K ASR AN
: Boekbinder Lijstenmaker
r k. p. Bedagan Bodjong
\ SEMARANG
'M % PJ 1 - ' /
V j ^ lf * . '■><•***' ’ £ M , '' . V /''*».?■
'
■ ' - ' ' ' : ■; ' '■ y
■ ' ' ;
■
'
’
.«:■ ,'V/ : ■ ' : ■' ''.'-/V: o"
;
■
'
'• ' , ‘ ' ' HM.
w$ ' A ' * ' . ** - \ ;
;• ' 'j • , ■ , . ■ ' • ■ ......
'd'\' \ * ' \ , ' .* ' ' * r 1 '' \ 1
1
.
" : / ^ -.■•••■ ■ . . . ;v.' ' .. •
K \ ' .
\
■
■
PÓOR TVI>
[ VX.YX .
HACHELIJKE REYS-TOGT
Van
JACOB JANSZ de ROY,
Na •
BORNEO en ATCHIN,
In fijn vlagt van Batavia, derwaards on -
dernoomen in het J dar 1691. en vervolgens.
Zijnde een opregt verhaal van zeldfaame ontmöetin-
gen , en deerlijke rampen •, als beroovinge van Vaar-
tuygen en Goederen, Honger, Dorft, Naakt-
heyd. Armoede, veelderley Doods- gevaar en
andere onuytfpreekelijke ongemakken , door
hem felfs uytgeftaan.
Mitfgaders een feer Naaukeurige Befchrijying yan bet Eyland BornëOj
j net des zelfs honingrijken , als Banyer Mailing , Succaciana *
Cottaringen * de Woon-plaatfen yan de Viadjes en andere#
met bare oyerkofielijke Goud - en Diamant-Mijnen , Cam -
pbur en andere koopmanfebappen ^ als ook hare Goud-rijke
Bergen en Hjyieren > Negeryen 3 fchoonheyd der Vrou~
wen $ Hmwelijken y Imhorfl en Zèeden der
Inwoonders „ 0*c.
Insgelijks een aanmerkelijk Eerigt van het Koningrijk Xtch'tn op
Sumatra* met haar Land-aard , Regeering en uytvoering
van Lijf- en Hals-ftrafFen over de Dieven.
Door den Reyfiger felfs opgefteld ,
Bn dewijl defe plaat fen by onfe Natie weynig bekent zijn , om fijn y&ortref*
felijkbeyd , nu aldereerfi na een Egt \Af-fcbri ft in *t ligt gegeeyen<.
Met korte lakenden ? noodig 'Regifier en Kjynfl-frinten verrijkt*
TE LEYDEN,
By PIETER VANDER Aa, Boekverkoper, 170$,
Met fpeciaale OÜroyen*
V O O H,U R I Ö T.
DEwijl het geluk hebbe gehad van voor meer als 6 Jaar een
egt affchrift defer Voyagie , door Teek er Heer uyt Indïên te
bekomen , daar te Lande in Schape-parkement gebonden ,
en nog onder my beruftende: welk federt , aan verfcheyde
keurige Kenders , en Liefhebbers dciMeys-bejchrijvingen, ter
lefing mededeelde, die het eenparig oordeelden, den Druk
weerdig te zijn, en derhalyen , my geduurig aanrieden, ’t
fel ve Weereld-kundig te maak en. Maar , om dat^en befluy t
hadde genoomen , van mij n Naauwkeurige VerJameling der Zee
en Land Reyfe n, na d’ordre der Jaaren voort te brengen , als
vöor-aan in het reets uytgegeven Eerjle Deel , alwaar defe Reys*
Togt op ?t Jaar 1 691 vermeld ftaat , te fien is : foo meende dit ,
tot dat daar gekomen was, tefpaaren; dog om ge wigtïge re¬
denen , federt nodiggeoordeelt , van dit nu apart voor af uyt
te geeven. Inde refteerende Voyagim , falikmijn tijd-beftek
boliden, en ’t fal de Liefhebbers onverfchilligzijn, .dat dit
nu voor af komt , dewijl fy daar door , dit nu hanftants
byfonder kunnen laaten in-nayen , ondertuffen gebruyken^
en het namaals op fijn behoorlijke plaats , in fijn Deel laaten
invoegen , geloovende haar geen onaangenaame dien ft daar
in te fuTlen hebben gedaan, tiet aanprijfen defer Reys agte
onnoodfg: die hem felyen de tijd vergunt ? om het te door-,
leefen, falfe niet vergeefs belleed hebben , hademaal cler foo
veel tot nog tpeonbekendefaaken (by d cEuropianen) in zijn;
foo dat niet twijffele aan een algemeenegoed-keuring. Jacoh
Janfz. dcRoy > denReyJïger $n Schrijver defer Top, die voor**
maals Kapiteyn over 100 Voet-knegten , ten dienfte vanafE-
dele Oofk Indé/ehe Maaifchappy was , dog namaals over eenige
faakeri befchul digt * van Batavia gevlugt: heeft dit daar na op
ordre van fijn Wel Edele Gebiedende Beeren felfs ppgeftelt, en
het de navolgende Tijtel , of Opfchrift gegeevem Rapport:
®fte waaragtagx ende om (landig verhaal , opgejleh door Jacob de
Koy , ter geëerde ordr /* van fijn Hoog Edelheyd Mr. 'Willem van
Öuthoorn * Gouverneur Generaal , wit {gaden de wel Edele
Meeren Raa den van Nederlands India , noopende dejjelfs weder*
vaar en x ende bejegeningen , federt dat figvan Batavia heeft ge*
fint eer t y waar in verders vertoond werd , d' Ey gen fc hap ,
Zegden Politie der Inwoonders van de Landen 3 waar in hy
ft heeft onthouden X namentlijk , Wel Edele Hoog
V o O R-*S E R I G f. ..
vlS^È'BiÈDEKpÉ Heeren. 3boo? bferi ban ben ottbèrsè*
■p 1 teeftenbe enj. (als óp pag. i. in' t begin dé/er P'oyagiè en foo ver¬
volgens aldaar te penis.) Welk Artijkel alfoo het te lang was ,
in ’t hoofd defer Prak verandert hebbe , met de naam van
Rep- befchrijving , dewijl ’t in der waarheyd dog dat is. Buy-
ten de voornoemde woorden , is het Ëgte t Jf-fchriftm alles
getrouw gevolgt, fonder daar vets by , of af te doen; als al¬
leen tot verbetering, zijn fommige baftaart-woorden ingoed
Neder duyts verandert , en ettelijke fchrijf-fouten gecorri¬
geerd. Daaren boven is totcieraad, en beter gebruyk, door
een naarftig Kender, by defe Reys- Togt doorgaans de Kor¬
ten Inhoud op de kant gebragt , en wijders mét fraayeKonft-
Pr ineen, en volkomen Regifter verrijkt , hebbende nodig; ge-
agt , ditTJE: en alle Liefhebbers Voor af te berigten , niet
twijfelende , of dit alles fal haar ten hoogden aangenaam
zijn. Gebruykt dit dan, terwijl mijn Druk-perfièn voort¬
gaan, met de verdere Voyagien na de tijd-ordre klaar te maa-
ken : ’t fal my aanmoedigen , wanneer verneeoré , dat dit
aangenaam is. Verblijve onderraden
ÜWert
Ten Diend-bereyden,
PlETÈR VAHDE8. AaI
* b PRIVIj
PRIVILEGIËN.
DE Staten van Holland ende Weft-vriefland doen tft weten , alfoö
Ons vertoont isby Pieter van der , Borger en Boekverkoper te
Leyden, boe dat hy Supplt eenige Jaren was befiggeweeft , om uyc
de P'oytiigyfche \ Spaanfcke , Engeljche , IjaUaanfchè , en andere talen,
iri *t Neerduyts te laten' Ö verletten , de Yoornaamfte Zee- en Land -
J^eyfén die na Ooft - en We ft- Indien &c. door verfchcydeReyfïgersder-
waarts waren gedaan ter eerfte ontdekking , en federt vervolgens
tot nu toe, breder in een geëxbibecit Regifter vernielt, waar van
der noyt een eenige in onfe Neder land fe taal tot dato gedrukt was ,
efl waar dóór by gevolg geen Boekverkoper nog yemand hierteLan-
dé daar mede wierd benadeelt, of eenig regt aan hadde , hebbende
den Supplt reéts tot defe Vbyagien % niet alleen eenige honderden kope-
re Platen laten fnijden , maar was felfs ookalbefig om alle de voorfz.
Zee- en Land-Rjryfen by een t-e laten drukken , en nademaai den Supplt
aan de verdere uytvoering van ’t voorn: Werk nog een co'nfiderable
fornme van penningen foude moeten fpenderen , en hazarderen , en
bevreeff, dat nijdige , of baat^zugtige menfehen hem het felvein ’c ge¬
heel of ten deeleh , en wel voornamentlijk een particuliere Voyagie van
dien mogten komen te drukken > of na te drukken , waar door hy van
fijne excerfïve kollen , moeyte , en arbeyd foude verfteeken zijn , fo
was den Supplt tot voorkominge fijner fchaade te rade gewórden * fig té
keeren tot Ons , verfoekende Ons fpeciaal Oélroy , en Privilegie voor
den tijd van 1 $ eerft agter een volgende faren om de voorfz-Zee- en
Land Ryyfen , breder by het voorfz Regifter vermeit , dewelke om
de kortheyd alhier niet waaren uyrgcdrukt, maar nogtans verfogt
wierd, in ’c Odroy fpecificc te mogen werden geinfereert, alleen te
mogen drukken , doen drukken en uyt te geven, en verkopen in fo-
dan^ge formaten , taal, of taaien, als hy beft foude vinden met fijn
intereft overeen te komen , met expres verbod , waar door allen , en-
dceencn yegelijkenbuyten hem Supplt , of die in der tijd fijn regt ,ofte
3&ie foude mogen verkrijgen, werden verbooden , het voorn? Werk
der Ooft- en Well- Indije Reyfeny met of Tonder Platen in ’t Neder duytsy
jFVdrtr,ofte in eenige andere talen te Drukken na te Drukken , te doeri
na-dr ukken , uyt te geven , of te verkopen , nog in ’c geheel , nog ook
geen aparre Foyagien daar uyt, nog ook onder pretext van vermeerde¬
ring of verbetering , ofte buytcn defe Landen gedrukte niet te mogen
inbiengen, verhandelen of verkopen /alles op de verbeurte van alle de
nagedrukte, ingebragte, verhandelde, of verköftc Exemplaren > en
daar en boven op ftekerc groote poene door Oh$ regens deContraven-
teurs te ftellen. Soo is ’t , dat Wy de faake, ende ’c verfoek voorfë»
overgemerkt hebbende, ende genegen wefendeter bede vandeSuppk
uyt Onfè regie werenfehap , Souverayne Magt , ende Authoriteyt , den
&ivenSuppk geconfmtsen: > geaceordeert ende geoóhoyeen hebben ,
coro
H I V I L E G I Ê K.
èonftnteren , accorderen ende O&royercn hem mits defen, dat h^
geduyrende den rijd van vijftien eerft agter een volgende Jaren de voorn*
Zee- en Land-Ryyfen , [De nawen der Voyagien die Specificè in defè
Privilegie vermeld [laan , üjn in bet Regifter te vinden t die by de Korté
Schets .aangedrukt is % en voormaals door my alom verfonden , alsookvoof
aan in het eerfte deel defer Voyagien.) Mitfgaders nog eenige kleynë
Voya^ien tot de vöqrn. yerfameiing behorende , die den Supplt belooft!»
en welker namen hem nog onbekent zijn, binnen den voorfz Onfetl
Lande alleen fal mogen Drukken , doen Drukken, uyrgeven , en ver*
kopen in fodanige formaten, taal of talen, als hy beft fal vinden
met fijn intereft over een te komen, verbiedende daarom allen, eni-
de een yegelijken buyten hem Supplt , of die in de tijd fijn regt , ofa&ie
Huiden mogen verkrijgen , het voorfz Werk met of (onder PJaaten in *t
Ncderduyts * Frans , ofte eenige andere talen in *t geheel , ofte ten de¬
len , nogte ook geen aparte Voyagien daar uyt, nog onder pretext
van vermeerdering , of verbetering te Drukken, na te Drukken , ofte
elders Nagedrukt binnen den felven Onfen Lande te brengen , uyt te gé¬
ven, ofte te verkopen op verbeurte van alle de naargedrukte, inge^
bragte , ofte vérkogte Exemplaren > ende een boete van drie houders:
Guldens daar en boven te verbeuren, te appliceren een derde part
voor den Officier, die de Calange doen fal , een derde part voorden
Armen der Plaatfe, daar het cafus voorvallen fal, ende het rcfteren-
de derde part voor den Supplt , alles in dien verftande, dat Wydeii
Supplt met defen Onfen Oëhoye alleen willende gratificeren tot ver-
hoedinge van fijne fthade , door het nadrukken van het voorfz. Werk,
daar door in geenigen deden verftaan, den inhoudé van dien te ati-
thoriferen > ofte te advouëren , ende veel min het felve onder Ónfb
protedie, ende befëherminge eenig meerder credit, aanfien, ofte re¬
putatie te geven , né-maaar den Supplt in cas daar inne yns onbe¬
hoorlijks foude infiuëren , alle het felve tot fijnen lafte fal gehouden
wefen te verantwoorden, tot dien eynde wel cxpreffelijk begerende»
dat by aldien hy defen Onfen Odroye voor het felve Werk fa] wil¬
len ftellen, daar van geen geabrevieerde , ofte gecontraheerde men-
tie fal mogen maken, ne maar gehouden wefen het felve Odroy in ’t ge¬
heel , ende fonder eenige Omiflie daarvoor te Drukken , ofte te doen
Drukken , ende dat hy gehouden fal zijn, een Exemplaar van het
voorfz. Werk gebonden , ende wel gecondicioneert te brengen in de
Bibliotheecq van Onfc Univerfneyt toe Leyden, endedaar vanbehoor-
lijktedoen blijken , allesop poene van heteffeël van dien teverliefèn.
Ende ten eynde den Supplt defen Onfen Confenre ende O&royemoge
genieren , als naar behoren , IaftenWy allen , ende een yegelijken , die
*r aangaan mag, dat Sy den Supplt van den inhoude van defen , doen»
laten;, ende gedogen» fuftelijk , vreedelijk , e|icje volkornendijk ge-
* } nie-
P & ï T ï L È é ï E Na
mveU; ende georuykeu cefïerende alle belech ter contrarie, gctfaaü'
in den Hage onder On f en grooten Zegde hier aan gehangen, op den
agtknden Augufti in t J aar onfcs Heeren en Zaligmakers Severuien
houder t vijf. vt.
A. Heïnsius.
Tet Ordonnantie van de Staten,
Si Mok van Beaumont.
DÈ Sraaten Generaal der Vcreenigde Nederlanden. Allen den ge¬
nen , die delen fuilenfeu , ofte hooren lefen » falwi , doen te we¬
ien , dat Wy geeonfenteerr , gcaccotdeerc ende Geo<ftr©yeert hebben,
gelijk Wy Confenteren , accorderen ende Oéftoyeren by dden aan
Fitter vander , Borger en Boekverkoper tot Lcycien , oin voor den
tlfd van vijftien naaftkomende ende achter een volgende ja aren , met
fêclufie van allen anderen binnen defe Geünieerde Provinciën , Land-
fchappen, Steden ende Lecden van dien, te mogen doen Drukken,
venten ende verkopen feekere Boeken, overgefet uyr de Por ntgyjche,
Spaanfche , Bngel/cbe , ïtnliaanfcbe ende andere talen in sc Neder duyts\
ibehe Ifènde de voornaam fte Zee- en Land l{eyjen y die na Ooft- en Wtft-
Itidien Sec. door verfcheyde Reyftgers detwaaids zijn gedaan y ter eer-
ftér ontdekking, ende zedert vervolgens tot nu toe, fulx défèlvehieir
zijn volgende, (De namen d^rVoyagien , die Specificèm de/e Privilegie
vermeld flaan , %ijn in bet Regifter te vinden , die by de Korte Schets aan¬
gedrukt is , en voormaals door wy alottt verfonden , als oervoor aan in hei
eerfté deel defer Voyagien) waar van der noyr een eemge in onfe Ne-
derlatt'dfebe taal tot dato gedrukt is , miefgaders nog eenigè Voyagien
tot de voorn. Yerfameling behoorende , die den Supplt. belooft, en¬
de Welker namen Ivcm nog onbekent zijn; in fodanige formaaten ,
taai, of talen, als by beft' fal vinden, met fijn intreft over één te ko¬
men, verbiedende daarom me allen, ende een yegeftjk, buyten hem
Supplt. of die in der tijd fijn regt, ofa<ftie (oude mogen verkrijgen,
het voOrffc. Werk, met, of fonder platen, in *c Neder duy ts , Frans ,
of eenige andere talen , in Y geheel , ofte ten deele , nogte ook geen
aparte Voyagien da-ar uyt,nog ook onder pretext van vermeerdering,
of verbetering, te drukken, na te drukken , ofte elders nagedrukt,
binnen de opgemelte Landen te brengen, tiyt te geven , ofte te ver¬
kopen , op verbeurte van alle de naargedrukte , ingebragte , ofte ver-
kogte Exemplaren, ende een boete van drie hondert Guldens daar-
en boven te verbeuren, te appliccren vöor een derde part voor den
Officier, die de Calange doen fal , een derde part voor den Armen
der plaatfè, daar het cafus voorvallen fal , ende het refterendc derde
patc voor den Supplt. Behoudelijk nogtans, dat den fel ven F ie ter van
Privïlegiee
der *jia gehouden fal zijn ,op defenOnfenO&roye te ver (beken >©oi
ec obrineren , attaché van die Provincie, of Provinciën , daar hy dé
voorfiz. Boeken fa! willen doen Drukken , venten ende verkopen , al¬
les met dien verftande , dat Wy den Supplr. met dcfenOnfèn O&royè
alleen willende gratificeren , tot verhoedinge van fijne fchade , door
het nad rukken , of doen nadrukken van het voorfz. Werk > daar doóc
in geenigen deele verdaan , den inhoudevan dien te authoriferen ,ofcc
te advouëren, ênde vee! min het felve onder Onfe protcÖie ende be*
fcherminge, «enig meerder credit , aanfien, ofte reputatie te geven*
ne-rnaar den Supplr. in £as daar inne yets onbehoorlijks fbüde
ren , alle het fel ve tot fijnen lade fal gehouden welen te verantwoor¬
den , tot dien eynde wel exprefielijk begerende , dat by aldien hy de--
(en onfèn O&roye voor het felve Werk fal willen dellen* daar van geen
geabrevieerde , of gecontraheerde inen'fie fal mogen maken, ne-maar
gehouden wefen , het felve 0<droy in *t geheel , ende (onder eeuigé
Ömitfie daar voor te drukken , ofte doen drukken. Gedaan ter Ver-
gaderinge van de Hooggemelce Heeren Staten Generaal , in denHagé
$Jen agt en twintigüen September 1705. vt.
A. V. BüRMANia, '
Ter Ordonnantie vdn de felve ?
Fag eX
^E Staten van den Landen van Utregt *, allen den geenen , die de-
n'en Tullen fien , ofte hoorei? lefen , Salut , Doen tc weten, dat
wy geconfe.n teert , geaccordeert en geo&royeerr hebben, gelijk wy
jpoulibn teren, accorderen ende Oidroyeren by defen, aan Piet er van eter
ts4a , Borger en Boekverkoper tot Leyden , om voor den rijd van
vijfden naaftkomende ende agter een volgende jaren , met Scdufievai|
allen anderen , binnen defe Provincie , te mogen doen Drukken*
vemen en verkopen , (ekere Boeken , overgefet uyt de Portugyfche »
Spaanfche i Bngéffche > Italiaan/cbe en andere talen in ’t Nede rduyts , van
de voornaam Rc Zee- en ILand-P^eyfen , die na O&ii Indien , We\l-lndien
8cc. door verfcheyde Reyfigers derwaarts zijn gedaan , ter eerder
ontdekkinge , ende zedert vervolgens tot nu toe, fulx delelve hier
annex , (De namen der Voyagien die Specificè in defe Privilegie verneld
I laan , \ijn in bet Regider te vinden , die by de Korte Schets aangedrukt /x*
envooïmaais door my alom ver fonden, als ook voor aan in het eerde deel
defer Voyagien.) fpecificè daan uytgedrukt, waar van der noyt een
cenige in onfe Nederlamlfche taal tot dato gedrukt is, mitfgaders nog
eenige Voyagien , tot de voornoemde verfamelinge behoorende, ende
welker naamen hem nog onbekent zijn , die den Suppliant belooft
j[pede te fuJIen Drukken > in fodaani^e Formaten, Taal of Talen, als
hj
Privilegie n.
Jiy beft fal vinden met fijn ïnte.reft over een te komen , verbiedende
daarom allen ende een yegejijk, buyten hem Suppliant, of die in der
tijd fijn regt,of a&ie foude mogen verkrijgen, het voorfz. Werk,
met of fonder Platen , ip ’c Nederduyts , Frans of eenige andere Talen,
in 9c geheel ofte ren deele ,nogte ook gecne aparte Fbyagien daar uyt,
liog ook onder pretext van verbeteringe , in defe Provintie re Druk¬
ken > na te Drukken , of elders nagedrukt bjnnen defe provintie re
krengen, uyt te geven, ofte verkopen , op verbeurte van alle de na¬
gedrukte , ofte verkofte Exemplaren , ende een boete van drie honderd
guldens daar en boven , te appliceren voor een derde part voor den
Officier , die de Calange doen fal , een derde part voor den Armen
der plaatfe, daar het Gafqs voorvallen lal, ende het refterende derde
part voor den Suppliant, alles met diep vérftande, datWy den Sup¬
pliant met defcn Onfen O&roye alleen willende gratificeren , tot ver-
Jhoedingevan fijne fchade, door het nadrukken, of doen nadrukketi
van het voorfz. Werk, in defe Provintie, daar door in geenen deele
verftaan, den inhoude van dien te authoriferen ofte re advouëren ,
ende veel min het fclve onder Onfe proteÖie endebefcherminge eenig
meerder credit, aanfien ofte reputatie te geven , ne-maar den Suppliant,
ïn cas daar inne yets onbehoorlijx foude influëren, alle het felve tor
fijnen lafte fal gehouden wefen te verantwoorden , tot dien eynde wel
cxpreflèlijk begerende , dat by aldien hy defen Onfen O&roye voor
het felve werk fal willen ftellen , daar van geen geabrevieerde of ge¬
contraheerde mentie fal mogen maken, ne-maar gehouden wefen,
het felve Qiftroy in sc geheel , en fonder eenige Q miffie daar voor te
Drukken , ofte doen Drukken , ende aan Onfe Secretaryc , mitsga¬
ders in de Eibliotheeeq van defe Stad te leveren , yeder een Exemplaar
van de voorfz. Boeken. Aldus gedaan binnen Utregt, onder Onfen
grooten Zegde , Paraphure ende Signature van Onfen Secretaris , op
4en i4.Januarii xvijc. ende fes.
vr.
A. van Rossig.
Ter Ordonnantie van mijne Welgemelde Heeren die Staten a
F. V o e t van W ïns sen-.
REYS,
D' OOST-INDlZE
Eandfchapp en,
ZEEN en EYLANDEN,
T<rt- Je Zeys ie/cA ryn'ny ran
IacobTatts z nu TLojr\
Vaiworjut .
\ SN SIS .
&-QK.IEN
TAföe»*ê*lst* LTX-DHar&er TzETETI ÏC/OrOEX. uIa met J'r’ii'ilet
JaeeS Tatuu Je Jtoy ■
Pag. i
*REYS-BESCHRYVING
VAN
J ACOB de R O Y,
Door hem opgefteld
jian ftjne
Wel Edele Hoog-Gebiedende Heeren.
i <©o’ Dien ban ben onbergetebenbe/ ge*
! bnurenbe Deffelfé &eeben£-ïoop / bteï’t ,
1 meeden-beel fijn tijbelp gelub boo? fertoo^e
De o effening bec 3©aapen£ betragt vaivdc Ro/
‘ heeft / en Dat ’et bolgen$ be aan ^en
tngt / een blinbe geljoojfaamtjepö / aï£ meeröet
oetboeg aan minbet gebieb / berepd toetb: hanUE: fndi£n> va
Hoog Agtb: ligt bebioeben/ batbenonbergefs. op ’t
geëerb bebel ban U E: Hoog Ed: dgfoo gaarne/
al^berpligt ten eerden berepb-btillig getoonb heeft /
om een bebnopt bethaal aan UE: Hoog Ed: te
bettoonen / Voegen^ beffelfê ontmoetinge. ’t <0ecn
hp ban op fijn ^>olbaat$ heeft onttoojpen / en
betfoeht neebetig / bat het ban U E: Hoog Agtb;
ooh fobanig mag opgenoomen bietben ; fuï*
lenbeban met be berepfle oBetbiebighepb / tot be Begin vaa
faaft tteeben en feggen / bat hp / gelijb een pegelgb het v«-
boet/ fijn bede en het feeberde/ boo? het onfeehet* haal*
de hiefenbe / geen anbete mibbeïen tot Deffelfp be*
houbenil toid te beraapten / aï$ fïg op een plaats
te begeeben / baat hP be dibige hett^-tagten ban.
fijne ©panben niet onbetbJOjpen bta£ ; rait^ga-
öetjj ooh om te bonnen ontgaan bemagt/ Debiel*
be fijn meetbet obet beffeïfl ©etfoonen a©oeberen aeedenea
habben ; infgeïp£ om boo? te bomen/ bat font* v?“ fl,tl
mige ban fijn fcijijn-btinben/ haat felfê bebienen* s
be ban De ongelubben / Vnaatin hP boen-maaï$
bia£ ; a$ boel toeetenbe / bat be$ onbergefê. hert
op fïjn tong i$ / hin raonb niet mogt vfö-fééjt*
ben/ en obetbjoogenbe hebbenbe/ battet nog een
de Roy. A bit*
J N©ta. Het Opfcbrift defer Heys-Togt is vm d$n Schrijver fdfs p
{e fm in ’t VMT-herjgt%
En hoe be¬
gonnen»
Stapt itt een
Vaartuyg
met 41
koppen be-
mnto
Komt te
Carang Sa*
dpelang.
2 Re ys-Beschr yving va n
ïflttere^uurbeefenrln ben boefemfcïppïr banfora*
ptgeE: Compagny’sbebienbert^ / ten Re'guardeban
öen opbergefclpeeben petfoon / enfnbet-baat bebugt
toeefenbe / bat fijn toebee-patttjbèrl §et J&aat ftee*
tien fouben toeeten te fclpbben / bat ïjem be frrtaat*
ïjepb mogte obet-bomen ban een gebanbentffe / en
met een boojfïgtig<©Aibeeï toeïbonnenbe befeffen /
bat bje felfbe lupben met een flinget-fïag al &aac
berfiant fouben fcïjetpen / om ïjem nog mèérbec
in ’t elenbe te ïjelpen : of ten minflen boo| een
öegt^-gebing ban een lange naafïeep tot ïjet ge*
beente toe npt te mergelen / egtet ten anbeten fijs
be ’t gebaar toel obettooögen fjebbetfbe / toaar tn
ïjp ftg otn fijn boomeemen npt te boeren begaf / en
in teegenbeel fijn fëlfê bïepenbe ban een getoenfle
liptbomfi ; fo is’t, Ed: Hoog Gebiedende Hëeren,
bat ben onbergeteebenbe mipmaebjg / en baat bp
in ber öaab toanpopig / egtet bat beffupt bp ïjem
nam ; van liever met de waapens in d.e hand, fijn'
leeven te eyndigen , als met hoon langer onder de
menfehen te leeven , te meet / Ottt bat fjet flirt
boojneemen nieten toaë/ befelbe tegen£ fijn Va¬
derland (aï$ een wederfpannige) te gebjupben i
maar bat ’et nog toel eerltjbe lieben fouben gebon*
ben toerben / betoelbe Item naar fijn boob be lof
fouben geeben/ bat Öp aïë eenmifnoegde, en niet
aï$ een wederfpannige geflojben toa£ / met bier*
gelpe gebagten befbaangert 3pnbe/ flapte ben on®
betgeteebenbe op
«Oen 20. O&ober 1691 , omtrent bjje uuren naar
be mibbag ban be blepne Marondein be£ felfê epgen
«Jnïanbl ©aartnpg/ bemanb met 41 ftoppen en
meefl met Jljoblanb geïaben/ genoegfaam batt
fcïjiet- en fetjerp-getoeer boopen/ beftaïben tjanb-
granaaten en (Knb-potten : fa tot fc&uben toe boo?
be Inlanders , betoelbe aan baar gelaatneeben^ mp
bïtjten gaaben / man-moedig gerefolbeert te 3tjn / pet
uptterfle te toillen toaagen / ingeballeop’teen/ of
anber ongemaït Ijabbe obecgeboomen.
g^en 22. dito , bebonbeu top on£ ontrent be
Carang Sadoëlang , anbe$ be Schaadelijke Hb>ek;
. J A C O B D K R Ö V. f
gtnaamt: al# toatmeer ban ftour# beranberbeti/
be fleeben Poojb-JBefï-toaart# naa ’t <£Êpïand Ban-
ca fettcnöe ; booinemen# jijnde 2Senoo#>en ge*
melde <tèpïanö om te foopen/ Johóor En Mallacca
te pafTeeren/ en toijder# be jkad Atchin aan te
boen : obermit# ban geboelen toa# / bat aldaar
gelegentljepd foube aantreffen / om met b’eene Chri-
ften patle of den anderen / Ijoe eerber/ ïjoe ïieber ..
naar Europa te betfeplen / om met mijn ftomfle^Moot-
in ’t Vaderland met minbec moepte en beftomme* >t Vad«-
ring /' be middelen in ’t toerit te fieUen / detoelfte land te
<ö*ob/ en be natuur ben rnenfcö gegeeben ïjeeft/saan-
tot berbeebing ban fijn eere/ ’r toeilft on# immer#
alfolief beftoojbe te/ toeefen al# on#epgenïeeben/
af# ooft om baar te ftonnen bemeemen/ ’t geen
ben onbergeteeftenbe noopt in Indiè'n ïjeeft ftonnen
te toeeten ftomen ; naamentlp / toie bat fijn be*
ftïjulbiger# toaaren.
©en 2?. dito , ntoop toeet en ffegt toaater/^p'60’**
be toinb ©oft-gupb-©ofl / pafleetden ber* chld0“pe^
fcïjepbe Chaioupen , en foo gaanbe af# ftoonttride
baattupgen ban Batavia fonbet eenige anbete aan*
merften#-toaardige boojbaïfen / maar op
©en 24. dito, ’# riio,?geh# btotsfaagen een Alsook
<&cf)ip 3©efl-$oojd-3©efï/ naar gfffïng een mijleenJast*
ban on#/ fijn ftour# na be Straat Banca fettenbe/
ban bmtioeöen toeefeiibe / bat fjct ^agtie . < . .
boa#/ bat lang boa? on# bertreft naar Paümbang,
om een lading peepet* ban baar te palen / gefon*
ben toa# / paffeerenbe befeïbe omtrent 8 uuren
’#ogten#/ fonbet bat een ban ttoeëtt fijn ftour# bec*
anbetdé.
©en 2f. dito , faagen ’t Cpïahb Banca boot*
hoemt / toinb en toeèdet af# booten / liepen om= ®anca»
trent 4 of ƒ mijl bupteudeJiM/ tuffeft deCplan*
* P,e,l 2Ó* ciit0 i top aaii een ftlepn Cp*Koomen
land / baar top een góeden ftaaben / en bér# toa* ee"
ter bonden / ten ópfïgté bat ben onber-getèefienbe Eylanii«f
geneegen toa# / om’rbaat-tupg t’eenèmaalinfïaot
ban tegen-toeer te brengen / geljjfter-tofj# al# ooft
A 2 dies*
Alwaar lïg
van alles
gereet ma¬
ken.
Aanlpraak
van de
aan fij
Volk.
4 Reys-Beschryving van
blet-toeegen be betepfïe o?b?e aan ’tbierft gefïaa*
gen bxierb / en naac betrlgring Pan ’t boelk ben
onbet-gefcïjïeeben boa? be£ feïfê öp-tjebbenbe bol*
^Roy / een kente aau-fp?aaft beebe/ aangaande de
n 3 gevaaren , waar inne wy door ’t noodlot geraakt
waaren, vermits dat wy niet weynig voor de kruyfi
fende Vaartuygen van Mallacca te vreefen , en voor
de Joboreefen te dugten hadden , haar over fulks met
de alder-beweegenfte woorden , die een menfeh in fo
een geval kan uyt-boefemen , tot trouwigheyd en
dapperheyd vermanende, foo wel tegens des Ed: Com *
fagny's Volk als Joboreefen , of diegeene, die ons
fogt te beleedigen , met dien verftande nogtans ,
datfy geen aanvallers moeiten weefen , omyemand
’t minfte ongelijk aan te doen , maar naar ’t voor»
beeld van den ondergefchreeven , om fig te ver-
deedigen, te werk te gaan , en ingevalle fy fulks op»
regtelijk meenden , foo foude men gefamentlijk ’t
felve met een Eed beveiligen, ’t bKÏk ook eenpe*
bet naat ft jn 3tanb£-boöfe boo? / en in ’t bp-3Ön ban
öen onbet-gefcïpeeben öebefligbe / en ïjiet rnebe 9
bagen booj-geïgagt ïjeöbenbe/ beetrokken top ban
baat op
6. November ten epnbe om on£ boo?-geno*
men Voyagie boon te fetten / fuïk$ bat top fïteeft
hielben naat beStraatSincaporra,om/toa$ ’t boenkjk/
Johoor en Mallacca te paffeten ; maat omtrent xx
uuten In be boo?-nagt toferben feet fclfjieïp booj een
leebigen flontt obet-baïïen/ toaar bp quant / bat
fepï/ tïjaa / en aiïe$ toat ’et aan In fïatben
tooep / tn b’upterfle noot toeefenbeban gefamenflpk
gemakhiex te betgaan : fuïkp" bat genootfaakt toaaren / öet
’an. boo? toittb en boorzee te fjouöen / b$benbebu$ba*
nip op <tj5oö jï genaaben ïjeen / met een 3©efie tofnb /
be fieeben^ naat ö’#ofl / fonbet eenige feplen tebut*
ren bp -fetten / en bupten blen / met pompen en ba*
{pengenoeg te flellen ïjeöbenbe/ om&etbobentoa*
tk te kennen ïjouben; beïjaïben bat/ kteegen top
Werpen hun öet ongeluk/ batonferp/ enaïon£p?oblanb nat
voor-raad toietb/ sfjnbe baat en boben genootfaakt/ om ytt
©ver boord, ober boort te toetpen / om foo boenbe ’tDaattupg
poor alle
ijiet Eede
bekragtigd,
Kun ver¬
trek.
Storm.
Groot on-
J a c o b d e R o y. f
te ligten/ IMÏenbe totjbet# aï ïjet geen in ’t
toetft/ bat eenigknt# tot beïjoubeni# banon#keben
ftonbe bienen/ en naat battopbu#banig/ ban ben
fe#Den tot ben ueegenben / op beongefiupmigïjepb .
bet goïben geboböert ïjabben / fagen top teegen# ll.ejl'^'se
ben abonb berfcïjepbe «üïplanbenregt boo? on #/ ’ty ‘
toelft een algemeene blööfcftap beroo?faaftte / fieïben
onfe toet# baat naat toe/ on#/ toa#ïjetboenliJït/
agtet een bet feïbe te fcfjuplen / en een oppet-toaï
té foeften / ’t geen on# ban ooft geluftte / betmit# bat
*# nagt# naar glfftng ten i % uuren op 4 babent fanb-
gronb ten anftet quamen / naat bat top on# baat 3 Komen ai^
of 4 bagen eentoepnigje ïjetfieïb Ijabben / en öoojrir‘e“
fcöaat#§epb ban monb-ftofï genootbiuftt toaaren /
een fietooonöe plaat# te Toefen ; betmit# bat on#
bit Cplanb rebeïijft b?ugt-öaatfcïjeen/ feplben top
eenige tgblang# be toal/ al#toanneet/ een ftlepne zeyienby
Ganoo getoaat toietben / foo mebe 2, of 3 mijlen baat f e ^
ban baan/ eenige tooft opgaan/ top feplben baat na b *
toe/ enbe naber tomenbe/ bonben topóof7fiuft#
foo Maccaflaarfe, al# Balyfe ftoopïup / öeneeben# 3
groote roof-baar-tupgen / bk tóp nabetöant .bet* sien eenige
naamen ban be gbtn# ban Palimbang upt-getuk Roof-fdice-
te toeefen/ ’ti# ooft een feeftcre faaft / Edele Hoog Pen-
Agtbaare , bat be naa-öuutige ©ojfien / al# ban
Palimbang, Bliton , Banca eil Johoor , ’tbaat-
toater lang#/ en om be ftufl Bomeoontbepligen/
toant öp-naataïlejaaten/ fenben bie pincet: fteele Yanfw« rx
Moeten ban bietgelijfte grijy-bogeï# / inbemaanben r/heepen
November, en December naar bettoaatb#/ betoek gefonden
fte öaatal# ban betbeelen/ en bie fp ban binben / «orien.
feefterlijft boot ten goebe pjtj# opboen A en aï# fp
aï niet anbet# ftunnen in ’t toetft keilen p foo ge*
fcfjiet ’et fomtoijïen ban öat ©oïfteenïanöing/ en
tooben een pattp firanb-boïfteten / geraelbe Cp*
lanb toerb Griamala genaamt / en lept op anber* Cr;amal^
ïjaïf Graaden 2«pöet-ö?eeöte / toeefenbe onbet be Eyiand.
geftoojfaaraïiepb ban be ïtoning ban Succadana;
beel bpfonbetöeeben ban bat Cplanb te fclpftben /
ftan ben onöei^geteeftenöe niet boen/ maat éenïp
gan*öatón/,bat baat .een kei? gstóse .pf^4nö»-*#/'Yfe£'mt!’R*
A 3 bet*
6 Rets-Bèschry ving Van
betmitja bat be Palimbangers , Johöorefen eti Ja¬
vanen , ftet felbe in meenigte betboeten / aïfoo tip
etbatent§epb onbet-bonöen ig / bat gebagte me=
taal feet behierftfaam i$l hiaat ban fpljaatbebie*
hen/ tot ftet maften ban ïjunne Pieken en Kritfen,
hip/ al£ gefegt/ öegeetig sönbe / om eentge menfcfjeu
te ontmoeten / en tec plaatfe boe?noemb aangefto-
3 Javanen men hieefenbe / fonb ben onbet-gefcftjeeben % Java¬
an Land neii naat Jïanö/ om ban be flnhioonber^ / hiap ftet
lm mond nutöfirföft/ tenige monb-ftof! boot gelbte ftoopen /
koft, hietbenbe ooft met tjaat aan-ftomfle boo? bie ïup*
ben b?inbelgft ontfangen / en toe-feggfng gebaan /
boo? ftetaaling te erlangen / ’t geene fp öenoobigt
ïjabben ; nogtan^ onbet hebing / bat geen bolft
meet aan ïanb foube ftomen aï| gebagte 2 Javanen*
Eenjge in- en fteffooten 3 of 4 ban be fatfoenïijftfie naat ftoojb te
woon&éren fenben/ om met ben onbet-gefej}?eeben t’acco?beeren/
koomen geftjft aï$ fp ooft betfcïjeenen / mebe öjengenbe ee*
mét v°r- «ffle öoenbet^/ betfTe big en ftupt/ tot een beteer
mffing. ring / hiaat en;tegén bie öoobfcftapperg / met eeni*
ge ftfepnigöeeben ftefcïjonften bieefenbe/ ten eetfïen
hieberom naar ïanb afgebaatbigt biietben / fteft-
öenbe ftaat ooft een ftiepn p?efent boo? ben Pange-
rang, ( ftaat <©ppet-fjoofbJ mebe gegeeben/ ’t geen
fulften goeben upt-hierfting quam te neemen/ bat
beg anberen-baagg/ 3Önbe
<©en ii. dito, biebet aan ’t ©aartupg quanten/
met een Coyang tijfl / ft?engenbe een lengte ban
foute-big/ Ijoenöerg / en biugten te ftoop / hiaat
boo? fp ten genoegen betaalt biietben;
z Maccaffa- »©en i2. dito , betfefteenen infgelijftg 2 Mac-
renaan caflaren aan boo?b / met een ftiepn Canootje, be*
koomen! Vueïïte eettijftg op Batavia gebieefï biaaten / fepbert
ooft / ben onber-geteeftenbe alösat biel geftenb té
hebben/ ’t geen hiaarlp een gebienfïe faaft bia g/
ren opflgte / bat bie lieben / upt een fonbetlinge
fugt ban geneegenfftepb quamenteontbeftften/ bat
be ttuee uptgefonbene Javanen , naat ’t boo?beeïb
ban ftunne bertaberfe Hanb-aarb / een betbonb met
be gemelbe Eee-rooberg ïjabben aangegaan / om
die nagt lig meefter van ons Vaartuyg te maaken ,
en
J A C O B DE R O Y. 7
en wijders alle die geene te mafTacreeren , dewcl-^™^,
ke van hunne heyloofe aanflaagen onbewult was , mw.o.ou-
on£ naDet te bennen geebenDe; dat de 2 Javanen, ders.
die doen-maals nog in ’t vaar-tuyg., waren, alme¬
de van de t’ famen-fweering wiften : (3ijnDe bic ÏUP*
Den Doo? Den onöet-gefcb?eeben upt-Egubbelgb 8^
ïjuurD / om op De ^eplagie en ’t toet gaan te paf#
fenj naaDemaal 31; boïges\é bocq-geeben ban ge?
DagtC Maccallaren , ecrit Amock binnen ’t vaar-tuyg
zouden fpeelen, op welk geroep fy-lieden dan foo
van de Falimbangfe Zee-ichuymers als van de in- ^
woonders geholpen , ende by-gefprongen zouden
werden, om ons dan gefamentlijk te vermoorden;
Dit foobanig met etnfïigc uptOjubbingen ban gemeïte
Maccaflaren beïtjaaïDaÖnDe/ bunnen U Edele Hoog z‘tn hier
Agtbare befeffen/ Dat top niet toepnig Dien nagt^hoede
op onfe ïjoeDe toaaren/ boiibenDe een oog in ’t sepï
en fagen 00b in Det Daat eenige Canoos , bol ge#
piopt ban boïb / Die in De robet$ ge-embatqueett
tóietDen/ en boojDen beefcbepöe tcammelt je£ Gom- j£Jm<t7on
me-fïag in baat baat-tupgen / en foo mebe bemetb# hen af.
ten top/ Dat fp oup top bigt op fjj quanten te ba??
ten/ ’t geen on£ betoeegöe om een Pas-fcbootmet
fcfsetp obec baat been te fcljieten ; toaat op fp ten
anbec quanten / bïtjbenbe De gantfe nagt fïiï bp
Den anDete leggen/ tot Den Dag toe/ al$ toanneec
on$ anber ligtenDe/baat bnmiD&en# toe-roepenbe/
dat wy van hunne godloofe voor-neemens kond-Moedig-
fchap hadden, met Die naöece bp-boeginge 5 dat in-j!e>'d Y3”
dien fy anderfints als regtlchaapen lieden yetwes^*- • ‘t"
•wilden aanvangen , piaar neevens ons in de ruym-
te zouden komen , om malkanderen een voor-deel
af te fien; bebhenöe ons. ongebaat. een ïjaïf mijl
ban De toal begeeben / Daat top baat 00b tot De
miDDag (al boetoel te bergeefb) bïeeben toagten /
’ttoelb ban oni gepen 3ijnöe / be-pbetben top on£
naat ’t boojfcbieebe «tBpïanb toebet te bomen / en Komt we-
albaat na De #ofietfe beurt tomben te toeben / om d« *>y h«
onfe booi-genomene tepfeteberbo?beten/ toetbenbe Eyla«d-
In Die tgt ban een feet ftoaate (lebte obet-baïïen /
fulbl Dat om Die qoiftvabt Den onDet-feb?eeben ee#
A 4 tüge
8 Re ys-Beschr yvi ng van
heT?anndP ntse &utje£ aan ’t ftrant liet opregten en ’t baat-
gemaakt. tupg op De toal galen / ’t geen om ttnee bpfonbe»
re inftgten gefcljiebe/ namentlijft/ om Dat beter
gemaft aan lanD f'ouöe ïjebben / aló ooft ten anDe*
ren/ om Dat eemgfmt? bebugt toa^ boo?eenttoee=
öe oproer onDer onj» boïft/toerbenbeljaarfoo Doem
öe De mïDbelen benoomen / ban ’tbaartupg te iton-
nen aftoopen/ in Die ftaat bleeben top tot
<©en 1 6. Jan. 1 692. bjanneer ban De fteftte een toep»
nfgje gebeetetb toeefenbe/ en niet fonber agtetDogt
Sebaeltaan obertooogen gebbenbe/ Dat onfe monb-ftoft begon
“• te minheren /beftoot Daarom / een anber plaats op
te foeften / om eenige leeben^-miDDelen tragten te
betfttftgen / ban b’ eene Negery of b’ anDere/ top
3epiöen op oh$ gemaft lang£ Den toaï Eupb-ooft
geen tot
Rivier pan- 23. Jan. i®at on§! booj De Slibier ban Pan*
oail£ i- boang bebonöen / Detoelfte top in-3eplDen en toper$
1 3. Dagen beefig toaaren / met roepen / eer Dat top
menfcften ftonDen aantreden / fuift# Dat naar lang
oude Ne- fuftfteïen^/egter een oube herballen Negery in ’t ge*
8My- fïgt ftreegen / en berbolgen^ een baartupg getoaar
tüieiöen / en naar bat top een taameltjfte tijD met
Die lupDen monb-gefp?eft ïjaDDen gegouben/ quaa*
men fp aan on# boo?b/ altoaar goeb gebonben
toetb. Yemand van ons volk aan hunne Opper¬
hoofden te fenden : aanbiebenDe / Daar toe Ijiin»
ne b?9*ioillige Dienfl / geïijftertuij# Dat in gebolge
Gefant aan >f paft geftelDe ooft een ban onfe Maccaffaren naar
hoofd ppei öoben afbaarbigbe / met een fmal gefcgenft boo?
De fïegent ban De plaats / en bleeben in ttoijffel-
agrige gebagten tot
Die met is. <©eh ij- February , Dat gemeïte <©pper-ftoofö
Peifooneii niet oen gebolg ban 1 6. perfoonen aanboojDguam;
komt °01^ fttllenöe ftg Die quanten bp-fonberlijft bftenbelijft
aan. IBaar in opmerfting genoomen ftebbenbe/
Dat fp met een ongemeene nieutn#-gierigï)epD al»
le# n’aauto-fteurig naat-faagen en ooft niet lup om
te bjaagen toaaren / fo Dogt Ijet on# raabfaam
voorforg een oog in ’t 3epl te ftauDen) laatenbe ober fuift#
tegen defe. poïft in De toaapen# ftoomen/ gaarlieDen ber»
ma»
J A G O B D E R O Y. 9
manenbe ; niet meet aï$ 2. petfoonen te geïp bin*
neii on£ boojb ober te ftomen/geïöft fulftp ooft flip*
teïp ban De onfe onöetïjouöen toietb. ’t #ppet-
ïjoofö boo? ben onbetgefcb?eeben naat beunogen
ontbaaïbtoetbenbe/en op afb?aging toelfte ban be
brie De tegte fpuipt toa# / (bermit# bat De tibiet ftg
foöanig betbeeïb) om aan gaat Negery (baatfp on£ ^Top
toe betfogten) te ftoomen/ en ban baat onbettegt
toetbenbe/ fïelben top onfe riemen fcbjap / en niet
jegen-fïaanbe / bat baat een feet ftatbe aftoaatering
liep / getaaftten top met toepen een moop fittft
toeeg^ be tibiet op / maat bonben / nog saagen
geen Negery; en naat bat be betoufie sepn-fcïjoo*
ten gebaan babben en niemant berneemenbe / ftree* ..
gen top boen becmoeben / bat bie gafïen on$ een
betfteetbe fpgtpt babben aangetoeefen/en Daarom
OOft een beffupt naamen / om naar de voorfchreeve
Negery weder te keeren , <£?bOg itt ’t toebet-ftef tetl be=
bonben top bat ’et een partp boomen om betre
geboutoen en btoar£ ober be töibiet toaaren /3uïft$ f,cILe3JP"
bat top met feeftetbepb ftonben jïen/öat bie faoo£-
toigten ban boojneemen ïjaböen getoeefi/ onb be <Br
toeg af te fnöben/ om ftg meefïet ban ot#leeben
en goebeten te maften / ’t geen baat in bet toaat*
bepb ooft geïuftt foube bebben/ inbien bat nog
maat een bag öoben getoeft babben ; niet fonbet
moepte/egtet aan gemelte Negery geftoomen b3ee*f°°“e"
fenbe; bonben baat eenpaarig/ goet be boet aangery
ïanb te fetten / met be beïft ban ’t boïft ten epttbe
om ban baateenige bgigten/bie Daarin obetbloeö
toaren/ te bemagtigen / en aan bootb-te bjengen ; n
eöog met bie boöjftgttgbepD / bat De beïft ban ’tfB®te.<:!m
anbete boïft / onbertiiffen in be toaapen^ binnen ’t
baartupg 3oube bïtjben/ om in ttjb ban noob al*
ttjb in fïaat te 3p ; baar fpit$-bjoeber£ te bonnen
ï>p-fp?ingen;’tgeen ban in bet baab met een toaft*
bete coutagie ooft bolbjagt toierb / toant betofjï be
becberffing-baalbet^ in bunne oeffening befïg toaa*
ten / en bereptp' een goeb gedeelte banPalmijt,&c.^e™^n
on£toegeb?agt babben/toierben top7.ftïoeftebaae*gê„ ai eL
tnpgenf betoeïfte een anbet fpjupt af quaamen/«o»pveiks,
' .Af in#*
paar vuur
op. gegee-
yeu' wkxd.
Vermiffen
ma man.
Toornee-
*nen om te
vcgteuo
£*appex-
jheyd des
volks,
pe vaar-
tuygeii ko
sneu op hen
deernen de
ylugt.
io Re ys-Beschryving van
in#geïp# ooft een gepote troep aanftoomenbe ge*
toaapenbe mannen /te lanbe getoaat/ toelfte aan-»
fionb# on# bolft met fjunne Spatten bpanbïijft be*
gofïen aan te taliën ; ’t geen top ban ’t baattupg
foo gaauto niet bemoomen öabben / of top lielben
be trompen ban onfe Baflèn naar ftaat toe / en
gaaben bet buut op met foobanig een geboïg / bat
naae een féftoot 3. of 4. gebaan te öebben/ fp al#
bloobe moojbenaar# be blugt namen/ ’t geen on#
bolft geleegenbftepb betfcljafte/ om fonbec gebaar
gaat toeber aan boo?b te betboegen / geltjft fp bee*
ben/ uptgefonbecb een man/ bietop mifien/moo*
geltjft om bat fïg ban ben ftoop/ en te moe#ftop*
pen fal ftegeeben öebben ; ben bpanb bufbaanig te
lanb gegaagen / en be seege aan onfe 3Öbe bot*
ftoomen fteftaalb öebbenbe. 3©a# ftet toetft (om
foo tefeggen) nog maac ftaïf ftlaar / ten oppgte
ban be betoufie 7. ftloefte baartupgen : boojtoaar
een ongelijfte ftan# / bog ftoe binniger bat men
aangetafi toerb/ ftoe fjeebtget bat men flg betbee*
bigt; baat toaaren geen anbere tnlbbeïen boo? on*
fe beïjaübenl# / als1 bie geene/bie top met onfetoa*
pen# moeften foeften; begten toa# be bootfcïjap/
of bupfenb booben te lïetben / inbien top on# op
genaaben aan onfebpanben gabben obetgegeeben/
toa#3ulft# on# boojlanb.
#u ben onbergefcfpeeben moet ooft feggen / bat
’et niet een onbet fijn bolft toa# / betoeïfte be min*
(ie teeften# ban ïaf»ïjartigftepb liet blaften/ gemeï*
be baartupgen aï fagtjett# en gefcljaarb op be on*
fe aanftoomenbe/ öegaaben top on# ban be toaï
tegt mibben in ftet baat-toatet / ftaar-Iieben in*
toagtenbe/ en boen fp gemaftftetp onbet ’t fterepft
ban onfe mufguetten toaaren/ en betboïgen# onfe
anbere fcötet-getoeeren / wiet fuift een baatbiggepb/
bat ben bpanb be beebe cïjargeniet geneegen 3ünbe
af te toagten / ftet op een ïoopen lielbe ; ïjab be
nagt niet op öanben getoeefi/ top fouben nog top
meet ban bie boeben be rel! gegeeben öebben ; maat
onbeftenb 3ijnbe/ in toat boo? fcïjupftöoeften batfe
ftaar ftofien betbecgen / taonben top gerpabfaam
bif
Jacob de Roy. ïï
öfe fielten / be Negery en be fölblet te betlaaten /
|et geen on# b?p gemabfteïpet te boen toa#/ al#
boen top quanten. 3Bant
©en 2i. Dito , geraakten top bupten bte on? Ra aken uy»
geïuftïuge Jlfbiet op 3. baabem ten anltec om ben de
bag af te toagten / 3fjnbe on# bolk al t’famenmoe*
be en af-geftooft ban be ftoaate ongemakken / ble
fp uptgeftaau ïjabben / „en be# ’# mojgen# bebon-
ben / bat niet meer al# een ïjalf boet toater# btep-
te öabben / toaat obet on# baartupg baft aan benetvaa*-
gtonb raakte/ toanneet ben onbergefcïpeebe o?b?etuygaaade
gaf/ dat men de leedige waater-vaaten , en potten gf°öd*
ibude hebben op te vullen ,bet!TUt# bOOJ gaf / met
hoog waater van daar te willen vertrekken , en
naar Banyer MaJJing te willen fteeveneti , om aldaar
te fien , of men niet van ’t benoodigde foude kon-
nen geriefd werden , enbe aïfoo een pegeltjk fn et=*
teltjke baagen niet beel gegeeten ïjaböe / en een
raeenigte ban bt# getoaat toerbenöe / begaf ftg pe^esM?««
bet een aan ’t bifïen/ foo Ijp beft konbe/ en
ban gelpe onfen pbet tot ’t gemeene beft te too=
nen begaf ftg ben onbetfcïgeeben met 2.Europiaa-
nen aan lan b/ ïaatenbe bet nog 2. aan boo?b/be'DeïUvmt
neeben# 4. Chineefen , aan be toeïke Ik eenftig booj aan laai. ±
intjn bettteb beïafte / fneedig op hun hoede te
weefen, om niet over-rompeld te werden, of o-
ver-vallen, en infonbetifjepb d’Europiaanen, bebce«
lenbe / ons eygen volk , niet veel te betrouwen , ben
tmbetgefcïgeeben aan lanb met ftjn gefeïfcjfjapkoo*
menbe/ toa# ftp foo gelukkig / bat ftp ten eerften 4. 4.
ftuk# toiïbe ©erken# fcïjoot/ betoeïke gebllt enrldeY^"
naat boofts toterben gefonben/ ebog onbettuften /bat ‘
naat lanb om on# toelbaaten te foeken toaren/o*
betïepben fp aan bootö / om on# betbetf te bjoutoen/
aangeften/ bat bie jjepïoofe Chineefen een berbfmVoörnee„
tent# met ’t anbete bolk maakten / om haar feifs men det
op. een verraderlijke wijle meelter van ’t vaartuyg chineefetu
te maken; toant be jagt gebaan toeefenbe/begaa=
ben top on# toebet naat boo?b/en om bat ftet een De„R<7 »f„
foeten Iteffeïfjk toeebet toa#/ toterben top beluftfigfe wa”
om on# te toaffen / tot Wen epnbe onfe kleebeten fen
upt-
iz Re ys-Beschr y ving van
upt-gettobben / betoeïbe top netelig ’t getoeet aan
i>oojö fonben / upt-gefonbetb een fnap&aan/ een
paar pffloolen/ en ecu patroon-ta£/ baat nog is,
patroönen in toöaten/ bie top aan bant gielben/
en naar bat top aï£ gefegt gerepnigt/ en aan ’t
baartupg geroepen Ijebbenbe / dat fy wat nader aan
de wal fouden hebben te komen', om met meerder
gemak daar in te komen flappen , en geen anbete
geboelen / of be minfte gebagten ïjtbbenöe / of fp
fouben/ fuïbO feeberïp ïjebben in ’t toerb geftelb/
naabemaal ’t anbet geïigt toierb / foo toaaten bie
chineefen <0ob-bergeetene fcïjelmfê Chineefen be eetfle/ bie
beginnen een aanbang Pan bittreut-fpel maabten/ ïjunne bet*
hun toeleg, tsïocïtte mocub-lufl / eetfl op bie ttoee fTaapenbe
_ . maat$ (ib nieen d’Europiaanen , bie aan bootö ge*
l'm'gl1™ " bïeeben toaaren :) boelben/fulbë bat fp tet toeteib
dood. geen tegenftanb bonben/ al$ ban een jong bo iü]
3Önbe een Mefties,bien ben bnbetgefcïjteeben mebe
genoomen ïjabbe/om bat flg eenigflnt# op beChi-
Gevai van rurgie betfloitb / eöog bien armen jongeling toierb
een Meutes. ten eei:gen gan ^un allen obec-balïen en omringeïb/
en öelaa$! met 3. ftoaare toonben gequetfl/ Oer*
Öalben om ’t toepnigje leeben / bat fem nog bp-
bleef te betoaaten fptong öp in’t toatet/ toetben*
be ban 3. fiub$ mepben / en 3. onnoofeïe flaabe bin*
beten / betoeïbe baat leeben met Ijaat te toater te
begeeben fogten te beïjouben/ gebolgt.
tlbog moet tjiet nog naber bp boegen/ bat ïjet
eetfle boojtoerp ban bat b?oebigfcljou-fpel mp eetfl
te booten quant / al£ be Meftiefe meeflet oberboojb
fp?ong / toant top toierben colt getoaar/ bat ïjem
Moord-fugt een Javaan , in ’t toater met be krits in be öanb
van cenja -naar fettebe/ om ïjem in bat Element te matfen/
*aan- maar be onbergefcljjeebe fulb$ bemeemenbe entoeï
bonnenbe befeffen toat ’er gaanbe toa$/ begaf flg
ten eerflen naar gebagte Javaan met be piftool fn.be
ïjanb ; niet alleen om ïjem loon naar toetben te ge*
Dapperheyd pen / maar feïber een ebel-moebige aanbal op fjet
van de Roy. paactupg te onbemeemen / ebog mijn pooging toa$
bien aangaanbe tougteïoo^/ bermft£ bat fp ban’t
baartupg ben Javaan toebetom toeriepen /ïjem aan
boo$
J A C O B DE R O Y. t \
bóóïb breegen/ en berber^ ’t gee-toaarö in fiaa-
ben. ,
tgtbarmeïijb toa$ ïjet om Dien armen meefier t’ fle"d' !*a
aanfcljoutoen / toant Ijp tjield fijn bannen met fijn deM
bepde ïjanöen bafï/en toat nooö toa$ ïjet nog ge*
toeefi / inöteii pemand ban on$ allea éenige geneeé-
mibbéïen / of gereetfcljap gegad ïjadde / om bien
man te bonnen herbinden.
<@iti£/ Wél Ed: Hoog Agtbaare, ten opfigte
ban Dien meefier gefpjooften / maat toaarïtjb al^®ibarmlii^
men Den fiaat gelief D aan te merïien / toaar in Den
ondergeteebende met DefTelfé bp-ljebbenöe bolb ftg
bebond ;/ ban men ooft boel öebjoeben / Dat onfe
flanb bol jammer en ellende toa£ / ja ! in Dier boe*
gen Dat Den ondergeteebende / niet jegcnfïaandeïjem
beeï fïribbeltnge entoedertoaarbigïjeeden obergého*
men 3ijn/ geen Der feïbe tegenj* Defe te bergelpen
toa£/ en alp men ïjet boel inflet/toat banbet ftoaat»
bet beptoeben ban Den kernei aan een menfeï) ober*
bomen) al$ in eentyeemb en bpanbg ï-anb tetoee*
fen fondet ïioop ban eenig uptbomfï / geen ïeeben$-
miDDeïett ïjebbenbe/ om te bonnen befiaan / en ooft
geen middelen tér toeteld bonhende beraamen/om
pettoetg te nonnen bemagtigen : beerden top on$
gejigt naar De linbeHjanb / foo faagen top ïjet
tooefïe bo$/ na De regter/ foo baddert top be^ee/
en naar booben ftende ’t Firmament , op De men*
fcïjen bonden top geen fiaat meer maben ; Derfjal*51'" 1 G,êbeii
ben met éen nederig ïjcrte den HlDerljoogfien metwtC’
ïjet uptfïojten ban on£ gebed bperfgltjb fmeebten/
om een uytkomfte in defe nood , of anderfints ons
genaadig te willen wefen op ons fterf-uur : Ijad*
De Den ondergefeïpeeben ftg alleen bebonden / tote
toeet of l)P ftg met geen meerder fiantbafiigbepd
tot ’et dood foude ïjebbeiv bonnen berepdeti ? maar
Die ^iel-roerende tooojden ban eenige onfer gefel*
fcljap berfaagden ïjem fooDanig / Dat niet beguaam
toag om pettoeé te upten : toant om De uur moefi
men die djoebige en Ijert-tteffenDe tooofden ban kla,t
d’Europiaanen IjOOren / wat fullen wy langer ^er Eur0.s
gaan? daar is dog geen uytkomft , wel-aan haten pijnen.
; , . wy
i4 Reys-Beschryving va n
wy maïkanderen voor de kop fcjhieten , naat frat fa
Abo|k dergeöaaii jjabben / öegonöen öélndiaanen ooft itiafc*
luimen. fmn^mn ö|oebiij aan te fien f$n teenfïen m$ge!p$
om bt öooö / tuaat op Dan genootfaaftt toa| ’c
tooojö te iieemen/öaat.opörtj^r-öetoéegelöftflg
p^schrij- & öen naame #oö$ Uranaanenöe / diergei ijke geT
vers ver- dagten te laaten vaaren , vermits dat defelve Dny vel-
maan aan fe ingeevingen waaren, dat het ook geenfints-met
fijne mak- den ingorft van een edelmoedig gemoed over een
quam , figfelfs te kort doen , maar dat waaren preu-
ven van een edelmoedige Ziel, Üandvaftig te zijn
in tegen fpoed , enfepöe öm anöetgeteeftenöe / denkt
broeders, dat die f e lfde God nog leefd , de welke
de kinderen Ifraë/suyt de Woeftijne gebragt hadde,
en denkt niet , öetÜOfgöe ïjp / dat fulks gefegt werd,
als qf hy van geen ellende konde verlolfen : neen,
dat zy verre , ;en overweegt eens of ik wel yet wes
heb, waar mede mijn naakte lighaam kan dekken,
foo wel voor dc hitte van de. Son , als de koudé
van de nagt ; en voor ’t geweldig bijten van de
Mefauiten kan bevrijd wefen.
Maato jfeet / en biecgelijfte betmaaninge ïjaar-
by eeuiu- ^eöen tcc neec gcfet fjebbcnöc / maaftten top een
vier, buut aan De obet-fïjbe ban DeiSSibiet/ en bleeben
of ftroopen foo bp Den anderen/ ben Dag met een
iiptfteeftcnD beclangen tegemoetfïenöe/ maacïjet
De Mettks jammetïijftfie ban alïe$ toa# / Dat De 45e guctfte foa
ft erft, Djaebig lag en gieï-toogbe/ Die Dan pp Den 1 1. De?
fee ooit De geeft gaf / toanneec top Defdbe naar
befjooren ooft begeoeben/ De nagt gepafTeecD 3tjn?
öc / betfaameïDen top een partpe becöojt fjont
bp Den anöecen/ Die top met De foo genaamd Ta-
ly Outangs bp Den anderen bonDen / en niet fan?
Koamen jjec en gebaat ban on^ ellendig leeben te
meerdcRi-n JbifTen ƒ beüïibier obee quamen / 3tjnde io peefoa?
vier. nen fieeft / toaac meöc top onp Dan op De mats!
begaaben / maac ’t ftadöe niet ïaug geöuurt/ of
moeften aï toedec raaö fcftaffen om De moecaffeu/
baat ’t Stand ban boï I#/ obee te ftoomen/ Daac
toaatenbet fommige / Die ’ec tot ’er mi'DDen toe
infaftten/ öetoeïfte ’ec eijentoeï «ptgeöplpen moe?
f m
j A C O B D E R Q V. X 5?
fïe» toerDen / en aï# top Ban getoaar toiee&cn / bat
>er niet ober te gaantoa#/ gingen op be bupït fgé» Ongemak
iyft öe Crocodiiien Doen) ïeggen / en onfepanDen en “cr «“oeiar»:
boeten te tocrb fieïïcnöe/ taafiten Bp toylenoüet i ’
öe öeet-fletfting / Dien top/ aï#topfïaauto toier=
Den / geb?upïiten / toa# een D?on& toaater/ toant
men toaflcc niet / en aïtoo# geen anDete boge
boojon# ten befïen / en geïrjft UE: Hoog Ed:
toel befeffen bonnen / toiecbcn tnp De tniDöea
ïen ontnoomen / om langec dag-verhaai te öou®
Den.
5&e Djoebige nagt toccbcc op fjanD spnbe / mots
ficn ’ec nieutoe miDDeientoecBen BeDagt / om on#
toeplig neeöer te fetten / en boo? ’t toilö geDieete
Bebiijb te toeefen / een goeb buut aangefiooften toet? Voorforg
Den / maac toanneer top tot fiilfiant quamen/teegetue
BaöDen onDergeteftenbe ’t pectfeec in’t niiDDenban113^-
becampen/ om pet et&atmïp gcfilag/ engetoeen
ban De BinDeten / en öe©|OUtoen te poot en/ foo £ekerm d«
itieDe ’t poopeloo# boojneemen ban De mapnen/e^^^
Detoeïfte conD-tipt bégeecbea / een van d’ormofdemi,
te willen Aagten, om BunnefeBpftMnfte ponger#*
ïiift te becfaaöigen / ober toeibe boo/flaagen niyn Voomee*
Öapren te Berge ceefen./ toe#balben Daat-Iup meteen, om.
De traanen in ö’oegen op petcrnftigfte BaD/ dier-te'nd™e^ch
gelijke gedagten te laten vaaren, alfoo dat een vaft 5
vertrouwen , op de grondeloofe barmhertigheyd
Gods hadden , eDog boegöe ih Daar Bp / foo gy
lieden diegrouwel pleegt , foo (laat het te dugten ,
dat wy niet alleen hier tijdelijk, maar ook naamaals
eeuwig fullen geftraft werden , feggenöe betï Dat de Roy
Det#J als wy daar altijd van konden leeven, fou-^|a* «nullij
de het nog yetwes weefen , maar ’t fab voor een ■ aad*
reyfe konnen ftrekken , en fullen by die bloedige
maaltijd onfe maage nog meer tot honger verwek¬
ken , iaaten wy dan liever het üytterile waagen.
dlBct öiergcfpe tooojDcn De gemoeDeren toot
ter neer gefet fjcBBenDe / ftoetfDm top lang# De
ftcant / ’t geen 7 boïïe «gtmaaïen gcDuucD BaD*
De / De# nagt# onfe ïeeger-pïaat# op een fanD-
pïaat memtnbe/ ïje&Benöe rarOeD m oopujTcn
nieoe
SUapen des
uagrs op
het bloote
fand.
'Hongers¬
dood.
Gruuwelijk
VQor-nee-
men van
fijne Mak¬
kers.
-Baar hy fig
met geweld
tegen kant.
Word daar¬
om naage-
laaten.
16 Reys-Beschrïving van
mebe ban fanb/ en groate&ïaaberen ban boomen/
Pontiïock genaamt / bcrftteftten ong tot heeften^/
fonbet bat in gemelbc ttjö anber$ genuttigt öaö-
Den aï$ ftlaar toaatet / toaac boen De liggaemie»
lijfte ftragten foo feer afnaamen / bat ban fJaatts
te naautoeltjj: een boet-ftap meet fionben boen /
en toaaten ooft genootö?nftt ft<I te ïjouben boo?
een Jütbfet / bie top niet toet fouDen fjeftbcn fton=
tien boo?-toaaben / öedialben ftroopen top naac
gctoaonte toeebcc tn ’t fanb / bat toaadyft een
bjaebige nagt töajf/ be ttoce Em-opianen, en een
MaccaiFaar toiïöcn fonöet teegcn-fpieeften ’t tot
toetpen / wie dat het van de drie gemelde Slaaven
kinderen fijn beurt foude vallen , om gegeeten te
werden , en naautolijft# fjaböen fp bit fooba^
nig ftcflootm / of toUben ’t ooft uptb’octen / toant
ift toag» jupft Doenmaal^ niet bp "öe ttorp / bet*
trtttgS bat ecu toepnigje aan een ftant gegaan toa§»/
otn eeng te befigtigen / toaat battopbe flibiet beft
fouDen bonnen oberftoomen / bog ftceröe fcbiebjft
toeöetom op fjet erftarmmelijft gefcbjeeuto ban
bat onnofele fdjaap ; bie fp ban boojgcnoomen
tjabben / alg een ffagt-offec op be btep^-banh te
brengen / ift bermaanöe baar nog een sS/. dierge¬
lijke gedagten te laaten vaaren , maat befpeutetlbe/
bat mijn betmaaningen geen Wem. meet öabben/
bebienbe ift mp ban De $iftooIen / bie ift tjabbe /
niet bjcpgementcn / dat de ecrfte van alle , die ’t
Kind leet deede, hem feekerlijk een koegel foude
fchenken , en tipt bjeefe / bat ift ben baab met
be tooojbcn naat mogt ftomen / ftonben fp ban
fjaat boogieemen af/ ’t geen ban mijn at?’ een teftcn
ban get)oo?faamf)cpD opgenoomen toietb/ en ooft
innedijft tot mebogentbepb betooogen otaec ’t b?oea
big en mager toeefen ban mijn mctgefdlen y toant
booj Dien bat ’ct niet te ftrtjDcn toag / aïg tegen
Den banger / bab De ftapitepng bot&aiügbepb
geen plaats meet / en moefï Derbalben be boeöa*
nigbepb ban polbaar/ in Dien ban een literaat
bettoiffefen en babbe ooft (inbet toaarbepö3P ’t
gefegt) aïïe mijn toeïfpieeftentötpD ban nooben/
] A C O B -DE RoY. 17
niet tegenfïaanbe/ Dat ban Den Jpemci / Daar niet
tneöe begaafc toag / om pet ©olb egtec tnoeD in
tè boefemen / eutopbecg pen met De tcaanen üi
ö’oogen / nog eeng bermaanenDe/ yeder iijn Ge- vermaan
bed tot God de Heere uyt. te ftorten , Dog baat des Schrij-
loaaten ’er onöet/ betoelbcnaaubJeUjbg Dctuooi; ^s.omte
Den uptb?cngen bonben / ’t geen mp DeeDe befïup*
ten / otn bet in ’t openbaar te Doen.
3&e uagt Dupaanig met biDDen en toaaben/
berfetD met bol ftnaac-moeöfge geDagten/ Dooj»
gebjagt pcbbcnbe / qitam De Heffefpbe morgens
ffoiib toeöec aan / alg toanneec bebonDen / Dat
uien gemetbe ïüibiet bp-naat D?oogg boetg honbe
paffecren / moebigbe ib De fcpaace tot De matg
aan/ feggenDes dat wy altoos niet fl immer kon-Vem),
den koomen , als wy hier waaren , ’t geen oob hun mars,
fOoDanig geoo?beeft toiecD / tb (ielbe mp Dan aan
’t booft ban Defe ftpahfte ©oet-gangerp met een
fïaf in De panb / om niet booj De totnD om bette
gefmecten te tpojben / pebbeuöe bpfonüece gebag*
ten / mn feifd niet ten ontegten/ afween ttoecDe
Moyfes becbeeïDenbe te 313 n / Detoelfte meebe een
©oet-gatiijet bet binöcre» Ifraëls toag ; ban 00b
niet een fiipber getoiffe berhlaaten/ Dat een 011= van God
gemeene 'bragt ban <0ob ben i^eete (boben mijnveiftwkt*
anbecerepé-gcfelien) btcfïcn toog / en bepalbeDat/
toag mijn ponget fijbelijb / fulftg Dat ban geen
flcbte tec bjeereib bwpten mijn ftoabijepD toifï,
3ü*p paöben naaitbjcïpg een gcoot païf-uut
geboeteect / of (b filet met nujn boer peel onfage
reegeng pettoeg / Dat mp bp-naac fouöe pebben
Dóen ficupbelen / ib floeg mijn gefigt neber-
üjagrtg / en meenbe Dat pet een fittft pout toog /
Dog egtec ttogffelcnDe / en mijn panb uptgecebt
tjébbenbe om ’t felbe te batten / fag ib / ag toonbec !
Dat pet ftg betoeegbe / en fap nabec beflgtmg / be=
bonb Dat jpet toaatïpb een !jM£ toag / Detoeïfte Vind ondez
men gemeenlgh Jacob Evertfz. noemt/ De bloeli-M g»?i»
trtoeöigfie itt ’t marcpecren / Defeïbe meDein 't oog eeo Yi<*
gebreegen pebbenDe/ bcrDubbelöen paar boet-fiaps
pen / m DeelOm Die gefegcuöe fpDing aan De ag*
4i Roy. B jet?
ïR Reys-Beschryving van
teejïe/ toaat op bat toeebet bp ben anbeten qua»
Biijdfchap tticr» / <£Sob bao? fijne/ aan ong Octoeefene / toel»
hier over. jjaat öanftenbe / en riepen met een algemeene toe»
jupcftinge / dat ik naait God de oortaake van haar
behoudenis was , met beloften / dat fy my voor¬
taan uf alles 'fouden gehoorfaamen : be fjeïft ban
ong aacöfe fcljat toietb gep?epateert / en In foo
In ft ukken beel liuftften gebeelb/ alg topfïetft tuaaren / men
gedeelt. heftoeft niet te blagen / of ecten niet fulfte leb»
fiere fauffe toelfmaafttel en ban naar toaatftepö
bebefiigen / bat bet ong bnfonöere bragten toe»
bjagt: fa in bier boegen/ bat top bec f of <5 ba»
gen baar aan gebeugben.
3©p marcbectben ban aïboojt / om eengte ften/
of ons? ben ^emel nog eeng foube gunfifg toee»
fen/ brecgen oob ftebere bïepne roobe ©jtigten/
vinden ee- Karmont genoenit in 't oog/ betoeïbe öoo? De binbetg
vrurten mp gebjagt toletben / alg toanneer befelbe ronö
beeïbe / bog op fommfge plaatfcn bouben top be»
felbe niet / fulftg bat toeeber in geen blepne ftoa»
rigbepb geraabte / bermitg / bat in ecuige baa»
gen nletg bet mtnfle gemittigt babben ; ’t todft
boo? beele een ongelooffelpe faafie faï fcbijneii/
maar bie egtet foo toaar / enöe toaaragtig ig/
alg ’er een <ö5ob ban Hemel en Ularben ig / Oog
moet baar neebeng ooft bp boegen/ bat ’ee eenige
Eeniee blij- ban gefelfcftap Doo? be gcoote ffaiitotc in ’t
ven van boet-fanb bïeebcn leggen / bat toantlgft / beet»
fiaaute leg- jp om te fïeit tong / en foo alg ift ober be
sen- bermifïe ^ecfoonenmpfelfg beftonimerbe/ toietö
ift niet mtuber moepelijft gcballen / bermitg bat
alg boo? beenenopenbaatïtjft begonben te murnui»
reeren / egter alg ift 'et bp guani / toaaren fp eben»
toet foo ueeberig/ bat fp anberg niet berfogten/
Verfoek van ajs ^ haar een koegelfoude believen te fchen-
cen’ÊC' ken , en fion op ftnnne öoopeloofc berfoeften au»
berg niet / anttobo^ben / als dat ik daar niet toe
treeden kon , dat wy wel met een barmhertig ,
van de Roy maar ook met een regtvaardig God te doen had-
iiier op, 1 den , en dat ik indien fulks deede , van gedagten
was , foodanige een goddeloofe daad nooyt voor
. ' " ' ' '%
J A C O B ÖË R O ¥. ïj>
fijn heylige Majefteyt té lullen konncn Verant¬
woorden.
2©eggaïgen betnetfienbe /Dat 1B baat niet tot
fouöe Bonnen tteeben / betfogten fp ban/ met den
anderen te moogen looten , al£ toatmccc 1B nog al foïf** ver"
meer teeBenen ban mlfnoegfng liet blgBen / gaat ’
büoj-goïlöenöe ; dat fyGods lankmoedigheyd terg- Wederoro
den , en of haar de weldaad , die ons fijn Godde- beant-
lijke Majefleyt hadde gelieven te bewijfen , foo woord,
gaauw vergeet en Was , Detoljl giet toebet ’t atnpt
* ban een gdelien-rrooflet befiïeebe / toleröen top
boo? be ttoeeöe tepfe toeöetom/ Doo? Deonnafpeutes
ïijfie boojflenlggcpö <0o&0 ban ’t uptter fie gebaat
toonbetïtjfi bebigb ; toant gaböe gec nog een Dag
langer geöuucb/ naat alle oogen-fcgtjn / foubeti
top onöettacegen gebben moeten betfmagten: ’t
aanfegoutoeneenïgR banbeeeneopD’anber/ baat?
betreen feftere gtflfing In’tgect/ en’ttoag ©oo|- Groot eiea-
toaat geen toonbet/ toant be onberfaagfle foube giet de,
beangfi toojben / alg gp een pactp bergongerbe
menfegen / alg geraamteng / De oogen galf be=>
roetb / en Diep in ’t gaofb gefegooten fag / lobje al*
bec-D?oeblgjie fïaat toaacen top/ feglïi/ toanneec
ong gefdfegap eenigflmg bccfloojt toletb Dqo? get
gecaag / bat een toilb ©achen / met get boo?-b?ee?
Ben ban 't fiteupel-bog quatn te becoo?faaBen / worden een
om bat get fecRerlgfi ban fuift een aanjleneïgRe *lldJarkea
gcoote tong / alg IR ’et ooptln ’t ©aberlanb gab? 8 w ’
be gefleu ; bat beeft op firanb b?oetenbe/ fpoepbe
<B mp fliïïetjeg naat ’t bog / om benebeng tuinbol
ban ïjem te Bomen / ’t geen mp ban gcïuBte / en
naat bat becfcg?lBBeItj& biet met een obrtgegaaïbc
gaan treöenbe / bleef Ifi op een pleR lengte ban
gemfïaan/ toanneer eeng opBeeB/ toaat op mgn
fïag toaat nam / en log gebjanb gebbenbe/ gaö=
be IR get geïuB/ ban get beefl tegt boojbe Bop te Dat door
treffen / toaat op ’t gemeföe ©arRen tegt op fijn dea.oyne-
glnöecfïe ging fitten / fcggnenbe In Bupfellng te derfeveI*
toeefen / maBenbe gtammaffen met fijne pooren / '
gelpft alg of get een ^!ap toag/ Dergalben ober*
WoeOlg tijb gabbe/ om gem een ttoeebe ffïooï-’
Bi fegoat
Groote
blifdfchap
hier over.
fct M S ïcn fP op Ret DooDe BarRen / en becten in ’t
’ rautoc Bleeg / ’t toelh ift baat becboob / Raar
lJPD?ÏJOllbenÖe / dat fy Chrijlen- menfchen waaren,
en dien-volgens verpligt , „onfe Heemelfe Vader
eerft voor fijne nooyt volpreefengoedertierentheyd
te danken.
^ndertorjïen toaaren de Ijaïf dood berBotiget*
öe / en agtergelaatcne Indiaanen op De fdjoot mede
A ober-cpnd gcreefen / roepende / de boajfte aan d'ans
bleevenc" ÖW* / dat jk een Varken doodgefchooten hadde,
koomen te öoen ïionmen eerft ften/ toat een ftragtfge fjcrtg-
voorfchijn. togt Dat De blytfcRao i$ / cu toat era inD?uR een
goebe tijbingc op onfeEM baard/ alg top ’t sets
nc berRcRgen / Daar top foo feec naar bctlangen
ra repR-Ralfen / De agtccgeblebenc Swarten , op
fïofijeg leunenDe / berboegöm Raat bp De troep /
ra bieten mp aan öe boeten / en getp fp ougemeen
bp-getoobig stjn /* gaaben mp te Rennen/ dat fy
Gevoelen van gedagten waaren , dat ik met meerder gaaven
der India- en heyligheyd van God gefeegent was als een an-
nenovei de der menfeh ; maat ift ficïöe Dat tipt Raat fjoofö /
y' ra bebai Raat berbtrg / hunne pligt te doen, om
. , het Varken mede te helpen fchoon maaken , top
verken het maaRten ban ’t bleeg Apofteis, anöerg Taffal ges
fchoon , noemt / om in tijD ban nooD te Ronnen geb?npRen /
en verdee- ban ’t *§>peft fouDe men een fmooring maa»
aan Ren / top RaDDcn nog een meg en ouDe Parrïog ,
A- - ’ Die ong fjier en tn anDere gelegentReeDen bpfon*
Der te fïaabc quaamen / een Rttpl in ’t fanD ge?
graaben RebbenDe/ fiaaRen top Daar ’t &peR in/
* - niet becueu met al/ en Deftlbe toet bigt met bïaa*
De*
zo Re ys-BeschryviNg van
fcRoot at tneDe fn’t Rooft te fcRietcn / Die ban een
DetDe gebolgt toierD / toanneec ’t ftoijn ten eer*
(ten DooD raaRte; ag Üemel ! toat toag Daar een
öltjDfcRaap / d’Europianen , Die tot nog toe niet
meer / alg metfagte tteeOenRaDDen Ronnen gaan /
quamen Ralf toopenOe met De traanen in De oos
gen mp omRelfen / niet alg Vader noemenDe en
bergiffenig bctfaeRenDe/ Dat fp mp foo taftig ge?
batten / ra foo fp Rct compliment afgclegt Rab*
Den / boot De frhiiRRetnRe ftonrrer brrboert / bles
J A C O B D E R O Y. 2ï
beten tocgcDcftt bcbbenbc / baat toeebet fanb bobcn
op/ en boen aan ’t buut-flooften.
j®u ban Ift en meet anbece met be toaatïjepb bers
ftlaaten / noopt leftftetbet gefmoojb blepg gegceten
te Sjebbcn / ’t toag of top toeberom pec-booten
toletben / en bat öet beflc ban alïeg toag / foo en ..
bequam fjet ong niet qualijft / top gaflereetben ban S '"™eï
foo lang / tot bat Ijet &peft tot bet gebeente toe we kïagten.
optoag/ en baat mebe begaben top ong toebet
op De tcpg / gebuurenbe Detoelfte top be£ g’mojs Begeeven
geng en p’abonbg / pcbee een fïubje alg een balbe hen op
banb gcoot/ ban be betonfie Apofteis tot fijn bceiwes-
ftceeg.
j^aat etteïjjfte baagen marcbeeteng qttamen top
op een fceftece plaat! / baat een baattupg In ’t
fanb geöolben bonbcn leggen / en bto / of öaac
een flufe ban een planb opbeeben ; ’t geen mp
aanjlont! betooog / om mijn fpltg-b?oebecg boo?
teflaan/ gemelde Vaartuyg op te maaken; maat vinden een
fp-lleöen beriepen fïg op btmne ftoaftbepb / afê ^a>TS
ooft om bat geen geceetfcbappen baöben ; bethal
ben genootfaaftt mp telaaten obecflemmen/ niet Dat.deRoy
tegenflaanbe/ bat ift baac boojgeeben met fttag foekt op te
tlge bjlng-reebenen fogt te betoeeten ; bog aïleé te maaken»
betgecf!/ betbalbenrnoeflentop ong bcfl mctons
fe boeten foeften,
«iSaar bat 1 1 baagen gebttur jg toeg gefpoepb
baböen/ met be gtootfle bonget/ hommee / hou*
be enöe natttgbepb te Itjöen / ble men han bes
benfien / quameu top aan ben <0cbcc ban een gtoo?
teiSlblet/ genoemt Sampitt, ten opflgtebat fp boa? Rivier sam-
aan De monb/ tuffen be ttoee en öecbe-balf mglPltt-
bjeeb toaë / en ölcn-boïgenö boo? ong onmoges
lijft / om befelbe te ftonnen paffeeeen / boen bes
gonnen top ecrfl / Dog te laat/ te gebenften aan
be mtffïag / Die top begaan babben/ ten opfïgte
ban ’t ©aactupg ; toegftatben geen anbecen ttpts
blugt totflen / omeenlgfïntg boo? be fltenglgbepb
ban <Dob£ toeec en tolnb befcljut te toeefen/ al#_„„_ „„
een tentje op te regten / bat ooft bolbjagt toiecb/ ^fe op
en becbecg alomme gefogt jijnüc / of ’ec niet pets
B 3 tocg
%Z ReYS-BeSCHRY VING VAN
toe# tot pn# ïeeben# onbetpoub toa#/ bonb on#
vanSfchünenbolft 2 of 3 tug-beenen ban öoobe fcpilpabben / be
padden ge- bjeïbe op ’tbuuc gefmeeten / en geb?anb jijnbe /
geeten. berboïgen# aï# een ïebbet-beetje ban paar genut-
tigb toïetb / top bonben piet mebe eêtiige fiïepne
in ’t fanb gebotbe fcpuïpje#/ toaac In een oefler*
tje ai# be gtoote ban een blieg fcpunït/ We top
met be naagel# upt be gtonb btabberi / aï# mebe
de vmp-ten* ceni3e W®»* toilbe tougtm / We be Malayers , Ka-
° • rang Monting noemen.
WP ontbebten in#geïtjb# ooft een plaat# / baat
in top een partp toilbe ïanb-bfugten bonben /
Wen ib in ben oojlog op Maccaifer pabbe ieeten
Gadongeenftennen/ en too?ben ban be ïanb-faaten Gadong
vinden" genaontt/ fp toaffen onbet be aarbe op be maniet
° ' al# een Quby; maat boben aatbe met feetfcperpe
enbe lange ftrupben /loopenbegemeenlftb Émb-om
be öoomen/ en altoat paar te booten bomt /baat
blijft be ftrupb aan pegten.
pes feifs qpe tougt in ftg feïf# i# geel/ en met een ober*
feragt. bïoebige melb-agtlge ftoffe betflen/ betoeïbeban
foo een ftragt i#/ bat fp ’t bel ban be bmget#booï
fijn fcperppepb berteett enbe foo men bie foo bat#
quant te eeten/ foube men feeberïpb fentjn nuttin
gen / en toaat op niet anbet# aï# een getoiffe boob
foube bonnen bolgen ; maat in tegen-beel / aï# men
be benniffe ïjeeft om be feïbe toel toe te maaben /
Itan baat een feebet ftag ban meel upt be feïbe ge-
maabt en baat ban boeben gebabben toerben/bie
ban geboïgelp bp geftreft ban b?oob/ of rijft tot
Hoedefe boebfel ban Wenen/ pet toe-betepben gefepleb op
vrugtbe- beefenaat-bolgenbe topfe/ boa? eerft/ moet men
ïeyd word. ^ie fojgeïgbe bpigt eerft fcpilïen / en toljber# aan
feet bunne fcppben gefneeben jijnbe/ braaf gefoti=
ten / en berboïgen# boo? maïbanbeten gebneeb toet=
ben; naat bat pet foobaanïgeennagt obet-geftaan
peeft/moet pet in bat# loopenöe toaateten s of 6
etmaaïen bïpben leggen/ gebuutenbe ’t toeïbemen
booj-aï niet betgeeten raoetöe inelb/of ’t fap baat
tipt te topngen/ en aï# men bomt te merben/ bat
’et geen meet bogtigpepb in fteebt/ban in be J>oit
Jacób deRóy. 2.3
te bm&ett gelegt/ en foo boojtp gebjupftt.
<©p öe Pooi-Petïjaaïbe Piijfeljab ift öiePjugtften
berepöen In öe Maccaflaarfe oojlog en genoeg* word van
faam Petfeeftert/ bat een partp lupöen $un baat
meöe langen tpb befjoïpen ftaöben : rttp fpttp- bmykt-
ïgoeberp fulftp Pemeemenöe / tnieröen öooj öe pon*
getaangeppftftelö / om baat ban een pjoef te nee*
men : fulftp bat ’et eenfge upt öe ïjoop ftg Ijepme*
lijft Pan öe anbere maaftten / en naamen een ge*
beelte Pan öe natte pjojteïen upt’t Piatet/ ftneeöen Hoe by h«
öe felbe / en maaftten baat een feeftet beeg Pan / ™lk van de
bie fp ban tot ronbe ftlompen maaftten / en öe fel* s '
Pe In ’tPuut Poferpen / om te bjaaöen/ naat bat Wi«d.
fp befmaaft baat Pan öaööen /Pjaaren fp nog meet
öegeerig/ om baat Pan te eeten/ foo bat ftetlufïïg
op een b?aaöen ging / Pianneet Ift öoo? be tetift
fjun gebaante getoaat Piletb / Pjaagbe tft pat/
wat fy daar braaden/ baat fp lïip teil antPlOOJÖ Op
blenben / dat het koeken waaren, die fy van een kn aan hem
uytneemende goede fmaak hadden bevonden , Itap geseeven-
baatom een Pan be felPeftoeften aangebooben fteb*
benöe/ nuttlgöe tft bet een ftlepn fiuftje af/ maat
be eetenpjufl Petgingöaat Voel ftaafl/ bermirp pet
op een b?p fïegten flaatmet pat quam/ten opftg* Ongemak
ten/ fp ble baat Pan gegeeten pböen / eetff be*hiernu>'t
gonöen te fupfe-öollen alp befcpnften menfcpn / ontflaa“- .
en fto?t baat aan ftteegen fp Pip ptbe fïoel-gang/
Peefelö met ijeePige ïgaaftlngeti / en totPetmeeröe*
ring ban pat ongePal / toietöen fp magteloop
en baat en boPen aan armen / en beenen lam /
’t geen al P?p Piat ontlieltenip Petooifaaftte/ iftbe*
Poelöe inpgeïpp een pjonöerbaatltjfte ontroetiii*
ge In mijn ingepjatit/ bog ble egter niet bp ö’ati*
bete Iperp te Petgelpen Paap/ om bat mijn ïufï
al Pip meet pö Poeeten in te toornen / alp ö’anöe*
ten; op raaö in befe ongePalle met aanbagt ge*
pepnfl tjebbenöe / beffoot ift in öe riPiet te gaan
öaaöen/ baat ift in bet toaarijenb een gtoote bet* , .
ïigtinge Ponb/ en ’t geen mp ooft betaöög om bie uyt-1'
aangenaame tijöing aan be Ipetpmeöe te öeélen; gevondcm
maat fp en pöben be magt niet om paar ban bat
B 4 ge*
Reys-Beschryving van
genee^-mibbel tc ftonnen bebfenen / toesftaïbentot
beftouben$ ban ïjaat leben genoobbjuftttoa^ / allé
mijnfïaautoe ftragten in tefpannen;ten epnbeom
Waar door ftaat naar. be cttJtcc te ffeepen ; ’t geen ban ooft b’oot*
wiMdendd faaifl naafi <®°ö öat fP naat ’t berloop ban
* 2 of 3 uucen aan ïjaat boorige gefontftept geraaft*
ten.
verfien % gfn-mibbeng befïooten top een meenigte ban bfe
n t gewas, too^teïen in ’t fïroomenb toatet te leggen en be fel*
be baat foo lang te laten öeruften/ tet tijb entotj*
ie/ bat men be repfe aan foube nemen / om ’tbaar-
tupg/ toaat ban getoaggemaaftt i^ / ban baat te
ftaalen / namen eenige bafï ban boomen / bie top
giet bonben / ’t toeift fft be Javanen toel eertrjb^
ïjaböe (ten gebjupfteu totftet bigt maaftenbanöaa*
re baat-tupgen ; toant met ’t ontketen ban ’t
baat-tnpg/ toaé ïjet on£ onmoogeïtjft pet£ aan te
bangen / toaat en tegen / met ’t beftoomen ban ’t
feïbe/ baar immers' nog ftooptoa^/ombefe eïïenbe
te ftonnen ontgaan/ be matti ging boen aan; tet
gemeïbe plaatfe ftoomenbe/ fogten top ban be^ee
vergado- ftiet en baat af-gejlaagene pianften toebet bp ben
reu eemge anbeten te berfamelen/ en atbepben boen ’t baat-
p an en' tupg in ’t toatet/ bat on$ geen ftïepnemoepteftof*
te/ en berbolgen£ aïïe be toffe pianften met Baiy*
Outangs bp ben anbeten gebonben ftebbenbe / geep*
sieepen h« ten top ïjet lang$ be firanb/ tot bat top fe boo?
yaat-tuyg onfe tent gebjagt ftabben / baat top fe torjber^ toe*
ftrand betom op ’t (ïtanb Ijaaïben.
. ‘ ï|iet toietb ift boot be eerfle-maaï ban mijn ïee*
ben toeberom een timmerman met een fober ge*
reetfcftap / toant be feibe beflont in be boomoembe
Parrang en Mes , beneebenj» be fïaatten ban een
Biankas. Blankas, ofte anber£ gee-lupfen genaamt/ bet*
fïreftte on$ om gaten te booten boo? be pianften /
en betboïgenjS op ïjet befte / bat top ftonben met
wonderlijk Baly-Outangs aan maïftanbeten te binben / bat
8ereedfc!iaP niet alleen / maar ftiet moefi nu bp baag getim*
meren. tim" meet / en bp nagt boojfcïpeeben Gadong gegraa*
ben toerben / om tot onë onberljoub al$ booj-raab
op be aanflaanbe repfe mebe te ftonnen neemen ;
9 n
J acob d e R o y. ïf
Sin bie oeffenfng bedg 3i)nbe / bagt ib bi(ttoiï£ aan
ben (iaat /baat ilt rap in bebonb/te toeeten naaltt/
aan ben atbepb / en bupfen bien getjouben mijn
ïtod onbec be aatbe met bjoeten te foelten ; men
ban ligt benben/ bat bie timraeting foo toatfcïjo?»
boetenbe toe-ging / betöalben bjagten top 'et 22. . .
bagen mebe ober /eer bat ïjet boïtoopt toag/tetoee*
ten / foo beeï aï£ top baat aan bonben boen/ toaat
tiaat ’t baat-tuug in ’t toatet toagten / en gefa= Het v«ar-
mentïijb baat in qeftapt Ijtbbcnbe / begaaben top tliyg gereet’
onj> op be repfe/ of om beter gefegt/ bjeeben foo
toat op €>ob$ genaabe ijeenen/ onfe riemen toa* Riemen van
ren gefpïeeten Bamboefen , toaat mebe top ^eel Bambcrefen*
toepnig ftonben boen/ en onfe 3epïen toaaren ban
’tfelbe (iof aan maïbanberen genaapt / ofgereegen/
geïijb onfe Meebeten mebe/ en foo ib bijge- of Pi-
fang-blaaberen ïjabbe bonnen beboomen/ foubeib
mijn ingebeeïb Rebben geïjab / een tweede Adam
te zijn.
SBbup’bloftenbeen ongebaat een ïjaïbe mijl ban
lanb geraabt toeefenbe / breegen top eenftoaareree* swwtétëe^
gen met een ijaröe Travaade ; bogtotonjj merbeltjb scn-
gelnb quant befelbe upt 2ee / bie onb met bedroom
regt boom be monb ban gemelbe ribietbjagt/ baat worden aan
top tegengift ballen ban ben abonb aan quaamen/landee-
bïeeben albaat bien nagt ober/ met boo?-neemen/lmeeten-
om be felbe met ben bag op te baaren / en alfoo
onfe boob/ of mibbeïen tot beljoubentë ban on$
leben te foeben / maat ’t misïubte on£ / naat«
bemaal bat be droom feet derb naar ^ee liep/ en
tot meer bet berfeebeting Ijaalben top onfe Praauw
op be toaï / bleeben bien gantfe bag in bjub en
broefïjepb bp ben anbeten.
Cegenjj ben abonb begon be bloeb te gaan/
toaat op top gefamentïijb beffooteny boben-toaatt^Befinyten
te baaren; maatfoo gaautoaïg top ban ianbtoaa*°Pwaardste
ten gedeelten /toietb ift feet fcïjfeïp met geen Mep* vaaren’
ne ontdeltenfê behangen en met feet ftoaat-moebige
gebagten obetbalïen/ ’t geen al| een quaab boom¬
teelten ban mp aangemetbt 3ijnbe/ befïootib be?°s veran-
Etbiet niet op / maat langg be toal te baaren/ ten^rde" van
Bs epn* 8 '
2<S Re ys-Beschr yving van
éPllbe OU! Banyêr Maffing op te foefetl. %b fïoeg
fulb£ aan mpn maMietp boo? / maar bonb toep*
big betïigting in mijn bjoefljepb / ten opfïgte bat
Gevoelen fp bol-lnönbig betMaatben/ geneegen te zijn op te
fimer mak, vaströ» r toant fp boïget$ bun boot-geeben/ niet
flimmer konden over-komen, als den ftaat daar fy
in waarep , en geviel het dat fy den dood te gemoed
gingen , 3aar hadden fy lang naar gewagt ; foilbct
bat fb met p?aaten en faibben gaat boen ban bat
boojneemen bonbe af-toenben / maat in tegen-bceï
lepben fp baat neben£ ïjunne tiemtje^ neet om te
fïapen.
#nbet tuffen/ bat top foo fagtje^be tibiet op b?ee*
ben / foo bleef ift met bebjoefbe oogen befe bet*
BeRoy mfaagbe en flaauto-bertige menfcljen aanften / ban
groote be- bupfenbetïep gebagten gequelb en geflingett/ toaat
kommerm- j,at top beïenben / en toat on£ nog oberbomen
8 foube / maat be fitoorn te mibbet-nagt gebentetb
©rijven te 3Ünbe/ bjeeben top toeet be tibiet af/ fulfe^bac
mgge. top omteent 4 uuten in be mojgen-jlonb tegt aan
be mont bet feïbe toaaren / toe^païben bebugt toee*
fenbe/ bat top tipt be boojfdpeebe tibiet mogten
geraaben ; foo beebe ib met be gtootfle moepte /
bie pemant tet toetelb foube bonnen neemen/ jaa
fïaaf-agtige bienfï/ foo beeï bat ib met toepen be
toal bteeg/ toant ’t toap foo bette geboomen/bat
niemanb meet een banb toilbe upt-fieeben / onbet
Slap-hertig- bOO?-toenbfeï / dat fy hoe langer hoe meerder haar
heyd fijner fwakheyd gevoelden , en dienvolgens door de dood
makkers, jjaaft meenden van hun verdriet verloft te weefen :
foo bat bet nu op bet uptetflé geftomen toa^/ toant
tot op beeben babben fp ebentoel nog een toepnig*
je eetbieb en ontfag boot mijn petfoon gebab /maat
nu fcbeen bet t’eeneinaal gebaan te 3ijn/ en ftenbe
ban / bat bet niet anberé toefen bonbe/ ftoeeg ib
flifle/ gebjb top altemaaï beeben/
verneemt . maatniet ïangbietnaat ïjoojbeib bupbeïijb een
een vaar- getugt en oob be tiemen ban een baat-tupg in *t toa*
MS- tet (taan /en batte meerit menfcljen / be toeïbe te*
gen$ ben anbeten pjaatenbe /onfe mahbet^/ bie ftg
om te flfapeugelepb babben /toietbeii toelbaafi ban
mp
Jacoe de R o y. 2?
• ttip opgetoeftt / feggenöe ; komt broeders,, hier isuyt- Spreekt fij-
kdmft, of een fpoedige dood, daargyfoo feer naar
verlangt hebt, nu fal ik eerft fien wie in der daad
een man is ; daar komt een vaar-tuyg aan , daarmen-
fchen in zijn, en ’t zy , dat fy ons goed-willig
medé willen neemen, of niet, wy moeten evenwel
'aan haar boord weefen, ’t mag gaan hoe ’t wil,
daar fal ten minden eenige kolt zijn, wat my aan¬
gaat, voegde ik daar by, zoo ‘t haar om mijn ke¬
ven te doen is , fal ik ’t haar duur genoeg verkoopen.
Ag mannch ! boegbe ift baat Öp / roep en bid God
eerft aan , en beveel uw ziel in de handen van uw
fchépper , die ons gemaakt heeft (geïjjft top 0Q&
öeeöetl) want gy fond nooyt gelooven waar toe io,
of r 2 menfehen , die bedroeft zijn , niet bequaam
toe zijn.
<©P toeïfte boo?(M (tg een peöer eben graag en vaivaardig-
toiïïig toonöe/ om öe (janben aan ’ttoeeft te (Taan/
onfe riemen te öqeuö gefetftebbenöe/ begonben top J 3
te roepen / immerjS foO (jart al£ top ftonöen regt naar
’tgefepbe baar-tupg / öie lupöen moogelp öugten*
öe/ bat top (ïoute rotter^ toaren / fogten on$ met
öe blugt te ontftoomen / maar öe nooö / (jonger/ Het vaar-
en öe toeefe ban noöpt öietgeïijft bocgbal te fuUen1."/*, "fmt
ontmoeten/ maaftte/ bat onf bolft aft? toaftftere s'
mannen upt-ïjaaïöen / top liepen (jaat ooft feeftei>
ïjjft in / ’t geen onfe moeö nog meeröer öeeö aan-
maffen. .
lupöen bat mi befbeurenöe fetten ’t (joog en
bjoog opöe toni/ en maaftten/ftet baartupg ba(ï/ setten hun
on$ met bjanöenöe lont /en met getoeer in öe bupfï vaartuyg gj>
aftoagtenbe/ toanneer naber begoflen te ftomen/f®"^6^
faagen top bat (jet een ftïepne Konting toa# / bemand R.0sy af.
met 2. Maccaflkren en 6. Inlanders , op Manda-
way t’ ïjupjg (joorenöe/ öetoeïfte boo? ben ïtoning
ban Banyer toaaten uptgefonben / om eenige bol*
Iteren op t’ ontbieben / berntit^ bat boo? een <©oj*
ïog /toaar mebe boo? öePortugeefen op Maecauw
toieröen geöjepgt/ bebugt toaaten /top riepen (jaatoeRoy
in öe Maleytfe taal / dat zy dog niet fchieten Wil-*oePt bias
den , ; aangefien dat wy geen quaad volk , veel min- toe"
der
Weder-fïjds
woorden.
Komen by
malkande-
ren.
Komen in
hun vaar-
tuyg.
Waarom de
Schrijver
Trouwen
mede
neemt.
Gaan in
Zee.
2,8 ReYS-BeSCHRYVING van
der quaad in de lm hadden , maar dat arme tokke¬
laars,- die ons fchip verlooren hadden, en buyten
dien Hollanders waaren . anttoOOjben ïjiCL' op/
fulks niet te konnen gelooven , aangefien fy vol¬
gens hunne meyning eenige van ons volk met Bad-
joe Rantes in ’t vaartuyg hadden geiten , toaat en
tegen fjaae toeber op bienben / dat het geen Badjoe
Bant es , maar blaaderen van Poutjok waaren , en
dat wy boven dien onie vrouwen en kinderen had¬
den, ’t toelft bp ïjaat ooft geen geloof berbienbe/
baacom genootfaaftt toaaren/be mepben obet-epnb
te boen ftaan / om ftunne bojften te bertoonen /
toaat op fp ban obertupgt toietben / onë boo? foo=
banlge petfoonen aan te ften / aï£ top booigegeeben
ïjabben / en toierben baat en boben betgnnt / aan
ftaac boojb te ftomen / baat top ten eetften een
ftleetje ban bie lupben ftreegen/ om onfe fcïjaamel*
ïjepb te beftften. ■
2Bn ïjaar baattupg ober-geftapt ?tjnbe/ toierben
top met toat rijft en soutegetpoogbe b$ ontftaalb/
ftiet bebonb ift mp felfê niet öebjoogen te toeefen
In mijn mepning/ bat ïjet bienftig $ / op fulfte
Voyagies tyoutoen mebe te neemen/’t toelft altoos»
om ttoee bpfonbere Inftgten boot mp gebaan / en
in ’t toetft geftelb f& Cen^-beeï^ / om ’t ïjertfeec
in mijn aftoeefentftepb ban Batavia niet te ïjebben/
bat mijne toeber-parttjber^ jjunne bittere ftert^-tog*
ten aan mijn boïft (a$ 3pnbe be ft aar e ontgaan)
niet onbetftaabig mogte 3ijn/ beftaiben bat/ ïjeefc
mp b’ erbaarentftepb boen onberbinben / bat in
befe getoeften bé llanb-faaten boo| een gebnipft
ftebben/ ben bjeembeling/ betoelfte met fijn baar*
tupg aanftomt/ toouto en ftinberen in ftebbenbe/
of befeïbe baar boot berftlaart / al$ een hoopman
aangefien toerb/of altoo£ boo? pemanb geftouben/
bie geen quaab in ben ftn fjceft / baar men anber*
fintó onbertoo?pen $ / bat bie lupben een atg-
toaan ban u Ijebben / al^ of men een Eee-fcïjup*
met toa$/ fcïjoon bat men ïjet niet en i£.
«©emeïte quanten maaftten on£ baattupg agtet
ïjet öaare baft/enftaaften berbolgen^ in Zte/ mij*
■ J a c o b de R o y. ap
ste mebe-maïtber^ Prierbm alle om laag gepïaatfi/
maar fp ïjaööen öle beleefrtjepb / Datfe mp boPen
lieten/ en Planneer ïjaar bp onberling gefp?eb af=0,'der!i,!s
pjoeg/ waar iy meenden te zeylen? teil anttoOOJÖ gc
bequam ƒ gelljlt reet$ gefegt i$f dat fy van den
Koning van Banyer Majjing waren uytgefonden , en
tot dieHoogheyd weder meenden heen te gaan , om
verflag van hunne verrigting te doen , als eerft naar
hunne Negery aangegiert hadden.
i€egen£ ben aPonb in S^ee stjnbe/ ïjoojbe lït be= Goddcioe»
fen ïjepïoofen ïjoop een oberftag maahen/ om de™"™^
Blanken , die zy in haar vaartuyg hadden van kant Swa£ten>
te helpen, en wijders de 7. ftuks Inlanders onder
haar te verdeden en tot üaaven te maaken, niOö-
gelljlt nergen^ mlnber op Perbagt Pieefenbe/ bat
ili ljun Perraberg Poopieemen Piel bupbeïtjït pei*'DatndeR-°y
flonö/ en begreep/ om be Prille/ bat fp ftg Pan be- aat‘
Maccaflaarfe taal bebienben ; baant Maieyts ïjab*
ben fp geljcrigb/bat ilt fpjeeïten ïtonbe/lnbltnieupj
ongebal boo? ’t uoobïot mp feïfê bePinbenbe / bog
geen Piaper# magtfg 3tjnbe / nam ift Poo?/ om’t
coïtje Pan gePepnfHjepb aan te trebften/ pjepal^ün gedng
Pen geltjft al$ upt ben gaap ontPiaafienbe / en mp hier om-
felfê naar bie geene beerenbe / bePiellte <©ppce-&oofb trent-
Pan’t Paartupg pja $/ fepbe/ dat ik niet naar-laa- Met een
ten konde, hem kennifte te geeven (Plant til be- leu?enfsus
blenbe mp ban paar Perljaal :) dat den Sultban van verhaa •
Bantham infgelijks ter ooren gekoomen was, dat
fijn broeder den Koning van Banyer in Oorlog met
de PortugeeJJe Natie was ingewikkelt , uyt dien
hoofden my heymelijker wij fe naar den Koning
fijn Meefter hadde gefonden als Ambaffadeur , niet
alleen om hem defe verfekering van lijn genegent-
heyd te geeven; maar ook om fijn Hoogheyd met
raad. en daad te helpen, en wijders kruyd voor hem
tè maaken, en kanon, en koegels te gieten, mits-
gaaders ook tbrtreüen en fterktens op te werpen ,
tot befcherming van fijn Land, daar het den Ko¬
ning fijnen Meefter goed vinden foude , en dat
uyt dien hoofde om fijn Hoogheyt van Banyer, een
oud Bond-genoot, .ea,eenEÈ'/;£«»t-verwant van de
• Vorft,
jo Rets-Bescörïving VAN
Vorft, die my uyt-gefonden hadde.
opper- 4 ^at quant fjern b?p bieemb in b’ooren/
hoofd van egtet ten goebe in mijn en onfet atïec opfïgt/ bet*
»t schip feer mit^ bat b?p toat öeïecföcc fïg aanfïelben/a$ boel
°7er,vej- ï»ebooren£ gebaan ïjabben / mp met alle eecbiebig*
was! er Öepb afgebjaagtfjebbenbe/ of ik dan die man was,
Hun onder- dewelke fijn opperfte Kapiteyninde voorleedeOor-
iting ge- log geweeft hadde. <ü*n pent baat op tenanttuoojb
fpiek. gebienb jfjebbenbe ban ja , batte pp mp öp bet panb/
fïg fdfê betMaatenbe / een broeder van mijn te
zijn , baat neeben$ öp-boegenbe / dat hy van my
genoeg gehoord hadde, en dat deKoningvan Ban-
tham lijn rijk, en leeven genoegfaam aan mijn ver-
fchuldigt was. <©aatom pent ten antboaoïb bien-
be; dat ik een dienaar van lijn Majefteyt in die tijd
geweeft, en ook nog was, en dien volgens niet.
meer gedaan hadde , als mijn fchuldige pligt Ver*
eylle, ’t geen ïjem feet biel gebiel / fïg toijbèr£ Bp=
fonbet betïjeugenbe / ’t geluk te hebben van foo
een man als ik was aangetrofFen te hebben , en te
meer , om dat hy die geene foude wefen , die fulke
aangenaame tijding aan lijn Prins foude bood-
fchappem
33Mfte tnoojben en bifcoutfen pp aan fijn mebe-
maftber^ ging betpaalen : boaat obet fp gefaraent»
Komen lig ïp/foobjel al£ l)P paarfelbm feet bertoonberben/
Roy rev'r-etl Wamen nip / paat felbe betontfcïjulbigen /
ontfchul' dat fy my geen beeter gemak konden aandoen, e-
digen. dog dat fy binnen x. dag of 2. in haare Negsry
vermeynden te koomen , alwaar zy dan verhoop¬
ten te doen , ’t geen fy nu juyft niet konden by-
brengen , en ook befórgen , dat ik ten eerllen by
den Koning gebragt foude werden , van wien ik
buyten allen twijfel met alle genoegen en beleeft-
heyd foude onthaald, ende ontfangen werden.
Komen aan ^ jjpn betben bag quaamen top aan paat Ne-
ue Negery. gCry ^ a{pjaat be gtoaten ban bcfe plaats teneet*
ftett bm gebiaanben AmbalFadeur quaamen befte*
ben/ pem alle pulpe/ en onbetfïanb aanbiebenbe/
Groote tolden ooft baattupgen uptfenben/ombe betloote*
fecfogt. ne bpeben en fcpenfcagieiS pjebet te boen opfoeïten/
ge»
J A C O B DE R O Y. 31
gelijft aï£ ooft ten bien epnbe Advijs-bjfeben aan
alle be baat om fter-leggenbe <©ojp$-I)oofben bet
flrant-Negeryen afgebaarbigt boierben/ men bonb
ooft goeb / bat pebec een petbie$ öp-ftzengen fbube
tot ïjet ontftaal ban ben <ö5efant/ fulft$ bat ift in Krïjet veeic
ftojten ttjb een pattp gefcftenften fteguam/ bog bat |!icllCtt'
ebentoel anbetg niet aï$ een toepnigje rijft/ patste/ '
bi$ / en een ïengte ban b?ttgten bsa£ / immibbel#
toierb’et een cierlijft baattupg ftïaat gemaaftt/ om
tot onfe tep$ te bienen.
30aat bat top een ftalbe maanb ort£ tuat bet*
ftift ïjabben / öegaaben top ong op repp naar Ban- f^eeveit
yer Mailing , biijbenbe bofte 13. bagen onöeïtoee=
gen ; toanneec ten eerftett bp ben honing ter geftocj Matóng.
toegeïaten bsietb ; flttenbe ben ïtoning in fijn ftoel
ban (iaat/ mp op ft et inftoomen af-b?aagenbe ; of Komt voor
ik een Afgefant van iija. Broeder den Koning van dcnKoiunS*
Bantbem was? baar ift naat ’t afleggen ban mgn
Cet-ftetoijflng anttoOO|be/van neen, dat geen Am- Doet fijn
bajfadeur was , en dat ik om geen andere redenen WOOI<1'
my daar voor hadde uytgegeven , als om een ontij¬
dige dood te ontgaan , naademaal de trouweloofe
overbrengers van mijn perfoon, en mede-makkers
voorgenoomen hadden de Blanken fchandelijk te
vermoorden , en de Inlanders tot flaaven te maa-
ken , ’t ’geen haar egter door defe vond mislukt
was , nu indien den ondergeteekende de dood ver¬
diend hadde , ’t gaf hem nog een groote trooft , dat
hy als een Oorlogs-man zijnde , de eere foude hebben
door de handen van fo een edel -moedigen Koning te
fterven, of geliefde hem fijn Majefteyt ’t leeven te
fchenken , ioo foude hy die gaarne in fijn dienfl:
befteeden, als fijn Hoogheyd geliefde , maar daar
van een preuf te neemen.
3©aat op bien©o?ft met een bpfonbete fagt-fln* Antwoord
liigijepb geliefbe te anttooojben / dat ik wijifeiijk d?s Ko_
gefprooken , en gedaan hadde , betfeeftetbe Otté / mnS!'
voor ons leeven , en voor ons onderftand te fullen
forg draagen. Jbonb mp boen 6p ben aïbaat booo* Woicd,by
nestóe Chineefe Sabandhaar, Kiay Arias , !25töeber/ te-
bse boensnaaïf Sabandhaar boa $.] beneeben$ 2., of imys veft.
Die haar
wakker uyt
fcheld.
Eb buyten
«ie deur
&QQÉ.
Worden in
een leedig
huys ge~
bragt»
Gerugt
voor de
deur/
Dat gcftiid
wierde
Word van
een Chinees
befogt.
jz Re ys*Beschr y vi ng v a n
3. fijnet booten /ben boojfcïjjeebe Sabandhaar upt
oe naam ban ben ïioning aan te bebeeïen / bat ïjp
on£ ban Meebeten/ ftofï en bjanft foube Ijebben te
betfo?gen.
5^og blen töobloofen (Collenaat geen anbet oog*
itierft ftebbenbe / al£ moogeltjft fijn betfoepelijfte
fugt ban epgen-baat te bettagten/en biel aan 011$
gebiaab befpeurenbe / bat ïjem fuift bolft geen biinft
bp-b|engen foube/ begon be leelpfïe fcïjelb-bjooj-
* ben tegen$ mp / en mijn bolft tipt te bjaaften / al£
foo een gupt-faft ftonbe bebenften/ en baat inebe
nog niet genoeg 3ynbe/ foo filet tjp on£ foo biat
nmbjelgft^ be beur upt / ’t geen mp foobanig te*
gen£ bat biet-boetig mens> betbitteibe / bat pet toep*
nig fctjeelbe / of ift foube bat Monfter biel ïjaaft
met mijn epgen tanben betfcftemt ïjebben.
<©e gemeïte üijft^-grootèn upt mijn gelaat be*
fpeurenbe/bat ift geen goefg in be fïn ïjabbe/troft*
ften mp met goebe bioojben bp ben atm/ bjogten
on£ in ’t baartupg/ biaat mebe bip geftomen bia*
ren/ en betbolgen^ in een ïeebig ffïxp$ / baat bip
fonbet ftoli bien gantfcïjen nagt bleeben/fonberbat
on£ petboe^ geb?agt biierb/fulft^ bat bip malftan*
beren met een ïeebige maag foo Voat gefelfcljap.
ïjielben/bog ljet bleef ’et nog niet bp/toant ’£nagt£
ftteegen Vop een pattp bolft boo? onfe bent/ betuel*
fte geen goebe meening ïjabben / bermit^ bat fp
onfe bent meenben bp te bjeeften / biaat op ift ftaat
toe-tiep/ dat fy op een verkeerde Haav en waaren,
woudenfe yetwes hebben, fy moeiten by onfe buu-
ren weefen, alfoo dat ’er by ons anders niet en
fchuylde , als een party naakte huyden, en wou-
denfe de mijne hebben, foo koitenfe toefien, dat
fy die kreegen , biaat op' fu al laccljenbe peen gin* *
gen/ feggenbe ; Den Hollander heeft gelijk, wat
fullen wy van den armen Duyvel haaien, hy heeft .
dog niet.
©oojbiaat beeï beleeföet toa$ ’t befoeft ban een
Chinees, bie onj? ben btjfben bag bp-quam / befe
man fepbe/ dat hy my op Batavia gekend hadde,
en uyt vriendfchap eens quam ben hoe ik voer,im*
mlöa
j A C Ö S D E R o Ir. H
mibbefê fijn oogen gint£ en pettoaart^ ïjef)öenöé
laaten gaan/en ftenbe/bat onfe fcïjooifieen niet en
rookte /nog Dat top geen potten en pannen IjaöDen/
óm te tónnen {tooften/en Dat meet $/geen matje
om te jïaapen / en upt Dien IjoofDe toel aanfcpott-
toen ftonöe/öat on£ Polftje gefamentïpft aï£ flom*
me heeften op De gtonö neet laagen / foo fepöe De
geöagté Chinees , dat hy meende naar huys te gaan, Die ver»
én over’t uurtje weder ftont te koornen , met fijn wekt‘
vrouw en kinderen, om het Avondmaal met ons
te houden, jft PeDankté öem Pooj fijn (jeu^ïjepö/
ïjem ten laatften feggenbe / dat hy voor lief moeft
neernen , dat hy onthaald wierd met ’t geene, dat
’er was.
Haar Dat gemeïté Chinees omtrent een uur toeg
getoeeft fjaöbe/quam tjp met fijn Ojouto en 2. ftjn= *>omt
Beten aan / meöe-fijengenDe een groote Bandees met Cn\h,™.w
ótDeröanöe gekookte koft/ benepen^ Dien 2. fakken ren met
met rijft /potten en pannen om in te koóken / D?oo= «et-waaten
ge P$ / peDer met een matje en een ooj-kuffen / *" des fclft
toaarïtjft Die man guam ter goeDer uur / Permi$:?ci,ap.*
Dat top in 4. of y. Dagen al toebet niet$ genuttigt
jfjabben/Daar toa# een omiptfpjeekeïijke ölgDfcïjap
onber Die betfjongerbe menfcöen/DeboojftgtigïjepD
liet rap niet toe/ 011$ Dolkje tot DerfaaDen^toetela*
ten eeten / PePal Ijaar oDer fuïk£/be gulftgïjepb te
mijöen / maar mijn Permaaninge fottbe toepnig
ïjeböen geholpen /’t en toaare iït fnlk£ niet Detfjim
öerö fjaDDe / en Daarom liet ik paar gefamentlgk Houden t*
eetft eeten/ en Daar mebe ging ift met De Chinees
infgeïijk^ ook aan ’t eeten/ Den kernei toeet / met
toat Poo? een fmaak/ öongeren iuft.
Haar gebaane maaïtijD Dettrok De fiannpertige vertrekt e«
Chinees; komenbe De$ anbereu Daag^ op gelijftekomt >san-
toijfe toeDerom/PerfelD met 2. of 3. fijner lanD$~lie=acr“ daa8*
mi'! 011^ peDer een fait rijft mebe-ïnengenDe / mfr£* eiom*
gaDer£ een partp looDe Pitjes, Dat toel een fïegte
munt/ maat egtct goeD genoeg Pan Aiiooy, om
Daar meDe te marlit te gaan / onfe toelDoenber Pol*
ÖatDe in fijn gulfjertigljepD / en öjagt foo nu en Dan
fijn PekenDe / Dien pp aanmaanDe / om naar fijn
.voorbeeld de nootdruftige y ets van haren overvloed
de Roy, C IBê*
Krijgen ee-
nige vereen
ringen van
andere.
De Roy
geeft fig uyr
voor een
Do£foor in
de Medicij¬
nen.
Doet eeni-
ge genee-
ïingen.
Voornec-
men der
Grooten.
Hun be¬
geerte.
De Roy
kant fig
ter tegen.
34 Reys-Beschryving vaï$
mede te deden, en Infonbetftepb een Maleyer,bt*
toelfte ban Johoor geftomen toa$/öebjelfte on$ ee*
ntge fïuftften öïaaubj linnen tot een bereetirtg mebe
öïagt/ foo boenöe bjaaren \np toeöetom geftïeeb/
en gefpijflgt/ foo biel al# Die lupben We In ’tarm*
&up^ tot Batavia 3fjn / en beïjaïben bat / foo bienbe
toelpet^bp bet ftanb genomen te toerben/om met
fatfoen aan öe ftofl te ftomen/bjerbenöe tot Wen epnbe
on$ boïftje totfnijbet^ gètran^fojmeett om öaapt-
jt$ (Je. booj be Intooonber^ ban ’t 3botp te maa*
ften/ en naatbemaal mp öp toftlen bocggeftouben
tWetb/of geen kennifïè van de Medicynen had de , en
mp baat boot betftïaarbljeböenbe/ bieïtjet mp niet
moepeïp/in’t fto^t boojeen etbaten Dodoor in be
Genees-kunde aangeflen tebaerben / te meet/ om
bat Ift ten öefïe/ bat ift ftonbe met toafcï)/ bet /de.
eenlge faïben begon te maaften/ gebtupftte befelbe
tot geneeftng ban mijne lljber^/ gebolgb nu öp ’t
geloof/ bat We arme menfeften meenen; dat meeft
alle Hollanders, Wond heelden zijn, en ’t geluftftlg
geneefen ban 3. of 4. perfoonen / bie een ftgtetoebaï
ftabben/ baa^’etnlet anber£ ban noobenom mijn
boo? be geïeerjïe Genees-Heer te boen paffeeten/We
bet unt-ftomen ftonbe / gebjupftenbe nog baat en
boben We liaat-ftupbe / om be behoeftige boo? niet
te geneefen / maat lupöen ban bermogeri moefien ’t
bubbelb betaalen / öetoijï bat een peöet fijn betoep
bjaat-nam / fagen top bageïljft£ onfe ftaïanten aan*
groepen en 01$ bjelbaart toemeemen/ toant met
mijn Dodoors ftenniffe en ’t fntjöen/ en naapen
bet baaptje$/ftonöentup onfe teeftening tuonber boel
blnbcn / naat-öcmaal be «©otpeïlngen niet beel ften*
nlffe ban bat ftanb-toetft fteböen.
nu be£ ïfontng^ <©?ooten bemetftten / te
Ibeeten / bat top Voat begonben obet te gaaren / bon*
gen fp aan te beraatflagen on$ atmoebje afftanWg
te maften / quanten betftaïben aan on| ftup£ en
botöeröen ban’§?ffoning$ bteegem.ftïepne mep$»
je^/onöet boojtoenbfel quanfnp$/dat fijn Majefteyt
daar fin in hadde. g|ft ffelbe mp Ijler biel tegen£
aan onbet betupglng : dat de kleyne mijn kinderen
en de groote, mijn vrouwen waaren , en koude
der-
| A C Ö B DE R O Y. 35
derhalven niet gelooven , datfoo een fagtmoedige
Prins als den Iioning was, foo onreedelijk foude
zijn, om yemand van fijn vrouw en kinderen te
bcrooven , fcetfogt betaalden / den Köning hier over
feifs te fpreeken. s©og fp betoonden ïjtec toe geert
ftn te öebben/maat fepden met een bettoo?nömee*
jen/ of ik dan geloofde, dat fy des Kontngs naam
fouden derven misbruyken, inp nog nabét 1)00?=
ÏJOtlbenbe ; of ik wel wift,dat wy alle des Konings Hun ftota
ïlaaven waareh, naardemaal wy op fijn Stranden Wiecken>
waaren gevonden, en dat het hem derhalven vry
ïïond met ons keven en perfoonen , naar fijneygen
Wel-gevalkn te handden. , ■
Si.ft diende ïjem baar op ten antkioo^b / dat fijn .
feggen fonder de minfte regt of reedenen gegrond
was, vermits dat de Hollanders tot geen ïlaaven ge-
booren waren , en geloofde ook , dat hy die nooyt
tot flaaven hadde fien gebruyken, veel min, dat de
Koning my de eerde daar toe foude willen maa-
ken.
naaöètttaaï geen tooojben ïjeïpen / aï$ be Hunboos,
boo£-öoeuder£ in ïjun opfet boot geen ftrenget mib=heyJt
beien beteugeld toerden / foo namen die fielten een
fcïepn mep$e mebe / feggenbe toeï bupdelp daatbp/
datfy des anderen daags geneegen waren weder te
komen , om de red te haaien ; toaat en tégen ift baat Woorden
met een doel gelaat anttooojbe/ dat fy fuik's fou-^„h^°y
den gelieven te laaten, op dat ik niet genootfaakt
foude zijn , geweld met geweld te keeren. 5^00?-
bien bat ik met eebén betupgbe / liever ’t leeven
daar by op tefetten , als fulke hert-treffende weder-
waardigheedeh langer te gedoogen. ^p en dabben
niet Peel ftn in bie ö?epgeniënten / niaar lieten bet
geenfïnt^ blijden / in tegendeel ftelben fp daac f0oVeran<J«ea
bit$ niet meet aan / maat begonben beleefder tevan ’
fp?eeden / feggenbe egtet / dat meysje mede te nee-
men, maat" toe fp mp betfogten / om geen andere °°g,fn°mea
oorfaak als om defelve aan de Koninginne te ver- oogmerk
toonen , dewelke uyt enkele nieuws-gierigheyd feer
verlangde, om van die natie te fien, met belofte, van
foo draa haar de Koningin gefien hadde, defelve
wederom té fullen brengen, toaat mede fp Riet ’ê
Ci ftn»
■ \
Word van
eenige
Grooten
van feeker
Prins be-
fogt.
Hun voor¬
del.
Sijn ant¬
woord hier
Heemen
hun af-
fcheyd.
36 Reys-Beschj.'ïving van
ftinb tet beure upt-ttaaben/enb(en naar bie trjb
noopt toebet geflen peb.
<©e$ anbeten baag£ quaamen eenige <®?ooten
mp befoeften / betoelfte ban feeftet Succadanas jjpjing
afgefonben toaaten/met eenige ftupten tot een ge*
fcïjenit / en naat bat ’ee aan toeber-föben eenige
pïigt-pïeegingen getoiffelt toaaten/met het beklaa-
gen van mijn perfoon inden bedroefden ftaat , daar
in ik was, vermits my het ongeluk in fulke een,
enTyrannique regeering vervoerd hadde, en on¬
der fiiike menfchen , foo boegben fp baat nog öp/
dat den Prins hun Meefter fig] aanbood , om mijn
perfoon, en volk onder lijn befcherming te nee»
men , en ook meerder agting voor een man , van mijn
Caraüer foude hebben, als hy fag,dat my hier be-
weefen wierd : derhalven indien ik daar toe'geneegen
was , foo foude ik my maar hebben te verklaaren_, als
wanneer gemelde Prins ten eerften aan den Koning
verfoek foude doen, om my mede te neemen, naar ’t
welke fy afgefonden waren, en dan niet en twijfelden
of ik foude tot erkenteniife van fuik een weldaad,
ter liefde van den Prins ook mijn vlijt en kunft in
*t werk ftellen , om die Voril wederom van fijn
feere Oogen te geneefen , en indien , betbOÏgben
fp / dat God uwe Genees-middelen in dier voegen
komt te fegenen , dat hy van dat toeval geneefen
werd, foo kan mijn Heer wel denken, wat een
deftige belooninge u fijn Hoogheyd doen fal ; Hy
heeft , boeten fp bOOJt / met lof van u perfoon hoo-
ren fpreeken , en daarom verlangt hy feer om u te
fien, weshalven verfoeken wy gedienftig, dat Ut
Ju: fijn begeerte opvolgt.
<0p fulfte Meefbe aanbiebfngen/bonb (ft mp (tl
alle beelen berpHgt te feggen / dat ik bereyd was de
Prins hunne Meefter fijn wille te gehoorfamen , als
hy my anderfints de eere wilde aandoen ,. van my
te laaten haaien, <©oo? b(en aan bie ï$eeten te ben*
nen gaf/ dat ik geen vaartuyg hadde, ’t geen fp
reebehjft oojbeelben te 3(jn / neemenbe ftojt baat
aan met aïle beleeftïjepb ïjunne affrfjepb / met toe*
fegginge / fulks aan hun Meefter te gaan bood-
fchappep , en bnttoftften.
J A C O B DE R O Y. 37
ÜJog quaamen tegen$ ben abonb boebet aan Komen met
mijn ïjup£ met een ïeebig/ bog cierïijït opgetoopb v““'de
baattupg om mp te öaalen / baat ift ten eetfïen/Roy af te
(naat bat befe ï|eeten met een Pinang ontïjaafb ijaö* haaien.
be)'ooït inffapte / en betboïgen^ bp ben (ïeften |5?in$ Komt by
berfcïjeen/ beboelfte/ boïgen$ be gebooonten^ ban den Pimï*
befe Indife jfêatie / met een b?p aanfteneïijfte fiaat
ban boïft / foo ban b’ eene/ afó b’ anbete fete om*
ïjepnt boa$/ ïjp betfogt mp/te gaan fitten, en ont*
pn'g mp toijber^ bpfonber minneïijft / tn£geïtjï$ .
OOft öetupgenbe / hem leed te zijn, dat ik onder b V
defe Land-aard vervallen was, en dat hy van gelij¬
ken, een fmertelijk gevoelen van haar onreedelijk-
heyd en geweld geduurig hadde , toetlftc betbetö
ban gantfet ïjetten/ dat ik in fijn Vaderland met
hem was, werwaards, ïjp betfogt/ dat ik my met
hem foude begeeven, met beloften, dat my daar
niets foude ontbeeren.
$aat bat’et betfcïjepbe t’famen-fp?aïten oberenBewims<}
be boeer gebaïïen boaaten/ hebotlligbe ift jfjem/van
mede te Pullen gaan , bog onbet boojboaatben / dat fij„ Land te
hy daar toe eerft verlof van den Koning moeft heb- gaan-
ben : om ’t tuelfte te berftnjgen / ïjp mp öeïoofbe/
fijn uyterfte beft te fullen doen.
I^aat ’t berloop ban 2. of 3. bagen quamen ge*
melte i|eeten/öeneben^ 2. ifojï$->©rooten ban ben
Utoning mp aanfeggen/ dat fijn Majefteyt my niet vetfoek des
alleen gebood , maar ook verfogt , ten huyfe van Kond"Suov
de voorfchreeve Prins te gaan , en de wetenfchap, aan e y"
dien ik van de Genees- kunde hadde, foude hebben
gelieven te befteeden, om de herftelling van dien
Heer te bevorderen , waar mede niet alleen de Prins,
maar fijn Majefteyt ook een byfondere dienft fou¬
de gefchieden.
<©p boelfte ojbje ift mp ooft aanfïont^ £>p be ge* Slf
noembe Succadanafe =p?tn£ betboegbe / en ooft delen aan
ïjulp-mibbelen tot fijn quaaï aanboenbe/ boant om hem te
baat boaten nog geen bïiefen ober fijn <©og-appe* senecfen-
ïen gegroepb/ ’t geen mp foo bief geïuftte/bat een
maanb of anber-ljalf/naar’t geïqupft mijner fjulp-
mibbefen / bien f|eer een groote berligting geboaar Dat wei ge-
buietb/jaa foo bette /bat ïjp be cofenten ftonbe on-
G 3 bet*
3 8 Reys-Beschryving van
öecfcftepden/ en bant en boben fonbet lepb#-man
gaan ftonbe/’tgeen ftp bebooren# niet ftabfte fton*
nen boen ; 3ftnbe ooft alleen boo? ben Éoning ge*
verwonde- ftoomen/ om fïg felf# te bertoonen/ biaar obetfijn
mg des i^ajeflept ten ftoogllen bettoonftetb/ en te geïijft
hier ow ooft berfteugt toa# / en ftet i# niet tyeerab / bat
toanneer men pet£ ftomt te aanfcftouhien / bat on#
onbecbiagt ge&eaeö/of dat men fiet gebeuren /bat
men fïg fombJijlen obet be felbfaamftepb ban be
faaft betbionbero / biant hiaten ftet be ttoee#eeren
Ais ook van ober bit boojbaï / ift boa# ftet niet minbet boegen#
de Koy. ,t geene ƒ öat iftfag/ buant aan mijn ftenniffe fton
ift ftet niet toe-fcftpjben / bermit# ift mp noopt in
be ftoedanigftepd ban <ÉfnÉ#-fteet geoeffenb ftad*
be/ maat biel i# ’t boaac / batiftfomtuylen/ ont
mpn leebige tijd niet onnuttelijft boo? te {gengen /
biel eenige ‘ISutfteuten ftadde boeg gebladerd / be*
treffende be Chirurgie, &c.
naakt hier jBaat biibbeïetbüijl / bat mijn boojneemen en
over by vee- geluft/ met befe getoenfle fteginfeïen aangtoepde/
Jf in den berflimmerben mijne faaften aan b’anbere ftant met*
- {" ftelijft dop? ’t atg-toaan / bat mijne öenijöet# obet
mijn booffpoed berepr# opgebat ftaftdeny taant ben
3p?in#/aï# gefegt/ boo? ben ftoning berfcftijnenöe/
berfogt feet onbetbaniglijft aan bie JlBajeflept bet*
Verfoek van lof / dat hy my tot verdere geibntheyds-bevordering,
den Pnns. naar jj,n Land mogte mede neemen, toaat toe ftp
ooft / naat bat ïjp bie gunfl ten btmtfle niet ftofïe*
ïijfte geftftenften aan bie geene/ bie ’t gtootfle be*
Toe ge- taind ban faaften in ftanben ftabden te boen/ toe*
Haan. (lemming ftier op berftreeg/ ’t geen ftem öpfonöet
en mp ooft boel bebiel / dog be guaab-aarbigïjepb
ban bie ont-aarbe ïïijft#-bebienöen# taiflen ftet
toeber foobanig te öetaeïftën/batonfe bïijtfcftap en
Dog weder- ftoope t’ ecbemaal berpöelb toierd/en bat ftet fpft*
ora very- tigfle ban alle# toa# / fob al# top gereed taaaren
'dcld- om in te fcfteepen/ en alle berepdfelen tot be aan*
flaanbe Voyagie gemaaftt ftabbcn. 3©ant baar
verdeeld- quant een fpan ban aanflen bien ongeïuftftigen
derfde °n’ Ji^ttt# aandtenen ; dat hy ter ordre van den Koning
Raads-per- moeft blijven, en niet vertrekken, biant be gefint*
foonen. heeften / en paitp-fcftappen onbet: ftie JlBeefler#
Slaaft#'-
J a c o b de Rot. 39
töaab£-petfoonen /toaaten ongemeen groot /b’eencR«^en vaa
toübe ÖeUjeeren/ dat men met geen regt ’t vertrek de eene-
van den Prins, en die van mijn perfoon en huys-
gefin konde beweeren , als zijnde beyde geen vaflalen
van den Koning ,bog een gaautoec baa$ onbec öe
ïjoop/bat ift naöerïjanö beeftonb/ biebe ttoeebeban
’tïtonlngtp getoeefi $ /totfl met een Sireene tong
fijn ftaat-ftunbe foobanig te getpupen/ bat bol^
fïteMelp be ftoning ban fijn eerfieboopieemen om
fettebe / toengenbe onber anbere rebenen te beebe/
dat hy om de genegendheyd , , dien hy de V orft , en
lijn vaderland toedroeg, niet raadfaam oordeelde,^
dat de Prins van Succadana , met my naar derwaards
foude vetrekken , óm bat jjjp bOOJ-gaf/ van goe¬
der hand verfeekert te zijn, dat dien ont-troonde
Heer, een overflag met my gemaakt hadde , om
met onfe komfte ter gedagte plaats fijn halve Broe¬
der van de Kroon te berooven, en fijn Vader, in¬
dien hy fig daar tegens kante, te be-oorlogen; en
door-dien , becbolgbe bie «jêraatd-man / dat hy
door de fchrandere raad en daad van defe Hollan¬
der gefterkt fal weefen , ftaat het te bedugten , dat
hy fijn oogmerk fekerlijk bereyken fal , eri wanneer
*t faake is , dat men fulks komt te herdenken , kan
fijnMajefteyt een overflag maken, dat wy met een
ontfaggelijke buurman te doen fullen hebben, de¬
welke bereyts mifnoegd is , en die t’ fijner tijd niet
naalaten fal , onder een feer ligt voorwendfel daar
over wraak te neemen , en de onderdaanen van
den Koning te beleedigen , of foo hy daar toe mid¬
delen fiet, fijn Heerfchappy met fijn Majefteyts grens¬
plaats , aan de fijne te hegten ende voort te letten.
3Mt boojfïeï gab Mem / te mm / om bat men
aïreebe bod? een bjeebe-ïsieuït met be Portugeefen
bebugt toa $/ en tot meetbec bepïtggepb/ bat top
egtet ond geen toeg boo? be toapend fduben maa* d« r0 r ia
ben / toietb Ift upt lafï ban ben ïtóning tn berfee= v«feeke-
bectng genoomen / bie fcïgaiibere ^»taatd-bienaatn"ssenow'
gab toaatïijft geen ongelp/ be gemeenfame om= meu“
toegang / bientb met be €bet-moebige Succada-
nefe ||eet geöab gabbe / berfcgafte mn geïèegenb=
fjepb genoeg /ïjem ter beegen te onbertaften/om té
C 4 bes>
SW'
4° Rey s-B eschryving van
ItSfiT^Wtïm/ toat in fijn öoefem fcïmpïbe/ ffi ton
den prins. 00& piet geïooben / tiat oopt 2 bïeeffeïpe ïgoeber£ /
fit biemalftanbetentegt beminnen /gtootet gettou*
mtgfjepö met ben anbeten bonbeti ïjtbben : ïjp
openbaarbe mp in ’t geheel be geïjepmen ban fijn
ïjett/ en tjabben oojj büaatïjjït befïooten / om fijn
mmVfiin' haIve broeder de voet te ügten, en als een Ufurpa-
broeder van teur *e verftooten, ]j)p fepbe/ dat hy fig in ’t geheel
denthroon OI^ lulks uyt te voeren, aan mijn goed -vinden fou~
te flooten. de gedraagen, mp obet fuïï$ fnbebenfuug geebeti'
be/ of het niet dienftig foude ,wefen ? de Com~
Voorftei pagny tot hulp te roepen, baat ïjetti aan-beïangb /
om hulppan ÖP ^3ae* bod gcttlOCÖ / de onkoften , die fy daarom
decoinpa- Ibuden komen te doen, te vergoeden, hadhy juyft
de middelen niet om haar ten eerden te voldoen ,
hy foude fig getrooften , om fijn land tot een onder¬
pand daar voor te geeven , met de Compagny niet
alleen te accordeeren, een Fortres aan de'Zee-kant
op te werpen , neen , maar ook aan fijn diamant¬
mijn, feggcnöe betfcfjepbe maaien / lbo ik mijn
gefïgt weder krijg is het wel, foo niet, fal ik U,
-É. altijt by my houden en de Rijks-gefchaften in
handen geeven , beïjalben bat / Vader ! fepbe ï)P
(baant foo noembe mp bte ï|eet) Ik wil veelliever
onder een eerlijke onderwerping my felfs aan de
Compagny verbinden , als onder de dwinglandy
van een trouwloofe broeder , als een flaaf te ke¬
ven, my ontbreekt geen moed , (bOJfFÖP fOiTtbujjlen
upt met be ttaasien in be oogen) en middelen zijn-
.der genoeg, om onfe onderneeming een gewende
.uytflag te doen erlangen , want ik word bemind ,
en hy van de onderdaanen gehaat, en wat valt ’er
meer te feggen , ik hebbe een regte , en hy een on-
regtvaardige faak voor , daarom ben ik ook van
gevoelen, dat den hemel mijn wapens gunflig fal
zijn.
©oojbaaat heftige booo?ben ban een Heydenfe
$pn£/ en ble ï)P met ful&en inbjuft baifi te upt*
ten / bat tb genootfaaftt boa£/ ïjem baat fn te ge*
looben / ib pjee£ fijn <ü*befmoebigïjepb/ maat ïjab
inbet-baab mebeltjben obet fijn jetigt/ en ongebaï*
ïen/ bebonb ïjem ooft in alle beeïen goeb-aatbfg/
open-
<5oed ge¬
voelen van
4e Roy
«over defen
ïxias.
J A C O B D E R O Y. 41
epen-pertlg/ Pol moed en öapperpepb te toeefcn/
feer Paeï gemaaftt en ongemeen fcpoon / en lieftpftHoedamg- ■
Pan pjeefen / Pjaarïijft deugden / öie een pedet / Pan heyd van
Piat fïanb bat pp ooft sp / feer toeï Poegen / maat defcn ?tws'
©Ojfïen bpfonbet paffen /pp pja# Votjöer^/ aï^ hip
Pan geen #&taat#-faaften <*ifamen p?aateben / tipt*
neemenbe blp-geeftig, ^ft ftan ter beefet uttre nog
iftet befeffen / boo? toat mibdel gemelbe Jitaat#- 4
bienaar# agtet on’fe pepmelpfte Petpanbeïingen ge*
ftoomen spn/ ten toaare bat ben jonge ©|in#/mo=
geïijft flg felf#/ aan een Pan fijn P?outoen fal upt*
gelaaten Rebben.
©m U Hoog Edele PerïigHng te geePen / toat
Pan bè faaft / en op toat Pao? een Poet bat fijn
Pooj- geePen fïeunbe / fal ift U Edele mijne gebte=
benbe lieten feer geetne / pet geene mp baac Pan
betoufï i#/ meebebeelen.
„ <©efe ©?in# onbet fijn ïanb-faaten fteftenb/ met Verhaai van
,, be naam Pan Pangcrang Marteningrat , ben 011= de Roy wee-*
„ berbom Pan 22. of 23. jaaten berepftt pebbenbeg^ dcfo»
„ en met biergelpfte ^eeben/ al# Pooren Petpaalb J>Iins-
„ j #/ ftegaaft/ pab ooft be gemoebeeen Pan fijn
„ bader# ingefeetenen naar pem getroftften/ bog
„ ï)P Ponb ebentoel een groote pinbet-paalaanfpn .
„ palbe bloeder / bfe jn#gelijft# niet be eec-rptel
„ Pan Parigerang Pourbay a pjonftte / gefpJOOfcn lipt
„ pet ttoeede puutoeïijft# öebbe Pan fijn Ijf eer ba*
„ bet /de ©optinne/ of gerioembe Marteningrat’#
„ moebee af-lpftig 3ijnbe/ nam pet gefag Pan fijn
„ ttoeede b?outo niet toennig toe/ baar beneePen#
„ pad öie Dame flg in bier Poegen in De# ©oiften
„ gunfi toeeten in te toiftftelen/ bat fp pem met
„ gefupfterbe tooojben t’eenemaal pabbe Pieten te
„ bePieegen / om PoojfcpjeePe Pourbaya, tot fijn
„ opPolget in ’t rijft te Perftïaaten/ ’t geenbu#da= Sijn tweede
„ ntg geftïaarb toeefenbe/enegter foo Piel bemoe* broeder tot
„ ber/ al# be foon met be ppoeging Pan een boo# °Pv°Jg«
„ getoiffe befpoangert 3fjnbe / flelben 3p puntte pelf* verklaard.
„ fe p?afttfjft te toerft / om ben reet# Perongelpte
„ ©?tn# ban ’t leePen teberooPen; pebbenbepemGeevende„
„ tot dien epnbe onder be tPieebe / of derde pand prins vergift
„ toeeten Pergift in te geePen/ Piaat boo? pp niet*».
C f aU
42. RèYS-BeSCHR Y VING VAN
„ alleen in een fteftte Wel /neen /maat ooft ban bfe
^9wind“ ” $ö af öat ongemaft aan fijn geftgt : t boo?-nee*
wlerd. men ban bie tmeebe ftief-moeber en ttoutoeloofe
* bjoeber bu£ berre naar taen£ upt-geballen 3ftn*
„ be/ bogt Pourbaya ftgognoobig tftbte 3tjn/ om
„ fijn fcftelmfe col upt te fpeelen/ en ftet mom-
„ aangeftgt t’eenemaaï geïigt ftebbenbe / fonb ftp
,, een partp ban fijne |Bede-ftanber£ naat ’t pa*
„ ïep| banfljnfleftelgfteen ftlinbe bjoebet / be toel-
word van ftc ftetn fijn bjonto en jutoeeïen op een getoelbige
iSssien ’■> bJtjfe ontnamen/ fortbet bat ftp pet$ ftonbebp
beroofd. „ bet ftanb neemen / om fuïfte openbaart toobe*
„ rpen tegen te ftaan / ’t toa$ ftem niet onbeftenb
„ bat Pourbaya op fijn bjoub» / om ftaat Weerga*
„ beïoofe fcftoonftepb becfteft toa£ / maat ftab noopt
» foo flout getoeeft / om in fijn b?oebe$ gefonbftepb
», te bueben benften/’t geen ftp in fijn fleftte onbet*
„ nam / ’t Welft aïbu$ bertigt 3ftnbe/bonb men
„ berber goeb / ' onber boo?Wenbfel / van hem te laa-*
.j, ten geneefen , naar Banjer Majjtng te fenden.
#p bfergeltjfte Wgfeban ftonft geraaftt Weefenbe/
Wijlen fp op Succadana,be baab-fugt bet Btjft^-groo*
ten ban Banyer foobanig tót ftunne hoordeel te ge*
| lat-fiigt Bjupften/bat fp met gefcftenften foo beef te Weeg b?ag*
Bjjbs-groo- ten / bat be bneben ban Martiningrat bpanben/
teu. ^ be Weïfte meefit anberg niet al£ liften en gebepnftftee*
denüeftelfben/ ban een feer goede uptWerfting Waa-
ren. ï$ad Ijp nu/ met bie Weöet-Waatbigfteeden in
fijn epgen baberlanb te lijden / foo geluftftig geWeeft/
om in een bjeiemb lanb ruft te moogen genieten/
ftet foube te berfetten geWeeft 3gn / maar neen/
Want op Banyer ftomenbe/ en fijn tweede bjouW
mebe geïgagt ftebbenbe/ Wierb öè£ Stoning^ b?oe*
Broeder des bet / Pangerang Ammin genaamt/ bet op beélieft/ bie
xonings fp ftem boo| een betfoepeïtjfte lift af ftanbtg maaftten/
vaiieft op^ moetende bien becbjuftte en getergde nog
fweede ebenWel gebuid oeffenen/ niet tegenftaanbe bat ftet
«rouw. ftem aan geen bappetftepd onttgaft / maat men ftan
ligt bebjoeben / bat óin pet$ te bonnen onbet-nee*
men/ al feftoonbat ftp nog foo berongelftftt Werd/
men feftetltjft fijn geftgt benöobigt ié / en batbiaa*
ren be reebenen / bat fp met geen genoegen fgn
m*
Jagob de R o y. 45
geneefing gaarne geiten Ijabben / egter betfsteeg
blen $ter beclof / bat ift met be geneefing foube
boojt-baaren / gelijft ift feergetoilïig beebe/ en baat*
om fogten bie ftupcljeïaar^ toeberdm nieutoe liften /
om mijn begonne toerft te btoat^-boomen / met on£
ban ben anberen te fcljepben : tot toelften epnbe fp ZTdcn an-
Ijaat bebienben ban fefter Portugees ïsapitepn / Joan dcren ge_
Baptifta genaamt/ be toelfte met fijn fcljip ban fciieydeo.
Maccouw geftoomen toa#/ om baat een lagbing
pepet te ïjalen.
3©eï-gemeïte ïkapftepn ban onbertegt toeefenbe/Een ïonu-
ban ’t geene öem in mijn opligt te boen ftonb/sees
quant boben met een aanfienigft gefeljenft beo? be^k ge-
ïtoning en ftoningtnne/ naar fijn ftomfte berboeg- fchenken
be ftp fig ten eerlien naar mijn toöon-pïaatö / voor de jj°*
bp meer-gemelte §|?iu$/ baat ift boenmaal£ ftC' Ko'
fceïijft te beböe lag/ en boojt^ met ben felbein ö
gefpjeft geraaftt jijnoe fogt ijp met De aïber-betoecg*
Ifjftfie tooojben/bie pemant ftan upt boefemen/te
betoeegen/ om ïjetgepïfaamfte/ boot ftet betbetf*
feïtjftfte te ftiefèn/ en be Heydenfe natie af te bal*
ïen / en mp onbet be Chriftenen te begeeben / toaat sün voorM
toe Ijp fepDe/ dat God my een middel genoegfaam de
aanwees, vermits dat hy my fijn fchip aan-bood, oy’
om daar mede naar Maccau'u) te vaaren , óf anders -
naeen bequaam vaartuyg om tefien , waar in ik met
mijn volk om een goedehéen-kómfifoudekonnen
foeken , betftlaatenbe / van God en Confidentie
weegen genootfaakt te weefien , al kollen ’t, wat
het wilde , tot behoudenis van mijn en mijne mede*
makj^s ziel en laligheyd , ons daar toe de behulp-
famehand te bieden ,
’t goube toaarlijft een ftaaïe ïjert moeten toefen
bie fig op fuïfte fttagt-babige / en boot-bjingenbe
reebenen niet liet betoeegen / en baat öp ooft bet*
toeemb ban ’t Chriftendom, bie naat fooeenbooj*
fieï niet quant te ïupfteren : jaa [nfonbetïjepb toan*
neet bie beloften met fuïfte ftooge eeben bebefiigt
toetben / aï^ boo?fcïj?eebe ftapitepn boenmaal^
beebe / ift anttooojbe fteitt / ten hooften dankbaar Antwoord
te zijn voor fijn beleefde aanbiedinge, en dat ik de de R°y
felve met hert en ziel aannam : ’t geen fjem» bp* 1 °l’
fon*
Gaan met
gefchenken
ten koof.
Verfoek aan
den Ko-
ning.
Toegeftaan.
Broefheyd
van den
Prins hier
pve&
Beklaage-
lijke woor¬
den van
den Prins.
Groote ge¬
noegend-
heyd voor
den Prins.
44 Reys-Beschryving van
fonber aangenaam fcljeen te jtjn / en berfogt mp
öaar-en-bOOben / met hem mede te gaan, tot het
over- keveren der gefchenken, die hy voorgenoo-
men hadde, aan den Koning te doen , baant aïgf
ban broeder fepbe ï)p betbet$/is ’er geleegendheyd
om te fpreeken.
Wp begaben ong ban upt ben ftup£/ en gingen
met een pjagtig gebolg bee nijh^-geooten naar
’g ïkoning^ Jfof / en berboïgenl ter geïjoot toe*
geïaaten toerbenbe / betfogt ï)p toaarïtjft bp ben
ïtoning betgunning / van my te moogen mede
neemen , boaar op ten eerden öooj be boo?fp?aaft
ban eenige naab^-fteeren begunfligt 5önbe/ berftreeg
ÖP / ’t geen lip begeerbe/ bie baar ober intoenbig
betljeugb toaaren/tet faafte/ bat ïjunne ïifien fuift
een geboende uptboering quamen te neemen/ befe on*
aangename tijbingtoierb aan ben J^in£/ mijn ©oe*
fier-fteer ten eerden aangebtenb / bie baar ober ban
m$-moebig]f)epb bitterïijft begon tefcïpepen/ en in
fijn aantoeefen toierb mp ooft aangefegt/dat ikmy
ten fpoedigfte foude hebben klaar te maaken , om uyt
de naam des Konings naar ’t PortugeeJJe Schip te
gaan. '
Hen armen $?in$ boer boo?t met fijn ftlaagen/
en mp ombengaï^balïenbe/ botd&pupt met befe
ftlaagltjfte en 5iel-b?eeftenbeb300?ben/ Ach Vader,
fepbe ï)p / ik fie wel dat wy fcheyden moeten , edog
wat is ’er aan geleegen , al fchoon , dat fy my belet¬
ten, dat ik mijn gefigt niet weder kan krijgen, foo
fullen fy my egter niet beletten van U: E: tot.’er
dood toe te beminnen,
JPaarltjft ift moet beftennen / bat ift alle mijn
dantbadigljepb ban nooben ftabbe/om be ftragtige
pttftfteïen ban geneegentftepb/bien ift boot bienC*
bèlmoebigen ï|eer ïjaööe / in te toornen / toant be
traanenbegoftben mpban gelijften oberbebuangen
ban toee-moebigftepb te biggelen / en ftonbe ftem
ber&alben geen antbtoojb geeben/ maar bagt/ in*
bien ftet nietgefcïjieb toa^/ift foube ïjetniettetoerft
gedelb ftebben / bael boomamentlp/ inbien bat ift
gebjeeten ftabbe/ bat ’er foo een groubjfaam fenijn
in’t berraber^ fiect ban bien Hobloofen Dooper’, ift
meen
J A C O B DE R O Y. 45
meen Baptift met fijn infaame/ en <©ob-bergeete*
ne Cceatuucen gefcbupld ftadde / toant in De plaats
ban onfc 2iel te tuülen heftouden / badden die
©uprijelaar^ een aanffag metdeHeydenfe ©ijftg- Goddeloos
gcooten bailBanyer gemaaïtt/ om ons keven aan t’famen-
haar vervloekt moord-geweer op te offeren , als? Jjïf*??®
ïtfer naac fal aangetoeefen toerden / Den armen Portugees
©ling betoonde mp de ïaatfïe pïigt / ten aanfïen en de Rijk*.;
dat bp nip felfg aan boojd b?agt / op dat mp gr00ten-
geen ongemaft ondectoeegen foude aangedaan toet*
Den / naar dat affctjepD ban den anderen genoo; °e Pl!ns ea
men badden/ beerde dje#^n^ naar pjn tooon-bupg/
en fto|t daaraan/ toeedcr naar fijn Stand / eniftvanmat-
quam ondertuffen bp mgne bittere ©panden/ pg kander.
egtet geïaatende bjienden/ maar in fdjtjn / toant
toierd toel met groote beïeeftftepd onthaald.
benige daagen daar naar / 'begonden fp ftunne De Porti!-
aanpagen in’ttoerft te Pellen/ fp badden daneengeefenbc-
groote/ en eenftlcpne Maccaffaarfe longen mede huR
genomen/ onder booigeeben/ datfy die aan boord meiu '
wouden verbergen , op dat defelve my niet ontno¬
men fouden werden , foo mede d’Europianen , en
naar dat die toeg toaaren/ quam den 45oubet=
neur ban de ^tcant-Negery of daar fp boo? ges
anftert ïaagen / genaamd Tatas aan ong boo?d /
betoeïfte een feer tojebeï-moedig / en een dooi-pee*
pen bedrieger toa£ / om pemand met een baïfe
pjafttgft / of doo? getoeld / ’t pjne afhandig te
maaften / gelijft niet duppet af te neemen i$ /
upt ört naar-boïgende paaïtie.
©p dan met mijn gebepngde blinden ober* ?7SV!U1<Ien
leg gemaaftt Ijebbende / toat hem te doen Pond / ^Negerr!
fond bP ten eer Pen eenigeban pingeboïg naarmp
toe/ om fodanige yo ©ij&^-öaaldergte bolderen /
aï$ dien Falfaris fepde/ aan hemfchuldig te zijn,
ift becfcöliftte fjier ober boben maaten feer / en
biaagde baat / of fy by de verkeerde man niet en Antwooi
waaren, daarfpop antb)00|den/ van neen, maar van de Roy‘
wel te weeten , dat fy by my moeften! zijn , en
ingevalle ik de ge-eyfte fomma foo ten eerden niet
en quam te voldoen , foo fouden fy mijn Volk'
medt neemen , ift fogt baar dooi goede tooo?öm
4^ Reys-Beschryving van
Weder-fi’d- otl? tc f£ttm biet uptÈguftfeïen / dat nooyt van
fc woorden. m'.in le.even den Gouverneur', als nu gefien hadde,
veel minder van hem de ge^eyfte penningen genoo-
ten te hebben, bog bic boeben fcpben / met ronbc
tooo?öen / dat fchoon ik fchuldig was of niet, eg-
ter moert betaaien. <Been ongetegtfget faaft 1$
tiip / bat ift tocet/ oopt te booten geftoomen/ est
’t toa^’teerfie ban mijn ïeeben/ bat ift met fcöitï*
ben In te maanen Dab ften tooben / en moefï bè
gemeïbe fomma/ ooft aan Die Dtoingetg aan gang?
baarc munt telïen / baant be Portugeefe Chrifte-
nen , bat { <0oD bectett ) mijne b?oéber# toaaren /
Begonöen mp felfê tegen te fpjeeften / en bat eetis
ïijft/ Otn bat fp fépben / dat den Gouverneur fulks
meer gewoon was te doen ", en foo ik geen geld
en hadde , foo foude ik die 3 meyden , aan haar
Verkoopen ; want , fepben fp / ’t is beter , dat gy
ons defelve overlaat, als datfe dog, van dat Volk
weg-genoomen werden, 2fft btfpeutbe / maat té
Iaat/ Dat ïjet een opgenoomen fcftelm-fïiift toa£/
en baat en booben genootfaaftt/ geïb op te brem
gen / baat ift geen geïb fcftuïbig toag / Dog toag
aan b’anbje ftantbctbïtjb/ bat ift ftunne roef-gtés
tige ftïaautoen/ fooöanig ontfnapt toa£*
Die Godde- JBaat heïaa£ ! omtrent 8 baagen baat aan/
loofe boè- guamen bie onregtbaatbige fcftuïD-epfirerg toebets
ven koo- om aan mp/ op De totjfe aSé booten / niaancnDe tot
Teede-1 etn foiiuna te betalen / Dien ift niet fcftulbig toa$ /
awaï. ebog niet meet aï$ 35- öjjft^öaaïöers? in be toets
relb beftttenbe / toaaren be Portugeefe bjienben ten
eetfïen geteeb / om be tejt baat bp te leggen/
öeg anbeten öaagd / guam ben Portugeefen fta?
piteptt / ïüoopman en Pater , tnp quanfup^ /
onbet fcfnjn ban bjinbfcftap aanbienen / bat ift
tot beftoubeni# ban mijn cpgen ïeeben b|p bejl
, , boen fouöe / een- kïeyn handig vaartuygje te koo->
denken ’ Pen 1 ötcii ift met mijn 3 of 4. brquamtijft ftonbe
vaarwyg tetegeeren / en baat mebe om een anöer fcftupï-
koopen. pïaat^ te foeften / maat ift / bie aïteebe foo beel on*
geïijft ftabbe moeten betfttoppen/ betftïaatbe ftaac
tonb üpt/ dat ik tien-maal liever getrooft was, in
alle haar aanfien te fterven , en een korte dood te heb-
- ' ' ben
Jacob de R o y. 47
ben als een lang , en rampfalig eynde te gaan foeken.
<Defe betraaDerfe ïjeïffe doofte-bjanöen / bcfpeu;
rcnöe / Dat ib naat hunne fcljeïmfe boo?-ddhug/
niet toilöc fupflecm/ geen auöece taab toeetenöe/
maaftten 3p Öebetoude Maccaffaarffe jongen tegen$ geerenrb{.'.
ttip op / om mp öog ban ham te helpen, maat weeg» ee»
Danh 3P Dien Blmagtige <©ob/ Die ftiïfc# genabe; i°ng=n
lijft beeft behoeö / taant De jongen in ’t ïjup^ flt' ;e!t^ts
bomen tocefenöe / öaac ibtoa#/ biel mp te. boet /den.
en openbaacöe mp/ toie hem baar toe gccaabcn/
mitfgaöeré/ toat loon Dat ftp Daar booi fouöe ge; ’t welk de
nooten hebben/ te toeeten 2 ï$nh£-Daalöer g / jtjn; Jonse felfs
De nog Daar en booben met een Krits , en Pook , M*
om fijn uptboecing te Doen / ban Die fielten boojfien.
^>p onöettuffen mechénDe / Dat haat boo?netmen
ten opfïgte ban De jongen / bjugteloo^ afgeloos
pen taap/ Singen fp gemelDe jongen bp Den 43ou;
betneut / 45oö toeet / toaat meDe bettgten / en
nioejl Detïjalben baat in hup$ Mtjben / toaatïijft
hacDe bepjoebinge / en betoeïhr ooft een fpoebfge
bctanDeting bet-epfie / anDet£ ban men quaïtjft
befeffen / Dat pemanD bequaam (g om Defelbe aU
temaal te bonnen tocöecfiaan / Dog het beheföe
4&ob betïigting te geeben / ten tijDe» / Datiftöaae
’t minde op Dagt / niet te min / moed ift nu nog
Die toen uptdaan / Dat mp Die boo^-toigten toeüet=.
om tot betaling ban 2? ïïghg-baaïöetg / Detoeïfte
De Portugeefen boo? mp betfehooten fjabDen /
alg meDe/ anbereaj öijb^-Daaïbet#/ Die fp qua; Nieuwe eyr-
menepffen/ obec berteetbefpjijg/ en anöetdmg / gI™
met nader ordrevan daar te moeten vertrekken. neut.
%l\ liet Dien ontegtbaatbigen <85oubetneut bet;
foeften / dat hy . my ter plaatfe foude gelieven te
laaten brengen , waar ik van daan gekomen was ,
maat ’t haböe geen ingang/ onttentbiequanten.
ÜP bp-naat taabcloog / betfogt egtet eenige Dagen Verfo,k
tiptdel / maat honbe niet meet aï£ 2 etlangen / aan deft
tot bu$ bette toa^ift tocbecom Dooj taifpel-timrig a Goiiver-
IjepD Det Luk-godin op ’t upstetfle gebjagt/ ftm;neur-
bet te bonnen beöenben / toat ih bp bet hanD fouDc
neetnen / taant ’tgeene/ Datmp h^meefle&eöjoefs
be/ taa#/’ Dat ib gera getoeet en ffaööe / alg ten
' Par-*
Gaat met
een Canoo-
tje uyt Taa¬
ien»
Is in groo-
te bekom¬
mering»
Komt by
eenige
Vaartu ygen.
Word van
een Johoor-
fe Ambafla-
deur onder¬
vraagt.
4§ ReVs-Besgur YViNG van
Parrmg , bleu (ft geRogt Rabbe / om tjout te Rap*
pen / ebentoeï moefi ’et een fpoebige beranbering
Romen / toant Ronbe geen uptfïel langer lijben /
ift Reeeg ban betlof / om met een kleyn Cavootje
te moogen uyt vaaren gaan , als of ikgeneegen had-
degeweeftommy tewaffen, ’tgeen iR ligtelijR bet*
Rreeg/tecfaaRe/ batbeanbete/ algpanbg-ïupben
onber befe grópenbe 3©olben bleeben.
- 13& flapte ban in ’t Canootje en feitten Bet met
ong ttoeen aan ’t toepen/ of Pangalyen en moefïcn
rupm z mijlen-toeegg afleggen / ecebattet plaatfe
gtiamen / oaatbeChineefenenanbece j|anbeïaar£
tooonen / ongemeen Ratb biel ortg Dien fpitg af
te bijten / baant roepben ong fomtoijlen foo moe*
be/ bat top magteloog toaaten / en becRalbenge*
noot-faaht/ otn een toepnigje ter uflen/ alptoan*
neet top toeberom in bupfenbetlep beRommetinge
faaten / en niettoepnig beöugt/ Dat fp ondroog*
ten Ramen te berbolgen / toeiRe toan-Roopige ge*
Dagten/ ong foo feet aan be bjoeföepb obee-gaben /
bat be toebïugt naamen tot be tcaanen / en af$
Bet Bert fig foobanig ontïafï Rabbe/ maanben top
maïRanbeten aan / om op onfe behoudenis tè
denken , bog Ronben toepnig boojbeelboen / ten op*
figte ban be (letReaftoatering/ ’tBeitgt mp niet/
bat iR mijn leebenbaagen foo ecnftönhftelijReat*
bepb boojgejfaan Beb / egteemet ong felfê afgemat
te Rebben/ gtiamen top/ baat eenige ©aattupgen
geanfiertlaagen/ onber anbere/ paffeerben top eert
baar tupg/ baat een Johoorfe AmbaÜadeur op toa£ /
ban tofi&erg? ©olR top aangeroepen toictben / alp
toanneertop niet alleen anttooojö gaaben / maar
ooR aan boo?b gierbens toanneer iR Bet geïufi
gnam te treffen / om ben <0efant felfp te fpjeeRen /
betoelRe mp ernfïig afbjaagbe/ hoe dat ik in de-
fe Land-ftreek gekomen , en wat my verders we-
dervaaren was; baat iR Rem naat be Ro?tRepb Dep
tijbp op alle#/ befcRepb gaf / en niet tegenfiaan*
be / bat bien Ambaifadeur boo? een booptaatn
gee Uoobet befaamt toap/ bep niet te min Reeeg
Bp meöe-lpen met mijn ^etfoon / en naat bat om? .
toateeten Babbe laten geben / bebal BP mp / in
J A C O B 0 E R O Y. 43
fijn Vaartuyg te blijven tot des anderen daags, aï$
siMlWeer Ijp mp beloof be/ naar de Neger y te gaan , om
de ge-ey fte fchuid voor my te betaalen onder beding ,
dat ik my als dan foude verpligten , om met hem naar
}ohoor te vaaren , aïtoaarmer be aanbomfte ter ge*
ttielöe plaatje/ ïjptttp al# ban beloof be/ by de Dee-
nen , ot Engelfen te lullen helpen. „ .
^[ngebolgc fijne <j£bel-moebige toefeggjnge / fïap*
ten top in fijn ïïoep-baattupg / en quamen bp üefe tUyg.
Godloofe Chriftenen , (mant foo noeitiöe j)P öefelbe)
en naat-bat l?p flg ban öe fcfjulb gelhfojmeerö
Dabbe / beraalöe tjf ’tgeene fp quaamen teepflfen/
en nam boen alle mijn ©olb mebe/ uptgefonbert/
een blepn mepjfje / en be betonfte Maccaflaarfe jon*
gen / dien ib baat laaten nioeji / op-gemeïbe<ü5efant
biaagbe be Portugeefen , fomtoijlen met een feec bit$
gelaat; ot' fy altijd foo barmhartig waaren , baat Harde
bp boegenbe / dat hy by gelegentheyd ook diergelijke woorden *e*
medoogentheyd over haar natie, by ontmoeting , als tgUgèefen°r"
hy haar meefter was, foude oeffenen , als hy Gefaitt
quam te befpeuren , dat fy my deden .
betre bet fioebje te boben gebomen 3tjnde;
meenbeib getufieïp te bonnen leeben/ maat neen
ib moefïnogalmeecbet ban’tgebaï gefïlngett toet*
ben / taant be Portugeefen fjabbm al tueebet een Nieuwe
aanjTag gefmeet / om mijn bebetf re bjoutoen ; ïjeb* joxmfee
benbe be jongen bmeben$ een gefcïjenb boobqn ge*feJk'
bjagt / baat ïjet mensje aanbelangt/ biet toeegen
berontfcbulblgben fp tjaat/ tetfaabe/ dat het fel-
vecbnften gemaakt was; vóat bun aanb?engen bet*
der£geb)eefii$/ btöbeib niet bonnen te toeeten boos
mm/ maat b?agtenegfet foobeel te toeeg/ baf be
tftonlng mp dooffgn eetfie <&taat£-blenaarbjebetom t>e aoy
banbefeïupben/ liet bobberen; boeröenöe ban boa? word van
ben-Voaart^ geboetb / onbét boojtuenbfeï / my te den Komdns
fullen laaten geneefen van eenfiekte, die my fchie- 8ev0ïaet '
lijk overgekomen was , bjerdenbe betbolgenj? met
een jïablnne In een fcijep-baartnpg gefet / enbenan*
bet ten bupfe ban ben eetflen flpa-raaö gebtagt/
toatbe betbe aanbelangbe/ öle foube tot nabet 0£»
b?e bp benlïmbalTabewtbetbïöben/ mp tolett in ’s
de Roy. P Chj»
Word van
de voorige
Chinees
wederom
ontmoet.
Krijgt fijn
Geweer we¬
derom.
Waar door
hy groote
moed
fiihept.
fö Reys-BeschrYVing VAM
Chinees Cainpön een leedfg pup£ tot mpnberbïpf
aangebieefem We faaPen üupöanig gefepapen 3pm
de/ ontbjaP ’er niet meet / al£ bat die <ö5ob-ber*
getene menfcpen / mp niet lebendig ’t bel ober ’t
pooft quamen paaien.
ÜlnrtetfpP bebjoefde iP nip / bat ili foo onregt*
baardig / ban mpn arme ©olP berooft biierd / te
meer / om batfp niet mp alle die ftribbelingen upt*
gegaan padden ert Ober fulP$ ban punne getrotts
toigpepd / t’mpnen-biaart£ genoegfaam berfePert /
mpn maag foude fePerlpP gepongect pebben / indien
den Chinees pier booren gemelt / debaeïPe on$ foo
milöadelpb bedagt padde / niet bieder padde ont*
moet; jgnde die man boben dien tot Sabandhaar,
en poofd ober 0jn naatie aangefteïd/ bebieïPein geen
gebjeePen en bleef/ banmp bp te gaan/ mp daar™
en-boben eenlge middelen tot pet berpeïpen ban mpn
quaalbefcpaffenbe/ blaat doojiP in ’tPo?t tot mijn
boorige gefontpepd geraapte/ fp padden biel Pon*
tien befpeuren / dat mp die man genegentpepö toe*
tgoeg/ en daarom bia$ pem grengelpp berboo*
den / my by den Koning gehoor te doen verke¬
nen.
Hh ’t midden ban befe rampen gcdompelt leg-*
gende/ bequam biederom een boepnigje becïigting /
mant de bebiufïe Snaphaan, en Pi Poolen met mpn
éèrfïen aanPomff ; mu ontnomen 3pnöe/ Preeg ik
Öe felbe toederomisipandenomtebériiTaaPen/ bet*
itiitj? 'dat mét den obergaafbandieluaapen^/ upt
boojöagt de Mepne béére ban de aftrePPet$ afge*
nomen / en geMjgen padde/ biaat doojfp onbinpp-
baar ’toaatên geVbójden.
’t ©ooifcpieebeu gebleet in panden bePomende /
en de beeren daar op gegéid pebbènde / begon mpn
moed gebieï&igtöeteneemen/ bérinit^ dat iP / al$
een ttoeede Samfon mp feïfê» inbeelde / dat ’er nie¬
mand tegens my gepand was , iP laadenfe OOP al*
le djie/ pedet met ^ Poegeïë / en begaf mpbooi öe
beur ban mpn biooning / om op den eergeti
iSföató-dfenaar te paffen/ betmifë pp niet ten on*
iegteban mp in agtet-dogt i»a£ / al| de man/
ï A C O? DE Rot- f ï
&Se be eerde betoergpnbe oojfaak pan aïïc mijn toe- . .
bge-toaarbigkeeben toa$/ kebbenbe ban badeïp
boengenoomen / om dat Monfter van gierigheyd naar <i00.
Van kant te helpen , en de red te geeven , aï? toel den.
toeetenöf / bat Rp noob-toenbig mijn beur boo? bp
moed teren.
%e gopbe Chineefe Sabandhaar Riet ban bè
toeetkni'gertöe/ enocktoel flenöc / bat fjet getnoeb Waar te
fóo fep# betbifterb Jte$ / bat ik in mijii teo?nee= gen de Chi»
men/ onoerfetreïijft bleef/ ging bien man ( omaïïeneesvoot-
ongcmaftken koot rekoomen) ben ftoning aanöie=fiet-
tien/ togtet omging/ toant öie man toaf foo feer
btbieed j bat ik mijn aandag foube upt-boeren /
bat |g mp toiïöe onöer ’t lijf koorden / toaat boo?
genootfaafit toa# ; hem felfs te dreygen , ep alle
die geene, die lig tegcns mijn voorneemen wilden
tegen-dellen , de eerde koegel te lullen fchenken;
al$ toanneec kp dfl ban genootbjukt bonb / tiaar
’t i|pf te gaan / en kan ook ïjepïigip/ bp <£5oö/
en mijn Confcientie berkïgaren / bat mijn meening
bolkoomen top / om dien baad-fugtigen Staats¬
man , naar d’andre weereld te fenden,
|Baar toieeb op ïjet berigt / ban gemeïbe Sa- beRoybjf
bandhaar, ten eerden bp ben honing geroepen / toer- gewfpen "s
toaatt^ ik mp met bolle getoeer begaf; toetbenbe*
foo gemaapenb aï$ ik toa£ / boof Rem gebjagt/
toant be toagreis Ijabben mp niet konnen betoee*
gen/ om öefelbe af te leggen/ ’t eerde bat mp Die
ïloogïyepb btaage toag / of ik wel wilt in wat Land Verfchijnr
datikwas? toaat jopik kern/ met een onberfcljioftt iüdMI*
gelaat ten anttooojb bienbe / ban jaa , op Banjer
Maffing , boel feljoot Rp kier tudcken ’t is my ge- .
legt, datgy van meening ge wee ft z ij r a ommijneerr
de Raads-heer , genoemt Kiay Bappa , doot te fch re¬
ten, toaat tegen ik/ met beRoodijke eerbieb ant*
toOÓjbbe/ dat fijn Mayefteyt , de waarheyd feyde ,
baat én booten kerljaaïenöé / piet alleen ’t voorne¬
men geweelt hadde ; maar nog Was , om fulks te
Volbrengen , met betupgittge / dat het my byfon-
der leed was , fulks niet al gedaan te hebben.,
Iben lioning/ moogel'pfulketop-moebige ant*
£> i tooo?ö
Vraag des
Korüngs
aan dc Roy.
Antwoord
hier op.
Gevoelen
des Ko-
ning over
de Hollaii'
ders.
fZ Re YS'BeSCHR YVING VAN
iooojb niet betluagt fjebbenbe / fcljeen eenlgflnt#
obetbltfioutopfetberfleïb/ ioanneet mg bleïfoog*
Ijepb betbetP bjaagbe / wat reeden my daar toe
bewoogen: 3ijnbe pet geenebatlïsfogt/ en baat op
betljaaibe ift / met alïe omfïanbigljeeben aïle’tgee»
nempfeebert/ bat naar bePortugeefen boo? fijn bes
bel toa^gebjagt/ loebetbaaten/ en obetge&oomen
toa£ / met nabet öpboeginge / dat fijn Mayefteyt
nu eens met een onpartijdig oordeel geliefde te be¬
denken , of hy met lijdfaamheyd foo veel ongelijk
foude konnen verdraagen , en buyten dien , konnen
gedoogen, dat men hem fijne Vrouwen , en Kin¬
deren, Volkeren, Slaaven en Slavinnen ontnam ,
en defelve verkogt , of aan andere overgegeven
wierden, want fijn Majefieyt, betbolgbelft/ lal ge¬
lieven te weeten , dat ik met io Perfoonen in fijn
Land ben gekomen , en tegenwoordig , zijn wy
maar met ons tweën overgebleeven.
J5aat epnbtgen bantoellte rebenen/ ben Honing
Ittp betbet£ bjaagbc / of alle de Hollanders , fooda-
nig gerefolveert, en van man-moedige dapperheyd
waaren, baat opljem tegemoeb boetbe/ dat ik een
van de geringfte was, en indien het fijn Majefteyts
gelieven was, hier van een preuve te neemen, hy
geliefde maar te ordonneeren , dat mijn wederpar-
tye fig, met foodanige waapens foude hebben te
voorfien , als ’t hem goed dagt , op dat hy fieri mogt ,
of ik hem met gelijk geweer, niet aanflonts te keer
foude gaan.
^eHontng ober befebol-monbige aanbleblngfïg
nog meet betboonbetenbe / fieetöe Ijem naat bef»
felf£ bp-3tjnbe fïp^-grooten / feggenbe / Immers
moeten wy bekennen , dat de Hollanders , onfe ln~
dije Naatie , inverftand, man-haftigheyd , en dap¬
perheyd, verre overtreffen , blijbet^ Pjaagöe mp bieil
©o?ft/ naat bestaat/ politie/ enbe Hegetlng ban
on^Hanb/ loaat op lis Ijem toepafle / dat onfe Po¬
litie op de Wetten der billikheyd gegrond was, en
dat men vry meer infigt , en liefdevoor een Vreem¬
deling hadde , als ik hier in fijn Land hadde ont-
"feoct , loei fcïjQOt be Honing biet op in / ik heb
Jacob de R o y. f5
U E: hooren prijfen , voor goed-aardig te zijn*
waarom fielt gy u dan foo wreevel-moedig , en
boos-aardig aan ?
$pt anttoDOjbe bfen ©0?fï / dat het in alle dee- vertoog
lende waarheyd was, dat ik niet alleen, maaralle van de Rov
mijn Lands-luyden foodanig vanim-borft waaren,
dat fy in goedheyd , en fagt-fimfigheyd alle Vol¬
keren te booven gingen, jaa, in dier voegen, dat
wy met de eer-naam door de weereld befaamd
wierden , voor de Barmhartige Hollanders , edog
fijn Majefteyt geliefde, daar en teegen, te weeten, #
dat wanneer fy gedrukt, getrapt, en daar by, aan
lijf, en goed wierden verongelijkt , dat fy niet te
goet waaren, om alle ’t geene te doen, dat een
grimmige Tijger, of felle Leeuw, tot verdeeding
van haar regt foude konnen verwagten , in tegen- Antwoord
Deel Het ftg beMajefteytïpet op ïjooeen; is my van des Ro¬
de Portugeefen verftendigt , dat het een feer quaat- niiigs,
aardige Natie, jaa eenSchuym van alle Volkeren ,
was ,i daar by roof-gierig , en fonder opregtig-
heyd , dewelke door hunne liften , niet anders
fögten , als fig meefter van een ander mans Land
te maaken , vermits dat het blood-aards waaren ,
*bO0 boegbe fijn Majefteyt baat Öp / ik befpeur het
teegen-deel aanuPerfoon, aangefien ik een gemeen
man zijnde , my felfs foodanig tegens fijn eerfte
Rijks-raad dorft kanten , dewelke ongelijk meer
magt, en vermoogenhadde, als ik, mpnbg nabet
afb?aagenbe ; of , wanneer hy my alle ’t geene
weder gaf , dat met onregt van my genoomen had-
de, of het hem dan wel foude willen vergeeven?
baat ift op antluoojbe / dat indien fulks naar-ge-
komen wierd , en my daar benevens , om vergif¬
fenis verfogt, het hem als danfekerlijk foude ver¬
geeven.
ï|tet op tofetbe befen Kiay Bappa ontbooben / tn Destaats-
be Petfcijeenen 3ijnöe/ torierb ptm booj ben Honing f ve*;
afgePjaagt/ wie hem magt hadde gegeven? omliggen ko~
foo ftout , beeft-agtig , en Godloos aan te ftellen , ning,
en of hy fig niet inbedde, dat hy een Ziel te ver-
liefen hadde , en uyt wat redenen, dat hy my fo-
D' 3 da-
Bic üg ver-
antwoord.
Harde ant¬
woord van
den&orung.
Woorden
des Konings
aan de Roy.
Wandeld
met den
Koning»
Hun onder¬
linge ver¬
handeling.
f4 Rêys-Beschr Vving van
danig hadde verongelijkt, van mijn Volk, met ge-,
welt af te neemen.
<©P pet eetfie point ftoeeg Ifjp fttï / maat noppen¬
de pet afneemen ban mijn fiaaben / fepbe pp / dat
ik die felver verkogt hadde, Op bjelfte ïaogen-agHs
ge betantbioojding/ fonbet bat pp be fefue ftonbe
toaat maaben / pem ben honing feet fcpatp toe-
Braiitobe/ jaa ! booswigt men kan wej fien, datgy
’t liegt, gaat me aanitonds , boet pp bOöJt/en haala
iny die man , fijne vrouwen en kinderen , en fijn an¬
der volk , mitsgaders , ook alle ’t gcene , dat gy van
hem vervreemd heb, hier wederom: op dat ik niet
genootfaakt zy, de fchande, die gy ons aandoet,
met u bloed af te wallen. ^Sebeeïenöe bie JlBa jè-
jflept baat benebenp 2.ïtppp-raaöen; om met hem
mede te gaan, op bat fijn bebeï ten eerfteti moge
naa-gebomen toerden ;
<U5emeïte regtmatige bonnip bupbanig tot ragn
bodjbeeï uptgefpjooben spnde/ pad |b rebenén om
fijn ï$oogpepbtebeüanhen/maatpp toap rnpinbe
booibaat / feggmbe/ dat ik moeit geduld neèmen,
en dat hy naar defen forg voor mijn perfoon ibu-
de dragen , dat my geen meer ongelijk aangedaan
wierd , mijn topberp betfoeftende / van met hem
een weynigje te gaan wandelen, om eenige Hukken
Kanon te gaan befigtigen , baat ïfe mp teil eetflïn
toe berepö-toülig toonde/ ftjit JiBajeitept toèep tnp
foo binnen alp bupten ’t /op de grond en hè
mobbet leggende bp be 40. foo pfere/ alp metóïe fïub»
ben ïtanon /inmibbelp bat /in pet aanfcpoiltoèn bet
feïbe bejtg toap/b jaagde mp biejpjin#/ of ik tot het
maken van Affuy ten geen raad toe wilt? baat op peilt
tenanttooojd blende /ban jaa, byaldien maar tim-
merluydcn hadde, ten opfigte dat ik wel weeten
foude te ordonneeren , als ’er maar volk was, diè
het bewerkte : timmerlieden heb ik genoeg , gaf
be ©o:ft ten anttoOQjd/ maar niemand onder mijn
volk , die de bequaamhèyd heeft , om te konnen
ordonneren , maar wel om defe en geene te beleedi-
gen, want, fepbe pp / daar zijn fy Meeflers in.
’t 3©eïb bie $jtnp guam teupten/ in tegentoooj-
big-
Jacob de R o y. 55
bfgïjepb ban een pattp ïjoobeïingen / brijberg fles
Uefbe bien ©o?fi aan een ban be boo?naamfie ban
fijn jfof-beblenben^ t’ ojbonneeren / dat hy hout , en
andere materialen, mitsgaders timmerlieden, volk
en een Praauiu met 6. man, tot mijn dagelijks ge-
bruyk foude hebben te befchaffen, gelijkerwijs als
ik des anderen daags, met foodaanige Praauw afge¬
haald wierd. .
3fan’t$aïep£ komenbe/bertoonbe tnp ben
ning mijn afgenomen bolkercn en fïaaben/ uptge'om,"
nomen bat eene flaa'oe kinb / biaat ban gefyjöo-
ken i$l bat t’ foek getaakt tua$,
Ji^aat bat mp beitoning bie arme menfdjen ïjab
aangebjeefen/bjaagbe ÖP mp berber^/ of dat mijn
volk niet en was ? en ban jaa , geanttooo?D öeb*
benbe/begeetbe baar en boben te meeten/ hoe vee-
le penningen fy my afgeperft hadden , ’t iueïk ïft
ook opgaf/ bjelker^ biaarben / of öeb?aagen mp Krw. ft°f-
aan fiof-goub boa? ben jècöat-ketuaatbet ban ben fa°“„ ‘"„f"
ütoning bergoeb toierb / en moetenbe fïg ben eetfte flja geii
iSaab/ Kiay Bappa boo?noemb/ toteen regtbaarbis
ge liraf ober fijn gepleegbe bjoeket/rap be teaaröp
aan peper bergoeben / ban ïjet afgebbjonge geïb ;
boetbenbe baat en boben gebtoongen / my wegens
het voorgaande vergiffenis te bidden , en tosjbei'iS te
bibben en te beïooben/ my voortaan tegens alle de
geene te befchermen, dewelke my fogten te ver¬
ongelijken.
Éïbu£ luferb bat berfcp bpgeïepb en be bpanb- Jeïfoen<*
fc|ap/ bie kop met ben anberen fjabben / berfoenb/
iuepnig gebagten ïjeöbenbe/ bat ik fuike kolMijke "
renten boo? mijn uptgefckoote geïb foube krijgen/
bat niet aïïeen ; maar men kan toeï bebjoeben /
bat ïjet geen kïepne agterbogt en gaf aan be an-
bere ïïjjk£-&ektetöei# / fuïks» bat Ik ban peber be*
minb en ontken bjferb / be <ïEbeï-moebige ©o?fl
ipeï aan mijn en mijn boïk$ geboaab fienbe / bat
Öet toat fcljaaré met 011$ omguam/ bereerbe mp
een ïjaïf bofjjn goebe Maccaufe koffen /tot jet ma= Krijgt ftof-
ken ban kïeebeten / biaat mebe beetrok / bat gpfe,n «p
mijn foo genoembe b?oittoe/klnberen en bolk fon* edus&
V 4 öe
Reys-Beschr yving Van
be toefenben /gelijft ooft gefcftiebe / toant naautoe*
ftjft$ een ftalf uue / naat mijn t’ ïjup$ ftomfte /
tuiert» mijn arm boïftje booj een toonto ban ben
Én fijn volk ïtoning/ met een aanfïenïfjft gebolg ban ï|of-bie*
wederom. narÉffcti tueöerom aan mijn gup$ geftjagt. <©e
peper toiêrb mp ooft gefonöen / mirggaöet£ ban al*
ïe öe eerfie ,i>taat£-bebienben£ befogt/enbotnfiaat
met gefctjenften beteeib.
ïfier quant ift nu te onberfcïjepben / toat een ber*
fcïjil öatter tuffen een neer- of een op-gaanbe §>on
B-aakt in $ / toant bie bebooteig» mijn bpanben toaareri ge*
dnT'as’ toeefi/fogten mijn toienbfcftap/ en moeiten mp in
g' öer billgftïjepb ten Dienfie (taan : betoijl nu bat
ben honing mp foo feer aan fijn belangen berpligt
ïjabbeytoa^ ift in alle beeïen ooft genootfaaftt / om
öefelbe te betjertigen / toant met een onbetmoepbe
pber toa$ ift bageltjft^ bp mijn ambagf^-lupben /
toeefenbe b’ eerfte/bie op be toerf quam/en belaat*
(ie / bie ban ben arbepb ging: fuïft£ bat boo| mijn
S4. Affny- naarfiigftepb binnen ben tgb ban 6. toeeften/ 34. (tuft*
ten gereet gen beftoojlijft op öaate affupten/ bie naar d’Euro*
gemaakt. piaanfe manier in o:ö?e gerangeert toacen / in (iaat
ban tegen-tueer b?agt/bit bermeerbecbe ïjet geloof/
bat ift ree$ bp ben ïfoning ftabbe : niet toepnig
fteeften beSignoorsPortugeefenbp ftaar neu$ neer;
aï£ toeï ftonnenbe befeffen/ bat ïjaare ftupperpen /
en <©obbelao^ljeeben geen pïaat£ meer en ftabben/
De rortu- ban fcftaamt^-ljalben / bo^jien bie bebftegelijfte men*
secieu toe- fdjen onöet mijn oogen niet meer ftomen / alftoe*
RovTrlend toei öat fa öo°? ten andere ftanb biel tofendfcljap
fchap. fogten te maaften/met (jet fenben ban gefcftenften/
bien ift ftaar ten eerfien toebetom te rug fonö/ met
Die hy ver- befcftepb / dat niet geneegen was , ommegang met
werpt. fulke verbaiterde en trouweloofe land-aard te wil¬
len hebben, en dat ik t’ fijner tijd nog wel eens
verhoopte geleegendheyd te Vinden, om wraak te
neemen van ’t quaad , dat fy my aangedaan hadden,
daar zy ook hunne ftaat konden op maken.
(Cer goeber tijb toa$ ift in aanfïen bp ben ïto*
ning geraaftt/ toant baar quam feeftere Chinees,
tot Samarang tooonagtig/ genaamt Quemko met
een
C £ I E
jf A C O-B DE R O Y. 57
ten 22>jlef ban Batavia, bOOJ ben Sabandhaar, Of Bt!cft°f
(Coïïenaac benneet Gerrit vander Voorde geteftent/ deRoy m
betoelfte niet beel goeb£ boo? mijn petfoon betjeïs* Batavia»
be/bog ïjet beliefde fjjn<0obOeftjfte$Bajefiept niet/
batfe tot mijn naabeeï bienbe / maat baat en te*
gen tot mijn boojbeel ficefite / fnmibbeï# / toon*
be (tg die%in£ geneegen / een aïgemeen befoeft v°°rnee
boo? fijn fötjft te boen / om ftgtbaate onderfoeftin*
ge te neemen / ban fijn jjpeper-ïanben / in£gelijft$ v
ban fijn «©oub-mijnen/ fc. bermit^ bat niet bug*
tenrebenen oojdeelbe/Ooo? fijn ïigft^-^ooten qua*
lijft onbetregt en mi£-lep0 te toeefen / noopenbe be
iuaare gefcfjapenïjepb bet feïbe / enbe naabemaal
bat ift mp ïjoe lang£ ïjoe meet in be£ ©ojfïeu ?e R0r .
gunfï ïjabbe fokten in te dpngen / en bat mijn de X&
oogmetft in biet boegen berepftt ïjabde/bande fel* KonklgSo
be t’eenemaaï berftreegen te lebben / aï£ toeefenbe
meef! dageïijft^ een tafel-bjiend ban ïjem / taa bat
boanneet aan ben bi£ gefeeten boaj i/ be fcljooteïé1/
baat be fptjfe in baa$ / mp eerft aangebooben
mierden / toaae boo? ban een pegeïijft ontften en
gebieefl baietb/ mit^gabet# ooft beminb / om bat
ift bie geene bootfpjaft/bebaeïfte ontegt aangedaan
mierden ; baifl ift / in ’t fto?t gefegt/ bie ©ojfï foobanig
te beleefen/ bat ftp een boiftoomen berttouboen opo'e hem ia
mijn petfoon fleïbe / en berftalben niet ïjet ntinfïef,™°£
fouöe ftebben onbetnoomen / fonbet mijn geboelen houd.
baat obet te berfïaan /maat boo? te boeeg gebjagt
mierb/dattet beeïe ongelegentïjeeben en mojfferpen
afgefcïjaft bïeeben / foo beefpgt |p mp / dat ik hem in
die Voyagie mogt vergefelichappen , baat ift fjèm Obet
bebanftte/boegen$ be eere/ bien ïjp nip aanbeebe.
3©p naamen ban be üiepfe aan / op een Vrydag
met btj ïfconing^ geïjeele J^np^-geftn / ban
tenga naat Tatas , enbe ban baar naat Banyer
Maffing;leggenbeaan een anbereingaande fpjupt/
baat men boo? 2. meegen ftan inftoomen / onfe
^cfteepé-magt / of ffèoflel-bïoot befïonb in ióo.
baattupgen / foo groot aïö ftiepn ; ïjebbende fijn
iBajefiept be goebfjepb geftab/ban mp met 3.
baattupgen boo? ïjet geboïg / bat ift mebe nam/
D s te
j8 Reys-Beschr yvïng van
te berfïen / ooft ban een fnee&ige Jkbep-Praauw,
om altijb op ïjet fpoebigfte bp ftem te ftomien fto=
men ; gebiebenbe ooft een# boo?-aï / ais wy üiiie'
laagcn , my by hem naaftjfijn Koninglijke perfoon
te voegen, fttoelft ooftaïtjjb toierb toaatgenottien,
|§nmibbeï# onfe Voyagie berbojbetenöe/ een et'
maal onöettoeegen getoeefï sftnbe / foo quaamen
Kamtby 2, ton aan be a.eetfie Negeryen, bie bp öen anberen
peg«yen. ge(ggen 5yn 0p een boeftliïunb#/ baat (tg beïïibiet
in ttoeen berbeeïb/aï# boo? eetftöecegt uptioopen-
De fpmpt naat De Viadjes , foo toetben De regte
HanD-faaten albaat genoemt/3önöe totjb en Diep/
baïlenbe toebecomnaat 3.Qf4.bagentepfen# ineen
anbet vitoer/ tot öatfe foo bbojt# intree bïoepb.
^jjnfgeiijft# ooft be fïtbiet Viadjes , toat öefeB
Aard der be aan belangt ftan fft niet anbet# ban befe mem
Helers, fefjen feggen/ al# bat ïgmne <s0ob#-bieu(i / 3©et*
ten / en maniet ban banbei teb?ijben/t’ eenemaaï
obet een ftomt / met alle be intooonber# ban Bor*
neo , uptgefonberö / bat bie geene aan D' oebet
ban bat fïroomenöe toaatet bup$ boubenbe / be
magtigfte en ooft toeï be (toutfte jijn / bebbenbe
baate Negery omttent be monb ban be betouffe
Subiet / bie fp ooft toel toeeten upt te loopen met
meenigte ban baaitupgen / om bie geene te obet-
ballen / bie fp begaan ftonnen / sftnbe egtet bet
baat foo feet niet om be bupt / a!# om ’# mem
pun iuft tot fCye!1 boofben te boen / ’ttoeïft betooifaaftt/ bat
Iwmen- ft5 W* ban Banyer Mailing bifttoil# in ongeïeegents
f^ren. fjepb biengen / naabemaal fp al b?p fnel op be
gaanbe en ftoomenöe l^epet-baactupgen toeeten
te paffen/ bie fp ban nu en ban bataffen / om be
boofben te beftoomen/ ’t geen ban ooft b’ oo?faaft
i# / bat ben ftontng ban Banyer met baat in buenb*
Manier van febap foeftt te leebm ; be magtigffe onbet baat
segeeiing. Rebben ’t gebieb obet be minberen / ’t jijn boo?-
Hun ge- paan# toaftftete en ftfoefte menfeben ban pofrtmt /
daantl §aat toeefen i# geeï-agtig ban ftoleur/ lang papt
en atbepbfaam / moogen ooft toel tegen# onge*
maftften / bog toegen# ftïoeft-mqebigbepb/ en öap?
perbenö be Javaanen gelp; be jongman# maften
bun
J A C Ö B D E R O Y.
Dun boojnaamtie toerh/ aï£ gefegb \$J Doppen te
hnjgen/ fuliP bat be Negerys bolheren / maihan*
bete ÖptöDlen een boojbeel affien/ bog niet/ toan*
neet fp b?eembeïingen ƒ of ^epet-Daaïbet^ hun*
nen aantteffen/en ai# fp tot Daat manneipe jaa*
ten 5yti geftoonren/ ’t mag gaan fao ’t teil/ baat
moet een Doofö tueefen / ai moeftenfe bat fcDoon
Popen / ’t geen baat upt boojpmt / tet ootfaa*
hen /bat bie toutoe gallen niet betmoogen te trou* Mogen niet
toen / fanbet befeibe te lebben / en aïf Dp bie trouwen
magtig \$1 gaat ben aanfïaanbe iöjtjpbegotn bat yoarrdtM •
bloebig geftïjenh aan fijn Xieffle op-óffeten / blaat hoofden"1
ntebe fjet ©imteeïp ban gejtooten en ’t feeft ge* bekoomèa
bietb Wi / baant ’t Döofö baetö op een ftaah hebb»n-
gefet / en tot peugbe-téehetten toerben be Gom¬
men gefïagen/ op bbelftet^ geïupb ’t gantfeDe Ne¬
gerys boih fïg niet atïeen betboegt/ maat ooh baeï
ö’ inïooonbct$ ban Det n Puntige <Bwp öp homt/
alïe óp Det detïPRe opgetoopt en aangeöaan /
met be ho?Mpi?ïe hïeetief / bie fp immet^ |eb*
fien / jijnbe Det ppf met Metgeipe hïeeben op-
gepjonht/ maat be£ anberen öaagf gapig ge*
lp be Maiiabaaren, met een baft ban een boom/
©at upt-gehïoptlp ƒ boo? Daat fcparnetDrgb / ingv
gelpó foo een ftuh om pat paf b bjaagenbe /
ïóat Dunne poibuen betreft / befMbe sijn teebelp Hunne
ftpön/ en toeï ijemaaht/en Haan t’eenemaaï on*
©et be DeetfcDappp ban Daa^ wannen ; belet* ■
fenbe Dnitne 0op-bientï / befeibe bol bp-ge*
toobigpeben en menfcp-binöinge/ Po? Men bat coda-;
fp be jlön / en be |Baan aanbibben / en' ooh mdiejl& ;
Dunne gebaante op pt ©ogeï-geftpep pfonbet
agting geeben/ ïoant $’t faahe / bat fp / upt pat
Dupfen naat een anberen totiienbe gaan / fóoöaa* schrikkeïij-
uif een ©ogel De» te gemoet homt büegen/biebp kei-,y-ge-
Daat ban geijouben tuecb ban meetber magt tel00VJShey ■
3p / aïb anbere pïupm-geöierte / foo bïöben fp
niet aïleen Daan / maat heeten ooh boei te rug/
baat fe ban baan gehoomen 3t]n / en begeeben
Daar berber^ be gantfe bag niet buptetp Dup$;
maat in tegen-öeel/ mbien foo een. ©op! lig op be
biugt
Hun rijk¬
dommen.
Wat waaren
fy hoog ag-
ten.
De Ronlng
geneegen
een Fort te
tnaaken.
Peper^or-
F»*
" DesKo-
mlngs. ver-
nek.
60 Re YS-BeS CHR YVIN C VAN
bïugt begeeft/ en fijn flteeft neemt naa öe plaats/
öaat fp geneegen 3ijn te gaan / toetö öat boo?
een ftpfonöet goeö booj-teeïten ban tjaac geïjou*
öen.
üï£ men berber^ fijn gebagten toil ïaaten gaan/
obet öe 5eeöen öefet ©oïfteren en öe mantere/ en
getooonteng? öet Molukfe Alphoereefen, fal men
öebinöen / öatfe niet beet ban öen anöete 31311 bet*
fcplenöe.
®efe onnofeïe en naaftte menfcïjen/ befltten toaat*
lp nog al reöeltjfte rpöommen ƒ toegen$ ’t gouö
en anöete ftoopmanfepap /öte In ïjaar lanö ballen /
foo meöe 3pn ’t ïiefpebberj? ban panöelen / öetopl
öat fp Ijaac baat op foeften bequaam te maften/
eöog bp geöjeft ban erbarentpepö/ ftan men ebentoeï
paar fcljatten boo? eenbeufeltng beftoomen;’t gee=
neöan öat fp boben alle anöete toaaten agten/
3pn tooöe Agaat-fieenen / tlngen / al^ ooft alöet=
panöe ftotalenen ftoopete armringen / ölenenöe In
pïaafê ban jutoeeïen tot pet b?outoelQft cletaaö ;
al^meeöe ompaare ftinöeren op tefcpiftfeen; toaat
ban fp feet beel toetft£ maaften.
3jn öeefe boo?noemöe Negery bïeeben top s ba-
gen / om alle| met meetöet naauto-fteutigfjepö
te onöetfoeften / 3fjnöe öen Honing ooft geneegen/
om een bafligpepö op te toetpen/ een$-öeelg om
öe $epet-Negeryen teöcftften/ al£ ooft / om öat
öeöugttoa^ boeg öe geöugte ftomfie öet Portugee-
fen upt Maccauw, toeröenöeöe Pagger op eenpoeft
ïanö£ gefielö/ öaatflgöe ribtettnttoeen betöeeïö.
H»e pepet-öo?pen/öie öaar omheen laagen /3Ön
öefe/ namentlöft: Compay, Borangbahan , en öe
Moranpijouw, öaat top alle pebben aangetoeefi/
en öe feïbe opgenoomen / ^
^n-miööeï^ berttoftften top ban pier naat Na-
garra, en ban öaat naat een gtoote Negery , Ko-
minting genaamt/ op toelfte plaats feeftet fepat-
tlng op öle ftofl gefielö ft* / moetenbe alle naat öe
See-flranö bettteftftenöebaattupgen öaat eetflbet*
tollen; foo meöe / neemen öe panöelaat^ ban ge*
melte toaat/öaat punne aanloop-pïaat^/ en fom*
: ' ' v ^y$Hï
: ■ -
!$H ' '■ ;rz : : ' %% . p\
’ ï ' , ” “ V •*.
é
. i, is. „ - v . f.; 1
■ : ■ . ■ /
■ ■ ■ ■ '■ ï
^ . - V
• ■
■ ' -
,
■ .
■ ■ - - ■ . $v- „• i -
. ■ ■ ,
-•
■ •. ' ! '
.
fel
... : % ! :
: ■■ ' ' : .v . ■’ . ^ .... f r
^ fefe; ' fe i ■ ■: ' •feVri'V^
. ' '
■ '■ " ,,v : ' «I f
. ■' - :■ ■■ - .■
...
■••.■■■ rVp-'i' . ... ki J;
■■■■■! - ..:■ ■ ■ p. 1
■■ ■ : .... V; . ■
: * - . ■ .. m
i . : -
I § % ItóM '
I.' ’ .«bLï i 'r hit £
: ■ .s- '
;':■■■■ . ■ ■ ;. ' ;
' ■ ' ' - - ■ - : ■ . ^ .... .
!ms
. I
Jacob de Roy. 6 1
Uiige / bie ftaat ooft ter neder gefet ftebben / om
met ben oegft ban bat geblaf ftunne boojdeel te
foefien : ïjiec tet pïaatfe toerden ongemeen en in
obetbloeb ban De bellende bij» Gabos gehangen/ cabos, een
be toelfte gedioogtbooj bie gantfe land-ftreeft in me* Vis gevan-
nigte gefonben en ooft mei naar andere plaatfen bet* se“-
boert merb.
ï|iet bleef bén Stoning een lange tijb met fijn
geljeeïe ï|of / ondertuffen liet bien 3©o?ft al ftet ge*
feftut / bat gereed/ en ongereed toa$/ naar bobeit
en ftettoaarb^ aan boeren / becmit^ bat ift baar
een foojt ban een 3®atec-ftafleel liet op-ftellen ; wat«-Ka>
3fjnbe ben boobem ban bat gebouto ban fmaate fteei ge-
biftfte boomen (bat ö»tjbet£ maren) gemaaftt / en maakt>
aan ben anberen booj ftout en pfëre nageld geftegt/
en tot bepïfgftepd met ftegte Rottangs gebonden /
beftaïben bat maatendec nog een ftapeï ban een
ftalbe babem ftoog/ met Bamboefen tuffen gemel*
te fmaare ftouten gelegt / om te listen / 3ftnbe regt
bierftant en 12 roeden in fijn omtreft / be punten
baar onbet geteeftent/ mant baar maaien bet 4
ftuftsf op gemelde geboum opgetoojpen / latende
op 2 boeten ban malftanberen groote ftuftften ftou*
ten opregten / be melfte ftunne baftigftepd in bie
boeginge ban be onberfte boomen ftadden/ onge*
baat 4 boeten ban ’t buptenfte boojb / liet ift ban
binnen nog een rp / dietgelijfte ftouten op fetten/en
baar mede footoel baubupten/af^ban binnen mee
Rottangs blegten / en be lege fpatie tuffen be Be-
paggeringe altemaal met Rottangs ober lang foo
geperft / aï£ ftet immer, é ftonbe/ inde plaat£ ban
aarde op-bulien/ pijnde brijberg 1 5- boeten ftoog/ ban
ben bodem af tot be folbering toa£ een rupmte
ban 12 boeten/ en 3 boet ftoog ftad ift genoomen
boor een bojft-meering / maar agter 200 ftoppen
met mu^quetterp ftonben buur gëeben/ en onder
maren ió ftuftften Stanen op ftaat iSam-paarben /
mater-paO gefield.
<©it 3©ater-gebouto toa£ foo fterft / bat ift feïf£ vaMghcyd
een ftuft metaïe üanon ban 8 pond ftogel/ melen*™1 dit s<
be beftoojlijft met fcfterp geïaaden jijnbe/ baar op bou'v<
ftcb
Öz Reys-Beschryvïng YAM,
peb gefcpooten / maat ftonöe pet beo? öe felbe niet be*
fcpaaÖigen/toeïj|er£ gfbeeltfeï niet ogöienPig geagt
pebbe / piet neebenj* tot U Hoog Edele te boegen.
$i)a forg SSefojgöe nog öaar-en-boben / öat ’et een partp
voor ooi- aojfog^-geteeöfcpap in geteefpepö tuierö gébtagt/
letdlhap tc toeeten fttupö /panö-gtanaatèn / buut- en flinft-
potten.
3jn-miööel$ öat ift in öie oeffening bepg toa$/
namen top fomtopïen öentpt oofteené toaat/ om
on$ te betmaaften / naamentltjft met öe jagt/ en
fomtopïen ooft met biffen / ten opfïgte öat ’et toiïö
genoeg te fteftoomen / en öat infgeïpftg- öe ribiet
feer b$-rijfttoa£.
#nöeib®en öat bit alïe$ naat toenfep boïtoopt
tóag» / maaftten top on£ gereeö / om onfe Voyagiete
vertrekken, pecpojöeteii / bertreftftenöe ban met een gebolg
ban 70 of 80 Jlstftep-Praauwtjes naat Aiy ,en boe*
ten eetfi naat Nahara , en ban baat op Manka
en Bianka, en ban biet naat Komenting, tot öat
föo boojt# te Banna Wantenga aanquaamen / ban
sonawa toaat 3 öagen baat aan op Bonawa Aflam ge*
Affam. taaftten / in toeïfte plaats ben Gouverneur bet bo*
ben-ïanöen ban Aiy af tot pier/ en öe$ fconing$
Tommegon rggouö-mpn ’t geftieö peeft / toeröenöe Tommegong
vemeui d“r Gufty genaamt / 3pnöcbetöet$ eèn fcptanbetPaaG
Goud-mij- ftanöig man / be toelfte öoo^fpnberftant met onge*
«en. meené groote fepatten pg tipt be£ ïtoning^ jBp*
nen peeft toeeten te berrpften / toèefenbe trót ftragt
ban pjn ampt alle jaaren betpïigt / fijn Meefters
geregtigheyd van de Mijnen te haaien, al^toannect
men ligt ftan Öenften / bat pp flg feïfê niet en bergeet/
toeefenöe baat-en-ftoben beboegt om öe fepatting/
öieöeonöetöanen aan paat jaarlpï$ fcpulöig 3pn/
. op te paaien / öetpalben aan ben §&|im* foobaanig
Des feifs een teeftening ban pjn betoinb geeft/ aï$ pet pent
roagt. feïfg goeb btmftt / toaat inne mpn eéf-agten$ niet
toelftan agtetpaalö toeröen / ten opfïgte / niet bat
niemand onöetpaan derft/ binnen öe paaien ban
pin gebied / of be jBpnen te gaan/ fonöer baat
toe Pin berfof berftreegen te pebben / beel minbet
eenige ftoopmanfepapmet öe %attö faaten te plee*
gen» lüaat
) A C O B D E R O Y. <5j
f&aat öoo?bien bat ben Sioning upt nicuteé-gie*
tfgtjepö öe geïeegenöïjepö feïbet ban fijne JBijnen
geneegen toa$ te befcïjouteen / teietö fjp boo? bit
jaai* in öe ïtaatt gebeebèn / fig naat uptterlQbe
fcöjjn teünöet betgenoegttoonenöe/dat fijniviajefteyr sün ge-
des félfs Gouverneur met fijn tegenwoordigheyd had- veyn(ïh!p®
de gelieven te vereeren , 051$ betöet$ feet peètïijft den' Ko«
ontöaaïenöe/en op 6e begeerte ban fijn iBajeflept/ «ing.
fooöaanig een berantteóo?öing boenöe / teegenë öe
itoningfijie jnftomfie/ bat öien aangaanöe betge*
noegtlnöw.
ïStonneet öefaaben / fjiet Öoben gerneït / bertigt
teaaren / begaaben big on$ / ban anöcre baat- Gaan ver-
tupgen / en friffe bolberat berfien söböe/ teeöet der op rey».
op öe tepfe / paffeerenöe öooi betfcfjepöe Ne-
geryen , aïj* Plajouw Jaly , Tenga Cotiel , Pa-
rack, enöe betöet# tot aan öe uptetfle Negery ban
’##toninbg nip/ genaamt Jathoe , euöe aangè*
pen ton niet berber^ te toatet bonöen bomen /tofs**»
ben top genooöfaaftt / aan ïanö te flappen / enöe
betöetflonfe optogt te betboïgen / teeröenbe ib /en
öen geittelteTommegong geO?öonneett/naar ’t ge*
bergte te gaan, toat öen Stolling aanbeïangb/ toonöe De tuy .
fig geneegen / tet gebagte pïaatfe re betbïfjben/ten nuu’tg*
rpnbe om «enige ouöe gtaaben te gaan befsgrigen/
offetïjanbe te boen / en fijn <©ob$-öiehfi te pïeegen / 8
3©epaïben affepp ban ben §p?in$ genomen Begeeft %
ijtöbenöe/ begaf ift mpmet booifcij/eebe T omme- op weg.
gong, mijn ïept^man en omtrent öe 70 petfoonen
ftei'ïi/ op öe teeg; toetöenöe nebenf öen T ommegong
en 3 anöete boojnaame bööbeïutgen in hang-mat*
ten geöjaagen.
$aat ’t betloopban 9 etmaaïen / quamentopin Komt in
een reöeïijbe groote Negery , geïeegen aan öe boet / of srooté
In ’t fjangen ban een berg/ baat eentibietafbomt Nesery*
fltöörnenöe / toelbe fig in beeïöerïep aaöertje£ bet*
fpyept / geöagte berg $ tamelijk groot/ pog en lang/
niitfgabeï^ aan betfcifjepöe anöete gepegt/ öogöefe
tf be fjoogfieban aïïc ö’anöere /en {jeefteenroob-ag- aoode a«-
%e aatöe/beteelbeöibtoiï^ ban öegouö-fmit^ tot de in eert
fpt bonkaren ban ’t göwbteetö ge&pipbty be ribiet bers-
ofte
04 Reys-Beschryving van
ofte boater-looflng ftomt omtrent 4 fjoogteng onbee
een meenigte ban ftep-fteenen feet flerft uptbïoe*
ioopdet pen/ en loopt boeberom ober een blaftfte betgfteen/
iier' 3önbe op eenigen plaats een ftaïf/ en op anbere 1 of
2 boeten biep / en balt ban feerflepl neer /ban beberg
in een poel/ bie Voel 3 baöetn biep i$; ’t geen foa
ïjelbet en Maar $ / bat men op fijn gemaft be
gront fien ftan/ öet boïft gaat in ’t gebagte toatee
tot be ftnpen / en ’t mibbel toe/ met groote blaft*
op wat wij- fte ïjoute fcfjooteM/ boaat mebe fp ftet fanb feftep*
te hetgoudpen/ onber ftet boelftefp ban ïjet goub binben/ in
vonden §e' Mepne ftuftjep / ban be groote fomtoljïen al$ een
K«rd, rgfl-ftojrel / ooft boel ftlepnber enbe groater/ naar
ijet gebalt / tot be ftoaarre ban 1 , 3 of 4 jaa tot 20
Cattys geboigt^ / gelpft alg ift in bie ttjb oog-getup-
ge gebueefl ben / bat ’er een fluit goub binnen bat
ftofielijfttoatergebonbenis? / ban 7 Cattys en y Ban-
Goudde cal fboaarte/ boelfte ftlomp in groote baaatbigïjepb
gedaante bp ben ïüoning geljouben boierb / niet fao feer om be
van een ftoflelijftfjepb ban ’t metaal / aft? boel boojnaameïi jft/
hebben'df” om öat ftetbe gebaanteban een halve-maan ftabbe.
3jft ftebbe baar-en-boben in gemelbe poel ber*
fcljepbefluftften ban uptneemenbe groote ften opbt
gronb leggen / en boomaamentïijft 2 fluftften / boaat
ban mp ben eene anber-ïjaïfen b’ anbere toe! 3 boe*
ten/ en min of meet anber-ljalf boet bleet feljeente
BecfeKi- 3ftn / maat ftotibebe biftte niet onberfefjepben/bee-
vier feer mits? batfe in ’t fanbgebolben buaren/en met geen*
goud-njk. berftanbe bp-ljebbenbe bolft ftonbe betoeegen/ tot
ftet upt-fjaalen berfeïber/ aangeften batfjetboatet
foo ftout afti p# I fton ober fulfts? ftlaarïijft be*
grijpen /bat ’er een groote fcljat in bat boatermoefi
fcljuplen / ’t geen mp aan be aanftenelijftfie beeb
Voor-ftel booj-flellen/ die poel door uytgrayinge af te tappen,
des Scliïij- feggenbe / dat ’t wel wat arbeyd foude kollen , maar
vets. egter doenlijk was ; alg1 boanneer fanbet ongemaft
alles? baar upt foube ftonnen ligten / maar bat booï*
(iel beftaagbe ijaac geenfint^/ om bat bielupaart^
be moepte ontfaagen/ bat eerlijft hoerft bp berftanb
te neemen / en foo ftomt ftet / bat fp bp geb?eft
ban arbepb te boen/ felf# niet enboeeten /boat boo?
ftofie*
J A C O B DE R O Y. 6f
ftofïelgftljeeben / bat fp in ïjaat Eanb bcfltten / en
niet meet ban ïjunne föpftbómmen ftomen te ge*
nieten / alg ’t geen bat be ï|oogïanbetg ftun bomen
te ftoop beulen,
<©efe bomrne enbe bpgeïoobigemenfcften 3ogten W“v«-
mp tops te maften; Dat in die twee groote ltuk- vo[ks ontrent
ken een byfonder geheymeniffè ftak , bCtmitgbOO|* dit Goud.
gebenbe ; dat den eene de V ader en d’ander de
Moeder van al ’t Goud was , dat fy bequamen,
feggenbe met een / Vuel uptbtuftftehjft ; dat fy
haar felfs niet fouden durven vermeeten, het felve
aanteraaken, veel minder om’fer uyt te haaien;
ftaat met een ooft betfcïjoonenbe; dat het geenor-
dre van den Koning was. ï^aat OtUlOfelftepb ïjiet
upt genoegfaam afmeetenbe / begon ift’et naat te
ïupfïeren ;gclijft alg of ift ban ftaat obetfttetb Voag /
feggenbe ; nu wel te konnenbefeffen dat fy geen on¬
gelijk hadden. <©m nu infgelijftg ’t onbetfoeften £e R-ovt*-
Voat’et in befe2Setg mogtfcftuilen / ging ift in mijn
eenfaamftepb befeïbe obet-al befïgtigen / foo bette Berg.
alg ift bet met fatfoen boen ftonbe/Vuaat naat ift
betfeftepbe ftuplen liet gtaaben en ooft eenige on*
betfogt ftebbe / be baclfte reetg te boojen booj be
3jnïanberg gemaaftt bjaaren / maat upt fp (jet
onfunbet 45oub ftaalen en boaffent betberg in be
töibiet; in gemeïbe ftuplen bonb ift fomtopïenftee*
le goebe en gtoote 'Sfibetg / betmitg bat met fteticoudryke
beftulp ban 200 ftoppen binnen ben tpb ban 3 5 ba* Adas-
gen 81 Cattys fupber <0oub baat upt ftebben ge*
fjaalb / en ’tfelbe aan ben Honing opnnjnbjebet*
ftomfte geleberb / ’t geene Ijem vuonbet Voel bebieï/
te meet; om bat fijmiBajefiept met be Vuaatftepb
betupgbe ; Dat hy in den tyd van 10 Jaaren loo
veel aan waardy uyt fijn Mynen niet gehad en had-,
de. ’t ^gVuaat/ bat bie ï|eet bet nog meet beeft/
maat befefïeefttintftftbom bobenaïle b’anbeteupt.
ï|iet upt ftonnen UE. Hoog Edel. een obetfTag voorfkidcs
maaften biat boo?tgangen bat Honingje in ’t Saar 5£l\7vci?.aan
soube ftonnen maften / ingebalïe bat ftp troutoe pyMaatfchaE"
SSebeïftebbeten ftabbe / bie fijn belang gelpftt ’tbe* ‘
ftocgbe fogten te beftettigen / en baat bp een Vuen*
*>eR°y> E nig*
66 Reys-Bëschryving van
nigje benni# gabben ban ’t25erg-toerben.
#mtrent s bagen repfeng gier ban baan/leeft
Gebergte van wen een anbet Gebergte baat een gtoote me*
cryftai, nigte Crpflal te binben $ / en bp geïegentïjepö ooft
tod feïjoone diamant- fïeenen / ‘eie befe eenboubige
menfdjen niet toeeten ban gebagte gïa$ ’t onbet*
fcïjepben / betruit^ bat maat og b’upttetïgftegïang
ban foo een fieeit bomen agt te geeben. Jktlfte
bierbaare <lutoeeïen ban men fomtogien boo? een
betreft gelub boo? een feet geringe ptg^bebocmen;
upt befe 2Serg loogt een Hibier/ toaac ban al 1 jet
fanb / aï$ men get og be gronb ftet leggen /<ÜSoub
fegpnb te toeefen; maar uptgegaalb fijnbe / toerb
ïtet nier meet aïf tofagtlg en gïinfletenbe bebon*
ben; men binb gier oob Hoger / iCin en fïfer.
• Haar bat bit alle$ foobanig onberfogt / ogge*
noomen/ en bebonben gabbe/ beerben top toebet*
om te rug/ baar ib bp fgn jBajeflept in’tbpson*
bet Wet alle omftanblggeeben berflag ban allef/bat
ibgegen en onberbonben gabbe/beebe;toetbenbe bg*
fonber minndgft ontfangen ; met aanbagt geboogV
mitggaöer^ ober m#n getroutoiggepb ten goog*
fien gegreefen / en togber£ toefegginge gebaan ;
Dat my die Vorft ’t aanftaande Jaar in d’andere
MoujJ’uit , wederom naar fijne Mynen met meerder
volks en van alle werktuygen foude beforgen , dien
ik maar eenigfints dagt tot bet bereyken van mijn
oogmerk dienüig te weefen , mp baar-en-bOObeil
beloobenbe; met een volkoomen magt tevoorfien
om alles naar mijn goetv inden te bellieren , zonder
met yemand ’t minfte te doen te hebben , als met
hem alleen. ^n$gdöl$ mp og fgn Honinbïtjft
tooojb / ertbe met ganbtafïing toefeggenbe ; Dat
mijn trouw en yver edelmoedig en na behooren
vergolden foude werden.
Begeerte van SP gab toaarlöb tod moogen toenfegen / bat
deköy. ib naar foo bede firibbdingen og een %anb onc*
moet te Ijebben/ooft een^een toepnfgje gdub gab*
be moogen aantreffen. jBaat toat fgn bog men*
fcgen raabfïagen en b'oo?mwen$ / boo? bien bat
fp booj <$obe| ötmafgeureigbe booifïeniggepb be*
gaalb
Rivier van
veifcheyde
Metalen.
Doed van al¬
les verflag aan
den Koning.
Belofte des
Konings aan
hem®
J A C O B D E R O Y. 6j
paalö fpn/en alïempn meefïe geöagten bnarenom
öe buaterloffmg ban geöagte Jpo el in ’t boerft te
fieljfen 3&en Jtoning boa£ onöettuffcpenftefïg om _ s
aïïe Negeryen te öefigtigen/ öe boeïfte panöel met Hf
Peper öreeben ; in^gelpft^ ooft ftelufï om öe plan* d s *
tagie$ öer ^jnbooonöer^ te befcpOEboen / öie top
öan in meenigte Pebonöen / en ^aarlpft^ nog
meer aangroepen / en top tegenbooo?öig in flaat
3pu / om een goeö getal Coyanges upt te leebe*
ren; pOUÖenöe pefcee Coyang loco Garitangs,
peöet Gantang Op ai Catty Chinees ; toelfte ftö?=
rel ooft Öp Öe Gantang of Coyang bOO? GOÜÖ of
Spaanfche Realen berftogt/ en tegen^ alöetftans
öe foo?ten ban Hpntoaaten/ felecöen/Amphioen,
&oitt/ ifti$/ ICjupn / Eooft / ^upftet enTam-
merinde berruilö boerö /en öat op berrenafoo öuur
niet aft? op Bantham en Palimbang , en öaar ftoo*
men ^aarïöft^ 7, 8, tot. 12, foo Chineefe , Siamfe ,
Jphooreefe Jonken , ban tEffCpen 2 a 300 ïaflen
groot/ paaeïaöingfoefteu/ öiefe ooft öeftoomen ?
peöftenöe Öie bau MagcauvK öe Chineefèn öe boeg
pier na toe geboeefen / öie meefï alle ^aaren met reper-fchee-
4 of s &cfteepen paar laöing ban ffieper ftoomen Penalle Ïaaï
paaien; geïpft aï| ftp mpn tpö ’t laatfle Slaar 3koonKi5de‘
ftloefte ^cfteepen gesien / en een geïpft getal Chi-
neefen öaar beenoomen peö/ öe toelfte gefament*
Ipft puntte ïaöinge öeqnamen / upfgefopetö öe 4 ^
öe toelfte met omtrent een palbe laöing feer fcftam
öeïpft moeflen bertreftften / om öe naboïgenöe tt*
öenen :
,,<®efen öobem boa^ 6eboo?en$ een Hollands v«haaivas
« Jflupt-fcpip getoeefï / ban ontrent öe 300 lafien e£ï\f™l0™a
„groot/ en topöer$ in Maccauw tot een %eft-öootd«sdan, b»-
„bertimmerö/ mitigaöer^ tot öen <©ojïog uptge=nyer.
„ruft/ gemonteerö met 20 Gotelingen en noftop*
„pen fïetft öetnanö / toaar onber 10 a 12 Manfte
,> l’ortugecfcn toaten / en tot 23e‘oeïpeöber eenett
„Emariacl de Roosje aattgefJelö /fpnöe een Italiaan
„ban geboomte / tocfenöe öoo? öe Vice-Roy ban
„ Goa tot ïtapitepn Moor , of «©pper-öebeïfteftïiÊr
>,ban Banyer genomineerö/ toant pet balö ligter
E z „pemauö
68 ReYS-BeSCHR YVING VAN
« pemanb öefit ban een Hanb te geeben / afó ïjetti
« mlbbelen te betfcfiaffen om {tg baat ban meefiet
« te {tonnen maarten. b’Ctbatentöepb leerbe öie
« man / bat fe op Banyer boepnig ontfag boo? ’t
„Brevet, of.Commiffie balt 'Geil Goaasfe V ice-Roy
„fiabben ; fjebbenbe bobenbien boïftoomen bol*
>, tnagt om over alle de ontmoetende en koomen-
« de Portugtefe Scheepen enVaartuygen als Chef te
« gebieden; lupbetl fijll Inftrudie ofLaftbriefnietal*
« leen om die van Banyer vyandelyk aan te tarten,
« maar ook om daar een vafte voet op ’t land fien
« tc krygen , en foo doende wraak van de moor-
„derycn, hoon, ende fchaade te nemen , de wel-
« ke de Portugeifm door die Natie geleeden hadden.
«3©aat ban ben fngeöeelbe ïtapitepb Moor een
« fmetteïrjrt geboeïen ban gefiab fiabbe.
Jen°SDLnsn «’t3feje$ maat bat’ec jfjatw te booten / teb)e=>
Schip van Ba- «ten in 89 ban Batavia een Spaans ^cfitp betteort*
tav«. „ rten baa| / be tueïrte op be Manilhas ’t fiupö ïjoo?*
«ben; fyrtbc ban Maiacca fiettaaatb^ geftebenb/
«om te fien of jfjp een labingj^epet fonbe bonnen
«öemagtigen; ’tmeïft be Portugeefenbememenbe/
«troftrtenfp be Spanjaard te gemoet/ ïjem betbet^
«op ïjun epgen pontje betïnebenbe booven tekoo-
« men , onbet toefegginge / naat bat fp baat toe
„ booj een miïb ptefent ban ben Kartiliaan maten
»» betuoogen / hem de lading van haar Peper over te
„willen doen , geïijrt fp ooft tot fiaat mctrtertjft
„boojbeeï beeben ; maat mebe bien man naar fijn
„ boo?genoomen plaats betttoft. iBöatonbettuf*
«felfjen be gelegentfiepb afgefien ïjertbenbe / en op
LuftvandÊn ^ietgelpe rtoopfianbel beïufi fijnbe / quamïjet
Seperhan- «31aat baat aan mat bcoeget al| be Portugeefen,
del. >> betfoeftenbe meteen aanfienlijft «tBefcfienft aan ben
« ïtonjnrt enbe fëp^-^tooten gebaan ficübenbe /
«betlof om fijn rtoopöanbeltebrpben/ ’tgeenjjem
„ten eetfien mterb ingelntlligb ; befiaanbefijn baat*
„btge betaaïinge obet geleberbe maaten in goebe
„Spaanfe Realen, maat In beefe menfcïjeneenbp*
„3onbet öefiaagen jfjabben.
„<©e Portugeeien met 3a4gt00te/ en bitboo?*
noem®
■JacobdeRoy. óp
„noembe 5plupt-J>cï)ip geïtoomen fijnte /m ben J°°p"«üy"
„ Spanjaard in^gelppë met boojfcpjeebe 2Sobem ren tegen
„ en een Chaioup binbenbe/en betnoomen pebben= denspan-
„ be/bat pp be$epetmet ftlepne partpen Pan 7 of 8 iaard-
„Gantangs opdoft/ boaat en tegen be Portugee-
„fen noopt niet te breebe bjaaten/ of moeflen ia
„ Gantangs te gel» pe&öen ; begonben be Seignoors
„punne gebjooneïppe gtoot^pepb retoonen/ en
- ben Spanjaard fijne Pooppanbel te betbieben / en
„bat meet i$! fijn f&epet labing af te bojberen /
„ baat ben anbete aïë regent regt en teeben fpnbe/
,* geen fïn in pabbe / en be Portugeefen baat en te?
‘ gen be magt / bie fp in panben pabben / toiïlen^
„be geötuiften/ en |tg onteebelpp getoonb ïjebben?
„ be / öegonben baat-en-öooben gemeld re pleegen/
„ niet alleen deö ïftoning# ï|aben openöaatlp tè^"f^e,d‘
fcljenben / maat quanten be Poegel# ban pttn ë
„ ftanon tot in be Negery , en boo? be$ ïioning^
$alep£ peen bliegen / niet tegengaande bat pp
„julï$ liet betbieben / namen 00b be bjeetïoofe
„ Chaioup ban ben Spaanfe üapitein boeg/ en maalt*
„ten be ^epet/toaat meebe bie geladen Vua£/ tot
‘ een goebe ptp£ / en ftaaften betboïgen^ ’t©aat=
„tupg in ben btanb. <©en Stoning befe <0odloofe
„feptelpftpeben op fyn epgen Stroom aanftende/ waarover de
„ qttam in be poogde becbolgeiKpepb tegen£ bie Konmg feer
„betmetele en laatdunkende jl^atiè. upt tebatfïen /veibols«>“.
ordonneerde baatotn een Maccaflaarie f^rinj$/al*
baat bekend / onbet be naam ban Pangerang,Desfdfsb€
„ Aria CaiTomba , fig met geweer en Ammonitie vej. e s
„te voorben, en met lbo veel volken Vaartuygen,
„als immers moogelijk.en by der hand was , hem
„ ten eerden op ’t water te begeeven , om niet al¬
leen den verongelykten Spanjaard by te fpringen,
„ maar ook de belhamels met geweld als vyanden
„ aan te tallen , en foo ’t hen moogelijk was, ge-
3, famentlijk te verdelgen.
„3 ©elft regtmatig bebeï ook met een uptnee? wordwei
„mende kloekmoedigpepd gepoojsaamd boietb / uytgevoerd.
„Voant bien btaben iPtapitepn met een aantal ban
„100 ©aattupgen toaat in betpï 1000 Poppen
E 3 „ban
70 ReYS-BeSCHRYVING VAN
„ban g’Staninjjg toöBfeétèrn ing^fcïj^ j>t toka^en / ftg
„ ten fpoebigfïe op be fitoom begeébenbe / tapen
EenFoftu- »*«* SuïPen Öappètpepb *teetfte Jkpipaan bat
gces schip » ban be Fort u geeft a Panöe beteppen / bat pp
veiovcid, m ’tPo?t raeefïet ban toiecö / en betbolgenp
„alle öe baat-op baatenöe boo? be Pïing ïietfppn*
„gen.
„ 5£>it bettfaagöe öe Portugeefen niet toepnig /
„hiaat en tegen öe moet ban öe Maccafiaren ge*
„ bjeïöig begon aan te groepen / ftilPjS bat fp in
i>öie pebigpepb boojtbaatenbe een geïuPe <©ö$ög£
„ ftanp op öe 2 anöete Pleplie |bepeepp-PMenhan
„ paait bpanöen VPaagben /VoelPe fiouteonbetnee*
„niing pun alfoo Voel quam te geïuPPen aï£ öe
3. eetfïe / pabben fp bp paate manmoeöigpepb ’t
„belepö gepaö om met boo?fcp?eeben 3 SÖöbenpS
„paai* booiDeeïig te pïaatfen öp ’t geoöte $cpip/
„en fcputgebaat met pem te potiben / öe Portu-
„ geefen fouben piet een geboeïige neep gepaö peb*
„öen/alpoèVoeï bat fp egtet biet mfêgeberföbjiet*
„ ben.
prie schepen .^e ? ^>cpeepje£ oI£ gefegi betobetö en met
‘ veroverd „bolP befet fpnbe / betfVoaPte pet getal bec ïttp*
door de in- niet te min beffóoten fp boen gefament*
i3i n’ „ lijp/ het groot Schip alfoo wel te enteren als fy
„ d’anderen gedaan hadden. • - y
„t©og bie ©?in$ Voiect pier geVoaae/ bat’er bp*
„meet in een sd5ebeï-pebbet toetbberepfiaïplBan-
„ moeöigpepb / Voant be fiere Maccaüaren naac bat
„fp’t buut ban be in nooö fpnbe ©opuö^fen /
„ uptgeflaan pabben / en betbolgenp aan boojö
„ gePomeh toefenbe / biel pet obetPïlmmen plee
„foo gemaPPeïpP niet '0$ bp be anbere / en foo
Groote ne-i>atë be befppnget^ boenbe Voaaten om op te
detlaagder „Plattteten/ foo Vuietben fp ban be op punboo?*
indiaanen. J5 beelleggenbe Portugeefen , met alberpanbe <©o?*
„logp geVueet betnieïb/ fonbec bat puntte ©pan*
„ be bp naar Ponben te ften Ptpgen / baat fp in
„tegenbeeï bloot in paar ©aattupgen ’t getoeïö
„ban punnei* ©panben fepiet-geVueec/ ^>tinP en
„©uut-potten/ en pet bierpen bet $|anb granaten
„moef*
J A C O B D E R O Y. 7ï
„moefien uutfraan : bp toelfte Ijeete ontmoeting
„ bet niet boepnige ban be Maccaiïaaren quanten
„ te fneubeïen / bje^ïjaïben ban genoobfaaftf / om
„ een aftreft te foeften; ’tgeenïjaatfoo buut quant
„te ftaan al$ ïjet abotbeeten / toant be Portugee-
„ fen öebienben ftg ban ’t boojbeeltjunnerïftanou j Diede
„bebielfte met geploot gelaben frjnbe / bet nietv,ustmoeft«a
„ boepnig matfteben ; fp namen ftaten toebïugt neemen‘
„ aan boojb ban be berobetbe ^cïjeepen met b?p
„ bed betffcooping / in rnibben^ bat ’t Capitaaï
„ Jfogtip be trompen ban fijn gefeftut op befeïbe
„gefïelb tjeftbenbe / ïjaat ’t buurfoo naat aan be
„boeten gefet toierb / bat’et niet een fïg op ben
„ obetïoop bojfi bertoonen / of ftp toietbt ten eet*
„fïen booj een Ifageïöup ban $Bt$ftet-ftogd£ ge*
„ïigt.
„<6n boa? bien bat |et ftenftaat i£ bat be Mac- Aarddet
„caffaaren binnig in gaat aanballen fön / ïjeeft MaccaffaKn"
b’etbatentfjiepb geïeett/ bat fp baar en tegen
„ btaftftet tegenfianb binbenbe geen fianb ftouben ;
„ ’t bïeeft ïftet ooft eentgfïM# / beemitë batfe beb?ie
„bermeefterbe Jldjeepen ten pjoop ban ftaateBp*
„ anben Voebeeom betïieten / en ftg met ftunne
„0aattapgen een toepnigje öüpten ’t berepft ban
„jf)un ïtanon ftegaben / ’t geen be ïjoopdoofePor-
, tugeefen een btepnigie aabem beebe fcïjeppen ; Scheid“
,, beftomenbe baat boo? gdegentfjepb om befïtoom vd™imkm‘
„ ftületjeö af te bfijben / en in be gtoote iSsbiet te
„ getaaften / baat fp ban om ftoee Önfonbere ree*
,,ben anfterben/ aï$ een^beel^ om fjunne geïeben
„fdjaabe te IjetfMen / atö ooft ten anbeten / om
„ ïjunne Hanb^lieben / betoelfte een feftet^ban een
„ Logie op Cay o Tangan opgetegt tjabben / af te
„baagten: €bog te hergeeft / bermit£ bat fp al
„ op ijet nogenbïift ban ’t eerfte treffen gemaffa*
„eteett tomaten: bu$ ftteeg ben boo?noembe Spaanfe
;,ïtapitepn genoegfaam togaaft/ obet&et aanïjem sSaadvoi.
„ aangebaane ongelyft, daan,
<©m ban bit boojgetoenbe ongeïtfft te bj?eeften/
bdictb befe de Roosje, al£ gefegt gefonben / ofan*
bet| met Gredentialen , (geloofs -brieven) boo?
E 4 föti
Tot wat
eynde de
Roosje ge-
fonden was.
Vader
foekt fyn
foon in fyn *s
neefs plaats te
Hellen.
Onderling
verbond tuf
fende Portu-
geefen en de
Oom van den
Voxft.
Reeden-
voering van
den Vorft tee«
gen deRoy.
72, Reys-Beschryving van
fijn fBr. boojnoemt / betfïen om be oube betbin*
teniffen biebetom te bttnieubitn / bebielfte geffoo-
ten biaaren met ben ïtontng ; ten tgben / bat ben
E. van Mecheien met een Compagnieschip ïjiee
biaö. ^efe regeetenbe ©o?fi Vuap boen onbei* fijn
Oomë ©oogbp / öeluelfte een foon pabbe / ge¬
il aam t Goeftiadin na Cafumba, be blCÏfte Ï)P ttag-
tebe tot be Ctoon te betïjeffen / ’t geenbefep?ftré
foo b?a niet geblaat bitetb/ of begon ftg tegen bat
boojnemen te ftanten / te meet / om bat teetj*
ftj'ne monbfge ^Baaten berepftt habbe / en om met
meetbet gemaft befe fbiatfghepb te boben te ftoo*
men / betfogt hP gemeïbe van Mecheien tot bp-
fïanb / bic ftern befelbe ontfepbe / inmibbeng bat
biet tijb be Portugeefen met ftaate ^cfteepeu baat
tet teebe ïeggenbe/ tegen^ftjn ©ombefelbetehulp
betfogt / bebielfte haat bpfonbete belang baat iit
fïenbe / hem befelbe feet gaarne accoibeetbe / ne*
menbe baat bp be gelegentftepb om een betbonb
tot hunne booibeel op te tegten ; beftelfenbe/ Dat
; fy een vryen handel van Peper fouden moogen
hebben , en voor 12 Gantangs , niet meer als een
Ryksdaalder fouden betalen, als mede dat het de
portugeefen foude vryftaan 3logie£ daar ‘t haar
foude goedvinden vaft te Hellen.
©an bielfte booj-regten fp bjebelijft genot geïjab
habben/ maat ftonbe bie ©ojfl ooft boel metften/
bat jfttt een feet bebjiegeltjfte natie bia£ / bebielfte
’tniet fcfteelbe/ of fp onnofel bloebbetgooten/ aï£
fpbet maat ïjaat epgen belangen in faagen. Want
betbolgbe bie p?injj fijne reeben / voorleden Jaar
hebben fy ’t met mi)n Broeder den Pange rang An-
nom benevens genoemde Aria Cajumba geüerkt
met eenige van mijne Raaden (bien ift baat Obet
upt ’t Btanö gebannen hebben ) het indier voegen
foodanig weten te befteeken , dat fy een Schip den
Koning van Stam toebehoorende , mitsgaders nog
een van de Kuil: Cbormandel koomende , afgeloo-
pen en de daar op varende gefamentlijk vermoord
hadden , tot welken heyloofe daad de Portugeefen
hun niet alleen aangemoedigt, maar daar kruyt en
Jacob de Roy. 73
loot toe verfchaft hadden, en over fulks tot fijn
onfchult by andere Vorften befaamd was , voor
een Prins , die fulke grouwel-daaden liet pleegen. .
©iet befcbafte mp ben kernei een bpfonbete totOjaToor^
booibeeïige geïegentbepb / om mijn ©abetïanb deelnam,
een bpfonbete öienfi te bónnen toebrengen / maat
boo? mp met bie boop flatteetbe / bat foo toam
neet b’C. Compagnie ’t boortoetp bat ift genegen
toaé boor te gaan quam te ombelfen/ ift aïö ban
bupten etlanging ban mijn patbon nog baat en bo=
ben ban baat naat betbienlïe foube Voerben beloont.
SIft gebrupftte biet ban be fttagtigfie rebenen bie
mp naat be maate ban mijn ftenmffe ben ï|emel
babbe betïeenb om be honing te betoeegen / bat
bp be bul» ban b’€. Compagnie aanbaatben
foube/ en^at bianneet bP bie op fgnbanb babbe/
feftetïijft ontfaccbelgft en beflanb boor alle fijne
openbóate ©panben en &cbön-brienben foube fijn /
en bot bette ift baat inne fp geborbett ióU Hoog.
Ed. upt ben inboub ban mijn eetfte jBifftbe naat
Batavia gefcb?eeben ten obetbloebe beftent: bekniet
te min om UE. Hoog. Ed. be memorie te betbet*
fcben/ niet onbienfiig geoorbeelb bebbe befelbebiet
te laten inbloepen.
BATAVIA.
Aan D.Hoo Ed. Manhaft e wel Wyfc Voorjtenige
Heeren M'. WILLEM VAN OUTS-
HOORN , Gouverneur Generaal , en aan
de verdere Heeren Raden van rt Nederlants
India.
Hoog.Ed . wel IVyfe Voorfienige Heeren.
Brief van
MTN HEEREN \ deRoyaan
den Generaal
en Raden van
r^Edert mijn laafte fchrijvens hebbe alle devoir Indien'
aangewent, om defeKoning aan te moedigen,
Es fy-
74 ReYS-BeSC HR YV ING VAN
fyne Afgezanten aan UE Hoog. Edel. met Brie¬
ven af te vaardigen , ’t welk ook foo verre hebbe
gebragt , dat ’t Vaartuyg Zeylvaardig geleegen
heeft , dog door groote gifte van de Chineefen aan
de Ryks-Kaaden, den Koning weeder omgefet,
dog’t Vaartuyg voortgefonden , met den Chinees ,
Anacoda Janghmg genaamd lijnde, een Inwoonder
van Batavia, die aangenoomen heeft, om deinlaa-
dinge van Peper dte voor een Schenkagie foude
verutrekt hebben, Kruyt, Loot en Amonitie van
Oorlog, fteels-wyfe van Batavia aan den Koning al¬
hier te leveren, fijnde’tgeen den Koning van UE.
Hoog. Edel. beneevens tot Befchuts-Heer foude
verfogt hebben. Het foude nu een gewende faake
fijn , dat ’t felve Vaartuijg fynde een Ganting ge-
monteert met BalTen , bemand met Cmheefen zn&z
Javanen toebehoorende den Koning, door UE, Hoog .
Edel. mogte werden betrapt , ende als dan den Ko¬
ning met goet Kruijt,voornament'iijk een deel fijn
Kruyt, ook goet fyn Laken, geforteerde kleeden,
onder anderen groote Patellen , een half dozyn ge-
meene Houwers , v orders het geen by UE. Hoog. Edel
wel wyfe oordeel , goet gcagt lal werden. De waar-
dye van voorfz. Peper ’t Pi kol, werd hier ingekogt
voor 2 zRd .Spaans, met een ander Anacoda voorf.
Vaartuyg onbefchadigt te rug gefonden, ’t welk den
Koning tot dit goet werk grooteiyks foude ani-
meeren, de Chineefen leugenagtig maaken die de
Comp : by den Koning grooteiyks in myn tegen¬
woordigheid niet ontfienteblameeren ; ’t welk den
Koning wankelbarig maakt.Degerugtenloopen al¬
hier, den bekende Pange rang , Aria Cajfumba by
UE. Hoog. Edele, op Batavia foude fyn , om onder¬
hand op hetverfoek van de Maccafdarfe Koning van
UE Hoog. Edel. teegens Banyer verfogt is , ’t fy door
fchryvens aan my , ofte door andere praktyk v erlierkt
werden, door welke middel, occafie foude hebben
om ’t werk voort te fetten ,terwyl den Koning en
’t geheele ryk daar. voor bevreeft is. Sal hier meede
afbreeken , de taake aan UE Hoog. Edel. wel-wylè
oordeel en in Protexrie van den Almogende Godt,
J AC O B DE R O Y. 7f
en my in UE. Hoog, Edele, goede gratie bevedende
op ’t fpoedigfte antwoord verwagten , verblyve
inmiddens ( ondetftond ) Hoog Ed. Manhafte , wel
Wyfe en fier Voofjienige Heer en, UÊ, Hoog Ed, Die -•
naar, was geteekend Jacobde Roy,
MACCASSER.
Aen d'E. Manhafte Wyfè Voorf enige Heer %
FRANCOYS PRINS, PRESIDENT op
MACGASSER, ende verdere Raaden aldaar .
Erntfefte Manhafte Genereufe Heeren.
MYN HE EREN.
Ik hebbe niet onnodig geagt UE. by deefe omftan- Brief vaa
dig te Schryven , wat de reeden fijn geweert , de Roy aan
die my op dusdanige manier van Batavia te bege- £r?nc°ys
ven , vermids UE. nog de gantfe Wcereld myn demopMac-
verongelykinge niet onbekend fijn , en om verde- caflèr.
re Proceduren, en quaade driften, hoon en fmaat
te ontgaan , die mijn dreigende waaren , ende alle
Satisfactie geweygerd wierd , waar door tot rnifi-
moedigheyd ben gebragt, dat ik mijn van Batavia
hebbe moeten begeeven, dog tot geen ander inten¬
tie als van meening fijnde Atchin te bereyken en van
daar met d’een of d’ander Natie naar Europa tege-
raaken , om aldaar myn goet regt ende Satisfactie
te foeken , dog het fchynt , dat het den Almogende
niet belieft heeft, maar op Banyer te fenden om
d’E. Compagnie nog meerder dienft te doen als
van mijn verwagtende waaren .• fal dan in ’t kort
feggen , dat ik mijn naar veele gedaane moeyte
alhier by defe Koning foo ver in gratie hebbe inge¬
drongen , dat hy genegen is , om met d'E. Com¬
pagnie te contra&eeren , ende fijn Land op mijn
aanrading voor d'E. Compagnie open te ftellen ,
tot welken eynde van hier brieven en Afgefanten
paar Batavia dam te vertrekken : Ik hebbe groote
- moey-
yS &e ys-Beschryving van
moey te gehad, om defe wankelbarige Menfchen,
hier toe te brengen, terwijl de Portugeefen , ende
Chineefen tot partyders hebben, die den Koning’t fel-
ve ontraaden,ook door giften en gaven eenige van de
groote op haar hand hebben , en ’t felfde my door ar¬
moede ontbreekt , waar door by den Koning en Prin-
fen alhier is goet gevondeneerftelijk eenbefending
naar Maccafler, aan den Koning aldaar, om tefoe-
ken, defelve neder te'ftellen, ende den Pangerang,
AriaAdi CaJJumba gegn onderftand te doen, gelijk
de gerugten loopen , door haar ftaat te gefchteden ,
die ook reeds aan Poullehus met 8 vaartuygen ge-
arriveert is, ende foo baar dit quam te gelukken ,
fouden de faaken van d'E. Compagnie grootelijks
veragteren, dog hebben den Koning hier toe ge-
bragt om ÜE. Ed, defe benevens te fenden op dat
UEe door dit middel van alles fult kenniffe heb¬
ben, het foude nu een gewenfte faake fijn , dat
die Koning by UE. hier toegebragt kunde wer¬
den, defe Afgefanten met weynig gehoor y enfon-
der verrigting van faaken, wederom te rug gefon-
den werden , waar door occafie foude vinden , om
d*E. Compagnie £oodan]gePagger s , envaftigheden
ïn fijn befetting te laaten neemen als tegenwoordig
door mijn ftaat gemaakt te werden , ook gewen¬
fte Condities bedingen , waarom foo defe occajiever-
fuymd werd , na mijn flegte oordeel dyE, Compagnie
tot groote fchaade , ende intrefte in de Peper-han-
del ftaat te gefchieden, ende d?E> Compagnie veel
meerder fpook foude konnen maaken , als ooyt
B antham gedaan heeft. Den Koophandel neemd
fterk aan, van hier word een groote lengte Peper
vervoert , voorleeden Jaar fijn van hier vertrok-
drie Scheepen , en vier Jonken , behalven veel an¬
dere mindere Vaartuygen a|le geladen met Peper;
en de aanplantinge gefchied nog fterk ; ook hebbe
ik de Erf-Prins van Succadana , genoemt Pange -
rang Marjta Ingerat , volkomentlijk aan mijn ge¬
trokken, die met d'E. Compagnie foodanige Con¬
ditie wil aangaan , als haar Hoog . Ed. believen ful-
len, onder defe voorwaarde dat haar E* hem
J A C O B DE R O Y. 77
fullen believen tegens lijn halve Broeder behulp-
faam tc fijn, die hem van de Kroon en Ryk foe-
ken tcfrujlfoeren , het welk , met feer kleyne moeyte
en kollen kan gefchieden ; terwyl lijn Broeders
Magt en Tegenpartij der s niet boven de 1000 kop¬
pen llerk lijn: defe brieven liaan mede bedektelijk
onder geleyde en fupplicatie afgevaardigt te wer¬
den , op hoope dat haar Hoog. Ed. defe ende mijne
voorige dienften in confideratie fal gelieven te nee-
men , ende mijn van mijne begaane fouten , te
pardoneeren , ende ten rninfte eenige faiisfaólie doen
erlangen , van alle mijn geleede fchade , pyn*
fmert , hoon , en fmaad die my foo onregtvaardig
aangedaan is , waar toe verfoeke ook om U E*
goede voorfchryvens , fal hier mede door gebrek
van tijd, en pampier afbreeken , ende de geheele
faake aan UJE. wyfe oordeel laten : twyfele niet
ofte des Compagnies intreften, fullen door UE* be-
hertigt werden , en beveele UE* in de protextie
van den Almogenden ende blyve Ed.Manhafte (on-
derllont ) UB. Ed . Ferpligten Dienaar ( was gete-
kent} Jacob de Roy, (ter lijde (lont ) op Banyer
MaJJing. Den 7 Maart 1694.
BATAVIA-
Aan fijn Hoog . Ed . WILLEM VAN OUTS-
HOORN, Gouverneur Generaal , en aan
d' Ed. Heer en Raaden van ’t Nederlands
India.
Ed. Manhafte ivelw\fe en feer
Voorfiemge lieer en.
MYN HE EREN.
IK hebbe met verfcheyden Chineefen , beftaande ®licf van <k
in drie fluks Mijfiven , UE.Hoog.Ed. den
ftand alhier op Banyer MaJJing , geadvifeert , niet Raden vje
wetende of UE. Ed. defelye behaadigt lijn of lodiën.
J>8 ReYS-BeS CHR YVING VAN
niet , vermits nooyt de minfte letter tot antwoord
bekomen hebbe, ’t w e l k my in t wijffel heeft ge-
bragt, niet wetende, of mijn fchryvens is aange-
noomen ofte in kleyo-ègtóög van cmfidewtie by
U Hoog. Ed . is geweeft ofte by manquemenb van
pon betklling ; dat dit begohne werk ten dienfte
der Compagnie veragtert heeft , ende dat mijn vo¬
rige fchry vers geen vervolg genoomen heeft , van
Afgefanten van den Koning ; deefe reede is defe,
heftaande in verfcheyde emfideratien : Ik fal dan
in ’t kort feggen, dat den Koning volkoomen ge-
neegenis, en niet anders en wenfte,ofte het hadde
fijn voortgang moogen hebben , de Afgefante,Brie-
ven , en Schenkagien, fijn al gereet geweeft , ende
op ’t embarqueeren met den Chinees , Anna Codda
Jangh Congh genoemt , benevens twee fluks van des
Konings Manderyns vmt des Konings vaartuyg hier
ioe yèrkooren waaren , fijnde’t vaartuyg, datreets
door voorfchreven Chinees op Batavia is gebragt,
de Peper , en andere Goederen aldaar in buskruyt
en waaren verhandelt heeft , die tot fchenkagie
■gedejlineert waren ; ondertuflehen hebben de Chi-
neefen by des Konings Broeder , en des Konings
Soon , en andere Grooten , ja felfs met de Afge-
fanten hebben weeten te befteeken , dat alles tot
niet geloopen is .• men maakte den Koning wys
dat de Mouffon verloopen was , dat ’t vaartuyg de
reys niet foude krygen en namen fy Chineefen aan,
waar van ’t hooft is een getornde Chinees , die
voor defen van Batavia naar Bantham ,, en van
daar herwaarts geloopen is , den Koning foo veel
Buskruyt en Ammonitie van Oorlog fteelswyfe van
Batavia te doen erlangen , als hy Koning begee-
rende was, en dat fy Chineefen mans genoeg waa¬
ren om den Koning by te ftaan , met geld ende
volk , de Maccafaaren en Portugeefen uyt fijn Land
te houden ; ftellende den Koning voor des E Com¬
pagnie vöorfchreven regering op j ava, Dit gedoente
heeft een groote Murmmatie onder de grooten ge¬
bragt , dat des Konings Broeder tegens hem op-
ftond , des Konings foon vergeeven en geftorven .
J A C O B DE R O Y. 7J>
dog hebben den Koning dit voorgeeven alles uyt
fijn hooft gepraat , foo dat den Koning volkoomen,
als nog met mijn Conftant blijft* Dog vind niet
geraatlaam, Afgefantèn te (enden , terwyl defe
tweedragt als nog volhard , dit foude nu een ge¬
wende faak, en by den Konink aangenaam fijn
dat haar Hoog, Edele, geliefde een welbemand Schip'
met i a z fneedige Oorlogs-vaartuygen, herwaarts
te feilden, met eenige Militie, om foodanige Pag~
ger ofte Vaftigheit in poffejjie te neemen, als by
mijn door ordre van den Koning volmaakt , en
leedig blyft liaan , wagtende alleen uwer E * Ed*
befending onder pretext van negotie ,de Vaart uygen
van mijn vrienden gefonden te fijn. Dit werk Kart.
niet anders gefchieden , terwijl defe regeeringe be-*
ftaat in vier differente regeringen den Koning regeert*
en heeft fijn befonder e Manderyen , de tweede hè**
liaan en fijn befondere , de derde des Konings
Broeder , de vierde is den Pangérang ^ Marte Ingerat
befonder, dat den eenen wil, wil den andereniet*
elk foekt Mr. te lijn, waar door d’eene voor d’an-
dere niets durft pnderneemen , alles is confuys , die
’t meeft geeft > heeft ’t grootfte regt , en gehoor*
alle defe Regeerders alhier' fijn met geit , en ge-
meenlyk met kleetjes te bekoopen, waar toe dat
merite pretendeert : tot dit werk is anders niet van
nooden , als wat mooye Chitfen en gefchilderde
Kleeden , foo foude fulks fonder fout en perykel *
ofte de minfte tegenlland Van ymand konnen vot-
bragt worden, ook i of 200 man, 6 of 8 Hukken
Kanon van kaliber 8 of ïzffi met al lijn toebe-
hooren en verder Ammonitie van Oorlog tot defe
befettinge 4 a yoo fluks planken , tot beddinge als
anders , een goede Conftapel , Spykers , geforteert ,
Fiótaüe. voor de befettinge: Ed, Heer en gelieft niet
in defe naarlatig te fijn, by aldien d'E. Compagnie de
Portugeefe voorkoomen wil, die ’t met begin defer
Wc lier Moaffön aankoomende fonder fout, onder-
rieemen en volbrengen fullen, want 5t is een Land
fonder Ordre en Commmde , een yegelijk volgt
fijn hooft, doet en laat wat hy wil , de Knegt is
foo
8o Re ys-Beschr yving van
lbo veel als de Meefter, lbo dat wanneer den Ko»
ning, ofte de andere yets wil onderneemen, ’t fy
tot welftand , ofte nadeel van ’t ryk , foo hebben
fy wel twee maanden werk , eer dat hy'ioo man
by malkandercn kan brengen; ik hebbe nu 1 1 maan¬
den by den Koning geweeft , ’t geheele ryk door
gereylt, tot inde Goud en Gefteente Mijnen , die
rijk fijn , en van onweetende befeeten worden ;
’t Land is van alles wel voorfien , Peper , en
andere negotie in overvloed , alle Rivieren Rijk
van ftof-Goud , beeftiaal , en vy vers in overvloed
en geldgierig, waar door fy de Peper-plantafie fterk
voortfettcn, ende weynig ryft planten, en wanneer
dat daar geen vaartuygen van Java koomen in den
tijd van a a 3 maanden met levens-middelen, (want
alles moet van daar komen,) dan werd hier de ryft
tegens Peper ingelijke maate verhandelt, 8 a ïo
Ajuyns en Look , voor een Ganting Peper, voor-
namentlijk ’t fout, de flegtc Javaanfe. witte kleede-
ren, die op Java voor ya 6 ftuyvers ingek ogt- wer¬
den , gelden hier altijd 4, y en 6 Gantings Peper , de
gefchilderde 8, 10, 1 2, 16 en tot ay en 30 Ganting ,
de Kuft-en Bengaalfe kleeden werden alhier van
Johoor gebragt , tot Awanfa in Peper verhandeld ,
edog een Land vol mijerabele luye en arme Men-
fchen, de Koning ende Princen fijnfelfs foo arm,
en foo geldgierig, dat men haar wel 6 dagen rey-
fens ver foude doen koomen, omeendofijnRyks-
daalders te ontfangen , foo dat’er weynig fwarig-
heyd is , met een half f 'tcnl goede amphioen , en z a
3 corsies mooye kuft-kleeden , kan ik al de grooten
op mijn fijde trekken, en geheel Banyer koopen.
Vanbeleyd en couragie komen fy by geen Javaanen
in confideraüe , fy ejlimceren de Javaanen boven haar
in verftand en couragie , en werden by haar voor J
Mandarym in de regeeringe aangenoomen. Sal dit j
overtreeden , en alleenig U E. Hoog. Ed. in ’t kort j
feggen, dat den Koning alleen verfoekt, op het j
fpoedigfte uwer befending , dog foo bedektelijk
als ’t mogelijk is , want voor de voorengenoem-
4e bevreeft fijude, en fal lig niet verder openba¬
ren l'
Jacob de R o y. 8i
rèn voor en al eer hy met des E . Compagnie be-
fendinge onderftut fal fijn, als wanneer hy de Roer¬
vinken by de kop fal vatten , en naar verdiende
ftraffen. Den Prins van Succadana is met Waante
den Kapiteyn der Maleyers fijn Soon , die alhier
met een vaartuyg bemand met io koppen aangeko¬
men is, welke voorfchreeven Prins veel heeft wys
gemaakt, en van fijn Vader wegen, die hem met
volk en Ammonitie, verders van alles fal voorfien,
en behulpfaam fijn , dat hy aan de Kroon komt,
ende dat hy Prins des E . Compagnie hulpe niet
moefte foeken , dat de Hollanders altemaal bedrie¬
gers , fchelmen , en Heydenfe honden waaren ,
maar fijn Vader, dat was een opregt man, wiens
aanfien en magt verre de Hollafiders te boven ging;
op Batavia dat de E * Compagnie alleen door hem
moefte beftaan, fonder dat, al lang va n Batavia m
de geheele kult van Java weggejaagt foude fijn
ge weeft , ende hadde Kapiteyn Jonker fijn Vader
niet verraden daar foude niet een Hollander meer
te vinden fijn: veel meer frivoole en belachelijke
difcönrjfen heeft ,hy met den felve Prins gehouden,
die my alles al lagchende bekent maakte, , en als
nog verfoektom^-E* Hoog. Ed> adfiftentie, onder
belofte als by mijn voorgaande fchryvens gemeld
mer byvoeginge de geheele Diamant-Mynen aan
d\ £. Compagnie over te leveren , heeft my ook
fijn geheele intentie bekent gemaakt, is van hier
vertrokken naar een plaatfe dat Borneo genoemt
werd, ten infigtede quaderegeeringe alhier, ende
om ondertufifchen met lijn jongde Broeder genaamd
Banger ang Bourbaya , die van Succadana daar wa¬
ren gevlugt , en om fig met een fterk te maa-
ken , de onderfaaten van Succadana , ende om¬
leggende plaatfen naar fig te trekken, hy foude
wel gewild hebben , dat ik met hem vertrokken
hadde, dog terwyl fulks van den Koning alhier
geweygert, ook geen middel fie om van hier met
foet fatfoen te konnen geraaken vermits my den
honing by fig is houdende , waar door veel aan-
ftoot lyde , lbo door fijne Papen , Vrouwen en
de Roy* F Kin-
Sl ReITS-BeSCÏÏR YVINÖ VAItf
Kinderen, en door hem felfs wegens ’t geloof,
hebben my in ?t eerfte onder groote belofte en
prefentaüen ; ook onder dreigementen aangeweeft,
dog hebbe tot nog toe den Koning door Godes
genade omgefet , mits 'voorgehouden , fulks niet
te beginnen veel min tollereeren dat fulks gedaan
wierd , by aldien hy geen Vyand in plaatfe van
vriend d9E, Compagnie wilde fijn , al mijn armoede }
honger en kommer, koude én hitte , die ik alhier
door gebrek kome te lijden , valt mijn foo fwaar
niet, als ditquade voorneemen van defe vervloekte
Ménfchén en Duyvels-dienaarên , die my, ende
mijne by hebbende , door dit middel foeken tot
haare voorneémens te dwingen, waar toe de Chv *
neefen al veel quaats -ftookten: daar werd nieteene
ge vonden, die d’E+CoMpagwe toegedaan is, veel min
yets vertrouwt mag werden , ik kanjer niet eert
Vinden of bekomen , die een Brief voör mijn mede
neemen wil , of moet verfekeren , dat ik aan
drE> Compagnie niet en fchrijve , en door groote
belofte bedriegen ; den brenger defês liet in *t eerft
aanfien feer genegen te fijn , cn foo dra ik de brie¬
ven aen hem o vergde vert hadde , bragte hy defeh*
ve by den Koning, en hem aanboodt, defelve te
openen, ende te laaien fien / of daar yèts tot na¬
deel van den Koning ofte ’t Rijk inftönd , want
hy voorgaf fulks wel té konnen doen * terwyl hy
in 9t Portugees letter-kündig was ; dog hy Was in
9t leefen foo wijs als een Os die in een Bijbel kijkt ,
en niet anders uytregce als mijn moeytè veroor-
faakte , defelve wederom toe té fegelen] , fat hier
mede eyndïgen , en wederom U Hoog . Ed< ant-*
Woort tc gcmoet fien , naar haar Hoog Ed< in de
frotexiiev an den almogende beveelende ; en mijn
ïn V Hoog. verdrukte Dienaar , in haar Hoog. Ed.
goede gratie , verblijve inmiddens (onderftont) Hoog^
Ed . Agtb* wel wyfe en feer voor/iemge Heeren , 'U
Hoog * Èd . Onderdanige Dienaar ( was geteekent )
JAGOBde ROY (ter fydeftont) Hamer Majfing f
den ió May 16940
I A C O B BE R.OY. 8$
ben afgefneeben bjaab ban on$ toebetba* Desckyver
ten foegenbe aan ben anbeten te ftnoopen / moét *“«£<*
ift feggen bat foo afê top in eeniggepb tTamenha^ÜJDvet'
ban bié faaft teben-ftabeïben ƒ bat’ec een %f$e*
fant quant/ toeïfce on$ be ftomfte ban befe boot*
fcï)?eeben gebepn^be bjienben quanten öeftent ma=
ben / toanneet ben ïtoning nip fepbe „nu $ öet?^r%e
jitpö 25|oebet/ bat top een epnbe ban on£ be^tX?dea
j, tnaaft en fpéeïgaan neemen / en geööen on£ Koning en
„gefamentlgft met een aanfteneïgfte magt naat^*0?-
„öeneeben begeeben / op bat top in fïaat fijn
„ moogen bie bebjiegeïpe bjtenben naat betbien*
,, fle te ontfangen / bermit$ bat ift niet fonbet re*
„benen bebugt ben / bat fp onö een anbet tgb*
„betb?pf fullen betfegaffen t toaat op bie JBaje*
„fïepteit bienbe/ bat feftetïp met een ongemeen
„ beilangen öegeetig toa£ / bat fp ’t fpel / bat fp
„ meenben te fpeeïen maat in ’t toeeft fïeïbe en bat ift
3iin ’t bptoeefen ban fijn |Bajefiept foobanig een
„fpel met gaat aanbangen foube/ a$ fp met alle
„gaat ïtfïige fïreeften niet een£ fouben berbagt
„fgn/ en toaat in ift ooft niet en ttogffeïbe offgn
„Hèajefïeptj/ foube baaj een bpfonbet genoegen
„in fcgeppen / inbiengp maat op fgn goebe toa£
„ batfe gem met goebe tooojben niet toebet en
^quanten te miftepben / en naat gunne öebgege*
„■ïgfte boojfleïïinge niet ïupfïetbe. ’t <6een gp
met get bjnftften ban mgn ganb etnflig beloofbe/
niet te fullen doen ; toaat op ift bie i>?in$ baat en
tegen op geïgfte togfe mgn tcoutn ten obetbloebe
ftog eeng toefepbe.
Üaat get gouben ban bit bétttoube gefpreft
toietb een aïgemeene otbte aan aïïe be Negerijen Gebod de
ban $’ïfontng$ toeegen afgeftunbigt. Dat yeder KöaiDSS'
een (ig gewapent op den beftemden dag met Vaar-
tuygen fouden hebben te vervoegen , om den Ko¬
ning naar Cati# te brengen.
3Daat op top met gup$ en ïfof ert ’t gemaaftte . .
2fl&atet-if afteel on£ op be repfe öegaben/ ’ttoelft ®‘efib|®P.
alïe$ otbenteïgft quam te gefegieben ’t geen feeftet* y s f
ïgft niet onbetmaftïgft om te ften toa$ foo een
Fa. mee-
84 Reys-Beschryving van
meenigte laan ©aattupgen/ beneeben^ fuïftetoon*
öerlijfte 3©atet-<ö5eboutoen / taant $’Konlng^ ©of
toaj» meebe op fuïfte gtoote blftfte SSoomen getlm*
ntetb aï£ onfe 3?ortre$ / begalben; bat get jupft foo
toeetbaat niet en taa$ / en met bat onbetfcgepb /
bat ïjet brlftlg Konlng$ ©of een baft en onfe ©ef*
ting bet geen en gabbe;get taeebetftomenbleï ong
op bette na foo moepelpft niet aï£ g et geen baa*
ren/ bermlt£ bat top ’tafloopenbe 3©atet tot on$
baat gabben.
Tads te ^et Sttneïöet pïaatfe Tatis geftoomen fïjnbe ƒ
taletben top naat ’t goetbmben ban ben Konlng
getangeett/ altoaat ooft brie Portugeefe Jicgeepen
In be gtoote iSIblec bonben/ foo meebe In befprupt
feeben Jonken, toaar onbet een Chineefe toajS/be
toeïfte ben ütonlng ban Siam In epgenbom toequam/
Wnr, m.. be toeïfte onfe J>cgeep£-magt / met begoojltjfte Sai-
eetfchooten voos ban €etfcgooten bettoelleftombe / baat op top
verwdie- gaat uit on$ toaterftafïeel/met «sKetfcïjootm bebanft*
komt. ten / naat bat ben Konlng In fijn Negery geïanb/
en berboïgen^ In fijn ©of geftoomen toa$/ toaten
roitugeefen be Portugecfen be eetfïen bie gaat bettoonben / etr
'“"‘caty ooft betupgben ; V an den Vice-Roy gclaft te fijn om
ti omna. oude verbinteniffe te vernieuwen. ©ebbeilbe
ban gunne $©eefïer$ toeegen^ ben Vice-Roy boo?*
Slaken nbemb/ een gefcgenft aan ben Korilng op tebraa*
gen / befïaanbe In een reebelpfte fcgoone <ü5oube
Ketting / een bïamanMfóng / al£ meebe een fïeï
<©oube Knoopen / en een lengte ban Maccaufe
J>toffe en anbere rariteiten / maat foo een aanfïe*
neïpft gefcgenft / foube ble %anb aatb toeebetom
feeftetlgft In <©eloof$-agtlng gebben gebragt / etr
infonbetgelt bat booj be gunft bet Kgft^-Haaben
toaaren gefigft/ Ingebaïle bat ift gaat oogmetft
niet gefiablg gebtoar^-boomb gabbe/ toant tftfag
toeï / bat gj boo? get beftoomen ban beteetlngen
’teenemaal naat be Portugeefe ftantgeïben/’tgeen
ftj Portugeefe» mogeïgft ooft tori metftftenbe/ bon*
dcR*vw öm Op’tïaatfi raabfaam / mijnook aan te (beken,
hn» tïjde te ten epnbe tat ftj boo? mgn bermoogenbpben fto*
kiygei). nlng fouben ttagten tebetoerften / Dat die Meffieurs
tot
Jacob de R o y. . 8f
tot hunne, doelwit mogten komen: geïpftfiiïft^ ïjrt
affcfttift ban ftaat Miffiveaan inp gefcöteebenna-
bec ftomt te bedelfen.
*1)611 z8 May van Tatis 1694,
T^Taar groetenifïè van den Capteyn Moor en van de
Pater, en de hy heeft hooren (eggen devoorlee- Kapiteyn aan
den maal als gy oy Tatis geweeft fijt, dat UE* een de ieoy,
BriefF van den Goningh gebragt, en dat dePrince,
die opgehouden heeft , en daarom myn Heer de
Roy 5 myn Heere den Capteyn Moor aan UE, dat
fy foude believen de geneegentheyt hebben van by
honing te gaan ende hem laten weeten , dat den
Prince van Tatis hier den Capteyn Moor , hondert
affronten doet, ende hy verdreygt het Schip van den
Capteyn Moor te laten branden, en andere dingen,
veele meer ende den Capteyn Moor en kent niet meer
als een Coning voor een Broeder, en den Capteyn
Moor, bid aan UE. dat gy foude believen met de
Maccajfaren by den Coning te gaan , ende alle de-
fe dingen te kennen te geven ende mijn Heer den
Capteyn Moor , bit den Coningh dat hy foudebelie»
yen, met den eerften aff te komen, om den Capi-
teyn Moor te fpreeken , want daar leyt feer veele
den Coning aan geleegen, groetenis van den Cap¬
teyn Moor , ende mijn fchryven ende UE ootmoe¬
dige Dienaar ( was getek^nt ) Emanuel de Roija
Grats 9
3©aat na be Siammers ooft Ut geï)oo?geebhi0 Gehoor- go
toegeiaaten loietben / brengenbe bit naboïgenöe
<d5efcï)entt/ naamentlp ; een <d5oube Pniang-bak, "iammers-
tnetfgn toebeïjoojen / en een <©oo£ ban giïbee/
nebeng ttoee gelpe 3©atet-ï$oppen. ©e Ghi- ££?<***«
neefe quanten raeebe ©ïigtpleegtngen aan ben
boen / toaac bp niet betgeeten toietben / be
faaften bu^baanig gefcïjaapen ftjnbe / boegben ïjaar
be töp;t:-<ü5tooten ten eerften aan be Pomigeefen
ïtapitepn/ beboelfte fp <0oube beugen beloofben / taden. y
F 3 . ter
86 Reys-Beschry ving van
ree faafte bat fp moogeïp faagen / bat pp tjet
befte öemfbbeïb loaé ban alle apbete / om een
<©upfenb üSpltgbaaïberë 4 of 5- op leberantfe ban
pepte te moogen genieten ; ’tgeen ooft gefeïjtebe/
maar be tijb ban ïeberantie beefteeeben fijnbe/ en
geen Peper ferggenbe / foo bonben be Portugee-
fen een intbbel upt/ om aan öaae bofboening te ;
ftoomen / en baar fp bupten alfen tbaijffel nieteenj*
pp ïoaaven*
3©ant op feeftee bag / ba'c’ee een partpe 3^of=
bebienben^ / beneebenl een 2Sïoebberbaant ban
ben <ö5onbetneur ban Tatis, ( be baeffte fjetn toef
ïjet meefte in be iweeg baa$/) aan fcvojb baaaren/
al£ fjebiaenbe feeftee ftfepn gebeelte ban Peper ge*
öePottugee-(eeberb/ en foo aï£ beefe peeeen meenben te ber*
èengtooten treftfteni/ foo baierben fp gefaamentïp in Jaebaaa*
tn bewaring, ring genoomen / en baar-en-booben in een fjoute
tronït / be baeffte pp tot bien epnbe ïjab faaten
maaften/ ingefïooten.
3B>it beroojfaaftte geen Mepne opeoee en ontftel*
ten$ onbee be gemoebecen/ en bebaijl menanbec^
niet boen ïtonbe/foo baierben 2$oobfcï)apper£ obec
en baeeber gefonben / om be gehangene ïo£ te brö-
gen -, bog ben anbere egtec ïjieïb ïjet baae-en-tegen
Eyfchdet bjeberom op fijn <H5efb; baant een ban be tbaee
ïonugeefen. pegeeeben be Portugeefen / peper / of <©eïb.
^en ïtoning / be baeffte ban bat «Belb-ontfan*
gen geen ftenniffe ïjebbenbe / fonb pemanb ban
. . , , ftjnentbaeegen naar boo?b / om de losiating van
KoninS ** ^ne Valfalen te verfoeken , maar be bitfe ant*
Ê ' booojben bie be Portugeefen aan ben afgefonben
toegraaubaben / en ift bie tjaar ooft niet beef goebsS
gunbe/ baa£ öequaam genoeg/ om ben ïtoning
in b’&oogfte graab te bettoojnen ; bae^fjaïbenmet
fijn apröefiierber en befbere fïaab^perfoonen ging
Raads-be- ptraabjïaagen / om fig in ’t geheel van de Portui
poHuafèfen^^ te omflaan ; ’t geen geboegïijft op befe baijfe
genoomen, foube Bonnen geïuMtm/ boo?eerft; Dat men met
de Portugeefen foude accordeeren, en daar nevens
aan te bieden een huys te moogen huuren of koo*
pen , alwaar den Koopman van den Kapiteyn fou¬
de
Jacob deRoy. 87
de kontien blijven woonen , om daar fijn koop¬
handel te konnen doen , met uytlandfe Koopluy-
den, op dat’er in ’ttoekootnende geen diergelijke
misbruyken mogtcn werden begaan , en als dat
dan foodanig volbragt was , fouden eenige Vaar-
tuygen met Peper foo aan haar woonplaats, als
?t Schip wérden gebragt , en in ’t Peper ineeten ,
foude men , foo in ’t'Schip als in ’t huys van de
Pofyvg&fm, .een begin van ’t moorden maakenop
het. eerde roepen van Amoc.
Wt ïupben/ be toelke neben$ rnp eenige onber*
Pinbing pebben ban öefe Indifche ©olkeren / fulïen “Sr
met mp bekennen/ bat fe fcpjanbec inpaare aamiwreaanfla-
jïaagen fijn ; en irtgebaïïe bat paar be felbe komt sen*
te mislukken/ bat pet Peel meet aan, haat bap?
perpepb ontbreekt/ aï^ aan een goeb oberïeg om
puntte oogmerken te berepken, 35tt befïupt foo#
Danig baffgefièïb fpnbe / toieeb boeberom een af=Gefant
gefonbene naar ’tj§>cpip afgebaarbigb / be VueïkedcnKapiteyn,
upt ben naam Dan ben ïtoning en fpn tfïaab / be*
fen Italiaanfchen ïtapitepn fulke öiïïike boopïaa*
gen quant aan te bieben / btaar op bat bie man
pet nteenbe gebjonnen te peppen, iMjituptgefrpoo*
ten <öelb / kreeg pp ban toeberom op 6 of 700
Upjcbaaïber^ / toeïker^ berlie^ pent bagte niet te
Pergeïpken ma£ / bp be boo?beelige aanPiebingen
bie pent gebaan toiecben / van aan land te moo-
gen blijven woonen,
3In bier boegen getroffen spnbe / biierben be ge* „
bangen^met alle Peïeeftpepb ontfïaagen / en een “C8'”6
<0ïaa£je ban btienbfcpap gebronken ; men noem*
be maïkanbecen Broeders , en baar raeebe quant
ben ïtapitepn aan lanb om naar een pup$ om te
ften/ gelijk pp ook bien bag / naar bat met ben De Kapïteyra
Jtoning gefp?ooken pabbe / berlof kreeg/ fonber fp«*kt mee
bat bien 3È>o?fi ’t ininfïe ongenoegen liet bipken /deaKowng“
beet minbet Vuat pp pepmeïpk in ben fut pabbe;
in tegenbeel ketuigbe Pp / Dat het hem van herten
leet was , dat het misverffand tuffen den Kapiteyn
en fijn Grooten foo verre gekoomen was; en baar
ttteebe nam Don Manuel fpn affcpepb,
F 4 SP
De Roy waar-
fchouwt den
Portugeefe
Kapkeyn.
Die gelukkig
aan boord
komt»
En vertrekt
met fijn
Schip.
legt fig voor
de Rivier.
De Konïng
neemt voor
hem tever*
dryvep.
88 Reys-Beschryving van
% b baat toen tegentooojbig fijnbe/ en fn bet
baaö oberbtoogen ïjeb&enbe / bat be uptboeringe
ban ben ftapitepn omtrent bie bebtiegefijbe^anb*
aarb niet öupten be Mïibïjepb toaaren ; ten anbe*
te mijn gebagten ïjeïs&enbe ïaaten gaan / op pet
onnootTe €ïj#en bloeb bat’et flonb bergooten te
too?öen / bonb ib mp ban Conffentie toeegen bet*
pligt/ bien man / boen ïjp fijn affcïjepö in be tee*
gentuoojbigïjepb be$ ïltoning^ quam nemen / in
’t pligt-pleegen ïjem fïiïletje^ te feggen/dat hy met
de fijnen niet aan land löude koomen, vermits het
om fijn leeven en Schip te doen was , dewijl dat
alles het geene dat hy fóg , of hoorden , niet dan
loutere geveynfiheyd was. 2©ie man DeflOjf Op
bat feggen / en bonbe naaubaeïijic mijn ïjanb \op
ïaaten / foo om fijn banb&aarïjepb te betupgen/
a$ oob Voegen^ be fcïjpb / bie ïjem ober bat ber*
raaber$ boo?neemen bebing ; egter bertrob ïjp ten
fpoebigfïen naat fijn boo?b / en in plaats ban bie*
bet aan lanb te boomen / foo fonb ïjp’et een pat*
tep ïtanon-boogel# / en bat in foo een meenigte/
bat be arme Banyareefén niet en ixnften toaar bat
fp ïjaat bergen fouben/ quanten met ïjoopen b’een
ban ben anberen raabbraagen;ben Honing toierb
bpna onberbuïbig / fienbe bat fijn aanfïag niet al*
ïeen quam te mi^lubben/ maar ftg oobfoo leelgb
in fijn epgen lanb mt^ïjanbelen fag.
Don Emanuel fijn bjraab-lufï genoegfaam ge*
noomen ïjebbenbe/berfeplbe ïjp ban baar be fprupt
upt naar be groote ïïibiee / ban meening fijnbe/
om baar op be Chincefe Jonken te paffen om fijn
berïjaal ( Voegen^ beffelfê geïeebene fcïjaabe/) ban
be feïbe te foeben : upt bien ïjooföen bojfïen tbtee
Jonken , be toeïbe ïjnnne laabing ïjabben / oob be
tegte üStbiec niet uptboomen / maat greepen fjet
boo? be genoembe ^ibaöje üïibier.
30en Honing egtet bon met geen goeb ïjert / fuïb
eenongemabbeïijben 25tturman met goebe oogen
aanften/ bjestuegen oob boornam / ’t bofïe toat ïjet
toiïbe/ ïjem baat ban baan te boen bertcebben;
fijn föaabg-ïjeeten lier op ïjnnne goebbinben ïjoo*
Jacob de Roy. 89
rentJe / buietb’er beflooten om feeïtere foo.it ban
25ranber;S toe te fWlen/ boelltet^ opfïel bpna on£
beboufï 3©ater-ïïafïeel geïijïibojmig boa£ / uptge*
fonberb /bat fe jupft foo beebueetbaar niet enbuaa*
ren. Jbïer gaarne gaben be Anachodas ban be
nog obergebleebene Chineefe Jonken gier toe op ’t
berfoett ban ben Üoning tot ïjet bebojbcren ban
bat bp ïjaar foo geagten ïjeplfaam boetït/betmit£
bat fp baar toe ïjunne penningen en ©erfoonen
Keten gebruptten. ,
ÏBet een aïgemeene fpoeb boiecb’er aan geatbepb/
en in mtnber ban bertien bagen boo? ïtragt ban Eenige brand-
boïït boïtoopb/ en bupber$ met alberïjanbe bram [y0®4
benbe fioffe opgebulb bueefenbe/ in gereetïjepb ge= s
btagt om ïjaar aanflag te boen geluïtïten. ^tjm
be ban gelgb gefdfjaarb / en met een goebe ïjegte
Rotting aan matttanberen bafïgemaabt; be bueï=
ïtefoo lang aïë be tSibier breeb Vaas: / boeefenbe
met meenigte ban ©aartupgen onberfieunb / ora
bie buonber nieubue uptgebonbene 25ranber$ boo?
be Stroom regt te ïjouben ; neemenbe hunne ftoer^ J?tyvendc
regt op ’t ^cïjip aan / en in gebatte bat fp ïjet Rlviei afc
ïjabben ïoeeten te beflieren / ( gelijft fp ongetbwjf=
feïb boel fouben gebaan ïjebben / in gebatten iït
baar niet boo? geboeèfï ïjabbe / ) bat fp met berot*
ting ( öte boei .tboee boet onbec buater boa$ om
boo? ïjet afftappen bebrpb te boeefen / ) tegen$ be
fïeeben$ ban ’t J>cïjip gettoomen ïjabben / foube
fefterlgtt bie branbenbe gebouboen boo? ïjet afloo* crootonge-
penbe boater/foo boel aan balt aïö aanfïuur-boo?b r1"JJ,‘enc va"
ban gemelbe Boodem in botte bïam gegierb jfjeb- *
ben / en menfcïjelgïterboijfe gefp?ooïten/ fouben be
Portugeefen ÖOOJ een ban be tboee Elementen , te
bueeten / 3©atec en ©uur ïjebben moeten fnem
beien.
|Baar bp mijn feïfê oberbooogen ïjebbenbe /bat oradenkin-
ïjet een onberantbooojbelgtte faalt ban mp boo?|evande
<©ob$ regtbaarbig oojbeel foube fijn / in gebatte Roy*
ift beboufï fijnbe/ bat’ er foo beeï €lj?i)ïen bïoeb
foube becgooten boojben / ’tfelbe niet en ïjabbe
gefogt te beletten / inbien anbetfmt# fulfté beïet=
F s ten
!>o Reys-Beschryving VAN
ten ftonbe / ift toa£ in mijn epgen 3po?tte£/ m
Smrd«es Öabbe o?bre ban ben ütoning öeftoomen; „ <©m/
fc „Umnneet ift quant te (ten / bat be btanbenbeBlot?
„ten aan ’tj»cftip bafl btaaten / tnïgelp^ ooft
» oe iStbiet af te faftften /en metmijn üanon baat
„ onbet te fpeeïen.
Hoe van de Sft fonb een ban mijn ©oïft meebe bat een Hol -
Roy nytge- lander bta^/ quan$toij£ om be gemelbe ©ïotteft
voe“* in ben branb tefleeften ; ’t geen ft ij ooft toel quant
te boen/ maat egtet boo? mijn geo?bonneetb / be
föotting af te ftappert / geltjft ftp ’t ooft ten meef=
tenbeeïe boïötagt; fuïft^ bat Voanneet bebïam bet
lnflaft/en be Rotting een ïuepnigje gefpannenfijm
be boo? ’t gieten be felbe in fluftften ötaft ; maat
egtet eet ftet nog foo bette toa# / btaffet niet een
saniweefen Banyarees meet te binben/ geflaaöig toepenbe/ hy
vervaalt voor fchiet , hy fchiet ; foo beeïe bteefe ftêeft bte öloobe
't fchieten, j^atie boo? ’t grof. ftanou. ^e öranbenbe ©lot*
ten inmibbeï^ be Portugecfen boo?bp/ en foo bet*
boïgen^ be ïïibiet uptbtpbenbe/ ’t geen boo? bic
ban ’tyècftip een betmaafteïgft fcftauvofpel moet
geteeeft fijn
peRoy -5B>it foobanig npïuftt fijnbe / fcftoot ift tbjee
fchiet 2 ge- feftoaten ban mijn gefo?tifïceetb #o?ïog-fcftip /
ichutten ios. quanfup^ / om be bïugtenbe ©lot-gaflen toebet-
om öp ben anbetente betfaameien/maat nergens
anbeté toe fireftte aïé ben ïüapitepn ftonbfcftap te
geeben/ batift ftern met mijn 3!Datet4t afteel fou*
be moeten aantallen ; en ’tfcfteen/ batftp ’tbtaat*
lijft ooft foo begreep / ten opfïgte bat ftp fijn au*
pefonu- ftet ïigtenbe/ en betboïgen$ be öibiet upt bteef ;
gecs diyftdebog ebentoeï ban meening fijnbe om Bamerfoo
Rivici iiyt, n|et te pfriaaten / baant ftp ging boo? be j&ibiet ten
anftet leggen/ en naat ’t betloop ban eenige ha¬
gen / nam ftp be Chineefen toaat / en ïiet’et be
pepet uptftaaïen / 300 lang tot bat ftp fijne ïaa-
bing ftabbe ; bog ebentaeï boo?-niet niet/ betmlftE*
bat ftp fe öetaalbe teegen foobanig een ptp^aï^bie
fto?tel baat ftomt te ftoflen.
Übu$ ïoa£ ftet btebetbaten ban bien btaaben
flapitein/ bien ift niet geloof bat ooptmeetbet lufï
faï
J A C O B D E R o y; pi
faï hebben gebab/ om op Banyer te hoornen fpe-
pet baaien. <J0een meet breembe banbeïaar$ op DeRoy
Banyer fynbe/ ïjab ih foo Peel te meet gelegentbepb ^p bïd<»
om met öen Honing te teeben-habelen /• fjjhöe on= deTanderT
fe üetbanöelmg egtet Pan geen anbete fioffe / aï$ natie,
om ben Honing te bebieegen /£’Compagnp$ „ biet*
„baate brlnbfcbap te foehen / toaat boo? ÏJP fee* 1>ryftrdf
„ ftetp fijn Ccoon nog meet foube PePepeti/
„ bjant m gebaïle bat ïjem be Ooftmdifche $Baat= aan.
„fcpappp geïiefbe te befcïjejmen /ïjab ïjp met geen
„anbete fatten tetSBeerelb Pan nooben; öpfton?
„ be een ejcempel nemen aan ben HönlngbanBan-
„tham, en of’ee Poel pemanb foo binnen a$bup*
„ten fijn iftrjh toa£ / Die ïjem bo?fi beïeeblgen/
„ hupten blen fijn jHajeflept / feyde ik , ’t fê lp?
„ met$ pbét genoegfaam behenb / bat be Ed. Gom- ... .
„pagny be Hepfetïbhe Htoon tipt ïjanben Pan ben vooiSen,
„ Hebei Troenoejaja onttuht / en be feïPe op ’t
„boofbbanben tcgeetenbe Soufou Hoenang ban
„Java gefet ïjeeft. i©en Honing ban Jamby fou* .4,
„be ooit ten allen tl)öen moeten behennên / bat pp
„fijn fïaaten en dPtoninbtp aan s’Compagnijs
„ jeegljaftige 3©apen£ betfcljulbigb bia£.
’t4l5een bat bie Honing foobantg aanmoeblgbe/
bat bp ’teenemaal bleef / om b’€b. Compagnp
tot een |khut£-beet aan te neemen/ ’tgeen bP
mp heloofbe en befïooet; toaat op ban een$ mön
hang feboon ftenbe / bat bP een btolphe lupraljab®
ben/ bem ban Poopeïb/ „35at toanneets’Com- r .. 1
„ pagnijs boïh al gehoomen toaatentotfyn bpfïanb leToyLT
„Intoatpïaatg bat fp baat boo?eeefi fpuben be= deniconir.g.
„geeben/ en bat bet ben Heet Gouverneur Gene-
„ raai , en be Heeten Raaden ban Indiën gebaoonte
„ niet en toag/ baat iBeïltle op foo een ïoffe boet
„ eïberg te fenben / maat bellefbe blen ©o?|ï een
„©efllng te ïaaten maahen / en toe te liaan / bat
„ toanneet s’Compagnijs ^olbaaten biet quamen/
„ alg ban baat in ttehhen en befettlng ban foube
„neemen èuïhg aan ïi / Hoog Edel. foiibeftffêP*
„ben/ en met ben eetfien aan ’t opmaahen ban
„gemeïbe ©efilng foube beginnen. <$eïpettoög
pi Re ts-Beschr yving vak
tb ban met ftragtbe ïjanben aan ’ttoerb liet fïaati
en naat betloop ban brie of biet JiBaanben be fel*
Forttesdoor be in bolboomen ftaat ban tegenboeet bragt; en
dcRoy aldaar ïjoe ib baat ober ben geeontramineetb en in ben
gemaakt. ïjaat geraaftt fp ban alle be fiSpM5rooten/ ïjeb ib
U Hoog Edel. genoegfaam met mijn fuecefflbe
fcï)?pben| te bennen gegeeben.
^etïjaïbe om bubbelb berïjaaï te mijben / mp
' in alle eetbiebigïjept aan ben inïjoub bet felbe biet
booten ingeïaft gebraage ; beï£pb£ grooten boften
ban tet bueetelb geen guaab meet ban mijn #et*
foon betftnnen / al£ bat bp ben ütoning betfcljep*
de^lx-Ru-be maaien qnamen feggen / „bat ftj eenigftnt^
den aan den „berboonbetb boaaten bat Ijp ftg foo bette met
Koning. „mijn Jbetfoon betbonb te berttouhoen/ bie men
„nog niet en benbe ; maat boegbe fp baat bp /
„inbien bat ib in mijn gettouluigïjept omtrent pet
„ boelftanb ban ftjn jBajeftept quant te boïljat*
„ ben / toa£ ïjet niet meet aï$ boel / en foo niet
„ boo? ’t gefag bat ib teet£ fjabbe / foo foube ib be*
„ quaam boeefen ’t ütomnbtp en b’onbetbanen ban
„banjet naat mpn epgen boeï-beïieben te betraben
„baatotn Ijabben ftj een mibbel-boeg uptgebonben/
„om upt bietboijffelagtige gebagten te getaaben /
„foo ’t ftjn iBajeftept maat geliefbe toe te ftem*
„men. .
Vraag des honing btaagbe ïjaat ban/ boat fjettoa^/
Konmgs Met baat op ftj ban te bennen gaaben : <©at men mg
°p- . ,è beïjoo|be booste ftaan om mij telaateu befmjben.
antwoord, 3b»t boa£ een boojftel baat ben ïtoning niet beeï
beljaagen in ïjabbe/ een£bee$ om bat ïjtj boel boift
bat ib fulb£ niet boen en foube / en ten anberen
oob/ om bat ïjij obetboeegbe/ fcïjoon ib baat aï
toe foube te bebueegen ftjn/ al£ ban in’tgeïjeel/en
noopt ban d’Ed. Compagnie meet foube bonnen
betttouboen / en bien boïgen^ ftjn boojboetp ban
ïjaate ïjulpe te mogen genieten / te niet foube buee*
fen / bog baat en teegen aanmetbbenbe / bat ïjet
een bittelagtig fDoinct toa$ ( gebet ïjp ftg/ aï£ of
ïjern bit boel bebtel / en nam ooft aan / om mp
met goetïjept baat ban te fpteeben/ gelijb al£ ïjp
JacobdeRoy. P3
Boft feeftetïbft quam te boen / en bat in teegen*
tooorbigftepb ban fijn aanftenelftfte Haabg-lupben/ ve?ne“’s*
en ftem ban gefiabig tegemoet geboetb ftebbenbe/ djngvaade
„ bat ift lieoet bupfent leeben$ (inbien bat ift fe Roy.
„ ftabbe) toilbe betïiefen/ a$ een faaft aan te ban*
„gen/ bie foo feer teegen^ mijn getoeeten fïreeb :
begon ftp baat en teegen mg boo? te ftouben ƒ
„ toat bojbeel ift baat ban foube ftonnen genieten :
foo betupgbe ift baat en teegen / „<©at al fcftoon
„ mij ’t Honinfttijft ban Banjer aangeboobentoiett/
„ egtet ftp mijn befïupt ban niet te boen foube
„bltjben bolfterben/ ’tgeen be Hpft£ gtootenalte*
maal Xueebet tet oojen geftoomen fljnbe / foo ge*
ötupftten fe be §&apen/ aï£ toetfttupgen / om ben
Honing te betoeegen / „<©at ingebalïe niet ge* Ander
„feftiet toaö ; ’tboojtoetp ban ben Honing met Goddeloos
„goetftegt te aanbaatben/ bat fijn IBajefïept mij ;a°n°dèe™
„baat toe (foo ban niet in ’t gefteeï baat na toil*
„ben ïupfïeren) beftoorbe te btoingen/ ftaat met
een bebeelenbe/ „be Honinginne baat ban te fpre*
„ften / bie mij mogeïftftbaat toe foube toeeten tebe*
ptaaten. <*Mpft bie onnofele ©toubJÏupben mp
ooft baat toe gettagt ftebben geftab te obetreeben;
ben Honing ïjieït bat toetft omttent btie jBaan*
ben lang braïenbe aïtfjt ftoop ftebbenbe; bat’eteen
J!>eïjip ban Batavia ftomen foube/maat nog ©aat* DeRoy ;n
tupgen/ nog boïft / nog btieben fttftgenbe/ en ba* &°°le
gelijfté moepeïijft geballen jïjnbe ban fijne ï|oobe* geiltheydo
ïingen/ geboegt bp bie geene/ bie be Pomtgeefe
factie ftielben/ enbe quaabaatbige Chineefen' om*
trent d’E. Compagnie be toeïfte altoo^ mpnbtien-
ben niet en toaaren / berfiimmerbe mijn faaften /
inboegen bat be Honing een geenetaale bergabe*
ting liet beleggen / altoaat ftp met eenparig*
ftept ban ©ojfïen bolmonbig obetfiemb toietb /
„om tuft baat toe te betoeegen / of geboogen ƒ
„bat ift at^ een ongeïoobige foube ban ftant ge*
„maaftt toerben. 3©elft Haab$ bejTupt mp biep
in be nagt boo? een ban be^ Honing^ lieffiebtou*
boen beftent gemaaftt toietb / en liet mft baat nee*
ben$ toeeten / „3bat ftp nu niet langet in (iaat
.. »&$/
P4 R.ElfS-BESCHR YVINë V A fï
denilnt-3' •»**#/• Pan mpn petfoonte Bonnen befetjetmen /
vhi^tèn. » berftalPen geen beetet taab Paift / a$ bat ift mgn
„jfjepïboo? be Plugt foube foeften meteen ftlepn
„Baattupg.
Haat bat bie <©ame paar Pootfcljap gebaan
^ gabbe/ fteetben fij fïg naar mpn geftaaanbe Ptou-
Konhishier /' feggenbe lieve Sufters! nufal ik UE. gefel-
wotbedan- fchap moeten millen , datmij waarlyk leetfalfijn.
ken. 31 ft liet ben ftoning ïjoogïpft Bebanften.
35e£ ^’morgenö baat aan ging ift een ©aattupg
n R . «bopert ban omtrent tPjee Coyangs groot / en baar
koopt een hièebe ging ift naar ben ütoning/of ift nergens Part
Yaamiyg. öepjufl ma $J fjemPerlof Pragenbe/ om baat me*
be naar Aley te gaan/ onbec Pooppenbfel/ Pan
baar eenig <0elb te paaien / bien ift op 't ©eper-ge*
toa£ gegeePen tjabbe / maat op mg ben ïioning
Praagöe / of ift al een praaum tjabbe / ift fepbe Pan
ja / en ftteég ooit Perlof Pan ïjem ; ’tmelft gefetjiebe
sijn antwoord In tegenmoorbigpept Pan brie fijner <ö5tooten;en mp
san den ko- mpbet£ nogmaals gePraagt pebbenbe/ of ilt Pan
niDs. Heligie niet Peranbecen en mtlbe/enPolftomen gefegt
ïjebbenbe/ Pan neen/ ttoft pp fijn fcpoubèren op/
beögftjnbe <©rooten feggenbe berber^ / nu hebt
gy gelegentheyt om hem op ü gemak in ’t Land de
reft te geeven ; mant ift ïjaböe niet gaarne bat liet
Keemt af- °P Banjer gebaan mierb om b’opfpraafi^ païPe /
fcheyd van ’tgeen fïj in$jeïpï$ goetPonben. 31ftnam egterbe
den iconing. geïeegenttjept maaat / om ben Ütoning nog alleen
te fpreeften / en affcljeib Pan ïjem te neemen / bié
maatïtjft mg alle teeltenen Pan genegentïjepb en
Prienbfeliap Petoonbe/ bie men Pan een Biaat ee=
t»ie hem nog Pelmoebige §pin$: foube tonnen PetPaagten / feg=
tedet bemin- genbe/ Broeder gy kunt het foo wat langs de wal
«te. . gaande houden / tot dat gy op ^uccabana fult ge¬
komen fijn, om daar een Vaartuyg op u gemak in
te koopen waar meede gjr 25ataPia wel lult kon-
nen krijgen , en weeft my dan gedagtig ; en ÖeljaL
Pen eenige gefefjenften bien pp mp beebe/ Perfag
pp mp ooft Pan gemeet / mant firupb en loot pats
Ift onbet mijn Bemfnb gepab/eit bienPoïgertjS baar
Pan foo Peet Pooj mgn gepouben aï£ ift oo?beelbe
Pegoobigbtefgn; 1»
| A C O B DE R Ö Y. 9f
§[ït ftan ïjfec ooft niet bergeeten te feggen/
’ec een Europiiian ban mftlt bülft tot be Portugee- |OItugeeren
fen obergegaan toa#/ om baat mebe naar Mac- overgegaan»
eauw te bettreftften. 3ftaat en-tegen toa#’er eenen
Nederlander, ftjnöc bebooien# een Klattoo# ge®
toeefï in s’Compagnys ötenfï / ben Xueïfte op Gaie
tot be Portugeefen toa# obetgeïoopen/ enbé ftiet
öp mijn geftoomen / bat een afgetegten <©upt en
Jkftelmtoa#/ betmit# batftp met ftragten ge- ^°ldrf 00,ier
toelb fïg feïf# aan ben ^atftan fogt obet te gee® Nedeilancltï‘
ben ; mant ftp toilbe fonbet tegenfpjeeften fïg baat
ïaaten befngben / en ging tot bien epnbe berfeftep®
bemaalen öp be Papen , be toelfte pent uptfïeïbeit
tot bat ift toeg foube toeefen. Klaar met beftuïp
ban ben anbere/bragt ift eebentoelfoobeeïtetoeeg
bat ift ftern mebe ftreeg. gjn ftabbe nog brie jon®
ge Bayareeien geftuutb om te roeften. JBp bree® DeP.o7 ver¬
ben ban be ^troont fagje# af/ foo ïang/ tot bat trekt,
top in be regte tïtoiec quanten ; fteböenbe on#
©aattupg een toepnigje ïaaten opöoepen / op bat
tegen# be Zee eenigfint# foube ftonnen boutoen;
baar feftoot toaarftjftgeen tftbbooj on# ober / toant
be ttoutoeïoofe Banjareefen in geboïge ftet öefïupt
genoomen / mijn $erfaon öelangenbe / en bien
ooft op be ftupt bïamben ; fpoepben fïg ten eerfïen yoigd,
om mp na te fetten ; ftaar niet anber#betöeeïben®
be/ of fe fouben mp baar onber be ‘Intooonbêt#
ban be Negeryen toel bruft met mijn ftanbeï te
p ïeegen / binben ; maar ift ftabbe toat anber# in
ben fïn/ al# Kfooptnanfcftaptebrftben/ toantbn#
boojneemen fïreftte anber# niet / aï# om ftoe eer®
bet ftoe ïieber / be ftïautoen ban bie <ü5obbeloofe
ioof-bógeï# te ontgaan ; ’tgeen met fuïften ge®
ftoinbftepb uptgeboerb toierb/ bat in ben tftb ban
brie bagen be libier upt / en berboïgen# in Zee Komt met
geraaftten; fonbet bat top on# foo beel tftb gaben fijn vaam#
om be öetoufïe brie Banyareeien aan ïanb te fet*iaZcs‘
ten/ ban meening toeefenbe om bie lupben egter
op Succadana ftoomenbe / met een lep#-pennfng
te boo?fïen en foo toeber naar ftup# te fenben/
toant on# boojnemen toa# om Succadana aan te
boen/
S>(S Re ys-Beschr yving van
boen / en baat een ©aattupg te ïtoopen ; maat
ïjoe bette on# bat mi#lultte/ falin ’tberbolg befe#
biggen.
«aktin groo- ^aiit een a tVoee bagen ïjet Voalletje foo lang#
gemtódmet Öetn feplenbe , begonbe be fteben# ban ’tbaattupg
fijn vaartuig, gaat te öegebeit / ja ’t quam’et foo op aan/ bat ge*
nootfaaftt biaten bermit# tjet niet lange bobenvoa*
tetftonben gouben/ljoog en b?oog ïjet tegen be baal
vaattuyg ge- fetteti / Voanneee be fleeben# afbielen / fulb# bat
biooken. 0ll^ üaactUpg nu’t eene-maal bamnalftanberen biel/
’t geen bat boa? on# een bpfonbet gatb gelag
Voa# / bat naat foo beel ftribbeling nptgeflaan te
gebben / ten langen lefle op een Vooefl Stanb moe*
flen «j§>cljtpb?euft Igben ; en bat jupfl op bieramp*
faïige plaat# / baat Vop teeb# gebjbe ongeïuli aen*
getroffen foo beel eïïenbe nptgeflaan gabben/ Voant
Gtoote den- Ö^t Voa# geen onbetfcgept in betmit# bat on#
de 'hiei door. Viöuaiy t’emeinaeï ngt en bebo?ben Voa#.’t31# Voel
blaat / bat Vop ïtïeeben / <ö5oub / en Jjilbet gab*
ben/ maat giet Voa# geen Jlatftt / en bienboïgen#
ooft niet te ftoop/ foo Vop nog in bit ongebaï pet#
meet boo?beel tjabben al#b’anbete/ ’tbeflonbbaat
eeneltjb in / bat Vop tVoee ©i#netten bp on# gab*
ben.
Urenom hnn maaïite ban be noob een beugb / en gaal*
goed' te ïand.ötn onfe i$ep#tupg en geVoeet naat Bianb / ’tVoelft
bu#banig boïb?agt fgnbe / foo fogten Vop ten eet*
flen een bepïige plaat# / om ban ’t Voilb gebiette
niet obetballen / of betfïonben te voo?ben / maat
ooft Voet boo? ’t quaat boo?neemen ban fommige
Zee fcgupmet#/ enbe anbete boo#boenbet# beb?pb
te Voeefen.
3©p bonben ban een geubeïtje / baat be ^ee
tegen# aanfpoeïbe ; gebbenbe aan bepbe fqbe een in*
gam en regt upt naat be ïanb bant / niet meeral#
een fmaï-pab/foo bat ïjet niet quaïyli naeenoBpïanb
Maak een geïccg/biermaagte Vop een paggertj e ,’t geenVo’ naat
on^ oetmoogen foitipceetben/ omtrent ?o toeben
giet ban baan gelegen/ Voietben Vop een fleebenban
een baartnpg geVoaat/beVoelfte buptenalletVopffel
boo? gatb Voebet gefltanb Voa#/ een ongetooffeïg*
JacobdeRóy. 97
fte moepten ïjabben top/ eet bat top befoo blep In
’t fanb geholpen Prauw toebet Ponben InfïaatPien* vinden ««
gen / eet* bat top tet beegen (ten Ponben / toat’et Pliaawtie*
aan ontPlaP / toant ïjabben bet toet io Dagen
toetP mebe / en Ponben naat gebaane atPepb / batfe
niet Peel Petet gefïelb toa£ al$ be onfe / toe^ïjal*
Pen te taabe toletben / eeng tePefoePen of toppan
ttoee onbeugenbe/ een yoebe Prauw Panben maa*
Pen / fulP£ bat toebetom mijn oube oeffenlngPan
timmecén / Pp bet ïjanb moefl neemen / al lang* soekenvaa
faam en fcljojPoetenbe ging pet toetP Pooit/ toant
toletben uptetmaten ftoaP/ en egtet toa^ ïjet een goede tem*»
noobfaPeïgPe faalt / en baatom toat meet boen ^n.
moefien aï$ toef geneegen toaaren ; ’t moepe*
lypfïe Pan alïe£ toa|/ naat ’t Po$ te gaan / om
baat een pattpe ïjottt te Pappen.
oBpnbelöftnaatPetloop Pan anbetïjaïPemaanb/
ïjabben top foo Peel te toeeg gePiagt / bat on$
Paattnpg Pequaam toa£ / om In Eee te Ponnen Hetvaarmyg
gaan/ top lieten ’t ban In’t toa tet loopen ombat zTtebSu™
be naaben toat toefupgen fouben / en PePonben/ wen.
bat ïjet nog tebeïgP bigt toaé/top meenben fePetïgP
Pinnen ben tgb Pan 3 a 4 bagen Pan ble b?oePlge
pïaatfe te Perfepïen / om een goeben ïjapen te foe*
Pen/ maat moefïen eetfï een£ ’t Po$ foo toat boo?
fnuffeïen/ om te ften offet niet eenlg 3Mb te Pe=
Pomentoa£.
€n naatbemaaï IP ban toeï be gefontfle / of
anbec^ gefegt be geteetfïe toa$ / om Pooi be iiaP*' „ ,
Per$ be Poft te foePen/Pegaf IP mp In betollbetnlffe {££.
om pettoe^ te PePomen / be ttoee Hollanders etn* waadm.
fïlg Pooi mgn PettteP aanmaanenbe / bog niet te
fïapen / en ïjabbe aan ïjen al Pettelb / toat een
bjoePIge en eentoig fïaap ble maat£ oPergePoomen
toaaten / boen on| Paattnpg afgeloopen toletb.
3IP tolï feet gaarne PePennen / bat be Paalt /
aï$ men baat Pan oPecPaïlen toetb feet PeftoaatlgP
te toeperftaan 1$ / maat Part met geen teeben Pe=
feffen/ poe bat een menfcïj foo toepnlg agterbogt
ïjeeft / bat ïjp fijn ttjbeïtjp leePen met foo een Pet*
foepelgpe agteloo^ïjepb In be toaag*fc|aaï fet /
De Roy, G Ijab
De twee pol¬
ianders be-
geeven fig
om te flapen.
De 3 Banya-
reefengaan
met het Vaar*
suyg dooi.
DeRoy In
een feer den*
dige fkat*
Begeeven fig
aan de Oever
van de Rivier.
p§ Rey s-B eschry ving van
Rab ben eenen toiïïen Rapen en ben anbeten boaR*
Ret gebïeeben/ baat foube nog foo Peel niet aan-
geïeegen geboeefi fijn/ maat neen bie tbuee ftauto=*
Rertige menfcRen gingen t’famen foo getuft leggen
ronften/ al$ of fp tftupjJ geboeeft buaaten/ ’tboelft
Raat/ en on$ fuut genoeg opbiaft / baant be b?ie
Banyareelen , bie gelegentRepb boaatneemenbena*
men een R$je / ban tiet gemaaRt / anber^ Co-
pek genoemt/boaatin be buaarbp boa£ (foo aan
contante penningen aï$ goub (ie. ) ban omtrent
be 6 of 700 fötjRbaaïber^/ en in ’t baattupg met
Run bupt geflapt boeefenbe ftaaRen fp ban be baal /
en begaben Raet / gelRR nabetRanb betfiouben
naat be bebouftè ï&ibiet Sampit , boelRe fltoom fp
met roepen en feplen foo bette opguainen / bat een
Negery bonben / obet beboeïRe een Pangerang
,’tgefag boerbe / baat fp aïïe£ betRaalben / baat
fp ban 011$ boiften / boaar op fp ten eetfïen be=
jïooten om on£ ban bant te Relpen : baant be
boojnoembeBanyareefen Rabben bootgegeeben/bat
bop tebelgb ban Jlilber en <ö5oub <|c. bètftenboaacen.
IBaat be faaRen ballen altfjb foo niet upt / al£
men ftg fombopïen berbeeïb/ bat boietbenbiegeene
boel gebaaat/ bie on$ goeb en bleeb fogten.
UibbeletboRle boa$ onfe Raat bol jammer en
eïïenbe/ ja niet beter aft? be boorige repfe / bog
baat foube men in bit gebat boen/ gebaane bim
gen Rebben geen Reet meet/ foo ïang aïp boptüm
raetben ïeefben bop op Roop/ en moeflen banGa-
dong en een boepnlgje©$beftaan/ maat mi moe-
fien bop fonbet Roop ban uptRomfï / egtet on$
bejl boen foo lang afê’et aaflem in boa£ / fulR£
bat bie geene / beboeïRe ’t befle bafïen Ronbe /
be geluRRigfte boa£ ; iR feg ballen om bat
on£ bie gefegenbe biugt begon te ontbeeten / en
betRaïbe genootfaaftt / om een anbet beguaame
plaats te foeRen / baatboe befelbe Ronbe magtig
boetben ; lieten onfe fortificatie berRatben met on£
goeb flaan / en begaben 01$ aan ben <©ebet ban
be genoembe ïiibiet Sompit , alboaat be boojber-
Raalbe bjugten tot on$ öeRoefte bonben / en met
onfe
J A e O B DE R O Y. 99
onfe netten totfl lb foo toel om te gaan / bat tb
ons* bolbje toefpp^be met een bl$e te üangen be*
forgbe ; berfetjepbe malen gingen top ter ^agt en
quaamen blbtoifê met goeb tollb-bjaab te mg. ,
3©P bonben ban goeb/ onfe legerplaat^ baat te
maaben/ een$beel$ om bat top Ijler beter on$ ïe= Piasts.£
ben$ onberljoub boflen beboomen / en Infonber*
ïjepb ooft/ om bat taan gebagten toaaren bat’er
feberltjb baart op en af foo eenaanflenelljbe bloeb
moefl toeefen; toerbenbe be$ te meetlnon^geboe*
len gefietst / naarbemaal bat top een faït met
Gadong, ble top In ’t toater öabben laten fitten
qupt raabten / upt blen ïjoofbe maabte top een feher
öefïupt / dat’er noodwendig menfehen moeiten
pafleeren.
<S>it foo fljnbe bejlooten top beurt om beurt fnee*Bel]uvK fiÊ
big bp nagt upt te fïen en met ’t getoaar toojben meeftervaa
tan een taaitupg on£ ban befelbe meeflertemaa* eenigvaar-
ben/ of on$ b?oeblg leben baar bp In te fcïjleten;
Ster maabten top een blepn tentje / niet anber£ ban
ben Jiferael bertoagtenbe/ aï$ bat.be lleffjebber
ban Gadong ble b?ugt foo toel foubefmaben/ bat
ïjtj nog een£ belufl foube fijn/ omeengeltjbeban^
te toagen / b?le bolle toeeben ïjabben top berïooje
fcljlïbtoagt qeïjouben / fonber egtet bjlent / nog
bpanb te ontmoeten /beel mlnber ftooplupben tot
onfeeettoaaren/ niet tegenfïaanbe / bat top niet
bergaaten / aafcïj aan ben Ijoeb te ffaan / of een faft
met bat aarb getoafetj In ’t toater op be epgenfle
plaats te fetten.
3bog be ttoee-en-ttolntlgfle etmaal toietben top Vcrneemeö
fn ’r brlebje ban ben bag een prauw met fclfjepper^
getoaar / ble toaarltjb geen Gadong ïjaalberl toa*
ren ; gelljb <t8obt betert naberljanb genoeg onbet*
bonben / op öet aanboomen ban bat baartupg
fjabbentop oné gefamentlgb In ’t bo$ begeeben/
om ban ble geene te bonnen affpeuren / toat
boo? bjeembe gallen bat bit toaaren en naar bat wm'nyt
fp op ’t flranb geflapt en berboïgenjS een booj een <*•>«= gwa-
be boet aan lanb gefet ïjabben / faagen top fipb? Sfif «f*
te flerbe bereid ban ’töooft tot be boeten ge* ^ ^
G % toa*
• 100 ReYS-BeSCHR YVIMG VAN
toapent marcpeeren / top bonben goeb als? niet
beet toeeröaare mannen ftonnenbe miflen / berge*
lijft ’t fpjeefttoOOjb fegt / de boer aan te waagen ,
fonben berpaïben een mept naar paar toe/ om te
moogen toeeten / of fy met voorneemen gekoomen
waaren , om ons quaat te doen , en pOOtenbe ban
neen , traben top upt onfe fcpupl-plaatp / al$ me*
öe getoapent peber met een paar pifïooïen en een
poutoer.
<ti*n naarbemaal fp nat en öemobbert toaren/
betoonben top paar be grootfïe öeleeftpepb / bte
men pemant ftan aanboen /ïgagten paar in on$
vèreeren tentje en berfaagen paar peber met een b?oog Meetje
malkander tot bergelbing ban ’t toelfte / fp on$ baar en te*
censgnood- gen / f00 peel ïgogten alp eenigfïnté miffen
ftonben/ toaar mebe top ten eerften aan ’tftooften
en boen aan ’t eeten raaftten / ’t geen foo toel
fmaaftte alp mep ftgtelpft ftan öefeffen/ bat men*
fcpen foube boen / bie in bier jjBaanben geen föpfi
gepioeft pabben / ’t toelft onp ooft toonberlpft
3©aar naar met bie peïben in gefpieft geraaftt
toeefenbe/ foo betpaalben top paar op toat boo?
een topfe/ bat top ^cftipïgeuft geïeeben pabben/
®£ek^„ver'berpalbepaaraftoaagben / of fy ons geen vaartuyg
vaartuyg te voor contante penningen fouden konnen te koop
kooptn. wyfen , toaar op fp in ’t tegenbeel toeber bjaag*
ben / of wy geld hadden ? baar top ten anttooojb
gaben / ban Ja , en dat wy haar ten genoegen fou¬
den beloonen, indien dat fy met ons dierweegen
genegen waaren te handelen , baar fp toeber Op
anttoOQjben/ eenste fnllen fien. .
ginmibbenp toaP’er een upt be poop / betoeïfte
geïegentpepb geftteegen pabbe / om met een ban
mpn pMabinnen in gefp?eft te ftoomen / feggenbe
voorflag van onbet anbere/ bat pp toel toenfie / dat wy gefa-
raannen^an Méntlijk met haar ïn’t vaartuyg wilden flappen, op
«eu Slavin, dat wy door ons lang toeven hier ter plaatfe niet
mogten werden overvallen en doodgeflagen , ban
toelft toonberlpft boo?geeben / foo b?aa niet be*
toujï/ of fogt geïegentpepb om pem ooft eenp te
poo*
J A C O B BE R O Y. ÏOI
Ijooten fpjeeben / toanneet ib befeïbe foo etnfïig aï£
ib mogt naat be uptïegging ban fijn tooojben
tyaagbe/ïjem baat boo? tot belooning ioo iSöbj*5
baalbet^ beloobenbe/ ’t geen Ijem foobanig bet=DeRojr
ïobte / bat ïjp bolmonbig tot bebenteniffe quant / kiygt kmm*
natnentlöfi / Dat de drie hier vooren gemelde ge- vaneentoe-
vlugte Banyareefen in de Negerye, daarfy vandaanj^enen ae
quamen, aangeland en wonder breed van onsopge- goederen,
geven hadden , te weeten als luyden die een aan-
iienelijke fchat beïaaten, op welk verhaal de roof¬
gierige Dorpelingen niet anders als dat klinkende
metaal begeerende , met den andere voorgenoo-
men hadden ons van ’t leven te berooven , en fig
wijders Meefter van ons goed te maaken , dat fy
vervolgens ongevaar drie mijlen met haar feftige
fterk door ’t bos Honden door te breeken , wer-
dende fy luyden met’er vierevoor-afgefonden, om
onfe gelegendheyd te befpieden , waar fy dan met
haar vaartuygen, voor een gedeelte , ende verder
landewaarts fouden afkoomen om dat Helden-
ftuk te verrigten , feggenbe / daarom met ons me¬
delijden te hebben.
<©e anbere b?ie rappe gafïen betboegben ïjaat
oobten eerften bp b’anberemepben/ baat fp onbet
anbere tebenen befe Creatuuren quam af te taaben /
by ons niet langer te blijven , feggenbe / wat ver- woorden der
maak kond gy by de Hollanders hebben , vermits drie andere
dat fy immers te goet waaren om haar met ons te aan de siav,n"
vermengen, om die oorfaak dat fy van Mahome-lKa'
taanfe ouders waaren voortgeteeld , waar en tegens
w’niet meer te agten waaren als varkens, nu was
de tijd gebooren tot haare verlofling, ( tCIt Opftgft
f00 fp boojgabtn / ) hier gekomen te wefen , om
ons t’famen den hals te breeken : ïjaat bttboïgtn^
bjaagenbe/ of fy niet en willen , waar ons. geld
was; maat fp baat ooft niet ban boeetenbe bonben
fjtt baat oob niet feggen ; ’t geen top in$geltjb$
betfïenbigt ftjnbe / foo bon tb mijn£ eragten^
geen beter mibbel in ’t toetb (lellen/ al# ïjaat ban lm vwde
ïjonb te brtjgen / op bat top maat met bie biet r°y*
öoeben fottben te boen moogen ïjebben / betfogt
G 3 ïjaat
jpie hy in’t
TOk itelde.
Pe Swarten
worden dron¬
ken.
Woorden
defcrfwarten,
ÏOl RlYS-BiSCHRYVlNG VAN
fjaat baacottt feet bjienbeltjh / met ons te willen
mede gaan, alwaar haar een plaats louden aanwy-
fen, daar wy bevorens gewoont, en daar wy ons
Goud en geld begraven hadden , en ’t verdere vart
ons. goet was, enb?agten iaat in tmfe boorige
tente.
Wtoaat gehoomen toeefenbe fïeïbe Ü mijnhunfi
tetoerh/ om iaat ftóap btonhen boo? b’^mpik
oen te maahen / baat fi graag naat toaaten en
begonbe be felbe te betepben/ en onbettuffen eenk
ge Mufquiten of <©nbetbtoehén op een ton* binbetk
be / ttohhen ftj be felbe aan / eeben al een$ of be
felbe iaat tn epgenbom toegehomen iabben / ’t
geen top met een ïagie aanfagen ; béheehen mak
tenbeten met bettoonbeting/ feggenbe/ fijfullen
on£ niet hennen / aï$ top t’iup? hoornen / baat
ih op bagt/ top fuïlen baat oohtoel fojgboo?bta*
gen / maat onfe tfjö toa$ nog niet betfcieenen /
toant Rapen iabben fg niet in’t gn/ egtet met iet
nuttige ban een Padoedang ban be betoufïe Am-
phioen /begeefïen in ben beginne bïug geraahtfin*
be ( toant iet boet be felfbe toerhing bp iaat/al£
be Rethe btanh bp on$ boet) begonben Javaans in
berg-taal te fprêehen/ feggenbe teegenpfijn anbete
tnahher^/ wy hebben een gekke daat begaan, want
deefe honden (meenenbe baat ttieebe onfe JSerfoo*
nen) paffen al te wel op, en daarom fullen wy
haar vrees ik, niet wel konnen verraffen, en haar
nu aan te tallen is niet raadfaam , vermits dat lij al*
foo wel met geweer , ja beeter verfien fijn als wy,
want fy hebben Piftoolen , of fchietgeweer en dat
hebben wy niet, ’tgeen fïrah^ban b’anbeteteegen
gefproohen toietb/ feggenbe/ wat fouden fy doen,
fylijn fwak, en lullen den geheelcn nagt niet kon¬
nen wakker blyven, en als fy maar ilapen , fulkn
wy haar wel vinden.
3Beinig toa$ bien gobïoofen ioop betbagt/ bat
top iaat betmaan honben/ maat ten tpben batih
op Banyer toa$/ iab ih mp in bie taal geoeffent/
be anbete ttoee boegben baat nog bp , wy gaan
^anftonds met den Kaptein ter plaatfe , daar de
Jacob de R o y. 103
Geld kift begraven is , en als hy ons die plaats aan Goddeloos
geweefen heeft fullen wy hem ten eerften in fluk-
ken houwen , en met de andere twee fullen wy
als dan wel raat toe weeten , fouden het nu wel
konnen doen , maar dan fouden wy de Geld kift
niet konnen vinden , want wy hebben der de vrouw-
luyden naargevraagt, en die feggen, dat fy het niet
weeten: ’t geen een toaat tooo?ttoa£/ toantboen
top fulï$ beeben/ïjabbentop metboojbagtbe mep*
ben aan een ftant gefonben / ift ftabbe ïjaat ooft
toel bupbeïöft boojgeljauben / dat ik met haar wil¬
de gaan daar de foo lang van haar begeerde Geld
ftift begraven lag. <©eï$ft al£ top feefterïpft met
on$ btien naat bettoaart^ooft öegaben.
3&og boot mpn betteeft fepbe ift teegen£ mtjnDeR
anbete maftftét£ ; nu bent gy met u tween yeder maant fijne *
neemt fijn man waar, wat deefe andere twee be- twee fPks-
langt, die neem ik op mijn reekening, geïpftetijto^ kroei*cr
ooft be boogmamfte raeebe nam / en begaben on$ ^ ede te
op be toeg/ omtrent een ïjalfuut lang£ ftranbge*
marcljeett ftebbenbe/ fogt Ift een bequaame plaats
» tot ïjet uptboeten ban mijn toeleg / en een fteplte
getoaat toetbenbe 3tpbe/ bat toijbet nu ftaaft bp
toaaten. Cn ten ftoogften naar geïb en goebbet*
ïangenbe / foo btaagben fp / toaar bat ïjet ban toa$/
ift fepbe bat top agtet* bien fjeubeï moeften toeefen;
be meening toa$ ban ooft bp mijn / om op be
bootf3 öeubel te ftïtmmen / aï£ toanneet fpmnfee*
fterljjft toel foüben geboïgt ïjebfien/ en ban ïjab ift
boojgenoomen/ betopl bat ift ftem b’eene ïjanb fou*
be getepftt fteboen om op te ftoomen / en een Ijanb
bep ïjebbenbe met een Krits in fijn beceabet^ ï$ett
te fteeften / bog fp toaaten in be boo?baat; toant Nenumvoo*
benftenbe/ bat fp nu be boogioembe ftift toel ont» malkandersii
beftften fouben/mftten fp ïjunne ïttitfen upt en be* tedooden>
gonben Amok te toepen / en fïang$ topfe naat mijn
te tteeben; ift nam inbet pl een ©iftool/ bat ift
tot bu£ bette in be banb ban mijn btoeft betfio?*
gen ïjabbe; ’tgeen ift gebaanïjabbe omgeenfcïjee*
le oogen/ ja bat meet $ om geen agtet-benften te
geeben/ mijn ftoutoet in be Cent gelaten ïjabbe /
G 4 toel
BeRoyfet
figop een
Heuvel.
Schiet den
eenen twee
Ï04 Re ys-Beschr yvï ng van
toel bengenbe / bat igget met een Kn'ts foubegon*
nen af ften/ bten ig tot bien epnbe gab meebe ge*
noomen/ en bemetgenbe bat fp mp Pan agteten
toilben op ’tïpf Pallen/ foo nam ig mgn toePlugt
teegen$ gemetbe ïfeuPeï en fcgoot be öigfle/bieop
mp aanquam ttoee Roegel$ boo? be bojfl / bog
get fcgpnt / bat get maat een Plep£ toonöe moef*
deb8orftdoorte getoeeflfgtutoantig gabbe nog een garben to?n
upt te flaan eet ig be moojbenaat be teil gofl gee*
Pen/ en fgn maftget’t gooftftonbe bieben / ’tpf*
tooï bat ig in be ganöen gabbe quant mp tootïber
Voel te fiabe / Permitj» bat met be feïPe i a 3 ge*
peRoywotdg&atïpe flootcn aftoeetbe/ niet anbet^ aï£ eenige
iigt gequcftjigte quetfutcn aan ben atm ontftng / en imrub*
ben| bat gp begon te Perflautoen/ met getPerlie^
ban fgn öïoeb nam ig be Krits, en fettebe gem De
feïPe tot ’t geft toe in be fgbe / Voaat naat gp flg
ombeetbe enbe iieebeePiel.
<©oen ift fag bat ig man teegen rnantoa^/ ging
iït met fulp een moeb op myn ©panb ïojJ/bat gem
in$geïpg£ oog Poel gaauto Pan bant gielp/ gp fogt
Voel te Plugten maat gon tot mijn gelug niet/ na*
bemaal fp gun / aï£ gefegt i$/ opgefcgigt gabben
met lange broegen en Chitfe roggen.
ï©e iBoojbenaar^ bu£ gepelt fgnbe / begaf ig
mp ten eetflen naat bè Cent baat mgn fpit£ibroe=
Temby fiL toaaren/ maat bePonb tot mgn leetPoeefen /
makkers, bat fp be moeb niet gegab gabben/ om mgn Poet*
flappen naat te Polgen en fonöet Peel tooo?ben te
jmagen/ fepbe ig teegeitó be Javaan, komt Soeaara
uw makkers dragen haar fchier te barden , fy ftjn
onderweegen met de Kift en ik kan baar niet hel¬
pen, want ik ben te fwak, en gem met een bp be
ganb Pattenbe / gingen Pop te faamen naat bup*
ten / feggenbe in ’ttoeg gaan; Mannen neemt dog
den eenen waar, of wy fyn leeven-loos ; met ge*
bagten Javaan omtrent gonbetb Poet fcgteeben Pan
be Cent af fgnbe/ tugte ig gem fgn epgen ïtrit^
Pan agteten fgn rug Pan baan / en meenbe gem
bietot get geft toe Pan agteten in be mg te feiten/
maat of PoojfcgteePen getoeer Pan geen goet Ai-
loy
Ecu Moor-
der gedoot.
Als ©ok de
andere»
Valt op den
Javaan aan.
J A C O B D E R O Y. IOf
loy geloeefi $/ of bat ib jupfl op een been jfjebbe
gefïooten en meet ib niet/ maat mietb aïtoo$ ge*
maat / bat be Krits t’eenemaal brom' geboogen
ma£ / bien ib ten eetfien meg mietp en naar be
tntjne gteep ïjem ban agteren bp ’t baat battenbe
eenige tpb met motfïeïen befig ma„3 eet ib bem be
moo?bfïeeb bonbe geeben; ’tgeeneeben mefgelub*
te.
$aat berrigting ban meïbe baat ib naat mijn
mabbet£ toeebet fteetbe en met be blijbe ttjbingbet*
toelleftomt bJietb / dat fy de vierde gematft hadden;
maat obet <ü5ob ben ïjtete ban betten banbte/bat
bP on£ foo monberlijb öemaatb en beboeb babbe/
mant bab on$ een ban bte fcbeïmen bonnen ont*
fnappen/ fp foiiben boo?’t25o$ gettagtbebben bp
baat mabber^ te boomen en berber^ ontbebt beb*
ben maat bat top Voaaten / alg manneet bet geen
boop om leebenbtg ,upt baate banben te bonnen
boomen / foube gemeefi fijn.
3©P maabten geteebfcbap omong betblbf biet
bojt te maaben en fcbeepten ten eetbenong goetje
in ’t©aattupg/ bat be ©erraberg mebe gebtagt
babben ; en alteg geteeb ftjnbe / begaben mp ong
op be tepg; 3epï en Pangayende foo alg top befl
bonben langg be maï / en g’abontg namen mp
onfe mijb in b’eehe blepne <§>ptupt of ben anbeten/
be meïbe mptn meenigte obee-al bonben/ baat mp
piet bifTen of met fcïjieten ong lebeng-onbetljaub
fogtett / aïïjoemel bat btt mei gebieï bat mp bib*
mtlg een bagje moeiten bonget tpben ; bp mijlen
fcbooten mp oob mei een ï|atte-beeft / bat ong beel
goebg bebe / tet 3aben bat mp bat bïepg bonbe in
be btoogen ; ’tgeen bat met ©atbeng blepg
foo niet lubben miïbe.
iBet fmetben en fubbeïen ongebaat . mijlen
meegg afgelegt bebbenbe / quanten mp boo? be
monb ban een upttetmaten feboone bteebe Bibiet
ban be 3lanbfaaten Cattaringen genoemb / ttiaa*
benbe een fcbepbing bet upttetffe Hanbpaalenban
’t ütomnbtijb Banyer. ’tg|g maat bat bien fto*
ning be beetfcbappieban befe ï-anbflteeb oob aan*
G s ma*
Geeft hem de
dood- fteek.
Komt by fijne
makkers.
Brengen hun
goed aan
boord.
Schieten
fomtijds een
hart.
Koomen aan
een breede
Rivier Catta¬
ringen ge-
noemt.
Tsaren de
Rivier ope
Begraven
hun fchato
Koomen aan
een Negery.
Hun voorge¬
wende bood-
ichap.
Voorval van
een Maleycr»
io 6 Reys-Beschryving va ri
raatigb ; ebog in bet baat meet met be naam alp
in bet baab/ betmitp bat ’tïfoningie bfe Ijiet ié/
300 toeï en moogeïp met meetbet fteerfcftappp re*
geerb/ alp ben Stoning ban Banyer; feïfpijebben*
öe brie 2$roebetp be toelfte ftaat be «èertituï ban
Pangerans aangematigb pebben/ ooft niet betnoo-
men/ offtonnen getoaat too?ben / bat men ïjiet
beeï ontfag boo| be opperfte ©o?ft ban bit ïanb
ïjeeft.
Wp boeten befe tëibiet op / alp baat toe boo?
noobbtoang genoegfaam geperft/ betmitp bat ban
allep gebteft Sabbert/ beïjaïben geïb/ maat bon*
ben egtet niet goeb onp atmoebje foo ïigtbaatbfg
aan be toifpeltnrigöepb en onbetfabeïpe gierig*
ïjepb befct ©oïfteren tetoagen ; baarom ftabben top
onfe geteebfïe enbe befte mibbeïen in ’t inftoomen
ban be fiiibiet begraaben ; niet meet bp onp fteb*
benbe alp ïjet geene Dat top bagten noobfaaftelyft
tot pet gebtupft onfet faaften benoobigb te f0n
#aat brie Dagen uptgeftaane ongemaftften ban
roepen/ toaaften en ïjonget ftjben / quanten top
ten langen-ïaatften booben aan be Negery en , bie
be felbe naam boetb ban Ijaat töibiet / onp geïa*
tenbe/ naat onp boo?b te foeften / betmitp boo?*
gaben / ^cftipbteuft geïeeben teftebben/ ( geïpft
get ooft niet beel en fcïjeelbe/) en bat topbetpmet
ben anberen ober een geftoomen toaten/ om mai-
kanderen alhier te laten vinden , ten eynde om met
believen van lijn Majefteyt, een Vaartuygen eet-
waaren voor geld tc koopen. 30p toietbeit upt
o?bre ban ben ïtoning in bep Sabandhaars tooo-
ning geïjuppbeft enbe boo? onp <2pïeïb / ban men
en brinften tameltjftet togfe toeï gettacteetb ; top
betnieutoben onp booiig berfoeft / en betftteegen
ban ben ïtoning beloften/ om alles wat wy be¬
geerden te lullen genieten ; ebog toat ftaat / bat
’et op ’tfeggen bah een «©obïoofe ©oift te maften
i p/ ftab ift meet alp een-maal onbeebonben / bog
Öagt ebentoel toepnig aan t ongebal bat onp na*
ftenb toap. ï|iee bonb ift eert Maleyer , be toeïfte
in ’teetft boojgaf/ mp op Batavia geftenb te fteb*
JaCOB BE R O Y. 107
ben/ en blen bolgené betupgbe / genegen te fijn,
om vrindfehap te willen bewijfen. 3Jnmlbbeï|S
Het nip be |)?ln# aanfeggen ; Dat genegen was,
ons van een Vaartuyg , Seyl , Trëyl , mitsgaders
mond-koft van Ryft &c. te lullen beforgen , in ge¬
vallen hem daar voor 100 Spaanfe Realen wilden
geven, ’tgeene Ift ïjem ooft toe teïbe/ bog niet We
uptbtuftftlng / dat wy met den anderen niet meer
hadden konnen uytmaken.
<©aar ïüierb on$ brie a biet bagen baat aan ooft Krijgen «*.
een ©aattupg gebragt/ be boelft beel betet bienbe^g^»1-
om gedoopt te too?ben/ a$ om’ec In^ee mebetetuys*
gaan; toant fe baap ban be gtonb upt be ïliblet
geftaaïb/ ’tgeen Ift aan ben ftonlng boo? ben Sa*
bandhaar Het bieten / en berijalben met beleeftftepb
betfogt / om van een ander bequaam Vaartuyg
voorwen te worden, dat ons ten minften tot Suc-
cadana foude brengen. <Cot becmeerbering ban
mijn tamp / foo begon blen onbefeftaamben ftlet
boojen aangetoerbe/ ban ben op Banyer fljnbe Beeftahtie-
Portugeefe bóeggeïoopene iBattOOJ» / Jan Willemfz heyd van een
van Amfterdam genaamb/ ftg frift? feet beefiagtlg ?.°!landfe
aan te fielten / niet alleen met bioojben / maat M s‘
ooft met toerften / foo biel tegen$ ble geene / be
toelfte ïjet ©aattupg bragten / al$ tegen£ mijn
feïfê In tcgenbJOQjblgljepö ban ben Sabandhaar,
met feet bilepne fejjelbbjoojben uptbtaftenbe; baat
bp tot btepgemente boegenbe/ van my de kop te
willen klooven , betmltj» bOOjgaf / dat het mijn
fchulckwas dat geen beter Vaartuyg en kreegen,
en dat foo doende haar uytgefchoote Geldnuquyt
waaren ; fónbet bat ble man een£ agtffoeg bat’et
fmmep niet een bupt ban fijn penningen onbet
biaten.
«Bbog ftan neben$ niet nalaten te feggen / upt
bmt boo? tebenen bat ftp bletgelpe tooo?ben te
berbe btagt/ teint ftp en fgn maftftet ftabbenmp
met getoeib gebboongen / om op geteeb gelb in
brie beelen te beeïen/ niet begeetenbe ; Dat ik een Beg^tte m
ftuyver meerder foude genieten als fy lieden ter de makkers
faake foo fp bOOJgaben / nu niet van haar felver vande&oy.
te
ïo8 Re ys-Beschr yving van
te hebben overmits dat de Bcmyareefen met haar
goed weg geloopen waaren ; geïtjft OOÏt 60
toaatï>epb toa£/ maat toaó baatom niet gepom
ben ffuhrie agteloopepb te betgoeben.
3£eefe öuptenfpoo?lgï)töm op be bolle fïraat/ in
’t öptoeefen ban ben Sabandhaar , en beele aanfcïjou*
pen Matroos toer^ gefcljiebenbe / bonben fe goeb om bie man
van de Indiaa- fijn ïjoutoet te onttoelblgen / met btepgementen /
nen gedieygt. J)at j,y ophouden foude , hier geweld temaken,
of anders, dat fy met hem raad willen ; ’t geen bat
toaatïp genoeg $ gefegt ; en boo? pemanb bie
een toepnigje öp fp (Innen i$ / ftan gema&ïteïp
öefeffen/bat men altpbenöen moet aanbeplaap
baat men (tg bebinb/ aïfcïjoon bat men beronge*
Ipt toerb.
3£en Sabandhaar, ïmpten mijn toeeten een ban
piftighcyd mijn JMabinnen (liïletiel aan een bant geroepen
bandaMSa ïjeööonöc / begon pat t’onbetbragen /op wat voor
een wyfe dat d:e man by mijn gekoomen was, en
baat op alïe£ met be toaatïjept obet een Ponten*
be onbettigt «fpbe / en in^gelljp ban gem'elbe
woorden ^ïabinue gelfjoorb pööenbe/ dat hy % doorgaans
'k’“ee.nflavul wrevelig teegens mijn hadde gedragen, vermits ik
tegen .rem. geweert was om ’t eikens de kort voor
hem te foeken en dat hy lig ook den eygendom
van alles hadde aangematigt , fijnde fy Slavinne ,
boïgeip baat boorgeeben , door hem ook quaiyk
gehandeld geweert, en derhalven fijn perfoon ook
meer ontfien moert als haar Heer felfs. J©eï fepbe
ben Sabandhaar , dan geeft my geen wonders, de¬
wijl dat dit foodanig is.
jpat bat bit bpbanig boorgeballen toa^/gua-
men baat biet ^etfoonen ban iitoningg toeegen
gefonben / ben Sabandhaar aanfeggen / dat de twee
Hollanders Hollanders by hem fouden koomen om agter het
moeten by Hof een ander Vaartuyg te gaan befigtigen.
konmc0nu>s maabten on£ alle brie geteet om naat bet*
toaatt^ te gaan/ maat boen top in bePraauwfou*
„ n , , ben flappen (toantmen moefl om öp ben honing
?mm°eydete 1 t* bomen / be föbiet oberbaaren ) toiert mp fulp
gaan. belet/ tet faa&eu/ bat fijn ïfoogpit toeluptbruö*
J A G O B D E R O Y. 10p
Iteïuft belaft ïjabbe / dat ik niet meede foude gaan
’tgeen ift ban tot mijn geluft ooft öeebe / en naac
bat aan ö’obecftant / omtrent een ftalf uuc met
berlangen naac ftunne toeeberftomft ftab ftaan toag=
ten/ toierbaan b’obecfpöeeen gcoote meenigteban
fBenfcften getoaac/ gint$ en toeebec loopenbefoo
öat ftet toel naac een oploop geïeeft / ttiaac ftonbe
niet beel anbece ©etfoonen ften/ al£be €pïanbec£
of Viadjes ; en na bat meet- $ /aanfcftoube ift ooft Twee
bit bcoeblg boojtoecp / namentïpftbe ttoee ftoofben makke»
ban mijn maftftec^/ be toeïfte op «^taaften gebta*vennoord’
gen toiecöen/ boen fton Ift toel öefpeacen / ftoebat
be faaft gefeftapen ftonb.
i^aac Dat’ec een toeinigje ftilftant geftomen toa£
toiecb ift ooft een unrtie baac aan öoo? -ïftaning^ o?-
öre ontboaben/ en ftabbe ooft toaarïtjft geen anbe=?e^,oy^
ce gebagten / al# bat ift ftet toeec ftoomen fouöeomSSf
becgeeten/ berfogt bcrftaïben uptftel / ging naac
mijn Jtamec/ biel op mijn ftnien/ en bab <©obt
ülmagtig om fijn geïieföe Jü>oö njefm Chrijlus'oa*
giffeni£ ban mijne Jbonöen/toaac naac ift mp feec
berïigt bon b/ en nam berbolgen£ mijn bepbe©if=
tooien/ biel bol geïaöen meebe/ boot mijn bertreft
een feec betoeegelpft affcfteib ban ben Sabandhaar /Ncemtfiin
fijne ©conto en ïtinbecen neemenbe/toant bie ïup>- affcheyd vara
ben ftabben on$ toaaclpft beeïgoeö£geöaanenmpdenSabaiKl'
naac mijn ^ïabinne fteecenbe/ bebaï ift ftaat benhaai'
Sabandhaar en fijn ©COUto / als hunne Vader en
Moeder te gehoorfaamen , ftaat met een al ftet
geïb &c. opgeebenbe/ bat ift bp mijn ftabbe/ met
ftet feggen/ dat ik niet geloofde ’t felve meer van
nooden te fullen hebben.
3©p boeren be Uibiec obec / en matfcfteeröen ’t vmrekten
farnen cegt op $’ïtoning£ ï|of aan ; bie mefljeutó/v.aartdcR*-
be toeïfte tot mijn gefelfcftap bienben / berfoeftenöev,‘et oia’
dat fy wat voor uyt wilden marfcheeren, aïfoo ift
fepöe / wel te weeten, dat ik derven moed, maar
niet begeerde te derven voor en al eer dat ik den
Koning gefprooken hadde. <©igt bp ’t©of geftOO^:^^
men toefenbe / fag ift be ftoofbeloofe lijften ban
mijne meöe-bcoebec^ nietfonbec tcaanen re fto?ten/«e mikkers’
’tgeen
van de Roy,
Komt voor
den Coning.
i io Reys-Beschryving van
*tgeen mp tori ontfïriPe; maat ooft te geïrjft toet
toepnig PerbittetPe/ ten opfïgte met een onPeran*
„ öerlijft boo?neemen en opfet Pafïgefïeïft |aPPe / de
' oomeemen honing of een van fijne Grooten tot gefelfchap
mede te neemen; toantPoo? ttoee manftoniftal*
ttjb fïaat maaften/ aangeftenftat mp PejMfïooïen
noopt laPPen getoepgerP / al fc|oon Pat ift fe in
’ttoater gefiooftert ftaPPe.
31n ’t^alep^ geftoomen / en Poo? Pen Honing
gebtagt fijnPe/ PonP tft mp omtingP Pan fijne
<Ö5tooten / en met omtrent Pe 2,00 getoapenPe man*
nen ; ift gefiaaPig met een onPerfaagP toeefen /
ronPom mp en |em toat genaPerP ftjnPe / totecP-
’er een iBattje met een Alcatief neer gefpjepP /
Paar mp Pen Honing gebooP te gaan fitten ;
Scanneer Pie ©cgfï in ftjn lupjïet en |eerï|ft|epP
AMirpraak vantnp Pefe tooo?Pen fepPe/ namentlp ; Kapiteyn,
den Koning. ik heb u laaten roepen , om u bekend te maken,
dat u volk , die my lbo leelijk in de tegenwoor-
digheyd van den Sabandhaar hebben gefmaaded,
door de Princen , mijne Soonen ter neder gemaakt
lijnde, foo fijn de Viadjes met de hoofden weg ge-
loopen fonder dat ik het hebbe konnen beletten ;
want ’tis hier een gebruyk; en nademaal hem van
den Sabandhaar en meer andere ter ooren gekoo-
men was , dat die luyden haar felfs tegens my had¬
den derven kanten , derhalve ook niet konde oor-
deelen dat ik het qualijk foude neemen. ^Iftnam
met ernfi agt op fijn toeefen en op fijn gebaarPen
en fag toel iPat ift genooPfaaftt toa£ / Pe rol Pan
Pe gePtoonge PrienPfctjap te fpeelen / geilet mp Per*
ftaïPen |et ontfcïjulPigen Pan |em in Pefen/ tori
Geveynsde te bePaïlen / met te feggen/ Dat het geen , dat’er
aiawoordvan gefchied was, welgedaan was, maar betuygden,
de R°y- jat jk vee! liever hadde gehad , dat my den Koning
daar van hadde gelieven te laaten verwittigen ;
want door dien dat my d'Ed. (PetfCÏJOOnP
mp toel Edel. Hoogebiedende Heeren , Pat ift Pe
brpmoePigöepP genoomen lebbe/ om mp Pan Pie
naam te bcPienen / ) over haar gefield , ook de
Volmagt hadden om haar tc Üranfen ; ’t geen ift
. Pee*
Jacob de R o y. ïii
bélMaatbe / in ’t by-fijn van fijn Majefteyt fcer
gaarne fonde hebben willen doen, en dat behou¬
dens eer-agting van fijn Hooghpyd het s'Compag -
nys Volk, en geenlints fijn O .derdaanen waaren,
en dien volgens oordeelden dat my de ftraffe der
felve behoorde aanbevoolen te blijven.
3©aat op bén honing rap fepbe; Dat ik moeft
denken, dat wy in fijn Land als verlooren luyden Antwoord
gekoomen waaren, en volgens hunne Wetten ons des Cowng».
Vaartuyg en goederen hem toe quamen; hebbende
nog daar-en-booven de magt, om onfe Perfoonen
tot Slaven te maak en. ’tGunt fijn Majefteyt ge- wedetant-
lieft te feggen , ïjetljaaïöe tft / heeft omtrent ons woord van de
Landaard geen plaats. Ik hebbe 3 6 jaren in defeR°y*
Geweften gefworven , maar nooyt geen Hollander
fien tot Slaaf gebruyken ; gaf hem derhalven in
bedenken of men een Natie, de welke inde groot-
fte gevaaren van fijn leeven, de grootfte preuven
yan moedigheyd geeft, of het wel moogelijk was,
foodanig een Volk tot een flaaffche dienftbaarheyd
te brengen, en met oor lof fy het gefegt fijn Maje¬
fteyt, wy fijn niet als verlooren luyden in uLand
gekoomen , maar als Koopluyden , fulx gefchiet
dagelijx dat men fchipbreuk lijd , en dat onfe
Heeren en Meefters , d’Ed. Compagny ( de welke
ons uytgefonden hadden , en nog wel hier naar
yerneemen fouden waar dat wygebleeven waaren)
alle beleeftheyd voor Vreemdelingen hadden , die
fy fouden moogen wenfchen $ Co t getupgen tïC=
raenbe een ban be omfïanber#/be toelfte betraaae
een$ gelueeft luaten.
Hoewel, fepbe ben Ïïoning / cal waft , wie het Vw
ook we.fe mag , die moet fterven , wanneer hy desttodj^*,
my, of de Princen mijne Kinderen onbehoorlijk
aanfpreekt, gjit ftonbe niet befeffen toaat bat Ijp
raet bie tooojben ïjeen bJilben; foo flonb iït op en
ttab naat öera toe/ feggenbe; Dat in gevalle fijn
Majefteyt ietwes in den fin hadde , hy het maar St0,me
ten eerften geliefde in ’t werk te ftellen ; baat de°R^y "S
ben iraning feet fcïjiept inggelije ban fijn plaats den Ken»®,
opflanb/ en afbïaagben} Wat dat ik in den lïn
had-
ÏConings
woorden hier
teegen.
Weder¬
woorden van
deRoy.
De 2 Ly-
ken begraven.
DeRoy
wel van den
Koning ont¬
haald.
Goddelco-
fe Staats -die¬
naar loekt de
Roy te ver-
geeven.
1 1 2 Reys-Beschr yving van
haddë ? 3£aat op ift ten antbaoojb bfenbe; Niet
anders fijn Majefteyt als dat, indien gy voorge-
noomen hebt my dog van kantte helpen, fulxhoe
eerder hoe liever mag gefchieden, <©aat op ben
ïftoning met optegtigïjepb betftlaatben / niet toe
genegen te weien ; toaat naat ïjem ban betfogt /
foo ten tefpecten ban d’Ed. Compagny , aï£ booj
be Europiaanfe j0atie in ’t algemeen / Dat hy de
goedheyd foude gelieven te neemen ordre te ge¬
ven , dat de Lijken de fchoot der Aarde mogten
erlangen; ’ttoelft ooft aanfïonb^ boïötagttoietb.
ïfoe befe ©etgabeting en ben ütoning feïf bet*
toohberb toaaten / geef U Hoog Edel. een£ te
benften; altoo^ ift toag toel in mijn fcljift / ben
ban$ buë ontfpjongen te ïjebften ; taant ift en
ïjabbe geen gebagten / bat ïjet foo toel afgeïoopen
foube ïjeöten / en ben honing / tot een teefcen /
bataïïe quaabe gebagte in mijn opftgt betötoee*
nen toaaren/ beben alletlep <£etenboo? ben bag
ftoomen / en noobigbe mp / om daar van te nutti¬
gen ; maat ïjabbe ban be <ö5afïgebet fuift een quaab
bermoeben/ bat mp fijne fptjfe gant^ niet fmaa*
fteïijft biel ; naat bat fijn ffèajefïept boo? fijn be*
leeft onrtjaal bebanftt/en mp tuijbei$ in fijn gun#
ïjabbe aanbeboolen/ namen top affcïjepb ban ben
anberen / en baietb boen fijn boopiaamfïeJÉitaat^*
<©ienaat ojbet gegeben / op fig te nemen/ batmp
geen moeijelijftljepb aangebaan tuierb.
3£at toa£ toaatlp be tegte man / om fuljc te
betïjoeben / baant fjp toa$ feïfê fcfjeltp genoeg
om mijn / bie ’t ftaal ontfnapt top / aan ïjet
boobj» gebaat ban fijn ^upbel^ betgift op te of*
feten ; baant met bien Ctaitet upt pet ï|of Ijanb
aan ïjano in fijn ïjup$ geftoomen fijnbe/tetïjp ten
eetfïen opbiften en betfogt mp / met hem ook een
weynig te eeten ; maat ift gaf ïjem te ftennen /
dat niet gefield was, foo als het behoorden, ver¬
mits dat my het droevige aanfehouwen der doode
Lijken van mijn makkers geftadig te vooren qua-
men. ï|p fton mp baat in / bolgen^ fijn feggen
geen ongeïïjft geeben / maat foube mp baat
en
Jacob de R o y. ii$
en tegen troofïen / want fepbe ïjp/watfult gy doen
die dood is blijft dood , en Petfogt mp anbetmaal
te eeten ; Ut ptoefbe ban een Piepnigje tëpfi en een
monb Pol anbere ïtofï : op een btonft toatet epffen*
be/ Proeg ïjp mp met een Ppfonbet ïieffeïtjft pjee*
fen/ of ik niet liever Srnry wilde drinken ? baat
ift Pan ja op antpjoojbe/ en ’t fcljeeïbe Ptepnig of DeR orf
bat foube ben laatfien btonft Pan mijn lePen ge* met een
pjeefï Ijeftften/ Poant terfionb naat ’t nuttigen bet dronk suury
feïPe ftteeg Ut fuift een ontfieltenip In ’tlfgïjqam/
Petfelt met fulfte fieeften en ftrimpinge In be bat* é
men/ bat ift niet toifï ftoe gaupj bat met fatfoen
befe PetPïoeftte 3©aatb Perïaaten/ en mijn outobe
üofpep ben Sabandhaar pjebetom öp ftoomen fou¬
be/ «tfïobt be ïfeere ïjabbe mp bei genabe Petleenb
( Petmitp mp POO? een Medicyn-Meefter ïjabbe
uptgegeePen ) bat Ut alle <0eneep-mtbbelen Pan ben
itoning Pan Banyer ïjabbe Pefïgtigb / en mp on*
bet anberen ooft eenlge tootteltjep Pettoonb ïjabbe/ Kngtvan
be pjelfte alp men bet In Peet en ’tfap baat Pan feekerewor-
ftonbe inftoelgen of anbetflntp In ’ttoatet gefetom fe!'*“.t/gen
te Pieeften en bienattigïjepb gebtonften / btebeugb 8 "
ïjabbe/ ’tfttagtigfie Petgift tegen te liaan ; alfoo
baat Pan nabetfjanb be preuPe genoomen ïjeftPe.
üft liet befe geïegentïjepb niet Poo?-ftp flippen /
te meet / om bat be ©o?jt een Proïpe ïupm ïjab* Daarvan hy
be; Petfogt ïjem betïjalPen Ppf of fep Pan bieftof* eenigcvao
telpe Wojteltjep te moogen ïjePPen / ’t geen ïjn
mp feet gaarne intoiïïigbe / met meet anbete ïjepï* kreeg, y
fame fttupben Poo? Petfcïjepbe qualen ; ïjoe bienf*
tig mp Die toojteltjep te pa# quanten / ftonnen U
Hoog Ed. genoegfaam afmeeten/ en ïjfeïbbe felPe
ooft in foobanigen Piaatben/ alp of ïjet Staman*
ten Piaten gePaeefl / Petmitp bat tft p’aïtfjb Pp
mp btoeg.
&00 bta en ïjab ift’et ïjet gePtupft niet Pan ge*
noomen / of Pegon ten eetften geftoelbfg te fcïjtip* ®f?ïnt «
men/ en PetPolgenP foo gefttelbig te Praften / batfchnïnm
fcïjiet Pefpjeeft. fBen ftan eenp Pefeffen of mp
Wen Peleefben ï|eet ooft Pjeïgemeenb ïjabbe/pjant
DeRoy. H Wet
r 14 R-eys-Beschryving van
tiiettegenfïaagbe be bebmfïe uptbietbing ban bat/
toietb ib foo magteloojg / bat niet meet fïaanbon?
öe/ blgbenbe biet bolle bagen in bie gefiaïteniffe
fpraabeloo$ / en bp-na onbetoeeglijb / geen betet
ober-eenbomfi met mijn fiaat baat tb mp boen?
. maal£ in bebonb / aï$ een bermaabeïpe broom /
de^eiwoite- wijn ftmien Wel gebbenbe / maat magteïoo^ om
ten. mp baat ban te bonnen bienen ; ib tjoo^be fp?eeben
maat bon geen anttooo?b gèeben / en bon boel ben/
fonber egter te bonnen befeffen / Wat ib fag.
in ’teetlie oogenbiib batbpbenSabandhaar inïjupjS
quam/ een fiubje ban bie baojtefê in Thee- water
laten boeeben en betbolgen^ ttptgebtonben / en
boen ib ’t gebtttpb ban mijn fpjaab niet langer
heyd van den niagtig toa£/ berfupmbe ben Sabandhaar en mijn
Sibandhaaten ^»ïabinne niet / om naat mtjn boojbeelb ’tfelbe
de slavinnen, naat te boert / en Wpbet£ fagje$ in be mont te
gieten/ bat niet toepnig bienbe tot ïjet bjebet-brg?
gen ban mijn <0efontï)epb / boant bat ijeplfame
genee^mibbel telbeng gebtupbenbe / begon |et in
biet boegen fijn upttoetbing te boen ; bat naat
boo?fcg?eeben tijb / ’tbenpn/ ijoe bragtig bat bet
.... oob mag gebjeeflïjebben/ egtet uptboenbiglöb aï£
bekken aan wet getoelb ban binnen ’t ligfjaam uptgebreben
t ligchaam. toierb / bermit£ bat ban agteren / aan be tug-fïteng
tot aan mijn ïjeupe fïgplebben begonben te bet?
toonen/ bie foo bïauboafê Lafuur maten/ beteel?
be bg niet ben anbeten betmengben tot een bol?
boomen blaat bsietb / be boelbe betboïgen^ aan ’t
fbseeten getaabt fijnbe/ bsietb men met bet boo??
wonderlijke tteben bet felbe een ongeïoofeïijbe meenigte mate?
' blaaren met tie geblaat / be bseïbe men bebonb ban aïbetfian?
materie, be bolenten te bieefen / en bie een onbetbtagelijbe
flanb ban ftg gaf/ naat ’tbselbe ban bag tot bag
betligting geboeïbe / bermit£ bat naat ’t betloop
ban 14 bagen obet-epnb begon te fïaan; moeten?
be egtet om niet te ballen / geïp be bïepne Jtin?
beten/ mp felf$ aan be banben / of taaffeï^ bafï
ïjouben/ of ban pemanb onbetjiewnb b?o|bm;foo
bet?
J A C O B D E R O Y. Hf
bette blaten mijn ftragten geminberb / bat fft een Worfwwi
tonbe JlBaanb ban nooben ftab eet ift bebequaam* dergefom.
ftepb ftabbe/ om ’tgebtupft ban mijn barnet met
bJanbeïen te ftonnen genieten.
3£oen ift toebet begon te fpjeeften / bettelbe mp _
ben Sabandhaar ; Dat de hoofden van mijn twee pr.,f°°d®
Makkers voor twintig Thayl Gouds yeder waren hoofden des
verkogt geworden , en dat fy het mijne om mijn Hollanders
bewinds halve hadden aangenoomen te leveren geftelt\
voor veertig Dito ; en naatbemaal pebet Thayl
fefiien töpjcbaalbet^ boeb ; moet men niet tbiijffe*
ïen of be fnoobe ifratie blaten ten eeefïen betepb
boo? ’tgenotban 1280 föptbaalbet^ omonë ban’t
leben te berooben/’tgeen ooft feftetïijft gefcïjiebfoit®
be tjebben / ingebaïle bat feftet Jurragan , en al- DeRoy
baat tooonagtig fulft£ niet met een feét bebieeg* door**»®
lijft bettoog aan ben honing ftab belet/ beïjelfem Jw»g«»v«t-
be ; „Bet gebaat toaat infijnjBajefïept ftgfelf$bö”en*
„met fijne «©nbetbaanen inbiiftfteïbe/. en foo me®
„be be petijftelen ban fijn $etfoon en alle ftoop-
„ lupben/ biein fijn Stanb tooonben / op Batavia
„ftoomenbe/ onbetbiojpen fottben fijn/ naat ’t bet®
„tigten ban foo een gtoubieïbaab / ten opftgte/
„batljet immerg ftenneftjft bia£ / bat 1 jet d’Ed.
„Compagnye aan geen mibbelen foube ontbtee®
„fien/ biegeng* ftet bloebbetgieten ban ftaat ïtapf*
„tepn/ een.tegtbaatbige botaaft te neemen / aïfoot
„bat bte ©0$ niet onbebmfi bia$ / bat mp ben
„Sabandhaar banbefe plaats in bie fïaat geftenbi
„ïjaböe/ maat nog baat-en-booben op Banyer ban
„ben ïfontng / en fijne <ö5tooten baat boo? ge®
„eetb en geagt toa#/ tot mijn bettteft toe : Web
fte bjaarfcljoubainge ïjp aan bie #tin^ betfogt/
hem niet qualijk geliefde te nemen, door dien,
dat fy uyt de boefem van eener fijner trouwe On»
derdaanen voort quam.
gebet-een moet beftennen bat foobanig een ab® k.S* Jf*!*
bpg in bet baab booj een bemuftig man te betbe vingden ko=
geftoomen ig» / en be bieïfte ooft alg* een Orakel mnghemb*»
H a al® dankt.
Bloeddorft
der Mootde-
siaaren*
Godloos
voorneemen.
Geveynft-
heyd van den
Yergifgeever.
Andere fwa-
righeyd voor
deRoy»
ITytvoering
der vrienden
van de
Sampitfè
Moordenaars*
ii<5 Reys-Beschryving van
alleen boo? fyn iSaabgeeblng bebankenbe / maar
öaat- en- booben ïjern voegend fijn getroutolg*
jfjepb prpfenbe ; Want , gaf ben ©o?fl tor }
antVUOOjb ƒ wat de gemeene man aanbelangd , 1
laat fig de Ed. Compagwye foo veel niet aangelee-
gen leggen en kon ook dat altijd wel verantwoord j-
den, maar ’t ombrengen ' van een van haare Ka- j
piteyns foude haar fekerlijk tot wraaklult por- j
ren. i
«ébentoeï tuiïben be fcïjelmen pat tooojb pu*
ben / pat pnben bxe jeukten al naar bat geele
iBetaal / en om ben kooper/bat een «©ppetljoofb
ban be Viadies toa#/ egter niet te betfieeken ban
fulke bieiöate biaaten / (beting bat’tpofb ban
een blank menfeïj ongelp meet geagt biecb al#
ban een anbet / ) foo befïoot men onbet be fjia*
boojen öp-gebragte tebenen / de twee bewufte
Maats door ’t (laai , en my door ’t vergif te laaten
ombrengen. ;3ik tolerb In bet biaatïjepb genood
faaktfulk# te gelooben/ berinlt# bat mp bien ep*
genfïe ©ettabet/ be Voelke mp met betglft pbbe
fbeken om te brengen/ blkball# naat mijn gefont*
Öepb liet bragen/ en boobenbien ook fp $etfoon
aanbOOb / om eenige geneesmiddelen voor mijn
Perfoon gereed te maaken ; maat ben Sabandhaar
antlooojbe ben Wgefonbene Vuat rautoelp / feg*
genbe ; Wat foude hy doen , u Meekers Medicynen
gebruykende ? daar hy felver een goede Doftor is , hy
wil van niemand inneemen, want hy bereyd felfs
fijn eygen geneesmiddelen.
4Pg niet ’teenemaaï ban mpboojfepbe guaaï
ïjetfielb ftjnbe/ bebe ftg toebet geen klepne ftaaa*
tlgppb op / baant eenige betmaagfeppte ban
be boo? on# gematfïebe Sompitfe $Boo?benaar#
ïjabben boojgenoomen / ( ftenbe bat fe ïjet ïoeet*
koomen betgaten / ) enbe om te ontbekken baaat
bat be felbe gebïeben biaaten / maat Vop ïjabben
boorfïgteïp baat In booiften/ tenaanfien/batbip
booj on# betttek be (Ijken onbet ’t fanb gebolben
Jacob de R o y. 117
pabben / niet te min ban een goeb en fïerft ©aar*
tupg bootften fpnbe/ feplben fp mp lang# be koaï
naar/ en toierben op fommige plaatfen / aan be
palbe gebranbe ponten/ ooft aan eenige ©arften#
beenberen getoaar / bat’ec niet alleen menfcpen
geboeefi/ maar bat pet ooft Hollanders toaaren/
aangewen bat ïupben ban paae gefïntpepb geen
©arften# en aaten/baatom pabben fp on# totbe*
fe bOOjnoembe Negery ban Cotteringen toe bet*
bolgb. &p quanten tnebe boo? be# Sabandhaars
pup# fïiï te pouben/ koeefenbe be Prauw regtboo?
be beue/ maar boo? regen en toinb / mit#gabee#
boo? be jlift en mobber boat onftenöaar geraaftt/
aïtoo# ift poojöe bupbelpft bat fp met ben anbe-
ren baar ober tbuifïeben/ Of dat de Prauw was of
niet? Laaten wy vraagen fepbe ben eenen / of ’er
foodanige drie Hollanders met diergelijke Vrouw-
luyden hier niet gekoomen, of nog fijn , dan Tul¬
len wy immers wel hooren , wat van de faak is,
’ttoelft ban b’anberen boo? goebgefteucb Vuierb.
$aar bat fp pier op foo ban ben Sabandhaar,
al# anbere betbtittigb koaaren ban ’t geene fp be*
geerben te loeeten / foo gingen fe mp öp ben Ito*
nilig aanftlagen / als een Perfoon, de welke hun-
ne Bloedverwanten om ’t leven hadde gebragt : den^oam?
örengenbe berfcpepbe omfïanbigpeeben / om pun* aangeWaagA
ne bermeetene beftlag fïaanbe te pouben / en ober*
fuïjc berfogten fp aan bie ©o?fï ; Dat hy my aan Hun verfoek»
haarlieden foude overleeveren.omdan wydersaan
den P^angerang van haare Negery overgegeven te
worden de welke my dan konde firaffen naar fijn
goeddunken,
©ermit# bat ift pet geluft pabbe/ om mijne be*
fcpulbigingen aan te ftoo?en / koierb mp ooft toe*
gelaaten/ om mijn berantknoo?bing baar tegen#
te boen / feggenbe ; „ 3bat mp ’t onbefepaamb Wa3ttegetl
„boo?geben ban bie lupben al brpkoat breemb te dcRoy %
„boo?en guam / bat ift met goebe reebenen ber* verantwoord
„mepnbe bat fp k eenemaal ongegronb in paar
H 3 „aan*
iï8 R'eys-Beschryving van
„aanbïagten te toeefen : tot öetoifê öpörmgenbe/
„ 5^at fp geen een getupgen ïjabbm/ Dat top niet
„een| bp Sompit getoeefï toaaren / beel rninbet/
„bat top ïjaat S&loebbettoantm fouben ban bant
„ geïjoïpen ïjebben; baat bonbe ïjaat toeï pet^an*
„ ber£ in ^ee ontmoet ïjebben / beïjaïben bat fijn
„ iBajefïept fepbe ib / ïjebben be Hollanders bit
„ quaab gebaan / toaat mebe bunnen fp ’t goeb
„maaben/ bat fp bie jupfï getoeefï fijn / be totjï
„ bat be ^ee boï ban Compagnys en ©rplupbeng
„©aattupgen \$j en ïjoe bunnen fp goeb-maben /
„bat ïjet Hollanders , en geen Portugeefen fijn
getoeefï. |Baat fp btagten ïjiet op in : „3©eï
vernamen in- » t e toeten bat bet boo? Hol landers betrigt toa# ;
„ item oob toeï betfebetb / bat top ban Banyer
„geboomen en on£ ©aartupg bp meet gemelbe
„©Met Sampit ïjabben betïoojen / en bat fp bat
„meet {$/ oob be Prauw toeï benben ban fjaate
„ obetïeebene ©rienben / be toeïbe nog boo? be$
„ Sabandaars ïjup£ lag. Cot toeïbe betoij£ fp bet*
ber^ betblaarben: , , <©at top brie Banyareefen ban
„ïjunne Negery ïjabben betboerb / be toeïbe ban
„ on| ontbïugt toaaren.
Gelieft lijn Mayefteyt met aandagt te hooren,
fepbe ib ; föo fal hy bevinden dat deefe luyden U
Ibeken te miileyden : in ’t eerft hebben fy geen ge-
tuygen genpemt , en nu beroepen fy haar op drie
Banyareefen , die nog in haar Negery woonen ; inge¬
vallen het foodanig is , waarom dan die luyden
hier niet meede gebragt, behalven dat, fijn Maye¬
fteyt, is dat meede niet belaggelijk, ’t verfoek dat
fy u koomen te doen , dat ik in haare handen o-
vergegeeven foude werden, eeven eens of fijn
Mayefteyt geen magt in fijn Land hadde om ye-
inant te konnen ftraffen ? J0aat ’t epnbigen ban
toeïbe reebenen ben Jtoning opfïonb / feggenbe /
fattyen die laak wat naauwkeuriger onderfoeken foude en
fcheyden van in Beraad neemén, wat hem daar in te doen foude
(taan.
Terdeeding
van de Roy
tiimegeq*
Jacob de R o y. up
3®ebetom t’ïjup$ geftomen toeefenbe nam iïi DeRoyfoekt
een moop Sleetje brie of biet en fonb be£ Sanband-
baars en mgne foo genaambe ©touboen naar ’t Hof S “
om beefe aan be Dames ban Oen Honing te beteeren / ken.
’tbjetS fulften upttoerfting beeb / bat bie lupben na
bpf of fe$ baagen toeben£ onberrigtetfaalienmoe-
fien bertrePen / betmib$ bat fp met geen genoeg*
fame öebjpfen getoapent toaaren ; boant bien <6ob= ■* ,'feikge-
ïoofen ©o?fi ïjabbe biel gaarne geilen/ bat mp bie •
ïupben ban be betoufïe baab ïjabben obetmpgt/’t
ïjabbe ïjem 640 tëppaalberé boojbeel getoeeft ;
maat mp in pat gebaelt te leebeten top fp mee*
ning garit£ niet / maar bat ïjabbe ïjp pat aan
beboolen / ombe gemelbe Banyareefen meebete
brengen / maar ’t beliefde <0ob be Heet niet mp tot
fjet upterfïe te laten hoornen. Komn *3„
Hojt ïjiec naat bettoonbe fïg een Engels Jscïjip; een E0geis
fijnbe be eetfïe / betoelhe men ban bie j^atte oopt Schie-a
baat te t pïaatfe ïjabben geiten/ toeefenbe boo? ge*
breit ban monb-hóft en bar£ toaatetpt aange*
bomen / boog ’t beplp ban een Succadaanfe
tooonber / bien ïjp aï$ (Coïït baat ban baan naat
Banyer meebe genoomen ïjabbe / en bien ïjp toe*
bet naat beetoaart^ boetbe / om ïjem op Succa- waarvan een
dana aan lanb.te fetten / beefe <®ib^ taaïbunbig
fijnbe quant met be 23oot ban’t Jlcïjip niet alleen bandhaar
" . maat OOb tegt bOO? be Sabandhaars qwm.
en d’Europi- JSdSdLt
be föibiet in/
bent.
JDanneet ih hupten^ pp£ ttab /
aanfche in ’t Engels bettoeuefcOttlbe / pat bOOttij &Êngdfe
noobenbe in pp$ te bomen / en met ho?te tooo?=
ben na maïïtanber& geïegentïjept gebtaagt ïjed=>
benbe Steeg ih ten eetfien bit ©olh op mp fpbe ƒ
befcïjiïtte in bet pl mijn ©aartnpg bol berbatfiïng
met een ban be Engeifche naai; booib/; ïjem baat
neeben^ ooh een 25tief aan fijn ïtaptepn mebege* vertoekt '
benbe/ toaat öp ïjem qtiam te berfoehen/ Dat hy ee.n}oofe.
den Koning van deefe plaats foude gelieven te Konin^te °
fchryven , hoe haar Edel, tot Batavia vernomen renden!
H 4 heb-
110 Re YS-BeSCHR YVING VAN
hebbende , dat ik elders op Bomen Schip breuk ge-
leeden hadde , hem Kaptein herwaarts gefonden
hadde om my weederom derwaarts te brengen.
goSen wt- Strategema geïu&te rap naar ïomfcïj / rap
Stomft heeft, baat: beneePen$ een Gatty Amphioen fenbenbe /
bat boenraaal^ Jjfec bpnaar teegen£ <©oub opoe»
Pioogen tofetb.
S& fotiö €>efant op <©efant naat: ’t $aïep£ /
baat toe be 3©pPen Pan ben Sabandhaar/ en rap
gePiaanbe ©rouPien gebrupkenbe alberïjanbe de=
teïpe ftleeben aan be ©ojfifnne op te offeren ten
vettaygt tpnbe ora rapn ontfïanfng te erlangen / beluchte ilt
fnowflamngepnbeïplt naar Peel aangePienbe moepten^ en boo?
ïtragt Pan «©efcïjenlten Perïtreeg ; Planneer ben
Honing rap ooit boo? tPjee Pan fijn J>taat Praau-
A.iwirf wen aap boo?b Het brengen/ tot ben Ifilbeiifjoog»
M,> boort. fan Jlfert en ïjanben opljeffenbe / bat ïjp rap foo
pjonberbaarlyfi en goebertferentlp ïjabbe gelfePen
te bePiaaren.
Sn beefen bobera geftomen ffjnöe / bePonb ilt /
bat Pip reebelp met monbltofï Perfan Piaaten /
fonber te teeltenen ’t geen fit nog In be 2Soot öab»
be laaten boen / bat oifa al meebe Piel te fiaben
quant/ en foo afa Pip ban gepï-reeöe lagen begaf
fit rap met een Piel-bemanbe 25oot en fcjjupt aan
be moitb Pan be HfPfer ten epnbe om Pan baar ’t
h^Eenaeid ^b k3t*n bat Pip fn |)et fnltoomen öer feïPe
in de Boot. aïöaar begraapen ïjabben/ ’tgeen met goebeo^bre
Polbragt Piferb. |Het geen Itlepne Perbaafajept
Heeften be Eanbfaaten ( Piant baar Piaaren ber
een partljp op ^tranb ) Planneer fp faagen tPiee
ïuater potten met JbflPet en <0oub opgebult upt
be gronb ïjaaïen / en naar bat be feïPe Piel Per»
scheid de in- f^ftert aan bcojt gebragt ïjabbe begon fit be fcïjelm*
woonders 'fe ‘-©ojpeïfngen / Poo? Verraders upt te maken/ en
wakker uyt. (p Moordenaars / en Trouweloofe Menfchen
Piaaren/ nog faop ïjebbenbe/ Dat ik naarmaais
geleegenrheyt foude vinden , om te Vuur en te
S waart tot huune Suygelingen toe niette verfchoo-
tien,
J A C O E DE R O Y. 121
nen , en eyndelijk met haar te handelen gelijk alsfy
met de twee Hollanders gedaan hadden , en baat
op aan be Cngeïfen berfogt ïjebbenbe; Dat fy der
eens vuur op geliefden te geeven : maat bie luns
ben moogeltjft foo niet op ïjaat Perblttetb aljï (ft /
toepgerben fuïf$ te boen met bie Petfcïjoonlng /
van geen ordre daar toe door hunnen Kapteyn te
hebben.
Hlan’t&cjfjip geftomen ftjnbe enmetpoojnoem* Raakt aan
ben ïtapitepn in gefpreft geraaftt toeefenbe/ fogt boord met d«
(ft bie man meebe te betoeegen / om de Rivier op jtaö'‘in
te feylen en dat hy ter liefde van ’t onnoofele ver- 6 v
gooten Kriften bloed , een vyftig a feftig Koegels verfoekt op
door de Negery foude jagen ; ftem Petfeeftetenbe / hun Negery
Dat het hem wel een half duyfent Ryksdaalders te bieten,
voordeel foude fijn ; Plant fepbe (ft / naardemaal
die fielten Peettlg (Cïjepïen Goud voor mijn hooft
derven bieden, is het een billyke fake, datfy van
die fpecie nog al redelyk vooorfien fijn , maat
ben ïtaptepn en boifl fulftg niet beflaan / bet<D*hemge-
mitg / bat Ingeballen fulft£ qualpft upt Piel / weygcrd
ïjet een jmbetanttooojbelljfte faafte Pooj jjem fijn wktd-
foube.
<Dn$ anftet£ Inmtbbeng tftup^ geftteegen en be
^eplen bp gemaaftt ïjebbenbe PeePoibeeben top
Otlfe Voyagienaat Succadana, aïtoaat In ’t ftOJt Komft te
ooft aanguamen en tegt Poo? betfïtOtet geftoomen s^dan*.
toeefenbe / toleeb ben boopioemben Colft aan
ïanb gefonben om ftenniffe Pan onfe ftomfle aan
ben honing te geePen.
Sft öabbe Petfcïjepbe maaien gebuutenbe be
sSepfe met blen man In gefpjeft getoeefl/ en ïjem
naat ben toelfïanb Pan ben bïinben fDtln£ Mar-
teningrat gePtaagb / toe$[jalPen ïjab bie <Caaï*
man nog niet lang aan lanb getoeefl / of ben •
betoujte Jptlng gtiam ten eetfien aan boo?b met Pe“f;^tins
een lengte ban ©aattnpgen / bol Pan albet* boord,
ïjanbe petPatftnge ; en ten eetfien naat mijn
gePtaagb / en bp be tafl mijn §0>etfoon betnee*
H ƒ men»
1 22, Re YS-BeSCHR YVING VAN
DIedeRoy
omheift.
DeRoykêU
menbe / bid ïjg rap ten eettfen om ben ïjafê /
Hip (eet btieilbelpt ölbbenbe; aldaar te willen blij¬
ven , rap bjpbet£ om betgiffei# öibbenbe / das
hy my niet mede herwaards genoomen hadde ,
doen ik van het Portugeefe Schip wederom aan
land gekoomen was , toant fcojt baat aan bja|
bie $tin# berttoWten / raaat bat ben tot Bata¬
via fïg ontöoubenbe ïtapitepn ban be Maieyers
fijn ^oon / Wantie genaamb / baat b’oojfaafc
ban Voa$ / be bjeïfte rap met be gantfcjfje Hoi-
landfe $atie feet fcïjanbdöö ïjabbe geafftonteett
geïp iö fulö# nabet aan ïjaat Hoog, Ed.in mijn
boopge fclfBpben^ lebbe bettoonb / bog bat |p
öp etbatentïjepb nu tod totf 1/ batbie man niet tec
goebet troubje ging; aangefïen bat |p ïjera feïf#
öp fijn ©abet enbe 25toebet ïjabbe foeften betagt
te raaalen.
211 en öabbe geen Wepne raoepte ora ban bie
ontfl"»ènhera ©tin^ ontjïagen te taaien / betrait# bat |p bol-
worden, laomen geneegen toa£ / met rap naat Batavia
te betttelften / en albaat d’Ed. Compagnye tot
|ttïp en bplïanb te betfoelen ; ’tgeen |p al op
Banyer geneegen getoeefï ïjabbe te boen / raaat
boenmaal^ geen toebetora-fe|?pben| op mijne
afgefonbene ^rteben ban U E. Hoog. Ed. öe=
öooraenbe; toa$<bat toetft foobanig öjgben fiee-
Banyer de ftert» Cet bat top ban Borneo fchepben / faï il
voomaamfte U Hoog. Ed. met fdjulbige eetöieb eenigé befon»
Negery van betljeebên ban bat gtoote Cpïanb / boo? foo
Borneo. üed mp be feïbe eenigftnt^ öelenb ftjn/raebebeeïen;
en eetfi ban Banyer al^ be boopmamfïe plaats /
beginnen / ftjnbe ooft - altijb be ïjoofb Negery
ban bit gelede Hanb getoeefï.
Koningen van n Sfêjfi fldb ban bafi / bat bie Woningen f unne
Borneo, aan „ |eetft|appp aan een javaanfé Pangerahg bet=
wie haar heer- „fcjjytöfgt jjjn / betoeïfte boo? optoec en afbaï
8&T „wptfgn Eanb tofétb betb?ëeben / ( aï$ fijn-
„ be een öafïaattföon ban ben Soufouhounang )
jjfoo guam |p ftg aï$ op Madura niet beplig
jjfön*
J A C O B DE R O Y. 12, 3
„fpnbe / ftg fel# op Banyer met eenige ponbetb
„Pan fgne lanb#lupben nebet te fetten / naat
„bat alPooten# be Hanbfaaten of Viadjes pan
„baat Petjaagt pabbe in een anbete fpjupt/ of
„be naafï geleegene föiPiet ; Pp puntte anbere
„maPPet#/ pePPenbe bten ï|eee gefïabigmet befe
„ ©olPeten in oneentgpepb geïeeft : en alpoePael be .
„iUoning Pan Banyer ftg be naarn Pan ütepfetS^f
„ oPet bit Cplanb toe fcpjpft / naacbemaal Pp pent r,g |eyfèr
„Verannanbanan laat noemen/ gelpP ben Soufou- nooncn.
„hounang op Java; i# pet bog feePet bat pet in
„Perfcpepbe peerfcpapppen Petbeeïb i# / paat
„fp?aafe Peftaat in Maleyts , Javaans en Pan be Verfcheyde
,, lanbt taal onbet maïPanbeten / pet geene öaattaleualdaat*
,, itpt Pomt J om bat pet een mengelmoe# Pan
„ albetpanbe natiën $ / Paant baat fpn Johoonee-
„fen , manicabers , Javaanen , Pjaat Pp eenige mènad volk"
„ Maccaffaaren onberïoopen / ftiïP^ bat’et een ge=
„mengbe taal lang# be peeïe See-Pufï gefpjooPen
;,pjetb / fp fpn gefamentïpp Mahometaans Pan?UI\Pods'
„geloof / en peppen paat Pan tpb tot tpb foe= n *
„Pen upt te Pjepben/ ebog boo? ftoaPpepb Pan
„©olP niet magtig om be gemelbe Viadjes on*
„ bet bPaang te pöuben / niet tegenfiaanbe bat fp
„met befeïPe gebuutig oPet poop leggen, ©e
„Btanbtfaaten Ponnen gemaPPeïgP bupfenb man voikrykheyd
„ tegen# een Pan be fitanbPePjoonbet# uptmaaPen. d« Land-
„ «Ebog upt Pteefe Pan ^cpiet-gepjeetfoo burPen fp (aten-
„egtet befe ï-upben Poo? be Pttpfl niet aantaf*
„ ten / en Pupten bten foo fpn oop be Mahome-
„taanen , gepouben ©penbtfcpap met be Viad-
„ jes te foePen / tee faaP bat fp alle be tpPbom*
„men Pan ’t Eanb Pefttten/ Pan <®oub/ Cbele^01» deï
„ «tBetfeenten#/ Camppet / Lapis Befoar, Pedro !
„del Porco, Farang , Wax , Rottangs , en alle#
„Paat in befe conteepe Paït / ja felf# tot punne
„montPofï toe/ uptgefonbett Sou t en tögfï.
„ d§>p peppen in bet baab tgPe <©oub JjBpnen
„onbet pun gePaelb ; ^P pePPe felPet biPPail#
„met
Agaat fee ë
hoog aldaar
geagt.
1 14 Réys-Beschryving van
„met mijn cpjjen oogen geften / bat öe inboog
„lingen ban bit Handt met’ec ©aartupgen af*
De ewote «ftoomen/ toaarin fp IO a 20 ftuft£ ftoppenge*
meenigte van J> meenïijft fïerft fijn/ 20. 30: 60. ja tot 100 Cattys
Goud. „^tof-goub af b jengen/ m ooft mei fteele ftnob*
„ beïdoe&jejS / infonberftept op Succadana te ftoop
„bjengen / ooft toel om te bertuplen / tegeng
„ïtleeden , ©ofleïepn / ïfapere Hltm-fiiingen /
„Coraaïen enbe een fefter foojt ban langtoetpige
„roode Agaat-fieenen/ die fp om ben ftal# ooft om
„b’Htmen binden/ maaftenbe baat* ban een bpfon*
„ bete bierft boojnamentïtjft alp1 fp bïoeb toob / en
„foo lang fijn aï£ ftaat arm b?eeb i£ / bermit£
„baat tueï ftaïf ooft een Reaei-f maarte aan <ö5oud
„boo? geben en fombaijle meer. 25loed-coraïen
„baïfcfte §0eereï$ fijn ftiet ooft toel gebnlt; ittége*
„ïijft£ blatrtne en britte Salempoeriilë , en boo?t£
„aïdetftanbe gefojteetde gefeftilberbe ftleeben fteel
„boel getroftften.
„ï|aare Negeryen enbe ftupfen 3ijn uptermaa*
„ten groot / foo bat’et bp mijlen xoo famijljej?
„altemaal 25loeb-©?ienben oiider malftanberen /
„onber een baft baoonen/ meïft egter foodanig af=
„gefonbert $/ bat een pegeltjft fijn bpfondere
„moonplaat^ fteeft; ftebbendeftun©ee/ al^©ar-
„ften^/ ï|oender$ / Cenden / de. onder ftttnne
„ 3©ooninge : die ’t grootfie gefïagt ïjeeft / boert
„ een bolftoomen gefag ober be nabuurige ï|up^
„ gefinnen / en ftet ftontt betfcftepbenmaalen te ge*
„beuren dat’et mei eenig mi^berfianb onber die
,, Handfaten ftontt ’t geen ban be ftoaftfïe ftoop
„met ftet berlie$ ban djie of bier ftoofden moet
„boeten.
„<5>e öibier ban Banyer $ een feftoone bjeebe
„ bloéd /tuffeften be banften en in be ftil/baar mm
„in ftomt/ fteeft men met ftoog Voater ten minf*
„ten brie of bier / en binnen de felbe tot fe£ of
„ feeben babem diepte / meefende een modderige
«grond ; boojt£* i| fe dooigaanj» met biepnig
„ b?oog*
Befchryving
van ‘hare Ne¬
geryen en
Huyfèn.
Hun gefag
over den an¬
deren.
Rivier van
Banyer.
Jacob de Roy. ii f
„b?oo0ten^ ïie]emniect/ maat toelmrtemfgefioo* E IandeniB
5, ge Cpïanbje^/ bie men genoegfaam ban mgben. defqve.
(Ctoee of b?ie mijlen bobentoaart^ binb' men bier*
„ gelijbe «Bplanben en ongebaat tloee gelijbe mijlen
?>bah Banyer , toeberom anbere : eben beneben
„befe Cpïanben/ bie bjie in ’t getal fijn / en be*
»toeïbe tegt booi be Negery leggen/ bomt (Tg een
ïïfeïoeïte fpjupt inbeljooftiSibiee ontlafïen/ lang£ spwytindc
„betoeïbe Tatas en Coyoe Tenga leggen / toefen* Rivier fig
?,be be Ijoofc- en betbïpf-plaatfen ban ben Uo*ontlaftende*
» ning. <©aar syn ooit ttoee of bge anbete blepne
» Negeryen ontrent/ op betoeïbe groepb feergoebe
»$epet/ toaat ban be bojl al b?p groot i£: ge-
„ meïbe fp?upt / neemt fijn oojftgong ban eenige
» Bergen/ bigt aan be geegeleegen/ betoeïbe ban
„Ijler Hoornen upt te leltlten/ in genoembe bergje^
„toerb ooit <ö5oub gebonben/ ïjet toeïbe foo flegt
„ban Aiioy fiebonben toerb / aï£ bie ban Mac-
„ caffer , baarom toeeten ïjaar be inlanber^ ban
„ ’tfeïbe te bebienen om ö'et regte <«B>oub baarmebe
„ te berbalfcïjen. Upt be genoembe Negeryen lang^
„befe fpiupt geïeegen / ban ben ïtoning ban
„ Banyer be naarbolgenbe iBanfcïjap op be been
„ b, tengen/ namentïp.
Cayo Tenga en de onderhoorige Negeryen Kop¬
pen. --------- - 1800
Tatis onder dewelke Banyer gerekend
werd. - - - -- -- -- 700
tuffen de twee voornoemde Ey-
landjes vaartmen naar Banyer maf-
fwg dewelke aan een kleyn loo-
pend water gelegen is , dewelke
by Tatas in komt vloeyen , en van
hier vaart men de groote Rivier
op naar de gemelde fpruyten ende
Negeryen ; als voor eerft de Negery s ,
Campays en Lufong , defe naamvan _
Saamen Koppen ayoo
Lh-
Campay ">
cn >
Lonfang _)
12,6 ReYS-BeSCHR YVING VAN
Transport van Koppen IfOQ
Lu/ong heeft fy van de Viadjes behou¬
den om dat fybevoorens foodanig
waaren en naderhand de /ede van
Mahormt aangenoomen hebben , het
welk voor haar een groote eer is, te
weten , als fy van ’t Heydendom be¬
lijdenis van dat Valfche (edog door
haar voor een opregt geloof gehou¬
den werd) komen te doen , ’t geen
men egter niet dikwils liet gebeuren
dat hunne gewaande bekeering vry
dier komt te liaan, want om hier toe
te koomen moet hy eerlt een ganting
ftof-Goud en Dito loode pitjes rijk
fijn, en wel ’t grootfte gedeelte daar
van aan de Geefielijke voor ’t Cele-
breeren van haren dienft van befnij-
den &c. uytkeerenj Voorfchreeven
Negery te weten ;
brengen een getal uyt aan weerbare
van - - - - - - - - - - 30a
Banambaham ')
en
Moorenpifotiw _)
edog alle op de Viadjes manier gewa¬
pend, namentlijk met /patten en par-
rings van hier op
konnende defe plaatfen in tijd van
nood uytbrengen een aantal van 100
van bovengemelte plaatfe komt men
aan
daar men een manfehap vind van - - yoo
waar onder eenige met Schietgeweer'
verfien, ende reft voorts met lantfen
fpattenen kritfengewapent fijn , daar
aan volgt
met een aantal van gelijke - - - yoo
in alles Koppen 3900
En*
Jacob de Roy. 127
Transport van Koppen 3900
Endaboemaas ’t naaft daar aan gelegen - - - 5-00
Conlokongy hier aan grenfende brengt uyt - - foo
Oellangfaty Dito en ad idem ------ 2oo
Labyer ut fupra - -- -- -- -- zoo
Sangy bena'ar ut ante --------- jQO
Songy Camonty als vooren - -- -- -- - 400
Calyongh Cajamp als vooren -------- 3,00
fulks dat uyt een aantal van 16 der
voornaamfte boven genoemde Ne¬
genen men aan Manichap van gewa¬
pende mannen foude konnen uyt-
leeveren een aantal van koppen. — — —
- ■ 6000
©au be ïaatfï genoembe pïaat£taefïtaaatt$
ïang£ bc Dtufl ontberen |ïg ooïs nog betfcïjepbe
anbere fltoomen / aï$ eerfielp be Ultbiet ban
Viadjes , betoeïfte feet groot en btep $ / ïang^adjesT Vl'
taeïfter£ oeberen booj een onepnbig getaï ban
Heydenen öetooonö taietbt / betoeïfte alji
firar gefegt $ / een ongeïoefeïpen ^cïjat ban Rykdom
<6oub / en anbere (tofleïpïjeeben befttten / ge* derïnwooti"
lp ban ooit bte ban Maccauw baat ban eenboo?* deKn aldaar*
beeïige onberbinbing geïjab ïjefiben / bet*
mit| bat fp een feec bïoepenben ftooppnbel (jeb*
ben geboetb / en baar öp geetipe boo?reg*
ten genooten / ’t geen toel meejt upt ben peber
ban een © Refter boo?tquam ; taant ble man
foo becre geftoomen fpbe bat §p in pat
fp?aaft ecbaaten taerbenbe/ met fijn beröltjf vedeHey-
albaat ; ïgagt ï)p bet in taepnige Jfaten ober denen door
be tgie bupfenb tot pt Chrittendom , of ten “nhp"^f
minfien bte ïupben baar boo? berMaatbe/ maar ten geloof g«-
met be ïaatfi gereefene betfcpien enbe ttonöe* bwgt.
(en tutfcpn bte natie en be woning banBanyer,
foo (jeeft bien ©o?fl befen pberaac om laaten DeMdkt
taengen / baar op ban geboïgt / bat beefe omgetagc.
atrtte ïuibbe fonber berber fpbe / boo? ’t on*
ftjupb
SUvïer Ta-
bouhouw.
Timmer¬
lieden aldaar.
Rivier
Mandaway,
Koopman-
fchap aldaar.
Baay voor
de Rivier Sam
128 Re ys-Beschr y ving van
ftrupb banftp-grioof(toaat mebe befe öïlnbemen-
fcïjen feet fteftoangert ftjrtbe ) feet berfïropt fijn
geraaftt. ffèen blnb’eè nog tori eenlge/ öetoelfte
jjunne Chriftendom met een ftrup^ie / bat fp
om ben ïjafë blagen teagten te öetoijfen fon*
bee berber eenlge ftenneïgfterebenen ban ïjaat boo?=
getoenbe Chriftelijke (©obj*blenfl te ftonnen gee-
ben.
(Omtrent - - - - mijlen ban ïjiet/ $ een feefter
ïïlblee Tabouhouw genoemt ; sljnbe be Negery
onber blenaam mebe öeftent/ torifter^ Intoöon*
ber^ meefïenbeeï dmmerïupben ban Ijaac ïjanb*
toerft fijn / en betoelfte al mebe met ben op®
öouto ban fjunne ©aartupgen ’t boojberib ban
be Javaanfe Clmmerïleben rebelQft toeeten naar
te bolgen / en ftonnen In ber pï be Banbe*
ïaaté met ïjaare fpoeblgen arbepb boojtïjelpen /
naarbemaal fp tori 200 ïioppen ftonnen uptma*
ften.
3©efïtoaarb£ brienbenbe Ijler toeberom een
anber bog ftloefter Ctlbiet te blnben a$ be ïaatfï-
genoembe baar b’3|nlanber$ Mandaway tegen£
feggen / Ijler berïjanbelt men ban gelljften
beel <0OUb/ toafeïj Jernang, Rottangs, en Lapis
Befoar, &c. ijler toerben ooft een meenlgte ban
boofen gemeenlljft Tomiombes genoemt / be«
toeïfte rebelljft frap ban feer fïj'n gefneebene Rottangs
enbe&ïaberen ban öoomengemaafttfïjn/ en toer*
ben meefï <n alle Indifche getoefien berboert.
ï|ler naafi grenfl een anbere Negerye, Simanauw
genoemt maftenbe ble ttoee loipen t’famen 300
|Ban upt.
Cenlge mijlen baar ban baan boet men be
ban mijn nog In berfefje geïjeugen$ ïeggenbe
Blbler Sampit op / booj be monb ban be toeïfte
een öaap l£ baar men gemaftfteïp met 1000
fcïjeepen (ban aïle^een /enSOlnben befcljut: )fou=
be ftonnen geanftert leggen. 5^aer toertmebeïang^
ble fctjoone jïroom eenfeetfp Traficq gepïeegt / foo
JaCOB DE R,OYa . Ï29
m <$5oub al# anbere toaaren en ban U Hoog E- Groot*»
ddc mei een opeegte geïoifFe berbïoten/ bat pee me? ha»aéi
6e Jiageïen Pallen/ toa;öenöe:Pan 25ec5l-öo!le=aIdaar*
ten aan Mahometanen te boop geÖ|agt/ Ö!f fp
bbo? een beufeïing ban be'ïupten toeeten tebebob#
men / en ai# ban befeïbe met een 3 cent töfajï aan schond
6e chineefe toeeten om te; feiten /.ib ïjéö ’et bet# ^8sfm
fcbepöe Picols .ban-gefien/ tetoeïfieban tttüt en ^
fmaab booi te Am^óinfeniet öefjoebente tofjben/
btn honing beijgt ooft bptopéoeenige Catcysban
ft|n onteröanen/ bog fyti ban niet berber fïr ebben/
al# tot liet geö?npb ban ft)h }|}wp^f)Ouïiütè/niaab
geenftnt#ornïtoppnmn®)apbaafcmebeteb?ijbem •
Sib lebbe biet j&ooteri-j®lufc#rt inÖaateWfïeb Ai*mé* -
geflen/ bet#' sjjttöe jrtnfc ijeel bet /.maar eentoep# now-mu
nigje gelegen bebbeote betö?oog'enTe feet ; ban öe
# oeïw Pb' ib öefe bornme menftgen geen toerft
fien maften/ teh.tijten bat top aan b’oebet baii
bie fïtoom aan quginen bjyben/ ’tgeen mp ooft
tóeï beeft öetooogen om naat betfeïbet boomen te «.
fojeftcn/bróat te tergeef#/ ï ■ ; .. , • • . • •
^iet beeft ben Honing ban Banyer een Negery
ban 1 5 o ftoppen/enbe ban ben 3Unö-aarb een bnp? ■ •
ten getal/ ban biet bomt men aan te ïïibiet Pou- rw*
feoang ; aïtoaat een Negety I# / betocïfte benaam r°«bP%’
ban tefe fïtoom b?aagt/ aïtoaat men mebe alle
fdoöanig een obetbloeö ban <$oub en Röttangs
bbtb/ al# in öe bootige plaatfcn/oobeen aantal
ban 150 ‘gjntooonteten iiptmaftènte / m belast#
fie of uptftfïê fiontiet. banljet. Ranyers Btonnjbs
tljft »# Cottaringen ; ipelftet# ^ïbiet en Negery, cottatia-
foo mebe ban -#0116 en sobere öierbaate toasten/ gen
te anbere pïaatfen/naar mbn beöiinften# nog aï te èlaa« »«
boben gaan/- en toetten biet ooft 500 petfoonen Ba"y<!t;
geteit [ bétoeïfte toapen# bonnen boeten. / , ■/: • s
ïfiet banbbanjSpogb-31|e}ï op/beginnen bepaa#
ïen ban betSuccadanasgebieö / tefe ©oifïen geeft
toeï foo beef Ifiraö me£aï#bie ban Banyer, maat ' - ■■
.beflt baat en tegen ongemeen meet tifbbommm/
4e Rey. I Lan-
ï|ó ReYS-BéSCBR tVïNG V A
Landack , ïjtec leeft men ooft De ftofrelyfte Bor-
Campher. neofe Camphur , Detoeïfte op Banycr nfet ai baït,
^«fe inning ïegt Difttoité met De yjnïanbfe obet
loop/ ftoo? bieti bat lp laar ber’Web/ dat geene
vreemde völkered f en vaartuygen daar by haar
lift des mogen komen handelen, om ’t totlfte te Üetijaehtt!/
xsonings Die .ifeet atttja 0011100 benianöe en tot Den #o?ïog
®‘? ' ™f uptgetftfïe ©aattupgen/boo? De mtaiü ban Deïlte
s« kri'igen. biet./ Detoeïfte met 2 aroten tn ^egïoopt/inöeRt-'
tuig |oub / toaat Doo? Die arme ïnaipen genoot*
fgaftt 3Dn/I)umi0 befte, en gjootfïe ibteenen aan Den
, Itoniiig te berftoopen/ niet te min $ |et tod fep
topn gefeeutb/ Dat eenige Banthamfe en Joho-
rèefe ©aartuggen/ tegen? totï en Danft ban De
fttiipfenDe ftielen/ De ©ibiet op boeten / om <H5ouö
en diamanten boo? tjaate toaaren te mangelen/
öaac fp in bet baab ooft gjoote boojtgangai ge*
inaalït fteböen/ betmftö Dat fe^pfóii&et^ feet
naat öfetgeïpe booibalïen betïanöm/ Den m*
ning ftan laat ooft geen anbere fcïjaöe toeïgen?
gen/aï£ met fijn ©aattupgai De ©ibicr te feefet*
ten/ tenopfïgto ban firn onmagt/ bermftg Dat
6(£brekvanii(etöoben De icoo. getoapenbe mannen op De been
schiet- ftanbjengen/ feefïaanöe fijn boojDeeï liereend
geweer &r Deel# in/ bat |g ban jt>e|iet-getoeet betfiai
inwoon. en b’anDese niet-
• '3|n *t t#oo^D-Soo?D-3©e|ïen ban liet ïegt rat
Öibiet/ Detoeïfte Doo? De menigbu&ige
ten en abeten/baat befeïbe in ^eebalt/bet^ïjépDe
«sBpïantje^ bettoonen/ De ©ibiet ai De Negery De*
feïbe naam ö?aapnöe ban *t €pïanö/name«tlyft
Eykriden Borneo , Defe ^ntooonöetg-obertreffenfti tijftöom
Kivier alle öe bootige ©oïfter.en en lebben trapten Dien
Boni», ’jgeïiift / Dat Sjaar ftof-^oub ongeïfjft beter ban
AlfeyWaïgbie ban anDeten / jynDe Daar en feo<
■ ben met een obetbïoeb ban Camphur en anDete
ftofWPÖeeDen berfïen / De ^>o’pdmgm maaftett
■ mebe een mengeï-raieeg ban aïDctïjanöe b?eem*
öe boïfteren upt/ maat ’t geen men feïben bint/foo
öetmengenfe laat iu öwutoeïpen met b’Viadjes
©jouto-
Jacob de Ror: l$:i
#?sntó-boïft/ ’tgeen pat ©uöet# geïegenüjepö Mouweii;-
betfcpft/ om plet mettet tooon pat feïf# ter keil der in-»
neet te fetten / ’tgeen öat allcngpen^ foobanlg w-oondet*.
aangegjoept ifj öat ’et tpelp öe fteïft V iadjes ons
öec loopen/’t 5P nletaïleen öe 3[ntoaonöet£ ban öe
Negery * öetoeifte op öe ©ogteré ban öe ïanö-
faten betïeftftett jfjtt/ maat öe Succadatiafe üos
nlngen feïfp/tóanneet öat fp geneegen 5 p tepaas
ren / ïaaten fp paten ^?upö öaacban öaanps
■ïm/ en boïgen öe $pcen en anöere g?oote öat
boojbeeïö meöe na/ men moet’et ooft öatbanfegs
gen/ öat öefe ©?outoen «pretmaten bïanft ban schoon*
ftoleut/toeïbefheeöen ban toeefen/ en feet betnufs^ydd(*
tig ban geefljtjn; faa / foobanlg a\$ *et onöet de6”
•aïïe öe ©ofïetfep Inlanders fottöen ftonnen toets viadje».
ben gebonöen.
©en gemeïöen Succadanafe ©p£ pö nip öe
boo?öeeïen/ öetoeifte op öefe pïaatfe te bepalen
jijit/ foo naaftteïp afgeöeelö / öat Ift met öen .
Engdfe ftapltepn nleutog-gletig toletb / om öaat N,|?uWfg>«-
öe feïtetöepö ban te toeeten/ öetpïben bejlootp^,^lj*n
gemelde Negery aait te giérert j aïtoaat tóp met J‘
onfe ftomfïe ooft fn toaatftepö onbetbonöen/ bat
baat goeöe tolnfïen boo? bat pnöeïaat te boen « rt
inaten/toant onfe fiapliepit nog Amphioen pbste d0em
benöe trof ’t geïuft / bat ïjet baat b?u gelölg toa£/
en Infgeïpg ban liïeeöenbetfïenspöe/ïioiinen U
■Ed: Hoog Agtbare ïtgt bejlffen/ Vöat boo^ieeï p
op befelbe gepö fteeff / ten aanfren öat met eps
■gene oogen aangefién pbbe/ öatöeïioopïtïpöm
Öemboo?ips.Guinees1tptoaat/eetiBartcalgotiö/öes
toeïfte öetöe-pïf j5p#-öaaïöet toeegt/pbben bes
taaïb / battoaatïpeen reöelpetomft .$/en Infons
betfjepö/ al# men öaat fuift ftoftelp fïof-gonö boa?
ftrtjgt/euöe ging ftet betpnöelen met öe anöete Ep’s voer%;g.
tóaaten ban geïtjff en:fo?geïp \$ ftet egtet/ met biets hey(l om~
gelpe ftoopïupöen om te gaan / tóant alamen niet Siw tè
op fp ftoeöe tóa# / en öat men meenen foube / ömaf houden,
booiöeeï geöaante fteüöen/ foofouöe men onSertnfs
fen fp looft feet ligt ftonnen berïfefen/ fuïïeiiöeöan
l % pt
I yt Re ys-Beschr yviNg van
ï)t£E cm epnbe ban Borneos feefcp’ijbinge tiiaaften
»Wö de en aïleenïgft baat njog bp boegen / bat ift een <Pia*
jroote van ttiant-fïeen ban benftoning ban Succadana gepen
febb«ndry Ö^öbc / betoeïfte fa g?oot aig een ^upbe-ep i£.
3&aac battnponfe ütoopmanfcftap en anbere fa*
Pen aïöaat beriigt pab&en / hegaben top on£ on*
Komt voor bet S^epl/bau meninge sgnöe omMallacca aan te
Maiiasca- gieten/ baai* top Dan ooft fn be maanb Mey ban
3t3aati(?9. , ©oo? quanten/ enbe naar bat 17.
fcagen op öe fiee gelegen pabbeh / ging ift toebec op
een anbec ^cftip ober/ ioant baat pang myneen
fioaot ontocbet obet ’tpooft/ en fton tjet op geen
anbete tmjfe ontgaan geïgft naberpanb betffaan
peb/ bat pet ooft poog tilt toa^/om te bettreft*
Neemt de ften/ ten .aanpen bat ben Fifcaalban Dat<0oubet*
vis&t. netnem ; ten o?b?c ban ben Heet Vofburg en tPaab
opMallacca go?batmeett toa^/ om mijn naar te
fpeuren , jijnöe pet boo?toaat een metftelyft geluft /
bat mp bte ï|eet niet peeft ftonnen op-jepïen/ aïfb
batiftintoaatpept gerefoïbeeetpaböe/ geen ichan-
iijke Dood op Batavia te fterven , top paöben OtV
Koiat t« fe ftoet# naat Atchin gefet/ baat top ooft naat st
Atetdn. betïoop ban 10. bageti aanqttamen/ toanneet ift nip
ten eet pen naat Stanb begaf/ met boojneemen /
otn daar een wooning voor my te hu uren, en 0S1*
aangepen bat in bic tyt ban 4 Sloren op geen
pïaat^ getoeep pabbe ƒ baat ift fuift een btppept
lionbe’ genieten /toaé ift egtet ban pnt^/mp baat
tet pïaatfe gaut$ pil te ftoubrn/ ter tyb en toyïe
bat geïegeubpepö foube pebbm / om met d’Engel-
fen, of Deenen mpn boojgenaembe ïtepfe in öe
name <0oöe£ / naat ’t V aderland boojt te fet*
ten.
«Bïög tepnig bagen naat myn berbïyf aïpier/
tuiert ift ten eerften ban een pattp Chineefe en an*
werd aidaar i,ete©oïftetenbeftent/ en betboïgen^ ban aïïe^an*
1*106? va!) ptneïyfte Europiaanfe , Moorfe , en Atchinfe ïtoop*
«ftóGtoö. iupben befogt cube bertuelleftomt/ en eenige öaa*
t^n. ' ge baat aait pïfê boo? be ïSyft£-g?ooten: tot befe
lageïpp ^efoeftm Wetpm g?oete Gnaftos betv
' . eeft
J ACOB DE Ro?. 135
epfï/ taant bi’tojjï bat öfe beienben mp alle eerbied
betoonden/ fa in Diee boegen/ al# ofdft nog in
bienfl bet E. Company $$apitepn getoeefl ïjaö^
be/ oojdeeïde ift fjetban mijn 3Jan{1en te taeefen/
om Baat in bat taeefen te laten / bog egtee bes
fpcutende/ bat ift metfteïijft ten agtceen foube ta=
ften/fo beftootiftommp onftofïen eenigfïnt# te ges
moet te tornen / om mp met ïtoop-manfdjap teöe=
feelpen; betmft# bat mp toaatlp op een plaat# be*
toto / baat ben üf anbel in een bloepenbe fïaat
laa#.
#m baat ban een begin ban te maften / betftogt ift
ban mifnOSoub/ bat ift banBomeo mebe gebjagt
Baöde/ om gereebe penningen te ftebben/- fo mebe
betftogt ift cenige Üfutoeeïen/ die(aï fcftoon niet beel verkoop
bpfonder# toaaten ) met een tedeïp boojdeeï / enee"'s G?“a
toat öet <©oubaan-beïangt/baat pb ift taaarïPeBjBVme*‘
in defe 4&oub-tpe pïaatfe 130 pet Cento teinft /
en tapet# een tedeïpe toinfï op b’anöete taaa*
ten.
<®e eetfïe Itoop - manfcïjap / die ift beebe / toas' Koopt bét
Bet tol ban een Engels jècftip / bctodfte boo? mv ^ ”H e®^
ftunbe banbe £>tuut-lupben tegen# een €pland / Sc.°it,#
bat bos? be &tab lag / betfepït toiett/en naars
bemaal af-geftutoigt toiert/ dac d’Eygenaars hec
wrack by Openbaare Verkooping jouden verkoo-
pen; ftod ift De meuïto-gteigftcpt geftab/ om be
gefïalte ban bien bodem te befcftouta?H/ en bebonö'/
bat men met boften en Utbcpö befelbe taebecont
in flaat foube ftonnen brengen /ban te ftonnen (jets
tnaaftttaetben. gjfttoiett ban Haper bant ’t&cftip
bOOJ i5.Theyl,pebet op 4ïSp#-Baaïöei# Spaans
geteeftent/ ’tgcendanio* gelijfte Realen guam te
behagen, gift ojbonneetöe feïbet / ftoe men öet ®.a* by , .
moeft ilieï-païen/ en taa# gefïadig bp betCims!T1°.ir£,
meten/ en b?agt fo beel te- toeeg / dat Bet in een
fttgten tijt toatet-digt en bïot ïag / taaat naat
befelbe aan een berleegen man taebetom Ijielp/En
Be&benbe bupten mijne gebaane onftofïen 250© ges zijnde
Ijjftf Realen pt bp obet getoonnen. v*rka®?t;
t$y meïïii
' $34 Reys-Beschryvins van
chaiüupen ï^&e foete öeginfHeu nip in Bia’-tooegen aan#
■ ’ moeöigöen / om z Chaloupen ie ftospen/ narnentïtjft
een ban So en ö’anöet ban 30 ïaflcu g?oot/ toaae
mebe op een aubec man# naatn mpn üanDeJ op
beftufïen Bengale geö?ebm taietö / befe goebe
boojtgang toktt boo? pet# feïcfaam# aangiften /
6?agt nip ooft in geen ftïepne agtiiig onöer öe
Waar m?denjeentöe #anbe?aar#/ ift lepbe 'ooft een ebel-moe#
hjndei - öia :-eti ratlopjegt ïebm toa# meboogenö en boï
drijft» mede-ïtjöen boo?bie gune/ betoel&e Ijunne tpte*
ïpe miöbden üoo? be oiigefïupmi'göept öee 2ee
jfiabben bedoojett/' hen mijn huys en taafel ten eer¬
den aanbiedende , mitfgaöer# ooft toel mei een
sijnmedop-gunfi-p.en!isngbatU9o of 300 idyfts'-Daaïöei# bcr#
genheyd, fb?genöe / om toébecom op De been te ftoiinm fta# .
men/ ftaar onbec gei gelb ieïïen bevftlatenöe/
nooyt van haar yetwes, weder te lullen eyffen fo
fy eenig verlies kreegen ’t geen bat een balie fleï#
ïmg'bja#/ bennft# éc niet beel te Jaalen baltban
een behoeftig menfcij.
I©aatl|jft aï# fonimige/ boo? mp ger eöbetbe
Jïlenfc&en/toat gefeft ftreegeu/ teiffen fpmp ’t
feïbe öiiöbeï-bouöig te beloosten / bat tetmeeïbec#
ï^.aakt daar ge nign agnsig en aatf|m {00®%/ bat ban een
Ss!" Pegclijft ge-eetb en bemftib toiecb / spibe mijn
Öup# een aan-Ioop-pïaat# ban alle iiptfyeetnfé
briaat# getoö?ben / toantfo toel De Peenen, "En¬
gel fe, Eranffe, Armeniërs en becfCijepDe ailÖe#
te bieembe natie# fbgteneben fret mijn b?ientfcftap/
ftonnenbe pet bpfonöet rogn eecftening boel bpbin#
beu / toant fs boenbe atttib botpregt ftabbe
boo?. een ante,- b’anbere Itocp^nanfcöap b?agt
©eet goede jft omi öc man/ genietenöe pc 5 ten 100,
winft boo?.
gfn befé oeffenmg mpöageltjfid beflg Ijonbenöc/ te
toeten ban gelb ontfangcn en ooft gtïö te teïïen/quam
baat een Engels Ambafladeur, geoaamtMr. Weyts.
om toegen# d’Engelfe Cotnpagny aan öe Itoningin#
ne en èiift#-g|ooten ban Atchin tebcttoonen : dat
%w met rege. ’t I^and toequam , daar de oude
. ' ' Logie,
Jacob de Roy.
Logie geftaan hadde, m betfogt bctï)aïbén/ van Verfoefc
wederom een ander aldaar in de plaats te moo- !?“
gen vaft ftellen , ’t bjeïft bie ïfeet toegeftaan en bZmm?
betgunb btietb/ ooft bedje ben Ambaffadcur een aan de
bOOjfïel ; dat alle vrye Engelfche Koöpliiyden Honin-
binnen feker gefielde tijd haar binnen Madras foudén 8inne*
hebben te begeven , bit fag boo?nametttïijft op eenen
Francoys Delthon , betoeïïse giet fgnbafïe tooon- Rijkdom
pïaatgïjabbe/ enbe bè-neïïte een fect f\öaare^"fnei»
Aanbel ö?eef/ baat* toebJéfs of io foogjööte/aï# DeItll0n'
ïtïemte £>cï)eepen ï)eö&enbe/ betoeïïte boa? gant£
India boeten.
„ «Defen Delthon ipl met een ji>cï)ip upt Enge- Verb?"
„landmaat Rotterdam berttopcn/en aïbaat/öe# ^on.
„ bjp Factoor toa£ / fïg ban af lc noob Anenbigljee#
„ ben betfien ise&Öenbe / ging ban baat t’ jepl en
„ gietbe Yrland aan/ ten epnbe om baat rnonb-
„ïtojï teïtoópen/bo£i?tïinaanflaanbe Voyagenaat
„India, en qnam ooft beltotiben in Siam, aï#
„toaat ben öetoufïe Griek ’tfótofttb ban bat
„meefï tn ijanben ïjabbe/ fïg onbet bef féïfiSöc*
„ftöetnting tegaf/ en Öetoeegbe ben feapitepn
„ban bien bóbertl / om de goederen en koopman- iCoimoadei
„ fchappen , waar mede fy uyt Engeland waaren *»**«*.
„vertrokken , voor haar eygente hehoudenende'te
„vertieren: ÖeÖjagenöC gemelbt Carguaföen ottts6
„ttent 140000 ïïgïi|baaïöet|/ enfonbet jjaatbet=
„ bet# te beïttennen / fjoe Ött met be jStébet#/of
„ ïnmne petten piindpaïen/foube baan/ boer bat
„ Jbcösp/ ’ttelfe 300 ïafïen öjoot toaö/naat Mac-,
„ cauw en China en bat oriöét öenaam ban beöe#
„ bntfte Griek , §tböenbë bebootén# be naast?/ bie
„ ’t jl>cï)ip ban be Hamer en be Tang , boen liet upt
„Engeland liep / babbe/beranbert in bie ban St. Naamval
„ Anthony , mföbeïettóljïe bat öe faften met bööifs . st. Ait-
„ Griek eest paaö epnö genomen fte&bttt / betmit^ tllony ***
„ bat ïju / be. flteng ban be Franffe natie aï te bceï een ■ ^
„ getrolteeft0eM>tnbt / in ben gjaate ksss boojbe dc Griek
„ Siammers.omgebjagt toietb. omgebragv
*» JDélönïben Delthon fpn befcöetm-lfeét bet#
f 36 R eys-Beschr YVïNS v ak
■V« é mee* „ftefenbg/ ÖefïOQt Ottl ODet Malac'canaac Atcjjin
rsithok. «te ffeeDenen/ optöeïï«fec|ï-0cnoenibepIaaföïi»i :
J, afcaac een Engels Cbmpagny’g Jbcftlp-tpam te :
„ontmoeten eït isoo^t^ 'üeitciit geraaïtt jtjriDe boo?
„ Die geene / Dién ÖP tasa$ / . fpeelDe ïjet Doepnig/of
is in gé* ; , fjg fouDe Daar geïigt en naar Madras gePiagt spt
.w ' //gebieefï/ al# toanneet ï)p cmgeüogfeïtSetfït.af-
„torateeï met fbuöeöeïj&en ftonnen ontgaan-/, eöog
„Doo? tuffm-feceïtenijan Dm Sfeer Slighcr,toterö.
i>p g raakt „bic faalt tot Delfhons boo?Deelby-geiiepö/ aan*
■ff* „gejlen Den an&eren bnberöihö^t Daar Dan Daan
Romtt’Aü "berfépïö'e/ 'én op Atchin qïiam / aftbaar Dan
■8!«a' iatrie tnDaftofcöeöentegetooont öeeft/ naar Dat
£. eenigt tijö fïjhbétoMgf alDaat öabDe geffaD/ quant
..„Den ïla’ytepn.en anöerc ^ffickrcn te fterDen/
„ toelM. liaïatértfrtjap ftp bcnéDene- Den DoeDelbait
on. „ anöeré ItooglupDen ' onöer ; Jjein feïfg MjouDen
ïfoaw. „.fsabDe / fonDer, oowt. aan. 6é erfgenamen/ ofte
„ fcfjuïD^épirlter Man' DJobetïebeue7 Dan fijne gé*
„ÖpéhttSeïüg.Dööt)^ en teeïtenjng te Doen/ te*
„Dalben Dat/foo JtaÖDé ï)p Dat Jsdisp/ Den foo ge==
,, noembe Sr. Ahthöny genaarnt/ Doo^DeDerDe-
„maaï lier-boopt/.'éM epiDelp upi ‘omft/ Dat
„fjet felDe op ’tïaatfï nog tiefcent mogte Djèebeti/
„fonb Dn Dien Bodem, foo booj-gaf naar -Met-
„geü , of Tanaffary , om aïööae’bertirnrfsett it
„teeeöeti/ maar inöee DaaD tot geen anDctepnöe/
iüat fij» „ al£ om ö£feïDe,.onDerDJcgeïi tn %tt te laten jtfk
' 'ScWpi» . „feu; Dé Daar op üarenDe/om fuïïtg te Doen/een ■
a?efin&€a' „Dïepn Chaloupje ttieDe boerende/ ’ttoeïït fp.ooft
;„Doï&?agten ; bigbende Dat £>c&ip nog ebentoeï ,5
„Dagen bobentoater / naar Dat fp’tDalatenöaD*:
.... , . «Den. .... .. ,: i* /• V'. ■ - ■ ■
werd iki\ : „ 3IÏ ’tiMïte Den #o«Derne«r. en ïïaaD op
^erop . 33 Madras ter ooren gefeotnen sijnde/ foo toa$ ijp
yoorife* Atóeï 3. of 6 malen op ontbooben/ om % aldaar
®cttT6r» >'» Wegens voorfz. fluyt re verantwoorden ; maar
«furont. „Delthon itaD op fuïïte -ontbieding geDuurtg ïjet
feeode,. „Men fout lopen; toe^baïben fjaD toel-gemeïte
«^tfantMr. Weyts b|eeDeo?D?e/ omhcmAtzy
■ . mes
Jacob de Rot.’ 137
ij, met goetheyd , of geweld fdndër oög-luyken de wêygeri»
„voet te ligtea , ’tgectl ÜIÏSCL* ftjaatpepb ooft niet kootnsn,
„teel Perfcpeelbe/ niet tegenflfpnbe/ bat pp in
„gioot aanpeuter/ naarbeniaaUfttotnogtaé
„geen ftenniffe Pa» aïïe öefe faften pabbe/ en bat
„befe man Poo? een fcer tebeïpft en beïeefb pet*
„foon aanfag/ Permitg ift met pem panbeï ge? J*f**rte*
..„.b?eePenpabbe/ tefenbe met een ban fijn Jbcpee? redelijk?
j, pen Pan Malacca baat geftomen / geen be min=
„fte penning Pooi mijn oPet -Poeren öegeerbe/ pab
„lipt bten poöföe, aanjicn en genegentpepb Pooi
„Öem oPer/ en boen pp nu fag/ toaatme?
„ be pp gebiepgt. tesetb / ftet pp tnp roepen /■ fep?
genbe / dat d’Overigheyd van Madras hem rnïf- s'in klagen-
„gunde, dat hyyetwes over-gaarde, en uyt dien^°e°“0e“
„ hoefde , den nu onlangs aangekomen Etigelfen 3 .
„ Ambaffedeur lalt hadde , óm hem in der min-
„ne, of met force aan boord, en foo voorts naar
„ Madras te brengen , en als Ik daar kóm, Broe-
„ der de Rpy , . fepöe pp / foo weet Ik fekerlijk, dat
„fy ’teene valfche Proces , of ’t andere tegens my
„fullen inbrengen ; en. om foo veel te gemakkelij-
„ker aan mijn góet te kómen, mogelijk het op
„ mijn leven iullen gemunt hebben. •
. „ .^jft pebbe nabeepanb ooft Perfïaan/bat fgn dos*
„Pieefe op geen fmaftfte teben pfonbeeet toa^ / '
,„ebog fpue Puoaiben geloof gePènbe/mamiftfpn * F
„ partp; teri eetflen aan/ om pera met 2? geina*
„ penbe Europianen pp te fpiingen/ en ö?agt Pp
„ bePoo?naamfïe Hpft#-<0?oomi/aan be teïfte ift
„ ftenniffe Pan b$<fl5efant# toeleg gaf/pet fo Perre/
„ bat oefen <feefantftanbe£ üoningin# tegen met
„ ernfiigeomfianbigpeebenPerbobentoierb/ gemel-
„te Del tb on , de minfte.moeyelijkheyd aan lijf en
„ goed niet te doen., ( ofte doende ) b00| teïfte
„aangetoenbe devoïren enbe getroute bienflen/
„bep gemeïten <8efanté panben ontfnapt peb; En ontkom?
„Penbe/ tot fpn rebbing tel 2ootögftgbaaïber£ het
*, uptgefepooten pep. vlusu
^oeitmaaï^PbieïWft Paud’Engelfe geftef-ftaofl/
Is ' m
pgfchriffc
van cle
jSnef.
f §0 ReYS-BèS€HR¥VIN0 V’AN
en ten te Franffe fafgtïp# aangifogt / m®geït|ft
©ttt bat We- Itipben-eengoetscboelên ban mgnpa^
fsten öa&öen / gdpatogf al# tit U Ed: Hoog
Agtbaare , mef mijn $ ge noejjfaam Öeös
&e te Utmm gegeten/ toaae aan gjft ntp om öe
topdóopig&epb te mgöen/ feee ttebjfg geö?age*
MALLACCA
Aan den Edrmanhafte wel wijfe v.öorfienï-
ge en Genereufe Heer, GELMERfV OS¬
BURG , Ëxtraordinaris Raad va n India,
Gouverneur over Mallacca , en de Om¬
leggende Landen, en aan dep Ed: Agt>
baarenRaad aldaar.
Erntfefe Wel wijfe Voorfienigè Heeren *
Mijn Heeren.
Brïef aan TT\e we^an(i> en genegentheyd tot mijn Vader-
Gelmer 1 Jnand;, doen mijn Edele defe mijne weynigélet-
Voiburg f teren op te draagen, om U Edele door defelve be-
kent te maken , dat nu door Godes genade , niet
tegetiftaande veele perijkelen en ongemakken heb-
beuytgeftaan , eygetitlijkop Atèfimbztk aangeland 5
op hoope, van daar naar het Vaderland mijn Rey-
fe voort te fetten , waar toe fig daagelijks goede
geleegentheedenaan prefenteeren , fo wel by Dee-
wen , Engelj}nc n Franjfen , waar by my de z laatf-
te goede en favorahle Conditiën en hulpe komen
aan te bieden, om daar 'door onder, Godes feegen,
te genieten rêvenfié van fo veele vervolginge,over
defelve jaarige gev'ankenifle , en defelve geleedea
pijnenfmert, fo door Tortuuren uytgerekt , ge-
ftrekt , gëftrëngelt , gebonden , geklopt , "én alle
pijn, hoon en fmaat aangedaan, die bedagt kon-
nen werden , fonder ooyt andere reden van defelve
konneti verwerven, als dat den Ed: Fleer Goiir
verneür Generaal \fohannes Camphuys , verklaarde ,
dat haar Hoog Edele in die faake te driftig waren
geweeft , waarlijk een al te fiegten faake , dat men
yemaitd uyt eep puure haat en drift dus xnilban-
• delta.
van Mallac-
m
J ACGB DE ROV. 1|9
deU , eti geweld aandoet 3 ende hoewel de na-
tuure aller menfchen van regts weegen aangeboo-
ren is, en een y egelijk vry ftaat, Revengie te neemen
van’t leet, hem aangedaan , daar fig als boven-ge-
fegt , goede geleegentheeden toe preefenteerden s
dog koome wederom te gedenken, dat fulke ver-
volginge de meeninge van d' Edele Heeren Major es
in ’t Vaderland niet zijn geweeft , gelijk genoeg-
faam uyt haar aanfchrijvens aan haar Hoog Edele
tot Batavia gebleeken is, als meede de liefde en wel¬
vaart tot ons lieve Vaderland , altijd hebbe bes
tragt, gelijk als nog van meening zijnde, by al*»
dien de uytterfte nood my niet komt te drukken^
dat genoodfaakt foude moeten zijn , de boven -ge¬
noemde aanbiedinge teomhelfen, faidde dïerhal-.
ven, U Edele Eerwaardens gelieven defe mijne fchrij-
vens op het fpoedigfte aan Haar Hoog Edele be¬
kent te maaken , wil ook hoopen , U Edele Eer-
waarde my gelieven fullen tot een voorfpraak
te verfoeken , dat Haare Hoog Edele mijn geringe
fouten believen tewergeeven , daar ik toegedwon-
gen ben geweeft, om verdere vervolginge voor te
koornen , die my dreygende waaren, en terwijl de
eerfte driften nog fo vers in memorie waaren, voor
de woede bevreeft zijnde, erger te fullen zijn , als
de eerfte ; tot welken eynde my van Batavia heb¬
be begeeyen , dog tot geen anderen eynde , als om
in het lieve Vaderland te kennen geraaken , dat
my door Haare Hoog Edele te Batavia geweygerfc
wierd , als mede dat Haar Hoog Edele beliefden
goed te vinden , om foodanige penningen en on-
koften te fpaaren , als de gerugreti loepen , op mijn
Perfoon gefield en gedaan te zïjn , my met goede
, pardon , brieven en vervolgingen op te houden , mijn
onfchuldig lijden , fchaade en Intereft eenigfints
te gemoed te komen, op dat foodanige fchulden,
waar in door mijn vervolginge toe Vervallen ben,
foude mogen komen te voldoen, als meede levens¬
middelen toe te ftaan,op dat tot Batavia^ ofte elders
tfe weynige tijd mijns leevens , die nog overig
hebbe, in geriiftheyd mpgtc overbrengen, ten
14© Re YS'BesCIXR YVIN <3 TAN
rc Haar Hoog Edele my nog tot ecnige dienftea
bequaam mogcen agcen, toe welftatld van de Ede-,
le Compagny en het lieve Vaderland , waar toe my
altijd fal, verbinden en gehoorfamen, ende roy ver¬
volgens, waar het Haar Hoog Edelen believen fal,fo
* dra, als myfodanigeBrieven van verfekering ter hand
gekomen lullen zijn, inftellen. Sal hier mede eyndi-
genen den Almogend e God biddeij,. Haar Hoog, Edele
in haare ConfcientUn te overtuygen en haare gemoe¬
deren believen te vermurven, dit mijn redelijk ver-
foek toe te liaan , wil U Edele Heer ende U Edele Eer¬
waarde verder in de proteólie van des Almogende en.
my in U Édele goede gratie bevelen.
Verblijve inmiddels
. - (onderftont)
Erntfefle manhtfte ml-wijfe
( in margine ) Voorfienige Heeren :
ATCHIN den? Maar f UEd: gehoorfame Dienaar,
^keest^" Anno 1696. • (wasgetekent) ‘J, J. de ROY»
weêev tot ö|aaj jjan tnjjn Becöaaïtoeiïfc op-batten*
,p vet a.s. ^ u|Êt iiaac.jaten / II Edele &rnnlflTe tc
Sjeben ban faobanige boomhallen / baar lït gmoote*
Itjkg aan ttotiffdbe/ bat ü Edele öefeïbe foubm
Bamien getbufï Sljll : ten ttjöett/ bat U Edele Hoog Agtbare:
cc^vioot 6 Itïocfte ^djeepen/onber be ©lagge ban oen €om*
scheeën maobetir Harmen V oet , tot ben <®o|ïog uptgecufï
op de ÖaöQen 3. om cenige Yy andlijke Franjfe Scheepen
g”n?e . op te foeken, en flag te lee veren, ter befec plaat?
a gcon en. ^ g^EUL.j3/ üat befe &cïjeepen quamen nagt$
op ö’ #ebe / en be£ mojgcn^ baat aan/ fag
men be a ^cfjupten te gclijft aan-ftomen/ met bub?
ödö ©Oïït bemanb/ fo ban Europianen alg Mac-
caflaren en Daar bp tod gebjapent aan Eanb feoo?
men/ Detoelfe ïjaatv niet aï0©2»enben/ maat af
S*en öjp laat beefi-agttg begonben aan te fïellen/ bat
nivier. &een filrpne ontroering / onbet be ^ntoöónber#
BeS feife brrtoehre/tet faafte/ bat boo? aan in öet tnfcomen
onfcr banbe ïStblec een JDagt-öttn^ lepb/aan betodbe ban
alle aankomenbelbc&eepen men ten eerften moet on®
becrlgtiiig boen/ en aï-6oe-tod bat fp niet bobc»
. M
Ja G O E DE Rot. 'ttfï
te j of 4 JBan ffetft 50» /.geeft öse geene / We baat ’t
Iffag bCCtb , ÜC raagt /om de Schuyten enBcotcn
van de jongfte aangekomene Scheepeh op te houden,
er tijd en wijle, dat de Köninginnevah haar aaii-
komfl: verwittigt werd , öetoeffte aanflonb# met
ren fatfocnïpgeboïg/ een ban pat Gefncdene, met
Pitfiap naat öe aanfieneïijfte Jlcgeep# #betgee*
oen/ maat ban fp gaar ban. ooft beblcnb/ af-fenb. _
f&e eetfle .&cgupt / bie aanquam / bolerö aan
brti Jbcgijppet 1 bie baat jn toag / fhïftgs oog niet bes cerae
:eefbe tóoojbén gffegt/ bat ’et foöanig een 0|b?e sdmyt.
tag/ maat beft ^egeep£-3|eet/ niet tegenfïaan=
be bat lange tjjö tuffen fuïfte 2 geïDete Elementen
gab&e {ftsp£ gegonöen/fgn berfïantegtct met fuift
jen impflet. nebeï befrnet / bat gp / met eepbjeb
W Ött bflO? u Edele Hoog Agtbaarè gefp|OOften/ Op Baldadig-*
10 n gmbetffg fïoeg/ en ben ©jaagec een betbaats heyd van
yjft* opj-banö gaf/ teaat booj gp plotfeling in ’t een van de$
fanb bief/ fegfpöe onbec’tfïaan/ houd q mond gy f*!fs. ,
Twarten hond/ fulft^ bat be hifi ban pethoe£ meet °
te b?aagen/ be anöete fttagto# toe! obetghig/ en
öefe $cgi$teri pebet maat om ’t feetff na boben
toepten/ en quanten boojbe ©ettoï-plaat^/baat
alle ©aat-tupgeii geteut» §gn / fïlï te gouöen/
baat fp ooft grltjKelfj& aan. Eanbfiapten/ pebet stopen aan’
000? xo of 12 geumpenöc mannen gebolgt /blijs laad.
benbe üe gehupt niet té mlit nog befet. '
Mj nasrim ten eetfien fiiinnè fit-pïaat^ op be
Balye, baat Öen Sabandhaa'r gaat met 2, Of J^of-bes
bfcnöeiig gelobon jij n/gaar berbïgfte goutsen/om be
upt-en In-fcoontcnöe teaaten bet Ïioop-Jfcben te
boojflen en befeeften / en gaat ooft be baat toe ges a'
fidbe Licenten af fe boteren 5 ’t geen een ban öefe
©?oote hemeegbe/ omgaat af te bjaagen/ wat voor
Volk dat fy waareü , als mede, wat fy in den fin ™aS ♦»« '
hadden, en waarom dat fy fulke vyandelükhee- ®enSaban^
den pleegden, fy fouden haar dog maar verklairen, Si
of fy als vrienden , of vyanden quamen, want als
vrienden behoorden fy eerft de Koninginne’s ver-
fumiing, cft dat boven gekoome.si waaren , afgé-’
Reys-Besc HRYVii^ö V Aï?
wagt te hebben * baat een ban befe ^>d)ipper#/
fuifte öb|fe^ft|jeeöen./in öe Jonker of Ridder-fttaaS
'mogdijft jgdeërb fjeböcnöe / al# tneöe bat biiepn
fiariö-ge&aar in be tegenbjao?bi0|)e|!öba»pefie£een
ïiiaiÉte / iia&c een lueunig tijb# ftaar gefainent=
lijft / ten fjitpfe ban gertiïben Delthon bcgaas
ben/ aMsar fp eenöiagMgft een# b?aaf biooïyfr
taateu.
<Pe Maccaflaarfe Guardes ban befe llapitepnèti
fienbe/ bat fjutine ïfeecen niet ligt/ al# ban . eert
paap glaafen aangebaüen fouöen biecöen /
ö p j V ttamen befe geiegentfjepb ooft maar en b?aa-
denheyd ïten ^ ban <? of 7 «ban af / en begaaben
van eenigë Baat tójÖ 651 ftJÖ Ö£ Negery 551/ 0111 te mOig-ftOpi
Maccaffaat- pen / ftncppdeoöe ettdijfte Hoenöec# / €enben / en i
te guardes <0anfèn ban be Snbioonöer# boob / en fouben !
bpftati# Baat öefelbe fecc bitter ïjebben opgcb?oo=
ften/ baant fommige begonbeu be biaapen# aï Bp
becöanbte neemen/ anbece gingen fïcaft# naacbe
Bazaar 5 om ilyfï en hoorraat te ftoopen / een pebcc
Voornee. bec tègft#-gjaaten becboegöe flg naac fijn . jFojtifi*. I
«en der catie / om Die te ïjdpen becbeebigen/ en ooft ij et j
Rijks groo- toeer^ftoomen ban. een pactp Maccaffaren- te bes I
letten/ boo? bicn bat fp bigt boo?bp betcompen
ban een pactpe ïianou ïjabüen moeten boo? bp
gaan/ be bjeefagtige en becfaagbe menfc&en/ bme
viuet der onöec üe Üjautoen en ftinberai tuaaten / bïugten
Vrouwen ’t 3lanb in / en bii# boa# alle# in tep en cocr.
35e fóaften bufaaamg gefc&aapen sijnbe/ tufcrb
de Roy by ift in fïÜïiglt)£pÖ bp bCll Sabatidhaar ontbOObeil /
den Saband- Deindfte met een ffaat ban i depfjanten met mp ■
haar om- ngac ftetHof ging / baar ift alle De <0?ooté bonö
booden. e|1 iiaag u^£ een topnig gefeeten tjaböen onbec een j
Balye bp befe ïjettch/ bsieebift met renige brugten jj
en gebaft banbe# Itoningimie# bieegen befeïjenftcn/
eu infgeïijft# Befdbeaan ’tanöete gcfelfcfjap gep|ce@ j
fenteejb/ naac ’t nuttigen ban eenige hupten /
fceecbe fig ben ögft# - baojfpjceftcc naac mp toe/ ;
ïjcbbenöe een Ibtibere gebeftte fcljaotd booj jjeni/
en begon mp onbec anbece bJOQjben booj te Ijou- |
ben/ |
JacobdeRóy. 143
Jjfll/datde Koninginne, hunne Meejftreflfe altijd een
opregt engants genegend hert aan de Hollantfe na- n&am ups*
tiehadde toegedraagem tot Ö0toij^f)iec6pÖOegeUöe/ Groot we-
datjeen heele meenigte Scheeps V olk dewelke aan Sfn$.d*.
haar verblijfplaats met Schuyt en Boot eerft aange- ^I'de^oy!
komen waaren,defelve niet alleen vaneeten, drinken
en kleederen had laaten ^ verforgen > maar daar
en boven haar Luyden met ioo Tbeyl begiftigd *
en wijders naar Mallacca gefonden hadde, en kou¬
de derhalven , niet bedenken , waarom defe 6 groo-
te Scheepen fo bedektelijk op haar Reeede gean-
kert laa gen, veel minder $ waarom d’Opper-hoof-
den van gedag te Scheepen met gewaapende plan¬
nen boven geköomen waaren,veel minder uytwai
reeden dat fy haare Majefteyts bedientensfoqua-
lijk hadden bejegend, en nnonderhaar eygen Ooi
quam te fien, dat'er geen kleyne moed- wil , door
de Hollanders aan haar Volk gepleegt wierd,
€nöe benutte fp tolften / bat ïh ban d’ Edele
Compagny ij^angdpt mU öetebigt / m ml%.
. ban Batavia gebïugt &a#/ enöaatterrroutomöp
mp f ïelöen / toerfbgiep Detöaïben/en fp aïïeupt t rm*
me ban öaare '©aifliwjl / dat & *iaar f°llde gelieven verder
te dienen, vermits fy niet beter konden fien, of het vootftel
ftond foodaanig gefchaapen , om tot een openbare
V reede-breuk te kcomen , eh dat het de Hollans
ders , maar om haar Land te doen was , en üaai^
öemaaï fy een overliag maakte , dat ik overvloe¬
dig redenen hadde , om meede een Vyand van
45 Edele Compagny te weefen , fo hoopten fy, dat ik
haar met raad en daad foude helpen, en die faafe
tot haar en mijn eygen befte foude helpen beftuu-
ren , in welke vertrouwen de Koninginne my voor Gefchenfctw
eerft een fmal gefchenk van lz Cattys Goud deede Koninginne
aanbieden, hebbende nog daar en booven te ver- aandekof,
wagten , dat de voornaamfte van ’ t Rijk ’t exempel
van dePiincdfe fouden naarvolgen , en al meede
preuven fouden geeveti van de agting,die fyvoor
my over hadden , begeerende , de Koninginne nog'
daar ca booY$a* dat; ik naar mijn verdienften ’t
i
£44 Re ys-Beschk, y ving van
gefag over haar Volk foude voeren , Overfte van
haar Oorjogs-tuyg en Opperfte Ingenieur over haa -
re fterktens , ende Vaftigheeden foude zijn , en fo
meede Conful en Opper - hoofd over alle Cbriflene
natie foude iVeefen, die hier om te handelen qua-?
men, en öttv dat ik de middelen foude hebben, om
mijn fatfoen- en ftait haar mijn quqïiteyt te konnen
houden t foé. v/bood pny Baar Hooge Edele een
maandelijkfe wedde aan, van ioo Theyl tot mijn
onderhoud, met naadèt betuyginge, dat ik als op
de gunft Van haaf Kóningiüne foude letten, dien
ik fokerlijk foude Verkrijgen , mits dat ik maar defe
kedeneeria aangeboöderiè 'guhfti geliefde aan te vaarden.
gen van dé «fat falfte booibeelige èanbicfeingen enbe ïpgt
Roy over ban bat geeft betaal/ geen toonberlglft upttoerftins
defe aan- gen 0p mp gemoeb bebén/ en toiï ift gant# niet ono
biedingen gCMneïj / ^ menfeDen toaren bupten teöenen be-
angfï/ ftofï ift toe! merften/maar niét te min/ Dab ift
eenbefegelbe en geteftenbe Aóte ban aïftbieCara&er^
begeerb / (fobanig al# be geinoebecen Doenmaal#
gefielb toaren ) feftecïp fonbe ift bcfeïbc becftiee=
gen Ijebben/ mitfgaber# ooft. bet bg Debficn bob
nen behingen/ niet langer al# boo? fo een rpb nog
felf# in Daatlupben bienfïmp tetoiïlen becbfnDen/
befjalben bat/Dab ift ooft fttagtige betoeeg-reebcnen/
em bit aan te gaan / ten opjjgte bat ift feet toe!
bp ben Sabandhair fionb / bètoeïftë éen bejaaröè
foon Deeft/ bie baar liapitepn ober be Enf-toagt
ban beltontnginne i#/- toeefenbe Sip Hapitepn al
b?p Diep in be# ©opnne# ïfunfï gëraaftt / fuift#
bat be <©ube man enbe Honingmrie felf# toeï gaar*
ne Dabben gepen/ Dat 5ec ëenlputoelp/ tuffen
biettoee mogte boïtroftftett toerben I maar bctoijie
öefe beranbering ban be tógeeing één faaft t#/
bie be tötjft#-gjoaten feer tegen# be bajp foitbe fioo?
ten / meende gemeibe Sabandhaaf, bat Detniet ges
niaftfteiDft fonbe ftonnea géfdfeben / en baaront
Daboe Dp gaarne gepen / -Dat^jft in aanpen ge=>
bomen toa#/ om pin boo?neernen te ïjeïpen boo?|:
ie fettcn/toaar toe mp’# eer-ap»#obei-öloeöifr
Jü COB DE Roy’ 145?
ftan£ genoeg fïmöe getoeefï $ijn/ tm aattfim öat
Be Maleyers fbmtDjjïen ten getaïfe hm 3 of 4 Buy*
feut hm} Atcbin ïmmn / en öegereen bójmonOig
een üanhig tot een ïf ooft te Ijettien.
m miööéïct-toyïe genootöjnïit/ om ant* Antwoord
tooafo aan öefe öooifïttec te geeben/ Betoelfte be^ van de Roy
J jeïföe/ Grooteliks verpligt te zijn, de Kornnginneaan defen
en haar verdere Heeren Raden voor de eerc5 die fy Voor*fi£t€r
my quamente doen, ten hoogften dankbaar te blij¬
ven , maar 5 naardemaal het een Taak van gewig-
te was ’t geen fy my aanbooden , öetfogt ik oot*
maeölg / om eenige dagen uytftel , wanneer my
dan nader in haare vergadering fonde verklaaren,
de Koninginne beliefde ondertuffen haar Edel¬
moedig gefchenk te bewaaren , en egter dat ger
voelen van my hebben , dat ik fo veel Eerbied
en getrouwigheydvoor haar Hoogbeyt over had-
de,alsfyvan een goed onderdaan foudekonnen ver-
wagten, waar van ik fo ten eerftcn bereyd was
blijken te geven, indien mijn voorflag de Heeren
behaaglijk v/as 5 en boen een begin ma&enbe Doet n
gêné ’tgeene/ Baten; tuffen Be gemeïBe fcöipper^ / vertoog
m toagtet^ gepaffeecbtoa^/ fepbe nfet te mmm van ’tvoo^
öèïoobm / dat d? Edele Compagny fulks te wij» gevallene
ten was, maar wel het onverftand van de Schip- d&
pers felfs , dewelke door ik en weet niet wat geeft
gedreven, altijd ruuw te werk gingen ,• de Heeren inwoonderi
op Batavia hadden al te veel verftand ,omop foda-
nige wijfe hare Bond-genooten te handelen, veel
minder daar ordretóe te geven. iCoteai OUÏpgÖgr* stjn verde*
ffeifeeïilö tetnyé Urn Pan/gaff iït baai: te be^>erf^,*fl
fïaan / dat den Commandeur van de Vloot fieke- aankedmg,
lijk lag , Mtfmhenh fm tmftig/ da-tfe yerxiand ,
van haar fouden willen afvaardigen, om naar boord 1 deRa*°
van den Vlag-man te vaaren , enhemdefaak open- goed «e-
baaren, als wanneer ik my niet alleen als Gijfe- keurden
laar voor haar wederkomfte ftdde , maar daar ne- een Gefent
vens ook wel verfekert was, dat fy met alle be~ ^eri
leeftheyd foudengèhandelt werden. ?t<jBeen batbOQ} denree-*
goet öooi öé jjamfe bwpaöcdng gcïifróö ai bafi- m««.
de Roy. K g^fWB
Eenige
Grooten
öan den
Comman¬
deur ge-
foiideni
Die Wel
WierdCn
tihtfangen
en onthaald
Benig Volk
weg gdpo-
pen,
Vuyl fpre-
ken van
e enige
DeWeg-
geloopene
Égtet-haald*
Voorfpraak
der Konin¬
ginnen
146 Reys-Bèschritvin® van '
fiefïeïb tóecö/ fodanig te laten gefchieden , en den
perfoon van dert vry-Schipper Mighiel Burggraaf,
op Bengale woonagrig , en die doemaals op Atchin
tegenwoordig was, daar toe te gebruyken , óm fulks
aan den Commandeur te vertoonen , en ook om
te moogen weten , of fijn Edèle ’t niet qualijk ge¬
lieve te neemen-, dat deKoningidne haare afge-
fondene aan fijn Schip fchikte, om kenniffe van ’t
voorgevallene te geevem
Op fijn bjebetïioigfie tofetben be# anbercn haag#
eesitge banbe aanfienripfïe /■ staat öeiü
Commandeur afgefonöen/baat fp anbratsaaï fgttt*
tte Magteii beeben / en baat ojmefegging Kregen/
daar in te fullen voorlied , betfeltetbt laat Past
Compagny’s ©ptöfefjap en tujföetf! öooj Isrri
Commandeur boainoêmt tsi be betbete #ffïdeten/
infonbètbepb ban ben Fifcaal befesg getr acteert
bsierben r\ btelft fp fobanigaan ïjimne petten en
Jüeefler^ obetgebjagt (pbb&tbey teaé ’er geert
Mep ut bïytfc&ap onbet beïlp^-gidomt / essbe ge^
nteène man ontdaan? fjcbbeubegébuurcnbe Com¬
mandeur alle gemeïöe boen ojbonnee»-
ten/ dat een yeder fig aan boord foude hebben
te vervoegen.
maar ntoefl egtet nog 2, bagen bftjben aftoag*
test/ eetsf --öeeïf/ om bat ’er een gartffe Jbefstipt ©o®
toeg-geloopen ïoa&7 af#- ooft ters gnberdt / ombat
fommige tegt tipt fepöpst / eens ’t vermaak te
Willen hebben, van by een mooy Meysjert te flapen,
en fo Commandeur Voet daar niet ttaarwagten wil¬
de, hy kon ( beöotsben^/ be eet - bieb ban f)aat
Hooog Edele) voor den Duyvel loopen.
gift befojgüe bn be tfïrjï$-g?ooten/ bat befebjeg-
gefópeue mattoofen toeberom gefcrecgen en aan
boojb gebjagt torerben / bog met betfoeït ' ban be
ittiïlittgisiïie/ dat fy die luydert niet geliefden te
llraffen , ten opfigten , dat door een Engels Kapi-
teyn van een Compagny's Schip Waaren mifleyd en
op-gerokkent,die haar eert befolding van 8 Rijks¬
daalders ter maand ludde toegelegt , Dgat bleef
Jacob de Roy. 147
*tteen ègtfttetg/öetodke bt Poi-tugeefe Jjpaapcn in
fiaatc Itttït Saöötn bttb&?gen / om bat ïjp ban
jfysm. Religie toa#/ toaat naat ten peöft ö*rge=*
noegt jpiöebetttok.
iüepnig ttjb baat* aan bebonb Üfi/öat beft Jtscfiip?
pet# niet tt bttgetjf# in ’tfup# ban gemdöt Del-
thon getoeefï toarav betrok# bat tod fjaaft getoaac
toietö / bat bic b?fenöen 2 fluft# 23?iebtn aan gt?
noembe Delthon gabbtn ober-öanösgt ban ötn * Brieven
«DdtlbCCSiaiC / Gelmer Vosbürg , ’tl# toaat /bat door de
fijn feïang mebc b?agt/ om btn inïjoube ban ge? schippers
mdöt Jbcï)?i}ber# naat te bomen/ maat in tegen? f^De!*on
bed bóïgen# beChriftélijkepligt genoötfaaftt/ om an
?rcen gttaab te boen aan pemaub/ öie tjem reeö# W
cï)i\t en betoaatt ïjaööe/ bat öp fijn ïeben op een
^efjabot niet met een fcöanödtjïte ^oob gr-epn?
bigt Ijabbe/ maat neen bit monflec ban onöahït?
Daatfjept/ fogt mp aï# een ttoeebe Judas te bet? Dfe V0Or-
ftoopén en te ïebeteh/ ïje&ftenbe tot fijn ftuïpe me? ^rÓ v°S
be gelsrcgen gerndbe bjp - fdjippetBurggraafJnnne verraden,
eetfle Kiften toaten befe / nattwniïp nat te fïroopen/
dat mijn voorgeeven omtrent mijn VÏugt van d’Ed: sijn lafter
Compagny nergens anders toe ftrekte , als gele- tegen hem.
gentheyt te hebben om ’t Land te befpieden , en
Wanneer mijn kans fchooti was, een Oproer en Vy-
antfehap onder de Grooten te verwekken > en dan
wederom d' Ed: Compagny toe te vallen , gelijk ik
het op Bantam geklaard hadde.
IBaat öe btoafen fïoègcn fjaar fdf# rost ïjnmxe
epge tooojbfti/ betruit# bat onbet öe «©tracent man
gnamtn ttpt te fl?apcn / dat die geene, dewelke
mijn per foon Levendig of Dood op Malacca kon-
de leveren 6000 Rijks-daalders tot een belooning Andere
föude genieten , toebetont önt tttp bp raipegdfjS kfter.
betbagt en tiaatelgfttt maafcen/ betl&?ep&enbe bie
ï JBScfffeia# . aan èenige Etipben / dat ten tijden,
dat Bantam aan d’’ Ed: Compagny over- gegaan was
my tegéns de middag inde Engelfe Logic foude heb¬
ben begeven, fo als het Opper-hooft dier natie,
of anders Agent met des fel fs mede-ftander en.
Ki ver-
148 Reys-Beschr YVIN G VAN
verdere Opper-hoofden ’t middag-maal nuttigde,
niet tegenftaande gemelte Heer my genodigt had-
de, om aan fijn Tafel mede te komen eeten, alle
menfchelijkheyd en beleefdheyd aan een kant fet-
tende , hem Agent een muyl-peer foude gegeeven
hebben, dat by agter over viel, en daar by die
vuyle ftraat- woorden foude gebruykt hebben. Weg
fchark daar van daan , die plaats komt my beter toé
als gy.
Weder- ©ooiioaat mi fïegte WÊMüm / en tóe ban een
Ïfs|">8.vanïnan ban üecffanö niet ioeï Pepoo?be aangenaam
tegen. ier mm te toeeben/ toatit toie foube fïg in fijn epgen
pup£ ban een perfoon alleen foobanig Ponnen ' ïa=
ten affronteren/ en biie fanöe be fïout-moeöigpenb
berben neemen/ om ’tfelbein ’tPp-spnban 20 en
meer fterfoonen te boen/ ten brare/ bat pp fpn
ïeeben gupt biilbe toeefen / en bu£ boenbe fogt
bie troubiïoofeb?ienb/be gemoeberen eerfï tegcng
mp te betPitteren/ om ma foo beeï tegemaPPe=
ïpper aan een bant te moffelen/ pePPenbePeregté
uilige 1*. tot bien epnöe een ban fijne Chaioupen bnpten De
gen van ftibiet blaar leggen / mitfgaber^ ontrent 20 Ma-
Deithon te- ieyers gepuutö/ om fijn pepïoog en berbïoePte aam
geilJeR°y-jiag«pt te boeren.
Paar de Jboo aï£ geneegen bia^/om mijn bie nagt ban
Koydcftof ^ ^ö teïigten/ toierb pet mp be£ abonö#orm
ktii^?2 trent be PïoP 9 uur en bePent gemaaPt/ en met
Jo ’ foo beeï omfïanbigpeeben berpaafo/ bat iP geen
r ebeneti pabbe/ om baar aantetbjpffeïen/ iPtoa^
In beraab/eer bat iP Pejïupten Pon/toat iP pier in
boen foube/ baant iP pabbe <0etoeet genoeg in
pup$ / om Delthon eer# en nog j of 4 ban fpne
mebe-pïigtige ben paï£ te P?eePen/ maar aange*
pen bat pet een g?oot pert-feer boa? be b?ienben
banbe neber-gefïagene foube gebieeft peppen / 00P
Pebugt boo? Pjanb-fligten (|c. liet iP pet 25ootie
l. f ban een ban mpn Chaioupen j bebieïP tot allen
hiertegen geïuP in be Öibiet lag / boo? mpn beurP?engen/
v»deR*y.en iP papte in ber pï alle mpn gereetfie miöbe=
lm Pn ben anbetrn/ foa ban <£oub/ ^«ber en
Piep*
Jacob de Roy. 149
fcïepnobien/ en berïiet mijn ïjup#/ tot öet be?
toaarcn ban toelfte tof jban myn dienaar #ïiet/
foo&cr öet rninfïe getugt te mafteu/ begaf iftmp
in ’t25ootje/ onber een gefeïfcftap ban s getoa? Dicfig wes
pnöe Europianen , en bie Daar en boben jtg rebe* pakt.
ïp ban fttrjg#stupg berfien öafeo/öaar en bo? .
ben $ Inlanders , betoeïfte roepbeu / ton raaftten
fliïïetjc# be tëibier upt / en met Mjuïp ban onfe
riemen guamen top aan ’tgefepbe <tBpïanö/ bat Komt aan
boo? be ^>taö legt/ toant ïjieb Het ift timmeren ’tEyiami
en |aö 7 .ïBan in mijn bienfï/ bangebagtensijn? ™orde ,
be/tscn Sabandhaar mijn b?ienb ftenmffe tegeeben/ Stad'
ban ben toeb?ag öer faften/ of anöer# ingeballc
Delthon fao fot getoeefl toa#/ban mpbaartetoiï?
■ ïen fap bomen / |eni met bermaaft naar ö’anöere
toeteïb tc fenöen/ toaar ban toepnig toetft fonöe
gemaaftt ïjèbben / aïfoo top on# boo?beeïig ge?
noeg gepïaatjï ftabben / om een partp quabe men? £ wd °p
fcïien af tefteeren/ en boa? een berraffmg b?oe? u -
gen top met on# 21 toe!' goede fo?g booj>
jHaat niet tegenfïaanöebat iftfjemïietaanfeg?
gen / fo hy geneegen was, om my te koomen be- Uyt-dagmg
foeken , hem foude blijven afwagten , fo fcfjem ^gc“e &oï
ben Engelfman baar geen ïnfl toe te lebbert/ en ueitiwa.
ift moet beftennen / bat öp baar inne toijfïgft bee?
be/ aïfoo/ öat fdjoon |p 50 Jüan mebe genome»
ftab/ ber moogeïtjft niet een fonöe te rug gefteert
Ijefeben.
ïfier toaren opbit €pïanö omtrent «foMaïeyers, ,
geböojne Atchinders , betoeïfte Ijnune ftofi fogten dJreenïgè
te toinnen met stoyfoeften ban fteenen/ betoeïfte Mai*yers«n
ift aïtemaal op mijn-ftant toifï te ftrtjgen/ en bie Atchinders
mp OOft beloof b ïjabben / ten ecrften te Tullen hel- 0pfijaba*a
pen. j^ebbenbe ooft een fo?tre|fe gebonben / bie
ban fijn feïf# fïanöbafïig|ep& / en fao flerft toa#/
aï# men met öanben fouöe lebben bonnen maften/ Vafte ,Vet“
toant bet toa# een tjoïïe ftenïe ftïïp / bie geen toe» weer'e*aatJ»
gang ïjabbe/ aï# een fmafte.paffagie.
<£gtet om te Metten/bat mijn fcfjieïijft ber treft
niet ten quaatjïe booj genoembe Delthon mogte
K 2 toet?
R E Y S -BeSCHR Y V IN G V AN
toecöe»! geïsupö / joo fd)?eef jït aan ben Sabandhaar,
en auöete ^taat^-‘#ienaar^/ïiocöas'il3 m cptoat-
toijfe ben Engelfman nip in ’tnet fjaööe foeïten tt
S de°eoi?e ®efe 20?ieben Jjaööen bic upttealiing/ !
Brieven aan biai & ’et ban bcrtoagt fjaöbr/ biaiit fas$ pt
de staats- op niet alleen anttooo?b toog / maat om bat ift
Dienaars, fot fo bed te betct fouöe Souneiiïeefm / toiett baat
tóe een Mefties ( jijnöe een Malacs ^ntDOOUbêt )
grnaaniÈ Jacob Mix gebjupïit/ en teijber# ban
2 aanpeiielijfto Pormgyfen , npt be naarn ban be
G ede <0?OOtcn gételfent / dat niet alleen vry en
antwoord. vrank wederom mogt koomen , maar nevens dien
hier op. °ok beloofd in allen deelen befchut en befchermt
te werden.
S betboeflöe nip niet mt fejaaf gcïépbe naat
Begeeft fig Atchin , eODfï ÖU ÖCll Sabandhaar mijn flomft&Ca
weder na font maffe/ eii baii baat naar mijn Öup# / bog ,
At dun. jfc fot fjetjiif!* n(et öp jïecfon/ berniït^ bat mijne
ftfogten aan öe Htjp-g^ooten öeeöe ƒ boegen#
i)ft geboeïö bat nip Delthon ïjabbe foefonteboen/
sijn aan- ooibeeïeilbe / dat, vermits met toelating van de
Wagtgn Koninginne , en d’Heeren , mijn vafte wopn-plaats
Delthon- 'n liaar Staat hield , een gemeen perfoon , als Del-
thnn, niet bevoegt was, om yemand leet te doen,
veel minder op een heymelijke wijfe te vervoeren ;
dat was de Koninginne en de verdere Heerenfelfs
beledigt , want indie’n dat fulks toegelaten en dooi
de vingeren gefien wierd, foo en foude niemant
vredig en geruft in fijn eygen huys woonen.
DcGrooten <Pe üfecren &ob?ben mijn pïtög met aanbast
verfoeien ClïÏK Opjgtïtillg / 011 bCtfOCpbCn Delthons 0000011-
het doen * tt in be ïjoogfle 0?aab / maat om mijn oogmerft
Ddthois- jM*c te fictepfon/ betfflgt lift/ dat hy in per -
loon mogt verfchijnen , om redenen van fijn doen
te geeven , ’t geen ooft boo? btïïtjft gcooojöedt
faiferü,
ifeet föiibftffï)ij.iliig‘watti ift ’ttomp op/frggem
Delthon e" ^/tll beMaley tfe taaï/nu bent gy en ik voor denReg-
v<>or d” ter, wat heeft U E:bewoogen om mijn fo valfchelijk
Kcgters. te beliegen, metaanyedereentefeggen dat ik eet
Spioi
Jacojs de Rq y. ij's
Spion ben,en als ik fo een man ben , wat reden hebt gy *
my by nagt foeken te vervoeren , fonder laft en wee-
ten van de Koninginne4)|i toa# OïltfMt eilteöaajï/
Ijeöbenöe fijn öooa-feeccuto aï gefet/mette mints?ögt Verfchoo,
Ö» tot ftjlt Üttfcöooning in/ dat hy daar toeniet ningvan
alleen van den Gouverneur van Maiacca was ver- Deichoii.
fogt geworden , ne-maar gedreygt , dat ingevalle
hy fulks niet naar en quam 3 als dan fijne Schee-
pen en Vaartuygen aangehouden en behagen hou¬
den werden, «jjjjj: üaet tjótt baat en tegen toebei**
om te geaioet / dat wanneer een Man fo moed- Redishétr
willig in een faak liegt , in andere dingen ook 'geen uf" ?l,Roï
•geloof verdient j etï bttfbgtöttöatell/ dat hy daar "e“"
bewijs by brengen foude. öaai* ï)aö Ijpilfet
teel moepten toe / toant ï)« ïjaaïöe be gieten upt D , ,
fijn faït/egtet niet/ üoo? en aï eet*/ bat öp öoojse*ft^
ïs?epgèmenten baat toe genootfaaftt / en gaf Brie ve 13
fe toj t&tfwt mn be $mfk
• öiefe mp.öanbeöe ohetgeetei/ mmti-Qun Mep*.,
■pe ontroering tftgnüonnfé ïtefeoöe/ maar niette
min Mi llfcerftöciflfïeöantónöe \ öat iet nog niet
ter uptteoeeing gefWö
2I& gaf te fteituen ƒ dat Ueltbon in defen de waar-
heyd gefprooken -hadde , maar daarom, mijne
Heeren3boegbe fe!)tót Bp / had die Man als. een eer- Waar op cfe
lijk Man willen doen , hy kon my buyten dien R°yfiine
wel gewaarfchouwt hebben:, want laadde ik met
hem fo willen handelen , foude hy feker lijk allang 1
op Madras gehangen hebben, maar integendeel
heb ik hem by nagt geholpen, en volk daar toe
gehuurd, mitfgaders aan U Ed: lïeeren verfogt,
dat gy hem foudet willen befc hermen, Datiswaara
tetero tm eerfltn erfrgt/ m met eeneri De IjcpfBeit
«Bp Den anbeeen gejfcoftett ïjeblenöeV toiefi met
•0011 geg.Ojbeeïb / dat ik fo doende geen Spion konde
• weefen, xn Daar en boben gehjaagt / wat ik nu
wel eyfchte. Daar ïft Op DienÖe / niets ter wereld 5
$y waren Heeren en Regenten, en konden daar in
doen, wat hun goed dogt, ’twas my genoeg, dat
de Heeren Grootan nu wel konden fien, dat ik, die
. K 4 Mm
'l^Z REt s-Beschryving van
Man niet en was , daar my Dehbon voor verdagt
»e Roy gemaakt hadde , toaat o bet ban mi pegelijft ge=
InDelth P?tefen eil Dekhon bOO? mi Schelm Cl) een Ver-
vooreen rader. Ede fi® nieten fcfjaantbe om fijn cpgcn ge*
schelm loof#-geuooten quaat te boen / geftouben toierö.
verklaard. ’t^uam öoentoeï/ bat Delthon gdö Saööe/om
ftet af te maften/ toant ftaööe ï)P een arm man
getoeéfl/ftp foMöe ’t feftetlijft met fijn leeben ïjtlu
ben moeten betalen, 5fa be &itterj}epö toa# fo
Dekhon S?oot / öatfontmige Maleyersïjem in ’taangefigt
met de ny- fpOOgCH.
terfte fmaat ^ift toierö tod fomtotjïen bermaanö ban eenige
bejegent. jjanfïeiieïijfte J|oobeltngen / waarom dat ik d’aan-
bieding , die my de V orftin hadde aangedaan, niet
omhelfde , maat* ^ teöenen toeber-ïjietöen mn / boe?
Redenen pecfi / bat ift ban ban mijn V aderlandfe ïïepfe
Roy dwan- ^OHÏïe berfedicn gijn/ en bienbolgen# mijn goeö
biedingen tegt fouöc ttióeten berïiefen/ ten anöeren ooft /
«Ier Konin- bat ift bafï fïeïöe / bat beft natie boï argtoaan
ginne niet ^ynöe/mw noopt ten regte fouöe betroutoen / fo ift
ssatsnam. gem affïatiö ban mijn geloof bebe ; en miööeïer=
torjk öemerfcenöe/öat ift ober aï berbolgt toierö /
én geen anttooo?ö op mijn ïaatfïe fcö?gben#/oöet
Malacca afgegaan/ beftomenöe / mitfgaöer# ooft
ban be Franife toeberom aangefogt toerbenöe /
onber be boo?bedigff e aanbieöingen/ betoeïfte men
aan petnanö fouöeftoimen boen/ enbatuntname
ban Pater Laby, est ben «Êtottberneur upt Ben-
gale; 5?ft öefïoot om met ftaar naar Bengale
ï' tT te bertreftften / maar moefï beboren# berïof ban
,« gaan. &é 1011111011106 baar toe berfoeften / om fttoeïftt
te berftrtjgen /geen ftlepne moepten ftabbe / egter
ten langen ïaatften mijn boeltoit berepftenöe/on?
ber boojtoaatbén/ dat ik ten fpoedigften wederom
foude komen , en als dan de hoedanigheeden aan¬
vaarden foude, die my haar Majefteyt aangeboo-
den hadde. en baar ttttf»/ ïfup#/ ïfof/ en mij*
ue anbere goeberen ten gelbe gemaaftt Ijebbenöe/
quant ift be jbtaö Atchin te berlaten.
3£og eer ift toeber ftom/ faï ïjet mijn ’# eer-ag*
ten#
Jacob de Ro y, 153
ten| niet onbienfiig 3gn/ bat U Ed: Hoog Agtb.
ban be toare gefcgapentgepb een toaare ontfgtting
boe / ban bec feïber gelegentgepb en eeltige bpfom
bergeeben.
„ fHangaanbe be bïoepenbe ganöeï ban beffcïf^ Béfchrfj*
„ <0nberbaaneri/ gaat* rggbommen beftaan in 3 vi!\v.an
„ <£5oub-mgnenAöaar ban de Laboe beboo?naarm Atchw*
„fïe \i/ ’tgerugt ban gaat mogentgepb onttent
„ be ttoop-ganbeï $ foobanig aangeg?oept / Dat
„ omtrent x©o Ibcgeepen/ geen 10 baar en boben/ Riikd°m
„nog onber/ gaat aïïe gaaren boo? befe fcgoone 7a" j*,00^
,iltoopftab bertoonen/ fonber be minbere ©aar?
„tupgen baar onbet te teltenen/ toaat toe een
„fcgoone barffe Witbier / baar men met laag toa- sdwone
„ter 8 boeten op be banït geeft/ niet toepnig toe Rivier-
„geïpt/en befpben be M/baar men jngomt/bet;
„ toonen fig 4 boeten boben ’t toater/ a garbe fanb- *Sand-
„ pïaaten/ baar men genoegfaam een geerïgfttoa^ pIaatfen*
„ter-pa^ fou bonnen magen/ baar 3gnoog aan
„ be ftranb eenige flegte bertneer-plaatfen/ met Eemge
« (Öefcgnt bergen/ eöog bie niet ter toereïb naar Vfrwe/E-
„ be Wis-konft 3gn opgefïeïb/ gebbenöe nog p aatfcn“
baar en boben eengioote menigte banmetaïeen
3, pfere Kanon / bog op be togfe ban Banyer meeji
3, onber be aatbe bcg?abcn.
,3 0efe gemeïbe bïoet neemt f jn oo?fp?ong ban oor^ong
„be Bergen / bebteïïte eenige mgïen baar bandecRiïi^
„baan geleegen ?gn/ enfcgepbbe jbtStbbanmaK
33 ganberen / binnen be^tab geeft men geen fïergs
35ten0 aï£ flerge gegte/ bigte en bterbante Pag-
„gers, baatbe aanfienïggjie tooonen/ bp togïen
3, tot berbeebightg eenige metaïe fitigje^ óp gaar
„ Pitfiaar-gupfen gebbenöe.
„ Men binb gier bp naar aïbetganbe ©oïïteren/ verfcheyje
„ maar boomaamentïijg/ Deenen , Engeifen , Su- ^lke«n
„ratfe en Bengaalfe Mooren , Detoclge geeïc goebe 81 aar‘
„ bao? - regten gebben/en infonbetgepb be eecft-gcs
„noemisc/ betmitg fp alle jaaren met gaar 3 of 4 s h
„ Jbcgeepen gomen / bol en foet geïaaöen ban öevancw
jjguft Chormandel , gebbenöe ’t rtiptn bol fïng- mandei»
K 5 J3 0oe3
ilaarfcoop-
mnfehap.
1^4 B.EY'5-BeS CH R Y V I KT S VAN
«flbe&etmban aföeröanöc Spb)aat en Kïeeöett /
«en baat neebenf pebet 4 of 500 jldaabcn/ 8|j&a
j, benbe. ïsiimie (aaftje# meefï ban tó Jlaarib oóio-
„ber , of / tot in ’t begin ban January bectigt.
« taaat naat fp Dan taeöer %t% ïtlefeu nergens
anüerg» meebe gelaaben/ aï$ Stebeng -rntöbeïcn en
baïïafï/uptgenoomen eenige W$e^ met <0onb /
,,bermit£ bat fp bpbjijïen jaatiüftg 7 of s Pi-
33 cols , tot fjet boojtfettêh ban öaarKoop-öanöel
33»pt Atchin betboeten. Kan ooft met opregtigs
33fepö betupgen / bat ben Sabandhaar , al£ een
3>bpfonbete ©|ierib ban mp stfnöe / betfclaarb
„ fp'éft/ bat’et jaaren jp gebjeefï ( ’tgeenöpfeps
33 öe upt fgn Sügifïct/ baat ban gégojubentebons
3>nen betijpn/ temeer/ om bat fjet bsïgep ‘t
3>opgeebcn ban be Deenen feïfjsS gebseefï 1 $/ bie
ï3 Bern be Mfïeit Qabben öcïpen berfeegeïen ) bat’cc
örootc „ tuffeöen be 70 enbe 80 Bhaaren fouter goubban
Goudbin-0 » Atchin' gefiaafb en becboect jpn / boetfte biets
uen 4*chin. »&aare fïoffe onöec bendBöubecneur/öen JÉaaö en
„ be üoop-ïupben becbeelt bjetö/ ’t geen bat fïg ges
3> meenïprop Defe naarboïgenbe togfe töeb?aagt.
3s€en ïto0pman/ ( bat gememïijfe rneefljen-
„tiven jgn ) 7 5>laaben binnen be jlrab/ aen bie
„baar toe geffeïbe boïmagten ban ben <©oubecs
33neuc/geïeebert fjebbenbe / Voaar ban ooft nette
3,aanteehcninge aan be poo?t gefjouben bjerb/
33untfangtöaar op xoo^yPöaalöec^/ bjaarboo?-
33öefepbe 7 Jjrfaaben beröonbetispn aS$ tin ben
33 tijö genaaftt/ batbe ^cijeepen fuïïcn bertreftfcen/
3, ban b?engt pebec Koopman ’tgetal ©nee ^laabm
33 op/ bjaaraf öefeplt/en bso? öenptgefc&ootcn
33 penningen d’ Edele Compagny 25 ten 100 tteïtt/
«moetenbeboben bienboo? be b?agi ao^yftsöaais
33 ber^ betaalen/ beïjalbeu be onftoffen ban be mowö-
33 ïtofï / tot öaar ïebens? onbetööüb noobig * met be
'jjaanöomfl ban öefe jt»cl?eepen/teeebenöe Jbïaas
33 ben gefaamentïtfft in, een baar toe gefieïöe Kam-
33 pon, öfQuartier gebjagt/ naar ’t toelfte gemeïs
33 be ïi|f“ epgene in ’t bp - jijn bars Deilapitepn
' "
Verhande¬
ling van
Slaven.
Jacob de Roy. iff
* , en be Gommis, of Faéroor ban $&$&/ ft»
„ openbaat opgebeffó en aanbemeefibiebenbcber? veyia en
„ ftogt toetbenftomenbe gemcenlp 70/ So / ooft 100 mkogt
„ Byïs#öaaltec| een feloefe gfongen tegeïDen / toer= ***'&*!.
„Denöe ijkt gemeeneïp een aantal ban 15 of i<joo/
„ ja bp-totjïen tot 20Q0 flirts^ toeonbet De gfuteoon*
„öecgi onigefet / Die fp ban . in be ^ouö-nnjnen worden i«
„toeeten teg?b?upben/Den $*actoo? ontfangtboo?
„ fijn geïeeberbe toasten aanfionb# <0onö ra be gebrcyfct
„ pïaatg/ onbet bcfjoo?ïtj&e aan-teèftening/ toast
„ meeöe fjp ftg niet fijn toebetïiotnfï bp ben üeee
„ <fi5onbecneut en befïfp ïpsben op Kranke-
„ baarenrnoet betanttooepen/ enïm£ boenöe ft’ijgt
„De Edele Compagny {jaste getegtigïjepb en De
„becbece jfêaat-fcfjöbpet^ peöet ’tgeen/ batfjént v«deeiing
„ toetti'g toeitomt: op een gelpetoijfe ïjanbeïtmen !?“ *}et
„ooit met &aarMe®if(n/enl.ptoaatón/ toast |oo| ■
„ men aittjb Den (laat ban (iaat pnDeïop Atchin
„ ban te toeeten Komen/ en nB gjoot ’t Capitaaï
„i£/ baat fp mebe gaan fleepen.
„ <B.e Mocïtfïe ^cöeepen/bie bet mogen 3gn /boF Goede
„ geiaaöen toeefenbe/ toetben binnen ben tijb ban Pamiei,
„ 3 Jüaanben niet alïeen geïeöigt i maat öoo? ’t
„ mcenigbuïbïgffegte/ en betUeeen batoaïbetïjanbe
„getotibe fóaopmanr ftfjappen fjaaec goebetenbets
„ftogt/ intta beetDtge betaaltoge/ aïfo naat be.
„ ïebeting ’tgonb baat boe? moet in be ftifï öeb?
„ ben.
„Het gangbaatilStint/bat gfet meefï in ftoang Gan-ba»
„gaat/ 3pn ^ouöeMaafen, DoenDcpeöct een bietï geld.8
„ De fSijft^baaïöer/ Dsgjyn befelbe ban füifte goebe
„ Aliöy liter/ aï^ftetougeftiunt gouD/ ’ttoeïfteten
„ mee/ïen beeïen fpjupt / bat De ïtoninginne Dc
„ ma gt/ ban flnnt te lasten ffaan/ aan pat
„ feïfër befteiib / en bien boïgenbe pat booiöeeïbaat
„ban fteeft.
„ 3©at faï ben önbetgefÊïfjreben ban be toeeft?
„tgige en niet min bloepenbe ffeop-iffanbeï ban De
„ ftoogmöêbige Atchinders langer feggen ï beemitg
•jöat Öp met fijn %- lastig betbïgf albaatetba*
ij-é Reys-B ESCHRYVING V A ff
ReJeneêtiHg }j centgepij genoegfaam betmepnb gcfc?eegeni te ïjeb*
ve« over » feu ( niet tegeitfiaanbe / bat noopt op fjerben geen
den : Handel „ ïfanbeïaat getoeefï $ ) om boa? d’ Edele Com-
te Awhin- „ pagny 5 of 6 maal 100000 Hijh^öaaïöerg met
„120 toinfi aan üssopnan -fcljappen te bet¬
reten. €öag/ of peöct een baat toe be b?ts
„epfïennbetbinfeing en ttouto/ om fewne Zeereu
i,en IBeefïet^ belangen boben De fjadtete agten f
„foute tegaaft 3tjn / toetb bp mg in itoffffel 3^
„t?uhhen / maat ban baat met optegtigljepb bp-
„ boegen/ tnbsen ’trnp fep ftonö en baat bp ges
„neegen toa$>/ gels te tolnnen ( of om betet ges
„fegt/ toetft maahte ban mijn ttjöeïp toelbaa?
„ ten aanbelioifpeïtutig&epb Der goïbenop teoffe*
„ ten / geen ïfebet tooon-plaa$ fouöe bullen ftlefen/
Atchin by „ aï$ Acchin, niet bat ift mpfï befc öoeft ban S uma-
de Roy in js tra böpen alle plaatfen totl uptbippm ; toant
aodna »fpmtotjlen feijgt biet ben Hanöeïaat een raethe*
0 ö' „Ipefcfiaabe en betlle#/booi toeboen ban een pattp
isvdi „ ^ieben /biiaat ban ’tEanbïjiet bol il/onaenge? \
dieven. „ fïen öat’et feet goebe en fïtenge toetten / boo|
„ ftiïfte 2£5aeben / öooj be fjooge «©berigfepö ges
„geeben en gefleïb $tjn / toant fee be tóaatöpe /
„ban een Theyl of + t5p£-baalber£ban petnanö
„ betfeeemb en baat ban obettupgt jtjnbe / toetb
straffe óver „ fonbet ecttige genabebe f?anb afgehapt/ en naat
4e feive. „mate 3 en 4 Theylen gcfïaolen febbenbe / 10 fon=
„bet teegen-ftneelienöanb en boeten guift/ maat
„ bomt ben Ifef-fta! xo Theyl te befeaagen/ toetb
3, öefelbe ïeebenfeg gefptt/toetöen'oe öefe ban banben
„ en boeten betooföe / en boo? be Republijk onnuts*
3, te menfcïjeit op een <s2pïanö/ genoemb Poelowey ,
„ gebannen / moetenbe bufbanig op een elïenbige
„ totjfe hunne boft foefien / en toetten 00b toet ban
„ beboo?bp-barenbe biffftp gefpijfigt/ ofte moeten
„jammetïljb ban honget en hommee betgaan/
„ bog tegen$ befe gefecefbe onfeplen heeft een
®egt der „ fecemtelnig/benebend een anöete intóoöntet bat
burgers „booj-regt; om befe nagt-abanturier£ binnen^
tegeudtft, „{jup^/of etf bettajjpenbe/ fepeïtjh ban bant te
» ma?
Jacob de Roy. 15/
„ maften/ fuïftg öat öe Befte insböcï / Die men te=>
J30eng öefe fttisber - paal ftan Je toetft fïellen / ig
„ een gocöe teagt Boa? fulfte roof-bagei^ te fiou*
« öen / team ijet beftent maften ban Diergelyfte
„ boo?Baï aars Den Criminelen ïSegter/teerö ö’ neer-
„ gelepöe miföaöige op flaanbe boet upt ftet ïjupg
„Qefïeept / Daa?tjp ’t fept begaan fteeft / en to'tjs
» berg tot een €jcempeï ban Diergelyfte quanten
„ aan een JMt gefjangen.
„ 3[ft ftcb&e aan öe boo?fcft?eeben fyöe Atchin een AtcWn de
„ Republijk gtuoemt ; en fa U Éd: Hoog Agt- naa™ Vaa
„ baare eentgc Üïaat-ftHnösge beöenftingen op beo ebe1",Kfj"*
„flaat ban öïe Wegeedng geUeben te maften /Ben ïe„. 8 0
„ift ban gebagten / öat menfe ten regten fobanig
„ Dient te noemen / want men fauöe ftaar Dienen
« te becgeïnften / bp be jpabel ban Efopus , toegen£ By Je faW
a, ’t berfoeft ban be lüft-bo?ffea aan J upker, om een vanf'|e Kik*
„ ïioning te moogen ftebben / ten epnöe om jfjaar
j, tegend ftaare ©panben te ftotnen befdjutten /bes
3, fe teel fienöe / öat fp niet en toiflen / tont fp be=
33 geerben/een g?oot fluit |ont in ’t toatec bet ballen/
3, ’t geen teel eenig ontfag in ’t begin baaröe/ maar
33 naöecftanö boa? fijn anöetoeegeïtjftöepb/ ban fijn
3,onöeröanen felfg beïacftfen befpot toieeb. <£ben
,>$ ftet ftier meöepleegen.
” 55e ïüoninginne fteeft teel een gioote naam /
”maar toepnig rnagt en gebieb / en o?öonneert
” teel/ maat teert niet eetöec geftooifaamb/ aï^
” toanneec Dat ’er pemanö ■ ban ftaare liebeïingen
”öaac bp geinter effeert i$/ fp ö?aagt teel in öe
” ïïtjfts-bergaöering boo? ; maar ’tföaaö^-befïüpt
” moet fp ban ïjaar ïföbeïlngen aftnagten / en ftan
” niet onaaröig Ijnnne Pitsjaaringe toeröen bete
”geleften/bp üe lSyft£-bergaöeringe ban öcïïroonReg^j
” Poolen , fo öao? memg-buïösg getal öer iïaab£- v*n AtciL
” Ijeeren / aï£ ooft om toanneet een öer Waywoo- by dievan
” den upt eenfge baat-fugtige tnflgten / ’t berSjan? p°oI®n ver*
” öelöe in ben föaaö af-fteurö/ öer niet ftan teet^ 8c eeken*
*’öen beflooten / en öe bergaöering b?ugtcIoog
!’ fcöepöen moet ; toant ijler öeeft peöer meöe een
33fïem/
Gedüurïgé
Èwee-f^alc
taffen hen¬
lieden*
Verfoefc
over een
Koning té
verkiefen.
ïloe tegen
gehouden*
Xmborfë
Van de
Atchinders*
Hun bloo-
hcraghéyd*
'tj’S REYS-BËSGÏIRirviNG VAW
3’ fleur/ en ’tntoet ooft mi faaft jtjit / bic fo&aa£s
Mijfytijli |un gefamentïgft teel-toeefcu betreft/
”ect bat fp met' ben anbeten een#$yn/ öat’erfeps
”naar memanb tegen# Derft fpeeftem maar in
33 anöere ttoiiffel-agtige boojbaïïcn 51311 De betöeefts
3 Meeben enfc|eucihgenfb-g?pot/ Dat ’er fointoifs
3’ ïen eeuige Dagen boog-bp gaan/ eer bat |umié
” meetróig en goet-binben ff anö gpjpt 3 Die in B.ps
*’bom topten an&eren uptfleeften/ lebben fefters
” lijft meeröer 5iit|oeitcpt al# ö’aiiDeren / bermit#
” Dat ‘er een pattp leeöra tipt ben raab ban paar
” ïeben moeten/ al# ooft om öat fp gemeenïnft
” gefïreftt en gejtójft 590 / Doo? laar epgen en
” ©|oute# bloeD-bertoanten / fuift# Dat ’er gebutis
” rig tbjee-fpïionber öie ï^eeren |up#-befï.
s’ Jüóai’-önnaaï/ aï#gefegt/be filergé-en lanb*
” lupben met een aanftenelijliè t?onp fomtoglm
33 naar Atchin ftoomen fltipben/ een Honing bes
”geee£ii&e/ leeft |et nip berfcïiepbetnaai bertuons
3,bett/ öat fuift# geen iipt-tecrfting leeft / maar
”tft betttou\»/öat baat nfentanö aan Derft tillen/
” om öat een pegelplt eben gjaag naar bat ïeftfter-
” Peetje foube §sjn/ of. ten tninfïen pemanb upt
” fijn maagfc&ap tot bie toaarbigftepb foube toiïs
”len inbpngen/ ’t geen ban b’ anbje fo niet bec=
" fïaan toerb.
333®fjöer# moet ift ban befe natie getupgen/
” batfe trot# en pobaarbig jpi/ en Daar bp ons
3’ gemeen fc|§anöee en beenuftig in ffuft ban
”ïtoop-|anbel te D?|ben/ maar baar bp ïeup en
” feer traag tot ben fïtbepö/ nergen# op minbet
"benfienbe/ aï# opftiinne teeliitfien/ en Daarom'
” meefï bertorjfc fonbeïbemmfïeöappeïlcpt/ bers
31 tuit# bat fp in beetnoog'e-n / en öp-bomtoen
‘Maare naönnrai te boben gaanbe/en om öetoeïs
”fte fp öagelp# ban befèïbe öéfogt toerbm/ fa
53 Ïaat-öunftent §ptfe te benften / bat paar nies
” mant beeren-tóni/ enfo ’t anber# nptbalt/ of
33 bat |et tot De baaWfpe faaften ftomt/fefpemt
” men met ben m'fïen.mi atgemsne betlaafflepb
»» onbec
J ACOB BÉ Rolf. if9
” onbet be gentoeöeccn / toaat ban fa itifj'n aan? fe7iLe!B
” toeefen alöaat een pteube gejlen Beft/ ten aamr0over.
” fïen/toat feftct Manacaibifch ggee-roobet ftaac
J’ Labde, of gouö-tnifa/ toet- jegmjïaaftise / batfe
” met 5. of <500. Jlan Befet tea^ / outtoeïbigöe/
” en toaaten eettige maanden Bejlg/omftaat baat
” Ban baan te ftcjjgen/ en toag nog niet ternes
"maaïboo? mijn bertreft geöaan. ■
„iïpt alle t todfte ift met goebc ccebcn een o*
j , betfïag maften ftan / bat men niet toepnig ntoep*
„ten enouftoflen/Dte #>tab en baat aang?enfenöe Aanmcï-
„ ïanöen/ fouöe ftonnen obetbaïïen en genoegfaam ki»g des
s, Beteugelen / ïjaat ontöieeftt geen üanoubanaï fd,rifters
„ betljanbe foojt en ooft jlEoftieren / maat boo? blmag^n
„ ftaat onftunbe / ban met ö’Bttiïïetp om te gaan/ van AtcWtu
„fa leggen ftaar fcftoone metaale Jlrtitftften / aft?
„ mi# gefegt/ \# In t Eanö / of onbet tg?a# Bes
„gjaaben.
„ ^e Sabandhaar , öte nip toonbet tod Befint
i> öaöbe / fogt mp genoegfaam/ om tipt naam ban
„be Itonfngsnne te Betoeegen/ om daar een her- Jae™e*
3, Helling van te maaken , bifttoü^ mp ooft jfjet sabandhaa#
„ boe?-toetp/ bat ftp met fijn g>oon boo? ftabben aan ds ro7,
„boo? ftoubmöe / miffgabetf / of (ft met fonbe
„ ftonnen te toseg Bjengen / dat de Edele Compagny
„fijn party, of die van de Vorftin foüde willen
„kiefen, alfo dat haar Hoogheyd om een Huu-
„ welijk met fijn Soon (bat een toaftftet en blug
„20anOjefau$ ) aan te gaan , t’ eenemaal geneegen
„ b!eef/ ‘fo betontfcjfaïbigöe tft mijn feïf# op liet
„itsfe boof-flag/ toegen$ fMtetonpajTeïpftijept/0/'..®1110^
» Me IftböOj-ggf/ te ÖcÈfeen/ m op &ct ttoeeöe booi' J *
„ftcïy fï’clöc ïftftemnpt/onöet Beloften /van daar
„over te lullen fchrijven.'
^>0 ift ftct niet gebaanïjeB/Edele Hoog Agtbaare*
ftet niet Bp geBieft.toan een gocbe nepging/ boo?
De Nederlandfche Compagny , maat* eet tipt tttip.
moebigftepb gefcfticb/ naatöcniaaï ift quant t’ cnts
toaaten/ bat mijne mifïtge boo?toetpen/ beloits
genbe ’tïïtjft ban Banyer en Succadana gebaan/
Ö00|
Verfockt
eenig geld
van de
Tranflèo
160 R E ys-Reschr y ving van
bao| U Edelens niet aangenaomen / of om beter
gefegr/ nietg bertroutod toleed/ jaa felber ban mijn
pardon niet bende erlangen/ fcfjoon ift fa bifttosfé
fineeftiitg baat om gedaan bebbe / en biet midöeïer*
toijïe geen gdegentbeyd bindende / om naar bet
Vaderland te geraaften / befloot ift eeng teröeegen
V onttoaaten / of de Franflen tori in Der baad
fobanig /aféfy uytterïtjft boo$-gaaben / 'tmcen*
den/ daarom gebet ift my/ontblood ban pennin*
gen te toeefen ' en ober fuïftg ban baar een fomme
ban 4000 iÉp#-daaldee£ ban baar te kenen/maac
bond baar ten eerfïen getoillig/jaa tobden nty.befribe
febenften/ en nog meer / foo iftdefélbeban nooöen
baöbe/ Dog ift berontfcbuïbigdc my baat ban / in
tegendeel pafleecde ift een ^anb-fcb?ift ban de be=
toufïe fcbuïd / en bedong baar by/ fo wanneer die
penningen op Eengale quam te voldoen j als dan
vry en vrank foude mogen gaan en ftaan , gelijft fe
OO& Door U Edele Hoog Agtbaare llefldent tot
Bellefoor, Sr. Hendrik vander Meer, boot mtjtt
ïfteeftening gijn betaaïö.
Sfft bon in allen deelen toel befpenten/dat my be
«ie Rov in Franffetl tn baate fcbulben fogten in tetoiftftelen/
den finy en toanneet ift alg dan onbermogeng foude getoeefi
hadden, gijn / fodanig een geld fomme te bonnen toederom
geeben / my alg dan te berpïigten / om in baar
dienfi te teeèöen : om baar in bunne toaan telaa*
ten/ fo nam ift de gemelde fomme ban baar / des
Heemt het tuelfte ift ooft ten crrflen aan een Bengaals Itoops
man toe telde/ met beebinteniffe/dat hy my voor
d’ Intreft van die penningen met hem ... vry foude
over voeren , en wijders met fijn Schip Verft op
Teuajfaiy , en van daar op Eengale : toailt baat toe
leende ift bent mijn ©olft.
jfiaar de eerjï-genocntde plaatfe moefïen tóy bets
treftften/ Dltt aldaar een Franflen Ambafladeuraf
te toagten / toeïfte toag den berugten Pater ban De
foo genaamde Societeyt JESUS ,genaamt Ta-
chart.
Wat de
gekl van
4c Franflc
W*
‘tflM
Jacob de Röy. t6i
4t Ï0a£ op ben agtienben Pan be Jfèaanb Auguftus vau
itfpööat ban/niet fonöcc Pan biPerfe gebagten gefï iu=
gerbtepjeefert / be #ePerai Pan Atchin pcdirten / m
naat eenige bagen sepïeng/guamcn top gdufthig
Poo) Mergeu ten filnte / almaar met onfe aan# Komt te
ftomfi aper een Engels ,i>cf)ip Ponben/ öe Mu-M«rgeu.
coc genaamt / spbe een fjegat / bat Pan
Bombahia naac China gebeflraeet’t toa|/ op bat
Ǥ>cljip toaten boo? ben iBguPecnmc Pan Romba*
hia 9 <®uaat-PJil!s§e en geötoongene pftfboneit
gefet/ befe s> <£5afien maaftten/ met ben anberat
een aanflag / ofte een complot ( teaac Pp fpeenfe#
ge Ploeft - pectoanten aan pnne fnoet Pan ’t'r°oraM' .
^cfjeep^ ©oïft Bjeegen ) om haar meefter van yj" '£*
’t Schip te maaken , en bat jupfl op een J&agt/ fa verwanten,
alg fp Pao? Atchin ïaagcn en D?ecPm / Pan mee#
Hing 5gnöe / om daar birinen te kobmeti , belt ila#
pftepnen öe ^tutit-lupben boo? ’tge/iabtgtoaften/ ISo°Uw&
Pmnitg bat fjacb Psebcc pbben gepb/Permoepb™1^
31] nöe/ toaaren in fïaap gepalïen : teaac op % ge# gatten.
rëfolPcctbe <0>afïen./ peöet met fïifïool en 23am
Zonetten Pecfien/ tn be feajtiptttaaöen / en fcljoo# Den Kapï»
ten ben Staptepn in fijn fïaap foobaanig/ bat fjp %«» J°oa
baai* na b’eentoige fïaap fjeeft geflaapen/toetbem gefehooten'*
bë bug fammecïijft boo? moo?b-m ftfiiet-geteeer,
Pan ’tleePen beroofö/ en onbcttoijlen teacen öe 7 ’c Ge*as
anbete op ’t gecugt Pan be ftïjaot tn be ïHonfïa#^'^ 7
piïg-ftamec gePallen/ en maaftten öaat ten eecfïen bo0s.«,ig.
meefiec/ Pan ’tfjanb-getoeet en SSug-poeber / teaac ten.
naacbriiioo?benaacg ’toPergebïePcne ©olftgefa?
mentip btoongen / om onder de Bak te gaan,
Piaac fp PctPoIgeng gcfamentïgft riepen / dat die
geene j dewelke genegen waaren, met haar aan te
Ipanneu, vrijelijk uyt-treeden mogten: plaat toe
ftS een getal Pan 35 Jberfoonen liet beteeegen/teec#
benöe 19 man/ teaac onbet beg ïiapitepng Jboan Ven *j?e~
mtebe toag/ Poo?tg gebteongen/om batfe Pan be defeboor.
pattp niet toilöen 3ljn / in deSchuyc over te gaan, wisten,
en daar meede te vertrekken, gelpectöp alg ill
fe / boenmaalg op Atchin jgnbe / Ijebbe ffen aanftö*
de Rojr. L mcil /
'i6z Reys-Be schryvtng van
men / en niet een öeöjoefbe taaï Quntoebcc -baa=
ren booten betbaalen.
Jïaat Dat De 2$eïbameï# b»n ïtapitepn ge*
maffactcert en b’ #ffirieten / aï# gcfegt / bet=
jaagb babben/ begaaben fp baat met gernclbe
waar fig l)aal. Tanafary en Aagten baat Dy Den Vi-
wigten°heen ce R°y >■ ö‘e öaat toegen# ben fóonmg ban Siam
begaven, fbn betbïtjf bouö/ en ooftbp De 2 «©oubenieur#/ tóe
obet Mergeu gebicbcn ( jgnbe De yïaat#/ betoeïïte
boo| aan De 2?ee geleegen i# ) fa Deel te toecg; Dat
fp baat naat bnnne epgen toel-gebalïeu ftogten en
berfcogten / onbefcb?aomt enbe ongemoept gingen;
’tgeen bat ift met meet anbete Engelfe «^cbipper#
fogt te bekt ten / maat te betgeef#.
voomee- maabten betbaïben een betbanb / om defe
«SeRoy mét Boofwigten te overrompelen ; blaat tOC ift al#
‘ «enige ^oofö betïtoten toiecD / ’tgecn on# quaïp fouöe
andere. beböe» bonnen mifluftften / naatbemaaï befe
meefïec# bun geftooïen Jbcbip boog en bjoog/
om te ftalfaaten /bobben gcfet / en aï baatïïjupb
en ammonitie ban #o?log onbet een (&ent aan
Eanb geb?agt. JBaat bp nog quant / om bit
benemen be# te meet bebulpfaam te gijn / bat fp
bp-toijïen fo obetfïaïïfg befcbonben toaaren / bat fp
al# fïomrne beefïen baat te fïaapen ïeptón.
Dog veran. <göog en bon egtet niet befïupten/ fuift# bupten
isedasten &enn(ffe ban De Mergeufe <0onbetneut# te onbecs
® h * fïaan/ 'tgeen mp ban betooog/ om bet gebeente
ban befe eecloofe fielten op bet ïeïijftfïeaf te maa?
ïen/ en baat neben# bp-boegenbe / dat een yegelijfc
af-fchrik voor diergelijke Vagebonden behoorde
te hebben , naardemaal dat fy algemeene V yanden
waaren van ’tmenfchelijk geflagt ; maat befe om?
geftogte Regenten / befeffenöe / bat fp beel boo?*
beeï en toïnfï ban bit geboefte betept# t geftab en
waarom nog bertoagtenbe toaaten/ tobben baat geenfïnt#
hes felve toeberfïaan,* en fo boenbe toietben top ban on#
agter bieef. &efïupt enbe upt-toetftingen ban tóen/ tot on# ïeec-
toeefen berfïeeften.
3»
Jacob de Roy. 165
g[n - miböeïs? quanten ecnige ban befe hupten
nip tipt ben naatnban &aat gefeïfcfjap betfoeften/
of ik geen geneegentheyd hadde, om haar Opper- Ver(-oefe
hoofd te weefen , met bebing / dat ik een derde- de (er Boof-
part van al de buyt foude hebben ; .mitfgabetgi ooft / wijten aai»
dat fy met het vermeefteren van ’t Schip , een 112 Ro^
Kapitaal van tfoooo Rijks-daalders gangbaar geld
hadden gevonden , waar van fy my meede een
derde wilden geeven , haar ontbrak geen couragie,
om yetwes te onderneemen, haar Schip was ook
hegt en fterk ? en daar by wel befeylt 3 daar
ontbrak haar niet anders als een ervaaren Gefag-
hebber, dewelke de Landen en Vaar-waaters in
defe geweften bekend was , en waar van fy wel wif-
.• ten j dat ik een grondige ondervinding hadde j maat
ife floeg ïjaat aapieötngen Ijeel tolt, ie^ af/ 011^
bet boojtombing / dat mijn gedagten naar ’t Va- ?at ,y af'
derland ftrekten. 8*
J^aat bat fp Sun Jbcfjip geMcfaat / fcpon
gemaaïtt/enban alïcg toeïboö??jen fjaöbcn y D?ee= ..
ben fp öe öibiec af en gingen ccgt boo? be monb hnTsdiS**
ban bcfelbe ten Inliet léggen/ eeng-beefê om op de Rivier af,
be uptïoopcnbe gscljeepen te paffen / aï£ ooft in*
fonbètfjepD om bat be toeet fjabben / bat’er 3 ttjïi-
geïaaberie ^eïjeepen (ben Honing ban Siam toe-
Defjootenbe ) ban be ïmfï Chormandel tebectoag-
ten toaaren/ gelp ïjct ïto?t baac aan quant te 1
blijften/ becmit# bat een ban befe#>c{jcepen/ niet
becbagt 3önöe/toat boo? een ©ogel bat baat boo?
Be ïSibiet lag /meenbe binnen te hoornen ; maat bic
pa$ hjietb tjem tueï fjaafi afgefneeBen / ten opfig=
te/ bat be f^ee- Jbe|jnpmei$ ïjtni met ïjaat
gefcljut ten eerfïen ötoongen/ te ftrijken , en boe^
ten naat ljunnc epgen goeö-tsnnften aah.öoo?b / ban JKf®
boaat fp upt be Siammer ïigteden’en teeg fleepten den Honing
alïeé/ toat gaat goed bagt/ bïijbenbe be <0ott- van siam.
berneurg aanfcljoutoet^ ban foo een D?oebig
£>cljou-fpel en Doenmaal^ ' bog te laat/ felfê&e*
feïaagenbe/ batfe mijn taab niet boo? goeb ge=
ftewtb öaböen.
L z Haat
Ï&J, K-éys-Bbsc HRYVING V AN
.» .ïBaac ’t ftobbigfïe ban alle# boa#/ bat Dieatmts
ïuffeu z toelpöfe <0ouberneuï# maïftatiDer# girtigljepbber*
<jouver> toetten / en fo boende boierb ïjaac fnooöe ftaubeï
nenrs. aan pebec een ftenbaac / onbertuffen teerb baat
JBeefïcr# goeb becoofö / en öaöDen niet boo?Dagt
Die ïSoobec# fo tang aangehouden/ ’t geen fjaac
niet bupten b?eefe bjagt / öat fp fjunne ftooföen
baar boa? foubni bomen te berliefcn. ’t45eenï)aab
bede befUtpten/ ban mp feec uptb?nftftelijft te fto?
HunVerfoek tt1g|| becfdcftcn / dat ik dog als hoofd van de Siarn-
aan < e Koy.y^ Koninklijke Scheeps-magt, my foude gelieven
te laaten gebruyken. ilDatlt be Z d&oubctneur#
quamen niet alleen in mijn ftup# / om mp baat
au mede f0e te beteegen < maat «en Honing feïf# met Die
Konings. naö?e aanbieding / van de Wimpel onder de Vlag
te voeren, en de keur te hebben, op wat voor een
Schip, dat ik foude gelieven te commandeeren :
• cn betoplöat Dit een faalt boa#/ bimlft niette! af=
mm enli, * fïaan ftonbe/ fo teerb ilt al# lömitaai boo?gc=
Admiroai fïelö / cn ging aan 25oo?ö ban een tel-be3epïö en
*an $n fjanbig Honing# g|agt.fSïfo bat ftet gjootfie Jbcftip
Vloot t’eenemaal lomp cn naar fyn ïtec niet boilbe
• "8e8*fc ïupfïercn/ baar bp booben ftaac z Engelfe cn z
Moorfe jtnrïjipper# aan / om met haar Schee- I
pen den Koning te helpen dienlï te doen , mir#*>
gabec# ooit z Chaloupen en 20 jïuft# ftïoefte #o?«
log# ©aac-tupgen / Deteïfte gefamcntftjft met ’#
Honing# Hanon / H?upt/ H00D/ en ©oïft bemanb /
baat onöec een goeb getal Europianen , cn Portu-
geefen cn Toepaffen tnaren/ al# 3ijnöe Êupden / Die
op Tanaflary en Mefgeu bioonagtig Jpn ï en bes
teïfte op#’ Honing# o?ö:e ten eerden geceeb moes
ten jij n om te marcheren / Wanneet ben nooö
fuift# ftomt te beceplfen.
Wz noobige SÜepn-bjieben aan be 25ebeï-hebber#
uptgebeelt Ijebbenbc / toaac naac fp ( ingebalïe
Caat met ftet op een treffen quam > Ijaat fouben ftebben te
«ju vloot reguleer en/ ftaaïöm top onfe Inftct# t’fiup# / en
©mier ^-gingen in De ilBötgen-fïonb onbec 3epï / tefcnbe
ban fobanigen inftru&ie betfïen/ al# öet S8f-
Jacob de Ro y. ï 6$
fcfyift mïjieïö / m öetoeïfte niet onöienfïfg geagt
ïjcbbe / tot U Hoog Edelens brcmaaft bfec nttimg.
te boegen,
TRANSLAAAT ACTE,
Door de Siamfe Re ge erin g aan JACOB de ROY 3
ter hand gefield , om hem daar hy te qualificeeren ,
een Engels Roof-fchip van de Tanaflaryfe Reede te
verdrijven , nam en tl ijk ,
Toefen Brief komt wegens Operamerlt , Vice-Roy ,
^mitfgaders den Gouverneur O/0» Hatenath
Montry , en Joekoebak Calang y dewelke over defe
Stad gebieden, en die defen aa n Jacob de Roy
verleend hebben, op dat hy iiyt kragt der fel ver
met Scheepen en Volk , die wy hem mede gee-
ven , komt te beletten , dat het 1 Engels Roof-Schip
geen hinder ofmoeylijkheydaan des KoningsSchee-
pen komen aan te doen, en ook des nood zijnde *
tebevegten, nogtans met die uytgedrukte ordrej
dat hy niet fal vermoogen , om gemeltefe^^aan
te taften , by fo verre hy onfe Konings Scheepen
vreedig in de Rivier fal laten binnen komen , en fai
Jacob de Roy op een Jagtje, als Opper-hoofd over
alle de Scheepen en Vaar-tuygen, mitfggders de
Komorkans , en Oorlogs Volkeren gebieden , ende
dien wy verftaan, ende ordonneeren, datfe hetn
alle gehoorfaamheyd bewijfen , dewijl wy fiilks
tot behoudeniffe van fijne Majefteyts Scheepen en
goederen noodig geoordeelc hebben , fodanig te
behooren , en werd Jacob de Roy by defen gelaft
ende bevoolen, om lig naar den inhoude defes te
reguleeren.
• <SJefe 23|ief op een Donderdag gefcöieeljen/
öen 15 ban öe «JlBaanb December 1097. boïgen$
baar trsö-reeftemng öet 2224 öoot ïj mt Qt-
paamt Sraat.
Vervolgens Tranflatie gedaan door alhier •
jjg onthoudende , Siammers buyten de~
ft Stee de.
ScKimpig
fchrijven
der Zee-
Roovers
aan de
G onver*
sienr#»
jPe Zee-
aroovers
vertrekken.
DeUoy
lieert met
Sijn Vloot
©nverrigter
faake na
hvyu
166 Reys-Beschryvincvan
#03 befé gemeïte ^opg^-betepbfeïen toaaten
aïtemaalte beigeefjd/ bmnitg Dat be betoufie
Engelfe, naat ’t pïeegen ban günnfcöbètp/ges
ïegentgepb peegen / om aan be <£>oubetneut0 te
fcg^gben/ pat fupben niet toepnig befegimpcnbe/
tet faafte fp bOOjgaaben / t’ eenemaal niet wel
vergolden te zijn geweeft, voor al de gefchenken, , j
die fy aan haar gedaan hadden: fo fy een Schip
voor de Rivier van den Koning aengetaft hadden ,
en daar uyc eenige goederen hadden genoomen ,
fulks was eenelijk gedaan, om aan haar vergoeding
te komen , en konden fy nu Gouverneurs aan den
Koning haar Meefter alle de prefenten, en vcree-
ringen weder overfenden , die fy van haar Ettgel-
fe hadden genooten \ als wanneer fy een overdag
maakten , dat den Koning der niet by foude bena¬
deelt zijn. -
dMat get fcMjijfm ban toeïP 2B?ief en poft ban
be ©iflTecg bctricriteitDe/ toat’et gaanbe toag / fo en
toagtenfc ong niet cen^ in / maat gingen goeb£
tisbé baat ban baan/betmitg bat toqnneet top be
ïSibiet upt quanten / pat baat niet meet bon-
ben.
ISangeften bat mijn Commiffie maat mebe
bjagt / om het inkomen van de Rivier te beyeyli-
gen, fo en bojfïig pat nipt betboïgen / maat
geetbe fonbet pet0 uptgetigr te gepen toebetont
naat gupg / en geïrjg ’t fpjeeft-tooojb fegt/ eens
Burgermeefter, altijd Burgermeefcer, fo toietb Ittp
niet alleen metrbet eet betoeefen/aïg een attöetge*
meen ^egtppec / maat met öe ftomfle ban ben fo
lang bettóagten Franfien Ambafladeur, nament*
ïg& Pater Tachart , toietb tft ban ben Vice Roy 1
betfogt / dat ik foude maar hebben gelieven t’ or¬
donneren op wat wijfe, dat men een van die Ca- |
rader foude hebben , of behooren t’ ontfangen ,
en naat bat ift bie ï|eee onöettegt pöbe/op go.es
öanig een maniet men ftg baat in raoefï gebogen/ i
toietb mp be fo?g/ om de plegtigheyd te laten ge-
fchieden* aanteboolett.
JAC OB DE ROY. 167
3&e bag tot be Xanöing beraamt) / öab üt 21. °?rwat
fiuït£ tnetaale Vtanon langé ïjtt Ece-fïratib/ op F‘J#®^e
emljeubeüaaten brengen /eri be t?ontpen naar be Ambair*-
plaat£ gefteert / baar öe $eet aan nioe.fl lam <i«nr wierd
ben ,• bupten bien een bubbelde rp 0etoaapenbeODt&naen'
.Ifèannen* laaten m grïeeberen fielten / ban 't
Strand af tot be £>tab£ poojte/ en fa afêöpftjtt
boet aan lanb gefet &abbe/ïtet Ut bet feanonfpee-
len/cii begaf mp boen met een aanfïeneïtjlt gebolg
naai’ bent toe/ fijn Eerwaar digheyd , uytde naam
van den Tanaffaryfe Vice-Roy en Göuverneur, wel¬
kom in ’t Koninkrijk van Stam heetende.
Cn naarbemaal op fijn Europiaans Inden öojS
bja£/ b?ocg fjp nipten eetflen/naar mijn fïaaten
SSebicmng/baar tft öon ftoiteïpt 'oy blende/ feggem
be/ een Man te wefen , die te vooren de eere ge- _
had hadde, om een Compagny van 100 koppen ,
ten dienfte vande Hollandfcbe Compagny als Ka- fadeur aan
piteyn te commanderen. Edog dat door het toe- de Roy.
doen van eenige wan-gunftigheeden nu genootfaakt
was , mijn fortuyn in vreemde gewefien te foe- Sijn ant-
ken. &ü\U$ bat naarljet afleggen ban mijn pïtgt-
plceglngen/ bent bp befjanb nemenbe/ tot bóojöe **
Ibtalii poojten b?agt / baat bp ban ben Vice-Roy
en öe <©ouberneur£ op bare Eanbé-toyfe feer bes
ïeefbeïp omfangen tolcrt/ toannêer bat naar ^wfgt-phe5
afleggen der pïigtfS-plegingen / b’aetffietp fïg boo? §‘" f “ TaQ
be ttoceöe - maal fjoojen ïi et/ en fa berbolgeng / aan <i«i
tot bat &p In fijn baar toe aangetoeefen logement Ambata-
geftomen mat) : bupten fijne l|up£-beötenden$ (öte Jeur.
feertoèpmg toaren) öab hu nog s Geeftelijke ©ers
foonenbp fjem. “
- ^en öetben bag naar fljnhomfi/toiert ib boo? DeR»y
een Adelman bes? Ambafladeurs gebolg ten eeten van ders
genobi'gt / toerbehde feer bdeeföeïp op mi)nftom= Ambaffa-
fie omfangen/ en in een t' fattieii-fpiaafi geraalxt^eat te"
fcoeefenbc / begon befe <0eeficltjlte / «2öog niet te^rfów.
min bjeergadeloofc fiaat-ïtunbsge ©ader/ mp met
een feer fiatig en ©jiendeltjlt gelaat te feggen / by-
fonder verheugt te weefen , dat ik fo veel agring
L 4 voor
Woorden
van den
■Ambfi fla¬
neur tegen
de J\oy.
1 68 ReYS-BesCHRYVING VAH
voor fijn per foon gehad hadde, van my op fijn
begeerte hier ter plaatfe te laten vinden, en om
dies wille, dat met lof van mijn Perfoon hadde
hooren fpreeken , dien volgens ongemeen nieuws¬
gierig geweeft was om my te fien , ten eynde om,
my uyt de naam van den Koning fijn Meefter te
•verfoeken, van my in fijn dienft te willen begee-
yen. €ii om be$ totïle/ bat iït baar niet aan
«Aanbieding ttayffdm fmtöe/ prefcuieecte jitp Die Prelaat , fo-
van defe ° danige verfekering hier van te geven, als ik felfs
aande&oy. foude willen hebben, en daar-en-booven ook ge¬
negen was, van my alle geleedene fchaade en ver¬
lies , wederom te vergoeden , die my door de Edele
Hollandje Compagny waren aangedaan, en foude
rny daarenboven in ftaat brengen, cm van alle
de menigvuldige verongelijkingen , en fmaadhee-
den , die my aangedaan waren, wraak te neemen*
91 ït 6011 fiict mt op - anttoooiöeii / als
dat ik hem ren hoogften, en feer de-moedig be¬
dankte om dathyJ4/7/&r^^//rmydieeereaan-
cJe'Roy aan dede , varr dienft onder fo een groot, en Edel-
den Ambaf. moedig Koning te prefenteren, en ingevalle, dat
accuu dit geluk deel-agtig wierd , fekerlijk mijn uytterfte
beft foude doen, van my in d’eene, of d’ andre
Helden-daad wel te dragen,om my fo doende de eer®
waardig te maken, die my foude mogen aange*
daan werden , en wat de verongelijkingen en we¬
derwaardigheden aanbelangde , die ikvande Edele
Compagny hadde geleedcn, defelve fette ik t’eenemaal
uyt mijn fin, ten opfigte het onnodig oordeelde, my
felfs teverknijfen over een faak, daar toe geen hulp¬
middelen niet teherhaalenwas, d' Edele Compagny
hadde in India fo veel gefag en vermogen, dat fy haar
Weynig lieten gelegen leggen aan een qualijk ge-in-
rentioheerde dienaar j maar kon , behoudens de eer¬
bied van fijn Eerxv aardig heyd , mede niet beden¬
ken , hoe dat fijn Majefteyt en des felfs Ambaffa-
deur haar felfs verwaardigden, aan fo een gering
perfoon te denken , als ik was.
Deftige
Reden-voe-
srirtg vaa
«lel
den
iacicur.
Jacob de Roy, ïd>9
Ö£ Pater \m U 06111000 boerbü , dat al over
lange jaaren van mijn perfoon in Europa had hoo- Ambafk-
ren fpreken, en dat de Engelfe mijn naam aldaar 4eqr 'hierop,
bekent gemaakt hadden, en dat den Franffen A~
geut eenen Monfieur Qelfam , dewelke op Bantham
lijn verblijf hadde, ten tijden, dat die troubeten
ter gemelde plaatfe voorvielen, een omftandig ver-
flag van *t voorgevallene aan den Koning gedaan
hadde, ia welkers verhaal mijn naam en hoeda-
nigheeden genoegfaam vermeit waaren , en dat
den Franjfen Generaal , St. Martin , en hy in
den Jaare i<>93 naar ’t afgaan van Poedecbery, ten tij¬
den van haar gevangenifte op Batavia ’t felfde in
mijnopfigt hadde hoorenbeveftigen, en daar nevens
ook verftaan hadde, hoe dat ik om de harde handelin¬
gen van (T Ed * Compagny aan my gepleegt , genoot-
faakt ge weeft was , van my op devlugt te begeeven*
fonder dat hy hadde konnen naarvorfchen , waar
ik my onthield , als werdendeop Batavia felfs , daar
van verfcheyden gefpropken , en 5t 00011 Dat Dtetl
Pater ooft ftétupgöff/ aan fijn Majefteyt overgebrieft
te .hebben, tpaas op fjemöan bie©o|ff/ten^nttooojti
gcDknttoa^/ dat feer geerne wenfte, veel dierge¬
lijke mif-noegde imfijn dien ft te hebben, en in?*
fonderheyd Luyden , dewelke omtrent het bedienen
van eenige aanfienlijke ampten van ’s Compagnyps
gedoente en de gelegendheyd derSteeden , en For¬
ten een beproefde ervarentheyd hadden , als mede
naar belmoren omtrent die van een ander be¬
roep.
?ïlfo bat intf-gemeibt fijn JïSafeftat fietupgt
ïjaööe/ geneegen te wefen, een vafte voet m India
te hebben, en was het mogelijk, de Heeren Hol¬
landers de voet dwars te fetten , en fepöc gettldbe ..
Prelaat ban ïjt’Itl feïf# / men moet immers beken-
nen , dat haar heers-lugt , in defe geweften omtrent indien.
alle regt-finnige Eitropiaanje Pr ineen behoorde on¬
verdraagelijk te weden, ten opfigte, dat fy niet*
mogen lijden , dat hier andere natiën koomen*
om haat voordeel (gefijft fp Hollanders beöen) te
h S fqeh-
170 Reys-Béschryvinö van
foekken, en bat öp mh tod beüiocbm ftonbe/dat
fijn Majefteyts gevoelen, omtrent het aannemen van
oude en beledigde Compagny' sdienaaren, het regte
middel was , waar van men fig moeft bedienen , ja ,
geen geld daar toe ontfien , toaïlt fépbe ïjp / fo
daar yemandondervindig van heeft 5 fo is het Vrank-
rijk, en ik beeld my in, bettoöïgöe f)p/ dat ingc-
valle Monfieur deLattaye fig van d'advijfen hadde
willen bedienen, die hem Caron hadde gegeven,
meeftendeel van defe Landen onder de gehoor-
faamheyt van de Kroon foude ge weeft hebben.
En voor fo veel als Europa aanbelangde, dat
fijn Majefteytféer goede dienften van de Mejfteurs
Sch omber g , Calvo , en C afmat, alle Uytlanders gehad
hadde , en ook nog trok van de Ridder Bart , en
geene, dat hier wel 5t meefte toe contribueer¬
de was , van hare merites foodanig met weldaaden
op te vullen, datfe feer weynig aan haar eygen
Vaderland qiiamen te denken , en dat ik ten vol¬
len verfekert mogt zijn , dat den Koning op fijn
voorfchrijvens , my fodanig een gunft foude be¬
toenen , als ik mogelijk niet verwagtende was.
Ibtdbe nip öetöalüm In ïteut / of ik hier van
daan naar Bengale wilde gaan , en onder haar be~
fcherminge blijven woonen,ter tijd, dat hy daar
over naar ’t Hof hadde gefchreven , of indien ik
van daar met eenEngelfen Enterloper naar F erft a ,
om fo vervolgens over Ifpahan over Land naar
Vrankrijk te reyfen, was een faak,diehem mede wel
bevallen foude. ©tdtïaatöe IHp bie Pater, dat hy
de eere gehad hadde, van in des Konings Cabinet
met fijn perfoon alleen te fpreeken, om over de
Indiaanfcbe faken te rede-kavelen, en op wat voor
een plaats , dat men ’t beft behoorde te begrijpen,
dat hy lijn Majefteyt daar op in de Kaart defe
plaats hadde aangewefen, als in 5t middel-punt van
India zijnde , en van waar men gemakkelijk naar
de kuft en Bengale foude konnen overfeylen , buy-
ten dien defchoöne gelegenheyd der felve,mitfga*>
ders ook de gefonde lugc-ftreek van dit Land, en
Jacob de Roy; 171
daar benevens ’t gemak van bequaam Timmer¬
hout van (lengen en maften &c. tot denöpbouw, of
3t verftellen der Scheepen dienftig, tïl Öat !f}y fljil
jiBajeffept öaac op ifjaööe bcvfeftett/ dat aange-
fien den I}i(Tchop op §iam> de Prins hadde weten
te beweegen, om een Ambaffadeur van fijn Maje-
(ley t te verfoeken,dat het de fchoonfte gelegendheyd
was, die men bedenken konde, om daar een for-
tres op te werpen, dat daar pp, den Koning fijn
gevoelens voor goet en bondig hadde gekeurt,
en dat hy nóg benevens dien, hem de genade had-
de bewefen,van gemelde Pater met hand-tafting
re belooven jbuyten de <5 Scheepen, dien hy hem
mede gaf, op ’t ontfangen van een gewenfte ty?
dinge, met 11 kloeke diergelijke Gorlogs kielen
byte (laan, en dewelke nog wel van 12 andere
foudengevolgtwerden ,en ik fie der ook geenfwa-
righeyt in , betÜOÏgbe gemcïöe Pater 5 want ik heb-
be, yetwes medegebragt, dat bequaam is, om
3t quaad gevoelen, 5t welk de Siammers , van on-
ie natie opgevat hebben, te doen verdwijnen , ver-
grootende de gefchenken * dien hy voor fijn Hoog-
heydende verdere Staats-dienaars mede bragt , op
200000 Rijks- daalders ban ift eeiu'ge jlllfe Roftelyfcé
ïiengelïenöeb/öietiiïi feïf^ moet öefiemieii/ Daton- gefchenkeii
gemeen ftofïeïp fcuaren/ befïaanöe upt beeftftep* van
öe Cucieufe <£5ouis-ö?aatfe getoeeftte fiabinèttcn/ j"ralïa’
cgfteïijft met fijne gefieentep öefet / en bupten
feienjBpiegelfê met $3ouöe Epen etc.
Als ons voornemen gelukt Heer Kapiteyn,beCtf
bolgöe ben Pater ,mp op öe feftoubet (Taande / dan
fullen wy eens fien , of wy de Hollanders geen werk
fullenkonnenbefchaffen,ik meen altoos wel van jaaa <
al waarenfe fchoon in India begraven.
toa^ egtec niet op be natie/ boïgeng fijn
boo?geben/ berbeeten / maae toeï/ bat ftp een treft
aan d’ Edele Compagny fcfpilbig toa$/obet eeni=
ge fmaabfteebcn/ öiefnttperfoon aangedaan toa*
ren / funöec egtec te toiUeufeggen/bJaac in öiebe*
gouden.
172, Re ys-Beschry ving van
fa*n de Roy tOt «00 toe 'öK S£ 3ftttli)ffclt/0f ÖCfe ilCf*
over dele nuftige fïaat-ftunötge niet een ban befe polttique
reden#). bifcourfen te be?be öjagt/ om öe gefjepmen ban
mijn &ert t3 ontDehfien / aï$ upt eenige opeeg*
tigpepö; maar met fïot ban fifnreben/ kou (ft
toaacïp De rjuaabïjepb ban fijn gemoeb upt fijn
toefen fïen blinfeeii / toaar op tft/om Die Pater ter
$..nk, öegcn De Hap te bullen / mfgeïp^ mijn beftïag
redeneih itttÖÉ / dat ook wel reeden van mifnocgen had-
4e , wegens dat ik quam te merken en te
befpeuren , dat mijn lange , en de getrouwe
dienden foodanig beloond wierden , fijn Eer-
waardigheyd Doen berftaaïcilbe / hoe ik op Ceylo7Ji
en de kuft Chor mandei met den Admiraal van
Goens en den Generaal Speelman in den Maccafaar -
fe Oorlog al sVry -willige gediend , en gefworven
had , en topber^ / de voorvallen van Banthatn ,
en hoe ik tot Kapiteyn gevorderd , en eyndelijk
met Regts-gedingen > als anderfints overvallen was
geweeft, berönaïenbe ift/ ?t geen my hadde doen
befluyten , om Batavia te verlaaten , zeedert het
welke verfcheyde maaien om mijn Pardon hadde
verfogt 5 maar dat het fcheen , defelve voor my
fo lang, als ik leefde niet %c verhoopen was , en
dat ik felfs moeft bekennen , dat de verkiefing, die
fijn Eerwaarde gedaan hadde, om Tanaffary tot
een Hoofd-plaats te ftellen , t3 eenemaal , met mijn
gevoelen mede over een quam , maar dat fijn Eer¬
waarde wel diende de grond eens te peylen , en
wijders eeïi ontwerp te maaken van een Fortres,
en een plaats uy t te kippen, waar men gevoeglijk de¬
felve foude konnen bouwen, waartoe ik mijn ge¬
ringe dienft aanbood, te toeeten/ om een fchets
daar van te maken , en wijders door fijn Eerwaar !
de verbeeterd te werden, ’tgeen ik van hem ge-
dienftig verfogt.
Wmt (ft bagt / gcïljft U Hoog Edele tod
6eb|.oeben ftunnen / bat inöien (ft mp Daar toe Her
ge&juptei/ a\$ ban een Model baar ban/ alfa.
vtofi !
j ACOB DE ROY. ï73too(lie l .
tod aïé be Pater foube hebben/ en betoeïïte ift niet v"n deRor:
onöieuflig geagt bebbe Ijicc ncbeng te boegen.
J©ijbet£ ging gemclöe Prelaat iniet mijn feïfg PeyId me£
gemetbe fSibiee peplen / en bonben op be 25anft den Gefané
boo? aan be tnoub met laag toatet 4 en x bierbe <fc Rivier.
4 en een öaïf enaïtoo^ niet niinbe? aï£ 4babem birp*
te / toetöenbe boo?t# boo? betfcbepbe fcboone en
Öoogc<£pIanben bebeftt/ en öicn bolgen^ be ïïeebe
boo? alle tomben befefjut. ...
€>nöec befe <£pïanben fê’et een / betoeïïte toeï q*aara tot'
be Ijoogfïe x§ / en baat men op een Jbifiooï fcboot een Fortïcs*
na moet paffeeten / bat baat een fletftte toa f/ he*
;i, quaam om be nee / en be jSibiet te bebepïigen /
ooft fonbe ftonnen beletten / bat’et niet een ©aat=
tung foube ftonnen boo? bp paffeeën/ jijnbe beftiï
omtrent een gmapbaan feboot b?ecb/ en aan toe*
bet-fybe feboone Ijatbe toitte Eanb-plaateu / baat
men met gemaft ïSonbuptcn foube ftonnen maa-
ften. „ ... ,
3fn bc nibiet ?yn ter toereïö geen bïtnbeftïippen/ f,*!“ „
nog anbete planten en banften te myben / fo batuef<iVier.
men be fi?oom alfa toeï bp nagt/ al# bp bagfom
bc ftonnen in en tipt ftoomen/ ötrê boenbe nteenbe
ift bat men te toaatec beft plaats niet foube ftom
nen befet Ijouben/ toautniet alleen eeu^/ maat tot
biet betfcljepbe maaien met Dien Heet befelbe ober af
gcpepïb Ijeb.
ï©p p?aetifcetben / toaat bat men befï be £>tab
foube fïigten/ en bonben baat toe een feboone blafte
te/ effen in bet inftoomen ban be genoembeöibiet/
fuift$ bat bc $to?tiftcatie£ ban bet fo na-bp gele?
gene€planb be J&taDaan toeec-fgbe foube ftonnen
befebetmen.
«Semelöe Pater een gaauto Ingenieurjynbe/fep* P* Geftnt
bc betfcbepbe maaien / bat toanneet bï? * of 3 15 ïn*
giaaten/ maat bedt ban geöagte plaats babbe r
befelbe onbectoiniieïyft foube ftonnen maften /en fo
ift alg eenateetïing ban be ftonfi fp?eften fal/ftan
met optegtigbepb bc£ gemoeb^ feggen / en ’t toeïft
ift
De Gefont
maakt fig
gereed om
na Siam-tc
leyfen.
De Roy
heymelijk
by de Groo-
ten der
Siammers
©ntbooden*
Deftige
woorden
van deRoy,
Groote aan¬
bieding der
Siammers*
Antwoord
van de Ryy
hier op0
174 R EYS-BeSCHR VING V AN
i'ft aanneem te öetotjfen/ bat get boenïp i$/ tet
falie / bat ïjct teebf upt ben aait fletfc të.
<©nbtrtuflen totetb aïïeé tot be töepfe ban ben
Ambaiïadeur bttbaatblgt / om obeu Itanb naat
Siam , te bectteBften/ betmltg bat men befeïüc in
minbet aï£ 14 bagen ïtan afleggen/ en Inmiöbelg
toserö bp ijaat goeb gebonben/ bat ifi onber Ifjaac
befefjeeming tot Bengale foube bectoeben/tct ttjb /
bat d’Ambaflade boïbiagt bia^/ en maaïiten beft
J©oafieuc#23|iebenban aan-p?png ftïaar/booj
be^ütoning^ bebtenben^ / tot Hougly en Bellefoor ,
nip bolle betfeïteting gebenbe/ dat ik met open
armen van d’Opper-höofden aldaar foude ontfan- *
gen werden en met het weder-koomen van den
Prelaat, volgens den uytflag van fijne Comnijfie
nadere hulp-middelen te neemen , waar naar men
fig fchikken foude.
^e Siammeefe Viceroy, en <£5oubeOietltÉj Olfc
bettotflen befe «öefanten / en gaat gjnficiunenten
ban be Geometrie met geen goeben oogen Ijebbenbe
bonnen aanflen/ en per^ban be boojneemen^bet
F ranffen iiptgeïeltt / en totöaar ftennlfle geftomen
SÖnbe / lieten nip befe igeeren (jepmelflli troepen/ en
bjaagben nip toeï bupöelgft/of ik beter Frans als
Compagnys gefind was ? baat tb teegen$ flaac
betupgbe / dat niet naar de Franjfe fijde helde ,
maar daar en teegen, alfchoon van d’ Edele Cam¬
pagne verlaaten was, egter altijd fugt voor mijn
Vaderland , en Natie foude hebben.
«©piötïïte beclilaatnig fp mp ban beefogten /
dat ik haare fterktens , en gefortificeerde werken in
befit voor de Cotfipagny foude neemen , en daar
van de Prince vlag foude laaten waayen , vermits
ly my den opdragt der felver gaarne, ende gewil¬
lig wilden doen j "maat tb antbjoojbe bÉfepeeén/
dat daar niet toe bevoegt was , en dien volgens
fulks onmogelijk niet fou derven onderftaan , en wat
de vlag aanging, het haddenugeen plaats, alswel
in tijt van Vreede anderfints zoude hebben: want
komen de Franjfm hier, i?0tgbe baat bp/ met
een
Ja cos de Rgy. 171
een magt van Scheepen , fullen fy weynig om de
vlag geeven , taaac op fp tnp ban naberberfogten/
dat ik daar over aan den Gouverneur van de Kuft
van Chormandel , of naar Batavia foude fchrijven;
Ö03 ili gaf fjaar ten atlttoaojt / dat mijn brieven
niet geloofd fouden werden; maar dat het gevoeg¬
lijk en de befte wijfe foude weefen, ’tgeen ookt’ee-
nemaal van haar pligt was, d’aankomft van gedag-
te Franjftn Ambajfadeur aan den Koning bekent te
inaaken : foo medeeenige van dieNatie van voornee-
men waaren, fig hier neder te Haan , men ootmoedig
moefte verfoeken, om een fpoedige byftand , om niet?
door haar overvallen te Werden. Op hetontfangen
van die brieven, mijne Heeren, botgöe ift baat bp/ fal
fijn Majefteyt ten eerften het Opper-hoofd van de
Cotnpagny laten roepen, enhemfulks voorilaan,al$
wanneer ik gants niet en twijfel, of wy fullen wel
haaft Scheepen en volk hier hebben , en dan fal die
Ambaffade ook wel vrugteloos afloopen. Maar
mijne Heeren, fepÖ£!Ïibai3££$/ tot belooning van
defe mijne gegevene raad , verfoek ik ook gedien-
ftig , dat U Ed: infgelijks een beede aan den Ko¬
ning , uwen Meefter gelieven te doen, ten eynde dac
fijn Majefteyt my tot een voorfpraak, omtrent fijn
Hoog Edle en d' Edle Heeren Raden van India ge¬
lieve te ftrekken , ten eynde dat ik mijn vergiffe¬
nis van de Compagny mogte erlangen , en waarlijks
mijn Heeren ik oordeele, dat gy my fulks qualijk
kunt weygeren, om de wille „ dat gy gefien hebt,
hoe gewillig dat ik mijn keven hebbe gewaagt ,
om den Roover te verdrijven , die U Reede on-
veylig maakte ; want al fchoon dat het tot de
daad niet gekoomen was, hadden fy egter kunnen
befpeuren , dat mijn meening goed geweeft was*
Wanneer dan de Heeren haare brieven klaar zijn,
bi'tboïgöc ïk baatbp / laat my daar de weet van
doen., want ik ben ook genegen aan ’s Cotnpagnfs
Opper-hoofd daarover te fchrijven.
^tmn teaaren in biet* borgen ober befe
tooojben getroffen/ bat|e pibeyom ’tfeeeftopmpn
fïar-
Nader vei»
foek tier
Siammers»
Weder-ant*
woord van
de Roy«
ij6 Reys-Beschryviïtg vAn
Groot ge¬
voelen der
Siammers
over de
woorden van
4e Roy»
fïar-oo0bm en mp toij&er£ bp becöanb battenbe /
bp ben €>ob be^ %raicl£ beïooföat / ’t felve foo-
danig te fullen doen.
Ctoee Dagen jfjier naai toierb een Expreffe naai
aan deii
Ambafla-
4eur»
’t^of ban Siam nut mcec*gmtclbe ïfeeren ïjaat
letteren/ m mynöjief afgefanben.
SP begon mp tt Kittelen ban een getóenfïetipt*
ftomfïe s maar tornt meer al$ oop t brrbaafï / te
... fien / Dat op Defe bjieben geen anbêrgebolg qttam/
&l$ üar De Franfferi Ambaffadcur Boo?. uptöjuft^
Order van MÊÉ&S 0|Ö?e Üait D«1 Kottffig ban Siam 0^
den Konlng COmmanÖecrt böierö / om met 'tfelfde Schip te
van siam vertrekken, daar fy mede gekoomen waaren, ten
opflgte / Dat fp Dooj Dien ©ojfl niet Koiiben toet#;
Den aangenoomm / Die gcene tt$m / Daar fp
Öaar booj uptgaben / bermk^ Dat met ren Moors
Ibefjip in fijn J|aben geftoomm toaaren / Daar ?jp in
tegen-öcelbieï btnfie/ aï|meöe ;ten bollen berfeïtett/
enbetollfltoa^/ dat het den Konink van Vr ankrijk
aan geen bodems ontbrak , om fijn Ambafladeurs
tebrengen ,daar hy fe wilde hebben, dat wasin ’t
Jaar itfS’5 wel gebleeken , en kon die Majeiteye
ook wel befeffen , dat foo een edel-rnoedige Vorfi,
en magtig Koning,als den Franjfen Koning wasy
het hem tot een fchande foude rekenen , fijn Am-
bajfadeur aan lbo een Prins , als hy was, op die
manier te feilden : maar dat het hem beter geleek,
datfe onder dat voorwendfel wel yets anders in
den fin hadden, en daarom foo konden fy hoe eer¬
der, hoe liever met haar voorgewende Geloof s-brie-
ven en gefchenken vertrekken.
WijhextS gabben bc «©emtentcot^ Ijmimlijke
bic grfetrgCll / om my in handen , van daar toe twee
uytgefondene Konings Dienaaren, te f uilen leeve-
banden van ren , die my wijders aan ’$ Compagpfs Opper¬
de Compa» hoofd op India foudenoverleeveren , Öög öc <£>01^ -
gny teleevc- lj^m QOth^t / PU) Hip
d ' w rd ö*0 tc Vpaarfcïjoutom. #bei fuIftgS toa£ mijn bui*
gewaar” gitfifjap op Tanaflary gaaisto gebaan / eu ïjabbe
fehomyc» oofcbelwjfï0ti0öcpb gcljab/ om alt|jteinge3aödt
' ■ ' paait
Order om
de Roy in
JjJ COB DE RoY. 1 77
paart in geteetgept te gouöen/ toant om beoiifto?
fftneentoepnigje goeö te maften / gaöift’t^cgip/ ..
twaac meDe op Tanaflary geftoomen toa# / ' naat j!1]" ™0ï*
bat {iet een toepnigte bertimmert toa^/met 7 teg«n.,a
pgantcn naai* Sc. Thómè gefonden / tos baat en
togen fjab ift een ganbige Chaloup jepï-reebe ïegs Begeeft e%
gen / om &p ontmoeting Pan een Compagny’ S aan boort!»
ÖOöcm / oft teel boo? gcbogteSiamfe Compagny ’s
#ppér-f|oofD bebugt jfnbe/ten eerfïen baat in tc
flappen. git gnbbe eben 500 beeï tgb#/ bat ift af*
fè&epö ban öe Paters Jefuicen ( baant gaat Cara-
•fter ban A mbaffacleurs en golb giet niet) tenenten/
öte top begaïben bie gcene / Die reet# naat öettoaart#
gefegiftt toaten / ban b?ieben boo?fagen/omaan
gaat 3Lanö#-ïupöen op Eengale t’ oberganbigen.
■ Hètjn gaetje tóierö immöbel# aan öoo?b gebjagt/
fn naat ’tmutigfn ban een gïaa#je togn/ bet*
boegbc ift nip tegen# ben abonö naat mgn Cha-
löup3cn b’anfter# geïigt geböenöe onbet $S»ï/en bet?
boïgen# be iföbiet upt raaftenbe fleebcnöen irifgeïgft#
öp Sc. Thómè aan / in ^ee 5gnbe tóa# mg get
gemoed met ’totitbeeren ban .een fatfoenïgft gefeï*
firgaptemiffen/ento'aueengoebbofft/ boo? be laat*
fie garde bejegening foo Snrfteld/öat ift niet be
ftefijftfïc gebagten geflingetttoa#/ bat ift biipfen*
betïep boojtoetpen in een nut gaböe / ban legde ift swaam5ee-,
be fcgiiïb op .ten Ijtoopman van Son , beioeïfte j^eydvan
quanfup# om gin pbet boo? te Compagny tetoo*tc °r‘
nen/ gétopmgn ïeeben gemunt gaböe/ maat al# '
ift baat en tegen# qnam te bebenften/ bat bie man
bpo?uptb?uftfteipeo?öie ban U Hoog Ed: baat toe
betpligt bóa# / ttioefl ift baat en tegen toebet bp
nip felf# beftennen ƒ dat de man niet anders ge¬
daan hadde , als het geene , ckt een eerlijk Com-
p'agny's Dienaar roequam , fpo ttioefï ift mp felf#
ober mijn ïf eete» ge&seber# öeftlaagen ; berfrgoon
mp Ëdie Agtbare Heeren , ift fpjeeft al# een ge-
vlugte Misnoegde , maat niet al# een getrouw On¬
derdaan , ban U E Hoog Edelheeden , .boegen# Öat
ooft al te beeïüetboïgt tolert/ toant fepdebiïttoiï#
4e Hoy, “ M Hl
178 Reys-Beschryving van
lil ttiy felf$ / ik heb in ’c Veulerlandmccmg foldaat
fien ftraffen , die buyten de Linien agterhaale
wiert» maar wanneer dat men bevond, datfy met
het front naar ’t Leeger marcheerden, foo vierden
fy dikwils als Moeskoppers geftrafr, en niet als Over-
loop er s.
36 öen/ bagt ift/ een man /beboeïfte rny ban mijn
poft fteeft foeft gemaaftt / om een gebanfteni^ t’ont*
gaan/ betpeïfte met rcgt/ be plaats der ellendige,
cit ’t graf der levendigen geboegdijft mag geuoemt
iöo?ben/ift ïjebbe ’p'Compagny’sbjienöen/nogbyam
ben ’t ï)aarc onttooft/ in tcgenöed Denintetefïban
mijne Ifeeten en iBeefet^ in allen beden op At-
chin toaargenoomen / en |)oe bifnuifê ïjeb ift met
mijn tóbben en fmeeften cm lyfê-genaa berfogt ;
maat bic ö?oebige gebagten namen een eynbe/ Doen
16 St. Thomè begon te nabecen / bennité bat
’tboo?f5. &tftty tod öaac bonb leggen/ maatniet
Thomè6 St’ *n ö*c lïaat/ bien ift bcrtoagt ïjaböe/ tarnt De Pn-
liacatfe b?ienben ïjabben al b?p in bc beuep ban ben
Moorman , cviöèc boojinenoing ban een Moorfe
pretenfie, getafï.
Hiaat öe blugge tgb liet mp niet toe / ftiecïam
vettrekt 3£C lt tóijben/ beel minbet Madras aan te gieten/
van daar. (baat ift egtct foo nootfaftdp ftabbe tallen aam
gaan / bstotjï Dat ter gemelte ylaatfe te innen/ en
te bojbecen fteb ) aangefien bat in ’tbetby-seylen
skt eenige ban Nagapatnam „ een ftloéfte fluyt uebenf 4 of?
stheepen. 3a0!$ seyl-Chaloupen getoaat taetb /
ftaïberi mijn anftettjc£ t’Ijupg geftaaïö/ cnbesep*
Ken by-gemaaftt ftcbbenöe/fïeïbe ift mijn ftoutg l an^
be toal en fnayte berbolgen$ bc Bengaalfe fiibict
in / toanncer oy Bellefoor aan 3ianb qnarn / baat
Beiiefoor. tft ten fyoebigfic een Senaat naat be Franife Lo-
gie |bnb / om Daar beftenb te maaften/ dat’er een
perfoon van Tanaffary gekoomen was , dewelke
Word ver- brjeVen voor de vrienden mede gebragt hadde.
FraniTetlLo- 9I& ÖabDe niet lang getocft / of baat quam een
«iete.koo- man ban fatfoen betfoeften/ dat ik binnen de Lo-
men, gie foude gelieven te koomen, aftpaat (6 betffftee-
nen/
Jacob de Ror’ 179
nm/ en mijne 25?ieben obecftanbigt Ijcbbenbe/ fa
tnicfb tft mêtbeei öeiipcpben tcefieneh banbjienbs
fcfjap fa minneïijft ontfangen/ a$ ift foubcftcbbcn
bannen ïuenfcï)en/boo?t£ o?b?e fWIenbe ' dat mijn
gemelte Chaloup voor haar Logie gebmgt wierd.
3&en Pater Tachart , quant ( out bat aï$ ge-
fcgt / fijn boojfïel en d’Ambaftadc in toan-oj&cr
gcraaftt toa# ) fto?t baar aan mee frju gefdfcijap
ban Tanaflary toebetom te rug/ en onberaJtjïen
mibbeïen beraamd rot mijn ber treft naar Patria ,
’ttoeïft fïonb effect te nemen met een Engels pars
ttcuïter ^cftip / anber£ genaamt een Lorren-
draayer , gelp fft ftem tot dien epnbe mijn
Chaloup tot fp gcbjupft leende en na ’t ges
öaane tuerft befeïbe boo? 4000 Realen fïonb te
teberftoopen/ baar üjierö banbafï gefield/ dat ik
met nog een perfoon van haar natie , om my als
een Leyds-man te dienen , eerft na Engeland en van
daar ons wijders naar Vrankrijk fouden overge-
voert werden, alwaar wy met onfe komfteaan ’t
Hof, ingevolge den inhoud der Brieven,aand’eerfte
Dienaar van Staat Monfr. de Pontch ar train , on§*
morfïenaangecben/ bte mp ban toeï aan fijn .#as
jefïept foube pjefenteeren : wam naademaal , fepöe
Tachart , dat wy onlangs tijding bekoomen heb¬
ben, dat’erhoop tot de vreede is, oordeel ik het
befte te weefen, dat ik hier blijf, totdat defelve
geflooten is , als wanneer ik met de z Scheepen,
die hier leggen, my ten eerften naar Tanaffary fal ver¬
voegen , om onfe voorneemens te helpen uyt voeren.
’t JDeïïi tuaar en toaaragtig regefcpben fïaat/
fngebalfc bat U Hoog Edele, naar pare gctuoos
uelpe bJijfftfpt baar niet bp trjb£ rnbooificn/
ebm-genoembe pïaatg gefojttficcctb / en in fïaat
ban tegen-toect ge&jagt toefenbe / ïjebben fp bets
fcftepbe maaien gerebeneert/ en boo? bafï gefïeït/
dat fy dog niet eerder in ftaat fouden zij n,d' Edele
Compagny de dood fteek te geeven , fo fy Malacca
niet en hadden, aïfop niet hupten reeben bp pat
M a tn
Komft van
Pater
Tachart.
De Roy
neemt voof
met een
Engels
Schip te
vertrekken.]
Om wat
reden hy
Hg van
daar na
Vrankrijk
foude h«-
geeven®
Voorneem
men der
Fjanfe
1 8o Reys-BeschryVing vak
in opmerfting toetb genoonten / dat het e®n pafia-
gie van aangeleegentheyd was. ■’
Wat Tanaflary aan6e!angö/ fo San ift met ee»
opjjegtgenioeö/U Edele Groot Agtbaare, beiftlaa*
Gevoelen ten/ bat ift niet anöct£ ban gebagten ben/ of fp
van cleRoy fullen met öaai a Jbcöeepen in fïaat 5ön / om ut
weegens boeer-toil ban ben bïooben Inlander (betoeifte men
Tanaflary. uaai. Barmens noemö ) tot gun boel-toit te fcO0'
tnensafë toanneet ift Set boo? een fmaie/ fa een
onmogeitjfte faalt fïeï / om Saai* baat upt te boen
beenefleïen / ’t i$ boaat/ öat’er eenige Siammers tot
befctting leggen ; maar Die 51311 niet befïanb om be
Franffen ’t goofb te bicben / bttpten bten toetDen
fp ban öenl.a«ö-aa?b/ombat fpbieonnofclemcng
fcgen in een fïaaffe bienfibaarwb (jouöen / feefe
geöaat/ enbetoelfte op Set eerfïe betoeeg-mtböeï/ De
Franfe pattp tentetsen' fbuben ftiefen/ tuaat hp
fp ebentnel bat boojbee! fouöen genieten /ban %i*
b’eng-mtööden tn obeibSoeb te genieten.
<0efepbe Franflen fielten ooft baf! / Dat get guss
ïSbiUPtbanen ban baat/ boegen^ bet iaatffe boo?-
woorjen bal bet faaften/ aau d’Edele Compagny en niet aan
iler FranfTe be Honing ban Siam te topten toag/ betmifê fp
ivïgens de |g|iöen / dat den Vorlt geen verliand genoeg en
Compagny. j,a^cje s om foodanig een antwoord te bedenken,
als fy erlangt hadden.
|p geïsbe |aai oofi ötfttoip goo?en fipcften/ban
een <öpïasi&/ genaamt Negratie, Irggmbe op 7.
Ejhn.i gjaabeii benoojben be Linie Equinoctiaal , üjcfen&c
Nvsrauc. befeiibooi Be Peguanen btbJGOuö / maat ont
Set gebüutn móofac n en flroopeit ban öeManicai-
bers toebetom bettenen / toarit boïgeti^ gnn
boo?geben toa0 bit^planbiipfitfeejib bjugtbaar/
Frn?tbaar- fo ban alletlp foojt ban bjugtett / alp ryftcïyft /
htyd des uai) <Qtt/ m tserfïcii /fo bat om fijn onbets
* gout baar te binben / men niet meet Begoefbe me*
be te brengen/ aï$ fout/ getoeet/ om get bee te
fcgtetèn/eh netten/ om be bi| te bonnen bangen /
bebop bat bit alïe$ albaat in obecbïceb te téfto=
men toag/ fp maften ooft niet toepnig gaarc ges
bags
Jacob de Roy. 181
bagten op be <6planben Nicobariên baat fp boo?
eenige gjaaten een Priefter ïjebben gelaten / bic EyUnden
een gjoot getal ban bie «Splanbet£ tot ïjet Chri- Nlcob*rieni
ftendom geöjagt fteeft/en fo tneb'e ban benabuuci;
ge dSpïanben/ gelegen op s gjaben jfrooibet-bieea
• te / taant öe eerfie fê op be fjóogtc ban 7, Be ttoeeöe
op s, «1 De beeöe op 9 en 10. gjaöen j@oo|öét\b?eete/'
op befc pïaatfen geeft men bnbetbonöen/bat daar
een teöelijft obcrbloeö ban amber / peceï# / en Des feif*
anbece ftoflelphe Eee-getuafTen ballen / torifte biet; Koopman-
bare maren tegetig fleste ftïecben en berïegen 1$; fchaP.
blaten gemaugêït enbe bctganbelB / ooft 'tad in=
geftogt toerden/ toifbec^ijn be gjntooonöec^ feet Aart d« in*
b^eejagtig ban aart. Woonders'
^e Eranflen poogen op Bengaale al lllCbe d’ Ed:
Compagny in fjaareommef lag teötoac^-boomen/
en öp be Mooren ui ftïepn-agting te maaften/fjaat F«nffeo»
tot bien-epnbe niet eenlge Igieben bedienende/, be- Bengaie.
toeïfteban Compagny ’s toeegen aan benbefaani;
ben Silvagfê gefshden/ en bos| ftaac ondectoegen
onbetfeftept en aaiige|otiben fogben getoojben spn.
<Pe Moorèn , mi iigt-gdobig bolft Jfjnöe/ be;
tupgben baat ober ftun msfnoegen / niet te feg;
0«1/ wanneer fy de handen wat rüymer hebben,
niet nalaaten lullen , haar gevoelig daar over te
toonen. ji^oopenöé öefe materie/ en anbece fa; iIun vf-
ften/ Ije&ben fp berfcljepbe maaien metde,Moor-,han‘let1,ns
fe 4gbuttérneur£ in mijn fep-toeefen raab geöou; MoorVe
'ben: maat ift fteböe ten bollen hunnen befpeurai / Gonver.
bad öefe befdecueep ben Direóteur te f gander toaa? ne»r*
, ren/ fu!ft£ bat ingebaUe 6p niet beter Ütoopinan
d£/a$&taat-ftunöige/ l)P in aïïeg een bpfondet
fïegre maat $.
©etoijl ift Defe bjaïgeïgfte V farnen-fpieeftiiigeii/
sneer aSgï mijn Heftoag/ moejf Ijoojen/ betfefjeen
be Refident, Sinjeur Hugo vander Meer inbeFranfle 'Blijde Tij.
Logie / mpmebebeelenöe at aangenaamfïe nietito^/ ding voor
bat naafï mijn ^.aligljcpt ban ben ^emeï/aïg een d_®
<8ot$-fïbaaft te bettoagten öabbe / namentïyft / 1
hog dat U Hoog Edele uyc een fondedinge gena- *
Verkrijg*
pardon»
Sij nc woor*
«Jen hier
©ver nytge<
fboefémt.
Hun be-
fluyt dien
aangaande*
Dat uyt-
lefcte aan
de Franse,
182, Re ys-Beschryv ING VAN
de warén bewoogen geworden , om mijn pardon
te geeven en dat het reets tot Hougly was ; met
DtC bpboeging / dat hy Refident ’t felve alle uuren
verwagtende was : mp ötcn bofgcn^ bOOlfjOUbeila
ÖC / of ik met het erlangen der felve genegen fou-
de zijn, om my weder onder 'sCompagnf s JuriJ-
diBie en gehoorfaamheyt te begeven.
Qjft tuiert Biet obet fobanig ban blljöfcBapber*
ruftt/ bat bp-naat niet BonDe geïoobcn/ ’t geen
Ift quant te goojen / egtec be plaats/ baat ilt ntp
felfê bebonö/ Het nip niet toe/ cm mp felfg upt
te laten; maat gaf gemelde Sinjeur vander Meer
' te hennen /dat ingevalle hy het fodaniglmetopreg-
, tigheyd meende, en ik van fijn feggen verfekering
kreeg, als dan niet een. minuut onder de FrattJfe
foude willen blijven, maar hoe eerder hoe liever,
genegen was , naar Hougly te vertrekken vermits
dat Batavia met geen voorgenoomen raad verla¬
ten hadde , om mijn Vaderland fchaade aan te
doen , maar wel om mijn faaken , in ’t lieve Vader¬
land komende, te redden.
2©p beflooten ban / om daar over heymelijk
naar Eengale te fchrijven , op dat dcFranJfen hier
af geen kenniffe mogten hebben/ ’tgecn ban ooft
fobanig in ’ttuerïi gefïeïö toierö / Dog egter foo
beöefttelp niet / of Die arglifïige natie tüicrö’ec
pet£ af gebwat / vueftoefgen alle Bunne Isjagten
infpanöcn / om ’tfelbe te beletten en bifttoil# met
be toaapen^ in bc ïjanö gereet ftonöen / tuanneec bat
ben boo.moembcn Refident in mijn tooon- pïaat^
quam/ baat egtet geen fmarigljepö tea£/ om haat ,
grtoeïö. te ontgaan / aï£ bc betoufle 4000 töp£-
öaalöcrg te be taaien / baant Baat te bullen beeïa;
ten/ fonbet be bolboeninge / baat ban te boen/
fotiöe feltetlijft moepdtjïsljepb bceoojfaaïtf hebben/
en ft hoon baat toeïjaböe Bonnen hoornen/ fouöo
Bet mp féct fdjaaörip gebjeefï $tjtt / om aan tc ;
gaan : naatöcmaaï rapt Sleepje De Elly,enbe
Chaloup , benebens? allé mijn andere ttjöripc goe=
beten onöèr Baat betoint en gcBooifaamBcpb teaa- j
ten / ’t aeetie Den Cbelmoebiae Vander Meer be?
fcjccgs
Jacob de Roy. 183
ireegöe/om mijn be gebagte fomma tcÖcrfcöCetni /Y£lrd%hWt
aïfao Dat ftp oo?öeeIöe en ooft quant te tiytten /de'" {iennin„
dat het d? EdiCompagvy der niet op aankoomenfou- gen aan de
de^als mijn gevoelen ontrent defelve maar opregt Koyom fijn
was , gdftft fulftö bp fijn Copy - Sojicfje^ U Ê “ «
Hoog Edele naöet fal bertoonen.
3£>aat op fielden top ten Dag/ dat hy op het onderling .
©nverfienfte in de Franjfe Logie met het geld ioude v
komen, en daar benevens mijn Pardon in handen jer Meer
foude ftellen, waar op ik dan aannemen foude,ende Roy.
van met hem naar onfe verblijf-plaats te gaan,
om fo doende in ftaat te wefen, by aldien daarop
uytvlugtmaakte,haar die penningen ten eerften roe
te tellen , geïijft ftaat befeïbe op ftunnc begeerte
ooft tet ftanö geficït tuierden/ toaat naatdegefep-
be aanbiebingen / en ftet pardon ban gemeïDen
Refident met be bercpftc ceebieö®|jept qtiom
aan te baatöen/mct ftem ftanb aan ftanb gaar Logie
nptgaanbe / en mp naat b’onfe ftegeeüenöe/fófeik Gaan e
be gemelbe Franffen in be uptterfie bectuasiDecing “ nS
op onfe bepbe ^etfoonen fïat-oogen. Log?™*
€bog ftet fcftönt / bat be tampen en onge^
ballen nog” geen epnöeban mijn betöjiet toüben ma? Wraak.&„e
ften/ ten opfïgte/öatbte natie boo? een betbloeftte der Franco
fugt ban tegaaft- gierigftepb ingenomen jtjnbe en
toeï fienbe/ bat fp onbecmoogené toaaren / befeL
aan rap te ocffeuen / ftunne goisbeloofe gierigftepb
ben bjpen toom gaben / tet faafte / bat fp alg
tipt een JBolben-öo^ ban ftaat Logie in mijn
ftup0 quamen/en baat be toaarbp/ban ontrent 3000
tSyftg-Daaïöec^ upttoofben / gelftft fttïft# bcg am s°e-
beren baag£ met ftet afftaaïen ban mijn oberge=
bleben atmoebtje(ftepïiglijft enbe toaatagtigïtjft 311 MemL es
’t gefegt ) foobantg bebonö.
Met mijn ftomfïe in Hougly toietb ift nog fïetft Aanbiedin-
bOO? Öe Ifeerctt St. Martin en de Lande , öeflelfö gen van de
m?be-ftander aongefbgt/ en boa? aïbetftanbe ge= Heer?nSt*
fupfterde tnoojben / met ftet op-offerai ban be ah
bet-boo^edipfefaftenenaantóebingnt/ bien mm
toaarïftft pemanb fouöe ftonnen aanboen / ge^
M 4 ttagt
i§4 Reys-Beschry VING VAN
tragt/oni mp ban boofneenien te boen betanbe;
ren/ toant bat foube mijn agting bp fiaat niet
bermlnbecen/ maai* in tegenbeeï boen 'aangjoe-
pen/ tenopfïgte/ bat fp nu toe! fageii / dat de
Ed: Compagny overtuygt zijnde van ’t quaad , dat
fy my gedaan hadden , my rui op die wijfe pardon
quamen te geeven. jjllaat ife liet aai? mijl! VD0O?=
DatdeHoy ben gtltoeg Wijten/ dat fulke voordellen my
van de niet leer aangenaam waaren , en tOOllbe ooft /
««na «re«. gaatje*? nip nlet^et bfïjaagbcn/
en moet ook bekennen / bat ipgéèalle naac
fnïte tooojfïeïïen jjaöbe ^eïupjïétt/ een ban be
fnoobfïe menfeijen be$ tlatöboöein^ foube geteeefï
5tjn/ en ban niet alleen foo jl'öenbigU El Hoog
.Édele ïojfeïfjte beemSertigljepb föuöe bomen te
betasten/ maat Wipten bien / om een toerfoe-
peïtjte eet-fugt mijn felfgtejjengtmjn Vaderland
foube Moten.
©en Dire&eur , Pieter van Dijkshoek, 010011=
Eyfchvan neetbe tnp in ben eerften bp-een-Mmjte/ dat ik
den Dire. alle papieren en bewijfen foude hebben over te ge-
aeur Pieter ven 5 ottt bat f)p aannam / alle mijn uytftaande
fcoeic *" ^hulden ende faken te doen ver-effenen , om dat ik
in ftaat foude zijn, van met den eerft vertrekkende
Ba» van de bodem naar Batavia te ftevenen , tot teelten cpil-
KoyJerd s be ift fjembe geteefenöe Obligatie enbe tecteningeu'
na-gekoo. ban be ffcöWbenaai*^ qiiaro ober te seben / mitfga;
sjea- öec$ ben fcïnüöenaat feïfê in fijn öanben ïebecöe/
beteeïbe fijn agterflaï ooft niet onttenöe/ maat
tsefelbe aannam te boïboen/ aW ben ïfeet Dire-
éfeur böo?noemt anbetjïnté |em bie gunfï totïöe
Öetoijfen. Dat den gemelte Kapiteyn Philip de
Croes van fijn fchuldenaars Schip op Hougly van
Belkfoor mogte werden opgeroepen, ’t toeïft !)p
teel beloof öe/, te fullen beforgen. J||aat tot be
baab niet gefemen $ / teetöenbe ben genoegfa*
me gegtjfeïbe fcöuïbenaat ontfïagen.
3©agt upt friet bupfïet quam te Wijten/. bat
mijn boojbeeï fep ben DireSfeur teepnig beöertlgt
teietbi
Jacob de Roy. lij
toferb/ üojöceïmöe/öatmp öcfe fïinftfe trtft ban
fommige gefpeeït toiecö/ ter faafte /
öat fp mogeïgït geöagtm maaftten in •tjs>ciÉÜvooM>te.
je J bien-boïgen^ &nn befï bom fouöen / om men van
toette enöer De toaaröp met een fïtnger-flag baat ecmge-om
aan te {tomen/ alfoo ïjet ïjier gant£ geen nfetrtm
ijti$/ bat öoo? een #nöer-ïioapman ban 40, een „a de Roy
SÖoeït-ïjouöer ban 30, ja tot mi-ttlffjftertt ban 20 te geraa.
gisteil ’p maanö# ihcïup# / Ibcïjeepm ban 2 0f ke».
. 300 Haften naar be Maldivife Ügplanörn / om Lorren-
mxm &0f0«a*e öan&eï te öjijben/ ( oitbét tm
betfteetöe' naani ban Weeiie Moorffe, of Jentieffe lnIndicn°
Hoopman) gefonöen toetten/ geïQft mijn boojge^
rneïöe Jkfjèpje nog fjeeten ben €böet -Hoopman
Pieter Hofmeefter toe-kofltt/ Itlltfgabet# bOOJ-
uoemte totem öeb?agt / m na be Makiives ge-
fouten öaööe/ fuffi# bat ik eenigfmt# betonfï 5|jn#
be / ban Ut ft ïoofe beWènben#/ m in opmerking
genomen öeööenbe / bat mijn boojnoemte fcfjuï*
Ummt f- een teoeteï-ïtfnt ban fj« toeefènte /
Dat ’er pet# ban St4 Anna rnoefïe onbet ïoo-
pem
^erïjaïben om mijn fdjaaöe.boo?, te Zoomen /
te taöe toietb / met een fmeeff-frijnff aan ben jceh^c va^
Directeur m ben taaö te betfoeften / dar mijn ver- aen dL«
trek tot de laatfte Scheepen mogte werden op ge- deur.
fchort , en de reyfe met mijn Chaïoup aannee-
men , omfo doende gelegendheyd te konnen heb¬
ben , van mijn faken op een effen bodem met dc
Ed: Compagny en andere te ftellen , vermits dat
ten vollen verfekert was, van mijn uytftaande
fchulden tuffen die tijd te konnen invorderen, met
Die &p- -borging nogtanë/ dat foo HaarEd: eenige
fwarigheyd maakten van my met eygen Vaartuyg
te accordeeren, na Batavia te fteevenen , als dan op.
haar goed-vinden ook wel genegen was, de Tra-
verfe mti eenCowj)agny*s§chip te doen, wanneer
gemelde Chaïoup gevoegelijk, in Compagny met
mijne goedertjes mede foude konnen de Voyagie aan- Wordfijiï
gaarden! 3$gwnt mg Ög Apoftil toeltmgtieïpont? *eyjhoa^
M* fegt lj
1 86 Reys-Beschryving van
En een an* fegtbjfetö/ maat Daat en tegen beïöfï/mygereet
der laft op- ende vaardig te houden , om binnen 3 of 4 dagen
gekyd. met cje g00r rc moeten vertrekken, Ö0g egtet met
Die tiSXbmitnii /dat gehouden foude zijn, z Perfoonen
tot volmagten te liellen, die my fouden werden
aangewefen , door den Heer Diretfeur , aan wien ik
mijn Aiïie over foude hebben te dragen, en een net¬
te Lijft hebben op te geven, van mijn uytft'aaride
fchulden, geïijb D00? Secretaris en geïtingen/ eelt
Regïfter oaat bangepajfeert i$/ en Defelbe in pan*
ben ban genteïDe mijn gemagtigbrng gejïeït ;
infgeïjjb^ ooft ter ejtae ban Den booinoemDe een
boimagt/op Dat tipt litanie ban Dien in fïaatfou*
De moogen toeefen / met De faab boo?t te baaren;
bïgbenbe onbetminDett Dit egtet gepouben ban
punne bertigting/ ïwtopg en anberfïntg aan Den
. ïtaabte Doen / Die paar naar De biïlpbpêpb De be*
puïpfaame panb fouDe bieben/ ebog toat mijn
Chaloup aanbelangt / befeibe fouDe in ’tgefeL
fcpap ban De a Galjoots in De maanD December
al mcDe bJeggefcpibt toerDen.
Hoede ^ngebolge ban ’tboo?genaomene/ foo maalt*
fa aken van te men ren begin op De papieren/ en De fcpnïDe*
de Roy ge- na&zg te onbetbjaagen / enDe De fcpuïDen Deug*
öebjb öebonben gtjnöe / maaïtte nicn een teebe*
' ning liquide ban mpn debet en credit, bianneer
fp quanten te bebinben / Dat ib genoegfaam in
flaat boa£/ om mijn fcpuïDen af te Doen/ enfou*
De boben Dien met een langer betbïijfop Hougly
toeï cm moope fttipber pebben bonnen ober pon*
ben / maar Den ©eer Dire&eur bonten allen ttop*
fel gcoojDeeib pebbentie / bat een perfoon ban
mpn fiaat en- bediening ’$ Compagny’s ommefïag
en ïtoopöanDeï aïDaar niet bepoeft te toeeten / of
om beter gefegt/ ban ’tbonb-genootfepapniet en
toap/ bon ib niet opDoen/ maar moefl (naar
Dat mijne in plaats gefielde mannen een memorie,
in gefepjift ban mijn gocDeren/met booj&agtpaD*
Den opgafMb ƒ en goede fo?g boei pet aan boo?0
brengen Der felbepaöfeen gebjaagen) nip aaitboojD
feegc-
/
Jacob de Roy. 187
fcegeben/ toepnig ban gebagten sijnbe/ bat ben De R0y
bernuftige Heet Dire&eur ben Jbcïjippet met een geeft «gaan
geftepme oibonnantie beboegt foube Rebben/ omboo,J*
mijn goederen onder fijn verantwoording te nee-
men , en defelve met fijn aankomfte op Batavia ,
aan U Ed: Hoog Edele gemagtigdens over te le¬
veren.
ïf iet toetb ift toebetom getetgt ober befe
ne aangebaane ongcïtjften te Magen / eneen#aanK|„tenvan
onftjbige petfoonen boa? teïjouöen / of defenHeer je Roy.
y veraar van ’s Compagny's voordeel niet eerft be¬
hoorde van gemelde fchuldaf te vorderen ? ettUl=
gebaïle bat öp eenigfïntg agtet-bogt geïjab ïjab-
be / bat ift onmagtig om te betalen foube ge=
toeefïïje&ben/ eec bat tot bte piocebuuren gefto=
men toa£/ ban mg tgb te betgunnen en baat In
te booifien.
<£bog ’tfdjljnt bat foo een berfïanbtg Hoopman
fig feïféinbeeïb/ bat geen bpet-fcïjaat ’tbermogen
ïjeeft/om met ïjaat blnget^ tot aan be fïoeï ban
fijn ilgtöaarïjepb te tepfteh/ ’t geen bat egtetïje?
mefê bafl gerefoïbeert ïjebbe met ïupben ban
ftenniffe t’obetïeggen/ op toten bat tb mijn bet*
ïjaaï fal foeften / toegen# mijn geïeebene fcïjaa*
ben/ en merfteïtjfte ongeïpen / bien ift Doo? fijn
boen Ïjebbe/ en nog moet geboogen / en naarbes
maal on$ geen aanmerfteng-toaatbtge buigen ban Eynde va»
Bengale tot Batavia toe/ te booten guaitien/ fal ^verhaal,
ift biet mebe een epnbe maaften.
«bit i$ ban Hoog Ed: Heeren ’tpapitte ftinb / Vert°°8
toegen# mijn toebetbaten/ bat ift aan U Edele Ia" j' Ko?
Sebeit mijn aftoefentljepb ban Batavia in be tgb Hoog
ban obet be 6 ^jaaren / toegeng be hooiballen / **ndeiu-
btemp obetgeftomen 3tjn/ftancp-offerènmet be^difch=
tupginge/ bat ift ingemeïbe tijb/ foo beeï niet ge* ”aatfcha?-
fcïjieeben ïjebbe / afê nu sebett <s toeften ïjet- py'
toaart£ : ift Ïjebbe mp be-pbett/ om booi al be
toaatïjepb te feggm/ en ïjebbe mijn fïaat ge*
maaftt/ be hooiballen ban een tont jaat op <5 beis
ïen fcljiift te ftellen / ïjebbmbe ooft 0 uitten ban
«00-
1 88 R eys-Beschryving van
nooöen geïjab om ’tbeï baar ban op te fïeïïen/ niet
ter faafte/ ban De foet-bïoependc fïsjï / maat* om
Bes feifs mijn ftoaftfte memorie te gemoet te bomen/ ift'
vcrfchoo- ben niet beguaam om De ïüpben / betoeïfte aan
ning in Jt geene/dat ’et boo?fcl)?eebcji fiaat te ttoijfeïen/ ge^
2® ïoofin te boefemen/ maar de$ niet te min onDer bet*
betering/ ban U Hoog Ed: fïaat ïjet mp b?p te
feggen/ Dat ift in 54 jaar ïeben#/ ’ttoeïfc myir
ouderdom i#/ foo beeï gebaren niet onbertoo?pm
ben getoeefï / aï# in ben genoemden tijd/ en noopt
meer reben geïjab / om Den Hïberloogfle boo? fyn
genabe/ aan mp betoefen/ teïooben/ en te dam
fieii/bebjgï bat iifjet ongeïuft geljab Ijeb / om mijn
verhaal baartupgehmndoo? afïoopen en bettoeeanbete aan
Cjn£rtonge' cra bloedende jee-fïrand teberïiefcn / in bfrfcöepdé
maKfeen. / geponger t en gebo?fï tot bet* fmag=
ten# toe/ baar brneben# bihtoiï# ban Mepnc ge*
plaagt/ en ban toiïde bieren in gebaar ban mijn
ïeben getoeefï/ fondet getoag te maften/ ban be
ftoaare reegen-bïagen / be bitterpepd ban be ftom
be nagten / enbeonberb?ag®fte pitte ban bejbon
op onfe bïoote ïigpaamen/daar benebeu#fe#-maaï
mijn ïeben aan een fijde b?aab gepangen / 0111 be
feïbe boo? een fïrop/ fïaaï/enbetgif te fïen epnbi-
gen/ biaar bp met teaatliepö ïtan feggeu/ttoeemaaï
ban mijn goederen berooft getoeefï 'te jijn 5 fo bat’
om bie oo?faafte/bermepneift reben tèpèöben/osn te
Sxjndank- toepen / ondoorgrondelijk is Godes barmhertig-
baarheyd heyd j en wie heeft fijn raad gekend ; ' ter faafte 'öafr
»» Güd” naar foo beeïe bieber-toaarbigfteebêii/ en&p-naar
onbermpeïpe gebaaren / ben ‘^Mniöjjenöen ©a=
Der/ ben gefegenben ^epïanb/onfe ^>aligmafter ] e- .
fus Chriftus, enJlepïige <0eefi / nip de genabe
beitelt pebben/ óm aï# een geï)oo?faam onder?
Daan/ onder mijn epgen ©pgeri-boom en 3Bijm
fïoft te ïeben/ en baar-en-boben be mibbeïen ber=
fcïjaft ftebben / om mijn Vaderland dienfï te boen.
Stangefïen ift ïjepïtgïp en tot be ïaatfïe fnift ban
mijn ïeben toe faï bïijben boïïjerbeu / ban UHoog
64de niet een opregte megning / ’ be teeg aam'
m
J A C O B DE R O Y. I 89
getoefen te gebben/ om te befït ban be gonb-tgto
jBgnen ban Banyer te tomen /en ’tpab ontbefct/
toaac bOO? De ïoffeïijfte Nederlandfe Maat-
fchappy in De tofMgto <Piamant-|fêgnen ban
Succadana ban tteebhi/ en bat fonbet tof&n/
fonbet moeteen / en ftoariggepb ban betlie# ban
bote.
IBaat toe te U Edele mtjn petfoon en g?ijfesijnaant>ie-
goofb feet neb?ig met een onïsebïefcte ttouto aan? din8 aa”dö
oiebe / fuïïenbe met betmaaft en ïiefbe mp tot een Maatfcha£1‘
gtoote eet fieïïen f bat te De bïabften ban mijn py’
Meebeten/met get uptfïoften ban mijn bloeb boo?
ü Ed: Hoog Edele mynbaefïet-ïifeeren mag upt-
toifTen/ toant fijn bpanb te ftïepn asten/ i£ on?
öoojflstig gebaat! / èn bnp ten Dien een tegtfcgapen
halbaat moet niet eetöet toenten/ aï$ toanneetsïjn verder
bat ï)p ban ben frajö hemt/ ïaa ij bib te U,Hoog verfoek.
Edele Heeren,ïjaat tetjfe gebagten op be ïigtebets
anbeting / Die bet te be Jhtaö Atchin foubè ton*
nen gemaabt toetben/ maat een£ gaan. iBaat
boo? al Edele.. Heeren (te betttpg boo? <Sf5öb ^dï?
ntagtig/ Datift nietenïtege) * U Edele Deben?
ïlngen gaan obet ’tonttaerpban be Franfièn, bes
langenbe be ^ta'ö Tanaffary en naat mijn ges
ting oo?beeï bunnen U Ed: foo naaftt/ en blaat
’t boo?beeï toaat-neemen / Die befe natie baat boo?
fotibe betomen / bat bet geen berbere toaat-mas
fting berepfï/ 00b toetten U E: Hoog Ed: feet
notmoeWg gebeeben/ mijn beb?ubte betfcgobeïing
00? De fttaaïen ban U Ed: g’ep?eefene goeb-aats
teggepb te obetfcgabittoesi / op bat U Ed: foo
öaeisbe bïrjben geben/ ban niet te begeeten / bat
een man ban mijn gaten / Detoetec te owö i# om
tjBufgmt te b?ageii/ en om ongebepnfïtefpjee?
beu / betmepnt in betfc&epöe geete boojbaïïen ges
tp«t te ïjebben / bat gp al fute een goebe boo??
ganger/ aï# fïjnnaatboïgerg fêgetoeefï/ begaïben
bat geen ganb-toerb geïeetb geeft / enbupten ’t onts
bceten ban fijn ttjbeipe goebertjeg / geen onbet?
binbing geeft/ om goopganbeï te b?ijben op fonts
190 Reys-Beschryving van J. deRoy.
niige ©aat-toaatetg / geboogt niet / fmeeft flft
Hoog Ed: Heeren nogmaaï# / bat öp öie aïbecs
fïimfle pïaag foube ónberbjo^pen 3tjn / ban oud
en arm , te fcOO?ben / op bat ÖP U Hoog Ed: aï$
ttoeeöe ©abet£ mag naat-geben / dat u Ed.- kunt
ftraffen , en wederom falven , bit i| / en OOÏt foa
ïang fijn ^cïjcppet ïjaat ’tïigl in fijn oogen iaat
fcïjijnen betntepnb / foo getoiïïig te leben afê te
fïetben.
( onderftont )
U Hoog Edelens alder-onderda-
nigfle tot der dood toe ge-
. trouwe en gants overgege¬
ven Dienaar
( wasgetekent)
JACOB JANSZ. de ROY.
(ter fijde ftond)
BATAVIA den IJ Maar»
Anno itfpS.
E Y N D , E.
%
RE-
REGISTER
Van de voornaamfte Saken , vervat in de Reys»
Befchrijving van facob fenjz, deRoy.
A anbieding van Pater Tachart
aan deRoy. 1 6$
* - - van de Roy aan de Indijche
Maatfchappy . 189
~ - van de Koninginnevan^ctó
aan deRoy. 144
- - van de Heeren St* Martin en
de Lande aan de Roy . 183
- - door de Roy van de hand ge-
weeferi. 184
Aanmerkingen van de Roy over het
bemagrigen van Atehin . 559
Aanfpraak van de Roy aan lijn
volk. 4
- - tegen den Koningvan Banyer
Mafjing. 3 1
- - van den Koningvan Cottarin-
gen aan deRoy . 110
- - des felfs antwoord hier op.
ibid.
« - antwoord des Konings en we-
der-antwoord van de Roy . 1 1 1
Aard derAdaccaJJaren in het veg-
tcn. 71
Agaat leer hoog geagt by die van
Banyer. 114
AmbaJJadeur van Johoor befaamt
voor ccnZee-roover ondervraagt
deRoy . 48
- - neemt deRoy in fijn vaartuyg.
49
«' - fpreekt de Portugeefen met
een bits gelaat aan. ^ ibid.
Amok van de Banyareefen^gz roe¬
pen om de Roy te vermoorden .
10 3
Arnphmn goede waar op Smca-
dana. 1 3 4
Apojiels van wild varkens vlees
gemaakt. 10
- - waar van de Reyfigers ’s mor¬
gens en *s avonds haar deel kree<-
gen. 21
Atchin befchreeven. 155
- 1 - by de Roy in hoog-agting.
1 56
- - is vol dieven. ibid.
- - dc naam van een Republijk
gegeeven. 157
- - by de Fabel van de Kik-vor-
fchen vergeleeken , ibid.
“ aat-fugt der Rijks-grooten
van Banyer. 42,
Baay voor de Rivier Sampit. ïzS
Baldadigheydy a n eenige Schippers
te Atchin . 141
Bamboe fen tot Riemen en Zeylea
gebruykt. , 25
Banyareefen ( 3 ) gaan met het vaar¬
tuyg van de Roy door. «98
- « verhaalen alhun weder-varen
aan een Pangerang. 9$
- - door deRoy gedood. 104. 105
Banyer is de voornaamfte Negery
van Borneo. 122
- - is vol ge mengt volk. 123
- isvolgouden andere waaren.
124
Baft vanboomen torherdigt maa-
ken der fcheepen gebruykt. 24
Beeflagtigheyd van een Hollandfe
Matroos. 107
Begeerte van z Hollanders aan de
Roy 8 107
Berg
R E ® I
Berg met goud-rijke Aders. 6s
Bejluyi tuffen van der Meer en de
Roy. 182
Bevel des Koningsvan Banyer te¬
gen de Portugeefen . 6 9
Beivijs-r edenen van de bloed-yer-
wantenvan deSampitfe Moor¬
denaars tegen de Roy, 118
By-geloovigheyd dec Viadjes feer
groot. 59
~ - ontrent! ftukken goud. 65
Blaar en met materie door vergift
veroorfaakt. 114
Blankas , of Zee-luyfen des feJfs
(taarten oxfi gaten te booren ge-
briiykt. 14
Bloed-dorft van eenige Moorde¬
naars tegen de Roy . 1 1 6
Bloo-hertigheycl van de Atchinders.
158
Blijde - tijding voo r de Roy . 1 8 1
Boosheyd van 2 rouwe gaden aan
een Engels Kapiteyn. 1 61
Borneozzn Ey land waar geleegen.
.130
Erand-fcheepen tcegeftelt om de
Portugeefen te vernielen. 89
- - die de Rivier afdrijven, ibid.
Brief tot nadeel van de Roy van
Batavia aan den Koning van
Banyer gefchreeven . 5 7
- - van de Roy aan den Generaal
en Raden van Indien . 7 3
- - aan Francoys Prins Frefident
op Maceajfar . 75
- - van Emanuel de Roosje aan de
Roy gefchreeven. 8 5
« - aan Ge lm er Vos burg Gouver¬
neur van Mallacca. 13 8
«... van eenigeZee-fchuymers aan
de Gouverneurs van Mergeu .
j 66
Brieven van Gelmer Vosburg aan
Deltbov behandigt, 147
S T E
- - van aanprijfingeii voor deRoy,
174
“ " van de Roy aan de Staats-Die»
"naars van Atchin . 150
- - goedeantwoord hierop, ibid.
Cabos een Vis , waar gevangen
engedroogt. ‘ 61
Camphur op wat plaatfe de felve
valt. 129
Chinees komt de Roy befoeken. 32
- - brengt levens-middelen en
huys-gcreedfchap. 33
- - maakt dat de Roy en de fijne
eenige rijft en geld kreegen.ib.
Chineefen neemen voor figmeefter
van het Schip te maaken. 11
- - ftellen hun toeleg te werk en
voeren het uyt. 12
- - dooden eenige menfehen en
gaan met het Schip deur. ibid.
Coitaringen een Rivier fcheyd Ba¬
nyer van andere plaatfem 105
C ottaringen de laatfte grens-plaatsr
van Banyer. 129
- - is de goud-rijkfte van alle.ib^
Cryflal in een gebergte gevonden.
6(4
ankbaarheyd van de Roy aan
God. 1 88
Dapperheyd des Volks van de Roy .
xö
- - van de Roy. 12
Delthon neemt, fijn nood-wendig-
heeden in en komt te Siam. 135
- - doet lelijke ftukken aldaar.
ibid.
- - is in groot gevaar , dog komt
te Atchin % 13 6
- ~ laat fijn fchip in Zee linken.
ibid.
- - word na Madras op-ontboo-
den . 1 3 6
- « doet fijn beklag aan de Roy .
137
* - word
R E G I S T E R.
- * word van de Roy geholpen en
ontkomt het met de vlugt0 ibid.
- - neemt voor de Roy te verraa»
den. 147
-- ftrooyt eenige lader uyt tegen
de Roy. ibid.
~ - neemt voor de Roy van het
bedde te li geen. 148
- - word van de Roy uytgedaagt.
149
- word voor een fchelm ver¬
klaart en in fijn geligt gefpoo-
gcn. " 151
De Roy , fie Jacob Janfz de Roy .
Diamant de groote van eenduyve-
ey hebbende. 132.
Diamanten in een gebergte ge¬
vonden. 66
Diamant- Mijn v/aar geleegen .119
Dieven te Atcbin de handen en
voeten afgekapt. 1 5 6
Eed van het volk van de Roy
gedaan. 4
Elende leer groot van de Roy . 13
Emanuel de Roosje een Italiaan-, tot
Kapiteyn Moor aangedelt. 67
- - verkrijgt van den Vice-Roy
van Goa een Lajl-brief \ hoe fig
op Banyer te gedragen. 68
- - tot wateyndc afgefonden. 72.
*■ - fchrijft een brief aan 8 5
- - word van de Roy gewaar-
fc houwt wegens een bloedige
toeleg. 88
- - komt gelukkig aan boord en
legt fig voor de Rivier. 88
• - ligt eenige Peper uyt de Cbi-
neefje vaartuygen. 90
Engels-fcbip komt voor de eerde
maal zeCottaringen. 1 19
Eylandby Ta na ffary feer bequaam
tot een Forrres. 173
Eylanden 'in' de Rivier van Banyer.
12.5
Eyfcb van den Gouverneur ya©
Jat at aan de Roy. 4$
- - antwoord daar op. ibid
- - der Porttigeefen over het ge¬
vangen neemen der Grooten
van Tatas. $6
- - van den DireAeur Piet er -van
Dijkshoek aan de Roy . 184
- die door ^ voibragtwierd
ibid»
haute onder de Reyfigers,
waar door eenige blijven
leggen.
Fortres van de Roy op Banyer ge¬
maakt. 9l
Francoys Prins Prefidentop Mac*
caffar. 7S
Franjfe foeken de Compagny te
dwars-boomen op Bengale. x8£
~ - rooven de goederen van de
Roy. 18 y
Gadong een foort van vrugten
befchreeven. ü
- - hoe de felve bereyd en gegeeten
worden. 2.5
- - dat den Reyfgers qualijk be-
quam. ibid.
- - dog waar tegen de Roy een
middel om te geneefen vond.ib.
-*waar door fy herfteld wierden.z4
Gebed van de Roy gedaan. 1 y
Gebergte van Cryftal. . 66
Gebod des XConings van Banyer aan
alle fijne Negeryen. 8 y
Gehoor-geeving van den Koning
van Banyer aan eenige Gefan-
ten. 85
Geld te Atcbin gebruykelijk.
Geld- gier igheyd van de Grooten
van Banyer. 85
Gelmer Vosburg Gouverneur van
Mallacca . 138
Genegeitdheyd van de Roy jegens
den Pri ns van Süccadana . 4 j.
— van een Sabandhaar en een
de Roy. N Skvi®
R E G I
Slavin aan de Roy. 114
Gerugt voor de deur van de Roy . 3 2
— dat door een aardig antwoord
geftildwierd» ibid.
Ge/ anten van een Succadanas Prins
koomen by de Roy . 3 6
— van verfcheyde Vorflen aan den
Koning van Banyer. 8 5
Gefchencken derP ortugeefen aan de
Koning van Banyer overgegee-
ven„ " ^84
— der S lammer s 'en Chipeefen aan
den Koning van Banyer. 85
van de Roy aan den Koning
van Cottarïngen gelbnden. 1 1 9
«ï* vandeKoninginnc van Atchin
aan de Rov * 143
— van Pater Tachart waaruyt die
beftonden. 17 1
Gefelfchap van de Roy erneerde fig
met (hijderen* 34
Gefprek tuflèn de Roy en eenige
Indianen van Banyer Majfing . z 9
Gcveyrijlheycl van een Sabandhaar
tegen de Roy. ti6
Gevoelen der Indianen over de Roy
10
— des Konings van Banyer over
de Hollanders. 52
Geweer wederom aan ge-
geeven. 50
Goddeloos voorneem en van de ƒ»-
dianen van Banyer Majfing te¬
gen Roy en fijn volk. 29
— dat de Roy dóór een Icugé-
nagtig verhaal ontkomt, ibid.
— der Papen van Banyer tegen de
Roy . # “ 93
Gods'-dienft der Viadjes befchree-
ven . 5 9
— der Banyareefen. 12.3
Goud in gcoote meenigte by de
Viadjes » 60
zz is voor een Jbcuteling by haar I
STER.
te krijgen. ibkL
— ineenRivier, van het gebergte
loopende gevonden, 63.64
— op wat wijfè het fèlve verga¬
dert werd. 64
r- 2 ftukken van een byfondere
groote in een poel leggende. ib.
— des Volks by-geloovigheyd on¬
trent de(è 2 ftukken. 6 5
— hoe het felve te Atchin aan de
Handelaars verdeeld word . 155
Goud^mijnen op Atchin . 153
Gouverneur vanTatas vorderd ee¬
nige Rijksdaalders van de Roy*
4 5
— van Madras ombied Delthon .
136.137
Gouverneurs van Mergeu beletten
de Roy eenige moordenaars te
overrompelen. 162
— van Tanafiary hebben order om
de Roy over te keveren. 176
G riek door de Siammers omgebragt
MS
Gr oot en van Ta tas door de Por*
tugeefen in bewaring genoo-
men. 86-
— worden wederom ontflagen*
ibid.
-« des Konings van Banyer , (be¬
ken het goed van de Roy en fijn
gefelfchap onder fig te krijgen.
34
— hun ftout verfoek aan de Roy .
ibid, 3 5
— daar de Roy haar op antwoord.
ibid.
— „ van Atchin aan den Com¬
mandeur II armen Voet ge Ton ¬
den.
-- worden wel ontfangen en ont¬
haald. ibid.
— van Stam ontbieden ófelfyy. 174
Gr uuwelijk voorneenm van eenige,
om
R, E G I
om Je kinderen te döodrn tot
iijfsr-noodrufi. 1 6
dat door geweld van de Roy
wierd voorgekdomen. ibid.
H armen Voet niet een Vloot
fcheepen op de Franjje af-
gelonden. 140
Heydenen te Banyer tot bet Chri-
jlendom door een Priefter ge-
bragt. 1 2,7
Hof des Konings gebouwd op een
driftige ftoffe. 84
Hol van een Engelfch fchip door de
%/gekogt. * 133
Hollanders [%) mede-gefdien van
de Roy by den Koningontboo-
den» 10 S
— worden van de Inwoonders
vermoord. 109
Honger s-nood onder de Roy met
fijn volk. 1 6
Hugo van der Meer brengt Pardon
aan de Roy it 1.182.
fchiet Penningen aan de Roy
om fijn fchuld te betalen. 183
Huuroe/ijken der Viadjes befchree-
ven. 59
Buy f en van Banyer befchreeven.
124
acob Evertfz naam van een
Vis. 17
facob fanfz de Roy begint bet
verbaal van fijn ylugt. 1
* * fijn RoUt-moedig Voornee-
men. 2
■* * begint fijn vlugt te ncemen in
een vaartuyg. i bid .
* - komt te Carang Sa doe lang.
ibid.
- - fictcenige Cbaloupen en komt
aan een Eylandtje. 3
* - doet een aanfipraak aan fijn
Volk. ' 4-
y
STER.
- - werpt fijn voorraad over
boord en komt aan een Eyland
ten anker. $
~ - koomfby eenige Maccaffaarfè
Koopluy. ibid*
- - word met fijn volk van een
fwaare ziekte overvallen. 7. 8
- - komt in de Rivier Panbo *
ang . 8
- - vaarr defejve op naa een Ne~
gery. ' 9
- - doet aldaar een landing, ibid*
- geeft vuur op een troup In¬
dianen. , IÓ
- - fijn voorneemen om tegen
7 vaarcuygen te vegten. 10
- - raakt met fijn vaartuyg aan
de grond. ir
- - gaat aan land , en fchiet 4
wilde Varkens. ibid.
- - doet feyn om aan boord ge*
haald te worden iz
- - dog word van fijn fchip en
goederen beroofd. ibid.
- - is naakt ea in een erbarm e-
lijke Raat. 1 j
k « doet fijn gebed tot God. ibid.
- - vermaant fijne fpits-broe-,
ders: 14
* - raakt met vlotten de Rivier
over. ibid.
- - dreygt eenige van fijn volk
met een koegel doot te fchie-
ten. i é
doet een gebed in het open¬
baar. ' ij
- - vergelijkt fig by een tweede
M&yfes. 17
- - fchiet een wild .Varken. 19
- - in aak teen Vaartuyg klaar. 24
- - vergelijkt fig by een tweede
Adam. 25
- - word met fijn volk aan land
gefaecten.,. ■/ 2$
h ;'Z — IS
R E G I
- - is in fwaarmoedigegedagien.
Z). 16
- - verneemt een Vaartuyg met
menfchen. z6
- - waar over hy fijn flapende
makkers aanfpreekt. 17
- - gaat met fijn gefelfchap in
hun vaartuyg. 18
- - komt aan een Negery van
E anyer M a 'Jpng . 3 o
- - word wel ontfangen en met
gelchenken vereerd. 30. 31
- - komt by den Koning van
Banyer MaJJtng te gehoor. 3 1
- - doet fijn Aanfpraak tegen de
fclve. 31
- - word by een Sabandhaar ge-
huyfvefL 3 1
“ dog word wakker uytgcfchoi-
den en buyten de deur geftoo-
ten. 31
-• word van andere Groeten in
een leedig huys gehuyfvefh 31
- - word van en Chinees met le-
vens-middelen voorfien. 3 3
- - geeft fig uyt voor een DoElor
in dê Genees-kunde . 34
- - doet eenige geneefingen. ib.
-■ - wrord van eenige G rooien van
een Prins van Succadana befogt.
30
- word met een vaartuyg afge¬
haaid ea wel van den Prins ont-
fangen. 37
- wend veele middelen aan om
den Prins te geneefen. ibid.
- raakt hier over in groote nij-
digheyd by de Groote. 38
- word uyt order des Koning s
van Banyer in verfeekering ge-
noornen. 39
- raakt in groot-agting by den
VnixSïOLïïSticcadana. 40
word bewaogen om met een
. Portugees Kapiteyn uyt Banyer
STER.
na Maccoim te gaan. 43
— gaat met de fclve met gefchen-
ken ten Hoof. 44
— Scheyd van den Prins van Suc¬
cadana en komt by de Portu-
geef en. 45
— word over 50 Rijksdaalders van
den Gouverneur van Taias aan-
gefprooken. 45
— hoe hy fig hier in gedraagt.
ibid. 46
— word ten tweeden-maal aan-
gefprooken. ibid.
— doet een verfock aan den Gou¬
verneur. 47
— gaat met een Canoctje uyt va¬
ren. 48
— is in fèer groote bekommer¬
nis, dog komt by een Ambaf-
fadeur van Johoar. ibid.
— word na booven gevoerd om
van een ziekte geneefen tc
werden. 49
— word wederom van den voor¬
gaande Chinees befogt. / 50
— krijgt fijn geweer wederom . ib.
— fijn Yoorneemen om een Staats-
Dienaar te doorfchieten . 51
word daar over by den Koning
geroepen. ibid.
-- antwoord den Koning van
Banyer met een oyerfchrokt
gemoed. 52.
— fiet fijn volk wederom , en
krijgt vergoeding van fijn ge¬
lede ne fchaade. 55
— werd van Kiay Baf fa om yer-
gi ftenis gébeeden . 5 5
— "waarmede hy figverfoend. ib.
— krijgt fijn volk wederom . 56
— raakt in groot-agtingteifowr
5*
, - gaat met den Koning op reys.
— maakt
R. E o I
— maakt een ficrk Water-ka-j
heel. 6 1
— neemt fijn vermaak met de
jagt. 6 1
— word met Tommegong Gufty
naar het gebergte gefonden. 6 $
— befiet een Goud-rijke berg. 6s
— doet van alles aan den Koning
verflag en word gepreefien. 66
— verfoefcc aan den Koning van
Banjer* de hulp vandehV/.CW-
pagny te verfoeken. 73
*- fchrijft aan den Generaal en
Raden van Indien . 75
— {ch rijft een brief aan Fran'coys
Prins Prefident op Maccajpir. 75
— fchrijft een tweede brief aan Wil¬
lem van Ou tsheorn Generaal van
Indien . 77
— houd een onderlinge t’ famen
fpraak met den Koning van
Banjer. * 83
— krijgt een brief van Emanuelde
Roosje. 8 5
— wa ar fc houwt een Portugees Ka-
piteyn wegens een bloedige toe¬
leg. 88
— fchiec 1 gefchutten los om een
Portugees Kapiteyn te waar-
fc hou wen. 9°
prijffc de Maatfchappy den Ko¬
ning van Banjer asm. 91
— verantwoord fig deftig tegen
den Koning van Banjer. 9 3
— word door den Koning van
Banjer geraden te ontvlugten.
93- 94
— neemt affeheyd van den Ko¬
ning van Banjer . 94
»- vertrekt van Banjer . 9<
— word van de Banjareefen
agter -volgt. ibid.
-- raakt in groote verlegentheyd
met fijn vaartuyg. 90
maakt een Paggertie om fig te?
y
STER»
befchermen, ibid»
— vind een Praauvotie in hetfand.
94* 97
-- begeeft fig in het Bofch orn
yets op te (beken. ibid.
— begeeft fig aan den oever van
de Rivier Sampit, 98
-- verandert fijn leger-plaats. 99
— verneemt een Praauw met ge¬
wapende kerels. 99
— waar medehy in gefprekkomt,
en vereeren malkander eenige
nood ruft v 100
— word den toeleg der gewapen¬
de mannen gewaar. ipr
— verhaat het feggen daar Bany-
aréefen . 102,
— vermaant fijne z fpits-broeders
op hun hoede te zijn. 105
— fchiet een Banyarees z kocgels
door de bord , word gequeft 9
en boot den Moorderdoot met
fijn makker. i<"4
— geeft een Javaan de dood-
(leek. ^ 105
— gaat met fijn volk in het vaar¬
tuyg der Moordenaars en ver¬
trekt. ibid.
— komt aan een Neger y . 106
— word by den Koning van Cot~
taringen ontbooden. • 109
— neemt fijn affeheyd van den
Sabandbaar en van fijn volk. ib.
-- met wat voornemen voor den
Koning verfchijnt. ilo
-- word wel van den Koning ont¬
haald. in
-- word vergift ingegeeven. x 13
— waar van geneefen word. 114,
X15
-- word door eenen Jurragan ver-
beeden van de dood. ibid.
— word by den Koning van Cof~
taringen aangeklaagd 1 17
N 3 -- ver-
R E Q ï
verdeedigt fig hier tegen. n3
... verwelkomt tkEnge/fètQ Cot-
taringen , 119
o . verkrijgt fijn ontfianing van
den Koning van Cottaringsn.
, i zo
o. haa]d fijn begraven geld in de
boot. i zo
* • fcheld de inwoonders van Cot-
ttrrir.gen wakker uyt. ibid.
• • verleekt den Engelfman om ‘er
vuur onder te geeven. ï 1 1
• ^ raakt met den Engelfen Rapi-
teyn in gefprek. izi
* . komt tzSuccadana , ibid.
9 ? komt op Mallacca . 1 3 1
• • neemt de vlugt van daar en
komt te At cbin, 1 3 z
o . werd aldaar gekent , en van
veele natiën befogr. 131,153
verkoopt eenig goud. ibid,
0 . koopt z Cbaloupen , waar me¬
de hy handeldrijft. 154
raakt in groot-agting cp At-
cbin . V. 134
»o helpt «enen Deltbon uyt fijn
gevaar. 1 37
« . werd daar ©ver van AzEngelfe
en FranJJe gelief- kodft. 3 3 3
♦ . fch rijft een brief aan G'eltner
Vos burg Gouverneur van Mal-
laccn. 138
v . werd by den Sabctndhaar van
Atchïn ontbeoden. 141
„ . word van de felve $n andere
Kijks-grooten onthaald en ee¬
ltige bedieningen aangebooden.
Hl
« . wat antwoord hy aan een voor-
fitter va ode Koninginne van At-
cbin gaf. 143
* • weerlegt de lader van Del-
th$n regens hem uytgefhooyt.
H*\
S f E R,
o . verliet fig tegen de lagen van
Deltbon,
.0 neemt fijn vlugt opeen Eyknci
voor de Stad. 14$
• . krijgt een ige Makyers en At-
cbinders op fijn hand. 149
. . fend eenigc Brieven aan d§
Staats-dienaars vznAtcbin, r 3®
• o doet fijne klagten aan de Rijks-
grooren tegen Deltbon, 1 50. ï 5 1
• ? verkrijgt voldoening voor de
. . Regters \zr\Atcbin, 151
. . waarom de aanbiedingen van
deKoninginne van Af cbin niet
* anneemt. 151
. . verfoekt eenig gdd vap de
Franjjè, 1 6 o
,, dat hy verkrijgt r ibid.
. . vertrekt van At cbin en komc
te Al erge u. 161
, , neemt voor eeaigc Engelfi
moordenaars te overrompelen.
16%
o . word Admiraal over de
Vloot van den Koning van
Siam, 164
..gaat met fijnVloot onder zeyl.ib*
. . keert met fijn Vloot onverng-
ter faak na huys. i6£
« . krijgt order van den Vice-Roy
vztxTanaJJary om den FranJJen
Gefant te ontfangen. 166
. . word van den Ambajjadeur
ten ceten verfogc. 1 £7
. . wat hy aan Pater Tacbart ant-
woorde. 16$
, , doet fijn klag-redenen aanFrf-
t er Tacbart, 171
. . by de Grooten van Stam ontbo¬
den . 1 74
. , die hy deftig beantwoord, ibid.
. . word gewaarfchouwt van de
Gouverneurs vzwTanajJary , 176
. begeeft fig aan boord. 1 7?.
c komt
R
E G I S T E R.
. . ko m t te St, Tb ome . 1 7 S
, . vertrekt van daar en komt te
Be He foor. ibid
« , neemt Voor met een Engels
Schip te vertrekken. 179
*. ontrangt tijding van fijn Par¬
don. iSr.ifi
* . krijgt geld van van der Meer
om fijn fickuld te betalen. 1 §5
wijft.de aanbiedingen van de
HettcnSt. Martin en de Lande
van de hand. 184
. . maakt een eynde van fijn ver¬
haal. 187
f verhaak fijn ongemakken. *$8.
. . bied figt’eenemaal aan dzln-
dij'cbe Maatfctiappy aan. 189
1 90
Jan Willem fa van Am ft er dam, een
weg-geloopene Matroos (lek
fig beeftagtig aan tegen deRöy,
' „ I07
des felfs begeerte met fijn m a k-
ker aan de Roy. ibid,
o , word van de Indianen fijn hou¬
wer ontweldigd en gedreygd
108
4 • -Word van de Inwoonders met
nog een Hollander vermoord.
109
. . des felfs lijk begraven. 1 1 x
Javaan door de Roy om ’t leven
gebragt, 105
Javanen (2,) om mond koft aan
landgefonden. 6
Imborftv&n de Atchinders* 158
Indianen koomenop de Roy af. 10
— dog moeften de vlagt voor fijn
volk neemen. " ibid.
-- meeuen dat alle Hollanders
Wond-beelders ssijn. 34
— fchrander in hareaanflagen.87
Inlanders gaan i#c tde Roy ii\ Zee.
1
, ■ $
G ^
— van Banyer MaJJing {beken de
Roy met de fijne te vermoorden •
— op wat wijfie fy fulks naalieten
ibid.
— /beken fig by de Roy teveroat-
fchuldigcn.
Joan Baptifla een Portugees Ka-
piteyn komt met gelchenken
voor den Koning van Banyer.
4*
«■- doereen voorftel aan de Roy. ib«
— verfoekt den Koning van Ba¬
nyer om de Roy mede naar Mac-
c&uiv te moogen neemen, 44
— dat hem wierdtoegeftaah.ibid,
Jurragan verloft de Roy van de
dood. JX$
\2J anon wakker op de Maccaffa-
ren los gebrand. 7 1
Kanon-koegels door een Portugees
Ka piteyn op de Banyareefen ge*
fchooten, 8 8
Kapiteyn in fijn Kajuyt door fijn
volk dood ge fchooten . 1 61
Ka rang Monting een fooit van
kleyne wilde vrugten ,
Karmont een foor t van roode vrug¬
ten door de Reyfigers gevon¬
den. v 1%
Kiay Rappa Raads*Heer des Ko-
nings van Banyer gedreygt om
dood gefchooten te worden. 51
— w,erd voor den Koning van Ba-
nyer ontbooden. 55
— werd hard van den Koning be¬
jegend. 5.4
— verantwoord fig voor den Ko»-
nin.g van Banyer tegen de Roy.
54
werd van den Koning gedwon¬
gen om de Roy om vergiffenis
te bidden. ^
Klagende woorden van de fpits-
N 4 broe-
R
E G I $ T E H.
broeders van Rey. 13
Klag-redenen van de Koy aan Pa¬
ter Tachart. 171
Klagtenv einde Koy tegen Delthon .
1 5°
— van de Röjy over den Direbieur y
Pi eter van Dijkshoek . 187
Koeken van Gadong gebakken by
de Maccajjaaren gebruykiijk.
Korninting een Negery en plaats
om de Schatting van Peper te
betaalen. 60
Koning van Banyer Majjing ant¬
woord op de Aanfpraakvan de
Koy . 3 1
T- geeft order voor deKoy ferg te
fullen dragen, ibid.
-- van Banyer ondervraagt deRoy
over fijn voornemen van dood**
flag. 5 1
— bekijft fijn Rijks-raad Kiay
Baf) pa (eer hard. 54
— dwingt hem vergoeding aan de
Rtfjtedpen. ibid.
— houd de Roy in groate waarde,
M
— gaat op reys om fijne Landen
tebefien. ibid.
— geneegen om offerhande te
doen en Gods-dienft te plcegen.
-- wat beloften hy aan deRoy doet
66
gebied een Maccafjaarfe Prins
tegen de Partugeefen te vegcen.
69
— houd een onderlinge t’famen-
fpraak m et de Roy . 8 3
~ begeeft lig op reys. ibid.
— komt t e'tatasi alwaar met Ka¬
non begroet word. 84
— is begeer ig om de hulp van de
Qujï-indi/cke Maatfehappy aan
teneemen. 91
— laat een generaale vergadering
leggen wegens de Roy. 93
raad de Roy om teontvlugten.
„ 94
— vermaant de Roy met veele
woorden tot fijn welftand.ibid.
— laat fig Keyfer noemen. 113
Koning van Cottaringen doet een
aanfpraak aan de Roy . 1 1 o
Koningen van Banyer , aan wie
hun heerfchappy verfchuldigc
zijn. ii%
. . van Succadana verheft op de
Dogrers van dcViadjes. 13 1
Koninginne van Atchin doet eeni-
ge Aanbiedingen door haar
Rijks- Grooten aan de Koy. 14^
. . {preekt voor eeltige weg geloo-
pene Matroofen. 146
. . heeft een groote «aam , maar
weynig magt. 157
Koop-handel feer groot te Atchin .
1 53
YLoopmanfchappen van wat foort
op Banyer geagt. 114
Kragt van feekere worteltjes tegen
het vergift. 113.^14
Laboe de voornaamftc Goud¬
mijn op Atchin. 15 5
Lagen van Delthon om de Koy van
fijn bedde te ligten. 148
Landack een Rivier verfien van een
Diamant-Mijn. ny.iia
Laft-brief van den Vicc-Koy van
Goa aan Emanuel de Koos je. 6 8
Lujler van Delthon tegen de Raj.
147
. . die door een tweede lafter ge-
volgt wierd. ibid 148
, . dat van de Koy wederlegt word .
1 48
Leger -plaats van de R<?y veran¬
dert. 99
R E G I
tip van de R oy gebruykt om de i
dood met de fijne te ontgaan.
19
, . van^R^aan 4. Banyareefen.
IOÏ. 101
. . des Konings om de befte Dia¬
manten te krijgen. 130
Lifligheydv an een Sabandhaar. 10S
Lof aan de Hollanders* A oor den
Koning van Banyer gegeeven.
52.
Loofe Brief door de R oy van een
Engels Kapiteyn aan den Ko-
ning van Cottaringen gefchrec-
ven. 119.no
Lo r ren dra ayery in Indien van ee-
nige Bediendens. ï S 5
Maccaffaarfe Jongen opge¬
maakt om de R<?j te ver¬
moorden. 47
. . dog ontdekt het aan de R oy.
ibid.
. . word daar over aan den Gou¬
verneur verklaagt. ibid.
Maccaffaren (2.) komen by Cria -
viala aan boord van de R oy* i
, . ontdekken een godloos voor
neemen om fig meefter van het
fchip te maaken. 6
. . vernield door de Portugeefen
70
, . neemen de vlugt voor de Por -
tugeefen . 71
des felfs aart in het vegten.
ibid.
Mandaroay een Rivier. 118
Manfchap van die van Banyer .
125. izé. 117
Mede-gefellen van de R oy neemen
voor een menfeh te dooden om
te eeten. 1 5
.. dat haat door de Roy wierd
afgeraaden. 15
Msdoogaulheyd yan de Roy, 134
STER.
Mefiies fchrikkelijk mifhandcld
van de Cbineefen. iz
. . fpringt gewond lijnde buyten
boord en komt aan land. ibid.
. . fterfc van fijne wonden. 14
Moeraffen een groot hinder voor
► de R oy en fijne fpits-brocderSo
M' i'S
Moord-fugtv an een Javaan, iz
. . dog door de Roy daar in beier.
ibid.
Munt te Atchin in gebruyk. 155
Nederlander heeft een Godde¬
loos voorneemen. 95
Negratie een Eyland waar gelee-
gen. ï 80
Negeryen der Banyareefen befchrec-
ven. 124
Negers \ an EV^^rbefchreeven. 5 8
. . hun luft tot menfehen hoofden.
ibid.
Nicobarien Eylanden waar gelee-
gen. 181
Onderbandeling tuften den Ko-
ning yan Banyer en de Roy\
„ , , f .54-55
Ongebondenheyd van eemge Mac-
cajjaarfe Guardes . i 42,
Ongemak uyt de vrugt Gadong .
Oorband van een Schipper aan een
Atchin der gegeeven. 141
Oorfprong van deRivicr van Atchin
1 5 5
Opper-Hoofd van een Negery aan
de Rivier Pan boa tig komt by
de Roy aan boord. g
. . werd van hem wel onthaald. 9
Order van den Koning van Siam
aan den Gcfant van Vr ankrijk.
1 376
Ordre des Koning aan de Roy we¬
gens eenige brand-fchecpen.
fo
N 5 Pag-
R E . fSt l
Paggertje door de P^oy gemaakt om
fijn goed te befchermen, 9 6
Panboang een Rivier, 8
Pangerang Opper-hoofd yan Oria~
mala , 6
— yan fava eerfïe Koning
van Banyer y ï 11. 1 2. 3
- Ammin broeder des Ko-
nings van Banyer ontneemt Mar-
teningrat fijn tweede Vrouw, 4x
c A*ia Caflomba van den
Koning van Banyer bevoolen te¬
gen de Portugeefen te vegten, 6 9
— 'veroverd een Portugees
fchip en dood de Portugeefen , 70
■ Marteningrat Prins van Suc -
cadana word vergift ingegeeven,
41
waar door hy met een
blindheyd wierd overvallen, 41
~ — • word van Vrouw en Ju-
weelen berooft , ibid.
— — word mede van fijn twee¬
de Vrouw berooft , ibid.
=— moefr dit alles verkrop¬
pen , ibid.
— word van de jR^ygefcliey-
den, \ 43
— fijne beklaagélijke woor¬
den over liet affcheyden van de
Pxpy > 44
— - kecrd weder na fijn land ,
4 5
komt by de I{cytc Succadana
aan boord, ïij.iiz
— Pourbaya tweede Prins
van Succadana word opvolger
in het Rijk 41
— — - fijn Goddelooshcyd aan
fijn broeder Marteningrat , ibid.
— — is verliefd op fijn *s broe
ders vrouw , die by met lift tot
Sg nam è
41
S T E TL
Papen van Banyer (tellen een God¬
loos voornecmen in’e werk te»»
gen de l{py , 9 3
Pardon aan de Roy door TJugo van
der Meer gebragt , 182.
Peper- dor pen in Borneovrstzï gelee-
go*L 60
Plekken door vergift veroorfaakt ,
1 14
P ligt- plecgvtgen van de l{oy aan
Pater Ta eb art , 167
Poele'xvey een Eyland , een plaats
der gebanne Dieven van c M-
chin , 15 6
Pontjiouk een foort van bladeren tot
deekcns gebruykt , 1 6
Portugeefen brouwen een nieuwe
aanflag tegen de P^ry , 49
— — — foeken vriend fc hap
met de Roy t 56
dat by van de hand wijft
met eenige dreygementen,ibjd.
verbieden de Peper-hande-
Jing aan een Spaans ICapiteyn te,
Banyer , 69
fchieten met hungefchut
door des Konings Paleys en flee-
ken een vaarcuyg van den Ka-
piteyn in brand , ibid.
— — moeten alle op een fchip
door de kling fpringen , 70
— — - vernielen veele Maccafjl*
reny ibid»
hun Godloosheyd in het
afioopen van een fchip van den
Koning van Siam , 71.
- - komen met gefehenken
by den Koning van Banyer re
Tatas , 84
- - foeken de B>oy op hun fij-
de te krijgen , ibid.
iieemen eenige Grooten
yau. Tatas m bewaa.ring , 84.
, '* Pm,
T
R E G ï
Pouhoang een Rivier, alwaar veel
Goud gevonden word , 129
Praauw van de Roy gevonden,
, 96-97
priejler brengt vcele Heydenen tot
het C hrifiendom , 127
word om ’t leeven ge-
bragt, ibid.
Prijs op de Hoofden der Hollan¬
ders by die van Cottaringen ge¬
field , 1 1 5 '
prins van Snccadan'a fend eenige
Groocen aan de Roy , 36
— - laat de Roy met een vaar-
tuyg haaien, 37
— - van Succadana verfoekr aan
de Roy hulp van de Oafl-Indife
, Compagny , 40
des fdfs hoedanigheyd be¬
fchreeven, 41
^Aads-befluyi tegen de Portu -
gcefen genoom en , 8 6
liedeneer ing van de Roy over den
handel tg c Atchin , 1 $6
Reden-yqeïing van Jurragan , om
de Roy in het leeven te houden, 1
1 1 5
• - r waarvoor van den Koning
bedankt wjerd , ' 1 1 5. 1 16
Regeer ing van ^Atchin by die van
Poolen vergeleeken , 157
Rpgt der Burgers van ^Atcbin te¬
gen een dief, 150,157
Re pub lijk. op de regeering van
chin toegepafi , 157
Riemen van Bamboefen gemaakt,
2.5
R ijkdom van cenen Delthon , 135
Rijkdommen der Fladjes , 60
RjjkS’grooten fpeelen de Roy een
feelijke trek by den Koning, van
Banyer , o 38. 39
RjR-grooten van zA.tdin doen ee-
S T E R.
nige voordeelige aanbiedingen
aan dc Roy , 142.143
jRjy/h maden "van Banyer ftxooyen
een verdagt gerugt uyt van de
Rpy , ^ 9^
~~™ hun Goddeloofc raad aan
den Koning van Banyer , 92
Rivier by Tanajjary befchreeven * *
*75
~ daar goud ui gevonden
werd , 64
. . . waarin verfcheydemetaa-
len gevonden werden , 66
— — - van c^Atebin befchreeven ,
in
— van Banyer befchreeven,
114- TM
van de Fiadjes befchree-
ven, 127
Roode sparde in een berg voorde
Goud-frnits gebruykelijk , 6 3
Rpy > tic *Jacob f anfk . de Roy .
Rtig-beenen van Schil- padden , ge¬
bradenen vooreen kkker-beet-
je gegceten , z%
abandhaar Root de Roy met de
fijne buyten de deur, 3 %
— belet de Ryy lijn voornee-
men van dood flag, 51
— . — - . te Aubin doet een voor¬
del aan de Roy , 1 59
— dog word afgeweefen, ib.
t’ Samen- fpr aak. tullen de Roy £>4
den Koning van Banyer , 83
Samen-fiveering van een Portugees
Kapiteyn en de Rijks grooten
van Banyer , 45
Sampit een Rivier befchreeven, 21
Saml-plaaten (2) in de Rivier van
c yltchin , 153
Schat word van de Roy begraaven,
106.
Schepen (3) der Portugeefen door
den
E R.
R E G I
den Maccaffaarfe Prins verovert,
7°
van Chormandel handelen
op ^Jtchin, 1 5 3.154
Schelm- [luk der Negers aan de Ri¬
vier panboang , 9
Schimpig fchrijven vaneenigeZee
fchuymers aan de Gouverneurs
van 'Mergelt , 166
Schip door Dehhons order in Zee
gefonken , 136
- - - van den Koning van Siam
van Engelfe Zee- fchuymers ge-
noomen , 163
Schip-breuk geleeden door deRoy,
96
Schipper der Hollanders bedrijft
grooce ongebondenheyd
chin , 1 4 1
Schoonheyd der vrouwen van de
Hi ad je s , 131
Schrik van die van Banyer voor het
fchieten , 90
Schulden van de Rcy hoe geredden,
186
Schulpjes in 't fand gevonden ,
waar Oefters in waaren, zz
Siammers doen een verfoek aan de
Roj, I74-I75
— - hebben een groot gevoelen
over de woorden van de l{oy, 17 6
Slaaven worden te c yltchin in de
Goud mijnen gebruykt , 155
Slaaven handel te ^Atchin op wat
wijle 'gcfchied , 1 54. 1 5 5
Slap-hertigheyd der Reyfigers , z6
Smeekt fcbrifi van de Roy aan den
DircÜeuï Dtjkshocl 185
* - dat ontfeyd word, 186
Spraak van die van Banyer , 113
Staarten van Blanfais gèbruykt om
gaten te booren , 14
Staats -dienaar, van den Koning van
Qottaringen foekt deRoy te ver-
geeven, m
Stoffen van den Koning van Ban¬
yer aan de Ry>y vereerd , 5 5
Storm , waar door de Roy groot
ongemak lijd , 4
Stoute woorden van de Rcy tegens
den Koning van Cottaringen , 1 1 1
antwoord des Koniogs hierop,
ibid.
Straffe der dieven te ^Atchin^ 1 50
Suury vergiftigt zijnde bekomt de
Rcy fcer cjualijk , 1 1 3
Swaar-moedigheyd van de Roy , 1 jj
T^zyfbouhauw ee n Rivier, 118
Tachart Franffe mbaffadeur
op wat wijfc te Tanaffary wierd
on i fangen , 1 67
- — verfoektde Roy ten eeten, 167
wat hy aan de Roy van
weegens fijn Koning verboekt ,
168, 16 9, 170, 171
- — - peylt de Rivier van Tanaf-
fary>. 175
- - is een gaauw Ingenieur ,ibid.
word van den Koning van
Siam belaft te vertrekken t 176
kornet z Belle foor , 179
Tentje door de Reyfigers opgeregt
zi
Tomlomhes een foort van doofen ,
128
Tommegong Gu(Jy Gouverneur der
Goud-mijnen , 6z
— — des felfs magt en gebied ,
ibid.
— — — fijn geveynftheyd ontrent
den Koning van Banyer , 6 3
- word met de I{oy naar het
gebergte gebonden , ibid.
Tranflaat iJElc zznde Roy over fijn
Admiraaifchap , 165
Travaade en fwaare Regen , z 5
Tweede Brief van de Roy aan den
Generaal en Raden van lndieny 77
Twee-
V
R E 6 M
Twt-fpalt tuffen de Heeren van I «
tsftchin% 158
Twijl tuffen 1 Gouverneurs van
Mcrgeu waar uyt oneftaan ,
164
Vtylartuyg door de Reyfigers
in Yfand gevonden, 2.1
— — dat door haar wierd op-
gemaakc , 2.4
— — — waar in de Reyfigers fig
begeeven , 151
. — — • van de Roy gebrooken,
96
Vaarfüygën (7) koomen op de Roy
af, 10
* - — dog moeften de vlugt nee-
mén , ibid.
Vader foekt fijn Soon in de plaats
van lijn Neef op denThroon te
fetten , 7^
- — krijgt de Portugeefen tot
fijn hulp, ibid.
Verbond tuffen de Portugeefen en
een Oom van een Yorft te Ban-
ytr , ' ibid.
Verdediging van de Roy tegen de
Bloed-verwanten van de Sampit-
fe Moordenaars , 118
Vergift door eenige worteltjes ver-
verdreeven, 113,114
Verhaal van een toeleg vandeZkw-
yareefen o p de Roy , 101
— van de opkom ft van eenen
Delthon , 135,136,137
van de ongemakken van
de R oy , 188
Verhandeling der Franffe mee een
Gouverneur der Mooren op
Bcngale , 1 8 1
Verraad van de Inwoonders van
Qriamala door 1 Maccaffaren
aan de Roy ontdekt’, 6, 7
; T E R.
- waar tegens Ly op fijn
hoede is , ibid»
Ver jc bil tuffen de Roy en IQay Bap-
pa by-gelegt , 5$
Vér/chijnmg van de Roy en Delthon
voor de Regters van ^Atchin ,
i 50) i 5*
Vèrfoel^v an eenige der Reyfigers
om dood gefchooten te moogen
werden , i 8
— — daar de Roy met een defti¬
ge reden fig teegen fteld >
ibid.
- waarop een ander elendig
verfock volgde , 1 9
— ■ - - van een Prins van Succa-
dana aan de Roy , 36,38
- des Konings van Banyer
aan de Roy > 3 7
— — des Konings van Banyer
aan de Portugeefen over het ge¬
vangen neemen van eenige
Grooten, 86
■ - - der Bloed- vrienden van de
gedoode Sampitfe Moordenaars »
117
- - verantwoording van de
Roy hier tegen , ibid.
— - - van de <^4tc binders over 't
verkielèn van een Koning »
158
— — hoe het felve word tegen
gehouden , ibid.
— — van eenige Engel fe Moor¬
denaars aan de Roy , 163
- — — ■ werdafgeflaagen , ibid.
Vertoog van de Rcy aar» den Koning
van Banyer , 5 3
— — antwoord van den Koning
hier op , ibid.
Vertooning van de Roy aan den Ge¬
neraal en Raden van Inditn , 1
VérvaffiHg van de Inwoonders van
Qna -
R É G I
Criamaïa aan boord gebragt , 6
— van den Prins van Succada -
na aan boord gefonden ? 1 2. 1
fóy'Wcer-plaats van de I{py op een
Eyland voor zJtlchin } 149
Viadjes befchreeven , 58,59
h—JL moogen niet trouwen
voor dat inenfehen- hoofden be-
koornen hebben , ibid .
ffice-I^oy yan 'Goa geeft een Laft-
brief aan Emamtei de Roosje , 6 8
Vis van de Roy gevonden onder het
gaan , 1 7
— waar mede de Reyfigers
hun honger verfadigden , 1 8
Vlotten gemaakt om over de Rivier
te koomen 1 4
Vogel- wie chelary hoe by de Viadjes
waargenoom en , 5 9 , óo
Volk van den Commandeur Har-
men Voet weg geloopen > 146
Volkeren van aiderhaude natie re
zAtchin 1 153
*— — - van verfcheyde Laiid-aard
op Banyer , 1 2. 3
Vblkrijl{heyd van Banjer , 113
Voorneemen der Portugeefen regens
i een Spaanfe Kapiteyn te Banjer,
6 8
Vóorfigtighey d waar te neemen op
Succadana , ï 3 1
yborflagv an een Neger aan een fla-
vin van de Roy > 100
Vhorforg van de Roy tegen de lagen
van Delthony 148
Voorraad over boord geworpen, 4
Voorjlel van de Boy aan den Ko-
uingvau Banyer, 91
Voorval van een Maleyer niet de
Roy , 106. 107
— — van een Spaans fchip van
Batavia i <SS
STER.
Vraag des Konings van Banyer dan
de Roy over Rjay Bappa > 5 1
ant v/oord van ie Roy hier
op 3 ibid»
..■■■* — van een SabandhaartCcAt-
chm aan de Hollanders y 141
— leelijke bejeegening hem
hier over aangedaan j 142,
van Pater Tachart aan de
Vreemdelingen fondet Vrouwen by
hen hebbende worden voor
Zee-Roovers aangefien. 28
Vrouw van Marteningrai van een
uytneemende fchoonheyd, 42.
™-»~- word door haar mans
broeder weg genoonien, 42,
Vrouwen waar toe dienftig zijn on¬
der de Indianen , 2.8
der Viadjes befchreeven? 59
Vuyl-fpreeken van eenigê Matroo-
ien te <^Alchin , 146
Uyt daging van de Roy tegen Del-
ihon , 149
üytvoering der Vrienden van dé
% gedoode Sampitfe moordenaars,
116. 117
WC Jaren by de Vodjes hoog
geagt, 60
TVagt-huys aan een Rivier te *At~
chin , •
Water- Ka fteel van de Roy gemaakt,
6i
— — is van een wonderlijke va-
ftigiicyd > ibid.
des felfs afbeeld fel aan de
Ed, Qornpagny gefonden ? 61
Weder- legging van de Roy tegen de
lafter van Delthon , 148
iVeyts een Engels Ambaffadeur
doetverfoek aan de Koningimié
van ^Jtchin j 1 34.* 1 3 5
Wild
R E G
Wild Varken door de Egy gefchoo-
ten, 19.10
— >— grooteblijdfchap hier ovet
van de Reyfïgers > 10
— - word fchoon gemaakt en
. in (lukken gedeelt , 10
— ~ — - waar door de Reyfigers
nieuwe kragten kreegen > 21
Wilde Varkens (4) door dei^oyge-
fchooren, ti
Willem van Outshoorn Generaal
van Indien , 73
Wmft van de Eoy gedaan aan het
hol van een Engels (chip , 135
Woorden van een hoopeloos voor-
neem en der Reyfïgers, 16
. . tuffen de %oy co het volk
van een onbekend vaartuyg, 28
- — — feer deftig van de Prins
van Succadana aan de Egy , 40
*■— daar de J\oy een goed ge¬
voelen over hadde, ibid.
— — — der Banyareefen aan de (la-
vinnen van de Egy , 101
. der Banyareefen , om de
Egy te vermoorden. 101
van een flavin tegen den
Sabandhaar , io3
S T É R.
Worteltjes een tegen gift tegen alle
Venijn, ^ 113
- - — des felfs kragt onderypn-
den , ibid. ï 14
— - aardige uytwerkingen hier
van, ibid.
Wraakt der Spanjaarden aan izMa*
cajfaren , y £
Wraak-fugt der Franjfe aan de goe¬
deren van de Egy , x g j
S er «mijn op C riamala t §
Ee-roover van Manacaiho o-
JLj ver weldigd een Goud-nr ijn
te lAtchin , j ^ y
Zec-YQQvers ontveyligen de kuft
van Indien , ^
— - van wie defe uytgefondcn
worden , ibicf«
— — koomen op de Egy af, y
— - dog moeten wijken , ibid.
- fchrijven een fchimpigen
brief aan de Gouverneurs van
Mergelt, < x66
Zeylen van Bamboe [en gemaakte.
Ziekte onder het volk van de
K°y- %
E Y N D E.
Drukfouten aldus te verbeeteren,
Yoor Catteringen lees Cottaringen
Pag. 68 voor luyden lees luydende
7 6 voor waarom lees waarlijk
vertrok - vertrokken
.A-
* v
W
'
.
,
■
■ '
: ' v ! ■ $ . ■ .i" • \ ■ ; ' :: ’ K ; . ' V' ' - ' *
¥ *