Skip to main content

Full text of "Magazijn van tuin-sieraaden, of, Verzameling van modellen van aanleg en sieraad, voor groote en kleine lust-hoven, voorn amelijk van dezulke die, met weinig kosten, te maaken zijn"

See other formats


M    A    G    A    Z    Y    N 


VEN 


T  U  I  N-S  I  E  R  A  A  D  E  N. 


GEKOLEüR». 


N".    2. 


tt    AM3TERBAH,  5jr  JOHANNEi  ALLART 


Digitized  by  the  Internet  Archive 

in  2009  with  funding  from 

Research  Library,  The  Getty  Research  Institute 


http://www.archive.org/details/magazijnvantuins02laar 


VERKLAARING  der  PLAATEN. 
PLAAT   IX. 


N'.  I  Eene  Kapelle. 

Het  rieten  of  ftro  dak  is  met  een  houten  kruis  verfierd;  het  wordt  door  ruuwe  boomftammen, 
enige  voeten  van  het  gebouwtjen  verwyderd,  ondcrileund,  en  vormt  eene  bedekte  gaanderij 
om  hetzelve. 

De  wanden  kan  men  van  ouden  fteen  of  puin,  en  ook  wel,  met  riet  of  ftro,  met  een  ver- 
ouderde  deur  'er  in,  naar  verkiefing  ophaalen. 

De  beste  ftandplaats  voor  dezelve,  is  op  eenen  natuurlijk  wild  begroeiden  heuvel,  die  op 
eenen  niet  te   kleinen  afftand  zigtbaar    is. 

N^.  2.  Een  Bloemen  -  bank ,  voor  Pot-gewasfen. 

N°.  3.  Wijst  de  manier  aan,  hoe  dezelve  moet  ingerigt  worden,  dienende  zij  meteen  voor 
eene  zitplaats,  daar  de  reuk   en  het  gezigt  te   gelijk  gcflreeld  worden. 

N°.  4.  Een  Zomer  Woonhuisjen ,  van  boomllammen  en  ouden  (leen  gebouwt,  en  met  riet 
gedekt. 

N°.  5.  Verklaart  de  verdere  inrigting  van  N^.  4.  bertaande  in  twee  kamers  van  verfchillende 
grootte. 

De  opene  plaats  word  aan  den  hoek  door  een  ruuwen  boomilam  onderflcund,  dienende  deze 
ruimte,  om,  voor   zon  en   regen  gedekt,  het  aangenaame  der  buitenlucht  te   genieten. 

Als  men  een  (luk  land  doorwandelt  ,  met  graan  ,  aardappelen  en  andere  veldvrugten  bezaaid 
en  beplant,  aan  welks  einde  men   dit  gebouwtjen  ziet,  zal  hc:  wel  bevallen. 

N°.  6.  Een  Tuinfloel.   —  De  leuning  van  ongcfchild  en  buigzaam  hout  gemaakt. 

N**.  7.  Eene  Boerfche  Hut.  —  Zij  is  van  houtftainraen  ,  horifontaal  op  elkander  en  eenige 
oude  fteenen  gebouwd.  Het  rond  voordak,  dat  in  het  midden  door  een  boomilam  onderlleund 
word,  en   de  verdere  dekking  is  van  riet. 

N".  8.  Platte  grond  van  N°.  7. 

N".  9.   Op  een  fterk  befchaduvvd  plekjen ,  in  een  bosch  ,  zal  het  wel  geplaatst  zijn. 

Eene  kleine  doch  bevallige  agthoekige  Tempel,  van  boomtommcn  en  ongcfchilde  kneppels  ge- 
bouwd, en  met  ftro  gedekt.  Als  men  denzelyen  van  verre  op  eene  hoogte  ontwaart,  is  hij 
wel  geplaatst. 

B  PLAAT 


lo  VERKLAARiNG    der    P  L  A  A  T  E  N. 

PLAAT      X. 

N".  I.  Eene  Deur  van  ruu we  houcftammen ,  de  Gothifche  manier  nabootlende. 

N".  2.  Een  Chineesch  Vogelhuisjen.  —  Een  vrolyk  open  gelegen  Grasveldjen  is  de  gefchiktfte 
plaats  voor  hetzelve. 

N°.  3.  Eene  Tafel. 

N°.  4.  Eene  Bank. 

N°.  5.  Eene  Tafel, 

N°.  6.  Een  Stoel,   alle  van  ongefchüd    en  bemost  hout  vervaerdigd,  en  met   willige  hout  of 
fchillen   van  boomtakken  te  fliamen  gevoegd.  ^ 

N°.  7.  Eene  ligte  onkostbaare  en  egter  wel  bevallende  Brug. 

N\  8.  Eene  Bmg  van  ruuw  hout,  voor  een  fmal  Watertjcn. 


PLAAT 


VERKLAARINGderPLAATEN.  ff 

PLAAT      XL 

N\  t.  Een  agthoekig  Gebouwtjen,  van  gemeen  hout  en  vlegtwcrk  van  ongefchilde  takken, 
vervaerdigd :  het  rieten  dak  is  met  een  vaas  verfierd. 

Op  eene  vrije  open  Plaats,  hier  en  daar  met  groepen  van  verfchillend  heestergewas  bezet, 
ral  het  wel  voldoen. 

N".  2.  In  een'  Hoek  van  een'  Moestuin ,  met  een  muur  of  fchutting  ingefloten ,  flaat  deze  zit- 
plaats van  latwerk,    zeer  ligt  gemaakt,  zeer  wel. 

N".  3.  Eene  Visfchers  Hut,  van  niuwe  boomdammen  gebouwd,  met  bladriet  gedekt,  en  mee 
een  Schoorfteen  voorzien  :  de  wildbegroeide  oever,  van  eene  ruime  waterplas  is  zijne  voeglij- 
ke  ftandplaats. 

.   N°.  4,  5  en  6.  Hekken  van  Latwerk. 


C  3  PLAAT 


i»  V  E  R  K  L  A  A  R  I  N  G    D  £  R    P  L  A  A  T  E  N. 


PLAAT       XII. 

N*.  I.  Een  nederig  ,  doch  aardig  Kabinetjcn:  ruuwe  boomftammen  onderfchraagen  het  overfteekénde 
dak,  waaronder  zig  twee  zitplaatfen  bevinden.  Op  het  bord  boven  de  deur  ftaat  Salus  intratitij 
(den  intreedenden  heil)  gelijk  de  Ouden  fomtijds  op  de  posten  hunner  huizen  fchreeven,  Sahe!  (yvees 
ge<Toet!)  zoo  als  men  in  de  opgegraven  fteden  Herculaneum  en  Pompeji  gevonden  heeft.  De  Wan- 
den zijn  met  afgezaagde  houten  fchijven  bedekt. 

K".  2.  Is  de  platrc  grond,  die  de  verdere   inrigting  verklaart. 

N°.  3.  Hek  van  Kneppels. 

N'.  4.  Hekjen  van  Lanverk. 

N°.  5.  Een  Kabinetjen  van  LatiA^erk. 

N'.  6.  Een  ronde  Tempel,  van  fleen  gebouwd,  of  van  hout,  (leen  verbeeldende  gefchilderd  en 
gezand.  Hij  kon  befchouwd  worden  als  aan  de  vriendfchap  toegewijd ;  want  boven  de  deur  ftaat : 
/iftjscus  certus  in  re  inceria  cernitur.  De  ftandvascigheid  eens  vriends  wordt  eerst  befpeurd ,  als  het 
geluk  u  den  nek  toekeert. 

IS".  7.  Een  Chineefche  Gondel  of  tent  -  fchuitjen  :  de  gedaante,  die  het  dek  behoort  te 
hebben  als  men  haar  van  vooren  ziet,  wordt  booven  dezelven  aangewezen. 


PLAAT 


V  E  R  K  L  A  A  R  I  N  G    D  E  R    P  L  A  A  T  E  N.  f3 

PLAAT       Xlir. 

N'.   I.  Een  Dorifche  Tempel. 

ladien  men  zijne  wandelende  gasten  enigen  rijd  door  eene  kronkelende  laan  geleidt,  en  eens- 
klaps, over  een  ruime  vlakte,  dit  trotsch  gebouwtjen  zig  aan  het  oog  ontdekt»  zal  het  aangenaam 
verrasfchen;  alles  is  hier  grootsch  en  (lil,  en  wordt  nog  fchooner  ,  als  een  geöeffend  Meester, 
het  marmer,  door  zijn  penceel   natuurlijk  heeft  nagebootst. 

Op  een  vlak  fchot  gefchilderd,  zal  het  ook  voldoen  ;  agter  dusdanig  fch.ot  zoude  men,  om 
te  contrasteren,  een  armoedig  Vertrekjen  kunnen  plaatfen. 

N'.  2.  Platte  Grond  van  X\   i. 

N".  3.  Eene  Brug  van  (leen ,  of  fleen  verbeeldende  gefchilderd.  De  Ketens  zijn  van  ijzer ,  of 
van  gevlogten  touw. 


^5  PLAAT 


14  V  E  H  K  L  A  A  R  I  N  G    o  e  n    P  L  A  A  T  E  N. 

PLAAT     XIY; 


f^^  1  en  2. 


Zk'ban'keii    van   ecne   ronde    en  vierkante   gedaante,    gcfchikt    voor    belemmerde  Pleintjes,   van 
tvanr,  en  op  welk  een  niet  te  eng  beperkt  gezigt  is. 

N°.  3.  Dit  Altaar  is  naar  een  waerdig   gcdenkfluk  der    oudheid,  weleer  aan  Bacchus  toegewijd,, 
en  op  klein   Dclos  gevonden;  het  behoort    dus    op   cene  vrolijke  plaats,  dier  godheid  eigen,   te 
ftaan ;    eigenüartig  plaatst  men  het  ook  op  een  wijn-bergjcn,    of  heuvcltjen,  aan  de  zon -zijde  met 
wijnftokkcn  beplant. 

N".  4.  Eene  Ruïne  op  een   plat  fchot  gefchilderd. 

Indien  men  dezelve  over  ecne  taamlijk  breede  waterplas,  op  eene  kleine  hoogte  vnn  agteren  €n 
op  zijde  met  boomen  gedekt,  ontwaart,  levert  dezelve  een  belangwekkend  gezigt  op.  ' 

N".  5  en  6.  Twee  ijzeren  Hekken. 

N°.  7.  Eene  Chinecfche  Ophaal -brug.     Zeer  gemakkelijk  word  dezelve  door  de  daar  bij   aan- 
gewezen inrigting   bewogen. 


PLAAT 


V  E  R  K  L  A  A  R'  IN  a   b  E  R    P  L  A  A  T  E  N  ^g 

P   L   A   A    T       Xy^, 

Bevat  het  hoofdgedeelte  van  een  aanleg,  die  verder  naar  de  grootte,  van  het  terrein  kan  uitge- 
breid worden,  of  wel  binnen  deeze  bepaalingen  zoude  kunnen  blijven. 

A.  Plein  op  eene  hoogte,  van  waar  men  een  fcboon  gczlg't  op  het  water  heeft. 

B.  Water,   waar   uit    men   verfchillende   beeken   ziet   ontfpringen,  en  de  verfchillende  hoogten 

C  en  D.  zig  boven  de  oppervlakte  verheffen  ,  terwijl  E.  als  eene  platte  laage  plaats  zig 
tusfchen  deze  hoogten  vertoond,  waar  voor  een  Bootje   ligt,  om  te  vaaren,  naar 

F.  Daar  zig  een  half  onder  het  groen  verfchoolen  Gebouwtjen  bevindt,  dus  verdient  F. 
van  waar  dit  alles  zigtbaar  is,  een  Landhuisjen,  met  riet  gedekt. 

G.  Daar  ook  een  Gebouwtjen  voegt ,  kan  het  oog  zig  door  verfchillende  gezigten  verlusti- 
gen ;  aan  den  voet  fplitfen  zig  de  beeken ,  en  neemen  drie  bijzondere  rigtingen  ;  aan  de  eene 
zijde  ziet  men  over  laag  kreupel  hout,  en  water,  op  het  eiland,  eene  naald  zig  boven  het 
groen  verheffen,  welke  plaats  door 

H.  Getekend  is. 

I.  K.  Ziet  men  agter  de  hoogte,  zijnde  twee  Hukken  Bouwland,  met  verfchillend  graan 
en  andere  gewasfen  beplant;  tusfchen  deze  landen,  loop:  een  laantje,  met  L.  gemerkt,  ac.n 
welks  einde  zich  , 

M.  Een  Boere  Woningjen,  aan  het  gezicht  ontdekt;  waarbij  in  't  klein  een  Hooibergjen 
eene  plaats  voor  het  droogen  van  Melkgereedfchap ,  en  al  wat  men  op  eene  boere  werf  f^ewóon- 
Jijk  vindt,  geplaatst  is. 

N.  Plaats  voor  een  Gemak. 

O.  Eenzaam  in  het  groen  verfchoolen  Verblijfplaatsje ,  om  te  Icczen,  te  peinzen,  en  tot  al 
wat  eenzaamheid  verëischt. 

P.  Plaats  voor  een  Chinecsch  Vogelhuisjen. 

Q  en  R,  Grasvelden,  met  hooge  ftamboomen. 

§,  T,  U  en  V.  formeeren  een  Sparrebosjen. 


PLAAT 


i^  VERKLAARINGderPLAATEN. 

PLAAT      XVI. 

Hoofdgedeelte  van  eenen  niet  grooteji  aanleg. 

A.  De  hoogfte  Heuvel  met  een  Gebouwtjen. 

B.  Hoogte  van  de  tweede  foort  met  een  Gebouwtjen. 

C.  Hoogte,  over  welke  de  wandelingen  loopen. 

D  en  E.  Grasheuvels,  met  fparrenboomen  beplant. 

F.  Plein  op   het  Eiland  voor  zitplaatfen. 

G.  Chineesch  Vogelhuisje. 

H.  Partijtjen  voor  opgaande  boomen. 

I.  Partijtjens  voor  bloemen. 

K  en  L.  Partijtjens  voor  roozcn. 


PLAAT 


PI.  IX. 


,•   X  j  f  s  '^  7  i  o  Je  21  Ji.  yvctertTlJ^nl-  ^..  ^. 


Pl.x. 


Pi. XI, 


2    Z  ^   ^^é^yS^xü-LLJ-Z  7oeien  MJi 


■^       -^       3       ^      ^        ^  ?^«V/z  H/wnl- 


pl.xn. 


pi 


XIII 


i:=3z 


•■      • — ■- 


'  '  I  -T 1 


yz  JiA. .  ^oMf/i . 


pJ  .XIV, 


axv 


j     z    j     ^     ^/     ^a     ''O  .ZAynl.  C^uoan. 


ANTE      NOR      'S 
REIZEN 


DOOR 


GREKENLAND   EN    AZIÉN, 

NAAR      HET     FRANSCH 

VAN 

C.       F.       L    A    N    T    I    E    R. 

WorclïQ  thands  uitgegeven  bg  J.  Allaït,  te  Amfterdam,  3  deelen  In  gr.  «v* 

%/,i=,  H..  «/.rrhiedcnUfcn  dct  oinJhcid,  is  fcwis  aeene  v»n  meer  belang,  dan  die  det  Grickm.  Zij,  meesiüj 
m"s  b.f.  en!  doö  hun,?  e  gen' ai^ige  Vfchiltl.eid  voer  den  handel  «lle  kontten  en  wetenrchappen  deï 
totra"lV  befchaafae  waercld  tot  hun  land  over,  en  bezigden  die  ter  lionner  belchaaving,    Van  da.r  dat  toppunt 


'^ïfh^  ftM«fo^"/l"ue7en:  handel  en  zeden;  Intuslchen.  heeft  d^e  arbeidzaamheid  en  bevaUigbe.d  diens  be- 
i?/mdVu  rcbfi^s  geenszins  alles  uitgeput.  Natuurlijk  liet  hij  aan  elk  ander  vernuft  de  gelegenheid  over,  otn  , 
oöï^infowr  aan  hetzelfde  onderwerp  cene  andere  forin  te  geven,  en  dat  alles  aantevullen ,  welk  hij,  naar  ziji» 
S?.rin  iS  wiUen  as'erlaten.  De  fchrandere  Laktier,  vattede  dwen  draad  op.  Den  naam  lec-ncnde  vw 
^S^n  a.nzknli  ken  rr<5-^<:«,  die  gezegd  word  veel  deel  te  hebben  gehad  aan.l.et  cmde  des  Trojaanfchen  oorlogs. 
vAtnirdezen  AMENoi^  rei'zen  doorSlIe  zoodanise  plaatfen,  waar  de  wijs^eeitehaare  fcbo  en  Kevestrgd,  da 
«\«k  nde  h.are  zünderlingfte  wijzigingen  beproefd,  d^  konften.haaren  te.npel  badden  geflicht ,  de  fiodcn-diensc 
t^ine  Cten'poorfre  oirers^orderdeT  ^  uist  door  de^en  gemengden  invloed    of  befchf.afd, 

ï?  ime"endeeMa4i°rliiU  misvormd  werder.  Bijzonder  vooral  zijn  de  hu.slijke  toonecTen,  waarop  de  vooni.atnfts 
^luón?n  der  Seid  alhier  verlcliijncn.  waarbij  de  lezer  zoo  geheel  indnngt  tot  der.  inwendigcn  tocftand  van 
S«  bèroèni"  S«i7«rf  ,  alsof  lij  aldaar  in  perfoon  iegen>voord.g  ware.  De  gefprekken  van  perfoon  tot 
''  r„no  mPt  X  de  handèlineen  ,  aan  het  aewoone  menschli  k  leven  vei bonden  ..leveren  cciie  ongcmeene 
fe'  ^eideXid  en  tevens'Sn^greenvouiige  bevaliisheid ,' dat  de  lezer  naauwlijks  bet  boek  uit  de  hand 
v^ikeèen  zonder  den  ganfehen  omvang  <e  willtn  kennen  der  onrilandisheden .  dw  hem  z.jn  eigen  oordeel  doea 
t.llen^lveï  het  land  .waarmede  hij  polgt  bekend  te  zijn.  Dus  word  hu,  m  het  EeraeD^cl,  bekend  met  de 
ris^èer^n.  aL  iwPUS,  Cratcs,  Cleanthes,  Xenocrates  Diocles ,  Diocenes.Xenophanrs,  Thalks  er. 
«,n/  mêf  de  bevallige  Dichteres  Sawho  en  hüar  jammerlijk  uiteh.de,  met,  onderlcheiden  bekoorende  lancf. 
«reel-èn  en  met  eeniïivoornaame  feesten  en  gewoonten;  terwijl  de  rainnaan,  van  Antenor  oratrend  Laste- 
iia  en  van  andere  peïlbonen,  welken  de  eeifte  op  zijne  reis  ontmoet  alle  de  bekleedfelen  van  eenen  Romai» 
ï  et  zkh  voeren,  nin  t€  gelijk  te  vermaaken,  en  te  leereii,  door  de  fchets  de  zeden. 

In  het  rS  W^  beVind  zich  de  lezer  in  gezellchap  met  de  wijsgccreu,  Diacoras,  Nicus,  Chrysippü* 
.n  IIeracutus  ,  met  dei^  Geneesheer  Apollonidbs  ,  met  de  Dichtets  Anacreon  en  Orpheüs,  en  me^t  de» 
Sch  Ider  PA8R1IAS.US.  De  bclchrijving  van  Delphi,  Laudaimon,  Cottnthm,  Sparta  Argos  Myctna  Delo  , 
EBh'tr,  J  R/iodus,  levert  de  irelTendne  tooncekn  van  dca  Griêkfchen  pragt  en  de  toev;ill,gheden  der  reis , 
^{iHlelhi-en  en  fchtepHO^ten,  jachtpartijen  en  maaltijden ,  doormensdmct  belaiigrijlie  gefprekken  ,ot  ook  met 
Ztnnl^^lfi"  V3tt  onderf^i'^iJtn  aard,  vcifchafleu  ccoe  oageincene  verichciücnbeid,  welke  b.j  uitack  onderhou- 

^^it^dirdt  Dct',  v»a«rmede  dit  werk  eindigt,  bchefst  de  reis  naar  Pephos,  SirJet,  en,  door  Tfiracm,  te  rug 
«aar /?<*-«.  De  denkwijze  en  lotgevallen  der  wijsgeeren , Stili'o  en  Iheophrastus,  der  veIdhecten,ARrsTiDES 
«n  ALCir-KUEs  ,  en  andere  doorluchtige  Grieken  ,  worden  zeer  eenvoudig  ontwikked.  De  befchrijving  van 
!«AAt,  haare  tempels,  feesten,  zeden  °n  gebruiken,  zoo  ook  van  Pap^os  en  5fff  *.-,  lokt  de  aandacht,  door  het 
^opgefnui!:t  verhaal,  welk  ovètal  belang  wekt,  daar  de  fprekeis  de  zaken  van  heute  merkwairdigae  aijdo 

^Hll-ecnTbehllvé  dezen  korten  inhoud,  aan  deze  reis  eene  ongemeene  bevalligheid  bijzet,  zijn  de  duizen- 
derlei °kleaie  bijzonderheden  van  allerlei  beroemde  perfoonen  der  oudheid,  waartoe  de  telkens  afwisrclende 
^izen     onder  eens  gedunrice  verandering  van  gezelfchap,  eeue  natuurlijke  aanleiding  geven.    Het  zijn  deze  bij- 

ICULI>,   «"■    "  a    ,,,__J'..     ..._.. f. ,?„_     .„„.,,   i,„(licf„„  nmrrpnd  Af  r  mrnktürs  en  zeden,  dün  iiiri/n»- 


van  liet  vefend,  deze  in  tegendeel  t«  voldoening  van  vemu.t,  va  .  ^  -  .         .,    „ 

bet  hait.  verrtrekt.    Ook  heeft  de   bevallige  Lantier  de  reis  van  Antenor  niet  cot  GrintnsnJ  alleen 


lieid  doarllcUen,  welKC  aiujü  ment,  om  ac  a«naa.:;u  ucs-  iti^ii»  u,i,ïcuy«-^i.ua...  .^  -„v.j..,. 

Reeds  in  het  jaar  i708  ,  zag  ccnc  ft;iaije  overzettinf?  van  dit  weik  in  ons  Vaderland  het  hchr ,  en  werd 
te  Uotterdara  uitüegeven.  De  tc^nwoofdige  Uitgeever  deozes  daarvan  Eigenaar  geworden  ,  heeft  hetzelve 
eo  nieuw,  aloinme,  in  Cowuistie  verkonde.).—  De  ongemeene  waarde  v:n  het  oorfpronglijke  ,  en  nieü 
min  van  de  vertaalin'; ,  we!k.  in  n.iauwlicuriüiicid  en  rietlijl-hcid ,  vooral  ten  aanzien  van  de  nietnigvuldige 
ê'.-hooiio  liederen  der  oudheid  .  slhler  in  dichunaat  vooikomende  ,  voor  hot  fianfebe  met  behoeft  te  wijken  , 
•"1  !.■)  eiken  liefhebber  d"r  ;7J;Vhicdrnis  ,  bij  eiken  viicniV  van  konst  en  finaak  ,  bi]  icrter ,  die  zich-  gaarn  ia 
■-  ,:i)  aanger.aa.tif.n ,  i.iiKmiiiïinl  üdUlWCU  VU  li'.i;;lii«n  KviB»n  VCdUK'gf)  S''!.<"?gïM*ae  "tijniZing  Ziitl,  O»