egtet  foo  toaar  /  enöe  toaaragtig  ig/ 
alg  ’er  een  <ö5ob  ban  Hemel  en  Ularben  ig  /  Oog 
moet  baar  neebeng  ooft  bp  boegen/  bat  ’ee  eenige 
Eeniee  blij- ban  gefelfcftap  Doo?  be  gcoote  ffaiitotc  in  ’t 
ven  van  boet-fanb  bïeebcn  leggen  /  bat  toantlgft  /  beet» 
fiaaute  leg-  jp  om  te  fïeit  tong  /  en  foo  alg  ift  ober  be 
sen-  bermifïe  ^ecfoonenmpfelfg  beftonimerbe/  toietö 
ift  niet  mtuber  moepelijft  gcballen  /  bermitg  bat 
alg  boo?  beenenopenbaatïtjft  begonben  te  murnui» 
reeren  /  egter  alg  ift  'et  bp  guani  /  toaaren  fp  eben» 
toet  foo  ueeberig/  bat  fp  anberg  niet  berfogten/ 

Verfoek  van  ajs  ^  haar  een  koegelfoude  believen  te  fchen- 

cen’ÊC'  ken  ,  en  fion  op  ftnnne  öoopeloofc  berfoeften  au» 
berg  niet  /  anttobo^ben  /  als  dat  ik  daar  niet  toe 
treeden  kon  ,  dat  wy  wel  met  een  barmhertig  , 
van  de  Roy  maar  ook  met  een  regtvaardig  God  te  doen  had- 
iiier  op,  1  den  ,  en  dat  ik  indien  fulks  deede ,  van  gedagten 
was ,  foodanige  een  goddeloofe  daad  nooyt  voor 

. '  "  '  '  '% 


J  A  C  O  B  ÖË  R  O  ¥.  ïj> 

fijn  heylige  Majefteyt  té  lullen  konncn  Verant¬ 
woorden. 

2©eggaïgen  betnetfienbe  /Dat  1B  baat  niet  tot 
fouöe  Bonnen  tteeben  /  betfogten  fp  ban/  met  den 
anderen  te  moogen  looten ,  al£  toatmccc  1B  nog  al  foïf**  ver" 
meer  teeBenen  ban  mlfnoegfng  liet  blgBen  /  gaat  ’ 
büoj-goïlöenöe ;  dat  fyGods  lankmoedigheyd  terg-  Wederoro 
den ,  en  of  haar  de  weldaad  ,  die  ons  fijn  Godde-  beant- 
lijke  Majefleyt  hadde  gelieven  te  bewijfen  ,  foo  woord, 
gaauw  vergeet  en  Was  ,  Detoljl  giet  toebet  ’t  atnpt 
*  ban  een  gdelien-rrooflet  befiïeebe  /  toleröen  top 
boo?  be  ttoeeöe  tepfe  toeöetom/  Doo?  Deonnafpeutes 
ïijfie  boojflenlggcpö  <0o&0  ban  ’t  uptter  fie  gebaat 
toonbetïtjfi  bebigb  ;  toant  gaböe  gec  nog  een  Dag 
langer  geöuucb/  naat  alle  oogen-fcgtjn  /  foubeti 
top  onöettacegen  gebben  moeten  betfmagten:  ’t 
aanfegoutoeneenïgR  banbeeeneopD’anber/  baat? 
betreen  feftere  gtflfing  In’tgect/  en’ttoag  ©oo|- Groot  eiea- 
toaat  geen  toonbet/  toant  be  onberfaagfle  foube  giet  de, 
beangfi  toojben  /  alg  gp  een  pactp  bergongerbe 
menfegen  /  alg  geraamteng  /  De  oogen  galf  be=> 
roetb  /  en  Diep  in  ’t  gaofb  gefegooten  fag  /  lobje  al* 
bec-D?oeblgjie  fïaat  toaacen  top/  feglïi/  toanneec 
ong  gefdfegap  eenigflmg  bccfloojt  toletb  Dqo?  get 
gecaag  /  bat  een  toilb  ©achen  /  met  get  boo?-b?ee? 

Ben  ban  't  fiteupel-bog  quatn  te  becoo?faaBen  /  worden  een 
om  bat  get  fecRerlgfi  ban  fuift  een  aanjleneïgRe  *lldJarkea 
gcoote  tong  /  alg  IR  ’et  ooptln  ’t  ©aberlanb  gab? 8  w  ’ 
be  gefleu ;  bat  beeft  op  firanb  b?oetenbe/  fpoepbe 
<B  mp  fliïïetjeg  naat  ’t  bog  /  om  benebeng  tuinbol 
ban  ïjem  te  Bomen  /  ’t  geen  mp  ban  gcïuBte  /  en 
naat  bat  becfcg?lBBeItj&  biet  met  een  obrtgegaaïbc 
gaan  treöenbe  /  bleef  Ifi  op  een  pleR  lengte  ban 
gemfïaan/  toanneer  eeng  opBeeB/  toaat  op  mgn 
fïag  toaat  nam  /  en  log  gebjanb  gebbenbe/  gaö= 
be  IR  get  geïuB/  ban  get  beefl  tegt  boojbe  Bop  te  Dat  door 
treffen  /  toaat  op  ’t  gemeföe  ©arRen  tegt  op  fijn  dea.oyne- 
glnöecfïe  ging  fitten  /  fcggnenbe  In  Bupfellng  te  derfeveI* 
toeefen  /  maBenbe  gtammaffen  met  fijne  pooren  / ' 
gelpft  alg  of  get  een  ^!ap  toag/  Dergalben  ober* 

WoeOlg  tijb  gabbe/  om  gem  een  ttoeebe  ffïooï-’ 

Bi  fegoat 


Groote 
blifdfchap 
hier  over. 


fct  M  S  ïcn  fP  op  Ret  DooDe  BarRen  /  en  becten  in  ’t 
’  rautoc  Bleeg  /  ’t  toelh  ift  baat  becboob  /  Raar 
lJPD?ÏJOllbenÖe  /  dat  fy  Chrijlen- menfchen  waaren, 
en  dien-volgens  verpligt  ,  „onfe  Heemelfe  Vader 
eerft  voor  fijne  nooyt  volpreefengoedertierentheyd 
te  danken. 

^ndertorjïen  toaaren  de  Ijaïf  dood  berBotiget* 
öe  /  en  agtergelaatcne  Indiaanen  op  De  fdjoot  mede 
A  ober-cpnd  gcreefen  /  roepende  /  de  boajfte  aan  d'ans 

bleevenc"  ÖW*  /  dat  jk  een  Varken  doodgefchooten  hadde, 

koomen  te  öoen  ïionmen  eerft  ften/  toat  een  ftragtfge  fjcrtg- 
voorfchijn.  togt  Dat  De  blytfcRao  i$  /  cu  toat  era  inD?uR  een 
goebe  tijbingc  op  onfeEM  baard/  alg  top  ’t  sets 
nc  berRcRgen  /  Daar  top  foo  feec  naar  bctlangen 
ra  repR-Ralfen  /  De  agtccgeblebenc  Swarten ,  op 
fïofijeg  leunenDe  /  berboegöm  Raat  bp  De  troep  / 
ra  bieten  mp  aan  öe  boeten  /  en  getp  fp  ougemeen 
bp-getoobig  stjn  /*  gaaben  mp  te  Rennen/  dat  fy 

Gevoelen  van  gedagten  waaren  ,  dat  ik  met  meerder  gaaven 
der  India-  en  heyligheyd  van  God  gefeegent  was  als  een  an- 
nenovei  de  der  menfeh ;  maat  ift  ficïöe  Dat  tipt  Raat  fjoofö  / 
y'  ra  bebai  Raat  berbtrg /  hunne  pligt  te  doen,  om 
.  ,  het  Varken  mede  te  helpen  fchoon  maaken  ,  top 

verken  het  maaRten  ban  ’t  bleeg  Apofteis,  anöerg  Taffal  ges 
fchoon ,  noemt  /  om  in  tijD  ban  nooD  te  Ronnen  geb?npRen  / 

en  verdee-  ban  ’t  *§>peft  fouDe  men  een  fmooring  maa» 
aan  Ren  /  top  RaDDcn  nog  een  meg  en  ouDe  Parrïog , 
A-  -  ’  Die  ong  fjier  en  tn  anDere  gelegentReeDen  bpfon* 
Der  te  fïaabc  quaamen  /  een  Rttpl  in  ’t  fanD  ge? 
graaben  RebbenDe/  fiaaRen  top  Daar  ’t  &peR  in/ 
*  -  niet  becueu  met  al/  en  Deftlbe  toet  bigt  met  bïaa* 

De* 


zo  Re  ys-BeschryviNg  van 

fcRoot  at  tneDe  fn’t  Rooft  te  fcRietcn  /  Die  ban  een 
DetDe  gebolgt  toierD  /  toanneec  ’t  ftoijn  ten  eer* 
(ten  DooD  raaRte;  ag  Üemel  !  toat  toag  Daar  een 
öltjDfcRaap  /  d’Europianen ,  Die  tot  nog  toe  niet 
meer  /  alg  metfagte  tteeOenRaDDen  Ronnen  gaan  / 
quamen  Ralf  toopenOe  met  De  traanen  in  De  oos 
gen  mp  omRelfen  /  niet  alg  Vader  noemenDe  en 
bergiffenig  bctfaeRenDe/  Dat  fp  mp  foo  taftig  ge? 
batten  /  ra  foo  fp  Rct  compliment  afgclegt  Rab* 
Den  /  boot  De  frhiiRRetnRe  ftonrrer  brrboert  /  bles 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  2ï 

beten  tocgcDcftt  bcbbenbc  /  baat  toeebet  fanb  bobcn 
op/ en  boen  aan ’t  buut-flooften. 

j®u  ban  Ift  en  meet  anbece  met  be  toaatïjepb  bers 
ftlaaten  /  noopt  leftftetbet  gefmoojb  blepg  gegceten 
te  Sjebbcn  /  ’t  toag  of  top  toeberom  pec-booten 
toletben  /  en  bat  öet  beflc  ban  alïeg  toag  /  foo  en  .. 
bequam  fjet  ong  niet  qualijft  /  top  gaflereetben  ban  S '"™eï 
foo  lang  /  tot  bat  Ijet  &peft  tot  bet  gebeente  toe  we  kïagten. 
optoag/  en  baat  mebe  begaben  top  ong  toebet 
op  De  tcpg  /  gebuurenbe  Detoelfte  top  be£  g’mojs  Begeeven 
geng  en  p’abonbg  /  pcbee  een  fïubje  alg  een  balbe  hen  op 
banb  gcoot/  ban  be  betonfie  Apofteis  tot  fijn  bceiwes- 
ftceeg. 

j^aat  etteïjjfte  baagen  marcbeeteng  qttamen  top 
op  een  fceftece  plaat!  /  baat  een  baattupg  In  ’t 
fanb  geöolben  bonbcn  leggen  /  en  bto  /  of  öaac 
een  flufe  ban  een  planb  opbeeben ;  ’t  geen  mp 
aanjlont!  betooog  /  om  mijn  fpltg-b?oebecg  boo? 

teflaan/  gemelde  Vaartuyg  op  te  maaken;  maat  vinden  een 

fp-lleöen  beriepen  fïg  op  btmne  ftoaftbepb  /  afê  ^a>TS 
ooft  om  bat  geen  geceetfcbappen  baöben ;  bethal 
ben  genootfaaftt  mp  telaaten  obecflemmen/  niet  Dat.deRoy 
tegenflaanbe/  bat  ift  baac  boojgeeben  met  fttag  foekt  op  te 
tlge  bjlng-reebenen  fogt  te  betoeeten ;  bog  aïleé  te  maaken» 
betgecf!/  betbalbenrnoeflentop  ong  bcfl  mctons 
fe  boeten  foeften, 

«iSaar  bat  1 1  baagen  gebttur  jg  toeg  gefpoepb 
baböen/  met  be  gtootfle  bonget/  hommee  /  hou* 
be  enöe  natttgbepb  te  Itjöen  /  ble  men  han  bes 
benfien  /  quameu  top  aan  ben  <0cbcc  ban  een  gtoo? 
teiSlblet/  genoemt  Sampitt,  ten  opflgtebat  fp  boa?  Rivier  sam- 
aan  De  monb/  tuffen  be  ttoee  en  öecbe-balf  mglPltt- 
bjeeb  toaë  /  en  ölcn-boïgenö  boo?  ong  onmoges 
lijft  /  om  befelbe  te  ftonnen  paffeeeen  /  boen  bes 
gonnen  top  ecrfl  /  Dog  te  laat/  te  gebenften  aan 
be  mtffïag  /  Die  top  begaan  babben/  ten  opfïgte 
ban  ’t  ©aactupg ;  toegftatben  geen  anbecen  ttpts 
blugt  totflen  /  omeenlgfïntg  boo?  be  fltenglgbepb 
ban  <Dob£  toeec  en  tolnb  befcljut  te  toeefen/  al#_„„_  „„ 
een  tentje  op  te  regten  /  bat  ooft  bolbjagt  toiecb/  ^fe  op 
en  becbecg  alomme  gefogt  jijnüc  /  of  ’ec  niet  pets 

B  3  tocg 


%Z  ReYS-BeSCHRY VING  VAN 

toe#  tot  pn#  ïeeben#  onbetpoub  toa#/  bonb  on# 
vanSfchünenbolft  2  of  3  tug-beenen  ban  öoobe  fcpilpabben  /  be 
padden  ge-  bjeïbe  op  ’tbuuc  gefmeeten  /  en  geb?anb  jijnbe  / 
geeten.  berboïgen#  aï#  een  ïebbet-beetje  ban  paar  genut- 
tigb  toïetb  /  top  bonben  piet  mebe  eêtiige  fiïepne 
in  ’t  fanb  gebotbe  fcpuïpje#/  toaac  In  een  oefler* 
tje  ai#  be  gtoote  ban  een  blieg  fcpunït/  We  top 
met  be  naagel#  upt  be  gtonb  btabberi  /  aï#  mebe 
de  vmp-ten*  ceni3e  W®»*  toilbe  tougtm  /  We  be  Malayers ,  Ka- 
°  •  rang  Monting  noemen. 

WP  ontbebten  in#geïtjb#  ooft  een  plaat#  /  baat 
in  top  een  partp  toilbe  ïanb-bfugten  bonben  / 
Wen  ib  in  ben  oojlog  op  Maccaifer  pabbe  ieeten 
Gadongeenftennen/  en  too?ben  ban  be  ïanb-faaten  Gadong 
vinden"  genaontt/  fp  toaffen  onbet  be  aarbe  op  be  maniet 
°  '  al#  een  Quby;  maat  boben  aatbe  met  feetfcperpe 
enbe  lange  ftrupben  /loopenbegemeenlftb  Émb-om 
be  öoomen/  en  altoat  paar  te  booten  bomt /baat 
blijft  be  ftrupb  aan  pegten. 

pes  feifs  qpe  tougt  in  ftg  feïf#  i#  geel/  en  met  een  ober* 
feragt.  bïoebige  melb-agtlge  ftoffe  betflen/  betoeïbeban 
foo  een  ftragt  i#/  bat  fp  ’t  bel  ban  be  bmget#booï 
fijn  fcperppepb  berteett  enbe  foo  men  bie  foo  bat# 
quant  te  eeten/  foube  men  feeberïpb  fentjn  nuttin 
gen  /  en  toaat  op  niet  anbet#  aï#  een  getoiffe  boob 
foube  bonnen  bolgen ;  maat  in  tegen-beel  /  aï#  men 
be  benniffe  ïjeeft  om  be  feïbe  toel  toe  te  maaben  / 
Itan  baat  een  feebet  ftag  ban  meel  upt  be  feïbe  ge- 
maabt  en  baat  ban  boeben  gebabben  toerben/bie 
ban  geboïgelp  bp  geftreft  ban  b?oob/  of  rijft  tot 
Hoedefe  boebfel  ban  Wenen/  pet  toe-betepben  gefepleb  op 
vrugtbe-  beefenaat-bolgenbe  topfe/  boa?  eerft/  moet  men 
ïeyd  word.  ^ie  fojgeïgbe  bpigt  eerft  fcpilïen  /  en  toljber#  aan 
feet  bunne  fcppben  gefneeben  jijnbe/  braaf  gefoti= 
ten  /  en  berboïgen#  boo?  maïbanbeten  gebneeb  toet= 
ben;  naat  bat  pet  foobaanïgeennagt  obet-geftaan 
peeft/moet  pet  in  bat#  loopenöe  toaateten  s  of  6 
etmaaïen  bïpben  leggen/  gebuutenbe  ’t  toeïbemen 
booj-aï  niet  betgeeten  raoetöe  inelb/of ’t  fap  baat 
tipt  te  topngen/  en  aï#  men  bomt  te  merben/  bat 
’et  geen  meet  bogtigpepb  in  fteebt/ban  in  be  J>oit 


Jacób  deRóy.  2.3 

te  bm&ett  gelegt/  en  foo  boojtp  gebjupftt. 

<©p  öe  Pooi-Petïjaaïbe  Piijfeljab  ift  öiePjugtften 
berepöen  In  öe  Maccaflaarfe  oojlog  en  genoeg*  word  van 
faam  Petfeeftert/  bat  een  partp  lupöen  $un  baat 
meöe  langen  tpb  befjoïpen  ftaöben  :  rttp  fpttp-  bmykt- 
ïgoeberp  fulftp  Pemeemenöe  /  tnieröen  öooj  öe  pon* 
getaangeppftftelö  /  om  baat  ban  een  pjoef  te  nee* 
men :  fulftp  bat  ’et  eenfge  upt  öe  ïjoop  ftg  Ijepme* 
lijft  Pan  öe  anbere  maaftten  /  en  naamen  een  ge* 
beelte  Pan  öe  natte  pjojteïen  upt’t  Piatet/  ftneeöen  Hoe  by  h« 
öe  felbe  /  en  maaftten  baat  een  feeftet  beeg  Pan  /  ™lk  van  de 
bie  fp  ban  tot  ronbe  ftlompen  maaftten  /  en  öe  fel*  s ' 
Pe  In  ’tPuut  Poferpen  /  om  te  bjaaöen/  naat  bat  Wi«d. 
fp  befmaaft  baat  Pan  öaööen  /Pjaaren  fp  nog  meet 
öegeerig/  om  baat  Pan  te  eeten/  foo  bat  ftetlufïïg 
op  een  b?aaöen  ging  /  Pianneet  Ift  öoo?  be  tetift 
fjun  gebaante  getoaat  Piletb  /  Pjaagbe  tft  pat/ 
wat  fy  daar  braaden/  baat  fp  lïip  teil  antPlOOJÖ  Op 
blenben  /  dat  het  koeken  waaren,  die  fy  van  een  kn  aan  hem 
uytneemende  goede  fmaak  hadden  bevonden ,  Itap  geseeven- 

baatom  een  Pan  be  felPeftoeften  aangebooben  fteb* 
benöe/  nuttlgöe  tft  bet  een  ftlepn  fiuftje  af/  maat 
be  eetenpjufl  Petgingöaat  Voel  ftaafl/  bermirp  pet 
op  een  b?p  fïegten  flaatmet  pat  quam/ten  opftg*  Ongemak 
ten/  fp  ble  baat  Pan  gegeeten  pböen  /  eetff  be*hiernu>'t 
gonöen  te  fupfe-öollen  alp  befcpnften  menfcpn  /  ontflaa“-  . 
en  fto?t  baat  aan  ftteegen  fp  Pip  ptbe  fïoel-gang/ 

Peefelö  met  ijeePige  ïgaaftlngeti  /  en  totPetmeeröe* 
ring  ban  pat  ongePal  /  toietöen  fp  magteloop 
en  baat  en  boPen  aan  armen  /  en  beenen  lam  / 

’t  geen  al  P?p  Piat  ontlieltenip  Petooifaaftte/  iftbe* 

Poelöe  inpgeïpp  een  pjonöerbaatltjfte  ontroetiii* 
ge  In  mijn  ingepjatit/  bog  ble  egter  niet  bp  ö’ati* 
bete  Iperp  te  Petgelpen  Paap/  om  bat  mijn  ïufï 
al  Pip  meet  pö  Poeeten  in  te  toornen  /  alp  ö’anöe* 
ten;  op  raaö  in  befe  ongePalle  met  aanbagt  ge* 
pepnfl  tjebbenöe  /  beffoot  ift  in  öe  riPiet  te  gaan 
öaaöen/  baat  ift  in  bet  toaarijenb  een  gtoote  bet*  ,  . 
ïigtinge  Ponb/  en  ’t  geen  mp  ooft  betaöög  om  bie  uyt-1' 
aangenaame  tijöing  aan  be  Ipetpmeöe  te  öeélen;  gevondcm 
maat  fp  en  pöben  be  magt  niet  om  paar  ban  bat 

B  4  ge* 


Reys-Beschryving  van 

genee^-mibbel  tc  ftonnen  bebfenen  /  toesftaïbentot 
beftouben$  ban  ïjaat  leben  genoobbjuftttoa^  /  allé 
mijnfïaautoe  ftragten  in  tefpannen;ten  epnbeom 
Waar  door  ftaat  naar.  be  cttJtcc  te  ffeepen ;  ’t  geen  ban  ooft  b’oot* 

wiMdendd  faaifl  naafi  <®°ö  öat  fP  naat  ’t  berloop  ban 
*  2  of  3  uucen  aan  ïjaat  boorige  gefontftept  geraaft* 

ten. 

verfien  %  gfn-mibbeng  befïooten  top  een  meenigte  ban  bfe 
n  t  gewas,  too^teïen  in  ’t  fïroomenb  toatet  te  leggen  en  be  fel* 
be  baat  foo  lang  te  laten  öeruften/  tet  tijb  entotj* 
ie/  bat  men  be  repfe  aan foube nemen / om ’tbaar- 
tupg/  toaat  ban  getoaggemaaftt  i^  /  ban  baat  te 
ftaalen  /  namen  eenige  bafï  ban  boomen  /  bie  top 
giet  bonben  /  ’t  toeift  fft  be  Javanen  toel  eertrjb^ 
ïjaböe  (ten  gebjupfteu  totftet  bigt  maaftenbanöaa* 
re  baat-tupgen ;  toant  met  ’t  ontketen  ban  ’t 
baat-tnpg/  toaé  ïjet  on£  onmoogeïtjft  pet£  aan  te 
bangen  /  toaat  en  tegen  /  met  ’t  beftoomen  ban  ’t 
feïbe/  baar  immers' nog  ftooptoa^/ombefe  eïïenbe 
te  ftonnen  ontgaan/  be  matti  ging  boen  aan;  tet 
gemeïbe  plaatfe  ftoomenbe/  fogten  top  ban  be^ee 
vergado-  ftiet  en  baat  af-gejlaagene  pianften  toebet  bp  ben 
reu  eemge  anbeten  te  berfamelen/  en  atbepben  boen  ’t  baat- 
p  an  en'  tupg  in  ’t  toatet/  bat  on$  geen  ftïepnemoepteftof* 
te/  en  berbolgen£  aïïe  be  toffe  pianften  met  Baiy* 
Outangs  bp  ben  anbeten  gebonben  ftebbenbe  /  geep* 
sieepen  h«  ten  top  ïjet  lang$  be  firanb/  tot  bat  top  fe  boo? 
yaat-tuyg  onfe  tent  gebjagt  ftabben  /  baat  top  fe  torjber^  toe* 
ftrand  betom  op  ’t  (ïtanb  Ijaaïben. 

.  ‘  ï|iet  toietb  ift  boot  be  eerfle-maaï  ban  mijn  ïee* 
ben  toeberom  een  timmerman  met  een  fober  ge* 
reetfcftap  /  toant  be  feibe  beflont  in  be  boomoembe 
Parrang  en  Mes ,  beneebenj»  be  fïaatten  ban  een 
Biankas.  Blankas,  ofte  anber£  gee-lupfen  genaamt/  bet* 
fïreftte  on$  om  gaten  te  booten  boo?  be  pianften  / 
en  betboïgenjS  op  ïjet  befte  /  bat  top  ftonben  met 
wonderlijk  Baly-Outangs  aan  maïftanbeten  te  binben  /  bat 
8ereedfc!iaP  niet  alleen  /  maar  ftiet  moefi  nu  bp  baag  getim* 
meren. tim"  meet  /  en  bp  nagt  boojfcïpeeben  Gadong  gegraa* 
ben  toerben  /  om  tot  onë  onberljoub  al$  booj-raab 
op  be  aanflaanbe  repfe  mebe  te  ftonnen  neemen ; 

9  n 


J  acob  d  e  R  o  y.  ïf 

Sin  bie  oeffenfng  bedg  3i)nbe  /  bagt  ib  bi(ttoiï£  aan 
ben  (iaat /baat  ilt  rap  in  bebonb/te  toeeten  naaltt/ 
aan  ben  atbepb  /  en  bupfen  bien  getjouben  mijn 
ïtod  onbec  be  aatbe  met  bjoeten  te  foelten ;  men 
ban  ligt  benben/  bat  bie  timraeting  foo  toatfcïjo?» 
boetenbe  toe-ging  /  betöalben  bjagten  top  'et  22.  .  . 

bagen  mebe  ober /eer  bat  ïjet  boïtoopt  toag/tetoee* 
ten  /  foo  beeï  aï£  top  baat  aan bonben  boen/ toaat 
tiaat  ’t  baat-tuug  in  ’t  toatet  toagten  /  en  gefa=  Het  v«ar- 
mentïijb  baat  in  qeftapt  Ijtbbcnbe  /  begaaben  top tliyg  gereet’ 
onj>  op  be  repfe/  of  om  beter  gefegt/  bjeeben  foo 
toat  op  €>ob$  genaabe  ijeenen/  onfe  riemen  toa*  Riemen  van 
ren  gefpïeeten  Bamboefen  ,  toaat  mebe  top  ^eel Bambcrefen* 
toepnig  ftonben  boen/  en  onfe  3epïen  toaaren  ban 
’tfelbe  (iof  aan  maïbanberen  genaapt  /  ofgereegen/ 
geïijb  onfe  Meebeten  mebe/  en  foo  ib  bijge-  of  Pi- 
fang-blaaberen  ïjabbe  bonnen  beboomen/  foubeib 
mijn  ingebeeïb  Rebben  geïjab  /  een  tweede  Adam 
te  zijn. 

SBbup’bloftenbeen  ongebaat  een  ïjaïbe  mijl  ban 
lanb  geraabt  toeefenbe  /  breegen  top  eenftoaareree*  swwtétëe^ 
gen  met  een  ijaröe  Travaade ;  bogtotonjj  merbeltjb  scn- 
gelnb  quant  befelbe  upt  2ee  /  bie  onb  met  bedroom 
regt  boom  be  monb  ban  gemelbe  ribietbjagt/  baat  worden  aan 
top  tegengift  ballen  ban  ben  abonb  aan  quaamen/landee- 
bïeeben  albaat  bien  nagt  ober/  met  boo?-neemen/lmeeten- 
om  be  felbe  met  ben  bag  op  te  baaren  /  en  alfoo 
onfe  boob/  of  mibbeïen  tot  beljoubentë  ban  on$ 
leben  te  foeben  /  maat  ’t  misïubte  on£  /  naat« 
bemaal  bat  be  droom  feet  derb  naar  ^ee  liep/  en 
tot  meer  bet  berfeebeting  Ijaalben  top  onfe  Praauw 
op  be  toaï  /  bleeben  bien  gantfe  bag  in  bjub  en 
broefïjepb  bp  ben  anbeten. 

Cegenjj  ben  abonb  begon  be  bloeb  te  gaan/ 
toaat  op  top  gefamentïijb  beffooteny  boben-toaatt^Befinyten 
te  baaren;  maatfoo  gaautoaïg  top  ban  ianbtoaa*°Pwaardste 
ten  gedeelten /toietb  ift  feet  fcïjfeïp  met  geen  Mep* vaaren’ 
ne  ontdeltenfê  behangen  en  met  feet  ftoaat-moebige 
gebagten  obetbalïen/  ’t  geen  al|  een  quaab  boom¬ 
teelten  ban  mp  aangemetbt  3ijnbe/  befïootib  be?°s  veran- 
Etbiet  niet  op  /  maat  langg  be  toal  te  baaren/  ten^rde" van 

Bs  epn*  8  ' 


2<S  Re ys-Beschr  yving  van 

éPllbe  OU!  Banyêr  Maffing  op  te  foefetl.  %b  fïoeg 
fulb£  aan  mpn  maMietp  boo?  /  maar  bonb  toep* 
big  betïigting  in  mijn  bjoefljepb  /  ten  opfïgte  bat 
Gevoelen  fp  bol-lnönbig  betMaatben/  geneegen  te  zijn  op  te 
fimer  mak,  vaströ»  r  toant  fp  boïget$  bun  boot-geeben/  niet 
flimmer  konden  over-komen,  als  den  ftaat  daar  fy 
in  waarep ,  en  geviel  het  dat  fy  den  dood  te  gemoed 
gingen ,  3aar  hadden  fy  lang  naar  gewagt  ;  foilbct 
bat  fb  met  p?aaten  en  faibben  gaat  boen  ban  bat 
boojneemen  bonbe  af-toenben  /  maat  in  tegen-bceï 
lepben  fp  baat  neben£  ïjunne  tiemtje^  neet  om  te 
fïapen. 

#nbet  tuffen/ bat  top  foo  fagtje^be  tibiet  op  b?ee* 
ben  /  foo  bleef  ift  met  bebjoefbe  oogen  befe  bet* 
BeRoy  mfaagbe  en  flaauto-bertige  menfcljen  aanften  /  ban 
groote  be-  bupfenbetïep  gebagten  gequelb  en  geflingett/  toaat 
kommerm-  j,at  top  beïenben  /  en  toat  on£  nog  oberbomen 
8  foube  /  maat  be  fitoorn  te  mibbet-nagt  gebentetb 
©rijven  te  3Ünbe/  bjeeben  top  toeet  be  tibiet  af/  fulfe^bac 
mgge.  top  omteent  4  uuten  in  be  mojgen-jlonb  tegt  aan 
be  mont  bet  feïbe  toaaren  /  toe^païben  bebugt  toee* 
fenbe/  bat  top  tipt  be  boojfdpeebe  tibiet  mogten 
geraaben ;  foo  beebe  ib  met  be  gtootfle  moepte  / 
bie  pemant  tet  toetelb  foube  bonnen  neemen/  jaa 
fïaaf-agtige  bienfï/  foo  beeï  bat  ib  met  toepen  be 
toal  bteeg/  toant  ’t  toap  foo  bette  geboomen/bat 
niemanb  meet  een  banb  toilbe  upt-fieeben  /  onbet 

Slap-hertig-  bOO?-toenbfeï  /  dat  fy  hoe  langer  hoe  meerder  haar 
heyd  fijner  fwakheyd  gevoelden ,  en  dienvolgens  door  de  dood 
makkers,  jjaaft  meenden  van  hun  verdriet  verloft  te  weefen : 
foo  bat  bet  nu  op  bet  uptetflé  geftomen  toa^/ toant 
tot  op  beeben  babben  fp  ebentoel  nog  een  toepnig* 
je eetbieb en  ontfag  boot  mijn petfoon  gebab  /maat 
nu  fcbeen  bet  t’eeneinaal  gebaan  te  3ijn/  en  ftenbe 
ban  /  bat  bet  niet  anberé  toefen  bonbe/  ftoeeg  ib 
flifle/  gebjb  top  altemaaï  beeben/ 
verneemt  .  maatniet  ïangbietnaat  ïjoojbeib  bupbeïijb  een 
een  vaar-  getugt  en  oob  be  tiemen  ban  een  baat-tupg  in  *t  toa* 
MS-  tet  (taan /en  batte  meerit  menfcljen /  be  toeïbe  te* 
gen$  ben  anbeten  pjaatenbe /onfe  mahbet^/  bie  ftg 
om  te  flfapeugelepb  babben /toietbeii  toelbaafi  ban 

mp 


Jacoe  de  R  o  y.  2? 

•  ttip  opgetoeftt  /  feggenöe ;  komt  broeders,,  hier  isuyt-  Spreekt  fij- 
kdmft,  of  een  fpoedige  dood,  daargyfoo  feer  naar 
verlangt  hebt,  nu  fal  ik  eerft  fien  wie  in  der  daad 
een  man  is ;  daar  komt  een  vaar-tuyg  aan ,  daarmen- 
fchen  in  zijn,  en  ’t  zy  ,  dat  fy  ons  goed-willig 
medé  willen  neemen,  of  niet,  wy  moeten  evenwel 
'aan  haar  boord  weefen,  ’t  mag  gaan  hoe  ’t  wil, 
daar  fal  ten  minden eenige  kolt  zijn,  wat  my  aan¬ 
gaat,  voegde  ik  daar  by,  zoo  ‘t  haar  om  mijn  ke¬ 
ven  te  doen  is  ,  fal  ik  ’t  haar  duur  genoeg  verkoopen. 

Ag  mannch !  boegbe  ift  baat  Öp  /  roep  en  bid  God 
eerft  aan ,  en  beveel  uw  ziel  in  de  handen  van  uw 
fchépper  ,  die  ons  gemaakt  heeft  (geïjjft  top  0Q& 
öeeöetl)  want  gy  fond  nooyt  gelooven  waar  toe  io, 
of  r  2  menfehen ,  die  bedroeft  zijn ,  niet  bequaam 
toe  zijn. 

<©P  toeïfte  boo?(M  (tg  een  peöer  eben  graag  en  vaivaardig- 
toiïïig  toonöe/  om  öe  (janben  aan  ’ttoeeft  te  (Taan/ 
onfe  riemen  te  öqeuö  gefetftebbenöe/  begonben  top  J  3 
te  roepen  /  immerjS  foO  (jart  al£  top  ftonöen  regt  naar 
’tgefepbe  baar-tupg  /  öie  lupöen  moogelp  öugten* 
öe/  bat  top  (ïoute  rotter^  toaren /  fogten  on$  met 
öe  blugt  te  ontftoomen  /  maar  öe  nooö  /  (jonger/ Het  vaar- 
en  öe  toeefe  ban  noöpt  öietgeïijft  bocgbal  te  fuUen1."/*,  "fmt 
ontmoeten/  maaftte/  bat  onf  bolft  aft?  toaftftere  s' 
mannen  upt-ïjaaïöen  /  top  liepen  (jaat  ooft  feeftei> 
ïjjft  in  /  ’t  geen  onfe  moeö  nog  meeröer  öeeö  aan- 
maffen.  . 

lupöen  bat  mi  befbeurenöe  fetten  ’t  (joog  en 
bjoog  opöe  toni/  en  maaftten/ftet  baartupg  ba(ï/  setten  hun 
on$  met  bjanöenöe lont /en  met  getoeer  in  öe  bupfï  vaartuyg  gj> 
aftoagtenbe/  toanneer  naber  begoflen  te ftomen/f®"^6^ 
faagen  top  bat  (jet  een  ftïepne  Konting  toa#  /  bemand  R.0sy  af. 
met  2.  Maccaflkren  en  6.  Inlanders ,  op  Manda- 
way  t’  ïjupjg  (joorenöe/  öetoeïfte  boo?  ben  ïtoning 
ban  Banyer  toaaten  uptgefonben  /  om  eenige  bol* 

Iteren  op  t’  ontbieben  /  berntit^  bat  boo?  een  <©oj* 
ïog  /toaar  mebe  boo?  öePortugeefen  op  Maecauw 
toieröen  geöjepgt/  bebugt  toaaten /top  riepen  (jaatoeRoy 
in  öe  Maleytfe  taal  /  dat  zy  dog  niet  fchieten  Wil-*oePt  bias 
den , ;  aangefien  dat  wy  geen  quaad  volk ,  veel  min- toe" 

der 


Weder-fïjds 

woorden. 


Komen  by 
malkande- 
ren. 


Komen  in 
hun  vaar- 
tuyg. 

Waarom  de 

Schrijver 

Trouwen 

mede 

neemt. 


Gaan  in 
Zee. 


2,8  ReYS-BeSCHRYVING  van 

der  quaad  in  de  lm  hadden ,  maar  dat  arme  tokke¬ 
laars,-  die  ons  fchip  verlooren  hadden,  en  buyten 
dien  Hollanders  waaren .  anttoOOjben  ïjiCL'  op/ 
fulks  niet  te  konnen  gelooven  ,  aangefien  fy  vol¬ 
gens  hunne  meyning  eenige  van  ons  volk  met  Bad- 
joe  Rantes  in  ’t  vaartuyg  hadden  geiten ,  toaat  en 
tegen  fjaae  toeber  op  bienben  /  dat  het  geen  Badjoe 
Bant  es  ,  maar  blaaderen  van  Poutjok  waaren  ,  en 
dat  wy  boven  dien  onie  vrouwen  en  kinderen  had¬ 
den,  ’t  toelft  bp  ïjaat  ooft  geen  geloof  berbienbe/ 
baacom  genootfaaftt  toaaren/be  mepben  obet-epnb 
te  boen  ftaan  /  om  ftunne  bojften  te  bertoonen  / 
toaat  op  fp  ban  obertupgt  toietben  /  onë  boo?  foo= 
banlge  petfoonen  aan  te  ften  /  aï£  top  booigegeeben 
ïjabben  /  en  toierben  baat  en  boben  betgnnt  /  aan 
ftaac  boojb  te  ftomen  /  baat  top  ten  eetften  een 
ftleetje  ban  bie  lupben  ftreegen/ om  onfe  fcïjaamel* 
ïjepb  te  beftften.  ■ 

2Bn  ïjaar  baattupg  ober-geftapt  ?tjnbe/  toierben 
top  met  toat  rijft  en  soutegetpoogbe  b$  ontftaalb/ 
ftiet  bebonb  ift  mp  felfê  niet  öebjoogen  te  toeefen 
In  mijn  mepning/  bat  ïjet  bienftig  $  /  op  fulfte 
Voyagies  tyoutoen  mebe  te  neemen/’t  toelft  altoos» 
om  ttoee  bpfonbere  Inftgten  boot  mp  gebaan  /  en 
in  ’t  toetft  geftelb  f&  Cen^-beeï^  /  om  ’t  ïjertfeec 
in  mijn  aftoeefentftepb  ban  Batavia  niet  te  ïjebben/ 
bat  mijne  toeber-parttjber^  jjunne  bittere  ftert^-tog* 
ten  aan  mijn  boïft  (a$  3pnbe  be  ft  aar  e  ontgaan) 
niet  onbetftaabig  mogte  3ijn/  beftaiben  bat/  ïjeefc 
mp  b’  erbaarentftepb  boen  onberbinben  /  bat  in 
befe  getoeften  bé  llanb-faaten  boo|  een  gebnipft 
ftebben/  ben  bjeembeling/  betoelfte  met  fijn  baar* 
tupg  aanftomt/  toouto  en  ftinberen  in  ftebbenbe/ 
of  befeïbe  baar  boot  berftlaart  /  al$  een  hoopman 
aangefien  toerb/of  altoo£  boo?  pemanb  geftouben/ 
bie  geen  quaab  in  ben  ftn  fjceft  /  baar  men  anber* 
fintó  onbertoo?pen  $  /  bat  bie  lupben  een  atg- 
toaan  ban  u  Ijebben  /  al^  of  men  een  Eee-fcïjup* 
met  toa$/  fcïjoon  bat  men  ïjet  niet  en  i£. 

«©emeïte  quanten  maaftten  on£  baattupg  agtet 
ïjet  öaare  baft/enftaaften  berbolgen^  in  Zte/  mij* 


■  J  a  c  o  b  de  R  o  y.  ap 

ste  mebe-maïtber^  Prierbm  alle  om  laag  gepïaatfi/ 
maar  fp  ïjaööen  öle  beleefrtjepb  /  Datfe  mp  boPen 
lieten/  en  Planneer  ïjaar  bp  onberling  gefp?eb  af=0,'der!i,!s 
pjoeg/  waar  iy  meenden  te  zeylen?  teil  anttoOOJÖ  gc 
bequam  ƒ  gelljlt  reet$  gefegt  i$f  dat  fy  van  den 
Koning  van  Banyer  Majjing  waren  uytgefonden ,  en 
tot  dieHoogheyd  weder  meenden  heen  te  gaan ,  om 
verflag  van  hunne  verrigting  te  doen  ,  als  eerft  naar 
hunne  Negery  aangegiert  hadden. 

i€egen£  ben  aPonb  in  S^ee  stjnbe/  ïjoojbe  lït  be=  Goddcioe» 
fen  ïjepïoofen  ïjoop  een  oberftag  maahen/  om  de™"™^ 

Blanken ,  die  zy  in  haar  vaartuyg  hadden  van  kant  Swa£ten> 
te  helpen,  en  wijders  de  7.  ftuks  Inlanders  onder 
haar  te  verdeden  en  tot  üaaven  te  maaken,  niOö- 
gelljlt  nergen^  mlnber  op  Perbagt  Pieefenbe/  bat 
ili  ljun  Perraberg  Poopieemen  Piel  bupbeïtjït  pei*'DatndeR-°y 
flonö/  en  begreep/  om  be  Prille/ bat  fp  ftg  Pan  be-  aat‘ 
Maccaflaarfe  taal  bebienben ;  baant  Maieyts  ïjab* 
ben  fp  geljcrigb/bat  ilt  fpjeeïten  ïtonbe/lnbltnieupj 
ongebal  boo?  ’t  uoobïot  mp  feïfê  bePinbenbe  /  bog 
geen  Piaper#  magtfg  3tjnbe  /  nam  ift  Poo?/  om’t 
coïtje  Pan  gePepnfHjepb  aan  te  trebften/  pjepal^ün  gedng 
Pen  geltjft  al$  upt  ben  gaap  ontPiaafienbe  /  en  mp  hier  om- 
felfê  naar  bie  geene  beerenbe  /  bePiellte  <©ppce-&oofb trent- 
Pan’t  Paartupg  pja $/  fepbe/  dat  ik  niet  naar-laa-  Met  een 
ten  konde,  hem  kennifte  te  geeven  (Plant  til  be-  leu?enfsus 
blenbe  mp  ban  paar  Perljaal :)  dat  den  Sultban  van verhaa  • 
Bantham  infgelijks  ter  ooren  gekoomen  was,  dat 
fijn  broeder  den  Koning  van  Banyer  in  Oorlog  met 
de  PortugeeJJe  Natie  was  ingewikkelt  ,  uyt  dien 
hoofden  my  heymelijker  wij fe  naar  den  Koning 
fijn  Meefter  hadde  gefonden  als  Ambaffadeur ,  niet 
alleen  om  hem  defe  verfekering  van  lijn  genegent- 
heyd  te  geeven;  maar  ook  om  fijn  Hoogheyd  met 
raad.  en  daad  te  helpen,  en  wijders  kruyd  voor  hem 
tè  maaken,  en  kanon,  en  koegels  te  gieten,  mits- 
gaaders  ook  tbrtreüen  en  fterktens  op  te  werpen , 
tot  befcherming  van  fijn  Land,  daar  het  den  Ko¬ 
ning  fijnen  Meefter  goed  vinden  foude  ,  en  dat 
uyt  dien  hoofde  om  fijn  Hoogheyt  van  Banyer, een 
oud  Bond-genoot,  .ea,eenEÈ'/;£«»t-verwant  van  de 
•  Vorft, 


jo  Rets-Bescörïving  VAN 
Vorft,  die  my  uyt-gefonden  hadde. 
opper- 4  ^at  quant  fjern  b?p  bieemb  in  b’ooren/ 

hoofd  van  egtet  ten  goebe  in  mijn  en  onfet  atïec  opfïgt/  bet* 
»t  schip  feer  mit^  bat  b?p  toat  öeïecföcc  fïg  aanfïelben/a$  boel 
°7er,vej-  ï»ebooren£  gebaan  ïjabben  / mp  met  alle  eecbiebig* 
was! er  Öepb  afgebjaagtfjebbenbe/  of  ik  dan  die  man  was, 
Hun  onder-  dewelke  fijn  opperfte  Kapiteyninde  voorleedeOor- 
iting  ge-  log  geweeft  hadde.  <ü*n  pent  baat  op  tenanttuoojb 
fpiek.  gebienb  jfjebbenbe  ban  ja ,  batte  pp  mp  öp  bet  panb/ 
fïg  fdfê  betMaatenbe  /  een  broeder  van  mijn  te 
zijn  ,  baat  neeben$  öp-boegenbe  /  dat  hy  van  my 
genoeg  gehoord  hadde, en  dat  deKoningvan  Ban- 
tham  lijn  rijk, en  leeven  genoegfaam  aan  mijn  ver- 
fchuldigt  was.  <©aatom  pent  ten  antboaoïb  bien- 
be;  dat  ik  een  dienaar  van  lijn  Majefteyt  in  die  tijd 
geweeft,  en  ook  nog  was,  en  dien  volgens  niet. 
meer  gedaan  hadde ,  als  mijn  fchuldige  pligt  Ver* 
eylle,  ’t  geen  ïjem  feet  biel  gebiel  /  fïg  toijbèr£  Bp= 
fonbet  betïjeugenbe  /  ’t  geluk  te  hebben  van  foo 
een  man  als  ik  was  aangetrofFen  te  hebben  ,  en  te 
meer ,  om  dat  hy  die  geene  foude  wefen ,  die  fulke 
aangenaame  tijding  aan  lijn  Prins  foude  bood- 
fchappem 

33Mfte  tnoojben  en  bifcoutfen  pp  aan  fijn  mebe- 
maftber^  ging  betpaalen :  boaat  obet  fp  gefaraent» 
Komen  lig  ïp/foobjel  al£  l)P  paarfelbm  feet  bertoonberben/ 
Roy  rev'r-etl  Wamen  nip  /  paat  felbe  betontfcïjulbigen  / 

ontfchul'  dat  fy  my  geen  beeter  gemak  konden  aandoen,  e- 
digen.  dog  dat  fy  binnen  x.  dag  of  2.  in  haare  Negsry 
vermeynden  te  koomen  ,  alwaar  zy  dan  verhoop¬ 
ten  te  doen ,  ’t  geen  fy  nu  juyft  niet  konden  by- 
brengen ,  en  ook  befórgen ,  dat  ik  ten  eerllen  by 
den  Koning  gebragt  foude  werden  ,  van  wien  ik 
buyten  allen  twijfel  met  alle  genoegen  en  beleeft- 
heyd  foude  onthaald,  ende  ontfangen  werden. 
Komen  aan  ^  jjpn  betben  bag  quaamen  top  aan  paat  Ne- 
ue  Negery.  gCry  ^  a{pjaat  be  gtoaten  ban  bcfe  plaats  teneet* 
ftett  bm  gebiaanben  AmbalFadeur  quaamen  befte* 
ben/  pem  alle  pulpe/  en  onbetfïanb  aanbiebenbe/ 
Groote  tolden  ooft  baattupgen  uptfenben/ombe  betloote* 
fecfogt.  ne  bpeben  en  fcpenfcagieiS  pjebet  te  boen  opfoeïten/ 

ge» 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  31 

gelijft  aï£  ooft  ten  bien  epnbe  Advijs-bjfeben  aan 

alle  be  baat  om  fter-leggenbe  <©ojp$-I)oofben  bet 

flrant-Negeryen  afgebaarbigt  boierben/  men  bonb 

ooft  goeb  /  bat  pebec  een  petbie$  öp-ftzengen  fbube 

tot  ïjet  ontftaal  ban  ben  <ö5efant/  fulft$  bat  ift  in  Krïjet  veeic 

ftojten  ttjb  een  pattp  gefcftenften  fteguam/  bog  bat  |!icllCtt' 

ebentoel  anbetg  niet  aï$  een  toepnigje  rijft/  patste/  ' 

bi$  /  en  een  ïengte  ban  b?ttgten  bsa£  /  immibbel# 

toierb’et  een  cierlijft  baattupg  ftïaat  gemaaftt/  om 

tot  onfe  tep$  te  bienen. 

30aat  bat  top  een  ftalbe  maanb  ort£  tuat  bet* 
ftift  ïjabben  /  öegaaben  top  ong  op  repp  naar  Ban-  f^eeveit 
yer  Mailing ,  biijbenbe  bofte  13.  bagen  onöeïtoee= 
gen ;  toanneec  ten  eerftett  bp  ben  honing  ter  geftocj  Matóng. 
toegeïaten  bsietb ;  flttenbe  ben  ïtoning  in  fijn  ftoel 
ban  (iaat/  mp  op  ft  et  inftoomen  af-b?aagenbe ;  of  Komt  voor 
ik  een  Afgefant  van  iija.  Broeder  den  Koning  van  dcnKoiunS* 
Bantbem was?  baar  ift  naat  ’t  afleggen  ban  mgn 
Cet-ftetoijflng  anttoOO|be/van  neen,  dat  geen  Am-  Doet  fijn 
bajfadeur  was ,  en  dat  ik  om  geen  andere  redenen  WOOI<1' 
my  daar  voor  hadde  uytgegeven ,  als  om  een  ontij¬ 
dige  dood  te  ontgaan ,  naademaal  de  trouweloofe 
overbrengers  van  mijn  perfoon,  en  mede-makkers 
voorgenoomen  hadden  de  Blanken  fchandelijk  te 
vermoorden  ,  en  de  Inlanders  tot  flaaven  te  maa- 
ken  ,  ’t  ’geen  haar  egter  door  defe  vond  mislukt 
was  ,  nu  indien  den  ondergeteekende  de  dood  ver¬ 
diend  hadde ,  ’t  gaf  hem  nog  een  groote  trooft ,  dat 
hy  als  een  Oorlogs-man  zijnde ,  de  eere  foude  hebben 
door  de  handen  van  fo  een  edel -moedigen  Koning  te 
fterven,  of  geliefde  hem  fijn  Majefteyt  ’t  leeven  te 
fchenken  ,  ioo  foude  hy  die  gaarne  in  fijn  dienfl: 
befteeden,  als  fijn  Hoogheyd  geliefde  ,  maar  daar 
van  een  preuf  te  neemen. 

3©aat  op  bien©o?ft  met  een  bpfonbete  fagt-fln*  Antwoord 
liigijepb  geliefbe  te  anttooojben  /  dat  ik  wijifeiijk  d?s  Ko_ 
gefprooken  ,  en  gedaan  hadde  ,  betfeeftetbe  Otté  /  mnS!' 
voor  ons  leeven  ,  en  voor  ons  onderftand  te  fullen 
forg  draagen.  Jbonb  mp  boen  6p  ben  aïbaat  booo*  Woicd,by 
nestóe  Chineefe  Sabandhaar,  Kiay  Arias ,  !25töeber/  te- 
bse  boensnaaïf  Sabandhaar  boa $.]  beneeben$  2.,  of  imys  veft. 


Die  haar 
wakker  uyt 
fcheld. 

Eb  buyten 
«ie  deur 

&QQÉ. 


Worden  in 
een  leedig 
huys  ge~ 
bragt» 

Gerugt 
voor  de 
deur/ 


Dat  gcftiid 
wierde 


Word  van 
een  Chinees 
befogt. 


jz  Re  ys*Beschr  y  vi  ng  v  a  n 

3.  fijnet  booten /ben  boojfcïjjeebe  Sabandhaar  upt 
oe  naam  ban  ben  ïioning  aan  te  bebeeïen  /  bat  ïjp 
on£  ban  Meebeten/  ftofï  en  bjanft  foube  Ijebben  te 
betfo?gen. 

5^og  blen  töobloofen  (Collenaat  geen  anbet  oog* 
itierft  ftebbenbe  /  al£  moogeltjft  fijn  betfoepelijfte 
fugt  ban  epgen-baat  te  bettagten/en  biel  aan  011$ 
gebiaab  befpeurenbe  /  bat  ïjem  fuift  bolft  geen  biinft 
bp-b|engen  foube/  begon  be  leelpfïe  fcïjelb-bjooj- 
*  ben  tegen$  mp  /  en  mijn  bolft  tipt  te  bjaaften  /  al£ 
foo  een  gupt-faft  ftonbe  bebenften/  en  baat  inebe 
nog  niet  genoeg  3ynbe/  foo  filet  tjp  on£  foo  biat 
nmbjelgft^  be  beur  upt  /  ’t  geen  mp  foobanig  te* 
gen£  bat  biet-boetig  mens>  betbitteibe  /  bat  pet  toep* 
nig  fctjeelbe  /  of  ift  foube  bat  Monfter  biel  ïjaaft 
met  mijn  epgen  tanben  betfcftemt  ïjebben. 

<©e  gemeïte  üijft^-grootèn  upt  mijn  gelaat  be* 
fpeurenbe/bat  ift  geen  goefg  in  be  fïn  ïjabbe/troft* 
ften  mp  met  goebe  bioojben  bp  ben  atm/  bjogten 
on£  in  ’t  baartupg/ biaat  mebe  bip  geftomen  bia* 
ren/  en  betbolgen^  in  een  ïeebig  ffïxp$ /  baat  bip 
fonbet  ftoli  bien  gantfcïjen  nagt  bleeben/fonberbat 
on£  petboe^  geb?agt  biierb/fulft^  bat  bip  malftan* 
beren  met  een  ïeebige  maag  foo  Voat  gefelfcljap. 
ïjielben/bog  ljet  bleef  ’et  nog  niet  bp/toant  ’£nagt£ 
ftteegen  Vop  een  pattp  bolft  boo?  onfe  bent/  betuel* 
fte  geen  goebe  meening  ïjabben  /  bermit^  bat  fp 
onfe  bent  meenben  bp  te  bjeeften  /  biaat  op  ift  ftaat 
toe-tiep/  dat  fy  op  een  verkeerde  Haav en  waaren, 
woudenfe  yetwes  hebben, fy  moeiten  by  onfe  buu- 
ren  weefen,  alfoo  dat  ’er  by  ons  anders  niet  en 
fchuylde  ,  als  een  party  naakte  huyden,  en  wou- 
denfe  de  mijne  hebben,  foo  koitenfe  toefien,  dat 
fy  die  kreegen ,  biaat  op'  fu  al  laccljenbe  peen  gin*  * 
gen/  feggenbe  ;  Den  Hollander  heeft  gelijk,  wat 
fullen  wy  van  den  armen  Duyvel  haaien,  hy  heeft  . 
dog  niet. 

©oojbiaat  beeï  beleeföet  toa$  ’t  befoeft  ban  een 
Chinees,  bie  onj?  ben  btjfben  bag  bp-quam /  befe 
man  fepbe/  dat  hy  my  op  Batavia  gekend  hadde, 
en  uyt  vriendfchap  eens  quam  ben  hoe  ik  voer,im* 

mlöa 


j  A  C  Ö  S  D  E  R  o  Ir.  H 

mibbefê  fijn  oogen  gint£  en  pettoaart^  ïjef)öenöé 
laaten  gaan/en  ftenbe/bat  onfe  fcïjooifieen  niet  en 
rookte /nog  Dat  top  geen  potten  en  pannen  IjaöDen/ 
óm  te  tónnen  {tooften/en  Dat  meet  $/geen  matje 
om  te  jïaapen  /  en  upt  Dien  IjoofDe  toel  aanfcpott- 
toen  ftonöe/öat  on£  Polftje  gefamentïpft  aï£  flom* 
me  heeften  op  De  gtonö  neet  laagen  /  foo  fepöe  De 

geöagté  Chinees ,  dat  hy  meende  naar  huys  te  gaan,  Die  ver» 
én  over’t  uurtje  weder  ftont  te  koornen ,  met  fijn  wekt‘ 
vrouw  en  kinderen,  om  het  Avondmaal  met  ons 
te  houden,  jft  PeDankté  öem  Pooj  fijn  (jeu^ïjepö/ 
ïjem  ten  laatften  feggenbe  /  dat  hy  voor  lief  moeft 
neernen  ,  dat  hy  onthaald  wierd  met  ’t  geene,  dat 
’er  was. 

Haar  Dat  gemeïté  Chinees  omtrent  een  uur  toeg 
getoeeft  fjaöbe/quam  tjp  met  fijn  Ojouto  en  2.  ftjn=  *>omt 
Beten  aan  /  meöe-fijengenDe  een  groote  Bandees met  Cn\h,™.w 
ótDeröanöe  gekookte  koft/  benepen^  Dien  2.  fakken  ren  met 
met  rijft /potten  en  pannen  om  in  te  koóken  /  D?oo=  «et-waaten 
ge  P$  /  peDer  met  een  matje  en  een  ooj-kuffen  /  *"  des  fclft 
toaarïtjft  Die  man  guam  ter  goeDer  uur  /  Permi$:?ci,ap.* 

Dat  top  in  4.  of  y.  Dagen  al  toebet  niet$  genuttigt 
jfjabben/Daar  toa#  een  omiptfpjeekeïijke  ölgDfcïjap 
onber  Die  betfjongerbe  menfcöen/DeboojftgtigïjepD 
liet  rap  niet  toe/ 011$  Dolkje  tot  DerfaaDen^toetela* 
ten  eeten  /  PePal  Ijaar  oDer  fuïk£/be  gulftgïjepb  te 
mijöen  /  maar  mijn  Permaaninge  fottbe  toepnig 
ïjeböen  geholpen /’t  en  toaare  iït  fnlk£  niet  Detfjim 
öerö  fjaDDe  /  en  Daarom  liet  ik  paar  gefamentlgk  Houden  t* 
eetft  eeten/  en  Daar  mebe  ging  ift  met  De  Chinees 
infgeïijk^  ook  aan  ’t  eeten/  Den  kernei  toeet /  met 
toat  Poo?  een  fmaak/  öongeren  iuft. 

Haar  gebaane  maaïtijD  Dettrok  De  fiannpertige  vertrekt  e« 
Chinees;  komenbe  De$  anbereu  Daag^  op  gelijftekomt  >san- 
toijfe  toeDerom/PerfelD  met  2.  of  3.  fijner  lanD$~lie=acr“  daa8* 
mi'!  011^  peDer  een  fait  rijft  mebe-ïnengenDe  /  mfr£*  eiom* 

gaDer£  een  partp  looDe  Pitjes,  Dat  toel  een  fïegte 
munt/  maat  egtct  goeD  genoeg  Pan  Aiiooy,  om 
Daar  meDe  te  marlit  te  gaan  /  onfe  toelDoenber  Pol* 

ÖatDe  in  fijn  gulfjertigljepD  /  en  öjagt  foo  nu  en  Dan 
fijn  PekenDe  /  Dien  pp  aanmaanDe  /  om  naar  fijn 
.voorbeeld  de  nootdruftige  y ets  van  haren  overvloed 

de  Roy,  C  IBê* 


Krijgen  ee- 
nige  vereen 
ringen  van 
andere. 


De  Roy 
geeft  fig  uyr 
voor  een 
Do£foor  in 
de  Medicij¬ 
nen. 


Doet  eeni- 
ge  genee- 
ïingen. 


Voornec- 
men  der 
Grooten. 

Hun  be¬ 
geerte. 


De  Roy 
kant  fig 
ter  tegen. 


34  Reys-Beschryving  vaï$ 
mede  te  deden,  en  Infonbetftepb  een  Maleyer,bt* 
toelfte  ban  Johoor  geftomen  toa$/öebjelfte  on$  ee* 
ntge  fïuftften  öïaaubj  linnen  tot  een  bereetirtg  mebe 
öïagt/  foo  boenöe  bjaaren  \np  toeöetom  geftïeeb/ 
en  gefpijflgt/  foo  biel  al#  Die  lupben  We  In  ’tarm* 
&up^  tot  Batavia  3fjn  / en  beïjaïben  bat  /  foo  bienbe 
toelpet^bp  bet  ftanb  genomen  te  toerben/om  met 
fatfoen  aan  öe  ftofl  te  ftomen/bjerbenöe  tot  Wen  epnbe 
on$  boïftje  totfnijbet^  gètran^fojmeett  om  öaapt- 
jt$  (Je.  booj  be  Intooonber^  ban  ’t  3botp  te  maa* 
ften/  en  naatbemaal  mp  öp  toftlen  bocggeftouben 

tWetb/of  geen  kennifïè  van  de  Medicynen  had  de ,  en 

mp  baat  boot  betftïaarbljeböenbe/  bieïtjet  mp  niet 
moepeïp/in’t  fto^t  boojeen  etbaten  Dodoor  in  be 
Genees-kunde  aangeflen  tebaerben  /  te  meet/  om 
bat  Ift  ten  öefïe/  bat  ift  ftonbe  met  toafcï)/ bet /de. 
eenlge  faïben  begon  te  maaften/  gebtupftte  befelbe 
tot  geneeftng  ban  mijne  lljber^/  gebolgb  nu  öp  ’t 
geloof/  bat  We  arme  menfeften  meenen;  dat  meeft 

alle  Hollanders,  Wond  heelden  zijn,  en  ’t  geluftftlg 
geneefen  ban  3.  of  4.  perfoonen  /  bie  een  ftgtetoebaï 
ftabben/  baa^’etnlet  anber£  ban  noobenom  mijn 
boo?  be  geïeerjïe  Genees-Heer  te  boen  paffeeten/We 
bet  unt-ftomen  ftonbe  /  gebjupftenbe  nog  baat  en 
boben  We  liaat-ftupbe  /  om  be  behoeftige  boo?  niet 
te  geneefen  /  maat  lupöen  ban  bermogeri  moefien  ’t 
bubbelb  betaalen  /  öetoijï  bat  een  peöet  fijn  betoep 
bjaat-nam  /  fagen  top  bageïljft£  onfe  ftaïanten  aan* 
groepen  en  01$  bjelbaart  toemeemen/  toant  met 
mijn  Dodoors  ftenniffe  en  ’t  fntjöen/  en  naapen 
bet  baaptje$/ftonöentup  onfe  teeftening  tuonber  boel 
blnbcn  /  naat-öcmaal  be  «©otpeïlngen  niet  beel  ften* 
nlffe  ban  bat  ftanb-toetft  fteböen. 

nu  be£  ïfontng^  <©?ooten  bemetftten  /  te 
Ibeeten  /  bat  top  Voat  begonben  obet  te  gaaren  /  bon* 
gen  fp  aan  te  beraatflagen  on$  atmoebje  afftanWg 
te  maften  /  quanten  betftaïben  aan  on|  ftup£  en 
botöeröen  ban’§?ffoning$  bteegem.ftïepne  mep$» 
je^/onöet  boojtoenbfel  quanfnp$/dat  fijn  Majefteyt 
daar  fin  in  hadde.  g|ft  ffelbe  mp  Ijler  biel  tegen£ 
aan  onbet  betupglng :  dat  de  kleyne  mijn  kinderen 
en  de  groote,  mijn  vrouwen  waaren  ,  en  koude 

der- 


|  A  C  Ö  B  DE  R  O  Y.  35 

derhalven  niet  gelooven  ,  datfoo  een  fagtmoedige 
Prins  als  den  Iioning  was,  foo  onreedelijk  foude 
zijn,  om  yemand  van  fijn  vrouw  en  kinderen  te 
bcrooven ,  fcetfogt  betaalden  /  den  Köning  hier  over 
feifs  te  fpreeken.  s©og  fp  betoonden  ïjtec  toe  geert 
ftn  te  öebben/maat  fepden  met  een  bettoo?nömee* 
jen/  of  ik  dan  geloofde,  dat  fy  des  Kontngs  naam 
fouden  derven  misbruyken,  inp  nog  nabét  1)00?= 

ÏJOtlbenbe  ;  of  ik  wel  wift,dat  wy  alle  des  Konings  Hun  ftota 
ïlaaven  waareh,  naardemaal  wy  op  fijn  Stranden Wiecken> 
waaren  gevonden,  en  dat  het  hem  derhalven  vry 
ïïond met  ons  keven  en  perfoonen ,  naar  fijneygen 
Wel-gevalkn  te  handden.  ,  ■ 

Si.ft  diende  ïjem  baar  op  ten  antkioo^b  /  dat  fijn  . 

feggen  fonder  de  minfte  regt  of  reedenen  gegrond 
was,  vermits  dat  de Hollanders  tot  geen  ïlaaven  ge- 
booren  waren ,  en  geloofde  ook  ,  dat  hy  die  nooyt 
tot  flaaven  hadde  fien  gebruyken,  veel  min,  dat  de 
Koning  my  de  eerde  daar  toe  foude  willen  maa- 
ken. 

naaöètttaaï  geen  tooojben  ïjeïpen  /  aï$  be  Hunboos, 
boo£-öoeuder£  in  ïjun  opfet  boot  geen  ftrenget  mib=heyJt 
beien  beteugeld  toerden  /  foo  namen  die  fielten  een 
fcïepn  mep$e  mebe  /  feggenbe  toeï  bupdelp  daatbp/ 
datfy  des  anderen  daags  geneegen  waren  weder  te 
komen ,  om  de  red  te  haaien ;  toaat  en  tégen  ift  baat  Woorden 
met  een  doel  gelaat  anttooojbe/  dat  fy  fuik's  fou-^„h^°y 
den  gelieven  te  laaten,  op  dat  ik  niet  genootfaakt 
foude  zijn  ,  geweld  met  geweld  te  keeren.  5^00?- 
bien  bat  ik  met  eebén  betupgbe  /  liever  ’t  leeven 
daar  by  op  tefetten  ,  als  fulke  hert-treffende  weder- 
waardigheedeh  langer  te  gedoogen.  ^p  en  dabben 
niet  Peel  ftn  in  bie  ö?epgeniënten  /  niaar  lieten  bet 
geenfïnt^  blijden  /  in  tegendeel  ftelben  fp  daac  f0oVeran<J«ea 
bit$  niet  meet  aan  /  maat  begonben  beleefder  tevan  ’ 
fp?eeden  /  feggenbe  egtet  /  dat  meysje  mede  te  nee- 
men,  maat" toe  fp  mp  betfogten  /  om  geen  andere  °°g,fn°mea 
oorfaak  als  om  defelve  aan  de  Koninginne  te  ver- oogmerk 
toonen ,  dewelke  uyt  enkele  nieuws-gierigheyd  feer 
verlangde,  om  van  die  natie  te  fien,  met  belofte,  van 
foo  draa  haar  de  Koningin  gefien  hadde,  defelve 
wederom  té  fullen  brengen,  toaat  mede  fp  Riet  ’ê 

Ci  ftn» 


■  \ 

Word  van 
eenige 
Grooten 
van  feeker 
Prins  be- 
fogt. 

Hun  voor¬ 
del. 


Sijn  ant¬ 
woord  hier 


Heemen 
hun  af- 
fcheyd. 


36  Reys-Beschj.'ïving  van 

ftinb  tet  beure  upt-ttaaben/enb(en  naar  bie  trjb 
noopt  toebet  geflen  peb. 

<©e$  anbeten  baag£  quaamen  eenige  <®?ooten 
mp  befoeften  /  betoelfte  ban  feeftet  Succadanas  jjpjing 
afgefonben  toaaten/met  eenige  ftupten  tot  een  ge* 
fcïjenit  /  en  naat  bat  ’ee  aan  toeber-föben  eenige 
pïigt-pïeegingen  getoiffelt  toaaten/met  het  beklaa- 
gen  van  mijn  perfoon  inden  bedroefden  ftaat ,  daar 
in  ik  was,  vermits  my  het  ongeluk  in  fulke  een, 
enTyrannique  regeering  vervoerd  hadde,  en  on¬ 
der  fiiike  menfchen ,  foo  boegben  fp  baat  nog  öp/ 
dat  den  Prins  hun  Meefter  fig]  aanbood  ,  om  mijn 
perfoon,  en  volk  onder  lijn  befcherming  te  nee» 
men ,  en  ook  meerder  agting  voor  een  man ,  van  mijn 
Caraüer  foude  hebben,  als  hy  fag,dat  my  hier  be- 
weefen  wierd :  derhalven  indien  ik  daar  toe'geneegen 
was ,  foo  foude  ik  my  maar  hebben  te  verklaaren_,  als 
wanneer  gemelde  Prins  ten  eerften  aan  den  Koning 
verfoek  foude  doen,  om  my  mede  te  neemen,  naar  ’t 
welke  fy  afgefonden  waren,  en  dan  niet  en  twijfelden 
of  ik  foude  tot  erkenteniife  van  fuik  een  weldaad, 
ter  liefde  van  den  Prins  ook  mijn  vlijt  en  kunft  in 
*t  werk  ftellen  ,  om  die  Voril  wederom  van  fijn 
feere  Oogen  te  geneefen  ,  en  indien ,  betbOÏgben 
fp  /  dat  God  uwe  Genees-middelen  in  dier  voegen 
komt  te  fegenen ,  dat  hy  van  dat  toeval  geneefen 
werd,  foo  kan  mijn  Heer  wel  denken,  wat  een 
deftige  belooninge  u  fijn  Hoogheyd  doen  fal ;  Hy 
heeft ,  boeten  fp  bOOJt  /  met  lof  van  u  perfoon  hoo- 
ren  fpreeken ,  en  daarom  verlangt  hy  feer  om  u  te 
fien,  weshalven  verfoeken  wy  gedienftig,  dat  Ut 
Ju:  fijn  begeerte  opvolgt. 

<0p  fulfte  Meefbe  aanbiebfngen/bonb  (ft  mp  (tl 
alle  beelen  berpHgt  te  feggen  /  dat  ik  bereyd  was  de 
Prins  hunne  Meefter  fijn  wille  te  gehoorfamen ,  als 
hy  my  anderfints  de  eere  wilde  aandoen  ,.  van  my 
te  laaten  haaien,  <©oo?  b(en  aan  bie  ï$eeten  te  ben* 
nen  gaf/  dat  ik  geen  vaartuyg  hadde,  ’t  geen  fp 
reebehjft  oojbeelben  te  3(jn  /  neemenbe  ftojt  baat 
aan  met  aïle  beleeftïjepb  ïjunne  affrfjepb  /  met  toe* 
fegginge  /  fulks  aan  hun  Meefter  te  gaan  bood- 
fchappep ,  en  bnttoftften. 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  37 

ÜJog  quaamen  tegen$  ben  abonb  boebet  aan  Komen  met 
mijn  ïjup£  met  een  ïeebig/  bog  cierïijït  opgetoopb  v““'de 
baattupg  om  mp  te  öaalen  /  baat  ift  ten  eetfïen/Roy  af  te 
(naat  bat  befe  ï|eeten  met  een  Pinang  ontïjaafb  ijaö*  haaien. 
be)'ooït  inffapte  /  en  betboïgen^  bp  ben  (ïeften  |5?in$  Komt  by 
berfcïjeen/  beboelfte/  boïgen$  be  gebooonten^  ban  den  Pimï* 
befe  Indife  jfêatie  /  met  een  b?p  aanfteneïijfte  fiaat 
ban  boïft  /  foo  ban  b’  eene/  afó  b’  anbete  fete  om* 
ïjepnt  boa$/  ïjp  betfogt  mp/te  gaan  fitten, en  ont* 
pn'g  mp  toijber^  bpfonber  minneïijft  /  tn£geïtjï$  . 
OOft  öetupgenbe /  hem  leed  te  zijn,  dat  ik  onder  b  V 
defe  Land-aard  vervallen  was,  en  dat  hy  van  gelij¬ 
ken,  een  fmertelijk  gevoelen  van  haar  onreedelijk- 
heyd  en  geweld  geduurig  hadde  ,  toetlftc  betbetö 
ban  gantfet  ïjetten/  dat  ik  in  fijn  Vaderland  met 
hem  was,  werwaards,  ïjp  betfogt/  dat  ik  my  met 
hem  foude  begeeven,  met  beloften,  dat  my  daar 
niets  foude  ontbeeren. 

$aat  bat’et  betfcïjepbe  t’famen-fp?aïten  oberenBewims<} 
be  boeer  gebaïïen  boaaten/  hebotlligbe  ift  jfjem/van 
mede  te  Pullen  gaan ,  bog  onbet  boojboaatben  /  dat  fij„  Land  te 
hy  daar  toe  eerft  verlof  van  den  Koning  moeft  heb-  gaan- 

ben :  om  ’t  tuelfte  te  berftnjgen  /  ïjp  mp  öeïoofbe/ 

fijn  uyterfte  beft  te  fullen  doen. 

I^aat  ’t  berloop  ban  2.  of  3.  bagen  quamen  ge* 
melte  i|eeten/öeneben^  2.  ifojï$->©rooten  ban  ben 
Utoning  mp  aanfeggen/  dat  fijn  Majefteyt  my  niet  vetfoek  des 
alleen  gebood  ,  maar  ook  verfogt  ,  ten  huyfe  van  Kond"Suov 
de  voorfchreeve  Prins  te  gaan ,  en  de  wetenfchap, aan  e  y" 
dien  ik  van  de  Genees- kunde  hadde,  foude  hebben 
gelieven  te  befteeden,  om  de  herftelling  van  dien 
Heer  te  bevorderen ,  waar  mede  niet  alleen  de  Prins, 
maar  fijn  Majefteyt  ook  een  byfondere  dienft  fou¬ 
de  gefchieden. 

<©p  boelfte  ojbje  ift  mp  ooft  aanfïont^  £>p  be  ge*  Slf 
noembe  Succadanafe  =p?tn£  betboegbe  /  en  ooft  delen  aan 
ïjulp-mibbelen  tot  fijn  quaaï  aanboenbe/  boant  om  hem  te 
baat  boaten  nog  geen  bïiefen  ober  fijn  <©og-appe*  senecfen- 
ïen  gegroepb/  ’t  geen  mp  foo  bief  geïuftte/bat  een 
maanb  of  anber-ljalf/naar’t  geïqupft  mijner  fjulp- 
mibbefen  /  bien  f|eer  een  groote  berligting  geboaar  Dat  wei  ge- 
buietb/jaa  foo  bette /bat  ïjp  be  cofenten  ftonbe  on- 

G  3  bet* 


3  8  Reys-Beschryving  van 

öecfcftepden/  en  bant  en  boben  fonbet  lepb#-man 
gaan  ftonbe/’tgeen  ftp  bebooren#  niet  ftabfte  fton* 
nen  boen ;  3ftnbe  ooft  alleen  boo?  ben  Éoning  ge* 
verwonde-  ftoomen/  om  fïg  felf#  te  bertoonen/ biaar  obetfijn 
mg  des  i^ajeflept  ten  ftoogllen  bettoonftetb/  en  te  geïijft 
hier  ow  ooft  berfteugt  toa#  /  en  ftet  i#  niet  tyeerab  /  bat 
toanneer  men  pet£  ftomt  te  aanfcftouhien  /  bat  on# 
onbecbiagt  ge&eaeö/of  dat  men  fiet  gebeuren  /bat 
men  fïg  fombJijlen  obet  be  felbfaamftepb  ban  be 
faaft  betbionbero  /  biant  hiaten  ftet  be  ttoee#eeren 
Ais  ook  van  ober  bit  boojbaï  /  ift  boa#  ftet  niet  minbet  boegen# 
de  Koy.  ,t  geene  ƒ  öat  iftfag/  buant  aan  mijn  ftenniffe  fton 
ift  ftet  niet  toe-fcftpjben  /  bermit#  ift  mp  noopt  in 
be  ftoedanigftepd  ban  <ÉfnÉ#-fteet  geoeffenb  ftad* 
be/  maat  biel  i#  ’t  boaac  /  batiftfomtuylen/  ont 
mpn  leebige  tijd  niet  onnuttelijft  boo?  te  {gengen  / 
biel  eenige  ‘ISutfteuten  ftadde  boeg  gebladerd  /  be* 
treffende  be  Chirurgie,  &c. 

naakt  hier  jBaat  biibbeïetbüijl  /  bat  mijn  boojneemen  en 
over  by  vee- geluft/  met  befe  getoenfle  fteginfeïen  aangtoepde/ 
Jf  in  den  berflimmerben  mijne  faaften  aan  b’anbere  ftant  met* 
-  {"  ftelijft  dop?  ’t  atg-toaan  /  bat  mijne  öenijöet#  obet 
mijn  booffpoed  berepr#  opgebat  ftaftdeny taant ben 
3p?in#/aï#  gefegt/  boo?  ben  ftoning  berfcftijnenöe/ 
berfogt  feet  onbetbaniglijft  aan  bie  JlBajeflept  bet* 

Verfoek  van  lof  /  dat  hy  my  tot  verdere  geibntheyds-bevordering, 
den  Pnns.  naar  jj,n  Land  mogte  mede  neemen,  toaat  toe  ftp 
ooft  /  naat  bat  ïjp  bie  gunfl  ten  btmtfle  niet  ftofïe* 
ïijfte  geftftenften  aan  bie  geene/  bie  ’t  gtootfle  be* 
Toe  ge-  taind  ban  faaften  in  ftanben  ftabden  te  boen/  toe* 

Haan.  (lemming  ftier  op  berftreeg/  ’t  geen  ftem  öpfonöet 

en  mp  ooft  boel  bebiel  /  dog  be  guaab-aarbigïjepb 
ban  bie  ont-aarbe  ïïijft#-bebienöen#  taiflen  ftet 
toeber  foobanig  te  öetaeïftën/batonfe  bïijtfcftap  en 
Dog  weder-  ftoope  t’  ecbemaal  berpöelb  toierd/en  bat  ftet  fpft* 
ora  very-  tigfle  ban  alle#  toa#  /  fob  al#  top  gereed  taaaren 

'dcld-  om  in  te  fcfteepen/  en  alle  berepdfelen  tot  be  aan* 

flaanbe  Voyagie  gemaaftt  ftabbcn.  3©ant  baar 
verdeeld-  quant  een  fpan  ban  aanflen  bien  ongeïuftftigen 
derfde  °n’  Ji^ttt#  aandtenen ;  dat  hy  ter  ordre  van  den  Koning 
Raads-per-  moeft  blijven,  en  niet  vertrekken, biant  be  gefint* 
foonen.  heeften  /  en  paitp-fcftappen  onbet:  ftie  JlBeefler# 

Slaaft#'- 


J  a  c  o  b  de  Rot.  39 

töaab£-petfoonen  /toaaten  ongemeen  groot /b’eencR«^en  vaa 
toübe  ÖeUjeeren/  dat  men  met  geen  regt  ’t  vertrek  de  eene- 
van  den  Prins,  en  die  van  mijn  perfoon  en  huys- 
gefin  konde  beweeren ,  als  zijnde  beyde  geen  vaflalen 
van  den  Koning  ,bog  een  gaautoec  baa$  onbec  öe 
ïjoop/bat  ift  naöerïjanö  beeftonb/ biebe  ttoeebeban 
’tïtonlngtp  getoeefi  $  /totfl  met  een  Sireene  tong 
fijn  ftaat-ftunbe  foobanig  te  getpupen/  bat  bol^ 
fïteMelp  be  ftoning  ban  fijn  eerfieboopieemen  om 
fettebe  /  toengenbe  onber  anbere  rebenen  te  beebe/ 

dat  hy  om  de  genegendheyd , ,  dien  hy  de  V orft ,  en 
lijn  vaderland  toedroeg, niet raadfaam  oordeelde,^ 
dat  de  Prins  van  Succadana ,  met  my  naar  derwaards 
foude  vetrekken  ,  óm  bat  jjjp  bOOJ-gaf/  van  goe¬ 
der  hand  verfeekert  te  zijn,  dat  dien  ont-troonde 
Heer,  een  overflag  met  my  gemaakt  hadde  ,  om 
met  onfe  komfte  ter  gedagte  plaats  fijn  halve  Broe¬ 
der  van  de  Kroon  te  berooven,  en  fijn  Vader,  in¬ 
dien  hy  fig  daar  tegens  kante,  te  be-oorlogen;  en 
door-dien  ,  becbolgbe  bie  «jêraatd-man  /  dat  hy 
door  de  fchrandere  raad  en  daad  van  defe  Hollan¬ 
der  gefterkt  fal  weefen ,  ftaat  het  te  bedugten ,  dat 
hy  fijn  oogmerk  fekerlijk  bereyken  fal ,  eri  wanneer 
*t  faake  is ,  dat  men  fulks  komt  te  herdenken ,  kan 
fijnMajefteyt  een  overflag  maken, dat  wy  met  een 
ontfaggelijke  buurman  te  doen  fullen  hebben,  de¬ 
welke  bereyts  mifnoegd  is  ,  en  die  t’  fijner  tijd  niet 
naalaten  fal ,  onder  een  feer  ligt  voorwendfel  daar 
over  wraak  te  neemen  ,  en  de  onderdaanen  van 
den  Koning  te  beleedigen ,  of  foo  hy  daar  toe  mid¬ 
delen  fiet, fijn  Heerfchappy  met  fijn  Majefteyts  grens¬ 
plaats  ,  aan  de  fijne  te  hegten  ende  voort  te  letten. 

3Mt  boojfïeï  gab  Mem  /  te  mm  /  om  bat  men 
aïreebe  bod?  een  bjeebe-ïsieuït  met  be  Portugeefen 
bebugt  toa $/  en  tot  meetbec  bepïtggepb/  bat  top 
egtet  ond  geen  toeg  boo?  be  toapend  fduben  maa*  d«  r0 r  ia 
ben  /  toietb  Ift  upt  lafï  ban  ben  ïtóning  tn  berfee=  v«feeke- 
bectng  genoomen  /  bie  fcïgaiibere  ^»taatd-bienaatn"ssenow' 
gab  toaatïijft  geen  ongelp/  be  gemeenfame  om=  meu“ 
toegang  /  bientb  met  be  €bet-moebige  Succada- 
nefe  ||eet  geöab  gabbe  /  berfcgafte  mn  geïèegenb= 
fjepb  genoeg /ïjem  ter  beegen  te  onbertaften/om  té 

C  4  bes> 


SW' 


4°  Rey s-B eschryving  van 

ItSfiT^Wtïm/  toat  in  fijn  öoefem  fcïmpïbe/  ffi  ton 
den  prins.  00&  piet  geïooben  /  tiat  oopt  2  bïeeffeïpe  ïgoeber£  / 
fit  biemalftanbetentegt  beminnen  /gtootet  gettou* 
mtgfjepö  met  ben  anbeten  bonbeti  ïjtbben  :  ïjp 
openbaarbe  mp  in  ’t  geheel  be  geïjepmen  ban  fijn 
ïjett/  en  tjabben  oojj  büaatïjjït  befïooten /  om  fijn 
mmVfiin'  haIve  broeder  de  voet  te  ügten,  en  als  een  Ufurpa- 
broeder  van  teur  *e  verftooten,  ]j)p  fepbe/  dat  hy  fig  in  ’t  geheel 
denthroon  OI^  lulks  uyt  te  voeren,  aan  mijn  goed -vinden  fou~ 
te  flooten.  de  gedraagen,  mp  obet  fuïï$  fnbebenfuug  geebeti' 
be/  of  het  niet  dienftig  foude  ,wefen  ?  de  Com~ 
Voorftei  pagny  tot  hulp  te  roepen,  baat  ïjetti  aan-beïangb  / 
om  hulppan  ÖP  ^3ae*  bod  gcttlOCÖ  /  de  onkoften ,  die  fy  daarom 
decoinpa-  Ibuden  komen  te  doen,  te  vergoeden,  hadhy  juyft 
de  middelen  niet  om  haar  ten  eerden  te  voldoen , 
hy  foude  fig  getrooften ,  om  fijn  land  tot  een  onder¬ 
pand  daar  voor  te  geeven ,  met  de  Compagny  niet 
alleen  te  accordeeren,  een  Fortres  aan  de'Zee-kant 
op  te  werpen  ,  neen ,  maar  ook  aan  fijn  diamant¬ 
mijn,  feggcnöe  betfcfjepbe  maaien  /  lbo  ik  mijn 
gefïgt  weder  krijg  is  het  wel,  foo  niet,  fal  ik  U, 
-É.  altijt  by  my  houden  en  de  Rijks-gefchaften  in 
handen  geeven  ,  beïjalben  bat  /  Vader  !  fepbe  ï)P 
(baant  foo  noembe  mp  bte  ï|eet)  Ik  wil  veelliever 
onder  een  eerlijke  onderwerping  my  felfs  aan  de 
Compagny  verbinden  ,  als  onder  de  dwinglandy 
van  een  trouwloofe  broeder ,  als  een  flaaf  te  ke¬ 
ven,  my  ontbreekt  geen  moed ,  (bOJfFÖP  fOiTtbujjlen 
upt  met  be  ttaasien  in  be  oogen)  en  middelen  zijn- 
.der  genoeg,  om  onfe  onderneeming  een  gewende 
.uytflag  te  doen  erlangen ,  want  ik  word  bemind , 
en  hy  van  de  onderdaanen  gehaat,  en  wat  valt  ’er 
meer  te  feggen ,  ik  hebbe  een  regte ,  en  hy  een  on- 
regtvaardige  faak  voor  ,  daarom  ben  ik  ook  van 
gevoelen,  dat  den  hemel  mijn  wapens  gunflig  fal 
zijn. 

©oojbaaat  heftige  booo?ben  ban  een  Heydenfe 
$pn£/  en  ble  ï)P  met  ful&en  inbjuft  baifi  te  upt* 
ten  /  bat  tb  genootfaaftt  boa£/  ïjem  baat  fn  te  ge* 
looben  /  ib  pjee£  fijn  <ü*befmoebigïjepb/  maat  ïjab 
inbet-baab  mebeltjben  obet  fijn  jetigt/  en  ongebaï* 
ïen/  bebonb  ïjem  ooft  in  alle  beeïen  goeb-aatbfg/ 

open- 


<5oed  ge¬ 
voelen  van 
4e  Roy 
«over  defen 
ïxias. 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  41 

epen-pertlg/  Pol  moed  en  öapperpepb  te  toeefcn/ 
feer  Paeï  gemaaftt  en  ongemeen  fcpoon  /  en  lieftpftHoedamg-  ■ 
Pan  pjeefen  /  Pjaarïijft  deugden  /  öie  een  pedet  /  Pan  heyd  van 
Piat  fïanb  bat  pp  ooft  sp  /  feer  toeï  Poegen  /  maat defcn  ?tws' 
©Ojfïen  bpfonbet  paffen  /pp  pja#  Votjöer^/ aï^  hip 
Pan  geen  #&taat#-faaften  <*ifamen  p?aateben  /  tipt* 
neemenbe  blp-geeftig,  ^ft  ftan  ter  beefet  uttre  nog 
iftet  befeffen  /  boo?  toat  mibdel  gemelbe  Jitaat#-  4 
bienaar#  agtet  on’fe  pepmelpfte  Petpanbeïingen  ge* 
ftoomen  spn/ ten  toaare  bat  ben  jonge  ©|in#/mo= 
geïijft  flg  felf#/  aan  een  Pan  fijn  P?outoen  fal  upt* 
gelaaten  Rebben. 

©m  U  Hoog  Edele  PerïigHng  te  geePen  /  toat 
Pan  bè  faaft  /  en  op  toat  Pao?  een  Poet  bat  fijn 
Pooj- geePen  fïeunbe  /  fal  ift  U  Edele  mijne  gebte= 
benbe  lieten  feer  geetne  /  pet  geene  mp  baac  Pan 
betoufï  i#/  meebebeelen. 

„  <©efe  ©?in#  onbet  fijn  ïanb-faaten  fteftenb/  met  Verhaai  van 

,,  be  naam  Pan  Pangcrang  Marteningrat ,  ben  011=  de  Roy  wee-* 
„  berbom  Pan  22.  of  23.  jaaten  berepftt  pebbenbeg^  dcfo» 
„  en  met  biergelpfte  ^eeben/  al#  Pooren  Petpaalb J>Iins- 
„  j #/  ftegaaft/  pab  ooft  be  gemoebeeen  Pan  fijn 
„  bader#  ingefeetenen  naar  pem  getroftften/  bog 
„  ï)P  Ponb  ebentoel  een  groote  pinbet-paalaanfpn  . 

„  palbe  bloeder  /  bfe  jn#gelijft#  niet  be  eec-rptel 
„  Pan  Parigerang  Pourbay a  pjonftte  /  gefpJOOfcn  lipt 
„  pet  ttoeede  puutoeïijft#  öebbe  Pan  fijn  Ijf  eer  ba* 

„  bet /de  ©optinne/  of  gerioembe  Marteningrat’# 

„  moebee  af-lpftig  3ijnbe/  nam  pet  gefag  Pan  fijn 
„  ttoeede  b?outo  niet  toennig  toe/  baar  beneePen# 

„  pad  öie  Dame  flg  in  bier  Poegen  in  De#  ©oiften 
„  gunfi  toeeten  in  te  toiftftelen/  bat  fp  pem  met 
„  gefupfterbe  tooojben  t’eenemaal  pabbe  Pieten  te 
„  bePieegen  /  om  PoojfcpjeePe  Pourbaya,  tot  fijn 
„  opPolget  in  ’t  rijft  te  Perftïaaten/  ’t  geenbu#da=  Sijn  tweede 
„  ntg  geftïaarb  toeefenbe/enegter  foo  Piel  bemoe*  broeder  tot 
„  ber/  al#  be  foon  met  be  ppoeging  Pan  een  boo#  °Pv°Jg« 

„  getoiffe  befpoangert  3fjnbe  /  flelben  3p  puntte  pelf*  verklaard. 

„  fe  p?afttfjft  te  toerft  /  om  ben  reet#  Perongelpte 
„  ©?tn#  ban  ’t  leePen  teberooPen;  pebbenbepemGeevende„ 
„  tot  dien  epnbe  onder  be  tPieebe  /  of  derde  pand  prins  vergift 
„  toeeten  Pergift  in  te  geePen/  Piaat  boo?  pp  niet*». 

C  f  aU 


42.  RèYS-BeSCHR  Y  VING  VAN 

„  alleen  in  een  fteftte  Wel /neen /maat  ooft  ban  bfe 
^9wind“  ”  $ö  af  öat  ongemaft  aan  fijn  geftgt :  t  boo?-nee* 
wlerd.  men  ban  bie  tmeebe  ftief-moeber  en  ttoutoeloofe 
*  bjoeber  bu£  berre  naar  taen£  upt-geballen  3ftn* 
„  be/  bogt  Pourbaya  ftgognoobig  tftbte  3tjn/  om 
„  fijn  fcftelmfe  col  upt  te  fpeelen/  en  ftet  mom- 
„  aangeftgt  t’eenemaaï  geïigt  ftebbenbe  /  fonb  ftp 
,,  een  partp  ban  fijne  |Bede-ftanber£  naat  ’t  pa* 
„  ïep|  banfljnfleftelgfteen  ftlinbe  bjoebet  /  be  toel- 
word  van  ftc  ftetn  fijn  bjonto  en  jutoeeïen  op  een  getoelbige 
iSssien  ’■>  bJtjfe  ontnamen/  fortbet  bat  ftp  pet$  ftonbebp 
beroofd.  „  bet  ftanb  neemen  /  om  fuïfte  openbaart  toobe* 
„  rpen  tegen  te  ftaan  /  ’t  toa$  ftem  niet  onbeftenb 
„  bat  Pourbaya  op  fijn  bjoub»  /  om  ftaat  Weerga* 
„  beïoofe  fcftoonftepb  becfteft  toa£  /  maat  ftab  noopt 
»  foo  flout  getoeeft  /  om  in  fijn  b?oebe$  gefonbftepb 
»,  te  bueben  benften/’t  geen  ftp  in  fijn  fleftte  onbet* 
„  nam  /  ’t  Welft  aïbu$  bertigt  3ftnbe/bonb  men 
„  berber  goeb  / '  onber  boo?Wenbfel  /  van  hem  te  laa-* 
.j,  ten  geneefen  ,  naar  Banjer  Majjtng  te  fenden. 

#p  bfergeltjfte  Wgfeban  ftonft  geraaftt  Weefenbe/ 
Wijlen  fp  op  Succadana,be  baab-fugt  bet  Btjft^-groo* 
ten  ban  Banyer  foobanig  tót  ftunne  hoordeel  te  ge* 
|  lat-fiigt  Bjupften/bat  fp  met  gefcftenften  foo  beef  te  Weeg  b?ag* 
Bjjbs-groo-  ten  /  bat  be  bneben  ban  Martiningrat  bpanben/ 
teu.  ^  be  Weïfte  meefit  anberg  niet  al£  liften  en  gebepnftftee* 
denüeftelfben/  ban  een  feer  goede  uptWerfting  Waa- 
ren.  ï$ad  Ijp  nu/ met  bie  Weöet-Waatbigfteeden  in 
fijn  epgen  baberlanb  te  lijden  /  foo  geluftftig  geWeeft/ 
om  in  een  bjeiemb  lanb  ruft  te  moogen  genieten/ 
ftet  foube  te  berfetten  geWeeft  3gn  /  maar  neen/ 
Want  op  Banyer  ftomenbe/  en  fijn  tweede  bjouW 
mebe  geïgagt  ftebbenbe/  Wierb  öè£  Stoning^  b?oe* 
Broeder  des  bet  /  Pangerang  Ammin  genaamt/  bet  op  beélieft/  bie 
xonings  fp  ftem  boo|  een  betfoepeïtjfte  lift  af  ftanbtg  maaftten/ 

vaiieft  op^  moetende  bien  becbjuftte  en  getergde  nog 
fweede  ebenWel  gebuid  oeffenen/  niet  tegenftaanbe  bat  ftet 
«rouw.  ftem  aan  geen  bappetftepd  onttgaft  /  maat  men  ftan 
ligt  bebjoeben  /  bat  óin  pet$  te  bonnen  onbet-nee* 
men/  al  feftoonbat  ftp  nog  foo  berongelftftt  Werd/ 
men  feftetltjft  fijn  geftgt  benöobigt  ié  /  en  batbiaa* 
ren  be  reebenen  /  bat  fp  met  geen  genoegen  fgn 

m* 


Jagob  de  R  o  y.  45 

geneefing  gaarne  geiten  Ijabben  /  egter  betfsteeg 
blen  $ter  beclof  /  bat  ift  met  be  geneefing  foube 
boojt-baaren  /  gelijft  ift  feergetoilïig  beebe/  en  baat* 
om  fogten  bie  ftupcljeïaar^  toeberdm  nieutoe  liften  / 
om  mijn  begonne  toerft  te  btoat^-boomen  /  met  on£ 
ban  ben  anberen  te  fcljepben :  tot  toelften  epnbe  fp  ZTdcn  an- 
Ijaat  bebienben  ban  fefter  Portugees  ïsapitepn  /  Joan  dcren  ge_ 
Baptifta  genaamt/  be  toelfte  met  fijn  fcljip  ban  fciieydeo. 
Maccouw  geftoomen  toa#/  om  baat  een  lagbing 
pepet  te  ïjalen. 

3©eï-gemeïte  ïkapftepn  ban  onbertegt  toeefenbe/Een  ïonu- 
ban  ’t  geene  öem  in  mijn  opligt  te  boen  ftonb/sees 
quant  boben  met  een  aanfienigft  gefeljenft  beo?  be^k  ge- 
ïtoning  en  ftoningtnne/  naar  fijn  ftomfte  berboeg-  fchenken 
be  ftp  fig  ten  eerlien  naar  mijn  toöon-pïaatö  / voor  de  jj°* 
bp  meer-gemelte  §|?iu$/  baat  ift  boenmaal£  ftC' Ko' 
fceïijft  te  beböe  lag/  en  boojt^  met  ben  felbein  ö 
gefpjeft  geraaftt  jijnoe  fogt  ijp  met  De  aïber-betoecg* 

Ifjftfie  tooojben/bie  pemant  ftan  upt  boefemen/te 
betoeegen/  om  ïjetgepïfaamfte/  boot  ftet  betbetf* 
feïtjftfte  te  ftiefèn/  en  be  Heydenfe  natie  af  te  bal* 
ïen  /  en  mp  onbet  be  Chriftenen  te  begeeben  /  toaat  sün  voorM 
toe  Ijp  fepDe/  dat  God  my  een  middel  genoegfaam  de 
aanwees,  vermits  dat  hy  my  fijn  fchip  aan-bood,  oy’ 
om  daar  mede  naar  Maccau'u)  te  vaaren  ,  óf  anders  - 
naeen  bequaam  vaartuyg  om  tefien  ,  waar  in  ik  met 
mijn  volk  om  een  goedehéen-kómfifoudekonnen 
foeken  ,  betftlaatenbe  /  van  God  en  Confidentie 
weegen  genootfaakt  te  weefien  ,  al  kollen  ’t,  wat 
het  wilde  ,  tot  behoudenis  van  mijn  en  mijne  mede* 
makj^s  ziel  en  laligheyd ,  ons  daar  toe  de  behulp- 
famehand  te  bieden , 

’t  goube  toaarlijft  een  ftaaïe  ïjert  moeten  toefen 
bie  fig  op  fuïfte  fttagt-babige  /  en  boot-bjingenbe 
reebenen  niet  liet  betoeegen  /  en  baat  öp  ooft  bet* 
toeemb  ban  ’t  Chriftendom,  bie  naat  fooeenbooj* 
fieï  niet  quant  te  ïupfteren :  jaa  [nfonbetïjepb  toan* 
neet  bie  beloften  met  fuïfte  ftooge  eeben  bebefiigt 
toetben  /  aï^  boo?fcïj?eebe  ftapitepn  boenmaal^ 
beebe  /  ift  anttooojbe  fteitt  /  ten  hooften  dankbaar  Antwoord 
te  zijn  voor  fijn  beleefde  aanbiedinge,  en  dat  ik  de  de  R°y 
felve  met  hert  en  ziel  aannam  :  ’t  geen  fjem»  bp*  1  °l’ 

fon* 


Gaan  met 
gefchenken 
ten  koof. 


Verfoek  aan 
den  Ko- 
ning. 

Toegeftaan. 


Broefheyd 
van  den 
Prins  hier 
pve& 


Beklaage- 
lijke  woor¬ 
den  van 
den  Prins. 


Groote  ge¬ 
noegend- 
heyd  voor 
den  Prins. 


44  Reys-Beschryving  van 

fonber  aangenaam  fcljeen  te  jtjn  /  en  berfogt  mp 
öaar-en-bOOben /  met  hem  mede  te  gaan,  tot  het 
over- keveren  der  gefchenken,  die  hy  voorgenoo- 
men  hadde,  aan  den  Koning  te  doen  ,  baant  aïgf 
ban  broeder  fepbe  ï)p  betbet$/is  ’er  geleegendheyd 
om  te  fpreeken. 

Wp  begaben  ong  ban  upt  ben  ftup£/  en  gingen 
met  een  pjagtig  gebolg  bee  nijh^-geooten  naar 
’g  ïkoning^  Jfof  /  en  berboïgenl  ter  geïjoot  toe* 
geïaaten  toerbenbe  /  betfogt  ï)p  toaarïtjft  bp  ben 
ïtoning  betgunning  /  van  my  te  moogen  mede 
neemen ,  boaar  op  ten  eerden  öooj  be  boo?fp?aaft 
ban  eenige  naab^-fteeren  begunfligt  5önbe/  berftreeg 
ÖP  /  ’t  geen  lip  begeerbe/  bie  baar  ober  intoenbig 
betljeugb  toaaren/tet  faafte/  bat  ïjunne  ïifien  fuift 
een  geboende  uptboering  quamen  te  neemen/  befe  on* 
aangename  tijbingtoierb  aan  ben  J^in£/  mijn  ©oe* 
fier-fteer  ten  eerden  aangebtenb  /  bie  baar  ober  ban 
m$-moebig]f)epb  bitterïijft  begon  tefcïpepen/  en  in 
fijn  aantoeefen  toierb  mp  ooft  aangefegt/dat  ikmy 
ten  fpoedigfte  foude  hebben  klaar  te  maaken ,  om  uyt 
de  naam  des  Konings  naar  ’t  PortugeeJJe  Schip  te 
gaan.  ' 

Hen  armen  $?in$  boer  boo?t  met  fijn  ftlaagen/ 
en  mp  ombengaï^balïenbe/  botd&pupt  met  befe 
ftlaagltjfte  en  5iel-b?eeftenbeb300?ben/  Ach  Vader, 
fepbe  ï)p  /  ik  fie  wel  dat  wy  fcheyden  moeten ,  edog 
wat  is  ’er  aan  geleegen ,  al  fchoon ,  dat  fy  my  belet¬ 
ten,  dat  ik  mijn  gefigt  niet  weder  kan  krijgen,  foo 
fullen  fy  my  egter  niet  beletten  van  U:  E:  tot.’er 
dood  toe  te  beminnen, 

JPaarltjft  ift  moet  beftennen  /  bat  ift  alle  mijn 
dantbadigljepb  ban  nooben  ftabbe/om  be  ftragtige 
pttftfteïen  ban  geneegentftepb/bien  ift  boot  bienC* 
bèlmoebigen  ï|eer  ïjaööe  /  in  te  toornen  /  toant  be 
traanenbegoftben  mpban  gelijften  oberbebuangen 
ban  toee-moebigftepb  te  biggelen  /  en  ftonbe  ftem 
ber&alben  geen  antbtoojb  geeben/  maar  bagt/  in* 
bien  ftet  nietgefcïjieb  toa^/ift  foube  ïjetniettetoerft 
gedelb  ftebben  /  bael  boomamentlp/  inbien  bat  ift 
gebjeeten  ftabbe/  bat ’er  foo  een  groubjfaam  fenijn 
in’t  berraber^  fiect  ban  bien  Hobloofen  Dooper’,  ift 

meen 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  45 

meen  Baptift  met  fijn  infaame/  en  <©ob-bergeete* 
ne  Cceatuucen  gefcbupld  ftadde  /  toant  in  De  plaats 
ban  onfc  2iel  te  tuülen  heftouden  /  badden  die 
©uprijelaar^  een  aanffag  metdeHeydenfe  ©ijftg-  Goddeloos 
gcooten  bailBanyer  gemaaïtt/  om  ons  keven  aan  t’famen- 
haar  vervloekt  moord-geweer  op  te  offeren  ,  als?  Jjïf*??® 
ïtfer  naac  fal  aangetoeefen  toerden  /  Den  armen  Portugees 
©ling  betoonde  mp  de  ïaatfïe  pïigt  /  ten  aanfïen  en  de  Rijk*.; 
dat  bp  nip  felfg  aan  boojd  b?agt  /  op  dat  mp  gr00ten- 
geen  ongemaft  ondectoeegen  foude  aangedaan  toet* 

Den  /  naar  dat  affctjepD  ban  den  anderen  genoo;  °e  Pl!ns  ea 
men  badden/  beerde  dje#^n^  naar  pjn  tooon-bupg/ 
en  fto|t  daaraan/  toeedcr  naar  fijn  Stand  /  eniftvanmat- 
quam  ondertuffen  bp  mgne  bittere  ©panden/  pg  kander. 
egtet  geïaatende  bjienden/  maar  in  fdjtjn  /  toant 
toierd  toel  met  groote  beïeeftftepd  onthaald. 

benige  daagen  daar  naar  /  'begonden  fp  ftunne  De  Porti!- 
aanpagen  in’ttoerft  te  Pellen/  fp  badden  daneengeefenbc- 
groote/  en  eenftlcpne  Maccaffaarfe  longen  mede  huR 
genomen/ onder booigeeben/  datfy  die  aan  boord  meiu  ' 
wouden  verbergen ,  op  dat  defelve  my  niet  ontno¬ 
men  fouden  werden  ,  foo  mede  d’Europianen ,  en 
naar  dat  die  toeg  toaaren/  quam  den  45oubet= 
neur  ban  de  ^tcant-Negery  of  daar  fp  boo?  ges 
anftert  ïaagen  /  genaamd  Tatas  aan  ong  boo?d  / 
betoeïfte  een  feer  tojebeï-moedig  /  en  een  dooi-pee* 
pen  bedrieger  toa£  /  om  pemand  met  een  baïfe 
pjafttgft  /  of  doo?  getoeld  /  ’t  pjne  afhandig  te 
maaften  /  gelijft  niet  duppet  af  te  neemen  i$  / 
upt  ört  naar-boïgende  paaïtie. 

©p  dan  met  mijn  gebepngde  blinden  ober*  ?7SV!U1<Ien 
leg  gemaaftt  Ijebbende  /  toat  hem  te  doen  Pond / ^Negerr! 
fond  bP  ten  eer  Pen  eenigeban  pingeboïg  naarmp 
toe/  om  fodanige  yo  ©ij&^-öaaldergte  bolderen  / 
aï$  dien  Falfaris  fepde/  aan  hemfchuldig  te  zijn, 
ift  becfcöliftte  fjier  ober  boben  maaten  feer  /  en 
biaagde  baat  /  of  fy  by  de  verkeerde  man  niet  en  Antwooi 
waaren,  daarfpop  antb)00|den/  van  neen,  maar van  de  Roy‘ 
wel  te  weeten  ,  dat  fy  by  my  moeften!  zijn  ,  en 
ingevalle  ik  de  ge-eyfte  fomma  foo  ten  eerden  niet 
en  quam  te  voldoen  ,  foo  fouden  fy  mijn  Volk' 
medt  neemen  ,  ift  fogt  baar  dooi  goede  tooo?öm 


4^  Reys-Beschryving  van 

Weder-fi’d-  otl?  tc  f£ttm  biet  uptÈguftfeïen  /  dat  nooyt  van 
fc  woorden.  m'.in  le.even  den  Gouverneur',  als  nu  gefien  hadde, 
veel  minder  van  hem  de  ge^eyfte  penningen  genoo- 
ten  te  hebben,  bog  bic  boeben  fcpben /  met  ronbc 
tooo?öen  /  dat  fchoon  ik  fchuldig  was  of  niet,  eg- 
ter  moert  betaaien.  <Been  ongetegtfget  faaft  1$ 
tiip  /  bat  ift  tocet/  oopt  te  booten  geftoomen/  est 
’t  toa^’teerfie  ban  mijn  ïeeben/  bat  ift  met  fcöitï* 
ben  In  te  maanen  Dab  ften  tooben  /  en  moefï  bè 
gemeïbe  fomma/  ooft  aan  Die  Dtoingetg  aan  gang? 
baarc  munt  telïen  /  baant  be  Portugeefe  Chrifte- 
nen ,  bat  { <0oD  bectett )  mijne  b?oéber#  toaaren  / 
Begonöen  mp  felfê  tegen  te  fpjeeften  /  en  bat  eetis 
ïijft/  Otn  bat  fp  fépben  /  dat  den  Gouverneur  fulks 
meer  gewoon  was  te  doen  ",  en  foo  ik  geen  geld 
en  hadde  ,  foo  foude  ik  die  3  meyden  ,  aan  haar 
Verkoopen  ;  want ,  fepben  fp  /  ’t  is  beter ,  dat  gy 
ons  defelve  overlaat,  als  datfe  dog,  van  dat  Volk 
weg-genoomen  werden,  2fft  btfpeutbe  /  maat  té 
Iaat/  Dat  ïjet  een  opgenoomen  fcftelm-fïiift  toa£/ 
en  baat  en  booben  genootfaaftt/  geïb  op  te  brem 
gen  /  baat  ift  geen  geïb  fcftuïbig  toag  /  Dog  toag 
aan  b’anbje  ftantbctbïtjb/  bat  ift  ftunne  roef-gtés 
tige  ftïaautoen/  fooöanig  ontfnapt  toa£* 

Die Godde-  JBaat  heïaa£ !  omtrent  8  baagen  baat  aan/ 
loofe  boè-  guamen  bie  onregtbaatbige  fcftuïD-epfirerg  toebets 
ven  koo-  om  aan  mp/  op  De  totjfe  aSé  booten  /  niaancnDe  tot 
Teede-1  etn  foiiuna  te  betalen  /  Dien  ift  niet  fcftulbig  toa$  / 
awaï.  ebog  niet  meet  aï$  35-  öjjft^öaaïöers?  in  be  toets 
relb  beftttenbe  /  toaaren  be  Portugeefe  bjienben  ten 
eetfïen  geteeb  /  om  be  tejt  baat  bp  te  leggen/ 
öeg  anbeten  öaagd  /  guam  ben  Portugeefen  fta? 
piteptt  /  ïüoopman  en  Pater ,  tnp  quanfup^  / 
onbet  fcfnjn  ban  bjinbfcftap  aanbienen  /  bat  ift 
tot  beftoubeni#  ban  mijn  cpgen  ïeeben  b|p  bejl 
,  ,  boen  fouöe  /  een- kïeyn  handig  vaartuygje  te  koo-> 
denken  ’  Pen  1  ötcii  ift  met  mijn  3  of  4.  brquamtijft  ftonbe 
vaarwyg  tetegeeren  /  en  baat  mebe  om  een  anöer  fcftupï- 
koopen.  pïaat^  te  foeften  /  maat  ift  /  bie  aïteebe  foo  beel  on* 
geïijft  ftabbe moeten  betfttoppen/  betftïaatbe  ftaac 
tonb  üpt/  dat  ik  tien-maal  liever  getrooft  was,  in 
alle  haar  aanfien  te  fterven ,  en  een  korte  dood  te  heb- 
-  '  '  ben 


Jacob  de  R  o  y.  47 

ben  als  een  lang ,  en  rampfalig  eynde  te  gaan  foeken. 

<Defe  betraaDerfe ïjeïffe  doofte-bjanöen  /  bcfpeu; 
rcnöe  /  Dat  ib  naat  hunne  fcljeïmfe  boo?-ddhug/ 
niet  toilöc  fupflecm/  geen  auöece  taab  toeetenöe/ 
maaftten  3p  Öebetoude  Maccaffaarffe jongen  tegen$  geerenrb{.'. 
ttip  op  /  om  mp  öog  ban  ham  te  helpen,  maat  weeg»  ee» 
Danh  3P  Dien  Blmagtige  <©ob/  Die  ftiïfc#  genabe;  i°ng=n 
lijft  beeft  behoeö  /  taant  De  jongen  in  ’t  ïjup^  flt'  ;e!t^ts 
bomen  tocefenöe  /  öaac  ibtoa#/  biel  mp  te.  boet /den. 
en  openbaacöe  mp/  toie  hem  baar  toe  gccaabcn/ 
mitfgaöeré/  toat  loon  Dat  ftp  Daar  booi  fouöe  ge;  ’t  welk  de 
nooten  hebben/  te  toeeten  2  ï$nh£-Daalöer  g  /  jtjn;  Jonse  felfs 
De  nog  Daar  en  booben  met  een  Krits ,  en  Pook ,  M* 
om  fijn  uptboecing  te  Doen  /  ban  Die  fielten  boojfien. 

^>p  onöettuffen  mechénDe  /  Dat  haat  boo?netmen 
ten  opfïgte  ban  De  jongen  /  bjugteloo^  afgeloos 
pen  taap/  Singen  fp  gemelDe  jongen  bp  Den  43ou; 
betneut  /  45oö  toeet  /  toaat  meDe  bettgten  /  en 
nioejl  Detïjalben  baat  in  hup$  Mtjben  /  toaatïijft 
hacDe  bepjoebinge  /  en  betoeïhr  ooft  een  fpoebfge 
bctanDeting  bet-epfie  /  anDet£  ban  men  quaïtjft 
befeffen  /  Dat  pemanD  bequaam  (g  om  Defelbe  aU 
temaal  te  bonnen  tocöecfiaan  /  Dog  het  beheföe 
4&ob  betïigting  te  geeben  /  ten  tijDe»  /  Datiftöaae 
’t  minde  op  Dagt  /  niet  te  min  /  moed  ift  nu  nog 
Die  toen  uptdaan  /  Dat  mp  Die  boo^-toigten  toeüet=. 
om  tot  betaling  ban  2?  ïïghg-baaïöetg  /  Detoeïfte 
De  Portugeefen  boo?  mp  betfehooten  fjabDen  / 
alg  meDe/  anbereaj  öijb^-Daaïbet#/  Die  fp  qua;  Nieuwe  eyr- 
menepffen/  obec  berteetbefpjijg/  en  anöetdmg  /  gI™ 

met  nader  ordrevan  daar  te  moeten  vertrekken.  neut. 

%l\  liet  Dien  ontegtbaatbigen  <85oubetneut  bet; 

foeften  /  dat  hy .  my  ter  plaatfe  foude  gelieven  te 
laaten  brengen ,  waar  ik  van  daan  gekomen  was , 

maat  ’t  haböe  geen  ingang/  onttentbiequanten. 

ÜP  bp-naat  taabcloog  /  betfogt egtet  eenige  Dagen  Verfo,k 
tiptdel  /  maat  honbe  niet  meet  aï£  2  etlangen  /  aan  deft 
tot  bu$  bette  toa^ift  tocbecom  Dooj  taifpel-timrig  a  Goiiver- 
IjepD  Det  Luk-godin  op  ’t  upstetfle  gebjagt/  ftm;neur- 
bet  te  bonnen  beöenben  /  toat  ih  bp  bet  hanD  fouDc 
neetnen  /  taant ’tgeene/  Datmp  h^meefle&eöjoefs 
be/  taa#/’  Dat  ib  gera  getoeet  en  ffaööe  /  alg  ten 

'  Par-* 


Gaat  met 
een  Canoo- 
tje  uyt  Taa¬ 
ien» 


Is  in  groo- 
te  bekom¬ 
mering» 


Komt  by 
eenige 
Vaartu  ygen. 


Word  van 
een  Johoor- 
fe  Ambafla- 
deur  onder¬ 
vraagt. 


4§  ReVs-Besgur YViNG  van 

Parrmg ,  bleu  (ft  geRogt  Rabbe  /  om  tjout  te  Rap* 
pen  /  ebentoeï  moefi  ’et  een  fpoebige  beranbering 
Romen  /  toant  Ronbe  geen  uptfïel  langer  lijben  / 
ift  Reeeg  ban  betlof  /  om  met  een  kleyn  Cavootje 
te  moogen  uyt  vaaren  gaan ,  als  of  ikgeneegen  had- 
degeweeftommy  tewaffen,  ’tgeen  iR  ligtelijR  bet* 
Rreeg/tecfaaRe/  batbeanbete/  algpanbg-ïupben 
onber  befe  grópenbe  3©olben  bleeben. 

-  13&  flapte  ban  in  ’t  Canootje  en  feitten  Bet  met 
ong  ttoeen  aan  ’t  toepen/  of  Pangalyen  en  moefïcn 
rupm  z  mijlen-toeegg  afleggen  /  ecebattet  plaatfe 
gtiamen  /  oaatbeChineefenenanbece  j|anbeïaar£ 
tooonen  /  ongemeen  Ratb  biel  ortg  Dien  fpitg  af 
te  bijten  /  baant  roepben  ong  fomtoijlen  foo  moe* 
be/  bat  top  magteloog  toaaten  /  en  becRalbenge* 
noot-faaht/  otn  een  toepnigje ter uflen/  alptoan* 
neet  top  toeberom  in  bupfenbetlep  beRommetinge 
faaten  /  en  niettoepnig  beöugt/  Dat  fp  ondroog* 
ten  Ramen  te  berbolgen  /  toeiRe  toan-Roopige  ge* 
Dagten/  ong  foo  feet  aan  be  bjoeföepb  obee-gaben  / 
bat  be  toebïugt  naamen  tot  be  tcaanen  /  en  af$ 
Bet  Bert  fig  foobanig  ontïafï  Rabbe/  maanben  top 
maïRanbeten  aan  /  om  op  onfe  behoudenis  tè 
denken ,  bog  Ronben  toepnig  boojbeelboen  /  ten  op* 
figte  ban  be  (letReaftoatering/  ’tBeitgt  mp  niet/ 
bat  iR  mijn  leebenbaagen  foo  ecnftönhftelijReat* 
bepb  boojgejfaan  Beb  /  egteemet  ong  felfê  afgemat 
te  Rebben/  gtiamen  top/  baat  eenige  ©aattupgen 
geanfiertlaagen/  onber  anbere/  paffeerben  top  eert 
baar tupg/ baat  een  Johoorfe  AmbaÜadeur  op  toa£  / 
ban  tofi&erg?  ©olR  top  aangeroepen  toictben  /  alp 
toanneertop  niet  alleen  anttooojö  gaaben  /  maar 
ooR  aan  boo?b  gierbens  toanneer  iR  Bet  geïufi 
gnam  te  treffen  /  om  ben  <0efant  felfp  te  fpjeeRen  / 
betoelRe  mp  ernfïig  afbjaagbe/  hoe  dat  ik  in  de- 
fe  Land-ftreek  gekomen  ,  en  wat  my  verders  we- 
dervaaren  was;  baat  iR  Rem  naat  be  Ro?tRepb  Dep 
tijbp  op  alle#/  befcRepb  gaf  /  en  niet  tegenfiaan* 
be  /  bat  bien  Ambaifadeur  boo?  een  booptaatn 
gee  Uoobet  befaamt  toap/  bep  niet  te  min  Reeeg 
Bp  meöe-lpen  met  mijn  ^etfoon  /  en  naat  bat  om? . 
toateeten  Babbe  laten  geben  /  bebal  BP  mp  /  in 


J  A  C  O  B  0  E  R  O  Y.  43 

fijn  Vaartuyg  te  blijven  tot  des  anderen  daags,  aï$ 
siMlWeer  Ijp  mp  beloof  be/  naar  de  Neger  y  te  gaan ,  om 
de  ge-ey fte  fchuid  voor  my  te  betaalen  onder  beding , 
dat  ik  my  als  dan  foude  verpligten ,  om  met  hem  naar 
}ohoor  te  vaaren ,  aïtoaarmer  be  aanbomfte  ter  ge* 
ttielöe plaatje/  ïjptttp al# ban beloof be/  by  de  Dee- 

nen ,  ot  Engelfen  te  lullen  helpen.  „  . 

^[ngebolgc  fijne  <j£bel-moebige  toefeggjnge  /  fïap* 
ten  top  in  fijn  ïïoep-baattupg  /  en  quamen  bp  üefe  tUyg. 
Godloofe  Chriftenen ,  (mant  foo  noeitiöe  j)P  öefelbe) 
en  naat-bat  l?p  flg  ban  öe  fcfjulb  gelhfojmeerö 
Dabbe  /  beraalöe  tjf  ’tgeene  fp  quaamen  teepflfen/ 
en  nam  boen  alle  mijn  ©olb  mebe/  uptgefonbert/ 
een  blepn  mepjfje  /  en  be  betonfte  Maccaflaarfe  jon* 
gen  /  dien  ib  baat  laaten  nioeji  /  op-gemeïbe<ü5efant 
biaagbe  be  Portugeefen ,  fomtoijlen  met  een  feec  bit$ 
gelaat;  ot' fy  altijd  foo  barmhartig  waaren  ,  baat  Harde 
bp  boegenbe  /  dat  hy  by  gelegentheyd  ook  diergelijke  woorden  *e* 
medoogentheyd  over  haar  natie,  by  ontmoeting ,  als  tgUgèefen°r" 
hy  haar meefter  was,  foude  oeffenen ,  als  hy  Gefaitt 
quam  te  befpeuren ,  dat  fy  my  deden . 

betre  bet  fioebje  te  boben  gebomen  3tjnde; 
meenbeib  getufieïp  te  bonnen  leeben/  maat  neen 
ib  moefïnogalmeecbet  ban’tgebaï  gefïlngett  toet* 
ben  /  taant  be  Portugeefen  fjabbm  al  tueebet  een  Nieuwe 
aanjTag  gefmeet  /  om  mijn  bebetf  re  bjoutoen ;  ïjeb*  joxmfee 
benbe  be  jongen  bmeben$  een  gefcïjenb  boobqn  ge*feJk' 
bjagt  /  baat  ïjet  mensje  aanbelangt/  biet  toeegen 
berontfcbulblgben  fp  tjaat/  tetfaabe/  dat  het  fel- 
vecbnften  gemaakt  was;  vóat  bun  aanb?engen  bet* 
der£geb)eefii$/  btöbeib  niet  bonnen  te  toeeten  boos 
mm/  maat  b?agtenegfet  foobeel  te  toeeg/  baf  be 
tftonlng  mp  dooffgn  eetfie  <&taat£-blenaarbjebetom  t>e  aoy 
banbefeïupben/  liet  bobberen;  boeröenöe  ban  boa?  word  van 
ben-Voaart^  geboetb  /  onbét  boojtuenbfeï  /  my  te den  Komdns 
fullen  laaten  geneefen  van  eenfiekte,  die  my  fchie-  8ev0ïaet  ' 
lijk  overgekomen  was ,  bjerdenbe  betbolgenj?  met 
een  jïablnne  In  een  fcijep-baartnpg  gefet  /  enbenan* 
bet  ten  bupfe  ban  ben  eetflen  flpa-raaö  gebtagt/ 
toatbe  betbe  aanbelangbe/  öle  foube  tot  nabet  0£» 
b?e  bp  benlïmbalTabewtbetbïöben/  mp  tolett  in  ’s 

de  Roy.  P  Chj» 


Word  van 
de  voorige 
Chinees 
wederom 

ontmoet. 


Krijgt  fijn 
Geweer  we¬ 
derom. 


Waar  door 
hy  groote 
moed 
fiihept. 


fö  Reys-BeschrYVing  VAM 
Chinees  Cainpön  een  leedfg  pup£  tot  mpnberbïpf 
aangebieefem  We  faaPen  üupöanig  gefepapen  3pm 
de/  ontbjaP  ’er  niet  meet  /  al£  bat  die  <ö5ob-ber* 
getene  menfcpen  /  mp  niet  lebendig  ’t  bel  ober  ’t 
pooft  quamen  paaien. 

ÜlnrtetfpP  bebjoefde  iP  nip  /  bat  ili  foo  onregt* 
baardig  /  ban  mpn  arme  ©olP  berooft  biierd  /  te 
meer  /  om  batfp  niet  mp  alle  die  ftribbelingen  upt* 
gegaan  padden  ert  Ober  fulP$  ban  punne  getrotts 
toigpepd  /  t’mpnen-biaart£  genoegfaam  berfePert  / 
mpn  maag foude fePerlpP gepongect pebben  /  indien 
den  Chinees  pier  booren  gemelt  /  debaeïPe  on$  foo 
milöadelpb  bedagt  padde  /  niet  bieder  padde  ont* 
moet;  jgnde  die  man  boben  dien  tot  Sabandhaar, 
en  poofd  ober  0jn  naatie  aangefteïd/  bebieïPein  geen 
gebjeePen  en  bleef/  banmp  bp  te  gaan/  mp  daar™ 
en-boben  eenlge  middelen  tot  pet  berpeïpen  ban  mpn 
quaalbefcpaffenbe/  blaat  doojiP  in  ’tPo?t  tot  mijn 
boorige  gefontpepd  geraapte/  fp  padden  biel  Pon* 
tien  befpeuren  /  dat  mp  die  man  genegentpepö  toe* 
tgoeg/  en  daarom  bia$  pem  grengelpp  berboo* 

den  /  my  by  den  Koning  gehoor  te  doen  verke¬ 
nen. 

Hh  ’t  midden  ban  befe  rampen  gcdompelt  leg-* 
gende/  bequam  biederom  een  boepnigje  becïigting  / 
mant  de  bebiufïe  Snaphaan,  en  Pi Poolen  met  mpn 
éèrfïen  aanPomff  ;  mu  ontnomen  3pnöe/  Preeg  ik 
Öe  felbe  toederomisipandenomtebériiTaaPen/  bet* 
itiitj?  'dat  mét  den  obergaafbandieluaapen^/  upt 
boojöagt  de  Mepne  béére  ban  de  aftrePPet$  afge* 
nomen  /  en geMjgen padde/  biaat doojfp  onbinpp- 
baar  ’toaatên  geVbójden. 

’t  ©ooifcpieebeu  gebleet  in  panden  bePomende  / 
en  de  beeren  daar  op  gegéid  pebbènde  /  begon  mpn 
moed  gebieï&igtöeteneemen/  bérinit^  dat  iP  /  al$ 
een  ttoeede  Samfon  mp  feïfê»  inbeelde  /  dat  ’er  nie¬ 
mand  tegens  my  gepand  was  ,  iP  laadenfe  OOP  al* 
le  djie/  pedet  met  ^  Poegeïë  /  en  begaf  mpbooi  öe 
beur  ban  mpn  biooning  /  om  op  den  eergeti 
iSföató-dfenaar  te  paffen/  betmifë  pp  niet  ten  on* 
iegteban  mp  in  agtet-dogt  i»a£  /  al|  de  man/ 


ï  A  C  O?  DE  Rot-  f  ï 

&Se  be  eerde  betoergpnbe  oojfaak  pan  aïïc  mijn  toe-  .  . 
bge-toaarbigkeeben  toa$/  kebbenbe  ban  badeïp 
boengenoomen  /  om  dat  Monfter  van  gierigheyd  naar  <i00. 
Van  kant  te  helpen ,  en  de  red  te  geeven ,  aï?  toel  den. 

toeetenöf  /  bat  Rp  noob-toenbig  mijn  beur  boo?  bp 
moed  teren. 

%e  gopbe  Chineefe  Sabandhaar  Riet  ban  bè 
toeetkni'gertöe/  enocktoel  flenöc /  bat  fjet  getnoeb  Waar  te 
fóo  fep#  betbifterb Jte$  /  bat  ik  in  mijii  teo?nee=  gen  de  Chi» 
men/  onoerfetreïijft  bleef/  ging  bien  man  ( omaïïeneesvoot- 
ongcmaftken  koot  rekoomen)  ben  ftoning  aanöie=fiet- 
tien/  togtet  omging/  toant  öie  man  toaf  foo  feer 
btbieed  j  bat  ik  mijn  aandag  foube  upt-boeren  / 
bat  |g  mp  toiïöe  onöer  ’t  lijf  koorden  /  toaat  boo? 
genootfaafit  toa#  ;  hem  felfs  te  dreygen  ,  ep  alle 
die  geene,  die  lig  tegcns  mijn  voorneemen  wilden 
tegen-dellen  ,  de  eerde  koegel  te  lullen  fchenken; 
al$  toanneec  kp  dfl  ban  genootbjukt  bonb  /  tiaar 
’t  i|pf  te  gaan  /  en  kan  ook  ïjepïigip/  bp  <£5oö/ 
en  mijn  Confcientie  berkïgaren  /  bat  mijn  meening 
bolkoomen  top  /  om  dien  baad-fugtigen  Staats¬ 
man  ,  naar  d’andre  weereld  te  fenden, 

|Baar  toieeb  op  ïjet  berigt  /  ban  gemeïbe  Sa-  beRoybjf 
bandhaar,  ten  eerden  bp  ben  honing  geroepen  /  toer-  gewfpen  "s 
toaatt^  ik  mp  met  bolle  getoeer  begaf;  toetbenbe* 
foo  gemaapenb  aï$  ik  toa£  /  boof  Rem  gebjagt/ 
toant  be  toagreis  Ijabben  mp  niet  konnen  betoee* 
gen/  om  öefelbe  af  te  leggen/  ’t  eerde  bat  mp  Die 

ïloogïyepb  btaage  toag  /  of  ik  wel  wilt  in  wat  Land  Verfchijnr 
datikwas?  toaat  jopik  kern/  met  een  onberfcljioftt iüdMI* 
gelaat  ten  anttooojb  bienbe /  ban  jaa  ,  op  Banjer 
Maffing ,  boel  feljoot  Rp  kier  tudcken ’t  is  my  ge-  . 
legt,  datgy  van  meening  ge  wee  ft  z  ij  r  a  ommijneerr 
de  Raads-heer ,  genoemt  Kiay  Bappa ,  doot  te  fch re¬ 
ten,  toaat  tegen  ik/  met  beRoodijke  eerbieb  ant* 
toOÓjbbe/  dat  fijn  Mayefteyt ,  de  waarheyd  feyde , 
baat  én  booten  kerljaaïenöé  /  piet  alleen ’t  voorne¬ 
men  geweelt  hadde  ;  maar  nog  Was  ,  om  fulks  te 
Volbrengen  ,  met  betupgittge  /  dat  het  my  byfon- 
der  leed  was  ,  fulks  niet  al  gedaan  te  hebben., 

Iben  lioning/  moogel'pfulketop-moebige  ant* 

£>  i  tooo?ö 


Vraag  des 
Korüngs 
aan  dc  Roy. 


Antwoord 
hier  op. 


Gevoelen 
des  Ko- 
ning  over 
de  Hollaii' 
ders. 


fZ  Re  YS'BeSCHR  YVING  VAN 

iooojb  niet  betluagt  fjebbenbe  /  fcljeen  eenlgflnt# 
obetbltfioutopfetberfleïb/  ioanneet  mg  bleïfoog* 
Ijepb  betbetP  bjaagbe  /  wat  reeden  my  daar  toe 
bewoogen:  3ijnbe  pet  geenebatlïsfogt/  en  baat  op 
betljaaibe  ift  /  met  alïe  omfïanbigljeeben  aïle’tgee» 
nempfeebert/  bat  naar  bePortugeefen  boo?  fijn  bes 
bel  toa^gebjagt/  loebetbaaten/  en  obetge&oomen 
toa£  /  met  nabet  öpboeginge  /  dat  fijn  Mayefteyt 
nu  eens  met  een  onpartijdig  oordeel  geliefde  te  be¬ 
denken  ,  of  hy  met  lijdfaamheyd  foo  veel  ongelijk 
foude  konnen  verdraagen ,  en  buyten  dien ,  konnen 
gedoogen,  dat  men  hem  fijne  Vrouwen  ,  en  Kin¬ 
deren,  Volkeren,  Slaaven  en  Slavinnen  ontnam , 
en  defelve  verkogt ,  of  aan  andere  overgegeven 
wierden,  want  fijn  Majefieyt,  betbolgbelft/  lal  ge¬ 
lieven  te  weeten ,  dat  ik  met  io  Perfoonen  in  fijn 
Land  ben  gekomen  ,  en  tegenwoordig  ,  zijn  wy 
maar  met  ons  tweën  overgebleeven. 

J5aat  epnbtgen  bantoellte  rebenen/  ben  Honing 
Ittp  betbet£  bjaagbc  /  of  alle  de  Hollanders ,  fooda- 
nig  gerefolveert,  en  van  man-moedige  dapperheyd 
waaren,  baat  opljem  tegemoeb  boetbe/  dat  ik  een 
van  de  geringfte  was,  en  indien  het  fijn  Majefteyts 
gelieven  was,  hier  van  een  preuve  te  neemen,  hy 
geliefde  maar  te  ordonneeren  ,  dat  mijn  wederpar- 
tye  fig,  met  foodanige  waapens  foude  hebben  te 
voorfien ,  als  ’t  hem  goed  dagt ,  op  dat  hy  fieri  mogt , 
of  ik  hem  met  gelijk  geweer,  niet  aanflonts  te  keer 
foude  gaan. 

^eHontng  ober  befebol-monbige  aanbleblngfïg 
nog  meet  betboonbetenbe  /  fieetöe  Ijem  naat  bef» 
felf£  bp-3tjnbe  fïp^-grooten  /  feggenbe  /  Immers 
moeten  wy  bekennen ,  dat  de  Hollanders ,  onfe  ln~ 
dije  Naatie ,  inverftand,  man-haftigheyd ,  en  dap¬ 
perheyd,  verre  overtreffen ,  blijbet^  Pjaagöe  mp  bieil 
©o?ft/  naat  bestaat/  politie/  enbe  Hegetlng  ban 
on^Hanb/  loaat  op  lis  Ijem  toepafle  /  dat  onfe  Po¬ 
litie  op  de  Wetten  der  billikheyd  gegrond  was,  en 
dat  men  vry  meer  infigt ,  en  liefdevoor  een  Vreem¬ 
deling  hadde  ,  als  ik  hier  in  fijn  Land  hadde  ont- 

"feoct ,  loei  fcïjQOt  be  Honing  biet  op  in  /  ik  heb 


Jacob  de  R  o  y.  f5 
U  E:  hooren  prijfen  ,  voor  goed-aardig  te  zijn* 
waarom  fielt  gy  u  dan  foo  wreevel-moedig  ,  en 
boos-aardig  aan  ? 

$pt  anttoDOjbe  bfen  ©0?fï  /  dat  het  in  alle  dee-  vertoog 
lende  waarheyd  was,  dat  ik  niet  alleen,  maaralle  van  de  Rov 
mijn  Lands-luyden  foodanig  vanim-borft  waaren, 
dat  fy  in  goedheyd  ,  en  fagt-fimfigheyd  alle  Vol¬ 
keren  te  booven  gingen,  jaa,  in  dier  voegen,  dat 
wy  met  de  eer-naam  door  de  weereld  befaamd 
wierden  ,  voor  de  Barmhartige  Hollanders  ,  edog 
fijn  Majefteyt  geliefde,  daar  en  teegen,  te  weeten,  # 
dat  wanneer  fy  gedrukt,  getrapt,  en  daar  by,  aan 
lijf,  en  goed  wierden  verongelijkt ,  dat  fy  niet  te 
goet  waaren,  om  alle  ’t  geene  te  doen,  dat  een 
grimmige  Tijger,  of  felle  Leeuw,  tot  verdeeding 
van  haar  regt  foude  konnen  verwagten ,  in  tegen-  Antwoord 
Deel  Het  ftg  beMajefteytïpet  op  ïjooeen;  is  my  van  des  Ro¬ 
de  Portugeefen  verftendigt ,  dat  het  een  feer  quaat-  niiigs, 
aardige  Natie,  jaa  eenSchuym  van  alle  Volkeren , 
was  ,i  daar  by  roof-gierig  ,  en  fonder  opregtig- 
heyd  ,  dewelke  door  hunne  liften  ,  niet  anders 
fögten  ,  als  fig  meefter  van  een  ander  mans  Land 
te  maaken ,  vermits  dat  het  blood-aards  waaren , 

*bO0  boegbe  fijn  Majefteyt  baat  Öp  /  ik  befpeur  het 
teegen-deel  aanuPerfoon,  aangefien  ik  een  gemeen 
man  zijnde  ,  my  felfs  foodanig  tegens  fijn  eerfte 
Rijks-raad  dorft  kanten  ,  dewelke  ongelijk  meer 
magt,  en  vermoogenhadde,  als  ik,  mpnbg  nabet 
afb?aagenbe  ;  of  ,  wanneer  hy  my  alle  ’t  geene 
weder  gaf ,  dat  met  onregt  van  my  genoomen  had- 
de,  of  het  hem  dan  wel  foude  willen  vergeeven? 
baat  ift  op  antluoojbe  /  dat  indien  fulks  naar-ge- 
komen  wierd  ,  en  my  daar  benevens ,  om  vergif¬ 
fenis  verfogt,  het  hem  als  danfekerlijk  foude  ver¬ 
geeven. 

ï|tet  op  tofetbe  befen  Kiay  Bappa  ontbooben /  tn  Destaats- 
be  Petfcijeenen  3ijnöe/  torierb  ptm  booj  ben  Honing  f ve*; 

afgePjaagt/  wie  hem  magt  hadde  gegeven?  omliggen  ko~ 
foo  ftout ,  beeft-agtig ,  en  Godloos  aan  te  ftellen ,  ning, 
en  of  hy  fig  niet  inbedde,  dat  hy  een  Ziel  te  ver- 
liefen  hadde ,  en  uyt  wat  redenen,  dat  hy  my  fo- 

D'  3  da- 


Bic  üg  ver- 
antwoord. 


Harde  ant¬ 
woord  van 
den&orung. 


Woorden 
des  Konings 
aan  de  Roy. 


Wandeld 
met  den 
Koning» 


Hun  onder¬ 
linge  ver¬ 
handeling. 


f4  Rêys-Beschr Vving  van 

danig  hadde  verongelijkt,  van  mijn  Volk,  met  ge-, 
welt  af  te  neemen. 

<©P  pet  eetfie  point  ftoeeg  Ifjp  fttï  /  maat  noppen¬ 
de  pet  afneemen  ban  mijn  fiaaben  /  fepbe  pp  /  dat 
ik  die  felver  verkogt  hadde,  Op  bjelfte  ïaogen-agHs 
ge  betantbioojding/  fonbet  bat  pp  be  fefue  ftonbe 
toaat  maaben  /  pem  ben  honing  feet  fcpatp  toe- 
Braiitobe/ jaa !  booswigt  men  kan  wej  fien,  datgy 
’t liegt,  gaat  me  aanitonds ,  boet  pp  bOöJt/en  haala 
iny  die  man ,  fijne  vrouwen  en  kinderen ,  en  fijn  an¬ 
der  volk ,  mitsgaders ,  ook  alle  ’t  gcene ,  dat  gy  van 
hem  vervreemd  heb,  hier  wederom:  op  dat  ik  niet 
genootfaakt  zy,  de  fchande,  die  gy  ons  aandoet, 
met  u  bloed  af  te  wallen.  ^Sebeeïenöe  bie  JlBa jè- 
jflept  baat  benebenp  2.ïtppp-raaöen;  om  met  hem 
mede  te  gaan,  op  bat  fijn  bebeï  ten  eerfteti  moge 
naa-gebomen  toerden ; 

<U5emeïte  regtmatige  bonnip  bupbanig  tot  ragn 
bodjbeeï  uptgefpjooben  spnde/  pad  |b  rebenén  om 
fijn  ï$oogpepbtebeüanhen/maatpp  toap  rnpinbe 
booibaat  /  feggmbe/  dat  ik  moeit  geduld  neèmen, 
en  dat  hy  naar  defen  forg  voor  mijn  perfoon  ibu- 
de  dragen ,  dat  my  geen  meer  ongelijk  aangedaan 
wierd  ,  mijn  topberp  betfoeftende  /  van  met  hem 
een  weynigje  te  gaan  wandelen, om  eenige  Hukken 
Kanon  te  gaan  befigtigen  ,  baat  ïfe  mp  teil  eetflïn 
toe  berepö-toülig  toonde/  ftjit  JiBajeitept  toèep  tnp 
foo  binnen  alp  bupten  ’t  /op  de  grond  en  hè 

mobbet  leggende  bp  be  40.  foo  pfere/  alp  metóïe  fïub» 
ben  ïtanon /inmibbelp bat /in  pet aanfcpoiltoèn  bet 
feïbe  bejtg  toap/b  jaagde  mp  biejpjin#/  of  ik  tot  het 
maken  van  Affuy  ten  geen  raad  toe  wilt?  baat  op  peilt 
tenanttooojd  blende /ban  jaa,  byaldien  maar  tim- 
merluydcn  hadde,  ten  opfigte  dat  ik  wel  weeten 
foude  te  ordonneeren ,  als  ’er  maar  volk  was,  diè 
het  bewerkte :  timmerlieden  heb  ik  genoeg ,  gaf 
be  ©o:ft  ten  anttoOQjd/  maar  niemand  onder  mijn 
volk ,  die  de  bequaamhèyd  heeft ,  om  te  konnen 
ordonneren ,  maar  wel  om  defe  en  geene  te  beleedi- 
gen,  want,  fepbe  pp  /  daar  zijn  fy  Meeflers  in. 
’t  3©eïb  bie  $jtnp  guam  teupten/  in  tegentoooj- 

big- 


Jacob  de  R  o  y.  55 

bfgïjepb  ban  een  pattp  ïjoobeïingen  /  brijberg  fles 
Uefbe  bien  ©o?fi  aan  een  ban  be  boo?naamfie  ban 
fijn  jfof-beblenben^  t’  ojbonneeren  /  dat  hy  hout ,  en 
andere  materialen,  mitsgaders  timmerlieden,  volk 
en  een  Praauiu  met  6.  man,  tot  mijn  dagelijks  ge- 
bruyk  foude  hebben  te  befchaffen,  gelijkerwijs  als 
ik  des  anderen  daags,  met  foodaanige  Praauw  afge¬ 
haald  wierd.  . 

3fan’t$aïep£  komenbe/bertoonbe  tnp  ben 
ning  mijn  afgenomen  bolkercn  en  fïaaben/  uptge'om," 
nomen  bat  eene  flaa'oe  kinb  /  biaat  ban  gefyjöo- 
ken  i$l  bat  t’  foek  getaakt  tua$, 

Ji^aat  bat  mp  beitoning  bie  arme  menfdjen  ïjab 
aangebjeefen/bjaagbe  ÖP  mp  berber^/ of  dat  mijn 
volk  niet  en  was  ?  en  ban  jaa  ,  geanttooo?D  öeb* 
benbe/begeetbe  baar  en  boben  te  meeten/ hoe  vee- 
le  penningen  fy  my  afgeperft  hadden  ,  ’t  iueïk  ïft 

ook  opgaf/  bjelker^  biaarben  /  of  öeb?aagen  mp  Krw.  ft°f- 
aan  fiof-goub  boa?  ben  jècöat-ketuaatbet  ban  ben  fa°“„ ‘"„f" 
ütoning  bergoeb  toierb  /  en  moetenbe  fïg  ben  eetfte  flja  geii 
iSaab/  Kiay  Bappa  boo?noemb/  toteen  regtbaarbis 
ge  liraf  ober  fijn  gepleegbe  bjoeket/rap  be  teaaröp 
aan  peper  bergoeben  /  ban  ïjet  afgebbjonge  geïb ; 
boetbenbe  baat  en  boben  gebtoongen  /  my  wegens 
het  voorgaande  vergiffenis  te  bidden ,  en  tosjbei'iS  te 
bibben  en  te  beïooben/  my  voortaan  tegens  alle  de 
geene  te  befchermen,  dewelke  my  fogten  te  ver¬ 
ongelijken. 

Éïbu£  luferb  bat  berfcp  bpgeïepb  en  be  bpanb-  Jeïfoen<* 
fc|ap/  bie  kop  met  ben  anberen  fjabben  /  berfoenb/ 
iuepnig  gebagten  ïjeöbenbe/  bat  ik  fuike  kolMijke  " 
renten  boo?  mijn  uptgefckoote  geïb  foube  krijgen/ 
bat  niet  aïïeen ;  maar  men  kan  toeï  bebjoeben  / 
bat  ïjet  geen  kïepne  agterbogt  en  gaf  aan  be  an- 
bere  ïïjjk£-&ektetöei#  /  fuïks»  bat  Ik  ban  peber  be* 
minb  en  ontken  bjferb  /  be  <ïEbeï-moebige  ©o?fl 
ipeï  aan  mijn  en  mijn  boïk$  geboaab  fienbe  /  bat 
Öet  toat  fcljaaré  met  011$  omguam/  bereerbe  mp 
een  ïjaïf  bofjjn  goebe  Maccaufe  koffen  /tot  jet  ma=  Krijgt  ftof- 
ken  ban  kïeebeten  /  biaat  mebe  beetrok  /  bat  gpfe,n  «p 
mijn  foo  genoembe  b?oittoe/klnberen  en  bolk  fon* edus& 

V  4  öe 


Reys-Beschr  yving  Van 

be  toefenben /gelijft  ooft  gefcftiebe  /  toant  naautoe* 
ftjft$  een  ftalf  uue  /  naat  mijn  t’  ïjup$  ftomfte  / 
tuiert»  mijn  arm  boïftje  booj  een  toonto  ban  ben 
Én  fijn  volk  ïtoning/  met  een  aanfïenïfjft  gebolg  ban  ï|of-bie* 
wederom.  narÉffcti  tueöerom  aan  mijn  gup$  geftjagt.  <©e 
peper  toiêrb  mp  ooft  gefonöen  /  mirggaöet£  ban  al* 
ïe  öe  eerfie  ,i>taat£-bebienben£  befogt/enbotnfiaat 
met  gefctjenften  beteeib. 

ïfier  quant  ift  nu  te  onberfcïjepben  /  toat  een  ber* 
fcïjil  öatter  tuffen  een  neer-  of  een  op-gaanbe  §>on 
B-aakt  in  $  /  toant  bie  bebooteig»  mijn  bpanben  toaareri  ge* 
dnT'as’  toeefi/fogten  mijn  toienbfcftap/  en  moeiten  mp  in 
g'  öer  billgftïjepb  ten  Dienfie  (taan  :  betoijl  nu  bat 
ben  honing  mp  foo  feer  aan  fijn  belangen  berpligt 
ïjabbeytoa^  ift  in  alle  beeïen  ooft  genootfaaftt  /  om 
öefelbe  te  betjertigen  /  toant  met  een  onbetmoepbe 
pber  toa$  ift  bageltjft^  bp  mijn  ambagf^-lupben  / 
toeefenbe  b’  eerfte/bie  op  be  toerf  quam/en  belaat* 
(ie  /  bie  ban  ben  arbepb  ging:  fuïft£  bat  boo|  mijn 
S4.  Affny-  naarfiigftepb  binnen  ben  tgb  ban  6.  toeeften/  34.  (tuft* 
ten  gereet  gen  beftoojlijft  op  öaate  affupten/ bie  naar  d’Euro* 
gemaakt.  piaanfe  manier  in  o:ö?e  gerangeert  toacen  /  in  (iaat 
ban  tegen-tueer  b?agt/bit  bermeerbecbe  ïjet  geloof/ 
bat  ift  ree$  bp  ben  ïfoning  ftabbe :  niet  toepnig 
fteeften  beSignoorsPortugeefenbp  ftaar  neu$  neer; 
aï£  toeï  ftonnenbe  befeffen/  bat  ïjaare  ftupperpen  / 
en  <©obbelao^ljeeben  geen  pïaat£  meer  en  ftabben/ 
De  rortu-  ban  fcftaamt^-ljalben  /  bo^jien  bie  bebftegelijfte  men* 
secieu  toe-  fdjen  onöet  mijn  oogen  niet  meer  ftomen  /  alftoe* 
RovTrlend  toei  öat  fa  öo°?  ten  andere  ftanb  biel  tofendfcljap 
fchap.  fogten  te  maaften/met  (jet  fenben  ban  gefcftenften/ 
bien  ift  ftaar  ten  eerfien  toebetom  te  rug  fonö/  met 

Die  hy  ver-  befcftepb  /  dat  niet  geneegen  was ,  ommegang  met 
werpt.  fulke  verbaiterde  en  trouweloofe  land-aard  te  wil¬ 
len  hebben,  en  dat  ik  t’  fijner  tijd  nog  wel  eens 
verhoopte  geleegendheyd  te  Vinden,  om  wraak  te 
neemen  van  ’t  quaad ,  dat  fy  my  aangedaan  hadden, 
daar  zy  ook  hunne  ftaat  konden  op  maken. 

(Cer  goeber  tijb  toa$  ift  in  aanfïen  bp  ben  ïto* 
ning  geraaftt/  toant  baar  quam  feeftere  Chinees, 
tot  Samarang  tooonagtig/  genaamt  Quemko  met 

een 


C  £  I  E 


jf  A  C  O-B  DE  R  O  Y.  57 

ten  22>jlef  ban  Batavia,  bOOJ  ben  Sabandhaar,  Of Bt!cft°f 
(Coïïenaac  benneet  Gerrit  vander  Voorde  geteftent/  deRoy  m 
betoelfte  niet  beel  goeb£  boo?  mijn  petfoon  betjeïs*  Batavia» 
be/bog  ïjet  beliefde  fjjn<0obOeftjfte$Bajefiept  niet/ 
batfe  tot  mijn  naabeeï  bienbe  /  maat  baat  en  te* 
gen  tot  mijn  boojbeel  ficefite  /  fnmibbeï#  /  toon* 
be  (tg  die%in£  geneegen  /  een  aïgemeen  befoeft  v°°rnee 
boo?  fijn  fötjft  te  boen  /  om  ftgtbaate  onderfoeftin* 
ge  te  neemen  /  ban  fijn  jjpeper-ïanben  /  in£gelijft$  v 
ban  fijn  «©oub-mijnen/  fc.  bermit^  bat  niet  bug* 
tenrebenen  oojdeelbe/Ooo?  fijn  ïigft^-^ooten  qua* 
lijft  onbetregt  en  mi£-lep0  te  toeefen  /  noopenbe  be 
iuaare  gefcfjapenïjepb  bet  feïbe  /  enbe  naabemaal 
bat  ift  mp  ïjoe  lang£  ïjoe  meet  in  be£  ©ojfïeu  ?e  R0r  . 
gunfï  ïjabbe  fokten  in  te  dpngen  /  en  bat  mijn  de  X& 
oogmetft  in  biet  boegen  berepftt  ïjabde/bande  fel*  KonklgSo 
be  t’eenemaaï  berftreegen  te  lebben  /  aï£  toeefenbe 
meef!  dageïijft^  een  tafel-bjiend  ban  ïjem  /  taa  bat 
boanneet  aan  ben  bi£  gefeeten  boaj i/  be  fcljooteïé1/ 
baat  be  fptjfe  in  baa$  /  mp  eerft  aangebooben 
mierden  /  toaae  boo?  ban  een  pegeïijft  ontften  en 
gebieefl  baietb/  mit^gabet#  ooft  beminb  /  om  bat 
ift  bie  geene  bootfpjaft/bebaeïfte  ontegt  aangedaan 
mierden ;  baifl  ift  /  in  ’t  fto?t  gefegt/  bie  ©ojfï  foobanig 
te  beleefen/  bat  ftp  een  boiftoomen  berttouboen  opo'e  hem  ia 
mijn  petfoon  fleïbe  /  en  berftalben  niet  ïjet  ntinfïef,™°£ 
fouöe  ftebben  onbetnoomen  /  fonbet  mijn  geboelen  houd. 
baat  obet  te  berfïaan  /maat  boo?  te  boeeg  gebjagt 
mierb/dattet  beeïe  ongelegentïjeeben  en  mojfferpen 
afgefcïjaft  bïeeben  /  foo  beefpgt  |p  mp  /  dat  ik  hem  in 
die  Voyagie  mogt  vergefelichappen ,  baat  ift  fjèm  Obet 
bebanftte/boegen$  be  eere/  bien  ïjp  nip  aanbeebe. 

3©p  naamen  ban  be  üiepfe  aan  /  op  een  Vrydag 
met  btj  ïfconing^  geïjeele  J^np^-geftn  /  ban 
tenga  naat  Tatas ,  enbe  ban  baar  naat  Banyer 
Maffing;leggenbeaan  een  anbereingaande  fpjupt/ 
baat  men  boo?  2.  meegen  ftan  inftoomen  /  onfe 
^cfteepé-magt  /  of  ffèoflel-bïoot  befïonb  in  ióo. 
baattupgen  /  foo  groot  aïö  ftiepn  ;  ïjebbende  fijn 
iBajefiept  be  goebfjepb  geftab/ban  mp  met  3. 
baattupgen  boo?  ïjet  geboïg  /  bat  ift  mebe  nam/ 

D  s  te 


j8  Reys-Beschr yvïng  van 

te  berfïen  /  ooft  ban  een  fnee&ige  Jkbep-Praauw, 
om  altijb  op  ïjet  fpoebigfte  bp  ftem  te  ftomien  fto= 
men  ;  gebiebenbe  ooft  een#  boo?-aï  /  ais  wy  üiiie' 
laagcn ,  my  by  hem  naaftjfijn  Koninglijke  perfoon 
te  voegen,  fttoelft  ooftaïtjjb  toierb  toaatgenottien, 
|§nmibbeï#  onfe  Voyagie  berbojbetenöe/  een  et' 
maal  onöettoeegen  getoeefï  sftnbe  /  foo  quaamen 
Kamtby  2,  ton  aan  be  a.eetfie  Negeryen,  bie  bp  öen  anberen 
peg«yen.  ge(ggen  5yn  0p  een  boeftliïunb#/ baat  (tg  beïïibiet 
in  ttoeen  berbeeïb/aï#  boo?  eetftöecegt  uptioopen- 
De  fpmpt  naat  De  Viadjes ,  foo  toetben  De  regte 
HanD-faaten  albaat  genoemt/3önöe  totjb  en  Diep/ 
baïlenbe  toebecomnaat  3.Qf4.bagentepfen#  ineen 
anbet  vitoer/  tot  öatfe  foo  bbojt#  intree  bïoepb. 
^jjnfgeiijft#  ooft  be  fïtbiet  Viadjes ,  toat  öefeB 
Aard  der  be  aan  belangt  ftan  fft  niet  anbet#  ban  befe  mem 
Helers,  fefjen  feggen/  al#  bat  ïgmne  <s0ob#-bieu(i  /  3©et* 
ten  /  en  maniet  ban  banbei  teb?ijben/t’  eenemaaï 
obet  een  ftomt  /  met  alle  be  intooonber#  ban  Bor* 
neo  ,  uptgefonberö  /  bat  bie  geene  aan  D'  oebet 
ban  bat  fïroomenöe  toaatet  bup$  boubenbe  /  be 
magtigfte  en  ooft  toeï  be  (toutfte  jijn  /  bebbenbe 
baate  Negery  omttent  be  monb  ban  be  betouffe 
Subiet  /  bie  fp  ooft  toel  toeeten  upt  te  loopen  met 
meenigte  ban  baaitupgen  /  om  bie  geene  te  obet- 
ballen  /  bie  fp  begaan  ftonnen  /  sftnbe  egtet  bet 
baat  foo  feet  niet  om  be  bupt  /  a!#  om  ’#  mem 
pun  iuft  tot  fCye!1  boofben  te  boen  /  ’ttoeïft  betooifaaftt/  bat 
Iwmen-  ft5  W*  ban  Banyer  Mailing  bifttoil#  in  ongeïeegents 
f^ren.  fjepb  biengen  /  naabemaal  fp  al  b?p  fnel  op  be 
gaanbe  en  ftoomenöe  l^epet-baactupgen  toeeten 
te  paffen/  bie  fp  ban  nu  en  ban  bataffen /  om  be 
boofben  te  beftoomen/  ’t  geen  ban  ooft  b’  oo?faaft 
i#  /  bat  ben  ftontng  ban  Banyer  met  baat  in  buenb* 
Manier  van  febap  foeftt  te  leebm  ;  be  magtigffe  onbet  baat 
segeeiing.  Rebben  ’t  gebieb  obet  be  minberen  /  ’t  jijn  boo?- 
Hun  ge-  paan#  toaftftete  en  ftfoefte  menfeben  ban  pofrtmt  / 
daantl  §aat  toeefen  i#  geeï-agtig  ban  ftoleur/  lang  papt 
en  atbepbfaam  /  moogen  ooft  toel  tegen#  onge* 
maftften  /  bog  toegen#  ftïoeft-mqebigbepb/  en  öap? 
perbenö  be  Javaanen  gelp;  be  jongman#  maften 

bun 


J  A  C  Ö  B  D  E  R  O  Y. 

Dun  boojnaamtie  toerh/  aï£  gefegb  \$J  Doppen  te 
hnjgen/  fuliP  bat  be  Negerys  bolheren  /  maihan* 
bete  ÖptöDlen  een  boojbeel  affien/  bog  niet/  toan* 
neet  fp  b?eembeïingen  ƒ  of  ^epet-Daaïbet^  hun* 
nen  aantteffen/en  ai#  fp  tot  Daat  manneipe  jaa* 
ten  5yti  geftoonren/  ’t  mag  gaan  fao  ’t  teil/  baat 
moet  een  Doofö  tueefen  /  ai  moeftenfe  bat  fcDoon 
Popen  /  ’t  geen  baat  upt  boojpmt  /  tet  ootfaa* 
hen /bat  bie  toutoe  gallen  niet  betmoogen  te  trou*  Mogen  niet 
toen  /  fanbet  befeibe  te  lebben  /  en  aïf  Dp  bie  trouwen 
magtig  \$1  gaat  ben  aanfïaanbe  iöjtjpbegotn  bat  yoarrdtM  • 
bloebig  geftïjenh  aan  fijn  Xieffle  op-óffeten  /  blaat  hoofden"1 
ntebe  fjet  ©imteeïp  ban  gejtooten  en  ’t  feeft  ge*  bekoomèa 
bietb  Wi  /  baant  ’t  Döofö  baetö  op  een  ftaah  hebb»n- 
gefet  /  en  tot  peugbe-téehetten  toerben  be  Gom¬ 
men  gefïagen/  op  bbelftet^  geïupb  ’t  gantfeDe  Ne¬ 
gerys  boih  fïg  niet  atïeen  betboegt/  maat  ooh  baeï 
ö’  inïooonbct$  ban  Det  n  Puntige  <Bwp  öp  homt/ 
alïe  óp  Det  detïPRe  opgetoopt  en  aangeöaan  / 
met  be  ho?Mpi?ïe  hïeetief  /  bie  fp  immet^  |eb* 
fien  /  jijnbe  Det  ppf  met  Metgeipe  hïeeben  op- 
gepjonht/  maat  be£  anberen  öaagf  gapig  ge* 
lp  be  Maiiabaaren,  met  een  baft  ban  een  boom/ 

©at  upt-gehïoptlp  ƒ  boo?  Daat  fcparnetDrgb  /  ingv 
gelpó  foo  een  ftuh  om  pat  paf b  bjaagenbe  / 
ïóat  Dunne  poibuen  betreft  /  befMbe  sijn  teebelp  Hunne 
ftpön/  en  toeï  ijemaaht/en  Haan  t’eenemaaï  on* 

©et  be  DeetfcDappp  ban  Daa^  wannen  ;  belet*  ■ 

fenbe  Dnitne  0op-bientï  /  befeibe  bol  bp-ge* 
toobigpeben  en  menfcp-binöinge/  Po?  Men  bat  coda-; 
fp  be  jlön  /  en  be  |Baan  aanbibben  /  en'  ooh  mdiejl&  ; 
Dunne  gebaante  op  pt  ©ogeï-geftpep  pfonbet 
agting  geeben/  ïoant  $’t  faahe  /  bat  fp  /  upt  pat 
Dupfen  naat  een  anberen  totiienbe  gaan  /  fóoöaa*  schrikkeïij- 
uif  een  ©ogel  De»  te  gemoet  homt  büegen/biebp kei-,y-ge- 
Daat  ban  geijouben  tuecb  ban  meetber  magt  tel00VJShey  ■ 
3p  /  aïb  anbere  pïupm-geöierte  /  foo  bïöben  fp 
niet  aïleen  Daan  /  maat  heeten  ooh  boei  te  rug/ 
baat  fe  ban  baan  gehoomen  3t]n  /  en  begeeben 
Daar  berber^  be  gantfe  bag  niet  buptetp  Dup$; 
maat  in  tegen-öeel/  mbien  foo  een. ©op!  lig  op  be 

biugt 


Hun  rijk¬ 
dommen. 


Wat  waaren 
fy  hoog  ag- 
ten. 


De  Ronlng 
geneegen 
een  Fort  te 
tnaaken. 


Peper^or- 

F»* 


"  DesKo- 
mlngs.  ver- 
nek. 


60  Re  YS-BeS  CHR  YVIN  C  VAN 

bïugt  begeeft/  en  fijn  flteeft  neemt  naa  öe  plaats/ 
öaat  fp  geneegen  3ijn  te  gaan  /  toetö  öat  boo? 
een  ftpfonöet  goeö  booj-teeïten  ban  tjaac  geïjou* 
öen. 

üï£  men  berber^  fijn  gebagten  toil  ïaaten  gaan/ 
obet  öe  5eeöen  öefet  ©oïfteren  en  öe  mantere/  en 
getooonteng?  öet  Molukfe  Alphoereefen,  fal  men 
öebinöen  /  öatfe  niet  beet  ban  öen  anöete  31311  bet* 
fcplenöe. 

®efe  onnofeïe  en  naaftte  menfcïjen/  befltten  toaat* 
lp  nog  al  reöeltjfte  rpöommen  ƒ  toegen$  ’t  gouö 
en  anöete  ftoopmanfepap  /öte  In  ïjaar  lanö  ballen  / 
foo  meöe  3pn  ’t  ïiefpebberj?  ban  panöelen  /  öetopl 
öat  fp  Ijaac  baat  op  foeften  bequaam  te  maften/ 
eöog  bp  geöjeft  ban  erbarentpepö/  ftan  men  ebentoeï 
paar  fcljatten  boo?  eenbeufeltng  beftoomen;’t  gee= 
neöan  öat  fp  boben  alle  anöete  toaaten  agten/ 
3pn  tooöe  Agaat-fieenen  /  tlngen  /  al^  ooft  alöet= 
panöe  ftotalenen  ftoopete  armringen  /  ölenenöe  In 
pïaafê  ban  jutoeeïen  tot  pet  b?outoelQft  cletaaö ; 
al^meeöe  ompaare  ftinöeren  op  tefcpiftfeen;  toaat 
ban  fp  feet  beel  toetft£  maaften. 

3jn  öeefe  boo?noemöe  Negery  bïeeben  top  s  ba- 
gen  /  om  alle|  met  meetöet  naauto-fteutigfjepö 
te  onöetfoeften  /  3fjnöe  öen  Honing  ooft  geneegen/ 
om  een  bafligpepö  op  te  toetpen/  een$-öeelg  om 
öe  $epet-Negeryen  teöcftften/  al£  ooft  /  om  öat 
öeöugttoa^  boeg  öe  geöugte  ftomfie  öet  Portugee- 
fen  upt  Maccauw,  toeröenöeöe  Pagger  op  eenpoeft 
ïanö£  gefielö/  öaatflgöe  ribtettnttoeen  betöeeïö. 

H»e  pepet-öo?pen/öie  öaar  omheen  laagen  /3Ön 
öefe/  namentlöft:  Compay,  Borangbahan  ,  en  öe 
Moranpijouw,  öaat  top  alle  pebben  aangetoeefi/ 
en  öe  feïbe  opgenoomen  /  ^ 

^n-miööeï^  berttoftften  top  ban  pier  naat  Na- 
garra,  en  ban  öaat  naat  een  gtoote  Negery  ,  Ko- 
minting  genaamt/  op  toelfte  plaats  feeftet  fepat- 
tlng  op  öle  ftofl  gefielö  ft*  /  moetenbe  alle  naat  öe 
See-flranö  bettteftftenöebaattupgen  öaat  eetflbet* 
tollen;  foo  meöe  /  neemen  öe  panöelaat^  ban  ge* 
melte  toaat/öaat  punne  aanloop-pïaat^/  en  fom* 


:  '  '  v  ^y$Hï 


:  ■  - 


!$H  '  '■  ;rz  :  :  '  %% . p\ 

’  ï  '  ,  ”  “  V  •*. 


é 


.  i,  is.  „  -  v  .  f.;  1 

■  :  ■  .  ■  / 

■  ■  ■  ■  '■  ï 

^  .  -  V 


•  ■ 
■  '  - 


, 


■  . 


■  ■  -  -  ■  .  $v-  „•  i  - 

.  ■  ■  , 


-• 

■  •.  '  !  ' 

. 


fel 


...  :  %  !  : 

:  ■■  ' ' :  .v .  ■’  .  ^  ....  f  r 

^  fefe;  '  fe  i  ■  ■:  '  •feVri'V^ 

.  '  ' 

■  '■  "  ,,v  :  '  «I  f 

.  ■'  -  :■  ■■  -  .■ 

... 

■••.■■■  rVp-'i'  .  ...  ki J; 

■■■■■!  -  ..:■  ■  ■  p.  1 

■■  ■  :  ....  V;  .  ■ 

:  *  -  .  ■  ..  m 

i  .  :  - 

I  §  %  ItóM  ' 

I.'  ’  .«bLï  i  'r  hit  £ 

:  ■  .s-  ' 

;':■■■■  .  ■  ■  ;.  '  ; 

'  ■  '  '  -  -  ■  -  :  ■ .  ^  ....  . 


!ms 


.  I 


Jacob  de  Roy.  6 1 

Uiige  /  bie  ftaat  ooft  ter  neder  gefet  ftebben  /  om 
met  ben  oegft  ban  bat  geblaf  ftunne  boojdeel  te 
foefien  :  ïjiec  tet  pïaatfe  toerden  ongemeen  en  in 
obetbloeb  ban  De  bellende  bij»  Gabos  gehangen/ cabos,  een 
be  toelfte  gedioogtbooj  bie  gantfe  land-ftreeft  in  me* Vis  gevan- 
nigte  gefonben  en  ooft  mei  naar  andere  plaatfen  bet*  se“- 
boert  merb. 

ï|iet  bleef  bén  Stoning  een  lange  tijb  met  fijn 
geljeeïe  ï|of  /  ondertuffen  liet  bien  3©o?ft  al  ftet  ge* 
feftut  /  bat  gereed/  en  ongereed  toa$/  naar  bobeit 
en  ftettoaarb^  aan  boeren  /  becmit^  bat  ift  baar 
een  foojt  ban  een  3®atec-ftafleel  liet  op-ftellen  ;  wat«-Ka> 
3fjnbe  ben  boobem  ban  bat  gebouto  ban  fmaate  fteei  ge- 
biftfte  boomen  (bat  ö»tjbet£  maren)  gemaaftt  /  en  maakt> 
aan  ben  anberen  booj  ftout  en  pfëre  nageld  geftegt/ 
en  tot  bepïfgftepd  met  ftegte  Rottangs  gebonden  / 
beftaïben  bat  maatendec  nog  een  ftapeï  ban  een 
ftalbe  babem  ftoog/  met  Bamboefen  tuffen  gemel* 
te  fmaare  ftouten  gelegt  /  om  te  listen  /  3ftnbe  regt 
bierftant  en  12  roeden  in  fijn  omtreft  /  be  punten 
baar  onbet  geteeftent/  mant  baar  maaien  bet  4 
ftuftsf  op  gemelde  geboum  opgetoojpen  /  latende 
op  2  boeten  ban  malftanberen  groote  ftuftften  ftou* 
ten  opregten  /  be  melfte  ftunne  baftigftepd  in  bie 
boeginge  ban  be  onberfte  boomen  ftadden/  onge* 
baat  4  boeten  ban  ’t  buptenfte  boojb  /  liet  ift  ban 
binnen  nog  een  rp  /  dietgelijfte  ftouten  op  fetten/en 
baar  mede  footoel  baubupten/af^ban  binnen  mee 
Rottangs  blegten  /  en  be  lege  fpatie  tuffen  be  Be- 
paggeringe  altemaal  met  Rottangs  ober  lang  foo 
geperft /  aï£  ftet  immer, é  ftonbe/  inde  plaat£  ban 
aarde  op-bulien/  pijnde  brijberg  1  5-  boeten  ftoog/  ban 
ben  bodem  af  tot  be  folbering  toa£  een  rupmte 
ban  12  boeten/  en  3  boet  ftoog  ftad  ift  genoomen 
boor  een  bojft-meering  /  maar  agter  200  ftoppen 
met  mu^quetterp  ftonben  buur  gëeben/  en  onder 
maren  ió  ftuftften  Stanen  op  ftaat  iSam-paarben  / 
mater-paO  gefield. 

<©it  3©ater-gebouto  toa£  foo  fterft  /  bat  ift  feïf£  vaMghcyd 
een  ftuft  metaïe  üanon  ban  8  pond  ftogel/ melen*™1  dit  s< 
be  beftoojlijft  met  fcfterp  geïaaden  jijnbe/  baar  op  bou'v< 

ftcb 


Öz  Reys-Beschryvïng  YAM, 

peb  gefcpooten  /  maat  ftonöe  pet  beo?  öe  felbe  niet  be* 
fcpaaÖigen/toeïj|er£  gfbeeltfeï  niet  ogöienPig  geagt 
pebbe  /  piet  neebenj*  tot  U  Hoog  Edele  te  boegen. 
$i)a  forg  SSefojgöe  nog  öaar-en-boben  /  öat  ’et  een  partp 
voor  ooi-  aojfog^-geteeöfcpap  in  geteefpepö  tuierö  gébtagt/ 
letdlhap  tc  toeeten  fttupö  /panö-gtanaatèn  /  buut-  en  flinft- 
potten. 

3jn-miööel$  öat  ift  in  öie  oeffening  bepg  toa$/ 
namen  top  fomtopïen  öentpt  oofteené  toaat/  om 
on$  te  betmaaften  /  naamentltjft  met  öe  jagt/  en 
fomtopïen  ooft  met  biffen  /  ten  opfïgte  öat ’et  toiïö 
genoeg  te  fteftoomen  /  en  öat  infgeïpftg-  öe  ribiet 
feer  b$-rijfttoa£. 

#nöeib®en  öat  bit  alïe$  naat  toenfep  boïtoopt 
tóag»  /  maaftten  top  on£  gereeö  /  om  onfe  Voyagiete 
vertrekken,  pecpojöeteii  /  bertreftftenöe  ban  met  een  gebolg 
ban  70  of  80  Jlstftep-Praauwtjes  naat  Aiy  ,en  boe* 
ten  eetfi  naat  Nahara ,  en  ban  baat  op  Manka 
en  Bianka,  en  ban  biet  naat  Komenting,  tot  öat 
föo  boojt#  te  Banna  Wantenga  aanquaamen  /  ban 
sonawa  toaat  3  öagen  baat  aan  op  Bonawa  Aflam  ge* 

Affam.  taaftten  /  in  toeïfte  plaats  ben  Gouverneur  bet  bo* 

ben-ïanöen  ban  Aiy  af  tot  pier/  en  öe$  fconing$ 
Tommegon  rggouö-mpn  ’t  geftieö  peeft  /  toeröenöe  Tommegong 
vemeui  d“r  Gufty  genaamt  /  3pnöcbetöet$  eèn  fcptanbetPaaG 
Goud-mij-  ftanöig  man  /  be  toelfte  öoo^fpnberftant  met  onge* 
«en.  meené  groote  fepatten  pg  tipt  be£  ïtoning^  jBp* 
nen  peeft  toeeten  te  berrpften  /  toèefenbe  trót  ftragt 
ban  pjn  ampt  alle  jaaren  betpïigt  /  fijn  Meefters 
geregtigheyd  van  de  Mijnen  te  haaien,  al^toannect 
men  ligt  ftan  Öenften  /  bat  pp  flg  feïfê  niet  en  bergeet/ 
toeefenöe  baat-en-ftoben  beboegt  om  öe  fepatting/ 
öieöeonöetöanen  aan  paat  jaarlpï$  fcpulöig  3pn/ 
.  op  te  paaien  /  öetpalben  aan  ben  §&|im*  foobaanig 
Des  feifs  een  teeftening  ban  pjn  betoinb  geeft/  aï$  pet  pent 
roagt.  feïfg  goeb  btmftt  /  toaat  inne  mpn  eéf-agten$  niet 

toelftan  agtetpaalö  toeröen  /  ten  opfïgte  /  niet  bat 
niemand  onöetpaan  derft/  binnen  öe  paaien  ban 
pin  gebied  /  of  be  jBpnen  te  gaan/  fonöer  baat 
toe  Pin  berfof  berftreegen  te  pebben  /  beel  minbet 
eenige  ftoopmanfepapmet  öe  %attö  faaten  te  plee* 
gen»  lüaat 


)  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  <5j 

f&aat  öoo?bien  bat  ben  Sioning  upt  nicuteé-gie* 
tfgtjepö  öe  geïeegenöïjepö  feïbet  ban  fijne  JBijnen 
geneegen  toa$  te  befcïjouteen  /  teietö  fjp  boo?  bit 
jaai*  in  öe  ïtaatt  gebeebèn  /  fig  naat  uptterlQbe 
fcöjjn teünöet betgenoegttoonenöe/dat  fijniviajefteyr  sün  ge- 
des  félfs  Gouverneur  met  fijn  tegenwoordigheyd  had-  veyn(ïh!p® 
de  gelieven  te  vereeren ,  051$  betöet$  feet  peètïijft  den' Ko« 
ontöaaïenöe/en  op  6e  begeerte  ban  fijn  iBajeflept/  «ing. 
fooöaanig  een  berantteóo?öing  boenöe  /  teegenë  öe 
itoningfijie  jnftomfie/  bat  öien  aangaanöe  betge* 
noegtlnöw. 

ïStonneet  öefaaben  /  fjiet  Öoben  gerneït  /  bertigt 
teaaren  /  begaaben  big  on$  /  ban  anöcre  baat-  Gaan  ver- 
tupgen  /  en  friffe  bolberat  berfien  söböe/  teeöet  der  op  rey». 
op  öe  tepfe  /  paffeerenöe  öooi  betfcfjepöe  Ne- 
geryen  ,  aïj*  Plajouw  Jaly  ,  Tenga  Cotiel  ,  Pa- 
rack,  enöe  betöet#  tot  aan  öe  uptetfle  Negery  ban 
’##toninbg  nip/  genaamt  Jathoe ,  euöe  aangè* 
pen  ton  niet  berber^  te  toatet  bonöen  bomen  /tofs**» 
ben  top  genooöfaaftt  /  aan  ïanö  te  flappen  /  enöe 
betöetflonfe  optogt  te  betboïgen  /  teeröenbe  ib  /en 
öen  geittelteTommegong  geO?öonneett/naar  ’t  ge* 
bergte  te  gaan,  toat  öen  Stolling  aanbeïangb/  toonöe  De  tuy  . 
fig  geneegen  /  tet  gebagte  pïaatfe  re  betbïfjben/ten  nuu’tg* 
rpnbe  om  «enige  ouöe  gtaaben  te  gaan  befsgrigen/ 
offetïjanbe  te  boen  /  en  fijn  <©ob$-öiehfi  te  pïeegen  / 8 

3©epaïben  affepp  ban  ben  §p?in$  genomen  Begeeft  % 
ijtöbenöe/  begaf  ift  mpmet  booifcij/eebe  T omme-  op  weg. 
gong,  mijn  ïept^man  en  omtrent  öe  70  petfoonen 
ftei'ïi/  op  öe  teeg;  toetöenöe  nebenf  öen  T ommegong 
en  3  anöete  boojnaame  bööbeïutgen  in  hang-mat* 
ten  geöjaagen. 

$aat  ’t  betloopban  9  etmaaïen  /  quamentopin  Komt  in 
een  reöeïijbe  groote  Negery ,  geïeegen  aan  öe  boet  /  of  srooté 

In  ’t  fjangen  ban  een  berg/  baat  eentibietafbomt Nesery* 
fltöörnenöe  /  toelbe  fig  in  beeïöerïep  aaöertje£  bet* 
fpyept  /  geöagte  berg  $  tamelijk  groot/  pog  en  lang/ 
niitfgabeï^  aan  betfcifjepöe  anöete  gepegt/  öogöefe 
tf  be  fjoogfieban  aïïc  ö’anöere  /en  {jeefteenroob-ag-  aoode  a«- 
%e  aatöe/beteelbeöibtoiï^  ban  öegouö-fmit^  tot  de  in  eert 
fpt  bonkaren  ban  ’t  göwbteetö  ge&pipbty  be  ribiet  bers- 

ofte 


04  Reys-Beschryving  van 

ofte  boater-looflng  ftomt  omtrent  4  fjoogteng  onbee 
een  meenigte  ban  ftep-fteenen  feet  flerft  uptbïoe* 
ioopdet  pen/  en  loopt  boeberom  ober  een  blaftfte  betgfteen/ 
iier'  3önbe  op  eenigen  plaats  een  ftaïf/  en  op  anbere  1  of 
2  boeten  biep  /  en  balt  ban  feerflepl  neer /ban  beberg 
in  een  poel/  bie  Voel  3  baöetn  biep  i$;  ’t  geen  foa 
ïjelbet  en  Maar  $  /  bat  men  op  fijn  gemaft  be 
gront  fien  ftan/  öet  boïft  gaat  in  ’t  gebagte  toatee 
tot  be  ftnpen /  en  ’t  mibbel  toe/  met  groote  blaft* 
op  wat  wij-  fte  ïjoute  fcfjooteM/  boaat  mebe  fp  ftet  fanb  feftep* 
te  hetgoudpen/  onber  ftet  boelftefp  ban  ïjet  goub  binben/  in 
vonden §e'  Mepne  ftuftjep  /  ban  be  groote  fomtoljïen  al$  een 
K«rd,  rgfl-ftojrel  /  ooft  boel  ftlepnber  enbe  groater/  naar 
ijet  gebalt  /  tot  be  ftoaarre  ban  1 , 3  of 4  jaa  tot  20 
Cattys  geboigt^  /  gelpft  alg  ift  in  bie  ttjb  oog-getup- 
ge  gebueefl  ben  /  bat  ’er  een  fluit  goub  binnen  bat 
ftofielijfttoatergebonbenis?  /  ban  7  Cattys  en  y  Ban- 
Goudde  cal  fboaarte/  boelfte  ftlomp  in  groote  baaatbigïjepb 
gedaante  bp  ben  ïüoning  geljouben  boierb  /  niet  fao  feer  om  be 
van  een  ftoflelijftfjepb  ban  ’t  metaal  /  aft?  boel  boojnaameïi  jft/ 
hebben'df”  om  öat  ftetbe  gebaanteban  een  halve-maan  ftabbe. 

3jft  ftebbe  baar-en-boben  in  gemelbe  poel  ber* 
fcljepbefluftften  ban  uptneemenbe  groote  ften  opbt 
gronb  leggen  /  en  boomaamentïijft  2  fluftften  /  boaat 
ban  mp  ben  eene  anber-ïjaïfen  b’ anbere  toe!  3  boe* 
ten/  en  min  of  meet anber-ljalf  boet  bleet  feljeente 
BecfeKi-  3ftn  /  maat  ftotibebe  biftte  niet  onberfefjepben/bee- 
vier  feer  mits?  batfe  in  ’t  fanbgebolben  buaren/en  met  geen* 
goud-njk.  berftanbe  bp-ljebbenbe  bolft  ftonbe  betoeegen/  tot 
ftet  upt-fjaalen  berfeïber/  aangeften  batfjetboatet 
foo  ftout  afti  p#  I  fton  ober  fulfts?  ftlaarïijft  be* 
grijpen  /bat  ’er  een  groote  fcljat  in  bat  boatermoefi 
fcljuplen  /  ’t  geen  mp  aan  be  aanftenelijftfie  beeb 
Voor-ftel  booj-flellen/ die  poel  door  uytgrayinge  af  te  tappen, 
des  Scliïij-  feggenbe  /  dat  ’t  wel  wat  arbeyd  foude  kollen ,  maar 
vets.  egter  doenlijk  was ;  alg1  boanneer  fanbet  ongemaft 
alles?  baar  upt  foube  ftonnen  ligten  /  maar  bat  booï* 
(iel  beftaagbe  ijaac  geenfint^/  om  bat  bielupaart^ 
be  moepte  ontfaagen/  bat  eerlijft  hoerft  bp  berftanb 
te  neemen  /  en  foo  ftomt  ftet  /  bat  fp  bp  geb?eft 
ban  arbepb  te  boen/  felf#  niet  enboeeten  /boat  boo? 

ftofie* 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  6f 

ftofïelgftljeeben  /  bat  fp  in  ïjaat  Eanb  bcfltten  /  en 
niet  meet  ban  ïjunne  föpftbómmen  ftomen  te  ge* 
nieten  /  alg  ’t  geen  bat  be  ï|oogïanbetg  ftun  bomen 
te  ftoop  beulen, 

<©efe  bomrne  enbe  bpgeïoobigemenfcften  3ogten  W“v«- 
mp  tops  te  maften;  Dat  in  die  twee  groote  ltuk-  vo[ks ontrent 
ken  een  byfonder  geheymeniffè  ftak ,  bCtmitgbOO|*  dit  Goud. 
gebenbe ;  dat  den  eene  de  V ader  en  d’ander  de 
Moeder  van  al  ’t  Goud  was ,  dat  fy  bequamen, 
feggenbe  met  een  /  Vuel  uptbtuftftehjft  ;  dat  fy 
haar  felfs  niet  fouden  durven  vermeeten,  het  felve 
aanteraaken,  veel  minder  om’fer  uyt  te  haaien; 
ftaat  met  een  ooft  betfcïjoonenbe;  dat  het  geenor- 
dre  van  den  Koning  was.  ï^aat  OtUlOfelftepb  ïjiet 
upt  genoegfaam  afmeetenbe  /  begon  ift’et  naat  te 
ïupfïeren  ;gclijft  alg  of  ift  ban  ftaat  obetfttetb  Voag  / 
feggenbe ;  nu  wel  te  konnenbefeffen  dat  fy  geen  on¬ 
gelijk  hadden.  <©m  nu  infgelijftg  ’t  onbetfoeften  £e  R-ovt*- 
Voat’et  in  befe2Setg  mogtfcftuilen  /  ging  ift  in  mijn 
eenfaamftepb  befeïbe  obet-al  befïgtigen  /  foo  bette  Berg. 
alg  ift  bet  met  fatfoen  boen  ftonbe/Vuaat  naat  ift 
betfeftepbe  ftuplen  liet  gtaaben  en  ooft  eenige  on* 
betfogt  ftebbe  /  be  baclfte  reetg  te  boojen  booj  be 
3jnïanberg  gemaaftt  bjaaren  /  maat  upt  fp  (jet 
onfunbet  45oub  ftaalen  en  boaffent  betberg  in  be 
töibiet;  in  gemeïbe  ftuplen  bonb  ift  fomtopïenftee* 
le  goebe  en  gtoote  'Sfibetg  /  betmitg  bat  met  fteticoudryke 
beftulp  ban  200  ftoppen  binnen  ben  tpb  ban  3  5  ba* Adas- 
gen  81  Cattys  fupber  <0oub  baat  upt  ftebben  ge* 
fjaalb /  en  ’tfelbe  aan  ben  Honing  opnnjnbjebet* 
ftomfte  geleberb  /  ’t  geene  Ijem  vuonbet  Voel  bebieï/ 
te  meet;  om  bat  fijmiBajefiept  met  be  Vuaatftepb 
betupgbe ;  Dat  hy  in  den  tyd  van  10  Jaaren  loo 
veel  aan  waardy  uyt  fijn  Mynen  niet  gehad  en  had-, 
de.  ’t  ^gVuaat/  bat bie  ï|eet  bet  nog  meet  beeft/ 
maat  befefïeefttintftftbom  bobenaïle  b’anbeteupt. 

ï|iet  upt  ftonnen  UE.  Hoog  Edel.  een  obetfTag  voorfkidcs 
maaften  biat  boo?tgangen  bat  Honingje  in  ’t  Saar  5£l\7vci?.aan 
soube  ftonnen  maften  /  ingebalïe  bat  ftp  troutoe  pyMaatfchaE" 
SSebeïftebbeten  ftabbe  /  bie  fijn  belang  gelpftt  ’tbe*  ‘ 
ftocgbe  fogten  te  beftettigen  /  en  baat  bp  een  Vuen* 

*>eR°y>  E  nig* 


66  Reys-Bëschryving  van 

nigje  benni#  gabben  ban  ’t25erg-toerben. 

#mtrent  s  bagen  repfeng  gier  ban  baan/leeft 
Gebergte  van  wen  een  anbet  Gebergte  baat  een  gtoote  me* 
cryftai,  nigte  Crpflal  te  binben  $  /  en  bp  geïegentïjepö  ooft 
tod  feïjoone  diamant- fïeenen  /  ‘eie  befe  eenboubige 
menfdjen  niet  toeeten  ban  gebagte  gïa$ ’t  onbet* 
fcïjepben /  betruit^  bat  maat  og  b’upttetïgftegïang 
ban  foo  een  fieeit  bomen  agt  te  geeben.  Jktlfte 
bierbaare  <lutoeeïen  ban  men  fomtogien  boo?  een 
betreft  gelub  boo?  een  feet  geringe  ptg^bebocmen; 
upt  befe  2Serg  loogt  een  Hibier/  toaac  ban  al  1 jet 
fanb  /  aï$  men  get  og  be  gronb  ftet  leggen /<ÜSoub 
fegpnb  te  toeefen;  maar  uptgegaalb  fijnbe /  toerb 
ïtet  nier  meet  aïf  tofagtlg  en  gïinfletenbe  bebon* 
ben;  men  binb  gier  oob  Hoger  /  iCin  en  fïfer. 

•  Haar  bat  bit  alle$  foobanig  onberfogt  /  ogge* 
noomen/  en  bebonben  gabbe/  beerben  top  toebet* 
om  te  rug/  baar  ib  bp  fgn  jBajeflept  in’tbpson* 
bet  Wet  alle  omftanblggeeben  berflag  ban  allef/bat 
ibgegen  en  onberbonben  gabbe/beebe;toetbenbe  bg* 
fonber  minndgft  ontfangen ;  met  aanbagt  geboogV 
mitggaöer^  ober  m#n  getroutoiggepb  ten  goog* 
fien  gegreefen  /  en  togber£  toefegginge  gebaan  ; 
Dat  my  die  Vorft  ’t  aanftaande  Jaar  in  d’andere 
MoujJ’uit ,  wederom  naar  fijne  Mynen  met  meerder 
volks  en  van  alle  werktuygen  foude  beforgen ,  dien 
ik  maar  eenigfints  dagt  tot  bet  bereyken  van  mijn 
oogmerk  dienüig  te  weefen  ,  mp  baar-en-bOObeil 
beloobenbe;  met  een  volkoomen  magt  tevoorfien 
om  alles  naar  mijn  goetv inden  te  bellieren ,  zonder 
met  yemand  ’t  minfte  te  doen  te  hebben  ,  als  met 
hem  alleen.  ^n$gdöl$  mp  og  fgn  Honinbïtjft 
tooojb  /  ertbe  met  ganbtafïing  toefeggenbe ;  Dat 
mijn  trouw  en  yver  edelmoedig  en  na  behooren 
vergolden  foude  werden. 

Begeerte  van  SP  gab  toaarlöb  tod  moogen  toenfegen  /  bat 
deköy.  ib  naar  foo  bede  firibbdingen  og  een  %anb  onc* 
moet  te  Ijebben/ooft  een^een  toepnfgje  gdub  gab* 
be  moogen  aantreffen.  jBaat  toat  fgn  bog  men* 
fcgen  raabfïagen  en  b'oo?mwen$  /  boo?  bien  bat 
fp  booj  <$obe|  ötmafgeureigbe  booifïeniggepb  be* 

gaalb 


Rivier  van 
veifcheyde 
Metalen. 


Doed  van  al¬ 
les  verflag  aan 
den  Koning. 


Belofte  des 
Konings  aan 
hem® 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  6j 

paalö  fpn/en  alïempn  meefïe  geöagten  bnarenom 
öe  buaterloffmg  ban  geöagte  Jpo el  in  ’t  boerft  te 
fieljfen  3&en  Jtoning  boa£  onöettuffcpenftefïg  om  _  s 
aïïe  Negeryen  te  öefigtigen/  öe  boeïfte  panöel  met  Hf 
Peper  öreeben ;  in^gelpft^  ooft  ftelufï  om  öe  plan* d  s  * 

tagie$  öer  ^jnbooonöer^  te  befcpOEboen  /  öie  top 
öan  in  meenigte  Pebonöen  /  en  ^aarlpft^  nog 
meer  aangroepen  /  en  top  tegenbooo?öig  in  flaat 
3pu  /  om  een  goeö  getal  Coyanges  upt  te  leebe* 
ren;  pOUÖenöe  pefcee  Coyang  loco  Garitangs, 
peöet  Gantang  Op  ai  Catty  Chinees  ;  toelfte  ftö?= 
rel  ooft  Öp  Öe  Gantang  of  Coyang  bOO?  GOÜÖ  of 
Spaanfche  Realen  berftogt/  en  tegen^  alöetftans 
öe  foo?ten  ban  Hpntoaaten/  felecöen/Amphioen, 

&oitt/  ifti$/  ICjupn  /  Eooft  /  ^upftet  enTam- 
merinde  berruilö  boerö  /en  öat  op  berrenafoo  öuur 
niet  aft?  op  Bantham  en  Palimbang  ,  en  öaar  ftoo* 
men  ^aarïöft^  7, 8,  tot.  12,  foo  Chineefe ,  Siamfe , 
Jphooreefe  Jonken  ,  ban  tEffCpen  2  a  300  ïaflen 
groot/  paaeïaöingfoefteu/  öiefe  ooft  öeftoomen  ? 
peöftenöe  Öie  bau  MagcauvK  öe  Chineefèn  öe  boeg 
pier  na  toe  geboeefen  /  öie  meefï  alle  ^aaren  met  reper-fchee- 
4  of  s  &cfteepen  paar  laöing  ban  ffieper  ftoomen  Penalle  Ïaaï 
paaien;  geïpft  aï|  ftp  mpn  tpö  ’t  laatfle  Slaar  3koonKi5de‘ 
ftloefte  ^cfteepen  gesien  /  en  een  geïpft  getal  Chi- 
neefen  öaar  beenoomen  peö/  öe  toelfte  gefament* 

Ipft  puntte  ïaöinge  öeqnamen  /  upfgefopetö  öe  4  ^ 
öe  toelfte  met  omtrent  een  palbe  laöing  feer  fcftam 
öeïpft  moeflen  bertreftften  /  om  öe  naboïgenöe  tt* 
öenen : 

,,<®efen  öobem  boa^  6eboo?en$  een  Hollands  v«haaivas 
«  Jflupt-fcpip  getoeefï /  ban  ontrent  öe  300  lafien  e£ï\f™l0™a 
„groot/  en  topöer$  in  Maccauw  tot  een  %eft-öootd«sdan,  b»- 
„bertimmerö/ mitigaöer^  tot  öen  <©ojïog  uptge=nyer. 
„ruft/  gemonteerö  met  20  Gotelingen  en  noftop* 

„pen  fïetft  öetnanö  /  toaar  onber  10  a  12  Manfte 
,>  l’ortugecfcn  toaten  /  en  tot  23e‘oeïpeöber  eenett 
„Emariacl  de  Roosje  aattgefJelö  /fpnöe  een  Italiaan 
„ban  geboomte  /  tocfenöe  öoo?  öe  Vice-Roy  ban 
„  Goa  tot  ïtapitepn  Moor ,  of  «©pper-öebeïfteftïiÊr 
>,ban  Banyer  genomineerö/  toant  pet  balö  ligter 
E  z  „pemauö 


68  ReYS-BeSCHR  YVING  VAN 

«  pemanb  öefit  ban  een  Hanb  te  geeben  /  afó  ïjetti 
«  mlbbelen  te  betfcfiaffen  om  {tg  baat  ban  meefiet 
« te  {tonnen  maarten.  b’Ctbatentöepb  leerbe  öie 
«  man  /  bat  fe  op  Banyer  boepnig  ontfag  boo?  ’t 
„Brevet,  of.Commiffie  balt  'Geil  Goaasfe  V  ice-Roy 

„fiabben  ;  fjebbenbe  bobenbien  boïftoomen  bol* 
>,  tnagt  om  over  alle  de  ontmoetende  en  koomen- 
«  de  Portugtefe  Scheepen  enVaartuygen  als  Chef  te 
«  gebieden;  lupbetl  fijll  Inftrudie  ofLaftbriefnietal* 
«  leen  om  die  van  Banyer  vyandelyk  aan  te  tarten, 
« maar  ook  om  daar  een  vafte  voet  op  ’t  land  fien 
«  tc  krygen ,  en  foo  doende  wraak  van  de  moor- 
„derycn,  hoon,  ende  fchaade  te  nemen  ,  de  wel- 
«  ke  de  Portugeifm  door  die  Natie  geleeden  hadden. 

«3©aat  ban  ben  fngeöeelbe  ïtapitepb  Moor  een 
«  fmetteïrjrt  geboeïen  ban  gefiab  fiabbe. 

Jen°SDLnsn  «’t3feje$  maat  bat’ec  jfjatw  te  booten  /  teb)e=> 
Schip  van  Ba-  «ten  in  89  ban  Batavia  een  Spaans  ^cfitp  betteort* 
tav«.  „  rten  baa|  /  be  tueïrte  op  be  Manilhas  ’t  fiupö  ïjoo?* 
«ben;  fyrtbc  ban  Maiacca  fiettaaatb^  geftebenb/ 
«om  te  fien  of  jfjp  een  labingj^epet  fonbe  bonnen 
«öemagtigen;  ’tmeïft  be  Portugeefenbememenbe/ 
«troftrtenfp  be  Spanjaard  te  gemoet/  ïjem  betbet^ 
«op  ïjun  epgen  pontje  betïnebenbe  booven  tekoo- 
«  men ,  onbet  toefegginge  /  naat  bat  fp  baat  toe 
„  booj  een  miïb  ptefent  ban  ben  Kartiliaan  maten 
»» betuoogen  /  hem  de  lading  van  haar  Peper  over  te 
„willen  doen  ,  geïijrt  fp  ooft  tot  fiaat  mctrtertjft 
„boojbeeï  beeben ;  maat  mebe  bien  man  naar  fijn 
„  boo?genoomen  plaats  betttoft.  iBöatonbettuf* 
«felfjen  be  gelegentfiepb  afgefien  ïjertbenbe  /  en  op 
LuftvandÊn  ^ietgelpe  rtoopfianbel  beïufi  fijnbe  /  quamïjet 
Seperhan-  «31aat  baat  aan  mat  bcoeget  al|  be  Portugeefen, 
del.  >>  betfoeftenbe  meteen  aanfienlijft  «tBefcfienft  aan  ben 

«  ïtonjnrt  enbe  fëp^-^tooten  gebaan  ficübenbe  / 
«betlof  om  fijn  rtoopöanbeltebrpben/  ’tgeenjjem 
„ten  eetfien mterb  ingelntlligb ; befiaanbefijn baat* 
„btge  betaaïinge  obet  geleberbe  maaten  in  goebe 
„Spaanfe  Realen,  maat  In  beefe  menfcïjeneenbp* 
„3onbet  öefiaagen  jfjabben. 

„<©e  Portugeeien  met  3a4gt00te/  en  bitboo?* 

noem® 


■JacobdeRoy.  óp 

„noembe  5plupt-J>cï)ip  geïtoomen  fijnte  /m  ben  J°°p"«üy" 
„  Spanjaard  in^gelppë  met  boojfcpjeebe  2Sobem  ren  tegen 
„  en  een  Chaioup  binbenbe/en  betnoomen  pebben=  denspan- 
„  be/bat  pp  be$epetmet  ftlepne  partpen  Pan  7  of  8  iaard- 
„Gantangs  opdoft/  boaat  en  tegen  be  Portugee- 
„fen  noopt  niet  te  breebe  bjaaten/  of  moeflen  ia 
„  Gantangs  te  gel»  pe&öen ;  begonben  be  Seignoors 
„punne  gebjooneïppe  gtoot^pepb  retoonen/  en 
-  ben  Spanjaard  fijne  Pooppanbel  te  betbieben  /  en 
„bat  meet  i$!  fijn  f&epet  labing  af  te  bojberen / 

„  baat  ben  anbete  aïë  regent  regt  en  teeben  fpnbe/ 

,*  geen  fïn  in  pabbe  /  en  be  Portugeefen  baat  en  te? 

‘  gen  be  magt  /  bie  fp  in  panben  pabben  /  toiïlen^ 

„be  geötuiften/  en  |tg  onteebelpp  getoonb ïjebben? 

„  be  /  öegonben  baat-en-öooben  gemeld  re  pleegen/ 

„  niet  alleen  deö  ïftoning#  ï|aben  openöaatlp  tè^"f^e,d‘ 
fcljenben  /  maat  quanten  be  Poegel#  ban  pttn  ë 
„  ftanon  tot  in  be  Negery ,  en  boo?  be$  ïioning^ 

$alep£  peen  bliegen  /  niet  tegengaande  bat  pp 
„julï$  liet  betbieben  /  namen  00b  be  bjeetïoofe 
„  Chaioup  ban  ben  Spaanfe  üapitein  boeg/  en  maalt* 

„ten  be  ^epet/toaat  meebe  bie  geladen  Vua£/  tot 
‘  een  goebe  ptp£  /  en  ftaaften  betboïgen^  ’t©aat= 

„tupg  in  ben  btanb.  <©en  Stoning  befe  <0odloofe 
„feptelpftpeben  op  fyn  epgen  Stroom  aanftende/ waarover  de 
„  qttam  in  be  poogde  becbolgeiKpepb  tegen£  bie  Konmg  feer 
„betmetele  en  laatdunkende  jl^atiè.  upt  tebatfïen  /veibols«>“. 
ordonneerde  baatotn  een  Maccaflaarie  f^rinj$/al* 
baat  bekend  /  onbet  be  naam  ban  Pangerang,Desfdfsb€ 

„  Aria  CaiTomba  ,  fig  met  geweer  en  Ammonitie  vej.  e  s 
„te  voorben,  en  met  lbo  veel  volken  Vaartuygen, 

„als  immers  moogelijk.en  by  der  hand  was ,  hem 
„  ten  eerden  op  ’t  water  te  begeeven  ,  om  niet  al¬ 
leen  den  verongelykten  Spanjaard  by  te  fpringen, 

„  maar  ook  de  belhamels  met  geweld  als  vyanden 
„  aan  te  tallen  ,  en  foo  ’t  hen  moogelijk  was,  ge- 
3,  famentlijk  te  verdelgen. 

„3 ©elft  regtmatig  bebeï  ook  met  een  uptnee?  wordwei 
„mende  kloekmoedigpepd  gepoojsaamd  boietb  /  uytgevoerd. 
„Voant  bien  btaben  iPtapitepn  met  een  aantal  ban 
„100  ©aattupgen  toaat  in  betpï  1000  Poppen 

E  3  „ban 


70  ReYS-BeSCHRYVING  VAN 

„ban  g’Staninjjg  toöBfeétèrn  ing^fcïj^  j>t  toka^en  /  ftg 
„  ten  fpoebigfïe  op  be  fitoom  begeébenbe  /  tapen 
EenFoftu-  »*«*  SuïPen  Öappètpepb  *teetfte  Jkpipaan  bat 
gces  schip  »  ban  be  Fort  u  geeft  a  Panöe  beteppen  /  bat  pp 
veiovcid,  m  ’tPo?t  raeefïet  ban  toiecö  /  en  betbolgenp 
„alle  öe  baat-op  baatenöe  boo?  be  Pïing  ïietfppn* 
„gen. 

„  5£>it  bettfaagöe  öe  Portugeefen  niet  toepnig  / 
„hiaat  en  tegen  öe  moet  ban  öe  Maccafiaren  ge* 
„  bjeïöig  begon  aan  te  groepen  /  ftilPjS  bat  fp  in 
i>öie  pebigpepb  boojtbaatenbe  een  geïuPe  <©ö$ög£ 
„  ftanp  op  öe  2  anöete  Pleplie  |bepeepp-PMenhan 
„  paait  bpanöen  VPaagben  /VoelPe  fiouteonbetnee* 
„niing  pun  alfoo  Voel  quam  te  geïuPPen  aï£  öe 
3.  eetfïe  /  pabben  fp  bp  paate  manmoeöigpepb  ’t 
„belepö  gepaö  om  met  boo?fcp?eeben  3  SÖöbenpS 
„paai*  booiDeeïig  te  pïaatfen  öp  ’t  geoöte  $cpip/ 
„en  fcputgebaat  met  pem  te  potiben  /  öe  Portu- 
„  geefen  fouben  piet  een  geboeïige  neep  gepaö  peb* 
„öen/alpoèVoeï  bat  fp  egtet  biet  mfêgeberföbjiet* 
„  ben. 

prie schepen  .^e  ?  ^>cpeepje£  oI£  gefegi  betobetö  en  met 
‘ veroverd  „bolP  befet  fpnbe  /  betfVoaPte  pet  getal  bec  ïttp* 

door  de  in-  niet  te  min  beffóoten  fp  boen  gefament* 

i3i  n’  „  lijp/  het  groot  Schip  alfoo  wel  te  enteren  als  fy 
„  d’anderen  gedaan  hadden.  •  -  y 

„t©og  bie  ©?in$  Voiect  pier  geVoaae/  bat’er  bp* 
„meet  in  een  sd5ebeï-pebbet  toetbberepfiaïplBan- 
„  moeöigpepb  /  Voant  be  fiere  Maccaüaren  naac  bat 
„fp’t  buut  ban  be  in  nooö  fpnbe  ©opuö^fen  / 
„  uptgeflaan  pabben  /  en  betbolgenp  aan  boojö 
„  gePomeh  toefenbe  /  biel  pet  obetPïlmmen  plee 
„foo  gemaPPeïpP  niet  '0$  bp  be  anbere  /  en  foo 
Groote  ne-i>atë  be  befppnget^  boenbe  Voaaten  om  op  te 
detlaagder  „Plattteten/  foo  Vuietben  fp  ban  be  op  punboo?* 
indiaanen.  J5  beelleggenbe  Portugeefen ,  met  alberpanbe  <©o?* 
„logp  geVueet  betnieïb/  fonbec  bat  puntte ©pan* 
„  be  bp  naar  Ponben  te  ften  Ptpgen  /  baat  fp  in 
„tegenbeeï  bloot  in  paar  ©aattupgen  ’t  getoeïö 
„ban  punnei*  ©panben  fepiet-geVueec/ ^>tinP  en 
„©uut-potten/  en  pet  bierpen  bet  $|anb  granaten 

„moef* 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  7ï 

„moefien  uutfraan  :  bp  toelfte  Ijeete  ontmoeting 
„  bet  niet  boepnige  ban  be  Maccaiïaaren  quanten 
„  te  fneubeïen  /  bje^ïjaïben  ban  genoobfaaftf  /  om 
„  een  aftreft  te  foeften;  ’tgeenïjaatfoo  buut  quant 
„te  ftaan  al$  ïjet  abotbeeten /  toant  be  Portugee- 
„  fen  öebienben  ftg  ban  ’t  boojbeeltjunnerïftanou  j  Diede 
„bebielfte  met  geploot  gelaben  frjnbe  /  bet  nietv,ustmoeft«a 
„  boepnig  matfteben  ;  fp  namen  ftaten  toebïugt  neemen‘ 

„  aan  boojb  ban  be  berobetbe  ^cïjeepen  met  b?p 
„  bed  betffcooping  /  in  rnibben^  bat  ’t  Capitaaï 
„  Jfogtip  be  trompen  ban  fijn  gefeftut  op  befeïbe 
„gefïelb  tjeftbenbe  /  ïjaat  ’t  buurfoo  naat  aan  be 
„boeten  gefet  toierb  /  bat’et  niet  een  fïg  op  ben 
„  obetïoop  bojfi  bertoonen  /  of  ftp  toietbt  ten  eet* 

„fïen  booj  een  Ifageïöup  ban  $Bt$ftet-ftogd£  ge* 

„ïigt. 

„<6n  boa?  bien  bat  |et  ftenftaat  i£  bat  be  Mac-  Aarddet 
„caffaaren  binnig  in  gaat  aanballen  fön  /  ïjeeft MaccaffaKn" 
b’etbatentfjiepb  geïeett/  bat  fp  baar  en  tegen 
„  btaftftet  tegenfianb  binbenbe  geen  fianb  ftouben ; 

„  ’t  bïeeft  ïftet  ooft  eentgfïM#  /  beemitë  batfe  beb?ie 
„bermeefterbe  Jldjeepen  ten  pjoop  ban  ftaateBp* 

„  anben  Voebeeom  betïieten  /  en  ftg  met  ftunne 
„0aattapgen  een  toepnigje  öüpten  ’t  berepft  ban 
„jf)un  ïtanon  ftegaben  /  ’t  geen  be  ïjoopdoofePor- 
,  tugeefen  een  btepnigie  aabem  beebe  fcïjeppen ;  Scheid“ 

,,  beftomenbe  baat  boo?  gdegentfjepb  om  befïtoom  vd™imkm‘ 

„  ftületjeö  af  te  bfijben  /  en  in  be  gtoote  iSsbiet  te 
„  getaaften  /  baat  fp  ban  om  ftoee  Önfonbere  ree* 

,,ben  anfterben/  aï$  een^beel^  om  fjunne  geïeben 
„fdjaabe  te  IjetfMen  /  atö  ooft  ten  anbeten  /  om 
„  ïjunne  Hanb^lieben  /  betoelfte  een  feftet^ban  een 
„  Logie  op  Cay  o  Tangan  opgetegt  tjabben  /  af  te 
„baagten:  €bog  te  hergeeft  /  bermit£  bat  fp  al 
„  op  ijet  nogenbïift  ban  ’t  eerfte  treffen  gemaffa* 

„eteett  tomaten:  bu$  ftteeg  ben  boo?noembe  Spaanfe 
;,ïtapitepn  genoegfaam  togaaft/  obet&et  aanïjem  sSaadvoi. 
„  aangebaane  ongelyft,  daan, 

<©m  ban  bit  boojgetoenbe  ongeïtfft  te  bj?eeften/ 
bdictb  befe  de  Roosje,  al£ gefegt gefonben /  ofan* 
bet|  met  Gredentialen  ,  (geloofs -brieven)  boo? 

E  4  föti 


Tot  wat 
eynde  de 
Roosje  ge- 
fonden  was. 


Vader 
foekt  fyn 
foon  in  fyn  *s 
neefs  plaats  te 
Hellen. 


Onderling 
verbond  tuf 
fende  Portu- 
geefen  en  de 
Oom  van  den 
Voxft. 


Reeden- 
voering  van 
den  Vorft  tee« 
gen  deRoy. 


72,  Reys-Beschryving  van 

fijn  fBr.  boojnoemt  /  betfïen  om  be  oube  betbin* 
teniffen  biebetom  te  bttnieubitn  /  bebielfte  geffoo- 
ten  biaaren  met  ben  ïtontng ;  ten  tgben  /  bat  ben 
E.  van  Mecheien  met  een  Compagnieschip  ïjiee 
biaö.  ^efe  regeetenbe  ©o?fi  Vuap  boen  onbei*  fijn 
Oomë  ©oogbp  /  öeluelfte  een  foon  pabbe  /  ge¬ 
il  aam  t  Goeftiadin  na  Cafumba,  be  blCÏfte Ï)P  ttag- 
tebe  tot  be  Ctoon  te  betïjeffen  /  ’t  geenbefep?ftré 
foo  b?a  niet  geblaat  bitetb/  of  begon  ftg  tegen  bat 
boojnemen  te  ftanten  /  te  meet  /  om  bat  teetj* 
ftj'ne  monbfge  ^Baaten  berepftt  habbe  /  en  om  met 
meetbet  gemaft  befe  fbiatfghepb  te  boben  te  ftoo* 
men  /  betfogt  hP  gemeïbe  van  Mecheien  tot  bp- 
fïanb  /  bic  ftern  befelbe  ontfepbe  /  inmibbeng  bat 
biet  tijb  be  Portugeefen  met  ftaate  ^cfteepeu  baat 
tet  teebe  ïeggenbe/  tegen^ftjn  ©ombefelbetehulp 
betfogt  /  bebielfte  haat  bpfonbete  belang  baat  iit 
fïenbe  /  hem  befelbe  feet  gaarne  accoibeetbe  /  ne* 
menbe  baat  bp  be  gelegentftepb  om  een  betbonb 
tot  hunne  booibeel  op  te  tegten  ;  beftelfenbe/  Dat 
;  fy  een  vryen  handel  van  Peper  fouden  moogen 
hebben  ,  en  voor  12  Gantangs ,  niet  meer  als  een 
Ryksdaalder  fouden  betalen,  als  mede  dat  het  de 
portugeefen  foude  vryftaan  3logie£  daar  ‘t  haar 
foude  goedvinden  vaft  te  Hellen. 

©an  bielfte  booj-regten  fp  bjebelijft  genot  geïjab 
habben/  maat  ftonbe  bie  ©ojfl  ooft  boel  metften/ 
bat  jfttt  een  feet  bebjiegeltjfte  natie  bia£  /  bebielfte 
’tniet  fcfteelbe/  of  fp  onnofel  bloebbetgooten/  aï£ 
fpbet  maat  ïjaat  epgen  belangen  in  faagen.  Want 
betbolgbe  bie  p?injj  fijne  reeben  /  voorleden  Jaar 
hebben  fy  ’t  met  mi)n  Broeder  den  Pange  rang  An- 
nom  benevens  genoemde  Aria  Cajumba  geüerkt 
met  eenige  van  mijne  Raaden  (bien  ift  baat  Obet 
upt  ’t  Btanö  gebannen  hebben )  het  indier  voegen 
foodanig  weten  te  befteeken ,  dat  fy  een  Schip  den 
Koning  van  Stam  toebehoorende ,  mitsgaders  nog 
een  van  de  Kuil:  Cbormandel  koomende  ,  afgeloo- 
pen  en  de  daar  op  varende  gefamentlijk  vermoord 
hadden ,  tot  welken  heyloofe  daad  de  Portugeefen 
hun  niet  alleen  aangemoedigt,  maar  daar  kruyt  en 


Jacob  de  Roy.  73 

loot  toe  verfchaft  hadden,  en  over  fulks  tot  fijn 
onfchult  by  andere  Vorften  befaamd  was ,  voor 
een  Prins ,  die  fulke  grouwel-daaden  liet  pleegen.  . 

©iet  befcbafte  mp  ben  kernei  een  bpfonbete  totOjaToor^ 
booibeeïige  geïegentbepb  /  om  mijn  ©abetïanb  deelnam, 
een  bpfonbete  öienfi  te  bónnen  toebrengen  /  maat 
boo?  mp  met  bie  boop  flatteetbe  /  bat  foo  toam 
neet  b’C.  Compagnie  ’t  boortoetp  bat  ift  genegen 
toaé  boor  te  gaan  quam  te  ombelfen/  ift  aïö  ban 
bupten  etlanging  ban  mijn  patbon  nog  baat  en  bo= 
ben  ban  baat  naat  betbienlïe  foube  Voerben  beloont. 

SIft  gebrupftte  biet  ban  be  fttagtigfie  rebenen  bie 
mp  naat  be  maate  ban  mijn  ftenmffe  ben  ï|emel 
babbe  betïeenb  om  be  honing  te  betoeegen  /  bat 
bp  be  bul»  ban  b’€.  Compagnie  aanbaatben 
foube/  en^at  bianneet  bP  bie  op fgnbanb  babbe/ 
feftetïijft  ontfaccbelgft  en  beflanb  boor  alle  fijne 
openbóate  ©panben  en  &cbön-brienben  foube  fijn  / 
en  bot  bette  ift  baat  inne  fp  geborbett  ióU  Hoog. 

Ed.  upt  ben  inboub  ban  mijn  eetfte  jBifftbe  naat 
Batavia  gefcb?eeben  ten  obetbloebe  beftent: bekniet 
te  min  om  UE.  Hoog.  Ed.  be  memorie  te  betbet* 
fcben/  niet  onbienfiig  geoorbeelb  bebbe  befelbebiet 
te  laten  inbloepen. 

BATAVIA. 

Aan  D.Hoo Ed.  Manhaft e  wel  Wyfc  Voorjtenige 
Heeren  M'.  WILLEM  VAN  OUTS- 
HOORN ,  Gouverneur  Generaal  ,  en  aan 
de  verdere  Heeren  Raden  van  rt  Nederlants 
India. 

Hoog.Ed .  wel IVyfe  Voorfienige  Heeren. 

Brief  van 

MTN  HEEREN \  deRoyaan 

den  Generaal 
en  Raden  van 

r^Edert  mijn  laafte  fchrijvens  hebbe  alle  devoir Indien' 
aangewent, om  defeKoning  aan  te  moedigen, 

Es  fy- 


74  ReYS-BeSC  HR  YV  ING  VAN 
fyne  Afgezanten  aan  UE  Hoog.  Edel.  met  Brie¬ 
ven  af  te  vaardigen ,  ’t  welk  ook  foo  verre  hebbe 
gebragt ,  dat ’t  Vaartuyg  Zeylvaardig  geleegen 
heeft ,  dog  door  groote  gifte  van  de  Chineefen  aan 
de  Ryks-Kaaden,  den  Koning  weeder  omgefet, 
dog’t  Vaartuyg  voortgefonden ,  met  den  Chinees , 
Anacoda  Janghmg  genaamd  lijnde,  een  Inwoonder 
van  Batavia,  die  aangenoomen  heeft,  om  deinlaa- 
dinge  van  Peper  dte  voor  een  Schenkagie  foude 
verutrekt  hebben,  Kruyt,  Loot  en  Amonitie  van 
Oorlog, fteels-wyfe  van  Batavia  aan  den  Koning  al¬ 
hier  te  leveren,  fijnde’tgeen  den  Koning  van  UE. 
Hoog.  Edel.  beneevens  tot  Befchuts-Heer  foude 
verfogt  hebben.  Het  foude  nu  een  gewende  faake 
fijn  ,  dat  ’t  felve  Vaartuijg  fynde  een  Ganting  ge- 
monteert  met  BalTen ,  bemand  met  Cmheefen  zn&z 
Javanen  toebehoorende  den  Koning, door  UE,  Hoog . 
Edel.  mogte  werden  betrapt ,  ende  als  dan  den  Ko¬ 
ning  met  goet  Kruijt,voornament'iijk  een  deel  fijn 
Kruyt,  ook  goet  fyn  Laken,  geforteerde  kleeden, 
onder  anderen  groote  Patellen ,  een  half  dozyn  ge- 
meene  Houwers ,  v orders  het  geen  by  UE.  Hoog.  Edel 
wel  wyfe  oordeel ,  goet  gcagt  lal  werden.  De  waar- 
dye  van  voorfz.  Peper  ’t  Pi  kol,  werd  hier  ingekogt 
voor  2  zRd  .Spaans, met  een  ander  Anacoda  voorf. 
Vaartuyg  onbefchadigt  te  rug  gefonden, ’t  welk  den 
Koning  tot  dit  goet  werk  grooteiyks  foude  ani- 
meeren,  de  Chineefen  leugenagtig  maaken  die  de 
Comp :  by  den  Koning  grooteiyks  in  myn  tegen¬ 
woordigheid  niet  ontfienteblameeren ;  ’t  welk  den 
Koning  wankelbarig  maakt.Degerugtenloopen  al¬ 
hier,  den  bekende  Pange  rang ,  Aria  Cajfumba  by 
UE.  Hoog.  Edele,  op  Batavia  foude  fyn ,  om  onder¬ 
hand  op  hetverfoek  van  de  Maccafdarfe  Koning  van 
UE  Hoog.  Edel.  teegens  Banyer  verfogt  is ,  ’t  fy  door 
fchryvens  aan  my ,  ofte  door  andere  praktyk  v erlierkt 
werden,  door  welke  middel,  occafie  foude  hebben 
om  ’t  werk  voort  te  fetten  ,terwyl  den  Koning  en 
’t  geheele  ryk  daar.  voor  bevreeft  is.  Sal  hier  meede 
afbreeken ,  de  taake  aan  UE  Hoog.  Edel.  wel-wylè 
oordeel  en  in  Protexrie  van  den  Almogende  Godt, 


J  AC  O  B  DE  R  O  Y.  7f 
en  my  in  UE.  Hoog,  Edele,  goede  gratie  bevedende 
op  ’t  fpoedigfte  antwoord  verwagten  ,  verblyve 
inmiddens  (  ondetftond  )  Hoog  Ed.  Manhafte ,  wel 
Wyfe  en  fier  Voofjienige  Heer  en,  UÊ,  Hoog  Ed,  Die -• 
naar,  was  geteekend  Jacobde  Roy, 

MACCASSER. 

Aen  d'E.  Manhafte  Wyfè  Voorf enige  Heer  % 
FRANCOYS  PRINS, PRESIDENT  op 
MACGASSER,  ende  verdere  Raaden  aldaar . 

Erntfefte  Manhafte  Genereufe  Heeren. 

MYN  HE  EREN. 

Ik  hebbe  niet  onnodig  geagt  UE.  by  deefe  omftan-  Brief vaa 
dig  te  Schryven  ,  wat  de  reeden  fijn  geweert ,  de  Roy  aan 
die  my  op  dusdanige  manier  van  Batavia  te  bege- £r?nc°ys 
ven  ,  vermids  UE.  nog  de  gantfe  Wcereld  myn  demopMac- 
verongelykinge  niet  onbekend  fijn ,  en  om  verde- caflèr. 
re  Proceduren,  en  quaade  driften,  hoon  en  fmaat 
te  ontgaan ,  die  mijn  dreigende  waaren ,  ende  alle 
Satisfactie  geweygerd  wierd  ,  waar  door  tot  rnifi- 
moedigheyd  ben  gebragt,  dat  ik  mijn  van  Batavia 
hebbe  moeten  begeeven,  dog  tot  geen  ander  inten¬ 
tie  als  van  meening  fijnde  Atchin  te  bereyken  en  van 
daar  met  d’een  of  d’ander  Natie  naar  Europa  tege- 
raaken ,  om  aldaar  myn  goet  regt  ende  Satisfactie 
te  foeken ,  dog  het  fchynt ,  dat  het  den  Almogende 
niet  belieft  heeft,  maar  op  Banyer  te  fenden  om 
d’E.  Compagnie  nog  meerder  dienft  te  doen  als 
van  mijn  verwagtende  waaren  .•  fal  dan  in  ’t  kort 
feggen  ,  dat  ik  mijn  naar  veele  gedaane  moeyte 
alhier  by  defe  Koning  foo  ver  in  gratie  hebbe  inge¬ 
drongen  ,  dat  hy  genegen  is  ,  om  met  d'E.  Com¬ 
pagnie  te  contra&eeren  ,  ende  fijn  Land  op  mijn 
aanrading  voor  d'E.  Compagnie  open  te  ftellen , 
tot  welken  eynde  van  hier  brieven  en  Afgefanten 
paar  Batavia  dam  te  vertrekken  :  Ik  hebbe  groote 
-  moey- 


yS  &e ys-Beschryving  van 

moey te  gehad,  om  defe  wankelbarige  Menfchen, 
hier  toe  te  brengen,  terwijl  de  Portugeefen  ,  ende 
Chineefen  tot  partyders  hebben, die  den  Koning’t  fel- 
ve  ontraaden,ook  door  giften  en  gaven  eenige  van  de 
groote  op  haar  hand  hebben ,  en  ’t  felfde  my  door  ar¬ 
moede  ontbreekt ,  waar  door  by  den  Koning  en  Prin- 
fen  alhier  is  goet  gevondeneerftelijk  eenbefending 
naar  Maccafler,  aan  den  Koning  aldaar,  om  tefoe- 
ken,  defelve  neder  te'ftellen,  ende  den  Pangerang, 
AriaAdi  CaJJumba  gegn  onderftand  te  doen,  gelijk 
de  gerugten  loopen ,  door  haar  ftaat  te  gefchteden , 
die  ook  reeds  aan  Poullehus  met  8  vaartuygen  ge- 
arriveert  is,  ende  foo  baar  dit  quam  te  gelukken , 
fouden  de  faaken  van  d'E.  Compagnie  grootelijks 
veragteren,  dog  hebben  den  Koning  hier  toe  ge- 
bragt  om  ÜE.  Ed,  defe  benevens  te  fenden  op  dat 
UEe  door  dit  middel  van  alles  fult  kenniffe  heb¬ 
ben,  het  foude  nu  een  gewenfte  faake  fijn  ,  dat 
die  Koning  by  UE.  hier  toegebragt  kunde  wer¬ 
den,  defe  Afgefanten  met  weynig  gehoor  y  enfon- 
der  verrigting  van  faaken,  wederom  te  rug  gefon- 
den  werden ,  waar  door  occafie  foude  vinden ,  om 
d*E.  Compagnie  £oodan]gePagger s ,  envaftigheden 
ïn  fijn  befetting  te  laaten  neemen  als  tegenwoordig 
door  mijn  ftaat  gemaakt  te  werden  ,  ook  gewen¬ 
fte  Condities  bedingen ,  waarom  foo  defe  occajiever- 
fuymd  werd  ,  na  mijn  flegte  oordeel  dyE, Compagnie 
tot  groote  fchaade  ,  ende  intrefte  in  de  Peper-han- 
del  ftaat  te  gefchieden,  ende  d?E>  Compagnie  veel 
meerder  fpook  foude  konnen  maaken  ,  als  ooyt 
B antham  gedaan  heeft.  Den  Koophandel  neemd 
fterk  aan,  van  hier  word  een  groote  lengte  Peper 
vervoert  ,  voorleeden  Jaar  fijn  van  hier  vertrok- 
drie  Scheepen ,  en  vier  Jonken ,  behalven  veel  an¬ 
dere  mindere  Vaartuygen  a|le  geladen  met  Peper; 
en  de  aanplantinge  gefchied  nog  fterk ;  ook  hebbe 
ik  de  Erf-Prins  van  Succadana  ,  genoemt  Pange - 
rang  Marjta  Ingerat ,  volkomentlijk  aan  mijn  ge¬ 
trokken,  die  met  d'E.  Compagnie  foodanige  Con¬ 
ditie  wil  aangaan ,  als  haar  Hoog .  Ed.  believen  ful- 
len,  onder  defe  voorwaarde  dat  haar  E*  hem 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  77 

fullen  believen  tegens  lijn  halve  Broeder  behulp- 
faam  tc  fijn,  die  hem  van  de  Kroon  en  Ryk  foe- 
ken  tcfrujlfoeren ,  het  welk ,  met  feer  kleyne  moeyte 
en  kollen  kan  gefchieden  ;  terwyl  lijn  Broeders 
Magt  en  Tegenpartij  der s  niet  boven  de  1000  kop¬ 
pen  llerk  lijn:  defe  brieven  liaan  mede  bedektelijk 
onder  geleyde  en  fupplicatie  afgevaardigt  te  wer¬ 
den  ,  op  hoope  dat  haar  Hoog.  Ed.  defe  ende  mijne 
voorige  dienften  in  confideratie  fal  gelieven  te  nee- 
men  ,  ende  mijn  van  mijne  begaane  fouten  ,  te 
pardoneeren ,  ende  ten  rninfte  eenige  faiisfaólie  doen 
erlangen  ,  van  alle  mijn  geleede  fchade  ,  pyn* 
fmert ,  hoon ,  en  fmaad  die  my  foo  onregtvaardig 
aangedaan  is  ,  waar  toe  verfoeke  ook  om  U  E* 
goede  voorfchryvens  ,  fal  hier  mede  door  gebrek 
van  tijd,  en  pampier  afbreeken  ,  ende  de  geheele 
faake  aan  UJE.  wyfe  oordeel  laten  :  twyfele  niet 
ofte  des  Compagnies  intreften,  fullen  door  UE*  be- 
hertigt  werden  ,  en  beveele  UE*  in  de  protextie 
van  den  Almogenden  ende  blyve  Ed.Manhafte  (on- 
derllont )  UB.  Ed .  Ferpligten  Dienaar  (  was  gete- 
kent}  Jacob  de  Roy,  (ter  lijde  (lont  )  op  Banyer 
MaJJing.  Den  7  Maart  1694. 

BATAVIA- 

Aan  fijn  Hoog .  Ed .  WILLEM  VAN  OUTS- 
HOORN,  Gouverneur  Generaal  ,  en  aan 
d'  Ed.  Heer  en  Raaden  van  ’t  Nederlands 
India. 

Ed.  Manhafte  ivelw\fe  en  feer 
Voorfiemge  lieer  en. 

MYN  HE  EREN. 

IK  hebbe  met  verfcheyden  Chineefen ,  beftaande  ®licf  van  <k 
in  drie  fluks  Mijfiven ,  UE.Hoog.Ed.  den 
ftand  alhier  op  Banyer  MaJJing  ,  geadvifeert ,  niet  Raden  vje 
wetende  of  UE.  Ed.  defelye  behaadigt  lijn  of  lodiën. 


J>8  ReYS-BeS  CHR  YVING  VAN 

niet ,  vermits  nooyt  de  minfte  letter  tot  antwoord 
bekomen  hebbe,  ’t  w  e  l  k  my  in  t wijffel  heeft  ge- 
bragt,  niet  wetende,  of  mijn  fchryvens  is  aange- 
noomen  ofte  in  kleyo-ègtóög  van  cmfidewtie  by 
U  Hoog.  Ed .  is  geweeft  ofte  by  manquemenb  van 
pon  betklling ;  dat  dit  begohne  werk  ten  dienfte 
der  Compagnie  veragtert  heeft ,  ende  dat  mijn  vo¬ 
rige  fchry  vers  geen  vervolg  genoomen  heeft  ,  van 
Afgefanten  van  den  Koning ;  deefe  reede  is  defe, 
heftaande  in  verfcheyde  emfideratien  :  Ik  fal  dan 
in  ’t  kort  feggen,  dat  den  Koning  volkoomen  ge- 
neegenis,  en  niet  anders  en  wenfte,ofte  het  hadde 
fijn  voortgang  moogen  hebben , de  Afgefante,Brie- 
ven ,  en  Schenkagien,  fijn  al  gereet  geweeft  ,  ende 
op  ’t  embarqueeren  met  den  Chinees  ,  Anna  Codda 
Jangh  Congh  genoemt ,  benevens  twee  fluks  van  des 
Konings  Manderyns  vmt  des  Konings  vaartuyg  hier 
ioe  yèrkooren  waaren ,  fijnde’t  vaartuyg,  datreets 
door  voorfchreven  Chinees  op  Batavia  is  gebragt, 
de  Peper  ,  en  andere  Goederen  aldaar  in  buskruyt 
en  waaren  verhandelt  heeft ,  die  tot  fchenkagie 
■gedejlineert  waren ;  ondertuflehen  hebben  de  Chi- 
neefen  by  des  Konings  Broeder  ,  en  des  Konings 
Soon ,  en  andere  Grooten  ,  ja  felfs  met  de  Afge- 
fanten  hebben  weeten  te  befteeken  ,  dat  alles  tot 
niet  geloopen  is  .•  men  maakte  den  Koning  wys 
dat  de  Mouffon  verloopen  was ,  dat  ’t  vaartuyg  de 
reys  niet  foude  krygen  en  namen  fy  Chineefen aan, 
waar  van ’t  hooft  is  een  getornde  Chinees  ,  die 
voor  defen  van  Batavia  naar  Bantham ,,  en  van 
daar  herwaarts  geloopen  is ,  den  Koning  foo  veel 
Buskruyt  en  Ammonitie  van  Oorlog  fteelswyfe  van 
Batavia  te  doen  erlangen  ,  als  hy  Koning  begee- 
rende  was,  en  dat  fy  Chineefen  mans  genoeg  waa¬ 
ren  om  den  Koning  by  te  ftaan  ,  met  geld  ende 
volk ,  de  Maccafaaren  en  Portugeefen  uyt  fijn  Land 
te  houden ;  ftellende  den  Koning  voor  des  E  Com¬ 
pagnie  vöorfchreven  regering  op  j ava,  Dit  gedoente 
heeft  een  groote  Murmmatie  onder  de  grooten  ge¬ 
bragt ,  dat  des  Konings  Broeder  tegens  hem  op- 
ftond  ,  des  Konings  foon  vergeeven  en  geftorven  . 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  7J> 

dog  hebben  den  Koning  dit  voorgeeven  alles  uyt 
fijn  hooft  gepraat ,  foo  dat  den  Koning  volkoomen, 
als  nog  met  mijn  Conftant  blijft*  Dog  vind  niet 
geraatlaam,  Afgefantèn  te  (enden  ,  terwyl  defe 
tweedragt  als  nog  volhard ,  dit  foude  nu  een  ge¬ 
wende  faak,  en  by  den  Konink  aangenaam  fijn 
dat  haar  Hoog,  Edele,  geliefde  een  welbemand  Schip' 
met  i  a  z  fneedige  Oorlogs-vaartuygen,  herwaarts 
te  feilden,  met  eenige  Militie, om  foodanige  Pag~ 
ger  ofte  Vaftigheit  in  poffejjie  te  neemen,  als  by 
mijn  door  ordre  van  den  Koning  volmaakt ,  en 
leedig  blyft  liaan  ,  wagtende  alleen  uwer  E *  Ed* 
befending  onder  pretext  van  negotie  ,de  Vaart uygen 
van  mijn  vrienden  gefonden  te  fijn.  Dit  werk  Kart. 
niet  anders  gefchieden ,  terwijl  defe  regeeringe  be-* 
ftaat  in  vier  differente  regeringen  den  Koning  regeert* 
en  heeft  fijn  befonder e  Manderyen  ,  de  tweede  hè** 
liaan  en  fijn  befondere  ,  de  derde  des  Konings 
Broeder ,  de  vierde  is  den  Pangérang  ^  Marte  Ingerat 
befonder,  dat  den  eenen  wil,  wil  den  andereniet* 
elk  foekt  Mr.  te  lijn,  waar  door  d’eene  voor d’an- 
dere  niets  durft  pnderneemen ,  alles  is  confuys ,  die 
’t  meeft  geeft  >  heeft  ’t  grootfte  regt ,  en  gehoor* 
alle  defe  Regeerders  alhier' fijn  met  geit ,  en  ge- 
meenlyk  met  kleetjes  te  bekoopen,  waar  toe  dat 
merite  pretendeert :  tot  dit  werk  is  anders  niet  van 
nooden ,  als  wat  mooye  Chitfen  en  gefchilderde 
Kleeden ,  foo  foude  fulks  fonder  fout  en  perykel  * 
ofte  de  minfte  tegenlland  Van  ymand  konnen  vot- 
bragt  worden,  ook  i  of  200  man,  6  of  8  Hukken 
Kanon  van  kaliber  8  of  ïzffi  met  al  lijn  toebe- 
hooren  en  verder  Ammonitie  van  Oorlog  tot  defe 
befettinge  4  a  yoo  fluks  planken  ,  tot  beddinge  als 
anders ,  een  goede  Conftapel ,  Spykers ,  geforteert , 
Fiótaüe.  voor  de  befettinge:  Ed,  Heer  en  gelieft  niet 
in  defe  naarlatig  te  fijn,  by  aldien  d'E.  Compagnie  de 
Portugeefe  voorkoomen  wil,  die  ’t  met  begin  defer 
Wc  lier  Moaffön  aankoomende  fonder  fout,  onder- 
rieemen  en  volbrengen  fullen,  want  5t  is  een  Land 
fonder  Ordre  en  Commmde  ,  een  yegelijk  volgt 
fijn  hooft,  doet  en  laat  wat  hy  wil  ,  de  Knegt  is 

foo 


8o  Re ys-Beschr yving  van 

lbo  veel  als  de  Meefter,  lbo  dat  wanneer  den  Ko» 
ning,  ofte  de  andere  yets  wil  onderneemen,  ’t  fy 
tot  welftand  ,  ofte  nadeel  van  ’t  ryk  ,  foo  hebben 
fy  wel  twee  maanden  werk  ,  eer  dat  hy'ioo  man 
by  malkandercn  kan  brengen;  ik  hebbe  nu  1 1  maan¬ 
den  by  den  Koning  geweeft  ,  ’t  geheele  ryk  door 
gereylt,  tot  inde  Goud  en  Gefteente  Mijnen  ,  die 
rijk  fijn  ,  en  van  onweetende  befeeten  worden ; 
’t  Land  is  van  alles  wel  voorfien  ,  Peper  ,  en 
andere  negotie  in  overvloed  ,  alle  Rivieren  Rijk 
van  ftof-Goud ,  beeftiaal ,  en  vy  vers  in  overvloed 
en  geldgierig,  waar  door  fy  de  Peper-plantafie  fterk 
voortfettcn,  ende  weynig  ryft  planten,  en  wanneer 
dat  daar  geen  vaartuygen  van  Java  koomen  in  den 
tijd  van  a  a  3  maanden  met  levens-middelen,  (want 
alles  moet  van  daar  komen,) dan  werd  hier  de  ryft 
tegens  Peper  ingelijke  maate  verhandelt,  8  a  ïo 
Ajuyns  en  Look  ,  voor  een  Ganting  Peper,  voor- 
namentlijk  ’t  fout, de  flegtc Javaanfe.  witte  kleede- 
ren,  die  op  Java  voor  ya 6  ftuyvers ingek ogt- wer¬ 
den  ,  gelden  hier  altijd  4,  y  en  6  Gantings  Peper ,  de 
gefchilderde  8, 10, 1 2, 16  en  tot  ay  en  30  Ganting , 
de  Kuft-en  Bengaalfe  kleeden  werden  alhier  van 
Johoor  gebragt ,  tot  Awanfa  in  Peper  verhandeld , 
edog  een  Land  vol  mijerabele  luye  en  arme  Men- 
fchen,  de  Koning  ende  Princen  fijnfelfs  foo  arm, 
en  foo  geldgierig,  dat  men  haar  wel  6  dagen  rey- 
fens  ver  foude  doen  koomen,  omeendofijnRyks- 
daalders  te  ontfangen  ,  foo  dat’er  weynig  fwarig- 
heyd  is ,  met  een  half  f  'tcnl  goede  amphioen ,  en  z  a 
3  corsies  mooye  kuft-kleeden  ,  kan  ik  al  de  grooten 
op  mijn  fijde  trekken,  en  geheel  Banyer  koopen. 
Vanbeleyd  en  couragie  komen  fy  by  geen  Javaanen 
in  confideraüe ,  fy  ejlimceren  de  Javaanen  boven  haar 
in  verftand  en  couragie  ,  en  werden  by  haar  voor  J 
Mandarym  in  de  regeeringe  aangenoomen.  Sal  dit  j 
overtreeden ,  en  alleenig  U E.  Hoog.  Ed.  in  ’t  kort  j 
feggen,  dat  den  Koning  alleen  verfoekt,  op  het  j 
fpoedigfte  uwer  befending  ,  dog  foo  bedektelijk 
als  ’t  mogelijk  is ,  want  voor  de  voorengenoem- 
4e  bevreeft  fijude,  en  fal  lig  niet  verder  openba¬ 
ren  l' 


Jacob  de  R  o  y.  8i 

rèn  voor  en  al  eer  hy  met  des  E .  Compagnie  be- 
fendinge  onderftut  fal  fijn,  als  wanneer  hy  de  Roer¬ 
vinken  by  de  kop  fal  vatten  ,  en  naar  verdiende 
ftraffen.  Den  Prins  van  Succadana  is  met  Waante 
den  Kapiteyn  der  Maleyers  fijn  Soon  ,  die  alhier 
met  een  vaartuyg  bemand  met  io  koppen  aangeko¬ 
men  is,  welke  voorfchreeven  Prins  veel  heeft  wys 
gemaakt,  en  van  fijn  Vader  wegen,  die  hem  met 
volk  en  Ammonitie,  verders  van  alles  fal  voorfien, 
en  behulpfaam  fijn  ,  dat  hy  aan  de  Kroon  komt, 
ende  dat  hy  Prins  des  E .  Compagnie  hulpe  niet 
moefte  foeken  ,  dat  de  Hollanders  altemaal  bedrie¬ 
gers  ,  fchelmen  ,  en  Heydenfe  honden  waaren , 
maar  fijn  Vader,  dat  was  een  opregt  man,  wiens 
aanfien  en  magt  verre  de  Hollafiders  te  boven  ging; 
op  Batavia  dat  de  E *  Compagnie  alleen  door  hem 
moefte  beftaan,  fonder  dat,  al  lang  va n  Batavia  m 
de  geheele  kult  van  Java  weggejaagt  foude  fijn 
ge  weeft  ,  ende  hadde  Kapiteyn  Jonker  fijn  Vader 
niet  verraden  daar  foude  niet  een  Hollander  meer 
te  vinden  fijn:  veel  meer  frivoole  en  belachelijke 
difcönrjfen  heeft ,hy  met  den  felve  Prins  gehouden, 
die  my  alles  al  lagchende  bekent  maakte, ,  en  als 
nog  verfoektom^-E*  Hoog.  Ed>  adfiftentie,  onder 
belofte  als  by  mijn  voorgaande  fchryvens  gemeld 
mer  byvoeginge  de  geheele  Diamant-Mynen  aan 
d\  £.  Compagnie  over  te  leveren  ,  heeft  my  ook 
fijn  geheele  intentie  bekent  gemaakt,  is  van  hier 
vertrokken  naar  een  plaatfe  dat  Borneo  genoemt 
werd,  ten  infigtede  quaderegeeringe  alhier,  ende 
om  ondertufifchen  met  lijn  jongde  Broeder  genaamd 
Banger  ang  Bourbaya ,  die  van  Succadana  daar  wa¬ 
ren  gevlugt  ,  en  om  fig  met  een  fterk  te  maa- 
ken  ,  de  onderfaaten  van  Succadana  ,  ende  om¬ 
leggende  plaatfen  naar  fig  te  trekken,  hy  foude 
wel  gewild  hebben  ,  dat  ik  met  hem  vertrokken 
hadde,  dog  terwyl  fulks  van  den  Koning  alhier 
geweygert,  ook  geen  middel  fie  om  van  hier  met 

foet  fatfoen  te  konnen  geraaken  vermits  my  den 
honing  by  fig  is  houdende  ,  waar  door  veel  aan- 
ftoot  lyde  ,  lbo  door  fijne  Papen  ,  Vrouwen  en 
de  Roy*  F  Kin- 


Sl  ReITS-BeSCÏÏR  YVINÖ  VAItf 

Kinderen,  en  door  hem  felfs  wegens  ’t  geloof, 
hebben  my  in  ?t  eerfte  onder  groote  belofte  en 
prefentaüen ;  ook  onder  dreigementen  aangeweeft, 
dog  hebbe  tot  nog  toe  den  Koning  door  Godes 
genade  omgefet ,  mits 'voorgehouden  ,  fulks  niet 
te  beginnen  veel  min  tollereeren  dat  fulks  gedaan 
wierd ,  by  aldien  hy  geen  Vyand  in  plaatfe  van 
vriend  d9E,  Compagnie  wilde  fijn ,  al  mijn  armoede  } 
honger  en  kommer,  koude  én  hitte  ,  die  ik  alhier 
door  gebrek  kome  te  lijden  ,  valt  mijn  foo  fwaar 
niet,  als  ditquade voorneemen van  defe vervloekte 
Ménfchén  en  Duyvels-dienaarên  ,  die  my,  ende 
mijne  by  hebbende  ,  door  dit  middel  foeken  tot 
haare  voorneémens  te  dwingen,  waar  toe  de  Chv * 
neefen  al  veel  quaats  -ftookten:  daar  werd  nieteene 
ge  vonden, die  d’E+CoMpagwe  toegedaan  is,  veel  min 
yets  vertrouwt  mag  werden  ,  ik  kanjer  niet  eert 
Vinden  of  bekomen ,  die  een  Brief  voör  mijn  mede 
neemen  wil  ,  of  moet  verfekeren  ,  dat  ik  aan 
drE>  Compagnie  niet  en  fchrijve  ,  en  door  groote 
belofte  bedriegen ;  den  brenger  defês  liet  in  *t  eerft 
aanfien  feer  genegen  te  fijn ,  cn  foo  dra  ik  de  brie¬ 
ven  aen  hem  o  vergde  vert  hadde  ,  bragte  hy  defeh* 
ve  by  den  Koning,  en  hem  aanboodt,  defelve  te 
openen,  ende  te  laaien  fien  /  of  daar  yèts  tot  na¬ 
deel  van  den  Koning  ofte  ’t  Rijk  inftönd  ,  want 
hy  voorgaf  fulks  wel  té  konnen  doen  *  terwyl  hy 
in  9t  Portugees  letter-kündig  was  ;  dog  hy  Was  in 
9t  leefen  foo  wijs  als  een  Os  die  in  een  Bijbel  kijkt  , 
en  niet  anders  uytregce  als  mijn  moeytè  veroor- 
faakte  ,  defelve  wederom  toe  té  fegelen] ,  fat  hier 
mede  eyndïgen  ,  en  wederom  U  Hoog .  Ed<  ant-* 
Woort  tc  gcmoet  fien  ,  naar  haar  Hoog  Ed<  in  de 
frotexiiev an  den  almogende  beveelende  ;  en  mijn 
ïn  V Hoog.  verdrukte  Dienaar ,  in  haar  Hoog.  Ed. 
goede  gratie ,  verblijve  inmiddens  (onderftont)  Hoog^ 
Ed .  Agtb*  wel  wyfe  en  feer  voor/iemge  Heeren  ,  'U 
Hoog *  Èd .  Onderdanige  Dienaar  (  was  geteekent  ) 
JAGOBde  ROY  (ter  fydeftont)  Hamer  Majfing f 
den  ió  May  16940 


I  A  C  O  B  BE  R.OY.  8$ 

ben  afgefneeben  bjaab  ban  on$  toebetba*  Desckyver 
ten  foegenbe  aan  ben  anbeten  te  ftnoopen  /  moét  *“«£<* 
ift  feggen  bat  foo  afê  top  in  eeniggepb  tTamenha^ÜJDvet' 
ban  bié  faaft  teben-ftabeïben  ƒ  bat’ec  een  %f$e* 
fant  quant/  toeïfce  on$  be  ftomfte  ban  befe  boot* 
fcï)?eeben  gebepn^be  bjienben  quanten  öeftent  ma= 
ben /  toanneet  ben  ïtoning  nip  fepbe  „nu  $  öet?^r%e 
jitpö  25|oebet/  bat  top  een  epnbe  ban  on£  be^tX?dea 
j,  tnaaft  en  fpéeïgaan  neemen  /  en  geööen  on£  Koning  en 
„gefamentlgft  met  een  aanfteneïgfte  magt  naat^*0?- 
„öeneeben  begeeben  /  op  bat  top  in  fïaat  fijn 
„  moogen  bie  bebjiegeïpe  bjtenben  naat  betbien* 

,,  fle  te  ontfangen  /  bermit$  bat  ift  niet  fonbet  re* 

„benen  bebugt  ben  /  bat  fp  onö  een  anbet  tgb* 

„betb?pf  fullen  betfegaffen  t  toaat  op  bie  JBaje* 

„fïepteit  bienbe/  bat  feftetïp  met  een  ongemeen 
„  beilangen  öegeetig  toa£  /  bat  fp  ’t  fpel  /  bat  fp 
„  meenben  te  fpeeïen  maat  in  ’t  toeeft  fïeïbe  en  bat  ift 
3iin  ’t  bptoeefen  ban  fijn  |Bajefiept  foobanig  een 
„fpel  met  gaat  aanbangen  foube/  a$  fp  met  alle 
„gaat  ïtfïige  fïreeften  niet  een£  fouben  berbagt 
„fgn/  en  toaat  in  ift  ooft  niet  en  ttogffeïbe  offgn 
„Hèajefïeptj/  foube  baaj  een  bpfonbet  genoegen 
„in  fcgeppen  /  inbiengp  maat  op  fgn  goebe  toa£ 

„  batfe  gem  met  goebe  tooojben  niet  toebet  en 
^quanten  te  miftepben  /  en  naat  gunne  öebgege* 

„■ïgfte  boojfleïïinge  niet  ïupfïetbe.  ’t  <6een  gp 
met  get  bjnftften  ban  mgn  ganb  etnflig  beloofbe/ 
niet  te  fullen  doen ;  toaat  op  ift  bie  i>?in$  baat  en 
tegen  op  geïgfte  togfe  mgn  tcoutn  ten  obetbloebe 
ftog  eeng  toefepbe. 

Üaat  get  gouben  ban  bit  bétttoube  gefpreft 
toietb  een  aïgemeene  otbte  aan  aïïe  be  Negerijen  Gebod  de 
ban  $’ïfontng$  toeegen  afgeftunbigt.  Dat  yeder KöaiDSS' 
een  (ig  gewapent  op  den  beftemden  dag  met  Vaar- 
tuygen  fouden  hebben  te  vervoegen ,  om  den  Ko¬ 
ning  naar  Cati#  te  brengen. 

3Daat  op  top  met  gup$  en  ïfof  ert  ’t  gemaaftte  .  . 
2fl&atet-if  afteel  on£  op  be  repfe  öegaben/  ’ttoelft  ®‘efib|®P. 
alïe$  otbenteïgft  quam  te  gefegieben  ’t  geen  feeftet*  y  s  f 
ïgft  niet  onbetmaftïgft  om  te  ften  toa$  foo  een 
Fa.  mee- 


84  Reys-Beschryving  van 

meenigte  laan  ©aattupgen/  beneeben^  fuïftetoon* 
öerlijfte  3©atet-<ö5eboutoen  /  taant  $’Konlng^  ©of 
toaj»  meebe  op  fuïfte  gtoote  blftfte  SSoomen  getlm* 
ntetb  aï£  onfe  3?ortre$  /  begalben;  bat  get  jupft  foo 
toeetbaat  niet  en  taa$  /  en  met  bat  onbetfcgepb  / 
bat  ïjet  brlftlg  Konlng$  ©of  een  baft  en  onfe  ©ef* 
ting  bet  geen  en  gabbe;get  taeebetftomenbleï  ong 
op  bette  na  foo  moepelpft  niet  aï£  g et  geen  baa* 
ren/  bermlt£  bat  top ’tafloopenbe  3©atet  tot  on$ 
baat  gabben. 

Tads  te  ^et  Sttneïöet  pïaatfe  Tatis  geftoomen  fïjnbe  ƒ 
taletben  top  naat  ’t  goetbmben  ban  ben  Konlng 
getangeett/  altoaat  ooft  brie  Portugeefe  Jicgeepen 
In  be  gtoote  iSIblec  bonben/  foo  meebe  In  befprupt 
feeben  Jonken,  toaar  onbet  een  Chineefe  toajS/be 
toeïfte  ben  ütonlng  ban  Siam  In  epgenbom  toequam/ 
Wnr,  m..  be  toeïfte  onfe  J>cgeep£-magt  /  met  begoojltjfte  Sai- 
eetfchooten  voos  ban  €etfcgooten  bettoelleftombe  /  baat  op  top 
verwdie-  gaat  uit  on$  toaterftafïeel/met  «sKetfcïjootm  bebanft* 
komt.  ten  /  naat  bat  ben  Konlng  In  fijn  Negery  geïanb/ 
en  berboïgen^  In  fijn  ©of  geftoomen  toa$/  toaten 
roitugeefen  be  Portugecfen  be  eetfïen  bie  gaat  bettoonben  /  etr 
'“"‘caty  ooft  betupgben  ;  V an  den  Vice-Roy  gclaft  te  fijn  om 
ti  omna.  oude  verbinteniffe  te  vernieuwen.  ©ebbeilbe 

ban  gunne  $©eefïer$  toeegen^  ben  Vice-Roy  boo?* 
Slaken  nbemb/  een  gefcgenft  aan  ben  Korilng  op  tebraa* 
gen  /  befïaanbe  In  een  reebelpfte  fcgoone  <ü5oube 
Ketting  /  een  bïamanMfóng  /  al£  meebe  een  fïeï 
<©oube  Knoopen  /  en  een  lengte  ban  Maccaufe 
J>toffe  en  anbere  rariteiten  /  maat  foo  een  aanfïe* 
neïpft  gefcgenft  /  foube  ble  %anb  aatb  toeebetom 
feeftetlgft  In  <©eloof$-agtlng  gebben  gebragt  /  etr 
infonbetgelt  bat  booj  be  gunft  bet  Kgft^-Haaben 
toaaren  gefigft/  Ingebaïle  bat  ift  gaat  oogmetft 
niet  gefiablg  gebtoar^-boomb  gabbe/  toant  tftfag 
toeï  /  bat  gj  boo?  get  beftoomen  ban  beteetlngen 
’teenemaal  naat  be  Portugeefe  ftantgeïben/’tgeen 
ftj  Portugeefe»  mogeïgft  ooft  tori  metftftenbe/  bon* 
dcR*vw  öm  Op’tïaatfi  raabfaam /  mijnook  aan  te  (beken, 
hn»  tïjde  te  ten  epnbe  tat  ftj  boo?  mgn  bermoogenbpben  fto* 
kiygei).  nlng  fouben  ttagten  tebetoerften  /  Dat  die  Meffieurs 

tot 


Jacob  de  R  o  y.  .  8f 

tot  hunne, doelwit mogten  komen:  geïpftfiiïft^  ïjrt 
affcfttift  ban  ftaat  Miffiveaan  inp  gefcöteebenna- 
bec  ftomt  te  bedelfen. 

*1)611  z8  May  van  Tatis  1694, 


T^Taar  groetenifïè  van  den  Capteyn  Moor  en  van  de 

Pater,  en  de  hy  heeft  hooren  (eggen  devoorlee-  Kapiteyn  aan 
den  maal  als  gy  oy  Tatis  geweeft  fijt,  dat  UE*  een  de  ieoy, 
BriefF van  den  Goningh  gebragt,  en  dat  dePrince, 
die  opgehouden  heeft  ,  en  daarom  myn  Heer  de 
Roy  5  myn  Heere  den  Capteyn  Moor  aan  UE,  dat 

fy  foude  believen  de  geneegentheyt  hebben  van  by 
honing  te  gaan  ende  hem  laten  weeten  ,  dat  den 
Prince  van  Tatis  hier  den  Capteyn  Moor  ,  hondert 
affronten  doet,  ende  hy  verdreygt  het  Schip  van  den 
Capteyn  Moor  te  laten  branden,  en  andere  dingen, 
veele  meer  ende  den  Capteyn  Moor  en  kent  niet  meer 
als  een  Coning  voor  een  Broeder,  en  den  Capteyn 
Moor,  bid  aan  UE.  dat  gy  foude  believen  met  de 
Maccajfaren  by  den  Coning  te  gaan  ,  ende  alle  de- 
fe  dingen  te  kennen  te  geven  ende  mijn  Heer  den 
Capteyn  Moor ,  bit  den  Coningh  dat  hy  foudebelie» 
yen,  met  den  eerften  aff  te  komen,  om  den  Capi- 
teyn  Moor  te  fpreeken  ,  want  daar  leyt  feer  veele 
den  Coning  aan  geleegen,  groetenis  van  den  Cap¬ 
teyn  Moor ,  ende  mijn  fchryven  ende  UE  ootmoe¬ 
dige  Dienaar  (  was  getek^nt  )  Emanuel  de  Roija 
Grats 9 


3©aat  na  be  Siammers  ooft  Ut  geï)oo?geebhi0  Gehoor- go 
toegeiaaten  loietben  /  brengenbe  bit  naboïgenöe 
<d5efcï)entt/  naamentlp ;  een  <d5oube  Pniang-bak,  "iammers- 
tnetfgn  toebeïjoojen  /  en  een  <©oo£  ban  giïbee/ 
nebeng  ttoee  gelpe  3©atet-ï$oppen.  ©e  Ghi-  ££?<***« 
neefe  quanten  raeebe  ©ïigtpleegtngen  aan  ben 
boen  /  toaac  bp  niet  betgeeten  toietben  /  be 
faaften  bu^baanig  gefcïjaapen  ftjnbe  /  boegben  ïjaar 
be  töp;t:-<ü5tooten  ten  eerften  aan  be  Pomigeefen 
ïtapitepn/  beboelfte  fp  <0oube  beugen  beloofben  /  taden.  y 
F  3  .  ter 


86  Reys-Beschry ving  van 

ree  faafte  bat  fp  moogeïp  faagen  /  bat  pp  tjet 
befte  öemfbbeïb  loaé  ban  alle  apbete  /  om  een 
<©upfenb  üSpltgbaaïberë  4  of  5-  op  leberantfe  ban 
pepte  te  moogen  genieten  ;  ’tgeen  ooft  gefeïjtebe/ 
maar  be  tijb  ban  ïeberantie  beefteeeben  fijnbe/  en 
geen  Peper  ferggenbe  /  foo  bonben  be  Portugee- 
fen  een  intbbel  upt/  om  aan  öaae  bofboening  te  ; 
ftoomen /  en  baar  fp  bupten alfen  tbaijffel  nieteenj* 
pp  ïoaaven* 

3©ant  op  feeftee  bag  /  ba'c’ee  een  partpe  3^of= 
bebienben^  /  beneebenl  een  2Sïoebberbaant  ban 
ben  <ö5onbetneur  ban  Tatis,  (  be  baeffte  fjetn  toef 
ïjet  meefte  in  be  iweeg  baa$/)  aan  fcvojb  baaaren/ 
al£  fjebiaenbe  feeftee  ftfepn  gebeelte  ban  Peper  ge* 
öePottugee-(eeberb/  en  foo  aï£  beefe  peeeen  meenben  te  ber* 
èengtooten  treftfteni/  foo  baierben  fp  gefaamentïp  in  Jaebaaa* 
tn  bewaring,  ring  genoomen  /  en  baar-en-booben  in  een  fjoute 
tronït  /  be  baeffte  pp  tot  bien  epnbe  ïjab  faaten 
maaften/ ingefïooten. 

3B>it  beroojfaaftte  geen  Mepne  opeoee  en  ontftel* 
ten$  onbee  be  gemoebecen/  en  bebaijl  menanbec^ 
niet  boen  ïtonbe/foo  baierben  2$oobfcï)apper£  obec 
en  baeeber  gefonben  /  om  be  gehangene  ïo£  te  brö- 
gen  -,  bog  ben  anbere  egtec  ïjieïb  ïjet  baae-en-tegen 
Eyfchdet  bjeberom  op  fijn  <H5efb;  baant  een  ban  be  tbaee 
ïonugeefen.  pegeeeben  be  Portugeefen  /  peper  /  of  <©eïb. 

^en  ïtoning  /  be  baeffte  ban  bat  «Belb-ontfan* 
gen  geen  ftenniffe  ïjebbenbe  /  fonb  pemanb  ban 
.  .  ,  ,  ftjnentbaeegen  naar  boo?b  /  om  de  losiating  van 
KoninS  **  ^ne  Valfalen  te  verfoeken  ,  maar  be  bitfe  ant* 

Ê '  booojben  bie  be  Portugeefen  aan  ben  afgefonben 
toegraaubaben  /  en  ift  bie  tjaar  ooft  niet  beef  goebsS 
gunbe/  baa£  öequaam  genoeg/  om  ben  ïtoning 
in  b’&oogfte  graab  te  bettoojnen ;  bae^fjaïbenmet 
fijn  apröefiierber  en  befbere  fïaab^perfoonen  ging 
Raads-be-  ptraabjïaagen  /  om  fig  in  ’t  geheel  van  de  Portui 
poHuafèfen^^  te  omflaan ;  ’t  geen  geboegïijft  op  befe  baijfe 
genoomen,  foube  Bonnen  geïuMtm/  boo?eerft;  Dat  men  met 
de  Portugeefen  foude  accordeeren,  en  daar  nevens 
aan  te  bieden  een  huys  te  moogen  huuren  of  koo* 
pen ,  alwaar  den  Koopman  van  den  Kapiteyn  fou¬ 
de 


Jacob  deRoy.  87 

de  kontien  blijven  woonen  ,  om  daar  fijn  koop¬ 
handel  te  konnen  doen  ,  met  uytlandfe  Koopluy- 
den,  op  dat’er  in ’ttoekootnende  geen  diergelijke 
misbruyken  mogtcn  werden  begaan  ,  en  als  dat 
dan  foodanig  volbragt  was  ,  fouden  eenige  Vaar- 
tuygen  met  Peper  foo  aan  haar  woonplaats,  als 
?t  Schip  wérden  gebragt ,  en  in  ’t  Peper  ineeten , 
foude  men  ,  foo  in  ’t'Schip  als  in  ’t  huys  van  de 
Pofyvg&fm,  .een  begin  van  ’t  moorden  maakenop 
het.  eerde  roepen  van  Amoc. 

Wt  ïupben/  be  toelke  neben$  rnp  eenige  onber* 

Pinbing  pebben  ban  öefe  Indifche  ©olkeren  /  fulïen  “Sr 
met  mp  bekennen/  bat  fe  fcpjanbec  inpaare  aamiwreaanfla- 
jïaagen  fijn  ;  en  irtgebaïïe  bat  paar  be  felbe  komt  sen* 
te  mislukken/  bat  pet  Peel  meet  aan, haat  bap? 
perpepb  ontbreekt/  aï^  aan  een  goeb  oberïeg  om 
puntte  oogmerken  te  berepken,  35tt  befïupt  foo# 

Danig  baffgefièïb  fpnbe  /  toieeb  boeberom  een  af=Gefant 

gefonbene  naar  ’tj§>cpip  afgebaarbigb  /  be  VueïkedcnKapiteyn, 

upt  ben  naam  Dan  ben  ïtoning  en  fpn  tfïaab  /  be* 

fen  Italiaanfchen  ïtapitepn  fulke  öiïïike  boopïaa* 

gen  quant  aan  te  bieben  /  btaar  op  bat  bie  man 

pet  nteenbe  gebjonnen  te  peppen,  iMjituptgefrpoo* 

ten  <öelb  /  kreeg  pp  ban  toeberom  op  6  of  700 

Upjcbaaïber^  /  toeïker^  berlie^  pent  bagte  niet  te 

Pergeïpken  ma£  /  bp  be  boo?beelige  aanPiebingen 

bie  pent  gebaan  toiecben  /  van  aan  land  te  moo- 

gen  blijven  woonen, 

3In  bier  boegen  getroffen  spnbe  /  biierben  be  ge*  „ 
bangen^met  alle  Peïeeftpepb  ontfïaagen  /  en  een  “C8'”6 
<0ïaa£je  ban  btienbfcpap  gebronken ;  men  noem* 
be  maïkanbecen  Broeders ,  en  baar  raeebe  quant 
ben  ïtapitepn  aan  lanb  om  naar  een  pup$  om  te 
ften/  gelijk  pp  ook  bien  bag  /  naar  bat  met  ben  De  Kapïteyra 
Jtoning  gefp?ooken  pabbe  /  berlof  kreeg/  fonber  fp«*kt  mee 
bat  bien  3È>o?fi  ’t  ininfïe  ongenoegen  liet  bipken  /deaKowng“ 
beet  minbet  Vuat  pp  pepmeïpk  in  ben  fut  pabbe; 
in  tegenbeel  ketuigbe  Pp  /  Dat  het  hem  van  herten 
leet  was ,  dat  het  misverffand  tuffen  den  Kapiteyn 
en  fijn  Grooten  foo  verre  gekoomen  was;  en  baar 
ttteebe  nam  Don  Manuel  fpn  affcpepb, 

F  4  SP 


De  Roy  waar- 
fchouwt  den 
Portugeefe 
Kapkeyn. 


Die  gelukkig 
aan  boord 
komt» 


En  vertrekt 
met  fijn 
Schip. 


legt  fig  voor 
de  Rivier. 


De  Konïng 
neemt  voor 
hem  tever* 
dryvep. 


88  Reys-Beschryving  van 

%  b  baat  toen  tegentooojbig  fijnbe/  en  fn  bet 
baaö  oberbtoogen  ïjeb&enbe  /  bat  be  uptboeringe 
ban  ben  ftapitepn  omtrent  bie  bebtiegefijbe^anb* 
aarb  niet  öupten  be  Mïibïjepb  toaaren ;  ten  anbe* 
te  mijn  gebagten  ïjeïs&enbe  ïaaten  gaan  /  op  pet 
onnootTe  €ïj#en  bloeb  bat’et  flonb  bergooten  te 
too?öen  /  bonb  ib  mp  ban  Conffentie  toeegen  bet* 
pligt/  bien  man  /  boen  ïjp  fijn  affcïjepö  in  be  tee* 
gentuoojbigïjepb  be$  ïltoning^  quam  nemen  /  in 
’t  pligt-pleegen  ïjem  fïiïletje^  te  feggen/dat  hy  met 
de  fijnen  niet  aan  land  löude  koomen,  vermits  het 
om  fijn  leeven  en  Schip  te  doen  was  ,  dewijl  dat 
alles  het  geene  dat  hy  fóg  ,  of  hoorden  ,  niet  dan 
loutere  geveynfiheyd  was.  2©ie  man  DeflOjf  Op 
bat  feggen  /  en  bonbe  naaubaeïijic  mijn  ïjanb  \op 
ïaaten  /  foo  om  fijn  banb&aarïjepb  te  betupgen/ 
a$  oob  Voegen^  be  fcïjpb  /  bie  ïjem  ober  bat  ber* 
raaber$  boo?neemen  bebing ;  egter  bertrob  ïjp  ten 
fpoebigfïen  naat  fijn  boo?b  /  en  in  plaats  ban  bie* 
bet  aan  lanb  te  boomen  /  foo  fonb  ïjp’et  een  pat* 
tep  ïtanon-boogel#  /  en  bat  in  foo  een  meenigte/ 
bat  be  arme  Banyareefén  niet  en  ixnften  toaar  bat 
fp  ïjaat  bergen  fouben/  quanten  met  ïjoopen  b’een 
ban  ben  anberen  raabbraagen;ben  Honing  toierb 
bpna  onberbuïbig  /  fienbe  bat  fijn  aanfïag  niet  al* 
ïeen  quam  te  mi^lubben/  maar  ftg  oobfoo  leelgb 
in  fijn  epgen  lanb  mt^ïjanbelen  fag. 

Don  Emanuel  fijn  bjraab-lufï  genoegfaam  ge* 
noomen  ïjebbenbe/berfeplbe  ïjp  ban  baar  be  fprupt 
upt  naar  be  groote  ïïibiee  /  ban  meening  fijnbe/ 
om  baar  op  be  Chincefe  Jonken  te  paffen  om  fijn 
berïjaal  ( Voegen^  beffelfê  geïeebene  fcïjaabe/)  ban 
be  feïbe  te  foeben :  upt  bien  ïjooföen  bojfïen  tbtee 
Jonken ,  be  toeïbe  ïjnnne  laabing  ïjabben  /  oob  be 
tegte  üStbiec  niet  uptboomen  /  maat  greepen  fjet 
boo?  be  genoembe  ^ibaöje  üïibier. 

30en  Honing  egtet  bon  met  geen  goeb  ïjert  /  fuïb 
eenongemabbeïijben  25tturman  met  goebe  oogen 
aanften/  bjestuegen  oob  boornam  /  ’t  bofïe  toat  ïjet 
toiïbe/  ïjem  baat  ban  baan  te  boen  bertcebben; 
fijn  föaabg-ïjeeten  lier  op  ïjnnne  goebbinben  ïjoo* 


Jacob  de  Roy.  89 

rentJe  /  buietb’er  beflooten  om  feeïtere  foo.it  ban 
25ranber;S  toe  te  fWlen/  boelltet^  opfïel  bpna  on£ 
beboufï  3©ater-ïïafïeel  geïijïibojmig  boa£  /  uptge* 
fonberb /bat  fe  jupft  foo  beebueetbaar  niet  enbuaa* 
ren.  Jbïer  gaarne  gaben  be  Anachodas  ban  be 
nog  obergebleebene  Chineefe  Jonken  gier  toe  op  ’t 
berfoett  ban  ben  Üoning  tot  ïjet  bebojbcren  ban 
bat  bp  ïjaar  foo  geagten  ïjeplfaam  boetït/betmit£ 
bat  fp  baar  toe  ïjunne  penningen  en  ©erfoonen 
Keten  gebruptten.  , 

ÏBet  een  aïgemeene  fpoeb  boiecb’er  aan  geatbepb/ 
en  in  mtnber  ban  bertien  bagen  boo?  ïtragt  ban  Eenige  brand- 
boïït  boïtoopb/  en  bupber$  met  alberïjanbe  bram  [y0®4 
benbe  fioffe  opgebulb  bueefenbe/  in  gereetïjepb  ge= s 
btagt  om  ïjaar  aanflag  te  boen  geluïtïten.  ^tjm 
be  ban  gelgb  gefdfjaarb  /  en  met  een  goebe  ïjegte 
Rotting  aan  matttanberen  bafïgemaabt;  be  bueï= 
ïtefoo  lang  aïë  be  tSibier  breeb  Vaas: /  boeefenbe 
met  meenigte  ban  ©aartupgen  onberfieunb  /  ora 
bie  buonber  nieubue  uptgebonbene  25ranber$  boo? 
be  Stroom  regt  te  ïjouben ;  neemenbe  hunne  ftoer^  J?tyvendc 
regt  op  ’t  ^cïjip  aan  /  en  in  gebatte  bat  fp  ïjet Rlviei  afc 
ïjabben  ïoeeten  te  beflieren  /  ( gelijft  fp  ongetbwjf= 
feïb  boel  fouben  gebaan  ïjebben  /  in  gebatten  iït 
baar  niet  boo?  geboeèfï  ïjabbe  / )  bat  fp  met  berot* 
ting  (  öte  boei  .tboee  boet  onbec  buater  boa$  om 
boo?  ïjet  afftappen  bebrpb  te  boeefen  / )  tegen$  be 
fïeeben$  ban  ’t  J>cïjip  gettoomen  ïjabben  /  foube 
fefterlgtt  bie  branbenbe  gebouboen  boo?  ïjet  afloo*  crootonge- 
penbe  boater/foo  boel  aan  balt  aïö  aanfïuur-boo?b  r1"JJ,‘enc  va" 
ban  gemelbe  Boodem  in  botte  bïam  gegierb  jfjeb-  * 
ben  /  en  menfcïjelgïterboijfe  gefp?ooïten/  fouben  be 
Portugeefen  ÖOOJ  een  ban  be  tboee  Elementen  ,  te 
bueeten  /  3©atec  en  ©uur  ïjebben  moeten  fnem 
beien. 

|Baar  bp  mijn  feïfê  oberbooogen  ïjebbenbe /bat  oradenkin- 
ïjet  een  onberantbooojbelgtte  faalt  ban  mp  boo?|evande 
<©ob$  regtbaarbig  oojbeel  foube  fijn  /  in  gebatte  Roy* 
ift  beboufï  fijnbe/  bat’ er  foo  beeï  €lj?i)ïen  bïoeb 
foube  becgooten  boojben  /  ’tfelbe  niet  en  ïjabbe 
gefogt  te  beletten  /  inbien  anbetfmt#  fulfté  beïet= 

F  s  ten 


!>o  Reys-Beschryving  VAN 

ten  ftonbe  /  ift  toa£  in  mijn  epgen  3po?tte£/  m 
Smrd«es  Öabbe  o?bre  ban  ben  ütoning  öeftoomen;  „  <©m/ 
fc  „Umnneet  ift  quant  te  (ten  /  bat  be  btanbenbeBlot? 
„ten  aan  ’tj»cftip  bafl  btaaten  /  tnïgelp^  ooft 
»  oe  iStbiet  af  te  faftften  /en  metmijn  üanon  baat 
„  onbet  te  fpeeïen. 

Hoe  van  de  Sft  fonb  een  ban  mijn  ©oïft  meebe  bat  een  Hol  - 

Roy  nytge-  lander  bta^/  quan$toij£  om  be  gemelbe  ©ïotteft 
voe“*  in  ben  branb  tefleeften ;  ’t  geen  ft  ij  ooft  toel  quant 
te  boen/  maat  egtet  boo?  mijn  geo?bonneetb  /  be 
föotting  af  te  ftappert  /  geltjft  ftp  ’t  ooft  ten  meef= 
tenbeeïe  boïötagt;  fuïft^  bat  Voanneet  bebïam  bet 
lnflaft/en  be  Rotting  een  ïuepnigje  gefpannenfijm 
be  boo?  ’t  gieten  be  felbe  in  fluftften  ötaft ;  maat 
egtet  eet  ftet  nog  foo  bette  toa#  /  btaffet  niet  een 
saniweefen  Banyarees  meet  te  binben/  geflaaöig  toepenbe/  hy 
vervaalt  voor  fchiet ,  hy  fchiet ;  foo  beeïe  bteefe  ftêeft  bte  öloobe 

't  fchieten,  j^atie  boo?  ’t  grof.  ftanou.  ^e  öranbenbe  ©lot* 
ten  inmibbeï^  be  Portugecfen  boo?bp/  en  foo  bet* 
boïgen^  be  ïïibiet  uptbtpbenbe/  ’t  geen  boo?  bic 
ban  ’tyècftip  een  betmaafteïgft  fcftauvofpel  moet 
geteeeft  fijn 

peRoy  -5B>it  foobanig  npïuftt  fijnbe  /  fcftoot  ift  tbjee 
fchiet  2  ge-  feftoaten  ban  mijn  gefo?tifïceetb  #o?ïog-fcftip  / 
ichutten  ios.  quanfup^  /  om  be  bïugtenbe  ©lot-gaflen  toebet- 
om  öp  ben  anbetente  betfaameien/maat  nergens 
anbeté  toe  fireftte  aïé  ben  ïüapitepn  ftonbfcftap  te 
geeben/  batift  ftern  met  mijn  3!Datet4t  afteel  fou* 
be  moeten  aantallen ;  en  ’tfcfteen/  batftp  ’tbtaat* 
lijft  ooft  foo  begreep  /  ten  opfïgte  bat  ftp  fijn  au* 
pefonu-  ftet  ïigtenbe/  en  betboïgen$  be  öibiet  upt  bteef  ; 
gecs  diyftdebog  ebentoeï  ban  meening  fijnbe  om  Bamerfoo 
Rivici  iiyt,  n|et  te  pfriaaten  /  baant  ftp  ging  boo?  be  j&ibiet  ten 
anftet  leggen/  en  naat  ’t  betloop  ban  eenige  ha¬ 
gen  /  nam  ftp  be  Chineefen  toaat  /  en  ïiet’et  be 
pepet  uptftaaïen  /  300  lang  tot  bat  ftp  fijne  ïaa- 
bing  ftabbe ;  bog  ebentaeï  boo?-niet  niet/  betmlftE* 
bat  ftp  fe  öetaalbe  teegen  foobanig  een  ptp^aï^bie 
fto?tel  baat  ftomt  te  ftoflen. 

Übu$  ïoa£  ftet  btebetbaten  ban  bien  btaaben 
flapitein/  bien  ift  niet  geloof  bat  ooptmeetbet  lufï 

faï 


J  A  C  O  B  D  E  R  o  y;  pi 

faï  hebben  gebab/  om  op  Banyer  te  hoornen  fpe- 
pet  baaien.  <J0een  meet  breembe  banbeïaar$  op  DeRoy 
Banyer  fynbe/  ïjab  ih  foo  Peel  te  meet  gelegentbepb  ^p  bïd<» 
om  met  öen  Honing  te  teeben-habelen  /•  fjjhöe  on=  deTanderT 
fe  üetbanöelmg  egtet  Pan  geen  anbete  fioffe  /  aï$  natie, 
om  ben  Honing  te  bebieegen /£’Compagnp$  „  biet* 

„baate  brlnbfcbap  te  foehen  /  toaat  boo?  ÏJP  fee*  1>ryftrdf 
„  ftetp  fijn  Ccoon  nog  meet  foube  PePepeti/ 

„  bjant  m  gebaïle  bat  ïjem  be  Ooftmdifche  $Baat=  aan. 
„fcpappp  geïiefbe  te  befcïjejmen  /ïjab  ïjp  met  geen 
„anbete  fatten  tetSBeerelb  Pan  nooben;  öpfton? 

„  be  een  ejcempel  nemen  aan  ben  HönlngbanBan- 
„tham,  en  of’ee  Poel  pemanb  foo  binnen  a$bup* 

„ten  fijn  iftrjh  toa£  /  Die  ïjem  bo?fi  beïeeblgen/ 

„  hupten  blen  fijn  jHajeflept  /  feyde  ik  ,  ’t  fê  lp? 

„  met$  pbét  genoegfaam  behenb  /  bat  be  Ed.  Gom-  ...  . 

„pagny  be  Hepfetïbhe  Htoon  tipt  ïjanben  Pan  ben  vooiSen, 
„  Hebei  Troenoejaja  onttuht  /  en  be  feïPe  op  ’t 
„boofbbanben  tcgeetenbe  Soufou Hoenang  ban 
„Java  gefet  ïjeeft.  i©en  Honing  ban  Jamby  fou*  .4, 
„be  ooit  ten  allen  tl)öen  moeten  behennên  /  bat  pp 
„fijn  fïaaten  en dPtoninbtp  aan  s’Compagnijs 
„  jeegljaftige  3©apen£  betfcljulbigb  bia£. 

’t4l5een  bat  bie  Honing  foobantg  aanmoeblgbe/ 
bat  bp  ’teenemaal  bleef  /  om  b’€b.  Compagnp 
tot  een  |khut£-beet  aan  te  neemen/  ’tgeen  bP 
mp  heloofbe  en  befïooet;  toaat  op  ban  een$  mön 
hang  feboon  ftenbe  /  bat  bP  een  btolphe  lupraljab® 
ben/  bem  ban  Poopeïb/  „35at  toanneets’Com-  r  ..  1 
„  pagnijs  boïh  al  gehoomen  toaatentotfyn  bpfïanb  leToyLT 
„Intoatpïaatg  bat  fp  baat  boo?eeefi  fpuben  be=  deniconir.g. 
„geeben/  en  bat  bet  ben  Heet  Gouverneur  Gene- 
„  raai ,  en  be  Heeten  Raaden  ban  Indiën  gebaoonte 
„  niet  en  toag/  baat  iBeïltle  op  foo  een  ïoffe  boet 
„  eïberg  te  fenben  /  maat  bellefbe  blen  ©o?|ï  een 
„©efllng  te  ïaaten  maahen  /  en  toe  te  liaan  /  bat 
„  toanneet  s’Compagnijs  ^olbaaten  biet  quamen/ 

„  alg  ban  baat  in  ttehhen  en  befettlng  ban  foube 
„neemen  èuïhg  aan  ïi  / Hoog  Edel.  foiibeftffêP* 

„ben/  en  met  ben  eetfien  aan  ’t opmaahen  ban 
„gemeïbe  ©efilng  foube  beginnen.  <$eïpettoög 


pi  Re ts-Beschr yving  vak 

tb  ban  met  ftragtbe  ïjanben  aan  ’ttoerb  liet  fïaati 
en  naat  betloop  ban  brie  of  biet  JiBaanben  be  fel* 
Forttesdoor  be  in  bolboomen  ftaat  ban  tegenboeet  bragt;  en 
dcRoy  aldaar  ïjoe  ib  baat  ober  ben  geeontramineetb  en  in  ben 
gemaakt.  ïjaat  geraaftt  fp  ban  alle  be  fiSpM5rooten/  ïjeb  ib 
U  Hoog  Edel.  genoegfaam  met  mijn  fuecefflbe 
fcï)?pben|  te  bennen  gegeeben. 

^etïjaïbe  om  bubbelb  berïjaaï  te  mijben  /  mp 
'  in  alle  eetbiebigïjept  aan  ben  inïjoub  bet  felbe  biet 
booten  ingeïaft  gebraage ;  beï£pb£  grooten  boften 
ban  tet  bueetelb  geen  guaab  meet  ban  mijn  #et* 
foon  betftnnen  /  al£  bat  bp  ben  ütoning  betfcljep* 
de^lx-Ru-be  maaien  qnamen  feggen  /  „bat  ftj  eenigftnt^ 
den  aan  den  „berboonbetb  boaaten  bat  Ijp  ftg  foo  bette  met 
Koning.  „mijn  Jbetfoon  betbonb  te  berttouhoen/  bie  men 
„nog  niet  en  benbe ;  maat  boegbe  fp  baat  bp  / 
„inbien  bat  ib  in  mijn  gettouluigïjept  omtrent  pet 
„  boelftanb  ban  ftjn  jBajeftept  quant  te  boïljat* 
„  ben  /  toa£  ïjet  niet  meet  aï$  boel  /  en  foo  niet 
„  boo?  ’t  gefag  bat  ib  teet£  fjabbe  /  foo  foube  ib  be* 
„  quaam  boeefen  ’t  ütomnbtp  en  b’onbetbanen  ban 
„banjet  naat  mpn  epgen  boeï-beïieben  te  betraben 
„baatotn  Ijabben  ftj  een  mibbel-boeg  uptgebonben/ 
„om  upt  bietboijffelagtige  gebagten  te  getaaben  / 
„foo  ’t  ftjn  iBajeftept  maat  geliefbe  toe  te  ftem* 
„men.  . 

Vraag  des  honing  btaagbe  ïjaat  ban/  boat  fjettoa^/ 

Konmgs  Met  baat  op  ftj  ban  te  bennen  gaaben  :  <©at  men  mg 
°p-  .  ,è beïjoo|be  booste  ftaan  om  mij  telaateu  befmjben. 

antwoord,  3b»t  boa£  een  boojftel  baat  ben  ïtoning  niet  beeï 
beljaagen  in  ïjabbe/  een£bee$  om  bat  ïjtj  boel  boift 
bat  ib  fulb£  niet  boen  en  foube  /  en  ten  anberen 
oob/  om  bat  ïjij  obetboeegbe/  fcïjoon  ib  baat  aï 
toe  foube  te  bebueegen  ftjn/  al£  ban  in’tgeïjeel/en 
noopt  ban  d’Ed.  Compagnie  meet  foube  bonnen 
betttouboen  /  en  bien  boïgen^  ftjn  boojboetp  ban 
ïjaate  ïjulpe  te  mogen  genieten  /  te  niet  foube  buee* 
fen  /  bog  baat  en  teegen  aanmetbbenbe  /  bat  ïjet 
een  bittelagtig  fDoinct  toa$  (  gebet  ïjp  ftg/  aï£  of 
ïjern  bit  boel  bebtel  /  en  nam  ooft  aan  /  om  mp 
met  goetïjept  baat  ban  te  fpteeben/  gelijb  al£  ïjp 


JacobdeRoy.  P3 

Boft  feeftetïbft  quam  te  boen  /  en  bat  in  teegen* 
tooorbigftepb  ban  fijn  aanftenelftfte  Haabg-lupben/  ve?ne“’s* 
en  ftem  ban  gefiabig  tegemoet  geboetb  ftebbenbe/ djngvaade 
„  bat  ift  lieoet  bupfent  leeben$  (inbien  bat  ift  fe  Roy. 

„  ftabbe)  toilbe  betïiefen/  a$  een  faaft  aan  te  ban* 

„gen/  bie  foo  feer  teegen^  mijn  getoeeten  fïreeb  : 
begon  ftp  baat  en  teegen  mg  boo?  te  ftouben  ƒ 
„  toat  bojbeel  ift  baat  ban  foube  ftonnen  genieten : 
foo  betupgbe  ift  baat  en  teegen  /  „<©at  al  fcftoon 
„  mij  ’t  Honinfttijft  ban  Banjer  aangeboobentoiett/ 

„  egtet  ftp  mijn  befïupt  ban  niet  te  boen  foube 
„bltjben  bolfterben/  ’tgeen  be  Hpft£  gtootenalte* 
maal  Xueebet  tet  oojen  geftoomen  fljnbe  /  foo  ge* 
ötupftten  fe  be  §&apen/  aï£  toetfttupgen  /  om  ben 
Honing  te  betoeegen  /  „<©at  ingebalïe  niet  ge*  Ander 
„feftiet  toaö  ;  ’tboojtoetp  ban  ben  Honing  met  Goddeloos 
„goetftegt  te  aanbaatben/  bat  fijn  IBajefïept  mij  ;a°n°dèe™ 
„baat  toe  (foo  ban  niet  in  ’t  gefteeï  baat  na  toil* 

„ben  ïupfïeren)  beftoorbe  te  btoingen/  ftaat  met 
een  bebeelenbe/  „be  Honinginne  baat  ban  te  fpre* 

„ften  /  bie  mij  mogeïftftbaat  toe  foube  toeeten  tebe* 
ptaaten.  <*Mpft  bie  onnofele  ©toubJÏupben  mp 
ooft  baat  toe  gettagt  ftebben  geftab  te  obetreeben; 
ben  Honing  ïjieït  bat  toetft  omttent  btie  jBaan* 
ben  lang  braïenbe  aïtfjt  ftoop  ftebbenbe;  bat’eteen 
J!>eïjip  ban  Batavia  ftomen  foube/maat  nog  ©aat*  DeRoy  ;n 
tupgen/  nog  boïft  /  nog  btieben  fttftgenbe/  en  ba*  &°°le 
gelijfté  moepeïijft  geballen  jïjnbe  ban  fijne  ï|oobe* geiltheydo 
ïingen/  geboegt  bp  bie  geene/  bie  be  Pomtgeefe 
factie  ftielben/  enbe  quaabaatbige  Chineefen'  om* 
trent  d’E.  Compagnie  be  toeïfte  altoo^  mpnbtien- 
ben  niet  en  toaaren  /  berfiimmerbe  mijn  faaften  / 
inboegen  bat  be  Honing  een  geenetaale  bergabe* 
ting  liet  beleggen  /  altoaat  ftp  met  eenparig* 
ftept  ban  ©ojfïen  bolmonbig  obetfiemb  toietb  / 

„om  tuft  baat  toe  te  betoeegen  /  of  geboogen  ƒ 
„bat  ift  at^  een  ongeïoobige  foube  ban  ftant  ge* 

„maaftt  toerben.  3©elft  Haab$  bejTupt  mp  biep 
in  be  nagt  boo?  een  ban  be^  Honing^  lieffiebtou* 
boen  beftent  gemaaftt  toietb  /  en  liet  mft  baat  nee* 
ben$  toeeten  /  „3bat  ftp  nu  niet  langet  in  (iaat 

..  »&$/ 


P4  R.ElfS-BESCHR  YVINë  V  A  fï 

denilnt-3'  •»**#/•  Pan  mpn  petfoonte  Bonnen  befetjetmen  / 
vhi^tèn.  »  berftalPen  geen  beetet  taab  Paift  /  a$  bat  ift  mgn 

„jfjepïboo?  be Plugt  foube  foeften  meteen  ftlepn 
„Baattupg. 

Haat  bat  bie  <©ame  paar  Pootfcljap  gebaan 
^  gabbe/  fteetben  fij  fïg  naar  mpn  geftaaanbe  Ptou- 
Konhishier  /'  feggenbe  lieve  Sufters!  nufal  ik  UE.  gefel- 
wotbedan-  fchap  moeten  millen ,  datmij  waarlyk  leetfalfijn. 
ken.  31  ft  liet  ben  ftoning  ïjoogïpft  Bebanften. 

35e£  ^’morgenö  baat  aan  ging  ift  een  ©aattupg 
n  R  .  «bopert  ban  omtrent  tPjee  Coyangs  groot  /  en  baar 
koopt  een  hièebe  ging  ift  naar  ben  ütoning/of  ift  nergens  Part 
Yaamiyg.  öepjufl  ma $J  fjemPerlof  Pragenbe/  om  baat  me* 
be  naar  Aley  te  gaan/  onbec  Pooppenbfel/  Pan 
baar  eenig  <0elb  te  paaien  /  bien  ift  op  't  ©eper-ge* 
toa£  gegeePen  tjabbe  /  maat  op  mg  ben  ïioning 
Praagöe  /  of  ift  al  een  praaum  tjabbe  /  ift  fepbe  Pan 
ja  /  en  ftteég  ooit  Perlof  Pan  ïjem ;  ’tmelft  gefetjiebe 
sijn  antwoord  In  tegenmoorbigpept  Pan  brie  fijner  <ö5tooten;en  mp 
san  den  ko-  mpbet£  nogmaals  gePraagt  pebbenbe/  of  ilt  Pan 
niDs.  Heligie  niet  Peranbecen  en  mtlbe/enPolftomen  gefegt 
ïjebbenbe/  Pan  neen/  ttoft  pp  fijn  fcpoubèren  op/ 
beögftjnbe  <©rooten  feggenbe  berber^  /  nu  hebt 
gy  gelegentheyt  om  hem  op  ü  gemak  in ’t  Land  de 
reft  te  geeven ;  mant  ift  ïjaböe  niet  gaarne  bat  liet 
Keemt  af-  °P  Banjer  gebaan  mierb  om  b’opfpraafi^  païPe  / 
fcheyd  van  ’tgeen  fïj  in$jeïpï$  goetPonben.  31ftnam  egterbe 
den  iconing.  geïeegenttjept  maaat  /  om  ben  Ütoning  nog  alleen 
te  fpreeften  /  en  affcljeib  Pan  ïjem  te  neemen  /  bié 
maatïtjft  mg  alle  teeltenen  Pan  genegentïjepb  en 
Prienbfeliap  Petoonbe/  bie  men  Pan  een  Biaat  ee= 
t»ie  hem  nog  Pelmoebige  §pin$:  foube  tonnen  PetPaagten  /  feg= 
tedet  bemin- genbe/  Broeder  gy  kunt  het  foo  wat  langs  de  wal 
«te.  .  gaande  houden  /  tot  dat  gy  op  ^uccabana  fult  ge¬ 
komen  fijn,  om  daar  een  Vaartuyg  op u gemak  in 
te  koopen  waar  meede  gjr  25ataPia  wel  lult  kon- 
nen  krijgen ,  en  weeft  my  dan  gedagtig ;  en  ÖeljaL 
Pen  eenige  gefefjenften  bien  pp  mp  beebe/  Perfag 
pp  mp  ooft  Pan  gemeet  /  mant  firupb  en  loot  pats 
Ift  onbet  mijn  Bemfnb  gepab/eit  bienPoïgertjS  baar 
Pan  foo  Peet  Pooj  mgn  gepouben  aï£  ift  oo?beelbe 
Pegoobigbtefgn;  1» 


|  A  C  O  B  DE  R  Ö  Y.  9f 

§[ït  ftan  ïjfec  ooft  niet  bergeeten  te  feggen/ 

’ec  een  Europiiian  ban  mftlt  bülft  tot  be  Portugee-  |OItugeeren 
fen  obergegaan  toa#/  om  baat  mebe  naar  Mac-  overgegaan» 
eauw  te  bettreftften.  3ftaat  en-tegen  toa#’er  eenen 
Nederlander,  ftjnöc  bebooien#  een  Klattoo#  ge® 
toeefï  in  s’Compagnys  ötenfï  /  ben  Xueïfte  op  Gaie 
tot  be  Portugeefen  toa#  obetgeïoopen/  enbé  ftiet 
öp  mijn  geftoomen  /  bat  een  afgetegten  <©upt  en 
Jkftelmtoa#/  betmit#  batftp  met  ftragten  ge-  ^°ldrf  00,ier 
toelb  fïg  feïf#  aan  ben  ^atftan  fogt  obet  te  gee®  Nedeilancltï‘ 
ben  ;  mant  ftp  toilbe  fonbet  tegenfpjeeften  fïg  baat 
ïaaten  befngben  /  en  ging  tot  bien  epnbe  berfeftep® 
bemaalen  öp  be  Papen ,  be  toelfte  pent  uptfïeïbeit 
tot  bat  ift  toeg  foube  toeefen.  Klaar  met  beftuïp 
ban  ben  anbere/bragt  ift  eebentoelfoobeeïtetoeeg 
bat  ift  ftern  mebe  ftreeg.  gjn  ftabbe  nog  brie  jon® 
ge  Bayareeien  geftuutb  om  te  roeften.  JBp  bree®  DeP.o7  ver¬ 
ben  ban  be  ^troont  fagje#  af/  foo  ïang/  tot  bat  trekt, 
top  in  be  regte  tïtoiec  quanten  ;  fteböenbe  on# 
©aattupg  een  toepnigje  ïaaten  opöoepen  /  op  bat 
tegen#  be  Zee  eenigfint#  foube  ftonnen  boutoen; 
baar  feftoot  toaarftjftgeen  tftbbooj  on#  ober  /  toant 
be  ttoutoeïoofe  Banjareefen  in  geboïge  ftet  öefïupt 
genoomen  /  mijn  $erfaon  öelangenbe  /  en  bien 
ooft  op  be  ftupt  bïamben ;  fpoepben  fïg  ten  eerfïen  yoigd, 
om  mp  na  te  fetten ;  ftaar  niet  anber#betöeeïben® 
be/  of  fe  fouben  mp  baar  onber  be  ‘Intooonbêt# 
ban  be  Negeryen  toel  bruft  met  mijn  ftanbeï  te 
p ïeegen  /  binben  ;  maar  ift  ftabbe  toat  anber#  in 
ben  fïn/  al#  Kfooptnanfcftaptebrftben/  toantbn# 
boojneemen  fïreftte  anber#  niet  /  aï#  om  ftoe  eer® 
bet  ftoe  ïieber  /  be  ftïautoen  ban  bie  <ü5obbeloofe 
ioof-bógeï#  te  ontgaan  ;  ’tgeen  met  fuïften  ge® 
ftoinbftepb  uptgeboerb  toierb/  bat  in  ben  tftb  ban 
brie  bagen  be  libier  upt  /  en  berboïgen#  in  Zee  Komt  met 
geraaftten;  fonbet  bat  top  on#  foo  beel  tftb  gaben  fijn  vaam# 
om  be  öetoufïe  brie  Banyareeien  aan  ïanb  te  fet*iaZcs‘ 
ten/  ban  meening  toeefenbe  om  bie  lupben  egter 
op  Succadana  ftoomenbe  /  met  een  lep#-pennfng 
te  boo?fïen  en  foo  toeber  naar  ftup#  te  fenben/ 
toant  on#  boojnemen  toa#  om  Succadana  aan  te 

boen/ 


S>(S  Re ys-Beschr yving  van 

boen  /  en  baat  een  ©aattupg  te  ïtoopen  ;  maat 
ïjoe  bette  on#  bat  mi#lultte/  falin  ’tberbolg  befe# 
biggen. 

«aktin  groo-  ^aiit  een  a  tVoee  bagen  ïjet  Voalletje  foo  lang# 
gemtódmet  Öetn  feplenbe ,  begonbe  be  fteben#  ban  ’tbaattupg 
fijn  vaartuig,  gaat  te  öegebeit  /  ja  ’t  quam’et  foo  op  aan/ bat  ge* 
nootfaaftt  biaten  bermit#  tjet  niet  lange  bobenvoa* 
tetftonben  gouben/ljoog  en  b?oog  ïjet  tegen  be  baal 
vaattuyg  ge-  fetteti  /  Voanneee  be  fleeben#  afbielen  /  fulb#  bat 
biooken.  0ll^  üaactUpg  nu’t  eene-maal  bamnalftanberen  biel/ 
’t  geen  bat  boa?  on#  een  bpfonbet  gatb  gelag 
Voa#  /  bat  naat  foo  beel  ftribbeling  nptgeflaan  te 
gebben  /  ten  langen  lefle  op  een  Vooefl  Stanb  moe* 
flen  «j§>cljtpb?euft  Igben ;  en  bat  jupfl  op  bieramp* 
faïige  plaat#  /  baat  Vop  teeb#  gebjbe  ongeïuli  aen* 
getroffen  foo  beel  eïïenbe  nptgeflaan  gabben/  Voant 
Gtoote  den-  Ö^t  Voa#  geen  onbetfcgept  in  betmit#  bat  on# 
de 'hiei  door.  Viöuaiy  t’emeinaeï  ngt  en  bebo?ben  Voa#.’t31#  Voel 
blaat  /  bat  Vop  ïtïeeben  /  <ö5oub  /  en  Jjilbet  gab* 
ben/  maat  giet Voa# geen  Jlatftt /  en  bienboïgen# 
ooft  niet  te  ftoop/  foo  Vop  nog  in  bit  ongebaï  pet# 
meet  boo?beel  tjabben  al#b’anbete/  ’tbeflonbbaat 
eeneltjb  in  /  bat  Vop  tVoee  ©i#netten  bp  on#  gab* 
ben. 

Urenom  hnn  maaïite  ban  be  noob  een  beugb  /  en  gaal* 
goed'  te  ïand.ötn  onfe  i$ep#tupg  en  geVoeet  naat  Bianb  /  ’tVoelft 
bu#banig  boïb?agt  fgnbe  /  foo  fogten  Vop  ten  eet* 
flen  een  bepïige  plaat#  /  om  ban  ’t  Voilb  gebiette 
niet  obetballen  /  of  betfïonben  te  voo?ben  /  maat 
ooft  Voet  boo?  ’t  quaat  boo?neemen  ban  fommige 
Zee  fcgupmet#/  enbe  anbete  boo#boenbet#  beb?pb 
te  Voeefen. 

3©p  bonben  ban  een  geubeïtje  /  baat  be  ^ee 
tegen#  aanfpoeïbe ;  gebbenbe  aan  bepbe  fqbe  een  in* 
gam  en  regt  upt  naat  be  ïanb  bant  /  niet  meeral# 
een  fmaï-pab/foo  bat  ïjet  niet  quaïyli  naeenoBpïanb 
Maak  een  geïccg/biermaagte  Vop  een  paggertj  e  ,’t  geenVo’  naat 
on^  oetmoogen  foitipceetben/  omtrent  ?o  toeben 
giet  ban  baan  gelegen/  Voietben  Vop  een  fleebenban 
een  baartnpg  geVoaat/beVoelfte  buptenalletVopffel 
boo?  gatb  Voebet  gefltanb  Voa#/  een  ongetooffeïg* 


JacobdeRóy.  97 

fte  moepten  ïjabben  top/  eet  bat  top  befoo  blep  In 
’t  fanb  geholpen  Prauw  toebet  Ponben  InfïaatPien*  vinden «« 
gen  /  eet*  bat  top  tet  beegen  (ten  Ponben  /  toat’et  Pliaawtie* 
aan  ontPlaP  /  toant  ïjabben  bet  toet  io  Dagen 
toetP  mebe  /  en  Ponben  naat  gebaane  atPepb  /  batfe 
niet  Peel  Petet  gefïelb  toa£  al$  be  onfe  /  toe^ïjal* 

Pen  te  taabe  toletben /  eeng  tePefoePen  of  toppan 
ttoee  onbeugenbe/  een  yoebe  Prauw  Panben  maa* 

Pen  /  fulP£  bat  toebetom  mijn  oube  oeffenlngPan 
timmecén  /  Pp  bet  ïjanb  moefl  neemen  /  al  lang*  soekenvaa 
faam  en  fcljojPoetenbe  ging  pet  toetP  Pooit/  toant 
toletben  uptetmaten  ftoaP/  en  egtet  toa^  ïjet  een  goede  tem*» 
noobfaPeïgPe  faalt  /  en  baatom  toat  meet  boen  ^n. 
moefien  aï$  toef  geneegen  toaaren ;  ’t  moepe* 
lypfïe  Pan  alïe£  toa|/  naat  ’t  Po$  te  gaan  /  om 
baat  een  pattpe  ïjottt  te  Pappen. 

oBpnbelöftnaatPetloop  Pan  anbetïjaïPemaanb/ 
ïjabben  top  foo  Peel  te  toeeg  gePiagt  /  bat  on$ 

Paattnpg  Pequaam  toa£  /  om  In  Eee  te  Ponnen  Hetvaarmyg 
gaan/  top  lieten  ’t  ban  In’t  toa tet  loopen  ombat  zTtebSu™ 
be  naaben  toat  toefupgen  fouben  /  en  PePonben/  wen. 
bat  ïjet  nog  tebeïgP  bigt  toaé/top  meenben  fePetïgP 
Pinnen  ben  tgb  Pan  3  a  4  bagen  Pan  ble  b?oePlge 
pïaatfe  te  Perfepïen  /  om  een  goeben  ïjapen  te  foe* 

Pen/  maat  moefïen  eetfï  een£  ’t  Po$  foo  toat  boo? 
fnuffeïen/  om  te  ften  offet  niet  eenlg  3Mb  te  Pe= 
Pomentoa£. 

€n  naatbemaaï  IP  ban  toeï  be  gefontfle  /  of 
anbec^  gefegt  be  geteetfïe  toa$  /  om  Pooi  be  iiaP*'  „  , 

Per$  be  Poft  te  foePen/Pegaf  IP  mp  In  betollbetnlffe  {££. 
om  pettoe^  te  PePomen  /  be  ttoee  Hollanders  etn*  waadm. 
fïlg  Pooi  mgn  PettteP  aanmaanenbe  /  bog  niet  te 
fïapen  /  en  ïjabbe  aan  ïjen  al  Pettelb  /  toat  een 
bjoePIge  en  eentoig  fïaap  ble  maat£  oPergePoomen 
toaaten  /  boen  on|  Paattnpg  afgeloopen  toletb. 

3IP  tolï  feet  gaarne  PePennen  /  bat  be  Paalt  / 
aï$  men  baat  Pan  oPecPaïlen  toetb  feet  PeftoaatlgP 
te  toeperftaan  1$  /  maat  Part  met  geen  teeben  Pe= 
feffen/  poe  bat  een  menfcïj  foo  toepnlg  agterbogt 
ïjeeft  /  bat  ïjp  fijn  ttjbeïtjp  leePen  met  foo  een  Pet* 
foepelgpe  agteloo^ïjepb  In  be  toaag*fc|aaï  fet  / 

De  Roy,  G  Ijab 


De  twee  pol¬ 
ianders  be- 
geeven  fig 
om  te  flapen. 


De  3  Banya- 
reefengaan 
met  het  Vaar* 
suyg  dooi. 


DeRoy  In 
een  feer  den* 
dige  fkat* 


Begeeven  fig 
aan  de  Oever 
van  de  Rivier. 


p§  Rey s-B eschry ving  van 

Rab  ben  eenen  toiïïen  Rapen  en  ben  anbeten  boaR* 
Ret  gebïeeben/  baat  foube  nog  foo  Peel  niet  aan- 
geïeegen  geboeefi  fijn/  maat  neen  bie  tbuee  ftauto=* 
Rertige  menfcRen  gingen  t’famen  foo  getuft  leggen 
ronften/  al$  of  fp  tftupjJ  geboeeft  buaaten/  ’tboelft 
Raat/  en  on$  fuut  genoeg  opbiaft /  baant  be  b?ie 
Banyareelen ,  bie  gelegentRepb  boaatneemenbena* 
men  een  R$je  /  ban  tiet  gemaaRt  /  anber^  Co- 
pek  genoemt/boaatin  be  buaarbp  boa£  (foo  aan 
contante  penningen  aï$  goub  (ie. )  ban  omtrent 
be  6  of  700  fötjRbaaïber^/  en  in  ’t  baattupg  met 
Run  bupt  geflapt  boeefenbe  ftaaRen  fp  ban  be  baal  / 
en  begaben  Raet  /  gelRR  nabetRanb  betfiouben 
naat  be  bebouftè  ï&ibiet  Sampit ,  boelRe  fltoom  fp 
met  roepen  en  feplen  foo  bette  opguainen  /  bat  een 
Negery  bonben  /  obet  beboeïRe  een  Pangerang 
,’tgefag  boerbe  /  baat  fp  aïïe£  betRaalben  /  baat 
fp  ban  011$  boiften  /  boaar  op  fp  ten  eetfïen  be= 
jïooten  om  on£  ban  bant  te  Relpen  :  baant  be 
boojnoembeBanyareefen  Rabben  bootgegeeben/bat 
bop  tebelgb  ban  Jlilber  en  <ö5oub  <|c.  bètftenboaacen. 

IBaat  be  faaRen  ballen  altfjb  foo  niet  upt  /  al£ 
men  ftg  fombopïen  berbeeïb/  bat  boietbenbiegeene 
boel  gebaaat/  bie  on$  goeb  en  bleeb  fogten. 

UibbeletboRle  boa$  onfe  Raat  bol  jammer  en 
eïïenbe/  ja  niet  beter  aft?  be  boorige  repfe  /  bog 
baat  foube  men  in  bit  gebat  boen/  gebaane  bim 
gen  Rebben  geen  Reet  meet/  foo  ïang  aïp  boptüm 
raetben  ïeefben  bop  op  Roop/  en  moeflen  banGa- 
dong  en  een  boepnlgje©$beftaan/  maat  mi  moe- 
fien  bop  fonbet  Roop  ban  uptRomfï  /  egtet  on$ 
bejl  boen  foo  lang  afê’et  aaflem  in  boa£  /  fulR£ 
bat  bie  geene  /  beboeïRe  ’t  befle  bafïen  Ronbe  / 
be  geluRRigfte  boa£  ;  iR  feg  ballen  om  bat 
on£  bie  gefegenbe  biugt  begon  te  ontbeeten  /  en 
betRaïbe  genootfaaftt  /  om  een  anbet  beguaame 
plaats  te  foeRen  /  baatboe  befelbe  Ronbe  magtig 
boetben ;  lieten  onfe  fortificatie  berRatben  met  on£ 
goeb  flaan  /  en  begaben  01$  aan  ben  <©ebet  ban 
be  genoembe  ïiibiet  Sompit ,  alboaat  be  boojber- 
Raalbe  bjugten  tot  on$  öeRoefte  bonben  /  en  met 

onfe 


J  A  e  O  B  DE  R  O  Y.  99 

onfe  netten  totfl  lb  foo  toel  om  te  gaan  /  bat  tb 
ons*  bolbje  toefpp^be  met  een  bl$e  te  üangen  be* 
forgbe ;  berfetjepbe  malen  gingen  top  ter  ^agt  en 
quaamen  blbtoifê  met  goeb  tollb-bjaab  te  mg.  , 

3©P  bonben  ban  goeb/  onfe  legerplaat^  baat  te 
maaben/  een$beel$  om  bat  top  Ijler  beter  on$  ïe=  Piasts.£ 
ben$  onberljoub  boflen  beboomen  /  en  Infonber* 
ïjepb  ooft/  om  bat  taan  gebagten  toaaren  bat’er 
feberltjb  baart  op  en  af  foo  eenaanflenelljbe  bloeb 
moefl  toeefen;  toerbenbe  be$  te  meetlnon^geboe* 
len  gefietst  /  naarbemaal  bat  top  een  faït  met 
Gadong,  ble  top  In  ’t  toater  öabben  laten  fitten 
qupt  raabten  /  upt  blen  ïjoofbe  maabte  top  een  feher 
öefïupt  /  dat’er  noodwendig  menfehen  moeiten 
pafleeren. 

<S>it  foo  fljnbe  bejlooten  top  beurt  om  beurt  fnee*Bel]uvK  fiÊ 
big  bp  nagt  upt  te  fïen  en  met  ’t  getoaar  toojben  meeftervaa 
tan  een  taaitupg  on£  ban  befelbe  meeflertemaa*  eenigvaar- 
ben/  of  on$  b?oeblg  leben  baar  bp  In  te  fcïjleten; 

Ster  maabten  top  een  blepn  tentje  /  niet  anber£  ban 
ben  Jiferael  bertoagtenbe/  aï$  bat.be  lleffjebber 
ban  Gadong  ble  b?ugt  foo  toel  foubefmaben/  bat 
ïjtj  nog  een£  belufl  foube  fijn/  omeengeltjbeban^ 
te  toagen  /  b?le  bolle  toeeben  ïjabben  top  berïooje 
fcljlïbtoagt  qeïjouben  /  fonber  egtet  bjlent  /  nog 
bpanb  te  ontmoeten /beel  mlnber  ftooplupben  tot 
onfeeettoaaren/  niet  tegenfïaanbe  /  bat  top  niet 
bergaaten  /  aafcïj  aan  ben  Ijoeb  te  ffaan  /  of  een  faft 
met  bat  aarb  getoafetj  In  ’t  toater  op  be  epgenfle 
plaats  te  fetten. 

3bog  be  ttoee-en-ttolntlgfle  etmaal  toietben  top  Vcrneemeö 
fn  ’r  brlebje  ban  ben  bag  een  prauw  met  fclfjepper^ 
getoaar  /  ble  toaarltjb  geen  Gadong  ïjaalberl  toa* 
ren ;  gelljb  <t8obt  betert  naberljanb  genoeg  onbet* 
bonben  /  op  öet  aanboomen  ban  bat  baartupg 
fjabbentop  oné  gefamentlgb  In ’t  bo$  begeeben/ 
om  ban  ble  geene  te  bonnen  affpeuren  /  toat 
boo?  bjeembe  gallen  bat  bit  toaaren  en  naar  bat  wm'nyt 
fp  op  ’t  flranb  geflapt  en  berboïgenjS  een  booj  een  <*•>«=  gwa- 
be  boet  aan  lanb  gefet  ïjabben  /  faagen  top  fipb?  Sfif «f* 
te  flerbe  bereid  ban  ’töooft  tot  be  boeten  ge*  ^  ^ 

G  %  toa* 


•  100  ReYS-BeSCHR  YVIMG  VAN 

toapent  marcpeeren  /  top  bonben  goeb  als?  niet 
beet  toeeröaare  mannen  ftonnenbe  miflen  /  berge* 
lijft  ’t  fpjeefttoOOjb  fegt  /  de  boer  aan  te  waagen , 
fonben  berpaïben  een  mept  naar  paar  toe/  om  te 

moogen  toeeten  /  of  fy  met  voorneemen  gekoomen 
waaren ,  om  ons  quaat  te  doen  ,  en  pOOtenbe  ban 
neen  ,  traben  top  upt  onfe  fcpupl-plaatp  /  al$  me* 
öe  getoapent  peber  met  een  paar  pifïooïen  en  een 
poutoer. 

<ti*n  naarbemaal  fp  nat  en  öemobbert  toaren/ 
betoonben  top  paar  be  grootfïe  öeleeftpepb  /  bte 
men  pemant  ftan  aanboen /ïgagten  paar  in  on$ 
vèreeren  tentje  en  berfaagen  paar  peber  met  een  b?oog  Meetje 
malkander  tot  bergelbing  ban  ’t  toelfte  /  fp  on$  baar  en  te* 
censgnood-  gen  /  f00  peel  ïgogten  alp  eenigfïnté  miffen 
ftonben/  toaar  mebe  top  ten  eerften  aan  ’tftooften 
en  boen  aan  ’t  eeten  raaftten  /  ’t  geen  foo  toel 
fmaaftte  alp  mep  ftgtelpft  ftan  öefeffen/  bat  men* 
fcpen  foube  boen  /  bie  in  bier  jjBaanben  geen  föpfi 
gepioeft  pabben  /  ’t  toelft  onp  ooft  toonberlpft 

3©aar  naar  met  bie  peïben  in  gefpieft  geraaftt 
toeefenbe/  foo  betpaalben  top  paar  op  toat  boo? 
een  topfe/  bat  top  ^cftipïgeuft  geïeeben  pabben/ 
®£ek^„ver'berpalbepaaraftoaagben  /  of  fy  ons  geen  vaartuyg 
vaartuyg  te  voor  contante  penningen  fouden  konnen  te  koop 

kooptn.  wyfen ,  toaar  op  fp  in  ’t  tegenbeel  toeber  bjaag* 
ben  /  of  wy  geld  hadden  ?  baar  top  ten  anttooojb 
gaben  /  ban  Ja  ,  en  dat  wy  haar  ten  genoegen  fou¬ 
den  beloonen,  indien  dat  fy  met  ons  dierweegen 
genegen  waaren  te  handelen  ,  baar  fp  toeber  Op 
anttoOQjben/  eenste  fnllen  fien.  . 

ginmibbenp  toaP’er  een  upt  be  poop  /  betoeïfte 
geïegentpepb  geftteegen  pabbe  /  om  met  een  ban 
mpn  pMabinnen  in  gefp?eft  te  ftoomen  /  feggenbe 
voorflag  van  onbet  anbere/  bat  pp  toel  toenfie  /  dat  wy  gefa- 
raannen^an  Méntlijk  met  haar  ïn’t  vaartuyg  wilden  flappen,  op 
«eu  Slavin,  dat  wy  door  ons  lang  toeven  hier  ter  plaatfe  niet 
mogten  werden  overvallen  en  doodgeflagen  ,  ban 
toelft  toonberlpft  boo?geeben  /  foo  b?aa  niet  be* 
toujï/  of  fogt  geïegentpepb  om  pem  ooft  eenp  te 

poo* 


J  A  C  O  B  BE  R  O  Y.  ÏOI 

Ijooten  fpjeeben  /  toanneet  ib  befeïbe  foo  etnfïig  aï£ 
ib  mogt  naat  be  uptïegging  ban  fijn  tooojben 
tyaagbe/ïjem  baat  boo?  tot  belooning  ioo  iSöbj*5 
baalbet^  beloobenbe/  ’t  geen  Ijem  foobanig  bet=DeRojr 
ïobte  /  bat  ïjp  bolmonbig  tot  bebenteniffe  quant  /  kiygt  kmm* 
natnentlöfi  /  Dat  de  drie  hier  vooren  gemelde  ge-  vaneentoe- 
vlugte  Banyareefen  in  de  Negerye,  daarfy  vandaanj^enen  ae 
quamen,  aangeland  en  wonder  breed  van  onsopge-  goederen, 
geven  hadden  ,  te  weeten  als  luyden  die  een  aan- 
iienelijke  fchat  beïaaten,  op  welk  verhaal  de  roof¬ 
gierige  Dorpelingen  niet  anders  als  dat  klinkende 
metaal  begeerende  ,  met  den  andere  voorgenoo- 
men  hadden  ons  van  ’t  leven  te  berooven ,  en  fig 
wijders  Meefter  van  ons  goed  te  maaken  ,  dat  fy 
vervolgens  ongevaar  drie  mijlen  met  haar  feftige 
fterk  door  ’t  bos  Honden  door  te  breeken  ,  wer- 
dende  fy  luyden  met’er  vierevoor-afgefonden,  om 
onfe  gelegendheyd  te  befpieden ,  waar  fy  dan  met 
haar  vaartuygen,  voor  een  gedeelte  ,  ende  verder 
landewaarts  fouden  afkoomen  om  dat  Helden- 
ftuk  te  verrigten ,  feggenbe  /  daarom  met  ons  me¬ 
delijden  te  hebben. 

<©e  anbere  b?ie  rappe  gafïen  betboegben  ïjaat 
oobten  eerften  bp  b’anberemepben/  baat  fp  onbet 
anbere  tebenen  befe  Creatuuren  quam  af  te  taaben  / 

by  ons  niet  langer  te  blijven  ,  feggenbe  /  wat  ver-  woorden  der 
maak  kond  gy  by  de  Hollanders  hebben  ,  vermits  drie  andere 
dat  fy  immers  te  goet  waaren  om  haar  met  ons  te aan  de  siav,n" 
vermengen,  om  die  oorfaak  dat  fy  van  Mahome-lKa' 
taanfe  ouders  waaren  voortgeteeld ,  waar  en  tegens 
w’niet  meer  te  agten  waaren  als  varkens,  nu  was 
de  tijd  gebooren  tot  haare  verlofling,  ( tCIt  Opftgft 
f00  fp  boojgabtn  / )  hier  gekomen  te  wefen  ,  om 
ons  t’famen  den  hals  te  breeken :  ïjaat bttboïgtn^ 
bjaagenbe/  of  fy  niet  en  willen  ,  waar  ons.  geld 
was;  maat  fp  baat  ooft  niet  ban  boeetenbe  bonben 
fjtt  baat  oob  niet  feggen  ;  ’t  geen  top  in$geltjb$ 
betfïenbigt  ftjnbe  /  foo  bon  tb  mijn£  eragten^ 
geen  beter  mibbel  in  ’t  toetb  (lellen/  al#  ïjaat  ban  lm  vwde 
ïjonb  te  brtjgen  /  op  bat  top  maat  met  bie  biet  r°y* 
öoeben  fottben  te  boen  moogen  ïjebben  /  betfogt 
G  3  ïjaat 


jpie  hy  in’t 
TOk  itelde. 


Pe  Swarten 
worden  dron¬ 
ken. 

Woorden 

defcrfwarten, 


ÏOl  RlYS-BiSCHRYVlNG  VAN 

fjaat  baacottt  feet  bjienbeltjh  /  met  ons  te  willen 
mede  gaan,  alwaar  haar  een  plaats louden aanwy- 
fen,  daar  wy  bevorens  gewoont,  en  daar  wy  ons 
Goud  en  geld  begraven  hadden ,  en  ’t  verdere  vart 
ons.  goet  was,  enb?agten iaat  in  tmfe  boorige 
tente. 

Wtoaat  gehoomen  toeefenbe  fïeïbe  Ü  mijnhunfi 
tetoerh/  om  iaat  ftóap  btonhen  boo?  b’^mpik 
oen  te  maahen  /  baat  fi  graag  naat  toaaten  en 
begonbe  be  felbe  te  betepben/  en  onbettuffen  eenk 
ge  Mufquiten  of  <©nbetbtoehén  op  een  ton*  binbetk 
be  /  ttohhen  ftj  be  felbe  aan  /  eeben  al  een$  of  be 
felbe  iaat  tn  epgenbom  toegehomen  iabben  /  ’t 
geen  top  met  een  ïagie  aanfagen ;  béheehen  mak 
tenbeten  met  bettoonbeting/  feggenbe/  fijfullen 
on£  niet  hennen  /  aï$  top  t’iup?  hoornen  /  baat 
ih  op  bagt/  top  fuïlen  baat  oohtoel  fojgboo?bta* 
gen  /  maat  onfe  tfjö  toa$  nog  niet  betfcieenen  / 
toant  Rapen  iabben  fg  niet  in’t  gn/  egtet  met  iet 
nuttige  ban  een  Padoedang  ban  be  betoufïe  Am- 
phioen  /begeefïen  in  ben  beginne  bïug  geraahtfin* 
be  ( toant  iet  boet  be  felfbe  toerhing  bp  iaat/al£ 
be  Rethe  btanh  bp  on$  boet)  begonben  Javaans  in 
berg-taal  te  fprêehen/  feggenbe  teegenpfijn  anbete 
tnahher^/  wy  hebben  een  gekke  daat  begaan, want 
deefe  honden  (meenenbe  baat  ttieebe  onfe  JSerfoo* 
nen)  paffen  al  te  wel  op,  en  daarom  fullen  wy 
haar  vrees  ik,  niet  wel  konnen  verraffen,  en  haar 
nu  aan  te  tallen  is  niet  raadfaam ,  vermits  dat  lij  al* 
foo  wel  met  geweer ,  ja  beeter  verfien  fijn  als  wy, 
want  fy  hebben  Piftoolen ,  of  fchietgeweer  en  dat 
hebben  wy  niet,  ’tgeen  fïrah^ban  b’anbeteteegen 
gefproohen  toietb/  feggenbe/  wat  fouden  fy  doen, 
fylijn  fwak,  en  lullen  den  geheelcn  nagt  niet  kon¬ 
nen  wakker  blyven,  en  als  fy  maar  ilapen ,  fulkn 
wy  haar  wel  vinden. 

3Beinig  toa$  bien  gobïoofen  ioop  betbagt/  bat 
top  iaat  betmaan  honben/  maat  ten  tpben  batih 
op  Banyer  toa$/  iab  ih  mp  in  bie  taal  geoeffent/ 
be  anbete  ttoee  boegben  baat  nog  bp ,  wy  gaan 
^anftonds  met  den  Kaptein  ter  plaatfe  ,  daar  de 


Jacob  de  R  o  y.  103 
Geld  kift  begraven  is ,  en  als  hy  ons  die  plaats  aan  Goddeloos 
geweefen  heeft  fullen  wy  hem  ten  eerften  in  fluk- 
ken  houwen  ,  en  met  de  andere  twee  fullen  wy 
als  dan  wel  raat  toe  weeten  ,  fouden  het  nu  wel 
konnen  doen ,  maar  dan  fouden  wy  de  Geld  kift 
niet  konnen  vinden ,  want  wy  hebben  der  de  vrouw- 
luyden  naargevraagt,  en  die  feggen,  dat  fy  het  niet 
weeten:  ’t geen  een  toaat  tooo?ttoa£/  toantboen 
top  fulï$  beeben/ïjabbentop  metboojbagtbe  mep* 
ben  aan  een  ftant  gefonben  /  ift  ftabbe  ïjaat  ooft 
toel  bupbeïöft  boojgeljauben  /  dat  ik  met  haar  wil¬ 
de  gaan  daar  de  foo  lang  van  haar  begeerde  Geld 
ftift  begraven  lag.  <©eï$ft  al£  top  feefterïpft  met 
on$  btien  naat  bettoaart^ooft  öegaben. 

3&og  boot  mpn  betteeft  fepbe  ift  teegen£  mtjnDeR 
anbete  maftftét£  ;  nu  bent  gy  met  u  tween  yeder  maant  fijne  * 
neemt  fijn  man  waar,  wat  deefe  andere  twee  be- twee fPks- 
langt,  die  neem  ik  op  mijn  reekening,  geïpftetijto^  kroei*cr 
ooft  be  boogmamfte  raeebe  nam  /  en  begaben  on$  ^  ede  te 
op  be  toeg/  omtrent  een  ïjalfuut  lang£  ftranbge* 
marcljeett  ftebbenbe/  fogt  Ift  een  bequaame  plaats 
» tot  ïjet  uptboeten  ban  mijn  toeleg  /  en  een  fteplte 
getoaat  toetbenbe  3tpbe/  bat  toijbet  nu  ftaaft  bp 
toaaten.  Cn  ten  ftoogften  naar  geïb  en  goebbet* 
ïangenbe  /  foo  btaagben  fp  /  toaar  bat  ïjet  ban  toa$/ 
ift  fepbe  bat  top  agtet*  bien  fjeubeï  moeften  toeefen; 
be  meening  toa$  ban  ooft  bp  mijn  /  om  op  be 
bootf3  öeubel  te  ftïtmmen  /  aï£  toanneet  fpmnfee* 
fterljjft  toel  foüben  geboïgt  ïjebfien/  en  ban  ïjab  ift 
boojgenoomen/  betopl  bat  ift  ftem  b’eene  ïjanb  fou* 
be  getepftt  fteboen  om  op  te  ftoomen  /  en  een  Ijanb 
bep  ïjebbenbe  met  een  Krits  in  fijn  beceabet^  ï$ett 
te  fteeften  /  bog  fp  toaaten  in  be  boo?baat;  toant  Nenumvoo* 
benftenbe/  bat  fp  nu  be  boogioembe  ftift  toel  ont»  malkandersii 
beftften  fouben/mftten  fp  ïjunne  ïttitfen  upt  en  be*  tedooden> 
gonben  Amok  te  toepen  /  en  fïang$  topfe  naat  mijn 
te  tteeben;  ift  nam  inbet  pl  een  ©iftool/  bat  ift 
tot  bu£  bette  in  be  banb  ban  mijn  btoeft  betfio?* 
gen  ïjabbe;  ’tgeen  ift  gebaanïjabbe  omgeenfcïjee* 
le  oogen/  ja  bat  meet  $  om  geen  agtet-benften  te 
geeben/  mijn  ftoutoet  in  be  Cent  gelaten  ïjabbe  / 

G  4  toel 


BeRoyfet 
figop  een 
Heuvel. 
Schiet  den 
eenen  twee 


Ï04  Re ys-Beschr yvï ng  van 

toel  bengenbe  /  bat  igget  met  een  Kn'ts  foubegon* 
nen  af  ften/  bten  ig  tot  bien  epnbe  gab  meebe  ge* 
noomen/  en  bemetgenbe  bat  fp  mp  Pan  agteten 
toilben  op ’tïpf  Pallen/  foo  nam  ig  mgn  toePlugt 
teegen$  gemetbe  ïfeuPeï  en  fcgoot  be  öigfle/bieop 
mp  aanquam  ttoee  Roegel$  boo?  be  bojfl  /  bog 
get  fcgpnt  /  bat  get  maat  een  Plep£  toonöe  moef* 
deb8orftdoorte  getoeeflfgtutoantig  gabbe  nog  een  garben  to?n 
upt  te  flaan  eet  ig  be  moojbenaat  be  teil  gofl  gee* 
Pen/  en  fgn  maftget’t  gooftftonbe  bieben /  ’tpf* 
tooï  bat  ig  in  be  ganöen  gabbe  quant  mp  tootïber 
Voel  te  fiabe  /  Permitj»  bat  met  be  feïPe  i  a  3  ge* 
peRoywotdg&atïpe  flootcn  aftoeetbe/  niet  anbet^  aï£  eenige 
iigt  gequcftjigte  quetfutcn  aan  ben  atm  ontftng  /  en  imrub* 
ben|  bat  gp  begon  te  Perflautoen/  met  getPerlie^ 
ban  fgn  öïoeb  nam  ig  be  Krits,  en  fettebe  gem  De 
feïPe  tot  ’t  geft  toe  in  be  fgbe  /  Voaat  naat  gp  flg 
ombeetbe  enbe  iieebeePiel. 

<©oen  ift  fag  bat  ig  man  teegen  rnantoa^/  ging 
iït  met  fulp  een  moeb  op  myn  ©panb  ïojJ/bat  gem 
in$geïpg£  oog  Poel  gaauto  Pan  bant  gielp/  gp  fogt 
Voel  te  Plugten  maat  gon  tot  mijn  gelug  niet/ na* 
bemaal  fp  gun  /  aï£  gefegt  i$/  opgefcgigt  gabben 
met  lange  broegen  en  Chitfe  roggen. 

ï©e  iBoojbenaar^  bu£  gepelt  fgnbe  /  begaf  ig 
mp  ten  eetflen  naat  bè  Cent  baat  mgn  fpit£ibroe= 
Temby  fiL  toaaren/  maat  bePonb  tot  mgn  leetPoeefen  / 
makkers,  bat  fp  be  moeb  niet  gegab  gabben/  om  mgn  Poet* 
flappen  naat  te  Polgen  en  fonöet  Peel  tooo?ben  te 
jmagen/  fepbe  ig  teegeitó  be  Javaan,  komt  Soeaara 
uw  makkers  dragen  haar  fchier  te  barden  ,  fy  ftjn 
onderweegen  met  de  Kift  en  ik  kan  baar  niet  hel¬ 
pen,  want  ik  ben  te  fwak,  en  gem  met  een  bp  be 
ganb  Pattenbe  /  gingen  Pop  te  faamen  naat  bup* 
ten  /  feggenbe  in ’ttoeg  gaan;  Mannen  neemt  dog 
den  eenen  waar,  of  wy  fyn  leeven-loos  ;  met  ge* 
bagten  Javaan  omtrent  gonbetb  Poet  fcgteeben  Pan 
be  Cent  af  fgnbe/  tugte  ig  gem  fgn  epgen  ïtrit^ 
Pan  agteten  fgn  rug  Pan  baan  /  en  meenbe  gem 
bietot  get  geft  toe  Pan  agteten  in  be  mg  te  feiten/ 
maat  of  PoojfcgteePen  getoeer  Pan  geen  goet  Ai- 

loy 


Ecu  Moor- 
der  gedoot. 


Als  ©ok  de 
andere» 


Valt  op  den 
Javaan  aan. 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  IOf 

loy  geloeefi  $/  of  bat  ib  jupfl  op  een  been  jfjebbe 
gefïooten  en  meet  ib  niet/  maat  mietb  aïtoo$  ge* 
maat  /  bat  be  Krits  t’eenemaal  brom'  geboogen 
ma£  /  bien  ib  ten  eetfien  meg  mietp  en  naar  be 
tntjne  gteep  ïjem  ban  agteren  bp  ’t  baat  battenbe 
eenige  tpb  met  motfïeïen  befig  ma„3  eet  ib  bem  be 
moo?bfïeeb  bonbe  geeben;  ’tgeeneeben  mefgelub* 
te. 

$aat  berrigting  ban  meïbe  baat  ib  naat  mijn 
mabbet£  toeebet  fteetbe  en  met  be  blijbe  ttjbingbet* 
toelleftomt bJietb  /  dat  fy  de  vierde  gematft  hadden; 
maat  obet  <ü5ob  ben  ïjtete  ban  betten  banbte/bat 
bP  on£  foo  monberlijb  öemaatb  en  beboeb  babbe/ 
mant  bab  on$  een  ban  bte  fcbeïmen  bonnen  ont* 
fnappen/  fp  foiiben  boo?’t25o$  gettagtbebben  bp 
baat  mabber^  te  boomen  en  berber^  ontbebt  beb* 
ben  maat  bat  top  Voaaten  /  alg  manneet  bet  geen 
boop  om  leebenbtg  ,upt  baate  banben  te  bonnen 
boomen  /  foube  gemeefi  fijn. 

3©P  maabten  geteebfcbap  omong  betblbf  biet 
bojt  te  maaben  en  fcbeepten  ten  eetbenong  goetje 
in  ’t©aattupg/  bat  be  ©erraberg  mebe  gebtagt 
babben ;  en  alteg  geteeb  ftjnbe  /  begaben  mp  ong 
op  be  tepg;  3epï  en  Pangayende  foo  alg  top  befl 
bonben  langg  be  maï  /  en  g’abontg  namen  mp 
onfe  mijb  in  b’eehe  blepne  <§>ptupt  of  ben  anbeten/ 
be  meïbe  mptn  meenigte  obee-al  bonben/ baat  mp 
piet  bifTen  of  met  fcïjieten  ong  lebeng-onbetljaub 
fogtett  /  aïïjoemel  bat  btt  mei  gebieï  bat  mp  bib* 
mtlg  een  bagje  moeiten  bonget  tpben  ;  bp  mijlen 
fcbooten  mp  oob  mei  een  ï|atte-beeft  /  bat  ong  beel 
goebg  bebe  /  tet  3aben  bat  mp  bat  bïepg  bonbe  in 
be  btoogen ;  ’tgeen  bat  met  ©atbeng  blepg 
foo  niet  lubben  miïbe. 

iBet  fmetben  en  fubbeïen  ongebaat . mijlen 

meegg  afgelegt  bebbenbe  /  quanten  mp  boo?  be 
monb  ban  een  upttetmaten  feboone  bteebe  Bibiet 
ban  be  3lanbfaaten  Cattaringen  genoemb  /  ttiaa* 
benbe  een  fcbepbing  bet  upttetffe  Hanbpaalenban 
’t  ütomnbtijb  Banyer.  ’tg|g  maat  bat  bien  fto* 
ning  be  beetfcbappieban  befe  ï-anbflteeb  oob  aan* 
G  s  ma* 


Geeft  hem  de 
dood-  fteek. 

Komt  by  fijne 
makkers. 


Brengen  hun 
goed  aan 
boord. 


Schieten 
fomtijds  een 
hart. 


Koomen  aan 
een  breede 
Rivier  Catta¬ 
ringen  ge- 
noemt. 


Tsaren  de 
Rivier  ope 


Begraven 
hun  fchato 


Koomen  aan 
een  Negery. 


Hun  voorge¬ 
wende  bood- 
ichap. 


Voorval  van 
een  Maleycr» 


io 6  Reys-Beschryving  va ri 

raatigb ;  ebog  in  bet  baat  meet  met  be  naam  alp 
in  bet  baab/  betmitp  bat  ’tïfoningie  bfe  Ijiet  ié/ 
300  toeï  en  moogeïp  met  meetbet  fteerfcftappp  re* 
geerb/  alp  ben  Stoning  ban  Banyer;  feïfpijebben* 
öe  brie  2$roebetp  be  toelfte  ftaat  be  «èertituï  ban 
Pangerans  aangematigb  pebben/  ooft  niet  betnoo- 
men/  offtonnen  getoaat  too?ben  /  bat  men  ïjiet 
beeï  ontfag  boo|  be  opperfte  ©o?ft  ban  bit  ïanb 
ïjeeft. 

Wp  boeten  befe  tëibiet  op  /  alp  baat  toe  boo? 
noobbtoang  genoegfaam  geperft/ betmitp  bat  ban 
allep  gebteft  Sabbert/  beïjaïben  geïb/  maat  bon* 
ben  egtet  niet  goeb  onp  atmoebje  foo  ïigtbaatbfg 
aan  be  toifpeltnrigöepb  en  onbetfabeïpe  gierig* 
ïjepb  befct  ©oïfteren  tetoagen ;  baarom  ftabben top 
onfe  geteebfïe  enbe  befte  mibbeïen  in  ’t  inftoomen 
ban  be  fiiibiet  begraaben ;  niet  meet  bp  onp  fteb* 
benbe  alp  ïjet  geene  Dat  top  bagten  noobfaaftelyft 
tot  pet  gebtupft  onfet  faaften  benoobigb  te  f0n 

#aat  brie  Dagen  uptgeftaane  ongemaftften  ban 
roepen/  toaaften  en  ïjonget  ftjben  /  quanten  top 
ten  langen-ïaatften  booben  aan  be  Negery  en  ,  bie 
be  felbe  naam  boetb  ban  Ijaat  töibiet  /  onp  geïa* 
tenbe/  naat  onp  boo?b  te  foeften  /  betmitp  boo?* 
gaben  /  ^cftipbteuft  geïeeben  teftebben/  (  geïpft 
get  ooft  niet  beel  en  fcïjeelbe/)  en  bat  topbetpmet 
ben  anberen  ober  een  geftoomen  toaten/  om  mai- 
kanderen  alhier  te  laten  vinden  ,  ten  eynde  om  met 
believen  van  lijn  Majefteyt,  een  Vaartuygen  eet- 
waaren  voor  geld  tc  koopen.  30p  toietbeit  upt 
o?bre  ban  ben  ïtoning  in  bep  Sabandhaars  tooo- 
ning  geïjuppbeft  enbe  boo?  onp  <2pïeïb  /  ban  men 
en  brinften  tameltjftet  togfe  toeï  gettacteetb  ;  top 
betnieutoben  onp  booiig  berfoeft  /  en  betftteegen 
ban  ben  ïtoning  beloften/  om  alles  wat  wy  be¬ 
geerden  te  lullen  genieten  ;  ebog  toat  ftaat  /  bat 
’et  op  ’tfeggen  bah  een  «©obïoofe  ©oift  te  maften 
i p/  ftab  ift  meet  alp  een-maal  onbeebonben  /  bog 
Öagt  ebentoel  toepnig  aan  t  ongebal  bat  onp  na* 
ftenb  toap.  ï|iee  bonb  ift  eert  Maleyer ,  be  toeïfte 
in  ’teetft  boojgaf/  mp  op  Batavia  geftenb  te  fteb* 


JaCOB  BE  R  O  Y.  107 

ben/  en  blen  bolgené  betupgbe  /  genegen  te  fijn, 
om  vrindfehap  te  willen  bewijfen.  3Jnmlbbeï|S 
Het  nip  be  |)?ln#  aanfeggen  ;  Dat  genegen  was, 
ons  van  een  Vaartuyg  ,  Seyl  ,  Trëyl  ,  mitsgaders 
mond-koft  van  Ryft  &c.  te  lullen  beforgen ,  in  ge¬ 
vallen  hem  daar  voor  100  Spaanfe  Realen  wilden 
geven,  ’tgeene  Ift  ïjem  ooft  toe  teïbe/  bog  niet  We 
uptbtuftftlng  /  dat  wy  met  den  anderen  niet  meer 
hadden  konnen  uytmaken. 

<©aar  ïüierb  on$  brie  a  biet  bagen  baat  aan  ooft  Krijgen  «*. 
een  ©aattupg  gebragt/  be  boelft  beel  betet  bienbe^g^»1- 
om  gedoopt  te  too?ben/  a$  om’ec  In^ee  mebetetuys* 
gaan;  toant  fe  baap  ban  be  gtonb  upt  be  ïliblet 
geftaaïb/  ’tgeen  Ift  aan  ben  ftonlng  boo?  ben  Sa* 
bandhaar  Het  bieten  /  en  berijalben  met  beleeftftepb 
betfogt  /  om  van  een  ander  bequaam  Vaartuyg 
voorwen  te  worden,  dat  ons  ten  minften  tot  Suc- 
cadana  foude  brengen.  <Cot  becmeerbering  ban 
mijn  tamp  /  foo  begon  blen  onbefeftaamben  ftlet 
boojen  aangetoerbe/  ban  ben  op  Banyer  fljnbe  Beeftahtie- 

Portugeefe  bóeggeïoopene  iBattOOJ»  /  Jan  Willemfz  heyd  van  een 
van  Amfterdam  genaamb/  ftg  frift?  feet  beefiagtlg  ?.°!landfe 
aan  te  fielten  /  niet  alleen  met  bioojben  /  maat M  s‘ 
ooft  met  toerften  /  foo  biel  tegen$  ble  geene  /  be 
toelfte  ïjet  ©aattupg  bragten  /  al$  tegen£  mijn 
feïfê  In  tcgenbJOQjblgljepö  ban  ben  Sabandhaar, 
met  feet  bilepne  fejjelbbjoojben  uptbtaftenbe;  baat 
bp  tot  btepgemente  boegenbe/  van  my  de  kop  te 
willen  klooven  ,  betmltj»  bOOjgaf  /  dat  het  mijn 
fchulckwas  dat  geen  beter  Vaartuyg  en  kreegen, 
en  dat  foo  doende  haar  uytgefchoote  Geldnuquyt 
waaren ;  fónbet  bat  ble  man  een£  agtffoeg  bat’et 
fmmep  niet  een  bupt  ban  fijn  penningen  onbet 
biaten. 

«Bbog  ftan  neben$  niet  nalaten  te  feggen  /  upt 
bmt  boo?  tebenen  bat  ftp  bletgelpe  tooo?ben  te 
berbe  btagt/  teint  ftp  en  fgn  maftftet  ftabbenmp 
met  getoeib  gebboongen  /  om  op  geteeb  gelb  in 
brie  beelen  te  beeïen/  niet  begeetenbe ;  Dat  ik  een  Beg^tte  m 
ftuyver  meerder  foude  genieten  als  fy  lieden  ter  de  makkers 
faake  foo  fp  bOOJgaben  /  nu  niet  van  haar  felver  vande&oy. 

te 


ïo8  Re ys-Beschr yving  van 

te  hebben  overmits  dat  de  Bcmyareefen  met  haar 
goed  weg  geloopen  waaren  ;  geïtjft  OOÏt  60 

toaatï>epb  toa£/  maat  toaó  baatom  niet  gepom 
ben  ffuhrie  agteloopepb  te  betgoeben. 

3£eefe  öuptenfpoo?lgï)töm  op  be  bolle  fïraat/  in 
’t  öptoeefen  ban  ben  Sabandhaar ,  en  beele  aanfcïjou* 
pen  Matroos  toer^  gefcljiebenbe  /  bonben  fe  goeb  om  bie  man 
van  de  Indiaa-  fijn  ïjoutoet  te  onttoelblgen  /  met  btepgementen  / 
nen  gedieygt.  J)at  j,y  ophouden  foude  ,  hier  geweld  temaken, 
of  anders,  dat  fy  met  hem  raad  willen ;  ’t  geen  bat 
toaatïp  genoeg  $  gefegt ;  en  boo?  pemanb  bie 
een  toepnigje  öp  fp  (Innen  i$  /  ftan  gema&ïteïp 
öefeffen/bat  men  altpbenöen  moet  aanbeplaap 
baat  men  (tg  bebinb/  aïfcïjoon  bat  men  beronge* 
Ipt  toerb. 

3£en  Sabandhaar,  ïmpten  mijn  toeeten  een  ban 
piftighcyd  mijn  JMabinnen  (liïletiel  aan  een  bant  geroepen 
bandaMSa  ïjeööonöc /  begon  pat  t’onbetbragen  /op  wat  voor 
een  wyfe  dat  d:e  man  by  mijn  gekoomen  was,  en 
baat  op  alïe£  met  be  toaatïjept  obet  een  Ponten* 
be  onbettigt  «fpbe  /  en  in^gelljp  ban  gem'elbe 
woorden  ^ïabinue  gelfjoorb  pööenbe/  dat  hy  %  doorgaans 
'k’“ee.nflavul  wrevelig  teegens  mijn  hadde  gedragen,  vermits  ik 
tegen  .rem.  geweert  was  om ’t  eikens  de  kort  voor 

hem  te  foeken  en  dat  hy  lig  ook  den  eygendom 
van  alles  hadde  aangematigt ,  fijnde  fy  Slavinne  , 
boïgeip  baat  boorgeeben ,  door  hem  ook  quaiyk 
gehandeld  geweert,  en  derhalven  fijn  perfoon  ook 
meer  ontfien  moert  als  haar  Heer  felfs.  J©eï  fepbe 
ben  Sabandhaar ,  dan  geeft  my  geen  wonders,  de¬ 
wijl  dat  dit  foodanig  is. 

jpat  bat  bit  bpbanig  boorgeballen  toa^/gua- 
men  baat  biet  ^etfoonen  ban  iitoningg  toeegen 
gefonben  /  ben  Sabandhaar  aanfeggen  /  dat  de  twee 

Hollanders  Hollanders  by  hem  fouden  koomen  om  agter  het 
moeten  by  Hof  een  ander  Vaartuyg  te  gaan  befigtigen. 

konmc0nu>s  maabten  on£  alle  brie  geteet  om  naat  bet* 
toaatt^  te  gaan/  maat  boen  top  in  bePraauwfou* 
„  n  ,  ,  ben  flappen  (toantmen  moefl  om  öp  ben  honing 
?mm°eydete 1  t*  bomen  /  be  föbiet  oberbaaren )  toiert  mp  fulp 
gaan.  belet/  tet  faa&eu/  bat  fijn  ïfoogpit  toeluptbruö* 


J  A  G  O  B  D  E  R  O  Y.  10p 

Iteïuft  belaft  ïjabbe  /  dat  ik  niet  meede  foude  gaan 
’tgeen  ift  ban  tot  mijn  geluft  ooft  öeebe  /  en  naac 
bat  aan  ö’obecftant  /  omtrent  een  ftalf  uuc  met 
berlangen  naac  ftunne  toeeberftomft  ftab  ftaan  toag= 
ten/  toierbaan  b’obecfpöeeen  gcoote meenigteban 
fBenfcften  getoaac/  gint$  en  toeebec  loopenbefoo 
öat  ftet  toel  naac  een  oploop  geïeeft  /  ttiaac  ftonbe 
niet  beel  anbece  ©etfoonen  ften/  al£be  €pïanbec£ 
of  Viadjes ;  en  na  bat  meet-  $  /aanfcftoube  ift  ooft  Twee 
bit  bcoeblg  boojtoecp  /  namentïpftbe  ttoee  ftoofben  makke» 
ban  mijn  maftftec^/  be  toeïfte  op  «^taaften  gebta*vennoord’ 
gen  toiecöen/  boen  fton  Ift  toel  öefpeacen  /  ftoebat 
be  faaft  gefeftapen  ftonb. 

i^aac  Dat’ec  een  toeinigje  ftilftant  geftomen  toa£ 
toiecb  ift  ooft  een  unrtie  baac  aan  öoo?  -ïftaning^  o?- 
öre  ontboaben/  en  ftabbe  ooft  toaarïtjft  geen  anbe=?e^,oy^ 
ce  gebagten  /  al#  bat  ift  ftet  toeec  ftoomen  fouöeomSSf 
becgeeten/  berfogt  bcrftaïben  uptftel  /  ging  naac 
mijn  Jtamec/  biel  op  mijn  ftnien/  en  bab  <©obt 
ülmagtig  om  fijn  geïieföe  Jü>oö njefm  Chrijlus'oa* 
giffeni£  ban  mijne  Jbonöen/toaac  naac  ift  mp  feec 
berïigt  bon b/  en  nam  berbolgen£  mijn  bepbe©if= 
tooien/  biel  bol  geïaöen  meebe/  boot  mijn bertreft 
een  feec  betoeegelpft  affcfteib  ban  ben  Sabandhaar  /Ncemtfiin 
fijne  ©conto  en  ïtinbecen  neemenbe/toant  bie  ïup>-  affcheyd  vara 
ben  ftabben  on$  toaaclpft  beeïgoeö£geöaanenmpdenSabaiKl' 
naac  mijn  ^ïabinne  fteecenbe/  bebaï  ift  ftaat  benhaai' 
Sabandhaar  en  fijn  ©COUto  /  als  hunne  Vader  en 
Moeder  te  gehoorfaamen  ,  ftaat  met  een  al  ftet 
geïb  &c.  opgeebenbe/  bat  ift  bp  mijn  ftabbe/  met 
ftet  feggen/  dat  ik  niet  geloofde  ’t  felve  meer  van 
nooden  te  fullen  hebben. 

3©p  boeren  be  Uibiec  obec  /  en  matfcfteeröen  ’t  vmrekten 
farnen  cegt  op  $’ïtoning£  ï|of  aan ;  bie  mefljeutó/v.aartdcR*- 
be  toeïfte  tot  mijn  gefelfcftap  bienben  /  berfoeftenöev,‘et  oia’ 

dat  fy  wat  voor  uyt  wilden  marfcheeren,  aïfoo  ift 
fepöe /  wel  te  weeten,  dat  ik  derven  moed,  maar 
niet  begeerde  te  derven  voor  en  al  eer  dat  ik  den 
Koning  gefprooken  hadde.  <©igt  bp  ’t©of  geftOO^:^^ 
men  toefenbe  /  fag  ift  be  ftoofbeloofe  lijften  ban 
mijne  meöe-bcoebec^  nietfonbec  tcaanen  re  fto?ten/«e  mikkers’ 

’tgeen 


van  de  Roy, 


Komt  voor 
den  Coning. 


i io  Reys-Beschryving  van 

*tgeen  mp  tori  ontfïriPe;  maat  ooft  te  geïrjft  toet 
toepnig  PerbittetPe/  ten  opfïgte  met  een  onPeran* 
„  öerlijft  boo?neemen  en  opfet  Pafïgefïeïft  |aPPe  /  de 

' oomeemen  honing  of  een  van  fijne  Grooten  tot  gefelfchap 
mede  te  neemen;  toantPoo?  ttoee  manftoniftal* 
ttjb  fïaat  maaften/  aangeftenftat  mp  PejMfïooïen 
noopt  laPPen  getoepgerP  /  al  fc|oon  Pat  ift  fe  in 
’ttoater  gefiooftert  ftaPPe. 

31n  ’t^alep^  geftoomen  /  en  Poo?  Pen  Honing 
gebtagt  fijnPe/  PonP  tft  mp  omtingP  Pan  fijne 
<Ö5tooten  /  en  met  omtrent  Pe  2,00  getoapenPe  man* 
nen ;  ift  gefiaaPig  met  een  onPerfaagP  toeefen  / 
ronPom  mp  en  |em  toat  genaPerP  ftjnPe  /  totecP- 
’er  een  iBattje  met  een  Alcatief  neer  gefpjepP  / 
Paar  mp  Pen  Honing  gebooP  te  gaan  fitten ; 
Scanneer  Pie  ©cgfï  in  ftjn  lupjïet  en  |eerï|ft|epP 
AMirpraak  vantnp  Pefe  tooo?Pen  fepPe/  namentlp  ;  Kapiteyn, 
den Koning.  ik  heb  u  laaten  roepen  ,  om  u  bekend  te  maken, 
dat  u  volk ,  die  my  lbo  leelijk  in  de  tegenwoor- 
digheyd  van  den  Sabandhaar  hebben  gefmaaded, 
door  de  Princen ,  mijne  Soonen  ter  neder  gemaakt 
lijnde,  foo  fijn  de  Viadjes  met  de  hoofden  weg ge- 
loopen  fonder  dat  ik  het  hebbe  konnen  beletten ; 
want  ’tis  hier  een  gebruyk;  en  nademaal  hem  van 
den  Sabandhaar  en  meer  andere  ter  ooren  gekoo- 
men  was ,  dat  die  luyden  haar  felfs  tegens  my  had¬ 
den  derven  kanten ,  derhalve  ook  niet  konde  oor- 
deelen  dat  ik  het  qualijk  foude  neemen.  ^Iftnam 

met  ernfi  agt  op  fijn  toeefen  en  op  fijn  gebaarPen 
en  fag  toel  iPat  ift  genooPfaaftt  toa£  /  Pe  rol  Pan 
Pe  gePtoonge  PrienPfctjap  te  fpeelen  /  geilet  mp  Per* 
ftaïPen  |et  ontfcïjulPigen  Pan  |em  in  Pefen/  tori 
Geveynsde  te  bePaïlen  /  met  te  feggen/  Dat  het  geen  ,  dat’er 
aiawoordvan gefchied  was,  welgedaan  was,  maar  betuygden, 
de  R°y-  jat  jk  vee!  liever  hadde  gehad ,  dat  my  den  Koning 
daar  van  hadde  gelieven  te  laaten  verwittigen  ; 
want  door  dien  dat  my  d'Ed.  (PetfCÏJOOnP 

mp  toel  Edel.  Hoogebiedende  Heeren  ,  Pat  ift  Pe 
brpmoePigöepP  genoomen  lebbe/  om  mp  Pan  Pie 
naam  te  bcPienen  /  )  over  haar  gefield  ,  ook  de 
Volmagt  hadden  om  haar  tc  Üranfen  ;  ’t  geen  ift 

.  Pee* 


Jacob  de  R  o  y.  ïii 

bélMaatbe  /  in  ’t  by-fijn  van  fijn  Majefteyt  fcer 
gaarne  fonde  hebben  willen  doen,  en  dat  behou¬ 
dens  eer-agting  van  fijn  Hooghpyd  het  s'Compag - 
nys  Volk,  en  geenlints  fijn  O  .derdaanen  waaren, 
en  dien  volgens  oordeelden  dat  my  de  ftraffe  der 
felve  behoorde  aanbevoolen  te  blijven. 

3©aat  op  bén  honing  rap  fepbe;  Dat  ik  moeft 
denken,  dat  wy  in  fijn  Land  als  verlooren  luyden  Antwoord 
gekoomen  waaren,  en  volgens  hunne  Wetten  ons des  Cowng». 
Vaartuyg  en  goederen  hem  toe  quamen;  hebbende 
nog  daar-en-booven  de  magt,  om  onfe  Perfoonen 
tot  Slaven  te  maak  en.  ’tGunt  fijn  Majefteyt  ge-  wedetant- 
lieft  te  feggen  ,  ïjetljaaïöe  tft  /  heeft  omtrent  ons  woord  van  de 
Landaard  geen  plaats.  Ik  hebbe  3 6  jaren  in  defeR°y* 
Geweften  gefworven ,  maar  nooyt  geen  Hollander 
fien  tot  Slaaf  gebruyken  ;  gaf  hem  derhalven  in 
bedenken  of  men  een  Natie,  de  welke  inde groot- 
fte  gevaaren  van  fijn  leeven,  de  grootfte  preuven 
yan  moedigheyd  geeft,  of  het  wel  moogelijk  was, 
foodanig  een  Volk  tot  een  flaaffche  dienftbaarheyd 
te  brengen,  en  met  oor  lof  fy  het  gefegt  fijn  Maje¬ 
fteyt,  wy  fijn  niet  als  verlooren  luyden  in  uLand 
gekoomen  ,  maar  als  Koopluyden ,  fulx  gefchiet 
dagelijx  dat  men  fchipbreuk  lijd  ,  en  dat  onfe 
Heeren  en  Meefters ,  d’Ed.  Compagny  (  de  welke 
ons  uytgefonden  hadden  ,  en  nog  wel  hier  naar 
yerneemen  fouden  waar  dat  wygebleeven  waaren) 
alle  beleeftheyd  voor  Vreemdelingen  hadden  ,  die 
fy  fouden  moogen  wenfchen  $  Co t  getupgen  tïC= 
raenbe  een  ban  be  omfïanber#/be  toelfte  betraaae 
een$  gelueeft  luaten. 

Hoewel,  fepbe  ben  Ïïoning  / cal  waft ,  wie  het  Vw 
ook  we.fe  mag  ,  die  moet  fterven  ,  wanneer  hy  desttodj^*, 
my,  of  de  Princen  mijne  Kinderen  onbehoorlijk 
aanfpreekt,  gjit  ftonbe  niet  befeffen  toaat  bat  Ijp 
raet  bie  tooojben  ïjeen  bJilben;  foo  flonb  iït  op  en 
ttab  naat  öera  toe/  feggenbe;  Dat  in  gevalle  fijn 
Majefteyt  ietwes  in  den  fin  hadde  ,  hy  het  maar  St0,me 
ten  eerften  geliefde  in  ’t  werk  te  ftellen  ;  baat  de°R^y "S 
ben  iraning  feet  fcïjiept  inggelije  ban  fijn  plaats  den  Ken»®, 
opflanb/  en  afbïaagben}  Wat  dat  ik  in  den  lïn 

had- 


ÏConings 
woorden  hier 
teegen. 

Weder¬ 
woorden  van 
deRoy. 


De  2  Ly- 
ken  begraven. 


DeRoy 
wel  van  den 
Koning  ont¬ 
haald. 


Goddelco- 
fe  Staats -die¬ 
naar  loekt  de 
Roy  te  ver- 
geeven. 


1 1 2  Reys-Beschr yving  van 

haddë  ?  3£aat  op  ift  ten  antbaoojb  bfenbe;  Niet 
anders  fijn  Majefteyt  als  dat,  indien  gy  voorge- 
noomen  hebt  my  dog  van  kantte  helpen,  fulxhoe 
eerder  hoe  liever  mag  gefchieden,  <©aat  op  ben 
ïftoning  met  optegtigïjepb  betftlaatben  /  niet  toe 
genegen  te  weien  ;  toaat  naat  ïjem  ban  betfogt  / 
foo  ten  tefpecten  ban  d’Ed.  Compagny ,  aï£  booj 
be  Europiaanfe  j0atie  in  ’t  algemeen  /  Dat  hy  de 
goedheyd  foude  gelieven  te  neemen  ordre  te  ge¬ 
ven  ,  dat  de  Lijken  de  fchoot  der  Aarde  mogten 
erlangen;  ’ttoelft  ooft  aanfïonb^ boïötagttoietb. 

ïfoe  befe  ©etgabeting  en  ben  ütoning  feïf  bet* 
toohberb  toaaten  /  geef  U  Hoog  Edel.  een£  te 
benften;  altoo^  ift  toag  toel  in  mijn  fcljift  /  ben 
ban$  buë  ontfpjongen  te  ïjebften  ;  taant  ift  en 
ïjabbe  geen  gebagten  /  bat  ïjet  foo  toel  afgeïoopen 
foube  ïjeöten  /  en  ben  honing  /  tot  een  teefcen  / 
bataïïe  quaabe  gebagte  in  mijn  opftgt  betötoee* 
nen  toaaren/  beben  alletlep  <£etenboo?  ben  bag 
ftoomen  /  en  noobigbe  mp  /  om  daar  van  te  nutti¬ 
gen  ;  maat  ïjabbe  ban  be  <ö5afïgebet  fuift  een  quaab 
bermoeben/  bat  mp  fijne  fptjfe  gant^  niet  fmaa* 
fteïijft  biel ;  naat  bat  fijn  ffèajefïept  boo?  fijn  be* 
leeft  onrtjaal  bebanftt/en  mp  tuijbei$  in  fijn  gun# 
ïjabbe  aanbeboolen/  namen  top  affcïjepb  ban  ben 
anberen  /  en  baietb  boen  fijn  boopiaamfïeJÉitaat^* 
<©ienaat  ojbet  gegeben  /  op  fig  te  nemen/  batmp 
geen  moeijelijftljepb  aangebaan  tuierb. 

3£at  toa£  toaatlp  be  tegte  man  /  om  fuljc  te 
betïjoeben  /  baant  fjp  toa$  feïfê  fcfjeltp  genoeg 
om  mijn  /  bie  ’t  ftaal  ontfnapt  top  /  aan  ïjet 
boobj»  gebaat  ban  fijn  ^upbel^  betgift  op  te  of* 
feten  ;  baant  met  bien  Ctaitet  upt  pet  ï|of  Ijanb 
aan  ïjano  in  fijn  ïjup$  geftoomen  fijnbe/tetïjp  ten 
eetfïen  opbiften  en  betfogt  mp  /  met  hem  ook  een 
weynig  te  eeten  ;  maat  ift  gaf  ïjem  te  ftennen  / 
dat  niet  gefield  was,  foo  als  het  behoorden,  ver¬ 
mits  dat  my  het  droevige  aanfehouwen  der  doode 
Lijken  van  mijn  makkers  geftadig  te  vooren  qua- 
men.  ï|p  fton  mp  baat  in  /  bolgen^  fijn  feggen 
geen  ongeïïjft  geeben  /  maat  foube  mp  baat 

en 


Jacob  de  R  o  y.  ii$ 

en  tegen  troofïen  /  want  fepbe  ïjp/watfult  gy  doen 
die  dood  is  blijft  dood ,  en  Petfogt  mp  anbetmaal 
te  eeten ;  Ut  ptoefbe  ban  een  Piepnigje  tëpfi  en  een 
monb  Pol  anbere  ïtofï :  op  een  btonft  toatet  epffen* 
be/  Proeg  ïjp  mp  met  een  Ppfonbet  ïieffeïtjft  pjee* 
fen/  of  ik  niet  liever  Srnry  wilde  drinken  ?  baat 

ift  Pan  ja  op  antpjoojbe/  en  ’t  fcljeeïbe  Ptepnig  of  DeR  orf 
bat  foube  ben  laatfien  btonft  Pan  mijn  lePen  ge*  met  een 
pjeefï  Ijeftften/  Poant  terfionb  naat  ’t  nuttigen  bet  dronk  suury 
feïPe  ftteeg  Ut  fuift  een  ontfieltenip  In  ’tlfgïjqam/ 

Petfelt  met  fulfte  fieeften  en  ftrimpinge  In  be  bat*  é 
men/  bat  ift  niet  toifï  ftoe  gaupj  bat  met  fatfoen 
befe  PetPïoeftte  3©aatb  Perïaaten/  en  mijn  outobe 
üofpep  ben  Sabandhaar  pjebetom  öp  ftoomen  fou¬ 
be/  «tfïobt  be  ïfeere  ïjabbe  mp  bei  genabe  Petleenb 
( Petmitp  mp  POO?  een  Medicyn-Meefter  ïjabbe 
uptgegeePen )  bat  Ut  alle  <0eneep-mtbbelen  Pan  ben 
itoning  Pan  Banyer  ïjabbe  Pefïgtigb  /  en  mp  on* 
bet  anberen  ooft  eenlge  tootteltjep  Pettoonb  ïjabbe/  Kngtvan 
be  pjelfte  alp  men  bet  In  Peet  en  ’tfap  baat  Pan  feekerewor- 
ftonbe  inftoelgen  of  anbetflntp  In  ’ttoatet  gefetom  fe!'*“.t/gen 
te  Pieeften  en  bienattigïjepb  gebtonften  /  btebeugb  8 " 
ïjabbe/  ’tfttagtigfie  Petgift  tegen  te  liaan  ;  alfoo 
baat  Pan  nabetfjanb  be  preuPe  genoomen  ïjeftPe. 

üft  liet  befe  geïegentïjepb  niet  Poo?-ftp  flippen  / 
te  meet  /  om  bat  be  ©o?jt  een  Proïpe  ïupm  ïjab*  Daarvan  hy 
be;  Petfogt  ïjem  betïjalPen  Ppf  of fep Pan  bieftof*  eenigcvao 
telpe  Wojteltjep  te  moogen  ïjePPen  /  ’t  geen  ïjn 
mp  feet  gaarne  intoiïïigbe  /  met  meet  anbete  ïjepï*  kreeg, y 
fame  fttupben  Poo?  Petfcïjepbe  qualen ;  ïjoe  bienf* 
tig  mp  Die  toojteltjep  te  pa#  quanten  /  ftonnen  U 
Hoog  Ed.  genoegfaam  afmeeten/  en  ïjfeïbbe  felPe 
ooft  in  foobanigen  Piaatben/  alp  of  ïjet  Staman* 
ten  Piaten  gePaeefl  /  Petmitp  bat  tft  p’aïtfjb  Pp 
mp  btoeg. 

&00  bta  en  ïjab  ift’et  ïjet  gePtupft  niet  Pan  ge* 
noomen  /  of  Pegon  ten  eetften  geftoelbfg  te  fcïjtip*  ®f?ïnt « 
men/  en  PetPolgenP  foo  gefttelbig  te  Praften  /  batfchnïnm 
fcïjiet  Pefpjeeft.  fBen  ftan  eenp  Pefeffen  of  mp 
Wen  Peleefben  ï|eet  ooft  Pjeïgemeenb  ïjabbe/pjant 

DeRoy.  H  Wet 


r  14  R-eys-Beschryving  van 

tiiettegenfïaagbe  be  bebmfïe  uptbietbing  ban  bat/ 
toietb  ib  foo  magteloojg  /  bat  niet  meet  fïaanbon? 
öe/  blgbenbe  biet  bolle  bagen  in  bie  gefiaïteniffe 
fpraabeloo$  /  en  bp-na  onbetoeeglijb  /  geen  betet 
ober-eenbomfi  met  mijn  fiaat  baat  tb  mp  boen? 
.  maal£  in  bebonb  /  aï$  een  bermaabeïpe  broom  / 
de^eiwoite-  wijn  ftmien  Wel  gebbenbe  /  maat  magteïoo^  om 
ten.  mp  baat  ban  te  bonnen  bienen ;  ib  tjoo^be  fp?eeben 
maat  bon  geen  anttooo?b  gèeben  /  en  bon  boel  ben/ 
fonber  egter  te  bonnen  befeffen  /  Wat  ib  fag. 
in  ’teetlie  oogenbiib  batbpbenSabandhaar  inïjupjS 
quam/  een  fiubje  ban  bie  baojtefê  in  Thee- water 
laten  boeeben  en  betbolgen^  ttptgebtonben  /  en 
boen  ib  ’t  gebtttpb  ban  mijn  fpjaab  niet  langer 
heyd  van  den  niagtig  toa£/  berfupmbe  ben  Sabandhaar  en  mijn 
Sibandhaaten  ^»ïabinne  niet  /  om  naat  mtjn  boojbeelb  ’tfelbe 
de  slavinnen,  naat  te  boert  /  en  Wpbet£  fagje$  in  be  mont  te 
gieten/  bat  niet  toepnig  bienbe  tot  ïjet  bjebet-brg? 
gen  ban  mijn  <0efontï)epb  /  boant  bat  ijeplfame 
genee^mibbel  telbeng  gebtupbenbe  /  begon  |et  in 
biet  boegen  fijn  upttoetbing  te  boen  ;  bat  naat 
boo?fcg?eeben  tijb  /  ’tbenpn/  ijoe  bragtig  bat  bet 
....  oob  mag  gebjeeflïjebben/  egtet  uptboenbiglöb  aï£ 
bekken  aan  wet  getoelb  ban  binnen  ’t  ligfjaam  uptgebreben 
t  ligchaam.  toierb  /  bermit£  bat  ban  agteren  /  aan  be  tug-fïteng 
tot  aan  mijn  ïjeupe  fïgplebben  begonben  te  bet? 
toonen/  bie  foo  bïauboafê  Lafuur  maten/  beteel? 
be  bg  niet  ben  anbeten  betmengben  tot  een  bol? 
boomen  blaat  bsietb  /  be  boelbe  betboïgen^  aan  ’t 
fbseeten  getaabt  fijnbe/  bsietb  men  met  bet  boo?? 
wonderlijke  tteben  bet  felbe  een  ongeïoofeïijbe  meenigte  mate? 
'  blaaren  met  tie  geblaat  /  be  bseïbe  men  bebonb  ban  aïbetfian? 
materie,  be  bolenten  te  bieefen  /  en  bie  een  onbetbtagelijbe 
flanb  ban  ftg  gaf/  naat  ’tbselbe  ban  bag  tot  bag 
betligting  geboeïbe  /  bermit£  bat  naat  ’t  betloop 
ban  14  bagen  obet-epnb  begon  te  fïaan;  moeten? 
be  egtet  om  niet  te  ballen  /  geïp  be  bïepne  Jtin? 
beten/  mp  felf$  aan  be  banben  /  of  taaffeï^  bafï 
ïjouben/  of  ban  pemanb  onbetjiewnb  b?o|bm;foo 

bet? 


J  A  C  O  B  D  E  R  O  Y.  Hf 

bette  blaten  mijn  ftragten  geminberb  /  bat  fft  een  Worfwwi 
tonbe  JlBaanb  ban  nooben  ftab  eet  ift  bebequaam*  dergefom. 
ftepb  ftabbe/  om  ’tgebtupft  ban  mijn  barnet  met 
bJanbeïen  te  ftonnen  genieten. 

3£oen  ift  toebet  begon  te  fpjeeften  /  bettelbe  mp  _ 
ben  Sabandhaar ;  Dat  de  hoofden  van  mijn  twee  pr.,f°°d® 
Makkers  voor  twintig  Thayl  Gouds  yeder  waren  hoofden  des 
verkogt  geworden  ,  en  dat  fy  het  mijne  om  mijn  Hollanders 
bewinds  halve  hadden  aangenoomen  te  leveren  geftelt\ 
voor  veertig  Dito  ;  en  naatbemaal  pebet  Thayl 
fefiien  töpjcbaalbet^  boeb ;  moet  men  niet  tbiijffe* 
ïen  of  be  fnoobe  ifratie  blaten  ten  eeefïen  betepb 
boo?  ’tgenotban  1280  föptbaalbet^  omonë  ban’t 
leben  te  berooben/’tgeen  ooft  feftetïijft  gefcïjiebfoit® 
be  tjebben  /  ingebaïle  bat  feftet  Jurragan  ,  en  al-  DeRoy 
baat  tooonagtig  fulft£  niet  met  een  feét  bebieeg*  door**»® 
lijft  bettoog  aan  ben  honing  ftab  belet/  beïjelfem  Jw»g«»v«t- 
be ;  „Bet  gebaat  toaat  infijnjBajefïept  ftgfelf$bö”en* 
„met  fijne  «©nbetbaanen  inbiiftfteïbe/.  en  foo  me® 

„be  be  petijftelen  ban  fijn  $etfoon  en  alle  ftoop- 
„  lupben/  biein  fijn  Stanb  tooonben  /  op  Batavia 
„ftoomenbe/  onbetbiojpen  fottben  fijn/  naat  ’t  bet® 

„tigten  ban  foo  een  gtoubieïbaab  /  ten  opftgte/ 

„batljet  immerg  ftenneftjft  bia£  /  bat  1 jet  d’Ed. 
„Compagnye  aan  geen  mibbelen  foube  ontbtee® 

„fien/  biegeng*  ftet  bloebbetgieten  ban  ftaat  ïtapf* 

„tepn/  een.tegtbaatbige  botaaft  te  neemen  /  aïfoot 
„bat  bte ©0$  niet  onbebmfi  bia$  /  bat  mp  ben 
„Sabandhaar  banbefe  plaats  in  bie  fïaat  geftenbi 
„ïjaböe/ maat  nog  baat-en-booben  op  Banyer  ban 
„ben  ïfontng  /  en  fijne  <ö5tooten  baat  boo?  ge® 

„eetb  en  geagt  toa#/  tot  mijn  bettteft  toe :  Web 
fte  bjaarfcljoubainge  ïjp  aan  bie  #tin^  betfogt/ 

hem  niet  qualijk  geliefde  te  nemen,  door  dien, 
dat  fy  uyt  de  boefem  van  eener  fijner  trouwe  On» 
derdaanen  voort  quam. 

gebet-een  moet  beftennen  bat  foobanig  een  ab®  k.S*  Jf*!* 
bpg  in  bet  baab  booj  een  bemuftig  man  te  betbe  vingden  ko= 
geftoomen  ig»  /  en  be  bieïfte  ooft  alg*  een  Orakel  mnghemb*» 
H  a  al®  dankt. 


Bloeddorft 
der  Mootde- 

siaaren* 


Godloos 

voorneemen. 


Geveynft- 
heyd  van  den 
Yergifgeever. 


Andere  fwa- 
righeyd  voor 
deRoy» 


ITytvoering 
der  vrienden 
van  de 
Sampitfè 
Moordenaars* 


ii<5  Reys-Beschryving  van 

alleen  boo?  fyn  iSaabgeeblng  bebankenbe  /  maar 
öaat-  en-  booben  ïjern  voegend  fijn  getroutolg* 
jfjepb  prpfenbe  ;  Want  ,  gaf  ben  ©o?fl  tor  } 
antVUOOjb  ƒ  wat  de  gemeene  man  aanbelangd  ,  1 
laat  fig  de  Ed.  Compagwye  foo  veel  niet  aangelee- 
gen  leggen  en  kon  ook  dat  altijd  wel  verantwoord  j- 
den,  maar  ’t  ombrengen '  van  een  van  haare  Ka-  j 
piteyns  foude  haar  fekerlijk  tot  wraaklult  por-  j 
ren.  i 

«ébentoeï  tuiïben  be  fcïjelmen  pat  tooojb  pu* 
ben  /  pat  pnben  bxe  jeukten  al  naar  bat  geele 
iBetaal /  en  om  ben  kooper/bat  een  «©ppetljoofb 
ban  be  Viadies  toa#/  egter  niet  te  betfieeken  ban 
fulke  bieiöate  biaaten /  (beting  bat’tpofb  ban 
een  blank  menfeïj  ongelp  meet  geagt  biecb  al# 
ban  een  anbet  / )  foo  befïoot  men  onbet  be  fjia* 
boojen  öp-gebragte  tebenen  /  de  twee  bewufte 
Maats  door  ’t  (laai ,  en  my  door  ’t  vergif  te  laaten 
ombrengen.  ;3ik  tolerb  In  bet  biaatïjepb  genood 
faaktfulk#  te  gelooben/  berinlt#  bat  mp  bien  ep* 
genfïe  ©ettabet/  be  Voelke  mp  met  betglft  pbbe 
fbeken  om  te  brengen/  blkball#  naat  mijn  gefont* 
Öepb  liet  bragen/  en  boobenbien  ook  fp  $etfoon 
aanbOOb  /  om  eenige  geneesmiddelen  voor  mijn 
Perfoon  gereed  te  maaken ;  maat  ben  Sabandhaar 
antlooojbe  ben  Wgefonbene  Vuat  rautoelp  /  feg* 
genbe ;  Wat  foude  hy  doen ,  u  Meekers  Medicynen 
gebruykende  ?  daar  hy  felver  een  goede  Doftor  is ,  hy 
wil  van  niemand  inneemen,  want  hy  bereyd  felfs 
fijn  eygen  geneesmiddelen. 

4Pg  niet  ’teenemaaï  ban  mpboojfepbe  guaaï 
ïjetfielb  ftjnbe/  bebe  ftg  toebet  geen  klepne  ftaaa* 
tlgppb  op  /  baant  eenige  betmaagfeppte  ban 
be  boo?  on#  gematfïebe  Sompitfe  $Boo?benaar# 
ïjabben  boojgenoomen  /  ( ftenbe  bat  fe  ïjet  ïoeet* 
koomen  betgaten  / )  enbe  om  te  ontbekken  baaat 
bat  be  felbe  gebïeben  biaaten  /  maat  Vop  ïjabben 
boorfïgteïp  baat  In  booiften/  tenaanfien/batbip 
booj  on#  betttek  be  (Ijken  onbet  ’t  fanb  gebolben 


Jacob  de  R  o  y.  117 

pabben  /  niet  te  min  ban  een  goeb  en  fïerft  ©aar* 
tupg  bootften  fpnbe/  feplben  fp  mp  lang#  be  koaï 
naar/  en  toierben  op  fommige  plaatfen  /  aan  be 
palbe  gebranbe  ponten/  ooft  aan  eenige  ©arften# 
beenberen  getoaar  /  bat’ec  niet  alleen  menfcpen 
geboeefi/  maar  bat  pet  ooft  Hollanders  toaaren/ 
aangewen  bat  ïupben  ban  paae  gefïntpepb  geen 
©arften#  en  aaten/baatom  pabben  fp  on#  totbe* 
fe  bOOjnoembe  Negery  ban  Cotteringen  toe  bet* 
bolgb.  &p  quanten  tnebe  boo?  be#  Sabandhaars 
pup#  fïiï  te  pouben/  koeefenbe  be  Prauw  regtboo? 
be  beue/  maar  boo?  regen  en  toinb  /  mit#gabee# 
boo?  be  jlift  en  mobber  boat  onftenöaar  geraaftt/ 
aïtoo#  ift  poojöe  bupbelpft  bat  fp  met  ben  anbe- 
ren  baar  ober  tbuifïeben/  Of  dat  de  Prauw  was  of 
niet?  Laaten  wy  vraagen  fepbe  ben  eenen  /  of ’er 
foodanige  drie  Hollanders  met  diergelijke  Vrouw- 
luyden  hier  niet  gekoomen,  of  nog  fijn  ,  dan  Tul¬ 
len  wy  immers  wel  hooren  ,  wat  van  de  faak  is, 

’ttoelft  ban  b’anberen  boo?  goebgefteucb  Vuierb. 

$aar  bat  fp  pier  op  foo  ban  ben  Sabandhaar, 
al#  anbere  betbtittigb  koaaren  ban  ’t  geene  fp  be* 
geerben  te  loeeten  /  foo  gingen  fe  mp  öp  ben  Ito* 
nilig  aanftlagen /  als  een  Perfoon,  de  welke  hun- 
ne  Bloedverwanten  om  ’t  leven  hadde  gebragt  :  den^oam? 
örengenbe  berfcpepbe  omfïanbigpeeben  /  om  pun*  aangeWaagA 
ne  bermeetene  beftlag  fïaanbe  te  pouben  /  en  ober* 
fuïjc  berfogten  fp  aan  bie  ©o?fï ;  Dat  hy  my  aan  Hun  verfoek» 
haarlieden  foude  overleeveren.omdan  wydersaan 
den  P^angerang  van  haare  Negery  overgegeven  te 
worden  de  welke  my  dan  konde  firaffen  naar  fijn 
goeddunken, 

©ermit#  bat  ift  pet  geluft  pabbe/  om  mijne  be* 
fcpulbigingen  aan  te  ftoo?en  /  koierb  mp  ooft  toe* 
gelaaten/  om  mijn  berantknoo?bing  baar  tegen# 
te  boen  /  feggenbe ;  „  3bat  mp  ’t  onbefepaamb  Wa3ttegetl 
„boo?geben  ban  bie  lupben  al  brpkoat  breemb  te  dcRoy  % 
„boo?en  guam  /  bat  ift  met  goebe  reebenen  ber*  verantwoord 
„mepnbe  bat  fp  k  eenemaal  ongegronb  in  paar 
H  3  „aan* 


iï8  R'eys-Beschryving  van 

„aanbïagten  te  toeefen :  tot  öetoifê  öpörmgenbe/ 

„  5^at  fp  geen  een  getupgen  ïjabbm/  Dat  top  niet 
„een|  bp  Sompit  getoeefï  toaaren  /  beel  rninbet/ 
„bat  top  ïjaat  S&loebbettoantm  fouben  ban  bant 
„  geïjoïpen  ïjebben;  baat  bonbe  ïjaat  toeï  pet^an* 

„  ber£  in  ^ee  ontmoet  ïjebben  /  beïjaïben  bat  fijn 
„  iBajefïept  fepbe  ib  /  ïjebben  be  Hollanders  bit 
„  quaab  gebaan  /  toaat  mebe  bunnen  fp  ’t  goeb 
„maaben/  bat  fp  bie  jupfï  getoeefï  fijn  /  be  totjï 
„  bat  be  ^ee  boï  ban  Compagnys  en  ©rplupbeng 
„©aattupgen  \$j  en  ïjoe  bunnen  fp  goeb-maben  / 
„bat  ïjet  Hollanders  ,  en  geen  Portugeefen  fijn 
getoeefï.  |Baat  fp  btagten  ïjiet  op  in  :  „3©eï 
vernamen  in- » t e  toeten  bat  bet  boo?  Hol  landers  betrigt toa# ; 

„  item  oob  toeï  betfebetb  /  bat  top  ban  Banyer 
„geboomen  en  on£  ©aartupg  bp  meet  gemelbe 
„©Met  Sampit  ïjabben  betïoojen  /  en  bat  fp  bat 
„meet  {$/  oob  be  Prauw  toeï  benben  ban  fjaate 
„  obetïeebene  ©rienben  /  be  toeïbe  nog  boo?  be$ 
„  Sabandaars  ïjup£  lag.  Cot  toeïbe  betoij£  fp  bet* 
ber^  betblaarben:  , ,  <©at  top  brie  Banyareefen  ban 
„ïjunne  Negery  ïjabben  betboerb  /  be  toeïbe  ban 
„  on|  ontbïugt  toaaren. 

Gelieft  lijn  Mayefteyt  met  aandagt  te  hooren, 
fepbe  ib ;  föo  fal  hy  bevinden  dat  deefe  luyden  U 
Ibeken  te  miileyden :  in  ’t  eerft  hebben  fy  geen  ge- 
tuygen  genpemt ,  en  nu  beroepen  fy  haar  op  drie 
Banyareefen ,  die  nog  in  haar  Negery  woonen ;  inge¬ 
vallen  het  foodanig  is  ,  waarom  dan  die  luyden 
hier  niet  meede  gebragt,  behalven  dat,  fijn  Maye¬ 
fteyt,  is  dat  meede  niet  belaggelijk,  ’t  verfoek  dat 
fy  u  koomen  te  doen  ,  dat  ik  in  haare  handen  o- 
vergegeeven  foude  werden,  eeven  eens  of  fijn 
Mayefteyt  geen  magt  in  fijn  Land  hadde  om  ye- 
inant  te  konnen  ftraffen  ?  J0aat  ’t  epnbigen  ban 
toeïbe  reebenen  ben  Jtoning  opfïonb  /  feggenbe  / 

fattyen  die  laak  wat  naauwkeuriger  onderfoeken  foude  en 
fcheyden  van  in  Beraad  neemén,  wat  hem  daar  in  te  doen  foude 
(taan. 


Terdeeding 
van  de  Roy 
tiimegeq* 


Jacob  de  R  o  y.  up 

3®ebetom  t’ïjup$  geftomen  toeefenbe  nam  iïi  DeRoyfoekt 
een  moop  Sleetje  brie  of  biet  en  fonb  be£ Sanband- 
baars  en  mgne  foo  genaambe  ©touboen  naar  ’t  Hof  S “ 
om  beefe  aan  be  Dames ban  Oen  Honing  te  beteeren  /  ken. 
’tbjetS  fulften  upttoerfting  beeb  /  bat  bie  lupben  na 
bpf  of  fe$  baagen  toeben£  onberrigtetfaalienmoe- 
fien  bertrePen  /  betmib$  bat  fp  met  geen  genoeg* 
fame öebjpfen  getoapent toaaren ;  boant  bien  <6ob= ■*  ,'feikge- 
ïoofen  ©o?fi  ïjabbe  biel  gaarne  geilen/  bat  mp  bie  • 
ïupben  ban  be  betoufïe  baab  ïjabben  obetmpgt/’t 
ïjabbe  ïjem  640  tëppaalberé  boojbeel  getoeeft  ; 
maat  mp  in  pat  gebaelt  te  leebeten  top fp  mee* 
ning  garit£  niet  /  maar  bat  ïjabbe  ïjp  pat  aan 
beboolen  /  ombe  gemelbe  Banyareefen  meebete 
brengen  /  maar  ’t  beliefde  <0ob  be  Heet  niet  mp  tot 
fjet  upterfïe  te  laten  hoornen.  Komn  *3„ 

Hojt  ïjiec  naat  bettoonbe  fïg  een  Engels  Jscïjip;  een  E0geis 
fijnbe  be  eetfïe  /  betoelhe  men  ban  bie  j^atte  oopt  Schie-a 
baat  te t  pïaatfe  ïjabben  geiten/  toeefenbe  boo?  ge* 
breit  ban  monb-hóft  en  bar£  toaatetpt  aange* 
bomen  /  boog  ’t  beplp  ban  een  Succadaanfe 
tooonber  /  bien  ïjp  aï$  (Coïït  baat  ban  baan  naat 
Banyer  meebe  genoomen  ïjabbe  /  en  bien  ïjp  toe* 
bet  naat  beetoaart^  boetbe  /  om  ïjem  op  Succa-  waarvan  een 
dana  aan  lanb.te  fetten  /  beefe  <®ib^  taaïbunbig 
fijnbe  quant  met  be  23oot  ban’t  Jlcïjip  niet  alleen  bandhaar 

"  . maat  OOb  tegt  bOO?  be  Sabandhaars  qwm. 


en  d’Europi-  JSdSdLt 


be  föibiet  in/ 
bent. 

JDanneet  ih  hupten^  pp£  ttab  / 
aanfche  in ’t  Engels  bettoeuefcOttlbe  /  pat  bOOttij  &Êngdfe 
noobenbe  in  pp$  te  bomen  /  en  met  ho?te  tooo?= 
ben  na  maïïtanber&  geïegentïjept  gebtaagt  ïjed=> 
benbe  Steeg  ih  ten  eetfien  bit  ©olh  op  mp  fpbe  ƒ 
befcïjiïtte  in  bet  pl  mijn  ©aartnpg  bol  berbatfiïng 
met  een  ban  be  Engeifche  naai;  booib/;  ïjem  baat 
neeben^  ooh  een  25tief  aan  fijn  ïtaptepn  mebege*  vertoekt  ' 
benbe/  toaat  öp  ïjem  qtiam  te  berfoehen/  Dat  hy  ee.n}oofe. 
den  Koning  van  deefe  plaats  foude  gelieven  te  Konin^te  ° 
fchryven ,  hoe  haar  Edel,  tot  Batavia  vernomen  renden! 

H  4  heb- 


110  Re  YS-BeSCHR  YVING  VAN 

hebbende  ,  dat  ik  elders  op  Bomen  Schip  breuk  ge- 
leeden  hadde  ,  hem  Kaptein  herwaarts  gefonden 
hadde  om  my  weederom  derwaarts  te  brengen. 
goSen  wt-  Strategema  geïu&te  rap  naar  ïomfcïj  /  rap 
Stomft heeft,  baat:  beneePen$  een  Gatty  Amphioen  fenbenbe  / 
bat  boenraaal^  Jjfec  bpnaar  teegen£  <©oub  opoe» 
Pioogen  tofetb. 

S&  fotiö  €>efant  op  <©efant  naat:  ’t  $aïep£  / 
baat  toe  be  3©pPen  Pan  ben  Sabandhaar/  en  rap 
gePiaanbe  ©rouPien  gebrupkenbe  alberïjanbe  de= 
teïpe  ftleeben  aan  be  ©ojfifnne  op  te  offeren  ten 
vettaygt  tpnbe  ora  rapn  ontfïanfng  te  erlangen  /  beluchte  ilt 
fnowflamngepnbeïplt  naar  Peel  aangePienbe  moepten^  en  boo? 
ïtragt  Pan  «©efcïjenlten  Perïtreeg  ;  Planneer  ben 
Honing  rap  ooit  boo?  tPjee  Pan  fijn  J>taat  Praau- 
A.iwirf  wen  aap  boo?b  Het  brengen/  tot  ben  Ifilbeiifjoog» 
M,>  boort.  fan  Jlfert  en  ïjanben  opljeffenbe  /  bat  ïjp  rap  foo 
pjonberbaarlyfi  en  goebertferentlp  ïjabbe  gelfePen 
te  bePiaaren. 

Sn  beefen  bobera  geftomen  ffjnöe  /  bePonb  ilt  / 
bat  Pip  reebelp  met  monbltofï  Perfan  Piaaten  / 
fonber  te  teeltenen  ’t  geen  fit  nog  In  be  2Soot  öab» 
be  laaten  boen  /  bat  oifa  al  meebe  Piel  te  fiaben 
quant/  en  foo  afa  Pip  ban  gepï-reeöe  lagen  begaf 
fit  rap  met  een  Piel-bemanbe  25oot  en  fcjjupt  aan 
be  moitb  Pan  be  HfPfer  ten  epnbe  om  Pan  baar  ’t 
h^Eenaeid  ^b k3t*n  bat  Pip  fn  |)et  fnltoomen  öer  feïPe 
in  de  Boot.  aïöaar  begraapen  ïjabben/  ’tgeen  met  goebeo^bre 
Polbragt  Piferb.  |Het  geen  Itlepne  Perbaafajept 
Heeften  be  Eanbfaaten  (  Piant  baar  Piaaren  ber 
een  partljp  op  ^tranb  )  Planneer  fp  faagen  tPiee 
ïuater  potten  met  JbflPet  en  <0oub  opgebult  upt 
be  gronb  ïjaaïen  /  en  naar  bat  be  feïPe  Piel  Per» 
scheid  de  in- f^ftert  aan  bcojt  gebragt  ïjabbe  begon  fit  be  fcïjelm* 
woonders  'fe  ‘-©ojpeïfngen /  Poo?  Verraders  upt  te  maken/  en 
wakker uyt.  (p  Moordenaars  /  en  Trouweloofe  Menfchen 

Piaaren/  nog  faop  ïjebbenbe/  Dat  ik  naarmaais 
geleegenrheyt  foude  vinden  ,  om  te  Vuur  en  te 
S  waart  tot  huune  Suygelingen  toe  niette  verfchoo- 

tien, 


J  A  C  O  E  DE  R  O  Y.  121 

nen ,  en  eyndelijk  met  haar  te  handelen  gelijk  alsfy 
met  de  twee  Hollanders  gedaan  hadden ,  en  baat 
op  aan  be  Cngeïfen  berfogt  ïjebbenbe;  Dat  fy  der 
eens  vuur  op  geliefden  te  geeven  :  maat  bie  luns 
ben  moogeltjft  foo  niet  op  ïjaat  Perblttetb  aljï  (ft  / 
toepgerben  fuïf$  te  boen  met  bie  Petfcïjoonlng  / 
van  geen  ordre  daar  toe  door  hunnen  Kapteyn  te 
hebben. 

Hlan’t&cjfjip  geftomen  ftjnbe  enmetpoojnoem*  Raakt  aan 
ben  ïtapitepn  in  gefpreft  geraaftt  toeefenbe/  fogt  boord  met  d« 
(ft  bie  man  meebe  te  betoeegen  /  om  de  Rivier  op  jtaö'‘in 
te  feylen  en  dat  hy  ter  liefde  van  ’t  onnoofele  ver-  6  v 
gooten  Kriften  bloed  ,  een  vyftig  a  feftig  Koegels  verfoekt  op 
door  de  Negery  foude  jagen ;  ftem  Petfeeftetenbe  /  hun  Negery 
Dat  het  hem  wel  een  half  duyfent  Ryksdaalders te bieten, 
voordeel  foude  fijn ;  Plant  fepbe  (ft  /  naardemaal 
die  fielten  Peettlg  (Cïjepïen  Goud  voor  mijn  hooft 
derven  bieden,  is  het  een  billyke  fake,  datfy  van 
die  fpecie  nog  al  redelyk  vooorfien  fijn  ,  maat 
ben  ïtaptepn  en  boifl  fulftg  niet  beflaan  /  bet<D*hemge- 
mitg  /  bat  Ingeballen  fulft£  qualpft  upt  Piel  /  weygcrd 
ïjet  een  jmbetanttooojbelljfte  faafte  Pooj  jjem  fijn  wktd- 
foube. 

<Dn$  anftet£  Inmtbbeng  tftup^  geftteegen  en  be 
^eplen  bp  gemaaftt  ïjebbenbe  PeePoibeeben  top 
Otlfe  Voyagienaat  Succadana,  aïtoaat  In  ’t  ftOJt  Komft  te 
ooft  aanguamen  en  tegt  Poo?  betfïtOtet  geftoomen  s^dan*. 
toeefenbe  /  toleeb  ben  boopioemben  Colft  aan 
ïanb  gefonben  om  ftenniffe  Pan  onfe  ftomfle  aan 
ben  honing  te  geePen. 

Sft  öabbe  Petfcïjepbe  maaien  gebuutenbe  be 
sSepfe  met  blen  man  In  gefpjeft  getoeefl/  en  ïjem 
naat  ben  toelfïanb  Pan  ben  bïinben  fDtln£  Mar- 
teningrat  gePtaagb  /  toe$[jalPen  ïjab  bie  <Caaï* 
man  nog  niet  lang  aan  lanb  getoeefl  /  of  ben  • 
betoujte  Jptlng  gtiam  ten  eetfien  aan  boo?b  met  Pe“f;^tins 
een  lengte  ban  ©aattnpgen  /  bol  Pan  albet*  boord, 
ïjanbe  petPatftnge  ;  en  ten  eetfien  naat  mijn 
gePtaagb  /  en  bp  be  tafl  mijn  §0>etfoon  betnee* 

H  ƒ  men» 


1 22,  Re  YS-BeSCHR  YVING  VAN 


DIedeRoy 

omheift. 


DeRoykêU 


menbe  /  bid  ïjg  rap  ten  eettfen  om  ben  ïjafê  / 
Hip  (eet  btieilbelpt  ölbbenbe;  aldaar  te  willen  blij¬ 
ven  ,  rap  bjpbet£  om  betgiffei#  öibbenbe  /  das 
hy  my  niet  mede  herwaards  genoomen  hadde  , 
doen  ik  van  het  Portugeefe  Schip  wederom  aan 
land  gekoomen  was ,  toant  fcojt  baat  aan  bja| 
bie  $tin#  berttoWten  /  raaat  bat  ben  tot  Bata¬ 
via  fïg  ontöoubenbe  ïtapitepn  ban  be  Maieyers 
fijn  ^oon  /  Wantie  genaamb  /  baat  b’oojfaafc 
ban  Voa$  /  be  bjeïfte  rap  met  be  gantfcjfje  Hoi- 
landfe  $atie  feet  fcïjanbdöö  ïjabbe  geafftonteett 
geïp  iö  fulö#  nabet  aan  ïjaat  Hoog,  Ed.in  mijn 
boopge  fclfBpben^  lebbe  bettoonb  /  bog  bat  |p 
öp  etbatentïjepb  nu  tod  totf 1/  batbie  man  niet  tec 
goebet  troubje  ging;  aangefïen  bat  |p  ïjera  feïf# 
öp  fijn  ©abet  enbe  25toebet  ïjabbe  foeften  betagt 
te  raaalen. 

211  en  öabbe  geen  Wepne  raoepte  ora  ban  bie 
ontfl"»ènhera  ©tin^  ontjïagen  te  taaien  /  betrait#  bat  |p  bol- 
worden,  laomen  geneegen  toa£  /  met  rap  naat  Batavia 
te  betttelften  /  en  albaat  d’Ed.  Compagnye  tot 
|ttïp  en  bplïanb  te  betfoelen  ;  ’tgeen  |p  al  op 
Banyer  geneegen  getoeefï  ïjabbe  te  boen  /  raaat 
boenmaal^  geen  toebetora-fe|?pben|  op  mijne 
afgefonbene  ^rteben  ban  U  E.  Hoog.  Ed.  öe= 
öooraenbe;  toa$<bat  toetft  foobanig  öjgben  fiee- 
Banyer  de  ftert»  Cet  bat  top  ban  Borneo  fchepben  /  faï  il 
voomaamfte  U  Hoog.  Ed.  met  fdjulbige  eetöieb  eenigé  befon» 
Negery  van  betljeebên  ban  bat  gtoote  Cpïanb  /  boo?  foo 
Borneo.  üed  mp  be  feïbe  eenigftnt^  öelenb  ftjn/raebebeeïen; 
en  eetfi  ban  Banyer  al^  be  boopmamfïe  plaats  / 
beginnen  /  ftjnbe  ooft  -  altijb  be  ïjoofb  Negery 
ban  bit  gelede  Hanb  getoeefï. 

Koningen  van  n  Sfêjfi  fldb  ban  bafi  /  bat  bie  Woningen  f  unne 

Borneo,  aan  „  |eetft|appp  aan  een  javaanfé  Pangerahg  bet= 

wie  haar  heer-  „fcjjytöfgt  jjjn  /  betoeïfte  boo?  optoec  en  afbaï 
8&T  „wptfgn  Eanb  tofétb  betb?ëeben  /  ( aï$  fijn- 
„  be  een  öafïaattföon  ban  ben  Soufouhounang ) 
jjfoo  guam  |p  ftg  aï$  op  Madura  niet  beplig 

jjfön* 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  12, 3 

„fpnbe  /  ftg  fel#  op  Banyer  met  eenige  ponbetb 
„Pan  fgne  lanb#lupben  nebet  te  fetten  /  naat 
„bat  alPooten#  be  Hanbfaaten  of  Viadjes  pan 
„baat  Petjaagt  pabbe  in  een  anbete  fpjupt/  of 
„be  naafï  geleegene  föiPiet ;  Pp  puntte  anbere 
„maPPet#/  pePPenbe  bten  ï|eee  gefïabigmet  befe 
„  ©olPeten  in  oneentgpepb  geïeeft :  en  alpoePael  be  . 
„iUoning  Pan  Banyer  ftg  be  naarn  Pan  ütepfetS^f 
„  oPet  bit  Cplanb  toe  fcpjpft  /  naacbemaal  Pp  pent  r,g  |eyfèr 
„Verannanbanan  laat  noemen/  gelpP  ben Soufou- nooncn. 
„hounang  op  Java;  i#  pet  bog  feePet  bat  pet  in 
„Perfcpepbe  peerfcpapppen  Petbeeïb  i#  /  paat 
„fp?aafe  Peftaat  in  Maleyts  ,  Javaans  en  Pan  be  Verfcheyde 
,,  lanbt  taal  onbet  maïPanbeten  /  pet  geene  öaattaleualdaat* 

,,  itpt  Pomt  J  om  bat  pet  een  mengelmoe#  Pan 
„  albetpanbe  natiën  $  /  Paant  baat  fpn  Johoonee- 
„fen  ,  manicabers ,  Javaanen  ,  Pjaat  Pp  eenige  mènad  volk" 
„  Maccaffaaren  onberïoopen  /  ftiïP^  bat’et  een  ge= 

„mengbe  taal  lang#  be  peeïe  See-Pufï  gefpjooPen 
;,pjetb  /  fp  fpn  gefamentïpp  Mahometaans  Pan?UI\Pods' 
„geloof  /  en  peppen  paat  Pan  tpb  tot  tpb  foe=  n  * 

„Pen  upt  te  Pjepben/  ebog  boo?  ftoaPpepb  Pan 
„©olP  niet  magtig  om  be  gemelbe  Viadjes  on* 

„  bet  bPaang  te  pöuben  /  niet  tegenfiaanbe  bat  fp 
„met  befeïPe  gebuutig  oPet  poop  leggen,  ©e 
„Btanbtfaaten  Ponnen  gemaPPeïgP  bupfenb  man  voikrykheyd 
„  tegen#  een  Pan  be  fitanbPePjoonbet#  uptmaaPen.  d«  Land- 
„  «Ebog  upt Pteefe  Pan  ^cpiet-gepjeetfoo  burPen  fp (aten- 
„egtet  befe  ï-upben  Poo?  be  Pttpfl  niet  aantaf* 

„  ten  /  en  Pupten  bten  foo  fpn  oop  be  Mahome- 
„taanen  ,  gepouben  ©penbtfcpap  met  be  Viad- 
„  jes  te  foePen  /  tee  faaP  bat  fp  alle  be  tpPbom* 

„men  Pan  ’t  Eanb  Pefttten/  Pan  <®oub/  Cbele^01»  deï 
„  «tBetfeenten#/  Camppet  /  Lapis  Befoar,  Pedro  ! 

„del  Porco,  Farang  ,  Wax ,  Rottangs ,  en  alle# 

„Paat  in  befe  conteepe  Paït  /  ja  felf#  tot  punne 
„montPofï  toe/  uptgefonbett  Sou t  en  tögfï. 

„  d§>p  peppen  in  bet  baab  tgPe  <©oub  JjBpnen 
„onbet  pun  gePaelb ;  ^P  pePPe  felPet  biPPail# 

„met 


Agaat  fee ë 
hoog  aldaar 
geagt. 


1 14  Réys-Beschryving  van 

„met  mijn  cpjjen  oogen  geften  /  bat  öe  inboog 
„lingen  ban  bit  Handt  met’ec  ©aartupgen  af* 
De ewote  «ftoomen/  toaarin  fp  IO  a  20  ftuft£  ftoppenge* 
meenigte  van  J>  meenïijft  fïerft  fijn/  20. 30: 60.  ja  tot  100 Cattys 
Goud.  „^tof-goub  af b jengen/  m  ooft  mei  fteele  ftnob* 
„  beïdoe&jejS  /  infonberftept  op  Succadana  te  ftoop 
„bjengen  /  ooft  toel  om  te  bertuplen  /  tegeng 
„ïtleeden  ,  ©ofleïepn  /  ïfapere  Hltm-fiiingen  / 
„Coraaïen  enbe  een  fefter  foojt  ban  langtoetpige 
„roode  Agaat-fieenen/  die  fp  om  ben  ftal# ooft  om 
„b’Htmen  binden/  maaftenbe  baat*  ban  een  bpfon* 
„  bete  bierft  boojnamentïtjft  alp1  fp  bïoeb  toob  /  en 
„foo  lang  fijn  aï£  ftaat  arm  b?eeb  i£  /  bermit£ 
„baat  tueï  ftaïf  ooft  een  Reaei-f  maarte  aan  <ö5oud 
„boo?  geben  en  fombaijle  meer.  25loed-coraïen 
„baïfcfte  §0eereï$  fijn  ftiet  ooft  toel  gebnlt;  ittége* 
„ïijft£  blatrtne  en  britte  Salempoeriilë  ,  en  boo?t£ 
„aïdetftanbe  gefojteetde  gefeftilberbe  ftleeben  fteel 
„boel  getroftften. 

„ï|aare  Negeryen  enbe  ftupfen  3ijn  uptermaa* 
„ten groot  /  foo  bat’et  bp  mijlen  xoo  famijljej? 
„altemaal  25loeb-©?ienben  oiider  malftanberen  / 
„onber  een  baft  baoonen/  meïft  egter  foodanig  af= 
„gefonbert  $/  bat  een  pegeltjft  fijn  bpfondere 
„moonplaat^  fteeft;  ftebbendeftun©ee/  al^©ar- 
„ften^/  ï|oender$  /  Cenden  /  de.  onder  ftttnne 
„  3©ooninge :  die  ’t  grootfie  gefïagt  ïjeeft  /  boert 
„  een  bolftoomen  gefag  ober  be  nabuurige  ï|up^ 

„  gefinnen  /  en  ftet  ftontt  betfcftepbenmaalen  te  ge* 
„beuren  dat’et  mei  eenig  mi^berfianb  onber  die 
,,  Handfaten  ftontt  ’t  geen  ban  be  ftoaftfïe  ftoop 
„met  ftet  berlie$  ban  djie  of  bier  ftoofden  moet 
„boeten. 

„<5>e  öibier  ban  Banyer  $  een  feftoone  bjeebe 
„  bloéd /tuffeften  be  banften  en  in  be  ftil/baar  mm 
„in  ftomt/  fteeft  men  met  ftoog  Voater  ten  minf* 
„ten  brie  of  bier  /  en  binnen  de  felbe  tot  fe£  of 
„  feeben  babem  diepte  /  meefende  een  modderige 
«grond  ;  boojt£*  i|  fe  dooigaanj»  met  biepnig 

„  b?oog* 


Befchryving 
van ‘hare  Ne¬ 
geryen  en 
Huyfèn. 


Hun  gefag 
over den  an¬ 
deren. 


Rivier  van 
Banyer. 


Jacob  de  Roy.  ii f 

„b?oo0ten^  ïie]emniect/  maat  toelmrtemfgefioo*  E  IandeniB 
5,  ge  Cpïanbje^/  bie  men  genoegfaam  ban  mgben.  defqve. 

(Ctoee  of  b?ie  mijlen  bobentoaart^  binb' men  bier* 

„  gelijbe  «Bplanben  en  ongebaat  tloee  gelijbe  mijlen 
?>bah  Banyer ,  toeberom  anbere :  eben  beneben 
„befe  Cpïanben/  bie  bjie  in  ’t  getal  fijn  /  en  be* 

»toeïbe  tegt  booi  be  Negery  leggen/  bomt  (Tg  een 
ïïfeïoeïte  fpjupt  inbeljooftiSibiee  ontlafïen/  lang£  spwytindc 
„betoeïbe  Tatas  en  Coyoe  Tenga  leggen  /  toefen*  Rivier  fig 
?,be  be  Ijoofc-  en  betbïpf-plaatfen  ban  ben  Uo*ontlaftende* 
»  ning.  <©aar  syn  ooit  ttoee  of  bge  anbete  blepne 
»  Negeryen  ontrent/  op  betoeïbe  groepb  feergoebe 
»$epet/  toaat  ban  be  bojl  al  b?p  groot  i£:  ge- 
„  meïbe  fp?upt  /  neemt  fijn  oojftgong  ban  eenige 
»  Bergen/  bigt  aan  be  geegeleegen/  betoeïbe  ban 
„Ijler  Hoornen  upt  te  leltlten/  in  genoembe  bergje^ 

„toerb  ooit  <ö5oub  gebonben/  ïjet  toeïbe  foo  flegt 
„ban  Aiioy  fiebonben  toerb  /  aï£  bie  ban Mac- 
„  caffer ,  baarom  toeeten  ïjaar  be  inlanber^  ban 
„  ’tfeïbe  te  bebienen  om  ö'et  regte  <«B>oub  baarmebe 
„  te  berbalfcïjen.  Upt  be  genoembe  Negeryen  lang^ 

„befe  fpiupt  geïeegen  /  ban  ben  ïtoning  ban 
„  Banyer  be  naarbolgenbe  iBanfcïjap  op  be  been 
„  b, tengen/  namentïp. 

Cayo  Tenga  en  de  onderhoorige  Negeryen  Kop¬ 
pen.  ---------  -  1800 

Tatis  onder  dewelke  Banyer  gerekend 

werd.  -  -  -  --  --  --  700 

tuffen  de  twee  voornoemde  Ey- 
landjes  vaartmen  naar  Banyer  maf- 
fwg  dewelke  aan  een  kleyn  loo- 
pend  water  gelegen  is  ,  dewelke 
by  Tatas  in  komt  vloeyen  ,  en  van 
hier  vaart  men  de  groote  Rivier 
op  naar  de  gemelde  fpruyten  ende 
Negeryen ;  als  voor  eerft  de  Negery s , 

Campays  en  Lufong ,  defe  naamvan _ 

Saamen  Koppen  ayoo 
Lh- 


Campay  "> 
cn  > 
Lonfang  _) 


12,6  ReYS-BeSCHR  YVING  VAN 

Transport  van  Koppen  IfOQ 
Lu/ong  heeft  fy  van  de  Viadjes  behou¬ 
den  om  dat  fybevoorens  foodanig 
waaren  en  naderhand  de  /ede  van 
Mahormt  aangenoomen  hebben  ,  het 
welk  voor  haar  een  groote  eer  is,  te 
weten  ,  als  fy  van  ’t  Heydendom  be¬ 
lijdenis  van  dat  Valfche  (edog  door 
haar  voor  een  opregt  geloof  gehou¬ 
den  werd)  komen  te  doen  ,  ’t  geen 
men  egter  niet  dikwils  liet  gebeuren 
dat  hunne  gewaande  bekeering  vry 
dier  komt  te  liaan,  want  om  hier  toe 
te  koomen  moet  hy  eerlt  een  ganting 
ftof-Goud  en  Dito  loode  pitjes  rijk 
fijn,  en  wel  ’t  grootfte  gedeelte  daar 
van  aan  de  Geefielijke  voor  ’t  Cele- 
breeren  van  haren  dienft  van  befnij- 
den  &c.  uytkeerenj  Voorfchreeven 
Negery  te  weten ; 

brengen  een  getal  uyt  aan  weerbare 
van  -  -  -  -  -  -  -  -  -  -  30a 


Banambaham  ') 
en 

Moorenpifotiw  _) 


edog  alle  op  de  Viadjes  manier  gewa¬ 
pend,  namentlijk  met  /patten  en  par- 
rings  van  hier  op 

konnende  defe  plaatfen  in  tijd  van 
nood  uytbrengen  een  aantal  van  100 

van  bovengemelte  plaatfe  komt  men 
aan 

daar  men  een  manfehap  vind  van  -  -  yoo 
waar  onder  eenige  met  Schietgeweer' 
verfien,  ende  reft  voorts  met  lantfen 
fpattenen  kritfengewapent  fijn ,  daar 
aan  volgt 

met  een  aantal  van  gelijke  -  -  -  yoo 


in  alles  Koppen  3900 
En* 


Jacob  de  Roy.  127 

Transport  van  Koppen  3900 
Endaboemaas  ’t  naaft  daar  aan  gelegen  -  -  -  5-00 

Conlokongy  hier  aan  grenfende  brengt  uyt  -  -  foo 

Oellangfaty  Dito  en  ad  idem  ------  2oo 

Labyer  ut  fupra  -  --  --  --  --  zoo 
Sangy  bena'ar  ut  ante  ---------  jQO 

Songy  Camonty  als  vooren  -  --  --  --  -  400 

Calyongh  Cajamp  als  vooren  --------  3,00 

fulks  dat  uyt  een  aantal  van  16  der 
voornaamfte  boven  genoemde  Ne¬ 
genen  men  aan  Manichap  van  gewa¬ 
pende  mannen  foude  konnen  uyt- 
leeveren  een  aantal  van  koppen.  — — — 

-  ■  6000 

©au  be  ïaatfï  genoembe  pïaat£taefïtaaatt$ 
ïang£  bc  Dtufl  ontberen  |ïg  ooïs  nog  betfcïjepbe 
anbere  fltoomen  /  aï$  eerfielp  be  Ultbiet  ban 
Viadjes ,  betoeïfte  feet  groot  en  btep  $  /  ïang^adjesT  Vl' 
taeïfter£  oeberen  booj  een  onepnbig  getaï  ban 
Heydenen  öetooonö  taietbt  /  betoeïfte  alji 
firar  gefegt  $  /  een  ongeïoefeïpen  ^cïjat  ban  Rykdom 
<6oub  /  en  anbere  (tofleïpïjeeben  befttten  /  ge*  derïnwooti" 
lp  ban  ooit  bte  ban  Maccauw  baat  ban  eenboo?* deKn  aldaar* 
beeïige  onberbinbing  geïjab  ïjefiben  /  bet* 
mit|  bat  fp  een  feec  bïoepenben  ftooppnbel  (jeb* 
ben  geboetb  /  en  baar  öp  geetipe  boo?reg* 
ten  genooten  /  ’t  geen  toel  meejt  upt  ben  peber 
ban  een  ©  Refter  boo?tquam  ;  taant  ble  man 
foo  becre  geftoomen  fpbe  bat  §p  in  pat 
fp?aaft  ecbaaten  taerbenbe/  met  fijn  beröltjf  vedeHey- 
albaat ;  ïgagt  ï)p  bet  in  taepnige  Jfaten  ober  denen  door 
be  tgie  bupfenb  tot  pt  Chrittendom  ,  of  ten  “nhp"^f 
minfien  bte  ïupben  baar  boo?  berMaatbe/  maar  ten  geloof g«- 
met  be  ïaatfi  gereefene  betfcpien  enbe  ttonöe*  bwgt. 

(en  tutfcpn  bte  natie  en  be  woning  banBanyer, 
foo  (jeeft  bien  ©o?fl  befen  pberaac  om  laaten  DeMdkt 
taengen  /  baar  op  ban  geboïgt  /  bat  beefe  omgetagc. 
atrtte  ïuibbe  fonber  berber  fpbe  /  boo?  ’t  on* 

ftjupb 


SUvïer  Ta- 
bouhouw. 


Timmer¬ 
lieden  aldaar. 


Rivier 

Mandaway, 


Koopman- 
fchap  aldaar. 


Baay  voor 
de  Rivier  Sam 


128  Re ys-Beschr y ving  van 

ftrupb  banftp-grioof(toaat  mebe  befe  öïlnbemen- 
fcïjen  feet  fteftoangert  ftjrtbe )  feet  berfïropt  fijn 
geraaftt.  ffèen  blnb’eè  nog  tori  eenlge/  öetoelfte 
jjunne  Chriftendom  met  een  ftrup^ie  /  bat  fp 
om  ben  ïjafë  blagen  teagten  te  öetoijfen  fon* 
bee  berber  eenlge  ftenneïgfterebenen  ban  ïjaat  boo?= 
getoenbe  Chriftelijke  (©obj*blenfl  te  ftonnen  gee- 
ben. 

(Omtrent  -  -  -  -  mijlen  ban  ïjiet/  $  een  feefter 
ïïlblee  Tabouhouw  genoemt  ;  sljnbe  be  Negery 
onber  blenaam  mebe  öeftent/  torifter^  Intoöon* 
ber^  meefïenbeeï  dmmerïupben  ban  Ijaac  ïjanb* 
toerft  fijn  /  en  betoelfte  al  mebe  met  ben  op® 
öouto  ban  fjunne  ©aartupgen  ’t  boojberib  ban 
be  Javaanfe  Clmmerïleben  rebelQft  toeeten  naar 
te  bolgen  /  en  ftonnen  In  ber  pï  be  Banbe* 
ïaaté  met  ïjaare  fpoeblgen  arbepb  boojtïjelpen  / 
naarbemaal  fp  tori  200  ïioppen  ftonnen  uptma* 
ften. 

3©efïtoaarb£  brienbenbe  Ijler  toeberom  een 
anber  bog  ftloefter  Ctlbiet  te  blnben  a$  be  ïaatfï- 
genoembe  baar  b’3|nlanber$  Mandaway  tegen£ 
feggen  /  Ijler  berïjanbelt  men  ban  gelljften 
beel  <0OUb/  toafeïj  Jernang,  Rottangs,  en  Lapis 
Befoar,  &c.  ijler  toerben  ooft  een  meenlgte  ban 
boofen  gemeenlljft  Tomiombes  genoemt  /  be« 
toeïfte  rebelljft  frap  ban  feer  fïj'n  gefneebene  Rottangs 
enbe&ïaberen  ban  öoomengemaafttfïjn/  en  toer* 
ben  meefï  <n  alle  Indifche  getoefien  berboert. 
ï|ler  naafi  grenfl  een  anbere  Negerye,  Simanauw 
genoemt  maftenbe  ble  ttoee  loipen  t’famen  300 
|Ban  upt. 

Cenlge  mijlen  baar  ban  baan  boet  men  be 
ban  mijn  nog  In  berfefje  geïjeugen$  ïeggenbe 
Blbler  Sampit  op  /  booj  be  monb  ban  be  toeïfte 
een  öaap  l£  baar  men  gemaftfteïp  met  1000 
fcïjeepen  (ban  aïle^een  /enSOlnben  befcljut:  )fou= 
be  ftonnen  geanftert  leggen.  5^aer  toertmebeïang^ 
ble  fctjoone  jïroom  eenfeetfp  Traficq  gepïeegt  /  foo 


JaCOB  DE  R,OYa  .  Ï29 

m  <$5oub  al#  anbere  toaaren  en  ban  U  Hoog  E-  Groot*» 
ddc  mei  een  opeegte  geïoifFe  berbïoten/  bat  pee  me?  ha»aéi 
6e  Jiageïen  Pallen/  toa;öenöe:Pan  25ec5l-öo!le=aIdaar* 
ten  aan  Mahometanen  te  boop  geÖ|agt/  Ö!f  fp 
bbo?  een  beufeïing  ban  be'ïupten  toeeten  tebebob# 
men  /  en  ai#  ban  befeïbe  met  een  3  cent  töfajï  aan  schond 
6e  chineefe  toeeten  om  te;  feiten /.ib  ïjéö  ’et  bet#  ^8sfm 
fcbepöe  Picols  .ban-gefien/  tetoeïfieban  tttüt  en  ^ 
fmaab  booi  te  Am^óinfeniet  öefjoebente  tofjben/ 
btn  honing  beijgt  ooft  bptopéoeenige  Catcysban 
ft|n  onteröanen/  bog  fyti  ban  niet  berber  fïr  ebben/ 
al#  tot  liet  geö?npb  ban  ft)h  }|}wp^f)Ouïiütè/niaab 
geenftnt#ornïtoppnmn®)apbaafcmebeteb?ijbem  • 

Sib  lebbe  biet  j&ooteri-j®lufc#rt  inÖaateWfïeb  Ai*mé*  - 
geflen/  bet#' sjjttöe  jrtnfc  ijeel  bet /.maar  eentoep#  now-mu 
nigje  gelegen  bebbeote  betö?oog'enTe  feet  ;  ban  öe 
#  oeïw  Pb'  ib  öefe  bornme  menftgen  geen  toerft 
fien  maften/  teh.tijten  bat  top  aan  b’oebet  baii 
bie  fïtoom  aan  quginen  bjyben/  ’tgeen  mp  ooft 
tóeï  beeft  öetooogen  om  naat  betfeïbet  boomen  te  «. 
fojeftcn/bróat  te  tergeef#/  ï  ■  ;  .. ,  •  •  .  •  • 

^iet  beeft  ben  Honing  ban  Banyer  een  Negery 
ban  1 5  o  ftoppen/enbe  ban  ben  3Unö-aarb  een  bnp?  ■  • 
ten  getal/  ban  biet  bomt  men  aan  te  ïïibiet  Pou-  rw* 
feoang ;  aïtoaat  een  Negety  I#  /  betocïfte  benaam  r°«bP%’ 
ban  tefe  fïtoom  b?aagt/  aïtoaat  men  mebe  alle 
fdoöanig  een  obetbloeö  ban  <$oub  en  Röttangs 
bbtb/  al#  in  öe  bootige  plaatfcn/oobeen  aantal 
ban  150  ‘gjntooonteten  iiptmaftènte  /  m  belast# 
fie  of  uptftfïê  fiontiet.  banljet.  Ranyers  Btonnjbs 
tljft  »#  Cottaringen  ;  ipelftet#  ^ïbiet  en  Negery,  cottatia- 
foo  mebe  ban  -#0116  en  sobere  öierbaate  toasten/  gen 
te  anbere  pïaatfen/naar  mbn  beöiinften#  nog  aï  te  èlaa« »« 
boben  gaan/-  en  toetten  biet  ooft  500  petfoonen  Ba"y<!t; 
geteit  [  bétoeïfte  toapen#  bonnen  boeten.  /  ,  ■/:  • s 
ïfiet  banbbanjSpogb-31|e}ï  op/beginnen  bepaa# 
ïen  ban  betSuccadanasgebieö  /  tefe  ©oifïen  geeft 
toeï  foo  beef Ifiraö  me£aï#bie ban  Banyer,  maat  '  -  ■■ 
.beflt  baat  en  tegen  ongemeen  meet  tifbbommm/ 

4e  Rey.  I  Lan- 


ï|ó  ReYS-BéSCBR  tVïNG  V  A 

Landack  ,  ïjtec  leeft  men  ooft  De  ftofrelyfte  Bor- 
Campher.  neofe  Camphur ,  Detoeïfte  op  Banycr  nfet  ai  baït, 
^«fe  inning  ïegt  Difttoité  met  De  yjnïanbfe  obet 
loop/  ftoo?  bieti  bat  lp  laar  ber’Web/  dat  geene 
vreemde  völkered  f  en  vaartuygen  daar  by  haar 
lift  des  mogen  komen  handelen,  om  ’t  totlfte  te  Üetijaehtt!/ 

xsonings  Die  .ifeet  atttja  0011100  benianöe  en  tot  Den  #o?ïog 
®‘? '  ™f  uptgetftfïe  ©aattupgen/boo?  De  mtaiü  ban  Deïlte 
s«  kri'igen.  biet./  Detoeïfte  met  2  aroten  tn  ^egïoopt/inöeRt-' 
tuig  |oub  /  toaat  Doo?  Die  arme  ïnaipen  genoot* 
fgaftt  3Dn/I)umi0  befte,  en  gjootfïe  ibteenen  aan  Den 
,  Itoniiig  te  berftoopen/  niet  te  min  $  |et  tod  fep 
topn  gefeeutb/  Dat  eenige  Banthamfe  en  Joho- 
rèefe  ©aartuggen/  tegen?  totï  en  Danft  ban  De 
fttiipfenDe  ftielen/  De  ©ibiet  op  boeten  /  om  <H5ouö 
en  diamanten  boo?  tjaate  toaaren  te  mangelen/ 
öaac  fp  in  bet  baab  ooft  gjoote  boojtgangai  ge* 
inaalït  fteböen/  betmftö  Dat  fe^pfóii&et^  feet 
naat  öfetgeïpe  booibalïen  betïanöm/  Den  m* 
ning  ftan  laat  ooft  geen  anbere  fcïjaöe  toeïgen? 
gen/aï£  met  fijn  ©aattupgai  De  ©ibicr  te  feefet* 
ten/  tenopfïgto  ban  firn  onmagt/  bermftg  Dat 
6(£brekvanii(etöoben  De  icoo.  getoapenbe  mannen  op  De  been 
schiet-  ftanbjengen/  feefïaanöe  fijn  boojDeeï  liereend 
geweer &r  Deel#  in/  bat  |g  ban  jt>e|iet-getoeet  betfiai 
inwoon.  en  b’anDese  niet- 

•  '3|n  *t  t#oo^D-Soo?D-3©e|ïen  ban  liet  ïegt  rat 

Öibiet/  Detoeïfte  Doo?  De  menigbu&ige 
ten  en  abeten/baat  befeïbe  in  ^eebalt/bet^ïjépDe 
«sBpïantje^  bettoonen/  De  ©ibiet  ai  De  Negery  De* 
feïbe  naam  ö?aapnöe  ban  *t  €pïanö/name«tlyft 
Eykriden  Borneo ,  Defe  ^ntooonöetg-obertreffenfti  tijftöom 
Kivier  alle  öe  bootige  ©oïfter.en  en  lebben  trapten  Dien 
Boni»,  ’jgeïiift  /  Dat  Sjaar  ftof-^oub  ongeïfjft  beter  ban 
AlfeyWaïgbie  ban  anDeten  /  jynDe  Daar  en  feo< 

■  ben  met  een  obetbïoeb  ban  Camphur  en  anDete 
ftofWPÖeeDen  berfïen  /  De  ^>o’pdmgm  maaftett 
■  mebe  een  mengeï-raieeg  ban  aïDctïjanöe  b?eem* 
öe  boïfteren  upt/  maat  ’t  geen  men  feïben  bint/foo 
öetmengenfe  laat  iu  öwutoeïpen  met  b’Viadjes 

©jouto- 


Jacob  de  Ror:  l$:i 

#?sntó-boïft/  ’tgeen  pat  ©uöet#  geïegenüjepö  Mouweii;- 
betfcpft/  om  plet  mettet  tooon  pat  feïf#  ter  keil  der  in-» 
neet  te  fetten  /  ’tgeen  öat  allcngpen^  foobanlg  w-oondet*. 
aangegjoept  ifj  öat  ’et  tpelp  öe  fteïft  V  iadjes  ons 
öec  loopen/’t  5P  nletaïleen  öe  3[ntoaonöet£  ban  öe 
Negery  *  öetoeifte  op  öe  ©ogteré  ban  öe  ïanö- 
faten  betïeftftett  jfjtt/  maat  öe  Succadatiafe  üos 
nlngen  feïfp/tóanneet  öat  fp  geneegen  5  p  tepaas 
ren  /  ïaaten  fp  paten  ^?upö  öaacban  öaanps 
■ïm/  en  boïgen  öe  $pcen  en  anöere  g?oote  öat 
boojbeeïö  meöe  na/  men  moet’et  ooft  öatbanfegs 
gen/  öat  öefe  ©?outoen  «pretmaten  bïanft  ban  schoon* 
ftoleut/toeïbefheeöen  ban  toeefen/  en  feet  betnufs^ydd(* 
tig  ban  geefljtjn;  faa  /  foobanlg  a\$  *et  onöet  de6” 
•aïïe  öe  ©ofïetfep  Inlanders  fottöen  ftonnen  toets  viadje». 
ben  gebonöen. 

©en  gemeïöen  Succadanafe  ©p£  pö  nip  öe 
boo?öeeïen/  öetoeifte  op  öefe  pïaatfe  te  bepalen 
jijit/  foo  naaftteïp  afgeöeelö  /  öat  Ift  met  öen  . 
Engdfe  ftapltepn  nleutog-gletig  toletb  /  om  öaat  N,|?uWfg>«- 
öe  feïtetöepö  ban  te  toeeten/  öetpïben  bejlootp^,^lj*n 
gemelde  Negery  aait  te  giérert  j  aïtoaat  tóp  met  J‘ 
onfe  ftomfïe  ooft  fn  toaatftepö  onbetbonöen/  bat 
baat  goeöe  tolnfïen  boo?  bat  pnöeïaat  te  boen  «  rt 
inaten/toant  onfe  fiapliepit  nog  Amphioen  pbste  d0em 
benöe  trof  ’t  geïuft  /  bat  ïjet  baat  b?u  gelölg  toa£/ 
en  Infgeïpg  ban  liïeeöenbetfïenspöe/ïioiinen  U 
■Ed:  Hoog  Agtbare  ïtgt  bejlffen/ Vöat  boo^ieeï  p 
op  befelbe  gepö  fteeff  /  ten  aanfren  öat  met  eps 
■gene  oogen  aangefién  pbbe/  öatöeïioopïtïpöm 
Öemboo?ips.Guinees1tptoaat/eetiBartcalgotiö/öes 
toeïfte  öetöe-pïf  j5p#-öaaïöet  toeegt/pbben  bes 
taaïb  /  battoaatïpeen  reöelpetomft  .$/en  Infons 
betfjepö/  al#  men  öaat  fuift  ftoftelp  fïof-gonö  boa? 
ftrtjgt/euöe  ging  ftet  betpnöelen  met  öe  anöete  Ep’s  voer%;g. 
tóaaten  ban  geïtjff  en:fo?geïp  \$  ftet  egtet/  met  biets  hey(l  om~ 
gelpe  ftoopïupöen  om  te  gaan  /  tóant  alamen  niet  Siw  tè 
op  fp  ftoeöe  tóa#  /  en  öat  men  meenen  foube  /  ömaf  houden, 
booiöeeï  geöaante  fteüöen/  foofouöe  men  onSertnfs 
fen  fp  looft  feet  ligt  ftonnen  berïfefen/  fuïïeiiöeöan 

l  %  pt 


I yt  Re ys-Beschr yviNg  van 

ï)t£E  cm  epnbe  ban  Borneos  feefcp’ijbinge  tiiaaften 
»Wö  de  en  aïleenïgft  baat  njog  bp  boegen  /  bat  ift  een  <Pia* 
jroote  van  ttiant-fïeen  ban  benftoning  ban  Succadana  gepen 
febb«ndry  Ö^öbc  /  betoeïfte  fa  g?oot  aig  een  ^upbe-ep  i£. 

3&aac  battnponfe  ütoopmanfcftap  en  anbere  fa* 
Pen  aïöaat  beriigt  pab&en  /  hegaben  top  on£  on* 
Komt  voor  bet  S^epl/bau  meninge  sgnöe  omMallacca  aan  te 
Maiiasca-  gieten/  baai*  top  Dan  ooft  fn  be  maanb  Mey  ban 
3t3aati(?9.  ,  ©oo?  quanten/  enbe  naar  bat  17. 
fcagen  op  öe  fiee  gelegen  pabbeh  /  ging  ift  toebec  op 
een  anbec  ^cftip  ober/  ioant  baat  pang  myneen 
fioaot  ontocbet  obet  ’tpooft/  en  fton  tjet  op  geen 
anbete  tmjfe  ontgaan  geïgft  naberpanb  betffaan 
peb/  bat  pet  ooft  poog  tilt  toa^/om  te  bettreft* 
Neemt  de  ften/  ten  .aanpen  bat  ben  Fifcaalban  Dat<0oubet* 
vis&t.  netnem ;  ten  o?b?c  ban  ben  Heet  Vofburg  en  tPaab 
opMallacca  go?batmeett  toa^/  om  mijn  naar  te 
fpeuren ,  jijnöe  pet  boo?toaat  een  metftelyft  geluft  / 
bat  mp  bte  ï|eet  niet  peeft  ftonnen  op-jepïen/  aïfb 
batiftintoaatpept  gerefoïbeeetpaböe/  geen  ichan- 
iijke  Dood  op  Batavia  te  fterven ,  top  paöben  OtV 
Koiat  t«  fe  ftoet#  naat  Atchin  gefet/  baat  top  ooft  naat  st 
Atetdn.  betïoop  ban  10.  bageti  aanqttamen/  toanneet  ift  nip 
ten  eet  pen  naat  Stanb  begaf/  met  boojneemen  / 

otn  daar  een  wooning  voor  my  te  hu  uren,  en  0S1* 

aangepen  bat  in  bic  tyt  ban  4  Sloren  op  geen 
pïaat^  getoeep  pabbe  ƒ  baat  ift  fuift  een  btppept 
lionbe’  genieten /toaé  ift  egtet  ban  pnt^/mp  baat 
tet  pïaatfe  gaut$  pil  te  ftoubrn/  ter  tyb  en  toyïe 
bat  geïegeubpepö  foube  pebbm  /  om  met  d’Engel- 
fen,  of  Deenen  mpn  boojgenaembe  ïtepfe  in  öe 
name  <0oöe£  /  naat  ’t  V aderland  boojt  te  fet* 
ten. 

«Bïög  tepnig  bagen  naat  myn  berbïyf  aïpier/ 
tuiert  ift  ten  eerften  ban  een  pattp  Chineefe  en  an* 
werd  aidaar  i,ete©oïftetenbeftent/ en  betboïgen^  ban  aïïe^an* 
1*106? va!)  ptneïyfte  Europiaanfe ,  Moorfe ,  en  Atchinfe  ïtoop* 
«ftóGtoö.  iupben  befogt  cube bertuelleftomt/  en  eenige  öaa* 
t^n.  '  ge  baat  aait  pïfê  boo?  be  ïSyft£-g?ooten:  tot  befe 
lageïpp  ^efoeftm  Wetpm  g?oete  Gnaftos  betv 

' .  eeft 


J  ACOB  DE  Ro?.  135 

epfï/ taant  bi’tojjï  bat  öfe  beienben  mp  alle  eerbied 
betoonden/  fa  in  Diee  boegen/  al#  ofdft  nog  in 
bienfl  bet  E.  Company  $$apitepn  getoeefl  ïjaö^ 
be/  oojdeeïde  ift  fjetban  mijn  3Jan{1en  te  taeefen/ 
om  Baat  in  bat  taeefen  te  laten  /  bog  egtee  bes 
fpcutende/  bat  ift  metfteïijft  ten  agtceen  foube  ta= 
ften/fo  beftootiftommp  onftofïen  eenigfïnt#  te  ges 
moet  te  tornen  /  om  mp  met  ïtoop-manfdjap  teöe= 
feelpen;  betmft#  bat  mp  toaatlp  op  een  plaat#  be* 
toto  /  baat  ben  üf anbel  in  een  bloepenbe  fïaat 
laa#. 

#m  baat  ban  een  begin  ban  te  maften  /  betftogt  ift 
ban  mifnOSoub/  bat  ift  banBomeo  mebe  gebjagt 
Baöde/  om  gereebe  penningen  te  ftebben/-  fo  mebe 
betftogt  ift  cenige  Üfutoeeïen/  die(aï  fcftoon  niet  beel  verkoop 
bpfonder#  toaaten )  met  een  tedeïp  boojdeeï  /  enee"'s  G?“a 
toat  öet  <©oubaan-beïangt/baat  pb  ift  taaarïPeBjBVme*‘ 
in  defe  4&oub-tpe  pïaatfe  130  pet  Cento  teinft  / 
en  tapet#  een  tedeïpe  toinfï  op  b’anöete  taaa* 
ten. 

<®e  eetfïe  Itoop  -  manfcïjap  /  die  ift  beebe  /  toas'  Koopt  bét 
Bet  tol  ban  een  Engels  jècftip  /  bctodfte  boo?  mv  ^  ”H  e®^ 
ftunbe  banbe  £>tuut-lupben  tegen#  een  €pland  /  Sc.°it,# 
bat  bos?  be  &tab  lag  /  betfepït  toiett/en  naars 
bemaal  af-geftutoigt  toiert/  dac  d’Eygenaars  hec 
wrack  by  Openbaare  Verkooping  jouden  verkoo- 
pen;  ftod  ift  De  meuïto-gteigftcpt  geftab/  om  be 
gefïalte  ban  bien  bodem  te  befcftouta?H/  en  bebonö'/ 
bat  men  met  boften  en  Utbcpö  befelbe  taebecont 
in  flaat  foube  ftonnen  brengen /ban  te  ftonnen  (jets 
tnaaftttaetben.  gjfttoiett  ban  Haper  bant  ’t&cftip 
bOOJ  i5.Theyl,pebet  op  4ïSp#-Baaïöei#  Spaans 
geteeftent/  ’tgcendanio*  gelijfte  Realen  guam  te 
behagen,  gift  ojbonneetöe  feïbet  /  ftoe  men  öet  ®.a*  by , . 
moeft  ilieï-païen/  en  taa#  gefïadig  bp  betCims!T1°.ir£, 
meten/  en  b?agt  fo  beel te-  toeeg  /  dat  Bet  in  een 
fttgten  tijt  toatet-digt  en  bïot  ïag  /  taaat  naat 
befelbe  aan  een  berleegen  man  taebetom  Ijielp/En 
Be&benbe  bupten  mijne  gebaane  onftofïen  250©  ges  zijnde 
Ijjftf  Realen  pt  bp  obet  getoonnen.  v*rka®?t; 

t$y  meïïii 


'  $34  Reys-Beschryvins  van 

chaiüupen  ï^&e  foete  öeginfHeu  nip  in  Bia’-tooegen  aan# 

■  ’  moeöigöen  /  om  z  Chaloupen  ie  ftospen/  narnentïtjft 

een  ban  So  en  ö’anöet  ban  30  ïaflcu  g?oot/  toaae 
mebe  op  een  aubec  man#  naatn  mpn  üanDeJ  op 
beftufïen  Bengale  geö?ebm  taietö  /  befe  goebe 
boojtgang  toktt  boo?  pet#  feïcfaam#  aangiften  / 
6?agt  nip  ooft  in  geen  ftïepne  agtiiig  onöer  öe 
Waar  m?denjeentöe  #anbe?aar#/  ift  lepbe  'ooft  een  ebel-moe# 
hjndei  -  öia :-eti  ratlopjegt  ïebm toa#  meboogenö  en  boï 
drijft»  mede-ïtjöen  boo?bie  gune/  betoel&e  Ijunne  tpte* 
ïpe  miöbden  üoo?  be  oiigefïupmi'göept  öee  2ee 
jfiabben  bedoojett/'  hen  mijn  huys  en  taafel  ten  eer¬ 
den  aanbiedende ,  mitfgaöer#  ooft  toel  mei  een 
sijnmedop-gunfi-p.en!isngbatU9o  of  300  idyfts'-Daaïöei#  bcr# 
genheyd,  fb?genöe  /  om  toébecom  op  De  been  te  ftoiinm  fta# . 
men/  ftaar  onbec  gei  gelb  ieïïen bevftlatenöe/ 
nooyt  van  haar  yetwes,  weder  te  lullen  eyffen  fo 
fy  eenig  verlies  kreegen  ’t  geen  bat  een  balie  fleï# 
ïmg'bja#/  bennft#  éc  niet  beel  te Jaalen  baltban 
een  behoeftig  menfcij. 

I©aatl|jft  aï#  fonimige/ boo?  mp  ger  eöbetbe 
Jïlenfc&en/toat  gefeft  ftreegeu/  teiffen  fpmp  ’t 
feïbe  öiiöbeï-bouöig  te  beloosten  /  bat  tetmeeïbec# 
ï^.aakt  daar  ge  nign  agnsig  en  aatf|m  {00®%/  bat  ban  een 
Ss!"  Pegclijft  ge-eetb  en  bemftib  toiecb  /  spibe  mijn 
Öup#  een  aan-Ioop-pïaat#  ban  alle  iiptfyeetnfé 
briaat#  getoö?ben  /  toantfo  toel  De  Peenen,  "En¬ 
gel  fe,  Eranffe,  Armeniërs  en  becfCijepDe  ailÖe# 
te  bieembe  natie#  fbgteneben  fret  mijn  b?ientfcftap/ 
ftonnenbe  pet  bpfonöet  rogn  eecftening  boel  bpbin# 
beu  /  toant  fs  boenbe  atttib  botpregt  ftabbe 
boo?.  een  ante,-  b’anbere  Itocp^nanfcöap  b?agt 
©eet goede jft  omi  öc  man/  genietenöe  pc  5  ten  100, 
winft  boo?. 

gfn  befé  oeffenmg  mpöageltjfid  beflg  Ijonbenöc/  te 
toeten  ban  gelb  ontfangcn  en  ooft  gtïö  te  teïïen/quam 

baat  een  Engels  Ambafladeur,  geoaamtMr.  Weyts. 
om  toegen#  d’Engelfe  Cotnpagny  aan  öe  Itoningin# 
ne  en  èiift#-g|ooten  ban  Atchin  tebcttoonen :  dat 
%w  met  rege.  ’t  I^and  toequam  ,  daar  de  oude 

.  '  '  Logie, 


Jacob  de  Roy. 

Logie  geftaan  hadde,  m  betfogt  bctï)aïbén/  van  Verfoefc 
wederom  een  ander  aldaar  in  de  plaats  te  moo- !?“ 
gen  vaft  ftellen ,  ’t  bjeïft  bie  ïfeet  toegeftaan  en  bZmm? 
betgunb  btietb/  ooft  bedje  ben  Ambaffadcur  een  aan  de 
bOOjfïel  ;  dat  alle  vrye  Engelfche  Koöpliiyden  Honin- 
binnen  feker  gefielde  tijd  haar  binnen  Madras  foudén  8inne* 
hebben  te  begeven ,  bit  fag  boo?nametttïijft  op  eenen 
Francoys  Delthon ,  betoeïïse  giet  fgnbafïe  tooon-  Rijkdom 
pïaatgïjabbe/  enbe  bè-neïïte  een  fect  f\öaare^"fnei» 
Aanbel  ö?eef/  baat*  toebJéfs  of  io  foogjööte/aï#  DeItll0n' 
ïtïemte  £>cï)eepen  ï)eö&enbe/  betoeïïte  boa?  gant£ 

India  boeten. 

„  «Defen  Delthon  ipl  met  een  ji>cï)ip  upt  Enge- Verb?" 
„landmaat  Rotterdam berttopcn/en  aïbaat/öe#  ^on. 

„  bjp  Factoor  toa£  /  fïg  ban  af lc  noob  Anenbigljee# 

„  ben  betfien  ise&Öenbe  /  ging  ban  baat  t’  jepl  en 
„ gietbe  Yrland  aan/  ten  epnbe  om  baat  rnonb- 
„ïtojï  teïtoópen/bo£i?tïinaanflaanbe  Voyagenaat 
„India,  en  qnam  ooft  beltotiben  in  Siam,  aï# 

„toaat  ben  öetoufïe  Griek  ’tfótofttb  ban  bat 
„meefï  tn  ijanben  ïjabbe/  fïg  onbet  bef  féïfiSöc* 
„ftöetnting  tegaf/  en  Öetoeegbe  ben  feapitepn 
„ban  bien  bóbertl  /  om  de  goederen  en  koopman-  iCoimoadei 
„  fchappen ,  waar  mede  fy  uyt  Engeland  waaren  *»**«*. 
„vertrokken  ,  voor  haar  eygente  hehoudenende'te 
„vertieren:  ÖeÖjagenöC  gemelbt  Carguaföen  ottts6 
„ttent  140000  ïïgïi|baaïöet|/  enfonbet  jjaatbet= 

„  bet#  te  beïttennen  /  fjoe  Ött  met  be  jStébet#/of 
„ ïnmne  petten  piindpaïen/foube  baan/  boer  bat 
„  Jbcösp/  ’ttelfe  300  ïafïen  öjoot  toaö/naat  Mac-, 

„  cauw  en  China  en  bat  oriöét  öenaam  ban  beöe# 

„  bntfte  Griek ,  §tböenbë  bebootén#  be  naast?/  bie 
„  ’t  jl>cï)ip  ban  be  Hamer  en  be  Tang ,  boen  liet  upt 
„Engeland  liep /  babbe/beranbert in bie  ban  St.  Naamval 
„  Anthony  ,  mföbeïettóljïe  bat  öe  faften  met  bööifs .  st.  Ait- 
„  Griek  eest  paaö  epnö  genomen  fte&bttt  /  betmit^  tllony  *** 
„  bat  ïju  /  be.  flteng  ban  be  Franffe  natie  aï  te  bceï een  ■  ^ 
„  getrolteeft0eM>tnbt /  in  ben  gjaate  ksss  boojbe  dc  Griek 
„  Siammers.omgebjagt  toietb.  omgebragv 

*»  JDélönïben  Delthon  fpn  befcöetm-lfeét  bet# 


f  36  R  eys-Beschr  YVïNS  v  ak 
■V«  é  mee*  „ftefenbg/  ÖefïOQt  Ottl  ODet  Malac'canaac  Atcjjin 

rsithok.  «te  ffeeDenen/  optöeïï«fec|ï-0cnoenibepIaaföïi»i  : 

J,  afcaac  een  Engels  Cbmpagny’g  Jbcftlp-tpam  te  : 

„ontmoeten  eït  isoo^t^  'üeitciit  geraaïtt  jtjriDe  boo? 

„  Die  geene  /  Dién  ÖP  tasa$  / .  fpeelDe  ïjet  Doepnig/of 
is  in  gé*  ; ,  fjg  fouDe  Daar  geïigt  en  naar  Madras  gePiagt  spt 
.w  '  //gebieefï/  al#  toanneet  ï)p  cmgeüogfeïtSetfït.af- 
„torateeï  met  fbuöeöeïj&en  ftonnen  ontgaan-/,  eöog 
„Doo?  tuffm-feceïtenijan  Dm  Sfeer  Slighcr,toterö. 
i>p g  raakt  „bic  faalt  tot  Delfhons  boo?Deelby-geiiepö/  aan* 
■ff*  „gejlen  Den  an&eren  bnberöihö^t  Daar  Dan  Daan 
Romtt’Aü  "berfépïö'e/  'én  op  Atchin  qïiam  /  aftbaar  Dan 
■8!«a'  iatrie  tnDaftofcöeöentegetooont  öeeft/  naar  Dat 
£.  eenigt  tijö  fïjhbétoMgf  alDaat  öabDe  geffaD/  quant 
..„Den  ïla’ytepn.en  anöerc  ^ffickrcn  te  fterDen/ 

„  toelM.  liaïatértfrtjap  ftp  bcnéDene-  Den  DoeDelbait 
on.  „  anöeré  ItooglupDen '  onöer ;  Jjein  feïfg  MjouDen 
ïfoaw.  „.fsabDe  /  fonDer,  oowt.  aan.  6é  erfgenamen/  ofte 
„ fcfjuïD^épirlter Man'  DJobetïebeue7  Dan  fijne  gé* 
„ÖpéhttSeïüg.Dööt)^  en  teeïtenjng  te  Doen/  te* 
„Dalben  Dat/foo  JtaÖDé  ï)p  Dat  Jsdisp/  Den  foo  ge== 

,,  noembe  Sr.  Ahthöny  genaarnt/  Doo^DeDerDe- 
„maaï  lier-boopt/.'éM  epiDelp  upi  ‘omft/  Dat 
„fjet  felDe  op  ’tïaatfï  nog  tiefcent  mogte  Djèebeti/ 
„fonb  Dn  Dien  Bodem,  foo  booj-gaf  naar  -Met- 
„geü  ,  of  Tanaffary ,  om  aïööae’bertirnrfsett  it 
„teeeöeti/  maar  inöee  DaaD  tot  geen  anDctepnöe/ 
iüat  fij»  „  al£  om  ö£feïDe,.onDerDJcgeïi  tn  %tt  te  laten  jtfk 
'  'ScWpi»  .  „feu;  Dé  Daar  op  üarenDe/om  fuïïtg te  Doen/een  ■ 
a?efin&€a'  „Dïepn  Chaloupje  ttieDe  boerende/  ’ttoeïït  fp.ooft 
;„Doï&?agten ;  bigbende  Dat  £>c&ip  nog  ebentoeï  ,5 
„Dagen  bobentoater  /  naar  Dat  fp’tDalatenöaD*: 
....  ,  .  «Den.  ....  .. ,:  i*  /•  V'.  ■  -  ■  ■ 

werd  iki\  :  „  3IÏ  ’tiMïte  Den  #o«Derne«r.  en  ïïaaD  op 
^erop  .  33  Madras  ter  ooren  gefeotnen  sijnde/  foo  toa$  ijp 
yoorife*  Atóeï  3.  of  6  malen  op  ontbooben/  om  %  aldaar 

®cttT6r»  >'»  Wegens  voorfz.  fluyt  re  verantwoorden  ;  maar 

«furont.  „Delthon  itaD  op  fuïïte  -ontbieding  geDuurtg  ïjet 
feeode,.  „Men  fout  lopen;  toe^baïben  fjaD  toel-gemeïte 

«^tfantMr.  Weyts  b|eeDeo?D?e/ omhcmAtzy 

■  .  mes 


Jacob  de  Rot.’  137 

ij,  met  goetheyd ,  of  geweld  fdndër  oög-luyken  de  wêygeri» 
„voet  te  ligtea ,  ’tgectl  ÜIÏSCL*  ftjaatpepb  ooft  niet  kootnsn, 
„teel  Perfcpeelbe/  niet  tegenflfpnbe/  bat  pp  in 
„gioot  aanpeuter/  naarbeniaaUfttotnogtaé 
„geen  ftenniffe  Pa»  aïïe  öefe  faften  pabbe/  en  bat 
„befe  man  Poo?  een  fcer  tebeïpft  en  beïeefb  pet* 

„foon  aanfag/  Permitg  ift  met  pem  panbeï  ge?  J*f**rte* 
..„.b?eePenpabbe/  tefenbe  met  een  ban  fijn  Jbcpee?  redelijk? 
j,  pen  Pan  Malacca  baat  geftomen  /  geen  be  min= 

„fte  penning  Pooi  mijn  oPet -Poeren  öegeerbe/  pab 
„lipt  bten  poöföe,  aanjicn  en  genegentpepb  Pooi 
„Öem  oPer/  en  boen  pp  nu  fag/  toaatme? 

„  be  pp  gebiepgt.  tesetb  /  ftet  pp  tnp  roepen  /■  fep? 

genbe  /  dat  d’Overigheyd  van  Madras  hem  rnïf-  s'in  klagen- 
„gunde,  dat  hyyetwes  over-gaarde,  en  uyt  dien^°e°“0e“ 
„  hoefde  ,  den  nu  onlangs  aangekomen  Etigelfen  3  . 

„  Ambaffedeur  lalt  hadde  ,  óm  hem  in  der  min- 
„ne,  of  met  force  aan  boord,  en  foo  voorts  naar 
„  Madras  te  brengen ,  en  als  Ik  daar  kóm,  Broe- 
„  der  de  Rpy , .  fepöe  pp  /  foo  weet  Ik  fekerlijk,  dat 
„fy  ’teene  valfche  Proces ,  of  ’t  andere  tegens  my 
„fullen  inbrengen ;  en.  om  foo  veel  te  gemakkelij- 
„ker  aan  mijn  góet  te  kómen,  mogelijk  het  op 
„  mijn  leven  iullen  gemunt  hebben.  • 

.  „  .^jft  pebbe  nabeepanb  ooft  Perfïaan/bat  fgn  dos* 
„Pieefe  op  geen  fmaftfte  teben  pfonbeeet  toa^  /  ' 

,„ebog  fpue  Puoaiben  geloof  gePènbe/mamiftfpn *  F 
„  partp;  teri  eetflen  aan/  om  pera  met  2?  geina* 

„  penbe  Europianen  pp  te  fpiingen/  en  ö?agt  Pp 
„  bePoo?naamfïe  Hpft#-<0?oomi/aan  be  teïfte  ift 
„  ftenniffe  Pan  b$<fl5efant#  toeleg  gaf/pet  fo  Perre/ 

„  bat  oefen  <feefantftanbe£  üoningin#  tegen  met 
„  ernfiigeomfianbigpeebenPerbobentoierb/  gemel- 
„te  Del  tb  on ,  de  minfte.moeyelijkheyd  aan  lijf  en 
„  goed  niet  te  doen.,  ( ofte  doende )  b00|  teïfte 
„aangetoenbe  devoïren  enbe  getroute  bienflen/ 

„bep  gemeïten  <8efanté  panben  ontfnapt  peb;  En  ontkom? 
„Penbe/  tot  fpn  rebbing  tel  2ootögftgbaaïber£ het 
*,  uptgefepooten  pep.  vlusu 

^oeitmaaï^PbieïWft  Paud’Engelfe  geftef-ftaofl/ 

Is  '  m 


pgfchriffc 
van  cle 
jSnef. 


f  §0  ReYS-BèS€HR¥VIN0  V’AN 

en  ten  te  Franffe  fafgtïp#  aangifogt  /  m®geït|ft 
©ttt  bat  We- Itipben-eengoetscboelên  ban  mgnpa^ 
fsten  öa&öen  /  gdpatogf  al#  tit  U  Ed:  Hoog 
Agtbaare  ,  mef  mijn  $ ge noejjfaam  Öeös 
&e  te  Utmm  gegeten/  toaae  aan  gjft  ntp  om  öe 
topdóopig&epb  te  mgöen/  feee  ttebjfg  geö?age* 

MALLACCA 

Aan  den  Edrmanhafte  wel  wijfe  v.öorfienï- 
ge  en  Genereufe  Heer,  GELMERfV OS¬ 
BURG  ,  Ëxtraordinaris  Raad  va n  India, 
Gouverneur  over  Mallacca  ,  en  de  Om¬ 
leggende  Landen,  en  aan  dep  Ed:  Agt> 
baarenRaad  aldaar. 

Erntfefe  Wel  wijfe  Voorfienigè  Heeren * 

Mijn  Heeren. 

Brïef  aan  TT\e  we^an(i>  en  genegentheyd  tot  mijn  Vader- 
Gelmer  1  Jnand;,  doen  mijn  Edele  defe  mijne  weynigélet- 
Voiburg  f  teren  op  te  draagen,  om  U  Edele  door  defelve  be- 
kent  te  maken  ,  dat  nu  door  Godes  genade  ,  niet 
tegetiftaande  veele  perijkelen  en  ongemakken  heb- 
beuytgeftaan  ,  eygetitlijkop  Atèfimbztk  aangeland  5 
op  hoope, van  daar  naar  het  Vaderland  mijn  Rey- 
fe  voort  te  fetten ,  waar  toe  fig  daagelijks  goede 
geleegentheedenaan  prefenteeren  ,  fo  wel  by  Dee- 
wen ,  Engelj}nc n  Franjfen  ,  waar  by  my  de  z  laatf- 
te  goede  en  favorahle  Conditiën  en  hulpe  komen 
aan  te  bieden,  om  daar 'door  onder,  Godes  feegen, 
te  genieten  rêvenfié  van  fo  veele  vervolginge,over 
defelve  jaarige  gev'ankenifle  ,  en  defelve  geleedea 
pijnenfmert,  fo  door  Tortuuren  uytgerekt ,  ge- 
ftrekt ,  gëftrëngelt  ,  gebonden  ,  geklopt  ,  "én  alle 
pijn,  hoon  en  fmaat  aangedaan,  die  bedagt  kon- 
nen  werden  ,  fonder  ooyt  andere  reden  van  defelve 
konneti  verwerven,  als  dat  den  Ed:  Fleer  Goiir 
verneür  Generaal \fohannes  Camphuys ,  verklaarde , 
dat  haar  Hoog  Edele  in  die  faake  te  driftig  waren 
geweeft ,  waarlijk  een  al  te  fiegten  faake ,  dat  men 
yemaitd  uyt  eep  puure  haat  en  drift  dus  xnilban- 
•  delta. 


van  Mallac- 

m 


J  ACGB  DE  ROV.  1|9 

deU  ,  eti  geweld  aandoet  3  ende  hoewel  de  na- 
tuure  aller  menfchen  van  regts  weegen  aangeboo- 
ren  is, en  een  y  egelijk  vry  ftaat,  Revengie te neemen 
van’t  leet,  hem  aangedaan ,  daar  fig  als  boven-ge- 
fegt ,  goede  geleegentheeden  toe  preefenteerden  s 
dog  koome  wederom  te  gedenken,  dat  fulke  ver- 
volginge  de  meeninge  van  d' Edele  Heeren  Major  es 
in  ’t  Vaderland  niet  zijn  geweeft  ,  gelijk  genoeg- 
faam  uyt  haar  aanfchrijvens  aan  haar  Hoog  Edele 
tot  Batavia  gebleeken  is, als  meede  de  liefde  en  wel¬ 
vaart  tot  ons  lieve  Vaderland ,  altijd  hebbe  bes 
tragt,  gelijk  als  nog  van  meening  zijnde,  by  al*» 
dien  de  uytterfte  nood  my  niet  komt  te  drukken^ 
dat  genoodfaakt  foude  moeten  zijn , de  boven -ge¬ 
noemde  aanbiedinge  teomhelfen,  faidde  dïerhal-. 
ven,  U Edele  Eerwaardens  gelieven  defe  mijne  fchrij- 
vens  op  het  fpoedigfte  aan  Haar  Hoog  Edele  be¬ 
kent  te  maaken  ,  wil  ook  hoopen  ,  U  Edele  Eer- 
waarde  my  gelieven  fullen  tot  een  voorfpraak 
te  verfoeken  ,  dat  Haare  Hoog  Edele  mijn  geringe 
fouten  believen  tewergeeven ,  daar  ik  toegedwon- 
gen  ben  geweeft,  om  verdere  vervolginge  voor  te 
koornen ,  die  my  dreygende  waaren,  en  terwijl  de 
eerfte  driften  nog  fo  vers  in  memorie  waaren,  voor 
de  woede  bevreeft  zijnde,  erger  te  fullen  zijn , als 
de  eerfte  ;  tot  welken  eynde  my  van  Batavia  heb¬ 
be  begeeyen ,  dog  tot  geen  anderen  eynde ,  als  om 
in  het  lieve  Vaderland  te  kennen  geraaken ,  dat 
my  door  Haare  Hoog  Edele  te  Batavia  geweygerfc 
wierd ,  als  mede  dat  Haar  Hoog  Edele  beliefden 
goed  te  vinden  ,  om  foodanige  penningen  en  on- 
koften  te  fpaaren ,  als  de  gerugreti  loepen ,  op  mijn 
Perfoon  gefield  en  gedaan  te  zïjn  ,  my  met  goede 
,  pardon ,  brieven  en  vervolgingen  op  te  houden ,  mijn 
onfchuldig  lijden ,  fchaade  en  Intereft  eenigfints 
te  gemoed  te  komen,  op  dat  foodanige  fchulden, 
waar  in  door  mijn  vervolginge  toe  Vervallen  ben, 
foude  mogen  komen  te  voldoen,  als  meede  levens¬ 
middelen  toe  te  ftaan,op  dat  tot  Batavia^  ofte  elders 
tfe  weynige  tijd  mijns  leevens ,  die  nog  overig 
hebbe,  in  geriiftheyd  mpgtc  overbrengen, ten 


14©  Re  YS'BesCIXR  YVIN  <3  TAN 

rc  Haar  Hoog  Edele  my  nog  tot  ecnige  dienftea 
bequaam  mogcen  agcen,  toe  welftatld  van  de  Ede-, 
le  Compagny  en  het  lieve  Vaderland ,  waar  toe  my 
altijd  fal,  verbinden  en  gehoorfamen,  ende  roy  ver¬ 
volgens,  waar  het  Haar  Hoog  Edelen  believen  fal,fo 
*  dra, als  myfodanigeBrieven  van  verfekering  ter  hand 
gekomen  lullen  zijn,  inftellen.  Sal  hier  mede  eyndi- 
genen  den  Almogend  e  God  biddeij,.  Haar  Hoog, Edele 
in  haare  ConfcientUn  te  overtuygen  en  haare  gemoe¬ 
deren  believen  te  vermurven,  dit  mijn  redelijk  ver- 
foek  toe  te  liaan ,  wil  U  Edele  Heer  ende  U  Edele  Eer¬ 
waarde  verder  in  de  proteólie  van  des  Almogende  en. 
my  in  U  Édele  goede  gratie  bevelen. 

Verblijve  inmiddels 
. -  (onderftont) 

Erntfefle  manhtfte  ml-wijfe 
(  in  margine )  Voorfienige  Heeren : 

ATCHIN  den?  Maar  f  UEd:  gehoorfame  Dienaar, 

^keest^"  Anno  1696.  •  (wasgetekent)  ‘J,  J.  de  ROY» 

weêev  tot  ö|aaj  jjan  tnjjn  Becöaaïtoeiïfc  op-batten* 

,p  vet  a.s.  ^  u|Êt  iiaac.jaten  /  II  Edele  &rnnlflTe  tc 

Sjeben  ban  faobanige  boomhallen  /  baar  lït  gmoote* 
Itjkg  aan  ttotiffdbe/  bat  ü  Edele  öefeïbe  foubm 
Bamien  getbufï  Sljll :  ten  ttjöett/  bat  U  Edele  Hoog  Agtbare: 

cc^vioot  6  Itïocfte  ^djeepen/onber  be  ©lagge  ban  oen  €om* 
scheeën  maobetir  Harmen  V oet ,  tot  ben  <®o|ïog  uptgecufï 

op  de  ÖaöQen  3.  om  cenige  Yy  andlijke  Franjfe  Scheepen 
g”n?e  .  op  te  foeken,  en  flag  te  lee veren,  ter  befec  plaat? 

a  gcon  en.  ^  g^EUL.j3/  üat  befe  &cïjeepen  quamen  nagt$ 
op  ö’  #ebe  /  en  be£  mojgcn^  baat  aan/  fag 
men  be  a  ^cfjupten  te  gclijft  aan-ftomen/  met  bub? 
ödö  ©Oïït  bemanb/  fo  ban  Europianen  alg  Mac- 
caflaren  en  Daar  bp  tod  gebjapent  aan  Eanb  feoo? 
men/  Detoelfe  ïjaatv  niet  aï0©2»enben/  maat  af 
S*en  öjp  laat  beefi-agttg  begonben  aan  te  fïellen/  bat 
nivier.  &een  filrpne  ontroering  /  onbet  be  ^ntoöónber# 
BeS  feife  brrtoehre/tet  faafte/  bat  boo?  aan  in  öet  tnfcomen 
onfcr  banbe  ïStblec  een  JDagt-öttn^  lepb/aan  betodbe  ban 

alle  aankomenbelbc&eepen  men  ten  eerften  moet  on® 
becrlgtiiig  boen/  en  aï-6oe-tod  bat  fp  niet  bobc» 
.  M 


Ja  G  O  E  DE  Rot.  'ttfï 

te  j  of  4  JBan  ffetft  50»  /.geeft  öse  geene  /  We  baat  ’t 

Iffag  bCCtb ,  ÜC  raagt  /om  de  Schuyten  enBcotcn 
van  de  jongfte  aangekomene  Scheepeh  op  te  houden, 
er  tijd  en  wijle,  dat  de  Köninginnevah  haar  aaii- 
komfl:  verwittigt  werd ,  öetoeffte  aanflonb#  met 
ren  fatfocnïpgeboïg/  een  ban  pat  Gefncdene,  met 
Pitfiap  naat  öe  aanfieneïijfte  Jlcgeep#  #betgee* 
oen/ maat  ban  fp  gaar  ban.  ooft  beblcnb/  af-fenb.  _ 
f&e  eetfle  .&cgupt  /  bie  aanquam /  bolerö  aan 
brti  Jbcgijppet  1  bie  baat  jn  toag  /  fhïftgs  oog  niet  bes  cerae 
:eefbe  tóoojbén  gffegt/  bat  ’et  foöanig  een  0|b?e  sdmyt. 
tag/  maat  beft  ^egeep£-3|eet/  niet  tegenfïaan= 
be  bat  lange  tjjö  tuffen  fuïfte  2  geïDete  Elementen 
gab&e  {ftsp£  gegonöen/fgn  berfïantegtct  met  fuift 
jen  impflet.  nebeï  befrnet  /  bat  gp  /  met  eepbjeb 
W  Ött  bflO?  u  Edele  Hoog  Agtbaarè  gefp|OOften/ Op  Baldadig-* 

10 n  gmbetffg  fïoeg/  en  ben  ©jaagec  een  betbaats  heyd  van 
yjft*  opj-banö  gaf/  teaat  booj  gp  plotfeling  in  ’t  een  van  de$ 
fanb  bief/  fegfpöe  onbec’tfïaan/  houd  q  mond  gy  f*!fs.  , 
Twarten  hond/  fulft^  bat  be  hifi  ban  pethoe£ meet ° 
te  b?aagen/  be  anöete  fttagto#  toe!  obetghig/  en 
öefe  $cgi$teri  pebet  maat  om  ’t  feetff  na  boben 
toepten/  en  quanten  boojbe  ©ettoï-plaat^/baat 
alle  ©aat-tupgeii  geteut»  §gn  /  fïlï  te  gouöen/ 
baat  fp  ooft  grltjKelfj&  aan.  Eanbfiapten/ pebet  stopen  aan’ 
000?  xo  of  12  geumpenöc  mannen  gebolgt /blijs  laad. 
benbe  üe  gehupt  niet  té  mlit  nog  befet.  ' 

Mj  nasrim  ten  eetfien  fiiinnè  fit-pïaat^  op  be 
Balye,  baat  Öen  Sabandhaa'r  gaat  met  2,  Of  J^of-bes 
bfcnöeiig  gelobon  jij  n/gaar  berbïgfte  goutsen/om  be 
upt-en  In-fcoontcnöe  teaaten  bet  Ïioop-Jfcben  te 
boojflen  en  befeeften  /  en  gaat  ooft  be  baat  toe  ges  a' 

fidbe  Licenten  af  fe  boteren  5  ’t  geen  een  ban  öefe 
©?oote  hemeegbe/  omgaat  af  te  bjaagen/  wat  voor 
Volk  dat  fy  waareü ,  als  mede,  wat  fy  in  den  fin  ™aS  ♦»«  ' 
hadden,  en  waarom  dat  fy  fulke  vyandelükhee-  ®enSaban^ 
den  pleegden,  fy  fouden  haar  dog  maar  verklairen,  Si 
of  fy  als  vrienden ,  of  vyanden  quamen,  want  als 
vrienden  behoorden  fy  eerft  de  Koninginne’s  ver- 

fumiing,  cft  dat  boven  gekoome.si  waaren  ,  afgé-’ 


Reys-Besc  HRYVii^ö  V  Aï? 

wagt  te  hebben  *  baat  een  ban  befe  ^>d)ipper#/ 
fuifte  öb|fe^ft|jeeöen./in  öe  Jonker  of  Ridder-fttaaS 
'mogdijft  jgdeërb  fjeböcnöe  /  al#  tneöe  bat  biiepn 
fiariö-ge&aar  in  be  tegenbjao?bi0|)e|!öba»pefie£een 
ïiiaiÉte  /  iia&c  een  lueunig  tijb#  ftaar  gefainent= 
lijft  /  ten  fjitpfe  ban  gertiïben  Delthon  bcgaas 
ben/  aMsar  fp  eenöiagMgft  een#  b?aaf  biooïyfr 
taateu. 

<Pe  Maccaflaarfe  Guardes  ban  befe  llapitepnèti 
fienbe/  bat  fjutine  ïfeecen  niet  ligt/  al#  ban  .  eert 
paap  glaafen  aangebaüen  fouöen  biecöen  / 
ö  p  j  V  ttamen  befe  geiegentfjepb  ooft  maar  en  b?aa- 
denheyd ïten  ^  ban  <?  of  7  «ban  af  /  en  begaaben 

van  eenigë  Baat  tójÖ  651  ftJÖ  Ö£  Negery  551/  0111  te  mOig-ftOpi 

Maccaffaat-  pen  /  ftncppdeoöe  ettdijfte  Hoenöec#  /  €enben  /  en  i 
te  guardes  <0anfèn  ban  be  Snbioonöer#  boob  /  en  fouben  ! 
bpftati#  Baat  öefelbe  fecc  bitter  ïjebben  opgcb?oo= 
ften/  baant  fommige  begonbeu  be  biaapen#  aï  Bp 
becöanbte  neemen/  anbece  gingen  fïcaft#  naacbe 
Bazaar  5  om  ilyfï  en  hoorraat  te  ftoopen  /  een  pebcc 
Voornee.  bec  tègft#-gjaaten  becboegöe  flg  naac  fijn .  jFojtifi*.  I 
«en  der  catie  /  om  Die  te  ïjdpen  becbeebigen/  en  ooft  ij  et  j 
Rijks  groo-  toeer^ftoomen  ban.  een  pactp  Maccaffaren-  te  bes  I 
letten/  boo?  bicn  bat  fp  bigt  boo?bp  betcompen 
ban  een  pactpe  ïianou  ïjabüen  moeten  boo?  bp 
gaan/  be  bjeefagtige  en  becfaagbe  menfc&en/  bme 
viuet  der  onöec  üe  Üjautoen  en  ftinberai  tuaaten  /  bïugten 
Vrouwen  ’t  3lanb  in  /  en  bii#  boa#  alle#  in  tep  en  cocr. 

35e  fóaften  bufaaamg  gefc&aapen  sijnbe/  tufcrb 

de  Roy  by  ift  in  fïÜïiglt)£pÖ  bp  bCll  Sabatidhaar  ontbOObeil  / 
den  Saband-  Deindfte  met  een  ffaat  ban  i  depfjanten  met  mp  ■ 
haar  om-  ngac  ftetHof  ging  /  baar  ift  alle  De  <0?ooté  bonö 
booden.  e|1  iiaag  u^£  een  topnig  gefeeten  tjaböen  onbec  een  j 
Balye  bp  befe  ïjettch/  bsieebift  met  renige  brugten  jj 
en  gebaft  banbe#  Itoningimie#  bieegen  befeïjenftcn/ 
eu  infgeïijft#  Befdbeaan  ’tanöete  gcfelfcfjap  gep|ce@  j 
fenteejb/  naac  ’t  nuttigen  ban  eenige  hupten  / 
fceecbe  fig  ben  ögft#  -  baojfpjceftcc  naac  mp  toe/  ; 
ïjcbbenöe  een  Ibtibere  gebeftte  fcljaotd  booj  jjeni/ 
en  begon  mp  onbec  anbece  bJOQjben  booj  te  Ijou-  | 

ben/  | 


JacobdeRóy.  143 

Jjfll/datde  Koninginne,  hunne  Meejftreflfe  altijd  een 
opregt  engants  genegend  hert  aan  de  Hollantfe  na-  n&am  ups* 
tiehadde  toegedraagem  tot  Ö0toij^f)iec6pÖOegeUöe/  Groot  we- 
datjeen  heele  meenigte  Scheeps  V olk dewelke  aan  Sfn$.d*. 
haar  verblijfplaats  met  Schuyt  en  Boot  eerft  aange-  ^I'de^oy! 
komen  waaren,defelve  niet  alleen  vaneeten,  drinken 
en  kleederen  had  laaten  ^  verforgen  >  maar  daar 
en  boven  haar  Luyden  met  ioo  Tbeyl  begiftigd  * 
en  wijders  naar  Mallacca  gefonden  hadde,  en  kou¬ 
de  derhalven ,  niet  bedenken  ,  waarom  defe  6  groo- 
te  Scheepen  fo  bedektelijk  op  haar  Reeede  gean- 
kert  laa gen, veel  minder $  waarom  d’Opper-hoof- 
den  van  gedag  te  Scheepen  met  gewaapende  plan¬ 
nen  boven  geköomen  waaren,veel  minder  uytwai 
reeden  dat  fy  haare  Majefteyts  bedientensfoqua- 
lijk  hadden  bejegend, en  nnonderhaar  eygen  Ooi 
quam  te  fien,  dat'er  geen  kleyne  moed- wil ,  door 
de  Hollanders  aan  haar  Volk  gepleegt  wierd, 

€nöe  benutte  fp  tolften  /  bat  ïh  ban  d’  Edele 
Compagny  ij^angdpt  mU  öetebigt  /  m  ml%. 

.  ban  Batavia  gebïugt  &a#/  enöaatterrroutomöp 
mp  f ïelöen  /  toerfbgiep  Detöaïben/en  fp  aïïeupt  t rm* 
me  ban  öaare  '©aifliwjl /  dat  &  *iaar  f°llde  gelieven  verder 

te  dienen,  vermits  fy  niet  beter  konden  fien,  of  het  vootftel 
ftond  foodaanig  gefchaapen  ,  om  tot  een  openbare 
V reede-breuk  te  kcomen  ,  eh  dat  het  de  Hollans 
ders ,  maar  om  haar  Land  te  doen  was  ,  en  üaai^ 
öemaaï  fy  een  overliag  maakte ,  dat  ik  overvloe¬ 
dig  redenen  hadde  ,  om  meede  een  Vyand  van 
45  Edele  Compagny  te  weefen ,  fo  hoopten  fy,  dat  ik 
haar  met  raad  en  daad  foude  helpen,  en  die  faafe 
tot  haar  en  mijn  eygen  befte  foude  helpen  beftuu- 
ren ,  in  welke  vertrouwen  de  Koninginne  my  voor  Gefchenfctw 
eerft  een  fmal  gefchenk  van  lz  Cattys  Goud  deede  Koninginne 
aanbieden,  hebbende  nog  daar  en  booven  te  ver- aandekof, 
wagten ,  dat  de  voornaamfte  van  ’  t  Rijk  ’t  exempel 
van  dePiincdfe  fouden  naarvolgen  ,  en  al  meede 
preuven  fouden  geeveti  van  de  agting,die  fyvoor 
my  over  hadden ,  begeerende ,  de  Koninginne  nog' 
daar  ca  booY$a*  dat;  ik  naar  mijn  verdienften  ’t 

i 


£44  Re ys-Beschk, y ving  van 

gefag  over  haar  Volk  foude  voeren  ,  Overfte  van 
haar  Oorjogs-tuyg  en  Opperfte  Ingenieur  over  haa  - 
re  fterktens ,  ende  Vaftigheeden  foude  zijn  ,  en  fo 
meede  Conful  en  Opper -  hoofd  over  alle  Cbriflene 
natie  foude  iVeefen,  die  hier  om  te  handelen  qua-? 
men,  en  öttv  dat  ik  de  middelen  foude  hebben,  om 
mijn  fatfoen- en  ftait  haar  mijn  quqïiteyt  te  konnen 
houden  t  foé.  v/bood  pny  Baar  Hooge  Edele  een 
maandelijkfe  wedde  aan,  van  ioo  Theyl  tot  mijn 
onderhoud,  met  naadèt  betuyginge,  dat  ik  als  op 
de  gunft  Van  haaf  Kóningiüne  foude  letten,  dien 
ik  fokerlijk  foude  Verkrijgen  ,  mits  dat  ik  maar  defe 
kedeneeria  aangeboöderiè  'guhfti  geliefde  aan  te  vaarden. 

gen  van  dé  «fat  falfte  booibeelige  èanbicfeingen  enbe  ïpgt 
Roy  over  ban  bat  geeft  betaal/  geen  toonberlglft  upttoerftins 
defe  aan-  gen  0p  mp  gemoeb  bebén/  en  toiï  ift  gant#  niet  ono 
biedingen  gCMneïj  /  ^  menfeDen  toaren  bupten teöenen  be- 
angfï/  ftofï  ift  toe!  merften/maar  niét  te  min/  Dab  ift 
eenbefegelbe  en  geteftenbe  Aóte  ban  aïftbieCara&er^ 
begeerb  /  (fobanig  al#  be  geinoebecen  Doenmaal# 
gefielb  toaren  )  feftecïp  fonbe  ift  bcfeïbc  becftiee= 
gen  Ijebben/  mitfgaber#  ooft.  bet  bg  Debficn  bob 
nen  behingen/  niet  langer  al#  boo?  fo  een  rpb  nog 
felf#  in  Daatlupben  bienfïmp  tetoiïlen  becbfnDen/ 
befjalben  bat/Dab  ift  ooft  fttagtige  betoeeg-reebcnen/ 
em  bit  aan  te  gaan  /  ten  opjjgte  bat  ift  feet  toe! 
bp  ben  Sabandhair  fionb  /  bètoeïftë  éen  bejaaröè 
foon  Deeft/  bie  baar  liapitepn  ober  be  Enf-toagt 
ban  beltontnginne  i#/-  toeefenbe  Sip  Hapitepn  al 
b?p  Diep  in  be#  ©opnne#  ïfunfï  gëraaftt  /  fuift# 
bat  be  <©ube  man  enbe  Honingmrie  felf#  toeï  gaar* 
ne  Dabben  gepen/  Dat  5ec  ëenlputoelp/  tuffen 
biettoee  mogte  boïtroftftett  toerben  I  maar  bctoijie 
öefe  beranbering  ban  be  tógeeing  één  faaft  t#/ 
bie  be  tötjft#-gjoaten  feer  tegen#  be  bajp  foitbe  fioo? 
ten  /  meende  gemeibe  Sabandhaaf,  bat  Detniet  ges 
niaftfteiDft  fonbe  ftonnea  géfdfeben  /  en  baaront 
Daboe  Dp  gaarne  gepen  /  -Dat^jft  in  aanpen  ge=> 
bomen  toa#/  om  pin  boo?neernen  te  ïjeïpen  boo?|: 
ie  fettcn/toaar  toe  mp’#  eer-ap»#obei-öloeöifr 


Jü  COB  DE  Roy’  145? 

ftan£  genoeg  fïmöe  getoeefï  $ijn/  tm  aattfim  öat 
Be  Maleyers  fbmtDjjïen  ten  getaïfe  hm  3  of 4 Buy* 
feut  hm}  Atcbin  ïmmn  /  en  öegereen  bójmonOig 
een  üanhig  tot  een  ïf  ooft  te  Ijettien. 

m  miööéïct-toyïe  genootöjnïit/  om  ant*  Antwoord 
tooafo  aan  öefe  öooifïttec  te  geeben/  Betoelfte  be^  van  de  Roy 
J jeïföe/  Grooteliks  verpligt  te  zijn,  de  Kornnginneaan  defen 
en  haar  verdere  Heeren  Raden  voor  de  eerc5  die  fy  Voor*fi£t€r 
my  quamente  doen,  ten  hoogften  dankbaar  te  blij¬ 
ven  ,  maar  5  naardemaal  het  een  Taak  van  gewig- 
te  was  ’t  geen  fy  my  aanbooden ,  öetfogt  ik  oot* 
maeölg  /  om  eenige  dagen  uytftel  ,  wanneer  my 
dan  nader  in  haare  vergadering  fonde  verklaaren, 
de  Koninginne  beliefde  ondertuffen  haar  Edel¬ 
moedig  gefchenk  te  bewaaren ,  en  egter  dat  ger 
voelen  van  my  hebben  ,  dat  ik  fo  veel  Eerbied 
en  getrouwigheydvoor  haar  Hoogbeyt  over  had- 
de,alsfyvan  een  goed  onderdaan  foudekonnen  ver- 
wagten,  waar  van  ik  fo  ten  eerftcn  bereyd  was 
blijken  te  geven,  indien  mijn  voorflag  de  Heeren 
behaaglijk  v/as  5  en  boen  een  begin  ma&enbe  Doet  n 
gêné  ’tgeene/  Baten;  tuffen  Be  gemeïBe  fcöipper^  /  vertoog 
m  toagtet^  gepaffeecbtoa^/  fepbe  nfet  te  mmm  van  ’tvoo^ 

öèïoobm  /  dat  d?  Edele  Compagny  fulks  te  wij»  gevallene 
ten  was,  maar  wel  het  onverftand  van  de  Schip-  d& 
pers  felfs ,  dewelke  door  ik  en  weet  niet  wat  geeft 
gedreven,  altijd  ruuw  te  werk  gingen ,•  de  Heeren  inwoonderi 
op  Batavia  hadden  al  te  veel  verftand  ,omop  foda- 
nige  wijfe  hare  Bond-genooten  te  handelen,  veel 
minder  daar  ordretóe  te  geven.  iCoteai  OUÏpgÖgr*  stjn  verde* 
ffeifeeïilö  tetnyé  Urn  Pan/gaff  iït  baai:  te  be^>erf^,*fl 
fïaan  /  dat  den  Commandeur  van  de  Vloot  fieke-  aankedmg, 
lijk  lag ,  Mtfmhenh  fm  tmftig/  da-tfe  yerxiand  , 

van  haar  fouden  willen  afvaardigen, om  naar  boord  1  deRa*° 
van  den  Vlag-man  te  vaaren  ,  enhemdefaak  open-  goed  «e- 
baaren,  als  wanneer  ik  my  niet  alleen  als  Gijfe-  keurden 
laar  voor  haar  wederkomfte  ftdde ,  maar  daar  ne-  een  Gefent 
vens  ook  wel  verfekert  was,  dat  fy  met  alle  be~  ^eri 
leeftheyd  foudengèhandelt  werden.  ?t<jBeen  batbOQ}  denree-* 

goet  öooi  öé  jjamfe  bwpaöcdng  gcïifróö  ai  bafi-  m««. 

de  Roy.  K  g^fWB 


Eenige 
Grooten 
öan  den 
Comman¬ 
deur  ge- 
foiideni 


Die  Wel 
WierdCn 
tihtfangen 
en  onthaald 


Benig  Volk 
weg  gdpo- 

pen, 

Vuyl  fpre- 
ken  van 
e  enige 


DeWeg- 

geloopene 

Égtet-haald* 

Voorfpraak 
der  Konin¬ 
ginnen 


146  Reys-Bèschritvin®  van  ' 

fiefïeïb  tóecö/  fodanig  te  laten  gefchieden ,  en  den 
perfoon  van  dert  vry-Schipper  Mighiel Burggraaf, 
op  Bengale  woonagrig ,  en  die  doemaals  op  Atchin 
tegenwoordig  was,  daar  toe  te  gebruyken ,  óm  fulks 
aan  den  Commandeur  te  vertoonen  ,  en  ook  om 
te  moogen  weten ,  of  fijn  Edèle  ’t  niet  qualijk  ge¬ 
lieve  te  neemen-,  dat  deKoningidne  haare  afge- 
fondene  aan  fijn  Schip  fchikte,  om  kenniffe  van  ’t 
voorgevallene  te  geevem 

Op  fijn  bjebetïioigfie  tofetben  be#  anbercn  haag# 
eesitge  banbe  aanfienripfïe  /■  staat  öeiü 

Commandeur  afgefonöen/baat  fp  anbratsaaï  fgttt* 
tte  Magteii  beeben  /  en  baat  ojmefegging  Kregen/ 
daar  in  te  fullen  voorlied ,  betfeltetbt  laat  Past 
Compagny’s  ©ptöfefjap  en  tujföetf!  öooj  Isrri 
Commandeur  boainoêmt  tsi  be  betbete  #ffïdeten/ 
infonbètbepb  ban  ben  Fifcaal  befesg  getr  acteert 
bsierben  r\  btelft  fp  fobanigaan  ïjimne  petten  en 
Jüeefler^  obetgebjagt  (pbb&tbey  teaé  ’er  geert 
Mep  ut  bïytfc&ap  onbet  beïlp^-gidomt  /  essbe  ge^ 
nteène  man  ontdaan?  fjcbbeubegébuurcnbe  Com¬ 
mandeur  alle  gemeïöe  boen  ojbonnee»- 

ten/  dat  een  yeder  fig  aan  boord  foude  hebben 
te  vervoegen. 

maar  ntoefl  egtet  nog  2,  bagen  bftjben  aftoag* 
test/  eetsf --öeeïf/  om  bat  ’er  een  gartffe  Jbefstipt  ©o® 
toeg-geloopen  ïoa&7  af#- ooft  ters  gnberdt  /  ombat 
fommige  tegt  tipt  fepöpst  /  eens  ’t  vermaak  te 
Willen  hebben,  van  by  een  mooy  Meysjert  te  flapen, 
en  fo  Commandeur  Voet  daar  niet  ttaarwagten  wil¬ 
de,  hy  kon  ( beöotsben^/  be  eet  -  bieb  ban  f)aat 
Hooog  Edele)  voor  den  Duyvel  loopen. 

gift  befojgüe  bn  be  tfïrjï$-g?ooten/  bat  befebjeg- 
gefópeue  mattoofen  toeberom  gefcrecgen  en  aan 
boojb  gebjagt  torerben  /  bog  met  betfoeït '  ban  be 
ittiïlittgisiïie/  dat  fy  die  luydert  niet  geliefden  te 
llraffen ,  ten  opfigten ,  dat  door  een  Engels  Kapi- 
teyn  van  een  Compagny's  Schip  Waaren  mifleyd  en 
op-gerokkent,die  haar  eert  befolding  van  8  Rijks¬ 
daalders  ter  maand  ludde  toegelegt ,  Dgat  bleef 


Jacob  de  Roy.  147 

*tteen  ègtfttetg/öetodke  bt  Poi-tugeefe  Jjpaapcn  in 
fiaatc  Itttït  Saöötn  bttb&?gen  /  om  bat  ïjp  ban 
jfysm.  Religie  toa#/  toaat  naat  ten  peöft  ö*rge=* 
noegt  jpiöebetttok. 

iüepnig  ttjb  baat*  aan  bebonb  Üfi/öat  beft  Jtscfiip? 
pet#  niet  tt  bttgetjf#  in  ’tfup#  ban  gemdöt  Del- 
thon  getoeefï  toarav  betrok#  bat  tod  fjaaft  getoaac 
toietö  /  bat  bic  b?fenöen  2  fluft#  23?iebtn  aan  gt? 
noembe  Delthon  gabbtn  ober-öanösgt  ban  ötn  *  Brieven 
«DdtlbCCSiaiC  /  Gelmer  Vosbürg  ,  ’tl#  toaat /bat  door  de 

fijn  feïang  mebc  b?agt/  om  btn  inïjoube  ban  ge?  schippers 
mdöt  Jbcï)?i}ber#  naat  te  bomen/  maat  in  tegen?  f^De!*on 
bed  bóïgen#  beChriftélijkepligt  genoötfaaftt/  om  an 

?rcen  gttaab  te  boen  aan  pemaub/  öie  tjem  reeö#  W 
cï)i\t  en  betoaatt  ïjaööe/  bat  öp  fijn  ïeben  op  een 
^efjabot  niet  met  een  fcöanödtjïte  ^oob  gr-epn? 
bigt  Ijabbe/  maat  neen  bit  monflec  ban  onöahït? 
Daatfjept/  fogt  mp  aï#  een  ttoeebe  Judas  te  bet?  Dfe  V0Or- 
ftoopén  en  te  ïebeteh/  ïje&ftenbe  tot  fijn  ftuïpe  me?  ^rÓ v°S 
be  gelsrcgen  gerndbe  bjp  -  fdjippetBurggraafJnnne  verraden, 
eetfle Kiften  toaten  befe  /  nattwniïp  nat  te  fïroopen/ 

dat  mijn  voorgeeven  omtrent  mijn  VÏugt  van  d’Ed:  sijn  lafter 
Compagny  nergens  anders  toe  ftrekte  ,  als  gele-  tegen  hem. 
gentheyt  te  hebben  om  ’t  Land  te  befpieden ,  en 
Wanneer  mijn  kans  fchooti  was,  een  Oproer  en  Vy- 
antfehap  onder  de  Grooten  te  verwekken  >  en  dan 
wederom  d'  Ed:  Compagny  toe  te  vallen ,  gelijk  ik 
het  op  Bantam  geklaard  hadde. 

IBaat  öe  btoafen  fïoègcn  fjaar  fdf#  rost  ïjnmxe 
epge  tooojbfti/  betruit#  bat  onbet  öe  «©tracent  man 
gnamtn  ttpt  te  fl?apcn  /  dat  die  geene,  dewelke 
mijn  per foon  Levendig  of  Dood  op  Malacca  kon- 
de  leveren  6000  Rijks-daalders  tot  een  belooning  Andere 
föude  genieten  ,  toebetont  önt  tttp  bp  raipegdfjS  kfter. 
betbagt  en  tiaatelgfttt  maafcen/  betl&?ep&enbe  bie 
ï  JBScfffeia# . aan èenige Etipben /  dat  ten  tijden, 
dat  Bantam  aan  d’’  Ed:  Compagny  over- gegaan  was 
my  tegéns  de  middag  inde  Engelfe  Logic  foude  heb¬ 
ben  begeven,  fo  als  het  Opper-hooft  dier  natie, 
of  anders  Agent  met  des  fel fs  mede-ftander  en. 

Ki  ver- 


148  Reys-Beschr  YVIN  G  VAN 
verdere  Opper-hoofden  ’t  middag-maal  nuttigde, 
niet  tegenftaande  gemelte  Heer  my  genodigt  had- 
de,  om  aan  fijn  Tafel  mede  te  komen  eeten,  alle 
menfchelijkheyd  en  beleefdheyd  aan  een  kant  fet- 
tende ,  hem  Agent  een  muyl-peer  foude  gegeeven 
hebben,  dat  by  agter  over  viel,  en  daar  by  die 
vuyle  ftraat- woorden  foude  gebruykt  hebben.  Weg 
fchark  daar  van  daan ,  die  plaats  komt  my  beter  toé 
als  gy. 

Weder-  ©ooiioaat  mi  fïegte  WÊMüm  /  en  tóe  ban  een 
Ïfs|">8.vanïnan  ban  üecffanö  niet  ioeï  Pepoo?be  aangenaam 
tegen.  ier  mm  te  toeeben/  toatit  toie  foube  fïg  in  fijn  epgen 
pup£  ban  een  perfoon  alleen  foobanig  Ponnen '  ïa= 
ten  affronteren/  en  biie  fanöe  be  fïout-moeöigpenb 
berben  neemen/  om  ’tfelbein  ’tPp-spnban  20  en 
meer  fterfoonen  te  boen/  ten  brare/  bat  pp  fpn 
ïeeben  gupt  biilbe  toeefen  /  en  bu£  boenbe  fogt 
bie  troubiïoofeb?ienb/be  gemoeberen  eerfï  tegcng 
mp  te  betPitteren/  om  ma  foo  beeï  tegemaPPe= 
ïpper  aan  een  bant  te  moffelen/  pePPenbePeregté 
uilige  1*.  tot  bien  epnöe  een  ban  fijne  Chaioupen  bnpten  De 
gen  van  ftibiet  blaar  leggen  /  mitfgaber^  ontrent  20  Ma- 

Deithon  te-  ieyers  gepuutö/  om  fijn  pepïoog  en  berbïoePte  aam 
geilJeR°y-jiag«pt  te  boeren. 

Paar  de  Jboo  aï£  geneegen  bia^/om  mijn  bie  nagt  ban 
Koydcftof  ^  ^ö  teïigten/  toierb  pet  mp  be£  abonö#orm 
ktii^?2  trent  be  PïoP  9  uur  en  bePent  gemaaPt/  en  met 
Jo  ’  foo  beeï  omfïanbigpeeben  berpaafo/  bat  iP  geen 
r ebeneti  pabbe/  om  baar  aantetbjpffeïen/  iPtoa^ 
In  beraab/eer  bat  iP  Pejïupten  Pon/toat  iP  pier  in 
boen  foube/  baant  iP  pabbe  <0etoeet  genoeg  in 
pup$  /  om  Delthon  eer#  en  nog  j  of  4  ban  fpne 
mebe-pïigtige  ben  paï£  te  P?eePen/  maar  aange* 
pen  bat  pet  een  g?oot  pert-feer  boa?  be  b?ienben 
banbe  neber-gefïagene  foube  gebieeft  peppen  /  00P 
Pebugt  boo?  Pjanb-fligten  (|c.  liet  iP  pet  25ootie 
l.  f  ban  een  ban  mpn  Chaioupen  j  bebieïP  tot  allen 
hiertegen  geïuP  in  be  Öibiet  lag  /  boo?  mpn  beurP?engen/ 
v»deR*y.en  iP  papte  in  ber  pï  alle  mpn  gereetfie  miöbe= 
lm  Pn  ben  anbetrn/  foa  ban  <£oub/  ^«ber  en 

Piep* 


Jacob  de  Roy.  149 

fcïepnobien/  en  berïiet  mijn  ïjup#/  tot  öet  be? 
toaarcn  ban toelfte  tof  jban  myn  dienaar  #ïiet/ 
foo&cr  öet  rninfïe  getugt  te  mafteu/  begaf  iftmp 
in  ’t25ootje/  onber  een  gefeïfcftap  ban  s  getoa?  Dicfig  wes 
pnöe  Europianen ,  en  bie  Daar  en  boben  jtg  rebe*  pakt. 
ïp  ban  fttrjg#stupg  berfien  öafeo/öaar  en  bo?  . 
ben  $  Inlanders ,  betoeïfte  roepbeu  /  ton  raaftten 
fliïïetjc#  be  tëibier  upt  /  en  met  Mjuïp  ban  onfe 
riemen  guamen  top  aan  ’tgefepbe  <tBpïanö/  bat  Komt  aan 
boo?  be  ^>taö  legt/  toant  ïjieb  Het  ift  timmeren  ’tEyiami 
en  |aö  7  .ïBan  in  mijn  bienfï/  bangebagtensijn?  ™orde  , 
be/tscn  Sabandhaar  mijn  b?ienb  ftenmffe  tegeeben/ Stad' 
ban  ben  toeb?ag  öer  faften/  of  anöer#  ingeballc 
Delthon  fao  fot  getoeefl  toa#/ban  mpbaartetoiï? 

■  ïen  fap  bomen  /  |eni  met  bermaaft  naar  ö’anöere 
toeteïb  tc  fenöen/  toaar  ban  toepnig  toetft  fonöe 
gemaaftt  ïjèbben  /  aïfoo  top  on#  boo?beeïig  ge? 
noeg  gepïaatjï  ftabben  /  om  een  partp  quabe  men?  £  wd  °p 
fcïien  af  tefteeren/  en  boa?  een  berraffmg  b?oe?  u  - 
gen  top  met  on#  21  toe!'  goede  fo?g  booj> 

jHaat  niet  tegenfïaanöebat  iftfjemïietaanfeg? 

gen  /  fo  hy  geneegen  was,  om  my  te  koomen  be-  Uyt-dagmg 
foeken ,  hem  foude  blijven  afwagten  ,  fo  fcfjem  ^gc“e  &oï 
ben  Engelfman  baar  geen  ïnfl  toe  te  lebbert/  en  ueitiwa. 
ift  moet  beftennen  /  bat  öp  baar  inne  toijfïgft  bee? 
be/  aïfoo/ öat  fdjoon  |p  50  Jüan  mebe  genome» 
ftab/  ber  moogeïtjft  niet  een  fonöe  te  rug  gefteert 
Ijefeben. 

ïfier  toaren  opbit  €pïanö  omtrent  «foMaïeyers,  , 

geböojne  Atchinders ,  betoeïfte  Ijnune  ftofi  fogten  dJreenïgè 
te  toinnen  met  stoyfoeften  ban  fteenen/  betoeïfte  Mai*yers«n 
ift  aïtemaal  op  mijn-ftant  toifï  te  ftrtjgen/  en  bie  Atchinders 
mp  OOft  beloof  b  ïjabben  /  ten  ecrften  te  Tullen  hel-  0pfijaba*a 
pen.  j^ebbenbe  ooft  een  fo?tre|fe  gebonben  /  bie 
ban  fijn  feïf#  fïanöbafïig|ep&  /  en  fao  flerft  toa#/ 
aï#  men  met  öanben  fouöe  lebben  bonnen  maften/  Vafte  ,Vet“ 
toant  bet  toa#  een  tjoïïe  ftenïe  ftïïp  /  bie  geen  toe»  weer'e*aatJ» 
gang  ïjabbe/  aï#  een  fmafte.paffagie. 

<£gtet  om  te  Metten/bat  mijn  fcfjieïijft  ber  treft 
niet  ten  quaatjïe  booj  genoembe  Delthon  mogte 

K  2  toet? 


R  E  Y  S -BeSCHR  Y  V  IN  G  V  AN 
toecöe»!  geïsupö  /  joo  fd)?eef jït  aan  ben  Sabandhaar, 
en  auöete  ^taat^-‘#ienaar^/ïiocöas'il3  m  cptoat- 
toijfe  ben  Engelfman  nip  in  ’tnet  fjaööe  foeïten  tt 
S de°eoi?e  ®efe  20?ieben  Jjaööen  bic  upttealiing/  ! 

Brieven  aan  biai  &  ’et  ban  bcrtoagt  fjaöbr/  biaiit  fas$  pt 
de  staats-  op  niet  alleen  anttooo?b  toog  /  maat  om  bat  ift 
Dienaars,  fot  fo  bed  te  betct  fouöe  Souneiiïeefm  /  toiett  baat 
tóe  een  Mefties  ( jijnöe  een  Malacs  ^ntDOOUbêt  ) 
grnaaniÈ  Jacob  Mix  gebjupïit/  en  teijber#  ban 
2  aanpeiielijfto  Pormgyfen ,  npt  be  naarn  ban  be 
G  ede  <0?OOtcn  gételfent  /  dat  niet  alleen  vry  en 

antwoord.  vrank  wederom  mogt  koomen ,  maar  nevens  dien 
hier  op.  °ok  beloofd  in  allen  deelen  befchut  en  befchermt 
te  werden. 

S  betboeflöe  nip  niet  mt  fejaaf  gcïépbe  naat 

Begeeft  fig  Atchin  ,  eODfï  ÖU  ÖCll  Sabandhaar  mijn  flomft&Ca 

weder  na  font  maffe/  eii  baii  baat  naar  mijn  Öup#  /  bog , 

At  dun.  jfc  fot  fjetjiif!*  n(et  öp  jïecfon/  berniït^  bat  mijne 

ftfogten  aan  öe  Htjp-g^ooten  öeeöe  ƒ  boegen# 
i)ft  geboeïö  bat  nip  Delthon  ïjabbe  foefonteboen/ 

sijn aan-  ooibeeïeilbe /  dat,  vermits  met  toelating  van  de 
Wagtgn  Koninginne ,  en  d’Heeren ,  mijn  vafte  wopn-plaats 

Delthon-  'n  liaar  Staat  hield ,  een  gemeen  perfoon ,  als  Del- 
thnn,  niet  bevoegt  was,  om  yemand  leet  te  doen, 
veel  minder  op  een  heymelijke  wijfe  te  vervoeren ; 
dat  was  de  Koninginne  en  de  verdere  Heerenfelfs 
beledigt ,  want  indie’n  dat  fulks  toegelaten  en  dooi 
de  vingeren  gefien  wierd,  foo  en  foude  niemant 
vredig  en  geruft  in  fijn  eygen  huys  woonen. 

DcGrooten  <Pe  üfecren  &ob?ben  mijn  pïtög  met  aanbast 

verfoeien  ClïÏK  Opjgtïtillg  /  011  bCtfOCpbCn  Delthons  0000011- 

het  doen  *  tt  in  be  ïjoogfle  0?aab  /  maat  om  mijn  oogmerft 
Ddthois-  jM*c  te  fictepfon/  betfflgt  lift/  dat  hy  in  per - 
loon  mogt  verfchijnen ,  om  redenen  van  fijn  doen 
te  geeven ,  ’t  geen  ooft  boo?  btïïtjft  gcooojöedt 
faiferü, 

ifeet  föiibftffï)ij.iliig‘watti  ift  ’ttomp  op/frggem 

Delthon  e"  ^/tll  beMaley  tfe  taaï/nu  bent  gy  en  ik  voor  denReg- 
v<>or  d”  ter, wat  heeft  U  E:bewoogen  om  mijn  fo  valfchelijk 
Kcgters.  te  beliegen,  metaanyedereentefeggen  dat  ik  eet 

Spioi 


Jacojs  de  Rq y.  ij's 

Spion  ben,en  als  ik  fo  een  man  ben ,  wat  reden  hebt  gy  * 
my  by  nagt  foeken  te  vervoeren ,  fonder  laft  en  wee- 
ten  van  de  Koninginne4)|i  toa#  OïltfMt  eilteöaajï/ 

Ijeöbenöe  fijn  öooa-feeccuto  aï  gefet/mette  mints?ögt  Verfchoo, 
Ö»  tot  ftjlt  Üttfcöooning  in/  dat  hy  daar  toeniet  ningvan 
alleen  van  den  Gouverneur  van  Maiacca  was  ver-  Deichoii. 
fogt  geworden ,  ne-maar  gedreygt ,  dat  ingevalle 
hy  fulks  niet  naar  en  quam  3  als  dan  fijne  Schee- 
pen  en  Vaartuygen  aangehouden  en  behagen  hou¬ 
den  werden,  «jjjjj:  üaet  tjótt  baat  en  tegen  toebei** 
om  te  geaioet  /  dat  wanneer  een  Man  fo  moed-  Redishétr 
willig  in  een  faak  liegt ,  in  andere  dingen  ook 'geen  uf"  ?l,Roï 
•geloof  verdient  j  etï  bttfbgtöttöatell/ dat  hy  daar  "e“" 

bewijs  by  brengen  foude.  öaai*  ï)aö  Ijpilfet 

teel  moepten  toe  /  toant  ï)«  ïjaaïöe  be  gieten  upt  D  , , 
fijn  faït/egtet  niet/  üoo?  en  aï  eet*/  bat  öp  öoojse*ft^ 
ïs?epgèmenten  baat  toe  genootfaaftt  /  en  gaf  Brie  ve  13 
fe  toj t&tfwt  mn  be  $mfk 

•  öiefe  mp.öanbeöe  ohetgeetei/  mmti-Qun  Mep*., 

■pe  ontroering  tftgnüonnfé  ïtefeoöe/  maar  niette 
min  Mi  llfcerftöciflfïeöantónöe  \  öat  iet  nog  niet 
ter  uptteoeeing  gefWö 

2I&  gaf  te  fteituen  ƒ  dat  Ueltbon  in  defen  de  waar- 
heyd  gefprooken  -hadde  ,  maar  daarom,  mijne 
Heeren3boegbe  fe!)tót  Bp  /  had  die  Man  als.  een  eer-  Waar  op  cfe 
lijk  Man  willen  doen  ,  hy  kon  my  buyten  dien  R°yfiine 
wel  gewaarfchouwt  hebben:,  want  laadde  ik  met 
hem  fo  willen  handelen ,  foude  hy  feker lijk  allang  1 

op  Madras  gehangen  hebben,  maar  integendeel 
heb  ik  hem  by  nagt  geholpen,  en  volk  daar  toe 
gehuurd,  mitfgaders  aan  U  Ed:  lïeeren  verfogt, 
dat  gy  hem foudet  willen befc hermen,  Datiswaara 

tetero  tm  eerfltn  erfrgt/  m  met  eeneri  De  IjcpfBeit 
«Bp  Den  anbeeen  gejfcoftett  ïjeblenöeV  toiefi  met 

•0011  geg.Ojbeeïb  /  dat  ik  fo  doende  geen  Spion  konde 

•  weefen,  xn  Daar  en  boben  gehjaagt  /  wat  ik  nu 
wel  eyfchte.  Daar  ïft  Op  DienÖe  /  niets  ter  wereld  5 
$y  waren  Heeren  en  Regenten,  en  konden  daar  in 
doen,  wat  hun  goed  dogt,  ’twas  my  genoeg, dat 
de  Heeren  Grootan  nu  wel  konden  fien,  dat  ik,  die 

.  K  4  Mm 


'l^Z  REt s-Beschryving  van 

Man  niet  en  was ,  daar  my  Dehbon  voor  verdagt 
»e  Roy  gemaakt  hadde ,  toaat  o  bet  ban  mi  pegelijft  ge= 
InDelth  P?tefen  eil  Dekhon  bOO?  mi  Schelm  Cl)  een  Ver- 

vooreen  rader.  Ede  fi®  nieten  fcfjaantbe  om  fijn cpgcn ge* 
schelm  loof#-geuooten  quaat  te  boen  /  geftouben  toierö. 
verklaard.  ’t^uam  öoentoeï/  bat  Delthon  gdö  Saööe/om 
ftet  af  te  maften/  toant  ftaööe  ï)P  een  arm  man 
getoeéfl/ftp  foMöe  ’t  feftetlijft  met  fijn  leeben  ïjtlu 
ben  moeten  betalen,  5fa  be  &itterj}epö  toa#  fo 
Dekhon  S?oot  /  öatfontmige  Maleyersïjem  in  ’taangefigt 

met  de  ny-  fpOOgCH. 

terfte  fmaat  ^ift  toierö  tod  fomtotjïen  bermaanö  ban  eenige 
bejegent.  jjanfïeiieïijfte  J|oobeltngen  /  waarom  dat  ik  d’aan- 
bieding ,  die  my  de  V orftin  hadde  aangedaan,  niet 
omhelfde ,  maat*  ^  teöenen  toeber-ïjietöen  mn  /  boe? 
Redenen  pecfi  /  bat  ift  ban  ban  mijn  V aderlandfe  ïïepfe 
Roy  dwan- ^OHÏïe  berfedicn  gijn/  en  bienbolgen#  mijn  goeö 
biedingen  tegt  fouöc  ttióeten  berïiefen/  ten  anöeren  ooft  / 
«Ier  Konin-  bat  ift  bafï  fïeïöe  /  bat  beft  natie  boï  argtoaan 
ginne  niet  ^ynöe/mw  noopt  ten  regte  fouöe  betroutoen  /  fo  ift 
ssatsnam.  gem  affïatiö  ban  mijn  geloof  bebe  ;  en  miööeïer= 
torjk  öemerfcenöe/öat  ift  ober  aï  berbolgt  toierö  / 
én  geen  anttooo?ö  op  mijn  ïaatfïe  fcö?gben#/oöet 
Malacca  afgegaan/  beftomenöe  /  mitfgaöer#  ooft 
ban  be  Franife  toeberom  aangefogt  toerbenöe  / 
onber  be  boo?bedigff  e  aanbieöingen/  betoeïfte  men 
aan  petnanö  fouöeftoimen  boen/  enbatuntname 
ban  Pater  Laby,  est  ben  «Êtottberneur  upt  Ben- 
gale;  5?ft  öefïoot  om  met  ftaar  naar  Bengale 
ï'  tT  te  bertreftften  /  maar  moefï  beboren#  berïof  ban 
,« gaan.  &é  1011111011106  baar  toe  berfoeften  /  om  fttoeïftt 
te  berftrtjgen  /geen  ftlepne  moepten  ftabbe  /  egter 
ten  langen  ïaatften  mijn  boeltoit  berepftenöe/on? 
ber  boojtoaatbén/  dat  ik  ten  fpoedigften  wederom 
foude  komen ,  en  als  dan  de  hoedanigheeden  aan¬ 
vaarden  foude,  die  my  haar  Majefteyt  aangeboo- 
den  hadde.  en  baar  ttttf»/  ïfup#/  ïfof/  en  mij* 
ue  anbere  goeberen  ten  gelbe  gemaaftt  Ijebbenöe/ 
quant  ift  be  jbtaö  Atchin  te  berlaten. 

3£og  eer  ift  toeber  ftom/  faï  ïjet  mijn  ’#  eer-ag* 

ten# 


Jacob  de  Ro  y,  153 

ten|  niet  onbienfiig  3gn/  bat  U  Ed:  Hoog  Agtb. 
ban  be  toare  gefcgapentgepb  een  toaare  ontfgtting 
boe  /  ban  bec  feïber  gelegentgepb  en  eeltige  bpfom 
bergeeben. 

„  fHangaanbe  be  bïoepenbe  ganöeï  ban  beffcïf^  Béfchrfj* 

„  <0nberbaaneri/  gaat*  rggbommen  beftaan  in  3  vi!\v.an 
„  <£5oub-mgnenAöaar  ban  de  Laboe  beboo?naarm Atchw* 
„fïe  \i/  ’tgerugt  ban  gaat  mogentgepb  onttent 
„  be  ttoop-ganbeï  $  foobanig  aangeg?oept  /  Dat 
„  omtrent  x©o  Ibcgeepen/  geen  10  baar  en  boben/  Riikd°m 
„nog  onber/ gaat  aïïe  gaaren  boo?  befe  fcgoone  7a" j*,00^ 
,iltoopftab  bertoonen/ fonber  be  minbere  ©aar? 

„tupgen  baar  onbet  te  teltenen/  toaat  toe  een 
„fcgoone  barffe  Witbier  /  baar  men  met  laag  toa-  sdwone 
„ter  8  boeten  op  be  banït  geeft/  niet  toepnig  toe Rivier- 
„geïpt/en  befpben  be  M/baar  men  jngomt/bet; 

„  toonen  fig  4  boeten  boben  ’t  toater/  a  garbe  fanb-  *Sand- 
„  pïaaten/  baar  men  genoegfaam  een  geerïgfttoa^ pIaatfen* 
„ter-pa^  fou  bonnen  magen/  baar  3gnoog  aan 
„  be  ftranb  eenige  flegte  bertneer-plaatfen/  met  Eemge 
« (Öefcgnt  bergen/  eöog  bie  niet  ter  toereïb  naar  Vfrwe/E- 
„  be  Wis-konft  3gn  opgefïeïb/  gebbenöe  nog p  aatfcn“ 

baar  en  boben  eengioote  menigte  banmetaïeen 
3,  pfere  Kanon  /  bog  op  be  togfe  ban  Banyer  meeji 
3,  onber  be  aatbe  bcg?abcn. 

,3  0efe  gemeïbe  bïoet  neemt  f  jn  oo?fp?ong  ban  oor^ong 
„be  Bergen  /  bebteïïte  eenige  mgïen  baar  bandecRiïi^ 
„baan  geleegen  ?gn/  enfcgepbbe jbtStbbanmaK 
33  ganberen  /  binnen  be^tab  geeft  men  geen  fïergs 
35ten0  aï£  flerge  gegte/  bigte  en  bterbante  Pag- 
„gers, baatbe  aanfienïggjie  tooonen/  bp togïen 
3,  tot  berbeebightg  eenige  metaïe  fitigje^  óp  gaar 
„  Pitfiaar-gupfen  gebbenöe. 

„  Men  binb  gier  bp  naar  aïbetganbe  ©oïïteren/  verfcheyje 
„  maar boomaamentïijg/  Deenen ,  Engeifen ,  Su-  ^lke«n 
„ratfe  en  Bengaalfe  Mooren ,  Detoclge  geeïc  goebe 81  aar‘ 

„  bao?  -  regten  gebben/en  infonbetgepb  be  eecft-gcs 
„noemisc/  betmitg  fp  alle  jaaren  met  gaar  3  of 4  s  h 
„  Jbcgeepen  gomen  /  bol  en  foet  geïaaöen  ban  öevancw 
jjguft  Chormandel ,  gebbenöe  ’t  rtiptn  bol  fïng-  mandei» 

K  5  J3  0oe3 


ilaarfcoop- 

mnfehap. 


1^4  B.EY'5-BeS  CH  R  Y  V  I  KT  S  VAN 

«flbe&etmban  aföeröanöc  Spb)aat  en  Kïeeöett  / 
«en  baat  neebenf  pebet  4  of  500  jldaabcn/  8|j&a 
j,  benbe.  ïsiimie  (aaftje#  meefï  ban  tó  Jlaarib  oóio- 
„ber  ,  of  /  tot  in  ’t  begin  ban  January  bectigt. 
« taaat  naat  fp  Dan  taeöer  %t%  ïtlefeu  nergens 
anüerg»  meebe  gelaaben/  aï$  Stebeng  -rntöbeïcn  en 
baïïafï/uptgenoomen  eenige  W$e^  met  <0onb  / 
,,bermit£  bat  fp  bpbjijïen  jaatiüftg  7  of  s  Pi- 
33  cols ,  tot  fjet  boojtfettêh  ban  öaarKoop-öanöel 
33»pt  Atchin  betboeten.  Kan  ooft  met  opregtigs 
33fepö  betupgen /  bat  ben  Sabandhaar ,  al£  een 
3>bpfonbete  ©|ierib  ban  mp  stfnöe  /  betfclaarb 
„  fp'éft/  bat’et  jaaren  jp  gebjeefï  ( ’tgeenöpfeps 
33  öe  upt  fgn  Sügifïct/  baat  ban  gégojubentebons 
3>nen  betijpn/  temeer/  om  bat  fjet  bsïgep  ‘t 
3>opgeebcn  ban  be  Deenen  feïfjsS  gebseefï  1 $/  bie 
ï3  Bern  be  Mfïeit  Qabben  öcïpen  berfeegeïen )  bat’cc 
örootc  „  tuffeöen  be  70  enbe  80  Bhaaren  fouter  goubban 
Goudbin-0 »  Atchin'  gefiaafb  en  becboect  jpn  /  boetfte  biets 
uen  4*chin.  »&aare  fïoffe  onöec  bendBöubecneur/öen  JÉaaö  en 
„  be  üoop-ïupben  becbeelt  bjetö/  ’t  geen  bat  fïg  ges 
3>  meenïprop  Defe  naarboïgenbe  togfe  töeb?aagt. 

3s€en  ïto0pman/  ( bat  gememïijfe  rneefljen- 
„tiven  jgn )  7  5>laaben  binnen  be  jlrab/  aen  bie 
„baar  toe  geffeïbe  boïmagten  ban  ben  <©oubecs 
33neuc/geïeebert  fjebbenbe  /  Voaar  ban  ooft  nette 
3,aanteehcninge  aan  be  poo?t  gefjouben  bjerb/ 
33untfangtöaar  op  xoo^yPöaalöec^/  bjaarboo?- 
33öefepbe  7  Jjrfaaben  beröonbetispn  aS$  tin  ben 
33  tijö  genaaftt/  batbe  ^cijeepen  fuïïcn  bertreftfcen/ 
3,  ban  b?engt  pebec  Koopman  ’tgetal  ©nee  ^laabm 
33 op/  bjaaraf  öefeplt/en  bso?  öenptgefc&ootcn 
33  penningen  d’ Edele  Compagny  25  ten  100  tteïtt/ 
«moetenbeboben  bienboo?  be  b?agi  ao^yftsöaais 
33  ber^  betaalen/  beïjalbeu  be  onftoffen  ban  be  mowö- 
33  ïtofï  /  tot  öaar  ïebens?  onbetööüb  noobig  *  met  be 
'jjaanöomfl  ban  öefe  jt»cl?eepen/teeebenöe  Jbïaas 
33  ben  gefaamentïtfft  in,  een  baar  toe  gefieïöe  Kam- 
33 pon,  öfQuartier  gebjagt/  naar  ’t toelfte gemeïs 

33  be  ïi|f“  epgene  in  ’t  bp  -  jijn  bars  Deilapitepn 
'  " 


Verhande¬ 
ling  van 
Slaven. 


Jacob  de  Roy.  iff 

* , en  be  Gommis,  of  Faéroor  ban  $&$&/ ft» 

„  openbaat  opgebeffó  en  aanbemeefibiebenbcber?  veyia  en 
„  ftogt  toetbenftomenbe  gemcenlp  70/  So  /  ooft  100  mkogt 
„  Byïs#öaaltec|  een  feloefe  gfongen  tegeïDen  /  toer=  ***'&*!. 
„Denöe  ijkt  gemeeneïp  een  aantal  ban  15  of  i<joo/ 

„  ja  bp-totjïen  tot  20Q0  flirts^  toeonbet  De  gfuteoon* 

„öecgi  onigefet  /  Die  fp  ban .  in  be  ^ouö-nnjnen  worden  i« 
„toeeten  teg?b?upben/Den  $*actoo?  ontfangtboo? 

„  fijn  geïeeberbe  toasten  aanfionb#  <0onö  ra  be  gebrcyfct 
„  pïaatg/  onbet  bcfjoo?ïtj&e  aan-teèftening/  toast 
„  meeöe  fjp  ftg  niet  fijn  toebetïiotnfï  bp  ben  üeee 
„  <fi5onbecneut  en  befïfp  ïpsben  op  Kranke- 
„  baarenrnoet  betanttooepen/  enïm£  boenöe  ft’ijgt 
„De  Edele  Compagny  {jaste  getegtigïjepb  en  De 
„becbece  jfêaat-fcfjöbpet^  peöet  ’tgeen/  batfjént  v«deeiing 
„  toetti'g  toeitomt:  op  een  gelpetoijfe  ïjanbeïtmen  !?“  *}et 
„ooit  met  &aarMe®if(n/enl.ptoaatón/  toast  |oo|  ■ 

„  men  aittjb  Den  (laat  ban  (iaat  pnDeïop  Atchin 
„  ban  te  toeeten  Komen/ en  nB  gjoot  ’t  Capitaaï 
„i£/  baat  fp  mebe  gaan  fleepen. 

„  <B.e Mocïtfïe  ^cöeepen/bie  bet  mogen  3gn  /boF  Goede 
„  geiaaöen  toeefenbe/  toetben  binnen  ben  tijb  ban  Pamiei, 

„  3  Jüaanben  niet  alïeen  geïeöigt  i  maat  öoo?  ’t 
„  mcenigbuïbïgffegte/  en  betUeeen  batoaïbetïjanbe 
„getotibe  fóaopmanr  ftfjappen  fjaaec  goebetenbets 
„ftogt/  intta  beetDtge  betaaltoge/  aïfo  naat  be. 

„  ïebeting  ’tgonb  baat  boe?  moet  in  be  ftifï  öeb? 

„  ben. 

„Het  gangbaatilStint/bat  gfet  meefï  in  ftoang  Gan-ba» 
„gaat/ 3pn  ^ouöeMaafen, DoenDcpeöct een  bietï  geld.8 
„  De  fSijft^baaïöer/  Dsgjyn  befelbe  ban  füifte  goebe 
„  Aliöy  liter/  aï^ftetougeftiunt  gouD/  ’ttoeïfteten 
„  mee/ïen  beeïen  fpjupt  /  bat  De  ïtoninginne  Dc 
„  ma gt/  ban  flnnt  te  lasten  ffaan/  aan  pat 
„  feïfër  befteiib  /  en  bien  boïgenbe  pat  booiöeeïbaat 
„ban  fteeft. 

„  3©at  faï  ben  önbetgefÊïfjreben  ban  be  toeeft? 

„tgige  en  niet  min  bloepenbe  ffeop-iffanbeï  ban  De 
„  ftoogmöêbige  Atchinders  langer  feggen  ï  beemitg 
•jöat  Öp  met  fijn  %-  lastig  betbïgf  albaatetba* 


ij-é  Reys-B  ESCHRYVING  V  A  ff 
ReJeneêtiHg  }j  centgepij  genoegfaam  betmepnb  gcfc?eegeni  te  ïjeb* 
ve«  over  »  feu  ( niet  tegeitfiaanbe  /  bat  noopt  op  fjerben  geen 
den : Handel  „  ïfanbeïaat  getoeefï  $ )  om  boa?  d’ Edele  Com- 
te  Awhin-  „  pagny  5  of  6  maal  100000  Hijh^öaaïöerg  met 
„120  toinfi  aan  üssopnan  -fcljappen  te  bet¬ 
reten.  €öag/  of  peöct  een  baat  toe  be  b?ts 
„epfïennbetbinfeing  en  ttouto/  om  fewne  Zeereu 
i,en  IBeefïet^  belangen  boben  De  fjadtete  agten  f 
„foute  tegaaft  3tjn  /  toetb  bp  mg  in  itoffffel  3^ 
„t?uhhen  /  maat  ban  baat  met  optegtigljepb  bp- 
„  boegen/  tnbsen  ’trnp  fep  ftonö  en  baat  bp  ges 
„neegen  toa$>/  gels  te  tolnnen  (  of  om  betet  ges 
„fegt/  toetft  maahte  ban  mijn  ttjöeïp  toelbaa? 

„  ten  aanbelioifpeïtutig&epb  Der  goïbenop  teoffe* 

„  ten  /  geen  ïfebet  tooon-plaa$  fouöe  bullen  ftlefen/ 
Atchin  by  „  aï$  Acchin,  niet  bat  ift  mpfï  befc  öoeft  ban  S  uma- 
de  Roy  in  js  tra  böpen  alle  plaatfen  totl  uptbippm ;  toant 
aodna  »fpmtotjlen  feijgt  biet  ben  Hanöeïaat  een  raethe* 

0  ö'  „Ipefcfiaabe  en  betlle#/booi  toeboen  ban  een  pattp 

isvdi  „  ^ieben /biiaat  ban ’tEanbïjiet  bol  il/onaenge?  \ 
dieven.  „  fïen  öat’et  feet  goebe  en  fïtenge  toetten  /  boo| 

„  ftiïfte  2£5aeben  /  öooj  be  fjooge  «©berigfepö  ges 
„geeben  en  gefleïb  $tjn  /  toant  fee  be  tóaatöpe  / 
„ban  een  Theyl  of  +  t5p£-baalber£ban  petnanö 
„  betfeeemb  en  baat  ban  obettupgt  jtjnbe  /  toetb 
straffe  óver  „  fonbet  ecttige  genabebe  f?anb  afgehapt/ en  naat 
4e  feive.  „mate  3  en 4  Theylen gcfïaolen febbenbe  / 10  fon= 
„bet  teegen-ftneelienöanb  en  boeten guift/ maat 
„  bomt  ben  Ifef-fta!  xo  Theyl  te  befeaagen/  toetb 
3,  öefelbe  ïeebenfeg  gefptt/toetöen'oe  öefe  ban  banben 
„  en  boeten  betooföe  /  en  boo?  be  Republijk  onnuts* 

3,  te  menfcïjeit  op  een  <s2pïanö/  genoemb  Poelowey , 

„  gebannen  /  moetenbe  bufbanig  op  een  elïenbige 
„  totjfe  hunne  boft  foefien  /  en  toetten  00b  toet  ban 
„  beboo?bp-barenbe  biffftp  gefpijfigt/  ofte  moeten 
„jammetïljb  ban  honget  en  hommee  betgaan/ 

„  bog  tegen$  befe  gefecefbe  onfeplen  heeft  een 
®egt  der  „  fecemtelnig/benebend  een  anöete  intóoöntet  bat 
burgers  „booj-regt;  om  befe  nagt-abanturier£  binnen^ 
tegeudtft,  „{jup^/of  etf  bettajjpenbe/  fepeïtjh  ban  bant  te 

»  ma? 


Jacob  de  Roy.  15/ 

„ maften/  fuïftg  öat  öe  Befte  insböcï /  Die  men  te=> 

J30eng  öefe  fttisber  -  paal  ftan  Je  toetft  fïellen  /  ig 
„  een  gocöe  teagt  Boa?  fulfte  roof-bagei^  te  fiou* 

«  öen  /  team  ijet  beftent  maften  ban  Diergelyfte 
„  boo?Baï  aars  Den  Criminelen  ïSegter/teerö  ö’  neer- 
„  gelepöe  miföaöige  op  flaanbe  boet  upt  ftet  ïjupg 
„Qefïeept  /  Daa?tjp  ’t  fept  begaan  fteeft  /  en  to'tjs 
» berg  tot  een  €jcempeï  ban  Diergelyfte  quanten 
„  aan  een  JMt  gefjangen. 

„  3[ft  ftcb&e  aan  öe  boo?fcft?eeben  fyöe  Atchin  een  AtcWn  de 
„  Republijk  gtuoemt ;  en  fa  U  Éd:  Hoog  Agt-  naa™  Vaa 
„  baare  eentgc  Üïaat-ftHnösge  beöenftingen  op  beo  ebe1",Kfj"* 
„flaat  ban  öïe  Wegeedng  geUeben  te  maften  /Ben  ïe„. 8  0 
„ift  ban  gebagten  /  öat  menfe  ten  regten  fobanig 
„  Dient  te  noemen  /  want  men  fauöe  ftaar  Dienen 
« te  becgeïnften  /  bp  be  jpabel  ban  Efopus ,  toegen£  By  Je  faW 
a,  ’t  berfoeft  ban  be  lüft-bo?ffea  aan  J upker,  om  een  vanf'|e  Kik* 
„  ïioning  te  moogen  ftebben  /  ten  epnöe  om  jfjaar 
j, tegend  ftaare ©panben te  ftotnen befdjutten /bes 
3,  fe  teel  fienöe  /  öat  fp  niet  en  toiflen  /  tont  fp  be= 

33  geerben/een  g?oot  fluit  |ont  in  ’t  toatec  bet  ballen/ 

3, ’t  geen  teel  eenig  ontfag  in  ’t  begin  baaröe/ maar 
33  naöecftanö  boa?  fijn  anöetoeegeïtjftöepb/  ban  fijn 
3,onöeröanen  felfg  beïacftfen  befpot  toieeb.  <£ben 
,>$  ftet  ftier  meöepleegen. 

”  55e  ïüoninginne  fteeft  teel  een  gioote  naam  / 

”maar  toepnig  rnagt  en  gebieb  /  en  o?öonneert 
”  teel/  maat  teert  niet  eetöec  geftooifaamb/  aï^ 

”  toanneec  Dat  ’er  pemanö  ■  ban  ftaare  liebeïingen 
”öaac  bp  geinter  effeert  i$/  fp  ö?aagt  teel  in  öe 
”  ïïtjfts-bergaöering  boo? ;  maar  ’tföaaö^-befïüpt 
”  moet  fp  ban  ïjaar  ïföbeïlngen  aftnagten  /  en  ftan 
”  niet  onaaröig  Ijnnne  Pitsjaaringe  toeröen  bete 
”geleften/bp  üe  lSyft£-bergaöeringe  ban  öcïïroonReg^j 
”  Poolen  ,  fo  öao?  memg-buïösg  getal  öer  iïaab£-  v*n  AtciL 
”  Ijeeren  /  aï£  ooft  om  toanneet  een  öer  Waywoo-  by  dievan 
”  den  upt  eenfge  baat-fugtige  tnflgten  /  ’t  berSjan?  p°oI®n  ver* 
”  öelöe  in  ben  föaaö  af-fteurö/  öer  niet  ftan  teet^ 8c  eeken* 
*’öen  beflooten  /  en  öe  bergaöering  b?ugtcIoog 
!’  fcöepöen  moet  ;  toant  ijler  öeeft  peöer  meöe  een 

33fïem/ 


Gedüurïgé 
Èwee-f^alc 
taffen  hen¬ 
lieden* 

Verfoefc 
over  een 
Koning  té 
verkiefen. 


ïloe  tegen 
gehouden* 


Xmborfë 
Van  de 
Atchinders* 


Hun  bloo- 
hcraghéyd* 


'tj’S  REYS-BËSGÏIRirviNG  VAW 

3’ fleur/ en  ’tntoet  ooft  mi  faaft  jtjit /  bic  fo&aa£s 

Mijfytijli  |un  gefamentïgft  teel-toeefcu  betreft/ 
”ect  bat  fp  met' ben  anbeten  een#$yn/  öat’erfeps 
”naar  memanb  tegen#  Derft  fpeeftem  maar  in 
33  anöere  ttoiiffel-agtige  boojbaïïcn  51311  De  betöeefts 
3  Meeben  enfc|eucihgenfb-g?pot/  Dat  ’er  fointoifs 
3’  ïen  eeuige  Dagen  boog-bp  gaan/  eer  bat  |umié 
”  meetróig  en  goet-binben  ff  anö  gpjpt  3  Die  in  B.ps 
*’bom  topten  an&eren  uptfleeften/  lebben  fefters 
”  lijft  meeröer  5iit|oeitcpt  al#  ö’aiiDeren  /  bermit# 
”  Dat  ‘er  een  pattp  leeöra  tipt  ben  raab  ban  paar 
”  ïeben  moeten/  al#  ooft  om  öat  fp  gemeenïnft 
”  gefïreftt  en  gejtójft  590  /  Doo?  laar  epgen  en 
”  ©|oute#  bloeD-bertoanten  /  fuift#  Dat  ’er  gebutis 
” rig  tbjee-fpïionber  öie  ï^eeren |up#-befï. 

s’  Jüóai’-önnaaï/  aï#gefegt/be  filergé-en  lanb* 
”  lupben  met  een  aanftenelijliè  t?onp  fomtoglm 
33  naar  Atchin  ftoomen  fltipben/  een  Honing  bes 
”geee£ii&e/  leeft  |et  nip  berfcïiepbetnaai  bertuons 
3,bett/  öat  fuift#  geen  iipt-tecrfting  leeft  /  maar 
”tft  betttou\»/öat  baat  nfentanö  aan  Derft  tillen/ 
”  om  öat  een  pegelplt  eben  gjaag  naar  bat  ïeftfter- 
”  Peetje  foube  §sjn/  of.  ten  tninfïen  pemanb  upt 
”  fijn  maagfc&ap  tot  bie  toaarbigftepb  foube  toiïs 
”len  inbpngen/  ’t  geen  ban  b’  anbje  fo  niet  bec= 
"  fïaan  toerb. 

333®fjöer#  moet  ift  ban  befe  natie  getupgen/ 
”  batfe  trot#  en  pobaarbig  jpi/  en  Daar  bp  ons 
3’ gemeen  fc|§anöee  en  beenuftig  in  ffuft  ban 
”ïtoop-|anbel  te  D?|ben/  maar  baar  bp  ïeup  en 
”  feer  traag  tot  ben  fïtbepö/  nergen#  op  minbet 
"benfienbe/  aï#  opftiinne  teeliitfien/  en  Daarom' 
”  meefï  bertorjfc  fonbeïbemmfïeöappeïlcpt/  bers 
31  tuit#  bat  fp  in  beetnoog'e-n  /  en  öp-bomtoen 
‘Maare  naönnrai  te  boben  gaanbe/en om  öetoeïs 
”fte  fp  öagelp#  ban  befèïbe  öéfogt  toerbm/  fa 
53  Ïaat-öunftent  §ptfe  te  benften  /  bat  paar  nies 
” mant  beeren-tóni/  enfo  ’t  anber#  nptbalt/  of 
33  bat  |et  tot  De  baaWfpe  faaften  ftomt/fefpemt 
”  men  met  ben m'fïen.mi  atgemsne  betlaafflepb 

»»  onbec 


J  ACOB  BÉ  Rolf.  if9 

”  onbet  be  gentoeöeccn  /  toaat  ban  fa  itifj'n  aan?  fe7iLe!B 
”  toeefen  alöaat  een  pteube  gejlen  Beft/  ten  aamr0over. 

”  fïen/toat  feftct  Manacaibifch  ggee-roobet  ftaac 
J’  Labde,  of  gouö-tnifa/  toet- jegmjïaaftise  /  batfe 
”  met  5.  of  <500.  Jlan  Befet  tea^  /  outtoeïbigöe/ 

”  en  toaaten  eettige  maanden  Bejlg/omftaat  baat 
”  Ban  baan  te  ftcjjgen/  en  toag  nog  niet  ternes 
"maaïboo?  mijn  bertreft  geöaan.  ■ 

„iïpt  alle  t  todfte  ift  met  goebc  ccebcn  een  o* 
j ,  betfïag  maften  ftan  /  bat  men  niet  toepnig  ntoep* 

„ten  enouftoflen/Dte  #>tab  en  baat  aang?enfenöe  Aanmcï- 
„  ïanöen/  fouöe  ftonnen  obetbaïïen  en  genoegfaam  ki»g  des 
s,  Beteugelen  /  ïjaat  ontöieeftt  geen  üanoubanaï  fd,rifters 
„  betljanbe  foojt  en  ooft  jlEoftieren  /  maat  boo?  blmag^n 
„  ftaat  onftunbe  /  ban  met  ö’Bttiïïetp  om  te  gaan/  van  AtcWtu 
„fa  leggen  ftaar  fcftoone  metaale  Jlrtitftften  /  aft? 

„  mi#  gefegt/  \#  In  t  Eanö  /  of  onbet  tg?a#  Bes 
„gjaaben. 

„  ^e  Sabandhaar ,  öte  nip  toonbet  tod  Befint 
i>  öaöbe  /  fogt  mp  genoegfaam/  om  tipt  naam  ban 
„be  Itonfngsnne  te  Betoeegen/  om  daar  een  her-  Jae™e* 

3,  Helling  van  te  maaken  ,  bifttoü^  mp  ooft  jfjet  sabandhaa# 
„  boe?-toetp/  bat  ftp  met  fijn  g>oon  boo?  ftabben  aan  ds  ro7, 
„boo?  ftoubmöe  /  miffgabetf  /  of  (ft  met  fonbe 
„  ftonnen  te  toseg  Bjengen  /  dat  de  Edele  Compagny 
„fijn  party,  of  die  van  de  Vorftin  foüde  willen 
„kiefen,  alfo  dat  haar  Hoogheyd  om  een  Huu- 
„ welijk  met  fijn  Soon  (bat  een toaftftet  en  blug 
„20anOjefau$ )  aan  te  gaan ,  t’  eenemaal  geneegen 

„  b!eef/  ‘fo  betontfcjfaïbigöe  tft  mijn  feïf#  op  liet 
„itsfe  boof-flag/  toegen$  fMtetonpajTeïpftijept/0/'..®1110^ 
»  Me  IftböOj-ggf/  te  ÖcÈfeen/  m  op  &ct  ttoeeöe  booi'  J  * 
„ftcïy  fï’clöc  ïftftemnpt/onöet  Beloften /van  daar 
„over  te  lullen  fchrijven.' 

^>0  ift  ftct  niet  gebaanïjeB/Edele  Hoog  Agtbaare* 

ftet  niet  Bp  geBieft.toan  een  gocbe  nepging/  boo? 

De  Nederlandfche  Compagny ,  maat*  eet  tipt  tttip. 
moebigftepb  gefcfticb/  naatöcniaaï  ift  quant  t’  cnts 
toaaten/  bat  mijne  mifïtge  boo?toetpen/  beloits 
genbe  ’tïïtjft  ban  Banyer  en  Succadana  gebaan/ 

Ö00| 


Verfockt 
eenig  geld 
van  de 
Tranflèo 


160  R E ys-Reschr y ving  van 

bao|  U  Edelens  niet  aangenaomen  /  of  om  beter 
gefegr/  nietg  bertroutod  toleed/  jaa  felber  ban  mijn 
pardon  niet  bende  erlangen/  fcfjoon  ift  fa  bifttosfé 
fineeftiitg  baat  om  gedaan  bebbe  / en  biet  midöeïer* 
toijïe  geen  gdegentbeyd  bindende  /  om  naar  bet 
Vaderland  te  geraaften  /  befloot  ift  eeng  teröeegen 
V  onttoaaten  /  of  de  Franflen  tori  in  Der  baad 
fobanig  /aféfy  uytterïtjft  boo$-gaaben  /  'tmcen* 
den/  daarom  gebet  ift  my/ontblood  ban  pennin* 
gen  te  toeefen  '  en  ober  fuïftg  ban  baar  een  fomme 
ban  4000  iÉp#-daaldee£  ban  baar  te  kenen/maac 
bond  baar  ten  eerfïen  getoillig/jaa  tobden  nty.befribe 
febenften/  en  nog  meer  /  foo  iftdefélbeban  nooöen 
baöbe/  Dog  ift  berontfcbuïbigdc  my  baat  ban  /  in 
tegendeel  pafleecde  ift  een  ^anb-fcb?ift  ban  de  be= 
toufïe  fcbuïd  /  en  bedong  baar  by/  fo  wanneer  die 

penningen  op  Eengale  quam  te  voldoen  j  als  dan 
vry  en  vrank  foude  mogen  gaan  en  ftaan ,  gelijft  fe 
OO&  Door  U  Edele  Hoog  Agtbaare  llefldent  tot 
Bellefoor,  Sr.  Hendrik  vander  Meer,  boot  mtjtt 
ïfteeftening  gijn  betaaïö. 

Sfft  bon  in  allen  deelen  toel  befpenten/dat  my  be 
«ie  Rov  in  Franffetl  tn  baate  fcbulben  fogten  in  tetoiftftelen/ 
den  finy  en  toanneet  ift  alg  dan  onbermogeng  foude  getoeefi 
hadden,  gijn  /  fodanig  een  geld  fomme  te  bonnen  toederom 

geeben  /  my  alg  dan  te  berpïigten  /  om  in  baar 
dienfi  te  teeèöen :  om  baar  in  bunne  toaan  telaa* 
ten/  fo  nam  ift  de  gemelde  fomme  ban  baar  /  des 
Heemt  het  tuelfte  ift  ooft  ten  crrflen  aan  een  Bengaals  Itoops 
man  toe  telde/ met  beebinteniffe/dat  hy  my  voor 
d’ Intreft  van  die  penningen  met  hem  ... vry  foude 
over  voeren  ,  en  wijders  met  fijn  Schip  Verft  op 
Teuajfaiy ,  en  van  daar  op  Eengale :  toailt  baat  toe 
leende  ift  bent  mijn  ©olft. 

jfiaar  de  eerjï-genocntde  plaatfe  moefïen  tóy  bets 
treftften/  Dltt  aldaar  een  Franflen  Ambafladeuraf 
te  toagten  /  toeïfte  toag  den  berugten  Pater  ban  De 
foo  genaamde  Societeyt  JESUS  ,genaamt  Ta- 
chart. 


Wat  de 


gekl  van 
4c  Franflc 
W* 


‘tflM 


Jacob  de  Röy.  t6i 

4t  Ï0a£  op  ben  agtienben  Pan  be  Jfèaanb  Auguftus  vau 
itfpööat  ban/niet  fonöcc  Pan  biPerfe  gebagten  gefï  iu= 
gerbtepjeefert  /  be  #ePerai  Pan  Atchin  pcdirten  /  m 
naat  eenige  bagen  sepïeng/guamcn  top  gdufthig 
Poo)  Mergeu  ten  filnte  /  almaar  met  onfe  aan#  Komt  te 
ftomfi  aper  een  Engels  ,i>cf)ip  Ponben/  öe  Mu-M«rgeu. 
coc  genaamt  /  spbe  een  fjegat  /  bat  Pan 
Bombahia  naac  China  gebeflraeet’t  toa|/  op  bat 
Ǥ>cljip  toaten  boo?  ben  iBguPecnmc  Pan  Romba* 
hia  9  <®uaat-PJil!s§e  en  geötoongene  pftfboneit 
gefet/  befe  s>  <£5afien  maaftten/  met  ben  anberat 
een  aanflag  /  ofte  een  complot  ( teaac  Pp  fpeenfe# 
ge  Ploeft  -  pectoanten  aan  pnne  fnoet  Pan  ’t'r°oraM'  . 
^cfjeep^  ©oïft  Bjeegen  )  om  haar  meefter  van  yj" '£* 
’t  Schip  te  maaken ,  en  bat  jupfl  op  een  J&agt/  fa  verwanten, 
alg  fp  Pao?  Atchin  ïaagcn  en  D?ecPm  /  Pan  mee# 

Hing  5gnöe  /  om  daar  birinen  te  kobmeti ,  belt  ila# 
pftepnen  öe  ^tutit-lupben  boo?  ’tge/iabtgtoaften/  ISo°Uw& 
Pmnitg  bat  fjacb  Psebcc  pbben  gepb/Permoepb™1^ 

31] nöe/  toaaren  in  fïaap  gepalïen :  teaac  op  %  ge#  gatten. 
rëfolPcctbe  <0>afïen./  peöet  met  fïifïool  en  23am 
Zonetten  Pecfien/  tn  be  feajtiptttaaöen  /  en  fcljoo#  Den  Kapï» 
ten  ben  Staptepn  in  fijn  fïaap  foobaanig/  bat  fjp  %«» J°oa 
baai*  na  b’eentoige  fïaap  fjeeft  geflaapen/toetbem  gefehooten'* 
bë  bug  fammecïijft  boo?  moo?b-m  ftfiiet-geteeer, 

Pan  ’tleePen  beroofö/  en  onbcttoijlen  teacen  öe  7  ’c  Ge*as 
anbete  op  ’t  gecugt  Pan  be  ftïjaot  tn  be  ïHonfïa#^'^  7 
piïg-ftamec  gePallen/  en  maaftten  öaat  ten  eecfïen  bo0s.«,ig. 
meefiec/ Pan  ’tfjanb-getoeet  en  SSug-poeber  /  teaac  ten. 
naacbriiioo?benaacg  ’toPergebïePcne  ©olftgefa? 
mentip  btoongen  /  om  onder  de  Bak  te  gaan, 

Piaac  fp  PctPoIgeng  gcfamentïgft  riepen  /  dat  die 
geene  j  dewelke  genegen  waaren,  met  haar  aan  te 
Ipanneu,  vrijelijk  uyt-treeden  mogten:  plaat  toe 

ftS  een  getal  Pan  35  Jberfoonen  liet  beteeegen/teec# 
benöe  19  man/  teaac  onbet  beg  ïiapitepng  Jboan  Ven  *j?e~ 
mtebe  toag/  Poo?tg  gebteongen/om  batfe  Pan  be  defeboor. 
pattp  niet  toilöen  3ljn  /  in  deSchuyc  over  te  gaan,  wisten, 
en  daar  meede te  vertrekken,  gelpectöp  alg  ill 
fe  /  boenmaalg  op  Atchin  jgnbe  /  Ijebbe  ffen  aanftö* 
de  Rojr.  L  mcil  / 


'i6z  Reys-Be  schryvtng  van 

men  /  en  niet  een  öeöjoefbe  taaï  Quntoebcc  -baa= 
ren  booten  betbaalen. 

Jïaat  Dat  De  2$eïbameï#  b»n  ïtapitepn  ge* 
maffactcert  en  b’  #ffirieten  /  aï#  gcfegt  /  bet= 
jaagb  babben/  begaaben  fp  baat  met  gernclbe 
waar  fig  l)aal.  Tanafary  en  Aagten  baat  Dy  Den  Vi- 
wigten°heen  ce  R°y  >■  ö‘e  öaat  toegen#  ben  fóonmg  ban  Siam 
begaven,  fbn  betbïtjf  bouö/  en  ooftbp  De  2  «©oubenieur#/  tóe 

obet  Mergeu  gebicbcn  ( jgnbe  De  yïaat#/  betoeïïte 
boo|  aan  De  2?ee  geleegen  i# )  fa  Deel  te  toecg;  Dat 
fp  baat  naat  bnnne  epgen  toel-gebalïeu  ftogten  en 
berfcogten / onbefcb?aomt  enbe  ongemoept  gingen; 
’tgeen  bat  ift  met  meet  anbete  Engelfe  «^cbipper# 
fogt  te  bekt  ten  /  maat  te  betgeef#. 
voomee-  maabten  betbaïben  een  betbanb  /  om  defe 

«SeRoy  mét  Boofwigten  te  overrompelen  ;  blaat  tOC  ift  al# 

‘  «enige  ^oofö  betïtoten  toiecD  /  ’tgecn  on#  quaïp  fouöe 

andere.  beböe»  bonnen  mifluftften  /  naatbemaaï  befe 

meefïec#  bun  geftooïen  Jbcbip  boog  en  bjoog/ 
om  te  ftalfaaten  /bobben  gcfet  /  en  aï  baatïïjupb 
en  ammonitie  ban  #o?log  onbet  een  (&ent  aan 
Eanb  geb?agt.  JBaat  bp  nog  quant  /  om  bit 
benemen  be#  te  meet  bebulpfaam  te  gijn  /  bat  fp 
bp-toijïen  fo  obetfïaïïfg  befcbonben  toaaren  /  bat  fp 
al#  fïomrne  beefïen  baat  te  fïaapen  ïeptón. 

Dog  veran.  <göog  en  bon  egtet  niet  befïupten/  fuift#  bupten 
isedasten  &enn(ffe  ban  De  Mergeufe  <0onbetneut#  te  onbecs 
®  h  *  fïaan/  'tgeen  mp  ban  betooog/  om  bet  gebeente 
ban  befe  eecloofe  fielten  op  bet  ïeïijftfïeaf  te  maa? 
ïen/  en  baat  neben#  bp-boegenbe  /  dat  een  yegelijfc 
af-fchrik  voor  diergelijke  Vagebonden  behoorde 
te  hebben ,  naardemaal  dat  fy  algemeene  V yanden 
waaren  van  ’tmenfchelijk  geflagt ;  maat  befe  om? 
geftogte  Regenten  /  befeffenöe  /  bat  fp  beel  boo?* 
beeï  en  toïnfï  ban  bit  geboefte  betept#  t  geftab  en 
waarom  nog  bertoagtenbe  toaaten/  tobben  baat  geenfïnt# 
hes  felve  toeberfïaan,*  en  fo  boenbe  toietben  top  ban  on# 
agter  bieef.  &efïupt  enbe  upt-toetftingen  ban  tóen/ tot  on#  ïeec- 
toeefen  berfïeeften. 

3» 


Jacob  de  Roy.  165 

g[n  -  miböeïs?  quanten  ecnige  ban  befe  hupten 
nip  tipt  ben  naatnban  &aat  gefeïfcfjap  betfoeften/ 

of  ik  geen  geneegentheyd  hadde,  om  haar  Opper-  Ver(-oefe 
hoofd  te  weefen  ,  met  bebing  /  dat  ik  een  derde-  de  (er  Boof- 
part  van  al  de  buyt  foude  hebben ;  .mitfgabetgi  ooft /  wijten  aai» 
dat  fy  met  het  vermeefteren  van  ’t  Schip ,  een  112  Ro^ 
Kapitaal  van  tfoooo  Rijks-daalders  gangbaar  geld 
hadden  gevonden  ,  waar  van  fy  my  meede  een 
derde  wilden  geeven  ,  haar  ontbrak  geen  couragie, 
om  yetwes  te  onderneemen,  haar  Schip  was  ook 
hegt  en  fterk  ?  en  daar  by  wel  befeylt  3  daar 
ontbrak  haar  niet  anders  als  een  ervaaren  Gefag- 
hebber,  dewelke  de  Landen  en  Vaar-waaters  in 
defe  geweften  bekend  was ,  en  waar  van  fy  wel  wif- 
.•  ten  j  dat  ik  een  grondige  ondervinding  hadde  j  maat 

ife  floeg  ïjaat  aapieötngen  Ijeel  tolt, ie^  af/  011^ 

bet  boojtombing  /  dat  mijn  gedagten  naar  ’t  Va-  ?at  ,y  af' 

derland  ftrekten.  8* 

J^aat  bat  fp  Sun  Jbcfjip  geMcfaat  /  fcpon 
gemaaïtt/enban  alïcg  toeïboö??jen  fjaöbcn  y  D?ee=  .. 
ben  fp  öe  öibiec  af  en  gingen  ccgt  boo?  be  monb  hnTsdiS** 
ban  bcfelbe  ten  Inliet  léggen/  eeng-beefê  om  op  de  Rivier  af, 
be  uptïoopcnbe  gscljeepen  te  paffen  /  aï£  ooft  in* 
fonbètfjepD  om  bat  be  toeet  fjabben  /  bat’er  3  ttjïi- 
geïaaberie  ^eïjeepen  (ben  Honing  ban  Siam  toe- 
Defjootenbe )  ban  be  ïmfï  Chormandel  tebectoag- 
ten  toaaren/  gelp  ïjct  ïto?t  baac  aan  quant  te  1 
blijften/  becmit#  bat  een  ban  befe#>c{jcepen/  niet 
becbagt  3önöe/toat  boo?  een  ©ogel  bat  baat  boo? 

Be  ïSibiet  lag /meenbe  binnen  te  hoornen ;  maat  bic 
pa$  hjietb  tjem  tueï  fjaafi  afgefneeBen  /  ten  opfig= 
te/  bat  be  f^ee- Jbe|jnpmei$  ïjtni  met  ïjaat 
gefcljut  ten  eerfïen  ötoongen/  te  ftrijken ,  en  boe^ 
ten  naat  ljunnc  epgen  goeö-tsnnften  aah.öoo?b  /  ban  JKf® 
boaat  fp  upt  be  Siammer  ïigteden’en  teeg  fleepten  den  Honing 
alïeé/  toat  gaat  goed  bagt/  bïijbenbe  be  <0ott-  van  siam. 
berneurg  aanfcljoutoet^  ban  foo  een  D?oebig 
£>cljou-fpel  en  Doenmaal^ '  bog  te  laat/  felfê&e* 
feïaagenbe/  batfe  mijn  taab  niet  boo?  goeb  ge= 
ftewtb  öaböen. 

L  z  Haat 


Ï&J,  K-éys-Bbsc  HRYVING  V  AN 

.»  .ïBaac  ’t ftobbigfïe  ban  alle#  boa#/  bat  Dieatmts 

ïuffeu  z  toelpöfe  <0ouberneuï#  maïftatiDer#  girtigljepbber* 
<jouver>  toetten  /  en  fo  boende  boierb  ïjaac  fnooöe  ftaubeï 

nenrs.  aan  pebec  een  ftenbaac  /  onbertuffen  teerb  baat 

JBeefïcr#  goeb  becoofö  /  en  öaöDen  niet  boo?Dagt 
Die  ïSoobec#  fo  tang  aangehouden/  ’t  geen  fjaac 
niet  bupten  b?eefe  bjagt  /  öat  fp  fjunne  ftooföen 
baar  boa?  foubni  bomen  te  berliefcn.  ’t45eenï)aab 
bede  befUtpten/  ban  mp  feec  uptb?nftftelijft  te  fto? 
HunVerfoek  tt1g||  becfdcftcn  /  dat  ik  dog  als  hoofd  van  de  Siarn- 
aan  < e  Koy.y^  Koninklijke  Scheeps-magt,  my  foude  gelieven 
te  laaten  gebruyken.  ilDatlt  be  Z  d&oubctneur# 
quamen  niet  alleen  in  mijn  ftup#  /  om  mp  baat 
au  mede  f0e  te  beteegen  <  maat  «en  Honing  feïf#  met  Die 
Konings.  naö?e  aanbieding /  van  de  Wimpel  onder  de  Vlag 
te  voeren,  en  de  keur  te  hebben,  op  wat  voor  een 
Schip,  dat  ik  foude  gelieven  te  commandeeren : 

•  cn  betoplöat  Dit  een  faalt  boa#/  bimlft  niette!  af= 
mm  enli,  *  fïaan  ftonbe/  fo  teerb  ilt  al#  lömitaai  boo?gc= 
Admiroai  fïelö  /  cn  ging  aan  25oo?ö  ban  een  tel-be3epïö  en 
*an  $n  fjanbig  Honing#  g|agt.fSïfo  bat  ftet  gjootfie  Jbcftip 
Vloot  t’eenemaal  lomp  cn  naar  fyn  ïtec  niet  boilbe 

•  "8e8*fc  ïupfïercn/  baar  bp  booben  ftaac  z  Engelfe  cn  z 
Moorfe  jtnrïjipper#  aan  /  om  met  haar  Schee-  I 
pen  den  Koning  te  helpen  dienlï  te  doen  ,  mir#*> 
gabec#  ooit  z  Chaloupen  en  20  jïuft#  ftïoefte  #o?« 
log#  ©aac-tupgen  /  Deteïfte  gefamcntftjft  met  ’# 
Honing#  Hanon  /  H?upt/  H00D/  en  ©oïft  bemanb  / 
baat  onöec  een  goeb  getal  Europianen ,  cn  Portu- 
geefen  cn  Toepaffen  tnaren/  al#  3ijnöe  Êupden  /  Die 
op  Tanaflary  en  Mefgeu  bioonagtig  Jpn  ï  en  bes 
teïfte  op#’ Honing#  o?ö:e  ten  eerden  geceeb moes 
ten  jij n  om  te  marcheren  /  Wanneet  ben  nooö 
fuift#  ftomt  te  beceplfen. 

Wz  noobige  SÜepn-bjieben  aan  be  25ebeï-hebber# 
uptgebeelt  Ijebbenbc  /  toaac  naac  fp  ( ingebalïe 
Caat  met  ftet  op  een  treffen  quam >  Ijaat  fouben  ftebben  te 
«ju  vloot  reguleer  en/  ftaaïöm  top  onfe  Inftct#  t’fiup#  /  en 
©mier  ^-gingen  in  De  ilBötgen-fïonb  onbec  3epï  /  tefcnbe 
ban  fobanigen  inftru&ie  betfïen/  al#  öet  S8f- 


Jacob  de  Ro y.  ï 6$ 

fcfyift  mïjieïö  /  m  öetoeïfte  niet  onöienfïfg  geagt 
ïjcbbe  /  tot  U  Hoog  Edelens  brcmaaft  bfec  nttimg. 
te  boegen, 

TRANSLAAAT  ACTE, 

Door  de  Siamfe  Re  ge  erin g  aan  JACOB  de  ROY  3 
ter  hand  gefield ,  om  hem  daar  hy  te  qualificeeren  , 
een  Engels  Roof-fchip  van  de  Tanaflaryfe  Reede  te 
verdrijven  ,  nam  en  tl  ijk  , 

Toefen  Brief  komt  wegens  Operamerlt ,  Vice-Roy , 
^mitfgaders  den  Gouverneur  O/0»  Hatenath 
Montry ,  en  Joekoebak  Calang  y  dewelke  over  defe 
Stad  gebieden,  en  die  defen  aa n  Jacob  de  Roy 
verleend  hebben,  op  dat  hy  iiyt  kragt  der  fel  ver 
met  Scheepen  en  Volk ,  die  wy  hem  mede  gee- 
ven ,  komt  te  beletten ,  dat  het  1 Engels  Roof-Schip 
geen  hinder  ofmoeylijkheydaan  des  KoningsSchee- 
pen  komen  aan  te  doen,  en  ook  des  nood  zijnde * 
tebevegten,  nogtans  met  die  uytgedrukte  ordrej 
dat  hy  niet  fal  vermoogen ,  om  gemeltefe^^aan 
te  taften ,  by  fo  verre  hy  onfe  Konings  Scheepen 
vreedig  in  de  Rivier  fal  laten  binnen  komen  ,  en  fai 
Jacob  de  Roy  op  een  Jagtje,  als  Opper-hoofd  over 
alle  de  Scheepen  en  Vaar-tuygen,  mitfggders  de 
Komorkans ,  en  Oorlogs  Volkeren  gebieden ,  ende 
dien  wy  verftaan,  ende  ordonneeren,  datfe  hetn 
alle  gehoorfaamheyd  bewijfen  ,  dewijl  wy  fiilks 
tot  behoudeniffe  van  fijne  Majefteyts  Scheepen  en 
goederen  noodig  geoordeelc  hebben  ,  fodanig  te 
behooren  ,  en  werd  Jacob  de  Roy  by  defen  gelaft 
ende  bevoolen,  om  lig  naar  den  inhoude  defes  te 
reguleeren. 

•  <SJefe  23|ief  op  een  Donderdag  gefcöieeljen/ 
öen  15  ban  öe  «JlBaanb  December  1097.  boïgen$ 
baar  trsö-reeftemng  öet  2224  öoot  ïj mt  Qt- 
paamt  Sraat. 

Vervolgens  Tranflatie  gedaan  door  alhier • 
jjg  onthoudende ,  Siammers  buyten  de~ 
ft  Stee  de. 


ScKimpig 
fchrijven 
der  Zee- 
Roovers 
aan  de 
G  onver* 
sienr#» 


jPe  Zee- 
aroovers 
vertrekken. 


DeUoy 
lieert  met 
Sijn  Vloot 
©nverrigter 
faake  na 
hvyu 


166  Reys-Beschryvincvan 

#03  befé  gemeïte  ^opg^-betepbfeïen  toaaten 
aïtemaalte  beigeefjd/  bmnitg  Dat  be  betoufie 
Engelfe,  naat  ’t  pïeegen  ban  günnfcöbètp/ges 
ïegentgepb  peegen  /  om  aan  be  <£>oubetneut0  te 
fcg^gben/  pat  fupben  niet  toepnig  befegimpcnbe/ 
tet  faafte  fp  bOOjgaaben  /  t’  eenemaal  niet  wel 
vergolden  te  zijn  geweeft,  voor  al  de  gefchenken, ,  j 
die  fy  aan  haar  gedaan  hadden:  fo  fy  een  Schip 
voor  de  Rivier  van  den  Koning  aengetaft  hadden , 
en  daar  uyc  eenige  goederen  hadden  genoomen , 
fulks  was  eenelijk  gedaan,  om  aan  haar  vergoeding 
te  komen ,  en  konden  fy  nu  Gouverneurs  aan  den 
Koning  haar  Meefter  alle  de  prefenten,  en  vcree- 
ringen  weder  overfenden ,  die  fy  van  haar  Ettgel- 
fe  hadden  genooten  \  als  wanneer  fy  een  overdag 
maakten ,  dat  den  Koning  der  niet  by  foude  bena¬ 
deelt  zijn.  - 

dMat  get  fcMjijfm  ban  toeïP  2B?ief  en  poft  ban 
be  ©iflTecg  bctricriteitDe/  toat’et  gaanbe  toag  /  fo  en 
toagtenfc  ong  niet  cen^  in  /  maat  gingen  goeb£ 
tisbé  baat  ban  baan/betmitg  bat  toqnneet  top  be 
ïSibiet  upt  quanten  /  pat  baat  niet  meet  bon- 
ben. 

ISangeften  bat  mijn  Commiffie  maat  mebe 
bjagt  /  om  het  inkomen  van  de  Rivier  te  beyeyli- 
gen,  fo  en  bojfïig  pat  nipt  betboïgen  /  maat 
geetbe  fonbet  pet0  uptgetigr  te  gepen  toebetont 
naat  gupg  /  en  geïrjg  ’t  fpjeeft-tooojb  fegt/  eens 
Burgermeefter,  altijd  Burgermeefcer,  fo  toietb  Ittp 

niet  alleen  metrbet  eet  betoeefen/aïg  een  attöetge* 
meen  ^egtppec  /  maat  met  öe  ftomfle  ban  ben  fo 
lang  bettóagten  Franfien  Ambafladeur,  nament* 
ïg&  Pater  Tachart ,  toietb  tft  ban  ben  Vice  Roy  1 
betfogt  /  dat  ik  foude  maar  hebben  gelieven  t’ or¬ 
donneren  op  wat  wijfe,  dat  men  een  van  die  Ca-  | 
rader  foude  hebben ,  of  behooren  t’  ontfangen , 

en  naat  bat  ift  bie  ï|eee  onöettegt  pöbe/op  go.es 
öanig  een  maniet  men  ftg  baat  in  raoefï  gebogen/  i 
toietb  mp  be  fo?g/  om  de  plegtigheyd  te  laten  ge- 
fchieden*  aanteboolett. 


JAC  OB  DE  ROY.  167 

3&e  bag  tot  be  Xanöing  beraamt)  /  öab  üt  21.  °?rwat 
fiuït£  tnetaale  Vtanon  langé  ïjtt  Ece-fïratib/  op  F‘J#®^e 
emljeubeüaaten  brengen /eri  be  t?ontpen  naar  be  Ambair*- 
plaat£  gefteert  /  baar  öe  $eet  aan  nioe.fl  lam  <i«nr  wierd 
ben  ,•  bupten  bien  een  bubbelde  rp  0etoaapenbeODt&naen' 
.Ifèannen*  laaten  m  grïeeberen  fielten  /  ban  't 
Strand  af  tot  be  £>tab£  poojte/  en  fa  afêöpftjtt 
boet  aan  lanb  gefet  &abbe/ïtet  Ut  bet  feanonfpee- 
len/cii  begaf mp  boen  met  een  aanfïeneïtjlt  gebolg 
naai’  bent  toe/  fijn  Eerwaar digheyd ,  uytde  naam 
van  den  Tanaffaryfe  Vice-Roy  en  Göuverneur,  wel¬ 
kom  in  ’t  Koninkrijk  van  Stam  heetende. 

Cn  naarbemaal  op  fijn  Europiaans  Inden  öojS 
bja£/ b?ocg fjp  nipten  eetflen/naar  mijn  fïaaten 
SSebicmng/baar  tft  öon  ftoiteïpt  'oy  blende/  feggem 

be/  een  Man  te  wefen ,  die  te  vooren  de  eere  ge-  _ 

had  hadde,  om  een  Compagny  van  100  koppen , 

ten  dienfte  vande  Hollandfcbe  Compagny  als  Ka-  fadeur  aan 

piteyn  te  commanderen.  Edog  dat  door  het  toe-  de  Roy. 

doen  van  eenige  wan-gunftigheeden  nu  genootfaakt 

was ,  mijn  fortuyn  in  vreemde  gewefien  te  foe-  Sijn  ant- 

ken.  &ü\U$  bat  naarljet  afleggen  ban  mijn  pïtgt- 
plceglngen/  bent  bp  befjanb  nemenbe/  tot  bóojöe  ** 
Ibtalii  poojten  b?agt  /  baat  bp  ban ben  Vice-Roy 
en  öe  <©ouberneur£  op  bare  Eanbé-toyfe  feer  bes 
ïeefbeïp  omfangen  tolcrt/  toannêer  bat  naar  ^wfgt-phe5 
afleggen  der  pïigtfS-plegingen  /  b’aetffietp  fïg  boo?  §‘" f  “ TaQ 
be  ttoceöe  -  maal  fjoojen  ïi et/  en  fa  berbolgeng / aan  <i«i 
tot  bat  &p  In  fijn  baar  toe  aangetoeefen  logement  Ambata- 
geftomen  mat) :  bupten  fijne  l|up£-beötenden$  (öte  Jeur. 
feertoèpmg  toaren)  öab  hu  nog  s  Geeftelijke  ©ers 
foonenbp  fjem.  “ 

-  ^en  öetben  bag  naar  fljnhomfi/toiert  ib  boo?  DeR»y 
een  Adelman  bes?  Ambafladeurs  gebolg  ten  eeten  van  ders 
genobi'gt  /  toerbehde  feer  bdeeföeïp  op  mi)nftom=  Ambaffa- 
fie  omfangen/  en  in  een  t'  fattieii-fpiaafi  geraalxt^eat  te" 
fcoeefenbc  /  begon  befe  <0eeficltjlte  /  «2öog  niet  te^rfów. 
min  bjeergadeloofc  fiaat-ïtunbsge  ©ader/  mp  met 
een  feer  fiatig  en  ©jiendeltjlt  gelaat  te  feggen  /  by- 
fonder  verheugt  te  weefen ,  dat  ik  fo  veel  agring 

L  4  voor 


Woorden 
van  den 
■Ambfi  fla¬ 
neur  tegen 
de  J\oy. 


1 68  ReYS-BesCHRYVING  VAH 

voor  fijn  per foon  gehad  hadde,  van  my  op  fijn 
begeerte  hier  ter  plaatfe  te  laten  vinden,  en  om 
dies  wille,  dat  met  lof  van  mijn  Perfoon  hadde 
hooren  fpreeken ,  dien  volgens  ongemeen  nieuws¬ 
gierig  geweeft  was  om  my  te  fien  ,  ten  eynde  om, 
my  uyt  de  naam  van  den  Koning  fijn  Meefter  te 
•verfoeken,  van  my  in  fijn  dienft  te  willen  begee- 
yen.  €ii  om  be$  totïle/  bat  iït  baar  niet  aan 
«Aanbieding  ttayffdm  fmtöe/  prefcuieecte jitp  Die  Prelaat ,  fo- 
van  defe  °  danige  verfekering  hier  van  te  geven,  als  ik  felfs 
aande&oy.  foude  willen  hebben,  en  daar-en-booven  ook  ge¬ 
negen  was,  van  my  alle  geleedene  fchaade  en  ver¬ 
lies  ,  wederom  te  vergoeden  ,  die  my  door  de  Edele 
Hollandje  Compagny  waren  aangedaan,  en  foude 
rny  daarenboven  in  ftaat  brengen,  cm  van  alle 
de  menigvuldige  verongelijkingen ,  en  fmaadhee- 
den  ,  die  my  aangedaan  waren,  wraak  te  neemen* 
91  ït  6011  fiict  mt  op  -  anttoooiöeii  /  als 

dat  ik  hem  ren  hoogften,  en  feer  de-moedig  be¬ 
dankte  om  dathyJ4/7/&r^^//rmydieeereaan- 
cJe'Roy aan  dede ,  varr  dienft  onder  fo  een  groot,  en  Edel- 
den Ambaf.  moedig  Koning  te  prefenteren,  en  ingevalle,  dat 
accuu  dit  geluk  deel-agtig  wierd  ,  fekerlijk  mijn  uytterfte 
beft  foude  doen,  van  my  in  d’eene,  of  d’  andre 
Helden-daad  wel  te  dragen,om  my  fo  doende  de  eer® 
waardig  te  maken,  die  my  foude  mogen  aange* 
daan  werden ,  en  wat  de  verongelijkingen  en  we¬ 
derwaardigheden  aanbelangde  ,  die  ikvande  Edele 
Compagny  hadde  geleedcn,  defelve  fette  ik  t’eenemaal 
uyt  mijn  fin, ten  opfigte  het  onnodig  oordeelde,  my 
felfs  teverknijfen  over  een  faak,  daar  toe  geen  hulp¬ 
middelen  niet  teherhaalenwas,  d'  Edele  Compagny 
hadde  in  India  fo  veel  gefag  en  vermogen,  dat  fy  haar 
Weynig  lieten  gelegen  leggen  aan  een  qualijk  ge-in- 
rentioheerde  dienaar  j  maar  kon ,  behoudens  de  eer¬ 
bied  van  fijn  Eerxv aardig heyd ,  mede  niet  beden¬ 
ken  ,  hoe  dat  fijn  Majefteyt  en  des  felfs  Ambaffa- 
deur  haar  felfs  verwaardigden,  aan  fo  een  gering 
perfoon  te  denken ,  als  ik  was. 


Deftige 
Reden-voe- 
srirtg  vaa 

«lel 

den 
iacicur. 


Jacob  de  Roy,  ïd>9 

Ö£  Pater  \m  U  06111000  boerbü ,  dat  al  over 
lange  jaaren  van  mijn  perfoon  in  Europa  had  hoo-  Ambafk- 
ren  fpreken,  en  dat  de  Engelfe  mijn  naam  aldaar  4eqr 'hierop, 
bekent  gemaakt  hadden,  en  dat  den  Franffen  A~ 
geut  eenen  Monfieur  Qelfam ,  dewelke  op  Bantham 
lijn  verblijf  hadde,  ten  tijden,  dat  die  troubeten 
ter  gemelde  plaatfe  voorvielen,  een  omftandig  ver- 
flag  van  *t  voorgevallene  aan  den  Koning  gedaan 
hadde,  ia  welkers  verhaal  mijn  naam  en  hoeda- 
nigheeden  genoegfaam  vermeit  waaren  ,  en  dat 
den  Franjfen  Generaal  ,  St.  Martin ,  en  hy  in 
den  Jaare  i<>93  naar ’t  afgaan  van Poedecbery,  ten  tij¬ 
den  van  haar  gevangenifte  op  Batavia  ’t  felfde  in 
mijnopfigt  hadde  hoorenbeveftigen,  en  daar  nevens 
ook  verftaan  hadde, hoe  dat  ik  om  de  harde  handelin¬ 
gen  van  (T  Ed *  Compagny  aan  my  gepleegt ,  genoot- 
faakt  ge  weeft  was ,  van  my  op  devlugt  te  begeeven* 
fonder  dat  hy  hadde  konnen  naarvorfchen ,  waar 
ik  my  onthield ,  als  werdendeop  Batavia  felfs ,  daar 
van  verfcheyden  gefpropken  ,  en  5t  00011  Dat  Dtetl 
Pater  ooft  ftétupgöff/  aan  fijn  Majefteyt  overgebrieft 
te  .hebben, tpaas  op  fjemöan  bie©o|ff/ten^nttooojti 
gcDknttoa^/  dat  feer  geerne  wenfte,  veel  dierge¬ 
lijke  mif-noegde  imfijn  dien  ft  te  hebben,  en  in?* 
fonderheyd  Luyden ,  dewelke  omtrent  het  bedienen 
van  eenige  aanfienlijke  ampten  van  ’s  Compagnyps 
gedoente  en  de  gelegendheyd  derSteeden  ,  en  For¬ 
ten  een  beproefde  ervarentheyd  hadden ,  als  mede 
naar  belmoren  omtrent  die  van  een  ander  be¬ 
roep. 

?ïlfo  bat  intf-gemeibt  fijn  JïSafeftat  fietupgt 

ïjaööe/  geneegen  te  wefen,  een  vafte  voet  m  India 
te  hebben,  en  was  het  mogelijk,  de  Heeren  Hol¬ 
landers  de  voet  dwars  te  fetten  ,  en  fepöc  gettldbe  .. 

Prelaat  ban  ïjt’Itl  feïf# /  men  moet  immers  beken- 
nen ,  dat  haar  heers-lugt ,  in  defe  geweften  omtrent  indien. 
alle  regt-finnige  Eitropiaanje  Pr  ineen behoorde  on¬ 
verdraagelijk  te  weden,  ten  opfigte,  dat  fy  niet* 
mogen  lijden  ,  dat  hier  andere  natiën  koomen* 
om  haat  voordeel  (gefijft  fp  Hollanders  beöen)  te 

h  S  fqeh- 


170  Reys-Béschryvinö  van 

foekken,  en  bat  öp  mh  tod  beüiocbm  ftonbe/dat 
fijn  Majefteyts  gevoelen,  omtrent  het  aannemen  van 
oude  en  beledigde  Compagny' sdienaaren,  het  regte 
middel  was  ,  waar  van  men  fig  moeft  bedienen  ,  ja , 
geen  geld  daar  toe  ontfien  ,  toaïlt  fépbe  ïjp  /  fo 
daar  yemandondervindig  van  heeft  5  fo  is  het  Vrank- 
rijk,  en  ik  beeld  my  in,  bettoöïgöe  f)p/  dat  ingc- 
valle  Monfieur  deLattaye  fig  van  d'advijfen  hadde 
willen  bedienen,  die  hem  Caron  hadde  gegeven, 
meeftendeel  van  defe  Landen  onder  de  gehoor- 
faamheyt  van  de  Kroon  foude  ge  weeft  hebben. 

En  voor  fo  veel  als  Europa  aanbelangde,  dat 
fijn  Majefteytféer  goede  dienften  van  de  Mejfteurs 
Sch omber g ,  Calvo ,  en  C afmat,  alle  Uytlanders  gehad 
hadde ,  en  ook  nog  trok  van  de  Ridder  Bart ,  en 
geene,  dat  hier  wel  5t  meefte  toe  contribueer¬ 
de  was ,  van  hare  merites  foodanig  met  weldaaden 
op  te  vullen,  datfe  feer  weynig  aan  haar  eygen 
Vaderland  qiiamen  te  denken  ,  en  dat  ik  ten  vol¬ 
len  verfekert  mogt  zijn ,  dat  den  Koning  op  fijn 
voorfchrijvens  ,  my  fodanig  een  gunft  foude  be¬ 
toenen  ,  als  ik  mogelijk  niet  verwagtende  was. 

Ibtdbe  nip  öetöalüm  In  ïteut  /  of  ik  hier  van 
daan  naar  Bengale  wilde  gaan ,  en  onder  haar  be~ 
fcherminge  blijven  woonen,ter  tijd,  dat  hy  daar 
over  naar  ’t  Hof  hadde  gefchreven  ,  of  indien  ik 
van  daar  met  eenEngelfen  Enterloper  naar  F  erft  a , 
om  fo  vervolgens  over  Ifpahan  over  Land  naar 
Vrankrijk  te  reyfen,  was  een  faak,diehem  mede  wel 
bevallen  foude.  ©tdtïaatöe  IHp  bie  Pater,  dat  hy 
de  eere gehad  hadde,  van  in  des  Konings  Cabinet 
met  fijn  perfoon  alleen  te  fpreeken,  om  over  de 
Indiaanfcbe  faken  te  rede-kavelen,  en  op  wat  voor 
een  plaats  ,  dat  men  ’t  beft  behoorde  te  begrijpen, 
dat  hy  lijn  Majefteyt  daar  op  in  de  Kaart  defe 
plaats  hadde  aangewefen,  als  in  5t  middel-punt  van 
India  zijnde ,  en  van  waar  men  gemakkelijk  naar 
de  kuft  en  Bengale  foude  konnen  overfeylen ,  buy- 
ten  dien defchoöne  gelegenheyd  der  felve,mitfga*> 
ders  ook  de  gefonde  lugc-ftreek  van  dit  Land,  en 


Jacob  de  Roy;  171 

daar  benevens  ’t  gemak  van  bequaam  Timmer¬ 
hout  van  (lengen  en  maften  &c.  tot  denöpbouw,  of 
3t  verftellen  der  Scheepen  dienftig,  tïl  Öat  !f}y  fljil 
jiBajeffept  öaac  op  ifjaööe  bcvfeftett/  dat  aange- 
fien  den  I}i(Tchop  op  §iam>  de  Prins  hadde  weten 
te  beweegen,  om  een  Ambaffadeur  van  fijn  Maje- 
(ley  t  te  verfoeken,dat  het  de  fchoonfte  gelegendheyd 
was,  die  men  bedenken  konde,  om  daar  een  for- 
tres  op  te  werpen,  dat  daar  pp,  den  Koning  fijn 
gevoelens  voor  goet  en  bondig  hadde  gekeurt, 
en  dat  hy  nóg  benevens  dien,  hem  de  genade  had- 
de  bewefen,van  gemelde  Pater  met  hand-tafting 
re  belooven  jbuyten  de  <5  Scheepen,  dien  hy  hem 
mede  gaf,  op  ’t  ontfangen  van  een  gewenfte  ty? 
dinge,  met  11  kloeke  diergelijke  Gorlogs  kielen 
byte  (laan,  en  dewelke  nog  wel  van  12  andere 
foudengevolgtwerden  ,en  ik  fie  der  ook  geenfwa- 
righeyt  in ,  betÜOÏgbe  gemcïöe  Pater  5  want  ik  heb- 
be,  yetwes  medegebragt,  dat  bequaam  is,  om 
3t  quaad  gevoelen,  5t  welk  de  Siammers ,  van  on- 
ie  natie  opgevat  hebben,  te  doen  verdwijnen ,  ver- 
grootende  de  gefchenken  *  dien  hy  voor  fijn  Hoog- 
heydende  verdere  Staats-dienaars  mede  bragt ,  op 
200000  Rijks- daalders  ban  ift  eeiu'ge  jlllfe  Roftelyfcé 

ïiengelïenöeb/öietiiïi  feïf^  moet  öefiemieii/  Daton-  gefchenkeii 
gemeen  ftofïeïp  fcuaren/  befïaanöe  upt  beeftftep* van 
öe  Cucieufe  <£5ouis-ö?aatfe  getoeeftte  fiabinèttcn/  j"ralïa’ 
cgfteïijft  met  fijne  gefieentep  öefet  /  en  bupten 
feienjBpiegelfê  met  $3ouöe  Epen  etc. 

Als  ons  voornemen  gelukt  Heer  Kapiteyn,beCtf 
bolgöe  ben  Pater  ,mp  op  öe  feftoubet  (Taande  /  dan 

fullen  wy  eens  fien ,  of  wy  de  Hollanders  geen  werk 
fullenkonnenbefchaffen,ik  meen  altoos  wel  van  jaaa  < 

al  waarenfe  fchoon  in  India  begraven. 

toa^  egtec  niet  op  be  natie/  boïgeng  fijn 
boo?geben/  berbeeten  /  maae  toeï/  bat  ftp  een  treft 
aan  d’  Edele  Compagny  fcfpilbig  toa$/obet  eeni= 
ge  fmaabfteebcn/  öiefnttperfoon  aangedaan  toa* 
ren  /  funöec  egtec  te  toiUeufeggen/bJaac  in  öiebe* 
gouden. 


172,  Re ys-Beschry ving  van 

fa*n  de  Roy  tOt  «00 toe  'öK S£  3ftttli)ffclt/0f  ÖCfe  ilCf* 

over  dele  nuftige  fïaat-ftunötge  niet  een  ban  befe  polttique 
reden#).  bifcourfen  te  be?be  öjagt/  om  öe  gefjepmen  ban 
mijn  &ert  t3  ontDehfien  /  aï$  upt  eenige  opeeg* 
tigpepö;  maar  met  fïot  ban  fifnreben/  kou  (ft 
toaacïp  De  rjuaabïjepb  ban  fijn  gemoeb  upt  fijn 
toefen  fïen  blinfeeii  /  toaar  op  tft/om  Die  Pater  ter 
$..nk,  öegcn  De  Hap  te  bullen  /  mfgeïp^  mijn  beftïag 

redeneih  itttÖÉ  /  dat  ook  wel  reeden  van  mifnocgen  had- 
4e  ,  wegens  dat  ik  quam  te  merken  en  te 
befpeuren  ,  dat  mijn  lange  ,  en  de  getrouwe 
dienden  foodanig  beloond  wierden  ,  fijn  Eer- 
waardigheyd  Doen  berftaaïcilbe  /  hoe  ik  op  Ceylo7Ji 
en  de  kuft  Chor mandei  met  den  Admiraal  van 
Goens  en  den  Generaal  Speelman  in  den  Maccafaar - 
fe  Oorlog  al sVry -willige  gediend ,  en  gefworven 
had  ,  en  topber^  /  de  voorvallen  van  Banthatn , 
en  hoe  ik  tot  Kapiteyn  gevorderd  ,  en  eyndelijk 
met  Regts-gedingen  >  als  anderfints  overvallen  was 
geweeft,  berönaïenbe  ift/ ?t  geen  my  hadde  doen 
befluyten  ,  om  Batavia  te  verlaaten  ,  zeedert  het 
welke  verfcheyde  maaien  om  mijn  Pardon  hadde 
verfogt  5  maar  dat  het  fcheen ,  defelve  voor  my 
fo  lang,  als  ik  leefde  niet  %c  verhoopen  was  ,  en 
dat  ik  felfs  moeft  bekennen  ,  dat  de  verkiefing,  die 
fijn  Eerwaarde  gedaan  hadde,  om  Tanaffary  tot 
een  Hoofd-plaats  te  ftellen ,  t3  eenemaal ,  met  mijn 
gevoelen  mede  over  een  quam ,  maar  dat  fijn  Eer¬ 
waarde  wel  diende  de  grond  eens  te  peylen ,  en 
wijders  eeïi  ontwerp  te  maaken  van  een  Fortres, 
en  een  plaats  uy t  te  kippen,  waar  men  gevoeglijk  de¬ 
felve  foude  konnen  bouwen,  waartoe  ik  mijn  ge¬ 
ringe  dienft  aanbood,  te  toeeten/  om  een  fchets 
daar  van  te  maken ,  en  wijders  door  fijn  Eerwaar ! 
de  verbeeterd  te  werden,  ’tgeen  ik  van  hem  ge- 
dienftig  verfogt. 

Wmt  (ft  bagt  /  gcïljft  U  Hoog  Edele  tod 
6eb|.oeben  ftunnen  /  bat  inöien  (ft  mp  Daar  toe  Her 
ge&juptei/  a\$  ban  een  Model  baar  ban/  alfa. 

vtofi  ! 


j  ACOB  DE  ROY.  ï73too(lie  l  . 

tod  aïé  be  Pater  foube  hebben/  en  betoeïïte  ift  niet  v"n  deRor: 
onöieuflig  geagt  bebbe  Ijicc  ncbeng  te  boegen. 

J©ijbet£  ging  gemclöe  Prelaat  iniet  mijn  feïfg  PeyId  me£ 
gemetbe  fSibiee  peplen  /  en  bonben  op  be  25anft  den  Gefané 
boo?  aan  be  tnoub  met  laag  toatet  4  en  x  bierbe  <fc  Rivier. 

4  en  een  öaïf  enaïtoo^  niet  niinbe?  aï£  4babem  birp* 
te  /  toetöenbe  boo?t#  boo?  betfcbepbe  fcboone  en 
Öoogc<£pIanben  bebeftt/  en  öicn  bolgen^  be  ïïeebe 
boo?  alle  tomben  befefjut.  ... 

€>nöec  befe  <£pïanben  fê’et  een  /  betoeïïte  toeï  q*aara  tot' 
be  Ijoogfïe  x§  /  en  baat  men  op  een  Jbifiooï  fcboot  een  Fortïcs* 
na  moet  paffeeten  /  bat  baat  een  fletftte  toa f/  he* 

;i,  quaam  om  be  nee  /  en  be  jSibiet  te  bebepïigen  / 
ooft  fonbe  ftonnen  beletten  /  bat’et  niet  een  ©aat= 
tung  foube  ftonnen  boo?  bp  paffeeën/  jijnbe  beftiï 
omtrent  een  gmapbaan  feboot  b?ecb/  en  aan  toe* 
bet-fybe  feboone  Ijatbe  toitte  Eanb-plaateu  /  baat 
men  met  gemaft  ïSonbuptcn  foube  ftonnen  maa- 
ften.  „  ...  , 

3fn  bc  nibiet  ?yn  ter  toereïö  geen  bïtnbeftïippen/  f,*!“  „ 
nog  anbete  planten  en  banften  te  myben  /  fo  batuef<iVier. 
men  be  fi?oom  alfa  toeï  bp  nagt/  al#  bp  bagfom 
bc  ftonnen  in  en  tipt  ftoomen/  ötrê  boenbe  nteenbe 
ift  bat  men  te  toaatec  beft  plaats  niet  foube  ftom 
nen  befet  Ijouben/  toautniet  alleen  eeu^/ maat  tot 
biet  betfcljepbe  maaien  met  Dien  Heet  befelbe  ober  af 
gcpepïb  Ijeb. 

ï©p  p?aetifcetben  /  toaat  bat  men  befï  be  £>tab 
foube  fïigten/  en  bonben  baat  toe  een  feboone  blafte 
te/  effen  in  bet  inftoomen  ban  be  genoembeöibiet/ 
fuift$  bat  bc  $to?tiftcatie£  ban  bet  fo  na-bp  gele? 
gene€planb  be  J&taDaan  toeec-fgbe  foube  ftonnen 
befebetmen. 

«Semelöe  Pater  een  gaauto  Ingenieurjynbe/fep*  P*  Geftnt 
bc  betfcbepbe  maaien  /  bat  toanneet  bï?  *  of  3 15  ïn* 
giaaten/  maat  bedt  ban  geöagte  plaats  babbe  r 
befelbe  onbectoiniieïyft  foube  ftonnen  maften /en  fo 
ift  alg  eenateetïing  ban  be  ftonfi  fp?eften  fal/ftan 
met  optegtigbepb  bc£  gemoeb^  feggen  /  en  ’t  toeïft 

ift 


De  Gefont 
maakt  fig 
gereed  om 
na  Siam-tc 
leyfen. 


De  Roy 
heymelijk 
by  de  Groo- 
ten  der 
Siammers 
©ntbooden* 


Deftige 
woorden 
van  deRoy, 

Groote  aan¬ 
bieding  der 
Siammers* 


Antwoord 
van  de  Ryy 
hier  op0 


174  R  EYS-BeSCHR  VING  V  AN 

i'ft  aanneem  te  öetotjfen/  bat  get  boenïp  i$/  tet 
falie  /  bat  ïjct  teebf  upt  ben  aait  fletfc  të. 

<©nbtrtuflen  totetb  aïïeé  tot  be  töepfe  ban  ben 
Ambaiïadeur  bttbaatblgt  /  om  obeu  Itanb  naat 
Siam ,  te  bectteBften/  betmltg  bat  men  befeïüc  in 
minbet  aï£  14  bagen  ïtan  afleggen/  en  Inmiöbelg 
toserö  bp  ijaat  goeb  gebonben/  bat  ifi  onber  Ifjaac 
befefjeeming  tot  Bengale  foube  bectoeben/tct  ttjb  / 
bat  d’Ambaflade  boïbiagt  bia^/  en  maaïiten  beft 
J©oafieuc#23|iebenban  aan-p?png  ftïaar/booj 
be^ütoning^  bebtenben^  /  tot  Hougly  en  Bellefoor , 
nip  bolle  betfeïteting  gebenbe/  dat  ik  met  open 
armen  van  d’Opper-höofden  aldaar  foude  ontfan-  * 
gen  werden  en  met  het  weder-koomen  van  den 
Prelaat,  volgens  den  uytflag  van  fijne  Comnijfie 
nadere  hulp-middelen  te  neemen ,  waar  naar  men 
fig  fchikken  foude. 

^e  Siammeefe  Viceroy,  en  <£5oubeOietltÉj  Olfc 
bettotflen  befe  «öefanten  /  en  gaat  gjnficiunenten 
ban  be  Geometrie  met  geen  goeben  oogen  Ijebbenbe 
bonnen  aanflen/  en  per^ban  be  boojneemen^bet 
F ranffen  iiptgeïeltt /  en  totöaar  ftennlfle  geftomen 
SÖnbe  / lieten  nip  befe  igeeren  (jepmelflli  troepen/  en 
bjaagben  nip  toeï  bupöelgft/of  ik  beter  Frans  als 
Compagnys  gefind  was  ?  baat  tb  teegen$  flaac 
betupgbe  /  dat  niet  naar  de  Franjfe  fijde  helde  , 
maar  daar  en  teegen,  alfchoon  van  d’ Edele  Cam¬ 
pagne  verlaaten  was,  egter  altijd  fugt  voor  mijn 
Vaderland  ,  en  Natie  foude  hebben. 

«©piötïïte  beclilaatnig  fp  mp  ban  beefogten  / 

dat  ik  haare  fterktens ,  en  gefortificeerde  werken  in 
befit  voor  de  Cotfipagny  foude  neemen ,  en  daar 
van  de  Prince  vlag  foude  laaten  waayen  ,  vermits 
ly  my  den  opdragt  der  felver  gaarne,  ende gewil¬ 
lig  wilden  doen  j  "maat  tb  antbjoojbe  bÉfepeeén/ 
dat  daar  niet  toe  bevoegt  was  ,  en  dien  volgens 
fulks  onmogelijk  niet  fou  derven  onderftaan ,  en  wat 
de  vlag  aanging,  het  haddenugeen  plaats,  alswel 
in  tijt  van  Vreede  anderfints  zoude  hebben:  want 
komen  de  Franjfm  hier,  i?0tgbe  baat  bp/  met 

een 


Ja  cos  de  Rgy.  171 

een  magt  van  Scheepen  ,  fullen  fy  weynig  om  de 
vlag  geeven  ,  taaac  op  fp  tnp  ban  naberberfogten/ 
dat  ik  daar  over  aan  den  Gouverneur  van  de  Kuft 
van  Chormandel ,  of  naar  Batavia  foude  fchrijven; 
Ö03  ili  gaf  fjaar  ten  atlttoaojt  /  dat  mijn  brieven 
niet  geloofd  fouden  werden;  maar  dat  het  gevoeg¬ 
lijk  en  de  befte  wijfe  foude  weefen,  ’tgeen  ookt’ee- 
nemaal  van  haar  pligt  was,  d’aankomft  van  gedag- 
te  Franjftn  Ambajfadeur  aan  den  Koning  bekent  te 
inaaken :  foo  medeeenige  van  dieNatie  van  voornee- 
men  waaren,  fig  hier  neder  te  Haan  ,  men  ootmoedig 
moefte  verfoeken,  om  een  fpoedige  byftand  ,  om  niet? 
door  haar  overvallen  te  Werden.  Op  hetontfangen 
van  die  brieven,  mijne  Heeren, botgöe  ift  baat  bp/  fal 
fijn  Majefteyt  ten  eerften  het  Opper-hoofd  van  de 
Cotnpagny laten  roepen,  enhemfulks  voorilaan,al$ 
wanneer  ik  gants  niet  en  twijfel,  of  wy  fullen  wel 
haaft  Scheepen  en  volk  hier  hebben  ,  en  dan  fal  die 
Ambaffade  ook  wel  vrugteloos  afloopen.  Maar 
mijne  Heeren,  fepÖ£!Ïibai3££$/  tot  belooning  van 
defe  mijne  gegevene  raad ,  verfoek  ik  ook  gedien- 
ftig  ,  dat  U  Ed:  infgelijks  een  beede  aan  den  Ko¬ 
ning  ,  uwen  Meefter  gelieven  te  doen,  ten  eynde  dac 
fijn  Majefteyt  my  tot  een  voorfpraak,  omtrent  fijn 
Hoog  Edle  en  d'  Edle  Heeren  Raden  van  India  ge¬ 
lieve  te  ftrekken  ,  ten  eynde  dat  ik  mijn  vergiffe¬ 
nis  van  de  Compagny  mogte  erlangen  ,  en  waarlijks 
mijn  Heeren  ik  oordeele,  dat  gy  my  fulks  qualijk 
kunt  weygeren,  om  de  wille „  dat  gy  gefien  hebt, 
hoe  gewillig  dat  ik  mijn  keven  hebbe  gewaagt , 
om  den  Roover  te  verdrijven  ,  die  U  Reede  on- 
veylig  maakte  ;  want  al  fchoon  dat  het  tot  de 
daad  niet  gekoomen  was,  hadden  fy  egter kunnen 
befpeuren  ,  dat  mijn  meening  goed  geweeft  was* 
Wanneer  dan  de  Heeren  haare  brieven  klaar  zijn, 
bi'tboïgöc  ïk  baatbp  /  laat  my  daar  de  weet  van 
doen.,  want  ik  ben  ook  genegen  aan  ’s  Cotnpagnfs 
Opper-hoofd  daarover  te  fchrijven. 

^tmn  teaaren  in  biet*  borgen  ober  befe 
tooojben  getroffen/  bat|e  pibeyom  ’tfeeeftopmpn 

fïar- 


Nader  vei» 
foek  tier 
Siammers» 

Weder-ant* 
woord  van 
de  Roy« 


ij6  Reys-Beschryviïtg  vAn 


Groot  ge¬ 
voelen  der 
Siammers 
over  de 
woorden  van 


4e  Roy» 


fïar-oo0bm  en  mp  toij&er£  bp  becöanb  battenbe  / 
bp  ben  €>ob  be^  %raicl£  beïooföat  /  ’t  felve  foo- 
danig  te  fullen  doen. 

Ctoee  Dagen  jfjier  naai  toierb  een  Expreffe  naai 


aan  deii 

Ambafla- 

4eur» 


’t^of  ban  Siam  nut  mcec*gmtclbe  ïfeeren  ïjaat 
letteren/  m  mynöjief  afgefanben. 

SP  begon  mp  tt  Kittelen  ban  een  getóenfïetipt* 
ftomfïe  s  maar  tornt  meer  al$  oop t  brrbaafï  /  te 
...  fien  /  Dat  op  Defe  bjieben  geen  anbêrgebolg  qttam/ 
&l$  üar  De  Franfferi  Ambaffadcur  Boo?.  uptöjuft^ 
Order  van  MÊÉ&S  0|Ö?e  Üait  D«1  Kottffig  ban  Siam  0^ 
den  Konlng  COmmanÖecrt  böierö  /  om  met  'tfelfde  Schip  te 
van  siam  vertrekken,  daar  fy  mede  gekoomen  waaren,  ten 

opflgte  /  Dat  fp  Dooj  Dien  ©ojfl  niet  Koiiben  toet#; 
Den  aangenoomm  /  Die  gcene  tt$m  /  Daar  fp 
Öaar  booj  uptgaben  /  bermk^  Dat  met  ren  Moors 
Ibefjip  in  fijn  J|aben  geftoomm  toaaren  /  Daar  ?jp  in 
tegen-öcelbieï  btnfie/  aï|meöe ;ten  bollen  berfeïtett/ 

enbetollfltoa^/  dat  het  den  Konink  van  Vr ankrijk 
aan  geen  bodems  ontbrak  ,  om  fijn  Ambafladeurs 
tebrengen  ,daar  hy  fe  wilde  hebben,  dat  wasin ’t 
Jaar  itfS’5  wel  gebleeken  ,  en  kon  die  Majeiteye 
ook  wel  befeffen ,  dat  foo  een  edel-rnoedige  Vorfi, 
en  magtig  Koning,als  den Franjfen  Koning  wasy 
het  hem  tot  een  fchande  foude  rekenen ,  fijn Am- 
bajfadeur  aan  lbo  een  Prins  ,  als  hy  was,  op  die 
manier  te  feilden  :  maar  dat  het  hem  beter  geleek, 
datfe  onder  dat  voorwendfel  wel  yets  anders  in 
den  fin  hadden,  en  daarom  foo  konden  fy  hoe  eer¬ 
der,  hoe  liever  met  haar  voorgewende  Geloof s-brie- 
ven  en  gefchenken  vertrekken. 

WijhextS  gabben  bc  «©emtentcot^  Ijmimlijke 
bic  grfetrgCll  /  om  my  in  handen  ,  van  daar  toe  twee 
uytgefondene  Konings  Dienaaren,  te  f uilen  leeve- 
banden  van  ren  ,  die  my  wijders  aan  ’$  Compagpfs  Opper¬ 
de  Compa»  hoofd  op  India  foudenoverleeveren ,  Öög  öc  <£>01^  - 
gny  teleevc-  lj^m  QOth^t  /  PU)  Hip 

d  '  w  rd  ö*0  tc  Vpaarfcïjoutom.  #bei  fuIftgS  toa£  mijn  bui* 
gewaar”  gitfifjap  op  Tanaflary  gaaisto  gebaan  /  eu  ïjabbe 
fehomyc»  oofcbelwjfï0ti0öcpb  gcljab/  om  alt|jteinge3aödt 
'  ■ '  paait 


Order  om 
de  Roy  in 


JjJ  COB  DE  RoY.  1 77 

paart  in  geteetgept  te  gouöen/  toant  om  beoiifto? 
fftneentoepnigje  goeö  te  maften  /  gaöift’t^cgip/  .. 
twaac  meDe  op  Tanaflary  geftoomen  toa#  / '  naat  j!1]"  ™0ï* 
bat  {iet  een  toepnigte  bertimmert  toa^/met  7  teg«n.,a 
pgantcn  naai*  Sc.  Thómè  gefonden  /  tos  baat  en 
togen  fjab  ift  een  ganbige  Chaloup  jepï-reebe  ïegs  Begeeft  e% 
gen  /  om  &p  ontmoeting  Pan  een  Compagny’  S  aan  boort!» 
ÖOöcm  /  oft  teel  boo?  gcbogteSiamfe  Compagny ’s 
#ppér-f|oofD  bebugt  jfnbe/ten  eerfïen  baat  in  tc 
flappen.  git  gnbbe  eben  500  beeï  tgb#/  bat  ift  af* 
fè&epö  ban  öe  Paters  Jefuicen  ( baant  gaat  Cara- 
•fter ban A mbaffacleurs en golb giet  niet)  tenenten/ 
öte  top  begaïben  bie  gcene  /  Die  reet#  naat  öettoaart# 
gefegiftt  toaten  /  ban  b?ieben  boo?fagen/omaan 
gaat  3Lanö#-ïupöen  op  Eengale  t’  oberganbigen. 

■  Hètjn  gaetje  tóierö  immöbel#  aan  öoo?b  gebjagt/ 
fn  naat  ’tmutigfn  ban  een  gïaa#je  togn/  bet* 
boegbc  ift  nip  tegen#  ben  abonö  naat  mgn  Cha- 
löup3cn  b’anfter#  geïigt  geböenöe  onbet  $S»ï/en  bet? 
boïgen#  be  iföbiet  upt  raaftenbe  fleebcnöen  irifgeïgft# 
öp  Sc.  Thómè  aan  /  in  ^ee  5gnbe  tóa#  mg  get 
gemoed  met  ’totitbeeren  ban  .een  fatfoenïgft  gefeï* 
firgaptemiffen/ento'aueengoebbofft/  boo?  be  laat* 
fie  garde  bejegening  foo  Snrfteld/öat  ift  niet  be 
ftefijftfïc  gebagten  geflingetttoa#/  bat  ift  biipfen* 
betïep  boojtoetpen  in  een  nut  gaböe  /  ban  legde  ift  swaam5ee-, 
be  fcgiiïb  op  .ten  Ijtoopman  van  Son  ,  beioeïfte  j^eydvan 
quanfup#  om  gin  pbet  boo?  te  Compagny  tetoo*tc  °r‘ 
nen/  gétopmgn  ïeeben  gemunt  gaböe/  maat  al#  ' 
ift  baat  en  tegen#  qnam  te  bebenften/  bat  bie  man 
bpo?uptb?uftfteipeo?öie  ban  U  Hoog  Ed:  baat  toe 
betpligt  bóa#  /  ttioefl  ift  baat  en  tegen  toebet  bp 
nip  felf#  beftennen  ƒ  dat  de  man  niet  anders  ge¬ 
daan  hadde  ,  als  het  geene  ,  ckt  een  eerlijk  Com- 
p'agny's  Dienaar  roequam  ,  fpo  ttioefï  ift  mp  felf# 
ober  mijn  ïf  eete»  ge&seber#  öeftlaagen ;  berfrgoon 
mp  Ëdie  Agtbare  Heeren  ,  ift  fpjeeft  al#  een  ge- 
vlugte  Misnoegde ,  maat  niet  al#  een  getrouw  On¬ 
derdaan  ,  ban  U  E  Hoog  Edelheeden , .boegen#  Öat 

ooft  al  te  beeïüetboïgt  tolert/  toant  fepdebiïttoiï# 

4e  Hoy,  “  M  Hl 


178  Reys-Beschryving  van 

lil  ttiy  felf$  /  ik  heb  in  ’c  Veulerlandmccmg  foldaat 
fien  ftraffen ,  die  buyten  de  Linien  agterhaale 
wiert»  maar  wanneer  dat  men  bevond,  datfy  met 
het  front  naar  ’t  Leeger marcheerden,  foo  vierden 
fy  dikwils  als  Moeskoppers  geftrafr,  en  niet  als  Over- 
loop  er  s. 

36  öen/  bagt  ift/ een  man  /beboeïfte  rny  ban  mijn 
poft  fteeft  foeft  gemaaftt  /  om  een  gebanfteni^  t’ont* 
gaan/  betpeïfte  met  rcgt/  be  plaats  der  ellendige, 
cit  ’t  graf  der  levendigen  geboegdijft  mag  geuoemt 
iöo?ben/ift  ïjebbe  ’p'Compagny’sbjienöen/nogbyam 
ben  ’t  ï)aarc  onttooft/  in  tcgenöed  Denintetefïban 
mijne  Ifeeten  en  iBeefet^  in  allen  beden  op  At- 
chin  toaargenoomen  /  en  |)oe  bifnuifê  ïjeb  ift  met 
mijn  tóbben  en  fmeeften  cm  lyfê-genaa  berfogt ; 
maat  bic  ö?oebige  gebagten  namen  een  eynbe/ Doen 
16  St.  Thomè  begon  te  nabecen  /  bennité  bat 
’tboo?f5.  &tftty  tod  öaac  bonb  leggen/  maatniet 
Thomè6  St’  *n  ö*c  lïaat/  bien  ift  bcrtoagt  ïjaböe/  tarnt  De  Pn- 
liacatfe  b?ienben  ïjabben  al  b?p  in  bc  beuep  ban  ben 
Moorman ,  cviöèc  boojinenoing  ban  een  Moorfe 
pretenfie,  getafï. 

Hiaat  öe  blugge  tgb  liet  mp  niet  toe  /  ftiecïam 
vettrekt  3£C  lt  tóijben/  beel  minbet  Madras  aan  te  gieten/ 
van  daar.  (baat  ift  egtct  foo  nootfaftdp  ftabbe  tallen  aam 
gaan /  bstotjï  Dat  ter  gemelte  ylaatfe  te  innen/  en 
te  bojbecen  fteb )  aangefien  bat  in  ’tbetby-seylen 
skt  eenige  ban  Nagapatnam  „  een  ftloéfte  fluyt  uebenf  4  of? 
stheepen.  3a0!$ seyl-Chaloupen  getoaat  taetb  / 

ftaïberi  mijn  anftettjc£  t’Ijupg  geftaaïö/  cnbesep* 
Ken  by-gemaaftt  ftcbbenöe/fïeïbe  ift  mijn  ftoutg  l an^ 
be  toal  en  fnayte  berbolgen$  bc  Bengaalfe  fiibict 
in  /  toanncer  oy  Bellefoor  aan  3ianb  qnarn  /  baat 
Beiiefoor.  tft  ten  fyoebigfic  een  Senaat  naat  be  Franife  Lo- 
gie  |bnb  /  om  Daar  beftenb  te  maaften/  dat’er  een 
perfoon  van  Tanaffary  gekoomen  was  ,  dewelke 
Word  ver-  brjeVen  voor  de  vrienden  mede  gebragt  hadde. 

FraniTetlLo-  9I&  ÖabDe  niet  lang  getocft  /  of  baat  quam  een 
«iete.koo-  man  ban  fatfoen  betfoeften/  dat  ik  binnen  de  Lo- 
men,  gie  foude  gelieven  te  koomen,  aftpaat  (6  betffftee- 

nen/ 


Jacob  de  Ror’  179 

nm/  en  mijne  25?ieben  obecftanbigt  Ijcbbenbe/  fa 
tnicfb  tft  mêtbeei  öeiipcpben  tcefieneh  banbjienbs 
fcfjap  fa  minneïijft  ontfangen/  a$  ift  foubcftcbbcn 
bannen  ïuenfcï)en/boo?t£  o?b?e  fWIenbe  '  dat  mijn 
gemelte  Chaloup  voor  haar  Logie  gebmgt  wierd. 

3&en  Pater  Tachart ,  quant  (  out  bat  aï$  ge- 
fcgt  /  fijn  boojfïel  en  d’Ambaftadc  in  toan-oj&cr 
gcraaftt  toa# )  fto?t  baar  aan  mee  frju  gefdfcijap 
ban  Tanaflary  toebetom  te  rug/  en  onberaJtjïen 
mibbeïen  beraamd  rot  mijn  ber treft  naar  Patria , 
’ttoeïft  fïonb  effect  te  nemen  met  een  Engels  pars 
ttcuïter  ^cftip  /  anber£  genaamt  een  Lorren- 
draayer ,  gelp  fft  ftem  tot  dien  epnbe  mijn 
Chaloup  tot  fp  gcbjupft  leende  en  na  ’t  ges 
öaane  tuerft  befeïbe  boo?  4000  Realen  fïonb  te 
teberftoopen/  baar  üjierö  banbafï  gefield/  dat  ik 
met  nog  een  perfoon  van  haar  natie  ,  om  my  als 
een  Leyds-man  te  dienen ,  eerft  na  Engeland  en  van 
daar  ons  wijders  naar  Vrankrijk  fouden  overge- 
voert  werden,  alwaar  wy  met  onfe  komfteaan  ’t 
Hof,  ingevolge  den  inhoud  der  Brieven,aand’eerfte 
Dienaar  van  Staat  Monfr.  de  Pontch  ar  train ,  on§* 

morfïenaangecben/  bte  mp  ban  toeï  aan  fijn  .#as 
jefïept  foube  pjefenteeren :  wam  naademaal ,  fepöe 
Tachart ,  dat  wy  onlangs  tijding  bekoomen  heb¬ 
ben,  dat’erhoop  tot  de  vreede  is,  oordeel  ik  het 
befte  te  weefen,  dat  ik  hier  blijf, totdat  defelve 
geflooten  is  ,  als  wanneer  ik  met  de  z  Scheepen, 
die  hier  leggen,  my  ten  eerften  naar  Tanaffary  fal  ver¬ 
voegen  ,  om  onfe  voorneemens  te  helpen  uyt voeren. 

’t  JDeïïi  tuaar  en  toaaragtig  regefcpben  fïaat/ 
fngebalfc  bat  U  Hoog  Edele,  naar  pare  gctuoos 
uelpe  bJijfftfpt  baar  niet  bp  trjb£  rnbooificn/ 
ebm-genoembe  pïaatg  gefojttficcctb  /  en  in  fïaat 
ban  tegen-toect  ge&jagt  toefenbe  /  ïjebben  fp  bets 
fcftepbe  maaien  gerebeneert/  en  boo?  bafï  gefïeït/ 

dat  fy  dog  niet  eerder  in  ftaat  fouden  zij  n,d' Edele 
Compagny  de  dood  fteek  te  geeven ,  fo  fy  Malacca 

niet  en  hadden,  aïfop  niet  hupten  reeben  bp  pat 

M  a  tn 


Komft  van 

Pater 

Tachart. 


De  Roy 
neemt  voof 
met  een 
Engels 
Schip  te 
vertrekken.] 
Om  wat 
reden  hy 
Hg  van 
daar  na 
Vrankrijk 
foude  h«- 
geeven® 


Voorneem 
men  der 
Fjanfe 


1 8o  Reys-BeschryVing  vak 

in  opmerfting  toetb  genoonten  /  dat  het  e®n  pafia- 
gie  van  aangeleegentheyd  was.  ■’ 

Wat  Tanaflary  aan6e!angö/  fo  San  ift met  ee» 
opjjegtgenioeö/U  Edele  Groot  Agtbaare,  beiftlaa* 
Gevoelen  ten/  bat  ift  niet anöct£  ban  gebagten ben/  of  fp 
van  cleRoy  fullen  met  öaai  a  Jbcöeepen  in  fïaat  5ön  /  om  ut 
weegens  boeer-toil  ban  ben  bïooben  Inlander  (betoeifte  men 
Tanaflary.  uaai.  Barmens  noemö )  tot  gun  boel-toit  te  fcO0' 
tnensafë  toanneet  ift  Set  boo?  een  fmaie/  fa  een 
onmogeitjfte  faalt  fïeï  /  om  Saai*  baat  upt  te  boen 
beenefleïen  /  ’t  i$  boaat/  öat’er  eenige  Siammers  tot 
befctting  leggen ;  maar  Die  51311  niet  befïanb  om  be 
Franffen  ’t  goofb  te  bicben  /  bttpten  bten  toetDen 
fp  ban  öenl.a«ö-aa?b/ombat  fpbieonnofclemcng 
fcgen  in  een  fïaaffe  bienfibaarwb  (jouöen  /  feefe 
geöaat/  enbetoelfte  op  Set  eerfïe  betoeeg-mtböeï/  De 
Franfe  pattp  tentetsen'  fbuben  ftiefen/  tuaat  hp 
fp  ebentnel  bat  boojbee!  fouöen  genieten /ban  %i* 
b’eng-mtööden  tn  obeibSoeb  te  genieten. 

<0efepbe  Franflen  fielten  ooft  baf!  /  Dat  get  guss 
ïSbiUPtbanen  ban  baat/  boegen^  bet  iaatffe  boo?- 
woorjen  bal  bet  faaften/  aau  d’Edele  Compagny  en  niet  aan 
iler  FranfTe  be  Honing  ban  Siam  te  topten  toag/  betmifê  fp 
ivïgens  de  |g|iöen  /  dat  den  Vorlt  geen  verliand  genoeg  en 
Compagny.  j,a^cje s  om  foodanig  een  antwoord  te  bedenken, 
als  fy  erlangt  hadden. 

|p  geïsbe  |aai  oofi  ötfttoip  goo?en  fipcften/ban 
een  <öpïasi&/ genaamt  Negratie,  Irggmbe  op  7. 
Ejhn.i  gjaabeii  benoojben  be  Linie  Equinoctiaal ,  üjcfen&c 

Nvsrauc.  befeiibooi  Be  Peguanen  btbJGOuö  /  maat  ont 

Set  gebüutn  móofac n  en  flroopeit  ban  öeManicai- 
bers  toebetom  bettenen  /  toarit  boïgeti^  gnn 
boo?geben  toa0  bit^planbiipfitfeejib  bjugtbaar/ 
Frn?tbaar-  fo  ban  alletlp  foojt  ban  bjugtett  /  alp  ryftcïyft  / 
htyd  des  uai)  <Qtt/  m  tserfïcii  /fo  bat  om  fijn  onbets 
*  gout  baar  te  binben  /  men  niet  meet  Begoefbe  me* 
be  te  brengen/  aï$  fout/  getoeet/  om  get  bee  te 
fcgtetèn/eh  netten/  om  be  bi|  te  bonnen  bangen  / 
bebop  bat  bit  alïe$  albaat  in  obecbïceb  te  téfto= 
men  toag/  fp  maften  ooft  niet  toepnig  gaarc  ges 

bags 


Jacob  de  Roy.  181 

bagten  op  be  <6planben  Nicobariên  baat  fp  boo? 
eenige  gjaaten  een  Priefter  ïjebben  gelaten  /  bic  EyUnden 
een  gjoot  getal  ban  bie  «Splanbet£  tot  ïjet  Chri-  Nlcob*rieni 
ftendom  geöjagt  fteeft/en  fo  tneb'e  ban  benabuuci; 
ge  dSpïanben/  gelegen  op  s  gjaben  jfrooibet-bieea 
•  te  /  taant  öe  eerfie  fê  op  be  fjóogtc  ban  7,  Be  ttoeeöe 
op  s,  «1  De  beeöe  op  9  en  10.  gjaöen  j@oo|öét\b?eete/' 
op  befc  pïaatfen  geeft  men  bnbetbonöen/bat  daar 
een  teöelijft  obcrbloeö  ban  amber  /  peceï#  /  en  Des  feif* 
anbece  ftoflelphe  Eee-getuafTen  ballen  /  torifte  biet;  Koopman- 
bare  maren  tegetig  fleste  ftïecben  en  berïegen  1$;  fchaP. 
blaten  gemaugêït  enbe  bctganbelB  /  ooft  'tad  in= 
geftogt  toerden/  toifbec^ijn  be  gjntooonöec^  feet  Aart  d«  in* 
b^eejagtig  ban  aart.  Woonders' 

^e  Eranflen  poogen  op  Bengaale  al  lllCbe  d’  Ed: 
Compagny  in  fjaareommef lag  teötoac^-boomen/ 
en  öp  be  Mooren  ui  ftïepn-agting  te  maaften/fjaat  F«nffeo» 
tot  bien-epnbe  niet  eenlge  Igieben  bedienende/,  be-  Bengaie. 
toeïfteban  Compagny  ’s  toeegen  aan  benbefaani; 
ben  Silvagfê  gefshden/  en  bos|  ftaac  ondectoegen 
onbetfeftept  en  aaiige|otiben  fogben  getoojben  spn. 

<Pe  Moorèn ,  mi  iigt-gdobig  bolft  Jfjnöe/  be; 
tupgben  baat  ober  ftun  msfnoegen  /  niet  te  feg; 

0«1/  wanneer  fy  de  handen  wat  rüymer  hebben, 
niet  nalaaten  lullen ,  haar  gevoelig  daar  over  te 
toonen.  ji^oopenöé  öefe  materie/  en  anbece  fa; iIun  vf- 
ften/  Ije&ben  fp  berfcljepbe  maaien  metde,Moor-,han‘let1,ns 
fe  4gbuttérneur£  in  mijn  fep-toeefen  raab  geöou;  MoorVe 
'ben:  maat  ift fteböe  ten  bollen  hunnen  befpeurai /  Gonver. 
bad  öefe  befdecueep  ben  Direóteur te  f gander  toaa?  ne»r* 

,  ren/  fu!ft£  bat  ingebaUe  6p  niet  beter  Ütoopinan 
d£/a$&taat-ftunöige/  l)P  in  aïïeg  een  bpfondet 
fïegre  maat  $. 

©etoijl  ift  Defe  bjaïgeïgfte  V  farnen-fpieeftiiigeii/ 
sneer  aSgï  mijn  Heftoag/  moejf  Ijoojen/  betfefjeen 

be  Refident, Sinjeur  Hugo  vander  Meer  inbeFranfle  'Blijde  Tij. 
Logie  /  mpmebebeelenöe  at  aangenaamfïe  nietito^/  ding  voor 
bat  naafï  mijn  ^.aligljcpt  ban  ben  ^emeï/aïg  een d_® 
<8ot$-fïbaaft  te  bettoagten  öabbe  /  namentïyft  /  1 

hog  dat  U  Hoog  Edele  uyc  een  fondedinge  gena-  * 


Verkrijg* 

pardon» 


Sij  nc  woor* 
«Jen  hier 
©ver  nytge< 
fboefémt. 


Hun  be- 
fluyt  dien 
aangaande* 


Dat  uyt- 
lefcte  aan 
de  Franse, 


182,  Re  ys-Beschryv  ING  VAN 

de  warén  bewoogen  geworden  ,  om  mijn  pardon 
te  geeven  en  dat  het  reets  tot  Hougly  was ;  met 
DtC  bpboeging  /  dat  hy  Refident  ’t  felve  alle  uuren 
verwagtende  was :  mp  ötcn  bofgcn^  bOOlfjOUbeila 
ÖC  /  of  ik  met  het  erlangen  der  felve  genegen  fou- 
de  zijn,  om  my  weder  onder  'sCompagnf  s  JuriJ- 
diBie  en  gehoorfaamheyt  te  begeven. 

Qjft  tuiert  Biet  obet  fobanig  ban  blljöfcBapber* 
ruftt/  bat  bp-naat  niet  BonDe  geïoobcn/  ’t  geen 
Ift  quant  te  goojen  /  egtec  be  plaats/  baat  ilt  ntp 
felfê  bebonö/  Het  nip  niet  toe/  cm  mp  felfg  upt 
te  laten;  maat  gaf  gemelde  Sinjeur  vander  Meer 
'  te  hennen /dat  ingevalle  hy  het  fodaniglmetopreg- 
,  tigheyd  meende,  en  ik  van  fijn  feggen  verfekering 
kreeg,  als  dan  niet  een.  minuut  onder  de  FrattJfe 
foude  willen  blijven,  maar  hoe  eerder  hoe  liever, 
genegen  was ,  naar  Hougly  te  vertrekken  vermits 
dat  Batavia  met  geen  voorgenoomen  raad  verla¬ 
ten  hadde  ,  om  mijn  Vaderland  fchaade  aan  te 
doen ,  maar  wel  om  mijn  faaken ,  in  ’t  lieve  Vader¬ 
land  komende,  te  redden. 

2©p  beflooten  ban  /  om  daar  over  heymelijk 
naar  Eengale  te  fchrijven  ,  op  dat  dcFranJfen  hier 
af  geen  kenniffe  mogten  hebben/  ’tgecn  ban  ooft 
fobanig  in  ’ttuerïi  gefïeïö  toierö  /  Dog  egter  foo 
beöefttelp  niet  /  of  Die  arglifïige  natie  tüicrö’ec 
pet£  af  gebwat  /  vueftoefgen  alle  Bunne  Isjagten 
infpanöcn  /  om  ’tfelbe  te  beletten  en  bifttoil#  met 
be  toaapen^  in  bc  ïjanö  gereet  ftonöen  /  tuanneec  bat 
ben  boo.moembcn  Refident  in  mijn  tooon- pïaat^ 
quam/  baat  egtet  geen  fmarigljepö  tea£/  om  haat  , 
grtoeïö.  te  ontgaan  /  aï£  bc  betoufle  4000  töp£- 
öaalöcrg  te  be  taaien  /  baant  Baat  te  bullen  beeïa; 
ten/  fonbet  be  bolboeninge  /  baat  ban  te  boen/ 
fotiöe  feltetlijft  moepdtjïsljepb  bceoojfaaïtf  hebben/ 
en  ft  hoon  baat  toeïjaböe  Bonnen  hoornen/  fouöo 
Bet  mp  féct  fdjaaörip  gebjeefï  $tjtt  /  om  aan  tc  ; 
gaan :  naatöcmaaï  rapt  Sleepje  De  Elly,enbe 
Chaloup ,  benebens?  allé  mijn  andere  ttjöripc  goe= 
beten  onöèr  Baat  betoint  en  gcBooifaamBcpb  teaa-  j 
ten  /  ’t  aeetie  Den  Cbelmoebiae  Vander  Meer  be? 

fcjccgs 


Jacob  de  Roy.  183 

ireegöe/om  mijn  be  gebagte  fomma  tcÖcrfcöCetni /Y£lrd%hWt 
aïfao  Dat  ftp  oo?öeeIöe  en  ooft  quant  te  tiytten  /de'"  {iennin„ 
dat  het  d?  EdiCompagvy  der  niet  op  aankoomenfou- gen  aan  de 
de^als  mijn  gevoelen  ontrent  defelve  maar  opregt  Koyom  fijn 

was ,  gdftft  fulftö  bp  fijn  Copy  -  Sojicfje^  U  Ê  “  « 
Hoog  Edele  naöet  fal  bertoonen. 

3£>aat  op  fielden  top  ten  Dag/  dat  hy  op  het  onderling  . 
©nverfienfte  in  de  Franjfe  Logie  met  het  geld  ioude  v 
komen,  en  daar  benevens  mijn  Pardon  in  handen  jer  Meer 
foude  ftellen,  waar  op  ik  dan  aannemen  foude,ende  Roy. 
van  met  hem  naar  onfe  verblijf-plaats  te  gaan, 
om fo  doende  in  ftaat  te  wefen,  by  aldien  daarop 
uytvlugtmaakte,haar  die  penningen  ten  eerften  roe 

te  tellen  ,  geïijft  ftaat  befeïbe  op  ftunnc  begeerte 
ooft  tet  ftanö  geficït  tuierden/  toaat  naatdegefep- 
be  aanbiebingen  /  en  ftet  pardon  ban  gemeïDen 
Refident  met  be  bercpftc  ceebieö®|jept  qtiom 
aan  te  baatöen/mct  ftem  ftanb  aan  ftanb  gaar  Logie 
nptgaanbe /  en  mp  naat b’onfe ftegeeüenöe/fófeik Gaan  e 
be  gemelbe  Franffen  in  be  uptterfie  bectuasiDecing  “  nS 
op  onfe  bepbe  ^etfoonen  fïat-oogen.  Log?™* 

€bog  ftet  fcftönt  /  bat  be  tampen  en  onge^ 
ballen  nog”  geen  epnöeban  mijn  betöjiet  toüben  ma?  Wraak.&„e 
ften/  ten  opfïgte/öatbte  natie  boo?  een  betbloeftte  der  Franco 
fugt  ban  tegaaft-  gierigftepb  ingenomen  jtjnbe  en 
toeï  fienbe/  bat  fp  onbecmoogené  toaaren  /  befeL 
aan  rap  te  ocffeuen  /  ftunne  goisbeloofe  gierigftepb 
ben  bjpen  toom  gaben  /  tet  faafte  /  bat  fp  alg 
tipt  een  JBolben-öo^  ban  ftaat  Logie  in  mijn 
ftup0  quamen/en  baat  be  toaarbp/ban  ontrent  3000 
tSyftg-Daaïöec^  upttoofben  /  gelftft  fttïft#  bcg  am  s°e- 
beren  baag£  met  ftet  afftaaïen  ban  mijn  oberge= 
bleben  atmoebtje(ftepïiglijft  enbe  toaatagtigïtjft  311  MemL  es 
’t  gefegt )  foobantg  bebonö. 

Met  mijn  ftomfïe  in  Hougly  toietb  ift  nog  fïetft  Aanbiedin- 
bOO?  Öe  Ifeerctt  St.  Martin  en  de  Lande ,  öeflelfö  gen  van  de 

m?be-ftander  aongefbgt/  en  boa?  aïbetftanbe  ge= Heer?nSt* 
fupfterde  tnoojben  /  met  ftet  op-offerai  ban  be  ah 
bet-boo^edipfefaftenenaantóebingnt/ bien  mm 
toaarïftft  pemanb  fouöe  ftonnen  aanboen  /  ge^ 

M  4  ttagt 


i§4  Reys-Beschry VING  VAN 

tragt/oni  mp  ban  boofneenien  te  boen  betanbe; 
ren/  toant  bat  foube  mijn  agting  bp  fiaat  niet 
bermlnbecen/  maai*  in  tegenbeeï  boen  'aangjoe- 
pen/  tenopfïgte/  bat  fp  nu  toe!  fageii  /  dat  de 
Ed:  Compagny  overtuygt  zijnde  van  ’t  quaad ,  dat 
fy  my  gedaan  hadden ,  my  rui  op  die  wijfe  pardon 
quamen  te  geeven.  jjllaat  ife  liet  aai?  mijl!  VD0O?= 
DatdeHoy  ben  gtltoeg  Wijten/  dat  fulke  voordellen  my 
van  de  niet  leer  aangenaam  waaren ,  en  tOOllbe  ooft  / 

««na  «re«.  gaatje*?  nip  nlet^et  bfïjaagbcn/ 

en  moet  ook  bekennen  /  bat  ipgéèalle  naac 
fnïte  tooojfïeïïen  jjaöbe  ^eïupjïétt/  een  ban  be 
fnoobfïe  menfeijen  be$  tlatöboöein^  foube  geteeefï 
5tjn/  en  ban  niet  alleen  foo  jl'öenbigU  El  Hoog 
.Édele  ïojfeïfjte  beemSertigljepb  föuöe  bomen  te 
betasten/ maat  Wipten  bien /  om  een  toerfoe- 
peïtjte  eet-fugt  mijn  felfgtejjengtmjn  Vaderland 
foube  Moten. 

©en  Dire&eur ,  Pieter  van  Dijkshoek,  010011= 

Eyfchvan  neetbe  tnp  in  ben  eerften  bp-een-Mmjte/  dat  ik 

den  Dire.  alle  papieren  en  bewijfen  foude  hebben  over  te  ge- 
aeur  Pieter  ven  5  ottt  bat  f)p  aannam  /  alle  mijn  uytftaande 
fcoeic  *"  ^hulden  ende  faken  te  doen  ver-effenen ,  om  dat  ik 
in  ftaat  foude  zijn, van  met  den  eerft  vertrekkende 
Ba»  van  de  bodem  naar  Batavia  te  ftevenen ,  tot  teelten  cpil- 

KoyJerd  s  be  ift  fjembe geteefenöe Obligatie enbe  tecteningeu' 
na-gekoo.  ban  be  ffcöWbenaai*^  qiiaro  ober  te  seben  /  mitfga; 
sjea-  öec$  ben  fcïnüöenaat  feïfê  in  fijn  öanben  ïebecöe/ 
beteeïbe  fijn  agterflaï  ooft  niet  onttenöe/  maat 
tsefelbe  aannam  te  boïboen/  aW  ben  ïfeet  Dire- 
éfeur  böo?noemt  anbetjïnté  |em  bie  gunfï  totïöe 
Öetoijfen.  Dat  den  gemelte  Kapiteyn  Philip  de 
Croes  van  fijn  fchuldenaars  Schip  op  Hougly  van 
Belkfoor  mogte  werden  opgeroepen,  ’t toeïft  !)p 
teel  beloof öe/,  te  fullen  beforgen.  J||aat  tot  be 
baab  niet  gefemen  $  /  teetöenbe  ben  genoegfa* 
me  gegtjfeïbe  fcöuïbenaat  ontfïagen. 

3©agt  upt  friet  bupfïet  quam  te  Wijten/.  bat 
mijn  boojbeeï  fep  ben  DireSfeur  teepnig  beöertlgt 

teietbi 


Jacob  de  Roy.  lij 

toferb/  üojöceïmöe/öatmp  öcfe  fïinftfe  trtft  ban 
fommige  gefpeeït  toiecö/  ter  faafte  / 

öat  fp  mogeïgït  geöagtm  maaftten  in  •tjs>ciÉÜvooM>te. 
je  J  bien-boïgen^  &nn  befï  bom  fouöen  /  om  men  van 
toette  enöer  De  toaaröp  met  een  fïtnger-flag  baat  ecmge-om 
aan  te  {tomen/  alfoo  ïjet  ïjier  gant£  geen  nfetrtm 
ijti$/  bat  öoo?  een  #nöer-ïioapman  ban  40,  een  „a de  Roy 
SÖoeït-ïjouöer  ban  30,  ja  tot  mi-ttlffjftertt  ban  20  te  geraa. 
gisteil ’p  maanö#  ihcïup#  /  Ibcïjeepm  ban  2  0f  ke». 

.  300  Haften  naar  be  Maldivife  Ügplanörn  /  om  Lorren- 
mxm  &0f0«a*e  öan&eï  te  öjijben/  ( oitbét  tm 
betfteetöe'  naani  ban  Weeiie  Moorffe,  of  Jentieffe  lnIndicn° 
Hoopman)  gefonöen  toetten/  geïQft  mijn  boojge^ 
rneïöe  Jkfjèpje  nog  fjeeten  ben  €böet -Hoopman 
Pieter  Hofmeefter  toe-kofltt/  Itlltfgabet#  bOOJ- 
uoemte  totem  öeb?agt  /  m  na  be  Makiives  ge- 
fouten  öaööe/  fuffi#  bat  ik  eenigfmt#  betonfï  5|jn# 
be  /  ban  Ut  ft  ïoofe  beWènben#/  m  in  opmerking 
genomen  öeööenbe  /  bat  mijn  boojnoemte  fcfjuï* 

Ummt  f-  een  teoeteï-ïtfnt  ban  fj«  toeefènte  / 

Dat  ’er  pet#  ban  St4  Anna  rnoefïe  onbet  ïoo- 
pem 

^erïjaïben  om  mijn  fdjaaöe.boo?,  te  Zoomen  / 
te  taöe  toietb  /  met  een  fmeeff-frijnff  aan  ben  jceh^c  va^ 

Directeur  m  ben  taaö  te  betfoeften  /  dar  mijn  ver-  aen  dL« 
trek  tot  de  laatfte  Scheepen  mogte  werden  op  ge-  deur. 
fchort  ,  en  de  reyfe  met  mijn  Chaïoup  aannee- 
men  ,  omfo  doende  gelegendheyd  te  konnen  heb¬ 
ben  ,  van  mijn  faken  op  een  effen  bodem  met  dc 
Ed:  Compagny  en  andere  te  ftellen  ,  vermits  dat 
ten  vollen  verfekert  was,  van  mijn  uytftaande 
fchulden  tuffen  die  tijd  te  konnen  invorderen,  met 
Die  &p- -borging  nogtanë/  dat  foo  HaarEd:  eenige 
fwarigheyd  maakten  van  my  met  eygen  Vaartuyg 
te  accordeeren,  na  Batavia  te  fteevenen  ,  als  dan  op. 
haar  goed-vinden  ook  wel  genegen  was,  de  Tra- 
verfe  mti  eenCowj)agny*s§chip  te  doen,  wanneer 
gemelde  Chaïoup  gevoegelijk,  in  Compagny  met 
mijne  goedertjes  mede  foude  konnen  de  Voyagie  aan-  Wordfijiï 
gaarden!  3$gwnt  mg  Ög  Apoftil  toeltmgtieïpont?  *eyjhoa^ 

M*  fegt  lj 


1 86  Reys-Beschryving  van 

En  een  an*  fegtbjfetö/  maat  Daat  en  tegen  beïöfï/mygereet 
der  laft  op-  ende  vaardig  te  houden ,  om  binnen  3  of  4  dagen 
gekyd.  met  cje  g00r  rc  moeten  vertrekken,  Ö0g  egtet  met 
Die  tiSXbmitnii /dat  gehouden foude  zijn,  z  Perfoonen 
tot  volmagten  te  liellen,  die  my  fouden  werden 
aangewefen ,  door  den  Heer  Diretfeur ,  aan  wien  ik 
mijn  Aiïie  over  foude  hebben  te  dragen,  en  een  net¬ 
te  Lijft  hebben  op  te  geven,  van  mijn  uytft'aaride 
fchulden,  geïijb  D00?  Secretaris  en  geïtingen/  eelt 
Regïfter  oaat  bangepajfeert  i$/  en  Defelbe  in  pan* 
ben  ban  genteïDe  mijn  gemagtigbrng  gejïeït ; 
infgeïjjb^  ooft  ter  ejtae  ban  Den  booinoemDe  een 
boimagt/op  Dat  tipt  litanie  ban  Dien  in  fïaatfou* 
De  moogen  toeefen  /  met  De  faab  boo?t  te  baaren; 
bïgbenbe  onbetminDett  Dit  egtet  gepouben  ban 
punne  bertigting/  ïwtopg  en  anberfïntg  aan  Den 
.  ïtaabte  Doen  /  Die  paar  naar  De  biïlpbpêpb  De  be* 
puïpfaame  panb  fouDe  bieben/  ebog  toat  mijn 
Chaloup  aanbelangt  /  befeibe  fouDe  in  ’tgefeL 
fcpap  ban  De  a  Galjoots  in  De  maanD  December 
al  mcDe  bJeggefcpibt  toerDen. 

Hoede  ^ngebolge  ban  ’tboo?genaomene/  foo  maalt* 
fa  aken  van  te  men  ren  begin  op  De  papieren/  en  De  fcpnïDe* 
de  Roy  ge-  na&zg  te  onbetbjaagen  /  enDe  De  fcpuïDen  Deug* 
öebjb  öebonben  gtjnöe  /  maaïtte  nicn  een  teebe* 
'  ning  liquide  ban  mpn  debet  en  credit,  bianneer 
fp  quanten  te  bebinben  /  Dat  ib  genoegfaam  in 
flaat  boa£/  om  mijn  fcpuïDen  af  te  Doen/  enfou* 
De  boben  Dien  met  een  langer  betbïijfop  Hougly 
toeï  cm  moope  fttipber  pebben  bonnen  ober  pon* 
ben  /  maar  Den  ©eer  Dire&eur  bonten  allen  ttop* 
fel  gcoojDeeib  pebbentie  /  bat  een  perfoon  ban 
mpn  fiaat  en- bediening  ’$  Compagny’s  ommefïag 
en  ïtoopöanDeï  aïDaar  niet  bepoeft  te  toeeten  /  of 
om  beter  gefegt/  ban  ’tbonb-genootfepapniet  en 
toap/  bon  ib niet  opDoen/  maar  moefl  (naar 
Dat  mijne  in  plaats  gefielde  mannen  een  memorie, 
in  gefepjift  ban  mijn  gocDeren/met  booj&agtpaD* 
Den  opgafMb  ƒ  en  goede  fo?g  boei  pet  aan  boo?0 
brengen  Der  felbepaöfeen  gebjaagen)  nip  aaitboojD 

feegc- 


/ 


Jacob  de  Roy.  187 

fcegeben/  toepnig  ban  gebagten  sijnbe/  bat  ben  De  R0y 
bernuftige  Heet  Dire&eur  ben  Jbcïjippet  met  een  geeft  «gaan 
geftepme  oibonnantie  beboegt  foube  Rebben/  omboo,J* 

mijn  goederen  onder  fijn  verantwoording  te  nee- 
men ,  en  defelve  met  fijn  aankomfte  op  Batavia  , 
aan  U  Ed:  Hoog  Edele  gemagtigdens  over  te  le¬ 
veren. 

ïf  iet  toetb  ift  toebetom  getetgt  ober  befe 
ne  aangebaane  ongcïtjften  te  Magen  /  eneen#aanK|„tenvan 
onftjbige  petfoonen  boa?  teïjouöen  /  of  defenHeer  je  Roy. 
y veraar  van  ’s  Compagny's  voordeel  niet  eerft  be¬ 
hoorde  van  gemelde  fchuldaf  te  vorderen  ?  ettUl= 

gebaïle  bat  öp  eenigfïntg  agtet-bogt  geïjab  ïjab- 
be  /  bat  ift  onmagtig  om  te  betalen  foube  ge= 
toeefïïje&ben/  eec  bat  tot  bte  piocebuuren  gefto= 
men  toa£/  ban  mg  tgb  te  betgunnen  en  baat  In 
te  booifien. 

<£bog  ’tfdjljnt  bat  foo  een  berfïanbtg  Hoopman 
fig  feïféinbeeïb/  bat  geen  bpet-fcïjaat  ’tbermogen 
ïjeeft/om  met  ïjaat  blnget^  tot  aan  be  fïoeï  ban 
fijn  ilgtöaarïjepb  te  tepfteh/  ’t  geen  bat  egtetïje? 
mefê  bafl  gerefoïbeert  ïjebbe  met  ïupben  ban 
ftenniffe  t’obetïeggen/  op  toten  bat  tb  mijn  bet* 
ïjaaï  fal  foeften  /  toegen#  mijn  geïeebene  fcïjaa* 
ben/  en  merfteïtjfte  ongeïpen  /  bien  ift  Doo?  fijn 
boen  Ïjebbe/  en  nog  moet  geboogen  /  en  naarbes 
maal  on$  geen  aanmerfteng-toaatbtge  buigen  ban  Eynde  va» 
Bengale  tot  Batavia  toe/  te  booten  guaitien/ fal  ^verhaal, 
ift  biet  mebe  een  epnbe  maaften. 

«bit  i$  ban  Hoog  Ed:  Heeren  ’tpapitte  ftinb  /  Vert°°8 
toegen#  mijn  toebetbaten/  bat  ift  aan  U  Edele  Ia"  j' Ko? 
Sebeit  mijn  aftoefentljepb  ban  Batavia  in  be  tgb  Hoog 
ban  obet  be  6  ^jaaren  /  toegeng  be  hooiballen  /  **ndeiu- 
btemp  obetgeftomen  3tjn/ftancp-offerènmet  be^difch= 
tupginge/  bat  ift  ingemeïbe  tijb/  foo  beeï  niet  ge*  ”aatfcha?- 
fcïjieeben  ïjebbe  /  afê  nu  sebett  <s  toeften  ïjet- py' 
toaart£  :  ift  Ïjebbe  mp  be-pbett/  om  booi  al  be 
toaatïjepb  te  feggm/  en  ïjebbe  mijn  fïaat  ge* 
maaftt/  be  hooiballen  ban  een  tont  jaat  op  <5  beis 
ïen  fcljiift  te  ftellen  /  ïjebbmbe  ooft  0  uitten  ban 

«00- 


1 88  R  eys-Beschryving  van 

nooöen  geïjab  om  ’tbeï  baar  ban  op  te  fïeïïen/  niet 
ter  faafte/  ban  De  foet-bïoependc  fïsjï  /  maat*  om 
Bes  feifs  mijn  ftoaftfte  memorie  te  gemoet  te  bomen/  ift' 
vcrfchoo-  ben  niet  beguaam  om  De  ïüpben  /  betoeïfte  aan 
ning  in  Jt  geene/dat  ’et  boo?fcl)?eebcji  fiaat  te  ttoijfeïen/  ge^ 
2®  ïoofin  te  boefemen/  maar  de$  niet  te  min  onDer  bet* 

betering/  ban  U  Hoog  Ed:  fïaat  ïjet  mp  b?p  te 
feggen/  Dat  ift  in  54  jaar  ïeben#/  ’ttoeïfc  myir 
ouderdom  i#/  foo  beeï  gebaren  niet  onbertoo?pm 
ben  getoeefï  /  aï#  in  ben  genoemden  tijd/  en  noopt 
meer  reben  geïjab  /  om  Den  Hïberloogfle  boo?  fyn 
genabe/  aan  mp  betoefen/  teïooben/  en  te  dam 
fieii/bebjgï  bat  iifjet  ongeïuft  geljab  Ijeb  /  om  mijn 
verhaal  baartupgehmndoo?  afïoopen  en  bettoeeanbete  aan 

Cjn£rtonge' cra  bloedende  jee-fïrand  teberïiefcn  /  in  bfrfcöepdé 
maKfeen.  /  geponger t  en  gebo?fï  tot  bet* fmag= 

ten#  toe/  baar  brneben#  bihtoiï#  ban  Mepnc  ge* 
plaagt/  en  ban  toiïde  bieren  in  gebaar  ban  mijn 
ïeben  getoeefï/  fondet  getoag  te  maften/  ban  be 
ftoaare  reegen-bïagen  /  be  bitterpepd  ban  be  ftom 
be  nagten  /  enbeonberb?ag®fte  pitte  ban  bejbon 
op  onfe  bïoote  ïigpaamen/daar  benebeu#fe#-maaï 
mijn  ïeben  aan  een  fijde  b?aab  gepangen  /  0111  be 
feïbe  boo?  een  fïrop/  fïaaï/enbetgif  te  fïen  epnbi- 
gen/  biaar  bp  met  teaatliepö  ïtan  feggeu/ttoeemaaï 
ban  mijn  goederen  berooft  getoeefï  'te  jijn  5  fo  bat’ 
om  bie  oo?faafte/bermepneift  reben  tèpèöben/osn  te 

Sxjndank-  toepen  /  ondoorgrondelijk  is  Godes  barmhertig- 
baarheyd  heyd  j  en  wie  heeft  fijn  raad  gekend ; '  ter  faafte  'öafr 

»»  Güd”  naar  foo  beeïe  bieber-toaarbigfteebêii/  en&p-naar 
onbermpeïpe  gebaaren  /  ben  ‘^Mniöjjenöen  ©a= 
Der/ ben  gefegenben  ^epïanb/onfe  ^>aligmafter  ] e- . 
fus  Chriftus,  enJlepïige  <0eefi  /  nip  de  genabe 
beitelt  pebben/  óm  aï#  een  geï)oo?faam  onder? 
Daan/  onder  mijn  epgen  ©pgeri-boom  en  3Bijm 
fïoft  te  ïeben/  en  baar-en-boben  be  mibbeïen  ber= 
fcïjaft  ftebben  /  om  mijn  Vaderland  dienfï  te  boen. 
Stangefïen  ift  ïjepïtgïp  en  tot  be  ïaatfïe  fnift  ban 
mijn  ïeben  toe  faï  bïijben  boïïjerbeu  /  ban  UHoog 
64de  niet  een  opregte  megning  /  ’  be  teeg  aam' 

m 


J  A  C  O  B  DE  R  O  Y.  I  89 

getoefen  te  gebben/  om  te  befït  ban  be  gonb-tgto 
jBgnen  ban  Banyer  te  tomen /en  ’tpab  ontbefct/ 
toaac  bOO?  De  ïoffeïijfte  Nederlandfe  Maat- 
fchappy  in  De  tofMgto  <Piamant-|fêgnen  ban 
Succadana  ban  tteebhi/  en  bat  fonbet  tof&n/ 
fonbet  moeteen /  en  ftoariggepb  ban  betlie#  ban 
bote. 

IBaat  toe  te  U  Edele  mtjn  petfoon  en  g?ijfesijnaant>ie- 
goofb  feet  neb?ig  met  een  onïsebïefcte  ttouto  aan?  din8  aa”dö 
oiebe  /  fuïïenbe  met  betmaaft  en  ïiefbe  mp  tot  een  Maatfcha£1‘ 
gtoote  eet  fieïïen  f  bat  te  De  bïabften  ban  mijn py’ 
Meebeten/met  get  uptfïoften  ban  mijn  bloeb  boo? 
ü  Ed:  Hoog  Edele  mynbaefïet-ïifeeren  mag  upt- 
toifTen/  toant  fijn  bpanb  te  ftïepn  asten/  i£  on? 
öoojflstig  gebaat!  /  èn  bnp  ten  Dien  een  tegtfcgapen 
halbaat  moet  niet  eetöet  toenten/  aï$  toanneetsïjn  verder 
bat  ï)p  ban  ben  frajö  hemt/  ïaa ij  bib  te  U,Hoog  verfoek. 
Edele  Heeren,ïjaat  tetjfe  gebagten  op  be  ïigtebets 
anbeting  /  Die  bet  te  be  Jhtaö  Atchin  foubè  ton* 
nen  gemaabt  toetben/  maat  een£  gaan.  iBaat 
boo?  al  Edele..  Heeren  (te  betttpg  boo?  <Sf5öb  ^dï? 
ntagtig/  Datift  nietenïtege)  *  U  Edele  Deben? 
ïlngen  gaan  obet  ’tonttaerpban  be  Franfièn,  bes 
langenbe  be  ^ta'ö  Tanaffary  en  naat  mijn  ges 
ting  oo?beeï  bunnen  U  Ed:  foo  naaftt/  en  blaat 
’t  boo?beeï  toaat-neemen  /  Die  befe  natie  baat  boo? 
fotibe  betomen  /  bat  bet  geen  berbere  toaat-mas 
fting  berepfï/  00b  toetten  U  E:  Hoog  Ed:  feet 
notmoeWg  gebeeben/  mijn  beb?ubte  betfcgobeïing 
00?  De  fttaaïen  ban  U  Ed:  g’ep?eefene  goeb-aats 
teggepb  te  obetfcgabittoesi  /  op  bat  U  Ed:  foo 
öaeisbe  bïrjben  geben/  ban  niet  te  begeeten  /  bat 
een  man  ban  mijn  gaten  /  Detoetec  te  owö  i#  om 
tjBufgmt  te  b?ageii/  en  om  ongebepnfïtefpjee? 
beu  /  betmepnt  in  betfc&epöe  geete  boojbaïïen  ges 
tp«t  te  ïjebben  /  bat  gp  al  fute  een  goebe  boo?? 
ganger/  aï#  fïjnnaatboïgerg  fêgetoeefï/  begaïben 
bat  geen  ganb-toerb  geïeetb  geeft  /  enbupten  ’t  onts 
bceten  ban  fijn  ttjbeipe  goebertjeg  /  geen  onbet? 
binbing  geeft/  om  goopganbeï  te  b?ijben  op  fonts 


190  Reys-Beschryving  van  J.  deRoy. 

niige  ©aat-toaatetg  /  geboogt  niet  /  fmeeft  flft 
Hoog  Ed:  Heeren  nogmaaï#  /  bat  öp  öie  aïbecs 
fïimfle  pïaag  foube  ónberbjo^pen  3tjn  /  ban  oud 
en  arm ,  te  fcOO?ben  /  op  bat  ÖP  U  Hoog  Ed:  aï$ 
ttoeeöe  ©abet£  mag  naat-geben  /  dat  u  Ed.-  kunt 
ftraffen ,  en  wederom  falven ,  bit  i|  /  en  OOÏt  foa 
ïang  fijn  ^cïjcppet  ïjaat  ’tïigl  in  fijn  oogen  iaat 
fcïjijnen  betntepnb  /  foo  getoiïïig  te  leben  afê  te 
fïetben. 

(  onderftont ) 

U  Hoog  Edelens  alder-onderda- 
nigfle  tot  der  dood  toe  ge- 
.  trouwe  en  gants  overgege¬ 
ven  Dienaar 
(  wasgetekent) 

JACOB  JANSZ.  de  ROY. 

(ter  fijde  ftond) 

BATAVIA  den  IJ  Maar» 

Anno  itfpS. 

E  Y  N  D ,  E. 

% 


RE- 


REGISTER 


Van  de  voornaamfte  Saken ,  vervat  in  de  Reys» 
Befchrijving  van  facob  fenjz,  deRoy. 


A  anbieding  van  Pater  Tachart 
aan  deRoy.  1 6$ 

*  -  -  van  de  Roy  aan  de  Indijche 
Maatfchappy .  189 

~  -  van  de  Koninginnevan^ctó 
aan  deRoy.  144 

-  -  van  de  Heeren  St*  Martin  en 

de  Lande  aan  de  Roy .  183 

-  -  door  de  Roy  van  de  hand  ge- 

weeferi.  184 

Aanmerkingen  van  de  Roy  over  het 
bemagrigen  van  Atehin .  559 

Aanfpraak  van  de  Roy  aan  lijn 
volk.  4 

-  -  tegen  den  Koningvan  Banyer 

Mafjing.  3 1 

-  -  van  den  Koningvan  Cottarin- 

gen  aan  deRoy .  110 

-  -  des  felfs  antwoord  hier  op. 

ibid. 

«  -  antwoord  des  Konings  en  we- 
der-antwoord  van  de  Roy .  1 1 1 
Aard  derAdaccaJJaren  in  het veg- 
tcn.  71 

Agaat  leer  hoog  geagt  by  die  van 
Banyer.  114 

AmbaJJadeur  van  Johoor  befaamt 
voor  ccnZee-roover  ondervraagt 
deRoy .  48 

-  -  neemt  deRoy  in  fijn  vaartuyg. 

49 

«'  -  fpreekt  de  Portugeefen  met 
een  bits  gelaat  aan.  ^  ibid. 
Amok  van  de  Banyareefen^gz roe¬ 
pen  om  de  Roy  te  vermoorden . 

10  3 

Arnphmn  goede  waar  op  Smca- 


dana.  1 3  4 

Apojiels  van  wild  varkens  vlees 
gemaakt.  10 

-  -  waar  van  de  Reyfigers  ’s  mor¬ 

gens  en  *s  avonds  haar  deel  kree<- 
gen.  21 

Atchin  befchreeven.  155 

-  1  -  by  de  Roy  in  hoog-agting. 

1 56 

-  -  is  vol  dieven.  ibid. 

-  -  dc  naam  van  een  Republijk 

gegeeven.  157 

-  -  by  de  Fabel  van  de  Kik-vor- 

fchen  vergeleeken ,  ibid. 

“  aat-fugt  der  Rijks-grooten 

van  Banyer.  42, 

Baay  voor  de  Rivier Sampit.  ïzS 
Baldadigheydy  a  n  eenige  Schippers 
te  Atchin .  141 

Bamboe fen  tot  Riemen  en  Zeylea 
gebruykt. ,  25 

Banyareefen  ( 3 )  gaan  met  het  vaar¬ 
tuyg  van  de  Roy  door.  «98 

-  «  verhaalen  alhun  weder-varen 

aan  een  Pangerang.  9$ 

-  -  door  deRoy  gedood.  104. 105 
Banyer  is  de  voornaamfte  Negery 

van  Borneo.  122 

-  -  is  vol  ge  mengt  volk.  123 

-  isvolgouden  andere  waaren. 

124 

Baft  vanboomen  torherdigt  maa- 
ken  der  fcheepen  gebruykt.  24 
Beeflagtigheyd  van  een  Hollandfe 
Matroos.  107 

Begeerte  van  z  Hollanders  aan  de 
Roy 8  107 

Berg 


R  E  ®  I 

Berg  met  goud-rijke  Aders.  6s 
Bejluyi  tuffen  van  der  Meer  en  de 
Roy.  182 

Bevel  des  Koningsvan  Banyer  te¬ 
gen  de  Portugeefen .  6  9 

Beivijs-r edenen  van  de  bloed-yer- 
wantenvan  deSampitfe  Moor¬ 
denaars  tegen  de  Roy,  118 
By-geloovigheyd  dec  Viadjes  feer 
groot.  59 

~  -  ontrent!  ftukken  goud.  65 
Blaar  en  met  materie  door  vergift 
veroorfaakt.  114 

Blankas  ,  of  Zee-luyfen  des  feJfs 
(taarten  oxfi  gaten  te  booren  ge- 
briiykt.  14 

Bloed-dorft  van  eenige  Moorde¬ 
naars  tegen  de  Roy .  1 1 6 

Bloo-hertigheycl van  de  Atchinders. 

158 

Blijde -  tijding  voo  r  de  Roy .  1 8 1 

Boosheyd  van  2  rouwe  gaden  aan 
een  Engels  Kapiteyn.  1 61 

Borneozzn  Ey land  waar  geleegen. 

.130 

Erand-fcheepen  tcegeftelt  om  de 
Portugeefen  te  vernielen.  89 

-  -  die  de  Rivier  afdrijven,  ibid. 
Brief  tot  nadeel  van  de  Roy  van 

Batavia  aan  den  Koning  van 
Banyer  gefchreeven .  5  7 

-  -  van  de  Roy  aan  den  Generaal 

en  Raden  van  Indien .  7  3 

-  -  aan  Francoys  Prins  Frefident 

op  Maceajfar .  75 

-  -  van  Emanuel  de  Roosje  aan  de 

Roy  gefchreeven.  8 5 

«  -  aan  Ge  lm  er  Vos  burg  Gouver¬ 
neur  van  Mallacca.  13  8 

«...  van eenigeZee-fchuymers aan 
de  Gouverneurs  van  Mergeu . 

j  66 

Brieven  van  Gelmer  Vosburg  aan 

Deltbov  behandigt,  147 


S  T  E 

-  -  van  aanprijfingeii voor deRoy, 

174 

“  "  van  de  Roy  aan  de  Staats-Die» 
"naars  van  Atchin .  150 

-  -  goedeantwoord  hierop,  ibid. 

Cabos  een  Vis ,  waar  gevangen 
engedroogt.  ‘  61 

Camphur  op  wat  plaatfe  de  felve 
valt.  129 

Chinees  komt  de  Roy  befoeken.  32 
-  -  brengt  levens-middelen  en 
huys-gcreedfchap.  33 

-  -  maakt  dat  de  Roy  en  de  fijne 
eenige  rijft  en  geld  kreegen.ib. 
Chineefen  neemen  voor  figmeefter 
van  het  Schip  te  maaken.  11 
-  -  ftellen  hun  toeleg  te  werk  en 
voeren  het  uyt.  12 

-  -  dooden  eenige  menfehen  en 
gaan  met  het  Schip  deur.  ibid. 
Coitaringen  een  Rivier  fcheyd  Ba¬ 
nyer  van  andere  plaatfem  105 
C ottaringen  de  laatfte  grens-plaatsr 
van  Banyer.  129 

-  -  is  de  goud-rijkfte  van  alle.ib^ 
Cryflal  in  een  gebergte  gevonden. 

6(4 

ankbaarheyd  van  de  Roy  aan 
God.  1 88 

Dapperheyd  des  Volks  van  de  Roy . 

xö 

-  -  van  de  Roy.  12 

Delthon  neemt, fijn  nood-wendig- 
heeden  in  en  komt  te  Siam.  135 
-  -  doet  lelijke  ftukken  aldaar. 

ibid. 

-  -  is  in  groot  gevaar ,  dog  komt 
te  Atchin  %  13  6 

-  ~  laat  fijn  fchip  in  Zee  linken. 

ibid. 

-  -  word  na  Madras  op-ontboo- 
den .  1 3  6 

-  «  doet  fijn  beklag  aan  de  Roy . 

137 
*  -  word 


R  E  G  I  S  T  E  R. 


-  *  word  van  de  Roy  geholpen  en 
ontkomt  het  met  de  vlugt0  ibid. 

-  -  neemt  voor  de  Roy  te  verraa» 

den.  147 

--  ftrooyt  eenige  lader  uyt  tegen 
de  Roy.  ibid. 

~  -  neemt  voor  de  Roy  van  het 
bedde  te li geen.  148 

-  -  word  van  de  Roy  uytgedaagt. 

149 

-  word  voor  een  fchelm  ver¬ 

klaart  en  in  fijn  geligt  gefpoo- 
gcn.  "  151 

De  Roy ,  fie  Jacob  Janfz  de  Roy . 
Diamant  de  groote  van  eenduyve- 
ey  hebbende.  132. 

Diamanten  in  een  gebergte  ge¬ 
vonden.  66 

Diamant- Mijn  v/aar  geleegen  .119 
Dieven  te  Atcbin  de  handen  en 
voeten  afgekapt.  1 5  6 

Eed  van  het  volk  van  de  Roy 
gedaan.  4 

Elende  leer  groot  van  de  Roy .  13 
Emanuel  de  Roosje  een  Italiaan-,  tot 
Kapiteyn  Moor  aangedelt.  67 
-  -  verkrijgt  van  den  Vice-Roy 
van  Goa  een  Lajl-brief \  hoe  fig 
op  Banyer  te  gedragen.  68 
-  -  tot  wateyndc  afgefonden.  72. 
*■  -  fchrijft  een  brief  aan  8  5 

-  -  word  van  de  Roy  gewaar- 
fc houwt  wegens  een  bloedige 
toeleg.  88 

-  -  komt  gelukkig  aan  boord  en 
legt  fig  voor  de  Rivier.  88 
•  -  ligt  eenige  Peper  uyt  de  Cbi- 
neefje  vaartuygen.  90 

Engels-fcbip  komt  voor  de  eerde 
maal  zeCottaringen.  1 19 

Eylandby  Ta  na ffary  feer  bequaam 
tot  een  Forrres.  173 

Eylanden 'in'  de  Rivier  van  Banyer. 

12.5 

Eyfcb  van  den  Gouverneur  ya© 


Jat  at  aan  de  Roy.  4$ 

-  -  antwoord  daar  op.  ibid 

-  -  der  Porttigeefen  over  het  ge¬ 

vangen  neemen  der  Grooten 
van  Tatas.  $6 

-  -  van  den  DireAeur  Piet  er  -van 

Dijkshoek  aan  de  Roy .  184 

-  die  door  ^  voibragtwierd 

ibid» 

haute  onder  de  Reyfigers, 
waar  door  eenige  blijven 
leggen. 

Fortres  van  de  Roy  op  Banyer  ge¬ 
maakt.  9l 

Francoys  Prins  Prefidentop  Mac* 
caffar.  7S 

Franjfe  foeken  de  Compagny  te 
dwars-boomen  op  Bengale.  x8£ 
~  -  rooven  de  goederen  van  de 
Roy.  18  y 

Gadong  een  foort  van  vrugten 
befchreeven.  ü 

-  -  hoe  de  felve  bereyd  en  gegeeten 
worden.  2.5 

-  -  dat  den  Reyfgers  qualijk  be- 
quam.  ibid. 

-  -  dog  waar  tegen  de  Roy  een 
middel  om  te  geneefen  vond.ib. 
-*waar  door  fy  herfteld  wierden.z4 
Gebed  van  de  Roy  gedaan.  1  y 

Gebergte  van  Cryftal.  .  66 

Gebod  des  XConings  van  Banyer  aan 
alle  fijne  Negeryen.  8  y 

Gehoor-geeving  van  den  Koning 
van  Banyer  aan  eenige  Gefan- 
ten.  85 

Geld  te  Atcbin  gebruykelijk. 

Geld- gier igheyd  van  de  Grooten 
van  Banyer.  85 

Gelmer  Vosburg  Gouverneur  van 
Mallacca .  138 

Genegeitdheyd  van  de  Roy  jegens 
den  Pri ns  van  Süccadana .  4  j. 

—  van  een  Sabandhaar  en  een 
de  Roy.  N  Skvi® 


R  E  G  I 

Slavin  aan  de  Roy.  114 

Gerugt  voor  de  deur  van  de  Roy  .  3  2 

—  dat  door  een  aardig  antwoord 

geftildwierd»  ibid. 

Ge/ anten  van  een  Succadanas  Prins 
koomen  by  de  Roy .  3  6 

—  van  verfcheyde  Vorflen  aan  den 

Koning  van  Banyer.  8  5 

Gefchencken derP ortugeefen  aan  de 
Koning  van  Banyer  overgegee- 
ven„  "  ^84 

—  der  S lammer s 'en  Chipeefen  aan 
den  Koning  van  Banyer.  85 
van  de  Roy  aan  den  Koning 
van  Cottarïngen  gelbnden.  1 1  9 

«ï*  vandeKoninginnc  van  Atchin 
aan  de  Rov *  143 

—  van  Pater  Tachart  waaruyt  die 

beftonden.  17 1 

Gefelfchap  van  de  Roy  erneerde  fig 
met  (hijderen*  34 

Gefprek  tuflèn  de  Roy  en  eenige 
Indianen  van  Banyer  Majfing .  z  9 
Gcveyrijlheycl  van  een  Sabandhaar 
tegen  de  Roy.  ti6 

Gevoelen  der  Indianen  over  de  Roy 

10 

—  des  Konings  van  Banyer  over 

de  Hollanders.  52 

Geweer  wederom  aan  ge- 

geeven.  50 

Goddeloos  voorneem  en  van  de  ƒ»- 
dianen  van  Banyer  Majfing  te¬ 
gen  Roy  en  fijn  volk.  29 

—  dat  de  Roy  dóór  een  Icugé- 
nagtig  verhaal  ontkomt,  ibid. 

—  der  Papen  van  Banyer  tegen  de 

Roy .  #  “  93 

Gods'-dienft  der  Viadjes  befchree- 
ven .  5  9 

—  der  Banyareefen.  12.3 

Goud  in  gcoote  meenigte  by  de 

Viadjes »  60 

zz  is  voor  een  Jbcuteling  by  haar  I 


STER. 

te  krijgen.  ibkL 

—  ineenRivier,  van  het  gebergte 
loopende  gevonden,  63.64 

—  op  wat  wijfè  het  fèlve  verga¬ 
dert  werd.  64 

r-  2  ftukken  van  een  byfondere 
groote  in  een  poel  leggende. ib. 

—  des  Volks  by-geloovigheyd  on¬ 
trent  de(è  2  ftukken.  6  5 

—  hoe  het  felve  te  Atchin  aan  de 
Handelaars  verdeeld  word .  155 

Goud^mijnen  op  Atchin .  153 

Gouverneur  vanTatas  vorderd  ee¬ 
nige  Rijksdaalders  van  de  Roy* 
4  5 

—  van  Madras  ombied  Delthon . 

136.137 

Gouverneurs  van  Mergeu  beletten 
de  Roy  eenige  moordenaars  te 
overrompelen.  162 

—  van  Tanafiary  hebben  order  om 

de  Roy  over  te  keveren.  176 

G riek  door  de  Siammers omgebragt 
MS 

Gr  oot  en  van  Ta  tas  door  de  Por* 
tugeefen  in  bewaring  genoo- 
men.  86- 

—  worden  wederom  ontflagen* 

ibid. 

-«  des  Konings  van  Banyer ,  (be¬ 
ken  het  goed  van  de  Roy  en  fijn 
gefelfchap  onder  fig  te  krijgen. 

34 

—  hun  ftout  verfoek  aan  de  Roy . 

ibid,  3  5 

—  daar  de  Roy  haar  op  antwoord. 

ibid. 

—  „  van  Atchin  aan  den  Com¬ 
mandeur  II armen  Voet  ge  Ton  ¬ 
den. 

--  worden  wel  ontfangen  en  ont¬ 
haald.  ibid. 

—  van  Stam  ontbieden  ófelfyy.  174 
Gr uuwelijk  voorneenm  van  eenige, 

om 


R,  E  G  I 

om  Je  kinderen  te  döodrn  tot 
iijfsr-noodrufi.  1 6 

dat  door  geweld  van  de  Roy 
wierd  voorgekdomen.  ibid. 

H armen  Voet  niet  een  Vloot 
fcheepen  op  de  Franjje  af- 
gelonden.  140 

Heydenen  te  Banyer  tot  bet  Chri- 
jlendom  door  een  Priefter  ge- 
bragt.  1 2,7 

Hof  des  Konings  gebouwd  op  een 
driftige  ftoffe.  84 

Hol  van  een  Engelfch  fchip  door  de 
%/gekogt.  *  133 

Hollanders  [%)  mede-gefdien  van 
de  Roy  by  den  Koningontboo- 
den»  10 S 

—  worden  van  de  Inwoonders 
vermoord.  109 

Honger s-nood  onder  de  Roy  met 
fijn  volk.  1 6 

Hugo  van  der  Meer  brengt  Pardon 
aan  de  Roy  it  1.182. 

fchiet  Penningen  aan  de  Roy 
om  fijn  fchuld  te  betalen.  183 
Huuroe/ijken  der  Viadjes  befchree- 
ven.  59 

Buy f en  van  Banyer  befchreeven. 

124 

acob  Evertfz  naam  van  een 
Vis.  17 

facob  fanfz  de  Roy  begint  bet 
verbaal  van  fijn  ylugt.  1 
*  *  fijn  RoUt-moedig  Voornee- 
men.  2 

■*  *  begint  fijn  vlugt  te  ncemen  in 
een  vaartuyg.  i  bid . 

*  -  komt  te  Carang  Sa  doe  lang. 

ibid. 

-  -  fictcenige  Cbaloupen  en  komt 
aan  een  Eylandtje.  3 

*  -  doet  een  aanfipraak  aan  fijn 

Volk.  '  4- 

y 


STER. 

-  -  werpt  fijn  voorraad  over 

boord  en  komt  aan  een  Eyland 
ten  anker.  $ 

~  -  koomfby  eenige  Maccaffaarfè 
Koopluy.  ibid* 

-  -  word  met  fijn  volk  van  een 
fwaare  ziekte  overvallen.  7.  8 

-  -  komt  in  de  Rivier  Panbo * 

ang .  8 

-  -  vaarr  defejve  op  naa  een  Ne~ 

gery.  '  9 

-  -  doet  aldaar  een  landing,  ibid* 

-  geeft  vuur  op  een  troup  In¬ 
dianen. ,  IÓ 

-  -  fijn  voorneemen  om  tegen 

7  vaarcuygen  te  vegten.  10 

-  -  raakt  met  fijn  vaartuyg  aan 

de  grond.  ir 

-  -  gaat  aan  land ,  en  fchiet  4 

wilde  Varkens.  ibid. 

-  -  doet  feyn  om  aan  boord  ge* 

haald  te  worden  iz 

-  -  dog  word  van  fijn  fchip  en 

goederen  beroofd.  ibid. 

-  -  is  naakt  ea  in  een  erbarm  e- 

lijke  Raat.  1  j 

k  «  doet  fijn  gebed  tot  God.  ibid. 

-  -  vermaant  fijne  fpits-broe-, 

ders:  14 

*  -  raakt  met  vlotten  de  Rivier 
over.  ibid. 

-  -  dreygt  eenige  van  fijn  volk 

met  een  koegel  doot  te  fchie- 
ten.  i  é 

doet  een  gebed  in  het  open¬ 
baar.  '  ij 

-  -  vergelijkt  fig  by  een  tweede 

M&yfes.  17 

-  -  fchiet  een  wild  .Varken.  19 

-  -  in  aak  teen  Vaartuyg  klaar.  24 

-  -  vergelijkt  fig  by  een  tweede 

Adam.  25 

-  -  word  met  fijn  volk  aan  land 

gefaecten.,.  ■/  2$ 

h  ;'Z  —  IS 


R  E  G  I 

-  -  is  in  fwaarmoedigegedagien. 

Z).  16 

-  -  verneemt  een  Vaartuyg  met 

menfchen.  z6 

-  -  waar  over  hy  fijn  flapende 

makkers  aanfpreekt.  17 

-  -  gaat  met  fijn  gefelfchap  in 

hun  vaartuyg.  18 

-  -  komt  aan  een  Negery  van 

E anyer  M a 'Jpng .  3  o 

-  -  word  wel  ontfangen  en  met 
gelchenken  vereerd.  30.  31 

-  -  komt  by  den  Koning  van 
Banyer  MaJJtng  te  gehoor.  3 1 

-  -  doet  fijn  Aanfpraak  tegen  de 

fclve.  31 

-  -  word  by  een  Sabandhaar  ge- 

huyfvefL  3 1 

“  dog  word  wakker  uytgcfchoi- 
den  en  buyten  de  deur  geftoo- 
ten.  31 

-•  word  van  andere  Groeten  in 
een  leedig  huys  gehuyfvefh  31 

-  -  word  van  en  Chinees  met  le- 
vens-middelen  voorfien.  3  3 

-  -  geeft  fig  uyt  voor  een  DoElor 

in  dê  Genees-kunde .  34 

-  -  doet  eenige  geneefingen.  ib. 

-■  -  wrord  van  eenige  G rooien  van 

een  Prins  van  Succadana  befogt. 

30 

-  word  met  een  vaartuyg  afge¬ 

haaid  ea  wel  van  den  Prins  ont- 
fangen.  37 

-  wend  veele  middelen  aan  om 
den  Prins  te  geneefen.  ibid. 

-  raakt  hier  over  in  groote  nij- 
digheyd  by  de  Groote.  38 

-  word  uyt  order  des  Koning s 

van  Banyer  in  verfeekering  ge- 
noornen.  39 

-  raakt  in  groot-agting  by  den 

VnixSïOLïïSticcadana.  40 

word  bewaogen  om  met  een 

.  Portugees  Kapiteyn  uyt  Banyer 


STER. 

na  Maccoim  te  gaan.  43 

—  gaat  met  de  fclve  met  gefchen- 

ken  ten  Hoof.  44 

—  Scheyd  van  den  Prins  van  Suc¬ 

cadana  en  komt  by  de  Portu- 
geef  en.  45 

—  word  over  50  Rijksdaalders  van 

den  Gouverneur  van  Taias  aan- 
gefprooken.  45 

—  hoe  hy  fig  hier  in  gedraagt. 

ibid.  46 

—  word  ten  tweeden-maal  aan- 

gefprooken.  ibid. 

—  doet  een  verfock  aan  den  Gou¬ 
verneur.  47 

—  gaat  met  een  Canoctje  uyt  va¬ 
ren.  48 

—  is  in  fèer  groote  bekommer¬ 

nis,  dog  komt  by  een  Ambaf- 
fadeur  van  Johoar.  ibid. 

—  word  na  booven  gevoerd  om 

van  een  ziekte  geneefen  tc 
werden.  49 

—  word  wederom  van  den  voor¬ 
gaande  Chinees  befogt.  /  50 

—  krijgt  fijn  geweer  wederom .  ib. 

—  fijn  Yoorneemen  om  een  Staats- 

Dienaar  te  doorfchieten .  51 

word  daar  over  by  den  Koning 
geroepen.  ibid. 

--  antwoord  den  Koning  van 
Banyer  met  een  oyerfchrokt 
gemoed.  52. 

—  fiet  fijn  volk  wederom  ,  en 

krijgt  vergoeding  van  fijn  ge¬ 
lede  ne  fchaade.  55 

—  werd  van  Kiay  Baf  fa  om  yer- 

gi  ftenis  gébeeden .  5  5 

—  "waarmede  hy  figverfoend.  ib. 

—  krijgt  fijn  volk  wederom .  56 

—  raakt  in  groot-agtingteifowr 

5* 

,  -  gaat  met  den  Koning  op  reys. 

—  maakt 


R.  E  o  I 

—  maakt  een  ficrk  Water-ka-j 

heel.  6 1 

—  neemt  fijn  vermaak  met  de 

jagt.  6 1 

—  word  met  Tommegong  Gufty 
naar  het  gebergte  gefonden.  6  $ 

—  befiet  een  Goud-rijke  berg.  6s 

—  doet  van  alles  aan  den  Koning 
verflag  en  word  gepreefien.  66 

—  verfoefcc  aan  den  Koning  van 

Banjer*  de  hulp  vandehV/.CW- 
pagny  te  verfoeken.  73 

*-  fchrijft  aan  den  Generaal  en 
Raden  van  Indien .  75 

—  {ch rijft  een  brief  aan  Fran'coys 
Prins  Prefident op  Maccajpir.  75 

—  fchrijft  een  tweede  brief  aan  Wil¬ 

lem  van  Ou tsheorn Generaal  van 
Indien .  77 

—  houd  een  onderlinge  t’  famen 

fpraak  met  den  Koning  van 
Banjer.  *  83 

—  krijgt  een  brief  van  Emanuelde 

Roosje.  8  5 

—  wa ar fc houwt  een  Portugees Ka- 

piteyn  wegens  een  bloedige  toe¬ 
leg.  88 

—  fchiec  1  gefchutten  los  om  een 

Portugees  Kapiteyn  te  waar- 
fc  hou  wen.  9° 

prijffc  de  Maatfchappy  den  Ko¬ 
ning  van  Banjer  asm.  91 

—  verantwoord  fig  deftig  tegen 
den  Koning  van  Banjer.  9  3 

—  word  door  den  Koning  van 
Banjer  geraden  te  ontvlugten. 

93-  94 

—  neemt  affeheyd  van  den  Ko¬ 
ning  van  Banjer .  94 

»-  vertrekt  van  Banjer .  9< 

—  word  van  de  Banjareefen 

agter -volgt.  ibid. 

--  raakt  in  groote  verlegentheyd 
met  fijn  vaartuyg.  90 

maakt  een  Paggertie  om  fig  te? 

y 


STER» 

befchermen,  ibid» 

—  vind  een  Praauvotie  in  hetfand. 

94*  97 

--  begeeft  fig  in  het  Bofch  orn 
yets  op  te  (beken.  ibid. 

—  begeeft  fig  aan  den  oever  van 

de  Rivier  Sampit,  98 

--  verandert  fijn  leger-plaats.  99 

—  verneemt  een  Praauw  met  ge¬ 
wapende  kerels.  99 

—  waar  medehy  in  gefprekkomt, 

en  vereeren  malkander  eenige 
nood  ruft v  100 

—  word  den  toeleg  der  gewapen¬ 
de  mannen  gewaar.  ipr 

—  verhaat  het  feggen  daar  Bany- 

aréefen .  102, 

—  vermaant  fijne  z  fpits-broeders 
op  hun  hoede  te  zijn.  105 

—  fchiet  een  Banyarees  z  kocgels 

door  de  bord ,  word  gequeft  9 
en  boot  den  Moorderdoot  met 
fijn  makker.  i<"4 

—  geeft  een  Javaan  de  dood- 

(leek.  ^  105 

—  gaat  met  fijn  volk  in  het  vaar¬ 

tuyg  der  Moordenaars  en  ver¬ 
trekt.  ibid. 

—  komt  aan  een  Neger y .  106 

—  word  by  den  Koning  van  Cot~ 

taringen  ontbooden.  •  109 

—  neemt  fijn  affeheyd  van  den 
Sabandbaar  en  van  fijn  volk.  ib. 

--  met  wat  voornemen  voor  den 
Koning  verfchijnt.  ilo 

--  word  wel  van  den  Koning  ont¬ 
haald.  in 

--  word  vergift  ingegeeven.  x  13 

—  waar  van  geneefen  word.  114, 

X15 

--  word  door  eenen  Jurragan  ver- 
beeden  van  de  dood.  ibid. 

—  word  by  den  Koning  van  Cof~ 
taringen  aangeklaagd  1 17 

N  3  --  ver- 


R  E  Q  ï 

verdeedigt  fig  hier  tegen.  n3 
...  verwelkomt  tkEnge/fètQ  Cot- 
taringen ,  119 

o .  verkrijgt  fijn  ontfianing  van 
den  Koning  van  Cottaringsn. 

,  i  zo 

o.  haa]d  fijn  begraven  geld  in  de 
boot.  i  zo 

*  •  fcheld  de  inwoonders  van  Cot- 

ttrrir.gen  wakker  uyt.  ibid. 

•  •  verleekt  den  Engelfman  om  ‘er 

vuur  onder  te  geeven.  ï  1 1 

•  ^  raakt  met  den  Engelfen  Rapi- 

teyn  in  gefprek.  izi 

*  .  komt  tzSuccadana ,  ibid. 

9  ?  komt  op  Mallacca .  1 3 1 

•  •  neemt  de  vlugt  van  daar  en 

komt  te  At  cbin,  1 3  z 

o .  werd  aldaar  gekent  ,  en  van 
veele  natiën  befogr.  131,153 
verkoopt  eenig  goud.  ibid, 

0 .  koopt  z  Cbaloupen  ,  waar  me¬ 
de  hy  handeldrijft.  154 

raakt  in  groot-agting  cp  At- 
cbin .  V.  134 

»o  helpt  «enen  Deltbon  uyt  fijn 
gevaar.  1 37 

« .  werd  daar  ©ver  van  AzEngelfe 
en  FranJJe  gelief- kodft.  3  3  3 

♦  .  fch rijft  een  brief  aan  G'eltner 

Vos  burg  Gouverneur  van  Mal- 
laccn.  138 

v .  werd  by  den  Sabctndhaar  van 
Atchïn  ontbeoden.  141 

„ .  word  van  de  felve  $n  andere 
Kijks-grooten  onthaald  en  ee¬ 
ltige  bedieningen  aangebooden. 

Hl 

« .  wat  antwoord  hy  aan  een  voor- 
fitter  va  ode  Koninginne  van  At- 
cbin  gaf.  143 

*  •  weerlegt  de  lader  van  Del- 

th$n  regens  hem  uytgefhooyt. 

H*\ 


S  f  E  R, 

o .  verliet  fig  tegen  de  lagen  van 
Deltbon, 

.0  neemt  fijn  vlugt  opeen  Eyknci 
voor  de  Stad.  14$ 

•  .  krijgt  een ige  Makyers  en  At- 

cbinders  op  fijn  hand.  149 
. .  fend  eenigc  Brieven  aan  d§ 
Staats-dienaars vznAtcbin,  r  3® 

•  o  doet  fijne  klagten  aan  de  Rijks- 

grooren  tegen  Deltbon,  1 50.  ï  5 1 

•  ?  verkrijgt  voldoening  voor  de 
. .  Regters  \zr\Atcbin,  151 
. .  waarom  de  aanbiedingen  van 

deKoninginne  van  Af  cbin  niet 
*  anneemt.  151 

. .  verfoekt  eenig  gdd  vap  de 
Franjjè,  1 6  o 

,,  dat  hy  verkrijgt r  ibid. 

. .  vertrekt  van  At  cbin  en  komc 
te  Al  erge  u.  161 

,  ,  neemt  voor  eeaigc  Engelfi 
moordenaars  te  overrompelen. 

16% 

o .  word  Admiraal  over  de 
Vloot  van  den  Koning  van 
Siam,  164 

..gaat  met  fijnVloot  onder  zeyl.ib* 

. .  keert  met  fijn  Vloot  onverng- 
ter  faak  na  huys.  i6£ 

«  .  krijgt  order  van  den  Vice-Roy 
vztxTanaJJary  om  den  FranJJen 
Gefant  te  ontfangen.  166 
. .  word  van  den  Ambajjadeur 
ten  ceten  verfogc.  1  £7 

. .  wat  hy  aan  Pater  Tacbart  ant- 
woorde.  16$ 

, ,  doet  fijn  klag-redenen  aanFrf- 
t er  Tacbart,  171 

.  .  by  de  Grooten  van  Stam  ontbo¬ 
den  .  1 74 

. ,  die  hy  deftig  beantwoord,  ibid. 

. .  word  gewaarfchouwt  van  de 
Gouverneurs  vzwTanajJary ,  176 
.  begeeft  fig  aan  boord.  1 7?. 

c  komt 


R 


E  G  I  S  T  E  R. 


. .  ko  m  t  te  St,  Tb  ome .  1 7  S 

, .  vertrekt  van  daar  en  komt  te 
Be  He  foor.  ibid 

« ,  neemt  Voor  met  een  Engels 
Schip  te  vertrekken.  179 
*.  ontrangt  tijding  van  fijn  Par¬ 
don.  iSr.ifi 

*  .  krijgt  geld  van  van  der  Meer 
om  fijn  fickuld  te  betalen.  1  §5 
wijft.de  aanbiedingen  van  de 
HettcnSt.  Martin  en  de  Lande 
van  de  hand.  184 

. .  maakt  een  eynde  van  fijn  ver¬ 
haal.  187 

f  verhaak  fijn  ongemakken.  *$8. 
.  .  bied  figt’eenemaal  aan  dzln- 
dij'cbe  Maatfctiappy  aan.  189 
1 90 

Jan  Willem  fa  van  Am  ft  er  dam,  een 
weg-geloopene  Matroos  (lek 
fig  beeftagtig  aan  tegen deRöy, 

'  „  I07 

des  felfs  begeerte  met  fijn  m a  k- 
ker  aan  de  Roy.  ibid, 

o ,  word  van  de  Indianen  fijn  hou¬ 
wer  ontweldigd  en  gedreygd 

108 

4  •  -Word  van  de  Inwoonders  met 
nog  een  Hollander  vermoord. 

109 

. .  des  felfs  lijk  begraven.  1 1  x 
Javaan  door  de  Roy  om  ’t  leven 
gebragt,  105 

Javanen  (2,)  om  mond  koft  aan 
landgefonden.  6 

Imborftv&n  de  Atchinders*  158 
Indianen  koomenop  de  Roy  af.  10 

—  dog  moeften  de  vlagt  voor  fijn 
volk  neemen.  "  ibid. 

--  meeuen  dat  alle  Hollanders 
Wond-beelders  ssijn.  34 

—  fchrander  in  hareaanflagen.87 
Inlanders  gaan  i#c tde  Roy  ii\  Zee. 

1 

,  ■  $ 

G  ^ 


—  van  Banyer  MaJJing  {beken  de 
Roy  met  de  fijne  te  vermoorden  • 

—  op  wat  wijfie  fy  fulks  naalieten 

ibid. 

—  /beken  fig  by  de  Roy  teveroat- 
fchuldigcn. 

Joan  Baptifla  een  Portugees  Ka- 
piteyn  komt  met  gelchenken 
voor  den  Koning  van  Banyer. 

4* 

«■-  doereen  voorftel  aan  de  Roy.  ib« 

—  verfoekt  den  Koning  van  Ba¬ 
nyer  om  de  Roy  mede  naar  Mac- 
c&uiv  te  moogen  neemen,  44 

—  dat  hem  wierdtoegeftaah.ibid, 
Jurragan  verloft  de  Roy  van  de 

dood.  JX$ 

\2J  anon  wakker  op  de  Maccaffa- 
ren  los  gebrand.  7 1 

Kanon-koegels  door  een  Portugees 
Ka  piteyn  op  de  Banyareefen  ge* 
fchooten,  8  8 

Kapiteyn  in  fijn  Kajuyt  door  fijn 
volk  dood  ge  fchooten .  1 61 

Ka  rang  Monting  een  fooit  van 
kleyne  wilde  vrugten , 

Karmont  een  foor t  van  roode  vrug¬ 
ten  door  de  Reyfigers  gevon¬ 
den.  v  1% 

Kiay  Rappa  Raads*Heer  des  Ko- 
nings  van  Banyer  gedreygt  om 
dood  gefchooten  te  worden.  51 

—  w,erd  voor  den  Koning  van  Ba- 

nyer  ontbooden.  55 

—  werd  hard  van  den  Koning  be¬ 
jegend.  5.4 

—  verantwoord  fig  voor  den  Ko»- 
nin.g  van  Banyer  tegen  de  Roy. 

54 

werd  van  den  Koning  gedwon¬ 
gen  om  de  Roy  om  vergiffenis 
te  bidden.  ^ 

Klagende  woorden  van  de  fpits- 
N  4  broe- 


R 


E  G  I  $  T  E  H. 


broeders  van  Rey.  13 

Klag-redenen  van  de  Koy  aan  Pa¬ 
ter  Tachart.  171 

Klagtenv  einde  Koy  tegen  Delthon . 

1 5° 

—  van  de  Röjy  over  den  Direbieur  y 
Pi  eter  van  Dijkshoek .  187 

Koeken  van  Gadong  gebakken  by 
de  Maccajjaaren  gebruykiijk. 

Korninting  een  Negery  en  plaats 
om  de  Schatting  van  Peper  te 
betaalen.  60 

Koning  van  Banyer  Majjing  ant¬ 
woord  op  de  Aanfpraakvan  de 
Koy .  3 1 

T-  geeft  order  voor  deKoy  ferg  te 
fullen  dragen,  ibid. 

--  van  Banyer  ondervraagt  deRoy 
over  fijn  voornemen  van  dood** 
flag.  5 1 

—  bekijft  fijn  Rijks-raad  Kiay 

Baf) pa  (eer  hard.  54 

—  dwingt  hem  vergoeding  aan  de 

Rtfjtedpen.  ibid. 

—  houd  de  Roy  in  groate  waarde, 

M 

—  gaat  op  reys  om  fijne  Landen 

tebefien.  ibid. 

—  geneegen  om  offerhande  te 
doen  en  Gods-dienft  te  plcegen. 

--  wat  beloften  hy  aan  deRoy  doet 

66 

gebied  een  Maccafjaarfe  Prins 
tegen  de  Partugeefen  te  vegcen. 

69 

—  houd  een  onderlinge  t’famen- 

fpraak  m et  de  Roy .  8  3 

~  begeeft  lig  op  reys.  ibid. 

—  komt  t e'tatasi  alwaar  met  Ka¬ 
non  begroet  word.  84 

—  is  begeer ig  om  de  hulp  van  de 
Qujï-indi/cke  Maatfehappy  aan 


teneemen.  91 

—  laat  een  generaale  vergadering 

leggen  wegens  de  Roy.  93 

raad  de  Roy  om  teontvlugten. 

„  94 

—  vermaant  de  Roy  met  veele 
woorden  tot  fijn  welftand.ibid. 

—  laat  fig  Keyfer  noemen.  113 
Koning  van  Cottaringen  doet  een 

aanfpraak  aan  de  Roy .  1 1  o 

Koningen  van  Banyer  ,  aan  wie 
hun  heerfchappy  verfchuldigc 
zijn.  ii% 

. .  van  Succadana  verheft  op  de 
Dogrers  van  dcViadjes.  13 1 
Koninginne  van  Atchin  doet  eeni- 
ge  Aanbiedingen  door  haar 
Rijks- Grooten  aan  de  Koy.  14^ 

. .  {preekt  voor  eeltige  weg  geloo- 
pene  Matroofen.  146 

.  .  heeft  een  groote  «aam  ,  maar 
weynig  magt.  157 

Koop-handel  feer  groot  te  Atchin . 

1 53 

YLoopmanfchappen  van  wat  foort 
op  Banyer  geagt.  114 

Kragt  van  feekere  worteltjes  tegen 
het  vergift.  113.^14 

Laboe  de  voornaamftc  Goud¬ 
mijn  op  Atchin.  15  5 

Lagen  van  Delthon  om  de  Koy  van 
fijn  bedde  te  ligten.  148 

Landack  een  Rivier  verfien  van  een 
Diamant-Mijn.  ny.iia 
Laft-brief  van  den  Vicc-Koy  van 
Goa  aan  Emanuel  de  Koos  je.  6 8 
Lujler  van  Delthon  tegen  de  Raj. 

147 

. .  die  door  een  tweede  lafter  ge- 
volgt  wierd.  ibid  148 

, .  dat  van  de  Koy  wederlegt  word . 

1 48 

Leger -plaats  van  de  R<?y  veran¬ 
dert.  99 


R  E  G  I 

tip  van  de  R oy  gebruykt  om  de  i 
dood  met  de  fijne  te  ontgaan. 

19 

, .  van^R^aan  4.  Banyareefen. 

IOÏ. 101 

. .  des  Konings  om  de  befte  Dia¬ 
manten  te  krijgen.  130 

Lifligheydv  an  een  Sabandhaar.  10S 
Lof  aan  de  Hollanders*  A oor  den 
Koning  van  Banyer  gegeeven. 

52. 

Loofe  Brief  door  de  R oy  van  een 
Engels  Kapiteyn  aan  den  Ko- 
ning  van  Cottaringen  gefchrec- 
ven.  119.no 

Lo  r  ren  dra  ayery  in  Indien  van  ee- 
nige  Bediendens.  ï  S  5 

Maccaffaarfe  Jongen  opge¬ 
maakt  om  de  R<?j  te  ver¬ 
moorden.  47 

. .  dog  ontdekt  het  aan  de  R oy. 

ibid. 

. .  word  daar  over  aan  den  Gou¬ 
verneur  verklaagt.  ibid. 

Maccaffaren  (2.)  komen  by  Cria - 
viala  aan  boord  van  de  R oy*  i 
, .  ontdekken  een  godloos  voor 
neemen  om  fig  meefter  van  het 
fchip  te  maaken.  6 

. .  vernield  door  de  Portugeefen 

70 


, .  neemen  de  vlugt  voor  de  Por - 
tugeefen .  71 

des  felfs  aart  in  het  vegten. 

ibid. 

Mandaroay  een  Rivier.  118 

Manfchap  van  die  van  Banyer . 

125.  izé.  117 
Mede-gefellen  van  de  R oy  neemen 
voor  een  menfeh  te  dooden  om 
te  eeten.  1 5 

..  dat  haat  door  de  Roy  wierd 
afgeraaden.  15 

Msdoogaulheyd  yan  de  Roy,  134 


STER. 

Mefiies  fchrikkelijk  mifhandcld 
van  de  Cbineefen.  iz 

. .  fpringt  gewond  lijnde  buyten 
boord  en  komt  aan  land.  ibid. 

.  .  fterfc  van  fijne  wonden.  14 
Moeraffen  een  groot  hinder  voor 
►  de  R oy  en  fijne  fpits-brocderSo 

M' i'S 

Moord-fugtv an  een  Javaan,  iz 
. .  dog  door  de  Roy  daar  in  beier. 

ibid. 

Munt  te  Atchin  in  gebruyk.  155 

Nederlander  heeft  een  Godde¬ 
loos  voorneemen.  95 
Negratie  een  Eyland  waar  gelee- 
gen.  ï  80 

Negeryen  der  Banyareefen  befchrec- 
ven.  124 

Negers  \ an  EV^^rbefchreeven.  5  8 
. .  hun  luft tot  menfehen hoofden. 

ibid. 

Nicobarien  Eylanden  waar  gelee- 
gen.  181 

Onderbandeling  tuften  den  Ko- 
ning  yan  Banyer  en  de  Roy\ 

„  ,  ,  f  .54-55 

Ongebondenheyd  van  eemge  Mac- 
cajjaarfe  Guardes .  i  42, 

Ongemak  uyt  de  vrugt  Gadong . 

Oorband  van  een  Schipper  aan  een 
Atchin  der  gegeeven.  141 

Oorfprong  van  deRivicr  van  Atchin 
1 5  5 

Opper-Hoofd  van  een  Negery  aan 
de  Rivier  Pan  boa  tig  komt  by 

de  Roy  aan  boord.  g 

.  .  werd  van  hem  wel  onthaald.  9 
Order  van  den  Koning  van  Siam 
aan  den  Gcfant  van  Vr ankrijk. 

1  376 

Ordre  des  Koning  aan  de  Roy  we¬ 
gens  eenige  brand-fchecpen. 

fo 

N  5  Pag- 


R  E  .  fSt  l 

Paggertje  door  de  P^oy  gemaakt  om 
fijn  goed  te  befchermen,  9 6 
Panboang  een  Rivier,  8 

Pangerang  Opper-hoofd  yan  Oria~ 
mala ,  6 

—  yan  fava  eerfïe  Koning 
van  Banyer  y  ï  11. 1 2. 3 

-  Ammin  broeder  des  Ko- 

nings  van  Banyer  ontneemt  Mar- 
teningrat  fijn  tweede  Vrouw,  4x 
c A*ia  Caflomba  van  den 


Koning  van  Banyer  bevoolen  te¬ 
gen  de  Portugeefen  te  vegten,  6  9 
—  'veroverd  een  Portugees 
fchip  en  dood  de  Portugeefen ,  70 
■  Marteningrat  Prins  van  Suc - 
cadana  word  vergift  ingegeeven, 
41 

waar  door  hy  met  een 


blindheyd  wierd  overvallen,  41 
~ — •  word  van  Vrouw  en  Ju- 
weelen  berooft ,  ibid. 

— —  word  mede  van  fijn  twee¬ 
de  Vrouw  berooft ,  ibid. 

=—  moefr  dit  alles  verkrop¬ 
pen  ,  ibid. 

—  word  van  de  jR^ygefcliey- 
den,  \  43 

—  fijne  beklaagélijke  woor¬ 
den  over  liet  affcheyden  van  de 
Pxpy  >  44 

— -  kecrd  weder  na  fijn  land  , 

4  5 

komt  by  de  I{cytc  Succadana 
aan  boord,  ïij.iiz 

—  Pourbaya  tweede  Prins 
van  Succadana  word  opvolger 
in  het  Rijk  41 

— — -  fijn  Goddelooshcyd  aan 
fijn  broeder  Marteningrat ,  ibid. 
— —  is  verliefd  op  fijn  *s  broe 
ders  vrouw  ,  die  by  met  lift  tot 


Sg  nam  è 


41 


S  T  E  TL 

Papen  van  Banyer  (tellen  een  God¬ 
loos  voornecmen  in’e  werk  te»» 
gen  de  l{py  ,  9  3 

Pardon  aan  de  Roy  door  TJugo  van 
der  Meer  gebragt ,  182. 

Peper- dor  pen  in  Borneovrstzï  gelee- 
go*L  60 

Plekken  door  vergift  veroorfaakt , 
1 14 

P ligt- plecgvtgen  van  de  l{oy  aan 
Pater  Ta  eb  art ,  167 

Poele'xvey  een  Eyland  ,  een  plaats 
der  gebanne  Dieven  van  c M- 
chin ,  15  6 

Pontjiouk  een  foort  van  bladeren  tot 
deekcns  gebruykt ,  1 6 

Portugeefen  brouwen  een  nieuwe 
aanflag  tegen  de  P^ry ,  49 

— — —  foeken  vriend  fc  hap 

met  de  Roy  t  56 

dat  by  van  de  hand  wijft 


met  eenige  dreygementen,ibjd. 
verbieden  de  Peper-hande- 


Jing  aan  een  Spaans  ICapiteyn  te, 
Banyer ,  69 

fchieten  met  hungefchut 


door  des  Konings  Paleys  en  flee- 
ken  een  vaarcuyg  van  den  Ka- 
piteyn  in  brand  ,  ibid. 

— —  moeten  alle  op  een  fchip 
door  de  kling  fpringen ,  70 

— — -  vernielen  veele  Maccafjl* 
reny  ibid» 

hun  Godloosheyd  in  het 


afioopen  van  een  fchip  van  den 
Koning  van  Siam ,  71. 

- - komen  met  gefehenken 

by  den  Koning  van  Banyer  re 
Tatas ,  84 

- -  foeken  de  B>oy  op  hun  fij- 

de  te  krijgen  ,  ibid. 

iieemen  eenige  Grooten 
yau.  Tatas  m  bewaa.ring ,  84. 

,  '*  Pm, 

T 


R  E  G  ï 

Pouhoang  een  Rivier,  alwaar  veel 
Goud  gevonden  word  ,  129 

Praauw  van  de  Roy  gevonden, 

,  96-97 

priejler  brengt  vcele  Heydenen  tot 
het  C hrifiendom  ,  127 

word  om  ’t  leeven  ge- 
bragt,  ibid. 

Prijs  op  de  Hoofden  der  Hollan¬ 
ders  by  die  van  Cottaringen  ge¬ 
field  ,  1 1 5 ' 

prins  van  Snccadan'a  fend  eenige 
Groocen  aan  de  Roy ,  36 

— - laat  de  Roy  met  een  vaar- 

tuyg  haaien,  37 

— -  van  Succadana  verfoekr  aan 
de  Roy  hulp  van  de  Oafl-Indife 
,  Compagny  ,  40 

des  fdfs  hoedanigheyd  be¬ 
fchreeven,  41 

^Aads-befluyi  tegen  de  Portu - 
gcefen  genoom  en  ,  8 6 

liedeneer ing  van  de  Roy  over  den 
handel  tg  c Atchin  ,  1  $6 

Reden-yqeïing  van  Jurragan ,  om 
de  Roy  in  het  leeven  te  houden, 1 
1 1 5 

• - r  waarvoor  van  den  Koning 

bedankt  wjerd ,  '  1 1 5. 1 16 

Regeer  ing  van  ^Atchin  by  die  van 
Poolen  vergeleeken ,  157 

Rpgt  der  Burgers  van  ^Atcbin  te¬ 
gen  een  dief,  150,157 

Re  pub  lijk.  op  de  regeering  van 
chin  toegepafi  ,  157 

Riemen  van  Bamboefen  gemaakt, 

2.5 

R  ijkdom  van  cenen  Delthon ,  135 

Rijkdommen  der  Fladjes ,  60 

RjjkS’grooten  fpeelen  de  Roy  een 
feelijke  trek  by  den  Koning,  van 
Banyer ,  o  38.  39 

RjR-grooten  van  zA.tdin  doen  ee- 


S  T  E  R. 

nige  voordeelige  aanbiedingen 
aan  dc  Roy ,  142.143 

jRjy/h  maden  "van  Banyer  ftxooyen 
een  verdagt  gerugt  uyt  van  de 

Rpy ,  ^  9^ 

~~™  hun  Goddeloofc  raad  aan 
den  Koning  van  Banyer ,  92 

Rivier  by  Tanajjary  befchreeven *  * 
*75 

~  daar  goud  ui  gevonden 
werd ,  64 

. . .  waarin verfcheydemetaa- 

len  gevonden  werden ,  66 

— — -  van  c^Atebin  befchreeven , 

in 

— van  Banyer  befchreeven, 

114-  TM 

van  de  Fiadjes  befchree- 
ven,  127 

Roode  sparde  in  een  berg  voorde 
Goud-frnits  gebruykelijk  ,  6  3 

Rpy  >  tic  *Jacob  f anfk .  de  Roy . 
Rtig-beenen  van  Schil- padden ,  ge¬ 
bradenen  vooreen  kkker-beet- 
je  gegceten ,  z% 

abandhaar  Root  de  Roy  met  de 
fijne buyten  de  deur,  3  % 
—  belet  de  Ryy  lijn  voornee- 
men  van  dood  flag,  51 

— . — - .  te  Aubin  doet  een  voor¬ 
del  aan  de  Roy ,  1 59 

— dog  word  afgeweefen,  ib. 
t’  Samen- fpr  aak.  tullen  de  Roy  £>4 
den  Koning  van  Banyer ,  83 

Samen-fiveering  van  een  Portugees 
Kapiteyn  en  de  Rijks  grooten 
van  Banyer ,  45 

Sampit  een  Rivier  befchreeven,  21 
Saml-plaaten  (2)  in  de  Rivier  van 
c yltchin ,  153 

Schat  word  van  de  Roy  begraaven, 
106. 

Schepen  (3)  der  Portugeefen  door 
den 


E  R. 


R  E  G  I 

den  Maccaffaarfe  Prins  verovert, 
7° 

van  Chormandel  handelen 


op  ^Jtchin,  1 5  3.154 

Schelm- [luk  der  Negers  aan  de  Ri¬ 
vier  panboang  ,  9 

Schimpig  fchrijven  vaneenigeZee 
fchuymers  aan  de  Gouverneurs 
van  'Mergelt ,  166 

Schip  door  Dehhons  order  in  Zee 
gefonken ,  136 

- - -  van  den  Koning  van  Siam 

van  Engelfe  Zee- fchuymers  ge- 
noomen ,  163 

Schip-breuk  geleeden  door  deRoy, 

96 

Schipper  der  Hollanders  bedrijft 
grooce  ongebondenheyd 
chin  ,  1 4 1 

Schoonheyd  der  vrouwen  van  de 
Hi  ad  je  s  ,  131 

Schrik  van  die  van  Banyer  voor  het 
fchieten ,  90 

Schulden  van  de  Rcy  hoe  geredden, 
186 

Schulpjes  in  't  fand  gevonden  , 
waar  Oefters  in  waaren,  zz 
Siammers  doen  een  verfoek  aan  de 
Roj,  I74-I75 

— -  hebben  een  groot  gevoelen 
over  de  woorden  van  de l{oy,  17 6 
Slaaven  worden  te  c yltchin  in  de 
Goud  mijnen  gebruykt ,  155 

Slaaven  handel  te  ^Atchin  op  wat 
wijle  'gcfchied  ,  1 54.  1 5  5 

Slap-hertigheyd  der  Reyfigers ,  z6 
Smeekt  fcbrifi  van  de  Roy  aan  den 
DircÜeuï  Dtjkshocl 185 

* - dat  ontfeyd  word,  186 

Spraak  van  die  van  Banyer  ,  113 

Staarten  van  Blanfais  gèbruykt  om 
gaten  te  booren  ,  14 

Staats -dienaar,  van  den  Koning  van 
Qottaringen  foekt  deRoy  te  ver- 


geeven,  m 

Stoffen  van  den  Koning  van  Ban¬ 
yer  aan  de  Ry>y  vereerd  ,  5  5 

Storm ,  waar  door  de  Roy  groot 
ongemak  lijd ,  4 

Stoute  woorden  van  de  Rcy  tegens 
den  Koning  van  Cottaringen ,  1 1 1 
antwoord  des  Koniogs  hierop, 
ibid. 

Straffe  der  dieven  te  ^Atchin^  1 50 
Suury  vergiftigt  zijnde  bekomt  de 
Rcy  fcer  cjualijk  ,  1 1 3 

Swaar-moedigheyd  van  de  Roy  ,  1  jj 

T^zyfbouhauw  ee  n  Rivier,  118 
Tachart  Franffe  mbaffadeur 
op  wat  wijfc  te  Tanaffary  wierd 
on  i  fangen ,  1 67 

-  —  verfoektde  Roy  ten  eeten,  167 
wat  hy  aan  de  Roy  van 


weegens  fijn  Koning  verboekt , 
168,  16  9,  170, 171 
- — -  peylt  de  Rivier  van  Tanaf- 

fary>.  175 

- -  is  een  gaauw  Ingenieur  ,ibid. 

word  van  den  Koning  van 


Siam  belaft  te  vertrekken  t  176 
kornet  z  Belle  foor  ,  179 


Tentje  door  de  Reyfigers  opgeregt 

zi 

Tomlomhes  een  foort  van  doofen , 
128 

Tommegong  Gu(Jy  Gouverneur  der 
Goud-mijnen ,  6z 

— —  des  felfs  magt  en  gebied  , 
ibid. 

— — —  fijn  geveynftheyd  ontrent 
den  Koning  van  Banyer ,  6  3 

- word  met  de  I{oy  naar  het 

gebergte  gebonden ,  ibid. 

Tranflaat  iJElc  zznde  Roy  over  fijn 
Admiraaifchap ,  165 

Travaade  en  fwaare  Regen  ,  z  5 
Tweede  Brief  van  de  Roy  aan  den 
Generaal  en  Raden  van  lndieny  77 
Twee- 


V 


R  E  6  M 

Twt-fpalt  tuffen  de  Heeren  van  I  « 
tsftchin%  158 

Twijl  tuffen  1  Gouverneurs  van 
Mcrgeu  waar  uyt  oneftaan , 
164 

Vtylartuyg  door  de  Reyfigers 
in  Yfand  gevonden,  2.1 
— —  dat  door  haar  wierd  op- 
gemaakc  ,  2.4 

— — —  waar  in  de  Reyfigers  fig 
begeeven ,  151 

. — — •  van  de  Roy  gebrooken, 

96 

Vaarfüygën  (7)  koomen  op  de  Roy 
af,  10 

* - —  dog  moeften  de  vlugt  nee- 

mén ,  ibid. 

Vader  foekt  fijn  Soon  in  de  plaats 
van  lijn  Neef  op  denThroon  te 
fetten ,  7^ 

- —  krijgt  de  Portugeefen  tot 
fijn  hulp,  ibid. 

Verbond  tuffen  de  Portugeefen  en 
een  Oom  van  een  Yorft  te  Ban- 
ytr ,  '  ibid. 

Verdediging  van  de  Roy  tegen  de 
Bloed-verwanten  van  de  Sampit- 
fe  Moordenaars ,  118 

Vergift  door  eenige  worteltjes  ver- 
verdreeven,  113,114 

Verhaal  van  een  toeleg  vandeZkw- 
yareefen  o  p  de  Roy  ,  101 

— van  de  opkom  ft  van  eenen 
Delthon ,  135,136,137 

van  de  ongemakken  van 
de  R  oy  ,  188 

Verhandeling  der  Franffe  mee  een 
Gouverneur  der  Mooren  op 
Bcngale  ,  1 8 1 

Verraad  van  de  Inwoonders  van 

Qriamala  door  1  Maccaffaren 
aan  de Roy  ontdekt’,  6, 7 


;  T  E  R. 

- waar  tegens  Ly  op  fijn 

hoede  is ,  ibid» 

Ver jc bil  tuffen  de Roy  en  IQay  Bap- 
pa  by-gelegt ,  5$ 

Vér/chijnmg  van  de  Roy  en  Delthon 
voor  de  Regters  van  ^Atchin , 
i 50) i 5* 

Vèrfoel^v an  eenige  der  Reyfigers 
om  dood  gefchooten  te  moogen 
werden ,  i 8 

— —  daar  de  Roy  met  een  defti¬ 
ge  reden  fig  teegen  fteld  > 
ibid. 

- waarop  een  ander elendig 

verfock  volgde ,  1 9 

— ■ - -  van  een  Prins  van  Succa- 

dana  aan  de  Roy ,  36,38 

- des  Konings  van  Banyer 

aan  de  Roy  >  3 7 

— —  des  Konings  van  Banyer 
aan  de  Portugeefen  over  het  ge¬ 
vangen  neemen  van  eenige 
Grooten,  86 

■ - -  der  Bloed- vrienden  van  de 

gedoode  Sampitfe  Moordenaars » 

117 

- - verantwoording  van  de 

Roy  hier  tegen ,  ibid. 

— - -  van  de  <^4tc binders  over  't 

verkielèn  van  een  Koning  » 
158 

— —  hoe  het  felve  word  tegen 
gehouden ,  ibid. 

— —  van  eenige  Engel fe  Moor¬ 
denaars  aan  de  Roy ,  163 

- — — ■  werdafgeflaagen ,  ibid. 
Vertoog  van  de  Rcy  aar»  den  Koning 
van  Banyer  ,  5  3 

— —  antwoord  van  den  Koning 
hier  op ,  ibid. 

Vertooning  van  de  Roy  aan  den  Ge¬ 
neraal  en  Raden  van  Inditn  ,  1 

VérvaffiHg  van  de  Inwoonders  van 
Qna - 


R  É  G  I 

Criamaïa  aan  boord  gebragt  ,  6 

—  van  den  Prins  van  Succada - 

na  aan  boord  gefonden  ?  1 2. 1 

fóy'Wcer-plaats  van  de  I{py  op  een 
Eyland  voor  zJtlchin }  149 

Viadjes  befchreeven ,  58,59 

h—JL  moogen  niet  trouwen 
voor  dat  inenfehen- hoofden  be- 
koornen  hebben  ,  ibid . 

ffice-I^oy  yan  'Goa  geeft  een  Laft- 
brief  aan  Emamtei  de  Roosje  ,  6  8 
Vis  van  de  Roy  gevonden  onder  het 
gaan ,  1 7 

—  waar  mede  de  Reyfigers 

hun  honger  verfadigden ,  1 8 

Vlotten  gemaakt  om  over  de  Rivier 
te  koomen  1 4 

Vogel- wie  chelary  hoe  by  de  Viadjes 
waargenoom  en  ,  5  9 ,  óo 

Volk  van  den  Commandeur  Har- 
men  Voet  weg  geloopen  >  146 

Volkeren  van  aiderhaude  natie  re 
zAtchin  1  153 

*— — -  van  verfcheyde  Laiid-aard 
op  Banyer  ,  1 2. 3 

Vblkrijl{heyd  van  Banjer ,  113 

Voorneemen  der  Portugeefen  regens 

i  een  Spaanfe  Kapiteyn  te  Banjer, 

6  8 

Vóorfigtighey d  waar  te  neemen  op 
Succadana ,  ï  3 1 

yborflagv an  een  Neger  aan  een  fla- 
vin  van  de  Roy  >  100 

Vhorforg  van  de  Roy  tegen  de  lagen 
van  Delthony  148 

Voorraad  over  boord  geworpen,  4 
Voorjlel  van  de  Boy  aan  den  Ko- 
uingvau  Banyer,  91 

Voorval  van  een  Maleyer  niet  de 
Roy  ,  106.  107 

— —  van  een  Spaans  fchip  van 
Batavia  i  <SS 


STER. 

Vraag  des  Konings  van  Banyer  dan 
de  Roy  over  Rjay  Bappa  >  5 1 

ant v/oord  van  ie  Roy  hier 
op  3  ibid» 

..■■■* —  van  een  SabandhaartCcAt- 
chm  aan  de  Hollanders  y  141 
—  leelijke  bejeegening  hem 
hier  over  aangedaan  j  142, 
van  Pater  Tachart  aan  de 

Vreemdelingen  fondet  Vrouwen  by 
hen  hebbende  worden  voor 
Zee-Roovers  aangefien.  28 
Vrouw  van  Marteningrai  van  een 
uytneemende  fchoonheyd,  42. 
™-»~-  word  door  haar  mans 
broeder  weg  genoonien,  42, 
Vrouwen  waar  toe  dienftig  zijn  on¬ 
der  de  Indianen ,  2.8 

der  Viadjes  befchreeven?  59 


Vuyl-fpreeken  van  eenigê  Matroo- 
ien  te  <^Alchin  ,  146 

Uyt daging  van  de  Roy  tegen  Del- 
ihon ,  149 

üytvoering  der  Vrienden  van  dé 
%  gedoode  Sampitfe  moordenaars, 
116. 117 

WC Jaren  by  de  Vodjes  hoog 
geagt,  60 

TVagt-huys  aan  een  Rivier  te  *At~ 
chin ,  • 

Water- Ka  fteel  van  de Roy  gemaakt, 

6i 

— —  is  van  een  wonderlijke  va- 
ftigiicyd  >  ibid. 

des  felfs  afbeeld  fel  aan  de 
Ed,  Qornpagny  gefonden  ?  61 

Weder- legging  van  de  Roy  tegen  de 
lafter  van  Delthon ,  148 

iVeyts  een  Engels  Ambaffadeur 
doetverfoek  aan  de  Koningimié 
van  ^Jtchin  j  1 34.* 1 3  5 

Wild 


R  E  G 

Wild  Varken  door  de  Egy  gefchoo- 
ten,  19.10 

— >—  grooteblijdfchap  hier  ovet 
van  de  Reyfïgers  >  10 

— - word  fchoon  gemaakt  en 

.  in  (lukken  gedeelt ,  10 

— ~ — -  waar  door  de  Reyfigers 
nieuwe  kragten  kreegen  >  21 

Wilde  Varkens  (4)  door  dei^oyge- 
fchooren,  ti 

Willem  van  Outshoorn  Generaal 
van  Indien ,  73 

Wmft  van  de  Eoy  gedaan  aan  het 
hol  van  een  Engels  (chip ,  135 
Woorden  van  een  hoopeloos  voor- 
neem  en  der  Reyfïgers,  16 

. .  tuffen  de  %oy  co  het  volk 

van  een  onbekend  vaartuyg,  28 
- — —  feer  deftig  van  de  Prins 
van  Succadana  aan  de  Egy ,  40 
*■—  daar  de  J\oy  een  goed  ge¬ 
voelen  over  hadde,  ibid. 

— — —  der  Banyareefen  aan  de  (la- 
vinnen  van  de  Egy  ,  101 

. der  Banyareefen  ,  om  de 

Egy  te  vermoorden.  101 

van  een  flavin  tegen  den 
Sabandhaar ,  io3 


S  T  É  R. 

Worteltjes  een  tegen  gift  tegen  alle 
Venijn,  ^  113 

- - —  des  felfs  kragt  onderypn- 

den  ,  ibid.  ï  14 

—  - aardige  uytwerkingen  hier 

van,  ibid. 

Wraakt  der  Spanjaarden  aan  izMa* 
cajfaren ,  y  £ 

Wraak-fugt  der  Franjfe  aan  de  goe¬ 
deren  van  de  Egy ,  x  g  j 

S er  «mijn  op  C  riamala  t  § 

Ee-roover  van  Manacaiho  o- 
JLj  ver  weldigd  een  Goud-nr  ijn 
te  lAtchin ,  j  ^  y 

Zec-YQQvers  ontveyligen  de  kuft 
van  Indien ,  ^ 

—  - van  wie  defe  uytgefondcn 

worden ,  ibicf« 

— —  koomen  op  de  Egy  af,  y 

—  - dog  moeten  wijken ,  ibid. 

-  fchrijven  een  fchimpigen 

brief  aan  de  Gouverneurs  van 
Mergelt,  <  x66 

Zeylen  van  Bamboe  [en  gemaakte. 

Ziekte  onder  het  volk  van  de 

K°y-  % 


E  Y  N  D  E. 


Drukfouten  aldus  te  verbeeteren, 

Yoor  Catteringen  lees  Cottaringen 
Pag.  68  voor  luyden  lees  luydende 
7  6  voor  waarom  lees  waarlijk 
vertrok -  vertrokken 


.A- 


*  v 


W 


' 

. 

, 

■ 

■  ' 

:  ' v ! ■  $ . ■ .i"  •  \  ■ ; '  ::  ’ K ;  . '  V' '  - '  * 


¥ *