Skip to main content

Full text of "Ecclesiola, dat is, kleijne kercke, ofte Aenwijsingen door welcke oeffeningen en betrachtingen van godtsaligheydt en godtsdienstigheyt, de huysgesinnen der Christenen kleyne gemeenten konnen worden Sim. Oomius"

See other formats


Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC. 

Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 20 11 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesJ LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



37 '3 V<J. 

ECCLESIOLA, 

Dat is > 

KLEYNE KERCKE 

Ofre, 

Aenwijfingcn door welcke oefFeningen, en 
betrachtingen van Godtfalighe3^dt , en 
Godtfdienftigheyt , de uuyfgefinnenAtt 
Chriftenen , Kleyne Gemey riten konnen 
worden Met beantwoordinge van 
alle legempcrpïngeriy en de vc5or- 
fteÜinge van Beu^eegredcncriy 
daer toe dienende. 

Door 

. S I M O N O O M I IJ S, 

Dienaer le[u Chrijli in de Gcmeynte tot TurmerJandtf 




t'AMSTERDAMi 

By lacoh Benjam'm ^ Boeckverkooper, in de Warmoes- 
llraer, by de eng Kerck-ftecg, in de Druckcry. i6^i. 



Vpgegz\mi 'Volgens de ge^oone ordre 
der Kinken hier te Lande. 




OPDRACHT 

Aen den 

Eörwaerdigen, feer Voorfienigcn, ende 
Godtvruchtigen, Heer, 

ANDRIES MARYNSEN 
van der VEE R, 

Vermaert Koo^wan , en weerdig Ouder^' 
dcrling in de Gereformeerde Kcrcke 
/. C. toe Lcyden, 

Seer waerde H^tr, cn J^nemh ; 

Aer worc in defe dagen veele van 
de Reformatie y ende Verbereringe 
gelprooken- endeook gewiireiijck 
niet te vergeefs : Want wy bele- 
ven nu een feer godtlooiê ende ongebonden 
eeuwe , in de weickc deChriftenennoch 
daeglijks flimmer , ende alle Chriftelijcke 
f lichten noch flauwer betracht worden , ja w^ei 
by na in vergcetenilTe zijn gekomen. Indien 
nu den Soone des menfchen op der aerde quam , 
fcecker "ti^eyn'tgh gekove QiidQ kracht van Godtfa^ 
ligheyt , foude hy onder fijne Chriftenen vin- 
den. Des Oudtvaders Chryjofihowt kUghtcchryfcftkh 
over den verdorven ftaet des Chriftendoms ^J^J,*^ 
ten lijnen tijde, mogen wy wel de onfe maec- 
ken ; roor dejenyiücrtde K^rckeChriftigekemuyt 
de maniereUy als den \»andel , of van alle, of van de 
meejle Chriftenen^ beyhgh tipas j maer nuzjjndit- 

2) Cbri^ 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Cap^ 7. 



OPDRACHT. 

Chiflencn erger dan de ketters , ende heydemt 
gey»orden. Nu worden de menlchen wijsge- 
rcéckent , na datfe goddoos zijn , endede 
Tonde is tor fulcken hooghte gefteygert ; dac 
alle dii)|^en bemint, enrle in vcrwonderingc 
gehouden worden , Godc iilleen , ende God - 
lalige oefFeniijgcn uyr-gefondert ^ v;ant die 
worden by na in alles veracht. *t VV'elcke als 
oock' indeeerfte Kcrckegefchiede , Tooliec 
Godt, gelijck 5f?/ri.^;;M5 getuygt , fchrickelijc- 
ke vcrwoelHngen aenrichten op der aerde. 
Hier komt iiochby, datonfemcnfchenroo 
jammerlijck verdorven zijn, dat fe naawlijcks 
^gelijck oock Mufiulus van de menCchcn ten 
lijnen tijde klaegde) willen verbetert worden^ 
de dratik die haer behoorde te genefen, 
maccktTe fieck, gelijck veele die Tie-ver in 
hare iicckten willen uyt-teercn, dan langer 
fulcke bittere pillen necmen. En dat is im- 
mers waerlijck den droevigcn toelbndt ? 

Oude klachte van den yverigen en Godt- 
vruchtigen Maiirhius l^ljodorptus , moogen 
Lu^ijf/'''**)^^ in de(e daegen wel vernieuv;en : Het is y 
orthU.' [Godt betert 9 daer toe gekomen , dat men felfs 
met alleen niet cn traght Godts rycke , va fij- 
ne kraclu , in onfc herten te hebben , macr daer 
men felfs te rugge hl'yft , yi)Hde men oock ift-e/ 
geeren , dat een yegeïijck te nigge deyfde. 
jAls veele , met Sanehallat de Horannter , 
Jende Toiw de Ammonitijche knecht^ Nehem» 
(cap» 2 ; vers lo. hoorcn, d^t 'ex rfders een 



7V<r/. cit. 



O P D R A C T. 

tttenfche gekoowcn is , om ytf.it goas te foecken 
voor Godes Kcrcke , en het Lande, foo 
mifhaeght haer dit met een groot nuf hagen. 
Tegen fulcken eenen neemr men eenen 
openbaren oorlogh aen ; of anders men 
j pooght alle fijne Godtvruchrige raedtfla- 
g^n , ende betrachtingen, hsymelijck vruch- 
teloos, ende by een yegelijck, 'k en weet 
niet door wat voorwendingen , verdaght 
en veracht te n\2LQcktï\^ Saneballa t toonde 
I hem oock geneegen om tc bouwen a^n 
j de vervallen muuren lerufalemsy als hy al- 
! tfermeell voor hadde den opbouw te ver- 
1 hinderen, Hoe veele hebben defe loof- 
1 heyt van hem geleert ƒ Ende dele zijn iw 
der daedt de fchadelijckfte , gelijck in fij/ 
nenjijd^t ondjïrvQndt jdeji vyérjgê n J?f/or\ 
JhatmiLutbfius , A-weIcke icyde ó^n ds val^l 
che vriende n hem binda'IijdieïL9,JauJ2SU^mfche{ 
P fUkami. 

Andere Hen wel te mets dat , indien Kerck 
en Landt lal behouden blijven , reformatie 
noodigh is ; Maer by haer en is geen geefte- 
lijcken dnft , of kraght om die voort te fet- 
ten , ende te beginnen ecrfl in haer felvcn , 
ende daer na oock in andere. De liefde 
des werelts , ende der weilulten leght 
haer foo fwaer op het herre , en fteeckc 
'er foo diep in de ziele , dat (c geen on- 
verwinnelijcke crjragie konnen hebben , om 
ycts goets te doen voor Godt^ voorde 

A Godt- 



J7. 



OPDRACHT. 

Godtfaligheyt , voor andere , cn infonder- 
joh.ciuvtt . heyt voor hacr eygcii felve, Eentrsifelijck 
^^J^^Hiftory-fchrijver klaegt niet fondcr reden; 
jisiBr'\De meefle maecken haer t^erck van vermacck , cn - 
hnghtigmtghyr-^ dïe '^ortfeldcttgeften, die na het 
)Hemelfche Vader lam m den Hemel Jiaety die voor 
) hem d' eeu';t>igc fcbaven bercydt. Seecker vcele Ti e«- 
{fchcn beeter t'yden ^ waer yi>eymgc of geen verbeteren 
[Jjaerfelven, 

jA^^och fchnon de tijden foo verdorven , 
^""^nde die, dewelcke ernltelijkop middelen 
van verbeteringe dencken , veracht en y\e?ynigf^ 
zijn, gel'ijck ty^ee bloote kudden tegen over het Le- 
ger van die machtige , ende rafende ^jfyrier^y 
die het gamfcbt Landt vervullen ; foo moet 
evenwel cenyegelijck , opwelckenrfe mf/è 
dei Heeren is gevallen , den moet niet laten val- 
len , maer als covragie tegens couragie , ende 
gewelt tegens gewelt ftellen, onvermoeyr, 
fiantvaflighy onbe'^ccghïijk , ende alt\jts overvloedigh 
zijnde in dat goede des Heeren. Hoe de 
rerdorventheyt grooter , het verval fwaer- 
dcr , ende den tegenftandt machtiger is, 
hoe der oock grooter en meerder yver, 
oock yvcracrs, vereyfcht worden. In *t goe- 
de moet men fich niet laten overdwarfen , 
maer met een voornecmen des herten , den Heere 
hertncckig ( op dat ick alfoo fpreecke) by blij- 
'■ ven» Soade een wan, als icky vlieden , feyde 7^e- 
Nch, 6 hernia» In*twerckder Reformatie^ moet men 
meerder fien op den plight , die herftcit dient 

te 



T r 

i3t 



• • • ' 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, 



33; 



ooi' 



OPDRACHT. 

te worden , dan op het gevaer , en de den te- 
genftandt Infonderheyt nadien onfen Godc 
niet gewoon en is , groote dingen onder ons 
te doen , dan door groote beroeringen ende 
hevige op^ofitien. P4«/i woorden zijn bekent, O 
I Corinth* i 9» My is een groote ende krachtiger 
deure geopent , ende daer zijn nek tegenflandersA 
Soo gingh het oyt en oyt , gelijck breeder ge- 
toont foude konnen worden; diederhalven 
meynt yets goets te verrighten Tonder groo- 
te moeyte, dwaelt, en bedrieght fich voor de 
handt al te jaramerli jek De Duyvel laet hem 
liiet foo light berooyen* Die voor heeft 
yets re reformeren, moet die giffingh maccken, 
dat hmhanden^ tegenftandt, vervolgingen 
en be(pottingen zijn naeckende. Maeralswy 
ons werck met couragie kloeckelijck beginnen, 
ende doen , foo fal Godt het fijne doen , het 
onfe zegenende , en bevcftigende, *t Was een 
braeve antwoordt , die Luther aen den al te 
feerbekommerden Melamfm gaf ; 0 , feyde 
hy , Indien het Godts faecke niet en is , foo laet fè 
ons aen een zijde leggen i maer foo immers , foo laet ^^'-^^ 
V ons in voortgaen, ende voorts op Godthetrou^ ' 
y»en, ' 

Onder die veele dingen , in de weicke de 
reformatie en herftellinge nootfaeckeli jck ver- 
eyfchtwort, verdient het huyfgefin, endede 
huyf-oejfeningen wel d* eerfte ende voornaem- 
fte plaetfe. Hoe jammerlijck die onderons 
Cbriftenen vervallen zijn, weet een ycgelijck, 

(♦4) ende 



OPDRAC HT. 

cnde het biijckt infonJcrheyt hieruyt, om 
dat fc by de meefle (ecfiige yife)'mgc namen 
uytgefb'idert ) als wnt vrcemts gehoiulen 
worden. Die li'ch onderwindt nicc ernll , 
eiidc volle kracht aen te dr/ngen op Huys- 
Camhifaüen en Gebeeden ; op 't lejen van Go- 
des fVoort, en fwy^en van Pfalmetty op gefetn 
tijden, in de huyjen, cmlc op andere Chri- 
ftelijckc oeffeningen , die fchijnt by na een 
nieim , cndc noyt voor defen gchoort Euan- 
gelium te predicken , cmie bchack hem de 
vcrachtinge , en bcfpottinge , niet alleen 
van demeenighte des voicks , byhctweicke 
fekfcn veclc kcnnifle, en vrcefe Godrs ge- 
vonden wort , maer oock wel temets 'r welc- 
ke droeviger, endc den vroomcn een doot- 
Jleeck inharebecnderenis) vandicgeenc, die 
in defen vmgangers behoorden te zijn , endc 
de baniere op te itcccken* 

£nde dit is gcwilTelijck niet te verwonde 
ren ; ja het foude veel eerder te verwonde- 
ren zijn, indien defc heylige oeffmtngen, 
fon Icr eenigh tegen- fpreeckcn , van alle en 
overal, wierden aengenomen : Want 't is 
d*al-oiKlc jt)ri/(fïi/df des Diiy veis, dat hydic 
dingen aldcrhatelijckll foeckt te maecken 
onder de mcnfchen , die hy weet dat den 
menfclien d' aldermeelle vrught ter falig- 
heyt verfchaffen , encle die fijn Koninck- 
rijck der diiyfternifle den grootüen af- 
breuck do«n* Nu ick geve ailen den gee- 

nen 



OPDRACHT. 

nen die niet al tȆlens hlmdt , endc met een 
voof-oordecl zijn in-genomcn, te oordcelen, 
ho-ï bcquaem defe Huyf oefeningen zijn, om de 
menfchcn , onder Godes zegen , te doen op- 
yt>ajjcheii m de genade ende kenn^e onfes Heercn Ie- ^ P^hsuf, 
fu Clmjii , om ie macbngh le maecken m de Schrift 
ten , ende oock om malkanderen te vermanen ^ ^ j /«i 
ja om een gewenfchte reformatie te brengen in 
Kercke en-le Polme : Want het huyfgefin, 
(geli/ck'etwelis van Ariftotelcs den Pbilofoopb 
genocmt ) is 't eerflegefeljckap , ende den gront' 
van alle andere • Sy zijn de Luuryen van ï^ercke 
en Politie^ etidena de geene, zijn defe wel of 
qualijck geftelr. Teeliugius , welckers name al- 
tijts by de vroomen in onfe Kerekeninze- 
geninge wefen fal, de Vaders tot rejormatie 
van haer huys, in in-voeringen van Hityf- 
oeffeningen op-iveckende , feght verder aldus : 
Dü dus betrachtende, foo fult gby alle^eegeWive Ri'Mtjdt, 
confiientïe yufcl gequeten bebbcn voor den Heercy uyfe 
huyfgenoGtm dcught doen , en uxi>e ziele troo/i aen- 
brengen , en fultgrootc verlicbtinge aenhrengen aen SL^Ï'.r. 
de regeeringe der Politie • '^'ani toch alle dtfordre""f^^'^'^'' 
-^elcke iiytbrecckt inde Politie, '^ert eerflgebreeyt^p!^/,]:^ 
in de htiyfgefinnen , daer kan dan den Bafilifcus 
in fijn eyeven beji ver treden yi^urden, Daer kon de 
gewiflTelijck niet waerachcfg;r gefegt worden. 
De vroome hebben langen tijt na i?efon>w/i2 
in Kerck en Sraet geweiifcht:, ende haer te 
mets veele goede dingen beloofr ; maer fy zijn 
genootfaekc de klachte der Kercke, Jcr.S.'zo. 

S) de 



OPDRACHT. 

dc hare te maccken : De Ooghliisvoorhyge-^ 
gaen , de Soomer is ten eynde ,* noch en zijn Tby niet 
vtrlojl. Mm yipacht na njt van genefinge , maer 
lerem.fnffiet, dacY ts verfchmkktnge ; alle dingen blijven 
alfoo gel'tjck van het hegtn , ja verergeren noch 
' 4- meerder. *t Komt hier van daen , om dac de 
Huyfgefumen metonwetcnheyt, roeckeloof- 
heyc , ende alderhaode ongebondcntheyt 
vergiftigt zijn» Soo langen tijt onfc httyjen 
niet in /verder verandert zijn, fooen konnen 
onfè i^ercken niet fuy ver , noch onfen StAet 
geheyligtwcfen. 

Hrerom moeten die geoordeelt worden 
cenen nutten , en noodigen arbeydt aen te 
wenden , die de menfchen tot Reformatie van 
haer hnyfgeftnnen , ènde tot betrachtingen 
van Hayf-oeffcningcn poogen aen feleyden, 
cnde op te wecken. Ende in delen hebben 
een byfonderen lof verdient, de Hoogh- 
geleerde en fecr Godtfalige D Petrus JVitte- 
yvrongely en D\ Francifcus Ridderus^ Mannen 
die haer gantfchelijck hebben over- gegeven 
ten dienite van het Huys-Heeren. Den 
ecnen heeft ons het ecrfte deel van fijne CJm- 
Jielycke Huyfhoudinge gegeven , en het ttipeede , 
in *t byfonder op Huyf-oeffeningen flaende , 
hebben wy tot dus lange met fonderlingh 
verlangen te gemoetc geficn. Den anderen 
heeft fich aen ons verplicht met fijne dage^ 
ïijckfche Huyf-Catechifatie y beftaende in Mor- 
gen, Middagh , en tAvondt -oefeningen i Ende 

als 



2^ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



! 



Tl.. 

UK 
^1 



I OPDRACHT. 

als ick nu onlangs (agh dat oock defè van de 
mijne in onfê (eer bloeyende , ende lieve Ge- 
meynte, oponlcaenmaeninge , met aenge- 
naemheyt ontfangcn , ende luit geleien 
wierdt, foo hcbb' ick gelegentheyt geno- 
men, om fe (oo in 't byfonder , als in 't open- 
baer , verder op te wecken tot een ernftige 
betrachtinge van dele ocffeningen yin haer huy- 
fen; ende oock, door des Heercn zegen, 
niet fonder vrught» 

't Geene wy den onfen, defen aengaende , 
breeder in predikatiën hebben voor- gedra- 
gen , geven wy nu, op verfoeck van veelcn , 
korter in een getrocken in dirtegenwoor- 
digh gefchritt ; vertrouwende in den Heere 
dat 'ec oock noch al by defen of gcenen eeni- 
gen dienft fal doen , ende ergens te pafleko- 
men^ Wy wenichen ernftelijk dien dagh te 
fien ende te beleven, dat wy onfegroete- 
nilTen aen de Ledematen mochten fenden , 
gelijck Paulas aen die van Roomcn, ende an- 
dere : Groet fulcken , of ftikken een in den Heere , 
met de Gemcynte dte in fijnen huyfe is ; cndedac 
wy van onfe Huyfgefwnen konden Tcggen, 
gelijk gefegt wiert van dat van F«//^?w<ï , aen 
de welcke ^Auguflimts en j^lipius fchreeven : 
Utip' huys achten "ü^y geen klep eKerckeChri fii te 
Toefen, 

Wy weeten feer wel dat defe onfe poogin- 
gen befpot , ende van fommige als een nieu- 
wigheyt fullen worden uytgekrceten : Want 

foo 



VÜeWtüft, 
in LeVtt, 
Cap. r7, 

7<^f • 



Damu/n 
Vffiiam noK 
p.trvam 
Chrifit Ec. 
cUfi/imie-' 
putdmut. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxluceci by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



O P D R .A C H T. 

fogaet 'et doch nu,- cle bcfpottcrs en lafteraers 
EK'ch,7: 10 groenen , de plichten der Godtlaligheyt, 
fchoonoockde voornaemfte, worden beu- 
felingsn en fymclingcn geoordeelc , endc 
die 'er opdringen worden over al af- gefchii- 
purtufii- derc als onverdraechliicke en vijfe men- 
n>fj'!mus. i^-h-n , Qie Hct liootc vo! wm'lc endemeu- 
Grot.iH wigheden hebben ; ia te mets ah fchiin-hev- 
Pag.m.i,s iigcn , en hypocrtien , die op net uytterlycke 
^Ü/^tï?-^^^'*' mugge uytjuygen y endeeen^e- 

34^. wel doorfmlgen , om dat 'er te mets gevonden 
worden , die om Erafiü woorden te gebruyc- 
ken, vjQÏ gïoote dingen fireecken, nwergeen 
groote óingQn beleven ; Hierom hout men fe 
alle verdacht. Soo gingh het al in *Auguflmi 
tijt ; Want die heefc aldus gcklaegt : iVaer 
■1. toe juieiife anderr, , oiAe -^aer op leggen fe anders 
''^^'ioe^ dan indien een ijtjfcbop , of diebel'ijdenijfe doet 
van Godts Hcylige name , in eenige fonde valt , een 
yegelijck met [onder lingen arbeyt te doen geloovcn y 
dat fe alle fooianige zijn , fcboou Je niet alle ontdeckt 
en konnen fcorden. Doch *t is Godes Dienft- 
/ co',r}.4- k,ncchten voor het mir.fle van ecnmenlchelijck oor- 
deel geoordeelt te y^orden j die haer oordeelt , is de 
Hccre, Hy die lalkrr, cnde niet hy die gela- 
5, ftert wort , is ellendigh ; nochtc hy die van 
5, fijn broeder wort geflagen, maer hy die fijn 
j, broeder flaet , is een fondaer na de Wer, 
iCyprianu,, Endc als de fchuldise den onfchuldigcn 
Eptfi. III.» vcrongelijcken^ ioo lijden die ongdijck, 
p*^.mih,,i) i'gYyg ixjeynen acn anderen ongelijck te 

doen. 



O P D R j\ C H T, 

„ doen, gelijck niet min foetelijckjdan waer- 
5, aehtigh vati Cyprianus is gefegt. 

'r Is niet nieuw, dat men den ecnvoudigen 
^athavaels ende oprechte TS^azireen ,die uyt 
eenvoud ii^heyt ende toe-geneegentkyt harer her- 
ten , poogen rechte paden voor de voeten der 
menfciien te viaccken , op dat het geene kreupel is 
fiict verdraeyt , maer veeleer gene jen "^or de y be- 
fchimpt, ende een doelwit van alderhande 
fpotrernyen maeckr. Al van oius afzijn de 
Godtfalige de tafel-redenen , ende fatijen van 
de fpijfen of der godtloofen , ofiofieChri- 
ftcnen geweeft , nergens vierigcr, heeter, en- 
de precïjfer in zijnde, dan in hec behouden 
ende verdedigen van hare vleefchelijcke ilor- 
digheyt ; ten allen tijden is op hare maeltij- 
den ende by-een-komften '^Hoofi van eenen 
lohannes den Dooper gebracht , door wekkers 
yver fy ficn , dat hare flauwigheyt en Jauwig- 
heyt wort ontdeckt en befchaemt gcmacckc 
voor de werelt* Als die goede en foetvoeri- 
ge luyden, om op het lachte tefpreecken, 
goede cierc maecken , ende verhittct, 
den van den yiy'tjn y dan moeten eenige van die 
geene , die *t vervallene eenigfins poogen te 
hediellen, tot haer in gebracht worden , ge- 
lijck Simfon onder de Phtlijkenenjom haer den Kla^ii 
gantfchen dagh tot een fnaren-Jpel,en belacchinge te ^"^ 
dienen. Soo wierden eertijts die gene,die ee- 
nige goede dingen boven het gemeyn feyden 
cn deden,Yan ÓQgeeJïelïjcke^ of ikY^beeftelycke 



OP DRACHT, 

m 't Paufdom ^ uyt-gelacchen , en met een 
loh cerf. wonder geroep, en f omm/e of iwHl ycrwor- 
2'K^f.'^'-'P<^^''55sluck daer overgeklaegt heeft lohannes 
r.ijir Ecci GnfoUy enÓQ ook T^icolaus de ClernaugtSyÜQrtS' 
citmt' deecken van Bayemie^ in lijn bocck van de 
JschcL vadorvene Jlaet der }fs.ercke, *t welcke hyge- 
mxl'iXt/ Schreven heeft in 't jaer 1416. Onder andere 
fienern/. opmerckelijcke dingen fegt hy : Defe vleefche^ 
eda,m '4. iy(^^e Söonen der Kerckcy eubeforgeny noch gevoe- 
len aHcenniet de geefielïjcke dingen , maerver vol- 
gen oock die geene, die na dengeejl z'tjn y gelïjck 
van de tijden des rechtvecrdigm Abels , 'ïijelcken de 
vleefihehjcke Cain doode , altyt gebeurt is , ende ten 
eynde der y^erelt altijt gebeuren fai , Maer de 
Exiu {potrernyen en fteccken van dele jioattge file- 
ren , en hebben noyt de ware Reformateurs 
vertrnegbt, muer fijn eerder als ;>ec^ en/Tt'^- 
vel in *c vyer van haren ƒ wr geweeft ; het geen 
fin:ekryey maer een ^fe«emi/èdefcighcyt ach- 
tende voor de waerheyt, ende d'oefFonin- 
gen der Godrf'ahgheyt , oock in deminftc 
Ihicken , te kampen , ende befpottingen 
voor hare (aligheyt , voor dedciighden , en 
voor den go<:den wille ChrilH le verdra- 
gen. 

Wy en houden het nochtans niet voor 
goet , noch konnen het prijlen, dat men alk 
mndere Amgtn alttjts , en op alle plaetfen , en 
by rf/Zcmenfchen , ten alderttytcrjien üd-^ niet 
als of wy diewanacht 5 en gantfchelijck niet 
pehandthaeft wilden hebben ; Want oock ge- 

Wil- 



OPDRACHT. 

1 wiflelijck de reformatie moet oock bc- oogen 
. d' alderminfte dingen , ende een rechten 
deur-gewrochten Chrillen moet hem van 
i die dingen wachten, op de welcke niet eens 
I de lachte , gemackelijcke ,• ende gcmeyne 
j Chriüenen acht en geven, ofte ietten ^ Ja 
. i ókdcCelvQ met anders a\ zemel' hmpe^yey en 
i beujelitjgen oordeelen te wefen, Maer wy ach- 
! tendatmeneenige minder dingen, vooreen 
\ ït/ty ende tegen lijnen y^ille , moet dulden 
rende verdragen, de welcke Tonder grooter 
i fwarigheyt en moeyte nietuyrgetrocken, of 
. « verbeetert konnen worden, weegen de ver- 
dorvcnth eyt der menfchen , ende tijden, 
Laet den mênfcUe metweede-doogemheytbeJirapH ^f^"^* 
- 1 en verbeeteren , dat by kan 5 doch dat hy met en kan, 
i laet hem dat geduldigh dragen , ende met liefde , ["Jf";"; 
lichten , en droevig zijn , heeft Teer wel ^ugujli- cU- 'W. 

gcfeght. Men moet wel yverigh wefen ^1^'*/'* 
voor de waerheyt , ende deGodffaligheyt, 
{ tegen alle maniere van verdorvcntheyt ; maer 
t nochtans moerde -^lifheyten voorilchtigheyt 
l onfen yver alfoo regeeren, datwydew^er- 
> hcyt en Godtfaligheyt geen nadeel toe en 
brengen , door een al te haeftigen en ontij- 
dehjcken yver. De verdorventheyt van den 
: mcnfche moet men al yets voorlichtelijck 
i t.oe-geven • alle dingen en paflfen niet op ^//^ 
i menlchen , op alle tijden , op ^//(jplactren; 
t^n geejielïjck menfche moet die allewijfe^ 
ouder fcheydm ^ om zielen te vame n. l\ 



Dordrecht 



OPDRACHT, 
rswoordenvan ïohatities Deodams , Godtsgsleer- 
/aê van Gcwcpc« , hebben my bchaegt , in het 
)synodtts tot Dordrecht Met hy dus ieydc : T^tet 
is Vr dat meer de belle Rcformatkn krachtdoos 
maeckf , aïs een ayierfte firaffio^ ':€yt , cud^ tegrooten 
yvcr, om alles ie rechte te breugm. Jbn feecker die 
-geene , die op-geblafen zijnde met geelte- 
lijcke hoovaerdighey t ondsr cndc boven al- 
le andere foutje poogen uy t re fteeckcn , den 
weefler ende het manneken te f'peclen , door 
vleefcheliicke en faSiietificontentten , drijven- 
de en hertitaende, nier alleen op ow»m//c en 
vnmongelycke , maer oock opgoede , of ren mm- 
dengeen quade dingen, mee ondcriatingen 
van andere dingen , die van meerder ofgrooter 
gewiohtc zijn j wat Ibnde die anders , dan fij- 
ne ydelheyt en Itinckende hoovaerdigheyt 
openbaren , en toonen dat hy kti finguher 
aerts-gefint en vlcefchelijck was ? Die dit 
doent zijn recht die geveynfJ.c , die wie- 
J^^nl^s vendedemumey endededtlUy ende het komijn^ n4 
' ■ ■■ laten hetf^acrfte der IVet • die een mugge uytfuy^ 
gende , den kemel doorfy^elgen, Macr wat een 
iichtvcerdigheyt, eride iicfde-Ioof heyt is et, 
die alle fuicke menfchen te achten, die na hst 
voorfcluift van Godts Woort , gelijck fe 
feecker weten , yets doen , en willen dat 
oock andere betrachten , *t weicke foo met 
haren fin , concepten , en laiiwen temper niet 
accordeert of over-een komt , even als ot 
picn, om voor gztii geveynjdc acngefien te 

wofr 



OPDRACHT. 

worden, moft los en ongebonden zijn; endc 
als of men , om niet begroet te worden voor 
een menfche , die vreemde fratfen in 't hooft 
hebbende, een nieuwe Hnfreligtey enGodlïUig- 
heyt na de nieuwe jnoode wil fmeden , alle 
Godtfali'^heyt.y enGoddaligc oeffentn'^en luofte 
achrer de banck werpen , of in eeuwige duy- 
fttrnilie iacen veiTmooren , en voorts rcfo- 
luyt , gelijck men fegt , en onbelcommert le- 
ven. 

^ Maer van yeele ftucken , en infondcrheyt 
van dj(è oejfcmngen , op de welckeghy, en 
andere nu beginnen aen te dringen, is niet 
veel over weynig iaren gehoor r ; lyfchijnen 
by de voorgaende onbekent ge weeft te zijn 
't Is feer moeyelijck en fwaet , dit alles alfoo 
na te komen, &c. Wel genomen dat men die 
toeftondt , ende dat dit alles waerachtig was » 
foo en (ouden fe nochtans nietbehooren ver- 
worpen, ofie befpot te worden, nadien fe 
valt genoeg (leunen op d* atuboritcyt der God- 
delijcke Schriften , ende duydelijcken ge- 
noeg van de felve worden aen-bevoolen;, ge- 
lijck wy hebben op fijn behoorlijcke plaetfc 
getoont, en foo defe als andere diergelijcke 
tegenwerpingen brceder beantwoort. 'k Sal 
hier uyt-teyckenen d'antwoordedie Cahi- 
nns aen die geene gaf, die hem van al te groo- 
te hardigheyt ende gellrengheyc befchuldig- 
den; Ickgeloovedardie', de weicke maer 
,> 'een droppel van gefondc oordeel hebben , 

C * * ) n?-?k- 



^1 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxluced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

458 H 122 



OPDRACHT. 

5, naecktelijck fïen dat 'er geen reden is , 
T.x-cuf' 5, wacrom ick van al te gt oote geftrengheyc 
^;'o^"'* y> befchuldigr worde- om dat ick van de Chri- 
t;)«.'4 „ fleneii alleen die dingen eyfche , diehaer 
^*^*^" 5, Chrifhis precyfeltjck heeFt acn bevoolcn» 
5, Doch dien , die fiilcke fachte ooren heb- 
„ ben , dac lè my niet en konncn verdragen , 
5, antwoord' ick, dat mijne leere niet harde 
„ en is , maer dat de hardigheyt van hacr her- 
„te doet, dat fe my foodanigh oordeelen» 
„ Indien het fwaer is om tc doen 't gcene ick 
5, leere , ten volght niet , dat 'et daerom on- 
5, fen plicht niet en is» Indien de faecke haer 
5, moeyelijck is na het vleefch,ick en verwon- 
5, dere my gantfchelijck niet ,• maer indien (y 
5, erkennen dat 'et de waerheyt is , 't geene 
„ick ' j foo laten Ie liever de waerheyt 
jjgehoonaem zijn , dan, na dc wijfe va» ra- 
„ fende me nfchen, den Medicijn-Meeller 
5, flaen. 

Voorts daer is noyr rcjomaüe foo geUickig- 
lijck beleydt geweeft , of daer heefr altijts 
noch. wat ontbroocken , en daer isaltijt nocli 
wat meer aen te doen geweeft. *t Geene Se- 
vcca van fijne wijfe voorfaten feyde , mo- 
gen wy feggen vao onfe trefFelijcke Kefor- 
ad niateurs : Die voor ons^etf^eeli zijn kehhen vèelgc- 
■ dacUy maer fy hebben het met algedacn. Het is 
oock voor hacr niet moogelijck geweeft; 
Want de pra^ijcke der dingen, de welckede 
zeden ende het leven der menfchenberref- 

fen > 



OPDRACHT. 

fen , en kan foo niet gefet worden , dac er 
voor een toekomende eeuwe niet meer en 
foude te doen zijn. Nu ftaen ons noch veelc 
dingen te verbeteren ; ende die na ons ko- 
men, ilillen andere vinden j of andere, die 
nu foo niet betraght en worden , of die buy- 
ten gewoonte zijn gekomen , naerder aen- 
dringen. De Uafte yi>er(;kefi der Chrirtenen 
moeten altijts bceter dan d'eerflc zijn ; en Coo 
moet men yan tijt tot tijt deChri(tcnen ke- 
ren voon varen tot de volmaecktheyt. Een yege- 
Jijck in fijijcn tyty met l^avid , d ienende J' 'dt\_ 
Godts, A(^or. Doch tot die, dc wcict- 

kc den naem van niew^igheyt op defe oeifenin- 
gen leggen , ende de felve in den rangh van 
de Phartfatfche beufelingeii cn p'recifiteyicn ftel- 
len , feggen wy noch naerder met B.'/c'/^é/ d? 
Suhner , Job 8: 8, 9. Vraeght doch na het vm'tgc 
gejJacbte , ende bcreyt u tot de onder foeckinge harer 
Vaderen Want doch defe nieuwigheyt- voor- 
gevers fchijnen vMigtJleren te , cUdeniet te 
timen. Daeroni hebben wy ïu het volgende 
Gefchrift , met de gctuygenilTe foo van de 
oude als niewwe Leeraren , die in en na de lij- 
den der Reformatie geleeft hebben , naonfc 
geringheyt doen blijcken , dar noch wy, 
noch andere , die op de herftelh'ngc van defe 
huyf-oefftiiingen aend ringen, d* oude paden vsr- ler 
laten , maer dat andere veel eerder, in de felve 
niet -amandelen -^'illen, Sooheefc Calvinus , om 
. andere nu niet op te noemen , uyt de SchiTf- 

2 ren 



OPDRACHT. 

ten van Oecolmpadtm ^ Tjuinglius Xanchius, 
Beziin yita pfjiUppus , htiectus , Captto cnde Mycouius^ haer 
gevoelen getoont aengaende d' oeflFeningc 
der Kcrckcl'tjckc Difciplyne , die fommige , oock 
11 y t fi j n e ftiede Col lagen , e e n Pae pfch e Tyran- 
me riepen te welen, ende niet toe laten wilden 
in de Kercke van Geneven , iiyt vreefe mii- 
fchien dat fe wel haeft litt naefte fiibjeif^ der 
felve mochten worden. Dit dede hem in de 
Voorreden van fijne Uytleggingen op de Pfal- 
Toff e^um' wcn Tegc^cn : fVy hebben geheele vijfjaren , als de 
T'rl'ü'L. verkeerde menfchen tm al te groote macht voor (len 
forentt i tn- *tffaYen , cude een gedeelte des volcks verdorven 2 

> c^n ongetoomde ongebondentheyt begeerde , voor 
uiv. pr4' de befcherminge der Difciplyne fonder ophouden vioe- 
p/Xr' ' ten vechten. 

Wy konden lichtelijck met weynigh 
moeyte, meerder getuyghnüTen , die wy 
hadden aengemerckc , hebben by gebracht ^ 
maer wy oordeelden het als noch niet van 
nooden te wefen • Wy meynen den eenvoudi- 
gen voldiien te hebben ja oock den genen , 
die alles als een view^ngheyt verwerpende, tc 
mets^pc/i, of maer m;, en noch met den hayrc 
getrocken , getuyghnilTc, voor hare te recht 
men^e , ende in onfe Kercken ongehoorde , 
opinien konncn by - brengen ende daer mee- 
de weeten die foere luydcn noch alfoo te bra- 
veeren , als of k het algemeyne gevoelen van 
Oude en ?{jcuyae Godts-geleerden aen hare 
zijde hadden. Doen fy het om een te 

ver- 




Ge- 



O P D R A C H T. 

verkrijgen op der aerde, fy hebben tegc- 
de/Kken aen her ware leg- woort der Rabuïjaeii, ^'f»' g 
^ dat dte foofieckt fijnen name uyt ie brcyden , fijaen 
nawe al meemghmael verliefi. Maer oock nul- ^ 
fchien verfcheelc her haer niet veel, of fe door , i , .joua 
haer fchriften worden van ZQWQoeden name. als 
ie maer menicnen nioogen worden van een .«^^^^woi 
grooten naem^ geiijck^iien 5c/;ryiwfpreeckt, 
die d*ydelheyc van fijn herlTenen heeft willen 
toonen , in 't verachten van het vrouwelijcke ZrÜrj^lJm 
gedachte. Men mach van dc iulcke leggen , 'f"'^^ > 
geene Tacitus van fommige ten fijnen tijde 'uCPPf, 
, feyde , dat fe bekent ende vennaen wnerdcn , doch ^"^^«p''* 
tatgantfch geengebruyck of voordeel van hetgemee- 'fr^J7»nu7-* 
ue befte. 'l*/"!'^^"*' 

Onder die,by de welcke een feer gefchickte 
HuyfordrcQn Huyfoeffenwgen gehouden zijn , 'j,^;';^ 
dienen oock ged^icht te worden de Broederen 
^ ( gêlijck fe genoemt worden ) tn Eohcmeu, van 
J de welcke ^Albertus Marfzevius eens in een 
" openbare Ie Ife Z:«//jer te m//e;ikr^,ann. 1)39. 

hoorde feggen ; dat er na de tijden der Jpo- 
loeien geen menfchen waren op-gelben,weic- 
ker Kercke naerderquam aen de leere ende 
maniere der Apfielen, dan de Broeders Bo/;e- 
miten. \ Is lob. Lafmus,^Qt\ Poolfch Edel{Tian,die 
ontrent het jaer, 1 570. van de Kerckehjcke Di- 
fciplijneitn manieren der Bobcnntni acht boeckcn 
gefchreven heeft,van welke loh. Comenkts, een 
feer vermacrten Godtvruchtig man , ons nu 
onlangs alleen het laetlk nvt fijne Bibliotheec 

heefc 



de Ei.c/e- 



OPDRACHT. 

heetc mecde-gedeelc. Dele fpreekc, onder 
veele andurz gedonckweerdige dingen, aldus 
van haer : „ Voor den opg/ivgb der SontK onc- 
%fi'.%c}. „ waecken fy , voor den middagh en voor den 
^uTohJ^^'^y -«p/wi^ eten fy, doch niet tor /^é(?yï ^ niet 
^ybeginncnde of eyndigende (onder Goddelijcke 
pt:^':,,^ ,yGebecden. Die doen oock , in afwefigheyt 
K „ van den Hof-pr^dicker , de B^nonnen ende 
„ Edelen t' hnys , met hare huyp^efiunen : Want 
„fy en fchamcn haer dan niet die dingen re 
fpreccken , door de welcke de gemoederen 
5, van dc omftaende ontlbeckcn worden , 
5, om Godt te danckcn vooriijne weldaden. 
„Sy bannen oock nyt hare biiyjgefimen , alle 
onreync en ongcfchickte redenen , lalterin- 
gen, leiigencn, dronckenichap, oneerbaer- 
hcyt , ende alle dingen, die de Chriftencn 
„ ontciercn. Wonderlijck is oock hare ma» 
sytigheyt y groot hare fuynighcyt , ende ze- 
„ dighey t ; Daer worc foo gegeten ende ge- 
„ dronckcn , dat 'er na de maeltïjt het bidden 
„ volghr , ende acnl^ionts het lefen ; dc voor- 
geftelde fpijfen, faufen , zy tendeelemet 
ftil'p^^'ifgen ende Chriftelijckc deftigheyt , 
ten deelcn met tfanieri fpreeckinge van God- 
.faliglicyt ende Goddelijcke dingen. De 
jongelingen brengen onder het eeten ycts 
5 , Goddelijcks voorr,iiyt die dingen de welc- 
ke fy op dien dagh gelcfèn hebben ofte 
erhalcn een Predikatie die fe in de Kerckc 



5> 



5> 



5> 



verhalen een yreaiRaiie öie le in ae is-ercK 
5j gehoort hebban ^ ofte beantwoorden 'een i 



OPDRACHT. 

3j gc Theolo^ijche vraegfkens , van den jongen 
, totdenoudclten toe. Hier uyt worc af-^ge- 
» nomen hoe acndachtigh zy in de Kertke 
>, zijn geweell:. Alfoo doen (e alle dingen, 
j> als die weten dat fe gefien, endc geoordèelc 
5, fulien worden van den Heere, den wdckcn 
,j Cy y fuilende *s avonts ende * s worgen s-^itn y 
,,cnde gegeten hebbende, Jiaende voor de 
iitafily met een l^f-Jaw^h , iiyt de Kercke- 
... a, lijcke liederen genomen ^ roemen ^ Gclijck 
5, oock ChriflttSy hjn laetlle ^vondmaei met de 
j.^ 3? fijne gehouden hebbende , geicght wort ^ 
!,,^ ,yden iGf-Jatt'^h gefin^en te hebben, *s Morgens ^ 
. ^> *s 7\(anttddaghs, ende tegen het naeeken van 
3, den avond t , finecdcen fy daegÜjcks Godt , 
.,>na Bavids ende Ü^jmi/j exempel, Alledin- 
^ gen op dcr welckewy aendringen , ende die 
...^ gewilTelijck met, geen kleyiie fchade der 
Godtfaiigheyt , en gevaer der confckmien ^ 
'ten gebruyckc , ja gedachtenifle by na 
';. zijn gekomen in onfe huyfgefinnen. Alsdefe 
oelfeningen Mjotjdus Pof anus twee jaren had- 
IL deonderhaergelicn, was hy gewoon te feg- 
mL gen , Dat andere mcétder haddm van de Theorie 
Ffj Cbrtfiendomsy msLcrde Broeders n:eerdcr win 

^trr verhaelt noch verder , dat de Bok- 

B muen hebben onder haer gehadt Polhïjcke Ou- r 
I derlingen , de weicke van de andere Ottder-^ n^i^- 
I lingeny die haer \xï geejleïijcke jQiecken befigh 
hielden, gel ij ck als oog^j eii oor cf^jcn als heflraf- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



O P D R A C II T. 

jijjne kunft, uyt de welcke hy fijn welvaren 
hadde, in verachtinge (oude komen ; ende 
daerom oordeelde hy het beft te wefen met 
die van fijn hant'^eerck felve eerft oproer te ver- 
wecken i op dat doch Paulus voor een oproer^ 
tnaecker (buds gehouden , cnde gettraft mo- 
gcn'worden. Als de vleefchelijcke Paiifge- 
linden in Duytjihlandt vermerckcen , dat door 
^a.ié-.t? l^ere van onfc Reformateurs dchoopevan 
haer j^ewin begon wegh re wijeken , foo ver- 
Seu!t. oorfaeckren ly over al beroerten , op dat 'et 
Emiig.ad voick loudc mogcn gclooven y ende leggen: 
'fif-Zijn dit de nieu\>e leeringen ^ zijn dn de vruchten 
vanhet Luterfche Eiian^eltum? gehjck 6'c«//emy 
g^tuygt dat over al door gantich üuytfchlandt 
wierde gehoort. Andere willen dan te mets 
begroet worden voor verre- ftende menfchen , 
als die dele en geene beroerten , al over lange 
voorlien en voorfegt hebben , diefe of felve 
nochtans helpen verwecken , of ten min- 
den niet helpen verhinderen gelijck (y hoo- 
ren. Siecjoh, 1 1:4-^. 

Minder fwarigheyt, ende beter fticces^mty- 
nen wy dat de Reformatie der huyigefinnen 
(al hebben j infondcrhcyt als op de felve een- 
pariglijckende met mj/^697,oock voorfichtig- 
heyt y wiert aen-gehouden , ende indien de 
Voorgangers haer in defen betoonden Voor- 
beelden van hare Kudde te wefen. Welcke din- 
gen oock in de Reformatie van alle andere din- 
gen nootlaeckelijck v«rcy fcht worden,cn fecr 
irorderlijckzijn, 'tEci- 



Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



r 

SWf. 

ia»- 



OP DRACHT. 

Eerfky 'c welcke ick foo in defe als in an- 
erc faecken wenlche bcvlijcight te worden , 
u.is eetiigheyt , en eenparigheyt, dat alle Wachters 
in des Heeren H uys mochten ftaen m eeticn geefl^ 
met em gemoet gefamentlijck Jhijdende door hetge- 
^, loove des Euangeltumsy Phil« i: zj. Vce!e din- 
gen konden lichtelijckgereformeer' wor- 
gden, envie waren al langh gercformeerc , 
(eght elders (eer wel onlen ii^erw. Mcefter , 
,5 den Hoogh-geleerden loh.Hoorenbeeck , in- s^J^'/ufll 
j>dien die profeflTy doen van reformatie , in- p^i. '7^* 
yy fonderheyt oock reformatie leeren , gelijc- 
yykerham daer aen vielen, ende haerfclvcii 
5, gantfchclijck verlaeckende , met een hert 
lich gaven tot den bouw des Tenrpels , hier 
„biiyten nijdt ende emulatie daer fonder 
yemants verachtinge. Daer is , gelijck wel 
is gefegt van Hilarins, geen grooter verhinde- 
ringe voor den aenwas der Godtfaligheyt ^ 
6nde des geloofs , dan Do;«f//i/de twilien en 
oneenigheden , inionderheyc over d* oe^e- 
mwgeder Godtfaltgheyt, d* Eenvoudige weten 
niet wat dat fè gevoelen , ende doen Tullen , 
als (e fien dat in defe of geene faecke , geen 
eenderley gevoelen onder de Leeraren is. 
De dtffei enten van Luiber ende Calvin , hebben 
grooter verhinderinge gegeven aen de voort- 
fettingc der Refomaüs in hare dagen , dan al- 
le den tegenftandt ende vervolginge, welcke 
tegen haer verweckt heeft den menfche der 
fondfj ém Antkhrifi, Geen faccke fihrkkt de men- 

féen 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



fpit (cmf er 
dt frntrum 
fAe^torqiic 
tur.Optar^ 
Ltbr. 2. 




OPDRACHT. 

/c/jc» meerder af van het Euangelittm , alsoufe on- 
eemgheyt , fchrcet Melatuhon met (onderlinge 
droef hey t aen Btuerusy Ann. cId Idxxxv. 
^^^Yj^ '"^ Maer daer is aen d ander zijde niets dat den 
£)iiyvel meerder fpijt , dan dathy fiet , dat 
d'Opfienders met een eenparigen Schouder poo- 
gen d* oefFeningen der Godtlaligheyt voort 
te (êtten , Dacrom befteet hy nergens 
meerder arbeydt in, dan om den handt v^n 
eenigheyt onder Broederen te breecken» Dien 
nydïgmt neemt altijts die beroerde tijden 
waer, om lijn onkruydt te zaeyen. In het 
lichten van Salomom Tempel, was geen ge- 
rught • geen hamer , noeh bijl , of eenig ylcr 
gereetfchap wiert 'er gehoort , als iy geboiiwt 
wierdt , i Kon 6. 7. 'k Wenfche oock her- 
^elijck , dat in d'oprechtinge van \gehou'^ dec 
Reformatiey^Qtngerttght van verfchillende oor- 
deelen, voor al niet van tyaijl oi tyi>eedracht , 
vernomen mogen worden, ó. Als de üeencn 
^n T gebouw beginnen te wiicken, en van 
malkanderen te vallen , dan ftaec de val van 
'thuys y foo oock van Kcrck , te verwachten , 
cnde de breucke van dien koim haefiefijck y en in 
een oogenblick , Efai. 30. 15. Te famen ge- 
voegde plancken mriecken een Schip , van 
èen gcichcyden , verooi faecken fe Schip- 
breucke. 

Hierom wenfch* ick noch verder dat 'er 
voorfichtigheyt gebruyckt mochte worden in *et 
atndringen van defe oeffsningen , gelij''k wy 

duy- 



21^ 



ly. 



Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 



I 

m 
litr- 

i 

li 



n1 
c 



OPDRACHT, 

duydelijcker in ons gcfchrift op fijn behoor- 
lijcke plaetfe hebben aenge we fen, 'c Is hier 
oock feer gevaerlijck de pees al te ftrack tc 
fpannen , ende den grouwel van *c verfiiym 
defer oeffeningen in defe of geene gevallen , 
gelijck 'et wel gebeuren kan , brcedtuyttc 
fettcn j die op*t alderuytcrfte in goede din- 
gen dringen wil , vervordert al nienigmael 
leer weynig , ende werpt niet Telden meerder 
om, dan hy heeft in 't eerlte op gebouwc. 
By trappen moet men hier gaen , de eerflehQ- 
ginfclen moer men fich in dcfen wel laten 
gevallen, ende foo al met foetigheyr ende 
een Hemelfche fachrigheyt de menfchen , 
meer en meer tor een forgvuldiger betrach- 
tixige defer oeffeningen opwecken • doch 
voor al moet worden toegefien, dat fe niet 
gantfchelijck verfyymt , noch al te flordig of 
te weynig waergenomcn worden, Ende ge- 
lijck et my verdrieten foude te hooren , dat 
die op dele oefFeningen aendringen , voor 
fim-klovers, jch'^n ' heyligm y &c. wierden 
uyt - gemaeckr alfoo en wil ick oock 
die alk i die of defe Huyf- oeffeningen, 
te gelïjck met alle huyfgenooten , foo 
noodtlaeckelijck niet en achten , of die 
'er niet met fulcken ernft , als wel be- 
hoort , op aen en houden > als Lau^ 
tvaerts , mijne confciemien , en lojfe hroe* 
ders veroordeelt hebben, 'c Is Chri- 



ftelijcker van de fulcke noch een 



goec 



tn 



Ltir. I . 
(leiPetiliOfJ . 



O P D R A C H Tv 

gevoelen te hebben, {t)o langli als het tegen- 
deel noch niet duydclijckerblijckc ; cndc de 
feive le poogen anders met fachtmoedigheyt 
t' onderrichten, Soo trock ^tbamfttts de 
groüte , die geenc, als een Zeyl-Jlceuhetyfer 
tot hem , die van hem in defe of geene f jecke 
verfcheeldcn. Seeckerhjck die fijnen mecde- 
broeder meeft met de tonre ftecckt, diebe- 
Ichadigt hem minft gelijck Epiphahius van 
' lommige fcheplelen getiiyght. Die met fcliel- 
den en lafteren van andere de wacrheyt of 
Godtfaligheyt verdedight, die verraet fe. Eer- 
nardi woorden dienen hier bedacht te wor- 
den ; als hy bevondt ; dat eenige van die gee- 
ne , die anders oock veel vermochten ten 
goede, hem tegen vielen, (bo feyde hy on- 
der andere : Met de beroerde Jal ick vrccdtfaem 
zyn • met die ^eene die beroerte foeckcn , fal ick de 
t oor en plaetfe geven , op dat ick geen plaetfi aen den 
Dnyvel en niaecke ; laet haer d'overkam hebben met 
ft^iflen, ick met toe -geven • tegen haren damk fal ick 
hacr gevat i tegem haren danck fal ick haer toe^^er- 
pen kk fal eercn die my versmaden. Sonder 
wreethey t moet m.cn ftrijden voor de waer- 
hey t , en bidden voor die geene die van ons . 
vcricheelen 5 na .>itt';^«/?i;// raedt. Macr even- 
wel ick oordeele dat men tegen die moet 
treden in de {pii{e , die haer alleen geen Vrien- 
den^ maer openbare vyanden van defe oefF<;nin- 
gen betooneii \ die tijdigb cn ontydigh óqv CqÏ- 
vcr gronden ondermijnen, ende by ge- 
le- 



OPDRACHT. 

legéntheyt fbeckeii by allen verdacht te maec- 
ken. Tt!>'//? is beter voor de Godtjaligl e^t , dan een 
^ gQveynjde eenigheyt 3 kght l^ztanzenus. Ge- 
Uijck'er is een fchadehjcke eendracht, a)(bo 
\ is*er oock een goeden twift, die te weien, die 
I ons metde^of^/e, en met Gof/r fcive vervoegt, 
f De rechte vreedtfame enmoderate , en konnen 
j niet toe-gevende zijn , als door haer ftiUfwjj- 
! gen ende rulte, Godts faecke foude verra- 
ij den worden ; ende gelijck fy het fomrijts 
i wijfheyt achten te fwijgen , en den hroederen 
j yets toe te geven , om oock door dat middel 
i de Broederen te winnen, gelijck een key op een 
(kuflen, 'tweicke toe geeft, Jichtch'ickerkan 
' verbrooeken worden ; alfoo achten het dan 
noodigh te fpreecken , ofre oock te fchrij ven. 
Doch dit hier al wederom een Chriüelijcke 
voorfichtigheyt,e«k^frfm/;e>7vnn nooden is, 
en kan niet genoegh worden in -gefcherpr. 
Gelijck het in een goede faecke niet goct en 
is , al re flaeu^ en tracgh te wefen ^ alfoo is 'et 
oock niet goet z\ tc heet xc zijn , endsvoor- 
barigh, gelijck wd gewaerfchouwt hctft den 
voor-gedachten ouden Leeraer, 

Eyndelïjck , die geene die defe oeffeningen 
andere aenprijfen, moeten fe felve rer// be- 
trachten i Sy moeten niet , om de gelijcke- 
niJfcvan Methodnts te gebruycken, den 
ders gelijck zijn , die op een panncel wel een 
Schip konnen trecken , maer fy zi jn niet be- 
t]naem een Schip ren gebruycke te bouwen ; 



O: at. s. 

P«. e. /. 

Pag. 274. 
27S. Conf» 

in lAud, 

P. fjo, 
are, fin, 

Non minui 
tnttrdhm 
O atorium 
ejttaure^ 
quam hcjut, 
Piin.L$br.g. 




Epiphan. 
Hdref, 64., 



'lis 



\ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Ha 

458 H 122 



OPDRACHT. 

't is ydelheyt een difcoers en onderwij finge 
van Godtfaiigheyt voor andere op 't papier 
te Iteflen, als men ondercullchcn dieieWe 
niet en betracht, ende in iijn leven uytcn 

^fr,d'fu ^^^^ ^^^^^^ mo-rcn fe it'^^^^'^ ' aen- 

*tju7d r!*Id'- gaende , ende mijn huysy "^yjuUen de. . i tmcny 
tHrBcrmrd.{Q(^ 24.» I f / Uan ctt konncn de rneufchen 
geen onmoi^ü'ijckheyt voorwenden ; Want 't ge- 
ne fy Icercn , toonenie dat gedaen kan wor- 
den, gelijck den ouden Bernardus Iprecckc. 
Ceor,(iusiir7^azianz?}:us\QQrdc wel veclmct^mYdeny maer 
Tnccmpara. ^^^^'^ niccïdeY mci fijfi cxempd : Want de menfchcn 
étih, qut fagen dat den Difcipelen mets belaft cn yii>ierde , dat 
VpltibZ ca fi gedaen en hadde , gelijck foo van 

w^rM/.r-/" |,em Rttffimn cetuvec. Sullen ' fh-'v^l- ''lende 
/umtni :<■'- Davtd noorden , loo moer cti < . . . i - . ^ ^ 
tu Eai^f'éjethuysDav'^'^ >'< ^iodenti^ordeny 7 ^ 12; 8. 

'crymoereii nawi t.i betooneu i «v. ae voor^- 
*'*jt^"^'f'- beelden , ende voonanms der kudde i yvant 
fHmco',' vergeefs vermaent men andere, tot het ge- 
t'^ndocl,^ ne men felve niet doen en wil. En voorwaer 
irart^^uam ^[q geene dic met een wonderlijcke ncerltig- 
" ' ' heyt en ernllaendringende , foo op de refot' 
tnatie van andere dingen , als op de herllel- 
linge en invoeringc van defe buyf^c'^ -'y-noen , 
fijn eygen leven , of huyjgcfin meten o^jvrght ^ 
maer laet vervuylen en leggen als den 4f^«r 
dev luyen^ die betoont hem een Hey^ '-^-^-'^n 
Al-be(chick , ende Pharilailchen Diy^n^i^cs 
te wefen , het over al belieiien , en over al 
woonen wilUnde , behalven alken in üj» 

eygen 



OPDRACHT. 

éyge/jhuys. Dcfe zijn rechtQgeveyttfde y cnde 
fchyn-heyligen y welcke benaminge men foo 
gcercn den gecncn toe-fcndc , die in der daet 
begeeren te doen, als (è tooncn , cnde te be- 
trachten, 't geene Cy leeren. 

Dit zijn de dingen, (eer waérdeHeercii 
Vr 'mdt'^ van de welcke het my gedenckt met 
VE. voor defcn (tucks-wijfègefproockcn ta 
hebben ; endc die ick wcte , dat VE, ter her- 
ten gaen ; nergens meerder na verlangende 
cn fuchtende , dan na meerder opgangh en 
vt>ortgangh van de ^aerheyt ende itr^ci^^ der 
GodtfaJigheyt. Ehdc daer toe brenghtghy 
oock op uwe plaetfc het uwe alfbo toe , in 't 
gcmeyn niet alleen, maeroockin *tbyfbn- 
dcr in uw* cygenhuys, dnde gamfcheStadt'^'**''*}'i-'' 
u'»es voicks niet foo feer y»eet , als wel gevoelt 
datgy zyt een feer 'deughdeltjck cn Godtvruch- 
tigh man ; cn daeróm weerdig om gebruykc 
te worden in den dienft van Chrifli Kercke , 
met wekkers flaet ghy u aifoo bekommert, 
als haer andere , die gedreven worden door 
een ander geeft , met hare tijdelijcke en vlee- 
fchelijcke dingen» Ick gedencke hier aen r.r/«/7. 
Tm«///<im woorden , een van d'alder-oudt- 
fte Vaders ; Hv in fijn c/4^?o/o^fff befchrijvende/^* 
^ * liicK( 



1 



de Kerckelijcke vergaderingen der Chrifte- l'ill'fp*'^ 
Hen ten fijnen tijde , fegt : De beproefde Ouder* md. $»f,'i. 
lingen prejideren , of fitten boven aen , die eer niet 
verkreegen hebbende door geit, inaer daereengoet 
letuyghmjfe , te weten van haer kennifle, wijf- 



héy 1 1 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



f 



J 



O P D R A C . 
heyt, defcigheyt , endc uytfteedcende Gódt- 
faligheyr. En voorWaer tot dat wccrdig^cn 
heerlijckc atnpt en behoorden geen andere 
verkoorcn te worden , dan die, de wclcke niet 
foo fcer oudt zijn in jaren y dan in ei^, 
Godtfaiigheyt ; die in vergaderingen als Jiomwe 
p&fmagien fitten, fonder raedt of dasdt tc 
geven , en die geen overvloediger geiecht'igheyt 
betoonen in haer handel ende wandel , dan 
het gemeynevoick, zijn die eerlijckc plaetfè 
en bedieninge onwecrdigh in de Kerckc. Dat 
zijn rechte Ouderlingen, die met wijf heyt en 
'uir /M? ^o^^^^^^'g'ïcyt:» of om ^mhrojy woorden te 
' "•^••'•gebriiycken, die mt geejlclyckc handen, den 
menfchen zyn tot een leeringe. VE. belangende , 
ghy ( om oprechtelijck , en fonder fiattcryc te 
fpreccken , die noch my bebaegt , noch be - 
taemt m\]v\cfYofe(Jic) betoont te wefen , een 
recht Ouderling in de Ksrcky vervullende die hc- 
dieninge , die ghy aengcmncn helt in den llecrei 
Een Vhder van de Ledematen, die befoecken - 
de, ondenvijfende, ende trooftcnde jen in 
uw* huys niet foo feer een Vader , als een Meefler 
* ^pparet Prcdtcker^, hetfelvc met AquiU en Prifctll^. 
^paftoium door Godfiligc oelfeningen ende ondcrrich- 
!!f'^^ï;1J-'''f»'lge"^ macckendc tot een *Kleyne Kerck 
pr.jcdi^ Dit IS d' eerfte reden die my bcwooeen heeft 
ijuafifit tot dele openbare acnfpraeck , de t^■ï^eede is dis 
^['•^«"d^^f^'T > eere , ende gunfte , die 't v: r. 
ftezai» nectt gelieft my, fchoon onwecrdigh , te be 
'^rff,'^}^ > «tt dl9 ick m« dit geringh taj^imn- 



K 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



me fi$n 



OPDRACHT. 

^ lefclmck, hebbe willen niet vergelden , ma^r 
I alleen eenighfins erkennen. Gelieft 'et ( 2m ^.i* _ 
I niet al te langh te wefen , fchoon ick shu dat 
ï ick r. met lafligh bsity als ick K E, tHfende 
1 hngen brief ^ om datghy lefende langer by ons z'ijt , ^J^/^ï;^; 
ï om Auguflini woortlen aen Valetius te ^Q^dtuumspt 
: bniycken) wacrde Ueer en fcer ge dugh te 
iVriendt^ met fulcken hcrte te ontfnngen , als^*^*^» 
i [et K E. wort toe gefbnden ; Waer aen alfoo 
ick niet kan twijffelcn, foo bidd' ick den 
I Hccre vierighlijck , dat hy V. C. langli gelie- 
' ve voor ons en voor lïjn Kercke te bewaren ; 
ende dat hy KE, cnde uwq fawtlk meer en 
rmeer gelieve te zegenen naden/ic/)<twc, te 
'heyligen na dc 2icA?, ende hier namaels in 
leyde te yerhcerlijcken, gelijck ghy hier uwen 
Godt in ziel en lichaem etnltelijck pooghtte 
I heyligen , ende te verheerlijcken op der aer- 
dc. Alfoo bidt ende fmecckt. 

Uwen gantfch toe-^neyghden, ende veel- 
luis ver{>lichtenl)ienaer in den Hecre > 

S.C. O M 1 VS. 

'K 3 In Turmerlantyge^eycti den i$ Kci^mb. i66o. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



i 




TA FE L 

van deCapittelen. 

E Schriftuur-plaetfea in dc i 
welcke van by fond ere ge- 
meynten in de huy fen der ge- 
loovigen wordt gewacght, 
warden tot inleydinghvcrklaert, en- \ 
de daer uyt dc leere voorgeftett. 

pag.i* 

De plichten worden aengcwefèn 
die van allen in »t gemeynende in't i 
byf onder van de meefters en meerdere { 
in een huy fgefin betracht moeten wor j 
den. < 

\V ort gehandelt van het dagel ijcks ] 
openbaer lefen van Godts Woordt ] 
over tafel 5 &c. ^9, ^ 



1 









lid 





Cap, 

Wort gehandelt van de huys-catc- 
gcfatie, cnde de reedenen daer toe 
dienende worden voorgeflelt. 3i« 

Wort 



Tafel Va?i de C^pit telen. 



dienende wor- 



'5 

Wort gehandelt van de hiiy s-gebe 
den, de reden daer to( 
den voorgeftclc , &c. 

Wort gehandelt van het fingen der 
Pfalmen in de huy fen, 6cc. 68. 

Lap. 7. 

liil Wort gehandelt van de daeghlijck- 
fe onderfoeckinge der confcientie, 
&c. loz. 

Cap. 8. 

Wort getoont dat hetgevoeghlijck 
eenigen feeckeren tijt tot vcrrichtmge 
'der opgemelte plichten alle dagen af 
te fonderen, en aen-ge\ve(èn 't onder- 
fcheyt tuflchen defen gefetten tijt , en 
de Paepfche getijden, &:c. 162. 



'Cap. 



- Worden aen-gewcfcn dc dingen 
XV 3) die 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Tafel Van de Capittekn. 

die van de huy f- vaders te betrachten 
ftaen , d'uyterlijckc difciplijne betref- 
fende. II I, 

Cap. f O. 

Worden aen-gewefen die dingen , 
de welcke van de hiiyfgcnooten be- 
bartight moeten worden. 35 1 ^ , 

Czp. 1 1 . 

Wort geklaeghtover 'tverfuymen 
van defe huy f-oefFeningen , ende wor- 
den aen - gewefen d*oorfaecke van 
'tfelve. 217. 

C^p. 12. 

Worden beantwoortde tegenwer- 
pingen , de welcke tegen alle d'op-ge- 
melt e huy f-oeffcningen , ende onder- \ 
wijfingcn van kinderen ende knech- 
ten gemeynlijck worden in gebracht. 

223. 

Cap. I 3. 

Worden redenen voor g^ftelt , om 

de 



Tafel Van de Capittclai. 

5 huyf-regccrders totccnconkicn^ 
^ meufe betracht inge van de op-gemel- 
I ree hiiyf-oeffeningen te bewegen, 259. 

Wt, Wort met veel redenen getoont, en 
im aeo-gedrongen, dat het is den plicht 
iffévan jonge lieden aen Godt te gedenc- 
iJken, dat is Godt te vreefen, en te die- 
pÉnen^ al ia hare jeughr. 28a. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Aen den EerwaèrcJligen , Gödtfaligen , 
en Hoogh-geleerden 

D. ZIMON OMIUS, 

Wakcndt wachter over 't Gceflelijcke 
Zion in Purmerlant. 

OAt-door-fmiffUcnd Breyn ! Vaer voort : fpan vry uw* 
aad*ren , 

Om mcrfiigh na te fien, Hoi Grieckcn, en Hebreen , 
En Turcki en Indiaeni Arabersy en Chaldeen , 

E» Room , en Francky en Bm, en dUelotid Heyl'ge VUad*ren j 

Hün tael verheef gen in hun tbi/i hefchreven Blaaderen, 
En pluck 'tgeen hechji met Godts Verbont komt over -een* 
Met tongh en Pen fulck teeer tiftlt dtjfen voor *t Gemeen^ 

pèel zielen fie 'k hier door in Clmjli Kerck vergaad\en. 
Die u gedachten keft ten Hemel fttgen moet, 
V Tegen-(êlfs-moord*ry doetyfen *t batfle bloedt. 

P' Kieyne Kerck is Godt , en elck , veel aengenmer , 
Ah* tprachtighfte Gebouw, Schrijft OUl VS yen Leer. 
Toon datghy fifakend y»acht voor *t Zion van de Heer, 

Ban Leyd^ ons Godt n Ziel ter ftjner Bimenkamer. 



H, G. 



tl 



ECCLESIOLA, 

Kleyne Kercke. 

Ofce, 

Aemcijfmgi door welcke oefeningen , en Betraehtixgen 
van Godtfdigheityen Godts-dtenfitgheit^ de Huyf- 
geftrmen der Chrifienen , KleyNE Ge- 
M E Y N T E N konnen worden i Met i/eant" 
voordinge van alle tegenwerpingen y endt 
mor-Jiellinge van beweegh^redenen ^ 
daer toe dienende . 

Cap. I. 

De Schriftuyr-plaetfcn , in dcwelckc 
van byfondcre Gemeynten , in dc 
huyfen der Geloovigen, wort gc- 
waeght, worden, toe inlcydinge, 
vcrklaert, cndc dacr uyt dcLeerc 
voor-geftelt. 

B öe 5>cfj?iftm ban Den ^tp- 
ïigenPaulus too?ttenict^ban 
bpfonöere <©j)emepnten gö^- 
toaegt/ möeöpfonöerei^up^ 
fenbanDefe/ en gene^^eïoo^ 
Wgen/ Rom. i^. 5. Groet 
A opck 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



2 KleyncKerckc. 

oock de Gemcynte in haeren huyfe , te toctCH/ 

in öötban PrilcillarnDe Aquila. i. Co:, 16, 

19. U groeten leer in den Heere Aquila cndc 
Prifcilla , met de Gemeynte die tot liarcn huy- 
fe is . (CuOVljni - tceöcnbc Doo? fijne tioop 

fyiaiXC tlOOJ Onefimus bpPhilcmon,cn fcijnjft 

hnnietaUccn aen j)emV tmet oodi aeii be 

Gemcynte, die tot fijnen huyfe was, Phil. 
verf. 1. *énbe et^nbdif fe / Col. 4. 1 5". Groet 
de Broederen die in Laodicca zijn, ende Nijm* 
phan , ende de Gemeynte die in fijn huis is. 

<B00? Mc Gemeinten ïtan tïrrftafnUjo?^ 
iien / of ten Urrgabrringe bce Ctinjtenen / 
tic tot be otffeninge öan ben <DoDté-bienfï 
enbell^evïigepigljten/ aï^a^eüeben/ ber^ 
ïtonbingfcüan <0obt^ IDoojt/ enbe bebienïn* 
0c bcr Sacramcntcnjinbe l)tnifcn tian bie gobt* 
faüQC JBannen / geUjoon luaeren bp een te 
Itomcn/ 't spopbeSabbatthen, oftcoochop 
anbcce bagcn' : tuant bat'fc in bie eecfle tijben 
enbe noel) lange baer na (luantTertullianus, 
öieonbecben llepfec Pertinax, ontrent I)et 
jaeconfe^ Jl}eereri/ 1^5-, geïeeft tjeeft / ge* 
tnpgt bat'ec in fijnen tijt/ geene anbere ï^ere^ 
heil getoeefc en 5ijn / ban ljupfen / in toeïehc 
iïe (Deloobigen ücrgaberbcn / foo bat bc i>eps 
benen ben Cfeiftenen UecUieten / bat fp gce^ 
ne Tempel en en l)abben/ gelpeft faïöf ftt upt 

OriRinfj Origencs tegen Celfus , enbe Upt Arnobius) 

be ï)^\}\}cit noe!) niet en Jjabben / toegen be ge<« 
Arnob. buptige üccUolgingen becTyrannen, om o- 
» »• pentlich bp maUtanbecen te bergaberen / i$ 
bertenber/ ban bat liet beljoeftberftïaerttr 
tuozben/ enbe bie !)ier ban gconbigec berïgt 
begeert / ïefc't gene Ijirc Uan ijefclj^eöen Ijeeft 

Polydorus 



Klcync kcrckc. j 

iPoIydorusVirgilius, öoclj infonöerfjrit om IniiVll 
fniHofpinianus, in fijn boccft öanöen Oor- fnvcnt re! 

■ Ipronck der Tempelen» rum cap. 6. 

?(nörcrt3ecrtaniö032bïeGemeynten, öe j "o^?'""^' 
"5^!?"^^^^ öupfaefinnen ban Die geloobiaen / xempl^i. , 
oebjeïchetoegniDegoötfaligöeit/ enbe goe^ ^ap.^. 
Jcordre, öieinöcfelfbetoierrge[)ouöen/ m 
m Qthm\Kh ban Depïïge oeffeningcn / toa^ 
tf n gcïDchectoijé een kleine kerck,in öe torics 
kc toaren 23elpörrj§ banöc üjace Religie , en* 
De toare ^ienaer^ <Dobt^ na fijn 30oo2t/ in* 
oe oeffeningcn öer Religie. §>o geboeïen CaJ- 
vinus, Dijcke, Eiton, endeonöet öe (Duöc 
Theodoretus , öetoeïcfte obet öe ïaetfle bp- 
eb>afötepïaetfefcö?Öbenbe ; aïbn^fegfjt: 

y heeft fijn huyfgefin een private of byfdndc- 
•c Kerckc gemaeckt , die met godtfaligheit en- 
'e religie vercierende. 

JBaer bie twee berftlanngcn honnen 't fa* 
len göcbocgijt toozben fonbec f toacrigtjeit t 
bjant men ïian gcboegljlich fcggen Dat Ijanr- 
iebec butifen / <0emr|nitfnban Paulusjïjn 
rnaenit / foo om bat be geloobigen gctooon 
ijngebjeefl/ inljaec-Iiebcrbnufrn/ totbrr- 
cicljtingeban ben gobt^-bienfl / tc bergabe:: 
mi ; al^ om batTe bare Ijnpfgenooten gobt- 
miqiKh enbe Cb.nflcïicït onbectoefr n / enbe 
öaeglifté boo: religieu'fc oeffeningen leerben. 
^00 gljeboeït Davenantius, enbeboo? (jent 

^f^^^^'^^'^^l^^^'^Öt AretiuS , fcljnjbenbe commTne** 

abec ben 5J3.neftot ben nomepnen : Door de m Ep4 

gemeynte verftaen fommige hier het huyfgefin «?- 
maermetdiefoud'ickoock 't famen voegen 
de vremde , die tot haer gewoon waercn 'tfa- 
mentcylocijcn, om de waerheit tc hooren: 



4 Klcy ne Kerckc. 

want het fchijnt dat daer nae byfondere verga- 
deringen fijn gekomen , gelijck als tot een 
Schoole van godtfaligheit. 

uptlf gijcc^ nu ober öe boben-uat-gfte^ 
li2ucftte'plaetrcn/ fcggcn öat öcu (Dccft a3ob^ 
oh^ bacu mcöe leecen toiï / bof öanigt) be 
ïi)iipföcfinnc» banöe Cljiifïcnr n moeten toe« 
^^^^ il" fen/nanientlich / aï^ Wenne Iterchen. Als hy 

SadCofi van de gemeinte fpreed die in Nymphae huis 
Cap4. verf. was , foo nioeten wy gedencken , dat hy in een 
huyfgefin voorfchrijft , hoedanigh alle de huif- 
gezinnen der Chriftenen behoorden te wefen; 
te weten , dat'fc alle behoordente zijn kleyne 
gemeynten, fegl|t Calvin. (^nÖe \33eDecom 

in fnne uiitleggingen op ben eectUn 23?ief 
In com- £1011 Die iian Co^intÖen : Het is een grooten 
F* ft ad Co lof, alshy aen een huyfgezin den naem van 
finth^cap. een Gemeynte geeft ; ende nochtans betaemt 
xvi.verf. het dat een yegelick huyfgezin der Godtfaligen 

alfoogefchicktzy, dat'fe elck een Gemeynte 

zijn. 

juichen gefcljicftten ordre en <0obtfaug^ 
geit niaet'ec sijn inöeljuufgerinnenüanonsi 
Cl)2itlenen / öat top inöe felDe een ïetienbige 
bertljooninge/ enbe af beeïöinge Uanöe Kerc- 
ke mogen fien. l^iec toe too^zDen Uele ömgen 
becenfcDt/ UantJctocïcftefommïge in't ghe- 
mcyn alfeen betreffen m fjet Ijunfgefln / enöe 
anöeee betreffen alleen fonnnige ni't byfon- 
dcr ; gelijrtt ton öoo^ Dc^ l^eeccn genaDe enöe 
bpflant/ Ijebbénin'tbecboïgDbceeöec ijoo^s 
genomen te t^erKlaeren, 



II. Cap 



Dii'ckes 



Kleync kcrckc. 

II Cap. 
Dc plichten worden aengewefen , die 
van allen in't gemeyn, ende in't by- 
fbnder van de Meeflers en Meer- 
dere 5 in een Huysgefin betraght 
moeten worden. 

V\<6 bmgen / öetoricfte in ten Dnps^ötfi" al^ 
len betreffen in't gemeyn , jijn öefe twee 
boïgenöe : 

I anöien ton onfe ljunfgefinnen hiepne 
^itercften toiïlm öebben/ fco moeten top / 
tit ïeöen 3ön/ in be feibe/ tragöten toace 
Eebemaren tïanbeületeïtetetoo^jöen: toant 
een gefeïfcfjap ban onljeplige nienfcljen i^ 
öl)een If up^ OJobt^ / maec een fpeïonefte 
ban q^ieben/ ebecfpedberé / enbeAtheif- „ponTheEl 
ten, 'tfanien aenfpannenbè tegené <6obt. pift toPhi. 
^oeötan^ magD befen naeni bec Kercke/ pa 4.3 
ofte gemeynte, toel toe-gefeï)reben toojben ^'^'^ 
aen een ï|upfgefln/ in't toelche fommigDe 
geenïebenbJinbefeeteïteen5ijn; toant oocit 
felbe inde ftercfte 5ijnbec eenige / betoeïcfte 
niet van de Reccrtè 5ijn. gn Adams l)Up^ 
('ttoeïcfte 't aengefichte des Hceren genoeiTlt 

too?t / cm bat Adam in't felbe ben openbae^ 
cenOJobt^-bienflonberöieï/ enbe fijne ï«n= 
beten ïeecbe ben ï^eece bienen/ gelpcft toe! Ainfworti^ 
ban Ainfworth toó?t uptgeïegijt) toa| Kain , ^""^ 
een bectoojpeïing/ geboo^en enbe opgeb^igt : 
toant aïtijtgtoo^t be benaennngl)e ban Ijet 
toeecbigöfleenbe befle gtjebeelte gtjenomen. 
^e bermenginge ban toater enbe toijn / noe:- 
men ton torjn / fctjoonber miOV^iien nieerbec 




Gen. 

14 IJ) 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



6 Klcynckcrckc, 

toater ij?. ^ctliaïbcn om ttoce recBtbf cr 
gen / ïtan cm ïiupfgefin beteert too^örn met 
Defe benarmiiige, jteaer J)oe toeel te meet 
maclj öat öimfgcfïn öc naeiri Vian een lierchc 
öjaegen/ in't tuekhe niet eenen Kananijt, 
cnöe onbefneöene getionöen Vü02t ^ «Baercni 
moet een pegc ïijch / ör lueie he toenfcïjt bat 
fjet Ijupjj ïii't \x)c\chc ï]v tuoont / een Bethel , 
öat I <8obtj5 hiogljt ^ijn / een fleen 
toe-brengen tot bol tteeïmigeUan bit geefle^^ 
ïiche gebouto. <Die onbebouUjen en oti-ge- 
poïijftecbe (leenen ^ijn/ onbeqnaeni totop-- 
DontDingïjel3an<Dobesn empel , beroobm 
fbo tieeï ni Ijaer ïïj / |)et ^Hinrgefm ban befen 
ijeerücften titel , enbe be rbccUen ïjet cïeraet 
ban bat gantfctie geefteüche geboub? ; bjant 
ïjetcieraetban'eengebonbj beflaet baec in/ 
öatöeteene gebeette net obeceen liomt met 
Ijet anbere» 

5Docï) fc()oon befen yïicljt aen aïlen gïje 
mennijS/ fomoerfe norljtan^/ op een bn - 
fonberëtotjfe / betracl)t Uio:bch banbe l^oof^ 
Den ber ï^mifgefiniieii / bcïueiclie in Ijace 
^Uiifgefinnen / aï^ ïjoecft-fteenenban befen 
ftlepnen Tempel 5ijn.' 

1. (Deïijcïi'ft^ aile/ bie inbe ïtercïte ^ijn / 
ten minjten een fclnjn toonen banbe religie, 
aïfoo moeten ooch binnen be private mniiren 
ber $?unfen / be teicïtenen enbc boetftapprn 
betfcIbegebonbenb)o,!ben/ enbe b'eenmoft 
niet ben anberen nietalieen Burgcrlickjmaec 
üoch religieus , enbf chriilclick berlieereii. 

2. <0elijrïi befe bingcn allen nft gemeyn 
betreffen h aïfoo ^ijnber anbcre bie alleen 
fonnnige aengaen in't byibndcr, be bie 

mee- 



Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckerckc. 7 
moeten betrage tüojöni/ oftjanbe Meeftert 

en Meerdere , of ÖanDe mindere in een ^^Upf= 

gefin. 

I. ^e dingen öetoelche Ijaren opfïgt op öe 
Meefters enbe Meerdere {jeUben / 3tjn infon^ 
öertjeit öefe twee bolgenöe. 

I. ^e Meefters en !)oof ben moeten / foo 
beelniogelicfti^/ toe-flen/ Dat'ff niemanbt 
in t)aereifnpfgc|innenaennemen/ betoeïhe 
<Öobt niet eerfl öeeft aengenomen inbe sijne, 
g>n en moeten niet een pegeïieh / bie fict) op^ 
boet / inljaergefclfcöap ontfangen; maec 
geen anbece/ ban betoelcfte banbe Huyfghe- 
nooten des Gcloofs en sijn. 5De llebematen 
banbe fienelicïur iiecefee/ 5ij»/ tenminflen 
boo^ uptteclicfte ^elybeniffe / ïjepiigen ; br 
ïleccbe neeint ooch niet alle/ fónber rnbec- 
fcöept / in öate gememifcljap aen ; fp en ïaet/ 
boo^ ï\tt Sacrament be^ <Doop^ / be feinbeten 
bec iCnrcften / enbe bet <DngeIobigen niet 
toe ; maec alleen gemcyneïicli bc fuïcfte / be* 
toeïcftebaneenl^epïigli saet sijn/ enbe af- 
ftomfligï) ban Rcligicufe Oubecen. (Deïijc;- 
fte fo'gtje moeten bie gene Rebben / bie ïjaerr 
J^upfgeflnnen / met ben naem ban een tierc 
fte ofte <0emetmte geboopt bJillen ftebben , 
55it bja^ be bebomniecinge banben Honing 

David : biant ^.ijne oogen bjaecen op de ghe- 

trouwc inden lande , oni bp ïjeni te tuoonen ; 

Die op den oprechten wegh wandelt , die fal 
my dienen, fegÖt|)p. Die bedroch pleeght , 
en fal binnen mijn huys niet blijven: die leu- 
gencnfpreeckt , en fal voor mijne oogen niet 
beveftight worden pf: loi, 6, 7. toelcben Ro^erê 

Paimbm :^iflcbop Ridley in (éngelanbt/ FaftFri^ü^ 

A4 gljcsP^t^s 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



8 Klcyne Kcrckc. 

göejegöttoon/ bictoü^ boo?5Dn ï^upfge^ 
fïn boo^gdefen te t^thhtn / op bat'fe öien tet 
fjertencmenDe/ aen anderen eenboo?beelbt 
ban |)epïiöïjeïtmogt)ten3ijn/ enbe beugijt. 

1. 5^e ifeeepec^ enöe oppetr-J^ooflien in 
fenJ^upfgefin/ moeten Die Dingen betragl> 
ten in Jjaec ï^upfen / öie betragt tuo^öen en 
Ceöaenmeenhereft; met alleen Den Godts- 
dienft, inaet ooeft ö' upttecliche Difciplijn 
betreffenbe. 

5^aer5önmfonberBept vier bingen / bi'e 
betragöt moeten too^ben / in eeii tuel-gefteï? 
öeftercfte/ in opsicöt ban ben 5^ienfl be^ 
i^eeren. J©ant/ 

I. 5^aermoet<©ob^J©oo?ttDO?benboo^ 
geïefen. 

n. ^aermoet<0obt^3©oo^btgep?ebicfet 
hjojben/ engeleect. 

III. ^act moet gebeben bjojben. 

IV . ^aer moet ooclt <J3cbe epnbelicli göe^ 
fonitentoojbrn. 

^lïe en een pebec ban befe bingen / moeten 
ooeftbetragöttoojben/ banbeü)oofben inbe 
l^npfgefinnen / inbe tei^nibJOo^bigDeit ban 
alle öaere j)upfgi)cnooten ; enbe gljclijclt öe 
fjupfgenooten befe pligöten oocït boo> Ijaec 
felbenin't byfonder moeten betragljten; aï^^ 
foo moetende baer ooeft baegl)licli? t^tit ge 
ben / om ben ftaet ban jjave confcientie te 
pnberfoecaen / geïgcft top b^eeber fullen too^ 
«en in't becbolgïj» 

III. Cap. 



i 

i 



Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



I 



Kleyne kcrckc 9 

m. cap. 

Wort gehandelt van het daeghlicks 
openbaerlefènvan Godts Woort 
over tafel, en van eenige byfondc- 
re gedeelten van't felve van buy ten 
te leeren , ende de beweegh-redC' 
nen daer toe dienende worden 
voorgeftelt. 

* Woüit en Wtt / den Ijolche boo^-gclefeii 

hlO^öen. Mofes heefc'er van ouden djden in 
elcJceftadtgehadt die hem predicken , ende 
hy wort op elcken Sabbath in de Synagogen 
gelcfen, fegöt lacobus , %CU 1^.21. 
öe Paulus 0etupgl)t Dat de Propheeten op elc- 
ken Sabbath-dagh gelefen 2,ijn geworden te 
lerufalem , ^ct, 13, 27. €nbe öat bit \ian 
cmi afi^ inbe bp-een-ftomfien tianbe €\r,i(^ 
tenen gebaen / setupgljt on^s neljené Tertul- 

lianus, OOCh luftinus Martyr , b' OUbfle Ijanbe 

©aber^/ nietbefetooo^ben/ m fijne ttoee^ 
öe bccantUjoo^binge Uoo? be <Cj)?iflcucn / acn 
ben ïilepfcc ^intoninn^ : Op den Sondagh , 

I foofygenaemdtwort, komen*fe alle, die of 
f inde fleden , of ten platte lande woonen , in 
i een felfde plaets te famen , ende foo Jangh de 
tijttoelaet, worden gelefen de Schriften der 
Apoftelen ofte Propheten. <ên befe getooon^^ 
^ te tocnfcïjt Beatus Rhenanus , een |)aepfcl) B Rhen in 
1 Kö.JP^ec/ ni3!jnAenmerckingen op Tertul- Tertul. Lj- 

1 : hanus, bat ooch in beiloomfcöe itochetoa^ 



I 
I 



J 



• J, 
t'r 



.1: 



Prax.The- 
olog. tnv£l. 
fecundpart 
4. cap. I. 
&fcq. 

Videat eti- 
am ftudiof. 
leöor Ge- 
rardi Zci- 
bolt Prcf- 
byt. fratr. 
domuj D. 
Florentii 
in Daven- 
tria , prs- 
ilantiff.ex- 
cerpta , è 
membranis 
Bibliothc- 
c« Davcn- 
tricnfis , de 
utilitate le- 
ftionis fa- 
crarum li- 
ttrar: in 
Rngua viil- 
gan, in CU 
Revij Da- 
vent, il- 
uftr. 1. I. 



10 Klcyneiccrckc. 

in-acboert. 

éoo mort oof ft <t5obt^ iDoo?t ban öc Ba^ 
örcé/ oftcR^ocdei:^/ in De l^upfgefmnen/ 
ofte ban pemanbt ban öaece ftniöeren cnöc 
hnecljten geïefen bJO^Den . 3,nöienli)|a l)ict 
ban't ïrfen ban OJoöt^ ai3oo?t / m't flemepn/ 
bjilbenfp^eeclien/ foofouöcnbjp i}iet bceïc 
bïngcn moeten bp-bjengen ; bat ïoffeïicft 
ban anbece / enbe nu onlanglje ban b' <öer- 
bJaecbe Adrianus Cocquius , Qcbaen. 31^p 
bJiïïen nu aïïeen booj eenigl)^ toepnige tebe^ 
nen/ bieon<Snubo6?ftomen/ ht l^xvgf-^a- 
beré en ilegeerber^ poogcn te betoegen / om 
nietalieenljaeren ftmbcien enbe ftneeljten/ 
<6obt^ ll3oo2t te boen onberfoecften aïs'fe 
5ijnbnï)aecfelben aïïeen/ maec om't felbe 
opentïieït te ïaeten ïefen in baer ï)upfen. 

I. <DïtijJ niet aïïeen ban Oobt gebobni / 
^mt, 6. 6.j,^.i), enbefoo menigljmaeï/ 

aÏ6 ()p on^ gebiebt ï)Ct Wct-boeck van onzen 
mondt nopt te doen , en be Schriften 'tondcr- 
foecken , ^of . i, $ifT. 8/ 9. OBfa. 8, 19/ lo. 

goï). S' 3 9' ^ l^aer l)rt i^ ooeïi betraeïjt ge* 
bjeètlbanlob, David, ben Moorman/ be 
Bcroënfen , enbe anbece /bjeïehebiojben bp- 
geb?acl)t/alö gefp?oïten bjojt ban't ïefen ban 
<Dobt^ ïöoóit in't gcmcpn. 

1. ^00 tljoonen'fe barfe een groot ber^ 
macf ïi l)ebbf n in a3obtó IDet / bjelcïte <6obt 
fpjcecïit bjd-gt ïurlifaligl) m fijn tooojbt. J3f. 
Openb. 1.3. 

c;. vDitfaloocït/enïjaec/ enïjaeceïiinbe:^ 
rxnenbeïinegïiten/ boengcoeijen in ïiennif^ 
fe / en gobbelich bi rfranbt j Het woort Chn- 
ili faï njckciick in .!)afe bjoonen/ boïgen.a' 

j)et 



Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kcrckc. 1 1 

fiet bcbri tci Itpoflcï^ / Col 3. 16. möe fp 
fuHen Ijaer öaer uieDe honncn tcooftcn/ üi ah 
It bat öcröJïct cn UcrDnichingcn / öic Ijarr of 
nu / of naè bcfm fuiicn otiechomcu iiiöe tor^ 

relt. David fc0l)t J3faL 1 19.pl. Indienu- 
wc wet niet en waere ge weeft al mijn vermaec* 
kinghe, ick waere in mijnen druck al langhe 
vergaen. 

^. ^00 fullcn ooclt be ï?«nf-©aberé eencn 
djnfleïicftf n birnfc boen/ aen ïjacre ^^ïenfl= 
tioben / bic/ te mets l)eei jongl) imt beljupfcn 
tian !)aer oubcrs tircfonbcn jijnbc 0111 te bie= 
nc n / Ijaer nocö bcrflaen op Ijr t Icfcu / ofte 
fiijiijüf n ; <l3nbe grlijch men otjcr befe meer- 
öer incDcboogcntljeit en beUoninieringc be? 
Öoo2be te Rebben / jae tijt te geben om nu 
nocj) te ïeeren lefen en te fc lj?öben ; 'üïfo be 
Öoo?ben oocft befe meecbec neerftigtjeit aen te 
toenben/ en aenbacïjtigljeït in't l)oo?en le^^ 
fen / pjebiehen / en fpjeecften ban a5obt5> 
Jöoon / 't5p m'topcnbaer in be Itecclteu / 
't 5p in't heymclick inbe Ijunfen / of 't famcii 
fpjeecïnngenbanbebjoome, ^oo becöaeït 
Auguftinusban Anconius , ben <Ccemijt/ bat joa^"^^ 



ÖlV geljeelnietïionnenbe tefen/ nod)tan^ iib 
foo geaegl) en begeecigl) anbere !)ooibe ïefen / 
batïjp be S>dj;iftuiiceban faupten lionbe op? 
fegg!)ên, Ruffini tuoosben banben blïnben 
ié Didijmus ban Alexandrien, 5ijn feec gebcnch- 
I « toeecbiglj / en bienen Ijier tot on^ J^jopoofc : 

jjHy , fegt Ijp / doen hy noch heel jongh was, 

55ennocl) geen letteren en ftonbe/ ban t)et 
„gcficbt berooft fijnbe /biiert ontfleUcn boo? 
j^een grooter begeerte ban l)et bjare ligt; enbc 
ö^fben moet niet brrloo2en/ om te 

ber^ 



•Chrift 



Itor. lib. i. 



C l». 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



12 Kleynekercke. 
sjberftrpfftti 't gene öp begeerbe/ aïó 5ti hoo: 
«De tgeeii gefcljiebenflaetinöenÊvai^geiio: 

geen by den menfchen onmogelick is , is 
„mogelick by Godt. i^p Dan op Dcfc <Öoööe- 
„ficHe üeïoftrtiitTe fleuueiiDe / baöt öen l^^eece 
>,fonber opöouöen / tuet om te becftcijgeri Ijet 
35fffMfÖtban5önlic[)ameïirfteooöen / mari: 
?,om öe berficljtinglje ban ^rjn tjecte. .f^orï). 
„tan^ bermengöe ijp ^ijnt gebeden met neec= 
jjftigöept / enöe toa^ gcbuprig Ujaeftec / niet 
3>omteïefen/ maecomtetjoo^enlefen/ om 
»pat tgeneanöerefjaööenDoo^'t gcbruick, 
j>ÖPÖebben moeïite booft gIJel)oo^ ^oo 
nJ0?t oocft Ijict ober eetten Servolus , bie glje^ 
raeeht toa^ / ïjoogö ban Gregorius geroemt: 
Jöant niet tegenflaenbe bat Ijp arm / jae een 
u cP^^^^^^^ ^^^^ï^ / töo öabbe Ijp fief) noeljtan^ 
mir^rfS ö^n23pbeïgeftoeöt/ enbe nabien ï)p baec lii 
Kzechiei. 1 njJe niet ïefen honbe ; foo liet l)p aiibece baec 
nilefen/ enbe!)pï)oo?betoe, Gregorius Ijem 
onberanberep^ijfenbe toegen 3öne neerflig^' 
tieptenbefugljt ontrent enbe tot be (Öobbe^ 
iicfte ^cö^iften / fcljnjft albuö ban !)em: Van 

Kints beenen aen was hy geraeckt , hy en kon- 
oenietiefen, maerhyhaddcfichde Boecken 
vande heilige Schriftiiire gekocht , ende alJe 
religieufen tot zijn gefelfchap nemende^liet hy 
fe fonder ophouden voor hem lefen. Ende fo 
ishctgcfchictdat hyde Heilige Schrift ganf- 
Ichehck leerde, daer hy,gelijck ick gefegtheb- 
be, gantfchelick nier en konde lefen, JDaer^ 

ïïfjff'^cbef ng / enbe bat moet too^bennae. 
cm, quod 0ï*öoig[)tbanaiïe onhunbige ^Dienflboben / 
in Ecciefia oocft ban l^upö-Babcrö enbe JDcebersJ/ 
«vana^iec- öie nïet fffen Fionnen. Lact het u , fegljt 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcync kcrcke. 13 

?(uguflmué/ niet genoeg zijn, dat gy inde 
kerck hoort Godes woort Jefen, maer leeft het 
oock of lel ve in u\f e huifen , of foeckt andere 
die voor u lefen , ende luiftert geern toe. 

tiootm / ooch onöcc lym toccch öoen öebUen 
^oötbnictjtigljc meditatiën , enDe bp gcboïg 
ooch tjoo^zhomcn / foo Uele ftncrnien tian pDe= 
Ie/ toeteltfct)e/ cnöc ligiJtDeerbige gebacft^ 
tm. <0dtjcft ren ïecgc maegï) niet ftan ftooc? 
ftrn; alforn feonnen Die Ijertenendeljecffe^ 
nen / bie niet tjerViuït 5tjn met <Öobe^ tooo^t/ 
geen goebe obecleggingen l}ebben . IBaec 
bco2 foo (Dobt^ taoo2t gebuprig te ïefen enbe 
'tobecbeneften/ fnllenliinberen enbehneg* 

ten / haer borft ende hert tot een biblioteecke 
van Chriftus maecken , gelïjcfl fo Hierony- 
niusgetupgl)tban Ncpotianus. 

6. 3|aefonimigeüan contoe enbe rcecftcf 
locrfe bupfg^nooten/ fullen/ booj niebe-toerc^ 
feinge ban <0obt? 43eefl en genabe / boo? bat 
gebuprig booten lefen ban <Öobt^ toJoo?t be^ 
feeect / enbe tot nae-bebenchinge ban öaer 
toegen / geb^ac^t ftonnen tPo?ben. J^ant 

<0Obt^ Woort is als een vyer , ende als een ha- 
mer die een fteenrotle te morfel flaet, ^et» 
23 . 19. 't 9|é krachtig , ende fchrpfnijdender 
dan eenige twee-fnijdende fweert, ende gaet 

door tot de verdeclinge der ziele en is een 

oordeeler der gedachten ende der overleggin- 
gen des herten, $)eb. 4. 12. '^n be eecfle 
tijben banbetiecclie/ 3nn bec becfcljepben 
Philofophen beheert tot Chriftus,aï^'ff of ff 
Ije lafen/ of anbere ïjoo^bcn berlilacen be Ir e^ 
re ber <i5obtfaligöeit, 5Du^ getupgt luftinus 

Martyr 



tion«s au- 
ditis , fed 
etiam in do 
mibus vef- 
tris, autip- 
fi legitcaut 
alios legen- 
te s requiri» 
te , & li- 
benter au- 
dite. Aue. 
Serm . dc 
Tempor. 

op 6?crlKr 
na Dn^üBft 

öacïjtfn. 



I 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



1+ Kleynckcrckc. 

Martijr iii't bcgi» v»an fjjiie 't faemen-fp?f ef ^ 
ftingcmctTriphoöcn 3oob/ Dat l)P ij^ bc= 
ïmtt öoo^ l)f t iiTcn Uanör ;^cb2iftrn Dcc J320= 
p!)ftni ru Hporrclcn/ iia Dat Ijp Dacr tdc/ 
tuanDdcnDc acn Dc ^ce/ toan een ouDt cn 
flat!0f) jX)an Ujaó op gctoccht cn brrniacnt. 
ïiicron. in Cyprianus bchccrt Doo2 't icfcn Dan Den 

jon.cap.3. J)20p()eet lonas , öCtnpgt Hicronimus; ni 

Baron. An- Domna, Dooft Icfcn üanDc l^anDclingtjcn 

öai.tom.z. Dec^polWcn/ Anno 15^^. gctnpgt Baroni- 
Augnft. us, cnDcfooanbrrcPananDcrc. Auguftinus 
conK hb 8 bcrIjalenDc Dc Hiltorie ban sijne behceringe/ 
wp. uit. j ^jj, alDcr-meefl getc!)ict te 5!jn / Doo? De 
bccniannigc Dejj "apoflclö Pauii, öom. 15» 

15/14. Laet ons als inden dag eerlick wan- 
delen , &c. Doet acn den Heere lefum Chrif- 
tum , ende cn verforgt het vlcefth niet tot be- 
geerlickhedcn ; cnDc feg()t bf cDcr Dat !)ti t)Ceft 

een flennne tot I)eni rocpenDe geljoo^t : 

Neemt cndcieclt; Neemt ende leeft , nae^ 
«leiifft/ <aoDtöiDoo;t. €cn Francifcancr 
TOnnnif ft te Norcnbcrg, Gallus Kom, lefcn^ 
öc De fclj2iftenbanDen^ntbaDec Cyprianus, 
IjeeftniDefeibe bn-gebjarOt gebonDen / Dc 
tfrrt?' }"002Dcn Dep "Hponeïo'/ a CbefT. 3,6. Wy 
ixu ' «^^'vclenu. Broeders, inden name onfes He^ 
ren lefu Chrifti , datgy u ontrcckt van een ye- 
gclick broeder die ongerelt wandelt ; Doo^ DC- 

toeïf fte bn foo bebjoogen gebjccfl / Dat ijn 
nac rijpe oberlfggïnge / vjn lUoofter Ijeeft 
berïaetcn / gcbjcbScultetusbertjacituptsijn 
qigen bebjDenitrc. ^c i?oogl)-geïcerDe lo^ 
hannes lunius , in Vjn jonebïjeyi tot Atheifte- 

rycbcrlept^iJnDe/ ï,^tercel)t 'geb?act)t Deo: 
iictacnDacötigHlefcn ban't eerftc Capittrif 



L- I 



Klcyne kcrckc. 1 5- 

ht^ Euangeliums lohannis, gcïijcït fjP 
öctungt luöe farfci)?ijüinge ban 51)11 feüen / 
ö3oöt öaiichcnbe / öic syncc / iiae 5ijiie gcoo-- 
tc barnil)ectig!)eit / Ujaé geöacötig gctoeefi/ 
fiibc Die i)cm / aïé een becloo^en fcliocp / ïjaö' 
111 fijne fcöaep-ftoije aengcnomeh . ^0 en 
Uieetmenniet/ optoatgeïegentöeiit/ enöe 
op toat pïaetfen ban <DoDtö llDoo^t^ / <Dobt 
geïieben lal ö'onfe te befteècen/ en te recftt 
te b^jengen ; enöe ooch öierom moeten bjp 
tijdeiickcnontijdeiick aenïjonöen/ gljelijcft 
iirt biöbcn / alfo in't ïefen ban <BoW b)oo?t/ 
of niiiTcDien bacc öoo? <Doöt aen eenigen ban 
b'onfe/ 'tecnigertijtnoc!)gavedebekcerin- 
geten leven. 

W\} bjenfcften ban / en bi'bben Ijet ban 
Öcrten/ Dat ö3oöe^ 3I3oo2t inöe öimfen ban 
ons^ C!j«flenen inact) gelcfen b30?öen. 

I. Wie Daegen. Leeft daer in al u leef-da- 
gen, fepbeOJobttot benltoniiicft / ^eut» 
17- 1 9» ^ieban Bcrcen onberfogljten dae- 
gelijcx be .t>cl)nftcn / H-ct. ly.^f. n. TMzuf 
3ioben5!jngcb3oonopdcften negenben bag d"^^'"»'"» 
ban bet fcefl ber Cabecnaftelen ïjn ïaetfle ï?fm%V 
banbelDetafteboen/ enbebe eecfle afbee^ Hoornb. 
linge Vuebecom te beginnen ; baecomnoe^ «^'t.difp.de 

incnftibatgaudiumlegis, batl^i <ievreug- 
de des Wets , bacr mebe fn Ijare gebupciglje 
neerfligljeut iwt ïefen banbe D^et getubgen / 

geïljcft be 3oob Menaffeh Benlfrael bedjaelt, 

^ïtflaeton^^baeroinnnte blijtigec / en 
temcecte boen/ om bat ton nn in fntchen 
grootenb^nigljeit/ fonbec eéinge fcljaebe of 
|bccïie<S/ <0obt^iDoo>tftonncn ïefen/ baec 
ftet ben S^nbel in srjn liunj^ gïjeljaDt / en ge^ 

lefcn 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcnduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Bzov. An- 
Bal. Tom. 
i3.ad Ann 
zzo8. 



Londini 
fub Ton- 
fVall. Epif- 
cop. refer. 
loh.Fox in 
Hiftor. Ec- 
clef.ex tef- 
tim D.Rob 
Outredi . 

Opcnb.1.3. 



loh. Fox. 
libr.cit. ex 
regiftr loh. 
Loneland. 
Epifc Lin- 
colü 



ld Kleyne Kcrcke. 
ïrffntefjcbben/ eengcnocgjjfaemeoo^faecïi i 

inbe J)acpfc jje Tyrannie enöe inquifity, toiett r 

geoo2öcdt/ om oiifc Boo^©aöcren te Doo^ 
öcu. (Ccn ti)öc banbe torecöe beryjolömöen 
banör b^oonie Waldenfen, toirrt Die befcljuï- 
bingr Qenoeg grarijt tegen Remundus, graef 
baiiToIoufe, öatJjpDaegiicft^bpöem ïjaöf 
öe ijet 23ocfft De^ .ï^ieutont Teftaments ; 
i^ieromtoiertöpnaccht/ meteenbanötom 
Den jljal^ getcocftcn too?benöe m een Itercft 
tjan S. lillis, foo gljeflrcngeïicft met roeden 
gcgeeflelt/ fo öe B>unnicft Bzovius tjecïjaelt/ 
öat ötiöoojöefefbepïaet^niet tueöer npt öe 
ftecch ftonöe gaen / Daer boo? ingekomen 
fcoaé. i^icrom ooch een^^een &oeh-^?nr=» 
feec/ Anno 15431. berbjanDtmefc een 23lbeï 
boo2 en acfiter op 5ó'n rug!) gebonöen / op bat 
men Doel) be oo?faecft foube toeten ban jijn 
boobt / ofte lieber ban sjjne .ïBoo^bt. lohan- 
nes Foxus berbaeït'er ban een/ betoefcfte/ 
fuïïenbc ber b?ant too^ben toegen ftettertje / fa 
fpboojgaben/ enfienDebatbftS^oech/ ge^ 
noemt be Openbaringe lohannis , aenbe paeï 
toaébaflgemaecftt/ omoocïttegelijcft met 
Öem berb^ant te too^ben (om bat Ijp te toeten 
bat 23oerft feer geern öabbe geïefen / om bat 
'er ïn gefcbjeben flaet : Saligh is hy die leeft , 

ende zijn fy die hooren de woorden defer pro- 
phetie, ende die bewaereti het gene inde felve 

gefchrevenis)met een op-gbe^eben flemmc 

Uptriep: O Geluckfalige Openbarige, hoe 
wel wort met my gehandelt , dat ick met u ver- 
brant worde? Mm J)eeft op teïe/ aï^ op 
hetterfcbe menfcö^n inquifitie gebaen / OfHc 
de Heilige Schriftuyre gelefen hadden tegen 

het 



Klcyne kercke. 17 

hetverbodtderkerGkc; rnöebcef? ^fjn^ec m 

Öf 13 af c gcïiomr n tian Ijac r U\)m / met alïrcii 

om bar fc [dÜC !jCt Euangelium , ofte de Han- 
delingen der Apoftelen , ofte eciligeil Brief 

geïefen IjaDöcii; mar r oocïi felüe / alé'f^ niaec 
anDcceu Ijaböen ï)cojen Ie fen. ïöant bet Ie- 
feu Uanbe X^.^^clj^iftuire U)02t ban Den pau^ 
Pms IV. öooa bat berbloechte Concilie baii 
Trentcnj ficftelt onber't regiflec banbetbo- 
bene23oechen; enbe ben ^Ï3ibeï / oocliouer^ 

QCfct ban Cathoüjcke , bat / Paepfche 
JDodoren, bjojt ben ^paufgefïnben bcrboben/ 
ten fp öaec bat ben 23irci)op / ofte Inquifi- 
teur, met eaebt ban ben Parochiaen, ofte 
23ie3{)t-Babec/ toe-ïaete; ïnfo j berrebat 
Iff öit ooeït ben Regulieren (geïyeft be .monic- 
ï»en ban !jaer genaenit toojben) becboben fu / 
ten toare fp baer toe niagt ban tjace Prelaten 
ontfangen [jabbcn/ gelijcft foo imtb^uefie^ 
Uch ban ben boo:~gebagtf n gan^ gcftatuecrc 
li in !)et Concilie tian IVcnten. agïjten 
bat npt betïcfen bec i^, ^cDriftnnre 'inbe gbe= 
nieune fsi^aelcn/ meecbee fcljaebe ontfUet/ 
nïs^nptbe boeeften bec Ji)epbenfclje Phiiofo- 
phen, gelrjcrtalfooronbtnptfeggenberft be 
iWnnnieft AlphonfiisdeCaftro. C>eCacbi= 
naeï Hofius Ijeeft U;el buyöelicft bojben feljnj- 
ben/ bat öet beel betn: niet be fterehc (ber= 
fïaenbe buuten ttoijffeï be öoomfclje kerehe) 
lonbegefiaen Ijebben/ inbienbaecgeen Eu- 
mgclium gefet):eben toaere getoeefl. jl^icc-^ 
onigetupgt)t Claudius Kipenc^us, een feei* 
bermarcbt f aepfclje ièrljjijbec / bat beele 
pifeljoppen / !jet lefen banbe ^cl)?iftnme 
lïo gebaerlick agljtenbe / ijaec banbe feibe 

23. cm^ 



IndeJt lib4 
prohibir. 
contcci i 
depu.Conc. 
Trident. & 
a p I O IV 
approb. re- 
gul.+. 



Libr. I. ad- 
vorf haércf. 
Cap.13. 



Cirant.Sixt 
Amam. Loc 

CJt. 



Efpenf. in 
Cap,i, 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



ï8 Kleynekerckc. 

ontïjouöf n cnöe toagljten / op bavfe ölfoo 
fircn ïmtet^ foiiDen toojöen : Even als of, 

. fegllt [)|Li fefC tocï / de ketteryen ontftonden 
uy t het lefen der Schriftuyre , ende niet liever 
uythetverfuymendeonwetentheyt der felve. 

't3^ bacrom met tt ücctuotiöeccn / baVft 
Ijet lefen Ijanöe ^cljjiften/ foo gDcbaeclicfe 
öjötf n V1002 be leccften. .ïlöaec tuat een goua 
öeeeuUie beïctien ton nul toat een vryheyt 
lirbbcn \ini nu / oocfi overvloedt ban <éobt^ 
boer hen / bie nu nt aïïe gemepne taeïen geïe* 
fm/ enbebooieen feer gerniige pnj^ hcha^ 
mm ïtonnen \1i02ben ; baer ftet ten tijben ban 
onfe©abeccn/ mbe ecrfle Reformatie, een 
nïeulue en ongeï)oa?be faccft taa^ / bni 25ibel 
tefien; entcïjebben/ ofteïefcn bu nae een 

mi raeckei . Luther l]CCft ïjet gelucïi niCt Ql}t^ 

f)abt ban ben 23ijbeï te ficn / icït ïaetc flaen 
te lefen/ boo? bat ïjn ajuljtjicn jaeren oubt 
^ fijnbe/ benfelfbnunfimWooflerte Erphord 
^'mvkï ftabtgebonbcn/ b^niffftenbebatflu een^foo 
Luthcr. êen boecït foube mogen fjebben / nibe ïeefen* 
Apudsmr. 3!ae f)^ becljaelt ban Carolaftadius , bat ön 
prol Bibi. aöötjan:enDoclorbja?j0eb3eeflmbc Theo- 
cap io pa? ]ogiey eerDpöni 23ijbêl opt gelefen ï^abbe. 

sVxrAmam CeuoubeT Sorboniften 'ban Parijs, f)eni 

inde Voor- becbjonbecntbe / mbccgjnnmnibe bat Ro- 

h if con ^^^^'^ Stephanus f)êt N. Teftament J)abbe 
fer cap^'s" Öoen bïUeïien / fctibe dat hy niet geweten had- 
pa. mi hl li. de, wat het N. Teftament was, eerliy meer 
Roh.steph. dan vijftighjaerenoudt geworden was ? CllbC 

refp adcen- aÏ!^ l)p 0ebraegl)t \vktt/ ïjot t)p b)i(ie/ in 
^"JifTn'r- telrïieplaetfebe^;):)ïcubjen Teftaments pet 
Fa^ecirt.^an gcfrijjebfn ftout / fooantteo!bel)p; dathy 
ijT^i. fiilcksgelefenhaddeinHicronymus , ofte in- 
de 



Kleynekcrcke. 



!ƒ. Pag. m. 
301. 



de Decreten der Paufen ; maer dat hy felve RainoW.dc 
• niet en wift , wat het Nieuwe Tcftament was, Rol^i^hH 

Ötïrjcli unt öe anttuoo^zöe taii tim opQcmth i cap. s. \ 

tin Robertus Stephanus op öe Cenfuren bet 
Theo loganten tian Parij s , bttöaclt bc ÖOOg- 

ficïccrbe/ cnbcbcrrcïiotifn alle anöcre upt^ 
tnuntrnöc/ (i3obt^-acïcecbc/ loh. Rainól- 
dus. 3iae't toa^ Dor n hi bic tybm foo mbt- 
ÏKtxt/ baf et luiert aaijcfim boo: ccn hct= 

tafcö 230CCÏ{ ; 3Dant Conradus Hererbachi- 

U65 fnifrccbfrman-tticcöt^-gdecrbe/ Qt^ 
tuPdbt frïf^ ocöoo?t tc hmm I een B^onich 
opentlicft mbe pxbïhatic untrcuTpen / bat'er 
5,1300,2 Uie^iiKÖÖ \ueeclien eni fp!aecfie toa$^ op 
yM baen oeïiomen/ bie men be Griexfche B«roan i,i 
>,noeinbe/ enbe bat mbe feïfbe taeïe ent ïjocelt S"^'^*' ' 
,5,toai^ upt geftonieti/ 'titjeïefte öet Nieuwe 
:5,Teftament lüicrbe 0enoeint / 'tuieïeft Ijoï 
::3,ftetterucn toa^/ ijol?tbber.^ntbe.^ecpen:= 
.»ten/ toaer ban fteni een ne(tf lich foube tuarr- 
ten, vDen <eert5-^ifTcï)op ban Mcntz , AI- 

bertus, tOtAufburgh, Annoif^o, op ben 

ïiijer-bag!) fijnbe / enbe ben 23yM een luen- 
nï3!)boo2blabenbe/ fe)obeooeh: Ickcnwcte 

niet wat dit voor een Boeck zy , dit fie ick wel, 
dat alles wat dacr in is, tegen ons 2,y, gfje^ 

'ïijeftbebermaecbeSixtinus Amama berljaelt 
mbtefeer geleerbe ©ooj-reben/ bie ÖP a!)f- 

fielt öeeft bOOJ fime Bibelfche Conferentie. 

M^it !)oe gemepn is nu / booj vDobtsi gnia- 
be/ aobci^H^ojt; )ae'tVD02ton$'atóuibrn 
inortt gefleelten / mbe gelijch ben ^poftf i 

fe0f)t / Hetwoortisna by in onfen monde, 
.ende in ons hertej dat is het woort des geloofs, 
^'twelckcwy predicken, ^lom. 10. 8 éfcM- 

S3 z toen 



v 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



loh.Stow. 
in Annal. 
Anglic. 



Molin.Me- 
dit.inücn. 



20 Klcynekefckc. 

t»cnlteficï05bcï)et 23offU v0oöt^ nu cofl^ té 
turfm niet htt niinfir üan onfc ïccf-ocffcnüt= 

fm/ öfïijfltRioöc lioniagm EHzabcth Uau 
m grtutig:ï)De opcntiicli ni't Jdacïcmcut/ 

Anno 1560. 

jl aeaï^ Dit niet m ocfcl^et ban een neöee 
onDa* onö / ïn flfn fyw}^ / f)oe ïtonnen ton öe 
^3apï1lrri Han btoaeïnige oticrtutiam / baffe 
ben 3ibeï arn een nebrc niet toe iaeten / acn^ 
Viijfcn I jae aen-beticlen / tot foo grooten 
UoocöceïljanSricïfnfaUöljeit. JlDat öc^cft'et 
liori) anDa-9 tt bf Daviben / bat U)p I)acc onVue- 
tniiinit bcflcaffen / enbe tegen ïiaer üerbebi'i 
Sjen ï)et aenteen lefni tian O^obt^ HDoojt / aï^ 
öet feiVïe onbatnlTcOen niet beUeftigïien 
niètonfen tioojgancli en p^aeFtttjeft \ Ghy 
veroordeelt , fegïjt eïber^ jBoïinxuiS / de 

Roomfche kercke, om datYe 'tgemeene volck 
het lefen der Pïeylighe Schriftuyre verbiedt: 
Maerzijnwy daerom al forghvuldiger die te 
iefen ? Sy worden verhindert uyt fw-ai-igheydt 
die te Iefen ; maer gy door kleynaghtinge en- 
de nalatigheyt. <0e\üi|Teïieïi eeii niet ban al 
te tDaeraeï)tiöï)e hiagljte / en befleaffinge. 

II. .fl->,aee nabirn Vuii ooch \ucreïtlicftc 
bingl)enteUerrightnU)efrben / enbe U3n nu 
fp2ceeUf n Vian <5obt5 il">oo:bt opcncïiea Uooi 
te ïefen in onfc ïnntfen ; foo la3enfel)cn Vwn bat 
baettoePant =f-Babec^/ eenigea feec* 
ïtecentijt / aUeijacgen/ \13ierbe afgefonbect 
«lEnbctoc bcfeoeffeninge Uan feee beiiuanic^ 
ïieh Vü02brn toe-geïiepïigïit / ben mojgen / 
ben nabbagï) / nibe abonbt-jtont / dXi be 
<Dubet:éinet!]acc Uinbccenenbe üncgljten/ 
tsm niaritijr fitten, 'tg:<S ban een fcei: €\svS^ 

teliehe 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 



21 



trMteofffcnmrjö^'^efpijre te hey ligen, 0r- 

Jijrft bOO J het G ebedt , alfoo OOCli Ö002 G odes 

Wpoidt. I . Cint. 4. 5* <Onbc Dat bc <Dube 
ai;ï)2ifrfncn gl^cli^omi 5tjn 0Ï)e\nrcfl / <6oöc^ 
ai?>co>t tc Icfcn o^f r ïjar re €aff Ini / fcr 
ïif r/enöe fouöc b^rcbcc gr töoont hoiine n Vdo^j^ 
ben* ^ït jcbjupch fccr gcrocmt gctDccfï 

ban H'ieronymus cnbe AugulHnus , beUJCÏcUe 
hit bctibe fee r öc|iïïg!iUf U m neerftiööïicït bc^ 
pbcit {jcbbni, ©aït Auguftinus toojt oö^^' 
timgt/ öat Hjv» mceiöfc boo2 öct ïcfni o\}tt 
CaffnétJcrmaccïtt gcüiccfl/ ban bccïjmgt 
boo2 be fpijfr. ï^p p2ijft bit bm B^unniclicn 
Öoogïjïiclicn m flme ^.JicUcn am. <i3nbc foa 
i^f tnUup Dat bit brn licrcMifhcn ^fifoo^ 
nni mfonbciljcjLit acn-brboolcn / onbic an^ 

Öf rc in Ijtt 111. Toletaenfche Concilie , bacc 
bc Babrc^ aïbUi^ fp>rhcn : Voor de eerbiedig- 
hey t Gods ende der Prielleren ordonneert dit 
het ganlche Synodus , dat (om dat onnutte fa- 
belen dickwils over Tafel worden gefproken ) 
over alle Maeltijt der Priefteren de Heylighe 
Schriften gelefen moeten worden ; want daer 
door worden de Zielen geftight tpt het goede, 
cnde onnoodige fabelen worden buyten ghe- 

houden. <i3nbc bat tjati bit gcb^niucït nocö 
cfnfcIjabutDhjasinfiinentyt/ mbe bp-ren- 

ftjomficn bCC Studenten, 0ftupg])t Aretius; 
mbe occh Hyperius , be\t)cïctó fcgljt / bat 
<Dobt,éaDoo?t/ tenfijnmtljbr/ obir Cafcf 
Itiicrbc gr Icff n / m Mc J)uiift n ban glicïcrrbe 

mannen/ mbe Collegien ban Studenten, m 

3taïim/ ©rancacijch/ enbe^^uptfföiant 
<f nbc öl* fcgtjt nocö berber bat Uoningrn 
bcjpjniccn gcfegjjt tobben oocïibie geïuoon^ 

25 3 te 



Auguftin. 
cpillül.109 



Conc.To- 
Ict.3.Can.7 
Gracian.de- 
cret. I. Di- 

c. 12.. 

Bened. A- 
rec Pro- 
blem.theol. 
Loc 4-2 • 



Hvpfr. 
Trc^a. de 
Coli. Thf- 
olog. inftit. 
Cap.éf. 



J 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



22 Kicync kcrckc. 

tc tjeïjaöt te Iiflibm / met aïïrcnboo: öcefcn / 
nianr oocïi lm Sijii ftf ïir uoï)cnitTe ■■> aii Cai o- 
luslJeGroote, bctoclcïïc nclirné bc $>c^iïiac 
5>cï)nftm/ oofliöcVufrcïtcnbantien €^i\bt- 
3Öaba Auguftinus , !)f f ft otjfc flf np €aff l la- 
tmïcfm ; möe Francifcus I. Houuifj?) tian 
5?>cancïanjrft/ bcludche ocffgf)t tuojt norit 
prgctentclicfalim/ fonbcc booigarnbe Icfius 
Öfcnbc (Öobt\j?«d)tïöe 'tfanifn-f).t:ecfftmae 
ober €>obf ^ Il3D02t. <i3nbf foo ï)ectt nu oorft/ 
onibit'anocl) üft ticoi bn gacn lii> t-^ tjoe^ 

gen/ ftet Concilie bari Trcnren bcflOOtvU: 
!^f-Tion. II. Gemerckt, ff gfjcn'ff > clat dcBifch^nnpnbc- 
pjg.mihi.;. hoorcnonberüpelicktewefen, fol , .eyn, 
endehaer-licdcr Huysgefin wel regeerende, 
foo vermaenr het Concilie eenen yegelicken , 
dathyvooralfeerfober ende matigh 2,y over 
Tafel van Eren en Drincken . Jen anderen, 

' Tcktopdufdanigenlaetien dickwils ghe^ 

, acvivcn te vallen vele ydele v/oorden , foo be^ 
geert het dat-men over der Bilfchoppen Tafe- 
len fal Icfen iiyt de Heylighe Schrifcuyre. 

Ï)002\t3arc bit cm fccr fïïcfitelicfte cnbe 
Cljnfleïichr farcïie ; üjant Ijicr booi toojt foo 
tod be Eid met mx <e>ccfidk\{c / al^ \]ct iir^ 
ftar m niPt ren ïicï^anididic fpij? grtjoebt/ cm 
be foo too2t <i3obt Uan on^ ge-ccrt in alle dln- 

jTcn, 't7.ywy Eten, ofre Drincken , nae't 
bebd be«5 "?tpof tdïJ Pauïï / i.Como. 't^d 
ccn tcnchen / bat ton met loh v <i>obe5 tooojt 
meet agötcn aïö oiiïJ baegi]lich^ Doebtfel / 

'jjob. 23*12. De redenen fij nes monts hebb? 
ick meer dan mijn befcheyden deel wcgh-gc- 

leydt. <6en onber bc €>ube fegïit aïöu^ / m 
„fdicre Homilie of }3ccbi!tati?: i)/oo:t geer n/ 

ge. 

I 



I 



ll 



f 

I 



Kleynckcrcke. j,^ 

>,fen inbc hcrcït / riiöe bcï-ïfcft'fe m uhie 
>,l?upfm j möicn iicnianbt foobrfiföfaïftu 
„grtofcfl/ bat ftpbooi't eten niet Ijeeft hon- 
,,ncn ïcfcn be <èoböelijcfte ^rijaft / ïaet'rt 
»bicnniftbfrb;iftenob£t: fmte marltijt peti^ 
„Uanbe a3obbcïicïie ^ct^tift tt \cfcn / op bat 
„geïijch't ïicljaem geboebt too?t met ftitjfc / 
„alfoo oocfe be 2:ieïc tiecquicht iuojöe met 
„a3obe^üJOo?t/ op bat ben gantfcften unt? 
«toenbigen enbe ïntoenbigni menfrije ban 
r,ten hJe^liQe enbe l^^eiilfaeme maeltijt bet fa^ 
jjbigöt op-cijfe / bat gene bccbuïïrnbe 'tbjeïc^ 
„Ue ben Apofrelbennacnt/ feggcnbe : 'tfy 
j>gy eet , zy gy drinckc, doet het alles ter ce- 
35ren Godts. 

%lé bc l^upr-babec^ op befe flonben a3obt^ 
tuoo2btbepboÏ0en^ïaetenïefen/ foo honncn 

benganfcljen 23ijbel eionbigat m een (aer / 
geiijcU ban Bayly in fijn oeff enmge ber vDobt- 
tiiiigöept / enbe ban Oortcampius in fijn m>H' 
gelijchfcjje oeffminge ber a3obtfaUgi)e]iit nu 
mUangïjö !)fr-b;iuclit / bunbeiieu gettjoont / 
€11 aengebjefen ié» <6nbc bit öceft (tot mijne 
öemh(qinebeeb3onbenngl)e / enbe gtoote 
U^eagöbe/ toantïjeteen tepcften ié/ bat'cc 
«oclj aïtijt^ in't ^aufbom fijn/ bie't beter 
Vuenfeljen/ enbefaegenonbertjaer) oocfefeer 
bcöaegt feïbe aenben Carbmaeï Quignonius, 
bcbjelche (lmflenbebatbe23oecïienbcr ï^cp- 
iige ^cb^2iftuiire / banbe Parpchianen berboï= 
genö inbc iurcften gelefen fouben iuozben/na 
öe gebjoonte bet Öao2-©aber<5i €n bbaerom 
coca niet mbe l)upfen^) ben gau^ Paulus III. 
3,albu^ aenfpjeecio; ; Endc dit heeft voor aJïe 

2p 4 buigen 



OefFening . 
der Godtlkt- 
lig. pag.m 

Oortcamp. 
D;ifc;elijck- 
fche Oeffe- 
ning. Cap, 
7.pag.m.5j 



Prxf. ad 
-Paul. 3. in 
breviar.afe 
recognit. 



24 Kleynckercke. 

„öf roni te ü:cii0m / öat inr eft ban a\\m bc 
3>ii>fVlial1^ écli:iftinicc'tgeficdejan: / mhz 
, „alir Dc PI-' ^ - in tkhe lucficn tïoo?-orïcfni 

, Auf L*öcn. . V ; at lup far gen öat bcuöe op 't 

jjhooghfre den ouden Vaders hadde behaeght , 
„die de meefte Boecken fgdljcri bobni iè ge- 
„fcght) ban bcböp Telramenten alfOO I)abbcn 

5,mgrfrcit / om öooj bt tijbm ban Ijct jat t te 
jjlcfcn / nibf foo onik he Pfalmen boo! be ba^ 
„gmbrcbfcït habbrn bat aUrlurcch Ijct gbc^ 
E'fviar Ro ^^^^^ ^^latni-bof f(i gclcfcn teicrbr. .fit>itfi: 

nian.ex De 't gCHC UI Dcfm tf n deele bJeï ban Qiiignonius 

erft. conc. brtbf ctctt ïDas / nae ban ben gan(> 
S'' p"n r. V- \uebcrDinbfr\tio.?pm/bjeber afbJijc* 
ftnibc banbc inilr ilmcrr brr (9ubc a^iabiTf n. 

^IfêDitbanalï? Mbrré tot nac- 
gfïionirn/ fcofitdauiifr., cnljarrc iiinbfs 
ren ofte finffdtni/ a?>obt6 P^cojbt mcmgt)- 
niacï boo?-leff nbc / r n ban ïnfonbcrïjrpt be^ 

Col.i.7 tracl)tfn6c/ in ChHlto gcwortelt , ende be- 
vefcight worden in het geJoove. vJrnbir foo 

luojbm bic met LTf[)t gccormt/ bie «Öobt^ 
devnm'& 5öco?bt menigljmarï gdcffn t)abbcn ; gl)c* 
Thummim ïijcli bcu Uoniugl) Alphonfus , ban ben bJf ïc? 
pag m j4 ficii Hiiiofien bf rï)aelen / bat \]\\ ben 
Nicoi Ar ' ^"^^ becrtljicn-maeï Ijabbc booj-geicfen ; 
noid. in ^' enbe (5 eorgiusRakoci, ban ben bjclfftcnbjo^t 
prxht ad bcclju. Dat l)n be i^entige ^cOJiften Uiel 
diftina. j-j.^^ ,1 j»„ ttointiiTÖ-maei ijabbc booi-gelefen 
j^^^ ^^^^ raetfce/ 'tiueïehe ïch 
banbel-?n?if-©aberj^/ ï)erteïi6Ïib3enfrlK hef 
tragljt te toojben / ló / bat'fc Ijaei-en liinbe^^ 
ren/ enbefooniogeïich/ ïjacven ^ientt-bo^ 
ben / feeciietegebeeitenbauO^obt^ JDoozöt 



Kleynekerckc. 2j 

ja\3rn / om ban himen tt lec reu / rnöe op te 
♦f g0f ïi j 'tUJdche öafroni te M]m Mn o!) e- 
fcljicöcn / om öat ïjaerc Memorien , nu 
i>Dngl} enöe flercli fljnbe / nac aïle Dinoöeu 
(ionncn ii)o:öen in-gcbnicïit. iDat een gcoo- 
tcncrbarcntljriiteuDe bafnglKPt uiöe <0oö^ 
tJf licltc ^^clj:iften / Dcfc ocffeningc toebrengt/ 
ad)tMclieeneui.tegelifh genorglj te befcffeu. 
aDc iietcïieiiclie Hiftorien getuiigeu ban te- 
nen Hilarion , Dat Ijn tjc ïf eyligü^ ^^c!)?iften 
Ifcö pcrfed gduinnen l)eeft / Dat öp'fe Darg^ 
jifhsinaerijncgebcDcueu Pfalmen, getooon 
toa^ / gelijch alê boo? <0oöt be i^eece tegen- 
Uïoójbigl) op te feggen. Eurebius becöaelt 
niet !joc gcooten beilDonbetmgöe ï)ii meec^ 
niad / eenen Iohanncsi£gyptius, Die blint 
Ipa^ / opentlijch gel)oo?t IjabDe inöe itereh / 
laooVïefen geliecle rooecften foo banbeu (Du- 
öen / al^N.Teftamente, niet auDcc^ aï^ of 
ïjn'te gefcbseben boo: Ijem b^ibbe neee-geïent, 
' ' Bil ben Waldenien Dit fcec gljemeiui 
gïjeuJeeil / bat 'fe gbefieeïe ^oecUen bec 
^eb?iftup:ebanbuiiten ieerbeu / enbe op- 
fenbèn / Yomnnglje alle be Capïttelen ban 
Mattheus en lohannes ; anbere alïe be Cano- 
Tiijcke,§ienbt-Ö2icben; cfeen goet beeïban^: 
befp?enehen Salomons, be Pfalmen banbeu 
lloningö David, enbe bep^cpljeten. ^it 
öeben bieb20ome Waldenfen , om batTe/ ge^ 
bnmigbïiefe berjacglit en öittigïicft becbolgt 
boojbcnbe / 't gelucit niet en Ijabben banbe 
^cb^iftunje fo oberbloebigïicïi op alle plaet^ 
feu / te mogöeu lefeu ; i>ce|$ oeffenbcn fn 
foljaere Studenten, ofte bie/ bjelefee onbec 
tjacr bJiecbf n bequaem gemaecftt tot öet p^e^ 

^ f öictx- 



Cfnturiat.' 

Magdeb. 
cenr. 4. .cap. 
10. 

Baron. ad 
ann.309. 



Hiftor.dcf 
Waldenf. 
lib.ri.part. 
3. cap. 1. Pag 
m.14.0. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



2 O Kleyne kercke, 

Dich-anipt; OdycUflifdlJCbïiIeanPaul Per- 

ringetupgcn/ in öetCapittel, Daci*'fefp:c^' 
ften Uan liac re Paftoors , t ftc 31 eeracr^. o^n^ 

öe ïnblcn öït ooft ban Öcn Studenten het The- 
ologie toïerbt gebarn / öacc niet aen te 
tkuyffckn/ oftfouöcccn gtoote b^cutjt gc^ 
ben ecrfl aen tjaer / enöe boec nae oocft aen 
anöere. Dit Bcza öeni ftaDbe acngetocnt 
tnfiineionge jaren/ fo ïjecft I)m fijnen öoo> 
gen onberbom/ al^nnbp nae fijn Memorie 
geöeel berbaïïen bJa^ / gfDfde Pfaimen in 
fjetljebseenfcö / enbeeen peber Capittel upt 
be 23?ieben be^ '3tpo|ïeï^ Pauli in t^ct 
<0ateeft^ / ban bupten ftoinien op-fcggen^ 
^0 jjeeft oocft Antonius a Voorft, felbe aï^ 
I)pb(inböeb30?bentoa^/flcö berniaccÏJt met 
bet geöuprigö Jjer-öaeïen en opfeggen ban 
6et gejjeeie Ccflanient / enbe 't ^falm-boc ïi/ 
geïijcftuptöetgetupgenifleban M. Schooc- 
kius , fijnen Jlieef / brr!jaelt bm öoog-geïeer^ 

ben Revius ni (ine Hiftorie ban Deventer. 

ïï^atbitoocït geb;upcheli)eh i^ getueefl / in 

l)et lefulaenfche Collegie ber Auguftinianer 

jTtóiamieften / gelegen bicljt bp Florencen in 
ItalicDj cpbientijDt in ben bielcïten Petrus 
Maityr tjtm/ een Songelmgï) fljnbe/ ber- 
boegt öabbe in 't feïbc / getuygfjt Simlerus in^ 
bebefelj^ijbinaeban't leben enbe boobt ban 
bien groten <0obt^grïeerbf n / met befe bjoo^^ 
örat.dfvita )>ben: Hy hccft hcm in dcfen tijt ooeft glje- 

Ma?' P.uV «SJf^*" ï^^fni ber i^rpiig.De ^cb?iften. 
5,aï)ant I)et toas een pcijfeliehe gljeüjoonte 
jpban bit Huyrgefm, oftegeldfchap, tat te 
5>2öngelnigen bie een goebe Memorie ïjab^ 
jjben/ ÖQergetoenömom fëer beïe bingljen 

upt 



I. Revius, 
Daventr. 
Illuftnt^ 



lo. Simlrr. 



Mart. Paul 
foLi init 



Kleync kerctcc. 27 

jtii[ïtt5ct^fpïtgfïc^rö?iftmliacre Memorkn 
roirircprcmcn; foöattbmimgc gefiede h^it^ 
' ,\)fnPauli, anöcrcöctijotdiöec "S^iifpjeuc^^ 
jhcn Salomons, fcnigeÖeHiftorieljan To- 
„bias 5 ofte cmig aiiöcr boccft mt be £}eplïfle 
^rl):iftcnt3an bimtcn cp-frpDcn. <t*n foo* 
ïiani!j!]rlifïrfJMch'n:ooch gcfifniH/ bic alle 
itio:!5cn$ / rnöf aüonDt^ / öiec toan fjaec bp= 
fonöcr üicccft maccïtten / alfo Dat icft'f^ 
aiitfdjc Capittcïcn/ jaetebcnljcöbe Bo^ 
ecu opfcggcih Ce Vtirtcn öat rcgljt / een 

Student van Chrifti Teftament te welen , gCs 

üjch Dc 5f ratiff ïje l-^ccchc Frenasus noctnt tn- 
bc roemt / iuteeclier^:ief ani Ekuthems, 
iaoonifcïjbilTcïjop/ Èufebius. iDantöat 

iJC ^t)CÏJJlftim!e öe fubftantie is van het pre- 

[dick-amr, niet qualicft gefegt Uan eeuen 
toionyfius, öcntoeicïimöe papiftcn te öcc^ 

gcffö 00?Öeeïen/ öicn Dionyfius Areopagita 

0c\ukfltefijn/ ban Dm toelcfien getuaegljt 
Ii302t / ?l;ct. 1 7. 34. 'ft ^al l)icc ume^tUt^ 
ncn 'tgene eïDcr^ Amefius t)ecljaclt:Ridbeius, 
I „een aïngrlfclj H^attelaer / ïjecft alle De 
fjjbMtUenPaulibanbuptengrïcert/ aï^^ ftute 

„Cambrits ftaöecröc. Ccueu Cromcseiliuj, 

jji^^obelingl) / tjeeft m een feer fto2ten uit/ en 
>;>Daec!)nfeec beelte Doen t)aDDe/ ïjet gant- 

jjfcljC nieutue Teftament ban Erafmus oUer- 
Sgefet/ opDefcltJc toijfc gelijcft op-gegeten, 
,5Ï)oe groten fcljaemte fal l)et Dan Ujefeu / 
5,Dieneen Student Der Theologie, nïcts upt 
„De ^§>c!j2iftuire Dn nae toeet/beljalben pïaet^ 
„fen Die aen een |ïegeiip beftent fijn/ Dan u»it 

y)t)C Regilters en Concordantiën. 

Ucobus tle Riberia in fijne befcö^rjöinglie 

ban 



Eufeb.lib- 
/.cap.f. 



Libr.deDi- 
vin. Nomi- 

nib. 

Rivet. ent. 
Sacr. lib. i . 

Cap.9 IC it 



Oration. 
fupr.citat. 

pag ƒ4- 



28 KIcjmekcrcke. 

incoikft banTholoufc, mtoeïcrtcfcabt öiroogcnicï^ 
poft" mJh Waldcnfen fect Me luacrcii / 

etiam Cl. tonccomfc oor ft gr nacmt toif röni bc Tholou- 
Wart f.citat faenfchc ketters:> UciKjacU cniCll fïccljtcn Ijnlif? 

xun dewal. ^"^^^ Ö^CC ö^f ICU tC ïlCllUCn / t)iC l]Ct 

«. UJifloptefeggcn/ niöatUrle auDciT/ booi 
ÖktiimnolUeffn/ tpiflcaïjctctantfrlje Terra- 
ment. Rayneriu5, Dïeinquifity-Meeftcr W 

Kdvcrr Ö«^»Öjc WaJdenleni.S (jcfïflt flcUïCrfl/ p^ljfl 

waid. c I ooft fo niet aikm ten l'joogficn ('tlurlft in ccii 
in bibiioth. iJiiaiiöcntcocnpartnDfcljan bicVironic imn^ 
^fn oTut tcljcn/ i^feertcbrrUJöiiDccfii) I)arc nccr|hg^ 
tom 'i j.c- pt enbepbcr in t Icfcn ban a3oöt^ JDoojbt; 
dit.coion. niaccïjngctnngtoofftöat'A^ljncrc liinöcmi 
fo ncrrfiigl) ocffc nöcn inbc l),5iftf n / öat 
f)acrf ftnccl)tftrnj^ cnöc nicnfïtc nc be Euangc- 
iienrnör Brieven Uan bui.itm üiifTrn» <ï:n 
U)af ciif ft naöif n nicn öogli' fijne Mcmorien , 
cnDcoofftDiröfcïunbrtcn/ foUcïc inniiol|== 
nmdnödcenfonöiaDc Dnjgljcn acnbcljfclt; 
ifl niet bctamdicft / cn bccï biïlicftr c / bat 
top onfe Memorien inbnicftcn be Uioo;bcU 
peciar.o- öfJ^ïelienbignKÖobt^/ bic onjJtorjiiftonncu 
macrft.'rn tr c fiiiiglin.ït ^ Cicero fcgljt ban cru 
fcecfter ge bedtr ban bic Oratie, bic Galba jjab 
gcmacchr: By ons, doen wy kinderen wac- 
ren, was^fcinlülckon «»rooteneerc, datwy'ic 
oock van buytcn 1 i. 2üd toacrom CU 

Gregor.iib fuUdi Ui|i oocft öc <^d)Mftnnc / (bic nict an^ 
4.Epiftoi. bcr^i^^al^^cn Brief van Godt acn ons fijne 
84 ^cijcpfden / fo tod tó ban G rcgorius getc gt) 
nietmfoljoogljen agótinglje cnbe mt ïjon^ 

^tn iJapf-BaöcrjSfoubMcïibmifcfr rae^ 

ben/ 



i 

Kleynckercke. 2p 

ut / ga^cu f'cnigcijooinanic fp^2cucftcn / öaec 

uae ecnigc Uo^c Cappittelcn enöe Pfalmen> 

om tan bumeh tcïm:^n/ öefelüe 0Öf- 

tiutir igb Hoojïefcnöe/ of feggenDe* Ccn F$an 

oocft niet quaröt fijn/ Dat'fe Ijaecen hmDeccn/ 

die tuat ouDrc fijn / fominigc üoomamc pïact^ 

feu / ofte Pialmcn gcUcn otn imt te fcl)2u\)en5 

ÏMer 000^2 fiiïleirfc met aUeen öe fclj.njf-ftimfl Deur. 17. 15 

oeffnien; mart ooch Die öingen fuïlen baflec 

blyüeu in Ijaer gemoebt : Want een die leeft , 

fcg!)t eïöet^ 3^I)Ho / ontvallen lightelick eeni- Philo libr . 
ge redenen , bm dat het lefen niet en vertoeft^ de creand. 
1 maer diewatfchrijft, druckt alles ghetrou we- P""'^^?- 
[' lijck in zijn vcrftandt,... Nu dit fchrijven vol- 
braghtfijndC;, moet het ai Ic dagen over-gele- 
feniijn, op dat door de geduyrigheyt de me- 
morie verlte rekt worde, en de geboden felf» 
te meer door de ghewoonte aenghenaem fijn. 

^^elUe Zwingliiis ijaööe met5ijuei;gcn Ijanö 
alle öc 23?ieüen De^ ^ojleï^ Pauii i'n ïjct 
<Drierhfc|) nnt-gcfeö?eben / op öat Dp'fe alfa 
te ügljtetfouöe mogen ban bupten leeren / 
enöc ianglj öaec nae nocïj toeten ; enöe öat 
grfcïj?cl)en boeeh Ujo?t nu nogl) betoaett mbe 

Bibliotcec bet Academie üan Zurich. ^t^S- 

ne Nicolaus Clenardus in fifne ÏJjïcüen aen fiU 

nen JBeefteC Latomus , ProfefTer öec The- cienard.E-, 

ologie te Leuven, tiecljaeït/ aengaenöe öe p^^^ 
tuijfe / op öe toeïcfte öc Muhammedanen ofte Jafa ia? 
Turcken , öni Ftinöecni in öaece ^cïjoïen / 
ijaerenAlcoran leeren feec geöenchtoeec- 

„öigl): Ditgebruyck, fegötbp/ i^byhaer; 
r .„terltont van de eerfte j aren aen, ïeecen'feljau 

5 jjtüoo^öt tot tooo,2öt öenAlcoran öan önpten/ 

enöe 



30 KIcynckcrckc. 

f nöc ö,2ntUcn f)ct hotch inöe Memorie , f^d 
ïDckïxc fp niet cn tJccfracn. .ïi^ocljtau^ bcr^ 
5,fc!)ijnt öit boecU hi gcrne „^cljoolm : niaer 
„Den (^clioolniecftn: fc^ljt «pt fnn memorie- 
>,crn tacf h op / cnöcfcD^öftljftop mi Ijou-i 
„tm bcrbchcn/ bit ïcgïjt |)f t lïUiöt in fijn gc^ 
„mort j öargïjp öacr acn ïi3o?t ren aiiöcr 
>,taccft gefcD^cVicn / tot bat Ijrt inöcn tij t ban \ 
„een/ of tluee Jaet/ ben geïjeelcn Alcorant 
„Uan Uupten ïeect. <Öu fiiït eu Ucr l meer bin^ 1 
,,ben / Die foo ben Alcoran tjan bnpten toCi 
„ten / ban öie ftet boeca feïüe t' ï)upé !)eliben. 
^it boen l^cpbenen / en foo fojgliVjulbïaö 
fijn haere |>fljool-mertIer<^ ; cn Ueijoojben 
kun CljJiftenrn ban nietgelïjcften nüer aen te f 
tDenbcn / en in't ïeeren ban <0oötö iI3oo2bt/ 
cnbein'tfcïUeonfenhinberentian longh?^ op ' 
intepïanten! ^oo^befeoeffeningljcnfullcn 1 
öe JJnnf-Babecó IjacrcUinbecen / Vjan Uint^S 
Df enen aen gctuenncn aen be ^cÖMften ; en^ 
öe bat faebt üan (Oobeé IDoojbt / foo l)2oeg 
gcfaer.bt / faï niet ïe big!) in ïiaer fijn / maer/ 
Ö002 <6obt? fcgen / 't een of 't anber trjt pjnc 
Drngl)ten üoo2tb?engen/in Ijaec op tetoccUen 
tot be bcugt / enbe af te tcechcn banbe fonbc; 
füofniïen'feUan }ong!)^ op trooftfontennen 
lip !)aec i)ebben / enbe aïbec -ïjanbe Uiapenen 
trgrn be bïoeeïdngrn beé turceïté» 'h ^aï 
f)ier upttcpeftenenöe tooojbrn üanChryfof* 
„thomus: l)oo2tgpane/ biel)cfo2gt bie bim 
„gen/ bie bit ïebcn aengaen/ bccftrögfit u 
„be boeehen ban öe Medicijnen bet* 5ieïe. 
chryfofth. „^nbiett gp gcen anbete toüt / fooUerfo2gïjt 
coiofr"" „nbogt)ljet.OientueTcrtament, beï^anbc- 
„iingcnbec'^poftclen/ bcEuangdien> tot 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. 

.J»> öeiöt oljec homt/ fut am al^ in een apo- 
H-iit^ijteeck öec Medicamenten , bec&rïjööt U 
||*,tïaecban bertcoofïin0l)e/ möien u fcjar^ 
" ♦jöe / öe Doobt / ofte berïie^ ban öe utoe. 
i .b3iae (iet niet aen / niaec neemt *et aïïe^ 

i^iijOp / en beÖOUöt l)tt Dit is de oorfaecic 
r,5vanallequaeden (<Bcl} ! een niet öan al te 
,M;,,toaecagötI0e fpieuchc ) de Schrifmyreniet tc 

- ' „weten, ^onöec toopmen gaen ton tot ben 
r„002Ï03lj / enöe l)oe fouben top beljouben 
-•U>ftomientoo^ben> '^ïj^topfo onfeïtinberen 
bcoeg!) rijch maecften in (ëoht^ Jl^oojbt / fo 
. r^rfentcmanthonnenacinmaechen/ ^acc ^^ï \K^" 
en rtan geen acmoebe fijn/ al^biei)emelfcl)e cundÊpift' 
nieftmgöe / of bettigfjept ( 't '^é Cyp 
^noo,2t) cen^ be bo^ft bersabigijt öeeft- 



IIII. Cap. 

fWort gehandelt van de Huy tCate- 
chi&tien : en dc redenen daer toe 
dienende, worden voorgeftelt. 

'.^eentorïgefleïbefeercfte/ tooitoocft <Ba^ 
beé3©oo2tgfpceöicfttengeïeect; Het. 17. 
en 13. ƒ . Daernae, fegfjt luftinus in be 
teboomiDp-gebjactjteplaetfe/ als de Lefer 
fwijght, doet den Voorftander, bati^ / beu 

gjeöicfter/ een vermaningc ofte pjebiftatie/ 

waer duor hy't volck onderwijft, ende ver- 
t maent tot nacvoJginge van foo fchoone faken . 



) 

V 




i 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



51 Klcynckerckc. 

5^i'tinoctoocU gefLijiciJcn intJe/lJutifghcfm* 
urn j Uiaiit 't te ürrgöeef^ bat a3oDcd 

Nehem.8.5) JD00?Dtduydclick geleien wort 5 al^ ö' OU^ 
i)ecs>dcnfin niet verkUeren , lioglj maecken 

bat Ijaere lomberen enöcïDirnflUoDcn / het 

verftaen in het lefen. ïDcfe pïicj)t tDO?t Uail 

Paulus öcn vDuDcccu Ujcï untbiurftciicftrn 
acnbetlOOÏCll/ O^plj. 6,4.. Gy Vaders voet 
uwe kinderen op inde leeringe cüde vcrma- 
ningc des Hcercn. <6nöc boo? htm Ijccft Öe 

l^ettt onfe a3oöt aïïcn ï>ooföen ïuDc öunfae^ 
Oefinnni Dit bcDd gegebcn / ^cut.<>. 6,-/, 

Dfut4.9. Defe woorden llilt gy uwen kinderen infcher- 
Deut u.19 pen,endedacr vanlpreecken ; aJsgyin uwen 
huyfe fittetj ende als gy op den wegh gaet, 
endealsghy nederleght, endeaJsghy opllaet. 

ïtjict moeren ban drie bingljcn/ UeteacDtec 
tao:bni banöe((ritiiirrcn. 

i\ moeten Ijacc liinberen enbc anbere 
=t)n!i^-0enooten / inplanten be gconben cnbe 
eerfte beginfclen ba* Religie na een i^beró; be- 

grip / of gelijch Salomcn fegïjt / nae den cyfch 
P^Q,. , , van eens pebers' weg. ^0 onbef\Ueeö Barh- 

feba öaecen ^öon / ben jongen lioningl) Si- 

lomon , enbe Eunice ï)aren foon Tifnotheus, 

betoeïcfte bacrom öeregl)t Ujo,2t van Kints af 

de Schriften gewcecen te hebben, z.fCim. 3. 

1 5. 5De |}>niif-Baber^ enbe jBoeberé moe^ 

ten ïn Öaece ÖUnfcn Ijaccc monden open doen 
met wijf hey t , enbe op ï)aer tonghe moet zijn 
een lecrc der goedtdadigheyt , gclrjch OOCÏI bat 

gcbonben luo^t inbe be fel)?ijbnigljc Uan eew 
goebe If upfb^onUj / p^job. 3 1 - 29. 

2. ^\} nioeten Ijaec cehenicöap afepffeöen 
ban öet gene ö^egeleevti? / bp Uiegen ban 

ca- 



Kleynckcrcke. 55 

catcchifatie; ^it öcu nagljel ojj rjet öooft 
tc treffen / rnöe "t geen men Ijaer gelcert 
Öceft / Doet nienijaflfc in ï)aec Ijecffenen en 
..„jffcljeugeniffeliirtjen. ^DitUjeccftt beftonmie^: 
ït^jringe en acijtccöogtjt in öie gene / toelcfte an^ 
öecs goede Dingen licliteïielt üergeten en ber^ 
toaecloofen ; 't UecD^ijft Ucïe Dtoaeftjeut en 
: nluetenljen t / toelche geUeft igöt 10 niöe öer ^ 
ten Uan De jonge iie Den. <öoDt tuil Dat tDW 
onfenftinöeren fijne ^5cDoDen tullen infcher- 
pca, ^eut.^, 7. 't€^02fp;onchclichcVDOo:t 
betepcftent wetten, enDe ilijpen; i^^i geeft 
te Ijecflaen/ Dat tou'fe alfoo moeten boo:- 
Djagen / DatTe in Ijaec \)ctte mogen Deu2D^uV 
0en/ enDebeftlijUeiL 3Ditl3erftaenDe 3ooD* 

jclje Rabbijnen Uan Catechiferen. <0nDe De^ 

fe Huyf-catechiracien U)o;Den aen-beboolen/ 
^nDe De turjfc öunDeiiehen boo^gljefcü^elien / 

7.0» 2 1 ♦ Wan n eer u loon u m O rgcn 
vragen fal, feggende: wat zijn dat voor ghc- 
tuygeniflen, ende iniettinghen , ende reghten, 
die de Heerc onfe Godt u lieden ghebodcn 
hoeft ? foo fult ghy tot uwe foon legghen : wy 
waren Pharaos dienllkneghten in Egypten ^ 
maer de Heer heeft ons door een ftercke handt 
uyt^Egypten uyt-gevoert. <J5nDe ÜJeöeconi 
Jof : 4. 6, 7. Wanneer uwe icinderen mor^- 
gen vragen fullen, fcgr : watlijn u defe 
Iteencn? foo fult gy tot iucr feggen : om dat 
de wateren der lordane fijn afghelhedcn ghe- 
wceftvoorde Arcke des Verbonts des Heef- 
ten, als fv toogh door de lordane , wierden de 
;vateren der lordane afghefneden , etC. (Jf. ^ 
Soofuitghy 't uwen kinderen te kennen ghe~ 
ven, feggende: op het droogc is liïael door 

C def« 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



54 Kleynekercke. 

defe lordaen gegaen. ^oo ï}dti^t Abraham 
öccateclnfcert öie ö^ic Ijonöett enöc acljtim 
dienftftnc0l)tfn/ bic l)p gcbnimlue om fijn 
aen.14,. 14 ^^j,^^ L^^i^ jj^^j ïiaiiöru öec tóanöcn te te? 

lofTnt ; lueïclic öaecom gniocmt tuojöcn dc 

„onderwefenc van fijn huys. ^tlDe fo'tö^ne 
„tïact <Dcn. II. I. öat Abraham nam.aUe 
jjliele , welckc hy verkregen hadde in Haran > 

„toD?öttiant)cChalclceurche obcvfetter (fcgt 
Traa dc jjöcï^ooglj-gclcecDeD. Hoornbceck)upt9e5 

catechifnr 3 ÏCPtlJan ficlcn , dic Cy de Wet hadden on- 

cap.i pag4 ,'derworpcn. 43f UjcU l)ct ooeli De iFcanfcl)e 

)V3j00tJ larchi ÜecïUacct / fielen , die fy tot 
5jonder dc vleugelen van Godts Majefceyt ge* 
„roepen hadden: dewijl Abraham de mans, 
„Sara de vrouws-perfooncB onderwees .ende 
„bekeerde, ^ntöietebcu/ tueïf fte öe l^ee= 
rc geeft/ <0en/i8. 19. (Uiclchcc tojoa^^i 
ia aeuftontg! fullen bii-b2cngl)en ) niecjcft^ 
Willetusacu/ Datï)ettua^öe getooont^^fi? 
iDoo^Baöec^/ Ijaereljujj^gefmnente <f^e*- 
chiferen ofte't onDccUHjfên inöe ïeece ^löe 
^cl)cppiu8!)e öe^ JDereït^/ otetceöingöf 
öe^ jfee»fcl)eö! / bcrtuoc^inge Ijaube cmöf 
JÖereït/ (ÖoötïSBoo^jrinualjept/ inöe ïeecc 
Parsus in banöcn toehonienöeii Mcffias , enbe l)cteen- 
loc fupr ujigelleüeih Bietïjem homt Ijiet in ober 
"^'"^ een Parjeus, DeUjelcftc öaec na nocl) bpüoegt/ 
Rivet. loc. gelijch ooch Rivctus 5 öat'ec Uoo? be Ujct/ 
cttat. Ö002 Mofes grgebcn/ geen openbare bebie^ 
ninge ban (Dobté IDoo^bt en Ina^ / nmt 
öat öe Babec^ Vuacen I3:ic|ï eren / ï^erber^/ 
enbeleeraeren / enöebat Jjaere ïiiiufgeno^ 
tenbjaerenbeCatechumcni, tueïcfteh fuins 
plantebcn ö' opgüenieïte ïeeringüen/ enöe 

b002t§^ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Maag. 

458 H 122 



Kleyne kcrckc. 



3f 



i3oo,2t.ébie ömgbrn/ Die fti tot be ceutüiglje 
i fariöüentöavec sielen niocflen toeten. oJn^ 
Dedaccen niet aen te ttoóffeïen of befen 
pligljti.éoocrt beöartigöt Uan Ifaac , lacob, 
lob, enbe anbere Patriarchen j jae oocfe feï^ 
* Ue boo^ ben „^nnbt^ïoeöt üan Adam, toelc^ 

ïtet^ö Jionen / Cain enbe Abel , ujp ben ^ee^ Zach.Crof- 
I reoffeeenbe binben/ a3en. 4. 3. 4. ^aet °^ 
, toe (geïychban ben untlegger^ toel brfloten '''^ p^-^ 
too^2t) toaerenTeban tjaren©abec onbertoe= 
fen/ öaeegecatcchifeertöebbenbe inbe leere 

tl^anbenBal / enbe ban Ijet^aebtbec 
^ Uje/ afgebeeïtboo^jöaereoffedjanbe. €n= 
be fo niagl) Hjaeefcbijneïicft gegifï too^ben bat 
oocfi gebtien !)ebben be anbece Patriarchen ^ 

. J^enochöefebenbeban Adam (bie wandelde 

met Godt, <öen. 14.) ontfuigö ftnen 
naem Henoch bmi een i^eb^eenfeïjen tooctel- 
UJoortChanach ( beteueftenenbe nemant on= <^^^^f"* 
bfcUJiTrnrnrbe beglnfeïen ber Religie ah itxtm oZ 
|5^»^JtHen^ enbe b^i trappen/ bantoaer Ijet fc ammr^ 



Uomt / 'ttpeïcfte ï^<«sc»- 



l^eb?eeufcIjetüoojt<^ , . 

bet^ueftenteennimUJitiiiauy ofte eenbie bc 
céefle begi nfelen ïeert) alö een bie <0obe Uia^S 
toe-geljenïigïjt/ ofte onbectoefen ban üinc 
jengljt aen. 

Jijii moeten ïjaren llinberen enbe im^p 
^nooten / toe - paffen enbe toe-epgl)énèn 
<^pbe^ tüerclten / 't 5|i boo?lebene/ of te^ 
gmVooojbige / aen oni feïben / ofte ooeft 
aenanbeeej ï%i^boo2ftonnen'|e beUJoogeii 
too,2ben/ om op <6obtte betconbjen / boo? 
.öe bserehen fijner genabe/ enbe om ïjem tè 
e^ft n booi be tuerclten fl/ner gerec^tigljept. 
n^ bebe ben boo^gljebacljten €ei;tp-Ba* 

<5 i bec 



J 



infol. 



3(5 Klcynekcrckc. 

bet Abraham , cnöc Docrotti en tDtïöe oocft 
<23oDt3ijne Ijrpmclicïte tocrcften boo? I)rm 
tnrt DcrbfCfien/ <ï3ni. i8. 19. lek hebbc 

hem gckcnt, op dat hy fijne Kinderen ende 
fijnen huyfe nac hem foude beveelen, ehde 
fy den wegh des Hccren houden , om te doen 
gerechtigheyt ende gerighte : op dat de Heere 
over Abraham brenghe het geen hy over hem 
gefproocken heeft. OUCC VUCÏcUc tD002Dcn 

Rivet, in öen ï}>oogli - geïerröcn Rivetus aïbus? ff jJÖt. 
Gen. exer- ^^^xvc bcff I)?ijft <6oDt 't amptbau ctn neccs 
cit.43.pag ,,|h3ijj;^uii^-3Daöcr/ metaïïmnn't bn:fo?«ï 
„gen Dan Die Dingljcn/ Dctodche tot öit Ie* 
j,bcn bcI)oo?en \ niacc boo^namcntlicft in 
„öie Duigen / Detoeiche öe <Öoi)tfaligbfpt 
jjbetreffen / e nöe geïjoojfaeniljeit ban Ooöt^ 
55gl)eboDfn/ omöat'te"ictfoo fecc obec Ijet 
3,lift)aeni / aï^ obec öesielebeftonnnert nioe^ 
„ten toefen / enbe ben naeftoineUngï)rn \\\ 
5,bat beeï bclinïpfaemfijn, <6nbe Dit beeft 
ooflt toel npt-D2UffteïicftDe l^eere facïafl/ 

5^eut. 4.9. Allecnlick waghtii, ende be- 
waert uwe ziele wel , dat gy niet cn vergeetet 
dedinghcn, die uwe ooghen gefien hebben : 
ende dat'icnict van uw hcrte en wijeken , alle 
de dagen uwes levens : ende ghy fult*fe uweii 
Kinderen ende uwe Kints-Kindcren bekent 
maccken. ^oeï/ 1.2,3. Is dit gefchict in 
uwe dacgen ? ofteoockin de dacgcn uwer 
Vaderen? Vertellet uwe kinderen daervan, 
endelact het uwe Kinderen hacrc Kinderen 
vertellen'-, ende der felver Kinderen acn een 
ander gcflaghte, J)f. 78. i. 5. 4. lek fal 
verborgenthedcn overvloedighlick uytftorten, 
rail outs her: Diewy gehoor: hebben , ende 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcynckerckc. 57 

■f ^ctenYe, cndeonfe Vaders ons vertel? heb» 
ben. WylUlkn het niet verbergen voor ha- 
rekinderen , voor het navolgende geflachte, 
vertellende de loflickheden des Heeren , cn- 
'ile fijne ft erckheyt, ende fijne wcndercn> die 
fey gedaen heeft. 

1 . 5^002 öit miböeï faï niet aïïecn ïitt (act 
rctuanrc Religie, niacrooch Ijan ecu qoc>= 

H)e confdentie, bp tijt^ öcfacpbt tüOJbrn m 
öcbecmiöanonfcïiïnöcccn cnöe ftiicjïï)tni, 
^cu Pralmiftfegt inöif boorgcDacIjte plact^ 
t'fej Hy heeft onfe Vaderen geboden , dat hy- 

haren kinderen zoude bekent maecken 

Op dat zy hare hope op Godt zouden ftellen , 
.«nde Godts daden niet vergeten , maer fijne 
geboden bewaren. 

2. 5Doo: öit niiööcï fuïïen ooc ft onfe ïtin^^ 
öcrm / iJclDacrt lüojöni De funürrDrpt 
bfc Religie, en öcfcljcrmt UJOjDcn i)oo^ öat 
iïjortjigc Ucibaï in fecttcrijcn cnbc btuacïin- 

fn ; ^1 gcfonbcert enöe vaft fijnde in bec 
loóve , cn Ü30,:öcn niet foo ïigljtclich bewo- 
fgen vande hope des Euangeliums Dat fp OÖ^"* 

5oo2t Ijebbcn / Coï» 1.25. fijn g'ewor- 

telt ende op-gebouwt in Chriftus , ende be- 
v^iiligt in het Geloove , CoLz^j, <t:nöafC== 

omalijancnöcr fïagl)-rcgenni ban öVuaïm? 
;0cn Ut ncöec / al homcnöcr toarrr-ficoonicii 
lanbrrlepbmgrn/ aïluaycnöetoniDen ban 
^bfcbolgïngcn / en aïbaiïen'fe gcUjcïiflrrti aeu 
tegen l)aer/ fooenbaïïenfnmct/ ombat^fc 
op foo een goeöe jleen-rctse fijn gegronbt eu 
bcbefiigt . ^er Merindelanen ( bccftaet De 
Waldenfen ; Ujant gclijch'fe met beïe ende 
•feec bcrfcl3ctiöen benamingen fijn gcnoemt/ 

€ ^ aifcü 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



58 Kleynekerckc. 

Lydij Hi- WooörbbfnTcoocïtïuifce btnammfïcn ont^ 
fanjcn baiiöc pïactfrn / öacr'fr biooutif n / 

<ler wald. jj^^n tt ÏCfCH lïJ b\} Lijdius , ' PëtTinus , 

& müit «'"ÖC UPt ÖClCt 1^1 Marefius ) f' imm / 

fcqq UjcI Ciiit?rrlt3efcii fi)nöc m öc ecrfcc ucginidrn 
Marcf. dif- örc Religie, UnürnibcquacmfuïfïtfufLlinf- 

fm. cit. 

ïodf / bat'fc boo! öcfeïUc bf fcïiacnit maccft^ 
ten/ nibc obfrt!i!itïi)beu/faoöain3Ï)c J)acp^ 
fcöe Dodoren , öïc fleït tajai- teu om i)acc 
tiuannnin^ ban ftcttcnjc t' obmunQljen / 
öotjli hifohbrrfif ut 0111 ()aer ban öc biacrljcit 
Chriili ( bit fn cfïi ïtcttmjc nocmöcn ) tc bcc- 
ïcpbm/ tnöcaftttrccïicn; %\§ ccn fcccricc 
33airp"^ Doétoor fjotriJc 9ii)oo:t / ï)oc bacre 
ïiinöcrcn niaïhanbcrcu b;afOfniboo2flcli)cn/ 
cn bcantbjoojtcn / cba* Ijr t gljrioobc tnö . 
Religie 5 foo flonbt bl^ bccbacfl r n brcbjon^ 

bert/ bttungenöc; dathyuyt de <iilputatien 
derTheol' mi inde Sorbonfte van Parijs, 
noyt foo vcci i^ciccrt en hadt , als uyt dele vra- 
ac^mumi- gen ende' antwoorden van die kinderen, 0}C^ 
mcnts,pag. incft Foxus befr bingr n b^cebrr b^f ft brrbacït. 
'^[{(j Baiilius ban Cefareen , Vüiecbt anigcbo^ 
ben be 0tinftclïanbm ïictjfcc V alens , fo bn't 
mare met bm licpfcc Vaiibc bonbcn / enbé 

Theodor. WCt bc Arrianen kmn öat ChrifKis llict 

hb4.c.2i. b3arracbti0b mbr rcirtuijjb <Öobt lua^/ fa 

(^(occïifMi granbtUJ002bt : Dit 

5; ,cr-practjens , bie bOGlfutchc bin^ 

.^rrrn / -ilci bao? poppr-goct/ bcclocïit tooj? 

. :cmDcï)mli3e ^cb?iftcno}3 
3,3cbofbt fi)n/ icictm niet een Syllabe bare 
,,bnn af bailf n/ foubcn licbec (beë noot^ fi)n^ 
3,bc) aïïecïniboobtbaecboonnitfïaen. ornbe 

bjacc* 



Klcynekercke. 5^ 

ttjaerïïcïiaïfooi^Ijctoocft, JDant öcfe cate- 
chifatien eiiöc onDctUjrjfliigen fijn fo ktaqt^^ 
tigl) geUjccfl / totbcticftinge Dcc pielen inöc 
tüoecljcpt / öat bric baer Ö002 fijn bcccnDt tot 
Öct Jl>actclacrfcl)ap / en bcquacnit om / 
niet ecu Ucctuouöcciicfte lijtfacmljcnt / ooch 
be tD2cctftc tormenten cnbc tj^anöingljcii (fch 
bcmljacc jonge jaccnijunt te ftmi mDc bc^ 
fcJ)cnning{jc bcc toacrliept. 

't3^ ccn onjrecfTciichcn roem ban fommi^ 
ge cïBarteïarrn / öie gïjcöacljt tuojöcn niöe 
■ Hiftorien banöc ftcccftc / öat'fe ontfangljcn 
^ Öebbenöchrooneban !)ct TOactclaerfctjap / 
noglj macr fonöe Catcchumeni , jongl^c tic 
öcn / Ujcïcfte nogï) inbe brginfelen onDcctuC' 
fenbJiecöen; gclychDe fcben/ bic ban Ori- 
genes onbccbjefen bjojbcnbe / uWijcUcUck 
omfjct gcïoobe flm gijeboobt. l^nbc bcrbf 
berboïgmgeonbcc ben Ücufec Adrianus, ie^ 
fen ton ban een <3obtfaligc .ïBatrone Sym- 
phorifa, bit gljcboobt met Ijacc fcben hin? 
beren ; enbe ban een Sophia bic om geb^ig!)t 
Ié mctl)acrb:ielimbecen. Onbc bierbebcr- 
boïgnigc onöcr Antoninus Vems , ïcfcn ton 
banbe febcn lunbcrcn ban Feiicias , bie 
tojccbtcnbcop berfctjcnben toijfen 5ijn gïje^ 
martcïarifecrt boo? I)aer oogen / oocft fcïbe 
be toacr!ir|it Wmnoebigl)ïijck met !)aec boobt 
faebefligl)enbe. ï&at H icft fcggcn ban be 
jonge Eulatia, enbeanbere onber be ïfeube^ 
tien/ beneben^ be ftantbaftigïjcpt ban ecu 
Stongenban aglitofte neggen jacrcn / tocï 
onbcrtocfcnban fm ©abcc / lohn Farty, bicu 
Bonnerto2cebcUcö oni fun beïijbenifTc Ijecft 
lacten gceffclen, <J5etoïffdicIt üoe foiiben:fe 

C 4 öiïc 



* 1 ¥ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



40 Kleynckerckc. 

alle bf fc öingcn \)cbbm iiiitgrttacii / ftibieirflr 
win alleen ban toe \uaren op-ae\öccac gbe* 
iDeeH Uau Ijaee <!Duöecen ; niaa oocU 
jtijöt? Uauöe felDc Uiri loaren onöectuefeu ge^ 
lueefr/ inDe begmftleu Der 3lecce Chriih? 
<i^m ïlinb tian fcUcn jarren / fiUleuDe met 
fijn JfDorbcr gebooöt Voo^Jben om t^et geloo* 

Hjf/ UonDe fcgggen : DathetdeLeere Chril- 
ti hadde ingefoogcn met zijn Moeders melck, 

jiBaec bu gebjecft \3a11 öefe / ooclt gniöeg- 
faeiiie/ onOerlnijfingfu / I)oeligl)telti'U ful- 
ifiïTe ituijöcn l?anberUolgiiigen/of brrUiOir'- 
jfiingljeii üanbelucreit / homen af te Dailen i 
<Jcuöe öie reDen tuojt meennael acngeteye- 
ftem/ luDeHiiloricnöecÜerehen/ luaecoin 
fonmiig!)e 3iju afgcUaUeu ban Ijet gelooUe, 
iDant fti Ijeuben gantfcl) geen Uafuffijcyt ; 
fti / öie liouDtDetu enöe indifferentie luöe fae^ 
l^fn<C^oöts^/ iiaiiljaecOaöerïj mgefoogjjen 
ijeUüenöe/ agl)ten I)et eüen Ueel te luefen/ 
öf fr fiin ban een ofgeen Religie , baube Vua- 
re / oftf balfelje ; fn Ijoubcn l)et difputeren 
nuvebieïten ban en' tegen anbax Religiën, 
l3*ngi)ten ban een blinben pbec ; en nieimr « 
ï)et nieec te honien ban een lujl tot moeke / 
rnbe b>ift nyt epgljen mfigOten enbe ooglje^ 
inecelien / ban ban een goebc enbe tebeec 
confcientic. VDo^bcn ÜgljteUeh al^ be 

vloedt bewogen , ende omgevocrt met alle 
windt der leere^ door de bcdriegerye der men»- 
fchen, door arghliftigheyt om liitelick tot dwar 
üngctc brengen, èpl). 4.14.. 

9. ï2^oo,2 bit niibbél fal ooeh be Religie 
itJo^^cn boo2t-gefet tot be naliomrlingljen/ 
nibe i?? i'iecch^ i^tijt^ öcgeneo enbe bloajew j 

Öiec 



KIcync kcrckc, 4,1 

ler toe fifn infcnöc cörpt b'ouöcrrn berpïigt/ 
tioföïcn «0oöt möe hifletUiigöcUvinöenbou- 
luclicïmiiiaet / IjceftboojgcDaöt öe tjoo^t- 
pIantingcfnii)i.Jtb2cpöinge toan fijn Rerrhe/ 
f iiDc be bcftonn'ngc liau een heilig zaet, JFBaï. 
2, Alleeniick waghc u, ende bewaert uwe 
.^iele wel , dar gy niet en vergeet de dinghen i 

iie uwe oogen gcfien hebben Endc ghy 

uit'fe uwen kinderen , cndeuwen kindts-kin- 
deren bekent maecken , fcgöt bc ^eete / 

_£Ut, 4.9. ^ictpf: 78,2.^.4, lod. I. 
4. 3 . gobcn / gdrjcH bc Rabbijnen on^ 
erljaclcn/ .jjiclbcn altijt^ ee» fctbicbïgc en 
lloogl)e agljtiiige ban Umt bcrlofVinglje uut 
"gypcen , met aïlc bciTcifö gcbolgm / en ef« 
ccten , om bat'fc Ijacre Óubcrcn ( fuccem- 
e) foo nif nigHmaeï / öabbcn ljoo:en fpreec* 
en Uanbe Terne, janbicn glin booe Ijebt c 
„(tc|)ceef Calvinus mleechêt: brief / aenben"\ci 

„ProtedteurbanEngelant, *5lnno 154^. ben( 

„22, oaober) een gcboutu te maechen / bat 
»iangtj flaen / cnbe öip tjan tebal magij 
5)fijn/ boe n\i3e beft / batbe Innberen öoofr 
„boo? ïjooft tot Ijet geloof gefa,2agljt Uiorben / 
„met catechirmus, bacc top gemaecht / bat'f^/ 
, Jio;teiicft enbe na baee begrip mogen ïeeren/: 
,>ujaer inöettoacre ^iTörifcenbom göeïegöen 

4* <Boo> bit mibbeï toorben be ftinberen 
nïïcngf heuö / enbe aï,é bp traj^en op-gelept/ 
en birrepbt tot meerbfc enbe tjoogbec liennif=: 
fe ; U)antbefe t>upf-onberVDijfingen fijn al^ 
b eer fte guonbt en berUie ban een feljilberpe > 
ofte alé een fundament 5 op 't toelche ban 
acr nae öet Diui^ getimmert "m^t^U ^^m^ 

C 5 om 



4,1 Kleynekercke. 

om tDOrllfn'ff ÖCt beginfel der leere Chrifti 

5enaemt / ^f eb, 6, i. Paulus gebiebt tact 

Calvin, in ttteeerftebeginlelennaetelaten , nietftQ^t 
Heb, 6. 1. Calvin Op bic pïactfe / aï^ of öe geioobigl^cii ■ ' 
öic opt tccgcten moeflen/niaer cni öatfc niet . 
altijts moeftcnblpVicn öangcn aen Defclbe; ' 
toaiu ten fundament te Irogcii/ enöe niette 
6ouU)enop't felbe/ Dat ötoaefbept; ülia 
luü bat'fe fuïlen boo?tbaccn tot een boïmaec* 
terende nieerber hennijTe / niet toeöctom 

leggende (jet fundament vande bekeeringe van 
doode wercken , ende van het gelove in Godt ; 
Vande leere der doopen , ende vande opleg- 
ginge der handen , ende van de opftandinge 
der dooden , ende van het eeuwign oordeel, 

Beodat in ?[^e i^oogj)-0eleccbe Deodatus feg^t ober öe^ 

Joc. cuac. pïaetfe : Defe fijn de hoofden vande Chrif- 
tclicke leere ofte Catechifmus welcke den 
kleynen kinderen ende nieuwelingen wierden 
geleert, op een klaere ende feer gemeyne wy- 

fe. Aretiusmemitöatntitbieplaetfeftan af^ 
Aret. scj^cnoimn toerde/ toeïclie Doen ter tijt De be? 
B«z,. in loc. / o^tj. ijoojnaenifte plaetfen De^ 

Catcchifmi fijn getoeeft . Beza fegtjt Dat'fe 

toaeren De eerfte beginfelen enDe De voor- 
naemfte hoofden des Chriftendoms , enDe 

iiat'feDenontoetenDenmftoJte enDe torpnig 
j»arzus tooojDen UjicrDm boo2-geï)onDen . Parasus | 

inloc. tioemt'fe de eerfte beginfelen van hetChrif- ' 

telicke Gcloove , Detöcltfte Den toDeren / 
enDe longen <C!)2irtenenDoo2 bjacgen pïcgen 
afgeborDert te too2Den. nu Defe eerfle 
gronDcntoel geïegt fiin / foo ftonnen met 
0rooterb2engïjt De oberigïie / en ftoarrDcc 
êucften Der religie , faja;Den ingljefcöerpt. 

^^aerom j 



Klcynekercke. 4,5* 

C>acromfc0grnltinmctHieronymus: ïBie „. 
onDfrtüyTmöcniuDcearfielM'gmrclcn, moe- L«»m 

ten niet als kleyne dingen veraght worden , 
fonder dewelcke de groote niet beltaen en 

[ konnen . Cot öc ï)oog!)tc bmi ttn farcftc en 
ïtomt-mrn nin/ ban 0002 tjoo2(jöaniDc hc^ 
minfcïcn ; üiDirn bic iücmè binqm \Kti\mnt 
tD02öcn/ tïoo?ör groote en fal geen plaetfe Qujntü 
min/ geiijchbjeU^é ijan Quintiliamr -^'''gt^ prsf.inltit. 
<Cen fttiacft fundament bebnegljt \)tt i-.... lu 
f f . 5Doo J bit mibbcl fullen'fe oocft l$«tiiacm 
itErmiaecftt Vuo?beit/ oni <0obt^ IBmt met 
.,1 löerflaut niet ailecn feitje te lefen / mar r obcft 
te !joo2en pKöicIicn ; baer nu menigïjïnael 
"KBobts JDoojt/ boo2 mangeï üan tijöelicfte 
r onbertogfinge / aen jongen enbe ouben / 
aï^ een verfegelt boeck , €nbe ni et Ah 7 
inöehercïïenïijeï ïjoojen èmgnJÖTn^ .1 / 

'•TntieïetËrd02beri/ maer en weten nic ,.at; iSam. iS, 

men teeten niet Voafie ie .feb.upbea ïjebben. 

JTffuilingcrus fegljt t Sy weten niet tóacc Öan Bulling 

1 5,be 3teeraer bee «Detnenntefpjeeeftt/ luam i>e«d s- 
5,neecfnïiet©eebonbt/43efcobt/ JBet/ <Bet Sf^'"- + 
, „nabe/ O^eïooUe/ <0ebebt/ .t^acrainenten pagm iia 
ié ^jljooren noemen. 5^aerom moetmen Incc 

Kl jjin groote neerftigheyt doen om bc Itinberen 

5,t' onberUnjfen. reben Ujaeroni be He-- 
l)2ecnnictenDo2berben/ nabattjaer fo ian«- 
gen ti)t Inaé ftet Euangelium l)erhonbigt)t /( 
to^/ omDat'fe fotonntigötobojberttiab^i 
ben / enbe onberUiefen taaecen inbè eerfte be- 

gmfelenber Religie. 

- .fBacc in tegenbeeï ïjabbe ïjiaom tie Rè- 
formatie In ^uptfeïiïanbt fo goebcn boo^t- 
ganeft/ ombat/ Luthers p^ebiftatie/ tmèrt 

bers 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



• . • 
• • • 
« • • * 



TJbr 
loc. infr 
«|itan<i< 



44 Klcynckcrcke. 

bcriJDÏgt / met bC^ tiOÏClt^ catechifatie. 

6. (^nimmet^/ tuatcen Ueqiiacnie öeïe;* 
5cntl)rpt Utbbm l}kt toe De ouberé^ toant 
fti hnmen t)et naturel / begrip / en Uecflant 
banljaereïünbcccn/ ooeïitian öaere ftnegf)* 
ten / enöe gaen gcnietmfaf ni oin met befel= 
be. 5^e planten gcoepen beft mbe felf De aec^ 
i>e/ baec uptfp oefpjóoten fijn/ onsi ge^ 
mfpnefp:eectooo2bti bu^ltonneü ooch be 
<^ubcr^ boo^ Jaece 't faeui^i-fp^eerftmgljen 
cnbe onbertoijfinjjen / be befce Urngljt toec? 
ferïjgnibpö^ïimbeeni/ <6fa. 58, 18. j5>. 

i^>ier tojenfeljt' leh ban bat be <^nber^ / en* 
jbe infonberöept be ll^oeber^ (tjni bat ba 
meeflomgaenmetöafr hmberen) öacctod 
oefff nben m't iefen tian ftlepne fi^ieg-i)oecfe|> 
ftenë / om upt befcïbeljaeren ïiuibctcn / bie 
gebun;i0ïjt)oo?tebouben; al^ baec fijn b» 

Uan Marnixius , of üan Gataker 5 of l3anDijc«* 

ke, of ban BorlHus , enbe anbete / itóe iuia 
een^ \}oo:. f^bhm aile 'tfaeniai bp een te fleïs 
^ ïen/ ntbeupttegeUen. Thomas alefu, een 
Carmcliter ja^unnieït / berliaeïi nbe op toat 
löijreUïponfe leere !)el*bm boojtgefet/ fegt 
onber anbere : De fchadeückrtc , (foo 002^ 
beelbeïjpUcrftefcbeïieïi) boeckenfijn, kleync 
r van dry ofte vier bladeren , by verfchcyde ge- 
legeutheden uytgegeven. 



Wortghchandelt vande Huyfgebc- 
dcn; de redenen dacr toe dicnenT 

dc 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke.- 

dc worden voorgeftclt 5 wort on- 
dcrfogt, of men formulieren mag 
gebniyckcn } en gcthoont dat het 
betacmclickis, dcknicn te buigen 
in het bidden. 



\r<!Djl)fri^l)etboo3nafm(le toercïi/ Dat in 
^ fcritDri-gcflrlDehfrchegcDacnluo^t/ fjct 
idden ; €nDe foo fijii De gelootjigcn tjan alïe 
tijDcn / m öaerc tjtrgaDetingrti / euDe tï|i-cm- 
ftoniflf n getooon gctoccfï / <0oDt ccnftcUcü 
«en te roepen inben gjjeefl enDe toaecljeiiiDt* 

Vergadert hcc gantfche Ifracl nae Mizpa : ende 
ick fai den Hecre voor u bidden , fepöe Sar 
tmuel , r, ^^am. 7. 5. Neh. 8. 7» ni 9. 

^atDitoocftairoo'tgebwc^^öer herche 
Den .Töieutoen Teftamence getoecfl ié/ ïeert 
on^oUerWoeDigJ)ïichenPaulus, iXor. 14- 

14. if. Luc. 1. 10. Adl. 2.41,/ 4<^« Ter- 

tullianus in fijn Apologie , Dec vü^iifleuen bp- 
fen-ftomfïen befcönïbenDe/ fegljt: wy ko- 
men 'cfamen in een Vergaderinghe , om Godt 
als gemecner handt met bidden aen te foeckcn. 
Dit geweldt is Gode aengenaem , ttC» 

<23nöe oocft Dit moet üoo? aï tïetragöt too^ 
Den inDe ^l^upfgeflnnen ; m6e feltie moet Daeg^ 
fichi^geDam toOjDen DeiyDenifletjan fonöen/ 
ni fmeechiugcn met Dancfefeggingen toojDen 
untgeflo2t tot <C>oDt, JBam <0oDt^ i^iipf / 
lü02t een Huys dc$ gebedts genaemt / Matt. 
21. 13» <enöe Daerom mDïen in eenigji 
l)uujJ / Dit öoo^juaemtte gïjeDeelte öan Den 
i0bDt^ - Dienfl ontbJewHt/ Boe ftan Ijet 

O&e^ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



4(> Kieynekcrcke. 
^cfc iDojbni Huy f-gebeden gcuacnit / en* 

t£ f\in ofte extra-ordinaer , ofte ordinaer. 

vDe Kxtra-ordinaic ïniuf-gctieDcn / fijn öe 

fOOÖaniöïjC / betodche óp extra -ordinaere 

tUDc ongrniccnc \3oo?liaflcnlJun ftpaingftfiit/ 
ficnücclumgcn / ficcïitcn/ etc gcbacnïuo:' 
ben mbe ^nniföcrinnen ber gcïoobïgÏKn. <L*n^ 
'He brfc hohnen Ujcbc coni gcfcljicben / 

Oftcljan vcicte gclijch / alé beïc / ofte 
ineerber 0cïo\3iof n hp maiftanberen honien / 
op een bimten-genieenc geïegentljept / om 
• ban <Dobt Doo,: geUeben en fmeeclüngen eeni^ 
Öfn fegen te ijcdinjgen/ ofte eeniglj/ 't.^ii 
tegl)en\Doo?b!g!) / ofte oocft toeliomenbt 
ïïnaebt af te faibben» ^oo toaere n tiele gelo^ 
bigen in ïjet ïuinjj Maric bc$ J^oeber^ lohan* 
nis bcrgabftt f oni (Öobt / booj Petri berïof= 
(Ing!)e nut be gebancftcnifle / tc tiibbcn / ^ct. 
12. la. ^'Hl^ljninbegliebanelftnütl'eïjetuaert 
toiftt / oni mie \)n paefelj - feefl Ijoo^j liet 
boïeUgeb?acljtte\no!benomte ftetbrn/ foo 
Vüiert'ec ieïtjanbe <!3enie?mteeen geduyrigh 
gebedttot<Dobtboo?ï)eingebaen/ ^rt 12. 
5» B^aer eUentoeï begelootoïgïien tinaemrn 
tiogïjbaecenbotientefanienmMarie huy§ , 
omIjiia3obtbooHienitefh:nbfn mbe gljebe- 
ben -/Hy gingh, fegljt bni €evt / nac het 

huys Maric... alwacr vele 'tlamen vergadert 
ende biddende waeren. ^00 to?tV>ect)ae !t / 

<)bat aï^bien nntinnntenben 1 eelingms fijne 
Wïjebacötenban fijn ftudien te beranberen/ 
^^cn (^aöt gljeopenïjaect aen eeiügtie ban be tcefTe^ 

SS?na''«CÏiflf^ Engelandt, en^ 

MïfrRom 7ibe niet Daet baec ober geadvifeert, of ï)ein 



1 



-(5 



Tv. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Maag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. 47 

Juïcl^^brpflonbt/ aïfooïjpaïreebefïjn Smdi->, 
' um in ten anö^e faculteyt, inöe öec!)tm/K 
löaötgccpnöigt/ fIjnöeLicentiact enöeDoc* / 

'tor utriufque luns gepromoveert, Pidavy öeit ^ 
September, Anno 1(^03» öotTc 'tfaitien 

tcniaafl- en^aiöbagögeöouben öeöbm/ al 
eecfpöaccgetiodmopcrtbaerDen/ möebacf 
nac gcoo^jöcdt öat öet bem Jae bjp fimU f 
enmetenttoijflFeïben/ oföeï^eecefouöe befe 
twfmibere roer ïnge / bie öp felbe in f)cm öab^» 
bcuptaeflojt/ fcgcnen/ enbeïaetenuptbaï* 
ten tot <6obt^ tm / öcöoubmgfte ban beïe 
5ieïni/ mbefijncpgöentroofiy grirjcftbitbc 
Vccheiunon^Babcdantmetfo fea toten/ 
il^^ getjocïni oocfe gcfcljiet te fijn. 

Ofte öie extra-ordinare ü^Upf- göebeben / 

rionnni gefcljiebcn ban weyni'ge , jae oocft 
baneenaïlem/ 'tzybarfepet^ lubben booj 
andere ^ geïycït Elifa , beUjelcfte inbe ftauifc 
aucenmgegaen fijnbe/ enbebebnicetoe-ge^ 
fïooten Ijcbbeiibe/ tot ben ï^eere babt / om 
ijet ïeben banben ^oon bét Sunamitifche 
3i>?outo/ 2a^on*4»32.:53. 'tzyoocftbat'fe 
T^tti ban a3ob bibben toilïen booz haer felven> 
iOÖeïijchaï^beB^an enbe be l^m\\ü in tm 
ifcuprgefin / ïjaec't famen becboegcn / om 
<Öobt/ m&tifonberegeïegentöeben/ aen te 
bauen met göebeben . ^00 Jjeef t Lfaac ben 

Heere fecr gebeden ^ indrtcgènwbbrdfgHëy c 
van fïjne ETuyfvrouwe , 'óm bat'fe onvruchc- 
baer was, eert Hetrchiint, feght 

Ainrwortlim fijne ^aenl^emngöen op bie 

plaetfe/ dir hetgcweeft is een rdemnecl ge- 
■;5£^t 7 I^Liitn defe oorfaecken maeck- 

twi . <;nbe loo feggen oocït onfe ^ntïeggec^ : 

Schijnt 



Ainfworcfe 
in loc. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



4«8 Kleynckcrckc: 

Schijnt ccn folcmneel ofte bellemt gebedt 
geweeft te fij n , 't we) c k fy beyde eendrachtc- 
videRi- jick tTamen gedaen hebben, om Godt den 
cim. ii"' 'Heere kinderen af te bidden, "^nöcre tirr* 
in Genef. 

pae.440. aïlefnortjctifnl)ccftuoo2 Rebeccaj aU lyth^ 
bcnbe (jaer üoo; figl) in fijne 0{)cba"cÖtni» 
ïDogljó^erfteberhlarmacfcljijntöc befte te 
toefen/ enbe too:tooc(ttof-gfftcnitbanöm 
luaiusin J^>oagö-gclcccöelunius; öetocicitefegljt/öat 
^«.zj.zi i)timöe trgni\i3oo;Dïgï)etit \)an fijn 3^,'onto/ 
cnöe met Ijacr tc gclijclt gebeden beeft, ^e^ 
fen pbgljt bebeelt Paulus bimbeiichen acnïïe 
.ïl>annmenbeai),^ou\xjrn/ afeöP tegtJt / u 

Co^ 7. 5. En ontreckt u malkanderen niet^ 
'ten zy dan met beyder toeitemminge voor 
cenen tijt , op dat gy u tot vafïen endc bidden 
. mooght verledigen, v^cn 3l<J0ftel/ gcïijck 

loTrt ^^^^^^^ Paralus Op bie pïaetfe \mit anige^ 
' nieccïit/ fp:eerïit ban bafiingbcn enbe gcöe? 
ben / betoeïcbe boo: openbare niflelbnge ban- 
be hercbe / ofte boo2 b n.itoilbge bcehiefnigbe 

lüc^citat" ïïn: getcoutobe nienfcfjên toierben gbebaen/ 
ofte berrieijt / enbe berrïgijt vnocten \üo?ben/ 
al^'er eniige groote f bjacigbrnt boo: banben 
I ofte Cf n.gi) f toaec luecclt \\\\ opnibaec 
oftebp.'onbec gebacn mort tooiben. ^t^nfe 
tlutïeggbei*?^ fp^eecUen 00c U bp nae alfoo ; 
' 3>i?p en fpiëeeïuljiee niet ban ordinaris bib- 
55ben/bacc toe alle <C:iK2iflentn tot aïlen txy^txi 
„moeten berenbt 5ijn / macc ban extra-ordi- 
jjnarifche nooöen ban btbben / fjct fp bie noo* 
„ben Oen getronben in bet bpfouber , ofte be 
„genupnte Chi iiti in bet gemcpn ac ngar n / 
j^gelijcft uiit ijet b^iboegcn ban vaften biiKhs/ 



tbjelcft 



Kleynekcrcke. 4p 

• iij'thjefcft niet maïïe gdfgfntbcöcn / maer 
Ui)in Ijn DïDöen m bpfonöcce nooDcn brrepfcöt 
»to02t <6nöe op Dcfe gr bcörn ïjceft Ambro- 
fius fijne ooge» biintrn ttopffd gröaöt/ aïé 
bmrt ïloulueïicft fp^eecftenöe / alDu^ 

'jjfrgÖt : Gy moet beyde des naghts Opfïaen 

*,tot Den gebcbe / enöe met grmcnHe gcbr Den 
L^moet <0oöt acngccocpni fijn. Chrifoftho- 
tnustoilbeoochöat man Dc ©joute al= 
tót? tuat goetê fouöe ïceeen / ende , fcg^t öp / 

Uet uwe gebeden gemeyn fijn. 

Ordinare upf-gcbcöcit fijn kDc&ecom/ 
'3f occafionclc, toannccc bccfcöepbe <6oöt- 
i faligljfn rnöe ftcnnilTcn tian bccfcljcpben 
'tunrgefinnciim mi te famcn komen/ om 
•:e bmm/ enhc malftanöerrn te fligtiten / 

irnbr tefpreccken een yeder tot fijnen naeftcn. 
^-^fi), 8. 11,2 1^ Endc dc inwnnnr>f»i-g rj^r 
Jen gaen tot de inwoonders der 
. .-^ '<^e laet ons vlytighlienen gaen, 
te ImeccKei} het ae%ïfichte des Hectoa, 
t^b. 24, Ende Cornelius verwaghtede 
laer, tc faemen geroepen hebbende die van 
^ijn maeghfchap ende byfonderfle vrienden 

) Ofte inccr rpgentlïch ï^upf-gebeDen / 'ör:: 
rekfte in öe famiüen öaegöiich? banöe ï^upf- 
Ba^crJ gefcöieöen moeten/ ofte gelöirfe'rc 
taet ^aclj, 12. 12. i^. van een yeder ghe^ 
lachte des huys in't byfonder. ^0 tD« Öert 

>ep igcn Petrus, öatbe B^anncn met ver- 
:andtbpt)aer©jouUicn funen taoonen/ óp 

at haere gebeden , boO) ttDlft enbc ttüeefpalt/ 
ïilT/^^" verhindert worden i t. ^eft, 

K 4l3elcfeetuoo^öenbei-flaen moeten too^ 
«1/ foo ml tjan bie openbaere göcbcöen / 



Simul ai 

orarionem 
nocle vo- 
bis furiën- 
dumeft, 8c 
conjunöis 
precibus 
obfecran- 
dus Dfus. 
Ambrof dé 
Abrah. Pac. 

Chryfofth. 
Serm. 20. 
in 5.cap.acl 



'ter/ 

idc 




V 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

458 H 122 



^ 



Thom. 
Cobb. pra- 
öic. dif- 
courf. of 
Prayer , 
chapt. 4. 
pag.90. 



fo Kleync Kcrckc. 

öiefti'tf^menmct anbcrein öaer öimfocfïu 
tofri / &U öie byfondere , öclueïcfte in ïyattt 
fliicp-ïuiiiicrUan b^cc in 't Ijepmeïicft tuoj^ 
Den uptgcjlojt. 0\\fe Hntïeggeré feggen / 
Dat Dacc onócr be gcbebnt / oocfe alïerlcïi 
ocflFenmanibct a3oöt?-öini(li0l)ept bcrflaen 
nioetmtuojbcn, 
<^5oöt be if eerc fqibe tot lacob , <0en. 3 i. 

Maeckt u op , treek op na Bethel, ende maeckc 
daer eenen Altaer dien Godt , die u verfcheen; 

niacracnört 2, en 3. ücrö / ïrgljt öu oocft 
öienlaftopfijn gdjrde ljuufgcflu / feggenbe 
tot alle bic tjeiu toaerm : Laet ons ons 

opmaeken / eiide optrecken nae Bethel, 

een Godtfaligh TDanbabt enbe fmecchte ïjn 
<Öobt alleen <6en» 3 2 f. ad. a 7. 2 8. l^ot 
12.3. 4. Matt acngbeinercht f Ijnbc aï^ cm 
©abecbej? ijimfgcfiné / babt enbe bebc tju 
offerlianberiiet ()et feibc te Bethel. Beïe ce^ 
benirn fonbcn/ ter optoechingöe üan befen 
pïigt/ gcgcbcnïionnen\uo2ben/ enbe b^eet 
ïionncn Vuojbcn nnt-gcbjciiöt. 

I. iDobt Ijecft belooft/ bat ïjp bpfonbec 
agl)tfaïgcben/ opbegebeben tónbesijne/ 
toaeroocft bat'fe banbe feibe / tJoo> !icm/ 
foubcn toojbcn upt-gïjegoten. ^fa. 6^, 24, 

Tcrwijle dat fy nogh 1'prcecken , foo fal ick 
hooren. J^f. ^54. i6. De oogen des Heeren 
Z-ijnop de rechtvecrdighe : ende fijne ooren 

tot haer geroep, ^cfe en anbece fpjeucften 
en beloften / moeten foo tueï imt-gefïcecht 
tüo:ben toe be gcbeben bie niet be Familie ge^ 
iijehelicli U^ojben upt-geflo2t / aU tot bie/ 
tücïche gebaen Vü02beninbc Bergabecingen/ 
ofte oocH l?an em<iö^iflrn alleen in fo'n ffaep- 

hmcv 




>;. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrcke. fi 

r tiftamer. Paulustuirröeboojöe geöeben ban 
Philemon enöc ban fijn ï^unfgcfln ( 't Wekt 
qljememt bjon ren Kcrckc of Ghemeynte) 
rfmcccftenöeboo? fijne bcdofTïngöe / gcïijcft 

^aï^ uyt de doodt weder-gegeven , en b002 

1^u?^I^Ömacöe bedofl / gljeïych bïïjcUt 
a&f. 22. bcrgdeecften met ber^ 2. <Bt^ 
itoifTelicft foobanigöe gcbeben / Die ban een 
vgeöceï im^ hjo^jben upt-gefpjoocftm / fuikn 

■ivoor Godt tot gedachtenifle opkomen, gije:^ 

WijcftYc ftaet banbe l^upf-gl)ebeben en ath 
ittioeflen ban Cornelius / Hrt. 10. i. 2. 2.4. 

^obt (jeeft een fonberlinglj hjcï-gcbaüen 
rm fijne {?eplig()cn/ aï^'fe foo in Ijaere ten- 
-ten (amen ftomen / om ïjcm gljelrjchec- 

i)mot/ enbe met een eenparige fchouder te 

dienen. Eepf). V 9- ^I)cljcbt ban eeii 
rrcötbeerbigen brcmaglj beeïe/ a'ac.^ i6. 
lilJaec bjat bermagïi ban nktbn ghebebt 
oan bcle rerbtbeerbigöe in een ï^nnfgefln/ bie 
jijcïijcfeeïich ben l^emeï gljcbjcïbt aenboen* 
fVis unita eft fortior, ©ececnigf) bf ftraght 
^ ^ flrrcftec ; <een ^?ie-bonbigöfnoec en bKwt 
i iict ligt bertï;often. ChHftus fegt / Jl^attö* 

' 1 8. 1 9, lek zegge u , indien daer twee van 
i'tfamenftemmenopderaerden, overeeni- 
•^efaecke, die fy fouden mogen begheeren, 
iatdiehaerfalghefchieden van mijnen Vader, commnn; 

f le 't faemen-gDeboegöbe fucfitingen ban buTTVC 
jcientegeiijcft/ maecHen een iimbt geroep f^'^n^^pius 
n<Dobt.éoo2en/ enbebctoegenDemom a| ZnZT 
i ijn oo2en op te boen / ooch feïbe tot ïjet glie. quam frnl 
* 'CO^cp en geroep ban onfe ftïenne ïtinberen. g^^^nbus , 
t mo2pt ban Phiüppus Mdanihon betöaelt/ ^ZT 
"^iïi^'Dpy leTorgajineeribp-een-j^^ Epiu. -^7; 

2 Oec 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 

*) öec «©obt j!-geïecrbcn toa^/ öie m bit ftebjocf- 
Nöetijbcn gcootc bchommccïngcu bobben 0== 
tïec ben flact iJan (J5obt^ ïietciit / cnbe eens? 
ïiunten be becgaberinge gegaen toa^/ eeni= 
öeB?ou\i3enfag!)/ l)oa?betoclcheöli behni^ 
^ccftenöï)aecc0ljebebenl)oo?be op fèggljcn/ 
fèecbcrljcugtban gebaente tocbec mbe \}tt^ 
iaberiiigbe gljedomen ; enbc al^ l)p tjan 
JLuthcr, bïfonbetanbece bit ï)abbe acngöe^ 
<jnet:cftt / nae be reben Uan 3ijn frliicücUc 
taijbtfeïiap (toant ftv etaen te ijoo^zen feer be- 
( ti,2oeft\i3a^ gelueefl ) toiert ge\jjaegöt -■, foo 
j too?tï)n gefegijt aïbu^ ge-antVD002t te \\eh^ 

i ï>en : Hceren laet ons niet kleynmoedigh fijn, 
lick hebbcTe ghefien, die voor ons ftrijden, 
(die ons befchermen lullen , ete. ^n Üail 

/Luther geti2aegljt 5ynbe/ luie bie toeren / 

Ye^ibe : De Vrouwen van onfe Predickcrs 
/ende Diakonen , ende dan haere kleyne Kin- 
Sdercnj» weicker gebeden ick gehoort hebbe , 
^ ende die Godt met geen doove ooren hoorcn 

jfal. <6nbeooch baec in be gantfcöe Uec- 
Vöabecingij Uecljeugt gelaeefl. 

^00 l)ecmogï)en top boo? bie gijemepne 
ï?npfgf öeben nieccbec / banboojbie/ toelc^ 
fee een pcbecboet boo?l)emfeïUen; 3ae'tijJ 
onmogeïieft/ bat<0obtbegebebcnban belc 
fonbe Ufcflooten / gelnch toel eïbec^ Ijeeft 
Ambrofius gefcgl)t » €im befe reben Vuiïbe 
Eafii.scr- Bafilius, bat be an)2i|lenen tot be gOemepn= 

Thrï€ut ^^^J'^P ^^'^^^^ $|uuf-getieben / ijcle anb'ere 
' foubentoe-laeten. ^DerljalUen moeten ïjiec 
oocftbei^unf-Baberé fojgen/ bat/ fobcel 
inogeïiehijj/ öaergantfcöelinnfgesin't fa^ 
nirnhwuepmtebibbnu ïêt%^*i6. ick 

ende 




I Klcynekercke. 

«nde mijne jonge Dochters fullen oock alfoo 
,vaften. ^letExod. i6, i6. m 12.4. Lev. 
: i<^. ii,i7» Zach. 12» 10. II» ig* Deut. 12, 
y.cn 14. ^6M^ 16, II, 
lB!;É 2. "^tlfo too^t oocft !)ct totcf ït in rni $)utïf^ 
fgcfïn/ grfcgcntcu öe[)e|[ilig!jt Ö002 ï)ct gljf:^ 
tJCÖt/ i»Tim.4. öpeïjjfftSaulmctsön ^oh 
öacten terfl <i5oDt$ "^cnrïcllcötc toilDc forc^ 
> hm/ om een 0oct fucces möen ftnjöt/ r. 
/?';^am. 15, u. '5lïfoo moeten ooch aUeï^upf- 
f Baber^ en ileoeeröe aïïe öaegcn/ een fegtn 
foechen üoo? ^act enöe 't haece, 3iae alle 
tie fijn in Ijetljunfoljefln/ fontiigb(^n bacqi)^ 
r ' iicli^/ öerljaibcn moet Deplaefler niet hlepn^ 
öecfljn Dan tjet feee, %Qb Ijepligtjbe bagl) 
op daol) fijn Familie , nnt b^eefe óat nnlVel)ieh 
' fijne hinöecen0i)efonbi0Öt mogtjtm Rebben» 

3. 'tgi^metteferrgen tuat een goet mib:^ 
bel beï)utïf-gebeben fijn/ om Ijnp^-fteaeefte- 
! len enbe ttuiflen ti 30? te Itcmm / enbe om een 
I ! pebre te öouben in fijn ampt en beroepingïje. 
I:?ll.é ben -Hpoflel / Col. 3. 18. tot€ol.4« u 
Jiben B>an / be ©jonto/ ©abec/ iUnbt/ 
i i?eeren/ enbe ^Dienflhnrgljten / öabbearn:; 
^ i tiéüoolen een negljelieli fijne biifonbcee plig^ 
. ten üi öet ï?n|ifgefm / foo befïunbt öp t^ct aU 
ieé met befe Vuoojben / bie een mibbel beljel^s 
fehtotbetcae{)tirig!)ebanal Ijn op-göeljaeïs 

be/ CoL42* Houtfterckaeninhetgebedr, 
ende waeckt in het felve met danckfegginghe. 

^ie openbaece belijbniiflTen bet fonbcn/ ni 
fmeeelüngl)en om genabe / VDaecfcljonVom 
ben I}nLifgenooten tegen be fonbe art toeho?- 
iQcnbe / ijccbïube» Ijaece öecten aen maï^ 

© 3 



V 



.■»■ 



^4 Kleyne kcrcke. 
ïjanbctni/ rnbe Dom ïjacc aïïe te öfjcïijcft 

Tim.4. 8. hcylighe handen op-hcffen fonder twilï ende 
toornigheyt. ^ai tfït UU ttolflcn / bcucftt 

öc jX\in ofte BjouUj/ etc. foo faï kïi 't a^^ 
bonbt \)f r()inöect Vuojöen / m mijn fmeecïiiu^ 
0en en gebr ben. i. Pet. 3. 7. 

5DieJ5u)rif-getebeninati0en oorït bie betr^ 
b?ieti0i)e fo20cn / en behonnneiinobcn ohct 
tuereitUcUe bhiölien/ bie ïnnntc^ foo heel* 
tjonbig!) fijn ïnbe i)upföeflnnen. J3I)iï. 4. 5-. 

6, Uwe Ixrfcheydenlieyt zy aJle menfchen 
bekent. Weeft in gheen dingh bcforght: 
maerlaet uwe begeerten in aJles, door bidden 
ende fmeccken bekent worden by Godt. 

4. <Bt ïBimft'hnt^ïmx enbe .fBaegfiben/ 
bie bicrituiï^ feec fijn on-rrïjeoeffent/ fuWeii 
I]r:c boo; oocU bequac ni alïeen leeren Dibben/ 
enbc oUrr aï ttt <Babt / onöa* ï)ace \i3icch / 
ïtTCf 11 opfenbai op-f clnetcnbe gebrben / enbe 
fugljtmijen/ tueleheUoo^ a3obt niet en fijn 
bccüo.^flen. Pf. 3 9. 

5. <9nfen .^aïianiaeertec iöliieröocft onö 
een 3Doo2beelbt geVueefl : ïmnt gljelijcli l)p 
l]cm bicftUuï,^ alleen oeffenbe in gebebm ; al^ 
fülefentöii uan l)em/ bat Iji; oocft private- 
lickgebebenïjecft met fijn Familie, ofte fijn 
<Dircipeïen / bcluelclie met Ijem ordinaris om^ 
gingen / 3lne. 9. iH. Ende het gefchiede, 

als hy ai leen was biddende, dat de Difcipelen 
piet hem waeren, etC. Ujaer lint bljtJClit bat 

cocli fl)n vDifcipeien met geni baben.' €nbe 
t)iee in l)eeft onfen ^aUgljmaer her ons; oocft 
een exempel nae- gelaten , op dat wy fijne 
Voetflappcnfouden navolgen. !)Cfft ge 

beben/ fegöt -^^il^^o^ïus. Ut te propi^io^*^ 

dc- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcynekcrcive. 5^ 

ieprecandiim invitaret cxemplo, oitl U tot blö^ 

Jen boo; fijn epghcn cj:nnpd tr nooöi^m. 

die gene Die in fjet ïfupfgrfin mort booj^ 
j(Döcn / öc Baöcr ibah ï)ft l^unfgbtfm ; 
IDant öic aï^ ren pjif fier a3oöc oin gce^ 
iielirhe offccöanöen op te offeren. i.J^et. 3. 

1, Col.4«i.i. lof: 14,15'. Luc. II, 1.2» 

0ftetieSd;ou\3} in flechte/ of aftncfeïjcubt 
aan üaece .fl^an ('t toelche ebenlueï niet 
: angö/ ofte biehtoiljJ moet ordinaer gefcl)ie= 
den / geïijcft'tnïetenpaflbateen g^ebihant 
angö upt fijn fterch / en aï^ Non-reiidens) 

cöantfiii^ een huiper aenöiïfc Man / <0en. 
1. 1 8, ^e B^jonloe bie Salomon t)efel)?i}ft / 
ioet haeren mont open met vvijfheyt , enbC 
jp haere tonge is een leere der goedadigheyt, 

Ip^oü, 3 1. ï6, gaeooch in fulcaen geiegent^ 
)e)fltmagöen moet een 5^ienfl-hnegöt ofte 
fBaegöt / ben pïigïjt luaernemen tjan fijn 
rt>eefter enbe Bzoiito. &n <j3obtfaligl)en 
Dnefimus fean ooek ï)iec m lèer nuttig fijn aen 
'Ijncn .ïBeefler. pijiL bcr^, 1 1, 

ï^ier toerbt gl)eia2aegl)t of bic gïjene/ bic 
3oo.:-l>ibt / enbe anberen tjoojgaet in bet 
iluufgcfln / ftigljteliclt en ooH^ircïïcït een ge^ 
ileït formulier be^ gebcbt^ / magO boïgoen 
mbe Uoojïefen ^ W)? anttpoojben Ijïer op ijan 
iae; <örifooi(iebbena!ïebie gene gcoojbeelt/ 
oietotbienftbanbe <6enboubigt)fn / Rebben 
tïcbebe-boeehen gemaecftt/ aï? Haverman, 

Hieron, Teelingius, Sibelius, Theodorus 

ïBrakei, etc. m l^uuf-Babet^ en Ijeb^ 
en jnpfl niet ben Geeft des Gebets , enbe bie 
öequaemöept/ omfeïtieeen göebcbt te for- 
^mercn. 



KIcync kcrckc. 
SDogïj anbetfin^ aqlmx top i)ct fect mit= 
tiaï)/ mhr}mcmot(aMitii te\jitfcn/ Dat 
iit i>unt-aDaörcö in ijacrc Oimfc u / oocft bun^ 
ten formulieren, ijacteQebthminhad Uuiu 
fcnöafiL at)ant/ ^ 

I- ^««^ öof uöc ocfff neu rnbe bfrtorcïttn 
fp/ met ailcfnbfnGcdt des Gcbets i» h.^cc 
ftibni / man ooth in lyaet hhiörccn cnöe 
ijimf-gcnoaten; öuröooMjaec Uoo^gancH m 
exempel oocïi gcïecrt tooiden / Ijoe'fe Daec 
tiae in öare ep0en ijimfgermuen / Mae aele^ 
eemi)entöt s tytG/ eiiöenootö/ anDere en^ 
tieauörresïjebföen formeren fulïen / %uc, 

2. ïDe iJ002-ö!)e|eö?el)m formulieren m 
mcMxooth niet upt/ afle ïinfonDere nco^ 
oen en berö^uclnngften banDc a3!]elool)i0en / 
t\c Ueïe fim / en Vjecfcljf nben. ;ï>c glieflelbe 
formenleerenntoel bibben oni De brrgfUin^ 
Sebnnntoefonben in't gemcyn; niaec öï)ii 
moet ooefi bibben oni be Uergcliinglje ban 
toe byiondere fonbcn. 03)1 inoet niet alieeu 
in'tgeinepncmgaben enbe fcgeningen bib=^ 
öni / niaec ooeü om bïe bütbnbree/ bte u 
meefï Uan nooben fmi. iDp' Ijebben nientoe 
nenbeeljtingen j tonbegaennientoe fonben; 
tonbftacpörnnientoefegenmgeii; enbe fnU 
len ton ban onfe nionben met open boen om 
iieni>eereeen nieuw liettefuigcn? a3ntoat 
formulieren fïinbec/ bieOf innbmelien aüe 
iiooben ; (Of Mjelfm alle baiielifegghin:^ 
fien> 

Jib dkal 3* 't af bem-t ooeït niet feïben bat br £iunf- 
tur tantum genootenaltyti^tocberom (jet fcme/ met 
cxcoftfac- feIbetooo2ben/ bibbenöe/ ban tfsaegöeubt/ 

fiou^ 




Él 



Kleynekerckc. 



57 



ioutüigöentm onafuöarljtigÏKiibt obfcbaï^ 
iitoojöcn/ nptöc fff uren jéeboontc biö^ 
icnöc / 'tgceii fp fcïUc met en toeten. ï>ier^ 
fniöeeftooehöé<Certo. en l?ooöö-9ciferöe 
"ai'parus Strefo b' «iJenUouöigen / een Korte 

OnderwijfingheUiitgljrctcUen/ hoe men een 
:»3ebedt maecken , ofte Hellen fal. 

^it felUe moet oocfe g{)eoo2öeeït toojöen / 
voan't biööen Der formulieren inöe ïierchen / 
DeiueïcKe m fomnügI)e gfKïege ntbn.it tiniclit^ 
jacclielt gebjupcftt honuen enöe mogen tooj^ 
Den. Q^e Browniften agljten öït fonöe (oüi 
(jiertjannieteentooojbt nogij te fp;eerhen; 

antUnianöerflnï^ fëer toeï toeten/ öat öit 
'bel)002t tot een anöer plaetfe) Anti-Chrifti- 
lens, enöeiupcrftitieuo te toefen; jae onöer 
öiemcnfcj)ni|lmDer getoeeft/ toelerieöe ge.- 
tte <OcfaeDen gcnceint öebben eenen grou= 
leïiehen ^Kfgoöt / enDe öat'fe booj a3cöt foo 
^toaïgbeïicïi fijn/ alö jjet bereïterié-bïeefch 
100? öen 3|oobf n toa^. 'tlDelefte bnnten aï= 
'ien ttoijffeï feer ongïjefouten \i : toant hi- 
Dinrfefoogeöeelongfoo>ïoft toaecen/ fo en 
fouDc'fe v0obt niet Ijrbben Uoo2gljefeli?eüen / 
rtljelijeU Ijtibcöeonörrbetoet/ nog'oteChri- 
ftus ênöefljne vDicnfcfmegljten rouDen'fe ge- 
tjuneUt üebben onbrr öf n Euangelio. ^Den 
9iPfalmi^ een gljefetgfiebetUoo: Den ^ab* 
ïjatij-öaglj . l^zw loi. Pfalm fcfcijft Uoo,: 

een gebet voor den verdruckten , als hy over- 
itelptis, ende fijne klaghte uytftort voor het 
Aenghefighte des Heercn. 43n Of toel niif= 

frïiicu bicnPi'alm (ict op een bnfonDece Uer^ 
DnieUmge / möetoelche öc ;i^ifntlUnrgï]tcn 
a^oötsDocnintoacrcn/ foo geeft nogötan^ 

^ 5 bet 



tudine, 8c 
pro f'orma. 
Amef. Caf. 
Confc.1.4.. 
cap.17. §10 

irrrsprfonöc 
pag m. i+© 



Perkinf. 
commcnt. 
in Matth.$. 
pag. mihi 
ic-o3. 



Author 
Comment . 
de Ecclcf. 
Angl. 

Num.5.23, 

&10. 35. 
Luc. 11 . I . 
Macid. 44. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



S. Maref. 
qu^rt.Tlic- 
olog. decif. 
Academ. 
quseft. n. 



Loc. fupl 
citac. 

Epift. 
fcript. ad 
Angl. pro- 
tector. 2.2.. 
Oa. 1548. 
cir. D. Ma- 
xef. § 1 1 . & 
I>.Hoornb. 
lib. 10. 
Summ. 
Contro. 
pag. mihi 
4^1. 



58 Klcynekcrckc. 

ficttioo?5öebaöbtf opfffeiftte ftmncn/ bat* 
'rei^i)002l)ctömicpn3cb2U][icfH3a» een \}tt' 
i)?ucfet prrfoon. #cn 1 36 ?Uim ié ïangen 
tijt na Davidts boot öcfcngcn / 2. Chron. 20» 

21 . Pnöc 2. Chron. 29» 3 o. De Koningh Ie- 
hiz-kia 5 cnde de Ovcrftc fcydcn tot de Leviten, 
datYe den Hecre loven fouden , met de woor- 
den Davidts , ende Afaphs des Sienders. 3 a 

aiïeöePfal men Davidts Uiacccn be hicche 03 
torrgclrcljcct/ onigcbiupcht cnbr odefen te 
tuo^ben / m ren gcf triöe forme Uan iKOojben/ 
rnbcno0|^tanófi|nbe nice|tc bccfi llac 0bel3e? 
ben, 5ijr. coch een goet nuDbr i om een^ 
bjacötigijept enbe 0elijcïtfX2niiaI)cpbt te ï)ou^ 
ben inben openbaren (Dobtj^bienfi if ietom 
in becfeljeyben Conciliën faeflootea qijc^ 
hieeflbatgeeneiiercfteeniïgc forme Dan ges 
beben fouöe gi bnmehen / ban fulcfte bie toe- 
gc ïaetcn enbe gcojbïneert Ujaö ; gelijeïi fuïcU^ 

ÜefïOOten Iji in Contil. Carthagin. iii, can. 
23» enbe nvt Melevitaenllhe , can. 12, aï^ 

U3aecbe©abci*^o:bmercen/ dat gheen ghe- 

maeckte Gebeden gedaen en mogen worden , 
ten fydefelveeerlè in 't Concilie fijn goet ge- 
keurt. <i3nDe foo Derïjaeit Perkinfms bat be 
<Dnbe ïierclie vDobt^ / lange Ijoo^j ben tijbt 
be^ pauf büinjs een gefette forme De*j gebebt^ 
geli^uncïttljeeft/ ff l)oon fnïch^ niet en i^ ge- 
fefjiftmbeeeefledrieljonbeet iarenna Chri- 
ftus , npt ooifacehe br r gljefïaebiglie tiecboï^ 
omgen. <j?nbeoni befe rebcnen toilbe Cal- 
vinusbatbe fonnnUecen ghebnutcftt fouben 

tüO<?ben/ fooop datde eenvoudigheyt, ende 
onervaren theyt van fommige tc gemoet mog- 
tegegaen worden, als op dat alfoo feeckerder 



t 



mogh- 



I Klcynekercke. f9 

noghte blij eken eendracht ende over-een* 
• c:omingc van alle Kercken onder mal kande- 
len. ênbcDat rbmtoel Die groore vDoöt^- 
';eïf£Töe/ qelijcU \mi i$ aeugcinercht/ bic 
i^ijcinanifceljau bibbm/ met foo fccr upt 
; CU borrft / al^ uyt het herte , nif t quacbt r n 
f eeft in ï)cni ff lUf n grheuct/ gdijrh foinnn- 
j e incpnen / f^qt (me met pjn fpöl)m 
•f. xempel geler ct / aï^ Ijn nae fijne leffen Deu2«? 
!i;aeuöanbfre/ enbe nieutoe gliebebcn Ijceft 
'ircmaefftt / gcïijcft ben gijcïrrrben blijcUen 
an / lint (Ijne ^Intleggingen oV>cr Ezechiel , 
nbe bc (ilcpne Propheten. 
C^nDcrtuficIjf n moet f o U^tt niet op be noot^ 
lerheiicïUjeiJt bet formulieren Vücjbeu aeu- 
[jebjongen/ gelijchal^ of'fe abfoluyt ncot>' 
leffeciieh Uiaeceny enbe of'et geen bibbeit 
Ja^ te agljten / ten Uiacre j)et met een honk 
fjefcl)icbe. (Delgch l)tt geen p^pfeliche fae? 
t i§ in gemepne <Cl)5ifïincn / onUmibigt) te 
in om U3CÏ / nae gbcicgcntbept / te liomieu 
ibben / ooeft fonbec een t)C02gl)efci)2ci3cit 
)rmulicr ; ^ifoo i^'t boUcu aï fcljaubeiicft 

i een <Dicnaee / ontequaem tc fijn / cn om 
me griycft aï,^ uyt be borft toel te hoimeii 
töben (omTertullianitooo^tte gebnmcUm) 
ibe om anbf re bat te ïeeten / gdyc ft lohan- 
es fijne ^ifcipelen . Uctche ooeïi / 
(jelychbeMacne, beïeUeranbiTUigtjen on^ ^^oogi.^.io 
?cUJO.'pcn ♦ l'^ii rom ifi oocïi bat be iiecc^ ^ 
cn-02bnüngetianbenopenliarrcn <e>obté- 3iT^en 
icnrtboo?gan|clj (i-ngdanbt/ .S)cï)otianbt p^g sj» 

ii J^clanbt / opgecici)t tipoj*authoriteyt be^ ^ • 
arlements niben jaece geen formulie- hncs.fiS 
m bet gcUeben boo2fc})^ijf t / maet geeft enbe cap. 

jlclt 



6o Kleynckercke. 

Amef. c»f. ffeït maerboo?DfU3ijfc/ methode, enberr- 
confc.iib.4. guicn omtc biDDen öooj niDe uae öe ©?cöi^ 

fi^n pffi ^^^^ ooïDrd Drr ^nsdfcijc The- 

Si.'p.e^' ologanten; ^peu öcctücrpm uict (gïjclijcft 
Sam Hic- niCt?U)0?t tiOO3-0Cgetlcn) 00 formulieren; 
ron. Helpe agljtcnTepocftnict abfoluydt nootfaccftcUcft 
unto De- te totfcti tmtt ffggcn fret Vucl öat'ff OO^^ 
torn ? pae Wc^t of nift ö!)eU^>upf ht {ionncn tuo^bcn / 
68i*&c. nacgcïegcmöcptljaii tijt/ plactte/ en pcc:! 

Neh.Ro- fooncn. 
gers parab. ^iiöe bat Uan gccu anbcr gljcboclcn onfc 
ofioftson- l^etchcnfijn / ftan i)fn genen niet onbeftent 
Sè rndhts f^J"/ biegeïefenlKeft'tgeene Ijeeft bt Har- 
Fnend at monie bet jTieberUmbtfciie Synoden, «iitge*: 
Mid-night. 0eljen ÜanFeftus Hommius, Cap. 11. §. 1 1, 
P 3 3; • £)(;n Dienaer fal fijne gebeden doen of door in- 

Perkinf. geven van den Geeft , of uyt een feeckcr voor- 
&caf con- gefteldt formulier. <önbcfOO fcgijt OOthbC 
kiem. 1.2. factfle Helvetifche Confeffie: De openbaere 
«p. 6. 4.. 3 . gebeden moeten oock niet , ten aenficn vandc 
mihi^r^' formeendetijt, in alle Kercken even gelijck 
Aitar Da^ fijn. Laeten hier alle Kcrcken hacrc vryheyt 

inafc'^cap. gebruycken. €n fo bocn iiu be iiieefle <Dies 
jo. p. 61 3. naerg! in onfe ,ï!)ebcrlanbtff öellerclten ; oocft 
Minifter felbe bie gene Uicïcfte anber^ VtJülen / batmen 
preccs vel pgl) faï fïip biubfu atube formulieren ; ble'fe 
smntu f"^^^^ iiogljtanó iiirt en boïgen nae be J^rrbi:: 
veiccrtafi- Ratie. 'JnDicift eeuc foo iiooDtfaechfUch lïJ/ 
bi propofi- voaeroni ooch niet \)et anbec ^ luanoni flglj 
rnnrT.*;^* Htet flip gcbouben aen't fozmute na , aï^ 
'^""'^^ " voorbe5^2ebmatie^ 'ïi en toiï/ 'ft en ftan 
kS^^ t'- oocli niet QuaeïTca 4i2eechen ban bie be for. 
porfe7,'&:c. muiieren boïgen? -te metö geffl)iet bat oocft 
banon^ j maec icli agöte bat oocft bic niet 

ge-- 



Kleynekercke. 6i 

mXaflttt I of öcroo?bfcït ftonnen 
ic bet nïf t m öocn / macr imt oUertJÏoct öan 
itocnöigljc bclucgOnig!)en / "^titu sieleit / i sam i. 
tetHanna, uiit|lo2teuUoo2öcnlOcere. I^oe 
:;?octJigfouöcljct5ijn m fulcfee fahnt/ ttoif^ 
^ntciibcrtomömgcn Der gemocöcren/ on^ 
t ;tt2320cöercnterien^ Socrates gctimgöt m ib.j.c.tf." 
i jnHiftoryfulch^ ooch gcfcljict te fijii inöe 

t uöcl=lercft: Gyfultoveralinallegeweften, 
I'. j.'gÖt Ijp / geen twee kercken vinden , deweJc- 
t ce in hec bidden gheheel over een komen. 

; 3nöc5^itï^oocftgctoccfl ïangö booj öcfen synopf.pu. 
t geboelen ban öe JDijbt-teoemöc ÈcaDt:' w SiVr 
c Ije Profeflbren ; uat öcUjelcfte <J3cn / tc tut? $.de Cult. 

r en Öe l^ooglj-gdccröe Ant. Walseus, al^ »nvoc thcf. 

lU^ï^ fpjeêcftt : OndertufTchcn nogtans beken- 
; len wy, dat het feer nut , jac oock by nae 
« toodtfaeckeÜcken is > dat alle ervarene gcloo- 
. 'ighen , ende infonderheyt de Herders der 
. ; Cercken , in haer de gave van opentlick tc 
indden, oock fonder voorgaende formulieren 
r •'^erwecken; op dat'fe nae gelegenthey t , en- 
I ;le voorkomende nooden , ghebedcn ende 
y ianckfeggingen mogen inftellen, gelijck wy 
' nden Ouden ende Nieuwen Teftamente Ie» 
I èn, dat de Heylige Mannen j oock Pruphe-, 

en en Apoftelen dickwils ghedaen hebben; 
" twelcke (aengemerckt hebbende de metho- 
jt ie 5 dewclcke fy in haere gebeden gebruycken, 
. :nde daer by komende behoorlicke oe&è;iin- 
' i |»e ) niet fwaer fal zij n . 

IL. 't<§>albiecl)oojténtctUceïljminoobentofa 
I kW aen tc te|irhf ricii / met toat ghebeerden , 
5 ^oe i^nwt-Baöer^ t)aeren ï)utifgenooten nioe^ 
Ljgaeu m öet )MkxC 't%i öeaenöt 

öat^ 




Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



62 Kleyne kercke. 

öattprgtmcen ié/ Doo^öe toeïcfte onfeoot^ 
mocöiijlKiitbrtccaan Ujo>bni uptgeö?ucht/ 
öan D002 l)n knieJen. <i3nöc Dar com oocft 
Wt gcbacc lian öf n 0!)f iooUigïjcn / in <Öoöt^ 
H^oojt/ Dciugamé gcb.^uncftt. ï)f:9f.<J.)r. 
Komt lact ons aenbidden ende neder bucken , j 
laet ons knielen voor den Hecre die ons ghe- * 
maeckt heeft. ^IfooPauIus, ^ijn affdjcnöt : 
itcmniörbanbe(Oubcriïngniljau<epï)cfuö/ ' 

heeft nederknielende met haer allen gebeden, | , 

%ct. ao, -^6, <6nbr foo mcöe öe duïrt^ncn $ ^ 
totTyrus, Dïc Paulum met ïiaerr ©JOutDcii r 
rnbc hiiiöcrcn tot Imntcn bc flabt gdcpbbcn / 

ï)fbbnrtlamenaenden Oevernederknielen- 
de gebeden , %ct, 1 1 . f. Ban Salomon fiact ; 
bUü / I. Uon. 8. f4. Het gefchicde nu als * ' 
Salomon voleyndighthaddeditgantfchc ghe- 
bedt, ende defefmeeckingc tot den Heere te 
bidden , dat hy van voor den Altaer des Hee- 
renopftondt, van het knielen op fijne knien, 
metlijne handen uytgebreydet na den Hemel. 

€nUauChiiftus feme/ %m.2z.^u Ende 

hy Icheydc hem van haer af , ontrent eenen 
fteen-vvorp, ende knielde neder, ende badt. 
^irt2.1^oii.4.27, .matt,28.9. %(U7.6o. 
e j j ^'^^Ö. 14» <i3nbr bii^é luarcn bc oube €i}2if^ 
mihiml>. ^^"'^^ 0()rUioon aïtöt^ öarrc ordinaire eriöe 
dfft , {{ge- bacg!jlnchrci)r geOcbni te boen ; cnbe p!f grn 
nuacorpo- öici* toc tebjcugm Pauli tooo2bcn ; ^hil 



orationem V^-""* ^^^^ inden name lefiifigh buyghe alle 
knie, geiijraonbfr anbrcrOrigenes, fcïjjps 



lis mei 
oratioDi 
x'eniens 



fleftam bnibcober Ijct Oorch bcr 0irï)tcrfn / Hom. 
?u?'Srd''s '^lujaer Dpooffi bit bp t30cgl)t; Maer 
mei fleaa watbaet^etmy, indien ick tot het gébedt ko- 
Dabou: mende de knien mynes lichacms voor Godt 

buy- 



Kieynekercke. 



buyge , endc de knien mijns herte buyge voor 

den Duyvel, <(3nöe Eufebius in fijm lierc^ 
fteïOcfteHiftorien, bcröaeïenöe ïjoe öe ^ol- 
DactmonbrrDen l^enfec M. Aurelius, ban 
<OoDt Ö002 öacre gebcöcn regen berftcegöen / 

fegtaïöuéi De Soldaeten mee haere knien op 
d^aerde leggende^volgens de gewoone maniere 
die wy in' t bidden hebben^ hebben haer bege- 
"en tot d'uytftortinge der gebeden voor Godt. 

^ögb fji en ïjebünt niet getoiïDt/ (om baU 
'eroocftnogljlni te boegen) öatmen op öen 
:»agï) bes l^eecen De ftnien fouDe buugen / in- 
'onöecfKntnietmöe ftercften; toaiit fp 002- 
Deelöni öat Dien bagö / al^ ter gebacïjteniftc 
aanChriftiopflanbnigöe/ niogöte Deu2gj)e- 
J2ae|)tUio^Deninb2eugljDe/ enDe niet m ee- 
niglje tepcftenen ban D^oef Ijept ofte berne^^ 
ïeringe/ aï^ toaeren/ vaften enDe knielen 

n Ijet OlDDen* Wy achten het vaften ende op 
ie knien te bidden op den dagh des Heeren 
)ngeoorloft , fegt Tertullianus, enDe aïfoo 

3or h beïe anDere. <{3nDe aïfoo eenige Dit niet 
monDeröieïDen/ foo öeeftöetSynodus ban 
MiceengoctgebonDen/ Datmen/ omm ah 
ie Parochiën renen boet te öouDen / <DoDt 
ïaenDefouDebiDDen. 

l€nDe foo örbben De (Dube C{|?ifïenen/ of 
IDoDtopïjaereknien^ of ftaenDein openba:^ 
:e BergaDrringljen gebeDen ; maer fp en öeb^ 
Oen nopt gefeten. ïMerom bmDen top Dat 
^eCfeittencnniDeeerfleïierrfte/ niet aïïeen 
tJoo? Den Diaken VüierDen opgetoecftt / om 
aenDagïjteïichtebibben/ niaerooch/ of om 
Jit ïuiien te bupgcn / of onf te flaen / inbienTe 

Itunces ^ DeQ oratiQnes efFundant- 



Militf$ 
genibus 
humi pofi. 
üs , juxta 
morem pre 
candi nobis 
ufitacum , 
fe ad preces 
Deo dicen* 
dasconver- 
terunclib. 
ƒ . cap. 6. 

Die Domi* 

nico jeiu- 
nium nc- 
fasduci- 
mus, vel de 
geniculis 
adorare. 
TertuII, 
libr. deCo- 
ron. Milit. 

c. 3. p.2Ctf. 

in quem 
loc. vide fis 
Pamel. an- 
not.nu.38. 

Qiioniam 
qui3amfinc 
qui in die 
Dominico 
genu fle- 
ftunt , & 
ipfis diebus 
Pentecoftis 
ut omnia 
fimiliteria 
omnia pa. 
rochia fer- 
ventitr, vi- 
fum eft 
San£l« Sy* 
nodo , uc 
Can, z<Jr 



6*4 Klcynekerckc: 

Cjcfir. Ho- factcn, Caefarius AreJatenfis IiefIraftebacCi: 

mil 30 de omöiegnic/ öe\iieïcfee/ on-amgljcficn öni 

m orat ^'^'^^^^^ ^'i^p / lact ons de knien buygen , floU' 

hen alé op-gccccijte puïaercn ; 't welckc, fcgt 

ïjp / den Chrif tenen , és' er inde kercke woi c 
gebeden , geheel niet nut nogh geoorloft is. 

<Dat be ouöc C!)?ifïcncn fïjn gctuoon getoccft 
Dow"ii^' ^f^'^^»"^ Ijaccr gcbcDcn / gctungt luftinia- 
^ s ^jniis met Dcfc U3oo?bni: vDacr nac/ aï5 bc 

„lleefccftuijgl)!/ öoct öc Ijooiftanbcr /"bat 
bcp.jcbiUaut/ cmljccmannigc/ ofte/ 

„P^cbiltatie/ booj bctocïchc hi^'t Uoïch oii- 

„toccht tot nacUoïgingc ban foo fcljoonc fac^ 

),ftnu Danrtaenwyallegelickelickop, en- 

Bafii. Ho. bidden, ^af iliu^ cunbigcnbe een fcecïierc 
mil. 7. in pjfbiïiatie/ enbe be berber berïjanbeïingïie 
Hexaem. b ^ji bcf)'eïfö ftoffe uutfteïlenbe tot op ben nae^^ 

ftm bagD / fepbe : tact ons dan opftacn , en- 
dc Godt danckcn voor die dingen die g]>e- 
Athan. in „fcghtfijn. ^00 OOCÏi Athaoafiiis : f^^abieu 

de r.ZZ "nuonfe:p.:ebihatie ïangl) gjjenoegö igebaï^ 
Hoornb. '^ï^»/ foo ïaet on.é opflacn / enbe onfe Ijan^ 
cit. ben untb2ei;ben. ï^ïer toe toierben in fom- 
niigeaereficnbe€l)#encn met een op-g^e^ 
Öeben flemUermaentban ben Diaken, 

Vide inter Liturgie bie Marcus, bogD Uaïfcïjeïicïl / 

aiios Ri- uïojttoe-gljefcö^eUen/ fegl)t mcermaeï ben 



cip. 3. pag. 



^^t.critic. <Diahen : iStaet om te bidden ; tueberoni: 

^'■^'^■^^ Staet recht op i enbe/ ghydie firt , ftaet on. 

1 -2. opel bat too2t menigmaeï geieftn üibe ^cljnf^ 
lom. z, tcnUanbeOuben. 

€nbe ban bic gchjoonte ban fïaenbe te hit>c 
hm I örUben b^n oocU geen bjennige exempe- 
len ina3obeé IDoo.'bti maer gef»t^ iJ^ï" ee? 
nige ï)e|i|igen (bat i cft bjctej öie eobt ^mxv- 

h& 



Klcynekercke. 



Oïjcbeöen Ijehhm, ©an Abraham ftaet 

k\h 1 8. 22» Maer Abraham die bleef nogh 
lende , voor het aenghefichte des Heeren. 
^rn Kaldeeufchen paraphraft bdtgIjtVc tïji 

frgfit Ainfworth) ^b^aöam flonötm Den 
jebrbe boo^ Den i^mt. mfoo ecin i <?. 27. 
6nöe op een anbec pïaetfe / toojt öoo^j 

ftaen voor den Heere , ï}ct gebet gemepnöt / 

er. 1 5-» I. ©anDe Ifraeiiten iefen top alDu^/ 

Hl}, 9. 2. Ende fy ftonden ende dedcti be- 
den iiïe van haere fonden , ende haerer Va- 
rren ongerecht] gheden . <6nöe vers. 5, fep- 
hibellebiteu / Staetop, looft den Heere 
[venGodr, vaneeuwigneyttöt éeuwigheyt. 
i^uDeöeniCoïlenaec ftondt van verre inden 
tempel ende bad Godt, 3£ue. 18. BUtC. 
f,25'. Wanneer gyfract om te bidden, etC. 

m aoö» 1 1, 41. 2» Clpon. 20, 5-, mant 
tiécm tepchen bepDe ban eerbiebigljcnöt 
ibc ban aöeöicnfligbepbt. ^ict 1, lioii. 5. 
tff* i.^am. I6.2U22* i.lion. io»8. 306. 
^y» 8, ^an, i, 4.. <enDe 't toa^ te tocn- 
it)en öatmc n foo möc openbare / ais öeninc- 
the öupf-gebeDen / 't een ofte 't anöer öeu- 
i fjlijehcn naboigljDe, iDant al|)oetoel De 
i Ijaniclicke oeffeningfie afeefcljr nDcn fijnbe 
inibe mtoenöiglje ^oöt^-öifnrrigi^enöc 
iepmgtoeertï^/ noeötan^cnmoetfc / met 
nitoenbige 't famen gO^boegljt fljnöe/ niet 
rtoo>pen too?öen . iOaiit ober aï toacc 
oöteeniglje pHgï)t gljebiebt/ ofteeemgï^e 
' löe berbiebt / öaer gcbiebt enöe berbieöt t)p 
itï\ be te-^Khenen enDr Unttcrlijeï^n ftl)t}\i 
Vfeme-, enöeöaeronitoacrI)p öemtoenöi- 
|edéyotieöer3icïemört btöben bercpfcöt/ 

<6 ai^ 



not. in loc. 
ciut. 

Hoornb. 
difp. de 
Station. 
Forbef. 

iniir. ma: 

Theol. lib. 
12. cap. 8- 
§ 14. 

Pamfl.An- 
notat. iri 
TercuJl. 
libr. de O- 
rat. cap. 14,. 
&libr. II. 
ad uxor. 
cap. 14.. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



66 Klcyne kcrckc: 

fll^ öaec brrrpff ï)t Ijp oorh öe upttoenbiflljr 
(crtiif öicOeit ör licliarni^ inbicnfé bequame- 
iïjcft ïtan gljfortff ut U3o:Dcu. 5!^e cebcneti ; 
ffiet ban befc Uoi0cnöc. 

ï. <Dm öat oiife ïicïjacnien foo toeï be^ 
3^ceren/ aï^ onfe jidcn fijn: mbe baeromi 
moeten tUii Ijeiii oor h niet brpbe 5iel enbf r 
ïicljaein Urrljceclijcrieiu i. Co^ 6. 20. 

€^m bar öc iiiittcdicheootmoebigïjept/ * 
rnbeefcbicbmg!)cbeélichaeinö/cen betjuïp- . 
itiibbcliïStotbrinUienbigc ootinoebig!)epbt/ 
<nbe cecbicDinge be^ t)irtcn. (önfe ïjccten 
gjit traegh , fitbe l)cbum aïle mittcclijchf 
Sulp-niibbeïeu ban nooben / om ih tjaec be 
, <levotie op te tocchcn, <6nbe om befe ceben 
ftrbbni <6obc?J ttniberen brujgam^ oocft 
<5obt met brfe gebecrbcn/ nibc anbrre/ m f 
|)acre bnjmclijcftcgcbcbcn acngeroepen. 

5. (Dm bat iun alfoo booi befe mntaïijcfte 
teticftnifn / bctuiigcn be m\tinibigl)r ooc^ 
inorb(gl)ei[it beé t)rtten / enbe cecbiebigljent 

stelen; bie foo niet rn fcljijnt upt-geb?ucht 
teVuo?ben/ aïjS men lubt/ ofiittènbeop fijn* 
bebbe / of (ïttr nbc op fijn fïoel 23:unbt 
foglu ben genen op l^an bebbe/ dien haere 

ziele lief hadt 5 maer en vondt hem niet, . 

ï)oogl)ï. V i« 5£>ie ooch foo feer let op fijn 
öcmachmljetbïbbcn/ magij Chriftus foec« 
lien/ maer nmiigt)mael niet binbrn. <Dp 
iïiente):tx.CIi2on.<^. 13, ■JCltoaet: flaet ban 

Salomon , bat hy knielde op zijne knien y beb* 
ben onfe Untïeggec^ Dit aengctenchent: De- 

fe ceremonie is in het bidden gcbruyckt ghc- 
weeft , als een teken van den oormoet onfcs 
horten , in hQi wekJcc wy oYertu/ght üjn , 



Kleynekcrckc. 



latwyvoofdeGoddelickeMajeftcyt niet bc 
taenkonnen. 

5>o fteeft ört ooch Uc rfïaen (op öat öït oocft 
netmi|Tct)ienboo,2ccn nieutoigöepöt too2öe 
,upt-gcftrete!i)Trdcatius, öegionge: %lf 
,!)oetori/ fe0öt ï)p / De gcbnccden indiffc- 
,rent ftjn / om öat'fe geen bpfonöft gtje? 
,boöt en tjebben / foo J)rt nogbtan^ onbe* 
otatmtiich/ mbienpcmanötmeni brcgae» 
^benngcoftegenirprite/ nut andere/ met 
jgeboogen ftnlcn enbe ontörcïit Ijooft niet en 
,biöt Jl^ant fooöanige gljebacrben betae^ 
,nien ben menfcöe alte-meefl / bit <©obe 
,be Ijoogïjfle eete geben/ enbe befl be oot^ 
ïmoebïgöepöt / foo ban oné gcmoet / aï^ 
llirbaein/ berhfaeren. jliiet anöcr^ ooeft 
Jofephus Hall , bctueicfte albu.é elöecö feg{)t: 

ckwilaJ tij tin mijn gebeden, ofteTtaen, als 
en dienftknegt voor mijn Meefterj ofte knie- 
en, als een onderdaen voor mijn Prins. ïDog 

noettoel too^öen tóaergöenomen/ batmen 
it niet moet boen uit gcbeunfiljeit / enbe op 
uïcRf plaetfen / baet bit meet quaebt^ / ban 
;oet^fouboen. 

Onbertuflcöennojbeeïen töD bat bi'e gene/ 
iebefe gijebeecben / 'tzy boó: oubccDom/ 
?zy booj cenige anbece f toaclitjèbcn / niet en 
mben ftbnnengcbjuiocïmi/ ban met pceic- 
eïbanöaeregeibnbtöfpbt/ ofte met fuicft 
mpöneenbefmecte be^ ïicfiaem^/ bie Ijet 
erte enbe gemoet inDen «Dobté-bienfl / 't5P 
pmbaec / of bepmeiicft/ foÜDen bctoereifi 
nbe berftoo^en / befcïbe bjpeïych mogben 
jdlaeteii ^ Uiant <öoöt ï)t(fi Üebet bermher- 
jheyt dan ofcrande , .JUatt. 1 2. i <ön*= 

41^ % bc 



Di(>ut. ic 
Om. habii. 
an. ï6of. 
6. Iul.ch4: 

»7- 



nold. Rey- 
nefly, id 
eft, doa. 
viri & a- 
mici noftr. 
Leon. i 

dic. de ex~ 
crcitat. 
Schoock. 
exercit itj. 



KT. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



6^ ivleynekercke. 

i>e oem npthiciiDigl) gcbaer ftan <Cobc mt^e^ 
ttaentUirren/ Dcffmtr'tljcrtcmöe ben geeft a 
Iteclihiöert. 't j^ m fuïcften geïcntljept ge^ 
nceglj / öatmen 6002 auDcrc tencheneh fijn 
mbieöigöcyt bctljoone. Caefarius fepöe : 

Die wegen cenigc fwackheyt , fijne knien niet 
kan buygen , ofte den ru^ge boeken , lact dien 
niet verdrieten het hooft te neygen. ,ï^)en 

moet aïtijt^ nir er ar|)riiige nemen op be flieïï^ 
tuige / ban op be ceremoniën enbe gebeerben/ 
ofteeenigeaubere bingen/ bie niaec bïoote 
oni|lanbicJ)cben fi]iu 



m mm . , f l iiW^l U M.^ 

\ 

VI. Cap. 

Wortghehandelt vanher fingen der 
Pfalmen inde huifen , winckcls, en- 
de onder 'twercken; worden voor- 
geftelt de redenen hier toe dienen- 
de , en aengewefen dc wijfe en 
maniere , op dewelcke de Plahncn 
gefongen moeten worden. 



pgnbeïif ït 1^ geen banbe niinfïe oeffenmgen 

inbetocUen/ iKtfingcnbec PfaJmen, 
toelf ue bc geloobigc n een tioojbeelbt be^ öe^ 
nieï^/ !)iei opbecaerbeboetI)ebben. ^at^ 
'erïof-fangen/ banchfegghigen enbePfal- 
iTien inben <Önben Teftamente Uanbe gelobi^ 
gen in barre Becgabennge n fijn gbefongen/ 
Uijüxt Wjt be miipteu bec Leviten, biebe 



Klcyiic kercke. 

'id ïjecft crnc n Pfalm g^r macrht / 0111 qIjc* 
iijiglicn te too2brn op öen ^abbatö-öoglj. 
team öiti^ïjetoprc!)2ift Dan ^g^f. 9** i« 2. 

■•'en Pfalm , een Lied op den Sabbath-dagh. 

Is goet darmen den Heere love , cnde uwen 
Wacme pfal m-finge , p Ai lerhooghft e. <De 

-1 oöni fcggcn grlijrh mti Ainfworrh fjec ft gc^ 
rrrt / Dat Adam Dcfrn Piaim gcfongcn Ijccft/ 
iargt)6 na öat ï)ii toaö gcfcljacpcn, €nöc 
^uatöitoofh gckunchdi'cltcn lé gljcUJccft inbc 
ip-mHuiinrtcn öec Cö^ftnirn/ ten tijben 
necHpoflden/ gctm.igtongPaulus, I.a^o^ 

2(J. I <23nöe oocft nae be tijben ber 
'lofleïni/ töo?ton^ïiebefiigötban Tertulli- 

niis en Eufebius. Calvinusfegtjt in fijne upt* 

.leggbrngljen oba* i . Cor. 14.. i^, befe 
.pioetfe uerftaen Uin oocii / bat be geluoantc 
jUanfingenoocfuebiec tijt onber be geloo=^ 
iPigcnUia??: 'tVudcheoocftopenbaer löunt 
.Plinius 5 bie ontrent beectig ïaeren na Pauli 
,boobt fdmjft/ bat be gelobigben geluoou 
ti,Uïaccen booi ponnen-opgang!) Chriito tc 
.',<mgcn. <Cntc ich tvuijffeie niet of fo ïjebtien 
,tic|cont ban ben beginne aen/bet gVb^nneft 
•bet 3;00btfc!)ea3emcnnte m pfalmen tefm- 
>g!)en nae-gl)eUoïg!)t« 
PomoetoochöetDupfgefm gefligl)t Vuo?- 

len/ met pfalmen, enbeGeeftelkkeLiedc- 

:ens ben ^eere te fingben / geïrjcft bit be \)it^ 
naening ié hté ^poflel^ Pauli , Coï. 3. i^, 
^eert en vermaent malkanderen , met pfal- 
nen , ende Lof-l'anghen , ende gheefrelicke 
miedekens , fingende den Heere met aenge- 
^acmheyt in uw' herte. Cube bit Ijecft j)^ 



AïnCvr. in 
Pfal. 5,2. 
pag. 139. 
Laus Sc 
Canticum , 
quod dixit 
Adam pri» 
mus fuper 
diem Sab- 
bath.Chald. 
paraphraf. 
five Tar-f 
gum 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



fö Klcynekerckc. 

ooclft üeïafl acn Die Ijan Ephefen , Ca|ï. * 
«Df fc Djïc foojtrji Dan gt efleïicBe gefangrn/ 
taiiDfUjflfhcPaulusgcVuaegt/ toojbcn ban 
foinmigcalfooouöerfcliqiben/ bat pfalmen 
aïicrlfii gec ftclicïte gcfangeii fijn / Öie nif t aï- 
lef n met be fienime / mar r oocft met fnareii- 
lam^^n*^' fjpel gfOf ffeiit tiiOJbeii : Lof-langen, bancft- 
ïjplcr.j 14. feggnipfu tot a3obt / cftc iof-bicbten ban 
«Öobtij 43enabe tegen on^ 1 nibe gceftelickc 
Licdekcns, fnïehebigten m Ujelehe allerlep 
gcefleliche lecrmgen U)02ben begrepen, 
frberfeljetïbene namen fcïjijnen upt br tjer- 
feOeiibene opfclj^nften bet gfalmen Davidts 
, genomen te fijn. 

iDp flaen fee t geetn toe / bat be y^>imf-Ba- 
berö l)aeren fimöecen geefteïiefte ^iifbeftrn^ 
mogen laeten leeten enbe felbe fingen / bic 
offp/ ofanbetegemaecht Ijebben; Tertul- 
toc. infr. lianusfegtmjijn Apologie, tsathxt flonb m 
citand. iie bnil)ept bet Clj?iflenen / of'fe / aïé'fe met 
malhanberen gegeten Ijabben/ be Schriftuyr- 
pfalmen toilben jingen / ban anbcre Liede- 
len, bieban fjaer feïbe gebigt bjaeren/ en 
gemaeeftt. <ënbe foo fijner aï berfc^epben 
onberbeonbc 3leeraer^ geVueefl / bie g^ef? 
teïiefte gefangen / enbe j(l iebeten gemaeeht 
ïjebben banbe Cljjifteïiehe Religie (gelijcft 
fean tuojben af-gl)enomen / unt Ijet gijene 
ieronymus fe|li)ijft / in't bcrï)ael besSïeben<S 
ban Paulus ben Eremijt) tot nuttige fticljtin* 
ge / en bermaeeït ban anbere . Buiilius in 
ren p^jebieatïe ban be b2oncftenfcJ)ap enbe 
obet-baebt / beflraft albn^ fotnniigöe ban 

be fijne : Ghy oefFent uw in prophane Lie- 
«ieren , vergeren hebbende de plalmen en- 



Kleyne kcrcke. 

ghefanghen die ghy gheleert hebt. 
ihe ^cttevé inbe <êuöc ciiöc eetfle tijöcn / 
im De miUouöigetf brrrtrichfnrnöcaijJ on-» 
octenöf metijetbcmjni3an!)an: hmernpen 
;t I3cr(r.fti0fn / Ijaöbcn gefangni gcmarrftt/ 

) tic gr foiigr n ftoiïDni U3o;brn te tuatet / ofte 
aiiDe / eii Uoojtö fïae nöe op aïöerlianbr an- 
lere geïegentöcöen / gelijch SimoHitenus, A- 
ollinarius , eube anbere. IDc Orthodoxe 

fncef!)t-gfboerfuöeï)aöer^/ fienöe öoe bie 
pgenof möe Ijacre geflmgr n toniengljt / en 
loojf'aeirit ïjaböen met bUjalingen enbe fctjaa 
lelif he hetternnen ; oojbeelben l)et feer noöig 
e tuefen / bat ijan ïjaec anbere gefangen ge^» 
iiaecftt foiiörn U)02ben / tioo? be tüaecljepbt 
e^ geïoofi^ tegen Ijaere hetterijen ; V^it fjith» 
icn beftigi) gebaeil Ephrsem Syrus , Nazian* 
enus, Chryfofcomus , Hieronymus, Pru* 

ilcntiusj Ladantius, Hilarius, Ambrofms^ 

itt ttiifl*fl)ie!i nogl) anbere/ bie nip nu niet 
003 en ftonien. ^Die Uan Ambrofius / bie te 
4ilanen gefotigen toierben iabe herrït / tojs 
irnfjooggeriemt Vianben (Dut-Baber Au- 
:mHnus. ij)|il)abbe in jjet eynbeUanbefels 
ie/ alnjt^ geUoegljt een Uerljêerlichingeen- 
e banchfeggiiige ber ^t^jie-eenigliept ; tuaer 
Uer Ijem Ucle nioeiite aen gebaen iianbe 

\rriaencn j en n abirn be Orthodoxe in't epn- f orbrf. S 

efoDanbe pfalmen, aï^ öan anbere I)aere ftruft hi' 
ieberen altijt^boegbeEcrezy Godc de Va- ft^^ Theo^ 
r, endc de Soon , endede H. Geeft, ïjet iap J'tr 
elefte ijanbe Arrianen Uiierbt of tïeranbert / miiii iric 
♦fUertuojprnj: fo Ijef ft men inbe oube ïlerc^ cei Hoon^ 
le/ oochbacriunbe Arrianen öaubf Oitho- JlJi tS/' 
bxcftonnenonberhennen» «. 

^ 4 <inbe 




Leg. Stu* 

diof. ka. 

*1. Auguft. 
Ambrof. 
Ruft. Eu- 
thym. & 
Calvin, in 



y2 Kicync kercke. 

<!3nöe fa fïjiibcp oocft Uerfcftetibcn onttt 
nn^ Qc\3}ecft / bir oué gcbicnt Ijcbbcn met I)a- 
rr gcf (lelie ïic <0cf»in0C!i niöc licöeren , (iln 
tparcoin foubc uicu öie niet fclbc mogen fm- 
0ei) / enöc fijueu ftinöecen laten leeren ^ 

jt5a' reljenUid mottenTe uifonDcrljienöt / 
rn eecfl en Uoo: aï öe memorien ban l]aei lun- 
becen/ foefhennite ömchen / öe Pfalmen 
Jjan öen üoinnglï David 3 Die genaemt Vuoit/ 

denfoctcnSanger Ifraels; eilDe ^nóeten ï^kt 

Èaeglieltó offenen in't fingen/ lefen/ oocïi 
biöDen banDc felUe. JDant / 

I. ^ien Uin cp be Pfalmen Davidts 5 511 31)11^ 

Seeciich en m'eee öan gefegljt ïtan taojben/ 
uuttecmaten geefcelieït enDe treifeïielt in Ijact 
felUen; botten Uióom gemoet bic meerbec 
inetopmeccïiingt/ enbeaenbagljt leefl ofte 
f»ngl)t/ Ijoe l)ii meecbcc lufc ïitygljt/ enbe 
trecli tot befeiUe. 

^. ièien lunop l)aerc effecten , enbe nut 
tigl)cben / bie 5ijn ooch tDonbccUch en niitnc - 
incnbe; 'tgeen Paulus, fpieeeftenbc Ijaii l)ct 
qjnöebcc $^eplige<^clj2ftnijre/ nft gemeini 
fegbt/ 2»€im.3.i(J.enï1om. ï^oolrlt 
luaerarljtigUanöe pfaimen, Uiant in befelbe 
tüo;ben on^i booi-gcbjaegenalletleii foo^jten 
Ijan leernigen/ bcimanuigen/ geboben en 
Dertiooftingnh <ev.bt al Ijet gene bat be an* 
bereboeeFicn ber ï>:^rli.?iftnnrcüJijbtiopigI) 
ïjeïïben/ bat binben baer ïio:t ui een ge^^ 
trocto , ^eboon be gantrcbe (éobbelielie 
felj2ift buiibeüca vOobt^^ OBenabe üeetöoont / 
norljtan:^ ijj feecfoct ïjcttech ber pfal men « 
fegt Anabrofms. <6nbe baeronuöi geen boreft 
meerbergetïzupcfttbejobcin't opcnbaen/ en^ 

Èrc 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcynckcrckc, 

JC in't öcmiielich / ba» Öit bfc Pfalmen. 
4 Augijftinus Ijontruïchenïiraijöt inbc pfal- 
nen, öatöoo2 t^tt grfmig Uaiibc fcibe söne 
:ogrn üan tranen niocftni oüccUlocjicn ; l^p 
iciu»ig[)t öat/ aï^ tf MUanenm'öe Iterfs 
ic quam / fnSJc bacr l)co?öe be giictangcn 
aanDt ücrriti? / Ijn bacc öoo^ foo bclnoogm 
nriDt / öat Ijv bacr boo^ br certlc acnpsic hc^ 
'njjc ucruaiii tot fijn bchcaiuac ; cn noglj 
JC;Dfr?tföl)tijn, batl)uboo2't gcfanglj bec 
tccche birhujiis UcVPogen gdurcft tottrae- 
icn ober fijne fonbetu 3ri fijn (ïcch-bcböc / 
iet tjyjlgï) cocïi be ^oet-ptalnien Davidts 
4ïnfcl)2nben / enbe fteibe öe biaeben aen be 
mmv m fijn bebbe/ lefenbc bie baegiicïió ; en^ 
)ebaerbpobrrbagI)tebu met alleen/ maec 
JcUiccnbe ooe ftgrooteïicïi^ ^^pnefonben. 
^Snfonberöeubt 3ijn'fe ïiragljtiglj om be 
DobtlJnicIitigbe te Uertrooften ; baer i0 in 
leielbeecnriofjeliche Baifem om een peber^ 
Donbctegniefen; <Daeren lian een Cü?if: 
:en 5iel geen aenberljtinge of f toarigljepbt 
jebangen / of i)n han inbc Pfalmen bei;be be 
-orme ofte luijfe om bie nut te bniehen / enbe 
:)e middelen binben ban genefmge. Bafili- 
4s noembe baerom lm boecit ber pfalmen,: 
?en iliifl - liaben be^ gemocté / een t^c^iit: 
:rgen alic ariibeehtingljen / em Vueï-geftof* 
'eerbe Apoteqye ban allerïep medicijnen 3 elri 
-emedien tegen allerïen Quaelen en geb?eeej= 
mh ^nbeUivierüchalfoié I)et occft ; ^e 
Oobtfaligljen Ijebben boonïamentïieïi een 
onbaimgcntrooflgebonbenm be pfalmen, 
\n licljaemeïiche tegenfpoeden / geefteïiche 
ie»YCchtingeii , enbe inbe uyrc banbe doodt. 

€ s I» ^e 



Confefl'. 
lib.9.cap.tf 
oper. tom. 
1 . pag. 66. ■ 
edu. Pvif. 



Poflid. in 
vita Au- 
guft.C.17. 



Doorefl. 
pT«f. in 

Moll.com. 
ia POim. 



Magnus 
comes pfal- 
xneus Chry 
fofth. Uk. 
infr. cit. 



Tlle vero 
FfalmosjUt 
confurvN'. 
«tiam tune 
canebat , 
«xorfus ab 
|lli Pf»i- 



ƒ4 Kieynekcrcke. 

inïicjjacmdiche tcgcnfpoeöen / en Ueröjuca 
ïtingriu Vwe infettingcn fijn my gefangen 
geweeft, ter plaetfe mijner vrecmdelingfchap- 
pcn, ff0ï)tfeil3eötn liomngl) David , f>f. 
1 1 9. 54. i>it beeft öien goeöen enbe <Büou 
Ij^ucljtigcu Cofmus , 23iOcÖop ban Conftan- 
tinopelen , tucl geUjeten : Xuaut lip 5ienöe 
{jet uixbcrt uan öen flaet/ enbfgljcen[)ope 
toanüecUeternigctifcmercïtcnDe/ Ijeeit/ ai^ 
om Öie reben 5yn 23ifcljt)oni / enöe De 
feomncftli)fftc^taöt banfrlt^ telicr/ met 
anbït^ uut alle öe groote goeDeren Dcc tec* 
fee/ Daecl)iiote\ua^ge|tei:t/ met Dem ge* 
nomen / ai^ Ijet 23occh öec Pfalmen , aglj* 
tcnöe Dat een (Cljjiften in 3ijn peignmagie 
geen nooDigljec teer-gelDt/ of meDe-gcfel / 
a\$t^et frlUe/ ftonDe DeDbeii; eijcn gljclijcït 
Cen^GregonusNjfTenustepöe: O Hoeaen- 
genacm en nuttigen met-geld is David. ^l^ 

BafihusinbaUmgfclji^pmoell gam/ fo fong 
ÖP tot 30» üertroojimge Den J^falm. De 

aerde is des Heeren , mitfgaders hare volheyt ; 
deweerelt, cndc die daer in woonen. "ïil^ 
Delftepfer Mauritius 3ijn ©2on\i3 en ïlmDfcen 
boo2 3ijn ogen faglj bermoojDen/ enDe Daec 
DochgeDoöentoifrt5ijnl)al^onDer De bi}i te 
ïpgge n / fo troofte ÖP firiJ »iet Defe tuoo.^Den 

Davidts, jPf« 115;. - Ghy zijt rechveerdigh , 
cndeelckecn uwer oordecJen is recht. Ifll^ 
Bafilius IBlffÜm öfC Amafeen , (Den IJOO?^ 

geDacIjten toa^ €^iftf öop üan Cefareen) gf« 
bangentoa^om l)et gljeïoöe/ fongij IjpDe^ 
nagl)t^ eec Dar Öp ijoo? Den €pran/ Den ïiep^ 
^cLicinius, gebjagötfouDeUJoaDen/ nae 




Early European Books, Copyright © 20 11 ProQuest LLC. 

Images reproduced by ccxirfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kieynekercke. yf 

fjngewoonte, (töaiit fo fmï)t untbjucftdicli 
be V>irt02p-„é>cï)?ijl)rt) ÖC Pfalmên Davidts, 
btin Pfaim 1 5 2. O Heer gedenkt aen David , 
endeaen al fijn lijden, etc. l3ecVlOÏgcitó / tot 

löatöp qnAin arn gfaïm 139.9. 10. itjdche 
becfrn tni öcröen made / iïjne Ijanben ten 
i^eiitrï iintbcttïöcnöe / enbe al toeenenöe/ 
fpjacft: woonde ick aen't uytterlle der zee, 
ouck daer foude uw handt my geleyden , ende 
uwe reghterhandt füude-my houden, ^aut 

getDifTdicftöo^foft enöe tcooflelicft be Pfal- 
mên fijn / lïrtJint ban ben menfc!)e eerfl ; aï^ 
1)1} m een Geeftelicke , of Uchaemelickc 
füjaerigiKpt. 

i ^0 rrhenbe ben .H'^artelacr lohanncs Hus, 
bat öii be rcglKe ftragijt öcr Pfalmen iw fijn 
gebaiigcnis' eeefl gefniaecftt öabbe ; enbe al*^ 
Öti qnam tot be plaetfe / baer öp UrcïJjanbt 
fouöetuo2beii/ fongïjöp oocït eènigbe Pfal- 
-mên 5 tibojnaemnuïicft / be 50. enbe 51/ 

bichtolï?? OOCft t'eggj^ttbc : O Heer in uwe han- 
den bevele ick mijnen geeft» Sioljan JV^O^ 
ceïliü^/ een anber B^arteïaer / t^ie Anno 
15-58, in Bjanchcïjcft om Ijet geloof geboobt 
ffljjfffnntfijngeDangenï^/ l)oe Uiel en 
onlierljinbert j)p inbe felUe be Pfalmen Davids 
ïionbr fingcn. IBant 't Inacragljttgt} (en 
fobanigö tuaerom ooch boen be tijben) 'tgeeii 
iien ouben Hilarius gefegljt Ijeef t : Datmen 
meer Pialmen l)002t fingen inbe getiangen- 
tuiiifen/ banmbeïjecrftche paliepfen Uanbe 
ïtoningen. 

b' oüerUjaerbe en feec «Öobtb^ucljtïgöe D. 
'Ridderiis y Tjêrfjaeït een foet gcöaï upt be ^if^ 
)toaiai UaiLOiife tü^ien, €mScM. 4^efant 



cadc : me- 
mento, Do 
mine , D»- 
vid, &c. 
Baron, ex 
'Meuphraft 
annal. tonoi^ 
3 . ad aiin. 
31^, 



• traóè.de de* 
fert. Spiri^ 
tual. pag. 
mihi 137. 



V 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



7^ 



Kleync kcrckc. 



! 

( 



Bfrnard 
S^rm. ad 

fratr. de 
montcDci 



) „tjantJtn ïtr pfr c ccpfcntie öoo? (tmthpen/i^ 
{yS^f'^^UlW^cmt't bclDt cru boer fin^ 
33gencrn gcc|iriich ocfang banbe opfïmiöm= 
3yQc €\n\il\ inöc è)ooöI)buptfcl)e €arlc j öc 
35<0cfautl)frUiouöcct pijnde bat Ini Dit m Ijct 
j^lanöt öfC iCuccften i)oa>tic/ Ijicitlil/traöt 
„ban fijn pcfcöt, cngingljnacOen 23oerop 
3/t jDeït / l}cm U^lcgen^Ic / (joc ïjct bn qiuini/ 
jjbat ïjp f f n gcfatigï) ban Chriftus fong, <De 
35^oecantteoo?De: !3irftbcn cm Cbzïfteu/ 
55grbangfnbanbei€ncchcn/ michfit gecu 
35ttnDbtl om bcrïofl te too^br n : <tl:bnibjrl icft 
55beI)onöc bet Cj)2ifien <6eloobe/enbectcon^ 
3,b3e nni op inijn ^aïigbtnaïter lefus : en be^ 
„bJtjlcicbbiei'geen JB^ebihatie booten ban/ 
\3,foonbeii}oubeicïiniijngeïoobc/ en tcoofle 
/Hip boo2 be gefangen bie kb in nilj'n binötfcbe 
/)aeren dnber bc Cb?btenen geïeert bebbe. 
^ 2. j^iet nunbec 3i)n be pfaUnen Davidts 
trooftebebin aenbecbtitigben / enbegeefle^ 
iicheftoaerigbeben; !3;aeboo^2 bie leertnien 
eerft be Praimen recbt beefïaen ) en tot tcoofl 
geb^uipchen j geb)cb Luthers B?onbje fepbe/ 
bat^eboo^beenbicbtnael met gebjeten Ijab-^ 
be/ toatfuïeböieiibefnlcb^ m Davidts pfd- 
menbja^ tefeggbcn / fnlcbe bïagbten enbe 
tueccbnigenbanbc <öeefï, .t^o Uiaecaebtig 
ié be fp^jenche ban Bacnabn^ : Noy t fult gy 

David verrtacn, tot dat ghy door de onder- 
vindinghc fclve , de afFeden felvc, of be- 
weghinghen vandc Pfalmenhebtacnghedacn. 
i^ea-bjel brrft -Athanarms grccibeelt banbe 
pfabnen : AJlc Goddclicke Schrift, fegbt 

[ju/ leertwelde deught, cnde'twaere Ge- 
loovcj maer het boeck der Pfaknen heeft oock 

als 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag 

458 H 122 



Kleynekerckc. 77 

s ten fpicgel vande gclegenthcdcn der ziele. 
JDant David öie ïjccft feibc alicdcp amMjc 
timen cuöe ftrup^ gepcocft / enDe toeï getoe= 
tfii l}oc öe acngljeUacljteue cuöc beöioeföe 
iiif nfcljni gelint fiju/ cnöc toat t)oo; tcoofl 
fu tjan noöc Ijebtjcii. tljoont öacc oocrt 
öeu gcimi / öie fiilchen firijt öc? geïoofs l)eb^ 
bm I öe rcgljtc tuapcncn / niet tocicfte 
. öaer tegen fftyben/ enÖeljoefDöe otetom^ 
ntngüe berlicijgcn fnnen. aöuïefen i.Sama^ 

öat öeracfenöe Melancholie in öen ïio^? 
«ing Saul , bie De? SathansUierrfungljeto^/ ƒ 
Ö002 öe lieffdicM)eiit ban Davidts ij>arpe/> 
toanneee l)p öacc op fpceiöe / becöjeijen • 
iuiccöt/ ofte öat IJiiijedicötUiieröt ban jijn 
<ïnaöe pafficn öe^öofen (Deeflö / öacc Ijo me? i 
öetoaBbefetenj cHDaec öeel rnecc ftan öoo: 
fietsmgen öec pfalmen öegeeflelicfte melanc-i* 
holieUfcö^jeUen/ enöe öet Ijeete gecufl enöe} 
tijoïic]^geniaeeat1tüD;örnmöen J^eec^, Lu- 
tHcrfcI)^2ecfm een tcoofÜ)2ief acn een fttjaer^ 
„inocöig en aengcbogten menfcöe. ïDaeci^ Luth.o- 
)5geni fïceehec remedie, öan öat top fpjeken/ P" 
,,gelöe{i David erge n^ / Pf. 1 8. kk Wil den t 
„Heere loven ende aenroepen , foo werde ick ' 
f 5,verloltvan alles dat my aenveght. 3©ant 

55Öe boofe geeft öec f toaecmoeöüjöept en too^c 
„met bccjaegöt mrt ö|oef ïjept enöe ftlagben / 
5>en figt) angljflen / maec met <0oöt loöen / 
5,öaec Ijet Ijecte U^oïicït öan toojt. dBnöe öaec^ 
omtoa^Öp öichniaeïsï ooch getooon te feg* 

gen : Komt laet ons finghen tot ^ijt van den ^^t-fetL 
DuyyHT^^eTTBonÖect tlueeöen pfalm , • 
cenbpionbecgcïjcötöe^UfcöHJcriten/ als hy 
1 •vexitdptis, Cöde fijne klaghtcuytflort voor 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



7? Klcync kcrckc. 

het aenghefighre des Hecren , gcïqch Öat tK 

tooo2bcn5ijni3an'topfc!i2ifttJan bien Pfalm. 

3/ ©au ern fccr troftelicfe seUsupcft sijn'fe 
lnfonöerl)ciitmDe uprc Uanöe booDt %ier* 
onibtnöcntoii/ bat be flcrUenbc bie fo nte< 
tifgljniar i tot tiacrcn troofl grfongen cn gje* 
fpjoftcn Ijfbbpn ; 't 5P bat'fc fl02bcn ïjaere 
eygen mbe natuprïicfte booöt / 't 31? bat tjaec 
een violente boobt ban anbcrc/ banbe Ty- 
rannen , bjiecbe aen-gebaf tl ; bjant inbe J'fal- 
men , foo elbfr^ / bctrfcbeybcn trgnt« 
giften en bertcootlmgcntcgen^ be boot cnbc 
^ar re bittcctjent grbonbm. 

TheodorusStudita, bie gl)rfto;ben on^ 
trent't jaec 8i6, fongï) op fijn boot-bebbe ben 

l^falm 1 19» Wel -geluckfaligh zijn de op- 
reghten van wandel 5 etC. enbetOt [jet 1^.17» 

berf. geftomen 5nnbe : Uw woort en fal ick 

niet vergeten. Doe wel by uwen kneghtj 

datickleve, gaf Ijij oubertiit^cben ben geefl/ 
enbc gingb aï fingenbc nae ben l^emeï 

Lutherusbertrooftel)eni / eentuepnigboo? 
3jjne boot / onbec anbere tooojben / oocft 
metbiebanDavid, JDC^ïS.ao. ai^DieGodt 
is ons een Godt van volkomene faligheyt ; 
cnde by den Heere zijn uyt-komften tegen de 
doodt . Charlotte Arbalefte , mjfbiOUbl 
banPhiJips de Mornay, ï^eete lian Pleflïs, 
ttjeïcfieftierf Anno 1606. jfefabenbe baer ber- 
fc^epben pfalmenbocn boo2lefen/ uifonber-- 
Ijeptbefobanige / bie ben geïobigen berfeef:^ 
ïterenbana3obtéa3enabc^ fpcaeft bïcFiUiiïi 
öefe bjoo^ben niat ^pfaïm 1 6, 9 : Mijn herte is 
verbÜjt , ende mijne eere verheugt haer: oock 
fal mijn vleefch leker woonen , ett* Wil- 

Üam 



Kleynekercke. 7^ 
li«m Whatcly tjecfiercftte f)em met Davidts 
lt)00?Öenuutgfalm4i.4* DeHcercfal hem 
oiiderft«unen op het fieckbedde, in flin krank- 
hey t verandert hy fijn leger, ^nöe jo andere 

tnn anörre troofiflïclie fp^chen cnöe pfal- 

en. 

Gordius , em Mavtelact fnbe mfle Herc ^ 
e/ fongö ben pfalm 1 18.(^. De Heer is 
bymyjickenfalnietvrccfen, wat fal myeea 
mcnfchdoen? ^nöeuptJDf alm 23.4. lek 
en lal geen quaedt vrecfen , want gy zijt met 
my. Hls öeU:oonif Babylas nae 6et ^rf^^ 
botöuigti/ fbtroofleDufigömet befe \moi^ 

ben / upt gf: 1 16. 7. Mijneziele , keert we- 
der tot uwe rufte, want de Heere heeft aenu 
wel ghedaen. cenen Theodorus , een 

man Die toeïjongh in (aeren/ maer oudt üi ^"?"*^<J* 
aDenabe lDa^/ met onge!)oo:be tormenten ubVc^ii 
tö,2ecbeucft gepi)n!g!)t toiecbt / fonbcc ophout- &Ru£ 
Den ban't aenbjeechen be^ baeijheraetö tot '- 
tlJl^lmlrentoe/ rnbealö'febcm boennoglj S^Vog* 
opcenpeerbttctteben/ aenbeubestjbcnban^ «poCt. in 
öe beuHni ncpijmaöt too'benbe / fonoh hp ^^^ ^ P*fi- 
«met efnü20lichaeiigöeflg|)t ben 96. f raïm, 
iCnbe aïó ben Officier befe Uatoonberlicfte 
aanbtljapigljepbt gljeflcn Ijabbe / fonöt Ijn 
oem tüf bce nae be gePangeni^ / enbe fepbe 
oen liepfec aen / bat mbtcn Ijp niet nae en 
letfuïclicn \jp>eebtliept te oeffcnen/ bat hp 
oubetdïaube/ enbe be Cftaflen-jjaarteïiS 
:en eer betjalcn. 
^en JBarteïaer Wolfang Schuch , bi'e 

Anno I5^5'. in Lottcringen , om be Religie 

f tob^ant gcP302ben / fongö f f aïm f i . tot 
WberoocH enbe l?lam Ijem be fp^aecft be. 

(loot 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



8o Kleynckcrcke. 

(Toot. <!5ntic foöaniglje exempelen fouöcrt 
tpy / nac anöcre / Dele unt ouöe cn nicittuc 
Hiiloricn, mfonöriijcnt bcc B^attdacrcn/ 
inöim't nooöigi) ïoap'/ tjctliactcn ftonnnt. 
'ii^alniiïnumrtl)ctb\i-lj?cngen niacc nog 
t)an ren / öogï) fcer gcöf ncUluccröigt) / exem- 
pel Üccgr noogcn / 't UlClCÏiC Bernliardus Vaic- 
nius uut Reycr Geifberts Ucr()acït; *Befc fpïC^ * 

^ ï{enöebanöetu2fcöe\3frtiol0ïngc rn untrofp^ 
S nifllie öcc Clj2iflcum m Siaponten/ ?Cimo 
„1(^22. fcgöt alöus: aDiiöcc öic ludcïtc tc 

VürtH. dc^ „Firando ijf OOOt fijn / JlCbbCU CCll (illlöt 

ki'^Règn )»t3anfCöoftcfct)aiiacmigcficn ; 'tUicïchc 
ftpon. capi „fo Vicrljcugl)t üan gcnioct mat» / Dat Ijct öe 
ji. p 167) „CljJiftcïïclic Pfalmcn al op-fr5örnDccn fm^ 
5j0fttöcmöc 3iai)om|c[)etafï/ nac bc DooDt 
1 5501110/ toacr oücttoiioiiïJmtiic jonge jacm 
\ „fcccücctüonöfi-tlKfaücn. 

3. BanUifgcnöcfcgroott uutti0lKnt fiiu 
hc pfalmenaltijt^/ Uv ^illf ^.'oouic üi ï)Oogc 
ocljtingc cn gcb^upcU gctocrfl ; bp Chriftuji , 

öe Apollclen , bp ÖC cerltc Chriltencn , 
cnDe bp ÖC onfe m öe êcc|lc Reformatie , gj)C^ 

incfttunbobm't boo^bert)aclöe bccboïgeuiS 
fuïïmthooncn. 

1 . 5G>at onfrn ^aïiginaïirr renige pfalmcn 
banbrn tionuigl) David l]ccft gticfoiigbcn / 
tnagl) fcec Ujaccfcljijnclifïi nut bie tuoo^bcn 
too^öcn afgenomen / jX>att. z6. 30» Ende 

als ly den Jof-iangh gefongcn hadden 5 gin- 
gen ly uy t nac den Olij t-bergh. ilXlbbC Chri- 

ftüs ccnen nientLïf n lof-fangljtot öien riniDe 
gemaeci^t en gciongtn / beïiiangeliften fo»?^ 
öcn Die tecï bcff l^rcbr n .Rebben / naDicn- fe ge^^ 
toon fijn/ faechen ban nnnDcc acngc Icgcnt^ 



Bet. aniot. 



Kleync kcicKc. 8t 

?lïttebcr!)iirleu. Grotiusmrpntbat Chrif- 
? IS heeft gcfongcii loh. 17, .maer Dat toa^ 
rn folemncel (Öcöeöt nitt gc fïclt nae öen fcijl 
imaettjananöfre 3ttieörrfn m (Öcfangeit; 
iöcöïetuoo2öenftonöcmiirt cpgcntïïcri/ te 
:i\jdi met Chriftus , gefp^ohrn of gefongen 
)02ben Uan öe ^ifcipcïcn. 't3^ tuaecfcöö=: Tn mT"" 

eïicte Öat Chriftus bie pfalmen Ijccft ptjc* ^^ io Druf 

mgen / bie be ^jobcn gj)ctDoon tuacrcn tc F/^^"'^ . 
ngmnaeöetctcnöanöctParchaj mifpfon- mnh.' zl 
i]mben pfalm mctbe vijf boïgöenbe i 3= 
leïchcfe^ pfalmcn bti be 'Jobcn toierbcnge? Ainfworth 

oemt/ HetgrootcHalleJuia, gclijcïl Lucas 

- rugenfis 5 Scaligcrr , eiibe boUen alle anbere/ 
uxtorfius, ouéilceren/ rnUerljalcn» <J3n^ 
? bit 1^ baerom te toaerfcïjijnclichcr / om t^^'^t^p" 
at Chriftus in aïïe anbece biiigen t)ccft on^ » . 
?r[)oubenbcgc\BooneCerernonicn'in't eten exc^Tt 
irt Pafcha bet 5(obm/ fo feec bjecbt en racr .inki- 
xuraet gctïiooiit ïjeeft ben laetflen cprrcmd^ i,"^''- 

f a. ©anPaulusenbeSilaslefen to^J aïbn*?/ 

'Üft. i^. 25« Ende ontrent de middernacht 
adcnzy, endefongen Gode lof-fangen ; 't 

au toefen bat ïjct oocft fijn gctoeefl cenigöe 
'falmen banöen iioningi) David b;e boen 
ebnincfteïicft in bic tijben toaecen ; (ên ge= 
JilTeïicft 't inoeflen ïof-fangen toefen / aen 
etoelcUcfnberibegetoent toaecen/ ofte fjoe 
juben'fe anbec^ 't famen öebben tonnen 
ngen > 

3nfonber!)eut fïjn be Pfalmen in een 
005e arijtinge/- enbe in een gebnurigö gc^ 
nix}t\\ getoeefl / bp be Cönfccnen ihbe eerfie 
mtUi toantfutoicrbmbo^n gejiabigï) en 



ilC KCICkC. 



Libr.io. 
Epift.97. 
Eufeb. Ec- 
clef Hift. 
lib. 3. cap 
30. 



Uerne tïnlich ban Ijacc gefongen in l)aete ketc* 
hen/' !)»)?ffn öacr'fj^ faetcn/ en to.zogötcn 
in ïjacc Ujincïicïf n / in j)aere mar Uijöen/ ooch 
f iniödicU o^ï öe ilcacten enöe öclben / gelncfe 
tchUcrUoïgljen?? met eenioljcgü^tupgcniflen 
banöe Ouden fal Doen faïijchfn. 

I. <Bc <0nöc CÖJifltnen ïjabbcn be oöf' 
tooonte / Uan Pfalmen tc flngötn in Jacre 
hetthtn bit fyhhm top Ijif c hooim acnglje* 
UJcfcnmctfcntooo3bt; inarir lytt han nogö 
taöec blijcftcn upt öirn Uccniacrbcn en be^ 
ïienöen biief / Die Plinius \)etft gcfc{)?cV>en 
aen ben Uepfcc Trajanus 5 ho.:t^ nac öe tij^ 
ben bec Apoflelen , baer in Ijp getuiigt \3anbc 
Cö?iftenen / bat'ff op een gefetten bag / ge- 
tüobn toaecen 't fanien te homen boo^ ^on^ 

lien op-gang!) / ende met den anderen te fin- 
gen ter eerc van Chriflus , als Gode , etC. ^0 

ooeft Epiphanius , baec Ijti fel)?ijft tegen be 

Retterijen : Oock de morgen-gefangcn ghe- 
fdiieden geduyrigh inde Hcylige Kerck ; en- 
de de morgen-gebeden , ende de avont-Pfal- 
men(foo Lucernales Pfalmi , gljenoenit om 
bat'fe't abontsJ gefqngen luierben bp be 
heecfe) en gebeden, "jtuguflinné fcj)nbenbe 
obecJ?faïm 51. betoeïcUe l)em Pft^o. ip/ 

frgl)t alöné: Sooisdan den Pfalm der boet- 
vcerdigheytvan daegh wel te pas gelbnghen. 

113n Rebben / fegljt Chryfofthomus , ban 
baeg!)bn tytsgelycïieïicft gefongen ; Gelooft 

2,y de Heere de God: Ifraejs , die alleen won- 
deren doet. ai:nbe fo bit benigaen^ en 0^ 
ter altebinben inbe ^ci)?iftenbanbe Onbe. 

^it ié onbemi|Tcl)en Ujaecagljtig / 'tUjelc- 
fteoocïiban Auguftinus i^aengemetcïit/bat 

be 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kerckc. 8^ 

jriwfïerfcöc/ örftjfhbeöoomfcöefn anbc:. 
tl feercfecn/ toat lactcr öcfegetDoonteban 
mgrn/ ïnlmeretegaDcrmgcn öcbïjni toe^ 
•rlactfn. Ambrofius \i eerfte gctoeeft öic 
rfegctooonteiu fijne fteccftc Uan Müaenen 
rrft m-getott / gelijrh Auguüinusm öe 
ïecfteii fijnrr bf Ipbmift'f n grtuugt. <enbe 
urr ban öefe oo^jfaecfte getoècfl j ^lö öp 
r hcccïie brü An iaenenniet cn toiïöe oUnrges 
ni/ fba tottct öp gcnooötfaccftt/ om Die 
Jbetoaeren/ oocRbe^nagljt^mct'et boïcH 
1 öefcïüe te toarcheii/ op öat öan öe öe 
netrlKfegqit Èie^n*u:ötö luat foube inogm 

fcïigöteu/ faogljcbooötöli plalmen te fiu^; 
cn. 

.IBan: af^ ftet JDauföom be ttJcrcït boo? 
arrbfnijn begonbe te brfinctten/ fo bit 
iffelicft geb^imcft tucbe com bn nac bccfimmt 

0 teballrn inbe tof He / gelijch een gbe^ 

•ert man tjcröaelt upt Walaf ridus ; ^og biÉ ^vaiaf 

1 beien berbzietig en onaengenacm gcUjeefl / smbo , de 
ibeulöenoomfcöelierrfte. ^ïéinljeteee* reb.Eccief. 

e begin bCïReformaetiebepralmcn Davidcs 

jcberomgefongen/ en ban tjet göemepne 
oïcFuneenbeftenbe tacïe/ opRhijm, bbo: 
.:n öicnfl eerfl ban CJemens Marot(een man 
' «le ïjeet aeebiglj en geefligjj toas^ m J^ranrcl)c 
iBni-big!)ten te maecfeen / felbe nae Jjrt 
32öeelengetupg!)eni^ ban Faimianus Stra- 
u, ^etn|fit/ bogtjöie ïjcm berbec \t\yi\m-^ 
menopecng:emm^bdiegbt/ M l)p fegt 
3t l}n npt bieefe banöen iioningö Francifcus 
:eecfte/ naeGeneve gcblugljt fijnDe/ ar= 
m om andere mif baöen met ïangl) bare na Thuan 
4iDe upt-gegeefTelt fijn getueefl) enöe baec ^^^"'^ 

naehbT/- 



Lib. infr. 
cu.pag.iiJi 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



84 Klcynekercke: 

iiaebooiöicban Theodorus Bcia, 0l)ekfcrt 
toicrDni / ciiöc aïö öact op / boo: bie nieu* 
toigljetïtcnongttüDOtite Uan Die faccke/ rc* 
nigc nïoe^itcn toiccöcn ijtctoccut/ öoo? toe- 
öoen banöe 5?apcn/ Delnrïcïte facgf)cn öat 
l)ct ijolchonrftcehcn toircöe tot Ijet iffni cu 
comment. fingcil Danbe'pfalmcn ; foo fp:acft lohannes 
dfftat.Re- Monlucius, aiecté-23lffcljOp toan Valence, 

1,5 in Gaii. cenniitmimtende Oratie(öie ixan bcrfcljep- , 
Dentoojt ö^bagt/ al^ ban Thuanus, Pau- 
lusServita, enbe aubcce) ütbm jacce is^^* 
gcbaen/ öoo? ben lionmgl) Francifcus II. 
^jucB^oebrcCatharina, cubealle be <i3;?00i 
5;ten Dan gantfc!) ©^anchcijcft / albn^ j bat* 
5,tticn niet ban pajfcnlionbe ijct finoöm bcc 
„pfalmen fan bic Uaube Religie j rnbefuïdi^ 
:„tc0m tc fp;chcn / nu niet meer f oube fijn tc^ 
„gen nienicöen / inaer tegen <0obt oorlogen; 
„enbe inbien men in bie gemeene pfalm-fan- 
„gen eeuige fouten tnifle quaUcft oUec-geftt 
„bat bie moeften acu-geteeclient / niet Ije 
ThMw jjgantfclie toerch ijerboben \w:bm. ^aec 
iibr z8 isc teüootcnljabbebefeïioninginne/ oocït/ ge^ 
commcnt. jntU gêfcgtUiicrbt / boo;icaebtUanbenüoo^ 
cuatpl, 0Ï)cbaöljtcn^ilTcl)op Monlucius, acn ben 
4^,&:ieyq. jlau^s^PiusIV. gcfcij?etien/ anno 15(^1. bat 
onbec anbece bingen/ bogl) trtffeïicue/ bi 
fp tJCcDaeït / inöen <0obtiJ-bien|l ooclt b 

ontü^aeft/ te toeten Ö^t pfalm-fmgen, end 
de byfondere gebeden in een gemeene end 

bekende taclci Ujeïcftc facpbe tim^n fp ï)er^ 
fteitÜJllbe !)Cbbni/ gljCltjch Thuanus to* 
l)aeït. 

II. (Docft fongen b' Oube Cïj.nftenen be 
pialmeu in {jaeveDuufen/eubebacc'fclü^ogj 



Kleynckerckc. 9^ 

ten in IWt VuïncïlCÏnu Ephrem be Syriër 
fcgljt: Laerons alle groot ende kleyn , in 
Chriftelickedeftigheytonfehoog-tijden hou- 
^den, in pfalmcn, gefangen, endegecftelic- 
ke liedekens , met Engelfche gefangen onfe 
huyfen vercierende 5 rtf. Ruffinus gctupgt 

'sm Bafilius bat ï)P öe ftcbcn en beïben ban 
Pontus omnic-garnDr / öe trage gcmocbcccn 
oan bat boïcft / enbe tocpiiigö bc ftommcrt 
5Ónbc ober i)et toeftomenöeleben / f^eeftmet 
inoo^jben beginnen op te toechen/ enbe booi 
P.jebïehen t' mitfleechen j enbe berber / dat 

hy'fcgeleert heeft tijt te befleden tot het bid- 
den 5 ende tot het iingen van Pfalmen ende 
:edleJicke Liederen, 't %nft mx) i}iet felbe 

jfijneUJOo^ben bpte brengen : iöat ïtanber 
„gÖeïuehfaUgöer luefen/ aï^ benrepbanbe 
j^Cngeïennaetebolgen; banaenftont^ na 
,Det opgaen ban ben bag!) Ijeni te fpoebigen 
„fotgebeben/ enbe met lof-fangen enbe Me- 
jberenben^^eljepperte bereeren; baer nae 
,aï? bc ^onm nn ü ïjooger op-gegaen/ öem 
,tot be \nerehen ber ïjanbcn te begeben / noit 
„fonberbergefeïfeijappmge ber gebeben/ eu 
j^niet geefleüefte lleberen aï^ met een fonbt 
„ÏKt toercïi te befp^jengen > toant bebertron^ 
„flingenber Eieberen/ geben een berïjeugt 
,5en berblybt gemoet. Tertullianus tljoonen^ 
öe Ijoe Dengölieh |)et / aïs'er ttoee 5ön ban 
^nc Religie getroub^t/ fegï)tonber anbcre: 

Tuflchcn hacr beyde, Mcin enbe B.'onbj/ 
klincken de pfalmen ende lof-fangen , ende fy 
verwecken malkanderen om 5 om't beft, ha- 
ren Godt te fmgen. Sulcke dingen Chriftus 
üende, ende hoorende , isverbJijt. Chrifo- 

jr 3 ftiiomus 



L'ihr. dt 
Pacnit. cap. 



a. 



Ruffinus» 

lib.2.cap.9. 
pag. 25-4. «- 



Bafil.magn. 
oper. torn. 
2. epift. I. 
ad fan él. 
Gregor. p. 
4 ed. Bafil, 
per WoU. 
Mufcul. 



Terrull. ad 
Uxor. hbr. 
2. cap. 9. 
£irc. tin.p. 
mihi 2QI, 



• •• • • 



Orat. 4-8. 
qu« eft 1, 
in lulia. 
P^g 794.C. 
edjc.Bafil. 



Tn Conftit. 
Apoft. lib. 
r cap.7. 



Ravan. Bi- 

blioth.facr. 
part. 2. pag 



8d Kleynekercke. 
thomusfctïbr in fcccftcrc f^jrWftatie tot fijn 

Antiochifch boïf U : Zijt gy een handt-werc- 
ker, foo finght ccn Pfalm, terwijl gyzit....' 
Een pfftlm is een groot gefejfchap. Ooch Na- 
2.ianzeniis gcfftteftcimcil in fijn ttoecÖe Ora- 
tie tegen lulianus, öatöitlua^ bf gctooontci 
bcr Cfjciflcnrn ten fijnen tipt/ PiaJmcn te 

fmgen in haer huyfcn . 3h öC Conftitutien 

öec Apoftelen , foo glienaentt oni bat'fe öen 
Apofl:elen , dogl) baifeDcHeft / ban bm ©auf* 
gefnioen \D02bt n toe-gcfe!i?eben / taon onbec 
anbrre albti^? o!)efeg!)t: In u huys fittende, 

doorloopt de Wet, de boeken der Koningen, 
Prophcten, finght de H3}men Davidts. <l3n= 

lïebatbitmctonteïbaere exempelen en gl)e^ 
tupglmiflen / bie beu?gaen? te lefen fijn inbe 
^cfijiftni banbe (^^uDt~33aber^ / gcthcont 
fouberionnen tocjben/ feer tuel gljefegl^t 
ban Ravanellus. 5^en Cljiïftcnen toa^Uan^ 
ben Babecé inbe cerfïeitecnlie aen-be\ioïen / 
bat'fe mfonber!)etit baegïjïicït^ ontrent ben 
abonbt / fouben oitjertoegen enbe fmgen / bcif 
i+Kpfalm/ geïtjcït m befielfö nmleggmglje^ 

Chryfofthomus gctungt» 

Socratesbecïiacïtbanben iteirtfer Theodo- 
fius, bat!)nbegeU)Oome!Kcft gebabt/ ban 
inetfijn ©?oubJ / fufler^ / enbe lliïnberen / 
n\k bargljcn te fingïicn / be^ niojgen^? / be^ 
nnbbagé/ enbe bep abont 6 ♦ 3:acoocUCa- 
rolusDegroore/ gafooeftmetalïcenbefe ïafl 
acn 5ijnc ïnnberen / maa bulbe oocft me^ 
inant m 5iin ïjof / aï^ bie ten tninflen be ge^ 
bwonelicliegefangrnban ben <0obt,^-bïen(ï 
tocï honbc. 

III, 4i^3öiJfï^Öet blaren b' C>ubc Cö?ïfie^- 

ncn 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrcke 



87 



tim 0cVDoon / Pfaimen te fingm aen f^m ta^ 
feï / ober maeïtijt ; 'tU)f iche aï^ nu op ^211^-= 
ioften gcfcljift / en anberc ö2cïtjcFte bp-èen- 
hoinfceu / foo floppen te nieté tueï de toe^ 
reltH^nörren bacrc oojen / jdijcft lulianus 
öeöe/ al^ljpeen pialm öoojöefingem .ïl^en 
02örelt Dat öaer paflen pöeïë en Pleefcöeliche 
'ïeöccen ; fpieccftt men PanJ ^et fing en Jjiiii 
e n pfalnrr TTTRrBeginfiX mct-tt flpotten / 

ingt on« een vande LiedereQ Sions. JBaec 
er^mgfjrtinöe onöe työmTTertullia- 
nusPfrl)aricnCie / l)oe De Cj)?iflenen Pan flj^ 
ncnttjt gcluoon toarcen/ Ijaere maeïtijöen 
niet foo feee te Peflnnten / als te örniigljen/ 
>5fegljt:.ï^a Dat ton onfe öanörn getoaffcDen/ 
,5en fteecfen ontflcken ïjebben / beginnen ton 
„<0otïe ïof te fingen / geïijch een peöer ftan / 
„ofte met gefangen upt de ï^eiUge §>e!)2iften/ 
„ofte die ton felPe gljemaecht ïiebben. ^ut 
>iaentoo;tbep2oeft boe men Ijeeft geösonc^ 
„Tten. Öngettoijffeltöeeft oocft bier op de 
geïeecde Zanchius geflen / aïs bp befe tooo^? 

'Öen fcb?eef : lae de Vaders der huygefinnen 
hadden de gewoonte , dat'fe 't huys , ofte als 
'feaentaefel fouden eten, ofte van tafel op- 
ftaen, eenige liederen Tongen, welckeghe- 
woonte oock Chri/lus gevolgt heeft, voor- 
namentlick in't Pafcha. Want't avontmael 
gehouden hebbende, ginghhy, denlof-fang 
ïefongen hebbende met de Apoftelen , na den 
Ohjfbergh. 

IV. (6iindeïicït fn fongen oocït de Pfalmen, 
öaeeTe to,2ogtcn op de Pelden / daec'fe gin- 
jenobecftcate/ mrteentooo2dtoPei:aï/ en 



Ter til 11 
Apol. cap. 
39 W +8. 
D 



Zanch. C 
per.Theol. 
tom,4.1ibr 

1. cap ib 
in tert. 
praec.loc. 2 
thef.2. pag 
m. J17. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



S8 Kleynckerckc. 

op nïïe pïaetfcn foo bat / öfïücU Baronius 
tlDcréfegt/ opDefrcartm fcïjcenen licrchen 
griiucf Ut te fiin. «Du^ ti«»3^)t Hieronij- 
mus Man ronmiiflc / luDc ar I)tu nöc 23?ïcf ar ii 
JJ^^ïTriS; ''^^'^''c^'ll^i- !jlin tjf t aantfcl)e 5Do?p ChrilH, 
Sntöc jjWn niet al? boeren: darrentuojtbupteube 
tafi.ca?.4- jjpralmen uictgcfpjoochcn. \uaer!3pn|)cneu 
f^s- 30. 55U)ent /foo finabt bic aen ben ploeglj blijft : 
5,r. ooft den Hcere; bm bcf\t>ectcn B>anec 
^jUfrqnicht J)em met pfalmcn , cnbc ben 
jjb^upf-fnijöènbe i^oljcnïer fuigljt ban 

„David. 

b' Oabc Cftjifrenen \t3af ren oocft jeVnoon/ 
be bocbe ïijf ftcn nae be gcaf-ftcDen ni;t te bza^ 
*frt mid / t ï)ct fingcn ban be pralmen ; eiibe 
jjwch/ sr^ bjaercn ban gctooon ben Jdf: 11^. of 13. of 3 z 
naoiu/ te finnen. ^nbebrgraeffrnïOeban Monica, 
Sm v': be nioeber Auguftini, Vuierbt gefongen beu 
ixTorrc/" P^'^^^ <ï5nbebit nn nogl) gebmnc^ 
eL^rffiinv' heïieït ntbe cDnecUfebe iVercïie; bjant fo flaet^ 

irincf ör^ 'cc ïn ïjaer Liturgie : Ende ailoo draegen wy 
5ii^^?irS- "^'^ ' gaende al prdlm-fingende nac 

moojiicqir het graf, <i;nbe baer bjo^t grfegl)t/ bat'fc 
<ap i2.pag. bangenietinUeliflngenben pfalmnp. 

' ^ ^ Socrates berfjaeït m fijn Hiftorie ban Con- 

ftantinus enbe Tlieodofius , havfc nopt ten 
ftroDe gingen/ oftefiifongencerfc met ïjarc 
folbaeten -t faemen pfalmcn , enbe fnieeeïi*^ 
ten ben ï^eere bnerig^Uch, <Cn Conftantir 
nus felbc inei gljeUioon ben fangl) te be- 
omnen. 

4.. lOoe gcmetm ïjet fingen ban be Pfalmcn 
oochbnbcnonfèn/ in be cerftc Reformatie, 
ié »jeü3rc|l / fi\i ith tbooncn met bet getnng^ 
ni^ ban cm banbe bitterfte byanbe n öec <i3r 

re 



Bell. Belg, 
ad ann. 
iy5i.pag. 
mihi i6o. 



Klcynekercke. 
fotmm^c/ bat i^/ met öat ban Famia- 

us Strada, öielefuytgcVüCCft l^ljillUCil Ro- Fam.Strad. 
len. ^Dcfe / ua Dat Öp Üf t derde boecft Bell ' Belt. 
anöe Nederlantfche Oorloogen , I)aöt beC' 

acit !]oe aeuöcnactn De pfalmcn UanDm fóo- 
ingtj David, m fcanfrïic i^yui-öigljten 
ec-gefftban Clemens Marot, cuöc naDcr^ 
ant ban Theodorus Beza, Ujacrcu bp Jet 
olcft / öie 't facmm-gcbonticn hoapcnöe 

ICt Calvini Catechifmus, fcgljt Üecöcr aïöU^: 

^ü^tjf cfuïdis 5t3n'fe (te\üeteu/ Dc pfaJmen) 
Iniöe <Cat!)olijcïtni brrboDcn gcVucrfl/ eu 
fooi^Dni^rranfcljcn plulmen-fangh bu öc^ 
fdUcljed agOtcr-grbicbni/ en in Uecfmar^ 
Dingegchoniens öogï) Dir^ te uicec tianbc 
ïicttcr^ bd)cctigl)t gljeüireft: fa Dat'tgïjc^ 
b^apchbanDef^ Jdralmcn op De Ujrjfe üan 
Die ban Genevc te fingen / 't 5u in geniepne 
.bergaDenngen / 't 5p obr r flraeten / en in 
.\unch-!}upfcn/ ban Dicc trjt af / boo? een 
|.nigen nieccU-teecïien Dcc Uettecen geljou^ 
f .oen geüjeefï, iDd top bjenfdjcn Dat Ijet 
* ialmen-gcfangh foo geniépn niagl) toefen in 
liifeljnpfcn/ beïDen/ tuinchd^/ opDeam* 
lagïjten enDe onfe ftiaten / Dat Ijet nog!) ah 
ijt^bp De Papiften een tepcften niagl) gl)e=: 
onDcnteDrnban eenftcttcx/ Dati^/ Dat 
3p eat af fteec Ijebben baiiDe hettcrfclje enDe 
f-balïige Roomfche hecdie. 
<!3n anDec Thomas a lefu , een Carmcliter 
Bonidt / Die brcfcljepDrn boccïicn l)ceft 
efc!)?rbenbanöebetocaige aïïcr boictoen 
ot De i^oomfdjc hercïi y fcgljr oodi aïDu^i 
,banDec5nfe: ^^aet-egefangljenfljnin öviere 
,ll)Oi:Dtx^-tade/ banDc Detoddie De niee.^ 

ff 5 fïe 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



KIcvne kerckc. 



?>fle5jjn^3"Lutherfdije gemaccïu / Witt 
j^tjecbjonöf re n !)0f öat bcfe l)tt Luterfche tocs 
55ffn/ of religie, ïjeböcnDoou-gcfct. ^out? 
35niigefnn banöc Catechirmus, anöerc Ijan 
??ïfrringcn/ mibcretuillcnöolgcn öe <Dobt« 
jjfaUöe Pfalmen 5 cnöebeftcaffcn/ 't 3p toa^ 
jjtp/ 't 5P Vjcrficcbc fouten Da ە|:ifancn. 
jjH^arr bat gefangi) albcc-mcctl gemeen / 
5>"'tVuelehöen;g>ausenöc iCuich berbloeeht 
5>totöenafgrcnDtbanbeljelïetoe (bit ié bat 
gefang 'ttuelehe albccgemepnfl ié inbe l^oog? 
öuntfc t)e fteccften j €t\\aituné l^err bep br 
5,n*eniïrio2t/ cte)<j3nbëfulefte gljefangijen / 
5>rf gïjt too^jben niet aliecn üibe ftereUen 
jjrnöe ^cïjooïengefongni ; manr ooeït in ge^ 
35inepne Duufen / toincftel^ / nireefttrn / 
55flcaetcn/ lielben. IDantftifijningebnmcft 
jjbnancnfTagbannienfcöen/ op alle jplaet^ 
55fen / 't 511 om Ijaer in Uecbjict te trooflen , 
35't 3n om ï'jacr tuereft tcUecïigljten / 't.^n on ^ 
j)bcn tijt te \3ecb21jben, OeUjinelieft aïfo ha 
l}002t Ijet ooeïi / enbe Uin I)ebben baec ebei 
geljciojt/ batöetooehfogefcljieti^ mbe eeca 
fleenbe oube ïteccfte, ^cn Hpojteï fcgöt: 

Is yemandonder uinlyden? dathy bidde: 
yemandt goets moets ? dat hy Pralm-finghcJ 

:aac. 

't<aeen bni .fDunnicfe baet fegftt/ cnb< 
ter naeboïgingebanbe fijne lioojfteït / (toant 
bat lp bare fon ogenieceh) bat top op fuichen 
Vcyfe onber ai:beren onfe leece Rebben l3Co:t- 
gefet en bcrb?e)ibt / i^ ïuaeragötigt) / enb< 
'tiflerfcoUerrebanbaen/ batVnr» oné baet 
oberfoubcnffliaemen/ bat ton baec in beeï 
m/ metficoótc rebcn/ loeniên enbe jupra 

!)en/ 



11 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckerckc. pt 

f\m I tracrom tc meer om öat tou flm bat 
Öet fo 0003 üan onff ©umiben ttJo?'t gerocmt 
c« gepjeff 11. (Dnör r bè regulen banbe Sodc- 
^teyt bec 3efinten / baec'fc öanbclen bati öa- 
ten p^ïepooftj binb' irft oocft onbcr anbere 

tJefetoOOJbeii: Endedat hy weete , dat het 
Chriliendom opck met fmghen kan gheleert 
worden, daerhy oordcelen fal fulcks ftichte- 
iickteghefchiedcn. <^0 fijn'fe / bOO? Oiifrn 

joojganglj/ j)icctocgaenbe gemaecöt nibe 
opgeujecftt. 'ft „t>aï tier bcr upttepcfteneii tge^ 
neb'qpgliemdte git'finit/ Famianus Strada r Je 
i ,,l3a«be onfe fcght : €èn leften befe t3er== aj "nn 
^ jjtoaentljemfooljerregefeomen/ boomctme:' 15^5. pag. 
^ „ïieh bp Valencijn , en aen be pacïen ban ^95- 
jjlDïaenberen / bat fu aïbaer ïn opene beïbcti 
jjna'tgebnipcftber Calviniften Ijebben ber- 
jjben trouinen en ftinberen boopcn : 't toeïcfe 
„op bat'fe fefter en b^jebiglicfe boen mogljten/ 
,; 5)Plegen tot befe bergabering aï gctoapent en 
. j,al biepgenbe te ïtomen» 31cït Vueet bat befen 
)»tegenliJ002bigenl)anbcï niet fonber groote 
jjDertoonberingc gelefen fal Itjoiben / \t3ant 
„aï^fiiïrïi^ gefcljiebc flonben be .r^ebcrlan- 
„ber.ë itM Uerfet / niet üjetenbe hoe befen 
j^grooten pVier en begeerte tot be p^eöiïta^ 
>5tien een ncber fo öaeft en bafl beüangen Ijab^ 
>jbe/ bat'fe nogl) booj geboöen ber obeng^ 
„Ijept/ nogïjboo2b?engementcnen getoeïbt 
j,Uan .^oibaetenengeree!)té-bicnaer^/ hon^ 
5,benltjebec!)oubenUio;bni/ batfn niet met 
- ?>©.2on\tien en ïtinberen «pt fteben" en bo.^pen 
j,totbefe33ergabcringen eii ©elt-p;cbiclier^ 
ojliepen. .fDaer gelneït bet in groote berga? 
->berin3enbeeïtöt^ g&efcöiet/ fooöabben'fc 



pi Klcynekerckc. 

jjHtet aïïc Cf n cu tcfcVoc bctoegiuöc bie Dm 
>,aenb?ccf.... ©ede tJDiccbni getrocïtcn Dooj 
,3nicuVtJ^-0if cigï)ci;t ... d^ict toepnigc tuier- 

„Öen Upt-geiOfht 600? ben Sanghder pfalmcn 
55Davidts, betüeïchelian Marot CU Beza, ge^ 
5,ÏÓcft l)iec toojcn (jcfe j^it 15» iii ^taufclje Öïjm- 
:)5bïQï)ten 3Ï)efïelt fijiibc/ op beGenevefchc 
j^toófe Uanöe mmiöijtc iirt open belbt oefmis 
j^gentüifcben. 

5^it be rcben gljcbjeeft/ toaecomonfe 
eerfle i^cfojmateur^ / fcljoon boo: Mc tocreft 
rnbe ïafïen afó bp nac obrrrouipelt fijnbe/ 
öenftonté öebben fegl) gebjagen/ bat booj 
aïïebingenbe pfaJmen Davidts, ïngemcm 
taeïen / enbe bequaemc Viopfcn ban een pege* 
ïïcft gefongen niogijten tooiben 5 geïpeft l)kt 
in göe-arbent Ijebóen Agricola , Lutherus , 
luilus lonas, Zuingjius, en anbece. Me- 
. lanthon tua^ aïtijti^ getooon fcec aen te piifen 
J^c co'mm" .jÖetlefenenDefingenUaube pfalmcn. 't3jJ 
torn. 3. pag. ooch nnt / frgl)t i))} eïber^ / batmen gegeten 
jc» 5,ï)ebbenbe aï^ om Ijet gemoet te bermaec- 
oïten/op ordre fingt be Xatijnfclje pfalmen.... 
„enbe batmen ooeïi be l^oogljbuutfeöe göc;? 
sjfangen bcoft geb^jnueft ban bupren leece..., 
jj^efe Uijjic ban boenYaï Ijet pflUmboeck ben 
„hmberen gemepnber of behenbcr maecften / 
5j'tU3eïcït teli2ift aen aïle bloemen feec gl)e< 
Nunquam „meunfaem moetUjcfen. <Cben geïijeft Hie- 
dc maiiu ronynius SjDÜtt / bat be €l)2iftenen nopt imt 
cniiisnür öaeeljanben/ ofte oogen bet boecïtbec pfal- 
hbcr pfal- men fouben ïaeten garn, ^en Studenten 
t»rij difcc- Öïeen:fïbc0imtm/feïpeefbpbefe ordre boo^V 
nym^ad*" jjOm tc Ijouöcnin ïjacc ftudicn : '^B^.02genïJ 
opfloenbe/ bibt/ cnbcïcelt rcnCappitteï 

m 



Kleynekercke. 



jin öet OUbc Teftament / aïfoo bat V op or- 
. ,drc öe oanfclje Hiftorie ireft/ op bat bcii 
,textugcntenn magtj Uïojben/ fctjoon jjö? 
i ,alïc biugcn niet ni Ucrftart : enbe borgöt'cc 
, ïm het ïcfcn ban ccnc n pfalm. Ith^ oojbeel^ 
K bat boo? !)tt otbunrig Icfcn Danóe plalmen; 
IC <Öobtfarig!)C!it feet in !)ct i^ettt honbc 
irnucjlcccftcn luojben / ni Ijcr^joecïtt. <6tt 
Jat lö gctoijTciich bacragljtiglj i aüe <0obt-' 
;iucï)tiac fuflen bat rjetupgcn. 
I f. aiactïjiccbnieöen otjectooogïj^n 
icnïjoeömgpch en teniacchdicft öet i^/ 

00 een ftcmme des gejuyghs inde Tenten der -P^^- 
' 'cchtveerdigen te Ijoojen, David fegl)t Bf : 
f147. I. Looft den Heere , want onfen Godt 
:epfalm-lingen is goet, dewyle hy lieffclick 
s : de lof is betaemelick. vï^at jjet CCgÖtC 

aieccft banbe €ng!)eïrn . ^ac cên ïof-fang/ 
Chrifnrs toa^ gl)cboo?cn / toeten top/ 

Ï[UC»2. 14. EerezyGodt, fepbcn'fe/ inde 
•looghfte Hemelen , ende vrede op aerden , 

den mcnfchen een weUbehaegen. 3nbe openb ir- 

>penbaeringefongeirfe jjct gefangö Mofis 7- ' 
bicn|t-hnegl)t^ <0obt^ / tnct't toelcfte l)p 
4?oötgrbancht!)abttioo^ be bcdoft'mge flfs 
iic? tjolffe^ / <ëxob, if. i; l?ierom fqïbe^ 
Auguftinus , bat'erniets^opberafcbe toaö/ ) 
'ttoclcfte ïict l)cnieïfcl)e ïeben nabec af beeïbe/ ) 
? jteï^ een gêfelfcDap Uan P^ooine / bit ben J^ee?) 
(ilfceïof-rmgcn ; enbegel3?aecrï)tfijnbe / toat' 
top ïnben ïienieï fuüen boni / anttooo,:ibe :^ 

Ons gheheeic werck fal wcfen een ghefcaedighJ 
' Talleluia. 

'ta^oochmettefeggcn/ hoefoetljet ié/ 
rnbeajfngcnaeni/ aï^oocUbe dinbecen met 

teet^ 



V, 

J 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kieyne kerckc. 

tJfrfïanbt/ eenHo/anna, gefegent is hy die 
daer komt inde naeme des Heeren , honncit 

fmglien/ gtjclijch Dcöcn öe ftmöeren öanöe 
3|ooötfctKtorlür. 

hinticTCu {tonnen öaccom öe pfalmen 
ijetcc Uan bnntrn Iccccn / om Dat l)et Urbccen 
en gcfangen fijn; gclich flirn met I)oe tof 
niglj niocute fn ï)actc memorien Ujcreïclicïie 
Hieron. ïicötTcn tojftfri m te pzenten. Hieronymus 
od Lxtvn. fctj^ecf acn een ü?oome B^onVue; Laet u Dog- 
ter eerft cn voor al het pfalm-boeck lecrcn y 
laetTe haer vermaecken met die gh elan ghen» 

„Bafilius t)ctft (eet toel gefegljt : "^lé öe i^ep 
))lige geefc fagl) / öat ijet menfcjjf licfte öt)c 
jjflagdte fbo beftoaeciich tot öc aSoCitfaiig 
,)tKptgcb2agt)ttuecCic/ fooi^ccft l}}^ öe bfc^ 
„tnaccïteliclifjent örsJ gcfiing!)^ bn i)e ïccrc 
„gfüOfgJu/ opöattegelijcHnietöc geneug^ 
3,tee«lifflFeïichtjc^;t/ Deiecretïec goede enöe 
5,nnttel!f Uefahenml)ct licrte niogïjte too:^ 
„öenin-gefto2t. Mant / gclijcït een anDcc 

fegtjt Quod gratum eft, jucundius recipitur; 
&conftantiusretinetur; dat ié/ ""tgene aen^ 

genaem / toojt DlimioeDigec acngcnonien/ 
enbcöafter bcljoiiöen. 
, V. Jöaecoin mogen top {jtrr niet bp-boe^ 
gen/ in hoe tjoogenagïjtmgeöe pfalmen fijn 
oocft feiUe bn bc 0end^iien / bp bc CurcUcn : 
IDantbirflngenMcinljaece taeie niet alleen 
Awara u UaeiT Mefkiten , ofte ïxfcclien ; maec 

Forbcf.in. Muhamcd hrrt^rff nnrfe jVrr r^nngf) t)<^f rvl:ilm^ 
5öecOTlltnAlkorimTel%^ 

l cap. 4 Tmnjmi^nmpgrronüên/ 0^^^ 
$ 4 a en ücUin'cier "a3ii6^e^eröm tijn bie C!).2it = 
Ludovic.lcnen met i*ecöt ei-g^c ban be ^eubenen te ag^ 

ten / 



Klcyne kerckc. ^ 
'ten / bicöegefangcnljan öm ^cpbmf tijen 

)oeet Pindarus hcttt \)Ctl\effm bobVn D2.yids 

3f aïmen / gelijch renen Angelus Poiitianus ; 
lit tm vöoötïoo^ lieraaDtec Dan aïïe «Öodbe^ 
iche ^tlniften toa,^. Lazarus Bonamicus ; 

möecflii^ï geen ongcleert man / aï^ Dpiuïnt 
reb^uegljt / boe öeni öet pfalm-boeck betjaeg- 
le/ anttooojbe / öat Ijet Ijem beöaegjröe/ 
mtöat'ec tecben fcaepe fjjjcuchen Uan öe 
oo.2HenigJ)epti3ecöaelt: niaec bat'et noglj^ 
an^óniet betectoa^/ banbegebicfiten ijan 
len opgenielten Pindarus geïijcft Melanthon 
«an Ijeni tjctïjaelt» €nbe bc Pfalmen fijn 
a ongemeen bpbenieefle Cl)?iflenen getoo?^ 
len / batnien tuel met Chryibfthomus magft 
,feggen : IBie ban n iieben bie ftiec flaen/ 
,fonbe / tofogïjt fijnbe/ een Pfalm, ofte 
,een anber gebeelte bet vöobbeïiche é^cjjnft/ 
.ftonnen opfeggen > ^act ifet niet een i en^ 
,be bit IS niet alleen qnaet/ maecbatgn 
,ben Dcutoerpenbe be gee^eltcïte / Ijeetec ban 
,ljetb)riernaebe<©nüUielfdje sijt: tuant 
.bienpemanbt n-lieben Iniibe onberfoecftrn 
,aengaenbe<E)nubeltcDe enbe ï)oecagtjtigf)e 
,gcfangl]en / Ijp falbec becle büiben bie baf^ 
iteikhtoetenbe/ enbe met groot becniaecft 
>opreggenbe, 

ï^ogtjeec ichöier ban af-fcöeybe/ moet*^ 
-:ïi aentoijfen met een Uioojbt/ be tonfe op 
'^ebjeicr^eich toenfclje/ bat be Pfalmen Dan 
n^gefongen mogljten Uïo>^ben» 
1 !♦ il^pmoetenYefmgen mctverilandt 
e feennifVe / op bat Ui)o boo^ befeibe gefugtet 
nogen VDo^jben. lek fal wel , frght ^auim/ 
.iet den geeft lingen, maer ick fal oock met 

den 



Vivfs , de 
Vcr.ftd.lib. 

i cap.7. p; 

raihi 2/1 » 

Rivet. Ifii» 
gog.cap.18^ 
pag. ioi8. 

Phil. Mor^ 
njcus libr. 
de Veritat. 
Rel Chnft. 
cap-aö". pag. 
mihi4.o7. 

In loc. 
Commun.i 
Manl. coll. 
pag- 80. 

ChryfoÖh. 
Homil. z, 
in Matth. 



1 1 • 



Conf. Elt. 
«xpof. OU 
Cüloff.pag. 
J32. & Da- 
Venant. p. 

434- 

Paul. Bay- 
jie Com- 
ment upou 
ïphef, pag. 



Bafil. torn. 
j.in Pfalm, 

^9 P =^4+ 



den verftande fingL-n, i» <Coi, 14. if, ^it 

anbcr^fnmni/ liouucn niet meer glicfcgljt 
toojDenOotït tc lo\jcn / Dan een WmcUenDe 
nietad/ ofte m\ fpeeiniöe CïaUer-cnmbcL 

David 1 luiC Pfaimen fougl) / fOO totCOO? 
(lelmfOnitijtSj flClj fcIUcn: Wacrom buyght 
gyu neder in my? ^omtljitQ toedtte l)P fltr!) 
felUen op : O mijn ziele looft den Heere; 

^ointijt^ljn:niaenDet)iifï0l) frlUm : Wedt 

niet gel ijckcrwijs een muyi, ctC. 

a» iDn moeten oocft öc Pfalmcn finyiKii 

met aeny,henaemhcyt in ons herte , gljelljcft 

Paulusbcnfipofïel on^ beljecït/ C0Ï.3. i^. 
ï^p en ffunöt met Die VDOOjben niet De fcemme 
upt/ maec leert en?/ Dat De be\üegl)iu0ï)cii' 
DanljetlKCtealtytö met De flemme «weten 
liecoefeifcl()apt gaên . ilDant ooeft met t)ct 
rnigenbetnngljtmfn een ïnUienDiglje bïijDt- 
fcöap enDe liecljeugmalje ünn Ijet l)ecte. ]3i 

enfmghtniec juyit dactelick den Heere-, ci 
de woorden des pfalms met fijn mondr voor 
brcnirht, ffjljt feec tüCl Bafilius. A2^)en CiO^ 
nmg^David , aVS \p flel) toe-flelDeom te fin^- 
gen/ berenDe niet alïeenUch fijne fïenmir 
ofte fijne l^arpe/ maettooj alk Dingen nu- 
fonDaiient fijne bette. J^': 57. 8.s>. 
heisie k y O Go3t'jt_inijn herte ib üc- 

^ooooeuöeinaiij.jt Maria , iLuc. 1..^ .. ./ 
Mijn ziele mr)rrl:r ^; oot den Heere : End 
mijnen geeft \ c hem in Godt mijne 

Salighmaccker. 't <^cm \}Ct 4. Concilie bai 

Carthago Den ©oo?fangï)er^ beiafte / flaer 
oocft atïcn Cïinf tenen te bctcagtiten: Sic 
fepDen Doet De i^aöecjS / da: gy mecder b ' - 



f. '.'V .- \ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kerckc. 

-atgy met wcrcken vervult, 'cgeenegy met ^^LpafcT 
er herte gelooft, ^atörgeecöeoocft Hiero- «^^^l ??"^ 

ymus ; toant bu^ fcl)?i)ft öp aen feecftcc ^^'""^ 

,^unniCH : Seght een Pfaim in u herte , waer 
1 geen foctighe yt der ftcmme , maer de bewe- 
inge des gemoets geToght wort, <tB nöe bafc 

I Deert ODcft (aoöt Ijet fjoogfle toeï-getralïen / 
a Dat ouöe / en toeï-beïieuDe Ueecf fteiu 

■on voxyfed vötHminon muftcx chorduU^fed ccr: 
on cUmansyfcd ammi ^fallit in anre Des, 

^at i$ : 

Tcen tongen gefanck „Nogh fnaren geklanck 

reen roepen fcere „Nogh groot gcbeere . 
Was oyt vcrkoorcn „In G odes oorcn : 
Maer' t herte reync „De wenfch allcyne , 
: /c liefde duerigh „ Yvcr feer vuerigh , 

uJlcn zijn oor«n „ Aitijdt aenhoorcn, 

^ 3IDp moeten on^ liftte poogt n acn te ftcU 
n / entje te betoegen/ nae öe fiatnnre m 
3f Danigöf pt bet buigen / bie top fïngeii mbe 
- almenj enbe baeroni moeten tün toe ficn/ 

«^il."Ifi"^S^^^^^^Ö&t grbenópbe lioo/. 
lunbeöetgefang!)/ ban op ben fin eii fae. 
i / biegefongentet Bernardus, eenfeet 
!iet enbe fott^clniptt / fc!)oon ge leeft Deb. 

t'oofen töt / öeeftin fijneree 
' /^IJI^^^^'"'^^"' Capitteï/ ïeecen. 

/ ^at den menfche moet aenda^ht hebben 

'«!l^ff J^^^^^f^^ inft öefe op. 
neccïteiicftetooo2ben : ^i^gp om tetnbben 
ïfte te tingen mbe üercïie gaet / fo ïaet \]tt 

ge«^ 



dm. ia 
«iecret.dift. 
^igloiT.ia 
Can .i Ca^ 



B*rn. M#.. 

diuc. dcv(w 
tifl'. cap. 6» 



1 • • • 

L • • • • 



•.4 i 



I . • X 



.1.* 



Epift. ad 

Ruftic. 

Monach. 



B^rnard. de 

interior. . 
Domcap. 



He modo 
bene vi- 
vcndi, cap. 
ji. de pfal. 
& hymn. 
-oper'. tom. 
a. fol. 89. 
ircrf. ^. 



p8 Klcyiic Kcrcke. 

„gcbjun?' öf r bUcgeuöe gebagbtrn Daec bu^ 
jjtcn / en fltit uiu uturn fm be behonimctnif* 
„fcbanbcttmttrrliche/ op batKJV <0oöe aï* 
„leen nioogt Diciiciu iBant bet en hau met 
„gefcljieben/ batbpnirteoDtfpjeeche/ öie . 
„inet De gebede toecelt nogb ftilf tuijgbenDe 
^/ijn p?aet bouDet. ^encht Dan acn f^m / ^ 
jjDieomuDenrftt/ l)oo?tbnntotu fp?eften/ 
„op Dat bu nbcrboje/ ai^ gp tot \}tm fp^ecfiti 
„^oofaïbct gefcbicDen / Dat gn bolDoenDc 
„Den ïof a3oDt^ niet beboo?bche ^erbieDlg*t 
„bent / fnït neecflig agbt flaeii op elcb tooojt 
„\3anDei^epUge.^cb?ittuiice. Sn fijn 25oecft 

Vjan bet inwendige huys, ofte opbouwinghö 
derConfcienrie, fegbt bP alöUÖ / fp^ecchey 

De banDen eïïcnDigben flanDt Defe^ ïeben^: 
«lacft finge luat aiiDer^/ ntDe Dencfie toat 
„anberó. !Scb b^ciige boojt De bJooïDen ban^ 
„Den Pi'alm , enbe en ïupflcce niet nae De» 
„fm; ihaecftDierenDeban gemoet/ ongbe* 
„bonDeinn habijt, bïiegenDeban gbefi?bt/ 
„bectoaert^ en DettoaectjJ fienDe/ Doojloeh 
„icïi toarer al gbcffbïet. JBeemp; toant 
5,Daer icït beljoozDegebetecttetoo^Den/ Daec 
„befonDigeicbnin nogb beel meer, ^acr* 
ombecniaenDebpeïDec^(mDien anDec^ Dat 
Tradaet, üan De manier e om toel te leben/ 
bet fijne 13) fijne ^iifler alDu^/ fp^eechenDt 
„\janDe Pfalmen enDe 3lof-fangen : Bemand? 
„Sufter, als gil pfalmcnfmgbtm O^oDe^ tC? 

,gen\D002Digbept/ fooberbanDelt Dat bvl 



„gemoet / 't geen gp 3"igbt met utoe )Ien| 
„int ; Dencht niet pet^ anDer^/ en 5J"59*1 
„nict^pet^anDer^. JDant<0oDt beeft meet 
luft m bet baffen ban üouDen / m in bet loep^ 

e 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kercke. 
* ban hoepen / alfinhet sffanglj bat fon= 

öe i^rrrc feite/ 
'S": W k e nmagbickuKej- luyten- 

leerOfc Ijct söefaugjj / bait De facche bie nc= 

5tcIjanbtm!)emba.Wttoiect/metbe 

S^e^^^r en. 
r^"r"* ^nöeöat ö t öie foute tó / hr^ 

hZ H'^^^^ ^V^^ Bebtebt de ifere 
^baerehertentefingen, IjeeftOpbie niaetft 

üeronyfflus aotgetepefient/feogenöe ba : 

rnïJrS.'"" '° ^ f*"""'^/ 

i}A 3" ons^Singen moeten ton aolit trcben 
[ ' öe (I.c!)ting{)e/ fo bmi ouj feiten /a^ 

nmonéöuptsrj,,,. ?tlfebe Schrift ifn^Ll 
jhtotonderwijfinge; enbeal watte vooren 

^ , te Pfaimen fijn bacrom ootft tot bat 
Tlibeimttigö. ©ic(Hiflf)en om ben trtt te 

I fulfenöaecomnietonfcöiilö^^^ Be/ spift. 
Urdjis, Ujdc^e ujp Uoo>ljrnen mecrmaden ^"^^^^ 



r 



5t». 



lÖO 



D* intf- 

rior. Dom. 
eap. ji. 
iül. J0+. 



Kleynekcrcke. 

emcMan fijnïjjicben : Haettjct gefartgS 
„noal) fmaecftf n nac Dccteltjeut/ noglj nae 
' öocrf f)ctit i ^00 foet / öat !)et met cii 5? 
„Ügöttóöïgl) ; ïaetftctfnaöctooj Uermae:^ 
„hen / ösit Ijet 't Ijecte bctoege : Eaet 'et De 
.,ö:ocfIjcpt becfac ötcn/ tmx toom matigen,... 
i,'tm is5 geen Hkpn tJttïie^ ban geefteïicfte gej 
,,naöe / D002 bc ïigötbeecbigbept be^ gelang? 
5,af-geboect te tuo2ben banbe nuttigljept/ en* 
„be meecbcr op be flenime / ban op be faccK 
.,tc letten. €nbeotaecbefeïilaeglitö|i eïber^ 
5,met befe tooojben : ^aer fijnbet eenigtje 
„bieinrt fjaete ftenime ongcbonben fnnbe / 
jjjact becoenien op be melodye Ijaerbet flem? 
„me ; fiien berblijben öaec niet mbe goebe 
„ban43ênabe/ niaer tubecagötenoocH eni 
„anbcr/ öooH)oogl)moetopgebïaeten fnnbe. 
„t)ti rnigen Vuatanbrr^ ban b^iece boecften 
'ïnljoiiben; fooUgljtbcecbiglj i$§ljaecefïeni^ 
„me/ cnbe Ijaec gemoet. pngert nteec* 

„Der om het volck , dan om Gode te behagen, 

',§)Oognalfofmg!it/ bat gp ban een anbec 
„ïof foecfit / fo bechoopt gn u flemme / enbe 
..nraecht'fenietutoe/ maee öaece..., <^t)f 
„b2cechtn flemme/ bzeecftt oocïmtoen to^ 
öön l)out be obec-eert-hominge banbe 
3,bDii^/ 'bebjocrtoocft ben aecoo?b bec ma^ 



5,met ubjen nacflcn / boo2 be toiïïe met aw« 
.,boo2 gcljoo^taemïjcit met u B^eeflee. ©a 
tt €lj002-fangen ber papiflen frgt ben booj 
nnebagluen <Dubt-babcr Hugtiflmu? : Sy 

fchrceuwen luyde inde Kercken, maer fy wor- 
d^^nniet ghehoordt inden Hemel, om dat f 
mcermetdetonse, alsmtthcthcrcc fmghenj 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kl^ynckcrckc. 

m fm^t (omUk fjier / m't boo? bp gacn/ 
logö bp tc boegen) öetoeïcfte ani niet yjaeimi- 
(eRomaniften, geïeecben mannen/ tatt^ 
iin ten öoogftfien Deeft mif Ijaegbt. Polido- 
us VirgiJius beftlaegöt (Iglj ober't nnf b^upcft 
•at in brfcn öeeïe inbe iïoomfeöe ftercèc tuect 
ïiegaen: anfe ^anger^/ fegljt Ijp/ gfte:' 
öen een geïupöt in onfe tempelen/ koaec ban 
men niet en öoojt dan öe fiem / enDe be 
gantfcjiebecgabecinge flgj inbe ober-een- 
jhomüigöefuieherflemmen/ baerbe oomt 
,boo? berljittet h3o?öen/ beegenoegöenöe/ 
,en gjjcbencht niet aen benfinbanöebjoo?' 
' ,ben : 3Baei: boo^ men fo berce i$ geftomen / 
bat onbee 't gemepne boleft / ben ge^eeïen 
(0obt^bienfiinber^ ^anger^beflaet / ban 
,'ttoeïcft een gcoot beeïte heccfte ftomt om 
.Öaec te öoo.2en / aï^ of öet een fcöoutofpeï 
.bjaer . <rBnbe Platina fegöt felbe/ bat btt 
laepfcIjeMufijckenChoor-fangh , geen iof- 
gen/ maermetanbec^aï^ bertellingljen 
Mugljten fijn. Gregoriusbeeerfle/ ïjeeft 

och (om nn Duranti enbe be^ Cardinaels Ba- 

omi ftïagte befen beïangenöe niet t>p te b^en* 
. en) n/n bjeer-fin in befe beftrafFelicke ghe- 
ifoonte getöoont / bie lango , geïijca ijp fegt/ 
intltaen was in de Heylige Roomïche kercke, 

nbe öp Ijcefvfe gDcpoogïjtUiegljtenpnen/ 
mbat'femet tot fiigötinge bienbei nabien 
ctbaccbanbaenquam/ batbe geïoobigni 
gÖtgcbniöeopDet munjckj, be <!5obtfato 
^ ept bccfnpmbein 

^00 ecgen^/ foo mort infonberöept in't 
ingf)en banbe Pfalmen / piaetfe öeóbèn de 

.SHVOudigheytiaChrillo, 2.C0^II•3♦ 

<P 3 ben 



Camtorei 

noftri in 
templis 
noftris 
conftrc- 
puntjUt ni- 
hil pncrer 
vocem au- 
diatur,&c. 
Pol.Vir^il. 
lib.^.de in* 
vent. re- 
rum. ca. 

Teeling. 
i« Ridder. 

<E>oiïtp/ 
lib. 3. deel. 
7. cap.4. 
pag.m. xSt» 

Durant. ie 
ritib. Eccl. 
Cathol. lib. 
3.cap.2i. 

Baron, ai 
ann. 60. 
num. 31. 

In Dccrct* 
dift. 9». 
Cau.2. 



101 Kleynckercke. 

bcngrïijfftluftinusffiibe: Het is de gewoon^v ; 
teder Chriftenen de gefanghen duydclick CJt 
cenvoudighlick te gebruyckcn. 

giuöc (Doftfrfcïie cnöc aBffïftfdjeftrtcftfn 
jjf b^utif ïuni 511 öacrom cm mam'tre ban fin^ 
gni/ bic nirtUciiUan liet icfcn en berfdjed^ 
tc / op bat blyrhcn fonbc / barfc tnerrbec 
agtjt 0a\3en op Ijet gcrofp liacrcr Dcrtm / ban 
- opljctaccoorttianliacreflrnnnc. vDitVuo^t 
clï^ * feetgccoemtüibcnBooj-fiïnaetrtjan Alexan- 
drien , btc / griijcft Auguftinus frgl)t / Jicm 
nicfrniadbctïjatltte syn banben ^ifTcf)Oj0! 
Athanafius ^ 5rjne (lem foo ftunftig!) ïionbe 

bungr n / dat hy nader fcheen een die jas > daii 
cendiefongh, 

4« ^nnbeïicft moeten top den Hecre fm- 
gen, bat!^/ tot fijne eere/ tot gfjebagl^te^i 
nifTcbansöne fegcnuioen/ enbein een ö!)c« 
tjoeïen ban 5ijne O^obbelirïie tegcn\t!002big< 
Thom. a. Ö^P^ / gemoet meer nibe meer tot 

feeand. <6obtoptetoeffien/ enbeteberöetfen/ göcs 
quxft. 9 1 . Jijf Thomas leert. 



VII. Cap. 



1: 



Wort ghehandelt vandc dacghlickl 
ondcrfbeckinghe der conlcientic: 
qide de redenen , hencven andcrd 
dingen dacr toe bchoorende, wor- 
den voorgeftck endc verklaert. 

(€01 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag 

458 H 122 




I Kleynekcrckc. loj 

r^tbu^bfrrc Ijebbm töp glftefp^ooc ften / 
^ banbe pUgöten ntöe oeffritïiiööcn ban 
!5oöt^ - öienftigbetit enbe (J^oötfaiigöcpt / 
letodcheüanöe^upf-Babcc.ö brtragt moe^ 
en bjojbcn/ in be trgöentooo^bigïifpt baii 
üle öaere öiipfgenooten, .fBarc gefijcft be 
tup^'öcnootrnbcfepligj)ten oocfe boo? öan: 
eJben m't bpfonbcr moeten bc tragjjten , aï^ 
00 moeten^fe öaec oocïi daeghlicks tijt göe^ 
len / om ben flact ban öaece confcientic t' 
mbrrroechen . ^efe onöccfoechingöe ban 
mfe pielen / ofteConfciemien, em'^mctan* 
'4 ban een nautoesifringc/ oftcboojfnuf* 
ingcbanonsïcben/ enbeaïïeonfe jjianbe* 
ingen/om upt te bmben ben bjaccn flaet ban 
; nfe 3ielen ontrent a5obt / becgefeïfcljapt 
Ó'nbe met een boo^nemen om aï't geniete 
oen/ 'tbjeïcrienaeonberfoecfeinge blijcfet/ 
loabigj) tot befe faligöepbt/ enbe ten befle 
anbe jïeïe te toefen, 
^ I. lép noemen'fe een nauwe fiftinghc ofte 
* oor-fnuffelinge , om tc betfïaen te gcben / 
at Ijet niet genoegl) en i$/ een onbccfoec? 
iïngeïn't gco^ te boen/ aJleenïicït lettenbc 
p gcobe fouten / enbe taftelicfte fonbcn 5 
naec bat top eïchen fjoecïi ban on^ Ijecte 
'ironbeïi cFi moeten boo?forcften/ enbe al 't ge* 
Vtop bmben nauto 5iften enbe bepjocben. 

^epban, a. Doorfoeckt u nauwe , jae 
oorfoecktu nauwe, gyvolckdat met geen- LmT 
:enluft en wort bevangen. ï|et oojfpjone^ Tub. Tie- 
leiiche tooo2bt/ too;t epgljentiick booj t\tt p^^ p^s 
erfamelenberftoppelen, öec j)outcn/ enbe 
tcoptjen^ 0Öeb2upcfet / al^ / <erob. 5, 
Joel: X, 5. I, ifion. 17. 10. (i^nbe naebicn 

0^ ^ be 



V 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



104 Kieyne ivercice. 

«^fetbrf \\\vt>m / op be bflöen ftop^kn 

icSï. D ftiecftentie/ öie niet de grootfle necrftigljept 
simonid ijcrfamelrn ; oftcnaeöien geringe en Wepne 
Sriof^ önigen een nmtoc enDe necrrtiglj foectogöe 
ban noDen fyhbcn ^ fo toiï ben Propheet te 
bertlaen gljelaen/ batto|ionfegl)eDagl)ten/ 
too2öen/ ineccïmi / enöclJoo?t^atic^ ïijat 
inon^ïjccte ii/ oocfe aïfo nan\n enDe mer^ 
fngi) moeten becfmneïen / enbe met blpt on? 
Decfoec hen. <Ct)en geïijcït Saul, ben Coninch 
Davidnae-fpeucenbe/ bcfclaftgaf/ i^am. 

2.3» 215. Siet toe , en verneemt nac alle fchuyi- 
plaetfen, in welckehy plagttefchuylen. iiU 
foo moeten Uip ooch allcbemors-hoecken, 
rnbe fchuyl-plaetfen, ban onfe siclc boo^ 

fmiffeïcn. Gy fult onderfoccken , en nae- 
ipeuren , en wel nae-vraegen , fcijbe <0Obt 
ineen feccïiergebaUotbcn Umöeccn Kraels, 
ïDeut. 13. 14.. <Ootïi bat bcbcï moeten tou 
bencUen/ baton<>/ nft overwegen ban orv- 
fe wegen / grgeben too?t . ^let Pf : ^4» 7* 
1 5-. 8. 't 23egri)pt in i\Ql} bcfe brie biu? 
öeit I. oBnDifcuflïe, ofte boo^fn^ffeïin3^. 
a. (Öen f4roe-epaenlnge/ enbc beptoebinge» 
3» (öenCenfure ofte^^ozbeeL 

5^e difcuflie een siftingïje ban on^ ïcben 
nibe Ijanbelingen / boo? bebjelcke luy cenigir 
bingen uiit ben Ijoop treeften / baer'fe te bo^ 
ren brrbjêrt cnöe ongezien ïenben; enbe boo? 
öebjeïclie bjp een uebe r ban onfe baben in een 
open gesigöte fïeïini/ bat'fe gesien mogen 
hjo?ben/ ljocbanigfti3ijn. 

<È)e Toe-cygeninge, enbe beproevinghc, 

1^ een leggen enbe toetfenban befe gïjefogfjte 
'<Hici6. cnbcupt-gebonben baeben/ aen ben rcg^^^l 

ban 



Kleyné kcrckc. lof 

t>an <t^bt^ met / mcht bm toet-ftecn tó rm 
toao aïle onfc öanöeïingm / rnDe na Detoelc? 

- e oné vöobt fal oo2öf cIc n tm jotigöfïm dae^ 
se ^ op Dat alfo bij)cïtf n mac ö ï)oe eiiDe tuacc 
fci / iiip af-gcötoadt 50" öati <t5oöc^ mn / 
oHc t)oe enöe iuacc lu / top öefeitie onDechtme 

enljeüben, 

«eimöcricft/ öeCenfureï^batOOJÖCtl/ 't 

mieheonfe gemoebecen en confcientien ge* 
brn ober cnfe baben/na ben regei ban <6obtó 
pet j bepbe ten aensien Uanbe Ijoebanig* 
peptenqualiteytberfeïbe/ ofspjijngoet of=: 
te fonbigö . enbe ten amsïen banbe quantiteyt 
öec otïertrebmge, opfe groot ofte hlcpn; 
one 5p cm fonbr ban ontoetentfteit / ofte 
-ril fonbe tegen be confcientie, enöe of ban 
?«n menfcöelicfte ftoachöept/ ofte ban em 
?ertnecfti0e bjeberfpannigfjept. 

- d'Eerfte baebt bient oui oné tethoonen/ 
matton ïjebbni gebaen / be tweede , toat ton 
mhcxi moeten boen / enbe be derde, to^ 
iet oo^beeï 5u/ 't toeïcïte top becbicnt ï)ebbrn/ 
^ 50 nirt tori / ofte ntet qüaebt te boèn. 

d Onderfoeckingeij^ban nooben: op bat 
ajp fouben niogenr toeten toat in oné iê 
•ïuaet/ 't5pgticbt; toantnieinant weet het: 
fine des menfchen is , don de geeft des men- 
chen die in hem is ; nienianbt ban tjp / toeet 
le dingen, die hem van Godt gefchoncken 
, i.Co?. X. ïi. 12. Beproevinghe l"' 

'nbttoctfmgentoetüi't toercfi toojben gtje. ^ 
lc\t / ban toegen be beeïbonbigrje bebnegli' " ' 
ichfjeptban be^ menfcïien ijcttc/ enbe om ^■ 
lattopon^ foo ïigljtelicft met valfchc over- 
ggmgen hcdnegen , mennenbe pet^ goet^ 

<^ s 'te 



lac, t.zz. 
Efa. ƒ. lo. 
Heb. 3. 
Epb. 4.. 14. 



io(5 Kleynekcrckcj 
te toefen/ 'ttodche of quaebt/ of foogtotm 
goet niet en / aï^ top onp mbedbcn. Cn^ 
öe Dat de fwaerfte bcdriegerye van alle, door 
dewelcke den menlche hem fel ven bedrieght , 
gelijcft'cceenfecctoel gi)efrcrfit tjeeft: toant 
in Die tien üeöncger nopt üanöen beb?ogen«. 
5^aerom moeten top bat fo:gljt>ulöiglj on^ 
trent on^ betragljten / n gene Davidts bpan^ 
öenDeöenontcentöeöaebenüan anbece; Sy 
doorfoecken, fegïjtljp/ allerley fchalckhcyt, 
tenuytterftendoorfoeckenly wat te dorfoec* 
ken is ; felfs het binnenfte eens mans , ende 
her diep herte , ©f : 6^, 7. ^epbe det'e / 
onderk)eckinghc , enbe de beproevinghe , 

too?ben toanben mpoflel 't faenien geboeg!)t / 

a^0^ 13.5. Onderfoeckt u felven • of ghy 
inhetgeloovczijt, beproeft u felven. GaJ.6. 
4. iXor. ii.aS. <Dp be toetfmge bolgljt 

liani3an felUe 't vonnis, 't toeleïie top otiec 
onfetoecchenbeïïen; gdijcft al^ een <öoubt^ 
fmitheta^onbtgetoetftljebbenbe/ öet felbf 
ïjefïoubt/ ofuertoerpt/ na bat bP't goet ofte 
quaebt betombt. ^ ^ ^ 

IL 't©oo2toerpfeïban befe nautoe fiftm^ 
0e/ ofte boozfnuffeïinge / on^ gantfche 
leven , enbe alie onfe handelingen , gebagten/ 
toooiben/ toeccïten/ bepbegoebeenbcquae 
be» il^ant befe €)nberfoechinge / fijnbeal 
eenfpannïngebaneenvyerfchare in oMte ep 
genOcrten/ gr U)f ft'fe fo ban Chrylofthomu 
chryfofth. jjfnoeintié/ omniet oh^ fclbc te procedee 
^J'' ïen, enbetetegljtnt/ljeeftbatfetoetotljaec 
toooitoerp / 't toelcfte m ben bagb ban öet 
ïaetfleoo?beeïfaï onbecfoglit enbe gebonnift 
to02beni (^nbebati^/ cenyederwerck, tz,y 

goec 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckcrcke. io; 

|oetoftequaet, 0eïl)Ch Salomon fc^t / €t(l 
. HL S>pbirntomutittcmnöfnDni waren 

ftaet van onfe zielen ontrent Godt; omoM 

fciücnüjei te hennen/ niöe te toeten/ of wy 
m den gheloove zijn , 2, Co^ 1 3. 5. 1 . Joh, 

V '^P'-^ WÖeïtcftber0ljefelfcöant met 

> een voornemen, om al 'tgene te doen, 'ttlieïC:^ 
ftenaeonöccforchuigebïijcften fa!/ noodigh 
totdcfaligheyt, ende ten beften vande ziele 
te welen : il^ant aï^ öefe anönrfoerfeinge met 
Ö oogenicrcrt enöe öafle boomcmrn / om 
mitnigeefteiicHcn flact/ bacc Wfe gebjec-. 
ttril!^"V ^f^^^'^^tm/ enbeaitej^ tot 
fjct befreuoo^öerïbano enöe faïighrnt 
te tcljicrteit/ niet luo2t niglKfreit/ foo ló^^ 

tobe ban öct scbacc ban't onweel digh ont^ 
fangen ban öe^ ^eeren Avondtmaei , enöe 
iniöDclenboo?fcb2pbfnöeom alïe mifbimcU 

%Öt: DenmeSe 
,^beproevehemfdyen, ende etealfo van defen '^or " 
%l ^"^^5^"^^ckc van defen Drinck-bee- 

Ker 2f nbicn öu 000,2 fjet bcprocbc n nict an- 
örc^enoerftont /ban een n5uU3e SoTr 
fenige banflaö feiben/ fonbcr tnbSm 
oToube!)pbrn menfcfte toeftaen aai öet A- 

iIT^lT^^'^s^/'^^" ^^^^ confcientie öan 

V 5 fonbec Ucrbeterïngr be^ ïebcn^ ; 

b^^/lirci^'"^ dif-ghenoodt aen 

Affft^Ns^f " etftennen / ailce n om bat 
^Öliuiet üoo^cnoinen öabbe/ biente tebe. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



io8 Klcynckcrcke. 

term ; mu\}tmp öic ftennijTe baitan^ 
nienfcöcnfdbr fijne fonDe fouöe üermeeröc^ 
ten / enlïe J)cni<Öoöemmbec aengbenaem 
maccften/ naebienccgcïonfe^ ^atig^mae^ 

htt^t Dien Dienftkneght die den wille fijnes 
Heeren weet , ende niet en doet , fai met vee-* 
leflaeghcn gcflaeghen worden, 3tUC»ii»47» 

^I^acrom mort Den Apoftel geo2bceïttoo?beii 
öitte mïiam/ bat ben mcnfctie/ nae bai 
hpljemfelbeljeeft beproeft / bat betbetereii 
moet/ 'tgeen ÖP quaebt bebinbt/ enbe al 
bat geene boen / 't toelcfte ïjp nae onbctfoec* 
feingöe faï facbinben noobtfahcUcli te 50" / 
rnbe beJjoojUcft om te boen. ^ï^ men fijne 

wegen onderzoeckt, fomoetllien wederkee- 
ren tot den Heere, ïtïaegW» 3-40- ^ietUJC 
bingen moeten ö^ïnbt aen tjanbt te faemeii 
garn. De ongherechtighe man moet lijnen 
Wegh veriaeten, ende de Godtlofe fijne ghc- 

dagten, €fa.ff.6. Davidts tooo^ben ^f- 
110.59. tDO?benbuéUanben Chaldeeulchen 
Paraphrartuptgöeïegljt: lek hebbe |hedagh| 
mijne wegen goet te maeckcn , ^Ut Hol : o. t > 

Luc. 15. 17. li?. ^ . 

5^efe OnbCCfoCCfeïngei.^ of extra-ördinair , 
ofte ordinair, d' Extra-ordinaire ijj bie / toeiC? 

fee to02t ingtjejlelt op bpfonbece tijben enbe 
flonbeh/ ebengeïtjcftbe lioop-ïupbcn naete 
bpfonberc ti jbf n tjcbben / inbetoelcfte fp 
cereerïienboecftcn ober flen. "^l^ ; 
^fet h JIDanneer Ujp befigl) fijn getoeeft met etc 
©oica-cn niahtoerdi/ in^ttoeïche een gelegentljepbt 
getoeefl i^/ ofte om eenigï) goebt te b«^n/ 
fa? 3 af- ofte om m eenïge Voijfe te fonöiglien. ^oa 
ttt\m 3 hevliehdelob zijne Soonen, ende des mojf 
pa5 B°*- O gens 



Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcyfickerckc. 105^ 

igïlcns vroegh opftaende, offerde hy brandt- 
offcren nae haerer aller getal , aï^'fe Ijaööen 

met maïftanberen maeltijöm göeljotiöen ; 
om öat gcoote tïaeujDrn ten meeflcn tiiöt/ 
öccafie 3911 Uan ecnigïje fonöc: Miffchien, 

fepöe !jp / hebben mijne kinderen gefondigt , 
. cnde Godf in iiaer herte ghefeghent ; 3ob. 

f. ^ï,^ ooch töp Ctijiflcnnt tDeörrfteeceii 
oati 't tr?pen ban onfe koopmanrcöap ; ef 
Bl^\sjp\}etfct}illeu ïjebbm tec iieDcr ariegftt ; 
ofmaeltDbenmctonfcb2tcni)cii tjebUeu gfje- 
fiouben/ etc. foo moeten ton onfe geöagteit 
tfaenien roepen / enöe onfe fjerten onDer^ 
imchm/ aengaenöe alle onfe booj-gaenöc 
m ?janöcHn0t)en / mbt onfe ïjeiten è^pïiöben 
m mi öefcDjemnglje ban fonben / enbe booj 
^aoojnennngue ban een bèta* Icben te lepöen. 
M IL 3©anneer top ïjebben een byfonderc 
B ïeiegentöent/ omoné felben Uoo? <0obt tje 
m Jerepben / ofte om öem / om 5pne gunfle / 
^ iip een byfonderc toijfe te fmeecfeeti. O^eïricft 

ï. Jl^rnmeertopgebagötcniffefnlïenöott:» 
ïen ban bej? ï^eecen 1 ydcn , ïu't ijooglj-toeccs 
ijigö gebjnpcft ban fijn Avontmael. <ap 
pefe tijt moeten top baó^maemcntïicfe onfe 
letten «ptfctmbben / om t' onbccfoecften/ 
if top oocft niet moettoïlligölicfe onfen eebt 
'an getroutoigöept/ eerfl gebaen nronfew 
Joop, enbe baer nae becnieutot boen ton 
ntóbcgabentot öct Avontmael, berbzofteii 
lebben 5 enbe baecom nioeten ton baii toel 
iauwe agl)tgebcn / f)oe top on^ riiffcben bc 
wee llbontmaelen/ Ijet booilebene / enbt 
lenflaenbe / m on^ leben gebiaegen ftebben. 



li 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



tio Kleynékerckè. 

Cnöe fnOtf n bat W bebmben bat top onfc 

wegen verdraeyt ïieübcn / fltbeoil^ afgekee 
van aghter den Heere i fo moetcn top onfe 

bortUffröiöDentcnbeeebt tenicutocn/ bcii 
ilrece i)cnli3l)licïi bclo\3enbe/ bat top in fij^ 
ncn bimtl toiïlen ïebm cnöe fterben / etiöe 
battmctiotjen/ altoatl)non^caebt) boen/ 
aïtoatDnon^ bebeeït; rnöe Inbtn/ aï toat 
l)p on^^ opleg!)t / ai toa^ l)ct oor h tot ons fel- 
ven te verfaecken , handen ende voeten te lae-* 
ten af-fnijden, oogen uyt te plucken, cnbe 

toatftoan:bn:pU0l)tcnnicecin fijnen bienfl 
banon^^ toreben ücccpfdjt; giae bat top m 

fijne I)anbt / aïé t)tt leem in eens pottcbackers 

handt, tomcntocfen/ ombanbenifeerege^ 
fatfocncets enbegeniacchttetoerben nar fij- 
nen toiHe, ^let i.Cor. II, a8. 

<2Dfrr toanneec ton ni eenigljc benantot- 
hem / ofte ftoaecigïiep't fijn ban toegljen be 
foiibr m fcfjjjnt op onö tooniiglt 

te toefen / cnöc fijn aengcfïcöte üoo? oné bec^ 
becght / ban t)ctcen Uequaenien tijt / om 
ons;feïben'tonberfoecacn/ op bat top booj 
toaece bof tbeerbigljept mogni J)cnen gaen/ 
onibecgccbingetebetlicrjgljcn / Eer het be- 
fluyt baere , terwijien de hittighcyt van des 
Hcew3n toorn nogh over ons fiiet en komtji 
gebjrft tobberniaent toojben / ^epl). 1. 1* ^' 
^Hbe \]kt toe toecftten Ijaec be gelobigtien opf 
alöYe toaeren m fo groote bniautotljepbt / 

ltiaegl]l : 3 , 4.0. Laet ons onfe wegen onder- 
foecken , ende doorfoecken , ende laet ons 
wederkeeren tot den Heere. ^iet Eccl. 10.4; 
Amos.9. 

V C>fte toanneec top öoubcr een Vaitc 



Kleynekercke. m 

^gh ; mmt aï^ tap Dan em meiito ober- 
mi^te ban onfe fonöen nemen / fo ftonnc n ton 
011*1 öiejS te beter enöe meerder / m fteplialie 
loSffl "^"^ öerootmoeöigöen in xob 

4. efte toanneer top on^bereiDen om on^ 
fen Ruft-daghte fiouöen ; op Dat ton / onfc 
31e en öoo2onöerfoechin0e gcrenmgt üebben:^ 
Debmionfefonöen/ bequamer moaben^nrt 
om <BQï^t met meerder aenöagötigöept enDe 
^er te üoo^en/ te biööen/ enöe te pjpfen. 
^let isccl. 4. 17, Lev. 10. 2. 5^ien öacrri 
moet on^ mfonöeröept een öagfj ban reechei 
tunge toefen. <0eïöcïi(Öoöt gefegftt toojöt ^en. , 
Jiiöe Hiftorie ber fcöeppinge / nrt epnbeban^ 
öetoeecfte/ een ober-feöte genomen te öeb. 
benban alïe (ïjne toercften te gcïncft / enbe ^ 
genen te Öebben bat al toat ftp gemaecftt öab. fo?: 1 
beteergoettoa^/ fcjjoon lju nrt eunbe ban 
Pf'P^^iJöÖ öet toercfe ban ftne öanöen 
JeUgbtigt^baDbe/enöegelienrt; ^Cïfomoe' 
ten ton toeï aïïe öaegen/ geïijch top aenflonti^ 
fuften feggen/ onfe confcientien onberfoec;» 
w:^r.I"^^*^>!"5?^^öept üt't epnbe ban be 
toeecfte; enbe fcljoon top onfe toercftenmet 
tnbmöengeïöcftöiebani^obt/ goetm "eer 

enfeerquaet; 

nogbtan^ fulïen topTe öooj öefe befchontoïn= 
fmS^^^^^^ öuptenttoyffeï/ b^terma. 

rJi Wöeïicft/ toanneer ton 00 onfe 
Inh. i«l "^t!? ^^^5^" / ^" öebaer be^' öoobtö / 
^"^"iJ^^to^Ötm^c ban onfe ontbinöir^e • 

teon^fc&yntbooaWnebperfcöareteroepen/ 

om 



1» 



•4-» 
> 18» 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Moral. lib. 
j f . cap. 5. 



ji2 Kicynckcrckc. 

om ccrcïteniiuïe ban onfe bediei^in^he te sfto? 
bm i al^ l)V tot on.e fc!)ijm te^fecechen: gecfc 

bevel acn üwcn huyfe, want gy Tuit fterven cn- 

de niet leven j öan ijl Dooglj üjt / öat top on-^ 
öccfocchcn/ oftopocchmet luaecïjept fouf 
iïcufeonneufcgöcü/ met öen iJt^oomen 

ftiaö: ÖchHcrcgcdencktdo^, datick^vo^ 
uaengcfichtein waerheyt, endemetecn vol- 
komen hertc gcwandek , ende dat goet in uw 
oogenisgedacnhebbc, «öfa^^S. ©014 

moeten Ujp booniacmcntlifït rcecueninrnjc 
bBnonfcsièlenuemen/ op öat onfe tctcm^ 
ningc gcniacclit fp / eer top om ceecïimmge 
te gcbeu grcocpen toojbcnUoo^a3oöt^bpep 
fcl)aa:e, löant d icr den boom valt y daerlal 

hy leggen ; (nöe inbieu top ouöecept flecbni/ 
top fmicu öem / bic een ilccijtee ban Ie 
benbialjc euDc Docöe / niet ïtonneu anttoooa- 

^^lil. ïDefccxtiaordmaire onbcrfoeeïdngï)c 
bersicïc enöcconfcicntie, liaii ooch feec ae^j 
boe0i)Iich.too;Dcn ingelleït /, tiae^t becïoo|j 
baneeni0enöcianïmen tijt na be ïactjlc on^^ 
ber fbf clii uge / bie top opfo een extra-ordin*- 
re fcüfe öct?aeaijcbbctti gelijcfe alé 'et ce^,-, 
tnacnöty ofte jacr becbopea i§ / 'ti^ fctt 
profuteticlibat ton on^ onöerfoecïtcn/ toat 
top in öie niaeUöt / ofte Dat iaec / berbo^bect . 
ïjebbcu / ofte toate hi topbecbaïien fiju. 
llDvint öcïijcïi onfe lebéniaeten gcocpeii / mu- 
fe öebacnte alle Dacgen becanöcct / enbeonfe 
f toaVteïjapxengnjötoojbcn / fonber bat top 
Ijet'öéboéleü/ nictïionncnbe feggen/ toan^ 
neet enbe [)oe bcfe beeanbeciwgen Uomen j civ 
benoohtauj^ Jannen tou4we.ee^iisöea t.ijö& 

ligöte* 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kcrcke. 1 1 j 

0ljtdicft flen / Dat tDp fo bcrantrcrt fifn : %U 
3gaetl)et oocft/ geïijcft Gregorius gefcgljt 
erft/ niftbenflactljanonfe sfeïCDi bene* 
en bc blijckbaerc becantoingm DetfelUe / 
aeïcfte ftaet totfjoonen aï?'fe toercftenbe 
in/ fifnber fcecfterc ongevoelige berande* 
ingcn / toercfte niet geflcn ïtonnen tDO:Cien/ 
an nae't berïoop ban eenig^en trju <ënöe 
aerom moeten ton te ineté een generael endr 
enietm ober-f igbte ban ohfefleïen nemen/ 
pöat top mogen fien/ toaec (n top betec of^ 
r flimmer fijn getoojDen / oftefioe onfen ps 
eeiéaen-gegroept/ ofaf-gegaen/ 'tfeöert 
eboo?ledenmaent/ of fjalf jaec/ ofjaec/ 
f een langer tijt te booten. ïlDoo? bit miö* 
.el fnlim top niet alleen onfe grove enbe blijc- 
•elicker fonöen fien ; maer ooeft 'c rerval ban 
nfen yver enöe religie , toeïcfte on^ onvoor- 
ensbcftruppt; rnDeaïfoïeerenopblacrende xTm.t, 
ooien des yvers, enbe op wecken de Genae- 
eGodts, die in ons is, op Dat top mogjjen 
ïrftercken het orerighe dat fterven foude, 
^penb.^.i. 
S^efeen anbnre tijben/ met ben Oyevaer 

ndcr den Hemel onfen tijt wel kennende , ^' 
loeten tot; toaernenien om onfe Confcien- 
ennautot'onöctfoecRen/ eniipt te fcüuöi 
niboojöeni^eere, 

■ 5i^ogb benebrn Defe extraordinaire, i^'rc 
jgS een ordinaire , toricfie ban een pebec 
'Ö^tHen/ opeenpeDeröagl) betragbt moet 

JOjben, Stelt, ffg|)t<0OÖt/ uhertc op u- 
e wegen, l^agg, i . ^, bat ié / jiet t}oe gu ïjet 
emaecFit ïjebt. 3Bp moeten daeghlicks onfe 
mben aen obl herte brengen , om On^ te be a 
i^"*** i| heeten 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 



Chryfüfth 
*xpof. in 



Kleync kcrcke. 
Sereen ban t^t(ci\xc / feggmöe : wy hebben 

fefondight , cnde verkeerdcUck gedaen , wy 
ebben GodtlooQick gehai^delr , l*||on. 8» 
47. ^^acgïirïiéuioctcutüponjjeygen wercle 
beproeven , nac öttjennacinnööebe^ ^pof^ 
•td^/ s0aï.6*4. Watfictghy, endewatge- 
dwnte hcefthy , Uzaegööe Saul aen öe Too 
veres te £ndor , aèiigaeiiöe öe» gö^niepiibcn 
^amuel y u ^am, 28, i 3. 14. mocten 
top alle daegen onfe 3ïele tot oné roepen / cn 
buigen öoe'et met l)aec i§ geflcït/ enDe toicn^ 
geöaente öatTe b^aegbt i 

(Cot öcfeoeffeninge fcöijntben avont-ftont 
toel öe bf quaeinftc te toefen : JBant obec öag 
Öcbbcn top ou^ toeccft te öoen / en ton bmöcn 
öan oocU beelöec-l)anöe beii)inöecing|)^n ; 
niaec öen avont-ftont een t tjt ban tufle cn^ 
öeleöigljept/ enöeöe toeceltliclte gcfcljcften 
boo^bp gcgaeu/ en af-geöacn fijnöe/ heb* 
ben top nieecöerU?pöcpt pm met onfe pielen 
tefpjeccften/ eHbe baccfijn mmöer öingöfrt 
öïe o"n^ ïtonnen beccuclien. 5^aecom fepöe 
David, on^befenpiigt aen-bebdenöe/ |)f: 

4» f ♦ Sprcjecktin u4ieder iicite op u Iegher> 

. ende zijt ftjllc t öat / ^ ff ggcn onfe Öptlf gf 

get^/ Denckt, overpcynll by u fel ven.., i>' 
verwegen de u doen , oordeclcnde u-fclven» 

^D^PfPpPinu^ f)eeft öus ober öefe tooojben 
j^gefèlijeben : Watmeynthy» fegl)t Ijp A al« 

5,hy legt> Spreekt in u-Iieder hcrte op u leger ? 

,,<ïBnbe ï)p anttooozt/ bit: Nae uw avonc- 
5,mael , hijjgp te fTaepe gaet/ enbe becepöt 
5>oni op ntoe 'bcbbe te Icggöen/ enöe grjöote 
jjcnfle enbe, flïïte hebt fonöcr öe tegen toóoji! 
3}öigöcpbt oftebetflcnvüigöe banpenianbt/ 

mijt 






Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag 

458 H 122 




Homil. i 
in rfal. ƒ0 



'Klcynckercke. 415 

^;nfgftt bmt crn trietfc öaere op Ijoo! ttlöe oWt- 
/cienrie.... "Hi^ n nog!) bïïntöt berfïcuct / 
,no0t)öicnflhnnfl1jt trrgtjt/ nogljte öe mc^ 
inigtjtPöcrüefijtjpöen önngöt/ ^f^Üt ban 
ItrePrfttrtlitöetjanuïebrn/ 'ttDclcRegn obrc 
',Dagf) pri^pötïjcbt <6nöc tocörroiii óp mt 
drtDct plactfe : ^lö 511 op ulo öeöDe iieöec^ 
%t/ cnbe ttiemant IS öic II mofpfiicft balt/ 
«tübetiflaep obcröalt/ b^mgb tioojt t)rt: 
borcft Ijan «toe Confciéntie y enöe crtcftent 
,bpu/ utoé fonlïrn 00/ frggmöe tip u fcU 
Mn : 3^ebtiMcftopDefen Daglj niet gDefon-^ 
tefjtiïi \i3oo?Dm ofte tocrcften^ €nbe öp 
;t)oeö!)t'tTlJp: G^éü hebt geen tijt om Dit 
.obPt b^gl) te ööen ; mftct bc ti?eefe ban ntoe 
.??e£tm/ be^tfatemen-rp?eecïtingent3an 
.luemcbe-gefdïen/ bc tjehoinmerfnge obet 
iib3 \ücci:fx/ b'öpbocDmge ban uto ftinDe^' 
rni / be befö*g!)ingt)c biJii itta ©?ontD / be 
L .cepbingebecrpijfe/ cnbt buofent anbrc^ 
bingFtfnbcrljmöccen uto. <Shbe feecftcc/ 
Ot bit fo u5 / bcbinben alle confcientieufe be^ 
' Ijtrr^betrtuatL-e (Öobtfaïigöcpt, 't<Bt: 
>avJd bacr anDrtrclecrbe / betragljte \}n 
oifïtfflbc; toant bii^ ffgIjtBp5)f:ii<?. ff» 
ïcei-é des naghrs ben ick üwés nkéms gédagh- 
;h geweeft , ende hebbe uwe Wet bewaerdt. 
11 örDf fijn bedde fwemmen den ganffchen 
ƒ doornatte fiiné bëdt-ftede met de 
enen Uan fïjnc bdetbccrbigöcpt / JDf : 6, 7 

'tpfj o\'er]eyde in fijii hfcrtè indér naght , 
^eftohderfoght, ^f: 77.7. 

iiau üocli 5ijn bat ifaac unt gcgaen in't 

dt örn tf^ '"^ 'ditecren , tegen het naecken 

'^en 3 om' bie ocfftningöc tejon? ?ha93 
^ 2 bcc= 



Vidf Riret. 
fxerc. HZ, 
in GeneC 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



i 



Klcynckerckc. 

Ijcröinöccbct tc itiogöcn boen. 

'tlDa^tcVücnfcljenDatDit ban een pcöer' 
CD2iflen fo?!3lJUÏöitïl)lichen betragbtet toicrii 
i>e i öacr Ijct nu ten ïjooööflcn te beMaejjeii 
ié /bat Vjeïe / inbien niet be meejle menfcDen/ 
tie l)acc nogö upt-gcbcn tooo? öpfonbete en 
MutflcecUenbe Clj^iftenen / befe onbetfocc^ 
ftmgetian l)aecc confcientien gejjeeï tefups 
men: Hactt^c ï^mt ^yiy^luy&eren enbe toe^ 
hooren, [)p jal by nae niemanbt bmbeii / bes 
iDelcftemfijnliecte fegüt: wathebb'ick ijan 
bae ö gcdaen ? 5|er. 8« 6, 3iae 't i^^ec fo ijer^ 
ce Uan baen / bat'fe bit daeghücks foubat 
boen/ bat'fe frt^f'"ïft Cf in een gantfcje 
iveeckc ; toat fegg' ïch wcecke ? jae in een 
0antfcl)emaendt, oftjaer, mjaer feïtielUcc 
«ebecbacïen/ oni Ijaere fonben in bc biepe 
tjoechen enbe fcljupj-lnineheïen üan \jme 
Öectenecnflioïjnaetc focchen. 

d'OorfacckenUanbit Uecfupui/ 5ijn beeft 
naeUolgenbe ; 

I. ^e nienfcöen niepnen bat befe oqbec' 
foeclunge fo noobtfaccfeelieh niet en i$ baec^ 
omUecUjecpen fp bie <0obtfaïi0lje orffcnin^ 
m/ alleen ijbeïe enbe onnoobigljc faeche/ 
faeniifl'cöien aï^ een beufeïinglje/ enbe fp^ 
melecpe. 

I L 5I^emenfcl)en|iJnaïte befeommcrt 
berbe bingen tjan bit tipdithe Ithm/ enbe 

fotiecöeten'febateenedatnoodigh is. ^ert 

' panfcijen bagö nemen fti met be orootfte 
fojgïjlnübioïjeitenbeneetfligöfit Voaec/ D^ï* 
re tueieltïicfte bingen / enbe ontrent ben 
toont / bmnoeitfijnbe/ etenfp/ baecnabe^ 

getoen fp ö^ïf <^ bebbe/ mbr fleUen figö tot 

ijct 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 117 

rtfïaepcn; nmcrflclj tt onbcrfoecftm/ be 
anOelingcntjan ben gantfcöenöag te boo|» 
Topen/ enöe fo2gö^nïbigö te onbecfoerhch 
jacr m'ff tegen?! <aobt gljefonbigöt Ijeljs 
?n / baec o\)ec ftebben'fe ganfclj geene be» 
rtnmeringe, Slnbien'fe öebben eeniglje 
inningegebafn/ mbien^e baere tijöeïicfte 
oeberenbermeerbcrtfien / batoberïeggen's 
•meteen bpfonbec bermaecft; mbien'feee* 
ige fcüaebe gelebcn ïjc bben / bat finert fjaec 
möetfjerte: .maeroftotöaere geefieiiefte 
jfhbommen/ Itennifre<6obt^/ ïiefbe/ge* 
lobe/ enbebernieutomgebe^s ïteben^/ ee^ 
:*5!ie mercftelirïte bermeecbêcingöe op bi'en 
agö !^ toe-geftomen/ ofte op je beeïe ban 
göenaebe beeïoo^jen öebben / bat en 
Jiecht of behommert öaec gantfcfjeUcft niet. 
wat fijn befe anber^ iian geöeeï toeceïtlichc 

lenfcöni / toeïcher deel alleen in dit leven is, 
rifbetoeleftecbuyck Godt alleen vervult met 
jnen verborgenen fcï)at/^f: 17, 14, 

III. ^nbere menfcf)en onberfoecrten ftae* 
tn flaet niet / ora bar fe \mtm bat Ye guaet/ 
nbe feer beïUaegöïieïicn baerom flelïen'fe 
féfoobmuge gebagöten/ beUjeïcfte bienen 
logen oni \}mt toegen te onberb^agen / mt 
aee ïjooft ; geiijr ft be banckeroutiei-s >t ges 
KjÖtebanöaer reecftenboecft metenfeonnen 
^ nrb^aegen nogt) bnnïe aenge|lfï)ten ben 
5 alfo oocft fp niet 'tgefigtjte ban 1)3:= 
rfonbeni Saefp toillcn ïieber/ gelychbe 
üiephanten, npt fenniiflTe ban ftaec epgöen 
^. wmaecfttljett/ betoateren/ a5obe^ilï)rt/ 
ij„{)toiibïeren/ mii 'tbunle aengefieïjte Ijaerec 
/i'pi^^w^ttefteii; ^>pfeggenban \}mt con- 

i? 3 fcientic. 



ï ) 



V 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



ii8 Kleynekercke. 

feientie, ö})CÏijcft Achab bail JH^KÖa ; Iclr 
haete Ye , onx dat Yè over my niet goets en pro*- 
phèteert, maer quaet , i.ï^tin.at. 8. 
tottrn bat't? aïtijt? bittere dingen tegen Jjaec 

fchrijft 3 om i^m lobs \iioo2be!i te ontïeene« / 

2ljob. 13. 2(5f. ï}Ctoaet met be confdemien 

Auguftin. ban bckn/ fe0Ï)t Auguftinus^ oïjeïijeft:aï^ 
iuKai 3+ met een man/ i)ieeenquaebt\tiijfbeeft/ bte 
baecom niet jjcrrn homt binnen be benven 
banfljncnepgniljnii^/ om bat l]pbf cb^iet/ 
mncnniceermöen / enbe bittccbêbin Vi^eeft, 

Dele zijn elendighe , maer hoe veel elendiger 
fijn die, dewelcke tot haei-e cpnfci^tie niei^ 
w'^'"^ wederi<eeren 3 .op dat'fe daer door dq 
t-AjiL ^11 det Tonelen niet o.n>gekeert en n-^o^eT 

plutarch. worden . i3nbe bit ÖerfC ooch Pi ^ 

de cuhof. ffnJKPbentcyPhilofooph , ge fien enbe ijf ^ 

fegljt : Een jghe wiUenJiaer leven , een cfn- 
aengenaem fpe(ftaeckel , niet infien , erwiÉj 
derven geen reeckeninge met 1 nime-dra- 
gen , want de ziele van alderhanuc londen vol, 
ende vreefcnde die dinghen dewelcke binnen 
zijn, fpringhtnaebuyten, etC. 

I V. ^ommiglie mcpnen bat fjaeren fiaet 
jpetaenocgïjiö; tjaece wegen bunchenl)art 

recht te welen in haer ooghen , gïjdijch S 1 ' • 5- 

snonfegüjt/ J^^oU. 21*2. ^aer'fcnogl]tan?l 
be flimfte cnbe quaetfte 5ijn. Br ïe mennen / 
boo? een pbeïe bccmetcllKit/ bat fn m bcit 
ihm brr ctênabe / eiiör gct)epiigl]bc tUuöerdl 
<15oDf^ |l)n; baecfpbogi) inbcc baet nic t an? 

bcc^ 5ijn aï^ een verworpen filver k)002 '43oöt/ 
Sfer. 6. 30. enbe kinderen des-0iiyrcls:l©ant 
hiier hcrte is niet reght iJOO? <ÖObt / enbe fa 
fjjn in een gantfche bittere gaile, ende 't l;ic- 

men- 



Kleynekerckc 

' len-knoopingc der ongereghtigheyt, *^kcU 

e \)thbm \xiei eenen töacn enöe ghedacate 

Godtfaligheyt; mart ÖC kraght öecfrïÖC 
ebUmfp öecïoocöent. Luc. i8.9« ^01^ 
?n pegciicU aen Ijcm feïtaeii ceii ijïepcu / 3e= 
jcft Thales fcec töel geftgt Dceft. 
y jJ3ptoemigmenfcl)enluo>t een ecnflig 
erfangen/ enöe uptficechinge nae/ en tot 
eu CD^ïflenchel3olniaecïitï)e|L)t oïjcljonbm ; 
laec bed eer een «aetupdichc ijaCitig b^it / 
iiöetraegijeïtin Ijetficefleïicïiei niet teöer 
jüïcntiebooztjcjaen/nogbetec en l^oïniaecfts 
X Ujilicnbc fijn. ©an ons tuo^t een baegö/' 
ch^ tor-nemen / enDepoogmgenae öe lioï^ 
laecfttöeit ö|)cUo)öect ; Phil. 3. n. 13» 14.. 
Mee toe i§ noöïgö öat Ujp toeten loaee toe 
Jp göehoinen jijn / om ban baet boo?t te 
aen tot eenen ööööer trap ; ^aegö^cïi^ 
loeten tup on^ een fonbe Doo.iflelïcn om te 
ooöen / enöè alle mojgïjen een bpfonbere 
?agl)t om te betragljten, J-^aer De^ aUont^ 
loctmen onör rfoecïien / Ijoe men figl) Ijiec 
I gequeeten öeeft. ^it Den luegïj tot öe 
olmaeccruöf it / enöe om allenghfkens De 
oeröanDt oUer onfe fonöen te ftrngljen / ge^ 
jch'foöeitinöeren ifraels gebooöen Voierben 
enghfkens, enbenietop eenen tijt De Ca- 
niten te öeïgen. l^ierom fïeïïen öe Practi- 
jns 5 enDe ouder öie b'€er\u. D, Saldenus, 

cfe öaegl)ïichfcÖe pndeifoeckinge öcr con- 

:ientie , tot een miböeï om tot be €l)?itleïit^ 
e volmaecktheyt te ïiomen, Miist |)ier me? 
een bekommeren öaer niet befe traegbe en? 
t iaegöe gemoeberen, <iBnbe gelijch'fe baer? 

^ om 



Sibi quif» 
quc adula- 
tor eft. 
Thai. La- 
crt. lib. 1. 



Mane pro- 

pone 6c 
vefpera 
difcute mO 
rcs tuos. 

Conf. Ro- 
ven, loc. 
cic, pag 5^. 



G.Salden 
cup. 10, 

pag.258. 



L _ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



I20 Kleynekercke. 

om 't ecne beragtcn / aïfo tjecfupmcii fn oocft 5 
Ijet anörre ; cnöe fo bctljoonen fp ï)aec cccljte 
naetuerlicke menfchen te taefeil / den geeft 
niet hebbende 5 2(UÖ»$f. 19. 
Wil. Rov. VI. Rovenius , een gacpfc^ Praöifijn,* 

chrlft pie- öoegöt Biet bil / bet gcoote gcb^ecft üan Die! 
tat. hb 1. pene/ DieöeCteifïmcnniöefm bel)002öe te- 
cap. 15. p. Beflifcni/ enöe tot betcagfuïnge üan Defc' 
'^J- öciJige off cnmgöe op te tocchen. 

i^itcbanöaenïtomt'et Dat be menfcöen/ 
blinDtfijnDe/ onbefuyfdelicft Dooitlopen in^ 

ije fonbe/ gÏ3dijcft ecu peerdt inden ftrijdt, ' 

0een gcbienabe quaöen Uofïenöe / of b:eefen- 
De ; bat'fc l)af re cpgc» fonben / geb^eecften / 
enbe f toacft!)cbeii / niet ftemienbe/ ticfcWie 
oocft niet pogen te bcoben / noglj foecften te 
betbeteren ; enbe eimbelich / bat'fe baec icU 
Ijenbeöaegen/ nictmenbe bat'fe njck^ ende 
verrijckt geworden fijn , bat'fe geens dinghs 

gebreck en hebben , enbe ongtjettoijffeït in 
(Oobe^ flbunfle enbe gljenaebe flacn. 5Dc 
ïjeece üaet'fe Wl I enbe tl)oont bat öp op 

ï)aec verbolgen is ; maet evenwel fy gaen at- 
keerigh henen inden wegh hares herten , <5fa. 
57, 1 7. 'tgaet Ijacc met be fonbe / a!é Ne- 
bucadnefar met fijnen bjoom : ï^u toifl bat 
j)P triat gcbjoomt liabbe/ macr be faeche toaïS 
Bern ontgaen / 5^an. 2. 5. ^0 tDcten'fc 
bat'fc fonbaer^ fijn / maer hennen ï)aece fon^ 
ben m'tburonbet niet. J3f: 39.7. 

B^acc ï)oe jarmnerhcUcit brbsiegljen brfe 
Öaer feibe»» %\\ ïnat een eïenbigfje" ni fae^ 
sen E" 5'ïiï^^Oiirt^en paet fijn befe! Dit maeckt ons, 
itoh%3^'" ^/cgtSenecafcïbe/ bebooftemenfcljen/ bat 
55n lemanbt op.fijn ïeben te cugglje siet. JDat 

top 



Kleynekcrckc. 



111 



Doen fulïen bcöcncïicn top / enbe bat 
: f jfelöe : toat top gcöaen öcbben / en bcöenc^ 
,ften top nopt. 
Üonrien penianöt De fonöc» toeï bcrgcben 
ojöen/ ecctfii berouto ï^ccft Man bc|'dbe> 
han pemanöt berouto t)ebbe« tjan 5i)ne 
nben/ eer tjpTe feenbt^ eu ban pemanbt 
lïcïmmm/ öie'fe nopt en üertoecrbig!)t te 
mbcrfoecheit/ enbc te befigljtigb^ > llaet 
baerom on^ feïbeu nautoe bargölich^ 
inbecfoechcn / en boo?|occben, 

5De Redenen om on^ Ijiec toe te betoegen / 
tonnen/ onbcranbece oocïi befe boïgl)cnbe 
uefen. 

L ïDiti^feerfo?göbuïbïgpchenban bele 
ïbtfaligöen brtcagöt. 
©anbexjclotJigljm in <0obe^ 313oo2bt/ 
rcïijffttonboo2benm Ijcbbenaen-öbetoefe». J"^*"* ^p^« 
Oavid fegDt/ 4^f: 119. 59^. kk hebbe mij^ [ï'eL'pTo^ 
: le wegen bedaght, ende hebbe mijne voeten adunguem 
^ekeerttot uwe ghetuyghnifTen. ï^n onbec^ '^"^'i!^' 

ibgl3t eerftjijnieben / enbe bare naie berber vjr.boa. 
erbe bp Ijet feibe» (JF^p befc onbecfoee binglje 
je^étjecten/ 5Ö» a^^gtont getoeefl aïle be be? 
pbenifTen bet gljetroutoe CJienft-hnegljten 
Öobt(J/ geïtjcftbie ban Daniël , ban Ezra^ Dan.9. 
.NFehcmia, enbe ban David fo menigömaïen Efr. 9.* 

TI5!jncPfalmen. N<^b-5»- 

i 1. ©anbe (0ube «Cbjïfïeneit / bie bit gbe* 
lacn / en tjoogl) Ijebbrn aen-göep?efen. 
)hraem Syrus , bie onber ben ilepfer Conftan- Ephr.Syr, 
:inusMagnusg|)ebo?eni^ / enbebie gbeleeft 3 fex. 
jeeft tor be tijben ban ben ilepfec Valcns toe/ 
tm nianbie feet geleect enbe bermaert glje? 
ojcefl i^/ alfo bat fijne ^cü^iften/ nae be 



121 



Chryfofth . 
•xpof. in 



Kleyiic Kcrckc. I 

jSiCÖ^iftupre/ göeïijcö Hieronymus göc* 
tup0öt/ openbar clich in etniq^e herchen pic- 
öen ql\ckf€\\ te luojöen ; ïDefefeg^talDuj^: 
^y<3\3etbencht süie öacgljen neerfUj!) 
5,UoiU0/ enbe'^nio?gené/ öoeöljp ugljc- 

J5t3anu!)frtcin-3rgafn fijiibe onöetfoecht u 
»femcn/ enbefrglK: i^ebb' ich tian öaegö 
5,in eeniglj bnigl) (Oobt Decbittert ^ ï^thh' icft 
jjuöfïetoojöen boo2t-geb?a0l)t ^ ï^ebb' icïi 
^,boo2 ücragljtmge ènbc becfupm gefonbigtl 
>,if^eüb' ïcït m emigl) buiglj mijii bjocbec gtje^ 
aitccgl)t ^ i^ebb' icft pcmants faeme boo? laf: 
55teringcngefcï)onöen^ ctc- <6nbe eemglje 
fonbcn uptgebonben Ijebbcnbe / fo göcüiet 
ÖP fngDtingijcn / cn tcaenen upt te ftonm 

C Öefclbr, Ende als het dagh gheworden 

3)is, fegljtljpboo^t^/ fo obcrDcncftt Ujpöccs 
5,0111 bf frlbr bingljcn bp u fdücn / enbe fcgt : 
a^lf oe nicpnt gy ijj inn bcfe nagljt boo^gepaf? 
„t'cect^ %ebbca nip boof^ rnbc Uupïc glje^ 
jibagötcn mgcnomcn / cnbe i^tW icït bie 
jjgeecn acn-gr l)ouben ^ 

^0 oocli bc Vioo^gebagljtc Chryfofthomus: 
35Baen\i3cmaelttjt/ fcgljtïjp/ aï^ gp fïac? 
»pcn gart»..» fo fpaiibt be vyerfchaere ban u- 
3>Uie confcientie, rnbc cpfcljt uccïicnfcöap 
3jban befelbe ; cnbe Den qnacben raebt / bie 
3;)gpobec baglj genomen tjebt/ of bebagöt 
wljebbenbe beb^ogl)/ of bcbjoogljcn Ijebbenbc 
jjUlnen naefieri / of ontfangöen öebbenbe 
jjf enige bccbojben begeerïichl)eben / brengt 
55te boo!-fcöijn«»** cnbe ntue confcientie ai^ 
j5cen Öegljter obee befe faoofe gebagljten ge^ 
pfteït öebbrwDe/ foboot'fc/ enbe neemt 



Early European Books, Copyright O 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckercke. 115 

yUSiii %m b\t alle öaeoöeu 0l)f fctiiföf 11 ; 
^mtje'tg^m m farchen ban geit Doet/ 
,öoettiataoeïunöefafCfien ban ub3e 5ielei 
,gii en laet gmi ttore öacgen boc^j bp gaen / 
,fonöee met uluen hnegDt te reeche lun / op 
,Dat be bcrgctemöenttt gem bcrbjcrringljc 
,uiöe ceeclieiüng})e bcroo?faeefee ; ^oct 
i>oocft ecn peöecDagb \itt feibc met be tian^ 
: jbcftngen ban utu Ic beti. <een felföen <Out- 
^aOer in een J^?eöiHatie obre Davidts tooo?s 

len jpf : f i . Mijne zonden lijn fteedts voor 
ny 5 nicccht af n bat be i}cpligen ni onbe ti)^ 
ïen ge tUDonbjaeren tiar re bcugliben tc ber^f 
ïljetcii / rnbe l)aeré fcuben te outöoubeu/ 
iiet, fegljtbp/ gclijckde menfchen nu fijn. 

swooia te doen , dewelckc we gh- werpen 
Je gecfoglueniiTevanhaerelbnden 3 enöe baec 

jpgeeftljpon*^/ nietlieeUangöebaeü nae/ 
f^bcfenraebt: Hebt gy een boecU 'tlu^p^/ 
' 5in'C toelehe gp nb3e baegljlicUfcIje eeeffte*: 
,nmöenféfcijrt^ l^ebt oocft alfo een boecft 
,in utoe confcientie 5 enbefcl)?Dft baec in n? 
otoe btiegljürhfebe fonben, nietme (fi gt 
,l)P) als gp u nebeclegöt cpu bcbbe.,.. bjeng 
JoaïtnbDerfe/ enbe neemt een eeecfteninge 
an «bjc tbnben. 

cï;>iet anbftö ooeft Bafilius, betoeïcfte aï= 
';,bn6 fp^eec fet : ^iében baglj ge-epnölgljt/ 
,enbel)ctb.iercl? gébacn 13/ fbo if l)et bo^ 
.,baïïeft / of betaemelicït bat ecn^ mrnfcljcn 
„confcientic, m l))} ruft enbe fiaept/ ban 
,5t)n eugcn l)ecte gcoojbcr It luoibe» 
' Dorotheus , róleïtcc^ ^t>cl)nften gijeïcfen 
W02benlnbeBibiioteec "bce JDabecen/ fegljt 

bat 



Hom.t. ie 
Pfal.Xo. 



Baftlius 
torn. X. d« 
inftit. Mo- 
m png.3p6 
C. &Serm. 
commonit, 
de abdicat. 
rorum.pag 
24.5. b. 

Doroth. 
Doftr. 4. 
6c II. 



124 Klcynekerckc. 

öat be Boo,j-Baöcc^ getooon tDattm bit öac;^ 
cemnöer en te lecren ; 5öm tooo^Den 5nn beft: 

uonfiL '>fn(^ 3datïfr^ bebben onf bicftW^ gije. 

V 2p "ï^^t/ op toat toöfe ttjp on^ aïïe bae^jen 
„moeten cepnigljen / bot top te toeten be^ 
«abontöDubertoecftenfonben bpon^feïben/ 
>5Doe top ben becïoopcn bagö Öebben booi^ 
>>0eb?agt / enbe toebccom bei^ niojftenö /hoe 
„top ben nagöt öebben obec-gïjf ö:agöt 

3. ©anfommigöePacpfchc ILèeraeten 
oocft befe oeffenmgöe feeraen-geb^onghen/ 
enbe toegen befetoe to02ben eenig&e ban fiaec 
»yoogt) geeoemr» Gregorius fegfjt : <Jett 
jjpebermortboo^figljtelicft obertóegljen/ fa 
„bie goebe bmgöen bie ö» ban <0obt ent^ 
»>pngöenï)eeft/ aïöbïeQuaebetinigen/ bfe 
»DP <Oobe boo? bic goebe bnigen / boo? cm 
»niiaebt leben betgoiben fteeft. Laeren de 

«Uytverkoorcne niet nae heten dit dagelicks 

wte doen. iim toepnigï) baet nae boeght 
üpbfrbp/ bat bit üïergö een epgenff j)aj) bcc 
bcrtoo^pene te toefen / aitijt^ guaet te boen / 
enbe nopt 't gene fp gebaen Ij^Dben/ te Bet:^ 
pencftenoftetetjec-ceecftenen j enbe bat öet 
in'ttegenbeeïeenepgenfcöap bec uatberfto^^ 
cene i^/ daeglicks ijaere öanbeïmgen'te boo?^ 
fnnffeïen/ feiUe totbc gljebagöten toe/ be^ 
toeïche ben oojfpjongl] ban aire befeïbe fijn, 
Bernard de Bemardus Uccft \)itt Op meer baii Op ectte 
vuufoiitar. pïaetfe/ hl fijnr ^cl)>iften / acngebKingen : 
Jaom Dci. ''^«^^ glKiegütig&eit fitten/ frgljt fm/ 
55om te oo^beelen ; ïaet öe confcientc fcguï- 
jjbiglj flaen / enbe ïjacc fetocn Defcöuïbigen^ 
«be. j^ienmnt bemint nto méecber / ttie^ 
„mantfai utogetcoutoec oojbeéïen. épfeflt 

in 



Kleyne kerckc. 12 f 

i\\ ben nmiQcn cm ccftciiinge Dan ben boo2* 
icbcn naööt/ cnöe torefl fojööbuïöigt) th 
arnöentocfeonienöcnöaöb. <!rpfcötlnöcn 
.aljonötrcccftcnüia tianöcn boo^Ieöfiiöag/ 
aiiJc fojgöttjoo^: Dm toeliomcnöen nagöt. 
itóe noch uptö^ucftcfïcftcr op eni anöcc 
plactfc : lïc Daegcu al^ gp te beööe gact / 
anticcfocchtneecfliffötoatgp geöagt ^tbt/ 
enöctöatöPöeregötöcbtotJcc öagf)/ enöc 
tjoe 0p ben nutten trjt fjrbt aengöeïegöt tot 
tjerfecïjgmge Uan ört ecutoigfj leUen. €nbe 
ïnbien gp ben felben toel öcbt beurgeb^agt ; 
looft <0oöt; ïnbienqnaiiclt ofte fnpniagö- 
tiglj/ treurt/ enlaetnietnae ben naeflKi 
*^gf) bat te beïïjbm; hibien göp pet^ gjje^ 
)agl)t/ gefegöt/ oftegebamöebt/'ttoelCi 
Re utoe confdentie feer tD^oegjjt/ eet niet 
Uoo? aï eec gp fjet beleben fjebt. €nbe toe^ 
cïnebcrom in fijne bebote meditatiën, hibe 
ïcïhe j)p ccn bpfonbec Capittel [jeeft/ leeren^ 

e hoe den menfche hem felven moet onder- 

foecken, aïbu^ beginnenbe: een cu- 
.m$ onberfoecfter ban utoe opcegIjtigöepDt / 
.b50,ifnuffelt baegbltchö uto leben. 3Let 
neerfligf)J)oebeelgpbêcbo,2bert/ ofte öoe 
.beeïgp te rugge gaet; f)oe gp <0obt glje^ 
Jffjcft/ ofongcïi)ch5pt; öoebaenigbgpjtjt 
an utoe manieren / enbe Ijoebaenigö ï^i utoc 

.affeaen begeert utoe öert^-togten / 

,be|iiert utoe öanbelmgen/ berbetert utoe 
.gangen, ataet m n nïet^ on-gedifcipiineert 
,oberbïpben/ fielt aïïe utoe obcrn:ebïngen 
,boo? utoe oogen ; ^teït u felben boo? u feï« 
,ben / aï^ boo^ eenen anberen / enbe be^ 
,fc{)jrpbt fo uïa fetbm/ enbe moe fonbrn/ 

met 



dcvotifl. 
cap. ƒ. fol> 
197, 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Thom 
Kemp. <lc 
imitat.Chr. 
lib. I . cap. 



lohClimac. 
grad. 4. in 
Bibl. patr. 
torn. ƒ. Jib. 
tit. Seal. 
parad. 



126 Kleyne kerckc. 

^ crnDOUöïgyc Thomas a Kempis frggt 

oorft aïöué / ut 51)11 untmimtciiHe ï>occfti3ans 

5,DC Naevolginghe Chrifti : ^0 Qljp U fen3Crt 

wöoct öct aïrcmet^/ rnbe ten mmflen é\\t 
„öargïini ecii^» "ationtjS te UJcten / ofte 

„beu tc bo>en / euDe onöcrfoecht'|> De^ 
„\3ont,^ / [)oeöacni0lj gijp öu|iöcn glictóeefl 
5rjt mkJ0d2öen/ iD^ceUcn/ ciiöegeDagteit/ 
om öat 09 in öc fclf de mtffcgicn Dicïtniaeï^ 
ten <i3oDt enöc vcmm .ï^arflen Ijcbt ïecb ööc* 
Daen. 

lohanncsClimacus DïeUoo? öc opgenoehi- 
bc0cfcö;rücnlïccft/ (öogö öile syne ^(ijnf 
ten niet bcïe fabulcufe en berfiecöe ölnglje u 
ba-nicngïu öeeft/ jcnjeh icït 0^ een anöei 
pïactfe getljoont ïjebbe) toecljacit t)at Öt* itt 
een religieus / baet Qnam/ eeneft 
bonbt öetoeïclic een Ulepn boeclijrhen aen fij 
ne 5ijbe ï)abbe Ijangen aen fijnen g02beï / hVt 
Uieïeïic ( toeet öat lup tnact bcrljaeicn 'tgcnê 
BP fegijt ) Ijri baegljlicli^i 5ijne gebagtjten ar n- 
trnehenbe/ bic l)ti grtxioon tuas jtjiicngér^!' 
lif iicn l^aöcc 't öpeubvtccen. Ènde ick l 

bc hem dit niet aJleea , maer oock daér feer ve- 
le andere fien doen, ff0l)t !jnl (^^nbé bacc 

iiaer caébt Ijii ben meufiijen / UcbeKonmiecï 
fijn bUrcijaece faligOept / brie ordre qoeh na 
„te boïge n / feggenDc : ^ic ié ben beften 
;„\üoeefténaec / Die baegïjUeït^ bet? abanbt^ 
„Uiel reeeïient fijn Ucrïteï? enbe toinnin0t)r. 
,,'tiï)eïehe j3p niet betei* tuetenltan / ban M 
boeelije afle tiPten aïïe sijilrbmgen 

«en- 







Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



KIcvnc kercke: 



1^7 



Mepchent IBegeii öefc oeffminge Vxjo^jöt 
oogft t^attm Ignatiusban {jaec göepjefeh; 
♦toant «« eeit oubt man jijnöe / fegöt 
>öenï3efnptDaurouldus, enöemet fogcos 
te gaben / enöe fo gcooten öeiligljeit öc^ le^ 
tjeii^ Ijerciert/ öaböc een boeftie/ftt't toelcftc 
ÖP fijne geb,2eecfteii fcfjoon nogij foo felepn/ 
.oentepcftenbe ; 'ttoeïcfte ön aïé een tefta- 
ment {jeeft naegelaeten : toant 'ti^ aen fijrt 
Öooft ban bic gene / bie öem in fijne pecftte 
bp-fltonben gebonben : op bat be geefieüchc 
menfcöen fouben ïeecen/ met toat bierig? 
Ijepbtenbefoigemen moet be ceecïtenüige 

bec 5ieïe maechen» Petrus Ribadeneira, 

bie fijn ïeben befcöjeben öeefit / getupgt bat 
Üpalïeuuren fune confdentie onberfogj)t/ 
enbe bat öp feer neecfligïj boo.jfnuffeïbe toat 
pgebagöt/ Vuatöp gefcgfjt/ toat Ijn göe* 
aen/ enbe toatlju naegelaeten {jabbé. En- 

^5 f^'gtÖP? indien hy in defe heylighe ghc- 
^onte verhindert wierdt , fo boete hy dat in 
h naefte uyre , ofte ten minften by de eerfte 
elegenthcydt. ^00 OOCÏI Rovenius : 5(ae 

eenigen i^enïigen fijn gctuoon alle upren 
fjaer l'eibcn'tonbecfoechcn/ enbe te becbe» 
rren / gcïych gelefen tooJt ban Ignatius Lo- 
>la. mat ijitt ban ié / en of tjiec in niet en 
eecftteengrootefupcrftitie, (op bat icft nu 
ietenfcgge/ bat^etonmogeïich i^/ fo alle 
yr en fjjne fjiibtn Op te tepchcncn) ïaet icft 
Mn bfeflanbigen ïeefee oojbeelen . g|eft en 
'ianljieenietnaeïaetrnuyt te tepchenen/ 't 

^ne lohannes Baptifta Montanus banbe 
•Wiiften-Iaponeefen , bebjciche inrefl paepfcfj 
.jn/ berljaelti i?p/ fp^cecfeenbeban Daere 

<0oöt- 



DaurouTt 
Cat.Hiftor. 
cap.j.titul. 
fo. 5 5. 



Petr. Ri- 
bad. lib, ƒ. 
ctp- I. ia 
vitaejus. 



Koven. Uh. 
cit. p. 39^. 



Apüd W 
renium, de 
Relig. in 
Regn lü- 
pOn. caip.j, 
pag. 14-8. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



ïig Kleynckerckc. 

<6oi)tfaIigf)ribt cnöc devotie , fcgljt aïbud i 
5j'3ln't üif gtf n sjjirfe fo gau^u niöe accuraêtj 
„öatfc ni Ijarc gatitfcijc Men niet anbrcö 
«fdjijufiigeöacntcijclJbnt... ^cnigeöecfeïf 
5,Vie IjaDbcii Ijare gefcijcebciie ücïijömilTc xnd 
>,bf uict fjacc geli^agt. 3ch toenfcDc öat mp 
»,geïooftniagUjo>öen/ öat ich be baegïich- 
>,fcl)e otjfccercfteningm ban öare öanbeUn? 
5,grnUan een ganfcl) anbcr-ïjalHaec (toant 
„fo langen tijt l)abben'fe ger n pMcfïrc gcïjat) 
5,m bic fcïjiiften bupbelicïi gcbonbm ïjebUej 
„tlii Ijabbcri op bie ordre ijacc fonbni op een 
„ycbcc bag acngetqicïient / aï^'feboo? bim 
„tijt oui ben agtm of bijfticnbcn bag getooon 
,5Vüaccni te bicgtcn.... .fl^acr bat'te öarrc 
jjfoubcu Uan agticn niacnben / op ordre üe^ 
yyti)t$ a£rngctr|icftent/l3002tb2agtni/ bat \i 
„infonbccljrit te Dcrloonbrren. <i3n fo ijet 
ooch/ bogUïat geloof bc Munnicken en Ie- 
fuitcn bcrbinini/ aiófr fd):icDcn bau be boo^t* 
pïantüigc bci* Religie in biebcrce gelegen ïan^ 
Den/ fuïien bjjii/ öooj be^ IJeecm genabe/ 
tooncn op een anbec plaet'fe. 5^at ban ee< 
riige particuliere fonben (toant ban alle / op 
clck iiyre , ifl onmogelicft) al^ l)et fonbec JjO" 
nen Uonbe gefcljieben / toeï ftan banbe €l)n(^ 
tenen negijlec gcljouben bJojben / fïaen tón/ 
^itt D. nietanbece/ feergeerntoe/ ombie in fom* 
Voet. an* mige gelegcntljcit / tot onfec mcr rber bcroot* 
Sf f^i^r "^oebuigr/onöbjeberboonel)onben;.E^aec 
Sf.bOT kop en begeecen niet bat on^ boecjchen/ tot 
Bayi. hm bien epnbe geniaecftt / in b^eembe ïjanben 
hp ïjonödt faï ftoinen / Datmen baer mebe fal pzonchen, 
Sitmad. ^^^^ niinber üJiïlen top bat bit berniengt toot? 
P«S 394" ^ niet eenige fuperftitie, en fchrupuleuf heyr, 

ebeit 



Kleyne kerckc. tip 

■Irbcrtaï^ofmni/ 'ftmtoret met onöcr toat 
^^Jlcaffe/ bfcbonöenhja^alle uyren (Ijne fon^ 
^mamutepthmen. 

jlléfiiöeingetoogcnil^fiiöcnenbctragljt; Sex- 
ricius, öen iloomeurifcljcn Phiiofooph, !jab- 
i-^OeDcfe gtjeüjoonte/ öat op't epnöe öe^ ^ 
^mM/ als^ j)ti örm tot De itagfjt-mflc be^ 
/ 5Ö"e 3ieïe tjjacgl)i)e : Wat voor quaet 

t^ebt gy van dacgh gcnefen ? wat fonde hebt gy 
■Éegengcftaen? In wat opfighte zijt gy beter, 
i^'ian gy voor defen waert ? (Cxitie Seneca , ölf 
JitDan Sextiusünrljoflt/ öcöe oocft felUe Dit, 
,^it 5Ön 5öne tooozöcn : <6f n peöcc Dag!) 
,bfpïnjt'ich mijne faecribniiin fdben; 
, jjet ügijt ban nijjne oogen liieglj gcDaen / 
,cnöe mijne b^oulue/ mjine geüioonte tue? 
,tenöe / ftoögijt / fo onöcrfoccft' ich ben 
>ganttcl)en öagt) / enöc berUjege mijne luerc*' 
,ftcnenDe mijne tooo!ben. cf^ïct?berberg!y 
,icftUoo?mp/ met^ gaeïch l)oo?bp: toanc 
,toaeronitbuöMchecnige bjm mijne ötnae:» 
^bngenbzeefcn/ naöien icïi tot mu feggïjcu 
jlian ; ^iet Dat gn öit niet meer en boet / nu 
jbergeef ïcft 'tu. aBaeclicft bectoonbecïic^ 
te toojben 5ijn bat ban een =l^>enben / bie on^ 
tengefien Ijn fo magbtigl) tijcfe / m fo ïjogeit 
Beerbigöeit geflelt tua<J / enbe baegöïicFis fa 
leel te boen babbe / nogïjtanö öem felben 
laegblicb^ onberfogïit/ enbe 31311 gftemoet 
iaegïieh^ nep om rcecftenrngbe tegbeben/ 
teen anbeclight, ban bat duyitere bet nae- 
uyre öebbcnbe. 't^oube gbeïMiffebcft be 
rcootflefefjanbeboo: oné Chriftenen toefen / 
iii't ligr en bevel Rebben bau ^oDe^ IDoojt/ 

^ inbieti 



150 Kleyne Kcrctcc. 

inbicn top oitïj Dan bicn Heiden lieten tjefcfjac 
men / enbe ih öefen te boljen gaen. 
Diog. Li- 5Doölj oocft Dit toaé De pjacnjf fte ban Py- 

ert. mviu ^hagoias, euDc Jljnec Difcipclcn : iöautljp 
to02t gefegïjt gctooon getocefl te 5ijn Die te 
Ijecinacncn/ Dat'fe Dar glich?^ / aïö'fe 'tl)up^ 
f^uacnif n / iiaer feltjcn fouDen b^aegljen : 
Wacr in hebb' ick over-getredcn ? Wat goet 
hebb'' ick gedaen ? Ende wat goet hebb' ick na- 
gelaten. 

Tiutarch. ^1^^^ ^i^» becfcïjeelDe Plato'os gïjetooontc 
de uciiitat. niet üeeï ; fo nieniijmaeï aïé lm toaé bp nieu^ 
^""K'fl ffö^" aetoeeft/ Die onDeI]oo>lich t)anDeïDen/ 
«xftoitib. / ^^^3 getooon ia't ïjepmelicft 

J)em felUen te óiaegfien; Ben ick oockniet 

fulckencen? oftCj Hebb' ick niet dicrgelijc- 
ke gedaen ? 

▼irgii. in <C)en poëet VirgiUus fegt/ Daer fp:eeclit 
vócm. dc loan een goet man; 

Vir. bon, pym^ f,} dulcem decUnent lumtna fomnuffif 

Otnnm quam longi reputaverts aèia diei . 

<5>atiö/ 

Sluyt uwe oogen niet om foetclick te flae- 
pen 5 voor al eer gy hebt o ver-gerceckent alle 
.iedaedcn van den langen dagh» 

<5>efe i;>epDenen fullen opjlaen om on^ in 
't ïaetfte oózDeeï te bcrDocmen / inDicn toy 
ttogl)Derni|bnooDigen piigl)t tjecfninnen. 

i 1. ijier toe bcIjoozDe on^ oor ft te betoegen 
be groote pDeUieyt ban bele b:oub3en / Die 
Öaeeefpiegeïóaltijtöinet I)aec om-Djaegm/ 
cnDebpnae êlcft bogenbïicïi Die inflèn/ om 
' tt blecftjenö \yam^ aengljefiglit^ af tetoif* 
feöen / om Ijace fjapctoel te fejjicften / of tot 
eenigö anDet pDei gcb^upcu 5 enDe fouDen ton 

Dan 



J 

1 Kleynekerckc. igi 

öan nfrt bargtjlicft^ mfien Drn flpiegcr ba« 
<!5oöt^ iDct/ omfonöcrbettoff Dc Uïefhen 
oiifec fieïc / niet öetuerche 5P Öacgblicfe^ op 
nimto^ hefoetelt tuo^bt / uot te toiffcften I 
igoefaï fuïcften ijimïeii naelaetfabepöt Ijooj 
onfcn öecöter berontfcöulöigt honnen tooa- 
Oen^ 

III. Jlï^aer ïaeten on^ infonberöepbt Die 
beeïtioubigti^ nuttigheden beitiegeti / bit tot 
on^/ upt be daeghiickfche onöerfoechmglje 
ban on^ feïben / fulïm af bïocticn» J©ant 
ÖctDiflcïichöittpeccftenfalon^met ydel zija 

in den Heere. 

I. ^efe Daegïicftfcfje onbecfoecïtinge fal 
üxi^ bequaeni nialtei^enïepbc» tot boetveer- 
digheyt, <önbe bat m twee opfigtcm 

1 1 #m bat'fe bienen fal/oni on^ teonta 
becftenonfefonben/ enbcte boen flen onfeii 
^ eïïenbïgeiiflaetcube conditie, toeïchc ié htt 
• begin bet faïigl)ept / mbe ben eerflen'tcap 
totbetuaerebetonnge; bjantbïe goet bJil 
toojben/ moet eecflgelooben bat öp quaebt 
ttf , ^it \noit aengetoefen / 9ec, 8. 6. Sy 

ibreecken dat niet reght en is , daer is niemant 
die berouw hebbe over fijne boofheyt , (eg- 
gende y wat hebb' ick gedaen ? iCboonenöe 

bat'er bacrotti niemanbt bia^/ bie berouin 
ban fijne booföeitbabbe/ jaeoocftnict hon= 
be Ijebben / om bat'ee memanbt toaé / bie in 
3ijn feïbe neberbaelbe / enbe be binnen ftame* 
een ban fijnöertebooj-fnnffeïbe/ fcggenbe/ 

wat hebb' ick gedaen ? fcgï)t OOCÏi David , 
S^ft I ^9; 59* Ick hebbe mijne wegen bedagt, 
cndc mijne voeten gekeert tot uwe getuyghe- 

«iiTen, te hennen gebenbe/ bat ÖP mfl fiU 

31 2. we 



IJl Kleynekcrckc. 

ne tomen öabtic mam/ öati^/ne^ftigïl 
onbecfogöt / enbc Dat Ijv öoen fijne afbtoae* 
ïmgen gcmecrlu IjcbbcnDe / fijntjette bcge* 
beiihaööc/ totcen precyfer onöecijouomge 
ban <0oöcïJ ilDct. ^^e rcöen tDijjl öit upt : 
mm \)oê Uan pcntant fijn leben Uecuetc* 
ten/ foïanaD gelooft Dat'ec geen betec 
leijen/ Dan öet fijne/ hantoejen^ J^oe tan 
pemanötüan fijne fonben bcfeeeren/ fo lanj 
QChn I Dooreen toaece onbecfoecftmge fim^ 
miwxtt Dnnbdieft en toeet/ öat Ijp toaecj 
lich toanöcU op Den toegööec fonöe/ oe^ 
booöt^ / enbe Der eeutoigt)e \3ecDocmeni1ief 
\m ónniogeïicïi Dat een DtoaeïenDc cepfigec 
ban fijnen tocgl) han heecen/ inDien Ijp üp 
ficm fclïien lüet en Dcncht ; ^en icft oocli op 
lïenregDtentoegl)ofmct> €öen fo iflooch 
met een UerDtoaeit fonöacr geïegen ; ^on^ 
Der Defe onDerfoeeïünge / fullen ï)em fijne 

wegen reght Ichijnen ; Daer Ijet laetlte van die 
fijn weghen des doodt, 5^?oiJ. i*- l?pe 

janimerlieft beD?oogl3 Den^DnptjeïDe ftercfte 
ban Laodicea? roemDe Dat'fe vemjckt 

toa^/ enDe Dat'fe geenes dinghs gebreck en 

had'de ; enDe onDertnjl'cöen getiuigljDe Ijp / 
Die öaer beter feenDe/ Dat'fe mDer DaeDt el- 

lendigh , jammerlick , arm, blindt, ende 

naeckt was. ü^aerom bjiert'fe fo fetjanDe:: 
Heft ban Den Sathan beDioogcn^ 't toa^ om 
Dat'fe Ijaer niet Daegtjïieft^ onDerfogbt. 
roeniDeooeft De fterehe ban Sardis DatTe leef- 
de ; niaer Den $>. OJeefl getiipgijt Dat^e doot 
bja^/ te toeten/ ïnDefonDen/ ^penb.3.1. 
g>o'grof fiiïïen ton ban Den Sathan nopt De* 
Dioogen Honnen toojDen / inOim 



Kleynckerckc. ijj 

taetibMthé onberfoechen/ enöe onfe jieïen 
grtucnnentc toepen om reecheninge te ööe* 

%ile baegen/ jae aïfe upren (fobaniglji^ 
onfe b^Dotljf pt) begaen Vuu ibeïc fonöcii/ toeïc* 
fee top/ boo? onagljtfannljept / ofte getoelt 
ban paflien, ofte om bat top mctonfe gebag* 
ten op eem'gö anber torcch ticflgï) fijn / niet 
en bcrmerchen / of boo? t)et tegcntooosbige 
onbechennen. .ID^aer aï^ top oné tocrch gec 
epnbigljt Ijeböenbe / enbe ban nieecbec t)^ 
(Ijnbe bcpbeUan diftradie enbe paffie, eenigen 
tïjt nemen om on^felben enbe btt gepaffeec* 
be te Ijecbencïten ; ban fuïïen onfe gebagf)ten 
onfefijn/ enbefnllen mïioubt bloebt/ toat 
ïiebaert fïjnbe / Me bingljen honnen ficn/ 
bie t3oo| befen ongefien fjenen gingen. ï^oop 
befe neerflïge enbe naiitoe onderfoeckinge fal 
on^ ban bnpbeUcft bhjchen/ Ijoe menig!jmael 
top baegljlicïtsJ ftrnpeUeïcn in pbeïe gebagö^ 
ten/ quabebegeecïieïibebcn/ tooo^ben/ en*: 
V- 1 be toerchen ; jae ïjoe menigljmael top baeg!> 
' KeftiJmbefeïfbefonbe Ijaïlen/ ofte ban gie* 
I ngïjeit/ ofte ban onmaetigïjeit / ofte ban 
Ö^eftïgöept/ ofte ban eenige anbece fonbe, 
lob fnlcften on-epnbïgen f toecm ban fijs 
nefonbenfagl) / |ae een Bcpc-ïegec ban ons 
naegötigijcitöemomcingeïenbc / foo toïert 
öp gcnoobtfaecftt npt te toepen : So Godt 

luft heeft , om met den menfch te twiften , 
niet een uyt duyfcnt fal hy hem be-antwoor- , 

den 5 upt fijnen fïaet oojbeeïenbe ïn't gemcpn 
ban bic ban aïle anbere/ 3Hob.5?. 3. vDaet 
fijnbec onber be Ouben / toelc he mepnen bae 
- lob eegifiet: öeeft ban fijne fonben geljouben / 
1^ 3 5 enbr 



1^4 Kleynckercke. 

f nbc bat Wfe QtXmon getoeeft aen te tepu 
fecnm / ödijch fccc toeï gebmcfet eïDcc^ 
gelcfcn te Ijebbe»/ niaec ew toecte nu niet 
tajacr. JBpfoubrnoocft/ te cegöt hcnnnis 
be toat MtTelicfte fcbepfeïen top fijn / met Da- 
vid corpcn / ^f: 130. 3. Soo gy , Heere, 
dcongercghtighedengade flaet: Heere, wie 
falbcftaen ? ^ict Pf: 

Indien wy onfe fonden maer van eenen dagh 
Chryfofth . nauw wilden opteilen , dan fouden wy beft 
Hom. 20. fien aen wat groote fonden wy fchuldigh wae- 
in Matth. j.^^ ^ ^^^j^^ ^^^^ toaccOrpbt Chryfofthomus ; 

enöe fofcgt)t ooch fecr betoecoliïich nijjiirn 
Bernard. j^Bernardus : 5nbienicït nip nfct iu en fie/ 
Yotllr.ÏD 5>fo hen icïinnjnfemen niet; enbrmöienicft 
12. Quo- „uipbcfie/ t'oftanichmpfeïbnuüctUfcbM' 
modo Te ^^gcn. jijcft Viiiibe fo üde buiaeu üi mp/ toelc^ 
nufamc ^jfte beftL'affutöf cnöe fcfjacnitc toeerbig fijn / 
que confi. 5,enbe Doe ich nip nautoec enbe gebupngcc 
derarc. fol. „onbecfoeclic / l)oe ich inercbee groutoelcn 
5j\Jinbe in be Ijoccïicn tjan mijn ïjecte» ii'^ant 
5,'tfcbcctbat icU Ijebbe begljinnen te fonbi^ 
5,gen / Ijebb' icft nopt eenen bagU fonbec fon^ 
5,be ïionnen bcuc-b,^engcn / nogljte Ijoube icft 
„op om te fonbigen/ maer baegljïiefeé boe kh 
„fonbe tot fonbe ; toelefte tooojben/ boglj 
met eenige bcranbecinge/ oocïi in Anielmi 
Meditatiën te ïefen fijn. 

,^>u/ inbien onfe fonben een^ op fulcfeen 
toijfetoaerenbooï on^ aengeflgljte / fpfou- 
ben on^ boen beben toegen bieefe / pf: 5 1. 
'^U ton aen onfe wegen gebag{)ten / top fou^ 
benbcfchaemt too>bcn/ €5ecl), 1(^*^1. on^ 
becnebeccn/ enbe geen rulle aen onfe of- 
ben/ nogljte fïaep aen onfe oogen geben/ 

tot 



KleynekcicKC. 135- 

tot bat top boo? bortbcccbigD^t onfe bjcöe 
„Jiaööen niet «öoöt gemaccfet. Befie ick 

5jmy felven , fcgijt öe ti002gcöag!)te Anfel- 

,5mus, myn gebacubc berfföjicht mp : in- 
„bieiHcftmpfdljemet en bemccche/ fo öe? 
«bacgöt nip mijne UerbocnicnitTe : öefïe icft 
„nip / 'tié een onUecb?acgIjiicUe afgrijfe? 
«lïchljept: befieicïimpmet/ 'ti^eenonUcc^ 
„b^aêgïjliffteöooöt, 

1 1 ^cfe Oni^edoechmge/ als'fe beïjooj^ 
lich gebaen tooit / faï een middel f ij n om on^ 
tot bekeeringe telepbcn / om bat'fe 011^ fal 
tljoonen met luat gcbulbïgljept cnbe langl)^ 
moröigöcut on^^ <Doöt be i;>eece berö?acgen 
fjeeft/ enbe bat (ju on^ / fcljoon m nogl) fnlc? 
hen defperaeten fïact bec siele fijnbe/ in ge^ 
nabe boUen onfe Uecbienften gefpaert Ijeeft . 
JBant Ijet fal blycften bat öp on^ menigö^ 
tnaei geboobt moglit ïjebbenV afe top fjem 
tecgïjbcn booj onfe fonöcn ; gelijch bp Èla be? 
be m fijn bzbnchenfcljai) / Belfazar^m fijne 
otjecbabigöept/ Heiodes in fijne öoogljmoe^ 
bigbeit / enbe Zimri enbe Cof bi in Ijaece on^ 
cepnigl)eït. cï^n / toat Cönf ten Ijett en fal 
«iet beüen al^ Ijn gebencftt / toat grooten ge? 
baec !)P ontliomeii is> cnbe fmelten In trae? 
ncn/ ali^ Ijp oUecbencht ïuat gcooteii gena? 
be öp ontfangen öeef 1 1 <6nbe Vuat 5iele fal 
baec boo? niet betooogen Inosben om fijne be? 
Uecr mgc te I)aef ten / op bat |p moeljte of nac 
befcnfulche gcUacren tioojltomen/ ofte een 
banchbacc ï)erte aen <6obt betoijfen/ om bat 
l)p beai foo gcnaebigïjïich gefpaert liceft ^ 

Rom. z,^, 

z. ^efe (Dnberfoeclungöe fal oocU een 

4 0oet 



Onlmls 
gravis an- 
guftia : fl 
me infpi- 
cio,non to- 
lero me ip- 
Aim , &c. 
Anfelm. im 
medit.fuii. 



Henr. Maf, 
Tribun. 



Dan.f. 2,5. 

A61.I2. 21, 
22. 

Num.2j.5> 

7,8. 



fikt Cor. 
S. lOt 11. 



#hryrofth , 
expof. in 
Pfal. 4. 



\7,6 Klcync kcrcke. 

ÖOctmiööcïVücfcn/ om toeftomciibc fonben 
1300^2 te hottien ; enbc dat ooch Uiebccom in 

twee OpflcfttCll. 

I €>m bat b'untbinbingc ban onfc boo2- 
jjacnbe btoacïingcn / boo? oufc oojen fal 
leggen / onfe bpfonbccc fmachbcben/ enbe 
falon^ boen fien briobc bc berbosbentöeben/ 
bie on^ foo bafï aenftlcben / enbe b' aenbeg- 
tïngen bie on^ menigömacï obecbiinnen» 
^nöe aïé bop een^ fien fjoe bjp nnfïepbt fijn / 
tnbetoat'et ï^i/ ftoeïclieonébebzoogen en^ 
öe obecüjonnen Ijeeft ; fo fuïlen bjp bacr booj 
ïeeren / Ijoe ton oné tegen bie aenbaïïen moe- 
ten toapencn V énbc Ijoe top be toapcnen 
moeten l)anbeïen / aï^ 't be gelegentïjeibt fal 
becepfTéljen» <öen pebec boojgaenbe btoae* 
linge fal on^ toijfer enbe boo>fïgljtigec maec= 
ften / tegen ben naefl-boïgeiibe aenbaï, 

I I (Dmbat'fe ons/aïé ton on^ met b^oef- 
Ijeit bernebect ïjebbeh / bebsèeft fal maecUen 
ban nae befen biergelijcïte fmette te Irjben / 
cnbebeerbigi) om alle aenbeelitïngen tegen 
te flaen . ifeant ton feggen gemennelich / 
batl)etgeb2anbelunbtlKtbpcc b?eejl; felbe 
öecft'et tot'et biec niet naeberen . .élemant 
fiil ooclt foo genegen fijn om te fonbigen / nt* 
bienljptoeetbat öp bmnen vier en twintigh 
uyren 'fal tot becbêtecinge moeten ftomen / 
enbe gcflraft toojben boo; bet recljtbeerbïge 
bonnis bvin fijne eugen eonfcientie . Chrilbf- 
„thomus beeft feec toel gefegl)t : <De 5iele be^ 
„bjeefl fljnbe ban't bonni«' / ofte gecigljte 
„ban gifcrcen / fal tcaegec toojben om te fon- 
^jbigen/ op bat'feDviet niettoebec onbeclja^ 
a>bigü &et felbe bonni^ mogöte maechen / 

rnbe 



I 



Kleync kercke. 157 

. jjgegeeflrït mogljte too?bcn* Als wy voor- 
leden Tonden betreuren , fo fluyten wy de toe- 
komende uyt , fcgfjt Ambrofius. 't<^€m AmhrA. 

SenecabmiDcn too2ngffrg[)töecft/ i^mbe^ ^^"^ 4- 
fcn opfigïjt toaeragötiglj ban alïe anöece fon^ Tcïo i.^* 

hm : Den toorn , ffgljt Ijp / fal ophouden , ' * 
ende faghter worden , als'fe weet dat'fe een 
yeder dagh voor den Righter moet komen . 

.f^iemanötfaHigijtrticft bctooogen tDozöeu/ 

om öie fonöc Jjaeflcïicft Vueöec te Doen / öe:= Libr &io« 

fupr. citatt 

lick/ mbe met ruïchen grootcii befdjaemt^ 
fieitöe^aengcfigl)töbooja3oöt öe i^^eece be^ 
fdnm Ueeft, o^nbe foó faïöoojöe|egcbnn* 
ngeoeffnnnge be ftoutigheyt ban ome foiV 
ben feec m-gebluongen \u02ben; a5cïijch op 
eeii pïaet^ baec een geflcenge cnbe neecfïige 
Magiftraet / bc ïjoeörn öaer becbecgen / 
brrmmbcct bao^ben / enbe groote flïlte i^; 
5tlfo bjojbcn oocït bc fonbcn bebjeeft / aïé'fe 
bacgbïicft^ tot bc bnccfcljaerc gljctrochcn/ 
enbc ban een geftrengen üigïjter nan\o b)02- 
bcn onbecfogljt; fo fal be ftcagljt ban onfe ' 
mwoonendebecbo:bentl)eitmcec enbe tneer 
tnoibcn bccfbiacftt / ntbe be fonbe in oa^ 
baegïicri,^ geboobctbjo^bcn. 

9. ^e bcljoo2Ïicfte betcaglitinge ban bit 
icercfi / fal onï? br f bjacfïöebcn enbe ftcuuc- 
Iteïingcn ban onfen ebennacftcn / met meer- 
Dcc mebe-boogentljeit boen bcrb2acgcn« <Bit 
geeft Pauius teberflaen / aU !)u bc mcnfcl)cn 
tot fagftmof bïgöeït tegen anbcre opbjccltt / 
öoo^j bcfe acnmcccftinge / om bat bjn oocft 

eertij ts onwijs, ende ongehoorfaem waeren , 

31 5 etc 



138 Kleyne kercke. 

ttu Cit. 5. 2. 3. oBnbe toeöecom <Öaï. 6^ 

I . Indien een menfche overvallen ware door 
eenige mildaet... brengt den foodanigen te 
rechte met den geeft der faghtmoedigheydt : 
fiende op u felven , op dat oock ghy niet ver- 
Bernwd de ^^ght en wort. <Bm OUöeil ÜCCracr Bernar- 

vitafoiuar. dus ntcrcïit actt / öat al^ Paulus l)em bcïjjöt 

ad fm. de |^ voornaemften der fondaren te iïJefen / j)p 

monieDei gcfegljt Dccft iiict balfcöïicft/ ofte upt 
er niglj ï)»ïf fii0bf / «i^^'c upt ccii gevoelen 
enbeagOthige/ 'ttoeïcheöpljaöbeban fijne 
cpgcn fónDeit Want die, fcg^t^t InV door 
onderfoeckinge hem felven deur en deur kent, 
meynt dat niemants fonde de fijne gelijck is, 
dewelckc hy niet foo wel en kendt , als de fijne. 

<en toaerlich \13at ié ö' oo?facchc / Dat De 
nienfc{)cn foo meefteriick , foiiDet cenige mc- 
de-doogentheyr, anDcce ijccoozDecïeu ^ ^it 
ftonit üecltijt^ necgen^ anDer^ ban Daen / 
DanomDat'fcfdöcnuUjaec feVoew trr ncDcc 
baden/ cnbeljacvecngen fonbni Doozfnnffe? 
ïen; iMecom UirljefTcn t\i Ijact fo b\uactlicfe 
htiom anDete ; Daec Ijet geüorien ban ïjacc 
epgengrbjeedten/ 't tneidte Doo? Dcfe fiftin- 
ghc Der 5lden homt / tjacr ncDccigl) foube 
maccïicn in !)aer epgen ogen / enbe barniljec^ 
tigljontcentanbrre. 

4. !:^nbirn üjp foo bacgliïïch^ onfe fonben 
ïlueHm cnbe bcftcaffen / fofuücnUnibcnSa- 
than ban fijne hoopc enbe oogljnirccii becfie- 
ften ; enbe befe bacglicftfdje reecUeninge niet 
on^ fdUen / fal on^^ tegen fijne aenbecljtin^^ 
genban baanliopc bcrfceccUen. 

I JDy fnUen ïjeni ban fijn hope berfte^ 
to/ enbe maecften bat ÖP nopt ober oné 

fijne 



Kleynckcrckc ijj 

'fl/rteoubcöcerfcöapppctocöec htijqe: toant 
noj^it faï ober onfe foïiöcn öe ^oime onbec« 
flaen ; top fuïïen bie öoo? öen toacren geïooUe 
in Chriftus , Doo? ecnftigc tcaencn ban boet^ 
toccr biaöept/ enbe bpecigc 0cbröc« tot <0obt/ 
tocifoeueii/ eecbJbon^totöet fïacpen bcgc* 
toen ; enbe foo m (uilen bjp nopt den Duyvel 

laetfe geven , <Öpl), 4, zj, a^eïljch m 

cüuiifm/ öaecbebienflniactjïjöcn aïïebae< 
gen/ uptaïïcöoccïienb^biiiiiigljept nptbee^ 
Qcn/ gccnfpïnne-tüebben geflen cn tebeni 
ifo oor U öaec bacgtjlir hé öcfe onöerfoecftin* 
c geöacn too^t/ öacr tbo2t Ijct inluenbige 
ijmi^ gcccirngljt / enbc ben Ijeïfcben Spinne- 
kop ïmi geen geïcgcntitjept binben / om baec 
Jijneboobdichebjcbbcn tc fpïinicn cnbe upt 
fte b^cpben j gccne fonbcn bïnben baec een 
gecufle bjooninge ; fp tuojben unt-geUïo?pcn 
ree bc §)onne onbergaet. 

1 1 lil^aee ooeh befe bargïichfcöe reke- 
ingcmctou^fclben/ faï/ 

I oBecfV een middel fijn/ om ons te 
fleecïien / tegen be^ ^nnbeï^ aenbecljtingen 
ot wanhope, 3©ant oin bat Vtip fo mcnigï)< 
laeïljebbcncecrfteninge met onfe sieïen ge** 

Öouben/ fo öebben top een recljte feennifTe 
oan onfe fïaet gehregen ; top hennen onfe 
nben/ enbebel)oebanïgïjeptberfelbe/ en* 
«e bacroni fuïïen top nïctfo ïigijteïicït ban 
ben Sathan beb:oogen toojben / aï;^ öpTebec- 
ftoacct/ enbe m een fcïjjicïieïicïie gebacnte 
000; onfe oogen fleït/ gelijclii !)P pïeegö in 
xjticn ban bcnautotöept te boen. 

I I 't^aï/ten tweden, een mibbeï fijn/ 
mon^ m tijt ban aenbecljtinge en b^jeefe/ 

te 



V 



I : . 



1^ 



140 KIcynckcrcke: 

tebrrtrooflen/ omöattoiatufrcöen onfcjic* 
lm enDc 4i^oöt aïïc^ ftebbeit effen gbcmaecftt. 
5Cï^ top onfe fonöc n Rebben bcieben / on^ fcU 
bcnbeflraft/ enöetot<0obtblieöen om bcc* 
gebmrje / fo bebben top fijne beloften ban 
fiuïj t-fclieïömge enbe jjenacöe ♦ ^nbe ban 
toeten top / Dat onfe fonben/ ïjoeöaemgö 
fpoochfljn/ oné nieten ftonnen befcöaebï- 
pen/ ombat'te''ï3obtbergebenbftft. ^n- 
oeöitfaïon^ een grooten troofl fijn m tijbt 
ban aenbecötlnge enbe benantotljept ; on- 
trent toeïeften tiit een weynigh üjebe bet con- 
fcientie, meecbet toeetbiglj ban be ghcheele 
hjereït i^. 3ae l)p bie getooon gfjetoeefl 
een baeaDïitftfrÖe ceechemnge niet fijn epgeu 
jieïe te gonben / faï op 't gcfigöte fi(nrc fon- 
tien betooogen too^ben / om eecber 45obt te 
roemen toegen 3ijne genaebe J om bat bp'fr 
Ijem bergeben Ijeeft / ban te toanljopen ban 
fijne genabe / toegen b?eefe bat öPle öem 
niet en fal toilïen bergeben. 

^efe baegbïiclifclje onbecfoecïiingöe/ 
faï on^baegI)ïichïj grooten tcooji / enbe een 
foete gecuftigbcpt aenbjcngen / aï^ top on^ 
nebaleggen om te flaepen. 

I Sinbien top fo geincïngl) fon/ bat top/ 
na onberfoecïtinge/ onö ban gtobe fonbe niet 
betoufl enbinben/ jaeoochbecmercftenbat 
top aï enigen boo^Jtganc ft gebaen bebben in't 
öecflcïicfteïeben ; foftonnen top onfe 5ielen 

bectCOOftcn; toant hier aen kennen wy, dat 
wy in hem blyven , ende hy in ons > om dat 
hy ons van fiincn geeft gegeven heeft , i, 510(1. 

4. 13» iDp mogen tot onfe jielen hiet ber- 
M« 4; iT. yenginge cóepen : wel aen, gy goede ende 

ge- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klcynekercke. 141 

getrouwe dienftkneght ; Ujant f\i(t uyt wetea 
wy jdat wy het eeuwige leven hebben , i .^OÖ»- 
1 3« ^iet Rom. i. Mare. f , 3 34, 

II <6nöe j)of gccufleïïcftfuïïentopon^ 
an op onfe betidrn lionnen ter ncDec leggen I 

David fegi)t J^f:4. Spreeckc in u-lieder 
herteopu leger, ende zijt ftille; IDaet 03 

feïüe öit betcagöt l)ebl)enöe/ befïupbt bie« 

Pfalm met öefe tooojtien: lek lal in vrede t« 
• faemen nederliggen ende flaepen . ^le itl 

redetDiïflaepeu/ enöeop Davidts peiMuVuc 
tec neöediggljen / moet oocft ïunflccemiae 
Davidts raedt» ïöaci: geen bitigl) öateenjJ 
menfcfjen bebbe fo fagjit / nogö ftn fïaep fa 
éoet ftan maec&en / a\$ een goebe confciendfc 
Ifeetié/ ffgöreceen/ met be fonden, gP% suavfu* 
Itjcftmetbeforgen, bepbe ontflelïen fti een^ -lormiunt. 
menfcljenffaep/ bepbefijn'fe oncuftige tieb^ Sint'cSl 
be-maet^ ; becbaïiaengeïijcïifpfoeteUchflae? 
pen/ bie tjaece fozgeninöaecefclioenennes 
bec liggen j alfo fïaepcn fp oocft met be meefle 
öjebe / bie geen fonben met jjaer neberïeggen ^^rtMar». 
omtefïaepem iCotbefulcfeenugljmenfeg- 
flen / 'tgene Salomon fp?ac{t / 5,200.3,14, 

Soo gy nederlight , en fult gy niet fchrieken ; 
macrgyfuit nederliggen, ende uwe flaep ial 
foetwefen. ^f: 13.4. 

I I I 3|ae top fuiïen niet aïleenlicft in b?e* 
.e fTaepen ; maec ooeh onttuaeeften / enbe 
opflaen met een U^oliehee l)ecte/ enbe met 
meecbcc üccöoebinge geUjapent fijnbe tegen 
be fonben ban ben tjolgenben bagó. ^f^^f» 

6. (Doch befenuttigöeutfuncn top unt be* 
„ baegbïicftfcöe onbectoechinge onfc^ feïfS 
liietli^pgen 3 botal^topi^an ben igeeee g|ge« 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



V 



/ 



r. 



142 Kleynekerckc. 

tuj^tigïït / etibe met f toaece tegenfporöen 
0eö?uchttoO2i)en/ ton niet en fwllen betten 
murmureerenteöen <éoöt; maec top fullen 
on^ftrup^ gcdulDigö U^aejjen ; 2|a onfeüeeï^ 
bouöigeenbeftoaerc otjertreöingen bemecc- 
ftcnbe/ foofulïen ton in onfe ftecten behen* 
tien moeten / Dat top tieeï Ijaröer coeöen üer? 
ment öebben / enöe fullen <0oDt^ groote 
tiacmöcrtigbe|it/ ooclunonfeftoaerfle Dec^ 
bjucïnngen/ met Uoïlen monde coemenen* 

beprijfen. ^l^ top onfe wegen onderfoec- 

ken , fo fnïïen top niet be ïiercfte feggen : wat 

klaeght een Icvendigh menfche ? een yeder 
klaeghe van weghen fij ne fonde. Het fij n de 

f^eder tieren thcden des Heeren, dat wv niet 
erniclt en fijn , dat fijne barmhcrtigneden 
. geen eynde hebben. Ïllae0l)l. ^ 3 9- 4-^» 

/■ 7. €pnbelttft/ bi'too^Deeïen Ijan oné fel* 
brnopDefe topfe/ fal een miböeï toefen om 
<BoU§ f toaccber oosbeel / en in bit ïeben / en 
infonberljqit nae bit leben/ booue Uonicn. 

. / ^nbien wy ons felven oordèelen , foo en ful- 
len wy nictgeoordeelt, noglj met de wereldt 
veroordeelt worden , i» Co?. 11. 3^» 

<0obt toil op b' een of b' anber toijfe onfe fon* 
Den ontbecftt / enbc toegen befelüe on^ oöf r== 
tupgljtenbegeoo2beelt gt'öben; enbe inbien 
top'fe booïtbjengen / enbe ontbecïten / ïjp 
prov i8 1 3 faï'fe bebecfteh; inbien top oné fctoen befcljul^ 
pfai. 3a. bigen enbe berboemen / öp fal on^ ontfcljiu- 
jiQh.i. 9. öigen enbe ton fp>ercftcn; enbc inbien top on^ 

toegen onfe öberaTbingen llraffen / !)p falT<^ 
üergeben. $>irr op brfïnpbt Chryfofthomus, 
bat een menfclie / inbien lip bit toeccft ber on? 
berfoecïlinae aïïc baegen neerfligü bebe / blp^ 

niocbijjö 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. ^43 

1tioebi'0|J moöötc flacn booz De fcÖJicRfHcfte 
üperfcöarre tjan be» tocftomenöni i^igfttrr. 
55<Ötibe op eenanöecpïaetfefegljtfjp: 3laft 
„eenprgeïïcftöan in (ïjne confcientie neöer= h!^^°^\a 
„baelmöe/ filuefonöenncrrfïeïiclt oljcrtoo^ rq,^' 
5>gcnfjeliïienbe/ öemfeHjcn af-epflfj)eii een 
„naiitoeceecheninge ban fijn Ijooigaenbe Ie- 
5>Uen : opbat tup ban oocft niet felöe ber boemt 
„en tuo^ben / al^ 't oo?beeï bec gantfcöec 
>,toeceït fal gefcöieben» ^at getoiffelicft/ 
oin met Bernardus te fp^eecïten/ een goebt Bemard in 
oo^beeï/ 'ttoeïcftetioo^homt<0obf^oo?beeï/ canc.fMm. 
enbe on^laan't frlbe beUjnbt 

mm inbien tup befcri pïigfjt bcrfuumen/ 
fofaïlni'feinfljn epgen öanben nemen; bn 

Jai beloeckinghe over ons doen , enbe On^ 
^doorfoecken met lanteernen , ^epö* 1. 12» 
W3obt faï tDoonen bat ÖP aller onfcc boofheyt 
teedaghtigh is, tof: 7. 2» ï?p faï on^ onfe 
/londengewaerboentDOïben/ alsYe ons vin- 
tden Tal , .li^nm. 3 1. 13 . ï^p faï on^ ftrafFen, 
ende ons unfe fonden ordentelick voor oogen 
ftellen, J^f : 50. a i . fa( een yeder werck 
inhetgenghte brenghen, het zy goet, ofte 
hetzy quaet, (ecd. ii. 14: %\^\m^ tit 002- 

becï enbe befe onderfoeckinghe fcïiioomen / 

ban Öebben Üjp te tJ^eefen het oordeel des gro- 
ten daghs, 3,'Ub.(^. enbe een onderfoeckinge 
--etgeeffelen, ^ct» 21. 24. (önbe aï^ onfeil 
^Obt tot fuïcftcn onderfoeckinge treebt / O ! 
wie fal ban den dagh fijner toekomfte verdrae- 
gen? ende wie fal bcftaen, als hy verfchijnt? 
JBaï.5.2. 

^pt aenmecchinge Dan aïïe befe nuttighe- 
len, foomagtjicïi tot u-lieben feggen aen* 

gaenb; 



1^ 



V 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



DifEcile 
«ft fe nof- 
fe , fed bea- 



•X 
'.1: 



144 Kleynekerckc. 
gacnöeDcfeocffenmaöe/'t genecm^Mofct ^ 

füiacU tot Den Ifraeliten , Ut. 3 47. ^C' 
fe oeffenülfle en geen vergeefs ding voor u- 
lieden 5 maer het is u leven ; CUÖe ^itt door 
fult gy de dacgen verlengen in een gcfegeniJCtl 

enör faïigcn fUet tot iu eciiVoiööf Pt- 't 3^ 
tod l)artl)emfdUnitc tonen/ tnacc ebm^ 
kuel fali0l) / öelijcU'cï een fccc tod gïjefegbt 
Dreft. 

I V. IDp onöerfoccïten Dicïitoiï^ feer nanto 
onöUgöaem/ möe'tgme Dient tot gefont* 
ÖeiitUan'tfeïVie; topfpeuccn ooch tod tieïr 
anbcccönigrnbuyten on^ nae/ tragDtenOr 

aifo onfe wctcnfchap re vcrmenighvuldigen ; 

en lullen toy öan ö' onDecfoecïünge "om on^ 
fetoen/ en \3an onfe jide öerfnumen^ !3ae 
toaeroni fuïïen toy niet Uan D'onöectbef ïiuige 
onfe^ feifö alöec-eecfl beginnen > be toec^ 
(lanöigljê onder De i^eiiöenni befe gulöc 
füjeueHe fea* Uermaert getoeefl : kent u fel- i 
ven» ^11 ertoDen'et alleen Orakel, of 
<0oöt^-fp2aeeft / öan Den ï^emd afgöefto*: 
men / enbe engenöen l)et met gouöe ïette 
een aen Apolio toe . toaeren gctooon 
tefeggenj Schut om u felven; enbe anbere 
toeberom toat anbec^ ^ Demonax gebjaegljt 
fijnbe/ toannecchp begon te philofopheren, 

antto002be : Doen ick begon my felven te 
kennen.' 't 31^ be grootfte wyf heyt > hem fel- 
ven te kennen, feubeenanbcr. ^n faegen 
cenigec macte bc boojtreffdichfteit ban bit 
ftemiiffe ; boglj miflcnTe ebentoel ten princi- 
paele. Ce ftennen be toonbcdïdie formatie 
rnöe't faenien-boeginge ban aïïe ïeben be^ 
menfcijdichen licftaem^ / Ijct gcefl elicftr toe- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



m 



Kleyne kercke.^ 14^ 

tnberrrbcïicfte jicïc/ met &aet natiinrïijc- «fJ,A^'"' 
le hcagljten enöe Ujercftmgen / öoutnieti bo^ cSp! 
no?cenJ)eerïijche/ feec geneugljlicfte/ en= scref 

DemenfcJjentueï-ljetamenöe toetenfcöap. 
HUecïcp anöece tuijföeit ïjceft öaere eete / 
. hiöe tüo?t in groote agïjtinge gejiouöen 
I laereüeftiebbrc^. IBaec/ fegbt een npt- 
I imntenbt man / be hennïfle Uan ben geefle^ 
I ichen flaet be^ menfcljej^ Uoo? (0obt/ ban 
I le mnerïjjcfte geïegentfjeit be^ Darten enbe 
mMt confcientie , ip fo Ijeel uptnemenbec / algl 
■%e falige eeutoigbeit ben tegentooo?bigen tïjt 
f •ibectceft. Chhflus fegijt / .ïlSatt. i^. 17. 

Watbaethet een menfche foo hy de geheele 
iverelt windt j ende lijdt fchaede fijner ziele? 

toat baet Ijet een menfrlje oocft of ïjn beel 
lerjïaet banbe gcïegentljcit enbe ftcagötcn 

icr natuyre ofl])} beel weet te fpreecken van 
leboomcn, van den Cederboom aen , die op 
icn Libanon is , tot op den hyfop , die aen 
' ;n wandtuytwaft: mitfgaders oock van hec 
ree, ende van het gevoghelte, ende vande 
Kruypende dieren , ende vande viiïchen ; of 

)P %!) nogï) tïcrïjeft enbe f ineeft tot aen / jae 
loben be |ig!)tbaere öemeien / beel toetenbe/ 
iïiflenbe / coemenbe ban Ijet toefen / be ftrags 
fin/ begrootte/ ben loop enbe be Jjoogljte 
' è«ec lugljtige licljaemcn ; of Ijp flglj onbec be 
IfBngelen fet / nibe Ueel ban bie gceflelicfte 
I •ubftanticn pl)ilofopl)eect» ïl^atbaetljet eeu 
i .nenfcl)e/ of lip baer al op Ijet befte m erba* 
■♦en / enbe boo^t^ alïc b3ctenfc!)apprn Ijccft; 

■ b bponbectutTcben (jcm felbc niet en itent/ 

■ fiogl) fijnen epgen flaet beljoo2Ïkft toeet; fa 
' |)p alle anbete henbacr e faeclieh boojblicgftt / 

I ^ enbe 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC. 

images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrcke. 

enbe ïjem fcïbf n ontatuffcïjm mif-bïfcgöt/ 
fegöt ïïicn opgïienieïtcn feer göeïeecöcn enbe 
bjoomcn man ^ <ii:nbe em ander / Daniël 
O Diicke bijckc, öïegenoeölj öoo^fijfie^cöMftcn hc- 
ct^^an jjftf nt : ï?et gcttioct Ijeeft bele betoegbim 

möconimcftccnnflen(feg|)t!jp) maec 
' „De befte fijn/ toanneec jjrt in Defe flatiglje 
„enöeecnftige betcagljtmge figlj heert enöe 
„refledeert Op tjeni fclioen. Hnöer toat öeeft 
„liet te bebupöen/ Öat'et ophlimt tot möe 
„feemeïen / ïjet gaiitfcïje aertrocft omme- 
„ïóopt / ober De ^ecn tjliegljt / tot inöe Diepte 
„tjaiiDcn afgronbt ueDecDaeït / inDicn l)et al^ 
„DU!^ öuptcn befigïj fijuDe/ 'tljup*^ ïeDtg!) / 
jjenDe aiiDere Dingen toetenDe / ontoctenDe 
bïijft tan !)em femen, €nDe fo ïjaDöe booj 
f)aec mijnen Bernardus gcfeglit, Traght u fel- 
Meditat. yen te kennen; omdat gy veel beter endeprij- 
«pT^fül. Telicker zij t indien gyufelvenkendt, dan in- 
a/7. ' ' dien gy , u vcrfuymende , kende den loop der 
fterrcn , de kraghten der kruyden , de com- 
plexie der menfchen , de natuyre der heeften, 
ende indien gy hadde de kennilTe van alle He- 
melfcheende aertfche dingen» 't^J^feectoel 

geoojïooft ttjt te örfleDen / om Die natnnrïiCs 
ïte Dingen teïeecen hennen ; macr fn moeten 
onóljerte niet Ijerflieïien/ ncglj ouDcrD^uc? 
ïien; fn moeten alle onfegeDagOten niet te 
tiangen/ genie aen^öoDt/ nogijte aen on^ 
fefóen oUecïaetenDe. Gregorius ïjeeft feec 

toelgefegljt: In defe fightbare dingen die wy 
fien, wortonshertebuyten hem fel ven ver- 
ftroyt, ende terwijlen dat het van buyten be« 
fïgh is 5 fo vergeet het al datter van binnen ge- 

fchict. (CotDefiiïclicmagömenfeggen/ ai^ 



Kleyne kerckc. 147 

Demonax, gcbsae^öt fijtiDe/ of ttf toerrit 
ten 5idc ö^^bde/oftc of' fe ronbt toaé /acrbig!) 

anttoOO?i)e : Vos de mundo foUictti cfiis , ^ vef- 
tram immunditiem non curatisy lé/Gy Zij t 
bekommert met de werclt , ende op uwe eygen 
onreynigheyt en paft gy niet. 

V. onberfocclicnoocftte mrt^ anöe^ 
re mrnfrfjen fcec nauto, mt fomtïjöt^ 
oocft ban nooöen; Paulus begeert Dat eer^ 

te Diakenen beproeft fuUen worden , en daer 
me 5 foo fy onbeftraffelick fijn , dienen, 

€im. 3» 10. ifp feïbe feght / ^. €0?. 8. 12. 

Wy hebben methaer gefondcn onfe Broeder; 
weJckcn wy in veele dingen dickmael beproeft 
hebben , dat hy neerftigh is. ^itt u'Jofi. 4» 

I. .fDaer niet feïöen gebeucret Dat top on^ 
Öierm befonöigen/ onfen naeften enöe fijn 
öoen onöecfoccrienöe / alleen om floffe te 
Öebbenoinonfeboofe gebagbten te boeDen/ 
etc. .fX^aeriftöanmctbetaemelicïi/ jaebeeï 
betf r / bat tou oocft on,^ fetoen / jae oocft toei 
opöe eerfle piaetfe bepjoeben/ enbe onber- 
foecften^ Plutarchus, eeni^enbenfeö/ boej 
uptmuntenbt ^eb^öber / liaect niet fonbec 
rebenfeerftoaer upttegïien Die gijeene/ bie 
bimten curieuflick aïïebutgcn onberfogljten/ 
enbe b' onbecfoecïtinge ban baer engen 'öerte 
geheel berfupmben, 3cft en han nip niet 
cntf)o«öen/ ofnioetoocft (ijne giilbe tooo2= 
5,ben all)ier npttepeftenni : Verplaetft , fegt 
v>Öp/ uwecurieufheytbanbie bingen toeïc^ 
'5;ftebnpten fijn / enbe fteert'ff nae binnen ; 
5,inbicn gp bermaeeft fcïjept m't berbanbeïen 
„ban een Hiftorieban qnabr bingen / 'tbnp^ 
Öebtgp boo? u een obecbïocbïglje floffer..* 



ITc nemo 
in fefe ten. 
tat defcen- 
dere,nemo. 
Scd prxce- 
dent; fpe- 
Aaturman» 
tica tergo. 
Perf. Satyr. 
4- 



riutarch. 
de Curie*» 
fit. 



H I f 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 



b 



143 Kleynekercke. 

5,§)0 bed tajatcc afê'ec bïocpt om öe (labt 
5,Alizona, fotel bkcöcteti al^'ec gronrien 
f,opeeii oBiJCftcn/ fogcooten menigijte Vjaii 
jjfoubf n fuit gil in u leben \)mbm / enöc bc* 
jjtoermgcninugcmoet/ möemifbaeöcn in 
5,uUipïiöf)tcn..., ^eUenflcc^ öoo? bctoeïc* 
„UegninDclJiuicterict/ fluptbietoe; opent 
>5anöetcbe\JüelcUeu lepöcii nae u\i3 binnen- 
jjhamet/ enbe familie: ^eïuttom öie Din^ 
j^gen te toeten enöe te boen / faï baer geen 
>,omiut/ maec eenfeecbojberïichenbeljepïf 

jjfaeni toereltbinbcn sDe Lamien, ge« 

5,ïijcïuncninDefabulenleetl/ fïïepen't öup^ 
jjbünbt/ bacceoogcn m een ïioffecUen göe* 
ajflooten Ijebbenbe; maec aï^'fe upt gingen 
3,fofettebenfp bie toebec in/ enbe faegljen: 
,/?iïfobcceiiDtoocanneen pegebcft ban on^ 
jjtigb nicuf-giccige oogen nae bnuten enöe te^ 
5,gen anbece. .^ijne eygen fonben en pet bP 
j^niet h enbe baec ban baen ïfl bat een curieus 
„menfcö fijnen bpanben p>ofi)tebcher/ban 
5>{)em feïben toojt : toant öaec-Ueber faecben 
„becifpt ï)u / nibe b^engbt'fe boo? ben bagïj / 
j^enbe tljobnt baec toat'fe becmpben /en toat 
5,'fcbecbeteren moeten; maec be fijne gaet 
ten gcooten beeïe 30? bp / enbe fiet'fe 
„niet/ alïeenbefigb ftabe om te toeten be 
„bingenban anbece, (DetoitTeïica een niet 
ban aï te toaecagbtïgc hïagj)te. 

V I. ii^pnbrïich / gcïych anbece Ijnp^-ocf^ 
feningen inet geen bnigbt bcccigbt ftonnen 
too^brn/ fonbei öcrcdnbecfoeelunge/ alfo in- 

fonbaöeit inct Ollfe Huyf-ghebedcn. 

men boo? fijne oogen fiet De gcoote ban onfc 
fïenbigöeit/ enbe mnngötebec fonben/ bie 

men 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrckc. 145 
Itim op bien Daji) beb^etim ötcft; (D ban Raii 

men cegj)t uyt de diepten tot den Hfeere met 

pavid toepen / enöe fjem met lob in ftoffe en 

in aflche vernederen. K ï$ men (let ï)Ct <DocbC 

iïatmenöoo?<0oöt^ 45enabe gebaen Jjeeft; 

ban mèn recjljt bequacm om met be sie^ 
ie benl^eeretep^tjfen/ enbe fijnen veelvou- 
digen lof te tjerftonbigen. ^le hragötelïcft 
en beöoo2licli faï ÏJibben / moet niet alïeen 
eengemeyne, maec een byfondere feennifle 
ban fljn^ bpfonbere fonben fjebben. €nbe 
fcuat een byecigöfpt enbe kraght bit ben gebe? 
ben toe-b>en3tjt / honnen alïe a5obtVj?nfi[Ö= 
tigebetcagljtec^ ber toaere a5obtfali0l)ept/ 
öie ongettorjflFeït öiet op agt negeijen ftebben/ 
getuugein 

^it fijn be redenen, boo? betoeïche Vop/ 
tot betragötïngöe ban ben boo^-gljefleiben 
plïgöt / bet)oo?ben op-gekoecftt te toojbert,- 
Cotbetet onbercegïjtinge / enbe beflieringe 
beceentjonbige/ ïnbit noobige toerrh/ 
lenUipccn Uietniigï) nabrr enbe binibeïicftec 
becftïaren / bie buigen Uieïcïte Ijet vóorwerp- 
lel ban befe onbecfoechinge 3ijn ; enbe bie 
ftebbentopgefegjjt bepbe goebeenbe quaede 
te toefen. IDp toiïïen'jc een pebcc in't bnfon* 
ber in aenmetrftinge nemen / eerfl be qiiade , 
enbe baer nae be goede toercïien. 

I. ^nfeciuaebetoereïmt/ of fonben /be* 
treffenbe/ baec in moeten top in'tgemeyn 
öenmeeehen befe bolgenbe regulen. 

1. H^p moeten on^ footoeï onbccfoee* 
feen/ bclangenbe onfe nalatingen ban pïiglj^ 
ten/ aï^ pieginghen ban quaebe bingöen. 
J©ant in öet laetjU oojbeel / fal bc ^ecte niet 

^ 3 Siiimi 



ifo Klcynekercke. 

alleen bomiiflc geUen tcqm becb^ucltingen / 
niooibccpcn / cooljcriien / enbcbiecselyche/ 
niari: ooch tcql^m^ onlïacmbnrtigöeit / aï^ 

f)Ct niet fpijfigen van de hongerige , Ijet niet 
herbergen vande vreemde j J)et niet kleeden 
vande naeckte , |t)0t niet belbccken van de ficc- 

ke, etc, Matu zf. 41» 42. 43. €nöc fa 
ttioetcu\i3p/ alp top oué fclUen oo^beelen/ 
niet alleen beflcaffenon^ befcDaeDigen ban 
onfen nacftea j niaec oocïi om Dat top Ijem 
met geholpen Ijehhen y niet alleen om bat top 
onfen nae^en gelaftert/ maec ooffe om bat 
top (ijnen gofbcn naeme niet Uccbebigöt 
jbebben; nkt alleen om bat top €>obeö iBoo^t 
becViolgOt l)ebben / maee om bat top oocft 
öooftfftoe niet bcebojbect ftcbben j enbe fo; 
boo^t^ in alleanbecebicröelyeaegebanen. 

2» 3I3p moeten aennurelien niet alleen be I 
fubftantie ban onfe fonbcn / maec ooc bc 
omftandighedenban befclbe ; gelijcH be peCö 
foonen/ bentijt/ beplaetfe/ enbe maniece 
ban boen / etc. Wam alle befe biböen hon^ 
nen onfe fonbe of beef toaeeen / of becligötem 
^0 fien top bat ludas berraberpe f toaecbec 
too^t gereecltent/ om bat Ijp toa^ een ban 
Chrifti gemepnfaeme b?ienben/ welcke fijn 

broodtatt, ^fl^u f 3»i8. 

^^^v^anafTes af-0oberpe toajS baeiom beel 
te fclj^ichelicltce / om bat l)p be ghelijckc- 

niffe eens ghcfncden beeldts , die hy ghe- 
maeckt hadde 5 ftclde in*t Huys Godts, vj^n 
het welck G odt gefey t hadde tot Dav^rf , . ^nde 
tot fijnen Soone Salomon 5 In dit huys , cnd^ 
te Icrufalem , dat ick uyt aJlen ftammen I/raels 
verkoorenhcbbe, fai ick mijnen naemfetteu 

tot 



I Kleynekerckc. tft 

tot in eeuwigheydt. 2. CÖJOn. ^5» 7*J^t, 
fcD^eeDcljanticimge bet Sioöèn toaé baccom 
te öatclicfta/ om Dat/ aï?Te öaflcben/ fy 

ftrenghelick eyfchten allen haren arbeyt , en- 
de Godtlooflick met de vuyft lloegen, ^fa» 
5 8. 3 . 4. f. S alom ons afaobertic öectoojube 
tïen ^tett öaerom te meet/ om bat fijn-) 

herte geneyght hadde van den Heere , dié hem ) 
tweemael verfcheenen was , ende hem van de- / 
fe faecke geboden hadde , dat hy andere Goden ) 
niet en foude nae-wandelen , i, llon, ii*^ 

10. <!gnöe fo fijn onfc fonbcn ftoaerbet / m^ 
bien top bie toer ongeiijcïicn / bie ow^ geftoïpf 11 
bebbcn ; ofte inbicn onfe t^exten in a3obt^ 
!)up^/ enbetentijberijneébicnfïé/ opto^ja* 
ïte bencftcn/ ofte ourcgljtticerbige p2actDC* 
ïtcnberfïnnen/ ofteijcrmaecïiiirnim om te 
bencften op onfe bïeefrlieïicïte bcgccc(icftï)e^ 
ben / etc. 

3. J©p moeten ïetten niet alleen op be 
fonbe/ maecoocfe op d'occaüe en gelegent^ 
beitbetfelüe: Ixjant bat ftan of Ijcrmecrbe- 
cen/ ofberminbetenbefcüultbecfelUe. a5e= 
(pchbiencijcïienman/ in Nathans gelijcfte? 

.0i nifle/Ueleepgenfcljapenöabbe/ enbenog^^ 
" tan^ nam öp öet ftlepne Oy-iam ^^an ben ar^ 
men man ; toaer in öp f toaetber fonbigljbe / 
om bat öp bacr tian / ïjet niet ijan nooben 
Öebbenbe / ben acmeri man becoofbe. 2, 
^am. la^M.g. etc. 

4. JBp moeten ooclt onbec onfe fonben 
reecftenen / onfe onvolmaeckte uerrigljrin^ 
gen ban goebe pïigljten. Wmt toegen öefe 
Defcl)ulbigl)t Ijaet be iiecehe O^obt^ : Alle 
onfegereghtighedcn fijn alseenwegh-werpe- 

^ 4 lick 



0 



■t 1 j 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



ifx Kleynekerckc. 

lick kleedt, 4Bfa,6^.6, <ï3iiÖe in Opfigftte 
ban brfr toaj^'t / öat ben ï^oagEn-pafflec 

tnocfleö^afgcnöeongereghtigheyt der heyli- 

ge dingen , \x)€\üxt Dc hinöcren 3tfracï^ ghc- 

heylight hadden 5 in alle gaven haerer geney- 
lighdcr dingen, ^^icob. 28. 38 JBant öat 

öceft te ïicunen / Dat öe bif nflen Ijan <Bobt^ 
ï)oïch{)aeieonl3oïniarcfttl)cöcn cnöc ötoae* 
ïinflen ïjaööen/ tueïche Daccom üan lefus, 
<ïnfenï?ooöen-p?iefter / fo \m\ geö^aegben 
nioclteh tuo^Den / aï^ onfe anöece fonöem 
^arrom moeten toiJ met ons felbeu tmht- 
ninge Ijouben niet alleen ober lyet becfnpm 
UanDcoeffenmgen ber Religie, niaec oocït 
Dbec onfe berturïüngben / btoaelenbe glie* 
bagöten/ enbe onfe babfigbeit / terb3ijlen 
luu on^ beflgb bouben met befelbe. 

<0e|yebVüpbefe fonben in't gemeyn moe* 
tenonbeefoccften/ aïfo in't byionder fuïche 
fonben / bie on^ nae aïïe toaeclcbijncUcUbeit 
cenjgbbiïfonbet gcbaecbecoo2taecben fulïen. 
3Dn bebben een Fort, gelgcïi een Gouver- 
neur een belegccbe .t>tabt/ te betüaeren/ 't 
toelcïie aïïe bagcn ban onfe b|;anben befp^om 
gen ino^t; U)n bebben een fieeïie 5ieïe/ bie 
boo? beeïe gee|ïeiicfte qnaïni ontflelt i^; maec 
fonmiige qnaeïen fijn erger ban anbere c\u 
be tbmmige gebecïten ban bit Fort fijn fXoau 
lier ofte meerber in gebaer / ban anbere ; 
bat ié/ baer fijn fommige fonben/ boo? be^ 
Inelciieben <^ntibeï ons ïiglitebcïter berraf^ 
fen/ enbe onfe i^ieïcn gébangen ïian nemen, 
<0eïrjcïi b3]P baercm tegen aïle neerftige Uiagt 
moeten bonben; aïfo moeten top mfonöer^ 
Ijiit om tegen bie ber(ïcrf ïicn / bie on^ Doen/ 



Kleynekercke. lyj 

Df tnogm boen meeröec fcïjaeDr / enbe onfe 
faïigftept tneerDcc tjerljinbecen / gciijcit on* 
bet anbere bcfe boïgenbe fijn. 

I» 4fSi*ootecnbel)eerfcöcnbc fonben; fulc^ 
ftetodrheeeninenfcjje/ gcïijcït ben ^pofleï 

fcgjjt/ uytfluydt uyt Godts Coninckrijcke. 

^itt een regifler tjan befe fonben / r. Con 
9. <6a!. 5'. 1 9. lo. ai. Cegen bcfe babt ben 
Comncïl David , : 19. 14* Houd uwen 
kneghtoöckterugge van trotf heden, laet'fc 
niet over my heerfchen ; dan fal ick opregt fijn, 
ende reyn van <;roote overtredinge. 

fonben tian inftortinge , aïö tuu Iticber 
jnbe yjoojgacnbe fonbe b£ölen / na'bat top 
üoetUeecbigtjeit / enbe beloften ban een be* 
tee leben gebaen Ijebben : toant tDebce-m^ 
(lo^jtmgenmriccfttenfijngebacrïicri boojljet in h» fpi- 
iicbaera ; maer töebec-inrt02tingen mfon- rit. waicü, 
be (Ijn niet nun gebaerïich Uoo? be 5ieïe ; ntbe '^'^ i 
bat/geïijcftban Gataker toeï aengenieccht/ 
möeJtbJtc opfigöten. 

I <t^nibatbebcrbojbcuuarunrenamtOi\ 
minge fïercfeee lno?t / gelijdi een üibiere/ 
toelche booj ben bam bjeecht/ bie Jjaei* op) 
ïjicl ( 

II bat beti Sathan booff r ié tegen bi'e / 
gene/ bie een$J fijne banbenontftonien fijn; 
gelijcfe een ^tocït-betoaecber bie toeberïieijgt 
eengebangmnian/ bie ban öem upt-gc^^ 
b?oorften, 

ni Onibat^Oobtopbe fulcfte fijne 00^^ 
beeïenïegöt/ enbe teniet^' op !)aecmit-fto^t) 

een geeft des diepen flaeps . 3n tueïcfte op=( YL^xs 
figöten ben fonbaec in beeï meer ber gcbaec i^l 1 2. 
booafijninito^tinge/ banöpte booten toa^.! 

M 5 ^aec^ 



if4 Klcynekercke: 

5^aetom fepbe onfcn ^aïigïjmaccftec tot 
bïennienfcbe/ tne tjp öan fijne lammiaDcpt 

genefen t)abbe j Sondightnict meer, opdat « 
|U niet wat ergers gefchiede , 3!oÖ^ f ♦ 14. t 
Loc 11^^. top öaecom onfe stelen 
TOpftTomceechenmgetegeben/ fo moeten 
topYeöoomacmcntüclt onöerfoecïieu/ aen* 
flaenbe orife boo^gaenbe fonbcn/ op bat top 
mogen fien/ boe toeï ofte öoe quaelich top 
Ijolöectöebben ben ïoop tian onfe boetDeecs 
tiigönt/ enbeljcrbcterïnge. 

3» ^onben tot betoelche top göenegöen 
fin/ 't3pboo,2 ben temper onfecnatuyre, of« 
te boo? gewoonte be^ k\)tn^. aidant befe * 
fonben ftonnen on^ gtoot gctiacc \3croo2facc* I 
feen / om bat top becepbt fijn om tot bcfeiljc f 
aftegïpen/ ai^on^ geen ijrrfocdier blijft/ 
ïiebatoen onfe êpgcn Uecbo?tJcntl)cpt. ©an 
befe fcïjpnt Davi'd te fp?eecïien / a\é l)p fegöt/ 
5^f : 1 8. 24. lek waghtede my voor mijne on- 
gereghtigheit. 

4. fonben ban onfe tipfonbcretooepinje 
of ambagbt toant baer niet een dagh , ja 
uyr op een baglj / in't toeïch top niet boo? be^ . 
fe of gene gelegenljcit bcrfogijt en too^ben/ i 
of om eenigen pïigbt nae te laeten / of om 
ecnigb ongelijch te boen / of eenigö nübbel 
te geb^npclienomon^tebenrijclien/ 'ttoeïc^ 
he 43obt tierboben Ijeeft» 

5. fonben \jan tijt/ pïaetfe/ enbe gefeï:= 
fcöapin'ttoeïcïie top ïeUnt j bie Rebben een 
bpfonbec gebaa* in baet:, gin't gefeïfcftap 
ban boofe menfcften fijn beïe optoechingcn 
totfonbe/ ten deeleboo?l)aerqnaebt exem- 
pel , ten deele boo^2 Ijmt qnabcn caebt / Prov. 



Kleync kerckc. ;rfy 

i. 10. ttt, CEnöc ten dcele boo? ïjate ftrfpot^ 
tingrn / enöc bccongcïijchiiigf u . Wijf h. 

ii.ftc. Pf:i25,5. «Z^accommoetrn top 
onöf cfoecftcn / of top ow^ niet eemglifm^ ban 
cnöe Ö002 Defctje l)efabcri laeten befinetten/ 
entie trerhen tot öe fonöe. 

^efe en andere biecgelijcfte gebaecïiefte 
fonben / moeten lup ïn on^ nae fpeuren ; 
Itjcl be anbere oocït/ maec befi^Uooniaementi 
iieh; baecintjoïgenbe ben maxijm be^ Co« 
nïncft^ ban Syrien, betoeïche aï^ !jp begö* 
ten foube tegen ben ConmcUIfiaels, ftnen 
^l^berflen befen laft gaf: Ghy en fult nogh 

kleynen, nogh grooten beftryden , maerden 
ConinckIfraeJs alleen. oBnbe b' imthottlfle 
Ijeeftgetöoonbt/ batbiteenfecegoében eaet 
toa^": Ujant aï? ben Conincft geflaegen toajf/ 

fo ging'cr een uytroeping door het leger : Eea 
yederkeerenafijncftadt, ende een yeder na 

fijn landt, i, üion.ii. 91, 96, ^leti-^am, 
; 17,51. 

töp on^ nu fcliuïbigï) bïnben acn eeni^ 
ge bee opgenoembe fonben/ ofte oocft aen an? 
bete; fo moeten top befe bofgjjenbe pligöten 
tietcagöten. 

I JI^p moeten on^ ober onfeuut-gebon* 
ben fonben feöaemenboo? a3obt/ enbeboo? conf cre- 
onfe epgen confcientien,metDaniel feggenbe/ ^uoxtc^^. 

Byons, oHeere, is befchaemtheyt der aen- a. ' 
gefighten, 5^an.9. 7.8. Neh. 9, .Heft. 

4. 3 ; 't<0efigljte ban onfe fonben moet moey- 

teacndoenonfe ziele, ÏUaegljï. 3. 51. JBp 

moeten onfe fonben fo fien , bat top tjet herte 
ftellen op befcïbe / geïijfft <Öobt fepbe tot 
ben 3i>^opÖeet ; Mcnflhen kindt, flet met 

uwe 



I 



r 



I<r.4.. 14. 



1^6 Klcynekcrcke. 

uwe oogen , endc fett u herte op alles wat ick 
ufal doen lien, €3ecÖ»4o»4* §>^^t Zs^tij* 
I2« 10. 14. 

I I Wp tnoetctt on^ feïben ober onfe 
traegijcpt beflraffen / fa? nae op qclïidxt ma- 
ïiittc I odijcft De l?cerc Chriftus öicu quacöen 
ïiienftftncgütiuDcn Euangelio bcdfptc: Gy 
boofecnde leuye dienllkneght , JIBatt* ij. 

III J©p moeten tocaecfte nemen obec 
on^ feïben/ on^ te met^ ontljouöenbe ban 
fpijfe/ temaecft/ enöeplapfieceu Defcctoe* 
rek/ opöattoDon^ nae öefen mogen fegü* 
ljuïöiger ban Die fouöe toagüten. 5^efc hey- 
lige wraecke tD02t on^ aen-gep2efen ban ben 
5lpofleï / al^ een öeecUche b^ugöt ban op^ 
regbte beïteeringe / 2, Co^ 7. 1 1* <i5elnch 
Jjetbermaecïi'ttoeïche top nemen m be fon* 
Öe/ on.é beriocht onffr tebebjuben ; fo faï 
bie fmecte toeïclie top on^ ober bc fonöe boen 
geboeïen / on^ öefeïbe boen bermpben» 

IV 3Dp moeten een flanbtbafUgöboo?' 
nemen nemen/ om ben fïaet ban onfe i\t\z 
teberbeteten/ enöeboojtaenben l^eere ba== 
(leraenteMeeben/Ad:. II. . Davidbebagl> 

te fijne wegen, ende keerde fijne voeten tot 
Godts getuygeniflcn , al^ Öp bebonöt bat t)P 
|)em ergen^! in bergreepen Jabbe/ Pf: 119. 
59» ben berloo jen ^oon / tot hem fel- 
ven gekomen fijnde> fijne fcpïenbermer chte/ 

fo nam Öp voor hem op te ftaen , ende tot fij-» 
nen Vader te gaen, feggenbe / Vader, ick 
hebbe gefondigt tegen den Hemel, ende voor 
u, 3lnc. if» 17. 18. Kiaeghl. 5.40. 

V moeten oocïi epnbeiicïi op ben 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



I 



Kleynek^ckc. i^y 

nar fieu bajf) / fonber renigöe uptfleïïinge / 
öebetccmgebanon^ïebên mttttt öaeöt bt^ 
töoonen/ enDe aïle Die bmgen öctcagöten/ 
tJetoclcfte öacr toe öan nooöen fijn* Euc. 1 5-, 
20.21. Efa.5'f.<^. pf:ii9.y9. Hof:(^.u 

II. liBaergdöcHtDpmöe onöerfoecftinge 
banoniJffïUen/ onfe quaeOe toercften moe^ 
ten in aenmeccftinge nemen; aïfooocft onfc 
öoeöe . 5^aec fijnDer betoelcfte inöe onöec^» 
foecftmgebanfjaccfeïtien/ nae geen andere 
tJingen uptflen/ Dan öie quaeöt en fonbigft 
(ijn/ öaec nogfttan^ <i3oöt ïjaee ooch beele 
goeöe Dingen gegeijenljeeft; Itnbece (len af^ 
leenöaeregoeöetoecchen/ enöe ïjaece quaes» 
De gacn fp Uoo? bp. 23epbe be'fonöigrn fp 
ijaergroffcïieft; maergeïijcïtltïii onfe quae^ 
tz/ aïfo moeten oocfe onfe goeöe tuecc* 
ften in aenmercftinge nemen. H^ant; 

I. 213p töo^öen menigijmaeï beö^oogen / 
inepnenbe pet^ goet^ te toefen / 't toeïcRe 
t^Quaebt/ enbebefeofgenefaecfteeen groot 
goette toefen / betoeïefte maer een gecingen 
öienfl i^ in Dergeïijrftinge. ^\x$ mepnbe 
Paulus bat ï)p een groten pber öabbe getoont/ 
aï^ Ijp be fterefte ChriiH Uerbolgöbe / ^ j|iL 
3 . Micha mepnbe bat öp feer <Dobe^ gun« 
fle öabbe berbient/ aï^ ÖP een ^^it^tt tot 
fijnen afgobifeöen bienfl onberöiel ; ï^icöt 
1 7. 1 3 . lehu roembe feer ban fijnen pber in't 
booben ban Achabsftinberen; komt, fepbe 

Öp / fiet mij nen y ver voor den Heere , a. tton. 

10. 16. ?E^aer'fe a3obt niet anber^oojbeelbe 
ban een oiirecljtbeerbiglje bergietingöeban 
bloebt / =l^of : 1.4. ^0 mepnen top oocft 
menigömael bat top py^erigö boo| <3obt pjn/ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



15^8 Kleynekercke. 

dl^ top fijn upöigl) team öe menfcïjcti/ m 

il^ptjcrmcngenmcnigömaeïonfe brr^ 
lio^üentöebcn onöec onfe gocöe toeccfecn ; 
fomtrjt^ ïjebben top quaeöe eynden \3oo? in 
onfe goeöc tocccften / gcljjch kfabel een Uaf? 
ten uptciep / om ï^att nioo2öftue te ïjeöec* 
feen/ i»itomxi»9« aiEnöeöePharireenlaat* 
teDen/ baöcn/ enDcgabenaeïtnoeften/ om 
pöeïe eece te ijcclicijgen/ JiBatt. ^* 2» f* ï<^. 
^omtijt^ öoen top onfe goeöc pligljten op een 
quaeöe maniere 5 gcïijcft be ©2oe-i3?ontocn 
öe hinbcren in't leben bel)iclbcn / D002 een 
leugen te fp^eecïten / geljjcft fommigc toiïïen/ 
<Evob» I. 17» 19. <^ïet 45)Cob* 4. if* I* 
Clj?on. 1^.9, met i ^r. la» 1 3. .ïBaec meef- 
ten tijt fijnöec verruckingen , euDe ujcceïtfcl)e 
ofte nüfTcliien boofe gebagljten / in't miböen 
l3an onfe bcjte devotie. i>iecom bccepfTclKn 
onfe befte toecltcn een naütoe onbctfoecfting/ 

om 't koftelickc te leeren onderfcheyden van 

het geringe, enCie om geen groot geijoeïen 
ban onfe geringe betragljtingcn te Ijebben. 

3. <£>it iS3 oocft Ijieróm Uan nooDen / op 
Dat top boo? bie bingen / tocïcfte öe toetfe 
mogen' nntfiaen / aen-gemoebigl)t fouben 
mogen tob^ben tegen be tegenflelïmgen bcc 
menfcïjen/ enbe troofl berhrpgen tegen be 
aenbegl)tingen be^ Sathans , enbc een bajl 
boo?nemen om fo baegliiicFi^ boon te ïoopen 
op be tocgen ban 45obt^ getungcnilTen» 

UoïtcMi/ al>5topbebinbcu/ öatbanon.ö^ 
eenigïj goet gebaen i^; fo moeten ton befe 
bolgenbe pïigl)tcn betragl)ten . 

1 3©n moeten DetoacrDeptenbeopregfj 



Kleynckercke. 

tf^Öcitbau'tfeftjebrp^oebcn; Chriftus fevbe 
tegen Die ban Sardis, epen, 5.1.2. lek en 
hebbe uwe wercken niet vol gevonden voor 
Godt. ^iet2.Cor. 1^.5-. 

II XBy moeten onbecfoerften of top oocft 
im gocbe ftn aen-getoaflcn / en of top in ges 
nabe öebïien toegenomen : toant het padt 

der reghtveerdigen is gelijck een fchijncnde 
Jighti voortgaende, ende Jightcndetot dea 
vollen dagh toe , ^^olJ. 4.. 1 8. regDt* 
beeröigegroeytals een palm-boom; hy waft 
als een cederboom op Libanon, ^f: 92. 12. 

14. €>m bit te toeten/ moeten top te met# 
togeïijcften onfen tegetooo^öigen/ met on^ 
fenboo^ïeöenflaet 

III moeten ooeft onberfoecïien / of* 
*ee m onfe gocöe toercften enöe beughben / 
tiiet^geb?eehelïcft en i^j geïijcft Paulus uibe 
liefbe ber Conntheren eenige gebaeeheïicftheft 
becmerchte/ i, €0^.6, 7, Soo is'er dan nu 

ganfchelick gebreck onder u , toant fp ttolfïes 

ben met malftanbecen. <enbe ChrilLs tepe* 
ïtenbe be geb^eeeften aen ni be feetcfte ban 

Ephefen , ban Pcrgamus , enbe Thyatiren , 

toercftemetbeïebeng!)benbeceiect toaeeen / 
C^penb. 2.4, 14. 20. 

^ IV 3|nbïen ton becbo^öert fijn in genae* 
be/ fo moeten top letten/ boo? toat mïbbe* 
Irn top becb02bect öcbben / enbe bequaent 
fijn gemaecftt om goetteboen; op bat top 
banbefribeeen gebupcigec geb^upcft mogen 
maecften. 

V 3Bp moeten f^ict ober cteïich bet* 
ïjeugrjt fijn / enbe onö aen-moebigïjen oni 
boo^t tcgaen in bïe tjepïige toegen/ in betoeïc* 

fee 



Él!l 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



\éo Kleynekercke. 
fte aïcccDe foD üeel troofl gljeüonben beö^ 

^^vi JDp moeten cimöcïich aïtijbt^ 45oöt 
roemen itiegen fijne flcnaöe: toant 't <Öoïït 

die in ons wcrckt het willen endc het wercken, 

§^!)iï. I ^ o^nöe ton moeten ftem bibUen 
öat DP oné Den üoïgenb'en öag gei iebe te ver* 

fterckenmet kraght inÖesïelf/ gf:i?S.3. 

€ot öefen etmöe moeten ton Defe Uoïgenöe 
drye miDöeïen bettagljten» 

I. moeten oné leben bccgeïijeften met 
<15nbe^lBet/ ï^^itftan twecfms jjefcljieben, 
38 IJ» 3Bant of ton ftonnen beginnen ban Godcs 
Wet 5 enbe eer ft Hen toatTe ban onfe Danben 
berenfcöt / enbe ban boojtgaen tot onö feU 
toen/ onbecfoecUenbeïjoe enbe toaet in ton 
bef elbe Rebben onbecljouben / ofte obrr-ge^ 
tceben. €^ftt ten tweeden , ton ftonnen ue^ 
ninnen ban on^ felben/ enbe onbetfoecïten 
ftoebaemabonfebanbeïingenfljn; enbe ban 
oacn tot <0obes ÏDet / op bat top mogen lee^ 
een toat bvin fiiïcïte toercUen te oozbeelcn ft». 

Eerft, top moeten bechrngen een beöoo?< 
liehe ftennilTe ban <0obe^3Bet/ op bat top 
cenigec mate mogen toeten/ toateleh gebot 
toan on^ epfeljt/ enbe toat be menninge 
bana(lcfnlcfte geboben/ bie onfe praaijcke 
betreffen / be fumma ban toeïcFie berbat ïsJ 
inbe tïjien geboben. ^le niet toel fijn onbcr > 
toefen inbe gconben bee Religie , nogljte ften* 
niffebanbaeren Catechifmus bebbcn / hon< 
tien niet beljoojïicft bit noobigDetoetchbec:» 

tigbten. „ 
Ten tweeden, top moeten gaen booj ane 
irfe geboben/ eenboojeen/ enbe in een p^ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



l Kleyne kcrcke. j^i 

' mt ban bte oenmcccacn toat fouö^n öat'ct 
tö02ben bcroo^öeeït / cnöe toat bcugljöm 
bat^rr toojöen geDobrn / ^ttti m$ lycttt b ja= 

gcnöc : Hebb' kk defè Tonde bedreven ? ofte/ 
Hebb' ick de/en plight verfuymt? etC. lèö 

honnen ten eerflen alle onfc fonöen niet fïcn ; 
ficïycïi öic Den i^emel tec loopé bellet / aïleeu 
Ujeyniglj groote fiercen flet / maec boe nau= 
luec flaroogenDc / j)oe meec geflen bjojben ; 
fogaetljetmetöet uutbmöen ban onfe fon^ 
b^n/ fcgljtfcerfoeteüchTeelingius. 

.fBaec inöien bjp beginnen ban ons fel^ 
' ben / ban moeten bjn befe conrïj öoiiben: 
Eerft, ton moeten nemen een obec-fig^te 
banonélebcn/ ofte ban fobeelbefleïf^/ al^ 
bjo ban fniïen boo^genomcn Dcbben t' on^ 
becfoeelien / enbc aenmercften ban tijt tot 
tfjtljoebjponïJgebjaegen bebben/ bjat oh^ 
'febaereften/ \iJoo!ben/ enbe gebagbten fijn 
gebjeefi; fleet^ ohfe 5ieïen biaegenbe / bjat 
in fuïcïxm biecrïi \i qnaeïieh gebaen/ ofte 
!)oe top bebben gefonbigbt inbe materie , ofte 
inbe maniere , ofte in 'teynde , ofte in eenige 
omftandigheit. <!Bnbe op bat top oné felbeit 
tebetec/ enbe onfen (taet te diitinder fon* 
ben mogen ftenneti / fo moeten top on^ ïeben 
in't gcoï) niet oberïoopen / maer eecbet poo^ 
flen onfen tijt te becbeelen bp ftlenne ftnehie^/ 
om een pebêe gebeelte in't bpfonÓec te beften ♦ 

^iet \m op nae ben Ecrw. Teelingius , \\\ . 
bral Oobtbnigbtigen Ridderi Mensche t. ©cri/ ' 
G O D T s . %\'^ u>p aïbui* on^j nptterfïe befl ^- p»g 
al boen/ omonfefonben upt tebinben/ fo ^^5* 
fulïenba nogbaï beïe oberbïjjben/ ban 
torlcïie tou met David fnUen moeten fcggen / 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



igz Kleynekeictcc. ^- 

5Pf : 1 9. 1 3 ♦ Wie foude de afdwaelingen, ver- 
fiacn? reynightmyvande verborgene afdwa- 
lingen, 

1. iD!; moeten öoo? ootmoebiöfc jebcbcit 
een geDecïte Vicin bie Ogen-falve ban Chriftus 
ïtoopen / op bat be oojen onfc$ gemoet^ baec 
mcbegeflceecïtenfijnbe/ fienbe niojjcn too?^ 
lïcn j cnbefeggen met 2|ob: Hoe vele mif- 

daden, ende fonden hebbe ick ? maeckt mij- 
ne overtredinge , ende mijne fonde my be- 
itendt, 5l0b. 13,13. Pf:2<J,2.etti39. 13. 

3. iDp moeten geetntoiïlen (jeBben/ bat 

On^ be rcghtveerdige flaen , ehbe on^ onfe 

fonben aentoijfen / JDf : 141» f . ^le on^ üi 

iefen Op(l0!)tC de waerheyt feggen, mOften 
onfe vyandcn niet toefen/ <Öaï.4*i<^. 

fteïpen on^ aïbn^ in be onberfoerïtinge l^an 
onfetoegen. 



VUL Cap. 

Wort gethoont dat het gevoeghlick 
is 5 eeiiigen feeckeren tij t , tot ver- 
rigtinge der opgemeke plighten , 
alle daegen af te fonderen > en aen- 
gcwcfcn 't onderfcheydt tuflchen 
dcfèn gefetten tijt en de Paepfchc 
getijden , worden voorgeftdt dc 
redenen daer toe dienende > cadc 
verder gqthoont , datnien figh in- 



Klejmekerckc. jó^ 

bnderheyt tot betraghtinghe van 
defe ocfteningen , met de fijne, 
in fijn hu jrfgefin begeven moet 3 op 
de Riiftdaegen des Heeren. 

berri0öt mor trn \t)o;öf n / öcbDcn tup tot bu^S 
Of rre nengctocfm ^ .nu Dimt oocl! notrfi tjcr. 

rn^iw Tr^'^^^? öen tyt/ op Dc. 

coficftf brfroeffeningen Uïarrgciiomcn moc^ 

^!ïo?^'r^\^ ' ^JSÏ^V ^ aUmillca alle 
^egen , fo ïangt) til ft Heden genoemt wort : 

JKonörrcn tijttebrn af-jrrfonöctt / Doah 

,100 ÜOUbcn op Öe Ruft-dagen ÖesJ Heeren. 

^ 1. <i:»p alle bargïicn moet rcnigïjcn titt / 
^ult?^^^''}^' O5ffnmi0rn Ujoföni a f-gc. 
,.,1 h^^^^^^ «oomfcör hcrcrie ïjcb. 

len pacre Canonifche uurni ofte ffervdpn m 

iorftparticulierJick<i3obtDaucRcu cnöc bïöl ï'^P""'" 
'^"//^geJijck met het herteendede flemme 

rdyrft Bellarminus feabt. JDaiit öaecnc' 
mip^ of Celleken Uan een aïïceu/ biuu 

aiirn too^jben nogljtaiii^ niet nac atUcmx 

gyn ♦ Laet ons bidden , iaet ons den Hcerc 

at a ie. 




li 



rx Voet 
difp. inff . 

CU. 



1^4 Kleynekcrcke. ( 

fegenen, Dominus vobifcum ; Öat ié/ De 

Hécrc fy met uw ; nogöte öie ant\33oo?Den / 
met Dctodcfte bc gantfcl)c O^emepnte in't 
pfiibacc inde fteccftc pleegt) teanttooojben : 

Ende met uwen geeft, Gode fydanck, etC. 

't imt\\€ iw cm crttfligï)c faccfte fipeïm . 
c roudr ^efe !)aereghetyden fijn V)au geen eenöecleii 
catrch. O.* aectenöenatuyre^niaccfomniigerijngcoote/ 

brr'tigrb. ailöeCC flju Itlepne getyden. grootege* 

' " tiJDcn Uao^'öcn ij'an fommige aght , Uan anöe^ 
cc negen, öoglj üi't gcmepii feven gcfteït; 
cnöe \Jö05Öni genoemtnodumen, ofnaght- 
wakingen, öati^/ öic gctijbcn bie ter uuö? 
bec-nagljtgcDaentoo^bcn^ öcvefperen, bat 
bïe gctijöen bic'fe atjonbtö boen; of 
ïoffen/ be metten/ batisJ/ biegetijbrnbic^^ 
fe'^ morgen? boen/ beeerfïe/ beberbe/ öc 
fefle» Paere kicync getjibcn / fijn be pfalmen> 
tc3toffangen/3tefingen/ Eiebeften^/ 
tanien / Amiphonae, bati^/ toanncer be 
cene een beeï V)anbe fententieUoo?tïJ?engIjt/ 
cnbebeanbereïjet oberige tjectjuït/ reipon*- 
foria , bat anttoooibcn. becïen ben 
bagl) ni b2ie beelen / gelgcft oocU ben nagljt ; 
fa bat alïe befe bingen gefcljieben/ aï^ ter 
ceccn laanbc biie-eenigïiept ; enbe fti toujeu 
febcninaeïmet biDben fcï)j)nen tc ijectjaden 
beU)cïbacbttianbefcl)eppinge/ enbefp boen 
bcceenbntecgebagljtenilTe üanbe öecWm- 
ge. €ot \x3af cneminge 'om befe getjibf n / 
Uerbinbcnfii aïïeen liaeceïieccfteliclte. ©ogfj 
bit alïe^ i§ ten Ijoogüftm te mif-p^fcn. 
33^ant/ 

I. b' ^inftcïïinge y^an befe iinren enbe ge^ 
tijben/ Deeft sanfcl) geenen gi;onW 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 16 f 

^ tei IDoo?t. 't 3!!^ toaec öacc too?t toel bcïe 
l ban Den paufg$rmöen bn-gcb^jagöt / om öc? 
^ ft öacre dtuaclmgc te beUefligcn ; aï^ öat 
' j David fegljt gf: 119, 1^4. öp <6obt 
. 5 fevenmacl des daeghs lootde , enbe Öat Ijn 
OOClttermiddernaghtopftondcomhemte lo- 
ven , ber^ / 6i. ^at Dainel gefcgïjt tuo?t 

1 1. driemael daeghs gebeden te |)cijiben / 55 au, 
6^ lo. <Bat Petrus cnöe lühannes jljn Op-gc* 
gaen nae ben Cempeï / ontrent de uyre des 
gebets, fïjndc dc negende uyre , %ct, 3, i» 
^at Pauliis enbe Silas <(50bt ter midder naght 

gebeden ïjebben / ^ct. 16. 15. ©Pt bcfc eu= 
lie biecgelijcfte anbccc pïaetfcn / tuiucn fti be^ 
tDijf^n öat öefe lyaac gctyöcn aï in öen oubcn 
enöe nicutuen Teilamente fijn geb^miicïtclicft 
geUjeefl; 5[^ogj)tebergeef^. JDatioat Da- 
vid belangöt/ Die geeft niet Die üjoojöen te 
betflaen / öoe gcDuprïgb niDe bolflanöiglj 
fyj toaé in öefe oetfeninge Ijan 45oöt te ïoben/ 
enöe öat j)n niet fchrupu leus feUen npren öc^ 
? öaegö$mubechoo2cnl)aööe/ inDetóeïcIicyp 
^1 pjecijöfevcnmael nieteenige conceptc lüao2= 
! öèn<6oöt ïooföe/ niacc öat ï)p öit bp gele- 

»; gentjeit 'tleventighmacl feven-mael öeeöe/ 
enDe Dat l)p in öefe l)epbge oeffeningc / tot be= 
t toeicïie De lieföe troeft/ nopt geen bec= 
ömenbonöt- ^Doo.i Dit getaïbo^uuptge- 
V ö~|«cftt De biytigïjeit üanDe öcpUge devotie, 
enöe De bpecigbeit Dec lief De / Dat Op m <^oDt 
^ te pnjfm met en fionöe bctfaeDt loojöcn / 

fegÖt Baülius . ^0 VüO^Jt Dit \HOO2Dt leven- 

maci inDc ^cljnftupre genomen/' 3Ixb« 

■ J^%ï ' lek fal nogh daer toe doen , om u feven- 
-iVOudeück over uwe fonden te tughtighen . 

% 3 U;nDe 





VidcCxl. 
Rhodig. 
anciq. Ie8t. 
lihr. 11, 
cap. 11. 



Cenebrard. 

in loc. cit. 
Rivet. Ca- 
thol. Of- 
thod. traö. 
a.qurft.^f. 
Ft- 3 ƒ O. 



VideTolet. 
inftr.f.iccr- 
flot. lib. 2. 
cap i3.pag. 
m. 3J9. 



loo Kleynekcrckc. 

<Ontrc 5|3JOb. 14. 16. De rcghtveerdige fal fc- 
venmael vallen 5 endcopftaen? batl?!/ Dlcft* 

toJiï^ / fcii fccrhrr gr tal Uoo> een onrcecïtec 
flclif nbe. <i5nbc fo uc iflacn t)rt ooch feci bet^ 
inacrbr pacpffftc jUccracren / al^ lanfenius, 
brn Orfunt Emanuel Sa, cnöe Gcnebrardus , 

belucifhe fmljt bat DefcnianictcUanfpjeec? 
licn lüf t ticrftacn moet too2bcn Dan cm pjc-- 
tïj^ 0etaï/ nmn bat David biié brd iïccft 

Vülflcn ff g0ri1;Ick hebbe u fccr dickwils daegh- 
licksoverde rechten uwer gereghtighcir ! 
looft : ^)) bof gijt'cr tod bit : Hy heeft ondci - 

tuflchen konncn fi' i^dcfev tydendes 

gebedtSj dicindekt.v . j inteli^:.wi waeren; 

ji:5afrhp!KeftDOChop hit b3CÏ niet ïionnm 
bfiifïtcn. 

"Kl^oocft David frgt bat bti^obt ter n 
dernaght babt / Pf : 1 19. -^nitbeu Dc* 

fc febcn gctijbni br^ bafgï)6; / ft» foiibnibcc 
booj bcfe iTbcn iiircr ban feben canonifche 
iinrrnfifn. ïDit cn fcbijnt oorft Bellarminus 
niet b;?cmt te toefen ; toant bic tdt'er negen / 
bc bier vigiliën mbcnagljt / enbe bijf imiTn 
nt ben bagb ; <Dogb uibirn alle befe nwcn gc- 
ïied toarcgenonien tooiben / Öoe toetungO 
fnïïen {jaerc B)ininichrn banbc Eucheten 
tt Pfallianen berfcfifeïen / bie nict^ beben 
banbiböen/ rnbebiebacronunct rcgljt on= 
ba* bc kmcrcn geftrlt fiin I 

't^oet owp oodt fcrr b^cinbt / bat Di- 
tooo,3ben 5 feggcnbe bat bn ter middcr 
. .ropftondr, foogebunrigb too?bcn ban^ 
beii paufgefinben boo!tgcb?agbt / nabif nTr 
fccr toeï toeten bat bet gbcb^npcïi V 
naaljtö ou te ftaen/ aï^ tcmoepdicït boo> 

^ ' Dacp 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrckc. 107 

ftacr fijnbc / Uanöe ^acpfcöc SeetaermUn:- 
«ietigijt enbc iJcranDectï^; o^ectyt^inocfl- 
meu bolöcn^ Dacc gcüoeïcn / driemael op- 
iiam/ nmetbefe rjetooome/ aï^ Ijacc al te 
lafiiqï] fijuöe / Ijthbm fw alfo üeranöcrt / 
haVfé bic pHgjjten/ tk fi; öc^ nagljt^^ moe- 
(Icn Dom / nu inbe ino^gcn-flonbeu Uccrigü^ 
teil. 

DanicJ en öecïtoo? bic upren ooch niet / qc^ wuift, fix- 
lijclial^of' fenietbpfonöec opfet enbe nieer= ^«^^ 
örrlietgebebttuaccen toc-gcöcnligöt/ enbe San^Xp" 
«l^ of öe gebeden öoo? b' omfianbijöept be^ 5 pag 
tijt^ luaecen ïjenügec enbeïicagljtigec; ge- 
üjeftbatgljeboeïen be J^apifleu i)ebben ban 
fiaece getydcn j 4Baee nam befe upeen 
iiebee bjaec / om bat öp in befeïbe ben befieu 
ïebiö:en tijt fiabbe / enbe b?p'ec toja^ ban bie^ 
»reïtlicïie bejigïjeben ; geïïjcft ben morghen- 
ftonti^/ eeebjpuptgaen/ benmiddagh aï^ 
Ujp ban onfe maeïtijbt (tomcn / enbe ben 
avondt-ftondt, aï^ on^ kieccft ge-epnbigljt 
i^. ^DvVc beneben fijn befe tyden be bequaem- 
fle in opfigbt banbe tueïbaeben / beUjeïcïtc 
top in befelbe ban <6obt ontfangen Rebben 5 
toant ïnben morgen ^ftont Ijebben bjp oo,j? 
|aeeftom<Dobttebancïien/ ombat ÖP o"^ 
ben boo2Ïeben nag!jt bebjaect beeft; be^ mid- 
daghs, ombatöpon^égefpjjflgïjt jjeeftr bc$ 
avondts, om bat bp on^ beeft obcc bagtj be? 
4[)oebt enbe befeljecmt: 3^an a3obt moeten 
lb)p ban ooeb een goet begin/ een boo^fpoe? 
tigcn boo^2tganglj / enbe een gbeUichigbeu 
«ptgljangb ban't baeceïi onfec banbenbeca 
rfoeeHen. 

jBaet üMic oocb Daniels e);empci bu* 

% 4. f^m^ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



1 1 • r 



1^8 Klcynekcrcke. 

ij^cngcn / fo\Mcöerfp2eccften fp ïjacr fribmt 
toant inbirn fp met Daniels cjccmpc l beVuijfr n 
toiïïnt / öat'cc fi)« ö?ir Canonifche getööcn / 

i)OC (ionini fp dcc acn feven of negen ? ^p 

Öcbbcn Die öaer bp geliangen / gciijcli met 
cofter. Ii3accl)ept Den 3efupt Coilerusbeftendt/ ut 
Hortc upt- fijne uptiegoinöcu oUec i)£t derde (Capittel 

Ijssms^ ijanöe Handelingen öecApoftelen, ©tt fljU 

^mwS "f^i"^ tooojöen : ^e %mn ïjielöen in ben 
pag 374 jjöagij befonber bni upccn be^ gcmepn<5 gl^e* 
„bebtè' / ten b^n / fe^ / enbe negen' uiiren ; 
„bie top noemen Tertiam , Sextam, enbe No' 
5>nam. €>efe nurcn lieeft bc i?» ïiacfee beljou^ 
jjben/ geli)ch ben t). ^an*5Lco befclvjijft; 
^ j^enbe ïieeft baec nogl) bier anbere bp geljan^ 
„gen gelycft b' Dnbe:ji3ifreI)oppen Cypriajins, 

jjAthanafiiis , Chryfblthomus , enbe nieec 

„anbeie onó leecen: op bat gptoeet baton - 
5,fe ïiereftelijiefie getnben geen nicuUic boiu 
5,ben ber Panfenenfnn/ niaec onbc Apol- 
„tci^rice ïeeiingen enbe obeclcbermgcn, 

j- « feeeïtec bat be 3oben/bie te lerufalem 

oonben / be gcluoontc tiabbeu ban bne- 
inexpucat. nuieï 'fi t^acQÏ]^ in ben Tempel te gaen/ en^^ 
bete bibben; bat to^t npt bebobenbp-ge^ 
ö.2agl)te pïaetfen beUiefenJ .IDaer be rrbe- 
nen toaerom be 3oben bic b2ie uucen af-fon- 
bccben booj be gebebcn / fijnbnpten tVuntfcï 
«ictgetoeefl/ onibatTeniepnben bat eenig 
onbetffljepbt toaö inbrn tijt / enbe bat Die 
upcen liepiigcr ban anbeceluaeiren; ntacc/ 
benebcn Ijet bao^becl)aclbe / op bat'fe Ijacce 
gebeben / enbe aïó'fc in ben Tempel > boo^ 
oiigdegeni)f pt / liict honben ftonicn / ftaere 
privaeten *JlpobtjJ - bieiift / foubcn niogen 't 

fa 



Orat. Do 
min. pajt. 
3. cap. 8. 
pag, mihi. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



isjeynekercke. 

faemcit borgm met Dc bacgljïicftfcïje offer' 
jjanbcn / öcVueichc plegen te gefcljieöni / 
itiiffcl)en negen tmceu 0002 ben niiöDagö/ ni^ 
'be drie iiptm nae ben nubDagljy .fliint. 28. 
J: ~ WM\t oinftanbïgljcöen a5bbt ïfabbe 
■ paeït/ tot een Uoojfcggingc enbe ijoosbceiv 
Dinge UanChriftiöoobt/ toeïchec^ hrmicin- 
ge begonnen ié ten negen nicen l300,2 ben nüö^ 
Ibagï)/ enbe gl)e-epnbigljt ii ten dVic nnreni 
nac ben mibbagj) / Matt, 27. 45. 46» Marc^ 
15. if. 

i 't 31^ oocïi fo bat Paulus enbe Silas ter niib^ 
I bcr nagï)t gebeben / enbe OBobe ïoffangcn ge^ 
1 fongen ï)cbben ; Mact ooch ton flaen fecc 
I geern toe I bat be geloobigen feer \iieï boni / 
bat'fe beö nagïjt^ / teacher tuo>benbe / <BoU 
loben / nibe üoo?t?^ bien tyt tot ïjenlige ocffc^ 
«ïngenbefteben; ^^ithanenbe riiagl) ooclt 
Uan ï)aer gefcljieben in buptengemepnege^ 
Irgniliiebcn ban f Uiarigbeit / bcrb?nchingen/ 
etc. B^acrbat alïe geioobigen bit aïtybt^ 
fonben moeten boen / feggen toti tyrannye te 
toefen/ enbe bat fnïch?^ uiitbiepïaetfe geen^ 
fmè ftan betoefen tooiben. €nbe inbien oocft 
in^ opcnbaer enbe ordinair gefcl)ieben moet / 
'tgene David, Paulus, en Silas in't Ijeinnes 
ïich gebacn Ijcbben / toaerom öebben'iV bit 

bcranbect om de iVvackheyt van het menfche- 
Uckegeflaghte, gelljCli Durandus fegï)t. 
h'Oi:,' <Defe öacre getyden fijn gegronbt op 
een groote fu perftitie , gcly ch be rebcncn too^ 
nen/ bitfyfenjebn-bjengen: toant gcmcu^ ^^^J^"!!" 
ueïicli ftcïicn fu feven nvccn booj een uebèr moÜrtraa 
bagï) j toeïcfie faetepchenijige enbe ïifagïjt ? p^^^ ^ 
fuaibuö tijooncn, Ècrftinop|lgötbecfcIjep= ^ 

21 j pm- 



Durand. 
de ritib. 
Eccl. lib.3 
cap. 



1/0 Kleynekcrcke. 

pmge/opöat top <0obt fouöenmo0möanc* 
Vide has f^^^ ^0 0efc|)apen0 bmgen niöc fevcn öae* 
«fifc."i ö^"* tweeden ïn oprigöt^auöeVjctlof:: 
Tolet. In- fnigc/ toelchec^ becba?grnl)eöen geto?ogl)t 
ftrua. fa- ^ijn iw befe imtm. 3©ant ter middernaghc 
Tczp II Chriftus geboo^cii / op gcfiacn / enbe oocft 
p. m 3j j." gcDangcn» Ce een upren J)p gelcpDt nae 
'Piktus. Cc drie upcen l)p befpot / ges 
geefleït/ enbe met boo^men gcft?oonbt. Ce 
ft^ uycen !)P genagelt aeii fiif t iiruu^. Ce 
negen unccii gaf 1)^ be» <0eeil op / enbe baet» 
be tec l^clïc. ^nbe avondt-uyre öp Uaii 
bet fttupce genomen ♦ 31nbe uyre bec ver- 

vullinge (bp \}Citt genaemt Hora completorij) 

Ijp begcaêbcn. Ten derden in opfigtj te Pan 

ön^^ : De reghtveerdige valt fevenmael des 

daeghs; ^2oP» i-f, . <6nbetop flaen booj 
hïtitim febenniael toeber op. Ten v ierden , 
ben <5^upPeï neemt fePen boofec geejïcn te^ 
gen on^. Ten vijfden, om bc fePenPoubige 
genabe bet^ i^enligen OBeeftcö te Peeftcijgen. 
Ten feften , bm bat fcPeu fijn be gebeciten 
ban'tBabeeon.é. '^tlletoeïcherebenen/ en^ 
be biergeïijche meer / Superftitieus fijn ; npt 
a5obeij ll^oojt niet honnenbe boo? ï)ct bups 
fcnfle gePoïgi) betoefen to02ben. S^eljalPen 
bat^e be Hiftorie Pan Chrifti Ipbennietbe^ 
!)oo>lif ïi Poo2 en ftc ïïcn / toie faï gclooPen bat 
bic toePallen bic upcen Ijculigec ban anbece 
gcmaccïit / ofte acn bic npren boo? eenigc 
noobtfaecïiCÏichl)ept be gebcbcnPccbonben/ 
enbe be gcfaeben oj? bie nnren gebaen / betr^ 
bienfteïicïi fonbcn ïjcbben gcniaecïit^ <6nbe 
naökn be J^aufgeflnbcn toïlïen / bat befe uy- 
ren boo2 een b^ifonbece bacbt panChriftil5j=^ 



Kleynckercke. 171 

ben fljii gefiepligljt / enbc nar öicn hJii firn öat 
bceïe anDcrc ömgen op aiiöcre imrcn onfcu 
^ïigl)niaf cftcr fijn anigcöacn / alé fijn Iry^^ 

bingctot Annas, tOtCaïphas, tOt Herodes, 
fijn bcfcljulbingc/ etc. ^0 foubcn / Öoo? 
'tfflijegcüoïgt)/ aïle uyren bfs öacgl)^ tot 
eücörn cnijcplige ocflFfinngcn af-gcfoïiDcrt 
moeten tDojöen ; gdijch Leo feei* Ujcï gcfeglit 
l)crft banöe ïjcwïige öacgcn / mbiarfc aUe 
fouDcn onDcröouben too^Dcn / op öcVucïche 
Chriftus ecnigcmctcheïicftc öacbtöcöc / bat 
ban aüc bacgcn tot 5ree|t-bagcn gc-o|binccLt 
fonbcn moeten toojbcn. a3obt Ijabbc / 3£eU. 
16. 14» ben Pnejiec beïaftbat i}n boo2 Ijct 
becfoen-bechfrl fclaenmaeï met fijiien Uingec 
ban Ijet Uioebt fonbe fp,:engen. ijict op gcont 
imtjaeren Antoninus be feUen paepfcl)c örti> 
>,ben: a5cn nebec een / fegl)t !jp/ bie toc- 
5,ge-e)flgent aen «öobbeücïie^ ampten / 
„moet met fijn vinger , bat i§ / boo2 ïngcüen 

yytt^qcciie^/ fevenmael fpreckclen het bloct 

>^deskalfs, batiï>/ ban Chriftus bie gclcbcn 
wöccft / boo2 be iierrigbtuige ban be feben ge^ 
„tijben, ^0 feggen'fe bat be 3;obcn bie drie 
op-gcmeïte tpben / upt een bnfonbeL* a3oDtf' 
bienfHgr) opfigbt / Ijebben üjaergenotnen ; 
al3 be derde upte / om bat boen ben IJenïigen 
Voaé gegcbm be fcfte npce / ^oin bat 
boen 't mêtaele ,t>ecpent toa^ op-gerigöt in^ 
bctuoefrnne; enbebe negende umx/ ombat 
l>«cn in Cades be Uiatcren nntbcfteen-rot^e 
bloeuben . <!3nbc aïfo motten oocïi ( fcgïit 

Pintus fcl)2ijbenbe Obec Daniël Cap. 6, lo,) 

lie feïbe b?ie getijben bc OTöntlenen onbec* 
Öoiibeni be derde nure/ cm bat boen ben ÏJ. 

OJeefl 



tyi Kleynckcrckc; 
<0ccflgc0ebeni'^; Defefte, om bat ontrent 

tim tijt Chriftus \^ öeftcunf(0!jt ; cnöe ÖC ne- 
gende, om Dat boen liet toatecWoenbeupt 
pjne 3ijbf. 5^efe beufeïinjen / enbe beï^^^ 
gelicliceebencn/ teVierljaelen/ ié bit te loe^ 
bedcggcn . toenfcljf n bie re benen en 
öconbf n npt <C>obe*^ IBoojt bebcfligljt te fien; 
op bcfe U)i)fc foube men öonbect biecgeïijclic 
fuperftitien ïtonnen inboeten, 

3* epgenen befe getyden toe aiïeen 
flcn ïterefteiiche perfoonen/ aï^ p2ietlec^/ 
JBnnnicften / .ï^onnen / etc* 'tiBeïche een 
Croobe btoaeïinge i^. 't bjel fo / bat bie 
ben i)aeren / met Ijaa exempel cnbe fïemme/ 
in openbaere gebeben moeten boo.'gaen , 
maee bien pïigöt moet l)arc niet alleen too?* 
ben oj^gelegöt : Vuant be i eghtveerdige leeft 
door lijn geioove, iïom.i. ♦ <2!5nbe begc^ 
loobigen moeten nacboïgec^ enbe mebt-ge^ 
feilen ban Ijaere ï^ecbers? toefen / met nac= 
men ooch inbe gebeben, 

4. flellen Religie inbeonbfrfjonbmgc 
ban gefette tyben / bieprecijs, nogljbJoe^ 
ger / nogi) lacter/ moeten bjaccgenomen 
loo^ben/ 'tbjeïeïie een tyrannije ip/ enbe't 
bjeleUe öaec bjeept in een fulcften quellinge 
öfj^ geeflejj/ nnt betoelcfte fp l)aer niet ont^ 
Vnerrenhonnen/ ombat beMocften fijn ban 
nialhanberen berfcheelenbe : iDant op bit 
oogenblich be^ tijté/ een anbec npcebp 
ox\y/ een anbec te Romen, een anbec bje^ 
berom in Indien , een anbec ecgen?? elbec^ j 
|ae in een enbe bcfelf be flabt (ïaet biclibJil.^ öe 
eene Itlceli bao? be anöcce* oBnbe nogljtan^ 
Ijangenfngcnoegljfiiem Ijaere gebcben enbe 

banclt^ 



Kleyne kerckc. 175 

imicfefeööingGn aenöe trjöen enöegetaden/ 
laflclicft feggenöe/ Dat öe hcagljt öerfclijc 
wermbeflaet/ eben al^ of jjct Ujacccn fa* 
;ramentele Dingen tJctehenciiDe / becfegeïcn^ 
)e/ enDe toercfeenDe ; Dacc Jjft nogïjtan^ 
lijnomflanDigÏKöen/ enDe nictfarienfel^/ 
hoglj oocft leDen ofDcdrnöaneenïgefocclie* 
3cli faï öiec bp boegen Rovenij üJoojDen / Roven In* 
Jetuelcfte ï)p tec tuaecfcljoutumgetjanDe flj? chria. 
fie/ mDefen/ IjecftalDu^tec neDec gefïat: T^p g ^* 
.,<2>e geloobige ^lenfdtnegüten Doen l)aecen pag. 
LJIeemiDientl in tjaecetijDen. 't ^^fcïjnc:» 
,M\ich 't gene Petrus Damianus banDen ï)cps 
►jiigen^MTcljopSevcrinusbecDaeït/ Dat Ijn 
„nae fijn DooDt geopenbacct Ijecft/ Dat 
„eenigen tyt in't bagcbpec aïïeen Daecom ges 
,5fU:afti^/ oniDat Ijp iu't ï^ofDe^ l^epfec^ 
„Uiat befiger fijnDe ober Daglj met De affairen 
„De^ tlyeh^/ De^ mojgen^ gebjoonlich fij=» 
»ne getïjDen bjat eec öaDDe begonnen. 't!3^ 
bjaerlïcU nogï) fcljjicftelichec / feer tprari^ 
mfclj/ enDefupcrfiitieus, DatmenDoojfnïcs 
jfxe berfierDe beiljaeïingen / aïlen enDe een 
?geïich poogt te becbinDcn aen Defelbe/ enDe 
ibeïe getijDen/ Die onDecfo grooten jlraf^ 
ftfo precijfelick moeten b^aecgenomenbjo^a 
Den. 

^P betbinDen öaer getijDen aen een 
; gefet getal Der gebeDen / aen fo beïe Ave Ma- 
ha' es, enDe Pater Noliers , bjelche fp Ober» 
loopcn fonDf r eenige devotie in öaere herten/ 
enDefonDereenigljberjtanDt j toantfp b?en^ 
gen Defe npcen Doo^i met een geb^ooclten enDe 
geraaecluegefangl)/ en Dat in een onbeïten^ 
ll>rtaeje/ tegen Chriiti regel/ Die alle pDele 

bep 



1 



■ 



Gifb.Voet, 
de Speudo- 
precat. dif- 
put. feleél. 
torn. 3. pag. 



Balduin 
Caf, Conlc. 
lib, 2. cap. 
7. caf. 12. 
pag. 201. 



174 Kicyiiekerckc. 

ücrljacïntgen \)cthim / Matt» 6. 7. CnDe 
tegen Pauli ïcere / Co?. 14. 14» 15-. 19. 
^aec l)p tüiï Dat ben <Öoöt^-öien(l in een Ije- 
lienöe tacle fal gefcfjicbeni 

6. ïDie uycen Ujojöen oocït bp Ijaec af- 
öejjanDcItDoo^een fehece antiphona, toeïcUe 
alle devotie tjerö:ijft : tuant al^ ton ^eöt 
biböen / fo moeten U)n felf ö alle onfe concep- 
ten fonnecen / enbe nntbnicaen !jet gene / 
't tnelche jjet tjeete geboelt. .iBaet: öu fjaec 
gcfcljietbctljeelanbaré/ öetojjïe öe eene een 
öeel lïan eenigefententieboojDjaegöt/ enbe 
öe anörce l}tt oUrrige \)nmt / maccftenbe 
iiïfo af-fcl)epbïngen öfc fpzcnclten/ m diiHnc- 
rien öc^ gentoet^ / fonöêc öe niinfle naoör- 
faecacüchDeit j Ijet tocïche nogïj David, nogl) 
Paulus, nogl)Silas, DiefMUoo^jgeUcn nac te 
Ijolgm/ geöaenenl)ebbem 

7. <t5!niöelicft / om lifgoDerne / beeï- 
bonöigc lUpcdHtie , gvooUe b\ijadmgen / 
plompe hypocriiie , enbe mniigö^ulbtglje 
U2embig!)f öf n / bic Uan ben gaufgefinben nt 
Öaecegetydenbegaentuojben/ nae aiibeee/ 
nietopteljaclen; befeljaeregetobenfljn ben 
Cö#enen/ cnbeBabers mbeefefte en on- 
be lieccïte / gejeel on-behênbt getoeefl. 't^3é 
toeï toaec / bat fonnnige dt^nbtbabecö baii 
feecïiere nnecn / nae be tierbreïïnglje bcï^ 
öaegïjö/ ni Darren tyt gebnmcfteïic h / gc- 
fp20ocUenl)cbben/ enöcuibiebe geïoobigen 
opgebjecfit tot be gebeben / enbe anbeee oe f- 
fenmgen / geü)ca Uiu Iiiec nae fuHcnt&oo^ 
nen 5 maec bat'fe aen een ycbec nnce een bn- 
fonbce eugcn fo.imnUct: beö gebebtjS fbubcit 
Öebbcn toe-ge-qigent / enbe aen bie ben open^ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 17^ 

bmcn himfl tttt llercfte fouöcn berdoiiben 
fteö&m/ cnöeöat'fefofouöenï^miöcfe faec- 
fte gefabdt Rebben / aïé nu De lefuy ten öocn/ l'^'^r^- 
ontftcniicn lup / cnbe faï ïnöer eculuigbcit 157 
niet ge t!)oont ftonnen too^öen. 3;ae öat öit 
ren mentoe maniere ban biööenl^/ behrn^ 
nenoocftfommïge paufgefinDenfeïbe/ on- 
ttt anöere Durantus , öetoelcfte bit betoijfl oumt <i« 

UptWalafridus, Sozomenus, Socrates, en^ i^'^'f^"^^ 
Öe Nicephorus, Walafridus tjetöaeït öicft- waiafr.* 

toiï^öarfe langen tytnae b'Ulpopeïen fijn strab. <ie 
oeniaecftt en ingeflelt ; §>ijne Vuoo^öen fijn 
fonöerïinge aenmercftinge tueeröigb *• Men kinf ri- 

moet weten , fegï)tl)|t/ datter veele tyden na v« & 
d' openbaeringe des Heyligen Euangeliums 
voor-by-gegaen fijn , eer alfo geordineeet wa- 
ren de getyden des daeghs, cndedesnaghts» 

<De fupbecfle ftecefee D^'eft niet getoeten ban 

befe feven getpen ; Voant BelJarminus t»e^ vorflft 

feenöt felbe öaret officium primas , bat W Anti-Beil 
Uanöe eerfte getyden , 't toeïcfte gcbpeit moet ^""^ 
tooiöen nae öen opgang!) öcc .s^onne / eerfl 1"? 
mgefleïttentïjöeDan Caffianus, gelijcft upt 
tjein Vorftius öeeft aengemcrcftt. 

.fBaec ich b?eefe Dat ich öe goede uyren ban 
tnönen Eefec mif b^nicfte / Ijcm fo lange op- 
fiouöenöe met öefe ydele uyren, enbe ben- 
feïingen Dec nieülüe Eeeraeten* ^ogö ijet 
toa^bannooöen Datpet^ftiec ban BojteWt 
toierbe aengetoefen / op Dat bïrjcften mogjte 
toat onöecfcöcibt baer ijJ tuflcöen be paepfche 
getyden , enöc öie gcfette tyden , Debaefche 
öaegölicft^ tot bert ïgljtinge ban ben privaten 
<5obtfbicn|lïn onfe öupfen moeten bjo.'ben - 
öf-gefonbevt. «)ant 't een gcoobe ie icnchtH».' 

fien 



hjó Kleyne kercke j 
rrtic. lib öï^nbotof Lutherus, ofpemanötbmt CHife 

Lucher. af- gcfctjtifc twtxc li3eöcc-fp?oochcn / 

niaec bat IJÏ» OOCft alle gewoonte van op een 
gelette tijt't famen te bidden heeft geheel wil- 
Annot. u- len vernietigen , gcïljclt Prateolus ïaflcct ; 

pon chapt. cnbefooocubelcfuitenUauRheras, betaelc^ 
Aaes pa^ ly^^^ '^eutevicïtcnmgcnop A<St. 10.9, 
m. 3»i. ben Puriteynen cnbe Calviniften nae geben/ 

öat'fc aUt fnklim order rnbc gelette tyden 
ijaii bibbcu/ ibperilitieoasbccïcu, Jl^ptitani 
gecrn toe / enbclecrru hn aïie gcïegentl)cpt / 
bat t)ct ff cc bcï)oo2Ïich i$/ bat feectee iius 
crn af-gc foiibcrt \i30>bm / niet alleen tot ben 
openbaecen 45obté-bien|l / geljicïi opcntlic^j 
fem Uan on^ gcfcljiet ^ maec ooch tot privatco 
nibe ÏKpnicliche oeffeningen ban <0obté- 
bienftiglieit/ op bat be nienfcï^en aHe ljaerc 
anbf te affairen acn een 5i?be leggenbe op fecc^ 
ïterc tuben / agl)t mogen geücn op Ijaere de* 
votie . "Jlïbne lieeft liicc tian Calvinus gc^ 
boeït/ gelijcU nntbefe fijne tuoojbenblijclttt 
Calvin in jj'^cngefien \juu Uafl ben gcl)eeïenbagt)met 
comment. „anecïeii faecften te boen JjebUen / enbebac 
m 10. cap ^jtïejj ïoopens* enbe cennein^ geen e^inbc ié/ 
^ "^'^^ „tenfnbatUjnonsSfeïbenaf-bjeecïmi/ ctib0 
„ban onfe affaicenonttcecften/ fo ift ferr 
„goet / bat Vnp betoo?bmeerbe tijben !ie Wöcn/ 
„enbe anten onitebibben. ,?^iet bat topaen 
„tijben enbe unvengebonbenftjn/ niaecal* 
„ïem op bat toti't gebebt met geljeel eit^iï 
„becgeten fonbch/ bieïcfte onbec aïïcbcs 
„Sommeringen b' eerfle bcï)oo,2be te toefert;' 
m comm. 3|aeopeenanbccpïaetfeoo2beeïtl)n/ bat'ft 
Actl- lij, fcn feec ptofi)teïieïie faecKe fonbe Pin-/ ^toöiru 



Kleyrte kercke. i jy 

ton C^2iflenen bacgïiUcft^ onfebii-rcnftom^ 
flfii ïiiöe lierchm l)aööen biti tc biöbf u / ge^ 
(ijcft oacfi op fomiuïge plaetfen elön:^ ge- 
fcJiiet / enöe fo oocft orfcliict \^ inöe ouöc 
iiecche: iuaitt outrnit Ijet \m Dc^^^eemi 

foo» ï^in Concilio Tarraconenfi , C. 7. bc*; 

flooteii / Dat öacgljïich^ iu't openbart inbc 
liccckcn mo?grn-cnbc aüonöt gcbrbni fou* 
örn gefcl)ieöcii* B'iacc baer fijn ooch Dc dec^ 
öe / fefte / niöe negcnöc u]ace be^ bacg!j^ baar 
bfi grUofgöt/ cnbe tóoj ccntoetbcroibij: 
lieert bat in een jtiebec ban bie upren b?ie Pfal- 
menfonbengcfongcntoo?ben, ït!ecu\it i^'et 
«^fcOt^t/ gelgcfi oufen Daiiceusfeec toelbec^ 
arït/ batuibiebijfn^icfn/ aïébe fuperfti- 
ie begon aen te gronicn/ beopenbaetege^: 
eben enbe gelangf n mbeüerche/ enbe bat 
baegl)ïicfi^ ('tU3eiciteboo2Ï)encnniet fo pre- 
cijs U)iect aengenomcn/ niaec nae ben pbec 
bf^ gemoetg aeneenpegeticUebercKe/ enbe 
aen ncbec geioobigc iöicrbcn bzp gelaeten) 
enbe infonbeiijept lube Clooftcc?^ bee JlMm^ 
inchen ( bie bete nnuen fupedlitieufer UJiVC 
laenien) Ijebben beginnen tegefeljieben / te 
toeten inbe mo^gen-upce/ ofte eerfte njnrc 
be^baegï)^/ bebecbe/ fefte/ negenbe/ en= 
be nibe abonbt-nnce. nbe nabeiijanbt 
er nae be abonbt-gebeben {)ct Complecorium 
by-geboegijt / ban bie gene / bic rcli^ieurcr 
ban anbcre toilben fcljijnen / enbe fo \i befe 
mThrri-^Mrgöhclie tyrannie, enbe qnaebeTu- 
} , alleug!)flten^ / grli)cU't altijbt^ 
pleegl) te gcfcljiebe n / aengcuiatfen. 

5Dit bectoerpen Urn / niacr niet aUe gefet- 
„te tijben i '?ilbn# fp^cecUt Rivctus ; ^e 

^ nie^ 



Riv^t Ca- 

thol. Or- 
ihod. traft. 

3/. n.i. 



i.'i. 



Rlvot.libr. 
citat. num. 

7- P- 3Jo- 



Theol.Caf. 
cap. 23. nu. 
11. p. 442. 



178 Kleynekercke. 
55tneïicït Ijiip^-gcbcöm Uccepffcljcn oocft / fd 

>,fcccïicre plactfe / ciiöe een fercheren tijt / 
3,111 be toelche aïïe De jjunfgenooten 't faemen 
„geroepen toojben tot roenUnge enbe aen- 
jjcoepiiige Dan <0obejJ .fi^aenie. <^e Jiepmc- 
,,licfte bpfbnbece gebeben / bit ban een aUeen 
„gefcïiiêben/ t^ebben geen pïaetfe enbe tijt: 
5,Ili)ant een pêber geïoobige moet enbeftan 
^^alïe tijt/ enbe op aïle pïaetfen/ naegeïe* 
5:,gentï)ept be^ noot^/ enbe betoeghtgeban 
y)<Boht <Öee(l / repne öanben tot <0obtop» 
55l)effen ♦ .ïl)aee nogljtan^ magj) l)p toel 

55(beneben extraordinaire publijckc enbe do* 

3,meiHjcke geïegent!)ebcn)ecnige feetïicre nn^ 
„ren bp ijem fleflen/ in betoeleReïjp/ figfj 
Vjban anbere bingen aftrecïienbe/ baegbïiclt^ 
„ben cï^aeme be^ ï^eeren aenroept : gelijcft 
„Itjp geïooben bat be ïjepïigcngebaenfjeb- 
„beh/ bie on^S inbe .^fhiiftupre toegcnl^s 
„re <ÖobtfaHgIjept toozben aen-gepiefen* 
Cnbeaïbn.^fpKechenbefonbenlup beur an- 
bere ïionneninbocren. 

^0 tüiïïen onfe 3leeraerenenbe |)jaetifi)- 
nen/ fienbe op 't gene ecrtijt^ Daniël enbe 
David getuooti ïuaercn te boen / bat be Cö^if^ 
tenen öaer driemael beö baegb? fuïïen tot gc^ 
bebcn / enbe anbere oêffeningen ber <0oöt^- 
bïenrtigftept begeben . <i2nbe bit geb?uncïi 
en ïtan niet anberé ban ïoffeïicft/ enbetew 
googljflen pjijfcïicft gcoo^bccït toöJben.sPpgJi 
Ijier moeten bcfe boïgnibe buigen \ml fojgljs 
bulbiglilicften toaergenomen UJo^zben, 

I. <Bat ban een peber ï^npf-baber/ ofte 
toch ban m\ peber €\jnficn booj f^^^ 

in't 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Klèyne kercke. i^p 

' In'tbpfontJec/ öefettjbenftonnen becnnbert 

mo2bm/ me bat öp Uoo^figötrïicft faï 002^ 

öeeren/ öat öet bem ofte öc fijne beftgeïe^ 

jen ofte Uo.iöerlichfl faï hjefcn. 't ^oube 

^! te öact/ enbe flcijbenbc toefen tegen be 

Cfeïftelicïieb^rjöcnt/ ofte on^ feiben/ ofte» 

3ocftanbeceaenbefeofgenetnben te berbm^ 

{len / alfoo batinen nae geïegentjept geen 

anberetijttotöeplige oeffeningen foiibemo^ 

jen imthiefen / ofte anbcre bcröencften bit 

tïoo? een meccfteïicfte bècïjinberiiige te met^ 

belet toojöen/ om befe oeffenmgen/ fo aï^ 

bcljoojt/ enbe fo aï^'feanbcrflnsSgctooon 

fijn/ toaec te nemen, ^oglj'ti^ooch feeö 

'^htf^ooiïicfi / bdtmenfigt)boo2 eïche boo^- 

iiinenbf enbe tuffcbcn - (tomcnbe beufrïin^ 

ren ban fijn ^Cüjifieïicfteboojnemen j^et af-i 
^B^^Dben. 

Kt. ^at tot befe oeffenmgen / niet al tc 
eer tijt moet bfflcebttoo:bcn ; alfobatmm 
fiioobtfaecltt fonbe too2öen / be toerclieii 
Wn baegbïich?^ beroep te bectimmen; 

Die bit fonbe boen/ fonbe bem befonöigen/ 
rnbe be v0obtf bienfrigbept fonbe fomnrigc 
een berbfelbooiöacrc lenpöeptenbe tragbeit 
iftonneilfijn. 

[ 3. tDogb n<et t\yen langen tijtmoetoocR 
300: Cf n pegeïif ft gcfWt toojbcn ; 5^ie min^ 
fentbecen / enbe meerber renten bï'bben / 
n tot privaete oeffenmgen meerber tpt 
, E-n / ban geringe ambagljt^^ ïieben / 
^nletöareljantH^n befeofl moeten toinnein 

•aer koop-gelr inde handen bCT rijthett 
léijdtj om wijr heyt tc koöpen, ^:ob. 1 7. 
m t.Con7»32,34. j^tn Weduwe, dié 

SÜ » alleeü 




) 



) 

|1V 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



rr 



•1' 1 



igo Kleynekercke. 

-^alleen gelaetcnis, ïtail blyven in fmceckin- 
I gen cn gebeden , naght cnde dagh ; Öacc Dt 
jonge weduwen , tüdcftehouwelicken , mttt^ 
Dec tt flClïen ÖcblJCn met haer kinderen , enöe 
jhuyf-regeeringc» 5» Luc. 2.37 

1 €)of ïi moet öicr op De f üjacïiDcit / of fier cftte 
M]am\^ acljt oegcUrn too^öen jfommige 
fijnöcc öie ïjarr lauget ntetftcnïïgeoeffenm* 
jOfcn ïionneu bc|igï) boubcn / ban toeï anöere/ 

Sic f Uiach fijn. Godt wil barmhertigheyt > 
ende geen ofFerhande . <Br\ft oeffeningen 
«ictcn toii niet W f ^ gefetten tijt / maer on^ 
fen tyt nieten tóp bp onfe devotie entïcaen^ 
Dagljtigljeiit. 

4. (Cpnöcbfk öefen oeffeningïjen / m 
baegWicftti op öie gefette tijDen geöaen tooïö 
öeu / moeten geen Uecbienenbe ftragl)ten toe 
öefcD2ebcn\ü02öen/ enöc boojtö' moetntTc 
öan alle fuperftitiegeljjijöt fijn. 3n't ï^auf- 
öoni \i3o?öen De menfcljeti De^ mo?gen^ / ^ 
miööaeglj^ / enDe De^ abont^ op-ge\i3ecuc 
Doo2 l)etlunen en ïUeppen Derl^locften/ tot 
Öet fuigen enDe opfeggen ban Ijaere getijden , 
Hofpin. de DoojinfteïlmgebanloanncsDenttoeenttüms 
0"gin. tigijftcn / enDe ban Den ^aué Calixtus De 
JzZthh ÖfcDei DogljDitbJOJtmetregljtbanDenon- 
a.pag. 3a+, feil/ enDe onDer Die ban Hoipinianus, toe-, 
aaö. & [dl öerlegljt enDe bertoo^pen, 

5DicnntD'opgemelte Dingen niet en fiet/ 
l)oe groot ïjct onDerfel)enti^/ tntTcljen onfe 
gefette tijDen / enbc De i;)acpfcl)e getijDen / 

Die i^getoïlTelich blindt, cnDcban verreniet 
fiende. - 

^efe Dingen boot Ijenen af^gefonöen fim- 
tft I fo bJiïïen m bcvDct tijooncn / Dat tt? 



1 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



KJeynckerckc, i8i 

ilïcbacgeneeniflcntijt/ ofteiiprcn/ mipc*^ 
(eïicftnae fijne gcïföentïjciiöt/ moeten af- 
onderen/ totïjetcagötüige banöe op0cmeï* 
eoeffrninoen. 

I. ^it al ban ont^aföe p^jact jjcUe öet 
Bobtfaïiöéngetoeefl j 
I» 5inbenouöenTeftamente, toantfegjt 

David J>f : ff» i8. 'sAvonts , ende 's mor- 
jens, ende des middaeghs fal ick klacgen en- 
Ie getier maecken. ^pttoeïcïtetooo?Dcn af 
e nemen / Dat be geloobigen in befe tijben 
e gefêtte uueen ïjabben om te biDben. 
ant nadien baegljïieft*? morgens? enbe 
Monté b'offecïjanben inben Tempel toierben 
eoffect/ fo toiect em pegeïicft betmaent/ 
m nmi oocli öeimieïicft te ïjiip^ mojl bib? 
)en/ fegötCalvinus, (önbe oiiber Ijct bib^ 
)en toeten top/ bat aïïe anbeee oeffeningen 

Jegrepen toofben» Daniël driemael des dacghs 
)p fijne knien gevallen fljllbe / badt ende de** 
ie belydeni ffe voor lijnen Godt , G a n t - 
CHELICK GelyckHy Voór De- 
«BN Gedaen Hadde > ^an. 6. 1 1. 
ï^o^jbeia^ecfebej^boobt^/ lietöp Ijem ban 
ijne getooonte niet afteecften ; i^p babt drie- 
mael ae^ batgl)^/ fcljoon bit ben Conincft 
aerbobenü^ïbbe» <!3nbebïtffl)9ntooeït/ al 
ange boo^z ïjaer / Ifaac betragöt te J)ebben : 

ttiant bïen binben top uytgaende in het veldt y 
tegen het naecken van den avondt om te me- 
diteren, <Den. 14.(^3. ijjnbebefegetooonte 
Ijeeft oocli Petrus ben ^poftcl geboïgI)t;toant 
top lefen / '5(let; 10. 3.9. ïDat Petrus op öet 
bacU lilam om te hit^tytn / ontrent de fefte uy- 
w. 3|n bat feïfbe Cappitteï flaet bec^ 50. 

M 3 ban 



Ambrof. 
Serm. 43. 
oper. tom. 

3.pajr. 270. 

edit. Bafil. 
ann. !ƒƒƒ. 



.1. 



Kleynekcrcke. 

banCornelius, bat I)p ter negende uyre ia 
fijn huys Godt gebeden h^dde , Dat ié / tiC 

becbenaebmmïöbagö/ todcfte bcu goben 
een ordinaris upcc bc? gcbrtö toa^» 

2. ^?^eropï)êb^lenooc^l mfonberöept aen- 
Cfb^ongeu/ be Heerarc^ inbcoubetoche/ 
öefe baegljlkhfcljc pcffemugni op bic gefette t 
tijden be^ bae^M / ten fioogljflen noobigö 
oo^bcfïenbe/ totberbo^bcringe bec <15obtfkV \ 
jjligljcpt Ambrofius fegbt: ©oo? alle tip 
yMicUt tDcccïien / moeten top tierchen öeb* 
5,bcn ban <0obtfaïigIjept om bat on? OSobt / 
>,tnflenbe enbe fïaepenbe op onfe faebben / 
>,ljeeft betoaept. il^ant Idic alé <0obt be^^ 

„toaect ben menfcïie/ aï^ bn flaept^ 

i/^ch ben bctn ban banchbaerbepbt fclmU 
3!>öigfj/ om batbp/ opbaticftgerüfl moglj^ 
>5te flaepen/ tuaeeht,...., Mact ooch al^ 
wben abont ben bagb fïupbt / moeten top 
„booj PfaJmen met een acngename üeffelicft^ 
>jl)cptfimenlof enbeeete faigen,.., (^pbat 
jjtup bit/ 23^oebec^/ fonben mogen boen/ 
jjUiojben top niet alleen boo^cebcngeleect/ 
jjmaec oocit bermaenbt boo? exempelen. 
jjllDant fien top niet bat be Mepnfle bogel^ 
>)lten^/ al^beri baegecaetben aenb^eeclien^ 
55benbagbboo?tb?engl)t/ lieffelielt in j)aece 
j^nefthené fingen/ enbe bat'fe bat al.^ met 
>,tioo;bagl)t boen eer'fcnptbbegen/ om öa* 
i)tm ^eDeppec / oni barfe met be ftemme 
„niet en ftonnen / met baer foet gefangl) four 
5,ben mogen becmaeehen ^ <énbe fob 
„boen'fe ooeft al^ ben baglj baeeenloop Ijeeft 
,,ge-epnbigbt* 4Dat ip ban bat gefangij op 
jjbpfonberetrjbenanbec,^/ ban een gebnncb 

^gc 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



V 



Kleyne kcrcke. 183 

„^e Uogiflen öancftcn <&obt boa? flrgljte 
>jfpÖf<^ : 91? ^o?t gcboeöt met ftofleiichc ge^ 
„cegljten / en fuit go nogö onöancfebaec fiml 
nïBtc en faï fïgö öan niet fcbaenien / fonber 
fingen öan de PfaJmen öen Dagïj te fïup- 

„ten > .fBijn 23?oeöec / Wgöt Dan De 

„lileiJne üogelften^ nae / met mo?gcn^ 
,>0nDe aijont^ utoen ^cljepper Dancft te 
„feggen ; 't feïbe na Ijerljaelt t)p toeDetoni 
fopeenanDer plaetfe/ 4 Daec Ijg fegljt/ Dat 
teitabont-enDemo?gen gefangl) oocft ijanDe 
mïepnflebogeïUen^/ on^ ren gtoote optDeC:= 
wïngci^/ tot Diergelrjcïten Dienfl en devotie. 
CEnDe tDeDetom in fijn DerDe Doeelt UanDe 
5, jiBaegïjben / fegjjt Ijti alDu^ : Men moet 
„'ÖoDtgetaifTericïibiöDenenDeDancften/ aï^ praimorum 
„topuptDenfïaepopflaen; ^ïétupon^^ diemdful 
wüereïjDni om fpö^ te nemen / aïé top'fe ge= 
„nomen Rebben/ enöe epiDeïïrh aï^ top te 
„beDDe gaen, <i5nDc boo?t^ tuil ï)p Dat op bet 
bcDDe feïbe De Pfalmen en t)ct ©aDer on? Dicfe= 
toifó fnllentoojDenopgefeglit/ ofteaïó men 
ontiuaecftt/ ofte eec Den flacp öet ïicöaem 

Obecbalt/ op dat u, fegftt ftp/ felve in het 
begin der rufte den flaep vinde gevrijdt van de ^^'^^ Fo- 
iforge over wereltlicke dingen 3 ende Godde- Magnum'il 
licke overdenckende. c ^it betragfttenDe/ gitur in- 
fo foubr ons oochdcnfTacp otiecöcndiuigcn / centivum 
en oeffcmngen toojDen üau (Öobtfaïiöljeïrt/ nob""^^ 
m\\jc\\ rlöcc^ örcft Balilius gcfpioocUni. 



nim fen- 
fum homi- 
nisgrrcns, 
non erubc» 
fcac fme 



fiere, cum 
etiam mi^ 
nutifTimas 
aves folem- 
ni devotio- 
ne& duld 
carmine , 
ortus die^ 
rumac no- 



11 



AmbiofV HcxaniCT., lib. ƒ. cap 
AugHft. Tom 4. parM. pag. f^c. 
JfOjpft trbi fomni qüoque pieratis meJitationes 
In^'.éwc, atfil. fei-;ii. m mart. lulicr. 



excitandaj 
is de- 
votionis a- 
miferam. 

12. Oper. Tom. 4.. pag, 60. 



j exerciutioaeff^ua 

Ooch 



. ) 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



x84 Kleynekcrckc. 

<Bot^ ^tcft Uitt op Origenes fmmht^Cé 
origfn iib. 5,ö^onöcn: lob , fcg^t t^/ leert ons, enöe 
l iniüb^p. „tjcrntamt/ enöe ttioont ent forme , bom 
Vzx'u " rmicn Itinbercn / ciUie nu aen on^ aï^ 

„!cn Uoo^ aïtijt^ / öat top aenftonté inöeu 
„bacgeraet optlacnbc ijan onfenag!)t-ru|t/ 
„tioojallctoecch/ oftetooo?Dt/ boo?aïic 't 
»faenien-fp;cecïun0c/ ofte Ijanbclmöe/ öe 
5,eer|lelinöfn ban onfe opjlanbinge a3obe 
„moeten opöjaegen ïn optecl)te mojgen-ge? 
„beöen / af-biööingen / enbe banrhteggm«ï 
„gem lob ban acnon?^ allen befeforme Dan 
3,a3obtfaïïgl)ept enbe religie aentoijfenbe / 
„ftont bcp niojgen^op/ etc» 

Au?uft ^^^^^^ ^^^^^ Q^W)t öen €>nbt-üabec 

tom4 part »AuguiHniis ! (Ccc gio eeniglj toeTcft beglut / 
» pag s^o. „toep eerf t <6obt aen/ enbe fegljt Ijeni banr h/ 
,jenbeaï^giibat V)oïb3agl)t ftebt boet toebeu 
)?1'o. nae fp^eeeïit oocU alfo 23afiliuö ; 

l,0Ttit.'lT ^^'^ werck gy oock begint, roept eerltdcu 
fii. Cpiri- Heere aen , ende hout niet op hem te dancken, 
tual. als gy het gcdaen hebt. 

.ï^iet anbcr^ ooch Chryfofthomus, totlc- 
Uct^ tooo^ben ijet mx^ ooeh goet gebagljt 
,5Öceft aïöicc upt te tepcftenen : Den tijdt, 

jjfegW ÖP/ nae de maeltijt, een tljt oni 

«a3obt te bancUen ; nn bïe <!3obt bane ücn faï 
55tnoet niet b;cneïien / niaec nngljteren enbg 
chryfoft. >At3ac^ierfijiu 3taet on^ Uanbe Cafel niet 
conc.i.de „nae|)etbebbe/ niaa tot iKt biööen teen/ 
jLazar. O- „op bat top niet onrebelif liee fijn / aïé be mi;: 
coi 'ioT/' jA-ebeUcUe beefcen. B)ï«d)ienaenicïwbe;. 
«dit. Parif. jjlebetoeleïiebiebingenbeeboemen/ betoelc^ 
,,he nu gefegijt too^bcn / gelijcft aï^' öf ton 
;„een nieutoe enbe toonbceiiclie gctooonte ban 

pjc= 



Kleynekerckc. 



i8j 



„UccDoenten die quacör gewoonte/ öctocïc^ 
„ftem ftoangegaet» aDant öatmcn / nae 
„öatmeii fpjjfeacnöc tafel ïjccft gegeten niet 
,,tnoet flacpm ga^n / nogljtenae ijetbcDbe/ 
,maer öat op öe fpjjfe öe gebeöen cnbe fjtt 
leien tjanöcOJotïDeUcfte ^cöjiften Hioeteu 
.Violgen/ fjeeft on^ felVie Chriflus feer:önp=« 
„öeüiu gelectt/ öeUjeiche alé ön een gcoote 
j,menigt)teöatiDcgefpij|ig|)t ihtic Uioeflijnc/ 
jliefeltje niet Ijeeft gefonöen nac ïjet beööc/ 
ofte nae ben jlaep / niaer ön l)eeft'fe genoo=* 
',Digt om <!5oölielicfte p?etiiliatien te Ijoojen, 
„iöantljiienöaöbeöaece bupcften niet op- 
^gctjult / nogijte liaer op-getoer ïit tot D2onc? 
^,lfeenfel)ap =, niacr aï^ W\'c ftabt Derfaöïgfjt 
5,fo beei alé nooDt Uereüfcl)te / treeft Ijp'fe ge* 
,5t5oert tot een geeflelieïi tiocötfel. 3laet on^ 
„oocït fo boen / cnbe op bie tuijfe ox)^ oor ft gê« 
^Vtjennen fpijfc te nemni / alleen fd beel noo- 
„bigü 1^ om betleUen'tonbecljouDen/ niet 
5,om on^ te tïeftoaren. <9p een anbiT 
5,pïaetfe fpjeee fit öp toeberom albué : ^eglit chryfoi? 
jimp met tuat aengeflgöte gn be ^on fiilt da orau« 
„aenfeöonlnen / bie bat aengenaeme ligljt 
P^totnUieoogenfcnt^ l^oefnlt gnftonnene* 
^ten/ tenfpgneecflbïénöebt aengebeben/ 
y^ienfb bed gdebe bmgen geeft ^ met toat 
^^Ijoope fult gu u aen ben nagljt tijt oberge^ 
sitien/ metbjatb?oomenmepntgp/ batgn 
boen fult Ijebben/ inbicn gpunïeteerfc 
,^>ttiet bibben tnapent / maec dnbefeljermt 
5i,utotbcn fïaep begeeft! <!Bnbe tDeberomhi 
tm fceehec Homilie obet pf: 41» ^pjeccht chryfofth . 
i5>ljn albu^: 3tftfeggebefe bingen niet/ op 



5 




f xdag. lib. 
z. cap. 4. e- 
du. Hcinf. 



r 



Stromat. 



l8i Klcynckercké, 

»t>atgp'fe aïïcen foubet p^öf^n/ öocIè 
j>öie uUie©?ouü3cnenftinöctmïccrm/ niet 
>,aneen al^ fp Ijacc tjanbtujci-ch Doen / macc 
»oocft infontïf cljriJt oUec tafel. 3©ant uae^^ 
j,liien öe ^ZDuubel op öe maelttjbeu ïaegöeii 
„let)bt/ enbaectoe gebruncht De l)uïpe Dan 
„D^oncftenfcöap / enfattigï)ept/ eneenuyt^ 
>,gelaetenïaccl)en/ en etn tcaegij gemoet/ 
>,fo moeten top boo? en obecmatitijDton^ 
„flerefemaecïtennietbe öulpe Da Pfalmen, 
>,en te geïgcft met onfe b^outoen en feinDecen/ 
,>banbe tafeï opflaenbe / <6obe C^eplige Eof:: 
„fangen flngen. ^00 tjtJogö toagi öet fnigen 
banDe Pfalmen , geagljt / enbe ïn fulcften 
i^epligen geb^uricït / bp De eecfle Cöjiflenen. 
Mtt öiet b^ieebec ban be^ <éerbj. Arnoldi 
ab Elten D a v i d s H a r p e j ttXi Trac- 

taetken,'t toeïcïte icït nu eecfl ontf ange / na 
bat / 'tgene icft boo? Ijenen ban^t fmgen ban* 
öe pfalmen gefcö^eeben öebbe/ al geb^ucftt 
toa^» 

Clemens Alexandrinus pbetïïcït beftcaft 

ÖebbenDe/ DeMufijckeen gefanglj bec l?ep? 
Denen / en alïe tocceïtliche Die met toulpf- 
Öept befmet fijn/ fp^eecht aïbu^ aen be Cö^if- 
„tenen {\)\\t^ tïjt^: l^et nietbetaemclicït 
j,enïge fmjfe te nuttigen eec top onfen ^cftep- 
„per gelooft Rebben : nogö eenigen b^zancfi 
5,te b^mcften / eer top Ijem met ^faïmen ge - 
„piefen lebben ^ en eer top nacr onferu|te 
„gaen moeten top <6obt Dancften / aï^ bie 
„fijne toeïDaeben genoten Rebben ; alfo al^ 
„meteenl^epligeaenbïaefmgetot ben fïaep 
„gaenbe. «ènbe toeDerom op een anbcr plart- 

fr ; 't gcheele ievcii eens Chriftens is cenen 



Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kercke. 187 

Heyligen Feeft-dagh? fijne ofFerhanden fijn 
lofen gebeden 5 en het lefen der Schriftuyre; 
lOver tafel de Pfalmen en lof-fangen; en eer 
hy tot de ruft gaet , oock wederom in de naghc 
de gebeden. 

Hieronymus, Wegeïeeftfjeeftontcmtljet 
: JdPt 5^0. acn een Laeta fclijijVimDe / aengacn^ 
Deö'ouöertojjllnöcm opUocömge ijaii Daec 

WOQÏittt / fcgbt: LaetYefooeten, dat'fe 
•Itijts hongere , op dat'fe aenftonts na de fpijfe 
magh lefen ende fingen. tDÏlöcn OOCll öetl 

outïrn 3teeüaer enöc H^actrtaecCyprianu$> 
Öat öct gclunöt bet Pfalmen op onfe jiBaelttj^ 
ben öe()oo;!t foube toojöf n. bat bit oocft 
toan be eccfie gccefojmcecbegefcöicti^/ ge^ 
tnpg|)t niet aïïeen Thomas a lefu 5 niaet 
Docft / fcljoon fpoté-tnijfe / Florimundus de 
K-Kmond , een ban onfe bitterfle buanben / 
en tjertioïger onfec Religie, 'h ^alincc (Ijnc 
tooo>bcn (fcïjoon ich feer toeïUiete/ bat'fe 
op bic plactfe / bacc ich met opfct fp2acft Uan 
'tfingcn bet Pfalmen beter te pap gcïiomen 
foubcn öebben) M Uan t maet en facfpottinge 

„Upttcprhenen : "tWas by de eerfteLutter- 
>,fchen, feg[)t ï)p /cn Calviniften de gewoon- 
^5teophetlaetfte van haer maeltijdendenBy- 
5,bel 5 en Pfalm-boeck voor het lactfte ge- 
),reght op de tafel te brengen , daerjonghen 

,30udt, na bar feeën goebcn b^2oncft gebaen 
aiöabben / tcgcn^ nialUanbccen oni ftrijbt 
;,untfongen / en be fdioonc focte !J!ulTcr^ 
>5boo2 |)ct beUiegcnDanljacreïiccïtjens/ en 
»lieffeïijcfteflemmcn/ beoogen en öct t)att 
iitKt Songönians / bictin tegcntoooibigö 
ijtaaeccn / ftaïen en betoüecbcn / etc. i^aet 

nut 



Hier. a4 
Lztam. O* 
per.tom. i. 

P=»g- S7- 
dit.BafU. 



Cypr. Epi- 
ftol.libr.i. 
epift. 2. ad 
donat. circ 
fin.pag. ĩ. 



bcr Iftrtrcc. 
lib. 4. cap. 
i4.fe£t. ƒ. 

Arnold. ab 
Elt. traa. 
cit. 16. U 
cap. 6. 



i88 Klqrnekcrckc. 

ttac httifpt Ja / öat onöer oti^ De Pfalmen je^ 
fongen toosörn ban alïecïeia menfcïjcn / oocU 
Dan aï^ fp cmigl) tüeceït^Ujercftöoen: Het 
volck, feglltljp/ hctwelckedie van buyten 
leerde, cn oplieffniöe / 

Heft op u hert, opent uw ooren, 
Gy die verfteent zijt om te hooren, 

„^cncftt öat öct hooi befe tooozben tot Uu 
pyten betbm If eniel opgctoogcn tuo2t / en 
„tïfelt fl0öemtoonöct en on-uptfp,2eechelich 
„bermaccl! in met öu^ te mogen fc^jeeutoen 
„en met <0oöt te fpseecften. ^oïöaet / 
„naer De toagöt gaenöe op fentineipaenöe 
„tjectoarmt jïgö nngöt met Defefangl)/ 
„öe Jl^cchman op fijn \üerch beefoet Ijiec 
„öoo> fijn acbetit / en be licijgbfman in flagft 
„o?b?e om flagb te ïcberen geftclt / flnuct na 
„ben i^:>emel om figtitebcrlUoecUcn ; ^obt 
5,bie fleecft en eentoigt) faï fp?cechcit..»«. Ifet 
„t^ onrebelich / bat bcfe ï^emeïfeïje optooi 
„gingen besJ <0eeflé ban bien gtooten ^^o- 
„pöeet.» Éanbcn iBeccfeman op fijn bjcrcïi 
„en in fijn bjincheï / banbe ©joubjen op Ijaer 
„naenen / of banbe bienflmaegöbcn onbet j 
„'t bj'aflcljen bet ff Ijoteïen gefongen bjecben/ 
etc. TOaec fo b302ben Vun ban a3obe6 €>eefl 
gelecct/ en fo bit banbe CÖJiflenen gefcljiet 
mbe (Dube tieiclte / enbe bicnfrljf » öat bit 
ban allen / gelncft bp aïïe gelegentöept / al^ 

fo OOCÏi daeghlicks op feecïtete ftondcn , ^^t^^ 

ïigt)lich mogI)te b302ben nae-gcboïgljt. ^at 
ben Studenten ban 't JFcanfcge Collcgic tot 
Leyden, geo^^bmeertijJ/ ecnpegelichop fij^ 



Kleynekercke. igp 

hmct ttn Capirtei öaeg!iïicïi^ upt hm 
Irranfcöfn 23pl)ei te ïefcii/ e« ccn piklmte 
htgen / ÖetÖartt leremias du Pours in fijn ge^ 
lefcfeift/ öefefloffömeffenöe / mbeFran- 
xhetade upt-gegcbcn, 

5, €nbe öit tpeten top bt betragötïngc 
ami bric <0oötD?uö!jttöe getocefl te fijn. ^en 
lliepfctTheodofius, tïcn joiigcn/ üaööetian 
(ïjn Hof een Schoole gr maccht / möe tueïche 
(JU enöemfelben/ en öe fijne oeffenöe / niet 

ordreaf'^deelendede tijden onv te lefen^ pfal-. 
men te fingen , te vaften ., jae oock om te 

waecken : \uant Ijn too^öt grfegljt Dicftmad^ 
be^nagl)t^m<0oöe^ i©oo?btgclcfcn teljeb^ 
bni. Socrates , ban fijn beug{)öen fpjeec^ 
henöe/ frgï)t alDu^: ^ijn Paleys tnas niet 
„ongeïtjch een iieccïu Jl^nt met Ijtt eecfle. 
fcliemet-Uc&t fongt) !jp atieöeren met fijne 
„^ènflecö; jaeijpfepöeoocft banbupten op. 
5,öeï)epiige ^cljnften/ cnDe bP fp.iacli ban 
öefeibe met öe 23itTcDoppcn / niet anöec^/ 
ban aló of Ijn feibeal booj befen tot giebi* 
„ftantgefceltbja^. . ; 

Hieronymus, ban Paula , een ©jonbï ban 
entabeïijcft/ jaeftoninchlijthgeflagljte/ en 
ban Ijaer maegbben / %eechenbe/ fclMft 
aïbnè: .li^a^batbet Alleiuia gefongen toa^/ 
,,ni becmo0f)t niemanbt te bïijüen fitten» 
'?J.fBo?genitenö2ie/ fe^/ ennegm nnreit/ 
'ÏJabonbt^ / mibbcrnacbté / fongö een 
5>*iebcr op öaec bcuct npt |)ct Pfaim-boeck. 
,r^nbe een pebec ban be .^ufler^ mcefl be 
jypfalmen Itennen / cnbe alïe baegen üiat upt 
„iie IjepUge .^cïjjiftnpce ïeeren. gjnöien pe* 
jynianbt b34t tcaegü tot be pfalmen qnam/ 

Paula 



lod. lib. 
cap.j. 



Cent.Magd. 
Num. z). 



Soerat. Hi- 
ftor.libr. 7. 
cap.ii.pag. 
ƒ7 ƒ. edit. 
Coioa. 



per.tom.i. 



Hifron. ti 
Lxum > O- 
pcr. Tom. 



trafm. E- 
pift lib.io. 

Jit. Bafil.in 



Melanth. 
declamati- 
on. torn. 3. 
ije Luther. 



190 Kleynekercke. 

„Paula ginaf) tóe aett/ of befïrafte bic/ O0 
„tjcrfcöqiöen manieren, <öntie t)\n aen be^» 
gcftiïe J)p Dat Lxta , een bjome ©^oinue/ 
l)aeceiffi>o(jt)tec fouöe getnerinen. i^p öaet 
onöcclMijfenöe I)oeTe Ijaece^ogljtee tnoefte. 
op-ljoebcn / fcgüt aïbué ; 3laet ö^er boo?- 
>,5efleltU)02benecnouDe/ b^ome/ enbeeer^ 
))barreB)acgljt/ bie I)aer lecre / enbc boo2 
5,t)aft exempel getncnne om beé nagfjt!^ op tê 
„fiaen om te b<böen / om be^ mo^gen^ gfal> 
55men enbe Uitbeten te fmgen / . ♦ . * enbe een 
55fteerfle aen-geftelien örtibenbe/ om <6obe 
5>een abonbt-offer toe te brengen. t?n Vnttbe 
bat bet ïefen ban <6obt^H3oo?bt boïgböe op 
Ijetbfbben/ enbe bat l)et bibben bolgöbe op 
i)et ïcfen / gelijcft berber op b' aen-getoogen 
pïaetfe/ inbetDelcfteluii nogbtané aïïe bui- 
gen niet booi gort en pfeeijfdicft en henren/ 
ftan Uïo?ben nae-gefien'. 

K rafmus fegbt in bie Heerïicfte befc Jnjbrngt 
ban Thomas Morus , ineenb?ief aen ben ge- 
leerben Ulricue Huttenus, aïbuébanbem; 
5 j Thomas Morus i^ een neerfligl) oeffenacr 
„ber toaere <0obtfalig!)e|tïbt getoeefl / fcïjoon 
wön bpanbt bjaé ban alïe fuperftitie . 
ïjêeft fijne uyren gel)abt/in betnelr fte öii €»obt: 

babt/ nietuyt de gewoonte $ maet niet gè-* 
beden uytgeftort uytde borft. 

Melanthon getungfjt ban Lutherus m bé 
3lijeft-o?atie bie ober (ijn boobt gebaett 
beeft/ batljbïjem bn-ttae baegcïïeft^een fe^. 
fterentöbtnamomeenige pfalmen op tefég^ 
gen / met beïuricfte ÖP f nne gebeben en be* 
gereten/ fngljtenbe/ enbe fcbjepenbe ber^ 
mengïjbe. Cnbt foo ijerDaeït oocïi brfelbe 

Me-» 



Kleynekercke. ipi 

elanthön ban öeï^up^-bJOUtte ban Frede* 
riek öen Cljeur-baifl / Sybiiiagjenaemt/ 
öat'fcöcnöaaö berticeït ïiaCiöe in upceii om 
te bibbrn / oni tr ïefen / ènht om te tueccftem 
>5^e ^cöoon-fooii/ fegjjt öo op een anöec 

„pïaetfe/ ban Sebaftianus Brand , birtcfte MeJan^h^1l 

„bcïe öoeöe boecfecn öee ft gefcö^eben / öaöDe loc comm. 
„öcgeiüoonte/ Dat Iju fijne geDeöen '^mo?^ tJÏJ*''^^''^* 
„gensop-fepöe/ gelifck vele doen. 5Cl^ ï)P sfo 
„toa^ inöe t'famenïiom|le te Smalcaldicn, 
„Den icft 'i^mo^gen^ b^oegl) aen fijn logij» 
„gcftomen/ t>ggcnöe: Heer Beate (bjant 
„bat VoasS fijnen nacm/ enbeï)p bja^ loaec< 

„Ucl\ Beatus , öat / geluckfaligh ) wat doec 
„ghy foo vroegh ? J^p antbJOO^be: lek lefe 
i'ialmen. 

>^^e betrmaerbe Wefembecius > bie be ï^ecj^ 
ten eecfl te lene, enbe baec nae te Witten- 
bergh gïjeïeect Ijeeft/ babbe oocft op pebec 
bagt) becfd)cpben flonben / in bieïclte fjo figh Meich. 
öf.fonbetUcft begaf tot Wbben / geeflclicïie ï^cJclr^ 
intro veriicn, ettbeanbecc ocffenïitgöen ban 

man. p&g. 

devotie. 175. 6cfe<i. 

Ban Harrington, een bermaecbt en xmu 
rnmcnbt €beiman / lefén lup/ bat l)n fba 
neerfligljenbolftanbigö toi>^ inbefeOltóbt^- 
bienft-pïigöten / bie men nnfoo biepnigli en 
;oecmgöaci)t/ fegljtB«rroughs> batljuniet 
.^aeen tloeemaci baegö^S in't Ijeumelicft babt/ 
m^t oocft ttoeemaeï bp fijn ^ienaer^/ in 
mn ïumec; bcljalben be bn-een-hömfïe op 
be gcf^cibc tjjbt booj ])et gantfcïje öup^-ffefm. moRj 
^.pobecbacl3tb2ieot biiTp^ebicatieri/ bieöp ^^^«3?/ 
clcae bag!) ge()oo?t l)abbe. 5^e^ mojgen^ op 
^n bagö Oe^^eeccnbecöaelbe öp 6e pjebï* 



ip2 KJeynekerckc. 

featim / bic Ijw op bcti ïlaftDag!) tc boojen jc^ 

an ite-^t^ch mhm Ijict nictnac-ïatmte brcl)ae« 
' lm j !joe \}tt bnpfgcfm ban öicn burger gcrc? 

tdy's^cf- ÖUÏfftt toa^ / öacr Öcm Teelingms fcgl)t / 
fntmg:ml«c ^mhtt fUU bclcaöt/ öocn ï^t^fï ïnEnge- 

tofijnbooj^ Jandt Quam/ ban <!5oDt gclcnüt gcbjccfl tc 
tn^xm- 'ièmo2gcn^bptijt^ (fcgl)töien45oöt^- 
sèoccü. „Unigl[)tigcn Praaiiljn ) niaccluc figö een pe* 
wgeïych op/ tot fijn Uictcli/ öogö alfobat 
„gecnc/ figt) tot belucrcften fijner beroeping 
i,ge en begaf/ aïeer!)u ben naeni bej^ =t>fCi 
j^ren niet gefetlje^t aengeroepen / enbc een 
jjCappittel met bê!)002Ïïche onba*foechinge/ 
>s0elc|cn j)abbe / alfoo l>epïigeube boo? öeii 
5,gcbebcenbe!)etlD002t/ ïjetgcnefp tuilben 
,>ter ftanbt nemen oni te boen. <S>it b^ert fa 
«getronluelycli betragbt / ban eni pebec/ 
„bat felbe be bienfl-boben baer in met ber- 
„tnnmelnch üjcfen mogljten / macr l)un 
5,U)èctgfnocg!)faemetijbt baer toe aUe mo:- 
,5genbcrgonnet. ^Denbagl)bu^ begonnen 
55tjebbenbe/ foboïgljbeeenpegelijcïi fijn be- 
jjtoep/ tot ontrent bennoene/ aï^ban foo 
ijberfaemelbeljetgantfcöe ïjuijfgefm/ enbc 
„ïafen 'tfamen een Cappittel berbolgei:? ; 
j,aïfo bereyb fijnbe booj Ijet ïefcn be^S buoorte/ 
i,ricpcn fii eenbjagljteiijcft ben naem be^ö i)ei 
„cenaenV baer na aen tafel/ fp.Meelicn fV 
j,ban Det gene een yeber unt Ijet Capittcl 
i^bemercUt D^^bbe / na ben eten fongen fi^ 
„'t faemen eenPfilm, ban heerbe figl) em 
,,|ieber b3cberom tot fijn bjerch ^ bit beben 
„fjrjiabonté booj benetenoocïiopbieepga 
,,boeae. ^m\\ bat fy tc bcbbc fouben gar it 

obcr^ 



KJeynekercke. ïpj 

lecïepöen fp öcn ïoop be^ öaegö^ / tup 
ofcljen <0oöt enöe jjaec feïócn aKeeneCfom^ 
„ttilge öcDeiiölt 1300^2 Den eten) enöe fo lieba^ 
„lm fïgf) <aobe/ na Degciegentljeiitban 
.jfafte öooj öen gcbeDe. ^atcc-DaeglA^ öe^ 
,,ag!)tcrnoen^ tDccöen De ftlcpn-ltietenDe / 
„^lenfl-ÏJoDen/ enDe ItmDeiren gecatechi- 

feerr» 

^it Doet nin nu geDencften/ aai 't gtne 
Thomas a lefu , Dien Ijooj-gemeïten ©acp^ 
Tcljen Carmeiiter Mmich / ban De onfe Uer^ Thom ^ 
fjaeït / enDe boojfleït tot optuecftinge enDe leC. de con- 
naeUoïginge ijanDe fijne / Dat / banDe 
,Jdaepfcöe: leeren De ïiinDer'en Den Ca- ub^s.' 
t^techifmusfoljaefcfp beginnen te fcamelen. pas ^+i. 
.j<Be^ mojgniiJ geben fn De jeugt geen onbnt/ 
,5^00? fp f)efabcn tjet morgen geüebt nefegiit / 
„'t»0ebebt De^ l^eecen / 't (Beloof/ De CÖïen 
,5<©eboDen. ©óoj en nae Den eten toojDt De 
fegen gefpjohen banbe .^oonen ofte ^ogö^ 
„tee^/ enDe in !)aec afbefen ban Den aen^ 
„tleneïieftfïen Die'ec i*^ aen tafeï. Den e:> 
,tienDantftenfp/ enDe fingen eenigl) 3£icDe^ 
„fttn / niet een g^fatni Davidrs. 9ae booj^^ 
ojaer alfo plegen te Doen onfe ©ooj-©aDec^ 
nDe eerfie Reformatie 5 'DoenY>? toaeren in 
laer eerfïe fïenr enDe bloepfel j enbe tni fean 
liet gcnocgli beftïaegïjt tob^zDen en bcfc^ïei jt / 
t Dit in fo beeï rjuufgefiiinen ban onö Clinfi 
nen / Doo? aertfctjen bjoel en faeïionnnecm:^ 
11 ' m bJ02t nae - gelac ten en beefupmt ♦ 
hilippus Meianihon beflcaffcnbe De traeg^: Mehnu. ,r 
nit in !)et bïDDen/ toa^/ gcïijeft Maniius ioc.comm 
^ nljembeebaclt/ geUioon DicUtoiló te feg^ la^toml' 
'tjen: 'tlsfchandelickende verfoeyeück, dat pag.145.' ' 

M wy 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Ha 

458 H 122 



ip+ isjcync kercKC. 

wy de'5 morgens opftaende niet opfeggen heé 
GebedtdesHeeren, met eenigen Pfim, en- 
de het Symbolum der Apoftelen , ofte met 
danckfegginge voor ontfanghen weldaeden . 

^n/ iirDe43oöt! ï)ocmcmg{)maeï gebeuct 
öat tui niet tueï Uan utoe Cfeiflenen ! 

4» ^efc bacgölichffl^e oeffemiigen fifn 
ban geen ininber: a3oötl3nigl)tïge goet ge^ 
ftenötengepjefen: metaïïeen Uan Amefius, 
c^nfcifbr "VneMte bué tRjeccïit : 't 3!? nuttig!)/ feftc^ 
4- cap. 3a. >? vegefettettjöente Jjebïjen/ tot öepmelichc 
oeffeningrnDei:43oötfa)[igl)ept/ enbie niet 
55upt getüoonte ofte fleuc 't onöetïjouöen / 
>,!naei: ernjteïieh te befleöen tot aen-toa.^ 
j^üan a3obtl3^ugl3tigöetit, <ên ftoetoeï ban öie 
„feftece regel niet en ftan gegebenb^o^öen/ 
„nogf)tan,é Doo? aïïec CDjiftcnen genieinic 
5,D?if't/ öet morgen cn abonDt^^- offer allen 
inftitut. 5)aenlieUooïentuo?bt B)aer ooch ban Cal- 
libr z.cap. vinus; öebjelcUe elbet^ fegl)t/ bat'etfouöe 
8. fea. 32. (.j. vi30ei;öi00 enbe loffeïiche faecfte fijn / 

inDïen be Clj^ïtUnen daeghUcks eenigh ge- 
deelrje des tijts affonderden enöe af-fncden tOt 

<Deefleïicfte oeffcnmgen. o^nbc Petrus Moli- 
naeus ftlaegljt ober Ijet geb?ech in öefen feec 
r Moiin f^nflflirtun ff Meditatie ober l)ct 9» €ap, 

mnuat. ' j^Daniels: Waerlijn, fegl)t de huyfge- 

obcr 5Dan 5/mnen, baer !)et gebebt gefpjooeto bio^jbt 
5 pag ^+3 5,'^nio?genj^/ en 'jï abont^ / baet liet lefen 
„ban a3obe^ Jüoo^bt ozbiriareïijch gefcl)iet i 
5,iDaeri^bc3Dabcrbc^l)upfgefm^bie be fij^ 
„neonberbïijftmetfo^ge/ enbe tragl)tet fi)^ 
5,ne ftinberen tot erfgoet nae teïaeten be bjee* 
5 jfc <Dobe^ > ai:nbe niijn*? bieten*^ en i?'er nie* 
nianbt gcbjeefl / bebjclcltc bini grooten 

O^obt?- 



otat 



Kleyne kercke. 195' 

45obt^-0eïeecöfn ban tet ^tjtim gefïercfteu 
beeft /om bat Ijp ni een bpibiiöcr ti adlaet ge== 
töoomöeeft/ fjoetobnigcljcclcn öaöö in^ 
00 b.jeefe <0oöt^ fullcn toe-b,2mgfn / enöe 
Itiat top Doen moeten aïé ton morgen^ op^ 
ftaen / miööacgö^ gaeri eten / enöe a^^ 
bonöt^ fTaepcn gaen / fap nae elcften upce 
een ueöer ftn bpfonöec tocccft aentoijfenöe. 
fijnen ^toaeget / öen ï^oogtj - geïcerben „. 
„Rivetusfegi)toochaibu^: '^J1So?gen^ eec P.pr 
ojtoppet^é beginnen/ nioet<0obt aengeroe^ pag sjo 
55pen toojben. ©oo? en nae ben eten moet 
. jjljpgebaneïittoo^jben : enbcbeé nagljt^ eec 
?)topfTaepen/ moet fijne goetöqit gecoemt 
3>möe gefmeecftt too?ben om fijne gnnfce, 
),€>it ieert on^ be .^cljjiftunce / bit been be 
?,<6obtU,aigl)tige / bie öet Ufcfunmen too^s 
>3ben beftraft enöe opgetueeftt» 

Cafparus Strefo , een grcot 3Licöt enöe npt^ 
muntenbt cieraet ban onfe Üe r cften / ïüacgöt 
«aïön^; ^ieöaeg!)]lichfc!)eoffer!)anöeban 
pjbaegbïïcltfcïje !)npf-gebeben gcfcl)ict aïte dn ^^""^ 
jjfelben onba oné , 3'n befen tijt toojben 
5?beeïebmgengrfeg!)tbanbc noobttaechïieïi- 
jjöejit ber reformatie j macc feecïicr bcfe 
jjeen feec noobtfaecïjcïiche reformatie , bat 
»befe oeffeningen meerbcr in gcb^nmche ge^ 
ob?agl)ttoo,2ben, Jl^i en toüïcn niemanbt 
)5aen feechere nuren berbinben / maer nogljs 
„tan^ i^'t noobtfaecfteïicft/ bat bit bacg^^ 
„ïicH^ gcfcïjtcbe / enbcfcer nnt / infcnDees 
„fjentboo^bcnftoacften/ bat'fe Öaer feïbcn 
„npthiefcnfcechcre mirrn/ enbe bat'fe ïjaec 
„bafiaen bïebrcbinben. 
^enfeec <0obtb.nigl)tigen p. Wittewrun- 

Si- i gel 



Cafp. Strcf. 
in Comm. 
pra£l. in 



101, 



jp6 Kleyiiekercke: 

gel geeft met fontaUiige beVoegingc ^c» 
p witttwr. ftïaeoftt / Dat öe t^uiifgefinnen üanöe v0cce= 

f02mf "^cDe €l)M|lcncn ( of tic immcró bicn 
chriit.cap. „^j.j^,£,tjjafgen)fobercet3fcöo?yjenfim/ öat 
nae/ onöec l)<^t uicefte becï / alle Godtf- 

dienftige oefFeningen , Ulitgcbanum / enöe 

aïlecïep fcl)aöclijchc toecDojtaentljcöcn fdiD^» 
55neu inflchcopen te fijn. Waerfijn, fegljt 

55!)p/ die huyfgefinnen onÖec 011^/ öaec üe 
I „bpfonöcreGodtfdienftige oefFeningen taJCC^ 

„öén tec Ijerten genomen > ^e menfcljen ïn't 
55gemeen fleïlen ï)aec felüen gerufl met eeii 
353emeenef[eucban<Doötföienfl/ öat fp öe 
„|)?eöicatien fjoosen / ten aViontmael gaen/ 
5, (op öat top Ijanöe Libertynen öefee eentoe 
j^niet en fp^ehen)enöe laeten aïle !)are <Doötf- 
öienflioöept aen öen öo^peï Uanöe heeehe . 
=*t^aï bp bft meefle öeel/ aï.öpet^JVijeemtgl 
fijn/ öace op aen te öjmgen / öatmen fij 

huyscatechifeere, möe familie , morgen enöe 
avondt > de huyfgenootcn foude te faemen 
roepen om gefamentlick de offerhanden van 
Chriftelicke gebeden tot Godt te fenden : de 
H : Schriftuyre lefe, dacr vanfpreecke, ee- 
nigentijt tot heylige meditatiën beftede, pfal- 
men fmge , enöe toat öïer fO ordinaire al^ ex- 
traordinaire oeffeningen (öie in een dj?ï|te5 
ïicïie ïjnpfïionöinge beïjoojöen pïaetfe te ïjeh^ 

ben) méee fijn Man en Vrouwe betoom 

iien niet mmöer alsJ<!3oötföienrtigljtefijn/ 
be Kinderen maeeïiên Ijet erger aï*^ ïjaere Va- 
ders ) enöe toepnigl) kraght Der Godtfaligheyt 

ïtanöeronöeröeHuyfgenoten gefpenrt toois 
ben/ etc. ^olUaegljtmetöegrooflereöen/ 
bicn toaeröen ll^an/ banöeu toeïclien top 



Kleynekercke. tpj 
tét hnê ian0je een uptmiintenöt tractaet 

(taant nae dat de man is , fo is fijne kraght) ölt Rigl« 8- 

fubjed betreffcnbc/ al^ met upt gerechten 
j f^aife bertoagljt öebben. 

(Bnt^et andere ömgen / tot betoelcfte be 
<ï5oötbnigötï|je JBzeDiftanten ban London , 
ftacr boïcft / in öefe beUonnnerïicfte gclegent- 
Öeiit Der tijben / öebben op-getuecht / binb' 
tcltoocft befe opgenoembeoeffcningen: By- 

r „fonderlick fo wecken wy u op , feggcn'fe 

I „tot neerfligtiept inbe geeftelicke enbe con- 

: „fcientieufe betraghtinghe van Huyf-oefi■e- 
- „ningen, alé bacc fijn be oude oefp£:nïngen 
„der gebeden , bepbe bc^ Morgens , enbe 
„be^ Avonts , lefen des Woordts Godts, 
, „fingen der Pfalmen , verhaelen van Predi- 
( 5jkatien , enbe catechifeeren uwer kinderen 

„ende kneghten (pligj)ten te beeïin befe loffc 
, „enbe ongebonbenbaegen nae gelaten / aï^ 
„faecften bie maer alïecn be uptterïiche 
„gïjcbacnte ber <öobtfaïigï)eut Verbatten / 
„maer nogïjtan^ pberiglj enbe ffanbtbaflïgïj 
^ „onberjjonben Dan <0obtfaïiglje ïnpben m 
„boojgaenbe enbe beter tijben) bat fobe fuc- 
, „cefTie ber ïierchen niet af-gefneben tüo?be/ 

, „enbe be fmerte van defe verdorventheyt niet 

( ojObergeb^agöt toerbe tot be naefte Eeuwen 

t „door quaede opvoedinge der jeught , bClüCÏC- 

„fte ié ben faebt-acfter ban toeftommbe eïen^ 
„beofboojfpoet/ enbe bcVuefehe in befe lofTc 
>,enbe ongeregelde tijden lücpniglj geeft / 
„bat riecht nae be ïeere / bcUiclcfte nae be 
„<0obtfaïigöcpt i$ / Eph. 6, 4, 

II. ^e tóaerneinmge ban befe oeffeninge 
op gefettetïjben/ i^noobtfaecWicïi/ in op^ 

M 5 Mm 



Calv. 
Aft 
m. 13^ 



in 



10. 



J.*»: 

r 

I.*-- 



ip3 Kleynckerckc. 

fi0ï)te ban onfc f toacftljept. ^acr 10 lu on^ 
ffnnatimrïicftcgencfjgljtljeptoin te tjerltoc^ 
ïen / cnÓc tc bcftoijchcn in gebeden / enöe 
önbcre orflreningcn j 't Voatcr niet meec 
Oenrgcn om Itont te too?öcn/ en ecnfbjaec 
getoigljte om neöerVöaett^ te baeïen / ban 
tpp om traegt) in öemcïfclje oeffeningen tc 
luojbcn . ïBaecom gebjch \}ct bye e geöup^s 
cigl) gefloocht moet tuo^ben onDec Dct tDa=* 
ter/ om !)et l)cet te l)ouöen/ cnbe een ge^ 
luigbte gcönprigö moet op-getoonben bjo?^ 
ben / om ï]d banöeafebcaftel)onDfn/ nh 
foo moeten bju öoo? gcDuncige ocjTeningen 
onfe 5ieïen opbjccften/ enbc nae om Ijoogc 
Ijpfen. ^ierom {jebbc n felbc be Apoftelen , 
begefetteiinren beö gebcbt^ tuaergenomen 5 
enöeinbien/ tegbtfeectoelCalvinus, be 
poflelen fcerhece tijDen tot be gebeben booj 
goet enöe oo^baeclicft gcl)cuDen ijebben / boe 
beeï tc men bel)oo:en trage menfcljen / fnlc* 
fte miöDden bec CbJifteïicfte aenbagötigbept 
enbe devotie met te beragbtenl Ad. 10,9. 

ponder Öitfalbe bedricghlickhcyt der fonde 

enbe^ 5^npbeï^/ enöe De fojgbbuïöigljeöcn 
öcfcc Iwtelt / alïengbfïicné onjj becte ber^ 
fiaröcn / en ban oSobt toêglj-fteetcn ; be 
fo.jgeioof bent fal in on^ influypen eer topMe 
geUjaerbwzöen/ ï>eb/3, 13, ^€nöej)oeUiu 
me eibec bebonnnecingen in befe Ujecelt ïjth< 
ben/ boe Ujp oocft meeröcc oo?faeeb / om 
bit te b?eefen/ bobben; ^ït^it toaïj; betebeti 
kuaecom a3oöt tuilöe bebben/ öat ben tto^ 
ningb/ niet tegenflar nöc alle fijne menigb- 
tinlöige befoingnies , abe öacgben <öobtïJ 
Jl^oo^öt fouöe ïefen / ïBmu 1 7. 20, Op dat 

fijn 



I 



Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kieynekerckc. ipp 

iijh herte figh niet en verhefFe , endc hy niet af* 
wij cke van' t G ebodt . 

III. top ccn^ of anbccmaeïiJ öcfe 
ocffeuingeu / Doo? fïo^bigbcpt bccfunmcn/ 
ten 5^upi3eï neemt aenftont^ geïcgcn!)cpt 
om ou.^ te Detoegen / om Die toeöct en toe^ 
öetom te becfupmen / enöe fo onttoent !)p 
on^ ijanöe feïUe bp trappen. <0etoïfTeIicft 
bic foo eens» fijite öupf-gebeöen/ etc. brc- 
fupmt/ faïbennaeflenöagl)/ aï^i)p Ftomt 
om te biöben / te met^ een meet öan getooo^ 
ne ijabfigöcpt / enbe onbeqnaemDcpt baec 
toe Uinben. ^let Dan. 1 1 . 

I V. ^ït faï ooch een fectr goet mibbeï fijn/ 
om ter geeniger tijt/ met fpijs ofte dranck luc 

befwaert te worden, ^ie feccfjcrc Uprcu 

fielt Uoo^j IjepliQC oeffeningen / enbe bie in 
öietoaer te nemen feer neerftigï) i^ö / faï fig[) 
oocft op aïïe anbere nprenaïfobebtoingen/ 
bat ï)p Ijem niet faï obcrgcUen tot eenige on^ 
matigïjept / boo? bctoelcïie l)p toeet bat Ijp 
on-ÏJeqnar m foube toojben / om op bic gcfet^ 
te upren fijnen ^obtfbienfl toaer te nemen. 
(Debencïit !)ier nu op 't gene top boo? Ijeenen/ 
upt Chryfofthomus {jebfacu bp-gel)^2agbt. 

V. <2^efegefetteoeffeningch/ bienenoocïi 
omeenb?agl)tin öet bupfgefln te betoaeren. 
<9nberfobeeïebefigl)ebcn/ bic in een ï)uuf- 
gefin Uoo^'^aïlen / ïian feec ïigöteïicïi te met^ 
opflaen ecnige öerbjcembinge ber gemoebe^ 
ren ; maer aïjj top op feecïicre upcen üooj 
<Dobt bcrfcljijnen / bat faï een mibbeï fijn oni 
ben bsanbt be^ too^n^ tebluffcften/ op bat 
De ^on niet o\jtt onfen toom moge onber^ 
gaeu. gnbien bit beöectigöt toierbe/ foo 

4 ni 



II. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



200 Kleyne kcrcke. 

rn foubrnbct onbrr grtroutoöe bifïttoiï^fóa 
)[angl)buptï0c tlniften met fijn. ^acroni qe^ 
ïinipcht iPetrus brfcccöen/ om De Jd^anncu 
tè uVnnarnen tot\J2rebtfaemeï)!ipf-öoiiöm^ 
0c met baece ©^ouben/ nacificntïich / op 

dat hare Gebeden niet fouden mogen verhin- 
dert worden , i.gct. 3. 7. ^ict \itt ÜOO^^ 

gaenbe f . Capp. 

V I. 3^ oocft UMith / bat lini <0obt 
bancften/ tooo?batöpon^ aïïc nagljten be^ 
toaett enbe betoaccïit ; bat öp alle baeqen 011^ 
foBabcdicftcn bcfcöfrmt / 'enbe gelijcft aï^ 
op fijne ï)anbcnD.2ac3!)t; enbe bat Dpon^^ fo 
otierbïoêbiöljlicïiancbaeöen acn fijne tafrï/ 
op fijne hoflrn/ fpij|l0l)t. Urn bit met 
rn boen / Uiat onbrcfcl)enbt i^'ec ban tnf':^ 
fcJjen on^ enbe be beefren i %iet ïjet boïgenbe 

13. Capp. Endeoverweeght'tgene\UUl300J 

Jenen npt Ambrofms fjebben bp-geb2agl)t . 

V I I. (jftmbcïïch oni anbccc brngen niet te 
ï)f rijaeïen / bic üJp ten becle |)cbben bp-ge^ 
I),2a0l)t/ enbe ten beeïeljier nae nogij fuHen 
too2benbp-geb?ag!)t j foboenbe/ fuïïen toi; 
oné Uiapenen tegen eene Ijaeflige boobt. Cee- 
mijlen top on^ met be toerchen ban onfe be? 
roepinge befigl) j)o«ben/ fo Uerreyfen onfe 
flcmoeberen gcïijch aU ban ben ï^eece / enbe 
f|ïen fijn niet befigl) in O^obbeïiche bingen. 
^oe eïenbigöfonbeïjetfijn/ iutiim onoV in 
bien flaet / een öaeftige boobt oberbieï ! 
fDaer inbien lup aïïebaegenmeermaclon^ 
feïben boo? <Öobe^ boeten becootmoebigen/ 
on^ ïjecte boo? ftem uptflo?ten / oné becbont 
metljembecnieutoen/ onfe faïigbept bebef- 
tigen / enbe foo gaen tot be toeeeften ban on^ 



V 



Kleynekercke. 201 
wïocp/ toton^ö*mo\3ercomï>cïen7 ^tqtcn 

jtroofl 0enioet beöouöen/ enöenietvreefen, 

'al gingen wy oock in een dal der fchaduwe des 
doodts. j^oobcrhaelt Thuanus bon Willem Thuan. 

Klanbt-gcaef u an Heiicn , Dat W M} tljim.}'^' 
(accn Ü002 f ijitó"ööö^t riret anöcr^ aen enflcï^ 
bc / Dan of bi» bicn nagljt fouDc gcftojbeu 

ÖCÖben / met lefen ende bidden voor . fijn, 

gantfchehuyfgefm, cntioo?pcbcr nagïjt'ai^/ 
fyn ïactflt af-fcjjeyt fijn ftmifgcuooteiiS 
neincnbe / onöcrïnigc UergcUhige Der fonDen J 
ontfangenbcmbennncnDc. Luc. 2« 28, ip») 
ECi. gS, 3. ^icttebccon^23oecftüanbe be^ 
fticcmgc bcc gcbagöten / tweede brcï/ Cap. 
8.pag. 117. «iEnUrcboïgen^. <JBnbe!)ttboï^ 
gcuDe i a.Capp» ginbc Ueanttooo^jbuige \)atu 
be fcfte trgeluerpuigc / num. 5. §. 5, enbe 
Cap. 17. ontrent t^ct ennbe. 
J n. <Dogl) gcïïjcft be kioo?-gefcpbe J)ïïgö- 
'ten/ aïïe baegen Vicrcigljt moeten luojbcn; 
aïfo moet een i^nuf-Baber figlj infonbecljept 
tot betcagötïnge banbc fdue / met be fijne / 
in fyn ïjnufgefui begeijen / op be Ruft-daegen 

öe^ Heeren. 

+7-1. <0eïycft inben onben Teftamente, ben 
öienfï op ben Sabbath inben Tempelberbnb^ 
beïttoiecbe? toant baer fp baegSjlicfijj ttoee 
lammeren offer ben / fieteene be^ morgens, 

: t anber avonts , ofte tufTchen twee avon- 
den, aïéYc ftaet/ baec moeflenber op ben 
Sabbath , boUen bat gebuprigö offer / nogïj 
:wee, bati^/ vier lammeren op bien bagl) 
feoffert loo^ben/ jf^nm, 28. 3. <?» 10. <Cn- 
öe aïfo ifï oöcït betaemeïicït bat top op onfen 

B 5 



{.■ 
♦ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



202 Kleynekerckci 

Ruftdagh , aïïe <l3oöt^-tiien|ti3e pïi0Fjteft / ^ 
't 3P opeiiUacre / 311 l)ciiaicitc({e lii onfe ' 
ïjupfen Uccöuübcïeu . ©u^ J}cbbru ïjet öe 
<(3obt^-5clcci;öcn öoo| a^ntfcï) diöclauöt/ 
^cDotïauöt / cnöe J|rlanbt / Urncacn ; 

öeninglj / bact'fe öanörlcu Uan öe onöccs 
Sh ^,7?' j?l)ouDmge be^ nufl-baeglj^^ : <Dataï bie ïe-f' 
* 5,öige tijbt/ toeïche ijJ tutTcl)CH/ of nae be 
„folemneele bp-ccn-homflen uanbc opent- 
„lichcbcrgabfniigm/ boo^gt•b^l3Ï)c moge 
„iDOJbcn met Icfni / be l^jebiUaticii te obec* 
„benchen / te iufbec-ïiaeïen (byfonberttcft 
„bat fp öaeren i)iipfge|Innen recchcnfcljap 
„af-lio^becen / toat fp geljoo^t ijebben) en 
„itiet befeibe te Catechiferen, niet ï^eplige ^ 
„'t faemenfp?aecïien/ niet gebcben om ben ^ 
5,fegen ober beopentlieïie Ordinantiën, met *i 
„Pfaimentefingen/ hranchentebcfoechen/ ' 
jjben deinen te Ijnlpe te ïiomen / en met biec^ 
„gelijehe pligijtcn bec o^obtfaïigöept / ïiefbe/ 
55en bannbectigljept ben Sabbatheenbeiluf- 
5,tmge te öonben. 

2. <^oenmoetmenbanmetmepnni/ bat 
öï^ be fteeeh npt \é/ bat ban ben ai5obtf-bienfl 

ge-etmbigï)t / geïijcïi foo Toletus enbc an* . 
öerernpme paepfclie Cafuiften Ijaere lupben 
leereiK 5^en gantfcöen bagïj moet nibe bet- 
rïgï)tinge fo ban openbaece / aï?^ bepmeïics 
fee Ijiiuf-oeffeiungen bee a5obtralig!)ept / 
too^beri boo2-gcb?ag!jt, ^iti^ïJljet eenparige 
geboelcn fo ban be onbe aï.^ nienbje <0obt^- 
chrvfofth j^geïeerben. 3taetett top onó / fegftt Chry- 
Homii.y.' 5,fofthomus, enbe onfen ©joiituen eiibe ftlii- 
i* Match, „beten een onbetanbecliche Vuet boo^fetten / 

bat 



ivicynekerckc. 205 

iSht top brfcn eenr 11 Dagl) bet Wetht gcljeel 
.q€\)cn tot Ijet Qeljots;t/ rnöe oïjccïcggïnge 
Man't geïjoo^öc» ^0 fiiït gu cnöe Uetcc gt^ 
,lccrt UI bolgcnöe trjt tochonicn/ cnöctop 
.niinöccaröcpt Ijchbm, <enöc aïfo Iceren 
och onbcc öe nieutoe <Ooöt^-gelfccöm / 

^anchius , Bullingerus , Perkin fius , Walïeus, 
CuchlinusjFeftus, Thyfius m fijne difputa- 

iebanöe«^abliatö-öag[)/ Amefius, Dod 

-Vhately, Voetius, Hoornbeeck, entietirel 

^lecc aiibere ttcffcikht S^amm / geïijcft 
>p upt Ijaere geïccröe .s^cöjiftcn / hibini t)ft 
!ioobigl)Uja3/ niet Ijaccc rvgen tooo?i)eii in 
ict b2ccöc tbiiöc» honncu tl)'oonc«. ^ac öat 
neer / öaec fljn oocft onöcc öcn ^oöen ee- 
lige Rabbijnen, tod cïie lef miö at öcn gant- 

:hen Sabbatli-dagh moet toojöen Ö0O2-gf)C^ 

i^agljt met öe oUerbencïtïngc Uan <èoöc^ 
IDet ; geüjcU ban be foobanige Ueciameit 

leeft be^Hoob Menaflch Ben Jfrael , bctoclffte 

,clbec^ aïbuïJ fp:eecftt : 't^jé een mercte 
,Uchebtoaelmgc/ temepnen/ batbenSab^ 
,bath om iebïgljept ingeflelt» JlDantno^ 
Mm bc ïebigïiept be mocbec ïöüanalïeon^ 
,beng(jben / fo foube feecfter mcec qnae btö / 
,ban goetsS upt ben Sabbath t3oo!t-homcn . 
)^aeronnnoctmen agf)ten/ bat ben Sab- 
,bath5)timgeflelt/ opbatbenmenfchc/ aen 
)Cen5i)begelegl)tljctjbenbe be behommerhu 
>gen fo bccsieleal^bes iicljaem*^/ Ijem ge^ 
>l)ceï mogl)te afbeetbigen tot be obeibencs 
,ïüngebe^JBet0/ om tot be Synagogen en^ 
,be Academiën te gaen / om ben fijnen nae 
,beonthnoopingeenoplotTnige ban ftoaece 
>^c{)?iftupc-plaetfen/ enftooge becfcfimen 

te 



Conciliaf. 
in Exod. 
quzft. 35'. 
p. ra. Hg. 



i 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



r. i. 



Kleynckcrckc. 

„te onöetbjaegen . ^aectini tuo2t uptbjticjj 
„feeïicftm Óen Talmud gefegbt/ öat öc Sab- 
„bathen, enöe ï)cpïige öaegen/ beu Ifraèli- 
„ten necgené anöccö toe gcgeöni fijn / öan 
„om in be S^et te obecbencïten. <önbe ecu 
toepnig!) baec nae fegljt ïjp bu^: Oock R. 
Mofes beflm)t upt bie tooo?ben / den feven- 

ften dagh ift' Sabbath den Heere uwen Godt ; 

Öat ben ganfchen dagh öen (Öobt^bienfl meet 
„toe-ge5cpïigöt too^ben/ niet aen maelto^ 
jjben/ of' t faemen fpjeechmgen/ tocïcfte 
jjbicfttoil^ niet alleen geen ti^ugljten ïjtbbm / 
„mate oofft bebbtn onnutte propooften , 
„boo2 be Vurlche ben naefien too^jt ge-ergert / 
„ofte ontfleechen ben too?n / enbe 't Ijper bec 
„to^aeclie, ^it ré aïle^ toeïgefegöt/ enbe 
't honbc nautoelicft^é berbetert too^ben ban 
een €iviilc\h ^oglj icït en ftan niet fien/ 
Öoe bit acco?beert met öaecen floch-cegeï: 

JEdey etbibey et benettbifacy et in honorem Sab- 
bftthi facere id te memento. 5^at 1^ / Eet en 
drinckt, maeckt goede cicr, en denckt datje 
Synag.Iu- dit de Sabbath ter eeren doet , toaet ban b^ee^ 

«Jaic cap. jj^j-ïtantoo^bennae-gefien bebecmaerbe en 
geieerbe Buxtorfius. 

3. 't3^fobat be Huyf-catechifatien Obec 

ftet geöoo^be / enbe Ijet berlïaeïen banbe 
p?ebiftatien / ban obec bele laecen al bec^ 
ftoftenbecfupmt \$ geb3a2ben in be meefte 
t)ii)ifgefinnen; aae'tniagl) mifTeüini ooelt 
beien een b?eembe faecfte fcöijnen» .fBaec 
nogötan^ i^ bit ooeh al geb^uichelich getoeefl 
inbe oube Cljiifïen-fteccUe / enbe b' oube 
Eeeraerenöebben baec op magljtigö aenge^ 
b jongen/ meet ban obec be beertöien (jon^ 

Oett 




10 



pag.m. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 2of 

,>öêctjaeten, J^ptomfcljen/ fegöt Orige- 
T„nes , Dat gp <15oöt^ tooo^Dcn niet alleen orig«it: 
♦,toilDtöoo?etimbeïteccft/ maeru öaec oljec ""^evi?* 
ooocft oeffenen in utoe Dupfen / enbe De Wet 
»öe^ i^eecen otjeröenchen nagDtenöebaaö» 
,ji0ant baer Chriftus , enöe oUec al toaec 
ulip gefogöt tuo^itit» ïZDaecom tüo?öt inbe 
,j3&ct aeUoöen/ öatmen bie oUccbencïie op öc 
«tueglj / enöe al^ men m Ijup^ fit / enöe op't 
„Ijeböe ïegljt/ enbe op(laet. <iEnbe op een ©„«rf; 
„anbec plaetfe fegtjt ÖP: Wat klaegen wy, HomiT. li. 
„bat top niet en toeten/ 'tgeen top niet en ^^"^ 
„keccn> ê>ommige Uanu/ al^ fp't tooo^t 
„ÖeUben Ijoojen lefen/ gaen baetelijcfe öeein 
w^P onbccfoecftcnniet/ fpotjecleggenniet/ 
„nergens gebencftcn fp aen bat gebobt / baec 
>,be i9et <0obt^ fegl)t : Vraeghc uwe Vaders, 
. 5>ende fy fullen u vertellen. 

^0 OOCft Chryfofthomus ; hit (ïjn fijne chryfofth: 

„tooo2ben : .ïiEiaee öiec en gaet gu fo niet "o""'! .8- 
„Danbaen/ niet upt be fteccft/ gcïijcft upt 
„be ^cl)outo-fpelen; toant 't önp^ fult gp 
„alle^ H^plijcli toebec mogen tjecfjaelen/ be 

.„Prophetifche tooo^ben / be Apoftolifche 

Ij^leecmgen/ be eobbehjcfte 3©etten / enbe 
„be gantfcïje tafel be^ bengljt^ gelïjcft aen^ 
„biftcl)en / utoe ©?outo boo^ bat beröael 
„Uupfcöec maeehcn / utoen ^oon mmne^^ 
,„Uchec / utoen i^npfgenoot Ueljec/ |ae u- 
„toen tjpanbt leecen ben Daet af-leggen. (ên^ 
be op fuich Uccljaelen \jan fijne p^ebieatien 
,>b?mgï)t öp meecmaeïen : 't€nbetaemt „ 
„gantfcljclich niet / batmen upt be fteccft i" Sk^' 
ojïiomcnbe/ figö befïglj l)oubemeftoeccften oper. tom. 
5,bie tegen l)ct getjoojbe pjijbcn 5 maet: nae 34- 



In lohan. 
Hom. 2.0- 
per. torn. 3. 
col.a. 

Conf. 
Hom. 2. in 
Macth. 




Homil. 20. 
in Epiftol. 
ad Ephef. 
circ. fin. 
rol. 9s6. 
Oper.Tom. 
4. 



20^ Kleyne kcrckc. 

?>Öupé gcfeerr t fijiitic / bc pïise boecfeeti ot> 
„te fïac n / ciiöe tc geïtjcft fijn Ijupf ^3 JonVa 
„enbc ftinöcren tot een collatie , of' t faincn* 
55fp2cecïtm0cban 'tgene geftgïjt i^f te roej 
pen, <j5nöe Uoo?t^ hïacgljt W ft / öat 
top fonDfC Dit alle^ Uzugliteïoo^ <0obe^ 
H^o?t aenöoo^en» Op een anDee plaetfe 
j/egötöp: Cotöitagljr icïi ten fjoogöflen 
„nooötfaeehelicri te toefen / n-lïeöen te tjec^ 
„tnaenen enöe op te toechett / öat öp aïfo 
„boo^tgaet/ no3l)teöatgpnietaneenni be^ 
,5fe bergaberhtge / maec ooeh 't bnp^ be 
5)B>an met be B?o«toe / be ©abec met be 
5,^oon / ban befe bingrn gebuprigïj tot maï< 
jjftanbecen fpjeecht / enb'e barfe ober en 
jjtoeec öaet geboden gcbni enbe oiiberfoec^ 
»ften/ enbebat^fcbcfeloffdiefte enbe fcïioo^ 
„negctooonte (anbereleten/ 'tfaemen-fpje^ 
>,ïiinge) toiilen onbcrljouben, %\\ een anbc- 
„re j^^ebiïtatie fepbebn: ï?oo?t Paulus feg^ 
j^genj mbicn'fc pet toiücnleeren/ ïaetenTe 
jjöaere mannen 't ïjuné b^aegen. ^nbïen 
jjtop onfe Dunfen oïfo regeeren / top fniïen 
550oeft bequaem fijn tot be regeeringe bcr 

„fterche ; want het huys is een Kleyne 

55K E R c K E . aiaet u m gebagïjtcn ïtomen 

„Abraham, Sara, Ifaac, bebne ïjonbert en 

„agïjticningeboojneban fijnönp^: (joeljet 
„gantfdje ïjnp?? gefldtenbegcfctjicht fp ge== 
5,toeefl / !)oe Ijet gd)cd becbult getoeefl 
„ban<0obttaïigI)eiJt en eeröïebigljcpt / enbe 
„boïb?ag!)t ïjecft ïjet bcbd be^ Hpoftd^^. 
Op bie felfbe plaetfe fegljt Ijp berber : Hebt 

„gcmcyne gebeden. <Öaet alle Ulbe hcrdt / 

eiiDe ban 't geen baer gcl)oo,;t ié / ïaet be 

man 



P5 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



. Kleynekercke. 207 

ïman In f)up^ ren öeeï af-epflcöen banöe 
,l3^ou\i3; cnöefpbanöeman. 

Cot het felöe becniaent Auguftinus: ïf^oo?t Aufuft. 
fröÖtöP/ geeeneöea^obbeliche ïeffen'möe Ü^'-^";^* 
mth/em 't 0cen gp öaec öoo^t/ Voilt thoïc.cS: 
oatfteet^mutoeI)upfenl3erljaelen/ op bat verfac. 
,öelijch 't üc!)aem öoo? fpijfe / fo be siei 
,<0obt^ iBoo^btgeboebtUJo^be. ^0 toert 
lan Ofwaldt ben Conmeft ban .f^o^tïjums 
tec-ïanbbecöaeït/ bat/ aï.é Dd boo2 feecfte^ 
en 23ïfrcl)op Aidan toa^ beheert/ i)u flgft 
tiet gefcljaemt en öeeft/ boo^ fijn Onberbae=» 
len / en €beïen in jjet oJngeï^ npt te leggen/ 
t geen Aidan boo? be ^ajcen in't ktlmp at^ 
eertengepjebicFftïiabbe. 

4. 'tUnrtmp nu öierbiti te boegen/ 'tgectt 
inrber be <0obtbnigOtige Tedingius ban bat 
3obt|aligöi)«l»fgefin/ niet ban ïjoojen feg^ 
en / maer uit epgen onberbinbingebêröaeït. 

»Op den dagh des Heeren , fegljt Öp / foo 

>(juamen fp mojgen^ boor be prebiftatie te 
.faenien / ïafen een cappitteï / enbe babeit 
.eenb^agfiteïicft/ baer nae fpoebigljben fn 
ngynaebel^ercfte/ enbe öoojben niet aen^ 
ibagijt/ aï^bie gene bJiflen bat fn reeche^: 
.ninge fouben moeten geben / ofte'epffcöen 
banket geene bat fp gel)oort ïjabbên j ee^ 
-nigefcöreben bie^pjebiTtatie upt be monbt 
.be^ ï^ienaer^ (toaer boo,2 belc ban Willem 
Perkins biugen/ bienu nogljaïupt-gaen/ 
Mtoïnen fijn gctoeefl) 'tlnip? homenbe / 
.een pegelich epgenbe iirt bufonber fijn con- 
^ N ?^N°^ / liet gene Ijp geljoo^t öabbe/ 
enoe babt ben If eere om een fegen baer ober: 
'?miDbaegö^aen tafel/ fp^aclimen banbe 




'X 



tóS KJeynekerckc. 

5,p!ebmatic/ nac gcfongen Pfalm j becfcotït 
j)ttÖÖ ccn ticgrlijcft / om figb öoo? öeii gebrDc 
5,enDc öcpïige otjccïcggingc tocöecom tebe^ 
3,repbentotDet gcïiooj De^ I0oo;t^/ tuaec 
5)toefp figöoocft tcc bcï)oo?licfter tijt fpoebi^ 
550!)ai/ poogenöebiitijt^iuöcftfrcfte te toe* 
„^n : na be preöiUatic obeclcpben fp of alïee^ 
5,nc/ oft met antoe/ Ijet gencfp geöoo^t 
„ïjabbcn/ tegen öcn aUont quam Ijet gant* 
„fcöe ïjunfgrfin 't faemen/ enbe toetljadbc 
55bep!ebiïtatie: biier tuecben ban be bicnfl- 
„boben rnbc ïunbecen naeutoeonberfogl)t/ 
„Öoe acnbagïjtigöfngctoeefltoaecen/ enbc 
^jtürtt fp ontöouben i)abben . ^at gebaen 
„fijnbe / babcn 'tfacmen / enbc bcbrn aï^ 
„tï002cn. <Bi\é b!agljten fl; be tuefte oUcc / 
5,tDat aengaet geefleljjcïte oeffennigen / met 
,igebuiirigl)fit fonber eniige opfc!)0!tingï)c 
„ban bien / gclrjcft ich bat fcïfbe ebcn boo: 
-ïben tijt ban agljt of negen maenben/ bie 
„icft bacc getoecfl ben / gefien Ijebbe. 
5 jbe oocïi / tjet bjeïcU ith bp-na bergeten Ijab^ 
„be/ aï^ fp 'tfamen ergen^ gingen toanbe^^ 
55Ïen tot ïjaere betmaecUinge/ foo tcagljte^i 
„ben fpgemeenltjeït iemanbt met figlj te \)cb^ 
j,ben / bie bequaem b^a^ / om Ijnn een pfalm 
„ofte Capittel p3ofytelöcft npt te ïeggen / 
5jgeïijeUbaecbecfcl)cpbenter pïaetfe inaecru 
,,bieeenbpfonbergabcbaer in ïjabben/ etr. 
<enbe bcdjaelt bebbenbe bat'fe boo? bcfe orff c 
«mgenfocj?»obt|aïitTl)bjaceen/ iiciVH ^)^^^ 
bitterfle bnanbenboojfjaeren CljrifteÏDcfeeni 
tojanbtl oiibee bennimfclien/ genoegbtaeitf 
obf rtungDbrn / batfpongebepnfbelijcïi bcfc 
bmgen na qnamnn fegljtbetöer/ bat beur 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



KleynekercKö. lop 

' „torefl in öat jjupfgefm aïïecnc ; maet Dat'ec 
i,oocï5 berff Ijepöén bietqdijdic bimfgcflnnett 
„gctoceftflm/ in fiilcte öopgm bat billicft^ 
.jlijchuan ïjim gefenöt magb Uifröcn ïjet gcs> 
„nc öen Apoiid getupgïjt / üan bie tian Roo- 
„men, ^om, i^, 14. ^amclijcfe / dat fy 

:,52ijn volvan goetheyt, vervult met alle ken- 
cnifle , maghtigh om oock malkanderen te 

'„vermaencn. 2;ncentooo?t/ fjaetcntoan^ 
„öeï fo (ügljtcïijch enöe oücctupgenDe / 
„datgp aïdaer gcrn S^apifren ncgö anbrce 
„ticcbooïbc ^^ectarifcn cn Ucrnrrmt ; tcant 
„fti fijn/ ofte üait fcöacmte tian bacc 
„tueccïtm / ofte anötcrin^ onder j)ct jocft 
,>arö2ifït QCbiarfi]t. Ocl) of <6odt eené gatie 
3at dit öan aïic i^unf-Badccs fo <!5odtü:ugö^ 
ceïtjf hen toierDr nacgcUolgljt ! 

<ende Voacchcli tot foodanigen beröaeï 
der aen-geï)002de pzedihatien / Vuo?dcn on^ 
oan den ^Öceft <Dadtö amuiacningen gegea 
oen ; niet alleen 5^eut. 6.7. G y fult'fe uwe 
kinderen infcherpen , ende daer van fpreec- 
" en, als gy in uwen huyfe fit. .fl>aec OOCft 
in't exempel dcr Beroenfen , "^ct. 17. ii. 
die gefeilde tOOïden / het Woordt met alle 
Coegenegentheyt ontfangen , ende daegelijcks 
de Hcylige Schriften onderfoght te hebben ^ 
Dft die Ib hadden. ï^iec bn ftonit die opmcccs 
ftclijcïte plaetfc/ I«Co^^4.. 35. So fy wat 

lecren willen , laten fy in huys haer eyghen 
mannen vraegen, (8t)ec loclclte \UOO?den Dit 
de iljoogtj-gclcade Pareus l)eeft aengctcoc=» 

ftent: Alfo beveelt den Apoltel de Huyf-ca-. 
techilatie , ende herhaclinge van openbacre 

<0 pre- 



Manl.llb. 
fupr. citat 



jio Kleynekercke. 

predikatiën , den Ouderen , ende inronrfer» 
heyt den Mannen, <önÖC Dit fOUÖe öieé te 

Iigl)tcr gebarn ftonncn tooxöen / inöien öe 
ï^npr-Uaöfröl)acr/ cn&eï)acrc ftmöccm gea 
tocnbrn / öc p^cöihaticn onöer ö^t Ijoo^en op 
tefcl)2i3um. €cn pligljt / toeïcftec ïjaec 
ooch nictgcfc!)acmtcn5)cbbcn/ öe gcootfïe 
^rinccii ciiDe ©orflcn / al^ lohannes i|ec- 
togt) ban Saxen , en Eduard öe fefle/ Co- 

timchöanEngclandt, öen cegöten lofias öec 
l)oo!framöcerntue. 

33an örn rccilcn ïaé icft Öaer eUen / nu toel 
te patTé / m Melanthon , bcUieïclte alDu^ üan 
„ftein fp?eecht : "^tw C?ertoogl) Uan ^apen / 
„lohahncs , geUJccjl ccii ecdïclt / a^oDtfa^ 
„ligljenöegoctman/ bicneccfliglj Öc p^cDi:; 
jjcaticn Ijecft gcl)oo^t / enöe jjeefrcr oocft 
„bcïe uptgc fcïj^en met fijn <^Pfff " Öanöt / 
„enöc IjVcft fijne boechjmï^gchaöt; enöe in- 
„öïcn 1)1.1 petö gcöencïilora'öig Dan Lurhcrus 
5,ljoo2öe /' öat tcpchcnbe l)p öaec in aen. 
. ^ö Ijecft oofh örn Uoningij Eduard tjcele 
-"^Ipjeöihatien (öie nogl) in toefen fijn / enöe 
) fd;>glit3ulöigl) betoaert b30?öen in €ngelant / 
gelijcïi Montacutius beröaelt) op-gefcï)?eben 
' onöec'tpjeöicUen/ metbp-tioegnigetjanöen 
naemöe^ p^ebiïiant^/ Ijan tijt enöe piaetfe 
/ öacr ï)p'fe habt ge!)oo2t <6en raer exempel 
] i\\ een Conincft / en infonöccljept öie fo ïoiigJi 
'tuassj Uiantï)pfliecf anno if^^. önió.Iu- 
Jy, maceonöttmiöei^. laeren/ nacöatftp 
7. jaccen j)aööe gecegeert/ enöe fouDe bert 
goct^ gcöaen Ijcbben ijoojteiteecft/ inbien 
Vficin ontena3cöt gelieft ijviöt/ ftetlebnilan^ 
, Qcc te bccgnnnen, <önbe bot bit opfeö«jben 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



ivieynekerckc. 21 1 

pitMxatim / tectorjlbec to^t mpic^ > 
öicftt/ al ömi oiit^ af 1^ geb^upcfteïicft ae* 
tueefi ïnbe (Ji^uöe iiccche/ (jcbben antwte / 
cn top nae üaec op een miber pïaet^/ getoont; 
en Ui^i Uecöeugen on^ al^ top ïjoo?m / Dat !jet ; 
toeöccom/ op ücleplanfen/ bt^intia ahc*) 
iteuiicfttehomen. 



IX. Cap. 

^orden aengewefen de dingen , die 
vande Huy tVaders te berraghten 
ftaen, d'uytterlicke difciplyne be- 
treffende. 

|€netïcn^ öefe bingen/ bie op be Godts- 
dienft fieo / fö f ijnöec noalj anbere / m ftet 
huyrgefm, tjanbc I^Hipf-lDabfr^ enbe «oe^ 
' JicrjS te faf tcagöten / b' uptteclicfte Difciplya 
Ijenrefffabe- ' 
<l5eörftberaïigömaechcnbeEeereChrifti, caivm rr» 

lOexicleié; alfoi^ÖeDifciplijne, öe fenuwe ftnut. 

"baube teche/ gcïijcft toeï UanCalvinusi^ ^ »»• 

nibe bat Ié oocfetoaeragljtigö ban ^ * 
^n ^upijjerm» ^rftoon be Difcipiijneniet 
: f|oo|t tot lyct Sijn Uanbe Uctcke / fo ïieïjooit 
Mioglïtau^ tot !jet wel fijn Uanbc frfóe, 
^antfbnbecDifcipIijnefaïeen tocfee JjaeflE 
jerbo^iben toojben / cnbe te niete ïtonicn; 
Jlèaec beDifciplijnemagö niet meer onb^e^ 
Hcn m een huys, ban in eenkerck, Diei$ 
iJenbefoD, bie!)etf)up^ cepniitöt/ enbebê^ 

4^ » quaem 



) 



4 



V 



i 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



I 



I Cor. 14. 
33.4.0. 



2ït Kleynekercke. 
quaem maccKt / om <0oöt nf t fcïbe te ont^ 

Hüyf-Dirciplijft moct öic banöe kercke 
gcïijcU fijn/ ftctitje in opfeöt üan Order en 
Ccnfure, of beficaffiiiae. ^ ^ 

I. 5|nöc i^utifgcfmncn banDe €ö?iftcnen 
moet Order fijri: JDant <aoDt \$ een Godt 

van orden 5 maer niet van verwerringe , enöe 
[jüUJiïöat alle dingen eerlick gefchieden fuls 

ïen / enöe met orden in fijn öup^. 5^it too^jt 
berepfcöt toanöe ^pficnbec^ / Sy moeten 
iTim. 3.4. haer eygen huys wel regeeren : haere kmderen 
in onderdanighcyt houdende , met alle ftem- 

migheyt. ji^uecn prDer i^nuf-^jabee een 
Bifchop , ofte OpfienDec in fijn epgcn Ijupö / 
enöe öacroni moet ÖP toe-ften / of een yege» 
Ml ïjem beïjoo,2lichen ö.^aegöt / na fijn ttaet/ 
plaetfe en beöieninae. ^e Itoninginne oan 
Sccba toap niet alleen toertoonöert o\jfr öe 
wijfheyt banöen lioninglj Salomon, maec 
Docït oljer be ordre öie fv faglj in Ijet fitten eiv 
iïeftaenbanfiineïuiföbten/ enöe tooo?t^ m 
allefljne ljunfgenootcn aï^'fe 't een en 't an^^ 
m aenöaobtcïicïi aenmecchte / foo en was 

in hacr geenen geeft meer, i. Iton. 10, 4. f. 

gnbatï)mifgefni/ in'ttoeïcheopbefe ordre 
qmi agljt en luo Jt gegcUcn / öaer en if geen 
o\3ee-een4iom|ic of gcïijcUenifle met be kerc^ 
ke, Wicht ficfeijljt tüO?t/ fchoon te wefen 
als flaght-ordcns met banieren , ^)00gnt. 0. 4» 

2. ecïijcïrec ordre , aïfo mort'cr ooeft 
Cenfurducfcn in een X^npfgcfm. <enöe tot 
Dcfen eynbe moeten l)etra0i)tti3O5ben/ befe 
twee ijoïgenbe bingen. , «.r ^ 

I ?Deï>unf-ljaber^ moeten lj(W>m een 
* * loac- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, De 
458 H 122 



Klcynckercke. 213 

lüJacIieccnöctDacckenöt ooge, ober tm pe^ 
het 3ieïc in öaec öunrgcfiin Zijt neerftigh oni 

: het aengefighte uwer Schaepen te kennen : fee 
u herte op de kudde, fcg^t Salomon tOt öe 

( ©^eïïicftcc^ / p?oU. 27. 25. q[F>i't öcn 
grondt öan gocöe Difciplijne , Qcl^ch mDe 
Kerck , alfo ooch in cm Huys. èat beloof- 
be Ö0n ïtoninglj David bat bP foube bom/ 

; ^fal 32, 8. Mijn' ooge, fegijt bp/ fal op u 

V zijn. i^p toiïbe ccn Voaecftcnb' óogc jjouben/ 
i Dbec bic gene / bic öp onbcrtoijfcn cnbe leer cn 
i inioefle/ op bat'fe niet mogbtcn treben nut 
f bicntoeglj/ in ben VuefcftcnfpmocfrcnVDati^ 
' beïcn. ^ulcïien toaccfeenben ooge IjatM niet 
öïïcenlacob, (Denef. 2. niacc oocït lob 

lObec fijn Familie, ^ob i. 5", Miffchien heb- 
ben niijne kinderen gefondight , ende Godt 
in hacr herte gefegent. ^ei\ ban be onbtfie 
3teeeaecen/ Origines, fegbt : Hy was niet ongin.ioc; 
alleen voor haere lichaemen bekommert , maer ^ 
^ daght meer op haere zielen. praciut. 

1 1 <0eli)cft be ïjnuf - babec^ een toaec^ 
. feenbe ooge moeten beoben / alfo oocft eeii 

i;toacïiere handt , foo in 't verhinderen , aï^ 

.in't ftrafFen ban i^ct qnaebe/ barf^ foubcn 
ifiebben mogen gemctcht^ 

u ë>o eben aï^'fe eenige on-o^Dcnteïicft^ 

pt / of fonbe faghjens cnbC bedecktelick jlcn 

in-ïicuppcn/ fo moeten fp baec tegen befel:= 
tjc toapenen / cnDe tcagbten te berüinbercn/ 
boo^intoomingebanbe Autheurs , cnbe Vin- 
ders ban bie quaebe faecUen ♦ &jei^tïï in 
te Kercke enbe Republijcke , aïfoo moeten 
ooch in be familie, qnaebe manieren occa- 
£e enbe aen-ïepbingbcgDcbcn/ totb^'t 

0 5 maec? 



51+ Kley ne kerckc. 

2. ïDefdfbcnandt, bctoeïcftü Ijet fwc^r^k 
tan oocbc toetten maeeftt / tüt l3oo?!tomingè 
banöetqnaeDemïjettoeïtomcnöe ; moetijft 
tochumtrecften tot ftraffe ban boojgaenbe 
fonöe / rnöe öet niet ïatcii üibe fcöeöe ruflen. 
ÜJnDïenliaecom pemanbt öie goebe toetten 
beflaet te bjeeeïten / tie gemaeeftt fijn üanbé 
J^abert?/ êniSegeerber^ber l^unrgefinnen/ 
fo moet op bïen be bebjengbe ftraffe ter nebct 
feomen/ op bat ÖP/ enbe alle anbere/ tot 
geljoojfaeniöept gb^btoonjen mogen too^ 
ben. ' 

<i5nbe ftier in macrftmen ooeïi / ifeboegfiflirft 
naetiolgen / be DifcipHjne ber llecffte ; toant 
0eli)cU inbe Kercke ben ^onbaer tot ber^ 
feöcpben maeïen bermaent toojbt / enbc 
cptibeïieft aïp^ Ijp boo^ beeïböubige bermantn- 
Drênnïetgebetert too?t/ ge-excommuniceert 
irnbe upt be <6rme]|inte gebannen too?bt ; Hï= 
fo moetmen oocU tjanbelen inbe familie, 
iofle enbe on-<6oDtbmgl3tige linpfgenooten/ 
moeten fn eerfi in't Ije^tmelich bermaenen; 
öacr nae'in't ópenbaerbeftraffen; enbe al^ 
aïle befe miböeien bjngljteloo^ too?ben aen- 
gclegljt / moeten'fege-excommuniceert enbe 

lllit-getoO?pen toO^ben. Het verkeert herte 
fal van my wij eken : den boofen fal ick niet 
kennen , Die fijnen naeften in't heymelick 
achterklapt, dien fal ick verdelgen , die hoo- 
ge van oogen is , ende trots van herten , dien 
en fal ick niet vermogen, fegl)t David, 9^fx 

101.4.5-. ^ulehe verrotte leben moeten af- 

fjefneben too^ben/ op bat be gefonde boo? ber f 
élbcc beftnetttnge / niet befoebeït moghrn 



Kleyne kcrckc. ^ i j 

tomhen, i^npfgeflnnen ïtonncn geen 

Boomgaerden <Dböe|J tüOJÖen/ aï^ Ut Dcfel* 

be fuldtc bittere wortelen groepen ; in <Öot 
te$ Hof mogen öe ontj^ugötbaere 25oomen/ 
ifeïbe niet fo Ueel ai^ öe aerbe befïaen* ^oo 
iangl)!jet[)upfge(Inljanbe fiiïcfeenlet gefup^ 
beet i^/ jjet meet een toeft woudt cnöe 
wiidernifle gclijch / Ijol ban bifteïen enbe 
boo^nen / ban Jjet aenctcnaenie Hof, enbe 
Eden beó J^eeren. 3ihbien baerom Ifmael 
een fpottec too?t / öp moet upt-geb^ebeii 
too^ben / fcgoon f)et on^ tmntee aïfo b^oebigl) 
biel/ aï^ f^et biêï aen Abraham , <6enef. 21» 
9. 10. 1 1. 1 1, ^cl)oon bien bienflhnegöt u 
inogöte toefen/ a\i uto reghter ooge, ofte 
handt, bat i^ / feet p.Jofijtigö enbe gebien* 
fligö i nogljtan^ inbien !)p in gcbaee ti^engöt 
utoesieïe/ ofte besielen ban utoe ïiinbecen/ 
boo? fijn bïoccften / f toeecen / enbe openbaec 
roecfeeloo^ leben 5 fpaect ftem niet/ maec 
floot Demtoegl)/ enbe toecptöem ban m net 
beronttoeerbinge ; 't 3^ beter bie p.sofijtige 
en gebienflige handt en ooge te ontbeeren / 
|»an gbeöeel bcbo?ben te to02bm. USatt 
. 2^. 30. 



X. Cap. 

Worden aengewefèn die dingen 3 dö- 
welcke vande Huyfgenooten be- 
* hertight moeten worden. 

<!5ÏDCfe b* opgeraeïte bingen/ banbe Va- 
das enbe Meefters ber Igupfgefmnen / be* 
<0 4 tragöt 



Iv./ 



I* * 



.1. 



ti6 Kleynekcrcke. ^* 

tragötmottm tooiden; aïfo fepöcn teii tót 
oocR anbctc banöe mmtifre / éanöe feïnöe* 
ren en bicnflbobcn beljertigöt nioftrn too2* 
ben, <Cnöe geïijcft inbe boticn-genoembe 
pligöten / bc Regeerders Dci* $>uyfgefittncn 
tm iecrafc^ 0cïijcïtcnni inbcKcrckj alfoo 
moerrn ft; ö'otoigc ïitjiacm/ bat ié/ örn 
ï,e^cmaeten jelijcfecncn^jan bc Kerck. 

1, ^nfaccftcnbanleereeilbconderwyfin- 
tTheff. ƒ. ge, gdrjcftbeïtcrcïte erkent die gene, dieha- 
IX. re Voorftanders ende Vermaenders inden H«p 
HebM3. refijö j eubC Öaac Voorgangers onderdanigh 

j alfa mocten'fc oocft ftacr ecrbicbiöliücs 
ïicn xic\)t\\i ïjarc ncgcerbcrébjacgcn/ Wii^ 
niOCbïgljïicUcn enbt confcienteufTelick gïlCü 
l)oo?facmcnbe / geïijcït alïc ïjacce goröc ge^ 
bobcn / aïfo bic infonbrriK ?;t bie beu <Dobt<J- 
ticwii betreffen, o^nbe ge ïijcïi boo? Ijet goet 
Ijco^beeïbt ber l^crberen / be gantfcl)e O^e^ 
tneynte to02t op-gctueeftt tot 43abtfaligïje|ït/ 
é!)iL 4. 9. ^ %\}o moeten aïte ïüuberen enbe 
öienflboben in iftet f^uufgefln acngcmoebigl)t / 
enbe tot bengljtonttïeecUcnVöozbcn/ aïss'fe 
flen bat ö'icee ©aöcc?^ enbe .mccflce^/ bacc 
tjoojgaen met een geliepUgljt ïcben. 

2. moeten oocït be OJc mepnte poogen 
te gebjcftenen in faechen \ym DifcipJijne enöe 

I moeten bie beftcaffmgen / 't ju 
jöat'fc boo*2 U3oo2ben / 'tsv bat^fe boo? flaegcn 
gefeljict/ beeb/aegen/ mrt bc\i3dcliefii nae 
tocebienflen getugljtigtjt Inojben / enbe tt^ 
ftennen be regljtbcftbigïiept bee fclbe, 

}i ^Jnbirnfn'tcenigatijt/nemantlJan 

liacec mcbe-gefellèn ficn Daee feïben bergrij^ 

pen/ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. liy 

ptn I enbe tc buutcn gaen fo moeten fp eeefl 
Iicp?oebentuat övU'fe feïöe öoo? iiecmaeuinï' 
0en honnen te toege brengen; maer inbien 
!l)tï op öel'e UJijfe niet gebeteet too?t / fo moe^ 
ten'fe nae t)et exempel banbe her chelicfte Di^ 
lïciplijne, jO^att, i8. . ijctbeacnt maecs 
I Iten aen öe ©abec^ enöe XDeejler^ öec $)Hpf- 
0c|lnnen, Wwi b?ag[)t lofeph (jct quaet ge- 
i rughtefijnec S^joeDeren tot Daecen Babet/ 
I <Ben» 3 7« 2. <i3iiöe fommïge ban Ifaacs Ijnpf: 
gcfln/ booötfcl)apten/ gdijefe öet fcljjjnt/ 
nen Rebecca De bofe töoo^ibcn Efaus aengaen* 
rbe lacob. a3en, 27»4i, 
i 't 3? Voeï fo bat bie gene / toclcTie bit ful^ 
I Icn poogen nae te boïgen / beïe oubancft / be^» 
fpottnigen / cnbe biiepne toc-naemen öeb^ 
ben te bectoagOten ; JBaec baet aen immet^ 
en bel)oojben ton oné niet beïe te jlooten aï^ 
maet booi befe niibbeïen jjet Huyfgefmeen 
Kercke ctt <6emepnte <0obt^ genaemt magft 
too^ben. 



1; > 



Il« ' 

XI. Cap. 
Wort geklacght over'tverfuym van 
defeHuys-oefteningen, endewor- 
. den aengewefen d* oorfaeckcn van 
'tfelve. 



^Ot bnó berce i^ban on^ aen-getoefen / 
böo? bjat pligïjten cnbc oeffeningl)enbec 
C^obtfaligljepbt be i^imfgefnuten ban on^ 
Cünllenen / Kleyne kcrckQn enbc <Oemqjns 

<0 5 ten 



V 



^1 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



X. 



Ier. 3. 14.» 



'1' 



118 Kleynekerckc; 

ten Chrifti ftonncn tooröcn. Vèm wie ge- 
looft tn befcn örrïe onfe Predickinge, eube 
aen wien wort den arm des Heeren ge-open- 

baert > 0et grtal Dan Die i^upf-Uaber^ / bie 
titbepïïgbMibetragljtcn/ i^nu feec hïepn 
getuorben ; nautoUchgi een in een ftadt , twee 
in een geflaghtc. 

<Z^el^upfgc|lnnenbanbeïe/ (ocïj! tttool> 
ten top iiiet fcggen banbe meefle) Cljciftenen/ 
fcöijnen meecbec lootten toan f toynen / enbe 

kooycn vanonreyn ende hatelick gevogelte 

oo^nb ,8 toefen/ geïijcft be <Deeft (^obtsi fpreecht 

J ban Babyion, mbe Openbaringe , DanKcrc- 

ken en <énneinten Chiifti. 

<?i^nfe ^t^uiifcn faeljootben Gebede-huyfen 
te fijn ; niaec top !)etibf nTe / geïyci^ ^«1^ be 
3rben (Dobejsitiunïj/ becanbectinrpelonc- 
ken van Dieven,' <Ê)^oncïiaertjJ/ Bloecto^ 

enbe ^toeecbec^. ^p bectouït niet 

'fchrickelicke gedierten, dc jonge ftruyflen 
«ft.13.a1. woonender, endc m-öebïcefc!)te Duyvelen 
huppelender. 

^n plaetfe bat onfe ijnpfen / ban toefien ^ 
aïbecljanbe oeffcningcn bec a^obttaligljepbt f S 
enbe êobtf bienfïiötjept/ Bethels fouben 5ijn; H 
foo 3ijn 't Beth-avens , ï)upfen ban alber Ijan^ 
be pbeïtiept enbe becteïïjept, 43ljeen ordre , 
geengefcljichtlmit/ geen difdpiijn, too^zbt- 
'ec aebonben in be Dunfen. ^e l^linbtcen en 
ï^Diniflboben mogen lopen / baer 'tbaec lufl ; 
mogen ff ggcn / toat'fe toülen ; mogen boen 
toat lïaer beljaegljt / met anbec^ al^ofer 
geen Koningh , geen öegeccbee toa^ in bat 

Ifrael. 

3nbien'f? öaee bigljt öonben ^^^^^^^ 



Right.17-5 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyftc kerckc. 

töetcïiinliehïeecft; fjolaetett be l^u|iföot^ 
ttti op De Sabbathen, öefeïtje öoen.ni loos 
en / toat en toanrTe tötnen ; getti aqtöt 
:u?t'fr öan gnjeöenopïiaerlctoeti/ öanon 
tntre tomiDd en mölen <öobt to^aeglie / toaet 
ifi trttj i^oen ofte ^oglitf r/rttti ïDienflfttirgJSt 
ofte ^icnflniaf gljt / fp r^uDf n na toaerïjrït/ 
tjeïtjcft cen^ Cain , mógen fcggen : Ben ick 
nu !)aec-ïiebfr hoeder ? <j5cen fojge tooj'tet 
jefrjaegcn 13002 !)afrïeben / bocchareonbcr* 
itojjftiiöe hibc ij^cefe / r ndc hmnifTe De^ ee^ 

5^e ©aörr^ enöe TOtefïer^/ bie onbep^ 
^ tDïjfcr^ bcfjooiöen te fijn banbc fjacre / ftfi 
mimoojöfrébanbefeïbr/ alfo'fe Die beroo^ 
ten ban Ijet finjlfaeme Ijoebtffï ban 45obt^ 
51^oo?bt / eribé een ilange geben ni pïactfe 
baneenvifch ; ^ul)ouDenTcban <Dobt /fta^ 
ten Vader , enbebanbe lUercfte / ïjaren xMoe- 
'der» © eïe ftinbeten enbe bien|ïbobcn fouben 
eeittoigbïieïi faligb fiin gctoeefl / mbien Oe 
©abec^ enbe B'ieeftecé luaccen tuoom ge^^ 
tneefl/ enbe ontrent béfelbe Ijabben öaeren 
jplïgbtgebaen. 

' De oorfaecken ban bit gtoot berfimm fnï- 
len bier niet on-geboegölicft aen-getoefen 
feonncnb3ö?bni ; enbebiebebinb'icfttenbee^ 
ïrteontfïaen ünt on-wetenheyt ; ten beeïe/ 

'Wtiton-aghtfaeniheyt; ten beeïe unt huovaer- 

digheyt; enbe epnbeïicft ooch ten beclc unt 

«ten prophane roeckeloof heyr. 

I. 5^it groot betfunm ontfïaet ten beeïe 
twt on-wètentheyt ; ö' onbjetentljent ban 
ben metftcté/ ié ïjierb' eïïenbigïjeptbam 
öeu ftnegöt* <©ètóetmen be ©aber^ enbe 



;i2o KIcync kcrckc. 

IBeeflcr^ Ö^fte bupfgefinneii te ïedren / 
öe't onöcctoijfcn; bermaent mm öacr ora 
acn befclbe boo? tc b^ecchcn (iet broodt dc$ 
levens , fp antVDOo^Dett in effed: uict aitöcr^/ 
iian öe tDeöutoe ban Zarepta öcbeaenElia, 
al^ ÖP ban öacc epfcbte een bete b?ooöt^/ 

i.$lon. 17. !!♦ II. Soo waeraghtigh als dc 
Hecre leeft, indien ick eene koeckehebbe, 
dan alleen een handt vol meels inde kruyckc , 
ende een weynigh olycinde flelTche , etC. ^CÏi 

ftan/ feggen'fe / óft <0ebeöt bc^ ï^mm/ 
het «Deïoobe/ öe tljien <6eboben/ enöe Die 
fecc' icft mijne feinöcttn / enbe Unrgljten/ 
fcDoon kh ooth be mepninge ban öe fcibe 
niet becflae ; maec beïangenöe be mt^m 

Sucften bet religie , bic en toeet' ith feïbc niet/ 
oefoubMch'febaneen anbee leeeen^ <I^aec 

fp leeraers behoorden te fijn van wegen den tijt 

baec beiiben'fe fcïbe ban noobe/ batmen'fe 

ieete welckc de ecritc beginfclcn fijn der woor* 

den Godts , ^cK 1 ^w^t 'tgene nogl) 
Öetbjoebiööfïe ban allen i^/ befe ontoetent^ 
ftept bec (inbeten / bergefelfc j)apt met een 
tcaegljeptenbe befcljaemtöept/ omeecjlfel- 
be be eerfte beginfelen te leecen / om baet na 
feequacmtefijn/ oin'feooch baece hinöeren 

Pm. vt, in te planten nae den eyfch van haeren wegh, 

Matt geltjeh Chriftus fepbe tot Nicode- 
mus , jb mogen top oocft feggen tot bcfulelie: 

ZijtgyecnLccraervan Ifrael, ende en weet 
gydefe dingen niet? 301).^ 10, Eljtgput^ 

ben$)ontoeliclienfïaetgetceben^ 5ötgp een 
©abec / ofte lil)ee|ïer ban een familie getooj^ 
öen^ J^ebtgpftinbecen enbebienflhnegöten 
onbec «to gebiet / enbe 30 1 gp nogl) ontoeten^^ 

« be 



'5" 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. ttt 

t tianbe eerfte beginfelen öft €M^t\it\\Z 

teligie?^ i^iec 1,^ floff c tot utïj fcftaemte enöe 

11. mnbeceöcööniftenniflegenocgö/ ot» 
Jtpjn bcquaem omöaetljupfgefinnen't on^^ 
icrtMijf^" » tti^^ï^ fP 50" Gallio's grtjoes 

en en opinie, fyentreckenhaer geen van de-» 

c dingen aen , niepnenötr Dat öet niet öaec / 
naec öcn ^ïenaeren toeftomt / te leecm öe 
'hicften toan Religie. g>p b;?engen öaere fein* 
ïeren en Familie tot öe iliereft/f nöe Dan mep^ 
len fp öat Ijaeren <0oDt niet tjecöec öan öacc 
?pfcbt. 

<0etoifleïlcft öie bit boen / bie boen toel/ 
mbe boljen baecmnae/ Jet boo,:bee(t ban 
öen bjoomen Eikana, i.g^ani. i. n. 3©p 
toenfctjenoocft bat alïe oubet^ mogïjen fto* 
mentot<t5obtéiieccfte/ metljaec bogöter^ 
onber öaece armen / enbe föonen op öaec 
fcfjoubecen, .fDaer bït \i nogö niet genoegft; 
toïecbt niet meer bereijfcïjt tjanbe ^mf-^^t^ 
geerbeciJ / toaerom^ foube ben ^pófleï be 
3^?ouVüen gefonben ÖL'bben / om 'thuys ta 
leecen Uan tjaec mannen > JDp mogen \}zt 
ij jpeUcïien gelooben / bat een jiebec öegeec^ 
4bec Uan een familie fo biep en f toaec beïafl i^f 
met be jielen ban bie gene / bae onbec fijn ge^ 
biebtfijn ; al^ eenïgenl^ecbet met be 5ïe? 
(en ban bie liuöbe / bie öem ban ben ï^eec 
aen-bebooïen. 

^Dep?ebierun0eban<l3obt^IDoo2bt en fal 
oocft niet bnigïjtbaec toefen / inbicii bat faet/ 
'tbjeltliiégcfaeytin't openbaec/ niet gewa- 
t«rt bJOJt in't yepnieïicft/ booj 't faemen* 
«eecïiingcn / onberfaecl^inge/ enbegoebe 



til KJiCyne kercke. 

onöectoijfinö^ Jöp en bcfjoelmi om Dif te 
betjefligen/ gecw anöcr betoij^ te foec«en/ 
öanöc bcb^oeföe ecüaiemöcpt Uan öefe ti)- 

III. 5^aec 5ö" anbere/ betaelcfte bcpöe 
Itonnen/ e«öe\uiüen(fD0*rcfc3gcn) be Re- 
ligie opccöW<?» inbaÉ'ï Öuufcu/ cubeïacteit 
oefenen De pligljten öaiKèobtfaligljepötett 
Religie ; Jil>aec fp mepnen Dit öp nae een 
fcöanöe te toefen/ enbe bïaem opbaer^^M- 
fien enbe reputatie , fjaec fo ïaegt) tot öefe kin- 
ier-ocfFeningen te Decneöeijni. <0cl) ! i^oe 
l3ehïaea!)Uch en clcnDigïj \i öet/ bat jlof e« 
öffcöefooöoüaccbïgljig!/ bat l)et mepnt ee= 
nigeUeracljtinge te toefen/ «Óobt acn fijne 
boeten/ in ootmo£bigl)epbt te bïenen/ in't 
gefïgj)te ban fijne #epïigcn ! Oock fal ick my 

nogh geringer houden, danalfoo? fepbe D-a- 

vid tegen Michal , aï^'fe öcm befpotte / oni 
bat l)n bantoe boo? be %Kt\\t / 2. ^ani. 6. iz, 
J^p biifle bat Ijem bat niet fcljanbe/ maec 
ccn eece toa^« €nbe fo ftebbgn bie boo.iïngïjs 
tige ©o:ften enbe^.jincen oocft geoojbeelt/ 
ban betóelclte top boo:l)enen gefpjoïtr n öcb^ 
ben / enbe nogb «^xe bèjcn pet^ b^eebec fullen 
fp^eecfeen. 

I V. M^ct bacr (Ijnbec nogö erger en eïrn- 
biger; bie te toeten/ fobrrrefijn ban Ijaere 
Familien be Religie enbe be a^abtfaïigïjeiiit u 
ïeercn bat fp bcfelbe ont-ïeercn / boo? bcfe of 
geneop-gefogljterebenen/ Ijet bibben/ fn\^ 
gen / enbe lefen ban <0obt^ JlDoojbt/ ber? 
agljteïicli maeelmibe/ enbeboo? bcfpouiu^ 
qm/ ban bie gene/ biebefe oeffeningen ge^» 
b^iiiicften in Ijaec Iju^py. ?^it fij" Wljte 



Klcynekercke. 22 j 

IlihaelsenöeMichaJs, kinderen des Duyvels 

(tont fo too?ben De foöanijje qmotmt%cu 

13, 10.) enöevyanden van alle gereghtigheyt, 
die niet ophouden te verkeeren dereghte wo- 

en des Heeren. gjnöien ftaece feinöecen cn* 
e «neöbten / fo onbectoefen toieröen in 
Wo^^ b^eefe/ fob^ecfeiiYe/ öat'fe öan öe^ 
feltjcnictgeöieiueiifouben toozDen m Ijaetc 
booft\xjcqm/ enöequatöedcfTeynen. 't3|i 
accom öaec maxym , öat een ^oon niet bèa 
tec Dan öe Babcc / enbe ben ïtncgjjt niet 
fJDfec / ofte U^oomcc ban fijn ïÈm moet 
luefen. 



XIL Cap. 

Worden be-antwoort die tegenwer- 
pingen , dewelcke tegen aUe d'op- 
gemelte Huytoefièningcn j ende 
onderwijfingen van Kinderen, en-^ 
de Kneghten , gemeynclick wor- 
den in-gebraght. 

'*€rber bienen ood^ toeï/ bie tegewerpin- 
gen be-anttoo2t te too^bcn / bi'e tegen be 
jpgcmelte i^upf-oeffeningcn / enbe onbec* 
bjyfingen ban ftinbecenenbeftneghten/ ae^ 
mqineïiehen tno^öen in-geb?agöt. €nbe be^ 
g^boïgenbeöebbMchtoeïbe booznaenifle oh* 
orcüonben ; bie of genomen toojbcn banbé 
ftmperen/ oftcbanbe bienfinnegljten/ ofte 
uocl^banbefe {jepïige ï^uiif-oeffenüigen m't 

ge:i 



Th. Cart- 



124 Kleynekerckc. 

I. 5Darctoo:tDaneccfïdicFi tegen-gctoo?- 
pen/ öatbcrühöcrcnöefe gcejlcïiclte öinaen 
tiogl) niet becttacu rn ïioniicn/ enöe bar cc 
bp-gcüoïgö oocli niet anbcr^ ban ontörpïï- 
mngr \)an <Dobc^ .ï^acnic te Un:toag!)ten \§ / 
m be ïünDecen be eerjic beginfelcn bec Reli- 
gie Uan hu\nm ïecren / enbc op-ffggm / fon^ 
becccnigljüerfïanbt. 

l^itï op ant\Doo,^bcn Vup / 

I ?Dat bcfe tcgcntoeipinge ccgïjt acn* 
loopt tegen bel?ciiligc.t)c!)?iftuure/ tudcUc 
toü bat ooch be nïcime liinberen 1 uilen onber * 

toefen toO?ben. gjoU. 22*6. Leeitdenjon- 
— een de eedlebeginiHcn r bit 

m^z^. gene biegcïcect moet VDo.Jben/ eenen Ion- 
" geni^; mcttoeïcUUioojbtcen foobanigen te 
ftenuVntuonacgcben / inbeoojfpioncheïiclie 
taclei bic floü 51>ir üjoo^t Ijceft 

.faëi ben lioning!) Saiomon gcUeUen tc ges 
(inmcften / om be <!^uberen te boen brrflacn/ 
katm !)aeren pligljtis^/ fo c\jen als öaere 
[ftmberen eentge hragliten en bewegingen UC:^ 
loinnenteocffcnen/ bcfemel^anflonben aen 
)?enigebeginfelenUan onberUaijlmge te boen 
ontfangen/ naeï)etgenea3obtbe i>ccu ge^ 
,J)Obenl)eeft/ C>ent.^.^» ^ ,< r 

€nbebitiéten aiïcn tijbcn fcer fo^gljbub 
bïnWichen Ujaergcnomen banbe 3oben. 
miberiinjfcn ï)aeve ïunbcren üanbe eecfic )on^ 
fient af liibc mn / \3oigcn^ Ijct beftcnt en üet- 
niaert fegrtcn ban Ijaeten Rabbi Ehezcr : 

Een ki nt van vij f jaren tot het lefcn vande wet 5 
een kindt van thien jacren tot het lefen van 
Mifchna; ccn kindt van derthien jacren tot 

net 



l '41 



: I I 

I 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrckc. 22 f 

lefén van den Talmud . ^OOI öe Wet 

becflflcnfpöeöijfboecftniMoris, öiefpïjac^ Buxtorf. 
renïiinötren/ fooebeiiaï^'fc hoimm iefen/ Sc^ap"" 
twen oticrfetten in ï)aereniocöec-taele;<Doo? 3 

Mifchnatïecflacnfli / fooöaci'e kerckelicke, Hoornb. c. 
aïé politij cketüCtten/ CU traditien , öe\lielcfte ludaos," 

in öat boecft/ fo genacnit/ begrepen fljn; ^ib i cap. 
«2^00^2 öeii Talmud öer fcaen fp ö'uutlegginge/ ' ' 
bctuelche ftacen Rabbi lochanan met aiiöere / 
ttoee ïjonbect (aceu uac öe bcctooeflmge ban^s 

Den Tempel te lerufalem , gcfegljt ItJOjt / 0^» 

tice ïjace opgcmcïte traditien en Vuetten / unt 
beeïe fpjeuchen enöe bcrfcljenDcn ^cl):iftm 
ijaccfJBeefïet^/ gemaecfttteöebben. 'VJ^ 
iuel foo / bat bie twee laetjle boechen jljn bol 
fiibulen, grouU3eIen/ bicbanl)aerrcligieur- 
lick geïefeu tüojöen bencben / jae bobni (Bo- 
be^ XOoo^t j tóaeu ebenbieï baec «pt af te 
nemen/ ïjoe öoogl) bp öaec graggtbiojtbe 
onbccUjijfinge bec Üinbeccn / nae een peber^ 
oubecöDm . Ooch baojben bie opgbèmcïte 
lüoojben gcbonben onDec be fpjeuchen ban 
ijaece ^^^nötbabecïi. 

Clemeiis ban Alcxandrien I)eeftgetelït bat 

! ïunöeeen ban biec jaeren fouben onDectöeren/ 
I m geb?agöt üjosben tot opentïieUe Catechifa- 
f tien 5 f^Eot titfcxi tpnbe bjengïjt ïjn bp npt 3le- 
"hit 15). 24.2 5, 't geen baec flaet banbe bmgt- 
i^aece bomen / bie men D jic jaecen moefle lae- 
ften tlaen/ als» fljnbc gdijcU in Ijacce boo?- 
Öupöt / fonbcr fjacce bjugöt te gemeten : 

drie j aeren fal 't u onbefncden fij n , daer en fal 
nie^t van gegeten worden. Maer in het vierde 
jaer lal alle iijne vrught een heyligh dingh fijn , 
■eer lof-fegginge voor den Heere, Endc in het 

© vijfde 



lex. ftrom. 
Lib. a. 
Hoornb. 
cit. 



226 Kleynekercke. 

vijfde jaer fult ghy des felve vruglit eete... 

5|ae*ttoa^fo grniepn tipbe cecfle Cö?if* 
tenen / ïjacre ïünöecen banbe eerfle jonch-^ 
|)cptaenteonöccU)ijfcn/ öat bit ben <0obt« 
cyriii. ïoofen itepfct lulianus aen ben Cteiftnien 
tib. vii. ijccUjeet ; toant h\x^ fp^eecfet J)p Cyrilius : 
ff,°°'''^' yMpt u aïlen ïiiefl gp feinbecen / op Vuelcfeen 

wto berte boet / om'fe inbe ^cftjift te t 
550tibectoijfrn. <0clijcït be tiaetcn bieii reucft 
bcr fpccerpeïi langlj bcljouben / baccTe cctft 
nieöe fijn VierViult ^ alfo gaet'et oocli in befen 
beele met be hinberen aï bicfttoiï^ toe ; 'tgeen 
fp in öaer hintf l)ept / met ben meïch üan 
Jjaec^ moebec^ bojflen/ geïijcft aï^ in-göe- 
b?oncftenl)ebben/ bat blijft lange bp/ 
conf stref. en bat ftonnen'fe niet üerïaeten. 't<0een ah 
in Aa. A- öereetftin öctgemoetbanben menfcïj tuojbt 
a pig" «igeb^ucht / bat blijft albermeefl liangen in 
asx. j)et felfbe / enbe maecftt laafle beginfelen en- 

be too?telen boo? Ijet geljolglj ban fijn leben» . 

Leert den jongen d' eerrte beginfelen .... als 
hyoudtfal geworden fijn, falhydaervan niet 
afwijcken , fegljt be toljfe Salomon. ^en 

onbetbom i^ geïijclt een öaet metael/ baec 
niet^ ftan op-gefcljieben too^ben / offo 't ge* 
Deurt/ fo too^t 'et lieöt npt-gebaegt» %er\ cm 
boot menfcl) geneef-mibbelen te geben/en een 
onbt manteleeren/ i^/ naefjetoo^bcelban 
Diogenes , eene faeeUe . 't^i^ Ijaxt een ou^ 
ben Ijonbt aen ben bant te leggen/ ofte te 
getoennen totbejagöt/ enbe immet^ alfoo 
tnoepelicft ijl bie te leeren be Itennifle bt^ i^ee* 
ren / biein ontoetentljept bcroubcrt fijn. 
JDamtecf ben boom i^oubt/ foftan Ijp niet 
geboogen toojben ; m al^ ben nmifcö bec- 



Kleyne kcrckc. 22 f 

ftterröerttèmjaecen/ ^Ibenbatönfrmi 0e- 
teghtet too?bcn na^ Den tegöeï tiin <0ob^ 
Jl^oiöt ^it ftettben ooch bc i^öencu ge- 
tmtm I m bamnn onöertocftn i'p öaece ftin- 
öfr^iifbjgööuïöiötjJicU ban jongtj^ 09/ ge- 
ii]^^- '^'CT otoer üiöe Hiftoiicn fijn bemwnt 
C. .... ia 5 Aurelia , Attia cii anöete / öanöc 
detoricfee ö' ecrftc IBocöcc ié gctoccfi tjcc bc- 
rormöe Gxacchen , öctXlJCCÖc UailCsefai-, öe 
öntr tian Auguftus ^ aïlc gjmccii}cfec ©jou- 
torn/ öïc oocft Bojflcltdic ^oonen ö^bö^n 
op-ircöjagöt» Om tot öe bf ugftt te ftonum/ 
isnietgrnocgfj/ gcïijcft Plato mrt toiwrrtKPt 
ftecft gcfcgijc / Ijan goeöe-i^iiöfr^ gcboó- 
rcn tt fijn / tnarr ooch tod op-glijagtjt tc 
toeten. 

2. 5l>eberfcanöen ban fommtge ïunberett 
ffin fecr Vrjoeglj cgp / enbe fomntigc twngcii 
fijn ooch foo lïgljt/ bat'fe machcUcfe ente 
fbnöcT tjcïe nioeptc { oocU banbc ftnitwrcn 
ijer fcaci i Ï!oiinen'tcro:v)en . fpjcucUcn öie 
SetJtoetiDt fiju myt öe tnonticn Dec lunöereii 
ban vier 5 of vijf, of fes jaercn ouöt / tl)oo-=^ 
ncn geiiocgï) / l)oe ïigljteïich fonnnige bingen 
fjjH begrepen niet aitcen / inaer ooeft glje- 
toJogtjt öebben op be confcientic banbe (Ueu-* 
fie Innbedten^. Timotheus I)eef t van 3 onghs 
Op de Schriften geweten, ^leftinbecfll rie- 
pen Chrifto een Hofanna toe / aïé tj|» in-reet 
<n lerufalem ; enöe b*m ober ïjeeft I)tyfe ooeft 
geregIjtbecrbigUt en berbeöigljt/ 'fclioon'fé 
ooclt feer tuaerreljijnelich niet berftonben / 
'tgeen fb riepen maer alleen be menigljte ber^^ 
gefclfcljapten . B^iatt. a ï ♦ i 1 7. Uy t den 
inont kinderkens, ende der foygelingen 

^ % gront- 



Camera 
Mfditat. 
Hiftor. 
Centur. t 
Cap. 5i. 

Plato i 



228 ivicy iic kcrclce. 

grontveft OOCft ÖC i^eecc fijne fterckte, ^^f: 

5* JBacr oocft ben Itoningö Salomon fcgl)t 
{nöc opgcmdte pïactfe / batmen ben jongen 
öccecflebegmfdcnfal lectm/ nae den eyfch 
fijns weghs; 'ttodcfte foo ticd tc bebupbcn 
1^ / aU na bc gdcgent!jf it fljne^ oubcrbonié/ 
begcijpé/ cnbe fijner tceröent ♦ JDantgc- 
iijchcriuij^ be B>inne-moecen / ben ïtinbec- 
ftené / biê nan\u üan niont fijn / pïegen met 
ftïepne bceïhen^ be fpijfe toe te bienen ; foo 
nioetmen ooch bïen hinbeeen / bJddtcr tiec^ 
panbt enbe begrip Mepn enbe lijctniiglj ié / 
ligïjte en fto2te Icecingen / geüjcft aï^ ïnbjüp:» 
peïen: oftegeïijeftbieüaeten/ bienanlutian 
ijaï^ fijn / aHengljfften^ becüuït luo,2be« 
met ftet tnater ; fo moeten ooeft be ïtmberen/ 
toeïcfte ijecftanbt niet geoot en / allengöf' 
ften^ onbei*\Defen Ujojben. 

't<Öecn Paulus behICpoflel gebiet te boen 
ontrent bie gene / bie iwack in het geloove 
fijn, Bom, 14. 1. baer l)p toü/ batmen 

Öie moet aennemen , maer niet tot twiftige 
'tfamen-fpreeckingen; ï)eeft OOCÏi fijn pïaet? 

fe ontrent beUmberen 5 fp moeten onberltic^ 
fen VDo;ben / maer in bie biugen en beginfe- 
Jen / bic fp be(l begrijpen bonnen ; Vuant an= 
öerfln^ bcrbefl ben onberlüijfer be b,nig!)t 
tian fijne onberbjijfinge, 

itojtdieb / t^ict ftaen m't onberbjijfcn 
Ijanöe bïnberen / befe drie bingen Uiaer te ne^ 
men ; 

I 3n'teerfïemoetmenï)aer ontbeeben 
öeligbte bingen ; metmelck mocten'te glje^ 
fprjfigöt Vuo|ben / om bat'fe nogD be vafte 

rpijfc 



Kleynekerckc. 22^ 

^ijfe niet verdraegen konnen, Heb. 1 2. 1 3 . 

II jX^cnmoct Ijatt öe %ee\:c \}oo^ft€U 
ïm met ligljte cnöe bequacme manieren ban 

fpjeechen / met eenvoudigheyt des herten, 

met ijjaegen enöe anttuoojben / %tt 2. ^6, 
't:!^ Ijïec iwmft be bjacge foo boo? te fleïlen / 
tnöe toeten te beeahöeren / bat (jet gemoet 
aïö itiiftüijgenbe iïiert gelepbt tot be-ant* 
Ii3oo?bm0e becfeïtie. 

I I I 5^ït aïïe^ moetmen allengbf ften^/ 
nbe geïïjch aï^ met b?npj3cïen boen / op bat'^ 

fe boo2bebeeït)eptniet oljerrompeït UJo^ben. 

Gcbodt op gebodt, regel^op regel , hier een 
weynigh daer een weynigh , Èfa.iH. 10. Pof- 

fevinus(geïijcft top oocft 1)00? ïjenen npt Cle- 
nardi ^^ieben Ijebben bp-gebjagljt) liecöaeït 
banbe i^nccften / batT<^ ïn Ónece tempelen 
(Mef kiten bp fjaet genaemt) feljooïen l)eb== 
hm/ mbetoeicftebe .ïl>eeftec fonbec eenig!) 
boeeft/ behmberenbanjonöl)^op/ ban bit/ 
ban bat gcbeelte Uan ben Alcoran , op een 
l)onten tafelïten fcïjjijft / enbe öaec alfo geeft 
om ban bnnten te ïeeren. 

4. fiiIebergeef^too?t!)ier boo^gegeben öet 
gebaer ban be ontïjeiiïiginge ban a3obt^ B^- 
me; toantbaeci^ meecbec pecijcM/ faepbe 
ban tegentooo?bi'ge enbe toeftomenbe ontöei* 
ïiginge ban <e>otit^ cf^iaeme boo? ftoeecen / 
bloeeften / ontfjepliginge banbe ^abbatf}- 
baegen / etc. bp geb?ecft ban befe onbec* 
toijfingcn . ^e beginfcïen bcc Religie fijn 
aenbe becbo^bentöept aï^ een toom en inteu* 
0elinge. 

. 5r. Om bit gepreten deert gebaec/ moefl 
mn niet alleen nae ïaeten b' onbectoijringe 

f 3 övx 



Poflevin^ 
biblioth. 
Lib. 5. cap. 
9- 



24.. Capp. 



Dialogor. 
18. 



130 Kieynekcrckc. 

ttt Uin^even / maer oocït ban aïï e onbe nien* 
fcj)en / öïe<8oDtïoo^ cntwr ongebonöcn fijn 5 
toant'ti^ljecltoafrictjpnrlichcr bat öe fulc* 
he Dr iKiiligc öüiöcn fulïcn prophaneren en 
ontl)C)üi5cn / niöt iiogj)tan^ motten tst 
^lênaeren nïct nae laeten / maer aenhou- 
den aft onDertoijfen tanöe fuiclte / of haer 

Godt 'teeniger tijt bekeeringe gave tot erken^ 
tenilTederwaerheyt, a.Cim. 2. 15. ö'Ont- 

ïïetiïiOhigetïan<0otrt:ö^aenieis!mcteai ey^ 
jcii D2U9l)t tjanbe oitócrtoDfmöe j maer be 
toctjalïiötie t)frbo^Uentöepbt öan t^t boofe 
Öerte. ♦ 

II. ^arr fijn anbete/ bctoeïchc feggen/ 
bötmen be feinbecen foo niet gctaenneu han j 
Öat ïunberen altrjt^ fijn hinberrn ; bat Uip 
«och ee n^ fijn jongJ) getoeefl ; öatmen op een 
jeii0ï)bi0f n hal^ / fnleften gcij^e n / toijten / 
ofte böfcnljooft met frttenhan; batbe hin^ 
brem toat tuilsS moeten öebben ïu öaec 
fengöt/ ete. 

l^ier op anttooo2ben top / 

i'. <Dat be iunbccen enbe giongljdingen 

Jteboben toect / aen haeren Schepper te denc- 
ken inde daegen van haer jeught, enbe bat'fe 

ooefta3obeeefeenfe!japt)ani)aer ïeüen fulïen 
moeten getoeni omnnniettefeggen/ bat'fé 
<5obt ooch mnngïimaeïen om Ijaece onge* 
bonbrntlKpt en röecïieloflKPt / pïeegj) te 
praffnnn bit ïebcn. Gregorius rtjaeit bat 
feechec liinbt / vijf jaeren oubt / binnen Roo- 
men , banbe €>uber^ feer ongebonben en 
naiatiglj op-geb:agl)t fijnbe/ getooon toa^ 
feec ïigljt op peber tobo2bt / ofte aï^ pet^ niet 
naepfiifinfftto^^/ fcö^iefteMite iOocrften 

en 




Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. 231 

enteïaflereii; i^ïeroljeciflgefcöiet/ bataïi 
Öet be ©otiec ccii^ in fijne ftgoot Ï)i0l / ö^t öe 
öuiöeïcn fienöe tot |)em aenftomen/ om tocoö 
te nemen/ inbe^éabeeéfcöoot mbupcïten* 

Öe / aï riep / dat hem de Vader bewacrcn lou- 

de: ge\3?aegï)ttDaer Ober/ fepöe; DeMoo- 

rcn komen ende willen my wegh - nemen ^ 

iiiaecopljet/ nae fijn geVuoonte/ tücöerom 
<0oöt^-raflecïïcft fpjeftenöe / aïfo den jjeefl 
gaf. 5^it fegöt ÖP öoe ijoo? drie jaeren eecfl 
gebeurt te fijn* ^iet Kon. 2, 23 24. 

2. 5^ie (2l)uber^ betoeïcfte ^am ftinbereit 
ï)p tijt^ niet onbertoijfen/ maer in't tuilbe 
ïaeten j)enen ïoopen / berfe!)oonen toeï ()aere 
ïiejjaeinen / maer berber^en Ijaere 5ïclen ; 
^ïfmen öaer in öare berteljjept enbe toereïtf-» 
Ï)eptfoq;ebnpri3ljtoe-0eeft/ geïijcftbeïe ou^ 
beren fiingeiüoon te boen ; fo verforghtmen 

het vleefch in fijn begeerlickheden , enbe men 
boet niet anbet^/ ban !)acre5ieïen ben doot- ^. <c 

flae^er obcrgrtjen. 't il3a^ beter bat'fe öae^ 9 n 
re ïnnberen al bn tijt^ ïeeröen 't lichaem be- 
dwingen 5 enbe^boo? geefteïicfte oeffeningen 

dooden de wercken van het vleefch . vï^efi? 

C[)?iflenen honnen befcïjaemt gljemaecftt 
fcDo,2ben ban een ^epben ; toant bu^ ö^eft 

, Quintilianus gefegöt : Ochdatwyfelfsnietde . Qiiint.i. 
leden van onfc kinderen en verdierven ; de i"cap. 
kintfheyt laeten wy door vermakclickheden a. 
door-gebraght worden ; die faghte opvoedin- 
ge, die wy indulgentie noemen, fal alle de 
zenuwen van het gemoct^ende van het lichaem 
verbreecken. 

3. ^ijn'fe toiïbt enbe tooefl / berteï en 
li^oobt-bjonclienj tnel/ <0obt^ Jl^oo.zbt 

© 4 &ct 




%li Kleynekerckc. 

bctbefïettiibbcï om öeftmöcrcn te temmen/ 
cnöe te buugcii tot ftet goeöe. Waer mede 

fal de jonghelinck fijn padt fuyver houden? 

l)2aeg!)t bcnliomngÖD^ivid ; en l)em tojojt 

gc-antUi002t : Als hy dat houd na u Woordt, 

II L <Daerfijnberoocft öeüjeïcfte fejgen/ 
nviDïenljaceïünöerengecatcchireeit cnbe on* 

i)crtDefen toOjDen iJailbe Dienaren ïnbe Kerck 
enbe ban öe Meefters inöC Schooien , öat 

öaerom öefe Huyf-catechifatien niet noobig!) 

i&ier 00 ant\iJ002ben top / 
I. <E>atf)ettoacdicït geen ftïepne gebeeïtc 

ban !)et ampt beu Predikanten , c-nbe School- 
Meefters 1^ / be ïtïnbecen inbe eecfïe begui^ 
feïenbanbe(£l|jïftcïicïie Religie 't onbecüjrj^ 
|en/ enbe bat ï)et fea Ijeugpcïu^ / aiö'fc 
teybe in befen pïigl)t Daer gctfouUicïich qun- 
ten. 

^oc;ïjebbenbe getroalue <Dienaer^/ en^ 
öeeectoaecbige ©aber^ gcbaen/ inbe eerfte 
iteecïte. Eufebius becliacït bat Marcus ben 
Euan gelift , ben ïuiiöeccn geeateeljifeect lyttft 

Alexandrien , 'tlüeïcïiem ^tXW tDO?t g!)e? 

roemt Ijan Phiio be 3oob nae Ijem fijn inbe 
reïUeüercfte geüoïgljt Pantenus, Clemens, 
Origenes, uvt jaec onfe^ l!^eei*entUieel)on^ 
bert/ enbe ttoee Ijonbeit tiijftiglj/ b' eene 
trebenbe inbe ^\m^t tianben anbeeen. Ori- 
gcnes lüieibt baee toe gef teït boo? be neecftig^ 
opflgöt en Uoo^fojge ban ïjaeren 23i(Teï)op 

Demetrius ; nae Origenes ié geboïgljt Hera- 
dus 5 Dionyfius, Alcxandrinus , enbe anbere. 
Jn dc kcrckc van ^-lexandricn , fegi)t d^ufebi? 



Kleynekerckc. 235 

heeft cerft den dienft van Catechifeerett Eufeb.LlV, 
•* waergenomcn Pantenus, in wekkers plaetfe <^'Cap-3. 
4 is gekomen Clemens, in diens plaetfe is ge- 
' komen Origenes , Clemens Difcipel : in Ori- 
: genesplaetfe is Catechift geworden Heracles. 

Si ^ntccntöefenfeïfbnuijtïcrni to^i ijan Op- 
' tatus, öïeCatccljifccrDctcCarthago, ten tij' cypr.E- 
öcUanbeiKOuöttiaörrcnöc ja^artdaer Cy- "^'^^-l^^- 

\ prianus ; Hieronymus Uccliacït bat l)p Gre^o- ai.p.^miki. 
T rius Nazianzenus citöe Didymus, "tot fljlie 'ioi. 
) Catechiften ij£tft gcïjaöt/ Dat ié/ Onber^ Hifron, in 
i toijfcr^ inde CïiJifteïiche Religie , ban be^ Apoi a4 
todcfte t)p nac fijii bcftccringc b' ccrfie begin^ 
frïcn Ijabbe gdcctt ïDe bnfonbcre Catec^ 
! hii'mi enbe ïünber-onbcrtDijffngen bcfcfecbcn 
} UanbeBabcc^/ aï^banCyrillus, Gregori- 

us, Nicenus; Auguiiini botCÏim de Catechi^ 

\ fandtsrudtbus, ban ïjct Catecïjifcctcn brr on* 
i tuetenbe/ cnberijnbiecboeckcnaenbe cate^ 

:> chumenii Athanafy Synoffis ^ Of ïl02tbegC!jpbCC 
f l^ï'pïiÖÏ^ <,^d)?iftU]irC 5 enbC Fulgemius de fide ad. 

; Didcomim^ gctiTOcn onjJ qcnorgljfaem / t)oe 
} fojglibuïbigl) bc ©abcr^ fijn getoccfl in't bpc* 
: rigljtcn ban bit bed ban l)acc ampt/ en be^ 
. coepingc, toiflen bateen<Dienaec met 
r pjebidienfijnampt niet bolbebe/ inbien 
oöch niet catechifeerde : \nant niet Ijet pjebic^ 
lJcnonbeetoijflt)|aaïïeenbebe-jaetbe/ biemi 
fulcftcnfpijfebid bcrteecenftonnen ; enbe of 
ftu berfutnnt gebed be jonge jeugljt / beltjeïe^j 
ïie fijne fo2ge niet niinbee iö aen-bebooïen/ 
ban fijn be leben banbe ïleceh ; ofte \yw geeft'^ 
feanbec^ boetfd^t bidchc onbeqnaem boo? 
Öaec \i I enbe 't bjdche fp niet becteeten fton ? 
iien/ inpïaetfcban öaec te bocben met beu 

5P 5 melck 



Noodtw. 
Venoogh. 
Lib 4. Cap. 
X. num.io. 

lalxnag. 

cul. Lib.tf. 
c. 3. feft.i. 

ttc bao?rrti. 
boo?Dc ra^ 
tccf}. ban't 

ban (ILxm- 
tm. 

In Confir- 
BBiac. Inilii. 



Hof : 4.. 6. 



In rerul. 
Societ. de 
prxpof.cap. 



234 KJeynekcrckc. ^ 

melck banbc eecjte beginfeïcn htt Religie > 
detoeïche bequaein i$ bepöe Ijoo^ kinderen itt 
Chrifto, eiitic-jaerDc* 

<ê\\ boojtoaer nabien top pen / bat öacr in 
befcnbeeïe/ geïijcïielöcc^/ alfoooooUiuDc^ 
fe j^eöctïanbeii / nacüoïö^"öe oni exempel, 
(toant()etgroote Qch^cdi ban Dit fïagl) öec 
onbcctoijnngc / boo?bctijbcn ber Reforma- 
tie, ïjeïtenuen be lefuiten felbe/ aï^'fe feg^ 
Öni: De Nederlanders fouden nu een onver- 
dorven Religie hebben (Co gevoelen'fe alle) fy 
fouden met de religie vrede hebben, metdc 
vrede geluck , indien de jeught van die eeuwc 
hadde onderwij finge gehadt) begillticn te be^ 

bïjjtïgnt be Papen f nbe lefuiten , toeïcftm 

voornaementlick is aenbevoolen d'onderwij- 
finge der kinderen , Qelxjciut fo U^tb^UCMic^ 

hm fiact inbc bebeflmgcban jjacr order , foo 
asljtcntopbctoocftonfa* aller pboöt te toe^ 
feri/ nietfonbeclingc ncfcftiöbeiit/ upt een 
tjeplige mebe-boogentïjcpt / enbe innerliche 
ontfecmüige ober öet bolcft / 'ttoelcfte ver- 

gaet om dat het fonder kennis is, 011^ beflgïl 

te Jjouben in bit toercft. 5^oo? be onbertoy- 
finjje ber ftmberen enbe ongeoetfenbe mbe re- 
ligie, öebben be lefuiten , in't begin boen 
Öaere fede eerfl toicrbe opger igljt / gepooglj t 
be gunfïe te bcrltrijgen ban j)et bolcft» 3i»be 
regulenban ï)aer Societeyt, baer'fe Öanbe^ 
ïenbanbenPrsepoóft, too?btaïbu^ gefegljt: 

Byfonderlick moethy hem fecr gerecomman- 
deert houden de onderwijfmge der kinderen 
ende onwetende perfoonen in het Chriften- 
dom , als den eygen dienft van onfe beroepin- 

ec. an un anber boecfe ban jjaer iiut-gege^ 

ben/ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrckc. 



Um/ brengen fp exempelen bp/ omtetSjOös 

nrn f^at nerrfligl) bt tjanre frjn getoet^ tii*t ^•^^^'^P''- 

- Catechifercn bcr ontoetenÖe. Ban Ignatius, 3 "cap. 

öen eecflrn opcf göter ban fyvx Order, ofte 
liebec Societeyt (toairt'fc onöft be Orders tttc 
Religicufen niet geteït en tuillen bj02beti / om 
reöen Ijaer beïicnt / en on^^ niet ou-befembt) 
berbaeïenfu/ batbp/ al eer tjaere Societeyt 
bcbeftigljt b^a^ / bit aï neer fligt) in Spangien 
l)eeft gebaen / enbe bat Jjp fi)nen b^ocörc / hit 
Öeni bit poogbbe te ontrafben/ om bat bP 
nau\nlicb^toeljoo2ber^foube bebben/ beeft 

geanbt\BOO^bt : Datfelvc een kindt hem toe- 
hoorders genoegh fbude fijn , geïijcft ooch ben Daurouit. 
3ffupt Antonius Dauroultius nnt Petrus Ri- Catech.hif- 

badeneiraberbaeït/ toeïcbcbeeft befcbjebeu c»pT Ti- 
bet ïeben ban Ignatius. ^abrriu^ toojt ge- tuf '19. 
fegbt in Indien nont een bagb ober-gefïaegen 9- . 
te bebben/ in ben toelchen bp ontrent beu ^^ ^^Jj'* 
abonbt geen eenigb gr beeïte ban be Catcchif- Ribaden. 
mus ben binbcren inpïante. Michael Tum- Libr. z. 
anus Olifipone, 23iegbt-©aber ban bc tlo^ j"^^' ^ 
ninginnebanLufitania, b*ïöbe eenige gefet- ^! ' 
te baegen inbe toeecft / in be toeïcïie bP «Pt 
betï>ofquani om be blnberen te Catechife- 
ren. <ên fo berbaelen'f"? ban berfcbepben 
anbere/ ofmetbiacebept/ entoeericbnietj 
bit \xiccV icïi I bar fe toe! getooon fijn ïeiigbe* 
nagbtige en berficrbe bmgen te berbaelen/ 
omtotgcooteragbtingeeneer te bomen bp 
be menfcbcn / bie ïigbteiich baere leugen^ si«tMa«{. 
geloben. JDcï tuaerom fnUen top geen necrs aj. i y. 
ftigbept/ tegen neerftigbf pt / enbe pbec hi 
bet goebe / tegen pber in bet quaebie fteUen \ 
jjv^iebitberagöten fijn of onbeqnaem booj 

bate 



2^6 Kleyne kerckc. 

3,Öacettacö[eïciul)cpt/ oftcot^en opgebïae^ 
3>fen öoo? toacn ijan epacn üjïjföcpt / niet 
„ftonncnbc l3 an lucgcn i)ace gcootéöcpt öaec 
„fo öirpc bcrncöecen / tot öccaöötmge eii 
„Ïdcpnaoötin0!)e banöe lunbecen öe^ a^o- 
5,nmcïtrDch^/ feqUtmn luaecl)ept öcn fcrr 
35geïcei'bcn / en pbcrigcn D. de Witte, toclc^ 
ïtccó ©oo^reDenm boo^j fijne Catechifatie, idi 
toil/ en tuenfclje öat/ neben^ ïjet Tradtaec 
ban ben i^oogïj-geïeccben D.Hoornbeeck, 
mag!) geïefrn en loei olaectuoogen \D02ben, 
YcrZ^h' wtïer moeten togïjbe m^annen <öobt^ toc^ 
Lib.(j c.ip. 5?fien/ bat fp niet boo? grootfigljept (fepbe 
5. pag. m. „bien grooten ï?üeraee Teeiingius) boo? p^ 
3^3- ^jbecïoofljept/ ofteboo?eenigl) ge\j?ee|l on^ 
3,gemacft/ befeöepïigeoeffeningc onbeeïac»^ 
jjten . Jêant b' ecUarentïjept togö geïeert 
„fieeft/ in berfcïjepbene plaetfen/ toat be^ 
löaernifTcn baer oüet* ooch becVuecftt 'mot^ 
55ben/ batbefclUelueï/ enbe fcer ftigljteïicU 
„1^ te practijcïieccn (aï^top fïegl)t^ be öanbt 
ï^**2firïr/ >?öaeraentoiïïenfT[acn} aïfbttjeiai^ be p^iebi^ 
tap 5^ pag. 55ftatïe ban <6obt^ iDoo?t ; €nbe top agbten 
B» 88. ïjct inet öem / beter te toefen Ijet geibenfcljte 
koeeeft bee noobige Catechifatie , met ttoee / 
ofteb?ïe/ laealtoaflmet Ignatius met een, 
te beginnen / ban j)et geheel 't onöetïaeten : 
^^oc loh. Gerfon bie geanttooo2t ï)ceft / bie 
Ijem / h' en tueet niet boo? bjat bleefcljeïiche 
In caeech. tebenen / poogliben ban Jjet Catcchifcren , 
Miitor. cap. jj, l)oogen Oubecbom aen^ 

Paraghr. ƒ. buigl)/ af te trecUen / hangelcfentti02benbp 

Dauronltius, 

't^^oocft feechec/ bat Ijet catecl)ifeeren 
enbeonbecVüijfen banbe hinOecen/ tot ïafïc 

urn 



Kleyné kercke. 23/ 

eoTjtbmiöeSchool-iVleefters m "^att Schoo- 
ien 5 ^cfemoetniöaecöïerm foo iieerjligö 
f nöe fo^gïjbuïöiglj ö^acgen / Dat met toaec* 
iÖeptöefegljtmagöUio^jöen ban ï)aet Schoo- 
ien , 't gene Coletus , te 3tonöon / anno i f 10. 

i:!!iïetfClj,2öbenlJ00?Öe fijne: SMa Catechifaüo- li^c.Ctoh. 
■ . nis fHeromm inChrtftiOpt. Max. fid&é* ^onis Ut- Libr.cit.p. 
; teris ; öat 1^ / Catechifecr-fchool voor den 

1 kinderen in'tgeJoof van Godt Almaghtigh, 

2 ende in goede letteren, 't ©OOjnacmjle epn- 

be enöe oogemeccft UanDe opcegljtmge öec 
: Schooien, aïtjjt^ getueefl/ ö'onöertou^ hoSïaciiS 
fïnge in/ enöe öe l3oo^beccpö^ng!)e tot öen i^^p. on- 
a3oDt^-btenft : tnant feïbe onber be Hcyde- trmt 
nen f telben fp Schooien tot bit epnbe / op bat 
beOraculenbanfjaec <ÖoDen I3002 be jeugl)t 
geïefen mogtjten to^jben / enbe op bat'fe/ 
' op öaece Ujyfe / becepbt niogöte too?ben / om 
l)et fummum bonum (gelycft'fe fp?aecïien) öet 
! öoogöfle goet ban be 5ieï / nae te jaegen/ 
•j enbetebecftcógcni (önbconbee bePapiften, 
> ' om be Innbecen 'tonbecïnijten enbe op te tcec^ 
ïtf n mbe traditien enbe infleïüngen bet Iterc^ 
ïie/ benbebo?tien <0obtö-bien|ï betceffenbe» 
Jl^at een groote fonbe / 'enbe fcbaemte foube 
'tfijn/ boo? CIi2iflen-^c!)oo(- JBeefletjs 
be Gereformeerde üiercïten / te ho^te te ho^ 
men/ enbe naïatigij te fijn in't onbertoijfen 
bec hinbeten ïn ben luaccen bicnfl be^ tuaren 
OJobt^ f€ot bat epnbe fijn be Schooien, 
bcpbe onbec be loden enbe Ch riftenen 5 be* 
toaect/ boo? <!5obt<S bpfonbcre boo:flcnigöeit, 
^ie agl)t en beectigö fïeben bec Leviten toa^ 
ren becf^jejibtboo? alle be fïammen bec \m- 
beren Ifraels, opbat'f^ aï^ Schooien mogl^= 

ten 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



2-3 S Kicynekcrckc: J 

tm fi|ti / <ti bc toclf he öe Jewgöt in mo^tc 
b^incïiai bc ïf rc öer Wet cnDe öct Propheten , 
tatcöcn be ftenniffe baii Liberaele niniflcn i 
wïïibJ'J cnbc tactnifc!)ap¥ïm . \i Ongcnei 

Cap. 11.%! Jèc^OCrii-mccflCt ^ttöCCtt't Alcxandritn , öt* 
•tij» cap. Ujrtcfte aié'tg!)ctaï öec ^cftootern twrgoa 
jj.ea*o. groot te tomben / Heraclas, rrnaritmtod- 
Srorffnit möc t>dj2iftrn / X^ztSi tot ftjn .ïï^tv 
öc-ljuliitft gijcflcït / cnbc twtTcötn l}cm ftet 
toctcfiaïfo tjctbcdt/ bat Hemclas bc gtl)tcï 
ontuftmbcfoubc onbcrtoijfm in Ijct gclooüc/ 
cnbc \\\} bic oubcr Uiarccn cn gticwffcnbo: , 
%M bït met cn too?t bctcagdt/ fo ff jn bc Hcy- 

denfche ^ct)00l-niCC|ïcr^ tO 0DCt / alé bic 

bcc Ctjsitïniicn / cn paepfche fo t>c(^nacm / 

al^onfc Gereformeerde 5 omomc fembacn 

te ïrercn Icfcn cnbc it\yi\y\szx\. anbicn fp bc* 
folbmgcontfangcn/ rnbebit tuctcïi nkt cn 
EccrLib toatfijnTcbctcirban bc ^^rrtjcn-? gc^ 

4. cap.as! itjcfe'a ccn^ ccn fcïibc in bc Hiftorien ijan So 

ca«k fer. "Cratcs , bat een Munnick , die tot onderhou- 
inPf. 34. dinge van lijn Jeven niet en arbcyde met fijn 
P'f • 1 1 • handen , was een Dief ; bat 1^ OOCfe loacr agl)« 

tig!) ban cni ^ct)ooï-ntccttcc / bic met cn ar^ 
fecpt met fijn tongcm't onbccUinfen \3an fijn 
Difcipelen. <£>ni nu nict tc feggcn / öocYe 
Sfff 17 ücfonbigcn tcgni bc t^crcfie / öoojoncr^^ 
~ trcbmgcljmiI)arciBctt3cnciii6cöobcii 3in 

on^ Nationale Synode, gcljOtlbcn t0tC)9?< 

Örcgt/ Anno 161 8, cn 1^)19. tuoj t albii^ gc> 
„fcgljt. 5^cfcr .t>cIjool-mecftcnrn anipt faiï 
„Vucfcn/ alle tjacre Difcipeien, naec gcïc=! 
„gcntöept tjan ï)aecc jvuccn cnbc bcgiyp / 
„ttoce bacgen ten niinftcn inbctocftc/ nkt 
.,allccnlöcli ïn't Uan ömiten Iccren / macc 

oocli 



Kicynckcrcke. i^p 

^^th m't bfrflant örr ginfclcn öe^ Catec- 
jjhifmi tt pcff enen* <önöc tot Defen cpnöc fal 

>5Ö?pCCÏep formulier öe^ Catechifmi, tot op 

>>ö?pecïcp gdegenjept Der jeugjjt paffende / 
5,5eb^upcht hïo:iben, eerfte fal toefen ijoo? 
?,beifimber^/ iJijjouDetibe öe artijckelen de| 
5,<«3eïoof^/ öe fiEljïen<aeboben/ 't<aebeöt 
9yt)t$^mm/ cnïïe De inflelïiuge bet Sacra- 

>,menten, cnDe DcC hereftelijcfte difciplijnc, 

>,nieteen!gefto?te gebeDcften^/ enDe ffeg^te 
ïjb^aegen / gepaft op De D>ie Deeïen De^ Ca- 
jjtechifmi. 23pDetoeïche fuïlen mogen ge* 
5>boegljt too?Den/ ecnige boomaenifle fp?euc* 
5,ïten Der ï^. ^clj^iftupre / tot <!PioDtfaligï)eit 
jjöertoecUenDe . tweede fal toefen een 
>,fton begrijp De^ Catechifmi banDen Paltz, 
yyin onfe Iftereften geb?upcfeelicft, ^aec in 
„bco^tsS oiiDfctoefen fullen too^Den/ De ge* 
„ne/ DieinDe boojgaenDe toat öebben toe- 
„genoiiien» derde fal toefen De Catcchif- 
„musbanDeupaltz, bponfe tochcn aem 
„genomen/ uiDe toelclie cnDectoefen fuilen 
„too^Den/ DegeneDiemjaecen enDe hennif* 

5,fe becDec fijn gehomen ^och fnllcn De 

„^cöooï-meefler^ fo?ge D^aegen / Dat Dc 

5,DifcipclennietaneenUjch Defe formulierea 

3,banbnptenïeeeen/ maer ooch De leeee m 
«Defeïbigebeibat/ tameiichberflaen» Cot 
„toeïeften epnDe fp Defelbc naer een peDer^ 
„begrip/ DupDeïicftfuïïenberWaeren/ enDe 
„neerfleïych enDe meermaei,^ fjaer afb^ae- 
3>gen / of fp Den fin toel lebben begrepen, 

IBacrnn/ DegetrontoïgDept Der ^iena^ 
ren/ enDeDejï^eerfïïgöept Der ^cljool-meec 
fler^ / moet niet berfcöoónen en berontfeöul< 

Digeii 



2 4-0 Kiey ne kcrcke. 

bigrii l)ct bcrfuym Uanöe Domeitijcke oxibcu 
toijOngcn / euDe Catechifaticn öec ftinöercn 
tocl)unfm. *Ditlc0l)t/ geïijch gel)oo?tiö/ 
tot ïafl banöe €)utiaen. <0nfen ^^aïigljnuv 
iftccïm-öe toel/ aï^ een ^^Fcnaec/ fijn Dif- 
^cipelen m l)et opcnbacc ; inaec nogïitanó cn 
(toecfnpmöcljpoocït niet öe private cn ïjepme- 
lithe onDcctubrmge dccfdtie / Mate, 4. r; 

. a 34. cfiPaer verklaerde alles fijnen 

Difcipelen in't byfonder. 

'2. Heymelicke onöccluij|ingc in |)Ct 
t)up^/ fjeïptni V)frUo?öcct ö'opcnbacre on^ 
bcrunjfingc in School enDe Kcrck , cnDc ö' o- 
pcnbacrc incörcom Dc Ije^nieïiclic . ccn 
moet liicc Den anöcccnöc öanDt toe-re|ichen 
cn beijuïpiglj fijn ; mi De Oubecen öaere 
ïtinöeren leecen eecfte beginfeïen in Ijacc 
Öunfen/ foo fijnte bcquaemer/ om üanbc 
.fl^eeftcrébecDeu onöer\uijfinge teontfangen 
üiDe t^cbooïen; (Dnfe Theologanten fcggen 
5,in Ijn Synodus öan ïDojöregljt : l^et anipt 
5,öcc €^nöeceni^ / 't!jnnï? Ijacue Uintïcr.ö/ 
„enöeoochüet gantfcljc Ijniifgcfm Dacr toc- 
„betcontot/ inöe beginfelen öec Cl)2irteucRe 

„religie / op f)et Uïijtigbrt^ ^^^^ l^^^^^^ 
5,begnjp te onöerVuijfen.... eenlge Cappitte^ 
„lenber ^e^Jlige ^cönft üoo? te lefen / De 
„untnemenfte pïaetfen Dci* ^eï)2iftny je te ge:= 
„üenUan trnpten teïeecen/ enDe inp?cnten/ 
„enDe De felUige 00 een gcmcnnfame/ enDe 
,,Vioo? De teeDece jonchfie|it beqname tüijte te 

„bechïaecen / endehaeralfoototde Catechi- 
„fatieindefcholen te bereyden, ete» O^nDe 

aJé Dan De S>efl ecsJ in Dit Deeï ^an Ijaec anipt 
mètnalatigl) fijn / foo Honnen De liinDiTcn 



Kleynekerckc. * 241 

ilct tiei te incerber b?u0Ïjt cnöe bjrugjjt 
janöe ^lenaeceii gecatechifeert too.^bcn in^ 
3c hmhm » Bened. Aretius ïccrenöe bat Aret, Prob? 
)efe tjecbeeïingc noobtfaccftcïicft i^/ batbe Theoi.ioc. 
jnbctUJijfmge sefcgöt toojbe ecu heymelic- 
e , enbe eeii anbec een openbaere , fegjjt 
jtiecber aïbu^ : ^e heymelicke flct op be 
o<Bnbtt§ / enbe ©aberö ber jjupfgeflnnen: 
„3IDant bie moeten fojgeb^aegen/ bat niet 
„aUeen be ftinberen/ maec oocfe be bieitfl^ 
„ftnegljten / enbe bienflmaegöben tuel Ijer^ 
„flaen bc begmfelen bec <©obtfaïi3Öfpt/0]^ 
„bat'fe befeïüe met ïeljen enbe manieren / 
„fo beel Of frDif ben ïtan / becciecen. .f^aec 
„d' openbaere bcï)002t tot be ^cl)oolen eit^ 
j5bc lietcJten : Snbe Schooien tDo?ben'fc 
„becepbt/ om mbe fteccfeen fcbigpchopbe 
„bjaeiren bec vZ^ienaecen te antujoojben» 

>5,éo moet be Hwyf-catechifatie ben Schoo- 
ien ooch te ö«ïpe Itomen» <6nbe banïton^ 
len Vïoo^té be hinbccen oocft met mcerbec 
flig!)tnigliê aen[)oo?en Jjacre p^ebiftatien» 
l^ierom !)abt be Reformatie m ^unbtfcjj- 
ïanbt fo goeben tJ002tgangl) / (geljjcft oocl^ 
iban on^ tioojöenen U gefegijt) om bat Lu- 
thers |)5ebiï{atïe / toiect UerUoïgïjt met be^ 
tiolcÏJ^é Catechifatie, 't tucïcïie om bat Ijet 
nu fo gemepn met gefcï)ïet aibc ö«Pfeu/ fo 
boen en Catechifatien eu p^ebïUatieu bec '^''^y^- 
r'^ienaecen / toeynigïj laoo^jöeeï inbe ïicrc^ p|?°,T"'* 
ilieu ; ben ïiinbeten ié a3obt^ 3Doo?bt als 

= wat vremts. ï^oftS. ïa» Het is te beklae- 3[n öe 

gen, fegljt Cafp^^tCCfo/ datmen de onder- l^owiTiicit 
rwijfinghe vinde jonghe jeught alleen op de ^onlfirrE 
i kercke laet aenkomen , ende 't huys geene faiigö! 

^ oef- 



♦ 

I 

K 




242 Kleynekercke. 

oefFeninge der Godtfaligheyt met haer aen 
en ftelt. 

IV. Mact feggm fommicre / be Mnbe^ 
ren en Uncgïjtcn Uan bïe §upf-©aber^ / 
bie bcfe ocffeningen fo?ö!)^»ïbigljlïcïien on^ jMi 
bcdjouben ïjebbcn/ ïeben fo lo^ en ongï)e^ M 
bonben/ aï^ of Ye noyt ban O^obt/ of fijn <0e^ 
bobt öe!)002t en öabben. 
i^itt o}j anttooojbcn to)? / 

I ^at bit miflcljien nvt bitterïje)rit / en 
upt Ijaeftïgö^pt aefeoöt too?t. ïDaht fo \$ 
boöl) be toereït geluoon quaet te fp^eecften 
ban bie gene y bie öace met en luiüen bol- 
den in coecïieïooftjept / enbe uptgietingc 
Dan aiïe oberbabisljept 

2. 't3i> foo / bat'et met onfe familien 
gaet / gbelïjcft b^t boet met be fïeneïiefee 
kercke , bie nopt bolniaecïit op bec aec= 
be ; oocïi haf toffee getionben onbec 't 
ïtoo^n i en fo i§ oocli te mcti^ al / infon^ 
becljept in ot'oote önpfgefmnen / een bec^ 
mengïnge ban goebe enbe qnacbe. .f^opt 
Öabbe Noach , ofte Loth bat geïuch/ bat 
alle I)aece ïmegljten geljoojfaem en O^obt^- 



i 

','■."1 



1 
1 

bïcnftig!) tuaeren ; <Be familien bec Patri- ||i 
archen luaecen niet fonbce öacren Kain,^ 
Cham, Ifmael, Efau, üjelcUe onljr|ilige A- < 3 
poftaeten toaeren y Eliza babbe eenen hnccijt • ' 
Gehazi , bie ïeug!)i^»iï0btigl) enbe giecigl) 
Vüa^ ; jae Chriftus in fijn Ï}upf0efin / eeit 
ludas, een ©eccabcc/ bie een Duyveltua^. 
.!il>aec geen ban befe alle tieten toe inbel)^ 
re o^obtloofïjept enbe ongebonbenbept ; fp 
cn lieten oocft baerom niet nae / b' oeffe= 
uingen ban Religie tn <Dabtfali0ö<^pt* 

3» ^ic 



L\5 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 24^ 

5. menfcöen / öie fo tégcn^ucrwn / 
^vfftjeeïcn ïoutec öen Sophift cn ^cüiiegïjct* 
JBant öie Ifupfocffcntngm fijn nïrt öeoo?^ 
faecfte Cicr rorcfteïoofOcpt / Iwn ft inbeten 
nöe ftnrgötcn; inöicnöec toaö gctorcfi ge^» 
«aöe in ïjacr !)crte/ fn foubni t)rböcn fton^^ 
.mn toefen nnöbelr n / tot öct geïoobe enDe 
m beftetrmgc» 't 3ö toacrfcljijneïicfter bat 
DP/ bic fijné .mcefleró toiKe toeet / befer=« 
Ibe recbec enbe nieêrbn: boen / ban lm 
bie'fe niet en toeet . bie^t geflgljt ban 
fijn oogcn Ijceft/ ftan bèta/ ban bie Wint 
lp! / toajibelen fonbcr flofien enbe ballen ; 
».|en fo öceft ïjp/ bie onbertoefen ié inbetoe=» 
Jgen bet a3obrfalia!)ejit / hctct inibbelen om 
l^lte tomibclen ni <Bobt^ bsecfe / ban ïj}i bie 
Kkgr fieelontortcnbe cnbc on-groeffent i^. 't^^ 
"Tpaer/ fommige bie öaet^ .meefïer^ toil^ 
ïc toeten / boen'fe niet; fomniige öie öaec 
oogen open lebben / flrutirUelen te mrt^ 
enbe ballen ja^acc nicmaiibt fo btoaeé 
bat l)ti Ijicc upt fal befïuntcn/ bat Ijct niet 
noobtfaecftelicft en ié fijften toil te toeten / 
of fijn oogrn op te boen. 

J4* ^D» ïfuuf-oeftcningen aen fommU 
ge onb^ngljtbaer / fp fijn aen anbece 
betont b?ugljtbact enbe bo^betlicft ; □ ae 
orft bie <êobttalige oeffeniugen enbelön^ 
ettigötingen / bie nu onfc toer fteloofe ftin^ 
öeten enbe ftnegljten ftcn enbe öoojcn/ ful* 
fen ooclJ nabetljanbt nrif^cliicn / booj <0obt^' 
fegen/ in Ijacte betten fttagbt ö^^böen/ en- 
be öaete toetcftinge/ al?'fe een^ bebaeten/ 
mbe wet ben Verlooren Soon öeginucn te 
ftomen tot haer fel ven. 't ^éöt ïiomt niet 

^ 1 foa 



244 Kieyne kerckc. 

foo ebm op/ aï^ l)et oetoojpcninöcacr^ 
öe. <!^och luojöen'fe nieecöec ni-getoomt ; 
koant mijTcöicn fouöcn'fc fonbcc befc ocffc? 
ningcn tot nieecöec quaet fjebben upt-ge^ 
lijoocftcn, 

5. 3ln aïlen gfbaïïc moeten top onfen 
pïigljt Doen / rnöe fo^jge ö^jaegen dat <0oi)t 
in oiife l^upfgermncn niaglj ge-eert too?bcn 
en gcöicnt gelieft jjft ban <Öodt niet op 

den arbeyt onfer liefde , fulchen fucces tttöe 

fegen te geUen/ al^ top gaecn faegrn enöe 
toenfdjten toeï/ fo Rebben top nogötan^ 
on^ bejï gebaenT top bobben onfe slel be* 

b^Ööt / enbe fijn reyn van haer bloedt, ^t^^ 
5ecl).3. 19. Ad. 18. (J. 

V. dommige toenben boo? öe öertiiec^ 
Bigljept / niet alleen ban öaec ftinberen / 
inaer oocft ban öaec ftnegfjten/ öieöiectoe 
niet gcb^jagljt en ftonnen/ ofteoochentoil^ 
ïen too^ben / nabieu'fe fijn befcftaemt/ en 
b^eefen be befpottingen en befcl)iinpmgen 
banbetoecelt^ l^upf-babec^ emlegecr^ 
öerjJ feggen/ bat mbienTe befeordrebolgïj^ 
ben in 5aer Ijiipfgefin / batfe naiitoliclt^ 
bieiiflboDen foiiben ftonnen öonben / ofte 
ïicijgen. 

i^itt op anttooo,2ben top albu^/ 
I. %)at top moeteii nptfien na dc getrou- 
we inden lande , J)f: 10 1.6. ^ijn ber ee- 
nige Ijectnecluge ; bie boo? onfe bermanin^ 
gen en beflraffiugen/ niet gebetect toillen 
. toojbcn ; toel / bie moeten top verre doen 

van onic tenten . <2^ie lofua'es <0obt niet 

toil bienen/ moet oocïtin lofua'es önp^ niet 
blpbeiu Ifmaeis mocten too.Jben wptgeb^e^ 



Kleynekercke. 24^ 

ben ; toant fp tiedecben aiiDcte / fp^ecc^ 
ften boofdïcïi / qudïenbe brfle/ enbeb^cna 
BÖm oocft miflcöien een Woech op onö ♦ 
Jiaet ocljl ocmen/ ftiet lepöt öe knoop; 
e meefle Jljupf-rcgeeröer^ foecfteiïl&ientl- 
öen / ael^fcft Saiomon gieroboa m / Hj 

agh dat delen jongëlingli'arbeydtfaem was 

fo nam I)P bem / fonbcr BecïiêrööêcV 
egoïnge / m |ijn Ijwp^ / Ö^ni tot fijnen 
öicnfl geïj^upchenöe/ i.fton. n. 9tï^ 
itop maec tiecnier cften Dat Die bicnpoben 
onnen toerclten enöe flootien / bat*|e fijn 
nbigl) enbe gaeuto / etcf ^cljoon'fe an^ 
öec^ fijn Ifmaels enieroboams, ban een an- 
bere Religie enDe quaeöcn oninie - gangö / 
üi^'fe inaer met en fijn ïjocc of öief / Ijod. 
iigötelich nemen top'fe in onfe önpfen/ tot( 
berber f ban on^/ en ban be onfe. 'tJI^a^( 
goet getoeefl boo| SaJomon , inbien ÖPÖ/ib^ j 
be aengenomen een man ban meer confcien-/ 
tie , en ban minbec bequaeml)ept en ber^, 
flanbt : toant leroboam fogl)t en bjjogöt) 
te ïuinc ban fön gantfcöe !)up^. 

2. ?Pe ^cöaemte moet geen pïaetfe in 
Öet goebe / maer aïïeenïieïi in Ijet qnaebe 
|)ebben ; fp i$ een ^ogötcr banbe fonbe; 
be fcjjaemte en fonbe ftjn te gelijch geboden 
tóinbe toereït. ^cöaemen moetmen öem te 

tfonbigen / maer niet fcftacmen <0obt^ b)iï= 
ie te betragöten : anberfm^ faï figb ooch 

Chriftusonfcr fchaemen, wanneer hyfal ko- 
men inde heerlickheyt fijns Vaders, met de 
Heylige Engelen , MOXC. 3^* ^UÏÏen 

bie I)acr fcl)aemen te leer en het bcginfel der Heb, c 
leere Chriiti, bie öaer niet fcDaemenbupïe 

0^ 3 bjoojs 



2^6 Kleyne kercke. 

tDoo^ben/ en onrcpne ïicDrren / te fpjeec* 
l\m m te fingen i .fl^en befcliaenit om 
bat men onbt ié getuo^öcn / en be-jaccbt; . 
maer Dat geen fcliaemte / Dat fo Viecï \ 
ftinbertn/ u in ftennifte obettreflFen ^ 3i|l 
niet genoegh öat gp öcn Uoo^gacnDen tyt 
ban u ieben ijrbt öoo2geb>agl)t in onbje* = 
tcntfjept en berbUnöinge öe^ !)erten I <Bf 
toiït gp öom ïelien/ enbe fircbcn ^ Abra^ 

hams ïDicnftfaoöen / jaeTheophilus, Apol' 

los, Ambrofius, Auguftinus, cn öe mcefle 
banöe ecrfte €ö?ïflenen / fijn niet befcöaemt 

getüCCjl ff ïfé Op<hltïif It gecateghifeert te tüOJ* 

öen inöe ftrcchen / fcljoon'fe nu oubt toae? 
een en be-jaert* <J5nöe gp en hont niet 
bjeï ïeeren inöe hetcfte/ tensiigpuoeffcnt/ 
en onbertoefen tuo^t in uUi i^uufen. Hae^ 
ten aïïe J^upf-baöer^ öefe / en andere Din^ 
gen / Die ijop nog!) «f^ öcfen fulïen boojltei^ 
icn / Ijaeren ïiinbcecn enbe ïmcgtjten / öie 
miftéjicn VuebectlceViclig!) mogöten toefen/ 
tioo^ftouben tydigh en ontydigh . aec ep^ 
ïacp! toepnige fijnbee/ bie foo beel geeft en 
ïeben Ijebben ! 

3. «De goebe fulïen n ï)ier obec niet he^^ 
fpotten/ nibe be befcïjimpingenbanbequa- 
be / fon min aï^ nietboo? een Cï)?iflen te 
acl)ten ; 't!3i^ een eec geroemt te tuojben/ 
maer geen on-eee ban een toereït<j-hinbt 
begceht te tuojben. ^iet 2* Sam« ^) , 2 1 . 1 2. 
^uleïte betfmaebingen fijn een Uicglj totbe 
geïuclifaïigbept/ i. @et. 4, 14. il3p moe^ 
ten be gunftè bce menfcljen niet foeeïten/ 
met ö^t bf rïie^ ban bie ban <15obt / nopt 
moeten tup on^ ben loem öep menfeüen 



Kleynekercke. ^147 

foo bier ïaeten hoflcn. 

4. Oocïi fljnöcc nu nogö toel / öooi 
<Dobt^ genabe / goebe bïenflboben te bm* 
en/ bie l)et een Uecniaecft ag!)tcn te toe^ 

fen/ mreiigieufe fjUpfen/ enbe ïnbC tenten 
der reghtveerdigen te iUOOnen . <Öen ï^upf- 
a^abec bie Abraham, lofua, David, Hef- 

ther, of Cornelius in bcfcn geïijcli tornfcöt 
ite ujcfcn/ faï't noptontl)?eechenacna5obt^ 
faüge bïcnftrtneoDten / om geduyrigh by hem Aa. lo. 7. 
te fijn. top in öaece tjoebt - flappen 
toanbeïen ; tuat geït ï)^t/ of top niet foo 
tocl/ aï^ fu/ gocbe bienflboben funenljeb:» 
' öen; ooch bie quaebt enbe benwoordeon- 
gehoorfaem mogïjten fijn/ fouben boo? on^ 

!fen goeden wandel enbe boo^tganch gewon- 
nen Itonnen too^ben. B>aec Ijict Ijapctt 
ftet ; be i^upföoubec^ ïtonnen niet feggen 
tot Ijaec l^uufgenooten / jfïijr^* r^idt^nn 

tot fijn ^Oïbaeten : Siet nae my r en-doet _ 
005 baefom öeïgefrbe E^e^cc i^/ alfo 
niet feïbcn ooch be ftncgljt ; en geïijcli 
be ©abee i§ / alfo i$ oocli inenigöniael be 
^oon» ©eele ftinberen enbe ftnegljtenfou^ 
ben biclitoiïi^ tot <0ubec^ enbei^eecen 
mogen feggen / gelyclnnen leefl inbe fabu- 
len, bat ben jongen Itceeft ben ouben ant^ 
tooojbe / aïé öp ban Ijem toicrbt beflraft 
otjcc öet lirom bec jijben uptgaen : Gaetgy 

rcght uyt voor, ick falu volgen. 't3i^ 

toaecagl)tigl) 't göeen Hieronymus aenbe 

b?00me Lxta fCÖjeef : Gedenckt dat uwe ^.^^ ^ 
Doghter meerder door uw exempel, dan per.tom.i 
door mondelinge onderwij finge geleert kaa pag. j;. 
worden. 

4 5. %>ctle 



248 Kleyne kerckc: 

5. ©fcïe ^icnflboben fouben 'oocft feet 
Ctccn tuenfcöen / bat'fe foo een ttjtban 
toeraöemïngö itiogljten f\^hhm ; öaer'fe nu 
nae / Doo? geöuprïoB ïoopen enöe b?ae^ 
ben / toan öen morgen tot ben abonbt / 
oljeccompeït too^ben / enbe af-gefïooft* 

VI. <[^efe oeffeningen / feggen anbere/ 
berljinbecen öet toercfeen banbe 5^ienfltJ0=' 
öen ; fti fouben toeï fo beeï biDben enbe ïe- 
fen/ bat'fe bergeten fouben ï)aec toercft ♦ 
^otk öebben top feïDe geen tijt om aï bit 
öeboen te beerigïiten, ^ntto, 3ae bat 
te gantfclje faeefte/ en cegljt be fpijchee op 
öooft geffaegen. .fD aec / 

I» ^efe menfclien maecften ï)aer geïijcft 
iien <Dobtïoofen ConincU Saul , betuelcfte/ 
aï^ ÖP ben ïjeere eaebt b?aegï)be of I)t) be 
ï^Öiïifïeenen fóuto Verbolgen / tot ben |>?ie- 

pec fepbe : Haelt uwe handt in, i. ^aut» 

14* 19. <2^f ÖP fepbe / youbt op ben l^eer 
te foeeïten / top en Uonnen geen tijt baec 
tnebe beeflijten / homt ïaet on^ optreeïten 
tegen onfe bpanben» ^p fijn geïijcft ben 
becpoeïiten liioningö Pharao ; aï^ Mofes 
Öeni upt 45obe^ naem beïafle/ bat l)p ïjet 
Uoïcït fVnen fouben ïaeten treeften / oni 
<13obt inbe luoeflijne te b»enen en offeeen/ 
fo liefeöuïbigljbe t^n Mofes enbe Aaron , 
öat'fe öet boïcft aftroeften ban fjaere toere- 
ken/ cnbeoptoetftten tot ben ïebigö-gangö/ 
C5]cob. 5. 4.. 8 , roepen aï bat ben tijbt 
berloo^en / enbe feggen eben alé ben 
gierigen ludas, al^' Maria 3jefu boeten öabt 
gefalft: waer toe is dit verlies? toaerom l'^ 
jSeft faïbe niet bccftoglit boo2 bne Ijonbctt 



« Kleynckcrcke. 24^ 

^penningen / enöe Den armen rjbeöbcljcnl 
jBaccH^f. loh.ia.^.f. JBaec/ 

2. 'tg^'cr fo ijerDe ban öaen Dat öefe 
ocffbningen fouö.en Dcrömöcrcn / öct üjctcj 
fecn bande ftnegljten / öat^e in tegendeel 
öefeïbe becbo.Jöecen / enöe een fegen op on^ ^ ^i. 
j)up^ Ut neöec tceclten. ^ie eerft foecUt 
l)et Conincftejjehe <0oöt^enbe fijne getegD=^ pr 3+ 10. 
tigim/ öïen b30?ben oocft alïe anöere Din^ nVb 5 \? 
0en lian ^öobttoe-getoo'pen/ .ïlBatt. 6. 53. 

Godts Wet niet en wijckt van onlen 
monde, maec Öefeïbe overleggen dagh en- 
de naght , waernemende te doen nae alles 
dat daer in gefchreven is , fOO maecken wy 
onfe weghen voorfpoedigh , geïïjcïl 43oÖt iof.t.8. 

Öeeft geji gljt / enöc Ijp fal fegenen en be^^ 
befiigen fiet bjeccft onfec banDen * 't 'M 
immet$ regljt fo/ gelijc!! öen €onmcïi Da- 

vid fegjjt / ^f : i i7*»i» ^* Soo de Heere het 
huys niet en bouwt , te vergeefs arbeyden 
des felven bouwlieden daer aen... Het is te 
vergeefs dat gy-lieden vroegh opftaet, laete 
op blijft, etet broodt derfmerten: het isal- 
foo , dat hy het fijnen beminden als inden 
flaep geeft. 

3. ^eöten ban top eïïenbigegeenttjttoel 
befleet te fijn / ban bie too?t aen-geïegtjt 
tot bercigljtinge ban tijbeliche en bjecelt^ 
iicfte bmgïjen i i^oo?t biat be If eeee lefus 
fe^ibe / aï^ Martha l)aec beïiomniecbe met 

I foo beïe bingen / Ï-UC. 10. 4-i« Maer een 
dinghis noodigh: dogh Maria heeft het goe- 
de deel uyt verkooren.. 

4. ï^oe öebt ga geen tyt om ntoen <0obt 
baegöïicït^ te bieiien > 5^at'^ <0obt ban bat* 

^ 5 ^^3* 



7fo Kleynekerckc: 

ï)i0ï)ept ticfc{mïb!0en / cben geïrjch aïé of 
ÖP't 011^ foo öiipc öaöt acnbcUoolm / öat 
top boo? De tocrclt aüct gccaccften fouDni 
ftonncii / möïcn top ccn uyrtje on^ tot fij- 
nen himiï üccïcöigljöcn, mant ï)icc eii 
too:bcn niet Uau Den ^inbagïité-man bcr^^ 
epfcöt öalljeöafgcn/ öcde fcöoftcn ; .ï^cen/ 
<Öobt Jjecft öeninccrflio!)cptacn-bcbooïcn/ 

en ÖCfrgÖt / öat die fijn Huyfgenooten niet 
verforght, hetgeloove heeft verlochent, en 
dat hy erger isalseenongeloovige, i»Cini. 

f . 8, 3laet !)eni inaec twee upren Dacoö- 
iich^/ of toat min tot öefe oc|Tenin0ö iJ^^- 

peDen. Matt 40. En kondt gy dan 
niet een uyre met my waecken ?' fcpbe Chrif- 

tus tegen Petrus . ö' <6ectoaeröe D. Rid- 
derus geeft fijlie Daegïjïicïifclje Huyf-Cate- 
chifatien aïfo ïn-gefieït / öatnien'fe m een 
groot nnartier uprji '^nio?gcn^ / mib^ 
baegö^ / enbe aüonbt^ ftan boo?lefen ; 
alfoo öatmen öoo? bc geljeeïe bagl) tot bie 
oeffenïnge / niet niecc ban een upre tijbt^ 
ban nooöen ïjeeft, .f^ienianbt^ beroep en^ 
be i|upf-ï)oubmgt)S5-lafl foo ftoaer/ bat 
hp niet ten minfleh een half uyrken öan eïc^ 
/ fien taglj foube ftonnen uptfetten/ tot foo? 

banige oeffeningen Uoo? I)cm felöen enbe 
(Ijn !)up^ / inbicn ïm maer met boojflgïj^: 
tigöqit enbefo^gljUuibigliept fijn toercU bacr 
nae toiï acnïcggen. 33cïe/ toelcftcr ïaflni 
eben fo groot fijn/ bolbjengen befe oeffeniiis 
. gen getroutoeheft» ^êlUe be Bonzij (be^ 
Epift^in-" toeïehe onber be laponeeièn fobanige reli- 
gie, p 150. gieufen fijn / aïj^ onber be l^auf-gefinbrn 
lijn be IDunnictón) blinbe ïjepbenen / be^ 

fïebcii 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kieynekerckc. 2fi 

litbm alïe mo^gljcn / met ï^tt opgaen boiiöc 
^onnc/ ecu upc/ tot ö^t mediteeren, en* 
öe öiöben op öacre togfr. 

<6n Ijoe ïïgötriïch too^bcii bic bogö 
bacööïicU^ toeï ban on^ öcuc-geb^agöt / 
pödicft Uccfletrn/ m anöcce ömgen/ bup^^ 
ten be toecchcn l3an oiiï^ ordinair brcoep ^ 

I l|oc ïange leggen üjp memgömael en conf. bc- 
fno?cften en fïaepen op onfe ïegec-fleöen/ J^^f/^^- 
tot fcöaebe ijanbe 5ide niet alleen/ bie be^ 
t cooft üJO|t ban ben bequaemflnttgt om ben i>e 
^1 ileertebienen; maecoochbanl)etlic!)aem: ^'^^^j/^ 
? toant ben al ten onmatigen langen fïaep/ gona: vaie- 
i beftoaect bet licöaem / enbe befcbabigöt mdmisat 
j feec benatu>%e, gelijcft Plato öeeft gefegöt/ 
li enbe be Dodloren , bencben be ecbaerent- 
, ïjept/ on^ ïeecen» 

|j 1 1 l|oe beïe tijt^ berfïijten top tocl niet/ 
met langlj te fitten aen onfe tafelen ^aec 
öogt) be natuyre met toepnigl) te bjeben/ 
enbe öaeft han bccfabigljt too?ben. 3iae 

i f)oe bele fijnbec / bie te met^ vertoeven tot 

! inde fchemeringe , tot dat de wijn haer ver- 

I hittet heeft ? èfa. 5. 1 1. <Bm nn niet te 
feggen toat een tnt bat'ec toojt berfïeten/ 
met bat fmoocfteh enbe roocïien ban toe^ 
I bach/ op ben toelchen be menfcljen fobet;: 
fot fijn / alii be ïtinbecen op be mamme ban 
Öaee B>oeben 

III J^oebele tijt^ bJo?t'ec beiic-geb?agt/ 
met figl) te bcccierên / enbe op te pjonc? 
ften^ 

I V $)oe bcel tijt.^ toojt'et bjelgefpilt/ 
of met lebiglj te fitten inbe pupfen / ofte 
praeten bp be öiipfen / of te ftaen op te 

nuccli? 



2J2 Kleynekercke. 

metthtm/ pMt Dingen öoenbe/ ofte f\^^u 
ftenbe, 

V ïf oe beeï ttjt^ töojt'ec toel betquifl ni't 
tijben enbe cotfen nae een Gilgal, nae %f- 
goöifeöe Itecmïffen/ pöele tonneeï-fpeeïen/ 
ttc. 3ae in anöerfïn.é geen on-geooa(oft 
Ijermaech^ 
Wei I ftonnen to» veele uyren binben tot 
co?ru"\Jm ^^'^ bingen / en ftonnen tD|.i ban niet een 
eftT^uSn uyr befleben tot ben oeffeningen ban reli- 
videcurDi- gie en (öobtfaïigljeot h <i3aet Jenen tot al 
aboius ty- X3\z op-genoettibe toincïteïen / enbe koopt aï^ 
^upare"; öaec den tijt uyt , bolgens^ l^t bebeï be^ ^= 
ut non pof- poflel^/ €pö. Itooptban een pebec 

fit tempus een quartier , töat geït Ijet / fif gu fult te 

crari?nirï Waegen Ijebben obeebe feljaerfljeptbanubj 
quodam- tijt / tot be opgenoettiDe oeffeningen bec 
modore- <i5obtfaïigï)ï^pt. 3(eft faï ïjiec bu-boegen bc 
caTviü tooo^ben baiiben Saiflcbop C^farius, be\ueïc^= 
„fte albu^ feeecftt : HLaet onö ban on^é toeglj- 
cafar.in ,,nemen be pbeïe fabulen, befleecftenbejoc- 
{^^^'^' 55l^ecnpen/ ïaet on^ be onnutte enbe becte- 
5,le cebenen foo beeï bjy honnen biegöbjee- 
5,pen/ enbe ïaet on^ fien of on^ geen tijbt 
„obecigö bïijft / in ben toeïcben toj» on^ 
„ftonneu beflgö bouben met ö^t ïefen ban 
55<Dobtj$ Iï)oo?bt . 3laet oné oberbabigïje 
„mibbagö-niaeïtijben bïicben / betoelehe 
5,on^ opbouben tot ben abonbt toe ; iaet 
3,on^ abonbt-maeïtpben beeagbten/ bctoelc^ 
„be on^ bicbtoiï^ o'p-bouben tot ben mib- 
jjbec-nagbt/ inbe tuelcbe on^ ïieljaem booj 
„b?oncbenfcbap bjojt becftoacftt/ enbe be 
355ieïe boo: bupïe rebenen bectoonbt / ofte 
„oocït geboobt. 3laet on.^ bie quaebe be- 



Kleynekercke. i^-^ 

|t . ijfiöïjfö^n / öie Dc jiele en 't ïicljaem bec^ 
ji„ftoacfeen/ ölieDcn/ enöe fult fim toat 
„tDt oné oüerbïijft / in Den toeïchen top pet^ 
„\3anbe faïïgöept bet 51de ïionnen öencften, 
„•^Cl^ De nagöten ïangö fijn / tDie iö'ecöie 
„foo beel faï ftonnen fïaepen / Dat öp oocft 
^„felüe geen öjijc uprni / of feïbe feobe^ 
(|„313oo?Dt fouöc honncn ïcfcn/ ofte anbere 
55t)oo?cn lefcn > ^aec en ftonöe geUJiflelicft 
niet^ toaecagötigec gefegbt toojöen. 
<B\\xm\\t Dan ecnigcn tyt ban utoen flaep^ 
ebencftt Dat De ^mz nio?gen^ tot u 
egbt/ geïtjcft Den ^cïjippec ecn^ totlonas 

DeDe/ 5ion» Wat is u, hartflaepende? 
ftaet op , roept tot uwen Godt. ^^Ob. 6. 9. 
[ Hoe lange fult gy, leuyaert , nederliggen? 
f wanneer fult ghy van uwen flaep opftaen? 
ïf OOJ Öoe David fegftt / gf : 5* 4. 's Mor- 
gens 5 Heere , fult ghy myne ftemme hoo- 
ren 5 's morgens fal ick my tot u fchicken. 

' 3ae ï)P toilDe te met^ ooch fijnen flaep tec 
ttiiöDec nagDt afb>eechen/ om fijnen <èoDt 

\ te Dienen/ 5^f: 119.(^2. Ter midder naght 
ftae ick op , om u te loven . 5Dit bJajJ De 

getooonte banDe eerfle Cl)?iflenen/ gelijcft 
fti mp geDencUt/ eïDec^ Clemens j^eeftbec- 

Cent. \AKf 

banDen"lKepjct: Theodofius, Dat ÖP / nae J^b r 
Drffertigljtmgc ban fo befe toeceït&fte Din= • " 
gen/ Die ïjeni altijtj^bJiecDenaengeb^agljt/ 
toa^ gljebjoon ï)et gcootfle geDeelte banDe 
nagöt toe te öepïigen aen öet ïefen/ obec- 
Dencften en beftuderen ban <0oDt^3©oo2Dti 
3|ier^ toe öaDDe öP een foo ftunftige ïampe 
j^éfen maecrieiiTijat^fe fewe met oTïe^ 



5' - . 



ca?. 



éi 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



2 ƒ4 Kleynekercke. 

bcrUu!öe ^iiliatip u^mfiné niet teöin^ 
bert m jgöte Ujoiöen / m öicn tijbt göcBeeï 
a5oöe toe te èfiomen» 3Iae be l^evöeiieit 
> mogen in bit beei be Cftaftfnen befcliamen. 

fcl)2!jft Uon Alexander eilbe Csefar, 

bot fti ben nagtjt in drien beeïben ; 3^et 
jcerite beel naemcn fn tot yaereeerfteruflei 
|)et tweede tot be Inecchen bet natnpre/m 
i|et derde beel tot ïjaete Iludien , tot toene^ 
niingem ftfnniO'cengeïeectöept/ om batfn 
hjaerni gciioobtfaecht benbaglj tebeftedni/ 
, tot bc regcecinge ban I)aeu Coninchnjcftrn/ 
( enbe be bebienmge ban ijmt oo?iooglj«>- 

^ 't3$ VoaciV ben flaep légantfcïinoobigf) 
tot oriberöoubinge banbê lic^aemlirfte gc^ 
fontï)ept ; fp i^ Ros naturse , be bautö bec 
natniire / noobïger ban tpijfe enbe b^nnch j 
ooeft ftonnen booj ben ftaep geen fecchcre 
toetten / noglj Uajïe regulen boo2-gefcl)?Ci 
bni too^ben / om bat Ijiec in gcoote bêe^ 
feïjepbene bceanbecingen fijn / enbe ïjaere 
noobtfaeeft(ichï)e)[it moet ïjebben / nae ge^ 
ïegentljent ban g'efontf)eTït / en banfleeïtte/ 
:^itttmé onDeebom enbe tijtbanjaeren; Jl^aer 
r^orch Mw nogl)tan^ moeten top toeflen bat'fenieton^ 
öc45ebari)* matigl) 5U / tot boïboeninge ban teaeg- 
S zcfp ^^Pt nibelupegïjept / enbe bat bien groote 
s pag.'ii/". becfïinber eri berquiflec onfe^ tijt^ / on^ 
iz8. &c. niet beroobe ban ben mo?gen-flonDt / bie 
be beqnamfle tijt i^/ om geefteliche oeffc- 
Boit.citat. ningen te beccigbten. Auguftinus fepbe: 
inm.^^o^ „ï)et ii onbetaemelijcït boo? een CÖJiflen/ 
bdlnow"' ft^"^ ^^^^^^ banbe^onne in* tbeb^ 
pag sn- ??öe foube bïnben 5 toaut be fonne fouöe 

hon- 



ii 



Kleynekercke. i^^ 

>>ftonnen fcggen / fo fp fp?eccïten ftonbe / 
Öföbe giflcrcn nieec aï^gpgcarbcpt/ 
)»enöe gp fïacpt nogij / öaec ich fo ïanglje 
„op gcUjeefl twrii. a5cfonöe mcntcl)C!i betjooz-» 
öcn t'cïüc / nae't oo^örcï Uan fommigijeV 
aï^'fe anöfcfln^ öe^ «agbtö tod geflacpcn 
Öeöbcn / öe foniie ijoo? te Itonien / enöe 
ten mïHflni niet toe te laeten / öat'fe ten 
opjigöte üan Ijaet te becgecf^ fouDe fcfttj- 
iien. lek ben, fegftt 5^al3iö/ de morgen- 
fchemeringe voorgekomen, ende hcbbege- 
fchj-ey gemaeckt , : 1 19. 147 . ^icc op 

Dringen aen «iet alïeen be nieutoe / maec 
oocli Chryfoftliomus onbee b' oube ©^acti* 

betoeïche aïbu^ fegöt: 'tis betaeme- chryfofth 

lick dat wy onfe bedden verlactende , door 
Goddelicken dienft voorkomen den opganck 
;vande Sonne. %{i top gefoilt fijn / ïton- 

nen on^ vijf xwyctw fïaepcn^ bienen / fcven 
ten l3oïïcn genoegt) / negen \^ te tjeel / 
fnbe oüf ctoïiigl) . ïDit toaeegenomen fijns» 
be/ fuUen top toeï tijt feonnen binben/ bie 
upthopenbe ban onfe fïaep / om onfen <23obt 
te bienen. ©an ben Itepfet: Ferdinandus ge? 
tupgljt Biifbequius , bat öp getooon toa^/ 
ooch inbe alDce-ïiouötfle toïntec-maenben / « , , 
uptfijnliebbe op te cpfen/ mojgen^ ten ^4lc.l 
vijf npcen/ enbe bat öli jjem met eeröegaf Ep'ftoi. 4. 
totbebei'actfiiacgmgevianbiebmyen/ toeïc^ P'^g"^ 3S^- 
fte betceften Xyzi gcmepne befte ban fijn rycfe/ 
booj aleer !)p<Öobtgebeben/ enbeeenigen 
tijt befteebt Ijabbe/ inbe bctcagötmge ban 
<0obbelïclie en geeftcliefte faechcn* a3lje? 
toifTelicïi bie fo eecfl a5obt foecht in't be^^ 
tcagötenban Det^Deefieïiche/ öceft ooc& fij- 
nen 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



2fi Kleynekercke. 

nm fcöcii te bettnagötenin'tncöacnïcïicfte. 
Ijittoni liio.2öt ooch (om Dit'cc nu nogööji 
té tjocgcn) fcM oiiöcc öe bïinöe IJepbenen/ j 

Aulus Gel- j)oo0|) gccocmt 't exempel ban Scipio Afri- 

husjhb 7 ^^^^g ^ öeüjeïchc eec Ijp be öanöt nam 
^' ■ öc Dingen / Den tiieïfïanDt üanDe repubüjck 
öetcefFcnDe / getuoon toa^ met Ijtt ftriec^ 
feen laan öenöagljïnDetCapitoliumtegaen/ 
möe eecfl metIupiter(öcnopperflen'5lfgoöü 
banöe ije^ibenen ) tacöt te plegen* 

3ln onnoodige en onmatige ïange ïeDig- 
fjept/ geöencUt Dat öe t?eece Chriftus tot u 

feg!)t/ .ïBatt. ao. 6. Wat ftaet gy hier den 
geheelen dagh Icdigh? 't 3^ Uiaec/ bat 

booge / om toeï te fcljieten / niet aïtijt^ 
moet gefpannen fijn; maec men moet ooeft 
öe üooge niet tierroefïen ïaeten / nogl) foó 
Deel t!jt<j möe aertfclje temaeeïUicaijeben 
lieftebm/ bat Vuiiegeene / of geen genoeg!^ 
fiieme fouben liomicn Viinben tot be btragi)^ 
tinge banbe ïjemeïfclje ; 0ol{ <6obté lDoo?t 

moet On^ Ujefen tot vrcughde, en totblijt- 
fchap onfer herten. 3iec»i^i^* Ickhebbe 
uwe getuygeniflen genomen tot een eeuwige 
erve, want fy fijn mijns herten vrolickheyt> 
fegöt David , : 1 19. 1 1 1» 

mt menigljmaeï^ foube ooeU Mirtha, 
fooiuctal^ Maria aen beboeten ChriiHUon-. 
nai fitten / om fijn Jl^oojt te boojen / iu^ 
Dien fti gebagljten / batmen ban bet ïicba^ 
meïicft beroep tuat hoopen moet / boo? bet 
Meich. A- gccjleiicUe» Mclchior Adamus betflaelt ban 

Jam in vit. Lutherus, DatTP pe^lMSÖLÖató 
vTill p'öé iBuróJebcn / etiam Jftudijs aptiffimas, 

^' Dat if/ Die oocH De brquaemflc blaten boo? 

fijii 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 



' i|fört ftudieiï ; toant öp toa^ getooon tc fcggcii/ 

nCil5a|_wêrtc bidden 5 was wel teftuderen. ^eit 
fSecïïc/ toelcfte mfonbetöcpt öe gcïeéröc teel 
jjcbbfn op te nieccfteu / öeteeïcfte te met^ 
fo Wi)t3cn DiïngÖ^n aen öaec ftudien enöe 
boecheit/ baffc en ö^a 5»fï/ enöe öaerert 
<5oöt bcr^eteit. 

VII. 0odi Dit teo?t epnöelicft ban font* 
niige bp-gebjagöt; öat Ü$ i$ een nicutoigi 
bepöt ; batonfe ©oo?-Baöci:^ b?ooni gtjc^ 
noegö ftn gljetucefl / fcöoon'fc niet onöec= 
tjouöcn öeöben Defc ordre ; cnöe öarec nu 
nogf) tecpnigc fijn/ öcteeïcfte tiefeöingcnfa 
iïrtcagljtht 

l^iec opautteoojbentep/ 
I. ^at Ut geen menteigïiepteni^/ aïfa 
Öct ié betcagijt üan öe i^epïigcn / tic göe^ 
pjefeii teozDen m <3ottt$ Woo^t/ enDeöait 
fo bcle ariöcre o^oDtfaïigen / Die befaemt 
fijn mDe Hiilorien Dei hetcfte/ gelijcftDeuc- 
gaai^j Vioojljenen ié getljoont. 

1. o^nDè Dat ooch onfe Boo?-©aberen/ 
m Die DicfteDupflfcmffeniJanöetJDaufDom/ 
Die De aecDe béöechte/ niet meerDecfijnop- 
gcteecUt/ enDe Dat fp feïtoe anDereDaectoc 
niet ineecDct: öcbben aen-geD?eben / en ié 
niet feec te UetteonDccen ; teant Doen ïeef- 
Den fp nae I)et reglement banüe Papen en 
Prclactcn , Den teelchen niet beter en be^ 
iiacg!)De/ Dan D* ontoetenljept De^ bolcïtj^ ; 

Sy waeren blinde Leydts-lieden vande blin- Mat. tr i+ 
de , ^p en toilDen felve niet ingaen in het 
Coninckrijck der Hemelen , cnde verhin* 
derden oock andere . .^O^f^ttin^ tn teülen 

tojir onfe ©ooa-Baöei:^ (DiemDefento:^ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



258 Kleynekercke. 

fupmigf) fijn oö^tuecfl) niet betoo?öeelen f 
iiO0t}te ooch ceofttbeeröigen; bepöe Dat ftom 
Den $?eece toe. moeten |)et befle ban 
ftaec oo?öeeIen/ naè ben cegeï UanöeUeföe/ 

toelche alle dingen feoopt , ende alle dingen 

gelooft, I, Co? 1 3. 7. toeten bat <ï5obt/ 
inbe baegen Achabs, Ijeni febenbupfenbtm 

Ifrael Detoaerbe/ die noyt haere knien voor 
Baal geboogen haddén, i.iton. 19. 18. <Soeh 
Ijabbe i)p nogl) eenighe weynige naemen te 
Sardis , die haere kleederen met bevleckt en 

hadden , (0penb. ^. 4. ,fiEet Paulus mogen 
bjp nu feggen/ %tt. 17. %o . Godt de ty- 

den der onwetenheydt overfien hebbende , 
verkondight nu allen menfchen alomme dat 
fyhaer bekeercn. 

% ♦ JDp en moeten niet flen toat anberc 
gebaen Ijebben / ofte nu nog!) boen/ maec 
toat fiacc/ enbe on^ / ïjelatl in <6obe^ 

üU£)00?t te boen. Welcken al ditvolckver- 
kiclt , ende alle Mannen van Ifrael , diens 
fal ick fijn, ende byhemfalickblyven, fep- 

be Hufai tegïien Abfolon , a. ^am. 16, 8. 
^0 boen oochöele menfcljen ; fp toilïcn niet 
«pt en boben anbere uptmuntcn ; bien toegft 
bien Ueïe gaen / bien gaenfpgetooonïicfecn 
oocft. ©f : f 0. 1 8 . B^.aet men moet geen 
anbeeeljoïgljen/ nogt)teficn/ göeliichban 
Epifioi. Cyprianus feec foeteïicft i^gefegBt/ toat bic 
b z.Epi- ^i^xx^ jjoo? mi getoeefl fijn / gljebaen 
° 5 P'g yebben/ oftegemepnbt fjebben batgebaen 
mojle toojben / maêr toat bie gene / bie booj 
alïe i^ / geboben öeeft te boen. Ï0ant men 
moet niet be ghewoonte boïgöen ban een 
nienfch, maC5 De toaetüepbt Godts. <^iet 

Heb. 



Kleyne kercke. 2 fp 

Heb. 10. 15', i.Cor. 10. 7. 8,9, 10. Lev. 
^.8, 3. 8, <Boch een ^epöeii / Seneca Vuifie ^'^^^ «fgö 
kpjeï H fröÖJ^n: Wy moeten voor alle dingen SuJJ"** 
toefien, dat wy niet, naede wijfevandeverc- cft, quam 
kensi volgen de voorgaende kudde, vooit- nepecorum 
gaende niet daermen gaen moet, raaer daer 

*^ 1 mur ante- 

gegacn wordt. cedentiuin 

4- «t^puOciicft / 't oi\$ een groote tete/ E^egem , 
cnbe ttoüfi / bat top ren fijn Uan öie toep- Squa'e^ 
nige, ïO^it fal on^ geen fmaetljept ïnöe undem eftt 
ftercft / no0lj acnfloot ten jongöfien baege 'f<i q^a i- 
m <C>ööt^ oo^öeel geUen. 'til^a^ een eet J^'vif 
booj Noach enöe Loth , bat b'een bp nae at cap. i. 
alleen Voa^ b?ooni inbe oubetoerelt/ en be conf ejufd. 
anbectoüetbcwfeSodom. ^iet/i.ïUin»i8. ^p'^ '-^^ 



XIIL Cap. 

Worden redenen voorgeftelt , om dc 
Huys-rcgcerders tot een confcien- 
tieufc betraghtinge, vande opge« 
, . jnelte huyf-oeffeninghen , te be- 
wegen. 

Y\7g ftebben be tegenwerpingen gef}00;bt 
en be-anttooojbt / ble tcgljen b'opgljc^ 
hoembe Huyr-oefïeningen , enbe onbcctuïj- 

flugen ban kinderen enbe kneghten , gl)e^ 

niemilicU banben ^?up^-©aber^en ïiegeet- 
ber^ Ujo^jben ingeb^igljt^ ^aer nunogl) 
obeciglj/ bat ton b'een entcb' ahbrre/ be 
mecrbere enbe minbecembeljupfgefmnen/ 



Ainf^. in 
iuc. cicac. 



260 Kleynekercke. 

optoecftcn tot een confcientieufe brttasl)tin^ 
oe Dan aïïeb'opgcmcïtc pUgftten/ boo? bes 
toelcfte öe i^imfcn Mmon^ CljjiflenenRon^ 

«en lOO?Öcri Kleyne Kercken. 

Eerft fuïïen tap De Huys- Vaders en Re- 
geerders, öooj feecïtece redenen jpoogöen te 
betaegcn / tot eenbïntige bejertrnge en tie^ 
traöïjtinge ban bic pUgljten 5 enbe baet m 

oocïi be kinderen , enbe dienftkneghten ofte 

dienftmaeghden , in befen tot jeDoojfaemSeït 
mbe onbectoecpmge, 

I . gnbien eerft be öegöf fcöe ban be 
i^npfgelnincn fien opGodt, fti fulïen ïjaec 
liemnbcn D005IJ DecpUgbt te toefen / totbe:5 
fe fo C!)2i^eUclte oeffeningen. iBant/ 

I. <0obt be l?eece öeeft öaer bit foobun- 
beïicften enfo menïgömaeïcn aenbeboolen . 
<0ninubie gfjetupgenifTen niet toebec op te 
iiaelen / bie boo2 ïjenen meer ban op eene 
pïaet^ fijn bp-gcbzagljt-, a5obt Ijabbe fulclim 
Wtt gcgeUen aen fijn bolcft/ *Z^e«t. lo. 5-. 

De Amptlieden fullen totdenvolcke fpreec- 
ken 5 feggendc : Wie is de man , die een nieuw 
huys heeft gebouwt , cnde en heeft het niet 
ingcwy t. Die gae henen ende keere weder na 

fijn huys. JDat toü bat inwyen fcggenüan 
Öet Ijuii^ I Ainfworth enbe upt ïjem onfe O- 
veriertèrs, feggcn bat'et betepclientbcönn- 
fcn te bctooonen / enbe bcgïjiïnicn te gïje- 
b^nncften / 't tocïcfte niet gefcöieben niofïe 
ban' met boojgaenbe Uaflingen / gebeben / 
enbe bancUfeggingcn tot <0obt / gelijch oocft 
tjjoont 't opfcü^ift ban Pf : 30. '^ïengaenbe 
Davidts huys. ^it toiïbc <Öobt/ bat göe^ 
fcfjicbm foubc/ mben ecrficn inganghin tjet 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kcrckc. 261 

itp^/ tmöcr anbfrr/ omtetrtffaente gc« 
en / bat De ^obe» öacc feïtien enbc aï ört 
Öoece/ <Öoöemo(lentoe-ï)epIi3en/ om met 
enbe tjoo? !)em öup^ te ftouöen / nogö aï^ 
itïjt^ nabefen/ möcpïigcoeffenmgen enge* 
beben* 

€nbe bit ié baerom ban ttjt tot tgt be öep^ 
Iige öetraöötinge getoeefl bec geïooüigöen/ 
mben Ouden enbe Nieuwen (Cefïamente» 
3©p Öebbcn geljoo^t luat een fo?ge bat Abra- 
ham, lacob, enbe Davidgeb?aegenj)cbï)cn/ 
boo? Öacc ïnnbcren enbe J|upfgenooten. lo- 
fuabie nam niet aïleenaen voor hem', maec 

OOCh voor fijn huys den Heer te dienen ; tuant 
fOO fcpbe Öp / 3of« 24. 1 Aengaende my , 
cnde mijn huys , wy fullen den Heere dienen. 

Co?neïïus? tüa^ niet alleen Godtfaligh en 

Godtvreefende voor hem felven , maec OOCft 

(bnptenanenttoötfeï/ boo? pjne gebnpnge 
onbeccegljtingen enbe onbectoijfmgen) met 
(]jn gheheele huys, vele aelmoeflen aen het 
volck doende , ende G odt geduyrighl ick bid- 
dende , ^ct. 10. i. ^0 ftaeree oocfe ban 

Crifpus be Obecfte bet Synagoge , "^Ct. 1 8. 8. 
dat hy geloofde aen den Heere, metghehcel 

fijn huys 5 öP bjïect met alleen eenCfjnfïen/ 
maer ooch b^agljt öp / boo? onbcrUjy fnigïje/ 
bie tot Ijet geloobe / bie in fijn Ijup^ toae ren / 
enbe tooonben. ^cfe alle Jjcbben betcagöt 
be pligl)ten ban een goct en religieus IJup^- 
Öegeccbec / in't foecRen banbe faligljept ban 
Daec öupfgennnen/ enbe becbojbeccn ban=^ 
ben b3elbaecbtöaeeec5ïelen. 

<22nbe foobanige fijriöcc oocfe niet toepnigc 
bclif nt / en gecoemt gcbaeefl inbe eerftc fteec*= 

■Ci 3 fee» 



.•X 

«! •■ 



Eufeb. de 
laudibus 
Conft.Mag. 



Eufeb.libr. 
4,, dc vit. 
Conft.Mag. 
cap.17.pag 
314. &cap 
52. p. 3x4.. 

Melanth.ift 
prxf.tom.y 
«per.Luth. 



261 KIcynekerckc. 

fte» Irenseus feght ban fijnen Mtcftet Po^ 
lycarpus (ö<e een ^ïfcipeïi^geüjeeflUanöen 

Euangelift lohannes ) lek kenne Zijn uyt-cn 
ingangh, zijn Huys Was £en MoDfi L 
V ANDE Kerck, , . . , ^ 

g>oöaniöö is^oocft getoeedöet ljupfgïjefm 
ban cene luliana , aen öe toelcke fcb?pöen 
Auguftinus en Alipius , mrtöefe Ujooïöcn: 

Domum vefiram non farvtim ChrifiiEcclefiamde- 
tutamus i Dat 1^ : Wy aghten u huy s geen kley- 
neKerckeChrifti tewefen. 

^0 becöaeït ooeft Eufebius , bat in ö^t 
i^of banöcn ïiepfer Conftantijn , bja^ öe gc^ 
iijcïienilTe ban êcn tocU/ nabieitöec opge^ 
fttte tijöen teicröt gclefen/ gibeDen/ enDe 
Pfalmen gcfongen / tuelcheljp ffïbc gcüjoon^^ 
ïiehtoïlöe infettenen beginnen; i^>u fp?eec- 
ftenbc ban Conftaiitini (of fegljt atön^ : 
„?Cne bie onöec fijn gcbicbt fijn / möe öie 
fijne boo?fo5ge getuiiciglj bjojben ge^ 
„fpijfigljt / nooöigl}töbtotftenmffebant)c« 
3,toaren <Öobt. ^a oocft m fijn pd^t^i fi)n/ 
5,geïijcftboo2 öefen pleegï) te gefcl)ieöen/geeri 
^^bbjaefe en pbeïe f bjecnien ban €>oötioo|e 
j^menfcDen / niaet 3??iefler?^ enöc öjenfl- 
j^ftnegten <0oöt^ bie Ijeetlich fijn niet a3obt- 
wfaligljcpt becciert/ enbebie ïof-fangen gc- 
„fongen jiebbenbe bp-eenhoniflen Douben» 
€nbc becöec berljaeft Ijp ban Ijent op een an- 
Dec plaetfe / Dat ïjti felbe fijne ftinberen on- 
bertoee^ inbe Cö?iftcïiefte Religie, fomon- 
belingïj a!^ öwbp Daer bia^/ al^ afbieten- 
be boo,2 gefïaebïgb feljJijben, 
Melanthon getupgt Dat De ïtamec ban Ge- 

orgius, ©OJftban Anhalt, toa^ een Kerck, 

Aca- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



. Kleyne kercke. 2(}^ 

Academie möe Hof: toaitt öencben öeüer- 
iMnöclingc ban liurgerïicBe faecften / tuiect* 
bacoöUch^ m geöf öcn cn gclefen» 
a« <0obt öceft oocft een becöont gemaecftt 
niet een pcöec Cö#enen fijn If up^gljefm/ 
cnbe toe-fiefegöt Dat öp öem een a5oöt fal 
(ïjn/ enbe aen fijn faeöt naeljemtot ineeu^ 
toiööept/ <^5en♦ 17. 7. €nbe Doo^ fteaofit 
ban Dat UecbonDt / niofl in Abrahams üupi/ 
een pebecftnegötften befnebenU)o?ben» J^u 
Jjeeft ïjem a3obt Uecbonbenom een<6obtte 
fijn aen on^/ enbe aenbC'onfe; foi^'toocït 
onfni pïigïjt toe te firn/ batnion^ï|up^/ 
onfe runbeien enbe ïmegljten <0obe| Ijóïcft 
ftn; anbien töp'fe/ foUeel m on^ i^/ tot 

<0Obt^ Soonen enbe Doghteren niet op en 

treeften / fofljn bjp b'oojfaecft/ bat'fegeeu 
gemepnfcljap en öebben met (Öobt / enbe 
fijn ©erbonbt- 

3^ =l|ïec ftomt/ (nopfiöDt tot onfeïunbe* 
een/ noglj bp/ bat top/ aï^'fe oöeboopt 
Vuierben/ a3obe bdoof t öebben / battop'fe 
op fnlïeu brengen / enbe onbertoijfen ihbe 
toaere ïeere/ fo beeï onö niogcïicft c\u 
be boenïich ♦ <iEnbe al^* of on^ be C{)?ïfle^ 
ïicïte opboebinge ban onfe hinbêcen / fo fee i: 
ter öecten gmgö/ fonemm top teniet^ / 0- 
bec ben^oop ban befelbe/ ttoee/ bjïe/ of 
meer gctupgen / bie top gemepnïicft Peters 
enbe Meters noenten» B^aer ten ïmn niet 
genoegt) beftlaegöt too^ben/ bat befc ïjetili^ 
ge beloften / boo? foeen ^enligebecgabenns 
ge/ <0obt^ <0emepnte / gebaen/ ban b'een 
en ö' anbece fo fcïjanbeïicïi becgeten / en ban 
fo toepnige/ öepligljïich too^ben nae-geho^ 

4 nicm 



.• V 



Conf.Per- 
kinf. Caf. 
Confc.libr 
2.. cap. 5). 



Bcleth. Ra- 
tion.divin. 
officior, 
Xic. 



Jn lure 

Grïco- 
Roni. Mar- 
quard. Fre- 
ievi , pag. 
340. 



2(^44 Kleynekerckc- 

men. Sy overtreden het verbont; fy hande- 
len trouwlooflick tegen <(5obt / öe gcmqnite/ 
enbcöaereïimbecen* 3©p beftomniccen 
mcccöcr met (jetopfoechen Uan Peccrs enöc 
Meters, Dan met öe <0obtUnto[)ti3e onbet^ 
toijfln0e onfec ftinöeren inDc bermaninge en^ 
öe reennge bc^ ll>eeren ; <6nbe De gctungen 
Uergeten fo ïigöt ïjaere beloften / aï^ fp'fe 
boen / niet een^ gcbcncïtenbc/ bat'fc 
l3eipïjgl;t en ^jeibonben jjebben / om oocft 
nevens be <!F)uberen / ofte al^ bic af-toefiglj/ 
of gcfto^Jben/of naïatigïj fijn / fojgctebjae^ 
gni 1300? b'onbec\i3ijfinge ber ^oopelmgen/ 
aiffc beginnen tot be jaeren be^ becfïant^ 
te home n, Bclethus ïjeeft feee toeï gefeglit : 
55.?f)iemanbt moet tot een getniigïjetoo^jbcn 
„aengenomen / bie niet en toete l)et gebeöt 
5,be^ iVercn / enbe be ttoaelf attijcftelen ban 
>5fljn gcioof ; toant be getuigen too^benbec^ 
3>pligbt bie tUJte bingen öaeten ïiinberften^ 
„te leecen / nabien'fe aïé boegen ban öaec 
„geïoobefijn* ^aerom moeten'fc fo neec^ 
jjfligïj agjjt geben op befelbe/ afó gefcftie^ 
3,ben han / baff^^ «if t ont ban't geioobe 
jjcnbe be gccegötigljent af en balïen / al,^ 
jjfuïienbe in ben bagö be^ oojbeeï^ ceecïten^ 
5,fcï)ap ban alle bie binglien geben / bie fn 
j.groffeïicft begaen fnïienöebben» ^tJDeïc-^ 
ïte inbien banbe Peters enbe Meters ernfle^ 
ïicïi bebagljt bJierbt/ fofonbeirfeftaertrae- 
ger enbe noober tot bien bienfl geb?npcïten 
ïaeten/ fcfioon'fe ooeft toeï biecigölicft tot 
ben fcïf ben gljenoobigfjt mogljten b30?ben / 
gelijcft een^Elias Cretcnfis fc^jeefaen Dio- 
nyfiu$ Monachusj bie t)em ban befe Peters 

m 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 26 f 

fijn geboden Ijaööe af-gcl3?acgï)t . <Dog& 
r j)ier ban fp,2eecft' icft b^eeöec op een anöer 
pïaetfe. 

I 4, .ïBaet fcöoon top bit ooch niet belooft 
^ cnïjaööen / fofoubentopnogbtanöbaectoc 
j iïctcii enöe öoogD berpliöDtet fijn 5 toant 
a3oöt^ ea-e moeten top poogen boben aïlc 
bmgcii te becbo?becen ; enöe toat mibbel 
horairn ton baec toe beter nemen / ban be 
opcegljtinge ban fijnen bienfl en religie in 
onfei^upfgeimnen^ oBfa. 38. 19. Deleven* 

de die Öi u loven , fcgbt Hif kias ; maet IjOC 
fnlïen fp bit boen ^ De Vader fal de kinderen 
uwe wacrhcyt bekent maecken. 51>etcto00?=' 

ben moeten nietbepaeït toojben aenbenae*= 
timrïicfte C)nbec^ / niaer tot aïle bie tooiben 
nutgeftcecïtt / bie inpïaetfe fijn banbe €^u^ 
beren/ geïijcft fijn JiBeefler^enïfieegeerbec^ 
ber famiiien. (0obt^ eere too?t nergen^ meet^ 
ber boo? berbeecïicht / ban boo? boo? t^etn 
bele jirten te toiunen/ en tebangen enbc 
top en bonnen nergen? meerber mebe onfe 
liefde uptb?uehen neben^ Chriilus, ban boo| 

te wcyden lijne fchaepen ende lammeren . 

f. lE>oememgl)ntae{ geeft ooch<öobtaeii 
onfe famiiien, in bpfonbere geïegentljeben/ 
ii (loffe ban fmeecUingljen enbe banchfegginf 
gen* ï^p bctoaertenfaetoaecïtt on^ Ö"PJ5; 
^P befeljermt on^ baglj enbe nagïjt 5 P . 
boet öet gantfclje Ifnpfgefm in vreede 'tfa- riai.4.?: 

men neder liggen ende flaepen ? i^p alïeen 

boet ons$ feecber tooonen/ enbe maecbt bat 

ton inden doodt niet ontllaepen. ï^oe me^ pfal.15.4." 

«igljniael geeft bn een peber ïibtnvtï^npf- 
geïm geen reöen/ om te feggen met benton 

s ningö 



V 



V 



766 



Klejmékcrckc: 



tting{) David , : 5 . <J» lek Jagh neder en- 
de fliep, ickontwaeckte, want de Heei e on- 
derfteunde my. / fo bdjOOJÖcn OOCft 

flile tt Oeïijcït baegÖUcft^/ inde Tenten der 
xeghtveerdigen , te loetCU j^OO^en een ftemme 
des gejuychs 5 5^f:ii8. if. ^en vDupbfï 
felbe honöe feggen / bat <6obt ren be'tuy- 

lob j. 10. ninge geniaeckt hadde voor lob , ende voor 
fijn huys , ende voor al dat hy heeft i <^libe 't 

toa^ben Sathan een qiiclUngc enbe boo^n m 
Öet öerte/ bat öp in lobs Ijup^ / itact en 
famiiie nïct en ftonbe ftomcn ; a^ieé tua^'cc 
In een goebe ordre, en al Ijet gene D:üe/ 
neïueftte öetn baerom toeï . M^act 't glje^ 
Beurt te ntet^ bat befe betuyninge qtbpot^ 
hm too?t/ enbe bat ben Sathan too?t inge- 
loeten j ban toozt'ecgcootequcïluigeenbec^ 
h^itt tjeeoo^faerftt nibe ï^uprgcflnnen ; en- 
be in fuïcïie üeöben be familien cegbtöeerbi- 
ge oo?faech / om öaet'tfaemen te Decne? 
beren. 

II. Snbien topfienoïïbeKercke (toeïcïte 
naefl <ï5obt enbe Chriftus , fijnen ^oon / 
bigötfl bf öoo^be te léggen aen on^ Ijcttt) 
top fullen oo^fatcht binben / om te fojgen 

bat onfe famiÜen fijn religieus en <l5obt^- 
öienfll0. 't Huyfgefin , de Kerck , ende een 

Repubiijck, noembe Lutherbjiel^emelfclje 
Hierarchien; .iH^aec 1)0^ ftan een i?upfge(in 
Hcmelfch Vüefen / feg[)t'ec <ti:en / ten bare 
in 5p be ftciche ^ W§ baec in be Religie 
niet ÏDojt opgerigöt / f b fal't too?ben een hel- 

fchc, niet een Hemelfche Hierachie , enbc 

'tfal bepbe kerck enRepublijckbergiftigem 
€m 'ï?upfge(in (gelrjcïi tocï i^ Ijan Ari- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



KicyncRcrckc. f6f 

ftoteles 0rfe0j)t) öct cttflc gcfelfcöajï baa 
aïïe auöece/ enbe jjet fundament ban ftercft 
enDc Republijck ; möien öe Jpontcpne 
11^ Uergiftiööt / hot ïionnen be ficoomen foet 
fi)n/ cnbe liefiicïi i ï^oc Uoniien^o^pen/ 
gïteDcn / Republijcken, groepcn en Uloepenl 
ïi^uufgcfmncn 5im cegljte *^ïantj)oDen en 
(ti^ueccherpf n ban öe toch niet aïïcf n / macc 
oocfe banbe Politic . 't 3^ toac ragbtigö 't 
„gmeGhryrofthomusjjeeftgljefcgljt; l^oojt |pjftoi.' 
5,Paulus feggen, Indien'feyets willen leeren, Homü.zó. 
„laeten'fe 't huys haere mannen vraegen. circ. fin. o- 

yMtn top fo fcïjichen onfc öupfen / fofuïten p«j 
„tup oocft bcquacm Tun tot ccgeringï)e hen col^^^. 

^>toch0: Want het huys is een kleyne Kerc- 

„ke. 5(nbicn men ontoctentljcpt / roecfte* 
loofl)C]tit / ttDifl enDe on-o^öcntdichl)cpbt 
bmbt ïnöe l^upfgefinnen ; men fal'fc oocfe 
ban fïonbcn acnbmbenmtocfteenbeflaet: 
toant in ben heten ban Order, öangljtbeii 
eenen fcljaheï aen den anderen / enbe fcl^oon 
'fe öooglicepcht/ fobeginffenogljtan^feec 
leegjf). laèten öe mindere ïnöe Ifupfgefinf: 
nen / öare pïigljtenbecgeten aen be meerde- 
Te ; bic tocbecom aenbe Magiftraeten enbe 

Dienaren ; be Magiftraeten enbe Dienaren 

aenbe Vorften enbePrincen; in't epnbe fnï« 
ïen fp alle öacrepUgljten ontrent Godt bec^* 
geteri / toelirfte boben allen i^, 'h ^aï öiec 
unttcpchenen Teelingijb)oo?ben/ bcbjelche 
„albn^ fpjeecht: €oont/ en boet blijehen ^ . 
„aen utoc Ijnnfgenootcn/ batgp confcien- 
„tie niaecht ban liet gljep?ebicUte tooo^t /^^ 
„boet bu^ bepbe'^©oo?-nocn^/ en'^agt^ 
„tcrnoen^ 5 bangfit ooch aen fonberlingije 

op 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



i69 Klcync kcrckc. 

jjOp be^ ijmm basö / ulrie öiwfö^nooten 
„te Catechiferen, en öun itïbe gtondcu bec 
»CÖ?illeïicfee Religie 't onbectcirjfen / na 
55re noob. <l5nbe bit bu^ betragljtenbe / fo 
^jfuït 3P aïïe toegeubje Confciencie luel ge^ 
3,queten fjebben boo? ben If cere/utoe öuyfge^ 
„noten beug öt boen / en utue jicle troofl aen* 
„b?engen/ enfuït gcoote berlïgljtinge aen^ 
5,b?en5öen aen be cegeccïnglje bet politie, 
„toant toglj aÏÏe diforde toelche upt-b?eccht 

„mbe Politie, werdt eerftgebroetindeHuvf- 
„gefinnen , daer kan dan den Bafilifcus in lij n 
„eyeren beft vertreden worden, ^ehct alfo 

i^Öet oocTi. 

^aeeom geïijcït Eliza bequaebetoateecn 
gefont maecftte / boo? fout te toerpen inbe 
toatet-tüeïle ; moeten toiJbedif-ordcrm 
Kerck enbe politie poogen te genefen / boo? 
Jet befp^encfteïen enbe fouten ban onfe ÜJupf' 
gefinnen met öet fout ban <0obtfaUgöeyt 
rn Religie; ban gelrjcU be^p^opljeet fegljt/ 

faï <!5obt feggen: lek hebbe dit water gefont 
gemaeckt, daer en fal geen doodt, noghte 
onvrughtbaerheyt meer van worden, a.lllon. 

a« 1 1 . .ï^opt beüoeftnicn te bectoagöten eem^ 

ge bïoepinge m Kerck , ofte Republijcke, 

fo langö be familien niet bïoepen in <15obt= 
faligbcpbt. 

IlL gnbicn oocft be$)up^-Babct^ / en 
iïegeerbctéfimopöaecfeiben/ fp fuïïcn be:^ 
binben bat Ijm am befeï^up^-oeffeningen 
feee beïe gelegen, toant/ 

I. <iBirootijSljetboo?beeï en profijt / bat 
tot Jaer ltomtboo?befeoefFeningen. toant/ 
I ^oojbefelbefal Ijtt ïjupfgö^fm niet 

aï- 



Kleynekercke; 269 

löïïeen geheylight, maecOOCft ttiet tydelicke 
, en geefteiicke fegcninoen/ gefegenttoO^JÖert 
banden ï|eec; gelr|cïiObed-Edom, enöefl)« 
flup^/ gefegent tnïecbt öao> öe tegtntooo?^ 
öïgöept öet Arcke , 1. ^ani. 6, 1 oBnöe 
geïijcft De eerftevrughten, öie öettloïcfeöen 
ffeere toeb^agöten/ cenen fegen af-ï>?agö* 
ten o\}et aïïe öe refïe / <!^eut. 10. n. 
5^ie öitnietenljetcagljten/ maecöengant* 
fcljen öaglj oöccb?engen met toecchen/ fïa- 
pen/ eten/ ö^mcften/ enöetj^olicïiöeöen/ 
fonDec öen ï?eere een quartier , Jae minuyt 
te geijen / fuïïen mogen ftlaegen / geïijcft een.* 

lob Deöe ; Mijne daegen fijn lighter geweeft 
; als een Wevers fpoele, ende Tijn vergaen foa- 
k der verwaghtinge. 7»<^» 

1 sDoglj infonöecfijnDoo? öe fulcftc de ver- 

i borgentheden des Heeren, ende fijn verbont Pf« ^i* 
) om hen dat bekent te maecken . ^al ick 
ï voor Abraham verberghen , wat ick doe? 

' fepöe öe ^tett tot öe <!5ngeïen / <0en, 18* 
17.18, 19/ Mttn f)n feggen : Want ick 

hebbe hemgekent, op dat hy fijnen kinderen 
.' ende fijnen huyfe nae hem foude bevelen , 
' ende fy den wegh des Heeren houden , om 
te doen gereghtigheyt , ende gerighte : op 
dat de Heere over Abraham brenge , 't ge- 
ne hy over hem ghefproocken heeft. .ïBet 

toeïche laetfle tooo2öen <0oöt te Uecfïaen 
geeft/ batöit Ijct befte miööeU^ om <0oöt 
te betoeegen/ om aen on^ fijne beloften te 
tjettjnllen. 

( 't^^ boo?U)aec öe grootfle ötoaeföepöt 
liie'ei: toefen Uan/ <J5obt^ 3©oo^bt / cnöe 
I öicnfl upt öen Ijuofe te ^letbannen / enöe 

«000 



1 70 Kleyne kercke. 

tiogö tcoöcntjoojbigljcplït in btfeU 
be / enDe fegeuiiigcn tc Uectoagöten . 
fp?crcfttöeï^eete/ be <0oöt Ifraeï^ : lek 

hadde wel klacrlick ghefeydt ; u huys ende 
uwes Vaders huys fouden voor mijn aenge- 
ficht wandelen tot in eeuwigheyt : jl^acc nu 
fjpjeecht be Heere 5 Dat zy verre van my, 
want die my eeren , fal ick eeren y maer die 
niy verfmaeden, (uilen light geaght worden. 

i;^am. ^. ?o. ^Daec Den <0ot)t^ - öietifl in 
l)ct Ijlipactin niet toon ojpgercgftt/ öaec ï>ieï^ 
mm niet getoeïbt eh moet-tort <15obt^ oo?- 
iwreïcn otier Ijem feiben/ enbeaï Ijcttoeccft/ 
'ttotïcfee nien ïaet gaen boo? fijn Ijanben, 
^ l^eere en tjectoecrbigïjtöfm niet / bat 
te fegcnen enbe te beUcftigen. ftort fij- 
ne grimmiglieyt uyt , over die hem niet en 
kennen , ende over de geflaghten , die fijnen 
mem niet aen en roepen , ^tt. to, af, 

1 1 Onfcïrinberen enbc bienjlhncgöten 
fnïïen nopt getroutoeïicft oné brbcl / enbe 
toercft boen/ mbien'fenieteetfc geleer ttoo^ 
öen öoe'fe ^bt^ bebeï / enbe toeceh moei- 
ten boen, ^le getcouto fijn in <0obe^ toereft/ 
fullen oocftniet ontronto (ijn inbec menfc[)en 
toercft ; ,ï!^een / ban bie magbnien öet 
grootflte boo?beeï / en getrontoigljent ber 
toagl)ten. Onefimus toa^ eectDtl boo^fijn 
befteecinge onnut aen Philemon , maec ban 
Paulus onbectoefen fljnbe en geleert/ fonbc 
aenb'een enbeb'anbec boo2taenfeernut>r 

tighwcfen. ^IjiL $f. ii» Abrahams ïj^ienfï 

ïtnegïjt / nntgefonben fijnbe om booj IHiac 
eene ©putó te nemen / begon fijn toeecft 
niet gebeben / ^en» 24, 12* Heere, Godc 



Kleyne kercke. 171 

mijnes Vaders Abrahams , doet'fe my dogh 
beden ontmoeten, etC. €nöe al^ Öpfag!) 

bat <^5oH fijn acngcljangen toccchöcgonte 
fegrnen / fo tiegon öp tocöecom te biöben / 
enöe <15oDt te bancïien: Gelooft fydeHee- 

re de Godt mijns Heeren Abrahams , ttC* 

oBnbe hoe gettouto Ijp fijnen mteftet tua^/ 
üiöe uuttjaerïnge öan öit gantfcöe ioercft / 
getupgDt on$ be Hiftorie » Jl^aee in luat 
öupfgefm toaö nu öefen <Dienflhnegbt op- 
getogen > gn'tïjupfgefin ban Abraham, öie 
Pm J^^ienrtftnegöten tjeUaï agijtec <0oöt te 
toanbeïen m fijn teegDen. 5(nftetfelfbe 
Capp. bïnben top een Soon ban bat feftje 
ftupfa^Sin/ gaenbemöetbelb omteWbben/ 
enbe om te mediteren. 5^ué boen be ^oo^ 
nen enbe hnegijten/ in fuïcfte familicn bie 
Religieus fijn/ en <6obt«J-bien|Iigj) / Jaec 
toercfe al öibbenbe/ enbe mediterende , en^ 
be fo öebben'fe baer op een fcgcn te bectoagj:' 
ten/ fonbec ben toelcftcnöettebergeef^ió/ 
bat'fe b^joegö opflaen / enbe lateiiaeberont 
te öebbe gaen; fulcfeev^ienflfeneg^n/ oin 
bat'fe ïjem eecfl foecften enbebihidfr/ geeft 
Öet <Öoi>tal^inbenfïaep. 

%H ^ien|lïmcgl)ten / bie niet onbectoe:» 
fen fijn / enbe m irreligieufe öupfgefinnen 
ttïoonen / i^act ttiercft boen al feno?eenbe 
enbe mo^cenbe/ bïoecftenöeenbeftoeerenbe/ 
fooVoo^iben'febeebolgtjtban OJobt^ bïoecli/ 
in al Ijct gene fu in öanben nemen . ^en 
Defien'üjegl) om bienftftncgöten enbe fembe^ 
ten tot gcl)oo?faenil)ept te brengen / ié te 
googen be U?eefe eobt^ te planten m jjaec 
mttih ?S)it fal te toege b^iengcn bat'fe öaec 



T^tus Im- 

ccflit a 
bisjfed non 
totus ex- 
ccifit y reli- 
quit enim 
jiobis libc- 
rosfuos> in 
quibus de- 
bemnscum 
agnofcere. 
Ambr. de 
lloiioria 



Kleynekercke. 

toercïi fuïïcn boen om öerconfdentiehjiïïc/ 
bjelche immcc^ De feïta-fïe cnöe Uafte ücc- 
bmteniffe tot geljoo^faembept inöc gantKhc 
loeceït \i h ^it fal ïjarc 0etcou\)J maechcu / 
fo Ujeï ïnbc af tijefiaïjciit Uan ^^m JiBecflet^/ 
al^ luöerfelüec tegentBOo^öigöept/ en öaet 
oütoecUcn om fleet^ te biööeti om een goet 
fiicces op ïjaec Vuercïi en betcagljtingljcn ; 
enöe Dit b?ena!)t a3aöt^ feglieninglj obec 't 
ï)unfgefm ; #U5^ tua^Potiplws ljuufgljetnt 
gefcgent om lofephs toillc / enöe öat ban 

Laban om lacobs \5y\\\t. . 

^. 't3ö occli een grote eeccaen een ijn^if^ 
gefm / ó3oötfaliglj enDe religieus te fiju ; 
%iM\t ï>Uiifgcrninen too^ben Uereect met 
Den naemban kei eken en gemeynten , eu Dot 

immer^ een feec ïjecrliclien titel en öena^ 

'tBecI)ccrlicftt beBabec.d enbc .a^eeflergi 
fettje/ bie beft behent Ujojbcn boozïjaeckiu- 
becenenbeUnegbten/ beUjelcUeat^ fcljaöuj 
ijoen ban öaec fijn/ enbe fcïjoonbeOubec^ 
boobt folebenfpnogïjtané inbefcïbe; 
eben i^dfi Ambi ofms feybe banben b?oo- 

men i^epfet Honorius : So grooten Keyfcr 
is weghgcgsien van ons, maer niet ghebteelj 
want hy heeft ons fijne kinderen naegelact«nf 
inden wekken wy hem moeten erkennen . 

'tBecöeeclicïU oocft bie gïjcne/ bie ieöen 
fnn ban bat ïjn^ifgcfm / om bat'te fgn gljc^ 
toJO?ben ïünberen eobt^ / cnbe ectgenae w» 

bec genaebe, ^ ^^11 

3. 't25?engï)tooeft beïen tcooflaenbeB^ 
geecberé/ aï^ bic gene bie onbec öaee ge^gu 
llaen / religieus Uio,2benen<6obtpigö*^f|J 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

458 H 122 



Kieynekercke. 175 

(rdoflban bc^ meiifcfjett ïeb^rt/ tetetm 
intóen !ip ö^oomï^/ beel gelegen lu fijn 
ÖupfSpfin. ©?ootnr C^uDecé enbc «fDeeflec^ 

hebben geen meerder blijdtfchap daii hier in , 
öat'fr fien enDe hooren dat haere kinderen eit^ * « - 
öe hitegöten inde waerheyt wandelen. 5^at 
haere blijdtfchap ende kroone des roemsj 

alé'feöebben een teelgefcl)ichte m religieufe 
familie; Dat becWijbt {iacc!|Ptön:te/ na öc 
fp^ieuclic banöcn toijfen ttoninglj Salomon, 
^^Otj« 10. 1. Een wijs Sone, verblijdt den 
Vader. <ên |d?olJ. 25. 25. De Vader det 
reghtveerdigen , fal figh feer verheugen , ende See Thayi; 
die eenenwijfen Soone gewint, fal figh over Commenc. 
hem verblijden 5 laet uwen Vader figh verbly* "J?" J"^; 
den, ende uwen Moeder, ende laet'fe hacr 
verheugen, die ugebaert heeft. Sac'tiSïOOCft 

ren eece tJoo»öc Ouber^/ inq\)etmu^m m ^'"'^" 3^. 
<6obtl3?ecfcnbe hinbecen te öeböen. Cailio- 
dorus tóifl ban eenen te feggen : dedit 

famtlU juvenes , tot reddidit curU confylares ; bat 
if: Soo veel Soonen alshy aen lijn huyfge* 
lin , foo menige Raets-Hecren heeft hy aen 

den ftaet gegeven, .föaec öoe Ueel gelucliigec 
fuïlen top fijn / tnbien foobeeï ^ooncn aïjS 
<0obt aen on^ ge geben tjeeft / toy fo menige 
ftinberen boo? (Bobt en erfgljenaemcn booj 
ftet Conincftrijcft ütt J^cnieïen öebben op* 
geqfiieecïit ! 

.n^aec in tegenbeeï be <15obtïoof lieiobt 
ban ïtinbcuen enbe ftnegljten / öacr een ö2ocf= 
|)cpt enbc fniecte aen be5ïcïe. Rebcccafep^ 
be tegen Ifaac , al^'fe fagl) be roeclteïoof tjcpt 
cn ongefcljicfttljept bec il^ijben €fau^ : lek * 
hebbe verdriet aen mijn leven wegen de 

^ Dogh- 



l.'l* 

u 



174 Kleynekercke. 

Doghteren Hets , <Den. 27. €en fot 

Soon is fijns Moeders droef heydt , 5^?Ol3 . 

10. 1. ïtepfec Auguftus I)aDbe ö?ie 
^öö0ïoofe <l^ogljtcc^ / öeUjelcfte ftp fijn drie 
fweeren, en kankers nocmöe/ enbetoöj^öf' 
tooou oUec ^att uyt te coepen : vmam cMs 

'vtxijfem , ^«^ orbus perijfem ! Öflt 1^ t Och of 
ick ongetrouwe gebleven , of fonder kinde- 
ren gcrtorven was ! Öen Itepfet Carus 

j)oo?De/ toat te fcöanöeïicfte fluchen fpnen 
^oon Carinus oUec aï beD^eef / fo fepbe ftp 
in \?erö?iet bèjJ öerten : 't En is mijn Soon 
niet. ^ae ongebonden ftmderen te öebben/ 
oocli een fcbanbe en fcljaemte Uoo? be 
^ut}tt$ i ?Den goeben lacob toiect boo? be 
Ijoofe ftucïten Dan fpne ^oonen / Simeon 

cnbe Levi> ftinckendegemaeckt onder de in- 
woonderen des landts 5 <l3en. 34. 30. ^iet 
Tit. Dcut» 12, 19.10. ai, Levit.ii.9, 
'^Cïö Diogcnes een jongen fagö bie licnt on? 
Apothon. bctameUchb?oegïj/ fo floegljljp beftelf^on- 
bectiJijfec / feggenbe : Waerom onderwijft gy 
alfoo. ^0 maglj ïjicc oocli be loflfigbept bec 
ftinberen ben O^nbecen Dcctoeten too?ben/ 
totljaer fcl)anbeenfcbaeinte/ ïnbientena- 
ntentlich fupmagljtigljfijngeUjeefl / in be== 
felbe be b^eefe (Dobtü^ te Jeeren. 3|oobt- 
fclje Rabbynen feggljen / bat öet öoo? bieu 
<9ubecen / hit Ijaecen hinbcren be 3©et niet 
en leecen/ enbêongefcl)iclttelïch opbrengen/ 
Deel betec üjaö blinbt te Ujo^ben / ban öet 
iigl)t te genieten/op bat'fe niet genoobtfaecftt 
niogljten fyn / be fcöanbe ban Ijaec feinberen 
te fien. 

Maria ijan Portugael, ï^niif-i^aowto ban 

Alc- 



j^rogym 
naftn. in 
(hreja. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag. 

458 H 122 



I 



Kleyne kerck^. 

Alexander Farnefc > gnnce bat! Parm? , 
toon 00000 öff roemt toeöenöacre fo^geöle* 
fe öaööe boo? ö'opboröïnge banjiaeceftitts' 
teen. ^ïDu^ fpjeecftt ban öaer Den aefimt oe Beii. 

5>FamiaAüs Strada: l^ace ftfnbecften^/ affcr 'i^r. 

„fp bcFif nöe/ öe feïbe upt bpfonöere goebcctir^ t • 
„rentöent <Öoöt^ ontfangcn teïjebben/ fjccft 4/ 
nfn befo^gïjt (foïangö fn in't ïeben gmetH 
wt^) m alïc <0oötb?ugötigöept 't onDertoïjren 
,>eft op te b.'engcn. <zf n in Baerc upter e fiecft^ 
„te/ banöebjclcfteftigeilojbeni^/ en heeft 
j^geene faeche fo emfleïicft aen öaeren mm 
55bebooïen / aï^ alïcen be <0oötb?ugljtige op^ 
5,boebinge Der felbec ftmberni / geb^upcïiettï 
„De defe treffeïicftetooo.^öenbe^ ïlomnginne 
„Blanca, inoeöer banben tjepligen Ludovicus 
5jlldnmgl> ban ©^ancftrbc ft : lek bidde en 

,>fmeecke u in defe uyttcrfte uyre mijns le- 
5,vens, 6 Vader van alle gefchapene dingen, 
,)dat , fo wanneer mijne kinderen uwe God- 
5,delicke Maj cftey t fouden komen te ver toor^ 
„rienmeteenigedoodeJickefonde, gydefel- 
„v^, eer fiilcks gefchiede, uyt defe wereldt 

3,wilt nemen bjeerWgen UïenfcB ! bie ah 
„ïe fócminchUcfte jiEoeöec^ beöooiDen te 
„toent'cöen; öatfp boo?öaere^oonen niet 
„tnbegeeten te hennen/ Degenen/ Die Den 
«mjpecfieiT lüoning!) ban aïïe^ boo^öaeren 
55©aDer nietenöouDen. 

4. ^e gcoote reftenfcfiap / Detoelcfte De 
©aDer^ enDe JBecfïer^ aen <ÖoDt te geben 
Öebben / toegm öaeee agöteïoof bcpt en bec^ 
fupmmDefcn/ bej)oo?De öaecop te toecften 
tot een fo?göbulDiget bettagbtingöe banbe 
cpgemelte pligljten . €>nfe ïmegöten enbe 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



!:»• 



fyé Kleynckercke» 

ItmDccen fijn niet D' mife / niaer fijn Godes; 

l0O2tien hem gcbooren, ^5CCl)' i6,io. 

<5n moeten öaeromoochüoo?ljeni/ öati^/ 
tot frtnen bienfl VuojDen op-gcli?agljt. <0oöt 
ï)eeftonsJgefleïtomljaec teïepöen en te üit^ 
tcïiy topbetrontoenonfcïuiegbt^n onfegoe? 
öeren/ niacr^BobtljetcouUjton^ ïjaere sie- 
len / enbe 't gcene een^ be ^P^opöeet fp?acft 
in geïijcftenifle tot ben iioninjjtj / i. i^on, 

20, Bewaertdefen Man , indien hy ee- 
nighfms gemift wort, fo fal uwe ziele inde 
plaetfe fijner ziele fijn ; Dat fegfjt OOCU<0Obt 

m efFedeUaneentiebereen/ Uieïcheinftcmt 
gnbec onö bacïiomalbacrteVuoonen: 23e* 
toaett bit'uto hinbt/befen utoen bienflftnegöt: 
toant inbienljti eenigmin^ttjojtgemill/ m= 
bien boo?utoe tcljuït en Derfupm fijn 5leï öet- 
ïoo?en gaet / ubje 5ieï taï flerüen met be fijne, 
b' «auberen bic naeïatiglj fijn mbe op\)oebin- 
geljanöaeclünberen/ fepbeBemardus, bat 

Bornard. jï^^jpj kinder - moorders , ban Ouders gïje^ 

Ep^ftoi. 3. j^^^j^j mogötentoojben. IDant fcïjoon'febe*: 
fdUe niet berooüen tjan ijtt natniicïicfte ïe^^ 
Uen/ fobecoUcnfnTenoglKanöDan een f)C^ 
tet l tan geepelicïte ïcüen, €nbe Ijec 
ïjïoebtüan ftaece ïiinberen/ bie'fe al^ Veu- 
lens van woudt-efels l)eböen ïaten optoaflen/ 
en met be Ifi-aelitcn ben Moloch , |ae ben 
i^npbeUjebben op-gcoffcrt/ faï<0obteen^ 
Romen enjTcben ban !jaec Ijanben. 5De coec^ 
fteïooföeiJt bec ïnnbecen/ lDo?t toe-gefc!)2e^ 
Uen be (lofTigljept be^ Baber^/ fegöt Am- 
ferofius, ^u^toiect EJi beïafl en tief toaert 
metbe fonben toan tijn ïunbccen/ i.^am. 
2» z 0, en ^ I ^ lek hebbc hem te kennen ge- 

ge- 



a Kon. 17. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kley ne kercke. 277 

geven , dat ick fijn huys righten fal tot in eeu- 
wigheyt : om der ongereghtigheyt wille die hy 
geweten heeft , want als fijne fooncn haer heb- 
ben vervloeekt gemaeckt , fo en heeft hy'fc 
niet eens fuyraengefien. J^,aCT öit fal ÖC» 

ïfuu^-Baöcc^euDe.TDccflcré/ een mx-itpu 
fp^eecMicken tcoofl cnöc mc fijn / aï^'fr 
tm jongöfïcn öaegc Itoimcn fcggm : Siet 

ick ende de kinderen , die gy my Heere gege-> 
ven hebt, fijn tot teyckenen ende wonderea 
in Ifrael , Ofte gcljjcll Chriftus fpcacft in pju 

grtiebt bauDe fijne / 31oï). 17,1a. Die gy my 

gegeven hebt, hebbe ick bcwaert , ende nie- 
mandt uythacr en is verloorén gegaen , dan de 
Soone der verderfenific , bcVöClche al te tJOO:^ 

2CU toajSteïoojem 

5< <2Epnöeïicft be teece ïiefbe enbe mebeboo* 
gcntöept/ öietop boo^fleijcn oiife lutegötcii 
euöe ftinbecentoeteb^aegcn/ bel)oo?tie on^ 
tot De boojööeflclöc pïiglKen te Ijetorgljen, 

Hebt gy eenen Huys-kneght , die getrouw is, 
dat hyuzygelijck uwe ziele, ffgptöe ,^00nc 
Syraghs, <iBcciefia|l. 33. 30» ^esieïci^on^ 
iiae enbe biec ; nu ï)y bie fijn 5kïe liefheeft/ 
te tueten fo 't öeboojt / bie b^aegöt fo?ge om^^ 
'fe te leecen / enbe 't onbcctoyfcn ; moe- 
ten oocft bie Regeerders , bie ftacee ï?ntifge^ 
fmncniief öcbben/ befeïbeonbectoijferinict 

tuyf ijept / enbe met een leere der gocdtdadig- 

heit. <^pijfe/ b^ancli/ ïiïcebecen/ enbean^ 
öere behoef tigljebcn brc Natuyre, fijn niet 
fb noobïgl) tot befcïjecminge en bctoaecïnge 
lïan öaec Uchaemen , ban öenUge onbertoijs 
fingen tot beöoubinge toan ï^ah zielen. Re- 
geert ende koeftert Co uwe fam.ilie , als eendq- 

^ 3 welc- 



FamiUam 
tuam ita re- 
ge & con- 
fove,ut te 
matrem 
inagis tuO- 
rum, quam 
Uominam 
velis. Hie- 
ron. adCe- 
lanth- 



M^lanth. 

loc. comm. 
a Manl.col- 
\tSk. torn. 2. 

quart. 
prsecept. 
pag. zzQ. 



3.78 Kleyjaek^cHc: 

welcke fchijnen wil meerder een moeder > dan 
een Vrouw van d' uwe te fijn, fcl)20ef Hiero- 

nymus acn Celanthw. 't%i ipaerlicfe £Cn 
gcoDtcnïcf öie Au^ftinu$ acn Monica, fö^ 
ne B^oeto tjceftgcgjeUen ; ïjp fegljt Vja» 

„ban / Dot gp ^tm mm ï^ai^er fouöe fijn/ 
5,onit;at'fr mcfr «a arbept toa^/ om mijn 
„eciiuji^e faïiööcpc t£taUo?Dc«en/ aï^ om 
5,mp m mijn efcjle aöeïwo?te ter toaeceït te 
,,t>^fnoen. . 

jBcniö) Baber mbf B'ioeDfc / ftebben 
bed üoo? met \\mt ixjuöeren / eniw Ijcïmm* 
meren liaec öagl) euöe naaW / !)P('fe öefl 
gcotc fcöatten fuUen liecgatiecen to^ befeli^e; 
maec VDepnigl) ftn'fe tïoo; baneïj l?f feöüt 
in Jjaer leben / omïjaer ImiOjrceiifdijLe tcjlee:^ 

ten bie fchatten in den Hemel te vergui . 
(die nogh mocte, noghroeft en kaïj Vf^ruijr-' 
ven, end^J die de Dieven niet doqr-^raven , 
noghte fteelen konnen , (JCÏijCli fo m\t\\ .^Ö? 

ïigijmaecto fenöe. Melanthon fepDc feec 
„tóeï : Mhtn moet meecöec fojgöc D^iegljen 
„lioojöegoebe onDerteijjinof öec hmton/ 
„Dan Uoo j eenioerijcüDommen. ^ic anöec^ 
„öoen/feljijnen mp öie gene geli)ch te 3ijn/ W 
„befojgt sijn booj be fcljoeue/maec be ijoeten 
„fellïetefupmen/ baer om bie te befeljeemen 
„be fel)oench 5ijn ge^jonbf n. 5^aecom ïeer^: 
been ijecmaenbe/ ooch boo?ï)?ieUen / ben 
ïlepfee Conftantinus ;ijne ïünbecen / foUan 
ijem Eufebius tcrljaeït / bat fp be ïiennifle 
<0obté/ enbebe i|epUge Religie bpijen aïle 
feöatten/ jaeoocït boóen öaer rtjcfe fouben 
lieïlen. J^oo^toaer ban öebben inp onfe 

beren 



4 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekerckc. 275) 

beren enbeïimöjjtenreöbt ïief/ aï^ toptöo^ 
tien/ öat top lief öetiben ö^iece 5ieï / enöe 
faïigöept. 

IV. <6pnbelicft/ boo^Ditmiöbclfunentoy 
in onfe !)unfeu/ met alleen een af beelDinge 
Bebüen banbe kercke ; maec oocft banben 
Hemel felöe; toant fuïcïten manier tjan Ie* 
ben / en niet anöer^ ban een gebupngö^ 
berfteeringe / enbe wandelingh met Godt, ge? 
ïöcImfobanNoachfiaet/ <0en.f. . alVhbrz 
fp?eecftt gebuprigö niet <6obt/ enbe <Öobt Epift. X. ad 
met u. a5ijen gïjeÏDcft Cyprianus eené aen oonat pag. 

Donatus fcï)?eef : Of bidt , of leeft geduyrigh 5 
nu fprceckt gy met Godt, dan Godt metu. 
>>4^iet anber^ OOCÏtBernardns: top bibs 

„ben/ banfp2eecftentopmet<0obt; aï^top 
„lefen / ban fp?eeeftt <èobt met on^ j 3n^ 
„bien gp altpt^met<Öobttoilt toefen / bibt 
„enïeefl aïtijt^ ; toeïcftetooo?benBernardus, 
fbo mp toefeljijnt / fjeeft ontïeenbt üanben q. 
<i^nbttiaber Auguftinus , bie feer bele eeutoen 
ljoo;öeml)eeftgeïeeftitoantbefel)eeftelbcc^ tempor. 

albU^ gefegftt : Die altijts met Godt wil fijn , 
moet geduyrigh bidden , ende lefen. ge- 

toiffeïicft bat tiup^/ in't toeïcïte bit ordinair 
gefcöiet/toat i?'t anber^ ban een huys Godts, 

en een Poorte vanden Hemel, ^en* 1 8. 1 7? 
^aer ber twee of drie fijn in ChrilH naem ver- 
gadert, baeri^ öpmet sijn geefl en genabe 
in het midden. 



g> + XIV. 



V 



>8o Klcynekcrckc. 



.1. 



XIV. Cap. 

Wort met vele redenen ghethoonc, 
enacn-gedrongcn, dat het is den 
plight van jonge lieden aen Godt 
te ghedenckcn , dat is , Godt te 
vrcefcn en te dienen, al in haerc 
jeughr, 

(^^l^ïijcïl tafi btn Huyf- Vaders tu Regeer- 
ders Öfbbcu Of pODgljtöOO? fcccïicre rede* 

nen te bcVucgen/ tot ent Wiuïgc bctcauf)- 
tinjjelian öie lioo^öfiioeiiiöe 'plighten ; alfo 

füUen top nu oor ïl ÖC kinderen cnöe dicnft- 
kncghtcn, ofte dicnfimaoghdcn , pooocuop 

tc torclirn/ inbcfcntotödioo^facinljept cn^ 
tJC onDcrtocrpmgc» Om drie dingen (fcpDt 
ÖCtoijrcAgur, Pj'Ob. ^^o, n, ) ontroert hacr 
de aerde , tjae om Yiere , die fy niet draegen 
kan; cnDC'teerfte \m\ Öie vier i^/ aló eeil 
kneghtwilregeeren, bati^/ ali^ een Utieoljt 
5iju^ BlecflrejJ rfgeeciiioljc Ueragljt/ enöc 
tjoigljt 3i)u eppcn tocgciK ^it ontroert em 
^tabt/ ent Sanbt/ ca oorft ecu familie , 
mfonbcrhf !.'t aïs^ bcftiubcrru rube ftuegliten 
tjact/ Döïgcué Ijctbeicpbtbanliacr^iubcr^ 
eube B)cc|lfri^ / niet onbertocrpcu toiilen 
ö'ocffeniugeuljan a3obtfbieuftigI)cpteu re- 
ligie. Eacteu'fr aïle gebcuchcn acn ^aïo^ 
ipou^ Ijermacuiuge / p^ob. 8, 9. Mijn 
Soon, hoort dc tu^ht uwes Vaders ; endcw 

ver- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckcrckc. 781 

verlact de leere uwer moeder niet t want fy 
fuUen uwen hoofde een aengcnaemtocvtxrgh-' 
I fel lijn , ende ketenen aen uwen hilfe*. ^20b. 
" 8, 10. Nemet aen wctenfchap meer danhcc 
uytgelefcn uyt-gegravenGoudt. Wantwijf- 
hcy t is beter dan robynncn ^ ende al watmon 
begeeren magh en is met hacr niet te vcrghe- 
lijckcn. Wnörren enbc ftncgljtcii / öic 
met jjaa <0uDcrjjrnöc JBccflcc^/ 'tfiimni 
!)«PH)oubfiiiii a3oöt? Uiccfc/ triücifmm^ 
ge Uan religie, fuilen Ijicr nacnuicï^ 't fac^ 

men |)ini^-lj0UÖCll / in een huys 't wclcke niet 
met handen is gemaeckt , macr ecuwigh inde 
Hemefon, " <<ro?.f»ï. <önl)002toactwol-. 
gclue ctvolck, dien het alfoogaer, 

wiens Godt de Heere is , ^pf : 144-. i f , 

Jdcïe öinjf n fouDm Ijirc ftonneu Ujo^jöni 
ïJli-grbjagJu; maecUJiifuïïcniin alleen m't 

gemeen öefen pïigl)t / op öe confcicntien ba» 
alle jonge Uebcn/ lunöeren/ ofteïinegljten/ 
poog|)enaen teöJingljen/ te toeten/ öat'i'c 

Godt al dienen ende vrcelcn moeten in hacr 

eerfte jeught. 5^it !)et gene öat l)aer meec 
öaii op eenepïaet^ tuc^taen-ÏJeboicn / on= 
bet anöere/ (6eeï. 11. i, Gedenckt aen u- 
wen Schepper inde daegen uwer jongelingh-» 
fchap, eer dat de quaede dacgcn komen , ete, 

3E>ati^j fcljieRt ntotbeb?eete be^ ï}eeren/ 
enbe tot bet onbetl)onben .^ijnec gljebobr n » 
IDant gelijcft be <Öobtloofèn / bie 43obt niet 
cn bienen / gefeglit tuo?ben Godt te vergeten, 

: 9. 1 8, Alie Godt-vergetene Heydencn. 
cn io<^. 11. Sy vergaten Godes haeres Hcy- 

landts. 5E)eut. 8. i 'Hlfo tüojben be <0obt=» 
(aïige gefegöt aen Godt te gedenckcn , al^ te 

^ 5 bec- 



V 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



.*»■ 



2^1 Rlcynckcrcke. 

berflaen fifegeljm too?t/ öat'fe Wmn gaitt* 
fcöen öienft betcagöten / oBfa. i^. i Door 

u alleen ghedencken wy uwes iiaems. Ctl 
^fa» <^4» 5"» Gy ontmoet den vrolicken , en- 
de die gereghtigheytdoct, den genen die u* 
wer gedencken op uwe wegen. 
<©eïjjch45oDt te vergeten b'00?fpJOnch 

ban alle quaetit/ entie al^ een becbloecftte 
boom / op Den Ijoelchen alle b^ugbt^n ban 
boof öept en (Öoötloof öept toaffen ; Woo 
too^tooehboo? Degedagljteniffe aen <0oDt/ 
'tgemoet ontflteechen om <0obt te öienen/ 
cnDe te beminnen. ïf lecom too?t be gedagh- 
teniffe aen Godtsnaeme/ genomen boo?be 
betragöt Inge banöen gehelen 45oöt^-bien(l / 

^0 bat niemant öeeft te oo?beeïen bat baec 
Salomon eenige lighteftenniffé/ enbe voor- 

by-v liegende gedaghtenifTe <0Obt^ betflaet: 

jfeant bie ooeh inben (Dobtloofen enbe hypo- 
cryten ftaete platt^ ftan öebben. ^e tooojs 
ben ban kennifle betepchenen niet een encke- 
le enbe bloote , maec een levendighe enbe 
kraghtighe feeimïfle ; <JBen menfc^e magft 
see lohn Hiet bDaecöept gefegbt too^ben niet meer te 
chif huiis hennen / ban bP ïtent met afFediie en impref- 
fie j §)0 oocb gedencken ('ttoeïcrie epgciitbcft 
nietanberj^i^/ banj)et oeffenen/ enbe een 
te bjercfte-fleïïinije ban bie notien, üieleïte 
bjpbanbe bingen Ijebben) flupbt niet aïïeen 
in be daedt baiibe memorie , maec oocfe ban- 

bc wille. i^b?. Ï K if. Indien fy dies Va- 
derlandtsgedaght hadden, van weiek fy uyt^ 
gegaenwaeren, etc. ^atï^/ mbïenfpbes 

geettöabben/ oftebecïangöt/ h^ebecomte 

beeten/ 



Young- 
xnans Me- 
mento > 
Pag. 3. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kley ne k^rcke. % 9^ 

ftecrcp/ fp fouöcn toeï gcïegentï)cpt geöaöt 
j^Öfien. %0ï^.^, 7* Als mijne ziele in my 
Qverftelpt was, daght ick a^n den Heere, f^göt 

lonas. ^itï^fulche öföa0jtcmirc / fegfe 
lunius, öeiu^IckcvöoDt niet aïïccn öjenaöt 
tot onfe geöaaöten/iTuerooch öe gantfcïjc 

jieïe inneemt inctöeöcoofleüiecigD^Pt/ 
op öem fim 0mioft t« flcHen/ imt Dcttjcr* 
fnprn / enbtr Uctagjjtingöe ijan aïïe anDece 

Dingen. ^oiUtaiCnGodttegedencken, i^ 
<©oöjt te begljcew / onfe geöagjiten cnD^ 
mediqatien fotmtirent öem te ocffenen/ öat 
top on^ inöefeHjetenBoogöttenüernialtcn/ 
enöe gaenöe gfjemaeclit toojben / om öle 

Jiefdfi . en genegentheyt mtttet daedt U^Jt tC 

foncöeii nctjeii^ imn^ ^on toajlien öe men^ 
jeflen isii:mm0} Öingj) öefejjïjt te gedencken, 
öl^'fe 'tfr|[\3e nptö^ucUen in yacc ij^onljemi^ 
alm / cnöe tat doen , 'ttoeïchc aï^ uyt- 

ipreeckc^ of te Üennetl geeft öe ghedaght^ni 

joanöae^eljertcn. <6flÖ. Ezech. 13.19, 
^00 i^ oocifi <0oöt in fijn herte, in lijnen 
^ondt^ ?nöe in fijn gaiufcüe leven te jjebben/ 
fpgenïicfc aen Qodt tegedencken. 't23ef 
gryptöefedrie tungen» 
J. <0oöt teftennen. 

ril. 4^al>t lief teöebben/ enbe te bemin? 
tien. 

llh ^ieliefbe tebetljoonen/ öoo?43ol>t 
te Dienen/ enöe te gel)oo?faemen. acn 
OJoöt tegetïenfften/ gebieDt Daec ben €0^ 
nmtk Salomon aen ben jongen liebcn* "^u^ 
fiaer et oocti ïiïargïjï. 3^ 7* 'th goet voor 

eenenman, dat hy het jpck, fo ber betb^UC:: 
fting/aï^pnbectoijflng/in lijner jcugtdraegt. 



Exod. 34.. 

Exod, SL2. 

Ezech. 4.8. 



Ainfworth 
in his An- 
Jiot. upon 
Exod. 13. 



Fordt« ■ 
Sermon. 
•f Cat. 



284 Kleynekcrcke. 

Snben ^Ubm Teftamentc toiïöe ^obt 
l^cm öebcpliööt öcbben d' eerftelingen ban 
jet veldt,"enÖe Ö'eerft-geboorenban men-^ 
fchen cnbe heeften 5 ï^p begccröc OOChtOt 

een oflFccbanbe tc tarwe upt öe groene ay? 
ren, toaecoin ander^/ öan om te Ijcrflaen 
te 0eben/ öat öponfe eetfle jaeccn/ totfii- 
„nen Dienfltöilöcbbcnop-geti^neöeu: ^ejé 
„toet (fcgöt feer: tueï AinCworth in fijne ge^^ 

55Ïeet:öe Acnteyckcningen obec Exodus) be- 

jjtepcïtent/ bat <0obt^boïcftCttocïefte een 

jjvergaderinge der Eerft-geboorcnc i^/ Hebr. 

,5x2.23. Exod.4. 22, banbcboobtbedoft 
pjfjjnbe boojChifti Woebt)bepbeljaerfeïbett 
j^enbe èe ijaere moeten toe-jjepligenaen ben 
„bïenfl be^ eeren / Rom. 13. 19. 2^1 m 
„12. 1» ebcn oelDCfe ÖP D^ec <Ödbt / en« 
„beüacc boo? figlj ïjepïigbt banbe baec-moe* 
,,ber aen/ Pf: 22. n. Ier.1.5:, 
jjGal. 1. 1 5-» ^ommtge bec geïectben toillen 
öen menfcöen opbjecften/ om bp tijt^ be^ 
3|eerf n b^eefe te betragöten / boo? b' acn- 
ineecïungebanbe coebe Aarons , toelcfte toa^ 
tan een Amandel-boom, becoeïchc b'eecfle 

onbec aHe anbeeeboomen / bie begint te 
botten enteblocpen; of befe aenmercftinge 

goet / en toiï ïcft nu niet onbeefoeefeni ; 
niacc bit ié gantfcDellch toaecagDtigö / bat 

bie boomen der gere^htigheyc bJÜlen bJefen / 
enbe toeten batT^ fiin een plantinge des Hc^* 

ren , Hnianbcl-boomcn moeten bjcfen / ' bp 
tijt^ bottenbe en bïoc pcnbe in a^obtfaUgflept. 
'tSi^eenaenmercïiingcbcc 3|oobtfclie Rab- 

bynen op Lev. i. 14» bat Tortel-Duyven 

alty'té mo0!)tcn toojben op-geoffert/ maec 

alleen 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 285 

öïïectt bcDuyvenal^J'fcjonghtoacteni jons 
5e 5^uuben/ geïncft Ariftoteies on^ XmtJ AHfiot cfe 
^11 bcfïmöc lente, enfïimmccmöehherfft; "if j-v"^' 
5^iefini oocïi öebc(l0bni3f)tcnl3anöe.Cy?ïf= cap 15. 
te«m / Vudcfte f» öoó^töjcnsöen m öaec wiii« on 

jeught. P^- 

J>o too?t'er ban bceïe jongöe ïieöen möe 
cÖ?ift getoaglj flemaccht / Detuclclie t)?oom 
toacceti; enDe öe <ï5cefl Uecmelt niet alleen 
Ijaere biooinigöcpt/ maec ooch Ijaere <0Uf 
DecDom/ möetoeicftcfptjjoomüjaeten» Sa* 

lömon een jongl) Coningh ; Obadia een jongÖ i Kon. x8. 
Hovelingh; Danicl en Samuel , een jangB 1*^ 
Propheet ; lohannas een jonjjen Apoftcl 5 alle 

befefilnoné boo^jefielttot exempelen , om 

nae te volgen , i. Co?. 1 1. 1. 't löad p^ijfe^ ' 

im in lofia Dat fijn öecteopcegljt toa^ boo?) 
Den l^eere/ öoe niet meec/ aï^ aght faa\ 
een ouöt toa^/ a»ilon. zi, i. ^. 3ln lero-^ 

boams ftmöttöiert wat goets gevonden voor/ 
den Hecre, den Godt van Ifrael , i*i^onJ 

14.. 1^. 'tll^a^ een loffettclie faecïte/ öat? 
Timotheus toa^ op-gftoogen möe ïtenniflCi 

Uanöe ^cD^tfti-n / tian fijne kindtrheytaf,^ Eufeb. Hi- 

2. Cim» 3» 15* ^efen lof geeft ooelt EufebW ftor. ubr.^. 

usaenOrigenes, 

't maé toat toonöcr?? / geïijcli top oocft 
13002 J)enen Ijehhm aeiigemecckt/ öat üee- 
!)aet t too?t üan Coninch Eduard öe fefïe/ ban 
<öngrtanöt / Ojnöe maec 16, jaccen ouöt öoe 
j)tiflierf/ anno if)-^ öat l)p fo in alle öeug^ 
Dm en45oötfaligljetit iieeft upt-gefteecUen / 
Dat Fóxus , geïijcft bele öp-ü^ngen upt l)cm/ 
in öie tijöen ban öem Ijeeft getnpgcn moe^ 
tcniD^cin dien eenen Eduardt was mecrGodt- 



'Ambrof. in 
Obit, Thc- 



• • 




\\\ 

«: . 

•>* 
• • 


WÜL Har- 




tifons Beft 




Spfnttime, 




chap.j. pa. 




aii. & 







I 



28Ó Kleynekercke. 

faligheyt, als in allccfc Biflchoppen Vafï Ëri- 
gelandt . ^0 fjeeft OOCft Ambröfiüs. , eeU 

5terract möe ouöe ftercFie/ ö^eggf getonnt 
be 45oDtfa!iö!)cpiit en rrïiöieufDetftüattbm 
jongm ïiicpferHonorius. 

aBp funeii Dcfcn pïigj)t'pooj5en naerört atn 
tt tiiixi^m f riieteenige tt^Hn f pxwmm 

bantienuttigheyt, tiantMe noodighéyt, enöè 
tiatlöe billickheyt Derfe'ÏUe» 

L 'tg^ nuttigh(f5ótJtte Öiencnen te tj?e^ 
fenm (ïjnejewgöt. Jl^antdaer door falu het 
goede overkomen , 3ob. zz.zi, Matt. 3 3 ♦ 

K ^aecin öeeft öe l^eere fulcïteit groot 
tieftaeqen / Dat !jn't nont entnü üergeteiK 
^fe joncïUje^it a'en bcritncntï <0obt,^opte 
offeren/ ii afe aen Xytm op -offeren onfen 
Ifaac ; en ï)oe Abrahams boo^nemcn m öat ge^ 
Dal <15obet>etiaegööe/ honbt'gc f len / ^en. 

22. 16. 1 7» Daerom dar gy defè faecke ghe* 
daen hebt.... fal ick u voorfeker grootelickx 

fegenen. <Deïijcft öc b*oe0l)-tïjt m't jaer / fa 
Jeeft een bpfonöere anigfjcnaeintfjept/ öe 
<0obt?^-öienftigljeitmöe eerfte enöe tecre 
ren üanöejrugljt. 't'3^öcugl)ïïcliboo? fteni 

te (len/ Dat kinderen in waerheyt wandelen. 

Ifrael eerfltoaónptgeïepötin Egypten, 
lienimDe Ijet ben i^eere i)erteïicft ; enbe bat 
toa^ toegen tune óeelljonbige fegeningen o- 
Ijer't fefóe niet te Dertoonberen ; enöe foo 
fct)oonbe Ifraeliten l)aer Ueelilnj^ üi ftoaeh:: 
Öëben/ innrnnircnngen / ongeïoobigüept/ 
etc. tegen Ijem befonbigöt öabben/ nogö- 
tan^ gebencftt f)p nogö baer aen / een lan^ 
gen tijt baer nae/ 3er, 2. Ick gedencke 
der weldadigheyt uwer jeught, etC. ^e\iiif- 

feïicft 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 287 

'riicft in fuïcfte offerhanden heeft de Heere 
welbehaegen, 

1. *l^en3l|en:emfi)mjeughttcöienen/ 

tm öeftïgö miööeï/ om De begeerlickheden 
ande jonckheyc voor te komen . 2. /^-Ittt. 
. ax. fijn feecfter begeerlickheden , 

öie iopmenfcöen meeff fijninonfejonckheit 
ept / etc. ï^tlcfte aïle diredeiick tegen 

e ziele ftryden , i . get. 1 1 . Efa. 57. ao. 

.iet Dan öaen quam Davidtstjjaege/ ©f: 

1 1 9» 9. Heere j waer mede fal een jon^e- 
ingh fijnen padt fuyver houden ? etC. 4Bti 

ïÖetoïffeUcfe Die ö^m feïben üan Die begeer* 
icfefteDen cepnigöt / Die fal wefen een vat ter 
eeren , geheylight en bequaem ten gebruyckc 
des Heeren. 2. Cim. 2. 21. 

3. (©DDt opcccöt m onfe jeught te Dienen / 
faï on^ DocnboïflanDigö <ï5oDt Dienen / en 

religieus (ïjn/ in onfen Ouderdom. »t3|^ 

toaer Daec fijnDcc/ Die Daec'fe Heyligenge^ 
fcöeencnöebDeu in ftaece jeught, mljaeren 
Ouderdom fijn Duyvels getoo^Den / geïgcft 
loas, Detoelclie goct toa^ in fijne Jeuggt/ fa 
ïange al^ öponDec De opfigöt öan lehoiada 
toaö ; maec Die Doot fijnDe bo?fle Ijp in <Bol>u 
looföept upt* Mstxx Diefchcenen fo alleen 

te toefen ; fp t)aDDen een gedaente der Godt- 
falicheyt , maerde kraght der fclve verlooc- 
hent, z.^im. 3. 5". cïïÖaecfiüclieDietnaec^ 
licli enDe oprecfttelicli (DoDtfDïenfligl) fijn 
inöaece jeught, fulien fo öoïöetDen in {)ae< 
een Ouderdom, ^at De toaece epg5en< 
fcftajl ban een boom der gereghtigheyt, ^f: 



^88 Kleyne kercke. ^ 
92.t.i5»i4. i^iectocöi^nt be fp?ettchc Saló- ■ 

mons Prov. zz* (J^^.*. Als hy oudt fal gewor- 
den fijn> falhy daer vanftietafwijcken* 

bie fijnen tijtUeflerbt totbcnïiicnfl<6otity/ 
ht fijncjeught, faVfe Ucfltjacclicït bccfupmêii 

Ül fijnen ouderdom. Ifpöïeeen Timothous 

in fijne jeugijt/ faïtod een Mnafontoo^ 
ben / een oudt Difcipel m fijnen <2^ui)er bom/ 

' il ^Ct 21. i6. 't 3^ fo / Salomon üitl tuel 

fcbanbeïieft en gc\3aedich mfijnoubecbom> 
maee ïjy ié in'tcpnöc tueberom tot <0oöt öe:^ 
Beert boo^ boetbeerbigliept / gljelijchbïijcftt 
wpt 5ijn boccft ben Prcdicker gcnaeint / 5iec ♦ 

3 2. 40. lek fal mijne vreefe in hacr herte ge- 
ven , dat'fe niet van my af en wijeken, 

4, ï}oe top meer tijtbefteben/ cnbe meer^ 
ber nioe|)teiaentoenbert/ om<Öobttebïeneii 
monfejengïjt/ Ijoetop oocft meerber troofl 
nu fuWm Jjebben / eiibe ïjeerliclijjenbt 
nae. 

1 Oelj ! öoe foet en troolleïicften \)ct 
niet nu aïïeen / maer inbe oude en koude ba= 
gen te gebcnchen / batmen al ijan 5ijn jeugijt 
am in opregötigD^^Pt / enbe in b^eefe ben gan- 

fchen tijt fijner inwooninghe hier opaerden> 

1)00^ ben l^eeregewandeit öeeft k^iet Efa. 
38. 3, €)eö! goe ö^eugöbigb i^'et aï^ een 
nienfcöefeggenftannietPaulus, "liet. 2^ 

lek hcbbe met alle goede confcientic voor 
Godt ghewandclt tot op defen dagh. ^fte 

met ben longeüngh, B'iarc. 10. 20. Alle 

defe dingen hebb^ ick onderhouden van mijn- 
der jeught acn. <Ênbe 3iet toat een gbmifte 
})em baer oUer onfen ^aUg^maecftet toe- 
b2oeg!)» Endg lefus hem aenfiende > beminde 

hem, 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynekercke. 289 

hem. ïföe beeï te meet faï on^ hemin^ 
nni / öie fjem tDaerlirft enhe oiietl^teMt be^ 
minnen mbe biemn i vDc i|èere Chriftus 

fföDt/ 3Soj[)» 14. ii« 25. Die mijne geboden 
bevvaert, dieift diemy liefheeft ; ...ende die 
fal van mijnen Vader gelie vet worden, cnds 
wy fulleAtot hem komen, ende fullen woo- 
ninge by hem maecken. (B l faiigï) gefeï*- 

fdjapl Jcuat grootte Umroodinge > l^ct 
ten t^emtl op aecöei; fuUen gemeen- 

fchap hebben met den Vader , ende met fijnen 
Soone lefus Chriftus., ffg^t Ö^H Apoftel) 

; 1 , 3olj« I . ^ . m>ie Qtne öie niet David Uonnen 

fcgQfHi Gy zijt mijne verwaghtinge Heere > 
mijn vertrouwen van mijner jeughtaen, 
tocDccom: OGodt, gyiicbtmy geleerc van 
mijne jeught aen. C>ie/ en DlC alleen mo^ 

gen in |)aecen oiiöeröom tnet fjein ïiiöben . 

Verwerpt my niet o Heere in den tijts des oü- 
derdoms : ende verlaetmy niet tcrwijlen mij- 
ne kraght vergact. J?>f : 7 1 . 5*. 17 . Cnöc 

iuie cn fonöe lür t UiiUen fulclten reöen op 5yn 
öoobt-ueDbel)eböen» 

II 5Dit faï oocU meecöec getuigötc boe^ 
gen aen onfe kroone öec heerlickheit intren 
^emeL ^ie Rïepne inae ptm / öic tap aen= 
tuenden oni <6oöt te Dienen (feljoon'fe ïnbecü 
gelijchinge fijn aï^ niaer een oogenblick) (nU 

Ten onp nogljtan^ / wercken een ceuwigh 
cndcganfch groot ge wightc der heerlickheit, 

a. €o?4. 17. O §oe bcJ)oo.2öe öit on^ te be^ 
Ipegen om tïjt^ te beginnen ^ i^oe ton 
cerDer beginnen tjjt te befleDcn om ajoöt te 
öienen / l)oe top ootft meccDer Ijeerïirfeöeit 
fwlïen ïpepen öiepnaemaeï^, i|o( top meet 

Ta* 



290 Kleynekercke. 

Talenten Jebben/ cnöe biebetetaenïeftgett/ 
|)oe tP)fl meerbcc öeerlicftöcpt tc \3erUjagö^ 
tm öcbben inöen i|emel. ^let Luc. 19.17. 
14. a^» ï^y öic öe nieejle genade ijeeft / ' 
om Den nieefjfen trjttotbciibien|l <6oöt^ te : 
beflcöen ojpöccaecöe/ falö^btieitliegcootfle : 

vergeldinge , etlöe öe meefte fteetïlCftïjepiJt 

inöen i|eiiieï. 

üjóetopecrDer beginnen ^obt teb?ee 
fen / l^ot ton ooch eerbcc fulïen onfen ouderen 
beginnen öaereïieföeVnebeeomtelaergeïDen/ 1 
cnbe öaec te troofïen. gimmer^ bet toel- 
fcöicften bcc ftinöeren / be vreughde bec : 

OUbeeen. Een wijs Soon verblijdt fijn Vader, | 

fcDoon ftpfelUenietaBobt^-bienfiigt)/ nocö^ j 
te religieus en ié I §D?ob. 10. 1. ^iet Luc. I 
i« 1 3 . 14. 1 5:. ïóat \i bc cegöte gconbt ban 1 
tJ?eug!)be boojC^uber^obecIjaerehinbccen/ ' 
aï^'fe b?ooni en <0obtfaïigö , groot voor 1 
Godt fjjn / enbe niet jnpll booj be toeteït . 
jDaec een fot Soon ié in tegenbêeï fijns moe- • 
ders droef heyt , (Dobtïoofe ïunbecen boo?^ 
eten/ geïijchbe adders, be!)ectenban öaec 
onber^S / enbe boo^fleecïten'fe al^ tnet een 
ftoeecbt. 5^^ob. 17. xi. 3cft tUiijffel niet 
of Ely's ^oonen b^aecften öem ectbec fijn 
hert, aï^öpfljn hals b^ach toegen fijnen baï. 
3laet on^ baeeominonfe|engDt<Öobt b?ee- 
fen/ op bat top onfe (J^ubecen mogen bectcoo- 
flen in ben ^nbecbom . 

IL <Deïijchöetnuttighi«5/ alfo oocïinoo- 
digh ben ï)eece in fijne jeughdttc bienen. 
Jl^ant / 

I. i|etwerck tot f)^t tocïcïte top gecoejien 
too^ben \i een groot en langh tocvcJt» 



Kleyne kerckc. ipi 

Imtenbattop getooon fifn öen mor- 
genftondt af te fonöeiren omïjrtüoojnaems chifhuii. 

toeccli te öoen/ 'ttoelcfte De gcoofle ftci^lis J.-^; 
ten tjeretïfcöt i enöe getoiflelicft in öefen fm 97. 
i$ De^ $>cecen toeccft / een morgen-werck: 
toantöét Uerepfcijt onfe tjoojnaemfle / /ae 

gantfciie kraghten, Mcttïit toel Öie tDOO]^ 

Jieii aenHue. I3.^4« Phil. 5» 14. 

<l5eïöcft top fjebben een groot, alfo oocft 
een langh itjercft te öoen. 5[^ie een ïangö^ 
rep^ te öoenöeeft/ pleegg We met Öen eec^ 
flen op-gangö öanöe ^tne aentenemen^ 
gnbien top toiflen toatljet i$ een Chriften 
te fijn, topenfouöen ben Dagö öan on^ Ie* 
ben niette lang!) oo^öeefen / nogö eenigj^ 
geiïeeïte öaee ban af-fniiöenom on^ Wecfcö/. 
enöen ^npUelteöïeneii. 
Drie Dingen inaecftén hit toeccft langö j 
' 1 ^rbzecfttianfeennifre. 

II <0eb^!ccli ban oni)ecbinDnigf)e in ixk 
Duigen / toeïcfte top ïmnien, 

III ©eïe toeccft» 

Eerft inoprigI)teljanftcnn(fre moeten top 
bp tpt^ beginnen ; ^oe bele Dingen fijnDec 
toelcfte top niet en toeeten ^ *t Euangelium 
1^ bol becbo?gentI)eDen/ enDe al^topmeeft 

ïiennen/ fo kennen wymaer ten deele. ^let 

!♦ Cor. 2 , 14. ï^iec nae fuït gp bupten ttoijf^ 
fel feggen» <3tl3 of icfe toat b^^oegec begon^ 
nen öaDDe ! CnDe ten niet pjöff Heft Dan 

De eerfte beginfelen te ÏCCcen / alj^ top Leer- 
Meefters van andere bel)00?Den te fi|n. 

, ^cljoon top aïop De eecfïe uyreban Den Dagl) 
onfe^ leben^ beginnen/ fo fiiïïen top noj^^ 
tm$ !)et toeccU in Defen opflgt)te fb Ian(^ 

^2 ÏKï 



\ 



3f 



2^2 Kiey ne kerckc. 

beUmben/ Öataï^Dc naght ftomt/ top fxxh 
Itxi moeten behennen / öat öen baglj niet 
ïangljgenoegö en getoeefl» <en fcljoou 
bjp al neerftigh fijn/ fo fulïenöer nogö a! 
laeïe bingen oüec bli.iVjen om te leccen / aï^ top 
inöeni>emeHiomên. 

' Ten tweeden , m opfigl)t ban ondervindin- 

ge ; ©de Dingen 5ijnbec bie top hennen / ban 
öe toelche top geen erbacentbept in on^ fetoen 
<n öebDen ; €nbe Jjiec toe too?t beïe tijt^ bet ^ 

Cpfcöt. <6en Medicijn-meefter fcj)00n ÏJP bele 

tóngen toeet/ becgenoegöt öem nogïjtan^ 
niet/ boo? aïeecljp banöefelbeeenigcerba^ 
rentfjept becïmjgljt. 

Tenderden, ^n opflgÖt ban werck , (8! 

5(ï^ gp ftomttot Chriftus, gpfult fo obec^ 
Ijïoeöig!) toeccftteboenbinben/ te veelboo? 
öien ftlepnen tijt / Dien uut-befcljeiiben is^. 
giae gp fonbt genoeg!) te boen binben onbec 
tt geloobigen / om bie te verfterckcn , al 
ïeefbe'tgp Methufalems jaecen, 

^mbien top in onfe joncftïjepbt <0obt 
nietcnbicnen/ fofuUen top fïmnner Meef- 
ters bienen/ te toeten/ benDuyvcl, bewe- 
rclt, enbc !)et vleefch. 3^p bie 43obt niet 
enbient/ moet ben Duy vel bienen. .fl^eccftt 
bat aen ^« ^» t vers. 1 1. IE)p bie fon^ 
bec Chriftus , enbe fonbet Godti^ / wil , 

nogll kan niettoefenfonber fijne begeerlick- 

hcden. Cot bat top ïDien|lhneg!)ten <13obt^ 
too?ben/ fijn top ^Dienpnegljtenbe^ ^a- 

tïjanjS/ enbe flaevenvan onfe cy gen begeer- 
Jickheden. €it. 3.3. Matt. 6. 14, i^p die 
defonde doet, is een Dienftkneght der fon- 

* dc ; ©oo2toaet cm rïenbtgöen .fil^eefïec : 

toant 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag. 

458 H 122 



Kleynekcrcke. ip^ 
tjant m't epnbc gcljcn fulcUe jrt^ccfier^em 

' Die ftn gclucftiöljtoclcltc bp tyt^ Den ü>eece 
dienen. ïloni.d.n. 

3 . i?oe toj^i langer l3f ctof tjcn om ben ^mt 
te bienen/ Ijoeto^tjettefwacrdcr fullcnUin' 
Den / mbicntoiiion'Snftepnbe tot<0obt be^ 
fteeren . ©oiïjiETbingc ni't iinacbc / baerbt 
een getooonte inbe fonbe / tüeïcfte niet han 
nae geiaetni toojben / fonbee groote f Voae^ 
ticl)tin. gcc. 13. 13. €cne bicp ingeUJO^ 
telbe boom/ hanniet ban met brie nioepte 
too?ben upt-gecoepbt . loafh , bie in fijne 
jonckbeyt bel Voa^ te Ijanbeïen / bja^ onber^ 
b,2aegl)lich in fijnen Ouderdom. ï)p bie bopj 

• lehoiada in fijne joncïiljepbt luiert befliett/ 
boobe nabecljanbt fijnen ^oone Zacharia. 
ï^oe bcel te meer inagli lip/ bie quaet i§ in fijn 
jêngljt / nogï) erger bjo^ben m ben onber- 
bom/ ^en<0obt^-bien|U6ooch cenlock, 
aen 't toelrhe |lg!j ben mcnfcï)c ban ïangec 
Öanbt gebjennen moet. iiïaegbL 3. 27. 't%$ 
al^ Sauis l^arna^/ 'tluelcïieDavidnietb^a^ 
gen feonbe / ombatljpbetnoyt verfoghten 
hadde ; B^en fean öet ii?aegen aïfmen een 

l Kryghs-man van fijner jcught af is gebjecfl ♦ 

i.^am,i7.33.39. 

4, HDp en jijn niet bcrfeeeftert / bat bjp een 
anber tijt na befen beïeben fnïïen. <Bn^ Ie? 
ben matr een hlepnen duym-breedt , enbe 

. niet meer alsJ een roock bie baefl berbbaijnt, 
|)ae bele jonge lieben too^ben bajl booj be 
; boobt ban on^ boegl) gljeljaeït I iOaeroni 

ï laet ons wel doen tcwijl het tijt is, enbe ter^ 
S tpijïen Jjet heden genaemt bJO^t» ^al 6. 10. 

^ 3 Heb. 



294 KIcynckcrckö. 

Heb. 5. <0nfcnlaetflenbagbi^oii^bet^ 
bojgeii/ fcgöt fecrtelAuguftinus, op öat 
tDpap aïïconfcbargEn agl)t fbuöni ucmm. 
J^et ié ccn fcggni tjanöe aobcn / todcfte 
eföerö be $)ooglj-öïtrierrbe D. de Dieu uyt 
Hillêll beröaeit : Segh niet , ick fal de betragh^ 
tinge des Wets uytftellen , tot dat'et my gele- 
gen komt, want 'tfalmilTchien niet gelegen 
komen. 

(önfctjoonVonücrfccctot toeren ban 
on^ leven, fo CU fijniup uogl)tan^ niet bet- 
feecftert/ bat top onjJ beheaen fuUni. 3Bant 
be befte ermge / fö tocï een gaeve OJobt^ / 
aïé be bergcebmge bec fonben. ^iet Tim. 

a/iy. Ten fygyu bekeert, foofultgy ver- 
gaen , fegljt onfen ^aligbniaeeïurr / %uc. 
13.5. €nbe ten 3p on^ <«3obt befclbc gebe/ 
foen ftonnen bjp on^ niet beheecen» i^p 
ijebbenTe niet in onfeïjanbt ; neen/ Godc 

inoct Ifracl bekeeringe geven ten leven . %CU 

5. 3 1. €ubc ton moeten met be heccfte bib^ 

ben / 3er.3i*i8. Bekeert my, Heere, 
cndc fo fal ick bekeert fij n . (Ceetoljlen U nu 

befen gabe too?t op-geb?aegen / neemi'fe 
oen / op bat'f<^ " nabecö^inbt niet getoepgeet 
too2be. 

<De menfcïjen mogen dricfms m't epnbe 
fonber beftceringe jlecben / bie'fe in Ijaece 
joncftbei^it berto02pen bebben. i ^p mogni 

haefrclick flecbcn. i . Them 5. 3 . 11 Ofte 
anber^ dcfperatclick, gjjeïijcft Cain , enbc 
ludas» 1 1 1 <Ê^fte f\} mogen dwaclUck flec^ 

ben/ gcfijeft Nabal, i.Sam.af. . Ón- 

^^l'*""'- geboeïigïjen beeftaghtigh toa^ J)p in fijn ïe^ 

.a, anis m. ^^^^ ^ ^^^^^ ^^^^^^ ^^^^^ ^ ^^^^ 

^obt 



Kleynekcrckc. ipf 

<S^ott öefïacoen öabbe / ffo?f fijn \^tttt in 
Ijtm I enöe toert aï^ een fteen « 5&aeconi 

heden fogy fijne ftemme hoort, verhardt u- 
we herten niet. JDf: 9f . Prov. 28. en 13. i<J» 

^telt<J3oöttotöen morgen niet upt; toant 
en toeet niet / tuat Den mojgen faï meöe- 
bjenaen» 5Die Daeflig!) geeft / geeft ttoee* 
mael/ fteeft feerUiel Seneca gefegöt. ^iet 
ï)iec op beeöec nae 't geen Downame Jjeeft in 
fijn tiecntaeröe öoecït / genaemt den Chrif- 

telicken Strijdt, bp on^ ghecontraheert en 

bettaeltuptöet€ngeï^/ i.<l^eel/ 2,23oecft 

6, 't3^oocfttecDtl»p<0oöt/ bie in öa^^ 
ren ouderdom te öectpecpen / bie in ïjaere 
jeught fijnen bienfl becti)o?pen öehben. 
menfcjjen niepnen öatbenijecDo^ben/ blms 
ben/ booüen/ ïammen/ en fie cften onber^ 
boni/ goet genoegt) ijoo? <0obt i^; .fBaec 
{joe'fe fijnbeb?oogen/ troont on^ Maleachi, 

Cap. I» 8. Als gy wat blindts, kreupels ofte 
krancks aenbrenght ) om te offeren 5 het en is 
niet quaedt : brenght dat dogh uwen Vorft ; 
fal hy een wei-gevallen aen u hebben ? ofte fal 
hy u aengefighte opnemen ? 3i5een öetDI|Te= 
ïicft} Vervloeckt fydie bedriegher, die een 
Manneken in fijn kudde heeft , ende den Hce- 
retoe-brenghr, dat verdorven is. ,fil!iaï. 1. 14. 

bie ban O^obt aftoijcUt Ijetgroofleglje^ 
becïte ban fijn ïeben/ boo? bien maglj jjem 
a5obt in fijne boobt becbergen / gelijch 5)p 

aen Francifcus Spira bebe. <ï^|ia.45'. if. 

^nbien <l5obtö ftinberen öet gcootfle ge^ 
beeïte ban öaec ïeben/ fo nae bJilïen tean^» 
beien aen be mondt bec jjeUe/ fo cn i^öft 

^ 4 niet 



2C)6 Klcynekerckc. 

niet te bcttonöctc» / bat ïjaec <Öobt in ben 
tijt b( öoot^ / be hicïcn grijpt / enbe Ijaec 
boet oelootien / bat inyfc baec in toil tocc- 

pen. Die my vroegh foeckcn , fullen my vin- 
den, fcgljtbewijfhcyt, p2oVi»8. 17» On^ 
acnUiijfcnbc bat eennicnfciie^cïte lact ftah 
ftonien » ^acc een tijbt inben toeïcften 
<Öobt Ijeninietïaèt binben/ te hennen 
Oegebenïuoit/ CTa.T^ ,^iet Piov. i. 24» 

28» 19. 16. Matt. 7. aj.23.cn if» II» Web. 
12. i^. 17. 

7. Oochi^ljct mi feer geljaeeïicft te üec^ 
fnpnten / ben t}cece te bienen ni fijne <aiol)t: 
tDant 43obt Ujo^bt baer boo2 Ueliroogf n om 
f €1 W»^^" ^oo2n op be jonge iiebcnnebec te tlo?^ 
stref.com- tCH. Jtiienumbt beneftebat'ec nietbele acn^ 
ment.praa gcïegen ijJ / luat be jonge hinberen feggen / 
in Aft. A- ofte öoen. 5F^itvcrklccndtniet/ maecvcr- 

lo v ao^' ^"^^^^^ ^^^^^^ Daeeefonben. .^iet doe Salo- 
mon be bCLtele jongljelmgljen aenfp?eccïu / 
Kccl. 1 1. 9. ♦ Gen. 1 9. 4. iDerfcfjoonbe / 
ofte DecUïetmbebat eenigï)|lnï^ be fonbe Vjan 
Ely's ,t)Oonen/ barfe jonge lieben tuaecen^ 
<i3lKiyitTelifU neen ; (jet Uerf \Juaecbe Jjaece 
fonbe eecber / i , ^am. 2. 1 7, AJfoo was de 

f ondc dcfcr jongcl ingen fccr groot voor 't acn- 

gcfightc des Hccren. 'tSl^ ^cn fefjanbelicïte 
faec fic \)oo> een jongh S^an / oudt te fijn in 
«Öobtïoof t|ei.it ; bie en Uan oor fi a3obt niet 
nibe limbevenbecb^jaegen. 2. Kon. 2. 23 .24. 

Pf: 119.21. 

8. ^e fonben bie inm in fijne jengiïtbe- 
oaet / leggen bieliluiïji ftuaer op beconfcicn- 
rien, felbeUan be liefïe/ in ben oubccbom. 

3C}00c' ÖOC David Dibt Pf : 2^. 7. I Icerc ghe- 

dcnckt 



Early European Books, Copyrigh» © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleyne kercke. 2 

dcnckt niet dc fonden mijnér jonckhéyt, of 
mijne overtredingen ; eilöe ttOJjljtan^ I)aÖÖC 
tyn fijnen (0ODt gcvreeft vander jeught aen ♦ 

tóant fo fep!)t öp ^an Ijem fclUe n / ^f: 7 <?. 

Gy 2,ijt mijne verwaghtinge 5 Heere, Heere, 
mijn vertrouwen van mijner jeught cicn. ^iet? 
liec^ 17* ï^ptoa^CcnMannaeGodtshettéi» 

I, ^am. 13, 14 ♦ <ênbt nogljtmi^ fcI)2fMöt^ 
l))vfo oïjct t»c fonbm fijnöf c jnigöt* lob Vöa# 

een ÜBan die Godt vreefde, ende afweeclc 

van hetquaede; niacrnog!)tanéUïacgöt(j^/< 

3;0b I?. aó, Gy fchrijft bittere dingen te^ 
gen my , gy doet my erven de mifdaeden mij-^ 

ner jeught. (^nöc no0Ï)tané toas ()vi <Ooöc* 
b?cefcnöc enbe religieus oljcinecfï uan fi|ne« 

jonckheytaf. ^!ob. 3ï*i8, ^afC ï)ü fpje^ 

ftenöe üanbe Jl^cDutocn tnDeJDfefenfeoljt:? 

Want van mijnejonckheyt aen is hy by my 
opgetogen, als by een Vader : ende van mij- 
nes Moeders büyck aen heb' ick haer gcleydet, 

,ï5u inbif n Dc fonöen öcr inx^t f fo bitter fijn 
0eVDeefl aen lob enbc David , fulche <0obts 
fMïge Jg^ecfoonen^ ï}oe bitter farfe öan fijii 
aen Den genen / Die De onoecegötlgfjept treöi 
ken met koorden derydelheyt, ende de foW 
de als met wagen-zeelen ? 5I^je moeten nooDt^ 

faecïteïiehö'cen ofö'anöer tijt boelen enöc 
binben/ bntöet \$ een quaebe faeeh/ enbe 

bitter den Heere te verlacten , enbe bat fijne 

vreefe byhaerin l)aece jcngljt niet gctnecfl 
en Ié/ geïijcft beï>eece felbc fpjcecht/ ^er. 
a. IC?» 5^i}nen enbe fmecten Ijêbben bie niet 
nÏÏeen mbaece lichaemen, maecooeïun^a* 
re confcientien fenagmgen te Viectoagliten. 
g|eï» fegge baeroni/ gelijeïi Abner tegen loab, 

C 5 2.^ann 



31. 19. 



Auguft. 
Conftff. 
libr. x.cap. 
a.&4..& 5». 
& libr. 4.. 
sap. I. 



flieron^ Ia 
«Epitaph. 



Sald. SBct' 



258 Rlcynckcrckc. 

^aitl. 1^» Weet gy niet dat^dit int I aet- 
fte bitterhcyt lal wefen. rf5)Cl)00n Augufli- 

nus in fijnen ^^uöccöom fo hi 'i3oötfali5ö^pt 
Deeftuptgefieecfecn/ al^ te Uoo?enm<0ol>ts 
looföept/ foO?ach öeni nogbtan^ niet bit« 
tecberop/ aï^ fijne boetepen/ enöeöeeteï^ 
fteöen / Die öp in fijne jeug&t met fijne nieDt= 
gefellen beD^eben!)abi)e ; inbe boechen ban 

fijne belydcniflen , öie l)P töel dcrthien in Ö^- 

tale öeef t gefc()?eben / beMaegljt en betoeent 
|)P met betorgingen/ fijne tuiilpf Ijept ban 
boe J)p maerfefthienjaecen onbt toa^ ; en 
fijne tiieberpe boe bp negenthien jaccen U)a^/ 
ioopenbe met anöcce jonger^ peecen fct)uïï^ 
'Den ban een boom / nietuptlnflombie te e^ 
ten / maet upt encfteï moettoil/ om öie te 
becnieïen/ ofteboo?bebeccften^ tetoerpen; 
onöec anöcce feec opmercheïiclte öingöf » / 

fegbt bp : Laeten my belacchcn de trotfe > en- 
de die niet heylfaemlick van u , mijn Godt , 
gcflaegen ende gebroocken fijn , ick fal eghter 
mijne fchanden u belijden 't uwen lof. Paula 

een <0obtbiugötiöÖc ©lontoe inöe eerfle 
ftereh/ Die öaerom inöaete jeugöt te meet 
be töereïtöabbeingebolfljjt/ ombat'fc ban 
feet €beïen/ jae ban lionincblijchenöupfe 
b)a^/ bjcenbe oebnprigö obecbefonöenlja? 
cee Soncïtljcpt ; toaec obec bermaent fijn^ 
be ban Hierony mus^bat'fe öaec gefigljte boo? 
begeftabige traenen Deel onbcquaem foube 
maechm om be i?epïige <^dj?ift te ïefcn / 
toilbe ebentoeï niet af lactcn / maec ant- 
tooo^be feec €l)?ifleïicft . Dat aenghefight, 
'twelcke ick tegens Godts bevel fomenigh- 
maej geblancket hebbe ^moet nu vervuylt fijn, 

hcc 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



Kleynckercke. ipj 

het lichaem datfo delikaet gehouden is , moet 
gekaftijdt worden , dat fteets lachen met weet 
nen vergolden j cnde dat faghte lijnwaet , endi 
die koftelickc zyden moeten in een hart kleet 
verandert worden. 

öingben toeïcfte tte vreughdén onfec 
Umht fijn I \m <0obt öichtoïlö öe bittr? 
re laflen onfe^ ouDerboni^ toefen, ^00 firt^ 
men oocft imnicr^ öicïttDil^ gebeucen/ öat 
bie gene / Öie in öaec jeugl) t fo (0^ Ijebben ge* 
ïopen/ baer nae tot beeïberïeia eïenben ïuï? 
men te gccaecften 5 fommige tot Teeringhe , 
eenige tot Gight, anöcce tot Water-fughtj 
fpfeonnentot öaec öaegen gefeonien fijnöe/ 
ïeben nogöte flerUen. fjob. ao. n» Sijnc 

beenderen fullen vol fijner verborgene fon- 

den fijn, öati^/ met bie pïaegen/ Vueïche 
JjpflgÖ bejaeïtïjeeft boo^beboofefeytenri)*^ 
net jeugljt / gcïöcö bie pïaetfe too^t bechlaect 
ijan Mercerus, en oocït tWmii fo nip Vtieï 
gebencïit tjan Beza . ^nbece too?ben göe;= 
öïaegöt nietbalbabïge enbe ongeöoo^faeme 
Rïnberen/ Daec fp niet aï^b^oeföeptaenen 
fien/ enbe Ijaer niet anbec^ en fijn aï^ een 

bitterheydt des geeftes, om bat fp in ïiaere 

Jengfjt tegen f)aere(^uber^ niet een Daprbe* 
ter fijn getoeefl ; gcljjcft bie B^an / beVuelefte 
ban fijn ^oon met bet öapr booj't Ijup^ ge? 
tcocben toiecbt/ enbe tot aen ben bo?peïge? 
Itomen ftnbe / uptciep : Soone treckt my 
dogh niet verder , want dus verre plaght ick 
mijnen Vader maer te flepen , gelijch Hon^ 
dorffius becjjaelt. i^et ié een baflen cegl)eï / 
bat bie gene / bie ondcugt ploegen ende moey- 
tefaeijen, befeli^e oocli maeijen. ^b,4. 8. 

©e 



Mfrcer. ia 
loc. ciac. 
pag. I ƒ0. 



Hondorf. 
in exemp^ 
quart. pr»-' 
cept. pag; 
mihi, 359. 
num. 13. 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



'■(li-; 



V 



300 Kleynekerckc. 

5^e)eu06t mepiit DicïttDil^ bat öart aiïeö töcl 
Docgljt/ loatfpaenUangöt; l^tt gaet (frg* 
0en oocfe tod te meté öc €>uöec^ ) met öe 
(oncltöept beur / 'txi beter boo? geftoot aï^ 
tiae/ etc. JBaer getoiflcUcft/ 'ti^eentoegj) 

bie toeï reght fchijnt in haere oogen, DogÖ 
Ijet lactftedaer van zijn weghcn des doodts. 

^^ob. 14. 1 Hangö bo?gtn / iö bia onfen 
<0obt/ geen qupt-fcljelben. ^iet Pf: 50. 2 k 

Ier.3i»9, 10, ii.-ii. i^. En- 

de gy in ulaetftebrullct, als uvleefch, ende 
u lijf verteert is : Ende fegget , Hoe h ebbe ick 
de tught gehaet ? etc. Hoe hebbe ick mij nen 
koftelicken tijt deür-gebraght, ende den dienft 
Godts verfuymt in mijne jonckheyt ? 

9. «ÖeöencfttOOCft eyndeiick, toie ï^/ 
liieonö bit gebiet; te toeten Godt, bien-Jtl^ 
tttagötigcn ^cbepper/ betoeïcfte geïijeft öp 
on^ gefc(jaepen beeft / alfa tocberom on^ 
ïian Vernietigen / inbientop öem vergeten, 
aenljeni gedencken, Uergeït Ijp gena^ 
liigïjlicfe; maerbiebeni vergeten, llraftöp 

geitrengclick. €nbC fo fcljljnt Salomon een 

reben bebecfttelicft te nemen/ om bejcugöt 
totbeb?eefebej3 J)eeren op te toecUen/ tan 
<6obt^ magftt/ boo? betoelclie alle bingen 
gefcöaepcnfljnenbe beftaen/ al^ Ijp fegljt/ 

«&irt xSam. ^ccL ii. I . Gedenckt aen uwen Schepper , 

etc. <i^nbegetoifTeMitoieenfoudehemniet 
vreefen, toiecnfoube aen öcm niet gedcnc- 

ken , bOO^ wiens aenfchouwen de aerde beeft , 
«nbe bOO? wiens aenroeren dc bergen roocken, 
<ae bOO? wiens aenfchijn de bergen imelten als 
was? ^f: 104. 31. Pr:97.5. 

II L .maergelijcliüft nuttigh enbe noo- 

digh 



Sibel. 
Frxn. lu 
ventur. 



3. 10. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 



i 



Kleynekerckc. 301 

digh I aïfo \i öet oocft biliijck öen ^tm m 
fijne jeugljt te öiemii. 3©ant / 

!♦ W^l \$ biJlicker öan bat top fchepfe- 

len, foon^öïetjenaenfleflen/ enöe befiieten/ 
bat ï)et Dienen magD tot eere lian onfen 

Schepper? ^nöefo fcÖljntSalomonmÖelJOO^? Cartwrigt; 

geöagljte plaetfe niet afleen een reöentene^ ^oi «1^*^" 
men üan öe maght <0obt^/ boo^ betuelcfte * 
aïïebmgenaefcljaepenpeeft/ maec oocft 

Ijanbe weldaet be^ Scheppinge , aï^ Öp f egljt 
niet alleen gedenckt aen den Schepper , maec 

uwen Schepper, etc. <!Bnbe geüjifleïich be 

Jlecce b^eft alle dinghen ghewroght om fijns 

felfs wille , ©?otï, 1 6. 4, moet Xyxzt Uan 
on^aï^ onfen ©abecbemmbt/ enbeaï^on^ 
fen i^eere ge-eect tuo^ben. ^nbec^ foub' 
bp ftïaegen .IBaï; i. Een Soone fal den 
Vader eeren, etc. <Dït Beeft felüe be natup* 
rebenïjepbencngeïeect; EpidctusbenPhi- 

lofooph fepbe : Indien ick een Naghtegael 
was, ick foude doen, 't gene een Naghtegael 
doet : maer nadien ick een redelick menfchc 
ben , wat fal ick doen? Ick fal Godt prijfen, 
ende noyt op-houden ♦ Ende u-lieden ver- 
maene ick dat gy oock fo doet. p t)eeft on^ 

niet alïecninfiiïcftenöeecïicfteu üpttecUcften 
ftature gefcljaepen ; 5^aei: otjec David uptf 
roept / 5Pf • ^39» i4« Ick love u, om 
dat ick op eene heel vreefelickewijfe wonder- 
baerlickgemaécktben, etC. .ïBaec Öp ft 

on^oocUbegaeften Uerciectmeteen redelic- 
ke ziele; J|p jjeeft on^^gccn beeflen / maec 
menfcöen gefcljaepen ; $p t)ceft on^ upt den 

buyck uyt-getoogcn ; ü^p J)eeft on^ op hem 
ii^cn vertrouwen ^ zwijnde sien «nfcr moeders 

bor- 



if:. 

• 

V 

••• 



X; j 
fl I 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

458 H 122 



5 02 Kleynekercke. 

borften ; op l)em lijn wy gheworpen vande 
baer-moeder af 5 ende vanden buyck onfer 
hiocdercn , is hy onfe Godt geweeft , 5Pf ♦ 

ai. 10. 1 1 . laet on^ öan niet fijn gelijcft 

be Peerden, ende muylen die geen verftant 

cn hebben , §3f : 32» 9» ?Jae niet etgöet : 
IBant mbien top aen onfm Schepper möe 
bacgm onfcr^Jorinljlmoljfcfjap nict englje* 
bencften/ fofaïop on^ cecj)t paffen Die ccn^ 
(lïge bepcaffïnge <ÖoDt^/ €fa. i. 3, Eea 

offh kent fijnen befitter, <|C» ^iet pf. 1 9* 2. 3 . 

2, ^entijbt tjanonfè jeug&t/ i^oocftöc 
feefle tijt onfci^ïeUen^ / om on^ fcïUcn te oeffe^ 
nenmöe Religie, enöemöefcöuïbige plïgD^ 
ten t3an45oötti?ugl)tigljeiit» 3Bant / 

I !Jonge ïicöen flebben meerder bipöeit/ 
enöe minder bcUonmtetitigen / aï.é Ujanneec 
fp totïjacreiaccengeftomcn flin: toant Dan 
ftti fp Mol fo2ge enöe behoninictnifTen be^ 
I)«|ifgef1n^ ; eiibe l)ct gebeurt ban al memg- 
niael / baff^ niet beïe tpbebche bin^^ 

gen bekommerende, öateene dingh betge^ 

ten bat noodighfcis. ^iet i. Co?. 7. 33. 

I I 3onge lieben Rebben oocft meerbec 
Itcagöten/ niet aïïeen öe^ Uchaems, maer 
oocft bet ziele , om bet)oo?ïicften <!5obt be 
i^eere te bienen. 3n befehtijt on^ üc- 
haem fleteft/ onfe herts-toghten fijn b^an^ 
benbe en bïoepenbe / onfe zielen meeflaftijf, 

tnbe töp bcquaemft om bie foetigheydt te 

fmaecheh/ taeltfte 1^ ïnbe toegen De^ eecen. 
longc gemoeberen fijn beeï bequaemet tot 
hitte enbe vyericheyt te bjengen / ban bé 
oude, If lerom tuenfcbte pemanbt niet qua? 
ItjcFi / bat &p mogöte öebben De drift des 

jeughts. 



Kleynekercke. 303 

jeughts , enöe ÖC befetheyt van den ouder- 
dom. (Bobt ï)C0Cfcöe boo j !)em De eerft-ge- 
boorene 0c|)cpIïgljt te ïiebben / <iJ)c. 13. 2» 
bat öe jeugöt tó jjet befle ban onfen tfft/ 
Oelrjcft De eecfi-geboo?etie öet begin onfer 
kraght fijn/ geljjch lacob tegen Ruben fep* 
De/ O^en, 49. 3. Ruben gy zyt mijn eerft- 
geboren, mijne kraght^ endehet begin mij- 
ner maght 5 de voortrefFclickfte in hoogheyt, 
ende in fterckte . (^nDe iii Defen oofiohte ') 
mtVet ten groot WieTSieooSielSÊeeii 
eerft-geboren te berïiefen. ^let Exod»4. 2?* 
^Rï^aer Dieplaege/ Die <0obtDaeeDenEgyp-| 
tenaeren beD^epgljt / brengen De menfcöen 

op Öaec felben / Ö^eC eerft-gebooren ber-^ 

DecbenDe/ öaere jeught , öet begin haereD 
*eag|)t. ^ 
©an natupren (ijn top in onfe jeugöt / befl 
bequaem om meefl te leeren/ enDe 'tgene 
hïp Dan leeren/ ftonnen top aïDec-beflont^ 
ÖouDen . <Bn^ gemoet 1^ Dan al^ kley en 
was , bequaem om aWe formen te ontfangen. 
^ien geur ban(aoDtfaïïgl)ept/ Dieoné öe=» 
moet Dan MMt/ bitjft on^ lange bp"; en=» 
oe Die verwe enftanDaec nae niet lichteïicft 
toeDerom too?Dcn npt getoaffctjen . 

Ijetlicljaemafgaet/ enDeDe^ieïeber^ 
flapt/ foenljecftDesiele niet alïeenhaecge:: 
tooone bermaecft foo niet in lichaemeücke, 
maec oocft niet in geefteiicke Dingen. 
reDen toaecom top meet ban <ekiDt i'nDen 
temel fnlïen genieten/ Dan top {jiec Doen/ 
of ftonnen Doen / i^ / om Dat onfe ïicftae^» 
men bequaem fuïïcn gemaeehttoojDenbooj 
onfe sieienj top f«»en geen ban Diebeïetfe^ 

len 



504 Kleyne kercke. 

ïm üté bïcefclje^ hebben/ geen ftoaeMjept/ 
geen indifpoikieöoo? fiecïite enDe onöecboni/ 
UjeïeFie ou^ nubccïjinöercn; €nöe öaerom 
tnoet'ct nooötUjeubiolj tjoïöcn/ öat ïjoe De 
jielê beter enöe bctiuaemec tot oeffenin^ 
gen / öoo^beUeaöljten enbe vigeur toan alle 
faculteitenjljoe'fe oocïi meccbet gcmeimfcljajti 
iuct<0obtltau!ijebUcn/ eube fmaeclien lian 
De foetigheyt, Uïricliei^ in <Dobe^ tajegljen. 

5De jonge baejjen fijn be uytgclcrenitc enue 
ftefte baegljen/ gljelycïi Salomons tooo^bt / 
ticakf. 12, 1, in 't oo?fp2oiicfteliclte fcöijnt 
tttebe te brengen, 't <Cpgen bJoo^t baec ge^ 
\)^i\lK\{t/ betei^cïientuytgelcfen , fube foo 
lü02t liet bectaelt / ^. ^anu 6. i. ^Iü3acc 

gefcgljt lüO^t/ bat David vcrfaemelde alle uy t- 
gelefene mannen in Ifrael, bic beqnaeinft cn^ 

be befl gljeoo^beelt Uiaccen tot ben oojloglj ; 
<lBn fo geeft Salomon te ïiennen/ bat jonge 
liebenbcquaemft fijn tot ben bienfï be^ ïjee^^ 
ren ♦ oBnbe befcn fm fcljijnt luel met, bien 
Tcxt obeeeenteïtonien: toant Salomon bie 
tooozben / bie l)p lio?tclicli Ijahtit boo,^gl)e^ 
fielt V naecbec UecMaecenbe / fegljt: Eer 

dat dequaede daegen komen, endede jaercn 
nacrderen, vandewelckc gyfeggcnfult, Icjc 
cn hebbe geenen luft in defelve» $>p nocirtt^ 
'fequade daegen, niet al^ OpfC quaet in Ijacc 

felben \13aecen / maec om bat onbe lieöcn 
wet fo Ueie fiecliten/ mxm/ enbe qneUin^ 
E'ionapud nioeten löojtielcn. aBaecom een Phi- 

Laerc.iibr. i^fooph ben ouderdom een Haven van alle 

4.. devita f ^ 

Fhiiofoph. quaedtnoembe. ^ ^ 

€m mrnfcöe lian nei:öen^ nae foo mi 



Kleync Kerckc. 504 

tomft botn / aïjS aïle föne ïS^ietiflRnecfiten 
aönlian öemlueöl) gcgaen / alja^ öpftonbe/ 
tioeni&|ife alle Batibe tot fönen öienfl^ 3ïit^ 
Den outierdom omB^mftcn ootft be jtele be^ 

fedienft knechten, txit Of doodt, of traegh en 

mift^untfiliaer ^ijn j (èen peberiidtbejiKi Konnepi* 
töaeni^/ enbe facuitcyt htt^itU/ i^Teetf"'^ 
fliacft enbe (am getooibcm #§00 bateettboi,ï*mai. 
menftöe/ luelcfte/ fojöDlooiJ mftjnejeugcnreierva- 
^ibe / benclit ötocte bingen te boenaijf "'^"i^l. 
5ï» oude 1$^ / Kcijtelijcftett ïian bebioogen 



rem con- 



toojben. mojnt ban te ttercfte te öaen ; p«- 
m^aerulue beenen , bie u Ucjaem licijoo|- '„^^^ • 
tïen te blagen / buygen Jacc ban nebec ; of Brev'it. 
i jtin fenocöiïectft/ foobergaetnotfjtanjStae.cap.^, 
» u gehoor , ülbe be twee beuren na be jïcai 
te lüo^ben gcflootcn ; 5^an nie?,mtöbptn 
Mtxje öuiifen (öobei^ iDoo^t te ïefen i Jiiaec 
qtïaejJ ! en gcbe ncht ö&t» met bat ban u ge- 
fichteul^anfe^.lïcn♦ <ü)fjöebjeljoopc/ bat 

ge ban OlSDbe^ !l^00jbt fult overdencken 

tot tvoofï t»an utoe^^ielef .ïl^aerejLiIaciSi 
fao bcel fmectin fult olui in ulxie öcenrn 
öèboelen / foo bcel niürecfUngen / enbe 
l^tjnrn tn alle beelen ban u licgaem / bat 
U^P baertoetnepmaö lu|ï fultöebben/ en 
geneöentfte?,H* t}ot meciUgljniael gebeurt 
'et bat oiibe luijben ban geen öingö gevoe- 
len öebben/ ali^ Ijet gev-oei liarfc}tijnrn» 

fóaCt verftandu gaet af / Öare memorie Ijer^ Sic; n 

flapt / ftaec iierce berljr.rt boui be ge? n^'i»^ 
Iboonte bcr fonbe / enbe aljS vet papier/ Seif* 
. op 'tltieidiemen xutv^ ftnw in-b^ucfienof< rueivart 
I te fcDiijben, <fi5ube bonden bcbaubenge^'^^"^'^^*' 
bo^n te mctccfmi/ fj^aotTióUenfeetbr^ ' 

flvoeVöö! 




5o6 Klcyne Kercke, 

ftoaeröe fattftt* <êtmn Diogcneseen^ ge^ 
ir^cted^t smtlie ; Wat üUntjifsSftt in Ut 

ïebetl toöÈ^ ; ÉmtUOOltïe ; Een arm oudc 

maa. J^act met meerbet retftt macft til^ 

oudtt'^/ eitfonbetkennifle, fottfietgeloo- 

ten. 

i©le Ijl dan ftequaem om dekenniflète 

leeren , tïitt hcc gehoorde te verftacn? 
U getb^fT^tjcfe be gefpecnde van dc 
melck, de afgetrockcne van de borften, 

4BfHU 28 1 «©en ottben geeft men gebodc 

op gcbodt , regel op regel ; be fonge Iftnl^ 

quamei: om te loopen be tpeegenban <$ob$ 
0etu|t0en(ffe« ^aerom fielt niet upt<2Bfobt 
te bienen tot utoenoubetbom^ «^egil met 

Alexander, Hl^ fm Mttfttt Ariftotelcs 

jbemt(et fftjgteontSoubenbanoDjloogen/ 
tot bat 6p toajl deüomen tot een boU 
maetfiten ouberbom : lek vreefefcer, foo 

ick langh vcrtoevc, dat ick fal verliefcnde 
hitte endéviguer van mijn jeught. ]pafl ftiet 
op toe/ Prov. lo: 5.Syr.25.5'. Macth.<J:20. 
Prov. i:?,4> f 

3 ^oubentopaen^Sobtniet gedencken 
in onfe jeught , baet top toeï toenft&en bat 
!lt> aen oniSgebenciie/infonbet&eFtirqua^ 
be bagen ban fteetiten en fmatigfiept ï 
Xenophon üfonbe booj ftet ttcöt bernatttf 

re feggen : Dat de Goden dan alder-mceft 
van den menfche gedient moften worden 0 
als hy voorfpoet badde, om dat hy in noodt 
vervallende , de Goden vrymoedighlijck 
moght aeoroepen ^ als die dan fijne vrienden 

wa- 



Kleyne Kercke. 307 

ïï'^ïï: ^^^^ önotmi/ octft 

W fit; toeberom on# btrgmtu ftof. 4.6. 

Dcwijic ghy de Wet uwcs Godts vergeten 
hebty foo fal ickoockuwekindercD vergc- 

tcn, ^tmfi fifi^ ntt tthie oorenfJoptbooi 

8^/ 91^ (eu doven adder voor de Item me 
des bcfweerders , |^fjrf, 58, 5, ^00 fal 00(è 

SSÏÏSLr^P^ ^^^^ ^ ö^^^^^ / fi^Ö 

vcr- 

, mecnignvoldight. ^fat. i* it* Prov. i. 27. 
I 5* I O* UoGse 5 ibiceckt « want uw ' 

öOt 




«manna h 

' abooa ^. ^ 



D R U C K-F O U T £ . 
AKbo d*^utheur de druck-perfe felVe niet heeft konne» 
by-wooneu, foo xijn eenigeii fou?en tn-gefloopcn, 
onder de wel^ke den beicheyden lcler,del"e volgen- 
de 5 die maer ter loops hier en daer xi\n aenge- 
merckc , fal aldus gelieven te verbeteren. 
Pag.l?.reöe^27. .?eeg. fcherp^fnijdender. 
14» 7» ïlCt]t* DatCyprianua 

2^4. 6* ^ttft* vrucht. 

13 ♦ M.tC\i. Fefulaenfchc. 
!27* I?. 2lectl» Irenaeu?. 
go* 28» ^tt% verlockingen. 

2^» H^Cfl» Felicitas. 
4Q« 12* 3leffï* verlockingen; 

A2* 34* 2lCJfl« vrucht. 
^4* ai. ECC|1. Pf.38.10. 
64» 2X. Uttfl^ gevallen i5. 
68* r^ö/2- Scefl» als de fel ve, 
7U 4» 2lce(L kettcrycn. 

104» 4» %tt\h necrftige; 

Xo6é !!♦ 3lCC(i* doorfoecken, 

H^* 29» 2lee(ï* verdelgen. 

325» 10. ïeefl» den. 
124* Eeefl» befchuldigen. 

igr, 17. %ttii, I. 

15T. 4* gedacnte. 

I4P. 25* Heefï* quadewerckco, 

l6jr» 17U Heeff» want. 

177* 9» 2lee(l» daer na. 

i87* 19» vervolgerii 

190. li UUftf prijfelijck. 
Pag. 25& re0» 2* 2leefr komt. 

:t69* 17* %tt% infonderheyk 
27 !♦ 2lee(f* uytvocnnge. 

a73^ -2i» 3leefi* confularc$. 

14* 3leefl* lohannes. 

!»86« 29» Heeft* of. 

^89* 3Vf ÏUepf hebben. 



Eenigc wcynige druck-fouten , die in d' Opdracht , we- 
gen 'tafwefcn des AutheursvandeDruck-pErfe> ïijn 
ingefloopen, fai den befcbeyden Lcfer aldus gelieven 
tc verbeteren. 

^Og*}, teditUo« %tt% droevighftexi. 
2S« 3leeff» geern. 
9» IX» %Ct% ËDteryen. 

17* HceflU en 
lo, ïlerP* Huysdes. 

II» Huil* Juliana. 

So« 2* 3Lufi* Bucerus. 
35« 4# Uttft^ Academie. 
<^6« ai* Ilet0« behooren, 
Z9* SWfr ruyme. 



Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

458 H 122