X//.'
i
HET LEVEN
van PHILIPPUS
HERTOG VAN ORLEANS,
REGENT VAN VRANKRYK.
tfVEDE DEEL.
fcvede Druk.
HET LEVEN
HERTOG VAN ORLEANS,
REGENT VAN VRANKRYKj
DE HIST ORIE
Van deszelfs Regering, gedurende de
minderjarigheid van
LODEWYK DEN VYFTIENDEN.
BESCHREVEN f l
Door den Heer L. M. D. M.
cfWE D E DEEL.
T'ivede Druk,
IN V GRAVENHAGE,
ByJOHANNES VAN DUREN.
van PHILIPPUS
BENEVENS
HET LEVEN
V 1813 ï
Regent van Yrankryk
Gedurende de minderjarigheid van
LODEWYK DEN VYFTIENDEN.
Ëze reglementen waren van
geen langen duur. Ook
waren ze maar gemaakt
om het volk te blind-doe-
. ken. Alle deze heeren,
zelf de zegelbewaarder 3
hoe groot vertrouwen men ook op heni
had 5 wiften niets van de geheime en
zonderlinge ftaatkundige inzichten van
den regent , die het oor aan niemand
anders dan aan Law leende , welke in
\ eerft zonder titel , en daar na in 't open-
baar als controleur der finantien 5 alles
beltuurde , derhalven zal het tyd zyn dat
ik dezen perfoon , tot ondergang van
byna alle eerlyke luiden in Vrankryk ge-
boren, doe kennen.
Jan Law was een Schotsman 5 zoon Karaktet
van een goudfmit van Edenburg. Nooit *anLa**
II Deel A * bezat
Het Leyen tan
bezat iemand in zo volmaakten graad
den geeft , die 'er tot het rekenen en 't za-
menparen der getalen vereifcht word,
waarin hy ook zyn bequaamheid en drift
den vollen toom had gevierd , door en
door alles beftuderende , wat de banken ,
de loteryen, de handel-genoodfchappen
van Londen.betrof, de middelen om die
te handhaven , om de hoop en het ver-
trouwen van het gemeen aan de gang
te helpen , en in beweging te houden,
waar van hy alle geheimen doorgrondde.
Noch groter licht had hy getrokken uit
het nieuw genoodfchap , door Harlei ,
graaf van Oxford , opgerecht , om de
fchulden van den Staat te voldoen. Na-
derhand de bediening van fecretaris by
eenig agent of refident in Holland gekre-
gen hebbende, liet hy zich grondig on-
derrechten wegens de beroemde bank
van Amfterdam , derzelver fonds , in-
komiten , toevluchten , de rekeningen
die de particulieren tot haar laften had-
den , derzelver wiiïelvalligheden , we-
gens de verfcheide middelen die men
gebruikte, om ze te doen ryzen en da-
len, om zyn fondfen te lofTen, om ze
uittedélen en te verfpreiden, wegens de
order , die zy in haar regifters en kan-
toren hield, zelfvan haar onkoften, en
de wyze harer befturing. Met dit alles
diep-
-JV°. VIII ^
Philippus van Orleans. 3
diepzinnig te overpeinzen, en deze ver-
fchillende denkbeelden overeen te bren-
gen en met elkander te paren, fmeedde
hy een zamenhang van grondregelen,
verwonderenswaardig door de fchkkirtg
en aaneenketening van de menigvuldige
fchakels , waar uit dezelve beftond : een
zamenhang , ten minften zo veel op de
kennis van 's menfchen hart , als op de
ervarenheid in de rekenkunft gegrond ,
maar waarvan de goede trouw , de bil-
likheid en de menfchlykheid te enemaal
uitgefloten waren , om plaats te geven
aan de trouwloosheid , onrechtvaardig-
heid , geweldpleging, en wreedheid,
't welk geen wonder was, dewyl deszelfs
uitdenker van alle goede zeden en godts-
dienft ontbloot was ; te Paris ging hy tot
den katholyken godtsdienft over , ge-
lyk hy te Conftantinopel Turks zou heb-
ben geworden : in Groot-Brittannien een
neerlaag gedaan hebbende, was hy ge-
noodzaakt geweeft dat land te verlaten ,
een getrouwde vrouw met zich voeren-
rende , waar mee hy verfcheide jaren
als zyn wettige huisvrouw geleeft heeft.
Hy was van eene onverzadelyke gierig-
heicj , en door de omwenteling , door
hem in Vrankryk veroorzaakt , had hy
de aiïurantie van de fchoonfte landgoe-
deren , die 'er in \ ryk waren, aan te ko-
A 2 pen ,
4 Het Leven van
pen , zonder van de onnoemlyke (om-
men te fpreken , die hy naar vremde lan-
den zond.
uitleg- ]k weet dat men hier van my de ont-
fynVan! teding van dit fyftema , dat ik zo zwart
aficbiider , verwacht , en in der daad,
dit zou het fraaifte ftuk van deze hifto-
rie kunnen zyn ; maar ik ben niet min-
der bewuft , dat ik weinig in ftaat ben
om deze geheimen van de doorllepenfte
onrechtvaardigheid te doorgronden , en
te ontwimpelen , doch daar is niet aan-
gelegen, ik ga evenwel aan't werk , ho-
pende 5 dat men my voor de onder-
neming daarvan ten minften dank zal
weten.
La w , die vol eerzucht was , en een
onmatige drift bezat om een groot fortuin
te maken, bedoelde niets anders in zy-
ne uitrekeningen. Hy dagt nergens
minder om , dan om zich aan enigen
Staat nut , of zelf noodzaaklyk te ma-
ken ; met een woord , hy bereikte het
oogmerk , 't geen hy bedoelde. Zon-
der tvvyffel dat de uitgeputheid , waar
toe de oorlog de mogentheden van Eu-
ropa gebragt had, ''tzy die gezegepraalt
hadden , of overwonnen waren ge weeft ,
hem in zyn opzet ftyfde , en zyn hoop
verllerkte. Zyn ontwerp had dan den
koophandel niet ten doel , noch de ge-
maklykheid
Philipfus van Orleans. ?
maklykheid om belaftingen op te leg-
gen, zonder die te verminderen, noch
het befnoeien der geldlpillingen , noch
het bebouwen der landeryen , noch liet
llyten der eetwaren , noch zelf het cir-
culeren van 't geld : hy had het opge-
ltelt , op dat een vorll zyn fchulden
zou kunnen betalen , met het goud en
zilver zyner onderzaten na zich te ne-
men, op een wyze, dat de bezitters het
gretig gaven , en het bloot aan hunne
gierigheid te wyten hadden , Ayanncer
zy ''er van berooft wierden. Een onbe-
grypelyk ontwerp , dat van alle ande-
ren , behalven dezen groten geeft , zou
verworpen zyn geweell als een herflen-
fchim , indien het hun in de gedachten
was gekomen. Hy hield het echter aan,
en zie hier de gedaante , die hy 'er aan
gaf. Een bank of kompagnie , waar
van de wezentlyke fonds de inkomften
van den ftaat zouden zyn , en de inge-
beelde fonds enige onbekende koophan-
del , moeit op zich nemen alle deszelfs
fchulden te betalen : om hare fondfen te
vermeerderen , en ze eniger maten met
de fchulden gelyk te itellen , die zy te
betalen had, moeftzy op haar zelve een
menigte aCtien, dat is te zeggen, foor-
ten van kontra&en , oprechten, die het
recht gaven om met haar de winften tt
A 3 delen.
6 Het Leven van
delen , die zy met haar eige fondfen ,
en met die gene , die haar het verkopen
harer actiën verfchafte, doen zou; deze
actiën moeiten ten delen voor briefjes ,
waar inde fchulden vandenftaat befton-
den , ten delen voor geld gekoft wor-
den. Het zou de aótioniften vry ftaan,
hunne fondfen uit de bank te lichten)
met de actiën daaraan weerom te geven.
De bank moeft al haar betalingen in
briefjes doen. Om de aótien prys by
te zetten , moeften zy aanzienlyke win-
ften doen , en fchielyk grote fortuinen
veroorzaken , dewyl het zeker was ,
door het geen men in de loteryen zag
gebeuren , dat enige voorbeelden van
deze natuur een algemene drift zouden
uitwerken. Om de briefjes aanzien by
te zetten 3 en die zelf boven het geld te
trekken, moeft men door menigvuldige
veranderingen de waardy daar van on-
fceker maken , en de bezitters doen
vrezen , dat het in hunne handen ver-
loren zou gaan ; en de prys daar van
moeft ten minften noch eens zo hoog
zyn als de innerlykc waardy? dat is te
zeggen, als het geen, waar voorliet in
andere ftaten gangbaar was.
Het verval van 'tgeld, was het be-
fluit van Law , zal de intereften daar
van doen verminderen, en deze vermin-
dering
Philippus van Orleans. 7
dering der in tereften oorzaak zyn, dat ie-
der de obligatien die hy fchuldig is 5 zal af-
doen of tot lager intereft laten lopen : de
vorft kan het voetfpoor der particulieren
volgen 5 en zich dus van een groot getal
zyner fchulden ontladen , zonder een
duit uit te keren. Daarenboven , dewyl
men niet zal weten wat te beginnen
met het geld , dat 'er van de ifloffing
der kapitalen komt, en dat de vrees van
deszelfs afzetting op zyn pas zal geftyfc
en vermeerdert worden , zal men het in
briefjes verkêren, of zoeken aan vafter
effecten te befteden : deze algemene
drift zal onfeilbaar den prys der lande-
ryen , koopmanfchappen , en eetwaren
doen opflaan, en alle, die met fchulden
belaft zyn, gemak verfcbaffen, om die
af te lofTen. Nu , gong hy met zyne re-
deneringen voort, kunnen die gene, die
een ftaat uitmaken, in drie foorten ver-
deelt worden , in den adel , de fatzoen-
lyke burgers , en in het Hechte volk in
de fteden en de gene die ten placten
lande wonen. De middel -foort is de
toevlucht van beide de anderen , by de-
ze moeten zy zich adrefTeren, om hun-
ne buitenfporige verteringen , of hunne
armoede te gemoed te komen. Derhal-
ven zullen deze beide foorten , door dit
ontwerp een middel vindende, om in
A 4 't
8
Het Leven van
't geheel of ten delen hunne fchulden tc
voldoen , het zelve, zonder twyffel be-
gunftigen ; en wat is 'er van de derde
foort te vrezen , als men de beide ande-
re op zyn zyde heeft? Wat zal zy , uit-
geput zynde, kunnen aanvangen?
Daarenboven zal de bank in ftaat zyn
om door haar mildadige giften die gee-
nen onder de groten den mond te ftop-
pen, die 'er zich tegenaan zouden wil-
len ftellen; en het algemeen belang,
dat men in derzelver behoud zal nemen ,
zal aanleiding geven, om alle de regle-
menten te maken , die men tot de vol-
kome uitvoering van dit plan zal nodig
oordeelen. Als men zo verre gekomen
is 5 en dat het een algemene omwente-
ling te weeg gebragt zal hebben , zal
men het quaad ongeneeflyk oordeelen;
de bankbriefjes zullen van zelf vernietigt
worden, de zaken haar gemeen beloop
nemen , en iedereen zal maar bedacht
zyn om zyn fortuin te bewaren, ofte
herftellen.
Dit was het plan, dat Law gefmeed
had 3 't geen nergens anders dan in V fank-
ryk kon wcrkftellig gemaakt worden , daar
het gezag van den vorlt onbepaalt is.
Lodewyk de veertiende , dien hy het
Hechts in algemene termen ontvouwt
had, hadde het met een foort van ver-
foejing
Philippus van Orleans. 9
foejing verworpen; maar de hertog van
Orleans, een prins met een heel ande-
ren geeft, dan Lodewyk de veertiende,
begaaft , en die ftouter , ondernemen-
der , en op ver na zo naauw van gewe-
ten niet was , wierd 'er door verrukt :
hy begreep het met gemak, en zag 'er
met een opflag van 't oog alle de gevol-
gen van , en deze , die zyn voornemens
begunftigden , waren het, die hem de-
den befluiten , om het in 't werk te ftel-
len ; maar de korte tuflchentyd , dat
deze aanüag verworpen was , en zyn
magt die noch niet genoeg beveftigt
was, de verbinteniflen die hy had be-
ginnen te maken, noch niet gefloten,
en de wet, die hy zich zei ven had voor-
gefchreven , om de meerderheid van
itemmen te volgen, verhinderden hem,
om het zoogaauw,als hy wel gewenfcht
had, te beginnen, vergenoegende zich
in 't eerft , met Law te vergunnen om
een bank op te rechten, om zo het ge-
meen van langzamer hand aan deze fcha-
deiyke nieuwigheid te gewennen. Het Hoe het
placcaat, 't geen hier de kracht aan gaf, ^ger^eftel
was van den 2 Mei 1716, waar in men maakt
zeide , dat de voordelen , door de pu- wierd'
blieke banken aan verfcheide ftaten van
Europa verfchaft , waarvan zy het kre-
diet hadden opgehouden, en den koop^
A 5 handel
io Het Leyen van
handel onderfteunt, een overtuigent be-
wys hadden geftrekt van het nut, dat
men in Vrankryk uit diergelyk een op-
rechting zou trekken. ,§ De heer Law ,
„ zeide men vervolgens , ons , eenige
33 maanden geleden , voorgeftelt heb-
33 bende om 'er een op te rechten, waar
33 van de fonds uit onze penningen zou
35 beftaan?en die in onzen n aanren on-
33 der ons gezag zou beftuurt worden ,
35 wierd het ontwerp daarvan in onzen
3, finantie-raad onderzocht, waartoe
35 verfcheide bankiers, koopluiden, en
,5 gedeputeerden van koopfteden geroe-
,5 pen zynde, om hunne goedvinding
?5 daar over te horen, quamen zy alle
35 hierin overeen ? dat 'er niets voor-
,5 deliger voor ons ryk kon bedacht
5, worden , 't geen door zyn legging
55 en vruciitbaarheid , gevoegt by de
35 naaritigheid zyner inwoners ? maar
55 een vaft krediet van noden heeft, om
55 daar den bloeienften koophandel na
55 toe te lokken; echter oordeelden zy ,
35 dat de tydgewrichten niet gunftig
,3 waren , en dat het gevoeglyker was ,
5, dat een diergelyke oprechting op re-
55 kening eener kompagnie geichiedde.
35 Deze redenen, by enige byzondere
33 voorwaarden van het ontwerp ge-
55 Wegt* deden ons bcfluitcn, om het
35 van
Philipfus yan Orleans. II
van de hand te wyzen. Maar de voor-
35 noemde heer Law heeft ons verzocht ,
3, hem de vryheid te willen vergunnen,
33 van een andere foort van bank te mo-
33 gen oprechten 5 waarvan hy aanbied
33 de fonds te zullen uitmaken 5 zo uit
33 zyne penningen, als uit die van de
y, kompagnie; en door wier middel hy
33 onderneemt de circulatie van 7t geld
33 te vermeerderen , de woeker te doen
1 „ ophouden, 't gebrek der overvoerin-
33 gen van het geld tuffchen Parys en
33 de pro vintien te vervullen, vremde-
33 lingen middel te verfchaffcn, om vei-
33 lig fondsen in ons ryk te plaatfen,
33 en ons volk de vertiering zyner eet-
33 w7aren , en het betalen der belaftingen
33 te helpen bevorderen. De gunft 5 die
33 hy van ons verzoekt , is 3 dat wy hem
3, een privilegie voor 20. jaren vergun-
33 nen , en hem toeftaan, om de bèta-
33 lingen in bank-ryksdaalders te mogen
33 bedingen 5 die altyd van het zelve
,3 gewicht en alloi zynde? geeneveran-
33 dering kunnen onderworpen zyn ; een
33 wezentlyke voorwaarde, en die vol-
33 ftrekt noodzaaklyk is , om het ver-
,3 trouwen van onze onderdanen en van
33 de vremdelingen, te winnen, en te
33 behouden. Ons ter zeiver tyd ver-
3, zoekende, perfonen van een beken-
33 de
i2 Het Leven van
,5 de vroomheid en bequaamheid te wil-
55 len benoemen, om opzicht over de
55 bank te hebben 5 de briefjes na te
55 zien 5 de boeken te nommeren en te
55 tekenen 5 op dat het gemeen ten
55 vollen moge overtuigt zyn van de
55 naauwkeurigheid en getrouwheid, die
55 men daar omtrent gebruiken zal. En
55 dewyl het ons voorkomt , dat deze
55 oprechting, op de wyze als zy ons
55 voorgeftelt is5 geen onheil kan ver-
55 oorzaken 5 en dat 'er in tegendeel alle
5, reden is om te verwachten, dat zy
55 een vaardigen en gewenfchten uitflag
5, zal hebben 5 en veel voordeel uitwer-
5, ken 5 op het voorbeeld van het geen
55 'er in onze naburige ftaten om gaat,
55 hebben wy gemeent den voornoem-
55 den heer Law , wiens ervarenheid,
55 kennis, en bequaamheid ons bekent
55 zyn , het privilegie , dat hy van ons
„ verzoekt, voor hem en zyn genood-
„ fchap te moeten vergunnen. En onze
„ zeer waarde en zeer beminde oom de
,, hertog van Orleans , regent van ons
53 ryk, oplettent op alles, dat tot ver-
,, lichting van ons volk, en tot welzyn
„ van onzen ftaat kan ftrekken , heeft
„ geoordeelt, dat het niet met de waar-
„ digheid van zyn rang en geboorte
„ itreed, tot befchermer daarvan ver*
„ klaart te worden. „ Dc
Philippus van Orleans. 13
3, De fonds van de bank zal uit twaalf
„ hondert aétien beftaan, ieder van dtü-
33 zent ryksdaalders 5 dus zal het kapi-
33 taal twaalfmaal hondert duizent bank-
33 ryksdaalders uitmaken, dat is te zeg-
33 gen zes millioenen courant geld.
33 De boeken zullen by den bewind-
33 hebber, den heer Law,geopent wor-
33 den 3 om daar de intekeningen der
3, perfonen te ontfangen, die daar deel
3, in zullen willen nemen 3 en zo veel
33 aétien, als zy verlangen 3 ontfangen.
33 De lyft zal gemerkt "en onderte-
33 kent wordendoor den bewinthebber,
33 en door den opziender over de bank.
33 De adtioniften zullende kompagnie
33 uitmaken 5 en de nodige amptenaren,
3> tot de befturing en dagelykfclie be-
33 handeling van de bank, verkiezen.
33 Alles zal in de vergaderingen met
33 meerderheid van ftemmen belloten
33 worden , op de volgende wyze te
33 tellen: die vyf actiën hebben, en on-
33 der de tien, zullen maar eene ftem
„ hebben te geven ; die tien en onder
33 de vyftien actiën hebben, twee ftem-
„ men; en zo van vyf tot vyf; maar
„ minder danvyf actiën hebbende, geld
„ hunne ftem niet.
„ Daar zullen ieder jaar twee alge-
3, mene vergaderingen zyn, dat is te
14 Het Leven van
zeggen om het half jaar een , om de
5, uitdelingen , die 'er aan de aótio-
„ niften Itaan te gefchieden, te regu-
3, leren.
3, De bankbriefjes zullen door den
33 direóteur, door een van de hooftpar-
33 ticipanten , die door meerderheid
33 van ftemmen benoemt is ? en door
33 den infpecteur getekent worden.
33 Het zal alle perfonen vryllaan hun
33 geld in de bank te brengen , waar
33 voor hun briefjes zullen gegeven wor-
33 den, opdicht te betalen.
33 De kompagnie zal noch te land
3, noch ter zee enigen handel met koop-
33 manfchappen dryven ; zy zal zich
33 met geen negocieren bemoeien ? 't zy
3, in of buiten het ryk ; zy zal geen
33 geld op intereft mogen opnemen 3
33 onder wat voorwentzel en op wat
33 wyze het ook zyn mag.
33 De bank zal zich met de kas der par-
,> ticulieren kunnen belaften 5 en in con-
5, tanten betalen , mits vyf bank-ftuivers
3, voor duizent bank - ryksdaalders af-
5, trekkende, welke vyf bank-ftuivers |
3, de
f Teder bank-ftuiver had de waardy van vyf Joh tour-
noii of ordinaire franfche ftuivers , makende alzo vyf
daar van de vierde part van een bank-ryl\6daaldcr, die
vyf livres gold, uit.
Philippus yan Orleans. ij
„ de vierde part van een bank-ryksdaal-
„ der uitmaken cc.
Diergelyk een oprechting fcheen wei-
nig een zo grote oplettentheid van we-
gens het hof te verdienen, en 't was
onbegryplyk dat zy de grote uitwerkin-
gen, die men 'er van voorfpelde, kon
hebben. Het enig voordeel , dat 'er het
femeen van trok, was de matigheid van
e afkorting. Nademaal dit het enigpro-
fytwas, dat deze kompagnie doen kon,
dewyl haar alle koophandel , direót of
indireól, by commiilie of anderfins , ver-
boden was, viel het moeilyk om te be-
grypen, waar de winft der a&ioniften
vandaan zou komen, want de vyf bank-
ftuivers, die men van de duizent bank-
ryksdaalders af kortte, bragten over de
hele maffa van de bank maar vyftien
hondert livres courant geld op. Wan-
neer nu deze fonds, 't geen een onmoo-
gelykheid was, alle weken uit de kas
was gegaan , en daar weer in gebragt ,
zou dit in 't jaar niet meer dan zes en
twintig duizent ryksdaalders opgebrag.t
hebben, 'tgeen pas het vierde deel was
van het geen dit kapitaal zou uitgelevert
hebben , indien men het tegen vyf per-
cent geplaatft had. Het geld brengt uit
zich zelf niets voort, maar men maakt
het door arbeid vruchtbaar , maar deze
wyze
i6 Het Leven tan
wyze van bearbeiding, die de kompag-
nie gebruikte , kon naauwlyks de kof-
ten van den arbeid goed maken , dat is
te zeggen, de vruchten daar van kon-
den naauwlyks toeftrekken , om de wed-
den van den dire&eur, den infpeéteur,
den treforier, en de kaffiers te betalen ,
derhalven had men andere inzichten in
het oprechten dezer bank , dan men
voor de wereld weten wüde.
Het wezentlyke was, daar een aan-
zien aan te geven, dat de grote onder-
nemingen, die deze bank doenmoeft,
beantwoordde. Het middel dat men
hiertoe gebruikte , kon niet beter be-
dacht worden. Den 10 april 171 7 kon-
digde men eene ordonnantie van 's ko-
nings raad van ftaten af, waarby be-
laft wierd , dat de generale bankbriefjes
op alle pacht-kantoren van zyn Majefieit,
als contant geld zullen aangenomen wor-
den , tot betaling van alle foorten van
rechten en belaft 'ingen, of liever , dat deze
kantoren correjpondenten van de bank
zouden zyn.
Dit arreft was zeer liftig opgeftelt,
fchoon het zeer eenvoudig fcheen; liet
deed byna al het geld van 't koningryk
door de handen van de bank gaan.
,5 De koning, wierd 'er in de inlei-
3, ding gezegt , aan den heer Law en
3, kom-
PhILIPPÜS VAN OltLEANS. 17
5, kompagnie het privilegie hebbende
55 toegeftaan5 om een algemeene bank
55 op te rechten 5zyn de briefjes van de
3, voorfchreve bank reeds zo hoog in
3, aanzien geftegen binnen en buiten 's
,5 lands, dat5 niet tegenftaande den flech-
35 ten tyd5 het overmaken van 't geld
33 daardoor merklyk verlicht is , de af-
3 3 kortingen gematigt 3 en de woeker
33 grootlyks vermindert. En nademaal
33 het van groot gewicht is voor het ge-
33 mak der onderdanen van zyn majef-
33 teit 3 en der vremdelingen 5 dat men
33 in alle de delen van 't ryk de waardy
33 van de voornoemde briefjes doe vin-
33 den, dat men de fommen 5 die daag-
33 lyks in de provintien tot betaling der
33 rechten en belaftingen gebeurt wor-
33 den 3 fchielyker na Parys overmaake,
33 dat men het geld inde ontfangers kan-
33 toren niet leeg en vruchteloos laate
33 leggen, en dat mentegelyk zo veel
33 het mooglyk is den overvoer van
33 geld uit de provintien na Parys ver-
3, hindere 5 't geen altyd een ftoring en
33 wanorder in den koophandel veroor-
33 zaakt 3 waarvan de herltelling het
33 voornaamfte doelwit van zyn majef-
,3 teit is, en de algemene wenfch van
3i zyn onderdanen , heeft hy geoor-
3, deelt 3 dat niets nuttiger voor hen
II Deel. B kon
18 Het Leven van
35 kon zyn , en bequamer om die herftel-
,5 ling uit te werken 3 en de circulatie
33 van 't geld te vermeerderen 5 by
33 gevolg den koophandel levendig te
33 maken, dan aan alle ontfangersjpach-
33 ters, tollenaars 3 hunne kaffiers en
33 commifen 5 en anderen 3 die de hande-
33 ling van dit geld hebben 5 te beve-
33 len 3 dat zy de bankbriefjes als geld
33 in betaling der beladingen , rechten 5
3, en inkomlten van zyn majefteit zul-
33 len aannemen 3 en alle die gene 3 die
33 men vertoont, betalen, nademaalge-
„ melde briefjes altyd op zicht aan het
„ kantoor van de bank, teParys opge-
33 recht, betaalt moeten worden.
„ Ingevolge van dien beveelt zyne
„ majelteit , dat, van den dag van de
„ afkondiging van het tegenwoordig
33 plakaat af, de briefjes van de algeme-
33 ne bank als geld op alle konings kan-
,3 toren zullen aangenomen worden. Or-
„ donnerende wy ders , dat , van den zel-
„ ven dag af te beginnen , alle amtena-
„ ren , die Ichuldig zyn rekening te
„ doen, gehouden zullen zyn opzicht
„ en zonder enige afkorting de briefjes
„ van de gemelde bank te voldoen , tot
„ het beloop van de fommen, die zy in
„ kas hebben, en dat, wanneer zy geen
„ fonds meer hebben, zy gemelde brief-
91 jes
PHILIFPUS VAN O&LEANS. I<?
„ jes uit de eerfte penningen , die.zy
,, ontfangen , zullen betalen , hen ver-
5, verbiedende enig deel van de fondfen
„ van hun ontfangft door wiflelbrieven
5, of met wagens over te maken , enige
5, ordonnantiën te betalen 3 ten zy uit
„ het overfchot ? dat zy in kas zullen
„ hebben , na vooraf en by voorkeur
5, de bankbriefjes , die hun vertoont zul-
3, len zyn , te hebben betaalt. Zyn ma-
33 jelteit begeert verders 5 dat , naar mate
33 zy de genoemde briefjes zullen ont-
33 fangen 5 dezelve aan die gene zullen
33 gezonden worden 5 aan wien zy ge-
33 houden zyn de penningen , daar zy
33 de behandeling over hebben, te zen-
33 den 3 om de waardy daarvan op zicht
33 aan het kantoor-generaal van de bank
33 te Parys te ontfangen. Alles op ftraf te-
33 gen de overtreders van de afzetting
33 van hunne ampten 5 en vernietiging
33 hunner bedieningen CS
Het krediet van de bank, die door
dit arreft het algemeen kantoor van de
ontfangften van 't ryk geworden was,
nam merklyk toe , en zy wierd van een al-
gemene 3 de enige bank. Nu vergenoegde
zy zig niet meer met vyf bank-ftuivers
voor het defconteeren van duizent bank^
ryksdaalders in te houden, zy nam het
naargelang van vier ten hondert : door
B 2 deze
io Het Leven van
deze vermeerdering vond zy zichinftaat
om de aótioniften zeven en een half per-
cent aan intereft toe te leggen, en dat
maar voor zes maanden, zo dat de waar-
dy der actiën eensklaps zeer hoog fteeg.
Naar mate dat de bankbriefjes in kre-
diet toenamen , verminderden die van
den Staat van waardy, en verloren tot
vyftig ja zeftig ten hondert. Schoon men
'er een deel afgedaan had, bleeven 'er
noch ten minften voor tweehondert mil-
lioenen over, behalven de intereften van
vier per cent : de bank nam op zich ,
die fch ulden te betalen. Om hier in te
flagen , zonder op te hóuden van te zyn,
hetgeen zy was, herfphcSpte zy zich in
een kompagnie van kommercie , onder
verzm- Jen n aani van IVefl-incUjche of Miffiffipifche
de%ffi- kompagnie. Men ftelde alle nodige mid-
fipifche delen in 'twerk, om het gemeen te over-
gniït?* tuigen, dat deze handeling ten Liiterften
voordeelig zou zyn , en dat 'er onnoem-
lyke fchatten uit deze nieuwe landen
zouden komen , waarvan men de heer-
Jykfte befchry vingen gaf, daar Peru geen
handwater by had. Men lichtte van alle
kanten de bedelaars en landlopers op ,
om die landen te bevolken en te bebou-
wen. Men ftelde zelf een byzondere ad-
miraliteit aan, die onder het bevel van
dc bank liet bcituur over de vloten zou
heb-
Philippus van Orleans. 21
hebben , die op deze ryke land-ftreken
af en aan zonden varen. *
Egter was het waar, dat dit land niets
zonderlings heeft , dat 'er noch goud-noch
zilver-mynen zyn, dat het geen fpece-
ryen voortbrengt , dat 'er zelf geen
koftelyk hout groeit. Het klimaat is 'er
zacht en getempert ; wyn en koorn zou
'er in overvloed voortkomen; men zou
'er menigte van vee kunnen voortfokken ;
maar Vrankryk heeft deze levensmidde-
len niet nodig, en heeft moeite genoeg,
om zich van het geen het te veel heeft te
ontdoen. De handel met pelteryen was
de enigfte, dien men daar met voordeel
kon dryven , om eenige partikulierea
maar niet om eene grote natie te verry-
ken , en een ryk dat uitgeput was ,
weerteherftellen. Men moeft Miiliflipi in
Vrankryk kennen : Lodewyk de veer-
tiende, door eenfoort van tractaat met
den heer Croifat , beroemt koopman ,
gemaakt, had hem alle de voordeden ,
die hy 'er uit kon trekken, gedurende
een zeker getal van jaren overgelaten ,
op voorwaarde, dat hy 'er enige verplan-
tingen in zou oprechten , en zyn groote
rykdommen waren voorzeker niet uic
dat land gekomen. Daar waren verfchei-
de menfehen natoegeweeic, om 'er hun
fortuin te maken, en deze waren 'er
B 3 noch
22
Het Leven van
noch armer vandaan gekomen, dan na-
toe gegaan , 't geen zy allen uit eenen
mond getuigden, maar alles mogt niets
helpen, deze herflenfchim nam zodanig
de overhand, dat byna geheel Vrankryk
daardoor om den tuin geleid wierd.
Begïn Men rechtte aanftonds op deze kom-
papieï" pagnie voor hondert millioenen aan ac-
ïiandei. tien op , men koftze ten delen in ftaats-en
finantie-briefjes , ten delen in geld. De
algemene pachten van 't ryk wierden
aangewezen om te gelyk aan de kom-
pagnie vaa de bank tot een fonds, en
de aótioniften tot borgtocht te dienen.
De belafting van 't hooftgeld, en de al-
gemene ontfangften waren met een me-
nigte intereften bezwaart. Reeds in 't
begin van 't regentfehap had men geor-
donneert, dat deze in nieuwe obligatien
tegen vier ten hondert zouden verkeert
worden. Verfcheide eigenaars hadden
hunne kontraclen bewaart , mooglyk ho-
pende, dat de zaken weer op den ouden
voet zouden herftelt worden. Nu volgde
'er een nieuw plakaat, waarby verklaard
wierd, dat degene, die hunne rente-brie-
ven niet voor den laatftcn december 1 7 1 S.
wouden hebben laten veranderen , de
achterftallcn van de vorige jaren , en van
dat , daar men in ftond te treden , zou-
den verliezen , tenzy ze voor den eer-
PlIILIPPUS VAN ORLEANS. 23
ften april daaraanvolgende hunne kon-
traden gebruikt hadden om acïien aan
te kopen. Nademaal de actiën ten min-
ften van duizent ryksdaalders waren ,
en dat men, om daar deelagtig aan te
worden, oude papieren moeli hebben,
dat is te zeggen rent-kontrakten , ftaats-
briefjes, en andere van diergelyke na-
tuur , en bankbriefjes , of ,'t geen hetzel-
ve was 5 geld 5 zochten die gene, die ac-
tioniften wilden worden , en die niet
genoeg van 't een of 't ander van deze
foort hadden, diergeiyke briefjes te kry-
gen. Dus wierd de papier-handel inge-
voert, en wierd in 't kort , niet alleen
algemeen , maar noodzaakelyk.
Daarenboven Hokte het groot aanzien
van de bank alle de andere in. Alen ver-
trouwde zich nergens op, dan op der-
zeiver briefjes ; men haafte zich , om zich
van de andere te ontdoen : en nademaal
het beloop van dezer kapitaal ver de hon-
dert milloenen aan achen overtrof, wa-
ren 'er meer verkopers dan kopers, en
men kon ze niet, dan met merkelyke
Ichade , quyt worden. De kontraclen
verloren dertig ten hondert,endeftaats-
brief jes tuffchen de vyfeig en zeftig. On-
dertuffchen leurde men het gemeen, met
de lyft van de ftaats-briefjes , die men
alle week op het ftadhuis verbrandde ,
B 4, in
Het Leven van
in 't licht te geven, en over al aan te plak-
ken , en naauwlyks was fer iemand , die
overwoog, dat men wel haalt genood-
zaakt zou zyn even eens met die gene te
leven , die men in derzelver plaats had
geftelt. Men liet ook grote zorg blyken
om de interelten van 't ftadhuis te 'beta-
len. In de reglementen , die men hierom-
trent uitgaf, gaf men de fraaiite woorden
van de wereld, en die het bequaamfte
waren om te doen geloven , dat men
geen gedagten had om daar ooit aan te ra-
ken , nademaal dit, zo men zeide, de iteun
van 's konings gezag, en het onderhoud
van de fatzoenlykfte luiden van 't ryk,
vooral van Parys , was.
^yk^ „ Dus wierd de bank, of de Weft-indi-
van iche kompagnie , met genoegen van t
Law* volk opgerecht. Vergeefs trachtte het
parlement , zonder alle de geheimen
die ''er in ftaken , te weten , zich daar
tegen aan te kanten ; dit haalde deze ver-
gadering zelf voor een groot gedeelte
de onheilen op den hals , waarvan ik
gefproken heb. De onbefchaamtheid van
Law , om met de grote rykdommen te
pronken , die hy in zo korten tyd ge-
wonnen had, de draai, die hy aan zyn
bank had weten te geven, om byna al-
le de inkomften van 't ryk in handen te
hebben , gaven zekerlyk billyk achter-
Philippus van Orleans. 2J
denken , om aan zyn getrouwheid te
twyffelen, en te vrezen, dat hy de zaak
noch veel verder mogt doorzetten. In
minder dan een maand had hy van den
grave van Evreux, voor achtmaal hondert
duizent livres 5 het graafichap Tancarville
inNormandyen gekoft; hyhad aan den
prins van Carignan veertienmaal hondert
duizent livres voor zyn paleis van Sois-
fons geboden ; vyfmaal hondert duizent
livres aan de marquizin van Beuveron
vóórhaar landgoed van Ifle-Bonne ge-
prefenteert: eindelyk had het maar aan
den Hertog van Sully geftaan , om ze-
ventienmaal hondert duizent livres voor
zyn marquizaatlchap van Roni van hem
te ontfangen.
Deze buitenfporige winften, die men
als zekere bewyzen van oneerlykheid
aanzag 5 waren oorzaak , dat hy gedag-
vaart wierd , om in perfoon voor een com-
mülaris , door het parlement benoemt,
te verlchynen 5 om rekenfchap van zyn
gedrag te geven. De heer regent ftelde
al zyn gezag in 't werk , om dezen ilag
af te weren. Het parlement gaf een ar-
reft uit , verbiedende aan alle vremde-
lingen? al waren zy zelf genaturalizeert,
zich op enigerhande wyze , onder wat
voorwentzel het ook zyn mogt, met de
behandeling of befturing der finantien
B S te
26
Het Leven van
te bemoeien. Maar het parlement ver-
nedert en verdrukt zynde , nam Law de
overhand , en wierd in ftaat , om zyn
ontwerp in allen delen uit te voeren,
zyn ont- ]y/[en maakte een aanvang , met hem
^ko-m de tabaks-pacht over ce laten , daar men
»in8s kortdaarna alle de andere byvoegde ,
gepre-Cn met de behandeling en befturing der
zen. geld-fpecien. Den vierden december
1718. wierd de bank tot een koningly-
ke bank verklaart , waaromtrent men
fcich in de volgende bewoordiging uit-
drukte: ,, by ondervinding het nut heb-
35 bende leren kennen, dat wy en on-
„ ze onderdanen van de algemene bank
„ trokken, door het gemak, om de ko-
„ ninglyke penningen na Parys te doen
„ komen, zonder onkoftcn , en zonder
„ de provintien van geld te ontbloten ;
5, dat de particulieren daardoor middel
3, gevonden hebben , om fondfen in al-
33 le de plaatfen van 't ryk , en in alle
33 vremde landen op te rechten, in een
tyd , dat het vertrouwen te enemaal
verloren was ; dat de matige interef-
33 ten, waarvoor de bank de wiffelbrie-
33 ven gedefconteert heeft , de woeker
3, heeft doen verminderen, en onze on-
3, derdanen verhindert om geld in vrem-
33 de landen ter leen op te nemen ; dat
3, de fommen > die de bank aan de ma-
nufaóhi-
35
35
Philippus van Orleans. 27
w nufacturen en de koopluiden heeft op-
35 gefchoten , der zeiver krediet hebben
3, onderfteunt 5 en de zaken doen toe-
33 nemen; dat men de wanorders in d^n
33 koophandel heeft zien ophouden; dat
33 de uitheemiche ruilingen ten voordele
33 van onze onderdanen zyn in ftaat ge-
33 bleven ; dat de vremdelingen zich van
33 bankbriefjes bedient hebben, om fond-
33 fen in alle de delen van 't ryk te heb-
3, ben 3 tot het inkopen van waren en
33 leeftochten 3 waarvan de verzending
33 zo voordelig en noodzaaklyk is 3 heeft
33 ons de goede uitflag van deze op-
33 rechting aangezet 3 om het eerfte ont-
33 werp van den voornoemden heer Lav/
,3 te onderzoeken; en ten vollen onder-
33 recht zynde ? dat het met het alge-
33 meen welzyn van den koophandel en
3, van onze onderdanen overeenquam,
33 dat de bank onder den titel van ko-
33 ninglyke bank gecontinueert wierd5
33 en dat de befloring daarvan in onzen
3, naam en op ons gezag gefchiedde,
33 hebben wy ? om daartoe te komen 3
33 de afrien van genoemde bank voor
33 ons doen inkopen , waarvan wy
33 de actioniften in wezendyke pen-
33 ningen hunne kapitalen hebben afge-
33 loft, die zy in ftaatbriefjes hadden in-
,3 gelegt? om het fonds van de bank uit
te
28 Het Leven van
te maken , welke naderhand in aótien
3, op de Weftindifche kompagnie ver-
3> keert zyn : En in gevolge van deze af-
3, loffingen , aan de attioniften uit on-
35 ze penningen gefchied , zyn \vy de
33 enigfte eigenaars van alle de aftien
33 van voorzegde bank geworden ; zo
3, dat het noodzaaklyk is onze me-
33 ning 3 zo ten opzicht van de befturing
33 der bank 5 als van de order 5 die 'er om-
3, trent het doen der rekeningen moet
3, gehouden worden 3 te verklaren. Hier-
33 om 3 enz. „
Aigeme- *t Viel zeer moeilyk te begrypcn,
nente-6" waarin deze verandering den koophan-
gen dit del begunfugde , en zo voordelig voor
omwerp. Vrankryk was. De koning, door deze
declaratie algemeen bankier van zyn ryk
geworden, had alleen al het profyt,dat
de particuliere bankiers zouden gehad
hebben ; de bank - actiën , aflien van de
weft geworden zynde , gaf derzelver
aankoop hem het grootfte deel in de on-
befchryffelyke winften , die deze kom-
pagnie doen zou; en het is taftlyk, dat
deze particuliere winft van den vorft zyn
onderdanen het profyt deed verliezen,
dat zy zouden gehad hebben, indien hy
zich niet in hun plaats had geftelt. Het
ware middel voor een vorft 5 om den
koophandel te begunftigen, is niet dien
alleen
Philippus van Orleans. 29
alleen na zich te (Iepen , maar aan de
handelaars veel vryheid, en een grote be-
fcherming te vergunnen, en de negotie
tuffchen hen en de vremdelingen gemak-
lyk te maken: zodra een vorft die aanflaat,
helpt hy ze te grond, en baart 'er wan-
trouwen onder: en het is onmooglyk,
dat hy 'er zich door verryken kan , zon-
der het grootfte gedeelte zyner onderda-
nen arm te maken , welke armoede nood-
zaaklyk op hem moet te rug (tuiten, en
hem meer verlies veroorzaken , dan hy
voordeel gedaan heeft , met hun koop-
handel aan zich te trekken. Daarenbo-
ven wierden door deze verandering alle
de effecten van de bank, haar briefjes,
actiën enz. koninglyke effecten.
Moeft het lot van de ftaats - briefjes ,
en alle andere papiere effecten , hen niet
doen beven ï eindelyk , dewyl de bank
zich met een deel particuliere kaffen be-
laden had, dat is te zeggen, dewyl ver-
fcheide particulieren rekeningen in de
bank hadden, kon hetqualyk miiTen, of
deze vermengeling van 's konings pen-
ningen met die van zyne onderdanen
moeit verwarring baren ; de fterke heeft
gemeenlyk de overhand op de zwakke,
en de rekeningen , die een particulier
met zyn vorft af te doen heeft , vallen
zelden tot voordeel van den eerlten uit.
Deze
30 Het Leven van
Deze overwegingen , en een menigte
andere , die men natuurlyker wyze ma-
ken moeft , baarden enige ongeruftheid
onder h gemeen ; om welke te ftillen
des konings raad van ftaat den 27 de-
cember een arreft uitgaf , 't welk het
voorgaande uitlei , en bekrachtigde;
maar het was ongelyk bequamer om die
te doen toenemen , en indien 'er niet
een algemene bedwelmtheid van harflens
geregeert had , zou het de menfchen de
ogen hebben geopent , en een vooruit-
zicht gegeven van de vremde vertonin-
gen ? die 'er ftonden te gefchieden. Zie
hier den korten inhoud van het arreft,
waaruit ik een ieder laat oordelen :
3, Zyn majefteit alle de actiën van de
„ bank ingekoft hebbende, heeft geoor-
„ deelt,dat het met de goede order over-
3, eenquam , dat zy tot een koningly-
3, bank verklaart wierd 3 en heeft 'er zich
3, op deze wyze over verklaart door zyn
33 declaratie van den vierden dezer5 die
3, den twaalfden daarop aan 't parlement
33 gezonden is, en by gevolg geacht en
33 gehouden word voor geregiftreert 5
3, volgens den inhoud van het twede ar-
3, tikcl der opene brieven van den 26
33 augufti laatftleden , den zeiven dag in
33 't parlement , terwyl de koning daar
33 zyn gerechts hof hield? geregiftreert".
Uit
Philippus van Orleans* 31
Uit deze woorden is gemaklyk het Andere
verband van het gerechtshof met de za- ™dhetC"
ken van Law, en de invoering van zyn door te
verderflyk ontwerp, af te nemen. Over- drinsen*
tuigt zynde, dat het parlement daar nooit
zyn ftem zou toe geven ? had men 't moe-
ten onderdrukken , en een middel vin-
den 3 om in voorraad alle de reglemen-
ten te wettigen , die men ten dezen op-
zichte in \ zin had te doen.
De declaratie ging dus voort : „ en.
„ dewyl het 3 om de geruchten te ftui-
3, ten 3 quaadaardiglyk door qualyk-ge-
3? zinde menfehen uitgeftrooit 5 't zy
3, met inzicht om zich in de oeffening
33 van buitenfporige woeker te handha-
3, ven 3 waarvan zy een foort van een
„ koftwinning gemaakt hebben , 't zy
33 - om het krediet van de bank te ver-
3, minderen 3 dat zy in het ryk en in
33 vremde landen verkregen heeft, niet
33 tegenflaande de menigvuldige hinder-
33 palen, die men in den weg heeft wille
3, zetten ; dewyl het , zeggen wy 5 nood-
33 zaaklyk is3 dat de inzichten van zyne
33 majefteit 5 zo ten opzichte van de in-
33 nerlyke befturing 5 de form 5 en de
33 adminiftratie van de bank, als ten op-
„ zicht van het krediet , dat derzelver
„ briefjes moeten hebben , aan het ge-
3, meen ten vollen bekent worden 5 heeft
,5 zyne
32 Het Leven tan
3, zyne majefteit raadzaam geoordeelt,
5) zich hieromtrent door het tegen-
33 woordig arreft op een wyze te ver-
33 klaren ? dat 'er geen twyffeling in het
33 gemoed zyner onderdanen over het
33 ontwerp van de voornoemde oprech-
33 ting , noch over de middelen over-
33 blyft5 die hy van zin is in 't werk te
3, ftellen 5 om die te helpen bevorde-
33 ren 5 verzekert zynde 5 dat zy 'er zoda-
33 nige voordelen in zullen vinden 5 dat
35 het niet anders zyn kan, of de onder-
33 vinding 5 die zy 'er van zullen heb-
33 ben , zal in hen alle tegenftrydige
,3 vooroordeelen overwinnen.
33 Zyn majefteit ook onderrecht zyn-
3, de 5 dat de ogenfchynlyke fchaarsheid
33 van het koper- en ander gemengelt
33 geld in de betalingen , en de hoge
33 prys van *'t zilver in den koophandel,
33 niet van 't gebrek van de muntfoor-
3, ten vandaan komen ? die 'er genoeg
3, in 't ryk zyn 5 maar van 't gebrek van
33 order en juiftheid in de betalingen,
33 en dat de bankbriefjes het zelve voor-
33 deel niet hebben als in andere landen
3, en koopfteden 5 daar dicrgelyke ban-
33 ken opgerecht zyn ? heeft geoordeelt
33 dat men daarin behoorde te voor-
33 zien ; derlialvcn wil zyne majefteit,
dat'cr op den eerften maart aanftaan-
33 de,
Phimppus van Orleans. 33
5, de , behalven het algemeene kantoor
„ te Parys , in de fteden Lion , Roebelle,
5, Tours , Orleans , en Amiens een parti-
5, culier bank-kantoor opgeregt zal wor-
33 den 3 uit twee kaflen beftaande, de
33 eene in contanten , om de briefjes ,
33 die men daar vertoonen zal, op zicht
33 te betalen , en de andere in briefjes ,
3, om 'er de gene , die 'er na vragen, mee
3, te voorzien".
Rouen , Rennes , Touloufe , Bour-
deaux wierden van deze kantoren ver-
ftoken, die men voor zo voordelig uit-
kreet, om dat men vreesde, dat dc par-
lementen van die fteden , eveneens als
dat van Parys , in oppofitie zouden komen.
Ryflel , Marfeille , Nantes , Sint-Malo ,
Bayonne , wierden hier van ook ver-
fchoont, om dat men dacht ,iJat ze niet
naar haar fmaak zouden zyn , en dat ffceq
ze niet wilde misnoegt maken.
„ Verders ordonneert zyne majefteit,
3, dat in zyn goede ftad van Parys , te
33 beginnen van den dag der afkondiging
3, van het tegenwoordig arreft , en van
„ den eerften maart naaftvolgenden, in
3, de hierboven genoemde fteden,de piau-
3, tereen kopere munt-specien niet mo-
33 gen gegeven noch ontfangen worden
33 in betalingen , die over de zes livree
3, bedragen > ten zy tot paiement.
II. Deel. C „ En
34 Het Leven van
35 En ten opzicht van de zilvere munt-
3, fpecien wil zyne majefteit dat dezel-
y, ve niet ontPangen nog gegeven zullen
3, konnen worden in betalingen ? die
33 over de zes hondert livres bedragen 3
33 uitgezondert tot pajement 5 ( dat is
33 te zeggen tot vereffening van de ge-
33 broke fommen of portien van hondert
33 livres 5 voor dewelke men geen bank-
33 briefjes kon hebben. ) en dat de beta-
33 lingen van de fommen boven de zes
33 hondert livres in goud of in bankbrief-
33 jes zullen moeten gefchieden.
33 En nademaal de bankbriefjes altyd
33 op zicht betaalt zullen worden, ver-
33 bied zyn majefteit aan alle notarifTen ,
33 ferjanten , en deurwaarders 5 van enig
33 proteft, of andere aktens , tegen die ge-
33 ne in 't werk te ftellen, die de voor-
33 noemde briefjes in betaling zullen
33 aanbieden 5 op poene tegen de overtre-
33 ders, van hunne amten en bedieningen
33 te verliezen. En egter zal het tegen-
33 woordig regelement niet ter uitvoering
33 geftelt worden , dan in de fteden 5
33 daar particuliere kantoren van de bank
33 zullen zyn.
33 Om alle geruchten voor te komen »
33 die door quaadaardige menfchen ver-
33 ders zouden mogen uitgeftrooit wor-
33 den 3 eu luiden 3 diewaarlyk het voor-
3, deel
Philippcjs van Orleans. 3J
„ deel en de gemaklykheid van den koop-
„ handel wenfchen, meer en meer te
5, overtuigen , dat de voornoemde op-
„ rechting geen rampen zal onderwor- *
35 pen zyn , noch voor het tegenwoor-
„ dige, noch in het toekomende 5 wil en
33 verftaat zyne majefteit, dat in gevalle
33 het in een van de kantoren van de
33 bank gebeurde 5 dat derzelver briefjes
33 niet op (taanden voet en op zicht be-
33 taalt wierden 5 het de notariffen, deur-
33 waarders en ferjanten vry zal ftaan
33 tegen de aanbiedingen 5 in bank brief-
33 jes gefchiedende , te protefteren 5 en
33 tot dien einde alle aélen 3 hiertoe
33 behorende , op te ftellen.
Ik begryp niet hoe Law, zonder twyf- Qya
fel de opfteller van deze arreften , onbe- \r~'
fchaamt genoeg kon zyn om te zeggen 3
dat zy de gemaklykheid van den koophan-
del bedoelden, daar zy in tegendeel dien
ten uiterften hinderlyk waren. Bragt het
verbod ? van 't klein geld in de betalingen
boven de zes gulden te gebruiken 5 het
arbeids-volk 5 de huisluiden 5 en de win-
keliers niet in een grote verlegenheid ?
waar konden zy het zilvergeld van daan
halen? en zo zy 't al vonden , belafttemen
zich omniet met hun klein geld ? dus
wierd de woeker 3 die men meende uitge-
roeit te hebben, weer ingevoert door de
C 2 pla-
36 Het Leven van
plakaten zelfs , waarin men zich be-
roemde , van dit flag van mirakel uitge-
werkt te hebben. Was de dwang ten op-
zicht van de fommen boven de zes hon-
dert livres, die men in goud of bank-
briefjes moeft betalen , niet bequaam om
den koophandel te vernietigen, met alle
de beurzen toe te üuiten, en het goud
en zilver te doen verdwynen , dat men
zo veel te zorgvuldiger moeit bewaren ,
om dat men gemaklyk zien kon, dat alle
de guigchelaryen van de bank nergens
anders toe ftrekten, dan om zich daar
meefters van te maken ? en zekerde regle-
menten van dit plakkaat, en alle de ande-
ren, die daar in menigte opvolgden,
de verzekeringen die men daarin gaf,
van niets anders te beoogen dan het ge-
meene welzyn, en de gemaklykheid van
den koophandel, zouden de billyke vre-
zen , door deze buit en gemene bevelen
ingeboezemt, niet doen verdwynen, in-
dien men geen middel gevonden had ,
om den grootften hoop daar mee in te
verwarren, en om de fatfoenlyke luiden
te noodzaken , om zelf te doen , 't geen
zy in deze zinneloze menfchen berifp-
ten. Wanneer men eene natie veilige en
gemaklyke middelen , om zich te verry-
ken , voorftelt , omhelft zy die van zelf,
zonder dat het nodig is haar daar toe 'te
dwin-
Philippus van Orleans. 37
dwingen ; wanneer men daartoe komt ,
is dit een gewis teken, dat die middelen
zo goed niet zyn, als men meent, of dat
men inzichten heeft , die zo verderflyk
zyn , als men ze voordelig voorftelt.
Tot hiertoe hadden de aétien van
de bank geen groot fortuin gemaakt ,
maar nu zy een handel-dryvende kom-
pagnie was geworden , dat des konings
inkomften onder haar beftuur waren , en \
dat men zich inbeelde dat Miiïiffipi zo
veel fchatten inhield , als het overige van
de wereld, veranderde de drift, om van
die aftien te hebben , welhaaftin razerny.
Een vergadering, waarin belloten wierd,
dat de koning de kolten van liet bewind
op zich nam , dat hy alle jaren driemaal
hondert duizent livres tot betaling der
troepen zou verfchaften , die in Miiliill-
pi zouden dienen , dat hy aan de kom-
pagnie de haven en magazynen van Port-
Louis zou afftaan, en eindelyk, dat zy
recht zou hebben om in de landen van
haar gebied oorlog of vrede te maken ,
deze vergadering, in de maand mey ge-
houden , was de tydftip van de razerny,
die heel Vrankryk aantaftte , en welke
de buitenfporige winden van enige parti-
culieren ongeneellyk maakten.
Zekere weduwe te Namen, la Caumon °"§e"ke
genoemt , die tenten en andere waren fortui-
C 3 van nen-
33 Het Leven van
van deze natuur aan het leger verfchaft had,
vond zich op de dood van Lodewyk den
veertienden beladen met een redelyke
grote menigte van briefjes, die zy in
ftaats-brief jes veranderde:de bank geopent
zynde nam zy aótien, dreef 'er handel
in, en gebruikte de winften om weer an-
dere aan te kopen ; zo dat zy voor 70. mil-
loenen bankbriefjes in handen had. Daar
wierden een menigte andere fchielyke
fortuinen gemaakt , lakeien , koetziers ,
kamerdienaars , wierden grote heren.
Men rechtte nieuwe actiën op ; de drift
wierd algemeen, men quam uit de uiter-
fte hoeken van de provintien met hele
benden na Parys. De vremdelingen ,
vooral de Engelfchen, qnamen ook aan-
lopen : Verfcheide verkoften hunne goe-
deren en rente-brieven , of verpanden-
de , om deze nieuwe negotie te kunnen
beginnen. De prinfTen, en de aanzien-
lykfte luiden in Vrankryk, bemoeiden 'er
zich ook mee. Law had, om zich te kun-
nen handhaven , hun aftien gegeven.
De hertog van Bourbon was een van die
gene , die 7er het meeft mee won, 't zy dat
hy meer geluk had; 't zy dat hem van
pas kennis gegeven wierd van de geluk-
kige ogenblikken. Deze prins koft alles
wat hem terhand ftond , vooral in Pi-
cardyen , daar hy tegenwoordig byna
al
Philippus van Orleans. 39
al het land bezit , dat tuflchen de Oye
en de Somme legt ; hy liet Chantilly van
den grond herbouwen , met een koning-
lyke pracht , en lei daar een vogelperk
aan , ongelyk beter voorzien als dat van
den Koning : hy liet op eene reis uit En-
geland hondert en vyftig lopers komen,
waarvan ieder , op den voet daar het geld
toen in Vrankryk op was , hem op vyf-
tien of achtien hondert guldens quam te
ftaan. Het prachtig feftein , dat hy aan
de hertogin van Berri gaf, en dat vier
of vyf dagen duurde , koftte hem on-
noemlyk veel geld : met een woord ,
deze doorllepe prins deed , zo veel
als het hem mooglyk was , zyn voor-
deel met het ontzag, dat men voor zyn
rang, als eerften prins van den bloede,
had, zo dat men , toen men hem eerften
minifter zag , verzekert was , dat hy niet
bedacht zou zyn om zich noch meer te
verryken.
Wat vertrouwen men ook op de bank , streken
had, kozen de meeften evenwel het geld ^kdc
voor de briefjes ; verfcheide weigerden
die aantenemen, en bedongen in hun-
ne kontrakten , dat men ze in klinken-
de munt zou betalen. Ieder zocht
2yn papieren in wezentlyke effe&en té
verkéren , en vooral in geld ; 't was uit
geweeft met de bank , indien men geen
C 4, mid-
40 Het Leven van
middel gevonden had, om dit onheil af
te kaatzen , haar aanflagen waren very-
delt geweeft , en zy zou met haar brief-
jes zyn blyven zitten. Om dit te we-
ren, gebruikte men ten delen lift, ten
delen geweld : het wezentlyke was , meer
krediet en vertrouwen aan het papier >
dan aan het geld by te zetten.
Vooreerft , om de bank in ftaat te
Rellen , om de Jlyfkoppen te voldoen 5
gelyk de regent en Law zich uitdruk-
ten, verhoogde men het goud en zilver
tot driemaal boven deszelfs ordinaire
waardy. Om deze vermeerdering van
fpecien te beantwoorden, vermeerder-
de men de briefjes, en men maakte 'er
ten minftenvoor vyftien hondert millioe-
nen, want toen zy gevallen waren, en
dat de queftie was ze te verminderen, en
te vernietigen , vond men 'er over de
twee duizent millioenen. Deze briefjes
beitonden niet meer uit bankryksdaal-
ders , maar uit livres tournois. Tot ge-
mak van de houders maakte men 'er van
verfcheide pryzen; daar waren 'er van
tienduizent guldens, van duizent, van
hondert, en van tien. Men verklaarde,
dat deze briefjes van livres tournois geen
vermindering "noch verhoging zouden
onderworpen zyn, ondanks alle de ver*
anderingen, die 'er in 't geld mogten
voor-
Philippus van Orleans. 4.1
irvallen. Men trok de bepalingen van
ediót 5 't welk ik aangehaalt heb , in ,
't geen ten opzicht van de betalingen
de fteden, daar men bank-kantoren
gerecht had , geordonneert was 5 wierd
1 algemene wet voor \ hele ryk. Men
:floeg, ten behoeve van deze briefjes,
luiden van de verplichting van hunne
often en gedane eden te houden 5 ik
. zeggen , dat men alle de gemaakte
mlatien , van niets anders dan klin
ide munt te betalen , en te ontfangen,
rnietigde.
Dus het vertrouwen van het papier
veiligt, en het gebruik daar van nood-
iklyk gemaakt hebbende, taftte men
: geld zelf aan 3 en bragt het in zulken
:hten krediet , dat men de luiden
odzaakte , om 'er zich met zulk een
/igen drift van te ontdoen , dat de
ik niet volftaan kon , om het te ontfan-
fl5 en dat alle de munthuizen in bank-
uoren verandert wierden. Men gaf
q achtften mei een arreft uit , 't welk
: goud en zilver verminderde, 't Is on-
xhryflyk, wat opfchuddingen dit in
Lvys veroorzaakte. Men liep met me-
igte na de bank 5 om zyn contanten in
«piet te verwilTelen , men bad , men
raeekte de ontfangers om liet aan te ne-
mca% en men achtte zich gelukkig, als
C 5 zyn
4*2 Het Leven van
zyn bidden verhoort wierd. Waarop
een onbekende fpotter zeer geeftig tegen
de gene , die het meefte woelden , zei-
de, beren } weeft niet verlegen , dat gy
uw geld behouden zult^ men zal u allen
daaraf helpen. \ Geen de bank niet kon
doen , deden de particulieren onder
zich. Men zocht overal briefjes op ,
en om die machtig te worden , verloor
men drie of vier percent op 't geld.
De ftyf koppigen , dat is te zeggen
de gene, die het niet in hun harflens
konden krygen , dat papier beter was
dan geld , deden hun voordeel met de-
ze bewegingen , om zich van hunne
briefjes te ontdoen, zy namen het geld
dat men hun aanbood , en gingen op
hun beurt na de bank, om hun papier
in goud en zilver te verwiflelen.
Law, die op een hair wilt, hoe veel
goud en zilver dat 'erin \ ryk was, ging
aan 't 9yfferen en uitrekenen; en vin-
dende dat 'er noch veel aan ontbrak,
eer alles in zyn handen was , fpande hy
de ftyf koppigen een ftrik, waarin* zich de
meeften lieten vangen. Weinig dagen
daarna verhoogde hy het geld een vier-
de, zo dat dertig duizent gulden , by
voorbeeld, zevenendertig duizent vyf-
hondert waardig waren. Die fpecien
in kas hadden behouden, bezweken on-
Philippus tan Orleans. 4.3
der de verzoeking , om het profyt, dat
zy in een ogenblik deden , te verzeke-
ren , zy bragten het geld dat zy be-
waard, of daar uitgehaalt hadden, daar-
in. Men bediende zich meêr dan eens
van deze lift, en de foort van ebbe en
vloed 5 die dit in de briefjes en in het
geld veroorzaakte , wierd met zo veel
behendigheid beftuurt 5 dat het geld ein-
delyk in de bank bleef, en dat het ge-
meen niets dan papier had. Om hiertoe
te komen, had men de volltrekte magt
nodig, en men wift die op zyn pas te
gebruiken , en verder uitteltrekken ,
dan ooitzedert de oprechting van de mo-
narchie gefchied was. Het goud wierd
lager in prys geftelt , en uit den koop-
handel verbannen ; de intereften van 't
zilver wierden eerft op drie en een half,
naderhand op twee en een half, en ein-
delyk op twee percent bepaalt. Dit was
noch niets ; men liet een plakaat uit-
gaan, daar geen voorbeeld van te vin-
den was: men verbood alle onderdanen
des konings , op de zwaarfte ftraffen,
(zelf had Law willen hebben dat het op
ftraffe des doods zou zyn) enig goud by
zich te behouden , of meer dan yoo
gulden aan zilver ; al wat daarboven
was zou geconfiskeert worden , behal-
ven dat 'er noch een boete naar gelang
van
44 Het Leven van
van de grootheid van de fom op geftelt
wierd. Een derde van deze fommen
was voor den aanbrenger. Om het ge-
meen bang te maken , deed men eenige
huiszoeking by luiden, met wien men
overeengekomen was, om den inhoud
van 't plakaat te overtreden , en dat geld
by zich te laten betrappen : men handel-
de deze quanfuis met alle ftrengheid ,
zette ze eenige dagen gevangen , en be-
loonde ze naderhand in ftilte voor hun
oogluiking. Verfcheide lichtgelovige joo-
len (want dus noemde men ze in het pa-
leis roiaal , en by den bewindhebber van
de bankj gehoorzaamden het plakaat:
alles wat by de notariffen in bewaring,
of op de kantoren geconfigneerc lag,
wierd in briefjes verwiflelt. Voornaam-
lyk gehoorzaamden die geene ftiptelyk,
die niet wel in het paleis roiaal aange-
zien waren, en die reden hadden om te
duchten, dat men zich van dit ediótmogt
bedienen , om zich te wreken , en hen
volkomen in den grond te helpen. Myn-
heer de Pontchartrain , eertyds kaniTe-
lier , en die zich nu in het inftituut, dat
is te zeggen in het noviciaat der vaders
van 't oratorium geretireert had , zond
f7 duizent louizen aan de bank, die,
zo ik liet wel heb, toen ter tyd 72 livres
het Huk waard waren. Deze vangft ver-
maakte
Philippus van Orleans. 4J
maakte zyn koninglyke hoogheid zo
zeer , als het gedrag van een ander ma-
giitraats-perfoon hem moeftfpyt aandoen.
De prefident Lambert de Vermon ,
een der eerlykfte en geregelfte luiden
van Parys, die by gevolg heel wel in
zyn zaken ftond, en veel contanten
bezat, te meer dewyl hy geen kinde-
ren had , ging na den hertog regent , te-
gen wien hy zeide, dat hy, om aan het
laatfte plakaat te voldoen , iemand aan-
quam brengen, die vyfmaalhondert dui-
zent livres aan goud by zich behouden
had ; dat hy het derde deel van deze fom
quam eiffchen , 't geen hem volgens het
zelve plakaat verfchuldigt was , en dat
hy zich by zyne koninglyke hoogheid
had aangegeven , om verzekerder van
het geheim te zyn. De hertog-regent,
ten uiterften verwondert, dat een man
van zyn rang zulk een haatlyk amt, als
dat van verklikker, oeffende, kon zich
niet onthouden van op zyn wyze tegen
hem te zeggen (want hy was zomtyds
al vry ruiterlyk in zyn uitdrukkingen)
met wat duivels ambacht bemoeit gy w ,
Mynbeer? de prefident Lambert ant-
woordde hem met een grote bezadigt-
heid, ik kom jny zeiven aan uwe koning-
lyke hoogheid aangeven , om my voor de
Jlr engheid van uw plakaat te dekken , en
ik
f6 HetLeven VAN
ik heb veel liever houder t duizent gulden
aan contanten , dan alle de bankbriefjes.
Onder- Ondertuflchen dat de bank voortgong
gang van Van haar koffers en kiften met dat gene
aeiïftaat." te vullen , 't geen de fatzoenlykfte fa-
milien door een voorzichtige zuinigheid
hadden overgefpaart , hielp haar het uit-
fchieten van penningen verder te grond,
Aüe de gene, die wat fchuldig waren,
hadden een zo fchone gelegenheid om
die fchulden te betalen , dat het natuur-
lyk was 5 dat zy zich daarvan bedien-
den. Alle de genoodfchappen van de
fteden en 't platte land verminderden of
vernietigden de renten, daar zy mee be-
laft waren. In minder dan een half jaar
befnoeide hetgenoodfchap van St. Maur
drie malen de renten, die het fchuldig
was, de ftaten van Bretagne, de geeft-
lykheid , de jezuiten , de kloofters volg-
den dit voorbeeld na.
De drift om de briefjes in wezentlyke
effeéten te verkeren , maakte dit gemak-
lyk. Een landgoed , dat jaarlyks vier
duizent livres opbragt, wierd voor zes-
maal hondert duizent livres verkoft ; de
huizen , amten , koopmanfchappen , al-
les ïfloeg na rato op: dus betaalde men
zyne fchulden , zonder het byna te voe-
len, en met een fonds, of effeften, die
uit de natuur maar duizent ryksdaalders ,
Philippus van Orleans. 47
by voorbeeld 5 waardig waren, betaalde
men achttienduizent guldens aan fchul-
den. Ook bleef 'er niemand wat fchul-
dig; renten, penfioenen, weduwe-fchat-
ten , geleent geld , zielmiffen , funda-
tiën , alles wierd afgeloft , niet tegen-
ftaande alle voorwaarden en beloften,
tegen het tegenwoordig reglement der
plakaten, en het nieuwe recht, dat zy
invoerden, ftrydende; zo dat degene
die niets fchuldig waren, en die gene
die wat te vorderen hadden , alleen mis-
handelt wierden.
Het ilimft van allen voor hen was, dafe
het ftadhuis van Parys, of liever de ko-
ning, ook de onverwachte party koos,
van zyn obligatien af te doen. Deze
renten, daar men verzekert had nooit
aan te zullen raken , die men zorgvuldig
betaalt had , tot welker betaling men
de haatlykfte belaftingen weer opgebragt
had, die men het erfdeel van zyn goe-
de ftad Parys in 't byzonder genoemt had ,
en in 't algemeen van de fatfoenlykfte
familien van 't ryk , deze renten waren
de zelve wifTelvalligheden als de anderen
onderworpen : zy wierden op twee ten
hondert verlaagt, of in papier afgeloft.
Deze effeóten , die eertyds zo wezent-
lyk waren , wierden onnut voor de hou-
ders. Men zag brave luiden , met hun-
ne
48 Het Leven van
ne rentebrieven in de hand, vruchteloos
den een of den ander om een aelmoe9
aanfpreken , wanneer zy het doen kon-
den , zonder van anderen gehoorc te
worden. Men zag familien , die voor-
heen vyf of zesduizent livres inkomen
hadden 5 genoodzaakt, wilden zy niet
van honger fterven , haar dienftboden
af te fchaffen , en van langzamerhand
haar zilverwerk en huisraad te verkopen.
By alle deze elende quam noch de bui-
tenfporige duurte der eetwaren. De
menigte van vremdelingen , de gretig-
heid , de drift van die genen , die we-
fcentlyke effeélen zochten , waren 'er
oorzaak van. Ik was in dien tyd vol
verfchrikking en verwarring te Parys, en
kan verzekeren , dat het hooi voor zes
ftuivers het pond verkoft wierd , en de
reft na rato. Byna alles was opgekoft,
de woeker en de monopoliën heerfchten
ongeftraft, en wierden door luiden van
den eerften rang geoeffent : zeker her-
tog en pair, wiens zaak naderhand groot
gerucht maakte, koftbyna al hetfmeer,
vet, en zeep op, een ander de koffi,
deze de haver en het hooi , die weer de
ruiker en fpeceryen. Ik kryg verdriet
in deze vertoningen, alle even haatlyk
en deerniswaardig, die ik genoodzaakt
ben te verhalen j en ik geloof niet dat
men
Philippus van Orleans, 49
men my het qualyk zal afnemen, dat ik
my zeiven hier midden in myn reden
ftoor , om andere gebeurniiTen te ver-
tellen , die in de waarheid zo wetens-
waardig en zo intereflant niet zyn, maar
meteen ook zo afgryüyk niet.
Niet tegenftaande deze religie-zaken , TeerhcM
en die verbaafde menigte van placaten , ^"^j1
arreften , en declaratien , die alle dagen voor Zy-
uitquamen, en die twaalf dikke delen in ™ fam<i
quarto bellaan, zorgde de regent voor
zyne familie , en voor zyn natuurlyke
kinderen , doende goed aan alle de ge-
nen , die hy met enige gevoeglykheid
kon erkennen : de abt van S. Albin
kreeg de abdy van S. Oucn van Roucn,
tot dat hy de jaren zon hebben om bif-
fchop te kunnen worden ; en de ridder
van Orleans , ten tyden van Lodewyk
den veertienden gewettigt , \v ierd groot
prieur van Vrankryk , en generaal der
galeien gemaakt; het huis van de her-
togin van Berri wierd met veel luifter
onderhouden, en het paleis van Luxem-
burg haar ter woon toegewezen. De
heer Fleuriau d'Armenonville wierd ver-
zocht om haar la Meute af te ftaan , eea
lufthuis dat klein , maar zeer vermaaklyk
was, zo uit zich zeiven, als om dat heC
in 't bofch van Boulogne lag; deze prin-
ses toonde begeerte om Meudon te heb-
JL Deel. D feeiï
Leven tan
jerd haar toegeftaan. De
.n den gouverneur van dit
had ieders goedachting ;
graaf van Riom, een man,
ooit iemand anders van kupi-
en zyn moeder begunftigt; en ge-
maal van de prin9es , gelyk mevrouw
' van Maintenon gemalin van Lodewyk
den veertienden geweeitwas. De herto-
gin van Berri beminde devreugt, en
haar vader, dc hertog van Orleans, had
de toegeventheid , van dikwils haar par-
tyen van vermaak bytewonen. Op
haar vyftiende of zeftiende jaar was zy
een model van volmaakte fchoonheid ,
maar zedert haar huwlyk, en noch meer
zedert dat zy weduw was, wierd zy on-
befchoft dik , niet tegenftaande de li-
queurs, die zy in overvloed dronk. Zy
had altyd de fchoonfte handen van de
wereld, daar men voorgaf dat de her-
tog regent fmorig op verlieft was. Zy
retireerde zich van tyd tot tyd in 't
een of 't ander kloofter, daar zy hele
goede gevoelens had. Daar viel tuf-
iclien haar en de hertogin van Orleans
op een tyd een difpuut over den rang
voor, 'tgeeb de regent, gelyk Iiy moeit,
ten behoeve van zyn dogter, tegen -zyn
crove gemalin , beilifte : het gemeen fchreef
laOeriog. dit vonnis aan een ongeregelde liefde
toe,
Philippus tan Orleans. Jl
toe 5 maar , gelyk ik reeds aangemerkt
heb , nooit wierd enig prins zo dik-
wils en met zulke grove lafteringen be-
ticht.
Na de hertogin van Berri wierd ma-
demoifelle de Chartres door een geeft
van godvrucht bevangen: de hertog hielt
het meeft van haar, maar niets was be-
quaam om haar in haar voornemen te
verhinderen , en zy nam liet nonne-ge-
waad te Chelles , een benediktyner kloos-
ter , aan. Men moet niet denken dat het
een uitfchot van de wereld was , die het
gebrek van de gaven der natuur uit fpyt
in een 9el ging verbergen, neen, haar
tailje, troni, alles was even wel gemaakt.
Zy deed op den gezetten tyd profeiïie,
welke plegtigheid 3 van een pragtig fes-
tyn verzelt , de hertog van Orleans by-
woonde. De nieuwe nonne verzocht
als een gunft , dat men vooreerft noch
niet denken mogt om haar tot abdis te
verheffen, zeggende, dat zy tyd nodig
had, om de plichten van haar ftaat te
kennen en fcte oeffenen: zy wierd hier
niet in gelooft : kort daar na deed de ab-
dis , die met den marfchalk de Villars
bevrind was, afftand, voor een wedde
van twaalfduizent livres. Dewyl deze
princes ten minften zo veel verftand als
fchoonheid bezat , ging de hertog van
D 2 Or-
$2 Het Leven van
Orleans haar dikwils bezoeken , vcor-
naamlyk zedert den dood van de herto-
ginne van Berri, die den 20 Juli 1719
in het iffte jaar hares ouderdoms aan
een beroerte ltierf. De achterklap, niet
moede van hem te vervolgen , wilde
hem deze bezoeken ook tot een misdaad
rekenen , maar zy wen hier omtrent
niet meer grond 5 dan ten opzicht van
de hertoginne vanBerri; en alle fatzoen-
lyke luiden ftemden overeen , om deze
geruchten als de uitwerkingen van een
verwoeden haat aan te zien.
De goede uitllag, die byna alle zyne
ondernemingen verzelde , vergoedde
overvloedig de fchade van deze ydele
geruchten. Hy was geruft omtrent den
keizer en den koning van Engeland , en
zyne wapenen hadden zulke goede uit-
werking tegen den koning vanSpanjen ,
als zyne placaten tegen de gene , die op
zich niet konden verkrygen , om zich
van hun geld te ontdoen , want deze
zaken vielen op den z elven tyd voor.
Oorlog Philippus de vyfde maakte minder
Spanjen. ftaat °P zYne e^Se troupen , dan op de
gene, die men gezonden had om hem
Gefchrif- aan te tallen. Hy quam in 't leger, en
wëe)s-n oordeelde dat een eenvoudige verklaring
kanjea, de meefte franfehen tot hem zou doen
overgaan. „Niemand is onbewuft, zey-
9} d*
Philippüs vax Orleans. f$
£ de deze vorft , tot wat einde de ver-
5, bonden ftrekken, mee de onverzoen-
55 lyke vyanden der beide monarchien
55 aangegaan ; de fnode ftreken , en de
5, buitenfporige geldfommen, die men
?, aanwend om deze aan te queken ? zyn
55 maar al te wel bekent.
„ Men weet 5 dat ik niets nagelaten
5, heb 5 om de maatregelen onzer ge-
55 mene vyanden te verbreken ; maar
35 nademaal men de vrindelykfte aan-
55 zoeken , die ik gedaan heb 5 myne
55 fterkfte overredingen, en kragtigfte
55 gebeden verydelt heeft , is myne
55 enigfte toevlucht, die my noch over-
55 fchiet 5 dat ik my aan het hooft my-
5, ner troepen ftel5 zo om aan de tere
35 vriendfehap 5 die ik voor den koning
53 rnyn neef heb , te voldoen 5 als om
3, de belangen van myn kroon ftaande
55 te houden , onaficheidelyk van die
,5 van de kroon van Vrankryk. Ik hoop
35 dat de franfche troepen 5 door myu
35 voorbeelt uitgelokt, zich by de my-
35 ne zullen voegen, of onder een lig-
3, chaam, of affcheidentlyk, en dat zo
„ wel de eene als de andere, door den
,, zeiven geeft bezielt , aan de parle-
„ menten , of zelf aan de algemene ften-
5, den de vryheid zullen beveiligen, om
55 te vergaderen , en zulke gewichti-
D 3 * ge
5*4 Het Leten van
„ ge fcaken , als die van het tegen-
„ woordig tydgewricht, te onderzoe-
55 ken en te regleren, om den adel en
55 de welmenende Franfchen van dever-
55 drukking te verloiïen , en met een
55 woord 5 om bytyds den volkomen
5, ondergang van het ryk voortekomen.
?5 Nademaal dat ryk myn vaderland
55 is 5 en deszelfs koning door het bloed
55 met niemand nader dan met my ver-
55 knocht 5 ben ik meer dan iemand
55 verplicht 5 om hulpmiddel in zulke
55 grote rampen te verfchaffen. Indien
55 de franfche troupen aan zulke billike
55 en edelmoedige daad mee de hand
55 willen liaan, moeten zy niet twyffe-
5, len 5 of de jonge koning, wanneer
5> hy tot ryper jaren zal gekomen zyn,
55 zal het die genen dank weten, die de
5, veiligheid vanzyn leven en kroon heb-
55 ben helpen bevorderen.
5, Indien deze waarfchuwing , die
5, men als een verplichtende bekent-
35 making van myn vrindfchap , of als
,5 een billyk bevel 5 ten opzichte van
35 de voorrechten myner geboorte 5 kan
35 aanzien , geen gehoor noch algemene
„ goedkeuring vind3 zal ik echter niet
35 nalaten particuliere achting te hebben
35 voor die gene, die zich onder myn
„ ftandaarden zullen begeven.
Philippus tan Orleans.
„ Ik zal de gehele benden met de
5, zelve officieren en de zelve foldaten
55 bewaren, en ze door alle de eerteke-
55 nen en beloningen onderfcheiden ,
55 die zy van hunne dienilen kunnen
55 verwachten , en zich van myn koning*
55 lyk woord beloven w.
De hertog van Orleans had deze
pogingen voorzien , en daarom troupen
en officiers uitgekipt , daar hy zich \
meeft op vertrouwde: evenwel meende
hy deze declaratie te moeten beantwoorr
den. Dit antwoord, brieLsgewyze op-
geftelt uit naam van den koning, aan
den marfchalk van Berwik 3 generaal
over zyn leger, is een meefterftuk , daar
niemand anders dan hy of de zegel-be-
waarder de maker van kon zyn. Ik
zou oordelen deze hiftorie van een van
haar befte cieraden te beroven, indien
ik het hier niet inlafte.
5, Myn neef , ik heb het gedrukt ge-
„ fchrift ontfangen , \ welk gy my ge*
„ zonden hebt, en dat voor titel voert
53 Declaratie van zyn katholyke Majefteit
55 enz. van den 27. april zeventienbon-
5, dert negentien. En nademaal gy my
5, fchryft, dat men 'er verfcheide afdruk-
3, zeis van in myn leger verfpreid heeft,
5, fchryf ik u dezen brief, om U myne
53 gevoelens te ontdekken.
D 4 5> De
56 Het Leven tan
55 De oorlog , dien ik genoodzaakt
55 ben in Spanien te voeren 5 is niet te-
55 gen den koning 3 my zo na door de
55 banden des bloeds verbonden 5 en aan
55 wien ik tot hier toe blyken van de op-
55 rechtlte vrindfcbap heb gegeven 3 noch
55 tegen deSpaanfche natie, door Vrank-
55 ryk zo beftendig met haar bloed en
55 fchatten bygeftaan, om haar koning
55 te handhaven 3 maar alleen tegen een *
55 uitheemfche regering , die de natie
onderdrukt 3 een quaad gebruik maakt
55 van 't vertrouwen van den vorft, en
55 die niets anders bedoelt 3 dan de ver-
55 nieuwing van een algemenen oorlog.
55 Alles wat myne wapenen vorderen ?
55 is dat de koning van Spanjen 5 tegen
55 dank van zyn 1 taatsdienaar, zyn ftem
35 geve, om eenparig door geheel Euro-
55 pa voor wettig koning van Spanien
55 en de Indien erkent te worden 3 en
55 dat hy voor altoos op zyn troon be-
55 veftigt werde. Ik wyt aan niemand an-
5, ders , dan alleen aan den Spaanfchen
35 {taatsdienaar 5 vyand van de ruft van
55 Europa, de weigering des katholyken
55 konings van den vrede , de zamen-
5, zweringen, in Vrankryk gebrouwen,
5, en alle die gefchriften, even buitcn-
„ fporig in derzelver grondftellin-
,5 gen 5 als cerrovent voor myn gezag ,
Philïppüs van Orleans; ff
11 \ welk men in den perfoon van mya
„ oom 5 den hertog van Orleans 5 op
55 wien het zelve beruft 5 aantaft.
55 De gevoelens van onze franfche na-
55 tie over deze fchriften zyn genoeg
5, bekent door het fchielyke vonnis van
55 veroordeeling 5 dat het parlement daar-
5, tegen tütgefproken heeft , houdende
55 het enkele lezen van deze oproerige
55 gefchriften , zo vele manifeften? die
55 Spanjen my zelf verfchafc om myn
3, opvatting der wapenen te wettigen y
5, voor een misdaad van gequetfte ma-
35 jefteit,
55 De koning van Spanjen verwyt'er
55 my in 5 dat ik my met zyne vyanden
35 verenigt heb. Dit zyn vyanden ? die
55 hy heeft aangetaft, die hem den vre-
35 de met grote voordelen aanbieden 3
35 en die beter in zyne belangen zyn 5
55 dan zyn eigen ftaatsdienaar 5 welke 3
55 om zyn eige ftaatzucht te voldoen 5
35 hem in de yllykhcden van een oorlog
35 wil indompelen 5 daar hy de gevaren
33 maar al te veel van beproeft heeft.
33 Myn volk weet genoeg, dat de ver-
33 binteniffcn 5 die ik gemaakt heb5 geen
35 ander oogmerk hebben 9 dan deszelfs
35 veiligheid en geruftheid, en de aau-
55 flagen van Spanjen doen noch daag-
35 lyks beter zien 3 hoe noodzaaklyk de-
33 zelve waren. D $ ?; ÖH-
58 Het Leven van
3, Ondertuflchen vereert men defce
3, ondernemingen van den koning van
33 Spanjen met den naam van yver eu
33 genegenheid voor zyn vaderland, en
3, men wil ze voor een edelmoedig voor-
33 nemen doen pafleren 5 om de Franfche
33 natie van de verdrukking te redden ;
33 maar deze gevoelens van tederheid 3
33 die men den koning van Spanjen toe-
33 fchryft 3 komen op enkele woorden
33 uit, ondertuflchen dat men hoopt, dat
33 de uitwerkingen daarvan gevaarlyker
33 zullen zyn , dan openbare vyandlyk-
33 heden. Én waarlyk, wat kan 'er gro-
33 ter vyandlykheid uitkomen tegen eene
33 natie, dan dat men daarliet vuur der
33 burgeroorlogen wil aanftoken , de on-
33 derdanen tegen hun vorft opruien, daar
zoeken de ftenden, zonder dat ze za-
3, men geroepen zyn, en zonder gezag, te
33 doen vergaderen , eindelyk , indien het
33 mooglyk was, de getrouwheid der trou-
3, pen aan 7t wankelen te helpen, met
„ haar de beloning van haar overloping
33 aan te bieden, en zelf met de koning-
33 lyke dankbaarheid van den meeftcr,
33 dien zy zouden verraden, te vleien.
,3 Men doet den koning van Spanjen
33 noch meer ondernemen. Schoon hy
3, ten opzicht van de franfche kroon een
11 vremdeling is geworden , door zyn
33 plech-
Philippus van Orleans. 5$
„ plechtige renunciatie 5 doet men hem
33 in myn ryk zich een ingebeeld gezag
33 aanmatigen , dat alle de fondementen
33 van myn gezag zou omverwerpen.
33 Men doet hem het regentfchap van
33 den hertog van Orleans verwerpen ,
33 dat door de rechten van 't bloed zo
33 vaftgegrondveft, en zo eenparig door
,3 alle de ftenden by den dood van den
33 koning, myn overgrootvader, erkent
33 is, dat zelf de ambafTadeur van Span-
33 jen geen ogenblik beraad nam om het
„ te ondertekenen , zo klaar en onwe-
,3 derfpreeklyk waren de rechten van den
„ hertog van Orleans.
,, De katholyke koning betwiftte den
,, hertog van Orleans dit regentfchap
33 niet 3 wanneer deszelfs ftaatsdienaar
„ hem aanbood, van alle zyneregtenna
3, zyn welgevallen te zullen beveftigen ,
33 indien hy tegen den eed der tractaten,
33 zich by den koning van Spanjen WÜ-
33 de voegen 5 om den oorlog weer aan
33 te vangen. Zedert wanneer doet men
33 den koning van Spanjen weigeren dit
33 regentfchap te erkennen ? zedert dat
53 ik 3 op raad van den regent, vafte ver-
33 binteniffen en noodzaaklyke tracta-
3, ten 3 tegen de ftaatzuchtige inzichten
33 van een minifter geftelt heb5 die ner-
5, gensna haakt, als om Europa in vuur
„ en
6ö Het Leven va ft
^ en vlam teiien. Een regent 3 die een al
3, te grote beminnaar van den vrede is, en
33 een al te waakzaam oog op de veilig-
35 heid van myn ryk houd 5 verlieft alle
33 zyne rechten in 't oordeel van een vy-
33 and 3 wiens aanflagenhy dwarsboomt,
3, en men beklad hemonophoudelykmet
3, vuile lafteringen en fcheld woorden, tot
33 hier toe onder de vorften onbekent.
3, Het laatfte gefehrift, dat men onlangs
33 in naam van den koning van Spanjen
33 verfpreid heeft 5 ftrekt niet minder, dan
,3 om myne troupen te doen oproerig
3, worden, en om haare wapenen tegen
33 haar wettig vorft te keren. Kent deko-
„ ningvan Spanjen,dien zyn minifter den
3, tytel van regent van Vrankryk geeft,
33 en die onder dezen naam het bevel
3, over myne troupen wil voeren 3 dan
3, de getrouwheid der Franfchen zo wei-
3, nig. Het ongelyk , dat hy hun aan-
33 doet j zou 5 indien het moogelyk was,
33 hun yvef en moed verdubbelen. Zy
55 zullen menen dit affront niet te kun-
55 nen afwaffen 5 dan door groter po-
5, gingen aan te wenden, en door fnel-
35 Ier progreiïen te doen. En de tegen-
,5 woordigheid zelfvan den koning van
55 Spanjen 5 aan het hooft van zyn legers ,
„ die hem in alle andere gelegenheden
,5 tot roem zou ftrekken , zal hun als ecu
,5 haat*
• Philïppüs van Orleans. 6i
„ haatlyke aftroning van hun plicht toe-
3, fchynen, die hen meer zal aanzetten ,
33 om zich daar wel van te quyten.
33 Ik beveel hen dan niets anders, dan
33 het geen hun liefde en hun getrouw-
33 heid hun voorfchry ven. Laten zy dap-»
33 per voor den vrede ftryden, dat is dc
33 enige vrucht die ik van den oorlog
33 wacht. Ik fchaam my niet5 den koning
33 van Spanjen altyd om dezen zo nood-
3, zaaklyken vrede te verzoeken 3 hy kan
33 met een enkel woord den roem en het
33 geluk van zyne en myne onderdanen
33 verzekeren. Ik hoop, dat de Spaanfche
33 natie 3 en voor al die adel, zo beroemt
33 door zyn ongemene dapperheid , en
53 heldhaftige getrouwheid voor zyne ko-
33 ningen5dien met my zal verzoeken 3 en
,3 zig by deFranfchen voegen5om van zyn
33 koning te verwerven5dat hy zyne natie
33 en zich zeiven van een uitheemfch juk
33 verloffe, zo nadelig voor zyn roem en
33 zyne belangen: dus moet hy zyne gene-
33 genheid voor de Spanjaarden en Fran-
33 fchen tonen. Zyne vyanden zyn ge-
33 reed5 om hunne wraakzuchtige gedach-
33 ten aan de gemene ruft op te offeren ,
33 en om met hem den beftendigften vre-
33 de te bezweren, zo dra hy hun daar-
,3 voor tot borg flelle , niet het woord
33 van een ftaatsqienaar , die de publieke
;? trouw
62 Het Leven van
5, trouw en de plegtigfte traétaten voor
3, niets acht , en die genoeg heeft te ver-
5, ftaan gegeven , dat men nooit iets an-
3, ders van hem , dan een geveinsden vre-
33 de te verwachten heeft, maarzyn ko-
33 ninglyk woord, en de trouw van ee-
3, ne natie , die , al had zy geen koning
33 van myn bloed, altyd een zonderlin-
3, ge achting van my zou genieten
Deze oorlog wierd door een enkelen
veldtogt geëindigt. De onderhandelin-
gen wierden weer hervat : de koning van
Spanjen , door de rampen gedwongen,
die alle de aanflagen van zyn ftaats die-
naar verydelt hadden , ondergong de
wet , die men voorgenomen had hem
voortefchry ven , en die men hem voor-
af voorfpelt had ; om zyn eer ten delen
te redden , geliet hy zich , het uit ach-
ting en complaifantie voor de Staten-ge-
neraal der verenigde Nederlanden te
doen. En inderdaad hy moeft hun dank-
wyten voor alle de omzichtigheden , die
zy ontrent hem gebruikt hadden : hoe
zeer men hen ook van wegens de drie
contraherende mogentheden had aan-
geport , hadden zy onder verfcheide
voorwentzels vermyd, om zich in een
oorlog tegen hem in te laten ; ja fcelf voor
middelaars gefpeelt , voor dezen vorft
en voor zich nieuwe uititellen verzoe-
kende.
Philippus van Orleans. 63
kende. Zyn katholyke majefteit betuig-
de hun dank daarover in de beleeftfte
bewoordingen.
Dewyl gy my vermaant 5 zeide deze
monarch tegen hen 5 om m dezen tyd de
voorwaarden van vrede aan te nemen y
die in dit trattaat van alliantie bejloten
zyn 5 moet ik u van de achting en de er-
kentenis verzekeren 3 waarmee ik deze
nieuwe blyk van uwe vrindfehap en goede
mening ontfang. En uwe overtuigingen
en herbaalde aanzoekingen wenfehende in
te willigen 5 heb ik bejloten 5 om het wezent-
lyke van het genoemde traiïaat aan te ne-
men 5 met enige voorwaarden en aanhang-
zelen , waarvan myn ambaffadeur de
marquis Beretti-Landi order heeft u re-
kenjchap te geven , op dat gy ze aan de
bondgemten , die in dit tratlaat belang
hebben , moogt mede deelen. Ik heb reden
om van uwe vriendfehap te hopen 5 dat gy
myne voor/tellingen gun/lig zult aanhoren^
en Vr de oplettentheid en overwegingen
aan vergunnen 5 die zy verdienen 3 en dat
gy voort zult gaan^ om uwe goede bemidde-
lingen aan te wenden 5 dat zy aangeno-
men en ingewilligt worden.
Ter gelegenheid van het fyn overleg
van hun hoogmogenden 5 om het teke-
nen van het traktaat, tuflehen den Kei-
zer 3 Vrankryk 3 eji Engeland tegen
Span*
64 Het Leven van
Spanjen gemaakt , te ontgaan 5 liet de
marquis Beretti-Landi een medalje liaan ,
die heel fchrander uitgedacht was. Van
de eene kant vertoonde zich een wagen ,
daar de wapenkoningen van Ooftenryk 5
Orleans , en Engeland op zaten 5 alle drie
de hand aan de maagd van Holland toe-
reikende , die op eeri leeuw zat , en in
de eene hand het zinnebeeld van haar
vryheid hield, en in de andere het vier-
de rad , 't welk zy ftantvaftig bleef wei-
geren , by de drie andere aan den wa-
gen te voegen : met dit omfchjift : fijlit
aclhuc 3 quarta deficiënte rota : dat is,
hy ftaat noch ftil , om dat 'er het vierde
rad aan manqueert. Op het ruggeltuk
ftonden deze woorden : Fcedus quadru-
plex imperfectum i Republica Batava for-
titer prudenterque cunftante , dat is , de
onvolmaakte quadruple alliantie , door
het ftantvaftig en voorzichtig dralen van
de republiek van Holland.
Egter ftond de wagen niet heel ftil:
de keizer maakte zich meeftervan geheel
Sicilien ; de Engelfchen ontruftten de
kuften van Spanjen zeer ; en de hertog
van Orleans ging met zulk een ernft te
werk , dat de colonel Stanhope 5 in het
franffche leger ooggetuige van deszeln;
operatien , daar zeer over te vrede was.
Dit alles ongeacht # hield de oorlog op
Philippüs van Orleans. 6;
door de acceflie van Philippüs den vy£
den. De vrede was gemaklyk tuflchen
Spanjen , Vrankryk , en Engeland te
maken , maar met den keizer had het wat
meer moeite in , dewyl deze vorft abfo-
luit den titel van keizerlyke en katholy-
ke majefteit wilde behouden, en voort-
gaan met ridders van het gulde vlies te
maken. Philippüs de vyfde kon niet be-
lluiten om hem deze twee artykels toe
té ftaan: egter quamen zy, na enige ja-
ren conferentien en onderhandelingen
gehouden te hebben, overeen.
Ter zeiver tyd behaalde de univerfiteit Men ruit
ook een zeer beroemde zege , waarover verlitrit
zy des te groter blydfchap gevoelde, om inftaat
dat die noodzaaklyk tot nadeel der jezui- °™tvt°or'
ten moeit ftrekken. De menigte van onder-
fcholieren , die het collegie van de laatft- wyzcn*
genoemde paters bezochten, om daar de
taal- en hiftoriekunde te leren , had al
lang den reétor en zyn fuppooften veel
hartzeer verwekt , en om de waarheid
te zeggen, het onderfcheid was verfchrik-
lyk groot , en kon niet anders dan veel
fpyt baren. Zes of zeven profeflbren,
meeft alle te jong om priefters te zyn ,
leiden alleen meer werk af, dan de pro-
feflbren der univerfiteit , aJle meefters
der vrye konften , meeft alle gebaarde
mannen , en die in dezelve foort van
IL DeeL E letter-
66
Het Leyen van
letterkunde waren grys geworden , dat
is te zeggen , de een om de grammati-
ca, de ander om de fyntaxis of de poe-
zy te onderwyzen: bygevolg moeft'er
geen geheim in deze gewichtige weten-
fchappen zyn , dat zy niet doorgrond
hadden : in plaats dat een jong jezuïet
die alle , in den korten tyd van vyf ja-
ren, onderwees.
De univerliteit en deszelfs raad wa-
ren verfcheide malen vergadert geweeit,
om dit misbruik te verhelpen , en om de
bron van de onbillyke voorkeur te ont-
dekken , die het gemeen aan de jezuiten
gaf , boven een zo oud en zo aanzien-
lyk genoodfchap,als de univerfiteit was,
de oudfte dogter van de koningen van
Vrankryk. Na vele debatten en over-
wegingen , daar men een menigte van
fraaie zaken in voorbragt , en uitmun-
tende middelen voorftelcle , wierd 'er met
meerderheid van ltemmen befloten, niet
tegenftaande alle tegenkanting , dat de
loop ,dien de jezuiten hadden, noch van
hun talenten, nochbequaamheid, noch
leerwyze vandaan quam, noch zelfvan
hun behendige lift, maaralleen, omdat
zy voorniet onderwezen. Ter zeiver tyd
wierd 'er een arreft uitgegeven , waarby
geordonneert wierd , dat de univerfiteit
m tyd en wyle zorg zou dragen om zich
Philippus van Orleans. 67
in ftaat te ftellen om ook voorniet te on-
derwyzen.
Zo lang Lodewyk de veertiende leef-
de , was het niet mooglyk iets aan te
vangen, dat direct of indirect tegen het
belang der jezuiten ftreed , maar zo dra
was hy niet dood , of men was bedacht
om het arreft ter uitvoering te ftellen,
waartoe het tydgewricht gunftig was, en
met behulp van verfcheide follicitatien ,
die men wift in -t werk te ftellen , be-
reikte men zyn oogmerk. De naam van
den reótor , onder wien deze grote ge-
beurnis voorviel , moet niet uit de ge-
heugenis gewifcht worden, enwasCof-
fin. De welfprekende redenvoering , die
hy in tegenwoordigheid van zyn koning-
lyke hoogheid hield , de geeftige wyze,
waarop hy deze gunft , van voorniet te
onderwyzen, verzocht, en de bondige
redenen waarmee hy zyn verzoek on-
derfteunde , konden niet milfen om het
te doen Hagen.
3, Wy vertonen ons voor uwe koning-
lyke hoogheid, zeidehy, niet alleen
„ met de gevoelens van eerbied, diewy
„ aan uwe doorluchtige perfoon ver-
„ fchuldigt zyn , maar met al het ver-
„ trouwen , dat een prins , uit der aart
3, genegen , en zelf perfoneel belang
„ hebbende om kunften en wetenfehap-
E 2 „ pen
(58 Het Leven van
55 pen te begunftigen , wier roem on-
55 affcheidelyk van de zyneis, moetin-
5, boezemen \Vy kunnen zelf
55 zeggen 5 myn heer 3 dat uw door-
55 dnngent oordeel byna onze wenfchen
55 en verzoeken voorquam : gy fmeedde
55 ter dier tyd reeds het ontwerp om
55 voorniet in de univerfiteit te doen on-
55 derwyzen 3 en gy begreept door uw
55 fchrander vernuft al het gewicht van
5, een inftelling 5 die nut voor het ge-
5, meen 3 en roemryk voor de geleert-
55 heid en uwe doorluchtige regering
55 zou zyn cc.
De welfprekende redenaar voegde
daarby 5 dat hy overtuigt was 5 dat zyn
koninglyke hoogheid dit groot ontwerp
niet uit het" gezicht verloren had; dathy
niet geloofde dat de flechte tyd hun de
hoop moeit doen verliezen , om een gunft
te verwerven, die zy gemaklyk van zyn
rechtvaardigheid zouden verkrygen3 in-
dien zy niet liever gewild hadden die
aan zyn goedheid verfchuldigt zyn.
55 ^tls meer dan negen hondert jaren
55 geleden , zeide hy verders 5 dat de
35 univerfiteit gedicht is, en zy is altyd
3, oplettender geweeft om de kerk en
5, den ftaat te dienen 5 dan om gnnften
„ en beloiiingen v©or zich te bedin*
gen Zy zou wenfchen 5 en ik
55 durf
Philippus yan Okleans. 69
3, durf zeggen , dat het voor den ftaat
3, zelf wenichlyk was , dat het getal ha-
3, rer leerlingen groter was 5 en da: haar
33 onmacht om collegien om godswil te
3, geven, aan verfcheide vaders niet tot
33 een dekmantel 5 ja zelf tot een ware
33 reden ftrekte 3 om hunne kinderen tot
33 veel jonger bronnen, en die zekerlyk
33 nooit zo zuiver zullen zyn 3 te lei-
3, den
Eindelyk beiloot hy zyn redevoering
met deze beweeglyke termen. 5, De
33 koningen uwe voorouders hebben ons
33 uit achting menigvuldige eerbewyzin-
33 gen betoont; aan hunne mildadigheid
3, zyn wy deze (jieraden en dit purper
33 verfchuldigt 5 waarin wy voor u ver-
35 fchynen : maar het was voor u be-
55 fpaart, daar een nieuwen en beftendi-
55 ger luifter by te voegen 5 en eniger-
33 maten de twede ftichter van de uni-
33 verfiteit te worden. Maakt 5 myn
55 heer ? dat onze wetenfchappen mee
35 recht de vrye -kunften mogen genaamt
3, worden ; bevryd de oudfte dogter on-
3, zer koningen van alle afhankelykheid,
55 die haar tot fchande ftrekt 3 en maakt
35 ftaat op de volkome onderdanigheid
33 en altyddurende erkentenis van een
35 genoodfehap 3 dat noch minder pro-
yy feüie maakt van ftudien en weten-
E 3 35 fchap-
?o Het Leven van
3, fchappen , dan van dankbaarheid cc.
Deze redevoering wierd den eerften
februari 1719 uitgefproken , en het ar-
reft, 7t welk zes en zeftig duizent livres op
de pofteryen en bodenfchappen toewees,
om die onder de profeflbren van de uni-
verfiteit te verdelen , wierd den zesden
door den regent getekent. De zegel-
bewaarder zegelde de patenten op de be-
valligfte en verplichtentfte wyze5 en zond
die voorniet aan den redor toe. Men
wilde zich van een voorzichtige voorzorg
bedienen , om verzekert te zyn van het
fiicces van de gunft, die men hier quam
te bewyzen , maar by ongeluk ftelde zich
zyn koninglyke hoogheid daartegen 3
naamlyk 5 men zocht een wet in te voe-
ren , dat alle de gene , die de eerfte be-
ginselen hunner ftudien by de jezui-
ten gelegt hadden 3 onbequaam zouden
gehouden worden ? om eenige trappen
van promotie in de univerfiteit aan te
nemen.
Deze nieuwe fchikking was alleen na
de fmaak van de profeflbren 3 die geen
loop hadden ; die gene 5 die leerlingen
genoeg hadden 3 voornaamlyk de profef-
foren in de filozofie • waren 1er ganfch
niet over voldaan. Zy had Itraks de ge-
u'enfchte uitwerking : de arme fcholie-
res 3 vooral die gene 3 die naar den geeft-
lyken
Philippus van Orleans. 71
lyken ftaat haakten , bevolkten de colle-
gies van de univerfiteit. Maar het leed
niet lang, of de gene , die niets gaven ,
wierden alzozeer met den nek aange-
zien , als de quade of karige betaalders
voorheen, toen het onderwyzen voor-
niet noch niet ingevoert was : men merk-
te dit , of ten minften men meende het'
te merken , en men keerde van langza-
merhand vanwaar men gekomen was;
en zedert dat het geen recommandatie
geeft , om wel tot een aartsbisdom ont-
fangen te worden, op de univerfiteit ge-
ftudeert te hebben, is het daar byna zo
doods als voorheen. Zo waar is het,
dat het zeer zwaar valt vooroordelen uit
te roeien , die men een langen reeks van
jaren heeft laten inwortelen.
Een zaak van een heel andere natuur , z .k™
en zo men wil niet zo gewichtig in zich van de-
zelve , maar die zyn koninglyke hoog- ^gnc'
heid meer raakte, trok ook de oplettent-
heid van dezen vorft naar zich. De
cardinaal Alberoni , gelyk ik reeds ge-
zegt heb , had eenige heimelyke aanfla-
gen in Bretagne gefmeed : ondertufTchen
dat byna alle de troupen naar de kant van
Navarre waren getrokken , of op de kui-
ten van Vlaanderen en liet Boulonnee-
fche , gereed om tot hulp van Engeland
over te jteken , zou een deel van de gc-
E 4 noemde
72 Het Leven tan
noemde provintie in opftand komen 5 cn
in haar ondernemingen door de mis-
noegden van Poitou onderfteunt wor-
den. De hertog van Orleans, diealtyd
een wakent oog hield , en wel gedient
was 5 kreeg 'er eenige vermoedens van ,
die haaft van bewyzen gevolgt wierden.
Zo dra hy hiervan voorzien was, recht-
te hy te Nantes een ftrenge crimineele
vierlchaar op , eer om fchrik in de gemoe-
deren te jagen 5 dan om woede te oeffe-
nen , wraarvan de heer de Caftanieres,
marquis van Chateauneuf , eertyds am-
baffadeur in Turkyen en in Holland, een
man , wiens eerlykheid zyn doordrin-
gent oordeel evennaarde , tot prefident
aangeftelt wierd : de Vatan kreeg de
fundie van procureur generaal , een heer,
ten hoogften 27 of 28 jaren oud ; moog-
lyk dat de Abt van S. Albin , met wien
hy in 't collegie van la Flêche opgevoed
was , hem toegang tot het koninglyk
paleis had gegeven ; en daar wierden vyf
tien of twintig duizent man naar Bre-
tagne gezonden , om de vonniffen van
deze vierfchaar te onderfteunen.
De zittingen wierden door een zin-
ryke redevoering van den procureur-
generaal geopent. Te vergeefs, zeide
hy 5 trachtte de doorluchtige en ver/tan-
ige vertrouweling van de koninglyke
macht
Philippus van Orleans. 73
macht zyn regentfchap door zachtmoe-
digheid en goedheid te doen uitblin-
ken , de eerfte zaden van onluften door
oogluiking en medelyden te verflikken,
door een overvloedige uitftorting van
gunften de weerfpannige onderdanen op
zyn zyde te winnen , men vond in de-
ze provintie onruftige geeften , hakers
naar nieuwigheden 5 en die weinig gezet
waren om met de overige leden van de-
zen groten ftaat deel te hebben aan het
vreedzame geluk , dat de verlichte z r-
gen en onvermoeide arbeid van den prins
regent ons hoe langs hoe meer verfchaf-
fen: een bekent voorbeeld van alle tyden
en van alle natiën 5 en 't geen wy met
eeninnerlyk hartzeer alle dagen zien ver-
nieuwen , dat weldaden geen vat hebben
dan op edelmoedige harten 5 en op waar-
lyk deugdzame zielen 3 en dat zy in te-
gendeel by de reukeloosheid van qualyk-
gezinde menfchen de hatelyke karakters
van ondankbaarheid en gruweldaden voe-
gen de laltbrieven , die ik aanhaal ,
zullen een altyddurend gedenkteken ver-
ftrekkenvan de wysheidengematigtheid
van den heer regent , die altyd langzaam
in 't ftraffen ? zelf wanneer alles om
wraak fchynt te fchreeuwen 5 niet houd
van die luidruchtige kaitydingen , werk-
tuigen van een volftrekt gezag 3 en waar-
E J van
74 Het Leyen van
van de gevolgen niet anders dan droevig
kunnen zyn voor de onfchuld zelve: hy
wil dat de overtuiging van de misdaad
voor de ftraf gaa , die hy 'er van nemen
moet: enige misdadigers aan de ftreng-
heid van een noodlot overlatende, dat
zy maar al te wel verdient hebben, zoekt
hy de wortel af te fnyden aan de ram-
pen , wier befmetting een heel volk zou
kunnen bederven ; met een woord ,
zoo 7er voorbeelden nodig zyn , eifcht
hy 'er geene dan billyke en voordelige.
Deze beftudeerde redevoering , waar-
dig om uit den mond van een lid van
de academie voort te komen , wierd
van een onderzoek gevolgt , dat de
hele provincie in rep en roer ftel-
de. Daar wierden verfcheide perfo-
nen gearrefteert , en de gevangen-hui-
zen van Nantes raakten vol , en deze
troublen eindigden met de dood van vyf
edellieden, die onthooft wierden. De
marquis van Pontcalec ftierf als een
vrouw , doende niet als huilen en ker-
men, en vruchteloos op pardon hopen-
de , om dat hy den helen bondel ont-
dekt had , maar de enige gunft die hem
verleent wierd, was, dat hy het eerft
geëxecuteert wierd. Een van de fchul-
cjigften, Chemendi genaamt , drofl: van
Faouüt, wierd door voorbede der jezui-
ten.
Philippus van Orleans. ?f
ten, onder wiehy een broeder had, van
de galg gered. Alle de anderen mede-
plichtigen wierd een amneftie vergunt;
de goederen der geëxecuteerden wier-
den aan hun vrouwen en kinderen weer-
omgegeven , en men kan zeggen , dat
deze oeffening van geftrengheid met
veel billikheid en bezadigtheid verzelt
gong. De commiffie wierd van Nan-
tes na 't arfenal van Parys overgebragt,
daar zy noch enigen tyd in wezen bleef :
en de commiffariflen hadden reden om
over de beloningen, die men hun gaf,
te vrede te zyn : de heer Chateauneuf
kreeg een gefchenk van hondert duizent
ryksdaalders , en alle de anderen vererin-
gen naar proportie.
Maar laat ons weer tot de bank kee-
ren; zy was nooit naar den fmaak van
den zegelbewaarder d'Argenfon ge-
weeft ; 't zy uit y ver voor het gemene
welzyn , 't zy uit nyd of jaloezy tegen
Law, wiens gunft de zyne verminder-
de , hy had zich altyd tegen deszelfs
ontwerpen aangekant ; maar een ding is
zeker, dat deze magiftraatsperfoon , niet
tegenitaande de doorluchtige voorbeel-
den, door de prinflen van den bloede
hieromtrent gegeven , geen winft met
de actiën wilde doen , en dat hy zyn
twee zoons, op ftraf van zyn ongena-
76 Het Leven van
de, verbood, zich in dezen handel tc
mengen. Maar alle zyne tegenkantin-
gen waren vruchteloos: Laws fortuin
groeide aan , naar mate van het fucces
zyner bank , en zyner gewaande handel-
compagnien : en de zegelbewaarder had
in 't begin van 1720 het hartzeer, van
dezen vremdeling met het ampt van con-
trolleur-generaal der finantien bekleed
te zien , dat hy zelf zedert omtrent twee
jaren oeffende. Om aan hem dit verlies
te vergoeden, rechtte men een nieuwe
bediening ten zynen behoeve op, on-
der den glimpryken titel , van generaal
opziender over de politike regering van
't ryk : zyn oudfte zoon , noch geen
vierentwintig jaren oud , wierd raads*
heer van ftaat, en intendant van Valen-
ciennes; de jongfte, die twee jaren van
den anderen verlcheelde , kreeg het ge-
wichtige ampt van politiek-ftedehouder.
De verheffing van Law , en de nieu-
we voorrechten, die hy voor zyn bank
verkreeg, ftelden hem meer dan ooit in
ftaat, om alles aan te taften. Men ver*
meerderde de aótien door twee plaka-
ten, die binnen de vierentwintig uren
op elkander volgden , en men maakte
'er voor hondert millioenen. De bank,
of de compagnie der Indien, om zich
van alles meefter te maken, nam op zich
alle
Philippus van Orleans. 77
alle de fchulden te betalen ; fcy leende
den koning vyftien hondert millioenen ;
nam de fchulden der geeftlykheid op
zich, aan wie het, tegen allewelvoeg-
lykheid aan, vryflond, de betalingen,
die men haar gedaan had, in aótien te
verkeeren. De ongelooflyke fortuinen ,
die 'er noch gedurig gemaakt wiedden ,
deden de publieke razerny zo hoog in
top ftygen, dat de nakomelingen moei-
te zullen hebben om het te geloven.
Men hielt die door de geruchten van
talryke vloten gaande , en van proefne-
mingen, van de mynen van Miffiflipi
gedaan , die men uitftrooide dat veel
meer uitleverden dan alle die van Peru ,
van Mexico, en van Potofijde rykdom-
men zelf van Law , die niet ophield
overal goederen aan te kopen , wier-
den een bewys van de deugdelykheid
van zyn ontwerp , en een beweegreden
van vertrouwentheid: eveneens was het
gelegen met de ryke mildadigheden van
zyn koninglyke hoogheid , die een mil-
lioen aan het Hotel-Dien, een millioen
aan het generale gafthuis , en een gelyke
zomme aan het huis der vondelingen
gaf: vyftienmaal hondert duizent livres
befteedde hy om de fchulden van ver-
fcheide gevangenen te betalen; de mar-
quis de Nocé, de graaf van la Mothe,
Het Leven VAtf
de graaf van Roie, kregen ieder een ge-
fchenk van hondertduizent livres in ac-
tiën , die van hondert en zes en twin-
tig, waarop zy toen waren, in minder
dan twee maanden tot twee duizent
<ftegen.
Het aankopen van Law doet my ge-
denken aan een redelyk fingulier geval,
dat hem gebeurde. De heer de No-
vion , prefident a mortier , was met
fchulden beladen , gelyk dit de grote
heren byna eigen is; om zich van de
gelegenheid van die te betalen te be-
dienen, verkoft hy aan Law een zyner
landgoederen , en bedong , in fpy t van
de plakaten , dat de betaling in goud
fcou gefchieden. De fom bedroeg acht
of negenmaal hondert duizent livres ,
maar de oudfte zoon van dezen prefi-
dent bediende zich van 7t recht van
naafting , en betaalde den koper weer in
briefjes.
Menig- Vooral was het in deze rampzalige
vuidfge tyden , waarvan ik fpreek , dat volgens
ten be-" het zeggen, van den opfteller des levens
hoeve van Pomponius*fe ivoorden door een ganjcb
ontw«p. nieuwe toverkunfl zich bye/kander ver-
zamelden , en verjeheide plakaten uit-
maakten , die niemand verflond, en dat
de lucht met zinneloze denkbeelden en herj-
Jenfchimmen vervult uïerd.
Om
PhILIPPUS TAN OüLEANS. 79
Om den zin van deze verbloemde uit-
drukkingen te- bewaarheden, zal het ge-
noeg zyn den korten inhoud van enige
dezer ediften aan te halen. Den 18
februari 1720 quam 'er een ediól uit ,
aan alle zilverfmeden verbiedende het
maken of verkopen van enige arbeid
van goud , dat meer dan een on^e woog ,
uitgenomen de krtüfTen der biflchoppen ,
abten, abdi!Ten, en ridders van des ko-
nings ordres; als ook het fabriceren of
verkopen van arbeid daar zilver aan te
pas quam , uitgenomen kerk<jieraden ,
gelyk ook van zilver tafel-fervies , zon-
der uitdruklyke fchriftelyke order daar
toe te hebben , op voorwaarde daaren-
boven, dat deze verfcheide ftukken van
tafelfervies het gewicht niet zouden te
boven gaan, 't geen men raadzaam oor-
delen zou daaraan voor te fchry ven , al-
les op poene van confifcatie van ?t ge-
maakte goed , en op een boete van drie-
duizent livres.
Den zf daaraan volgenden gaf een
ander ediól koers aan alle de goude en
zilvere munt foorten , en vernietigde de
vyf per cent, die de bank inhielt, wan-
neer zy briefjes voor geld leverde. De
louizen van 't jaar 1718 wierden op 36
livres geftelt, die van 1709 en 171J op
dertig livres, de andere > zoo wel als de
Spaan-
8o Het Leven van"
Spaanfche piftolen, op 24 livres 12 fliri-
vers; de ryksdaalders van de laatite munt
waren zes livres waard, andere zeven,
andere zes livres, dertien ituivers , vier
penningen ; het mark goud wierd op
negenhondert livres, en het mark zilver
op zelüg bepaal:.
Den vyfden maart verklaarde de ko-
ning , dat om een vafte evenredigheid
teitellen tuilchen de actiën van de Indi-
fche compagnie, en de bankbriefjes, en
de circulatie van het gemunt geld te ver-
meerderen , hy lalt gaf, dat de treforier
van de bank op den vervaltyd de fom-
men , die men daaraan fchuldig was ,
zou invorderen; dat de actiën van de
Indifche compagnie negen duizent livres
zouden waardig zyn; dat de intekeningen
en premien in actiën zouden verkeert
worden; dat men de bankbriefjes in ac-
tiën zou veranderen , en de a&ien in
bankbriefjes; dat tot nader order de loui-
zen , in \ jaar 1718 geflagen , 48 livres
zouden gelden , die van november 1716,
60 , die van mei 1700 en van december
171 J, 40 livres; daar waren ryksdaal-
ders van acht livres, andere van tien,
andere van acht livres , dertien Ituivers,
en enige penningen ; dat het mark goud
op twaalf hondert livres, en het mark
zilver op tachtig zou bepaalt zyn: dat
Philippus van Orleans. 8r
koning de betalingen, die hy deed om
zyn lchulden af te loflen , zou conti-
nueren , met ordonnantiën op den kaf-
fier van de compagnie te verlenen , die
ze in bankbriefjes zou betalen ; dat deze
compagnie op haar fonds een capitaal
van yoo millioenen zou opnemen, en
daarvoor tien millioenen aan renten of
intereften betalen; dat deze renten on-
roerbaar zouden zyn , arreften en oppo-
fitien onderhevig, of wel roerbaar, ter
keure en na het welbehagen van de ren-
teniers.
Den elfden van de zelve maand ver-
minderde eene andere declaratie , (om ,
gelyk de inleiding zeide , den prys der
eetwaren te verminderen , het gemeen
crediet te onderfteunen , de handeling
van ^t geld te bevorderen , den koop-
handel te doen toenemen , en de manu-
facturen te begunftigen) den prys van
't geld 5 fchafte het gebruik van 't goud
af, en ordonneerde den invoer van nieu-
we geldfpecien ,die gemaklyker voor den
koophandel zouden zyn. In gevolge
van dien verbood zy volftrekt enige
goude munt te bewaren, en van de zil-
vere anders dan de zesde en twaalfde
delen van de ryksdaalders 3 en daaren-
boven de zilvere livres. Verbiedende ,
dit zvn de woorden van de declara-
JL Deel F tie,
Het Leven tan
tie , aan de bedienden van onze munt ?
cn andere daar van afhangende , te dul-
den , dat "er ooit in bet toekomende in on-
ze munten , of andere plaatzen van ons
ryk , enige goude fpecien gcjlagen wor-
den, van wat gehalt die ook mogen zyn,
op poene van hunne ampten te verliezen ;
verbiedende van V gekken , en op de zel-
ve flraj\ te dulden , dat "er ryksdaalders
fff andere zilvere geld/pecien ge/lagen
worden , zwaarder dan van dertig op
het mark.
Den zeftienden derzelver maand kon-
digde men een arreft af, tot het mun-
ten van nieuwe zilvere ryksdaalders, die
in \ begin koers zouden hebben in den
koophandel voor 60 Stuivers, en nader-
hand vyf ftuivers per maand verminde-
ren , tot datze op twintig ftuivers ge-
bragt waren.
Een ander arreft ordonneerde, dat'er
voor vierhondert achtendertig millioe-
nen bank-briefjes zouden gemaakt wor-
den, vanduizent, hondert, en tien li-
vres , dat 'er in de bank geen briefjes
meer zouden gelevert worden, voor de .
nieuwe geldfoorten, die gangbaar wa-
r^n , maar alleen voor de oude afge-
zette.
Dezcgd. Hoe grote veranderingen 'er t'elkens
be^vrar- jn p]aka^n mogten gemaakt wor-
- den,
Philippus van Orleans. 83
den , hadden zy evenwel een en het der-
zelve oogmerk. De zegelbewaarder ,
om de zoo even van my aangehaalde ontwerp
redenen , meende alles te moeten wa- £^'7
gen 5 om den voortgang van een vrem- en be- '
deling te fluiten, die maar enige paffen ™^zyn
meêr te doen had, om de natie in een merk.
verwarring te ftorten , daar niets haar
weer uit konde redden. Zyn crediet
was al te zwak, om alleen in dit grote
voornemen te flagen, daarom voegde
hy zich by den heer le Blanc , fecretaris
van ftaat omtrent de oorlogszaken, en
by den abt du Bois, onlangs aartsbifc
fchop van Camerik geworden. Deze drie,
zonder te laten merken dat zy het onder
elkander eens waren, leiden toe om in
het gemoed van den hertog regent arg-
waan te verwekken tegen den control-
leur generaal, waartoe zyn gedrag hun
ftof genoeg verfchafte. Men vertoonde
zyne buitenfporige rykdommen , en
maakte een lyfl van alle de landeryen,
die hy gekoft had , tot in den uiterften
hoek van Auvergne toe; men hielt aan
op de profyten, die hy de vremdelin-
gen had doen genieten , op de aólien ,
die hy op de bank van Engeland gekoft
had , daar men zeide dat hy voor achttien
maal hondert duizent pond fterlings in
had; men deed aanmerken, dat het ten
F 2 hoog-
84 Het Leven van
hoogften waarfchynlyk was , dat hy
grote fommen aan goud en zilver naar
Engeland en elders overgemaakt had,
dat het ten minften, nademaal hy meet
ter van de pachten, het geld en de bank-
kantoren was , in zyn macht was het te
doen ; dat een man van zyn caraóter ,
zonder naam , en zonder familie 5 de par-
ty kon kiezen van zich uit Vrankryk
weg te pakken; dat het groot getal land-
goederen, die hy aangekoft had, een
zeer onzeker pand was, en miffchien
een ftrik , dien hy aan het billyk mistrou-
wen gefpannen had , en dat hy ryk ge-
noeg was om eenige millioenen, tot
verzekering van een groter getal , op te
ofte ren.
Deze redenen maakten indruk op den
hertog van Orleans , en haalden hem
zo ver over, dat hy op een tyd tegen
den zegel-bewaarder, die hartiger dan
de twee anderen fprak, zeide, dat hy
Law kon in arreft nemen : de heer
d'Argenfon, die de buitenfporige drift
van dezen vorft voor het ontwerp van
Law kende, vreefde dat hy naderhand
van zyn zeggen berouw mogt hebben,
derhalven verzocht hy om fchriftelyke
order daartoe, 't geen hem plat afge-
ilagen wierd. De^d de zegelbewaarder
wel of qualyk, dat hy zich niet van 't
ge-
Philippus van Orleans. 8y
gegeven verlof bediende? wie zal 't zeg-
gen , de uitkomft kon het alleen leren ;
maar 't is zeker, dat een formeele, of
zelf ftilzwygende ontkenning, hem vol-
komen geruineert zou hebben.
Dit middel gemift zynde, was men
op een ander bedagt, naamlyk om het
gemeen de ogen te openen omtrent de
brosheid der effecten ,. die men hun, in
plaats van 't goud en zilver, dat men hun
ontnam, inde hand ftopte. Niets was
op het oog moeilyker, dewyl de drift
daarvoor ongemeen groot was ; daar-
en boven ftak 'er een wezenlyk gevaar
in , dat het vertrouwen op het papier ,
't geen men verliezen zou, het berouw
van zyn geld verloren te hebben in ra-
zemy en wanhoop mogt verkeeren. Men
bereikte evenwel zyn oogmerk, en 't
verwonderlykfte daarin was , dat de ze-
gelbewaarder, altyd in heimlyk verftand
met den fecretaris van oorlog, en met den
aartsbiffchop van Camerik, met Law zelf
het plakaat beraamde, dat den doodfteek
aan zyn fortuin en zyn ontwerp moeft
geven. Dit beroemde plakaat , waar
aan alle de gene, die noch niet volko-
men in den grond waren, het overfchot
van hun fortuin verfchuldigt waren ,
wierd den eenentwintigften mei afge-
kondigt. De inleiding daar van zal
F 3 beter,
86 Het Le yenvan
beter , dan al wat ik zou kunnen zeg-
gen 3 doen begrypen , met wat behen-
digheid deze zaak beftuurt wierd :
35 De koning in zyn raad den ftaat
3, hebbende doen onderzoeken, waar in
33 het rykvoordeoprechtingvandebank
33 was 3 om dien met den tegenwoor-
3, digen ftaat te vergelyken, had bevon-
33 den 3 dat de hoge prys van 't geld
33 meer nadeel aan het jyk toegebragt
33 had, dan alle de koften, die de over-
33 lede koning gedurende de verfcheide
3 3 oorlogen had moeten doen, dewyl de
33 gierigheid der woekeraars zo hoog in
5, top geftegen was , dat zy meer inte-
33 reften voor een maand eifchten , dan de
33 wetten voor een heel jaar toeftonden 3
33 7t welk betryk zelf zodanig verzwakt
,3 had 3 dat de inkomften van zyn majef-
33 teit niet betaalt wierden, dan met zich
3, altyd noch dieper in fchulden te fteken ;
3, de prys der eetwaaren naauwlyks de
3, onkoiten van de bebouwing van 't;
„ land en de belaftingen kunnende goed
„ maken , trokken 'er de eigenaars niets
„ van: deze algemene elende had een deel
„ van den adel genoodzaakt , om zyn
„ hnderyen voor een fchandelyken prys
„ te verkopen , om zich in den dienlt
„ van zyn majefteit te kunnen handha-
33 ven 3 en de goederen van het ander
,3 deel
Philippus van Orleans. 87
„ deel van den adel wierd aangeflagen; de
„ genade van den koning was hun enige
,3 toevlucht, enzyn majefteit was buiten
33 ftaatgefteltomdiete bewyzea, en zelf
33 om de foldyen der officieren 5 en de
33 wedden, die tot beloning der dienden
33 vergunt waren, te betalen. De fabrie-
33 ken, de fcheepvaart, en de negotien
33 ftonden by na ftil 3 de koopman was ge-
„ noodzaakt bankroet te fpeelen3 en de
35 handwerksman gedwongen zyn vader-
33 land te verlaten 3 om werk by de vrem-
33 delingen te zoeken. Dit was de ftaat5
33 waar inde koning, de adel, dekoopltu-
3, den, en het gemeen gebragt waren, on-
„ dertuffchen dat de woekeraar alleen vol
„ op van alles had; en hetrykzou in een
33 algemeene verwarring hebben kunnen
3, vervallen 5 indien zyn majefteit geen
33 fchielyk hulpmiddel voor alle deze ram-
33 pen verfchaft had. Door de oprech-
3, ting van de bank en de Indifche com-
,3 pagnie heeft de koning zyn zaken in
33 order herltelt , de adel heeft in de ver-
„ hoging van de waardy zyner landen
„ middel gevonden om zyn fchulden af
„ te doen ; de koophandel en fcheep-
„ vaart zyn herltelt, de landen bebouwt,
3, en de handwerks-man heeft arbeid.
„ Maar niet tegenftaande de taftelyke
voordelen , door deze oprechtingen
F 4 B ver-
S8
Het Leven van
55 verfchaft, heeft men luiden gevonden
5, die qualyk-gezind genoeg waren, om
55 aanflagente fmeden5 om die onder den
55 voet te werpen 5 en die zyn majefteit
55 verplichtten 5 om het arreft van zyn
55 raad van den maart laatftleden uit
55 te geven 5 om door de verlaging der
55 geldfpecien het crediet van deze zo
55 noodzaakelyke oprechtingen te hand-
55 haven. Door dit arreft had zyn majefteit
55 de verfcheide naturen van papieren van
55 de Indifche compagnie tot eene enkele
5-5 foort gebragt? en geordonneert dat de
55 aétien in bankbriefjes, de bankbriefjes
55 in adien zouden kunnen verandert
55 worden ? volgens denetfte proportie y
53 ten opzicht van de waardy der geld-
55 fpecien. Deze verlaging der munt , en
55 de fchuldenaars middelen verfchaft, om
55 zich op een effen bodem te ftellen.
,5 Nu was 'er voor zyne majefteit noch
35 overig 5 zyn zorg aan te wenden ? dat
55 *er voorzien wicrd in het beleggen
55 van 'tgeld 3 dat aan minderjarigen, aan
55 gafthuizen ,genoodfchappen , en ande-
35 re gepriviligeerde fchuldeifchers afge-
33 lolt ftond te worden, en meteen dat
55 de waardy van 't geld herfteld wierd
5, op een evenredigheid ? overeenko-
3, mende met den uitheemfchen koop-
55 han-
het
crediet der aótien hebben
Philippus van Orleans. 89
3, handel, en het vertier der leeftogt.
3, In deze verfcheide onderwerpen heeft
33 de koning door zyn arreften voor-
3, zien, en inzonderheid door zyn ver-
35 klaring van den elfden maart laatftle-
33 den 3 welke den prys van 't geld ver-
35 laagt. Maar dewyl deze verlagingen
35 noodzaaklyk niet alleen een vermin-
33 dering in den prys der eetwaren en
33 der roerende goederen moet uitwer-
33 ken, maar ook in den prys der lande-
33 ryen en andere onroerende goederen,
35 heeft zyn majefteit geoordeelt 5 dat het
„ algemeen belang zyner onderzaten
33 vereifchte 5 dat men den prys of de
33 waardy der Indifche aétien en der
35 bankbriefjes verminderde ? om deze
35 effeóten in een billyke evenredigheid
35 met het geld en de andere goederen
33 van 't ryk te houden ? te beletten dat
55 de geldfpecien het algemeen crediet
55 verminderen, ter zeiver tyd de ge-
3, privilegieerde fchuldeifchers middelen
33 aande hand te geven, om te voorde-
3, liger de gelden , die men hun mogt
,, afloffen, te beleggen, en eindelyk het
55 verlies voor te komen 5 dat zyne on-
„ derdanen in den koophandel met de
,, vremdelingen zouden lyden. En zyne
„ majefteit heeft zo veel te vaardiger
3, tot deze vermindering befloten, om
F J „ dat
9o Het Leven van
,3 dat zy zelf van nut zal zyn voor de ei-
„ genaars der Indifche actiën en der bank-
„ briefjes , nademaal deze effeéten met
?, meer voordeel zullen kunnen verdeelt
33 worden, en dat zy in contanten ^ zul-
yy len kunnen verwiffelt worden, die ten
3, minften vyftig per gent meer in geld
3, zullen waard zyn na de verlaging 3
33 dan tegenwoordig. Waar op het rap-
33 port van den heer Law , raad des ko-
35 nings in alle zyne raadsvergaderingen ,
33 en controlleur generaal der finantien,
35 gehoort zynde , zyn majefteit in zyn
35 raad zynde op 't advys van den her-
35 tog regent van Orleans heeft geor-
35 donneert , en ordonneert mitsdezen
53 dat de aótien van de compagnie der
33 Indien, en de bankbriefjes een vyfde
33 part in prys zullen vermindert worden
35 op den dag der afkondiging van dit
35 arreft, en een twinftigftepart op den
3, eerften van ieder maand, met die van
5, juli te beginnen ; zo dat zy na den
„ eerften december op de helft zullen
„ vermindert zyn, dat is te zeggen dat
„ de briefjes en aétien van tienduizent
3, livres niet meer dan vyfduizent zullen
3, waard zyn , en de andere naar propor-
,3 tie. Zyn majefteit voorziende dat zyne
55 onderdanen 5 die houders zyn zullen
35 van aanzienlyke fommen en bankbrief-
3, jes
Philippus van Orleans. 91
3, jes , dezelve met voordeel in aótien
„ van de Indifche compagnie zullen kun-
5, verwHTelen, en de particulieren willen-
„ de te hulp komen, die geen goeds ge-
„ noeg hebben om daar aan te komen ,
„ ordonneert, dat gedurende het lopen-
„ de jaar, tot den eerften Januari 162 1, de
3, bankbriefjes in den ontfangft der hooft-
„ gelden, en andere fchattingen , zullen
„ aangenomen worden op alle treforiers
3, kantooren , zeifin die van de zoutpach-
3, ters, voor den volkomen prys, daar de
3, genoemde briefjes , voorde verminde-
ringen, door het tegenwoordig arreft
„ ingevoert , op waren. "
't Is onbegrypelyk, dat Law niet ge-
zien heeft , (^at deze vermindering de rui-
ne van zyn ontwerp was ; dat zy ten op-
zicht van zyn briefjes , en zyn a&ien ,
ten minften dezelve uitwerking zou heb-
ben , als zy omtrent het geld gehad had ;
dat het geld en de briefjes even zeker en
in flegte waardy zynde, hy geen toe-
vlucht meer zou hebben ; dat in deze
onzekerheid de liefde en de achting voor
't geld weer zouden opwekken , en dat
men zou bevatten, dat het geld altyd
iets waard was , daar in tegendeel het
papier heel tot niet kan vervallen ; dat
de ziel en de wezentlykheid van zyn
ontwerp, zo ik my dus mag uitdrukken,
in
92 Het Leven van
in de voortrekking beftond , die hy aan 'c
papier boven het geld had weten te ge-
ven ; dat deze voor hem weggenomen
zynde door een gelyke onzekerheid ,
of liever door een gelyke zekerheid van
verlies , het onmoogelyk anders zyn kon ,
of zyn ontwerp moeft in duigen raken ,
dat alle de pachten en alle de kantoren
des konings met de bank of de compag-
nie der Indien verknocht zynde , al het
verlies der briefjes , die zy tot hun oude
waarde zou ontfangen , niet tegenftaan-
de de vermindering , op haar kop zou
te huis komen ; wift hy niet, dat al het
goud en zilver van 't ryk, de landeryen ,
de arbeid , de vryheid zelf der onder-
danen niet zouden toeftrekken kunnen ,
om de ongelooflyke menigte van briefjes
en aétien te voldoen? was hy onbewuft,
dat een groot deel van 't geld , dat hy
in de kiften van de bank had gelokt, daar
weer uitgeraakt was, om den oorlog te-
gen Spanten goed te maken , en de
verbinteniflen te onderhouden, vooral,dat
het in handen van de ryke Mifliffipifche
actioniften was, zonder te rekenen 't
j;een hy en anderen daar van na vrem-
de landen hadden overgemaakt? en dat het
door een noodzaaklyk gevolg onmoog-
lyk was , dat de briefjes , op gelyken prys
met het geld geftelt 5 in contanten kon-
Philippus van Orleans. 93
den verandert worden? 't is waar, dat
de beweegredenen van het placaat glim-
pig waren , en dat de loftuitingen , die
men daarin aan de bank gaf, uitnement
vleient waren ; maar Law was zo zeer met
lofredenen opgehult geweeft , dat hy-
daar ongevoelig over behoorde te zyn ,
en zelf gewoon zynde anderen door ge-
waande voordelen de ogen uittefteken,
had hy moeten merken , dat men hem
van 's gelyken zocht te beguigchelen. 't
Zy dat hy verraft wierd , of den ltrik , die
hem gefpannen was, niet merkte, het
placaat ging door , en had de uitwerking ,
die men 'er van verwacht had. De brief-
jes verloren hun crediet, en wat moei-
te men naderhand ook aanwendde, men
kon het niet weer herftellen. Het goud
bleef afgezet, en het zilver wierd weer
in zyn eerherftelt. Menging het zoeken
ter plaatze, daar men het met zoo veel drift
na toe gebragt had, maar men vond het 'er
niet meer, ten minften was 'er het hondert-
fte gedeelte niet , van 't geen 'er van no-
den was geweeft , om de oneindige me-
nigte, van die 'er om quamen , te voldoen. Gemor,
Dit geval , dat men niet verwacht « drci-
had , veroorzaakte een algemene verfla-
genheid. Dezelve bedwelmtheid van volks op
geelt , die de bankbriefjes en a&ien zo ^ergang
hoog in crediet had doen ftygen, deed des a&ie-
fefm handels
94. Het Leven van
derzelver valling als het grootfte onheil
aanzien , dat hun kon overkomen , en
men morde van alle kanten. De hertog
van Bourbon , de prins van Conti , en
de marfchalk van Villeroi , die den raad
niet bygewoont hadden, waarin dit ar-
reft was doorgegaan 5 protefteerden daar-
tegen , en beweerden dat het moeft her-
roepen worden, onder voorwentzel dat
het in den regeringsraad niet nagezien
was. Het parlement viel 'er tuflchen in ,
en eifchte het zelve : in 't eerft wierd het
flecht genoeg ontfangen , maar het ge-
mor , dat 'er van alle kanten over ont-
ftond, deed de leden een gunftig gehoor
verlenen. De hertog regent zeide op
een verplichtende wyze 5 dat het hem
van herten aangenaam zou zyn , dat de-
%t gelegenheid dienen mogt , om hem
met het parlement te verzoenen > dat hy
zich door deszelfs raad zou laten beftu-
ren , en dat hy ditgenoodfchap bad, vier
gedeputeerden te benoemen , om met
hem over deze zaken in onderhandeling
te treden. De wiiïelaars , de a&ioniften ,
die voor hunne papieren geen vafte goe-
deren gekoft hadden , en die de win-
ften , die zy met dezen handel gedaan
hadden , in nieuwe papieren verkeert
hadden 3 waren tot wanhoop gebragt,
en Parys ftond op het tipje , om daar de.
gruw-
Philippüs van Orleans*
gruwlyke uitwerkingen van te gevoelen ;
men ftrooide zelfs briefjes uit , welke
dezelve met deze woorden voorfpelden:
Men verwittigt dat men zaterdag of
zondag een tweden S. Bartelsdag zal hou-
den , indien de zaken niet van gedaante
veranderen , gaat niet uit 5 noch laat nie-
mand van de uwe uitgaan , God bewaar
u voor V vuur. Om de gemoederen ge-
ruft te ftellen , herriep men den 27ften het
placaat van den 2 iften 5 maar daarom was
de drift, om de briefjes in geld te veran-
deren 5 niet minder : hieruit oordeelde
men ? dat de quaal zonder hulpmiddel
was. Den 29 verkondigde men een ar-
reft, aan allen 5 die wilden, toeftaande,
om , zonder enige rechten te betalen ,
goud en zilver-geld in het ryk te doen
komen. Een ander van den eerften juni
vergunde aan iedereen zodanige geld-
fommen , als zy raadzaam zouden oor-
delen , te mogen bezitten en te bewa-
ren. Dit was de herroeping van het pla-
caat van den2iftenmei vernietigen: want
in de gefteltenis , waar in de zaken wa-
ren , konden de briefjes hun crediet niet
weerom krygen , zo het goud en zilver
weer in waarde quam ; en men kon op
het papier toepaffen, 't geen de vrinden
van Ham an (zo wel een projeélmaker
als Law) tegen hem zeiden > aangaande
Mar-
96 Het Leven van
Mardocheus ? indien deze vyand de over-
hand op u begint te krygen , zuit ^y
hem niet weerltaan kunnen , en hy zal
u onderdrukken.
't Was natuurlyk dat het volk, 'twelk
niet redeneert , dat de wilTelaars en an-
dere actioniiten ten uiterften misnoegt
moeften zyn over 't ven al van den actie-
handel; maar het was niet natuurlyk, dat
verftandige luiden, vooral het parlement,
dat verlichte genoodfchap , in dezelve
gevoelens traden ; de actiehandel was
tegen hun raad ingevoert, en zonder
twyffel voorzagen zy 'er toen de droe-
vige gevolgen van. De verfcheide ge-
beurtenilTen hadden hen moeten over-
tuigen , dat men niets anders beoogde,
dan de lichtgelovigheid van 't gemeen te
beguigchelen. Zy hadden niet kunnen
onbewuft zyn , dat de MiflilTipi-handel
verdicht was , ten minften dat 'er gruw-
lyk veel opfnoevery onder liep. 'c Was
gémaklyk te begrypen , dat de buiten-
fporige fortuinen , die 'er gemaakt wa-
ren , noodzaaklyk op den puinhoop van
veele andere , door den actiehandel om-
vergeworpe fortuinen, moeit gebouwt
zyn ; dat het geld in zich zelf niets
voortbragt, als na mate dat het aange-
legt wierd ; dat 'er zedert deze nieuwe
projecten in Vrankryk geen nieuwe fa-
briek
1
Philippus van Orleans. 97
briek opgerecht , noch geen nieuwe koop-
handel begonnen was ; eindely k , dat de-
ze comedie een einde moeit hebben ; dat
de knoop moeft ontwart worden , en dat
deze ontwarring moeft beftaan , in ein-
delyk de ogen te openen , en te zien ,
dat geld beter was dan papier , en dat
men groot ongelyk gehad had , in het
laatftgenoemde boven 't eerfte te kiezen.
Men maakte deze overwegingen niet, Te ru5-
en de klagten , verre van te verminde- ^„den
ren, namen toe. Dit placaat wierd den cancc-
zegelbe waarder toegefchreven , want ie- her*
dereen voor zich en zyn welvaren be-
kommert zynde , ter oorzaak van het
hartzeer, dat deze zaak aan den hertog
van Orleans baarde, durfden de genen,
die 'er deel aan gehad hadden, het niet
bekennen ; mynheer le Blanc en de
aartsbiiïchop van Camerik verlieten den
genoemden magiftraatsperfoon , endaar
wierd belloten , dat men , om het volk
te ftillen, en het parlement te vergenoe-
gen, den heer d'Agueffeau weer ten ho-
ve zou roepen , en hem de zegels weder-
geven. Den zevenden juni des avonds
ging de aardsbiiïchop van Camerik, uit
naam van zyn koninglyke hoogheid, den
heer d'Argenfon de zegels afeiffchen. Hy
leverde ze zelf over , en zyn ongeluk
wierd met veel eertekenen verzelt, want
II. Deel G hy
98 Het Leven van
hy behield den titel van zegelbewaarder,
cn de vryheid , om , wanneer het hem be-
haagde^ den raad by te wonen.
Deze perfoon, met zulk een ftantvaftig
gemoed begaaft , die deze verandering
wel voorzien , en dikwils gezegc had ,
dat de eeramten van dien tyd op heel
lofle fchroeven ftonden , had het lot van
alle die genen, die grote poften bekleed
hebben. Hy kon het hartzeer niet \yeer-
ftaan , vooral , toen hy zag , dat men
zyn tweden zoon , dien hy met een zon-
derlinge tederheid beminde , het ampt
van politiek-ftedehouder ontnomen had ,
(want zyn oudfte zoon verliet het inten-
dantfchap van Valenciennes eerft in 't jaar
1724. ) Hy retireerde zich in het kloo-
fter , genaamt Magdalaine de Trainel , in
de voorftad van S. Antoni, in een huis ,
dat hy 'er had laten bouwen , daar hy
gewoon was van tyd tot tyd de ftilte te
zoeken , onder voorwentzel , van zich
daar te vryer op de gewichtigfte zaken
te kunnen toeleggen. Ik zeg dit, omdat
heel Parys gelooft heeft, en dat 'er zyne
familie meer dan eens fchaamrood over
geworden is, dat de liefde, die hy voor
de moeder van dat kloofter had, daar de
ware oorzaak van was. Naauwlyks was
hy 'er veertien dagen geweeft , of hy
wierd van een geelzucht over zyn heel
Philippüs tan Orleans. 99
ïyf aangetaft, waarby zich noch andere
droeviger toevallen voegden : hy quyn-
de tot den achtften april van het volgen-
de jaar , wanneer hy ftierf, 68 jaren oud
zynde. De haat van 't Paryiche graauvv
wekte op 't gezicht van zyn lyk weer op,
dat men naar S. Niklaas du Chardonnerec
voerde , daar de begraafplaats zyner
voorouderen was : daar was een grote
oproer, en het fcheelde weinig , of zy had-
den zyn lyk verfcheurt, zelfs zyn beide
zoons, die in hun koets de ftaaciie volg-
den, waren genootzaakt naar een goed
heenkomen te zien.
Hy had zich van de gunft, daar hy in
was, niet bedient om zich te verryken,
naauwlyks liet hy vyf of zes maal hon-
dert duizent gulden meer na , dan hy
zou gedaan hebben , indien hy politieke
ftedehouder gefturven was. De vererin-
gen by 't vernieuwen der pachten zou-
den hoger geftegen hebben , indien hy ze
had willen aannemen , en de zegels, die
hy by de derdehalf jaar gehad had , zyn
ten minften ieder jaar honderd duizend
ryksdaalders waard ; en niemant twyf-
felc'er aan, of Law zou heelwel in zyn
fchik geweeft zyn , van hem zyn voor-
deel met de actiën te zien doen. Egter
voer zyne familie goed vanzyne verhef-
fing; zyn broeder, de aartsbiffchop van
G 2 Ambrun,
EVEN TAN
iaar het aartsbisdom van
ilaatft ; zyn zwager, de
fartin , biffchop van Van-
iifTchop van Blois ; zyne twee
1 ryke huwelyken , vooral de
, die met de enige dogter van den
heer Melian, intendant van Vlaanderen,
trouwde , waarvan hy twaalf of vyftien
maal hondertduizent livres zal hebben.
De heer d'Argenfon , de fun&ie van
Zyn ampt quyt zynde , verloor daarom
evenwel de achting noch het vertrouwen
van den regent niet , want hy pleegde
met hem over de gewichtigfte zaken
raad , en bevond 'er zich wel by. Ter
gelegenheid van de ruine van den aótie-
handel gaf men den hertog van Orleans
den raad , om een gerechtshof te doen
houden. De oude zegelbewaarder over
dit hagchlyk werk om zyn advis ge-
vraagt , antwoordde, dat het gerechts-
hof niets verhelpen zou ; dat men 'er den
koning meerderjarig in kon verklaren,
en dat dit waarfchynlyk het oogmerk van
die genen , die dezen raad geoppert had-
de* , was.
De terugroeping van den heer d'A-
giiefTeau wierd zeer geprezen , maar zyn
tegenwoordigheid en naarftig blokken
konden de zaken niet herftellen ; men was
genoodzaakt haar den loop > dien zy ge-
nomen
Philippus van Orleans. ioi
nomen hadden , te laten volgen , zelfs
oordeelde men , dat men haar val ver-
haaften moeft , en in de aanftaande maant
van o&ober wierden de bankbriefjes te
enemaal afgezet , en waren niet meer
geldig. Der zeiver waardy , door het
volftrekt gezag van \ hof behouden , en
door de billyke uitfpraak van \ gemeen
vermindert , gaf aanleiding tot fchrikly-
ke misbruiken , *die het ediót van den 2 1
mei zou verhindert hebben. Het geld,
niet tegenftaande de verminderingen,
waaraan het door de placaten onderhe-
vig was , weer de overhand behouden-
de , wierden de briefjes tot een zeer la-
gen prys verkoft , zo dat men zich ge-
lukkig oordeelde, van 'er maar 70 of 80
percent op te verliezen. Die fchuldig
waren , kofcen 'er ; en met een mark
zilver 5 dat maar 30 livres behoorde
waard te zyn , vonden zy zich in ftaat ,
om vier of vyf hondert gulden aan fchul-
den te betalen. Een voornaam edelman
uit Henegouwen vond middel om ze
noch beter koop te hebben. Hy nam tc
Doornik zes duizent gulden te leen op;
deze fom , in franfch geld verwiffdc ,
bragt hem achttien duizent gulden in ,
dat is drie maal zo veel ; hy vond brief-
jes te koop op 7 y of 80 percent verlies ,
dus kreeg hy voor de zes duizent gul-
G 3 den.
102 Het Leven tan
den , die hy geleent had , ten minften
72 duizent gulden aan briefjes , die hy
onder zyne fchuldeifchers verdeelde, en
dus zyne fchtilden meende afgedaan te
hebben. De zoon van een koopman van
Amiens was zo gelukkig niet : hy had
van zyn vader een aanzienlyke fomme
gelds opgenomen , om koopmanfchap te
dry ven 5 en betaalde hem hiervoor met
briefjes. De vader 9 gevoelig geraakt
over de ondankbaarheid van zyn zoon,
en het ongelyk , dat hy zyne andere
kinderen aandeed , bewaarde ze , en lei ze
hem by tcftament voor zyn deel in de
erffenis toe. De fchryver van de pcr-
liaanfche brieven maakte in dien tyd
een geeltige en getrouwe fchildery van
den droevigen ftaat van Vrankryk : die
ik hier zal ter neder (lellen , om dat ik
niet geloof, dat men 'er iets meer kan
byvoegen. Ten minften zal het lezen
daarvan niet verdrieten.
Droevige 5) De ftaatsdienaren 5 zegt de ge-
vrank*n 55 waande Perziaan , volgen elkander
ryk. „ hier op als de jaargetyden : zedert
3, drie jaren heb ik viermaal het plan
„ omtrent de finantien zien verande-
33 ren. Men beurt hedendaags in Per-
„ fïcn en Turkyen de belaftingen op
33 dezelve wyze , als de grondleggers
„ van de monarchie die plegen te beu*
93 rtn,
Philippus van Orlbans. 103
5, ren, maar hier is het 'er ver van daan,
33 Wy verbeelden ons , dat 'er geen
3, meer ondericheid is tuflchen de beftu-
3, ring van de inkomften van een prins,
33 en die van een particulier 5 dan 'er is
33 tuflchen het tellen van hondert dui-
33 zent tomans 3 en liet tellen van hon-
33 dert 3 maar hier fteekt 'er veel meer
,3 erg en mifterie in. Hier moeten
33 fchrandere geeften nacht en dag in
33 barensnood zyn , en onophoudelyk
33 met fmerten nieuwe ontwerpen in He
33 wereld brengen Toen de laatft-
33 regerende koning ftierf? was Vrank-
33 ryk een ligchaam , dat duizent ziek-
33 tens en ongemakken onderhevig was;
3, N nam hetincifie-mesindehand,
3, fneed het wild vleefch weg 5 en ge-
33 bruikte enige remedien , die op deze
53 of gene plaats werkten 5 maar daar
33 bleef altyd een innerlyke quaal over
33 om te genezen : daar is een vreem-
33 deling gekomen 5 die deze kuur on-
33 dernomen heeft ; na verlcbeide ge-
33 neesmiddelen in 't werk geftelt te heb-
33 ben 3 meent hy de zieke de vorige
33 poezeligheid weder gegeven te heb-
33 ben 3 maar 't is niet dan opgezwol-
53 lenheid. Alle die voor zes maanden
33 ryk wraren zyn tegenwoordig tot ar-
3, moe vervallen b en die geen brood
G 4 ,3 om
104 Het Leven van
35 om te eten hadden , weten nu met
„ hun rykdom geen weg. Nooit zyn
3, deze twee uiterlten zo na by elkan-
33 der geweeft. De vremdeling , waar-
33 van ik u zo even gefproken heb , heeft
3, met den ftaat omgefprongen , als een
33 oude klérenverkoper met een rok doet,
33 hy heeft hetbinnenfte buiten gekeert,
3, en de panden het onderfte boven ge-
35 zet. \Vat heeft men al onverwachte
33 fortuinen gezien, ongelooflyk zelf voor
3, de gene die ze gemaakt hebben ! God
3, fchept de menfchen niet fchielyker uit
3, niet: wat ziet men niet al knechts ge-
3, dient door de gene die zo even noch
35 hunne makkers waren! dit alles brengt
j, de wonderlykfte zaken van de wereld
35 voort. Lakeien , die onder de vori-
3, ge regéring hun fortuin hadden ge-
3, maakt , zwetzen van daag op hun
,5 adel 5 zy handelen die genen 5 die zo
3, even de livrei op ftraat hebben uitge-
3, fchud , met dezelve verachting , die
„ men hun voor eenige maanden betuig-
55 de ; zy fchreeuwen uit al hun magt,
5, de adel is te grond , tfat wanorder in
35 den Jlaat ! wat verwarring in V fat-
3, /oen ! men ziet niet a/s onbekende tro-
5, nicn fortuin maken. Ik beloof u? dat
3, deze wel revenge zullen nemen op de
,) gene die na hen komen zullen , en
33 over
Philippus van Orleans. ioy
„ over een jaar of dertig zullen deze
„ luiden van fatfoen leven genoeg ma-
„ ken «
De biflchop van Caftres maakt in een
briefjdien hy aan den marquis de la Vrillie-
liere , fecretaris van ftaat omtrent het kerk-
lyke , fchreef, de zelve fchildery , maar
in een ganfch anderen fmaak : zyn pin-
feel , gelyk het in diergelyke omstandig-
heid zyn moeft , was in bloed en tranen
geftipt. Hy fchilderde niet dan zyn bis-
dom af, maar zyn tafereel kon voor het
heele ryk dienen.
3, De overftroming der papieren, zei-
3, de deze prelaat, heeft byna zo veel
33 quaad in onzeftreken uitgewerkt, als
3, de vlam in Bretagnef. Wat helpt het,
,3 dat onze huizen niet in de afch gelegt
33 zyn , zo wy van al het nodigfte 5dat
3, wy hadden, niets meer overig hebben
33 dan een ftof , die nergens goed toe
,3 is , als om in 't vuur geworpen te wor-
33 den ? wat veranderingen hebben zes
33 maanden niet teweeggebragt in for-
33 tuinen , die op onwrikbare gronden
3, fchenen te ftaan ! men zou niet kun-
33 nen geloven zonder het te zien , en
„ men kan het niet zien, zonder van
„ droef-
f Twee derde delen van Rennes waren even te voren
door brand in de aflche gelegt.
G >
io6 II et Leven van
33 droefheid te bezwyken. Daar is geen
5, koophandel , geen arbeid , geen ver-
5, trouwen ? geen toevlucht by de naar-
3, ftigheid , noch de voorzichtigheid,
3, noch by de vrindfchap , noch by de
30 chriftelyke liefde zelf meer Wat
3, zou ik u niet te zeggen hebben van
3, den droevjgen fraat myner geeftlyk-
3, heid 5 die veel meer door de afdoe-
33 ningen van 't geld verheft , dan zy
33 door de verminderingen der interef-
33 ften zou kunnen winnen Waar
33 zullen inzonderheid de nonnen bly-
33 ven 3 die vruchteloos een fchuil-
33 plaats by hare geruineerde ouders en
33 vrinden zullen zoeken, wanneer der-
33 zeiver elende my dwingen zal om haar
33 van de Kloofter-gelofte teontllaan ...!
33 onze rampen die reeds zo groot
33 zyn 5 worden alle dag noch droeviger
3, door de peft? die Provence ruineert,
33 en ons van zoo naby drygt. Onze
33 kloofters zyn buiten ftaat om de ge-
33 ringfte onkoften aan te wenden, die
3, men doen zou moeten , om de verdag-
33 te communicatie af te fnyden. Wat
3, zal het wezen 3 indien hetquaad, dat
33 allengs nadert j ons bykomt ? wafc uit-
3, komft hebben wy te verwachten: zal al-
33 les niet moeten omkomcnrgelukkigzul-
33 len in dien tyd die genenzyn : die God
33 het
Philippus van Orleans. 107
„ heteerft uit de wereld zal halen, en die
3, het ongeluk niet zullen hebben van hun
„ broeders te zien verloren gaan , zonder
33 hun van enig nut te kunnen zyn
33 Als men ons noch maar briefjes af-
33 eifchte , wy zouden maar al te veel
3, raad weten 3 om die te befcharen 5 maar
35 men wil contanten hebben , daar wy
3, niet meer van voorzien zy ... Myn
3, volk en ik zullen niet oph den God
35 te bidden, dat het hem behage omon-
33 ze regenten zo vee! goedwilligheid
33 voor ons in te boezemen, als hy ons
33 liefde jegens hunne perfonenj en drift
3, om hen te dienen geeft. Hier van bid
33 ik u den heer hertog van Orleans te
33 willen verzekeren
Men verwaarloofde niets om zich te
rechtvaaardigen ten opzicht van het af-
doen der fchulden van de kroon , en men
gaf een lange en nette lyft uit van die5
door Lodewyk den veertienden nagela-
ten 3 die op tweeduizent en twee en
zeftig milloenen liepen 3 waar van de in-
tereften den itaat op 90. millioenen qua-
men te ftaan. Deze fchulden 5 volgens
de opgeftelde memorie *3 waren op een
kapitaal van drie hondert en veertig mil-
loenen gebragt ; waar van de intereften 5
door dezelve op twee ten hondert te re-
duceren 3 nigt hooger liepen dan zes
Het Leven van
millioenen en negentig duizent gulden.
Deze vermindering van fchuld zou een
mirakel ge weeft zyn, indien zy nietten
koftei* van de particulieren in 't werk ge-
ilek was. Dus toonde deze memorie,
om 'er geen doekjes om te winden, in \
algemeen aan Vrankryk aan , dat zy by-
na twee duizent millioenen verarmt was ,
en miffchien zou men noch meer gevon-
den hebben , indien ieder particulier de
lyft van zyn verlies opgemaakt had.
Men zocht ook het getal der adlen te
verminderen , met de aótioniften op een
zeker getal van die papiere effeóten te be-
palen. De Miffiffipifche heren handelaars
aan het hof, die zyn koninglyke hoogheid
voor zyn rekening genomen had 5 om ze
hun rol te doen fpelen , hielden zich zeer
wel daaromtrent ; de hertog van Bour-
bon, Law, de hertog van Antin , de
hertog van la Force , de marquis van Laf
fai , en verfcheide anderen , gaven 'er
een verfchriklyke menigte van weerom,
wonder- In dit hagchlyk tydgewricht gaf de
*Yk heer de la Joncheres, een der threforiers
cmwerp. var* het extraordinare van den oorlog,
een zo zonderling ontwerp omtrent de
befturing der finantien in 't licht , als men
bedenken kon. Hy nam aan de fchul-
den van den ftaat,die der geeftlykheid ,
en der landen van -I ryk te betalen.,
Philippus van Orleams. 109
de latten van de juftitie , poli9y , en
de finantien af te doen , merklyk de fol-
dy der troepen te vermeerderen , drie
hondert en vyftig duizent man, zo wel
in tyd van vrede als van oorlog , op de
been te houden , en de zee-zaken te
herftellen ; daarenboven wilde hy den
koning in ftaat ftellen , om vyfen twin-
tig millioenen aan ieder prins van den
bloede te geven ; een millioen en vyf
maal hondert duizent livres aan de ande-
re prinflen, hertogen, marfchalken van
Vrankryk , kardinalen , minifters en fecre-
tariflen van ftaat, en gouverneurs van
provinciën , en hondert duizent livres
aan ieder aartsbiflchop', biflchop , abt
met ftaf en my ter , aan de preüdenten
die men a mortier noemt, aan de procu-
reurs- en advocaten-generaals van het
parlement van Parys , aan de eerfte prefi-
denten van alle de andere parlementen
en hoofden van alle fouvereinc gerechts-
hoven , aan de luitenant -generaals en
veldmaarfchalken , brigadiers van de le-
fers des konings , de opperbevelhebbers
er provintien : Niet tegenftaande alle
deze onkoften meende hy aan te tonen ,
dat het gemeen door dit ontwerp zes
maal zo ryk zou zyn als tegenwoordig.
Om deze heerlyke beloften na te komen,
zou degene, die ze deed, het geheim
moe-
ïio Het Leven van
moeten gehad hebben om alle de ftenen
in goud te veranderen , en noch zou
deze kunft hier toe nauwlyks hebben
kunnen toeftrekken.
vemuf- om ^e fmantien van den koning met
^e°PT de grootheid zyner ftaten , het getal zy-
maardat ner inwoners, hun naarftigheid , en de
volg- zd' vruchtbaarheid der landen, te doen even-
worden, redigzyn, zou de koophandel daar niet
moeten belemmert zyn, de belaftingen
op een eenvoudiger en gelykdragender
wyze gebeurt worden, die menigte van
tolbedienden en commifen afgefchaft ,
en i^der provintie zou gehouden moeten
zyn een zekere fom op te brengen. Daar
is 'er geen, of zy zou op deze voorwaar-
den met hart en ziel zo veel betalen , als
'er de koning werklyk van trekt : al won-
nen zy 'er maar de ongelooflyke voor-
delen uit , die de pachters 'er nu door
uithalen, zouden zy zich zeer gelukkig
fchatten; maar in korte jaren ryker ge-
worden door de gemaklykheid van den
koophandel , zouden zy in ftaat zyn,
om groter fubüdie te kunnen geven. Ik
onderltel, by voorbeeld, dat 'er van al
het geen men in Normandyen heft, door
de verfcheide belaftingen, die op deze
provintien leggen , dertig millioenen in
's konings kift komen ; laat men haar de
vryheid laten om deze fom , op wat wy-
Phiuppus van Orleans. tt|
ze zy het goedvind , op te brengen >
zou zy het niet byeen maken te kry-
gen ? het genoegen alleen , dat haar in-
woners zouden hebben , van ontllagen
te zyn van de knevelaryen der zoutbe-
waarders , commifen, collecteurs, ont-
fangers en deurwaarders , zou hen eer
al hunne kragten doen infpannen, dan
dat zy die weer zouden ondergaan. Lc
weet, dat 7er, om deze dertig millioe-
nen byeen te zamelen, belaftingen zou-
den moeten zyn, en dat zy niet zonder
kotten kunnen gebeurt worden : maar
men zal ook met my moeten bekennen,
dat 7er lang zoo veel niet nodig wa-
ren.
Moeten danjuift,die de behandelin-
gen van konings penningen hebben
ryk zyn ? zyn 'er zoo veel van doen? zou-
den een of twee ontfangers in ieder ftad
niet genoeg zyn? deze particuliere col-
lecteurs zouden alle onder een ontfan-
ger-generaal van de provintie ttaan , die
onmiddelyk aan den controleur-gene-
raal , het geen hy van de particuliere
collecteurs gebeurt had , zou betalen.
Om de betalingen te verhaatten , zou
men maar' hoeven te ordonneren, dat
de particulieren , die op een gezetten tyd
hun tax niet voldaan hadden , gehouden
zouden zyn, na verloop van dien , een
ftuiver
H2 Het Leven van
ftuiver of twee op de gulden meer te be-
talen.
De belaftingen der huisluiden zouden
op de landen zelf en op het vee gezet
£yn , en niet op den koophandel , dien
zy buiten dien zouden mogen dry ven,
veel minder op de ftof hunner kleding,
of op de eetwaren. Alle bevry dingen
van fchattingen zouden ophouden. De
belafting op de landen zou naar gelang
der drie of vier laatfte huur-kontradten
gefchieden , daaronder begrepen de
latten van de boere-fchatting , van 't
zout-, hooft-, en onderftand-geld , en
andere omgelden , die de landhoefpach-
ters gemeenlyk gehouden zyn te betalen.
Ten opzicht van de fteden zou het aan
de overigheid moeten liaan , daar be-
laftingen uit te fchryven, om te weten
wat ieder zou moeten betalen, zo wel
voor 't recht van winkels te mogen hou-
den , als voor koetfen en dienftboden.
Brandewyn en andere zaken, die van
geen gemeen of noodzaaklyk gebruik
zyn , kunnen niet licht te zwaar belaft
worden. Ik durf verzekeren , dat in-
dien de koning tegenwoordig drie hon-
dert millioenen van zyn volk trekt , hy
'er, volgens myn ontwerp, eens zoo
veel van zou trekken, zonder dat zyne
onderdanen daarom zo elendig zouden
zyn
Philippus van Orleans. 113
fcyn als nu ; en de wyze, die ik voorftel ,
zou zo gemaklyk in haar werk kunnen
gaan , dat ik niet begrypen kan , waarom
zy niet reeds ingevoert is. Zou men
miflchien van gedachten zyn , dat de
veiligheid der regering vereifcht , dat
de gemeene man geen overvloed be-
zit; dat de armoede de luiden onderda-
niger maakt , en dat men zonder die ,
als het de nood vereifcht , geen foldaten
zou vinden.?
De papieren , fchoon buiten gebruik ,
bleven noch in wezen ; men moeit ze
evenwel intrekken : heele boeken zou-
den niet genoeg zyn , om de verfchei-
de ftreken te befchryven, daar men zich
van bediende om hierin te flagen. In
het onderzoek, dat men 'er na deed,
vond men , of ten minften men veins-
de veel meer te vinden, dan 'er op de
regifters van de bank aangetekent fton-
den. Met een woord, zy hadden het
lot, dat zy verdienden te hebben, dat
is zy wierden verbrand , gelyk men de
briefjes van 't land gedaan had. De be-
llommerde fortuinen bleven herftelt, en
die op een vaften voet fchenen te ftaan ,
bleven overhoop gefmeten; alle die fchul-
dig waren , raakten buiten fchuld zonder
die te betalen , en die geld in te vorde-
ren hadden bleven arm.
//. Deel H Ik
H4 Het Le y e n van
Ik kan my niet weerhouden van te
neggen 5 gelukkig het volk, by 'C welk
het gezag der regeering zodanig gema-
tigt is, dat men niet dan aan zyn eigen
verderf arbeid , als men 'er zulke om-
wentelingen onder verwekt.
De zaken gingen evenwel te Parys
niet zonder opfchudding toe. De koets
van Law, daar men meende dat hy in^
zat , wierd in duizent ftukken gebroken ,
en men had alle moeite van de wereld
om het plunderen van zyn huis te belet-
ten. De geeft van woede en razerny,
die 'er verfcheiden aanzette, om zich met
eige hand van kant te maken , moeft dien
genen voor alles doen vrezen, dien men
als de oorzaken dezer rampen aanzag.
De hertog van Orleans fcheen onvert-
zaagt: het koninglyk paleis was volgens
gewoonte open , en deze prins gaf zy-
ne audientien zonder wacht , en ver-
toonde zich te Parys. Hy verliet zelf
Law niet , en bewaarde hem tot de maand
december van het Jaar 1720, wanneer
hy hem met een ftille trom deed af-
trekken.
Deze ongelukkige auteur van Vrank-
ryks rampen vertrok in een poltchaize
van zyne doorluchtigfte hoogheid den
hertog van Bourbon. Hy pafleerde door
Valenciennes , en de oudfte zoon van
den
Philippus van Orleans. 1 1 jf
den heer cPArgenfon deed hem een
halve etmaal vafthouden in de herberg ,
daar hy afgeftapt was , en daar hy , niet te-
genftaande alle zyne voorzorgen , bekent
was geworden. Hy hielt hun vruchteloos
voor 5 dat de equipagie, die hem ver-
zelde, tot een bewys ftrekte dat hy niet
vluchtte: men antwoordde hem wyllyk,
dat hy deze foorten van voorzorgen had
kunnen gebruiken , om zyne vlucht te
beveiligen ; dat men zich niet genoeg
van een perfoon verzekeren kon , die
alle de geheimen van den ftaat wift; dat
het voor 't overige onmooglyk zynde,
dat hy niet zou vervolgt worden, in-
dien zyne reis zonder verlof gefchied-
de , men hem ongehindert zyn weg zou
laten vervolgen , zo men binnen een
zekeren tyd nergens van hoorde fpree-
ken. Het gedrag van dien intendant
wierd zeer geprezen.
In deze tyden van verwarring trouw-
de de hertog van Orleans mademoifelle
de Valois, zyne dogter, aan den erf-
prins van Modena uit. Deze jonge prin-
ses afgefchrikt, door het gerucht, dat
'er van de uiterfte regulierheid van dat
hof liep, daar alles, zo men zeide, vol-
gens een zeker ceremonieel gefchiedde,
was qualyk te krygen om Vrankryk te
verlaten; zy ftortte veel tranen, maar
H 2 liet
iió Het Leven van
liet zich eindelyk door de vermaningen
en het gezag van zyne koninglyke hoog-
heid overhalen. Om het hartzeer van
deze princes te verzachten , deed de
koning haar heerlyke prefenten; defnoer
paarlen, liet kruis, en de oor-pendan-
ten , die zy van zyn majefteit ontfong3
wierden op achtmaal hondert duizent li-
vres gefchat ; haar andere juweelen wa-
ren 'er wel zeventien maal hondert dui-
zent waard; haar huitafel, kleerkamer,
en de ftoffen die zy meenam, quamen
op vyftienmaal hondert duizent livres te
ltaan. Ik twyffel of de koning , die
enige dogters heeft, een van dezelve
aan een uitheemfch prins ten huwlyk
beftedende , haar wel beter uitzet zal
geven.
De oorlog tegen Spanjen dus afgelo-
pen, en Bretagne onderworpen en in
ruft zynde, vreefde de hertog van Or-
leans niet meer voor de gevolgen van de
geheime aanllagen, die 'er tegen hem
gefmeed waren; hy ftelde den hertog,
de hertogin van Maine , en der zeiver
twee kinderen weer in vryheid. De by-
eenkomft met den hertog liep vreedzaam
af, en men fcheen zich ter goeder trouw
te verzoenen , maar de hertogin was zoo
licht niet te pajen , zy wilde de reden
weten van de ftrenge behandeling, die
men
Philippus yan Orleans. 117
men tegen hen gebruikt had : laat ons
daar niet meer van [preken , mevrouw ,
zei de hertog van Orleans , alles is ver-
geven en vergeten; dit woord van ver-
geven ftak haar dwars in de kruin 5 zy
ging hem met de hevigfte verwyten te
keer, en liet zich zelf zo ver door haar
drift vervoeren 5 dat zy hem dreigde,
dat hy van geen andere handen zou fter-
ven,als van de hare. Ydele dreigemen-
ten! men bedaarde, en ondanks de fier-
heid die men bezat, achtte men zich in
\ vervolg gelukkig , als men eens met
een vrindlyk oog aangezien was. Voor
't overig gaf deze bevrediging weinig
aandoening, de hertog van Maine, van
alles ontbloot, en vernedert , hielt zich
achter de fchermen , en rechtte niets
meer uit.
De wanorder van de bank , en het Nieuwe
flecht krediet van haar briefjes, had het °an^ten
parlement gelegenheid gegeven , om parie-
zich in deze zaak te fteken, want zedert ment*
de houding van het gerechts-hof had het
zich in 't geheel daar niet mee bemoeit.
De hertog van Orleans had zeer ge-
wenfcht , in de gifting waar in de ge-
moederen waren, dat deze vergadering
de maatregelen had voorgoedgekeurt, die
hy nam , om de briefjes weer op te beu-
ren , daar hy hoop toe had , aangezien
H 3 het
nS Het Leven van
het geweld 5 dat deze heren, ter gele-
genheid van het arreft van den 2 1 Mei ,
gemaakt hadden. Maar hy vond zich
in fcyne^ er wachting bedrogen , en ont-
moette in hen niets dan tegenftand, 't
zy dat zy eindelyk begrepen hadden ,
dat het verval van de briefjes een geluk
was , \ zy dat zy de hulpmiddelen ,
die men daarin wilde gebruiken, voor
, een vermeerdering van quaal aanzagen.
De achttiende juli zond zyne koningly-
ke hoogheid aan het parlement den in-
houd van de arreften, die hy wenfchte
voor goed gekeurt te hebben.
Dit beftondin vyf artikelen:
I. Het parlement zal de akkoorden ,
door den koning met de Indifche
kompagnie, cn door deze weer met
de particulieren gemaakt , voor goed
keuren.
II. De koning zal aan de kompagnie
de 43 millioenen weer afftaan , die
zy aan den koning afgeftaan had ,
't welk gedaan , zullen 'er geen ren-
ten op de Had meer zyn ?
III. De kompagnie zal duizent millioe-
nen op ope rekening van de bank
ontfangen , te weten vier hondert
millioenen , waar van zy twee en
een half percent voor *t genot zal
betalen , en zes hondert millioe-
nen,
Philippus van Orleans. lip
nen, daar zy niets van zal geven.
IV. Men zal hondert duizent nieuwe
aótien op dezuidzee oprechten, op
den voet van negen duizent livres
ieder aólie , van maand tot maand
te betalen.
V. De oude aótien zullen zich door zich
zeiven voeden , op den voet van
drie hondert ten hondert. De ko-
ning begeert dat de arreften , die de-
ze fchikkingen zullen behelzen, door
het parlement zullen geregiftreert
worden.
Alle de kamers vergadert zynde raad-
pleegden over deze voorftellingen , en
verwierpen ze byna eenparig. De be-
weegredenen van dit vonnis waren, dat
het parlement zich ftantvaftig tegen al-
les aangekant hebbende , 't geen 'er in
faveur van de bank gefchied was , van
haar eerfte oprechting af, het deze ver-
gadering geenfins voegde de voorgeftel-
de artikelen , welke het voorgaande be-
helfden en uitbreidden , voor goed te
keuren ; dat men de leden van 't parle-
ment uit geen andere oorzaak om hunne
toeftemming vroeg, dan om ze, ten
minften ten delen, met de haatlykheid
van de vernietiging der renten te bela-
den , en hen verandwoordelyk te maken
voor den onzekeren uitflag dezer nieuwe
H 4 fchik-
1 20 Het Leven van
fchikkingen ; dat nademaal de hertog
van Orleans het ontwerp 5 zo ver als hy
gekant had , zonder hunne toeftemming
had voortgezet , hy het ook zonder hun
goedkeuring kon ftaande houden; dat
'er reeds maar al te veel actiën waren;
eindelyk, dat deze fchikkingen nergens
goed toe waren 5 dan om de algemene
elende te verlengen 5 en zelf te ver*
meerderen.
Deze uitfpraak wierd door de procu-
reurs en advocaten des konings den ne-
gentienden naar het koninglyk paleis ge-
bragt. Den 21, des morgens om drie
uren, maakten zich verfcheide detache-
menten van de Franfche en Zwitzerfche
gardes meefter van alle de poorten van
't paleis; de lyfvvacht bewaarde de ka-
mers van 't parlement 3 en ter zeiver
tyd bragten de mufquetiers aan alle de
prefidenten, raadsheren ? procureurs en
advocaten des konings, en aan den op-
pergriffier geJlotene brieven ? waar van
zy zich een handfchrift lieten geven : die
gellotene brieven waren in deze bewoor-
digingen opgeftelt.
TT p MYN HEER,
Tiet Par- 7
lement
naarPon- „ Om gewichtige redenen befloten
bannen'" " hebbende myn parlementshof van
„ Parys
Philippus van Orleans. 121
3, Parys naar de flad Pontoife te verleg-
„ gen 3 fchryf ik u dezen brief met goed-
33 vinden van myn oom den hertog van
,3 Orleans, regent, ,om u op te leggen
3, en te belaften, dat gy u zonder uit-
3, ftel binnen tweemaal vierentwintig
„ uren daarnaartoe zult begeven , om
3, daar , volgens gewoonte , recht te
3, doen 3 uit kracht van de declaratie ,
33 die men u zal toezenden, en dat gy
33 nergens anders zult vergaderen , on-
33 der wat voorwentzel het ook zyn mo-
3, ge 3 op ftraf van ongehoorzaamheid
33 en beroving van uw ampt. En de te-
3, genwoordige tot geen ander einde
53 ftrekkende , bid ik God 5 mynheer ,
3, dat hyu in zyne heilige hoede beware
33 gegeven te Parys den 20. Juli 1727 cc.
Om van de uitvoering dezer z,o on-
gehoorde bevelen verzekert te zyn , nam
men nette maatregelen. De eerfte pre-
fident wierd door een officier in zyn ka-
mer bewaart, en men ftelde tvveefchild-
wachten aan de deur, om toe te zien,
dat niemand met hem Iprak ; het huis
des konings had order, om zich marfch-
vaardig te houden , of het de nood
vereifchte. De wacht te paard en te
voet was in verfcheide hoeken van Pa-
rys verfpreid, de regimenten des ko-
H 5 nings,
122 Het Leven tan
nings , die van Champagne en van Navar-
re , waren met verfcheide andere in
marfch, om rontom Parys een leger van
vyfentwintig duizent man te formeren :
onnutte voorzorgen ; de elende en ver-
flagentheid waren zo groot te Parys , dat
men niets te vrezen had, dan de wanhoop
van den een of den ander particulier per-
foon ; iedereen had daar genoeg met
fyn eige fortuin te doen, en bekommer-
de zich weinig om die van 't parlement,
wraaraan men zelf verweet, dat het zich
niet eer, en toen het noch tyd was, te-
gen de rampen , die men nu ondervond ,
aangekant had.
Ter zeiver tyd dat men zich tegen
de opfchuddingen wapende , die in alle
geval gebeuren konden , ondernam men
de gemoederen voorintenemen , en
te bewyzen , dat de zaken in een goe-
den ftaat waren. Behalven de verkla-
ring deskonings, die het parlement ver-
lei, en waarin dit genoodfchap ten ui-
terften mishandelt was , ftrooide men
onder h gemeen , op de Engelfche wy-
ze , een menigte fchriften uit, onver-
ftaanbaar voor de meefte lezers ; enige
behelsden reglementen omtrent de re-
keningen in de bank : andere een nette
lyft van de fchtilden van de kroon , ten
tyden van den dood des overleden ko-
nings ,
Philippus van Orleans. 123
nings , (die vry wat hoger liepen 5 als
op de memorie van den heer Des-Ma-
rets , waar van ik een uittrekzel gege-
ven heb 3 ) en wat daarop afbetaalt was.
Alle deze gefchriften waren met twee of
drie woorden te wederleggen:
In wat munt heeft men deze fchulden
betaalt ? waar is het goud en zilver ge-
bleven , dat men in papier verandert
heeft? is het mooglyk dat het papier y
't welk buitenfporig vermenigvuldigt is,
weer goud of zilver kan worden ? een
van deze memorien, die ik hier zal ter
neer ftellen 5 mag tot een ftaaltje voor
alle anderen verftrekken, en den lezer
in ftaat ftellen om te oordelen.
,5 Daar zyn voor tweeduizent en zes-
„ hondert millioenen aan bankbriefjes
3, gemaakt. Daar zyn 'er voor vyfhon-
?, dert en vier en zeventig millioenen
33 verbrand; in de kas van de bank leg-
33 gen 'er noch voor omtrent twee hon-
33 dert millioenen om te verbranden 5 al-
,3 zo zyn 'er noch voor achttien hondert
33 millioenen over. Daar zyn tot hier
«3, toe drie middelen uitgevonden 5 om
33 de gezegde fom van 18 hondert mil-
33 lioenen in te trekken ; naamlyk voor
53 eerft 600 millioenen aan renten op de
,3 ftad 3 nademaal de vier hondert ove-
5, rige millioenen die 'er tot de oprech-
» ting
124 Het Leven van
33 ting van de duizent millioenen behoor-
55 den 3 vervult zullen worden door het
33 overfchot der reupitten van de onver-
33 wiffelde kontrakten ; ten tweden 6oo
33 millioenen aan ope rekeningen ; ten
33 derden öoo millioenen aan intekenin-
3, gen : makende alles in alles de voor-
33 noemde 1 8 hondert millioenen uit.
33 Maar dewyl deze verfcheide ont-
3, laftingen eerft na een zeker verloop
33 van tyd den gewenfchten uitllag 5
33 dien men 'er van verwacht , kunnen
3, hebben 5 verzoekt zyn koninglyke
33 hoogheid , dat de koopluiden hem ie-
33 der in 't byzonder met hun raad mo-
33 gen dienen omtrent de middelen , die
33 men zou kunnen gebruiken , om de
33 bankbriefjes en het geld weer in kre-
33 diet te brengen cc.
Het parlement gehoorzaamde, en ^et-
te zich, zogoed het kon ? te Pontoife
ter neder. De pleiters begaven 'er zich
te vergeefs naar toe : daar wierd niets uit-
gevoert, by gebrek van advocaten ? die
volgens de voorrechten van hun beroep
Parys niet wilden verlaten dan in hun
landgewaad , om hunne goede vrinden
te gaan bezoeken ; die 'er anders verfche-
nen , wierden niet heel wel ontfangen ?
fchoon men dreigde die gene uit de lyft
te fchrappen 3 die hun beroep niet qu^-
men
Philippus van Orleans. 12?
men waarnemen. Men leefde te Pon-
toife , gelyk men op de landgoederen
gewoon was te doen , men fpeelde grof
fpel , en maakte goede qkr 3 en deze
ftad herwon ten delen 5 't geen zy by de
bankbriefjes verloren had. Egter begon
men het arreft van de verplaatzing , of
liever van de ballingfchap van 't parle-
ment, te regiftreren , en men deed het in
de uitgezochtfte en onderdanigfte be-
woordigingen. 3) Gehoort, (zeide de
35 declaratie, die de regiftrering ordon-
3, neerde , ) in gevolge van den eifch
33 van's konings procureur-generaal 3 dat
3, het hof zyn ordinare functien zou
„ waarnemen , en den koning den ge-
3, woonlyken dienft bewyzen , gelyk
33 totnochtoe gefchied was , met de-
zelve oplettentheid en aankleving voor
3, het welzyn van den ftaat en het ge-
33 meen 5 die het in alle tyden gehad
33 heeft ; en het hof voortgaande met
33 den koning blyken van dezelve ge-
3, trouwheid te geven, die het voor des
„ konings voorzaten en hem zelf, ze-
33 dert zyn komft tot de kroon tot nu
33 toe, gehad heeft , daar het nooit van
„ zal afvvyken , zal men zyne voor-
33 noemde majefteit aller - onderdanigft
,3 fmeken , acht te willen geven op de
33 onheilen en gevolgen van de tegen-
33 woor-
ii6 Het Leven van
„ woordige verklaring 5 en de tegen-
55 woordige regiftrering als een nieuw
55 bewys van deszelfs diepfte onderda-
55 nigheid te willen ontfangen
Gedurende de afwezigheid van 't par-
lement 5 deed de hertog van Orleans,
om zo te fpreken meefter van het llag-
veld , zo veel plakaten uitgaan , als hy
raadzaam oordeelde. Derzelver menig-
vuldigheid en tegenkanting diende ner-
gens anders toe , dan om de grootheid
der rampen ? en de onmogelykheid van
daar in te voorzien 5 te doen gevoelen.
Hy zelf moeft het bekennen , en was ge-
nootzaakt, om zyne papieren zo gaauw
als het mooglyk was in te trekken, zyn
toevlucht te nemen tot de middelen,
die hy , ik weet niet hoe dikwils 3 be-
looft had 5 nooit te zullen in't werk ftel-
len : men vervolgde de aótioniften 3 men
drukte de financiers als fpongien uit. De
briefjes verloren zo veel in de geopende
ontlafting- gaten , als zy onder het ge-
meen gedaan hadden , 't geen zich ge-
ruineert zag, zonder dat de fchulden des
konings betaalt waren: ten minften heeft
men doen geloven , dat de vernieuwing
en de voortzetting der bclaftingen , waar
mee Lodewyk de veertiende de natie
bezwaart had, noodzaaklyk waren, om
die af te doen.
'tKoa
Philippus van Orleans. 127
'tKon niet wel aangaan, dat het par- Het par-
lement te Pontoife bleef , derhalven ^Swte
werkte men , om het weerom te doen Parys
komen. Eer het evenwel dit verlof er- herfteIt#
langde , kreeg het order om zich naar
Blois te begeven , 't geen mooglyk ge-
fchiedde om het een fchrik aan te jagen ,
en daardoor over te halen tot het aanne-
men der voorwaarden , die men het voor-
fchreef. De verzoening gefchiedde op
redelyke conditiën ; het parlement be-
loofde in 't vervolg reklyker te zyn , en
tot bewys regiftreerde- het in voorraad
te Pontoife zekere plakaten , die de la
Vrilliere daar bragt : tot beloning hier-
van , wierd 'er toen gezegt , beloofde
men het parlement , dat alle de brief-
jes, waarvan iemant zyner leden de hou-
der was, in geld zouden verwiflelt wor-
den. Dus word het gemene welzyn dik-
wils aan het particulier voordeel van die
genen opgeofferc , wier plicht meebrengt
het eerfte te befchermen.
Ik verzoek dat deze overweging als
een uitweiding mag aangezien worden,
want ik kan niet geloven , dat zulk een
genoodfehap, als het parlement is,dier-
gelyk een verdrag zou aangegaan heb-
ben , en ik onderlid , dat het gerucht,
dat 'er in dien tyd van gong , te ene-
tnaal valfch was 5 of mooglyk den een of
den
128 Het Leven van
den ander zyner leden in 't particulier
betrof.
De kaniïelier, die den grootften roem
te verliezen had , was het meeft van al-
len verlegen. Deze plakaten , vooral
die tegen het parlement waren , welke
hy ondertekenen moeit, konden weinig
dienen om dien te handhaven. Hy ver-
zocht om zyn affcheid, en men gaf hem
acht dagen om zich te bedenken. Fre-
ne is een redelyk fraie verblyfplaats,
maar hy had liever te Parys gebleven.
Na verloop van den beraad -tyd wierd
hy handelbaar, en zegelde alles wat men
wilde , gelyk d^Argenfon had kunnen
doen. By deze gelegenheid zette men
op de deur van zyn paleis de volgende
latynfche woorden , Et homo fallus ejl ,
dat is , en hy is een Menfch geworden.
De vriendfchap tuflchen zyne koning-
lyke hoogheid en het parlement duurde
niet lang : naauwlyks was het van Pon-
toife te rug gekomen , of men begon
een overleg te maken , om het te zen-
den vanwaar het gekomen was. Men
wilde weer een tiende op de vafte goe-
deren invoeren , het hooftgeld vermeer-
deren, en de duizent millioenen van het
kapitaal der renten op liet ftadhuis , op
de helft verminderen. Alle deze voor-
stellingen quamen uit het brein van Pel-
letier
Philipfus van Orleans. 129
leder dr Ia Houflaie 3 onlangs in de plaats
van Pelletier des Forts gekomen 3 die op
Law gefuccedeert was. D'Argenfon
leefde in dien tyd noch, 't welk in *t be-
gin van januari 1722 was , en men meen-
de dat hy herroepen zou worden , geen
vele wenfchten , want fchoon hy niet
2£er bemind was, achtte men hem even-
wel meer dan de meeften , die in bedie-
ningen waren. Het parlement bdog5
en de ruit wierd allengs herftelt, wel te
verltaan , dat dit duurde , tot dat 'd
weer een nieuwe oorzaak tot moeiiyk-
heid ontitond.
De hertog delaForce, prefident van Zowkt-
den finantie-raad , en lid van dien van g"|gprQf
de regering 5 wierd fterk verdacht ge-
houden , van goed deel gehad te heb-
ben aan de voordelen, in de ftraatQuin*
campoix gedaan. ^ Men zei opentlyk,
dat hy zyne briefjes in wezentlyke ef-
fecten had verkeert , met een menigte
van fpeceryen te doen opkopen. Deze
heer, tot het binnenfte geraakt over de-
ze geruchten , beklaagde 'er zich over
aan den hertog regent, en verzocht zelf
om commiiTariilen. \ Geval wilde , dat
men ter zeiver tyd in het kloolter van
de grote Auguftynen voor anderhalf
millioen aan fyne fpeceryen aanhaalde :
eerlt zeide men , dat zy voor rekening
II Dea I van
130 Het Leven van
van enige koopluiden van S. Malo wa-
ren ; maar de genen, die 'er hun naam
toe geleent hadden, verklaarden, dat deze
effetten aan den hertog de la Force be-
hoorden. Des konings procureur , 'du
Chatelet, maakte het proces verbaal van
deze ontdekking op , maar wetende dat
de zaken , die hertogen en pairs van
Vrankryk betroffen , niet van zyne be-
voegtheid waren , gaf hy de zaak aan
den procureur -generaal over. Op des-
zelfs verzoek vergaderde het parlement
den 1 J februari : de zitting duurde vier
uren ; men had 'er alle de prinflen van
den bloede by genodigt ( uitgenomen
den regent) en 18 andere hertogen, de-
wyl zonder dat alles , 't geen men tegen
den befchuldigden mogt aanvangen, van
nul en gener waarde was.
De foort van misdaad , daar het pro-
ces over was , had de gemoederen met
verontwaardiging vervult : en in der daad
daat ftak iets lafs en haatlyks in. De
driftigfte waren van gevoelen , dat men
arreft op zyn perfoon zou verlenen ; maar
de marfchalk de Villars kantte zich daar
fterk tegenaan ; hy fprak met lof van
den hertog van la Force en zyne voor-
ouders , en zyn befluit was , dat men ,
ccr men verder gong , horen moeft, wat
gemelde hertog tot zyn verfchoning in
te
Philippus van Orleans. 131
te brengen had : fcyn raad wierd gevolgt ,
en die heer gedagvaart om gehoort te
worden. Hy begaf zich naar het parle-
ment, maar dewyl hy weigerde zyn de-
gen af te leggen, wilde men hem ook geen
gehoor verlenen. De hertog regent, over
dit ceremonieel artikel om raad gevraagt ,
liet de uitfpraak daarvan aan 't parle-
ment. Ondertuflchen dat men deze zaak
onderzocht , begaf zich een commiflaris
gewapenderhand naar een huis, naait het
paleis van la Force , op voorwentzel,
dat 'er koopmanfchappen in waren, wel-
ke dien hertog toebehoorden. De her-
tog quam op flag, en vroeg, door wiens
order zy te werk gongen, die door den
commilfaris getoont wierd ; de hertog
rukte ze hem uit de hand , ' en belette
hem huiszoeking te doen : zie daar een
twede proces verbaal , dat , gelyk het
eerfte , en om dezelve reden , in handeh
van den procureur-generaal geftelt wierd.
Men vergaderde om 'er over te raadple-
gen ; een deel hertogen woonden deze
vergadering by , waaronder die van la
Force zelf was , die fpreken wilde , en
eene memorie inleveren , maar men be-
laftte hem buiten te ftaan , en meri fprak
met meerderheid van Hemmen een von-
nis van perfonele indaging tegen hem
1 2 uit 3
132 Het Leven van
uit , op deze reden gegrond , om dat hy
de gerecht spie ging weerjlaan had.
Dit vonnis wierd te ftraf geoordeelt:
de hertogen , met verlof van \ hof, verga-
derden by den aartsbiflchop vanRheims,
eerften hertog en pair van Vrankryk ; het
befluit dat zy namen , was , dat het par-
lement al te ver gegaan was , en dat na-
demaal de raadsheren hun tabbert aan-
hielden, wanneer zy gedagvaart waren
om verhoort te worden , zy hun gezag
waren te buiten gegaan , eifchende dat
de hertog de la Force zyn degen zou af-
leggen : en dat de koning zou verzocht
worden , om deze zaak voor zyn raad
te beroepen. De koning bewilligde hun
verzoek , en het arreft hiervan .wierd
hun den laatften februari aangekondigt.
Het parlement oordeelde zich beledigt,
en liet den koning bidden van de zeer
onderdanige vertogen aan te horen , die
het hem hierover te doen had. De her-
togen zelf, die 'er om aan hadden ge-
houden , merkten de fout die zy begaan
hadden , door een van de befte hunner
privilegiën af te itaan , en voegden zich
by het parlement, om de kennisneming
van deze zaak weer aan zich te krygen.
De hertog van Bourbon , de graaf van
Charolois , en de prins van Conti onder-
fteunden
Philippus van Orleans. 133
iteunden dit verzoek , en bewogen he-
mel en aarde om het door te dringen.
De eerfte maart was de beftemdedag,
om hunne vertogen aan te horen. De
heer de Mefmes, eerfte prefident, over-
trof zich zeiven by deze gelegenheid,
hoe weinig tyd hy ook gehad had, om
zyn redenvoering op te ftellen : de ken-
ners zagen die voor een meefterftuk aan ,
waarin de bondigheid van de redene-
ring , en de deftigheid van de uitdruk-
king, elkander verzelden en onderlteun-
den.
Hy bewees , dat deze aftrekking te-
gen de belangen van de prinffen van den
bloede en van de hertogen en pairs
ftreed , en dat zy heilige en onfchend-
bare gewoontens te keer ging. 5, Wy
„ zullen uwe majefteit, zeide deze ma^
* ,5 giftraats - perfoon , de zaken eenvou-
dig voorftellen. Wy zullen u de on-
„ betwiftbaarfte gronden voor ogen
„ houden, en onze voorrechten verto-
3, nen ; en wy zullen met vertrouwen
„ de uitwerkzelen van die goedheid af-
„ wachten , die uwe majefteit alle hare
„ onderdanen doet gevoelen , en wraar-
„ van zy vooral blyken aan de prinffen
„ van haar bloed moet geven. Uwe
„ majefteit, vervolgde hy, weet de on-
3, vermydelyke verplichting , die wy
I 3 „heb-
1 34* Het Leven van
„ hebben , om de order en policy in
35 uw ryk te handhaven 5 en om de waak-
55 zaamheid en den yver op te wekken
55 van de amptenaren , die geftelt zyn
35 om die te onderhouden , en hun ge-
55 zag te onderfteunen.
55 Deze oplettentheid 5 zo noodzaak-
35 lyk ten allen tyden, is het noch meer
35 in deze ongelukkige dagen van de ge-
35 mene rampen , waar in uwe onderda-
53 nen 5 byna van alle hunne have ont-
55 bloot 5 de noodzaaklykfte koopman-
35 fchappen voor het leven tot een zo bui-
55 tenfporigen prys geftygert zien. Wy
35 hebben altyd voorzien 5 dat 'er tegen
35 uwe ordonnantiën ftapels van allerly
55 foorten van waren zouden gemaakt
35 worden, en dat luiden van allefly be-
33 roep ongeftraft een monopolie zouden
35 oprechten , die zo uitdruklyk verbo-
3, den is. cc
Na de zaak van den hertog van la For-
ce onvouwt, en de bewyzen aangebragt
te hebben, en aangetoont, hoe zeer de
rechten van de printten van den bloede5en
van de hertogen en pairs,door deze betrek-
king tot een andere rechtbank, gekrenkt
waren, en dat het eerlyker en veiliger
voor hun was, in het parlement gevon-
nift te worden , voegde hy 'er by : " Si-
5, re, de ftaat der printten van uwen bloe-
Philippus van Orleans. 135
<>, de, en van de pairs van uw ryk, zou
„ ongelukkiger zyn dan die van uwe
„ minfte onderdanen Zy zouden
,5 van eene commiiïie afhangen , en de
3, eer van de eerfte luiden van uw ryk
3, zou kunnen toevertrouwt worden aan
33 menfchen, by toeval byeen gefchraapt,
33 aan deze willekeurige zittingen 5 die
33 nooit vertrouwen inboezemen 5 die
33 geen beftendigen duur hebben 5 die
33 byna zo gaauw verdwynen 5 als zy aan-
33 geftelt zyn : en de prinflen van uwen
33 bloede ? en pairs van uw ryk , om den
33 befchuldigden niet te verlaten, en om
33 voor zyn behoudenis te waken, zou-
3, den zich genootzaakt zien5 om zich
33 by onbekende rechters, en by vier-
33 fcharen te voegen, diedikwils minder
„ van rang zyn ) 't geen zy niet zouden
3, kunnen doen, zonder hunne waardig-
33 heid veracht te maken en ten toon te
3, ftellen.
„ Maar 't geen de begeerten van de
„ prinfTen van uwen bloede, en van de
„ pairs van 't ryk vermeerdert, om geen
„ andere rechters dan het parlement te
3, hebben, is de kennis, die zy, uit ci-
3, geervarenheid 5 hebben van de naauw-
,3 keurigheid , waar mee de wetten daar-
3, in gehandhaaft worden. Nademaal zy
33 onbequaam zyn , om een ftap te doen
I 4. „ te-
136 Het Leven van
5, tegen de getrouwheid, die zy u fchul-
3, dig zyn , en tegen de wetten, die de
3, eer en hunne geboorte hun voorfchry-
3, ven 3 die regels, die de misdadigers
3 3 doen beven 5 de onfchuldigen geruft
33 ftellen, is het hun genoeg een vier-
3, fchaar tot rechters te hebben , waarin
33 die met de uiterfte naauwk-eurigbeid
,3 in acht genomen worden. Zou uwe
33 majefteit de prinflen van uwen bloede,
33 die uit de geboorte een delibererende
„ ftem in \ parlement hebben , en de
3, pairs van Vrankryk, die den eed in
33 het hof der pairs afleggen , van de
33 eertekenen en voorrechten willen
33 beroven 3 die zy aan alle de amtena-
33 ren van 't parlement niet betu iften 3
33 welke in een criminele zaak niet dan
„ door hun genoodzelfchap gevonnift
33 worden? Wy kunnen uwe majefteit ver-
33 zekeren, dat zo het recht der prinflen
„ en der pairs onbetwiftbaar is, zy daar
3, van onheuglyke tyden af in 't bezit
3, van zyn. Wyzien in onze regiltcrs,
3, dat wanneer de andere parlementen
3, de pairs van Vrankryk hebben willen
„ vervolgen , de koningen uwe voorza-
„ ten bellift hebben , niet als een nieuw
„ recht, maar als een recht dat met de
„ inftelling van 't parlement, en de na^
„ tuur van het pairfchap verknocht is 3
„ dat
Philïppus tan Orleans. 137
5, dat geen pair van Vrankryk gehou-
„ den is te pleiten 5 te antwoorden , noch
95 zelf te recht te ftaan 3 over zaken, zyn
„ perfoon en het recht van het pairfchap
55 rakende , voor enig ander hof of rechts-
„ gebied 5 dan alleen voor het parlements-
3, hof van Parys, dat het hof der pairs is cc.
By deze redenen voegde hy een klagt,
in uitdrukkingen 3 die te gelyk fterk en
eerbiedig zyn 33 Daar is ons niets meer
33 overig 3 zeide hy , dan uwe majefteit
„ recht te verzoeken over de wyze5waar-
33 op deze zaak voor uw gerechts hof ge-
33 trokken word. De koningen zyn niet
3, gewoon hun begeren aan hun parle-
33 mei^t bekent te maken 5 dan door pla-
3, katen,' declaratien, of openebrieven ;
33 't is ons zelf door uwe ordonnantiën
33 verboden , eenige acht te geven op
33 alles 3 wat niet in de gedaante van
33 openebrieven gefchied is.
33 Om kort te gaan , was zyn befluit,
3, de drie prinflen van uwen bloede 3
3, die by onze raadplegingen zyn te-
33 genwoordig geweeft 5 hopen van
33 iiwe majefteits goedheid , dat zy wel
33 zal willen een arreft 3 dat hun zo na-
33 delig is 3 herroepen 5 en zy verwach-
33 ten dit met zo veel te meer vertrou*
33 wen 3 om dat men hun niet kan wy-
33 ten 3 dat zy 'er hun, ftem toegege^
I 5 » ven
138 Het Leven van
3, ven hebben. Zy zyn wel verzekert i
3, van in den heer regent de zelve ge-
33 moeds-leidingen te vinden als in uwe
33 majefteit ; uit het zelve bloed gefpro-
33 ten als uwe majefteit, heeft hy de zel-
33 ve gevoelens , uit het zelve bloed ge-
33 fproten als de prinflen 5 die by U om
33 recht fmeken, heeft hy de zelve be-
33 langen «
Het antwoord vanden kanflelier was
een taftelyke blyk van de welgegrond-
heid der vertogen. Hy verzekerde , dat
fcyne majefteit, met het bewufte arreft
te laten uitgaan, de minfte inbreuk niet
had willen maken in de voorrechten 3
aan de waardigheid van pair van Vjankry k
verknocht 3 noch in het gezag, dat hy
zyn parlement aanvertrouwde.; dat ge-
fchillen van deze natuur voör het oor-
deel van zyne majefteit befpaart wierden 3
dat de onenigheid zelf, die zy onder de
pairs hadden doen ontftaan, voor den
koning een nieuwe beweegreden ge-
weeft was , om zich met deze zaak
te bemoeien. ,, De zaken zyn ten dezen
9, opzichte noch in haar geheel voeg-
de 'er myn lieer d'Aguefleau by, het ge-
„ geven arreft toont allehig aan , dat de
„ zwarigheid gewichtig genoeg gefche-
„ nen is , dat de koning die liet onder-
5, zoeken. Maar zyne majefteit heeft
3, zich
Philippus van OrleanSo 139
55 zich noch niet verklaart omtrent het
„ befluit, dat 'er op dit beroep volgen
„ zal ; zy heeft zich vergenoegt met in
,5 dit arreft te zeggen , dat daarin zal
35 voorzien worden 5 zodanig als het be-
55 hoort. En nademaal niets in dezen.
5, ftaat verhindert 5 dat de zaak weer aan
35 't parlement kome 5 moet deze verga-
55 dering afwachten 5 dat het den ko-
35 ning behage haar zyne mening te laten
35 weten 5 die altyd ftrekken zal om de al-
55 gemene rechten te handhaven 5 om
55 de billyke prerogativen van zyn par-
5, lement 5 en de ware voorrediten van
5, het pairfchap te bewaren ? en om de
5, order en ruft in alle de delen en in al-
55 leftaten van zyn ryk te doen regeren cc.
Dit antwoord gaf vooruit te kennen
wat 'er gebeuren zou. Den tienden maart
wierd de hertog de la Force door eene
declaratie des konings weer aan 7t parle-
ment te rug gezonden , en deze declara-
tie wierd met voorzichtigheid geregis-
treert. Het arreft 5 waardoor dit gefchied-
de 5 hield in 3 dat daaruit niet volgen
moeft 5 dat 'er enige brieven omtrent
de criminele proceflen der prinflen en
pairs nodig waren 3 dat zy op generly
wyze enig nadeel zou toebrengen aan de
rechten en prerogativen der prinflen en
pairs 3 ea anderen 5 die zitting in 't ge-
rechts-
140 HetLeven VAN
rechtshof hadden , om niet in het parle-
ment op de gewoonelyke wyze gevon-
nift te worden.
Op den zeiven dag ten vier uren na
de noen begaf zich de hertog de la For-
. ce zonder degen naar het parlement : zyn
verhoring duurde vier uren. Na verfchei-
de zittingen 5 want dit proces was heel
verwart , quam 'er den 7 juli een von-
nis uit, behelzende in fubftantie , dat de
kamers vergadert, en genoegzaam met
pairs voorzien zynde, ordonneerden, dat
de hertog de la Force gehouden zou zyn
met meer omzichtigheid te werk te gaan ,
en in 't vervolg een onberifplyk gedrag te
houden , gelyk het zyn geboorte en de
waardigheid van hertog en pair voegde ;
Oriënt doorgeftreken , en van zyn gild
vervallen ; Landais, Bernard en du Pare
beftraft , en veroordeelt in 6000. livres
aan fchade en intereften, en in alle de kof-
ten ; en dat de waren geconfisqueert zou-
den zyn, twee derde aan het algemene
gafthuis , en de andere derde ten voor-
dele van de kruideniers. Dit arreft was
in zich zeiven zacht , maar ten opzicht
van een hertog en pair viel het hart, en
alle de genen, dieper door veroordeelt
wierden, hadden enig verband met den
hertog de la Force , een van hen was zelf
zyn fecretaris , en het bleek genoeg uit
Philippus van Orleans. 141
het preses , dat zy met hun allen niet ryk
genoeg waren , om zulk een grote quan-
titeit fpeceryen te hebben kunnen opko-
pen. Zonder twyffel dat het parlement
zich nergens anders om van zoo veel ge-
matigtheid omtrent dezen heer bedien-
de , dan om de andere pairs te doen ge-
voelen , dat het voor hen veel zachter
zou zyn , in deszelfs handen te verval-
len , dan in enige andere. De zaak maak-
te zo veel te meer gerucht, om dat de
gene , dien het pro£es aangong , be-
halven zyn geboorte en groten rang,
een van die vernuftige filozofifche ver-
ftanden was , welke van alle deze foor-
ten van zwakheden fcheen ontbloot te
móeten zyn.
Het foort van gerechtshof,aangeftelt om °"^n
het gedrag der bewinthebbers5kafTiers5en aVon-"1
kommifen van de kompagnie der Indien '«h£
en van de bankte onderzoeken, ontdek- handen-
te wel andere guiteftukken. Men vond gen van
dat Law achttien millioenen aan de bank c bank*
fchuldig was ; dat 'er, in de maand van
november 17 19, veertig millioenen in
geld uit de bank gegaan waren , die 'er
eerft in briefjes op het einde van feptem-
ber 1724 weer in waren gekomen, en
dat de bewinthebbers voor hondert mil-
lioenen aan briefjes hadden ingehouden,
van die gene , die zy naar het ftadhuis
moeften
142 Het Leven van
moeften zenden,om daar verbrand te wor-
den. Een van de minft-fchuldigen was
een zeker Rhigt, die alleen overtuigt
wierd van zeven millioenen ter zyden af-
gewent ? en naar vremde landen ver-
zonden te hebben. Deze navorfchingen
der behandelingen van de amtenaren der
bank en van de millioenariflen , gelyk
men ze in dien tyd noemde , verlichtten
het volk niet meerder, dan die van de
generale pachters en financiers in 't be-
gin van 't regentfchap : maar ten minden
had het enige oorzaak om zich te troof-
ten met de publieke verkoping , die men
van den boedel hield van de oorzaak van
deszelfs rampen , ik wil zeggen van den
beruchten Law , en met de confifcatie
zyner landgoederen , waaronder ''er veer-
tien getytelde waren , waarvoor hy hul-
de gedaan had aan den koning, toen hy
den eed voor het ampt van controlleur ge-
neraal aflei : zyn broeder , dien hy by
zich ontboden had, om den buit van
Vrankryk met hem te delen , wierd ter
zeiver tyd uit de baftilje, daar men hem
eerft gezet had , na de conciërge over-
gebragt, om daar te blyven, tot dat hy
zyne fchulden betaalt zou hebben.
De briefjes waren Vrankryks enige
plaag niet , maar Provence wierd ook
door de peft aangetaft ; Marfeille , die
door
PHILIPPÜS VAN OltLEANS. H3
door haar groten koophandel Amfter-
dam haaft begon naar de kroon te fteken ,
wierd tot een nare wildernis ; en de vlam
lei meer dan twee derde delen van Ren-
nes , hooftftad van Bretagne, in de afch.
Een brief 5 uit deze laatfte rampzalige
ftad gefchreven , en die toen in druis ge-
geven wierd, eindigde, na dezen droe-
vigen brand op de hartroerentfte wyze
afgefchildert te hebben, met deze woor-
den: ik durf u niet berichten , mynbeery
waaraan men dezen brand toejchryfi , die
men zegt met de flambouw in de hand
veroorzaakt te zyn ; de gedachten alleen
daar van moet een ieder doen yzen.
Zie hier deze gedachten , die ik my zmneio
niet zal ontzien te ontwimpelen , om z? lafte"
dat ik het nergens anders om doe , dan nng*
om aan te tonen , hoe ver de laftering
woedde tegen een prins, dien zyne ge-
boorte en grote perfonele hoedanighe-
den hoog moeften doen achten. Men
zei dan, en zelf opentlyk genoeg, dat
'er geen provintie was , die men meer
vreefde dan Bretagne , om haar verbin-
tenifTen met Spanjen , om den imborfl
harer inwoners , en vooral , om de ge-
fchillen die men met den adel en het par-
lement gehad had; en dat men, om haar
te beletten , van ter gelegenheid van 't
verval der bank een opfchudding te ver^
wek-
1^4 Het Leven van
wekken , dit barbaarfch middel gebruikt
• had 5 om haar te dwingen ruft te hou-
den. Ik betuig oprecht , dat ik van de-
ze achterdocht niet zou gerept hebben j
indien ik 'er de geringfte fchaduwe van
waarfchynlykheid in gezien had. De vre-
de was met Spanjen gemaakt > en de
misnoegden konden daar geen byftand
van verwachten ; het parlement , en de
adel , hadden zich t'eenemaal onder-
worpen , en het gemeen, hier, gelyk
overal, bezig met de wrakken van hun
fortuin, die door Laws ontwerp fchip-
breuk geleden had , byeen te verza-
melen, was 'er ver vandaan, van eni-
ge gedachten tot oproer te herber-
gen.
Het afgebrande deel van Rennes had
maar uit houte huizen beftaan, en de
ftraten waren 3er zeer naauw, zo dat het
weinig fcheelde, of de gevels van de hui"
zen raakten elkander ; men had niet
eens , maar hondert maal voorfpelt , dat ,
indien 'er brand in deze quartieren quam ,
het 'er droevig uit zou zien : de brand
begon in het huis van een fchrynwer-
ker, welke dronken zynde een groot
vuur van fpaanders had aangeftoken , om
zyn vrouw te verbranden ; de wind was
hevig , en liep alle ogenblik om ; de
ïolders lagen vol takkeboflen, verfchei-
PttiLIPPUS TAN ORLEANS.
de huizen waren met dunne planken ge-
dekt * was het dan zo groot wonder,
dat het vuur zo veel ravage maakte? ea
moeft men 5 om dit te doen begrypen,
zyne toevlucht tot een uitlegging ne-
men , die ruim zo misdadig als dwaas is ?
Ten minften had het ryk midden in
deze algemene en byzondere rampen
geen binnenlandfche noch uitheemfche
oorlogen te vrezen. Meefter van bin-
nen, en geacht van buiten , had de her»
tog van Orleans, door zyne ftantvaftig-
lieid, en fchranderheid, weten de min-
fte gelegenheden daartoe uit den weg
te ruimen ; de hartnekkigfte vyanden
der natie waren zyne vrinden en befcher-
mers geworden: wat is 'er aangelegen,
of hy het voor zyn eyge belangen , en
om zyne vorderingen te verzekeren, ge-
daan had , was daarom het voordeel
daar van minder wezentlyk en duurzaam ?
en kan men niet zeggen, dat Vrankryk
verloren was geweelt , indien zy onder-
nomen had de aanfla^en van den cardi-
naai Alberoni te onderiteunen.
De abt du Bois was het werktuig ge- Verfceé
weeft, waarvan hy zich bedient had om
£yne vreedzame ontwerpen uit te voe- duBoi^
ren, en hy was ook de enige, met wien
hy ze gefmeed had. Deze minifter,aan des-
zelfs belangen teenemaal overgegeven,
11. DeeL K Ind
146 Het Leven van
had geen moeite noch ongemakken ont-
zien , hy was te Londen , in den Haag ,
en te Hanover geweeft, en had overal
in zyne handelingen geflaagt , derhal-
ven was het ook niet meer dan billyk,
dat hy 'er voor beloont wierd.
De vriendfchap 5 die zyne koningly-
ke hoogheid voor hem had, en het ge-
wicht der dienften, die hy hem bewezen
had, verdienden wel eep rykelyke belo-
ning , derhalven wierd hy voor een be-
gin fecretaris van ftaat voor de buiten-
landfche zaken gemaakt , maar kort daar-
na wrerkte men om hem cardinaal te ma-
ken, maar Clemens de elfde koos den
aartsbilTchop van Rheims hier toe, en
men maakte hem by provifie, om een
gunftiger tyd af te wachten , aartsbif-
fchop van Camerik. De opvolger van
Clemens den elfden, beter wetende van
wat gewicht liet was , den gunfteling
van den regent van Vrankryk door by-
zondere banden aan de roomfche kerk te
verbinden , deed op de bevalligfte wy-
ze, 't geen zyn voorzaat niet had wil-
len doen. De cardinaal van Rohan ,
die men met deze onderhandeling by
zyne heiligheid belaft had , berichtte
den uitflag daarvan in byzonder ftre-
lende uitdrukkingen voor zyne nieuwe
eminentie , zeggende , dat Innocentius
Philippus van Orleans. 14.7
de dertiende hierdoor een oude fchuld
van zyn voorzaat en van de kerk afbe-
taalde, voor de grote dienften , die de-
ze prelaat , zo wel aan den een als aan de
andere, zedert het regentfchap bewezen
had ; dat zyn heiligheid aan zyne ko-
ninglyke hoogheid dit inftantelyk ver-
zoek niet had kunnen weigeren , voor
een perlbon, die de kerk en het ryk zo
wel beftuurde. De brief van den paus
was niet minder verplichtende : hy
fchreef , dat hy dezen prelaat tot het
purper verheven had , niet alleen om
zyn perfonele verdienften , maar ook
ter oorzaak van zyne grote dienften aan
de kerk bewezen, nademaal hy een van
die genen was , die het meeft toege-
bragt hadden, om dezelve in ruft te bren-
gen.
Zo dra de courier met deze brieven
aangekomen was, geleidde zyne koning-
lyke hoogheid den aartsbiflchop van Ca-
merik by den koning, enzeide; „Sire,
,> ik heb de eer van u den aartsbilfchop
„ van Camerik aan te bieden , aan wiens
„ yver uwe majefteit de ruft van den
„ flaat , en den vrede van de kerk van
„ Vrankryk verfchuldigt is ; die zonder
hem door een yflyke fcheuring ver-
„ deelt zou zyn geweeft. De paus , om
zulke gewichtige dienften te erken-
K 2 5>nen,
148 Het Leven van
„ nen , heeft hem met een cardinaals
„ hoed beloont cc.
Weinig dagen daarna verzocht men
den marquis deTorci, om zich , ten be-
hoeve van den nieuwen cardinaal , van
het ampt van opziener over de pofteryen
te ontdoen, mits een wedde vanvyf en
veertig duizent livres daarop behouden-
de ; hy kreeg ook de vertrekken van de
Thuilleries, die de hertogin van Venta-
dour bellagen had , terwyl zy gouver-
nante van den koning was ; by alle deze
tekenen van gunft voegde men verfchei-
de ryke abdyen , zo dat hy , byna in een
ogenblik , een der rykfte heren van 't
ryk wierd. Hy was zelf al te hoog ver-
heven , om naderhand in den raad te ver-
fchynen , zonder 'er een gediftingueerde
plaats te hebben ; en dewyl men noch
het belluit niet genomen had , om de
hinderpalen, die men voorzag omtrent
deze voorzitting te zullen ontmoeten,
met geweld omver te werpen , woonde
hy die vergaderingen niet meer by , en
zyn bediening van ftaats-fecretaris in de
buitenlandfche zaken wierd aan den gra-
ve van Morville , zoon van den heer Ar-
menonville, gegeven : maar fchoon hy
afwezig was , was hy 'er evenwel het
voornaamfte beweegrad af , en zonder
den rang of den titel van eerften ftaats-
dienaar
Philippus van OpvLeans. 149
dienaar te hebben, nam hy 'er de bedie-
ningen van waar , zedert dat de heer
d'Argenfon het hof verlaten had , en
Law gevlucht was.
Zyn verheffing maakte den nyd gaan- ^.^ord
de, en men kan niet geloven hoe ver lykafge-
die gong. Laat men al het venyn fchüderr.
te zamen rapen , dat de haat en quaad-
aardigheid over de gunftelingen der vor-
ften hebben uitgefpogen , en men zal
bevinden , dat men ze noch zeer ont-
zien heeft 3 in vergelyking van dezen.
Daar was maar een enig artikel , waar-
over men hem niet te keer gong, naam-
lyk zyn getrouwheid voor de belangen
van den hertog van Orleans, en de he-
vige en oprechte genegenheid , die hy
voor zyn perfoon had. Indien men de
pasquillen , de liedjes , de prenten zelf
wilde geloven , die 'er met hopen uit-
quamen, had hy noch godsdienft, noch
deugt, noch eer , noch gevoelen van
menfchlykheid , zelf had hy generly
verdieniten , en was te enemaal onbe-
quaam tot de bedieningen , die men hem
toevertrouwde ; hy had altyd in de de-
bauches geleeft , zonder ooit geweten
te hebben wat liefde was , en in debau-
ches van allerlei foort : de dag dat hy
priefter wierd , was de eerfte dag dat
hy het nachtmaal ontling, en 't geen in
K 3 zom*
1
ïjo Het Leven van
sommige opzichten noch nimmer was
dan dit alles , men befchuldigde hem met
al het quaad , dat men de onbefchaamt-
heid had van zyn meefter op te leggen ;
men ftrooide zelf uit , dat hy getrouwt
was , dat de heer de Bretueil , intendant
vanLimoges, uit de griffies, en uit de
regifters van de parochie, kopy van alle
de acten had laten lichten , en van de
papieren , die tot bewys konden ftrek-
ken , en wanneer men dezen intendant
onder zyn minifterie fecretaris van oor-
log zag worden , ging dit vermoeden
voor een onwederfpreeklyke waarheid
door.
Hervor- De billikheid vereifcht, dat ik dit haat-
éituJ™ lyk portret een weinig hervorm : wat per-
tret. foneel misnoegen ik en myne familie te-
gen dezen minifter hebben , zal ik egter
hem graag zyn verdiende recht bewyzen.
Zyn ftatuur was minder dan middelma-
tig, en heel fchraal , zyn temperament
vol vuur : niet alleen had hy verltand ,
maar \ was een fraie geelt ; zyne onder-
handelingen , waarvan hy alleen het
geheim en de belturing had , kunnen
daar getuigen van itrekken , en hem te
willen van die kant zwart maken , was
zulke blyken van zyn haat geven , dat
men omtren^al het overige geen geloof
verdiende. By zyn uitmuntenden geeft
voegde
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 1)1
voegde hy een ftantvaftigen aandacht ,
en een hartnekkig blokken ; nooit heeft
miiïchien iemand zo veel gearbeid , als
hy deed 5 zedert dat hy de enigite ver-
trouweling van den hertog regent ge-
worden was. Wat de qualiteiten van 't
hart aangaat , hy was niet wreed noch
wraakzuchtig , en had het nooit op ie-
mand anders voorzien, als op de vyanden
van den hertog van Orleans , behalven dat
al zyn haat zich noch bepaalde , met
hen te beletten van iemand te kunnen
déren , eer als dat hy hun wezentlyke
onheilen zou veroorzaken ; hy was zelf
een goed vrind, en fchoon hy den heer
d'Argenibnin een gewigtige gelegenheid
verlaten had, handhaafde hy hem in een
overfchot van gezag en aanzien , en droeg
zorg voor deszelfs twee zoons : fpyt de
nyd zal zyn blakende yver voor zyn
meefter altyd door eeriyke luiden voor
een deugd aangezien v orden , ten-
minften voor een bewys 3 dat hy goede
gevoelens had.
Ik wenfchte wel dat ik hem omtrent
de andere beichuldigingen kon recht-
vaardigen ; maar het is zeker , dat hy
nooit groten godsdienft bezat , en dat
zyne zeden weinig met de geeftlyke
waardigheden 5 daar hy naar ftond,
overeen quamen : had hy zich ten min-
K 4. ften
lp Het Leven van
ften omtrent een heel grof gebrek , dat
men zelden anders als in 't janhagel, en
in de krygsluiden over ''t hoofd ziet , ge-
betert ! in de vervoertheid van toren,
waaraan hy door zyne levendigheid zeer
onderhevig was, ontviel hem Gods hei-
lige naam dikwils, met de onbetaam-
lykfte uitdrukkingen verzelt. Toen hy
tot gewichtige ftaatspoften gevordert
was , maakte hem de overkropping van
zaken heel gierig op zyn tyd ; als men
hem enige ogenblikken daarvan deed
verliezen , en bleef aanhouden op de ver-
doeken of de vertogen die men te doen
had, wierd hy door de toorn vervoert,
en hy drukte zich in zyne gehoorgevin-
gen uit 5 gelyk hy in zyn particulier ge-
woon was te doen : de hertogin van ....
had hier op een dag de proef van , en
al het antwoord, dat zy kreeg, was een
van die tére uitdrukkingen; zy ging 'er
aan den hertog regent over klagen, die
heel koel tegen haar zeide , ik weet dat
hy brutaal is, maar ik heb my altyd wel
by zyne raadgevingen gevonden. De-
ze hertogin, die nu al op haar jaren was,
had altyd voor geen veftaalsche maagt
gcpafFeert. .
Men zal zonder twyffel aangemerkt
hebben , dat men in de brieven , die ik
aangehaalt heb , ter gelegenheid van
den
Philippus van Orleans. 15*5
den cardinaals hoed , dien zyne koning-
lyke hoogheid voor zyn gunfteling ver-
kregen had , fterk op de dienften blyft
ftaan , door hem aan de kerk bewezen ,
en dat men die voor de enige beweegre-
den van de verzochte en verkrege gunfl:
uitgeeft ; niet minder twyffel ik , of men
zal verwondert zyn geweeft van zulke
eerwaardige luiden met zo veel lof te
horen fpreken, van een man van zyn ka-
rakter. Zie hier de uitlegging van dit
foort van raadzel.
De abt du Bois , op zyn perfonele in-
verdienden fteunende , en noch meer nl*e'mt ae
op de gunfl van den hertog regent, zag in zaken
het rykgeen eene poft, die hy nietho- conftitu-
pen kon te zullen bereiken. De aanzien- *ie tebs-
lykfte bedieningen konden zyne begeer- M ^e
tens niet voldoen , hy wilde niemand beweeg-
bovenzyn hooft zien, dan den koning, ^tn0e"
en den prins , die in 's konings naam
regeerde. Zyne geboorte fcheen een
onoverkomelyke hinderpaal in zyne be-
geertens ; hy kon, niet tegenftaande dit
gebrek , door de gunft van den prins
niet te herftellen , het gezag en krediet
van een eerften minifter hebben , maar
niet den rang ende eerbewyzingen. Het
cardinaalfchap was de enigfte trap, waar
langs hy daarnaartoe konklimmen;de eni-
ge weg , om tot deze waardigheid te ko-
K ? * men ,
ÏJ4 Het Leven van
men , was , enigen gewichtigen dienft
aan het hof van Romen te bewyzen,
dezen floeg hy in , en had het geluk van te
ilagen, niet tegenftaande de oneindige
hinderpalen , die hy uit den weg moeft
ruimen.
De conftitutie Unigenitus vanClemens
den elfden, gelyk ik gezegt heb door
de geheime liften en het groot gezag
van vader le Tellier bekuipt en verkre-
gen , had door den dood van Lodewyk
den veertienden noch meer dan de je-
fcuïten verloren.
Men had zich van alle kanten voor de
leer verklaart, 'die deze bulle veroordeel-
de, men betichtte haar zelf van dwalin-
gen , men befchuldigde haar van den
Godtsdienft over hoop te werpen , en
men meende haar gunll te bewyzen , als
men aan een generaal of nationaal con-
cilie appelleerde. Enigen taltten 'er den
grond van aan, anderen de gedaante;
de meefte vierfcharen begunftigden hare
vyanden, en het fcheelde weinig of een
appél van de natie had, het geen ten
haren behoeve uitgewerkt was , omver
geworpen, en haar met fchande weer
over 7t gebergte gejaagt: dit alleen uit-
gezondert, had men, zo ik my dus mag
uitdrukken , allerly lbort van vryheid
om haar en haar voorftanders te honen;
men
Phïlippus van Orleans. i
men rekende het zich tot een eer, van
op een nederige wyze te bekennen, dat
men zich had laten verleiden en affchrik-
ken , toen men geveinft had zich aan dit
decreet te onderwerpen. De univerfi-
teiten van Parys , van Rheims , van
Nantes, van Caën, de congregatie der
benediktiners van S. Maur, die der feuil-
lanten, van de vaders van het oratorie,
en van St. Genevieve, blonken braaf in
hun yver uit , en behaalden veel lof
onder haar aanhang : deze flechte folda-
ten hadden tot opperhoofden den cardi-
naal van Noailles, zyn broeder den bif-
fchop van Chalons aan de Marne, de
biflchoppen van Mirepoix , van Boulog-
ne, van Montpellier, van Senés, van
Mets , van Angoulème , den aartsbif-
fchop van Tours, en den biflchop van
Arras; maar men vertrouwde zich niet
veel op de twee laatften : voor 't overi-
ge waren alle deze prelaten, alle deze
priefters , en munniken , van een beproef-
de deugt en leer. 't Zou moeilyk val-
len zich het hartzeer en de ongeruftheid
van liet hof van Romen te verbeelden,
dat niet miffen kon deze openbare paffen
als zo veele oproeren aan te zien, en dat
al te verlicht was, om 'er de gevolgen
niet van te voorzien : de vrees alleen
van alles te verliezen verplichtte het om-
zich-
i$6 Het Leven tan
wichtigheid te gebruiken ; en ik twyffel
geenfins , of het wift die genen weinig
dank , die het deze ongelegenheden
hadden op den hals gehaalt.
Dit was de gefteltenis defer zaak, toen
de abt du Bois , van zyn reizen te rug
gekeert, ondernam dezelve op zodani-
ge een wyze te beilifT^n 5 dat het hof
van Romen hem de gunft zou bev/y-
zen, die hem met den cardinaal Albero-
fii geiykftelde , en hem op den weg
helpen, om in Vrankryk te worden,
geen deze Italiaan in Spanjen was. 't
Was een van de moeilyklte onderne-
mingen, want dit flag van gefchillen is
niet wel af te doen, geiyk de ervaren-
heid van alle de eeuwen , en van t
geen 'er in de chriitenheid , federt de
oprechting van haar leer, voorgevallen
is, maar al te wel heeft doen zien; ook
was het fucces, dat hy hierin had, hoe-
wel groot, en bequaam om de natie in
ruft te houden , noch ver van de vol-
maaktheid af , alles quam hierop uit ,
dat hy de zaken omtrent op den zeiven
voetbragt, daar ze de overlede koning
gelaten had, dat is te zeggen, dat de
aanhangers van de confcitutie weer de
overhand kregen, dat de appellen ver-
boden wierden, dat de appellanten van
de beneficiën en kloofter-bedieningen
PHILIPPUS VAS ORLEANS. Itf
geweert wierden , en dat de hartnek-
kigften , of zo men wil de yverigften
vervolgt wierden ; maar men verander-
de niet van gevoelens, de fcheuring is
in wezen gebleven , en deze bulle heeft
niet opgehouden van een voorwerp van
twift en harrewarring te zyn , waarvan
de laatfte zo levendige gefchillen tufichen
het hof en het parlement tot blyk kunnen
ftrekken.
Schoon het niet met myn ftaat noch
met myn karakter overeenkomt, my in
deze gefchillen in te laten , beeld ik my
in , dat men 't my niet zal qualyk dui-
den, dat ik 'er een kort denkbeeld van
geef. Zie hier dan hoe ik het voor-
voorwerp van dit beroemde proces heb
opgevat, door 'er dikwils van te horen
fpreken; want ik kan verzekeren, dat
ik nooit de conftitutie, noch enig boek
dat 'er voor of tegen gefchreven is , ge-
lezen heb.
Ik weet niet of ik my bedrieg, maar
ik verbeeld my, dat het leerftuk van de
vryheid de grond van alle godsdienlren
is, en dat men te vergeefs den menfch
plichten zou voorftellen om die te ver-
vullen , beloningen te hopen , kaky-
dingen te vrezen, indien hy niet vry
was ; ik geloof ook , dat 'er een onein-
dig onderfcheid is tufichen yry en vry-
willig
iy8 Het Leven yan
willig te werk te gaan , en dat men een
taftelyk misbruik van de woorden maakt,
als men den naam van vryheid geeft ,
aan iets dat Hechts vry willig is : ik zou
dan de vryheid bepalen (ik meen die
vryheid , die wettige oorzaak geeft tot
eigentlyk genaamde beloning en kafty-
ding) een wezentlyk enwerklyk vermo-
gen , van te doen of niet te doen , 't
geen geboden of verboden is : om alk
dubbelzinnigheden te vermyden, daat
my dunkt dat het proces , waarvan ik
fpreek , altyd vol van geweeft is , zal
ik ieder woord van myn bepaling uit-
leggen.
Korte Vooreerll: zeg ik , dat de vryheid
fchets een wezentlyk vermogen is , dat is te
gefchji" zeggen 5 dat zy a^es 'ieeft dat zy moet
i«n. hebben op het ogenblik , dat het 'er op
aankomt om aan de wet te gehoorza-
men of ongehoorzaam te zyn, zo dar
zy alles heeft wat 'er noodzaaklyk is , \
zy men het wete of niet wete , 't zy dat
men daar in toeftemme, of over reden-
twifte , om naar de eene of de andere
kant over te liaan : zo 'er haar iets nood-
zaaklyks ontbreekt om te gehoorzamen,
is het valfch dat zy gehoorzamen kan,
of dat het geen , dat haar ontbreekt , nood-
iaaklyk is om het te kunnen doen. Dus
zyn alle de gefchillen over de genade ,
over
Philipfus tan Orleans. 1J9
over de medewerking, of zy, en tot
hoe ver zy noodzaaklyk zyn, tuiTchen
beiden komende of toevallige gefchillen,
die geen noodzaaklyke overeenkomft
met het denkbeeld van de vryheid heb-
ben, welke 'er niet is, of zy heeft alles
wat zy moet hebben, 't zy natuurlyk,
't zy boven-natuurlyk , om een waar
en wezentlyk vermogen te zyn. Zo
men zegt, dat het kan zyn, dat zy niet
heeft 't geen zy moet hebben , om aan
de wet te gehoorzamen, zonder dat zy
daarom ophoud verplicht te zyn , om
die te gehoorzamen, antwoord ik, dat
men zich niet klaar genoeg uitdrukt , en
dat het met deze wil , die onvermogent
is door haar lchuld , gelegen is als met
een zoldaat, die de lammigheid had van
zyn degen te huis te laten , als het op
een vechten zou gaan; zou hy ftraf ver-
dienen , om dat hy geen van zyn's ko-
nings vyanden gedood had, of zich bui-
- ten ftaat geitelt, om het te doen?
Ten tweden zeg ik, dat de vryheid
een werkelyk vermogen is; dat is te zeg-
gen , dat zy zich zeiven beraad , dat zy
een waarlyke daad voortbrengt, dat is
te zeggen , dat het vermogen , waarin
zy beitaat , geen bequaamheid is , om
deze of gene beweging te ontfangen,
om na dit of gunts voorwerp over te hel-
len 3
i6o Het Leven vaïï
len , maar een vermogen om zich zeiven
deze of die beweging by te zetten , om
na dit of gunts voorwerp te neigen. Zo
men gelooft , dat 'er diergelyk vermo-
gen niet is , dat het 'er uit zich zelf on-
mooglyk kan gevonden worden 3 en met
Godts opperwezen ftryd , dan moet men
zich niet meer van het woord vryheid
bedienen, of zeggen dat de menfch vry
is ; ten zy men ook wil zeggen , dat een
fteen vry is in zyn bewegingen , om dat
hy de bequaamheid heeft om allerly foor-
ten van bewegingen te ontfangen , die
hem dan naaromhoog , dan naarom-
laag dry ven : te vergeefs zou men een
onderfcheid willen maken , dat de menfch
een wil heeft, en de fteen niet; om dat
zo de eerftgenoemde zyn bewegingen
niet voortbrengt , hy niet meer deel
heeft , aan 't geen men zyn werken
noemt, dan de fteen aan de bewegin-
gen, die hem van de eene plaats naar
de andere dryven.
Ten derden zeg ik, dat de vryheid
een vermogen is, om te doen of niette
doen 't geen geboden of verboden is:
zonderdat zou zy niet van de wil on-
derfcheiden zyn , en aan een manier van
doen bepaalt zyn ; zy zou zich zelve
niet bepalen, maar deze bepaling of be-
weging zou in haar door een ander ver-
mo-
Philïppus tan Orleans. 161
mogen , als het hare is , voortgebragt
worden , nademaal zy uit haar natuur
even bequaam is tot het een, als tot het
ander , en dat het onmooglyk is , dat
zy zich bepalen kan om iets te doen, ten
zy ze meteen de bepaling aan zich zelve
heeft, om het niet te doen.
Eindelyk heb ik gezegt, dat de vry-
heid, die ik wilde befchryven, een wet-
tige titel van eigentlyk genoemde belo-
ning of kaftyding is ; om dat de vryheid
alleen aan onze handelingen de hoeda-
nigheid van gebrek of deugt geeft, en
dat de deugt alleen verdient beloont te
worden, gelyk de gebreken alleen ftraf
verdienen, 9t Geen ik gebrek of fehuld
noem, is een daad, tot welker uitvoe-
ring de wil zich bepaalt, wetende dat
zy verboden is. Indien 'er nu geen
vryheid is , gelyk ik die bepaalt heb,
flaat de wil nergens toe over \ derhal-
ven is 'er geen ondeugt of deugt, by
gevolg geen kaftyding noch beloning ,
de menfch kan gelukkig of ongelukkig,
maar hy kan niet deugtzaam nochfchul-
dig , noch rechtvaardig nog onrecht-
vaardig zyn, deze titels voegen alleen aan
den werker, aan de oorzaak die hem
beftuurt; en de zedekundige verhande-
lingen zyn even zo onnut , als een
vertoog over het geluid en over de
ƒƒ. Deel L kleu-
i6z Het Leven van
kleuren voor doven of blinden zou zyn.
• Men beweert in de katholyke kerk ,
dat de Helling van de vryheid , die ik
zo even verklaart heb, by haar zo oud
is , als het invoeren van de kriftelyke
leer. Die beroemde mannen , welke on-
dernomen hebben dezelve te hervor-
men 3 hebben gedreven , dat de kerk
omtrent dit artikel, gelyk omtrent vele
anderen , nieuwigheden ingevoert had 3
en 5 in plaats van de ware leer van Chrif-
* tus en de apoftelen , menfchlyke leerftuk-
ken geftelt, die den hoogmoed van den
menfch ftreelden , en de kragt van den
verlofler verminderden: Luther en Cal-
vinus zyn van dit gevoelen geweeft;
Janfenius en Quênel zyn beticht ge-
weeft van hun leer hierin gevolgt te
hebben: dit is het grote artikel van het
proces 3 dat Vrankryk tegenwoordig
verdeelt, en het voornaamfte voorwerp
van de conftitutie, die men hedendaags
met zo veel gerucht verweert en aan-
tal!: ; *t is de verdediging van de vryheid ,
en het verbod van de leerftukken die
haar vernietigen : de meefte andere ftof-
fen, die zy behelftjZyn reedlyk onver-
fchillig, als alleen dat zy tegen aange-
nome gebruiken ltryden ; uitgezondert
evenwel de kerkban , daar men fchrikly-
ke misbruiken van zou kunnen maken.
Niet
Philippus van Orleans. 163
Niet dat Quênel volmondig de vry-
heid geloogchent heeft, in tegendeel,
hy verzekert dat de menfch vry is ;maar
nademaal hy ter zeiver tyd beweert, dat
de vryheid van den zondaar feenemaal
verfchilt van de vryheid van den menfch,
in den ftaat der onnozelheid gefchapen;
dat deze vryheid, die hy tegenwoordig
bezit, nergens toe dient als tot zyn ver-
derf, en om hem in de grootfte rampen
te ftorten; dat de werking van de ge-
nade, tot bekering van den zondaar,
gelyk is aan de werking van God om
de wereld te fcheppen; dat de vereifch-
te genade om het goede te werken, en
om daarin te volharden , aan allen niet
gegeven is ; dat alle de genen , die de-
zelve ontfangen, het goede doen, en
die ze niet ontfangen , het quade ; dat een
genade , die niet dient als om de wil naar
het goede te leiden , zonder in de zel-
ve de goede daad uit te werken, dezel-
ve maar fchuldiger maakt ; dat de menfch >
zonder dat hy ''er iets anders van zyn
kant toe doet , als dat hy het onderwerp
van deze verfchillende indrukfelen is,
noodzaaklyk onder het ryk der genade
of onder dat der begeerlykheid is ; dat
de zondaar niet meer tot zyn bekeering
medewerkt, dan Lazarus tot zyne op-
fianding ; dat de onkrachtdadige wij
L 2 van
j 6± Het Leven van
van God maar een herflenfchim is; dat
de deugden , die men door den bank
geacquireerde of aangewonne deugden
noemt, dat ieder werking van deze
deugden 5 dat is te zeggen ieder goede
daad, een gave Gods is, dit woord in
de uiterite ftiptbeid genomen zynde ,
gelyk de vlugheid en de onlydbaarheid
van de verheerlykte ligchamen zal zyn ;
dat de verkiezing tot de verheerlyking ,
en-de middelen om die uit te werken , uit
loutere genade gefchieden, en beids de
uitwerking van Gods enkele almogende
wil zyn ; dat de geneigtheid tot het qua-
de, en de luft daarnaar, ons zo fchuldig
maakt als de zonde zelf; dat de erfzon-
de alleen recht genoeg aan de Godlyke
gerechtigheid geeft, niet alleen om ons
van de verheerlyking te verfteken, maar
ook om zyn genade in te trekken , en
ons met dezwaarfte ftraffen te kaftyden:
nademaal Quênel, zeg ik, deze onder-
icheide artikels leert en verweert, heb-
ben zyne vyanden hem befchuldigt van
de vryheid te loogchenen , waarmee zy
menen dat deze gevoelens niet beftaan
kunnen.
Quênel en zyne aanhangers bleven
geen antwoord fchuldig. Zy beweer-
den, dat de vryheid, die zy fielden, de
enige was, die men toe kon laten, de
eni-
Phimppus van Orleans. ï6>
enige, die door de oude kerk-vaders en
leeraren verdedigt , en door Jefus Chrif-
tus en zyrie apoftelen geleerc was; by
deze theologiiche redeneringen voegden
hunne filofofen alle de zwarigheden , die
men tegen de vryheid kan inbrengen ,
welke aan de ziel de belturing harer han-
delingen overlaat, en dezelve haar eige
meefter maakt. Ik beken, dat deze zwa-
righeden groot zyn, en zeer bequaam
om iemand aan 't wankelen te helpen ;
ik weet niet of de oude leeraaren de vry-
heid met de vrywilligheid verwart heb-
ben of met de fpontaneïteit ( om een
fchool-term te gebruiken) die door dwang
alleen vernietigt word; maar ik kan niet
begrypen , dat men zyn toevlucht neemt
tot de h. ichrift om deze gevoelens te
onderfteunen ; dat is byna , als of men
uit de verzameling van de parlements-ac-
ten van Engeland wilde bewyzen , d;:t
de magt der koningen daar zo vefftrekt
is , en onafhnnklyk , als in Vrankryk :
Wanneer Jefus Chriftus tegen een jon-
geling , die hem vroeg wat hy doen
moeft om zalig te worden , zegt : zo
gy wilt volmaakt zyn , gaat heen , en
verkoopt al wat hebt , en geeft het
den armen , ende gy zult een fchat heb-
ben in den hemel : en komt herwaarts
en volgt vi)') wilde hy daar mee zeg*
L 3 gen,
ï66 Het Leven van
gen , gy zult volmaakt zyn , zo u God
de volmaaktheid geeft ; toen Petrus by
deze gelegenheid tegen den zaligmaker
zeide : ziet* wy hebben alles verlaten , en
zyn u gevolg t, wat loon zal ons dan ge-
werden ? wilde hy zeggen , wat verdie-
nen wy, om dat God ons de wil heeft
gegeven , in ons de wil heeft voortge-
bragt of ingefchapen om u te volgen ,
en de uitvoering en volharding dezer wil ï
indien deze apoftel geloofde dat de goe-
de werken Gods gaven, en deze gaven
onhafhanklyk zyn van onze begeertens
en pogingen , waarin beftaat dan de zin
van deze woorden zoekt door uwe goede
werken een bewys te geven van uwe be-
roeping , en verkiezing? waarin anders,
dan , zoekt of doet u belt om te hebben,
't geen enkel en alleen van Gods wil af-
hangt, zonder achtgeving op uwe po-
gingen , ten zy hy die zelf in u wer-
ke? Jezus Chriftus zal op het einde der
eeuwen tegen de verworpene zeggen ,
vervloekten , gaat weg van my , want gy
hebt my niet te eten noch te drinken gege-
ven ; kan dit zo uitdruklyk vonnis dus uit-
gelegt worden , gaat in het eeuwige vuur ,
om dat God u niet gegeven heeft, ge-
lyk aan die genen, die aan myn rechter-
hand zyn, de liefde voor uwen naaften,
noch de goede werken, die dezelve moet
voortbrengen ? By
Philippus van Orleans. 167
By de bewyzen en fchriftuur-plaatfen
voegde men de tegenbefchuldigingen :
men verweet de voorftanders van de
vryheid , dat zy de pelagianery weer
voor den dag haalden , dat zy de ver-
borgenheid van de prsedeftinatie vernie-
tigden , dat zy den Schepper verneder-
den , en hem van zyn opperheerfchap-
py en onafhanklykheid beroofden, om
het fchepfel te verheffen , en meefter te
maken , dat hunne leer nergens goed
toe was, dan om hoogmoed en vertrou-
wen op zyn eige kragten in te boeze-
men , de dankbaarheid , die men God
fchuldig is, gelyk ook de erkentenis van
zyn eige elende , van zyn zwakheid ,
van zyn onvermogen, van zyn volko-
me en volftrekte afhanklykheid , de we-
zentlyke deugden van •''t kriftendom, te
ontzenuwen.
Maar ik heb my onvoorziens dieper,
dan ik wilde , in deze diepzinnige ltof-
fen verwart, ik weet zelf niet waar ik
het van daan gehaalt heb: is het goed,
men doe 'er zyn voordeel mee, zo niet,
hoop ik dat men het my zal vergeven.
Zo dra de abt du Bois door zyne ko- Zwang-
ninglyke hoogheid gelaft was, om zich ^cdncze
voornaamlyk op het afdoen van deze ondcmc-
gewichtige zaak toe te leggen , was zy- miDg%
ne eerfle zorg die te doorgronden , ea
L 4 de
i68 HetLeven VAN
de gefchillen en de behandelingen, daar-
omtrent gehouden, tot op den draad te
onderzoeken , want ik geloof dat hy 'er
fcich voorheen weinig om bekommert f j
had : om dit te doen hielt hy menigvul-
dige onderhandelingen met de hoofden
der beide partyen. De cardinalen van
Bifli en van Rohan waren de voornaam-
ste voorvechters van de conftitutie ; de
eerfte is een man van verftand en grote
geleertheid , die een naauwe vrindfchap
met de jezuiten hielt, en die, benevens
den biffchop van Chartres , verder dan
iemand anders zich in hunne aanflagen
tegen de janfeniften had gewikkelt; de
cardinaal de Rohan , groot-almoezenier
van Vrankryk , en biffchop van Stras-
burg , is een van die verheve geeften , die
byna zonder ftudie of blokken de ab-
ftraétfte waarheden doorerronden , cn ik
geloof niet dat het mooglyk is met meer
klaarheid , juiflheid , en bevalligheid te
fpreken. De cardinaal de Polignac is
de enige, die hierin by hem tevergely-
ken is.
Deze onderhandelingen deden zien,
dat de zaak noch meer oplettentheid
vereifchte , dan men gelooft had. De
tydsgewrichten waren voor de Conftitu-
tionarifTen zeer gunitig ; het groot gezag
van den cardinaal de Noailles was geval-
Philippus van Grleans. 169
len , men. had zyne vrinden niet meer
nodig , en men handhaafde zich door
ftoute ondernemingen van binnen , en
door verbinten iflen van buiten ; de
volmaakte kennis , die men van de te-
genparty gehad had , had doen mer-
ken , dat zy veel meer gerucht maakte
dan zy magt had , miffchien zelf dat de
byftand, dien men 'er van genoten had ,
om de lchikkingen van den overleden
koning te verydelen , daar veel toege-
daan had , om ze te verzwakken. .Men
hield ook onderhandelingen met dencar-
dinaal de Noailles , en enige biflchopnen
van zyn aanhang ; men hoorde uit zyn
mond zyne grieven , en de redenen ,
die hy 'er tegen in te brengen had; men
liet zich ook ten vollen onderrechten van
de redenen , die het parlement gehad
had, om zich tegen het regiftreren van
de conftitutie te ftellen , en zo openbaar
de appellen daarvan te begunftigen.
De eerfte vrucht dezer onderhande-
lingen was 3 dat de appellen verboden
wierden , en dat men de uiterfle omzich-
tigheid gebruikte , om tot de grote be-
neficiën niet dan luiden voor te ftellen ,
wier leer het hof van Romen niet kon
verdacht zyn : de Caumartin , fchoon-
broeder van d'Argenfon, was de enige,
die van dezen byna algemenen regel uit-
L j gezon-
170 Het Leven van
gezondert wierd , hy ging te Romen
door, om het aanzien van zyn zwager ;
niet dat 'er in zyn gedrag iets aanftoot-
lyks was ten opzichte van de hedendaag-
fche gefchillen , maar hy was geen vrind
van de jezuiten , hy had nooit zyn hof
by hen gemaakt , en fcheen verbintenis
met de benediktynen te hebben ; bif-
fchop geworden droeg hy zich heel ge-
matigt , en zo de jezuiten enige oorza-
ken hadden om zich over hem te bekla-
gen , dit quam , om dat zy hem door hun
fchelden gedwongen hadden , om hun
zyn misnoegen te laten blyken.
Oneen- Deze byzondere onderhandelingen
hdf d« van c'en a^t ^u ^°*s kragten ,er andere
beide onder de biflchoppen voort, waarvan 'er
partyen. veje j^jj oprechtelyk toeleiden om de
eendragt en vrede te herftellen ; men
opperde verfcheide ontwerpen 5 maar na-
demaal de particuliere leden van ieder
party het niet onder elkander eens wa-
ren , hadden de onderzoekingen en de
difputen geen einde , maar men was al-
tyd zo ver gevordert , als of men noch
niet begonnen had ; ik weet niet hoe
dikwils men het meende gewonnen te
hebben , wanneer een toeval , een eifch
die men liftig bcfpaart en achtergehou-
den had, oorzaak was, dat men w eer van
de meet af moeft beginnen : daar waren
van
Philippus tan Orleans. 171
van weerskanten héte koppen , die naar
geen verdrag wilden luifteren , ziende
de eene party de conftitutie als een god-
fpraak aan , waaraan men gehouden was
zich te onderwerpen , en de andere be-
werende, dat zy in den grond vol dwa-
lingen was 5 dat de form daarvan nul
en van gener waarde was , en dat men ge-
houden was die te verwerpen; enige van
de aannemers van de conftitutie dreven ,
dat de uitleggingen van de veertig bif-
fchoppen genoeg was , andere wilden , dat
meneer noch anderen by zoude voegen; de
een , dat de bulle in allen delen moeft aan-
genomen worden , de andere , dat het on-
der zekere voorwaarden moeft gefchieden,
en dat de aanneming zo betreklyk moeft
zyn op de uitleggingen dat men eer de
uitleggingen dan de bulle aannam ; an-
dere, eindelyk, wilden, dat men een
nationeel concilie zou beroepen ; enige
eifchten , by wyze van preliminaire ar-
tikelen , dat de appellen veroordeelt en
herroepen zouden worden , andere be-
weerden , dat het genoeg was dat ze niet
geduld wierden , en aangezien als niet
gefchied. Onder de tegenkanters van de
conftitutie was de verdeelthcid niet min-
der : enige bleven ftaan op zodanig eene
ftelling, die zy wilden redden, andere
weer op een andere ; de gematigften
bekenden , dat zekere uitleggingen de
bulle
i?2 Het Leven van
bulle verdraaglyk maakten ; de liftigften
vilden , dat de paus zelf uitleggingen
zou geven : voor het overige waren 'er
weinig , die om een nationeel concilie
riepen. Ieder ontwerp, ieder eifch bragt
een menigte van brieven en fch riften in
't licht , waar mee zyne koninglyke
hoogheid en de abt du Bois overftolpt
wierden.
Tan den ^er ze^ver dat men in Vrankryk
biffchop in onderhandeling was , moeft men den
vansifte- yver van jen vader terneerzetten ,
en de uitwerkingen van zyn toorn op-
fchorten: zyn heiligheid wilde van geen
uitleggingen horen fpreken ; niet dat hy
de biffchoppen en leraren het natuurlyke
recht wilde benemen , dat zy bezitten ,
van de regels van 't geloof en de zeden
uit te leggen , maar hy wilde geen op-
geftemde uitlegging hebben , die zyne
bulle binnen zekere palen lloot , of die
haar fcheen het gezag te geven dat men
haar tot nu toe geweigert had.
De cardinaal de la Trimouille , met
deze moeilyke commilTie belaft , queet'er
fcich van als een verftandig man , hy
ftelde dan eens de gemoederen geruft,
dan weer joeg hy ze een fchrik aan ; hier-
door won hy ty'd uit , en quam de ftou-
te ondernemingen voor : maar dewyl
fcyne gezontheid zeer ontf telt was , moei c
hy byftand zoeken,
Daar
Philippus van Orleans. 173
Daar bevond zich toen ter tyd een jong
jezuit te Romen, Lafiteau genaamt, dieper
naartoe gezonden was , om zyn theolo-
gie , die hy te Parys begonnen had, ver-
der te leren ; hy was met een goed deel
van dat foort van verftand begaaft , dat
de menfchen bequaam maakt tot intri-
guesen onderhandelingen: hoe jong hy
ook was , had hy een van de zonder-
lingfte avanturen gehad , waarvan ik het
geheim niet heb kunnen ontdekken ; hy
verdween eensklaps uit het midden der
jezuiten , en na een afwezigheid van
drie of vier jaren quam hy weer in zyn
kloofter, als of hy van een ordinare reisr
te rug quam. 't Geval wilde dat Clemens
de elfde genegenheid voor dezen jongen
geeftelyken opvatte. ( Men meent dat
hy zich by den h. vader door een fran-
fche overzetting van een der leerredenen
van dezen paus had bekent gemaakt) De
wyze , waarop hy de zonderlinge ach-
ting , die hy voor hem had , openbaar
maakte , deed ganfch Rorrren verwondert
ftaan; op een vrouwen-dag, dat de paus
gewyde wafchkaarffen aan de geeftlyk-
heid en aan 't volk uitdeelde , wierd hy va-
der Lafiteau onder den hoopgewaar,deed
hem naderen,en gaf hem een van de wafch-
kaarffen , die voor de cardinalen gefchikt
waren. Men wift het gaauw door heel Eu-
ropa,en men meende in V rankryk zich van
dezen
1 7+ Het Leven v a n
dezen nieuwen gunfteling by zyn heilig-
heid te moeten bedienen, om mfi* hem te
handelen. Byna van dien tyd af w'ierd hem
het geheim der negociatien toevertrouw t,
ende cardinaal de la Tremouille bleef niet
dan den titel van ambaiTadeur behouden.
De aartsbilTchop van Bourdeaux , Be-
zons , had veel deel in deze verkiezing.
De paus , innerlyk verheugt over de
opletten heid , die men in Vrankryk ge-
bruikt had , om zich van een perfoon te
bedienen , voor wien hy agting betuigt
had, wierd handelbaarder: hy zondden
leeuwen handelaar na Parys metartykels
of liever ontwerpen van bevrediging;
hy had ook lalt om enige eiichen te
doen. De ontwerpen wierden niet aan-
genomen , enige van de eifchen wet
Alen gaf uitdruklyke bevélen aan dfc uni-
verfiteit om haar ruft te houden 3 en haar
beraadllagingen te ftaken , die in die ty-.
den geen ander voorwerp hadden , dan
de zaken van de conftitutie ; men fchrap-
te uit de regifters van de faculteit enige
geiiomene belhiiten uit , die het gevoe-
len van de onfeilbaarheid van den paus
voor ketters en ongerymt verklaarden.
Om kort te gaan , deze afgezant , zon-
der heel zeer in zyne onderhandelingen
te Hagen, maakte dat men devrindfehap
van den h. vader billykte , en won de
achting en de goede gunft van den heet
regent
Philippus van Orleans. 17J
regent en van den abt du Bois. Maar
de jezuken waren 'er niet over te vre-
den: hylügeerde by hen , want hy be-
hoorde noch onder hun genootfchap.
Deze vaders hebben een regel , die
hen verplicht om aan de opperften van
de kloofters , daar zy logéren , te open-
Ij .ren , met wat zaken zy gelaft zyn,
vooral zo die van gewicht zyn , en met
vorlten moeten verhandelt worden. Va-
der Lafiteau nam dezen regel niet in
acht , die alleen genoeg behoorde te
zyn , om deze geeftly ken van de hoven ,
en van alle behandeling der publieke za-
ken te verwyderen: men wreef hem dit
zeer fchamper in den neus, 't geen hem
de twede maal , dat hy door den paus
gezonden wierd, van gewaad deed veran-
deren 5 en een ander logement zoeken.
Gelukkig was hy , dat hy naderhand een
eerlyke deur vond , om hen te enemaal
te verlaten , want zy zouden zich vroeg
oflaat over zyne getrouwheid, om de
hem aanvertrouwde geheimen te bewa-
ren, gewroken hebben.
Naait den paus ontzag men den cardi- op-
naai de Noailles "t meelt : zyne familie was ^^fce-
zeermagtig, en Parys hem zonderling ge- van den
negen ; daarenboven wift men , dat de he- £h23
vigheid , waar mee de jezuiten hem les.
getergt hadden , hem genoodzaakt had-
den
Het Leven tan
den om zich te verklaren 5 zo als hy ge-
daan had ; hy alleen zette de tegenkan-
ters van de conftitutie gewicht by , en
men was verzekert, dat indien men hen
van dezen voorvechter kon beroven ,
zy den moed zouden verliezen , en dat
men in alle geval , zonder dat het van
enig gevolg was , met hen leven kon zo
als men het raadzaam zou vinden. Het
oogmerk dan der onderhandelingen was
dezen cardinaal te winnen, hem midde-
len te verfchaffen , om met eeren de par-
ty, die hy omhelft had, te verlaten : de
zwarigheid was niet, de ontwerpen , die
men voorftelde , te doen aannemen ,
maar hem die aan te doen kleven. Schoon
hy verftarid en kennis had , hield hy het
in de onderhandelingen niet met de car-
dinalen van Rohan en Bilïï , maar twyf-
felmoedig uit de natuur zynde , en door
die van zyn aanhang aangeport, wasser
veel tyd nodig , om hem eenvaft be-
raad te doen nemen. Eindelyk gaf hy
zyn befluit , dat hy de Conftitutie zou
aannemen , en ze allezen , maar daar
verliepen wel twee jaren , eer hy dit
befluit werkftcllig maakte.
Ik zoek dezen prelaat over dit gedrag
niet te laken , daar hy door het hof, de
meefte biflchoppen , en zyne familie zelf,
uitgezondert den bilfchop van Chalons ,
door
Phimfpus van Orleans. 17?
door de kragtigfte en aanhoudende ver-
zoeken toe aangezet wierd ; maar ik 5
kan my niet onthouden van te doen op-
merken 5 hoe veel hem deze ftap moet
gekoft hebben , na dat hy zich zo uit-
druklyk en zo opentlyk 3 vooral ze-
dert den dood van Lodewyk den veer-
tienden 5 tegen deze bulle verklaart had.
Niet te vrede met daar in 'c jaaf 1717
van geappelleert te hebben 5 had hy zyn
appel in \ volgende jaar met de kragtig-
fte uitdrukkingen vernieuwt , ter gele-
genheid van eenige brieven van den
paus 5 waarvan hy door een afte op
zich zelf appelleerde.
35 Niemand is onbewuft 5 zei deze
35 cardinaal in zyn acte van appél den
55 derden augufti 17173 dat zo dra de-
5> ze conftitutie uitquam , de gelovigen
33 verftek ftonden over eene beftraffing,
55 die hun toefcheen verfcheide waarhe-
„ den van den Godsdienft , en de ge-
55 wone taal van de godvrucht te ver-
55 oordeelen dat de overheden 5
55 ontruft over de gevolgen 3 die men
35 uit de bulle kon trekken 5 tegen de
55 wetten van den ftaat 5 de veiligheid
55 van de geheiligde perfonen der ko-
55 ningen 5 de privilegiën der facultei-
55 ten 5 de biiïchoplyke rechten 5 de vry-
35 heden van de Gallicaanfche kerk, zich
//. Deel. M „ ver-
J78 Het Leven tan
55 verplicht oordeelden daar het gevaar
55 van voor te komen 5 door bepalingen
55 die even voorzichtig en noodzaaklyk
55 waren 5 dat men toen reeds alle de
55 misbruiken voorzag 5 die men van
55 de conftitutie zou maken 5 't zy om
55 vafte leerltukken en gewichtige regels
55 van de zedeleer en tucht aan te taften,
55 't zy om de vrede en vryheid der
55 fcholen te ontruften : en de uitllag
55 heeft maar al te zeer bewaarheid , dat
55 hunne vrees en ongeruftheid niet on-
55 gegrond was.--- Men bedient zich
5, van de conftitutie 5 om het zoo we-
55 zentlyke leerftuk van de noodzaaklyk-
55 heiddes geloofs in Jezus Chriftus aan
55 te taften , om te ftellen dat het oude
55 verbond genade heeft kunnen uitdé-
55 len 5 en kinderen aan God geven
5, de veroordeling van deze ftelling wat
55 kan mn anders zyn dan duiflernis ,
55 dan dwaling ? en dan zonde 5 zonder
53 het licht des geloofs , zonder jfe/us Chrif
55 tuSr> zonder de cbriftlyhe liefde ? moet
55 zo veel te meer verbazen , om dat zy
33 niets anders fchynt te behelzen, dan
33 het geen Chriftus zelf zegt 5 dat hy
33 het licht 5 de weg 5 de waarheid, cn
5, het leven is Men bedient zich
„ ook van de X. XL XII. en XIII, ftel-
5, lingen, om de almogentheid van de
35 wille
Philippus van Orleans. 179
55 wille Gods op het hart der menfchen
„ aantetaften, een leerftuk 3 dat men niet
?, loogchenen kan 5 zonder het eerft ar-
5, tykel van de geloofsbelydenis omver
35 te werpen —
55 De voorftanders van de nieuwe leer-
55 ftellingen over de genade fteunen op
53 de veroordeling van verfcheide ftel-
35 lingen , om die kragtdadige en over-
„ winnende genade 5 die het geloof ons
55 leert 5 als een dwaling te verwerpen,
55 en om in 't byzonder het gevoelen van
53 S. Auguftyn en S. Thomas , dat deze
53 genade kragtdadig door zich zeifis,
55 en noodzaaklyk tot alle werken van
5! godvrucht vereifcht word , aantetaf-
,5 ten....
55 De verdervers der zedeleer wape-
55 nenzich met deze beftraffing, om de
53 grondveften van alle chriftelyke zede-
53 kunde te flopen 5 om de noodzaaklyk-
55 heid en de uitgeftrektheid van de lief-
53 de tot God 3 het eerfte engrootfte ge-
33 bod van de wet 3 uit te roeien Zy
55 menen dat zy hunne buitenfporig-
55 heden begunftigt 5 om dat zy de uit-
33 drukkingen veroordeelt 5 die de nood-
55 zaaklykheid van deze liefde te kennen
53 geven...
35 Maar het vaderlyk hart van een
33 biflchop kan geen getuigen zyn van
M 2 33 de
1 8o Het Leven van
5, de droefheid , die de veroordeling der
„ fteÉngen , welke het lezen van de h.
„ fchrift en het vieren van den godly-
ken dienft betreffen, aan de ware kin-
„ deren van de kerk veroorzaakt, van
3, den opftand , dien deze zelve veroor-
33 deling aan de nieuw-verenigden in-
35 boezemt, van den byna onoverwin-
„ lyken hinderpaal , dien zy in den weg
3, ftelt aan de bekering der ketters , zon-
„ der levendig getroffen te zyn — En
,5 zyn heiligheid is niet onbewuft, wat
?, ergernis in 't byzonder de veroorde-
5, ling van deze (telling heeft gegeven,
„ de zondag moet geheiligt worden door
,5 bet lezen van godtvruehtige boeken^
3 5 en vooral door bet lezen van de b.
,5 Jchrift....
,5 Wy zouden 5 zonder verzaking van
,5 alle eer en plicht , de valfche en ver-
,, derflyke zetregels niet kunnen dulden,
5, die men bouwen kan op de veroor-
55 deling van die andere ftellingen. De
55 vrees van eene onrechtvaardige ex-
,5 communicatie moet ons nooit van on-
55 ze plicht weerhouden, men is nooit
55 buiten de kerk , zelfwanneer het fchynt
„ dat men 'er door de quaadaardighcid
3, der menfehen uitgebannen is , wan-
5, neer men zich aan God , aan Jefus-
5, Chnftus, aan de kerk zelf, door de
55 chrif-
PHILIPPUS VAN O RLE A NS. 1*8 1
35 chriftelyke liefde vafl-houd De
3, befte godgeleerden hebben dikwils
3, vertoont 3 dat de eerfie van deze ftel-
33 lingen in haar eigentlyken en natuur-
33 lyken zin niet dan deze waarheid
33 uitdrukt, dat het beter is God te gehoor-
33 zamen , dan den menjchen
33 De liefde tot de rechtvaardigheid
3, en ruft zet ons noch aan, om acht
33 te geven op de algemene klag-
35 ten over de ongetrouwheid , waar-
55 mee deze ftellingen uit het boek der
5, aanmerkingen getrokken zyn ; nade-
55 maal enige taltelyk verminkt zyn ,
35 andere niet al te naauwkeurig in het
33 latyn overgebragt 5 aan een deel een
55 vremden zin gegeven 5 dienzy in het
55 boek zelf niet hebben, en die door
5, den auteur ontkent is in fchriften ca
5, proteftatien , die in handen van alle
55 menfchen zyn.
35 De h. Vader is dan zicbtbaarlyk
5, verraft geweeft doorvalfche vertogen,
5, gelyk de grootfte pauzen zich dikr
5, wils beklaagt hebben 5 dat zy misleid
55 waren geweeft door de lift van die
3, genen , die onder hun gezag quamen
„ fchuilen cc.
In het mandement, dat zyn acte van
appél verzelde, drukte hy zich dus uit
,5 Wy menen het voorbeeld van een
M 3 „ door-
i$2 Het Leven van
„ doorluchtig Engelfch biffchop 5 die be-
5, roemt is door zyn vroomheid , geleert-
5, heid , ftantvaftighcid voor de vryhe-
33 den zyner kerk ? en door zyn yver
33 voor de ware eer der pauzen 5 tot een
33 model te moeten nemen Deze pre-
33 laat zich genoodzaakt ziende om zich
33 tegen een decreet van paus Innocen-
33 tius den vierden aan te kanten 5 bragt
33 dus het geen hy aan het karaóler van
33 biffchop 3 en aan de pauflyke waardig-
3, heid verfchuldigt was 5 overeen. Ik
33 gehoorzaam zeide Robert 5 biffchop van
33 Lincoln ? met een kinderlyke eerbied
aan de apojlölijche bevelen ; maar ik kant
my 3 uit yver voor de eer van myn vader ,
tegen de bevelen aan , die tegen den apof
tolijchen geefl Jlryden 3 en hier door quyt
ik my van de twee verplichtingen 5 die Gods
wet my op legt. Niets dan het geen over-
een komt met de leer der apoftelen en van
onzen Heere Jezus Chrijlus , mee/Ier der
apoflelen, wiens perzoon de paus verbeeld,
kan als een apoftolijch bevel aangezien
worden 3 de h. fcoel kan alles 3 om opte-
bouwen , en niets om omvertewerpen 5 daar
in bcjlaat de volheid zyner magt. Nu heeft
de brief 3 Hen ik ontfangen heb ? geen
ovcreenkomft ter wereld met de apojlö-
lijche heiligheid^ in tegendeel, hy loopfer
recht draaf s tegen aanhaar om gehoorzaam
ik'er
Philifpus van Orleans. 183
ik? er niet aan\ ikkanfermy tegen aan,
met de gevoelens van een eerbiedigen
zoon.
Na dus gedacht en gefproken te heb- Zyne
ben , moeit hy een grote verandering ™j*cc
ondergaan , om het decreet aan te ne-
men en af te kondigen, wat bepalingen
daarin mogten gemaakt zyn. Want in-
dien het gezegde 'waar was , kon het
geen uitlegging verdragen : derhalven
moet men onderftellen , dat men, volgens
de gewoonte der pleiters, een weinig ge-
grolTeert had. Toen derhalven zyn emi-
nentie den koning zyn mandement van
aanneeming aanbood, verzekerde hy zy-
ne majefteit, dat geen flap hem ooit zo
veel gekoft had, en dat men zulke gro-
te liefde voor de ruft van den ftaat en
den vrede van de kerk moeft hebben ,
als hy had , om zulken pas te wagen.
Zo dra de Cardinaal van Noailles het
verlangde toegeftaan had , ftelde men met
elkander een aaneenfchakeling van leer-
ftukken op , om tot uitlegging van de bulie
te dienen : het werk was langdradig, en
daar hoorden veel veranderingen, ver-
zachtingen, en verbeteringen toe, eer
men hetzo verkreeg, dat het in ftaat was
om door de menigte van biflchoppen
voorgoedgekeurt te worden , behalven
dat men , om ze daar toe brengen , be-
ft! 4 dingen
i§4 Het Leven tan
dingen moeft maken , en oneindig vele
voorzorgen gebruiken.
Men maakte een begin , met zich van
de ftemmender jezuiten te verzekeren,
wiens geheime onderhandelingen , en de
verbinteniffen die zy met verfcheide bif-
fch oppen hadden , het verdrag konden
omverftoten. Deze vaders waren toen
in twee partyen verdeelt , door de na-
men van wel - en qualyk-geintentioneer^
den onderfcheiden. De onenigheid ging
zo ver 5 dat het genoeg was5 dat de ee-
ne party van het eene gevoelen was, om
de andere itraks de tegenftrydige me-
ning te doen omhelzen. De twede zoon
van den zegelbewaarder , toen voor
de eerfte maal politiek-ftedehouder ,
deed ze op order van zyne koningly-
ke hoogheid byeen vergaderen ; zy ke-
ven in zyne tegenwoordigheid , maar
vader Lallemand , hooft van de wek
gcintentioneerden zedert den dood van
vader le Tellier, verklaarde zich met zyn
helen aanhang voor het algemeen leer-
boek 5 zelfs fchreef hy een foort van een
(^irculairen brief aan verfcheide bilfcho|>
pen , om zich daar ook mee te vrede cc
houden.
By deze behandeling voegde men
een andere, die alzoo vezentlyk Was.
Aicn maakte niet al te veel ftaat op de
rek-
PHILIPPUS TAN OltLEANS. l8?
reklykheid der biflchoppen ten verzoeke
van vader Lallemand ; en was het daar-
enboven ook wel veilig 5 zich op de-
zen jezuit te betrouwen, die veel deel
had gehad in de liftige ftreken van vader
le Tellier ? de biffchop van Soiffons , te-
genwoordig aarts-biffchop vanSens,had
zich zeer beroemt gemaakt door verfchei-
de fchriften, die hy over 't werk van de
conftitutie , onder den titel van verma-
ningen, had in 't licht gegeven , en was
een van de voornaamfte hoofden gewor-
den ,'t geen de hertog regent uitdrukte,
met te zeggen , qu'ü etoit devenu un clricn
a grand collier. \ Was een zaak van aan-
gelegenheid , hem op zyn zyde te win-
nen 5 en men ontbood hem te Parys. De-
ze prelaat had nooit het hof gezien, als
toen hy den eed van getrouwheid had
afgelegt : hy kon de vlyeryen,die men
omtrent hem in 't werkftelde, en de lof-
tuitingen, die hem zyne koninglyke hoog-
heid gaf, niet weerftaan; hy gaf zich te
enemaal aan de inzichten van dien prins
over , en wierd de voornaamfte aan-
dryver en y verigfte voorvechter van het
vergelyk. Zyneinfchiklykheid heeft hem
mooglyk den cardinaals hoed gekoft, en
wierd niet in't algemeen voorgoed ge-
keurd : een deftig magiftraats perfoon zei
op een tyd tegen hem , in een talryk ge-
Al $ zei-
i8<5 Het Leven van
zelfchap 5 Myn heer , het gemeen heeft u
in de vueegjchaal gelegt , en zal uit uw
gedrag zien , of het u in V vervolg zo veel
zal moeten verachten , als het u tot hier
toe geacht heeft. Men heeft willen zeg-
gen , dat deze prelaat de auteur van
die fchriften niet was , daar hy zo veel
eer mee heeft ingelegt : \ is waar dat
men moeite heeft om den auteur van
de vermaningen in het leven van Maria
a la Coque te kennen; maar, behalven
dat Languet verftand en geleertheid be-
zit , is het zeer wel mooglyk , dat men
over bondige ftoffen wel fchryft , en
Hecht, als'er een fprookje te verhalen is.
De verzameling van de leerftukken
omtrent na den fmaak van beide de par-
tyen zynde , tekenden die de meefte
biflehoppen , die te Parys waren : de
abt van la Fare Lopitz bragt dit gefchrift
aan verfcheide afwezenden , met de
recommandatie van Vader Lallemand
verzelt.
Men gebruikte toen een grap , met
te zeggen, dat deze abt de biflehoppen
ging leren tekenen. De biflehoppen van
Montpellier, van Boulogne , van Nimes ,
en van Saincles weigerden die voor goed
te keuren; de twee eerften, om dat zy
een ftap was tot het aannemen van de
confututie, en de gemoederen daartoe
fchikte ;
PHILIPPUS VAN OltLEANS. l87
fchikte; de twee anderen, om dat zy
ze aanzagen als daartegen ftrydende,
en tot groot nadeel daarvan ftrekkende:
alle vier kregen zy bevel, om binnen
drie dagen Parys te verlaten, en zich
vaardig naar hunne bisdommen te be-
geven , en daar te blyven tot nader
order.
De priefters onder het bisdom van Pa- De prief-
rys onderzochten ditgefchrift in hunne *!rns[^;"
dorp-vergaderingen , veroordeelden liet , vertogen
en gaven kennis van die veroordeling in»
aan hun biflchop, onder den titel van
vertogen. Het dekenfchap van Cha-
teaufort , dat zyn vergadering te Ver-
failles hielt , protefteerde eenparig , in
fpyt van den aartsdiaken en zyn dekeiif
tegen het nieuwe verdrag en tegen de
opgeftelde leer-punten ; de vicrfcbaar
van de kerk , riepen zy alle uit, de zaak
van de balie onderhanden hebbende , kan
• de kerk alleen daarover vonniffen in een
algemeen concilie : dit waren de eige
woorden , waarvan zich de cardinaal in
een zyner appellen bedient had. Na
het middagmaal , dat naar allen fchyn
de men opeennieuw ; men riep uit ,
dat men , fchoon de cardinaal de confti-
tutie mogt aannemen, daar nooit deel
zodanig was , i
aartsdiakens gew
i88 Het Leyen va#
in wilde hebben, noch door aanhanging,
en noch minder door publieke ftemge-
ving, en dat men zich, om die te be-
ftryden,van de wapenen zou bedienen,
die zyn eminentie hun in zyne appellen
en mandementen had verfchaft.
De deken, 't welk de prieur van S.
Germain en Laye was , gaf kennis van
deze vergadering : men was zeer wel
over zyn gedrag voldaan, en men gaf
hem laft, om den priefter van S. Leu te
bekéren , die , zo men zei , wat krege-
lig wierd.
De priefter dit gehoort hebbende , zei-
de : cc Ik ben 'er over verwondert, want
3, twee jaren geleden gaf zyne eminen-
„ tie my order, om den prieur van S.
„ Germain en Laye te bekéren, die
„ zwarigheid maakte, om van de confti-
„ tutie te appelleren u.
De vertogen dezer priefters zyn zo
ongemeen in hun foort, als die van het •
parlement geweeft waren, toen het in
't jaar 1718 een plakaat des konings over
de munten vernietigt had. H Wy zou-
„ den menen , zeiden zy , te kort te
„ fchieten , in het geen de godtsdienft,
„ de waarheid , en de plicht van ons
„ vercifchen , indien wy niet in den
boezem van uwe eminentie dc bitte-
re fmerten uitfehuddeden , die ons
„ het
Philifpus van Orleans. 189
5, het nieuw vergelyk veroorzaakt, 't'
55 Geen ons noch meer ontruft 3 is het
„ nieuwe zamenftel van de leer, daar
,5 wy hooftdwalingen in ontdekt heb-
55 ben:
55 Men ftelt den jood gelyk met den
55 chriften 5 Mozes met Jefus-Chriftus.
55 Mozes en de profeten 5 zegt men
55 daarin , als dienaars van de wet heb-
5, ben niet dan Haven gemaakt 5 maar
55 in de hoedanigheid van de profeten
5, van Jezus-Chriftus en van predikers
5, van 't evangelie 5 hebben zy ware kin-
55 deren Gods gemaakt.
5, Het zamenftel van de leer veron-
55 derfcheid in God drie wezentlyke
55 willen om den menfch zalig te maken ,
5, 't geen tegen de gronden der oude
55 godgeleertheid is , en tegen deze
55 oorfpronklyke waarheid 5 omnia qua-
55 cunque voluit > fecit.
5, Wy verwonderen ons 5 dat het
53 leerftuk van de genade die krachtda-
35 digdoor haar zelve is 5 doorzyneemi-
35. nentie in het jaar 1696 erkent voor
55 het enig gevoelen 5 dat met de fchrif-
5, tuur en de overlevering overeenkomt,
55 tegenwoordig maar aangezien word
53 voor het gevoelen van eene byzon-
53 dere fchool 5 die omtrent dit artykel ,
zegt
190 Het Leven van
„ zegt men, iets by de fchrifc en de
55 overlevering voegt.
5, Het woord chariteit of liefde word
55 in twee verfcheide zinnen verftaan5
55 voor een natuurlyke goddelyke lief-
55 de 5 en vooreen theologifche deugd.
55 Daar is maar een foort van godlyke
55 liefde, daar is geen natuurlyke.
55 Wie zou niet verfchrikt zyn over
5, de volgende uitdrukking 5 zonder de
5, Godlyke liefde kan men wel waarfyk-
55 chrifteh'ke daden oeffenen. Men ver-
55 genoegt zich met te zeggen , dat de
55 verplichting 5 om zyne handelingen
55 op God te huis te brengen 5 in het
55 eerfte gebod fchynt opgefloten te
5, zyn. Wy ftaan verftelt ? dat 5 in
55 plaats van ons aan te zetten om het
55 voorbeeld en de heilige regels te vol-
55 gen, die de vaders omtrent de boete
5, voorgefchreven hebben 5 men niet
5, fpreekt 5 als van de gelovigen op te
55 wekken 5 om hun voordeel te doen
55 met de aflaten van de kerk.
55 Wat goed kunnen wy in onze pa-
,5 rochien doen ? De eerfte herders zyn
,5 zelfde lerende kerk : is dit met uitilui-
55 ting van den tweden rang? indien
5, dat waar is5 wiften de apoftelen niet,
3, waaruit de ware raadsvergadering
3, van
Philiptus van Orleans. i9r
5, van de kerk beftaat, toen zy de prief
5, ters te gelyk met hen deden verga-
,, deren. Indien de bilTchoppen bewe-
„ ren de enige rechters van 't geloof
„ te zyn, ten minften moeten zy 'er
55 niet alleen over ten oordeel zetten,
55 zonder de twede orde daar by te roe-
55 pen 5 die men nooit het recht moet
55 weigeren van haar Item te geven 3 ten
55 minften ten opzicht van de leer, over
55 de zwarigheden die 'er zich opdoen :
„ wy zeggen ten minften 5 want wy heb-
„ ben ons in onze verantwoording van
35 getuigeniflen bedient, welke het recht
33 wettigen, dat de twede order heeft,
33 om te gelyk met de bilTchoppen te
„ vonniffen, zeifin de algemene kerk-
55 vergaderingen cc.
De priefters van Parys, en die van
het dekenfchap van Montmorenci , waren
voorgegaan , de meefte anderen volgden :
en alle waren ze het eens, om uit den
brief van de bilTchoppen van Boulog-
ne en Montpellier de algemene aan-
merkingen te nemen , die zy over
het vergelyk maakten. Men verkeert
gedroomde dwalingen in ware , zeiden
zy , om aan de beftraffingen van de bulk
vat te geven. Men bedient zicb expres
vantwxffe/acbtige termen , en van dubbel-
zinnige en ruimjcbotige uitdrukkingen , die
iyz Het Leyen van
gemeenlyk ?neer de voorvechters van de
dwaling 3 als de verdedigers van de waar-
heid bcgunftigen. Indien de paus deze
nieuwe uitleggingen verwerpt , kan men ze
dan aanzien , als den zin van de bulk te
behelzen ? indien het gezonde vernuft'' er
andere doet voor goed keuren , moet uien
die laten varen ? indien de textwoorden
van de bulle daartegen aanlopen , waar-
by zal men zich houden ? zal men een ei-
genhoofdige uitlegging voor den natuur-
lyken zift van den text verkiezen ? wie
zal ons uit deze verlegenheid redden !
Men moet niet denken dat de Sor-
bonne in deze gelegenheid met de han-
den in den fchoot zat : een verbod be-
komen hebbende van over deze ftof te
raadplegen , protefteerde zy tegen alles ,
wat 'er ingevolge en by gelegenheid van
dit vergelyk mogt gedaan worden. De-
ze tegenkantingen verhinderden de vol-
trekking van de zaak niet , fchoon zy
zeer de ongeruftheid en de onberaden-
heid van den cardinaal de Noailles hiel-
pen vermeerderen. Men had byna al zo
lang tyd nodig, om het omtrent zyn
mandement van aanneming eens te wor-
den , als men gehad had om de uitleg-
gingen , of, het geen op het zelve uit-
komt , om den zamenhang der leerpun-
ten op te ftellen. Eindelyk keurden het
^ Philippus van Orleans. 193
de cardinalen van Rohan en van Bifli in
de maand maart in de volgende termen
voor goed: 3, Hoewel de aanneming van
5, den heer cardinaal de Noailles , zei
„ de eerftgenoemde , fingulier , onge-
53 hoort , en vele zwarigheden onder*
3, worpen is , evenwel , om dat zy
33 wezentlyk en waarachtig is 5 gelo-
33 ven wy 3 aangezien de troeblen van
33 de kerk van Vrankryk in't algemeen,
33 en de toeftand van Parys in 't byzon-
33 der, dat zy kan doorgaan. Wyoor-
33 delen, zei de andere , dat de uitleg-
33 gingen van den heer cardinaal de
33 Noailles , met de onderrechting der
33 veertig biiïchoppen overeenitemmen-
33 de 3 en niets tegen de rechtzinnige
33 leer behelzende , genoeg volftaan kun-
33 nen 3 zo zy van een oprechte en
3, waarachtige aanneming gevolgt wor-
33 den
De cardinaal de Bifli raakte den fpy- Wefni's
ker op zyn kop , men had alle redenen 0gQZfg.
van de wereld om de oprechtheid van
den aartsbiflchop van Parys te mistrou-
wen. Hy wilde 5 en hy wilde niet,
of liever, hy maakte deminen als ofhy
wilde : zyn gedrag en zyne verbinte-
niffen waren altyd dezelve ; die het mee*
fte tegen de conftitutie durfden fchrecu-
wen, welke hy nu Itond aan te nemen 3
1L Deel. N fton-
194 Het Leven van
ftonden het diepfte in zyn gunll: , zelf
keurde hy het fchelden , dat zy tegen
hem déden, voor goed. Ik vergeef het
bun^ zeide deze prelaat , V is de liefde
tot de waarheid , die hen doet /preken.
Was de circulaire brief, die hy aan zyne
waarde priefters fchreef , om hunne onge-
ruflheden te ftillen , waarin hy hen verze-
kerde , dat hy altyd dezelve gevoelens
voor hen zou behouden, niet byna een uit-
drukkelyke ontkenning van alles , wat
hy inde onderhandelingen beloofde, en
van 't geen hy in gevolge van die belof-
ten deed ? wat inzicht kon hy hebben,
in te eifchen om zyn mandement uit te
geven, dat de declaratie des konings,
in behoorlyke form afgekondigt en ge-
regiftreert, vooraf rnogt gaan * de aan-
kleving aan een party , al is het zelf de
quade party, kan noch verfchoont wor-
den, maar gebrek van oprechtheid is al-
tyd te laken.
Het onderzoek van het ontwerp van
de declaratie des konings, en de gewich-
tige zaken die 'er tuflclien beide voorvie-
len, deden die tot de maand van augufti
llepende houden, 't Geen de cardinaal
van Noailles voorzien had , en *t geen
mogelyk de beweegreden van de bedon-
ge voorwaarde geweeft was, gebeurde,
het parlement weigerde ronduit die te
Phiuppus van Orleans. 19?
regiftreren , en deWyl men dezelve wei-
gering van de andere ook vreesde, had
men ze naar 't parlement van Douai ge-
zonden, daar men zich vooraf van ver-
zekert had. Het lezen van dit gewich-
tig ftuk, door dencardinaal vanNoailles
voorgoedgekeurt , zal doen zien , hoe
veel reden zyne koninglyke hoogheid
had , om over den uitllag van zyn on-
derhandeling vergenoegt te zyn , en
waarop de erkentenis' van het hof van
Romen, ten opzicht van denabtduBois,
die daar zo veel deel in gehad had, ge-
grond was.
„ Van den tyd af van onze komft tot Deciara-
„ de kroon , zeide de koning , hebben de conftV
„ wy geoordeelt , dat onze voornaamite tutie.
„ plicht was, het eerfte gebruik van ön-
ze magt aan den godsaienft toe te wy-
„ den, en den roemryken titel van oud-
„ ften zoon van de kerk te verdienen,
„ die ons onder de koningen onder-
„ fcheid ; met ons gezag te doen die-
,5 nen, om de onluften tel tillen, die 'er
„ in ons ryk ter gelegenheid van de bul-
„ le ontftaan waren , door den h. vader
„ den paus tegen het boek , dat zede-
3, kundige aaanmerkingen overhetnieu-
55 we Teftament genoemt word , uitge-
>, geven. Onze zeer waarde en zeer
» beminde oom de hertog van Orleans ,
N z regent
196 Het L e y e n van
5? regent van ons ryk , heeft de oprecht-
„ heid onzer verlangens door de uitge-
„ ftrektheid zyner kennis onderfteunt;
33 midden onder de zorgen, die de hag-
3, chelyke tydgewrichten hem inboezem-
33 den 3 heeft hy altyd een zo wenfch-
33 lyken vrede als het waardiglle onder-
33 werp van zyn oplettentheid geacht:
33 en aan de onvermoeidheid van zyn
33 arbeid zyn wy het genoegen verfchul-
33 digt? van ons volk het einde van een
33 onenigheid te kunnen aankondigen ,
33 waarvan de gevaarlyke gevolgen zo
33 wel de genen 5 die waarlyk de kerk
33 beminnen 3 als de genen 5 die oprecht
33 de belangen van den ftaat toegedaan
33 zyn, ontruften.
3, Uitleggingen , met een geeft van
,3 eendragt en van chriftelyke liefde op-
33 geltelt, om te beletten dat men door
33 valfche uitduidingen , en die tegen
5, haar waren zin ftryden , een quaad ge-
„ bruik van de bulle mogt maken , zyn
3, eenparig door alle de cardinalen , al-
3, le de aartsbiflchoppen , en byna alle
3, de biflchoppen van ons ryk voorgoed-
5, gekeurt. Die de conftitutie reeds aan-
3, genomen hadden , hebben uit eenen
3, mond getuigt in den brief , dien zy
33 aan onzen zeer waarden en zeer be-
3, minden oom , den hertog van Orleans ,
„ gefchre-
Philippus van Orleans. ïp?
„ gefchreven hebben 5 dat deze uitleg-
33 gingen met de leer van de kerk 5 met
33 die van de bulle , en van de herder-
33 lyke onderrechting , in 't jaar 1714.
33 uitgegeven, overeenftemden ; en de
33 meefte prelaten, die tot hiertoe hunne
33 aanneming hadden opgefchort , heb-
33 ben deze zelve uitleggingen aangeno-
33 men 3 om ze hun volk te vertonen by
33 het aannemen van de bulle , als der-
33 zeiver waren zin behelzende. Dus
33 hebben wy de vertroofting, van de on-
33 lullen 3 die de kerk van Vrankryk
33 ontroerden, geftilt te zien, de twyf-
„ felingen opgeheldert , de gefchillea
33 over het aannemen van de bulle geëin-
3, digt , den vrede , daar de overlede
3, koning onze overgrootvader zo yve-
33 rig naar verlangde , eindelyk aan de
3, kerk weerom gegeven , en de confti-
3, tutie Unigenitus met zulke echte uit-
3, leggingen verzelt, dat de genen, die
33 tot hiertoe moeite en zwarigheden
33 hadden , zich niet langer zullen kun-
„ nen beraden om zich daaraan te on-
33 derwerpen 5 en zich aan de ftem en
3, het voorbeeld hunner herders te ge-
33 dragen.
33 In deze omftandigheden lyden on-
33 ze yver voor den godsdienft en voor
3, het welzynvanden ftaat, de kinder-
N 3 5, lyke
ioS Het Leven van
„ lyke eerbied , waarmee wy , op 't voör-
3, beeld onzer voorzaten , jegens onzen
3, h. vader den paus vervult zyn , het
3, vertrouwen dat wy op de kennis van
33 de biffchoppen van ons ryk hebben ,
3, dj zorg, die wy moeten aanwenden,
33 om de goede order en ruit in onzen
3, itaat te herltellen , niet , dat wy uit-
3, ftellen het zegel van ons gezag aan
3, een zo dierbaren vrede te hangen , en
35 te gelyk alle nodige voorzorg te ge-
„ bruiken , om de oude zaden van twee-
„ dragt te verltikken , te verhinderen ,
3, dat de woelachtigheid, de valfche ie-
3, ver, de geeft van partyfchap 'ernieu-
33 we doe ontftaan , en om in de kerk
3, een zo billyke als nodige fubordinatie
te handhaven. Wy zullen hierdoor
„ in de gevoelens van den overleden
3, koning, roemruchtiger gedachtenis ,
treden , toen hy zyne opene brieven
3, van den veertienden februari 1714-
„ gegeven heeft ; en wy hopen , dat
,5 alle de prelaten van de kerk van Vrank-
,5 ryk zich in den zeiven geeft vereni-
„ gende , de wysheid en de goedertie-
3, renheid van hun gedrag het werk van
55 hun iever voor de waarheid , en van
35 hun liefde voor den vrede , zullen vol-
„ tooien, en voor altoos beveftigen.
„ Hierom enz. willen wy a dat de con-
„ iütutie
PHILIPPUS VAN OltLEANS. Ip£
„ ftitutie Unigenitus in alle de ftaten,
5, Janden 5 en heerlyklieden van ons ge-
:, bied zal aangenomen worden. En
* gevolglyk verbieden \vy aan alle on-
5> ze onderdanen , van wat ftaat 5 aan-
3, zien , oF rang zy ook zyn mogen,
aan alle genoodfchappen, gemeenten,
3, en wereldlyke ofgeeftlyke perfonen,
„ van wat orde , congregatie , of ge-
„ noodfchap zy ook mogen zyn , zelf
3, aan de univerfiteiten van ons ryk,
33 en voornaamlyk de theologifche facul-
33 teiten , van iets te zeggen 5 fchry-
?, ven, ftaande te houden, te leren, te
33 verfpreiden , of onder den man te
„ brengen, direót of indireót, 'tzyte-
„ gen de conftitutie , 't zy tegen de
„ herderlyke inftruche , in de vergade-
„ ring van 1714. verkondigt , en door
,5 meer dan hondert biffchoppen van
,3 Vrankryk aangenomen , \ zy tegen
v de uitleggingen over de bulle Unige-
,5 nitus , door voornoemde cardinalen,
„ aartsbiffchoppen, en biffchoppen van
,3 ons ryk voorgoedgekeurt , als over-
„ eenftemmende met de leer van de
33 kerk 3 en den waren zin van de bulle.
33 De eendragt der biffchoppen wen-
3, fchende te handhaven , en in hunne
3, bisdommen een vrede te beveiligen,
„ die zo noodzaaklyk is tot herftelling
N 4. ,3 van
200 Het Leven van
„ van de goede order en de apoftoli*
„ fche tucht 3 verbieden wy te gelyk
„ zeer nadruklyk5 van direft of indireft
35 iets tegen de conftitutie in 't werk te
33 ftellen 5 of daarvan aan een toekomen-»
33 de concilie te appelleren 5 onder wat
33 voorwendzel het ook zyn moge.
33 Wy willen 5 om voor het toeko^
33 mende de gemelde eendragt te bevef-
33 tigen 3 dat de voorgaande aften en
33 appellen zullen gehouden worden als
33 nul en van gener waarde. Wy ver*
33 bieden alle onze onderdanen5zich daar-
33 van te bedienen 3 op wat wyze het
33 ook zyn moge 5 en onze rechters,
35 daar enige acht op te liaan : en uit
33 dien hoofde zal het niet geoorlooft
33 zyn op enigerhande wyze enige on-
33 derzoeken of proceduren ten opzichte
33 van de genoemde aften en appellen 5
33 en alles wat hieromtrent gepafleert is ,
33 te doen ? of voorttezetten.
35 Wy vermanen en gelaften de aarts-
33 biflchoppen en biflchoppen van ons
35 ryk 3 de hand aan de uitvoering der
33 tegenwoordige reglementen te hou-
33 den , in dien geeft van vrede en chrif-
35 telyke liefde 5 waarvan zy ons zo me-
35 nigvuldige blyken in deze gelegen
55 heid hebben gegeven ; wy gelalten
„ onze parlementslioven , het geen 'er
Philippus van Orleans. 201
in dit artykel begrepen is , heilig te
35 onderhouden, en te doen onderhou-
„ den ) voornaamlyk in 't geen de ap-
33 pellen betreft 5 en al het geen 'er tot
33 nadeel van de tegenwoordige zou mo-
33 gen gefchied zyn , te vernietigen.
33 Ook zoeken wy door het tegenwoor-
33 dig artykel geen inbreuk te maken in
33 de regels van de kerk , en de grond-
33 wetten van 't ryk5 omtrent het recht
33 van aan een toekoment concilie te
33 apelleren.
33 Ons voornemen zynde de fpoorlo-
33 ze vryheid te befnoeien, waar mee
33 men verfcheide fchriften in de wereld
33 heeft verfpreid 5 die tegen het gezag
33 en de leer van de kerk ftryden, wel-
33 ke heilig in ons ryk onderhouden word,
33 en meteen de reukeloosheid derwoel-
3, agtige 5 losbandige, en tomeloze geef-
33 ten zoekende te ftuiten, die zich van
93 de laatfte gefchillen bedient hebben, 't
33 zy om de dwalingen van Janfenius
3, te vernieuwen 5 't zy om het gezag
„ van de kerk aan te taften , om zetre-
35 gels 3 welke tegen die van 7t ryk, te-
33 gen de rechten van 't bisdom 5 en te-
35 gen de vryheden van de Gallicaan-
35 fche kerk ftryden, of andere gron-
5, den van een heel toegevende zede-
5, kunde m te voeren, willen wy, dat
N S » de
202 Het Leven vak
55 de ordonnantiën van de koningen orr-
5, ze voorzaten 5 en de onze, rakende de
55 kerklyke policy en tucht , en de uitvoe-
55 ring van de vonniffen der kerk in 't ftuk
55 van de leer 5 nagekomen zullen wor-
55 den volgens haarform en inhoud, in-
55 zonderheid de bullen van Innocen-
5, tius den tienden 5 en Alexander den
55 zevenden tegen de Janfeniftery 5 en
35 het plakaat omtrent het tekenen van
55 het formulier. Egter verftaan wy niet,
5, dat men direót noch indireót enige
55 nieuwe formulieren van ondertekenin-
3, gen zal durven vorderen ? nademaal
,5 het niet geoorlooft is 3 diergelyke in
„ te voeren 5 zonder de raadpleging der
,5 biffchoppen , die met ons gezag be-
55 kleed zyn.
„ De ordonnantiën 5 plakaten5en de-
„ claratien over de kerkelyke jurifdiéhe
55 zullen volgens haar form en inhoud
5, uitgevoert worden , en ingevolge
5, van dien , zal de kennisneming en
5, de uitfpraak over de leer den aarts-
a, biffchoppen en biffchoppen toebeho-
,5 ren 5 en hunne vonniffen ten dezen
3j opzichte zullen tegen alle gemeenten ,
3, en zo wel wereldlyke als geeftlyke
55 perfonen 5 ter uitvoering geftelt wor-
5, den 5 zonder dat al het geen daar te-
55 gen gedaan of ondernomen zou mo-
» gen
Philippüs van Orleans. 203
5, gen zyn5 gedurende de laatfte onenig-
„ heden , enig hinder of nadeel zal kun-
5, nen toebrengen aan het rechtsgebied
?, der biffchoppen 3 of daar enige nieu-
5, we verandering in maken. Wy ge-
3, laften onze parlementen , en alle on-
5, ze andere rechters , om de kennis-ne-
3, ming en het vonnis over de leer aan
„ de biffchoppen te verzenden 5 en hun
93 den byftand te verlenen 5 dien zy zou-
33 den mogen nodig hebben.
33 Verders verbieden wy alle onze
33 onderdanen 3 van elkander aan te taf-
33 ten of te tergen met de fmaadwoor-
33 den van invoerders van nieuwighe-
33 den 3 janfeniften 3 fcheurmakers 5 ket-
33 ters 3 of andere bendnamen ; gelyk
33 ook het opftellen 3 verkopen 5 ver-
33 fpreiden 5 of anderfins, van boeken of
33 pasquillen 5 vooral van die gene %
33 welke tegen de eerbied ftryden 5 die
,3 men aan onzen heiligen vader den
33 paus 3 aan de biffchoppen 3 of aan de
33 vryheden van de Gallicaanfche kerk
33 verfchuldigt is5of welke direct of in-
33 direét de voornoemde conftitutie be-
33 ftryden 5 en in 't algemeen alle die
33 gene 3 die gefchillen raken 5 welke on-
33 langs afgedaan zyn 5 waaromtrent
33 wy een algemeen ftilzwygen opleg-
33 gen. Gegeven te Parys3 den 4.. Au-
„ gufti 1720." Na
204- Het Leven van
Na dat deze declaratie in het parle-
ment van Vlaanderen geregiftreert en
afgekondigt was , maande men den car-
dinaal de Noailles om zyn mandement
van aanneming : zyne eminentie wei*
gerde dit, onder voorwendzel, dat,dewyl
deze declaratie nader zyn bisdom be-
trof, dan alle andere, het ook wel voeg-
de , dat zy daar geregiftreert wierd , zon-
der het welke zyn mandement weinig
van kracht zou zyn , en blootgeftelt aan
tegenkantingen, die hy niet graag zou
ondergaan.
Tegen- Vergeefs gebruikte men alle zyne wel-
kantildie ^Pre^ent'ie^ 5 hy bleef onbewceglyk.
d«c de-e Men moeft bedacht zyn om hem genoe-
ciaratie^ gen te geven , want zonder dit mande-
ment wierd de declaratie ten minften van
geen nut. Dit was zo gemaklyk niet
om te doen : het parlement was naar Pon-
toife verplaatft ; deszelfs weinige trek
om de vreedzame inzichten van \ hof
te begunftigen , had veel tot deszelfs on-
gunft geholpen , en het had weinig
fchyn 3 dat deze ftrenge behandeling het
infchiklyker zou gemaakt hebben: daar-
enboven was het meer dan waarfchyn-
lyk , dat men zich met zyne eminentie
verftond, en zoveel wilde toebrengen,
als het mooglyk was , om den cardinaal
vim zyn belofte te ontflaan.
Niet
ontmoet.
Philippus van Orleans. 20J
Niet tegenftaande deze overwegin-
gen , wierd de declaratie naar Pontoife
gezonden; de univerfiteit , de priefters
van Parys , en de vier appellerende bif-
fchoppen , zonden 'er ook requeften naar
toe , waarby zy verzochten van te mo-
gen ontfangen worden als appellanten
van al het geen 'er gedaan was, of noch
ftond gedaan te worden , omtrent het ver-
gelyk , waaraan zy beweerden geen
deel te hebben, en tegen hun appél aan
een algemeen concilie , dat vry en wet-
tig vergadert zou zyn. Deze requeften
vonden meer ingang in het parlement,
dan de declaratie van den koning , door
de toeftemming van het ligchaam der
bifïchoppen onderfteunt , zo dat myn
heer de la Vrilliere order had die weer
in te trekken.
Zyne koninglyke hoogheid , en zyn
gunfteling, de abt du Bois, een dood-
lyke fpyt over al dezen tegenftand en
behandeling gevoelende , lieten hunne
gedachten op den groten raad gaan , en
het fcheelde weinig of zy waren daar
ook afgewezen , maar door het bidden
en fmeken der hertogen en pairs , zo ik
my dus mag uitdrukken , die de hertog
regent daar zeifin hunne (jeremonie-tab-
berden met alle de andere prinflen van
den bloede ingeleidde , gefchiedde de
re-
%o6 Het Leven v a
regiftrering den 23 feptember, en wierd
door opene brieven ge volgt, behelzen-
de in fubftantie , dat de koning , na aan
den groten raad zyne declaratie van den
4den Augufti laatftleden gezonden te
hebben, om de bevrediging der biffchop-
pen van zyn ryk te wettigen en te hand-
haven, over de gefchillen , die 'er onder
hen ter gelegenheid van de conftitutie
Unigenitus ontftaan waren , dien raad
verzocht had om tot het regiftreren
van de voornoemde declaratie over
te gaan ; het vertrouwen dat hy op
hun beqtiaamheid , en ervarenheid in
de kerklyke zaken had, en de blyken
die zy van hun iever voor de rüft van
de kerk en den ftaat hadden gegeven ,
hadden zyn majefteit bewogen , om hun
de kennisneming toe te wyzen van de
difputen en gefchillen , die 'er ontftaan
waren, of noch mogten ontftaan, ter
oorzaak van de gemelde conftitutie, in het
rechtsgebied van het parlement vanParys.
vordc Deze regiftrering was noch niet naar
ringen de fmaak van zyne eminentie , hy ver-
Ca?dinMi klaarde met uitdriiklyke termen , dat zyn
deNoaii- mandement niet in 't licht zou komen ,
lcs- voor dat de declaratie des konings , waar-
op het betreklyk was , in het parlement
van Parys geregiftreert was. Niet te-
genftaande het hartzeer en de fpyt, die
deze
PhilIpfüs van Orleans. 207
deze wankelbaarheid , of liever dit ge-
brek van zyn woord te houden , in lui-
den van het karakter van den hertog van
Orleans, en zyn eerften minifter, moef-
ten veroorzaken , lieten zy zich niet af-
wyzen , en wierden de zaak meefter ,
die de cardinaal onmooglyk oordeelde.
Zonder op te houden van met deze pre-
laat grote omzichtigheden te gebruiken,
februikte men een fleren toon tegen
em , en bepaalde hem een tyd , om
een vaft belluit te nemen , hem te ver-
itaan gevende, dat men, zyn uitvlug-
ten moede , maatregels zoude kunnen
nemen , die hem niet aangenaam zou-
den zyn.
Men ftelde een nieuwen gewetenswad
aan, waarvan hy uitgefloten was : de-
ze beftond uit den cardinaal de Rohan ,
die 'er prefident van zou zyn, uit den
cardinaal de Billi , den aartsbiffchop van
Camerik (dit was de abt du Bois) uit
mynheer Fleuri , oudbiflchop van Frejus ,
en leermeefter des konings , uit den heer
Maïïillon, biflchop van Clermont, eer-
tyds vader van het oratorie , en den
vermaartften preker van Paiys , zynde
een van die genen, die het meelt toege-
bragt had , om den cardinaal de Noail-
les te overreden , om zyn ftem tot een
vergelyk te geven. De beftemde tyd
ver-
208 Het Leven yan
verlopen zynde,liet men zich zeer door
•de abdis van Chelles bidden, om hem een
nieuw uitftel te verlenen.
Men Het wezentlyke point was, het par-
krygthet iement tot reden te brengen: om het
ment zo Ssdve bang te maken, en te doen gevoe-
ver,dat ]en5 fa men Jiet Wel zonder het zelve
eontou- kon ftellen , rechtte men een (|) Va-
tieregif- cantiekamer te Parys op; de eerfte zit-
treert. yan g^^/j^f wierd den 7
oótober by de grote Auguftynen gehou-
den, in de zaal, die tot de vergader-
plaats der geeftlyken gefchikt is. De
koning drukte zich hieromtrent aldus
in zyne opene brieven uit: ,, Niet raad-
„ zaam geoordeelt hebbende , om ge-
„ wichtige redenen, een vacantie-kamer
„ te Pontoife op te rechten , waarheen
„ wy ons parlementshof verplaatft heb-
„ ben, verplicht ons het recht, dat wy
„ onze onderdanen fchuldig zyn, an-
„ dere rechters aan te ftellen , waaraan
„ zy zich kunnen adrefleren, om dat
„ zo vaardig te erlangen, als het dena-
„ tuur der zaken, die gemeenlyk inde
„ vacantie-kamer verhandelt worden ,
53 vereifcht. Om deze redenen hebben
n wy,
f Zodanig een gerechtshof beftaat gemeenlyk uit
een ptftient a mortier en enige raadsheren, om geduren-
de de vacantien de zaken van de juftitie waar te nemen»
PHILIPPüS VAN ORLEANS. IOC}
n wy, op den raad van den regent, van
„ de prinflen van onzen bloede 5 enan-
„ dere grote en aanzienlyke perfona-
gien van onzen raad, alle de zaken,
5, die voor ons gemeld parlements-hof
„ hangen , zo wel in het civiel als in
„ het crimineel, die het gewoon is,
„ gedurende de vacantien, inftaat van
5, wyzen te brengen , en tut te fpre-
ken, gelyk ook die gene, diegedu-
rende de tegenwoordige commiiTie
5, mogten komen te ontftaan, aan u ver-
5, wezen , gelyk wy ze aan u verwy-
zen mits dezen, u aanft ellende, be-
5, velende en committerende, om van
dezelve kennis te nemen, en ze ter
batfter inftantie uk te wyzen, en dat
,3 tot S. Marten toe
De prefident van deze commiiTie was
de heer d'Armenonville , de procureur-
generaal de heer de Vatan , en de raads-
heren waren ten getale van zeven , uit
des konings raad van ftaten genomen,
waarby 25 requeftmeefters gevoqgt
waren.
Ter zeiver tyd dat men het parlement
in \ algemeen deze fpyt aandeed, lei
men zich toe, om de particuliere leden
daarvan door onderhandelingen en fol-
licitatien te winnen. De heer cangelier
deed daar groten dienft in^ en fcnikte
II. Dal. O zicE
210 Het Leven va n
fcich heel gemaklyk naar de inlichten
van hof Deze magiftraats-perfoon ,
van wiens eerlykheid en vroomheid men
10 breed had opgegeven, had veel van
de grote genegenheid laten varen, die
hy voor de janfeniftifche party ge-
had had , geen ik daarom zeg ,
om dat niemand onbewuft is , dat de
gevoelens van Janfenius en van Quê-
nel dezelve zyn. Hy meende in den
groten ophef, die 'er gemaakt was, an-
dere driften , dan de iever voor de waar-
heid, ontdekt te hebben ; een liefhebber
van de goede order, en van de fubordi-
natie zynde , was hy geërgert geweeft
over de vorderingen en de handelingen
van de lage geeftlykheid : dewyl het za-
menftel der leerftukken hem fcheen toe
te ftrekken , om de misbruiken , die men
van de bulle zou kunnen maken, af te
keren, zag hy de onoverwinlyke tegen-
kanting, om die aan te nemen, als een
hartnekkig befluit aan , om de onluften
eeuwigdurent te maken , en in de kerk
een nieuwe form van regering in te voe-
ren ; hy drukte zich omtrent zo hier-
over uit , en zyn gedrag heeft nader-
hand altyd zyne gevoelens beantwoord.
De onderhandelingen waren niet vruch-
teloos , maar zy waren van een langen
nalleep. Om van derzelver goeden
uitflag
Philippus van Orleans, 211
uitflag verzekert te zyn , en die te ver-
haaften, namen de hertog van Qrleans
en zyn raad een belluit , om het parle-
ment een zwaarder llag toe te brengen ,
dan alle de voorgaande. Toen deze
vergadering zich klaar maakte , om haa-
re zittingen tegen den dag van S. Maar-
ten te hervatten, ontfing ieder van der-
zelver leden een gelloten brief, die hun
verbood te Pontoife te vergaderen, en
belaftte, zich naarBlois te begeven, om
daar den tweden van de volgende maant
het parlement te openen. De iever, en
de ftantvaftigheid dezer magiftraatsper-
fonen konden deze twede ballingfchap
niet weerftaan 5 de onderhandelingen
vorderden meer in vier of vyf dagen,
dan zy voorheen in verfcheide maanden
gedaan hadden : den vyftienden novem-
ber, dat is te zeggen vier dagen na het
ontfangenvan de gellotene brieven, gaf
de eerfte prefident zyn woord in naam
van de vergadering, dat de regiftréring
zou gefchieden. Men quam in aller yl
omtrent de voorwaarden overeen ; dat
de commiffie aan den groten raad , no-
pende de uitvoering van de declaratie,
zou herroepen worden; dat de te boekftel-
ling te Pontoife zou gefchieden ; dat dit
met enige bepalingen zou in zyn werk
gaan , waarvan men de voorwaarden
O 2 regleer-
2i2 Het Leven tan
regleerde, en dat het parlement, zo
dra als het mooglyk was, te Parys zou
herftelt worden.
Het gegeven woord wierd met meer-
derheid van (temmen den vierden de-
cember ter uitvoering gebragt. De
bepalingen hielden in, dat het regiftré-
ren geen inbreuk zou maken in de
vryheden en privilegiën van de Galli-
caanfche kerk , en in de grondwetten
van 't ryk , omtrent de magt en het
rechtsgebied der biffchoppen van Vrank-
ryk , de aanneming der paullyke bul-
len , en het recht van appél aan een
toekoment concilie , en eindelyk , dat
men in de uitvoering dezer declaratie acht
zou geven op de claufelen en bepalin-
gen , bedongen by het regiftreren van
de opene brieven van het jaar 1714.
De cardinaal de Noailles , miffchien
uit beleeftheid , wachtte niet tot dat de
zaak te Pontoife afgedaan was; maar hy
deed, op het gegeven woord aan den
heer regent door den eerften prefident,
zyn mandement van aanneming op den
17. november in 't licht* komen. In
vreedzamer tyden , waarin men niet be-
lloten zou hebben te veroordelen, 't geen
zich tegen zyne particuliere gevoelens
aankantte , zou dit mandement aange-
zien zyn voor het geen het was, dat is
te
Philippus van Orleans. «213
te zeggen voor zeer verftandig, en zeer
bequaam om de zwarigheden, die men
tegen de bulle geoppert had, weg te ne-
men en de ware of gewaande onge-
ruftheden te (tillen , die men ten dezen
opzichte had laten blyken.
Wy hebben u altyd met een volkome Mande-
eenvoudigheid , waarde broeders , alle ^ne™*
de ftappen bloot gelegt, zei deze aarts- mnigvan
biflchop, die wy in de gewichtige zaak ti^ti'
van de conftitutie gedaan hebben ; en van
onze grootfte vertroofting is geweeft, u NoallIes-
tot getuigen van ons gedrag , en gehei-
me vertrouwelingen van onze gevoelens
te hebben .... Gy weet het, broeders,
wy zyn de enige niet , die ontruft zyn
geweeft over de misbruiken , die men
van de conftitutie Unigenitus wilde ma-
ken, *t zy met zich te durven bedienen
van den eerwaardigen naam van den
h. vader den paus , om valfche en ge-
vaarlyke gevoelens ftaande te houden,
't zy met zich in het andere uiterfte te
werpen , en te bewéren 5 dat zyne hei-
ligheid de leer van de kerk aangetaft
had .... Met inzicht om deze twee
uitterften te verhelpen , ftelden de bif-
fchoppen van de vergadering van het
jaar 1714., voor dat zy fcheidden , de
herderlyke onderrechting op, die zyals
een foort van een bolwerk en een dam
O 3 aan-
21^ Het Leven van
aanzagen , tegen de uitleggingen , die
tegen den waren zin van de bulle ftre-
den.
De waarheid en vrede , gelyk deze
prelaten, wenfchende te bewaren , oor-
deelden wy niet , dat deze voorzorgen
fterk genoeg waren ; en niets op ons
willende nemen , befloten wy ons aan
den h. vader te adrefleren , om hem te
bidden , dat hy ons zelf de nodige uit-
leggingen mogt geven Deze
verfcheidenheid van gedrag had niets in
fcich, dat de kerk behoorde te ontruften ;
alles wat men 'er uit kon befluiten , was ,
dat de biflchoppen van Vrankryk , met
elkander overeen gekomen zynde om
uitleggingen by de bulle te voegen, ver-
deelt waren , voor zo ver , dat fommi-*
ge oordeelden die zelf te kunnen ge-
ven, in plaats dat anderen zich aan den
paus adrefTeerden, om die te erlangen.
Om ondertufTchen de quade vermoe-
dens uit te wifTchen , die men tegen het
geloof der eerite herders trachtte in te
boezemen , en om altyd meer dan een
middel te hebben , om alle de gemoe-
deren tot een volmaakte eendragt te
brengen , meenden wy te moeten ver-
klaren , dat 'er geen onenigheid onder
de prelaten was, omtrent het geene dat
tot de wezentlykheid van het geloof be-
hoort.
Philippus van OrleaSs. iif
hoort , en dat wyduitgeftrekter uitleg-
gingen een genoegzaam middel konden
worden, om een waren vrede ce herftel-
Jen Wy durven hier den door-
luchtigen prins , die met het koninglyk
gezag bekleed is , tot getuigen roepen
van onze wenffchen en genegenheid voor
den vrede , en in die vreedzame onder-
handelingen , die hy met zyne tegen-
woordigheid vereert heeft, heeft hy het
genoegen gehad van te erkennen , dat'er
nooit onder de bilTchoppen verfcheiden-
heid van gevoelens was geweeit om-
trent den grond der leerftukken , en het
wezentlyke van het geloof. . . . 't Geen
wy ten allen tyden gewenfcht hebben ,
vergunt ons God tegenwoordig op on-
ze beden.
Prelaten , die te achten zyn om hun-
ne grote kennis , en noch meer om hun-
ne liefde voor de ruft, hebben met een
geeft van eendracht en chnJcelyke liefde
gearbeid , om net de dwaling van de
waarheid, de leerftukken van de gevoe-
lens te onderfcheiden.
De uitleggingen , die zy in dezen
geeft hebben opgeftelt , zyn door zulk
een groot getal van bilTchoppen voor-
goedgekeurt , dat men ze als een echte
getuigenis van de gevoelens der Galli-
caanfche-kerk kan aanzien, bequaamom
Of die
2i6 Het Leven tan
die genen den mond te noppen , die aan
de conftitutie Unigenitus verkeerde uit-
leggingen zouden willen geven , om
hunne gevoelens ftaande te houden , die
van ieder party maar al te dikwils voor
leerftukken van het geloof uitgegeven
worden.
Dus hebben wy de vertroofting , van
te zien, dat wy ons oordeel naar de groot-
fte verltanden van de kerk van Vrank-
ryk richten 5 en wy vrezen niet, dat
zyne heiligheid deze uitleggingen niet
zal willen erkennen , dewyl zy enkel
en alleen de overlevering van de room-
fche kerk zyn.
5, Ontfangt dan met vertrouwen uit-
55 leggingen 5 die in dezen geeft opge-
55 ftelt zyn 5 draagt die eerbied toe 5 als
55 zynde het werk van de Gallicaanfche
55 kerk 5 van dat doorluchtig deel van
55 Chriftus kudde , dat zich altyd even
55 beroemt heeft gemaakt door de zui-
55 verheid der leer 5 en door de ftantvaf-
55 tigheid van zyne onkreukbare gene-
55 genheid voor den heiligen ftoel. u
Deze voorreden was van uitleggingen
gevolgt 5 die niet anders behelsden dan
liet zamenftel der leer , en zy wierden
met een waarfchuwing befloten , die een
foort van atteftatie van derzelver recht-
zinnigheid behelsde.
„ De
Philippus yan Orleans. 217
De cardinalen , aartsbiffchoppen,
5, en biflchoppen 5 aan wien zyne ko-
5, ninglyke hoogheid de uitleggingen
3, heeft medegedeelt , en die dezelve
„ naauwkeurig onderzocht hebben , heb-
,5 ben verklaart 5 dat zy niets behelzen
35 dan het geen overeenkomftig is met
33 de leer van de kerk, en met de gron-
53 den 3 die zy geftelt hebben, toen zy die
3, aannamen 5 in hunne herderlyke on-
55 derrechting van het jaar 1714 cc.
Waarna zyne eminentie voortgong:
55 Zodanig zyn de uitleggingen van de
55 bulle Unigenitus , waaraan gy u moet
55 houden ; dit is de geeft geweeft van
55 zo veel grote biffchoppen 5 toen zy
55 die aangenomen hebben 5 en dit is
55 de zin ? waarin wy ze met hen aan-
55 nemen". Vervolgens toonde hyaan3
dat de leerftukken 5 en de artykelen, die
dezedeleeren tucht raakten, welke men
beledigt geloofde5 volkomen gedekt en
behouden waren.
55 Luiftert dan nietjbefloot hy5 naar
55 particulieren5die mooglyk geen kennis,
55 en zekerlyk geen gezag bezitten 5 en
55 die u een leer willen inboezemen ,
„ heel verfchillende van die gene , die
35 u de h. vader 5 en wy met hem leren.
55 Luiftert ook niet naar die genen5 die
„ aan de bulle Unigenitus verdraaingen
O J „ zou-
2i8 Het Leven van
„ zouden willen geven , welke met on-
„ ze uitleggingen llryden, 'tzy om val-
,t fche en gevaarlyke betekeniflen , die
3, door deze zelve uitleggingen uitge-
3, floten zyn 3 te willen ftaande houden,
3> 7t zy om te dryven , dat men de leer
3, verbaftert 5 en de taal der overlevering
3, verandert , daar ondertuffchen de kerk
33 zich niet van haar gezag bedient, als
33 om de leerftukken op een netter, en
33 klaarder manier 5 en die het verfte af
33 is van dwalingen en nieuwigheden te
33 begunftigen, uit te doen drukken
33 Hierom nemen wy met eerbied en
,3 onderdanigheid de conftitutie Unige-
„ tus aan , vernieuwende de veroorde-
33 ling 3 door ons reeds gefchied , van
33 het boek der zedekundige overden-
33 kingen 5 en wy veroordelen zo wel
53 het gemelde boek, als de ioi ftellin-
33 gen j met dezelve benoemingen ,
„ die 'er zyne heiligheid aan gegeven
33 heeft. Alles volgens de gezegde uit-
„ leggingen 3 die door een groot ge*
33 tal franfche bifTchoppen voorgoedge-
33 keurt zyn 5 en die wy u geven als
33 den waren zin van de bulle behelzen-
33 de ; uitleggingen , die wy nodig geoor-
3, deelt hebben by de conftitutie Unige-
3, nitus te voegen 5 alleen om te beletten ,
33 dat het geloof door opvattingen 5 die
valfch
Philippus van Orleans. 219
valfch zyn 3 en tegen den waren zin
van de bulle en van de gemelde uit-
„ leggingen ftryden 3 aangetaft 3 de zui-
„ verheid van de zedeleer verdorven,
„ en de vryheid der fcholen gelchonden
3, worde.
33 Wy veroordeelen alle de blaauwe
33 boekjes , 't zy gedrukt of gefchrevea
33 die 'er tegen de conftitutie en de ge-
33 melde uitleggingen , ten voordeele van
33 het gemelde boek en de veroordeel-
33 de (tellingen , zyn in \ licht geko-
33 men, of noch zouden mogen komen cc.
De pogingen die de hertog van Noail- Dejan.
les ten koften van zyn goeden naam
aanwendde, om zich in fchyn met het op van
grootfte getal der biflchoppen te vereni- heno te
ö ö, rr • i t pryzen,
gen 3 maakten geen groten indruk op
het gemoed zyner parochianen. Hy
kende de gemoedsgeltelteniffen zyner
priefters3 daar hy veel toe gedaan had
om ze daar in te krygen , zo wel 3 dat
hy,by het toezenden van dit mandement,
hun de vryheid liet, om het af te lezen 5
of achter te houden 5 en de meeften ko-
zen de laatftgenoemde party. Dit man-
dement wierd van alle kanten aangetaft,
de party, die hy verliet, hoopte hem
met verwyt en fcheldwoorden op ; hy
was nu geen Athanafius, geen Chryfof-
tomus meer 5 dien de liefde tot de waar-
heid
220 Het Leven van
hei J tegen de dreigementen van lyn
vorft verhard had ; 't was een ftaaltje
van de brosheid en onftantvaftigheid
der menfchelyke deugden ; men haalde
hem aan als een doorluchtig voorbeeld
van een rechtvaardigen , die van de
genade verlaten was ; 't was zelf geen
man van verdienfte meer, menfchilder-
de hem als een zwak , fchroömachtig ,
en wankelbaar menfch , af, dien men al-
le moeite van de wereld gehad had om
te geleiden , en die zo veel ftruikelingen
gedaan had als paffen , zo dra hy zich
niet meer had willen laten gezeggen.
Om kort te gaan , deze prelaat had het
hartzeer van te zien , dat men tegen zyn
dank hartnekkig zyne handelingen, die
hy veroordeelde, bleef wettigen, en dat
uit dien groten hoop van leerlingen ,
die het zich tot een eer gerekent hadden
van in zyne voetftappen te treden,naau w-
Jyks een hem op den nieuwen weg ,
door hem ingcflagen , wilde volgen,
vcmor- Het hof had zonder twyffel graag ge-
deling 2;en c}at: (]eze ftap van ]iet hooft der
der Aj>- 1 a '
peilen, opponenten , van meer kragt geweelt
ware , om hen met de anderen te ver-
en; ::en , maar het had ten minften zyn
voornaamfle oogmerk bereikt, dat is ,
de handen ruim te hebben , om de mid-
delen te gebruiken , die het noodzaak-
Ph ILIPTUS van Orleans. 221
lyk geoofdeelt had , om het voortgaan
van de onenigheid te beletten 5 en 'er
de gevolgen van te ftuiten. Zodra het
mandement van den cardinaal deNoail-
les publiek was geworden , en dat het
parlement de declaratie , die dit onder-
ftelde 5 geregiftreert had 5 floeg men een
heel anderen weg in, dan men gedaan
had , om de janfemften te doen gevoe-
len, dat zy zich grovelyk bedrogen had-
den , zo zy zich hadden ingebeeld ,
dat men ooit van gedachten was ge-
weeft, om hen de dominerende party te
maken. In 't laatft van december ver-
oordeelde een arreft van 's konings raad
van ftaten het appél van de vier bif-
fchoppen , te weten die van Montpel-
lier 5 Mirepoix , Senés , en Boulogne.
De bilFchop van Mirepoix was reets ge-
fturven ; die van Senés is noch beroem-
der geworden, dan hy toen was 5 door
zyne afzetting op het concilie van Am-
brun , waarop mynheer de Tancin ,
geloofs-onderwyzer van den beroemden
Law, prefiderüt was ; de büfchop van
Boulogne is in zyne refidentie-ftad ge-
fturven \ maar die van Montpellier leefc
noch, en heeft veel eer ingelegt door
de mandementen, die hy, tot verdedi-
ging der mirakelen van den abt Paris ,
heeft in 'c licht gegeven. In't begin van
'tvol-
222 Het Leven van
't volgende jaar fchreef men dezen cir-
culairen brief aan alle de kapittels, die
van de conftitutie hadden geappelleert.
,5 Waarde, en veel geliefde; wy zyn
„ verwittigt , dat'er in uwe regifters
3, verfcheide aften gevonden worden,
„ ter gelegenheid van de difputen op-
,, geftelt , die'er in ons ryk over de con-
„ ftitutie Unigenitus gerezen waren ,
„ en die nu gelukkig afgedaan zyn i
„ en dewyl deze aften door de regie-
„ menten van onze laatfte declaratie
„ moeten aangezien worden als nul en
„ van gener waarde , en het niet meer
„ geoorlooft is zich daar van te bedie-
„ nen , fchryven wy U dezen brief,
3, met goedvinden van onzen zeer waar-
3, den oom , den hertog regent , om
35 u te zeggen , dat ons welbehagen
„ is , dat alle deze aften voortaan in
„ een volkome vergetelheid zullen be-
„ graven bly ven ; U uitdruklyk gelaften-
„ de , van daar uw gedrag naar te rech-
„ ten , van dezen tegenwoordigen brief
„ in uw aanftaande kapittel te doen le-
55 zen 5 en hem aanftonds in uwe regif-
5, ters te laten zetten
Appel- De aartsbiflchop van Camerik, dien
lantcn (jc uitvoering aller dezer zaken aanbevo-
vcrvo g . ^ ^ onejn(Jjg yeej moeite3
om uit zyn onderhandeling de vruchten
te
Philippus van Orleans. 223
te trekken , die hy^er 5 voor fcich zelf en
voor den ruft van den ftaat 5 van ver-
wacht had. Hy ontbood de opperftea
van de kloofters en geeftlyke genood-
fchappen , vermaande hen met de krag-
tigfte woorden 5 om hunne munniken ,
en de genen 5 daar zy over geftelt waren ,
in toom te houden , en hen te verhin-
deren 5 van luidruchtige rollen in de we-
reld te fpelen , hun verklarende , dat
zy'er verantwoordelyk voor zouden zyn*
Inzonderheid hielt hy een waakzaam
oog op de benediktynen : dewyl zy
een kapittel 5 of, gelyk zy het noemen,
een dieet ftonden te houden te Mar-
moutier , dicht by Tours 5 deed hy'er
de ieverigften van altfluiten, en gaf or-
der , dat de verkiezingen tot ampten niet
op hen vielen; dewyl hy ze weinig rek-
lyk vond , maakte hy hen bevreeft , hun
te kennen gevende 5 dat men hunne con-
gregatie zou vernietigen , en dat ieder van
hunne huizen onder den biiTchop van het
diftrict zou ftaan , gelyk liet voordezen
gewetft was. Niet te vreden met drei-
gementen te doen , bragt hy hun een
zwaren ftoot toe. Deze munniken heb-
ben verfcheide particuliere beneficiën ,
waarvan de inkomften niet begrepen
zyn onder het geen men des abts of der
munniken beurs noemt; uit deze inkom-
ften
224 Het Leven van
ften word de gemene kas gevult , om
de algemene onkoften goed te maken,
gelyk by voorbeeld de wedden , die zy
aan verfcheide amptenaren van den gro-
ren raad, en aan de beroemtfte advo-
caten van Parys geven. Dewyl deze be-
neficiën niet verenigt zyn , moet ieder
een byzonderen titel- voerder hebben ,
't welk benedióiynen zyn, diehetbyna
nooit zelf weten dat zy 't zyn , door 't
middel van enige getekende namen in
blanco , die men hen onder verfcheide
pretexten afeifcht: deze beneficiën wor-
den beftuurt, verruilt , overgetekent ,
zonder ooit vacant te worden ,of in an-
dere handen te kunnen vervallen. In 't
jaar 1720. quam 'er een declaratie des
konings uit , die deze ftreken den titel
gaf , dien zy verdienden , en kragtige
middelen gebruikte , om die te doen op-
houden: men belaftte, dat de titelvoer-
ders daarvoor uit zouden komen, met
zich in die hoedanigheid in het naafte
rechtsgebied , daar het beneficie gele-
gen was , te doen infehryven ; dat deze
aangeving by ieder verandering zou ge-
fchieden , en met eenc atteftatie van
den dood des voorzaats 3 en met de aan-
toning van alle titels en papieren ver-
zelt zyn, uit hoofde van dewelke men
zich als titel- voerder gedroeg, dat by
gebrek
Philippus van Orleans. 22J
gebrek van deze verklaringen , dus ge-
fchied, vernieuwt, en geattefteert , het
beneficie vacant zou geoord'eelt worden,
en verkrygbaar 5 niet tegenftaande alle
brieven van bezitneming , die men aan
het hof van Romen mogt verworven
hebben ; dat de pacht-celen door den
titelvoerder zelf zouden opgeftelt wor-
den, of op een fpegiale procuratie, met
zyn eige hand gdchreven; dat hy 'er
het genot en het bewind van zou heb-
ben , en daar wonen , indien het de na-
tuur van het beneficie quam te vereifchen.
Deze fchikkingen koltten de congre-
gatie vaa S. Maur enige beneficiën, en
verfchafcen de vryheid aan enige ver-
volgde benedictynen, die de gevoelens
van hunne ordens-genoten niet hadden
willen omhelzen. De zaak had geen an-
dere gevolgen ; zy toonden zich een
weinig gedwee, en de onvoorzichtig-
heid , of liever de heerlchzucht der je-
füiten , gelyk ik haaft zal doen zien ,
gaf den eerften minifter gelegenheid,
om de uitvoering dezer declaratie op
te fchorten.
Men gebruikte ook veel omzichtig-
heid omtrent de vaders van 't Oratorie:
hun generaal , vader de la Tour , een
man van een fyn oordeel en groot ver-
ftand , fchikte zich naar de inzichten
II. Deel P van
ii6 Het Leven van
van het hof , en de intentien van den
cardinaal de Noailles ; hy wift de zaak
zoo wel te beleggen, dat hy , zonder de
gevoelens zyner medebroeders veel te
dwingen , hen binnen de palen van be-
zadigtheid hielt, en het particulier be-
wind over hen niet dan aan luiden ver-
trouwde , op wier voorzichtigheid hy
ftaat kon maken.
De onderwerping , ten minften uiter-
lyk, van de theologifche faculteit van
Parys was van een heel ander gevolg.
De toeftemming van dit doorluchtig lig-
chaam , waarvan de leden door alle de
plaatzen van 't ryk , en in verfcheide
geeftelyke broederfchappen verfpreid
zyn , zou van een groot gewicht geweeft
hebben , om het gelchil uit te maken : maar
dit niet kunnende hopen , lei men zich
toe , om het gerucht , dat deze facul-
teit maken wilde , voor te komen. De
kanselier wierd met deze zorg belaft.
Hy ging aan \ onderhandelen , ontfong
de memorien , waarin haar grieven be-
vat waren. Hy wierd door hoger gezag
onderfteunt : de leraren , welke zich
aan deconftitutie onderworpen hadden,
en die door dit ligchaam uit de verga-
deringen gellotcn waren, quamen daarop
uitdruklyke order weer in; menverwif-
fdde den fyndicus en den deken; en
men
Philippus van Orleans. 227
men verhinderde door verfcheide geflo-
te brieven het raadplegen over het za-
menftel der leerftukken , dat tot grond-
zuil van het vergelyk ftrekte.
De univerfiteit in 't algemeen vereifchr
te ook grote zorgen. Ter gelegen-
heid van den omgang , die 'er , volgens
gewoonte , in maart 1721. gehouden
wierd, drukte de reétor , Rollin ge-
naamt, opperfte van het kollegie van
Beauvais , en zeer geacht onder veel
menfchen van fatfoen , onder anderen
van den cardinaal de Noailles , en myn-
heer d' Agueffeau . , zich met veel vuur
over de zaken van den tyd uit, zeggen-
de 5 dat niets levendiger blyken van de
liefde der univerfiteit voor de waarheid
zou geven, dan het appél dat zy van
de conftitutie Unigenitus aan een alge-
meen concilie had laten aantekenen , en
dat niets haar ook meer zou tot eer ftrek-
ken , dan haar openbare protefhtie aan
het parlement , waardoor zy verklaar-
de, dat zy , niet gehoort zynde in de
tegenwoordige zaak van het vergelyk ,
en van het zamenftel der leer , ook
daar geen deel in kon hebben. Dit dis-
kours wierd zeer geprezen , en de de-
ken van de theologifche faculteit ver-
zocht , dat het in de regiikrs van de
faculteit mogt aangetekent worden.
P 2 Twee
228 Het Leven van
Twee dagen daarna gaf het hof bevel,
dat het doorgefchrapt zou worden, en
verbood dat de gene , die het gehouden
had , in zyne bediening zou geconti-
nueert worden. Zo keerde men weer
tot de wyze van Lodewyk den veer-
tienden , en men was genoodzaakt te
bekennen , na vruchteloos alle andere
middelen beproeft te hebben , dat dit
het enigfte van kragt was.
Het hof Dit was het gevolg van de zorgen
van Ro- yan (]en fa g0js fcQ j]y ten mjn£
men had J , , J
reden ten twee jaren met yver had voortgezet:
van ver- Zy verfchaften het hof van Romen een
uzynf fchaduwe van vrede , en een glimp van
zegepraal , 't geen ^er ook innerlyk
n wel over in zyn fcbik was , fchoon het
^er zyn misnoegen over betuigt had ,
door de onbepaalde en algemene ver-
oordeling van het zamenftél der leer ,
van het mandement van den cardi-
naal , en van de regiftrering van \
parlement, die aan zekere voorwaar-
den verbonden was. Het hof van Ro-
men moeit in der daad denken , dat men
in deze omftandigheden meer ge-
daan had , dan het kon verwachten ,
of dan het begin van het regentfchap
voorfpelt had : de conftitutie was aange-
nomen ; de aanneming van den cardi-
naal , 't zy dan oprecht of niet , liet de
party,
PHILIPPUS VAN ORLEANS. 2K)
party , die tegen haar aangekant was,
zonder hooft ; de regiftrering van het
parlement , fchoon bepaalt , en tegen
dank gefchied, maakte haar party de do-
minerende 3 en gaf het hof recht , om
met enige welvoeglykheid de middelen
van ftrengheid te gebruiken , vooral te
Parys , daar de toevloed der opponenten
was, en de bron van de onenigheid.
Indien men acht geeft op de zwarig-
heden 5 die de aartsbiflchop van Came-
rik te overwinnen had, om te herftellen
't geen de oogluiking , die 'er in 't be-
gin van 't regentfchap vereifcht wierd,
in wanorder gebragt had , zalmen recht
bevvyzen aan het talent , dat hy tot on-
derhandelingen had 5 en men zal beken-
nen 5 dat de cardinaals hoed dikwils tot
beloning gedient heeft van uitflagen van
\eel minder gewicht 5 en dat de opvol-
ger van Clemens den elfden met recht
erkende 5 in hem met het purper te vere-
ren 5 dat hy meer deel had gehad 3 dan ie-
mand anders 5 aan het bevorderen van den
vrede in de kerk. In 't vervolg hield
men evenwel dezen minifter verdagt 5 van
zyn goeden uitllag in toom gehouden
en bepaalt te hebben , dat hy die party
had konnen verdrukken en verdelgen,
die hy nu maar verzwakt had: deze arg-
waan en verwyten kunnen nergens an-
P 3 ders
230 Het Leven van
ders op gegrond zyn , dan op inzichten
van een diepe poli$y , daar hy en de her-
tog regent inderdaad wel bequaam toe
waren.
De ftaat- De gunft, die men in 't eerft de vyan-
heeft* ^en van ^e con^tut*e betuigt had 3 en de
veel deel neutraliteit , waartoe men weer meende
laak2* te moeten komen , hadden de genen , die
hem onderdanig waren , ten uiterften
verbittert. Indien in deze gefteltenis
de troon had komen leeg te ftaan , kon
men abfoluit geen ftaat maken op hun
toeftemming , om zich daarop te plaat-
zen , en het voorwendzel van den gods-
dienft zou zekerlyk door Spanjen en
door den paus gebruikt zyn , gelyk het
eertyds gefchied was om 'er Henrikden
vierden van uit te (luiten. Het getal
dezer misnoegden was ongelyk groter,
dan dat van hunne tegenpartyders , en
men had in de zamenzwenng van Spanien
ondervonden, dat de beweegreden van
den godsdienft daar het krachtigfte be-
weegrad van geweeft was , fchoon met-
een het verholenft. Men moeft ze dan
weer op zyn zyde zoeken te winnen,
en zich met hen verzoenen; maar nade-
maal men vrezen kon 5 dat die verzoe-
herdenken van de eerfte behandelingen
ongeruftheid en wantrouwen mogt in-
boeze-
precht zou zyn , en dat het
Philippus van Orleans. 231
boezemen , moeft men by deze party
een achterdeur openhouden 5 die men
wift dat altyd gereed was om zich aan
dien genen over te geven 5 daar zy hulp
en befcherming van kon verwachten.
Deze inzichten waren niet oprecht , noch
vooronderftellen een groten iever voor
den godsdienft 5 maar zy waren voor-
zichtig overlegt 5 en hielpen het voor-
genomen oogmerk bevorderen, dat men
niet uit het gezicht wilde verliezen.
ik heb reeds gezegt , dat het my niet
voegt my in deze ltoffen in te laten, ech- mCrW
ter kan ik my niet onthouden , van enige grover
algemene aanmerkingen over de verfchei- vlndit
de partyen te maken, daar zy haar oor- puten.
fprong aan gegeven hebben , en over
de tegenftryaige grondregels , die deze
tot richtfnoer van haar gedrag fchynen te
nemen. Al wat de verfchillende partyen
uitftrooien, om haar tegenftryders zwart
te maken , en in kleinachting te brengen ,
doet niets tot den grond van de zaak , en
zyn op zyn hoogft maar toevalligheden ,
daar een verftandig en eerlyk rechter
naauwlyks acht op moet geven : en 't
geen ik zeg, moet ook verltaan worden
van de gemaakte loftuitingen , die zy
aan haar opperhoofden , luchters , en
befchermers gewoon zyn te geven ; al
wat zy van derzelver vroomheid , be-
P 4 quaam-
232 Het Leven van
quaamheid , en oprechtheid des harten
Zeggen , is niet dan opgewarmde koft,
die door het menigvuldig omroeren en
omhutlelen walgt, en haarkragt verloren
heeft ; op dezelve wyze is het gelegen
met die eeuwigdurende verzekeringen ,
die zy doen van haar liefde tot de waar-
heid 5 van de oprechtheid harer menin-
gen, van de geiteltenis daar zy in zyn ,
om haar gevoelen te laten varen , zo
dra men haar aangetoont heeft , dat zy
op den doolweg zyn: deze praatjes zyn
al te gemeen , om 'er op te vertrouwen ,
beide partyen Konnen 'er zich t'eener tyd
van bedienen , (choon een van beide zich
noodzaaklyk misleid. Wat de wyze
betreft waarop men van de rechters
fpreekt , de ervarenheid heeft geleert,
dat nooit pleiter , die zyn proges verlo-
ren heeft , daar goed van heeft gefpro-
ken , of zo hy dat al gedaan had voor
het uitfprekén van het vonnis , hy zich
zeiven tot een leugenaar heeft gemaakt,
zo dra hy zich in zyn hoop bedrogen
vond. De jezuiten hebben twee proQef-
fen gehad, dat van de teer van Molina,
en dat over de plegtigheden van China:
Sixtus de vyfde ftaat niet heel wel by
hen te boek , en Clemens de elfde zou
alie achting by hen verloren hebben, zo
hy hun, door de veroordeling vanQpê-
Philippus van Orleans. 233
nel , het hartzeer niet vergoed had , door
hem veroorzaakt, met verfcheidc van de
Chineefche plegtigheden, die zy meen-
den te moeten dalden , als bygelovig,
en naar afgodery ruikende , te veroor-
delen.
In alle genoodfchappen , die men be-
denken mag , is het abfoluit noodfaak-
lyk , dat 'er een rechter , en een vier-
fchaar is , om zonder appél over de ge-
fchillen te oordelen, die niet m flen Kun-
nen daarin te ontftaan , niet alleen om
ze door een vonnis te vereffenen, maar
hv moet ook de magt hebben , om de
genen , die hy veroordeelt , te dwin-
gen, van zicli aan zyn vonnis te onder-
werpen : een genoodichap , dat dierge-
lyke magt ontbeerde , zou onvolmaakt
zyn , en naauwlyks dezen naam verdie-
nen , en het zou onmooglyk kunnen be-
ftaan ; het die magt te betwiften, is al-
les, wat men kan, toebrengen , om het
in den grond te helpen ; die magt te-
gen te ftaan , is zich tegen dat genood-
ichap aankanten, en zich daarvan afzon-
deren.
Deze opperfte rechter of vierfchaar
van een genoodfehap kan niet voor par-
ty aangezien worden , zelf wanneer hy
in zyn eige zaak vonnift , dat is te zeg-
gen, dat men hem niet kan verwerpen,
P J wan-
234 Het Leyen van
wanneer 'er over deszelfs gezag gehan*
delt word : zonder dat zou de opftand , die
van alle de misdaden het meeft tegen de
gezelligheid ftryd , niet kunnen geftuit
worden 5 men zou zyn toevlucht moeten
nemen tot een ukheemfch gezag, of een
vierfchaar oprechten boven de opperfte
magt ; een gedroomde vierfchaar, en daar
koppigheid, hardnekkigheid, en geweld-
pleging even zeer tegenaan zouden
druiflchen , als tegen de gene , die zy
verworpen hadden. Ik onderftel dat een
particulier of een gemeente weigert het
parlement van Groot- Brittannien tot
rechter te erkennen : moet dit parlement
geoordeelt worden party in de zaak te
zyn ? en moet men , om dit gefchil uit
te maken , zyn toevlucht nemen tot den
keizerlyken hofraad , tot het parlement
van Parys, of boven deze opperfte vier-
fchaar noch een hoger oprechten?
Het appelleren van een lager vierfchaar
aan een hoger is ten behoeve van de on-
fchuld , en niet ten faveur van de mis-
daad ingevoert : alle appellen zyn niet
billyk , en een particulier , die appel-
leert , kan van derzelver deugtzaamheid
niet oordelen. Te appelleren aan een
vierfchaar, die niet in wezen is, die
geen bepaalden tyd heeft, om te zyn,
die niet als met veel moeite kan opge-
recht
Philippus tan Orleans. 235
recht worden , is inderdaad geen von-
nis begeren. Wat zekerheid , wat ruft
zou 'er in de ftaten zyn, indien deze
foorten van appellen daar geduldt wier-
den, 't zy in 't Qiviei, 't zy in 't crimi-
neel? zou men niet menigvuldiger en
gruwlyker wanorders zien, indien men
niet tegenftaande het vonnis van de
vierfchaar , waarvoor men zyne zaak
verloren had, recht had om zich aan te
iteilen, als of men die reeds gewonnen
had voorde vierfchaar, daar men zich op
beroepen heeft? indien 'er enige zamen-
leving is , waarin deze foorten van apel-
len geoorlooft zyn, zo is derzelver re-
gering; niet genoeg in ftaat, om de goe-
de order te handhaven , ten zy men ver-
plicht is , om by provifie aan een van de
vierfcharen , die 'er in wezen zyn , te
gehoorzamen, tot dat de gene , die niet
in wezen is , opgerecht is.
In alle zamenleving daar een gods-
dienft is, moet 'er een opperfte gezag
zyn , om de zwarigheden te vereffenen ,
die 'er in 't ftuk van godsdienft ont-
ftaan : een gezag , waaraan men gehou-
den is zich te onderwerpen , en waarte-
gen het niet geoorlooft is zich aan te
kanten , ten minften het zelve opentlyk
te beftryden, en tegen te fpreken. Te
vergeefs zou men zeggen, dat de ware
236 Het Leven van
religie alleen dat recht heeft; want hier-
uit zou volgen , dat alle het hebben, of
geen eene, nademaal zy alle waar zyn,
ten opzichte van die genen , die haar
volgen , en valfch , ten opzicht van de
genen , die ze niet volgen.
Dewyl de verfcheidenheid van gevoe-
lens in 't ftuk van godsdienft gewoon is
onluften en onenigheden te verwekken,
die byna altyd bequaam zyn , om de
vaftgeftelde regeringsvorm over hoop te
gooien , heeft het publiek gezag het recht,
van zich van al zyn magt te bedienen,
om deze verfcheidenheid te beletten , om
de nieuwe leeraren tot zwygen te nood-
zaken , te flraffen , ja te bannen. En
zeker indien de ftaat-regels , de gronden
van een politieke regénng, niet aan de
berifping van ieder particulier burger
moeten overgelaten worden , indien het
een mifdaad is, aan derzei ver verande-
ring te tornen , waarom zou het niet
eveneens gelegen zyn met de zetregels
en de gronden van den godsdienft? het
kragtigfte en het reedlykfte dat men ten
behoeve van de tolerantie en de vryheid
van geweten kan zeggen , bewyft , dat 'er
verzagtingen zyn , die het publiek ge-
zag, onderwyl het zich van zyn recht
bedient, kan gebruiken; maar het be-
wyft niet, dat het dit recht niet beeft.
't Is
Philippus van Orleans. 237
\ Is gemakkelyk te begrypen , hoe
de twee hervormers van de roomfche
kerkzulken groten opgang gemaakt heb-
ben. Zy talken wezentlyke wanorders
aan; 't geen zy zeiden was begryplyk
en aanloklyk, ja zelf aanneemlyk : als
men hunne leer omhelsde > moeft men
noodzaaklyk winnen; de oorbiegt, de
matigheid , de vaiten , waren gebrui-
ken 3 die men zonder veel hartzeer laat
varen; het vernietigen der geloften van
een ongehuwden ftaat was een kragtig
lok-aas voorpriefters en munniken, waar-
van de buitenfporige menigte tot laft
van \ gemeen was , dat voor hun onder-
houd moeft helpen zorgen , ter zeiver
tyd , dat het van de vruchten hunner
arbeid en vlyt verftoken was ; de ver-
nietiging van dezefchuilplaatfen, eerder
ledigheid , dan der vroomheid 5 kon
niet miffen te behagen , zo wel als de
verdeling van de rykdommen der kerke-
lyken onder den adel , of derzelver vere-
niging met des lands domeinen; door
deze veranderingen wierd het burgerlyk
gezag vryer en volftrekter ; de onderda-
nen , waarin de magt van een land be-
ftaat , vermenigvuldigden ; de vlyt en
arbeid namen toe , alle fpanden zy za-
men om het gemeen welzyn te behar-
tigen ?
^33 Het Leven van
tigen, en alle droegen zy 'er de lallen
van.
Niets van dit alles vind men in de ge-
voelens , die hedendaags Vrankryk ver-
délen ; dit werk beftaat maar in abftrac-
te waarheden, in fynigheden, die ver
boven het gemeen begrip gaan , en wel-
ke de meeften,van die ^er over difputeren,
zelf niet verftaan. Ver van het juk te ver-
zachten, verzwaart men het: men maakt
van de vierfchaar der boete, een vier-
fchaar van fchrik en wraak; men fchynt
geen andere voor ware boetdoeningen
te erkennen , dan die beuzelachtige , ten
minflen te ver uitgeftrekte en buiten-
{porige penitentiën , die men in de le-
vens der woeftyniers afgefchildert vind ;
men fpreekt niet dan van ftrengheid , van
gezag , van verzaking van de wereld en
't vleefch , ter zeiver tyd dat men be-
wyft, dat alle deze goede werken gaven
gods zyn, zodanig uit genade gegeven ,
en zo onafhanklyk van de geftelteniflen
van den menfch, als de regen ten opzich-
te van de aarde is, men fpreekt niet dan
van chriitelyke liefde, dan van God lief
te hebben , onderwyl dit men hem als
een hart en fors meefter afbeeld, die
maajen wil,^ geen hy niet gezaait heeft,
die ftraft, oin dat men niet ontfangen
heeft >
Philippüs van Orleans. 239
heefc , 't geen hy niet raadzaam geoor-
deelt heefc te geven , 't geen hy ge-
weigert, 7t geen hy ons zelf ontnomen
heeft ; en men wil ons overtuigen , dat
het kragtigfte proefltuk , en de volmaakt-
fte trap van liefde is , diengenen te be-
minnen, op wiens wederliefde men niet
hopen kan, men wil dat de menfch een
fmertelyk leedwezen zal gevoelen , om
dat hy niet deugtzaam is , zelf wanneer
men zyn beft doet , om hem te be wyzen ,
dat de deugt niet meer in zyn vermogen
is , dan de fchoonheid of lelykheid zy-
ner tronie, dan de ryzigheid of klein-
heid van zyn poftuur ; met een woord ,
men wil , dat hy zich fchuldig zal ge-
loven, om dat God hem niet uit den
klomp des verderfs gered heeft, waar-
in men beweert dat het hele menfch-
lyk geflacht ingedompelt is , door de
fchuld van dien genen , vanwien het zyn
oorfprong afleid.
Men ziet klaar , dat deze gevoelens
in zich niets vleients of aanloklyks heb-
ben : warom ze dan gevolgt ï warom
zo veel tegenkantingen gedaan tegen
het gezag 5 dat ze veroordeelt , en ver-
bied? warom deze befcherming vergunt,
en zelf meer genegenheid bewezen aan
die genen, die ze aankleven? is het
mooglyk , dat zulke verlichte genoot-
fchap-
240 Het Leven van
fchappen , als die gene zyn , daar ik
van fpreek , de overwegingen , die ik
opper, niet gemaakt hebben ? dat zy
zich als vrouwen hebben laten verlei-
den ? dat zy waarlyk deze gevoelens
hebben aangenomen , en zich met het
ydel vergenoegen paaren , van die te
doen zegenpralen? watis hun oogmerk?
ik geloof dat ik het merk ; maar ik zal
my wel wachten van my ten dezen op-
zichte te verklaren , de mogenthedcn ,
die daar byzonder belang by hebben ,
mogen het zien uit te pluizen , en het
te verhinderen , zo zy kunnen,
wyd uït- De oplettentheid van den hertog
kenn*fe te regent en van zYn gunfteling , den
van den cardinaal du Bois , op de zaken van den
regenten g0CJsdienft ^ en de ongelooflyke moeite,
staats- die zy aanwendden , om de geheime
dienaar. ijften te ontdekken en te verydelen ,
die men tegen hunne voornemens Hel-
de , verhinderde hen niet den nodigen
aandacht aan hunne aanflagen te hefte-
den ; zy waren overal klaar voor , en
nooit heeft hun drift voor den goeden
uitüag ener onderneming hen de ande-
re doen verwaarlozen en vergeten. Dus
had men ter zei ver tyd , dat'er aan
e^n vergelyk gearbeid wierd , den vre-
de beveiligt , en alle de publieke en
perfonde gefchillen afgedaan , die men
met
Philippus van Orleans. 241
met den koning van Spanjen had. Om
deze herftelde eendragt beftendig te
maken 5 en de wereld te overtuigen , dat
de noodzaaklykheid die alleen verbro-
ken had , deed men een voorftel , om
Lodewyk den vyftienden met de eni-
ge dogter van Philippus den vyfden te
doen trouwen 5 en aan den prins van
Alturien een dogter van den hertog
van Orleans ten echt te geven ; en de-
ze aanbiedingen wierden aangenomen.
De infante wierd plegtig door den mar-
quis van Maulevrier ten huwlyk ver-
zocht, die ter zeiver tyd gelaft wierd ,
om over het huwlyk van den prins van
Afturien te handelen.
Deze verbintenifien waren oorbaar •
voor Spanjen , en fchenen het voor
Yrankryk ook te zyn 5 maar in den
grond had'er de hertog van Orleans het
wezentlyke voordeel van , dewyl hyzy-
ne dogter een goed huwlyk deed doen,
met een foort van verzekertheid , van
haar in ^t kort koningin te zien, want
in dien tyd was de gezondheid van Phi-
lippus den vyfden in eenheelflechtegeftel-
tenis ; en in ftaat zynde om zyne belan-
gen te behartigen , met den jongen ver-
loofden prins te verhinderen , van de
order der fucceffie van Vrankryk te
ftoren , die op nieuw vaftgeftelt , en
11 Deel d door
2±2 HETLEVEN YAN
door den onlangs gefloten vrede bevef-
tigt was 5 gaven negen of tien jaren ,
die men ten minften wachten moeft ,
voor dat de infante huwbaar was , meer
üitgeftrekthëid en duurzaamheid aan zyn
hoop van te regeren , met de geboorte
van een dauphin te verachteren. Zon-
der twyffel dat men de inzichten van
den regent wel merkte, maar zyn ge-
zag was zo groot, dat'er zich niemand
durfde tegenaankanten , behalven dat
de meerderjarigheid des konings nader-
de , en dat men hoopte , dat de tyd
gelegenheid mogt verfchaffen , om de
ongemakken , die men vreesde , afte
weren.
De hertog van Orleans derhalven te-
gen den jongen koning gezegt hebben-
de , na het lezen van den brief des ko-
nings van Spanjen , dat hy noch niet
in den raad gefproken had , maar dat het
bydeze gelegenheid nodig was, dat hy
zyne gevoelens uitdrukte ; dafer niets
van kragt zou zyn , voor dat zyne ma-
jefteit opentlyk zyne toeftemming had
gegeven ; antwoordde deze prins, door
den marfchalk van Villeroi en den bif-
fchop van Frejus onderrecht zynde, dat
hy met veel genoegen zyn toeftemming
gaf, en dat hy zeer over dit huwelyk
voldaan was. Dit gefchiedde den 14. fep-
tember ,
Philippus van Orleans. 243
tember, dat Lodewyk de vyftiende in
den raad fprak»
Het had zes weken te voren weinig zfekfe
gefcheelt , of een hevige ziekte had hsm jj^ *°
weggerukt, wanneer meneer 1t minlt op
verdagt was , en had de hoop van den
hertog van Orleans wezentlyk vervult,
miflchien fchielyker , dan hy het zelf ver-
langde. Daar was een algemene ver-
llagenheid in Vrankryk , en de vreugde
die *eï op volgde, door de vaardige her-
ftelling van dit voorwerp der gemeene
wenfchen en hoop , beantwoordde de
hevigheid van den druk , en van de
vrees , waar onder men haaft bezweken
had. Deze verwiffeling van hartstochten
ftrekte tot een klare blyk , dat het ge-
meen , door de komft van zyn koning-
lyke hoogheid tot de kroon, zyn ver-
lies niet zou hebben vergoed geacht.
Voor'toverige moet men den heer re-
gent recht bewyzen , hy fcheen , en
was ook , geloof ik , waarlyk geraakt
over het gevaar des konings : die de
eer hebben gehad van hem te kennen,
weten , dat zyn humeur niet was
zich te bedwingen , en gevoelens te
doen zien, die hy niet had; zo lang het
gevaar duurde was hy ongeruft en be-
drukt , maar alle zyne ongeruftheden
verdwenen 5 en zyn vreugde barftteuit,
Q. z zodra
voorzor
gen
244 Het Leven van
zodra dat verby was : miflchien ook dat
de zekerheid, waarin hy was, dat men
hem dezen dood zou toefchryven , hoe
natuurlyk die ook zyn mogt, gevoegt
by de vertoning van de gevaren 5 en de
tegenkantingen , die hy ftond te ont-
moeten , hem beangft maakte > en veel
tot zyn droefheid deed. Ondertuffchen
had zyne ongeruftheid niet belet, om
aan de krygs- officieren , de gouverneurs
der plaatzen , en aan de intendanten
de nodige orders uit te delen,
wyze Alles wel ingezien , wat hadden zy-
ne vyanden kunnen doen , om hem van
den troon te weren , indien het gevreef-
de ongeluk gebeurt was ? Vrankryk,
dat uitgeput was, kon niet miffen van
zich te onderwerpen: zelf had deze prins
de voorzichtigheid gebruikt , van , on-
der voorwentzel van kafernen voor de
foldaten te bouwen, de weinige forti-
ficatiën , die'er noch in ''t ryk waren ,
te flechten , alles was open ; hy had
de krygsmagt op zyn hand , vooral
de gouverneurs van de gewichtige plaat-
zen; geheel Europa zou voor hem het
harnas hebben aangefchoten ; Philippus
de vyfde was door de nieuwe traktaten
voor altyd aan Spanjen verbonden ; de
beide partyen , die hy in fchyn verenigt
had , zouden zich wel gewacht hebben
vsn
Philippus van Orleans,
van zich tegen hem te verklaren ; in te-
gendeel , om zich van zyne befcherming
te verzekeren , zouden zy zich gehaaaft
hebben, om hem tekens van haar onder-
danigheid en dienftvaardigheid te ge-
ven : een nieuw bewys , dat hy nooit
de verfchriklyke aanf lagen gefmeed heeft,
die men de reukeloosheid had van hem toe
te fchryven, en dat het de zwarigheid
niet was om ze te doen Hagen , die hem
weerhouden heeft van ze in 't v erk te
ftellen. Indien hy koning wilde zyn , hy
zogt het zonder misdaad te wezen , en
wilde de kroon niet dan aan zyne rech-
ten , en de verftandige maatregels die hy
genomen had , om zich daar niet van te
laten beroven , verfchuldigt zyn.
De verzoening van den hertog van
Orleans met den koning van Spanjen
was oprecht. Zy fchreven elkander over
en weer brieven vol tederheid en ver-
trouwen , en men haaftte zich met de
prin^eflen te doen vertrekken , om
zich by haar bruidegoms te laten vin-
den. Het huwlyks contract van mad11--
de Montpenfier wierd met grote pi eg*
tigheid door den koning, en de gehele
koninglyke familie, getekent : de cardi-
naal du Bois was in deze zaak eniger
maten prefident ; hy gaf het contract
aan den heer de Maurepas 3 fecretaris
CL 3 van
z±6 Het Leven van
van ftaat , te lezen : na het oplezen der
quauteiten van de contracterende par-
tyen 3 zeide hy , dat is genoeg , nam
de pen , die hy den koning aanbood , en
wees hem de plaats , daar hy tekenen
moeft,en het zelve omtrent de andere
prinffen en prinfeffen van den bloede
doende.
Het huwlyks goed van mad1,e de
de Montpenfier wierd op 500C00 gou*
de kronen bepaalt , behalven de juwe-
len 3 diamanten 3 klederen 5 en ftoffen ,
die ten minften de menigte 5 den prys,
en de fchoonheid van die gene evenaar-
dens welke men de pnnces van Mode-
na had meegegeven. Deze uitzetten,
zeide men toen, waren de vruchten van
den adie-bandel ; zeker is het, dat het
onmooglyk fcheen ? dat de hertog re-
gent die uit zyne eige middelen kon ver-
fchaffen : waarby men voegde , dat de
kelders van het koninglyk paleis vol
goud en zilver lagen , en dat hier alle
de roofgoederen van het ryk byeen ge-
ftapelt waren. Dit zyn enkele lalterin-
.gen ; deze prins had nooit het humeur
van ichatten te vergaderen 5 in tegen-
deel fchonk hy met handen vol weg ,
en zyn zoon heeft overleg nodig ge-
luid , om de verfchriklyke menigte van
pcnlioenen te beulen $ waarmee hy zy-
ne
Philippus van Orleans. 247
ne eige inkomften bezwaart had. Hy
bediende zich van het regentfchap 5 om
zyne kinderen wel te bezorgen , hier
had hy recht toe als voogt van den ko-
ning 5 kunnende tot deszelfs meerder-
jarigheid zich van deszelfs inkomften be-
dienen 3 en als regent was hy nergens
aanfpreeklyk voor : hebben de Colber-
ten en de Louvois niet groter voordeel
met de behandeling der finantien en der
ftaatszaken gedaan? de bedieningen ? die
hy aan den hertog van Chartres gaf,
en aan zyne twee natuurlyke zonen y
den ridder van Orleans, en den abt van
S. Albin, ftrekten den ftaat tot geen
laft; anderen zouden die genoten heb-
ben, of kunnen genieten : zou hy een
vaderlyk hart gehad hebben , indien hy
zich niet van de gelegenheid bedient
had, om hun goed te doen?
De tyd van de meerderjarigheid na* z>" .
derde allengjes : Zyne koninglykê hoog- zicht!"1
heid was al te fcnrander , dat hy niet
de nodige maatregelen zou genomen
hebben , om het voornaamfte gezag voor
zich te bewaren. Met dit oogmerk be-
lloot hy den cardinaal du Bois tot eei*-
ften minifter te maken, daar hy al lang
de bedieningen van waarnam, maar de
zwarigheid was , hem daar den titel ei*
rang van te doen genieten. De hertog
(i 4. rc-
248 Het Leven tan
regent ondernam het, en werkte het
uit. De eerfte ftap, dien men doen moeft,
was hem in de raadsvergaderingen te
leiden : men was niet onbewuft , dat de
can9elier en pairs grote hinderpalen
daartegen inden weg zouden ftellen.
Men beiloot die te boven te komen , en
zelf daar zyn voordeel mee te doen, om
die genen uit de raadsvergaderingen te
bannen, die men 'er niet graag in zag.
Evenwel om het eerfte vuur der tegenkan-
ters te matigen , ftelde men 'er in 't
eerft den cardinaal de Rohan aan bloot,
wiens geboorte hem boven de meeften
van die genen ftelde, die hem den rang
zouden betwiflen. Deze cardinaal quam
om zo te fpreken eerft van Romen, daar
hy het conclave tot het verkiezen van
een nieuwen paus had bygewoont :
aan zyne follicitatien was de aartsbif-
fchop van Camerik den cardinaals-hotd
verfchuldigt , en om hem aan te zet-
ten om daar niet fpaarzaam in te
zyn , had men hem van een erkentenis
verzekert, naar gelang van den gevvich-
tigen dienft, dien hy daarmee zou be-
wyzen; men had hem zelf geftreelt ,zo
niet uitdruklyk belooft , dat men hem
groot deel in het ftaatsbeftuur' zou ge-
ven ? en hem zeer aangedrongen , om
zyne terugkomft te vcrhaaften. De wy-
ze,
Philippus van Orleans. 249
ze , waar op men hem op zyne komlt
ontfong , deed hem alles hopen , want
men bewees hem de grootfle eerteke-
nen , tot 20 ver zelf, dat zyne koning-
iyke hoogheid het eerfte bezoek by hem
aflei , en men liet hem mee in de gehei-
me onderhandelingen toe. Hoe fchran-
der deze cardinaal ook was , liet hy zich
by den neus leiden, en hy had het hart-
zeer van te zien, dat men met alle die
beloften en ongewone eerbetuigingen
geen ander inzicht gehad had, dan zich
van hem te bedienen, om voor den car-
dinaal du Bois de baan klaar te maken.
Hoe had deze prelaat zich kunnen ver-
beelden , dat de hertog van Orleans ie-
mand mee in het minifterie zou nemen,
daar hy de meefter niet over was , en
niet volkomen van kon verzekert zyn ?
Den 8 februari 1722 nam de cardinaal
vanRohan zitting; inden regeringsraad, "al^n vaa
onmiddelyk na de pnnllen van dencndu
bloede, en voor den canQelier en deBoisk,r-
pairs van 't ryk. Hy was lang voor dat gangTn"
de raad begon in de zaal gekomen , en d.en rese*
had zich, volgens de order die hy daar- T™$'
omtrent ontfangen had , geplaatft. De
hertog van Noailles en de marfchalk van
Villars ftonden heel verwondert over
deze nieuwigheid, maar de can9elier,
die enigen tyd daarna met andere heren
Q, $ aan-
2jo Het Leven van
aanquam , noch meer : zy verenigden
zich alle , om daarover te klagen , en
bragten in, dat volgens de gewoonten
van het ryk de cardinalen geen rang
aan het hof hadden. De regent , aan
wien men deze klagten deed , ant-
woordde , dat men protefteren kon ,
maar dat dit toeval den loop der zaken
niet moeft ftremmen. Men gehoor-
zaamde, en de raad wierd, als voren,
gehouden.
Den volgenden dag vergaderden de
pairs en hertogen by den canQelier, en
quamen overeen, dat zy eene memorie
zouden inleveren, om hunne rechten te
te handhaven, en dat zy den raad niet
zouden by wonen, voor dat men hun recjit
bewezen had. Het voorbeeld van de
cardinalen van Richelieu, Mazarin, en
la Rochefoucault,die de voorzitting had-
den genoten , welke men den cardinaal
van Rohan betwiltte, was de enige re-
den, die hy bygebragt had, om zyne
onderneming te onderiteunen , en men
lei zich voornaamlyk in de memorie toe ,
om deze reden te weerleggen.
Zfcrïie- Men zei daarin, dat men gefchillen
fchtiicn van deze natuur niet altyd door voor-
eer- beelden moet befliffen , dewyl die dik-
avcr' wils al te veel bewyzen, en dat op de-
zen grond de cardinalen wouden kun-
nen
Philippus van Orleans. ï$\
nen vorderen den rang boven de print
fen van den bloede te hebben, en om
deze vordering te onderfteunen, maar
de onderhandelingen van den vrede van
Arras behoefden aan te halen, de ko-
ninglyke fefteinen van de jaren 1 5*39 en
I J4.9, de tekeningen van de huwlyks-
contraóten van Francois den tweden,en
Lodewyk den dertienden, de vergade-
ring der groten in 't 1 , en die
der algemene ftenden 1619.
Na aangetoont te hebben, dat men
zich niet binnen de voorbeelden moet be-
palen, bewees men, dat men debelliffing
daarvan uit de grondregels van den
ltaat moeft haaien, die men tot drie of
vier bragt.
1. De koning moet in zyne raads-
vergaderingen door die genen onder-
fteunt worden , die door hun waardig-
heid en eed verplicht zyn , 1 hem ia
zyne zeer hoge, grote, en gewichtige
zaken te raden.
2. Die met deze eerfte waardigheden
van den ftaat bekleed zyn , kennen nie-
mand boven zich, dan den koning, en
de prinflen van den bloede.
3. Niemand moet in de raadsverga-
deringen toegelaten worden , die reeds
den eed aan eene andere mogentheid
heeft afgelegt.
4. In-
2J2 Het Leven van
4. Indien de koning evenwel, door
een byzondere diftin&ie , en zonder
acht ^ te geven op de gevolgen , die
'er uit fpruiten, raadzaam oordeelt , om
daar enige perfonen by te roepen ,
die met eene uitheemfche waardigheid
bekleed zyn, moet hun rang eerft be-
ginnen na de genen, die door hunne
geboorte raadsheren van zyne majefteit
zyn, indeeerfte waardigheden van den
ftaat.
Vervolgens zeide men , dat Lodewyk
de veertiende gemerkt had, van wat ge-
volg het zou zyn , de denkbeelden der
cardinalen in dit fuik te begunftigen ; dat
hy aan de prinflen van zyn bloede den
rang weerom gegeven had , dien men
hun onwettig ontrooft hadden dat hy in de
eerfle waardigheid van zyn ryk de voor-
zitting gehandhaaft had , die men ze
wilde do'en verliezen, en dat hy zelf na
den dood van den cardinaal Mazarin aan
geen andere cardinalen toegang in zyne
raadsvergaderingen had gegeven.
Eindelyk befloot men , dat 'er , om
het gefchil , tuffchen de cardinalen , pairs ,
en grote amptenaren van de kroon, ont-
ftaan , te vereffenen , maar twee midde-
len waren , of de voorbeelden , of de
grondregels van den ftaat; dat de voor-
beelden alteveel bewezen , nademaal zy
zo
PHTLIPPUS VAN ORLEANS. 2J3
20 zeer tegen de prinflen van den bloe-
de waren , als tegen de eerfte waardig-
heden van 't ryk ; dat indien men zich
aan de zetregels van den Itaat wilde hou-
den 5 deze eerfte waardigheden den rang
boven de uitheemfche hadden.
Dit was een flaauwe memorie. Een
voorbeeld, dat het meerdere bewyft, be-
wyft ook , zonder tegenfpraak , het min-
dere ; een voorbeeld in 't ftuk van gebeur-
nifTen, bewyft altyd, dat een zaak doen-
lyk is , ten zy men ?er eenige pofitive
of uitdruklyke wet tegen in te brengen
heeft. Deze gronden , die men voor
zetregels uitgaf, waren uit fchriften ge-
trokken , die ten tyde van de ligue te-
gen den cardinaal de Mazarin waren int
't licht gegeven; 't geen men grondbe-
ginsel noemt , is dat gene, 't wrelk be-
wyft , en hoeft niet bewezen te wor-
den : daar is een andere zetregel in
Vrankryk , vafter door 't gebruik bevef-
tigt, naamlyk, dat de koninglyke magt;
onbepaalt is , en geen zetregels erkent,
noch duld , om haar in te ihüten. WaC
ongemak zou 'er doch infteken , indien
men , by voorbeeld , een uitfpraak deed ,
dat de ridders van het gulde vlies den
rang boven die van den h. geeft zouden
hebben ? zo dra het cardinaalfchap een
waardigheid van de roomfche kerk is,
kan
zfa HÈt Leven van
kan zy niet vooreen uitheemfche waar-
digheid aangezien worden , door die ge-
nen, die van deze kerk , en daaraan on-
derdanig zyn ; maar al was het een uit-
heemfche waardigheid 5 zou dit den ko-
ning verhinderen , om zich van de ge-
nen , die 'er meê bekleed zyn , te be-
dienen ?
Mooglyk dat men van deze memorie
geen gï*)te verwachting had , nademaal
de cancjelier en de hertog van S. Aignan
aan zyn koninglyke hoogheid afgevaar-
digt wierden , om hem voor te houden,
dat onder de regéring van Lodewyk den
dertienden , toen de cardinaal de la
Rochefoucault in den raad toegelaten
wierd , en zitting nam voor den canqe-
lier , en de hertogen , de connêtable de
Lesdiguieres van den koning een brevet
gekregen had , \ welk verklaarde , dat dé
voorzitting, aan dezen cardinaal toege-
ftaan , in het toekomende tot geen ge-
volg zou ftrekken , tegen de partyen ,
die daar belang in hadden : dat men hun,
volgens dit t voorbeeld , een diergelyk
brevet kon vergunnen; dat door dit ge-
maklyke middel , en dat reeds eens in 't
werk geftelt was , het gefchil zou ophou-
den , en v an geen droevigen nafieep zyn.
Deze uitweg ftond den regent wel aan,
en hy beloofde , dat hy , na zich van
Philippus van Orleans. 2JJ
het geval te hebben laten informeren,
het verlangde zou toeitaan 3 mits dat
het 'er zo meê gelegen was 3 als men
hem verhaalde.
De beide cardinalen , met wieó hy
hierover raadpleegde , onderrechtten
hem , dat het waar was , dat Lodewyk
de dertiende zulk een brevet had gege-
ven, als men hem gezegt had, maaraat
hy het uit enkele infchiklykheid voor den
connêtable gedaan had , en onder uit-
druklyk beding, dat het geheim zou ge-
houden worden ; dat de connêtable die
voorwaarde niet gehouden hebbende,
de koning zich het brevet weerom had
laten geven 9 en aan ftukken gefcheurt :
zy voegden 'er by , dat de cance-
lier en de hertogen groot ongeiyk had-
den , van dit voorbeeld aan te halen, na-
demaal het tot hun eigen nadeel was ,
ver van hunne zaak enigzins te begun-
ftigen.
De hertog regent , gebelgt dat men
hem wat had willen op de mouw (pel-
den, en hem verrailen, antwoordde droog
weg, toen men hem om dit brevet aan-
fprak , dat hy 'er hun , als zy het verlang-
den , wel een zou geven , maar onder
beding,dat hy het den volgenden dag zou
verfcheuren, gelyk Lodewyk de dertien-
de gedaan had. De gedeputeerden
voer-
i$6 Het Leven van
voerden hem toe , dat zy verzochten ,
dat hy niet qualyk mogt nemen, dat zy
des anderen daags uit den raad bleven ,
en enige dagen namen , om te raadple-
gen wat hun te doen ftond.
Den volgenden dag, zynde den 2 2ftcn
februari , leidde de hertog regent den
cardinaal du Bois in den regeringsraad
in, en plaatfte hem nevens den cardinaal
van Rohan. De maarfchalk van Vüleroi
en de hertog van Noailles verzelden den
koning tot aan zyn armftoel , en traden
opftaandenvoet de raadkamer uit ; de
cancelier , de hertogen en marfchalken
van Vrankryk quamen 'er niet : zo dat
de raad dien dag niet dan uit prinffen
van den bloede , uit de fecretariflen van
ftaat, en uit andere perfonen beltond,
die geen difpuit over den rang hadden.
De hertog van Noailles , die veel geeft
bezat , maar meteen wat fatiriek was ,
ontmoette den cardinaal du Bois in 'c
uitgaan van den raad , en maakte hem
dit compliment : Deze dag zal beroemt
zyn in de hijlorie , Myn heer , want men
zal niet vergeten daarop aan te tekenen ,
dat uwe komjl in den raad alle de ryks-
groten daaruit heeft doen lopen.
£ii!r"cn De hertog van Orleans, en zyn gunfte-
deherto- ling, zouden niet moeilyk gewecll heb-
©ngu'nrt. ben over het vertrek van enige dezer
lieren ,
Philippus van Orleans. 2$?
heren, maar deze algemene zamenfpan-
ning konden zy niet verkroppen. De
prins hield verfcheide onderhandelingen
met den can^elier en de hertogen , zelf
bood hy hun een foort van fchriftlyke or-
der des konings aan , in plaats van het
brevet, dathy hun geweigert had ; maar
dewyl zy die niet naar hun zin vonden,
wilden zy ze niet aannemen : zyn ko-
ninglyke hoogheid fcheurde het papier in
hunne tegenwoordigheid aanftukken, en
fmeet het in 7t vuur ; de meeften verzoch-
ten verlof, om uit den raad te mogen bly-
ven , of verfchoonden 'er zicli naderhand
van , onder verfcheide voorwendzels.
Men had 'er ten minften graag enigen
overgehaalt : men adrefleerde zich aan
den marfchalk van Villeroi, als aan dien
genen , wiens voorbeeld verfcheide kon
na zich flepen , indien men hem kon
winnen. Te vergeefs perfte, vermaan-
de, bad Irem zelf de regent byna twee
• uren lang 5 deze deken der marfchalken
van Vrankryk hield zich ftantvaftig , en
verklaarde zich uitdruklyk , dat hy zich
niet van de anderen kon afzonderen,
en dat hy zich derhalven in de eerfte
raadsvergadering op een ftoel zonder
rug-leuning achter den leunftoel van den
koning zou plaatzen , als gouverneur
Tan zyne majefteit , en niet als lid van
II Deel R den
2)8 Het Leven van
den raad. Zyne koninglyke hoogheid ,
getergt door deze tegenkantingen , die
hy niet reedlyk oordeelde , had haalt
zyn beraad genomen : men kon in den
raad de hertogen enpairsenmarfchalken
van Vrankryk wel ontberen ; derhal ven
kregen ze alle order 5 van daar uit te bly-
ven,en wierden te gelyk uit de lyft van
de genen, die jaarlykfche wedden trok-
ken, gefchrapt : maar men kon de cancjelier
niet miffen, of iemand , die zyn plaats
waarnam ; de zegels wierden hem voor
de twede maal afgenomen , en aan den
heer d^Armenonville gegeven , wiens
zacht en infchiklyk humeur tot een pand
ftrekte, dat hy den cardinalen den rang
niet zou betwiften , en dat hy in de raads-
vergaderingen door zyne tegenkantingen
en overwegingen geen verlegenheid zou
veroorzaken. De hertog regent en de
cardinaal du Bois hadden gelyk van zulk
een keuze te doen ; zy hadden beide
verftand en kennis genoeg 5 om het ge-
brek van die genen te vervullen , die
onder hen werkten. De meeite herto-
gen begaven zich naar hunne landgoe-
deren , en de cangelier volgde hun voor-
beeld , verzocht zynde zich daar naar te
reguleren.
Ter gelegenheid van de ongunft van
dezen magiitraatspcrfoon begong de mar-
fchalk
Philipfus van Orleans. 2)-p
fchalk van Villeroi , hoe oud hoveling
ook 3 een grote onvoorzichtigheid in \
fpreken ; hy zeide tegen den koning,
ten minften wierd het in dien tyd dus
vertelt 5 dat men den canpelier ongelyk
aangedaan had, van hem de zegels af ' te
nemen , dat hy geen fcbuld had , en dat
indien hy marjehalk noch in V leven wis 5
als de koning meerderjarig wierd , hy de
vryheid zou gebruiken van zyn majejleit
te verzoeken , om ze hem weerom te ge-
ven. Ik weet het 5 dat het ganfeh niet
waarfchynlyk is, dat deze heer in 't by-
zyn van getuigen dus gefproken heeft,
maar hy was oud , hy meende onwrik-
baar in zyne poft te zyn , en dacht dat
hem alles geoorlooft was ; daarenboven
was het compliment , dat hy aan den
nieuwen zegelbewaarder maakte, in den
zeiven fmaak , als het geen ik zo even
verhaalt heb % ik maak u geen compliment ,
zei hy opentlyk tegen hem , toen hy hem
quam begroeten, vcant ik ben verzekert ,
dat het u moeien moet , dat gy de plaats be-
kleed van een perjoon , ali de heer dyA-
gueffeau is.
Mynheer d'Armenonville wierd den
eerften maart in den regeringsraad gein-
ftalleert, en plaatlte zich onder den car-
dinaal du Bois ; en de cardinaal de R<>
han enigen tyd daarna in 't vertrek ge-
il 2 treden
2<Jo Het Leven van
treden zynde , fchoof hy weer op , om
hem plaats te maken. De hertogen en
de marfchalk en bleven by hun vordering
volharden , en deze zaak bleef aan den
fpyker hangen , tot dat de meerderjarig-
heid den regeringsraad had doen vernie-
tigen. Dit was in der daad een blote
koppigheid : waarom niet geduld, 't geen
hunne voorzaten onder de twee voor-
gaande regeringen hadden moeten on-
dergaan , en 't geen zy naderhand on-
der de tegenwoordige regering geleden
hebben i heeft de can9elier , die zich
van 't hof liet bannen , om zyn rang te
handhaven , tegenwoordig in den raad
de voorzitting boven den cardinaal de
Fleuri ? het onderfcheid van een meer-
derjarig koning , die het bevel uit zich
zeiven voert , en van een minderjarig
koning, in wiens naam men bevélen uit-
deelt , kan de zaak niet verfchonen , om
dat het niet wezentlykis; nademaal het
koninglyk gezag , gelyk ik gezegt heb?
nooit minderjarig is, noch onder voog_
dy ftaat : en men moet den hertog van
Orleans pryzen , dat hy nooit diergelyk
onderfcheid heeft willen erkennen.
Midden onder deze onenigheid was
alles in het ryk en in de hooftftad in
vreugde , die door de komft van de in-
fante veroorzaakt was. Zy wierd met
allen
Philippus van Orleans. 261
allen luifter ontfangen 3 en men rechtte
pragtige fefteinen voor haar in de Thui-
leries en op het ftadhuis aan ; en niet
tegenftaande de algemene elende had
men in de provintien 5 waardoor deze
princes gepaffeert was , ook zyn uiterfte
beft aangewend 3 om de levendige en
oprechte vreugde te betuigen , door de-
ze verbintenis veroorzaakt : de godvrucht
nam ^er ook deel in , want men zong het
Te Deum , 't welk de koning en zyn
héle hof by woonde. De brief van zyne
majefteit aan den cardinaal de Noailles
behelsde in 't kort de billyke redenen
van de algemene blydfchap , ter zeiver
tyd 5 dat hy alle de andere handelingen
van den regent voorgoedkeurde. )5 De
infante van Spanjen is aan myn hof
gekomen 3 zeide zyne majefteit 5 't
geen my de levendigfte blydfchap
veroorzaakt 5 die ik noch ooit ge-
voelt heb. Myn huwlyk met de-
ze princes zal de beide takken, van
myn overgrootvader afgeftamt5 weer
3, verenigen , en hier door zal ik de
5, aangenaamfte wenfchen 5 die deze
5, monarch had konnen bedenken 3 ver-
3, vullen.
„ Maar het gelukkigfte , en \ geen
„ my de aangenaamfte kitteling ver-
33 oorzaakt3isjdat deze vereniging, die
R 3 „ de
i6z Het Leven van
5, de magt van myn ftaat , en die van
3, Spanjen beveftigt , niet van die poli-
„ tieke alarmen en wrede jaloezyen
3, veroorzaakt , welke zo veel bloed
3, doen vergieten , en dat in tegen-
35 deel Europa aan myn huwlyks-ver-
35 bond met oprechtheid zyn zegel
35 hangt 5 en om zo tefpreken bekrach-
35 tigt. Alles wat'er onder myne re-
35 gering gepaffeert is 5 heeft geen an-
35 der doelwit gehad 5 dan om de mo-
35 gentheden zodanig onder zich te ver-
55 binden , dat'er de algemene ruft uit
55 ontftond , en dat het geluk van on-
35 derfcheide volkeren een algemeen ge-
35 luk was 5 't geen de een zonder de
35 anderen niet genieten kon.
55 Nademaal de Opperheer derkonin-
35 gen niet minder de God des vredes,
55 dan de heer der beirfcharen word ge-
55 noemt 5 heb ik het noodzaaklykgeoor-
35 deelt, hem over dit voorval te danken 5
3, dat zo bequaam is om de algemene ruft
55 te beveiligen^. Evenwel heeft dit huw-
lyk naderhand geen voortgang gehad,
en een van de eerfte zorgen van dien ge-
nen 5 die den hertog van Orleans in zyn
gezag opvolgde, was , die verbintenis
te verbreken.
Dejezui. De herftelling der jezuiten aan ^t hof,die
het hof om defceq ty d voorviel,maakte zo veel ge*
hcirtch, nicht*
Philippus van Orleans. 262
nicht , als het gewichtigfte voorval had
kunnen doen. De abt van Fleun? fchry-
ver van de kerkelyke hiitorie 5 dien de
hertog regent tot biegtvader deskonings
had aangeitelt , om dat hy noch janfo
niltnochmoliniit was ,noch de gevoelens
van 't roomiche hof begunlligde, door
Jaren en ziekten afgemat, verzocht van
deze bediening ontheft te worden. De
prins ftond hem zyn verzoek toe , en
benoemde , om deszelfs plaats te ver-
vullen, vader de Linieres, welke noch
tegenwoordig die aanzienlyke poft be-
dient. Deze iezuit was enige jaren her-
waarts biegtvader van de hertogin van
Orleans geweeft 3 en zyn zagt en vreed-
zaam humeur had den hertog tot die
keuze overgehaalt , daar zyn laag-viie-
gent verftand miiTchien ook het zyne
toegedaan had , want hy had nooit on-
der zyn genoodfchap uitgeblonken, en
de verheve wetenfchappen , noch het
preken , waren nooit van zyn bereik
noch van zyn fmaak geweeft : na pro-
cureur van enige collegien geweeft te
zyn 5 kreeg hy dezelve bediening in hun
kloofter van de ftraat van S. Antoni ,
daar hy vrinden maakte , en onder an-
deren dc genegenheid van vader la Chai-
ze wilt te winnen, die hem by Madame
plaatfte.
R + Het
z6± Het Leven van
Het gemeen, verwondert ftaande over
de onverwachte benoeming van dezen
jezuit tot biegtvader des konings , zocht
'er de oorzaak van te raden, en men
begon voor een vafte waarheid te ver-
tellen , dat het een afgefproken werk
was tuffchen vader d^Aubenton , biegt-
vader van den koning van Spanien , en
tuffchen den hertog van Orleans , tot
beloning van de moeite , die de laatstge-
noemde jezuit had aangewend , om de
onderhandeling van het dubbelt huw-
lyk te d:.)en geluk&en. De liftige han-
delingen van dit genoodfchap , en des-
fcelfs onvermoeide oplettentheid , om
xich te handhaven , en hoger te ver-
heffen , maakten deze gilling waar-
fchynlyk , en het belang dat Philippus
de vyfde in \ vervolg nam , om den
nieuwen biegtvader van Lodewyk den
vyfeienden gezag by te zetten , deed ze
als zeker aanzien. Evenwel kon deze
benoeming wel andere beweegredenen
hebben : men had zich tecnemaal tegen
de party verklaart , die men niet kon
onder de knie krygen : de koning be-
gon tot jaren van kennis te komen, en
de ongeruftheid van den paus, over de
aanftaande gevoelens van dien prins ,
was ongemeen, en kon niet geftilt wor-
den , dan door een jezuit by hem ge-
plaatft
Philippus van Orleans. 26$
plaatft te zien. Was'er wel meer nodig ,
om zyne koninglyke hoogheid tot die
keuze over te halen ?
Men kan zich gemaklyk voorftellen ,
wat hartzeer aan de appellanten , en aan
de genen , die dezelve gevoelens had-
den", de fchielyke verheffing van hunne
gellage vyanden moeft veroorzaken, die
zy als den zwaarften flag aanzagen, die
hen kon overkomen ; maar ik geloof niet3
dat iemand zou hebben kunnen voor-
zien, hoe ver de fpyt den cardinaal de
Noailles zou vervoeren. Deze prelaat
vergat by die gelegenheid zyn voorzich-
tigheid en gematigheid , en hielt een
gedrag, dat geen man, die een aanzien-
lyke poft bekleed , betaamt , doende
ftappen , die tothiertoe zonder voor-
beeld waren : ik ben geen janfenift noch
moiinift , maar al was ik een janfenift,
ik zou het zelve zeggen en denken.
Vader de Linieres ging , gelyk het
zyne fchuldige plicht was , zyn compli-
ment by zyne eminentie maken , en om
zyne a&e vragen; de cardinaal was toen
te Conflans ,daar hy om zyne heesheid
reeds eenigen tyd ge weeft was. Toen
men den biegtvader des konings quam
aandienen , zei hy met een piepende ftem5
Ha! is Vader de Linieres daar^velnu^ laat
hem binnen komen , en zonder hem tyd
R 5 van.
266 Het Leven - van
van fpreken te vergunnen , zei hy met
veel levendigheid tegen hem,gy komt
om U alle vragen, vader, ik kan ze u
niet geven , en ik maak u met veel genoegen
mondeling bekent , dat ik u verbied den ko-
ning de biegt af te nemen, ik zou u verfcbei-
de redenen van die weigering kunnen geven,
maar ik ben tegenwoordig al te verkou-
iven : de marfchalkin van Noailles, zy-
ne fchoon-zufter , die niet verkouwen
was, nam het woord op, en bejegende
hem zo vinnig, als een vertoornde vrouw
in ftaat is om te doen. Men zal my be-
kennen , dat de fpyt alleen deze woor-
den kon ingeven , en dat de cardinaal ,
indien hy jonger was geweeft, en zich
zeiven meer bezeten had , zo niet zou
gefproken hebben , en begrepen , dat de
verkiezing van den fouverein altyd met
eerbied moet aangenomen worden, en
dat men omtrent zyn plicht in gebreken
blyft,als men die genen, die hy eert, ver-
acht en hoont. Behalvendat, een opvlie-
gende drift kan den verftandigften over-
komen,enhem enige ogenblikken als bui-
ten zich zeiven verrukken , maar de car-
dinaal de Noailles gaf zich teenemaalaan
de fpyt over , en weigerde den hertog
regent, en den koning zelf, hartnekkig
de acte voor dezen jezuit , waarin hy
zo veel te meer te laken was, om dat hy
niet
Philippus van Orleans. 267
niet kon onbewuft zyn , van wat maat-
regelen men zich kon bedienen , om el-
ders 5 't geen hy weigerde , te ver-
krygen. '
De voorv/entzels , die hy gebruikte
om zyn gedrag te verfchonen , waren
zo beuzelachtig , als dit onverantwoord-
lyk was. Hy fchreef een langen brief
aan zyne koninglyke hoogheid, waarin
hy ondernam te bewyzen, dat zyn ge-
weten hem niet toeliet toe te ftaan, dat
een jezuit den koning de biegt zou af-
nemen , wiens welzyn hem zo waard
was : dat was te zeggen , dat hy zich
weinig bekommerde over het welzyn
van den prins , waaraan hy fchreef, en
dat van madame, nademaal hy duldde ,
dat deze beiden jezuiten tot hun biegtva-
ders gebruikten. Zyn brief wierd door
een gefchrift onderfteunt, door hem met
grote zorg overal verfpreid, waarin hy
in algemene termen bewees , dat een
biflchop zonder zonde niet konde dul-
den , dat deze vaders het facrament van
penitentie bedienden. Indien de univer-
fiteit vry geweeft was , zou zy niet
gemift hebben haar ftem by dit vonnis te
voegen.
Men kan wel oordelen, dat diergely-
ke fchriften niet veel indruk maakten,
vader de Linieres ging te Pontoife wo-
nen.
*<58 Het Leven yan
nen , onder het aartsbifdom van Rouen y
en de koning ging naar S. Cyr, onder
het bifdom van Chartres gelegen , daar hy
aan dezen vader biegtte. Men kreeg ook
een brevet van den paus ; 't welk den ko-
ning de vryheid gaf , om een biegtva-
der te verkiezen , die van den gewoon-
lyken voorgoedgekeurt was , en het
brevet verklaarde meteen , dat zyne
majefteit onder geen byzonder bifdom
behoorde. Allengsjes wierden de ge-
wetenswroegingen van zyne eminentie
geftilt, en ziende dat het onheil zon-
der hulpmiddel was , oordeelde hy in con-
fcientie den koning aan zyn quaad lot te
kunnen overlaten.
Echter moet men bekennen, dat de-
fe£ cardinaal zich trooften kon, dat een
jezuit aan 't hof niet wel aangezien was ,
en dat vader de Linieres meer dan een
bittere pil moeft doorzwelgen. De prin-
ces van Conti , eerfte douariere , die
de vier biflchoppen over hun appél ge-
luk had gewenfcht , en verklaart , dat
zy 'er ook haar ftem toe gaf, ontfong
hem heel niet wel. Mevrouw de abdis
van Chelles, toen ter tyd te Val-de-gra-
ce zynde , gaf hem dit antwoord op
een lang compliment , dat hy haar ge-
maakt had. Dewyl Vr noodzaaklyk een
jeziut biegtvader des konings moejl zyn ,
PhILIPPUS VAN OltLEANS. l6$
is het tny even zo aangenaam , dat gy
zyt , als een ander ; maar ik kan u niet
ontveinzen , dat ik moeilyk ben van deze
poft door eenjezuit te zien bekleden , want
gy moet weten , dat ik uw genoodfchap
niet lyden mag , echter ben ik Vr een
weinig bang voor ; gy ziet, dat ik een
goede jranjche vrouw ben. Al de wereld
had 'er zulke Hechte denkbeelden niet
van, maar niemand in der daad keurde
de herftelling van het genoodfchap voor
goed , zelfs deszelfs vrinden prezen die
niet: het misbruik, dat de jezuiten van
het vertrouwen van Lodewyk den veer-
tienden gemaakt hadden, de trotsheid,
die hun dat had ingeboezemt, hun po-
litieke ftreken , en toelegging om over-
al den meefter te fpelen , gaven die
denkbeelden in : en inderdaad , wat
noodzaaklykheid fteekt 'er in , dat 'er
een jezuit aan het hof moet zyn ? zou
een particulier, die geen gefchillen en
gevoelens van zyn kloofter te verdedi-
gen had, daar niet beter voegen?
Clemens de elfde zei met recht, dat
indien men de heerfchzucht der jezuiten
niet beteugelde , zy op de tinne des
tempels zouden klimmen. Deze geeft-
lyken , niet te vreden dat zy in een poft
herftek waren, die zy voor altyd verlo-
gen rekenden , wendden al hun vlyt aan,
270 Het Leven v
dat de nieuwe biegtvader op den zel^
ven voetmogt geftelt .worden, als, ten
tyden van den overleden koning, vader
de la Chaize en vader le Tellier ge-
weeft waren. 7t Is omtrent met den
biegtvader des konings gelegen, als met
den cancelier: indien de laatftgenoemde
het zegel niet heeft , is zyn poft aanzien-
lyker dan nut, en zyn gezag komt wei-
nig met de verhevenheid van zyn rang
overeen ; zo ook , indien de biegtvader
de lyft van de beneficiën niet heeft ,
geeft hem zyn poft , hoe aanzienlyk die
ook is , maar een heel bepaalt gezag, en
zyn krediet is maar middelmatig.
De lyft van de beneficiën te hebben ,
is enigzins het bewind hebben over alle
de beneficiën van 't ryk, gelyk de oor-
logs-minifter over de meefte militaire
poften te zeggen heeft; met dit onder-
fcheid , dat de begeving der beneficiën
meer voordeel inbrengt , om dat derzei ver
menigvuldigheid en gewicht hen inftaat
ftelt, om meer menichen dienft te doen.
't \Vas dan de uitdeling der beneficiën,
daar de jezuiten op vlamden , zonder dat
achtten zy de aanzienlyke poft van 's ko-
nings biegtvader niets.
Om hierin te Hagen , addreffeerden
zy zich aan den koning van Spanjen ,
en vertoonden hem, dat de party der
ap-
Philippus van Orleans. 271*
appellanten, wat moeite men ook ge-
daan had om die uit te roeien , noch zeer
magtig was ; dat het voornaamfte mid-
del, om die te verdelgen, was, zoda-
nige geeftlyken van de beneficiën te we-
ren, die daar de kragt en de ftut vaa
waren , dat deze oplettentheid een gro-
ten yver vereifchte , en een grondige
kennis van alle de genen , die daar naar
ftonden; dat een particulier, wie hy
ook zyn mogt , zo wel in den grond
daar niet van kon onderrecht zyn, als
een jezuit, voor wien zyne medebroe-
ders, door het hele ryk verfpreid, niets
verholen zouden laten , en dat men kon
verzekert zyn , dat hen niemand in vu-
rigen yver overtrof. Het hele genood-
fchap ftelde zich in beweging, om deze
vertoningen te doen gelden , en de
nuntius van de paus onderfteunde die
kragtig. Vader de Linieres, zegt men,
was de uitvinder van deze geheime han-
deling niet, hy liet 'er zich maar toe
gebruiken , maar die eer was aan vader
Lallemant verfchuldigt , van wien ik
meen reeds gefproken te hebben , een
boezem-vrind van den overleden vader
le Tellier , en hooft van zyn gehei-
men raad. Dit verdient wel een wei-
nig ontwimpelt te worden , en ik ge-
loof
Het Leven van
loof niet dat men my myne uitweiding
qualyk zal nemen.
Geheime Lodewyk de veertiende goed gevon-
raadsver- Jen hebbende , hoewel zulks weinig
§« je"g Pafte? om van zYn biegtvader een van
zuitentot zyn voornaamfte ftaats-fecretariffen te
▼ende? maken , en hem daar den rang en de
benefi- eertekenen van te geven , ftelde deze
c,en* een raad aan, die men wel denken kan
dat uit enkele jezuiten beftondrde procu-
reurs van de verfcheide provintien , die de-
ze vaders in Vrankryk hebben , en welke
te Parys hun verblyf houden , waren 'er
leden van; iedereen was gelaft, het geen
zyne provintie raakte , in te brengen.
Hy voegde 'er , naar zyn welgeval-
len, enigen van diegenen by, die het
geluk hadden gehad van hem te beha-
gen. In dezen geheimen munniken-
raad maakte men het pro9es op van alle
de geeftlyken van Vrankryk, en difpo-
neerde van hun noodlot, op de geheime
informatien , door enkele jezuiten opge-
ftelt. Zo dra men enig vrind in dezen
raad had , was men verzekert zyn wenich
te genieten ; getuigen hier van zyn juf-
frouw de Monchi, nonne in hetkloolter
van Avenes by Arras , die op haar ne-
gentiende jaar abdis wierd,door het cre-
diet van broeder Watblé , die eertyds
knecht
Philippus van Orleans. èjrj
knecht van haar vader geweeft was; een
premonftratenzer munnik , die op re-
commandatie van een jeziut, vrind van
den fecretaris van vader la Chaize , tot
abt benoemt wierd , voor dat het proces
van de verkiezing aan rt hof gekomen
was , en dat , om het verzoek voor te ko-
men, 't welk men wift dat de dauphin
voor een ander munnik ftond te doen;
getuigen zyn de vier zoons en een dog-
ter van een wagenmaker uit het diftricT:
van Camerik, die , door 't middel van
een jezuiet, die daar genegenheid had
voor opgevat 3 de voornaamfte abdyen
van Vlaanderen kregen.
Het artykel, waarop men voornaam-
lyk in dezen raad aandrong, was de ge-
negenheid der follicitanten voor dit ge-
noodichap: indien men maar het minfte
verdacht wierd gehouden daar omtrent
in gebreken te blyven, kon men verze-
kert zyn , van daarvan uitgeiloten te
zyn, wat geboorte of verdienften men
ook van den anderen kant mogt hebben.
Dit wras de bron van deszelfs groot aan-
zien, dit maakte, dat het altyd een gro-
te menigte aanbidders had, en, zo i,<
my dus durf uitdrukken , dit dwong dc
luiden van de hoogfte geboorte om zich
te vernederen , en hun hof daar by
maken.
II. Deel. S De
274 Het Leven yaK
De vreugde, die het gemeen over
deszelfs val betuigt had , en het hart-
zeer 5 dat het nu over deszelfs herftelling
deed blyken,ftrektetot een vaftbewys,
dat het zich meer vyanden dan vrinden
had op den hals gehaalt, en dat deszelfs
enkele tegenkanting tegen de janfenifti-
fche leer het gehaat had gemaakt.
Vader de la Chaize was een doorfle-
pe hoveling, maar heel gematigt; hy
beminde de focieteit , maar die liefde
ging zo ver niet, dat hy de genen zou
vervolgt hebben, die niet heel aan hem
overgegeven waren ; hy had altyd gro-
te achting voor die genen , dien hunne
geboorte het recht gaf, om naar ge-
wichtige bedieningen te ftaan.
De raad, dien hy aanftelde, was van
hetzelve humeur, daarom konden 'er
vader le Tellier , en luiden van zyn im-
borft, nooit toegang toe krygen. De-
ze, hem naderhand in zyn poft opge-
volgt zynde , gaf zyn vertrouwentheid
aan de doortraptfte en woelagtigfte on-
der zyne mebroeders , als de paters Dou-
cin, Daniël, Lallemand, alle drie Nor-
mans, zo wel als hy, en een zekeren
vader Germon, die by den heer Def-
marets in grote achting ftond, by wiens
kinderen hy leermeefter geweeft was.
Deze vier gevaarlyke geeften , om den
car-
Philippus van Orleans. 27$
cardinaal de Noailles , dien zy niet ly-
den mogten , in den grond te helpen ,
verwekten in denftaat die droevige twift,
waarvan de fcheuring noch niet geheelt
is , en dwongen dezen prelaat om zich
voor een party te verklaren 5 die hy be-
minde , maar daar hy nooit meer dan
enige achting voor zou betuigt heb-
ben , indien meri hem niet het mes op
de keel had gezet. ' ]t Geen zy in den
ftaat deden , deden zy , naar propor-
tie , in hun genoodfchap ook ; zy
maakten 'er zich de meefters van, en •
vervolgden allen, die zich niet opent-
lyk voor hen verklaarden ; men hoor-
de niet als van kabalen en doorflepe
handelingen, zo dat de hertog van Or-
leans in 't jaar 17 19 genoodzaakt wierd
het koninglyk gezag tuffchen beiden te
doen kömen , om de bevelen van hun
gener£il te doen uitvoeren.
Philippus de vyfde , van alle kanten Biiiykc
door de geheime kuiperyen van vader leidvïn
Lallemand laftig gevallen, liet zich tot dencar-
de netelige zaak , die men hem ten be- j^""1 *u
hoeve van het genoodfchap afvergde , gen dc
bepraten. Hy fchreef een brief aan den jczuiren*
heer regent , waarin hy alle de redenen
herhaalde 5 die men hem aangevoert nad,
om hem over te halen , dat hy dit on-
gewoon verzoek doen mogt. Zo dra
S 2 de
Het Leven v a i*
de hertog den brief van zyne katholyks
majefteit ontfangen had, vertoonde hy
dien aan den cardinaal du Bois, en zy
waren beide evenzeer gebeten op de bui-
tenfporige vorderingen van die genen ,
die zulk een kragtige recommandatie
hadden weten te krygen ; hadden zy het
niet gelaten om alles , 't geen zy ge-
daan hadden 5 om den tegenftand van
den cardinaal de Noailles te overwin-
nen , zo zouden zy opftaandenvoet
een anderen biegtvader aangeltelt heb-
ben. Vooral verviel de cardinaal du
Bois in een zeker foort van razerny , en
zwoer op zyn manier , dat zy'er berouw
van zouden hebben. De vyanden van
de conftitutie, vooral de benedictynen ,
deden hun voordeel met zyne rechtvaar-
dige gramfchap: men ftuitte het onweer,
dat gereed ftond om hen te grond te
liaan , en de jezuiten wierden door zyn
dood van een vyand verlolt, die beflo-
ten had hen zo diep te vernederen , als
zy zich hoog hadden willen verheffen.
j)c mar- Naauwlyks was men een weinig be-
van* v/i- komen van de ontfteltenis , door het aan-
icroi in ftellen van een jezuit tot biegtvader des
°emkt konings veroorzaakt , of een ander voor-
fiera' ' ' val , dat noch zonderlinger en minder
voorzien was, trok alle aandagt naar zich,
en deed voor enige dagen al het overige
verge-
m
Philippus van Orleans. 277
Vergeten : dit was de ongunft en de bal-
lingfchap van den marfchalk van Ville-
roi. De hertog regent had opentlyk ge-
zegt 5 dat het tyd was om zynmajefteifc
van zyn (taats-zaken en geheimen te on-
derrechten ? en dat hy zeif die zorg op
zich zou nemen ; hy had'er zeifin 't by-
zonder den marfchalk van Villeroi over
onderhouden , en tegen hem gezegt 5 dat
hy een begin meende te maken 3 met alle
morgen met den jongen monarch te arbei-
den. Hy wilde den tienden augufti be-
ginnen, en begaf zich tot dien einde in
het vertrek des konings , daar hy den
hertog van Bourbon , den graaf van Cler-
mont3en den oud-biflchop van Frejus vond:
de hertog van Orleans verzocht den ko-
ning , van in zyn kabinet te willen tre-
den 5 zeggende , dat hy zyne maiefteit
een zaak had mee te delen, die hy hem
onder vier ogen moefc zeggen.
De hertog van Bourbon en de ande-
re heren namen hun affcheid , maar de
marfchalk van Villeroi alleen wilde den
koning volgen : de hertog herhaalde ,
dat hy zyne maiefteit alleen te fpreken
had , maar deze bleef ftyf by zyn ftuk
ftaan , en beweerde, dat hy, als gou-
verneur des konings, zyne majefteit niet
mogt uit het gezicht verliezen , zyn ko-
pinglyke hoogheid vertrok, en zeids te-
S 3 geri
278 Het Leven van
gen den koning, dat hy eene andere
gelegenheid zou afwachten, om hem te
Ipreken.
Wat fierheid 'er ook in dit gedrag van
den marfchalk van Villeroi fcheen te fte-
ken , was het gewettigt door het geen
zyn vader overgekomen was , die gou-
verneur van Lodewyk den veertienden
geweeft was. Anna van Ooftenryk , re-
gentin van 't ryk , had op een tyd iets
geheims aan den koning haar zoon mee-
tedelen, en de marfchalk van Villeroi
had uit eerbied de kamer willen uitgaan ,
maar deze princes had hem weerhouden,
met te zeggen : blyfy myn heer , nade-
?naal ik u de opvoeding van den koning
myn zoon toevertroud heb , is Vr geen ge-
heim voor u , en gy moet nooit zyn per-
foon uit het gezicht verliezen.
Dit voorbeeld , dat waarichynlyk den
hertog van Orleans voorogengeftelt
wierd , verhinderde echter niet, dat hy
zeer gebelgt was over het gedrag van
den marfchalk van Villeroi , 't geen hy
voor een hevig affront opnam, te meer,
om dat hy het mifTchien als een uitwer-
king van de verfchriklyke vermoedens
aanzag , waarmee men het gemeen ,
ten opzicht van zyn perfoon , had in-
genomen.
Daarenboven een oude wrok tegen de-
zen
PHIMPPUS VAN ORLEANS. 2*7$
zen marfchalk hebbende , die zich dikwils
wat onbedacht over zekere gebeurniffen
onder hetregentfchap uitgedrukt had,nam
hy, zonder zichdaaraan te keren, wat men
'er van denken of zeggen mogt 3 op {taan-
den voet het ftout beraad , van hem zy-
ne poft af tenemen , en die aan den her-
tog van Charoft te geven. Inderdaad ten
drie uren na den middag uit zich zeiven
gekomen , of ontboden zynde , om zy-
ne koninglyke hoogheid te fpreken , zei-
de de marquis de la Fare tegen hem , dat
de hertog regent hem niet fpreken kon :
ter zeiver tyd itelde de marquis van Artag-
nan , bevelhebber over de graauwe muf-
quettiers , hem een gezegelden brief ter
hand, dewelke order inhield, om zich naar
zyn hertogdom van Villeroi , dat maar
tien mylen van Parys legt, te begeven.
De marfchalk, die nooit gelooft had,
dat men een diergely k beiluit omtrent hem
zou genomen hebben, ftond heel verfla-
gen, en ant\voordde,dat hy gehoorzamen
zou , maar dat hy hartelyk verlangde voor-
afzyne koningjyke hoogheid te fpreken,
diehy zaken van het uiterfte gewicht had
mede te delen. Deze prins liet hem ant-
woorden , dat hy geen tyd had om hem
te horen. Men liet hem in een poft-
chaize gaan zitten , met mynheer de
Libois , ordinaris edelman van den ko-
S 4 ning;
*So Het Leven v a
ning; de marquizen de la Fare en d'Ar^
tagnan , aan het hooft derlyfwacht van
den hertog van Orleans , verzelden hem
tot Sceaux , daar detachementen van
masquetiers waren , die hem naar Ville-
roi leidden : den volgenden dag kreeg
hy een nieuw bevel, om zich naar zyn
gouvernement van het Lionneefche te
begeven.
Deze ongunft, door Parys verfpreid
fcynde ; verwekte daar een grote verlla-
genheid : de miffelyke denkbeelden, die
men van den dood van den dauphin ,
van de dauphine , en den hertog van
Bretagne gehad had , wierden weer le-
vendig ; men erinnerde zich weer 7t geen
jnen zedert het regentfchap verbreid had,
dat men de behoudenis des konings aan
de zorgen van dezen marfchalk verfchul-
digt was ; het volk mompelde , dat alles
verloren was , en dat de plegtigheid
van de zalving vooreen ander ftond ge-
houden te worden. Zinneloze en reuk-
loze redevoeringen, die de franfche na-
tie altyd tot fchande zullen llrekken,de-
wyl zy met deze denkbeelden ingeno-
men zynde, niemand ondernam het on-
heil te wenden, \ geen zy in voor-
raad beweenden.
ï)c re- Schoon de hertog regent deze buiten-
5ed1gtC1> fporigc geruchten moeit gewoon zyn ,
drag.
Philippus van Orleans. 2S1
en dat hy ze met de uiterfte verachting
aanhoorde ? meende hy het gemeen te
moeten onderrechten van de beweegre-
denen , die hem tot die daad haddeq.
aangezet , daar men zich zo zeer over
verwonderde ; ten minften fchreef men
hem een foort van verantwoording van
zyn gedrag toe. Schoon het koning-
lyk gezag, zei deze prins, of de geen
die op zyn order fprak , aan niemand
rekenichap behoeft te geven, dan aan
God , van zyn vonniffen , en de uitvoe-
ring zyner ontwerpen, willen evenwel
de koningen , en de vertrouwelingen
van hunne magt, zomtyds wel uit goed-
heid de redenen aan den dag leggen ,
waarnaar zy te werk gaan : daar zyn
zekere omftandigheden , waar in de voor-
zichtigheid hen vermaant , van hunne
rechten af te ftaan , om de qualykme-
nenden te befchamen, en de zwakken
hiet te ergeren. Van deze natuur is de
tegenwoordige gefteltenis. 't Zou hart
zyn , dat ter gelegenheid van het be-
vel , dat de marfchalk van Villeroi ont-
fangen heeft, om naar zyn gouvernement
te gaan , het gemeen zyn y ver en ge-
trouwheid voor zyn meefter zou ver-
denken : men moet recht bewyzen aan
zyne oprechte meningen, maar ter zei-
ver tyd moet men ook bekennen , dat
S 5 deze
282
Het Leven van
deze gouverneur zich al te veel met de
beeldde.
Hy wendde zich een zeker air van
onafhankelykheid aan , 't geen het op-
perfte gezag, en de genen die 'er de
bewaarders van zyn, niet moeten dul-
den : zyne vorderingen voegden zyne
majefteit , noch de eer van de prinffen van
den bloedeniet ;hy wilde, om zo te fpre-
ken,een eigen troon voor zich oprechten ,
om zich tegen het regentfchap aan te kan-
ten, als of het koninglyk gezag verdeelt
kon worden. Zonder alle die onbezon-
nenheden , die de eerlykheid van den
marfchalk niet tekort doen, zouden wy
noch het genoegen hebben , van hem
by den koning te zien , maar goede in-
zichten kunnen in gewichtige poften niet
volftaan , men moet zyne paffen weten
te befturen , en zich aan den aart van
een regering onderwerpen , die ziclf
niets voorftelt, dan den roem van den ko-
ning, en het geluk zyner onderdanen.
Eene omftandigheid , die de balling-
fchap van den marfchalk van Villeroi ver-
zelde, en die de hertog van Orleans
niet had kunnen voorzien, veroorzaakte
hem wezentlyk hartzeer. De oud-bif-
fchop van Frejus , leermeefter des ko-
nings , van het voorgevallc verwittigt
van zyne bediening in-
zynde,
Philippüs van Orleans. 283
£ynde , oordeelde raadzaam , zich ook
vyf of zes mylen buiten Parys te bege-
ven, en zyn leerling te verlaten. Mif-
fchien vreesde hy afgedankt te zullen
worden , en wilde in de voorbaat zyn ,
miflchien ook , dat hy de wereld over-
tuigen wilde , dat hy geen deel had aan
het bannen van den marfchalk ; echter
wift men wel , dat zy geen grote vrien-
den waren , en dat hy uit tederheid voor
den koning geen mededinger in zyn
vrindfchap wilde hebben : dit vertrek gaf
veel te kennen , en mooglyk meer, dan
hy hebben wilde. Zyne koninglyke
hoogheid begreep het , en dit veroor-
zaakte hem hartzeer ; onderwyl dat hy
in die ongeruftheid was , gaf hem de po-
litieke ftedehouder , de twede zoon van
den overleden zegelbewaarder, aan wien
hy zyn verlegenheid ontdekte , een
heerlyken raad, te weten, dat hy vein-
zen zou, van dit fchielyk vertrek ge-
hoort te hebben , en ter zei ver tyd vol-
ftrekt en abfolut bevel aan den prelaat
zenden , om opftaandenvoet weerom
te komen : 't was geen tyd meer , de
hertog regent had zich reeds aan an-
deren beklaagt.
Het bevel wierd afgevaardigt , en
fchielyk ter uitvoering geftelt , 't geen
zo veel te meer blydfchap veroorzaakte ,
om
Het Leven v a ff
om dat de koning weende , en zich ver-
toornde , tot zo ver dat hy glazen in-
floeg , en niet eten noch drinken wilde ,
zich van twee perfonen berooft ziende ,
daar hy aan gewent was.
De koning was niet meer te Parys ,
toen dit gebeurde : miflchien was het een
geluk ; ten minften fchroomden de bur-
gers van die ftad niet te zeggen , dat zy
het met geen goede ogen zouden aange-
zien heboen , dat men hem zyn gouver-
neur ontnam. Ondertuflchen was de
regent genootzaakt , hierin zyn gezag
te tonen : het miftrouwen dat de mar-
fchalk van Villeroi had laten blyken , on-
der voorwentzel van zyn plicht te doen ,
en zyn recht te handhaven , was een
hoon , dien men niet ontveinzen kon;
dien ongeftraft te laten , zou geweelt
zyn enigermaten fchuld te bekennen,
en> hem gelyk te geven ; in tegendeel
bewees men , met dien te ftraffen , de
oprechtheid zyner meningen , en ftelde
zich in ftaat , om door den uitllag te doen
zien, dat de uitgeftrooide geruchten van
de gewaande zorgen van den marfchalk
van Villeroi geen anderen oorfprong
hadden , dan een tomelozen haat. In-
derdaad, niets heeft beter doen zien dan
deze verwiireling van gouverneur , hoe
qualyk gegrond de buitengewone öflge-
Philippus yan Orleans. ^85*
ruftheden waren , waarin men oyer de
behoudenis van den koning was.
*t Was evenwel veel gewaagt , want
indien deze prins kort na die verandering
gefturven was 5 zou men, in de geftelte-
nis daar men in was , niet gelooft heb-
ben , dat alles met de boolte inzichten
gefchied was ? men ftelde derhalven zyn
roem en eer in gevaar , om die te red-
den : daarenboven was de koning zulk
een kind niet meer, hy had de jaren om
genegenheid en haat te koefteren ; in-
dien hy met een meefterlyken toon ge-
fproken , en gezegt had , dat hy abfo-
luit zyn gouverneur weerom wilde heb-
ben , zou hy niemand gevonden hebben
om hem te onderlteunen? zou een voor-
wentzel , om den koning te gehoorza-
men , geen genoegzame reden geweelt
zyn voor de perfonele vyanden van den
lieer regent, en diegenen, die over zy-
ne regering misnoegt waren , om tegen
hem op te ftaan ? maar de onvertzaagt-
heid maakte een goed deel van den im-
borft van dezen prins uit, en men heeft
hondert maal onder 't lezen van deze
hiftorie kunnen aanmerken , dat de vrees
hem nooit van de party, die hy gemeent
had te moeten kiezen, te rug gehouden
heeft.
Ein-
286
Het Leven van
Decardï- Eindelyk plukte de cardinaal dir Bois
Soii U aIle ^e vruchten , die hy van de vertrou-
word tot wentheid van zyn meelter , en van de
mi^Zr genegenheid, of liever van de drift, die
ver- hy voor deszelfs perfoon en belangen
klaart' had, verwachten kon, en ik durf ze ook
de beloning van zyne verdienften en
arbeid noemen.
Den 22 augufti wierd hy tot eerften
miniiter verklaart , 't geen wel weinig
meer tot zyn gezag toebragt , maar het
zélve luifteruyker maakte , 't zy dat het
hem met een nieuwe drift vervulde, 't zy
dat men toen niet meer twyffelde , of
hy was de auteur van alles wat 'er om-
ging. De vrede door bondige traktaten
en voordelige verbinteniffen beveiligt,
het parlement getemt en vernedert , de
groten ondergebragt , die hem konden
in den weg zyn van het hof gebannen ,
lieten hem de vryheid , om alle zyne zor-
gen over het herftellen der finantien,
en over de zaken van den godsdienll te
laten gaan.
zynzor- Ten opzichte van de finantien liet hy
dTüVm- verfcheide plakaten uitgaan , waar van
tien. het voornaamfte oogmerk was , de ge-
liquideerde briefjes , dat is te zeggen
die gene , die min of meer vermindert
waren , naar dat de houders derzelver
oor-
PHILI?PUS VAN ORLEANS. 28?
oorfprong hadden kunnen goed maken 5
uit de wereld te helpen.
Het plakaat , dat het meefte gerucht
maakte, voerde het jaarlykfch recht, of
de 20 genaamde * Paulette weer in.
Henrik de vierde had het opgebragt , om
zich van een deel van de penfioenen te
ontlaften, die hy aan de gerechts -amp-
tenaren betaalde , met hunne bedienin-
gen erflyk te verklaren , voor een zeke-
re matige fom , die zy alle jaren betaal-
den , zonder hen evenwel tot die voor-
waarde te dwingen. Deze belafting, in-
derdaad eer een gunft , dan een kne-
velary , wierd met blydfchap ontfangen ,
en men onderwierp 'er zich met veel yver
aan ; ja men heeft meer dan eens gezien,
dat niets de parlementen en de andere
gerechtshoven meer ontruftte , dan het
dreigement , van dat recht aftefChaffen.
In het jaar 1710 , het hagchelykfte
van de regering vanLodewykden veer-
tienden , quam 'er een bevel uit , om
het recht van Paulette af te kopen , zo
dat de bedieningen erflyk waren , en
dat
* Dit is een zeker geld , dat de bezitter van enig
ampt jaarlyks gehouden is te betalen , om zyne erfge-
namen de furvivanrie daaraf te verzekeren , en is , zo
ik het wel heb, omtrent h«t zeftigfte deel van het geen
het ampt gekoft hetft.
~38 Het Leven van
dat de jaarlykfche fom niet meer betaalt
wierd. De cardinaal du Bois zag deze
afkoping en vernietiging als een fchat-
ting aan , die de welgegoedfte onderda^
nen van 't ryk hadden moeten opbrengen
in zulke droevige tyden , als daar men
toen in was ; hy oordeelde , dat de ko-
ning ten opzicht van zyne belangen
merklyk daardoor beledigt was 5 en dat
de dertien jaren , dat deamptenaren niets
betaalt hadden , hen genoegzaam fcha-
deloos hielden van het opgefchoten geld.
Dit arreft ontmoette in het parlement
groten tegenftand , zelf had men beflo-
ten vertoningen aan den koning daar-
over te doen ; maar twee gezegelde be-
velen des konings , kort op elkander ge-
volgt 5 deden begrypen , dat de gehoor-
zaamheid de enigfte party was , die men
te kiezen had, ten zy men iets llimmers
wilde beproeven 3 dan verplaatzing, en
ballingfchap.
Men dreigde, niet door de bevel-brie-
ven , maar door de geruchten , die men
liet verfpreiclen , de al te ruime uitge-
ftrektheid van het rechtsgebied des parle-
ments van Parys te verminderen , dat
den onderdanen des konings zeer tot
lalt ftrekte , die verplicht zyn zich met
grote koften , van de uiterfte grenzen
van Auvergne en het Lionneefche, naar
Philippus van Orleans. 289
de hooftftad te begeven. Dit middel
zou in der daad het krachtigfte zyn , dat
men zou kunnen in 't werk ftellen , om
de macht van dit genoodfchap te ver-
zwakken , indien zy die quam te mis-
bruiken.
De cardinaal-minifter , die alzo vol-
ftrekt regeerde , als ooit de cardinaal
Richelieu gedaan had, ftelde een ander
middel in^t werk, om fchielyk een aan-
zienlyk gedeelte van de fchulden van 't
ryk te vernietigen. Hy verzocht een
fubfidie van die genen, die aanzienlyke
en fchielyke fortuinen in den papierhan-
del gemaakt hadden , dat is te zeggen ,
hy lei hun een hooftgeld op , naar gelang
van hunne winften , te betalen in brief-
jes op het ftadhuis van Parys , provin-
ciale renten , atteftatien van liquidatie,
en andere koninglyke efteden , die noch
niet vernietigt waren: in deze belafting
begreep men niet dan luiden , die in de
regifters van de bank bekent ftonden ,
dat zy een groot getal van aótien gehad
hadden , welke zy niet vertoont had-
den , om ze te laten tekenen , en die
genen, die van een Hechte afkomft,en
een middelmatig fortuin , eensklaps tot
een aanzienlyke fortuin waren geftegen.
Deze belafting was zo veel te billyker,
om dat zy het enigfte middel wras , om
//. Deel. T de
z<)o Het Leven vat*
de meeften van die genen , die fcicli
in de veranderingen van 't papier verrykt
hadden, hun deel te doen dragen inde
fchattingen, naar gelang van de fchul-
den van den ftaat, daar zy meer dan ie-
mand anders toe gehouden waren , en
daar zy anders heel van vry zouden heb-
ben geweeft, om dat zy de lilt gebruikt
hadden , van geen koninglyke effecten
te bewaren ,j en ze by tyds onder den'
man te brengen.
Zyne eminentie , om zich van de laf-
tige zaak van 't papier te ontflaan , en
een zo haatlyk voorwerp uit het gezicht
te doen verliezen , ordonneerde , dat de
commiflariffen , tot het nazien en liqui-
deren daarvan gedeputeert , hunne be-
dieningen zouden ftaken , van den dag
der afkondiging van 't arreft te begin-
nen ; dat 'er geen vertoog tegen de ge-
dane liquidatien meer zou toegelaten
v/orden, en dat alle eigenaars, of hou-
ders van getekende effecten, verplicht zou-
den zyn die binnen zekeren tyd in han-
den te ltellcn van perfonen , daartoe be-
noemt ; dat de particulieren , die de
hooftfommen hadden verfchaft van de
rentebrieven op de jndifche compagnie 5
v ier obligatien vertoont waren omgete-
kent te worden , hun ftem zouden kun-
nen geven tot derzelver vernietiging,
en
Philippus van Orleans. 2pl
en daar een atteftatie van innemen , dat
zy geliquideert waren , zonder dat men
de toeftemming van die genen nodig
had , op wier hoofden dat geld gezet
was , of die belang in het genot konden
hebben ; dat ondertuflchen het beloop
van die atteftatien tot lyfrenten zou be-
fteed worden op de tollen en zoutpach-
ten , op dezelve namen en dezelve voor-
waarden ; daar wierd ook een reglement
gemaakt , dat na een maand , die men
de particulieren noch toeltond, om hun-
ne declaratien , en de titels en acten,
door hen ingelevert , in te trekken, en
om den oorfprong hunner effeóten tebe-
wyzen , de papieren , die men niet in-
getrokken had , verbrand zouden wor-
den; eindelyk beloofde men j dat zyne
majefteit de geliquideerde actiën zou aan-
nemen op den voet van vyfduizent li-
vres ieder actie, tot betaling van het ex-
traordinaire hooftgeld. Die zich op die
zaken verftonden, waren genootzaakt te
bekennen, aangezien den droevigen ftaat,
waartoe de bank de zaken gebragt had ,
dat 'er niets billykers en verftandigers kon
bedacht worden, dan deze fchikkingen.
\ Was niet genoeg des konings fch lil-
den te betalen , en het publiek van het
papier te verlolTen , daar was geld van
noden , en de aannaderende zalving des
T 2 ko-
£92 Het Leven van
konings moefTer veel verllinden. Het
enige middel 5 om penningen te krygen,
beftond in nieuwe beladingen , of in de
vernieuwing der ouden ; fchoon het par-
lement van Parys verklaart had , dat de
koning ten allen tyden en by alle gele-
genheden zou verzocht worden om de
belaftingen te verminderen , voerde men
de laftigfte en hatelykfte van allen weer-
in 5 naamlyk die op de aften der nota-
riffen 5 en de regiftreringen.
Over de Omtrent de religie ging zyne emi-
va^den nentie voort, met zich tegen de appel-
Gods- len en de appellanten te verklaren. De
dienft. Sorbonne deed byna geen eenen ftap>
die niet op order van den ftaatsdienaar
afgemeten was , en de molinilten voer-
den daar noch meer gezag in , dan de
appellanten in 't begin van de regering
gedaan hadden. De yver van den car-
dinaal ging tot in de kloofters door: het
algemeen kapittel der karthuizers kreeg
order om de conftitutie aan te nemen ,
en aan geen appellant enige bediening
te geven of te laten ; de kanunniken
van S. Victor , die men befchuldigde
van hunne voorwerpen in het queekfchool
der fGilotynente verkiezen, en in ande-
ren
f Dit was een queekfchool, waarin men de jongelingen
om niet onderwees , en aldui naar deszelfs ftichter Gilotin
genoemt , maar nu zedert enige jaren nier meer in wczun.
Philippus van Orleans. 293
ren van dezelve foort , wierden zeer
ontruft , niet tegenftaande de zonder-
linge befcherming van den cardinaal de
Noailles , de univerfiteit van Rheims
wierd zeer mishandelt, en men gaf aan
mynheer de Rohan de Guimené, nieu-
wen aartsbiiïchop van dezeftad, zo veel
gezegelde brieven, als hy meende nodig
te hebben. In dien tyd had de ko-
ning v^n Spanjen de lylt van de bege-
ving der beneficiën voorde jezuitennoch
niet verzocht.
Na de dood van Clemens den elfden ,
hadden de tegenkanters van de confti-
tutie zich gevleid , dat zyn opvolger
hen wat zachter zou behandelen : de oud-
biffchop van Doornik , de biflchoppea
van Pamiers, van Senés, van Montpel-
lïer, van Boulogne, van Auxerre, van
Macon 3 fchreven hem een langen brief,
waarop zy en hunne aanhangers groten
ftaat maakten , maar Innocentius de der-
tiende liet dien veroordeelen , als ver-
fcheide beledigende (tellingen behelzen-
de voor de katholyke biflchoppen , inzon-
derheid die van de Gallicaanfche kerk ,
voor de geheugenis van Qemens den
elfden, voor hem zeiven, en voor den
apoftolifchen ftoel , en daarenboven
heel fcheurziek zynde , en vol ketter-
fche gevoelens. Op het aanhouden van,
T 3 den
ig^ Het Leven van
den paus, die wenfchte dat deze brief
in Vrankryk ook mogt verboden en
veroordeelt worden , drong men liet par-
lement aan, om dit te doen, maar alles
was vergeefs ; de cardinaal du Bois liet
dezen brief door des konings raad van
ftaat voor reukeloos , lafterachtig , en
nadelig voor degeheugenis van den over-
leden paus, voor den h. ftoel, de bif-
fchoppen, en de kerk van Vrankryk ver-
klaren, ftrydig tegen de beveiliging van
den vrede in de kerk , en tegen de
declaratien van de jaren 1714. en 17205
des konings gezag aantafteridc , en tot
oproer ftrekkende.
De bewoordiging van dit arreft was
ongelyk kragtiger. Zyne Majefteit,
na dien te hebben laten examineren ,
had bevonden, dat hy zo wel de geëft-
lykheid als den politieken ftaat hoonde,
dat de geheugenis van een paus , die
zich zo beroemt had gemaakt door de
heiligheid van zyn leven , als door zyne
perfonele qualiteiten , daarin lafterlyk
gehoont was , dat men 'er de herroe-
ping van een decreet in eifchte , dat al-
gemeen in de kerk aangenomen was, en
't welk zyne majefteit bevolen had , on-
kreukbaar in zyn ryk na te komen , dat
dit decreet daarin afgefchildert wierd ,
als by verrafTing, en op een valfch voor-
Philippus van Orleans. 295
geven 5 verkregen, en als een wet vol
' dwalingen en onrechtvaardigheid, die
het heidenfche Romen niet zou hebben
kunnen dulden.
Dat men in dezen brief veel woor-
den vond, die de hele biiTchoplyke or-
de, inzonderheid die van de kerk van
Vrankryk, hoonden; dat de uitleggin-
gen van de bulle UmgemtuSj eenparig
door alle de cardinalen , aartsbiffchop-
pen, en byna alle de biffchoppen van 't
ryk voorgoedgekeurt , waarby zich
zelf verfcheide van die genen ge voegt
hadden , wier namen men onder gemel-
den brief vond , daar evenwel , als wei-
nig zuiver en rechtzinnig, in aangetaft
wier den.
Dat men het boek der redekundige
aanmerkingen zogt te verdedigen , in
een tyd, dat het plegtig door de bei-
de mogentheden verboden was, en in
\ byzonder door byna alle de genen
veroordeelt , die dezen brief onderte-
kent hadden.
Dat men daarin alles, 't geen 'er ge-
daan was om de kerk in ruft te brengen ,
affchilderde als een aaneenfehakeün^
van bedriegelyke handelingen , die tot
overhoopwerping van den godsdienft
ftrekten ; en dat men , om de maat van
deze fpoorloosheden te vullen > op
zg6 Het Leven van
den tegenwoordigen toeftand van de
kerk toepalte , 't geen men eertyds van
die rampzalige tydenzeide, waarin de
oofteriche kerk onder de vervolging der
Ariaanfche prinlTen en bilTchoppen , of
ten minften begunftigers van die party,
zuchtte. De jezuiten zelf waren ver-
wondert, dat het hof zich zo opentlyk
voor hen verklaarde.
Men Hoe zwaar deze flagen ook waren ,
v°rnieu\v lm Z^C'1 ^e aan'nn5 der janfeniftendaar-
d.nnher'% over getrooft hebben , indien men de
formulier arreften van den raad , en de conftitu-
getekent , • 1 ^
worde, tien der pauzen niet weer voor den dag
had gehaalt, die hen meer benaauwden
en verlegen maakten. De eeden zyn
altyd, in wat religie het ook zyn mag,
voor zeer heilig gehouden, en aange-
zien voorde bequaamlte verbintenis, om
ons tegen de nmiurlyke onftantvaitig-
heid der menfehen , en zelf tegen hun-
ne boosheid, te beveiligen. Dewyl de
veroordeling van de vyf beroemde ftel-
lingen den voortgang van deze leer on-
der de geeitlyken en in de kloolters niet
ftuitte, oordeelde men wyflyk, dat men
daarin Hagen zou , met een formulier
op te ftellen, dat de veroordeling van
deze itellingen behelsde , en 't welk alle de
genen, die naar enige orden, of eer-
trappen op de universiteiten Honden , of
opent-
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 297
opentlyke bekentenis in de klooftere wil-
den doen , gehouden zouden zyn te te-
kenen. Die 'er belang in hadden voe-
ren hevig tegen dit reglement uit, het
wierd voor onrechtvaardig en tiranniek
uitgekreten , en voor een ftrik , dien
men voor de gewetens fpande; als of
deze wet onbillyker geweeft was, dan
die menigvuldige eden , die men de en-
gelfchen doet afleggen, welke deel aan
kerklyke of politieke bedieningen zoe-
ken : weinig fcheelde het 5 of men was
quakerfch geworden , of men had ten
minften de grondregels van deze gezin t-
heid omtrent het eed-zweren gevolgt.
Daar ontltond onenigheid onder de par-
ty; de ftrengfte oordeelden, dat men,
volgens eer en geweten dit formulier
niet tekenen kon, anderen, die wat be-
zadigder waren , dreven het tegendeel.
Men verzon ik weet niet hoe veel fy-
nigheden 5 (inderdaad niet dan reftno
tien en dubbelzinnigheden , die deze
heren zo lelyk afTchilderen) om de ge-
voelens te behouden , die men met ede
zwoer te zullen verwerpen en veroor-
delen ; men durfde zelf zeggen, dat de
mifdaad van een valfchen eed te doen ,
zo het 'er een was , op die genen te rug
ftuitte, die ons noodzaakten om dien af
te leggen: daar was geen lift, die men
T 5 niet
Het Leven van
niet in *t' werk ftelde , om het formu-
lier, hoe klaar het ook was , dubbelzin-
nig te maken ; men maakte een onder-
fcheid tuffchen de daad en het recht ;
men beweerde , dat men de kerk maar
.een uiterlyke onderwerping fchuldig was,
en dat zy zich met een eerbiedig ftil-
jzwygen moeft genoegen.
Alle de pogingen, die men aanwend-
de , om zich los te wikkelen , dien-
den nergens anders toe, dan om de
ftrikken noch vafter te maken: het eer-
biedig ftilzwygen wierd voor onvoldoe-
nent verklaart, en men voegde by liet
formulier , dat men de 5* Hellingen
veroordeelde in den zin, dien Janfenius
beoogt had.
' Zedert den dood van Lodewyk den
veertienden was het ondertexenen van
dit formulier reedlyk verwaariooft ; de
opponerende prelaten , de universitei-
ten , de kloofters , die zich voor hen
verklaart hadden, hadden dat afgefchaft,
en hunne tegenpartyders ontbeerden
ftantvaftigheid en oplettentheid, om dè
ondertekening te eifchen.
De hertog-regent en de cardinaal du
Bois bragten die weer in gebruik: men
maakte hier geweld over, men klaagde,
enige boden tegenftand , maar eindelyk
onderwierpen zich de meeflm De y ver
tot
Philippus yan Orleans. 299
tot de waarheid haalde hen over, om de
nodige voorwaarde te vervullen , om
deel aan de beneficiën enampten te heb-
ben , en men ging voort met ede te betui-
gen , dat men een leer veroordeelde ,
die men t'eenemaal aankleefde. De her-
tog van Orleans was zo op die onder-
tekening verzot 5 dat hy de abdis van
Chelles, zyne dogter, zeer hevig aan-
drong , om zyn zin hierin op te vol-
gen, maar deze princes liet zich hier
niet toe overreden, en zonder de her-
togin van Orleans zou de tederheid, die
deze prins voor haar had , hem mooglyk
niet verhindert hebben, van een ftreng
bevel uit te geven.
Midden onder deze ftribbelingen en voor-
ontruftende zorgen, onderrechtten de
hertog-regent en de cardinaal-minifter koning*
den jongen koning , beftedende geza-
mentlyk alle dagen enige uren aan dit
gewichtige en noodzaaklyke werk. De
prins was zeer bequaam om 'er zyn
voordeel mee te doen , hebbende byna
geen van de gebreken zyner jaren : hy
was ernftig en naarftig: enige woorden ,
die hem nu en dan ontvallen waren , ga-
ven veel verltand , en een eerlyk ge-
moed te kennen : maar vooral was hy
ongemeen voorzichtig en befcheiden ;
hy fprak zeer weinig , en nooit heeft
men
ÉTeVL
EVEN VAN
elen over de regering, en
lige veranderingen , die 'er
ierden, geweten. Indien
erneur hem hierin nagevolgt
zou hy het hartzeer niet gehad
ben, van zich zyn poft afgenomen
te zien. Zyn leermeefter was toen zyn
enige vertrouweling, gelyk hy het noch
tegenwoordig is; dit was een vertrou-
wen , dat men voor de uitwerking aan-
zag van de tederheid enes kinds voor
een perfoon, die oneindig veel toege-
ventheid en oplettentheid voor zyn leer-
ling gebruikte, en die het geheim ge-
vonden had, om zyne raadgevingen en
leflen van al dat gene te zuiveren > 7t
welk die haatlyk en verdrietig pleeg te
maken ; een vertrouwen , van weers-
kanten matig gebruikt, indien ik my dus
mag uitdrukken, om alle vermoeden uit
den weg te ruimen, en geen plaats te
geven aan geheime liften , en 't welk na-
derhand niet eer openbaargemaakt wierd,
voordat men zich in ftaat oordeelde ,
om het ten vollen te doen uitblinken.
Zonder twyffel dat de voorzichtigheid
en befcheidenheid des konings de vruch-
ten waren der onderwyzingen van de-
zen verftandigen leermeefter , die 2elf
zyne grote talenten voor het ftaatsbe-
ftuur niet ontveinsde 5 dan om die fa-
vond
JSCJCI7T
Philippus tan Orleans. 301
vond of morgen aan den roem van zyn
meefter , en aan het welzyn zyner on-
derdanen te kunnen opofferen.
Niet alleen maakte men den koning zyne
tot de ftaatszaken , maar ook tot denj^1
oorlog bequaam, die zeer naar zyn fmaak
was : dewyl hy daar reets ver ïngevor-
dert was , deed men in zyne tegenwoor-
digheid de leiTen, die men hem gege-
ven had, ter uitvoering brengen, want
men belegerde een fort , en leverde een
foort van een veldflag, waarin deze prins
een zonderling vermaak fchepte : ook
was hy 'er geen enkel aanfchouwer van ,
hy was aan ?t hooft der beftormers , deel-
de zyne orders uit, en deed door zyn
onvertzaagtheid blyken , wat men t'avond
of morgen te verwachten had , zo hy ooit
raadzaam oordeelde , zich aan \ hooft
zyner legers te ftellen.
De plegtigheid van de zalving had Zyne
op den 25". oflober 1722, welke dag Zalv11
daar allang toebeltemt was, haar voort-
gang , met alle mooglyke pragt. Achten-
zeventig jaren, welke 'er zedert die van
Lodewyk den veertienden verlopen
waren , maakten deze vertoning heel
nieuw. Daar was een fchriklyke toevloed
van menfchen, en niet alleen waren de
huizen te Rheims tot de daken toe
vol, maar alle de omleggende ftreken
met
$o2 Het Leven van
met tenten bedekt. Men merkte daar
met een oneindig genoegen aan , dat de
zes wereldlyke pairs zes prinflen van
den bloede waren; eene zonderlinge
omftandigheid, en die deze zalving van
de meefte, die 'er vooraf gegaan waren 5
onderfcheid. Volgens 't gebruik deelden
de wapenkoningen goude en zilvere
medailles om, aan alle de genodigden ,
en ftrooiden 'er een grote menigte on-
. der 7t volk te grabbel.
De koning , op zyne terugreis van
Rheims, hield zich enige dagen te Villers-
Cotterets op 5 daar de hertog van Or-
leans, de eigenaar van dit huis , hem een
pragtig feftein gaf: al het gevolg van zy-
ne majefteit wierd daar deftig onthaalt 5
zo wel als de menigte van toekykers, die
van alle kanten toe quamen fchicten ; zelf
was 'er een verbod aan de herbergen
daaromftreeks gefchied y van iets voor
de kolt of huisvefting van die genen te
nemen , die dezelve bellaan mogten. De
koning deed den hertog van Bourbon
dezelve eer aan , zich twee of drie dagen
te Chantilly ophoudende ; de pragt van
dit kafteel ? dat nieuw herbouwt , en aan-
zienlyk vergroot was 5 de fraaiheid van
de tuinen, waarby de kunlt alles ge voegt
bad 5 wat de natuur van een voordeligen
grond kan volmaken 5 fcheen aan deze
feftei-
O
PHILIPPÜS VAN ORLEANS. 305
fefleinen noch meer luifter te geven, dan
die van Villers-Cotterets gehad hadden ;
waarop zeker perfoon 5 met meer quaad-
aardigheid dan verftand • zei 5 dat het
niet anders zyn kon , of de rivier Mijfijfipi
moeft over deze landen gelopen hebben ;
by deze feeften voegde men het vermaak
van de jagt5 waarin de jonge monarch
zo veel genoegen fchepte , dat hy 'er
naderhand zyn gewoofllyk tydverdryf
van maakte 5 en dat noch niet heeft la-'
ten varen 5 fchoon hy zich zo veel ma-
tigt , als het de zorgen van zyn ryk ver-
eifchen. Deze hevige oeffening , die
hem natuurlyker wyze moeft fchade toe
brengen 5 deed hem groot nut : zyne
gezontheid wierd 'er fterker door 5 en
hy was op zyn vyftiende of zeftiende
jaar zo kloek en fterk van leden, als men
gemeenlyk op zyn twintigfte is.
De weinige tyd , die 'er van de zal- °a^eer-
ving des konings tot zyne meerderjarig- ilngen
heid verliep, wierd hooftzakelyk tot ver- j^^f*
fcheide fchikkingen omtrent de finantien ^nden
aangewend : men gaf byna alle dagen ko™g
nieuwe edicten uit 5 ftrekkende om het spanjen.
geen'er vande papieren mogt overig zyn
te vernietigen , om des konings inKom-
ften vry te maken , en om het geld in
zyne koffers te doen komen. Ook liet
men zyne zorgen veel over de buiten*
land-
304 Het Leven van
landfche zaken gaan. Het algemene con-
gres 5 om de verfcheide vorderingen der
mogentheden te verhandelen , en af te
doen , was te Camerik gefchikt, maar ik
weet niet hoe vele zwarigheden daar de
opening van deden verfchuiven.
Het hof van Wenen deed altyd nieuwe
beletfelen in de weeg komen over de leen-
verheffing van de ftaten van Italien , ten
behoeve van Ü. Carlos , oudften zoon
des konings van Spanien uit liet twede
bed ; het had weinig gefcheelt , of de kei-
zer had dit verly aan den hertog van
Beieren gegeven , uit hoofde van het
huwlyk van dezen prins met een van de
aartshertoginnen , en de vrees alleen van
Vrankryk en Engeland op den hals te
hebben , die garandeurs waren van het
traélaat met Spanjen gefloten, verhin-
derde de uitvoering van dit voornemen :
de zaak is noch niet beflift, en 't zal hagch-
lyk zyn, of het niet aanleiding tot een
oorlog geeft. De hertog- regent, om Phi-
lippus tot het traktaat van Londen over
te halen, had zich verbonden, om hem
Gibraltar weerom te doen geven. De
koning van Engeland , op wiens woord
zy n hoogheid deze aanbieding gedaanhad
had meer belooft dan hy kon houden :
de Engelfchen wilden nooit hun ftem tot
liet overleveren dezer plaats geven, by-
na
Philippu's van Orleans, 30J
na de enige vrucht van de verfchriklyke
onkoften , die zy gedaan , en van de
overwinningen , die zy onder de rege-
ring van de koningin Anna behaalt had-
den ; Spanjen , van den anderen kant ,
verlangde met zo veel drift naar de weer-
omgeving van Gibraltar enPort-Mahon,
als Engeland kon hebben om die te be-
houden. Door lange onderhandelingen
en vertogen van den kant des hertogs
van Orleans, bleven de zaken ten dezen
opzichte op den voet van den Utrecht-
fchen vrede 3 en indien het zo lang duur-
de, eer het congres geopent wierd, wa-
ren 'er de gefchillen tulTchen Engeland
en Spanjen de oorzaak niet van.
De dood van Madame , moeder van
fcyne koninglyke hoogheid , verplichtte dame.
dezen , om zyne grote bezigheden een
weinig op te fchorten. Zy ftierf te S.
Goud, den 8ften december, 's morgens
om drie uren, 72 jaren oud zynde. Haar
bondige godtvrucht, haar beminlyke ma-
nieren , haar goedertierenheid , milda-
digheid, en edelmoedige gevoelens had-
den haar algemene achting verwekt , en
'er een al te volmaakt modél van ge-
maakt , om van het gros der vrouwen te
kunnen nagevol^t worden, 's Avonds
voor haar dood had zy een zeerzielroe-
rent difcoers met den regent P \ welk
11 Deel V zon^
3có Het Leyen tan
zonder twyffel meer het toekomende
leven tot onderwerp had , dan het te-
genwoordige: men zegt 3 dat hy 'er zoo
over ontdaan was geweeft, dat hem de
tranen in de ogen fchoten. Na zync
droefheid vierentwintig uren den vollen
toom te hebben gegeven, hervatte hy zyn
gewonen arbeid.
Dit huiflyk hartseer temperde de blyd-
ichap, die hem het huwlyk van Mad11*.
de Beaujolois , zyne dogter , met den
prins D. Carlos veroorzaakt had, erfge-
naam, uit hoofde van zyn moeder, van
de hertogdommen Tofcanen , Parma ,
en PiaQenza. Dit huwlyk had naderhand
het zelve lot , als dat van den koning ;
de ftoet , die de infante weerom naar
Spanjen bragt, haalde Madlle. de Beau-
jolois weer naar Parys over.
De blydfchap, het hartzeer, de on-
derhandelingen, de oplettentheid op de
fmantien , en om de appellanten en hun-
ne tegenpartyders binnen de palen te hou-
den , die men hun haat en hun y ver moeft
voorfchry ven , deden dezen prins en zyn
minifter hunne eige belangen niet verge-
ten. Zy namen de behoorlyke maatre-
gelen om te verhinderen , dat het ge-
rechtsbedde , 't welk by 's konings meer-
derjarigheid ftond gehouden te worden ,
enig inbreuk in hun gezag maakte: hier
hadden
Philippüs van Orleans. 30?
hadden zy alle hunne behendigheid toe
nodig 5 hoewel het denkbeeld alleen, dat
de koning fterven kon , hun alles gemak-
lyk maakte. Hetgerechtsbeddewas tegen
den 16 februari 1723. beftelt, op welken
dag de koning in zyn veertiende jaar ftond
te treden , en waarop , volgens het re-
glement van Carel den vyfden , het re-
gentfchapende voogdy moeften ophou-
den. Twee droevige voorvallen, dezen
jongen monarch overgekomen , deden
die plegtigheid tot den 2 2ften ver-
fchuiven.
Den 7den dezer maand, zynde een
zondag , viel de koning , terwyl hy in
de mis was, gedurende het laatfte ge-
bed in flaaute , de hertog van Bourbon
bewaarde hem in zyne armen voor *C
vallen. Zyn majefteit wierd naar zyn
vertrek gebragt, en door een hulpmid-
del, dat men hem ingaf, weer zo ver
herftelt , dat hy met fmaak at , en het
overige van den dag zyne gewoonlyke
tydverdryven nam , maar den" volgen-
den nacht kreeg deze prins drie flaauw-
tes na den ander, met een zware koors:
men vaardigde den eenen courier na den
ander aan den hertog van Orleans af, die
naar Parys was vertrokken , ziende dat
het eerft overval van geen gevolg geweeft
was.
V 2 Op
308 HetLeven VAN
Op zyne terugkomft oordeelden de
geneesheeren raadzaam, den koning te
doen uit de aderlaten,'t welk hem veel
verlichtte , de koors hield op , en hy
iliep den volgenden nacht acht uren : hy
gaf veel gal over, 't geen mooglykden
oorfprong van 't quaad wegnam , en
men fchreef deze onpaflykheid aan een
quade koking van de maag toe.
Enige dagen te voren had het weinig
gefcheelt,of de hertog regent had zyn
enigen zoon, den hertog van Chartrès,
op een droevige wyze verloren. Deze
prins was reeds gaan flapen,en zyne
bedienden hadden zich geretireert, wan-
neer 'er een brandent hout op de vloer
rolde, die van ingelegtfchrynwerk was:
de vloer raakte aan brand , en daar wa-
ren reets drie ruiten verteert , en indien
de dikke rook den prins niet bytyds had
doen ontwaken , was het met hem ge-
daan geweelt. Hy gong toen in zyn
twintigfte jaar , en men liet zyne ge-
dachten gaan , om hem aan eene infante
van Portugal uit te huwen : zonder dat
uitmuntende verftand van zyn vader te
bezitten , was hy evenwel een jonge-
ling 3 daar men grote verwachting van
had ; en niets als de quaadaardiglte ach-
terklap kan hebben doen zeggen , dat
de geringe verdienlten van den hertog
van
Philippus van Orleans. gc£
van Chartres den hertog regent verhin- Quaad-
dert had , van zyne ftaatzuchtige ont- "crhdt'egr^
werpen uit te voeren. Ik geloof nietkiap,
dat men het my qualyk heeft afgeno-
men 5 dat ik my, zo dikwils als het de hsndraf-
gelegenheid toeliet, heb toegelegt, om ^>'kc
deze fchandelyke lafteringen te veryde- fcheid.
len ; zy zyn zo openbaar geweeft , dat
daar niet van te (preken , zou zyn de-
zelve eni^rermaten voorcoedkeuren ,
ten minften zou het een bekentenis zyn ,
dat men ze niet weerleggen kon. Ik her-
haal het dan 5 met een ware begeerte om
de wereld te overtuigen, dat deze prins
nooit de fchriklyke aanllagen gefmeed
heeft, die men de onbefchaamtheid heeft
gehad van hem toe te fchryven , dat ,
indien hy ze had gehad , hyze wel uitge-
voert zou hebben, en dat ten miniten
het gewoel, dat onafscheidelyk was van
de feiteinen van Yülers-Cotterets en van
Chantilly, hem daar gelegenheden zou
toe verfchaft hebben , die niet nriflea
konden.
Alles tot het gerechtsbeddc gereed y-~r\
zynde , begaf zich de koning op den 22 tjfJJS
februari naar het paleis , van al den glans koning*
zyner koninglyke majelteit omringt; Na rc^Ms.
de mis in de heilige kapél gehoort te heb-krcMe
ben, gong hy het hek door , en klom vant r'v
op zyn troon , daar hy zich neer gezet y
V 3 en
3io Het Leven van
en gedekt hebbende, zeide hy „ Myn
35 heren 3 ik ben in myn parlement ver-
55 fchenen, om u te zeggen 3 dat ik? vol-
55 gens de wet van myn ryk 5 voortaan
55 zelf het roer der regering wil aanvaar-
55 den «. Waarop de hertog van Or-
leans oprees, en naderhand weer zynde
gaan zitten , zeide hy tegen den ko-
ning:
SIRE,
„T T Y beleven eindelyk dien geluk-
33 VV kigen dag, die de wenlchen
van de natie, en de myne, uitmaak-
55 te. Ik geef aan een volk , dat zyn
„ meefters teer bemint , een koning
„ weer , wiens deugden en kenniffen
35 zyn jaren overtreffen 3 en het zelve
„ reeds zyn geluk voorfpellen. Ik le-
„ ver uwe majefteit het ryk weer zo ge-
55 ruft over 5 als ik het ontfangen heb5
5, en ik durf zeggen , meer verzekert
,5 van een duurzame ruft, dan het toen
5, was. Ik heb de ontfteltenis in de fi-
5, nantien , die de lange oorlogen veroor-
3, zaakt hadden , trachten te herftellen ,
„ en indien ik dit werk noch niet heb
„ kunnen voltooien , trooft ik 'er my
„ over, door den roem, dien gy zult
5, hebben , van het ten einde te bren-
55 gen. Ik heb in uwe eige familie een
53 ver
Philifpus van Orleans. 311
„ verbintenis voor uwe majefteit ge-
3, zocht, die, door de banden van het
33 bloed tuilchen de vorften van twee
33 magtige natiën noch te verfterken,
33 dezelve noch naamver aan elkanders
33 belangen mogt verbinden 3 en hunne
33 gemene ruft beveftigen. Ik heb de
3, heilige rechten van uwe kroon ont-
33 zien 3 en de belangen van de kerk 5
3, die uwe godvrucht U noch waarder
3, maakt dan de eerftgenoemde. Ik heb
35 de plegtigheid van uwe zalving ver-
3, haaft 3 om indien het mooglyk was,
33 de liefde en eerbied uwer onderdanen
3, voor uwe perfoon te doen toenemen,
33 en hun dit zelf op hun geweten te
3) leggen. God heeft myn zorgen en
33 myn arbeid gezegent , en ik ver-
33 zoek 'er geen andere beloning voor,
33 dan het geluk van uw volk. Maakt
33 het gelukkig, Sire, met het door dien
„ geeft van wysheid en rechtvaardig-
,3 heid tebefturen, die het karakter van
3, de grote vorften uitmaakt, en die ge-
„ lyk ons alles belooft , in 't byzonder
3, het uwe zal uitmaken cc.
Deze redevoering was een kort begrip
van al het gewichtigfte 5 dat 'er gedurende
het regentfchap was voorgevallen, waar-
van ieder woord een groot voorval te
kennen gaf : die gene , die 'er de uit-
V 4 voerder
3i2 Het Leven van
voerder van geweeft was , kon ze alleen in
to weinig woorden befluiten. De koning
antwoordde daarop, gelyk men overeen-
gekomen was , en dit moeft die genen
als een donderllag voorkomen, die daar
eenige veranderingen in te gemoed za-
gen.
Myn OOM,
5, |K zal my nooit anderen roem voor-
„ JL (tellen , dan het geluk myner on-
„ derdanen , 't welk het enigfte on-
„ derwerp van uw regentfchap is ge-
„ weeft. Om hieraan met goeden uit-
5, ilag te arbeiden, is myn begeren, dat
5, gy , na my , de voorzitting in alle
5, raadsvergaderingen zult hebben , en
5, hierom beveilig ik de keuze , die ik
„ reeds op uwen raad gedaan heb , van
„ den heer cardinaal du Bois voor eer-
„ iten ftaatsminiftcr. Gy zult myne
„ meningen wydlopiger verftaan , uit
het geen u de heer zegelbewaarder zal
„ zeggen «
Zo dra de koning opgehouden had
met fpreken , ftond de hertog van Or-
leans op , en by zyne majeiteit genadert
zynde , na een diepe buiging, tot een te-
ken van hulde , voor hem gemaakt te
hebben , kuftte hy hem de 'hand ; de ko-
ning rees ook op , en omhelsde hem van
beide kanten. Ver-
Philippus van Orleans. 313
Vervolgens hield de zegelbewaarder ^j^*
een heerlyke lofreden van het regent- regent,
fchap. „ De eerfte daad , die de ko-
ning uit eigen gezag doet 3 zeide de-
ze magiftraats-perfoon , is , de dienften
te erkennen , die de heer hertog van
Orleans hem gedurende zyn regent-
fchap bewezen heeft,en daar de volhar-
ding van te verzoeken. Zynmajefteit
kon niet waardiger , dan door een vol-
komen vertrouwen , een zo volmaakte
affcheiding van eigen belang belonen,,
als die gene, die alle de handelingen
van dezen prins heeft beftuurt ; be-
waarder van het koninglyk gezag zyn-
de, heeft hy nergens op toegelegt,
dan om 'er de plichten van tot het ge-
mene welzyn van den ftaat te ver-
vullen, hy heefteer zyne grootheid in
geftelt , om zich zelf te vergeten,
zonder te denken, om zich boven den
geltelden tyd • van zyn regentfchap
noodzaaklyk te maken; om dat neer-
teleggen 5 zonder eenigen nieuwen
titel te hebben aangenomen
Vorders fchilderdehy met korte woor-
den de gelteltenis af, waarin het ryk op
den dood van Lodewyk den veertienden
was. ,5 Wat waren 'er al rampen van
„ binnen te verhelpen! wat al' veilighe-
,3 den , wat al voorzorgen van buiten
V S • „te
3 14- Het Leven van
5, te gebruiken ! De finantien wa-
ren uitgeput, het krediet verloren,
„ de middelen verlieten , het vertrou-
„ wen vernietigt ; de gewone hulpmid-
„ delen fchynen niet toe te kunnen ftrek-
5, ken in ongemene qualen , men be-
3, proeft allerly wegen : de glimp van
3, een ontwerp doet deszelfs uitvoering
3, ondernemen ; de natie valt 'er met
3, yver op aan , het vertrouwen komt
3, weerom , van het krediet verzelt ,
3, maar de gretigheid , om een al te vaar-
33 dig en onmatig fortuin te maken,
„ preft en verhaalt eene fchikking , die
3, met meer bezadigtheid beftuurt , en
„ binnen zekere palen moeft belloten
3, zyn «
Na getracht te hebben om de droe-
vige gevolgen van Laws ontwerp te ver-
fchonen , breid hy zich uit over de ge-
lukkige uitwerkingen der onderhandelin-
gen, om den vrede te beveiligen. „ In
3, de gevolgen, zegt hy, van deze ver-
3, ftandige ontwerpen,heeft de heer her-
3, tog van Orleans de bequaamheid van
„ den minifter, dien hy met de uitvoe-
3, ring belaft had , erkent. Door de uit-
„ komft geleer t, om zyn vertrouwen niet
5, te gemaklyk te vergunnen , heeft hy
3, hem dat niet medegedeelt, dan na de
33 moeilykfte proeven 3 door de geluk-
33 kigfte
Philipfüs van Orleans. 31J
5, kigfte uitflagen gevolgt ; en dezelve
55 beweegredenen doen tegenwoordig
3, den koning belluiten , om de keuze ,
33 die hy reeds van zyn eerften minifter
33 gedaan had5 te bekrachtigen.
33 Alle foorten van zwarigheden 5 ver-
33 volgde hy 5 waren den hertog van Or-
33 leans befchoren 5 om daarover te ze-
33 gepralen. Men moeft de onluften van
33 de kerk ftillen , die oqluften die met
33 geweld niet te verdryven zyn 5 en die
33 de reden vruchteloos onderneemt te be-
33 vredigen. Twiftredenen 5 onderbande-
33 lingen 5 gefprekken , overredingen 5
33 de heer regent heeft 'er niets in ge~
33 fpaart, hy heeft eene onwrikbare itant-
33 vaftigheid tegen de zwarigheden ge-
33 ftelt , die 'er zonder ophouden uit den
3, valfchen y ver, of uit eigen belang, ont-
33 ftonden ; en hy heeft geoordeelt den
33 vrede niet beter te kunnen inleiden ,
33 dan met dien door de ftilzwygentheid
33 te doen aankondigen 3 na evenwel
35 de geheiligde rechten van de kroon,
33 en de vryheden van 't ryk, te hebben
33 in veiligheid geftelt cc.
Ter dezer gelegenheid keerde de ze-
gelbewaarder zyn aanfpraak tot het par-
lement 3 en gaf deszelfs leden met veel
deftigheid deze grote en gewichtige lef-
fea 33 Gy zyt ? myn heeren , de fchat-
33 bewaar-
3i6 Het Le ven van
35 bewaarders van deze rechten en vry-
39 heden 5 de koning heeft u dit deel
33 van zyn gezag toevertroud ; gebruikt
33 het met de ftantvaftigheid , die uw
35 geweten u afvergt 5 en met de beza-
35 digtheid en eerbied 3 die deze ftof ver-
33 dient ; befteed aan alle uwe plichten
35 den zeiven aandachten dezelve naau w-
33 keurigheid : erinnert u 5 dat gy rech-
35 terszyt5 wanneer gy misdaden moet
35 ftraffenj of ieder het zyne toewyzen ,
33 maar vergeet de eer niet, die gy hebt,
33 van onderdanen van een groot koning
35 te zyn ? wanneer hy u zyn weibeha-
35 gen laat aankondigen cc,
Hy eindigde zyne redevoering meÉ
deze aanmerkelyke woorden. „ De heer
j, regent heeft niet willen luilteren, naar
35 het geen perfonele en baatzuchtige
33 belangen hem gedurende een zo lang
33 bewind, waarin zich zo menigvuldige
35 gelegenheden opdoen , konden inge-
55 ven. Dit is 't noch niet al, hy heeft
35 den dag niet afgewacht 5 dat de ko-
3, ning uit eigen gezag moeft regeren:
,5 en al zo min jaloers omtrent zyne ken-
35 nis zynde 5 als edelmoedig omtrent al
35 het ander, heeft hy zich gehaaft, om
35 hem die mede te delen , zonder eni~
3, ge achterhoudentheid ; ik zal u niets
33 verbergen } Sire-) zeide hy tegen hem ,
O, zelf
PhILIPPÜS VAN OltLEANS. 317
zelf myne eige fouten niet , dus noemt
„ hy , al wat tot het welzyn van het
„ ryk niet gellaagt is ; hy heeft hem te
3, kennen gegeven alles wat hy aan zyn
33 volk verfchüldigt was ; hy heeft hem
33 over de grote ftaatregels der regéring
33 onderhouden; hy heeft hem gezegt,
33 dat de vrede het hoogfte goed van
33 een ryk is 3 dat geen oorlogen bil-
33 lyk 3 dan wanneer zy onvermyde-
33 lyk zyn ; hy heeft hem gewent , om
33 over de opkomende zaken zyn ge-
33 voelen te zeggen ; om kort te
33 gaan , hy heeft den koning gezogt in
33 ltaat te ftellen ? om door zich zeiven
33 te regéren 3 met zo veel aandacht, als
33 anderen in diergelyke gelegenheden
3, aanwendden 5 om zich noodzaaklyk
33 te maken. En dit, mynheeren? zyn
33 de waardige onderwerpen van de
33 dankbaarheid 5 waarvan de koning
33 zelf tegenwoordig het voorbeeld aan
33 de héle natie geeft
De eerfte prefident fjorak ook, en ver-
fchoonde met oneindig veel geeftigheid
de onenigheid, die 'er tuffchen zyn ge-
noodfchap en den heer regent geweeft
was. 3, Wy zyn gereed 5 zeide hy,
3, om tot een draad rekenfchap te ge-
33 ven 3 van ons doen en laten. Indien
33 wy enige misllagen begaan hadden ,
33 wy
3 18 Het Leven van
„ wy zouden de eerften zyn3 om die
3, in den vaderlyken fchoot van uwe
„ majefteit te leggen ; en wy zyn wel
33 verzekert, dat 'er niets zou gevon-
33 den worden, 't geen de oprechtheid
33 der meningen , en de omftandighe-
3, den van den tyd 5 voor uwe majefteit
33 niet zouden kunnen verdedigen cc.
Het overige van zyne redenvoering
ftrekte enkel en alleen, om aan het par-
lement het recht te handhaven van ver-
togen te doen , en de vryheid , om
zich met publieke zaken , de innerly-
ke befturing van 't ryk rakende , te be-
moeien.
3, Wy durven 5 vervolgde de eerfte
33 prefident, in ons particulier aan uwe
„ majeiteit aanbieden , 't geen wy u
3, mooglyk alleen kunnen beloven 5 zon-
3, der enige mengeling , en zonder an-
3, dere achterhoudentheid , dan die de
,3 eerbied ons oplegt , het nutfte dat men
„ den vorft kan beloven, en liet laftig-
„ fte voor den onderdaan , die het op-
3, brengt ; naamlyk 5 Sire 5 de kennis
van de waarheid. Wy voelen ons
33 door geen ander belang gedreven,
„ dan door dat van uwe majefteit en
3, van uwen ftaat, hier menen wy voor
33 't oog van de ganfche wereld op te
33 kunnen roemen : en zo uwe majefteit
3, daar
Philippus van Orleans. 319
55 daar zyn vertrouwen op wil ftellen ,
55 zal hy bevinden 5 dat de moedigfte
55 onderdanen altyd het wezentlykfte
55 aan hun koning onderworpen zyn ;
55 maar uwe majefteit zal ons toelaten
55 van u te vertonen, dat zy u van geen
55 nut zyn 5 dan voor zo ver men hen
55 aanhoort 5 en dat 'er 5 met de op-
55 rechtfte meningen van de wereld,
55 niets dan de vryheid is van u te na-
55 deren 5 en zich te doen horen 5 dat
„ hen in ftaat fielt, om geen andere in-
55 zichten noch oplettentheid te heb-
35 ben 5 dan voor uwe majefteits dienft
55 en perfoon.
55 Deze dienft 5 Sire , is het enig
„ voorwerp van onze wenfchen,en om
55 vry alle deszelfs plichten te vervul-
55 len, hebben wy niets dan de verze-
55 kering nodig 5 van u niet te misha-
55 gen «
Het patent van zegelbewaarder was in
't parlement niet geregiftreert geweeft ;
maar men deed het by de houding van
dit gerechtsbedde. De 'heer d'Arme-
nonville, na 's konings order ontfangen
te hebben , zeide ; A&ml de koning my
de eer aangedaan heeft , om rhy met de be-
diening van zegelbewaarder van Vrank-
ryk , door den dood van den heer dYAr-
genjon opengevallen , te voorzien , beveelt
zyne
320 Het Leven tan
zyne majejieit , dat de griffier van zyn
parlement het patent zal lezen , V geen
hy ^er van heeft doen opflellen. De ad-
vocaten en procureurs des konings ,vry-
heid om te Ipreken bekomen hebbende ,
gaven hun ftem tot het regiftreren. De
tegenkantingen van het parlement, om
deze patenten , ten behoeve van de he-
ren d'Argenfon en d'Armenonville, te
boek te ftellen, waren hierop gegrond
geweeft, dat volgens de oude ryks-re-
gering het zegelbewaarderfchap , met
het ampt van cancjelier verknocht , tot
den tyd toe , dat men gemeent had het
daarvan te moeten fcheiden, maar een
blote commiflie was ge weeft, en geen
bediening, zo als men die voor de eer-
ftemaal ten behoeve van den heer d'Ar-
genfon had opgerecht.
By dit gerechtsbedde \ namen de
mar-
j- Order van de zitting van 't gerechtsbed , door Lo-
dewyk den vyftiendcn, by zyne .meerderjarigheid ,
op den 22 februari 1723 gehouden dienende tot
uitlegging van de nevensgaande prent.
1. De koning op zyn gerechtsbcddc.
1. De opperkamerheer, voor de voeten des konings.
3. Prins Carel van Lotteringen, opperftalmcefter.
f. De hertog van Orleans, benevens alle de andere
prinflen van den bloede.
6. De captein van de wacht, die op dezen tyd dienft
deed.
7. De captein van de hondert Zwitzcrs.
8. De eerftc ftalmeefter.
9- D«
Philippus van Orleans. 321
marquizen van Biron , Levi, en <fe la
Valliere zitting onder -de hertogen en
pairs 3
9. De geeftlyke hertogen en pairs cp de bovenfte
banken.
10. De wereldlyke hertogen en pairs op de bovenfte
banken , ter zyde van de priniïen van den bloede,
en op twee banken daar beneden.
11. De marfchalken van Vrankryk ter zyde van de
geeftlyke hertogen en pairs , en twee banken daar
beneden.
12. De cancelier op zyn ftoel , waarin zich de opper-
griffier in de publieke gehoorgevingen zet.
13. De eerfte prefldent, de andere eerlte preiïdenten 5
en de prefidenten a mortier.
14.. De groot- meefter en de ceremonie meefter , op ftoe-
len zonder rugleuningen , voor den cancelier.
if. Twee kamerbewaa! ders voor den koning knielen-
de , mot hunne ftaven in de hand.
16. ZTes wapenkoningen op hunne knien midden in de
bali.
17. De raadsheren van ftaat en de requeftmeefters.
18. De drie ftaats -fecretanlTen.
19. De raadsheren om den titel; de requefimeefters ,
raadsheren van de grote kamer, de prefidenten van
de gerechtskamert, , die men enquêtes noemt, en van
de requeften.
20. De ridders van de orde.
21. De gouverneurs , generale ftedehouders , baillu-
wen , en landdroften.
22. De baillu van het paleis, alleen , op een ftoel zon-
der rugleuning
23. De opper-grimer , en de commies van de griffie van
't hof, met een fchryfufel voor hen.
24.. De oppergnffier in 't crimineel, en de drie fecre-
tarnTen van 't hof.
2f. De grote prevooft van 's koningshuis, alleen, op
een ftoel zonder rugleuning.
2<5. De eerile deurwaarder , ou zyn gewoonlykén ftocl,
aan den ingang van de bali.
27. De advocaten en procureurs des konings.
28. De raadsheren van de e n quêtts en van de requeften.
II. Deel. X »•
322 Het Leven van
pairs , zynde de patenten , die hen tot
dezen rang verheften , reeds in \ par-
lement geregiftreert.
De qeremonie eindigde, met het re-
giftreren van 't placcaat tegen de twee-
gevechten.
Den volgenden dag ontfong zyne
majefteit de complimenten van alle dc
genoodfchappen , die daartoe in deze
grote omitandigheden toegelaten wor-
den : een van de kortfte ontfong de
grootfte toejuigching, welke door den
heer Dauby, advocaat- generaal van den
groten raad , gedaan wierd.
„ Sire 5 het doorluchtig bloed , dat
53 in uwe aderen ftraalt , is ons altyd
33 borggeweeft voor de koninglykequa-
33 liteiten, die in u uitblinken; de ge-
53 lukkige opvoeding uwer majefteit ver-
33 zekert ons, dat wy een vorlt zullen
33 hebben, doorkneed in de regerings-
33 kunde. Wat valt 'er voor ons te
33 wenfehen ; de deugt regeert in uwe
33 majefteits
29 De deurwaarders van de grote cancelary.
30. Verfchcride uirheemlcht prinflen , cn zoons van
ambafladeurs.
ji. Twee deurwachters.
32 Balcon naar den kant van de g-iiïïe, waarin de her-
togin van Vantadour, de oud-biffch^p van Frejut,
en verfcheide andere luiden van rang zaten.
33. Ralcon naar den kant van den fchoorftcct), Wtttfa
de ambafladsurs z«tcn.
Philippus van Orleans. 323
„ majefteits hart, en uwe majefteit over
„ ons. Uwe roem , Sire , is zeker , en
3, ons geluk beveiligt cc.
Dewyl het gezag in handen van den De re-
hertOg van Orleans en van den cardinaal f J"^1"
du Bois gebleven was, vielen 'er in de hetzelve
regering geene veranderingen voor , dan sezas*
de gene, die zy raadzaam vonden daar-
in te maken. Men rechtte een nieuwen
finantie-raad op, beftaande uit de heren
Dodiin controlleur generaal , Pelletier
des Forts en Fagon, die de ordonnan-
tiën gezamentlyk met den koning, den
hertog van Orleans , en den zegelbe-
waarder, moeften tekenen. De koning
woonde dikwils deze raadsvergaderin-
gen by; hoe lang zy ook mogten du-
ren, toonde hy niet dat ze hem verveel-
den, en zyn aandagt en kennis, die
hy 'er van had , voorfpelden het groot-
fte geluk.
Om te .beter alle de zaken onder de
ogen van dezen prins in een gezichtpunt
te verenigen , gaf men die aan de fecre-
tariffen weerom , die men van hun be-
wint afgenomen had: de raad over de
zee-zaken wierd vernietigt ; de graaf .
van Thoulouze , opper-admiraal , op den
voet geftelt, daar hy ten tyden van Lo-
dewyk den veertienden op was; de graaf
yan Morville , zoon van den zegelbe-
X 2 waar-
$14- Het Leven van
waarder, in qualiteit van fecretaris van
ftaat, wierd met de raporten belaft. De
cardinaal du Bois zou graag, op het
voorbeeld van dien van Richelieu , den
titel van opper-intendant der zee-zaken
en des koophandels aangenomen heb-
ben, maar de opper- admiraal, die den
koning alleen boven zich erkende, was
een onoverkoomlyke hinderpaal in zyne
vorderingen, daarin tegendeel ten ty-
den van den cardinaal de Richelieu de-
ze gewichtige bediening niet vervult
was.
Ten opzicht van den land-dienftdeed
men \ zelve, als omtrent de zee-zaken.
De hertog van Chartres, colonel-gene-
raal over het franfche voetvolk, gaf aan
den heer le Blanczyn departement over.
De graven van Evreux en van Coigny
deden het zelve , ten opzichte van het
geen de ruitery en de dragonders raak-
te ; zo dar dit bewind , door deze
herenigingen, zo wyd uitgeftrekt wierd ,
als het ten tyden van den heer Voi-
fin, voorzaat van den heer le Blanc,ge-
.weeft was.
• Men gebruikte ook een grote oplet-
tentheid op de Indifche compagnie, die
voor den ftaat en de particulieren een
zeer gewichtig voorwerp was gewor-
den. Men maakte een reglement om-
trent
Philippus tan Orleans. 32?
trent derzelver befturing , en bepaalde
het getal der actiën. De koning, om
haar geruft te (tellen omtrent de beta-
ling van de renten van drie millioenen,
die hy haar fchuldig was, voor de inte-
reften van hondert millioenen, die zy
hem had opgefchoten, wees haar den
impoft op de tabak toe , die derdehalf
millioenen opbracht, en zyne landen in
't weften, om de drie millioenen verder
vol te maken , op voorwaarde evenwel ,
dat deze compagnie de 1 aften zou beta-
len, die zyne majefteit voor deze over-
geving gehouden was te voldoen.
De inleiding van het edict, 't welk
deze reglementen maakte , is vol oor-
deel, en kan niet anders dan tot eer
ftrekken van den prins, die na den ko-
ning prefident was in alle de raadsver-
gaderingen. „ Zyne majefteit , zeide
„ men, zich in zyn raad verftag heb-
„ bende laten doen , van den ftaat ,
„ waarin de Indifche compagnie was ,
„ en gemerkt hebbende, dat derzelver
„ handel den ftaat zo zeer betreft als de
„ actioniften , heeft raadzaam geoor-
„ deelt, zo voor het gemene welzyn,
„ als voor de genen, die belang in de-
„ ze compagnie hebben, derzelver ftaat
„ te bepalen , met daar een vafte en
„ duurzame regeringsform aan te geven.
X 3 „ En
32Ö Het Leven van
5, En de verfcheide middelen hebbende
doen onderzoeken, om daartoe te ge-
3, raken, heeft het zyne majefteit toe-
3, gefchenen ,dat door de gemelde com-
3, pagnie aan de regering van een en-
33 kei hooft te onderwerpen , het vol-
33 ftrekt gezag, dat men hem zoumoe-
33 ten vergunnen, zou fchynen te ftry-
„ den met de form van bewind van een
,3 hanael-compagnie , en dat de onze-
33 kerheid, waann men met reden zou
33 zyn , om altyd by vervolg van tyd
33 luiden te kunnen vinden , die alle de
3, nodige bequaamheden hadden , om
3, een zo gewichtige plaats te vervullen 3
33 altyd het gemeen zou doen vrezen ,
33 dat deze form van bewind altyd den
3, zeiven voorfpoed niet zou hebben als
3, tegenwoordig, en dat het zelf onver-
3, mydelyk zou fchynen, dat men die
3, in hettoekomende zou moeten veran-
3, deren. Ook heeft het zyne majet
„ teit toegefchenen , dat het noch min-
35 der voordelig aan de compagnie zou
„ zyn, het beftuur daarvan aan de al-
„ gemene vergadering der actioniften ,
„ en aan de bewindhebbers over te la-
,5 ten , die door deze vergadering zou-
„ dén verkoren worden : de zwarig-
3, heid van wëlzamenhangende overwe-
„ gingen te nemen, in een zo talryke
55 ver-
PHILIPPÜS VAN OfcLEANS. 32?
^ vergadering, en de geringe kennis,
„ die de meefte aftioniften , die dezel-
„ ve uitmaken, van zaken van den
„ koophandel hebben , zouden omtrent
„ de uitkomft van dit bewind een reed-
„ lyk wel gegronde twyffeling in het
„ gemeen doen ontitaan, die het kre-
„ diet van gemelde compagnie zou
„ kunnen krenken; en de bewintheb-
„ bers , die zich gedurig blootgeftelt
„ zien, om afgezet te worden, dik wils
„ zelf zonder oorzaak, volgens de in-
„ zichten en eigenzinnigheid van die
„ genen , wier Hemmen het geval in
„ deze vergaderingen zou doen boven
„ dry ven , zouden met den zeiven y ver
„ een bediening niet waarnemen, daar
„ zy zo weinig duurzaamheid in zou-
„ den zien, en het zou zelf gebeuren ,
„ dat de genen, die het bequaamfte
„ zouden zyn om deze poften te be-
„ kleden , weigeren zouden die aan te
„ nemen, om hun goeden naam niet
,3 bloot te ftellen aan de onzekerheid
,, der overwegingen van deze vergade-
„ ringen. Zyne majefteit heeft d;:n
„ geoordeelt, dat het veiligfte mid-
„ del , om een onwrikbare order in dit
„ bewind in te voeren , was , een raad
„ van luiden aan te ftellen , waarvan
„ de verkiezing van hunne dienften ,
X 4 „ be-
3:3 Het Leven YAtf
„ bequaamheid, en kennis van de za-
„ ken van den koophandel, zou afhan-
'33 gen, en daaraan' het behoorlyk ge-
„ zag bytezetten , om de zaken van
„ gemelde compagnie te befturen , waar-
„ van zyne majefteit geen kennis wil
„ nemen, als voor zo ver zy den by-
3, ftand van het koninglyk gezag zal
3, nodig hebben, om den goeden uit-
„ /lag narer ondernemingen te onder-
„ fteunen cc.
Deze raad zou uit een opperhooft,
uit een prefident , en uit twintig raads-
heren beftaan, waarvan 'er zes uit de
amptenaren van des konings raad , vier
uit den zee-raad, en tien uit de periö-
nen5 die den koophandel het beft ver-
ftonden, zouden verkoren worden, uit
een fecretaris-generaal, en uit een grif-
fier; deze vergadering zou kennis ne-
men van alles dat het bewind der zaken
van de compagnie, en de domeinen van
de Weft betrof : zy zou in twee kanto-
ren verdeelt zyn, waarvan het een zou
zamengeftelt zyn uit het opperhooft ,
den prefident , en tien raadsheren, uit
de ftaats-raden , de requeftmeefters , en
den zee-raad verkoren ; de tien perfo-
nen , die zich op den koophandel vér-
ftonden , maakten het twedc kantoor uit ,
en deze beide kantoren zouden elk afzon-
der-
pHiLirpus van Orleans. 329
derlyk vergaderen , of te zamen, naar
vereifch der zaken.
Deonluften van de kerken van Vranck- Arreften
ryk,die de reden vruchteloos ondernam te jgenu.r
ftillen , en de zwarigheden , die er gedurig fchop
u*eer uit den verkeerden yver of uit eigen JJ^
belang ontftonden , eifchten een ver- pemer.
nieuwing, of ten minften een aanhou-
ding van oplettentheid. Het onderte-
kenen van 7t formulier ftrekte tot een
grote belemmering: de voorn aamfte zorg
van de opponenten was dat te ontzenu-
wen. De biflchop van Montpeliier 3 die
het zyn plicht oordeelde , en zich tot
een eer rekende, dat hy zich tegen het
hof en het voorbeeld van zyne meefte
medebroeders aankantte, ftelde aan het
hooft van 't regifter, dat gefchikt was
om de ontertekeningen van het formu-
lier te ontfangen, een voorrede, die de
zelve vernietigde , en van geen waarde
maakte.
De hertog van Orleans, hiervan ver-
wittigt , liet zich dit regifter vertonen ,
en de voorrede onderzocht hebbende ,
liet hy een arreft door den raad van Ha-
ten uitgeven, waarin verklaart wierd,
dat dit verbaal of deze inleiding opent-
lyk ftrekte , om de oude difputen te ver-
nieuwen , en om de onderwerping te
ftuiten , die men aan de uitlpraken van
X $ de
330 Het Leven van
de kerk , en aan de uitvoering van de
edióten en declaratien des konings ver-
fchuidigt is , inzonderheid aan die van
den IJ. april 166) waarin geordon-
neert word het formulier zuiver en een-
voudig te ondertekenen. 5> En aangezien ,
5, vervolgde het arreft, dat het van het
53 uiterfte gewicht is voor de zuiver-
35 heid van de katholyke leer, en voor
33 de behoudenis van den vrede der
33 kerk, en de ruft van den Haat 5 niet
33 te dulden dat 'er iets bygedaan worde
33 byeenaóte, die door zo vele titels ge-
33 heiligt is 5 heeft zyne majefteit geor-
33 donneert 5 dat de edióten en declara-
33 tien volgens de form en den inhoud
3, uitgevoert zullen worden. In gevolge
33 van dien ordonneert de koning, dat
33 het verbaal , door den biffchop van
33 Montpellier op^eftelt , om tot inlei-
33 ding van de ondertekening des formu-
33 liers in zyn gebied te dienen , zal ge-
,3 fupprimeert worden 5 zo wel als de
33 ondertekeningen?agtervolgens hetge-
33 melde verbaal gefchied,dieinsgelyk nul
33 en van gener waarde zullen zyn. Zyn
33 majefteit belaft den voornoemden bif-
33 fchop, zich naar de edictenen decla-
33 ratien te fchikken , en ingeval van wei-
gering van zyn kant , om de voor-
33 'noemde ondertekeningen zuiver en
33 een-
PhilIppüs VAN Orleans. 33$
53 eenvoudig te eiffchen of te ontfangen,'
3, ordonneert zyne majefteit ? dat alle
33 geeftelyken , zo wel wereldlyke als
33 ordens-luiden 3 die gehouden zullen
33 zyn het formulier in het bisdom
3, van Montpellier te ondertekenen 3 zelf
„ alle die genen , die op de voornoem-
3, de lylt agtervolgens het gezegde ver-
3, baal getekent hebben 5 zich in perfoon
35 zullen vertonen voor den aartsbiflchop
3, van Narbonne des zelfs metropoiitaan,
35 of zyne grote vicariiTen 5 om het voor-
35 noemde formulier zuiver en eenvou-
35 dig te tekenen en onderfchryven ; ea
35 atteftatien in goede form van hun on-
35 dertekening te nemen. Alles op ftraf,
5 5. door de declaratien daar opgeftelt
Dit arrelt was van den elfden maart.
Ik beken 5 dat alle deze bevelen iets
hards ? en teenemaal tegen de vryheid
van geweten ftrydende , fchenen te be-
helzen ; maar het is alzo gemaklyk de-
zelve te verdedigen 5 als de gene 5 die
men de menfchen in Engeland afvergt :
want alles ingezien, zo is het in Vrankryk
niet noodzaaklyker 5 een priefter met een
beneficie, of munnik te zyn 5 dan het in
Engeland is 5 toegang tot de publieke
ampten te hebben ; ik ga verder , het
zoute wenffchenzyn5datzo vele luiden
zich niet van de burgerlyke zamenleving
af-
332 Het Leven vai*
afzonderden, en indien de onderteke- .
ning van het formulier diende, om dat
getal te verminderen , zou zy zekerlyk
niet zonder nut zyn.
Nademaal de biffchop van Montpel-
lier boven anderen in zyn party uitftak ,
zocht het hof hem in alle .gelegenheden
fpyt aan te doen. In de voorgaande
maant van februari deed men hem een
vonnis infinueren, ter gelegenheid van
het decreet , dat hy in de theologifche
facukeit van Montpellier had laten op-
ftellen , om de ondertekening van het
formulier betreklyk te maken , op het
geen men den vrede van Clemens den
negenden noemt. Het arreft behelsde
vier of vyf artykels. #
Voor eeril ordonneert de koning uit
eige beweging, en uit zyn volle magt,
de vereniging van de drie faculteiten ,
de theologie, de vrye kunften, en de
rechten, volgens een inhoud van de bul-
Ie van Maarten den vyfden , om de
nieuwigheden te verhelpen , die men
daar ingcvoert heeft 3 en om het verlan-
gen van de drie faculteiten te gemoed
te komen.
Ten tweden verfteckt en berooft de
koning, van alle funóticn in de faculteit
van dc theologie , drie geaggregeerde of
aangeoomc do&oren , hy benoemt 'cr
twee
Philippüs van Orleans. 3jj
twee anderen , en wil , dat voortaan ie-
der profeflbr zyn eigen noodhulp zal
kiezen.
Ten derden ontneemt de koning het
recht van Hemmen aan den biflchop can-
(jelier van de univerfiteit, en geeft de
concluderende Hem aan den oudften
hoogleeraar.
Ten vierden geeft de koning aan de
profeflbren in de theologie het recht van
ftemmen in de faculteit der rechten , zon-
der dat de profeflbren in de rechten hun
ftem in de theologifche faculteit kunnen
geven.
Eindelyk vernietigt de koning het de-
creet van de theologifche faculteit van
den 2 2ften januari van 't voorleden jaar,
waardoor de ondertekening een enKcle
ilender wierd , en volkomen de inzichten
teleurftelde , die men , in dezelve voor-
te-fchryven , had gehad.
De biffchop van Boulogne was ook
een van die genen , die zich 't beroemt-
fte maakte , maar hy wift zich meer in te
binden ; niet dat hy minder zyne gevoe-
lens aankleefde, maar dewyl hy, van geen
heelgrote afkomft zynde, (hy was een
kleinzoon van een van de vier eerfte ge-
reformeerde predikanten in Vrankryk )
weinig fteun aan 't hof had, daar in te-
gendeel de biflchop van Montpellier aan
354» Het Leten van
de talryke en magtige familie der Col-
berten vermaagfchapt was.
De aartsbiffchop van Rheims en alle
fcynewy-biflchoppen, uitgezondertdien ,
vanwien ik zo even gefproken heb , had-
den zich opentlyk voor de conftitude
verklaart ; inzonderheid maakte de bif-
fchop van Laon , natuurlyke zoon van
den hertog van Orleans, oneindig vele
bewegingen , om de appellanten van zyn
bisdom tot het herroepen van hun ap-
pél te overreden 5 tot zo ver, dat hy
den bifTchop van Soiflbns in levendig-
heid niet toegaf. In hunne provinciale
vergadering , waarvan de biflchop van
Boulogne uitgelloten was , wierden
menigvuldige klagten tegen dezen pre*
laat ingelevert , van priefters , en mun-
niken,die voorde conftitutie waren, die
hy in zyn bisdom handelde, gelyk de
tegen-conftitutionarilfen in andere pro-
vintien gehandelt wierden ; verfcheide
magiftraats-perfonen , en vele luiden van
aanzien, inzonderheid urt het Artoifche,
onderfteunden de geeftlykheid. De ver-
gadering, op deze forméle klagten, gaf
haar gedeputeerden , op de algemene
vergadering van de geeftlykheid , laft ,
om den koning te verzoeken , dat de
provintie van Rheims in een provintiaal
concilie mogt te zamen komen, om over
de
Philipêus van Orleans.
de zaak van den biiïchop van Boulogne
te oordelen. De aartsbiflchop verwit-
tigde 'er zelf dezen prelaat van 3 door den
volgenden brief:
„ Met het hevigfte leedwezen , myn
„ heer 5 zie ik my verplicht om u te ver-
33 klaren , dat ik my niet heb kunnen
33 onthouden, van aan de provintiale ver-
33 gadering verilag te doen van de ver-
3, fcheide klagten 3 die men ten opzich-
33 te van uwe regering in uw bisdom
33 heeft opgeftelt. Zy zyn voor den
33 raad der kerklyke zaken gebragt 5 en
33 men heeft raadzaam geoordeelt , dat
33 ik'er de vergadering van verwit-
33 tigde , die gemeent heeft haar ge-
33 deputeerden aan de algemene verga-
33 dering te moeten belaften , om van
33 den koning verlof te verzoeken, om
,3 het concilie van myn provintie te be-
33 roepen 5 om gemelde klagten te on-
33 derzoeken 3 en zo zy ongegrond
3, gevonden worden 5 u een vaardige
3 3 en volkom© rechtvaardiging te kun-
33 nen verfchaffen, 7t geen ik uit grond
33 mynes harten wenfeh : het is ten
33 hoogften nöodzaaklyk 3 en daar moet
-3 U veel aangelegen leggen , myn heer5
33 om zulke nadelige geruchten te doen
33 ophouden, waarover wy niet kunnen
33 nalaten zeer gevoelig te zyn 5 dewyl
3? zy
33<S Het Leven van
„ zy een onzer medebroeders raken,
„ daar wy alle zonderlinge achting voor
„ hebben
Mcnont- Het verlof, daar men zo inftantelyk
laat wat om verzocht 5 wierd hun afgeflagen, en
^ar"nzayne met veel billikheid ; de gemoederen wa-
heidV ren al te zeer aan 't giften, om tot dier-
gen de geivken ftap te komen : men heeft het
appellan- o / r
ten. naderhand omtrent den billchop vanSe-
nés in 't werk geilek , in veel ganftiger
omftandigheden van tyd; maar wat vrucht
heeft men 'er van behaalt? hebben het
gerucht , dat dit werk maakte , en de
onenigheden , die 'er op gevolgt zyn ,
waartoe die zaak aanleiding gaf, geen
berouw genoeg daarover veroorzaakt?
daarenboven was het omtrent dezen'tyd,
dat het verzoek van de begeving der be-
neficiën door de jezuiten gedaan wierd,
en de verontwaardiging , die het aan
den cardinaal-minii ter veroorzaakte, had
deszelfs yver verkoelt. Het kapittel der
benediclynen verkreeg ter zeiver tyd de
herroeping van de hart-dreigende or-
ders , waar van mynheer de Camilli, on-
langs van het bisdom vanToul naar het
aartsbisdom van Tours verplaatft, de
brenger was : deze munniken deden om-
trent wat zy wilden, zy fielden aan, en
herftelden die genen , die men in 't eerlt
had zoeken uit te fluiten : zelf wierd'er
geen
Philippus van Orleans. 337
geen reglement gemaakt omtrent he.t te-
kenen van \ formulier , nocli het aanne-
men van de conftitutie , alles ging 'er
met drift , en met zeer weinig ontzag
voor den prelaat , die met de commiflie
beladen was , in zyn werk , ook zeide hy
van tyd tot tydJFat elendigc commijjie ! ik
zat liever op de galeien. De wereld meen-
de dat de benedictynen deze foort van
zegepraal aan de voorbede van de abdis
van Chelles verfchuldigt waren , maar
men bedroog zich, en kende het karak-
ter van den hertog van Orleans niet ter
deeg; nooit heeft deze prins willen dul-
den, dat zvne matreiïen zich metltaats-
zaken bemoeiden 5 hoe zou hy dan het
oor aan zyne dogter geleent hebben,
vooral , daar hy haar zo hevig was aan
zin ge weeft om het formulier te tekenen.
De appellanten hadden graag die van Men
hunne tegenpartyders , die hun 't meeft ^"p'den
in den weg waren, aan de war gehol- cardinaai
pen : vooral haddon zy het op den de Biffi-
bilTchop van SoifTons, en op den car-
dinaal de BilTi geladen. Men had de
werken van den eerftgenoemden aan
de Sorbonne aangegeven , daar men
pntelbaare dwalingen , onderftellin-
gen , en vervalfchingen in meende
te ontdekken : maar deze vierfchaar ,
die hem zekerlyk niet zou verfchoont
1L Deel Y heb-
338 Het Leven van
hebben 5 kreeg bevel , van niet verder
met de zaak voort te gaan. De cardinaal
liet een zeer lange onderrechting druk-
ken , die hy aan zyne parochianen over
de zaken van den tegenwoordigen tyd
gaf; men gaf ze aan het parlement aan 3
S welk dezelve inzichten als de Sorbonne
hebbende , dezelve bevelen ontfong.
Nademaal het gemor tegen deze herder-
ly ke vermaning zeer groot was,en dat 'er,
alles wel ingezien zynde , te vrezen
ftond, dat het parlement, ten opzichte
van het ontfangen verbod van daar ken-
nis van te nemen, enige vertogen mogt
'doen 3 die in plaats van een arreft dien-
den , verzocht de cardinaal de Noailles
om commifTariffen ; de koning benoem-
de den cardinaal de Rohan , den oud-
billchop van Viviers , den zegelbewaar-
der , en den heer Pelletier des Forts ,
raadsheer van ftaat : op het rapport van
deze commifTariffen quam 3er een arreft
van den raad des konings uit , 't welk
verklaarde , dat de gemelde herderlyke
vermaning niets behelsde , dat tegen de
rechten van de kroon , en de vryheden
van de Gallicaanfche kerk ftreed , en
veroordeelde by gevolg en verbood de
aanklaging en de raadpleging , die aan
een advocaat van Bourdeaux toe°;efchre-
ven wierden, als eerrovende pasquillen.
Schoon
Philippus van Orleans. 339
Schoon deze zaken een heel naauw
verband met de regering van den hertog
van Orleans hebben , haal ik ze niet aan ,
a's om te doen zien, hoe veel wysheid ,
doordringenheid van oordeel , en ftudie
hy van noden had , om. het groot ge-
rucht , dat de driften van deze beide
onverzoenlyke partyen zekerlyk zouden
gemaakt hebben, te verhinderen.
Ik heb reets aangemerkt , dat deze S**^1*
prins noch quaadaardig noch wraakzuch- deaW
tig was: hy wilde zyne rechten en zyn t°§V3tl
gezag in veiligheid itellen ; maar zo dra * al
hy de genen , welke hy bequaam oor-
deelde om die aan te talten, of ze hem
te betwiften, buiten ftaat had geftelt van
het te doen , was hy te vreden, eabragt
de zaken niet tot het uiterfte , gelyk de
haat en wraakzucht gewoon zyn. Nooit
is mooglyk de goede naam van een prins
erger gelaftert , of op gevoeliger plaat-
fen aangetaft , dan de zyne ; 't is niet
mooglyk, dat hem alle de uitvinders van-
die geruchten onbekent zyn geweeft,
zelfs is het zeker, dat hy 'er enigen van
gekent heeft : wat wraak heeft hy 'er
van genomen ? de perfoon , dien men
den maker geloofde te zyn van die ver-
fchriklyke pasquillen , Phüippiques ge-
noemt, wierd in arreft genomen; mr.ar
ontfnapte zyne gevangenis weer : is hy
3+0 Het Leven van
wel eens vervolgt geweeft? het bewys,
waarop ik wil blyven aandringen , is de
herftelling van den hertog van Maine,
kort na de meerderjarigheid: 't is waar,
dat byna het gehele hof zich voor dien
prins in de bres ftelde, maar tenminften
is het ook waar , dat indien de hertog
van Orleans daar zyn ftem niet toe ge-
geven had , al de voorfpraak van het hof
vergeefs zou zyngeweeft: voor 't overi-
ge krenkte deze herftelling het placaat
van 't jaar 1717 niet, 't welk den hertog
van Maine, en zyn broeder, den graaf
van Thouloufe, het recht, om op den
troon te fuccederen , voor hun en hun-
ne kinderen , benam, \ geen hun Lo-
dewyk de veertiende met alle de eerte-
kenen en voorrechten der prinflen van
den bloede toegeftaan had.
Dit placaat had hun het genot van die
eerbewyzingen ontnomen, waarvan zy
in 't bezit waren. In ^t jaar 1718 wier-
den deze beide prinflen, om particuliere
raisnoegtheden, of om miflchien valfche
en qualyTc- gegronde vermoedens, in 7t
houden van ''t gerechtsbedde tot op hun
rang van pairfchap na uitgefchud , en van
hun bezit berooft. Nademaal deze mis-
noegtheden en vermoedens den hertog
van Maine alleen raakten , herftelde een
ander arreft, in 't zelve gerechtshof uit*
gefpro-
Philippus van Orleans. 34,1
gcfproken en geregiftreert 3 den graaf
van Thouloufe in de rechten , daar hy
met zyn broeder van fcheen berooft ge-
weeft te zyn. Deze onderfcheidmaking
tuiTchen twee broeders , heel ten voor-
dele van den jongften , moeit den oud-
ften gruwlyke fpyt baren. Toen de
voorwerpen van misnoegen voorby wa-
ren , en de vermoedens valfch bevon-
den, ofwel vergeten , ftelde men hen
beiden egaal : en dewyl men oordeel-
de, dat men, om den hertog van Mai-
ne fpyt aan te doen, een weinig teveel
ten behoeve van den grave van Thou-
loufe gedaan had , en dat het wel gevoeg-
lyk was ? dat 'er enig onderfcheid tuf
fchen de prinfTen van den bloede uit de
geboorte , en de genen , die liet maar
uit gunft waren , gemaakt wierd , gaf
men den hertog van Maine een deel van
de eertekenen weerom , die men hem
ontnomen had, ter zeiver tyd, dat men
den graaf van Thouloufe van een deel
van (deze beroofde , die men hem eerit
vergunt had.
,3 \Vy zouden wenfehen (zeide de
,5 koning, in zyn placaat van den 26.
,3 april na zyne meerderjarigheid, fpre-
,3 kende van den grave van Thouloufe )
,3 hem de eertekenen te kunnen laten,
die hy zich zo waardig gemaakt heeft ;
Y 3 „ maar
34-? Het Leven van
>, maar het valt ons hart het onderfcheid
3, te zien tuflchen zyn ltaat , en dien ,
, waartoe onze zeer waarde en zeer be-
53 minde oom de hertog van Maine, ze-
3, dert ons placaat van de maand augufti
5, 1718 ,gebragtisgeweeft, en wy kun-
3, nen hem en onze zeer waarde en zeer
33 beminde moei, de hertogin van Mai-
33 ne, niet langer de voldoening weige-
33 ren, die zy van ons verwachten, om
3, zo wel aan onzen gemelden oom den
3, hertog van Maine , als aan zyne kin-
33 deren, een vaften rang en eer toe te
33 wyzen ? overeenkomftig met de eer
33 die zy hebben, van zo na aan alle de
33 prmflen van onzen bloede vermaag-
3, fchapt te zyn, mits egter een billyke
3, evenredigheid in het onderfcheid der
3, eertekenen behoudende, die men aan
3, de prinflen van den koninglyken bloe-
3, de verfchuldigt is, en die gene, die
3, die men aan gewettigde prinflen, of
3, hunne kinderen , kan toeltaan , en
3, voor 't overige den ftaat en rang van
3, onze gemelde omen , den hertog van
3, Maine en den grave van Thouloufe,
33 in alles gelykltellende c<\
Achtervolgens dit edict wierden de
hertog van Maine en de hertog van
Thoulotife rcfpcótivelyk herftelt en ge-
handhaafc in het genot der voorrechten
var*
Philippus van Orleans. 34.3
van prinflen van den bloede , met uit-
fluiting evenwel van het recht van opvol-
ging tot de kroon. Het onderfcheid,
dat men tuflchen hen en de ware prinf-
fen van den bloede ftelde, was 5 dat zy
niet door de bali zouden gaan , en dat
by het groeten met de bonnet de prefi-
dent , hen hun gevoelen afvragende,
hen by den naam hunner pairfchappen
zou noemen.
Een particulier brevet 5 den zeiven
dag afgevaardigt , reguleerde de eerbe-
wyzingen , die zy aan het hof en by den
koning zouden ontfangen ; dit waren de-
zelve , die de prinflen van den bloede
genoten 5 uitgezondert 3 dat zy op de
fefteinen 5 maaltyden5 en openbare pleg-
tigheden, niet te enemaal in de zelve li-
nie zouden geplaatft worden 5 of zit-
ten.
Wat de beide zoons van den hertog
van Maine -> den prins van Dombes en
den graaf van Eu betreft , deze hadden
den rang in het parlement voor alle de
andere hertogen en pairs , zonder acht
te geven op de oud- of jong-heid van
hun pairfchap : maar dewyl zy te ene-
maal van den titel en den rang van prinf-
fen van den bloede uitgeiloten waren 3
waren zy genoodzaakt zich in het par-
lement te doen aannemen . den eed if
Y 4 tc
34-4 Het Leven van
te leggen gelyk de andere pairs , en zit-
ting onder hen , hoewel voor hen allen 3
te nemen.
De woorden het groeten met de bon-
net 5 en door de bali gaan^ zouden het
tegenwoordig verhaal zeer duifter ma-
ken, zo men £e niet verftond. De bali
in het pariement is een kleine vierkante
afgefchote plaats , tegen over des konings
troon 3 die altyd leeg blyft 5 en voor de-
zen was het niemand geoorlooft daardoor
te gaan , welke gewoonte plaats heeft
gegrepen tot den tyd toe van den be-
roemden prins van Condé, die om zyn
podagra , daar hy zeer mee gequelt was ,
de bali niet rond kunnende gaan , daar
dwars doorheen ftapte. \ Geen hy eens
by toeval gedaan had , deed hy nader-
hand , als of hy 'er het voorrecht toe
had ; men betwiftte het hem niet , eer
uit erkentenis van de grote dienlten , die
hy den ftaat had bewezen, als uit hoof-
de , dat men zou menen , dat dit
recht aan zyne geboorte verknocht was.
De andere printten van den bloede volg-
den hem na , en nademaal men hun dit
niet kon betwiften , zonder te gelyk den
prins van Cöndé aan te talten , Helden
zy zich in 't bezit daarvan 9 dat zy na-
derhand behouden hebben: dus wierden
de gelegitimeerde prinlfen van het recht
berooft,
Philippüs van Orleans. 34?
berooft , om de bali door te gaan. Zou
men wel gedacht hebben , dat zulk een
beuzeling bequaam was om de eerzucht
te ftrelen,of verflagen te maken?
Met de bonnet gegroet te worden , is
den groet van den prefident ontfangen,
wanneer hy de gevoelens afvraagt. By het
gerechtsbedde van 1718 wierd 'er geor-
donneert , dat de hertogen en pairs den
rang zouden hebben voor de prefidenten
a mortier , dat zy hunne ftem al zittende
zouden geven , en dat 'er ten dezen op-
zichte tuiTchen hen en de printten van
den bloede geen onderfcheid zou we-
zen , als alleen, dat de prefident het ad-
vys van de prinflen van den bloede vra-
gende, moeit zeggen , myn heer , uiv
gevoelen , en wanneer hy het de herto-
gen en pairs afvroeg , moeit hy by het
v oord myn heer zyn titel voegen , als
by voorbeeld , myn heer de hertog van
la Tremouille , van Maine enz.
De hertog van Maine was weinig vol- Is nade-
daan over deze herftelling, die vry min- dL^a
der w as dan hy gehoopt had , en de ^ van
graaf van Thouloufe gevoelde 'er veel ™fc!"
ipyt over : onderrecht van den weinig
gunlcigen draai , dien deze zaak nam,
had hy een requeft aan den koning ge-
prefenteert , waarin hy enkel en alleen
aandrong, op het geen 'er ten zynen voor-
Y 5 deele
34ó Het Leven van
deele in de maand augufti 171 8 gedaan
was. ,5 Het raakt geen titels , Sire ,
33 zeide deze prins 5 nocli geen vorde-
33 ringen 5 maar alleen de wil van uwe
33 majefteit 5 die zich zo plegtig heeft
33 uitgedrukt. Staat my toe, Sire, dat
33 ik 'er u de uitdrukkingen van mag te
33 binnen brengen , fchoon ik het niet
33 doen kan zonder fchaamrood te wor-
33 den 3 omdat zy my meer eer aandoen- 3
33 dan ik verdien.
34 Ondertuffchen de onkmikbare gene-
33 genheid kennende , die onze zeer waar-
33 de en zeer beminde oom voor onzen per-
33 zoon en voor onzen Jlaat beeft , zyn
3, yver voor het gemeene welzyn, dege-
33 wichtige dien/ten 5 die hy bewezen heep ,
33 en de uitmuntende q utiliteiten 3 waar-
33 mee hy begaaft h , zien wy met hart-
33. zeer 3 dat de oude reglementen , die
3, wy weer her [lellen 5 hem van een rang
33 uitfluiten 5 dien zyne perjonéle verdicn-
33 fien hem zo waairlig maakten ? en dien
3) hy zelf niet aanvaardde, dan uit gc-
33 hcorzaamheid voor de bevelen van on-
33 zen zeer ge eerden beer en overgrootva-
33 èdTy den overleden koning. Uit deze
33 bewegingen hebben wy hcmgenieent by-
3 3 zondcre blyken van de acht mg te ?noe-
33 ten geven , die wy voor hem hebben y
3, en wy doen fat met zo veel te meer ge-
,3 BOgttj
Philippus van Orleans. 34.7
53 noegen, om dat onze goede wil onder-
„ Jleunt -word door de algemene toeflem-
„ ming van alle de prinffen van onzen
3, bloede 3 en door het verzoek , dat de
33 pairs van Vrankryk ons deswegen ge-
33 daan hebben. Om deze redenen heb-
33 benwy door de tegenwoordige brieven,
33 met onze band ondertekent , gezegt en
33 verklaart ? wy willen, en het behaagt
3 3 ons , dat onze zeer waarde oom^ de graaf
33 van Thouloufe, gedurende zyn leven
33 alle de eerbewyzingen, rang , zitting ,
33 en voorrechten geniete, die hy voor
33 ons placaat bezat.
33 Ziedaar, Sire, titels, die in der
33 waarheid al te roemryk voor myzyn ,
33 maar die ik reden heb om te hopen ,
3, dat zyne Majefteit die niet zal ver-
33 minderen , zo lang ik 'er door myn
33 gedrag geen reden toe geef.
33 Deze titels, Sire, zyn federt vyf
5,3 jaren door heel Europa verfpreid ; zy
33 hebben al de wereld overtuigt , dat
33 uwe majefteit enige goedheid voor
,3 my had , en dat die my in 't jaar 1718
33 de gunft niet onwaardig oordeelde,
,3 die uwe majefteit my toen wel wilde
„ bewyzen: wat zalmen zeggen, in-
„ dien men 'er my eensklaps van ziet
„ beroven door uwe majefteit zelf, die
33 nooit anders dan daden van goedheid
„ en
348 Het Leven van
3, en rechtvaardigheid geoeffent heeft ?
en hoe kan ik de menfchen overtui-
„ gen, dat ik my dezelve niet onwaar-
„ aig gemaakt heb cc ?
Dit requelt wierd te laat ingelevert;
maar al had het op zyn tyd gekomen ,
de nieuwe reglementen waren zo ver-
ftandig opgeitelt , dat dit 'er geen veran-
dering in had behoren temaken. Zy
maakten geen inbreuk in de zonderlin-
ge verdienften van den grave van Thou-
loufe, en benadeelden zyn goeden naam
niet: men kan voor een tyd aan een en-
kel perfoon vergunnen , 't geen niet
raadzaam is, aan verfcheiden te vergun-
nen. De ongelykheid, tuflchen twee
broeders geftelt, om den een fpyt aan
te doen, moet ophouden, als men raad-
zaam oordeelt hem pardon te verlenen;
die gene, dien men uitgezondert heeft,
is daardoor genoegzaam voor zyne ge-
trouwheid beloont , en men doet hem
geen ongelyk aan, als men hem weer
met den anderen gelyk ftelt, met hem
aF te nemen , 't geen men niet raad-
zaam oordeelt den anderen toe te voe»-
Sen-
pogm- j)e brjefjes ia2-en jcn ftaat noch aityd
gen om ' i i r
aiie dc zwaar op 't hart, zynde een loort van
uitCdeCS ongediert, dat men zich niet kon quyt
werdd te maken : de hertog van Orleans en de
herpen. eerfte
Philippus van Orleans. 349
cerfte minifter lieten 7er op nieuw hun-
ne gedagten over gaan. Men recht-
te een foort van lyfrenten op, Tontine
genaamt , waardoor men voor 70 mil-
lioenen aan contante effeóten , en drie
duizent aftien van de compagnie der In-
dien'zou vernietigen.
Deze tontine beftond uit hondert dui-
zent briefjes, ieder van duizent livres*
die betaalt konden worden met duizent
livres aan liquidatien, en hondert livres
in contanten. Alle bragten zy veertig
livres aan intereftop, en behalven deze
bepaalde renten , zouden 'er drie foor-
ten van aangroejing zyn ; in de eerfte zou
men 80 livres, in de twede hondert , en in
de derde hondert en twintig ontfangen.
Het getal der genen, die in deze ciallen
overgingen , nam alle jaren toe. De
tontine-bnefjes zouden met den dood der
eigenaars vernietigt zyn , maar zy had-
den vryheid om die te verkopen, of op
het lyf van iemand, dien zy goedvon-
den, over te dragen, mits aan de kas
van de tontine een vergoeding van twee
hondert livres gevende. Na verloop van
4.6 jaren zouden de briefjes die 'er noch
overgebleven waren , met duizent livres
in fpecie afgeloft worden.
Óm deze tontine op de been te hou-
den, ftond men haar het voorrecht van
d'e
3?o Het Leven tan
de loteryen en van de banken van lening
af. De koning nam op zich , ieder jaar
500 duizent livres aan de tontine te ver-
fchaffen : zo dat hy met een half per-
cent intereft een capitaal van hondert
millioenen te niet deed.
Het gemeen vond 'er ook zyn reke-
ning by: behalven het middel om zyn
briefjes te plaatfen , vond het een vaar-
digen en gemaklyken bylhnd van geld,
in tyd van nood , door de oprechting
van de leenbank, die de eerfte zes jaren
vier percent , en daarna maar twee per-
cent zou nemen voor de belening.
Dit nutte reglement ontmoette grote
zwarigheden van den kant van de ryks-
wetten , welke verbieden geld op pan-
den te fchieten , maar de noodzaaklyk-
heid om den woeker, die alle palen te
buiten gong , als men in verlegenheid
van geld was , te ftuiten , haalde de ge-
moederen over , om ten behoeve van
de leenbank van die wetten af te wyken.
Een ander placaat, van den 21 mei,
ordonneerde , dat de briefjes en recipif-
fen, door de direóteurs der munten of
hunne commifen voor het placaat van de
maand feptember 1720 gegeven, in al-
tyd-durende renten op het burger-hooft-
geld zouden verkeert worden , tegen
twee ten hondert, na dat de houders die
zou-
Philippus VAX Orleans. 3JI
zouden hebben laten overzien en be-
kragtigen ; maar dat na den laatften fep-
tember 1723 deze briefjes en recipilTen,
die 'er noch in wezen zouden gevonden
worden , gehouden zouden zyn voor
vernietigt, en van geen waarde.
Men ordonneerde ook aan de ontfan-
gers der confignatien , commifTariffen van
de reële executien , en anderen , van
binnen den tyd van twee maanden de
recipilTen van de koninglyke trefory ,die
zy in handen hadden, weerom te bren-
gen, om die in renten als voren te ver-
keren ; welke tyd verftreken zynde , zou-
den de voornoemde recipiflen voornr.l,
vernietigt, en van geen gebruik gehou-
den worden, ten laften van de bewaar-
ders , die 'er borg en verandwoorde-
lyk voor waren aan de fchuldeiflchers ,
of die het geld in confignatie gebragt
hadden.
De vyftiende juni uitgefloten was de
laatfte bepaalde termyn , dat de hou-
ders derj atteftatien van het liquideren
der actiën, de nieuwe actiën uitdelndi-
fche compagnie konden trekken ; op wel-
ken dag de gemelde atteftatien van li-
quidatie, die 'er noch onder den man
zouden bly ven , vernietigt en gefuppri-
meert zouden zyn, zo wel als de nieu-
we actiën, die noch niet overgelevert
waren *
3)i Het Leven van
waren , welke vervolgens tot ontheffing
van gemelde compagnie verbrand zou-
den worden.
Het nazien, of de Jlfa zo als het ge-
noemt wierd, van de bankbriefjes en de
actiën had knevelaryen veroorzaakt ,
weke byna die van de bank evenaarden :
de verfcheide behandelingen die men
omtrent de liquidatien moeit oeffenen ,
deden 'er ten minften een deel van ont-
dekken.
Men rechtte in het tuighuis een ka-
mer op , om daar onderzoek naar te
doen 5 en men liet de voornaamfte au-
teurs van deze roveryen by den kop
vatten, die overtuigt wierden , van ten
minften voor dertig millioenen aan actiën
tot hun voordeel verduiftert te hebben.
Zeker Talhouet, requeft-meefter, wierd
veroordeelt om onthooft te worden :
men had hem ter galge kunnen verwy-
zen , want behalven dat zyn misdaad het
verdiende, was hy kleinzoon van een
kramer uit ïstarmandyen, die zich in Ne*
der-Bretagne ging ter neer zetten , en
wiens fortuin begonnen was met een
of twee duizent ryk^daalders, welke hy
van een edelman had geplukt, die zyn
vrouw onteert had. Zeker abt 'Clement,
die de vrouw van zyn koetzier had ge-
trouwd 3 wierd veroordeelt om opge-
hangen
Philippl*s van Orleans.
handen te worden, maar men gaf hun
beiden pardon, en de ftraflfe des doods
wierd in die van de galei vGor den
abt , en van een eeuwigdurende ge-
vangenis voor den requdbneeiier ver-
wiflelt.
Deze gerechtskamer die in het tuig-
huis aangeftek was , kreeg naderhand
een doorluchtiger zaak te onderzoeken.
Den eerften juli ontfong de heer le Bianc ,
fecretaris van ftaat wegens. den oorlog,
order, om zich dertig mylen van Parys
te begeven , en alle de papieren , die
zyn bediening raakten, aan den heer de
Breteuü, intendant van Limoges, over
te geven, die benoemt wierd) om zyn
plaats te vervullen.
Terzelver tyd vaardigde men een ftuk
of tien couriers af, met order, om eni-
ge treforiers in de provintien, en enige
majoors van de troepen by 't hooft te
krygen , die men van ongeoorloofde
ftreken befchuldigde. Mynheer de la
Jonchere , een der treforiers van het
extraordinaire van den oorlog, had deel
in dit ongeval, zo wel als zyn zwager,
een zoon van la Raifm , matres van den
overleden dauphin, daar hy zo wel naar
geleek, vanpoftuur, van troni, en zelf
vanimborft, en hart, dat men hem niet
wel een ander vader kon toefchryven.
II Deel. Z Drie
3)4- Het Leven tan
Drie maanden na dat de heer le Blanc
van zyn poft was afgezet, wierd hy in
Brie by den kop gevat , op het land-
goed van zyn fchoonzoon den marquis
van Renel; men geleidde hem naar de
baftilje, en het zo evengenoemde ge-
rechts-hof kreeg order om zyn pro9esop
te maken.
Het gefchil raakte aanzienlyke fom-
men, waarvan hy voorgaf op laft van
zyne koninglyke hoogheid gedifponeert
te hebben ; men fprakook van regifters,
welke door zekeren Sandrier vervalfcht,
of vernieuwt waren, dien men, zo als
'er gezegt wierd, op een landhuis dicht
by Parys had opgelloten, om hem in 't
verholen te doen arbeiden , en wiens
ligchaam men enigen tyd daarna aan
ftukken gekapt in het geheime gemak
van het zelve huis had gevonden.
De her- Niets ontfnapte de oplettentheid van
ofidns den hertog van Orleans, en den cardi-
cn zyn haal du Bois. De uniyerfitfcit van Avig-
kttcn* non S^ruikte 20 vee^ oogluiking, als
0everai men die van Bourges te lafte legt : men
°p- voorzag daarin , ordonnerende, dat de
eertrappen , die men op deze univerfi-
teit aannam, van gener waarde zouden
zyn, ten zy de gepromoveerden door
bene gerechtlyke getuigenis van den
aartsbiJfchop van Avignon bewezen ,
Philippus van Orleans. 3 y 51
datzy den ftudie-tyd , en andere forma-
liteiten , door de placaten en declaratien
voorgefchreven , vervult hadden.
Parys en de provintien waren met
boeken van allerly foort overftroomt ,
waarin de godsdienft, de ftaat, en de
goede zeden evenzeer aangetaft wier-
den. Men vernieuwde de reeds ge-
dane verboden aan alle drukkers, boek-
verkopers, of andere, van enig boek,
zelf dat van gebruik was, of andere,
van wat natuur zy ook zouden mogen
zyn, te drukken of te laten drukken,
zonder privilegie of permilTie van den
zegel-bewaarder , noch enige blaauwe
boekjes of lofTe papieren, zonder ver-
lof van de burger-rechters der plaat-
fen , en zonder goedkeuring van be-
quame perfonen , hiertoe geftelt ; en
de zegelbewaarder wierd in 't byzon-
der gelaft , om op de uitvoering van
dit arreft een wakent oog te houden.
Dewyl het buitenfporig getal van fa-
bryken van geftreepte ftoffen, met ruit-
jes, en andere werken van deze natuur,
in de generaliteit van Rouen opgerecht,
een deel van die luiden bezig hielt, die
tot het bebouwen der landeryen nodig
waren, was het 't voorgaande jaar ge-
beurt, dat, by gebrek van arbeiders, de
oegft niet op den behoorlyken tyd had
3)6 Het Leven van
kunnen gefchieden, en dat verfcheide
korenairen in 't zaad waren gefchoten,
en op den halm bedurven : om deze
wanorder te beletten , belaftte men in-
formatie te nemen 5 hoe veel diergely-
ke manufacturen 'er waren , om in ftaat
te zyn , van ze met grondige kennis
op een zeker getal te bepalen , dat
noodzaaklyk zou geoordeelt worden ,
om arbeid aan die genen te verichaffen,
die zich niet op den landbouw kunnen
leggen 5 zonder 'er die genen van af te
houden 5 die 'er zicli op moeten leggen ;
dat by proviüe alle de manufaóhiren 5 uit-
gezondert die van Rouen en haar voor-
fteden 3 teenemaal haar arbeid gedurende
de maanden van juli,enaugufti, tot den
vyftienden feptember, zouden ftaken ,
om de vryheid aan alle particulieren te
geven 5 van het graan te kunnen inza-
melen 't Is onbegryplyk, dat het parle-
ment van Normandyen zo noodzaakly-
ke oplettentheid niet gehad heeft.
Verfcheide geeftelyken , om het te-
kenen van 't formulier te ontgaan , za-
gen'er van af van deeertrappen der Sor-
bonne aan te nemen , en vergenoegden
zich met die van de kanonieke rechten,
om dat men daar geen ondertekening
vorderde : hierom wierd 'er een regle-
ment gemaakt, dat ieder geeftlyk per-
foon,
Philippus van Orleans. 3^7
(bon j die zich in de rechten wilde laten
promoveren , het formulier zou onder-
teken , gelyk hy in de theologifche fcho-
len , of om d^n trap van meefter der
vrye kunften te erlangen , zou gedaan
hebben.
Dit geftadig blokken , en deze geduri-
ge infpanning van gedachten , fleren de
gezondheid van den cardinad de Bois
zeer, hy kreeg menigvuldige aantaftin-
gen van koors , en was dikwils genoot-
zaakt uit de raadsvergaderingen te bly-
ven : evenwel preüdeerde hy in de al-
gemene vergadering der geeitlykheid ,
die haar eerfte zitting den 22 mei open-
de. Hy had alle bedenklyke voorzorg
gebruikt , dat zy in ruft mogt aflopen :
alle de biffchoppen , die teParys waren,
en die niet uit hunne provintie gedepu-
teert waren, kregen order, om zich naar
hunne bisdommen te begeven ; volgens
zyne oogmerken verkozen de byzon-
dere vergaderingen de gematigtften tot
de algemene byeenkomlt. In 't eerft
had men de aartsbilTchoppen van Aix,
en van Narbonne 3 en de biffchoppen van
Chalons aan de Saone, en van Chartres,
tot prefidenten verkoren; maar deaarts-
biffchop van Aix het voorftel gedaan
hebbende, van dencardinaal te bidden,
om het prefidentfchap waar te nemen ,
Z 2 wierd
35"8 Het Leyen van
wierd dit van de hele vergadering met
toejuigching ontf angen. De aartsbilTchop-
pen van Narbonne en van Vienne , en
de biflchoppen van Evreux en van Nan-
tes 5 wierden naar Verfailles afgevaar-
digt , om deze nodiging te doen , die
fceer wel ontfangen wierd , en zyn emi-
nentie fcheen zeer verheugt over de eer,
die men hem aandeed. Op den beltem-
den dag tot de gehoorge ving des koning?,
voegde zich de cardinaal by de verga-
dering , en plaatfte zich tuffchen de
aartsbiflchoppen van Aix en Narbonne :
by den koning ter gehoor geweeft zyn-
de , ging men dezelve plicht by den her-
tog van Orleans ook afleggenen de aarts-
biffchop van Aix voerde het woord by
£yn koninglyke hoogheid , gelyk hy by
zyne majefteit ook gedaan had : zyn
compliment was kort, maar hy had het
wezentlykfte in het karakter en het be-
wind van dezen prins weten te bevatten
5, Myn heer 5 zei deze prelaat , wy
„ komen met een drift uwe koningly-
5, ke hoogheid de verzekeringen van
55 onze diepe eerbied brengen , en wy
,5 quyten ons met vermaak cn corps van
>3 een plicht , die uwe doorluchtige ge-
55 boorte, en de rang 5 dien gy bekleed,
„ vereifchen , wy zyn 'er niet minder
,5 toe gehouden > myn heer , door on-
5, zen
Philippus yan Orleans. 3Jp
5, zen y ver voor 't welzyn van 't ry k ,
yy geen U een ruft verfchuldigt is5 daar
men gedurende een lange minderja-
,5 righeid weinig van weet 5 en die gy
55 het, door de diepe wysheid uwer raad-
55 gevingen 5 hebt weten te doen genie-
ja ten 5 met een gelukkigen uitüag , die
35 tothiertoe zonder voorbeeld is. Wat
35 is het u daarenboven niet verfchul-
33 digt voor alle de roemryke zorgen ,
53 die gy aanwend , om een koning daar-
53 voor op te queken5 die den troon zy-
55 ner voorzaten waardig is ! door uwe
35 koninglyke hoogheid onderrecht in
53 de grote kunft van te regeren, zullen
53 wy hem, geducht voor zyne vyanden,
55 en beminlyk voor zyne onderdanen ,
53 den roem en het geluk van Vrankryk
53 zien uitmaken.
33 Vooral 5 mynheer, zult gy hem de
53 liefde voor den vrede inboezemen 5
53 en hem leren 't geen gy zo volmaakt
33 weet, dien in zyne Haten te hand-
33 haven 5 met te gelyk het koninglyk
55 gezag en dat van de kerk te doen ont-
35 zien.
55 Wy zullen den Allerhoogftenzon-
35 der ophouden bidden 5 dat hy, deda-
33 gen uwer koninglyke hoogheid tot
33 de verafgelegenfte tyden uitrekkende s
. ^ met genade en zegeningen een prins
Z 4 33 over-
360 Het Leven van
„ overftorte, die door zyne goedheid
het voorwerp onzer liefde , en door
„ zyne grote hoedanigheden dat van
„ onze verwondering is
De geeftlykheid was in geen acht ja-
ren vergadert geweeft : de opichuddin-
gen en onenigheden op 't ftuk van de
conftitutie hadden zyne koninglyke
hoogheid doen belluiten , om haar ftant-
vaftig het verlof daartoe te weigeren ,
daar zy hem dikwils om verzocht had ;
deze prins wilde liever de hulp , die hy
'er van genieten kon , ontbéren , dan
aanleiding tot enig groot geweld te geven,
dat tegen zyne vreedzame oogmerken
ftreed. Het vergelyk , dat de gemoe-
deren bedaart had , deed hem van ge-
voelen veranderen, enhy zag de meer-
derjarigheid des konings als een gunfti-
ge gelegenheid aan, om de geeftlykheid
te overreden , om de vry willige gift tot -
acht millioenen te vermeerderen : hy
verkreeg zyn wenfch, met zo veel te
meerder gemak , om dat de fchulden van
dit ligchaam door de behandelingen van
de bank merklyk vermindert waren.
P««rdi. De Hechte ltaat van gezondheid, cn
Bols pre. de menigvuldige ftaats-zaken , lieten den
fidont cardinaal-minilter niet meer dan eens de
Verfde- ecl' genieten , van dit eerfte ligchaam
ring der van ltaat als prelidcnt by te wonen. De .
heil aan"
Philippus van Orleans. 361
aanfpraak , door hem by deze gelegen-
heid gehouden 5 wierd 2eer geprezen 3
en verdiende het ook:,, Ik heb, zeide
3, hy 3 met ongeduld naar den dag ver-
33 langt , om deze doorluchtige verga-
3, dering de levendige erkentenis te kun-
33 nen betuigen , die ik gevoel over de
33 gunft 3 die gy my bewezen hebt : gy
33 hebt my wel willen in 't genoodfchap
33 der geeftlykheid van Vrankryk aan-
33 nemen ; en ik weet 5 aan hoe veel
3, verdienften en roem gy my deelach-
33 tig maakt, maar ik durf zeggen, dat
3, het geen zo roemryk voor my is, het
33 ook meteen voor u is. Gy had voor
33 een minifter kunnen vrezen , die ,
3, fchoon met de priefterlyke wraardig-
,3 heid vereert 5 in zommige gelegen-
,3 heden genegen kon zyn geweeft 3 om
3, dLe aan de kroon op te offeren; deze
3, genegenheid , om de belangen van de
3, eene dringender dan die van de ande-
5, re te geloven , is maar al te groot :
3, maar uwe y ver voor denftaat heeft geen
3, vrees by u laten de overhand nemen ,
„ die wettig kon fchynen 5 en met my
3, in het binnenlte van uwe raadplegin-
„ gen toe te laten, bewyft gy op de
„ plechtigfte manier de oprechtheid
3, uwer meningen voor des konings
,3 dienft. Ik gevoel van myn kant 3 waar-
Z y ,3 toe
3#2 Het Leven van
„ toe my deze vertrouwenheid verplicht:
„ een minifter, diende geeftlykheid de
y> eer aandoet van hem niet te vrezen ,
35 moet zich die waardig maken , met
33 zyne zorgen ten behoeve van de geeft-
35 lykheid te verdubbelen ; alles wat het
53 gezag van een minifter vermag y ben ik
35 aan uwe belangen verfchuldigt. Ver
33 daar van daan 5 derhal ven y dat de plich-
35 ten 5 die op my lagen 5 en de gene,
35 die gy my op nieuw oplegt 5 ooit el-
35 kander komen te beftryden ? zal de
35 poft, die ik in het ryk bekleed, my
33 middelen verfchaften om die te vol-
53 doen 5 die gy my in de kerk geeft.
55 Ik ben verzekert, myn heren ? en ik
35 zou u honen, zo ik 'er het minft aan
5, twyffelde 5 dat gy my gedurende de-
55 ze vergadering aan den koning niet
,5 zult doen overbrengen 3 dan oude ,
55 of liever eeuwige bewyzen 5 van de
35 aankleving van de kerken van 't ryk
55 voor haar befchermer 5 dan nieuwe
5, en zekere panden van de overgeving
55 der geeftlykheid aan de kroon y en
55 van haar eerbiedige tederheid voor
55 den perfoon van zyne majefteit, on-
55 derwyl ik u niet zal overbrengen dan
3, de duurbare verzekeringen van de
33 drift des konings voor den godsdienft,
53 dan de grondregels 3 die feem inge-
33 bes-
Philippus van Orleans. 363
„ boezemt zyn , en waarvan hy over*
„ tuigt is , van de eerbied, die men het
„ heiligdom verfchuldigt is;niet dan zyne
„ gevoelens ten behoeve van het door-
55 luchtigfte gedeelte van de algemene
55 kerk , dan getuigeniflen van den voor-
35 rang, die hy haar, boven alle andere
onderdanen , in zyne genegenheid
„ geeft. Ik zal niets van de eene of
„ de andere zyde te ontveinzen, noch
„ te verzachten , noch op te veizelen
„ hebben ; ik heb my maar toe te leg-
„ gen om net en klaar te wezen, en
3, om zo getrouwelyk de gevoelens
33 van den koning 5 en zyne geeftlykheid ,
33 over te brengen , dat 'er geen twyf-
33 fel meer overblyft omtrent het geen
33 de vorft van den y ver en de getrouw-
33 heid zyner onderdanen moet ver-
33 wachten , en omtrent het geen de
33 geeftlykheid kan hopen van dengods-
33 dienlt5de voorzichtigheid, en de ge-
,3 negenheid des konings
Niets dan de verwoedfte nyd kan het Quaa*.
vremd oordelen , dat een perfoon , die hdd der
voornaamlyk zyn verheffing aan zyn ver- nyd te-
ftand te danken had, op deze wyze dacht, *™ j£
en zich uitdrukte. Men heeft verfchei- finaal,
de brieven van hem , die , zonder zo
befchaaft te zyn als deze redevoering ,
in den zeiven ftyl , en van den zeiven
fmaak
3^4 Het Leven van
fmaak zyn : ook fchroomde , toen hy
zitting in de franfche academie nam , de
heer Fontenelle , die benoemt was om
hem te ontfangen , niet , om tegen hem
te zeggen 5 in tegenwoordigheid van
byna het héle hof: Zie daar , myn heer ,
de gedachten van de academie 5 op een van
de heerlykfte dagen die zy gehad heeft 5 ze-
dert meer dan dertig jaren 5 dat zy my
de eer aangedaan heeft ^van my onder haar
genootjchap aan te nemen. Het geval had
haar reedlyk wel gedient , dat ik nooit
gelqft wicrd, om in haar naam iemand van
die genen toe te /preken , die zy na my
ontfangen heeft \ het befpaarde my tot eene
zonderlinge gelegenheid 3 waarin de ge-
voelens van myn hart alleen genoeg wa-
ren voor zulk een edele en gevaar lyke poft.
Gy erinnert u wel , dat myne wenfchen
ti tot medelid verlangden te hebben , lang
voordat gy met zo vele titels vereert
waart : niemand wijl beter dan ik , dat
gy ''er met zulke verzelt zond komen , die
wy altyd boven alle anderen Jlellen.
De vergadering der geeftlykheid hield
zich heel geruft : niet dat de meeften van
de genen , die dezelve uitmaakten , geen
grote aanllagen tegen hunne tegenpar-
tyders gefmeed hadden , maar zy kon-
der 'er gene in 't werk ftellen , naauw-
lyks fprak men 'er zelf over die ftof De
over-
Philippus van Orleans. 36 j
overwegingen waren binnen de tydely-
ke zaken der geeftlykheid bepaalt ; ver-
geefs hoopten zy , door hunne vaardig-
heid , om de inzichten van 't hof in te
volgen 5 ten minften een deel van 't geen
zy verlangden te verwerven , zy ontfon-
gen 'er niet dan complimenten van , en
algemene verzekeringen vanbefcherming
en gunft ; men deed hen zelf merken,
dat men genoeg gedaan had , en dat zy
behoorden te vreden te zyn met de wy-
ze, waarop men het gezag van deeerfte
orde in de zaken van de kerk gehand-
haaft had ; vergeefs rekenden zy , dat de
dood van den cardinaal du Bois , die hun
om zyne menigvuldige zwakheden naby
fcheen, hun enige vryheid zou verfchaf-
fen , de hertog van Orleans had dezel-
ve ftantvaftigheid , en dezelve waakzaam-
heid, om hen in teugel te houden : zo
dat deze vergadering , waarop de jezui-
ten, en andere vyanden der appellanten ,
zo veel ftaat gemaakt hadden , vruchte-
loos afliep.
Echter liet ly haar gevoelens en in-
zichten door enige wonderlyke ftaaltjes
blyken. Zy ontnam vader Alexander,
een beroemt dominicaan , een penfioen
van achthondert livres , om het aan ze-
keren jezuit. Longue val genoemt , ma-
ker van een redelyk-flechte hiftorie van
de
3(56 Het Leven van
de Gallicaanfche kerk , te geven : hy was
dezeroemryke weldaad aan de liftige han-
delingen van vader Lallemand verichul-
digt , die ze zonder twyffel met hem deelt,
wonder- Het twede ftaaltje , dat noch zonder-
•eta^dc' ^nSer *s 5 was een we<^de van hondert
vergade- ryksdaalders 5 door deze eerwaardige ver-
r,n|der gadering aan een fchoelapper van de pa-
fykhcid. rochie van St. Sulpice vergunt, dien men
zeide een van de yverigfte voorftanders
van de bulle te zyn , en dien men ver-
fcheide bekéringen toefchreef. De ap-
pellanten namen 'er wraak over, dooreen
prent, waarin deze fchoelapper , Nute-
let genaamt , verbeeld wierd , als de ftuk-
ken van de verfcheurde conftitutie za-
menlappende ; de cardinaal de Bifly en de
priefter van S. Sulpice boden hem ieder
een beurs met geld aan, om hem aan te
zetten, om zynverftand tot dit gewich-
tig werk in te fpannen.
Deze vergadering had haar gevoelens
op een veel waardiger wyze voor haar
geuit , met tegen de commiflariflen te
zeggen , die van 's konings wegen ge-
deputeert waren , om het verzoek van
de vrywillige gift te doen , „ De verga-
„ (lering*, myn heren^gaat zich in Jlaat ftel-
„ ten 3 om uw verzoek te voldoen ; tot dien
„ einde zal zy de gordyn voor haar eige
„ elende trekken , om niets anders te beu-
55 gen,
Philippus van Orleaks. 367
33 gen, dan bet enkele goed, dat ons het
„ meeft ter harten gaat, en dat wy zoe-
„ ken te behouden , een goed , dat wy
„ doen beft aan in de goede gun ft 5 & goed-
„ bedenken de bejcherming van zyne ma-
„ jefteit: maar, myn heren, terwyl wjf
„ de gordyn voor onze droevige geftelie-
„ nis trekken, fchuiftgy die, als "tu be-
„ Heft , voor den koning op , op dat zy-
5, ne majefteit en deszelfs raad den wa-
,5 ren ftaat der geejllykheid mogen zien ,
„ en hoe veel een genoodjcbap , dat zich
„ altyd met terzydeftelling van zyn eigen
„ belang zo reklyk toont , verdient onU
,, zien, befchermt, en verloft te worden
„ van die droevige inkruipingen , die het
„ doen zuchten , en die maar al te dik-
„ wils door een gewaande verdediging van
„ zyn rechtsgebied in de wereld komen
De aartsbilichop van Aix, die op de-
ze wyze het woord voerde , is tegen-
woordig aartsbiflchop van Parys, en heeft
beproeft , dat het niet gemaklyk viel de
geeftlykheid van die droevige inkruipin-
gen te verloflen, volgens zyn gevoelen
in de wereld gebragt , om dat men ja-
loers op zyn rechtsgebied was ; ieder
ftap, dien hy wilde doen , om, hetgeen
zyn voorzaat gedaan had , omver te wer-
pen , vond hy het parlement in zyn weg,
dat altyd gereed ftond , om de klagten
368 Het Leven van
der geeftlyken tegen hunne prelaten aan
te horen.
va°n°dcn Eindelyk nam het ongemak van den
eardinaal cardinaal du Bois zodanig toe , dat men
duBois. een van de onzachtfte en droevigfte hand-
grepen van de chirurgy moeit te werk
hellen : hoe onvertzaagt deze prelaat
ook was , wierd hy evenwel door den
toeftel afgefchrikt , en de hertog van
Orleans moeft hem overreden 3 om die
te ondergaan : men ondernam die kuur
den negenden augufti te Verfailles , zo
het fcheen met fucces 3 maar hy ftierf den
volgenden morgen , omtrent 66 jaren
oud zynde. Men heeft willen zeggen ,
dat het een ingewortelde quaal was, de
vruchten van zyn ongebondenheid , en
buitenfporige debauches : eene zaak is
zeker , naamlyk ? dat de operatie , die
men omtrent hem in 'twerk ftelde, de-
ze redeneringen ten minften waarfchyn-
lyk maakte.
Een of twee dagen voor zyn dood
biegtte hy aan een Recoüeél: hy ontfong
het facrament niet , ter oorzaak van het
ceremonieel , dat 'er by hoort 3 om het
aan een cardinaal te geven ; zyn biegt
was zeer kort , ten minften gefchiedde
zy in heel korten tyd, en weiniger dan
een half quartier. Zo men de achterklap
mag geloven , biegtte hy maar voor de
flen-
Philippus van Orleans. 369
flender , en om de zielroerende verma-
ningen van zyn meefter te gehoorza-
men 5 die hem in kragtige woorden ver-
toonde , dat het hun alle beide tot eer
zou ftrekken , dat hy ten minften de
minen maakte als of hy biegtte. Hy
itierf , gelyk hy altyd geleeft had ,
met de hevigfte genegenheid voor
het huis van Orleans. Wat reden hy
ook had 3 om noch graag wat te willen
leven , betuigde hy 5 dat hy vernoegt
gefturven zou zyn5 indien hy (dit wa-
ren zyne eige woorden) de vyanden van
zyne koninglyke hoogheid verder had
kunnen verpletteren.
Hy ftierf met eertitels beladen , daar
hem zyne geboorte geen recht had toe-
gegeven om naar te ltaan. Hy was car-
dinaal , aartsbilTchop van Camerik , prins
van het ryk , abt van S. Jufte , van No-
gens - fous - Couci , van Bourgueil , van
Cercamp , van S. Winox-bergen 5 van
S. Bertin, eerfte minifter, fecretaris van
ftaat voor de buitenlandfche zaken, groot-
meefter en algemeen opziender over de
couriers , poften , en relaizen van Vrank-
ryk , een van de 40 leden der franfchs
academie 5 titulair lid van de koninglyke
academie der wetenfchappen , en van
die der opfchriften en fraaie weten-
//. Deel Aa fchap-
37o Het Leven van
fchappen , prefident van de algemene
vergadering der geeftlykheid.
Zyne verheffing begon met het re-
gentfchap. Hy wierd eerft raadsheer
van ftaat; in ^t jaar 1717 tekende hy in
den Haag 5 in qualiteit van ambaffadeur
en plenipotenriaris ? het traktaat van de
triple alliantie ; hy wierd kamer- en ka-
binet-fecretaris gemaakt; in't jaar 1718
tekende hy te Londen het beroemde
traétaat tot bevrediging van Europa ; op
zyne te rugkomft kreeg hy het bewind
over de buitenlandfche zaken ; 1720
wierd hy aartsbilTchop van Camerik, en
paus Innocentius de dertiende plaatfte
hem het volgende jaar onder 't getal der
cardinalen , op 't verzoek van alle de
vorften ; en5 om my van de woorden van
den heer Fontenelle te bedienen , hy
fclieen een prelaat van alle de katholyke
itaten , en een minifter van alle de ho-
ven te zyn.
Hy wilde den hertog vanOrleans tot
zyn enigen erfgenaam aanftellen , maar
deze prins wilde dit niet toeltaan, alleen
nam hy een goud fervies aan 5 dat deze
cardinaal had laten maken , om op pleg-
tige fefteinen te gebruiken. Men vond
elfmaal hondert duizent livres onder zy-
ne nalatenfchap 3 behalven noch vyfmaal
hondert duizent, die hem myn heer de
Bre-
Philippus van Orleans. 3*1
Bretueil fchuldig was , en een brevet van
hondertduizent ryksdaalders op hetampt
van opperintendant der pofteryen. Dit
was weinig, in vergelyking van hetgeen
hy had kunnen byeen zamelen , indien
hy fchraapaehtig was geweeft, want men
kan zeggen, dat hy altyd de ruime han-
deling van 't geld had gehad , en dat de
inkomften van zyne ampten en benefi-
ciën zo veel moeiten opbrengen.
Men rechtte eene prachtige lykftaatiï
voor hem aan , zelf floeg men een ge-
denkmunt ter zyner eer, waarop aan de
eene zyde zyn borftbeeld ftond, en aan
de andere een boom , door een ftorm-
wind omgellagen , met deze woorden
daarom, Vifa eft dam fictit minor : waar-
door men wilde uitdrukken , dat men
zyne verdienften niet recht gekenthad,
voordat men hem verloren had. Zyne
lage geboorte, endeluifter, waarin hy
gelturven is , zullen altyd , fpyt de nyd ,
een klaar bewys van een overvliegend
verftand verftrekken : de goede uitllagen
in de verfcheide onderhandelingen , daar
hy mee gelaft was, zyn de trappen van
zyne verheffing geweeft ; hoe meer hy
beproeft wierd , hoe waardiger hy tot
de eerfte ampten wierd bevonden , en
mooglyk dat nooit iemand uit den hoop
onderfcheiden is geweeft door een zo
372 Het Leven van
verftandig kenner, als de prins was, die
hem ftantvaftig met zyn vertrouwen en
gunft bleef vereeren. En ik geloof niet ,
dat men 'er iets omtrent zyn lof in 't ftuk
van verftand en bequaamheid by kan voe-
gen, indien het waar is , gelyk het my
voorkomt , dat de hertog van Orleans
zich in zyn plaats ftelde, omdat hy nie-
mand vond, op wiens kenniJTen hy zich
gelykelyk verlaten kon.
De biffchop van Laon had ook deel
in de nalatenfchap van den cardinaal du
Bois, dewylhy tot het aartsbisdom van
Camerik verheven wierd : de titel van
vorft van 't ryk , en veertig of vyftig
duizent livres meer aan inkomften , wa-
ren voordelen , die hy oordeelde niet
van de hand te moeten wyzen , en daar
hy den titel van hertog en pair , dien
hy , met zyn bisdom te laten varen , ver-
loor , wel voor wilde miflen. De abt
de laFare, zoon van dien epikurift, die
captein van des hertogs van Orleans lyf-
wacht was , wierd ook door deze veran-
dering bevoordeelt. Hy had in onder-
handeling geftaan over twee abdyen die
hy had, met den heer de Ratabon , eer-
tyds biiïchop van Yperen, voor het bis-
dom van Viviers, waarmee deze prelaat
voorzien was geweeft , na het bisdom
van Yperen afgeftaan te hebben. Deze
Philippus van Orleans. 373
abt was reeds van Parys vertrokken,
wanneer een courier hem de aangename
tyding bragt, dat zyne koninglyke hoog-
heid hem het bifdom van Laon had op-
gedragen. Men fchreeuwde zeer tegen
deze benoeming , en men had gelyk ,
20 men op geleertheid en wetenfchcp
zag, want daar was hy niet van voor-
zien, maar men had ongelyk, zo men
naar 't verftand, behendigheid, en een
liftigen geeft zag : en zo de y ver tegen
de appellanten een titel was om beloning
te verdienen , had 'er niemand meer recht
toe dan hy; zedert dat hy die poft be-
kleed, heeft hy zich veel haatlyke za-
ken op den hals gehaalt; ik zou zelf kun-
nen zeggen , dat zyn yver dikwiis in
onbezonnenheid veranderde. Doch dit
moet men hem niet wyten, maar de je-
zuiten, die hem befturen, en aan wien
hy de regering van zyn bisdom overlaat.
Het ledige, door den dood van den Derc
cardinaal du Bois opengelaten , wierd b««
niet gemerkt 5 dan door den hertog van hem' m
Orleans, die zyn plaats vulde, en door qnaiitcfc
zyne verdubbeling van arbeid en blok- Jên mi-
ken leed de ftaat niets ; 't was dezelve nifter,op.
geeft en dezelve gronden van regering;
men wierd dezelve oplettentheid gewaar,
om den vrede van binnen en van buiten
te onderhouden , om voor te komen al-
Aa 3 les
374 Het Leven van
les wat bequaam was dien te ftoren , orn
de finantien teherftellen, en den koop-
handel weer te doen bloeien.
De vergadering der geefdyken ein-
digde hare zittingen niet voor den 27
augufti; in haar affcheids-gehoor lever-
den zy aan den koning een lange memo-
rie, tegen de appellanten , en tegen de
parlementen in. Ten opzicht van de
eerften verzochten zy, dat het hun vry
mogt liaan derzelver proQes te laten op-
maken, en hen van hunne beneficiën te
beroven , ingevalle zy weigerig waren ,
om hunne gevoelens te herroepen ; voor-
al hadden zy het op den biffchop van
Boulogne gemunt: ten opzichte van de
parlementen beklaagden zy zich, dat de-
ze genoodfchappen hun de handen bon-
den , en dat door de appellen , als we-
gens erreur in de vonniflen, die zy aan-
namen, en altyd begunftigden , hunne
ongezeglykfte geeftelyken hunne vonnif-
fen , en de rechtvaardige ftraf, die zy
verdient hadden, ontfnapten. A^en gaf
hun tot antwoord, dat men zich hier-
omtrent aan de laatfte declaratie des ko-
nings moeft houden, welke verbood ie-
mand om de voorgaande appellen te ont-
ruften , en dat de gerechtspleging niet
geftremt moeft worden; dat zy zo wel
hunne maatregelen moeften nemen , en
Philippus van Orleans. 37?
zich zodanig aan de ingevoerde fchik-
kingen houden , dat de parlementen niets
op hunne behandelingen te zeggen von-
den ren om zich van deze laftige verzoe-
ken te ontdaan , liet men de prelaten bid-
den, dat zy zich naar hunne bifdommen
mogten begeven , daar hunne tegen-
woordigheid noodzakelyker moeft zyn,
dan te Parys. Deze weigeringen fpro-
ten niet uit genegenheid, die men voor
de tegenftrydige party had; men lette
zeer op alle derzelver paffen, en men
kantte zich tegen alles, wat onregelma-
tig fcheen, aan.
Het parlement, niet tegenftaande het
arrefc van den raad , 't welk verklaart
had, dat de herderlyke vermaning van
dencardinaal de Biffy niet berifplyk was,
ten opzicht van de grondregels en de
ftaatsregering van 't ryk, wilde zich ook
met deze afgedane zaak bemoeien: dat
was het koninglyk gezag aantaften , en
het zelve aan een revifie onderwerpen :
maar het kreeg uitdruklyk bevel , van
deze zaak onaangeroert te laten, en zyn
raadplegingen daar over te ftaken. Vy£
tien karthuizers, die geweigert hadden
zich aan het belluit van hun generaal-
kapittel te onderwerpen, 't welk de aan-
neming van de conftitutie, en de onder-
tekening van het formulier ordonneer-
Aa $ de,
376 Het Leven van
de , zochten door een requeft de be-
fcherming van het parlement te win-
nen 5 h welk in de gefteltenis 5 waarin
het was , niet nagelaten zou hebben
zich voor hen in de bogt te ftellen;
maar men fttiitte dit , met de kennis-
neming van dit gefchil, voor den raad
te trekken.
Hyre- Het genoodfchap van 7t oratorie hielt
geert zyne algemene vergadering den i j fep-
de'ldve tcm^er: dit ligchaam, dat zich beroemt
gronden, heeft gemaakt door de grote mannen ,
fn .^e* die het in allerly foort van geleertheid
bruikt i r - i r ï
dezelve heeft lutgelevert 5 verdiende een zon-
temtêid ^erlinge oplettentheid.
De hertog van Orleans gehoort heb-
bende , dat verfcheide huizen reappel-
lanten tot hunne gedeputeerden ver-
koren hadden 5 weerde die : hy belante
den politieken lledehouder, deze verga-
dering als commiffaris-politiek van 7s ko-
nings wegen by te wonen : zyne or-
ders hielden in 5 dat men het formu-
lier zou tekenen 5 en de opentlyke
reappellanten van de bedieningen uit*
lluiten.
Deze vergadering beftond maar uit
29 gedeputeerden , want daar waren 'er
23 van uitgelloten 3 of zy waren 7er vry-
willig uitgebleven. Vader de la Tour,
hun generaal 5 hield een lange rede-
voe-
Philippus van Orleans. 377
voering over het tekenen van 't for-
mulier; volgens zyn humeur van om-
wegen te gebruiken , fprak hy op een
wyze, die de zwarigheden voldeed, en
die genen fcheen te vergenoegen, die
van tegenftrydige gevoelens waren : het
formulier wierd ondertekent , en de
reappellanten van de bedieningen uitge-
floten. Men ftond zeer verwondert
over de reklykheid van deze heren, die
men wift dat zeer de leer van vader Quê-
nel, een uit hun genoodfchap, aankleef-
den, 't zy uit overtuiging, of uit na-
yver tegen de jezuiten, want zy heb-
ben dezelve funftien , zy waren de voor-
naamfte verdedigers van die leer, en zyn
het noch.
De achting, die men billyk voor hun
heeft , de gemaklykheid , die hunne
zachte regels van inftelling hun gaven ,
om zich onder de genoodfchappen te
verfpreiden, en tot beneficiën te gera-
ken , zyn de bron van hun aanwas.
Maar zonder myn mening over de waar-
heid of valfchheid hunner gevoelens te
uiten, moet ik zeggen , dat de voorzich-
tigheid niet toeliet , dat zy in het tegen-
woordig tydgewricht een ander gedrag
hielden: dit genoodfchap is geen munni-
ken-orde , het heeft 'er de klem niet
van ; 't is maar een vergadering van
Aa y geeft-
378 Het Leten van
geeftlyke perfonen , die aan geen ge-
lofte verbonden zyn, en waarvan zich
iedereen afzondert , wanneer hy het
raadzaam oordeelt , of wanneer een be-
neficie hen in ftaat ftelt, om den onder-
ftand, dien zy daar vinden, te kunnen
miffen ; daarenboven blyven zy altyd
onder het rechtsgebied van den bifTchop
van hun diftriét ftaan , omtrent het geen
hunne bevordering tot de ordens raakt.
Een vergadering van deze natuur is
gemaklyk in den grond te helpen , de
enkele zamenfpanning van de biflchop-
pen , die de conftitutie hadden aangeno**
men , in \ weigeren van hen tot de
priefterlyke orde toe te laten , zou ge-
noeg geweeft zyn , om ze te verllrooien ,
ten minften zou ze hierdoor merklyk
verzwakt zyn geworden.
Vereifchten diergelyke overwegingen
niet, dat men een weinig reklyk wierd?
de gedeputeerden, die 7er van uitgeflo-
ten waren , leverden een lange memo-
rie aan de vergadering in , die zonder
hen wierd gehouden, waarin zy tegen
alles, v/at daarin voor zou vallen, pro-
tefteerden , én beweerden, dat deze ver-
gadering geen recht had om wetten te
Smaken , en hun overlieden te geven. yt
Geen in *l begin van het regentfchap
de feuillanten v/as overgekomen > maak-
Philippus van Orleans. 379
te hunfterkfte argument uit: Lodewyk
de veertiende had kort voor zyn dood
uit het kapittel-generaal dezer munniken
drie of vier gedeputeerden uitgefloten;
op de komft van Lodewyk den vyftien-
den tot de kroon kregen Zy verlof, om
een buitengemene vergadering te mo-
gen houden, om met meerderheid. van
hemmen te befluiten , of het geen dit
kapittel gedaan had als wettig moeft aan-
gezien worden, en de uitfpraak was, neen.
Wy kunnen ons niet verzadigen , zeiden
de vaders van \ oratorie , ter gelegen-
heid van het geen den feuillanten was
overgekomen , van de god/yke voorzie-
nigheid aan te bidden , dat zy ons in dit
geval een wettige getuigenis heeft ver-
Jchaft van de rechte denkbeelden , die men
onzen monarch in zyn teder fte jeugt in-
boezemde van de wettigheid der geejllyke
vergaderingen. V Is zelf door een Joort
van een mirakel , dat deze aclen in onze
handen zyn gevallen , de eerwaardige va-
ders feuillanten hebben ze ons niet mee-
gedeelt : en het jchynt dat God ons in de-
ze gelegenheid tajllyke blyken van zyn be-
feberming heeft willen geven , over u,
met u aanleiding te geven , van u nergens
in te overylen , en over ons , met ons een
billyk voorwerp te geven , van u daar
toe te vermanen.
Het
33o Het Leven van
Het voorbeeld der feuillanten, en het
foort van mirakel, waar door de aange-
haalde acten in hunne handen waren ge-
komen , verhinderden vader de la Tour
niet, te geloven, en zyne medebroeders
te doen geloven , dac men den koning
moeit gehoorzamen, en zich deszelfs
toorn, en die van de meefte biffchop-
pen van *t ryk , niet op den hals halen.
Ik ben te enemaal onbewuft, wat re-
gels de munniken-kapittels hebben, maar
ik kan quaiyk begrypen , dat een vorft
geen recht zou hebben, om enige leden
van dit llag van vergaderingen uit te
fluiten, en dat zy ophouden zouden van
wettig te zyn, om dathy zich vanzyn
recht bediende.
Zjnz Ik heb reeds een ftaaltje van de ftant-
ihmvaf- vaftigheid van den hertog van Orleans
omrent aangehaalt , omtrent zaken daar de gods-
deraken dienft mee gemoeit was , ten opzicht van
gods-den fcyneige dogter, de abdis van Chelles,
«üenfi. zie hier een ander daarvan , dat niet
minder is: zy had twee benedictynen
geborgen , die door een gezegelden
brief van alle ampten uitgefloten waren,
maar de hertog liet haar door den lieer
de ia Vrilliere belaften , om die opftaan-
denvoet te doen vertrekken. Deze
ftrenge behandeling doet my geloven,
dat zekere brief, dien men in dien tyd
op
Philippus van Orleans. 381
op den naam dezer prinQes in 't licht gaf,
haar valfchelyk toegefchreven wierd ,
want hy was zeer fcherp, en zou zyn
koninglyke hoogheid ten uiterften mis-
noegt hebben. Men wilde dac deze brief
aan den aartsbiflchop van Tours 5 com-
miffaris des konings in de algemeene
vergadering der benedictynen , gefchre-
ven was.
Ik heb uwen brief ontfangen , deed Gewaan-
men deze doorluchtige abdis zeggen , ^ bJ£f
die my dubbelt verwondert heeft , gy zyt 2%$ *ai
my zo lang uw antwoord Jchuldig geble- cheües.
ven, dat ik rer geen meer verwachtte \
maar noch meer ben ik het geweeft over
de wyze van uw fchryven. Meent gy my '
om den tuin te leiden? ik heb de menin-
gen van den koning , en van den hertog van
Orleans vernomen , en om dat ik ze ver-
nomen heb , heb ik ver/lelt ge/laan , dat
gy ze zo weinig gevolgt heb. Maar ik kan
niet lyden , dat gy u beroemt van acht
op den brief ge/lagen te hebben , dien ik
ugefchreven heb, gy had het behoren te
doen , nademaal ik u de cige woorden van
den heer hertog van Orleans, en zelf die
van den oudbijfchop van Frcjus Jchreef.
Gy hebt zo tegenflrydig te werk gegaan ,
dat ik "er over verftelt zou ft aan, indien
ik uwe oogmerken en uwe ftaatzucht niet
wijl.
7 Is
382 Het Leven van
V Is uwe fchuld niet, dat onze congre-
gatie niet is te gronde gegaan. Deze of-
ferande zou mogelyk enige perjonen be-
haagt , en u bevordert hebben; gy zoud
7er met blyd/chap rood over zyn ge-
worden : maar God , die de zynen be-
waart ? heeft ze tegen alle kuiperyen ge-
handhaaft ; Hy is het zonder twyffel, die
hen verfterkt heeft , om Jlantvajlig de
aanneming van de corïftitutie te blyven
weigeren. Ik ben van hun gevoelen 3 de-
wyl ik 3 gelyk zy , niets van den hemel te
verlangen heb ; wy ketsen den rug naar
de deur , die ons den weg wyft tot de
kerkelyke waardigheden ; en indien men
uit het getal der bijfchoppen van Vrank-
ryk , aannemers van de bulle , die genen
uitfchrapte , die zulke inzichten als gy
hebben 5 zo wel de genen die beloont zyn 3
als die beloning verwacht hebben 3 zou
het getal daar van zeer klein blyven ; maar
wyzien niets anders , dan het geen men al-
tyd in alle de eeuwen van de kerk gezien
heeft. Fer wacht niet , dat ik onze va-
ders zal aandringen , om de bulle aan te
nemen , ik zou ze niet meer voor myne
broeders erkennen 5 zo zy dat deden. In-
dien ik als een molinijl dacht 5 zou ik u
uitfchcldcn , of ten minflen met quade
dienflen dreigen : maar alles wat ik ver-
lang, om u de zuiverheid van myn gelooj
te
Philippus van Orleans. 383
te bewyzen, fr3 gelegenheid te vinden,
om u dienft en pleizier te doen ; ik zal
ze zelf zoeken , om u te doen zien^ wat
ik aan uw karakter verfchuldigt benden
wat gevoelens de chriftehke leer my voor
u inboezemt.
Een bilTchop , die zo lang draak om
een brief, waarmee eene princes hem
vereert heeft, te beantwoorden , die
openbare verwy ten van heerfchzucht en
quade trouw, de gemene en laffe ma-
nier van fpreken, om het cardinaalfchap
uit te drukken , en daar woordenfpelin-
gen op te maken , eene abdis van Chel-
les , die van de benedictynen fpreekt ,
gelyk de abdis van Fontevraulx van
haar munniken zou doen , zyn zaken
die my heel onwaarfchynlyk voorko-
men : echter zou ik in myne gilling kun-
nen bedrogen zyn , want het is niet on-
mooglyk, dat een geeftelyke dogter, al
is zy een princes , eene onbezonnen-
heid kan begaan.
Daar was zulk een grote menigte van Re§Ie-
bankbriefjes ge weeft , dat 'er , niet tegen-
ftaande alle openingen , omze zichquyt bank-
te maken, noch zeer vele in handen van u[tieJ,cs
7t gemeen bleeven. Zyne koninglyke ^ereidte
hoogheid liet zyne zorgen gaan, om die hclp€n#
te enemaal uit de wereld te helpen. Om
hierin te Hagen , maakte men een alge-
mene
384 Het Leven van
mene hervorming in de munt , en men
ordonneerde , dat men , inplaats van geld ,
in de munt-hoven en de wiflel banken
een achrite part in briefjes en atteftatien
van liquidatien , met zeven achtfte de-
len in goud en zilver zou ontfangen ,
en dat de waardy voor de gehele fom
zou betaalt worden;men rechtte voor vier
millioenen nieuwe lyfrenten op,te betalen
als intereften voor een capitaal van hondert
millioenen. Het edict behelsde,, fchoon
„ de verfcheide aanwendingen , hier-
„ voren aangewezen, meer dan genoeg
„ waren , om de gehele maffa van brief-
„ jes , die 'er onder den man verfpreid
„ zyn , in te flokken , hebben ons de
3, gretigheid 5 waar mee onze onderda-
3, nen aangedreven zyn, om lyfrenten te
3, verkrygen , en de menigvuldige na-
3, vragen 3 die 'er naar gedaan zyn, na
33 dat ze vol waren, doen belluiten, om
3, de begeerte van 't gemeen te voldoen
3, door het oprechten van vier millioe-
3, nen lyfrenten ? te betalen uit de pen-
3, ningen van het burgerhooftgeld , en
,3 andere belaftingen 5 tegen een capi-
33 taal van hondert millioenen 5 te vol-
3, doen in briefjes, die wy aangenomen
3, hadden te betalen ; en deze oprech-
„ ting is ons zo veel te gevoeglyker voor-
„ gekomen 5 om dat zy de houders van
„ de
Philippus van Orleans. 38)
35 de koninglyke effedten aanzienlyker
„ inkomften verfchaffende , terzelver
33 tyd de afdoening van een hoofcfom
3) van hondert millioenen verzekert. Ein-
33 delyk bepaalde men voor de laatfte
33 maal een tyd , om de volkome vernie-
3, tiging der briefjes te weeg te brengen".
Zyne majefteit ordonneerde, dat voor
den eerften van de volgende maand no-
vember, zonder enig verder uitftel, de
houders van de atteftatien der liquida-
tien verplicht zouden zyn 5 die op een
van de aangetoonde wyzen aantewen-
den 3 en dat by gebreke van dien deze
papieren van nul en gener waarde zou-
den gerekent worden , zonder dat men
hoefde te denken, dat dit maar een bloot
dreigement was.
Onder het getal der atteftatien van
de liquidatie ontmoette men 'er verfchei-
de, die zo wel uit de bankbriefjes fpro-
ten 3 als uit de bankrekeningen 3 gefchikt
om de briefjes op toonder dezes te be-
talen, en de wiffelbrieven , die verval-
len waren, toen de bankbriefjes en bank-
rekeningen gangbaar waren , welke at-
teftatien door de fchuldenaars niet op
intereft gezet waren , onder voorwent?
zei , dat zy de namen der eigenaars van
de briefjes op toonder dezes , en van de
wiffelbrieven , niet wiften , die zich ex-
pres niet hadden komen aangeven. Men
II. Deel. Bb raoefc
386 Het Leven van
moeft evenwel in deze ongelegentheden
voorzien , 't w elk men door eene de-
claratie deed , welke ordonneerde, dat
alle notariiTen en bewaarders , 't zy by
wégen van rechten of anders , dat de
fchuldenaars van de briefjes op toonder
dezes , en van de wiffelbrieven , gehou-
den zouden zyn, op de geftelde itraf,
voor den eerit-aanltaanden november
de atteftatien van de liquidatien, die zy
in handen hadden , van war z')m zv ook
zyn mogten , zelf onder de duizent h-
vres , fpruitende uit de bankbriefje? en
atteitatien van bankrekeningen, geichikt
om de wilTelbrieven en de brief.es op toon-
der dezes te betalen, aan renten op de
fchattingen te zetten, ten voordele van
de genen, die in deze atteitatien van li-
quidatie belang hadden. By deze fchik-
kingen voegde men de nodige voorzorg,
dat de notarillen en bewaarders , die de-
ze papieren op renten zouden zetten, daar
behoorlyk van ontlaft wierden, zonder
door de geidterefleerdea daarover ont-
rüft ofgemoeit te kunnen worden.
Dit waren kragtige middelen, en na
noch enige vergunde uititeüen 3 waren
cl-' briefjes tfcenemaal uit de wereld.
Men begon evenwel in dien tyd van
een nieuw ontwerp te fpreken , naam-
lyk om hondert millioenen krediet-brief-
jes onder den man te brengen, en om de
ren-
Philippus van Orleans. 3S7
renten op het ftadhuis van Parys in nieu-
we actiën te betalen: men voegde 'er by,
dat men de contanten merklyk ftond te
verhogen , en dat men een aftelling zou
doen , half in geld , en half in kredietbrief
jes, aan die genen, die hunne rentebrie-
ven niet in nieuwe actiën wilden verté-
renen dat men vervolgens van maand tot
maand een vermindering zou aanwyzen ,
die in 't eerft , ten opzicht van het geld, en
van het papier, geiyk zou zyn, maar na-
derhand minder op het papier, om het in
krediet te houden, 't Is ongelooflyk, dat
men , na de droevige ondervinding die
men van Laws ontwerp gehad , noch
bedacht kon zyn om het weer te ver-
nieuwen ; en ik zou haait durven verze-
keren , dat dit gerucht door de vyanden
van den hertog van Orleans uitgeftrooit
wierd , zo veel te meer, om dat men 7er
eerlt na zyn dood met rechte zekerheid
van begon te fpreken.
De Indifche compagnie begon van dag R^gJe-
tot dag van meer gewicht te worden : .
i i 1 r» omtrent
men had gemeent derzelver beitunog de \n&.
door het placaat te bepalen , waarvan fch-
ik den voornaamiten inhoud aangehaalt gnic.
heb , maar fjt: ervarenheid leerde haaft5
dat deze fehikking, hoe verltandig zy
* uitgevonden fcheen, grote ongemakken
onderworpen was. Zyne koninglyke
hoogheid was niet van die trotfe humeu-
3$3 Het Leven van
ren, die nooit willen weten, datzy een
mifllag begaan hebben, neen, hy be-
kende dat hy zich vergift had , en ver-
beterde alleen de fout , die hy te gelyk
met den cardinaal du Bois begaan had.
„ Men heeft gemerkt, zeide het nieuwe
„ arreft van den dertigften augufti,dat
„ fchoon het reglement van den 24. maart
„ al het voordeel heeft uitgewerkt, dat
„ men 'er van verwacht had , evenwel
„ de meefte actioniften öngeruftheid ge-
3, voelen , dat zy hunne zaken door lui-
3, den belumrt zien , waarvan 'er geen
3, door de compagnie verkorenis, zon-
„ der dat het fchynt , dat zy op eniger-
„ ly wyze , \ zy door zich zelve , 't
„ zy door luiden van harent wegen aan-
„ geftelt, kennis kan krygen van de om-
„ ftandigheden van het bewint , en van
„ den ftaat van haar koophandel. Der-
„ halven hebben wy ons niet kunnen
„ ontflaan, daar een nieuwe form van
„ regering aan te geven , en het volko-
,, men beftuur van den koophandel aan
,, twaalf bewindhebbers toe te vertrou-
wen, die de compagnie de magt zal
„ hebben om te veranderen , wanneer
3, zy over derzelver gedr^j niet wel te
3, vreden is ; waarby wy acht opzien-
3, ders zullen voegen, alle jaar in de ver-*
3, gadenng der compagnie te verkie-
3, zen , om benevens de bewindhebbers
„ het
Philippus van Orleans. 3S9
5, het oog over de minfte omftandighe-
3, den van het beftuur des koophandels
5, te laten gaan, en daar alle iaar aan dc
55 algemene vergadering verflag van te
,3 doen. En gelyk de koning een taftelyk
33 belang heeft, om de goede order in het
33 bewind van eene compagnie teonder-
33 houden, waarvan de koophandel grote
33 rykdommen aandenftaat kan verfchaf-
„ fen,en daar te gelyk de fortuinen van
33 een deel particulieren van afhangen ,
33 zal zyne majefteit tvier amptenaren uit
33 het midden van zyn raad benoemen 5
,5 om, onder de bevelen van den heer
„ controlleur-generaal derfinantien, op
,3 het vervolg van dit bewind te letten,
„ in de verfcheide delen van ieders de-
„ partement , om daarin de goede or-
„ der, en de getrouwheid enoplettent-
,, heid in den arbeid, en de uitvoering
,, der reglementen te onderhouden K.
De fchikkingen van dit nieuw placaat
waren zo verftandig, datzy wel verdien-
den, dat men de naauwkeurigfte maat-
regelen nam, om ze wel te doen gehoor-
zamen.
De compagnie der Indien zal door twaalf
bewintbebbers befluurt worden , alle ac-
t ionijlen van gemelde compagnie; waar-
van ieder zal gehouden zyn yo. aüien te
hebben , die aan de compagnie in bewaring
gegeven zullen worden , zonder dat zy ze ,
3po Het Leven van
zo lang zy dircdeurs zyn , zullen mogen
uit de compagnie nemen.
Het bewind zal in twaalf departemen-
ten verdeelt worden 3 en aan 7 hooft van
ieder een van de gemelde direttcurs geftelt ,
die belaft zal zyn met de aaneenjchakeling
cn de uitvoering der zaken , die zyn de-
partement aangaan , voor welker bewind
hy verantwoordelyk zal zyn ^ah zynde hem
particulier der en nader aanvertroud.
Ieder van de diretteurs zal als twede
perfoon in een ander departement aange-
Jlelt zyn 5 en weer ah derde in een derde
departement , op dat alle de direcleurs el-
kander onderlinge by afwezigheid , op an-
der belet zei, mogen vervangen , cn kennis
krygen van de verfcheide delen van den
koophandel der compagnie
De zaken van aangelegenheid , of die
haar betrekking hebben op andere depar-
tementen , zullen in de vergadering der
directeurs gclmigt worden , die ten nimf-
ten tweemaal "s weeks zal gehouden wor-
den , en meerder 5 indien het de noodzaak-
lykheid verdicht.
Daar zullen door de algemene vergade-
ring van de compagnie der Indien acht op-
ziende?^ verkoren worden uit de fatzocnlyk-
fte burgers 5 goede handelaars 5 cn andere
luiden , zich op de negotie , de zaken van
de bank , cn op de rekeningen verftaan-
de : deze opzienders zullen alle atlionif
ten
Philippus van Orleans. 391
ten zyn 5 en ieder ?o. affien hebben 5 op
dezelve voorwaarden als de direüèuri*
Deze 3 als luiden door de compagnie
aangeftelt 3 zullen het oog houden op de
adminiflratie in de departementen ? waar-
van hun het onderzoek aanvertroüd is :
zy zu/len alle vergaderingen bywonen , en
daar een raadplegende flem in hebben , 'zo
wel in de particuliere van hunne departe-
menten 3 als in de algemene vergadering.
De tabaks - pagt zal door zes regenten
bejluurt worden , die elk jo afficn inde
compagnie zullen moeten leggen enz.
Deze regenten zullen een af zonder ly k
ligchaam uitmaken , dat geen ander 'be-
wind zal hebben*, als over de tabakken de
zaken die daar op betrekljk zyn ; echter
zul/en ze alle veertien dagen vergaderen,
met de twaalf bewindhebbers, en de acht
opzie nders, op het Qoftindifch huis,óm daar
de zaken van hun bewind te beramen en
te bejliffcn, die enige bet rekking op den
handel der compagnie kunnen hebben.
De koning £al vier amptenaren uit het
midden van zyn raad benoemen \ uit het
getal van die genen , die belang in de In-
dijche compagnie , en Vr ten min/1 en ieder
vyftig atlien in hebben : zy zullen zich
rekenfehap doen geven van ieders aanver-
tivuwde departement, van de vordering van
den arbeid der bewindhebbers en commi-
Jcn> zul/en de hand aan de uitvoering der
39- Het Leven van*
reglementen houden , en zorg dragen dat
icckr zich naarflig van zyne bediening
quyte , en van alles aan den controlleur
general der finantien verflag doen.
Daar zal alle veertien dagen een ver-
gadering gehouden worden , uit den con-
trolleur generaal 5 de vier koninglyke in-
Jpecieurs 5 de acht commifen of opzienders^
en de twaalf bewindhebbers beftaande ,
waarin men rekenjchap zal geven van de
fondfen , en den algemenen flaat van de
compagnie. Ieder der directeurs zal daar
verf lag doen van het geen "er in zyn de-
partement gedurende de laat/Ie veertien,
dagen is voorgevallen. Be commis van dat
departement zal over het bewind van het
zelve gehoort worden , en zal in deze ver-
gadering voorflellen en vorderen 5 V geen
hy tot de goede regering en tot voordeel
van den koophandel nodig zal oordelen ;ver-
volgeus zal de koninglyke infpc Sleur van
het departement zyne aanmerkingen ma-
ken over de gedaante en de wezentlyke be-
jluring van dat departement ; en de be-
f luiten over alles zullen met meerderheid
van flemmen genomen worden.
Alle jaar zal "er een algemene verga-
dering van de compagnie gehouden wor-
den , waar in men de rekening zal opma-
ken v.m het verlopen jaar en veif lag doen
van den fraat des koophandels , en van de
andere zaken der compagnie, in welke ver-
ga-
Philippus van Orleans. 393
gadering men zal overgaan tot de ver-
kiezing van acht commifen of opzienders
voor bet volgende jaar 5 en tegelyk tot de
benoeming van nieuwe bewinthebbers 3 in
plaats van die gefturven mogten zyn , of
om zwakheid oj andere oorzaken flilte ge-
zogt hebben , of in plaats van die genen ,
tegen welke de compagnie billyke reden van
klagten of argwaan mogte hebben. De
algemene vergadering zal alle jaar op den
ij. maart gehouden worden. Niemand
zal een raadplegende flem in de voornoem-
de vergadering mogen hebben , zo hy niet
. voor den eerfien februari van het zelve jaar
50 adien op zyn naam in handen van de
compagnie ge/lelt heeft, diehy ""er niet voor
den eerfien april weer uit zal mogen nemen ,
van welke confignatie hem een attejlatie op
zyn naam zal gegeven wordendoorden kaf
fier, op het vertonen van welke attejlatie
hy in de vergadering zal toegelaten worden-,
zonder dat iemand daar toegang toe kan
hebben op de vertoning van een attcfiatie,
die niet op zyn naam zou gepafjeert zyn.
Ik weet dat deze omftandige berichten
vele luiden niet naar den fmaak zyn 5 maar
men leert 'er evenwel de wyduitgeltrekte
kennis van de genen 3 die aan 't roer zit-
ten 3 door kennen : het wel-opgeftelde
ontwerp van een veldflagmoet een gene-
raal zo veel tot eer ftrekken5als de over-
winning zelf. Ik geloof niet dat 'er een
Bb > bettf-
394 Het Leven van
betere fchikking van een compagnie van
koophandel bedagt kan worden,waarin de
na-y ver meer aangefpoort word , en waar-
in men netter maatregelen kan nemen,
om bedrog en loze ftreken voor te ko-
men , en niets ftrekt tot een klaarder be-
wys , dat het verftand van den hertog
van Órleans nergens voor ftuitte , en dat
hy zich zeiven recht bewezen had , met
de bediening van eerften minifter te ei-
fchen , die byna zo ver beneden zyn
kennis was , als beneden zyne geboorte:
en zeker 5 ik kan my niet onthouden van
te zeggen, dat een prins van den bloe-
de altyd boven een eerften minifter is, en
dat deze titel zyne waardigheid niet ver-
meerderen kan , noch de eerbied, die de
natie hem verfcliuldigt is ; en ik ben ver-
zekert , dat de hertog van Orleans niet
gedacht zou hebben om de plaats van den
cardinaal du Bois te vullen , indien hy niet
geoordeelt had, dat het belang zyner rech-
ten en vorderingen vereifchte, dat hy zich
aan \ hooft van de ftaatszaken ftelde.
Behalven dit uftlluitent voorrecht van
den tabakshandcl , aan de compagnie
vergunt, door een contraól,in form van
afitand, ten haren behoeve, van de rech-
ten , die de kroon van dit llag van koop-
manfchap pleeg te beuren , gaf men haar
ook op dezelve wyze dat van de koflR :
doch dewyl deze handeling een van de
voor-
Philippus van Orleans. 39J
voornaamfte van Marfeille was, wierd'er
een reglement gemaakt, dat de handelaars
van dezeftad, die koffi uit de kooplieden
van 't ooften lieten komen, de Keur hadden
om die aan de Indifche compagnie te ver-
kopen voor dezelve prys, die ze in Hol-
land zou waard ge weeft zyn op den dag,
dat hetfchip, daar de gemelde koffi mee
overgeKomen was, in de haven van Mar-
feille gearriveert was , of die vry naar
vremde landen over te voeren , mits dat
evenwel de nodige voorzorgen genomen
wierden , om te verhinderen , dat de
koffi ter Huik in het ryk gebragt wierd. De-
ze afgeftane privilegiën verzekerden aan
de actioniiten een vaft inkomen van 1 yo
livres voor ieder aótie , behalven de voor-
delen5die zy van de andere waren trokken.
De algemene vergadering , om de
nieuwe regeringsform in te voeren , wierd
den 17 feptember gehouden. De hertog
van Orleans , als gouverneur van de com-
pagnie , bekragtigde de vergunde privi-
legiën, en beloofde ''er noch anderen van
's konings wegen, zo dra de rekeningen
yan de compagnie door de rekenkamer
zouden aangenomen en geregiftreert
zyn. Men regleerde de departementen ,
men verkoor de commifen met meerder-
heid van ftemrrftn , men quam overeen
om driemaal in de week des morgens , en
de drie andere dagen des achtermiddags te
ver-
396 Het Leven van
vergaderen ; men rechtte een kantoor op,
daar men zyne actiën kon configneren ,
en weer uithalen, naar zyn welgevallen.
Onder 't getal der actioniften be\on-
den zich de hertogen van la Force en
van Chaulnes , de marfchalk van Etrées ,
de marquizen van Bulli en vanLaffay;
dit recht van deel te nemen in de belan-
gen van een handel- compagnie ftrekte
deze heren tot geen eer : men mag doen
wat men wil , daar zyn eeuwen nodig, om
de denkbeelden van adel en koophandel
in de herlTens der franfchen te vereni-
gen , die zich verkeerdelyk ingebeelt
hebben , dat de handel den adeldom
onteert en verkleint , en dat hy nietbe-
ftaan kan met de onbaatzuchtigheid en
edelmoedigheid, zonder welke de adel-
dom maar een blote titel is. De rekening
die de compagnie moeft afleggen, wierd
op den 20 november beftemt , en beliep
twee duizent en zeven hondert millioc-
nen : en deze compagnie had haar Ichuld
te enemaal met den koning vereffent.
Onr;r- Zyne koninglyke hoogheid floeg by-
vbefd Da ter ze*ver tY^ ^e pachten toe , op
vim éta den voet van > j mülioenen , onder de-
xlnor ze voorwaarc^e5 dat de koning aan de
lm». * hoofcpachters de twee ftuivers per gul-
den zou geven , van hetgeen zy boven
deze lom opbragten , en de pachters
weerom aan den koning twee ftuivers
per
Philippus tan Orleans- 397
per gulden van het geen zy minder op-
bragten. Men verpachtte ook het geen
de fchatting tot het betalen van 't recht
van confirmatie , ter oorzaak van zyn
majefteits komft tot de kroon, moeft op-
brengen : de ondernemers of pach-
ters zouden de drie ftuivers per gulden
hebben , van 't geen zy boven de i J mil-
lioenen in 's konings koffers deden komen.
De nominatie tot de beneficiën ver-
eifchte ook grote oplettentheid. Niets
was 'er van meer gewicht voor de ruft
van de kerk , en om allengs de party,
waartegen zich het hof verklaart had,
te vernietigen , dan de verkiezing der
biiTchoppen. 't Scheen dat de hertog
van Orleans daar zyn hooftwerk van ge-
maakt had: alle de genen, die daar deel
aan hadden, waren conftitutionariffen,
of hadden geen verbintenis met de ap-
pellanten , zo dat de jezuiten zelf 'er by-
na te enemaal te vrede over waren.
Niets ontfnapte de waakzaamheid van
dezen prins. Chateaudun , kleine ftad
in Berri , wierd te enemaal in de aflche
gelegt. Om dit verlies te vergoeden,
en te beletten , dat de inwoners veritrooit
wierden , fchold m^n hun al het hooft-
geld en andere belaftingen , die zy den
koning noch mogten fchuldig zyn , quyt,
en men verkondigde, dat zy tien achter-
eenvolgende jaren ieder niet meer dan
vyf
398 Het Leven van
vyf ftuivers zouden betalen , voor alle
beladingen , op voorwaarde , dat zy in
de voornoemde ftad zouden blyven wo-
nen , en ieder zyn huis weer op laten
bouwen : en om hun vaardiger byftand
te verfchaffen tot hun herfteiling, ftond
men hun toe , om door het hele ryk een
collecte te mogen doen , welk capitaal
in handen van bewindhebbers, door de
inwoners van die ftad verkoren , zou
geftelt worden , en door hen aan die ge-
nen uitgedeelt , die zy oordelen zouden
dat het nodig hadden.
Compa- gy alle deze zwarigheden voeerde zich
gnie van J j . . . l~; o
Oüendc, een van de ge wichtiglte zaken. De keizer,
zonder acht te geven op de traktaten , die
de koningen van Spanien,eertyds meefters
van de Nederlanden, met de ftaten- ge-
neraal en met Engeland, ten opzicht van
den handel op de indien , gemaakt had-
den , rechtte te Oitende een compagnie
op, om op die landen te handelen. De-
ze vorlt, niet bewerende gehouden te
zyn aan de verbinteniiTen , door zyne
voorzaten , die opperheren van de Ne-
derlanden waren , gemaakt , fprak als
magt hebbende in het placaac, dat deze
compagnie aanitelde , en daar rechten
aan vergunde, die zekerlyk door alle na-
tien van Europa moeiten betwift worden.
Even oplettende, zei zyne keizerlyke
majeiteit, om, het geen tot voordeel van
ons I
Phimppus van Orleans. 399
ons volk dienen kan , uit te werken , en
om zo veel Jiet doenlyk is tot de behou-
denis van onze ftaten , inzonderheid die
van onze Nederlanden, toe te brengen:
en overwegende, dat het zeer moeilyk
zou vallen om deze twee gewichtige oog-
merken te bereiken, zonder de heritelling
van den koophandel en de fcheepvaart —
hebben wy hetnoodzaaklykgeoordeelt,
eene algemene handel-compagnie in onze
Nederlanden op te rechten ; gelyk wy
die inderdaad uic recht van fouvereini-
teit, en uit dat der natuur en der vol-
keren, door het tegenwoordig onweder-
roeplyk edict oprechten en aanftellen,
op de volgende artykelen, vryheden, en
voorwaarden.
Deze compagnie zal de vryheid heb-
ben, om te varenen te handelen opOoft-
en Wcft-Indien , en op de kuften van
Africa , zo aan deze zyde als voorby de
kaap van goede hoop, op alle havens,
plaatzen, en rivieren , waarop de andere
natiën vry handelen, mits de grondregels
en gewoontens, door het recht der vol-
keren aangenomen en voorgoedgekeurt,
in acht nemende.
Het zal de compagnie vryftaan , ge-
fchut en ander oorlogs ammunitie inte-
nemen , die zy tot haar vaart, en veilig-
heid van haar koophandel , nodig zal
hebben: zy zal in de Indien, door koop
of
4*00 Het Leven van
of andere contraóten en traótaten , landen
en havens mogen aanwinnen; wy ftaan
haar daar het oprechten van colonien
toe , gelyk ook het bouwen van zodani-
ge fortreffen en kaftelen, die zy tot ge-
mak van haar koophandel , en tot be-
fcherming van het aangewonnen land,
nodig zal oordelen.
in onzen naam , met de Indiaanfche prinf-
fen , fouvereinen , ftaten, en met anderen
te handelen 5 die onze vyanden nietzyn,
en met hun zodanige verbintenis te flui-
ten , als zy raadzaam Zal oordelen , ook
zal zy zo veel fchepen mogen laten bou-
wen en toeruften , als zy meent nodig
te hebben.
Wy beloven de compagnie alle be-
fcherming en voorfpraak, tegen alle, die
haar op een onrechtvaardige manier zul-
len aantaften 3 en dat wy zelf, des noods
zynde , de kragt onzer wapenen zullen
gebruiken, om haar te onderfteunen en
te handhaven by de volkome vryheid van
haar koophandel en fcheep vaart, en haar
recht te doen genieten over alle de on-
rechtvaardigheden, hoon, en quade be-
handelingen, by aldien enige natie onder-
nam haar koophandel en fcheepvaart te
ontruften; en wy zullen zorg dragen, van
haar alle mogelyke voordelen en gemak-
ken te verfchaffen , door tradaten van
Het zal de
vrede.
Philippus van Orleans. 401
vrede , verbond , en koophandel , die
\vy zullen maken.
Deze toon van gezag , die tegen de
oude en nieuwe trachten aanliep, gaf
ten minften alzoveel aanftoot , als het
nadeel, dat deze nieuwe oprechtingnood-
zaaklyk moeft veroorzaken , ongerullheid
baarde.
De Hollandfche Ooft-indifche compag-
nie wierd 'er hevig over geallarmeert,en
gaf een foort van een manifeft uit, dat de
onrechtvaardigheid van des keizers on-
derneming klaar aantoonde; zelfverklaar-
de zy in duidelyke termen, dat zy zich
van de middelen zou bedienen , die God
haar, onder befcherming en het gezag
van haar hoog-mogenden, in handen had
gegeven, om 'er zich tegen aan te kan-
ten, dat is te zeggen, dat zy de fchepen
van de compagnie van Oftende , die zy
op haar gebied in de Indien aantrof,
zou genomen hebben , fpyt haar kei-
zerlyke en koninglyke vlag , en liet
zou ook by geene dreigementen geble-
ven zyn , indien men niet raadzaam had
geoordeelt, liever in onderhandeling te
trcd:n , dan zich aan feitelykheden bloot
te ïteüen: want deze compagnie is mag-
tiger dan zekere mogentheden, en zou
alleen genoeg geweeft zyn, om de heer-
lyke aanflagen te verydelen, die de kei-
zer had geimeed, om zyne finantien te
IL Deel. Cc her-
4-02 Het Leven van
herftellen, ten koften van eene natie, die
zich uitgeput had , om hem een brok van
de Spaanfche erffenis te verfchaffen.
De hertog van Orleans was al te ver-
ftandig , om de gevolgen van deze nieu-
wigheid niet te voorzien. Hy behar-
tigde de belangen van Holland fterk , en
liet eene declaratie uitgaan , waarby het
aan alle onderdanen des konings verbo-
den wierd , op zeer zware ftraffen , enig
deel te nemen in de compagnie van Of-
tende, of zich in haar dienft te bege-
ven , op wat wyze , en onder wat dek-
mantel het ook zyn mogt. Behalvendat
hy oprecht de belangen der verenigde
provintien aankleefde , wier bondge-
noodfchap hy hoog fchatte, het zelve als
het voordeligfte en bondigfte van alle,
die hy gemaakt had, aanziende, was hy
zeer geërgert over de onuitputbare zwa-
righeden, die het hof van Wenen maak-
te, om het traótaat van Londen ter uit-
voering te ftellen , en hy moefl geen be-
rouw hebben , dat hy den keizer in \
bezit van Sicilien had helpen ftellen.
Met dit inzicht voegde hy zich by En-
geland en Holland , om deze compagnie
te doen vernietigen , die nooit opge-
recht had behoren te worden , om dat
liet onmooglyk was, of zy moeft tegen-
stand vinden, en dat zy tegen de geïn-
tereflcerden beltaan kon. Ook liet de
kei-
Philippus yan Orleans. 405
keizer, na enige onderhandelingen om
zyn eer te dekken, (overtuigt zynde dat
men hem in eene onderneming boven
zyn kragten had inge wikkelt, hoe fterk
die ook zyn mogten) dezen aanflag va-
ren , en offerde zyn hoop aan de liefde
tot den vrede, of aan de vrees voor den
oorlog , op.
Zo vele en verfcheidenderly onop-
houdelyke bezigheden van zulk een ge-
wicht, vereifchten de fterkfte en onwan-
kelbaarfte gezondheid, om die uit te hou-
den, gelyk de hertog van Orleans tot
noch toe gehad had, maar het was na-
tuurlyker wyze onmooglyk , die lang te
bewaren. Hy had byftand van noden
gehad, en hy vond niemand om amlk
een vertrouwen op te ftellen , dat hy de
vryheid kon hebben om zyne zorgen en
fterk blokken wat te matigen ; alle , die
onder hem arbeidden, waren verftan-
den vaneen lage verdieping, die zon-
der ophouden nodig hadden verlicht en
beftuurt te worden; de zegelbewaarder,
wiens wil zo goed was als ''er een zyn
kon, was naauwlyks bequaam om zyne
bediening waar te nemen; de graaf van
Morville, dien men het bewind der bui-
tenlandfche zaken had gegeven, en die
veel meer verltandhad, bezat noch niet
genoeg , dat de minifter zich had ont-
houden kunnen , van de onderhandelin-
Cc 2 gen
404- Het Leven van
gen tot op den draad uit te pluizen, en
de omwegen in te boezemen, die men
gebruiken moeft , om ze met voordeel
af te doen ; de controlleur-generaal ,
fchoon uit het parlement genomen, ver-
ftond naauwlyks de finantien ; wat den
lieerde Bretueil, fecretaris van den oor-
log, betrof, men zag klaar, dat men
hem deze poft niet aanvertroud had, als
om dat men vrede had.
De enige, daar deze prins het oog op
kon laten vallen , op wiens oprechte ge-
negenheid hy kon ftaat maken , en die
hem wat verlichting in zyn arbeid had
kunnen geven , was de twede zoon van
den overleden zegelbewaarder. Zyne
koninglyke hoogheid, die zich zo wel
op het ltuk van verdienften verftond ,
had 'er veel in hem gevonden: en inder-
daad , hem ontbrak niets dan de erva-
renheid , om zyn vader hierin te eve-
naren; fchoon hy noch zeer jong was,
bekleedde hy waardiglyk het ampt van
politiek-ftedehouder. Kort na de dood
van den cardinaal du Bois, benoemde de
hertog van Orleans dezen jongen heer
tot zyn kanselieren zegelbewaarder, tot
hooft van zyn raad, en opper-intendant
over zyne huizen en finantien : toen hy
zyn keuze verklaarde, zeide deze prins
opentlyk,dat men niet zeggen zou, dat
hy een kanflclier zonder verlland en zon-
Philippus van Orleans. 4.0J
der geboorte had. Deze verkiezing,
met de daarby gevoegde loffpraak, voor-
fpelden een groter verheffing ; en inder-
daad hy dacht hem de bediening van
controlleur-generaal toe, hebbende hem
reeds van zyn bellait hier omtrent ver-
wittigt, maar het wierd niet vervult.
Deze prins itierf te Verfailles den twe- Dood van
den december, 's avonds tuffchen 6 en den her-
' tog van
7 uren, aan een overval van beroerte, Orieans,
die hem plotllyk verftikte. Hy had met J^^*
den koning tot half vyf gearbeid , en herffen-
zich naderhand naar zyn vertrek besre- Wokken
d. . J . ° veroor-
e een weinig vermoeit, en een Z4akt.
grote laft in zyn hooft gevoelende. Hy
iliep enigen tyd, waarna men hem wak-
ker maakte, en hy zelf aan den een en
den ander gehoor gaf. Terwyl hy met
mevrouw Phalaris zat te praten , quam
men hem aanzeggen , dat de koning om
hem zond: hy wilde opftaan, maar hy
viel weer in zyn leuningftoel neer, zon-
der beweging, en zonder kennis. De-
ze dame, hierover in de uiterfte verlla-
genheid, riep om hulp: daar was geen
doótor noch chirurgyn by de hand , en
men gebruikte een kamerdienaar van den
hertog van Rohan , om hem uit de ader te
laten, maar vergeefs. De hertogin van
Orleans , die men daadlyk kennis van
dit ongeval had doen geven, vond hem,
op haar komft, reeds overleden. Zyn
Cc 3 dood
4-c6 Het Leven van
dood was de uitwerking van de verdub-
beling van arbeid , en het herflenblokken ,
door het overnemen van de bediening
van eerften miniiter veroorzaakt. Chi-
rac 5 zyn eerfte geneesheer,' had hem
meer dan eens gewaarfchuwt van zyn ar-
beid een weinig te matigen , ten min-
ften van enige voorzorg te gebruiken ,
maar hy had hem altyd tot antwoord ge-
geven , dat hy ''er geen tyd toe had.
Aanmer- Dus ftierf Philippus de twede , hertog
o^érzyn van Orleans , kleinzoon van een koning
gedrag, van Vrankryk , oud 49 jaren en 4 maan-
den, min 2 dagen. Hy bezat alle de
mamfte talenten , en byna alle de qualiteiten ,
voorval- wejker zamenvoeeiner de doorluchtige
regenng. mannen en grote vonten uitmaakt: zy-
ne gebreken zelf , zo ik het durf zeggen,
v/aren met deugden verzelt; nooit heb-
ben, de liefde noch het overdadig drin-
ken hem een geheim doen ontvallen ;
nooit heeft de gramfchap hem een lbp
doen doen , dien de reden niet voor
goed gekeurt en beftuurt had. Zyne fa-
milie en zyne huisgenoten ontmoetten
in hem alle de tederheid,alle de goedheid,
en alle de befcherming, die zy verlangen
konden. Zyn goedertierenheid was een
lbort van ongevoeligheid, zelfheeft het
in al zyn gedrag uitgeblonken, dat de
haat hem nooit overheert had. Evenwel
is Vr nooit een prins geweeft, die meer
vyandcn
Philippus van Orleans. 4 7
vyanden had, en welke zich meer toeilei-
den om hem zwart te maken.
Mevrouw des Urfins , die hem in Span-
jen vervolgt had , quam ten tyden van zyn
bewind vry weer in Vrankryk te rug.
*t Was hem genoeg, dat hy den car-
dinaal Alberoni buiten ftaat geftelt had
om hem te deren , en hy was niet on-
der 't getal zyner vervolgers. Schoon hy
in de manifeften van den koning van Span-
jen zeer mishandelt was , die hem aantaft-
ten 5 in het geen hem het waardfte was ,
naamlyk in zyne rechten op de kroon , en
in zyn eer, beoorloogde hy hem niet,
dan om hem tot den vrede te doen be-
Jluiten : hy verzoende zich oprechtlyk
met hem, en (bikte door verbinteniffen
de knopen van een vrindfchap , die eer
opgefchort dan gefchonden was, weer
toe; in ''t jaar 1721 had hy zich door
een particulier tractaat met Spanjen vere-
nigt, waarin hy Engeland mee belloten
had , om den keizer te noodzaken , om ter
goeder trouw het tractaat van Londen ter
uitvoering te ltellen.
Dezelve beteugeling zyner hartstoch-
ten beftuurde zyn gedrag ook binnen in
ryk. Hy vernederde den hertog van
Maine niet, als om dat men hem te hoog
verheven had. De herroeping van het
edict , 't welk de gelegitimeerde printten
alle de rechten van ware printten van
Cc 4. den
4.o3 Het Leven van
den bloede gaf, was door deganfche na-
tie met verlangen te gemoed gezien, en
voorgoedgekeurt : ik durf zelf zeggen ,
dat zy billyk was, en dat men het dien
prins moeit dankwyten, dat hy zich
van de minderjarigheid bedient had , om
een wet af te fchaffen , daar de follicita-
tien den koning, als hy meerderjarig was
ge worden , mooglyk toe aangezet zouden
hebben , om die te handhaven. Wat het ge-
vangen nemen van den hertog en de her-
togin van Maine aangong,dezamenzwe-
ring van Spanjen maakte dezelve nood-
zaaklykjhet fcheen niet, dat een van de
andere groten daar het hooft van kon zyn,
zelf was het groot belang, dat hy 'er by
had, een genoegzame reden , om tegelo-
ven dat hy 't waarlyk was: maar deze heer,
en alle de anderen , die hy meende te moe-
van 't hof bannen , en zyne gunft onttrek-
ken , beproefden zyne goedertierenheid.
De marfchalk van Villeroy alleen moeft die
ontberen , maar zyn gedrag , dat de geme-
ne 'geruchten fcheen te onderftemien ,
was ook zeer aanftootlyk geweelt: een
bewys, dat de haat daar geen oorzaak
van was , is , dat de familie van dien mar-
fchalk geen deel aan zyne ongunft had;
de fchielyke herroeping van zyn zoon en
kleinzoon gaf te kennen, dat het bevel, dat
zy gehad hadden om hem te volgen, een
toelating was geweeft om hem te verzei-
len, en hem te vertrooften. Het
Philippus van Orleans. 409
Het enige artykel , waaromtrent hy on-
handelbaar was, zo ik my dus durf uit-
drukken , was het koninglyk gezag. Wat
belang hy ook had , ten opzicht van zyne
oogmerken , om de parlementen op zyne
zyde te hebben , hield hy op van ze te ont-
zien , zo dra hy meende te merken, dat
zy dit wilden verzwakken, en dat zy die
gezag, aan een regent toevertrouwt , on-
derfcheidden van het gezag, dat door den
vorftzelf geoeffent wierd. Het beroemde
gerechtsbedde van 171 8 , en de verplaat-
zing van het parlement vanParys naarPon-
toife, moeiten tot een bewys ftrekken, dat
de luft zelf om te regeren niet bequaam
was, om den regent te doen befluiten ,
om te dulden, dat het koninglyk gezag
enigen inbreuk leed , terwyl hy het in
handen had; ook heeft hy het ruim zo
volftrekt gemaakt, als het was, toen hy
het ontfong.
Schoon zyne vorderingen hem vele za-
ken hebben doen ondernémen, die hy
mooglyk niet gedaan zou hebben , indien
hygeen mededingers te duchten had ge-
had, deed hem de ftaatkunde evenwel
niets uitvoeren , dat tegen het ware wel-
zyn van het ryk ftreed. Toen Lode-
wyk de veertiende ftierf, had het ryk
geen openbare vyanden , maar het had
ook gene bondgenoten : dezelve gevoe-
lens van haat, jaloezy, en vrees, die
Cc 5 ganfeh
410 Het Leven van
ganfch Europa tegen den overleden ko-
ning hadden doen zamenfpannen , duur-
den noch, men vervolgde in Engeland
ftreng de werktuigen van den laatften
vrede , die het behoud van Vrankryk ge-
weeft: was: daar was alles te duchten,
dat deze niet wel bevredigde vyanden,
noch hun fpyt niet kunnende verkroppen,
dat men hun tegen hun dank dien vrede
had doen tekenen , zich van de drgevige
omftandigheid van een minderjarigheid
mogten bedienen, om de wapenen weer
op te vatten , en om zich , door de ver-
nieling of vernedering van Vrankryk ,
van de ongeruftheid te bevryden , die
deszelfs magt hun veroorzaakte.
Het enige middel om het onweer, dat
zich fcheen te moeten zetten , af te ke-
ren, was de beide mogentheden op zy-
ne zyde te winnen , zonder welke de an-
dere vyanden niets met fucces konden
ondernemen. De hertog van Orleans
ondernam het , en bereikte zyn oogmerk,
en men kan zeggen , dat deze verbintenif-
fen met Engeland en Holland het rykzo
wel tegen de binnenlandfche onenighe-
den beveiligden, als tegen de buiten-
landfche oorlogen. Het wezcntlyke, om
deze verbinteniffen duurzaam te maken ,
was zyne bondgenoten te overtuigen,
dat de vereniging van Vrankryk en Span-
jen zo naauw niet was , dat men de vör-
derin*
Philiptus van Orleans. 411
deringen van de laatftgenoemde kroon ,
die bequaam waren om den oorlog weer
te doen ontvonken, zou begunftigen:
dit deed men , met de belangen van den
keizer tegen Philippus den vyfden te om-
helzen :ik weet wel 3 dat deze handeling
gelaakt wierd , zo wel als het wegzen-
den van den pretendent , maar die het
laakten overwogen niet , dat de ware
edelmoedigheid van een vorftbeftaat , in
de veiligheid en ruft van de volkeren, die
hem onderworpen zyn, boven alle an-
dere inzichten te trekken.
Wat het ontwerp van Law aangaat ,
en de omwenteling van alles, hierdoor
veroorzaakt, hieromtrent fchynt my de
doordringende geeft van den hertog van
Orleans alle wegen , die tot zyn verfcho-
ning dienden , te ftoppen , en ik kan my
niet verbeelden , dat hy het voor goed
heeft gekeurt , zonder 'er de gevolgen
van te voorzien. De ontfnapping van
Law , voor dat hy zyn rekeningen afge-
legt had/t geen zonder twyffel op order
en kennis gefchiedde, bewyft, dat men
vreefde,dat hy vele geheimen mogt ont-
dekken. Men zou evenwel kunnen zeg-
gen , dat de droevige ftaat der finantien,
en de onnoemlykheid der fchulden , die
enige duizende millioenen bedroegen,
buitengemene hulpmiddelen vereifchten ;
dat het ontwerp van Law iets aanloklyks
412 Het Leven van
had, en dat het natuurlyk was, dat de
nood en hoop het deden aannemen: maar
deze redenen zyn zwakten opzichte van
zulk een verheven geeft, als de hertog van
Orleans was; de enige doorgaande reden
was , dat het onmooglyk was , dat de ko-
ning zyne fchulden betalen kon , dat het
volltrekt noodzaaklyk was , dat zyne cre-
diteuren een groot deel van hun capitaal
verloren , dat het groot geheim was , hen
dit verlies zodanig te doen dragen, dat
zy 't eer zich zeiven, dan den vorft te
wyten hadden , dat het ontwerp van Law
dit geheim behelfde ,?t geen door de me-
nigvuldige raderen , waaruit dit kunft werk
zamengeftelt was , zo lang voor het oog
verborgen wierd , tot dat de verwarring,
die 'er uk moeft onftaan , onherftelbaar
fcheen , zelf aan de genen , die 'er belang
in hadden, en dat zy die eer aan de gre-
tigheid en de ontrouw der beftuurders
konden toefchryven,als aan een opgezet
voornemen ,zo dat de koning, met zyne
fchulden in papier te betalen, fcheen het
voorbeeld gevolgt te hebben, daar zy hem
zeifin waren voorgegaan. Men mag zeg-
gen wat men wil, dit ontwerp was al te
zeer met de uitwerkingen, die het gehad
heeft, verknocht, omze aan 't geval te
kunnen toefchryven. Wat de omwente-
ling der fortuinen aangaat, welke maak-
te , dat ieder zyn gedachten op zyn winft
en
Philippus van Orleans. 413
en verlies Uetfpelen 5 en op de middelen
om de eerfte te verzekeren , en het ander
te herftellen , kan men zeggen (behou-
dens evenwel de gerechtigheid , die men
de particulieren verfchuldigt is, en waar-
van het nooit geoorlooft is aftewyken ,
dan in de uiterlte noodzaaklykheid) dat
'er het welzyn van den flaat in *t alge-
meen weinig aangelegen is , of het geld
in deze of in die handen is. Wat hier
van zy, de hertog van Orleans liet op
zyn dood inkomften genoeg aan 't ryk,
om de laften te kunnen betalen.
Het gedrag van dezen prins in de za-
ken , die de religie betreffen, fcheen een
weinig twyffelachtig, zelf kan men zeg-
gen, dat het veranderde, naar de omftan-
digheden. Eerft fcheen hy zich voor de
appellanten te verklaren ; de cardinaal de
Noailles, de procureur generaal, tegen-
woordig cancelier, de abt Pucelles, na-
derhand zo beroemt geworden, door het
groot aandeel , dat hy in de laatfte ge-
fchillen met het hof gehad heeft, hadden
zeer het oor by hem, en fchenen ook in
zyn vertrouwen te ftaan ; vader le Tel-
lier, perfonele vyand van den cardinaal
de Noailles en zyn helen aanhang, wierd
van het hof en uit Parys gebannen ; de
Sorbonne had volkome vryheid, zo wel
als de benediétynen van S. Maur , de va-
ders van het oratorie, de feuillanten ,
en
4H Het Leven van
en verfcheide andere geeftlyke broeder-
fchappen ; de appellen wierden toegela-
ten ; de procureurs-generaals van de par-
lementen van Rennes, Rouen, en Aix,
voeren naar hun welgevallen tegen de je-
zuiten, de mandementen van derzelver
biffchoppen,en de brevetten van den paus,
uit. De enige oorzaak van deze zegepraal
was , dat de hertog vanOrleans het groot
aanzien van deze party in het parlement
had menen nodig te hebben , om het re-
gentfchap meefter te worden : deze prins
heeft nooit een ftrenge zedeleer gehad ;
van den anderen kant was hy al te zeer ver-
licht, om niet te zien, dat de tegenparty
ongelyk talryker was, en dat zy by toe-
val niet nalaten zou de vorderingen van
zyn mededinger,den koning vanSpanjen,
te onderfteunen : ook vielen de appellan-
ten uit zyn gunft, naar mate dat zyn ge-
zag toenam; en zo dra hy verzekert was,
dat Spanjenzich niet tegen zyne rechten
zou ftellen , of ten minften zonder vrucht,
liet hy ze aan zyn gunfteling den abt du
Bois over, die ten hunnen kofte den car-
dinaalshoed verdiende, of, zo men wil,
koft; de Sorbonne viel dan wreerin haar
oude llaverny ,gelyk zy zich uitdrukte,
de appellen wierden verboden, de cardi-
naal van Noailles en het parlement waren
genoodzaakt zich te onderwerpen , zo
wel als demeefte focieteiten, en tot een
over-
PHILIPPUS VAN OltLEANS. 41$
overmaat <van ongeluk gaf men den koning
een jezuit tot biegtvader : zo dat ten tyden
van de meerderjarigheid de zaken, ten dezen
opzichte, byna op den zeiven voet ftonden,
daar ze Lodewyk de veertiende op gelaten
had, en dat in 't vervolg diegenen, die de
plaats van den hertog van Orleans bekleed
hebben , maar hebben behoeft den weg te
volgen, dien hy hun gebaant had, om van
langzamer hand de gemoederen weer te regt
te brengen, en de eenparigheid van de leer te
herftellen, zonder dewelke het Vrankryk on-
mooglyk is, aangezien het humeur harer in-
woners, een duurzame ruft te genieten.
Hoe natuurlykdedood van dezen prins ook Vreemde
was , fchoon zyn doélor dien voorzien , en hem laftering,
gewaarfchuwt had , en dat men dien aan het al
te fterk harflenblokken , en aan de ongeregelt-
heden , daar men hem van befchuldigde , raoeft
toefchryven , kreet men het doch voor een uit-
werkzel van godloosheid uit. Men ftrooideuit,
dat hy koflh met den koning zittende te drin-
ken, zeker poejer in het kopje van zyne majef-
teit gedaan had, dat degene , die de koffi in-
fchonk , het gemerkt , en de kopjes verruilt had,
zo dat het gene, dat den koning itoegedachc
was , den hertog van Orleans te beurt viel , die
deze verandering niet gewaar wordende , zich
zelfs vergaf. Ik zou my wel wachten dezeyflyk-
heden te verhalen, zo zy zich niet zelf onder
den voet ftieten.
Wie merkte deze gewaande misdaad ? heeft
men hem ooit genoemt ?kon , moeit hy , niet
verklaren wat hy gezien had? vreesde hy ge-
tuigen of hulp te ontberen; is de voorkamer
des konings ooit leeg, zyn 'er niet ten mini-
ten wachten , eenige pagies , of kamerdienaars
in ? wat zou hy gedaan hebben , indien hy
de
4i6 Het Leven van
de kopjes niet had kunnen omwiflelen , zonder
dat het de hertog van Orleans gemerkt had?
dewyl hy niet opftaandenvoet gefproken
heeft, toen de zaak kon bewezen worden ,
hoe zou hy dan zo dwaas kannen zyn , om
het te doen , toen 'er geen gelegenheid
meer was om ze te bewyzen ? waaraan
zou hy zich niet bloot geftelt hebben ? Zoo
heeft de blinde nyd altyd toegelegt om een
prins te bekladden , wiens grote hoedanig-
heden hem, zo zeer boven de andere men-
fchen deden uitblinken , als zyne geboorte.
Laat men zyn regentfchap onderzoeken,
laat men de zwarigheden wikken , die hy moert
te boven komen, om het zo vreedzaam te
maken , als het geweefl is ; Iaat men zyne voet-
ltappen nagaan , laat men op het gezag let-
ten, dat hy , zo wel binnen als buiten het
ryk , verkreeg; op het luidruchtig gebruik ,
dat hy 'er zomtyds van maakte, om die ge-
nen binnen behoorlyke palen te houden, die
het zelve wilden verdelen en verzwakken ;
laat men zelf de maatregelen onderzoeken,
die hy genomen had , om zyne rechten en vor-
deringen te beveiligen, men zal'er een wyd-
uitgeitrekte kennis, een beproefde voorzich-
tigheid, een nette ilaatkunde, een onwrikbare
ftantvaftigheid , een heldhafte onvertzaagt-
heid , een waarlyk-koninglyke goedheid en
goedertierenheid in vinden, en men zal ge-
dwongen zyn te bekennen , dat de gefchie-
deniffen ons weinig zo volmaakte voorbeel-
den in 't (luk van regéring uitleveren , en dat ,
indien de vroomheid en godsdienft zyn parti-
culier gedrag beftuurt hadden, en zyne ver-
heve talenten geheiligt , men geen volmaak-
ter modél in allen delen zou vinden.
EINDE.