Skip to main content

Full text of "Het leven van Philippus Hertog van Orleans, Regent van Vrankryk : benevens de historie van deszelfs regering, gedurende de minderjarigheid van Lodewyk den Vyftienden"

See other formats


X//.' 


i 


HET  LEVEN 

van  PHILIPPUS 

HERTOG  VAN  ORLEANS, 

REGENT  VAN  VRANKRYK. 
tfVEDE  DEEL. 
fcvede  Druk. 


HET  LEVEN 


HERTOG  VAN  ORLEANS, 


REGENT  VAN  VRANKRYKj 


DE     HIST  ORIE 


Van  deszelfs  Regering,  gedurende  de 
minderjarigheid  van 

LODEWYK  DEN  VYFTIENDEN. 

BESCHREVEN      f  l 

Door  den  Heer  L.  M.  D.  M. 
cfWE  D  E  DEEL. 

T'ivede  Druk, 


IN  V  GRAVENHAGE, 
ByJOHANNES   VAN  DUREN. 


van  PHILIPPUS 


BENEVENS 


HET  LEVEN 

V  1813  ï 

Regent  van  Yrankryk 

Gedurende  de  minderjarigheid  van 
LODEWYK  DEN  VYFTIENDEN. 


Ëze  reglementen  waren  van 
geen  langen  duur.  Ook 
waren  ze  maar  gemaakt 
om  het  volk  te  blind-doe- 
.  ken.  Alle  deze  heeren, 
zelf  de  zegelbewaarder  3 
hoe  groot  vertrouwen  men  ook  op  heni 
had  5  wiften  niets  van  de  geheime  en 
zonderlinge  ftaatkundige  inzichten  van 
den  regent ,  die  het  oor  aan  niemand 
anders  dan  aan  Law  leende  ,  welke  in 
\  eerft  zonder  titel  ,  en  daar  na  in  't  open- 
baar als  controleur  der  finantien  5  alles 
beltuurde ,  derhalven  zal  het  tyd  zyn  dat 
ik  dezen  perfoon  ,  tot  ondergang  van 
byna  alle  eerlyke  luiden  in  Vrankryk  ge- 
boren, doe  kennen. 

Jan  Law  was  een  Schotsman  5  zoon  Karaktet 
van  een  goudfmit  van  Edenburg.  Nooit  *anLa** 
II  Deel  A        *  bezat 


Het  Leyen  tan 


bezat  iemand  in  zo  volmaakten  graad 
den  geeft ,  die  'er  tot  het  rekenen  en  't  za- 
menparen  der  getalen  vereifcht  word, 
waarin  hy  ook  zyn  bequaamheid  en  drift 
den  vollen  toom  had  gevierd  ,  door  en 
door  alles  beftuderende ,  wat  de  banken  , 
de  loteryen,  de  handel-genoodfchappen 
van  Londen.betrof,  de  middelen  om  die 
te  handhaven  ,  om  de  hoop  en  het  ver- 
trouwen van  het  gemeen  aan  de  gang 
te  helpen  ,  en  in  beweging  te  houden, 
waar  van  hy  alle  geheimen  doorgrondde. 
Noch  groter  licht  had  hy  getrokken  uit 
het  nieuw  genoodfchap  ,  door  Harlei  , 
graaf  van  Oxford  ,  opgerecht ,  om  de 
fchulden  van  den  Staat  te  voldoen.  Na- 
derhand de  bediening  van  fecretaris  by 
eenig  agent  of  refident  in  Holland  gekre- 
gen hebbende,  liet  hy  zich  grondig  on- 
derrechten wegens  de  beroemde  bank 
van  Amfterdam  ,  derzelver  fonds  ,  in- 
komiten  ,  toevluchten  ,  de  rekeningen 
die  de  particulieren  tot  haar  laften  had- 
den ,  derzelver  wiiïelvalligheden  ,  we- 
gens de  verfcheide  middelen  die  men 
gebruikte,  om  ze  te  doen  ryzen  en  da- 
len, om  zyn  fondfen  te  lofTen,  om  ze 
uittedélen  en  te  verfpreiden,  wegens  de 
order  ,  die  zy  in  haar  regifters  en  kan- 
toren hield,  zelfvan  haar  onkoften,  en 
de  wyze  harer  befturing.    Met  dit  alles 

diep- 


-JV°.  VIII  ^ 


Philippus  van  Orleans.  3 

diepzinnig  te  overpeinzen,  en  deze  ver- 
fchillende  denkbeelden  overeen  te  bren- 
gen en  met  elkander  te  paren,  fmeedde 
hy  een  zamenhang  van  grondregelen, 
verwonderenswaardig  door  de  fchkkirtg 
en  aaneenketening  van  de  menigvuldige 
fchakels ,  waar  uit  dezelve  beftond  :  een 
zamenhang  ,  ten  minften  zo  veel  op  de 
kennis  van  's  menfchen  hart ,  als  op  de 
ervarenheid  in  de  rekenkunft  gegrond , 
maar  waarvan  de  goede  trouw  ,  de  bil- 
likheid en  de  menfchlykheid  te  enemaal 
uitgefloten  waren  ,  om  plaats  te  geven 
aan  de  trouwloosheid  ,  onrechtvaardig- 
heid ,  geweldpleging,  en  wreedheid, 
't  welk  geen  wonder  was,  dewyl  deszelfs 
uitdenker  van  alle  goede  zeden  en  godts- 
dienft  ontbloot  was ;  te  Paris  ging  hy  tot 
den  katholyken  godtsdienft  over  ,  ge- 
lyk  hy  te  Conftantinopel  Turks  zou  heb- 
ben geworden :  in  Groot-Brittannien  een 
neerlaag  gedaan  hebbende,  was  hy  ge- 
noodzaakt geweeft  dat  land  te  verlaten  , 
een  getrouwde  vrouw  met  zich  voeren- 
rende  ,  waar  mee  hy  verfcheide  jaren 
als  zyn  wettige  huisvrouw  geleeft  heeft. 
Hy  was  van  eene  onverzadelyke  gierig- 
heicj ,  en  door  de  omwenteling  ,  door 
hem  in  Vrankryk  veroorzaakt  ,  had  hy 
de  aiïurantie  van  de  fchoonfte  landgoe- 
deren ,  die  'er  in  \  ryk  waren,  aan  te  ko- 
A  2  pen , 


4       Het  Leven  van 

pen  ,  zonder  van  de  onnoemlyke  (om- 
men te  fpreken  ,  die  hy  naar  vremde  lan- 
den zond. 

uitleg-  ]k  weet  dat  men  hier  van  my  de  ont- 
fynVan!  teding  van  dit  fyftema ,  dat  ik  zo  zwart 
aficbiider  ,  verwacht  ,  en  in  der  daad, 
dit  zou  het  fraaifte  ftuk  van  deze  hifto- 
rie  kunnen  zyn  ;  maar  ik  ben  niet  min- 
der bewuft  ,  dat  ik  weinig  in  ftaat  ben 
om  deze  geheimen  van  de  doorllepenfte 
onrechtvaardigheid  te  doorgronden  ,  en 
te  ontwimpelen  ,  doch  daar  is  niet  aan- 
gelegen, ik  ga  evenwel  aan't  werk ,  ho- 
pende 5  dat  men  my  voor  de  onder- 
neming daarvan  ten  minften  dank  zal 
weten. 

La  w ,  die  vol  eerzucht  was ,  en  een 
onmatige  drift  bezat  om  een  groot  fortuin 
te  maken,  bedoelde  niets  anders  in  zy- 
ne  uitrekeningen.  Hy  dagt  nergens 
minder  om  ,  dan  om  zich  aan  enigen 
Staat  nut ,  of  zelf  noodzaaklyk  te  ma- 
ken ;  met  een  woord  ,  hy  bereikte  het 
oogmerk  ,  't  geen  hy  bedoelde.  Zon- 
der tvvyffel  dat  de  uitgeputheid  ,  waar 
toe  de  oorlog  de  mogentheden  van  Eu- 
ropa gebragt  had,  ''tzy  die  gezegepraalt 
hadden ,  of  overwonnen  waren  ge  weeft , 
hem  in  zyn  opzet  ftyfde  ,  en  zyn  hoop 
verllerkte.  Zyn  ontwerp  had  dan  den 
koophandel  niet  ten  doel ,  noch  de  ge- 

maklykheid 


Philipfus  van  Orleans.  ? 

maklykheid  om  belaftingen  op  te  leg- 
gen, zonder  die  te  verminderen,  noch 
het  befnoeien  der  geldlpillingen  ,  noch 
het  bebouwen  der  landeryen  ,  noch  liet 
llyten  der  eetwaren  ,  noch  zelf  het  cir- 
culeren van  't  geld  :  hy  had  het  opge- 
ltelt ,  op  dat  een  vorll  zyn  fchulden 
zou  kunnen  betalen  ,  met  het  goud  en 
zilver  zyner  onderzaten  na  zich  te  ne- 
men, op  een  wyze,  dat  de  bezitters  het 
gretig  gaven  ,  en  het  bloot  aan  hunne 
gierigheid  te  wyten  hadden  ,  Ayanncer 
zy  ''er  van  berooft  wierden.  Een  onbe- 
grypelyk  ontwerp ,  dat  van  alle  ande- 
ren ,  behalven  dezen  groten  geeft  ,  zou 
verworpen  zyn  geweell  als  een  herflen- 
fchim ,  indien  het  hun  in  de  gedachten 
was  gekomen.  Hy  hield  het  echter  aan, 
en  zie  hier  de  gedaante  ,  die  hy  'er  aan 
gaf.  Een  bank  of  kompagnie  ,  waar 
van  de  wezentlyke  fonds  de  inkomften 
van  den  ftaat  zouden  zyn  ,  en  de  inge- 
beelde fonds  enige  onbekende  koophan- 
del ,  moeit  op  zich  nemen  alle  deszelfs 
fchulden  te  betalen :  om  hare  fondfen  te 
vermeerderen  ,  en  ze  eniger  maten  met 
de  fchulden  gelyk  te  itellen  ,  die  zy  te 
betalen  had,  moeftzy  op  haar  zelve  een 
menigte  aCtien,  dat  is  te  zeggen,  foor- 
ten van  kontra&en ,  oprechten,  die  het 
recht  gaven  om  met  haar  de  winften  tt 
A  3  delen. 


6       Het  Leven  van 

delen  ,  die  zy  met  haar  eige  fondfen , 
en  met  die  gene  ,  die  haar  het  verkopen 
harer  actiën  verfchafte,  doen  zou;  deze 
actiën  moeiten  ten  delen  voor  briefjes , 
waar  inde  fchulden  vandenftaat  befton- 
den  ,  ten  delen  voor  geld  gekoft  wor- 
den. Het  zou  de  aótioniften  vry  ftaan, 
hunne  fondfen  uit  de  bank  te  lichten) 
met  de  actiën  daaraan  weerom  te  geven. 

De  bank  moeft  al  haar  betalingen  in 
briefjes  doen.    Om  de  aótien  prys  by 
te  zetten ,  moeften  zy  aanzienlyke  win- 
ften  doen  ,  en  fchielyk  grote  fortuinen 
veroorzaken  ,  dewyl  het  zeker  was , 
door  het  geen  men  in  de  loteryen  zag 
gebeuren  ,  dat  enige  voorbeelden  van 
deze  natuur  een  algemene  drift  zouden 
uitwerken.  Om  de  briefjes  aanzien  by 
te  zetten  3  en  die  zelf  boven  het  geld  te 
trekken,  moeft  men  door  menigvuldige 
veranderingen  de  waardy  daar  van  on- 
fceker  maken  ,   en  de  bezitters  doen 
vrezen  ,  dat  het  in  hunne  handen  ver- 
loren zou  gaan  ;  en  de  prys  daar  van 
moeft  ten  minften  noch  eens  zo  hoog 
zyn  als  de  innerlykc  waardy?  dat  is  te 
zeggen,  als  het  geen,  waar  voorliet  in 
andere  ftaten  gangbaar  was. 

Het  verval  van  'tgeld,  was  het  be- 
fluit  van  Law ,  zal  de  intereften  daar 
van  doen  verminderen,  en  deze  vermin- 
dering 


Philippus  van  Orleans.  7 

dering  der  in  tereften  oorzaak  zyn,  dat  ie- 
der  de  obligatien  die  hy  fchuldig  is  5  zal  af- 
doen of  tot  lager  intereft  laten  lopen  :  de 
vorft  kan  het  voetfpoor  der  particulieren 
volgen 5  en  zich  dus  van  een  groot  getal 
zyner  fchulden  ontladen  ,  zonder  een 
duit  uit  te  keren.  Daarenboven  ,  dewyl 
men  niet  zal  weten  wat  te  beginnen 
met  het  geld  ,  dat  'er  van  de  ifloffing 
der  kapitalen  komt,  en  dat  de  vrees  van 
deszelfs  afzetting  op  zyn  pas  zal  geftyfc 
en  vermeerdert  worden ,  zal  men  het  in 
briefjes  verkêren,  of  zoeken  aan  vafter 
effecten  te  befteden  :  deze  algemene 
drift  zal  onfeilbaar  den  prys  der  lande- 
ryen  ,  koopmanfchappen ,  en  eetwaren 
doen  opflaan,  en  alle,  die  met  fchulden 
belaft  zyn,  gemak  verfcbaffen,  om  die 
af  te  lofTen.  Nu  ,  gong  hy  met  zyne  re- 
deneringen voort,  kunnen  die  gene,  die 
een  ftaat  uitmaken,  in  drie  foorten  ver- 
deelt worden ,  in  den  adel ,  de  fatzoen- 
lyke  burgers ,  en  in  het  Hechte  volk  in 
de  fteden  en  de  gene  die  ten  placten 
lande  wonen.  De  middel -foort  is  de 
toevlucht  van  beide  de  anderen ,  by  de- 
ze moeten  zy  zich  adrefTeren,  om  hun- 
ne buitenfporige  verteringen  ,  of  hunne 
armoede  te  gemoed  te  komen.  Derhal- 
ven  zullen  deze  beide  foorten ,  door  dit 
ontwerp  een  middel  vindende,  om  in 

A  4  't 


8 


Het  Leven  van 


't  geheel  of  ten  delen  hunne  fchulden  tc 
voldoen ,  het  zelve,  zonder  twyffel  be- 
gunftigen ;  en  wat  is  'er  van  de  derde 
foort  te  vrezen ,  als  men  de  beide  ande- 
re op  zyn  zyde  heeft?  Wat  zal  zy ,  uit- 
geput zynde,  kunnen  aanvangen? 

Daarenboven  zal  de  bank  in  ftaat  zyn 
om  door  haar  mildadige  giften  die  gee- 
nen  onder  de  groten  den  mond  te  ftop- 
pen,  die  'er  zich  tegenaan  zouden  wil- 
len ftellen;  en  het  algemeen  belang, 
dat  men  in  derzelver  behoud  zal  nemen  , 
zal  aanleiding  geven,  om  alle  de  regle- 
menten te  maken ,  die  men  tot  de  vol- 
kome uitvoering  van  dit  plan  zal  nodig 
oordeelen.  Als  men  zo  verre  gekomen 
is  5  en  dat  het  een  algemene  omwente- 
ling te  weeg  gebragt  zal  hebben  ,  zal 
men  het  quaad  ongeneeflyk  oordeelen; 
de  bankbriefjes  zullen  van  zelf  vernietigt 
worden,  de  zaken  haar  gemeen  beloop 
nemen  ,  en  iedereen  zal  maar  bedacht 
zyn  om  zyn  fortuin  te  bewaren,  ofte 
herftellen. 

Dit  was  het  plan,  dat  Law  gefmeed 
had  3  't  geen  nergens  anders  dan  in  V fank- 
ryk  kon  wcrkftellig gemaakt  worden  ,  daar 
het  gezag  van  den  vorlt  onbepaalt  is. 
Lodewyk  de  veertiende ,  dien  hy  het 
Hechts  in  algemene  termen  ontvouwt 
had,  hadde  het  met  een  foort  van  ver- 

foejing 


Philippus  van  Orleans.  9 


foejing  verworpen;  maar  de  hertog  van 
Orleans,  een  prins  met  een  heel  ande- 
ren geeft,  dan  Lodewyk  de  veertiende, 
begaaft ,  en  die  ftouter ,  ondernemen- 
der ,  en  op  ver  na  zo  naauw  van  gewe- 
ten niet  was ,  wierd  'er  door  verrukt : 
hy  begreep  het  met  gemak,  en  zag  'er 
met  een  opflag  van  't  oog  alle  de  gevol- 
gen van ,  en  deze ,  die  zyn  voornemens 
begunftigden ,  waren  het,  die  hem  de- 
den befluiten ,  om  het  in  't  werk  te  ftel- 
len  ;  maar  de  korte  tuflchentyd  ,  dat 
deze  aanüag  verworpen  was ,  en  zyn 
magt  die  noch  niet  genoeg  beveftigt 
was,  de  verbinteniflen  die  hy  had  be- 
ginnen te  maken,  noch  niet  gefloten, 
en  de  wet,  die  hy  zich  zei  ven  had  voor- 
gefchreven  ,  om  de  meerderheid  van 
itemmen  te  volgen,  verhinderden  hem, 
om  het  zoogaauw,als  hy  wel  gewenfcht 
had,  te  beginnen,  vergenoegende  zich 
in  't  eerft ,  met  Law  te  vergunnen  om 
een  bank  op  te  rechten,  om  zo  het  ge- 
meen van  langzamer  hand  aan  deze  fcha- 
deiyke  nieuwigheid  te  gewennen.  Het  Hoe  het 
placcaat,  't  geen  hier  de  kracht  aan  gaf,  ^ger^eftel 
was  van  den  2  Mei  1716,  waar  in  men  maakt 
zeide  ,  dat  de  voordelen ,  door  de  pu-  wierd' 
blieke  banken  aan  verfcheide  ftaten  van 
Europa  verfchaft  ,  waarvan  zy  het  kre- 
diet hadden  opgehouden,  en  den  koop^ 
A  5  handel 


io     Het  Leyen  van 


handel  onderfteunt,  een  overtuigent  be- 
wys  hadden  geftrekt  van  het  nut,  dat 
men  in  Vrankryk  uit  diergelyk  een  op- 
rechting  zou  trekken.  ,§  De  heer  Law , 
„  zeide  men  vervolgens  ,  ons  ,  eenige 
33  maanden  geleden  ,  voorgeftelt  heb- 
33  bende  om  'er  een  op  te  rechten, waar 
33  van  de  fonds  uit  onze  penningen  zou 
35  beftaan?en  die  in  onzen  n  aanren  on- 
33  der  ons  gezag  zou  beftuurt  worden  , 
35  wierd  het  ontwerp  daarvan  in  onzen 
3,  finantie-raad  onderzocht,  waartoe 
35  verfcheide  bankiers,  koopluiden,  en 
,5  gedeputeerden  van  koopfteden  geroe- 
,5  pen  zynde,  om  hunne  goedvinding 
?5  daar  over  te  horen,  quamen  zy  alle 
35  hierin  overeen  ?  dat  'er  niets  voor- 
,5  deliger  voor  ons  ryk  kon  bedacht 
5,  worden ,  't  geen  door  zyn  legging 
55  en  vruciitbaarheid  ,  gevoegt  by  de 
35  naaritigheid  zyner  inwoners  ?  maar 
55  een  vaft  krediet  van  noden  heeft,  om 
55  daar  den  bloeienften  koophandel  na 
55  toe  te  lokken;  echter  oordeelden  zy , 
35  dat  de  tydgewrichten  niet  gunftig 
,3  waren ,  en  dat  het  gevoeglyker  was , 
5,  dat  een  diergelyke  oprechting  op  re- 
55  kening  eener  kompagnie  geichiedde. 
35  Deze  redenen,  by  enige  byzondere 
33  voorwaarden  van  het  ontwerp  ge- 
55  Wegt*  deden  ons  bcfluitcn,  om  het 

35  van 


Philipfus  yan  Orleans.  II 

van  de  hand  te  wyzen.  Maar  de  voor- 
35  noemde  heer  Law  heeft  ons  verzocht , 
3,  hem  de  vryheid  te  willen  vergunnen, 
33  van  een  andere  foort  van  bank  te  mo- 
33  gen  oprechten  5  waarvan  hy  aanbied 
33  de  fonds  te  zullen  uitmaken  5  zo  uit 
33  zyne  penningen,  als  uit  die  van  de 
y,  kompagnie;  en  door  wier  middel  hy 
33  onderneemt  de  circulatie  van  7t  geld 
33  te  vermeerderen ,  de  woeker  te  doen 
1   „  ophouden,  't  gebrek  der  overvoerin- 
33  gen  van  het  geld  tuffchen  Parys  en 
33  de  pro  vintien  te  vervullen,  vremde- 
33  lingen  middel  te  verfchaffcn,  om  vei- 
33  lig  fondsen  in  ons  ryk  te  plaatfen, 
33  en  ons  volk  de  vertiering  zyner  eet- 
33  w7aren ,  en  het  betalen  der  belaftingen 
33  te  helpen  bevorderen.  De  gunft  5  die 
33  hy  van  ons  verzoekt ,  is  3  dat  wy  hem 
3,  een  privilegie  voor  20.  jaren  vergun- 
33  nen  ,  en  hem  toeftaan,  om  de  bèta- 
33  lingen  in  bank-ryksdaalders  te  mogen 
33  bedingen  5  die  altyd  van  het  zelve 
,3  gewicht  en  alloi  zynde?  geeneveran- 
33  dering  kunnen  onderworpen  zyn ;  een 
33  wezentlyke  voorwaarde,  en  die  vol- 
33  ftrekt  noodzaaklyk  is  ,  om  het  ver- 
,3  trouwen  van  onze  onderdanen  en  van 
33  de  vremdelingen,  te  winnen,  en  te 
33  behouden.    Ons  ter  zeiver  tyd  ver- 
3,  zoekende,  perfonen  van  een  beken- 

33  de 


i2      Het  Leven  van 


,5  de  vroomheid  en  bequaamheid  te  wil- 
55  len  benoemen,  om  opzicht  over  de 
55  bank  te  hebben  5  de  briefjes  na  te 
55  zien  5  de  boeken  te  nommeren  en  te 
55  tekenen  5  op  dat  het  gemeen  ten 
55  vollen  moge  overtuigt  zyn  van  de 
55  naauwkeurigheid  en  getrouwheid,  die 
55  men  daar  omtrent  gebruiken  zal.  En 
55  dewyl  het  ons  voorkomt  ,  dat  deze 
55  oprechting,  op  de  wyze  als  zy  ons 
55  voorgeftelt  is5  geen  onheil  kan  ver- 
55  oorzaken  5  en  dat  'er  in  tegendeel  alle 
5,  reden  is  om  te  verwachten,  dat  zy 
55  een  vaardigen  en  gewenfchten  uitflag 
5,  zal  hebben  5  en  veel  voordeel  uitwer- 
5,  ken  5  op  het  voorbeeld  van  het  geen 
55  'er  in  onze  naburige  ftaten  om  gaat, 
55  hebben  wy  gemeent  den  voornoem- 
55  den  heer  Law  ,  wiens  ervarenheid, 
55  kennis,  en  bequaamheid  ons  bekent 
55  zyn ,  het  privilegie ,  dat  hy  van  ons 
„  verzoekt,  voor  hem  en  zyn  genood- 
„  fchap  te  moeten  vergunnen.  En  onze 
„  zeer  waarde  en  zeer  beminde  oom  de 
,,  hertog  van  Orleans ,  regent  van  ons 
53  ryk,  oplettent  op  alles,  dat  tot  ver- 
,,  lichting  van  ons  volk,  en  tot  welzyn 
„  van  onzen  ftaat  kan  ftrekken ,  heeft 
„  geoordeelt,  dat  het  niet  met  de  waar- 
„  digheid  van  zyn  rang  en  geboorte 
„  itreed,  tot  befchermer  daarvan  ver* 
„  klaart  te  worden.  „  Dc 


Philippus  van  Orleans.  13 

3,  De  fonds  van  de  bank  zal  uit  twaalf 
„  hondert  aétien  beftaan,  ieder  van  dtü- 
33  zent  ryksdaalders  5  dus  zal  het  kapi- 
33  taal  twaalfmaal  hondert  duizent  bank- 
33  ryksdaalders  uitmaken,  dat  is  te  zeg- 
33  gen  zes  millioenen  courant  geld. 

33  De  boeken  zullen  by  den  bewind- 
33  hebber,  den  heer  Law,geopent  wor- 
33  den  3  om  daar  de  intekeningen  der 
3,  perfonen  te  ontfangen,  die  daar  deel 
3,  in  zullen  willen  nemen  3  en  zo  veel 
33  aétien,  als  zy  verlangen  3  ontfangen. 

33  De  lyft  zal  gemerkt  "en  onderte- 
33  kent  wordendoor  den bewinthebber, 
33  en  door  den  opziender  over  de  bank. 

33  De  adtioniften  zullende  kompagnie 
33  uitmaken  5  en  de  nodige  amptenaren, 
3>  tot  de  befturing  en  dagelykfclie  be- 
33  handeling  van  de  bank,  verkiezen. 

33  Alles  zal  in  de  vergaderingen  met 
33  meerderheid  van  ftemmen  belloten 
33  worden  ,  op  de  volgende  wyze  te 
33  tellen:  die  vyf  actiën  hebben,  en  on- 
33  der  de  tien,  zullen  maar  eene  ftem 
„  hebben  te  geven ;  die  tien  en  onder 
33  de  vyftien  actiën  hebben,  twee  ftem- 
„  men;  en  zo  van  vyf  tot  vyf;  maar 
„  minder  danvyf  actiën  hebbende, geld 
„  hunne  ftem  niet. 

„  Daar  zullen  ieder  jaar  twee  alge- 
3,  mene  vergaderingen  zyn,  dat  is  te 


14      Het  Leven  van 

zeggen  om  het  half  jaar  een  ,  om  de 
5,  uitdelingen  ,  die  'er  aan  de  aótio- 
„  niften  Itaan  te  gefchieden,  te  regu- 
3,  leren. 

3,  De  bankbriefjes  zullen  door  den 
33  direóteur,  door  een  van  de  hooftpar- 
33  ticipanten ,  die  door  meerderheid 
33  van  ftemmen  benoemt  is  ?  en  door 
33  den  infpecteur  getekent  worden. 

33  Het  zal  alle  perfonen  vryllaan  hun 
33  geld  in  de  bank  te  brengen  ,  waar 
33  voor  hun  briefjes  zullen  gegeven  wor- 
33  den,  opdicht  te  betalen. 

33  De  kompagnie  zal  noch  te  land 
3,  noch  ter  zee  enigen  handel  met  koop- 
33  manfchappen  dryven  ;  zy  zal  zich 
33  met  geen  negocieren  bemoeien  ?  't  zy 
3,  in  of  buiten  het  ryk  ;  zy  zal  geen 
33  geld  op  intereft  mogen  opnemen  3 
33  onder  wat  voorwentzel  en  op  wat 
33  wyze  het  ook  zyn  mag. 

33  De  bank  zal  zich  met  de  kas  der  par- 
,>  ticulieren  kunnen  belaften  5  en  in  con- 
5,  tanten  betalen  ,  mits  vyf  bank-ftuivers 
3,  voor  duizent  bank  -  ryksdaalders  af- 
5,  trekkende,  welke  vyf  bank-ftuivers  | 

3,  de 

f  Teder  bank-ftuiver  had  de  waardy  van  vyf  Joh  tour- 
noii  of  ordinaire  franfche  ftuivers  ,  makende  alzo  vyf 
daar  van  de  vierde  part  van  een  bank-ryl\6daaldcr,  die 
vyf  livres  gold,  uit. 


Philippus  yan  Orleans.  ij 

„  de  vierde  part  van  een  bank-ryksdaal- 
„  der  uitmaken  cc. 

Diergelyk  een  oprechting  fcheen  wei- 
nig een  zo  grote  oplettentheid  van  we- 
gens het  hof  te  verdienen,  en  't  was 
onbegryplyk  dat  zy  de  grote  uitwerkin- 
gen, die  men  'er  van  voorfpelde,  kon 
hebben.  Het  enig  voordeel ,  dat  'er  het 

femeen  van  trok,  was  de  matigheid  van 
e  afkorting.  Nademaal  dit  het  enigpro- 
fytwas,  dat  deze  kompagnie  doen  kon, 
dewyl  haar  alle  koophandel ,  direót  of 
indireól,  by  commiilie  of  anderfins ,  ver- 
boden was,  viel  het  moeilyk  om  te  be- 
grypen,  waar  de  winft  der  a&ioniften 
vandaan  zou  komen,  want  de  vyf  bank- 
ftuivers,  die  men  van  de  duizent  bank- 
ryksdaalders  af  kortte,  bragten  over  de 
hele  maffa  van  de  bank  maar  vyftien 
hondert  livres  courant  geld  op.  Wan- 
neer nu  deze  fonds,  't  geen  een  onmoo- 
gelykheid  was,  alle  weken  uit  de  kas 
was  gegaan ,  en  daar  weer  in  gebragt , 
zou  dit  in  't  jaar  niet  meer  dan  zes  en 
twintig  duizent  ryksdaalders  opgebrag.t 
hebben,  'tgeen  pas  het  vierde  deel  was 
van  het  geen  dit  kapitaal  zou  uitgelevert 
hebben ,  indien  men  het  tegen  vyf  per- 
cent geplaatft  had.  Het  geld  brengt  uit 
zich  zelf  niets  voort,  maar  men  maakt 
het  door  arbeid  vruchtbaar ,  maar  deze 

wyze 


i6     Het  Leven  tan 

wyze  van  bearbeiding,  die  de  kompag- 
nie  gebruikte  ,  kon  naauwlyks  de  kof- 
ten van  den  arbeid  goed  maken  ,  dat  is 
te  zeggen,  de  vruchten  daar  van  kon- 
den naauwlyks  toeftrekken ,  om  de  wed- 
den van  den  dire&eur,  den  infpeéteur, 
den  treforier,  en  de  kaffiers  te  betalen  , 
derhalven  had  men  andere  inzichten  in 
het  oprechten  dezer  bank  ,  dan  men 
voor  de  wereld  weten  wüde. 

Het  wezentlyke  was,  daar  een  aan- 
zien aan  te  geven,  dat  de  grote  onder- 
nemingen, die  deze  bank  doenmoeft, 
beantwoordde.  Het  middel  dat  men 
hiertoe  gebruikte  ,  kon  niet  beter  be- 
dacht worden.  Den  10  april  171 7  kon- 
digde men  eene  ordonnantie  van  's  ko- 
nings  raad  van  ftaten  af,  waarby  be- 
laft wierd  ,  dat  de  generale  bankbriefjes 
op  alle  pacht-kantoren  van  zyn  Majefieit, 
als  contant  geld  zullen  aangenomen  wor- 
den ,  tot  betaling  van  alle  foorten  van 
rechten  en  belaft 'ingen,  of  liever ,  dat  deze 
kantoren  correjpondenten  van  de  bank 
zouden  zyn. 

Dit  arreft  was  zeer  liftig  opgeftelt, 
fchoon  het  zeer  eenvoudig  fcheen;  liet 
deed  byna  al  het  geld  van  't  koningryk 
door  de  handen  van  de  bank  gaan. 

,5  De  koning,  wierd  'er  in  de  inlei- 
3,  ding  gezegt ,  aan  den  heer  Law  en 

3,  kom- 


PhILIPPÜS  VAN  OltLEANS.  17 

5,  kompagnie  het  privilegie  hebbende 
55  toegeftaan5  om  een  algemeene  bank 
55  op  te  rechten  5zyn  de  briefjes  van  de 
3,  voorfchreve  bank  reeds  zo  hoog  in 
3,  aanzien  geftegen  binnen  en  buiten  's 
,5  lands,  dat5  niet  tegenftaande  den  flech- 
35  ten  tyd5  het  overmaken  van  't  geld 
33  daardoor  merklyk  verlicht  is  ,  de  af- 
3  3  kortingen  gematigt  3  en  de  woeker 
33  grootlyks  vermindert.  En  nademaal 
33  het  van  groot  gewicht  is  voor  het  ge- 
33  mak  der  onderdanen  van  zyn  majef- 
33  teit  3  en  der  vremdelingen  5  dat  men 
33  in  alle  de  delen  van  't  ryk  de  waardy 
33  van  de  voornoemde  briefjes  doe  vin- 
33  den,  dat  men  de  fommen  5  die  daag- 
33  lyks  in  de  provintien  tot  betaling  der 
33  rechten  en  belaftingen  gebeurt  wor- 
33  den  3  fchielyker  na  Parys  overmaake, 
33  dat  men  het  geld  inde  ontfangers  kan- 
33  toren  niet  leeg  en  vruchteloos  laate 
33  leggen,  en  dat  mentegelyk  zo  veel 
33  het  mooglyk  is  den  overvoer  van 
33  geld  uit  de  provintien  na  Parys  ver- 
3,  hindere  5  't  geen  altyd  een  ftoring  en 
33  wanorder  in  den  koophandel  veroor- 
33  zaakt  3  waarvan  de  herltelling  het 
33  voornaamfte  doelwit  van  zyn  majef- 
,3  teit  is,  en  de  algemene  wenfch  van 
3i  zyn  onderdanen  ,  heeft  hy  geoor- 
3,  deelt  3  dat  niets  nuttiger  voor  hen 
II  Deel.  B  kon 


18      Het  Leven  van 

35  kon  zyn ,  en  bequamer  om  die  herftel- 
,5  ling  uit  te  werken  3  en  de  circulatie 
33  van  't  geld  te  vermeerderen  5  by 
33  gevolg  den  koophandel  levendig  te 
33  maken,  dan  aan  alle  ontfangersjpach- 
33  ters,  tollenaars  3  hunne  kaffiers  en 
33  commifen  5  en  anderen  3  die  de  hande- 
33  ling  van  dit  geld  hebben  5  te  beve- 
33  len  3  dat  zy  de  bankbriefjes  als  geld 
33  in  betaling  der  beladingen  ,  rechten  5 
3,  en  inkomlten  van  zyn  majefteit  zul- 
33  len  aannemen  3  en  alle  die  gene  3  die 
33  men  vertoont,  betalen,  nademaalge- 
„  melde  briefjes  altyd  op  zicht  aan  het 
„  kantoor  van  de  bank,  teParys  opge- 
33  recht,  betaalt  moeten  worden. 

„  Ingevolge  van  dien  beveelt  zyne 
„  majelteit ,  dat,  van  den  dag  van  de 
„  afkondiging  van  het  tegenwoordig 
33  plakaat  af,  de  briefjes  van  de  algeme- 
33  ne  bank  als  geld  op  alle  konings  kan- 
,3  toren  zullen  aangenomen  worden.  Or- 
„  donnerende  wy ders ,  dat ,  van  den  zel- 
„  ven  dag  af  te  beginnen ,  alle  amtena- 
„  ren  ,  die  Ichuldig  zyn  rekening  te 
„  doen,  gehouden  zullen  zyn  opzicht 
„  en  zonder  enige  afkorting  de  briefjes 
„  van  de  gemelde  bank  te  voldoen ,  tot 
„  het  beloop  van  de  fommen,  die  zy  in 
„  kas  hebben,  en  dat,  wanneer  zy  geen 
„  fonds  meer  hebben,  zy  gemelde brief- 

91  jes 


PHILIFPUS  VAN  O&LEANS.  I<? 

„  jes  uit  de  eerfte  penningen  ,  die.zy 
,,  ontfangen  ,  zullen  betalen ,  hen  ver- 
5,  verbiedende  enig  deel  van  de  fondfen 
„  van  hun  ontfangft  door  wiflelbrieven 
5,  of  met  wagens  over  te  maken  ,  enige 
5,  ordonnantiën  te  betalen  3  ten  zy  uit 
„  het  overfchot  ?  dat  zy  in  kas  zullen 
„  hebben  ,  na  vooraf  en  by  voorkeur 
5,  de  bankbriefjes ,  die  hun  vertoont  zul- 
3,  len  zyn  ,  te  hebben  betaalt.  Zyn  ma- 
33  jelteit  begeert  verders  5  dat ,  naar  mate 
33  zy  de  genoemde  briefjes  zullen  ont- 
33  fangen  5  dezelve  aan  die  gene  zullen 
33  gezonden  worden  5  aan  wien  zy  ge- 
33  houden  zyn  de  penningen ,  daar  zy 
33  de  behandeling  over  hebben,  te  zen- 
33  den 3  om  de  waardy  daarvan  op  zicht 
33  aan  het  kantoor-generaal  van  de  bank 
33  te  Parys  te  ontfangen.  Alles  op  ftraf  te- 
33  gen  de  overtreders  van  de  afzetting 
33  van  hunne  ampten  5  en  vernietiging 
33  hunner  bedieningen  CS 

Het  krediet  van  de  bank,  die  door 
dit  arreft  het  algemeen  kantoor  van  de 
ontfangften  van  't  ryk  geworden  was, 
nam  merklyk  toe ,  en  zy  wierd  van  een  al- 
gemene 3  de  enige  bank.  Nu  vergenoegde 
zy  zig  niet  meer  met  vyf  bank-ftuivers 
voor  het  defconteeren  van  duizent  bank^ 
ryksdaalders  in  te  houden,  zy  nam  het 
naargelang  van  vier  ten  hondert :  door 
B  2  deze 


io      Het  Leven  van 


deze  vermeerdering  vond  zy  zichinftaat 
om  de  aótioniften  zeven  en  een  half  per- 
cent aan  intereft  toe  te  leggen,  en  dat 
maar  voor  zes  maanden,  zo  dat  de  waar- 
dy  der  actiën  eensklaps  zeer  hoog  fteeg. 

Naar  mate  dat  de  bankbriefjes  in  kre- 
diet toenamen ,  verminderden  die  van 
den  Staat  van  waardy,  en  verloren  tot 
vyftig  ja  zeftig  ten  hondert.  Schoon  men 
'er  een  deel  afgedaan  had,  bleeven 'er 
noch  ten  minften  voor  tweehondert  mil- 
lioenen  over,  behalven  de  intereften  van 
vier  per  cent :  de  bank  nam  op  zich  , 
die  fch ulden  te  betalen.  Om  hier  in  te 
flagen  ,  zonder  op  te  hóuden  van  te  zyn, 
hetgeen  zy  was,  herfphcSpte  zy  zich  in 
een  kompagnie  van  kommercie  ,  onder 
verzm-  Jen  n aani  van  IVefl-incUjche  of  Miffiffipifche 
de%ffi-  kompagnie.  Men  ftelde  alle  nodige  mid- 
fipifche  delen  in  'twerk,  om  het  gemeen  te  over- 
gniït?*  tuigen,  dat  deze  handeling  ten  Liiterften 
voordeelig  zou  zyn  ,  en  dat  'er  onnoem- 
lyke  fchatten  uit  deze  nieuwe  landen 
zouden  komen ,  waarvan  men  de  heer- 
Jykfte  befchry  vingen  gaf,  daar  Peru  geen 
handwater  by  had.  Men  lichtte  van  alle 
kanten  de  bedelaars  en  landlopers  op , 
om  die  landen  te  bevolken  en  te  bebou- 
wen. Men  ftelde  zelf  een  byzondere  ad- 
miraliteit aan,  die  onder  het  bevel  van 
dc  bank  liet  bcituur  over  de  vloten  zou 

heb- 


Philippus  van  Orleans.  21 

hebben  ,  die  op  deze  ryke  land-ftreken 
af  en  aan  zonden  varen.  * 

Egter  was  het  waar,  dat  dit  land  niets 
zonderlings  heeft  ,  dat  'er  noch  goud-noch 
zilver-mynen  zyn,  dat  het  geen  fpece- 
ryen  voortbrengt  ,  dat  'er  zelf  geen 
koftelyk  hout  groeit.  Het  klimaat  is  'er 
zacht  en  getempert ;  wyn  en  koorn  zou 
'er  in  overvloed  voortkomen;  men  zou 
'er  menigte  van  vee  kunnen  voortfokken ; 
maar  Vrankryk  heeft  deze  levensmidde- 
len niet  nodig,  en  heeft  moeite  genoeg, 
om  zich  van  het  geen  het  te  veel  heeft  te 
ontdoen.  De  handel  met  pelteryen  was 
de  enigfte,  dien  men  daar  met  voordeel 
kon  dryven  ,  om  eenige  partikulierea 
maar  niet  om  eene  grote  natie  te  verry- 
ken  ,  en  een  ryk  dat  uitgeput  was  , 
weerteherftellen.  Men  moeft  Miiliflipi  in 
Vrankryk  kennen  :  Lodewyk  de  veer- 
tiende, door  eenfoort  van  tractaat  met 
den  heer  Croifat  ,  beroemt  koopman  , 
gemaakt,  had  hem  alle  de  voordeden  , 
die  hy  'er  uit  kon  trekken,  gedurende 
een  zeker  getal  van  jaren  overgelaten  , 
op  voorwaarde,  dat  hy  'er  enige  verplan- 
tingen in  zou  oprechten ,  en  zyn  groote 
rykdommen  waren  voorzeker  niet  uic 
dat  land  gekomen.  Daar  waren  verfchei- 
de  menfehen  natoegeweeic,  om  'er  hun 
fortuin  te  maken,  en  deze  waren  'er 
B  3  noch 


22 


Het  Leven  van 


noch  armer  vandaan  gekomen,  dan  na- 
toe  gegaan ,  't  geen  zy  allen  uit  eenen 
mond  getuigden,  maar  alles  mogt  niets 
helpen,  deze  herflenfchim  nam  zodanig 
de  overhand,  dat  byna  geheel  Vrankryk 
daardoor  om  den  tuin  geleid  wierd. 
Begïn  Men  rechtte  aanftonds  op  deze  kom- 
papieï"  pagnie  voor  hondert  millioenen  aan  ac- 
ïiandei.  tien  op ,  men  koftze  ten  delen  in  ftaats-en 
finantie-briefjes  ,  ten  delen  in  geld.  De 
algemene  pachten  van  't  ryk  wierden 
aangewezen  om  te  gelyk  aan  de  kom- 
pagnie  vaa  de  bank  tot  een  fonds,  en 
de  aótioniften  tot  borgtocht  te  dienen. 
De  belafting  van  't  hooftgeld,  en  de  al- 
gemene ontfangften  waren  met  een  me- 
nigte intereften  bezwaart.  Reeds  in  't 
begin  van  't  regentfehap  had  men  geor- 
donneert,  dat  deze  in  nieuwe  obligatien 
tegen  vier  ten  hondert  zouden  verkeert 
worden.  Verfcheide  eigenaars  hadden 
hunne  kontraclen  bewaart ,  mooglyk  ho- 
pende, dat  de  zaken  weer  op  den  ouden 
voet  zouden  herftelt  worden.  Nu  volgde 
'er  een  nieuw  plakaat,  waarby  verklaard 
wierd,  dat  degene,  die  hunne  rente-brie- 
ven niet  voor  den  laatftcn  december  1 7 1 S. 
wouden  hebben  laten  veranderen  ,  de 
achterftallcn  van  de  vorige  jaren ,  en  van 
dat ,  daar  men  in  ftond  te  treden ,  zou- 
den verliezen ,  tenzy  ze  voor  den  eer- 


PlIILIPPUS  VAN  ORLEANS.  23 

ften  april  daaraanvolgende  hunne  kon- 
traden gebruikt  hadden  om  acïien  aan 
te  kopen.  Nademaal  de  actiën  ten  min- 
ften  van  duizent  ryksdaalders  waren  , 
en  dat  men,  om  daar  deelagtig  aan  te 
worden,  oude  papieren  moeli  hebben, 
dat  is  te  zeggen  rent-kontrakten  ,  ftaats- 
briefjes,  en  andere  van  diergelyke  na- 
tuur ,  en  bankbriefjes  , of ,'t  geen  hetzel- 
ve was  5  geld  5  zochten  die  gene,  die  ac- 
tioniften  wilden  worden  ,  en  die  niet 
genoeg  van  't  een  of  't  ander  van  deze 
foort  hadden,  diergeiyke  briefjes  te  kry- 
gen.  Dus  wierd  de  papier-handel  inge- 
voert,  en  wierd  in  't  kort ,  niet  alleen 
algemeen ,  maar  noodzaakelyk. 

Daarenboven  Hokte  het  groot  aanzien 
van  de  bank  alle  de  andere  in.  Alen  ver- 
trouwde zich  nergens  op,  dan  op  der- 
zeiver  briefjes ;  men  haafte  zich ,  om  zich 
van  de  andere  te  ontdoen  :  en  nademaal 
het  beloop  van  dezer  kapitaal  ver  de  hon- 
dert  milloenen  aan  achen  overtrof,  wa- 
ren 'er  meer  verkopers  dan  kopers,  en 
men  kon  ze  niet,  dan  met  merkelyke 
Ichade  ,  quyt  worden.  De  kontraclen 
verloren  dertig  ten  hondert,endeftaats- 
brief jes  tuffchen  de  vyfeig  en  zeftig.  On- 
dertuffchen  leurde  men  het  gemeen,  met 
de  lyft  van  de  ftaats-briefjes ,  die  men 
alle  week  op  het  ftadhuis  verbrandde  , 

B  4,  in 


Het  Leven  van 


in  't  licht  te  geven,  en  over  al  aan  te  plak- 
ken ,  en  naauwlyks  was  fer  iemand ,  die 
overwoog,  dat  men  wel  haalt  genood- 
zaakt zou  zyn  even  eens  met  die  gene  te 
leven  ,  die  men  in  derzelver  plaats  had 
geftelt.  Men  liet  ook  grote  zorg  blyken 
om  de  interelten  van  't  ftadhuis  te  'beta- 
len. In  de  reglementen ,  die  men  hierom- 
trent uitgaf,  gaf  men  de  fraaiite  woorden 
van  de  wereld,  en  die  het  bequaamfte 
waren  om  te  doen  geloven  ,  dat  men 
geen  gedagten  had  om  daar  ooit  aan  te  ra- 
ken ,  nademaal  dit,  zo  men  zeide,  de  iteun 
van  's  konings  gezag,  en  het  onderhoud 
van  de  fatzoenlykfte  luiden  van  't  ryk, 
vooral  van  Parys ,  was. 
^yk^  „  Dus  wierd  de  bank,  of  de  Weft-indi- 
van  iche  kompagnie  ,  met  genoegen  van  t 
Law*  volk  opgerecht.  Vergeefs  trachtte  het 
parlement  ,  zonder  alle  de  geheimen 
die  ''er  in  ftaken ,  te  weten  ,  zich  daar 
tegen  aan  te  kanten ;  dit  haalde  deze  ver- 
gadering zelf  voor  een  groot  gedeelte 
de  onheilen  op  den  hals  ,  waarvan  ik 
gefproken  heb.  De  onbefchaamtheid  van 
Law ,  om  met  de  grote  rykdommen  te 
pronken ,  die  hy  in  zo  korten  tyd  ge- 
wonnen had,  de  draai,  die  hy  aan  zyn 
bank  had  weten  te  geven,  om  byna  al- 
le de  inkomften  van  't  ryk  in  handen  te 
hebben  ,  gaven  zekerlyk  billyk  achter- 


Philippus  van  Orleans.  2J 

denken  ,  om  aan  zyn  getrouwheid  te 
twyffelen,  en  te  vrezen,  dat  hy  de  zaak 
noch  veel  verder  mogt  doorzetten.  In 
minder  dan  een  maand  had  hy  van  den 
grave  van  Evreux,  voor  achtmaal  hondert 
duizent  livres  5  het  graafichap  Tancarville 
inNormandyen  gekoft;  hyhad  aan  den 
prins  van  Carignan  veertienmaal  hondert 
duizent  livres  voor  zyn  paleis  van  Sois- 
fons  geboden ;  vyfmaal  hondert  duizent 
livres  aan  de  marquizin  van  Beuveron 
vóórhaar  landgoed  van  Ifle-Bonne  ge- 
prefenteert:  eindelyk  had  het  maar  aan 
den  Hertog  van  Sully  geftaan  ,  om  ze- 
ventienmaal  hondert  duizent  livres  voor 
zyn  marquizaatlchap  van  Roni  van  hem 
te  ontfangen. 

Deze  buitenfporige  winften,  die  men 
als  zekere  bewyzen  van  oneerlykheid 
aanzag  5  waren  oorzaak ,  dat  hy  gedag- 
vaart  wierd ,  om  in  perfoon  voor  een  com- 
mülaris  ,  door  het  parlement  benoemt, 
te  verlchynen  5  om  rekenfchap  van  zyn 
gedrag  te  geven.  De  heer  regent  ftelde 
al  zyn  gezag  in  't  werk ,  om  dezen  ilag 
af  te  weren.  Het  parlement  gaf  een  ar- 
reft  uit  ,  verbiedende  aan  alle  vremde- 
lingen?  al  waren  zy  zelf  genaturalizeert, 
zich  op  enigerhande  wyze ,  onder  wat 
voorwentzel  het  ook  zyn  mogt,  met  de 
behandeling  of  befturing  der  finantien 
B  S  te 


26 


Het  Leven  van 


te  bemoeien.    Maar  het  parlement  ver- 
nedert en  verdrukt  zynde ,  nam  Law  de 
overhand  ,  en  wierd  in  ftaat ,  om  zyn 
ontwerp  in  allen  delen  uit  te  voeren, 
zyn  ont-     ]y/[en  maakte  een  aanvang ,  met  hem 
^ko-m  de  tabaks-pacht  over  ce  laten  ,  daar  men 
»in8s     kortdaarna  alle  de  andere  byvoegde  , 
gepre-Cn  met  de  behandeling  en  befturing  der 
zen.      geld-fpecien.    Den  vierden  december 
1718.  wierd  de  bank  tot  een  koningly- 
ke  bank  verklaart  ,  waaromtrent  men 
fcich  in  de  volgende  bewoordiging  uit- 
drukte: ,,  by  ondervinding  het  nut  heb- 
35  bende  leren  kennen,  dat  wy  en  on- 
„  ze  onderdanen  van  de  algemene  bank 
„  trokken,  door  het  gemak,  om  de  ko- 
„  ninglyke  penningen  na  Parys  te  doen 
„  komen,  zonder  onkoftcn ,  en  zonder 
„  de  provintien  van  geld  te  ontbloten  ; 
5,  dat  de  particulieren  daardoor  middel 
3,  gevonden  hebben  ,  om  fondfen  in  al- 
33  le  de  plaatfen  van  't  ryk  ,  en  in  alle 
33  vremde  landen  op  te  rechten,  in  een 
tyd  ,  dat  het  vertrouwen  te  enemaal 
verloren  was  ;  dat  de  matige  interef- 
33  ten,  waarvoor  de  bank  de  wiffelbrie- 
33  ven  gedefconteert  heeft ,  de  woeker 
3,  heeft  doen  verminderen, en  onze  on- 
3,  derdanen  verhindert  om  geld  in  vrem- 
33  de  landen  ter  leen  op  te  nemen ;  dat 
3,  de  fommen  >  die  de  bank  aan  de  ma- 

nufaóhi- 


35 

35 


Philippus  van  Orleans.  27 

w  nufacturen  en  de  koopluiden  heeft  op- 
35  gefchoten ,  der  zeiver  krediet  hebben 
3,  onderfteunt  5  en  de  zaken  doen  toe- 
33  nemen;  dat  men  de  wanorders  in  d^n 
33  koophandel  heeft  zien  ophouden;  dat 
33  de  uitheemiche  ruilingen  ten  voordele 
33  van  onze  onderdanen  zyn  in  ftaat  ge- 
33  bleven  ;  dat  de  vremdelingen  zich  van 
33  bankbriefjes  bedient  hebben,  om  fond- 
33  fen  in  alle  de  delen  van  't  ryk  te  heb- 
3,  ben  3  tot  het  inkopen  van  waren  en 
33  leeftochten  3  waarvan  de  verzending 
33  zo  voordelig  en  noodzaaklyk  is  3  heeft 
33  ons  de  goede  uitflag  van  deze  op- 
33  rechting  aangezet  3  om  het  eerfte  ont- 
33  werp  van  den  voornoemden  heer  Lav/ 
,3  te  onderzoeken;  en  ten  vollen  onder- 
33  recht  zynde  ?  dat  het  met  het  alge- 
33  meen  welzyn  van  den  koophandel  en 
3,  van  onze  onderdanen  overeenquam, 
33  dat  de  bank  onder  den  titel  van  ko- 
33  ninglyke  bank  gecontinueert  wierd5 
33  en  dat  de  befloring  daarvan  in  onzen 
3,  naam  en  op  ons  gezag  gefchiedde, 
33  hebben  wy  ?  om  daartoe  te  komen  3 
33  de  afrien  van  genoemde  bank  voor 
33  ons  doen  inkopen  ,  waarvan  wy 
33  de  actioniften  in  wezendyke  pen- 
33  ningen  hunne  kapitalen  hebben  afge- 
33  loft,  die  zy  in  ftaatbriefjes  hadden  in- 
,3  gelegt?  om  het  fonds  van  de  bank  uit 

te 


28     Het  Leven  van 


te  maken ,  welke  naderhand  in  aótien 
3,  op  de  Weftindifche  kompagnie  ver- 
3>  keert  zyn :  En  in  gevolge  van  deze  af- 
3,  loffingen  ,  aan  de  attioniften  uit  on- 
35  ze  penningen  gefchied  ,  zyn  \vy  de 
33  enigfte  eigenaars  van  alle  de  aftien 
33  van  voorzegde  bank  geworden  ;  zo 
3,  dat  het  noodzaaklyk  is  onze  me- 
33  ning  3  zo  ten  opzicht  van  de  befturing 
33  der  bank  5  als  van  de  order  5  die  'er  om- 
3,  trent  het  doen  der  rekeningen  moet 
3,  gehouden  worden  3  te  verklaren.  Hier- 
33  om  3  enz.  „ 
Aigeme-  *t  Viel  zeer  moeilyk  te  begrypcn, 
nente-6"  waarin  deze  verandering  den  koophan- 
gen  dit  del  begunfugde  ,  en  zo  voordelig  voor 
omwerp.  Vrankryk  was.  De  koning,  door  deze 
declaratie  algemeen  bankier  van  zyn  ryk 
geworden,  had  alleen  al  het  profyt,dat 
de  particuliere  bankiers  zouden  gehad 
hebben ;  de  bank  -  actiën ,  aflien  van  de 
weft  geworden  zynde  ,  gaf  derzelver 
aankoop  hem  het  grootfte  deel  in  de  on- 
befchryffelyke  winften ,  die  deze  kom- 
pagnie doen  zou;  en  het  is  taftlyk,  dat 
deze  particuliere  winft  van  den  vorft  zyn 
onderdanen  het  profyt  deed  verliezen, 
dat  zy  zouden  gehad  hebben,  indien  hy 
zich  niet  in  hun  plaats  had  geftelt.  Het 
ware  middel  voor  een  vorft  5  om  den 
koophandel  te  begunftigen,  is  niet  dien 

alleen 


Philippus  van  Orleans.  29 

alleen  na  zich  te  (Iepen  ,  maar  aan  de 
handelaars  veel  vryheid,  en  een  grote  be- 
fcherming  te  vergunnen, en  de  negotie 
tuffchen  hen  en  de  vremdelingen  gemak- 
lyk  te  maken:  zodra  een  vorft  die  aanflaat, 
helpt  hy  ze  te  grond,  en  baart  'er  wan- 
trouwen onder:  en  het  is  onmooglyk, 
dat  hy  'er  zich  door  verryken  kan  ,  zon- 
der het  grootfte  gedeelte  zyner  onderda- 
nen arm  te  maken ,  welke  armoede  nood- 
zaaklyk  op  hem  moet  te  rug  (tuiten,  en 
hem  meer  verlies  veroorzaken  ,  dan  hy 
voordeel  gedaan  heeft  ,  met  hun  koop- 
handel aan  zich  te  trekken.  Daarenbo- 
ven wierden  door  deze  verandering  alle 
de  effecten  van  de  bank,  haar  briefjes, 
actiën  enz.  koninglyke  effecten. 

Moeft  het  lot  van  de  ftaats  -  briefjes , 
en  alle  andere  papiere  effecten ,  hen  niet 
doen  beven  ï  eindelyk ,  dewyl  de  bank 
zich  met  een  deel  particuliere  kaffen  be- 
laden had,  dat  is  te  zeggen,  dewyl  ver- 
fcheide  particulieren  rekeningen  in  de 
bank  hadden,  kon  hetqualyk  miiTen,  of 
deze  vermengeling  van  's  konings  pen- 
ningen met  die  van  zyne  onderdanen 
moeit  verwarring  baren  ;  de  fterke  heeft 
gemeenlyk  de  overhand  op  de  zwakke, 
en  de  rekeningen  ,  die  een  particulier 
met  zyn  vorft  af  te  doen  heeft  ,  vallen 
zelden  tot  voordeel  van  den  eerlten  uit. 

Deze 


30      Het  Leven  van 

Deze  overwegingen ,  en  een  menigte 
andere ,  die  men  natuurlyker  wyze  ma- 
ken moeft ,  baarden  enige  ongeruftheid 
onder  h  gemeen  ;  om  welke  te  ftillen 
des  konings  raad  van  ftaat  den  27  de- 
cember een  arreft  uitgaf  ,  't  welk  het 
voorgaande  uitlei  ,  en  bekrachtigde; 
maar  het  was  ongelyk  bequamer  om  die 
te  doen  toenemen  ,  en  indien  'er  niet 
een  algemene  bedwelmtheid  van  harflens 
geregeert  had ,  zou  het  de  menfchen  de 
ogen  hebben  geopent  ,  en  een  vooruit- 
zicht gegeven  van  de  vremde  vertonin- 
gen ?  die  'er  ftonden  te  gefchieden.  Zie 
hier  den  korten  inhoud  van  het  arreft, 
waaruit  ik  een  ieder  laat  oordelen  : 

3,  Zyn  majefteit  alle  de  actiën  van  de 
„  bank  ingekoft  hebbende,  heeft  geoor- 
„  deelt,dat  het  met  de  goede  order  over- 
3,  eenquam  ,  dat  zy  tot  een  koningly- 
3,  bank  verklaart  wierd  3  en  heeft 'er  zich 
3,  op  deze  wyze  over  verklaart  door  zyn 
33  declaratie  van  den  vierden  dezer5  die 
3,  den  twaalfden  daarop  aan 't  parlement 
33  gezonden  is,  en  by  gevolg  geacht  en 
33  gehouden  word  voor  geregiftreert  5 
3,  volgens  den  inhoud  van  het  twede  ar- 
3,  tikcl  der  opene  brieven  van  den  26 
33  augufti  laatftleden ,  den  zeiven  dag  in 
33  't  parlement ,  terwyl  de  koning  daar 
33  zyn  gerechts  hof  hield?  geregiftreert". 

Uit 


Philippus  van  Orleans*  31 


Uit  deze  woorden  is  gemaklyk  het  Andere 
verband  van  het  gerechtshof  met  de  za-  ™dhetC" 
ken  van  Law,  en  de  invoering  van  zyn  door  te 
verderflyk  ontwerp,  af  te  nemen.  Over-  drinsen* 
tuigt  zynde,  dat  het  parlement  daar  nooit 
zyn  ftem  zou  toe  geven  ?  had  men  't  moe- 
ten onderdrukken  ,  en  een  middel  vin- 
den 3  om  in  voorraad  alle  de  reglemen- 
ten te  wettigen ,  die  men  ten  dezen  op- 
zichte in  \  zin  had  te  doen. 

De  declaratie  ging  dus  voort  :  „  en. 
„  dewyl  het 3  om  de  geruchten  te  ftui- 
3,  ten  3  quaadaardiglyk  door  qualyk-ge- 
3?  zinde  menfehen  uitgeftrooit  5  't  zy 
3,  met  inzicht  om  zich  in  de  oeffening 
33  van  buitenfporige  woeker  te  handha- 
3,  ven  3  waarvan  zy  een  foort  van  een 
„  koftwinning  gemaakt  hebben ,  't  zy 
33  -  om  het  krediet  van  de  bank  te  ver- 
3,  minderen  3  dat  zy  in  het  ryk  en  in 
33  vremde  landen  verkregen  heeft,  niet 
33  tegenflaande  de  menigvuldige  hinder- 
33  palen,  die  men  in  den  weg  heeft  wille 
3,  zetten ;  dewyl  het ,  zeggen  wy  5  nood- 
33  zaaklyk  is3  dat  de  inzichten  van  zyne 
33  majefteit  5  zo  ten  opzichte  van  de  in- 
33  nerlyke  befturing  5  de  form  5  en  de 
33  adminiftratie  van  de  bank,  als  ten  op- 
„  zicht  van  het  krediet ,  dat  derzelver 
„  briefjes  moeten  hebben  ,  aan  het  ge- 
3,  meen  ten  vollen  bekent  worden  5  heeft 

,5  zyne 


32  Het  Leven  tan 

3,  zyne  majefteit  raadzaam  geoordeelt, 
5)  zich  hieromtrent  door  het  tegen- 

33  woordig  arreft  op  een  wyze  te  ver- 
33  klaren  ?  dat 'er  geen  twyffeling  in  het 
33  gemoed  zyner  onderdanen  over  het 
33  ontwerp  van  de  voornoemde  oprech- 
33  ting  ,  noch  over  de  middelen  over- 
33  blyft5  die  hy  van  zin  is  in  't  werk  te 
3,  ftellen  5  om  die  te  helpen  bevorde- 
33  ren  5  verzekert  zynde  5  dat  zy  'er  zoda- 
33  nige  voordelen  in  zullen  vinden  5  dat 
35  het  niet  anders  zyn  kan,  of  de  onder- 
33  vinding  5  die  zy  'er  van  zullen  heb- 
33  ben  ,  zal  in  hen  alle  tegenftrydige 
,3  vooroordeelen  overwinnen. 

33  Zyn  majefteit  ook  onderrecht  zyn- 
3,  de  5  dat  de  ogenfchynlyke  fchaarsheid 
33  van  het  koper-  en  ander  gemengelt 
33  geld  in  de  betalingen  ,  en  de  hoge 
33  prys  van *'t  zilver  in  den  koophandel, 
33  niet  van  't  gebrek  van  de  muntfoor- 
3,  ten  vandaan  komen  ?  die  'er  genoeg 
3,  in  't  ryk  zyn  5  maar  van  't  gebrek  van 
33  order  en  juiftheid  in  de  betalingen, 
33  en  dat  de  bankbriefjes  het  zelve  voor- 
33  deel  niet  hebben  als  in  andere  landen 
3,  en  koopfteden  5  daar  dicrgelyke  ban- 
33  ken  opgerecht  zyn  ?  heeft  geoordeelt 
33  dat  men  daarin  behoorde  te  voor- 
33  zien  ;  derlialvcn  wil  zyne  majefteit, 

dat'cr  op  den  eerften  maart  aanftaan- 

33  de, 


Phimppus  van  Orleans.  33 

5,  de ,  behalven  het  algemeene  kantoor 
„  te  Parys ,  in  de  fteden  Lion ,  Roebelle, 
5,  Tours  ,  Orleans  ,  en  Amiens  een  parti- 
5,  culier  bank-kantoor  opgeregt  zal  wor- 
33  den  3  uit  twee  kaflen  beftaande,  de 
33  eene  in  contanten  ,  om  de  briefjes  , 
33  die  men  daar  vertoonen  zal,  op  zicht 
33  te  betalen  ,  en  de  andere  in  briefjes  , 
3,  om  'er  de  gene ,  die  'er  na  vragen,  mee 
3,  te  voorzien". 

Rouen  ,  Rennes  ,  Touloufe  ,  Bour- 
deaux  wierden  van  deze  kantoren  ver- 
ftoken,  die  men  voor  zo  voordelig  uit- 
kreet, om  dat  men  vreesde,  dat  dc  par- 
lementen van  die  fteden  ,  eveneens  als 
dat  van  Parys ,  in  oppofitie zouden  komen. 
Ryflel  ,  Marfeille ,  Nantes  ,  Sint-Malo  , 
Bayonne  ,  wierden  hier  van  ook  ver- 
fchoont,  om  dat  men  dacht  ,iJat  ze  niet 
naar  haar  fmaak  zouden  zyn  ,  en  dat  ffceq 
ze  niet  wilde  misnoegt  maken. 

„  Verders  ordonneert  zyne  majefteit, 
3,  dat  in  zyn  goede  ftad  van  Parys ,  te 
33  beginnen  van  den  dag  der  afkondiging 
3,  van  het  tegenwoordig  arreft ,  en  van 
„  den  eerften  maart  naaftvolgenden,  in 
3,  de  hierboven  genoemde  fteden,de  piau- 
3,  tereen  kopere  munt-specien  niet  mo- 
33  gen  gegeven  noch  ontfangen  worden 
33  in  betalingen ,  die  over  de  zes  livree 
3,  bedragen  >  ten  zy  tot  paiement. 
II.  Deel.  C  „  En 


34       Het  Leven  van 

35  En  ten  opzicht  van  de  zilvere  munt- 
3,  fpecien  wil  zyne  majefteit  dat  dezel- 
y,  ve  niet  ontPangen  nog  gegeven  zullen 
3,  konnen  worden  in  betalingen  ?  die 
33  over  de  zes  hondert  livres  bedragen  3 
33  uitgezondert  tot  pajement  5  (  dat  is 
33  te  zeggen  tot  vereffening  van  de  ge- 
33  broke  fommen  of  portien  van  hondert 
33  livres  5  voor  dewelke  men  geen  bank- 
33  briefjes  kon  hebben.  )  en  dat  de  beta- 
33  lingen  van  de  fommen  boven  de  zes 
33  hondert  livres  in  goud  of  in  bankbrief- 
33  jes  zullen  moeten  gefchieden. 

33  En  nademaal  de  bankbriefjes  altyd 
33  op  zicht  betaalt  zullen  worden,  ver- 
33  bied  zyn  majefteit  aan  alle  notarifTen , 
33  ferjanten  ,  en  deurwaarders  5  van  enig 
33  proteft,  of  andere  aktens ,  tegen  die  ge- 
33  ne  in  't  werk  te  ftellen,  die  de  voor- 
33  noemde  briefjes  in  betaling  zullen 
33  aanbieden  5  op  poene  tegen  de  overtre- 
33  ders,  van  hunne  amten  en  bedieningen 
33  te  verliezen.  En  egter  zal  het  tegen- 
33  woordig  regelement  niet  ter  uitvoering 
33  geftelt  worden  ,  dan  in  de  fteden  5 
33  daar  particuliere  kantoren  van  de  bank 
33  zullen  zyn. 

33  Om  alle  geruchten  voor  te  komen  » 
33  die  door  quaadaardige  menfchen  ver- 
33  ders  zouden  mogen  uitgeftrooit  wor- 
33  den  3  eu  luiden  3  diewaarlyk  het  voor- 

3,  deel 


Philippcjs  van  Orleans.  3J 


„  deel  en  de  gemaklykheid  van  den  koop- 
„  handel  wenfchen,  meer  en  meer  te 
5,  overtuigen  ,  dat  de  voornoemde  op- 
„  rechting  geen  rampen  zal  onderwor-  * 
35  pen  zyn ,  noch  voor  het  tegenwoor- 
„  dige,  noch  in  het  toekomende  5  wil  en 
33  verftaat  zyne  majefteit,  dat  in  gevalle 
33  het  in  een  van  de  kantoren  van  de 
33  bank  gebeurde  5  dat  derzelver  briefjes 
33  niet  op  (taanden  voet  en  op  zicht  be- 
33  taalt  wierden  5  het  de  notariffen,  deur- 
33  waarders  en  ferjanten  vry  zal  ftaan 
33  tegen  de  aanbiedingen  5  in  bank  brief- 
33  jes  gefchiedende ,  te  protefteren  5  en 
33  tot  dien  einde  alle  aélen  3  hiertoe 
33  behorende ,  op  te  ftellen. 

Ik  begryp  niet  hoe  Law,  zonder  twyf-  Qya 
fel  de  opfteller  van  deze  arreften ,  onbe-  \r~' 
fchaamt  genoeg  kon  zyn  om  te  zeggen  3 
dat  zy  de  gemaklykheid  van  den  koophan- 
del bedoelden,  daar  zy  in  tegendeel  dien 
ten  uiterften  hinderlyk  waren.  Bragt  het 
verbod  ?  van  't  klein  geld  in  de  betalingen 
boven  de  zes  gulden  te  gebruiken  5  het 
arbeids-volk  5  de  huisluiden  5  en  de  win- 
keliers niet  in  een  grote  verlegenheid  ? 
waar  konden  zy  het  zilvergeld  van  daan 
halen?  en  zo  zy  't  al  vonden ,  belafttemen 
zich  omniet  met  hun  klein  geld  ?  dus 
wierd  de  woeker  3  die  men  meende  uitge- 
roeit  te  hebben,  weer  ingevoert  door  de 
C  2  pla- 


36     Het  Leven  van 

plakaten  zelfs  ,  waarin  men  zich  be- 
roemde ,  van  dit  flag  van  mirakel  uitge- 
werkt te  hebben.  Was  de  dwang  ten  op- 
zicht van  de  fommen  boven  de  zes  hon- 
dert  livres,  die  men  in  goud  of  bank- 
briefjes moeft  betalen  ,  niet  bequaam  om 
den  koophandel  te  vernietigen,  met  alle 
de  beurzen  toe  te  üuiten,  en  het  goud 
en  zilver  te  doen  verdwynen ,  dat  men 
zo  veel  te  zorgvuldiger  moeit  bewaren  , 
om  dat  men  gemaklyk  zien  kon,  dat  alle 
de  guigchelaryen  van  de  bank  nergens 
anders  toe  ftrekten,  dan  om  zich  daar 
meefters  van  te  maken  ?  en  zekerde  regle- 
menten van  dit  plakkaat,  en  alle  de  ande- 
ren, die  daar  in  menigte  opvolgden, 
de  verzekeringen  die  men  daarin  gaf, 
van  niets  anders  te  beoogen  dan  het  ge- 
meene  welzyn,  en  de  gemaklykheid  van 
den  koophandel,  zouden  de  billyke  vre- 
zen ,  door  deze  buit  en  gemene  bevelen 
ingeboezemt,  niet  doen  verdwynen,  in- 
dien men  geen  middel  gevonden  had  , 
om  den  grootften  hoop  daar  mee  in  te 
verwarren,  en  om  de  fatfoenlyke  luiden 
te  noodzaken ,  om  zelf  te  doen ,  't  geen 
zy  in  deze  zinneloze  menfchen  berifp- 
ten.  Wanneer  men  eene  natie  veilige  en 
gemaklyke  middelen ,  om  zich  te  verry- 
ken ,  voorftelt ,  omhelft  zy  die  van  zelf, 
zonder  dat  het  nodig  is  haar  daar  toe 'te 

dwin- 


Philippus  van  Orleans.  37 

dwingen ;  wanneer  men  daartoe  komt , 
is  dit  een  gewis  teken,  dat  die  middelen 
zo  goed  niet  zyn,  als  men  meent,  of  dat 
men  inzichten  heeft  ,  die  zo  verderflyk 
zyn ,  als  men  ze  voordelig  voorftelt. 

Tot  hiertoe  hadden  de  aétien  van 
de  bank  geen  groot  fortuin  gemaakt , 
maar  nu  zy  een  handel-dryvende  kom- 
pagnie  was  geworden ,  dat  des  konings 
inkomften  onder  haar  beftuur  waren  ,  en  \ 
dat  men  zich  inbeelde  dat  Miiïiffipi  zo 
veel  fchatten  inhield ,  als  het  overige  van 
de  wereld,  veranderde  de  drift,  om  van 
die  aftien  te  hebben ,  welhaaftin  razerny. 
Een  vergadering,  waarin  belloten  wierd, 
dat  de  koning  de  kolten  van  liet  bewind 
op  zich  nam ,  dat  hy  alle  jaren  driemaal 
hondert  duizent  livres  tot  betaling  der 
troepen  zou  verfchaften  ,  die  in  Miiliill- 
pi  zouden  dienen ,  dat  hy  aan  de  kom- 
pagnie  de  haven  en  magazynen  van  Port- 
Louis  zou  afftaan,  en  eindelyk,  dat  zy 
recht  zou  hebben  om  in  de  landen  van 
haar  gebied  oorlog  of  vrede  te  maken  , 
deze  vergadering,  in  de  maand  mey  ge- 
houden ,  was  de  tydftip  van  de  razerny, 
die  heel  Vrankryk  aantaftte  ,  en  welke 
de  buitenfporige  winden  van  enige  parti- 
culieren ongeneellyk  maakten. 

Zekere  weduwe  te  Namen,  la  Caumon  °"§e"ke 
genoemt ,  die  tenten  en  andere  waren  fortui- 
C  3  van  nen- 


33     Het  Leven  van 


van  deze  natuur  aan  het  leger  verfchaft  had, 
vond  zich  op  de  dood  van  Lodewyk  den 
veertienden  beladen  met  een  redelyke 
grote  menigte  van  briefjes,  die  zy  in 
ftaats-brief  jes  veranderde:de  bank  geopent 
zynde  nam  zy  aótien,  dreef 'er  handel 
in,  en  gebruikte  de  winften  om  weer  an- 
dere aan  te  kopen ;  zo  dat  zy  voor  70.  mil- 
loenen  bankbriefjes  in  handen  had.  Daar 
wierden  een  menigte  andere  fchielyke 
fortuinen  gemaakt ,  lakeien  ,  koetziers  , 
kamerdienaars  ,  wierden  grote  heren. 
Men  rechtte  nieuwe  actiën  op ;  de  drift 
wierd algemeen, men  quam  uit  de  uiter- 
fte  hoeken  van  de  provintien  met  hele 
benden  na  Parys.   De  vremdelingen  , 
vooral  de  Engelfchen,  qnamen  ook  aan- 
lopen :  Verfcheide  verkoften  hunne  goe- 
deren en  rente-brieven  ,  of  verpanden- 
de ,  om  deze  nieuwe  negotie  te  kunnen 
beginnen.  De  prinfTen,  en  de  aanzien- 
lykfte  luiden  in  Vrankryk,  bemoeiden 'er 
zich  ook  mee.  Law  had,  om  zich  te  kun- 
nen handhaven  ,  hun  aftien  gegeven. 
De  hertog  van  Bourbon  was  een  van  die 
gene ,  die  7er  het  meeft  mee  won,  't  zy  dat 
hy  meer  geluk  had;  't  zy  dat  hem  van 
pas  kennis  gegeven  wierd  van  de  geluk- 
kige ogenblikken.  Deze  prins  koft  alles 
wat  hem  terhand  ftond  ,  vooral  in  Pi- 
cardyen  ,  daar  hy  tegenwoordig  byna 

al 


Philippus  van  Orleans.  39 

al  het  land  bezit  ,  dat  tuflchen  de  Oye 
en  de  Somme  legt ;  hy  liet  Chantilly  van 
den  grond  herbouwen  ,  met  een  koning- 
lyke  pracht  ,  en  lei  daar  een  vogelperk 
aan  ,  ongelyk  beter  voorzien  als  dat  van 
den  Koning :  hy  liet  op  eene  reis  uit  En- 
geland hondert  en  vyftig  lopers  komen, 
waarvan  ieder  ,  op  den  voet  daar  het  geld 
toen  in  Vrankryk  op  was  ,  hem  op  vyf- 
tien  of  achtien  hondert  guldens  quam  te 
ftaan.  Het  prachtig  feftein ,  dat  hy  aan 
de  hertogin  van  Berri  gaf,  en  dat  vier 
of  vyf  dagen  duurde  ,  koftte  hem  on- 
noemlyk  veel  geld  :  met  een  woord  , 
deze  doorllepe  prins  deed  ,  zo  veel 
als  het  hem  mooglyk  was  ,  zyn  voor- 
deel met  het  ontzag,  dat  men  voor  zyn 
rang,  als  eerften  prins  van  den  bloede, 
had,  zo  dat  men  ,  toen  men  hem  eerften 
minifter  zag ,  verzekert  was ,  dat  hy  niet 
bedacht  zou  zyn  om  zich  noch  meer  te 
verryken. 

Wat  vertrouwen  men  ook  op  de  bank  ,  streken 
had,  kozen  de  meeften  evenwel  het  geld  ^kdc 
voor  de  briefjes ;  verfcheide  weigerden 
die  aantenemen,  en  bedongen  in  hun- 
ne kontrakten ,  dat  men  ze  in  klinken- 
de munt  zou  betalen.  Ieder  zocht 
2yn  papieren  in  wezentlyke  effe&en  té 
verkéren ,  en  vooral  in  geld ;  't  was  uit 
geweeft  met  de  bank ,  indien  men  geen 
C  4,  mid- 


40       Het  Leven  van 

middel  gevonden  had,  om  dit  onheil  af 
te  kaatzen  ,  haar  aanflagen  waren  very- 
delt  geweeft ,  en  zy  zou  met  haar  brief- 
jes zyn  blyven  zitten.  Om  dit  te  we- 
ren, gebruikte  men  ten  delen  lift,  ten 
delen  geweld :  het  wezentlyke  was ,  meer 
krediet  en  vertrouwen  aan  het  papier  > 
dan  aan  het  geld  by  te  zetten. 

Vooreerft  ,  om  de  bank  in  ftaat  te 
Rellen  ,  om  de  Jlyfkoppen  te  voldoen  5 
gelyk  de  regent  en  Law  zich  uitdruk- 
ten, verhoogde  men  het  goud  en  zilver 
tot  driemaal  boven  deszelfs  ordinaire 
waardy.  Om  deze  vermeerdering  van 
fpecien  te  beantwoorden,  vermeerder- 
de men  de  briefjes,  en  men  maakte  'er 
ten  minftenvoor  vyftien  hondert  millioe- 
nen,  want  toen  zy  gevallen  waren,  en 
dat  de  queftie  was  ze  te  verminderen,  en 
te  vernietigen  ,  vond  men  'er  over  de 
twee  duizent  millioenen.  Deze  briefjes 
beitonden  niet  meer  uit  bankryksdaal- 
ders ,  maar  uit  livres  tournois.  Tot  ge- 
mak van  de  houders  maakte  men  'er  van 
verfcheide  pryzen;  daar  waren  'er  van 
tienduizent  guldens,  van  duizent,  van 
hondert,  en  van  tien.  Men  verklaarde, 
dat  deze  briefjes  van  livres  tournois  geen 
vermindering  "noch  verhoging  zouden 
onderworpen  zyn,  ondanks  alle  de  ver* 
anderingen,  die  'er  in  't  geld  mogten 

voor- 


Philippus  van  Orleans.  4.1 

irvallen.  Men  trok  de  bepalingen  van 
ediót  5  't  welk  ik  aangehaalt  heb ,  in  , 
't  geen  ten  opzicht  van  de  betalingen 
de  fteden,  daar  men  bank-kantoren 
gerecht  had ,  geordonneert  was  5  wierd 
1  algemene  wet  voor  \  hele  ryk.  Men 
:floeg,  ten  behoeve  van  deze  briefjes, 
luiden  van  de  verplichting  van  hunne 
often  en  gedane  eden  te  houden  5  ik 
.  zeggen ,  dat  men  alle  de  gemaakte 
mlatien  ,  van  niets  anders  dan  klin 
ide  munt  te  betalen  ,  en  te  ontfangen, 
rnietigde. 

Dus  het  vertrouwen  van  het  papier 
veiligt,  en  het  gebruik  daar  van  nood- 
iklyk  gemaakt  hebbende,  taftte  men 
:  geld  zelf  aan  3  en  bragt  het  in  zulken 
:hten  krediet  ,  dat  men  de  luiden 
odzaakte ,  om  'er  zich  met  zulk  een 
/igen  drift  van  te  ontdoen  ,  dat  de 
ik  niet  volftaan  kon ,  om  het  te  ontfan- 
fl5  en  dat  alle  de  munthuizen  in  bank- 
uoren  verandert  wierden.    Men  gaf 
q  achtften  mei  een  arreft  uit  ,  't  welk 
:  goud  en  zilver  verminderde,  't  Is  on- 
xhryflyk,  wat  opfchuddingen  dit  in 
Lvys  veroorzaakte.    Men  liep  met  me- 
igte  na  de  bank  5  om  zyn  contanten  in 
«piet  te  verwilTelen  ,  men  bad  ,  men 
raeekte  de  ontfangers  om  liet  aan  te  ne- 
mca%  en  men  achtte  zich  gelukkig,  als 
C  5  zyn 


4*2      Het  Leven  van 


zyn  bidden  verhoort  wierd.  Waarop 
een  onbekende  fpotter  zeer  geeftig  tegen 
de  gene  ,  die  het  meefte  woelden  ,  zei- 
de,  beren }  weeft  niet  verlegen ,  dat  gy 
uw  geld  behouden  zult^  men  zal  u  allen 
daaraf  helpen.  \  Geen  de  bank  niet  kon 
doen  ,  deden  de  particulieren  onder 
zich.  Men  zocht  overal  briefjes  op  , 
en  om  die  machtig  te  worden ,  verloor 
men  drie  of  vier  percent  op  't  geld. 

De  ftyf  koppigen  ,  dat  is  te  zeggen 
de  gene,  die  het  niet  in  hun  harflens 
konden  krygen  ,  dat  papier  beter  was 
dan  geld ,  deden  hun  voordeel  met  de- 
ze bewegingen ,  om  zich  van  hunne 
briefjes  te  ontdoen,  zy  namen  het  geld 
dat  men  hun  aanbood  ,  en  gingen  op 
hun  beurt  na  de  bank,  om  hun  papier 
in  goud  en  zilver  te  verwiflelen. 

Law,  die  op  een  hair  wilt,  hoe  veel 
goud  en  zilver  dat  'erin  \  ryk  was,  ging 
aan  't  9yfferen  en  uitrekenen;  en  vin- 
dende dat  'er  noch  veel  aan  ontbrak, 
eer  alles  in  zyn  handen  was ,  fpande  hy 
de  ftyf  koppigen  een  ftrik,  waarin*  zich  de 
meeften  lieten  vangen.  Weinig  dagen 
daarna  verhoogde  hy  het  geld  een  vier- 
de, zo  dat  dertig  duizent  gulden  ,  by 
voorbeeld,  zevenendertig  duizent  vyf- 
hondert  waardig  waren.  Die  fpecien 
in  kas  hadden  behouden,  bezweken  on- 


Philippus  tan  Orleans.  4.3 

der  de  verzoeking ,  om  het  profyt,  dat 
zy  in  een  ogenblik  deden  ,  te  verzeke- 
ren ,  zy  bragten  het  geld  dat  zy  be- 
waard, of  daar  uitgehaalt  hadden,  daar- 
in. Men  bediende  zich  meêr  dan  eens 
van  deze  lift,  en  de  foort  van  ebbe  en 
vloed  5  die  dit  in  de  briefjes  en  in  het 
geld  veroorzaakte  ,  wierd  met  zo  veel 
behendigheid  beftuurt  5  dat  het  geld  ein- 
delyk  in  de  bank  bleef,  en  dat  het  ge- 
meen niets  dan  papier  had.  Om  hiertoe 
te  komen,  had  men  de  volltrekte  magt 
nodig,  en  men  wift  die  op  zyn  pas  te 
gebruiken  ,  en  verder  uitteltrekken  , 
dan  ooitzedert  de  oprechting  van  de  mo- 
narchie gefchied  was.  Het  goud  wierd 
lager  in  prys  geftelt ,  en  uit  den  koop- 
handel verbannen ;  de  intereften  van  't 
zilver  wierden  eerft  op  drie  en  een  half, 
naderhand  op  twee  en  een  half,  en  ein- 
delyk  op  twee  percent  bepaalt.  Dit  was 
noch  niets  ;  men  liet  een  plakaat  uit- 
gaan, daar  geen  voorbeeld  van  te  vin- 
den was:  men  verbood  alle  onderdanen 
des  konings  ,  op  de  zwaarfte  ftraffen, 
(zelf  had  Law  willen  hebben  dat  het  op 
ftraffe  des  doods  zou  zyn)  enig  goud  by 
zich  te  behouden  ,  of  meer  dan  yoo 
gulden  aan  zilver  ;  al  wat  daarboven 
was  zou  geconfiskeert  worden ,  behal- 
ven  dat  'er  noch  een  boete  naar  gelang 

van 


44      Het  Leven  van 

van  de  grootheid  van  de  fom  op  geftelt 
wierd.  Een  derde  van  deze  fommen 
was  voor  den  aanbrenger.  Om  het  ge- 
meen bang  te  maken  ,  deed  men  eenige 
huiszoeking  by  luiden,  met  wien  men 
overeengekomen  was,  om  den  inhoud 
van  't  plakaat  te  overtreden  ,  en  dat  geld 
by  zich  te  laten  betrappen :  men  handel- 
de deze  quanfuis  met  alle  ftrengheid  , 
zette  ze  eenige  dagen  gevangen ,  en  be- 
loonde ze  naderhand  in  ftilte  voor  hun 
oogluiking.  Verfcheide  lichtgelovige  joo- 
len  (want  dus  noemde  men  ze  in  het  pa- 
leis roiaal  ,  en  by  den  bewindhebber  van 
de  bankj  gehoorzaamden  het  plakaat: 
alles  wat  by  de  notariffen  in  bewaring, 
of  op  de  kantoren  geconfigneerc  lag, 
wierd  in  briefjes  verwiflelt.  Voornaam- 
lyk  gehoorzaamden  die  geene  ftiptelyk, 
die  niet  wel  in  het  paleis  roiaal  aange- 
zien waren,  en  die  reden  hadden  om  te 
duchten,  dat  men  zich  van  dit  ediótmogt 
bedienen ,  om  zich  te  wreken ,  en  hen 
volkomen  in  den  grond  te  helpen.  Myn- 
heer  de  Pontchartrain ,  eertyds  kaniTe- 
lier ,  en  die  zich  nu  in  het  inftituut,  dat 
is  te  zeggen  in  het  noviciaat  der  vaders 
van  't  oratorium  geretireert  had  ,  zond 
f7  duizent  louizen  aan  de  bank,  die, 
zo  ik  liet  wel  heb, toen  ter  tyd  72  livres 
het  Huk  waard  waren.  Deze  vangft  ver- 
maakte 


Philippus  van  Orleans.  4J 

maakte  zyn  koninglyke  hoogheid  zo 
zeer ,  als  het  gedrag  van  een  ander  ma- 
giitraats-perfoon  hem  moeftfpyt  aandoen. 

De  prefident  Lambert  de  Vermon  , 
een  der  eerlykfte  en  geregelfte  luiden 
van  Parys,  die  by  gevolg  heel  wel  in 
zyn  zaken  ftond,  en  veel  contanten 
bezat,  te  meer  dewyl  hy  geen  kinde- 
ren had ,  ging  na  den  hertog  regent  ,  te- 
gen wien  hy  zeide,  dat  hy,  om  aan  het 
laatfte  plakaat  te  voldoen ,  iemand  aan- 
quam  brengen,  die  vyfmaalhondert  dui- 
zent  livres  aan  goud  by  zich  behouden 
had ;  dat  hy  het  derde  deel  van  deze  fom 
quam  eiffchen ,  't  geen  hem  volgens  het 
zelve  plakaat  verfchuldigt  was ,  en  dat 
hy  zich  by  zyne  koninglyke  hoogheid 
had  aangegeven  ,  om  verzekerder  van 
het  geheim  te  zyn.    De  hertog-regent, 
ten  uiterften  verwondert,  dat  een  man 
van  zyn  rang  zulk  een  haatlyk  amt,  als 
dat  van  verklikker,  oeffende,  kon  zich 
niet  onthouden  van  op  zyn  wyze  tegen 
hem  te  zeggen  (want  hy  was  zomtyds 
al  vry  ruiterlyk  in  zyn  uitdrukkingen) 
met  wat  duivels  ambacht  bemoeit  gy  w , 
Mynbeer?  de  prefident  Lambert  ant- 
woordde hem  met  een  grote  bezadigt- 
heid,  ik  kom  jny  zeiven  aan  uwe  koning- 
lyke hoogheid  aangeven ,  om  my  voor  de 
Jlr  engheid  van  uw  plakaat  te  dekken ,  en 

ik 


f6       HetLeven  VAN 


ik  heb  veel  liever  houder t  duizent  gulden 
aan  contanten ,  dan  alle  de  bankbriefjes. 
Onder-  Ondertuflchen  dat  de  bank  voortgong 
gang  van  Van  haar  koffers  en  kiften  met  dat  gene 
aeiïftaat." te  vullen ,  't  geen  de  fatzoenlykfte  fa- 
milien  door  een  voorzichtige  zuinigheid 
hadden  overgefpaart  ,  hielp  haar  het  uit- 
fchieten  van  penningen  verder  te  grond, 
Aüe  de  gene,  die  wat  fchuldig  waren, 
hadden  een  zo  fchone  gelegenheid  om 
die  fchulden  te  betalen  ,  dat  het  natuur- 
lyk  was 5  dat  zy  zich  daarvan  bedien- 
den. Alle  de  genoodfchappen  van  de 
fteden  en  't  platte  land  verminderden  of 
vernietigden  de  renten,  daar  zy  mee  be- 
laft waren.  In  minder  dan  een  half  jaar 
befnoeide  hetgenoodfchap  van  St.  Maur 
drie  malen  de  renten,  die  het  fchuldig 
was,  de  ftaten  van  Bretagne,  de  geeft- 
lykheid ,  de  jezuiten ,  de  kloofters  volg- 
den dit  voorbeeld  na. 

De  drift  om  de  briefjes  in  wezentlyke 
effeéten  te  verkeren ,  maakte  dit  gemak- 
lyk.  Een  landgoed ,  dat  jaarlyks  vier 
duizent  livres  opbragt,  wierd  voor  zes- 
maal hondert  duizent  livres  verkoft ;  de 
huizen  ,  amten ,  koopmanfchappen  ,  al- 
les ïfloeg  na  rato  op:  dus  betaalde  men 
zyne  fchulden ,  zonder  het  byna  te  voe- 
len, en  met  een  fonds,  of  effeften,  die 
uit  de  natuur  maar  duizent  ryksdaalders , 


Philippus  van  Orleans.  47 

by  voorbeeld 5  waardig  waren,  betaalde 
men  achttienduizent  guldens  aan  fchul- 
den.  Ook  bleef  'er  niemand  wat  fchul- 
dig;  renten,  penfioenen,  weduwe-fchat- 
ten ,  geleent  geld  ,  zielmiffen  ,  funda- 
tiën ,  alles  wierd  afgeloft ,  niet  tegen- 
ftaande  alle  voorwaarden  en  beloften, 
tegen  het  tegenwoordig  reglement  der 
plakaten,  en  het  nieuwe  recht,  dat  zy 
invoerden,  ftrydende;  zo  dat  degene 
die  niets  fchuldig  waren,  en  die  gene 
die  wat  te  vorderen  hadden ,  alleen  mis- 
handelt wierden. 

Het  ilimft  van  allen  voor  hen  was,  dafe 
het  ftadhuis  van  Parys,  of  liever  de  ko- 
ning, ook  de  onverwachte  party  koos, 
van  zyn  obligatien  af  te  doen.  Deze 
renten,  daar  men  verzekert  had  nooit 
aan  te  zullen  raken ,  die  men  zorgvuldig 
betaalt  had ,  tot  welker  betaling  men 
de  haatlykfte  belaftingen  weer  opgebragt 
had,  die  men  het  erfdeel  van  zyn  goe- 
de ftad  Parys  in  't  byzonder  genoemt  had , 
en  in  't  algemeen  van  de  fatfoenlykfte 
familien  van  't  ryk ,  deze  renten  waren 
de  zelve  wifTelvalligheden  als  de  anderen 
onderworpen :  zy  wierden  op  twee  ten 
hondert  verlaagt,  of  in  papier  afgeloft. 
Deze  effeóten ,  die  eertyds  zo  wezent- 
lyk  waren ,  wierden  onnut  voor  de  hou- 
ders. Men  zag  brave  luiden ,  met  hun- 
ne 


48      Het  Leven  van 

ne  rentebrieven  in  de  hand,  vruchteloos 
den  een  of  den  ander  om  een  aelmoe9 
aanfpreken ,  wanneer  zy  het  doen  kon- 
den ,  zonder  van  anderen  gehoorc  te 
worden.  Men  zag  familien  ,  die  voor- 
heen vyf  of  zesduizent  livres  inkomen 
hadden 5  genoodzaakt,  wilden  zy  niet 
van  honger  fterven ,  haar  dienftboden 
af  te  fchaffen  ,  en  van  langzamerhand 
haar  zilverwerk  en  huisraad  te  verkopen. 
By  alle  deze  elende  quam  noch  de  bui- 
tenfporige  duurte  der  eetwaren.  De 
menigte  van  vremdelingen ,  de  gretig- 
heid ,  de  drift  van  die  genen ,  die  we- 
fcentlyke  effeélen  zochten ,  waren  'er 
oorzaak  van.  Ik  was  in  dien  tyd  vol 
verfchrikking  en  verwarring  te Parys,  en 
kan  verzekeren ,  dat  het  hooi  voor  zes 
ftuivers  het  pond  verkoft  wierd ,  en  de 
reft  na  rato.  Byna  alles  was  opgekoft, 
de  woeker  en  de  monopoliën  heerfchten 
ongeftraft,  en  wierden  door  luiden  van 
den  eerften  rang  geoeffent :  zeker  her- 
tog en  pair,  wiens  zaak  naderhand  groot 
gerucht  maakte,  koftbyna  al  hetfmeer, 
vet,  en  zeep  op,  een  ander  de  koffi, 
deze  de  haver  en  het  hooi ,  die  weer  de 
ruiker  en  fpeceryen.  Ik  kryg  verdriet 
in  deze  vertoningen,  alle  even  haatlyk 
en  deerniswaardig,  die  ik  genoodzaakt 
ben  te  verhalen  j  en  ik  geloof  niet  dat 

men 


Philippus  van  Orleans,  49 


men  my  het  qualyk  zal  afnemen,  dat  ik 
my  zeiven  hier  midden  in  myn  reden 
ftoor  ,  om  andere  gebeurniiTen  te  ver- 
tellen ,  die  in  de  waarheid  zo  wetens- 
waardig en  zo  intereflant  niet  zyn,  maar 
meteen  ook  zo  afgryüyk  niet. 

Niet  tegenftaande  deze  religie-zaken  ,  TeerhcM 
en  die  verbaafde  menigte  van  placaten ,  ^"^j1 
arreften ,  en  declaratien ,  die  alle  dagen  voor  Zy- 
uitquamen,  en  die  twaalf  dikke  delen  in  ™  fam<i 
quarto  bellaan,  zorgde  de  regent  voor 
zyne  familie  ,  en  voor  zyn  natuurlyke 
kinderen ,  doende  goed  aan  alle  de  ge- 
nen ,  die  hy  met  enige  gevoeglykheid 
kon  erkennen  :   de  abt  van  S.  Albin 
kreeg  de  abdy  van  S.  Oucn  van  Roucn, 
tot  dat  hy  de  jaren  zon  hebben  om  bif- 
fchop  te  kunnen  worden ;  en  de  ridder 
van  Orleans ,  ten  tyden  van  Lodewyk 
den  veertienden  gewettigt ,  \v ierd  groot 
prieur  van  Vrankryk ,  en  generaal  der 
galeien  gemaakt;  het  huis  van  de  her- 
togin van  Berri  wierd  met  veel  luifter 
onderhouden,  en  het  paleis  van  Luxem- 
burg haar  ter  woon  toegewezen.  De 
heer  Fleuriau  d'Armenonville  wierd  ver- 
zocht om  haar  la  Meute  af  te  ftaan ,  eea 
lufthuis  dat  klein ,  maar  zeer  vermaaklyk 
was,  zo  uit  zich  zeiven,  als  om  dat  heC 
in  't  bofch  van  Boulogne  lag;  deze  prin- 
ses toonde  begeerte  om  Meudon  te  heb- 
JL  Deel.  D  feeiï 


Leven  tan 

jerd  haar  toegeftaan.  De 
.n  den  gouverneur  van  dit 
had  ieders  goedachting ; 
graaf  van  Riom,  een  man, 
ooit  iemand  anders  van  kupi- 
en  zyn  moeder  begunftigt;  en  ge- 
maal van  de  prin9es ,  gelyk  mevrouw 
'  van  Maintenon  gemalin  van  Lodewyk 
den  veertienden  geweeitwas.  De  herto- 
gin van  Berri  beminde  devreugt,  en 
haar  vader,  dc  hertog  van  Orleans,  had 
de  toegeventheid  ,  van  dikwils  haar  par- 
tyen van  vermaak  bytewonen.  Op 
haar  vyftiende  of  zeftiende  jaar  was  zy 
een  model  van  volmaakte  fchoonheid , 
maar  zedert  haar  huwlyk,  en  noch  meer 
zedert  dat  zy  weduw  was,  wierd  zy  on- 
befchoft  dik  ,  niet  tegenftaande  de  li- 
queurs,  die  zy  in  overvloed  dronk.  Zy 
had  altyd  de  fchoonfte  handen  van  de 
wereld,  daar  men  voorgaf  dat  de  her- 
tog regent  fmorig  op  verlieft  was.  Zy 
retireerde  zich  van  tyd  tot  tyd  in  't 
een  of  't  ander  kloofter,  daar  zy  hele 
goede  gevoelens  had.  Daar  viel  tuf- 
iclien  haar  en  de  hertogin  van  Orleans 
op  een  tyd  een  difpuut  over  den  rang 
voor,  'tgeeb  de  regent,  gelyk Iiy  moeit, 
ten  behoeve  van  zyn  dogter,  tegen -zyn 
crove  gemalin  ,  beilifte  :  het  gemeen  fchreef 
laOeriog.  dit  vonnis  aan  een  ongeregelde  liefde 

toe, 


Philippus  tan  Orleans.  Jl 


toe  5  maar  ,  gelyk  ik  reeds  aangemerkt 
heb  ,  nooit  wierd  enig  prins  zo  dik- 
wils  en  met  zulke  grove  lafteringen  be- 
ticht. 

Na  de  hertogin  van  Berri  wierd  ma- 
demoifelle  de  Chartres  door  een  geeft 
van  godvrucht  bevangen:  de  hertog  hielt 
het  meeft  van  haar,  maar  niets  was  be- 
quaam  om  haar  in  haar  voornemen  te 
verhinderen  ,  en  zy  nam  liet  nonne-ge- 
waad  te  Chelles ,  een  benediktyner  kloos- 
ter ,  aan.  Men  moet  niet  denken  dat  het 
een  uitfchot  van  de  wereld  was  ,  die  het 
gebrek  van  de  gaven  der  natuur  uit  fpyt 
in  een  9el  ging  verbergen,  neen,  haar 
tailje,  troni,  alles  was  even  wel  gemaakt. 
Zy  deed  op  den  gezetten  tyd  profeiïie, 
welke  plegtigheid  3  van  een  pragtig  fes- 
tyn  verzelt  ,  de  hertog  van  Orleans  by- 
woonde.  De  nieuwe  nonne  verzocht 
als  een  gunft ,  dat  men  vooreerft  noch 
niet  denken  mogt  om  haar  tot  abdis  te 
verheffen,  zeggende,  dat  zy  tyd  nodig 
had,  om  de  plichten  van  haar  ftaat  te 
kennen  en  fcte  oeffenen:  zy  wierd  hier 
niet  in  gelooft :  kort  daar  na  deed  de  ab- 
dis ,  die  met  den  marfchalk  de  Villars 
bevrind  was,  afftand,  voor  een  wedde 
van  twaalfduizent  livres.  Dewyl  deze 
princes  ten  minften  zo  veel  verftand  als 
fchoonheid  bezat ,  ging  de  hertog  van 
D  2  Or- 


$2      Het  Leven  van 


Orleans  haar  dikwils  bezoeken  ,  vcor- 
naamlyk  zedert  den  dood  van  de  herto- 
ginne  van  Berri,  die  den  20  Juli  1719 
in  het  iffte  jaar  hares  ouderdoms  aan 
een  beroerte  ltierf.  De  achterklap,  niet 
moede  van  hem  te  vervolgen ,  wilde 
hem  deze  bezoeken  ook  tot  een  misdaad 
rekenen  ,  maar  zy  wen  hier  omtrent 
niet  meer  grond  5  dan  ten  opzicht  van 
de  hertoginne  vanBerri;  en  alle  fatzoen- 
lyke  luiden  ftemden  overeen  ,  om  deze 
geruchten  als  de  uitwerkingen  van  een 
verwoeden  haat  aan  te  zien. 

De  goede  uitllag,  die  byna  alle  zyne 
ondernemingen  verzelde  ,  vergoedde 
overvloedig  de  fchade  van  deze  ydele 
geruchten.  Hy  was  geruft  omtrent  den 
keizer  en  den  koning  van  Engeland  ,  en 
zyne  wapenen  hadden  zulke  goede  uit- 
werking tegen  den  koning  vanSpanjen , 
als  zyne  placaten  tegen  de  gene ,  die  op 
zich  niet  konden  verkrygen  ,  om  zich 
van  hun  geld  te  ontdoen ,  want  deze 
zaken  vielen  op  den  z elven  tyd  voor. 
Oorlog      Philippus  de  vyfde  maakte  minder 

Spanjen.  ftaat  °P  zYne  e^Se  troupen ,  dan  op  de 
gene,  die  men  gezonden  had  om  hem 
Gefchrif-  aan  te  tallen.  Hy  quam  in  't  leger,  en 
wëe)s-n  oordeelde  dat  een  eenvoudige  verklaring 
kanjea,  de  meefte  franfehen  tot  hem  zou  doen 
overgaan.  „Niemand  is  onbewuft,  zey- 

9}  d* 


Philippüs  vax  Orleans.  f$ 

£  de  deze  vorft ,  tot  wat  einde  de  ver- 
5,  bonden  ftrekken,  mee  de  onverzoen- 
55  lyke  vyanden  der  beide  monarchien 
55  aangegaan ;  de  fnode  ftreken ,  en  de 
5,  buitenfporige  geldfommen,  die  men 
?,  aanwend  om  deze  aan  te  queken  ?  zyn 
55  maar  al  te  wel  bekent. 

„  Men  weet  5  dat  ik  niets  nagelaten 
5,  heb  5  om  de  maatregelen  onzer  ge- 
55  mene  vyanden  te  verbreken ;  maar 
35  nademaal  men  de  vrindelykfte  aan- 
55  zoeken  ,  die  ik  gedaan  heb  5  myne 
55  fterkfte  overredingen,  en  kragtigfte 
55  gebeden  verydelt  heeft  ,  is  myne 
55  enigfte  toevlucht,  die  my  noch  over- 
55  fchiet  5  dat  ik  my  aan  het  hooft  my- 
5,  ner  troepen  ftel5  zo  om  aan  de  tere 
35  vriendfehap  5  die  ik  voor  den  koning 
53  rnyn  neef  heb ,  te  voldoen  5  als  om 
3,  de  belangen  van  myn  kroon  ftaande 
55  te  houden  ,  onaficheidelyk  van  die 
,5  van  de  kroon  van  Vrankryk.  Ik  hoop 
35  dat  de  franfche  troepen  5  door  myu 
35  voorbeelt  uitgelokt,  zich  by  de  my- 
35  ne  zullen  voegen,  of  onder  een  lig- 
3,  chaam,  of  affcheidentlyk,  en  dat  zo 
„  wel  de  eene  als  de  andere,  door  den 
,,  zeiven  geeft  bezielt  ,  aan  de  parle- 
„  menten  ,  of  zelf  aan  de  algemene  ften- 
5,  den  de  vryheid  zullen  beveiligen,  om 
55  te  vergaderen  ,  en  zulke  gewichti- 
D  3  *  ge 


5*4      Het  Leten  van 

„  ge  fcaken  ,  als  die  van  het  tegen- 
„  woordig  tydgewricht,  te  onderzoe- 
55  ken  en  te  regleren,  om  den  adel  en 
55  de  welmenende  Franfchen  van  dever- 
55  drukking  te  verloiïen  ,  en  met  een 
55  woord  5  om  bytyds  den  volkomen 
5,  ondergang  van  het  ryk  voortekomen. 

?5  Nademaal  dat  ryk  myn  vaderland 
55  is  5  en  deszelfs  koning  door  het  bloed 
55  met  niemand  nader  dan  met  my  ver- 
55  knocht  5  ben  ik  meer  dan  iemand 
55  verplicht  5  om  hulpmiddel  in  zulke 
55  grote  rampen  te  verfchaffen.  Indien 
55  de  franfche  troupen  aan  zulke  billike 
55  en  edelmoedige  daad  mee  de  hand 
55  willen  liaan,  moeten  zy  niet  twyffe- 
5,  len  5  of  de  jonge  koning,  wanneer 
5>  hy  tot  ryper  jaren  zal  gekomen  zyn, 
55  zal  het  die  genen  dank  weten,  die  de 
5,  veiligheid  vanzyn  leven  en  kroon  heb- 
55  ben  helpen  bevorderen. 

5,  Indien  deze  waarfchuwing  ,  die 
5,  men  als  een  verplichtende  bekent- 
35  making  van  myn  vrindfchap  ,  of  als 
,5  een  billyk  bevel  5  ten  opzichte  van 
35  de  voorrechten  myner  geboorte 5  kan 
35  aanzien ,  geen  gehoor  noch  algemene 
„  goedkeuring  vind3  zal  ik  echter  niet 
35  nalaten  particuliere  achting  te  hebben 
35  voor  die  gene,  die  zich  onder  myn 
„  ftandaarden  zullen  begeven. 


Philippus  tan  Orleans. 

„  Ik  zal  de  gehele  benden  met  de 
5,  zelve  officieren  en  de  zelve  foldaten 
55  bewaren,  en  ze  door  alle  de  eerteke- 
55  nen  en  beloningen  onderfcheiden  , 
55  die  zy  van  hunne  dienilen  kunnen 
55  verwachten ,  en  zich  van  myn  koning* 
55  lyk  woord  beloven  w. 

De  hertog  van  Orleans  had  deze 
pogingen  voorzien  ,  en  daarom  troupen 
en  officiers  uitgekipt  ,  daar  hy  zich  \ 
meeft  op  vertrouwde:  evenwel  meende 
hy  deze  declaratie  te  moeten  beantwoorr 
den.  Dit  antwoord,  brieLsgewyze  op- 
geftelt  uit  naam  van  den  koning,  aan 
den  marfchalk  van  Berwik  3  generaal 
over  zyn  leger,  is  een  meefterftuk ,  daar 
niemand  anders  dan  hy  of  de  zegel-be- 
waarder de  maker  van  kon  zyn.  Ik 
zou  oordelen  deze  hiftorie  van  een  van 
haar  befte  cieraden  te  beroven,  indien 
ik  het  hier  niet  inlafte. 

5,  Myn  neef ,  ik  heb  het  gedrukt  ge- 
„  fchrift  ontfangen ,  \  welk  gy  my  ge* 
„  zonden  hebt,  en  dat  voor  titel  voert 
53  Declaratie  van  zyn  katholyke  Majefteit 
55  enz.  van  den  27.  april  zeventienbon- 
5,  dert  negentien.  En  nademaal  gy  my 
5,  fchryft,  dat  men  'er  verfcheide  afdruk- 
3,  zeis  van  in  myn  leger  verfpreid  heeft, 
5,  fchryf  ik  u  dezen  brief,  om  U  myne 
53  gevoelens  te  ontdekken. 

D  4  5>  De 


56      Het  Leven  tan 

55  De  oorlog  ,  dien  ik  genoodzaakt 
55  ben  in  Spanien  te  voeren  5  is  niet  te- 
55  gen  den  koning  3  my  zo  na  door  de 
55  banden  des  bloeds  verbonden  5  en  aan 
55  wien  ik  tot  hier  toe  blyken  van  de  op- 
55  rechtlte  vrindfcbap  heb  gegeven  3  noch 
55  tegen  deSpaanfche  natie,  door  Vrank- 
55  ryk  zo  beftendig  met  haar  bloed  en 
55  fchatten  bygeftaan,  om  haar  koning 
55  te  handhaven  3  maar  alleen  tegen  een  * 
55  uitheemfche  regering ,  die  de  natie 

onderdrukt  3  een  quaad  gebruik  maakt 
55  van  't  vertrouwen  van  den  vorft,  en 
55  die  niets  anders  bedoelt  3  dan  de  ver- 
55  nieuwing  van  een  algemenen  oorlog. 
55  Alles  wat  myne  wapenen  vorderen  ? 
55  is  dat  de  koning  van  Spanjen  5  tegen 
55  dank  van  zyn  1  taatsdienaar,  zyn  ftem 
35  geve,  om  eenparig  door  geheel  Euro- 
55  pa  voor  wettig  koning  van  Spanien 
55  en  de  Indien  erkent  te  worden  3  en 
55  dat  hy  voor  altoos  op  zyn  troon  be- 
55  veftigt  werde.  Ik  wyt  aan  niemand  an- 
5,  ders  ,  dan  alleen  aan  den  Spaanfchen 
35  {taatsdienaar  5  vyand  van  de  ruft  van 
55  Europa,  de  weigering  des  katholyken 
55  konings  van  den  vrede ,  de  zamen- 
5,  zweringen,  in  Vrankryk  gebrouwen, 
5,  en  alle  die  gefchriften,  even  buitcn- 
„  fporig  in  derzelver  grondftellin- 
,5  gen  5  als  cerrovent  voor  myn  gezag  , 


Philïppüs  van  Orleans;  ff 

11  \  welk  men  in  den  perfoon  van  mya 
„  oom  5  den  hertog  van  Orleans  5  op 
55  wien  het  zelve  beruft  5  aantaft. 

55  De  gevoelens  van  onze  franfche  na- 
55  tie  over  deze  fchriften  zyn  genoeg 
5,  bekent  door  het  fchielyke  vonnis  van 
55  veroordeeling  5  dat  het  parlement  daar- 
5,  tegen  tütgefproken  heeft ,  houdende 
55  het  enkele  lezen  van  deze  oproerige 
55  gefchriften  ,  zo  vele  manifeften?  die 
55  Spanjen  my  zelf  verfchafc  om  myn 
3,  opvatting  der  wapenen  te  wettigen  y 
5,  voor  een  misdaad  van  gequetfte  ma- 
35  jefteit, 

55  De  koning  van  Spanjen  verwyt'er 
55  my  in  5  dat  ik  my  met  zyne  vyanden 
35  verenigt  heb.  Dit  zyn  vyanden  ?  die 
55  hy  heeft  aangetaft,  die  hem  den  vre- 
35  de  met  grote  voordelen  aanbieden  3 
35  en  die  beter  in  zyne  belangen  zyn  5 
55  dan  zyn  eigen  ftaatsdienaar  5  welke  3 
55  om  zyn  eige  ftaatzucht  te  voldoen  5 
35  hem  in  de  yllykhcden  van  een  oorlog 
35  wil  indompelen  5  daar  hy  de  gevaren 
33  maar  al  te  veel  van  beproeft  heeft. 
33  Myn  volk  weet  genoeg,  dat  de  ver- 
33  binteniffcn  5  die  ik  gemaakt  heb5  geen 
35  ander  oogmerk  hebben  9  dan  deszelfs 
35  veiligheid  en  geruftheid,  en  de  aau- 
55  flagen  van  Spanjen  doen  noch  daag- 
35  lyks  beter  zien  3  hoe  noodzaaklyk  de- 
33  zelve  waren.  D  $       ?;  ÖH- 


58     Het  Leven  van 

3,  Ondertuflchen  vereert  men  defce 
3,  ondernemingen  van  den  koning  van 
33  Spanjen  met  den  naam  van  yver  eu 
33  genegenheid  voor  zyn  vaderland,  en 
3,  men  wil  ze  voor  een  edelmoedig  voor- 
33  nemen  doen  pafleren  5  om  de  Franfche 
33  natie  van  de  verdrukking  te  redden  ; 
33  maar  deze  gevoelens  van  tederheid  3 
33  die  men  den  koning  van  Spanjen  toe- 
33  fchryft  3  komen  op  enkele  woorden 
33  uit,  ondertuflchen  dat  men  hoopt,  dat 
33  de  uitwerkingen  daarvan  gevaarlyker 
33  zullen  zyn ,  dan  openbare  vyandlyk- 
33  heden.  Én  waarlyk,  wat  kan  'er  gro- 
33  ter  vyandlykheid  uitkomen  tegen  eene 
33  natie,  dan  dat  men  daarliet  vuur  der 
33  burgeroorlogen  wil  aanftoken ,  de  on- 
33  derdanen  tegen  hun  vorft  opruien,  daar 

zoeken  de  ftenden,  zonder  dat  ze  za- 
3,  men  geroepen  zyn,  en  zonder  gezag,  te 
33  doen  vergaderen ,  eindelyk ,  indien  het 
33  mooglyk  was, de  getrouwheid  der  trou- 
3,  pen  aan  7t  wankelen  te  helpen,  met 
„  haar  de  beloning  van  haar  overloping 
33  aan  te  bieden,  en  zelf  met  de  koning- 
33  lyke  dankbaarheid  van  den  meeftcr, 
33  dien  zy  zouden  verraden,  te  vleien. 

,3  Men  doet  den  koning  van  Spanjen 
33  noch  meer  ondernemen.  Schoon  hy 
3,  ten  opzicht  van  de  franfche  kroon  een 
11  vremdeling  is  geworden  ,  door  zyn 

33  plech- 


Philippus  van  Orleans.  5$ 

„  plechtige  renunciatie  5  doet  men  hem 
33  in  myn  ryk  zich  een  ingebeeld  gezag 
33  aanmatigen ,  dat  alle  de  fondementen 
33  van  myn  gezag  zou  omverwerpen. 
33  Men  doet  hem  het  regentfchap  van 
33  den  hertog  van  Orleans  verwerpen , 
33  dat  door  de  rechten  van  't  bloed  zo 
33  vaftgegrondveft,  en  zo  eenparig  door 
,3  alle  de  ftenden  by  den  dood  van  den 
33  koning,  myn  overgrootvader,  erkent 
33  is,  dat  zelf  de  ambafTadeur  van  Span- 
33  jen  geen  ogenblik  beraad  nam  om  het 
„  te  ondertekenen  ,  zo  klaar  en  onwe- 
,3  derfpreeklyk  waren  de  rechten  van  den 
„  hertog  van  Orleans. 

,,  De  katholyke  koning  betwiftte  den 
,,  hertog  van  Orleans  dit  regentfchap 
33  niet  3  wanneer  deszelfs  ftaatsdienaar 
„  hem  aanbood,  van  alle  zyneregtenna 
3,  zyn  welgevallen  te  zullen  beveftigen , 
33  indien  hy  tegen  den  eed  der  tractaten, 
33  zich  by  den  koning  van  Spanjen  WÜ- 
33  de  voegen  5  om  den  oorlog  weer  aan 
33  te  vangen.  Zedert  wanneer  doet  men 
33  den  koning  van  Spanjen  weigeren  dit 
33  regentfchap  te  erkennen  ?  zedert  dat 
53  ik  3  op  raad  van  den  regent,  vafte  ver- 
33  binteniffen  en  noodzaaklyke  tracta- 
3,  ten  3  tegen  de  ftaatzuchtige  inzichten 
33  van  een  minifter  geftelt  heb5  die  ner- 
5,  gensna  haakt,  als  om  Europa  in  vuur 

„  en 


6ö     Het  Leven  va  ft 


^  en  vlam  teiien.  Een  regent  3  die  een  al 
3,  te  grote  beminnaar  van  den  vrede  is,  en 
33  een  al  te  waakzaam  oog  op  de  veilig- 
35  heid  van  myn  ryk  houd  5  verlieft  alle 
33  zyne  rechten  in  't  oordeel  van  een  vy- 
33  and  3  wiens  aanflagenhy  dwarsboomt, 
3,  en  men  beklad  hemonophoudelykmet 
3,  vuile  lafteringen  en  fcheld woorden,  tot 
33  hier  toe  onder  de  vorften  onbekent. 

3,  Het  laatfte  gefehrift,  dat  men  onlangs 
33  in  naam  van  den  koning  van  Spanjen 
33  verfpreid  heeft  5  ftrekt  niet  minder,  dan 
,3  om  myne  troupen  te  doen  oproerig 
3,  worden,  en  om  haare  wapenen  tegen 
33  haar  wettig  vorft  te  keren.  Kent  deko- 
„  ningvan Spanjen,dien  zyn  minifter  den 
3,  tytel  van  regent  van  Vrankryk  geeft, 
33  en  die  onder  dezen  naam  het  bevel 
3,  over  myne  troupen  wil  voeren  3  dan 
3,  de  getrouwheid  der  Franfchen  zo  wei- 
3,  nig.  Het  ongelyk ,  dat  hy  hun  aan- 
33  doet  j  zou  5 indien  het  moogelyk  was, 
33  hun  yvef  en  moed  verdubbelen.  Zy 
55  zullen  menen  dit  affront  niet  te  kun- 
55  nen  afwaffen  5  dan  door  groter  po- 
5,  gingen  aan  te  wenden,  en  door  fnel- 
35  Ier  progreiïen  te  doen.  En  de  tegen- 
,5  woordigheid  zelfvan  den  koning  van 
55  Spanjen  5  aan  het  hooft  van  zyn  legers , 
„  die  hem  in  alle  andere  gelegenheden 
,5  tot  roem  zou  ftrekken ,  zal  hun  als  ecu 

,5  haat* 


•    Philïppüs  van  Orleans.  6i 

„  haatlyke  aftroning  van  hun  plicht  toe- 
3,  fchynen,  die  hen  meer  zal  aanzetten  , 
33  om  zich  daar  wel  van  te  quyten. 

33  Ik  beveel  hen  dan  niets  anders,  dan 
33  het  geen  hun  liefde  en  hun  getrouw- 
33  heid  hun  voorfchry ven.  Laten  zy  dap-» 
33  per  voor  den  vrede  ftryden,  dat  is  dc 
33  enige  vrucht  die  ik  van  den  oorlog 
33  wacht.  Ik  fchaam  my  niet5  den  koning 
33  van  Spanjen  altyd  om  dezen  zo  nood- 
3,  zaaklyken  vrede  te  verzoeken  3  hy  kan 
33  met  een  enkel  woord  den  roem  en  het 
33  geluk  van  zyne  en  myne  onderdanen 
33  verzekeren.  Ik  hoop,  dat  de  Spaanfche 
33  natie 3  en  voor  al  die  adel,  zo  beroemt 
33  door  zyn  ongemene  dapperheid ,  en 
53  heldhaftige  getrouwheid  voor  zyne  ko- 
33  ningen5dien  met  my  zal  verzoeken  3  en 
,3  zig  by  deFranfchen  voegen5om  van  zyn 
33  koning  te  verwerven5dat  hy  zyne  natie 
33  en  zich  zeiven  van  een  uitheemfch  juk 
33  verloffe,  zo  nadelig  voor  zyn  roem  en 
33  zyne  belangen:  dus  moet  hy  zyne  gene- 
33  genheid  voor  de  Spanjaarden  en  Fran- 
33  fchen  tonen.  Zyne  vyanden  zyn  ge- 
33  reed5  om  hunne  wraakzuchtige  gedach- 
33  ten  aan  de  gemene  ruft  op  te  offeren  , 
33  en  om  met  hem  den  beftendigften  vre- 
33  de  te  bezweren,  zo  dra  hy  hun  daar- 
,3  voor  tot  borg  flelle ,  niet  het  woord 
33  van  een  ftaatsqienaar ,  die  de  publieke 

;?  trouw 


62       Het  Leven  van 

5,  trouw  en  de  plegtigfte  traétaten  voor 
3,  niets  acht ,  en  die  genoeg  heeft  te  ver- 
5,  ftaan  gegeven ,  dat  men  nooit  iets  an- 
3,  ders  van  hem ,  dan  een  geveinsden  vre- 
33  de  te  verwachten  heeft,  maarzyn  ko- 
33  ninglyk  woord,  en  de  trouw  van  ee- 
3,  ne  natie ,  die  ,  al  had  zy  geen  koning 
33  van  myn  bloed,  altyd  een  zonderlin- 
3,  ge  achting  van  my  zou  genieten 

Deze  oorlog  wierd  door  een  enkelen 
veldtogt  geëindigt.  De  onderhandelin- 
gen wierden  weer  hervat :  de  koning  van 
Spanjen  ,  door  de  rampen  gedwongen, 
die  alle  de  aanflagen  van  zyn  ftaats die- 
naar verydelt  hadden  ,  ondergong  de 
wet ,  die  men  voorgenomen  had  hem 
voortefchry ven ,  en  die  men  hem  voor- 
af voorfpelt  had  ;  om  zyn  eer  ten  delen 
te  redden ,  geliet  hy  zich ,  het  uit  ach- 
ting en  complaifantie  voor  de  Staten-ge- 
neraal  der  verenigde  Nederlanden  te 
doen.  En  inderdaad  hy  moeft  hun  dank- 
wyten  voor  alle  de  omzichtigheden ,  die 
zy  ontrent  hem  gebruikt  hadden  :  hoe 
zeer  men  hen  ook  van  wegens  de  drie 
contraherende  mogentheden  had  aan- 
geport  ,  hadden  zy  onder  verfcheide 
voorwentzels  vermyd,  om  zich  in  een 
oorlog  tegen  hem  in  te  laten ;  ja  fcelf  voor 
middelaars  gefpeelt ,  voor  dezen  vorft 
en  voor  zich  nieuwe  uititellen  verzoe- 
kende. 


Philippus  van  Orleans.  63 

kende.  Zyn  katholyke  majefteit  betuig- 
de hun  dank  daarover  in  de  beleeftfte 
bewoordingen. 

Dewyl  gy  my  vermaant  5  zeide  deze 
monarch  tegen  hen  5  om  m  dezen  tyd  de 
voorwaarden  van  vrede  aan  te  nemen  y 
die  in  dit  trattaat  van  alliantie  bejloten 
zyn  5  moet  ik  u  van  de  achting  en  de  er- 
kentenis  verzekeren  3  waarmee  ik  deze 
nieuwe  blyk  van  uwe  vrindfehap  en  goede 
mening  ontfang.  En  uwe  overtuigingen 
en  herbaalde  aanzoekingen  wenfehende  in 
te  willigen  5  heb  ik  bejloten  5  om  het  wezent- 
lyke  van  het  genoemde  traiïaat  aan  te  ne- 
men 5  met  enige  voorwaarden  en  aanhang- 
zelen  ,  waarvan  myn  ambaffadeur  de 
marquis  Beretti-Landi  order  heeft  u  re- 
kenjchap  te  geven  ,  op  dat  gy  ze  aan  de 
bondgemten  ,  die  in  dit  tratlaat  belang 
hebben  ,  moogt  mede  deelen.  Ik  heb  reden 
om  van  uwe  vriendfehap  te  hopen  5  dat  gy 
myne  voor/tellingen  gun/lig  zult  aanhoren^ 
en  Vr  de  oplettentheid  en  overwegingen 
aan  vergunnen  5  die  zy  verdienen  3  en  dat 
gy  voort  zult  gaan^  om  uwe  goede  bemidde- 
lingen aan  te  wenden  5  dat  zy  aangeno- 
men en  ingewilligt  worden. 

Ter  gelegenheid  van  het  fyn  overleg 
van  hun  hoogmogenden  5  om  het  teke- 
nen van  het  traktaat,  tuflehen  den  Kei- 
zer 3  Vrankryk  3  eji  Engeland  tegen 

Span* 


64      Het  Leven  van 

Spanjen  gemaakt ,  te  ontgaan  5  liet  de 
marquis  Beretti-Landi  een  medalje  liaan , 
die  heel  fchrander  uitgedacht  was.  Van 
de  eene  kant  vertoonde  zich  een  wagen  , 
daar  de  wapenkoningen  van  Ooftenryk  5 
Orleans ,  en  Engeland  op  zaten  5  alle  drie 
de  hand  aan  de  maagd  van  Holland  toe- 
reikende ,  die  op  eeri  leeuw  zat ,  en  in 
de  eene  hand  het  zinnebeeld  van  haar 
vryheid  hield,  en  in  de  andere  het  vier- 
de rad ,  't  welk  zy  ftantvaftig  bleef  wei- 
geren ,  by  de  drie  andere  aan  den  wa- 
gen te  voegen  :  met  dit  omfchjift :  fijlit 
aclhuc  3  quarta  deficiënte  rota  :  dat  is, 
hy  ftaat  noch  ftil ,  om  dat  'er  het  vierde 
rad  aan  manqueert.  Op  het  ruggeltuk 
ftonden  deze  woorden  :  Fcedus  quadru- 
plex  imperfectum  i  Republica  Batava  for- 
titer  prudenterque  cunftante ,  dat  is ,  de 
onvolmaakte  quadruple  alliantie  ,  door 
het  ftantvaftig  en  voorzichtig  dralen  van 
de  republiek  van  Holland. 

Egter  ftond  de  wagen  niet  heel  ftil: 
de  keizer  maakte  zich  meeftervan  geheel 
Sicilien  ;  de  Engelfchen  ontruftten  de 
kuften  van  Spanjen  zeer  ;  en  de  hertog 
van  Orleans  ging  met  zulk  een  ernft  te 
werk ,  dat  de  colonel  Stanhope  5  in  het 
franffche  leger  ooggetuige  van  deszeln; 
operatien  ,  daar  zeer  over  te  vrede  was. 
Dit  alles  ongeacht  #  hield  de  oorlog  op 


Philippüs  van  Orleans.  6; 


door  de  acceflie  van  Philippüs  den  vy£ 
den.  De  vrede  was  gemaklyk  tuflchen 
Spanjen  ,  Vrankryk  ,  en  Engeland  te 
maken ,  maar  met  den  keizer  had  het  wat 
meer  moeite  in ,  dewyl  deze  vorft  abfo- 
luit  den  titel  van  keizerlyke  en  katholy- 
ke  majefteit  wilde  behouden,  en  voort- 
gaan met  ridders  van  het  gulde  vlies  te 
maken.  Philippüs  de  vyfde  kon  niet  be- 
lluiten  om  hem  deze  twee  artykels  toe 
té  ftaan:  egter  quamen  zy,  na  enige  ja- 
ren conferentien  en  onderhandelingen 
gehouden  te  hebben,  overeen. 

Ter  zeiver  tyd  behaalde  de  univerfiteit  Men  ruit 
ook  een  zeer  beroemde  zege ,  waarover  verlitrit 
zy  des  te  groter  blydfchap  gevoelde, om  inftaat 
dat  die  noodzaaklyk  tot  nadeel  der  jezui-  °™tvt°or' 
ten  moeit  ftrekken.    De  menigte  van  onder- 
fcholieren  ,  die  het  collegie  van  de  laatft-  wyzcn* 
genoemde  paters  bezochten,  om  daar  de 
taal-  en  hiftoriekunde  te  leren  ,  had  al 
lang  den  reétor  en  zyn  fuppooften  veel 
hartzeer  verwekt ,  en  om  de  waarheid 
te  zeggen,  het  onderfcheid  was  verfchrik- 
lyk  groot  ,  en  kon  niet  anders  dan  veel 
fpyt  baren.  Zes  of  zeven  profeflbren, 
meeft  alle  te  jong  om  priefters  te  zyn , 
leiden  alleen  meer  werk  af,  dan  de  pro- 
feflbren der  univerfiteit  ,  aJle  meefters 
der  vrye  konften  ,  meeft  alle  gebaarde 
mannen  ,  en  die  in  dezelve  foort  van 

IL  DeeL  E  letter- 


66 


Het  Leyen  van 


letterkunde  waren  grys  geworden  ,  dat 
is  te  zeggen  ,  de  een  om  de  grammati- 
ca, de  ander  om  de  fyntaxis  of  de  poe- 
zy  te  onderwyzen:  bygevolg  moeft'er 
geen  geheim  in  deze  gewichtige  weten- 
fchappen  zyn  ,  dat  zy  niet  doorgrond 
hadden  :  in  plaats  dat  een  jong  jezuïet 
die  alle  ,  in  den  korten  tyd  van  vyf  ja- 
ren, onderwees. 

De  univerliteit  en  deszelfs  raad  wa- 
ren verfcheide  malen  vergadert  geweeit, 
om  dit  misbruik  te  verhelpen ,  en  om  de 
bron  van  de  onbillyke  voorkeur  te  ont- 
dekken ,  die  het  gemeen  aan  de  jezuiten 
gaf ,  boven  een  zo  oud  en  zo  aanzien- 
lyk  genoodfchap,als  de  univerfiteit  was, 
de  oudfte  dogter  van  de  koningen  van 
Vrankryk.  Na  vele  debatten  en  over- 
wegingen ,  daar  men  een  menigte  van 
fraaie  zaken  in  voorbragt ,  en  uitmun- 
tende middelen  voorftelcle ,  wierd 'er  met 
meerderheid  van  ltemmen  befloten,  niet 
tegenftaande  alle  tegenkanting  ,  dat  de 
loop  ,dien  de  jezuiten  hadden,  noch  van 
hun  talenten,  nochbequaamheid,  noch 
leerwyze  vandaan  quam,  noch  zelfvan 
hun  behendige  lift,  maaralleen,  omdat 
zy  voorniet  onderwezen.  Ter  zeiver  tyd 
wierd  'er  een  arreft  uitgegeven ,  waarby 
geordonneert  wierd ,  dat  de  univerfiteit 
m  tyd  en  wyle  zorg  zou  dragen  om  zich 


Philippus  van  Orleans.  67 

in  ftaat  te  ftellen  om  ook  voorniet  te  on- 
derwyzen. 

Zo  lang  Lodewyk  de  veertiende  leef- 
de ,  was  het  niet  mooglyk  iets  aan  te 
vangen,  dat  direct  of  indirect  tegen  het 
belang  der  jezuiten  ftreed ,  maar  zo  dra 
was  hy  niet  dood  ,  of  men  was  bedacht 
om  het  arreft  ter  uitvoering  te  ftellen, 
waartoe  het  tydgewricht  gunftig  was,  en 
met  behulp  van  verfcheide  follicitatien , 
die  men  wift  in  -t  werk  te  ftellen  ,  be- 
reikte men  zyn  oogmerk.  De  naam  van 
den  reótor  ,  onder  wien  deze  grote  ge- 
beurnis  voorviel  ,  moet  niet  uit  de  ge- 
heugenis  gewifcht  worden,  enwasCof- 
fin.  De  welfprekende  redenvoering ,  die 
hy  in  tegenwoordigheid  van  zyn  koning- 
lyke  hoogheid  hield ,  de  geeftige  wyze, 
waarop  hy  deze  gunft  ,  van  voorniet  te 
onderwyzen,  verzocht,  en  de  bondige 
redenen  waarmee  hy  zyn  verzoek  on- 
derfteunde  ,  konden  niet  milfen  om  het 
te  doen  Hagen. 

3,  Wy  vertonen  ons  voor  uwe  koning- 
lyke  hoogheid,  zeidehy,  niet  alleen 
„  met  de  gevoelens  van  eerbied,  diewy 
„  aan  uwe  doorluchtige  perfoon  ver- 
„  fchuldigt  zyn  ,  maar  met  al  het  ver- 
„  trouwen ,  dat  een  prins ,  uit  der  aart 
3,  genegen  ,  en  zelf  perfoneel  belang 
„  hebbende  om  kunften  en  wetenfehap- 
E  2  „  pen 


(58      Het  Leven  van 

55  pen  te  begunftigen  ,  wier  roem  on- 
55  affcheidelyk  van  de  zyneis,  moetin- 

5,  boezemen   \Vy  kunnen  zelf 

55  zeggen  5  myn  heer  3  dat  uw  door- 
55  dnngent  oordeel  byna  onze  wenfchen 
55  en  verzoeken  voorquam :  gy  fmeedde 
55  ter  dier  tyd  reeds  het  ontwerp  om 
55  voorniet  in  de  univerfiteit  te  doen  on- 
55  derwyzen  3  en  gy  begreept  door  uw 
55  fchrander  vernuft  al  het  gewicht  van 
5,  een  inftelling  5  die  nut  voor  het  ge- 
5,  meen  3  en  roemryk  voor  de  geleert- 
55  heid  en  uwe  doorluchtige  regering 
55  zou  zyn  cc. 

De  welfprekende  redenaar  voegde 
daarby  5  dat  hy  overtuigt  was  5  dat  zyn 
koninglyke  hoogheid  dit  groot  ontwerp 
niet  uit  het"  gezicht  verloren  had;  dathy 
niet  geloofde  dat  de  flechte  tyd  hun  de 
hoop  moeit  doen  verliezen  ,  om  een  gunft 
te  verwerven,  die  zy  gemaklyk  van  zyn 
rechtvaardigheid  zouden  verkrygen3  in- 
dien zy  niet  liever  gewild  hadden  die 
aan  zyn  goedheid  verfchuldigt  zyn. 

55  ^tls  meer  dan  negen  hondert  jaren 
55  geleden  ,  zeide  hy  verders  5  dat  de 
35  univerfiteit  gedicht  is,  en  zy  is  altyd 
3,  oplettender  geweeft  om  de  kerk  en 
5,  den  ftaat  te  dienen  5  dan  om  gnnften 
„  en  beloiiingen  v©or  zich  te  bedin* 

gen   Zy  zou  wenfchen  5  en  ik 

55  durf 


Philippus  yan  Okleans.  69 

3,  durf  zeggen  ,  dat  het  voor  den  ftaat 
3,  zelf  wenichlyk  was ,  dat  het  getal  ha- 
3,  rer  leerlingen  groter  was  5  en  da:  haar 
33  onmacht  om  collegien  om  godswil  te 
3,  geven,  aan  verfcheide  vaders  niet  tot 
33  een  dekmantel  5  ja  zelf  tot  een  ware 
33  reden  ftrekte  3  om  hunne  kinderen  tot 
33  veel  jonger  bronnen,  en  die  zekerlyk 
33  nooit  zo  zuiver  zullen  zyn  3  te  lei- 
3,  den 

Eindelyk  beiloot  hy  zyn  redevoering 
met  deze  beweeglyke  termen.  5,  De 
33  koningen  uwe  voorouders  hebben  ons 
33  uit  achting  menigvuldige  eerbewyzin- 
33  gen  betoont;  aan  hunne  mildadigheid 
3,  zyn  wy  deze  (jieraden  en  dit  purper 
33  verfchuldigt  5  waarin  wy  voor  u  ver- 
35  fchynen  :  maar  het  was  voor  u  be- 
55  fpaart,  daar  een  nieuwen  en  beftendi- 
55  ger  luifter  by  te  voegen  5  en  eniger- 
33  maten  de  twede  ftichter  van  de  uni- 
33  verfiteit  te  worden.  Maakt  5  myn 
55  heer  ?  dat  onze  wetenfchappen  mee 
35  recht  de  vrye  -kunften  mogen  genaamt 
3,  worden ;  bevryd  de  oudfte  dogter  on- 
3,  zer  koningen  van  alle  afhankelykheid, 
55  die  haar  tot  fchande  ftrekt  3  en  maakt 
35  ftaat  op  de  volkome  onderdanigheid 
33  en  altyddurende  erkentenis  van  een 
35  genoodfehap  3  dat  noch  minder  pro- 
yy  feüie  maakt  van  ftudien  en  weten- 
E  3  35  fchap- 


?o       Het  Leven  van 

3,  fchappen  ,  dan  van  dankbaarheid  cc. 

Deze  redevoering  wierd  den  eerften 
februari  1719  uitgefproken  ,  en  het  ar- 
reft,  7t  welk  zes  en  zeftig  duizent  livres  op 
de  pofteryen  en  bodenfchappen  toewees, 
om  die  onder  de  profeflbren  van  de  uni- 
verfiteit  te  verdelen  ,  wierd  den  zesden 
door  den  regent  getekent.  De  zegel- 
bewaarder zegelde  de  patenten  op  de  be- 
valligfte  en  verplichtentfte  wyze5  en  zond 
die  voorniet  aan  den  redor  toe.  Men 
wilde  zich  van  een  voorzichtige  voorzorg 
bedienen  ,  om  verzekert  te  zyn  van  het 
fiicces  van  de  gunft,  die  men  hier  quam 
te  bewyzen ,  maar  by  ongeluk  ftelde  zich 
zyn  koninglyke  hoogheid  daartegen  3 
naamlyk  5  men  zocht  een  wet  in  te  voe- 
ren ,  dat  alle  de  gene  ,  die  de  eerfte  be- 
ginselen hunner  ftudien  by  de  jezui- 
ten  gelegt  hadden  3  onbequaam  zouden 
gehouden  worden  ?  om  eenige  trappen 
van  promotie  in  de  univerfiteit  aan  te 
nemen. 

Deze  nieuwe  fchikking  was  alleen  na 
de  fmaak  van  de  profeflbren  3  die  geen 
loop  hadden  ;  die  gene  5  die  leerlingen 
genoeg  hadden  3  voornaamlyk  de  profef- 
foren  in  de  filozofie  •  waren  1er  ganfch 
niet  over  voldaan.  Zy  had  Itraks  de  ge- 
u'enfchte  uitwerking  :  de  arme  fcholie- 
res  3  vooral  die  gene  3  die  naar  den  geeft- 

lyken 


Philippus  van  Orleans.  71 

lyken  ftaat  haakten  ,  bevolkten  de  colle- 
gies  van  de  univerfiteit.  Maar  het  leed 
niet  lang,  of  de  gene  ,  die  niets  gaven , 
wierden  alzozeer  met  den  nek  aange- 
zien ,  als  de  quade  of  karige  betaalders 
voorheen,  toen  het  onderwyzen  voor- 
niet noch  niet  ingevoert  was  :  men  merk- 
te dit ,  of  ten  minften  men  meende  het' 
te  merken  ,  en  men  keerde  van  langza- 
merhand vanwaar  men  gekomen  was; 
en  zedert  dat  het  geen  recommandatie 
geeft ,  om  wel  tot  een  aartsbisdom  ont- 
fangen  te  worden,  op  de  univerfiteit  ge- 
ftudeert  te  hebben,  is  het  daar  byna  zo 
doods  als  voorheen.  Zo  waar  is  het, 
dat  het  zeer  zwaar  valt  vooroordelen  uit 
te  roeien ,  die  men  een  langen  reeks  van 
jaren  heeft  laten  inwortelen. 

Een  zaak  van  een  heel  andere  natuur ,  z  .k™ 
en  zo  men  wil  niet  zo  gewichtig  in  zich  van  de- 
zelve ,  maar  die  zyn  koninglyke  hoog-  ^gnc' 
heid  meer  raakte,  trok  ook  de  oplettent- 
heid van  dezen  vorft  naar  zich.  De 
cardinaal  Alberoni ,  gelyk  ik  reeds  ge- 
zegt  heb  ,  had  eenige  heimelyke  aanfla- 
gen  in  Bretagne  gefmeed :  ondertufTchen 
dat  byna  alle  de  troupen  naar  de  kant  van 
Navarre  waren  getrokken  ,  of  op  de  kui- 
ten van  Vlaanderen  en  liet  Boulonnee- 
fche ,  gereed  om  tot  hulp  van  Engeland 
over  te  jteken ,  zou  een  deel  van  de  gc- 
E  4  noemde 


72      Het  Leven  tan 

noemde  provintie  in  opftand  komen  5  cn 
in  haar  ondernemingen  door  de  mis- 
noegden van  Poitou  onderfteunt  wor- 
den. De  hertog  van  Orleans,  diealtyd 
een  wakent  oog  hield  ,  en  wel  gedient 
was  5  kreeg 'er  eenige  vermoedens  van , 
die  haaft  van  bewyzen  gevolgt  wierden. 
Zo  dra  hy  hiervan  voorzien  was,  recht- 
te hy  te  Nantes  een  ftrenge  crimineele 
vierlchaar  op ,  eer  om  fchrik  in  de  gemoe- 
deren te  jagen  5  dan  om  woede  te  oeffe- 
nen  ,  wraarvan  de  heer  de  Caftanieres, 
marquis  van  Chateauneuf ,  eertyds  am- 
baffadeur  in  Turkyen  en  in  Holland,  een 
man  ,  wiens  eerlykheid  zyn  doordrin- 
gent  oordeel  evennaarde  ,  tot  prefident 
aangeftelt  wierd  :  de  Vatan  kreeg  de 
fundie  van  procureur  generaal ,  een  heer, 
ten  hoogften  27  of  28  jaren  oud ;  moog- 
lyk  dat  de  Abt  van  S.  Albin  ,  met  wien 
hy  in  't  collegie  van  la  Flêche  opgevoed 
was  ,  hem  toegang  tot  het  koninglyk 
paleis  had  gegeven  ;  en  daar  wierden  vyf 
tien  of  twintig  duizent  man  naar  Bre- 
tagne  gezonden ,  om  de  vonniffen  van 
deze  vierfchaar  te  onderfteunen. 

De  zittingen  wierden  door  een  zin- 
ryke  redevoering  van  den  procureur- 
generaal  geopent.  Te  vergeefs,  zeide 
hy  5  trachtte  de  doorluchtige  en  ver/tan- 
ige vertrouweling  van  de  koninglyke 

macht 


Philippus  van  Orleans.  73 

macht  zyn  regentfchap  door  zachtmoe- 
digheid en  goedheid  te  doen  uitblin- 
ken ,  de  eerfte  zaden  van  onluften  door 
oogluiking  en  medelyden  te  verflikken, 
door  een  overvloedige  uitftorting  van 
gunften  de  weerfpannige  onderdanen  op 
zyn  zyde  te  winnen ,  men  vond  in  de- 
ze provintie  onruftige  geeften  ,  hakers 
naar  nieuwigheden  5  en  die  weinig  gezet 
waren  om  met  de  overige  leden  van  de- 
zen groten  ftaat  deel  te  hebben  aan  het 
vreedzame  geluk  ,  dat  de  verlichte  z  r- 
gen  en  onvermoeide  arbeid  van  den  prins 
regent  ons  hoe  langs  hoe  meer  verfchaf- 
fen:  een  bekent  voorbeeld  van  alle  tyden 
en  van  alle  natiën  5  en  't  geen  wy  met 
eeninnerlyk  hartzeer  alle  dagen  zien  ver- 
nieuwen ,  dat  weldaden  geen  vat  hebben 
dan  op  edelmoedige  harten  5  en  op  waar- 
lyk  deugdzame  zielen  3  en  dat  zy  in  te- 
gendeel by  de  reukeloosheid  van  qualyk- 
gezinde  menfchen  de  hatelyke  karakters 
van  ondankbaarheid  en  gruweldaden  voe- 
gen  de  laltbrieven  ,  die  ik  aanhaal , 

zullen  een  altyddurend  gedenkteken  ver- 
ftrekkenvan  de  wysheidengematigtheid 
van  den  heer  regent ,  die  altyd  langzaam 
in  't  ftraffen  ?  zelf  wanneer  alles  om 
wraak  fchynt  te  fchreeuwen  5  niet  houd 
van  die  luidruchtige  kaitydingen ,  werk- 
tuigen van  een  volftrekt  gezag  3  en  waar- 
E  J  van 


74     Het  Leyen  van 

van  de  gevolgen  niet  anders  dan  droevig 
kunnen  zyn  voor  de  onfchuld  zelve:  hy 
wil  dat  de  overtuiging  van  de  misdaad 
voor  de  ftraf  gaa  ,  die  hy  'er  van  nemen 
moet:  enige  misdadigers  aan  de  ftreng- 
heid  van  een  noodlot  overlatende,  dat 
zy  maar  al  te  wel  verdient  hebben,  zoekt 
hy  de  wortel  af  te  fnyden  aan  de  ram- 
pen ,  wier  befmetting  een  heel  volk  zou 
kunnen  bederven  ;  met  een  woord  , 
zoo  7er  voorbeelden  nodig  zyn  ,  eifcht 
hy  'er  geene  dan  billyke  en  voordelige. 

Deze  beftudeerde  redevoering ,  waar- 
dig om  uit  den  mond  van  een  lid  van 
de  academie  voort  te  komen  ,  wierd 
van  een  onderzoek  gevolgt ,  dat  de 
hele  provincie  in  rep  en  roer  ftel- 
de.  Daar  wierden  verfcheide  perfo- 
nen  gearrefteert ,  en  de  gevangen-hui- 
zen van  Nantes  raakten  vol  ,  en  deze 
troublen  eindigden  met  de  dood  van  vyf 
edellieden,  die  onthooft  wierden.  De 
marquis  van  Pontcalec  ftierf  als  een 
vrouw  ,  doende  niet  als  huilen  en  ker- 
men, en  vruchteloos  op  pardon  hopen- 
de ,  om  dat  hy  den  helen  bondel  ont- 
dekt had ,  maar  de  enige  gunft  die  hem 
verleent  wierd,  was,  dat  hy  het  eerft 
geëxecuteert  wierd.  Een  van  de  fchul- 
cjigften,  Chemendi  genaamt ,  drofl:  van 
Faouüt,  wierd  door  voorbede  der  jezui- 

ten. 


Philippus  van  Orleans.  ?f 

ten,  onder  wiehy  een  broeder  had,  van 
de  galg  gered.  Alle  de  anderen  mede- 
plichtigen wierd  een  amneftie  vergunt; 
de  goederen  der  geëxecuteerden  wier- 
den aan  hun  vrouwen  en  kinderen  weer- 
omgegeven  ,  en  men  kan  zeggen  ,  dat 
deze  oeffening  van  geftrengheid  met 
veel  billikheid  en  bezadigtheid  verzelt 
gong.  De  commiffie  wierd  van  Nan- 
tes  na  't  arfenal  van  Parys  overgebragt, 
daar  zy  noch  enigen  tyd  in  wezen  bleef : 
en  de  commiffariflen  hadden  reden  om 
over  de  beloningen,  die  men  hun  gaf, 
te  vrede  te  zyn  :  de  heer  Chateauneuf 
kreeg  een  gefchenk  van  hondert  duizent 
ryksdaalders ,  en  alle  de  anderen  vererin- 
gen naar  proportie. 

Maar  laat  ons  weer  tot  de  bank  kee- 
ren;  zy  was  nooit  naar  den  fmaak  van 
den  zegelbewaarder  d'Argenfon  ge- 
weeft  ;  't  zy  uit  y ver  voor  het  gemene 
welzyn ,  't  zy  uit  nyd  of  jaloezy  tegen 
Law,  wiens  gunft  de  zyne  verminder- 
de ,  hy  had  zich  altyd  tegen  deszelfs 
ontwerpen  aangekant ;  maar  een  ding  is 
zeker,  dat  deze  magiftraatsperfoon ,  niet 
tegenitaande  de  doorluchtige  voorbeel- 
den, door  de  prinflen  van  den  bloede 
hieromtrent  gegeven  ,  geen  winft  met 
de  actiën  wilde  doen  ,  en  dat  hy  zyn 
twee  zoons,  op  ftraf  van  zyn  ongena- 


76      Het  Leven  van 

de,  verbood,  zich  in  dezen  handel  tc 
mengen.  Maar  alle  zyne  tegenkantin- 
gen waren  vruchteloos:  Laws  fortuin 
groeide  aan ,  naar  mate  van  het  fucces 
zyner  bank ,  en  zyner  gewaande  handel- 
compagnien  :  en  de  zegelbewaarder  had 
in  't  begin  van  1720  het  hartzeer,  van 
dezen  vremdeling  met  het  ampt  van  con- 
trolleur-generaal  der  finantien  bekleed 
te  zien ,  dat  hy  zelf  zedert  omtrent  twee 
jaren  oeffende.  Om  aan  hem  dit  verlies 
te  vergoeden,  rechtte  men  een  nieuwe 
bediening  ten  zynen  behoeve  op,  on- 
der den  glimpryken  titel ,  van  generaal 
opziender  over  de  politike  regering  van 
't  ryk :  zyn  oudfte  zoon  ,  noch  geen 
vierentwintig  jaren  oud  ,  wierd  raads* 
heer  van  ftaat,  en  intendant  van  Valen- 
ciennes;  de  jongfte,  die  twee  jaren  van 
den  anderen  verlcheelde ,  kreeg  het  ge- 
wichtige ampt  van  politiek-ftedehouder. 

De  verheffing  van  Law ,  en  de  nieu- 
we voorrechten,  die  hy  voor  zyn  bank 
verkreeg,  ftelden  hem  meer  dan  ooit  in 
ftaat,  om  alles  aan  te  taften.  Men  ver* 
meerderde  de  aótien  door  twee  plaka- 
ten,  die  binnen  de  vierentwintig  uren 
op  elkander  volgden ,  en  men  maakte 
'er  voor hondert  millioenen.  De  bank, 
of  de  compagnie  der  Indien,  om  zich 
van  alles  meefter  te  maken,  nam  op  zich 

alle 


Philippus  van  Orleans.  77 

alle  de  fchulden  te  betalen  ;  fcy  leende 
den  koning  vyftien  hondert  millioenen ; 
nam  de  fchulden  der  geeftlykheid  op 
zich,  aan  wie  het,  tegen  allewelvoeg- 
lykheid  aan,  vryflond,  de  betalingen, 
die  men  haar  gedaan  had,  in  aótien  te 
verkeeren.  De  ongelooflyke  fortuinen , 
die  'er  noch  gedurig  gemaakt  wiedden , 
deden  de  publieke  razerny  zo  hoog  in 
top  ftygen,  dat  de  nakomelingen  moei- 
te zullen  hebben  om  het  te  geloven. 
Men  hielt  die  door  de  geruchten  van 
talryke  vloten  gaande ,  en  van  proefne- 
mingen, van  de  mynen  van  Miffiflipi 
gedaan  ,  die  men  uitftrooide  dat  veel 
meer  uitleverden  dan  alle  die  van  Peru , 
van  Mexico,  en  van  Potofijde  rykdom- 
men  zelf  van  Law ,  die  niet  ophield 
overal  goederen  aan  te  kopen  ,  wier- 
den een  bewys  van  de  deugdelykheid 
van  zyn  ontwerp ,  en  een  beweegreden 
van  vertrouwentheid:  eveneens  was  het 
gelegen  met  de  ryke  mildadigheden  van 
zyn  koninglyke  hoogheid ,  die  een  mil- 
lioen  aan  het  Hotel-Dien,  een  millioen 
aan  het  generale  gafthuis ,  en  een  gelyke 
zomme  aan  het  huis  der  vondelingen 
gaf:  vyftienmaal  hondert  duizent  livres 
befteedde  hy  om  de  fchulden  van  ver- 
fcheide  gevangenen  te  betalen;  de  mar- 
quis  de  Nocé,  de  graaf  van  la  Mothe, 


Het  Leven  VAtf 


de  graaf  van  Roie,  kregen  ieder  een  ge- 
fchenk  van  hondertduizent  livres  in  ac- 
tiën ,  die  van  hondert  en  zes  en  twin- 
tig, waarop  zy  toen  waren,  in  minder 
dan  twee  maanden  tot  twee  duizent 
<ftegen. 

Het  aankopen  van  Law  doet  my  ge- 
denken aan  een  redelyk  fingulier  geval, 
dat  hem  gebeurde.  De  heer  de  No- 
vion  ,  prefident  a  mortier ,  was  met 
fchulden  beladen ,  gelyk  dit  de  grote 
heren  byna  eigen  is;  om  zich  van  de 
gelegenheid  van  die  te  betalen  te  be- 
dienen, verkoft  hy  aan  Law  een  zyner 
landgoederen ,  en  bedong ,  in  fpy  t  van 
de  plakaten  ,  dat  de  betaling  in  goud 
fcou  gefchieden.  De  fom  bedroeg  acht 
of  negenmaal  hondert  duizent  livres  , 
maar  de  oudfte  zoon  van  dezen  prefi- 
dent bediende  zich  van  7t  recht  van 
naafting ,  en  betaalde  den  koper  weer  in 
briefjes. 

Menig-      Vooral  was  het  in  deze  rampzalige 
vuidfge   tyden  ,  waarvan  ik  fpreek ,  dat  volgens 
ten  be-"  het  zeggen,  van  den  opfteller  des  levens 
hoeve     van  Pomponius*fe  ivoorden  door  een  ganjcb 
ontw«p.  nieuwe  toverkunfl  zich  bye/kander  ver- 
zamelden  ,  en  verjeheide  plakaten  uit- 
maakten ,  die  niemand  verflond,  en  dat 
de  lucht  met  zinneloze  denkbeelden  en  herj- 
Jenfchimmen  vervult  uïerd. 

Om 


PhILIPPUS  TAN  OüLEANS.  79 

Om  den  zin  van  deze  verbloemde  uit- 
drukkingen te- bewaarheden,  zal  het  ge- 
noeg zyn  den  korten  inhoud  van  enige 
dezer  ediften  aan  te  halen.  Den  18 
februari  1720  quam  'er  een  ediól  uit  , 
aan  alle  zilverfmeden  verbiedende  het 
maken  of  verkopen  van  enige  arbeid 
van  goud  ,  dat  meer  dan  een  on^e  woog , 
uitgenomen  de  krtüfTen  der  biflchoppen , 
abten,  abdi!Ten,  en  ridders  van  des  ko- 
nings  ordres;  als  ook  het  fabriceren  of 
verkopen  van  arbeid  daar  zilver  aan  te 
pas  quam  ,  uitgenomen  kerk<jieraden  , 
gelyk  ook  van  zilver  tafel-fervies ,  zon- 
der uitdruklyke  fchriftelyke  order  daar 
toe  te  hebben ,  op  voorwaarde  daaren- 
boven, dat  deze  verfcheide  ftukken  van 
tafelfervies  het  gewicht  niet  zouden  te 
boven  gaan,  't  geen  men  raadzaam  oor- 
delen zou  daaraan  voor  te  fchry  ven  ,  al- 
les op  poene  van  confifcatie  van  ?t  ge- 
maakte goed ,  en  op  een  boete  van  drie- 
duizent  livres. 

Den  zf  daaraan  volgenden  gaf  een 
ander  ediól  koers  aan  alle  de  goude  en 
zilvere  munt  foorten ,  en  vernietigde  de 
vyf  per  cent,  die  de  bank  inhielt,  wan- 
neer zy  briefjes  voor  geld  leverde.  De 
louizen  van  't  jaar  1718  wierden  op  36 
livres  geftelt,  die  van  1709  en  171J  op 
dertig  livres,  de  andere  >  zoo  wel  als  de 

Spaan- 


8o      Het  Leven  van" 


Spaanfche  piftolen,  op  24  livres  12  fliri- 
vers;  de  ryksdaalders  van  de  laatite  munt 
waren  zes  livres  waard,  andere  zeven, 
andere  zes  livres,  dertien  ituivers ,  vier 
penningen  ;  het  mark  goud  wierd  op 
negenhondert  livres,  en  het  mark  zilver 
op  zelüg  bepaal:. 

Den  vyfden  maart  verklaarde  de  ko- 
ning ,  dat  om  een  vafte  evenredigheid 
teitellen  tuilchen  de  actiën  van  de  Indi- 
fche  compagnie,  en  de  bankbriefjes,  en 
de  circulatie  van  het  gemunt  geld  te  ver- 
meerderen ,  hy  lalt  gaf,  dat  de  treforier 
van  de  bank  op  den  vervaltyd  de  fom- 
men  ,  die  men  daaraan  fchuldig  was , 
zou  invorderen;  dat  de  actiën  van  de 
Indifche  compagnie  negen  duizent  livres 
zouden  waardig  zyn;  dat  de  intekeningen 
en  premien  in  actiën  zouden  verkeert 
worden;  dat  men  de  bankbriefjes  in  ac- 
tiën zou  veranderen  ,  en  de  a&ien  in 
bankbriefjes;  dat  tot  nader  order  de  loui- 
zen  ,  in  \  jaar  1718  geflagen ,  48  livres 
zouden  gelden ,  die  van  november  1716, 
60 ,  die  van  mei  1700  en  van  december 
171 J,  40  livres;  daar  waren  ryksdaal- 
ders van  acht  livres,  andere  van  tien, 
andere  van  acht  livres  ,  dertien  Ituivers, 
en  enige  penningen ;  dat  het  mark  goud 
op  twaalf  hondert  livres,  en  het  mark 
zilver  op  tachtig  zou  bepaalt  zyn:  dat 


Philippus  van  Orleans.  8r 


koning  de  betalingen,  die  hy  deed  om 
zyn  lchulden  af  te  loflen ,  zou  conti- 
nueren ,  met  ordonnantiën  op  den  kaf- 
fier  van  de  compagnie  te  verlenen ,  die 
ze  in  bankbriefjes  zou  betalen ;  dat  deze 
compagnie  op  haar  fonds  een  capitaal 
van  yoo  millioenen  zou  opnemen,  en 
daarvoor  tien  millioenen  aan  renten  of 
intereften  betalen;  dat  deze  renten  on- 
roerbaar  zouden  zyn ,  arreften  en  oppo- 
fitien  onderhevig,  of  wel  roerbaar,  ter 
keure  en  na  het  welbehagen  van  de  ren- 
teniers. 

Den  elfden  van  de  zelve  maand  ver- 
minderde eene  andere  declaratie ,  (om , 
gelyk  de  inleiding  zeide ,  den  prys  der 
eetwaren  te  verminderen ,  het  gemeen 
crediet  te  onderfteunen ,  de  handeling 
van  ^t  geld  te  bevorderen  ,  den  koop- 
handel te  doen  toenemen ,  en  de  manu- 
facturen te  begunftigen)  den  prys  van 
't  geld  5  fchafte  het  gebruik  van  't  goud 
af,  en  ordonneerde  den  invoer  van  nieu- 
we geldfpecien  ,die  gemaklyker  voor  den 
koophandel  zouden  zyn.    In  gevolge 
van  dien  verbood  zy  volftrekt  enige 
goude  munt  te  bewaren,  en  van  de  zil- 
vere  anders  dan  de  zesde  en  twaalfde 
delen  van  de  ryksdaalders  3  en  daaren- 
boven de  zilvere  livres.    Verbiedende , 
dit  zvn  de  woorden  van  de  declara- 
JL  Deel  F  tie, 


Het  Leven  tan 


tie ,  aan  de  bedienden  van  onze  munt  ? 
cn  andere  daar  van  afhangende ,  te  dul- 
den ,  dat  "er  ooit  in  bet  toekomende  in  on- 
ze munten  ,  of  andere  plaatzen  van  ons 
ryk  ,  enige  goude  fpecien  gcjlagen  wor- 
den, van  wat  gehalt  die  ook  mogen  zyn, 
op  poene  van  hunne  ampten  te  verliezen  ; 
verbiedende  van  V  gekken  ,  en  op  de  zel- 
ve flraj\  te  dulden ,  dat  "er  ryksdaalders 
fff  andere  zilvere  geld/pecien  ge/lagen 
worden  ,  zwaarder  dan  van  dertig  op 
het  mark. 

Den  zeftienden  derzelver  maand  kon- 
digde men  een  arreft  af,  tot  het  mun- 
ten van  nieuwe  zilvere  ryksdaalders,  die 
in  \  begin  koers  zouden  hebben  in  den 
koophandel  voor  60  Stuivers,  en  nader- 
hand vyf  ftuivers  per  maand  verminde- 
ren ,  tot  datze  op  twintig  ftuivers  ge- 
bragt  waren. 

Een  ander  arreft  ordonneerde,  dat'er 
voor  vierhondert  achtendertig  millioe- 
nen  bank-briefjes  zouden  gemaakt  wor- 
den, vanduizent,  hondert,  en  tien  li- 
vres  ,  dat  'er  in  de  bank  geen  briefjes 
meer  zouden  gelevert  worden,  voor  de  . 
nieuwe  geldfoorten,  die  gangbaar  wa- 
r^n  ,  maar  alleen  voor  de  oude  afge- 
zette. 

Dezcgd.  Hoe  grote  veranderingen  'er  t'elkens 
be^vrar-  jn        p]aka^n  mogten  gemaakt  wor- 

-  den, 


Philippus  van  Orleans.  83 


den  ,  hadden  zy  evenwel  een  en  het  der- 
zelve  oogmerk.    De  zegelbewaarder  , 
om  de  zoo  even  van  my  aangehaalde  ontwerp 
redenen  ,  meende  alles  te  moeten  wa-  £^'7 
gen  5  om  den  voortgang  van  een  vrem-  en  be- ' 
deling  te  fluiten,  die  maar  enige  paffen  ™^zyn 
meêr  te  doen  had,  om  de  natie  in  een  merk. 
verwarring  te  ftorten  ,  daar  niets  haar 
weer  uit  konde  redden.    Zyn  crediet 
was  al  te  zwak,  om  alleen  in  dit  grote 
voornemen  te  flagen,  daarom  voegde 
hy  zich  by  den  heer  le  Blanc ,  fecretaris 
van  ftaat  omtrent  de  oorlogszaken,  en 
by  den  abt  du  Bois,  onlangs  aartsbifc 
fchop  van Camerik geworden.  Deze  drie, 
zonder  te  laten  merken  dat  zy  het  onder 
elkander  eens  waren,  leiden  toe  om  in 
het  gemoed  van  den  hertog  regent  arg- 
waan te  verwekken  tegen  den  control- 
leur  generaal,  waartoe  zyn  gedrag  hun 
ftof  genoeg  verfchafte.    Men  vertoonde 
zyne  buitenfporige  rykdommen ,  en 
maakte  een  lyfl  van  alle  de  landeryen, 
die  hy  gekoft  had ,  tot  in  den  uiterften 
hoek  van  Auvergne  toe;  men  hielt  aan 
op  de  profyten,  die  hy  de  vremdelin- 
gen  had  doen  genieten  ,  op  de  aólien , 
die  hy  op  de  bank  van  Engeland  gekoft 
had ,  daar  men  zeide  dat  hy  voor  achttien 
maal  hondert  duizent  pond  fterlings  in 
had;  men  deed  aanmerken,  dat  het  ten 
F  2  hoog- 


84      Het  Leven  van 

hoogften  waarfchynlyk  was  ,  dat  hy 
grote  fommen  aan  goud  en  zilver  naar 
Engeland  en  elders  overgemaakt  had, 
dat  het  ten  minften,  nademaal  hy  meet 
ter  van  de  pachten,  het  geld  en  de  bank- 
kantoren was ,  in  zyn  macht  was  het  te 
doen ;  dat  een  man  van  zyn  caraóter  , 
zonder  naam  ,  en  zonder  familie  5  de  par- 
ty kon  kiezen  van  zich  uit  Vrankryk 
weg  te  pakken;  dat  het  groot  getal  land- 
goederen, die  hy  aangekoft  had,  een 
zeer  onzeker  pand  was,  en  miffchien 
een  ftrik ,  dien  hy  aan  het  billyk  mistrou- 
wen gefpannen  had ,  en  dat  hy  ryk  ge- 
noeg was  om  eenige  millioenen,  tot 
verzekering  van  een  groter  getal ,  op  te 
ofte  ren. 

Deze  redenen  maakten  indruk  op  den 
hertog  van  Orleans  ,  en  haalden  hem 
zo  ver  over,  dat  hy  op  een  tyd  tegen 
den  zegel-bewaarder,  die  hartiger  dan 
de  twee  anderen  fprak,  zeide,  dat  hy 
Law  kon  in  arreft  nemen  :  de  heer 
d'Argenfon,  die  de  buitenfporige  drift 
van  dezen  vorft  voor  het  ontwerp  van 
Law  kende,  vreefde  dat  hy  naderhand 
van  zyn  zeggen  berouw  mogt  hebben, 
derhalven  verzocht  hy  om  fchriftelyke 
order  daartoe,  't  geen  hem  plat  afge- 
ilagen  wierd.  De^d  de  zegelbewaarder 
wel  of  qualyk,  dat  hy  zich  niet  van  't 

ge- 


Philippus  van  Orleans.  8y 

gegeven  verlof  bediende?  wie  zal  't  zeg- 
gen ,  de  uitkomft  kon  het  alleen  leren ; 
maar  't  is  zeker,  dat  een  formeele,  of 
zelf  ftilzwygende  ontkenning,  hem  vol- 
komen geruineert  zou  hebben. 

Dit  middel  gemift  zynde,  was  men 
op  een  ander  bedagt,  naamlyk  om  het 
gemeen  de  ogen  te  openen  omtrent  de 
brosheid  der  effecten ,.  die  men  hun,  in 
plaats  van 't goud  en  zilver,  dat  men  hun 
ontnam,  inde  hand  ftopte.  Niets  was 
op  het  oog  moeilyker,  dewyl  de  drift 
daarvoor  ongemeen  groot  was  ;  daar- 
en  boven  ftak  'er  een  wezenlyk  gevaar 
in ,  dat  het  vertrouwen  op  het  papier , 
't  geen  men  verliezen  zou,  het  berouw 
van  zyn  geld  verloren  te  hebben  in  ra- 
zemy  en  wanhoop  mogt  verkeeren.  Men 
bereikte  evenwel  zyn  oogmerk,  en  't 
verwonderlykfte  daarin  was ,  dat  de  ze- 
gelbewaarder, altyd  in  heimlyk  verftand 
met  den  fecretaris  van  oorlog,  en  met  den 
aartsbiffchop  van  Camerik,  met  Law  zelf 
het  plakaat  beraamde,  dat  den  doodfteek 
aan  zyn  fortuin  en  zyn  ontwerp  moeft 
geven.  Dit  beroemde  plakaat  ,  waar 
aan  alle  de  gene,  die  noch  niet  volko- 
men in  den  grond  waren,  het  overfchot 
van  hun  fortuin  verfchuldigt  waren  , 
wierd  den  eenentwintigften  mei  afge- 
kondigt.  De  inleiding  daar  van  zal 
F  3  beter, 


86      Het  Le  yenvan 

beter ,  dan  al  wat  ik  zou  kunnen  zeg- 
gen 3  doen  begrypen  ,  met  wat  behen- 
digheid deze  zaak  beftuurt  wierd  : 

35  De  koning  in  zyn  raad  den  ftaat 
3,  hebbende  doen  onderzoeken,  waar  in 
33  het  rykvoordeoprechtingvandebank 
33  was  3  om  dien  met  den  tegenwoor- 
3,  digen  ftaat  te  vergelyken,  had  bevon- 
33  den  3  dat  de  hoge  prys  van  't  geld 
33  meer  nadeel  aan  het  jyk  toegebragt 
33  had,  dan  alle  de  koften,  die  de  over- 
33  lede  koning  gedurende  de  verfcheide 
3  3  oorlogen  had  moeten  doen,  dewyl  de 
33  gierigheid  der  woekeraars  zo  hoog  in 
5,  top  geftegen  was ,  dat  zy  meer  inte- 
33  reften  voor  een  maand  eifchten ,  dan  de 
33  wetten  voor  een  heel  jaar  toeftonden  3 
33  7t  welk  betryk  zelf  zodanig  verzwakt 
,3  had  3  dat  de  inkomften  van  zyn  majef- 
33  teit  niet  betaalt  wierden,  dan  met  zich 
3,  altyd  noch  dieper  in  fchulden  te  fteken ; 
3,  de  prys  der  eetwaaren  naauwlyks  de 
3,  onkoiten  van  de  bebouwing  van  't; 
„  land  en  de  belaftingen  kunnende  goed 
„  maken  ,  trokken  'er  de  eigenaars  niets 
„  van:  deze  algemene  elende  had  een  deel 
„  van  den  adel  genoodzaakt ,  om  zyn 
„  hnderyen  voor  een  fchandelyken  prys 
„  te  verkopen  ,  om  zich  in  den  dienlt 
„  van  zyn  majefteit  te  kunnen  handha- 
33  ven  3  en  de  goederen  van  het  ander 

,3  deel 


Philippus  van  Orleans.  87 

„  deel  van  den  adel  wierd  aangeflagen;  de 
„  genade  van  den  koning  was  hun  enige 
,3  toevlucht,  enzyn  majefteit  was  buiten 
33  ftaatgefteltomdiete  bewyzea,  en  zelf 
33  om  de  foldyen  der  officieren  5  en  de 
33  wedden,  die  tot  beloning  der  dienden 
33  vergunt  waren,  te  betalen.  De  fabrie- 
33  ken,  de  fcheepvaart,  en  de  negotien 
33  ftonden  by  na  ftil  3  de  koopman  was  ge- 
„  noodzaakt  bankroet  te  fpeelen3  en  de 
35  handwerksman  gedwongen  zyn  vader- 
33  land  te  verlaten  3  om  werk  by  de  vrem- 
33  delingen  te  zoeken.  Dit  was  de  ftaat5 
33  waar  inde  koning,  de  adel,  dekoopltu- 
3,  den,  en  het  gemeen  gebragt  waren, on- 
„  dertuffchen  dat  de  woekeraar  alleen  vol 
„  op  van  alles  had;  en  hetrykzou  in  een 
33  algemeene  verwarring  hebben  kunnen 
3,  vervallen  5  indien  zyn  majefteit  geen 
33  fchielyk  hulpmiddel  voor  alle  deze  ram- 
33  pen  verfchaft  had.  Door  de  oprech- 
3,  ting  van  de  bank  en  de  Indifche  com- 
,3  pagnie  heeft  de  koning  zyn  zaken  in 
33  order  herltelt ,  de  adel  heeft  in  de  ver- 
„  hoging  van  de  waardy  zyner  landen 
„  middel  gevonden  om  zyn  fchulden  af 
„  te  doen ;  de  koophandel  en  fcheep- 
„  vaart  zyn  herltelt,  de  landen  bebouwt, 
3,  en  de  handwerks-man  heeft  arbeid. 
„  Maar  niet  tegenftaande  de  taftelyke 
voordelen  ,  door  deze  oprechtingen 
F  4  B  ver- 


S8 


Het  Leven  van 


55  verfchaft,  heeft  men  luiden  gevonden 
5,  die  qualyk-gezind  genoeg  waren,  om 
55  aanflagente  fmeden5  om  die  onder  den 
55  voet  te  werpen  5  en  die  zyn  majefteit 
55  verplichtten  5  om  het  arreft  van  zyn 
55  raad  van  den  maart  laatftleden  uit 
55  te  geven  5  om  door  de  verlaging  der 
55  geldfpecien  het  crediet  van  deze  zo 
55  noodzaakelyke  oprechtingen  te  hand- 
55  haven.  Door  dit  arreft  had  zyn  majefteit 
55  de  verfcheide  naturen  van  papieren  van 
55  de  Indifche  compagnie  tot  eene  enkele 
5-5  foort  gebragt?  en  geordonneert  dat  de 
55  aétien  in  bankbriefjes,  de  bankbriefjes 
55  in  adien  zouden  kunnen  verandert 
55  worden  ?  volgens  denetfte  proportie  y 
53  ten  opzicht  van  de  waardy  der  geld- 
55  fpecien.  Deze  verlaging  der  munt  ,  en 


55  de  fchuldenaars  middelen  verfchaft,  om 
55  zich  op  een  effen  bodem  te  ftellen. 
,5  Nu  was  'er  voor  zyne  majefteit  noch 
35  overig  5  zyn  zorg  aan  te  wenden  ?  dat 
55  *er  voorzien  wicrd  in  het  beleggen 
55  van  'tgeld  3  dat  aan  minderjarigen,  aan 
55  gafthuizen  ,genoodfchappen  ,  en  ande- 
35  re  gepriviligeerde  fchuldeifchers  afge- 
33  lolt  ftond  te  worden,  en  meteen  dat 
55  de  waardy  van  't  geld  herfteld  wierd 
5,  op  een  evenredigheid  ?  overeenko- 
3,  mende  met  den  uitheemfchen  koop- 

55  han- 


het 


crediet  der  aótien  hebben 


Philippus  van  Orleans.  89 

3,  handel,  en  het  vertier  der  leeftogt. 
3,  In  deze  verfcheide  onderwerpen  heeft 
33  de  koning  door  zyn  arreften  voor- 
3,  zien,  en  inzonderheid  door  zyn  ver- 
35  klaring  van  den  elfden  maart  laatftle- 
33  den  3  welke  den  prys  van  't  geld  ver- 
35  laagt.  Maar  dewyl  deze  verlagingen 
35  noodzaaklyk  niet  alleen  een  vermin- 
33  dering  in  den  prys  der  eetwaren  en 
33  der  roerende  goederen  moet  uitwer- 
33  ken,  maar  ook  in  den  prys  der  lande- 
33  ryen  en  andere  onroerende  goederen, 
35  heeft  zyn  majefteit  geoordeelt  5  dat  het 
„  algemeen  belang  zyner  onderzaten 
33  vereifchte  5  dat  men  den  prys  of  de 
33  waardy  der  Indifche  aétien  en  der 
35  bankbriefjes  verminderde  ?  om  deze 
35  effeóten  in  een  billyke  evenredigheid 
35  met  het  geld  en  de  andere  goederen 
33  van  't  ryk  te  houden  ?  te  beletten  dat 
55  de  geldfpecien  het  algemeen  crediet 
55  verminderen,  ter  zeiver  tyd  de  ge- 
3,  privilegieerde  fchuldeifchers  middelen 
33  aande  hand  te  geven,  om  te  voorde- 
3,  liger  de  gelden ,  die  men  hun  mogt 
,,  afloffen,  te  beleggen, en  eindelyk  het 
55  verlies  voor  te  komen  5  dat  zyne  on- 
„  derdanen  in  den  koophandel  met  de 
,,  vremdelingen  zouden  lyden.  En  zyne 
„  majefteit  heeft  zo  veel  te  vaardiger 
3,  tot  deze  vermindering  befloten,  om 
F  J  „  dat 


9o      Het  Leven  van 

,3  dat  zy  zelf  van  nut  zal  zyn  voor  de  ei- 
„  genaars  der  Indifche  actiën  en  der  bank- 
„  briefjes ,  nademaal  deze  effeéten  met 
?,  meer  voordeel  zullen  kunnen  verdeelt 
33  worden,  en  dat  zy  in  contanten  ^  zul- 
yy  len  kunnen  verwiffelt  worden,  die  ten 
3,  minften  vyftig  per  gent  meer  in  geld 
3,  zullen  waard  zyn  na  de  verlaging  3 
33  dan  tegenwoordig.  Waar  op  het  rap- 
33  port  van  den  heer  Law  ,  raad  des  ko- 
35  nings  in  alle  zyne  raadsvergaderingen , 
33  en  controlleur  generaal  der  finantien, 
35  gehoort  zynde  ,  zyn  majefteit  in  zyn 
35  raad  zynde  op  't  advys  van  den  her- 
35  tog  regent  van  Orleans  heeft  geor- 
35  donneert ,  en  ordonneert  mitsdezen 
53  dat  de  aótien  van  de  compagnie  der 
33  Indien,  en  de  bankbriefjes  een  vyfde 
33  part  in  prys  zullen  vermindert  worden 
35  op  den  dag  der  afkondiging  van  dit 
35  arreft,  en  een  twinftigftepart  op  den 
3,  eerften  van  ieder  maand,  met  die  van 
5,  juli  te  beginnen  ;  zo  dat  zy  na  den 
„  eerften  december  op  de  helft  zullen 
„  vermindert  zyn,  dat  is  te  zeggen  dat 
„  de  briefjes  en  aétien  van  tienduizent 
3,  livres  niet  meer  dan  vyfduizent  zullen 
3,  waard  zyn ,  en  de  andere  naar  propor- 
,3  tie.  Zyn  majefteit  voorziende  dat  zyne 
55  onderdanen  5  die  houders  zyn  zullen 
35  van  aanzienlyke  fommen  en  bankbrief- 

3,  jes 


Philippus  van  Orleans.  91 

3,  jes  ,  dezelve  met  voordeel  in  aótien 
„  van  de  Indifche  compagnie  zullen  kun- 
5,  verwHTelen,  en  de  particulieren  willen- 
„  de  te  hulp  komen,  die  geen  goeds  ge- 
„  noeg  hebben  om  daar  aan  te  komen  , 
„  ordonneert,  dat  gedurende  het  lopen- 
„  de  jaar,  tot  den  eerften  Januari  162 1,  de 
3,  bankbriefjes  in  den  ontfangft  der  hooft- 
„  gelden,  en  andere fchattingen ,  zullen 
„  aangenomen  worden  op  alle  treforiers 
3,  kantooren ,  zeifin  die  van  de  zoutpach- 
3,  ters,  voor  den  volkomen  prys,  daar  de 
3,  genoemde  briefjes ,  voorde  verminde- 

ringen,  door  het  tegenwoordig  arreft 
„  ingevoert ,  op  waren.  " 

't  Is  onbegrypelyk,  dat  Law  niet  ge- 
zien heeft ,  (^at  deze  vermindering  de  rui- 
ne  van  zyn  ontwerp  was ;  dat  zy  ten  op- 
zicht van  zyn  briefjes ,  en  zyn  a&ien , 
ten  minften  dezelve  uitwerking  zou  heb- 
ben ,  als  zy  omtrent  het  geld  gehad  had ; 
dat  het  geld  en  de  briefjes  even  zeker  en 
in  flegte  waardy  zynde,  hy  geen  toe- 
vlucht meer  zou  hebben  ;  dat  in  deze 
onzekerheid  de  liefde  en  de  achting  voor 
't  geld  weer  zouden  opwekken ,  en  dat 
men  zou  bevatten,  dat  het  geld  altyd 
iets  waard  was ,  daar  in  tegendeel  het 
papier  heel  tot  niet  kan  vervallen ;  dat 
de  ziel  en  de  wezentlykheid  van  zyn 
ontwerp,  zo  ik  my  dus  mag  uitdrukken, 

in 


92      Het  Leven  van 

in  de  voortrekking  beftond  ,  die  hy  aan  'c 
papier  boven  het  geld  had  weten  te  ge- 
ven ;  dat  deze  voor  hem  weggenomen 
zynde  door  een  gelyke  onzekerheid  , 
of  liever  door  een  gelyke  zekerheid  van 
verlies ,  het  onmoogelyk  anders  zyn  kon , 
of  zyn  ontwerp  moeft  in  duigen  raken , 
dat  alle  de  pachten  en  alle  de  kantoren 
des  konings  met  de  bank  of  de  compag- 
nie der  Indien  verknocht  zynde  ,  al  het 
verlies  der  briefjes ,  die  zy  tot  hun  oude 
waarde  zou  ontfangen  ,  niet  tegenftaan- 
de  de  vermindering  ,  op  haar  kop  zou 
te  huis  komen  ;  wift  hy  niet,  dat  al  het 
goud  en  zilver  van  't  ryk,  de  landeryen , 
de  arbeid ,  de  vryheid  zelf  der  onder- 
danen niet  zouden  toeftrekken  kunnen , 
om  de  ongelooflyke  menigte  van  briefjes 
en  aétien  te  voldoen?  was  hy  onbewuft, 
dat  een  groot  deel  van  't  geld  ,  dat  hy 
in  de  kiften  van  de  bank  had  gelokt,  daar 
weer  uitgeraakt  was,  om  den  oorlog  te- 
gen Spanten  goed  te  maken  ,  en  de 
verbinteniflen  te  onderhouden,  vooral,dat 
het  in  handen  van  de  ryke  Mifliffipifche 
actioniften  was,  zonder  te  rekenen  't 
j;een  hy  en  anderen  daar  van  na  vrem- 
de  landen  hadden  overgemaakt?  en  dat  het 
door  een  noodzaaklyk  gevolg  onmoog- 
lyk  was ,  dat  de  briefjes ,  op  gelyken  prys 
met  het  geld  geftelt  5  in  contanten  kon- 


Philippus  van  Orleans.  93 

den  verandert  worden?  't  is  waar,  dat 
de  beweegredenen  van  het  placaat  glim- 
pig  waren  ,  en  dat  de  loftuitingen  ,  die 
men  daarin  aan  de  bank  gaf,  uitnement 
vleient  waren ;  maar  Law  was  zo  zeer  met 
lofredenen  opgehult  geweeft  ,  dat  hy- 
daar  ongevoelig  over  behoorde  te  zyn  , 
en  zelf  gewoon  zynde  anderen  door  ge- 
waande voordelen  de  ogen  uittefteken, 
had  hy  moeten  merken ,  dat  men  hem 
van  's  gelyken  zocht  te  beguigchelen.  't 
Zy  dat  hy  verraft  wierd ,  of  den  ltrik  ,  die 
hem  gefpannen  was,  niet  merkte,  het 
placaat  ging  door ,  en  had  de  uitwerking , 
die  men  'er  van  verwacht  had.  De  brief- 
jes verloren  hun  crediet,  en  wat  moei- 
te men  naderhand  ook  aanwendde,  men 
kon  het  niet  weer  herftellen.  Het  goud 
bleef  afgezet,  en  het  zilver  wierd  weer 
in  zyn  eerherftelt.  Menging  het  zoeken 
ter  plaatze,  daar  men  het  met  zoo  veel  drift 
na  toe  gebragt  had,  maar  men  vond  het  'er 
niet  meer,  ten  minften  was  'er  het  hondert- 
fte  gedeelte  niet ,  van  't  geen  'er  van  no- 
den was  geweeft ,  om  de  oneindige  me- 
nigte, van  die  'er  om  quamen ,  te  voldoen.  Gemor, 
Dit  geval ,  dat  men  niet  verwacht  «  drci- 
had  ,  veroorzaakte  een  algemene  verfla- 
genheid.  Dezelve  bedwelmtheid  van  volks  op 
geelt ,  die  de  bankbriefjes  en  a&ien  zo  ^ergang 
hoog  in  crediet  had  doen  ftygen,  deed  des  a&ie- 

fefm  handels 


94.      Het  Leven  van 

derzelver  valling  als  het  grootfte  onheil 
aanzien  ,  dat  hun  kon  overkomen  ,  en 
men  morde  van  alle  kanten.    De  hertog 
van  Bourbon  ,  de  prins  van  Conti  ,  en 
de  marfchalk  van  Villeroi ,  die  den  raad 
niet  bygewoont  hadden,  waarin  dit  ar- 
reft  was  doorgegaan  5  protefteerden  daar- 
tegen ,  en  beweerden  dat  het  moeft  her- 
roepen worden,  onder  voorwentzel  dat 
het  in  den  regeringsraad  niet  nagezien 
was.    Het  parlement  viel  'er  tuflchen  in , 
en  eifchte  het  zelve :  in  't  eerft  wierd  het 
flecht  genoeg  ontfangen  ,  maar  het  ge- 
mor ,  dat  'er  van  alle  kanten  over  ont- 
ftond,  deed  de  leden  een  gunftig  gehoor 
verlenen.    De  hertog  regent  zeide  op 
een  verplichtende  wyze  5  dat  het  hem 
van  herten  aangenaam  zou  zyn ,  dat  de- 
%t  gelegenheid  dienen  mogt ,  om  hem 
met  het  parlement  te  verzoenen  >  dat  hy 
zich  door  deszelfs  raad  zou  laten  beftu- 
ren  ,  en  dat  hy  ditgenoodfchap  bad,  vier 
gedeputeerden  te  benoemen  ,  om  met 
hem  over  deze  zaken  in  onderhandeling 
te  treden.  De  wiiïelaars ,  de  a&ioniften , 
die  voor  hunne  papieren  geen  vafte  goe- 
deren gekoft  hadden  ,  en  die  de  win- 
ften  ,  die  zy  met  dezen  handel  gedaan 
hadden  ,  in  nieuwe  papieren  verkeert 
hadden  3  waren  tot  wanhoop  gebragt, 
en  Parys  ftond  op  het  tipje ,  om  daar  de. 

gruw- 


Philippüs  van  Orleans* 


gruwlyke  uitwerkingen  van  te  gevoelen ; 
men  ftrooide  zelfs  briefjes  uit  ,  welke 
dezelve  met  deze  woorden  voorfpelden: 
Men  verwittigt  dat  men  zaterdag  of 
zondag  een  tweden  S.  Bartelsdag  zal  hou- 
den  ,  indien  de  zaken  niet  van  gedaante 
veranderen  ,  gaat  niet  uit  5  noch  laat  nie- 
mand van  de  uwe  uitgaan  ,  God  bewaar 
u  voor  V  vuur.  Om  de  gemoederen  ge- 
ruft te  ftellen  ,  herriep  men  den  27ften  het 
placaat  van  den  2  iften  5  maar  daarom  was 
de  drift,  om  de  briefjes  in  geld  te  veran- 
deren 5  niet  minder :  hieruit  oordeelde 
men  ?  dat  de  quaal  zonder  hulpmiddel 
was.  Den  29  verkondigde  men  een  ar- 
reft,  aan  allen  5  die  wilden,  toeftaande, 
om  ,  zonder  enige  rechten  te  betalen , 
goud  en  zilver-geld  in  het  ryk  te  doen 
komen.  Een  ander  van  den  eerften  juni 
vergunde  aan  iedereen  zodanige  geld- 
fommen  ,  als  zy  raadzaam  zouden  oor- 
delen ,  te  mogen  bezitten  en  te  bewa- 
ren. Dit  was  de  herroeping  van  het  pla- 
caat van  den2iftenmei  vernietigen:  want 
in  de  gefteltenis ,  waar  in  de  zaken  wa- 
ren ,  konden  de  briefjes  hun  crediet  niet 
weerom  krygen ,  zo  het  goud  en  zilver 
weer  in  waarde  quam  ;  en  men  kon  op 
het  papier  toepaffen,  't  geen  de  vrinden 
van  Ham an  (zo  wel  een  projeélmaker 
als  Law)  tegen  hem  zeiden >  aangaande 

Mar- 


96     Het  Leven  van 

Mardocheus  ?  indien  deze  vyand  de  over- 
hand op  u  begint  te  krygen  ,  zuit  ^y 
hem  niet  weerltaan  kunnen  ,  en  hy  zal 
u  onderdrukken. 

't  Was  natuurlyk  dat  het  volk,  'twelk 
niet  redeneert ,  dat  de  wilTelaars  en  an- 
dere actioniiten  ten  uiterften  misnoegt 
moeften  zyn  over  't  ven  al  van  den  actie- 
handel; maar  het  was  niet  natuurlyk,  dat 
verftandige  luiden,  vooral  het  parlement, 
dat  verlichte  genoodfchap  ,  in  dezelve 
gevoelens  traden  ;  de  actiehandel  was 
tegen  hun  raad  ingevoert,  en  zonder 
twyffel  voorzagen  zy  'er  toen  de  droe- 
vige gevolgen  van.  De  verfcheide  ge- 
beurtenilTen  hadden  hen  moeten  over- 
tuigen ,  dat  men  niets  anders  beoogde, 
dan  de  lichtgelovigheid  van 't  gemeen  te 
beguigchelen.  Zy  hadden  niet  kunnen 
onbewuft  zyn  ,  dat  de  MiflilTipi-handel 
verdicht  was ,  ten  minften  dat  'er  gruw- 
lyk  veel  opfnoevery  onder  liep.  'c  Was 
gémaklyk  te  begrypen  ,  dat  de  buiten- 
fporige  fortuinen  ,  die  'er  gemaakt  wa- 
ren ,  noodzaaklyk  op  den  puinhoop  van 
veele  andere ,  door  den  actiehandel  om- 
vergeworpe  fortuinen,  moeit  gebouwt 
zyn  ;  dat  het  geld  in  zich  zelf  niets 
voortbragt,  als  na  mate  dat  het  aange- 
legt  wierd  ;  dat  'er  zedert  deze  nieuwe 
projecten  in  Vrankryk  geen  nieuwe  fa- 
briek 

1 


Philippus  van  Orleans.  97 


briek  opgerecht ,  noch  geen  nieuwe  koop- 
handel begonnen  was ;  eindely k  ,  dat  de- 
ze comedie  een  einde  moeit  hebben ;  dat 
de  knoop  moeft  ontwart  worden  ,  en  dat 
deze  ontwarring  moeft  beftaan  ,  in  ein- 
delyk  de  ogen  te  openen  ,  en  te  zien  , 
dat  geld  beter  was  dan  papier  ,  en  dat 
men  groot  ongelyk  gehad  had  ,  in  het 
laatftgenoemde  boven 't  eerfte  te  kiezen. 

Men  maakte  deze  overwegingen  niet,  Te  ru5- 
en  de  klagten  ,  verre  van  te  verminde-  ^„den 
ren,  namen  toe.  Dit  placaat  wierd  den  cancc- 
zegelbe waarder  toegefchreven ,  want  ie-  her* 
dereen  voor  zich  en  zyn  welvaren  be- 
kommert zynde  ,  ter  oorzaak  van  het 
hartzeer,  dat  deze  zaak  aan  den  hertog 
van  Orleans  baarde,  durfden  de  genen, 
die  'er  deel  aan  gehad  hadden,  het  niet 
bekennen  ;  mynheer  le  Blanc  en  de 
aartsbiiïchop  van  Camerik  verlieten  den 
genoemden  magiftraatsperfoon ,  endaar 
wierd  belloten  ,  dat  men  ,  om  het  volk 
te  ftillen,  en  het  parlement  te  vergenoe- 
gen, den  heer  d'Agueffeau  weer  ten  ho- 
ve  zou  roepen ,  en  hem  de  zegels  weder- 
geven. Den  zevenden  juni  des  avonds 
ging  de  aardsbiiïchop  van  Camerik,  uit 
naam  van  zyn  koninglyke  hoogheid,  den 
heer  d'Argenfon  de  zegels  afeiffchen.  Hy 
leverde  ze  zelf  over  ,  en  zyn  ongeluk 
wierd  met  veel  eertekenen  verzelt,  want 

II.  Deel  G  hy 


98      Het  Leven  van 

hy  behield  den  titel  van  zegelbewaarder, 
cn  de  vryheid ,  om ,  wanneer  het  hem  be- 
haagde^ den  raad  by  te  wonen. 

Deze  perfoon,  met  zulk  een  ftantvaftig 
gemoed  begaaft ,  die  deze  verandering 
wel  voorzien  ,  en  dikwils  gezegc  had , 
dat  de  eeramten  van  dien  tyd  op  heel 
lofle  fchroeven  ftonden ,  had  het  lot  van 
alle  die  genen,  die  grote  poften  bekleed 
hebben.  Hy  kon  het  hartzeer  niet  \yeer- 
ftaan  ,  vooral ,  toen  hy  zag  ,  dat  men 
zyn  tweden  zoon ,  dien  hy  met  een  zon- 
derlinge tederheid  beminde  ,  het  ampt 
van  politiek-ftedehouder  ontnomen  had  , 
(want  zyn  oudfte  zoon  verliet  het  inten- 
dantfchap  van  Valenciennes  eerft  in  't  jaar 
1724. )  Hy  retireerde  zich  in  het  kloo- 
fter ,  genaamt  Magdalaine  de  Trainel ,  in 
de  voorftad  van  S.  Antoni,  in  een  huis , 
dat  hy  'er  had  laten  bouwen  ,  daar  hy 
gewoon  was  van  tyd  tot  tyd  de  ftilte  te 
zoeken  ,  onder  voorwentzel ,  van  zich 
daar  te  vryer  op  de  gewichtigfte  zaken 
te  kunnen  toeleggen.  Ik  zeg  dit,  omdat 
heel  Parys  gelooft  heeft,  en  dat  'er  zyne 
familie  meer  dan  eens  fchaamrood  over 
geworden  is,  dat  de  liefde,  die  hy  voor 
de  moeder  van  dat  kloofter  had,  daar  de 
ware  oorzaak  van  was.  Naauwlyks  was 
hy  'er  veertien  dagen  geweeft ,  of  hy 
wierd  van  een  geelzucht  over  zyn  heel 


Philippüs  tan  Orleans.  99 

ïyf  aangetaft,  waarby  zich  noch  andere 
droeviger  toevallen  voegden :  hy  quyn- 
de  tot  den  achtften  april  van  het  volgen- 
de jaar ,  wanneer  hy  ftierf,  68  jaren  oud 
zynde.  De  haat  van  't  Paryiche  graauvv 
wekte  op  't  gezicht  van  zyn  lyk  weer  op, 
dat  men  naar  S.  Niklaas  du  Chardonnerec 
voerde ,  daar  de  begraafplaats  zyner 
voorouderen  was  :  daar  was  een  grote 
oproer,  en  het  fcheelde  weinig  ,  of  zy  had- 
den zyn  lyk  verfcheurt,  zelfs  zyn  beide 
zoons,  die  in  hun  koets  de  ftaaciie  volg- 
den, waren  genootzaakt  naar  een  goed 
heenkomen  te  zien. 

Hy  had  zich  van  de  gunft,  daar  hy  in 
was,  niet  bedient  om  zich  te  verryken, 
naauwlyks  liet  hy  vyf  of  zes  maal  hon- 
dert  duizent  gulden  meer  na  ,  dan  hy 
zou  gedaan  hebben  ,  indien  hy  politieke 
ftedehouder  gefturven  was.  De  vererin- 
gen by  't  vernieuwen  der  pachten  zou- 
den hoger  geftegen  hebben ,  indien  hy  ze 
had  willen  aannemen  ,  en  de  zegels,  die 
hy  by  de  derdehalf  jaar  gehad  had  ,  zyn 
ten  minften  ieder  jaar  honderd  duizend 
ryksdaalders  waard  ;  en  niemant  twyf- 
felc'er  aan,  of  Law  zou  heelwel  in  zyn 
fchik  geweeft  zyn  ,  van  hem  zyn  voor- 
deel met  de  actiën  te  zien  doen.  Egter 
voer  zyne  familie  goed  vanzyne  verhef- 
fing; zyn  broeder,  de  aartsbiffchop  van 
G  2  Ambrun, 


EVEN  TAN 

iaar  het  aartsbisdom  van 
ilaatft ;  zyn  zwager,  de 
fartin  ,  biffchop  van  Van- 
iifTchop  van  Blois ;  zyne  twee 
1  ryke  huwelyken ,  vooral  de 
,  die  met  de  enige  dogter  van  den 
heer  Melian,  intendant  van  Vlaanderen, 
trouwde  ,  waarvan  hy  twaalf  of  vyftien 
maal  hondertduizent  livres  zal  hebben. 

De  heer  d'Argenfon  ,  de  fun&ie  van 
Zyn  ampt  quyt  zynde  ,  verloor  daarom 
evenwel  de  achting  noch  het  vertrouwen 
van  den  regent  niet ,  want  hy  pleegde 
met  hem  over  de  gewichtigfte  zaken 
raad  ,  en  bevond  'er  zich  wel  by.  Ter 
gelegenheid  van  de  ruine  van  den  aótie- 
handel  gaf  men  den  hertog  van  Orleans 
den  raad  ,  om  een  gerechtshof  te  doen 
houden.  De  oude  zegelbewaarder  over 
dit  hagchlyk  werk  om  zyn  advis  ge- 
vraagt  ,  antwoordde,  dat  het  gerechts- 
hof niets  verhelpen  zou ;  dat  men  'er  den 
koning  meerderjarig  in  kon  verklaren, 
en  dat  dit  waarfchynlyk  het  oogmerk  van 
die  genen ,  die  dezen  raad  geoppert  had- 
de* ,  was. 

De  terugroeping  van  den  heer  d'A- 
giiefTeau  wierd  zeer  geprezen ,  maar  zyn 
tegenwoordigheid  en  naarftig  blokken 
konden  de  zaken  niet  herftellen ;  men  was 
genoodzaakt  haar  den  loop  >  dien  zy  ge- 
nomen 


Philippus  van  Orleans.  ioi 

nomen  hadden ,  te  laten  volgen  ,  zelfs 
oordeelde  men  ,  dat  men  haar  val  ver- 
haaften  moeft  ,  en  in  de  aanftaande  maant 
van  o&ober  wierden  de  bankbriefjes  te 
enemaal  afgezet ,  en  waren  niet  meer 
geldig.  Der  zeiver  waardy  ,  door  het 
volftrekt  gezag  van  \  hof  behouden  ,  en 
door  de  billyke  uitfpraak  van  \  gemeen 
vermindert  ,  gaf  aanleiding  tot  fchrikly- 
ke  misbruiken  ,  *die  het  ediót  van  den  2 1 
mei  zou  verhindert  hebben.  Het  geld, 
niet  tegenftaande  de  verminderingen, 
waaraan  het  door  de  placaten  onderhe- 
vig was  ,  weer  de  overhand  behouden- 
de ,  wierden  de  briefjes  tot  een  zeer  la- 
gen prys  verkoft  ,  zo  dat  men  zich  ge- 
lukkig oordeelde,  van  'er  maar  70  of  80 
percent  op  te  verliezen.  Die  fchuldig 
waren  ,  kofcen  'er  ;  en  met  een  mark 
zilver  5  dat  maar  30  livres  behoorde 
waard  te  zyn ,  vonden  zy  zich  in  ftaat , 
om  vier  of  vyf  hondert  gulden  aan  fchul- 
den  te  betalen.  Een  voornaam  edelman 
uit  Henegouwen  vond  middel  om  ze 
noch  beter  koop  te  hebben.  Hy  nam  tc 
Doornik  zes  duizent  gulden  te  leen  op; 
deze  fom ,  in  franfch  geld  verwiffdc , 
bragt  hem  achttien  duizent  gulden  in , 
dat  is  drie  maal  zo  veel ;  hy  vond  brief- 
jes te  koop  op  7  y  of  80  percent  verlies , 
dus  kreeg  hy  voor  de  zes  duizent  gul- 

G  3  den. 


102     Het  Leven  tan 


den ,  die  hy  geleent  had  ,  ten  minften 
72  duizent  gulden  aan  briefjes  ,  die  hy 
onder  zyne fchuldeifchers  verdeelde,  en 
dus  zyne  fchtilden  meende  afgedaan  te 
hebben.  De  zoon  van  een  koopman  van 
Amiens  was  zo  gelukkig  niet  :  hy  had 
van  zyn  vader  een  aanzienlyke  fomme 
gelds  opgenomen ,  om  koopmanfchap  te 
dry  ven  5  en  betaalde  hem  hiervoor  met 
briefjes.  De  vader  9  gevoelig  geraakt 
over  de  ondankbaarheid  van  zyn  zoon, 
en  het  ongelyk  ,  dat  hy  zyne  andere 
kinderen  aandeed ,  bewaarde  ze ,  en  lei  ze 
hem  by  tcftament  voor  zyn  deel  in  de 
erffenis  toe.  De  fchryver  van  de  pcr- 
liaanfche  brieven  maakte  in  dien  tyd 
een  geeltige  en  getrouwe  fchildery  van 
den  droevigen  ftaat  van  Vrankryk  :  die 
ik  hier  zal  ter  neder  (lellen  ,  om  dat  ik 
niet  geloof,  dat  men  'er  iets  meer  kan 
byvoegen.  Ten  minften  zal  het  lezen 
daarvan  niet  verdrieten. 
Droevige  5)  De  ftaatsdienaren  5  zegt  de  ge- 
vrank*n  55  waande  Perziaan  ,  volgen  elkander 
ryk.  „  hier  op  als  de  jaargetyden  :  zedert 
3,  drie  jaren  heb  ik  viermaal  het  plan 
„  omtrent  de  finantien  zien  verande- 
33  ren.  Men  beurt  hedendaags  in  Per- 
„  fïcn  en  Turkyen  de  belaftingen  op 
33  dezelve  wyze  ,  als  de  grondleggers 
„  van  de  monarchie  die  plegen  te  beu* 

93  rtn, 


Philippus  van  Orlbans.  103 

5,  ren,  maar  hier  is  het 'er  ver  van  daan, 
33  Wy  verbeelden  ons  ,  dat  'er  geen 
3,  meer  ondericheid  is  tuflchen  de  beftu- 
3,  ring  van  de  inkomften  van  een  prins, 
33  en  die  van  een  particulier  5  dan 'er  is 
33  tuflchen  het  tellen  van  hondert  dui- 
33  zent  tomans  3  en  liet  tellen  van  hon- 
33  dert  3  maar  hier  fteekt  'er  veel  meer 
,3  erg  en  mifterie  in.  Hier  moeten 
33  fchrandere  geeften  nacht  en  dag  in 
33  barensnood  zyn  ,  en  onophoudelyk 
33  met  fmerten  nieuwe  ontwerpen  in  He 

33  wereld  brengen          Toen  de  laatft- 

33  regerende  koning  ftierf?  was  Vrank- 
33  ryk  een  ligchaam  ,  dat  duizent  ziek- 
33  tens  en  ongemakken  onderhevig  was; 

3,  N       nam  hetincifie-mesindehand, 

3,  fneed  het  wild  vleefch  weg  5  en  ge- 
33  bruikte  enige  remedien ,  die  op  deze 
53  of  gene  plaats  werkten  5  maar  daar 
33  bleef  altyd  een  innerlyke  quaal  over 
33  om  te  genezen  :  daar  is  een  vreem- 
33  deling  gekomen  5  die  deze  kuur  on- 
33  dernomen  heeft ;  na  verlcbeide  ge- 
33  neesmiddelen  in  't  werk  geftelt  te  heb- 
33  ben  3  meent  hy  de  zieke  de  vorige 
33  poezeligheid  weder  gegeven  te  heb- 
33  ben  3  maar  't  is  niet  dan  opgezwol- 
53  lenheid.  Alle  die  voor  zes  maanden 
33  ryk  wraren  zyn  tegenwoordig  tot  ar- 
3,  moe  vervallen  b  en  die  geen  brood 
G  4  ,3  om 


104     Het  Leven  van 

35  om  te  eten  hadden  ,  weten  nu  met 
„  hun  rykdom  geen  weg.    Nooit  zyn 
3,  deze  twee  uiterlten  zo  na  by  elkan- 
33  der  geweeft.    De  vremdeling ,  waar- 
33  van  ik  u  zo  even  gefproken  heb ,  heeft 
3,  met  den  ftaat  omgefprongen ,  als  een 
33  oude  klérenverkoper  met  een  rok  doet, 
33  hy  heeft  hetbinnenfte  buiten  gekeert, 
3,  en  de  panden  het  onderfte  boven  ge- 
35  zet.    \Vat  heeft  men  al  onverwachte 
33  fortuinen  gezien,  ongelooflyk  zelf  voor 
3,  de  gene  die  ze  gemaakt  hebben  !  God 
3,  fchept  de  menfchen  niet  fchielyker  uit 
3,  niet:  wat  ziet  men  niet  al  knechts  ge- 
3,  dient  door  de  gene  die  zo  even  noch 
35  hunne  makkers  waren!  dit  alles  brengt 
j,  de  wonderlykfte  zaken  van  de  wereld 
35  voort.    Lakeien  ,  die  onder  de  vori- 
3,  ge  regéring  hun  fortuin  hadden  ge- 
3,  maakt  ,  zwetzen  van  daag  op  hun 
,5  adel  5  zy  handelen  die  genen  5  die  zo 
3,  even  de  livrei  op  ftraat  hebben  uitge- 
3,  fchud ,  met  dezelve  verachting  ,  die 
„  men  hun  voor  eenige  maanden  betuig- 
55  de  ;  zy  fchreeuwen  uit  al  hun  magt, 
5,  de  adel  is  te  grond ,  tfat  wanorder  in 
35  den  Jlaat !  wat  verwarring  in  V  fat- 
3,  /oen  !  men  ziet  niet  a/s  onbekende  tro- 
5,  nicn  fortuin  maken.    Ik  beloof  u?  dat 
3,  deze  wel  revenge  zullen  nemen  op  de 
,)  gene  die  na  hen  komen  zullen  ,  en 

33  over 


Philippus  van  Orleans.  ioy 

„  over  een  jaar  of  dertig  zullen  deze 
„  luiden  van  fatfoen  leven  genoeg  ma- 
„  ken  « 

De  biflchop  van  Caftres  maakt  in  een 
briefjdien  hy  aan  den  marquis  de  la  Vrillie- 
liere ,  fecretaris  van  ftaat  omtrent  het  kerk- 
lyke  ,  fchreef,  de  zelve  fchildery ,  maar 
in  een  ganfch  anderen  fmaak :  zyn  pin- 
feel ,  gelyk  het  in  diergelyke  omstandig- 
heid zyn  moeft ,  was  in  bloed  en  tranen 
geftipt.  Hy  fchilderde  niet  dan  zyn  bis- 
dom af,  maar  zyn  tafereel  kon  voor  het 
heele  ryk  dienen. 

3,  De  overftroming der  papieren,  zei- 
3,  de  deze  prelaat,  heeft  byna  zo  veel 
33  quaad  in  onzeftreken  uitgewerkt,  als 
3,  de  vlam  in  Bretagnef.  Wat  helpt  het, 
,3  dat  onze  huizen  niet  in  de  afch  gelegt 
33  zyn  ,  zo  wy  van  al  het  nodigfte  5dat 
3,  wy  hadden,  niets  meer  overig  hebben 
33  dan  een  ftof ,  die  nergens  goed  toe 
,3  is ,  als  om  in  't  vuur  geworpen  te  wor- 
33  den  ?  wat  veranderingen  hebben  zes 
33  maanden  niet  teweeggebragt  in  for- 
33  tuinen ,  die  op  onwrikbare  gronden 
3,  fchenen  te  ftaan !  men  zou  niet  kun- 
33  nen  geloven  zonder  het  te  zien ,  en 
„  men  kan  het  niet  zien,  zonder  van 

„  droef- 

f  Twee  derde  delen  van  Rennes  waren  even  te  voren 
door  brand  in  de  aflche  gelegt. 

G  > 


io6     II  et  Leven  van 


33  droefheid  te  bezwyken.  Daar  is  geen 
5,  koophandel ,  geen  arbeid  ,  geen  ver- 
5,  trouwen  ?  geen  toevlucht  by  de  naar- 
3,  ftigheid  ,  noch  de  voorzichtigheid, 
3,  noch  by  de  vrindfchap  ,  noch  by  de 

30  chriftelyke  liefde  zelf  meer   Wat 

3,  zou  ik  u  niet  te  zeggen  hebben  van 
3,  den  droevjgen  fraat  myner  geeftlyk- 
3,  heid  5  die  veel  meer  door  de  afdoe- 
33  ningen  van  't  geld  verheft ,  dan  zy 
33  door  de  verminderingen  der  interef- 

33  ften  zou  kunnen  winnen    Waar 

33  zullen  inzonderheid  de  nonnen  bly- 
33  ven  3  die  vruchteloos  een  fchuil- 
33  plaats  by  hare  geruineerde  ouders  en 
33  vrinden  zullen  zoeken,  wanneer  der- 
33  zeiver  elende  my  dwingen  zal  om  haar 
33  van  de Kloofter-gelofte  teontllaan  ...! 
33  onze  rampen  die  reeds  zo  groot 
33  zyn  5  worden  alle  dag  noch  droeviger 
3,  door  de  peft?  die  Provence  ruineert, 
33  en  ons  van  zoo  naby  drygt.  Onze 
33  kloofters  zyn  buiten  ftaat  om  de  ge- 
33  ringfte  onkoften  aan  te  wenden,  die 
3,  men  doen  zou  moeten ,  om  de  verdag- 
33  te  communicatie  af  te  fnyden.  Wat 
3,  zal  het  wezen  3  indien  hetquaad,  dat 
33  allengs  nadert  j  ons  bykomt  ?  wafc  uit- 
3,  komft  hebben  wy  te  verwachten:  zal  al- 
33  les  niet  moeten  omkomcnrgelukkigzul- 
33  len  in  dien  tyd  die  genenzyn :  die  God 

33  het 


Philippus  van  Orleans.  107 

„  heteerft  uit  de  wereld  zal  halen,  en  die 
3,  het  ongeluk  niet  zullen  hebben  van  hun 
„  broeders  te  zien  verloren  gaan ,  zonder 

33  hun  van  enig  nut  te  kunnen  zyn  

33  Als  men  ons  noch  maar  briefjes  af- 
33  eifchte  ,  wy  zouden  maar  al  te  veel 
3,  raad  weten  3  om  die  te  befcharen  5  maar 
35  men  wil  contanten  hebben  ,  daar  wy 
3,  niet  meer  van  voorzien  zy  ...  Myn 
3,  volk  en  ik  zullen  niet  oph  den  God 
35  te  bidden,  dat  het  hem  behage  omon- 
33  ze  regenten  zo  vee!  goedwilligheid 
33  voor  ons  in  te  boezemen,  als  hy  ons 
33  liefde  jegens  hunne  perfonenj  en  drift 
3,  om  hen  te  dienen  geeft.  Hier  van  bid 
33  ik  u  den  heer  hertog  van  Orleans  te 
33  willen  verzekeren 

Men  verwaarloofde  niets  om  zich  te 
rechtvaaardigen  ten  opzicht  van  het  af- 
doen der  fchulden  van  de  kroon  ,  en  men 
gaf  een  lange  en  nette  lyft  uit  van  die5 
door  Lodewyk  den  veertienden  nagela- 
ten 3  die  op  tweeduizent  en  twee  en 
zeftig  milloenen  liepen  3  waar  van  de  in- 
tereften  den  itaat  op  90.  millioenen  qua- 
men  te  ftaan.  Deze  fchulden  5  volgens 
de  opgeftelde  memorie  *3  waren  op  een 
kapitaal  van  drie  hondert  en  veertig  mil- 
loenen gebragt ;  waar  van  de  intereften  5 
door  dezelve  op  twee  ten  hondert  te  re- 
duceren 3  nigt  hooger  liepen  dan  zes 


Het  Leven  van 


millioenen  en  negentig  duizent  gulden. 
Deze  vermindering  van  fchuld  zou  een 
mirakel  ge  weeft  zyn,  indien  zy  nietten 
koftei*  van  de  particulieren  in  't  werk  ge- 
ilek was.  Dus  toonde  deze  memorie, 
om  'er  geen  doekjes  om  te  winden,  in  \ 
algemeen  aan  Vrankryk  aan ,  dat  zy  by- 
na  twee  duizent  millioenen  verarmt  was , 
en  miffchien  zou  men  noch  meer  gevon- 
den hebben ,  indien  ieder  particulier  de 
lyft  van  zyn  verlies  opgemaakt  had. 

Men  zocht  ook  het  getal  der  adlen  te 
verminderen ,  met  de  aótioniften  op  een 
zeker  getal  van  die  papiere  effeóten  te  be- 
palen. De  Miffiffipifche  heren  handelaars 
aan  het  hof,  die  zyn  koninglyke  hoogheid 
voor  zyn  rekening  genomen  had  5  om  ze 
hun  rol  te  doen  fpelen ,  hielden  zich  zeer 
wel  daaromtrent ;  de  hertog  van  Bour- 
bon, Law,  de  hertog  van  Antin  ,  de 
hertog  van  la  Force ,  de  marquis  van  Laf 
fai ,  en  verfcheide  anderen  ,  gaven  'er 
een  verfchriklyke  menigte  van  weerom, 
wonder-  In  dit  hagchlyk  tydgewricht  gaf  de 
*Yk  heer  de  la  Joncheres,  een  der  threforiers 
cmwerp.  var*  het  extraordinare  van  den  oorlog, 
een  zo  zonderling  ontwerp  omtrent  de 
befturing  der  finantien  in  't  licht ,  als  men 
bedenken  kon.  Hy  nam  aan  de  fchul- 
den  van  den  ftaat,die  der  geeftlykheid , 
en  der  landen  van  -I  ryk  te  betalen., 


Philippus  van  Orleams.  109 

de  latten  van  de  juftitie  ,  poli9y  ,  en 
de  finantien  af  te  doen ,  merklyk  de  fol- 
dy  der  troepen  te  vermeerderen  ,  drie 
hondert  en  vyftig  duizent  man,  zo  wel 
in  tyd  van  vrede  als  van  oorlog  ,  op  de 
been  te  houden  ,  en  de  zee-zaken  te 
herftellen  ;  daarenboven  wilde  hy  den 
koning  in  ftaat  ftellen ,  om  vyfen twin- 
tig millioenen  aan  ieder  prins  van  den 
bloede  te  geven  ;  een  millioen  en  vyf 
maal  hondert  duizent  livres  aan  de  ande- 
re prinflen,  hertogen,  marfchalken van 
Vrankryk ,  kardinalen ,  minifters  en  fecre- 
tariflen  van  ftaat,  en  gouverneurs  van 
provinciën  ,  en  hondert  duizent  livres 
aan  ieder  aartsbiflchop',  biflchop  ,  abt 
met  ftaf  en  my ter ,  aan  de  preüdenten 
die  men  a  mortier  noemt,  aan  de  procu- 
reurs- en  advocaten-generaals  van  het 
parlement  van  Parys ,  aan  de  eerfte  prefi- 
denten  van  alle  de  andere  parlementen 
en  hoofden  van  alle  fouvereinc  gerechts- 
hoven ,  aan  de  luitenant -generaals  en 
veldmaarfchalken ,  brigadiers  van  de  le- 

fers  des  konings ,  de  opperbevelhebbers 
er  provintien  :  Niet  tegenftaande  alle 
deze  onkoften  meende  hy  aan  te  tonen  , 
dat  het  gemeen  door  dit  ontwerp  zes 
maal  zo  ryk  zou  zyn  als  tegenwoordig. 
Om  deze  heerlyke  beloften  na  te  komen, 
zou  degene,  die  ze  deed,  het  geheim 

moe- 


ïio     Het  Leven  van 


moeten  gehad  hebben  om  alle  de  ftenen 
in  goud  te  veranderen  ,  en  noch  zou 
deze  kunft  hier  toe  nauwlyks  hebben 
kunnen  toeftrekken. 
vemuf-  om  ^e  fmantien  van  den  koning  met 
^e°PT  de  grootheid  zyner  ftaten  ,  het  getal  zy- 
maardat  ner  inwoners,  hun  naarftigheid ,  en  de 
volg- zd'  vruchtbaarheid  der  landen,  te  doen  even- 
worden,  redigzyn,  zou  de  koophandel  daar  niet 
moeten  belemmert  zyn,  de  belaftingen 
op  een  eenvoudiger  en  gelykdragender 
wyze  gebeurt  worden, die  menigte  van 
tolbedienden  en  commifen  afgefchaft  , 
en  i^der  provintie  zou  gehouden  moeten 
zyn  een  zekere  fom  op  te  brengen.  Daar 
is  'er  geen,  of  zy  zou  op  deze  voorwaar- 
den met  hart  en  ziel  zo  veel  betalen ,  als 
'er  de  koning  werklyk  van  trekt :  al  won- 
nen zy  'er  maar  de  ongelooflyke  voor- 
delen uit ,  die  de  pachters  'er  nu  door 
uithalen,  zouden  zy  zich  zeer  gelukkig 
fchatten;  maar  in  korte  jaren  ryker  ge- 
worden door  de  gemaklykheid  van  den 
koophandel  ,  zouden  zy  in  ftaat  zyn, 
om  groter  fubüdie  te  kunnen  geven.  Ik 
onderltel,  by  voorbeeld,  dat  'er  van  al 
het  geen  men  in  Normandyen  heft,  door 
de  verfcheide  belaftingen,  die  op  deze 
provintien  leggen ,  dertig  millioenen  in 
's  konings  kift  komen ;  laat  men  haar  de 
vryheid  laten  om  deze  fom ,  op  wat  wy- 


Phiuppus  van  Orleans.  tt| 

ze  zy  het  goedvind  ,  op  te  brengen  > 
zou  zy  het  niet  byeen  maken  te  kry- 
gen  ?  het  genoegen  alleen ,  dat  haar  in- 
woners zouden  hebben ,  van  ontllagen 
te  zyn  van  de  knevelaryen  der  zoutbe- 
waarders ,  commifen,  collecteurs,  ont- 
fangers  en  deurwaarders  ,  zou  hen  eer 
al  hunne  kragten  doen  infpannen,  dan 
dat  zy  die  weer  zouden  ondergaan.  Lc 
weet,  dat  7er,  om  deze  dertig  millioe- 
nen  byeen  te  zamelen,  belaftingen  zou- 
den moeten  zyn,  en  dat  zy  niet  zonder 
kotten  kunnen  gebeurt  worden  :  maar 
men  zal  ook  met  my  moeten  bekennen, 
dat  7er  lang  zoo  veel  niet  nodig  wa- 
ren. 

Moeten  danjuift,die  de  behandelin- 
gen van  konings  penningen  hebben 
ryk  zyn  ?  zyn  'er  zoo  veel  van  doen?  zou- 
den een  of  twee  ontfangers  in  ieder  ftad 
niet  genoeg  zyn?  deze  particuliere  col- 
lecteurs zouden  alle  onder  een  ontfan- 
ger-generaal  van  de  provintie  ttaan ,  die 
onmiddelyk  aan  den  controleur-gene- 
raal ,  het  geen  hy  van  de  particuliere 
collecteurs  gebeurt  had  ,  zou  betalen. 
Om  de  betalingen  te  verhaatten ,  zou 
men  maar' hoeven  te  ordonneren,  dat 
de  particulieren ,  die  op  een  gezetten  tyd 
hun  tax  niet  voldaan  hadden ,  gehouden 
zouden  zyn,  na  verloop  van  dien ,  een 

ftuiver 


H2    Het  Leven  van 


ftuiver  of  twee  op  de  gulden  meer  te  be- 
talen. 

De  belaftingen  der  huisluiden  zouden 
op  de  landen  zelf  en  op  het  vee  gezet 
£yn  ,  en  niet  op  den  koophandel ,  dien 
zy  buiten  dien  zouden  mogen  dry  ven, 
veel  minder  op  de  ftof  hunner  kleding, 
of  op  de  eetwaren.  Alle  bevry dingen 
van  fchattingen  zouden  ophouden.  De 
belafting  op  de  landen  zou  naar  gelang 
der  drie  of  vier  laatfte  huur-kontradten 
gefchieden  ,  daaronder  begrepen  de 
latten  van  de  boere-fchatting  ,  van  't 
zout-,  hooft-,  en  onderftand-geld  ,  en 
andere  omgelden ,  die  de  landhoefpach- 
ters gemeenlyk  gehouden  zyn  te  betalen. 
Ten  opzicht  van  de  fteden  zou  het  aan 
de  overigheid  moeten  liaan  ,  daar  be- 
laftingen uit  te  fchryven,  om  te  weten 
wat  ieder  zou  moeten  betalen,  zo  wel 
voor  't  recht  van  winkels  te  mogen  hou- 
den ,  als  voor  koetfen  en  dienftboden. 
Brandewyn  en  andere  zaken,  die  van 
geen  gemeen  of  noodzaaklyk  gebruik 
zyn ,  kunnen  niet  licht  te  zwaar  belaft 
worden.  Ik  durf  verzekeren  ,  dat  in- 
dien de  koning  tegenwoordig  drie  hon- 
dert  millioenen  van  zyn  volk  trekt ,  hy 
'er,  volgens  myn  ontwerp,  eens  zoo 
veel  van  zou  trekken,  zonder  dat  zyne 
onderdanen  daarom  zo  elendig  zouden 

zyn 


Philippus  van  Orleans.  113 

fcyn  als  nu  ;  en  de  wyze,  die  ik  voorftel  , 
zou  zo  gemaklyk  in  haar  werk  kunnen 
gaan  ,  dat  ik  niet  begrypen  kan ,  waarom 
zy  niet  reeds  ingevoert  is.  Zou  men 
miflchien  van  gedachten  zyn  ,  dat  de 
veiligheid  der  regering  vereifcht  ,  dat 
de  gemeene  man  geen  overvloed  be- 
zit; dat  de  armoede  de  luiden  onderda- 
niger maakt  ,  en  dat  men  zonder  die , 
als  het  de  nood  vereifcht  ,  geen  foldaten 
zou  vinden.? 

De  papieren ,  fchoon  buiten  gebruik , 
bleven  noch  in  wezen ;  men  moeit  ze 
evenwel  intrekken  :  heele  boeken  zou- 
den niet  genoeg  zyn ,  om  de  verfchei- 
de  ftreken  te  befchryven,  daar  men  zich 
van  bediende  om  hierin  te  flagen.  In 
het  onderzoek,  dat  men  'er  na  deed, 
vond  men ,  of  ten  minften  men  veins- 
de veel  meer  te  vinden,  dan  'er  op  de 
regifters  van  de  bank  aangetekent  fton- 
den.  Met  een  woord,  zy  hadden  het 
lot,  dat  zy  verdienden  te  hebben,  dat 
is  zy  wierden  verbrand ,  gelyk  men  de 
briefjes  van  't  land  gedaan  had.  De  be- 
llommerde  fortuinen  bleven  herftelt,  en 
die  op  een  vaften  voet  fchenen  te  ftaan , 
bleven  overhoop  gefmeten;  alle  die  fchul- 
dig  waren ,  raakten  buiten  fchuld  zonder 
die  te  betalen ,  en  die  geld  in  te  vorde- 
ren hadden  bleven  arm. 

//.  Deel  H  Ik 


H4     Het  Le  y  e  n  van 

Ik  kan  my  niet  weerhouden  van  te 
neggen 5  gelukkig  het  volk,  by  'C  welk 
het  gezag  der  regeering  zodanig  gema- 
tigt  is,  dat  men  niet  dan  aan  zyn eigen 
verderf  arbeid  ,  als  men  'er  zulke  om- 
wentelingen onder  verwekt. 

De  zaken  gingen  evenwel  te  Parys 
niet  zonder  opfchudding  toe.  De  koets 
van  Law,  daar  men  meende  dat  hy  in^ 
zat ,  wierd  in  duizent  ftukken  gebroken , 
en  men  had  alle  moeite  van  de  wereld 
om  het  plunderen  van  zyn  huis  te  belet- 
ten. De  geeft  van  woede  en  razerny, 
die  'er  verfcheiden  aanzette,  om  zich  met 
eige  hand  van  kant  te  maken ,  moeft  dien 
genen  voor  alles  doen  vrezen, dien  men 
als  de  oorzaken  dezer  rampen  aanzag. 
De  hertog  van  Orleans  fcheen  onvert- 
zaagt:  het  koninglyk  paleis  was  volgens 
gewoonte  open  ,  en  deze  prins  gaf  zy- 
ne  audientien  zonder  wacht  ,  en  ver- 
toonde zich  te  Parys.  Hy  verliet  zelf 
Law  niet  ,  en  bewaarde  hem  tot  de  maand 
december  van  het  Jaar  1720,  wanneer 
hy  hem  met  een  ftille  trom  deed  af- 
trekken. 

Deze  ongelukkige  auteur  van  Vrank- 
ryks  rampen  vertrok  in  een  poltchaize 
van  zyne  doorluchtigfte  hoogheid  den 
hertog  van  Bourbon.  Hy  pafleerde  door 
Valenciennes ,  en  de  oudfte  zoon  van 

den 


Philippus  van  Orleans.  1 1 jf 


den  heer  cPArgenfon  deed  hem  een 
halve  etmaal  vafthouden  in  de  herberg  , 
daar  hy  afgeftapt  was  ,  en  daar  hy ,  niet  te- 
genftaande  alle  zyne  voorzorgen ,  bekent 
was  geworden.  Hy  hielt  hun  vruchteloos 
voor  5  dat  de  equipagie,  die  hem  ver- 
zelde,  tot  een  bewys  ftrekte  dat  hy  niet 
vluchtte: men  antwoordde  hem  wyllyk, 
dat  hy  deze  foorten  van  voorzorgen  had 
kunnen  gebruiken ,  om  zyne  vlucht  te 
beveiligen ;  dat  men  zich  niet  genoeg 
van  een  perfoon  verzekeren  kon  ,  die 
alle  de  geheimen  van  den  ftaat  wift;  dat 
het  voor  't  overige  onmooglyk  zynde, 
dat  hy  niet  zou  vervolgt  worden,  in- 
dien zyne  reis  zonder  verlof  gefchied- 
de ,  men  hem  ongehindert  zyn  weg  zou 
laten  vervolgen  ,  zo  men  binnen  een 
zekeren  tyd  nergens  van  hoorde  fpree- 
ken.  Het  gedrag  van  dien  intendant 
wierd  zeer  geprezen. 

In  deze  tyden  van  verwarring  trouw- 
de de  hertog  van  Orleans  mademoifelle 
de  Valois,  zyne  dogter,  aan  den  erf- 
prins van  Modena  uit.  Deze  jonge  prin- 
ses afgefchrikt,  door  het  gerucht,  dat 
'er  van  de  uiterfte  regulierheid  van  dat 
hof  liep,  daar  alles,  zo  men  zeide,  vol- 
gens een  zeker  ceremonieel  gefchiedde, 
was  qualyk  te  krygen  om  Vrankryk  te 
verlaten;  zy  ftortte  veel  tranen,  maar 
H  2  liet 


iió    Het  Leven  van 

liet  zich  eindelyk  door  de  vermaningen 
en  het  gezag  van  zyne  koninglyke  hoog- 
heid overhalen.    Om  het  hartzeer  van 
deze  princes  te  verzachten  ,  deed  de 
koning  haar  heerlyke  prefenten;  defnoer 
paarlen,  liet  kruis,  en  de  oor-pendan- 
ten ,  die  zy  van  zyn  majefteit  ontfong3 
wierden  op  achtmaal  hondert  duizent  li- 
vres  gefchat ;  haar  andere  juweelen  wa- 
ren 'er  wel  zeventien  maal  hondert  dui- 
zent waard;  haar  huitafel,  kleerkamer, 
en  de  ftoffen  die  zy  meenam,  quamen 
op  vyftienmaal  hondert  duizent  livres  te 
ltaan.    Ik  twyffel  of  de  koning  ,  die 
enige  dogters  heeft,  een  van  dezelve 
aan  een  uitheemfch  prins  ten  huwlyk 
beftedende  ,  haar  wel  beter  uitzet  zal 
geven. 

De  oorlog  tegen  Spanjen  dus  afgelo- 
pen, en  Bretagne  onderworpen  en  in 
ruft  zynde,  vreefde  de  hertog  van  Or- 
leans  niet  meer  voor  de  gevolgen  van  de 
geheime  aanllagen,  die  'er  tegen  hem 
gefmeed  waren;  hy  ftelde  den  hertog, 
de  hertogin  van  Maine ,  en  der  zeiver 
twee  kinderen  weer  in  vryheid.  De  by- 
eenkomft  met  den  hertog  liep  vreedzaam 
af,  en  men  fcheen  zich  ter  goeder  trouw 
te  verzoenen ,  maar  de  hertogin  was  zoo 
licht  niet  te  pajen ,  zy  wilde  de  reden 
weten  van  de  ftrenge  behandeling,  die 

men 


Philippus  yan  Orleans.  117 


men  tegen  hen  gebruikt  had  :  laat  ons 
daar  niet  meer  van  [preken ,  mevrouw  , 
zei  de  hertog  van  Orleans ,  alles  is  ver- 
geven en  vergeten;  dit  woord  van  ver- 
geven ftak  haar  dwars  in  de  kruin  5  zy 
ging  hem  met  de  hevigfte  verwyten  te 
keer,  en  liet  zich  zelf  zo  ver  door  haar 
drift  vervoeren  5  dat  zy  hem  dreigde, 
dat  hy  van  geen  andere  handen  zou  fter- 
ven,als  van  de  hare.  Ydele  dreigemen- 
ten! men  bedaarde,  en  ondanks  de  fier- 
heid die  men  bezat,  achtte  men  zich  in 
\  vervolg  gelukkig ,  als  men  eens  met 
een  vrindlyk  oog  aangezien  was.  Voor 
't  overig  gaf  deze  bevrediging  weinig 
aandoening,  de  hertog  van  Maine,  van 
alles  ontbloot,  en  vernedert ,  hielt  zich 
achter  de  fchermen  ,  en  rechtte  niets 
meer  uit. 

De  wanorder  van  de  bank ,  en  het  Nieuwe 
flecht  krediet  van  haar  briefjes,  had  het  °an^ten 
parlement  gelegenheid  gegeven  ,  om  parie- 
zich  in  deze  zaak  te  fteken,  want  zedert  ment* 
de  houding  van  het  gerechts-hof  had  het 
zich  in  't  geheel  daar  niet  mee  bemoeit. 
De  hertog  van  Orleans  had  zeer  ge- 
wenfcht ,  in  de  gifting  waar  in  de  ge- 
moederen waren,  dat  deze  vergadering 
de  maatregelen  had  voorgoedgekeurt,  die 
hy  nam ,  om  de  briefjes  weer  op  te  beu- 
ren ,  daar  hy  hoop  toe  had ,  aangezien 
H  3  het 


nS     Het  Leven  van 

het  geweld 5  dat  deze  heren,  ter  gele- 
genheid van  het  arreft  van  den  2 1  Mei , 
gemaakt  hadden.  Maar  hy  vond  zich 
in  fcyne^  er  wachting  bedrogen ,  en  ont- 
moette in  hen  niets  dan  tegenftand,  't 
zy  dat  zy  eindelyk  begrepen  hadden  , 
dat  het  verval  van  de  briefjes  een  geluk 
was ,  \  zy  dat  zy  de  hulpmiddelen  , 
die  men  daarin  wilde  gebruiken,  voor 
,  een  vermeerdering  van  quaal  aanzagen. 
De  achttiende  juli  zond  zyne  koningly- 
ke  hoogheid  aan  het  parlement  den  in- 
houd van  de  arreften,  die  hy  wenfchte 
voor  goed  gekeurt  te  hebben. 
Dit  beftondin  vyf  artikelen: 

I.  Het  parlement  zal  de  akkoorden  , 
door  den  koning  met  de  Indifche 
kompagnie,  cn  door  deze  weer  met 
de  particulieren  gemaakt ,  voor  goed 
keuren. 

II.  De  koning  zal  aan  de  kompagnie 
de  43  millioenen  weer  afftaan ,  die 
zy  aan  den  koning  afgeftaan  had , 
't  welk  gedaan ,  zullen  'er  geen  ren- 
ten op  de  Had  meer  zyn  ? 

III.  De  kompagnie  zal  duizent  millioe- 
nen op  ope  rekening  van  de  bank 
ontfangen ,  te  weten  vier  hondert 
millioenen  ,  waar  van  zy  twee  en 
een  half  percent  voor  *t  genot  zal 
betalen ,  en  zes  hondert  millioe- 
nen, 


Philippus  van  Orleans.  lip 

nen,  daar  zy  niets  van  zal  geven. 

IV.  Men  zal  hondert  duizent  nieuwe 
aótien  op  dezuidzee  oprechten,  op 
den  voet  van  negen  duizent  livres 
ieder  aólie  ,  van  maand  tot  maand 
te  betalen. 

V.  De  oude  aótien  zullen  zich  door  zich 
zeiven  voeden  ,  op  den  voet  van 
drie  hondert  ten  hondert.  De  ko- 
ning begeert  dat  de  arreften  ,  die  de- 
ze fchikkingen  zullen  behelzen,  door 
het  parlement  zullen  geregiftreert 
worden. 

Alle  de  kamers  vergadert  zynde  raad- 
pleegden over  deze  voorftellingen  ,  en 
verwierpen  ze  byna  eenparig.  De  be- 
weegredenen van  dit  vonnis  waren,  dat 
het  parlement  zich  ftantvaftig  tegen  al- 
les aangekant  hebbende ,  't  geen  'er  in 
faveur  van  de  bank  gefchied  was ,  van 
haar  eerfte  oprechting  af,  het  deze  ver- 
gadering geenfins  voegde  de  voorgeftel- 
de  artikelen ,  welke  het  voorgaande  be- 
helfden  en  uitbreidden  ,  voor  goed  te 
keuren  ;  dat  men  de  leden  van  't  parle- 
ment uit  geen  andere  oorzaak  om  hunne 
toeftemming  vroeg,  dan  om  ze,  ten 
minften  ten  delen,  met  de  haatlykheid 
van  de  vernietiging  der  renten  te  bela- 
den ,  en  hen  verandwoordelyk  te  maken 
voor  den  onzekeren  uitflag  dezer  nieuwe 
H  4  fchik- 


1 20    Het  Leven  van 


fchikkingen  ;  dat  nademaal  de  hertog 
van  Orleans  het  ontwerp  5  zo  ver  als  hy 
gekant  had ,  zonder  hunne  toeftemming 
had  voortgezet ,  hy  het  ook  zonder  hun 
goedkeuring  kon  ftaande  houden;  dat 
'er  reeds  maar  al  te  veel  actiën  waren; 
eindelyk,  dat  deze  fchikkingen  nergens 
goed  toe  waren  5  dan  om  de  algemene 
elende  te  verlengen  5  en  zelf  te  ver* 
meerderen. 

Deze  uitfpraak  wierd  door  de  procu- 
reurs en  advocaten  des  konings  den  ne- 
gentienden naar  het  koninglyk  paleis  ge- 
bragt.  Den  21,  des  morgens  om  drie 
uren,  maakten  zich  verfcheide  detache- 
menten van  de  Franfche  en  Zwitzerfche 
gardes  meefter  van  alle  de  poorten  van 
't  paleis;  de  lyfvvacht  bewaarde  de  ka- 
mers van  't  parlement  3  en  ter  zeiver 
tyd  bragten  de  mufquetiers  aan  alle  de 
prefidenten,  raadsheren  ?  procureurs  en 
advocaten  des  konings,  en  aan  den  op- 
pergriffier  geJlotene  brieven  ?  waar  van 
zy  zich  een  handfchrift  lieten  geven :  die 
gellotene  brieven  waren  in  deze  bewoor- 
digingen  opgeftelt. 

TT  p  MYN  HEER, 

Tiet  Par-  7 
lement 

naarPon-  „  Om  gewichtige  redenen  befloten 
bannen'"  "  hebbende  myn  parlementshof  van 

„  Parys 


Philippus  van  Orleans.  121 

3,  Parys  naar  de  flad  Pontoife  te  verleg- 
„  gen  3  fchryf  ik  u  dezen  brief  met  goed- 
33  vinden  van  myn  oom  den  hertog  van 
,3  Orleans,  regent,  ,om  u  op  te  leggen 
3,  en  te  belaften,  dat  gy  u  zonder  uit- 
3,  ftel  binnen  tweemaal  vierentwintig 
„  uren  daarnaartoe  zult  begeven ,  om 
3,  daar  ,  volgens  gewoonte  ,  recht  te 
3,  doen  3  uit  kracht  van  de  declaratie , 
33  die  men  u  zal  toezenden,  en  dat  gy 
33  nergens  anders  zult  vergaderen ,  on- 
33  der  wat  voorwentzel  het  ook  zyn  mo- 
3,  ge  3  op  ftraf  van  ongehoorzaamheid 
33  en  beroving  van  uw  ampt.  En  de  te- 
3,  genwoordige  tot  geen  ander  einde 
53  ftrekkende  ,  bid  ik  God  5  mynheer  , 
3,  dat  hyu  in  zyne  heilige  hoede  beware 
33  gegeven  te  Parys  den  20.  Juli  1727 cc. 

Om  van  de  uitvoering  dezer  z,o  on- 
gehoorde bevelen  verzekert  te  zyn ,  nam 
men  nette  maatregelen.  De  eerfte  pre- 
fident  wierd  door  een  officier  in  zyn  ka- 
mer bewaart,  en  men  ftelde tvveefchild- 
wachten  aan  de  deur,  om  toe  te  zien, 
dat  niemand  met  hem  Iprak  ;  het  huis 
des  konings  had  order,  om  zich  marfch- 
vaardig  te  houden  ,  of  het  de  nood 
vereifchte.  De  wacht  te  paard  en  te 
voet  was  in  verfcheide  hoeken  van  Pa- 
rys verfpreid,  de  regimenten  des  ko- 
H  5  nings, 


122     Het  Leven  tan 

nings  ,  die  van  Champagne  en  van  Navar- 
re  ,  waren  met  verfcheide  andere  in 
marfch,  om  rontom  Parys  een  leger  van 
vyfentwintig  duizent  man  te  formeren  : 
onnutte  voorzorgen ;  de  elende  en  ver- 
flagentheid  waren  zo  groot  te  Parys  ,  dat 
men  niets  te  vrezen  had,  dan  de  wanhoop 
van  den  een  of  den  ander  particulier  per- 
foon  ;  iedereen  had  daar  genoeg  met 
fyn  eige  fortuin  te  doen,  en  bekommer- 
de zich  weinig  om  die  van  't  parlement, 
wraaraan  men  zelf  verweet,  dat  het  zich 
niet  eer,  en  toen  het  noch  tyd  was,  te- 
gen de  rampen ,  die  men  nu  ondervond , 
aangekant  had. 

Ter  zeiver  tyd  dat  men  zich  tegen 
de  opfchuddingen  wapende ,  die  in  alle 
geval  gebeuren  konden  ,  ondernam  men 
de  gemoederen  voorintenemen  ,  en 
te  bewyzen ,  dat  de  zaken  in  een  goe- 
den ftaat  waren.  Behalven  de  verkla- 
ring deskonings,  die  het  parlement  ver- 
lei, en  waarin  dit  genoodfchap  ten  ui- 
terften  mishandelt  was ,  ftrooide  men 
onder  h  gemeen ,  op  de  Engelfche  wy- 
ze  ,  een  menigte  fchriften  uit,  onver- 
ftaanbaar  voor  de  meefte  lezers ;  enige 
behelsden  reglementen  omtrent  de  re- 
keningen in  de  bank :  andere  een  nette 
lyft  van  de  fchtilden  van  de  kroon ,  ten 
tyden  van  den  dood  des  overleden  ko- 

nings , 


Philippus  van  Orleans.  123 

nings ,  (die  vry  wat  hoger  liepen  5  als 
op  de  memorie  van  den  heer  Des-Ma- 
rets ,  waar  van  ik  een  uittrekzel  gege- 
ven heb  3 )  en  wat  daarop  afbetaalt  was. 
Alle  deze  gefchriften  waren  met  twee  of 
drie  woorden  te  wederleggen: 

In  wat  munt  heeft  men  deze  fchulden 
betaalt  ?  waar  is  het  goud  en  zilver  ge- 
bleven ,  dat  men  in  papier  verandert 
heeft?  is  het  mooglyk  dat  het  papier y 
't  welk  buitenfporig  vermenigvuldigt  is, 
weer  goud  of  zilver  kan  worden  ?  een 
van  deze  memorien,  die  ik  hier  zal  ter 
neer  ftellen  5  mag  tot  een  ftaaltje  voor 
alle  anderen  verftrekken,  en  den  lezer 
in  ftaat  ftellen  om  te  oordelen. 

,5  Daar  zyn  voor  tweeduizent  en  zes- 
„  hondert  millioenen  aan  bankbriefjes 
3,  gemaakt.  Daar  zyn  'er  voor  vyfhon- 
?,  dert  en  vier  en  zeventig  millioenen 
33  verbrand;  in  de  kas  van  de  bank  leg- 
33  gen  'er  noch  voor  omtrent  twee  hon- 
33  dert  millioenen  om  te  verbranden  5  al- 
,3  zo  zyn  'er  noch  voor  achttien  hondert 
33  millioenen  over.  Daar  zyn  tot  hier 
«3,  toe  drie  middelen  uitgevonden  5  om 
33  de  gezegde  fom  van  18  hondert  mil- 
33  lioenen  in  te  trekken ;  naamlyk  voor 
53  eerft  600  millioenen  aan  renten  op  de 
,3  ftad  3  nademaal  de  vier  hondert  ove- 
5,  rige  millioenen  die  'er  tot  de  oprech- 

»  ting 


124    Het  Leven  van 

33  ting  van  de  duizent  millioenen  behoor- 
55  den  3  vervult  zullen  worden  door  het 
33  overfchot  der  reupitten  van  de  onver- 
33  wiffelde  kontrakten ;  ten  tweden  6oo 
33  millioenen  aan  ope  rekeningen  ;  ten 
33  derden  öoo  millioenen  aan  intekenin- 
3,  gen  :  makende  alles  in  alles  de  voor- 
33  noemde  1 8  hondert  millioenen  uit. 

33  Maar  dewyl  deze  verfcheide  ont- 
3,  laftingen  eerft  na  een  zeker  verloop 
33  van  tyd  den  gewenfchten  uitllag  5 
33  dien  men  'er  van  verwacht ,  kunnen 
3,  hebben  5  verzoekt  zyn  koninglyke 
33  hoogheid ,  dat  de  koopluiden  hem  ie- 
33  der  in  't  byzonder  met  hun  raad  mo- 
33  gen  dienen  omtrent  de  middelen ,  die 
33  men  zou  kunnen  gebruiken ,  om  de 
33  bankbriefjes  en  het  geld  weer  in  kre- 
33  diet  te  brengen  cc. 

Het  parlement  gehoorzaamde,  en  ^et- 
te  zich,  zogoed  het  kon  ?  te  Pontoife 
ter  neder.  De  pleiters  begaven  'er  zich 
te  vergeefs  naar  toe  :  daar  wierd  niets  uit- 
gevoert,  by  gebrek  van  advocaten  ?  die 
volgens  de  voorrechten  van  hun  beroep 
Parys  niet  wilden  verlaten  dan  in  hun 
landgewaad  ,  om  hunne  goede  vrinden 
te  gaan  bezoeken ;  die 'er  anders  verfche- 
nen ,  wierden  niet  heel  wel  ontfangen  ? 
fchoon  men  dreigde  die  gene  uit  de  lyft 
te  fchrappen  3  die  hun  beroep  niet  qu^- 

men 


Philippus  van  Orleans.  12? 

men  waarnemen.  Men  leefde  te  Pon- 
toife  ,  gelyk  men  op  de  landgoederen 
gewoon  was  te  doen ,  men  fpeelde  grof 
fpel  ,  en  maakte  goede  qkr  3  en  deze 
ftad  herwon  ten  delen  5  't  geen  zy  by  de 
bankbriefjes  verloren  had.  Egter  begon 
men  het  arreft  van  de  verplaatzing  ,  of 
liever  van  de  ballingfchap  van  't  parle- 
ment, te  regiftreren ,  en  men  deed  het  in 
de  uitgezochtfte  en  onderdanigfte  be- 
woordigingen.  3)  Gehoort,  (zeide  de 
35  declaratie,  die  de  regiftrering  ordon- 
3,  neerde ,  )  in  gevolge  van  den  eifch 
33  van's  konings  procureur-generaal  3  dat 
3,  het  hof  zyn  ordinare  functien  zou 
„  waarnemen ,  en  den  koning  den  ge- 
3,  woonlyken  dienft  bewyzen  ,  gelyk 
33  totnochtoe  gefchied  was  ,  met  de- 
zelve  oplettentheid  en  aankleving  voor 
3,  het  welzyn  van  den  ftaat  en  het  ge- 
33  meen  5  die  het  in  alle  tyden  gehad 
33  heeft  ;  en  het  hof  voortgaande  met 
33  den  koning  blyken  van  dezelve  ge- 
3,  trouwheid  te  geven,  die  het  voor  des 
„  konings  voorzaten  en  hem  zelf,  ze- 
33  dert  zyn  komft  tot  de  kroon  tot  nu 
33  toe,  gehad  heeft ,  daar  het  nooit  van 
„  zal  afvvyken  ,  zal  men  zyne  voor- 
33  noemde  majefteit  aller  -  onderdanigft 
,3  fmeken  ,  acht  te  willen  geven  op  de 
33  onheilen  en  gevolgen  van  de  tegen- 

33  woor- 


ii6     Het  Leven  van 


„  woordige  verklaring  5  en  de  tegen- 
55  woordige  regiftrering  als  een  nieuw 
55  bewys  van  deszelfs  diepfte  onderda- 
55  nigheid  te  willen  ontfangen 

Gedurende  de  afwezigheid  van  't  par- 
lement 5  deed  de  hertog  van  Orleans, 
om  zo  te  fpreken  meefter  van  het  llag- 
veld  ,  zo  veel  plakaten  uitgaan  ,  als  hy 
raadzaam  oordeelde.    Derzelver  menig- 
vuldigheid en  tegenkanting  diende  ner- 
gens anders  toe  ,  dan  om  de  grootheid 
der  rampen  ?  en  de  onmogelykheid  van 
daar  in  te  voorzien  5  te  doen  gevoelen. 
Hy  zelf  moeft  het  bekennen  ,  en  was  ge- 
nootzaakt,  om  zyne  papieren  zo  gaauw 
als  het  mooglyk  was  in  te  trekken,  zyn 
toevlucht  te  nemen  tot  de  middelen, 
die  hy  ,  ik  weet  niet  hoe  dikwils  3  be- 
looft had 5  nooit  te  zullen  in't  werk  ftel- 
len  :  men  vervolgde  de  aótioniften  3  men 
drukte  de  financiers  als  fpongien  uit.  De 
briefjes  verloren  zo  veel  in  de  geopende 
ontlafting-  gaten  ,  als  zy  onder  het  ge- 
meen gedaan  hadden  ,  't  geen  zich  ge- 
ruineert  zag,  zonder  dat  de  fchulden  des 
konings  betaalt  waren:  ten  minften  heeft 
men  doen  geloven  ,  dat  de  vernieuwing 
en  de  voortzetting  der  bclaftingen  ,  waar 
mee  Lodewyk  de  veertiende  de  natie 
bezwaart  had,  noodzaaklyk  waren,  om 
die  af  te  doen. 

'tKoa 


Philippus  van  Orleans.  127 


'tKon  niet  wel  aangaan,  dat  het  par-  Het  par- 
lement te  Pontoife  bleef  ,  derhalven  ^Swte 
werkte  men  ,  om  het  weerom  te  doen  Parys 
komen.  Eer  het  evenwel  dit  verlof  er-  herfteIt# 
langde  ,  kreeg  het  order  om  zich  naar 
Blois  te  begeven  ,  't  geen  mooglyk  ge- 
fchiedde  om  het  een  fchrik  aan  te  jagen , 
en  daardoor  over  te  halen  tot  het  aanne- 
men der  voorwaarden  ,  die  men  het  voor- 
fchreef.  De  verzoening  gefchiedde  op 
redelyke  conditiën  ;  het  parlement  be- 
loofde in  't  vervolg  reklyker  te  zyn  ,  en 
tot  bewys  regiftreerde-  het  in  voorraad 
te  Pontoife  zekere  plakaten  ,  die  de  la 
Vrilliere  daar  bragt  :  tot  beloning  hier- 
van ,  wierd  'er  toen  gezegt  ,  beloofde 
men  het  parlement  ,  dat  alle  de  brief- 
jes, waarvan  iemant  zyner  leden  de  hou- 
der was,  in  geld  zouden  verwiflelt  wor- 
den. Dus  word  het  gemene  welzyn  dik- 
wils  aan  het  particulier  voordeel  van  die 
genen  opgeofferc ,  wier  plicht  meebrengt 
het  eerfte  te  befchermen. 

Ik  verzoek  dat  deze  overweging  als 
een  uitweiding  mag  aangezien  worden, 
want  ik  kan  niet  geloven  ,  dat  zulk  een 
genoodfehap,  als  het  parlement  is,dier- 
gelyk  een  verdrag  zou  aangegaan  heb- 
ben ,  en  ik  onderlid  ,  dat  het  gerucht, 
dat  'er  in  dien  tyd  van  gong  ,  te  ene- 
tnaal  valfch  was  5  of  mooglyk  den  een  of 

den 


128     Het  Leven  van 


den  ander  zyner  leden  in  't  particulier 
betrof. 

De  kaniïelier,  die  den  grootften  roem 
te  verliezen  had ,  was  het  meeft  van  al- 
len verlegen.  Deze  plakaten  ,  vooral 
die  tegen  het  parlement  waren  ,  welke 
hy  ondertekenen  moeit,  konden  weinig 
dienen  om  dien  te  handhaven.  Hy  ver- 
zocht om  zyn  affcheid,  en  men  gaf  hem 
acht  dagen  om  zich  te  bedenken.  Fre- 
ne  is  een  redelyk  fraie  verblyfplaats, 
maar  hy  had  liever  te  Parys  gebleven. 
Na  verloop  van  den  beraad -tyd  wierd 
hy  handelbaar,  en  zegelde  alles  wat  men 
wilde  ,  gelyk  d^Argenfon  had  kunnen 
doen.  By  deze  gelegenheid  zette  men 
op  de  deur  van  zyn  paleis  de  volgende 
latynfche  woorden ,  Et  homo  fallus  ejl , 
dat  is ,  en  hy  is  een  Menfch  geworden. 

De  vriendfchap  tuflchen  zyne  koning- 
lyke  hoogheid  en  het  parlement  duurde 
niet  lang  :  naauwlyks  was  het  van  Pon- 
toife  te  rug  gekomen ,  of  men  begon 
een  overleg  te  maken  ,  om  het  te  zen- 
den vanwaar  het  gekomen  was.  Men 
wilde  weer  een  tiende  op  de  vafte  goe- 
deren invoeren ,  het  hooftgeld  vermeer- 
deren, en  de  duizent  millioenen  van  het 
kapitaal  der  renten  op  liet  ftadhuis  ,  op 
de  helft  verminderen.  Alle  deze  voor- 
stellingen quamen  uit  het  brein  van  Pel- 

letier 


Philipfus  van  Orleans.  129 

leder  dr  Ia  Houflaie  3  onlangs  in  de  plaats 
van  Pelletier  des  Forts  gekomen  3  die  op 
Law  gefuccedeert  was.  D'Argenfon 
leefde  in  dien  tyd  noch,  't  welk  in  *t  be- 
gin van  januari  1722  was ,  en  men  meen- 
de dat  hy  herroepen  zou  worden  ,  geen 
vele  wenfchten  ,  want  fchoon  hy  niet 
2£er  bemind  was,  achtte  men  hem  even- 
wel meer  dan  de  meeften  ,  die  in  bedie- 
ningen waren.  Het  parlement  bdog5 
en  de  ruit  wierd  allengs  herftelt,  wel  te 
verltaan  ,  dat  dit  duurde  ,  tot  dat  'd 
weer  een  nieuwe  oorzaak  tot  moeiiyk- 
heid  ontitond. 

De  hertog  delaForce,  prefident  van Zowkt- 
den  finantie-raad  ,  en  lid  van  dien  van  g"|gprQf 
de  regering  5  wierd  fterk  verdacht  ge- 
houden ,  van  goed  deel  gehad  te  heb- 
ben aan  de  voordelen,  in  de  ftraatQuin* 
campoix  gedaan.  ^  Men  zei  opentlyk, 
dat  hy  zyne  briefjes  in  wezentlyke  ef- 
fecten had  verkeert  ,  met  een  menigte 
van  fpeceryen  te  doen  opkopen.  Deze 
heer,  tot  het  binnenfte  geraakt  over  de- 
ze geruchten  ,  beklaagde  'er  zich  over 
aan  den  hertog  regent,  en  verzocht  zelf 
om  commiiTariilen.  \  Geval  wilde ,  dat 
men  ter  zeiver  tyd  in  het  kloolter  van 
de  grote  Auguftynen  voor  anderhalf 
millioen  aan  fyne  fpeceryen  aanhaalde : 
eerlt  zeide  men  ,  dat  zy  voor  rekening 

II  Dea  I  van 


130     Het  Leven  van 

van  enige  koopluiden  van  S.  Malo  wa- 
ren ;  maar  de  genen,  die  'er  hun  naam 
toe  geleent  hadden,  verklaarden,  dat  deze 
effetten  aan  den  hertog  de  la  Force  be- 
hoorden. Des  konings  procureur  ,  'du 
Chatelet,  maakte  het  proces  verbaal  van 
deze  ontdekking  op ,  maar  wetende  dat 
de  zaken ,  die  hertogen  en  pairs  van 
Vrankryk  betroffen  ,  niet  van  zyne  be- 
voegtheid  waren  ,  gaf  hy  de  zaak  aan 
den  procureur -generaal  over.  Op  des- 
zelfs  verzoek  vergaderde  het  parlement 
den  1 J  februari :  de  zitting  duurde  vier 
uren  ;  men  had  'er  alle  de  prinflen  van 
den  bloede  by  genodigt  (  uitgenomen 
den  regent)  en  18  andere  hertogen,  de- 
wyl  zonder  dat  alles ,  't  geen  men  tegen 
den befchuldigden  mogt aanvangen,  van 
nul  en  gener  waarde  was. 

De  foort  van  misdaad  ,  daar  het  pro- 
ces over  was  ,  had  de  gemoederen  met 
verontwaardiging  vervult :  en  in  der  daad 
daat  ftak  iets  lafs  en  haatlyks  in.  De 
driftigfte  waren  van  gevoelen  ,  dat  men 
arreft  op  zyn  perfoon  zou  verlenen ;  maar 
de  marfchalk  de  Villars  kantte  zich  daar 
fterk  tegenaan  ;  hy  fprak  met  lof  van 
den  hertog  van  la  Force  en  zyne  voor- 
ouders ,  en  zyn  befluit  was  ,  dat  men , 
ccr  men  verder  gong ,  horen  moeft, wat 
gemelde  hertog  tot  zyn  verfchoning  in 

te 


Philippus  van  Orleans.  131 

te  brengen  had :  fcyn  raad  wierd  gevolgt , 
en  die  heer  gedagvaart  om  gehoort  te 
worden.  Hy  begaf  zich  naar  het  parle- 
ment, maar  dewyl  hy  weigerde  zyn  de- 
gen af  te  leggen,  wilde  men  hem  ook  geen 
gehoor  verlenen.  De  hertog  regent,  over 
dit  ceremonieel  artikel  om  raad  gevraagt , 
liet  de  uitfpraak  daarvan  aan  't  parle- 
ment. Ondertuflchen  dat  men  deze  zaak 
onderzocht ,  begaf  zich  een  commiflaris 
gewapenderhand  naar  een  huis,  naait  het 
paleis  van  la  Force  ,  op  voorwentzel, 
dat 'er  koopmanfchappen  in  waren,  wel- 
ke dien  hertog  toebehoorden.  De  her- 
tog quam  op flag,  en  vroeg,  door  wiens 
order  zy  te  werk  gongen,  die  door  den 
commilfaris  getoont  wierd  ;  de  hertog 
rukte  ze  hem  uit  de  hand  , '  en  belette 
hem  huiszoeking  te  doen  :  zie  daar  een 
twede  proces  verbaal  ,  dat ,  gelyk  het 
eerfte ,  en  om  dezelve  reden ,  in  handeh 
van  den  procureur-generaal  geftelt  wierd. 
Men  vergaderde  om  'er  over  te  raadple- 
gen ;  een  deel  hertogen  woonden  deze 
vergadering  by  ,  waaronder  die  van  la 
Force  zelf  was  ,  die  fpreken  wilde  ,  en 
eene  memorie  inleveren  ,  maar  men  be- 
laftte  hem  buiten  te  ftaan  ,  en  meri  fprak 
met  meerderheid  van  Hemmen  een  von- 
nis van  perfonele  indaging  tegen  hem 

1  2  uit  3 


132      Het  Leven  van 

uit ,  op  deze  reden  gegrond  ,  om  dat  hy 
de  gerecht  spie  ging  weerjlaan  had. 

Dit  vonnis  wierd  te  ftraf  geoordeelt: 
de  hertogen ,  met  verlof  van  \  hof,  verga- 
derden by  den  aartsbiflchop  vanRheims, 
eerften  hertog  en  pair  van  Vrankryk ;  het 
befluit  dat  zy  namen  ,  was  ,  dat  het  par- 
lement al  te  ver  gegaan  was ,  en  dat  na- 
demaal  de  raadsheren  hun  tabbert  aan- 
hielden, wanneer  zy  gedagvaart  waren 
om  verhoort  te  worden ,  zy  hun  gezag 
waren  te  buiten  gegaan  ,  eifchende  dat 
de  hertog  de  la  Force  zyn  degen  zou  af- 
leggen :  en  dat  de  koning  zou  verzocht 
worden  ,  om  deze  zaak  voor  zyn  raad 
te  beroepen.  De  koning  bewilligde  hun 
verzoek  ,  en  het  arreft  hiervan  .wierd 
hun  den  laatften  februari  aangekondigt. 
Het  parlement  oordeelde  zich  beledigt, 
en  liet  den  koning  bidden  van  de  zeer 
onderdanige  vertogen  aan  te  horen ,  die 
het  hem  hierover  te  doen  had.  De  her- 
togen zelf,  die 'er  om  aan  hadden  ge- 
houden ,  merkten  de  fout  die  zy  begaan 
hadden  ,  door  een  van  de  befte  hunner 
privilegiën  af  te  itaan  ,  en  voegden  zich 
by  het  parlement,  om  de  kennisneming 
van  deze  zaak  weer  aan  zich  te  krygen. 
De  hertog  van  Bourbon  ,  de  graaf  van 
Charolois ,  en  de  prins  van  Conti  onder- 

fteunden 


Philippus  van  Orleans.  133 


iteunden  dit  verzoek  ,  en  bewogen  he- 
mel en  aarde  om  het  door  te  dringen. 

De  eerfte  maart  was  de  beftemdedag, 
om  hunne  vertogen  aan  te  horen.  De 
heer  de  Mefmes,  eerfte  prefident,  over- 
trof zich  zeiven  by  deze  gelegenheid, 
hoe  weinig  tyd  hy  ook  gehad  had,  om 
zyn  redenvoering  op  te  ftellen  :  de  ken- 
ners zagen  die  voor  een  meefterftuk  aan , 
waarin  de  bondigheid  van  de  redene- 
ring ,  en  de  deftigheid  van  de  uitdruk- 
king, elkander  verzelden  en  onderlteun- 
den. 

Hy  bewees ,  dat  deze  aftrekking  te- 
gen de  belangen  van  de  prinffen  van  den 
bloede  en  van  de  hertogen  en  pairs 
ftreed  ,  en  dat  zy  heilige  en  onfchend- 
bare  gewoontens  te  keer  ging.  5,  Wy 
„  zullen  uwe  majefteit,  zeide  deze  ma^ 
*   ,5  giftraats  -  perfoon  ,  de  zaken  eenvou- 

dig  voorftellen.  Wy  zullen  u  de  on- 
„  betwiftbaarfte  gronden  voor  ogen 
„  houden,  en  onze  voorrechten  verto- 
3,  nen  ;  en  wy  zullen  met  vertrouwen 
„  de  uitwerkzelen  van  die  goedheid  af- 
„  wachten  ,  die  uwe  majefteit  alle  hare 
„  onderdanen  doet  gevoelen  ,  en  wraar- 
„  van  zy  vooral  blyken  aan  de  prinffen 
„  van  haar  bloed  moet  geven.  Uwe 
„  majefteit,  vervolgde  hy, weet  de  on- 
3,  vermydelyke  verplichting ,  die  wy 

I  3  „heb- 


1 34*     Het  Leven  van 

„  hebben  ,  om  de  order  en  policy  in 
35  uw  ryk  te  handhaven  5  en  om  de  waak- 
55  zaamheid  en  den  yver  op  te  wekken 
55  van  de  amptenaren  ,  die  geftelt  zyn 
35  om  die  te  onderhouden  ,  en  hun  ge- 
55  zag  te  onderfteunen. 

55  Deze  oplettentheid  5  zo  noodzaak- 
35  lyk  ten  allen  tyden,  is  het  noch  meer 
35  in  deze  ongelukkige  dagen  van  de  ge- 
35  mene  rampen  ,  waar  in  uwe  onderda- 
53  nen  5  byna  van  alle  hunne  have  ont- 
55  bloot  5  de  noodzaaklykfte  koopman- 
35  fchappen  voor  het  leven  tot  een  zo  bui- 
55  tenfporigen  prys  geftygert  zien.  Wy 
35  hebben  altyd  voorzien  5  dat  'er  tegen 
35  uwe  ordonnantiën  ftapels  van  allerly 
55  foorten  van  waren  zouden  gemaakt 
35  worden,  en  dat  luiden  van  allefly  be- 
33  roep  ongeftraft  een  monopolie  zouden 
35  oprechten  ,  die  zo  uitdruklyk  verbo- 
3,  den  is. cc 

Na  de  zaak  van  den  hertog  van  la  For- 
ce  onvouwt,  en  de  bewyzen  aangebragt 
te  hebben,  en  aangetoont,  hoe  zeer  de 
rechten  van  de  printten  van  den  bloede5en 
van  de  hertogen  en  pairs,door  deze  betrek- 
king tot  een  andere  rechtbank,  gekrenkt 
waren,  en  dat  het  eerlyker  en  veiliger 
voor  hun  was,  in  het  parlement  gevon- 
nift  te  worden ,  voegde  hy  'er  by  : "  Si- 
5,  re,  de  ftaat  der  printten  van  uwen  bloe- 


Philippus  van  Orleans.  135 

<>,  de,  en  van  de  pairs  van  uw  ryk, zou 
„  ongelukkiger  zyn  dan  die  van  uwe 

„  minfte  onderdanen          Zy  zouden 

,5  van  eene  commiiïie  afhangen ,  en  de 
3,  eer  van  de  eerfte  luiden  van  uw  ryk 
3,  zou  kunnen  toevertrouwt  worden  aan 
33  menfchen,  by  toeval  byeen  gefchraapt, 
33  aan  deze  willekeurige  zittingen  5  die 
33  nooit  vertrouwen  inboezemen  5  die 
33  geen  beftendigen  duur  hebben  5  die 
33  byna  zo  gaauw  verdwynen  5  als  zy  aan- 
33  geftelt  zyn :  en  de  prinflen  van  uwen 
33  bloede  ?  en  pairs  van  uw  ryk  ,  om  den 
33  befchuldigden  niet  te  verlaten,  en  om 
33  voor  zyn  behoudenis  te  waken,  zou- 
3,  den  zich  genootzaakt  zien5  om  zich 
33  by  onbekende  rechters,  en  by  vier- 
33  fcharen  te  voegen,  diedikwils  minder 
„  van  rang  zyn )  't  geen  zy  niet  zouden 
3,  kunnen  doen,  zonder  hunne  waardig- 
33  heid  veracht  te  maken  en  ten  toon  te 
3,  ftellen. 

„  Maar  't  geen  de  begeerten  van  de 
„  prinfTen  van  uwen  bloede,  en  van  de 
„  pairs  van  't  ryk  vermeerdert,  om  geen 
„  andere  rechters  dan  het  parlement  te 
3,  hebben,  is  de  kennis, die  zy,  uit  ci- 
3,  geervarenheid  5  hebben  van  de  naauw- 
,3  keurigheid  ,  waar  mee  de  wetten  daar- 
3,  in  gehandhaaft  worden.  Nademaal  zy 
33  onbequaam  zyn ,  om  een  ftap  te  doen 
I  4.  „  te- 


136     Het  Leven  van 

5,  tegen  de  getrouwheid,  die  zy  u  fchul- 
3,  dig  zyn  ,  en  tegen  de  wetten,  die  de 
3,  eer  en  hunne  geboorte  hun  voorfchry- 
3,  ven  3  die  regels,  die  de  misdadigers 
3  3  doen  beven  5  de  onfchuldigen  geruft 
33  ftellen,  is  het  hun  genoeg  een  vier- 
3,  fchaar  tot  rechters  te  hebben ,  waarin 
33  die  met  de  uiterfte  naauwk-eurigbeid 
,3  in  acht  genomen  worden.  Zou  uwe 
33  majefteit  de  prinflen  van  uwen  bloede, 
33  die  uit  de  geboorte  een  delibererende 
„  ftem  in  \  parlement  hebben ,  en  de 
3,  pairs  van  Vrankryk,  die  den  eed  in 
33  het  hof  der  pairs  afleggen  ,  van  de 
33  eertekenen   en  voorrechten  willen 
33  beroven  3  die  zy  aan  alle  de  amtena- 
33  ren  van  't  parlement  niet  betu  iften  3 
33  welke  in  een  criminele  zaak  niet  dan 
„  door  hun  genoodzelfchap  gevonnift 
33  worden?  Wy  kunnen  uwe  majefteit  ver- 
33  zekeren,  dat  zo  het  recht  der  prinflen 
„  en  der  pairs  onbetwiftbaar  is,  zy  daar 
3,  van  onheuglyke  tyden  af  in  't  bezit 
3,  van  zyn.  Wyzien  in  onze  regiltcrs, 
3,  dat  wanneer  de  andere  parlementen 
3,  de  pairs  van  Vrankryk  hebben  willen 
„  vervolgen ,  de  koningen  uwe  voorza- 
„  ten  bellift  hebben  ,  niet  als  een  nieuw 
„  recht,  maar  als  een  recht  dat  met  de 
„  inftelling  van  't  parlement,  en  de  na^ 
„  tuur  van  het  pairfchap  verknocht  is  3 

„  dat 


Philïppus  tan  Orleans.  137 

5,  dat  geen  pair  van  Vrankryk  gehou- 
„  den  is  te  pleiten  5  te  antwoorden  ,  noch 
95  zelf  te  recht  te  ftaan  3  over  zaken,  zyn 
„  perfoon  en  het  recht  van  het  pairfchap 
55  rakende ,  voor  enig  ander  hof  of rechts- 
„  gebied  5  dan  alleen  voor  het  parlements- 
3,  hof  van  Parys,  dat  het  hof  der  pairs  is cc. 

By  deze  redenen  voegde  hy  een  klagt, 
in  uitdrukkingen  3  die  te  gelyk  fterk  en 
eerbiedig  zyn  33  Daar  is  ons  niets  meer 
33  overig  3  zeide  hy ,  dan  uwe  majefteit 
„  recht  te  verzoeken  over  de  wyze5waar- 
33  op  deze  zaak  voor  uw  gerechts  hof  ge- 
33  trokken  word.  De  koningen  zyn  niet 
3,  gewoon  hun  begeren  aan  hun  parle- 
33  mei^t  bekent  te  maken  5  dan  door  pla- 
3,  katen,' declaratien,  of  openebrieven ; 
33  't  is  ons  zelf  door  uwe  ordonnantiën 
33  verboden  ,  eenige  acht  te  geven  op 
33  alles  3  wat  niet  in  de  gedaante  van 
33  openebrieven  gefchied  is. 

33  Om  kort  te  gaan  ,  was  zyn  befluit, 
3,  de  drie  prinflen  van  uwen  bloede  3 
3,  die  by  onze  raadplegingen  zyn  te- 
33  genwoordig  geweeft  5  hopen  van 
33  iiwe  majefteits  goedheid ,  dat  zy  wel 
33  zal  willen  een  arreft  3  dat  hun  zo  na- 
33  delig  is  3  herroepen  5  en  zy  verwach- 
33  ten  dit  met  zo  veel  te  meer  vertrou* 
33  wen  3  om  dat  men  hun  niet  kan  wy- 
33  ten  3  dat  zy  'er  hun,  ftem  toegege^ 
I  5  »  ven 


138     Het  Leven  van 

3,  ven  hebben.  Zy  zyn  wel  verzekert  i 
3,  van  in  den  heer  regent  de  zelve  ge- 
33  moeds-leidingen  te  vinden  als  in  uwe 
33  majefteit ;  uit  het  zelve  bloed  gefpro- 
33  ten  als  uwe  majefteit,  heeft  hy  de  zel- 
33  ve  gevoelens ,  uit  het  zelve  bloed  ge- 
33  fproten  als  de  prinflen  5  die  by  U  om 
33  recht  fmeken,  heeft  hy  de  zelve  be- 
33  langen  « 

Het  antwoord  vanden  kanflelier  was 
een  taftelyke  blyk  van  de  welgegrond- 
heid der  vertogen.  Hy  verzekerde  ,  dat 
fcyne  majefteit,  met  het  bewufte  arreft 
te  laten  uitgaan,  de  minfte  inbreuk  niet 
had  willen  maken  in  de  voorrechten  3 
aan  de  waardigheid  van  pair  van  Vjankry  k 
verknocht  3  noch  in  het  gezag,  dat  hy 
zyn  parlement  aanvertrouwde.;  dat  ge- 
fchillen  van  deze  natuur  voör  het  oor- 
deel van  zyne  majefteit  befpaart  wierden  3 
dat  de  onenigheid  zelf,  die  zy  onder  de 
pairs  hadden  doen  ontftaan,  voor  den 
koning  een  nieuwe  beweegreden  ge- 
weeft  was  ,  om  zich  met  deze  zaak 
te  bemoeien. ,,  De  zaken  zyn  ten  dezen 
9,  opzichte  noch  in  haar  geheel  voeg- 

de  'er myn  lieer  d'Aguefleau  by,  het  ge- 
„  geven  arreft  toont  allehig  aan ,  dat  de 
„  zwarigheid  gewichtig  genoeg  gefche- 
„  nen  is ,  dat  de  koning  die  liet  onder- 
5,  zoeken.  Maar  zyne  majefteit  heeft 

3,  zich 


Philippus  van  OrleanSo  139 

55  zich  noch  niet  verklaart  omtrent  het 
„  befluit,  dat  'er  op  dit  beroep  volgen 
„  zal ;  zy  heeft  zich  vergenoegt  met  in 
,5  dit  arreft  te  zeggen ,  dat  daarin  zal 
35  voorzien  worden  5  zodanig  als  het  be- 
55  hoort.  En  nademaal  niets  in  dezen. 
5,  ftaat  verhindert  5  dat  de  zaak  weer  aan 
35  't  parlement  kome  5  moet  deze  verga- 
55  dering  afwachten  5  dat  het  den  ko- 
35  ning  behage  haar  zyne  mening  te  laten 
35  weten  5  die  altyd  ftrekken  zal  om  de  al- 
55  gemene  rechten  te  handhaven  5  om 
55  de  billyke  prerogativen  van  zyn  par- 
5,  lement  5  en  de  ware  voorrediten  van 
5,  het  pairfchap  te  bewaren  ?  en  om  de 
5,  order  en  ruft  in  alle  de  delen  en  in  al- 
55  leftaten  van  zyn  ryk  te  doen  regeren cc. 

Dit  antwoord  gaf  vooruit  te  kennen 
wat  'er  gebeuren  zou.  Den  tienden  maart 
wierd  de  hertog  de  la  Force  door  eene 
declaratie  des  konings  weer  aan  7t  parle- 
ment te  rug  gezonden ,  en  deze  declara- 
tie wierd  met  voorzichtigheid  geregis- 
treert.  Het  arreft  5  waardoor  dit  gefchied- 
de  5  hield  in  3  dat  daaruit  niet  volgen 
moeft  5  dat  'er  enige  brieven  omtrent 
de  criminele  proceflen  der  prinflen  en 
pairs  nodig  waren  3  dat  zy  op  generly 
wyze  enig  nadeel  zou  toebrengen  aan  de 
rechten  en  prerogativen  der  prinflen  en 
pairs  3  ea  anderen  5  die  zitting  in  't  ge- 
rechts- 


140      HetLeven  VAN 

rechtshof  hadden  ,  om  niet  in  het  parle- 
ment op  de  gewoonelyke  wyze  gevon- 
nift  te  worden. 

Op  den  zeiven  dag  ten  vier  uren  na 
de  noen  begaf  zich  de  hertog  de  la  For- 
.  ce  zonder  degen  naar  het  parlement :  zyn 
verhoring  duurde  vier  uren.  Na  verfchei- 
de  zittingen  5  want  dit  proces  was  heel 
verwart  ,  quam  'er  den  7  juli  een  von- 
nis uit,  behelzende  in  fubftantie  ,  dat  de 
kamers  vergadert,  en  genoegzaam  met 
pairs  voorzien  zynde,  ordonneerden,  dat 
de  hertog  de  la  Force  gehouden  zou  zyn 
met  meer  omzichtigheid  te  werk  te  gaan , 
en  in  't  vervolg  een  onberifplyk  gedrag  te 
houden ,  gelyk  het  zyn  geboorte  en  de 
waardigheid  van  hertog  en  pair  voegde ; 
Oriënt  doorgeftreken ,  en  van  zyn  gild 
vervallen ;  Landais,  Bernard  en  du  Pare 
beftraft ,  en  veroordeelt  in  6000.  livres 
aan  fchade  en  intereften,  en  in  alle  de  kof- 
ten ;  en  dat  de  waren  geconfisqueert  zou- 
den zyn,  twee  derde  aan  het  algemene 
gafthuis ,  en  de  andere  derde  ten  voor- 
dele van  de  kruideniers.  Dit  arreft  was 
in  zich  zeiven  zacht ,  maar  ten  opzicht 
van  een  hertog  en  pair  viel  het  hart,  en 
alle  de  genen, dieper  door  veroordeelt 
wierden,  hadden  enig  verband  met  den 
hertog  de  la  Force ,  een  van  hen  was  zelf 
zyn  fecretaris ,  en  het  bleek  genoeg  uit 


Philippus  van  Orleans.  141 

het  preses  ,  dat  zy  met  hun  allen  niet  ryk 
genoeg  waren  ,  om  zulk  een  grote  quan- 
titeit  fpeceryen  te  hebben  kunnen  opko- 
pen. Zonder  twyffel  dat  het  parlement 
zich  nergens  anders  om  van  zoo  veel  ge- 
matigtheid  omtrent  dezen  heer  bedien- 
de ,  dan  om  de  andere  pairs  te  doen  ge- 
voelen ,  dat  het  voor  hen  veel  zachter 
zou  zyn  ,  in  deszelfs  handen  te  verval- 
len ,  dan  in  enige  andere.  De  zaak  maak- 
te zo  veel  te  meer  gerucht,  om  dat  de 
gene  ,  dien  het  pro£es  aangong  ,  be- 
halven  zyn  geboorte  en  groten  rang, 
een  van  die  vernuftige  filozofifche  ver- 
ftanden  was ,  welke  van  alle  deze  foor- 
ten van  zwakheden  fcheen  ontbloot  te 
móeten  zyn. 

Het foort  van gerechtshof,aangeftelt  om  °"^n 
het  gedrag  der  bewinthebbers5kafTiers5en  aVon-"1 
kommifen  van  de  kompagnie  der  Indien  '«h£ 
en  van  de  bankte  onderzoeken,  ontdek-  handen- 
te  wel  andere  guiteftukken.  Men  vond  gen  van 
dat  Law  achttien  millioenen  aan  de  bank  c  bank* 
fchuldig  was ;  dat  'er,  in  de  maand  van 
november  17 19,  veertig  millioenen  in 
geld  uit  de  bank  gegaan  waren ,  die  'er 
eerft  in  briefjes  op  het  einde  van  feptem- 
ber  1724  weer  in  waren  gekomen,  en 
dat  de  bewinthebbers  voor  hondert  mil- 
lioenen aan  briefjes  hadden  ingehouden, 
van  die  gene ,  die  zy  naar  het  ftadhuis 

moeften 


142    Het  Leven  van 

moeften  zenden,om  daar  verbrand  te  wor- 
den. Een  van  de  minft-fchuldigen  was 
een  zeker  Rhigt,  die  alleen  overtuigt 
wierd  van  zeven  millioenen  ter  zyden  af- 
gewent ?  en  naar  vremde  landen  ver- 
zonden te  hebben.  Deze  navorfchingen 
der  behandelingen  van  de  amtenaren  der 
bank  en  van  de  millioenariflen  ,  gelyk 
men  ze  in  dien  tyd  noemde  ,  verlichtten 
het  volk  niet  meerder,  dan  die  van  de 
generale  pachters  en  financiers  in  't  be- 
gin van  't  regentfchap :  maar  ten  minden 
had  het  enige  oorzaak  om  zich  te  troof- 
ten  met  de  publieke  verkoping ,  die  men 
van  den  boedel  hield  van  de  oorzaak  van 
deszelfs  rampen ,  ik  wil  zeggen  van  den 
beruchten  Law  ,  en  met  de  confifcatie 
zyner  landgoederen ,  waaronder ''er  veer- 
tien getytelde  waren ,  waarvoor  hy  hul- 
de gedaan  had  aan  den  koning,  toen  hy 
den  eed  voor  het  ampt  van  controlleur  ge- 
neraal aflei :  zyn  broeder  ,  dien  hy  by 
zich  ontboden  had,  om  den  buit  van 
Vrankryk  met  hem  te  delen ,  wierd  ter 
zeiver  tyd  uit  de  baftilje,  daar  men  hem 
eerft  gezet  had ,  na  de  conciërge  over- 
gebragt,  om  daar  te  blyven,  tot  dat  hy 
zyne  fchulden  betaalt  zou  hebben. 

De  briefjes  waren  Vrankryks  enige 
plaag  niet  ,  maar  Provence  wierd  ook 
door  de  peft  aangetaft ;  Marfeille ,  die 

door 


PHILIPPÜS  VAN  OltLEANS.  H3 

door  haar  groten  koophandel  Amfter- 
dam  haaft  begon  naar  de  kroon  te  fteken , 
wierd  tot  een  nare  wildernis ;  en  de  vlam 
lei  meer  dan  twee  derde  delen  van  Ren- 
nes  ,  hooftftad  van  Bretagne,  in  de  afch. 
Een  brief  5  uit  deze  laatfte  rampzalige 
ftad  gefchreven ,  en  die  toen  in  druis  ge- 
geven wierd,  eindigde,  na  dezen  droe- 
vigen  brand  op  de  hartroerentfte  wyze 
afgefchildert  te  hebben,  met  deze  woor- 
den: ik  durf  u  niet berichten ,  mynbeery 
waaraan  men  dezen  brand  toejchryfi ,  die 
men  zegt  met  de  flambouw  in  de  hand 
veroorzaakt  te  zyn ;  de  gedachten  alleen 
daar  van  moet  een  ieder  doen  yzen. 

Zie  hier  deze  gedachten ,  die  ik  my  zmneio 
niet  zal  ontzien  te  ontwimpelen ,  om  z? lafte" 
dat  ik  het  nergens  anders  om  doe ,  dan  nng* 
om  aan  te  tonen ,  hoe  ver  de  laftering 
woedde  tegen  een  prins,  dien  zyne ge- 
boorte en  grote  perfonele  hoedanighe- 
den hoog  moeften  doen  achten.  Men 
zei  dan,  en  zelf  opentlyk  genoeg,  dat 
'er  geen  provintie  was ,  die  men  meer 
vreefde  dan  Bretagne ,  om  haar  verbin- 
tenifTen  met  Spanjen  ,  om  den  imborfl 
harer  inwoners ,  en  vooral  ,  om  de  ge- 
fchillen  die  men  met  den  adel  en  het  par- 
lement gehad  had;  en  dat  men,  om  haar 
te  beletten ,  van  ter  gelegenheid  van  't 
verval  der  bank  een  opfchudding  te  ver^ 

wek- 


1^4     Het  Leven  van 

wekken ,  dit  barbaarfch  middel  gebruikt 
•  had 5  om  haar  te  dwingen  ruft  te  hou- 
den. Ik  betuig  oprecht  ,  dat  ik  van  de- 
ze achterdocht  niet  zou  gerept  hebben  j 
indien  ik  'er  de  geringfte  fchaduwe  van 
waarfchynlykheid  in  gezien  had.  De  vre- 
de was  met  Spanjen  gemaakt  >  en  de 
misnoegden  konden  daar  geen  byftand 
van  verwachten ;  het  parlement  ,  en  de 
adel  ,  hadden  zich  t'eenemaal  onder- 
worpen ,  en  het  gemeen,  hier,  gelyk 
overal,  bezig  met  de  wrakken  van  hun 
fortuin,  die  door  Laws  ontwerp  fchip- 
breuk  geleden  had  ,  byeen  te  verza- 
melen, was  'er  ver  vandaan,  van  eni- 
ge gedachten  tot  oproer  te  herber- 
gen. 

Het  afgebrande  deel  van  Rennes  had 
maar  uit  houte  huizen  beftaan,  en  de 
ftraten  waren  3er  zeer  naauw,  zo  dat  het 
weinig  fcheelde,  of  de  gevels  van  de  hui" 
zen  raakten  elkander  ;  men  had  niet 
eens ,  maar  hondert  maal  voorfpelt ,  dat , 
indien  'er  brand  in  deze  quartieren  quam , 
het  'er  droevig  uit  zou  zien :  de  brand 
begon  in  het  huis  van  een  fchrynwer- 
ker,  welke  dronken  zynde  een  groot 
vuur  van  fpaanders  had  aangeftoken ,  om 
zyn  vrouw  te  verbranden ;  de  wind  was 
hevig  ,  en  liep  alle  ogenblik  om  ;  de 
ïolders  lagen  vol  takkeboflen,  verfchei- 


PttiLIPPUS  TAN  ORLEANS. 

de  huizen  waren  met  dunne  planken  ge- 
dekt *  was  het  dan  zo  groot  wonder, 
dat  het  vuur  zo  veel  ravage  maakte?  ea 
moeft  men  5  om  dit  te  doen  begrypen, 
zyne  toevlucht  tot  een  uitlegging  ne- 
men ,  die  ruim  zo  misdadig  als  dwaas  is  ? 

Ten  minften  had  het  ryk  midden  in 
deze  algemene  en  byzondere  rampen 
geen  binnenlandfche  noch  uitheemfche 
oorlogen  te  vrezen.  Meefter  van  bin- 
nen, en  geacht  van  buiten ,  had  de  her» 
tog  van  Orleans,  door  zyne  ftantvaftig- 
lieid,  en  fchranderheid,  weten  de  min- 
fte  gelegenheden  daartoe  uit  den  weg 
te  ruimen  ;  de  hartnekkigfte  vyanden 
der  natie  waren  zyne  vrinden  en  befcher- 
mers  geworden:  wat  is  'er  aangelegen, 
of  hy  het  voor  zyn  eyge  belangen  ,  en 
om  zyne  vorderingen  te  verzekeren,  ge- 
daan had ,  was  daarom  het  voordeel 
daar  van  minder  wezentlyk  en  duurzaam  ? 
en  kan  men  niet  zeggen,  dat  Vrankryk 
verloren  was  geweelt ,  indien  zy  onder- 
nomen had  de  aanfla^en  van  den  cardi- 
naai  Alberoni  te  onderiteunen. 

De  abt  du  Bois  was  het  werktuig  ge-  Verfceé 
weeft,  waarvan  hy  zich  bedient  had  om 
£yne  vreedzame  ontwerpen  uit  te  voe-  duBoi^ 
ren,  en  hy  was  ook  de  enige,  met  wien 
hy  ze  gefmeed  had.  Deze  minifter,aan  des- 
zelfs  belangen  teenemaal  overgegeven, 

11.  DeeL  K  Ind 


146     Het  Leven  van 


had  geen  moeite  noch  ongemakken  ont- 
zien ,  hy  was  te  Londen  ,  in  den  Haag , 
en  te  Hanover  geweeft,  en  had  overal 
in  zyne  handelingen  geflaagt ,  derhal- 
ven  was  het  ook  niet  meer  dan  billyk, 
dat  hy 'er  voor  beloont  wierd. 

De  vriendfchap  5  die  zyne  koningly- 
ke  hoogheid  voor  hem  had,  en  het  ge- 
wicht der  dienften,  die  hy  hem  bewezen 
had,  verdienden  wel  eep  rykelyke  belo- 
ning ,  derhalven  wierd  hy  voor  een  be- 
gin fecretaris  van  ftaat  voor  de  buiten- 
landfche  zaken  gemaakt  ,  maar  kort  daar- 
na wrerkte  men  om  hem  cardinaal  te  ma- 
ken, maar  Clemens  de  elfde  koos  den 
aartsbilTchop  van  Rheims  hier  toe,  en 
men  maakte  hem  by  provifie,  om  een 
gunftiger  tyd  af  te  wachten ,  aartsbif- 
fchop  van  Camerik.  De  opvolger  van 
Clemens  den  elfden,  beter  wetende  van 
wat  gewicht  liet  was ,  den  gunfteling 
van  den  regent  van  Vrankryk  door  by- 
zondere  banden  aan  de  roomfche  kerk  te 
verbinden ,  deed  op  de  bevalligfte  wy- 
ze,  't  geen  zyn  voorzaat  niet  had  wil- 
len doen.  De  cardinaal  van  Rohan  , 
die  men  met  deze  onderhandeling  by 
zyne  heiligheid  belaft  had  ,  berichtte 
den  uitflag  daarvan  in  byzonder  ftre- 
lende  uitdrukkingen  voor  zyne  nieuwe 
eminentie ,  zeggende  ,  dat  Innocentius 


Philippus  van  Orleans.  14.7 

de  dertiende  hierdoor  een  oude  fchuld 
van  zyn  voorzaat  en  van  de  kerk  afbe- 
taalde, voor  de  grote  dienften  ,  die  de- 
ze prelaat ,  zo  wel  aan  den  een  als  aan  de 
andere,  zedert  het  regentfchap  bewezen 
had  ;  dat  zyn  heiligheid  aan  zyne  ko- 
ninglyke  hoogheid  dit  inftantelyk  ver- 
zoek niet  had  kunnen  weigeren  ,  voor 
een  perlbon,  die  de  kerk  en  het  ryk  zo 
wel  beftuurde.  De  brief  van  den  paus 
was  niet  minder  verplichtende  :  hy 
fchreef ,  dat  hy  dezen  prelaat  tot  het 
purper  verheven  had  ,  niet  alleen  om 
zyn  perfonele  verdienften ,  maar  ook 
ter  oorzaak  van  zyne  grote  dienften  aan 
de  kerk  bewezen,  nademaal  hy  een  van 
die  genen  was  ,  die  het  meeft  toege- 
bragt  hadden,  om  dezelve  in  ruft  te  bren- 
gen. 

Zo  dra  de  courier  met  deze  brieven 
aangekomen  was, geleidde  zyne  koning- 
lyke  hoogheid  den  aartsbiflchop  van  Ca- 
merik  by  den  koning,  enzeide;  „Sire, 
,>  ik  heb  de  eer  van  u  den  aartsbilfchop 
„  van  Camerik  aan  te  bieden ,  aan  wiens 
„  yver  uwe  majefteit  de  ruft  van  den 
„  flaat ,  en  den  vrede  van  de  kerk  van 
„  Vrankryk  verfchuldigt  is ;  die  zonder 

hem  door  een  yflyke  fcheuring  ver- 
„  deelt  zou  zyn  geweeft.  De  paus ,  om 

zulke  gewichtige  dienften  te  erken- 
K  2  5>nen, 


148    Het  Leven  van 

„  nen ,  heeft  hem  met  een  cardinaals 
„  hoed  beloont cc. 

Weinig  dagen  daarna  verzocht  men 
den  marquis  deTorci,  om  zich ,  ten  be- 
hoeve van  den  nieuwen  cardinaal ,  van 
het  ampt  van  opziener  over  de  pofteryen 
te  ontdoen,  mits  een  wedde  vanvyf  en 
veertig  duizent  livres  daarop  behouden- 
de ;  hy  kreeg  ook  de  vertrekken  van  de 
Thuilleries,  die  de  hertogin  van  Venta- 
dour  bellagen  had  ,  terwyl  zy  gouver- 
nante van  den  koning  was ;  by  alle  deze 
tekenen  van  gunft  voegde  men  verfchei- 
de  ryke  abdyen  ,  zo  dat  hy  ,  byna  in  een 
ogenblik  ,  een  der  rykfte  heren  van  't 
ryk  wierd.  Hy  was  zelf  al  te  hoog  ver- 
heven ,  om  naderhand  in  den  raad  te  ver- 
fchynen ,  zonder  'er  een  gediftingueerde 
plaats  te  hebben  ;  en  dewyl  men  noch 
het  belluit  niet  genomen  had  ,  om  de 
hinderpalen,  die  men  voorzag  omtrent 
deze  voorzitting  te  zullen  ontmoeten, 
met  geweld  omver  te  werpen  ,  woonde 
hy  die  vergaderingen  niet  meer  by  ,  en 
zyn  bediening  van  ftaats-fecretaris  in  de 
buitenlandfche  zaken  wierd  aan  den  gra- 
ve  van  Morville ,  zoon  van  den  heer  Ar- 
menonville,  gegeven  :  maar  fchoon  hy 
afwezig  was ,  was  hy  'er  evenwel  het 
voornaamfte  beweegrad  af ,  en  zonder 
den  rang  of  den  titel  van  eerften  ftaats- 

dienaar 


Philippus  van  OpvLeans.  149 

dienaar  te  hebben,  nam  hy  'er  de  bedie- 
ningen van  waar  ,  zedert  dat  de  heer 
d'Argenfon  het  hof  verlaten  had  ,  en 
Law  gevlucht  was. 

Zyn  verheffing  maakte  den  nyd  gaan-  ^.^ord 
de,  en  men  kan  niet  geloven  hoe  ver  lykafge- 
die  gong.  Laat  men  al  het  venyn  fchüderr. 
te  zamen  rapen  ,  dat  de  haat  en  quaad- 
aardigheid  over  de  gunftelingen  der  vor- 
ften  hebben  uitgefpogen  ,  en  men  zal 
bevinden  ,  dat  men  ze  noch  zeer  ont- 
zien heeft  3  in  vergelyking  van  dezen. 
Daar  was  maar  een  enig  artikel  ,  waar- 
over men  hem  niet  te  keer  gong,  naam- 
lyk  zyn  getrouwheid  voor  de  belangen 
van  den  hertog  van  Orleans,  en  de  he- 
vige en  oprechte  genegenheid  ,  die  hy 
voor  zyn  perfoon  had.  Indien  men  de 
pasquillen ,  de  liedjes  ,  de  prenten  zelf 
wilde  geloven  ,  die  'er  met  hopen  uit- 
quamen,  had  hy  noch  godsdienft,  noch 
deugt,  noch  eer  ,  noch  gevoelen  van 
menfchlykheid  ,  zelf  had  hy  generly 
verdieniten ,  en  was  te  enemaal  onbe- 
quaam  tot  de  bedieningen ,  die  men  hem 
toevertrouwde  ;  hy  had  altyd  in  de  de- 
bauches  geleeft ,  zonder  ooit  geweten 
te  hebben  wat  liefde  was ,  en  in  debau- 
ches  van  allerlei  foort  :  de  dag  dat  hy 
priefter  wierd  ,  was  de  eerfte  dag  dat 
hy  het  nachtmaal  ontling,  en  't  geen  in 
K  3  zom* 


1 


ïjo      Het  Leven  van 


sommige  opzichten  noch  nimmer  was 
dan  dit  alles ,  men  befchuldigde  hem  met 
al  het  quaad  ,  dat  men  de  onbefchaamt- 
heid  had  van  zyn  meefter  op  te  leggen  ; 
men  ftrooide  zelf  uit  ,  dat  hy  getrouwt 
was  ,  dat  de  heer  de  Bretueil ,  intendant 
vanLimoges,  uit  de  griffies,  en  uit  de 
regifters  van  de  parochie,  kopy  van  alle 
de  acten  had  laten  lichten ,  en  van  de 
papieren ,  die  tot  bewys  konden  ftrek- 
ken  ,  en  wanneer  men  dezen  intendant 
onder  zyn  minifterie  fecretaris  van  oor- 
log zag  worden  ,  ging  dit  vermoeden 
voor  een  onwederfpreeklyke  waarheid 
door. 

Hervor-  De  billikheid  vereifcht,  dat  ik  dit  haat- 
éituJ™  lyk  portret  een  weinig  hervorm  :  wat  per- 
tret.  foneel  misnoegen  ik  en  myne  familie  te- 
gen dezen  minifter  hebben ,  zal  ik  egter 
hem  graag  zyn  verdiende  recht  bewyzen. 
Zyn  ftatuur  was  minder  dan  middelma- 
tig, en  heel  fchraal  ,  zyn  temperament 
vol  vuur  :  niet  alleen  had  hy  verltand , 
maar  \  was  een  fraie  geelt ;  zyne  onder- 
handelingen ,  waarvan  hy  alleen  het 
geheim  en  de  belturing  had  ,  kunnen 
daar  getuigen  van  itrekken  ,  en  hem  te 
willen  van  die  kant  zwart  maken  ,  was 
zulke  blyken  van  zyn  haat  geven  ,  dat 
men  omtren^al  het  overige  geen  geloof 
verdiende.   By  zyn  uitmuntenden  geeft 

voegde 


PHILIPPUS  VAN  OltLEANS.  1)1 

voegde  hy  een  ftantvaftigen  aandacht , 
en  een  hartnekkig  blokken  ;  nooit  heeft 
miiïchien  iemand  zo  veel  gearbeid  ,  als 
hy  deed 5  zedert  dat  hy  de  enigite  ver- 
trouweling van  den  hertog  regent  ge- 
worden was.  Wat  de  qualiteiten  van  't 
hart  aangaat  ,  hy  was  niet  wreed  noch 
wraakzuchtig  ,  en  had  het  nooit  op  ie- 
mand anders  voorzien,  als  op  de  vyanden 
van  den  hertog  van  Orleans ,  behalven  dat 
al  zyn  haat  zich  noch  bepaalde  ,  met 
hen  te  beletten  van  iemand  te  kunnen 
déren  ,  eer  als  dat  hy  hun  wezentlyke 
onheilen  zou  veroorzaken  ;  hy  was  zelf 
een  goed  vrind,  en  fchoon  hy  den  heer 
d'Argenibnin  een  gewigtige  gelegenheid 
verlaten  had,  handhaafde  hy  hem  in  een 
overfchot  van  gezag  en  aanzien ,  en  droeg 
zorg  voor  deszelfs  twee  zoons :  fpyt  de 
nyd  zal  zyn  blakende  yver  voor  zyn 
meefter  altyd  door  eeriyke  luiden  voor 
een  deugd  aangezien  v  orden  ,  ten- 
minften  voor  een  bewys  3  dat  hy  goede 
gevoelens  had. 

Ik  wenfchte  wel  dat  ik  hem  omtrent 
de  andere  beichuldigingen  kon  recht- 
vaardigen  ;  maar  het  is  zeker  ,  dat  hy 
nooit  groten  godsdienft  bezat  ,  en  dat 
zyne  zeden  weinig  met  de  geeftlyke 
waardigheden  5  daar  hy  naar  ftond, 
overeen  quamen :  had  hy  zich  ten  min- 
K  4.  ften 


lp     Het  Leven  van 

ften  omtrent  een  heel  grof  gebrek  ,  dat 
men  zelden  anders  als  in  't  janhagel,  en 
in  de  krygsluiden  over  ''t  hoofd  ziet ,  ge- 
betert !  in  de  vervoertheid  van  toren, 
waaraan  hy  door  zyne  levendigheid  zeer 
onderhevig  was,  ontviel  hem  Gods  hei- 
lige naam  dikwils,  met  de  onbetaam- 
lykfte  uitdrukkingen  verzelt.  Toen  hy 
tot  gewichtige  ftaatspoften  gevordert 
was ,  maakte  hem  de  overkropping  van 
zaken  heel  gierig  op  zyn  tyd  ;  als  men 
hem  enige  ogenblikken  daarvan  deed 
verliezen  ,  en  bleef  aanhouden  op  de  ver- 
doeken of  de  vertogen  die  men  te  doen 
had,  wierd  hy  door  de  toorn  vervoert, 
en  hy  drukte  zich  in  zyne  gehoorgevin- 
gen  uit  5  gelyk  hy  in  zyn  particulier  ge- 
woon was  te  doen :  de  hertogin  van .... 
had  hier  op  een  dag  de  proef  van  ,  en 
al  het  antwoord,  dat  zy  kreeg,  was  een 
van  die  tére  uitdrukkingen;  zy  ging 'er 
aan  den  hertog  regent  over  klagen,  die 
heel  koel  tegen  haar  zeide ,  ik  weet  dat 
hy  brutaal  is,  maar  ik  heb  my  altyd  wel 
by  zyne  raadgevingen  gevonden.  De- 
ze hertogin,  die  nu  al  op  haar  jaren  was, 
had  altyd  voor  geen  veftaalsche  maagt 
gcpafFeert.  . 

Men  zal  zonder  twyffel  aangemerkt 
hebben  ,  dat  men  in  de  brieven  ,  die  ik 
aangehaalt  heb  ,  ter  gelegenheid  van 

den 


Philippus  van  Orleans.  15*5 


den  cardinaals  hoed  ,  dien  zyne  koning- 
lyke  hoogheid  voor  zyn  gunfteling  ver- 
kregen had  ,  fterk  op  de  dienften  blyft 
ftaan ,  door  hem  aan  de  kerk  bewezen , 
en  dat  men  die  voor  de  enige  beweegre- 
den van  de  verzochte  en  verkrege  gunfl: 
uitgeeft ;  niet  minder  twyffel  ik ,  of men 
zal  verwondert  zyn  geweeft  van  zulke 
eerwaardige  luiden  met  zo  veel  lof  te 
horen  fpreken,  van  een  man  van  zyn  ka- 
rakter. Zie  hier  de  uitlegging  van  dit 
foort  van  raadzel. 

De  abt  du  Bois  ,  op  zyn  perfonele  in- 
verdienden fteunende  ,  en  noch  meer  nl*e'mt  ae 
op  de  gunfl  van  den  hertog  regent, zag  in  zaken 
het  rykgeen  eene  poft,  die  hy  nietho-  conftitu- 
pen  kon  te  zullen  bereiken.  De  aanzien-  *ie  tebs- 
lykfte  bedieningen  konden  zyne  begeer-  M  ^e 
tens  niet  voldoen  ,  hy  wilde  niemand  beweeg- 
bovenzyn  hooft  zien,  dan  den  koning,  ^tn0e" 
en  den  prins ,  die  in  's  konings  naam 
regeerde.    Zyne  geboorte  fcheen  een 
onoverkomelyke  hinderpaal  in  zyne  be- 
geertens ;  hy  kon,  niet  tegenftaande  dit 
gebrek  ,  door  de  gunft  van  den  prins 
niet  te  herftellen ,  het  gezag  en  krediet 
van  een  eerften  minifter  hebben  ,  maar 
niet  den  rang  ende  eerbewyzingen.  Het 
cardinaalfchap  was  de  enigfte  trap,  waar 
langs  hy  daarnaartoe  konklimmen;de  eni- 
ge weg ,  om  tot  deze  waardigheid  te  ko- 
K  ?  *  men , 


ÏJ4    Het  Leven  van 

men ,  was ,  enigen  gewichtigen  dienft 
aan  het  hof  van  Romen  te  bewyzen, 
dezen  floeg  hy  in ,  en  had  het  geluk  van  te 
ilagen,  niet  tegenftaande  de  oneindige 
hinderpalen ,  die  hy  uit  den  weg  moeft 
ruimen. 

De  conftitutie  Unigenitus  vanClemens 
den  elfden,  gelyk  ik  gezegt  heb  door 
de  geheime  liften  en  het  groot  gezag 
van  vader  le  Tellier  bekuipt  en  verkre- 
gen ,  had  door  den  dood  van  Lodewyk 
den  veertienden  noch  meer  dan  de  je- 
fcuïten  verloren. 

Men  had  zich  van  alle  kanten  voor  de 
leer  verklaart, 'die  deze  bulle  veroordeel- 
de, men  betichtte  haar  zelf  van  dwalin- 
gen ,  men  befchuldigde  haar  van  den 
Godtsdienft  over  hoop  te  werpen ,  en 
men  meende  haar  gunll  te  bewyzen ,  als 
men  aan  een  generaal  of  nationaal  con- 
cilie appelleerde.  Enigen  taltten  'er  den 
grond  van  aan,  anderen  de  gedaante; 
de  meefte  vierfcharen  begunftigden  hare 
vyanden,  en  het  fcheelde  weinig  of  een 
appél  van  de  natie  had,  het  geen  ten 
haren  behoeve  uitgewerkt  was ,  omver 
geworpen,  en  haar  met  fchande  weer 
over  7t  gebergte  gejaagt:  dit  alleen  uit- 
gezondert,  had  men,  zo  ik  my  dus  mag 
uitdrukken  ,  allerly  lbort  van  vryheid 
om  haar  en  haar  voorftanders  te  honen; 

men 


Phïlippus  van  Orleans.  i 


men  rekende  het  zich  tot  een  eer,  van 
op  een  nederige  wyze  te  bekennen,  dat 
men  zich  had  laten  verleiden  en  affchrik- 
ken  ,  toen  men  geveinft  had  zich  aan  dit 
decreet  te  onderwerpen.  De  univerfi- 
teiten  van  Parys  ,  van  Rheims  ,  van 
Nantes,  van  Caën,  de  congregatie  der 
benediktiners  van  S.  Maur,  die  der  feuil- 
lanten,  van  de  vaders  van  het  oratorie, 
en  van  St.  Genevieve,  blonken  braaf  in 
hun  yver  uit  ,  en  behaalden  veel  lof 
onder  haar  aanhang :  deze  flechte  folda- 
ten  hadden  tot  opperhoofden  den  cardi- 
naal  van  Noailles,  zyn  broeder  den  bif- 
fchop  van  Chalons  aan  de  Marne,  de 
biflchoppen  van  Mirepoix ,  van  Boulog- 
ne,  van  Montpellier,  van  Senés,  van 
Mets  ,  van  Angoulème  ,  den  aartsbif- 
fchop  van  Tours,  en  den  biflchop  van 
Arras;  maar  men  vertrouwde  zich  niet 
veel  op  de  twee  laatften :  voor  't  overi- 
ge waren  alle  deze  prelaten,  alle  deze 
priefters ,  en  munniken ,  van  een  beproef- 
de deugt  en  leer.  't  Zou  moeilyk  val- 
len zich  het  hartzeer  en  de  ongeruftheid 
van  liet  hof  van  Romen  te  verbeelden, 
dat  niet  miffen  kon  deze  openbare  paffen 
als  zo  veele  oproeren  aan  te  zien,  en  dat 
al  te  verlicht  was,  om  'er  de  gevolgen 
niet  van  te  voorzien  :  de  vrees  alleen 
van  alles  te  verliezen  verplichtte  het  om- 

zich- 


i$6     Het  Leven  tan 


wichtigheid  te  gebruiken ;  en  ik  twyffel 
geenfins ,  of  het  wift  die  genen  weinig 
dank  ,  die  het  deze  ongelegenheden 
hadden  op  den  hals  gehaalt. 

Dit  was  de  gefteltenis  defer  zaak, toen 
de  abt  du  Bois ,  van  zyn  reizen  te  rug 
gekeert,  ondernam  dezelve  op  zodani- 
ge een  wyze  te  beilifT^n  5  dat  het  hof 
van  Romen  hem  de  gunft  zou  bev/y- 
zen,  die  hem  met  den  cardinaal  Albero- 
fii  geiykftelde ,  en  hem  op  den  weg 
helpen,  om  in  Vrankryk  te  worden, 
geen  deze  Italiaan  in  Spanjen  was.  't 
Was  een  van  de  moeilyklte  onderne- 
mingen, want  dit  flag  van  gefchillen  is 
niet  wel  af  te  doen,  geiyk  de  ervaren- 
heid van  alle  de  eeuwen  ,  en  van  t 
geen  'er  in  de  chriitenheid ,  federt  de 
oprechting  van  haar  leer,  voorgevallen 
is,  maar  al  te  wel  heeft  doen  zien;  ook 
was  het  fucces,  dat  hy  hierin  had, hoe- 
wel groot,  en  bequaam  om  de  natie  in 
ruft  te  houden  ,  noch  ver  van  de  vol- 
maaktheid af ,  alles  quam  hierop  uit  , 
dat  hy  de  zaken  omtrent  op  den  zeiven 
voetbragt,  daar  ze  de  overlede  koning 
gelaten  had,  dat  is  te  zeggen,  dat  de 
aanhangers  van  de  confcitutie  weer  de 
overhand  kregen,  dat  de  appellen  ver- 
boden wierden,  dat  de  appellanten  van 
de  beneficiën  en  kloofter-bedieningen 


PHILIPPUS  VAS  ORLEANS.  Itf 

geweert  wierden  ,  en  dat  de  hartnek- 
kigften  ,  of  zo  men  wil  de  yverigften 
vervolgt  wierden  ;  maar  men  verander- 
de niet  van  gevoelens,  de  fcheuring  is 
in  wezen  gebleven  ,  en  deze  bulle  heeft 
niet  opgehouden  van  een  voorwerp  van 
twift  en  harrewarring  te  zyn  ,  waarvan 
de  laatfte  zo  levendige  gefchillen  tufichen 
het  hof  en  het  parlement  tot  blyk  kunnen 
ftrekken. 

Schoon  het  niet  met  myn  ftaat  noch 
met  myn  karakter  overeenkomt,  my  in 
deze  gefchillen  in  te  laten  ,  beeld  ik  my 
in ,  dat  men  't  my  niet  zal  qualyk  dui- 
den, dat  ik  'er  een  kort  denkbeeld  van 
geef.  Zie  hier  dan  hoe  ik  het  voor- 
voorwerp  van  dit  beroemde  proces  heb 
opgevat,  door  'er  dikwils  van  te  horen 
fpreken;  want  ik  kan  verzekeren,  dat 
ik  nooit  de  conftitutie,  noch  enig  boek 
dat  'er  voor  of  tegen  gefchreven  is ,  ge- 
lezen heb. 

Ik  weet  niet  of  ik  my  bedrieg,  maar 
ik  verbeeld  my,  dat  het  leerftuk  van  de 
vryheid  de  grond  van  alle  godsdienlren 
is,  en  dat  men  te  vergeefs  den  menfch 
plichten  zou  voorftellen  om  die  te  ver- 
vullen ,  beloningen  te  hopen ,  kaky- 
dingen  te  vrezen,  indien  hy  niet  vry 
was ;  ik  geloof  ook ,  dat  'er  een  onein- 
dig onderfcheid  is  tufichen  yry  en  vry- 

willig 


iy8      Het  Leven  yan 

willig  te  werk  te  gaan ,  en  dat  men  een 
taftelyk  misbruik  van  de  woorden  maakt, 
als  men  den  naam  van  vryheid  geeft  , 
aan  iets  dat  Hechts  vry  willig  is :  ik  zou 
dan  de  vryheid  bepalen  (ik  meen  die 
vryheid ,  die  wettige  oorzaak  geeft  tot 
eigentlyk  genaamde  beloning  en  kafty- 
ding)  een  wezentlyk  enwerklyk  vermo- 
gen ,  van  te  doen  of  niet  te  doen  ,  't 
geen  geboden  of  verboden  is :  om  alk 
dubbelzinnigheden  te  vermyden,  daat 
my  dunkt  dat  het  proces  ,  waarvan  ik 
fpreek ,  altyd  vol  van  geweeft  is ,  zal 
ik  ieder  woord  van  myn  bepaling  uit- 
leggen. 

Korte  Vooreerll:  zeg  ik  ,  dat  de  vryheid 
fchets     een  wezentlyk  vermogen  is  ,  dat  is  te 

gefchji"  zeggen  5  dat  zy  a^es  'ieeft  dat  zy  moet 
i«n.  hebben  op  het  ogenblik ,  dat  het  'er  op 
aankomt  om  aan  de  wet  te  gehoorza- 
men of  ongehoorzaam  te  zyn,  zo  dar 
zy  alles  heeft  wat 'er  noodzaaklyk  is ,  \ 
zy  men  het  wete  of  niet  wete ,  't  zy  dat 
men  daar  in  toeftemme,  of  over  reden- 
twifte  ,  om  naar  de  eene  of  de  andere 
kant  over  te  liaan :  zo  'er  haar  iets  nood- 
zaaklyks  ontbreekt  om  te  gehoorzamen, 
is  het  valfch  dat  zy  gehoorzamen  kan, 
of dat  het  geen ,  dat  haar  ontbreekt ,  nood- 
iaaklyk  is  om  het  te  kunnen  doen.  Dus 
zyn  alle  de  gefchillen  over  de  genade , 

over 


Philipfus  tan  Orleans.  1J9 

over  de  medewerking,  of  zy,  en  tot 
hoe  ver  zy  noodzaaklyk  zyn,  tuiTchen 
beiden  komende  of  toevallige  gefchillen, 
die  geen  noodzaaklyke  overeenkomft 
met  het  denkbeeld  van  de  vryheid  heb- 
ben, welke  'er  niet  is,  of  zy  heeft  alles 
wat  zy  moet  hebben,  't  zy  natuurlyk, 
't  zy  boven-natuurlyk ,  om  een  waar 
en  wezentlyk  vermogen  te  zyn.  Zo 
men  zegt,  dat  het  kan  zyn,  dat  zy  niet 
heeft  't  geen  zy  moet  hebben ,  om  aan 
de  wet  te  gehoorzamen,  zonder  dat  zy 
daarom  ophoud  verplicht  te  zyn ,  om 
die  te  gehoorzamen,  antwoord  ik,  dat 
men  zich  niet  klaar  genoeg  uitdrukt ,  en 
dat  het  met  deze  wil  ,  die  onvermogent 
is  door  haar  lchuld ,  gelegen  is  als  met 
een  zoldaat,  die  de  lammigheid  had  van 
zyn  degen  te  huis  te  laten ,  als  het  op 
een  vechten  zou  gaan;  zou  hy  ftraf  ver- 
dienen ,  om  dat  hy  geen  van  zyn's  ko- 
nings  vyanden  gedood  had,  of  zich  bui- 
-  ten  ftaat  geitelt,  om  het  te  doen? 

Ten  tweden  zeg  ik,  dat  de  vryheid 
een  werkelyk  vermogen  is;  dat  is  te  zeg- 
gen ,  dat  zy  zich  zeiven  beraad ,  dat  zy 
een  waarlyke  daad  voortbrengt,  dat  is 
te  zeggen ,  dat  het  vermogen ,  waarin 
zy  beitaat ,  geen  bequaamheid  is ,  om 
deze  of  gene  beweging  te  ontfangen, 
om  na  dit  of  gunts  voorwerp  over  te  hel- 
len 3 


i6o    Het  Leven  vaïï 

len  ,  maar  een  vermogen  om  zich  zeiven 
deze  of  die  beweging  by  te  zetten  ,  om 
na  dit  of  gunts  voorwerp  te  neigen.  Zo 
men  gelooft  ,  dat  'er  diergelyk  vermo- 
gen niet  is  ,  dat  het  'er  uit  zich  zelf  on- 
mooglyk  kan  gevonden  worden  3  en  met 
Godts  opperwezen  ftryd  ,  dan  moet  men 
zich  niet  meer  van  het  woord  vryheid 
bedienen,  of  zeggen  dat  de  menfch  vry 
is ;  ten  zy  men  ook  wil  zeggen ,  dat  een 
fteen  vry  is  in  zyn  bewegingen ,  om  dat 
hy  de  bequaamheid  heeft  om  allerly  foor- 
ten van  bewegingen  te  ontfangen ,  die 
hem  dan  naaromhoog  ,  dan  naarom- 
laag  dry  ven :  te  vergeefs  zou  men  een 
onderfcheid  willen  maken ,  dat  de  menfch 
een  wil  heeft,  en  de  fteen  niet;  om  dat 
zo  de  eerftgenoemde  zyn  bewegingen 
niet  voortbrengt  ,  hy  niet  meer  deel 
heeft ,  aan  't  geen  men  zyn  werken 
noemt,  dan  de  fteen  aan  de  bewegin- 
gen, die  hem  van  de  eene  plaats  naar 
de  andere  dryven. 

Ten  derden  zeg  ik,  dat  de  vryheid 
een  vermogen  is,  om  te  doen  of  niette 
doen  't  geen  geboden  of  verboden  is: 
zonderdat  zou  zy  niet  van  de  wil  on- 
derfcheiden  zyn ,  en  aan  een  manier  van 
doen  bepaalt  zyn ;  zy  zou  zich  zelve 
niet  bepalen,  maar  deze  bepaling  of  be- 
weging zou  in  haar  door  een  ander  ver- 

mo- 


Philïppus  tan  Orleans.  161 


mogen  ,  als  het  hare  is  ,  voortgebragt 
worden  ,  nademaal  zy  uit  haar  natuur 
even  bequaam  is  tot  het  een,  als  tot  het 
ander ,  en  dat  het  onmooglyk  is ,  dat 
zy  zich  bepalen  kan  om  iets  te  doen,  ten 
zy  ze  meteen  de  bepaling  aan  zich  zelve 
heeft,  om  het  niet  te  doen. 

Eindelyk  heb  ik  gezegt,  dat  de  vry- 
heid, die  ik  wilde  befchryven,  een  wet- 
tige titel  van  eigentlyk  genoemde  belo- 
ning of  kaftyding  is ;  om  dat  de  vryheid 
alleen  aan  onze  handelingen  de  hoeda- 
nigheid van  gebrek  of  deugt  geeft,  en 
dat  de  deugt  alleen  verdient  beloont  te 
worden,  gelyk  de  gebreken  alleen  ftraf 
verdienen,  9t  Geen  ik  gebrek  of  fehuld 
noem,  is  een  daad,  tot  welker  uitvoe- 
ring de  wil  zich  bepaalt,  wetende  dat 
zy  verboden  is.  Indien  'er  nu  geen 
vryheid  is  ,  gelyk  ik  die  bepaalt  heb, 
flaat  de  wil  nergens  toe  over  \  derhal- 
ven  is  'er  geen  ondeugt  of  deugt,  by 
gevolg  geen  kaftyding  noch  beloning , 
de  menfch  kan  gelukkig  of  ongelukkig, 
maar  hy  kan  niet  deugtzaam  nochfchul- 
dig  ,  noch  rechtvaardig  nog  onrecht- 
vaardig zyn,  deze  titels  voegen  alleen  aan 
den  werker,  aan  de  oorzaak  die  hem 
beftuurt;  en  de  zedekundige  verhande- 
lingen zyn  even  zo  onnut  ,  als  een 
vertoog  over  het  geluid  en  over  de 

ƒƒ.  Deel  L  kleu- 


i6z     Het  Leven  van 

kleuren  voor  doven  of  blinden  zou  zyn. 
•    Men  beweert  in  de  katholyke  kerk , 
dat  de  Helling  van  de  vryheid  ,  die  ik 
zo  even  verklaart  heb,  by  haar  zo  oud 
is ,  als  het  invoeren  van  de  kriftelyke 
leer.  Die  beroemde  mannen ,  welke  on- 
dernomen hebben  dezelve  te  hervor- 
men 3  hebben  gedreven ,  dat  de  kerk 
omtrent  dit  artikel,  gelyk  omtrent  vele 
anderen ,  nieuwigheden  ingevoert  had  3 
en  5  in  plaats  van  de  ware  leer  van  Chrif- 
*  tus  en  de  apoftelen  ,  menfchlyke  leerftuk- 
ken  geftelt,  die  den  hoogmoed  van  den 
menfch  ftreelden ,  en  de  kragt  van  den 
verlofler  verminderden:  Luther  en  Cal- 
vinus  zyn  van  dit  gevoelen  geweeft; 
Janfenius  en  Quênel  zyn  beticht  ge- 
weeft van  hun  leer  hierin  gevolgt  te 
hebben:  dit  is  het  grote  artikel  van  het 
proces  3  dat  Vrankryk  tegenwoordig 
verdeelt,  en  het  voornaamfte  voorwerp 
van  de  conftitutie,  die  men  hedendaags 
met  zo  veel  gerucht  verweert  en  aan- 
tal!: ;  *t  is  de  verdediging  van  de  vryheid , 
en  het  verbod  van  de  leerftukken  die 
haar  vernietigen :  de  meefte  andere  ftof- 
fen,  die  zy  behelftjZyn  reedlyk  onver- 
fchillig,  als  alleen  dat  zy  tegen  aange- 
nome  gebruiken  ltryden  ;  uitgezondert 
evenwel  de  kerkban ,  daar  men  fchrikly- 
ke  misbruiken  van  zou  kunnen  maken. 

Niet 


Philippus  van  Orleans.  163 


Niet  dat  Quênel  volmondig  de  vry- 
heid  geloogchent  heeft,  in  tegendeel, 
hy  verzekert  dat  de  menfch  vry  is  ;maar 
nademaal  hy  ter  zeiver  tyd  beweert, dat 
de  vryheid  van  den  zondaar  feenemaal 
verfchilt  van  de  vryheid  van  den  menfch, 
in  den  ftaat  der  onnozelheid  gefchapen; 
dat  deze  vryheid,  die  hy  tegenwoordig 
bezit,  nergens  toe  dient  als  tot  zyn  ver- 
derf, en  om  hem  in  de  grootfte  rampen 
te  ftorten;  dat  de  werking  van  de  ge- 
nade, tot  bekering  van  den  zondaar, 
gelyk  is  aan  de  werking  van  God  om 
de  wereld  te  fcheppen;  dat  de  vereifch- 
te  genade  om  het  goede  te  werken,  en 
om  daarin  te  volharden ,  aan  allen  niet 
gegeven  is ;  dat  alle  de  genen  ,  die  de- 
zelve ontfangen,  het  goede  doen,  en 
die  ze  niet  ontfangen ,  het  quade ;  dat  een 
genade ,  die  niet  dient  als  om  de  wil  naar 
het  goede  te  leiden ,  zonder  in  de  zel- 
ve de  goede  daad  uit  te  werken,  dezel- 
ve maar  fchuldiger  maakt ;  dat  de  menfch  > 
zonder  dat  hy  ''er  iets  anders  van  zyn 
kant  toe  doet ,  als  dat  hy  het  onderwerp 
van  deze  verfchillende  indrukfelen  is, 
noodzaaklyk  onder  het  ryk  der  genade 
of  onder  dat  der  begeerlykheid  is ;  dat 
de  zondaar  niet  meer  tot  zyn  bekeering 
medewerkt,  dan  Lazarus  tot  zyne  op- 
fianding  ;  dat  de  onkrachtdadige  wij 
L  2  van 


j  6±     Het  Leven  van 


van  God  maar  een  herflenfchim  is;  dat 
de  deugden ,  die  men  door  den  bank 
geacquireerde  of  aangewonne  deugden 
noemt,  dat  ieder  werking  van  deze 
deugden  5  dat  is  te  zeggen  ieder  goede 
daad,  een  gave  Gods  is,  dit  woord  in 
de  uiterite  ftiptbeid  genomen  zynde , 
gelyk  de  vlugheid  en  de  onlydbaarheid 
van  de  verheerlykte  ligchamen  zal  zyn ; 
dat  de  verkiezing  tot  de  verheerlyking , 
en-de  middelen  om  die  uit  te  werken ,  uit 
loutere  genade  gefchieden,  en  beids  de 
uitwerking  van  Gods  enkele  almogende 
wil  zyn ;  dat  de  geneigtheid  tot  het  qua- 
de,  en  de  luft  daarnaar,  ons  zo  fchuldig 
maakt  als  de  zonde  zelf;  dat  de  erfzon- 
de alleen  recht  genoeg  aan  de  Godlyke 
gerechtigheid  geeft,  niet  alleen  om  ons 
van  de  verheerlyking  te  verfteken,  maar 
ook  om  zyn  genade  in  te  trekken ,  en 
ons  met  dezwaarfte  ftraffen  te  kaftyden: 
nademaal  Quênel,  zeg  ik,  deze  onder- 
icheide  artikels  leert  en  verweert,  heb- 
ben zyne  vyanden  hem  befchuldigt  van 
de  vryheid  te  loogchenen ,  waarmee  zy 
menen  dat  deze  gevoelens  niet  beftaan 
kunnen. 

Quênel  en  zyne  aanhangers  bleven 
geen  antwoord  fchuldig.  Zy  beweer- 
den, dat  de  vryheid,  die  zy  fielden,  de 
enige  was,  die  men  toe  kon  laten,  de 

eni- 


Phimppus  van  Orleans.  ï6> 

enige,  die  door  de  oude  kerk-vaders  en 
leeraren  verdedigt ,  en  door  Jefus  Chrif- 
tus  en  zyrie  apoftelen  geleerc  was;  by 
deze  theologiiche  redeneringen  voegden 
hunne  filofofen  alle  de  zwarigheden ,  die 
men  tegen  de  vryheid  kan  inbrengen  , 
welke  aan  de  ziel  de  belturing  harer  han- 
delingen overlaat,  en  dezelve  haar  eige 
meefter  maakt.  Ik  beken,  dat  deze  zwa- 
righeden groot  zyn,  en  zeer  bequaam 
om  iemand  aan  't  wankelen  te  helpen  ; 
ik  weet  niet  of  de  oude  leeraaren  de  vry- 
heid met  de  vrywilligheid  verwart  heb- 
ben of  met  de  fpontaneïteit  ( om  een 
fchool-term  te  gebruiken)  die  door  dwang 
alleen  vernietigt  word;  maar  ik  kan  niet 
begrypen ,  dat  men  zyn  toevlucht  neemt 
tot  de  h.  ichrift  om  deze  gevoelens  te 
onderfteunen ;  dat  is  byna ,  als  of  men 
uit  de  verzameling  van  de  parlements-ac- 
ten  van  Engeland  wilde  bewyzen ,  d;:t 
de  magt  der  koningen  daar  zo  vefftrekt 
is  ,  en  onafhnnklyk ,  als  in  Vrankryk  : 
Wanneer  Jefus  Chriftus  tegen  een  jon- 
geling ,  die  hem  vroeg  wat  hy  doen 
moeft  om  zalig  te  worden  ,  zegt :  zo 
gy  wilt  volmaakt  zyn  ,  gaat  heen  ,  en 
verkoopt  al  wat  hebt ,  en  geeft  het 
den  armen ,  ende  gy  zult  een  fchat  heb- 
ben  in  den  hemel :  en  komt  herwaarts 
en  volgt  vi)')  wilde  hy  daar  mee  zeg* 
L  3  gen, 


ï66    Het  Leven  van 


gen ,  gy  zult  volmaakt  zyn ,  zo  u  God 
de  volmaaktheid  geeft ;  toen  Petrus  by 
deze  gelegenheid  tegen  den  zaligmaker 
zeide :  ziet*  wy  hebben  alles  verlaten ,  en 
zyn  u  gevolg  t,  wat  loon  zal  ons  dan  ge- 
werden  ?  wilde  hy  zeggen ,  wat  verdie- 
nen wy,  om  dat  God  ons  de  wil  heeft 
gegeven  ,  in  ons  de  wil  heeft  voortge- 
bragt  of  ingefchapen  om  u  te  volgen  , 
en  de  uitvoering  en  volharding  dezer  wil  ï 
indien  deze  apoftel  geloofde  dat  de  goe- 
de werken  Gods  gaven,  en  deze  gaven 
onhafhanklyk  zyn  van  onze  begeertens 
en  pogingen ,  waarin  beftaat  dan  de  zin 
van  deze  woorden  zoekt  door  uwe  goede 
werken  een  bewys  te  geven  van  uwe  be- 
roeping ,  en  verkiezing?  waarin  anders, 
dan ,  zoekt  of  doet  u  belt  om  te  hebben, 
't  geen  enkel  en  alleen  van  Gods  wil  af- 
hangt, zonder  achtgeving  op  uwe  po- 
gingen ,  ten  zy  hy  die  zelf  in  u  wer- 
ke?  Jezus  Chriftus  zal  op  het  einde  der 
eeuwen  tegen  de  verworpene  zeggen  , 
vervloekten ,  gaat  weg  van  my ,  want  gy 
hebt  my  niet  te  eten  noch  te  drinken  gege- 
ven ;  kan  dit  zo  uitdruklyk  vonnis  dus  uit- 
gelegt  worden ,  gaat  in  het  eeuwige  vuur , 
om  dat  God  u  niet  gegeven  heeft,  ge- 
lyk  aan  die  genen,  die  aan  myn  rechter- 
hand zyn, de  liefde  voor  uwen  naaften, 
noch  de  goede  werken,  die  dezelve  moet 
voortbrengen  ?  By 


Philippus  van  Orleans.  167 

By  de  bewyzen  en  fchriftuur-plaatfen 
voegde  men  de  tegenbefchuldigingen  : 
men  verweet  de  voorftanders  van  de 
vryheid  ,  dat  zy  de  pelagianery  weer 
voor  den  dag  haalden  ,  dat  zy  de  ver- 
borgenheid van  de  prsedeftinatie  vernie- 
tigden ,  dat  zy  den  Schepper  verneder- 
den ,  en  hem  van  zyn  opperheerfchap- 
py  en  onafhanklykheid  beroofden,  om 
het  fchepfel  te  verheffen  ,  en  meefter  te 
maken  ,  dat  hunne  leer  nergens  goed 
toe  was,  dan  om  hoogmoed  en  vertrou- 
wen op  zyn  eige  kragten  in  te  boeze- 
men ,  de  dankbaarheid  ,  die  men  God 
fchuldig  is,  gelyk  ook  de  erkentenis  van 
zyn  eige  elende ,  van  zyn  zwakheid , 
van  zyn  onvermogen,  van  zyn  volko- 
me en  volftrekte  afhanklykheid  ,  de  we- 
zentlyke  deugden  van  •''t  kriftendom,  te 
ontzenuwen. 

Maar  ik  heb  my  onvoorziens  dieper, 
dan  ik  wilde ,  in  deze  diepzinnige  ltof- 
fen  verwart,  ik  weet  zelf  niet  waar  ik 
het  van  daan  gehaalt  heb:  is  het  goed, 
men  doe  'er  zyn  voordeel  mee, zo  niet, 
hoop  ik  dat  men  het  my  zal  vergeven. 

Zo  dra  de  abt  du  Bois  door  zyne  ko-  Zwang- 
ninglyke  hoogheid  gelaft  was,  om  zich  ^cdncze 
voornaamlyk  op  het  afdoen  van  deze  ondcmc- 
gewichtige  zaak  toe  te  leggen ,  was  zy-  miDg% 
ne  eerfle  zorg  die  te  doorgronden ,  ea 
L  4  de 


i68      HetLeven  VAN 


de  gefchillen en  de  behandelingen, daar- 
omtrent gehouden,  tot  op  den  draad  te 
onderzoeken  ,  want  ik  geloof  dat  hy  'er 
fcich  voorheen  weinig  om  bekommert  f  j 
had  :  om  dit  te  doen  hielt  hy  menigvul- 
dige onderhandelingen  met  de  hoofden 
der  beide  partyen.  De  cardinalen  van 
Bifli  en  van  Rohan  waren  de  voornaam- 
ste voorvechters  van  de  conftitutie  ;  de 
eerfte  is  een  man  van  verftand  en  grote 
geleertheid  ,  die  een  naauwe  vrindfchap 
met  de  jezuiten  hielt,  en  die,  benevens 
den  biffchop  van  Chartres  ,  verder  dan 
iemand  anders  zich  in  hunne  aanflagen 
tegen  de  janfeniften  had  gewikkelt;  de 
cardinaal  de  Rohan  ,  groot-almoezenier 
van  Vrankryk  ,  en  biffchop  van  Stras- 
burg ,  is  een  van  die  verheve  geeften ,  die 
byna  zonder  ftudie  of  blokken  de  ab- 
ftraétfte  waarheden  doorerronden ,  cn  ik 
geloof  niet  dat  het  mooglyk  is  met  meer 
klaarheid  ,  juiflheid  ,  en  bevalligheid  te 
fpreken.  De  cardinaal  de  Polignac  is 
de  enige,  die  hierin  by  hem  tevergely- 
ken  is. 

Deze  onderhandelingen  deden  zien, 
dat  de  zaak  noch  meer  oplettentheid 
vereifchte  ,  dan  men  gelooft  had.  De 
tydsgewrichten  waren  voor  de  Conftitu- 
tionarifTen  zeer  gunitig ;  het  groot  gezag 
van  den  cardinaal  de  Noailles  was  geval- 


Philippus  van  Grleans.  169 

len  ,  men.  had  zyne  vrinden  niet  meer 
nodig  ,  en  men  handhaafde  zich  door 
ftoute  ondernemingen  van  binnen  ,  en 
door  verbinten  iflen  van  buiten  ;  de 
volmaakte  kennis  ,  die  men  van  de  te- 
genparty  gehad  had  ,  had  doen  mer- 
ken ,  dat  zy  veel  meer  gerucht  maakte 
dan  zy  magt  had  ,  miffchien  zelf  dat  de 
byftand,  dien  men  'er  van  genoten  had , 
om  de  lchikkingen  van  den  overleden 
koning  te  verydelen  ,  daar  veel  toege- 
daan had  ,  om  ze  te  verzwakken.  .Men 
hield  ook  onderhandelingen  met  dencar- 
dinaal  de  Noailles  ,  en  enige  biflchopnen 
van  zyn  aanhang  ;  men  hoorde  uit  zyn 
mond  zyne  grieven  ,  en  de  redenen  , 
die  hy 'er  tegen  in  te  brengen  had;  men 
liet  zich  ook  ten  vollen  onderrechten  van 
de  redenen  ,  die  het  parlement  gehad 
had,  om  zich  tegen  het  regiftreren  van 
de  conftitutie  te  ftellen  ,  en  zo  openbaar 
de  appellen  daarvan  te  begunftigen. 

De  eerfte  vrucht  dezer  onderhande- 
lingen was  3  dat  de  appellen  verboden 
wierden ,  en  dat  men  de  uiterfle  omzich- 
tigheid gebruikte  ,  om  tot  de  grote  be- 
neficiën niet  dan  luiden  voor  te  ftellen , 
wier  leer  het  hof  van  Romen  niet  kon 
verdacht  zyn  :  de  Caumartin  ,  fchoon- 
broeder  van  d'Argenfon,  was  de  enige, 
die  van  dezen  byna  algemenen  regel  uit- 
L  j  gezon- 


170     Het  Leven  van 


gezondert  wierd  ,  hy  ging  te  Romen 
door,  om  het  aanzien  van  zyn  zwager ; 
niet  dat  'er  in  zyn  gedrag  iets  aanftoot- 
lyks  was  ten  opzichte  van  de  hedendaag- 
fche  gefchillen  ,  maar  hy  was  geen  vrind 
van  de  jezuiten  ,  hy  had  nooit  zyn  hof 
by  hen  gemaakt  ,  en  fcheen  verbintenis 
met  de  benediktynen  te  hebben  ;  bif- 
fchop  geworden  droeg  hy  zich  heel  ge- 
matigt  ,  en  zo  de  jezuiten  enige  oorza- 
ken hadden  om  zich  over  hem  te  bekla- 
gen ,  dit  quam ,  om  dat  zy  hem  door  hun 
fchelden  gedwongen  hadden  ,  om  hun 
zyn  misnoegen  te  laten  blyken. 
Oneen-       Deze  byzondere  onderhandelingen 

hdf  d«  van  c'en  a^t  ^u  ^°*s  kragten  ,er  andere 
beide  onder  de  biflchoppen  voort,  waarvan 'er 
partyen.  veje  j^jj  oprechtelyk  toeleiden  om  de 
eendragt  en  vrede  te  herftellen  ;  men 
opperde  verfcheide  ontwerpen  5  maar  na- 
demaal  de  particuliere  leden  van  ieder 
party  het  niet  onder  elkander  eens  wa- 
ren ,  hadden  de  onderzoekingen  en  de 
difputen  geen  einde  ,  maar  men  was  al- 
tyd  zo  ver  gevordert  ,  als  of  men  noch 
niet  begonnen  had  ;  ik  weet  niet  hoe 
dikwils  men  het  meende  gewonnen  te 
hebben ,  wanneer  een  toeval ,  een  eifch 
die  men  liftig  bcfpaart  en  achtergehou- 
den had,  oorzaak  was,  dat  men  w  eer  van 
de  meet  af  moeft  beginnen :  daar  waren 

van 


Philippus  tan  Orleans.  171 


van  weerskanten  héte  koppen ,  die  naar 
geen  verdrag  wilden  luifteren  ,  ziende 
de  eene  party  de  conftitutie  als  een  god- 
fpraak  aan  ,  waaraan  men  gehouden  was 
zich  te  onderwerpen  ,  en  de  andere  be- 
werende, dat  zy  in  den  grond  vol  dwa- 
lingen was  5  dat  de  form  daarvan  nul 
en  van  gener  waarde  was ,  en  dat  men  ge- 
houden was  die  te  verwerpen;  enige  van 
de  aannemers  van  de  conftitutie  dreven  , 
dat  de  uitleggingen  van  de  veertig  bif- 
fchoppen  genoeg  was  ,  andere  wilden  ,  dat 
meneer  noch  anderen  by  zoude  voegen;  de 
een ,  dat  de  bulle  in  allen  delen  moeft  aan- 
genomen worden  ,  de  andere  ,  dat  het  on- 
der zekere  voorwaarden  moeft  gefchieden, 
en  dat  de  aanneming  zo  betreklyk  moeft 
zyn  op  de  uitleggingen  dat  men  eer  de 
uitleggingen  dan  de  bulle  aannam  ;  an- 
dere, eindelyk,  wilden,  dat  men  een 
nationeel  concilie  zou  beroepen  ;  enige 
eifchten  ,  by  wyze  van  preliminaire  ar- 
tikelen ,  dat  de  appellen  veroordeelt  en 
herroepen  zouden  worden  ,  andere  be- 
weerden ,  dat  het  genoeg  was  dat  ze  niet 
geduld  wierden ,  en  aangezien  als  niet 
gefchied.  Onder  de  tegenkanters  van  de 
conftitutie  was  de  verdeelthcid  niet  min- 
der :  enige  bleven  ftaan  op  zodanig  eene 
ftelling,  die  zy  wilden  redden,  andere 
weer  op  een  andere  ;  de  gematigften 
bekenden  ,  dat  zekere  uitleggingen  de 

bulle 


i?2      Het  Leven  van 

bulle  verdraaglyk  maakten  ;  de  liftigften 
vilden  ,  dat  de  paus  zelf  uitleggingen 
zou  geven  :  voor  het  overige  waren  'er 
weinig  ,  die  om  een  nationeel  concilie 
riepen.  Ieder  ontwerp,  ieder  eifch  bragt 
een  menigte  van  brieven  en  fch riften  in 
't  licht ,  waar  mee  zyne  koninglyke 
hoogheid  en  de  abt  du  Bois  overftolpt 
wierden. 

Tan  den  ^er  ze^ver  dat  men  in  Vrankryk 
biffchop  in  onderhandeling  was ,  moeft  men  den 
vansifte- yver  van  jen  vader  terneerzetten , 
en  de  uitwerkingen  van  zyn  toorn  op- 
fchorten:  zyn  heiligheid  wilde  van  geen 
uitleggingen  horen  fpreken ;  niet  dat  hy 
de  biffchoppen  en  leraren  het  natuurlyke 
recht  wilde  benemen  ,  dat  zy  bezitten , 
van  de  regels  van  't  geloof  en  de  zeden 
uit  te  leggen  ,  maar  hy  wilde  geen  op- 
geftemde  uitlegging  hebben  ,  die  zyne 
bulle  binnen  zekere  palen  lloot  ,  of  die 
haar  fcheen  het  gezag  te  geven  dat  men 
haar  tot  nu  toe  geweigert  had. 

De  cardinaal  de  la  Trimouille  ,  met 
deze  moeilyke  commilTie  belaft ,  queet'er 
fcich  van  als  een  verftandig  man  ,  hy 
ftelde  dan  eens  de  gemoederen  geruft, 
dan  weer  joeg  hy  ze  een  fchrik  aan  ;  hier- 
door won  hy  ty'd  uit ,  en  quam  de  ftou- 
te  ondernemingen  voor  :  maar  dewyl 
fcyne  gezontheid  zeer  ontf  telt  was ,  moei  c 
hy  byftand  zoeken, 

Daar 


Philippus  van  Orleans.  173 

Daar  bevond  zich  toen  ter  tyd  een  jong 
jezuit  te  Romen,  Lafiteau  genaamt,  dieper 
naartoe  gezonden  was ,  om  zyn  theolo- 
gie ,  die  hy  te  Parys  begonnen  had,  ver- 
der te  leren ;  hy  was  met  een  goed  deel 
van  dat  foort  van  verftand  begaaft  ,  dat 
de  menfchen  bequaam  maakt  tot  intri- 
guesen  onderhandelingen:  hoe  jong  hy 
ook  was ,  had  hy  een  van  de  zonder- 
lingfte  avanturen  gehad ,  waarvan  ik  het 
geheim  niet  heb  kunnen  ontdekken ;  hy 
verdween  eensklaps  uit  het  midden  der 
jezuiten  ,  en  na  een  afwezigheid  van 
drie  of  vier  jaren  quam  hy  weer  in  zyn 
kloofter,  als  of  hy  van  een  ordinare  reisr 
te  rug  quam.  't  Geval  wilde  dat  Clemens 
de  elfde  genegenheid  voor  dezen  jongen 
geeftelyken  opvatte.  (  Men  meent  dat 
hy  zich  by  den  h.  vader  door  een  fran- 
fche  overzetting  van  een  der  leerredenen 
van  dezen  paus  had  bekent  gemaakt)  De 
wyze  ,  waarop  hy  de  zonderlinge  ach- 
ting ,  die  hy  voor  hem  had  ,  openbaar 
maakte  ,  deed  ganfch  Rorrren  verwondert 
ftaan;  op  een  vrouwen-dag,  dat  de  paus 
gewyde  wafchkaarffen  aan  de  geeftlyk- 
heid  en  aan  't  volk  uitdeelde ,  wierd  hy  va- 
der Lafiteau  onder  den  hoopgewaar,deed 
hem  naderen,en  gaf  hem  een  van  de  wafch- 
kaarffen ,  die  voor  de  cardinalen  gefchikt 
waren.  Men  wift  het  gaauw  door  heel  Eu- 
ropa,en  men  meende  in  V rankryk  zich  van 

dezen 


1 7+     Het  Leven  v  a  n 


dezen  nieuwen  gunfteling  by  zyn  heilig- 
heid te  moeten  bedienen, om  mfi*  hem  te 

handelen.  Byna  van  dien  tyd  af  w'ierd  hem 
het  geheim  der  negociatien  toevertrouw  t, 
ende  cardinaal  de  la  Tremouille  bleef  niet 
dan  den  titel  van  ambaiTadeur  behouden. 
De  aartsbilTchop  van  Bourdeaux  ,  Be- 
zons ,  had  veel  deel  in  deze  verkiezing. 

De  paus  ,  innerlyk  verheugt  over  de 
opletten heid  ,  die  men  in  Vrankryk  ge- 
bruikt had ,  om  zich  van  een  perfoon  te 
bedienen  ,  voor  wien  hy  agting  betuigt 
had,  wierd  handelbaarder:  hy  zondden 
leeuwen  handelaar  na  Parys  metartykels 
of  liever  ontwerpen  van  bevrediging; 
hy  had  ook  lalt  om  enige  eiichen  te 
doen.  De  ontwerpen  wierden  niet  aan- 
genomen ,  enige  van  de  eifchen  wet 
Alen  gaf  uitdruklyke  bevélen  aan  dfc  uni- 
verfiteit  om  haar  ruft  te  houden  3  en  haar 
beraadllagingen  te  ftaken ,  die  in  die  ty-. 
den  geen  ander  voorwerp  hadden  ,  dan 
de  zaken  van  de  conftitutie ;  men  fchrap- 
te  uit  de  regifters  van  de  faculteit  enige 
geiiomene  belhiiten  uit ,  die  het  gevoe- 
len van  de  onfeilbaarheid  van  den  paus 
voor  ketters  en  ongerymt  verklaarden. 

Om  kort  te  gaan ,  deze  afgezant ,  zon- 
der heel  zeer  in  zyne  onderhandelingen 
te  Hagen, maakte  dat  men  devrindfehap 
van  den  h.  vader  billykte  ,  en  won  de 
achting  en  de  goede  gunft  van  den  heet 

regent 


Philippus  van  Orleans.  17J 


regent  en  van  den  abt  du  Bois.  Maar 
de  jezuken  waren  'er  niet  over  te  vre- 
den:  hylügeerde  by  hen  ,  want  hy  be- 
hoorde noch  onder  hun  genootfchap. 
Deze  vaders  hebben  een  regel  ,  die 
hen  verplicht  om  aan  de  opperften  van 
de  kloofters ,  daar  zy  logéren ,  te  open- 
Ij  .ren  ,  met  wat  zaken  zy  gelaft  zyn, 
vooral  zo  die  van  gewicht  zyn  ,  en  met 
vorlten  moeten  verhandelt  worden.  Va- 
der Lafiteau  nam  dezen  regel  niet  in 
acht  ,  die  alleen  genoeg  behoorde  te 
zyn  ,  om  deze  geeftly ken  van  de  hoven , 
en  van  alle  behandeling  der  publieke  za- 
ken te  verwyderen:  men  wreef  hem  dit 
zeer  fchamper  in  den  neus,  't  geen  hem 
de  twede  maal  ,  dat  hy  door  den  paus 
gezonden  wierd,  van  gewaad  deed  veran- 
deren 5  en  een  ander  logement  zoeken. 
Gelukkig  was  hy  ,  dat  hy  naderhand  een 
eerlyke  deur  vond ,  om  hen  te  enemaal 
te  verlaten  ,  want  zy  zouden  zich  vroeg 
oflaat  over  zyne  getrouwheid,  om  de 
hem  aanvertrouwde  geheimen  te  bewa- 
ren, gewroken  hebben. 

Naait  den  paus  ontzag  men  den  cardi-  op- 
naai de  Noailles  "t  meelt :  zyne  familie  was  ^^fce- 
zeermagtig,  en  Parys  hem  zonderling  ge-  van  den 
negen ;  daarenboven  wift  men ,  dat  de  he-  £h23 
vigheid  ,  waar  mee  de  jezuiten  hem  les. 
getergt  hadden  ,  hem  genoodzaakt  had- 
den 


Het  Leven  tan 

den  om  zich  te  verklaren  5  zo  als  hy  ge- 
daan had  ;  hy  alleen  zette  de  tegenkan- 
ters  van  de  conftitutie  gewicht  by  ,  en 
men  was  verzekert,  dat  indien  men  hen 
van  dezen  voorvechter  kon  beroven  , 
zy  den  moed  zouden  verliezen ,  en  dat 
men  in  alle  geval ,  zonder  dat  het  van 
enig  gevolg  was ,  met  hen  leven  kon  zo 
als  men  het  raadzaam  zou  vinden.  Het 
oogmerk  dan  der  onderhandelingen  was 
dezen  cardinaal  te  winnen,  hem  midde- 
len te  verfchaffen ,  om  met  eeren  de  par- 
ty, die  hy  omhelft  had,  te  verlaten  :  de 
zwarigheid  was  niet,  de  ontwerpen ,  die 
men  voorftelde  ,  te  doen  aannemen  , 
maar  hem  die  aan  te  doen  kleven.  Schoon 
hy  verftarid  en  kennis  had  ,  hield  hy  het 
in  de  onderhandelingen  niet  met  de  car- 
dinalen  van  Rohan  en  Bilïï  ,  maar  twyf- 
felmoedig  uit  de  natuur  zynde  ,  en  door 
die  van  zyn  aanhang  aangeport,  wasser 
veel  tyd  nodig  ,  om  hem  eenvaft  be- 
raad te  doen  nemen.  Eindelyk  gaf  hy 
zyn  befluit ,  dat  hy  de  Conftitutie  zou 
aannemen  ,  en  ze  allezen  ,  maar  daar 
verliepen  wel  twee  jaren  ,  eer  hy  dit 
befluit  werkftcllig  maakte. 

Ik  zoek  dezen  prelaat  over  dit  gedrag 
niet  te  laken  ,  daar  hy  door  het  hof,  de 
meefte  biflchoppen ,  en  zyne  familie  zelf, 
uitgezondert  den  bilfchop  van  Chalons , 

door 


Phimfpus  van  Orleans.  17? 

door  de  kragtigfte  en  aanhoudende  ver- 
zoeken toe  aangezet  wierd  ;  maar  ik  5 
kan  my  niet  onthouden  van  te  doen  op- 
merken 5  hoe  veel  hem  deze  ftap  moet 
gekoft  hebben  ,  na  dat  hy  zich  zo  uit- 
druklyk  en  zo  opentlyk  3  vooral  ze- 
dert  den  dood  van  Lodewyk  den  veer- 
tienden 5  tegen  deze  bulle  verklaart  had. 
Niet  te  vrede  met  daar  in  'c  jaaf  1717 
van  geappelleert  te  hebben  5  had  hy  zyn 
appel  in  \  volgende  jaar  met  de  kragtig- 
fte uitdrukkingen  vernieuwt ,  ter  gele- 
genheid van  eenige  brieven  van  den 
paus  5  waarvan  hy  door  een  afte  op 
zich  zelf  appelleerde. 

35  Niemand  is  onbewuft  5  zei  deze 
35  cardinaal  in  zyn  acte  van  appél  den 
55  derden  augufti  17173  dat  zo  dra  de- 
5>  ze  conftitutie  uitquam  ,  de  gelovigen 
33  verftek  ftonden  over  eene  beftraffing, 
55  die  hun  toefcheen  verfcheide  waarhe- 
„  den  van  den  Godsdienft  ,  en  de  ge- 
55  wone  taal  van  de  godvrucht  te  ver- 

55  oordeelen  dat  de  overheden  5 

55  ontruft  over  de  gevolgen  3  die  men 
35  uit  de  bulle  kon  trekken  5  tegen  de 
55  wetten  van  den  ftaat  5  de  veiligheid 
55  van  de  geheiligde  perfonen  der  ko- 
55  ningen  5  de  privilegiën  der  facultei- 
55  ten  5  de  biiïchoplyke  rechten  5  de  vry- 
35  heden  van  de  Gallicaanfche  kerk,  zich 

//.  Deel.  M  „  ver- 


J78    Het  Leven  tan 

55  verplicht  oordeelden  daar  het  gevaar 
55  van  voor  te  komen  5  door  bepalingen 
55  die  even  voorzichtig  en  noodzaaklyk 
55  waren  5  dat  men  toen  reeds  alle  de 
55  misbruiken  voorzag  5  die  men  van 
55  de  conftitutie  zou  maken  5  't  zy  om 
55  vafte  leerltukken  en  gewichtige  regels 
55  van  de  zedeleer  en  tucht  aan  te  taften, 
55  't  zy  om  de  vrede  en  vryheid  der 
55  fcholen  te  ontruften  :  en  de  uitllag 
55  heeft  maar  al  te  zeer  bewaarheid  ,  dat 
55  hunne  vrees  en  ongeruftheid  niet  on- 
55  gegrond  was.---  Men  bedient  zich 
5,  van  de  conftitutie  5  om  het  zoo  we- 
55  zentlyke  leerftuk  van  de  noodzaaklyk- 
55  heiddes  geloofs  in  Jezus  Chriftus  aan 
55  te  taften ,  om  te  ftellen  dat  het  oude 
55  verbond  genade  heeft  kunnen  uitdé- 

55  len  5  en  kinderen  aan  God  geven  

5,  de  veroordeling  van  deze  ftelling  wat 
55  kan  mn  anders  zyn  dan  duiflernis  , 
55  dan  dwaling  ?  en  dan  zonde  5  zonder 
53  het  licht  des  geloofs  ,  zonder  jfe/us  Chrif 
55  tuSr>  zonder  de  cbriftlyhe  liefde  ?  moet 
55  zo  veel  te  meer  verbazen  ,  om  dat  zy 
33  niets  anders  fchynt  te  behelzen,  dan 
33  het  geen  Chriftus  zelf  zegt  5  dat  hy 
33  het  licht  5  de  weg 5  de  waarheid,  cn 

5,  het  leven  is        Men  bedient  zich 

„  ook  van  de  X.  XL  XII.  en  XIII,  ftel- 
5,  lingen,  om  de  almogentheid  van  de 

35  wille 


Philippus  van  Orleans.  179 

55  wille  Gods  op  het  hart  der  menfchen 
„  aantetaften,  een  leerftuk  3  dat  men  niet 
?,  loogchenen  kan  5  zonder  het  eerft  ar- 
5,  tykel  van  de  geloofsbelydenis  omver 
35  te  werpen — 

55  De  voorftanders  van  de  nieuwe  leer- 
55  ftellingen  over  de  genade  fteunen  op 
53  de  veroordeling  van  verfcheide  ftel- 
35  lingen ,  om  die  kragtdadige  en  over- 
„  winnende  genade  5  die  het  geloof  ons 
55  leert  5  als  een  dwaling  te  verwerpen, 
55  en  om  in  't  byzonder  het  gevoelen  van 
53  S.  Auguftyn  en  S.  Thomas ,  dat  deze 
53  genade  kragtdadig  door  zich  zeifis, 
55  en  noodzaaklyk  tot  alle  werken  van 
5!  godvrucht  vereifcht  word  ,  aantetaf- 
,5  ten.... 

55  De  verdervers  der  zedeleer  wape- 
55  nenzich  met  deze  beftraffing,  om  de 
53  grondveften  van  alle  chriftelyke  zede- 
53  kunde  te  flopen  5  om  de  noodzaaklyk- 
55  heid  en  de  uitgeftrektheid  van  de  lief- 
53  de  tot  God  3  het  eerfte  engrootfte  ge- 

33  bod  van  de  wet  3  uit  te  roeien   Zy 

55  menen  dat  zy  hunne  buitenfporig- 
55  heden  begunftigt  5  om  dat  zy  de  uit- 
33  drukkingen  veroordeelt  5  die  de  nood- 
55  zaaklykheid  van  deze  liefde  te  kennen 
53  geven... 

35  Maar  het  vaderlyk  hart  van  een 
33  biflchop  kan  geen  getuigen  zyn  van 
M  2  33  de 


1 8o     Het  Leven  van 


5,  de  droefheid  ,  die  de  veroordeling  der 
„  fteÉngen ,  welke  het  lezen  van  de  h. 
„  fchrift  en  het  vieren  van  den  godly- 

ken  dienft  betreffen,  aan  de  ware  kin- 
„  deren  van  de  kerk  veroorzaakt,  van 
3,  den  opftand  ,  dien  deze  zelve  veroor- 
33  deling  aan  de  nieuw-verenigden  in- 
35  boezemt,  van  den  byna  onoverwin- 
„  lyken  hinderpaal ,  dien  zy  in  den  weg 
3,  ftelt  aan  de  bekering  der  ketters ,  zon- 
„  der  levendig  getroffen  te  zyn  —  En 
,5  zyn  heiligheid  is  niet  onbewuft,  wat 
?,  ergernis  in  't  byzonder  de  veroorde- 
5,  ling  van  deze  (telling  heeft  gegeven, 
„  de  zondag  moet  geheiligt  worden  door 
,5  bet  lezen  van  godtvruehtige  boeken^ 
3  5  en  vooral  door  bet  lezen  van  de  b. 
,5  Jchrift.... 

,5  Wy  zouden  5  zonder  verzaking  van 
,5  alle  eer  en  plicht ,  de  valfche  en  ver- 
,,  derflyke  zetregels  niet  kunnen  dulden, 
5,  die  men  bouwen  kan  op  de  veroor- 
55  deling  van  die  andere  ftellingen.  De 
55  vrees  van  eene  onrechtvaardige  ex- 
,5  communicatie  moet  ons  nooit  van  on- 
55  ze  plicht  weerhouden,  men  is  nooit 
55  buiten  de  kerk ,  zelfwanneer  het  fchynt 
„  dat  men  'er  door  de  quaadaardighcid 
3,  der  menfehen  uitgebannen  is ,  wan- 
5,  neer  men  zich  aan  God  ,  aan  Jefus- 
5,  Chnftus,  aan  de  kerk  zelf,  door  de 

55  chrif- 


PHILIPPUS  VAN  O  RLE  A  NS.    1*8 1 


35  chriftelyke  liefde  vafl-houd  De 

3,  befte  godgeleerden  hebben  dikwils 
3,  vertoont  3  dat  de  eerfie  van  deze  ftel- 
33  lingen  in  haar  eigentlyken  en  natuur- 
33  lyken  zin  niet  dan  deze  waarheid 
33  uitdrukt,  dat  het  beter  is  God  te  gehoor- 
33  zamen  ,  dan  den  menjchen  

33  De  liefde  tot  de  rechtvaardigheid 
3,  en  ruft  zet  ons  noch  aan,  om  acht 
33  te  geven  op  de  algemene  klag- 
35  ten  over  de  ongetrouwheid  ,  waar- 
55  mee  deze  ftellingen  uit  het  boek  der 
5,  aanmerkingen  getrokken  zyn  ;  nade- 
55  maal  enige  taltelyk  verminkt  zyn  , 
35  andere  niet  al  te  naauwkeurig  in  het 
33  latyn  overgebragt  5  aan  een  deel  een 
55  vremden  zin  gegeven  5  dienzy  in  het 
55  boek  zelf  niet  hebben,  en  die  door 
5,  den  auteur  ontkent  is  in  fchriften  ca 
5,  proteftatien  ,  die  in  handen  van  alle 
55  menfchen  zyn. 

35  De  h.  Vader  is  dan  zicbtbaarlyk 
5,  verraft  geweeft  doorvalfche  vertogen, 
5,  gelyk  de  grootfte  pauzen  zich  dikr 
5,  wils  beklaagt  hebben  5  dat  zy  misleid 
55  waren  geweeft  door  de  lift  van  die 
3,  genen  ,  die  onder  hun  gezag  quamen 
„  fchuilen  cc. 

In  het  mandement,  dat  zyn  acte  van 
appél  verzelde,  drukte  hy  zich  dus  uit 
,5  Wy  menen  het  voorbeeld  van  een 
M  3         „  door- 


i$2    Het  Leven  van 

„  doorluchtig  Engelfch  biffchop  5  die  be- 
5,  roemt  is  door  zyn  vroomheid ,  geleert- 
5,  heid ,  ftantvaftighcid  voor  de  vryhe- 
33  den  zyner  kerk  ?  en  door  zyn  yver 
33  voor  de  ware  eer  der  pauzen  5  tot  een 

33  model  te  moeten  nemen  Deze  pre- 

33  laat  zich  genoodzaakt  ziende  om  zich 
33  tegen  een  decreet  van  paus  Innocen- 
33  tius  den  vierden  aan  te  kanten  5  bragt 
33  dus  het  geen  hy  aan  het  karaóler  van 
33  biffchop  3  en  aan  de  pauflyke  waardig- 
3,  heid  verfchuldigt  was  5  overeen.  Ik 
33  gehoorzaam  zeide  Robert  5  biffchop  van 
33  Lincoln  ?  met  een  kinderlyke  eerbied 
aan  de  apojlölijche bevelen  ;  maar  ik  kant 
my  3  uit  yver  voor  de  eer  van  myn  vader  , 
tegen  de  bevelen  aan  ,  die  tegen  den  apof 
tolijchen  geefl  Jlryden  3  en  hier  door  quyt 
ik  my  van  de  twee  verplichtingen  5  die  Gods 
wet  my  op  legt.  Niets  dan  het  geen  over- 
een komt  met  de  leer  der  apoftelen  en  van 
onzen  Heere  Jezus  Chrijlus ,  mee/Ier  der 
apoflelen,  wiens  perzoon  de  paus  verbeeld, 
kan  als  een  apoftolijch  bevel  aangezien 
worden  3  de  h.  fcoel  kan  alles  3  om  opte- 
bouwen ,  en  niets  om  omvertewerpen  5  daar 
in  bcjlaat  de  volheid  zyner  magt.  Nu  heeft 
de  brief  3  Hen  ik  ontfangen  heb  ?  geen 
ovcreenkomft  ter  wereld  met  de  apojlö- 
lijche heiligheid^  in  tegendeel,  hy  loopfer 
recht  draaf  s  tegen  aanhaar  om  gehoorzaam 

ik'er 


Philifpus  van  Orleans.  183 


ik? er  niet  aan\  ikkanfermy  tegen  aan, 
met  de  gevoelens  van  een  eerbiedigen 
zoon. 

Na  dus  gedacht  en  gefproken  te  heb-  Zyne 
ben ,  moeit  hy  een  grote  verandering  ™j*cc 
ondergaan  ,  om  het  decreet  aan  te  ne- 
men en  af  te  kondigen,  wat  bepalingen 
daarin  mogten  gemaakt  zyn.  Want  in- 
dien het  gezegde  'waar  was  ,  kon  het 
geen  uitlegging  verdragen  :  derhalven 
moet  men  onderftellen  ,  dat  men,  volgens 
de  gewoonte  der  pleiters,  een  weinig  ge- 
grolTeert  had.  Toen  derhalven  zyn  emi- 
nentie den  koning  zyn  mandement  van 
aanneeming  aanbood,  verzekerde  hy  zy- 
ne majefteit,  dat  geen  flap  hem  ooit  zo 
veel  gekoft  had,  en  dat  men  zulke  gro- 
te liefde  voor  de  ruft  van  den  ftaat  en 
den  vrede  van  de  kerk  moeft  hebben  , 
als  hy  had ,  om  zulken  pas  te  wagen. 

Zo  dra  de  Cardinaal  van  Noailles  het 
verlangde  toegeftaan  had ,  ftelde  men  met 
elkander  een  aaneenfchakeling  van  leer- 
ftukken  op ,  om  tot  uitlegging  van  de  bulie 
te  dienen  :  het  werk  was  langdradig,  en 
daar  hoorden  veel  veranderingen,  ver- 
zachtingen, en  verbeteringen  toe,  eer 
men  hetzo  verkreeg,  dat  het  in  ftaat  was 
om  door  de  menigte  van  biflchoppen 
voorgoedgekeurt  te  worden  ,  behalven 
dat  men ,  om  ze  daar  toe  brengen  ,  be- 
ft! 4  dingen 


i§4    Het  Leven  tan 

dingen  moeft  maken  ,  en  oneindig  vele 
voorzorgen  gebruiken. 

Men  maakte  een  begin ,  met  zich  van 
de  ftemmender  jezuiten  te  verzekeren, 
wiens  geheime  onderhandelingen ,  en  de 
verbinteniffen  die  zy  met  verfcheide  bif- 
fch oppen  hadden  ,  het  verdrag  konden 
omverftoten.  Deze  vaders  waren  toen 
in  twee  partyen  verdeelt ,  door  de  na- 
men van  wel  -  en  qualyk-geintentioneer^ 
den  onderfcheiden.  De  onenigheid  ging 
zo  ver  5  dat  het  genoeg  was5  dat  de  ee- 
ne  party  van  het  eene  gevoelen  was,  om 
de  andere  itraks  de  tegenftrydige  me- 
ning te  doen  omhelzen.  De  twede  zoon 
van  den   zegelbewaarder  ,  toen  voor 
de  eerfte  maal  politiek-ftedehouder  , 
deed  ze  op  order  van  zyne  koningly- 
ke  hoogheid  byeen  vergaderen ;  zy  ke- 
ven in  zyne  tegenwoordigheid  ,  maar 
vader  Lallemand  ,  hooft  van  de  wek 
gcintentioneerden  zedert  den  dood  van 
vader  le  Tellier,  verklaarde  zich  met  zyn 
helen  aanhang  voor  het  algemeen  leer- 
boek 5  zelfs  fchreef  hy  een  foort  van  een 
(^irculairen  brief  aan  verfcheide  bilfcho|> 
pen  ,  om  zich  daar  ook  mee  te  vrede  cc 
houden. 

By  deze  behandeling  voegde  men 
een  andere,  die  alzoo  vezentlyk  Was. 
Aicn  maakte  niet  al  te  veel  ftaat  op  de 

rek- 


PHILIPPUS  TAN  OltLEANS.  l8? 

reklykheid  der  biflchoppen  ten  verzoeke 
van  vader  Lallemand ;  en  was  het  daar- 
enboven ook  wel  veilig  5  zich  op  de- 
zen jezuit  te  betrouwen,  die  veel  deel 
had  gehad  in  de  liftige  ftreken  van  vader 
le  Tellier  ?  de  biffchop  van  Soiffons  ,  te- 
genwoordig aarts-biffchop  vanSens,had 
zich  zeer  beroemt  gemaakt  door  verfchei- 
de  fchriften,  die  hy  over  't  werk  van  de 
conftitutie  ,  onder  den  titel  van  verma- 
ningen, had  in  't  licht  gegeven  ,  en  was 
een  van  de  voornaamfte  hoofden  gewor- 
den ,'t  geen  de  hertog  regent  uitdrukte, 
met  te  zeggen  ,  qu'ü  etoit  devenu  un  clricn 
a  grand  collier.  \  Was  een  zaak  van  aan- 
gelegenheid ,  hem  op  zyn  zyde  te  win- 
nen 5  en  men  ontbood  hem  te  Parys.  De- 
ze prelaat  had  nooit  het  hof  gezien,  als 
toen  hy  den  eed  van  getrouwheid  had 
afgelegt :  hy  kon  de  vlyeryen,die  men 
omtrent  hem  in  't  werkftelde,  en  de  lof- 
tuitingen, die  hem  zyne  koninglyke  hoog- 
heid gaf,  niet  weerftaan;  hy  gaf  zich  te 
enemaal  aan  de  inzichten  van  dien  prins 
over  ,  en  wierd  de  voornaamfte  aan- 
dryver  en  y  verigfte  voorvechter  van  het 
vergelyk.  Zyneinfchiklykheid  heeft  hem 
mooglyk  den  cardinaals  hoed  gekoft,  en 
wierd  niet  in't  algemeen  voorgoed  ge- 
keurd :  een  deftig  magiftraats  perfoon  zei 
op  een  tyd  tegen  hem ,  in  een  talryk  ge- 
Al  $  zei- 


i8<5      Het  Leven  van 

zelfchap  5  Myn  heer  ,  het  gemeen  heeft  u 
in  de  vueegjchaal  gelegt ,  en  zal  uit  uw 
gedrag  zien ,  of  het  u  in  V  vervolg  zo  veel 
zal  moeten  verachten  ,  als  het  u  tot  hier 
toe  geacht  heeft.  Men  heeft  willen  zeg- 
gen ,  dat  deze  prelaat  de  auteur  van 
die  fchriften  niet  was ,  daar  hy  zo  veel 
eer  mee  heeft  ingelegt  :  \  is  waar  dat 
men  moeite  heeft  om  den  auteur  van 
de  vermaningen  in  het  leven  van  Maria 
a  la  Coque  te  kennen;  maar,  behalven 
dat  Languet  verftand  en  geleertheid  be- 
zit ,  is  het  zeer  wel  mooglyk  ,  dat  men 
over  bondige  ftoffen  wel  fchryft  ,  en 
Hecht,  als'er  een  fprookje  te  verhalen  is. 

De  verzameling  van  de  leerftukken 
omtrent  na  den  fmaak  van  beide  de  par- 
tyen zynde  ,  tekenden  die  de  meefte 
biflehoppen  ,  die  te  Parys  waren  :  de 
abt  van  la  Fare  Lopitz  bragt  dit  gefchrift 
aan  verfcheide  afwezenden  ,  met  de 
recommandatie  van  Vader  Lallemand 
verzelt. 

Men  gebruikte  toen  een  grap ,  met 
te  zeggen,  dat  deze  abt  de  biflehoppen 
ging  leren  tekenen.  De  biflehoppen  van 
Montpellier,  van  Boulogne  ,  van  Nimes , 
en  van  Saincles  weigerden  die  voor  goed 
te  keuren;  de  twee  eerften,  om  dat  zy 
een  ftap  was  tot  het  aannemen  van  de 
confututie,  en  de  gemoederen  daartoe 

fchikte ; 


PHILIPPUS  VAN  OltLEANS.  l87 


fchikte;  de  twee  anderen,  om  dat  zy 
ze  aanzagen  als  daartegen  ftrydende, 
en  tot  groot  nadeel  daarvan  ftrekkende: 
alle  vier  kregen  zy  bevel,  om  binnen 
drie  dagen  Parys  te  verlaten,  en  zich 
vaardig  naar  hunne  bisdommen  te  be- 
geven ,  en  daar  te  blyven  tot  nader 
order. 

De  priefters  onder  het  bisdom  van  Pa-  De  prief- 
rys  onderzochten  ditgefchrift  in  hunne  *!rns[^;" 
dorp-vergaderingen ,  veroordeelden  liet ,  vertogen 
en  gaven  kennis  van  die  veroordeling  in» 
aan  hun  biflchop,  onder  den  titel  van 
vertogen.    Het  dekenfchap  van  Cha- 
teaufort ,  dat  zyn  vergadering  te  Ver- 
failles  hielt  ,  protefteerde  eenparig ,  in 
fpyt  van  den  aartsdiaken  en  zyn  dekeiif 
tegen  het  nieuwe  verdrag  en  tegen  de 
opgeftelde  leer-punten  ;  de  vicrfcbaar 
van  de  kerk ,  riepen  zy  alle  uit,  de  zaak 
van  de  balie  onderhanden  hebbende  ,  kan 
•  de  kerk  alleen  daarover  vonniffen  in  een 
algemeen  concilie  :  dit  waren  de  eige 
woorden ,  waarvan  zich  de  cardinaal  in 
een  zyner  appellen  bedient  had.  Na 
het  middagmaal ,  dat  naar  allen  fchyn 


de  men  opeennieuw  ;  men  riep  uit , 
dat  men ,  fchoon  de  cardinaal  de  confti- 
tutie  mogt  aannemen,  daar  nooit  deel 


zodanig  was  ,  i 
aartsdiakens  gew 


i88     Het  Leyen  va# 


in  wilde  hebben,  noch  door  aanhanging, 
en  noch  minder  door  publieke  ftemge- 
ving,  en  dat  men  zich,  om  die  te  be- 
ftryden,van  de  wapenen  zou  bedienen, 
die  zyn  eminentie  hun  in  zyne  appellen 
en  mandementen  had  verfchaft. 

De  deken,  't  welk  de  prieur  van  S. 
Germain  en  Laye  was ,  gaf  kennis  van 
deze  vergadering :  men  was  zeer  wel 
over  zyn  gedrag  voldaan,  en  men  gaf 
hem  laft,  om  den  priefter  van  S.  Leu  te 
bekéren ,  die ,  zo  men  zei ,  wat  krege- 
lig wierd. 

De  priefter  dit  gehoort  hebbende ,  zei- 
de  :  cc  Ik  ben  'er  over  verwondert,  want 
3,  twee  jaren  geleden  gaf  zyne  eminen- 
„  tie  my  order,  om  den  prieur  van  S. 
„  Germain  en  Laye  te  bekéren,  die 
„  zwarigheid  maakte,  om  van  de  confti- 
„  tutie  te  appelleren  u. 

De  vertogen  dezer  priefters  zyn  zo 
ongemeen  in  hun  foort,  als  die  van  het  • 
parlement  geweeft  waren,  toen  het  in 
't  jaar  1718  een  plakaat  des  konings  over 
de  munten  vernietigt  had.  H  Wy  zou- 
„  den  menen ,  zeiden  zy ,  te  kort  te 
„  fchieten  ,  in  het  geen  de  godtsdienft, 
„  de  waarheid  ,  en  de  plicht  van  ons 
„  vercifchen  ,  indien  wy  niet  in  den 

boezem  van  uwe  eminentie  dc  bitte- 

re  fmerten  uitfehuddeden  ,  die  ons 

„  het 


Philifpus  van  Orleans.  189 

5,  het  nieuw  vergelyk  veroorzaakt,  't' 
55  Geen  ons  noch  meer  ontruft  3  is  het 
„  nieuwe  zamenftel  van  de  leer,  daar 
,5  wy  hooftdwalingen  in  ontdekt  heb- 
55  ben: 

55  Men  ftelt  den  jood  gelyk  met  den 
55  chriften  5  Mozes  met  Jefus-Chriftus. 
55  Mozes  en  de  profeten  5  zegt  men 
55  daarin ,  als  dienaars  van  de  wet  heb- 
5,  ben  niet  dan  Haven  gemaakt  5  maar 
55  in  de  hoedanigheid  van  de  profeten 
5,  van  Jezus-Chriftus  en  van  predikers 
5,  van  't  evangelie 5  hebben  zy  ware  kin- 
55  deren  Gods  gemaakt. 

5,  Het  zamenftel  van  de  leer  veron- 
55  derfcheid  in  God  drie  wezentlyke 
55  willen  om  den  menfch  zalig  te  maken , 
5,  't  geen  tegen  de  gronden  der  oude 
55  godgeleertheid  is  ,  en  tegen  deze 
55  oorfpronklyke  waarheid  5  omnia  qua- 
55  cunque  voluit  >  fecit. 

5,  Wy  verwonderen  ons  5  dat  het 
53  leerftuk  van  de  genade  die  krachtda- 
35  digdoor  haar  zelve  is  5  doorzyneemi- 
35.  nentie  in  het  jaar  1696  erkent  voor 
55  het  enig  gevoelen  5  dat  met  de  fchrif- 
5,  tuur  en  de  overlevering  overeenkomt, 
55  tegenwoordig  maar  aangezien  word 
53  voor  het  gevoelen  van  eene  byzon- 
53  dere  fchool  5  die  omtrent  dit  artykel , 

zegt 


190    Het  Leven  van 

„  zegt  men,  iets  by  de  fchrifc  en  de 
55  overlevering  voegt. 

5,  Het  woord  chariteit  of  liefde  word 
55  in  twee  verfcheide  zinnen  verftaan5 
55  voor  een  natuurlyke  goddelyke  lief- 
55  de  5  en  vooreen  theologifche  deugd. 
55  Daar  is  maar  een  foort  van  godlyke 
55  liefde,  daar  is  geen  natuurlyke. 

55  Wie  zou  niet  verfchrikt  zyn  over 
5,  de  volgende  uitdrukking  5  zonder  de 
5,  Godlyke  liefde  kan  men  wel  waarfyk- 
55  chrifteh'ke  daden  oeffenen.  Men  ver- 
55  genoegt  zich  met  te  zeggen ,  dat  de 
55  verplichting  5  om  zyne  handelingen 
55  op  God  te  huis  te  brengen  5  in  het 
55  eerfte  gebod  fchynt  opgefloten  te 
5,  zyn.  Wy  ftaan  verftelt  ?  dat  5  in 
55  plaats  van  ons  aan  te  zetten  om  het 
55  voorbeeld  en  de  heilige  regels  te  vol- 
55  gen,  die  de  vaders  omtrent  de  boete 
5,  voorgefchreven  hebben  5  men  niet 
5,  fpreekt  5  als  van  de  gelovigen  op  te 
55  wekken  5  om  hun  voordeel  te  doen 
55  met  de  aflaten  van  de  kerk. 

55  Wat  goed  kunnen  wy  in  onze  pa- 
,5  rochien  doen  ?  De  eerfte  herders  zyn 
,5  zelfde  lerende  kerk :  is  dit  met  uitilui- 
55  ting  van  den  tweden  rang?  indien 
5,  dat  waar  is5  wiften  de  apoftelen  niet, 
3,  waaruit  de  ware  raadsvergadering 

3,  van 


Philiptus  van  Orleans.  i9r 

5,  van  de  kerk  beftaat,  toen  zy  de  prief 
5,  ters  te  gelyk  met  hen  deden  verga- 
,,  deren.  Indien  de  bilTchoppen  bewe- 
„  ren  de  enige  rechters  van  't  geloof 
„  te  zyn,  ten  minften  moeten  zy  'er 
55  niet  alleen  over  ten  oordeel  zetten, 
55  zonder  de  twede  orde  daar  by  te  roe- 
55  pen  5  die  men  nooit  het  recht  moet 
55  weigeren  van  haar  Item  te  geven  3  ten 
55  minften  ten  opzicht  van  de  leer,  over 
55  de  zwarigheden  die  'er  zich  opdoen : 
„  wy  zeggen  ten  minften  5  want  wy  heb- 
„  ben  ons  in  onze  verantwoording  van 
35  getuigeniflen  bedient,  welke  het  recht 
33  wettigen,  dat  de  twede  order  heeft, 
33  om  te  gelyk  met  de  bilTchoppen  te 
„  vonniffen,  zeifin  de  algemene  kerk- 
55  vergaderingen  cc. 

De  priefters  van  Parys,  en  die  van 
het  dekenfchap  van  Montmorenci ,  waren 
voorgegaan ,  de  meefte  anderen  volgden : 
en  alle  waren  ze  het  eens,  om  uit  den 
brief  van  de  bilTchoppen  van  Boulog- 
ne  en  Montpellier  de  algemene  aan- 
merkingen te  nemen  ,  die  zy  over 
het  vergelyk  maakten.  Men  verkeert 
gedroomde  dwalingen  in  ware  ,  zeiden 
zy  ,  om  aan  de  beftraffingen  van  de  bulk 
vat  te  geven.  Men  bedient  zicb  expres 
vantwxffe/acbtige  termen ,  en  van  dubbel- 
zinnige en  ruimjcbotige  uitdrukkingen ,  die 


iyz     Het  Leyen  van 


gemeenlyk  ?neer  de  voorvechters  van  de 
dwaling  3  als  de  verdedigers  van  de  waar- 
heid bcgunftigen.  Indien  de  paus  deze 
nieuwe  uitleggingen  verwerpt  ,  kan  men  ze 
dan  aanzien  ,  als  den  zin  van  de  bulk  te 
behelzen  ?  indien  het  gezonde  vernuft'' er 
andere  doet  voor  goed  keuren ,  moet  uien 
die  laten  varen  ?  indien  de  textwoorden 
van  de  bulle  daartegen  aanlopen  ,  waar- 
by  zal  men  zich  houden  ?  zal  men  een  ei- 
genhoofdige  uitlegging  voor  den  natuur- 
lyken  zift  van  den  text  verkiezen  ?  wie 
zal  ons  uit  deze  verlegenheid  redden ! 

Men  moet  niet  denken  dat  de  Sor- 
bonne  in  deze  gelegenheid  met  de  han- 
den in  den  fchoot  zat :  een  verbod  be- 
komen hebbende  van  over  deze  ftof  te 
raadplegen ,  protefteerde  zy  tegen  alles , 
wat  'er  ingevolge  en  by  gelegenheid  van 
dit  vergelyk  mogt  gedaan  worden.  De- 
ze tegenkantingen  verhinderden  de  vol- 
trekking van  de  zaak  niet  ,  fchoon  zy 
zeer  de  ongeruftheid  en  de  onberaden- 
heid van  den  cardinaal  de  Noailles  hiel- 
pen vermeerderen.  Men  had  byna  al  zo 
lang  tyd  nodig,  om  het  omtrent  zyn 
mandement  van  aanneming  eens  te  wor- 
den ,  als  men  gehad  had  om  de  uitleg- 
gingen ,  of,  het  geen  op  het  zelve  uit- 
komt ,  om  den  zamenhang  der  leerpun- 
ten op  te  ftellen.    Eindelyk  keurden  het 


^  Philippus  van  Orleans.  193 

de  cardinalen  van  Rohan  en  van  Bifli  in 
de  maand  maart  in  de  volgende  termen 
voor  goed:  3,  Hoewel  de  aanneming  van 
5,  den  heer  cardinaal  de  Noailles  ,  zei 
„  de  eerftgenoemde  ,  fingulier ,  onge- 
53  hoort  ,  en  vele  zwarigheden  onder* 
3,  worpen  is  ,  evenwel  ,  om  dat  zy 
33  wezentlyk  en  waarachtig  is  5  gelo- 
33  ven  wy  3  aangezien  de  troeblen  van 
33  de  kerk  van  Vrankryk  in't  algemeen, 
33  en  de  toeftand  van  Parys  in  't  byzon- 
33  der,  dat  zy  kan  doorgaan.  Wyoor- 
33  delen,  zei  de  andere  ,  dat  de  uitleg- 
33  gingen  van  den  heer  cardinaal  de 
33  Noailles  ,  met  de  onderrechting  der 
33  veertig  biiïchoppen  overeenitemmen- 
33  de  3  en  niets  tegen  de  rechtzinnige 
33  leer  behelzende ,  genoeg  volftaan  kun- 
33  nen  3  zo  zy  van  een  oprechte  en 
3,  waarachtige  aanneming  gevolgt  wor- 
33  den 

De  cardinaal  de  Bifli  raakte  den  fpy-  Wefni's 
ker  op  zyn  kop  ,  men  had  alle  redenen  0gQZfg. 
van  de  wereld  om  de  oprechtheid  van 
den  aartsbiflchop  van  Parys  te  mistrou- 
wen. Hy  wilde  5  en  hy  wilde  niet, 
of  liever,  hy  maakte  deminen  als  ofhy 
wilde :  zyn  gedrag  en  zyne  verbinte- 
niffen  waren  altyd  dezelve ;  die  het  mee* 
fte  tegen  de  conftitutie  durfden  fchrecu- 
wen,  welke  hy  nu  Itond  aan  te  nemen 3 

1L  Deel.  N  fton- 


194     Het  Leven  van 


ftonden  het  diepfte  in  zyn  gunll: ,  zelf 
keurde  hy  het  fchelden  ,  dat  zy  tegen 
hem  déden,  voor  goed.  Ik  vergeef  het 
bun^  zeide  deze  prelaat  ,  V  is  de  liefde 
tot  de  waarheid ,  die  hen  doet  /preken. 
Was  de  circulaire  brief,  die  hy  aan  zyne 
waarde  priefters  fchreef ,  om  hunne  onge- 
ruflheden  te  ftillen ,  waarin  hy  hen  verze- 
kerde ,  dat  hy  altyd  dezelve  gevoelens 
voor  hen  zou  behouden,  niet  byna  een  uit- 
drukkelyke  ontkenning  van  alles  ,  wat 
hy  inde  onderhandelingen  beloofde,  en 
van  't  geen  hy  in  gevolge  van  die  belof- 
ten deed  ?  wat  inzicht  kon  hy  hebben, 
in  te  eifchen  om  zyn  mandement  uit  te 
geven,  dat  de  declaratie  des  konings, 
in  behoorlyke  form  afgekondigt  en  ge- 
regiftreert,  vooraf  rnogt  gaan  *  de  aan- 
kleving aan  een  party ,  al  is  het  zelf  de 
quade  party,  kan  noch  verfchoont  wor- 
den, maar  gebrek  van  oprechtheid  is  al- 
tyd te  laken. 

Het  onderzoek  van  het  ontwerp  van 
de  declaratie  des  konings,  en  de  gewich- 
tige zaken  die 'er  tuflclien  beide  voorvie- 
len, deden  die  tot  de  maand  van  augufti 
llepende  houden,  't  Geen  de  cardinaal 
van  Noailles  voorzien  had  ,  en  *t  geen 
mogelyk  de  beweegreden  van  de  bedon- 
ge  voorwaarde  geweeft  was,  gebeurde, 
het  parlement  weigerde  ronduit  die  te 


Phiuppus  van  Orleans.  19? 

regiftreren ,  en  deWyl  men  dezelve  wei- 
gering van  de  andere  ook  vreesde,  had 
men  ze  naar  't  parlement  van  Douai  ge- 
zonden, daar  men  zich  vooraf  van  ver- 
zekert had.  Het  lezen  van  dit  gewich- 
tig ftuk,  door  dencardinaal  vanNoailles 
voorgoedgekeurt ,  zal  doen  zien  ,  hoe 
veel  reden  zyne  koninglyke  hoogheid 
had  ,  om  over  den  uitllag  van  zyn  on- 
derhandeling vergenoegt  te  zyn  ,  en 
waarop  de  erkentenis'  van  het  hof  van 
Romen,  ten  opzicht  van  denabtduBois, 
die  daar  zo  veel  deel  in  gehad  had,  ge- 
grond was. 

„  Van  den  tyd  af  van  onze  komft  tot  Deciara- 
„  de  kroon ,  zeide  de  koning  ,  hebben  de  conftV 
„  wy  geoordeelt ,  dat  onze  voornaamite  tutie. 
„  plicht  was,  het  eerfte  gebruik  van  ön- 

ze  magt  aan  den  godsaienft  toe  te  wy- 
„  den,  en  den  roemryken  titel  van  oud- 
„  ften  zoon  van  de  kerk  te  verdienen, 
„  die  ons  onder  de  koningen  onder- 
„  fcheid  ;  met  ons  gezag  te  doen  die- 
,5  nen,  om  de  onluften  tel  tillen,  die 'er 
„  in  ons  ryk  ter  gelegenheid  van  de  bul- 
„  le  ontftaan  waren ,  door  den  h.  vader 
„  den  paus  tegen  het  boek ,  dat  zede- 
3,  kundige  aaanmerkingen  overhetnieu- 
55  we  Teftament  genoemt  word ,  uitge- 
>,  geven.  Onze  zeer  waarde  en  zeer 
»  beminde  oom  de  hertog  van  Orleans , 
N  z  regent 


196     Het  L  e  y  e  n  van 

5?  regent  van  ons  ryk ,  heeft  de  oprecht- 
„  heid  onzer  verlangens  door  de  uitge- 
„  ftrektheid  zyner  kennis  onderfteunt; 
33  midden  onder  de  zorgen,  die  de  hag- 
3,  chelyke  tydgewrichten  hem  inboezem- 
33  den  3  heeft  hy  altyd  een  zo  wenfch- 
33  lyken  vrede  als  het  waardiglle  onder- 
33  werp  van  zyn  oplettentheid  geacht: 
33  en  aan  de  onvermoeidheid  van  zyn 
33  arbeid  zyn  wy  het  genoegen  verfchul- 
33  digt?  van  ons  volk  het  einde  van  een 
33  onenigheid  te  kunnen  aankondigen  , 
33  waarvan  de  gevaarlyke  gevolgen  zo 
33  wel  de  genen  5  die  waarlyk  de  kerk 
33  beminnen  3  als  de  genen  5  die  oprecht 
33  de  belangen  van  den  ftaat  toegedaan 
33  zyn,  ontruften. 

3,  Uitleggingen ,  met  een  geeft  van 
,3  eendragt  en  van  chriftelyke  liefde  op- 
33  geltelt,  om  te  beletten  dat  men  door 
33  valfche  uitduidingen ,  en  die  tegen 
5,  haar  waren  zin  ftryden ,  een  quaad  ge- 
„  bruik  van  de  bulle  mogt  maken ,  zyn 
3,  eenparig  door  alle  de  cardinalen  ,  al- 
3,  le  de  aartsbiflchoppen  ,  en  byna  alle 
3,  de  biflchoppen  van  ons  ryk  voorgoed- 
5,  gekeurt.  Die  de  conftitutie  reeds  aan- 
3,  genomen  hadden ,  hebben  uit  eenen 
3,  mond  getuigt  in  den  brief ,  dien  zy 
33  aan  onzen  zeer  waarden  en  zeer  be- 
3,  minden  oom ,  den  hertog  van  Orleans , 

„  gefchre- 


Philippus  van  Orleans.  ïp? 

„  gefchreven  hebben  5  dat  deze  uitleg- 
33  gingen  met  de  leer  van  de  kerk  5  met 
33  die  van  de  bulle  ,  en  van  de  herder- 
33  lyke  onderrechting  ,  in  't  jaar  1714. 
33  uitgegeven,  overeenftemden ;  en  de 
33  meefte  prelaten,  die  tot  hiertoe  hunne 
33  aanneming  hadden  opgefchort  ,  heb- 
33  ben  deze  zelve  uitleggingen  aangeno- 
33  men  3  om  ze  hun  volk  te  vertonen  by 
33  het  aannemen  van  de  bulle  ,  als  der- 
33  zeiver  waren  zin  behelzende.  Dus 
33  hebben  wy  de  vertroofting,  van  de  on- 
33  lullen  3  die  de  kerk  van  Vrankryk 
33  ontroerden,  geftilt  te  zien,  de  twyf- 
„  felingen  opgeheldert ,  de  gefchillea 
33  over  het  aannemen  van  de  bulle  geëin- 
3,  digt ,  den  vrede  ,  daar  de  overlede 
3,  koning  onze  overgrootvader  zo  yve- 
33  rig  naar  verlangde  ,  eindelyk  aan  de 
3,  kerk  weerom  gegeven  ,  en  de  confti- 
3,  tutie  Unigenitus  met  zulke  echte  uit- 
3,  leggingen  verzelt,  dat  de  genen,  die 
33  tot  hiertoe  moeite  en  zwarigheden 
33  hadden  ,  zich  niet  langer  zullen  kun- 
„  nen  beraden  om  zich  daaraan  te  on- 
33  derwerpen  5  en  zich  aan  de  ftem  en 
3,  het  voorbeeld  hunner  herders  te  ge- 
33  dragen. 

33  In  deze  omftandigheden  lyden  on- 
33  ze  yver  voor  den  godsdienft  en  voor 
3,  het  welzynvanden  ftaat,  de  kinder- 
N  3  5,  lyke 


ioS      Het  Leven  van 

„  lyke  eerbied  ,  waarmee  wy ,  op  't  voör- 
3,  beeld  onzer  voorzaten ,  jegens  onzen 
3,  h.  vader  den  paus  vervult  zyn  ,  het 
3,  vertrouwen  dat  wy  op  de  kennis  van 
33  de  biffchoppen  van  ons  ryk  hebben , 
3,  dj  zorg,  die  wy  moeten  aanwenden, 
33  om  de  goede  order  en  ruit  in  onzen 
3,  itaat  te  herltellen  ,  niet ,  dat  wy  uit- 
3,  ftellen  het  zegel  van  ons  gezag  aan 
3,  een  zo  dierbaren  vrede  te  hangen ,  en 
35  te  gelyk  alle  nodige  voorzorg  te  ge- 
„  bruiken ,  om  de  oude  zaden  van  twee- 
„  dragt  te  verltikken  ,  te  verhinderen , 
3,  dat  de  woelachtigheid,  de  valfche  ie- 
3,  ver,  de  geeft  van  partyfchap  'ernieu- 
33  we  doe  ontftaan  ,  en  om  in  de  kerk 
3,  een  zo  billyke  als  nodige  fubordinatie 

te  handhaven.  Wy  zullen  hierdoor 
„  in  de  gevoelens  van  den  overleden 
3,  koning,  roemruchtiger  gedachtenis , 

treden  ,  toen  hy  zyne  opene  brieven 
3,  van  den  veertienden  februari  1714- 
„  gegeven  heeft  ;  en  wy  hopen  ,  dat 
,5  alle  de  prelaten  van  de  kerk  van  Vrank- 
,5  ryk  zich  in  den  zeiven  geeft  vereni- 
„  gende  ,  de  wysheid  en  de  goedertie- 
3,  renheid  van  hun  gedrag  het  werk  van 
55  hun  iever  voor  de  waarheid  ,  en  van 
35  hun  liefde  voor  den  vrede ,  zullen  vol- 
„  tooien,  en  voor  altoos  beveftigen. 

„  Hierom  enz.  willen  wy  a  dat  de  con- 

„  iütutie 


PHILIPPUS  VAN  OltLEANS.  Ip£ 

„  ftitutie  Unigenitus  in  alle  de  ftaten, 
5,  Janden  5  en  heerlyklieden  van  ons  ge- 
:,  bied  zal  aangenomen  worden.  En 
*  gevolglyk  verbieden  \vy  aan  alle  on- 
5>  ze  onderdanen ,  van  wat  ftaat  5  aan- 
3,  zien  ,  oF  rang  zy  ook  zyn  mogen, 

aan  alle  genoodfchappen,  gemeenten, 
3,  en  wereldlyke  ofgeeftlyke  perfonen, 
„  van  wat  orde  ,  congregatie  ,  of  ge- 
„  noodfchap  zy  ook  mogen  zyn  ,  zelf 
3,  aan  de  univerfiteiten  van  ons  ryk, 
33  en  voornaamlyk  de  theologifche  facul- 
33  teiten  ,  van  iets  te  zeggen  5  fchry- 
?,  ven,  ftaande  te  houden,  te  leren,  te 
33  verfpreiden  ,  of  onder  den  man  te 
„  brengen,  direót  of  indireót,  'tzyte- 
„  gen  de  conftitutie  ,  't  zy  tegen  de 
„  herderlyke  inftruche  ,  in  de  vergade- 
„  ring  van  1714.  verkondigt  ,  en  door 
,5  meer  dan  hondert  biffchoppen  van 
,3  Vrankryk  aangenomen  ,  \  zy  tegen 
v  de  uitleggingen  over  de  bulle  Unige- 
,5  nitus  ,  door  voornoemde  cardinalen, 
„  aartsbiffchoppen,  en  biffchoppen  van 
,3  ons  ryk  voorgoedgekeurt  ,  als  over- 
„  eenftemmende  met  de  leer  van  de 
33  kerk  3  en  den  waren  zin  van  de  bulle. 

33  De  eendragt  der  biffchoppen  wen- 
3,  fchende  te  handhaven  ,  en  in  hunne 
3,  bisdommen  een  vrede  te  beveiligen, 
„  die  zo  noodzaaklyk  is  tot  herftelling 

N  4.  ,3  van 


200    Het  Leven  van 

„  van  de  goede  order  en  de  apoftoli* 
„  fche  tucht  3  verbieden  wy  te  gelyk 
„  zeer  nadruklyk5  van  direft  of  indireft 
35  iets  tegen  de  conftitutie  in  't  werk  te 
33  ftellen  5  of  daarvan  aan  een  toekomen-» 
33  de  concilie  te  appelleren  5  onder  wat 
33  voorwendzel  het  ook  zyn  moge. 

33  Wy  willen  5  om  voor  het  toeko^ 
33  mende  de  gemelde  eendragt  te  bevef- 
33  tigen  3  dat  de  voorgaande  aften  en 
33  appellen  zullen  gehouden  worden  als 
33  nul  en  van  gener  waarde.  Wy  ver* 
33  bieden  alle  onze  onderdanen5zich  daar- 
33  van  te  bedienen  3  op  wat  wyze  het 
33  ook  zyn  moge  5  en  onze  rechters, 
35  daar  enige  acht  op  te  liaan  :  en  uit 
33  dien  hoofde  zal  het  niet  geoorlooft 
33  zyn  op  enigerhande  wyze  enige  on- 
33  derzoeken  of  proceduren  ten  opzichte 
33  van  de  genoemde  aften  en  appellen  5 
33  en  alles  wat  hieromtrent  gepafleert  is , 
33  te  doen  ?  of  voorttezetten. 

35  Wy  vermanen  en  gelaften  de  aarts- 
33  biflchoppen  en  biflchoppen  van  ons 
35  ryk  3  de  hand  aan  de  uitvoering  der 
33  tegenwoordige  reglementen  te  hou- 
33  den ,  in  dien  geeft  van  vrede  en  chrif- 
35  telyke  liefde  5  waarvan  zy  ons  zo  me- 
35  nigvuldige  blyken  in  deze  gelegen 
55  heid  hebben  gegeven  ;  wy  gelalten 
„  onze  parlementslioven  ,  het  geen  'er 


Philippus  van  Orleans.  201 


in  dit  artykel  begrepen  is ,  heilig  te 
35  onderhouden,  en  te  doen  onderhou- 
„  den )  voornaamlyk  in  't  geen  de  ap- 
33  pellen  betreft  5  en  al  het  geen  'er  tot 
33  nadeel  van  de  tegenwoordige  zou  mo- 
33  gen  gefchied  zyn  ,  te  vernietigen. 
33  Ook  zoeken  wy  door  het  tegenwoor- 
33  dig  artykel  geen  inbreuk  te  maken  in 
33  de  regels  van  de  kerk ,  en  de  grond- 
33  wetten  van  't  ryk5  omtrent  het  recht 
33  van  aan  een  toekoment  concilie  te 
33  apelleren. 

33  Ons  voornemen  zynde  de  fpoorlo- 
33  ze  vryheid  te  befnoeien,  waar  mee 
33  men  verfcheide  fchriften  in  de  wereld 
33  heeft  verfpreid  5  die  tegen  het  gezag 
33  en  de  leer  van  de  kerk  ftryden,  wel- 
33  ke  heilig  in  ons  ryk  onderhouden  word, 
33  en  meteen  de  reukeloosheid  derwoel- 
3,  agtige 5  losbandige,  en  tomeloze  geef- 
33  ten  zoekende  te  ftuiten,  die  zich  van 
93  de  laatfte  gefchillen  bedient  hebben,  't 
33  zy  om  de  dwalingen  van  Janfenius 
3,  te  vernieuwen  5  't  zy  om  het  gezag 
„  van  de  kerk  aan  te  taften ,  om  zetre- 
35  gels  3  welke  tegen  die  van  7t  ryk,  te- 
33  gen  de  rechten  van  't  bisdom  5  en  te- 
35  gen  de  vryheden  van  de  Gallicaan- 
35  fche  kerk  ftryden,  of  andere  gron- 
5,  den  van  een  heel  toegevende  zede- 
5,  kunde  m  te  voeren,  willen  wy,  dat 
N  S  »  de 


202     Het  Leven  vak 

55  de  ordonnantiën  van  de  koningen  orr- 
5,  ze  voorzaten 5  en  de  onze,  rakende  de 
55  kerklyke  policy  en  tucht ,  en  de  uitvoe- 
55  ring  van  de  vonniffen  der  kerk  in  't  ftuk 
55  van  de  leer  5  nagekomen  zullen  wor- 
55  den  volgens  haarform  en  inhoud,  in- 
55  zonderheid  de  bullen  van  Innocen- 
5,  tius  den  tienden  5  en  Alexander  den 
55  zevenden  tegen  de  Janfeniftery  5  en 
35  het  plakaat  omtrent  het  tekenen  van 
55  het  formulier.  Egter  verftaan  wy  niet, 
5,  dat  men  direót  noch  indireót  enige 
55  nieuwe  formulieren  van  ondertekenin- 
3,  gen  zal  durven  vorderen  ?  nademaal 
,5  het  niet  geoorlooft  is  3  diergelyke  in 
„  te  voeren  5  zonder  de  raadpleging  der 
,5  biffchoppen ,  die  met  ons  gezag  be- 
55  kleed  zyn. 

„  De  ordonnantiën  5  plakaten5en  de- 
„  claratien  over  de  kerkelyke  jurifdiéhe 
55  zullen  volgens  haar  form  en  inhoud 
5,  uitgevoert  worden  ,  en  ingevolge 
5,  van  dien  ,  zal  de  kennisneming  en 
5,  de  uitfpraak  over  de  leer  den  aarts- 
a,  biffchoppen  en  biffchoppen  toebeho- 
,5  ren  5  en  hunne  vonniffen  ten  dezen 
3j  opzichte  zullen  tegen  alle  gemeenten , 
3,  en  zo  wel  wereldlyke  als  geeftlyke 
55  perfonen  5  ter  uitvoering  geftelt  wor- 
5,  den  5  zonder  dat  al  het  geen  daar  te- 
55  gen  gedaan  of  ondernomen  zou  mo- 

»  gen 


Philippüs  van  Orleans.  203 

5,  gen  zyn5  gedurende  de  laatfte  onenig- 
„  heden ,  enig  hinder  of  nadeel  zal  kun- 
5,  nen  toebrengen  aan  het  rechtsgebied 
?,  der  biffchoppen  3  of  daar  enige  nieu- 
5,  we  verandering  in  maken.  Wy  ge- 
3,  laften  onze  parlementen ,  en  alle  on- 
5,  ze  andere  rechters ,  om  de  kennis-ne- 
3,  ming  en  het  vonnis  over  de  leer  aan 
„  de  biffchoppen  te  verzenden  5  en  hun 
93  den  byftand  te  verlenen  5  dien  zy  zou- 
33  den  mogen  nodig  hebben. 

33  Verders  verbieden  wy  alle  onze 
33  onderdanen  3  van  elkander  aan  te  taf- 
33  ten  of  te  tergen  met  de  fmaadwoor- 
33  den  van  invoerders  van  nieuwighe- 
33  den  3  janfeniften  3  fcheurmakers  5  ket- 
33  ters  3  of  andere  bendnamen  ;  gelyk 
33  ook  het  opftellen  3  verkopen  5  ver- 
33  fpreiden  5  of  anderfins,  van  boeken  of 
33  pasquillen  5  vooral  van  die  gene  % 
33  welke  tegen  de  eerbied  ftryden  5  die 
,3  men  aan  onzen  heiligen  vader  den 
33  paus  3  aan  de  biffchoppen  3  of  aan  de 
33  vryheden  van  de  Gallicaanfche  kerk 
33  verfchuldigt  is5of  welke  direct  of  in- 
33  direét  de  voornoemde  conftitutie  be- 
33  ftryden  5  en  in  't  algemeen  alle  die 
33  gene  3  die  gefchillen  raken  5  welke  on- 
33  langs  afgedaan  zyn  5  waaromtrent 
33  wy  een  algemeen  ftilzwygen  opleg- 
33  gen.  Gegeven  te  Parys3  den  4..  Au- 
„  gufti  1720."  Na 


204-     Het  Leven  van 

Na  dat  deze  declaratie  in  het  parle- 
ment van  Vlaanderen  geregiftreert  en 
afgekondigt  was  ,  maande  men  den  car- 
dinaal  de  Noailles  om  zyn  mandement 
van  aanneming  :  zyne  eminentie  wei* 
gerde  dit,  onder  voorwendzel,  dat,dewyl 
deze  declaratie  nader  zyn  bisdom  be- 
trof, dan  alle  andere,  het  ook  wel  voeg- 
de ,  dat  zy  daar  geregiftreert  wierd ,  zon- 
der het  welke  zyn  mandement  weinig 
van  kracht  zou  zyn ,  en  blootgeftelt  aan 
tegenkantingen,  die  hy  niet  graag  zou 
ondergaan. 

Tegen-  Vergeefs  gebruikte  men  alle  zyne  wel- 
kantildie  ^Pre^ent'ie^  5  hy  bleef  onbewceglyk. 
d«c  de-e  Men  moeft  bedacht  zyn  om  hem  genoe- 
ciaratie^  gen  te  geven ,  want  zonder  dit  mande- 
ment wierd  de  declaratie  ten  minften  van 
geen  nut.  Dit  was  zo  gemaklyk  niet 
om  te  doen :  het  parlement  was  naar  Pon- 
toife  verplaatft ;  deszelfs  weinige  trek 
om  de  vreedzame  inzichten  van  \  hof 
te  begunftigen ,  had  veel  tot  deszelfs  on- 
gunft  geholpen  ,  en  het  had  weinig 
fchyn  3  dat  deze  ftrenge  behandeling  het 
infchiklyker  zou  gemaakt  hebben:  daar- 
enboven was  het  meer  dan  waarfchyn- 
lyk ,  dat  men  zich  met  zyne  eminentie 
verftond,  en  zoveel  wilde  toebrengen, 
als  het  mooglyk  was ,  om  den  cardinaal 
vim  zyn  belofte  te  ontflaan. 

Niet 


ontmoet. 


Philippus  van  Orleans.  20J 

Niet  tegenftaande  deze  overwegin- 
gen ,  wierd  de  declaratie  naar  Pontoife 
gezonden;  de  univerfiteit ,  de  priefters 
van  Parys  ,  en  de  vier  appellerende  bif- 
fchoppen ,  zonden  'er  ook  requeften  naar 
toe  ,  waarby  zy  verzochten  van  te  mo- 
gen ontfangen  worden  als  appellanten 
van  al  het  geen  'er  gedaan  was,  of  noch 
ftond  gedaan  te  worden  ,  omtrent  het  ver- 
gelyk  ,  waaraan  zy  beweerden  geen 
deel  te  hebben,  en  tegen  hun  appél  aan 
een  algemeen  concilie ,  dat  vry  en  wet- 
tig vergadert  zou  zyn.  Deze  requeften 
vonden  meer  ingang  in  het  parlement, 
dan  de  declaratie  van  den  koning ,  door 
de  toeftemming  van  het  ligchaam  der 
bifïchoppen  onderfteunt ,  zo  dat  myn 
heer  de  la  Vrilliere  order  had  die  weer 
in  te  trekken. 

Zyne  koninglyke  hoogheid ,  en  zyn 
gunfteling,  de  abt  du  Bois,  een  dood- 
lyke  fpyt  over  al  dezen  tegenftand  en 
behandeling  gevoelende  ,  lieten  hunne 
gedachten  op  den  groten  raad  gaan ,  en 
het  fcheelde  weinig  of  zy  waren  daar 
ook  afgewezen  ,  maar  door  het  bidden 
en  fmeken  der  hertogen  en  pairs ,  zo  ik 
my  dus  mag  uitdrukken ,  die  de  hertog 
regent  daar  zeifin  hunne  (jeremonie-tab- 
berden  met  alle  de  andere  prinflen  van 
den  bloede  ingeleidde  ,  gefchiedde  de 

re- 


%o6     Het  Leven  v  a 


regiftrering  den  23  feptember,  en  wierd 
door  opene  brieven  ge  volgt,  behelzen- 
de in  fubftantie ,  dat  de  koning ,  na  aan 
den  groten  raad  zyne  declaratie  van  den 
4den  Augufti  laatftleden  gezonden  te 
hebben,  om  de  bevrediging  der  biffchop- 
pen  van  zyn  ryk  te  wettigen  en  te  hand- 
haven, over  de  gefchillen ,  die  'er  onder 
hen  ter  gelegenheid  van  de  conftitutie 
Unigenitus  ontftaan  waren  ,  dien  raad 
verzocht  had  om  tot  het  regiftreren 
van  de  voornoemde  declaratie  over 
te  gaan  ;  het  vertrouwen  dat  hy  op 
hun  beqtiaamheid  ,  en  ervarenheid  in 
de  kerklyke  zaken  had,  en  de  blyken 
die  zy  van  hun  iever  voor  de  rüft  van 
de  kerk  en  den  ftaat  hadden  gegeven , 
hadden  zyn  majefteit  bewogen ,  om  hun 
de  kennisneming  toe  te  wyzen  van  de 
difputen  en  gefchillen ,  die  'er  ontftaan 
waren,  of  noch  mogten  ontftaan,  ter 
oorzaak  van  de  gemelde  conftitutie,  in  het 
rechtsgebied  van  het  parlement  vanParys. 
vordc  Deze  regiftrering  was  noch  niet  naar 
ringen  de  fmaak  van  zyne  eminentie ,  hy  ver- 
Ca?dinMi  klaarde  met  uitdriiklyke  termen ,  dat  zyn 
deNoaii-  mandement  niet  in  't  licht  zou  komen , 
lcs-  voor  dat  de  declaratie  des  konings ,  waar- 
op het  betreklyk  was ,  in  het  parlement 
van  Parys  geregiftreert  was.  Niet  te- 
genftaande  het  hartzeer  en  de  fpyt,  die 

deze 


PhilIpfüs  van  Orleans.  207 

deze  wankelbaarheid  ,  of  liever  dit  ge- 
brek van  zyn  woord  te  houden ,  in  lui- 
den van  het  karakter  van  den  hertog  van 
Orleans,  en  zyn  eerften  minifter,  moef- 
ten  veroorzaken  ,  lieten  zy  zich  niet  af- 
wyzen ,  en  wierden  de  zaak  meefter  , 
die  de  cardinaal  onmooglyk  oordeelde. 
Zonder  op  te  houden  van  met  deze  pre- 
laat grote  omzichtigheden  te  gebruiken, 

februikte  men  een  fleren  toon  tegen 
em  ,  en  bepaalde  hem  een  tyd  ,  om 
een  vaft  belluit  te  nemen  ,  hem  te  ver- 
itaan  gevende,  dat  men,  zyn  uitvlug- 
ten  moede ,  maatregels  zoude  kunnen 
nemen ,  die  hem  niet  aangenaam  zou- 
den zyn. 

Men  ftelde  een  nieuwen  gewetenswad 
aan,  waarvan  hy  uitgefloten  was  :  de- 
ze beftond  uit  den  cardinaal  de  Rohan , 
die  'er  prefident  van  zou  zyn,  uit  den 
cardinaal  de  Billi ,  den  aartsbiffchop  van 
Camerik  (dit  was  de  abt  du  Bois)  uit 
mynheer  Fleuri ,  oudbiflchop  van  Frejus , 
en  leermeefter  des  konings ,  uit  den  heer 
Maïïillon,  biflchop  van  Clermont,  eer- 
tyds  vader  van  het  oratorie ,  en  den 
vermaartften  preker  van  Paiys  ,  zynde 
een  van  die  genen,  die  het  meelt toege- 
bragt  had ,  om  den  cardinaal  de  Noail- 
les  te  overreden ,  om  zyn  ftem  tot  een 
vergelyk  te  geven.   De  beftemde  tyd 

ver- 


208     Het  Leven  yan 

verlopen  zynde,liet  men  zich  zeer  door 
•de  abdis  van  Chelles  bidden,  om  hem  een 
nieuw  uitftel  te  verlenen. 
Men  Het  wezentlyke  point  was,  het  par- 
krygthet  iement  tot  reden  te  brengen:  om  het 
ment  zo  Ssdve  bang  te  maken,  en  te  doen  gevoe- 
ver,dat  ]en5  fa  men  Jiet  Wel  zonder  het  zelve 
eontou-  kon  ftellen  ,  rechtte  men  een  (|)  Va- 
tieregif-  cantiekamer  te  Parys  op;  de  eerfte  zit- 
treert.  yan       g^^/j^f  wierd  den  7 

oótober  by  de  grote  Auguftynen  gehou- 
den, in  de  zaal,  die  tot  de  vergader- 
plaats der  geeftlyken  gefchikt  is.  De 
koning  drukte  zich  hieromtrent  aldus 
in  zyne  opene  brieven  uit:  ,,  Niet raad- 
„  zaam  geoordeelt  hebbende  ,  om  ge- 
„  wichtige  redenen,  een  vacantie-kamer 
„  te  Pontoife  op  te  rechten ,  waarheen 
„  wy  ons  parlementshof  verplaatft  heb- 
„  ben,  verplicht  ons  het  recht,  dat  wy 
„  onze  onderdanen  fchuldig  zyn,  an- 
„  dere  rechters  aan  te  ftellen  ,  waaraan 
„  zy  zich  kunnen  adrefleren,  om  dat 
„  zo  vaardig  te  erlangen,  als  het  dena- 
„  tuur  der  zaken,  die  gemeenlyk  inde 
„  vacantie-kamer  verhandelt  worden  , 
53  vereifcht.    Om  deze  redenen  hebben 

n  wy, 


f  Zodanig  een  gerechtshof  beftaat  gemeenlyk  uit 
een  ptftient  a  mortier  en  enige  raadsheren,  om  geduren- 
de de  vacantien  de  zaken  van  de  juftitie  waar  te  nemen» 


PHILIPPüS  VAN  ORLEANS.  IOC} 

n  wy,  op  den  raad  van  den  regent, van 
„  de  prinflen  van  onzen  bloede  5  enan- 
„  dere  grote  en  aanzienlyke  perfona- 

gien  van  onzen  raad,  alle  de  zaken, 
5,  die  voor  ons  gemeld  parlements-hof 
„  hangen  ,  zo  wel  in  het  civiel  als  in 
„  het  crimineel,  die  het  gewoon  is, 
„  gedurende  de  vacantien,  inftaat  van 
5,  wyzen  te  brengen  ,  en  tut  te  fpre- 

ken,  gelyk  ook  die  gene,  diegedu- 

rende  de  tegenwoordige  commiiTie 
5,  mogten  komen  te  ontftaan,  aan  u  ver- 
5,  wezen  ,  gelyk  wy  ze  aan  u  verwy- 

zen  mits  dezen,  u  aanft ellende,  be- 
5,  velende  en  committerende,  om  van 

dezelve  kennis  te  nemen,  en  ze  ter 

batfter  inftantie  uk  te  wyzen,  en  dat 
,3  tot  S.  Marten  toe 

De  prefident  van  deze  commiiTie  was 
de  heer  d'Armenonville ,  de  procureur- 
generaal  de  heer  de  Vatan ,  en  de  raads- 
heren waren  ten  getale  van  zeven ,  uit 
des  konings  raad  van  ftaten  genomen, 
waarby  25  requeftmeefters  gevoqgt 
waren. 

Ter  zeiver  tyd  dat  men  het  parlement 
in  \  algemeen  deze  fpyt  aandeed,  lei 
men  zich  toe,  om  de  particuliere  leden 
daarvan  door  onderhandelingen  en  fol- 
licitatien  te  winnen.  De  heer  cangelier 
deed  daar  groten  dienft  in^  en  fcnikte 

II.  Dal.  O  zicE 


210   Het  Leven  va  n 

fcich  heel  gemaklyk  naar  de  inlichten 
van  hof  Deze  magiftraats-perfoon , 
van  wiens  eerlykheid  en  vroomheid  men 
10  breed  had  opgegeven,  had  veel  van 
de  grote  genegenheid  laten  varen,  die 
hy  voor  de  janfeniftifche  party  ge- 
had had ,  geen  ik  daarom  zeg  , 
om  dat  niemand  onbewuft  is ,  dat  de 
gevoelens  van  Janfenius  en  van  Quê- 
nel  dezelve  zyn.  Hy  meende  in  den 
groten  ophef,  die  'er  gemaakt  was,  an- 
dere driften ,  dan  de  iever  voor  de  waar- 
heid, ontdekt  te  hebben ;  een  liefhebber 
van  de  goede  order,  en  van  de  fubordi- 
natie  zynde ,  was  hy  geërgert  geweeft 
over  de  vorderingen  en  de  handelingen 
van  de  lage  geeftlykheid :  dewyl  het  za- 
menftel  der  leerftukken  hem  fcheen  toe 
te  ftrekken ,  om  de  misbruiken ,  die  men 
van  de  bulle  zou  kunnen  maken,  af  te 
keren,  zag  hy  de  onoverwinlyke  tegen- 
kanting, om  die  aan  te  nemen,  als  een 
hartnekkig  befluit  aan ,  om  de  onluften 
eeuwigdurent  te  maken ,  en  in  de  kerk 
een  nieuwe  form  van  regering  in  te  voe- 
ren ;  hy  drukte  zich  omtrent  zo  hier- 
over uit ,  en  zyn  gedrag  heeft  nader- 
hand altyd  zyne  gevoelens  beantwoord. 

De  onderhandelingen  waren  niet  vruch- 
teloos ,  maar  zy  waren  van  een  langen 
nalleep.    Om  van  derzelver  goeden 

uitflag 


Philippus  van  Orleans,  211 

uitflag  verzekert  te  zyn ,  en  die  te  ver- 
haaften,  namen  de  hertog  van  Qrleans 
en  zyn  raad  een  belluit  ,  om  het  parle- 
ment een  zwaarder  llag  toe  te  brengen , 
dan  alle  de  voorgaande.  Toen  deze 
vergadering  zich  klaar  maakte  ,  om  haa- 
re  zittingen  tegen  den  dag  van  S.  Maar- 
ten te  hervatten,  ontfing  ieder  van  der- 
zelver  leden  een  gelloten  brief,  die  hun 
verbood  te  Pontoife  te  vergaderen,  en 
belaftte,  zich  naarBlois  te  begeven, om 
daar  den  tweden  van  de  volgende  maant 
het  parlement  te  openen.  De  iever,  en 
de  ftantvaftigheid  dezer  magiftraatsper- 
fonen  konden  deze  twede  ballingfchap 
niet  weerftaan  5  de  onderhandelingen 
vorderden  meer  in  vier  of  vyf  dagen, 
dan  zy  voorheen  in  verfcheide  maanden 
gedaan  hadden :  den  vyftienden  novem- 
ber, dat  is  te  zeggen  vier  dagen  na  het 
ontfangenvan  de  gellotene  brieven, gaf 
de  eerfte  prefident  zyn  woord  in  naam 
van  de  vergadering,  dat  de  regiftréring 
zou  gefchieden.  Men  quam  in  aller  yl 
omtrent  de  voorwaarden  overeen ;  dat 
de  commiffie  aan  den  groten  raad ,  no- 
pende de  uitvoering  van  de  declaratie, 
zou  herroepen  worden;  dat  de  te  boekftel- 
ling  te  Pontoife  zou  gefchieden ;  dat  dit 
met  enige  bepalingen  zou  in  zyn  werk 
gaan ,  waarvan  men  de  voorwaarden 
O  2  regleer- 


2i2    Het  Leven  tan 


regleerde,  en  dat  het  parlement,  zo 
dra  als  het  mooglyk  was,  te  Parys  zou 
herftelt  worden. 

Het  gegeven  woord  wierd  met  meer- 
derheid van  (temmen  den  vierden  de- 
cember ter  uitvoering  gebragt.  De 
bepalingen  hielden  in,  dat  het  regiftré- 
ren  geen  inbreuk  zou  maken  in  de 
vryheden  en  privilegiën  van  de  Galli- 
caanfche  kerk  ,  en  in  de  grondwetten 
van  't  ryk  ,  omtrent  de  magt  en  het 
rechtsgebied  der  biffchoppen  van  Vrank- 
ryk  ,  de  aanneming  der  paullyke  bul- 
len ,  en  het  recht  van  appél  aan  een 
toekoment  concilie  ,  en  eindelyk  ,  dat 
men  in  de  uitvoering  dezer  declaratie  acht 
zou  geven  op  de  claufelen  en  bepalin- 
gen ,  bedongen  by  het  regiftreren  van 
de  opene  brieven  van  het  jaar  1714. 

De  cardinaal  de  Noailles  ,  miffchien 
uit  beleeftheid  ,  wachtte  niet  tot  dat  de 
zaak  te  Pontoife  afgedaan  was;  maar  hy 
deed,  op  het  gegeven  woord  aan  den 
heer  regent  door  den  eerften  prefident, 
zyn  mandement  van  aanneming  op  den 
17.  november  in  't  licht*  komen.  In 
vreedzamer  tyden ,  waarin  men  niet  be- 
lloten  zou  hebben  te  veroordelen,  't  geen 
zich  tegen  zyne  particuliere  gevoelens 
aankantte  ,  zou  dit  mandement  aange- 
zien zyn  voor  het  geen  het  was,  dat  is 

te 


Philippus  van  Orleans.  «213 

te  zeggen  voor  zeer  verftandig,  en  zeer 
bequaam  om  de  zwarigheden,  die  men 
tegen  de  bulle  geoppert  had,  weg  te  ne- 
men en  de  ware  of  gewaande  onge- 
ruftheden  te  (tillen  ,  die  men  ten  dezen 
opzichte  had  laten  blyken. 

Wy  hebben  u  altyd  met  een  volkome  Mande- 
eenvoudigheid  ,  waarde  broeders ,  alle  ^ne™* 
de  ftappen  bloot  gelegt,  zei  deze  aarts-  mnigvan 
biflchop,  die  wy  in  de  gewichtige  zaak  ti^ti' 
van  de  conftitutie  gedaan  hebben  ;  en  van 
onze  grootfte  vertroofting  is  geweeft,  u  NoallIes- 
tot  getuigen  van  ons  gedrag  ,  en  gehei- 
me vertrouwelingen  van  onze  gevoelens 
te  hebben  ....  Gy  weet  het,  broeders, 
wy  zyn  de  enige  niet ,  die  ontruft  zyn 
geweeft  over  de  misbruiken  ,  die  men 
van  de  conftitutie  Unigenitus  wilde  ma- 
ken, *t  zy  met  zich  te  durven  bedienen 
van  den  eerwaardigen  naam  van  den 
h.  vader  den  paus  ,  om  valfche  en  ge- 
vaarlyke  gevoelens  ftaande  te  houden, 
't  zy  met  zich  in  het  andere  uiterfte  te 
werpen ,  en  te  bewéren  5  dat  zyne  hei- 
ligheid de  leer  van  de  kerk  aangetaft 
had  ....    Met  inzicht  om  deze  twee 
uitterften  te  verhelpen  ,  ftelden  de  bif- 
fchoppen  van  de  vergadering  van  het 
jaar  1714.,  voor  dat  zy  fcheidden  ,  de 
herderlyke onderrechting  op,  die  zyals 
een  foort  van  een  bolwerk  en  een  dam 

O  3  aan- 


21^     Het  Leven  van 

aanzagen ,  tegen  de  uitleggingen  ,  die 
tegen  den  waren  zin  van  de  bulle  ftre- 
den. 

De  waarheid  en  vrede  ,  gelyk  deze 
prelaten,  wenfchende  te  bewaren ,  oor- 
deelden wy  niet  ,  dat  deze  voorzorgen 
fterk  genoeg  waren  ;  en  niets  op  ons 
willende  nemen  ,  befloten  wy  ons  aan 
den  h.  vader  te  adrefleren  ,  om  hem  te 
bidden  ,  dat  hy  ons  zelf  de  nodige  uit- 
leggingen mogt  geven   Deze 

verfcheidenheid  van  gedrag  had  niets  in 
fcich,  dat  de  kerk  behoorde  te  ontruften  ; 
alles  wat  men  'er  uit  kon  befluiten ,  was , 
dat  de  biflchoppen  van  Vrankryk  ,  met 
elkander  overeen  gekomen  zynde  om 
uitleggingen  by  de  bulle  te  voegen,  ver- 
deelt waren  ,  voor  zo  ver  ,  dat  fommi-* 
ge  oordeelden  die  zelf  te  kunnen  ge- 
ven, in  plaats  dat  anderen  zich  aan  den 
paus  adrefTeerden,  om  die  te  erlangen. 

Om  ondertufTchen  de  quade  vermoe- 
dens uit  te  wifTchen  ,  die  men  tegen  het 
geloof  der  eerite  herders  trachtte  in  te 
boezemen  ,  en  om  altyd  meer  dan  een 
middel  te  hebben  ,  om  alle  de  gemoe- 
deren tot  een  volmaakte  eendragt  te 
brengen  ,  meenden  wy  te  moeten  ver- 
klaren ,  dat  'er  geen  onenigheid  onder 
de  prelaten  was,  omtrent  het  geene  dat 
tot  de  wezentlykheid  van  het  geloof  be- 
hoort. 


Philippus  van  OrleaSs.  iif 


hoort ,  en  dat  wyduitgeftrekter  uitleg- 
gingen een  genoegzaam  middel  konden 
worden,  om  een  waren  vrede  ce  herftel- 

Jen   Wy  durven  hier  den  door- 

luchtigen  prins  ,  die  met  het  koninglyk 
gezag  bekleed  is  ,  tot  getuigen  roepen 
van  onze  wenffchen  en  genegenheid  voor 
den  vrede  ,  en  in  die  vreedzame  onder- 
handelingen ,  die  hy  met  zyne  tegen- 
woordigheid vereert  heeft,  heeft  hy  het 
genoegen  gehad  van  te  erkennen  ,  dat'er 
nooit  onder  de  bilTchoppen  verfcheiden- 
heid  van  gevoelens  was  geweeit  om- 
trent den  grond  der  leerftukken ,  en  het 
wezentlyke  van  het  geloof.  . . .  't  Geen 
wy  ten  allen  tyden  gewenfcht  hebben , 
vergunt  ons  God  tegenwoordig  op  on- 
ze beden. 

Prelaten ,  die  te  achten  zyn  om  hun- 
ne grote  kennis ,  en  noch  meer  om  hun- 
ne liefde  voor  de  ruft,  hebben  met  een 
geeft  van  eendracht  en  chnJcelyke  liefde 
gearbeid  ,  om  net  de  dwaling  van  de 
waarheid,  de  leerftukken  van  de  gevoe- 
lens te  onderfcheiden. 

De  uitleggingen ,  die  zy  in  dezen 
geeft  hebben  opgeftelt ,  zyn  door  zulk 
een  groot  getal  van  bilTchoppen  voor- 
goedgekeurt ,  dat  men  ze  als  een  echte 
getuigenis  van  de  gevoelens  der  Galli- 
caanfche-kerk  kan  aanzien,  bequaamom 
Of  die 


2i6     Het  Leven  tan 


die  genen  den  mond  te  noppen ,  die  aan 
de  conftitutie  Unigenitus  verkeerde  uit- 
leggingen zouden  willen  geven ,  om 
hunne  gevoelens  ftaande  te  houden ,  die 
van  ieder  party  maar  al  te  dikwils  voor 
leerftukken  van  het  geloof  uitgegeven 
worden. 

Dus  hebben  wy  de  vertroofting ,  van 
te  zien,  dat  wy  ons  oordeel  naar  de  groot- 
fte  verltanden  van  de  kerk  van  Vrank- 
ryk  richten 5  en  wy  vrezen  niet,  dat 
zyne  heiligheid  deze  uitleggingen  niet 
zal  willen  erkennen  ,  dewyl  zy  enkel 
en  alleen  de  overlevering  van  de  room- 
fche  kerk  zyn. 

5,  Ontfangt  dan  met  vertrouwen  uit- 
55  leggingen  5  die  in  dezen  geeft  opge- 
55  ftelt  zyn  5  draagt  die  eerbied  toe  5  als 
55  zynde  het  werk  van  de  Gallicaanfche 
55  kerk  5  van  dat  doorluchtig  deel  van 
55  Chriftus  kudde  ,  dat  zich  altyd  even 
55  beroemt  heeft  gemaakt  door  de  zui- 
55  verheid  der  leer  5  en  door  de  ftantvaf- 
55  tigheid  van  zyne  onkreukbare  gene- 
55  genheid  voor  den  heiligen  ftoel. u 

Deze  voorreden  was  van  uitleggingen 
gevolgt  5  die  niet  anders  behelsden  dan 
liet  zamenftel  der  leer  ,  en  zy  wierden 
met  een  waarfchuwing  befloten  ,  die  een 
foort  van  atteftatie  van  derzelver  recht- 
zinnigheid behelsde. 

„  De 


Philippus  yan  Orleans.  217 


De  cardinalen  ,  aartsbiffchoppen, 
5,  en  biflchoppen  5  aan  wien  zyne  ko- 
5,  ninglyke  hoogheid  de  uitleggingen 
3,  heeft  medegedeelt ,  en  die  dezelve 
„  naauwkeurig  onderzocht  hebben ,  heb- 
,5  ben  verklaart  5  dat  zy  niets  behelzen 
35  dan  het  geen  overeenkomftig  is  met 
33  de  leer  van  de  kerk,  en  met  de  gron- 
53  den  3  die  zy  geftelt  hebben,  toen  zy  die 
3,  aannamen  5  in  hunne  herderlyke  on- 
55  derrechting  van  het  jaar  1714  cc. 

Waarna  zyne  eminentie  voortgong: 
55  Zodanig  zyn  de  uitleggingen  van  de 
55  bulle  Unigenitus ,  waaraan  gy  u  moet 
55  houden  ;  dit  is  de  geeft  geweeft  van 
55  zo  veel  grote  biffchoppen  5  toen  zy 
55  die  aangenomen  hebben  5  en  dit  is 
55  de  zin  ?  waarin  wy  ze  met  hen  aan- 
55  nemen".  Vervolgens  toonde  hyaan3 
dat  de  leerftukken  5  en  de  artykelen,  die 
dezedeleeren  tucht  raakten,  welke  men 
beledigt  geloofde5  volkomen  gedekt  en 
behouden  waren. 

55  Luiftert  dan  nietjbefloot  hy5  naar 
55  particulieren5die  mooglyk  geen  kennis, 
55  en  zekerlyk  geen  gezag  bezitten  5  en 
55  die  u  een  leer  willen  inboezemen , 
„  heel  verfchillende  van  die  gene  ,  die 
35  u  de  h.  vader  5  en  wy  met  hem  leren. 

55  Luiftert  ook  niet  naar  die  genen5  die 
„  aan  de  bulle  Unigenitus  verdraaingen 
O  J  „  zou- 


2i8    Het  Leven  van 

„  zouden  willen  geven  ,  welke  met  on- 
„  ze  uitleggingen  llryden,  'tzy  om  val- 
,t  fche  en  gevaarlyke  betekeniflen  ,  die 
3,  door  deze  zelve  uitleggingen  uitge- 
3,  floten zyn  3  te  willen  ftaande  houden, 
3>  7t  zy  om  te  dryven  ,  dat  men  de  leer 
3,  verbaftert  5  en  de  taal  der  overlevering 
3,  verandert ,  daar  ondertuffchen  de  kerk 
33  zich  niet  van  haar  gezag  bedient,  als 
33  om  de  leerftukken  op  een  netter,  en 
33  klaarder  manier  5  en  die  het  verfte  af 
33  is  van  dwalingen  en  nieuwigheden  te 

33  begunftigen,  uit  te  doen  drukken  

33  Hierom  nemen  wy  met  eerbied  en 
,3  onderdanigheid  de  conftitutie  Unige- 
„  tus  aan  ,  vernieuwende  de  veroorde- 
33  ling  3  door  ons  reeds  gefchied  ,  van 
33  het  boek  der  zedekundige  overden- 
33  kingen  5  en  wy  veroordelen  zo  wel 
53  het  gemelde  boek,  als  de  ioi  ftellin- 
33  gen  j  met  dezelve  benoemingen , 
„  die  'er  zyne  heiligheid  aan  gegeven 
33  heeft.  Alles  volgens  de  gezegde  uit- 
„  leggingen  3  die  door  een  groot  ge* 
33  tal  franfche  bifTchoppen  voorgoedge- 
33  keurt  zyn  5  en  die  wy  u  geven  als 
33  den  waren  zin  van  de  bulle  behelzen- 
33  de ;  uitleggingen ,  die  wy  nodig  geoor- 
3,  deelt  hebben  by  de  conftitutie  Unige- 
3,  nitus  te  voegen  5  alleen  om  te  beletten , 
33  dat  het  geloof  door  opvattingen  5  die 

valfch 


Philippus  van  Orleans.  219 
valfch  zyn  3  en  tegen  den  waren  zin 


van  de  bulle  en  van  de  gemelde  uit- 
„  leggingen  ftryden  3  aangetaft  3  de  zui- 
„  verheid  van  de  zedeleer  verdorven, 
„  en  de  vryheid  der  fcholen  gelchonden 
3,  worde. 

33  Wy  veroordeelen  alle  de  blaauwe 
33  boekjes  ,  't  zy  gedrukt  of  gefchrevea 
33  die  'er  tegen  de  conftitutie  en  de  ge- 
33  melde  uitleggingen ,  ten  voordeele  van 
33  het  gemelde  boek  en  de  veroordeel- 
33  de  (tellingen  ,  zyn  in  \  licht  geko- 
33  men,  of  noch  zouden  mogen  komen cc. 

De  pogingen  die  de  hertog  van  Noail-  Dejan. 
les  ten  koften  van  zyn  goeden  naam 
aanwendde,  om  zich  in  fchyn  met  het  op  van 
grootfte  getal  der  biflchoppen  te  vereni- heno  te 

ö  ö,  rr     •    i     t  pryzen, 

gen  3  maakten  geen  groten  indruk  op 
het  gemoed  zyner  parochianen.  Hy 
kende  de  gemoedsgeltelteniffen  zyner 
priefters3  daar  hy  veel  toe  gedaan  had 
om  ze  daar  in  te  krygen  ,  zo  wel  3  dat 
hy,by  het  toezenden  van  dit  mandement, 
hun  de  vryheid  liet,  om  het  af  te  lezen  5 
of  achter  te  houden  5  en  de  meeften  ko- 
zen de  laatftgenoemde  party.  Dit  man- 
dement wierd  van  alle  kanten  aangetaft, 
de  party,  die  hy  verliet,  hoopte  hem 
met  verwyt  en  fcheldwoorden  op ;  hy 
was  nu  geen  Athanafius,  geen  Chryfof- 
tomus  meer  5  dien  de  liefde  tot  de  waar- 
heid 


220     Het  Leven  van 


hei  J  tegen  de  dreigementen  van  lyn 
vorft  verhard  had  ;  't  was  een  ftaaltje 
van  de  brosheid  en  onftantvaftigheid 
der  menfchelyke  deugden  ;  men  haalde 
hem  aan  als  een  doorluchtig  voorbeeld 
van  een  rechtvaardigen  ,  die  van  de 
genade  verlaten  was ;  't  was  zelf  geen 
man  van  verdienfte  meer,  menfchilder- 
de  hem  als  een  zwak ,  fchroömachtig  , 
en  wankelbaar  menfch  ,  af,  dien  men  al- 
le moeite  van  de  wereld  gehad  had  om 
te  geleiden ,  en  die  zo  veel  ftruikelingen 
gedaan  had  als  paffen ,  zo  dra  hy  zich 
niet  meer  had  willen  laten  gezeggen. 
Om  kort  te  gaan ,  deze  prelaat  had  het 
hartzeer  van  te  zien ,  dat  men  tegen  zyn 
dank  hartnekkig  zyne  handelingen,  die 
hy  veroordeelde,  bleef  wettigen,  en  dat 
uit  dien  groten  hoop  van  leerlingen  , 
die  het  zich  tot  een  eer  gerekent  hadden 
van  in  zyne  voetftappen  te  treden,naau  w- 
Jyks  een  hem  op  den  nieuwen  weg  , 
door  hem  ingcflagen  ,  wilde  volgen, 
vcmor-  Het  hof  had  zonder  twyffel  graag  ge- 
deling    2;en    c}at:  (]eze  ftap  van  ]iet  hooft  der 

der  Aj>-  1  a  ' 

peilen,  opponenten  ,  van  meer  kragt  geweelt 
ware  ,  om  hen  met  de  anderen  te  ver- 
en; ::en  ,  maar  het  had  ten  minften  zyn 
voornaamfle  oogmerk  bereikt,  dat  is  , 
de  handen  ruim  te  hebben ,  om  de  mid- 
delen te  gebruiken ,  die  het  noodzaak- 


Ph ILIPTUS  van  Orleans.  221 

lyk  geoofdeelt  had ,  om  het  voortgaan 
van  de  onenigheid  te  beletten  5  en  'er 
de  gevolgen  van  te  ftuiten.  Zodra  het 
mandement  van  den  cardinaal  deNoail- 
les  publiek  was  geworden  ,  en  dat  het 
parlement  de  declaratie  ,  die  dit  onder- 
ftelde  5  geregiftreert  had  5  floeg  men  een 
heel  anderen  weg  in,  dan  men  gedaan 
had  ,  om  de  janfemften  te  doen  gevoe- 
len, dat  zy  zich  grovelyk  bedrogen  had- 
den ,  zo  zy  zich  hadden  ingebeeld  , 
dat  men  ooit  van  gedachten  was  ge- 
weeft,  om  hen  de  dominerende  party  te 
maken.    In  't  laatft  van  december  ver- 
oordeelde een  arreft  van  's  konings  raad 
van  ftaten  het  appél  van  de  vier  bif- 
fchoppen  ,  te  weten  die  van  Montpel- 
lier  5  Mirepoix  ,  Senés  ,  en  Boulogne. 
De  bilFchop  van  Mirepoix  was  reets  ge- 
fturven ;  die  van  Senés  is  noch  beroem- 
der geworden,  dan  hy  toen  was  5  door 
zyne  afzetting  op  het  concilie  van  Am- 
brun  ,  waarop  mynheer  de  Tancin  , 
geloofs-onderwyzer  van  den  beroemden 
Law,  prefiderüt  was  ;  de  büfchop  van 
Boulogne  is  in  zyne  refidentie-ftad  ge- 
fturven  \  maar  die  van  Montpellier  leefc 
noch,  en  heeft  veel  eer  ingelegt  door 
de  mandementen,  die  hy,  tot  verdedi- 
ging der  mirakelen  van  den  abt  Paris  , 
heeft  in  'c  licht  gegeven.  In't  begin  van 

'tvol- 


222      Het  Leven  van 


't  volgende  jaar  fchreef  men  dezen  cir- 
culairen  brief  aan  alle  de  kapittels,  die 
van  de  conftitutie  hadden  geappelleert. 
,5  Waarde,  en  veel  geliefde;  wy  zyn 
„  verwittigt  ,  dat'er  in  uwe  regifters 
3,  verfcheide  aften  gevonden  worden, 
„  ter  gelegenheid  van  de  difputen  op- 
,,  geftelt ,  die'er  in  ons  ryk  over  de  con- 
„  ftitutie  Unigenitus  gerezen  waren  , 
„  en  die  nu  gelukkig  afgedaan  zyn  i 
„  en  dewyl  deze  aften  door  de  regie- 
„  menten  van  onze  laatfte  declaratie 
„  moeten  aangezien  worden  als  nul  en 
„  van  gener  waarde ,  en  het  niet  meer 
„  geoorlooft  is  zich  daar  van  te  bedie- 
„  nen  ,  fchryven  wy  U  dezen  brief, 
3,  met  goedvinden  van  onzen  zeer  waar- 
3,  den  oom  ,  den  hertog  regent ,  om 
35  u  te  zeggen  ,  dat  ons  welbehagen 
„  is ,  dat  alle  deze  aften  voortaan  in 
„  een  volkome  vergetelheid  zullen  be- 
„  graven  bly ven ;  U  uitdruklyk  gelaften- 
„  de  ,  van  daar  uw  gedrag  naar  te  rech- 
„  ten  ,  van  dezen  tegenwoordigen  brief 
„  in  uw  aanftaande  kapittel  te  doen  le- 
55  zen  5  en  hem  aanftonds  in  uwe  regif- 
5,  ters  te  laten  zetten 
Appel-  De  aartsbiflchop  van  Camerik,  dien 
lantcn    (jc  uitvoering  aller  dezer  zaken  aanbevo- 

vcrvo  g  .  ^  ^  onejn(Jjg  yeej  moeite3 

om  uit  zyn  onderhandeling  de  vruchten 

te 


Philippus  van  Orleans.  223 

te  trekken ,  die  hy^er  5  voor  fcich  zelf  en 
voor  den  ruft  van  den  ftaat  5  van  ver- 
wacht had.  Hy  ontbood  de  opperftea 
van  de  kloofters  en  geeftlyke  genood- 
fchappen  ,  vermaande  hen  met  de  krag- 
tigfte  woorden  5  om  hunne  munniken , 
en  de  genen  5  daar  zy  over  geftelt  waren , 
in  toom  te  houden ,  en  hen  te  verhin- 
deren 5  van  luidruchtige  rollen  in  de  we- 
reld te  fpelen  ,  hun  verklarende  ,  dat 
zy'er  verantwoordelyk  voor  zouden  zyn* 
Inzonderheid  hielt  hy  een  waakzaam 
oog  op  de  benediktynen  :  dewyl  zy 
een  kapittel  5  of,  gelyk  zy  het  noemen, 
een  dieet  ftonden  te  houden  te  Mar- 
moutier  ,  dicht  by  Tours  5  deed  hy'er 
de  ieverigften  van  altfluiten,  en  gaf  or- 
der ,  dat  de  verkiezingen  tot  ampten  niet 
op  hen  vielen;  dewyl  hy  ze  weinig  rek- 
lyk  vond ,  maakte  hy  hen  bevreeft  ,  hun 
te  kennen  gevende  5  dat  men  hunne  con- 
gregatie zou  vernietigen ,  en  dat  ieder  van 
hunne  huizen  onder  den  biiTchop  van  het 
diftrict  zou  ftaan  ,  gelyk  liet  voordezen 
gewetft  was.  Niet  te  vreden  met  drei- 
gementen te  doen ,  bragt  hy  hun  een 
zwaren  ftoot  toe.  Deze  munniken  heb- 
ben verfcheide  particuliere  beneficiën , 
waarvan  de  inkomften  niet  begrepen 
zyn  onder  het  geen  men  des  abts  of  der 
munniken  beurs  noemt;  uit  deze  inkom- 
ften 


224     Het  Leven  van 

ften  word  de  gemene  kas  gevult  ,  om 
de  algemene  onkoften  goed  te  maken, 
gelyk  by  voorbeeld  de  wedden  ,  die  zy 
aan  verfcheide  amptenaren  van  den  gro- 
ren  raad,  en  aan  de  beroemtfte  advo- 
caten van  Parys  geven.  Dewyl  deze  be- 
neficiën niet  verenigt  zyn ,  moet  ieder 
een  byzonderen  titel- voerder  hebben , 
't  welk  benedióiynen  zyn,  diehetbyna 
nooit  zelf  weten  dat  zy  't  zyn ,  door  't 
middel  van  enige  getekende  namen  in 
blanco ,  die  men  hen  onder  verfcheide 
pretexten  afeifcht:  deze  beneficiën  wor- 
den beftuurt,  verruilt  ,  overgetekent  , 
zonder  ooit  vacant  te  worden  ,of  in  an- 
dere handen  te  kunnen  vervallen.  In  't 
jaar  1720.  quam  'er  een  declaratie  des 
konings  uit  ,  die  deze  ftreken  den  titel 
gaf ,  dien  zy  verdienden  ,  en  kragtige 
middelen  gebruikte ,  om  die  te  doen  op- 
houden: men  belaftte,  dat  de  titelvoer- 
ders  daarvoor  uit  zouden  komen,  met 
zich  in  die  hoedanigheid  in  het  naafte 
rechtsgebied  ,  daar  het  beneficie  gele- 
gen was ,  te  doen  infehryven ;  dat  deze 
aangeving  by  ieder  verandering  zou  ge- 
fchieden  ,  en  met  eenc  atteftatie  van 
den  dood  des  voorzaats  3  en  met  de  aan- 
toning van  alle  titels  en  papieren  ver- 
zelt  zyn,  uit  hoofde  van  dewelke  men 
zich  als  titel- voerder  gedroeg,  dat  by 

gebrek 


Philippus  van  Orleans.  22J 

gebrek  van  deze  verklaringen  ,  dus  ge- 
fchied,  vernieuwt,  en  geattefteert ,  het 
beneficie  vacant  zou  geoord'eelt  worden, 
en  verkrygbaar  5  niet  tegenftaande  alle 
brieven  van  bezitneming  ,  die  men  aan 
het  hof  van  Romen  mogt  verworven 
hebben  ;  dat  de  pacht-celen  door  den 
titelvoerder  zelf  zouden  opgeftelt  wor- 
den, of  op  een  fpegiale  procuratie,  met 
zyn  eige  hand  gdchreven;  dat  hy  'er 
het  genot  en  het  bewind  van  zou  heb- 
ben ,  en  daar  wonen  ,  indien  het  de  na- 
tuur van  het  beneficie  quam  te  vereifchen. 

Deze  fchikkingen  koltten  de  congre- 
gatie vaa  S.  Maur  enige  beneficiën,  en 
verfchafcen  de  vryheid  aan  enige  ver- 
volgde benedictynen,  die  de  gevoelens 
van  hunne  ordens-genoten  niet  hadden 
willen  omhelzen.  De  zaak  had  geen  an- 
dere gevolgen  ;  zy  toonden  zich  een 
weinig  gedwee,  en  de  onvoorzichtig- 
heid ,  of  liever  de  heerlchzucht  der  je- 
füiten  ,  gelyk  ik  haaft  zal  doen  zien  , 
gaf  den  eerften  minifter  gelegenheid, 
om  de  uitvoering  dezer  declaratie  op 
te  fchorten. 

Men  gebruikte  ook  veel  omzichtig- 
heid omtrent  de  vaders  van  't  Oratorie: 
hun  generaal ,  vader  de  la  Tour ,  een 
man  van  een  fyn  oordeel  en  groot  ver- 
ftand  ,  fchikte  zich  naar  de  inzichten 

II.  Deel  P  van 


ii6    Het  Leven  van 


van  het  hof ,  en  de  intentien  van  den 
cardinaal  de  Noailles ;  hy  wift  de  zaak 
zoo  wel  te  beleggen,  dat  hy ,  zonder  de 
gevoelens  zyner  medebroeders  veel  te 
dwingen ,  hen  binnen  de  palen  van  be- 
zadigtheid  hielt,  en  het  particulier  be- 
wind over  hen  niet  dan  aan  luiden  ver- 
trouwde ,  op  wier  voorzichtigheid  hy 
ftaat  kon  maken. 

De  onderwerping ,  ten  minften  uiter- 
lyk,  van  de  theologifche  faculteit  van 
Parys  was  van  een  heel  ander  gevolg. 
De  toeftemming  van  dit  doorluchtig  lig- 
chaam ,  waarvan  de  leden  door  alle  de 
plaatzen  van  't  ryk  ,  en  in  verfcheide 
geeftelyke  broederfchappen  verfpreid 
zyn ,  zou  van  een  groot  gewicht  geweeft 
hebben ,  om  het  gelchil  uit  te  maken :  maar 
dit  niet  kunnende  hopen  ,  lei  men  zich 
toe ,  om  het  gerucht ,  dat  deze  facul- 
teit maken  wilde  ,  voor  te  komen.  De 
kanselier  wierd  met  deze  zorg  belaft. 
Hy  ging  aan  \  onderhandelen ,  ontfong 
de  memorien ,  waarin  haar  grieven  be- 
vat waren.  Hy  wierd  door  hoger  gezag 
onderfteunt  :  de  leraren  ,  welke  zich 
aan  deconftitutie  onderworpen  hadden, 
en  die  door  dit  ligchaam  uit  de  verga- 
deringen gellotcn  waren,  quamen daarop 
uitdruklyke  order  weer  in;  menverwif- 
fdde  den  fyndicus  en  den  deken;  en 

men 


Philippus  van  Orleans.  227 

men  verhinderde  door  verfcheide  geflo- 
te  brieven  het  raadplegen  over  het  za- 
menftel  der  leerftukken  ,  dat  tot  grond- 
zuil van  het  vergelyk  ftrekte. 

De  univerfiteit  in  't  algemeen  vereifchr 
te  ook  grote  zorgen.    Ter  gelegen- 
heid van  den  omgang  ,  die  'er  ,  volgens 
gewoonte  ,  in  maart  1721.  gehouden 
wierd,  drukte  de  reétor  ,  Rollin  ge- 
naamt,  opperfte  van  het  kollegie  van 
Beauvais  ,  en  zeer  geacht  onder  veel 
menfchen  van  fatfoen  ,  onder  anderen 
van  den  cardinaal  de  Noailles  ,  en  myn- 
heer  d' Agueffeau . ,  zich  met  veel  vuur 
over  de  zaken  van  den  tyd  uit,  zeggen- 
de 5  dat  niets  levendiger  blyken  van  de 
liefde  der  univerfiteit  voor  de  waarheid 
zou  geven,  dan  het  appél  dat  zy  van 
de  conftitutie  Unigenitus  aan  een  alge- 
meen concilie  had  laten  aantekenen  ,  en 
dat  niets  haar  ook  meer  zou  tot  eer  ftrek- 
ken  ,  dan  haar  openbare  protefhtie  aan 
het  parlement ,  waardoor  zy  verklaar- 
de, dat  zy  ,  niet  gehoort  zynde  in  de 
tegenwoordige  zaak  van  het  vergelyk , 
en  van  het  zamenftel  der  leer  ,  ook 
daar  geen  deel  in  kon  hebben.  Dit  dis- 
kours  wierd  zeer  geprezen ,  en  de  de- 
ken van  de  theologifche  faculteit  ver- 
zocht ,  dat  het  in  de  regiikrs  van  de 
faculteit    mogt   aangetekent  worden. 

P  2  Twee 


228    Het  Leven  van 

Twee  dagen  daarna  gaf  het  hof  bevel, 
dat  het  doorgefchrapt  zou  worden,  en 
verbood  dat  de  gene ,  die  het  gehouden 
had ,  in  zyne  bediening  zou  geconti- 
nueert  worden.  Zo  keerde  men  weer 
tot  de  wyze  van  Lodewyk  den  veer- 
tienden ,  en  men  was  genoodzaakt  te 
bekennen  ,  na  vruchteloos  alle  andere 
middelen  beproeft  te  hebben  ,  dat  dit 
het  enigfte  van  kragt  was. 
Het  hof      Dit  was  het  gevolg  van  de  zorgen 

van  Ro-   yan  (]en  fa  g0js      fcQ  j]y  ten  mjn£ 

men  had  J      ,     ,  J 

reden  ten  twee  jaren  met  yver  had  voortgezet: 
van  ver-  Zy  verfchaften  het  hof  van  Romen  een 
uzynf  fchaduwe  van  vrede ,  en  een  glimp  van 
zegepraal  ,  't  geen  ^er  ook  innerlyk 
n  wel  over  in  zyn  fcbik  was  ,  fchoon  het 
^er  zyn  misnoegen  over  betuigt  had  , 
door  de  onbepaalde  en  algemene  ver- 
oordeling van  het  zamenftél  der  leer  , 
van  het  mandement  van  den  cardi- 
naal  ,  en  van  de  regiftrering  van  \ 
parlement,  die  aan  zekere  voorwaar- 
den verbonden  was.  Het  hof  van  Ro- 
men moeit  in  der  daad  denken ,  dat  men 
in  deze  omftandigheden  meer  ge- 
daan had  ,  dan  het  kon  verwachten  , 
of  dan  het  begin  van  het  regentfchap 
voorfpelt  had :  de  conftitutie  was  aange- 
nomen ;  de  aanneming  van  den  cardi- 
naal ,  't  zy  dan  oprecht  of  niet ,  liet  de 

party, 


PHILIPPUS  VAN  ORLEANS.  2K) 

party  ,  die  tegen  haar  aangekant  was, 
zonder  hooft  ;  de  regiftrering  van  het 
parlement ,  fchoon  bepaalt  ,  en  tegen 
dank  gefchied,  maakte  haar  party  de  do- 
minerende 3  en  gaf  het  hof  recht ,  om 
met  enige  welvoeglykheid  de  middelen 
van  ftrengheid  te  gebruiken  ,  vooral  te 
Parys ,  daar  de  toevloed  der  opponenten 
was,  en  de  bron  van  de  onenigheid. 

Indien  men  acht  geeft  op  de  zwarig- 
heden 5  die  de  aartsbiflchop  van  Came- 
rik  te  overwinnen  had,  om  te  herftellen 
't  geen  de  oogluiking  ,  die  'er  in  't  be- 
gin van  't  regentfchap  vereifcht  wierd, 
in  wanorder gebragt  had  ,  zalmen  recht 
bevvyzen  aan  het  talent ,  dat  hy  tot  on- 
derhandelingen had  5  en  men  zal  beken- 
nen 5  dat  de  cardinaals  hoed  dikwils  tot 
beloning  gedient  heeft  van  uitflagen  van 
\eel  minder  gewicht  5  en  dat  de  opvol- 
ger van  Clemens  den  elfden  met  recht 
erkende  5  in  hem  met  het  purper  te  vere- 
ren 5  dat  hy  meer  deel  had  gehad  3  dan  ie- 
mand anders  5  aan  het  bevorderen  van  den 
vrede  in  de  kerk.  In  't  vervolg  hield 
men  evenwel  dezen  minifter  verdagt  5  van 
zyn  goeden  uitllag  in  toom  gehouden 
en  bepaalt  te  hebben  ,  dat  hy  die  party 
had  konnen  verdrukken  en  verdelgen, 
die  hy  nu  maar  verzwakt  had:  deze  arg- 
waan en  verwyten  kunnen  nergens  an- 

P  3  ders 


230     Het  Leven  van 


ders  op  gegrond  zyn ,  dan  op  inzichten 
van  een  diepe  poli$y ,  daar  hy  en  de  her- 
tog regent  inderdaad  wel  bequaam  toe 
waren. 

De  ftaat-     De  gunft,  die  men  in  't  eerft  de  vyan- 

heeft*  ^en  van  ^e  con^tut*e  betuigt  had  3  en  de 
veel  deel  neutraliteit ,  waartoe  men  weer  meende 
laak2*  te  moeten  komen ,  hadden  de  genen ,  die 
hem  onderdanig  waren  ,  ten  uiterften 
verbittert.  Indien  in  deze  gefteltenis 
de  troon  had  komen  leeg  te  ftaan  ,  kon 
men  abfoluit  geen  ftaat  maken  op  hun 
toeftemming  ,  om  zich  daarop  te  plaat- 
zen ,  en  het  voorwendzel  van  den  gods- 
dienft  zou  zekerlyk  door  Spanjen  en 
door  den  paus  gebruikt  zyn  ,  gelyk  het 
eertyds  gefchied  was  om  'er  Henrikden 
vierden  van  uit  te  (luiten.  Het  getal 
dezer  misnoegden  was  ongelyk  groter, 
dan  dat  van  hunne  tegenpartyders  ,  en 
men  had  in  de  zamenzwenng  van  Spanien 
ondervonden,  dat  de  beweegreden  van 
den  godsdienft  daar  het  krachtigfte  be- 
weegrad van  geweeft  was ,  fchoon  met- 
een het  verholenft.  Men  moeft  ze  dan 
weer  op  zyn  zyde  zoeken  te  winnen, 
en  zich  met  hen  verzoenen;  maar  nade- 
maal  men  vrezen  kon  5  dat  die  verzoe- 


herdenken  van  de  eerfte  behandelingen 
ongeruftheid  en  wantrouwen  mogt  in- 

boeze- 


precht  zou  zyn  ,  en  dat  het 


Philippus  van  Orleans.  231 


boezemen  ,  moeft  men  by  deze  party 
een  achterdeur  openhouden  5  die  men 
wift  dat  altyd  gereed  was  om  zich  aan 
dien  genen  over  te  geven  5  daar  zy  hulp 
en  befcherming  van  kon  verwachten. 
Deze  inzichten  waren  niet  oprecht ,  noch 
vooronderftellen  een  groten  iever  voor 
den  godsdienft  5  maar  zy  waren  voor- 
zichtig overlegt  5  en  hielpen  het  voor- 
genomen oogmerk  bevorderen,  dat  men 
niet  uit  het  gezicht  wilde  verliezen. 

ik  heb  reeds  gezegt ,  dat  het  my  niet 
voegt  my  in  deze  ltoffen in  te  laten,  ech-  mCrW 
ter  kan  ik  my  niet  onthouden  ,  van  enige  grover 
algemene  aanmerkingen  over  de  verfchei-  vlndit 
de  partyen  te  maken,  daar  zy  haar  oor-  puten. 
fprong  aan  gegeven  hebben  ,  en  over 
de  tegenftryaige  grondregels  ,  die  deze 
tot  richtfnoer  van  haar  gedrag  fchynen  te 
nemen.  Al  wat  de  verfchillende  partyen 
uitftrooien,  om  haar  tegenftryders  zwart 
te  maken  ,  en  in  kleinachting  te  brengen  , 
doet  niets  tot  den  grond  van  de  zaak ,  en 
zyn  op  zyn  hoogft  maar  toevalligheden , 
daar  een  verftandig  en  eerlyk  rechter 
naauwlyks  acht  op  moet  geven  :  en  't 
geen  ik  zeg,  moet  ook  verltaan  worden 
van  de  gemaakte  loftuitingen  ,  die  zy 
aan  haar  opperhoofden  ,  luchters  ,  en 
befchermers  gewoon  zyn  te  geven  ;  al 
wat  zy  van  derzelver  vroomheid  ,  be- 
P  4  quaam- 


232     Het  Leven  van 

quaamheid  ,  en  oprechtheid  des  harten 
Zeggen  ,  is  niet  dan  opgewarmde  koft, 
die  door  het  menigvuldig  omroeren  en 
omhutlelen  walgt,  en  haarkragt  verloren 
heeft ;  op  dezelve  wyze  is  het  gelegen 
met  die  eeuwigdurende  verzekeringen  , 
die  zy  doen  van  haar  liefde  tot  de  waar- 
heid 5  van  de  oprechtheid  harer  menin- 
gen, van  de  geiteltenis  daar  zy  in  zyn  , 
om  haar  gevoelen  te  laten  varen  ,  zo 
dra  men  haar  aangetoont  heeft  ,  dat  zy 
op  den  doolweg  zyn:  deze  praatjes  zyn 
al  te  gemeen  ,  om  'er  op  te  vertrouwen , 
beide  partyen  Konnen  'er  zich  t'eener  tyd 
van  bedienen  ,  (choon  een  van  beide  zich 
noodzaaklyk  misleid.  Wat  de  wyze 
betreft  waarop  men  van  de  rechters 
fpreekt  ,  de  ervarenheid  heeft  geleert, 
dat  nooit  pleiter  ,  die  zyn  proges  verlo- 
ren heeft ,  daar  goed  van  heeft  gefpro- 
ken  ,  of  zo  hy  dat  al  gedaan  had  voor 
het  uitfprekén  van  het  vonnis  ,  hy  zich 
zeiven  tot  een  leugenaar  heeft  gemaakt, 
zo  dra  hy  zich  in  zyn  hoop  bedrogen 
vond.  De  jezuiten  hebben  twee  proQef- 
fen  gehad,  dat  van  de  teer  van  Molina, 
en  dat  over  de  plegtigheden  van  China: 
Sixtus  de  vyfde  ftaat  niet  heel  wel  by 
hen  te  boek  ,  en  Clemens  de  elfde  zou 
alie  achting  by  hen  verloren  hebben,  zo 
hy  hun,  door  de  veroordeling  vanQpê- 


Philippus  van  Orleans.  233 

nel ,  het  hartzeer  niet  vergoed  had  ,  door 
hem  veroorzaakt,  met  verfcheidc  van  de 
Chineefche  plegtigheden,  die  zy  meen- 
den te  moeten  dalden  ,  als  bygelovig, 
en  naar  afgodery  ruikende  ,  te  veroor- 
delen. 

In  alle  genoodfchappen  ,  die  men  be- 
denken mag  ,  is  het  abfoluit  noodfaak- 
lyk  ,  dat  'er  een  rechter  ,  en  een  vier- 
fchaar  is  ,  om  zonder  appél  over  de  ge- 
fchillen  te  oordelen,  die  niet  m  flen Kun- 
nen daarin  te  ontftaan  ,  niet  alleen  om 
ze  door  een  vonnis  te  vereffenen,  maar 
hv  moet  ook  de  magt  hebben  ,  om  de 
genen  ,  die  hy  veroordeelt  ,  te  dwin- 
gen, van  zicli  aan  zyn  vonnis  te  onder- 
werpen :  een  genoodichap  ,  dat  dierge- 
lyke  magt  ontbeerde  ,  zou  onvolmaakt 
zyn  ,  en  naauwlyks  dezen  naam  verdie- 
nen ,  en  het  zou  onmooglyk  kunnen  be- 
ftaan  ;  het  die  magt  te  betwiften,  is  al- 
les, wat  men  kan,  toebrengen  ,  om  het 
in  den  grond  te  helpen  ;  die  magt  te- 
gen te  ftaan ,  is  zich  tegen  dat  genood- 
ichap aankanten,  en  zich  daarvan  afzon- 
deren. 

Deze  opperfte  rechter  of  vierfchaar 
van  een  genoodfehap  kan  niet  voor  par- 
ty aangezien  worden  ,  zelf  wanneer  hy 
in  zyn  eige  zaak  vonnift ,  dat  is  te  zeg- 
gen, dat  men  hem  niet  kan  verwerpen, 
P  J  wan- 


234     Het  Leyen  van 

wanneer  'er  over  deszelfs  gezag  gehan* 
delt  word :  zonder  dat  zou  de  opftand ,  die 
van  alle  de  misdaden  het  meeft  tegen  de 
gezelligheid  ftryd  ,  niet  kunnen  geftuit 
worden  5  men  zou  zyn  toevlucht  moeten 
nemen  tot  een  ukheemfch  gezag,  of  een 
vierfchaar  oprechten  boven  de  opperfte 
magt ;  een  gedroomde  vierfchaar,  en  daar 
koppigheid,  hardnekkigheid,  en  geweld- 
pleging even  zeer  tegenaan  zouden 
druiflchen ,  als  tegen  de  gene ,  die  zy 
verworpen  hadden.  Ik  onderftel  dat  een 
particulier  of  een  gemeente  weigert  het 
parlement  van  Groot- Brittannien  tot 
rechter  te  erkennen :  moet  dit  parlement 
geoordeelt  worden  party  in  de  zaak  te 
zyn  ?  en  moet  men ,  om  dit  gefchil  uit 
te  maken ,  zyn  toevlucht  nemen  tot  den 
keizerlyken  hofraad ,  tot  het  parlement 
van  Parys,  of  boven  deze  opperfte  vier- 
fchaar noch  een  hoger  oprechten? 

Het  appelleren  van  een  lager  vierfchaar 
aan  een  hoger  is  ten  behoeve  van  de  on- 
fchuld ,  en  niet  ten  faveur  van  de  mis- 
daad ingevoert :  alle  appellen  zyn  niet 
billyk  ,  en  een  particulier  ,  die  appel- 
leert ,  kan  van  derzelver  deugtzaamheid 
niet  oordelen.  Te  appelleren  aan  een 
vierfchaar,  die  niet  in  wezen  is,  die 
geen  bepaalden  tyd  heeft,  om  te  zyn, 
die  niet  als  met  veel  moeite  kan  opge- 
recht 


Philippus  tan  Orleans.  235 


recht  worden  ,  is  inderdaad  geen  von- 
nis begeren.  Wat  zekerheid ,  wat  ruft 
zou  'er  in  de  ftaten  zyn,  indien  deze 
foorten  van  appellen  daar  geduldt  wier- 
den, 't  zy  in  't  Qiviei,  't  zy  in  't  crimi- 
neel? zou  men  niet  menigvuldiger  en 
gruwlyker  wanorders  zien,  indien  men 
niet  tegenftaande  het  vonnis  van  de 
vierfchaar  ,  waarvoor  men  zyne  zaak 
verloren  had,  recht  had  om  zich  aan  te 
iteilen,  als  of  men  die  reeds  gewonnen 
had  voorde  vierfchaar,  daar  men  zich  op 
beroepen  heeft?  indien  'er  enige  zamen- 
leving  is ,  waarin  deze  foorten  van  apel- 
len  geoorlooft  zyn,  zo  is  derzelver  re- 
gering; niet  genoeg  in  ftaat,  om  de  goe- 
de order  te  handhaven ,  ten  zy  men  ver- 
plicht is ,  om  by  provifie  aan  een  van  de 
vierfcharen ,  die  'er  in  wezen  zyn ,  te 
gehoorzamen,  tot  dat  de  gene ,  die  niet 
in  wezen  is ,  opgerecht  is. 

In  alle  zamenleving  daar  een  gods- 
dienft  is,  moet  'er  een  opperfte  gezag 
zyn ,  om  de  zwarigheden  te  vereffenen , 
die  'er  in  't  ftuk  van  godsdienft  ont- 
ftaan :  een  gezag ,  waaraan  men  gehou- 
den is  zich  te  onderwerpen ,  en  waarte- 
gen het  niet  geoorlooft  is  zich  aan  te 
kanten ,  ten  minften  het  zelve  opentlyk 
te  beftryden,  en  tegen  te  fpreken.  Te 
vergeefs  zou  men  zeggen,  dat  de  ware 


236      Het  Leven  van 


religie  alleen  dat  recht  heeft;  want  hier- 
uit zou  volgen ,  dat  alle  het  hebben,  of 
geen  eene,  nademaal  zy  alle  waar  zyn, 
ten  opzichte  van  die  genen ,  die  haar 
volgen  ,  en  valfch ,  ten  opzicht  van  de 
genen ,  die  ze  niet  volgen. 

Dewyl  de  verfcheidenheid  van  gevoe- 
lens in  't  ftuk  van  godsdienft  gewoon  is 
onluften  en  onenigheden  te  verwekken, 
die  byna  altyd  bequaam  zyn  ,  om  de 
vaftgeftelde  regeringsvorm  over  hoop  te 
gooien ,  heeft  het  publiek  gezag  het  recht, 
van  zich  van  al  zyn  magt  te  bedienen, 
om  deze  verfcheidenheid  te  beletten  ,  om 
de  nieuwe  leeraren  tot  zwygen  te  nood- 
zaken ,  te  flraffen  ,  ja  te  bannen.  En 
zeker  indien  de  ftaat-regels ,  de  gronden 
van  een  politieke  regénng,  niet  aan  de 
berifping  van  ieder  particulier  burger 
moeten  overgelaten  worden ,  indien  het 
een  mifdaad  is,  aan  derzei  ver  verande- 
ring te  tornen  ,  waarom  zou  het  niet 
eveneens  gelegen  zyn  met  de  zetregels 
en  de  gronden  van  den  godsdienft?  het 
kragtigfte  en  het  reedlykfte  dat  men  ten 
behoeve  van  de  tolerantie  en  de  vryheid 
van  geweten  kan  zeggen ,  bewyft ,  dat  'er 
verzagtingen  zyn ,  die  het  publiek  ge- 
zag, onderwyl  het  zich  van  zyn  recht 
bedient,  kan  gebruiken;  maar  het  be- 
wyft niet,  dat  het  dit  recht  niet  beeft. 

't  Is 


Philippus  van  Orleans.  237 

\  Is  gemakkelyk  te  begrypen ,  hoe 
de  twee  hervormers  van  de  roomfche 
kerkzulken  groten  opgang  gemaakt  heb- 
ben. Zy  talken  wezentlyke  wanorders 
aan;  't  geen  zy  zeiden  was  begryplyk 
en  aanloklyk,  ja  zelf  aanneemlyk  :  als 
men  hunne  leer  omhelsde  >  moeft  men 
noodzaaklyk  winnen;  de  oorbiegt,  de 
matigheid ,  de  vaiten  ,  waren  gebrui- 
ken 3  die  men  zonder  veel  hartzeer  laat 
varen;  het  vernietigen  der  geloften  van 
een  ongehuwden  ftaat  was  een  kragtig 
lok-aas  voorpriefters  en  munniken,  waar- 
van de  buitenfporige  menigte  tot  laft 
van  \  gemeen  was ,  dat  voor  hun  onder- 
houd moeft  helpen  zorgen  ,  ter  zeiver 
tyd  ,  dat  het  van  de  vruchten  hunner 
arbeid  en  vlyt  verftoken  was  ;  de  ver- 
nietiging van  dezefchuilplaatfen,  eerder 
ledigheid  ,  dan  der  vroomheid  5  kon 
niet  miffen  te  behagen  ,  zo  wel  als  de 
verdeling  van  de  rykdommen  der  kerke- 
lyken  onder  den  adel ,  of  derzelver  vere- 
niging met  des  lands  domeinen;  door 
deze  veranderingen  wierd  het  burgerlyk 
gezag  vryer  en  volftrekter ;  de  onderda- 
nen ,  waarin  de  magt  van  een  land  be- 
ftaat ,  vermenigvuldigden  ;  de  vlyt  en 
arbeid  namen  toe ,  alle  fpanden  zy  za- 
men  om  het  gemeen  welzyn  te  behar- 
tigen ? 


^33     Het  Leven  van 

tigen,  en  alle  droegen  zy  'er  de  lallen 
van. 

Niets  van  dit  alles  vind  men  in  de  ge- 
voelens ,  die  hedendaags  Vrankryk  ver- 
délen ;  dit  werk  beftaat  maar  in  abftrac- 
te  waarheden,  in  fynigheden,  die  ver 
boven  het  gemeen  begrip  gaan ,  en  wel- 
ke de  meeften,van  die  ^er  over  difputeren, 
zelf  niet  verftaan.  Ver  van  het  juk  te  ver- 
zachten, verzwaart  men  het:  men  maakt 
van  de  vierfchaar  der  boete,  een  vier- 
fchaar  van  fchrik  en  wraak;  men  fchynt 
geen  andere  voor  ware  boetdoeningen 
te  erkennen ,  dan  die  beuzelachtige ,  ten 
minflen  te  ver  uitgeftrekte  en  buiten- 
{porige  penitentiën  ,  die  men  in  de  le- 
vens der  woeftyniers  afgefchildert  vind ; 
men  fpreekt  niet  dan  van  ftrengheid ,  van 
gezag ,  van  verzaking  van  de  wereld  en 
't  vleefch  ,  ter  zeiver  tyd  dat  men  be- 
wyft,  dat  alle  deze  goede  werken  gaven 
gods  zyn,  zodanig  uit  genade  gegeven , 
en  zo  onafhanklyk  van  de  geftelteniflen 
van  den  menfch,  als  de  regen  ten  opzich- 
te van  de  aarde  is,  men  fpreekt  niet  dan 
van  chriitelyke  liefde,  dan  van  God  lief 
te  hebben ,  onderwyl  dit  men  hem  als 
een  hart  en  fors  meefter  afbeeld,  die 
maajen  wil,^  geen hy niet  gezaait heeft, 
die  ftraft,  oin  dat  men  niet  ontfangen 

heeft  > 


Philippüs  van  Orleans.  239 

heefc ,  't  geen  hy  niet  raadzaam  geoor- 
deelt  heefc  te  geven  ,  't  geen  hy  ge- 
weigert,  7t  geen  hy  ons  zelf  ontnomen 
heeft ;  en  men  wil  ons  overtuigen  ,  dat 
het  kragtigfte  proefltuk ,  en  de  volmaakt- 
fte  trap  van  liefde  is ,  diengenen  te  be- 
minnen, op  wiens  wederliefde  men  niet 
hopen  kan,  men  wil  dat  de  menfch  een 
fmertelyk  leedwezen  zal  gevoelen ,  om 
dat  hy  niet  deugtzaam  is ,  zelf  wanneer 
men  zyn  beft  doet ,  om  hem  te  be wyzen , 
dat  de  deugt  niet  meer  in  zyn  vermogen 
is ,  dan  de  fchoonheid  of  lelykheid  zy- 
ner  tronie,  dan  de  ryzigheid  of  klein- 
heid van  zyn  poftuur ;  met  een  woord , 
men  wil ,  dat  hy  zich  fchuldig  zal  ge- 
loven, om  dat  God  hem  niet  uit  den 
klomp  des  verderfs  gered  heeft,  waar- 
in men  beweert  dat  het  hele  menfch- 
lyk  geflacht  ingedompelt  is ,  door  de 
fchuld  van  dien  genen ,  vanwien  het  zyn 
oorfprong  afleid. 

Men  ziet  klaar ,  dat  deze  gevoelens 
in  zich  niets  vleients  of  aanloklyks  heb- 
ben :  warom  ze  dan  gevolgt  ï  warom 
zo  veel  tegenkantingen  gedaan  tegen 
het  gezag  5  dat  ze  veroordeelt  ,  en  ver- 
bied? warom  deze  befcherming  vergunt, 
en  zelf  meer  genegenheid  bewezen  aan 
die  genen,  die  ze  aankleven?  is  het 
mooglyk  ,  dat  zulke  verlichte  genoot- 

fchap- 


240     Het  Leven  van 


fchappen  ,  als  die  gene  zyn  ,  daar  ik 
van  fpreek  ,  de  overwegingen  ,  die  ik 
opper,  niet  gemaakt  hebben  ?  dat  zy 
zich  als  vrouwen  hebben  laten  verlei- 
den ?  dat  zy  waarlyk  deze  gevoelens 
hebben  aangenomen  ,  en  zich  met  het 
ydel  vergenoegen  paaren  ,  van  die  te 
doen  zegenpralen?  watis  hun  oogmerk? 
ik  geloof  dat  ik  het  merk ;  maar  ik  zal 
my  wel  wachten  van  my  ten  dezen  op- 
zichte te  verklaren  ,  de  mogenthedcn , 
die  daar  byzonder  belang  by  hebben , 
mogen  het  zien  uit  te  pluizen  ,  en  het 
te  verhinderen ,  zo  zy  kunnen, 
wyd  uït-     De  oplettentheid  van   den  hertog 

kenn*fe te  regent  en  van  zYn  gunfteling ,  den 
van  den  cardinaal  du  Bois  ,  op  de  zaken  van  den 
regenten  g0CJsdienft ^  en  de  ongelooflyke  moeite, 
staats-    die  zy  aanwendden ,  om  de  geheime 
dienaar.  ijften  te  ontdekken  en  te  verydelen  , 
die  men  tegen  hunne  voornemens  Hel- 
de ,  verhinderde  hen  niet  den  nodigen 
aandacht  aan  hunne  aanflagen  te  hefte- 
den ;  zy  waren  overal  klaar  voor  ,  en 
nooit  heeft  hun  drift  voor  den  goeden 
uitüag  ener  onderneming  hen  de  ande- 
re doen  verwaarlozen  en  vergeten.  Dus 
had  men  ter  zei  ver  tyd  ,  dat'er  aan 
e^n  vergelyk  gearbeid  wierd  ,  den  vre- 
de beveiligt  ,  en  alle  de  publieke  en 
perfonde  gefchillen  afgedaan ,  die  men 

met 


Philippus  van  Orleans.  241 

met  den  koning  van  Spanjen  had.  Om 
deze  herftelde  eendragt  beftendig  te 
maken  5  en  de  wereld  te  overtuigen ,  dat 
de  noodzaaklykheid  die  alleen  verbro- 
ken had  ,  deed  men  een  voorftel ,  om 
Lodewyk  den  vyftienden  met  de  eni- 
ge dogter  van  Philippus  den  vyfden  te 
doen  trouwen  5  en  aan  den  prins  van 
Alturien  een  dogter  van  den  hertog 
van  Orleans  ten  echt  te  geven  ;  en  de- 
ze aanbiedingen  wierden  aangenomen. 
De  infante  wierd  plegtig  door  den  mar- 
quis  van  Maulevrier  ten  huwlyk  ver- 
zocht, die  ter  zeiver  tyd  gelaft  wierd  , 
om  over  het  huwlyk  van  den  prins  van 
Afturien  te  handelen. 

Deze  verbintenifien  waren  oorbaar  • 
voor  Spanjen  ,  en  fchenen  het  voor 
Yrankryk  ook  te  zyn  5  maar  in  den 
grond  had'er  de  hertog  van  Orleans  het 
wezentlyke  voordeel  van  ,  dewyl  hyzy- 
ne  dogter  een  goed  huwlyk  deed  doen, 
met  een  foort  van  verzekertheid ,  van 
haar  in  ^t  kort  koningin  te  zien,  want 
in  dien  tyd  was  de  gezondheid  van  Phi- 
lippus den  vyfden  in  eenheelflechtegeftel- 
tenis  ;  en  in  ftaat  zynde  om  zyne  belan- 
gen te  behartigen  ,  met  den  jongen  ver- 
loofden prins  te  verhinderen  ,  van  de 
order  der  fucceffie  van  Vrankryk  te 
ftoren  ,  die  op  nieuw  vaftgeftelt  ,  en 

11  Deel  d  door 


2±2         HETLEVEN  YAN 

door  den  onlangs  gefloten  vrede  bevef- 
tigt  was  5  gaven  negen  of  tien  jaren , 
die  men  ten  minften  wachten  moeft , 
voor  dat  de  infante  huwbaar  was ,  meer 
üitgeftrekthëid  en  duurzaamheid  aan  zyn 
hoop  van  te  regeren  ,  met  de  geboorte 
van  een  dauphin  te  verachteren.  Zon- 
der twyffel  dat  men  de  inzichten  van 
den  regent  wel  merkte,  maar  zyn  ge- 
zag was  zo  groot,  dat'er  zich  niemand 
durfde  tegenaankanten  ,  behalven  dat 
de  meerderjarigheid  des  konings  nader- 
de ,  en  dat  men  hoopte  ,  dat  de  tyd 
gelegenheid  mogt  verfchaffen  ,  om  de 
ongemakken  ,  die  men  vreesde  ,  afte 
weren. 

De  hertog  van  Orleans  derhalven  te- 
gen den  jongen  koning  gezegt  hebben- 
de ,  na  het  lezen  van  den  brief  des  ko- 
nings van  Spanjen ,  dat  hy  noch  niet 
in  den  raad  gefproken  had  ,  maar  dat  het 
bydeze  gelegenheid  nodig  was,  dat  hy 
zyne  gevoelens  uitdrukte  ;  dafer  niets 
van  kragt  zou  zyn ,  voor  dat  zyne  ma- 
jefteit  opentlyk  zyne  toeftemming  had 
gegeven  ;  antwoordde  deze  prins,  door 
den  marfchalk  van  Villeroi  en  den  bif- 
fchop  van  Frejus  onderrecht  zynde,  dat 
hy  met  veel  genoegen  zyn  toeftemming 
gaf,  en  dat  hy  zeer  over  dit  huwelyk 
voldaan  was.  Dit  gefchiedde  den  14.  fep- 

tember , 


Philippus  van  Orleans.  243 


tember,  dat  Lodewyk  de  vyftiende  in 
den  raad  fprak» 

Het  had  zes  weken  te  voren  weinig  zfekfe 
gefcheelt ,  of  een  hevige  ziekte  had  hsm  jj^  *° 
weggerukt,  wanneer  meneer  1t  minlt  op 
verdagt  was  ,  en  had  de  hoop  van  den 
hertog  van  Orleans  wezentlyk  vervult, 
miflchien  fchielyker ,  dan  hy  het  zelf  ver- 
langde. Daar  was  een  algemene  ver- 
llagenheid  in  Vrankryk  ,  en  de  vreugde 
die  *eï  op  volgde,  door  de  vaardige her- 
ftelling  van  dit  voorwerp  der  gemeene 
wenfchen  en  hoop  ,  beantwoordde  de 
hevigheid  van  den  druk  ,  en  van  de 
vrees  ,  waar  onder  men  haaft  bezweken 
had.  Deze  verwiffeling  van  hartstochten 
ftrekte  tot  een  klare  blyk ,  dat  het  ge- 
meen ,  door  de  komft  van  zyn  koning- 
lyke  hoogheid  tot  de  kroon,  zyn  ver- 
lies niet  zou  hebben  vergoed  geacht. 
Voor'toverige  moet  men  den  heer  re- 
gent recht  bewyzen  ,  hy  fcheen  ,  en 
was  ook  ,  geloof  ik ,  waarlyk  geraakt 
over  het  gevaar  des  konings  :  die  de 
eer  hebben  gehad  van  hem  te  kennen, 
weten  ,  dat  zyn  humeur  niet  was 
zich  te  bedwingen  ,  en  gevoelens  te 
doen  zien,  die  hy  niet  had;  zo  lang  het 
gevaar  duurde  was  hy  ongeruft en  be- 
drukt ,  maar  alle  zyne  ongeruftheden 
verdwenen  5  en  zyn  vreugde  barftteuit, 
Q.  z  zodra 


voorzor 
gen 


244    Het  Leven  van 

zodra  dat  verby  was :  miflchien  ook  dat 
de  zekerheid,  waarin  hy  was,  dat  men 
hem  dezen  dood  zou  toefchryven ,  hoe 
natuurlyk  die  ook  zyn  mogt,  gevoegt 
by  de  vertoning  van  de  gevaren  5  en  de 
tegenkantingen  ,  die  hy  ftond  te  ont- 
moeten ,  hem  beangft  maakte  >  en  veel 
tot  zyn  droefheid  deed.  Ondertuffchen 
had  zyne  ongeruftheid  niet  belet,  om 
aan  de  krygs- officieren  ,  de  gouverneurs 
der  plaatzen  ,  en  aan  de  intendanten 
de  nodige  orders  uit  te  delen, 
wyze        Alles  wel  ingezien  ,  wat  hadden  zy- 
ne vyanden  kunnen  doen ,  om  hem  van 
den  troon  te  weren  ,  indien  het  gevreef- 
de  ongeluk  gebeurt  was  ?  Vrankryk, 
dat  uitgeput  was,  kon  niet  miffen  van 
zich  te  onderwerpen:  zelf  had  deze  prins 
de  voorzichtigheid  gebruikt ,  van ,  on- 
der voorwentzel  van  kafernen  voor  de 
foldaten  te  bouwen,  de  weinige  forti- 
ficatiën ,  die'er  noch  in  ''t  ryk  waren  , 
te  flechten  ,  alles  was  open  ;  hy  had 
de  krygsmagt  op  zyn  hand  ,  vooral 
de  gouverneurs  van  de  gewichtige  plaat- 
zen; geheel  Europa  zou  voor  hem  het 
harnas  hebben  aangefchoten ;  Philippus 
de  vyfde  was  door  de  nieuwe  traktaten 
voor  altyd  aan  Spanjen  verbonden  ;  de 
beide  partyen  ,  die  hy  in  fchyn  verenigt 
had  ,  zouden  zich  wel  gewacht  hebben 

vsn 


Philippus  van  Orleans, 


van  zich  tegen  hem  te  verklaren ;  in  te- 
gendeel ,  om  zich  van  zyne  befcherming 
te  verzekeren  ,  zouden  zy  zich  gehaaaft 
hebben,  om  hem  tekens  van  haar  onder- 
danigheid en  dienftvaardigheid  te  ge- 
ven :  een  nieuw  bewys ,  dat  hy  nooit 
de  verfchriklyke  aanf  lagen  gefmeed  heeft, 
die  men  de  reukeloosheid  had  van  hem  toe 
te  fchryven,  en  dat  het  de  zwarigheid 
niet  was  om  ze  te  doen  Hagen ,  die  hem 
weerhouden  heeft  van  ze  in  't  v  erk  te 
ftellen.  Indien  hy  koning  wilde  zyn ,  hy 
zogt  het  zonder  misdaad  te  wezen ,  en 
wilde  de  kroon  niet  dan  aan  zyne  rech- 
ten ,  en  de  verftandige  maatregels  die  hy 
genomen  had  ,  om  zich  daar  niet  van  te 
laten  beroven ,  verfchuldigt  zyn. 

De  verzoening  van  den  hertog  van 
Orleans  met  den  koning  van  Spanjen 
was  oprecht.  Zy  fchreven  elkander  over 
en  weer  brieven  vol  tederheid  en  ver- 
trouwen ,  en  men  haaftte  zich  met  de 
prin^eflen  te  doen  vertrekken  ,  om 
zich  by  haar  bruidegoms  te  laten  vin- 
den. Het  huwlyks  contract  van  mad11-- 
de  Montpenfier  wierd  met  grote  pi  eg* 
tigheid  door  den  koning,  en  de  gehele 
koninglyke  familie, getekent :  de  cardi- 
naal  du  Bois  was  in  deze  zaak  eniger 
maten  prefident  ;  hy  gaf  het  contract 
aan  den  heer  de  Maurepas  3  fecretaris 
CL  3  van 


z±6     Het  Leven  van 

van  ftaat ,  te  lezen :  na  het  oplezen  der 
quauteiten  van  de  contracterende  par- 
tyen 3  zeide  hy  ,  dat  is  genoeg  ,  nam 
de  pen ,  die  hy  den  koning  aanbood  ,  en 
wees  hem  de  plaats  ,  daar  hy  tekenen 
moeft,en  het  zelve  omtrent  de  andere 
prinffen  en  prinfeffen  van  den  bloede 
doende. 

Het  huwlyks  goed  van  mad1,e  de 
de  Montpenfier  wierd  op  500C00  gou* 
de  kronen  bepaalt  ,  behalven  de  juwe- 
len 3  diamanten  3  klederen  5  en  ftoffen  , 
die  ten  minften  de  menigte  5  den  prys, 
en  de  fchoonheid  van  die  gene  evenaar- 
dens welke  men  de  pnnces  van  Mode- 
na had  meegegeven.  Deze  uitzetten, 
zeide  men  toen,  waren  de  vruchten  van 
den  adie-bandel ;  zeker  is  het,  dat  het 
onmooglyk  fcheen  ?  dat  de  hertog  re- 
gent die  uit  zyne  eige  middelen  kon  ver- 
fchaffen  :  waarby  men  voegde  ,  dat  de 
kelders  van  het  koninglyk  paleis  vol 
goud  en  zilver  lagen ,  en  dat  hier  alle 
de  roofgoederen  van  het  ryk  byeen  ge- 
ftapelt  waren.  Dit  zyn  enkele  lalterin- 
.gen ;  deze  prins  had  nooit  het  humeur 
van  ichatten  te  vergaderen  5  in  tegen- 
deel fchonk  hy  met  handen  vol  weg  , 
en  zyn  zoon  heeft  overleg  nodig  ge- 
luid ,  om  de  verfchriklyke  menigte  van 
pcnlioenen  te  beulen  $  waarmee  hy  zy- 
ne 


Philippus  van  Orleans.  247 

ne  eige  inkomften  bezwaart  had.  Hy 
bediende  zich  van  het  regentfchap  5  om 
zyne  kinderen  wel  te  bezorgen  ,  hier 
had  hy  recht  toe  als  voogt  van  den  ko- 
ning 5  kunnende  tot  deszelfs  meerder- 
jarigheid zich  van  deszelfs  inkomften  be- 
dienen 3  en  als  regent  was  hy  nergens 
aanfpreeklyk  voor  :  hebben  de  Colber- 
ten  en  de  Louvois  niet  groter  voordeel 
met  de  behandeling  der  finantien  en  der 
ftaatszaken  gedaan?  de  bedieningen  ?  die 
hy  aan  den  hertog  van  Chartres  gaf, 
en  aan  zyne  twee  natuurlyke  zonen  y 
den  ridder  van  Orleans,  en  den  abt  van 
S.  Albin,  ftrekten  den  ftaat  tot  geen 
laft;  anderen  zouden  die  genoten  heb- 
ben, of  kunnen  genieten  :  zou  hy  een 
vaderlyk  hart  gehad  hebben  ,  indien  hy 
zich  niet  van  de  gelegenheid  bedient 
had,  om  hun  goed  te  doen? 

De  tyd  van  de  meerderjarigheid  na*  z>"  . 
derde  allengjes  :  Zyne  koninglykê  hoog-  zicht!"1 
heid  was  al  te  fcnrander  ,  dat  hy  niet 
de  nodige  maatregelen  zou  genomen 
hebben ,  om  het  voornaamfte  gezag  voor 
zich  te  bewaren.  Met  dit  oogmerk  be- 
lloot  hy  den  cardinaal  du  Bois  tot  eei*- 
ften  minifter  te  maken,  daar  hy  al  lang 
de  bedieningen  van  waarnam,  maar  de 
zwarigheid  was ,  hem  daar  den  titel  ei* 
rang  van  te  doen  genieten.  De  hertog 
(i  4.  rc- 


248    Het  Leven  tan 

regent  ondernam  het,  en  werkte  het 
uit.  De  eerfte  ftap,  dien  men  doen  moeft, 
was  hem  in  de  raadsvergaderingen  te 
leiden  :  men  was  niet  onbewuft ,  dat  de 
can9elier  en  pairs  grote  hinderpalen 
daartegen  inden  weg  zouden  ftellen. 
Men  beiloot  die  te  boven  te  komen ,  en 
zelf  daar  zyn  voordeel  mee  te  doen,  om 
die  genen  uit  de  raadsvergaderingen  te 
bannen,  die  men  'er  niet  graag  in  zag. 
Evenwel  om  het  eerfte  vuur  der  tegenkan- 
ters  te  matigen  ,  ftelde  men  'er  in  't 
eerft  den  cardinaal  de  Rohan aan  bloot, 
wiens  geboorte  hem  boven  de  meeften 
van  die  genen  ftelde,  die  hem  den  rang 
zouden  betwiflen.  Deze  cardinaal  quam 
om  zo  te  fpreken  eerft  van  Romen,  daar 
hy  het  conclave  tot  het  verkiezen  van 
een  nieuwen  paus  had  bygewoont  : 
aan  zyne  follicitatien  was  de  aartsbif- 
fchop  van  Camerik  den  cardinaals-hotd 
verfchuldigt  ,  en  om  hem  aan  te  zet- 
ten om  daar  niet  fpaarzaam  in  te 
zyn  ,  had  men  hem  van  een  erkentenis 
verzekert,  naar  gelang  van  den  gevvich- 
tigen  dienft,  dien  hy  daarmee  zou  be- 
wyzen;  men  had  hem  zelf  geftreelt  ,zo 
niet  uitdruklyk  belooft  ,  dat  men  hem 
groot  deel  in  het  ftaatsbeftuur'  zou  ge- 
ven ?  en  hem  zeer  aangedrongen ,  om 
zyne  terugkomft  te  vcrhaaften.  De  wy- 

ze, 


Philippus  van  Orleans.  249 


ze ,  waar  op  men  hem  op  zyne  komlt 
ontfong  ,  deed  hem  alles  hopen ,  want 
men  bewees  hem  de  grootfle  eerteke- 
nen ,  tot  20  ver  zelf,  dat  zyne  koning- 
iyke  hoogheid  het  eerfte  bezoek  by  hem 
aflei ,  en  men  liet  hem  mee  in  de  gehei- 
me onderhandelingen  toe.  Hoe  fchran- 
der  deze  cardinaal  ook  was  ,  liet  hy  zich 
by  den  neus  leiden,  en  hy  had  het  hart- 
zeer van  te  zien,  dat  men  met  alle  die 
beloften  en  ongewone  eerbetuigingen 
geen  ander  inzicht  gehad  had,  dan  zich 
van  hem  te  bedienen,  om  voor  den  car- 
dinaal du  Bois  de  baan  klaar  te  maken. 
Hoe  had  deze  prelaat  zich  kunnen  ver- 
beelden ,  dat  de  hertog  van  Orleans  ie- 
mand mee  in  het  minifterie  zou  nemen, 
daar  hy  de  meefter  niet  over  was ,  en 
niet  volkomen  van  kon  verzekert  zyn  ? 

Den  8  februari  1722  nam  de  cardinaal 
vanRohan  zitting;  inden  regeringsraad,  "al^n  vaa 
onmiddelyk  na  de  pnnllen  van  dencndu 
bloede,  en  voor  den  canQelier  en  deBoisk,r- 
pairs  van  't  ryk.   Hy  was  lang  voor  dat  gangTn" 
de  raad  begon  in  de  zaal  gekomen ,  en  d.en  rese* 
had  zich,  volgens  de  order  die  hy  daar-  T™$' 
omtrent  ontfangen  had ,  geplaatft.  De 
hertog  van  Noailles  en  de  marfchalk  van 
Villars  ftonden  heel  verwondert  over 
deze  nieuwigheid,  maar  de  can9elier, 
die  enigen  tyd  daarna  met  andere  heren 
Q,  $  aan- 


2jo    Het  Leven  van 


aanquam ,  noch  meer :  zy  verenigden 
zich  alle  ,  om  daarover  te  klagen  ,  en 
bragten  in,  dat  volgens  de  gewoonten 
van  het  ryk  de  cardinalen  geen  rang 
aan  het  hof  hadden.  De  regent ,  aan 
wien  men  deze  klagten  deed ,  ant- 
woordde ,  dat  men  protefteren  kon , 
maar  dat  dit  toeval  den  loop  der  zaken 
niet  moeft  ftremmen.  Men  gehoor- 
zaamde, en  de  raad  wierd,  als  voren, 
gehouden. 

Den  volgenden  dag  vergaderden  de 
pairs  en  hertogen  by  den  canQelier,  en 
quamen  overeen,  dat  zy  eene  memorie 
zouden  inleveren,  om  hunne  rechten  te 
te  handhaven,  en  dat  zy  den  raad  niet 
zouden  by  wonen,  voor  dat  men  hun  recjit 
bewezen  had.     Het  voorbeeld  van  de 
cardinalen  van  Richelieu,  Mazarin,  en 
la  Rochefoucault,die  de  voorzitting  had- 
den genoten  ,  welke  men  den  cardinaal 
van  Rohan  betwiltte,  was  de  enige  re- 
den, die  hy  bygebragt  had,  om  zyne 
onderneming  te  onderiteunen ,  en  men 
lei  zich  voornaamlyk  in  de  memorie  toe , 
om  deze  reden  te  weerleggen. 
Zfcrïie-     Men  zei  daarin,  dat  men  gefchillen 
fchtiicn  van  deze  natuur  niet  altyd  door  voor- 
eer-    beelden  moet  befliffen ,  dewyl  die  dik- 
avcr'     wils  al  te  veel  bewyzen,  en  dat  op  de- 
zen grond  de  cardinalen  wouden  kun- 
nen 


Philippus  van  Orleans.  ï$\ 

nen  vorderen  den  rang  boven  de  print 
fen  van  den  bloede  te  hebben,  en  om 
deze  vordering  te  onderfteunen,  maar 
de  onderhandelingen  van  den  vrede  van 
Arras  behoefden  aan  te  halen,  de  ko- 
ninglyke  fefteinen  van  de  jaren  1 5*39  en 
I  J4.9,  de  tekeningen  van  de  huwlyks- 
contraóten  van  Francois  den  tweden,en 
Lodewyk  den  dertienden,  de  vergade- 
ring der  groten  in  't  1  ,  en  die 
der  algemene  ftenden  1619. 

Na  aangetoont  te  hebben,  dat  men 
zich  niet  binnen  de  voorbeelden  moet  be- 
palen, bewees  men,  dat  men  debelliffing 
daarvan  uit  de  grondregels  van  den 
ltaat  moeft  haaien,  die  men  tot  drie  of 
vier  bragt. 

1.  De  koning  moet  in  zyne  raads- 
vergaderingen door  die  genen  onder- 
fteunt  worden ,  die  door  hun  waardig- 
heid en  eed  verplicht  zyn ,  1  hem  ia 
zyne  zeer  hoge,  grote,  en  gewichtige 
zaken  te  raden. 

2.  Die  met  deze  eerfte  waardigheden 
van  den  ftaat  bekleed  zyn ,  kennen  nie- 
mand boven  zich,  dan  den  koning,  en 
de  prinflen  van  den  bloede. 

3.  Niemand  moet  in  de  raadsverga- 
deringen toegelaten  worden ,  die  reeds 
den  eed  aan  eene  andere  mogentheid 
heeft  afgelegt. 

4.  In- 


2J2     Het  Leven  van 

4.  Indien  de  koning  evenwel,  door 
een  byzondere  diftin&ie ,  en  zonder 
acht  ^  te  geven  op  de  gevolgen  ,  die 
'er  uit  fpruiten,  raadzaam  oordeelt ,  om 
daar  enige  perfonen  by  te  roepen  , 
die  met  eene  uitheemfche  waardigheid 
bekleed  zyn,  moet  hun  rang  eerft  be- 
ginnen na  de  genen,  die  door  hunne 
geboorte  raadsheren  van  zyne  majefteit 
zyn,  indeeerfte  waardigheden  van  den 
ftaat. 

Vervolgens  zeide  men ,  dat  Lodewyk 
de  veertiende  gemerkt  had,  van  wat  ge- 
volg het  zou  zyn  ,  de  denkbeelden  der 
cardinalen  in  dit  fuik  te  begunftigen  ;  dat 
hy  aan  de  prinflen  van  zyn  bloede  den 
rang  weerom  gegeven  had  ,  dien  men 
hun  onwettig  ontrooft  hadden  dat  hy  in  de 
eerfle  waardigheid  van  zyn  ryk  de  voor- 
zitting gehandhaaft  had  ,  die  men  ze 
wilde  do'en  verliezen,  en  dat  hy  zelf  na 
den  dood  van  den  cardinaal  Mazarin  aan 
geen  andere  cardinalen  toegang  in  zyne 
raadsvergaderingen  had  gegeven. 

Eindelyk  befloot  men  ,  dat  'er  ,  om 
het  gefchil ,  tuffchen  de  cardinalen ,  pairs , 
en  grote  amptenaren  van  de  kroon, ont- 
ftaan ,  te  vereffenen ,  maar  twee  midde- 
len waren  ,  of  de  voorbeelden  ,  of  de 
grondregels  van  den  ftaat;  dat  de  voor- 
beelden alteveel  bewezen ,  nademaal  zy 

zo 


PHTLIPPUS  VAN  ORLEANS.  2J3 

20  zeer  tegen  de  prinflen  van  den  bloe- 
de waren  ,  als  tegen  de  eerfte  waardig- 
heden van  't  ryk  ;  dat  indien  men  zich 
aan  de  zetregels  van  den  Itaat  wilde  hou- 
den 5  deze  eerfte  waardigheden  den  rang 
boven  de  uitheemfche  hadden. 

Dit  was  een  flaauwe  memorie.  Een 
voorbeeld, dat  het  meerdere  bewyft,  be- 
wyft ook ,  zonder  tegenfpraak ,  het  min- 
dere ;  een  voorbeeld  in  't  ftuk  van  gebeur- 
nifTen,  bewyft  altyd,  dat  een  zaak  doen- 
lyk  is  ,  ten  zy  men  ?er  eenige  pofitive 
of  uitdruklyke  wet  tegen  in  te  brengen 
heeft.    Deze  gronden  ,  die  men  voor 
zetregels  uitgaf,  waren  uit  fchriften  ge- 
trokken ,  die  ten  tyde  van  de  ligue  te- 
gen den  cardinaal  de  Mazarin  waren  int 
't  licht  gegeven;  't  geen  men  grondbe- 
ginsel noemt  ,  is  dat  gene,  't  wrelk  be- 
wyft ,  en  hoeft  niet  bewezen  te  wor- 
den :  daar  is  een  andere  zetregel  in 
Vrankryk  ,  vafter  door  't  gebruik  bevef- 
tigt,  naamlyk,  dat  de  koninglyke  magt; 
onbepaalt  is ,  en  geen  zetregels  erkent, 
noch  duld  ,  om  haar  in  te  ihüten.  WaC 
ongemak  zou  'er  doch  infteken  ,  indien 
men ,  by  voorbeeld ,  een  uitfpraak  deed , 
dat  de  ridders  van  het  gulde  vlies  den 
rang  boven  die  van  den  h.  geeft  zouden 
hebben  ?  zo  dra  het  cardinaalfchap  een 
waardigheid  van  de  roomfche  kerk  is, 

kan 


zfa    HÈt  Leven  van 


kan  zy  niet  vooreen  uitheemfche  waar- 
digheid aangezien  worden  ,  door  die  ge- 
nen, die  van  deze  kerk ,  en  daaraan  on- 
derdanig zyn  ;  maar  al  was  het  een  uit- 
heemfche waardigheid  5  zou  dit  den  ko- 
ning verhinderen  ,  om  zich  van  de  ge- 
nen ,  die  'er  meê  bekleed  zyn  ,  te  be- 
dienen ? 

Mooglyk  dat  men  van  deze  memorie 
geen  gï*)te  verwachting  had  ,  nademaal 
de  cancjelier  en  de  hertog  van  S.  Aignan 
aan  zyn  koninglyke  hoogheid  afgevaar- 
digt  wierden  ,  om  hem  voor  te  houden, 
dat  onder  de  regéring  van  Lodewyk  den 
dertienden  ,  toen  de  cardinaal  de  la 
Rochefoucault  in  den  raad  toegelaten 
wierd ,  en  zitting  nam  voor  den  canqe- 
lier  ,  en  de  hertogen ,  de  connêtable  de 
Lesdiguieres  van  den  koning  een  brevet 
gekregen  had  ,  \  welk  verklaarde ,  dat  dé 
voorzitting,  aan  dezen  cardinaal  toege- 
ftaan  ,  in  het  toekomende  tot  geen  ge- 
volg zou  ftrekken  ,  tegen  de  partyen , 
die  daar  belang  in  hadden  :  dat  men  hun, 
volgens  dit  t  voorbeeld  ,  een  diergelyk 
brevet  kon  vergunnen;  dat  door  dit  ge- 
maklyke  middel ,  en  dat  reeds  eens  in  't 
werk  geftelt  was ,  het  gefchil  zou  ophou- 
den ,  en  v  an  geen  droevigen  nafieep  zyn. 
Deze  uitweg  ftond  den  regent  wel  aan, 
en  hy  beloofde  ,  dat  hy  ,  na  zich  van 


Philippus  van  Orleans.  2JJ 

het  geval  te  hebben  laten  informeren, 
het  verlangde  zou  toeitaan  3  mits  dat 
het  'er  zo  meê  gelegen  was  3  als  men 
hem  verhaalde. 

De  beide  cardinalen  ,  met  wieó  hy 
hierover  raadpleegde  ,  onderrechtten 
hem  ,  dat  het  waar  was ,  dat  Lodewyk 
de  dertiende  zulk  een  brevet  had  gege- 
ven, als  men  hem gezegt  had,  maaraat 
hy  het  uit  enkele  infchiklykheid  voor  den 
connêtable  gedaan  had  ,  en  onder  uit- 
druklyk  beding,  dat  het  geheim  zou  ge- 
houden worden  ;  dat  de  connêtable  die 
voorwaarde  niet  gehouden  hebbende, 
de  koning  zich  het  brevet  weerom  had 
laten  geven  9  en  aan  ftukken  gefcheurt : 
zy  voegden  'er  by  ,  dat  de  cance- 
lier  en  de  hertogen  groot  ongeiyk  had- 
den ,  van  dit  voorbeeld  aan  te  halen,  na- 
demaal  het  tot  hun  eigen  nadeel  was , 
ver  van  hunne  zaak  enigzins  te  begun- 
ftigen. 

De  hertog  regent  ,  gebelgt  dat  men 
hem  wat  had  willen  op  de  mouw  (pel- 
den, en  hem  verrailen,  antwoordde  droog 
weg,  toen  men  hem  om  dit  brevet  aan- 
fprak ,  dat  hy  'er  hun ,  als  zy  het  verlang- 
den ,  wel  een  zou  geven  ,  maar  onder 
beding,dat  hy  het  den  volgenden  dag  zou 
verfcheuren,  gelyk  Lodewyk  de  dertien- 
de gedaan   had.    De  gedeputeerden 

voer- 


i$6      Het  Leven  van 


voerden  hem  toe  ,  dat  zy  verzochten , 
dat  hy  niet  qualyk  mogt  nemen,  dat  zy 
des  anderen  daags  uit  den  raad  bleven , 
en  enige  dagen  namen  ,  om  te  raadple- 
gen wat  hun  te  doen  ftond. 

Den  volgenden  dag,  zynde  den  2  2ftcn 
februari  ,  leidde  de  hertog  regent  den 
cardinaal  du  Bois  in  den  regeringsraad 
in,  en  plaatfte  hem  nevens  den  cardinaal 
van  Rohan.  De  maarfchalk  van  Vüleroi 
en  de  hertog  van  Noailles  verzelden  den 
koning  tot  aan  zyn  armftoel ,  en  traden 
opftaandenvoet  de  raadkamer  uit  ;  de 
cancelier  ,  de  hertogen  en  marfchalken 
van  Vrankryk  quamen  'er  niet :  zo  dat 
de  raad  dien  dag  niet  dan  uit  prinffen 
van  den  bloede ,  uit  de  fecretariflen  van 
ftaat,  en  uit  andere  perfonen  beltond, 
die  geen  difpuit  over  den  rang  hadden. 

De  hertog  van  Noailles ,  die  veel  geeft 
bezat ,  maar  meteen  wat  fatiriek  was , 
ontmoette  den  cardinaal  du  Bois  in  'c 
uitgaan  van  den  raad  ,  en  maakte  hem 
dit  compliment :  Deze  dag  zal  beroemt 
zyn  in  de  hijlorie ,  Myn  heer ,  want  men 
zal  niet  vergeten  daarop  aan  te  tekenen , 
dat  uwe  komjl  in  den  raad  alle  de  ryks- 
groten  daaruit  heeft  doen  lopen. 
£ii!r"cn    De  hertog  van  Orleans,  en  zyn  gunfte- 
deherto-  ling,  zouden  niet  moeilyk  gewecll  heb- 
©ngu'nrt.  ben  over  het  vertrek  van  enige  dezer 

lieren , 


Philippus  van  Orleans.  2$? 

heren,  maar  deze  algemene  zamenfpan- 
ning  konden  zy  niet  verkroppen.  De 
prins  hield  verfcheide  onderhandelingen 
met  den  can^elier  en  de  hertogen  ,  zelf 
bood  hy  hun  een  foort  van  fchriftlyke  or- 
der des  konings  aan  ,  in  plaats  van  het 
brevet,  dathy  hun  geweigert  had ;  maar 
dewyl  zy  die  niet  naar  hun  zin  vonden, 
wilden  zy  ze  niet  aannemen  :  zyn  ko- 
ninglyke  hoogheid  fcheurde  het  papier  in 
hunne  tegenwoordigheid  aanftukken,  en 
fmeet  het  in  7t  vuur ;  de  meeften  verzoch- 
ten verlof,  om  uit  den  raad  te  mogen  bly- 
ven ,  of  verfchoonden  'er  zicli  naderhand 
van  ,  onder  verfcheide  voorwendzels. 
Men  had  'er  ten  minften  graag  enigen 
overgehaalt  :  men  adrefleerde  zich  aan 
den  marfchalk  van  Villeroi,  als  aan  dien 
genen ,  wiens  voorbeeld  verfcheide  kon 
na  zich  flepen  ,  indien  men  hem  kon 
winnen.    Te  vergeefs  perfte,  vermaan- 
de, bad  Irem  zelf  de  regent  byna  twee 
•  uren  lang  5  deze  deken  der  marfchalken 
van  Vrankryk  hield  zich  ftantvaftig ,  en 
verklaarde  zich  uitdruklyk ,  dat  hy  zich 
niet  van  de  anderen  kon  afzonderen, 
en  dat  hy  zich  derhalven  in  de  eerfte 
raadsvergadering  op  een  ftoel  zonder 
rug-leuning  achter  den  leunftoel  van  den 
koning  zou  plaatzen  ,  als  gouverneur 
Tan  zyne  majefteit ,  en  niet  als  lid  van 
II  Deel  R  den 


2)8      Het  Leven  van 


den  raad.  Zyne  koninglyke  hoogheid , 
getergt  door  deze  tegenkantingen  ,  die 
hy  niet  reedlyk  oordeelde  ,  had  haalt 
zyn  beraad  genomen  :  men  kon  in  den 
raad  de  hertogen  enpairsenmarfchalken 
van  Vrankryk  wel  ontberen  ;  derhal  ven 
kregen  ze  alle  order  5  van  daar  uit  te  bly- 
ven,en  wierden  te  gelyk  uit  de  lyft  van 
de  genen,  die  jaarlykfche  wedden  trok- 
ken, gefchrapt :  maar  men  kon  de  cancjelier 
niet  miffen,  of  iemand  ,  die  zyn  plaats 
waarnam ;  de  zegels  wierden  hem  voor 
de  twede  maal  afgenomen  ,  en  aan  den 
heer  d^Armenonville  gegeven  ,  wiens 
zacht  en  infchiklyk  humeur  tot  een  pand 
ftrekte,  dat  hy  den  cardinalen  den  rang 
niet  zou  betwiften ,  en  dat  hy  in  de  raads- 
vergaderingen door  zyne  tegenkantingen 
en  overwegingen  geen  verlegenheid  zou 
veroorzaken.  De  hertog  regent  en  de 
cardinaal  du  Bois  hadden  gelyk  van  zulk 
een  keuze  te  doen  ;  zy  hadden  beide 
verftand  en  kennis  genoeg  5  om  het  ge- 
brek van  die  genen  te  vervullen  ,  die 
onder  hen  werkten.  De  meeite  herto- 
gen begaven  zich  naar  hunne  landgoe- 
deren ,  en  de  cangelier  volgde  hun  voor- 
beeld ,  verzocht  zynde  zich  daar  naar  te 
reguleren. 

Ter  gelegenheid  van  de  ongunft  van 
dezen  magiitraatspcrfoon  begong  de  mar- 

fchalk 


Philipfus  van  Orleans.  2)-p 

fchalk  van  Villeroi ,  hoe  oud  hoveling 
ook  3  een  grote  onvoorzichtigheid  in  \ 
fpreken  ;  hy  zeide  tegen  den  koning, 
ten  minften  wierd  het  in  dien  tyd  dus 
vertelt  5  dat  men  den  canpelier  ongelyk 
aangedaan  had,  van  hem  de  zegels  af  ' te 
nemen  ,  dat  hy  geen  fcbuld  had  ,  en  dat 
indien  hy  marjehalk  noch  in  V  leven  wis  5 
als  de  koning  meerderjarig  wierd  ,  hy  de 
vryheid  zou  gebruiken  van  zyn  majejleit 
te  verzoeken  ,  om  ze  hem  weerom  te  ge- 
ven.   Ik  weet  het  5  dat  het  ganfeh  niet 
waarfchynlyk  is,  dat  deze  heer  in  't  by- 
zyn  van  getuigen  dus  gefproken  heeft, 
maar  hy  was  oud  ,  hy  meende  onwrik- 
baar in  zyne  poft  te  zyn  ,  en  dacht  dat 
hem  alles  geoorlooft  was  ;  daarenboven 
was  het  compliment  ,  dat  hy  aan  den 
nieuwen  zegelbewaarder  maakte,  in  den 
zeiven  fmaak  ,  als  het  geen  ik  zo  even 
verhaalt  heb  %  ik  maak  u  geen  compliment  , 
zei  hy  opentlyk  tegen  hem  ,  toen  hy  hem 
quam  begroeten,  vcant  ik  ben  verzekert , 
dat  het  u  moeien  moet ,  dat  gy  de  plaats  be- 
kleed van  een  perjoon  ,  ali  de  heer  dyA- 
gueffeau  is. 

Mynheer  d'Armenonville  wierd  den 
eerften  maart  in  den  regeringsraad  gein- 
ftalleert,  en  plaatlte  zich  onder  den  car- 
dinaal  du  Bois  ;  en  de  cardinaal  de  R<> 
han  enigen  tyd  daarna  in  't  vertrek  ge- 
il 2  treden 


2<Jo    Het  Leven  van 


treden  zynde  ,  fchoof  hy  weer  op  ,  om 
hem  plaats  te  maken.  De  hertogen  en 
de  marfchalk  en  bleven  by  hun  vordering 
volharden  ,  en  deze  zaak  bleef  aan  den 
fpyker  hangen ,  tot  dat  de  meerderjarig- 
heid den  regeringsraad  had  doen  vernie- 
tigen. Dit  was  in  der  daad  een  blote 
koppigheid :  waarom  niet  geduld,  't  geen 
hunne  voorzaten  onder  de  twee  voor- 
gaande regeringen  hadden  moeten  on- 
dergaan ,  en  't  geen  zy  naderhand  on- 
der de  tegenwoordige  regering  geleden 
hebben  i  heeft  de  can9elier  ,  die  zich 
van  't  hof  liet  bannen ,  om  zyn  rang  te 
handhaven  ,  tegenwoordig  in  den  raad 
de  voorzitting  boven  den  cardinaal  de 
Fleuri  ?  het  onderfcheid  van  een  meer- 
derjarig koning  ,  die  het  bevel  uit  zich 
zeiven  voert  ,  en  van  een  minderjarig 
koning,  in  wiens  naam  men  bevélen  uit- 
deelt ,  kan  de  zaak  niet  verfchonen ,  om 
dat  het  niet  wezentlykis;  nademaal  het 
koninglyk  gezag  ,  gelyk  ik  gezegt  heb? 
nooit  minderjarig  is,  noch  onder  voog_ 
dy  ftaat :  en  men  moet  den  hertog  van 
Orleans  pryzen ,  dat  hy  nooit  diergelyk 
onderfcheid  heeft  willen  erkennen. 

Midden  onder  deze  onenigheid  was 
alles  in  het  ryk  en  in  de  hooftftad  in 
vreugde  ,  die  door  de  komft  van  de  in- 
fante veroorzaakt  was.    Zy  wierd  met 

allen 


Philippus  van  Orleans.  261 


allen  luifter  ontfangen  3  en  men  rechtte 
pragtige  fefteinen  voor  haar  in  de  Thui- 
leries  en  op  het  ftadhuis  aan ;  en  niet 
tegenftaande  de  algemene  elende  had 
men  in  de  provintien  5  waardoor  deze 
princes  gepaffeert  was ,  ook  zyn  uiterfte 
beft  aangewend 3  om  de  levendige  en 
oprechte  vreugde  te  betuigen ,  door  de- 
ze verbintenis  veroorzaakt :  de  godvrucht 
nam  ^er  ook  deel  in  ,  want  men  zong  het 
Te  Deum ,  't  welk  de  koning  en  zyn 
héle  hof  by  woonde.  De  brief  van  zyne 
majefteit  aan  den  cardinaal  de  Noailles 
behelsde  in  't  kort  de  billyke  redenen 
van  de  algemene  blydfchap  ,  ter  zeiver 
tyd  5  dat  hy  alle  de  andere  handelingen 
van  den  regent  voorgoedkeurde.  )5  De 
infante  van  Spanjen  is  aan  myn  hof 
gekomen  3  zeide  zyne  majefteit  5  't 
geen  my  de  levendigfte  blydfchap 
veroorzaakt  5  die  ik  noch  ooit  ge- 
voelt heb.  Myn  huwlyk  met  de- 
ze princes  zal  de  beide  takken,  van 
myn  overgrootvader  afgeftamt5  weer 
3,  verenigen  ,  en  hier  door  zal  ik  de 
5,  aangenaamfte  wenfchen  5  die  deze 
5,  monarch  had  konnen  bedenken  3  ver- 
3,  vullen. 

„  Maar  het  gelukkigfte ,  en  \  geen 
„  my  de  aangenaamfte  kitteling  ver- 
33  oorzaakt3isjdat  deze  vereniging,  die 
R  3  „  de 


i6z     Het  Leven  van 


5,  de  magt  van  myn  ftaat ,  en  die  van 
3,  Spanjen  beveftigt ,  niet  van  die  poli- 
„  tieke  alarmen  en  wrede  jaloezyen 
3,  veroorzaakt  ,  welke  zo  veel  bloed 
3,  doen  vergieten  ,  en  dat  in  tegen- 
35  deel  Europa  aan  myn  huwlyks-ver- 
35  bond  met  oprechtheid  zyn  zegel 
35  hangt  5  en  om  zo  tefpreken  bekrach- 
35  tigt.  Alles  wat'er  onder  myne  re- 
35  gering  gepaffeert  is  5  heeft  geen  an- 
35  der  doelwit  gehad  5  dan  om  de  mo- 
35  gentheden  zodanig  onder  zich  te  ver- 
55  binden  ,  dat'er  de  algemene  ruft  uit 
55  ontftond ,  en  dat  het  geluk  van  on- 
35  derfcheide  volkeren  een  algemeen  ge- 
35  luk  was  5  't  geen  de  een  zonder  de 
35  anderen  niet  genieten  kon. 

55  Nademaal  de  Opperheer  derkonin- 
35  gen  niet  minder  de  God  des  vredes, 
55  dan  de  heer  der  beirfcharen  word  ge- 
55  noemt  5  heb  ik  het  noodzaaklykgeoor- 
35  deelt,  hem  over  dit  voorval  te  danken  5 
3,  dat  zo  bequaam  is  om  de  algemene  ruft 
55  te  beveiligen^.  Evenwel  heeft  dit  huw- 
lyk  naderhand  geen  voortgang  gehad, 
en  een  van  de  eerfte  zorgen  van  dien  ge- 
nen 5  die  den  hertog  van  Orleans  in  zyn 
gezag  opvolgde,  was  ,  die  verbintenis 
te  verbreken. 
Dejezui.    De  herftelling  der  jezuiten  aan  ^t  hof,die 
het  hof  om  defceq  ty  d  voorviel,maakte  zo  veel  ge* 
hcirtch,  nicht* 


Philippus  van  Orleans.  262 

nicht ,  als  het  gewichtigfte  voorval  had 
kunnen  doen.  De  abt  van  Fleun?  fchry- 
ver  van  de  kerkelyke  hiitorie  5  dien  de 
hertog  regent  tot  biegtvader  deskonings 
had  aangeitelt ,  om  dat  hy  noch  janfo 
niltnochmoliniit  was  ,noch  de  gevoelens 
van  't  roomiche  hof  begunlligde,  door 
Jaren  en  ziekten  afgemat,  verzocht  van 
deze  bediening  ontheft  te  worden.  De 
prins  ftond  hem  zyn  verzoek  toe ,  en 
benoemde  ,  om  deszelfs  plaats  te  ver- 
vullen, vader  de  Linieres,  welke  noch 
tegenwoordig  die  aanzienlyke  poft  be- 
dient. Deze  iezuit  was  enige  jaren  her- 
waarts biegtvader  van  de  hertogin  van 
Orleans  geweeft  3  en  zyn  zagt  en  vreed- 
zaam humeur  had  den  hertog  tot  die 
keuze  overgehaalt ,  daar  zyn  laag-viie- 
gent  verftand  miiTchien  ook  het  zyne 
toegedaan  had  ,  want  hy  had  nooit  on- 
der zyn  genoodfchap  uitgeblonken,  en 
de  verheve  wetenfchappen  ,  noch  het 
preken  ,  waren  nooit  van  zyn  bereik 
noch  van  zyn  fmaak  geweeft :  na  pro- 
cureur van  enige  collegien  geweeft  te 
zyn  5  kreeg  hy  dezelve  bediening  in  hun 
kloofter  van  de  ftraat  van  S.  Antoni , 
daar  hy  vrinden  maakte ,  en  onder  an- 
deren dc  genegenheid  van  vader  la  Chai- 
ze  wilt  te  winnen,  die  hem  by  Madame 
plaatfte. 

R  +  Het 


z6±     Het  Leven  van 

Het  gemeen,  verwondert ftaande over 
de  onverwachte  benoeming  van  dezen 
jezuit  tot  biegtvader  des  konings ,  zocht 
'er  de  oorzaak  van  te  raden,  en  men 
begon  voor  een  vafte  waarheid  te  ver- 
tellen ,  dat  het  een  afgefproken  werk 
was  tuffchen  vader  d^Aubenton ,  biegt- 
vader van  den  koning  van  Spanien ,  en 
tuffchen  den  hertog  van  Orleans  ,  tot 
beloning  van  de  moeite ,  die  de  laatstge- 
noemde jezuit  had  aangewend ,  om  de 
onderhandeling  van  het  dubbelt  huw- 
lyk  te  d:.)en  geluk&en.  De  liftige  han- 
delingen van  dit  genoodfchap ,  en  des- 
fcelfs  onvermoeide  oplettentheid ,  om 
xich  te  handhaven  ,  en  hoger  te  ver- 
heffen ,  maakten  deze  gilling  waar- 
fchynlyk  ,  en  het  belang  dat  Philippus 
de  vyfde  in  \  vervolg  nam  ,  om  den 
nieuwen  biegtvader  van  Lodewyk  den 
vyfeienden  gezag  by  te  zetten ,  deed  ze 
als  zeker  aanzien.  Evenwel  kon  deze 
benoeming  wel  andere  beweegredenen 
hebben  :  men  had  zich  tecnemaal  tegen 
de  party  verklaart  ,  die  men  niet  kon 
onder  de  knie  krygen  :  de  koning  be- 
gon tot  jaren  van  kennis  te  komen,  en 
de  ongeruftheid  van  den  paus,  over  de 
aanftaande  gevoelens  van  dien  prins , 
was  ongemeen,  en  kon  niet  geftilt  wor- 
den ,  dan  door  een  jezuit  by  hem  ge- 

plaatft 


Philippus  van  Orleans.  26$ 

plaatft  te  zien.  Was'er  wel  meer  nodig , 
om  zyne  koninglyke  hoogheid  tot  die 
keuze  over  te  halen  ? 

Men  kan  zich  gemaklyk  voorftellen , 
wat  hartzeer  aan  de  appellanten  ,  en  aan 
de  genen ,  die  dezelve  gevoelens  had- 
den", de  fchielyke  verheffing  van  hunne 
gellage  vyanden  moeft  veroorzaken,  die 
zy  als  den  zwaarften  flag  aanzagen,  die 
hen  kon  overkomen  ;  maar  ik  geloof  niet3 
dat  iemand  zou  hebben  kunnen  voor- 
zien, hoe  ver  de  fpyt  den  cardinaal  de 
Noailles  zou  vervoeren.  Deze  prelaat 
vergat  by  die  gelegenheid  zyn  voorzich- 
tigheid en  gematigheid  ,  en  hielt  een 
gedrag,  dat  geen  man,  die  een  aanzien- 
lyke  poft  bekleed  ,  betaamt ,  doende 
ftappen  ,  die  tothiertoe  zonder  voor- 
beeld waren  :  ik  ben  geen  janfenift  noch 
moiinift ,  maar  al  was  ik  een  janfenift, 
ik  zou  het  zelve  zeggen  en  denken. 

Vader  de  Linieres  ging  ,  gelyk  het 
zyne  fchuldige  plicht  was ,  zyn  compli- 
ment by  zyne  eminentie  maken ,  en  om 
zyne  a&e  vragen;  de  cardinaal  was  toen 
te  Conflans  ,daar  hy  om  zyne  heesheid 
reeds  eenigen  tyd  ge  weeft  was.  Toen 
men  den  biegtvader  des  konings  quam 
aandienen ,  zei  hy  met  een  piepende  ftem5 
Ha!  is  Vader  de  Linieres  daar^velnu^  laat 
hem  binnen  komen ,  en  zonder  hem  tyd 
R  5  van. 


266    Het  Leven  - van 

van  fpreken  te  vergunnen ,  zei  hy  met 
veel  levendigheid  tegen  hem,gy  komt 
om  U  alle  vragen,  vader,  ik  kan  ze  u 
niet  geven ,  en  ik  maak  u  met  veel  genoegen 
mondeling  bekent ,  dat  ik  u  verbied  den  ko- 
ning de  biegt  af  te  nemen,  ik  zou  u  verfcbei- 
de  redenen  van  die  weigering  kunnen  geven, 
maar  ik  ben  tegenwoordig  al  te  verkou- 
iven :  de  marfchalkin  van  Noailles,  zy- 
ne  fchoon-zufter  ,  die  niet  verkouwen 
was,  nam  het  woord  op,  en  bejegende 
hem  zo  vinnig,  als  een  vertoornde  vrouw 
in  ftaat  is  om  te  doen.  Men  zal  my  be- 
kennen ,  dat  de  fpyt  alleen  deze  woor- 
den kon  ingeven ,  en  dat  de  cardinaal , 
indien  hy  jonger  was  geweeft,  en  zich 
zeiven  meer  bezeten  had ,  zo  niet  zou 
gefproken  hebben  ,  en  begrepen ,  dat  de 
verkiezing  van  den  fouverein  altyd  met 
eerbied  moet  aangenomen  worden,  en 
dat  men  omtrent  zyn  plicht  in  gebreken 
blyft,als  men  die  genen,  die  hy  eert,  ver- 
acht en  hoont.  Behalvendat,  een  opvlie- 
gende drift  kan  den  verftandigften  over- 
komen,enhem  enige  ogenblikken  als  bui- 
ten zich  zeiven  verrukken ,  maar  de  car- 
dinaal de  Noailles  gaf  zich  teenemaalaan 
de  fpyt  over ,  en  weigerde  den  hertog 
regent,  en  den  koning  zelf,  hartnekkig 
de  acte  voor  dezen  jezuit  ,  waarin  hy 
zo  veel  te  meer  te  laken  was,  om  dat  hy 

niet 


Philippus  van  Orleans.  267 

niet  kon  onbewuft  zyn  ,  van  wat  maat- 
regelen men  zich  kon  bedienen  ,  om  el- 
ders 5  't  geen  hy  weigerde  ,  te  ver- 
krygen.  ' 

De  voorv/entzels  ,  die  hy  gebruikte 
om  zyn  gedrag  te  verfchonen  ,  waren 
zo  beuzelachtig ,  als  dit  onverantwoord- 
lyk  was.  Hy  fchreef  een  langen  brief 
aan  zyne  koninglyke  hoogheid,  waarin 
hy  ondernam  te  bewyzen,  dat  zyn  ge- 
weten hem  niet  toeliet  toe  te  ftaan,  dat 
een  jezuit  den  koning  de  biegt  zou  af- 
nemen ,  wiens  welzyn  hem  zo  waard 
was :  dat  was  te  zeggen ,  dat  hy  zich 
weinig  bekommerde  over  het  welzyn 
van  den  prins  ,  waaraan  hy  fchreef,  en 
dat  van  madame,  nademaal  hy  duldde  , 
dat  deze  beiden  jezuiten  tot  hun  biegtva- 
ders  gebruikten.  Zyn  brief  wierd  door 
een  gefchrift  onderfteunt,  door  hem  met 
grote  zorg  overal  verfpreid,  waarin  hy 
in  algemene  termen  bewees  ,  dat  een 
biflchop  zonder  zonde  niet  konde  dul- 
den ,  dat  deze  vaders  het  facrament  van 
penitentie  bedienden.  Indien  de  univer- 
fiteit  vry  geweeft  was  ,  zou  zy  niet 
gemift  hebben  haar  ftem  by  dit  vonnis  te 
voegen. 

Men  kan  wel  oordelen,  dat  diergely- 
ke  fchriften  niet  veel  indruk  maakten, 
vader  de  Linieres  ging  te  Pontoife  wo- 
nen. 


*<58    Het  Leven  yan 

nen ,  onder  het  aartsbifdom  van  Rouen  y 
en  de  koning  ging  naar  S.  Cyr,  onder 
het  bifdom  van  Chartres  gelegen  ,  daar  hy 
aan  dezen  vader  biegtte.  Men  kreeg  ook 
een  brevet  van  den  paus ;  't  welk  den  ko- 
ning de  vryheid  gaf ,  om  een  biegtva- 
der  te  verkiezen  ,  die  van  den  gewoon- 
lyken  voorgoedgekeurt  was ,  en  het 
brevet  verklaarde  meteen  ,  dat  zyne 
majefteit  onder  geen  byzonder  bifdom 
behoorde.  Allengsjes  wierden  de  ge- 
wetenswroegingen van  zyne  eminentie 
geftilt,  en  ziende  dat  het  onheil  zon- 
der hulpmiddel  was ,  oordeelde  hy  in  con- 
fcientie  den  koning  aan  zyn  quaad  lot  te 
kunnen  overlaten. 

Echter  moet  men  bekennen,  dat  de- 
fe£  cardinaal  zich  trooften  kon,  dat  een 
jezuit  aan  't  hof  niet  wel  aangezien  was , 
en  dat  vader  de  Linieres  meer  dan  een 
bittere  pil  moeft  doorzwelgen.  De  prin- 
ces  van  Conti ,  eerfte  douariere  ,  die 
de  vier  biflchoppen  over  hun  appél  ge- 
luk had  gewenfcht ,  en  verklaart ,  dat 
zy  'er  ook  haar  ftem  toe  gaf,  ontfong 
hem  heel  niet  wel.  Mevrouw  de  abdis 
van  Chelles,  toen  ter  tyd  te  Val-de-gra- 
ce  zynde ,  gaf  hem  dit  antwoord  op 
een  lang  compliment ,  dat  hy  haar  ge- 
maakt had.  Dewyl  Vr  noodzaaklyk  een 
jeziut  biegtvader  des  konings  moejl  zyn , 


PhILIPPUS  VAN  OltLEANS.  l6$ 

is  het  tny  even  zo  aangenaam  ,  dat  gy 
zyt  ,  als  een  ander ;  maar  ik  kan  u  niet 
ontveinzen  ,  dat  ik  moeilyk  ben  van  deze 
poft  door  eenjezuit  te  zien  bekleden  ,  want 
gy  moet  weten  ,  dat  ik  uw  genoodfchap 
niet  lyden  mag  ,  echter  ben  ik  Vr  een 
weinig  bang  voor ;  gy  ziet,  dat  ik  een 
goede  jranjche  vrouw  ben.  Al  de  wereld 
had  'er  zulke  Hechte  denkbeelden  niet 
van,  maar  niemand  in  der  daad  keurde 
de  herftelling  van  het  genoodfchap  voor 
goed  ,  zelfs  deszelfs  vrinden  prezen  die 
niet:  het  misbruik,  dat  de  jezuiten  van 
het  vertrouwen  van  Lodewyk  den  veer- 
tienden gemaakt  hadden,  de  trotsheid, 
die  hun  dat  had  ingeboezemt,  hun  po- 
litieke ftreken  ,  en  toelegging  om  over- 
al den  meefter  te  fpelen  ,  gaven  die 
denkbeelden  in  :  en  inderdaad ,  wat 
noodzaaklykheid  fteekt  'er  in ,  dat  'er 
een  jezuit  aan  het  hof  moet  zyn  ?  zou 
een  particulier,  die  geen  gefchillen  en 
gevoelens  van  zyn  kloofter  te  verdedi- 
gen had,  daar  niet  beter  voegen? 

Clemens  de  elfde  zei  met  recht,  dat 
indien  men  de  heerfchzucht  der  jezuiten 
niet  beteugelde  ,  zy  op  de  tinne  des 
tempels  zouden  klimmen.  Deze  geeft- 
lyken ,  niet  te  vreden  dat  zy  in  een  poft 
herftek  waren,  die  zy  voor  altyd  verlo- 
gen rekenden ,  wendden  al  hun  vlyt  aan, 


270     Het  Leven  v 

dat  de  nieuwe  biegtvader  op  den  zel^ 
ven  voetmogt  geftelt  .worden,  als,  ten 
tyden  van  den  overleden  koning,  vader 
de  la  Chaize  en  vader  le  Tellier  ge- 
weeft  waren.  7t  Is  omtrent  met  den 
biegtvader  des  konings  gelegen,  als  met 
den  cancelier:  indien  de  laatftgenoemde 
het  zegel  niet  heeft ,  is  zyn  poft  aanzien- 
lyker  dan  nut,  en  zyn  gezag  komt  wei- 
nig met  de  verhevenheid  van  zyn  rang 
overeen ;  zo  ook ,  indien  de  biegtvader 
de  lyft  van  de  beneficiën  niet  heeft , 
geeft  hem  zyn  poft ,  hoe  aanzienlyk  die 
ook  is ,  maar  een  heel  bepaalt  gezag,  en 
zyn  krediet  is  maar  middelmatig. 

De  lyft  van  de  beneficiën  te  hebben , 
is  enigzins  het  bewind  hebben  over  alle 
de  beneficiën  van  't  ryk,  gelyk  de  oor- 
logs-minifter  over  de  meefte  militaire 
poften  te  zeggen  heeft;  met  dit  onder- 
fcheid ,  dat  de  begeving  der  beneficiën 
meer  voordeel  inbrengt ,  om  dat  derzei  ver 
menigvuldigheid  en  gewicht  hen  inftaat 
ftelt,  om  meer  menichen  dienft  te  doen. 
't  \Vas  dan  de  uitdeling  der  beneficiën, 
daar  de  jezuiten  op  vlamden ,  zonder  dat 
achtten  zy  de  aanzienlyke  poft  van  's  ko- 
nings biegtvader  niets. 

Om  hierin  te  Hagen  ,  addreffeerden 
zy  zich  aan  den  koning  van  Spanjen , 
en  vertoonden  hem,  dat  de  party  der 

ap- 


Philippus  van  Orleans.  271* 

appellanten,  wat  moeite  men  ook  ge- 
daan had  om  die  uit  te  roeien ,  noch  zeer 
magtig  was ;  dat  het  voornaamfte  mid- 
del, om  die  te  verdelgen,  was,  zoda- 
nige geeftlyken  van  de  beneficiën  te  we- 
ren, die  daar  de  kragt  en  de  ftut  vaa 
waren ,  dat  deze  oplettentheid  een  gro- 
ten yver  vereifchte ,  en  een  grondige 
kennis  van  alle  de  genen ,  die  daar  naar 
ftonden;  dat  een  particulier,  wie  hy 
ook  zyn  mogt ,  zo  wel  in  den  grond 
daar  niet  van  kon  onderrecht  zyn,  als 
een  jezuit,  voor  wien  zyne  medebroe- 
ders, door  het  hele  ryk  verfpreid,  niets 
verholen  zouden  laten ,  en  dat  men  kon 
verzekert  zyn ,  dat  hen  niemand  in  vu- 
rigen  yver  overtrof.  Het  hele  genood- 
fchap  ftelde  zich  in  beweging,  om  deze 
vertoningen  te  doen  gelden  ,  en  de 
nuntius  van  de  paus  onderfteunde  die 
kragtig.  Vader  de  Linieres,  zegt  men, 
was  de  uitvinder  van  deze  geheime  han- 
deling niet,  hy  liet  'er  zich  maar  toe 
gebruiken ,  maar  die  eer  was  aan  vader 
Lallemant  verfchuldigt  ,  van  wien  ik 
meen  reeds  gefproken  te  hebben ,  een 
boezem-vrind  van  den  overleden  vader 
le  Tellier ,  en  hooft  van  zyn  gehei- 
men raad.  Dit  verdient  wel  een  wei- 
nig ontwimpelt  te  worden  ,  en  ik  ge- 
loof 


Het  Leven  van 


loof  niet  dat  men  my  myne  uitweiding 

qualyk  zal  nemen. 
Geheime     Lodewyk  de  veertiende  goed  gevon- 
raadsver-  Jen  hebbende  ,  hoewel  zulks  weinig 

§«  je"g  Pafte?  om  van  zYn  biegtvader  een  van 
zuitentot  zyn  voornaamfte  ftaats-fecretariffen  te 
▼ende?  maken ,  en  hem  daar  den  rang  en  de 
benefi-    eertekenen  van  te  geven  ,  ftelde  deze 
c,en*      een  raad  aan,  die  men  wel  denken  kan 
dat  uit  enkele  jezuiten  beftondrde  procu- 
reurs van  de  verfcheide  provintien ,  die  de- 
ze vaders  in  Vrankryk  hebben ,  en  welke 
te  Parys  hun  verblyf  houden ,  waren  'er 
leden  van;  iedereen  was  gelaft,  het  geen 
zyne  provintie  raakte ,  in  te  brengen. 

Hy  voegde  'er  ,  naar  zyn  welgeval- 
len, enigen  van  diegenen  by,  die  het 
geluk  hadden  gehad  van  hem  te  beha- 
gen. In  dezen  geheimen  munniken- 
raad  maakte  men  het  pro9es  op  van  alle 
de  geeftlyken  van  Vrankryk,  en  difpo- 
neerde  van  hun  noodlot,  op  de  geheime 
informatien  ,  door  enkele  jezuiten  opge- 
ftelt.  Zo  dra  men  enig  vrind  in  dezen 
raad  had ,  was  men  verzekert  zyn  wenich 
te  genieten ;  getuigen  hier  van  zyn  juf- 
frouw de  Monchi,  nonne  in  hetkloolter 
van  Avenes  by  Arras ,  die  op  haar  ne- 
gentiende jaar  abdis  wierd,door  het  cre- 
diet  van  broeder  Watblé ,  die  eertyds 

knecht 


Philippus  van  Orleans.  èjrj 

knecht  van  haar  vader  geweeft  was;  een 
premonftratenzer  munnik  ,  die  op  re- 
commandatie van  een  jeziut,  vrind  van 
den  fecretaris  van  vader  la  Chaize  ,  tot 
abt  benoemt  wierd  ,  voor  dat  het  proces 
van  de  verkiezing  aan  rt  hof  gekomen 
was  ,  en  dat ,  om  het  verzoek  voor  te  ko- 
men, 't  welk  men  wift  dat  de  dauphin 
voor  een  ander  munnik  ftond  te  doen; 
getuigen  zyn  de  vier  zoons  en  een  dog- 
ter van  een  wagenmaker  uit  het  diftricT: 
van  Camerik,  die  ,  door  't  middel  van 
een  jezuiet,  die  daar  genegenheid  had 
voor  opgevat  3  de  voornaamfte  abdyen 
van  Vlaanderen  kregen. 

Het  artykel,  waarop  men  voornaam- 
lyk  in  dezen  raad  aandrong,  was  de  ge- 
negenheid der  follicitanten  voor  dit  ge- 
noodichap:  indien  men  maar  het  minfte 
verdacht  wierd  gehouden  daar  omtrent 
in  gebreken  te  blyven,  kon  men  verze- 
kert zyn  ,  van  daarvan  uitgeiloten  te 
zyn,  wat  geboorte  of  verdienften  men 
ook  van  den  anderen  kant  mogt  hebben. 
Dit  wras  de  bron  van  deszelfs  groot  aan- 
zien, dit  maakte,  dat  het  altyd  een  gro- 
te menigte  aanbidders  had,  en,  zo  i,< 
my  dus  durf  uitdrukken ,  dit  dwong  dc 
luiden  van  de  hoogfte  geboorte  om  zich 
te  vernederen ,  en  hun  hof  daar  by 
maken. 

II.  Deel.  S  De 


274    Het  Leven  yaK 

De  vreugde,  die  het  gemeen  over 
deszelfs  val  betuigt  had  ,  en  het  hart- 
zeer 5  dat  het  nu  over  deszelfs  herftelling 
deed  blyken,ftrektetot  een  vaftbewys, 
dat  het  zich  meer  vyanden  dan  vrinden 
had  op  den  hals  gehaalt,  en  dat  deszelfs 
enkele  tegenkanting  tegen  de  janfenifti- 
fche  leer  het  gehaat  had  gemaakt. 

Vader  de  la  Chaize  was  een  doorfle- 
pe  hoveling,  maar  heel  gematigt;  hy 
beminde  de  focieteit ,  maar  die  liefde 
ging  zo  ver  niet,  dat  hy  de  genen  zou 
vervolgt  hebben,  die  niet  heel  aan  hem 
overgegeven  waren ;  hy  had  altyd  gro- 
te achting  voor  die  genen ,  dien  hunne 
geboorte  het  recht  gaf,  om  naar  ge- 
wichtige bedieningen  te  ftaan. 

De  raad,  dien  hy  aanftelde,  was  van 
hetzelve  humeur,  daarom  konden  'er 
vader  le  Tellier ,  en  luiden  van  zyn  im- 
borft,  nooit  toegang  toe  krygen.  De- 
ze, hem  naderhand  in  zyn  poft  opge- 
volgt  zynde ,  gaf  zyn  vertrouwentheid 
aan  de  doortraptfte  en  woelagtigfte  on- 
der zyne  mebroeders ,  als  de  paters  Dou- 
cin,  Daniël,  Lallemand,  alle  drie  Nor- 
mans, zo  wel  als  hy,  en  een  zekeren 
vader  Germon,  die  by  den  heer  Def- 
marets  in  grote  achting  ftond,  by  wiens 
kinderen  hy  leermeefter  geweeft  was. 
Deze  vier  gevaarlyke  geeften ,  om  den 

car- 


Philippus  van  Orleans.  27$ 

cardinaal  de  Noailles  ,  dien  zy  niet  ly- 
den  mogten  ,  in  den  grond  te  helpen , 
verwekten  in  denftaat  die  droevige  twift, 
waarvan  de  fcheuring  noch  niet  geheelt 
is ,  en  dwongen  dezen  prelaat  om  zich 
voor  een  party  te  verklaren  5  die  hy  be- 
minde ,  maar  daar  hy  nooit  meer  dan 
enige  achting  voor  zou  betuigt  heb- 
ben ,  indien  meri  hem  niet  het  mes  op 
de  keel  had  gezet. '  ]t  Geen  zy  in  den 
ftaat  deden ,  deden  zy ,  naar  propor- 
tie ,  in  hun  genoodfchap  ook  ;  zy 
maakten  'er  zich  de  meefters  van,  en  • 
vervolgden  allen,  die  zich  niet  opent- 
lyk  voor  hen  verklaarden ;  men  hoor- 
de niet  als  van  kabalen  en  doorflepe 
handelingen,  zo  dat  de  hertog  van  Or- 
leans in  't  jaar  17 19  genoodzaakt  wierd 
het  koninglyk  gezag  tuffchen  beiden  te 
doen  kömen  ,  om  de  bevelen  van  hun 
gener£il  te  doen  uitvoeren. 

Philippus  de  vyfde ,  van  alle  kanten  Biiiykc 
door  de  geheime  kuiperyen  van  vader  leidvïn 
Lallemand  laftig  gevallen,  liet  zich  tot  dencar- 
de  netelige  zaak ,  die  men  hem  ten  be-  j^""1  *u 
hoeve  van  het  genoodfchap  afvergde ,  gen  dc 
bepraten.  Hy  fchreef  een  brief  aan  den  jczuiren* 
heer  regent ,  waarin  hy  alle  de  redenen 
herhaalde  5  die  men  hem  aangevoert  nad, 
om  hem  over  te  halen  ,  dat  hy  dit  on- 
gewoon verzoek  doen  mogt.    Zo  dra 
S  2  de 


Het  Leven  v  a  i* 

de  hertog  den  brief  van  zyne  katholyks 
majefteit  ontfangen  had,  vertoonde  hy 
dien  aan  den  cardinaal  du  Bois,  en  zy 
waren  beide  evenzeer  gebeten  op  de  bui- 
tenfporige  vorderingen  van  die  genen  , 
die  zulk  een  kragtige  recommandatie 
hadden  weten  te  krygen  ;  hadden  zy  het 
niet  gelaten  om  alles ,  't  geen  zy  ge- 
daan hadden  5  om  den  tegenftand  van 
den  cardinaal  de  Noailles  te  overwin- 
nen ,  zo  zouden  zy  opftaandenvoet 
een  anderen  biegtvader  aangeltelt  heb- 
ben.   Vooral  verviel  de  cardinaal  du 
Bois  in  een  zeker  foort  van  razerny ,  en 
zwoer  op  zyn  manier  ,  dat  zy'er  berouw 
van  zouden  hebben.    De  vyanden  van 
de  conftitutie,  vooral  de  benedictynen  , 
deden  hun  voordeel  met  zyne  rechtvaar- 
dige gramfchap:  men  ftuitte  het  onweer, 
dat  gereed  ftond  om  hen  te  grond  te 
liaan ,  en  de  jezuiten  wierden  door  zyn 
dood  van  een  vyand  verlolt,  die  beflo- 
ten  had  hen  zo  diep  te  vernederen ,  als 
zy  zich  hoog  hadden  willen  verheffen. 
j)c  mar-     Naauwlyks  was  men  een  weinig  be- 
van*  v/i-  komen  van  de  ontfteltenis ,  door  het  aan- 
icroi  in  ftellen  van  een  jezuit  tot  biegtvader  des 
°emkt  konings  veroorzaakt ,  of  een  ander  voor- 
fiera' ' '  val ,  dat  noch  zonderlinger  en  minder 
voorzien  was,  trok  alle  aandagt  naar  zich, 
en  deed  voor  enige  dagen  al  het  overige 

verge- 


m 


Philippus  van  Orleans.  277 

Vergeten  :  dit  was  de  ongunft  en  de  bal- 
lingfchap  van  den  marfchalk  van  Ville- 
roi. De  hertog  regent  had  opentlyk  ge- 
zegt  5  dat  het  tyd  was  om  zynmajefteifc 
van  zyn  (taats-zaken  en  geheimen  te  on- 
derrechten ?  en  dat  hy  zeif  die  zorg  op 
zich  zou  nemen  ;  hy  had'er  zeifin  't  by- 
zonder  den  marfchalk  van  Villeroi  over 
onderhouden  ,  en  tegen  hem  gezegt  5  dat 
hy  een  begin  meende  te  maken  3  met  alle 
morgen  met  den  jongen  monarch  te  arbei- 
den. Hy  wilde  den  tienden  augufti  be- 
ginnen, en  begaf  zich  tot  dien  einde  in 
het  vertrek  des  konings  ,  daar  hy  den 
hertog  van  Bourbon  ,  den  graaf  van  Cler- 
mont3en  den  oud-biflchop  van  Frejus  vond: 
de  hertog  van  Orleans  verzocht  den  ko- 
ning ,  van  in  zyn  kabinet  te  willen  tre- 
den 5  zeggende  ,  dat  hy  zyne  maiefteit 
een  zaak  had  mee  te  delen,  die  hy  hem 
onder  vier  ogen  moefc  zeggen. 

De  hertog  van  Bourbon  en  de  ande- 
re heren  namen  hun  affcheid ,  maar  de 
marfchalk  van  Villeroi  alleen  wilde  den 
koning  volgen  :  de  hertog  herhaalde  , 
dat  hy  zyne  maiefteit  alleen  te  fpreken 
had  ,  maar  deze  bleef  ftyf  by  zyn  ftuk 
ftaan  ,  en  beweerde,  dat  hy,  als  gou- 
verneur des  konings,  zyne  majefteit  niet 
mogt  uit  het  gezicht  verliezen ,  zyn  ko- 
pinglyke  hoogheid  vertrok,  en  zeids  te- 
S  3  geri 


278     Het  Leven  van 

gen  den  koning,  dat  hy  eene  andere 
gelegenheid  zou  afwachten,  om  hem  te 
Ipreken. 

Wat  fierheid  'er  ook  in  dit  gedrag  van 
den  marfchalk  van  Villeroi  fcheen  te  fte- 
ken ,  was  het  gewettigt  door  het  geen 
zyn  vader  overgekomen  was ,  die  gou- 
verneur van  Lodewyk  den  veertienden 
geweeft  was.  Anna  van  Ooftenryk ,  re- 
gentin van  't  ryk ,  had  op  een  tyd  iets 
geheims  aan  den  koning  haar  zoon  mee- 
tedelen, en  de  marfchalk  van  Villeroi 
had  uit  eerbied  de  kamer  willen  uitgaan , 
maar  deze  princes  had  hem  weerhouden, 
met  te  zeggen  :  blyfy  myn  heer ,  nade- 
?naal  ik  u  de  opvoeding  van  den  koning 
myn  zoon  toevertroud  heb ,  is  Vr  geen  ge- 
heim voor  u ,  en  gy  moet  nooit  zyn  per- 
foon  uit  het  gezicht  verliezen. 

Dit  voorbeeld ,  dat  waarichynlyk  den 
hertog  van  Orleans  voorogengeftelt 
wierd  ,  verhinderde  echter  niet,  dat  hy 
zeer  gebelgt  was  over  het  gedrag  van 
den  marfchalk  van  Villeroi ,  't  geen  hy 
voor  een  hevig  affront  opnam,  te  meer, 
om  dat  hy  het  mifTchien  als  een  uitwer- 
king van  de  verfchriklyke  vermoedens 
aanzag  ,  waarmee  men  het  gemeen  , 
ten  opzicht  van  zyn  perfoon  ,  had  in- 
genomen. 

Daarenboven  een  oude  wrok  tegen  de- 
zen 


PHIMPPUS  VAN  ORLEANS.  2*7$ 

zen  marfchalk  hebbende  ,  die  zich  dikwils 
wat  onbedacht  over  zekere  gebeurniffen 
onder  hetregentfchap  uitgedrukt  had,nam 
hy,  zonder  zichdaaraan  te  keren,  wat  men 
'er  van  denken  of  zeggen  mogt  3  op  {taan- 
den voet  het  ftout  beraad  ,  van  hem  zy- 
ne  poft  af  tenemen  ,  en  die  aan  den  her- 
tog van  Charoft  te  geven.  Inderdaad  ten 
drie  uren  na  den  middag  uit  zich  zeiven 
gekomen  ,  of  ontboden  zynde  ,  om  zy- 
ne  koninglyke  hoogheid  te  fpreken  ,  zei- 
de  de  marquis  de  la  Fare  tegen  hem  ,  dat 
de  hertog  regent  hem  niet  fpreken  kon  : 
ter  zeiver  tyd  itelde  de  marquis  van  Artag- 
nan ,  bevelhebber  over  de  graauwe  muf- 
quettiers  ,  hem  een  gezegelden  brief  ter 
hand,  dewelke  order  inhield,  om  zich  naar 
zyn  hertogdom  van  Villeroi  ,  dat  maar 
tien  mylen  van  Parys  legt,  te  begeven. 

De  marfchalk,  die  nooit  gelooft  had, 
dat  men  een  diergely k  beiluit  omtrent  hem 
zou  genomen  hebben, ftond  heel  verfla- 
gen, en  ant\voordde,dat  hy  gehoorzamen 
zou ,  maar  dat  hy  hartelyk  verlangde  voor- 
afzyne  koningjyke  hoogheid  te  fpreken, 
diehy  zaken  van  het  uiterfte  gewicht  had 
mede  te  delen.  Deze  prins  liet  hem  ant- 
woorden ,  dat  hy  geen  tyd  had  om  hem 
te  horen.  Men  liet  hem  in  een  poft- 
chaize  gaan  zitten  ,  met  mynheer  de 
Libois ,  ordinaris  edelman  van  den  ko- 
S  4  ning; 


*So    Het  Leven  v  a 


ning;  de  marquizen  de  la  Fare  en  d'Ar^ 
tagnan  ,  aan  het  hooft  derlyfwacht  van 
den  hertog  van  Orleans  ,  verzelden  hem 
tot  Sceaux  ,  daar  detachementen  van 
masquetiers  waren ,  die  hem  naar  Ville- 
roi  leidden  :  den  volgenden  dag  kreeg 
hy  een  nieuw  bevel,  om  zich  naar  zyn 
gouvernement  van  het  Lionneefche  te 
begeven. 

Deze  ongunft,  door  Parys  verfpreid 
fcynde ;  verwekte  daar  een  grote  verlla- 
genheid  :  de  miffelyke  denkbeelden,  die 
men  van  den  dood  van  den  dauphin , 
van  de  dauphine  ,  en  den  hertog  van 
Bretagne  gehad  had ,  wierden  weer  le- 
vendig ;  men  erinnerde  zich  weer  7t  geen 
jnen  zedert  het  regentfchap  verbreid  had, 
dat  men  de  behoudenis  des  konings  aan 
de  zorgen  van  dezen  marfchalk  verfchul- 
digt  was ;  het  volk  mompelde ,  dat  alles 
verloren  was  ,  en  dat  de  plegtigheid 
van  de  zalving  vooreen  ander  ftond  ge- 
houden te  worden.  Zinneloze  en  reuk- 
loze redevoeringen,  die  de  franfche  na- 
tie altyd  tot  fchande  zullen  llrekken,de- 
wyl  zy  met  deze  denkbeelden  ingeno- 
men zynde,  niemand  ondernam  het  on- 
heil te  wenden,  \  geen  zy  in  voor- 
raad beweenden. 
ï)c  re-  Schoon  de  hertog  regent  deze  buiten- 
5ed1gtC1>  fporigc  geruchten  moeit  gewoon  zyn , 

drag. 


Philippus  van  Orleans.  2S1 

en  dat  hy  ze  met  de  uiterfte  verachting 
aanhoorde  ?  meende  hy  het  gemeen  te 
moeten  onderrechten  van  de  beweegre- 
denen ,  die  hem  tot  die  daad  haddeq. 
aangezet  ,  daar  men  zich  zo  zeer  over 
verwonderde  ;  ten  minften  fchreef  men 
hem  een  foort  van  verantwoording  van 
zyn  gedrag  toe.  Schoon  het  koning- 
lyk  gezag,  zei  deze  prins,  of  de  geen 
die  op  zyn  order  fprak  ,  aan  niemand 
rekenichap  behoeft  te  geven,  dan  aan 
God ,  van  zyn  vonniffen  ,  en  de  uitvoe- 
ring zyner  ontwerpen,  willen  evenwel 
de  koningen  ,  en  de  vertrouwelingen 
van  hunne  magt,  zomtyds  wel  uit  goed- 
heid de  redenen  aan  den  dag  leggen , 
waarnaar  zy  te  werk  gaan  :  daar  zyn 
zekere  omftandigheden ,  waar  in  de  voor- 
zichtigheid hen  vermaant ,  van  hunne 
rechten  af  te  ftaan  ,  om  de  qualykme- 
nenden  te  befchamen,  en  de  zwakken 
hiet  te  ergeren.  Van  deze  natuur  is  de 
tegenwoordige  gefteltenis.  't  Zou  hart 
zyn  ,  dat  ter  gelegenheid  van  het  be- 
vel ,  dat  de  marfchalk  van  Villeroi  ont- 
fangen  heeft,  om  naar  zyn  gouvernement 
te  gaan ,  het  gemeen  zyn  y ver  en  ge- 
trouwheid voor  zyn  meefter  zou  ver- 
denken :  men  moet  recht  bewyzen  aan 
zyne  oprechte  meningen,  maar  ter  zei- 
ver tyd  moet  men  ook  bekennen ,  dat 
S  5  deze 


282 


Het  Leven  van 


deze  gouverneur  zich  al  te  veel  met  de 


beeldde. 

Hy  wendde  zich  een  zeker  air  van 
onafhankelykheid  aan  ,  't  geen  het  op- 
perfte  gezag,  en  de  genen  die  'er  de 
bewaarders  van  zyn,  niet  moeten  dul- 
den :  zyne  vorderingen  voegden  zyne 
majefteit  ,  noch  de  eer  van  de  prinffen  van 
den  bloedeniet  ;hy  wilde,  om  zo  te  fpre- 
ken,een  eigen  troon  voor  zich  oprechten  , 
om  zich  tegen  het  regentfchap  aan  te  kan- 
ten, als  of  het  koninglyk  gezag  verdeelt 
kon  worden.  Zonder  alle  die  onbezon- 
nenheden ,  die  de  eerlykheid  van  den 
marfchalk  niet  tekort  doen,  zouden  wy 
noch  het  genoegen  hebben  ,  van  hem 
by  den  koning  te  zien ,  maar  goede  in- 
zichten kunnen  in  gewichtige  poften  niet 
volftaan ,  men  moet  zyne  paffen  weten 
te  befturen ,  en  zich  aan  den  aart  van 
een  regering  onderwerpen  ,  die  ziclf 
niets  voorftelt,  dan  den  roem  van  den  ko- 
ning, en  het  geluk  zyner  onderdanen. 

Eene  omftandigheid ,  die  de  balling- 
fchap  van  den  marfchalk  van  Villeroi  ver- 
zelde,  en  die  de  hertog  van  Orleans 
niet  had  kunnen  voorzien,  veroorzaakte 
hem  wezentlyk  hartzeer.  De  oud-bif- 
fchop  van  Frejus ,  leermeefter  des  ko- 
nings ,  van  het  voorgevallc  verwittigt 


van  zyne  bediening  in- 


zynde, 


Philippüs  van  Orleans.  283 

£ynde  ,  oordeelde  raadzaam  ,  zich  ook 
vyf  of  zes  mylen  buiten  Parys  te  bege- 
ven, en  zyn  leerling  te  verlaten.  Mif- 
fchien  vreesde  hy  afgedankt  te  zullen 
worden  ,  en  wilde  in  de  voorbaat  zyn , 
miflchien  ook  ,  dat  hy  de  wereld  over- 
tuigen wilde  ,  dat  hy  geen  deel  had  aan 
het  bannen  van  den  marfchalk ;  echter 
wift  men  wel ,  dat  zy  geen  grote  vrien- 
den waren ,  en  dat  hy  uit  tederheid  voor 
den  koning  geen  mededinger  in  zyn 
vrindfchap  wilde  hebben :  dit  vertrek  gaf 
veel  te  kennen  ,  en  mooglyk  meer,  dan 
hy  hebben  wilde.    Zyne  koninglyke 
hoogheid  begreep  het  ,  en  dit  veroor- 
zaakte hem  hartzeer ;  onderwyl  dat  hy 
in  die  ongeruftheid  was ,  gaf  hem  de  po- 
litieke ftedehouder ,  de  twede  zoon  van 
den  overleden  zegelbewaarder,  aan  wien 
hy  zyn  verlegenheid  ontdekte  ,  een 
heerlyken  raad,  te  weten,  dat  hy  vein- 
zen zou,  van  dit  fchielyk  vertrek  ge- 
hoort  te  hebben  ,  en  ter  zei  ver  tyd  vol- 
ftrekt  en  abfolut  bevel  aan  den  prelaat 
zenden  ,  om  opftaandenvoet  weerom 
te  komen  :  't  was  geen  tyd  meer ,  de 
hertog  regent  had  zich  reeds  aan  an- 
deren beklaagt. 

Het  bevel  wierd  afgevaardigt  ,  en 
fchielyk  ter  uitvoering  geftelt ,  't  geen 
zo  veel  te  meer  blydfchap  veroorzaakte , 

om 


Het  Leven  v  a  ff 

om  dat  de  koning  weende  ,  en  zich  ver- 
toornde ,  tot  zo  ver  dat  hy  glazen  in- 
floeg  ,  en  niet  eten  noch  drinken  wilde  , 
zich  van  twee  perfonen  berooft  ziende  , 
daar  hy  aan  gewent  was. 

De  koning  was  niet  meer  te  Parys  , 
toen  dit  gebeurde :  miflchien  was  het  een 
geluk  ;  ten  minften  fchroomden  de  bur- 
gers van  die  ftad  niet  te  zeggen  ,  dat  zy 
het  met  geen  goede  ogen  zouden  aange- 
zien heboen  ,  dat  men  hem  zyn  gouver- 
neur ontnam.  Ondertuflchen  was  de 
regent  genootzaakt  ,  hierin  zyn  gezag 
te  tonen  :  het  miftrouwen  dat  de  mar- 
fchalk  van  Villeroi  had  laten  blyken ,  on- 
der voorwentzel  van  zyn  plicht  te  doen , 
en  zyn  recht  te  handhaven  ,  was  een 
hoon  ,  dien  men  niet  ontveinzen  kon; 
dien  ongeftraft  te  laten  ,  zou  geweelt 
zyn  enigermaten  fchuld  te  bekennen, 
en>  hem  gelyk  te  geven  ;  in  tegendeel 
bewees  men  ,  met  dien  te  ftraffen  ,  de 
oprechtheid  zyner  meningen  ,  en  ftelde 
zich  in  ftaat ,  om  door  den  uitllag  te  doen 
zien,  dat  de  uitgeftrooide  geruchten  van 
de  gewaande  zorgen  van  den  marfchalk 
van  Villeroi  geen  anderen  oorfprong 
hadden  ,  dan  een  tomelozen  haat.  In- 
derdaad, niets  heeft  beter  doen  zien  dan 
deze  verwiireling  van  gouverneur ,  hoe 
qualyk  gegrond  de  buitengewone  öflge- 


Philippus  yan  Orleans.  ^85* 

ruftheden  waren  ,  waarin  men  oyer  de 
behoudenis  van  den  koning  was. 

*t  Was  evenwel  veel  gewaagt  ,  want 
indien  deze  prins  kort  na  die  verandering 
gefturven  was  5  zou  men,  in  de  geftelte- 
nis  daar  men  in  was ,  niet  gelooft  heb- 
ben ,  dat  alles  met  de  boolte  inzichten 
gefchied  was  ?  men  ftelde  derhalven  zyn 
roem  en  eer  in  gevaar  ,  om  die  te  red- 
den :  daarenboven  was  de  koning  zulk 
een  kind  niet  meer,  hy  had  de  jaren  om 
genegenheid  en  haat  te  koefteren  ;  in- 
dien hy  met  een  meefterlyken  toon  ge- 
fproken  ,  en  gezegt  had  ,  dat  hy  abfo- 
luit  zyn  gouverneur  weerom  wilde  heb- 
ben ,  zou  hy  niemand  gevonden  hebben 
om  hem  te  onderlteunen?  zou  een  voor- 
wentzel  ,  om  den  koning  te  gehoorza- 
men ,  geen  genoegzame  reden  geweelt 
zyn  voor  de  perfonele  vyanden  van  den 
lieer  regent,  en  diegenen,  die  over  zy- 
ne  regering  misnoegt  waren ,  om  tegen 
hem  op  te  ftaan  ?  maar  de  onvertzaagt- 
heid  maakte  een  goed  deel  van  den  im- 
borft  van  dezen  prins  uit,  en  men  heeft 
hondert  maal  onder  't  lezen  van  deze 
hiftorie  kunnen  aanmerken ,  dat  de  vrees 
hem  nooit  van  de  party,  die  hy gemeent 
had  te  moeten  kiezen,  te  rug  gehouden 
heeft. 

Ein- 


286 


Het  Leven  van 


Decardï-  Eindelyk  plukte  de  cardinaal  dir  Bois 
Soii  U  aIle  ^e  vruchten ,  die  hy  van  de  vertrou- 
word  tot  wentheid  van  zyn  meelter  ,  en  van  de 
mi^Zr  genegenheid,  of  liever  van  de  drift,  die 
ver-  hy  voor  deszelfs  perfoon  en  belangen 
klaart'  had,  verwachten  kon,  en  ik  durf  ze  ook 
de  beloning  van  zyne  verdienften  en 
arbeid  noemen. 

Den  22  augufti  wierd  hy  tot  eerften 
miniiter  verklaart ,  't  geen  wel  weinig 
meer  tot  zyn  gezag  toebragt  ,  maar  het 
zélve  luifteruyker  maakte  ,  't  zy  dat  het 
hem  met  een  nieuwe  drift  vervulde,  't  zy 
dat  men  toen  niet  meer  twyffelde  ,  of 
hy  was  de  auteur  van  alles  wat  'er  om- 
ging. De  vrede  door  bondige  traktaten 
en  voordelige  verbinteniffen  beveiligt, 
het  parlement  getemt  en  vernedert  ,  de 
groten  ondergebragt ,  die  hem  konden 
in  den  weg  zyn  van  het  hof  gebannen , 
lieten  hem  de  vryheid ,  om  alle  zyne  zor- 
gen over  het  herftellen  der  finantien, 
en  over  de  zaken  van  den  godsdienll  te 
laten  gaan. 

zynzor-     Ten  opzichte  van  de  finantien  liet  hy 
dTüVm-  verfcheide  plakaten  uitgaan  ,  waar  van 
tien.      het  voornaamfte  oogmerk  was ,  de  ge- 
liquideerde briefjes  ,  dat  is  te  zeggen 
die  gene  ,  die  min  of  meer  vermindert 
waren  ,  naar  dat  de  houders  derzelver 

oor- 


PHILI?PUS  VAN  ORLEANS.  28? 

oorfprong  hadden  kunnen  goed  maken  5 
uit  de  wereld  te  helpen. 

Het  plakaat  ,  dat  het  meefte  gerucht 
maakte,  voerde  het  jaarlykfch  recht,  of 
de  20  genaamde  *  Paulette  weer  in. 
Henrik  de  vierde  had  het  opgebragt ,  om 
zich  van  een  deel  van  de  penfioenen  te 
ontlaften,  die  hy  aan  de  gerechts -amp- 
tenaren  betaalde  ,  met  hunne  bedienin- 
gen erflyk  te  verklaren ,  voor  een  zeke- 
re matige  fom  ,  die  zy  alle  jaren  betaal- 
den ,  zonder  hen  evenwel  tot  die  voor- 
waarde te  dwingen.  Deze  belafting,  in- 
derdaad eer  een  gunft  ,  dan  een  kne- 
velary ,  wierd  met  blydfchap  ontfangen , 
en  men  onderwierp  'er  zich  met  veel  yver 
aan ;  ja  men  heeft  meer  dan  eens  gezien, 
dat  niets  de  parlementen  en  de  andere 
gerechtshoven  meer  ontruftte  ,  dan  het 
dreigement ,  van  dat  recht  aftefChaffen. 

In  het  jaar  1710  ,  het  hagchelykfte 
van  de  regering  vanLodewykden  veer- 
tienden ,  quam  'er  een  bevel  uit ,  om 
het  recht  van  Paulette  af  te  kopen  ,  zo 
dat  de  bedieningen  erflyk  waren  ,  en 

dat 

*  Dit  is  een  zeker  geld  ,  dat  de  bezitter  van  enig 
ampt  jaarlyks  gehouden  is  te  betalen ,  om  zyne  erfge- 
namen de  furvivanrie  daaraf  te  verzekeren ,  en  is  ,  zo 
ik  het  wel  heb,  omtrent  h«t  zeftigfte  deel  van  het  geen 
het  ampt  gekoft  hetft. 


~38    Het  Leven  van 

dat  de  jaarlykfche  fom  niet  meer  betaalt 
wierd.    De  cardinaal  du  Bois  zag  deze 
afkoping  en  vernietiging  als  een  fchat- 
ting  aan  ,  die  de  welgegoedfte  onderda^ 
nen  van  't  ryk  hadden  moeten  opbrengen 
in  zulke  droevige  tyden  ,  als  daar  men 
toen  in  was  ;  hy  oordeelde ,  dat  de  ko- 
ning ten  opzicht  van  zyne  belangen 
merklyk  daardoor  beledigt  was  5  en  dat 
de  dertien  jaren ,  dat  deamptenaren  niets 
betaalt  hadden  ,  hen  genoegzaam  fcha- 
deloos  hielden  van  het  opgefchoten  geld. 
Dit  arreft  ontmoette  in  het  parlement 
groten  tegenftand  ,  zelf  had  men  beflo- 
ten  vertoningen  aan  den  koning  daar- 
over te  doen ;  maar  twee  gezegelde  be- 
velen des  konings ,  kort  op  elkander  ge- 
volgt  5  deden  begrypen  ,  dat  de  gehoor- 
zaamheid de  enigfte  party  was ,  die  men 
te  kiezen  had,  ten  zy  men  iets  llimmers 
wilde  beproeven  3  dan  verplaatzing,  en 
ballingfchap. 

Men  dreigde,  niet  door  de  bevel-brie- 
ven ,  maar  door  de  geruchten  ,  die  men 
liet  verfpreiclen  ,  de  al  te  ruime  uitge- 
ftrektheid  van  het  rechtsgebied  des  parle- 
ments  van  Parys  te  verminderen  ,  dat 
den  onderdanen  des  konings  zeer  tot 
lalt  ftrekte ,  die  verplicht  zyn  zich  met 
grote  koften  ,  van  de  uiterfte  grenzen 
van  Auvergne  en  het  Lionneefche,  naar 


Philippus  van  Orleans.  289 

de  hooftftad  te  begeven.  Dit  middel 
zou  in  der  daad  het  krachtigfte  zyn  ,  dat 
men  zou  kunnen  in  't  werk  ftellen  ,  om 
de  macht  van  dit  genoodfchap  te  ver- 
zwakken ,  indien  zy  die  quam  te  mis- 
bruiken. 

De  cardinaal-minifter  ,  die  alzo  vol- 
ftrekt  regeerde  ,  als  ooit  de  cardinaal 
Richelieu  gedaan  had,  ftelde  een  ander 
middel  in^t  werk,  om  fchielyk  een  aan- 
zienlyk  gedeelte  van  de  fchulden  van  't 
ryk  te  vernietigen.  Hy  verzocht  een 
fubfidie  van  die  genen,  die  aanzienlyke 
en  fchielyke  fortuinen  in  den  papierhan- 
del gemaakt  hadden  ,  dat  is  te  zeggen  , 
hy  lei  hun  een  hooftgeld  op ,  naar  gelang 
van  hunne  winften  ,  te  betalen  in  brief- 
jes op  het  ftadhuis  van  Parys  ,  provin- 
ciale renten  ,  atteftatien  van  liquidatie, 
en  andere  koninglyke  efteden ,  die  noch 
niet  vernietigt  waren:  in  deze  belafting 
begreep  men  niet  dan  luiden  ,  die  in  de 
regifters  van  de  bank  bekent  ftonden , 
dat  zy  een  groot  getal  van  aótien  gehad 
hadden  ,  welke  zy  niet  vertoont  had- 
den ,  om  ze  te  laten  tekenen  ,  en  die 
genen,  die  van  een  Hechte  afkomft,en 
een  middelmatig  fortuin  ,  eensklaps  tot 
een  aanzienlyke  fortuin  waren  geftegen. 
Deze  belafting  was  zo  veel  te  billyker, 
om  dat  zy  het  enigfte  middel  wras  ,  om 
//.  Deel.  T  de 


z<)o    Het  Leven  vat* 

de  meeften  van  die  genen  ,  die  fcicli 
in  de  veranderingen  van  't  papier  verrykt 
hadden,  hun  deel  te  doen  dragen  inde 
fchattingen,  naar  gelang  van  de  fchul- 
den  van  den  ftaat,  daar  zy  meer  dan  ie- 
mand anders  toe  gehouden  waren  ,  en 
daar  zy  anders  heel  van  vry  zouden  heb- 
ben geweeft,  om  dat  zy  de  lilt  gebruikt 
hadden ,  van  geen  koninglyke  effecten 
te  bewaren  ,j  en  ze  by  tyds  onder  den' 
man  te  brengen. 

Zyne  eminentie  ,  om  zich  van  de  laf- 
tige  zaak  van  't  papier  te  ontflaan  ,  en 
een  zo  haatlyk  voorwerp  uit  het  gezicht 
te  doen  verliezen ,  ordonneerde  ,  dat  de 
commiflariffen  ,  tot  het  nazien  en  liqui- 
deren daarvan  gedeputeert  ,  hunne  be- 
dieningen zouden  ftaken  ,  van  den  dag 
der  afkondiging  van  't  arreft  te  begin- 
nen ;  dat  'er  geen  vertoog  tegen  de  ge- 
dane liquidatien  meer  zou  toegelaten 
v/orden,  en  dat  alle  eigenaars,  of  hou- 
ders van  getekende  effecten,  verplicht  zou- 
den zyn  die  binnen  zekeren  tyd  in  han- 
den te  ltellcn  van  perfonen ,  daartoe  be- 
noemt ;  dat  de  particulieren  ,  die  de 
hooftfommen  hadden  verfchaft  van  de 
rentebrieven  op  de  jndifche  compagnie  5 
v  ier  obligatien  vertoont  waren  omgete- 
kent  te  worden  ,  hun  ftem  zouden  kun- 
nen geven  tot  derzelver  vernietiging, 

en 


Philippus  van  Orleans.  2pl 

en  daar  een  atteftatie  van  innemen  ,  dat 
zy  geliquideert  waren  ,  zonder  dat  men 
de  toeftemming  van  die  genen  nodig 
had  ,  op  wier  hoofden  dat  geld  gezet 
was  ,  of  die  belang  in  het  genot  konden 
hebben  ;  dat  ondertuflchen  het  beloop 
van  die  atteftatien  tot  lyfrenten  zou  be- 
fteed  worden  op  de  tollen  en  zoutpach- 
ten  ,  op  dezelve  namen  en  dezelve  voor- 
waarden ;  daar  wierd  ook  een  reglement 
gemaakt ,  dat  na  een  maand  ,  die  men 
de  particulieren  noch  toeltond,  om  hun- 
ne declaratien  ,  en  de  titels  en  acten, 
door  hen  ingelevert ,  in  te  trekken,  en 
om  den  oorfprong  hunner  effeóten  tebe- 
wyzen  ,  de  papieren  ,  die  men  niet  in- 
getrokken had  ,  verbrand  zouden  wor- 
den; eindelyk  beloofde  men  j  dat  zyne 
majefteit  de  geliquideerde  actiën  zou  aan- 
nemen op  den  voet  van  vyfduizent  li- 
vres  ieder  actie,  tot  betaling  van  het  ex- 
traordinaire hooftgeld.    Die  zich  op  die 
zaken  verftonden,  waren  genootzaakt  te 
bekennen,  aangezien  den  droevigen  ftaat, 
waartoe  de  bank  de  zaken  gebragt  had , 
dat  'er  niets  billykers  en  verftandigers  kon 
bedacht  worden,  dan  deze  fchikkingen. 

\  Was  niet  genoeg  des  konings  fch lil- 
den te  betalen  ,  en  het  publiek  van  het 
papier  te  verlolTen  ,  daar  was  geld  van 
noden ,  en  de  aannaderende  zalving  des 
T  2  ko- 


£92      Het  Leven  van 

konings  moefTer  veel  verllinden.  Het 
enige  middel  5  om  penningen  te  krygen, 
beftond  in  nieuwe  beladingen ,  of  in  de 
vernieuwing  der  ouden ;  fchoon  het  par- 
lement van  Parys  verklaart  had  ,  dat  de 
koning  ten  allen  tyden  en  by  alle  gele- 
genheden zou  verzocht  worden  om  de 
belaftingen  te  verminderen ,  voerde  men 
de  laftigfte  en  hatelykfte  van  allen  weer- 
in  5  naamlyk  die  op  de  aften  der  nota- 
riffen  5  en  de  regiftreringen. 
Over  de      Omtrent  de  religie  ging  zyne  emi- 
va^den  nentie  voort,  met  zich  tegen  de  appel- 
Gods-    len  en  de  appellanten  te  verklaren.  De 
dienft.    Sorbonne  deed  byna  geen  eenen  ftap> 
die  niet  op  order  van  den  ftaatsdienaar 
afgemeten  was ,  en  de  molinilten  voer- 
den daar  noch  meer  gezag  in ,  dan  de 
appellanten  in  't  begin  van  de  regering 
gedaan  hadden.    De  yver  van  den  car- 
dinaal  ging  tot  in  de  kloofters  door:  het 
algemeen  kapittel  der  karthuizers  kreeg 
order  om  de  conftitutie  aan  te  nemen , 
en  aan  geen  appellant  enige  bediening 
te  geven  of  te  laten  ;  de  kanunniken 
van  S.  Victor  ,  die  men  befchuldigde 
van  hunne  voorwerpen  in  het  queekfchool 
der  fGilotynente  verkiezen,  en  in  ande- 
ren 

f  Dit  was  een  queekfchool,  waarin  men  de  jongelingen 
om  niet  onderwees  ,  en  aldui  naar  deszelfs  ftichter  Gilotin 
genoemt ,  maar  nu  zedert  enige  jaren  nier  meer  in  wczun. 


Philippus  van  Orleans.  293 

ren  van  dezelve  foort ,  wierden  zeer 
ontruft ,  niet  tegenftaande  de  zonder- 
linge befcherming  van  den  cardinaal  de 
Noailles  ,  de  univerfiteit  van  Rheims 
wierd  zeer  mishandelt,  en  men  gaf  aan 
mynheer  de  Rohan  de  Guimené,  nieu- 
wen aartsbiiïchop  van  dezeftad,  zo  veel 
gezegelde  brieven,  als  hy  meende  nodig 
te  hebben.  In  dien  tyd  had  de  ko- 
ning v^n  Spanjen  de  lylt  van  de  bege- 
ving der  beneficiën  voorde  jezuitennoch 
niet  verzocht. 

Na  de  dood  van  Clemens  den  elfden , 
hadden  de  tegenkanters  van  de  confti- 
tutie  zich  gevleid  ,  dat  zyn  opvolger 
hen  wat  zachter  zou  behandelen :  de  oud- 
biffchop  van  Doornik  ,  de  biflchoppea 
van  Pamiers,  van  Senés,  van  Montpel- 
lïer,  van  Boulogne,  van  Auxerre,  van 
Macon  3  fchreven  hem  een  langen  brief, 
waarop  zy  en  hunne  aanhangers  groten 
ftaat  maakten ,  maar  Innocentius  de  der- 
tiende liet  dien  veroordeelen ,  als  ver- 
fcheide  beledigende  (tellingen  behelzen- 
de voor  de  katholyke  biflchoppen  ,  inzon- 
derheid die  van  de  Gallicaanfche  kerk , 
voor  de  geheugenis  van  Qemens  den 
elfden,  voor  hem  zeiven,  en  voor  den 
apoftolifchen  ftoel  ,  en  daarenboven 
heel  fcheurziek  zynde  ,  en  vol  ketter- 
fche  gevoelens.  Op  het  aanhouden  van, 
T  3  den 


ig^     Het  Leven  van 

den  paus,  die  wenfchte  dat  deze  brief 
in  Vrankryk  ook  mogt  verboden  en 
veroordeelt  worden  ,  drong  men  liet  par- 
lement aan,  om  dit  te  doen,  maar  alles 
was  vergeefs ;  de  cardinaal  du  Bois  liet 
dezen  brief  door  des  konings  raad  van 
ftaat  voor  reukeloos ,  lafterachtig  ,  en 
nadelig  voor  degeheugenis  van  den  over- 
leden paus,  voor  den  h.  ftoel,  de  bif- 
fchoppen,  en  de  kerk  van  Vrankryk  ver- 
klaren, ftrydig  tegen  de  beveiliging  van 
den  vrede  in  de  kerk  ,  en  tegen  de 
declaratien  van  de  jaren  1714.  en  17205 
des  konings  gezag  aantafteridc ,  en  tot 
oproer  ftrekkende. 

De  bewoordiging  van  dit  arreft  was 
ongelyk  kragtiger.  Zyne  Majefteit, 
na  dien  te  hebben  laten  examineren  , 
had  bevonden,  dat  hy  zo  wel  de  geëft- 
lykheid  als  den  politieken  ftaat  hoonde, 
dat  de  geheugenis  van  een  paus ,  die 
zich  zo  beroemt  had  gemaakt  door  de 
heiligheid  van  zyn  leven ,  als  door  zyne 
perfonele  qualiteiten  ,  daarin  lafterlyk 
gehoont  was ,  dat  men  'er  de  herroe- 
ping van  een  decreet  in  eifchte ,  dat  al- 
gemeen in  de  kerk  aangenomen  was,  en 
't  welk  zyne  majefteit  bevolen  had ,  on- 
kreukbaar in  zyn  ryk  na  te  komen ,  dat 
dit  decreet  daarin  afgefchildert  wierd  , 
als  by  verrafTing,  en  op  een  valfch  voor- 


Philippus  van  Orleans.  295 


geven 5  verkregen,  en  als  een  wet  vol 
'  dwalingen  en  onrechtvaardigheid,  die 
het  heidenfche  Romen  niet  zou  hebben 
kunnen  dulden. 

Dat  men  in  dezen  brief  veel  woor- 
den vond,  die  de  hele  biiTchoplyke  or- 
de, inzonderheid  die  van  de  kerk  van 
Vrankryk,  hoonden;  dat  de  uitleggin- 
gen van  de  bulle  UmgemtuSj  eenparig 
door  alle  de  cardinalen  ,  aartsbiffchop- 
pen,  en  byna  alle  de  biffchoppen  van  't 
ryk  voorgoedgekeurt  ,  waarby  zich 
zelf  verfcheide  van  die  genen  ge  voegt 
hadden  ,  wier  namen  men  onder  gemel- 
den  brief  vond ,  daar  evenwel ,  als  wei- 
nig zuiver  en  rechtzinnig,  in  aangetaft 
wier  den. 

Dat  men  het  boek  der  redekundige 
aanmerkingen  zogt  te  verdedigen  ,  in 
een  tyd,  dat  het  plegtig  door  de  bei- 
de mogentheden  verboden  was,  en  in 
\  byzonder  door  byna  alle  de  genen 
veroordeelt ,  die  dezen  brief  onderte- 
kent hadden. 

Dat  men  daarin  alles,  't  geen  'er  ge- 
daan was  om  de  kerk  in  ruft  te  brengen , 
affchilderde  als  een  aaneenfehakeün^ 
van  bedriegelyke  handelingen ,  die  tot 
overhoopwerping  van  den  godsdienft 
ftrekten ;  en  dat  men ,  om  de  maat  van 
deze  fpoorloosheden  te  vullen  >  op 


zg6     Het  Leven  van 

den  tegenwoordigen  toeftand  van  de 
kerk  toepalte ,  't  geen  men  eertyds  van 
die  rampzalige  tydenzeide,  waarin  de 
oofteriche  kerk  onder  de  vervolging  der 
Ariaanfche  prinlTen  en  bilTchoppen ,  of 
ten  minften  begunftigers  van  die  party, 
zuchtte.  De  jezuiten  zelf  waren  ver- 
wondert, dat  het  hof  zich  zo  opentlyk 
voor  hen  verklaarde. 
Men         Hoe  zwaar  deze  flagen  ook  waren , 

v°rnieu\v  lm  Z^C'1  ^e  aan'nn5  der  janfeniftendaar- 
d.nnher'%  over  getrooft  hebben ,  indien  men  de 
formulier  arreften  van  den  raad  ,  en  de  conftitu- 

getekent  ,  •  1  ^ 

worde,  tien  der  pauzen  niet  weer  voor  den  dag 
had  gehaalt,  die  hen  meer  benaauwden 
en  verlegen  maakten.  De  eeden  zyn 
altyd,  in  wat  religie  het  ook  zyn  mag, 
voor  zeer  heilig  gehouden,  en  aange- 
zien voorde  bequaamlte  verbintenis, om 
ons  tegen  de  nmiurlyke  onftantvaitig- 
heid  der  menfehen ,  en  zelf  tegen  hun- 
ne boosheid,  te  beveiligen.  Dewyl  de 
veroordeling  van  de  vyf  beroemde  ftel- 
lingen  den  voortgang  van  deze  leer  on- 
der de  geeitlyken  en  in  de  kloolters  niet 
ftuitte,  oordeelde  men  wyflyk,  dat  men 
daarin  Hagen  zou  ,  met  een  formulier 
op  te  ftellen,  dat  de  veroordeling  van 
deze  itellingen  behelsde ,  en  't  welk  alle  de 
genen,  die  naar  enige  orden,  of  eer- 
trappen  op  de  universiteiten  Honden ,  of 

opent- 


PHILIPPUS  VAN  OltLEANS.  297 

opentlyke  bekentenis  in  de  klooftere  wil- 
den doen  ,  gehouden  zouden  zyn  te  te- 
kenen. Die  'er  belang  in  hadden  voe- 
ren hevig  tegen  dit  reglement  uit,  het 
wierd  voor  onrechtvaardig  en  tiranniek 
uitgekreten  ,  en  voor  een  ftrik  ,  dien 
men  voor  de  gewetens  fpande;  als  of 
deze  wet  onbillyker  geweeft  was,  dan 
die  menigvuldige  eden  ,  die  men  de  en- 
gelfchen  doet  afleggen,  welke  deel  aan 
kerklyke  of  politieke  bedieningen  zoe- 
ken :  weinig  fcheelde  het  5  of  men  was 
quakerfch  geworden  ,  of  men  had  ten 
minften  de  grondregels  van  deze  gezin  t- 
heid  omtrent  het  eed-zweren  gevolgt. 
Daar  ontltond  onenigheid  onder  de  par- 
ty; de  ftrengfte  oordeelden,  dat  men, 
volgens  eer  en  geweten  dit  formulier 
niet  tekenen  kon,  anderen,  die  wat  be- 
zadigder waren  ,  dreven  het  tegendeel. 
Men  verzon  ik  weet  niet  hoe  veel  fy- 
nigheden  5  (inderdaad  niet  dan  reftno 
tien  en  dubbelzinnigheden  ,  die  deze 
heren  zo  lelyk  afTchilderen)  om  de  ge- 
voelens te  behouden ,  die  men  met  ede 
zwoer  te  zullen  verwerpen  en  veroor- 
delen ;  men  durfde  zelf  zeggen,  dat  de 
mifdaad  van  een  valfchen  eed  te  doen , 
zo  het  'er  een  was ,  op  die  genen  te  rug 
ftuitte,  die  ons  noodzaakten  om  dien  af 
te  leggen:  daar  was  geen  lift,  die  men 
T  5  niet 


Het  Leven  van 

niet  in  *t'  werk  ftelde ,  om  het  formu- 
lier, hoe  klaar  het  ook  was ,  dubbelzin- 
nig te  maken ;  men  maakte  een  onder- 
fcheid  tuffchen  de  daad  en  het  recht  ; 
men  beweerde  ,  dat  men  de  kerk  maar 
.een  uiterlyke  onderwerping  fchuldig  was, 
en  dat  zy  zich  met  een  eerbiedig  ftil- 
jzwygen  moeft  genoegen. 

Alle  de  pogingen,  die  men  aanwend- 
de ,  om  zich  los  te  wikkelen  ,  dien- 
den nergens  anders  toe,  dan  om  de 
ftrikken  noch  vafter  te  maken:  het  eer- 
biedig ftilzwygen  wierd  voor  onvoldoe- 
nent  verklaart,  en  men  voegde  by  liet 
formulier ,  dat  men  de  5*  Hellingen 
veroordeelde  in  den  zin,  dien  Janfenius 
beoogt  had. 

'  Zedert  den  dood  van  Lodewyk  den 
veertienden  was  het  ondertexenen  van 
dit  formulier  reedlyk  verwaariooft ;  de 
opponerende  prelaten  ,  de  universitei- 
ten ,  de  kloofters ,  die  zich  voor  hen 
verklaart  hadden,  hadden  dat  afgefchaft, 
en  hunne  tegenpartyders  ontbeerden 
ftantvaftigheid  en  oplettentheid,  om  dè 
ondertekening  te  eifchen. 

De  hertog-regent  en  de  cardinaal  du 
Bois  bragten  die  weer  in  gebruik:  men 
maakte  hier  geweld  over,  men  klaagde, 
enige  boden  tegenftand ,  maar  eindelyk 
onderwierpen  zich  de  meeflm  De  y ver 

tot 


Philippus  yan  Orleans.  299 

tot  de  waarheid  haalde  hen  over,  om  de 
nodige  voorwaarde  te  vervullen  ,  om 
deel  aan  de  beneficiën  enampten  te  heb- 
ben ,  en  men  ging  voort  met  ede  te  betui- 
gen ,  dat  men  een  leer  veroordeelde , 
die  men  t'eenemaal  aankleefde.  De  her- 
tog van  Orleans  was  zo  op  die  onder- 
tekening verzot  5  dat  hy  de  abdis  van 
Chelles,  zyne  dogter,  zeer  hevig  aan- 
drong ,  om  zyn  zin  hierin  op  te  vol- 
gen, maar  deze  princes  liet  zich  hier 
niet  toe  overreden,  en  zonder  de  her- 
togin van  Orleans  zou  de  tederheid,  die 
deze  prins  voor  haar  had ,  hem  mooglyk 
niet  verhindert  hebben,  van  een  ftreng 
bevel  uit  te  geven. 

Midden  onder  deze  ftribbelingen  en  voor- 
ontruftende  zorgen,  onderrechtten  de 
hertog-regent  en  de  cardinaal-minifter  koning* 
den  jongen  koning ,  beftedende  geza- 
mentlyk  alle  dagen  enige  uren  aan  dit 
gewichtige  en  noodzaaklyke  werk.  De 
prins  was  zeer  bequaam  om  'er  zyn 
voordeel  mee  te  doen  ,  hebbende  byna 
geen  van  de  gebreken  zyner  jaren  :  hy 
was  ernftig  en  naarftig:  enige  woorden , 
die  hem  nu  en  dan  ontvallen  waren ,  ga- 
ven veel  verltand ,  en  een  eerlyk  ge- 
moed te  kennen :  maar  vooral  was  hy 
ongemeen  voorzichtig  en  befcheiden  ; 
hy  fprak  zeer  weinig  ,  en  nooit  heeft 

men 


ÉTeVL 


EVEN  VAN 


elen  over  de  regering,  en 
lige  veranderingen ,  die  'er 
ierden,  geweten.  Indien 
erneur  hem  hierin  nagevolgt 
zou  hy  het  hartzeer  niet  gehad 
ben,  van  zich  zyn  poft  afgenomen 
te  zien.  Zyn  leermeefter  was  toen  zyn 
enige  vertrouweling,  gelyk  hy  het  noch 
tegenwoordig  is;  dit  was  een  vertrou- 
wen ,  dat  men  voor  de  uitwerking  aan- 
zag van  de  tederheid  enes  kinds  voor 
een  perfoon,  die  oneindig  veel  toege- 
ventheid  en  oplettentheid  voor  zyn  leer- 
ling gebruikte,  en  die  het  geheim  ge- 
vonden had,  om  zyne  raadgevingen  en 
leflen  van  al  dat  gene  te  zuiveren  >  7t 
welk  die  haatlyk  en  verdrietig  pleeg  te 
maken  ;  een  vertrouwen  ,  van  weers- 
kanten matig  gebruikt,  indien  ik  my  dus 
mag  uitdrukken,  om  alle  vermoeden  uit 
den  weg  te  ruimen,  en  geen  plaats  te 
geven  aan  geheime  liften ,  en  't  welk  na- 
derhand niet  eer  openbaargemaakt  wierd, 
voordat  men  zich  in  ftaat  oordeelde  , 
om  het  ten  vollen  te  doen  uitblinken. 
Zonder  twyffel  dat  de  voorzichtigheid 
en  befcheidenheid  des  konings  de  vruch- 
ten waren  der  onderwyzingen  van  de- 
zen verftandigen  leermeefter  ,  die  2elf 
zyne  grote  talenten  voor  het  ftaatsbe- 
ftuur  niet  ontveinsde  5  dan  om  die  fa- 
vond 


JSCJCI7T 


Philippus  tan  Orleans.  301 


vond  of  morgen  aan  den  roem  van  zyn 
meefter  ,  en  aan  het  welzyn  zyner  on- 
derdanen te  kunnen  opofferen. 

Niet  alleen  maakte  men  den  koning  zyne 
tot  de  ftaatszaken  ,  maar  ook  tot  denj^1 
oorlog  bequaam,  die  zeer  naar  zyn  fmaak 
was :  dewyl  hy  daar  reets  ver  ïngevor- 
dert  was ,  deed  men  in  zyne  tegenwoor- 
digheid de  leiTen,  die  men  hem  gege- 
ven had,  ter  uitvoering  brengen,  want 
men  belegerde  een  fort ,  en  leverde  een 
foort  van  een  veldflag,  waarin  deze  prins 
een  zonderling  vermaak  fchepte  :  ook 
was  hy  'er  geen  enkel  aanfchouwer  van , 
hy  was  aan  ?t  hooft  der  beftormers ,  deel- 
de zyne  orders  uit,  en  deed  door  zyn 
onvertzaagtheid  blyken ,  wat  men  t'avond 
of  morgen  te  verwachten  had ,  zo  hy  ooit 
raadzaam  oordeelde  ,  zich  aan  \  hooft 
zyner  legers  te  ftellen. 

De  plegtigheid  van  de  zalving  had  Zyne 
op  den  25".  oflober  1722,  welke  dag  Zalv11 
daar  allang  toebeltemt  was,  haar  voort- 
gang ,  met  alle  mooglyke  pragt.  Achten- 
zeventig jaren,  welke 'er  zedert  die  van 
Lodewyk  den  veertienden  verlopen 
waren  ,  maakten  deze  vertoning  heel 
nieuw.  Daar  was  een  fchriklyke  toevloed 
van  menfchen,  en  niet  alleen  waren  de 
huizen  te  Rheims  tot  de  daken  toe 
vol,  maar  alle  de  omleggende  ftreken 

met 


$o2     Het  Leven  van 

met  tenten  bedekt.  Men  merkte  daar 
met  een  oneindig  genoegen  aan ,  dat  de 
zes  wereldlyke  pairs  zes  prinflen  van 
den  bloede  waren;  eene  zonderlinge 
omftandigheid,  en  die  deze  zalving  van 
de  meefte,  die 'er  vooraf  gegaan  waren  5 
onderfcheid.  Volgens  't  gebruik  deelden 
de  wapenkoningen  goude  en  zilvere 
medailles  om,  aan  alle  de  genodigden  , 
en  ftrooiden  'er  een  grote  menigte  on- 
.  der  7t  volk  te  grabbel. 

De  koning  ,  op  zyne  terugreis  van 
Rheims,  hield  zich  enige  dagen  te  Villers- 
Cotterets  op  5  daar  de  hertog  van  Or- 
leans,  de  eigenaar  van  dit  huis ,  hem  een 
pragtig  feftein  gaf:  al  het  gevolg  van  zy- 
ne majefteit  wierd  daar  deftig  onthaalt  5 
zo  wel  als  de  menigte  van  toekykers,  die 
van  alle  kanten  toe  quamen  fchicten ;  zelf 
was  'er  een  verbod  aan  de  herbergen 
daaromftreeks  gefchied  y  van  iets  voor 
de  kolt  of  huisvefting  van  die  genen  te 
nemen ,  die  dezelve  bellaan  mogten.  De 
koning  deed  den  hertog  van  Bourbon 
dezelve  eer  aan  ,  zich  twee  of  drie  dagen 
te  Chantilly  ophoudende ;  de  pragt  van 
dit  kafteel  ?  dat  nieuw  herbouwt ,  en  aan- 
zienlyk  vergroot  was  5  de  fraaiheid  van 
de  tuinen,  waarby  de  kunlt  alles  ge  voegt 
bad  5  wat  de  natuur  van  een  voordeligen 
grond  kan  volmaken  5  fcheen  aan  deze 

feftei- 


O 


PHILIPPÜS  VAN  ORLEANS.  305 

fefleinen  noch  meer  luifter  te  geven,  dan 
die  van  Villers-Cotterets  gehad  hadden ; 
waarop  zeker  perfoon  5  met  meer  quaad- 
aardigheid  dan  verftand •  zei  5  dat  het 
niet  anders  zyn  kon ,  of  de  rivier  Mijfijfipi 
moeft  over  deze  landen  gelopen  hebben ; 
by  deze  feeften  voegde  men  het  vermaak 
van  de  jagt5  waarin  de  jonge  monarch 
zo  veel  genoegen  fchepte ,  dat  hy  'er 
naderhand  zyn  gewoofllyk  tydverdryf 
van  maakte  5  en  dat  noch  niet  heeft  la-' 
ten  varen  5  fchoon  hy  zich  zo  veel  ma- 
tigt ,  als  het  de  zorgen  van  zyn  ryk  ver- 
eifchen.  Deze  hevige  oeffening  ,  die 
hem  natuurlyker  wyze  moeft  fchade  toe 
brengen  5  deed  hem  groot  nut  :  zyne 
gezontheid  wierd  'er  fterker  door  5  en 
hy  was  op  zyn  vyftiende  of  zeftiende 
jaar  zo  kloek  en  fterk  van  leden,  als  men 
gemeenlyk  op  zyn  twintigfte  is. 

De  weinige  tyd ,  die  'er  van  de  zal-  °a^eer- 
ving  des  konings  tot  zyne  meerderjarig-  ilngen 
heid  verliep,  wierd hooftzakelyk  tot  ver-  j^^f* 
fcheide  fchikkingen  omtrent  de  finantien  ^nden 
aangewend  :  men  gaf  byna  alle  dagen  ko™g 
nieuwe  edicten  uit  5  ftrekkende  om  het  spanjen. 
geen'er  vande  papieren  mogt  overig  zyn 
te  vernietigen ,  om  des  konings  inKom- 
ften  vry  te  maken ,  en  om  het  geld  in 
zyne  koffers  te  doen  komen.    Ook  liet 
men  zyne  zorgen  veel  over  de  buiten* 

land- 


304     Het  Leven  van 

landfche  zaken  gaan.  Het  algemene  con- 
gres 5  om  de  verfcheide  vorderingen  der 
mogentheden  te  verhandelen  ,  en  af  te 
doen  ,  was  te  Camerik  gefchikt,  maar  ik 
weet  niet  hoe  vele  zwarigheden  daar  de 
opening  van  deden  verfchuiven. 

Het  hof  van  Wenen  deed  altyd  nieuwe 
beletfelen  in  de  weeg  komen  over  de  leen- 
verheffing  van  de  ftaten  van  Italien ,  ten 
behoeve  van  Ü.  Carlos  ,  oudften  zoon 
des  konings  van  Spanien  uit  liet  twede 
bed ;  het  had  weinig  gefcheelt  ,  of  de  kei- 
zer had  dit  verly  aan  den  hertog  van 
Beieren  gegeven  ,  uit  hoofde  van  het 
huwlyk  van  dezen  prins  met  een  van  de 
aartshertoginnen ,  en  de  vrees  alleen  van 
Vrankryk  en  Engeland  op  den  hals  te 
hebben  ,  die  garandeurs  waren  van  het 
traélaat  met  Spanjen  gefloten,  verhin- 
derde de  uitvoering  van  dit  voornemen : 
de  zaak  is  noch  niet  beflift,  en  't  zal  hagch- 
lyk  zyn,  of  het  niet  aanleiding  tot  een 
oorlog  geeft.  De  hertog- regent,  om  Phi- 
lippus  tot  het  traktaat  van  Londen  over 
te  halen,  had  zich  verbonden,  om  hem 
Gibraltar  weerom  te  doen  geven.  De 
koning  van  Engeland ,  op  wiens  woord 
zy  n  hoogheid  deze  aanbieding  gedaanhad 
had  meer  belooft  dan  hy  kon  houden  : 
de  Engelfchen  wilden  nooit  hun  ftem  tot 
liet  overleveren  dezer  plaats  geven,  by- 

na 


Philippu's  van  Orleans,  30J 

na  de  enige  vrucht  van  de  verfchriklyke 
onkoften  ,  die  zy  gedaan ,  en  van  de 
overwinningen  ,  die  zy  onder  de  rege- 
ring van  de  koningin  Anna  behaalt  had- 
den ;  Spanjen ,  van  den  anderen  kant , 
verlangde  met  zo  veel  drift  naar  de  weer- 
omgeving  van  Gibraltar  enPort-Mahon, 
als  Engeland  kon  hebben  om  die  te  be- 
houden. Door  lange  onderhandelingen 
en  vertogen  van  den  kant  des  hertogs 
van  Orleans,  bleven  de  zaken  ten  dezen 
opzichte  op  den  voet  van  den  Utrecht- 
fchen  vrede  3  en  indien  het  zo  lang  duur- 
de, eer  het  congres  geopent  wierd,  wa- 
ren 'er  de  gefchillen  tulTchen  Engeland 
en  Spanjen  de  oorzaak  niet  van. 

De  dood  van  Madame  ,  moeder  van 
fcyne  koninglyke  hoogheid  ,  verplichtte  dame. 
dezen  ,  om  zyne  grote  bezigheden  een 
weinig  op  te  fchorten.  Zy  ftierf  te  S. 
Goud,  den  8ften  december,  's morgens 
om  drie  uren,  72  jaren  oud  zynde.  Haar 
bondige  godtvrucht,  haar  beminlyke  ma- 
nieren ,  haar  goedertierenheid  ,  milda- 
digheid,  en  edelmoedige  gevoelens  had- 
den haar  algemene  achting  verwekt ,  en 
'er  een  al  te  volmaakt  modél  van  ge- 
maakt ,  om  van  het  gros  der  vrouwen  te 
kunnen  nagevol^t  worden,  's  Avonds 
voor  haar  dood  had  zy  een  zeerzielroe- 
rent  difcoers  met  den  regent  P  \  welk 

11  Deel  V  zon^ 


3có     Het  Leyen  tan 

zonder  twyffel  meer  het  toekomende 
leven  tot  onderwerp  had ,  dan  het  te- 
genwoordige:  men  zegt  3  dat  hy  'er  zoo 
over  ontdaan  was  geweeft,  dat  hem  de 
tranen  in  de  ogen  fchoten.  Na  zync 
droefheid  vierentwintig  uren  den  vollen 
toom  te  hebben  gegeven,  hervatte  hy  zyn 
gewonen  arbeid. 

Dit  huiflyk  hartseer  temperde  de  blyd- 
ichap,  die  hem  het  huwlyk  van  Mad11*. 
de  Beaujolois ,  zyne  dogter  ,  met  den 
prins  D.  Carlos  veroorzaakt  had,  erfge- 
naam, uit  hoofde  van  zyn  moeder,  van 
de  hertogdommen  Tofcanen  ,  Parma , 
en  PiaQenza.  Dit  huwlyk  had  naderhand 
het  zelve  lot ,  als  dat  van  den  koning ; 
de  ftoet ,  die  de  infante  weerom  naar 
Spanjen  bragt,  haalde  Madlle.  de  Beau- 
jolois weer  naar  Parys  over. 

De  blydfchap,  het  hartzeer,  de  on- 
derhandelingen, de  oplettentheid  op  de 
fmantien ,  en  om  de  appellanten  en  hun- 
ne tegenpartyders  binnen  de  palen  te  hou- 
den ,  die  men  hun  haat  en  hun  y  ver  moeft 
voorfchry ven ,  deden  dezen  prins  en  zyn 
minifter  hunne  eige  belangen  niet  verge- 
ten. Zy  namen  de  behoorlyke  maatre- 
gelen om  te  verhinderen  ,  dat  het  ge- 
rechtsbedde ,  't  welk  by  's  konings  meer- 
derjarigheid ftond  gehouden  te  worden , 
enig  inbreuk  in  hun  gezag  maakte:  hier 

hadden 


Philippüs  van  Orleans.  30? 

hadden  zy  alle  hunne  behendigheid  toe 
nodig 5  hoewel  het  denkbeeld  alleen,  dat 
de  koning  fterven  kon ,  hun  alles  gemak- 
lyk  maakte.  Hetgerechtsbeddewas  tegen 
den  16  februari  1723.  beftelt,  op  welken 
dag  de  koning  in  zyn  veertiende  jaar  ftond 
te  treden ,  en  waarop ,  volgens  het  re- 
glement van  Carel  den  vyfden  ,  het  re- 
gentfchapende  voogdy  moeften  ophou- 
den. Twee  droevige  voorvallen,  dezen 
jongen  monarch  overgekomen  ,  deden 
die  plegtigheid  tot  den  2  2ften  ver- 
fchuiven. 

Den  7den  dezer  maand,  zynde  een 
zondag  ,  viel  de  koning ,  terwyl  hy  in 
de  mis  was,  gedurende  het  laatfte  ge- 
bed in  flaaute ,  de  hertog  van  Bourbon 
bewaarde  hem  in  zyne  armen  voor  *C 
vallen.  Zyn  majefteit  wierd  naar  zyn 
vertrek  gebragt,  en  door  een  hulpmid- 
del, dat  men  hem  ingaf,  weer  zo  ver 
herftelt  ,  dat  hy  met  fmaak  at ,  en  het 
overige  van  den  dag  zyne  gewoonlyke 
tydverdryven  nam  ,  maar  den"  volgen- 
den nacht  kreeg  deze  prins  drie  flaauw- 
tes  na  den  ander,  met  een  zware  koors: 
men  vaardigde  den  eenen  courier  na  den 
ander  aan  den  hertog  van  Orleans  af,  die 
naar  Parys  was  vertrokken ,  ziende  dat 
het  eerft  overval  van  geen  gevolg  geweeft 
was. 

V  2  Op 


308      HetLeven  VAN 

Op  zyne  terugkomft  oordeelden  de 
geneesheeren  raadzaam, den  koning  te 
doen  uit  de  aderlaten,'t  welk  hem  veel 
verlichtte  ,  de  koors  hield  op  ,  en  hy 
iliep  den  volgenden  nacht  acht  uren  :  hy 
gaf  veel  gal  over,  't  geen  mooglykden 
oorfprong  van  't  quaad  wegnam  ,  en 
men  fchreef  deze  onpaflykheid  aan  een 
quade  koking  van  de  maag  toe. 

Enige  dagen  te  voren  had  het  weinig 
gefcheelt,of  de  hertog  regent  had  zyn 
enigen  zoon,  den  hertog  van  Chartrès, 
op  een  droevige  wyze  verloren.  Deze 
prins  was  reeds  gaan  flapen,en  zyne 
bedienden  hadden  zich  geretireert,  wan- 
neer 'er  een  brandent  hout  op  de  vloer 
rolde,  die  van  ingelegtfchrynwerk  was: 
de  vloer  raakte  aan  brand ,  en  daar  wa- 
ren reets  drie  ruiten  verteert ,  en  indien 
de  dikke  rook  den  prins  niet  bytyds  had 
doen  ontwaken ,  was  het  met  hem  ge- 
daan geweelt.  Hy  gong  toen  in  zyn 
twintigfte  jaar ,  en  men  liet  zyne  ge- 
dachten gaan ,  om  hem  aan  eene  infante 
van  Portugal  uit  te  huwen  :  zonder  dat 
uitmuntende  verftand  van  zyn  vader  te 
bezitten  ,  was  hy  evenwel  een  jonge- 
ling 3  daar  men  grote  verwachting  van 
had  ;  en  niets  als  de  quaadaardiglte  ach- 
terklap kan  hebben  doen  zeggen ,  dat 
de  geringe  verdienlten  van  den  hertog 

van 


Philippus  van  Orleans.  gc£ 


van  Chartres  den  hertog  regent  verhin-  Quaad- 
dert  had  ,  van  zyne  ftaatzuchtige  ont-  "crhdt'egr^ 
werpen  uit  te  voeren.  Ik  geloof  nietkiap, 
dat  men  het  my  qualyk  heeft  afgeno- 
men  5  dat  ik  my,  zo  dikwils  als  het  de  hsndraf- 
gelegenheid  toeliet,  heb  toegelegt,  om  ^>'kc 
deze  fchandelyke  lafteringen  te  veryde-  fcheid. 
len  ;  zy  zyn  zo  openbaar  geweeft ,  dat 
daar  niet  van  te  (preken ,  zou  zyn  de- 
zelve   eni^rermaten   voorcoedkeuren  , 
ten  minften  zou  het  een  bekentenis  zyn , 
dat  men  ze  niet  weerleggen  kon.  Ik  her- 
haal het  dan  5  met  een  ware  begeerte  om 
de  wereld  te  overtuigen,  dat  deze  prins 
nooit  de  fchriklyke  aanllagen  gefmeed 
heeft,  die  men  de  onbefchaamtheid  heeft 
gehad  van  hem  toe  te  fchryven  ,  dat  , 
indien  hy  ze  had  gehad ,  hyze  wel  uitge- 
voert  zou  hebben,  en  dat  ten  miniten 
het  gewoel,  dat  onafscheidelyk  was  van 
de  feiteinen  van  Yülers-Cotterets  en  van 
Chantilly,  hem  daar  gelegenheden  zou 
toe  verfchaft  hebben  ,  die  niet  nriflea 
konden. 

Alles  tot  het  gerechtsbeddc  gereed  y-~r\ 
zynde  ,  begaf  zich  de  koning  op  den  22  tjfJJS 
februari  naar  het  paleis ,  van  al  den  glans  koning* 
zyner  koninglyke  majelteit  omringt;  Na  rc^Ms. 
de  mis  in  de  heilige  kapél  gehoort  te  heb-krcMe 
ben,  gong  hy  het  hek  door ,  en  klom  vant r'v 
op  zyn  troon ,  daar  hy  zich  neer  gezet  y 
V  3  en 


3io     Het  Leven  van 

en  gedekt  hebbende,  zeide  hy  „  Myn 
35  heren  3  ik  ben  in  myn  parlement  ver- 
55  fchenen,  om  u  te  zeggen 3  dat  ik?  vol- 
55  gens  de  wet  van  myn  ryk  5  voortaan 
55  zelf  het  roer  der  regering  wil  aanvaar- 
55  den  «.  Waarop  de  hertog  van  Or- 
leans  oprees,  en  naderhand  weer  zynde 
gaan  zitten  ,  zeide  hy  tegen  den  ko- 
ning: 

SIRE, 

„T  T  Y  beleven  eindelyk  dien  geluk- 
33  VV  kigen  dag,  die  de  wenlchen 
van  de  natie,  en  de  myne,  uitmaak- 
55  te.  Ik  geef  aan  een  volk  ,  dat  zyn 
„  meefters  teer  bemint ,  een  koning 
„  weer  ,  wiens  deugden  en  kenniffen 
35  zyn  jaren  overtreffen  3  en  het  zelve 
„  reeds  zyn  geluk  voorfpellen.  Ik  le- 
„  ver  uwe  majefteit  het  ryk  weer  zo  ge- 
55  ruft  over  5  als  ik  het  ontfangen  heb5 
5,  en  ik  durf  zeggen  ,  meer  verzekert 
,5  van  een  duurzame  ruft,  dan  het  toen 
5,  was.  Ik  heb  de  ontfteltenis  in  de  fi- 
5,  nantien ,  die  de  lange  oorlogen  veroor- 
3,  zaakt  hadden  ,  trachten  te  herftellen , 
„  en  indien  ik  dit  werk  noch  niet  heb 
„  kunnen  voltooien  ,  trooft  ik  'er  my 
„  over,  door  den  roem,  dien  gy  zult 
5,  hebben  ,  van  het  ten  einde  te  bren- 
55  gen.    Ik  heb  in  uwe  eige  familie  een 

53  ver 


Philifpus  van  Orleans.  311 

„  verbintenis  voor  uwe  majefteit  ge- 
3,  zocht,  die,  door  de  banden  van  het 
33  bloed  tuilchen  de  vorften  van  twee 
33  magtige  natiën  noch  te  verfterken, 
33  dezelve  noch  naamver  aan  elkanders 
33  belangen  mogt  verbinden  3  en  hunne 
33  gemene  ruft  beveftigen.  Ik  heb  de 
3,  heilige  rechten  van  uwe  kroon  ont- 
33  zien  3  en  de  belangen  van  de  kerk  5 
3,  die  uwe  godvrucht  U  noch  waarder 
3,  maakt  dan  de  eerftgenoemde.  Ik  heb 
35  de  plegtigheid  van  uwe  zalving  ver- 
3,  haaft  3  om  indien  het  mooglyk  was, 
33  de  liefde  en  eerbied  uwer  onderdanen 
3,  voor  uwe  perfoon  te  doen  toenemen, 
33  en  hun  dit  zelf  op  hun  geweten  te 
3)  leggen.  God  heeft  myn  zorgen  en 
33  myn  arbeid  gezegent  ,  en  ik  ver- 
33  zoek 'er  geen  andere  beloning  voor, 
33  dan  het  geluk  van  uw  volk.  Maakt 
33  het  gelukkig,  Sire,  met  het  door  dien 
„  geeft  van  wysheid  en  rechtvaardig- 
,3  heid  tebefturen,  die  het  karakter  van 
3,  de  grote  vorften  uitmaakt,  en  die  ge- 
„  lyk  ons  alles  belooft ,  in  't  byzonder 
3,  het  uwe  zal  uitmaken cc. 

Deze  redevoering  was  een  kort  begrip 
van  al  het  gewichtigfte  5  dat  'er  gedurende 
het  regentfchap  was  voorgevallen,  waar- 
van ieder  woord  een  groot  voorval  te 
kennen  gaf :  die  gene ,  die  'er  de  uit- 
V  4  voerder 


3i2     Het  Leven  van 


voerder  van  geweeft  was  ,  kon  ze  alleen  in 
to  weinig  woorden  befluiten.  De  koning 
antwoordde  daarop,  gelyk  men  overeen- 
gekomen was  ,  en  dit  moeft  die  genen 
als  een  donderllag voorkomen,  die  daar 
eenige  veranderingen  in  te  gemoed  za- 
gen. 

Myn  OOM, 

5,  |K  zal my  nooit  anderen  roem  voor- 
„  JL  (tellen ,  dan  het  geluk  myner  on- 
„  derdanen  ,  't  welk  het  enigfte  on- 
„  derwerp  van  uw  regentfchap  is  ge- 
„  weeft.  Om  hieraan  met  goeden  uit- 
5,  ilag  te  arbeiden,  is  myn  begeren,  dat 
5,  gy  ,  na  my  ,  de  voorzitting  in  alle 
5,  raadsvergaderingen  zult  hebben  ,  en 
5,  hierom  beveilig  ik  de  keuze ,  die  ik 
„  reeds  op  uwen  raad  gedaan  heb ,  van 
„  den  heer  cardinaal  du  Bois  voor  eer- 
„  iten  ftaatsminiftcr.  Gy  zult  myne 
„  meningen  wydlopiger  verftaan  ,  uit 

het  geen  u  de  heer  zegelbewaarder  zal 
„  zeggen  « 

Zo  dra  de  koning  opgehouden  had 
met  fpreken  ,  ftond  de  hertog  van  Or- 
leans  op ,  en  by  zyne  majeiteit  genadert 
zynde  ,  na  een  diepe  buiging,  tot  een  te- 
ken van  hulde  ,  voor  hem  gemaakt  te 
hebben  ,  kuftte  hy  hem  de 'hand ;  de  ko- 
ning rees  ook  op  ,  en  omhelsde  hem  van 
beide  kanten.  Ver- 


Philippus  van  Orleans.  313 

Vervolgens  hield  de  zegelbewaarder  ^j^* 
een  heerlyke  lofreden  van  het  regent-  regent, 
fchap.  „  De  eerfte  daad  ,  die  de  ko- 
ning uit  eigen  gezag  doet  3  zeide  de- 
ze magiftraats-perfoon  ,  is ,  de  dienften 
te  erkennen  ,  die  de  heer  hertog  van 
Orleans  hem  gedurende  zyn  regent- 
fchap  bewezen  heeft,en  daar  de  volhar- 
ding van  te  verzoeken.  Zynmajefteit 
kon  niet  waardiger  ,  dan  door  een  vol- 
komen vertrouwen ,  een  zo  volmaakte 
affcheiding  van  eigen  belang  belonen,, 
als  die  gene,  die  alle  de  handelingen 
van  dezen  prins  heeft  beftuurt ;  be- 
waarder van  het  koninglyk  gezag  zyn- 
de,  heeft  hy  nergens  op  toegelegt, 
dan  om 'er  de  plichten  van  tot  het  ge- 
mene welzyn  van  den  ftaat  te  ver- 
vullen, hy  heefteer  zyne  grootheid  in 
geftelt ,  om  zich  zelf  te  vergeten, 
zonder  te  denken,  om  zich  boven  den 
geltelden  tyd  •  van  zyn  regentfchap 
noodzaaklyk  te  maken;  om  dat  neer- 
teleggen 5  zonder  eenigen  nieuwen 
titel  te  hebben  aangenomen 
Vorders  fchilderdehy  met  korte  woor- 
den de  gelteltenis  af,  waarin  het  ryk  op 
den  dood  van  Lodewyk  den  veertienden 
was.  ,5  Wat  waren  'er  al  rampen  van 
„  binnen  te  verhelpen!  wat  al'  veilighe- 
,3  den  ,  wat  al  voorzorgen  van  buiten 

V  S    •  „te 


3 14-     Het  Leven  van 

5,  te  gebruiken !          De  finantien  wa- 

ren  uitgeput,  het  krediet  verloren, 
„  de  middelen  verlieten ,  het  vertrou- 
„  wen  vernietigt ;  de  gewone  hulpmid- 
„  delen  fchynen  niet  toe  te  kunnen  ftrek- 
5,  ken  in  ongemene  qualen  ,  men  be- 
3,  proeft  allerly  wegen  :  de  glimp  van 
3,  een  ontwerp  doet  deszelfs  uitvoering 
3,  ondernemen  ;  de  natie  valt  'er  met 
3,  yver  op  aan  ,  het  vertrouwen  komt 
3,  weerom  ,  van  het  krediet  verzelt , 
3,  maar  de  gretigheid ,  om  een  al  te  vaar- 
33  dig  en  onmatig  fortuin  te  maken, 
„  preft  en  verhaalt  eene  fchikking  ,  die 
3,  met  meer  bezadigtheid  beftuurt  ,  en 
„  binnen  zekere  palen  moeft  belloten 
3,  zyn  « 

Na  getracht  te  hebben  om  de  droe- 
vige gevolgen  van  Laws  ontwerp  te  ver- 
fchonen  ,  breid  hy  zich  uit  over  de  ge- 
lukkige uitwerkingen  der  onderhandelin- 
gen, om  den  vrede  te  beveiligen.  „  In 
3,  de  gevolgen,  zegt  hy, van  deze  ver- 
3,  ftandige  ontwerpen,heeft  de  heer  her- 
3,  tog  van  Orleans  de  bequaamheid  van 
„  den  minifter,  dien  hy  met  de  uitvoe- 
3,  ring  belaft  had ,  erkent.  Door  de  uit- 
„  komft  geleer  t,  om  zyn  vertrouwen  niet 
5,  te  gemaklyk  te  vergunnen  ,  heeft  hy 
3,  hem  dat  niet  medegedeelt,  dan  na  de 
33  moeilykfte  proeven  3  door  de  geluk- 

33  kigfte 


Philipfüs  van  Orleans.  31J 

5,  kigfte  uitflagen  gevolgt ;  en  dezelve 
55  beweegredenen  doen  tegenwoordig 
3,  den  koning  belluiten  ,  om  de  keuze , 
33  die  hy  reeds  van  zyn  eerften  minifter 
33  gedaan  had5  te  bekrachtigen. 

33  Alle  foorten  van  zwarigheden  5  ver- 
33  volgde  hy  5  waren  den  hertog  van  Or- 
33  leans  befchoren  5  om  daarover  te  ze- 
33  gepralen.  Men  moeft  de  onluften  van 
33  de  kerk  ftillen  ,  die  oqluften  die  met 
33  geweld  niet  te  verdryven  zyn  5  en  die 
33  de  reden  vruchteloos  onderneemt  te  be- 
33  vredigen.  Twiftredenen  5  onderbande- 
33  lingen  5  gefprekken  ,  overredingen  5 
33  de  heer  regent  heeft  'er  niets  in  ge~ 
33  fpaart,  hy  heeft  eene  onwrikbare  itant- 
33  vaftigheid  tegen  de  zwarigheden  ge- 
33  ftelt ,  die  'er  zonder  ophouden  uit  den 
3,  valfchen  y ver,  of  uit  eigen  belang,  ont- 
33  ftonden  ;  en  hy  heeft  geoordeelt  den 
33  vrede  niet  beter  te  kunnen  inleiden , 
33  dan  met  dien  door  de  ftilzwygentheid 
33  te  doen  aankondigen  3  na  evenwel 
35  de  geheiligde  rechten  van  de  kroon, 
33  en  de  vryheden  van  't  ryk,  te  hebben 
33  in  veiligheid  geftelt  cc. 

Ter  dezer  gelegenheid  keerde  de  ze- 
gelbewaarder zyn  aanfpraak  tot  het  par- 
lement 3  en  gaf  deszelfs  leden  met  veel 
deftigheid  deze  grote  en  gewichtige  lef- 
fea    33  Gy  zyt  ?  myn  heeren ,  de  fchat- 

33  bewaar- 


3i6     Het  Le  ven  van 

35  bewaarders  van  deze  rechten  en  vry- 
39  heden  5  de  koning  heeft  u  dit  deel 
33  van  zyn  gezag  toevertroud ;  gebruikt 
33  het  met  de  ftantvaftigheid  ,  die  uw 
35  geweten  u  afvergt  5  en  met  de  beza- 
35  digtheid  en  eerbied  3  die  deze  ftof  ver- 
33  dient  ;  befteed  aan  alle  uwe  plichten 
35  den  zeiven  aandachten  dezelve  naau w- 
33  keurigheid :  erinnert  u  5  dat  gy  rech- 
35  terszyt5  wanneer  gy  misdaden  moet 
35  ftraffenj  of  ieder  het  zyne  toewyzen , 
33  maar  vergeet  de  eer  niet,  die  gy  hebt, 
33  van  onderdanen  van  een  groot  koning 
35  te  zyn  ?  wanneer  hy  u  zyn  weibeha- 
35  gen  laat  aankondigen  cc, 

Hy  eindigde  zyne  redevoering  meÉ 
deze  aanmerkelyke  woorden.  „  De  heer 
j,  regent  heeft  niet  willen  luilteren,  naar 
35  het  geen  perfonele  en  baatzuchtige 
33  belangen  hem  gedurende  een  zo  lang 
33  bewind,  waarin  zich  zo  menigvuldige 
35  gelegenheden  opdoen ,  konden  inge- 
55  ven.  Dit  is  't  noch  niet  al,  hy  heeft 
35  den  dag  niet  afgewacht  5  dat  de  ko- 
3,  ning  uit  eigen  gezag  moeft  regeren: 
,5  en  al  zo  min  jaloers  omtrent  zyne  ken- 
35  nis  zynde  5  als  edelmoedig  omtrent  al 
35  het  ander,  heeft  hy  zich  gehaaft,  om 
35  hem  die  mede  te  delen  ,  zonder  eni~ 
3,  ge  achterhoudentheid  ;  ik  zal  u  niets 
33  verbergen }  Sire-)  zeide  hy  tegen  hem , 

O,  zelf 


PhILIPPÜS  VAN  OltLEANS.  317 

zelf  myne  eige  fouten  niet ,  dus  noemt 
„  hy  ,  al  wat  tot  het  welzyn  van  het 
„  ryk  niet  gellaagt  is  ;  hy  heeft  hem  te 
3,  kennen  gegeven  alles  wat  hy  aan  zyn 
33  volk  verfchüldigt  was  ;  hy  heeft  hem 
33  over  de  grote  ftaatregels  der  regéring 
33  onderhouden;  hy  heeft  hem  gezegt, 
33  dat  de  vrede  het  hoogfte  goed  van 
33  een  ryk  is  3  dat  geen  oorlogen  bil- 
33  lyk  3  dan  wanneer  zy  onvermyde- 
33  lyk  zyn  ;  hy  heeft  hem  gewent  ,  om 
33  over  de  opkomende  zaken  zyn  ge- 
33  voelen   te  zeggen  ;   om   kort  te 
33  gaan ,  hy  heeft  den  koning  gezogt  in 
33  ltaat  te  ftellen  ?  om  door  zich  zeiven 
33  te  regéren  3  met  zo  veel  aandacht,  als 
33  anderen  in  diergelyke  gelegenheden 
3,  aanwendden  5  om  zich  noodzaaklyk 
33  te  maken.    En  dit,  mynheeren?  zyn 
33  de  waardige  onderwerpen  van  de 
33  dankbaarheid  5   waarvan  de  koning 
33  zelf  tegenwoordig  het  voorbeeld  aan 
33  de  héle  natie  geeft 

De  eerfte  prefident  fjorak  ook,  en  ver- 
fchoonde  met  oneindig  veel  geeftigheid 
de  onenigheid,  die  'er  tuffchen  zyn  ge- 
noodfchap  en  den  heer  regent  geweeft 
was.  3,  Wy  zyn  gereed  5  zeide  hy, 
3,  om  tot  een  draad  rekenfchap  te  ge- 
33  ven  3  van  ons  doen  en  laten.  Indien 
33  wy  enige  misllagen  begaan  hadden , 

33  wy 


3 18    Het  Leven  van 

„  wy  zouden  de  eerften  zyn3  om  die 
3,  in  den  vaderlyken  fchoot  van  uwe 
„  majefteit  te  leggen ;  en  wy  zyn  wel 
33  verzekert,  dat  'er  niets  zou  gevon- 
33  den  worden,  't  geen  de  oprechtheid 
33  der  meningen  ,  en  de  omftandighe- 
3,  den  van  den  tyd  5  voor  uwe  majefteit 
33  niet  zouden  kunnen  verdedigen  cc. 

Het  overige  van  zyne  redenvoering 
ftrekte  enkel  en  alleen,  om  aan  het  par- 
lement het  recht  te  handhaven  van  ver- 
togen te  doen  ,  en  de  vryheid  ,  om 
zich  met  publieke  zaken ,  de  innerly- 
ke  befturing  van  't  ryk  rakende ,  te  be- 
moeien. 

3,  Wy  durven  5  vervolgde  de  eerfte 
33  prefident,  in  ons  particulier  aan  uwe 
„  majeiteit  aanbieden  ,  't  geen  wy  u 
3,  mooglyk  alleen  kunnen  beloven  5  zon- 
3,  der  enige  mengeling  ,  en  zonder  an- 
3,  dere  achterhoudentheid ,  dan  die  de 
,3  eerbied  ons  oplegt ,  het  nutfte  dat  men 
„  den  vorft kan  beloven,  en  liet  laftig- 
„  fte  voor  den  onderdaan ,  die  het  op- 
3,  brengt ;  naamlyk  5  Sire  5  de  kennis 

van  de  waarheid.  Wy  voelen  ons 
33  door  geen  ander  belang  gedreven, 
„  dan  door  dat  van  uwe  majefteit  en 
3,  van  uwen  ftaat,  hier  menen  wy  voor 
33  't  oog  van  de  ganfche  wereld  op  te 
33  kunnen  roemen :  en  zo  uwe  majefteit 

3,  daar 


Philippus  van  Orleans.  319 

55  daar  zyn  vertrouwen  op  wil  ftellen  , 
55  zal  hy  bevinden  5  dat  de  moedigfte 
55  onderdanen  altyd  het  wezentlykfte 
55  aan  hun  koning  onderworpen  zyn  ; 
55  maar  uwe  majefteit  zal  ons  toelaten 
55  van  u  te  vertonen,  dat  zy  u  van  geen 
55  nut  zyn  5  dan  voor  zo  ver  men  hen 
55  aanhoort  5  en  dat  'er  5  met  de  op- 
55  rechtfte  meningen  van  de  wereld, 
55  niets  dan  de  vryheid  is  van  u  te  na- 
55  deren  5  en  zich  te  doen  horen  5  dat 
„  hen  in  ftaat fielt,  om  geen  andere  in- 
55  zichten  noch  oplettentheid  te  heb- 
35  ben  5  dan  voor  uwe  majefteits  dienft 
55  en  perfoon. 

55  Deze  dienft  5  Sire ,  is  het  enig 
„  voorwerp  van  onze  wenfchen,en  om 
55  vry  alle  deszelfs  plichten  te  vervul- 
55  len,  hebben  wy  niets  dan  de  verze- 
55  kering  nodig  5  van  u  niet  te  misha- 
55  gen  « 

Het  patent  van  zegelbewaarder  was  in 
't  parlement  niet  geregiftreert  geweeft ; 
maar  men  deed  het  by  de  houding  van 
dit  gerechtsbedde.  De  'heer  d'Arme- 
nonville,  na  's  konings  order  ontfangen 
te  hebben ,  zeide  ;  A&ml  de  koning  my 
de  eer  aangedaan  heeft ,  om  rhy  met  de  be- 
diening van  zegelbewaarder  van  Vrank- 
ryk ,  door  den  dood  van  den  heer  dYAr- 
genjon  opengevallen ,  te  voorzien ,  beveelt 

zyne 


320     Het  Leven  tan 

zyne  majejieit ,  dat  de  griffier  van  zyn 
parlement  het  patent  zal  lezen ,  V  geen 
hy  ^er  van  heeft  doen  opflellen.  De  ad- 
vocaten en  procureurs  des  konings  ,vry- 
heid  om  te  Ipreken  bekomen  hebbende , 
gaven  hun  ftem  tot  het  regiftreren.  De 
tegenkantingen  van  het  parlement,  om 
deze  patenten ,  ten  behoeve  van  de  he- 
ren d'Argenfon  en  d'Armenonville,  te 
boek  te  ftellen,  waren  hierop  gegrond 
geweeft,  dat  volgens  de  oude  ryks-re- 
gering  het  zegelbewaarderfchap ,  met 
het  ampt  van  cancjelier  verknocht ,  tot 
den  tyd  toe  ,  dat  men  gemeent  had  het 
daarvan  te  moeten  fcheiden,  maar  een 
blote  commiflie  was  ge  weeft,  en  geen 
bediening,  zo  als  men  die  voor  de  eer- 
ftemaal  ten  behoeve  van  den  heer  d'Ar- 
genfon  had  opgerecht. 

By  dit  gerechtsbedde  \  namen  de 

mar- 

j-  Order  van  de  zitting  van  't  gerechtsbed ,  door  Lo- 
dewyk  den  vyftiendcn,  by  zyne  .meerderjarigheid  , 
op  den  22  februari  1723  gehouden  dienende  tot 
uitlegging  van  de  nevensgaande  prent. 

1.  De  koning  op  zyn  gerechtsbcddc. 

1.  De  opperkamerheer,  voor  de  voeten  des  konings. 

3.  Prins  Carel  van  Lotteringen,  opperftalmcefter. 

f.  De  hertog  van  Orleans,  benevens  alle  de  andere 
prinflen  van  den  bloede. 

6.  De  captein  van  de  wacht,  die  op  dezen  tyd  dienft 
deed. 

7.  De  captein  van  de  hondert  Zwitzcrs. 

8.  De  eerftc  ftalmeefter. 

9-  D« 


Philippus  van  Orleans.  321 

marquizen  van  Biron  ,  Levi,  en  <fe  la 
Valliere  zitting  onder  -de  hertogen  en 

pairs  3 

9.  De  geeftlyke  hertogen  en  pairs  cp  de  bovenfte 
banken. 

10.  De  wereldlyke  hertogen  en  pairs  op  de  bovenfte 
banken  ,  ter  zyde  van  de  priniïen  van  den  bloede, 
en  op  twee  banken  daar  beneden. 

11.  De  marfchalken  van  Vrankryk  ter  zyde  van  de 
geeftlyke  hertogen  en  pairs  ,  en  twee  banken  daar 
beneden. 

12.  De  cancelier  op  zyn  ftoel ,  waarin  zich  de  opper- 
griffier  in  de  publieke  gehoorgevingen  zet. 

13.  De  eerfte  prefldent,  de  andere  eerlte  preiïdenten  5 
en  de  prefidenten  a  mortier. 

14..  De  groot- meefter  en  de  ceremonie  meefter ,  op  ftoe- 
len  zonder  rugleuningen  ,  voor  den  cancelier. 

if.  Twee  kamerbewaa!  ders  voor  den  koning  knielen- 
de ,  mot  hunne  ftaven  in  de  hand. 

16.  ZTes  wapenkoningen  op  hunne  knien  midden  in  de 
bali. 

17.  De  raadsheren  van  ftaat  en  de  requeftmeefters. 

18.  De  drie  ftaats -fecretanlTen. 

19.  De  raadsheren  om  den  titel;  de  requefimeefters , 
raadsheren  van  de  grote  kamer,  de  prefidenten  van 
de  gerechtskamert, ,  die  men  enquêtes  noemt,  en  van 
de  requeften. 

20.  De  ridders  van  de  orde. 

21.  De  gouverneurs  ,  generale  ftedehouders  ,  baillu- 
wen  ,  en  landdroften. 

22.  De  baillu  van  het  paleis,  alleen  ,  op  een  ftoel  zon- 
der rugleuning 

23.  De  opper-grimer  ,  en  de  commies  van  de  griffie  van 
't  hof,  met  een  fchryfufel  voor  hen. 

24..  De  oppergnffier  in  't  crimineel,  en  de  drie  fecre- 

tarnTen  van  't  hof. 
2f.  De  grote  prevooft  van  's  koningshuis,  alleen,  op 

een  ftoel  zonder  rugleuning. 
2<5.  De  eerile  deurwaarder  ,  ou  zyn  gewoonlykén  ftocl, 

aan  den  ingang  van  de  bali. 

27.  De  advocaten  en  procureurs  des  konings. 

28.  De  raadsheren  van  de  e n quêtts  en  van  de  requeften. 

II.  Deel.  X  »• 


322    Het  Leven  van 


pairs ,  zynde  de  patenten ,  die  hen  tot 
dezen  rang  verheften  ,  reeds  in  \  par- 
lement geregiftreert. 

De  qeremonie  eindigde,  met  het  re- 
giftreren  van  't  placcaat  tegen  de  twee- 
gevechten. 

Den  volgenden  dag  ontfong  zyne 
majefteit  de  complimenten  van  alle  dc 
genoodfchappen  ,  die  daartoe  in  deze 
grote  omitandigheden  toegelaten  wor- 
den :  een  van  de  kortfte  ontfong  de 
grootfte  toejuigching,  welke  door  den 
heer  Dauby,  advocaat- generaal  van  den 
groten  raad ,  gedaan  wierd. 

„  Sire  5  het  doorluchtig  bloed ,  dat 
53  in  uwe  aderen  ftraalt ,  is  ons  altyd 
33  borggeweeft  voor  de  koninglykequa- 
33  liteiten,  die  in  u  uitblinken;  de  ge- 
53  lukkige  opvoeding  uwer  majefteit  ver- 
33  zekert  ons,  dat  wy  een  vorlt  zullen 
33  hebben,  doorkneed  in  de  regerings- 
33  kunde.  Wat  valt  'er  voor  ons  te 
33  wenfehen ;  de  deugt  regeert  in  uwe 

33  majefteits 

29    De  deurwaarders  van  de  grote cancelary. 

30.  Verfchcride  uirheemlcht  prinflen  ,   cn  zoons  van 

ambafladeurs. 
ji.   Twee  deurwachters. 

32  Balcon  naar  den  kant  van  de  g-iiïïe,  waarin  de  her- 
togin van  Vantadour,  de  oud-biffch^p  van  Frejut, 
en  verfcheide  andere  luiden  van  rang  zaten. 

33.  Ralcon  naar  den  kant  van  den  fchoorftcct),  Wtttfa 
de  ambafladsurs  z«tcn. 


Philippus  van  Orleans.  323 


„  majefteits  hart,  en  uwe  majefteit  over 
„  ons.  Uwe  roem  ,  Sire  ,  is  zeker  ,  en 
3,  ons  geluk  beveiligt  cc. 

Dewyl  het  gezag  in  handen  van  den  De  re- 
hertOg  van  Orleans  en  van  den  cardinaal  f  J"^1" 
du  Bois  gebleven  was,  vielen  'er  in  de  hetzelve 
regering  geene  veranderingen  voor ,  dan  sezas* 
de  gene, die  zy  raadzaam  vonden  daar- 
in te  maken.  Men  rechtte  een  nieuwen 
finantie-raad  op,  beftaande  uit  de  heren 
Dodiin  controlleur  generaal  ,  Pelletier 
des  Forts  en  Fagon,  die  de  ordonnan- 
tiën gezamentlyk  met  den  koning,  den 
hertog  van  Orleans  ,  en  den  zegelbe- 
waarder, moeften  tekenen.  De  koning 
woonde  dikwils  deze  raadsvergaderin- 
gen by;  hoe  lang  zy  ook  mogten  du- 
ren, toonde  hy  niet  dat  ze  hem  verveel- 
den, en  zyn  aandagt  en  kennis,  die 
hy  'er  van  had ,  voorfpelden  het  groot- 
fte  geluk. 

Om  te  .beter  alle  de  zaken  onder  de 
ogen  van  dezen  prins  in  een  gezichtpunt 
te  verenigen ,  gaf  men  die  aan  de  fecre- 
tariffen  weerom ,  die  men  van  hun  be- 
wint  afgenomen  had:  de  raad  over  de 
zee-zaken  wierd  vernietigt ;  de  graaf  . 
van  Thoulouze ,  opper-admiraal ,  op  den 
voet  geftelt,  daar  hy  ten  tyden  van  Lo- 
dewyk  den  veertienden  op  was;  de  graaf 
yan  Morville ,  zoon  van  den  zegelbe- 
X  2  waar- 


$14-    Het  Leven  van 

waarder,  in  qualiteit  van  fecretaris  van 
ftaat,  wierd  met  de  raporten  belaft.  De 
cardinaal  du  Bois  zou  graag,  op  het 
voorbeeld  van  dien  van  Richelieu ,  den 
titel  van  opper-intendant  der  zee-zaken 
en  des  koophandels  aangenomen  heb- 
ben, maar  de  opper- admiraal,  die  den 
koning  alleen  boven  zich  erkende,  was 
een  onoverkoomlyke  hinderpaal  in  zyne 
vorderingen,  daarin  tegendeel  ten  ty- 
den  van  den  cardinaal  de  Richelieu  de- 
ze gewichtige  bediening  niet  vervult 
was. 

Ten  opzicht  van  den  land-dienftdeed 
men  \  zelve,  als  omtrent  de  zee-zaken. 
De  hertog  van  Chartres,  colonel-gene- 
raal  over  het  franfche  voetvolk,  gaf  aan 
den  heer  le  Blanczyn  departement  over. 
De  graven  van  Evreux  en  van  Coigny 
deden  het  zelve ,  ten  opzichte  van  het 
geen  de  ruitery  en  de  dragonders  raak- 
te ;  zo  dar  dit  bewind  ,  door  deze 
herenigingen, zo  wyd  uitgeftrekt  wierd , 
als  het  ten  tyden  van  den  heer  Voi- 
fin,  voorzaat  van  den  heer  le  Blanc,ge- 
.weeft  was. 

•  Men  gebruikte  ook  een  grote  oplet- 
tentheid op  de  Indifche  compagnie,  die 
voor  den  ftaat  en  de  particulieren  een 
zeer  gewichtig  voorwerp  was  gewor- 
den. Men  maakte  een  reglement  om- 
trent 


Philippus  tan  Orleans.  32? 

trent  derzelver  befturing  ,  en  bepaalde 
het  getal  der  actiën.  De  koning,  om 
haar  geruft  te  (tellen  omtrent  de  beta- 
ling van  de  renten  van  drie  millioenen, 
die  hy  haar  fchuldig  was,  voor  de  inte- 
reften  van  hondert  millioenen,  die  zy 
hem  had  opgefchoten,  wees  haar  den 
impoft  op  de  tabak  toe  ,  die  derdehalf 
millioenen  opbracht,  en  zyne  landen  in 
't  weften,  om  de  drie  millioenen  verder 
vol  te  maken ,  op  voorwaarde  evenwel , 
dat  deze  compagnie  de  1  aften  zou  beta- 
len, die  zyne  majefteit  voor  deze  over- 
geving gehouden  was  te  voldoen. 

De  inleiding  van  het  edict,  't  welk 
deze  reglementen  maakte ,  is  vol  oor- 
deel, en  kan  niet  anders  dan  tot  eer 
ftrekken  van  den  prins,  die  na  den  ko- 
ning prefident  was  in  alle  de  raadsver- 
gaderingen. „  Zyne  majefteit ,  zeide 
„  men,  zich  in  zyn  raad  verftag  heb- 
„  bende  laten  doen  ,  van  den  ftaat  , 
„  waarin  de  Indifche  compagnie  was , 
„  en  gemerkt  hebbende,  dat  derzelver 
„  handel  den  ftaat  zo  zeer  betreft  als  de 
„  actioniften  ,  heeft  raadzaam  geoor- 
„  deelt,  zo  voor  het  gemene  welzyn, 
„  als  voor  de  genen,  die  belang  in  de- 
„  ze  compagnie  hebben,  derzelver  ftaat 
„  te  bepalen ,  met  daar  een  vafte  en 
„  duurzame  regeringsform  aan  te  geven. 

X  3  „  En 


32Ö     Het  Leven  van 

5,  En  de  verfcheide  middelen  hebbende 
doen  onderzoeken,  om  daartoe  te  ge- 
3,  raken,  heeft  het  zyne  majefteit  toe- 
3,  gefchenen  ,dat  door  de  gemelde  com- 
3,  pagnie  aan  de  regering  van  een  en- 
33  kei  hooft  te  onderwerpen ,  het  vol- 
33  ftrekt  gezag,  dat  men  hem  zoumoe- 
33  ten  vergunnen,  zou  fchynen  te  ftry- 
„  den  met  de  form  van  bewind  van  een 
,3  hanael-compagnie  ,  en  dat  de  onze- 
33  kerheid,  waann  men  met  reden  zou 
33  zyn ,  om  altyd  by  vervolg  van  tyd 
33  luiden  te  kunnen  vinden ,  die  alle  de 
3,  nodige  bequaamheden  hadden  ,  om 
3,  een  zo  gewichtige  plaats  te  vervullen  3 
33  altyd  het  gemeen  zou  doen  vrezen , 
33  dat  deze  form  van  bewind  altyd  den 
3,  zeiven  voorfpoed  niet  zou  hebben  als 
3,  tegenwoordig,  en  dat  het  zelf  onver- 
3,  mydelyk  zou  fchynen,  dat  men  die 
3,  in  hettoekomende  zou  moeten  veran- 
3,  deren.    Ook  heeft  het  zyne  majet 
„  teit  toegefchenen ,  dat  het  noch  min- 
35  der  voordelig  aan  de  compagnie  zou 
„  zyn,  het  beftuur  daarvan  aan  de  al- 
„  gemene  vergadering  der  actioniften , 
„  en  aan  de  bewindhebbers  over  te  la- 
,5  ten  ,  die  door  deze  vergadering  zou- 
„  dén  verkoren  worden  :  de  zwarig- 
3,  heid  van  wëlzamenhangende  overwe- 
„  gingen  te  nemen,  in  een  zo  talryke 

55  ver- 


PHILIPPÜS  VAN  OfcLEANS.  32? 

^  vergadering,  en  de  geringe  kennis, 
„  die  de  meefte  aftioniften  ,  die  dezel- 
„  ve  uitmaken,  van  zaken  van  den 
„  koophandel  hebben ,  zouden  omtrent 
„  de  uitkomft  van  dit  bewind  een  reed- 
„  lyk  wel  gegronde  twyffeling  in  het 
„  gemeen  doen  ontitaan,  die  het  kre- 
„  diet  van  gemelde  compagnie  zou 
„  kunnen  krenken;  en  de  bewintheb- 
„  bers  ,  die  zich  gedurig  blootgeftelt 
„  zien,  om  afgezet  te  worden,  dik  wils 
„  zelf  zonder  oorzaak,  volgens  de  in- 
„  zichten  en  eigenzinnigheid  van  die 
„  genen  ,  wier  Hemmen  het  geval  in 
„  deze  vergaderingen  zou  doen  boven 
„  dry  ven ,  zouden  met  den  zeiven  y  ver 
„  een  bediening  niet  waarnemen,  daar 
„  zy  zo  weinig  duurzaamheid  in  zou- 
„  den  zien,  en  het  zou  zelf  gebeuren  , 
„  dat  de  genen,  die  het  bequaamfte 
„  zouden  zyn  om  deze  poften  te  be- 
„  kleden ,  weigeren  zouden  die  aan  te 
„  nemen,  om  hun  goeden  naam  niet 
,3  bloot  te  ftellen  aan  de  onzekerheid 
,,  der  overwegingen  van  deze  vergade- 
„  ringen.  Zyne  majefteit  heeft  d;:n 
„  geoordeelt,  dat  het  veiligfte  mid- 
„  del ,  om  een  onwrikbare  order  in  dit 
„  bewind  in  te  voeren  ,  was ,  een  raad 
„  van  luiden  aan  te  ftellen  ,  waarvan 
„  de  verkiezing  van  hunne  dienften , 
X  4  „  be- 


3:3      Het  Leven  YAtf 

„  bequaamheid,  en  kennis  van  de  za- 
„  ken  van  den  koophandel,  zou  afhan- 
'33  gen,  en  daaraan' het  behoorlyk  ge- 
„  zag  bytezetten  ,  om  de  zaken  van 
„  gemelde  compagnie  te  befturen ,  waar- 
„  van  zyne  majefteit  geen  kennis  wil 
„  nemen,  als  voor  zo  ver  zy  den  by- 
3,  ftand  van  het  koninglyk  gezag  zal 
3,  nodig  hebben,  om  den  goeden  uit- 
„  /lag  narer  ondernemingen  te  onder- 
„  fteunen  cc. 

Deze  raad  zou  uit  een  opperhooft, 
uit  een  prefident ,  en  uit  twintig  raads- 
heren beftaan,  waarvan  'er  zes  uit  de 
amptenaren  van  des  konings  raad ,  vier 
uit  den  zee-raad,  en  tien  uit  de  periö- 
nen5  die  den  koophandel  het  beft  ver- 
ftonden,  zouden  verkoren  worden,  uit 
een  fecretaris-generaal,  en  uit  een  grif- 
fier; deze  vergadering  zou  kennis  ne- 
men van  alles  dat  het  bewind  der  zaken 
van  de  compagnie,  en  de  domeinen  van 
de  Weft  betrof :  zy  zou  in  twee  kanto- 
ren verdeelt  zyn,  waarvan  het  een  zou 
zamengeftelt  zyn  uit  het  opperhooft , 
den  prefident ,  en  tien  raadsheren,  uit 
de  ftaats-raden ,  de  requeftmeefters ,  en 
den  zee-raad  verkoren ;  de  tien  perfo- 
nen  ,  die  zich  op  den  koophandel  vér- 
ftonden  ,  maakten  het  twedc  kantoor  uit , 
en  deze  beide  kantoren  zouden  elk  afzon- 
der- 


pHiLirpus  van  Orleans.  329 

derlyk  vergaderen  ,  of  te  zamen,  naar 
vereifch  der  zaken. 

Deonluften  van  de  kerken  van  Vranck-  Arreften 
ryk,die  de  reden  vruchteloos  ondernam  te  jgenu.r 
ftillen ,  en  de  zwarigheden ,  die  er  gedurig  fchop 
u*eer  uit  den  verkeerden  yver  of  uit  eigen  JJ^ 
belang  ontftonden  ,  eifchten  een  ver-  pemer. 
nieuwing,  of  ten  minften  een  aanhou- 
ding van  oplettentheid.    Het  onderte- 
kenen van  7t  formulier  ftrekte  tot  een 
grote  belemmering:  de  voorn aamfte  zorg 
van  de  opponenten  was  dat  te  ontzenu- 
wen. De  biflchop  van  Montpeliier  3  die 
het  zyn  plicht  oordeelde ,  en  zich  tot 
een  eer  rekende,  dat  hy  zich  tegen  het 
hof  en  het  voorbeeld  van  zyne  meefte 
medebroeders  aankantte,  ftelde  aan  het 
hooft  van  't  regifter,  dat  gefchikt  was 
om  de  ontertekeningen  van  het  formu- 
lier te  ontfangen,  een  voorrede,  die  de 
zelve  vernietigde  ,  en  van  geen  waarde 
maakte. 

De  hertog  van  Orleans,  hiervan  ver- 
wittigt ,  liet  zich  dit  regifter  vertonen  , 
en  de  voorrede  onderzocht  hebbende , 
liet  hy  een  arreft  door  den  raad  van  Ha- 
ten uitgeven,  waarin  verklaart  wierd, 
dat  dit  verbaal  of  deze  inleiding  opent- 
lyk  ftrekte ,  om  de  oude  difputen  te  ver- 
nieuwen ,  en  om  de  onderwerping  te 
ftuiten ,  die  men  aan  de  uitlpraken  van 
X  $  de 


330    Het  Leven  van 

de  kerk ,  en  aan  de  uitvoering  van  de 
edióten  en  declaratien  des  konings  ver- 
fchuidigt  is  ,  inzonderheid  aan  die  van 
den  IJ.  april  166)  waarin  geordon- 
neert  word  het  formulier  zuiver  en  een- 
voudig te  ondertekenen.  5>  En  aangezien , 
5,  vervolgde  het  arreft,  dat  het  van  het 
53  uiterfte  gewicht  is  voor  de  zuiver- 
35  heid  van  de  katholyke  leer,  en  voor 
33  de  behoudenis  van  den  vrede  der 
33  kerk,  en  de  ruft  van  den  Haat 5  niet 
33  te  dulden  dat  'er  iets  bygedaan  worde 
33  byeenaóte,  die  door  zo  vele  titels  ge- 
33  heiligt  is  5  heeft  zyne  majefteit  geor- 
33  donneert  5  dat  de  edióten  en  declara- 
33  tien  volgens  de  form  en  den  inhoud 
3,  uitgevoert  zullen  worden.  In  gevolge 
33  van  dien  ordonneert  de  koning,  dat 
33  het  verbaal ,  door  den  biffchop  van 
33  Montpellier  op^eftelt ,  om  tot  inlei- 
33  ding  van  de  ondertekening  des  formu- 
33  liers  in  zyn  gebied  te  dienen  ,  zal  ge- 
,3  fupprimeert  worden  5  zo  wel  als  de 
33  ondertekeningen?agtervolgens  hetge- 
33  melde  verbaal  gefchied,dieinsgelyk  nul 
33  en  van  gener  waarde  zullen  zyn.  Zyn 
33  majefteit  belaft  den  voornoemden  bif- 
33  fchop,  zich  naar  de  edictenen  decla- 
33  ratien  te  fchikken ,  en  ingeval  van  wei- 
gering  van  zyn  kant  ,  om  de  voor- 
33  'noemde  ondertekeningen  zuiver  en 

33  een- 


PhilIppüs  VAN  Orleans.  33$ 

53  eenvoudig  te  eiffchen  of  te  ontfangen,' 
3,  ordonneert  zyne  majefteit  ?  dat  alle 
33  geeftelyken  ,  zo  wel  wereldlyke  als 
33  ordens-luiden  3  die  gehouden  zullen 
33  zyn  het  formulier  in  het  bisdom 
3,  van  Montpellier  te  ondertekenen  3  zelf 
„  alle  die  genen  ,  die  op  de  voornoem- 
3,  de  lylt  agtervolgens  het  gezegde  ver- 
3,  baal  getekent  hebben  5  zich  in  perfoon 
35  zullen  vertonen  voor  den  aartsbiflchop 
3,  van  Narbonne  des  zelfs  metropoiitaan, 
35  of  zyne  grote  vicariiTen  5  om  het  voor- 
35  noemde  formulier  zuiver  en  eenvou- 
35  dig  te  tekenen  en  onderfchryven  ;  ea 
35  atteftatien  in  goede  form  van  hun  on- 
35  dertekening  te  nemen.  Alles  op  ftraf, 
5 5. door  de  declaratien  daar  opgeftelt 

Dit  arrelt  was  van  den  elfden  maart. 
Ik  beken  5  dat  alle  deze  bevelen  iets 
hards  ?  en  teenemaal  tegen  de  vryheid 
van  geweten  ftrydende  ,  fchenen  te  be- 
helzen ;  maar  het  is  alzo  gemaklyk  de- 
zelve te  verdedigen  5  als  de  gene  5  die 
men  de  menfchen  in  Engeland  afvergt : 
want  alles  ingezien,  zo  is  het  in  Vrankryk 
niet  noodzaaklyker  5  een  priefter  met  een 
beneficie,  of  munnik  te  zyn  5  dan  het  in 
Engeland  is  5  toegang  tot  de  publieke 
ampten  te  hebben  ;  ik  ga  verder  ,  het 
zoute  wenffchenzyn5datzo  vele  luiden 
zich  niet  van  de  burgerlyke  zamenleving 

af- 


332      Het  Leven  vai* 

afzonderden,  en  indien  de  onderteke- . 
ning  van  het  formulier  diende,  om  dat 
getal  te  verminderen ,  zou  zy  zekerlyk 
niet  zonder  nut  zyn. 

Nademaal  de  biffchop  van  Montpel- 
lier  boven  anderen  in  zyn  party  uitftak , 
zocht  het  hof  hem  in  alle  .gelegenheden 
fpyt  aan  te  doen.  In  de  voorgaande 
maant  van  februari  deed  men  hem  een 
vonnis  infinueren,  ter  gelegenheid  van 
het  decreet ,  dat  hy  in  de  theologifche 
facukeit  van  Montpellier  had  laten  op- 
ftellen  ,  om  de  ondertekening  van  het 
formulier  betreklyk  te  maken  ,  op  het 
geen  men  den  vrede  van  Clemens  den 
negenden  noemt.  Het  arreft  behelsde 
vier  of  vyf  artykels.  # 

Voor  eeril  ordonneert  de  koning  uit 
eige  beweging,  en  uit  zyn  volle  magt, 
de  vereniging  van  de  drie  faculteiten , 
de  theologie,  de  vrye  kunften,  en  de 
rechten,  volgens  een  inhoud  van  de  bul- 
Ie  van  Maarten  den  vyfden  ,  om  de 
nieuwigheden  te  verhelpen  ,  die  men 
daar  ingcvoert  heeft  3  en  om  het  verlan- 
gen van  de  drie  faculteiten  te  gemoed 
te  komen. 

Ten  tweden  verfteckt  en  berooft  de 
koning, van  alle  funóticn  in  de  faculteit 
van  dc  theologie ,  drie  geaggregeerde  of 
aangeoomc  do&oren  ,  hy  benoemt  'cr 

twee 


Philippüs  van  Orleans.  3jj 

twee  anderen  ,  en  wil  ,  dat  voortaan  ie- 
der profeflbr  zyn  eigen  noodhulp  zal 
kiezen. 

Ten  derden  ontneemt  de  koning  het 
recht  van  Hemmen  aan  den  biflchop  can- 
(jelier  van  de  univerfiteit,  en  geeft  de 
concluderende  Hem  aan  den  oudften 
hoogleeraar. 

Ten  vierden  geeft  de  koning  aan  de 
profeflbren  in  de  theologie  het  recht  van 
ftemmen  in  de  faculteit  der  rechten ,  zon- 
der dat  de  profeflbren  in  de  rechten  hun 
ftem  in  de  theologifche  faculteit  kunnen 
geven. 

Eindelyk  vernietigt  de  koning  het  de- 
creet van  de  theologifche  faculteit  van 
den  2  2ften  januari  van  't  voorleden  jaar, 
waardoor  de  ondertekening  een  enKcle 
ilender  wierd  ,  en  volkomen  de  inzichten 
teleurftelde  ,  die  men ,  in  dezelve  voor- 
te-fchryven ,  had  gehad. 

De  biffchop  van  Boulogne  was  ook 
een  van  die  genen ,  die  zich  't  beroemt- 
fte  maakte ,  maar  hy  wift  zich  meer  in  te 
binden ;  niet  dat  hy  minder  zyne  gevoe- 
lens aankleefde,  maar  dewyl  hy,  van  geen 
heelgrote  afkomft  zynde,  (hy  was  een 
kleinzoon  van  een  van  de  vier  eerfte  ge- 
reformeerde predikanten  in  Vrankryk  ) 
weinig  fteun  aan  't  hof  had,  daar  in  te- 
gendeel de  biflchop  van  Montpellier  aan 


354»     Het  Leten  van 


de  talryke  en  magtige  familie  der  Col- 
berten  vermaagfchapt  was. 

De  aartsbiffchop  van  Rheims  en  alle 
fcynewy-biflchoppen,  uitgezondertdien , 
vanwien  ik  zo  even  gefproken  heb  ,  had- 
den zich  opentlyk  voor  de  conftitude 
verklaart ;  inzonderheid  maakte  de  bif- 
fchop  van  Laon  ,  natuurlyke  zoon  van 
den  hertog  van  Orleans,  oneindig  vele 
bewegingen ,  om  de  appellanten  van  zyn 
bisdom  tot  het  herroepen  van  hun  ap- 
pél te  overreden  5  tot  zo  ver,  dat  hy 
den  bifTchop  van  Soiflbns  in  levendig- 
heid niet  toegaf.  In  hunne  provinciale 
vergadering  ,  waarvan  de  biflchop  van 
Boulogne  uitgelloten  was  ,  wierden 
menigvuldige  klagten  tegen  dezen  pre* 
laat  ingelevert ,  van  priefters  ,  en  mun- 
niken,die  voorde  conftitutie  waren,  die 
hy  in  zyn  bisdom  handelde,  gelyk  de 
tegen-conftitutionarilfen  in  andere  pro- 
vintien  gehandelt  wierden  ;  verfcheide 
magiftraats-perfonen ,  en  vele  luiden  van 
aanzien,  inzonderheid  urt het  Artoifche, 
onderfteunden  de  geeftlykheid.  De  ver- 
gadering, op  deze  forméle  klagten,  gaf 
haar  gedeputeerden  ,  op  de  algemene 
vergadering  van  de  geeftlykheid  ,  laft , 
om  den  koning  te  verzoeken  ,  dat  de 
provintie  van  Rheims  in  een  provintiaal 
concilie  mogt  te  zamen  komen,  om  over 

de 


Philipêus  van  Orleans. 

de  zaak  van  den  biiïchop  van  Boulogne 
te  oordelen.  De  aartsbiflchop  verwit- 
tigde 'er  zelf  dezen  prelaat  van  3  door  den 
volgenden  brief: 

„  Met  het  hevigfte  leedwezen  ,  myn 
„  heer  5  zie  ik  my  verplicht  om  u  te  ver- 
33  klaren  ,  dat  ik  my  niet  heb  kunnen 
33  onthouden,  van  aan  de  provintiale  ver- 
33  gadering  verilag  te  doen  van  de  ver- 
3,  fcheide  klagten  3  die  men  ten  opzich- 
33  te  van  uwe  regering  in  uw  bisdom 
33  heeft  opgeftelt.  Zy  zyn  voor  den 
33  raad  der  kerklyke  zaken  gebragt  5  en 
33  men  heeft  raadzaam  geoordeelt ,  dat 
33  ik'er  de  vergadering  van  verwit- 
33  tigde ,  die  gemeent  heeft  haar  ge- 
33  deputeerden  aan  de  algemene  verga- 
33  dering  te  moeten  belaften  ,  om  van 
33  den  koning  verlof  te  verzoeken,  om 
,3  het  concilie  van  myn  provintie  te  be- 
33  roepen  5  om  gemelde  klagten  te  on- 
33  derzoeken  3  en  zo  zy  ongegrond 
3,  gevonden  worden  5  u  een  vaardige 
3  3  en  volkom©  rechtvaardiging  te  kun- 
33  nen  verfchaffen,  7t  geen  ik  uit  grond 
33  mynes  harten  wenfeh  :  het  is  ten 
33  hoogften  nöodzaaklyk  3  en  daar  moet 
-3  U  veel  aangelegen  leggen  ,  myn  heer5 
33  om  zulke  nadelige  geruchten  te  doen 
33  ophouden,  waarover  wy  niet  kunnen 
33  nalaten  zeer  gevoelig  te  zyn  5  dewyl 

3?  zy 


33<S     Het  Leven  van 


„  zy  een  onzer  medebroeders  raken, 
„  daar  wy  alle  zonderlinge  achting  voor 
„  hebben 

Mcnont-  Het  verlof,  daar  men  zo  inftantelyk 
laat  wat  om  verzocht  5  wierd  hun  afgeflagen,  en 
^ar"nzayne  met  veel  billikheid ;  de  gemoederen  wa- 
heidV  ren  al  te  zeer  aan  't  giften,  om  tot  dier- 
gen  de   geivken  ftap  te  komen  :  men  heeft  het 

appellan-  o    /  r 

ten.  naderhand  omtrent  den  billchop  vanSe- 
nés  in  't  werk  geilek ,  in  veel  ganftiger 
omftandigheden  van  tyd;  maar  wat  vrucht 
heeft  men  'er  van  behaalt?  hebben  het 
gerucht ,  dat  dit  werk  maakte  ,  en  de 
onenigheden  ,  die  'er  op  gevolgt  zyn  , 
waartoe  die  zaak  aanleiding  gaf,  geen 
berouw  genoeg  daarover  veroorzaakt? 
daarenboven  was  het  omtrent  dezen'tyd, 
dat  het  verzoek  van  de  begeving  der  be- 
neficiën door  de  jezuiten  gedaan  wierd, 
en  de  verontwaardiging  ,  die  het  aan 
den  cardinaal-minii ter  veroorzaakte,  had 
deszelfs  yver  verkoelt.  Het  kapittel  der 
benediclynen  verkreeg  ter  zeiver  tyd  de 
herroeping  van  de  hart-dreigende  or- 
ders ,  waar  van  mynheer  de  Camilli,  on- 
langs van  het  bisdom  vanToul  naar  het 
aartsbisdom  van  Tours  verplaatft,  de 
brenger  was :  deze  munniken  deden  om- 
trent wat  zy  wilden,  zy  fielden  aan,  en 
herftelden  die  genen ,  die  men  in  't  eerlt 
had  zoeken  uit  te  fluiten  :  zelf  wierd'er 

geen 


Philippus  van  Orleans.  337 

geen  reglement  gemaakt  omtrent  he.t  te- 
kenen van  \  formulier  ,  nocli  het  aanne- 
men van  de  conftitutie  ,  alles  ging  'er 
met  drift ,  en  met  zeer  weinig  ontzag 
voor  den  prelaat ,  die  met  de  commiflie 
beladen  was  ,  in  zyn  werk  ,  ook  zeide  hy 
van  tyd  tot  tydJFat  elendigc  commijjie !  ik 
zat  liever  op  de  galeien.  De  wereld  meen- 
de dat  de  benedictynen  deze  foort  van 
zegepraal  aan  de  voorbede  van  de  abdis 
van  Chelles  verfchuldigt  waren  ,  maar 
men  bedroog  zich,  en  kende  het  karak- 
ter van  den  hertog  van  Orleans  niet  ter 
deeg;  nooit  heeft  deze  prins  willen  dul- 
den, dat  zvne  matreiïen  zich  metltaats- 
zaken  bemoeiden  5  hoe  zou  hy  dan  het 
oor  aan  zyne  dogter  geleent  hebben, 
vooral  ,  daar  hy  haar  zo  hevig  was  aan 
zin  ge  weeft  om  het  formulier  te  tekenen. 

De  appellanten  hadden  graag  die  van  Men 
hunne  tegenpartyders ,  die  hun  't  meeft  ^"p'den 
in  den  weg  waren,  aan  de  war  gehol-  cardinaai 
pen  :  vooral  haddon  zy  het  op  den  de  Biffi- 
bilTchop  van  SoifTons,  en  op  den  car- 
dinaal  de  BilTi  geladen.   Men  had  de 
werken  van  den  eerftgenoemden  aan 
de  Sorbonne  aangegeven  ,  daar  men 
pntelbaare  dwalingen  ,  onderftellin- 
gen  ,   en  vervalfchingen  in  meende 
te  ontdekken  :  maar  deze  vierfchaar  , 
die  hem  zekerlyk  niet  zou  verfchoont 

1L  Deel  Y  heb- 


338     Het  Leven  van 

hebben  5  kreeg  bevel ,  van  niet  verder 
met  de  zaak  voort  te  gaan.  De  cardinaal 
liet  een  zeer  lange  onderrechting  druk- 
ken ,  die  hy  aan  zyne  parochianen  over 
de  zaken  van  den  tegenwoordigen  tyd 
gaf;  men  gaf  ze  aan  het  parlement  aan  3 
S  welk  dezelve  inzichten  als  de  Sorbonne 
hebbende  ,  dezelve  bevelen  ontfong. 
Nademaal  het  gemor  tegen  deze  herder- 
ly  ke  vermaning  zeer  groot  was,en  dat  'er, 
alles  wel  ingezien  zynde  ,  te  vrezen 
ftond,  dat  het  parlement,  ten  opzichte 
van  het  ontfangen  verbod  van  daar  ken- 
nis van  te  nemen,  enige  vertogen  mogt 
'doen  3  die  in  plaats  van  een  arreft  dien- 
den ,  verzocht  de  cardinaal  de  Noailles 
om  commifTariffen  ;  de  koning  benoem- 
de den  cardinaal  de  Rohan  ,  den  oud- 
billchop  van  Viviers  ,  den  zegelbewaar- 
der ,  en  den  heer  Pelletier  des  Forts , 
raadsheer  van  ftaat :  op  het  rapport  van 
deze  commifTariffen  quam  3er  een  arreft 
van  den  raad  des  konings  uit  ,  't  welk 
verklaarde  ,  dat  de  gemelde  herderlyke 
vermaning  niets  behelsde  ,  dat  tegen  de 
rechten  van  de  kroon  ,  en  de  vryheden 
van  de  Gallicaanfche  kerk  ftreed  ,  en 
veroordeelde  by  gevolg  en  verbood  de 
aanklaging  en  de  raadpleging  ,  die  aan 
een  advocaat  van  Bourdeaux  toe°;efchre- 
ven  wierden,  als  eerrovende  pasquillen. 

Schoon 


Philippus  van  Orleans.  339 


Schoon  deze  zaken  een  heel  naauw 
verband  met  de  regering  van  den  hertog 
van  Orleans  hebben ,  haal  ik  ze  niet  aan , 
a's  om  te  doen  zien,  hoe  veel  wysheid  , 
doordringenheid  van  oordeel ,  en  ftudie 
hy  van  noden  had  ,  om.  het  groot  ge- 
rucht ,  dat  de  driften  van  deze  beide 
onverzoenlyke  partyen  zekerlyk  zouden 
gemaakt  hebben,  te  verhinderen. 

Ik  heb  reets  aangemerkt  ,  dat  deze  S**^1* 
prins  noch  quaadaardig  noch  wraakzuch-  deaW 
tig  was:  hy  wilde  zyne  rechten  en  zyn  t°§V3tl 
gezag  in  veiligheid  itellen  ;  maar  zo  dra  *  al 
hy  de  genen  ,  welke  hy  bequaam  oor- 
deelde om  die  aan  te  talten,  of  ze  hem 
te  betwiften,  buiten  ftaat  had  geftelt  van 
het  te  doen  ,  was  hy  te  vreden,  eabragt 
de  zaken  niet  tot  het  uiterfte  ,  gelyk  de 
haat  en  wraakzucht  gewoon  zyn.  Nooit 
is  mooglyk  de  goede  naam  van  een  prins 
erger  gelaftert ,  of  op  gevoeliger  plaat- 
fen  aangetaft  ,  dan  de  zyne  ;  't  is  niet 
mooglyk,  dat  hem  alle  de  uitvinders  van- 
die  geruchten  onbekent  zyn  geweeft, 
zelfs  is  het  zeker,  dat  hy  'er  enigen  van 
gekent  heeft  :  wat  wraak  heeft  hy  'er 
van  genomen  ?  de  perfoon  ,  dien  men 
den  maker  geloofde  te  zyn  van  die  ver- 
fchriklyke  pasquillen  ,  Phüippiques  ge- 
noemt,  wierd  in  arreft  genomen;  mr.ar 
ontfnapte  zyne  gevangenis  weer  :  is  hy 


3+0     Het  Leven  van 

wel  eens  vervolgt  geweeft?  het  bewys, 
waarop  ik  wil  blyven  aandringen ,  is  de 
herftelling  van  den  hertog  van  Maine, 
kort  na  de  meerderjarigheid:  't  is  waar, 
dat  byna  het  gehele  hof  zich  voor  dien 
prins  in  de  bres  ftelde,  maar  tenminften 
is  het  ook  waar  ,  dat  indien  de  hertog 
van  Orleans  daar  zyn  ftem  niet  toe  ge- 
geven had  ,  al  de  voorfpraak  van  het  hof 
vergeefs  zou  zyngeweeft:  voor 't  overi- 
ge krenkte  deze  herftelling  het  placaat 
van 't  jaar  1717  niet,  't  welk  den  hertog 
van  Maine,  en  zyn  broeder,  den  graaf 
van  Thouloufe,  het  recht,  om  op  den 
troon  te  fuccederen  ,  voor  hun  en  hun- 
ne kinderen  ,  benam,  \  geen  hun  Lo- 
dewyk  de  veertiende  met  alle  de  eerte- 
kenen en  voorrechten  der  prinflen  van 
den  bloede  toegeftaan  had. 

Dit  placaat  had  hun  het  genot  van  die 
eerbewyzingen  ontnomen,  waarvan  zy 
in  't  bezit  waren.  In  ^t  jaar  1718  wier- 
den deze  beide  prinflen,  om  particuliere 
raisnoegtheden,  of  om  miflchien  valfche 
en  qualyTc- gegronde  vermoedens,  in  7t 
houden  van  ''t  gerechtsbedde  tot  op  hun 
rang  van  pairfchap  na  uitgefchud ,  en  van 
hun  bezit  berooft.  Nademaal  deze  mis- 
noegtheden  en  vermoedens  den  hertog 
van  Maine  alleen  raakten  ,  herftelde  een 
ander  arreft,  in  't  zelve  gerechtshof  uit* 

gefpro- 


Philippus  van  Orleans.  34,1 

gcfproken  en  geregiftreert  3  den  graaf 
van  Thouloufe  in  de  rechten  ,  daar  hy 
met  zyn  broeder  van  fcheen  berooft  ge- 
weeft  te  zyn.  Deze  onderfcheidmaking 
tuiTchen  twee  broeders ,  heel  ten  voor- 
dele van  den  jongften  ,  moeit  den  oud- 
ften  gruwlyke  fpyt  baren.  Toen  de 
voorwerpen  van  misnoegen  voorby  wa- 
ren ,  en  de  vermoedens  valfch  bevon- 
den, ofwel  vergeten  ,  ftelde  men  hen 
beiden  egaal  :  en  dewyl  men  oordeel- 
de, dat  men,  om  den  hertog  van  Mai- 
ne  fpyt  aan  te  doen,  een  weinig  teveel 
ten  behoeve  van  den  grave  van  Thou- 
loufe gedaan  had ,  en  dat  het  wel  gevoeg- 
lyk  was  ?  dat  'er  enig  onderfcheid  tuf 
fchen  de  prinfTen  van  den  bloede  uit  de 
geboorte  ,  en  de  genen  ,  die  liet  maar 
uit  gunft  waren  ,  gemaakt  wierd  ,  gaf 
men  den  hertog  van  Maine  een  deel  van 
de  eertekenen  weerom  ,  die  men  hem 
ontnomen  had,  ter  zeiver  tyd,  dat  men 
den  graaf  van  Thouloufe  van  een  deel 
van  (deze  beroofde  ,  die  men  hem  eerit 
vergunt  had. 

,3  \Vy  zouden  wenfehen  (zeide  de 
,5  koning,  in  zyn  placaat  van  den  26. 
,3  april  na  zyne  meerderjarigheid,  fpre- 
,3  kende  van  den  grave  van  Thouloufe  ) 
,3  hem  de  eertekenen  te  kunnen  laten, 

die  hy  zich  zo  waardig  gemaakt  heeft ; 

Y  3  „  maar 


34-?     Het  Leven  van 

>,  maar  het  valt  ons  hart  het  onderfcheid 
3,  te  zien  tuflchen  zyn  ltaat ,  en  dien , 
,  waartoe  onze  zeer  waarde  en  zeer  be- 
53  minde  oom  de  hertog  van  Maine,  ze- 
3,  dert  ons  placaat  van  de  maand  augufti 
5,  1718  ,gebragtisgeweeft,  en  wy  kun- 
3,  nen  hem  en  onze  zeer  waarde  en  zeer 
33  beminde  moei,  de  hertogin  van  Mai- 
33  ne,  niet  langer  de  voldoening  weige- 
33  ren,  die  zy  van  ons  verwachten,  om 
3,  zo  wel  aan  onzen  gemelden  oom  den 
3,  hertog  van  Maine  ,  als  aan  zyne  kin- 
33  deren,  een  vaften  rang  en  eer  toe  te 
33  wyzen  ?  overeenkomftig  met  de  eer 
33  die  zy  hebben,  van  zo  na  aan  alle  de 
33  prmflen  van  onzen  bloede  vermaag- 
3,  fchapt  te  zyn,  mits  egter  een  billyke 
3,  evenredigheid  in  het  onderfcheid  der 
3,  eertekenen  behoudende,  die  men  aan 
3,  de  prinflen  van  den  koninglyken  bloe- 
3,  de  verfchuldigt  is,  en  die  gene,  die 
3,  die  men  aan  gewettigde  prinflen,  of 
3,  hunne  kinderen  ,  kan  toeltaan  ,  en 
3,  voor  't  overige  den  ftaat  en  rang  van 
3,  onze  gemelde  omen ,  den  hertog  van 
3,  Maine  en  den  grave  van  Thouloufe, 
33  in  alles  gelykltellende  c<\ 

Achtervolgens  dit  edict  wierden  de 
hertog  van  Maine  en  de  hertog  van 
Thoulotife  rcfpcótivelyk  herftelt  en  ge- 
handhaafc  in  het  genot  der  voorrechten 

var* 


Philippus  van  Orleans.  34.3 

van  prinflen  van  den  bloede  ,  met  uit- 
fluiting evenwel  van  het  recht  van  opvol- 
ging tot  de  kroon.  Het  onderfcheid, 
dat  men  tuflchen  hen  en  de  ware  prinf- 
fen  van  den  bloede  ftelde,  was  5  dat  zy 
niet  door  de  bali  zouden  gaan  ,  en  dat 
by  het  groeten  met  de  bonnet  de  prefi- 
dent ,  hen  hun  gevoelen  afvragende, 
hen  by  den  naam  hunner  pairfchappen 
zou  noemen. 

Een  particulier  brevet  5  den  zeiven 
dag  afgevaardigt ,  reguleerde  de  eerbe- 
wyzingen ,  die  zy  aan  het  hof  en  by  den 
koning  zouden  ontfangen ;  dit  waren  de- 
zelve ,  die  de  prinflen  van  den  bloede 
genoten  5  uitgezondert  3  dat  zy  op  de 
fefteinen  5  maaltyden5  en  openbare  pleg- 
tigheden,  niet  te  enemaal  in  de  zelve  li- 
nie zouden  geplaatft  worden  5  of  zit- 
ten. 

Wat  de  beide  zoons  van  den  hertog 
van  Maine  ->  den  prins  van  Dombes  en 
den  graaf  van  Eu  betreft  ,  deze  hadden 
den  rang  in  het  parlement  voor  alle  de 
andere  hertogen  en  pairs  ,  zonder  acht 
te  geven  op  de  oud-  of  jong-heid  van 
hun  pairfchap  :  maar  dewyl  zy  te  ene- 
maal van  den  titel  en  den  rang  van  prinf- 
fen  van  den  bloede  uitgeiloten  waren  3 
waren  zy  genoodzaakt  zich  in  het  par- 
lement te  doen  aannemen  .  den  eed  if 
Y  4  tc 


34-4    Het  Leven  van 

te  leggen  gelyk  de  andere  pairs ,  en  zit- 
ting onder  hen ,  hoewel  voor  hen  allen  3 
te  nemen. 

De  woorden  het  groeten  met  de  bon- 
net 5  en  door  de  bali  gaan^  zouden  het 
tegenwoordig  verhaal  zeer  duifter  ma- 
ken, zo  men  £e  niet  verftond.  De  bali 
in  het  pariement  is  een  kleine  vierkante 
afgefchote  plaats ,  tegen  over  des  konings 
troon  3  die  altyd  leeg  blyft  5  en  voor  de- 
zen was  het  niemand  geoorlooft  daardoor 
te  gaan  ,  welke  gewoonte  plaats  heeft 
gegrepen  tot  den  tyd  toe  van  den  be- 
roemden prins  van  Condé,  die  om  zyn 
podagra ,  daar  hy  zeer  mee  gequelt  was , 
de  bali  niet  rond  kunnende  gaan  ,  daar 
dwars  doorheen  ftapte.  \  Geen  hy  eens 
by  toeval  gedaan  had  ,  deed  hy  nader- 
hand ,  als  of  hy  'er  het  voorrecht  toe 
had  ;  men  betwiftte  het  hem  niet  ,  eer 
uit  erkentenis  van  de  grote  dienlten  ,  die 
hy  den  ftaat  had  bewezen,  als  uit  hoof- 
de ,  dat  men  zou  menen  ,  dat  dit 
recht  aan  zyne  geboorte  verknocht  was. 
De  andere  printten  van  den  bloede  volg- 
den hem  na  ,  en  nademaal  men  hun  dit 
niet  kon  betwiften ,  zonder  te  gelyk  den 
prins  van  Cöndé  aan  te  talten  ,  Helden 
zy  zich  in  't  bezit  daarvan  9  dat  zy  na- 
derhand behouden  hebben:  dus  wierden 
de  gelegitimeerde  prinlfen  van  het  recht 

berooft, 


Philippüs  van  Orleans.  34? 


berooft  ,  om  de  bali  door  te  gaan.  Zou 
men  wel  gedacht  hebben  ,  dat  zulk  een 
beuzeling  bequaam  was  om  de  eerzucht 
te  ftrelen,of  verflagen  te  maken? 

Met  de  bonnet  gegroet  te  worden  ,  is 
den  groet  van  den  prefident  ontfangen, 
wanneer  hy  de  gevoelens  afvraagt.  By  het 
gerechtsbedde  van  1718  wierd  'er  geor- 
donneert  ,  dat  de  hertogen  en  pairs  den 
rang  zouden  hebben  voor  de  prefidenten 
a  mortier  ,  dat  zy  hunne  ftem  al  zittende 
zouden  geven  ,  en  dat  'er  ten  dezen  op- 
zichte tuiTchen  hen  en  de  printten  van 
den  bloede  geen  onderfcheid  zou  we- 
zen ,  als  alleen,  dat  de  prefident  het  ad- 
vys  van  de  prinflen  van  den  bloede  vra- 
gende, moeit  zeggen  ,  myn  heer  ,  uiv 
gevoelen  ,  en  wanneer  hy  het  de  herto- 
gen en  pairs  afvroeg  ,  moeit  hy  by  het 
v  oord  myn  heer  zyn  titel  voegen  ,  als 
by  voorbeeld  ,  myn  heer  de  hertog  van 
la  Tremouille ,  van  Maine  enz. 

De  hertog  van  Maine  was  weinig  vol-  Is  nade- 
daan  over  deze  herftelling,  die  vry  min-  dL^a 
der  w  as  dan  hy  gehoopt  had  ,   en  de  ^  van 
graaf  van  Thouloufe  gevoelde  'er  veel  ™fc!" 
ipyt  over  :  onderrecht  van  den  weinig 
gunlcigen  draai  ,  dien  deze  zaak  nam, 
had  hy  een  requeft  aan  den  koning  ge- 
prefenteert ,  waarin  hy  enkel  en  alleen 
aandrong, op  het  geen  'er  ten  zynen  voor- 
Y  5  deele 


34ó     Het  Leven  van 

deele  in  de  maand  augufti  171 8  gedaan 
was.  ,5  Het  raakt  geen  titels  ,  Sire , 
33  zeide  deze  prins  5  nocli  geen  vorde- 
33  ringen  5  maar  alleen  de  wil  van  uwe 
33  majefteit  5  die  zich  zo  plegtig  heeft 
33  uitgedrukt.  Staat  my  toe,  Sire,  dat 
33  ik  'er  u  de  uitdrukkingen  van  mag  te 
33  binnen  brengen  ,  fchoon  ik  het  niet 
33  doen  kan  zonder  fchaamrood  te  wor- 
33  den  3  omdat  zy  my  meer  eer  aandoen- 3 
33  dan  ik  verdien. 

34  Ondertuffchen  de  onkmikbare  gene- 
33  genheid  kennende ,  die  onze  zeer  waar- 
33  de  en  zeer  beminde  oom  voor  onzen  per- 
33  zoon  en  voor  onzen  Jlaat  beeft ,  zyn 
3,  yver  voor  het  gemeene  welzyn,  dege- 
33  wichtige  dien/ten  5  die  hy  bewezen  heep , 
33  en  de  uitmuntende  q utiliteiten  3  waar- 
33  mee  hy  begaaft  h ,  zien  wy  met  hart- 
33.  zeer  3  dat  de  oude  reglementen  ,  die 
3,  wy  weer  her  [lellen  5  hem  van  een  rang 
33  uitfluiten  5  dien  zyne  perjonéle  verdicn- 
33  fien  hem  zo  waairlig  maakten  ?  en  dien 
3)  hy  zelf  niet  aanvaardde,  dan  uit  gc- 
33  hcorzaamheid  voor  de  bevelen  van  on- 
33  zen  zeer  ge  eerden  beer  en  overgrootva- 
33  èdTy  den  overleden  koning.  Uit  deze 
33  bewegingen  hebben  wy  hcmgenieent  by- 
3  3  zondcre  blyken  van  de  acht  mg  te  ?noe- 
33  ten  geven  ,  die  wy  voor  hem  hebben  y 
3,  en  wy  doen  fat  met  zo  veel  te  meer  ge- 

,3  BOgttj 


Philippus  van  Orleans.  34.7 

53  noegen,  om  dat  onze  goede  wil  onder- 
„  Jleunt  -word  door  de  algemene  toeflem- 
„  ming  van  alle  de  prinffen  van  onzen 
3,  bloede  3  en  door  het  verzoek ,  dat  de 
33  pairs  van  Vrankryk  ons  deswegen  ge- 
33  daan  hebben.  Om  deze  redenen  heb- 
33  benwy  door  de  tegenwoordige  brieven, 
33  met  onze  band  ondertekent ,  gezegt  en 
33  verklaart  ?  wy  willen,  en  het  behaagt 
3  3  ons  ,  dat  onze  zeer  waarde  oom^  de  graaf 
33  van  Thouloufe,  gedurende  zyn  leven 
33  alle  de  eerbewyzingen,  rang ,  zitting , 
33  en  voorrechten  geniete,  die  hy  voor 
33  ons  placaat  bezat. 

33  Ziedaar,  Sire,  titels,  die  in  der 
33  waarheid  al  te  roemryk  voor  myzyn , 
33  maar  die  ik  reden  heb  om  te  hopen  , 
3,  dat  zyne  Majefteit  die  niet  zal  ver- 
33  minderen ,  zo  lang  ik  'er  door  myn 
33  gedrag  geen  reden  toe  geef. 

33  Deze  titels,  Sire,  zyn  federt  vyf 
5,3  jaren  door  heel  Europa  verfpreid ;  zy 
33  hebben  al  de  wereld  overtuigt ,  dat 
33  uwe  majefteit  enige  goedheid  voor 
,3  my  had ,  en  dat  die  my  in  't  jaar  1718 
33  de  gunft  niet  onwaardig  oordeelde, 
,3  die  uwe  majefteit  my  toen  wel  wilde 
„  bewyzen:  wat  zalmen  zeggen,  in- 
„  dien  men  'er  my  eensklaps  van  ziet 
„  beroven  door  uwe  majefteit  zelf,  die 
33  nooit  anders  dan  daden  van  goedheid 

„  en 


348     Het  Leven  van 


3,  en  rechtvaardigheid  geoeffent  heeft  ? 

en  hoe  kan  ik  de  menfchen  overtui- 
„  gen,  dat  ik  my  dezelve  niet  onwaar- 
„  aig  gemaakt  heb  cc  ? 

Dit  requelt  wierd  te  laat  ingelevert; 
maar  al  had  het  op  zyn  tyd  gekomen , 
de  nieuwe  reglementen  waren  zo  ver- 
ftandig  opgeitelt ,  dat  dit  'er  geen  veran- 
dering in  had  behoren  temaken.  Zy 
maakten  geen  inbreuk  in  de  zonderlin- 
ge verdienften  van  den  grave  van  Thou- 
loufe,  en  benadeelden  zyn  goeden  naam 
niet: men  kan  voor  een  tyd  aan  een  en- 
kel perfoon  vergunnen  ,  't  geen  niet 
raadzaam  is,  aan  verfcheiden  te  vergun- 
nen. De  ongelykheid,  tuflchen  twee 
broeders  geftelt,  om  den  een  fpyt  aan 
te  doen,  moet  ophouden,  als  men  raad- 
zaam oordeelt  hem  pardon  te  verlenen; 
die  gene, dien  men  uitgezondert  heeft, 
is  daardoor  genoegzaam  voor  zyne  ge- 
trouwheid beloont ,  en  men  doet  hem 
geen  ongelyk  aan,  als  men  hem  weer 
met  den  anderen  gelyk  ftelt,  met  hem 
aF  te  nemen  ,  't  geen  men  niet  raad- 
zaam oordeelt  den  anderen  toe  te  voe»- 

Sen- 

pogm-       j)e  brjefjes  ia2-en  jcn  ftaat  noch  aityd 

gen  om  '   i  i  r 

aiie  dc  zwaar  op  't  hart,  zynde  een  loort  van 
uitCdeCS  ongediert,  dat  men  zich  niet  kon  quyt 
werdd  te  maken  :  de  hertog  van  Orleans  en  de 
herpen.  eerfte 


Philippus  van  Orleans.  349 

cerfte  minifter  lieten  7er  op  nieuw  hun- 
ne gedagten  over  gaan.  Men  recht- 
te een  foort  van  lyfrenten  op,  Tontine 
genaamt ,  waardoor  men  voor  70  mil- 
lioenen  aan  contante  effeóten ,  en  drie 
duizent  aftien  van  de  compagnie  der  In- 
dien'zou  vernietigen. 

Deze  tontine  beftond  uit  hondert  dui- 
zent briefjes,  ieder  van  duizent  livres* 
die  betaalt  konden  worden  met  duizent 
livres  aan  liquidatien,  en  hondert  livres 
in  contanten.  Alle  bragten  zy  veertig 
livres  aan  intereftop,  en  behalven  deze 
bepaalde  renten ,  zouden  'er  drie  foor- 
ten van  aangroejing  zyn ;  in  de  eerfte  zou 
men  80  livres,  in  de  twede  hondert ,  en  in 
de  derde  hondert  en  twintig  ontfangen. 
Het  getal  der  genen,  die  in  deze  ciallen 
overgingen  ,  nam  alle  jaren  toe.  De 
tontine-bnefjes  zouden  met  den  dood  der 
eigenaars  vernietigt  zyn ,  maar  zy  had- 
den vryheid  om  die  te  verkopen,  of  op 
het  lyf  van  iemand,  dien  zy  goedvon- 
den, over  te  dragen,  mits  aan  de  kas 
van  de  tontine  een  vergoeding  van  twee 
hondert  livres  gevende.  Na  verloop  van 
4.6  jaren  zouden  de  briefjes  die  'er  noch 
overgebleven  waren ,  met  duizent  livres 
in  fpecie  afgeloft  worden. 

Óm  deze  tontine  op  de  been  te  hou- 
den, ftond  men  haar  het  voorrecht  van 

d'e 


3?o      Het  Leven  tan 

de  loteryen  en  van  de  banken  van  lening 
af.  De  koning  nam  op  zich ,  ieder  jaar 
500  duizent  livres  aan  de  tontine  te  ver- 
fchaffen :  zo  dat  hy  met  een  half  per- 
cent intereft  een  capitaal  van  hondert 
millioenen  te  niet  deed. 

Het  gemeen  vond  'er  ook  zyn  reke- 
ning by:  behalven  het  middel  om  zyn 
briefjes  te  plaatfen ,  vond  het  een  vaar- 
digen en  gemaklyken  bylhnd  van  geld, 
in  tyd  van  nood  ,  door  de  oprechting 
van  de  leenbank,  die  de  eerfte  zes  jaren 
vier  percent  ,  en  daarna  maar  twee  per- 
cent zou  nemen  voor  de  belening. 

Dit  nutte  reglement  ontmoette  grote 
zwarigheden  van  den  kant  van  de  ryks- 
wetten  ,  welke  verbieden  geld  op  pan- 
den te  fchieten ,  maar  de  noodzaaklyk- 
heid  om  den  woeker,  die  alle  palen  te 
buiten  gong  ,  als  men  in  verlegenheid 
van  geld  was ,  te  ftuiten  ,  haalde  de  ge- 
moederen over ,  om  ten  behoeve  van 
de  leenbank  van  die  wetten  af  te  wyken. 

Een  ander  placaat,  van  den  21  mei, 
ordonneerde ,  dat  de  briefjes  en  recipif- 
fen,  door  de  direóteurs  der  munten  of 
hunne  commifen  voor  het  placaat  van  de 
maand  feptember  1720  gegeven,  in  al- 
tyd-durende  renten  op  het  burger-hooft- 
geld  zouden  verkeert  worden ,  tegen 
twee  ten  hondert,  na  dat  de  houders  die 

zou- 


Philippus  VAX  Orleans.  3JI 


zouden  hebben  laten  overzien  en  be- 
kragtigen ;  maar  dat  na  den  laatften  fep- 
tember  1723  deze  briefjes  en  recipilTen, 
die  'er  noch  in  wezen  zouden  gevonden 
worden  ,  gehouden  zouden  zyn  voor 
vernietigt,  en  van  geen  waarde. 

Men  ordonneerde  ook  aan  de  ontfan- 
gers  der  confignatien ,  commifTariffen  van 
de  reële  executien  ,  en  anderen  ,  van 
binnen  den  tyd  van  twee  maanden  de 
recipilTen  van  de  koninglyke  trefory  ,die 
zy  in  handen  hadden,  weerom  te  bren- 
gen, om  die  in  renten  als  voren  te  ver- 
keren ;  welke  tyd  verftreken  zynde ,  zou- 
den de  voornoemde  recipiflen  voornr.l, 
vernietigt,  en  van  geen  gebruik  gehou- 
den worden,  ten  laften  van  de  bewaar- 
ders ,  die  'er  borg  en  verandwoorde- 
lyk  voor  waren  aan  de  fchuldeiflchers , 
of  die  het  geld  in  confignatie  gebragt 
hadden. 

De  vyftiende  juni  uitgefloten  was  de 
laatfte  bepaalde  termyn  ,  dat  de  hou- 
ders derj  atteftatien  van  het  liquideren 
der  actiën, de  nieuwe  actiën  uitdelndi- 
fche  compagnie  konden  trekken ;  op  wel- 
ken dag  de  gemelde  atteftatien  van  li- 
quidatie, die  'er  noch  onder  den  man 
zouden  bly ven ,  vernietigt  en  gefuppri- 
meert  zouden  zyn,  zo  wel  als  de  nieu- 
we actiën,  die  noch  niet  overgelevert 

waren  * 


3)i      Het  Leven  van 

waren  ,  welke  vervolgens  tot  ontheffing 
van  gemelde  compagnie  verbrand  zou- 
den worden. 

Het  nazien,  of  de  Jlfa  zo  als  het  ge- 
noemt  wierd,  van  de  bankbriefjes  en  de 
actiën  had  knevelaryen  veroorzaakt  , 
weke  byna  die  van  de  bank  evenaarden  : 
de  verfcheide  behandelingen  die  men 
omtrent  de  liquidatien  moeit  oeffenen , 
deden  'er  ten  minften  een  deel  van  ont- 
dekken. 

Men  rechtte  in  het  tuighuis  een  ka- 
mer op  ,  om  daar  onderzoek  naar  te 
doen  5  en  men  liet  de  voornaamfte  au- 
teurs van  deze  roveryen  by  den  kop 
vatten,  die  overtuigt  wierden ,  van  ten 
minften  voor  dertig  millioenen  aan  actiën 
tot  hun  voordeel  verduiftert  te  hebben. 
Zeker  Talhouet,  requeft-meefter,  wierd 
veroordeelt  om  onthooft  te  worden  : 
men  had  hem  ter  galge  kunnen  verwy- 
zen  ,  want  behalven  dat  zyn  misdaad  het 
verdiende,  was  hy  kleinzoon  van  een 
kramer  uit  ïstarmandyen,  die  zich  in  Ne* 
der-Bretagne  ging  ter  neer  zetten ,  en 
wiens  fortuin  begonnen  was  met  een 
of  twee  duizent  ryk^daalders,  welke  hy 
van  een  edelman  had  geplukt,  die  zyn 
vrouw  onteert  had.  Zeker  abt 'Clement, 
die  de  vrouw  van  zyn  koetzier  had  ge- 
trouwd 3  wierd  veroordeelt  om  opge- 
hangen 


Philippl*s  van  Orleans. 

handen  te  worden,  maar  men  gaf  hun 
beiden  pardon,  en  de  ftraflfe  des  doods 
wierd  in  die  van  de  galei  vGor  den 
abt  ,  en  van  een  eeuwigdurende  ge- 
vangenis voor  den  requdbneeiier  ver- 
wiflelt. 

Deze  gerechtskamer  die  in  het  tuig- 
huis aangeftek  was  ,  kreeg  naderhand 
een  doorluchtiger  zaak  te  onderzoeken. 
Den  eerften  juli  ontfong  de  heer  le  Bianc , 
fecretaris  van  ftaat  wegens. den  oorlog, 
order,  om  zich  dertig  mylen  van  Parys 
te  begeven  ,  en  alle  de  papieren ,  die 
zyn  bediening  raakten,  aan  den  heer  de 
Breteuü,  intendant  van  Limoges,  over 
te  geven,  die  benoemt  wierd)  om  zyn 
plaats  te  vervullen. 

Terzelver  tyd  vaardigde  men  een  ftuk 
of  tien  couriers  af,  met  order,  om  eni- 
ge treforiers  in  de  provintien,  en  enige 
majoors  van  de  troepen  by  't  hooft  te 
krygen ,  die  men  van  ongeoorloofde 
ftreken  befchuldigde.  Mynheer  de  la 
Jonchere ,  een  der  treforiers  van  het 
extraordinaire  van  den  oorlog,  had  deel 
in  dit  ongeval,  zo  wel  als  zyn  zwager, 
een  zoon  van  la  Raifm ,  matres  van  den 
overleden  dauphin,  daar  hy  zo  wel  naar 
geleek,  vanpoftuur,  van  troni,  en  zelf 
vanimborft,  en  hart,  dat  men  hem  niet 
wel  een  ander  vader  kon  toefchryven. 

II  Deel.  Z  Drie 


3)4-    Het  Leven  tan 


Drie  maanden  na  dat  de  heer  le  Blanc 
van  zyn  poft  was  afgezet,  wierd  hy  in 
Brie  by  den  kop  gevat  ,  op  het  land- 
goed van  zyn  fchoonzoon  den  marquis 
van  Renel;  men  geleidde  hem  naar  de 
baftilje,  en  het  zo  evengenoemde  ge- 
rechts-hof kreeg  order  om  zyn  pro9esop 
te  maken. 

Het  gefchil  raakte  aanzienlyke  fom- 
men,  waarvan  hy  voorgaf  op  laft  van 
zyne  koninglyke  hoogheid  gedifponeert 
te  hebben  ;  men  fprakook  van  regifters, 
welke  door  zekeren  Sandrier  vervalfcht, 
of  vernieuwt  waren,  dien  men,  zo  als 
'er  gezegt  wierd,  op  een  landhuis  dicht 
by  Parys  had  opgelloten,  om  hem  in  't 
verholen  te  doen  arbeiden ,  en  wiens 
ligchaam  men  enigen  tyd  daarna  aan 
ftukken  gekapt  in  het  geheime  gemak 
van  het  zelve  huis  had  gevonden. 
De  her-      Niets  ontfnapte  de  oplettentheid  van 
ofidns  den  hertog  van  Orleans,  en  den  cardi- 
cn  zyn   haal  du  Bois.  De  uniyerfitfcit  van  Avig- 
kttcn*  non  S^ruikte  20  vee^  oogluiking,  als 
0everai    men  die  van  Bourges  te  lafte  legt :  men 
°p-       voorzag  daarin ,  ordonnerende,  dat  de 
eertrappen ,  die  men  op  deze  univerfi- 
teit  aannam,  van  gener  waarde  zouden 
zyn,  ten  zy  de  gepromoveerden  door 
bene  gerechtlyke  getuigenis  van  den 
aartsbiJfchop  van  Avignon  bewezen , 


Philippus  van  Orleans.  3 y 51 


datzy  den  ftudie-tyd ,  en  andere  forma- 
liteiten ,  door  de  placaten  en  declaratien 
voorgefchreven  ,  vervult  hadden. 

Parys  en  de  provintien  waren  met 
boeken  van  allerly  foort  overftroomt , 
waarin  de  godsdienft,  de  ftaat,  en  de 
goede  zeden  evenzeer  aangetaft  wier- 
den. Men  vernieuwde  de  reeds  ge- 
dane verboden  aan  alle  drukkers,  boek- 
verkopers, of  andere,  van  enig  boek, 
zelf  dat  van  gebruik  was,  of  andere, 
van  wat  natuur  zy  ook  zouden  mogen 
zyn,  te  drukken  of  te  laten  drukken, 
zonder  privilegie  of  permilTie  van  den 
zegel-bewaarder ,  noch  enige  blaauwe 
boekjes  of  lofTe  papieren,  zonder  ver- 
lof van  de  burger-rechters  der  plaat- 
fen  ,  en  zonder  goedkeuring  van  be- 
quame  perfonen  ,  hiertoe  geftelt  ;  en 
de  zegelbewaarder  wierd  in  't  byzon- 
der  gelaft  ,  om  op  de  uitvoering  van 
dit  arreft  een  wakent  oog  te  houden. 

Dewyl  het  buitenfporig  getal  van  fa- 
bryken  van  geftreepte  ftoffen,  met  ruit- 
jes, en  andere  werken  van  deze  natuur, 
in  de  generaliteit  van  Rouen  opgerecht, 
een  deel  van  die  luiden  bezig  hielt,  die 
tot  het  bebouwen  der  landeryen  nodig 
waren,  was  het  't  voorgaande  jaar  ge- 
beurt, dat,  by  gebrek  van  arbeiders,  de 
oegft  niet  op  den  behoorlyken  tyd  had 


3)6    Het  Leven  van 

kunnen  gefchieden,  en  dat  verfcheide 
korenairen  in  't  zaad  waren  gefchoten, 
en  op  den  halm  bedurven  :  om  deze 
wanorder  te  beletten ,  belaftte  men  in- 
formatie te  nemen  5  hoe  veel  diergely- 
ke  manufacturen  'er  waren ,  om  in  ftaat 
te  zyn  ,  van  ze  met  grondige  kennis 
op  een  zeker  getal  te  bepalen  ,  dat 
noodzaaklyk  zou  geoordeelt  worden  , 
om  arbeid  aan  die  genen  te  verichaffen, 
die  zich  niet  op  den  landbouw  kunnen 
leggen  5  zonder  'er  die  genen  van  af  te 
houden  5  die  'er  zicli  op  moeten  leggen ; 
dat  by  proviüe  alle  de  manufaóhiren  5  uit- 
gezondert  die  van  Rouen  en  haar  voor- 
fteden  3  teenemaal  haar  arbeid  gedurende 
de  maanden  van  juli,enaugufti,  tot  den 
vyftienden  feptember,  zouden  ftaken  , 
om  de  vryheid  aan  alle  particulieren  te 
geven  5  van  het  graan  te  kunnen  inza- 
melen 't  Is  onbegryplyk,  dat  het  parle- 
ment van  Normandyen  zo  noodzaakly- 
ke  oplettentheid  niet  gehad  heeft. 

Verfcheide  geeftelyken  ,  om  het  te- 
kenen van  't  formulier  te  ontgaan  ,  za- 
gen'er  van  af  van  deeertrappen  der  Sor- 
bonne  aan  te  nemen  ,  en  vergenoegden 
zich  met  die  van  de  kanonieke  rechten, 
om  dat  men  daar  geen  ondertekening 
vorderde :  hierom  wierd  'er  een  regle- 
ment gemaakt,  dat  ieder  geeftlyk  per- 

foon, 


Philippus  van  Orleans.  3^7 

(bon j  die  zich  in  de  rechten  wilde  laten 
promoveren  ,  het  formulier  zou  onder- 
teken ,  gelyk  hy  in  de  theologifche  fcho- 
len  ,  of  om  d^n  trap  van  meefter  der 
vrye  kunften  te  erlangen  ,  zou  gedaan 
hebben. 

Dit  geftadig  blokken ,  en  deze  geduri- 
ge infpanning  van  gedachten  ,  fleren  de 
gezondheid  van  den  cardinad  de  Bois 
zeer,  hy  kreeg  menigvuldige  aantaftin- 
gen  van  koors  ,  en  was  dikwils  genoot- 
zaakt  uit  de  raadsvergaderingen  te  bly- 
ven  :  evenwel  preüdeerde  hy  in  de  al- 
gemene vergadering  der  geeitlykheid  , 
die  haar  eerfte  zitting  den  22  mei  open- 
de. Hy  had  alle  bedenklyke  voorzorg 
gebruikt ,  dat  zy  in  ruft  mogt  aflopen : 
alle  de  biffchoppen  ,  die  teParys  waren, 
en  die  niet  uit  hunne  provintie  gedepu- 
teert  waren,  kregen  order,  om  zich  naar 
hunne  bisdommen  te  begeven ;  volgens 
zyne  oogmerken  verkozen  de  byzon- 
dere  vergaderingen  de  gematigtften  tot 
de  algemene  byeenkomlt.  In  't  eerft 
had  men  de  aartsbilTchoppen  van  Aix, 
en  van  Narbonne  3  en  de  biffchoppen  van 
Chalons  aan  de  Saone,  en  van  Chartres, 
tot  prefidenten verkoren;  maar  deaarts- 
biffchop  van  Aix  het  voorftel  gedaan 
hebbende,  van  dencardinaal  te  bidden, 
om  het  prefidentfchap  waar  te  nemen , 
Z  2  wierd 


35"8      Het  Leyen  van 

wierd  dit  van  de  hele  vergadering  met 
toejuigching  ontf  angen.  De  aartsbilTchop- 
pen  van  Narbonne  en  van  Vienne ,  en 
de  biflchoppen  van  Evreux  en  van  Nan- 
tes  5  wierden  naar  Verfailles  afgevaar- 
digt  ,  om  deze  nodiging  te  doen  ,  die 
fceer  wel  ontfangen  wierd  ,  en  zyn  emi- 
nentie fcheen  zeer  verheugt  over  de  eer, 
die  men  hem  aandeed.  Op  den  beltem- 
den  dag  tot  de  gehoorge ving  des  koning?, 
voegde  zich  de  cardinaal  by  de  verga- 
dering ,  en  plaatfte  zich  tuffchen  de 
aartsbiflchoppen  van  Aix  en  Narbonne  : 
by  den  koning  ter  gehoor  geweeft  zyn- 
de ,  ging  men  dezelve  plicht  by  den  her- 
tog van  Orleans  ook  afleggenen  de  aarts- 
biffchop  van  Aix  voerde  het  woord  by 
£yn  koninglyke  hoogheid  ,  gelyk  hy  by 
zyne  majefteit  ook  gedaan  had  :  zyn 
compliment  was  kort,  maar  hy  had  het 
wezentlykfte  in  het  karakter  en  het  be- 
wind van  dezen  prins  weten  te  bevatten 
5,  Myn  heer  5  zei  deze  prelaat  ,  wy 
„  komen  met  een  drift  uwe  koningly- 
5,  ke  hoogheid  de  verzekeringen  van 
55  onze  diepe  eerbied  brengen ,  en  wy 
,5  quyten  ons  met  vermaak  cn  corps  van 
>3  een  plicht ,  die  uwe  doorluchtige  ge- 
55  boorte,  en  de  rang 5  dien  gy  bekleed, 
„  vereifchen  ,  wy  zyn  'er  niet  minder 
,5  toe  gehouden  >  myn  heer ,  door  on- 

5,  zen 


Philippus  yan  Orleans.  3Jp 

5,  zen  y ver  voor  't  welzyn  van  't  ry k , 
yy     geen  U  een  ruft  verfchuldigt  is5  daar 

men  gedurende  een  lange  minderja- 
,5  righeid  weinig  van  weet  5  en  die  gy 
55  het,  door  de  diepe  wysheid  uwer  raad- 
55  gevingen  5  hebt  weten  te  doen  genie- 
ja  ten  5  met  een  gelukkigen  uitüag ,  die 
35  tothiertoe  zonder  voorbeeld  is.  Wat 
35  is  het  u  daarenboven  niet  verfchul- 
33  digt  voor  alle  de  roemryke  zorgen  , 
53  die  gy  aanwend ,  om  een  koning  daar- 
53  voor  op  te  queken5  die  den  troon  zy- 
55  ner  voorzaten  waardig  is  !  door  uwe 
35  koninglyke  hoogheid  onderrecht  in 
53  de  grote  kunft  van  te  regeren,  zullen 
53  wy  hem,  geducht  voor zyne vyanden, 
55  en  beminlyk  voor  zyne  onderdanen  , 
53  den  roem  en  het  geluk  van  Vrankryk 
53  zien  uitmaken. 

33  Vooral  5  mynheer,  zult  gy  hem  de 
53  liefde  voor  den  vrede  inboezemen  5 
53  en  hem  leren  't  geen  gy  zo  volmaakt 
33  weet,  dien  in  zyne  Haten  te  hand- 
33  haven  5  met  te  gelyk  het  koninglyk 
55  gezag  en  dat  van  de  kerk  te  doen  ont- 
35  zien. 

55  Wy  zullen  den  Allerhoogftenzon- 
35  der  ophouden  bidden  5  dat  hy,  deda- 
33  gen  uwer  koninglyke  hoogheid  tot 
33  de  verafgelegenfte  tyden  uitrekkende s 
.  ^  met  genade  en  zegeningen  een  prins 
Z  4  33  over- 


360    Het  Leven  van 


„  overftorte,  die  door  zyne  goedheid 
het  voorwerp  onzer  liefde ,  en  door 
„  zyne  grote  hoedanigheden  dat  van 
„  onze  verwondering  is 

De  geeftlykheid  was  in  geen  acht  ja- 
ren vergadert  geweeft :  de  opichuddin- 
gen  en  onenigheden  op  't  ftuk  van  de 
conftitutie  hadden  zyne  koninglyke 
hoogheid  doen  belluiten  ,  om  haar  ftant- 
vaftig  het  verlof  daartoe  te  weigeren  , 
daar  zy  hem  dikwils  om  verzocht  had ; 
deze  prins  wilde  liever  de  hulp  ,  die  hy 
'er  van  genieten  kon  ,  ontbéren  ,  dan 
aanleiding  tot  enig  groot  geweld  te  geven, 
dat  tegen  zyne  vreedzame  oogmerken 
ftreed.  Het  vergelyk  ,  dat  de  gemoe- 
deren bedaart  had  ,  deed  hem  van  ge- 
voelen veranderen,  enhy  zag  de  meer- 
derjarigheid des  konings  als  een  gunfti- 
ge  gelegenheid  aan,  om  de  geeftlykheid 
te  overreden ,  om  de  vry willige  gift  tot  - 
acht  millioenen  te  vermeerderen  :  hy 
verkreeg  zyn  wenfch,  met  zo  veel  te 
meerder  gemak ,  om  dat  de  fchulden  van 
dit  ligchaam  door  de  behandelingen  van 
de  bank  merklyk  vermindert  waren. 
P««rdi.  De  Hechte  ltaat  van  gezondheid,  cn 
Bols  pre.  de  menigvuldige  ftaats-zaken ,  lieten  den 
fidont  cardinaal-minilter  niet  meer  dan  eens  de 
Verfde-  ecl'  genieten  ,  van  dit  eerfte  ligchaam 
ring  der  van  ltaat  als  prelidcnt  by  te  wonen.  De  . 

heil  aan" 


Philippus  van  Orleans.  361 

aanfpraak ,  door  hem  by  deze  gelegen- 
heid gehouden  5  wierd  2eer  geprezen 3 
en  verdiende  het  ook:,,  Ik  heb,  zeide 
3,  hy  3  met  ongeduld  naar  den  dag  ver- 
33  langt ,  om  deze  doorluchtige  verga- 
3,  dering  de  levendige  erkentenis  te  kun- 
33  nen  betuigen ,  die  ik  gevoel  over  de 
33  gunft  3  die  gy  my  bewezen  hebt :  gy 
33  hebt  my  wel  willen  in  't  genoodfchap 
33  der  geeftlykheid  van  Vrankryk  aan- 
33  nemen ;  en  ik  weet  5  aan  hoe  veel 
3,  verdienften  en  roem  gy  my  deelach- 
33  tig  maakt,  maar  ik  durf  zeggen,  dat 
3,  het  geen  zo  roemryk  voor  my  is,  het 
33  ook  meteen  voor  u  is.  Gy  had  voor 
33  een  minifter  kunnen  vrezen  ,  die , 
3,  fchoon  met  de  priefterlyke  wraardig- 
,3  heid  vereert  5  in  zommige  gelegen- 
,3  heden  genegen  kon  zyn  geweeft  3  om 
3,  dLe  aan  de  kroon  op  te  offeren;  deze 
3,  genegenheid ,  om  de  belangen  van  de 
3,  eene  dringender  dan  die  van  de  ande- 
5,  re  te  geloven  ,  is  maar  al  te  groot  : 
3,  maar  uwe  y  ver  voor  denftaat  heeft  geen 
3,  vrees  by  u  laten  de  overhand  nemen , 
„  die  wettig  kon  fchynen  5  en  met  my 
3,  in  het  binnenlte  van  uwe  raadplegin- 
„  gen  toe  te  laten,  bewyft  gy  op  de 
„  plechtigfte    manier  de  oprechtheid 
3,  uwer  meningen  voor  des  konings 
,3  dienft.  Ik  gevoel  van  myn  kant  3  waar- 
Z  y  ,3  toe 


3#2      Het  Leven  van 

„  toe  my  deze  vertrouwenheid  verplicht: 
„  een  minifter,  diende  geeftlykheid  de 
y>  eer  aandoet  van  hem  niet  te  vrezen , 
35  moet  zich  die  waardig  maken ,  met 
33  zyne  zorgen  ten  behoeve  van  de  geeft- 
35  lykheid  te  verdubbelen  ;  alles  wat  het 
53  gezag  van  een  minifter  vermag  y  ben  ik 
35  aan  uwe  belangen  verfchuldigt.  Ver 
33  daar  van  daan  5  derhal  ven  y  dat  de  plich- 
35  ten  5  die  op  my  lagen  5  en  de  gene, 
35  die  gy  my  op  nieuw  oplegt  5  ooit  el- 
35  kander  komen  te  beftryden  ?  zal  de 
35  poft,  die  ik  in  het  ryk  bekleed,  my 
33  middelen  verfchaften  om  die  te  vol- 
53  doen  5  die  gy  my  in  de  kerk  geeft. 
55  Ik  ben  verzekert,  myn  heren ?  en  ik 
35  zou  u  honen,  zo  ik  'er  het  minft  aan 
5,  twyffelde  5  dat  gy  my  gedurende  de- 
55  ze  vergadering  aan  den  koning  niet 
,5  zult  doen  overbrengen  3  dan  oude , 
55  of  liever  eeuwige  bewyzen  5  van  de 
35  aankleving  van  de  kerken  van  't  ryk 
55  voor  haar  befchermer  5  dan  nieuwe 
5,  en  zekere  panden  van  de  overgeving 
55  der  geeftlykheid  aan  de  kroon  y  en 
55  van  haar  eerbiedige  tederheid  voor 
55  den  perfoon  van  zyne  majefteit,  on- 
55  derwyl  ik  u  niet  zal  overbrengen  dan 
3,  de  duurbare  verzekeringen  van  de 
33  drift  des  konings  voor  den  godsdienft, 
53  dan  de  grondregels  3  die  feem  inge- 

33  bes- 


Philippus  van  Orleans.  363 

„  boezemt  zyn  ,  en  waarvan  hy  over* 
„  tuigt  is  ,  van  de  eerbied,  die  men  het 
„  heiligdom  verfchuldigt  is;niet  dan  zyne 
„  gevoelens  ten  behoeve  van  het  door- 
55  luchtigfte  gedeelte  van  de  algemene 
55  kerk ,  dan  getuigeniflen  van  den  voor- 
35  rang,  die  hy  haar,  boven  alle  andere 

onderdanen ,  in  zyne  genegenheid 
„  geeft.  Ik  zal  niets  van  de  eene  of 
„  de  andere  zyde  te  ontveinzen,  noch 
„  te  verzachten ,  noch  op  te  veizelen 
„  hebben  ;  ik  heb  my  maar  toe  te  leg- 
„  gen  om  net  en  klaar  te  wezen,  en 
3,  om  zo  getrouwelyk  de  gevoelens 
33  van  den  koning  5  en  zyne  geeftlykheid , 
33  over  te  brengen  ,  dat  'er  geen  twyf- 
33  fel  meer  overblyft  omtrent  het  geen 
33  de  vorft  van  den  y  ver  en  de  getrouw- 
33  heid  zyner  onderdanen  moet  ver- 
33  wachten  ,  en  omtrent  het  geen  de 
33  geeftlykheid  kan  hopen  van  dengods- 
33  dienlt5de  voorzichtigheid, en  de ge- 
,3  negenheid  des  konings 

Niets  dan  de  verwoedfte  nyd  kan  het  Quaa*. 
vremd  oordelen ,  dat  een  perfoon ,  die  hdd  der 
voornaamlyk  zyn  verheffing  aan  zyn  ver-  nyd  te- 
ftand  te  danken  had,  op  deze  wyze  dacht,  *™  j£ 
en  zich  uitdrukte.    Men  heeft  verfchei-  finaal, 
de  brieven  van  hem ,  die  ,  zonder  zo 
befchaaft  te  zyn  als  deze  redevoering  , 
in  den  zeiven  ftyl ,  en  van  den  zeiven 

fmaak 


3^4     Het  Leven  van 

fmaak  zyn  :  ook  fchroomde ,  toen  hy 
zitting  in  de  franfche  academie  nam ,  de 
heer  Fontenelle  ,  die  benoemt  was  om 
hem  te  ontfangen ,  niet ,  om  tegen  hem 
te  zeggen  5  in  tegenwoordigheid  van 
byna  het  héle  hof:  Zie  daar ,  myn  heer , 
de  gedachten  van  de  academie  5  op  een  van 
de  heerlykfte  dagen  die  zy  gehad  heeft  5  ze- 
dert  meer  dan  dertig  jaren  5  dat  zy  my 
de  eer  aangedaan  heeft  ^van  my  onder  haar 
genootjchap  aan  te  nemen.  Het  geval  had 
haar  reedlyk  wel  gedient  ,  dat  ik  nooit 
gelqft  wicrd,  om  in  haar  naam  iemand  van 
die  genen  toe  te  /preken  ,  die  zy  na  my 
ontfangen  heeft  \  het  befpaarde  my  tot  eene 
zonderlinge  gelegenheid  3  waarin  de  ge- 
voelens  van  myn  hart  alleen  genoeg  wa- 
ren voor  zulk  een  edele  en  gevaar lyke  poft. 
Gy  erinnert  u  wel ,  dat  myne  wenfchen 
ti  tot  medelid  verlangden  te  hebben ,  lang 
voordat  gy  met  zo  vele  titels  vereert 
waart :  niemand  wijl  beter  dan  ik  ,  dat 
gy  ''er  met  zulke  verzelt  zond  komen ,  die 
wy  altyd  boven  alle  anderen  Jlellen. 

De  vergadering  der  geeftlykheid  hield 
zich  heel  geruft :  niet  dat  de  meeften  van 
de  genen ,  die  dezelve  uitmaakten ,  geen 
grote  aanllagen  tegen  hunne  tegenpar- 
tyders  gefmeed  hadden  ,  maar  zy  kon- 
der 'er  gene  in  't  werk  ftellen  ,  naauw- 
lyks  fprak  men  'er  zelf  over  die  ftof  De 

over- 


Philippus  van  Orleans.  36 j 

overwegingen  waren  binnen  de  tydely- 
ke  zaken  der  geeftlykheid  bepaalt ;  ver- 
geefs hoopten  zy ,  door  hunne  vaardig- 
heid ,  om  de  inzichten  van  't  hof  in  te 
volgen  5  ten  minften  een  deel  van 't  geen 
zy  verlangden  te  verwerven ,  zy  ontfon- 
gen  'er  niet  dan  complimenten  van  ,  en 
algemene  verzekeringen  vanbefcherming 
en  gunft  ;  men  deed  hen  zelf  merken, 
dat  men  genoeg  gedaan  had ,  en  dat  zy 
behoorden  te  vreden  te  zyn  met  de  wy- 
ze,  waarop  men  het  gezag  van  deeerfte 
orde  in  de  zaken  van  de  kerk  gehand- 
haaft  had ;  vergeefs  rekenden  zy ,  dat  de 
dood  van  den  cardinaal  du  Bois  ,  die  hun 
om  zyne  menigvuldige  zwakheden  naby 
fcheen,  hun  enige  vryheid  zou  verfchaf- 
fen  ,  de  hertog  van  Orleans  had  dezel- 
ve ftantvaftigheid ,  en  dezelve  waakzaam- 
heid, om  hen  in  teugel  te  houden  :  zo 
dat  deze  vergadering  ,  waarop  de  jezui- 
ten,  en  andere  vyanden  der  appellanten , 
zo  veel  ftaat  gemaakt  hadden  ,  vruchte- 
loos afliep. 

Echter  liet  ly  haar  gevoelens  en  in- 
zichten door  enige  wonderlyke  ftaaltjes 
blyken.  Zy  ontnam  vader  Alexander, 
een  beroemt  dominicaan  ,  een  penfioen 
van  achthondert  livres  ,  om  het  aan  ze- 
keren jezuit.  Longue  val  genoemt ,  ma- 
ker van  een  redelyk-flechte  hiftorie  van 

de 


3(56     Het  Leven  van 


de  Gallicaanfche  kerk ,  te  geven :  hy  was 
dezeroemryke  weldaad  aan  de  liftige  han- 
delingen van  vader  Lallemand  verichul- 
digt ,  die  ze  zonder  twyffel  met  hem  deelt, 
wonder-     Het  twede  ftaaltje  ,  dat  noch  zonder- 

•eta^dc'  ^nSer  *s  5  was  een  we<^de  van  hondert 
vergade-  ryksdaalders  5  door  deze  eerwaardige  ver- 
r,n|der  gadering  aan  een  fchoelapper  van  de  pa- 
fykhcid.  rochie  van  St.  Sulpice  vergunt,  dien  men 
zeide  een  van  de  yverigfte  voorftanders 
van  de  bulle  te  zyn  ,  en  dien  men  ver- 
fcheide  bekéringen  toefchreef.  De  ap- 
pellanten namen  'er  wraak  over,  dooreen 
prent,  waarin  deze  fchoelapper  ,  Nute- 
let  genaamt ,  verbeeld  wierd ,  als  de  ftuk- 
ken  van  de  verfcheurde  conftitutie  za- 
menlappende  ;  de  cardinaal  de  Bifly  en  de 
priefter  van  S.  Sulpice  boden  hem  ieder 
een  beurs  met  geld  aan,  om  hem  aan  te 
zetten,  om  zynverftand  tot  dit  gewich- 
tig werk  in  te  fpannen. 

Deze  vergadering  had  haar  gevoelens 
op  een  veel  waardiger  wyze  voor  haar 
geuit  ,  met  tegen  de  commiflariflen  te 
zeggen  ,  die  van  's  konings  wegen  ge- 
deputeert  waren  ,  om  het  verzoek  van 
de  vrywillige  gift  te  doen  ,  „  De  verga- 
„  (lering*,  myn  heren^gaat  zich  in Jlaat ftel- 
„  ten  3  om  uw  verzoek  te  voldoen ;  tot  dien 
„  einde  zal  zy  de  gordyn  voor  haar  eige 
„  elende  trekken ,  om  niets  anders  te  beu- 

55  gen, 


Philippus  van  Orleaks.  367 


33  gen,  dan  bet  enkele  goed,  dat  ons  het 
„  meeft  ter  harten  gaat,  en  dat  wy  zoe- 
„  ken  te  behouden  ,  een  goed  ,  dat  wy 
„  doen  beft  aan  in  de  goede  gun  ft  5  &  goed- 
„  bedenken  de  bejcherming  van  zyne  ma- 
„  jefteit:  maar,  myn  heren,  terwyl wjf 
„  de  gordyn  voor  onze  droevige  geftelie- 
„  nis  trekken,  fchuiftgy  die,  als  "tu  be- 
„  Heft ,  voor  den  koning  op  ,  op  dat  zy- 
5,  ne  majefteit  en  deszelfs  raad  den  wa- 
,5  ren  ftaat  der  geejllykheid  mogen  zien  , 
„  en  hoe  veel  een  genoodjcbap  ,  dat  zich 
„  altyd  met  terzydeftelling  van  zyn  eigen 
„  belang  zo  reklyk  toont  ,  verdient  onU 
,,  zien,  befchermt,  en  verloft  te  worden 
„  van  die  droevige  inkruipingen ,  die  het 
„  doen  zuchten  ,  en  die  maar  al  te  dik- 
„  wils  door  een  gewaande  verdediging  van 
„  zyn  rechtsgebied  in  de  wereld  komen 

De  aartsbilichop  van  Aix,  die  op  de- 
ze wyze  het  woord  voerde  ,  is  tegen- 
woordig aartsbiflchop  van  Parys,  en  heeft 
beproeft ,  dat  het  niet  gemaklyk  viel  de 
geeftlykheid  van  die  droevige  inkruipin- 
gen te  verloflen,  volgens  zyn  gevoelen 
in  de  wereld  gebragt ,  om  dat  men  ja- 
loers op  zyn  rechtsgebied  was  ;  ieder 
ftap,  dien  hy  wilde  doen ,  om,  hetgeen 
zyn  voorzaat  gedaan  had ,  omver  te  wer- 
pen ,  vond  hy  het  parlement  in  zyn  weg, 
dat  altyd  gereed  ftond  ,  om  de  klagten 


368     Het  Leven  van 

der  geeftlyken  tegen  hunne  prelaten  aan 
te  horen. 

va°n°dcn  Eindelyk  nam  het  ongemak  van  den 
eardinaal  cardinaal  du  Bois  zodanig  toe ,  dat  men 
duBois.  een  van  de  onzachtfte  en  droevigfte  hand- 
grepen van  de  chirurgy  moeit  te  werk 
hellen  :  hoe  onvertzaagt  deze  prelaat 
ook  was ,  wierd  hy  evenwel  door  den 
toeftel  afgefchrikt ,  en  de  hertog  van 
Orleans  moeft  hem  overreden  3  om  die 
te  ondergaan  :  men  ondernam  die  kuur 
den  negenden  augufti  te  Verfailles ,  zo 
het  fcheen  met  fucces  3  maar  hy  ftierf  den 
volgenden  morgen  ,  omtrent  66  jaren 
oud  zynde.  Men  heeft  willen  zeggen , 
dat  het  een  ingewortelde  quaal  was,  de 
vruchten  van  zyn  ongebondenheid  ,  en 
buitenfporige  debauches  :  eene  zaak  is 
zeker  ,  naamlyk  ?  dat  de  operatie  ,  die 
men  omtrent  hem  in  'twerk  ftelde,  de- 
ze redeneringen  ten  minften  waarfchyn- 
lyk  maakte. 

Een  of  twee  dagen  voor  zyn  dood 
biegtte  hy  aan  een  Recoüeél:  hy  ontfong 
het  facrament  niet ,  ter  oorzaak  van  het 
ceremonieel ,  dat  'er  by  hoort  3  om  het 
aan  een  cardinaal  te  geven  ;  zyn  biegt 
was  zeer  kort ,  ten  minften  gefchiedde 
zy  in  heel  korten  tyd,  en  weiniger  dan 
een  half  quartier.  Zo  men  de  achterklap 
mag  geloven ,  biegtte  hy  maar  voor  de 

flen- 


Philippus  van  Orleans.  369 

flender  ,  en  om  de  zielroerende  verma- 
ningen van  zyn  meefter  te  gehoorza- 
men 5  die  hem  in  kragtige  woorden  ver- 
toonde ,  dat  het  hun  alle  beide  tot  eer 
zou  ftrekken  ,  dat  hy  ten  minften  de 
minen  maakte  als  of  hy  biegtte.  Hy 
itierf  ,  gelyk  hy  altyd  geleeft  had , 
met  de  hevigfte  genegenheid  voor 
het  huis  van  Orleans.  Wat  reden  hy 
ook  had  3  om  noch  graag  wat  te  willen 
leven  ,  betuigde  hy  5  dat  hy  vernoegt 
gefturven  zou  zyn5  indien  hy  (dit  wa- 
ren zyne  eige  woorden)  de  vyanden  van 
zyne  koninglyke  hoogheid  verder  had 
kunnen  verpletteren. 

Hy  ftierf  met  eertitels  beladen  ,  daar 
hem  zyne  geboorte  geen  recht  had  toe- 
gegeven om  naar  te  ltaan.  Hy  was  car- 
dinaal ,  aartsbilTchop  van  Camerik ,  prins 
van  het  ryk ,  abt  van  S.  Jufte ,  van  No- 
gens  -  fous  -  Couci ,  van  Bourgueil ,  van 
Cercamp  ,  van  S.  Winox-bergen  5  van 
S.  Bertin,  eerfte  minifter,  fecretaris  van 
ftaat  voor  de  buitenlandfche  zaken,  groot- 
meefter  en  algemeen  opziender  over  de 
couriers ,  poften ,  en  relaizen  van  Vrank- 
ryk  ,  een  van  de  40  leden  der  franfchs 
academie  5  titulair  lid  van  de  koninglyke 
academie  der  wetenfchappen  ,  en  van 
die  der  opfchriften  en  fraaie  weten- 

//.  Deel  Aa  fchap- 


37o      Het  Leven  van 

fchappen  ,  prefident  van  de  algemene 
vergadering  der  geeftlykheid. 

Zyne  verheffing  begon  met  het  re- 
gentfchap.  Hy  wierd  eerft  raadsheer 
van  ftaat;  in  ^t  jaar  1717  tekende  hy  in 
den  Haag  5  in  qualiteit  van  ambaffadeur 
en  plenipotenriaris  ?  het  traktaat  van  de 
triple  alliantie  ;  hy  wierd  kamer-  en  ka- 
binet-fecretaris  gemaakt;  in't  jaar  1718 
tekende  hy  te  Londen  het  beroemde 
traétaat  tot  bevrediging  van  Europa ;  op 
zyne  te  rugkomft  kreeg  hy  het  bewind 
over  de  buitenlandfche  zaken  ;  1720 
wierd  hy  aartsbilTchop  van  Camerik,  en 
paus  Innocentius  de  dertiende  plaatfte 
hem  het  volgende  jaar  onder  't  getal  der 
cardinalen  ,  op  't  verzoek  van  alle  de 
vorften  ;  en5  om  my  van  de  woorden  van 
den  heer  Fontenelle  te  bedienen  ,  hy 
fclieen  een  prelaat  van  alle  de  katholyke 
itaten  ,  en  een  minifter  van  alle  de  ho- 
ven te  zyn. 

Hy  wilde  den  hertog  vanOrleans  tot 
zyn  enigen  erfgenaam  aanftellen  ,  maar 
deze  prins  wilde  dit  niet  toeltaan,  alleen 
nam  hy  een  goud  fervies  aan  5  dat  deze 
cardinaal  had  laten  maken ,  om  op  pleg- 
tige  fefteinen  te  gebruiken.  Men  vond 
elfmaal  hondert  duizent  livres  onder  zy- 
ne nalatenfchap  3  behalven  noch  vyfmaal 
hondert  duizent,  die  hem  myn  heer  de 

Bre- 


Philippus  van  Orleans.  3*1 

Bretueil  fchuldig  was ,  en  een  brevet  van 
hondertduizent  ryksdaalders  op  hetampt 
van  opperintendant  der  pofteryen.  Dit 
was  weinig,  in  vergelyking  van  hetgeen 
hy  had  kunnen  byeen  zamelen  ,  indien 
hy  fchraapaehtig  was  geweeft,  want  men 
kan  zeggen,  dat  hy  altyd  de  ruime  han- 
deling van  't  geld  had  gehad  ,  en  dat  de 
inkomften  van  zyne  ampten  en  benefi- 
ciën zo  veel  moeiten  opbrengen. 

Men  rechtte  eene  prachtige  lykftaatiï 
voor  hem  aan  ,  zelf  floeg  men  een  ge- 
denkmunt ter  zyner  eer,  waarop  aan  de 
eene  zyde  zyn  borftbeeld  ftond,  en  aan 
de  andere  een  boom  ,  door  een  ftorm- 
wind  omgellagen  ,  met  deze  woorden 
daarom,  Vifa  eft  dam  fictit  minor :  waar- 
door men  wilde  uitdrukken  ,  dat  men 
zyne  verdienften  niet  recht  gekenthad, 
voordat  men  hem  verloren  had.  Zyne 
lage  geboorte,  endeluifter,  waarin  hy 
gelturven  is ,  zullen  altyd ,  fpyt  de  nyd , 
een  klaar  bewys  van  een  overvliegend 
verftand  verftrekken :  de  goede  uitllagen 
in  de  verfcheide  onderhandelingen ,  daar 
hy  mee  gelaft  was,  zyn  de  trappen  van 
zyne  verheffing  geweeft ;  hoe  meer  hy 
beproeft  wierd  ,  hoe  waardiger  hy  tot 
de  eerfte  ampten  wierd  bevonden  ,  en 
mooglyk  dat  nooit  iemand  uit  den  hoop 
onderfcheiden  is  geweeft  door  een  zo 


372     Het  Leven  van 

verftandig  kenner,  als  de  prins  was,  die 
hem  ftantvaftig  met  zyn  vertrouwen  en 
gunft  bleef  vereeren.  En  ik  geloof  niet , 
dat  men  'er  iets  omtrent  zyn  lof  in  't  ftuk 
van  verftand  en  bequaamheid  by  kan  voe- 
gen, indien  het  waar  is  ,  gelyk  het  my 
voorkomt ,  dat  de  hertog  van  Orleans 
zich  in  zyn  plaats  ftelde,  omdat  hy  nie- 
mand vond,  op  wiens  kenniJTen  hy  zich 
gelykelyk  verlaten  kon. 

De  biffchop  van  Laon  had  ook  deel 
in  de  nalatenfchap  van  den  cardinaal  du 
Bois,  dewylhy  tot  het  aartsbisdom  van 
Camerik  verheven  wierd  :  de  titel  van 
vorft  van  't  ryk  ,  en  veertig  of  vyftig 
duizent  livres  meer  aan  inkomften ,  wa- 
ren voordelen  ,  die  hy  oordeelde  niet 
van  de  hand  te  moeten  wyzen ,  en  daar 
hy  den  titel  van  hertog  en  pair ,  dien 
hy ,  met  zyn  bisdom  te  laten  varen ,  ver- 
loor ,  wel  voor  wilde  miflen.  De  abt 
de  laFare,  zoon  van  dien  epikurift,  die 
captein  van  des  hertogs  van  Orleans  lyf- 
wacht  was ,  wierd  ook  door  deze  veran- 
dering bevoordeelt.  Hy  had  in  onder- 
handeling geftaan  over  twee  abdyen  die 
hy  had,  met  den  heer  de  Ratabon ,  eer- 
tyds  biiïchop  van  Yperen,  voor  het  bis- 
dom van  Viviers,  waarmee  deze  prelaat 
voorzien  was  geweeft  ,  na  het  bisdom 
van  Yperen  afgeftaan  te  hebben.  Deze 


Philippus  van  Orleans.  373 

abt  was  reeds  van  Parys  vertrokken, 
wanneer  een  courier  hem  de  aangename 
tyding  bragt,  dat  zyne  koninglyke  hoog- 
heid hem  het  bifdom  van  Laon  had  op- 
gedragen. Men  fchreeuwde  zeer  tegen 
deze  benoeming  ,  en  men  had  gelyk , 
20  men  op  geleertheid  en  wetenfchcp 
zag,  want  daar  was  hy  niet  van  voor- 
zien,  maar  men  had  ongelyk,  zo  men 
naar  't  verftand,  behendigheid,  en  een 
liftigen  geeft  zag :  en  zo  de  y ver  tegen 
de  appellanten  een  titel  was  om  beloning 
te  verdienen  ,  had  'er  niemand  meer  recht 
toe  dan  hy;  zedert  dat  hy  die  poft  be- 
kleed, heeft  hy  zich  veel  haatlyke  za- 
ken op  den  hals  gehaalt;  ik  zou  zelf  kun- 
nen zeggen ,  dat  zyn  yver  dikwiis  in 
onbezonnenheid  veranderde.  Doch  dit 
moet  men  hem  niet  wyten,  maar  de  je- 
zuiten,  die  hem  befturen,  en  aan  wien 
hy  de  regering  van  zyn  bisdom  overlaat. 

Het  ledige,  door  den  dood  van  den  Derc 
cardinaal  du  Bois  opengelaten  ,  wierd  b«« 
niet  gemerkt  5  dan  door  den  hertog  van  hem'  m 
Orleans,  die  zyn  plaats  vulde,  en  door  qnaiitcfc 
zyne  verdubbeling  van  arbeid  en  blok- Jên  mi- 
ken  leed  de  ftaat  niets ;  't  was  dezelve  nifter,op. 
geeft  en  dezelve  gronden  van  regering; 
men  wierd  dezelve  oplettentheid  gewaar, 
om  den  vrede  van  binnen  en  van  buiten 
te  onderhouden ,  om  voor  te  komen  al- 
Aa  3  les 


374     Het  Leven  van 

les  wat  bequaam  was  dien  te  ftoren ,  orn 
de  finantien  teherftellen,  en  den  koop- 
handel weer  te  doen  bloeien. 

De  vergadering  der  geefdyken  ein- 
digde hare  zittingen  niet  voor  den  27 
augufti;  in  haar  affcheids-gehoor  lever- 
den zy  aan  den  koning  een  lange  memo- 
rie, tegen  de  appellanten ,  en  tegen  de 
parlementen  in.  Ten  opzicht  van  de 
eerften  verzochten  zy,  dat  het  hun  vry 
mogt  liaan  derzelver  proQes  te  laten  op- 
maken, en  hen  van  hunne  beneficiën  te 
beroven ,  ingevalle  zy  weigerig  waren , 
om  hunne  gevoelens  te  herroepen  ;  voor- 
al hadden  zy  het  op  den  biffchop  van 
Boulogne  gemunt:  ten  opzichte  van  de 
parlementen  beklaagden  zy  zich,  dat  de- 
ze genoodfchappen  hun  de  handen  bon- 
den ,  en  dat  door  de  appellen  ,  als  we- 
gens erreur  in  de  vonniflen,  die  zy  aan- 
namen, en  altyd  begunftigden ,  hunne 
ongezeglykfte  geeftelyken  hunne  vonnif- 
fen ,  en  de  rechtvaardige  ftraf,  die  zy 
verdient  hadden,  ontfnapten.  A^en  gaf 
hun  tot  antwoord,  dat  men  zich  hier- 
omtrent aan  de  laatfte  declaratie  des  ko- 
nings  moeft  houden,  welke  verbood  ie- 
mand om  de  voorgaande  appellen  te  ont- 
ruften ,  en  dat  de  gerechtspleging  niet 
geftremt  moeft  worden;  dat  zy  zo  wel 
hunne  maatregelen  moeften  nemen ,  en 


Philippus  van  Orleans.  37? 

zich  zodanig  aan  de  ingevoerde  fchik- 
kingen  houden ,  dat  de  parlementen  niets 
op  hunne  behandelingen  te  zeggen  von- 
den ren  om  zich  van  deze  laftige  verzoe- 
ken te  ontdaan ,  liet  men  de  prelaten  bid- 
den, dat  zy  zich  naar  hunne  bifdommen 
mogten  begeven  ,  daar  hunne  tegen- 
woordigheid noodzakelyker  moeft  zyn, 
dan  te  Parys.  Deze  weigeringen  fpro- 
ten  niet  uit  genegenheid,  die  men  voor 
de  tegenftrydige  party  had;  men  lette 
zeer  op  alle  derzelver  paffen,  en  men 
kantte  zich  tegen  alles,  wat  onregelma- 
tig fcheen,  aan. 

Het  parlement,  niet  tegenftaande  het 
arrefc  van  den  raad ,  't  welk  verklaart 
had,  dat  de  herderlyke  vermaning  van 
dencardinaal de  Biffy  niet  berifplyk  was, 
ten  opzicht  van  de  grondregels  en  de 
ftaatsregering  van  't  ryk,  wilde  zich  ook 
met  deze  afgedane  zaak  bemoeien:  dat 
was  het  koninglyk  gezag  aantaften  ,  en 
het  zelve  aan  een  revifie  onderwerpen : 
maar  het  kreeg  uitdruklyk  bevel  ,  van 
deze  zaak  onaangeroert  te  laten,  en  zyn 
raadplegingen  daar  over  te  ftaken.  Vy£ 
tien  karthuizers,  die  geweigert  hadden 
zich  aan  het  belluit  van  hun  generaal- 
kapittel  te  onderwerpen,  't  welk  de  aan- 
neming van  de  conftitutie,  en  de  onder- 
tekening van  het  formulier  ordonneer- 
Aa  $  de, 


376    Het  Leven  van 


de  ,  zochten  door  een  requeft  de  be- 
fcherming  van  het  parlement  te  win- 
nen 5  h  welk  in  de  gefteltenis  5  waarin 
het  was  ,  niet  nagelaten  zou  hebben 
zich  voor  hen  in  de  bogt  te  ftellen; 
maar  men  fttiitte  dit ,  met  de  kennis- 
neming van  dit  gefchil,  voor  den  raad 
te  trekken. 

Hyre-  Het  genoodfchap  van  7t  oratorie  hielt 
geert  zyne  algemene  vergadering  den  i  j  fep- 
de'ldve  tcm^er:  dit  ligchaam,  dat  zich  beroemt 
gronden,  heeft  gemaakt  door  de  grote  mannen , 
fn  .^e*    die  het  in  allerly  foort  van  geleertheid 

bruikt      i       r      -        i  r  ï 

dezelve  heeft  lutgelevert  5  verdiende  een  zon- 

temtêid  ^erlinge  oplettentheid. 

De  hertog  van  Orleans  gehoort  heb- 
bende ,  dat  verfcheide  huizen  reappel- 
lanten  tot  hunne  gedeputeerden  ver- 
koren hadden  5  weerde  die :  hy  belante 
den  politieken  lledehouder,  deze  verga- 
dering als  commiffaris-politiek  van  7s  ko- 
nings  wegen  by  te  wonen  :  zyne  or- 
ders hielden  in  5  dat  men  het  formu- 
lier zou  tekenen  5  en  de  opentlyke 
reappellanten  van  de  bedieningen  uit* 
lluiten. 

Deze  vergadering  beftond  maar  uit 
29  gedeputeerden ,  want  daar  waren  'er 
23  van  uitgelloten  3  of  zy  waren  7er  vry- 
willig  uitgebleven.  Vader  de  la  Tour, 
hun  generaal  5  hield  een  lange  rede- 

voe- 


Philippus  van  Orleans.  377 

voering  over  het  tekenen  van  't  for- 
mulier; volgens  zyn  humeur  van  om- 
wegen te  gebruiken  ,  fprak  hy  op  een 
wyze,  die  de  zwarigheden  voldeed,  en 
die  genen  fcheen  te  vergenoegen,  die 
van  tegenftrydige  gevoelens  waren :  het 
formulier  wierd  ondertekent  ,  en  de 
reappellanten  van  de  bedieningen  uitge- 
floten. Men  ftond  zeer  verwondert 
over  de  reklykheid  van  deze  heren,  die 
men  wift  dat  zeer  de  leer  van  vader  Quê- 
nel,  een  uit  hun  genoodfchap,  aankleef- 
den, 't  zy  uit  overtuiging,  of  uit  na- 
yver  tegen  de  jezuiten,  want  zy  heb- 
ben dezelve  funftien ,  zy  waren  de  voor- 
naamfte  verdedigers  van  die  leer,  en  zyn 
het  noch. 

De  achting,  die  men  billyk  voor  hun 
heeft  ,  de  gemaklykheid  ,  die  hunne 
zachte  regels  van  inftelling  hun  gaven , 
om  zich  onder  de  genoodfchappen  te 
verfpreiden,  en  tot  beneficiën  te  gera- 
ken ,  zyn  de  bron  van  hun  aanwas. 
Maar  zonder  myn  mening  over  de  waar- 
heid of  valfchheid  hunner  gevoelens  te 
uiten,  moet  ik  zeggen  ,  dat  de  voorzich- 
tigheid niet  toeliet ,  dat  zy  in  het  tegen- 
woordig tydgewricht  een  ander  gedrag 
hielden:  dit  genoodfchap  is  geen  munni- 
ken-orde  ,  het  heeft  'er  de  klem  niet 
van  ;  't  is  maar  een  vergadering  van 
Aa  y  geeft- 


378    Het  Leten  van 

geeftlyke  perfonen  ,  die  aan  geen  ge- 
lofte verbonden  zyn,  en  waarvan  zich 
iedereen  afzondert  ,  wanneer  hy  het 
raadzaam  oordeelt ,  of  wanneer  een  be- 
neficie hen  in  ftaat  ftelt,  om  den  onder- 
ftand,  dien  zy  daar  vinden,  te  kunnen 
miffen  ;  daarenboven  blyven  zy  altyd 
onder  het  rechtsgebied  van  den  bifTchop 
van  hun  diftriét  ftaan ,  omtrent  het  geen 
hunne  bevordering  tot  de  ordens  raakt. 

Een  vergadering  van  deze  natuur  is 
gemaklyk  in  den  grond  te  helpen  ,  de 
enkele  zamenfpanning  van  de  biflchop- 
pen  ,  die  de  conftitutie  hadden  aangeno** 
men  ,  in  \  weigeren  van  hen  tot  de 
priefterlyke  orde  toe  te  laten  ,  zou  ge- 
noeg geweeft  zyn  ,  om  ze  te  verllrooien , 
ten  minften  zou  ze  hierdoor  merklyk 
verzwakt  zyn  geworden. 

Vereifchten  diergelyke  overwegingen 
niet,  dat  men  een  weinig  reklyk  wierd? 
de  gedeputeerden,  die  7er  van  uitgeflo- 
ten waren ,  leverden  een  lange  memo- 
rie aan  de  vergadering  in ,  die  zonder 
hen  wierd  gehouden,  waarin  zy  tegen 
alles,  v/at  daarin  voor  zou  vallen,  pro- 
tefteerden , én  beweerden,  dat  deze  ver- 
gadering geen  recht  had  om  wetten  te 
Smaken ,  en  hun  overlieden  te  geven.  yt 
Geen  in  *l  begin  van  het  regentfchap 
de  feuillanten  v/as  overgekomen >  maak- 


Philippus  van  Orleans.  379 

te  hunfterkfte  argument  uit:  Lodewyk 
de  veertiende  had  kort  voor  zyn  dood 
uit  het  kapittel-generaal  dezer  munniken 
drie  of  vier  gedeputeerden  uitgefloten; 
op  de  komft  van  Lodewyk  den  vyftien- 
den  tot  de  kroon  kregen  Zy  verlof,  om 
een  buitengemene  vergadering  te  mo- 
gen houden,  om  met  meerderheid. van 
hemmen  te  befluiten ,  of  het  geen  dit 
kapittel  gedaan  had  als  wettig  moeft  aan- 
gezien worden,  en  de  uitfpraak  was,  neen. 
Wy  kunnen  ons  niet  verzadigen ,  zeiden 
de  vaders  van  \  oratorie ,  ter  gelegen- 
heid van  het  geen  den  feuillanten  was 
overgekomen  ,  van  de  god/yke  voorzie- 
nigheid  aan  te  bidden ,  dat  zy  ons  in  dit 
geval  een  wettige  getuigenis  heeft  ver- 
Jchaft  van  de  rechte  denkbeelden ,  die  men 
onzen  monarch  in  zyn  teder fte  jeugt  in- 
boezemde van  de  wettigheid  der  geejllyke 
vergaderingen.  V  Is  zelf  door  een  Joort 
van  een  mirakel ,  dat  deze  aclen  in  onze 
handen  zyn  gevallen ,  de  eerwaardige  va- 
ders feuillanten  hebben  ze  ons  niet  mee- 
gedeelt :  en  het  jchynt  dat  God  ons  in  de- 
ze gelegenheid  tajllyke  blyken  van  zyn  be- 
feberming  heeft  willen  geven ,  over  u, 
met  u  aanleiding  te  geven ,  van  u  nergens 
in  te  overylen ,  en  over  ons ,  met  ons  een 
billyk  voorwerp  te  geven ,  van  u  daar 
toe  te  vermanen. 

Het 


33o      Het  Leven  van 


Het  voorbeeld  der  feuillanten,  en  het 
foort  van  mirakel,  waar  door  de  aange- 
haalde acten  in  hunne  handen  waren  ge- 
komen ,  verhinderden  vader  de  la  Tour 
niet,  te  geloven,  en  zyne medebroeders 
te  doen  geloven ,  dac  men  den  koning 
moeit  gehoorzamen,  en  zich  deszelfs 
toorn,  en  die  van  de  meefte  biffchop- 
pen  van  *t  ryk ,  niet  op  den  hals  halen. 
Ik  ben  te  enemaal  onbewuft,  wat  re- 
gels de munniken-kapittels hebben,  maar 
ik  kan  quaiyk  begrypen ,  dat  een  vorft 
geen  recht  zou  hebben,  om  enige  leden 
van  dit  llag  van  vergaderingen  uit  te 
fluiten,  en  dat  zy  ophouden  zouden  van 
wettig  te  zyn,  om  dathy  zich  vanzyn 
recht  bediende. 
Zjnz  Ik  heb  reeds  een  ftaaltje  van  de  ftant- 
ihmvaf-  vaftigheid  van  den  hertog  van  Orleans 
omrent  aangehaalt ,  omtrent  zaken  daar  de  gods- 
deraken  dienft  mee  gemoeit  was ,  ten  opzicht  van 
gods-den  fcyneige  dogter,  de  abdis  van  Chelles, 
«üenfi.  zie  hier  een  ander  daarvan  ,  dat  niet 
minder  is:  zy  had  twee  benedictynen 
geborgen  ,  die  door  een  gezegelden 
brief  van  alle  ampten  uitgefloten  waren, 
maar  de  hertog  liet  haar  door  den  lieer 
de  ia  Vrilliere  belaften ,  om  die  opftaan- 
denvoet  te  doen  vertrekken.  Deze 
ftrenge  behandeling  doet  my  geloven, 
dat  zekere  brief,  dien  men  in  dien  tyd 

op 


Philippus  van  Orleans.  381 

op  den  naam  dezer  prinQes  in  't  licht  gaf, 
haar  valfchelyk  toegefchreven  wierd  , 
want  hy  was  zeer  fcherp,  en  zou  zyn 
koninglyke  hoogheid  ten  uiterften  mis- 
noegt hebben.  Men  wilde  dac  deze  brief 
aan  den  aartsbiflchop  van  Tours  5  com- 
miffaris  des  konings  in  de  algemeene 
vergadering  der  benedictynen  ,  gefchre- 
ven  was. 

Ik  heb  uwen  brief  ontfangen  ,  deed  Gewaan- 
men  deze  doorluchtige  abdis  zeggen  ,  ^  bJ£f 
die  my  dubbelt  verwondert  heeft ,  gy  zyt  2%$  *ai 
my  zo  lang  uw  antwoord  Jchuldig  geble-  cheües. 
ven,  dat  ik  rer  geen  meer  verwachtte  \ 
maar  noch  meer  ben  ik  het  geweeft  over 
de  wyze  van  uw  fchryven.  Meent  gy  my  ' 
om  den  tuin  te  leiden?  ik  heb  de  menin- 
gen van  den  koning  ,  en  van  den  hertog  van 
Orleans  vernomen  ,  en  om  dat  ik  ze  ver- 
nomen  heb  ,  heb  ik  ver/lelt  ge/laan ,  dat 
gy  ze  zo  weinig  gevolgt  heb.  Maar  ik  kan 
niet  lyden  ,  dat  gy  u  beroemt  van  acht 
op  den  brief  ge/lagen  te  hebben ,  dien  ik 
ugefchreven  heb,  gy  had  het  behoren  te 
doen  ,  nademaal  ik  u  de  cige  woorden  van 
den  heer  hertog  van  Orleans,  en  zelf  die 
van  den  oudbijfchop  van  Frcjus  Jchreef. 
Gy  hebt  zo  tegenflrydig  te  werk  gegaan , 
dat  ik  "er  over  verftelt  zou  ft  aan,  indien 
ik  uwe  oogmerken  en  uwe  ftaatzucht  niet 
wijl. 

7  Is 


382     Het  Leven  van 

V  Is  uwe  fchuld  niet,  dat  onze  congre- 
gatie niet  is  te  gronde  gegaan.  Deze  of- 
ferande zou  mogelyk  enige  perjonen  be- 
haagt ,  en  u  bevordert  hebben;  gy  zoud 
7er  met  blyd/chap  rood  over  zyn  ge- 
worden :  maar  God ,  die  de  zynen  be- 
waart ?  heeft  ze  tegen  alle  kuiperyen  ge- 
handhaaft  ;  Hy  is  het  zonder  twyffel,  die 
hen  verfterkt  heeft ,  om  Jlantvajlig  de 
aanneming  van  de  corïftitutie  te  blyven 
weigeren.  Ik  ben  van  hun  gevoelen  3  de- 
wyl  ik  3  gelyk  zy  ,  niets  van  den  hemel  te 
verlangen  heb ;  wy  ketsen  den  rug  naar 
de  deur ,  die  ons  den  weg  wyft  tot  de 
kerkelyke  waardigheden ;  en  indien  men 
uit  het  getal  der  bijfchoppen  van  Vrank- 
ryk ,  aannemers  van  de  bulle ,  die  genen 
uitfchrapte  ,  die  zulke  inzichten  als  gy 
hebben  5  zo  wel  de  genen  die  beloont  zyn  3 
als  die  beloning  verwacht  hebben  3  zou 
het  getal  daar  van  zeer  klein  blyven ;  maar 
wyzien  niets  anders ,  dan  het  geen  men  al- 
tyd  in  alle  de  eeuwen  van  de  kerk  gezien 
heeft.  Fer wacht  niet ,  dat  ik  onze  va- 
ders zal  aandringen ,  om  de  bulle  aan  te 
nemen ,  ik  zou  ze  niet  meer  voor  myne 
broeders  erkennen  5  zo  zy  dat  deden.  In- 
dien ik  als  een  molinijl  dacht  5  zou  ik  u 
uitfchcldcn  ,  of  ten  minflen  met  quade 
dienflen  dreigen :  maar  alles  wat  ik  ver- 
lang, om  u  de  zuiverheid  van  myn  gelooj 

te 


Philippus  van  Orleans.  383 

te  bewyzen,  fr3  gelegenheid  te  vinden, 
om  u  dienft  en  pleizier  te  doen ;  ik  zal 
ze  zelf  zoeken ,  om  u  te  doen  zien^  wat 
ik  aan  uw  karakter  verfchuldigt  benden 
wat  gevoelens  de  chriftehke  leer  my  voor 
u  inboezemt. 

Een  bilTchop ,  die  zo  lang  draak  om 
een  brief,  waarmee  eene  princes  hem 
vereert  heeft,  te  beantwoorden  ,  die 
openbare  verwy ten  van  heerfchzucht  en 
quade  trouw,  de  gemene  en  laffe  ma- 
nier van  fpreken,  om  het  cardinaalfchap 
uit  te  drukken ,  en  daar  woordenfpelin- 
gen  op  te  maken  ,  eene  abdis  van  Chel- 
les ,  die  van  de  benedictynen  fpreekt , 
gelyk  de  abdis  van  Fontevraulx  van 
haar  munniken  zou  doen  ,  zyn  zaken 
die  my  heel  onwaarfchynlyk  voorko- 
men :  echter  zou  ik  in  myne  gilling  kun- 
nen bedrogen  zyn ,  want  het  is  niet  on- 
mooglyk,  dat  een  geeftelyke  dogter,  al 
is  zy  een  princes ,  eene  onbezonnen- 
heid kan  begaan. 

Daar  was  zulk  een  grote  menigte  van  Re§Ie- 
bankbriefjes  ge  weeft ,  dat  'er ,  niet  tegen- 
ftaande  alle  openingen  ,  omze  zichquyt  bank- 
te maken,  noch  zeer  vele  in  handen  van  u[tieJ,cs 
7t  gemeen  bleeven.    Zyne  koninglyke  ^ereidte 
hoogheid  liet  zyne  zorgen  gaan,  om  die  hclp€n# 
te  enemaal  uit  de  wereld  te  helpen.  Om 
hierin  te  Hagen ,  maakte  men  een  alge- 
mene 


384    Het  Leven  van 

mene  hervorming  in  de  munt ,  en  men 
ordonneerde ,  dat  men  ,  inplaats  van  geld , 
in  de  munt-hoven  en  de  wiflel  banken 
een  achrite  part  in  briefjes  en  atteftatien 
van  liquidatien  ,  met  zeven  achtfte  de- 
len in  goud  en  zilver  zou  ontfangen , 
en  dat  de  waardy  voor  de  gehele  fom 
zou  betaalt  worden;men  rechtte  voor  vier 
millioenen  nieuwe  lyfrenten  op,te  betalen 
als  intereften  voor  een  capitaal  van  hondert 
millioenen.  Het  edict  behelsde,,  fchoon 
„  de  verfcheide  aanwendingen  ,  hier- 
„  voren  aangewezen,  meer  dan  genoeg 
„  waren  ,  om  de  gehele  maffa  van  brief- 
„  jes  ,  die  'er  onder  den  man  verfpreid 
„  zyn ,  in  te  flokken  ,  hebben  ons  de 
3,  gretigheid  5  waar  mee  onze  onderda- 
3,  nen  aangedreven  zyn,  om  lyfrenten  te 
3,  verkrygen  ,  en  de  menigvuldige  na- 
3,  vragen 3  die 'er  naar  gedaan  zyn,  na 
33  dat  ze  vol  waren,  doen  belluiten,  om 
3,  de  begeerte  van  't  gemeen  te  voldoen 
3,  door  het  oprechten  van  vier  millioe- 
3,  nen  lyfrenten  ?  te  betalen  uit  de  pen- 
3,  ningen  van  het  burgerhooftgeld ,  en 
,3  andere  belaftingen  5  tegen  een  capi- 
33  taal  van  hondert  millioenen  5  te  vol- 
3,  doen  in  briefjes,  die  wy  aangenomen 
3,  hadden  te  betalen  ;  en  deze  oprech- 
„  ting  is  ons  zo  veel  te  gevoeglyker  voor- 
„  gekomen  5  om  dat  zy  de  houders  van 

„  de 


Philippus  van  Orleans.  38) 

35  de  koninglyke  effedten  aanzienlyker 
„  inkomften  verfchaffende  ,  terzelver 
33  tyd  de  afdoening  van  een  hoofcfom 
3)  van  hondert  millioenen  verzekert.  Ein- 
33  delyk  bepaalde  men  voor  de  laatfte 
33  maal  een  tyd ,  om  de  volkome  vernie- 
3,  tiging  der  briefjes  te  weeg  te  brengen". 

Zyne  majefteit  ordonneerde,  dat  voor 
den  eerften  van  de  volgende  maand  no- 
vember, zonder  enig  verder  uitftel,  de 
houders  van  de  atteftatien  der  liquida- 
tien  verplicht  zouden  zyn  5  die  op  een 
van  de  aangetoonde  wyzen  aantewen- 
den  3  en  dat  by  gebreke  van  dien  deze 
papieren  van  nul  en  gener  waarde  zou- 
den gerekent  worden ,  zonder  dat  men 
hoefde  te  denken,  dat  dit  maar  een  bloot 
dreigement  was. 

Onder  het  getal  der  atteftatien  van 
de  liquidatie  ontmoette  men  'er  verfchei- 
de,  die  zo  wel  uit  de  bankbriefjes  fpro- 
ten  3  als  uit  de  bankrekeningen  3  gefchikt 
om  de  briefjes  op  toonder  dezes  te  be- 
talen, en  de  wiffelbrieven ,  die  verval- 
len waren,  toen  de  bankbriefjes  en  bank- 
rekeningen gangbaar  waren ,  welke  at- 
teftatien door  de  fchuldenaars  niet  op 
intereft  gezet  waren ,  onder  voorwent? 
zei ,  dat  zy  de  namen  der  eigenaars  van 
de  briefjes  op  toonder  dezes ,  en  van  de 
wiffelbrieven ,  niet  wiften ,  die  zich  ex- 
pres niet  hadden  komen  aangeven.  Men 
II.  Deel.  Bb  raoefc 


386    Het  Leven  van 

moeft  evenwel  in  deze  ongelegentheden 
voorzien  ,  't  w  elk  men  door  eene  de- 
claratie deed  ,  welke  ordonneerde,  dat 
alle  notariiTen  en  bewaarders ,  't  zy  by 
wégen  van  rechten  of  anders  ,  dat  de 
fchuldenaars  van  de  briefjes  op  toonder 
dezes  ,  en  van  de  wiffelbrieven ,  gehou- 
den zouden  zyn,  op  de  geftelde  itraf, 
voor  den  eerit-aanltaanden  november 
de  atteftatien  van  de  liquidatien,  die  zy 
in  handen  hadden  ,  van  war  z')m  zv  ook 
zyn  mogten ,  zelf  onder  de  duizent  h- 
vres  ,  fpruitende  uit  de  bankbriefje?  en 
atteitatien  van  bankrekeningen,  geichikt 
om  de  wilTelbrieven  en  de  brief.es  op  toon- 
der dezes  te  betalen,  aan  renten  op  de 
fchattingen  te  zetten,  ten  voordele  van 
de  genen,  die  in  deze  atteitatien  van  li- 
quidatie belang  hadden.  By  deze  fchik- 
kingen  voegde  men  de  nodige  voorzorg, 
dat  de  notarillen  en  bewaarders ,  die  de- 
ze papieren  op  renten  zouden  zetten, daar 
behoorlyk  van  ontlaft  wierden,  zonder 
door  de  geidterefleerdea  daarover  ont- 
rüft  ofgemoeit  te  kunnen  worden. 

Dit  waren  kragtige  middelen,  en  na 
noch  enige  vergunde  uititeüen  3  waren 
cl-'  briefjes  tfcenemaal  uit  de  wereld. 

Men  begon  evenwel  in  dien  tyd  van 
een  nieuw  ontwerp  te  fpreken  ,  naam- 
lyk  om  hondert  millioenen  krediet-brief- 
jes onder  den  man  te  brengen,  en  om  de 

ren- 


Philippus  van  Orleans.  3S7 

renten  op  het  ftadhuis  van  Parys  in  nieu- 
we actiën  te  betalen:  men  voegde  'er  by, 
dat  men  de  contanten  merklyk  ftond  te 
verhogen ,  en  dat  men  een  aftelling  zou 
doen  ,  half  in  geld ,  en  half  in  kredietbrief 
jes,  aan  die  genen,  die  hunne  rentebrie- 
ven niet  in  nieuwe  actiën  wilden  verté- 
renen dat  men  vervolgens  van  maand  tot 
maand  een  vermindering  zou  aanwyzen , 
die  in  't  eerft  ,  ten  opzicht  van  het  geld,  en 
van  het  papier,  geiyk zou  zyn,  maar  na- 
derhand minder  op  het  papier,  om  het  in 
krediet  te  houden,  't  Is  ongelooflyk,  dat 
men ,  na  de  droevige  ondervinding  die 
men  van  Laws  ontwerp  gehad  ,  noch 
bedacht  kon  zyn  om  het  weer  te  ver- 
nieuwen ;  en  ik  zou  haait  durven  verze- 
keren ,  dat  dit  gerucht  door  de  vyanden 
van  den  hertog  van  Orleans  uitgeftrooit 
wierd ,  zo  veel  te  meer,  om  dat  men  7er 
eerlt  na  zyn  dood  met  rechte  zekerheid 
van  begon  te  fpreken. 

De  Indifche  compagnie  begon  van  dag  R^gJe- 
tot  dag  van  meer  gewicht  te  worden  :  . 

i     i  1  r»  omtrent 

men  had  gemeent  derzelver  beitunog  de  \n&. 
door  het  placaat  te  bepalen  ,  waarvan  fch- 
ik  den  voornaamiten  inhoud  aangehaalt  gnic. 
heb  ,  maar  fjt:  ervarenheid  leerde  haaft5 
dat  deze  fehikking,  hoe  verltandig  zy 
*  uitgevonden  fcheen,  grote  ongemakken 
onderworpen  was.  Zyne  koninglyke 
hoogheid  was  niet  van  die  trotfe  humeu- 


3$3     Het  Leven  van 

ren,  die  nooit  willen  weten,  datzy  een 
mifllag  begaan  hebben,  neen,  hy  be- 
kende dat  hy  zich  vergift  had ,  en  ver- 
beterde alleen  de  fout ,  die  hy  te  gelyk 
met  den  cardinaal  du  Bois  begaan  had. 
„  Men  heeft  gemerkt,  zeide het  nieuwe 
„  arreft  van  den  dertigften  augufti,dat 
„  fchoon  het  reglement  van  den  24.  maart 
„  al  het  voordeel  heeft  uitgewerkt,  dat 
„  men  'er  van  verwacht  had ,  evenwel 
„  de  meefte  actioniften  öngeruftheid  ge- 
3,  voelen  ,  dat  zy  hunne  zaken  door  lui- 
3,  den  belumrt  zien  ,  waarvan  'er  geen 
3,  door  de  compagnie  verkorenis,  zon- 
„  der  dat  het  fchynt ,  dat  zy  op  eniger- 
„  ly  wyze ,  \  zy  door  zich  zelve ,  't 
„  zy  door  luiden  van  harent  wegen  aan- 
„  geftelt,  kennis  kan  krygen  van  de  om- 
„  ftandigheden  van  het  bewint ,  en  van 
„  den  ftaat  van  haar  koophandel.  Der- 
„  halven  hebben  wy  ons  niet  kunnen 
„  ontflaan,  daar  een  nieuwe  form  van 
„  regering  aan  te  geven ,  en  het  volko- 
,,  men  beftuur  van  den  koophandel  aan 
,,  twaalf  bewindhebbers  toe  te  vertrou- 
wen,  die  de  compagnie  de  magt  zal 
„  hebben  om  te  veranderen  ,  wanneer 
3,  zy  over  derzelver  gedr^j  niet  wel  te 
3,  vreden  is  ;  waarby  wy  acht  opzien- 
3,  ders  zullen  voegen,  alle  jaar  in  de  ver-* 
3,  gadenng  der  compagnie  te  verkie- 
3,  zen ,  om  benevens  de  bewindhebbers 

„  het 


Philippus  van  Orleans.  3S9 

5,  het  oog  over  de  minfte  omftandighe- 
3,  den  van  het  beftuur  des  koophandels 
5,  te  laten  gaan,  en  daar  alle  iaar  aan  dc 
55  algemene  vergadering  verflag  van  te 
,3  doen.  En  gelyk  de  koning  een  taftelyk 
33  belang  heeft, om  de  goede  order  in  het 
33  bewind  van  eene  compagnie  teonder- 
33  houden,  waarvan  de  koophandel  grote 
33  rykdommen  aandenftaat  kan  verfchaf- 
„  fen,en  daar  te  gelyk  de  fortuinen  van 
33  een  deel  particulieren  van  afhangen  , 
33  zal  zyne  majefteit  tvier  amptenaren  uit 
33  het  midden  van  zyn  raad  benoemen  5 
,5  om,  onder  de  bevelen  van  den  heer 
„  controlleur-generaal  derfinantien,  op 
,3  het  vervolg  van  dit  bewind  te  letten, 
„  in  de  verfcheide  delen  van  ieders  de- 
„  partement ,  om  daarin  de  goede  or- 
„  der,  en  de  getrouwheid  enoplettent- 
,,  heid  in  den  arbeid,  en  de  uitvoering 
,,  der  reglementen  te  onderhouden  K. 

De  fchikkingen  van  dit  nieuw  placaat 
waren  zo  verftandig,  datzy  wel  verdien- 
den, dat  men  de  naauwkeurigfte  maat- 
regelen nam,  om  ze  wel  te  doen  gehoor- 
zamen. 

De  compagnie  der  Indien  zal  door  twaalf 
bewintbebbers  befluurt  worden ,  alle  ac- 
t ionijlen  van  gemelde  compagnie;  waar- 
van ieder  zal  gehouden  zyn  yo.  aüien  te 
hebben ,  die  aan  de  compagnie  in  bewaring 
gegeven  zullen  worden ,  zonder  dat  zy  ze , 


3po      Het  Leven  van 


zo  lang  zy  dircdeurs  zyn ,  zullen  mogen 
uit  de  compagnie  nemen. 

Het  bewind  zal  in  twaalf  departemen- 
ten verdeelt  worden  3  en  aan  7  hooft  van 
ieder  een  van  de  gemelde  direttcurs  geftelt , 
die  belaft  zal  zyn  met  de  aaneenjchakeling 
cn  de  uitvoering  der  zaken ,  die  zyn  de- 
partement aangaan ,  voor  welker  bewind 
hy  verantwoordelyk  zal  zyn  ^ah  zynde  hem 
particulier  der  en  nader  aanvertroud. 

Ieder  van  de  diretteurs  zal  als  twede 
perfoon  in  een  ander  departement  aange- 
Jlelt  zyn  5  en  weer  ah  derde  in  een  derde 
departement ,  op  dat  alle  de  direcleurs  el- 
kander  onderlinge  by  afwezigheid ,  op  an- 
der belet  zei,  mogen  vervangen ,  cn  kennis 
krygen  van  de  verfcheide  delen  van  den 
koophandel  der  compagnie 

De  zaken  van  aangelegenheid ,  of  die 
haar  betrekking  hebben  op  andere  depar- 
tementen ,  zullen  in  de  vergadering  der 
directeurs  gclmigt  worden  ,  die  ten  nimf- 
ten tweemaal  "s  weeks  zal  gehouden  wor- 
den ,  en  meerder  5  indien  het  de  noodzaak- 
lykheid  verdicht. 

Daar  zullen  door  de  algemene  vergade- 
ring van  de  compagnie  der  Indien  acht  op- 
ziende?^ verkoren  worden  uit  de  fatzocnlyk- 
fte  burgers  5  goede  handelaars  5  cn  andere 
luiden ,  zich  op  de  negotie  ,  de  zaken  van 
de  bank  ,  cn  op  de  rekeningen  verftaan- 
de  :  deze  opzienders  zullen  alle  atlionif 

ten 


Philippus  van  Orleans.  391 


ten  zyn  5  en  ieder  ?o.  affien  hebben  5  op 
dezelve  voorwaarden  als  de  direüèuri* 

Deze  3  als  luiden  door  de  compagnie 
aangeftelt  3  zullen  het  oog  houden  op  de 
adminiflratie  in  de  departementen  ?  waar- 
van hun  het  onderzoek  aanvertroüd  is  : 
zy  zu/len  alle  vergaderingen  bywonen ,  en 
daar  een  raadplegende  flem  in  hebben ,  'zo 
wel  in  de  particuliere  van  hunne  departe- 
menten 3  als  in  de  algemene  vergadering. 

De  tabaks  -  pagt  zal  door  zes  regenten 
bejluurt  worden  ,  die  elk  jo  afficn  inde 
compagnie  zullen  moeten  leggen  enz. 

Deze  regenten  zullen  een  af  zonder  ly  k 
ligchaam  uitmaken ,  dat  geen  ander  'be- 
wind zal  hebben*,  als  over  de  tabakken  de 
zaken  die  daar  op  betrekljk  zyn  ;  echter 
zul/en  ze  alle  veertien  dagen  vergaderen, 
met  de  twaalf  bewindhebbers,  en  de  acht 
opzie nders,  op  het  Qoftindifch  huis,óm  daar 
de  zaken  van  hun  bewind  te  beramen  en 
te  bejliffcn,  die  enige  bet  rekking  op  den 
handel  der  compagnie  kunnen  hebben. 

De  koning  £al  vier  amptenaren  uit  het 
midden  van  zyn  raad  benoemen  \  uit  het 
getal  van  die  genen ,  die  belang  in  de  In- 
dijche  compagnie ,  en  Vr  ten  min/1  en  ieder 
vyftig  atlien  in  hebben  :  zy  zullen  zich 
rekenfehap  doen  geven  van  ieders  aanver- 
tivuwde  departement, van  de  vordering  van 
den  arbeid  der  bewindhebbers  en  commi- 
Jcn>  zul/en  de  hand  aan  de  uitvoering  der 


39-     Het  Leven  van* 


reglementen  houden ,  en  zorg  dragen  dat 
icckr  zich  naarflig  van  zyne  bediening 
quyte ,  en  van  alles  aan  den  controlleur 
general  der  finantien  verflag  doen. 

Daar  zal  alle  veertien  dagen  een  ver- 
gadering gehouden  worden  ,  uit  den  con- 
trolleur generaal 5  de  vier  koninglyke  in- 
Jpecieurs  5  de  acht  commifen  of  opzienders^ 
en  de  twaalf  bewindhebbers  beftaande , 
waarin  men  rekenjchap  zal  geven  van  de 
fondfen ,  en  den  algemenen  flaat  van  de 
compagnie.  Ieder  der  directeurs  zal  daar 
verf  lag  doen  van  het  geen  "er  in  zyn  de- 
partement gedurende  de  laat/Ie  veertien, 
dagen  is  voorgevallen.  Be  commis  van  dat 
departement  zal  over  het  bewind  van  het 
zelve  gehoort  worden ,  en  zal  in  deze  ver- 
gadering voorflellen  en  vorderen  5  V  geen 
hy  tot  de  goede  regering  en  tot  voordeel 
van  den  koophandel  nodig  zal  oordelen ;ver- 
volgeus  zal  de  koninglyke  infpc Sleur  van 
het  departement  zyne  aanmerkingen  ma- 
ken over  de  gedaante  en  de  wezentlyke  be- 
jluring  van  dat  departement ;  en  de  be- 
f luiten  over  alles  zullen  met  meerderheid 
van  flemmen  genomen  worden. 

Alle  jaar  zal  "er  een  algemene  verga- 
dering van  de  compagnie  gehouden  wor- 
den ,  waar  in  men  de  rekening  zal  opma- 
ken v.m  het  verlopen  jaar en  veif  lag  doen 
van  den  fraat  des  koophandels ,  en  van  de 
andere  zaken  der  compagnie,  in  welke  ver- 
ga- 


Philippus  van  Orleans.  393 

gadering  men  zal  overgaan  tot  de  ver- 
kiezing van  acht  commifen  of  opzienders 
voor  bet  volgende  jaar  5  en  tegelyk  tot  de 
benoeming  van  nieuwe  bewinthebbers  3  in 
plaats  van  die  gefturven  mogten  zyn ,  of 
om  zwakheid  oj  andere  oorzaken  flilte  ge- 
zogt  hebben ,  of  in  plaats  van  die  genen , 
tegen  welke  de  compagnie  billyke  reden  van 
klagten  of  argwaan  mogte  hebben.  De 
algemene  vergadering  zal  alle  jaar  op  den 
ij.  maart  gehouden  worden.  Niemand 
zal  een  raadplegende  flem  in  de  voornoem- 
de vergadering  mogen  hebben ,  zo  hy  niet 
.  voor  den  eerfien februari  van  het  zelve  jaar 
50  adien  op  zyn  naam  in  handen  van  de 
compagnie  ge/lelt  heeft,  diehy  ""er  niet  voor 
den  eerfien  april  weer  uit  zal  mogen  nemen , 
van  welke  confignatie  hem  een  attejlatie  op 
zyn  naam  zal  gegeven  wordendoorden  kaf 
fier,  op  het  vertonen  van  welke  attejlatie 
hy  in  de  vergadering  zal  toegelaten  worden-, 
zonder  dat  iemand  daar  toegang  toe  kan 
hebben  op  de  vertoning  van  een  attcfiatie, 
die  niet  op  zyn  naam  zou  gepafjeert  zyn. 

Ik  weet  dat  deze  omftandige  berichten 
vele  luiden  niet  naar  den  fmaak  zyn  5  maar 
men  leert 'er  evenwel  de  wyduitgeltrekte 
kennis  van  de  genen  3  die  aan  't  roer  zit- 
ten 3  door  kennen  :  het  wel-opgeftelde 
ontwerp  van  een  veldflagmoet  een  gene- 
raal zo  veel  tot  eer  ftrekken5als  de  over- 
winning zelf.  Ik  geloof  niet  dat  'er  een 
Bb  >  bettf- 


394     Het  Leven  van 

betere  fchikking  van  een  compagnie  van 
koophandel  bedagt  kan  worden,waarin  de 
na-y  ver  meer  aangefpoort  word ,  en  waar- 
in men  netter  maatregelen  kan  nemen, 
om  bedrog  en  loze  ftreken  voor  te  ko- 
men ,  en  niets  ftrekt  tot  een  klaarder  be- 
wys  ,  dat  het  verftand  van  den  hertog 
van  Órleans  nergens  voor  ftuitte  ,  en  dat 
hy  zich  zeiven  recht  bewezen  had  ,  met 
de  bediening  van  eerften  minifter  te  ei- 
fchen  ,  die  byna  zo  ver  beneden  zyn 
kennis  was  ,  als  beneden  zyne geboorte: 
en  zeker  5  ik  kan  my  niet  onthouden  van 
te  zeggen,  dat  een  prins  van  den  bloe- 
de altyd  boven  een  eerften  minifter  is,  en 
dat  deze  titel  zyne  waardigheid  niet  ver- 
meerderen kan  ,  noch  de  eerbied,  die  de 
natie  hem  verfcliuldigt  is ;  en  ik  ben  ver- 
zekert ,  dat  de  hertog  van  Orleans  niet 
gedacht  zou  hebben  om  de  plaats  van  den 
cardinaal  du  Bois  te  vullen ,  indien  hy  niet 
geoordeelt  had,  dat  het  belang zyner  rech- 
ten en  vorderingen  vereifchte,  dat  hy  zich 
aan  \  hooft  van  de  ftaatszaken  ftelde. 

Behalven  dit  uftlluitent  voorrecht  van 
den  tabakshandcl  ,  aan  de  compagnie 
vergunt,  door  een  contraól,in  form  van 
afitand,  ten  haren  behoeve,  van  de  rech- 
ten ,  die  de  kroon  van  dit  llag  van  koop- 
manfchap  pleeg  te  beuren ,  gaf  men  haar 
ook  op  dezelve  wyze  dat  van  de  koflR : 
doch  dewyl  deze  handeling  een  van  de 

voor- 


Philippus  van  Orleans.  39J 

voornaamfte  van  Marfeille  was,  wierd'er 
een  reglement  gemaakt,  dat  de  handelaars 
van  dezeftad,  die  koffi  uit  de  kooplieden 
van  't  ooften  lieten  komen,  de  Keur  hadden 
om  die  aan  de  Indifche  compagnie  te  ver- 
kopen voor  dezelve  prys,  die  ze  in  Hol- 
land zou  waard  ge  weeft  zyn  op  den  dag, 
dat  hetfchip,  daar  de  gemelde  koffi  mee 
overgeKomen  was,  in  de  haven  van  Mar- 
feille gearriveert  was  ,  of  die  vry  naar 
vremde  landen  over  te  voeren ,  mits  dat 
evenwel  de  nodige  voorzorgen  genomen 
wierden  ,  om  te  verhinderen  ,  dat  de 
koffi  ter  Huik  in  het  ryk  gebragt  wierd.  De- 
ze afgeftane  privilegiën  verzekerden  aan 
de  actioniiten  een  vaft  inkomen  van  1  yo 
livres  voor  ieder  aótie ,  behalven  de  voor- 
delen5die  zy  van  de  andere  waren  trokken. 

De  algemene  vergadering  ,  om  de 
nieuwe  regeringsform  in  te  voeren ,  wierd 
den  17  feptember  gehouden.  De  hertog 
van  Orleans ,  als  gouverneur  van  de  com- 
pagnie ,  bekragtigde  de  vergunde  privi- 
legiën, en  beloofde  ''er  noch  anderen  van 
's  konings  wegen,  zo  dra  de  rekeningen 
yan  de  compagnie  door  de  rekenkamer 
zouden  aangenomen  en  geregiftreert 
zyn.  Men  regleerde  de  departementen , 
men  verkoor  de  commifen  met  meerder- 
heid van  ftemrrftn  ,  men  quam  overeen 
om  driemaal  in  de  week  des  morgens ,  en 
de  drie  andere  dagen  des  achtermiddags  te 

ver- 


396     Het  Leven  van 


vergaderen ;  men  rechtte  een  kantoor  op, 
daar  men  zyne  actiën  kon  configneren  , 
en  weer  uithalen,  naar  zyn  welgevallen. 

Onder  't  getal  der  actioniften  be\on- 
den  zich  de  hertogen  van  la  Force  en 
van  Chaulnes  ,  de  marfchalk  van  Etrées  , 
de  marquizen  van  Bulli  en  vanLaffay; 
dit  recht  van  deel  te  nemen  in  de  belan- 
gen van  een  handel- compagnie  ftrekte 
deze  heren  tot  geen  eer :  men  mag  doen 
wat  men  wil ,  daar  zyn  eeuwen  nodig,  om 
de  denkbeelden  van  adel  en  koophandel 
in  de  herlTens  der  franfchen  te  vereni- 
gen ,  die  zich  verkeerdelyk  ingebeelt 
hebben  ,  dat  de  handel  den  adeldom 
onteert  en  verkleint ,  en  dat  hy  nietbe- 
ftaan  kan  met  de  onbaatzuchtigheid  en 
edelmoedigheid,  zonder  welke  de  adel- 
dom maar  een  blote  titel  is.  De  rekening 
die  de  compagnie  moeft  afleggen,  wierd 
op  den  20  november  beftemt ,  en  beliep 
twee  duizent  en  zeven  hondert  millioc- 
nen :  en  deze  compagnie  had  haar  Ichuld 
te  enemaal  met  den  koning  vereffent. 
Onr;r-      Zyne  koninglyke  hoogheid  floeg  by- 

vbefd  Da  ter  ze*ver  tY^  ^e  pachten  toe  ,  op 
vim  éta  den  voet  van  >  j  mülioenen ,  onder  de- 

xlnor   ze  voorwaarc^e5  dat  de  koning  aan  de 
lm».  *  hoofcpachters  de  twee  ftuivers  per  gul- 
den zou  geven  ,  van  hetgeen  zy  boven 
deze  lom  opbragten  ,  en  de  pachters 
weerom  aan  den  koning  twee  ftuivers 

per 


Philippus  tan  Orleans-  397 

per  gulden  van  het  geen  zy  minder  op- 
bragten.  Men  verpachtte  ook  het  geen 
de  fchatting  tot  het  betalen  van  't  recht 
van  confirmatie  ,  ter  oorzaak  van  zyn 
majefteits  komft  tot  de  kroon,  moeft  op- 
brengen :  de  ondernemers  of  pach- 
ters zouden  de  drie  ftuivers  per  gulden 
hebben ,  van  't  geen  zy  boven  de  i  J  mil- 
lioenen  in  's  konings  koffers  deden  komen. 

De  nominatie  tot  de  beneficiën  ver- 
eifchte  ook  grote  oplettentheid.  Niets 
was  'er  van  meer  gewicht  voor  de  ruft 
van  de  kerk  ,  en  om  allengs  de  party, 
waartegen  zich  het  hof  verklaart  had, 
te  vernietigen  ,  dan  de  verkiezing  der 
biiTchoppen.  't  Scheen  dat  de  hertog 
van  Orleans  daar  zyn  hooftwerk  van  ge- 
maakt had:  alle  de  genen,  die  daar  deel 
aan  hadden,  waren  conftitutionariffen, 
of  hadden  geen  verbintenis  met  de  ap- 
pellanten ,  zo  dat  de  jezuiten  zelf 'er  by- 
na  te  enemaal  te  vrede  over  waren. 

Niets  ontfnapte  de  waakzaamheid  van 
dezen  prins.  Chateaudun  ,  kleine  ftad 
in  Berri  ,  wierd  te  enemaal  in  de  aflche 
gelegt.  Om  dit  verlies  te  vergoeden, 
en  te  beletten ,  dat  de  inwoners  veritrooit 
wierden  ,  fchold  m^n  hun  al  het  hooft- 
geld  en  andere  belaftingen  ,  die  zy  den 
koning  noch  mogten  fchuldig  zyn ,  quyt, 
en  men  verkondigde,  dat  zy  tien  achter- 
eenvolgende jaren  ieder  niet  meer  dan 

vyf 


398      Het  Leven  van 

vyf  ftuivers  zouden  betalen  ,  voor  alle 
beladingen  ,  op  voorwaarde  ,  dat  zy  in 
de  voornoemde  ftad  zouden  blyven  wo- 
nen ,  en  ieder  zyn  huis  weer  op  laten 
bouwen  :  en  om  hun  vaardiger  byftand 
te  verfchaffen  tot  hun  herfteiling,  ftond 
men  hun  toe  ,  om  door  het  hele  ryk  een 
collecte  te  mogen  doen  ,  welk  capitaal 
in  handen  van  bewindhebbers,  door  de 
inwoners  van  die  ftad  verkoren  ,  zou 
geftelt  worden ,  en  door  hen  aan  die  ge- 
nen uitgedeelt  ,  die  zy  oordelen  zouden 
dat  het  nodig  hadden. 
Compa-      gy  alle  deze  zwarigheden  voeerde  zich 

gnie  van  J       j  .   .    .   l~;  o 

Oüendc,  een  van  de  ge  wichtiglte  zaken.  De  keizer, 
zonder  acht  te  geven  op  de  traktaten  ,  die 
de  koningen  van  Spanien,eertyds  meefters 
van  de  Nederlanden,  met  de  ftaten- ge- 
neraal en  met  Engeland,  ten  opzicht  van 
den  handel  op  de  indien ,  gemaakt  had- 
den ,  rechtte  te  Oitende  een  compagnie 
op,  om  op  die  landen  te  handelen.  De- 
ze vorlt,  niet  bewerende  gehouden  te 
zyn  aan  de  verbinteniiTen  ,  door  zyne 
voorzaten ,  die  opperheren  van  de  Ne- 
derlanden waren  ,  gemaakt  ,  fprak  als 
magt  hebbende  in  het  placaac,  dat  deze 
compagnie  aanitelde  ,  en  daar  rechten 
aan  vergunde,  die  zekerlyk  door  alle  na- 
tien  van  Europa  moeiten  betwift  worden. 

Even  oplettende,  zei  zyne  keizerlyke 
majeiteit,  om,  het  geen  tot  voordeel  van 

ons  I 


Phimppus  van  Orleans.  399 

ons  volk  dienen  kan ,  uit  te  werken ,  en 
om  zo  veel  Jiet  doenlyk  is  tot  de  behou- 
denis van  onze  ftaten  ,  inzonderheid  die 
van  onze  Nederlanden,  toe  te  brengen: 
en  overwegende,  dat  het  zeer  moeilyk 
zou  vallen  om  deze  twee  gewichtige  oog- 
merken te  bereiken,  zonder  de  heritelling 
van  den  koophandel  en  de  fcheepvaart  — 
hebben  wy  hetnoodzaaklykgeoordeelt, 
eene  algemene  handel-compagnie  in  onze 
Nederlanden  op  te  rechten ;  gelyk  wy 
die  inderdaad  uic  recht  van  fouvereini- 
teit,  en  uit  dat  der  natuur  en  der  vol- 
keren, door  het  tegenwoordig  onweder- 
roeplyk  edict  oprechten  en  aanftellen, 
op  de  volgende  artykelen,  vryheden,  en 
voorwaarden. 

Deze  compagnie  zal  de  vryheid  heb- 
ben, om  te  varenen  te  handelen  opOoft- 
en  Wcft-Indien  ,  en  op  de  kuften  van 
Africa ,  zo  aan  deze  zyde  als  voorby  de 
kaap  van  goede  hoop,  op  alle  havens, 
plaatzen,  en  rivieren ,  waarop  de  andere 
natiën  vry  handelen,  mits  de  grondregels 
en  gewoontens,  door  het  recht  der  vol- 
keren aangenomen  en  voorgoedgekeurt, 
in  acht  nemende. 

Het  zal  de  compagnie  vryftaan ,  ge- 
fchut  en  ander  oorlogs  ammunitie  inte- 
nemen  ,  die  zy  tot  haar  vaart,  en  veilig- 
heid van  haar  koophandel ,  nodig  zal 
hebben:  zy  zal  in  de  Indien,  door  koop 

of 


4*00     Het  Leven  van 


of  andere  contraóten  en  traótaten  ,  landen 
en  havens  mogen  aanwinnen;  wy  ftaan 
haar  daar  het  oprechten  van  colonien 
toe ,  gelyk  ook  het  bouwen  van  zodani- 
ge fortreffen  en  kaftelen,  die  zy  tot  ge- 
mak van  haar  koophandel  ,  en  tot  be- 
fcherming  van  het  aangewonnen  land, 
nodig  zal  oordelen. 


in  onzen  naam  ,  met  de  Indiaanfche  prinf- 
fen  ,  fouvereinen  ,  ftaten,  en  met  anderen 
te  handelen  5  die  onze  vyanden  nietzyn, 
en  met  hun  zodanige  verbintenis  te  flui- 
ten ,  als  zy  raadzaam  Zal  oordelen ,  ook 
zal  zy  zo  veel  fchepen  mogen  laten  bou- 
wen en  toeruften ,  als  zy  meent  nodig 
te  hebben. 

Wy  beloven  de  compagnie  alle  be- 
fcherming  en  voorfpraak,  tegen  alle, die 
haar  op  een  onrechtvaardige  manier  zul- 
len aantaften  3  en  dat  wy  zelf,  des  noods 
zynde  ,  de  kragt  onzer  wapenen  zullen 
gebruiken,  om  haar  te  onderfteunen  en 
te  handhaven  by  de  volkome  vryheid  van 
haar  koophandel  en  fcheep vaart,  en  haar 
recht  te  doen  genieten  over  alle  de  on- 
rechtvaardigheden, hoon,  en  quade  be- 
handelingen, by  aldien  enige  natie  onder- 
nam haar  koophandel  en  fcheepvaart  te 
ontruften;  en  wy  zullen  zorg  dragen,  van 
haar  alle  mogelyke  voordelen  en  gemak- 
ken te  verfchaffen ,  door  tradaten  van 


Het  zal  de 


vrede. 


Philippus  van  Orleans.  401 

vrede  ,  verbond  ,  en  koophandel ,  die 
\vy  zullen  maken. 

Deze  toon  van  gezag ,  die  tegen  de 
oude  en  nieuwe  trachten  aanliep,  gaf 
ten  minften  alzoveel  aanftoot ,  als  het 
nadeel,  dat  deze  nieuwe  oprechtingnood- 
zaaklyk  moeft  veroorzaken  ,  ongerullheid 
baarde. 

De  Hollandfche  Ooft-indifche  compag- 
nie wierd  'er  hevig  over  geallarmeert,en 
gaf  een  foort  van  een  manifeft  uit,  dat  de 
onrechtvaardigheid  van  des  keizers  on- 
derneming klaar  aantoonde;  zelfverklaar- 
de zy  in  duidelyke  termen,  dat  zy  zich 
van  de  middelen  zou  bedienen ,  die  God 
haar,  onder  befcherming  en  het  gezag 
van  haar  hoog-mogenden,  in  handen  had 
gegeven,  om  'er  zich  tegen  aan  te  kan- 
ten, dat  is  te  zeggen,  dat  zy  de  fchepen 
van  de  compagnie  van  Oftende ,  die  zy 
op  haar  gebied  in  de  Indien  aantrof, 
zou  genomen  hebben  ,  fpyt  haar  kei- 
zerlyke  en  koninglyke  vlag  ,  en  liet 
zou  ook  by  geene  dreigementen  geble- 
ven zyn ,  indien  men  niet  raadzaam  had 
geoordeelt,  liever  in  onderhandeling  te 
trcd:n  ,  dan  zich  aan  feitelykheden  bloot 
te  ïteüen:  want  deze  compagnie  is  mag- 
tiger  dan  zekere  mogentheden,  en  zou 
alleen  genoeg  geweeft  zyn,  om  de  heer- 
lyke  aanflagen  te  verydelen,  die  de  kei- 
zer had  geimeed,  om  zyne  finantien  te 

IL  Deel.  Cc  her- 


4-02     Het  Leven  van 

herftellen,  ten  koften  van  eene  natie,  die 
zich  uitgeput  had ,  om  hem  een  brok  van 
de  Spaanfche  erffenis  te  verfchaffen. 

De  hertog  van  Orleans  was  al  te  ver- 
ftandig  ,  om  de  gevolgen  van  deze  nieu- 
wigheid niet  te  voorzien.  Hy  behar- 
tigde de  belangen  van  Holland  fterk ,  en 
liet  eene  declaratie  uitgaan  ,  waarby  het 
aan  alle  onderdanen  des  konings  verbo- 
den wierd ,  op  zeer  zware  ftraffen ,  enig 
deel  te  nemen  in  de  compagnie  van  Of- 
tende,  of  zich  in  haar  dienft  te  bege- 
ven ,  op  wat  wyze  ,  en  onder  wat  dek- 
mantel het  ook  zyn  mogt.  Behalvendat 
hy  oprecht  de  belangen  der  verenigde 
provintien  aankleefde  ,  wier  bondge- 
noodfchap  hy  hoog  fchatte,  het  zelve  als 
het  voordeligfte  en  bondigfte  van  alle, 
die  hy  gemaakt  had,  aanziende,  was  hy 
zeer  geërgert  over  de  onuitputbare  zwa- 
righeden, die  het  hof  van  Wenen  maak- 
te, om  het  traótaat  van  Londen  ter  uit- 
voering te  ftellen  ,  en  hy  moefl  geen  be- 
rouw hebben  ,  dat  hy  den  keizer  in  \ 
bezit  van  Sicilien  had  helpen  ftellen. 
Met  dit  inzicht  voegde  hy  zich  by  En- 
geland en  Holland ,  om  deze  compagnie 
te  doen  vernietigen  ,  die  nooit  opge- 
recht had  behoren  te  worden ,  om  dat 
liet  onmooglyk  was,  of  zy  moeft  tegen- 
stand vinden,  en  dat  zy  tegen  de  geïn- 
tereflcerden  beltaan  kon.    Ook  liet  de 

kei- 


Philippus  yan  Orleans.  405 

keizer,  na  enige  onderhandelingen  om 
zyn  eer  te  dekken,  (overtuigt  zynde  dat 
men  hem  in  eene  onderneming  boven 
zyn  kragten  had  inge wikkelt,  hoe  fterk 
die  ook  zyn  mogten)  dezen  aanflag  va- 
ren ,  en  offerde  zyn  hoop  aan  de  liefde 
tot  den  vrede,  of  aan  de  vrees  voor  den 
oorlog  ,  op. 

Zo  vele  en  verfcheidenderly  onop- 
houdelyke  bezigheden  van  zulk  een  ge- 
wicht,  vereifchten  de  fterkfte  en  onwan- 
kelbaarfte  gezondheid,  om  die  uit  te  hou- 
den, gelyk  de  hertog  van  Orleans  tot 
noch  toe  gehad  had,  maar  het  was  na- 
tuurlyker  wyze  onmooglyk ,  die  lang  te 
bewaren.    Hy  had  byftand  van  noden 
gehad,  en  hy  vond  niemand  om  amlk 
een  vertrouwen  op  te  ftellen  ,  dat  hy  de 
vryheid  kon  hebben  om  zyne  zorgen  en 
fterk  blokken  wat  te  matigen ;  alle ,  die 
onder  hem  arbeidden,  waren  verftan- 
den  vaneen  lage  verdieping,  die  zon- 
der ophouden  nodig  hadden  verlicht  en 
beftuurt  te  worden; de  zegelbewaarder, 
wiens  wil  zo  goed  was  als  ''er  een  zyn 
kon,  was  naauwlyks  bequaam  om  zyne 
bediening  waar  te  nemen;  de  graaf  van 
Morville,  dien  men  het  bewind  der  bui- 
tenlandfche  zaken  had  gegeven,  en  die 
veel  meer  verltandhad,  bezat  noch  niet 
genoeg ,  dat  de  minifter  zich  had  ont- 
houden kunnen ,  van  de  onderhandelin- 
Cc  2  gen 


404-     Het  Leven  van 

gen  tot  op  den  draad  uit  te  pluizen,  en 
de  omwegen  in  te  boezemen,  die  men 
gebruiken  moeft ,  om  ze  met  voordeel 
af  te  doen  ;  de  controlleur-generaal , 
fchoon  uit  het  parlement  genomen,  ver- 
ftond  naauwlyks  de  finantien ;  wat  den 
lieerde  Bretueil,  fecretaris  van  den  oor- 
log, betrof,  men  zag  klaar,  dat  men 
hem  deze  poft  niet  aanvertroud  had, als 
om  dat  men  vrede  had. 

De  enige,  daar  deze  prins  het  oog  op 
kon  laten  vallen ,  op  wiens  oprechte  ge- 
negenheid hy  kon  ftaat  maken ,  en  die 
hem  wat  verlichting  in  zyn  arbeid  had 
kunnen  geven ,  was  de  twede  zoon  van 
den  overleden  zegelbewaarder.  Zyne 
koninglyke  hoogheid,  die  zich  zo  wel 
op  het  ltuk  van  verdienften  verftond , 
had  'er  veel  in  hem  gevonden:  en  inder- 
daad ,  hem  ontbrak  niets  dan  de  erva- 
renheid ,  om  zyn  vader  hierin  te  eve- 
naren; fchoon  hy  noch  zeer  jong  was, 
bekleedde  hy  waardiglyk  het  ampt  van 
politiek-ftedehouder.  Kort  na  de  dood 
van  den  cardinaal  du  Bois,  benoemde  de 
hertog  van  Orleans  dezen  jongen  heer 
tot  zyn  kanselieren  zegelbewaarder,  tot 
hooft  van  zyn  raad,  en  opper-intendant 
over  zyne  huizen  en  finantien :  toen  hy 
zyn  keuze  verklaarde,  zeide  deze  prins 
opentlyk,dat  men  niet  zeggen  zou, dat 
hy  een  kanflclier  zonder  verlland  en  zon- 


Philippus  van  Orleans.  4.0J 

der  geboorte  had.  Deze  verkiezing, 
met  de  daarby  gevoegde  loffpraak,  voor- 
fpelden  een  groter  verheffing ;  en  inder- 
daad hy  dacht  hem  de  bediening  van 
controlleur-generaal  toe,  hebbende  hem 
reeds  van  zyn  bellait  hier  omtrent  ver- 
wittigt, maar  het  wierd  niet  vervult. 

Deze  prins  itierf  te  Verfailles  den  twe-  Dood  van 
den  december,  's  avonds  tuffchen  6  en  den  her- 

'  tog  van 

7  uren,  aan  een  overval  van  beroerte,  Orieans, 
die  hem  plotllyk  verftikte.  Hy  had  met  J^^* 
den  koning  tot  half  vyf  gearbeid  ,  en  herffen- 
zich  naderhand  naar  zyn  vertrek  besre-  Wokken 

d.    .     J  .  °  veroor- 

e  een  weinig  vermoeit,  en  een  Z4akt. 

grote  laft  in  zyn  hooft  gevoelende.  Hy 
iliep  enigen  tyd,  waarna  men  hem  wak- 
ker maakte,  en  hy  zelf  aan  den  een  en 
den  ander  gehoor  gaf.  Terwyl  hy  met 
mevrouw  Phalaris  zat  te  praten ,  quam 
men  hem  aanzeggen ,  dat  de  koning  om 
hem  zond:  hy  wilde  opftaan,  maar  hy 
viel  weer  in  zyn  leuningftoel  neer,  zon- 
der beweging,  en  zonder  kennis.  De- 
ze dame,  hierover  in  de  uiterfte  verlla- 
genheid,  riep  om  hulp:  daar  was  geen 
doótor  noch  chirurgyn  by  de  hand ,  en 
men  gebruikte  een  kamerdienaar  van  den 
hertog  van  Rohan ,  om  hem  uit  de  ader  te 
laten,  maar  vergeefs.  De  hertogin  van 
Orleans ,  die  men  daadlyk  kennis  van 
dit  ongeval  had  doen  geven,  vond  hem, 
op  haar  komft,  reeds  overleden.  Zyn 
Cc  3  dood 


4-c6     Het  Leven  van 


dood  was  de  uitwerking  van  de  verdub- 
beling van  arbeid  ,  en  het  herflenblokken  , 
door  het  overnemen  van  de  bediening 
van  eerften  miniiter  veroorzaakt.  Chi- 
rac  5  zyn  eerfte  geneesheer,' had  hem 
meer  dan  eens  gewaarfchuwt  van  zyn  ar- 
beid een  weinig  te  matigen  ,  ten  min- 
ften  van  enige  voorzorg  te  gebruiken , 
maar  hy  had  hem  altyd  tot  antwoord  ge- 
geven ,  dat  hy ''er  geen  tyd  toe  had. 
Aanmer-      Dus  ftierf  Philippus  de  twede  ,  hertog 
o^érzyn  van  Orleans ,  kleinzoon  van  een  koning 
gedrag,  van  Vrankryk  ,  oud  49  jaren  en  4  maan- 
den,  min  2  dagen.    Hy  bezat  alle  de 
mamfte  talenten ,  en  byna  alle  de  qualiteiten , 
voorval-  wejker  zamenvoeeiner  de  doorluchtige 
regenng.  mannen  en  grote  vonten  uitmaakt:  zy- 
ne  gebreken  zelf ,  zo  ik  het  durf  zeggen, 
v/aren  met  deugden  verzelt;  nooit  heb- 
ben, de  liefde  noch  het  overdadig  drin- 
ken hem  een  geheim  doen  ontvallen  ; 
nooit  heeft  de  gramfchap  hem  een  lbp 
doen  doen  ,  dien  de  reden  niet  voor 
goed  gekeurt  en  beftuurt  had.  Zyne  fa- 
milie en  zyne  huisgenoten  ontmoetten 
in  hem  alle  de  tederheid,alle  de  goedheid, 
en  alle  de  befcherming,  die  zy  verlangen 
konden.  Zyn  goedertierenheid  was  een 
lbort  van  ongevoeligheid,  zelfheeft  het 
in  al  zyn  gedrag  uitgeblonken,  dat  de 
haat  hem  nooit  overheert  had.  Evenwel 
is  Vr  nooit  een  prins  geweeft,  die  meer 

vyandcn 


Philippus  van  Orleans.  4  7 

vyanden  had,  en  welke  zich  meer  toeilei- 
den  om  hem  zwart  te  maken. 

Mevrouw  des  Urfins  ,  die  hem  in  Span- 
jen  vervolgt  had  ,  quam  ten  tyden  van  zyn 
bewind  vry  weer  in  Vrankryk  te  rug. 

*t  Was  hem  genoeg,  dat  hy  den  car- 
dinaal  Alberoni  buiten  ftaat  geftelt  had 
om  hem  te  deren  ,  en  hy  was  niet  on- 
der 't  getal  zyner  vervolgers.  Schoon  hy 
in  de  manifeften  van  den  koning  van  Span- 
jen  zeer  mishandelt  was ,  die  hem  aantaft- 
ten  5  in  het  geen  hem  het  waardfte  was  , 
naamlyk  in  zyne  rechten  op  de  kroon ,  en 
in  zyn  eer,  beoorloogde  hy  hem  niet, 
dan  om  hem  tot  den  vrede  te  doen  be- 
Jluiten  :  hy  verzoende  zich  oprechtlyk 
met  hem,  en  (bikte  door  verbinteniffen 
de  knopen  van  een  vrindfchap ,  die  eer 
opgefchort  dan  gefchonden  was,  weer 
toe;  in  ''t  jaar  1721  had  hy  zich  door 
een  particulier  tractaat  met  Spanjen  vere- 
nigt, waarin  hy  Engeland  mee  belloten 
had ,  om  den  keizer  te  noodzaken  ,  om  ter 
goeder  trouw  het  tractaat  van  Londen  ter 
uitvoering  te  ltellen. 

Dezelve  beteugeling  zyner  hartstoch- 
ten beftuurde  zyn  gedrag  ook  binnen  in 
ryk.  Hy  vernederde  den  hertog  van 
Maine  niet, als  om  dat  men  hem  te  hoog 
verheven  had.  De  herroeping  van  het 
edict ,  't  welk  de  gelegitimeerde  printten 
alle  de  rechten  van  ware  printten  van 

Cc  4.  den 


4.o3     Het  Leven  van 

den  bloede  gaf,  was  door  deganfche  na- 
tie met  verlangen  te  gemoed  gezien,  en 
voorgoedgekeurt :  ik  durf  zelf  zeggen , 
dat  zy  billyk  was,  en  dat  men  het  dien 
prins  moeit  dankwyten,  dat  hy  zich 
van  de  minderjarigheid  bedient  had  ,  om 
een  wet  af  te  fchaffen ,  daar  de  follicita- 
tien  den  koning,  als  hy  meerderjarig  was 
ge  worden ,  mooglyk  toe  aangezet  zouden 
hebben ,  om  die  te  handhaven. Wat  het  ge- 
vangen nemen  van  den  hertog  en  de  her- 
togin van  Maine  aangong,dezamenzwe- 
ring  van  Spanjen  maakte  dezelve  nood- 
zaaklykjhet  fcheen  niet,  dat  een  van  de 
andere  groten  daar  het  hooft  van  kon  zyn, 
zelf  was  het  groot  belang,  dat  hy  'er  by 
had,  een  genoegzame  reden ,  om  tegelo- 
ven dat  hy  't  waarlyk  was:  maar  deze  heer, 
en  alle  de  anderen ,  die  hy  meende  te  moe- 
van 't  hof  bannen ,  en  zyne  gunft  onttrek- 
ken ,  beproefden  zyne  goedertierenheid. 
De  marfchalk  van  Villeroy  alleen  moeft  die 
ontberen ,  maar  zyn  gedrag ,  dat  de  geme- 
ne 'geruchten  fcheen  te  onderftemien  , 
was  ook  zeer  aanftootlyk  geweelt:  een 
bewys,  dat  de  haat  daar  geen  oorzaak 
van  was ,  is ,  dat  de  familie  van  dien  mar- 
fchalk  geen  deel  aan  zyne  ongunft  had; 
de  fchielyke  herroeping  van  zyn  zoon  en 
kleinzoon  gaf  te  kennen,  dat  het  bevel,  dat 
zy  gehad  hadden  om  hem  te  volgen,  een 
toelating  was  geweeft  om  hem  te  verzei- 
len, en  hem  te  vertrooften.  Het 


Philippus  van  Orleans.  409 

Het  enige  artykel  ,  waaromtrent  hy  on- 
handelbaar was,  zo  ik  my  dus  durf  uit- 
drukken ,  was  het  koninglyk  gezag.  Wat 
belang  hy  ook  had ,  ten  opzicht  van  zyne 
oogmerken  ,  om  de  parlementen  op  zyne 
zyde  te  hebben ,  hield  hy  op  van  ze  te  ont- 
zien ,  zo  dra  hy  meende  te  merken,  dat 
zy  dit  wilden  verzwakken,  en  dat  zy  die 
gezag,  aan  een  regent  toevertrouwt ,  on- 
derfcheidden  van  het  gezag,  dat  door  den 
vorftzelf  geoeffent  wierd.  Het  beroemde 
gerechtsbedde  van  171 8  ,  en  de  verplaat- 
zing  van  het  parlement  vanParys  naarPon- 
toife,  moeiten  tot  een  bewys  ftrekken,  dat 
de  luft  zelf  om  te  regeren  niet  bequaam 
was,  om  den  regent  te  doen  befluiten , 
om  te  dulden,  dat  het  koninglyk  gezag 
enigen  inbreuk  leed  ,  terwyl  hy  het  in 
handen  had;  ook  heeft  hy  het  ruim  zo 
volftrekt gemaakt,  als  het  was,  toen  hy 
het  ontfong. 

Schoon  zyne  vorderingen  hem  vele  za- 
ken hebben  doen  ondernémen,  die  hy 
mooglyk  niet  gedaan  zou  hebben ,  indien 
hygeen  mededingers  te  duchten  had  ge- 
had, deed  hem  de  ftaatkunde  evenwel 
niets  uitvoeren ,  dat  tegen  het  ware  wel- 
zyn  van  het  ryk  ftreed.    Toen  Lode- 
wyk  de  veertiende  ftierf,  had  het  ryk 
geen  openbare  vyanden ,  maar  het  had 
ook  gene  bondgenoten :  dezelve  gevoe- 
lens van  haat,  jaloezy,  en  vrees,  die 
Cc  5  ganfeh 


410     Het  Leven  van 

ganfch  Europa  tegen  den  overleden  ko- 
ning hadden  doen  zamenfpannen ,  duur- 
den noch,  men  vervolgde  in  Engeland 
ftreng  de  werktuigen  van  den  laatften 
vrede ,  die  het  behoud  van  Vrankryk  ge- 
weeft:  was:  daar  was  alles  te  duchten, 
dat  deze  niet  wel  bevredigde  vyanden, 
noch  hun  fpyt  niet  kunnende  verkroppen, 
dat  men  hun  tegen  hun  dank  dien  vrede 
had  doen  tekenen ,  zich  van  de  drgevige 
omftandigheid  van  een  minderjarigheid 
mogten  bedienen,  om  de  wapenen  weer 
op  te  vatten ,  en  om  zich ,  door  de  ver- 
nieling of  vernedering  van  Vrankryk , 
van  de  ongeruftheid  te  bevryden ,  die 
deszelfs  magt  hun  veroorzaakte. 

Het  enige  middel  om  het  onweer,  dat 
zich  fcheen  te  moeten  zetten ,  af  te  ke- 
ren, was  de  beide  mogentheden  op  zy- 
ne  zyde  te  winnen ,  zonder  welke  de  an- 
dere vyanden  niets  met  fucces  konden 
ondernemen.  De  hertog  van  Orleans 
ondernam  het ,  en  bereikte  zyn  oogmerk, 
en  men  kan  zeggen ,  dat  deze  verbintenif- 
fen  met  Engeland  en  Holland  het  rykzo 
wel  tegen  de  binnenlandfche  onenighe- 
den beveiligden,  als  tegen  de  buiten- 
landfche  oorlogen.  Het  wezcntlyke,  om 
deze  verbinteniffen  duurzaam  te  maken  , 
was  zyne  bondgenoten  te  overtuigen, 
dat  de  vereniging  van  Vrankryk  en  Span- 
jen  zo  naauw  niet  was ,  dat  men  de  vör- 

derin* 


Philiptus  van  Orleans.  411 

deringen  van  de  laatftgenoemde  kroon , 
die  bequaam  waren  om  den  oorlog  weer 
te  doen  ontvonken,  zou  begunftigen: 
dit  deed  men ,  met  de  belangen  van  den 
keizer  tegen  Philippus  den  vyfden  te  om- 
helzen :ik  weet  wel  3  dat  deze  handeling 
gelaakt  wierd ,  zo  wel  als  het  wegzen- 
den van  den  pretendent ,  maar  die  het 
laakten  overwogen  niet  ,  dat  de  ware 
edelmoedigheid  van  een  vorftbeftaat ,  in 
de  veiligheid  en  ruft  van  de  volkeren,  die 
hem  onderworpen  zyn,  boven  alle  an- 
dere inzichten  te  trekken. 

Wat  het  ontwerp  van  Law  aangaat , 
en  de  omwenteling  van  alles,  hierdoor 
veroorzaakt,  hieromtrent  fchynt  my  de 
doordringende  geeft  van  den  hertog  van 
Orleans  alle  wegen ,  die  tot  zyn  verfcho- 
ning  dienden ,  te  ftoppen ,  en  ik  kan  my 
niet  verbeelden ,  dat  hy  het  voor  goed 
heeft  gekeurt ,  zonder  'er  de  gevolgen 
van  te  voorzien.  De  ontfnapping  van 
Law ,  voor  dat  hy  zyn  rekeningen  afge- 
legt  had/t  geen  zonder  twyffel  op  order 
en  kennis  gefchiedde,  bewyft,  dat  men 
vreefde,dat  hy  vele  geheimen  mogt  ont- 
dekken. Men  zou  evenwel  kunnen  zeg- 
gen ,  dat  de  droevige  ftaat  der  finantien, 
en  de  onnoemlykheid  der  fchulden  ,  die 
enige  duizende  millioenen  bedroegen, 
buitengemene  hulpmiddelen  vereifchten ; 
dat  het  ontwerp  van  Law  iets  aanloklyks 


412     Het  Leven  van 

had,  en  dat  het  natuurlyk  was,  dat  de 
nood  en  hoop  het  deden  aannemen:  maar 
deze  redenen  zyn  zwakten  opzichte  van 
zulk  een  verheven  geeft,  als  de  hertog  van 
Orleans  was; de  enige  doorgaande  reden 
was ,  dat  het  onmooglyk  was ,  dat  de  ko- 
ning zyne  fchulden  betalen  kon ,  dat  het 
volltrekt  noodzaaklyk  was ,  dat  zyne  cre- 
diteuren een  groot  deel  van  hun  capitaal 
verloren ,  dat  het  groot  geheim  was ,  hen 
dit  verlies  zodanig  te  doen  dragen,  dat 
zy  't  eer  zich  zeiven,  dan  den  vorft  te 
wyten  hadden ,  dat  het  ontwerp  van  Law 
dit  geheim  behelfde  ,?t  geen  door  de  me- 
nigvuldige raderen ,  waaruit  dit  kunft  werk 
zamengeftelt  was ,  zo  lang  voor  het  oog 
verborgen  wierd ,  tot  dat  de  verwarring, 
die  'er  uk  moeft  onftaan ,  onherftelbaar 
fcheen ,  zelf  aan  de  genen ,  die  'er  belang 
in  hadden,  en  dat  zy  die  eer  aan  de  gre- 
tigheid en  de  ontrouw  der  beftuurders 
konden  toefchryven,als  aan  een  opgezet 
voornemen  ,zo  dat  de  koning,  met  zyne 
fchulden  in  papier  te  betalen,  fcheen  het 
voorbeeld  gevolgt  te  hebben,  daar  zy  hem 
zeifin  waren  voorgegaan.  Men  mag  zeg- 
gen wat  men  wil,  dit  ontwerp  was  al  te 
zeer  met  de  uitwerkingen,  die  het  gehad 
heeft,  verknocht,  omze  aan 't  geval  te 
kunnen  toefchryven.  Wat  de  omwente- 
ling der  fortuinen  aangaat,  welke  maak- 
te ,  dat  ieder  zyn  gedachten  op  zyn  winft 

en 


Philippus  van  Orleans.  413 

en  verlies  Uetfpelen  5  en  op  de  middelen 
om  de  eerfte  te  verzekeren ,  en  het  ander 
te  herftellen  ,  kan  men  zeggen  (behou- 
dens evenwel  de  gerechtigheid  ,  die  men 
de  particulieren  verfchuldigt  is,  en  waar- 
van het  nooit  geoorlooft  is  aftewyken  , 
dan  in  de  uiterlte  noodzaaklykheid)  dat 
'er  het  welzyn  van  den  flaat  in  *t  alge- 
meen weinig  aangelegen  is ,  of  het  geld 
in  deze  of  in  die  handen  is.  Wat  hier 
van  zy,  de  hertog  van  Orleans  liet  op 
zyn  dood  inkomften  genoeg  aan  't  ryk, 
om  de  laften  te  kunnen  betalen. 

Het  gedrag  van  dezen  prins  in  de  za- 
ken ,  die  de  religie  betreffen,  fcheen  een 
weinig  twyffelachtig,  zelf  kan  men  zeg- 
gen, dat  het  veranderde, naar  de  omftan- 
digheden.  Eerft  fcheen  hy  zich  voor  de 
appellanten  te  verklaren ;  de  cardinaal  de 
Noailles,  de  procureur  generaal,  tegen- 
woordig cancelier,  de  abt  Pucelles,  na- 
derhand zo  beroemt  geworden,  door  het 
groot  aandeel ,  dat  hy  in  de  laatfte  ge- 
fchillen  met  het  hof  gehad  heeft,  hadden 
zeer  het  oor  by  hem,  en  fchenen  ook  in 
zyn  vertrouwen  te  ftaan ;  vader  le  Tel- 
lier, perfonele  vyand  van  den  cardinaal 
de  Noailles  en  zyn  helen  aanhang,  wierd 
van  het  hof  en  uit  Parys  gebannen ;  de 
Sorbonne  had  volkome  vryheid,  zo  wel 
als  de  benediétynen  van  S.  Maur ,  de  va- 
ders van  het  oratorie,  de  feuillanten  , 

en 


4H    Het  Leven  van 

en  verfcheide  andere  geeftlyke  broeder- 
fchappen ;  de  appellen  wierden  toegela- 
ten ;  de  procureurs-generaals  van  de  par- 
lementen van  Rennes,  Rouen,  en  Aix, 
voeren  naar  hun  welgevallen  tegen  de  je- 
zuiten,  de  mandementen  van  derzelver 
biffchoppen,en  de  brevetten  van  den  paus, 
uit.  De  enige  oorzaak  van  deze  zegepraal 
was  ,  dat  de  hertog  vanOrleans  het  groot 
aanzien  van  deze  party  in  het  parlement 
had  menen  nodig  te  hebben ,  om  het  re- 
gentfchap  meefter  te  worden :  deze  prins 
heeft  nooit  een  ftrenge  zedeleer  gehad ; 
van  den  anderen  kant  was  hy  al  te  zeer  ver- 
licht, om  niet  te  zien,  dat  de  tegenparty 
ongelyk  talryker  was,  en  dat  zy  by  toe- 
val niet  nalaten  zou  de  vorderingen  van 
zyn  mededinger,den  koning  vanSpanjen, 
te  onderfteunen :  ook  vielen  de  appellan- 
ten uit  zyn  gunft,  naar  mate  dat  zyn  ge- 
zag toenam;  en  zo  dra  hy  verzekert  was, 
dat  Spanjenzich  niet  tegen  zyne  rechten 
zou  ftellen ,  of  ten  minften  zonder  vrucht, 
liet  hy  ze  aan  zyn  gunfteling  den  abt  du 
Bois  over,  die  ten  hunnen  kofte  den  car- 
dinaalshoed  verdiende,  of,  zo  men  wil, 
koft;  de  Sorbonne  viel  dan  wreerin  haar 
oude  llaverny  ,gelyk  zy  zich  uitdrukte, 
de  appellen  wierden  verboden,  de  cardi- 
naal  van  Noailles  en  het  parlement  waren 
genoodzaakt  zich  te  onderwerpen ,  zo 
wel  als  demeefte  focieteiten,  en  tot  een 

over- 


PHILIPPUS  VAN  OltLEANS.  41$ 


overmaat  <van  ongeluk  gaf  men  den  koning 
een  jezuit  tot  biegtvader :  zo  dat  ten  tyden 
van  de  meerderjarigheid  de  zaken,  ten  dezen 
opzichte,  byna  op  den  zeiven  voet  ftonden, 
daar  ze  Lodewyk  de  veertiende  op  gelaten 
had,  en  dat  in  't  vervolg  diegenen,  die  de 
plaats  van  den  hertog  van  Orleans  bekleed 
hebben  ,  maar  hebben  behoeft  den  weg  te 
volgen,  dien  hy  hun  gebaant  had,  om  van 
langzamer  hand  de  gemoederen  weer  te  regt 
te  brengen,  en  de  eenparigheid  van  de  leer  te 
herftellen,  zonder  dewelke  het  Vrankryk  on- 
mooglyk  is,  aangezien  het  humeur  harer  in- 
woners, een  duurzame  ruft  te  genieten. 

Hoe  natuurlykdedood  van  dezen  prins  ook  Vreemde 
was  ,  fchoon  zyn  doélor  dien  voorzien ,  en  hem  laftering, 
gewaarfchuwt  had ,  en  dat  men  dien  aan  het  al 
te  fterk  harflenblokken ,  en  aan  de  ongeregelt- 
heden ,  daar  men  hem  van  befchuldigde ,  raoeft 
toefchryven  ,  kreet  men  het  doch  voor  een  uit- 
werkzel  van  godloosheid  uit.  Men  ftrooideuit, 
dat  hy  koflh  met  den  koning  zittende  te  drin- 
ken, zeker  poejer  in  het  kopje  van  zyne  majef- 
teit gedaan  had,  dat  degene  ,  die  de  koffi  in- 
fchonk ,  het  gemerkt ,  en  de  kopjes  verruilt  had, 
zo  dat  het  gene,  dat  den  koning itoegedachc 
was ,  den  hertog  van  Orleans  te  beurt  viel ,  die 
deze  verandering  niet  gewaar  wordende ,  zich 
zelfs  vergaf.  Ik  zou  my  wel  wachten  dezeyflyk- 
heden  te  verhalen,  zo  zy  zich  niet  zelf  onder 
den  voet  ftieten. 

Wie  merkte  deze  gewaande  misdaad  ?  heeft 
men  hem  ooit  genoemt  ?kon  ,  moeit  hy ,  niet 
verklaren  wat  hy  gezien  had?  vreesde  hy  ge- 
tuigen of  hulp  te  ontberen;  is  de  voorkamer 
des  konings  ooit  leeg,  zyn  'er  niet  ten  mini- 
ten  wachten  ,  eenige  pagies ,  of  kamerdienaars 
in  ?  wat  zou  hy  gedaan  hebben ,  indien  hy 

de 


4i6    Het  Leven  van 


de  kopjes  niet  had  kunnen  omwiflelen ,  zonder 
dat  het  de  hertog  van  Orleans  gemerkt  had? 
dewyl  hy  niet  opftaandenvoet  gefproken 
heeft,  toen  de  zaak  kon  bewezen  worden  , 
hoe  zou  hy  dan  zo  dwaas  kannen  zyn ,  om 
het  te  doen  ,  toen  'er  geen  gelegenheid 
meer  was  om  ze  te  bewyzen  ?  waaraan 
zou  hy  zich  niet  bloot  geftelt  hebben  ?  Zoo 
heeft  de  blinde  nyd  altyd  toegelegt  om  een 
prins  te  bekladden  ,  wiens  grote  hoedanig- 
heden hem,  zo  zeer  boven  de  andere  men- 
fchen  deden  uitblinken  ,  als  zyne  geboorte. 

Laat  men  zyn  regentfchap  onderzoeken, 
laat  men  de  zwarigheden  wikken ,  die  hy  moert 
te  boven  komen,  om  het  zo  vreedzaam  te 
maken ,  als  het  geweefl  is ;  Iaat  men  zyne  voet- 
ltappen  nagaan  ,  laat  men  op  het  gezag  let- 
ten,  dat  hy  ,  zo  wel  binnen  als  buiten  het 
ryk  ,  verkreeg; op  het  luidruchtig  gebruik  , 
dat  hy  'er  zomtyds  van  maakte,  om  die  ge- 
nen binnen  behoorlyke  palen  te  houden,  die 
het  zelve  wilden  verdelen  en  verzwakken  ; 
laat  men  zelf  de  maatregelen  onderzoeken, 
die  hy  genomen  had  ,  om  zyne  rechten  en  vor- 
deringen te  beveiligen,  men  zal'er  een  wyd- 
uitgeitrekte  kennis,  een  beproefde  voorzich- 
tigheid, een  nette  ilaatkunde,  een  onwrikbare 
ftantvaftigheid  ,  een  heldhafte  onvertzaagt- 
heid  ,  een  waarlyk-koninglyke  goedheid  en 
goedertierenheid  in  vinden,  en  men  zal  ge- 
dwongen zyn  te  bekennen  ,  dat  de  gefchie- 
deniffen  ons  weinig  zo  volmaakte  voorbeel- 
den in  't  (luk  van  regéring  uitleveren ,  en  dat , 
indien  de  vroomheid  en  godsdienft  zyn  parti- 
culier gedrag  beftuurt  hadden,  en  zyne  ver- 
heve  talenten  geheiligt ,  men  geen  volmaak- 
ter modél  in  allen  delen  zou  vinden. 


EINDE.