Skip to main content

Full text of "Magazijn van tuin-sieraaden, of, Verzameling van modellen van aanleg en sieraad, voor groote en kleine lust-hoven, voorn amelijk van dezulke die, met weinig kosten, te maaken zijn"

See other formats


M    A    G    A    2    V    N 


T  A  M 


T  U  I  N-S  I  E  R  A  A  D  E  N. 


GBKOLBURI). 


N°.  6. 


tE  AMSTERDAM,  bij  JOHANNES  ALLART. 


Digitized  by  the  Internet  Archive 

in  2009  with  funding  from 

Research  Library,  The  Getty  Research  Institute 


http://www.archive.org/details/magazijnvantuins06laar 


V  E  R  K  L  A  A  ?v  I  N  G     de  ii     P  L  A  A  T  I:  i\.  41 

PLAAT       XLL 

Fig.    I.  Een   bevallig   Landgcbouwtjcn. 

iict  ovcrficckcndc  rieten  dak  wordt  door  boom-ftammen  onderfteund;  de  tekening  geeft  van 
de  uitvoering  genoegzaame  onderrichting.  Ilct  kan  tot  onderfcheidcn  einden  van  binnen  inge- 
richt worden;  bij  voorbeeld,  tot  eenc  zomerwoning  op  een  klein  landgoed;  tot  een  tuin- 
nians-  of  arbeiders  huis;  tot  cenc  rustplaats,  tot  een  Jachthuisjcn  ,  tot  een  koe-  of  fchaapen- 
ftalliug,  en  dergelijke. 

Fig.  2.  Eene  Iliit,  met  houten  fchijven  befpijkcrJ  en  met  llro  of  riet  gedekt. 

Fig.  3.  Een  bevallig  Vogelhuisjen. 

Eene  kleine  nette  open  plaats,  in  de  nabijheid  van  het  Hoofdgebouw,  is  gefchikt  voor  de 
uitvoering.     Ilec  opfchrift  OPNIH  betekent:  Den  P'ogekn  toegewijd. 

Fig.  4,.  5  en  6.     Tuinbankcn  van  latten. 


P  ri.AAT 


44.  VERKLAAR  ING    der    PLAATEN. 

PLAAT      XLII. 

Een  Landgebouwtj'en. 

Alles  is  van  bemoschte  boomftammen  en  oude  brokken  fleen  vervaerdigd,  en  met  ftro  ge- 
dekt. Langs  een  trap  van  gekliefde  boomblokken  klimt  men  naar  het  bovenfte  gedeelte,  van 
waar  men  fchoone  natuurlijke  en  vergezichten  behoort  te  hebben ;  het  onderfte  gedeelte  kan  voor 
een  badhuis  of  tot  een  ander  einde  ingericht  worden. 


PLAAT 


VERKLAARING    DER    PLAATEN,  43 

PLAAT     XLIII. 

Een  Tempel  aan  de  Eenzaamheid  gewijd;  eene  kleine  vlakte,  door  welke  een  beekjen  flin- 
gerc,  rondom  door  bosch  ingeflooten,  zal  eene  goede  plaats  voor  denzelven  zijn.  Indien  men  'er 
drie  glasraamen  in  maakt,  zal  hij  op  ecnc  kleine  hoogte  aan  het  Water,  of  aan  de  buitenzijde 
.van  een  Landgoed ,  daar  Landgezichten  zijn ,  ook  zeer  wel  voldoen. 

Naar  de  gelegenheid  der  plaats,  kan  men  denzelven  meer  of  minder  landeigenaartig  uitvoeren; 
Boom-ftamraen  en  een  rieten  dak,  de  wanden  van  oude  fteenbrokken  fchijnbaar  opgehaald,  zijn  in 
het  laatfle  geval  voldoende. 


PLAAX 


44  V  E  R  K  L  A  A  R  I  N  G    D  E  R    P  L  A  A  T  E  N. 

PLAAT      XLIV. 

Een  fchoone  Afiatifchc  Tempel  aan  een  Water ,  dat  veel  bevaaren ,  of  aan  een  weg ,  die  veel 
be<Taan  of  bereden  wordt,  en  daar  gcene  eenvoudige  Land-gezigtcn  , maar  gckunftelde  vakken  zijn-; 
bi)  voorbeeld  in  de  nabijheid  van  cene  Stad  of  groot  Dorp,  zal  dezelve  wel  voldoen.  Dit  zelfde 
"•ebouw,  op  een  plac  fchot  gefchilderd,  kan  voor  een  gezigt-punt  aan  het  einde  cener  Laan,  ovw 
ecnc  vlakte ,  of  over  Water  tegen  het  bosch  eene  goede  uitwerking  doen. 

N".  2.  Platte  Grond  vau  't  vorige. 

N°.  3  en  4.  Bosch-hutten  van  riet,  boomftammen  en  fteenbrokken. 


PLAAT 


V  E  R  K  L  A  A  Tv  I  N  G    D  E  R    P  L  A  A  T  E  N.  45 

PLAAT      XL\^ 

N°.  1,  Een  Gothisch  Gebouwtjen ,  zeer  gefchikt  om  in  ecnc  Menagerie  ce  plaatfcn. 

Men  kan  het  van  agtcrcn  zo  groot  en  klein  maakcn,  en  in  zo  veele  afJeelingcn  verdcclcn,  als 
men  verkiest,  en  de  verfchillcnde  foorten  van  vogelen  noodzaaklijk  maakcu.  IIcc  kan  van  hout  ge- 
maakt worden  en  ,   gefclulderd  en  gezand  zijnde ,  fteen  verbeelden. 

N°.  2.  Platte   Grond  van    N".   i. 

N''.  3  en  4.  Leuningen  voor  Chineefchc  Bruggen. 

N*^.  5.  Eene  naargebootlle  rots,  ruuw  en  fchilderacluig  begroeid,  in  welker  holte  cene  Graf- 
tombe is  opgericht. 

Op  een  natuurlijk  daartoe  gefchikt  plekjen  grond  zal  dit  ecne  treffende  werking  doen. 

Indien  het  zijn  kan,  verkiest  men  daar  toe  een  plaatsjcn,  daar  reeds  enige  tekcnachtige  boomen 
ilaan,  die  men  in  de  rots  inflapelt,  en  welker  takken  als  dan  voor  een  gedeelte  de  rots  bedekken. 
Laat  het  de  gelegenheid  der  plaats  toe,  dat  men  langs  een  fmal  kronkelend  beekjen,  rondom  me: 
pijnen,  populieren  en  trcurwilligen  digt  beplant,  toe  deze  partij  gaat,  en  bij  de  rots  de  oorfprong 
van  het  beekjen  vindt,  zal  dit  nog  meer  fombre  bevalligheid  hebben. 

Naardien  men  hier  te  land  niet  voeglijk  de  overblijfzelen  van  vrienden  of  maagen  onder  zoodanig 
eene  tombe  kan  leggen,  en  dezelve  egter  meer  fpreekende  wordt,  wanneer  'er  enig  voorwerp  van 
onze  genegenheid  onder  rust,  kan  men  die,  des  verkiezende,  doen  dienen  tot  het  bewaaren  van  hec 
overfchot  van  een  geliefd  fchaapjcn ,  hondjen,  vogeltjen ,  of  enig  ander  voorwerp  uit  de  bezielde 
■waereld,  dat  in  zijn  leven  aan  ons  gehecht  was,  wanneer  men  een  opfchrift  of  toepasfelijke  verfen 
op  het  voetduk  zal  plaatfen,  als,  bij  voorbeeld: 

C/iIsn  favori, 
Repofe  ici! 

Op   het  landgoed  van  den  gewezen  Marquis  de  Segur,    te  Romainville,  ftond,  voor  de   om- 

v/enteling ,  in  een  boschjen  diergelijk  eene  kleine  graf- tombe,  bcllaande  uit  eene  marmeren  vaas, 

welker  ooren  door  eene  flang,  die  in  zijn' (laart  beet,  gevormd  wierden,  en  op  welker  dekzel  een 

hondjen  zat,   ftaande  op  een  voetfluk,   op  vier  honden- pooten  rustende,    op  welk  het  volgend 

iraai  versjen  v/as  gehouwen : 

Ce  jnarhre  de  Zizi  te  retrace  r image; 
Elle  eut  tntis  les  talens^  V esprit  et  la  beauté. 
Victime  de  ramour  (a)  qu'elle  iufiruife  Ie  Sage 
One  Ie  fort  Ie  plus  doiix  nest  que  fragilité. 
Helasl  Zizi,  tes  jours   cnttloient  dignes  d'envic; 
Sous  les  loix  de  Segur  ils  font  toujours  heureux ; 
^li !  quil  f  en  di'it  couter  d'ahandonner  la  vie , 
Lorsque  tu  vis  coider  des  larmes  de  fes  yeux- 

CO  Het  was  jongen  werpende ,  geftorven.  t>  t  a  a  t> 

i"  L  A  A  r 


45  vERKLAARINGderPLAATEN. 

PLAAT      XLVI. 

Een  gCLkeltc  van  een  bergachtig  Arcadisch  Landfchap ,  welk  ik  mij  verbeelde  dat  op  een  groot 
daar  toe  «^efchikt  landgoed,  bij  voorbeeld,  in  Gelderland,  daar  de  natuur  uit  haar  zelve  fraai  en 
grootschis,  eene  treffende  werking  zoude  doen. 

INIen  verbeelde  zich  eerst  in  een  donker  Bosch  te  wandelen,  dat  in  eene  Vallei  eindigt  en  daar 
in  eens  deze  partij  zig  aan  het  oog  vertoont;  eene  kronkelende  beek  ruischt  door  de  Valei,  uit 
welke  de  hoogc  gronden  met  onregelmatige  hellingen  oprijzen.  Aan  den  voet  des  bergs  ter  (lin- 
kerzijde, ziet  men  eene  graftombe,  met  een  fphinx,  voor  een  Wijsgeer  opgericht ,  waarop  ftaat: 
hk  Jacet  qtiem  dilexi.  „  Hier  rust  hij ,  dien  ik  beminde"  en  in  welker  nabijheid  een  altaar,  waarop 
ïncn  jaarlijkfche  offerhanden  aan  de  dooden  deed.  Over  het  gebogen  en  rijzende  pad,  ziet  men 
op  een  voetfluk  eene  weenende  priesteres,  met  het  wierook-napjen  in  de  hand  ;  zij  fchijnt  gerfed 
om  haare  offcrhande  in  den  Tempel,  die  ter  regter  zijde  op  een  heuvel  flaat,te  verrichten,  dezelve 
is  toegewijd  aan  INIclpomene,  ccne  der  Zanggodinnen,  die,  in  Lijkgezangen,  den  roem  des  over- 
Icdenen  fchijnt  te  bezingen. 


PLAAT 


V  E  R  K  L  A  A  R  I  N  G     D  E  R    P  L  A  A  T  E  N.  4;r 

PLAAT       XLVII. 

Bevat  den  Platten  Grond  van  het  hoofdgedeelte  van  ecncn  Aanleg. 

A.  Is  de  plaats  daar  men  in  de  partij  koomt.  Men  wandelt  rcgcsom,  tusfchcn  groepccruigcn 
van  roozen  en  andere  bloemdragende  heesters  tot  aan 

B.  Zijnde  een  open  veld  met  Idaver,  met  enige  fchoone  hooggeflarade  Boomen,  onre- 
gclmaatig  beplant,  waaronder  men  des  zomers  een  linnen  tent  kan  plaatfen.  Voortwandclende 
koomt  men  bij  het  Brugjen  gemerkt 

C.  Van  waar  men  een  fchoon  verrasfchend  gezicht  heeft    over  het  Water 

D.  op  het  overblijffcl  van  een  oud  gothisch  Gebouw;  het  fchijnt  op  een  brok  van 
een  Rots  gebouwd ,  waar  uit  het  water  zijn  oorfprong  heeft.  Zo  de  gelegenheid  der  plaats 
toelaat  dat  men  door  kunst  of  uit  de  natuurlijke  ligging,  door  kunst  geholpen,  dat  brok 
rots  tot  een  Waterval  fchept,  zal  het  nog  veel  fchooner  zijn;  tot  het  nabootfen  van  eene 
rots,  kan  men  gebruiken  incengefmolten  gebakken  ftcencn,  die  op  de  meeste  fteenbakkerijen 
nu  en  dan  voorhanden  zijn,  of  brokken  van  gefprongen  klippen,  welke  zeefchepen  dikwijls  tot 
ballast  inneemen,  en  dan  in  de  Kooplieden  voor  een  kleenen  prijs  verkoopen.  De  wandeling 
gaat  van  daar  tot  eene  kleine  verhevenheid. 

E.  waarop  een  eenvoudig  Tempeltjen  van  Boomfiammen,  met  riet  gedekt;  van  zelve  leid: 
de  wandeling  tot 

F.  Men  kan  na  verkiefing  het  Binnen  Vertrek  van  dit  Gothisch  Gebouw  inrichten.  Indien 
de  plaat  niet  gefchikt  is,  om  uit  het  zelve  buiten  deze  partij,  goede  gezichten  te  hebben, 
kan  men,  om  kosten  te  vermijden,  een  plat  houten  Schot  op  het  ftuk  Rots  plaatfen,  waarop 
een  Gothisch  Gebouw  gcfchilderd  is.  Men  wandelt  de  overzijde  van  het  water,  welks  oevers, 
door  groene  beplante  bultjes  geboogen  zijn ,  langs ;  aan  het  hangen  van  den  berg  vindt  men 
het  Priecltjen. 

G.  't  Welk  van  ongefchilde  boomtakken  gemaakt  en  met  klimmende  Bloem  llruiken  begroeid 
is.  Van  daar  leidt  eene  langzaam  klimmende  wandeling ,  door  digte  Pijnboomen ,  eene  mee 
onregelmaatige  hellingen  aangelegden  heuvel  op;  in  't  voorbijgaan  ziet  men  het  Monument  getekend 

II.  Voortwandclende  bereikt  men  den  Tempel 

I.  Van  Boomdammen  gebouwd,  en  aan  den  Landbouw  toegewijd;  aangenaam  word  hier  de 
wandelaar  verrascht ;  het  Monument  en  de  ftatigc  Pijnen ,  maaken  deze  Partij  eerst  fomber ,  in 
eens  word  dit  afgewislcld,  door  een  ruim  lagchend  gezicht  op  bouwlanden,  met  ondcrfcheideii 
foorten  van  Veldvrugten  bezet ,  aan  de  regterzijde  door  een  Vrugtboomgaard  bepaald ,  getekend  K. 
waaraan  de  Boerenwerf  L.  volgt.  Indien  de  plaatslijke  gelegenheid  zodanig  is,  dat  hier  in 
waarheid  eene  Boerderij  is,  is  het  fraaijer  en  voordeeligcr ,  dan  dat  dezelve  nageboost  wordt; 
in  het  laatfte  geval ,  kan  men  egter  de  daaropftaande  Gcbouwtjens  tot  onderfcheidcn  einden  ge- 
bruiken ,  tot  woning  voor  werklieden ,  flalling  voor  Paarden  en  andere  beesten ,  menagerie  van 
Hoenders,  Kalkoenen  enz.  De  wandeling  gaat  over  de  Boerenwerf  nabij  het  punt  A.  daar  de- 
zelve begonnen  was. 

PLAAT 


48  V  E  R  K  L  A  A  R  I  N  G     D  i:  R    P  L  A  A  T  E  N. 

P    L    A    A     T       XLVIIL 

Platte  Grond  vnn  ccn   niet  zeer  grootcn  dog  netten  en  bevalligen  aanleg,  waarin  veele  aange--' 
naam  afwisfclende  Panijtjcns  zijn. 

A.  De  Ingang. 

Men  wandelt  langs  groepen  vnn  blocijende  heesters  en  bloemen,  getekend  B,C.  D.  en  van 
agteren  door  hoog  en  groeijend  plantfocn  gedekt,  ter  rcgter  en  ter  flinker  zijde  van  het  water  ^  welks 
boorden  door  kleenc  hoogtcns  geboogcn  en  met  boomcn  van  ondcrfchcidcn  foort,  hier  en  daar 
door  een  Treurwillig  aigewi>feld,   beplant  zijn,    tot  aan 

E.  Zynde  een  heuvel  met  vijgcnboomen  beplant,  welkers  takken  men  des  winters  in  dan 
grond  buigt  en  met  aarde  bedekt.  Aan  de  regterzijde  ziet  men  nog  eene  groep  bloemen  en 
toomt  bij  het  pricehjcn 

F.  IMet  onderfchciden  foorten  van  klimmend  groen  en  bloemen  beplant,  en  van  agteren  dor 
een  groepjen  populieren  gedekt;  men  heeft  van  daar  ecu  tckcnachcig  gezicht,  over  het  gcbog..".! 
water,  en  dcszcÜ's  bultige   en    alwisfclcnd  beplante  boorden.     Langs 

G.  Zijnde  een  vak    met  halfllamde  Vrugtboomen,  wandelt  men  over  de  Brug 

H.  Aangenaam  wordt  men  daar  verrascht  door  een  overdekte  Zitplaats  met  banken,  getekend 

ï.  Dezelve  rust  op  zes  Kolommen ,  Lijst  en  Frontefpies  bedekken  het  rieten  afdak. 

Men  heeft  van  daar,  niettcgeufiaande  de  kleine  omvang  van  het  ten-ein ,  een  grootscn  en  llree- 
lend  gezicht;  de  zo  even  verlaaten  Brug  IL  tekent  over  het  water,  welks  boorden  zo  laag 
moogiijk  voor  deze  partij  weggenoomcn  zijn ,  op  dat  de  geheele  tekening  daar  van ,  van  de  Brug 
H.  tot  de  Heuvel  N.  ,  zig  onbelemmerd  aan  het  oog  vertoont  over  het  vak 

K.  Met  hage  bloemen  beplant,  en  het  water,  ziet  men  den  langfaam  rijzenden  Heuvel 

O  Geheel  met  Oranje  boomen ,  en  eene  menigte  andere  in-  en  uitlandfche  gevvasfen  bezet,' 
't  welk,  indien  zij  met  fmaak  geplaatst  zijn,  eene  heerlijke  werking  doet;  een  kronkelend  en  loin- 
merrijk  pad  brengt  den  wandelaar  over  de  brug 

L.Men  doet  bet  plaatsjcn 

M.  Naar  verkicsing  al  of  niet  aan ;  willekeurig  is  het  wat  men  dhar  pl'aarst  —  een  onder  een 
mibleidende  gedaante  voorgelteld  geheim  Gemak,  Hutje,  Altaar  of  Monument ,  zijn  alle  gefchikt. 
Men  vervolgt  de   wandeling  langs  den  groenen  met  pijnen   beplanten    heuvel. 

N.  Tot  aan  O;  het  f^jhoone  en  de  geur  der  bloemen  nodigen  de -"wandelende  hier  enig3 
oogenblikkcn  te  vertoeven ,  op  de  bankjes 

P.  Q.  Welke  onder  het  lommer  der  Boomen  geplaatst  zijn.  De  voorfle  rijen  bloempotten, 
zijn  tot  aan  den  rand  in  de  run  gcgraaven ;  van  boven  en  aan  de  zijde  is  de  Heuvel  met 
fparren  en  platanus  beplant. 

De  wandeling  vervolgende,  wordt  men  door  een  gezicht  van  eene  gantsch  andere  natuur  ver- 
rascht; een    Gothifche  Ruïne 

Pv.  Gedeeltelijk  ingefiurt,  welker  brokken  en  ftukken  van  zuilen,  op'  den  grond  verftrooid , 
en  gedeeltelijk  daaronder  bedolven  zijn,  vertoond  zig  aan  het  oog;  alles  is  hier  in  den  om- 
trek ongckunl'feld  en  ruuw;  de  grond  oneffen,  met  gras  en  klaver  begroeid,  is  hier  en  daar 
met  een  ftniik  en  hooge  boomen  beplant;  een  ftuk  Heen  en  oude  boomilammcn ,  dienen  voor 
7.itbanken 

S.  Om   van  daar  hcc  vcrganglijkc    van    menfchen    arbeid    te  bcfchoiiwcn.  De  wandeling 

eindigt  bij  F. 


PLAAT 


Tl.  XJ.I. 


-v^^iètóö^.  ^^i^^=^§^,;^^4%^ 


I      ''''''■'■    "T" 


ALiy/U. .  ivet': 


mimÊvWi 


rl.  xLii. 


1        ■        ^^.  ■ 


1      iS/i  /  ^  ^- 


S    -    S    o   Jc  ji  j-z  ^ 


Pl.xrjii. 


rJ .  XLiv 


■i     ^   ^   i;   17  J-    i-    o  -te  11  iz 


rl .  xla: 


l^ffl^l 


IL  -^At'/IC  :     /VVr'    /v.^ 


n.  XI AL 


i^^''"^^^^^^ii 


;!*i!':i;ii;,i:n;|i!i!jiiii|ii|iiili  t  %  ^|L*^<^" ' 


Tl .  XLAir. 


t^    ^%   t'jW    4  4 


wm 


'Il  p.'i'.iili'!:,!r,Mi-.'''i|    • 


<1 


^'^I^Mi'i.r. 


IV 


t4 


^.c-^ 


^ 


t 


a>rs>' --^     -    's,'—' 


'^-'"^ 


^1  «^11^        J       ,  TL.' J      "-^ 


-4.^ 


frv;?.  -Cc^^j^H 


fc^f  VtV 


is. 


isi^Ta^ 


'*  /;k'f  lil 
1^ 


.;^r>r- 


-iJV/=5, 


<^. 


'>^ 


.<     -/ 


<y     i>     A' 


._'  'tv'^^^^<f      .■:  ^'rYrt^v^ 


^1  ^^^  .-t. 


■f^^ 


r? 


/        >V 


f^ 


',y^, 


■ïs\ 


è'#       fel? 


/:■; 


•  ■  'i',J/:v<         >A.\;-t/'<-,v 


?