Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC.
Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by coortesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 20 11 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesJ LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
37 '3 V<J.
ECCLESIOLA,
Dat is >
KLEYNE KERCKE
Ofre,
Aenwijfingcn door welcke oefFeningen, en
betrachtingen van Godtfalighe3^dt , en
Godtfdienftigheyt , de uuyfgefinnenAtt
Chriftenen , Kleyne Gemey riten konnen
worden Met beantwoordinge van
alle legempcrpïngeriy en de vc5or-
fteÜinge van Beu^eegredcncriy
daer toe dienende.
Door
. S I M O N O O M I IJ S,
Dienaer le[u Chrijli in de Gcmeynte tot TurmerJandtf
t'AMSTERDAMi
By lacoh Benjam'm ^ Boeckverkooper, in de Warmoes-
llraer, by de eng Kerck-ftecg, in de Druckcry. i6^i.
Vpgegz\mi 'Volgens de ge^oone ordre
der Kinken hier te Lande.
OPDRACHT
Aen den
Eörwaerdigen, feer Voorfienigcn, ende
Godtvruchtigen, Heer,
ANDRIES MARYNSEN
van der VEE R,
Vermaert Koo^wan , en weerdig Ouder^'
dcrling in de Gereformeerde Kcrcke
/. C. toe Lcyden,
Seer waerde H^tr, cn J^nemh ;
Aer worc in defe dagen veele van
de Reformatie y ende Verbereringe
gelprooken- endeook gewiireiijck
niet te vergeefs : Want wy bele-
ven nu een feer godtlooiê ende ongebonden
eeuwe , in de weickc deChriftenennoch
daeglijks flimmer , ende alle Chriftelijcke
f lichten noch flauwer betracht worden , ja w^ei
by na in vergcetenilTe zijn gekomen. Indien
nu den Soone des menfchen op der aerde quam ,
fcecker "ti^eyn'tgh gekove QiidQ kracht van Godtfa^
ligheyt , foude hy onder fijne Chriftenen vin-
den. Des Oudtvaders Chryjofihowt kUghtcchryfcftkh
over den verdorven ftaet des Chriftendoms ^J^J,*^
ten lijnen tijde, mogen wy wel de onfe maec-
ken ; roor dejenyiücrtde K^rckeChriftigekemuyt
de maniereUy als den \»andel , of van alle, of van de
meejle Chriftenen^ beyhgh tipas j maer nuzjjndit-
2) Cbri^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Cap^ 7.
OPDRACHT.
Chiflencn erger dan de ketters , ende heydemt
gey»orden. Nu worden de menlchen wijsge-
rcéckent , na datfe goddoos zijn , endede
Tonde is tor fulcken hooghte gefteygert ; dac
alle dii)|^en bemint, enrle in vcrwonderingc
gehouden worden , Godc iilleen , ende God -
lalige oefFeniijgcn uyr-gefondert ^ v;ant die
worden by na in alles veracht. *t VV'elcke als
oock' indeeerfte Kcrckegefchiede , Tooliec
Godt, gelijck 5f?/ri.^;;M5 getuygt , fchrickelijc-
ke vcrwoelHngen aenrichten op der aerde.
Hier komt iiochby, datonfemcnfchenroo
jammerlijck verdorven zijn, dat fe naawlijcks
^gelijck oock Mufiulus van de menCchcn ten
lijnen tijde klaegde) willen verbetert worden^
de dratik die haer behoorde te genefen,
maccktTe fieck, gelijck veele die Tie-ver in
hare iicckten willen uyt-teercn, dan langer
fulcke bittere pillen necmen. En dat is im-
mers waerlijck den droevigcn toelbndt ?
Oude klachte van den yverigen en Godt-
vruchtigen Maiirhius l^ljodorptus , moogen
Lu^ijf/'''**)^^ in de(e daegen wel vernieuv;en : Het is y
orthU.' [Godt betert 9 daer toe gekomen , dat men felfs
met alleen niet cn traght Godts rycke , va fij-
ne kraclu , in onfc herten te hebben , macr daer
men felfs te rugge hl'yft , yi)Hde men oock ift-e/
geeren , dat een yegeïijck te nigge deyfde.
jAls veele , met Sanehallat de Horannter ,
Jende Toiw de Ammonitijche knecht^ Nehem»
(cap» 2 ; vers lo. hoorcn, d^t 'ex rfders een
7V<r/. cit.
O P D R A C T.
tttenfche gekoowcn is , om ytf.it goas te foecken
voor Godes Kcrcke , en het Lande, foo
mifhaeght haer dit met een groot nuf hagen.
Tegen fulcken eenen neemr men eenen
openbaren oorlogh aen ; of anders men
j pooght alle fijne Godtvruchrige raedtfla-
g^n , ende betrachtingen, hsymelijck vruch-
teloos, ende by een yegelijck, 'k en weet
niet door wat voorwendingen , verdaght
en veracht te n\2LQcktï\^ Saneballa t toonde
I hem oock geneegen om tc bouwen a^n
j de vervallen muuren lerufalemsy als hy al-
! tfermeell voor hadde den opbouw te ver-
1 hinderen, Hoe veele hebben defe loof-
1 heyt van hem geleert ƒ Ende dele zijn iw
der daedt de fchadelijckfte , gelijck in fij/
nenjijd^t ondjïrvQndt jdeji vyérjgê n J?f/or\
JhatmiLutbfius , A-weIcke icyde ó^n ds val^l
che vriende n hem binda'IijdieïL9,JauJ2SU^mfche{
P fUkami.
Andere Hen wel te mets dat , indien Kerck
en Landt lal behouden blijven , reformatie
noodigh is ; Maer by haer en is geen geefte-
lijcken dnft , of kraght om die voort te fet-
ten , ende te beginnen ecrfl in haer felvcn ,
ende daer na oock in andere. De liefde
des werelts , ende der weilulten leght
haer foo fwaer op het herre , en fteeckc
'er foo diep in de ziele , dat (c geen on-
verwinnelijcke crjragie konnen hebben , om
ycts goets te doen voor Godt^ voorde
A Godt-
J7.
OPDRACHT.
Godtfaligheyt , voor andere , cn infonder-
joh.ciuvtt . heyt voor hacr eygcii felve, Eentrsifelijck
^^J^^Hiftory-fchrijver klaegt niet fondcr reden;
jisiBr'\De meefle maecken haer t^erck van vermacck , cn -
hnghtigmtghyr-^ dïe '^ortfeldcttgeften, die na het
)Hemelfche Vader lam m den Hemel Jiaety die voor
) hem d' eeu';t>igc fcbaven bercydt. Seecker vcele Ti e«-
{fchcn beeter t'yden ^ waer yi>eymgc of geen verbeteren
[Jjaerfelven,
jA^^och fchnon de tijden foo verdorven ,
^""^nde die, dewelcke ernltelijkop middelen
van verbeteringe dencken , veracht en y\e?ynigf^
zijn, gel'ijck ty^ee bloote kudden tegen over het Le-
ger van die machtige , ende rafende ^jfyrier^y
die het gamfcbt Landt vervullen ; foo moet
evenwel cenyegelijck , opwelckenrfe mf/è
dei Heeren is gevallen , den moet niet laten val-
len , maer als covragie tegens couragie , ende
gewelt tegens gewelt ftellen, onvermoeyr,
fiantvaflighy onbe'^ccghïijk , ende alt\jts overvloedigh
zijnde in dat goede des Heeren. Hoe de
rerdorventheyt grooter , het verval fwaer-
dcr , ende den tegenftandt machtiger is,
hoe der oock grooter en meerder yver,
oock yvcracrs, vereyfcht worden. In *t goe-
de moet men fich niet laten overdwarfen ,
maer met een voornecmen des herten , den Heere
hertncckig ( op dat ick alfoo fpreecke) by blij-
'■ ven» Soade een wan, als icky vlieden , feyde 7^e-
Nch, 6 hernia» In*twerckder Reformatie^ moet men
meerder fien op den plight , die herftcit dient
te
T r
i3t
• • • '
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag,
33;
ooi'
OPDRACHT.
te worden , dan op het gevaer , en de den te-
genftandt Infonderheyt nadien onfen Godc
niet gewoon en is , groote dingen onder ons
te doen , dan door groote beroeringen ende
hevige op^ofitien. P4«/i woorden zijn bekent, O
I Corinth* i 9» My is een groote ende krachtiger
deure geopent , ende daer zijn nek tegenflandersA
Soo gingh het oyt en oyt , gelijck breeder ge-
toont foude konnen worden; diederhalven
meynt yets goets te verrighten Tonder groo-
te moeyte, dwaelt, en bedrieght fich voor de
handt al te jaramerli jek De Duyvel laet hem
liiet foo light berooyen* Die voor heeft
yets re reformeren, moet die giffingh maccken,
dat hmhanden^ tegenftandt, vervolgingen
en be(pottingen zijn naeckende. Maeralswy
ons werck met couragie kloeckelijck beginnen,
ende doen , foo fal Godt het fijne doen , het
onfe zegenende , en bevcftigende, *t Was een
braeve antwoordt , die Luther aen den al te
feerbekommerden Melamfm gaf ; 0 , feyde
hy , Indien het Godts faecke niet en is , foo laet fè
ons aen een zijde leggen i maer foo immers , foo laet ^^'-^^
V ons in voortgaen, ende voorts op Godthetrou^ '
y»en, '
Onder die veele dingen , in de weicke de
reformatie en herftellinge nootfaeckeli jck ver-
eyfchtwort, verdient het huyfgefin, endede
huyf-oejfeningen wel d* eerfte ende voornaem-
fte plaetfe. Hoe jammerlijck die onderons
Cbriftenen vervallen zijn, weet een ycgelijck,
(♦4) ende
OPDRAC HT.
cnde het biijckt infonJcrheyt hieruyt, om
dat fc by de meefle (ecfiige yife)'mgc namen
uytgefb'idert ) als wnt vrcemts gehoiulen
worden. Die li'ch onderwindt nicc ernll ,
eiidc volle kracht aen te dr/ngen op Huys-
Camhifaüen en Gebeeden ; op 't lejen van Go-
des fVoort, en fwy^en van Pfalmetty op gefetn
tijden, in de huyjen, cmlc op andere Chri-
ftelijckc oeffeningen , die fchijnt by na een
nieim , cndc noyt voor defen gchoort Euan-
gelium te predicken , cmie bchack hem de
vcrachtinge , en bcfpottinge , niet alleen
van demeenighte des voicks , byhctweicke
fekfcn veclc kcnnifle, en vrcefe Godrs ge-
vonden wort , maer oock wel temets 'r welc-
ke droeviger, endc den vroomcn een doot-
Jleeck inharebecnderenis) vandicgeenc, die
in defen vmgangers behoorden te zijn , endc
de baniere op te itcccken*
£nde dit is gcwilTelijck niet te verwonde
ren ; ja het foude veel eerder te verwonde-
ren zijn, indien defc heylige oeffmtngen,
fon Icr eenigh tegen- fpreeckcn , van alle en
overal, wierden aengenomen : Want 't is
d*al-oiKlc jt)ri/(fïi/df des Diiy veis, dat hydic
dingen aldcrhatelijckll foeckt te maecken
onder de mcnfchen , die hy weet dat den
menfclien d' aldermeelle vrught ter falig-
heyt verfchaffen , encle die fijn Koninck-
rijck der diiyfternifle den grootüen af-
breuck do«n* Nu ick geve ailen den gee-
nen
OPDRACHT.
nen die niet al tȆlens hlmdt , endc met een
voof-oordecl zijn in-genomcn, te oordcelen,
ho-ï bcquaem defe Huyf oefeningen zijn, om de
menfchcn , onder Godes zegen , te doen op-
yt>ajjcheii m de genade ende kenn^e onfes Heercn Ie- ^ P^hsuf,
fu Clmjii , om ie macbngh le maecken m de Schrift
ten , ende oock om malkanderen te vermanen ^ ^ j /«i
ja om een gewenfchte reformatie te brengen in
Kercke en-le Polme : Want het huyfgefin,
(geli/ck'etwelis van Ariftotelcs den Pbilofoopb
genocmt ) is 't eerflegefeljckap , ende den gront'
van alle andere • Sy zijn de Luuryen van ï^ercke
en Politie^ etidena de geene, zijn defe wel of
qualijck geftelr. Teeliugius , welckers name al-
tijts by de vroomen in onfe Kerekeninze-
geninge wefen fal, de Vaders tot rejormatie
van haer huys, in in-voeringen van Hityf-
oeffeningen op-iveckende , feght verder aldus :
Dü dus betrachtende, foo fult gby alle^eegeWive Ri'Mtjdt,
confiientïe yufcl gequeten bebbcn voor den Heercy uyfe
huyfgenoGtm dcught doen , en uxi>e ziele troo/i aen-
brengen , en fultgrootc verlicbtinge aenhrengen aen SL^Ï'.r.
de regeeringe der Politie • '^'ani toch alle dtfordre""f^^'^'^''
-^elcke iiytbrecckt inde Politie, '^ert eerflgebreeyt^p!^/,]:^
in de htiyfgefinnen , daer kan dan den Bafilifcus
in fijn eyeven beji ver treden yi^urden, Daer kon de
gewiflTelijck niet waerachcfg;r gefegt worden.
De vroome hebben langen tijt na i?efon>w/i2
in Kerck en Sraet geweiifcht:, ende haer te
mets veele goede dingen beloofr ; maer fy zijn
genootfaekc de klachte der Kercke, Jcr.S.'zo.
S) de
OPDRACHT.
dc hare te maccken : De Ooghliisvoorhyge-^
gaen , de Soomer is ten eynde ,* noch en zijn Tby niet
vtrlojl. Mm yipacht na njt van genefinge , maer
lerem.fnffiet, dacY ts verfchmkktnge ; alle dingen blijven
alfoo gel'tjck van het hegtn , ja verergeren noch
' 4- meerder. *t Komt hier van daen , om dac de
Huyfgefumen metonwetcnheyt, roeckeloof-
heyc , ende alderhaode ongebondcntheyt
vergiftigt zijn» Soo langen tijt onfc httyjen
niet in /verder verandert zijn, fooen konnen
onfè i^ercken niet fuy ver , noch onfen StAet
geheyligtwcfen.
Hrerom moeten die geoordeelt worden
cenen nutten , en noodigen arbeydt aen te
wenden , die de menfchen tot Reformatie van
haer hnyfgeftnnen , ènde tot betrachtingen
van Hayf-oeffcningcn poogen aen feleyden,
cnde op te wecken. Ende in delen hebben
een byfonderen lof verdient, de Hoogh-
geleerde en fecr Godtfalige D Petrus JVitte-
yvrongely en D\ Francifcus Ridderus^ Mannen
die haer gantfchelijck hebben over- gegeven
ten dienite van het Huys-Heeren. Den
ecnen heeft ons het ecrfte deel van fijne CJm-
Jielycke Huyfhoudinge gegeven , en het ttipeede ,
in *t byfonder op Huyf-oeffeningen flaende ,
hebben wy tot dus lange met fonderlingh
verlangen te gemoetc geficn. Den anderen
heeft fich aen ons verplicht met fijne dage^
ïijckfche Huyf-Catechifatie y beftaende in Mor-
gen, Middagh , en tAvondt -oefeningen i Ende
als
2^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
!
Tl..
UK
^1
I OPDRACHT.
als ick nu onlangs (agh dat oock defè van de
mijne in onfê (eer bloeyende , ende lieve Ge-
meynte, oponlcaenmaeninge , met aenge-
naemheyt ontfangcn , ende luit geleien
wierdt, foo hcbb' ick gelegentheyt geno-
men, om fe (oo in 't byfonder , als in 't open-
baer , verder op te wecken tot een ernftige
betrachtinge van dele ocffeningen yin haer huy-
fen; ende oock, door des Heercn zegen,
niet fonder vrught»
't Geene wy den onfen, defen aengaende ,
breeder in predikatiën hebben voor- gedra-
gen , geven wy nu, op verfoeck van veelcn ,
korter in een getrocken in dirtegenwoor-
digh gefchritt ; vertrouwende in den Heere
dat 'ec oock noch al by defen of gcenen eeni-
gen dienft fal doen , ende ergens te pafleko-
men^ Wy wenichen ernftelijk dien dagh te
fien ende te beleven, dat wy onfegroete-
nilTen aen de Ledematen mochten fenden ,
gelijck Paulas aen die van Roomcn, ende an-
dere : Groet fulcken , of ftikken een in den Heere ,
met de Gemcynte dte in fijnen huyfe is ; cndedac
wy van onfe Huyfgefwnen konden Tcggen,
gelijk gefegt wiert van dat van F«//^?w<ï , aen
de welcke ^Auguflimts en j^lipius fchreeven :
Utip' huys achten "ü^y geen klep eKerckeChri fii te
Toefen,
Wy weeten feer wel dat defe onfe poogin-
gen befpot , ende van fommige als een nieu-
wigheyt fullen worden uytgekrceten : Want
foo
VÜeWtüft,
in LeVtt,
Cap. r7,
7<^f •
Damu/n
Vffiiam noK
p.trvam
Chrifit Ec.
cUfi/imie-'
putdmut.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxluceci by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
O P D R .A C H T.
fogaet 'et doch nu,- cle bcfpottcrs en lafteraers
EK'ch,7: 10 groenen , de plichten der Godtlaligheyt,
fchoonoockde voornaemfte, worden beu-
felingsn en fymclingcn geoordeelc , endc
die 'er opdringen worden over al af- gefchii-
purtufii- derc als onverdraechliicke en vijfe men-
n>fj'!mus. i^-h-n , Qie Hct liootc vo! wm'lc endemeu-
Grot.iH wigheden hebben ; ia te mets ah fchiin-hev-
Pag.m.i,s iigcn , en hypocrtien , die op net uytterlycke
^Ü/^tï?-^^^'*' mugge uytjuygen y endeeen^e-
34^. wel doorfmlgen , om dat 'er te mets gevonden
worden , die om Erafiü woorden te gebruyc-
ken, vjQÏ gïoote dingen fireecken, nwergeen
groote óingQn beleven ; Hierom hout men fe
alle verdacht. Soo gingh het al in *Auguflmi
tijt ; Want die heefc aldus gcklaegt : iVaer
■1. toe juieiife anderr, , oiAe -^aer op leggen fe anders
''^^'ioe^ dan indien een ijtjfcbop , of diebel'ijdenijfe doet
van Godts Hcylige name , in eenige fonde valt , een
yegelijck met [onder lingen arbeyt te doen geloovcn y
dat fe alle fooianige zijn , fcboou Je niet alle ontdeckt
en konnen fcorden. Doch *t is Godes Dienft-
/ co',r}.4- k,ncchten voor het mir.fle van ecnmenlchelijck oor-
deel geoordeelt te y^orden j die haer oordeelt , is de
Hccre, Hy die lalkrr, cnde niet hy die gela-
5, ftert wort , is ellendigh ; nochtc hy die van
5, fijn broeder wort geflagen, maer hy die fijn
j, broeder flaet , is een fondaer na de Wer,
iCyprianu,, Endc als de fchuldise den onfchuldigcn
Eptfi. III.» vcrongelijcken^ ioo lijden die ongdijck,
p*^.mih,,i) i'gYyg ixjeynen acn anderen ongelijck te
doen.
O P D R j\ C H T,
„ doen, gelijck niet min foetelijckjdan waer-
5, aehtigh vati Cyprianus is gefegt.
'r Is niet nieuw, dat men den ecnvoudigen
^athavaels ende oprechte TS^azireen ,die uyt
eenvoud ii^heyt ende toe-geneegentkyt harer her-
ten , poogen rechte paden voor de voeten der
menfciien te viaccken , op dat het geene kreupel is
fiict verdraeyt , maer veeleer gene jen "^or de y be-
fchimpt, ende een doelwit van alderhande
fpotrernyen maeckr. Al van oius afzijn de
Godtfalige de tafel-redenen , ende fatijen van
de fpijfen of der godtloofen , ofiofieChri-
ftcnen geweeft , nergens vierigcr, heeter, en-
de precïjfer in zijnde, dan in hec behouden
ende verdedigen van hare vleefchelijcke ilor-
digheyt ; ten allen tijden is op hare maeltij-
den ende by-een-komften '^Hoofi van eenen
lohannes den Dooper gebracht , door wekkers
yver fy ficn , dat hare flauwigheyt en Jauwig-
heyt wort ontdeckt en befchaemt gcmacckc
voor de werelt* Als die goede en foetvoeri-
ge luyden, om op het lachte tefpreecken,
goede cierc maecken , ende verhittct,
den van den yiy'tjn y dan moeten eenige van die
geene , die *t vervallene eenigfins poogen te
hediellen, tot haer in gebracht worden , ge-
lijck Simfon onder de Phtlijkenenjom haer den Kla^ii
gantfchen dagh tot een fnaren-Jpel,en belacchinge te ^"^
dienen. Soo wierden eertijts die gene,die ee-
nige goede dingen boven het gemeyn feyden
cn deden,Yan ÓQgeeJïelïjcke^ of ikY^beeftelycke
OP DRACHT,
m 't Paufdom ^ uyt-gelacchen , en met een
loh cerf. wonder geroep, en f omm/e of iwHl ycrwor-
2'K^f.'^'-'P<^^''55sluck daer overgeklaegt heeft lohannes
r.ijir Ecci GnfoUy enÓQ ook T^icolaus de ClernaugtSyÜQrtS'
citmt' deecken van Bayemie^ in lijn bocck van de
JschcL vadorvene Jlaet der }fs.ercke, *t welcke hyge-
mxl'iXt/ Schreven heeft in 't jaer 1416. Onder andere
fienern/. opmerckelijcke dingen fegt hy : Defe vleefche^
eda,m '4. iy(^^e Söonen der Kerckcy eubeforgeny noch gevoe-
len aHcenniet de geefielïjcke dingen , maerver vol-
gen oock die geene, die na dengeejl z'tjn y gelïjck
van de tijden des rechtvecrdigm Abels , 'ïijelcken de
vleefihehjcke Cain doode , altyt gebeurt is , ende ten
eynde der y^erelt altijt gebeuren fai , Maer de
Exiu {potrernyen en fteccken van dele jioattge file-
ren , en hebben noyt de ware Reformateurs
vertrnegbt, muer fijn eerder als ;>ec^ en/Tt'^-
vel in *c vyer van haren ƒ wr geweeft ; het geen
fin:ekryey maer een ^fe«emi/èdefcighcyt ach-
tende voor de waerheyt, ende d'oefFonin-
gen der Godrf'ahgheyt , oock in deminftc
Ihicken , te kampen , ende befpottingen
voor hare (aligheyt , voor dedciighden , en
voor den go<:den wille ChrilH le verdra-
gen.
Wy en houden het nochtans niet voor
goet , noch konnen het prijlen, dat men alk
mndere Amgtn alttjts , en op alle plaetfen , en
by rf/Zcmenfchen , ten alderttytcrjien üd-^ niet
als of wy diewanacht 5 en gantfchelijck niet
pehandthaeft wilden hebben ; Want oock ge-
Wil-
OPDRACHT.
1 wiflelijck de reformatie moet oock bc- oogen
. d' alderminfte dingen , ende een rechten
deur-gewrochten Chrillen moet hem van
i die dingen wachten, op de welcke niet eens
I de lachte , gemackelijcke ,• ende gcmeyne
j Chriüenen acht en geven, ofte ietten ^ Ja
. i ókdcCelvQ met anders a\ zemel' hmpe^yey en
i beujelitjgen oordeelen te wefen, Maer wy ach-
! tendatmeneenige minder dingen, vooreen
\ ït/ty ende tegen lijnen y^ille , moet dulden
rende verdragen, de welcke Tonder grooter
i fwarigheyt en moeyte nietuyrgetrocken, of
. « verbeetert konnen worden, weegen de ver-
dorvcnth eyt der menfchen , ende tijden,
Laet den mênfcUe metweede-doogemheytbeJirapH ^f^"^*
- 1 en verbeeteren , dat by kan 5 doch dat hy met en kan,
i laet hem dat geduldigh dragen , ende met liefde , ["Jf";";
lichten , en droevig zijn , heeft Teer wel ^ugujli- cU- 'W.
gcfeght. Men moet wel yverigh wefen ^1^'*/'*
voor de waerheyt , ende deGodffaligheyt,
{ tegen alle maniere van verdorvcntheyt ; maer
t nochtans moerde -^lifheyten voorilchtigheyt
l onfen yver alfoo regeeren, datwydew^er-
> hcyt en Godtfaligheyt geen nadeel toe en
brengen , door een al te haeftigen en ontij-
dehjcken yver. De verdorventheyt van den
: mcnfche moet men al yets voorlichtelijck
i t.oe-geven • alle dingen en paflfen niet op ^//^
i menlchen , op alle tijden , op ^//(jplactren;
t^n geejielïjck menfche moet die allewijfe^
ouder fcheydm ^ om zielen te vame n. l\
Dordrecht
OPDRACHT,
rswoordenvan ïohatities Deodams , Godtsgsleer-
/aê van Gcwcpc« , hebben my bchaegt , in het
)synodtts tot Dordrecht Met hy dus ieydc : T^tet
is Vr dat meer de belle Rcformatkn krachtdoos
maeckf , aïs een ayierfte firaffio^ ':€yt , cud^ tegrooten
yvcr, om alles ie rechte te breugm. Jbn feecker die
-geene , die op-geblafen zijnde met geelte-
lijcke hoovaerdighey t ondsr cndc boven al-
le andere foutje poogen uy t re fteeckcn , den
weefler ende het manneken te f'peclen , door
vleefcheliicke en faSiietificontentten , drijven-
de en hertitaende, nier alleen op ow»m//c en
vnmongelycke , maer oock opgoede , of ren mm-
dengeen quade dingen, mee ondcriatingen
van andere dingen , die van meerder ofgrooter
gewiohtc zijn j wat Ibnde die anders , dan fij-
ne ydelheyt en Itinckende hoovaerdigheyt
openbaren , en toonen dat hy kti finguher
aerts-gefint en vlcefchelijck was ? Die dit
doent zijn recht die geveynfJ.c , die wie-
J^^nl^s vendedemumey endededtlUy ende het komijn^ n4
' ■ ■■ laten hetf^acrfte der IVet • die een mugge uytfuy^
gende , den kemel doorfy^elgen, Macr wat een
iichtvcerdigheyt, eride iicfde-Ioof heyt is et,
die alle fuicke menfchen te achten, die na hst
voorfcluift van Godts Woort , gelijck fe
feecker weten , yets doen , en willen dat
oock andere betrachten , *t weicke foo met
haren fin , concepten , en laiiwen temper niet
accordeert of over-een komt , even als ot
picn, om voor gztii geveynjdc acngefien te
wofr
OPDRACHT.
worden, moft los en ongebonden zijn; endc
als of men , om niet begroet te worden voor
een menfche , die vreemde fratfen in 't hooft
hebbende, een nieuwe Hnfreligtey enGodlïUig-
heyt na de nieuwe jnoode wil fmeden , alle
Godtfali'^heyt.y enGoddaligc oeffentn'^en luofte
achrer de banck werpen , of in eeuwige duy-
fttrnilie iacen veiTmooren , en voorts rcfo-
luyt , gelijck men fegt , en onbelcommert le-
ven.
^ Maer van yeele ftucken , en infondcrheyt
van dj(è oejfcmngen , op de welckeghy, en
andere nu beginnen aen te dringen, is niet
veel over weynig iaren gehoor r ; lyfchijnen
by de voorgaende onbekent ge weeft te zijn
't Is feer moeyelijck en fwaet , dit alles alfoo
na te komen, &c. Wel genomen dat men die
toeftondt , ende dat dit alles waerachtig was »
foo en (ouden fe nochtans nietbehooren ver-
worpen, ofie befpot te worden, nadien fe
valt genoeg (leunen op d* atuboritcyt der God-
delijcke Schriften , ende duydelijcken ge-
noeg van de felve worden aen-bevoolen;, ge-
lijck wy hebben op fijn behoorlijcke plaetfc
getoont, en foo defe als andere diergelijcke
tegenwerpingen brceder beantwoort. 'k Sal
hier uyt-teyckenen d'antwoordedie Cahi-
nns aen die geene gaf, die hem van al te groo-
te hardigheyt ende gellrengheyc befchuldig-
den; Ickgeloovedardie', de weicke maer
,> 'een droppel van gefondc oordeel hebben ,
C * * ) n?-?k-
^1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxluced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
458 H 122
OPDRACHT.
5, naecktelijck fïen dat 'er geen reden is ,
T.x-cuf' 5, wacrom ick van al te gt oote geftrengheyc
^;'o^"'* y> befchuldigr worde- om dat ick van de Chri-
t;)«.'4 „ fleneii alleen die dingen eyfche , diehaer
^*^*^" 5, Chrifhis precyfeltjck heeFt acn bevoolcn»
5, Doch dien , die fiilcke fachte ooren heb-
„ ben , dac lè my niet en konncn verdragen ,
5, antwoord' ick, dat mijne leere niet harde
„ en is , maer dat de hardigheyt van hacr her-
„te doet, dat fe my foodanigh oordeelen»
„ Indien het fwaer is om tc doen 't gcene ick
5, leere , ten volght niet , dat 'et daerom on-
5, fen plicht niet en is» Indien de faecke haer
5, moeyelijck is na het vleefch,ick en verwon-
5, dere my gantfchelijck niet ,• maer indien (y
5, erkennen dat 'et de waerheyt is , 't geene
„ick ' j foo laten Ie liever de waerheyt
jjgehoonaem zijn , dan, na dc wijfe va» ra-
„ fende me nfchen, den Medicijn-Meeller
5, flaen.
Voorts daer is noyr rcjomaüe foo geUickig-
lijck beleydt geweeft , of daer heefr altijts
noch. wat ontbroocken , en daer isaltijt nocli
wat meer aen te doen geweeft. *t Geene Se-
vcca van fijne wijfe voorfaten feyde , mo-
gen wy feggen vao onfe trefFelijcke Kefor-
ad niateurs : Die voor ons^etf^eeli zijn kehhen vèelgc-
■ dacUy maer fy hebben het met algedacn. Het is
oock voor hacr niet moogelijck geweeft;
Want de pra^ijcke der dingen, de welckede
zeden ende het leven der menfchenberref-
fen >
OPDRACHT.
fen , en kan foo niet gefet worden , dac er
voor een toekomende eeuwe niet meer en
foude te doen zijn. Nu ftaen ons noch veelc
dingen te verbeteren ; ende die na ons ko-
men, ilillen andere vinden j of andere, die
nu foo niet betraght en worden , of die buy-
ten gewoonte zijn gekomen , naerder aen-
dringen. De Uafte yi>er(;kefi der Chrirtenen
moeten altijts bceter dan d'eerflc zijn ; en Coo
moet men yan tijt tot tijt deChri(tcnen ke-
ren voon varen tot de volmaecktheyt. Een yege-
Jijck in fijijcn tyty met l^avid , d ienende J' 'dt\_
Godts, A(^or. Doch tot die, dc wcict-
kc den naem van niew^igheyt op defe oeifenin-
gen leggen , ende de felve in den rangh van
de Phartfatfche beufelingeii cn p'recifiteyicn ftel-
len , feggen wy noch naerder met B.'/c'/^é/ d?
Suhner , Job 8: 8, 9. Vraeght doch na het vm'tgc
gejJacbte , ende bcreyt u tot de onder foeckinge harer
Vaderen Want doch defe nieuwigheyt- voor-
gevers fchijnen vMigtJleren te , cUdeniet te
timen. Daeroni hebben wy ïu het volgende
Gefchrift , met de gctuygenilTe foo van de
oude als niewwe Leeraren , die in en na de lij-
den der Reformatie geleeft hebben , naonfc
geringheyt doen blijcken , dar noch wy,
noch andere , die op de herftelh'ngc van defe
huyf-oefftiiingen aend ringen, d* oude paden vsr- ler
laten , maer dat andere veel eerder, in de felve
niet -amandelen -^'illen, Sooheefc Calvinus , om
. andere nu niet op te noemen , uyt de SchiTf-
2 ren
OPDRACHT.
ten van Oecolmpadtm ^ Tjuinglius Xanchius,
Beziin yita pfjiUppus , htiectus , Captto cnde Mycouius^ haer
gevoelen getoont aengaende d' oeflFeningc
der Kcrckcl'tjckc Difciplyne , die fommige , oock
11 y t fi j n e ftiede Col lagen , e e n Pae pfch e Tyran-
me riepen te welen, ende niet toe laten wilden
in de Kercke van Geneven , iiyt vreefe mii-
fchien dat fe wel haeft litt naefte fiibjeif^ der
felve mochten worden. Dit dede hem in de
Voorreden van fijne Uytleggingen op de Pfal-
Toff e^um' wcn Tegc^cn : fVy hebben geheele vijfjaren , als de
T'rl'ü'L. verkeerde menfchen tm al te groote macht voor (len
forentt i tn- *tffaYen , cude een gedeelte des volcks verdorven 2
> c^n ongetoomde ongebondentheyt begeerde , voor
uiv. pr4' de befcherminge der Difciplyne fonder ophouden vioe-
p/Xr' ' ten vechten.
Wy konden lichtelijck met weynigh
moeyte, meerder getuyghnüTen , die wy
hadden aengemerckc , hebben by gebracht ^
maer wy oordeelden het als noch niet van
nooden te wefen • Wy meynen den eenvoudi-
gen voldiien te hebben ja oock den genen ,
die alles als een view^ngheyt verwerpende, tc
mets^pc/i, of maer m;, en noch met den hayrc
getrocken , getuyghnilTc, voor hare te recht
men^e , ende in onfe Kercken ongehoorde ,
opinien konncn by - brengen ende daer mee-
de weeten die foere luydcn noch alfoo te bra-
veeren , als of k het algemeyne gevoelen van
Oude en ?{jcuyae Godts-geleerden aen hare
zijde hadden. Doen fy het om een te
ver-
Ge-
O P D R A C H T.
verkrijgen op der aerde, fy hebben tegc-
de/Kken aen her ware leg- woort der Rabuïjaeii, ^'f»' g
^ dat dte foofieckt fijnen name uyt ie brcyden , fijaen
nawe al meemghmael verliefi. Maer oock nul- ^
fchien verfcheelc her haer niet veel, of fe door , i , .joua
haer fchriften worden van ZQWQoeden name. als
ie maer menicnen nioogen worden van een .«^^^^woi
grooten naem^ geiijck^iien 5c/;ryiwfpreeckt,
die d*ydelheyc van fijn herlTenen heeft willen
toonen , in 't verachten van het vrouwelijcke ZrÜrj^lJm
gedachte. Men mach van dc iulcke leggen , 'f"'^^ >
geene Tacitus van fommige ten fijnen tijde 'uCPPf,
, feyde , dat fe bekent ende vennaen wnerdcn , doch ^"^^«p''*
tatgantfch geengebruyck of voordeel van hetgemee- 'fr^J7»nu7-*
ue befte. 'l*/"!'^^"*'
Onder die,by de welcke een feer gefchickte
HuyfordrcQn Huyfoeffenwgen gehouden zijn , 'j,^;';^
dienen oock ged^icht te worden de Broederen
^ ( gêlijck fe genoemt worden ) tn Eohcmeu, van
J de welcke ^Albertus Marfzevius eens in een
" openbare Ie Ife Z:«//jer te m//e;ikr^,ann. 1)39.
hoorde feggen ; dat er na de tijden der Jpo-
loeien geen menfchen waren op-gelben,weic-
ker Kercke naerderquam aen de leere ende
maniere der Apfielen, dan de Broeders Bo/;e-
miten. \ Is lob. Lafmus,^Qt\ Poolfch Edel{Tian,die
ontrent het jaer, 1 570. van de Kerckehjcke Di-
fciplijneitn manieren der Bobcnntni acht boeckcn
gefchreven heeft,van welke loh. Comenkts, een
feer vermacrten Godtvruchtig man , ons nu
onlangs alleen het laetlk nvt fijne Bibliotheec
heefc
de Ei.c/e-
OPDRACHT.
heetc mecde-gedeelc. Dele fpreekc, onder
veele andurz gedonckweerdige dingen, aldus
van haer : „ Voor den opg/ivgb der SontK onc-
%fi'.%c}. „ waecken fy , voor den middagh en voor den
^uTohJ^^'^y -«p/wi^ eten fy, doch niet tor /^é(?yï ^ niet
^ybeginncnde of eyndigende (onder Goddelijcke
pt:^':,,^ ,yGebecden. Die doen oock , in afwefigheyt
K „ van den Hof-pr^dicker , de B^nonnen ende
„ Edelen t' hnys , met hare huyp^efiunen : Want
„fy en fchamcn haer dan niet die dingen re
fpreccken , door de welcke de gemoederen
5, van dc omftaende ontlbeckcn worden ,
5, om Godt te danckcn vooriijne weldaden.
„Sy bannen oock nyt hare biiyjgefimen , alle
onreync en ongcfchickte redenen , lalterin-
gen, leiigencn, dronckenichap, oneerbaer-
hcyt , ende alle dingen, die de Chriftencn
„ ontciercn. Wonderlijck is oock hare ma»
sytigheyt y groot hare fuynighcyt , ende ze-
„ dighey t ; Daer worc foo gegeten ende ge-
„ dronckcn , dat 'er na de maeltïjt het bidden
„ volghr , ende acnl^ionts het lefen ; dc voor-
geftelde fpijfen, faufen , zy tendeelemet
ftil'p^^'ifgen ende Chriftelijckc deftigheyt ,
ten deelcn met tfanieri fpreeckinge van God-
.faliglicyt ende Goddelijcke dingen. De
jongelingen brengen onder het eeten ycts
5 , Goddelijcks voorr,iiyt die dingen de welc-
ke fy op dien dagh gelcfèn hebben ofte
erhalcn een Predikatie die fe in de Kerckc
5>
5>
5>
verhalen een yreaiRaiie öie le in ae is-ercK
5j gehoort hebban ^ ofte beantwoorden 'een i
OPDRACHT.
3j gc Theolo^ijche vraegfkens , van den jongen
, totdenoudclten toe. Hier uyt worc af-^ge-
» nomen hoe acndachtigh zy in de Kertke
>, zijn geweell:. Alfoo doen (e alle dingen,
j> als die weten dat fe gefien, endc geoordèelc
5, fulien worden van den Heere, den wdckcn
,j Cy y fuilende *s avonts ende * s worgen s-^itn y
,,cnde gegeten hebbende, Jiaende voor de
iitafily met een l^f-Jaw^h , iiyt de Kercke-
... a, lijcke liederen genomen ^ roemen ^ Gclijck
5, oock ChriflttSy hjn laetlle ^vondmaei met de
j.^ 3? fijne gehouden hebbende , geicght wort ^
!,,^ ,yden iGf-Jatt'^h gefin^en te hebben, *s Morgens ^
. ^> *s 7\(anttddaghs, ende tegen het naeeken van
3, den avond t , finecdcen fy daegÜjcks Godt ,
.,>na Bavids ende Ü^jmi/j exempel, Alledin-
^ gen op dcr welckewy aendringen , ende die
...^ gewilTelijck met, geen kleyiie fchade der
Godtfaiigheyt , en gevaer der confckmien ^
'ten gebruyckc , ja gedachtenifle by na
';. zijn gekomen in onfe huyfgefinnen. Alsdefe
oelfeningen Mjotjdus Pof anus twee jaren had-
IL deonderhaergelicn, was hy gewoon te feg-
mL gen , Dat andere mcétder haddm van de Theorie
Ffj Cbrtfiendomsy msLcrde Broeders n:eerdcr win
^trr verhaelt noch verder , dat de Bok-
B muen hebben onder haer gehadt Polhïjcke Ou- r
I derlingen , de weicke van de andere Ottder-^ n^i^-
I lingeny die haer \xï geejleïijcke jQiecken befigh
hielden, gel ij ck als oog^j eii oor cf^jcn als heflraf-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
O P D R A C II T.
jijjne kunft, uyt de welcke hy fijn welvaren
hadde, in verachtinge (oude komen ; ende
daerom oordeelde hy het beft te wefen met
die van fijn hant'^eerck felve eerft oproer te ver-
wecken i op dat doch Paulus voor een oproer^
tnaecker (buds gehouden , cnde gettraft mo-
gcn'worden. Als de vleefchelijcke Paiifge-
linden in Duytjihlandt vermerckcen , dat door
^a.ié-.t? l^ere van onfc Reformateurs dchoopevan
haer j^ewin begon wegh re wijeken , foo ver-
Seu!t. oorfaeckren ly over al beroerten , op dat 'et
Emiig.ad voick loudc mogcn gclooven y ende leggen:
'fif-Zijn dit de nieu\>e leeringen ^ zijn dn de vruchten
vanhet Luterfche Eiian^eltum? gehjck 6'c«//emy
g^tuygt dat over al door gantich üuytfchlandt
wierde gehoort. Andere willen dan te mets
begroet worden voor verre- ftende menfchen ,
als die dele en geene beroerten , al over lange
voorlien en voorfegt hebben , diefe of felve
nochtans helpen verwecken , of ten min-
den niet helpen verhinderen gelijck (y hoo-
ren. Siecjoh, 1 1:4-^.
Minder fwarigheyt, ende beter fticces^mty-
nen wy dat de Reformatie der huyigefinnen
(al hebben j infondcrhcyt als op de felve een-
pariglijckende met mj/^697,oock voorfichtig-
heyt y wiert aen-gehouden , ende indien de
Voorgangers haer in defen betoonden Voor-
beelden van hare Kudde te wefen. Welcke din-
gen oock in de Reformatie van alle andere din-
gen nootlaeckelijck v«rcy fcht worden,cn fecr
irorderlijckzijn, 'tEci-
Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
r
SWf.
ia»-
OP DRACHT.
Eerfky 'c welcke ick foo in defe als in an-
erc faecken wenlche bcvlijcight te worden ,
u.is eetiigheyt , en eenparigheyt, dat alle Wachters
in des Heeren H uys mochten ftaen m eeticn geefl^
met em gemoet gefamentlijck Jhijdende door hetge-
^, loove des Euangeltumsy Phil« i: zj. Vce!e din-
gen konden lichtelijckgereformeer' wor-
gden, envie waren al langh gercformeerc ,
(eght elders (eer wel onlen ii^erw. Mcefter ,
,5 den Hoogh-geleerden loh.Hoorenbeeck , in- s^J^'/ufll
j>dien die profeflTy doen van reformatie , in- p^i. '7^*
yy fonderheyt oock reformatie leeren , gelijc-
yykerham daer aen vielen, ende haerfclvcii
5, gantfchclijck verlaeckende , met een hert
lich gaven tot den bouw des Tenrpels , hier
„biiyten nijdt ende emulatie daer fonder
yemants verachtinge. Daer is , gelijck wel
is gefegt van Hilarins, geen grooter verhinde-
ringe voor den aenwas der Godtfaligheyt ^
6nde des geloofs , dan Do;«f//i/de twilien en
oneenigheden , inionderheyc over d* oe^e-
mwgeder Godtfaltgheyt, d* Eenvoudige weten
niet wat dat fè gevoelen , ende doen Tullen ,
als (e fien dat in defe of geene faecke , geen
eenderley gevoelen onder de Leeraren is.
De dtffei enten van Luiber ende Calvin , hebben
grooter verhinderinge gegeven aen de voort-
fettingc der Refomaüs in hare dagen , dan al-
le den tegenftandt ende vervolginge, welcke
tegen haer verweckt heeft den menfche der
fondfj ém Antkhrifi, Geen faccke fihrkkt de men-
féen
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
fpit (cmf er
dt frntrum
fAe^torqiic
tur.Optar^
Ltbr. 2.
OPDRACHT.
/c/jc» meerder af van het Euangelittm , alsoufe on-
eemgheyt , fchrcet Melatuhon met (onderlinge
droef hey t aen Btuerusy Ann. cId Idxxxv.
^^^Yj^ '"^ Maer daer is aen d ander zijde niets dat den
£)iiyvel meerder fpijt , dan dathy fiet , dat
d'Opfienders met een eenparigen Schouder poo-
gen d* oefFeningen der Godtlaligheyt voort
te (êtten , Dacrom befteet hy nergens
meerder arbeydt in, dan om den handt v^n
eenigheyt onder Broederen te breecken» Dien
nydïgmt neemt altijts die beroerde tijden
waer, om lijn onkruydt te zaeyen. In het
lichten van Salomom Tempel, was geen ge-
rught • geen hamer , noeh bijl , of eenig ylcr
gereetfchap wiert 'er gehoort , als iy geboiiwt
wierdt , i Kon 6. 7. 'k Wenfche oock her-
^elijck , dat in d'oprechtinge van \gehou'^ dec
Reformatiey^Qtngerttght van verfchillende oor-
deelen, voor al niet van tyaijl oi tyi>eedracht ,
vernomen mogen worden, ó. Als de üeencn
^n T gebouw beginnen te wiicken, en van
malkanderen te vallen , dan ftaec de val van
'thuys y foo oock van Kcrck , te verwachten ,
cnde de breucke van dien koim haefiefijck y en in
een oogenblick , Efai. 30. 15. Te famen ge-
voegde plancken mriecken een Schip , van
èen gcichcyden , verooi faecken fe Schip-
breucke.
Hierom wenfch* ick noch verder dat 'er
voorfichtigheyt gebruyckt mochte worden in *et
atndringen van defe oeffsningen , gelij''k wy
duy-
21^
ly.
Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
I
m
litr-
i
li
n1
c
OPDRACHT,
duydelijcker in ons gcfchrift op fijn behoor-
lijcke plaetfe hebben aenge we fen, 'c Is hier
oock feer gevaerlijck de pees al te ftrack tc
fpannen , ende den grouwel van *c verfiiym
defer oeffeningen in defe of geene gevallen ,
gelijck 'et wel gebeuren kan , brcedtuyttc
fettcn j die op*t alderuytcrfte in goede din-
gen dringen wil , vervordert al nienigmael
leer weynig , ende werpt niet Telden meerder
om, dan hy heeft in 't eerlte op gebouwc.
By trappen moet men hier gaen , de eerflehQ-
ginfclen moer men fich in dcfen wel laten
gevallen, ende foo al met foetigheyr ende
een Hemelfche fachrigheyt de menfchen ,
meer en meer tor een forgvuldiger betrach-
tixige defer oeffeningen opwecken • doch
voor al moet worden toegefien, dat fe niet
gantfchelijck verfyymt , noch al te flordig of
te weynig waergenomcn worden, Ende ge-
lijck et my verdrieten foude te hooren , dat
die op dele oefFeningen aendringen , voor
fim-klovers, jch'^n ' heyligm y &c. wierden
uyt - gemaeckr alfoo en wil ick oock
die alk i die of defe Huyf- oeffeningen,
te gelïjck met alle huyfgenooten , foo
noodtlaeckelijck niet en achten , of die
'er niet met fulcken ernft , als wel be-
hoort , op aen en houden > als Lau^
tvaerts , mijne confciemien , en lojfe hroe*
ders veroordeelt hebben, 'c Is Chri-
ftelijcker van de fulcke noch een
goec
tn
Ltir. I .
(leiPetiliOfJ .
O P D R A C H Tv
gevoelen te hebben, {t)o langli als het tegen-
deel noch niet duydclijckerblijckc ; cndc de
feive le poogen anders met fachtmoedigheyt
t' onderrichten, Soo trock ^tbamfttts de
groüte , die geenc, als een Zeyl-Jlceuhetyfer
tot hem , die van hem in defe of geene f jecke
verfcheeldcn. Seeckerhjck die fijnen mecde-
broeder meeft met de tonre ftecckt, diebe-
Ichadigt hem minft gelijck Epiphahius van
' lommige fcheplelen getiiyght. Die met fcliel-
den en lafteren van andere de wacrheyt of
Godtfaligheyt verdedight, die verraet fe. Eer-
nardi woorden dienen hier bedacht te wor-
den ; als hy bevondt ; dat eenige van die gee-
ne , die anders oock veel vermochten ten
goede, hem tegen vielen, (bo feyde hy on-
der andere : Met de beroerde Jal ick vrccdtfaem
zyn • met die ^eene die beroerte foeckcn , fal ick de
t oor en plaetfe geven , op dat ick geen plaetfi aen den
Dnyvel en niaecke ; laet haer d'overkam hebben met
ft^iflen, ick met toe -geven • tegen haren damk fal ick
hacr gevat i tegem haren danck fal ick haer toe^^er-
pen kk fal eercn die my versmaden. Sonder
wreethey t moet m.cn ftrijden voor de waer-
hey t , en bidden voor die geene die van ons .
vcricheelen 5 na .>itt';^«/?i;// raedt. Macr even-
wel ick oordeele dat men tegen die moet
treden in de {pii{e , die haer alleen geen Vrien-
den^ maer openbare vyanden van defe oefF<;nin-
gen betooneii \ die tijdigb cn ontydigh óqv CqÏ-
vcr gronden ondermijnen, ende by ge-
le-
OPDRACHT.
legéntheyt fbeckeii by allen verdacht te maec-
ken. Tt!>'//? is beter voor de Godtjaligl e^t , dan een
^ gQveynjde eenigheyt 3 kght l^ztanzenus. Ge-
Uijck'er is een fchadehjcke eendracht, a)(bo
\ is*er oock een goeden twift, die te weien, die
I ons metde^of^/e, en met Gof/r fcive vervoegt,
f De rechte vreedtfame enmoderate , en konnen
j niet toe-gevende zijn , als door haer ftiUfwjj-
! gen ende rulte, Godts faecke foude verra-
ij den worden ; ende gelijck fy het fomrijts
i wijfheyt achten te fwijgen , en den hroederen
j yets toe te geven , om oock door dat middel
i de Broederen te winnen, gelijck een key op een
(kuflen, 'tweicke toe geeft, Jichtch'ickerkan
' verbrooeken worden ; alfoo achten het dan
noodigh te fpreecken , ofre oock te fchrij ven.
Doch dit hier al wederom een Chriüelijcke
voorfichtigheyt,e«k^frfm/;e>7vnn nooden is,
en kan niet genoegh worden in -gefcherpr.
Gelijck het in een goede faecke niet goct en
is , al re flaeu^ en tracgh te wefen ^ alfoo is 'et
oock niet goet z\ tc heet xc zijn , endsvoor-
barigh, gelijck wd gewaerfchouwt hctft den
voor-gedachten ouden Leeraer,
Eyndelïjck , die geene die defe oeffeningen
andere aenprijfen, moeten fe felve rer// be-
trachten i Sy moeten niet , om de gelijcke-
niJfcvan Methodnts te gebruycken, den
ders gelijck zijn , die op een panncel wel een
Schip konnen trecken , maer fy zi jn niet be-
t]naem een Schip ren gebruycke te bouwen ;
O: at. s.
P«. e. /.
Pag. 274.
27S. Conf»
in lAud,
P. fjo,
are, fin,
Non minui
tnttrdhm
O atorium
ejttaure^
quam hcjut,
Piin.L$br.g.
Epiphan.
Hdref, 64.,
'lis
\
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Ha
458 H 122
OPDRACHT.
't is ydelheyt een difcoers en onderwij finge
van Godtfaiigheyt voor andere op 't papier
te Iteflen, als men ondercullchcn dieieWe
niet en betracht, ende in iijn leven uytcn
^fr,d'fu ^^^^ ^^^^^^ mo-rcn fe it'^^^^'^ ' aen-
*tju7d r!*Id'- gaende , ende mijn huysy "^yjuUen de. . i tmcny
tHrBcrmrd.{Q(^ 24.» I f / Uan ctt konncn de rneufchen
geen onmoi^ü'ijckheyt voorwenden ; Want 't ge-
ne fy Icercn , toonenie dat gedaen kan wor-
den, gelijck den ouden Bernardus Iprecckc.
Ceor,(iusiir7^azianz?}:us\QQrdc wel veclmct^mYdeny maer
Tnccmpara. ^^^^'^ niccïdeY mci fijfi cxempd : Want de menfchcn
étih, qut fagen dat den Difcipelen mets belaft cn yii>ierde , dat
VpltibZ ca fi gedaen en hadde , gelijck foo van
w^rM/.r-/" |,em Rttffimn cetuvec. Sullen ' fh-'v^l- ''lende
/umtni :<■'- Davtd noorden , loo moer cti < . . . i - . ^ ^
tu Eai^f'éjethuysDav'^'^ >'< ^iodenti^ordeny 7 ^ 12; 8.
'crymoereii nawi t.i betooneu i «v. ae voor^-
*'*jt^"^'f'- beelden , ende voonanms der kudde i yvant
fHmco',' vergeefs vermaent men andere, tot het ge-
t'^ndocl,^ ne men felve niet doen en wil. En voorwaer
irart^^uam ^[q geene dic met een wonderlijcke ncerltig-
" ' ' heyt en ernllaendringende , foo op de refot'
tnatie van andere dingen , als op de herllel-
linge en invoeringc van defe buyf^c'^ -'y-noen ,
fijn eygen leven , of huyjgcfin meten o^jvrght ^
maer laet vervuylen en leggen als den 4f^«r
dev luyen^ die betoont hem een Hey^ '-^-^-'^n
Al-be(chick , ende Pharilailchen Diy^n^i^cs
te wefen , het over al belieiien , en over al
woonen wilUnde , behalven alken in üj»
eygen
OPDRACHT.
éyge/jhuys. Dcfe zijn rechtQgeveyttfde y cnde
fchyn-heyligen y welcke benaminge men foo
gcercn den gecncn toe-fcndc , die in der daet
begeeren te doen, als (è tooncn , cnde te be-
trachten, 't geene Cy leeren.
Dit zijn de dingen, (eer waérdeHeercii
Vr 'mdt'^ van de welcke het my gedenckt met
VE. voor defcn (tucks-wijfègefproockcn ta
hebben ; endc die ick wcte , dat VE, ter her-
ten gaen ; nergens meerder na verlangende
cn fuchtende , dan na meerder opgangh en
vt>ortgangh van de ^aerheyt ende itr^ci^^ der
GodtfaJigheyt. Ehdc daer toe brenghtghy
oock op uwe plaetfc het uwe alfbo toe , in 't
gcmeyn niet alleen, maeroockin *tbyfbn-
dcr in uw* cygenhuys, dnde gamfcheStadt'^'**''*}'i-''
u'»es voicks niet foo feer y»eet , als wel gevoelt
datgy zyt een feer 'deughdeltjck cn Godtvruch-
tigh man ; cn daeróm weerdig om gebruykc
te worden in den dienft van Chrifli Kercke ,
met wekkers flaet ghy u aifoo bekommert,
als haer andere , die gedreven worden door
een ander geeft , met hare tijdelijcke en vlee-
fchelijcke dingen» Ick gedencke hier aen r.r/«/7.
Tm«///<im woorden , een van d'alder-oudt-
fte Vaders ; Hv in fijn c/4^?o/o^fff befchrijvende/^*
^ * liicK(
1
de Kerckelijcke vergaderingen der Chrifte- l'ill'fp*'^
Hen ten fijnen tijde , fegt : De beproefde Ouder* md. $»f,'i.
lingen prejideren , of fitten boven aen , die eer niet
verkreegen hebbende door geit, inaer daereengoet
letuyghmjfe , te weten van haer kennifle, wijf-
héy 1 1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
f
J
O P D R A C .
heyt, defcigheyt , endc uytfteedcende Gódt-
faligheyr. En voorWaer tot dat wccrdig^cn
heerlijckc atnpt en behoorden geen andere
verkoorcn te worden , dan die, de wclcke niet
foo fcer oudt zijn in jaren y dan in ei^,
Godtfaiigheyt ; die in vergaderingen als Jiomwe
p&fmagien fitten, fonder raedt of dasdt tc
geven , en die geen overvloediger geiecht'igheyt
betoonen in haer handel ende wandel , dan
het gemeynevoick, zijn die eerlijckc plaetfè
en bedieninge onwecrdigh in de Kerckc. Dat
zijn rechte Ouderlingen, die met wijf heyt en
'uir /M? ^o^^^^^^'g'ïcyt:» of om ^mhrojy woorden te
' "•^••'•gebriiycken, die mt geejlclyckc handen, den
menfchen zyn tot een leeringe. VE. belangende ,
ghy ( om oprechtelijck , en fonder fiattcryc te
fpreccken , die noch my bebaegt , noch be -
taemt m\]v\cfYofe(Jic) betoont te wefen , een
recht Ouderling in de Ksrcky vervullende die hc-
dieninge , die ghy aengcmncn helt in den llecrei
Een Vhder van de Ledematen, die befoecken -
de, ondenvijfende, ende trooftcnde jen in
uw* huys niet foo feer een Vader , als een Meefler
* ^pparet Prcdtcker^, hetfelvc met AquiU en Prifctll^.
^paftoium door Godfiligc oelfeningen ende ondcrrich-
!!f'^^ï;1J-'''f»'lge"^ macckendc tot een *Kleyne Kerck
pr.jcdi^ Dit IS d' eerfte reden die my bcwooeen heeft
ijuafifit tot dele openbare acnfpraeck , de t^■ï^eede is dis
^['•^«"d^^f^'T > eere , ende gunfte , die 't v: r.
ftezai» nectt gelieft my, fchoon onwecrdigh , te be
'^rff,'^}^ > «tt dl9 ick m« dit geringh taj^imn-
K
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
me fi$n
OPDRACHT.
^ lefclmck, hebbe willen niet vergelden , ma^r
I alleen eenighfins erkennen. Gelieft 'et ( 2m ^.i* _
I niet al te langh te wefen , fchoon ick shu dat
ï ick r. met lafligh bsity als ick K E, tHfende
1 hngen brief ^ om datghy lefende langer by ons z'ijt , ^J^/^ï;^;
ï om Auguflini woortlen aen Valetius te ^Q^dtuumspt
: bniycken) wacrde Ueer en fcer ge dugh te
iVriendt^ met fulcken hcrte te ontfnngen , als^*^*^»
i [et K E. wort toe gefbnden ; Waer aen alfoo
ick niet kan twijffelcn, foo bidd' ick den
I Hccre vierighlijck , dat hy V. C. langli gelie-
' ve voor ons en voor lïjn Kercke te bewaren ;
ende dat hy KE, cnde uwq fawtlk meer en
rmeer gelieve te zegenen naden/ic/)<twc, te
'heyligen na dc 2icA?, ende hier namaels in
leyde te yerhcerlijcken, gelijck ghy hier uwen
Godt in ziel en lichaem etnltelijck pooghtte
I heyligen , ende te verheerlijcken op der aer-
dc. Alfoo bidt ende fmecckt.
Uwen gantfch toe-^neyghden, ende veel-
luis ver{>lichtenl)ienaer in den Hecre >
S.C. O M 1 VS.
'K 3 In Turmerlantyge^eycti den i$ Kci^mb. i66o.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
i
TA FE L
van deCapittelen.
E Schriftuur-plaetfea in dc i
welcke van by fond ere ge-
meynten in de huy fen der ge-
loovigen wordt gewacght,
warden tot inleydinghvcrklaert, en- \
de daer uyt dc leere voorgeftett.
pag.i*
De plichten worden aengcwefèn
die van allen in »t gemeynende in't i
byf onder van de meefters en meerdere {
in een huy fgefin betracht moeten wor j
den. <
\V ort gehandelt van het dagel ijcks ]
openbaer lefen van Godts Woordt ]
over tafel 5 &c. ^9, ^
1
lid
Cap,
Wort gehandelt van de huys-catc-
gcfatie, cnde de reedenen daer toe
dienende worden voorgeflelt. 3i«
Wort
Tafel Va?i de C^pit telen.
dienende wor-
'5
Wort gehandelt van de hiiy s-gebe
den, de reden daer to(
den voorgeftclc , &c.
Wort gehandelt van het fingen der
Pfalmen in de huy fen, 6cc. 68.
Lap. 7.
liil Wort gehandelt van de daeghlijck-
fe onderfoeckinge der confcientie,
&c. loz.
Cap. 8.
Wort getoont dat hetgevoeghlijck
eenigen feeckeren tijt tot vcrrichtmge
'der opgemelte plichten alle dagen af
te fonderen, en aen-ge\ve(èn 't onder-
fcheyt tuflchen defen gefetten tijt , en
de Paepfche getijden, &:c. 162.
'Cap.
- Worden aen-gewcfcn dc dingen
XV 3) die
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Tafel Van de Capittekn.
die van de huy f- vaders te betrachten
ftaen , d'uyterlijckc difciplijne betref-
fende. II I,
Cap. f O.
Worden aen-gewefen die dingen ,
de welcke van de hiiyfgcnooten be-
bartight moeten worden. 35 1 ^ ,
Czp. 1 1 .
Wort geklaeghtover 'tverfuymen
van defe huy f-oefFeningen , ende wor-
den aen - gewefen d*oorfaecke van
'tfelve. 217.
C^p. 12.
Worden beantwoortde tegenwer-
pingen , de welcke tegen alle d'op-ge-
melt e huy f-oeffcningen , ende onder- \
wijfingcn van kinderen ende knech-
ten gemeynlijck worden in gebracht.
223.
Cap. I 3.
Worden redenen voor g^ftelt , om
de
Tafel Van de Capittclai.
5 huyf-regccrders totccnconkicn^
^ meufe betracht inge van de op-gemel-
I ree hiiyf-oeffeningen te bewegen, 259.
Wt, Wort met veel redenen getoont, en
im aeo-gedrongen, dat het is den plicht
iffévan jonge lieden aen Godt te gedenc-
iJken, dat is Godt te vreefen, en te die-
pÉnen^ al ia hare jeughr. 28a.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Aen den EerwaèrcJligen , Gödtfaligen ,
en Hoogh-geleerden
D. ZIMON OMIUS,
Wakcndt wachter over 't Gceflelijcke
Zion in Purmerlant.
OAt-door-fmiffUcnd Breyn ! Vaer voort : fpan vry uw*
aad*ren ,
Om mcrfiigh na te fien, Hoi Grieckcn, en Hebreen ,
En Turcki en Indiaeni Arabersy en Chaldeen ,
E» Room , en Francky en Bm, en dUelotid Heyl'ge VUad*ren j
Hün tael verheef gen in hun tbi/i hefchreven Blaaderen,
En pluck 'tgeen hechji met Godts Verbont komt over -een*
Met tongh en Pen fulck teeer tiftlt dtjfen voor *t Gemeen^
pèel zielen fie 'k hier door in Clmjli Kerck vergaad\en.
Die u gedachten keft ten Hemel fttgen moet,
V Tegen-(êlfs-moord*ry doetyfen *t batfle bloedt.
P' Kieyne Kerck is Godt , en elck , veel aengenmer ,
Ah* tprachtighfte Gebouw, Schrijft OUl VS yen Leer.
Toon datghy fifakend y»acht voor *t Zion van de Heer,
Ban Leyd^ ons Godt n Ziel ter ftjner Bimenkamer.
H, G.
tl
ECCLESIOLA,
Kleyne Kercke.
Ofce,
Aemcijfmgi door welcke oefeningen , en Betraehtixgen
van Godtfdigheityen Godts-dtenfitgheit^ de Huyf-
geftrmen der Chrifienen , KleyNE Ge-
M E Y N T E N konnen worden i Met i/eant"
voordinge van alle tegenwerpingen y endt
mor-Jiellinge van beweegh^redenen ^
daer toe dienende .
Cap. I.
De Schriftuyr-plaetfcn , in dcwelckc
van byfondcre Gemeynten , in dc
huyfen der Geloovigen, wort gc-
waeght, worden, toe inlcydinge,
vcrklaert, cndc dacr uyt dcLeerc
voor-geftelt.
B öe 5>cfj?iftm ban Den ^tp-
ïigenPaulus too?ttenict^ban
bpfonöere <©j)emepnten gö^-
toaegt/ möeöpfonöerei^up^
fenbanDefe/ en gene^^eïoo^
Wgen/ Rom. i^. 5. Groet
A opck
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
2 KleyncKerckc.
oock de Gemcynte in haeren huyfe , te toctCH/
in öötban PrilcillarnDe Aquila. i. Co:, 16,
19. U groeten leer in den Heere Aquila cndc
Prifcilla , met de Gemeynte die tot liarcn huy-
fe is . (CuOVljni - tceöcnbc Doo? fijne tioop
fyiaiXC tlOOJ Onefimus bpPhilcmon,cn fcijnjft
hnnietaUccn aen j)emV tmet oodi aeii be
Gemcynte, die tot fijnen huyfe was, Phil.
verf. 1. *énbe et^nbdif fe / Col. 4. 1 5". Groet
de Broederen die in Laodicca zijn, ende Nijm*
phan , ende de Gemeynte die in fijn huis is.
<B00? Mc Gemeinten ïtan tïrrftafnUjo?^
iien / of ten Urrgabrringe bce Ctinjtenen /
tic tot be otffeninge öan ben <DoDté-bienfï
enbell^evïigepigljten/ aï^a^eüeben/ ber^
ïtonbingfcüan <0obt^ IDoojt/ enbe bebienïn*
0c bcr Sacramcntcnjinbe l)tnifcn tian bie gobt*
faüQC JBannen / geUjoon luaeren bp een te
Itomcn/ 't spopbeSabbatthen, oftcoochop
anbcce bagcn' : tuant bat'fc in bie eecfle tijben
enbe noel) lange baer na (luantTertullianus,
öieonbecben llepfec Pertinax, ontrent I)et
jaeconfe^ Jl}eereri/ 1^5-, geïeeft tjeeft / ge*
tnpgt bat'ec in fijnen tijt/ geene anbere ï^ere^
heil getoeefc en 5ijn / ban ljupfen / in toeïehc
iïe (Deloobigen ücrgaberbcn / foo bat bc i>eps
benen ben Cfeiftenen UecUieten / bat fp gce^
ne Tempel en en l)abben/ gelpeft faïöf ftt upt
OriRinfj Origencs tegen Celfus , enbe Upt Arnobius)
be ï)^\}\}cit noe!) niet en Jjabben / toegen be ge<«
Arnob. buptige üccUolgingen becTyrannen, om o-
» »• pentlich bp maUtanbecen te bergaberen / i$
bertenber/ ban bat liet beljoeftberftïaerttr
tuozben/ enbe bie !)ier ban gconbigec berïgt
begeert / ïefc't gene Ijirc Uan ijefclj^eöen Ijeeft
Polydorus
Klcync kcrckc. j
iPoIydorusVirgilius, öoclj infonöerfjrit om IniiVll
fniHofpinianus, in fijn boccft öanöen Oor- fnvcnt re!
■ Ipronck der Tempelen» rum cap. 6.
?(nörcrt3ecrtaniö032bïeGemeynten, öe j "o^?'""^'
"5^!?"^^^^ öupfaefinnen ban Die geloobiaen / xempl^i. ,
oebjeïchetoegniDegoötfaligöeit/ enbe goe^ ^ap.^.
Jcordre, öieinöcfelfbetoierrge[)ouöen/ m
m Qthm\Kh ban Depïïge oeffeningcn / toa^
tf n gcïDchectoijé een kleine kerck,in öe torics
kc toaren 23elpörrj§ banöc üjace Religie , en*
De toare ^ienaer^ <Dobt^ na fijn 30oo2t/ in*
oe oeffeningcn öer Religie. §>o geboeïen CaJ-
vinus, Dijcke, Eiton, endeonöet öe (Duöc
Theodoretus , öetoeïcfte obet öe ïaetfle bp-
eb>afötepïaetfefcö?Öbenbe ; aïbn^fegfjt:
y heeft fijn huyfgefin een private of byfdndc-
•c Kerckc gemaeckt , die met godtfaligheit en-
'e religie vercierende.
JBaer bie twee berftlanngcn honnen 't fa*
len göcbocgijt toozben fonbec f toacrigtjeit t
bjant men ïian gcboegljlich fcggen Dat Ijanr-
iebec butifen / <0emr|nitfnban Paulusjïjn
rnaenit / foo om bat be geloobigen gctooon
ijngebjeefl/ inljaec-Iiebcrbnufrn/ totbrr-
cicljtingeban ben gobt^-bienfl / tc bergabe::
mi ; al^ om batTe bare Ijnpfgenooten gobt-
miqiKh enbe Cb.nflcïicït onbectoefr n / enbe
öaeglifté boo: religieu'fc oeffeningen leerben.
^00 gljeboeït Davenantius, enbeboo? (jent
^f^^^^'^^'^^l^^^'^Öt AretiuS , fcljnjbenbe commTne**
abec ben 5J3.neftot ben nomepnen : Door de m Ep4
gemeynte verftaen fommige hier het huyfgefin «?-
maermetdiefoud'ickoock 't famen voegen
de vremde , die tot haer gewoon waercn 'tfa-
mentcylocijcn, om de waerheit tc hooren:
4 Klcy ne Kerckc.
want het fchijnt dat daer nae byfondere verga-
deringen fijn gekomen , gelijck als tot een
Schoole van godtfaligheit.
uptlf gijcc^ nu ober öe boben-uat-gfte^
li2ucftte'plaetrcn/ fcggcn öat öcu (Dccft a3ob^
oh^ bacu mcöe leecen toiï / bof öanigt) be
ïi)iipföcfinnc» banöe Cljiifïcnr n moeten toe«
^^^^ il" fen/nanientlich / aï^ Wenne Iterchen. Als hy
SadCofi van de gemeinte fpreed die in Nymphae huis
Cap4. verf. was , foo nioeten wy gedencken , dat hy in een
huyfgefin voorfchrijft , hoedanigh alle de huif-
gezinnen der Chriftenen behoorden te wefen;
te weten , dat'fc alle behoordente zijn kleyne
gemeynten, fegl|t Calvin. (^nÖe \33eDecom
in fnne uiitleggingen op ben eectUn 23?ief
In com- £1011 Die iian Co^intÖen : Het is een grooten
F* ft ad Co lof, alshy aen een huyfgezin den naem van
finth^cap. een Gemeynte geeft ; ende nochtans betaemt
xvi.verf. het dat een yegelick huyfgezin der Godtfaligen
alfoogefchicktzy, dat'fe elck een Gemeynte
zijn.
juichen gefcljicftten ordre en <0obtfaug^
geit niaet'ec sijn inöeljuufgerinnenüanonsi
Cl)2itlenen / öat top inöe felDe een ïetienbige
bertljooninge/ enbe af beeïöinge Uanöe Kerc-
ke mogen fien. l^iec toe too^zDen Uele ömgen
becenfcDt/ UantJctocïcftefommïge in't ghe-
mcyn alfeen betreffen m fjet Ijunfgefln / enöe
anöeee betreffen alleen fonnnige ni't byfon-
dcr ; gelijrtt ton öoo^ Dc^ l^eeccn genaDe enöe
bpflant/ Ijebbénin'tbecboïgDbceeöec ijoo^s
genomen te t^erKlaeren,
II. Cap
Dii'ckes
Kleync kcrckc.
II Cap.
Dc plichten worden aengewefen , die
van allen in't gemeyn, ende in't by-
fbnder van de Meeflers en Meer-
dere 5 in een Huysgefin betraght
moeten worden.
V\<6 bmgen / öetoricfte in ten Dnps^ötfi" al^
len betreffen in't gemeyn , jijn öefe twee
boïgenöe :
I anöien ton onfe ljunfgefinnen hiepne
^itercften toiïlm öebben/ fco moeten top /
tit ïeöen 3ön/ in be feibe/ tragöten toace
Eebemaren tïanbeületeïtetetoo^jöen: toant
een gefeïfcfjap ban onljeplige nienfcljen i^
öl)een If up^ OJobt^ / maec een fpeïonefte
ban q^ieben/ ebecfpedberé / enbeAtheif- „ponTheEl
ten, 'tfanien aenfpannenbè tegené <6obt. pift toPhi.
^oeötan^ magD befen naeni bec Kercke/ pa 4.3
ofte gemeynte, toel toe-gefeï)reben toojben ^'^'^
aen een ï|upfgefln/ in't toelche fommigDe
geenïebenbJinbefeeteïteen5ijn; toant oocit
felbe inde ftercfte 5ijnbec eenige / betoeïcfte
niet van de Reccrtè 5ijn. gn Adams l)Up^
('ttoeïcfte 't aengefichte des Hceren genoeiTlt
too?t / cm bat Adam in't felbe ben openbae^
cenOJobt^-bienflonberöieï/ enbe fijne ï«n=
beten ïeecbe ben ï^eece bienen/ gelpcft toe! Ainfworti^
ban Ainfworth toó?t uptgeïegijt) toa| Kain , ^""^
een bectoojpeïing/ geboo^en enbe opgeb^igt :
toant aïtijtgtoo^t be benaennngl)e ban Ijet
toeecbigöfleenbe befle gtjebeelte gtjenomen.
^e bermenginge ban toater enbe toijn / noe:-
men ton torjn / fctjoonber miOV^iien nieerbec
Gen.
14 IJ)
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
6 Klcynckcrckc,
toater ij?. ^ctliaïbcn om ttoce recBtbf cr
gen / ïtan cm ïiupfgefin beteert too^örn met
Defe benarmiiige, jteaer J)oe toeel te meet
maclj öat öimfgcfïn öc naeiri Vian een lierchc
öjaegen/ in't tuekhe niet eenen Kananijt,
cnöe onbefneöene getionöen Vü02t ^ «Baercni
moet een pegc ïijch / ör lueie he toenfcïjt bat
fjet Ijupjj ïii't \x)c\chc ï]v tuoont / een Bethel ,
öat I <8obtj5 hiogljt ^ijn / een fleen
toe-brengen tot bol tteeïmigeUan bit geefle^^
ïiche gebouto. <Die onbebouUjen en oti-ge-
poïijftecbe (leenen ^ijn/ onbeqnaeni totop--
DontDingïjel3an<Dobesn empel , beroobm
fbo tieeï ni Ijaer ïïj / |)et ^Hinrgefm ban befen
ijeerücften titel , enbe be rbccUen ïjet cïeraet
ban bat gantfctie geefteüche geboub? ; bjant
ïjetcieraetban'eengebonbj beflaet baec in/
öatöeteene gebeette net obeceen liomt met
Ijet anbere»
5Docï) fc()oon befen yïicljt aen aïlen gïje
mennijS/ fomoerfe norljtan^/ op een bn -
fonberëtotjfe / betracl)t Uio:bch banbe l^oof^
Den ber ï^mifgefiniieii / bcïueiclie in Ijace
^Uiifgefinnen / aï^ ïjoecft-fteenenban befen
ftlepnen Tempel 5ijn.'
1. (Deïijcïi'ft^ aile/ bie inbe ïtercïte ^ijn /
ten minjten een fclnjn toonen banbe religie,
aïfoo moeten ooch binnen be private mniiren
ber $?unfen / be teicïtenen enbc boetftapprn
betfcIbegebonbenb)o,!ben/ enbe b'eenmoft
niet ben anberen nietalieen Burgcrlickjmaec
üoch religieus , enbf chriilclick berlieereii.
2. <0elijrïi befe bingcn allen nft gemeyn
betreffen h aïfoo ^ijnber anbcre bie alleen
fonnnige aengaen in't byibndcr, be bie
mee-
Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckerckc. 7
moeten betrage tüojöni/ oftjanbe Meeftert
en Meerdere , of ÖanDe mindere in een ^^Upf=
gefin.
I. ^e dingen öetoelche Ijaren opfïgt op öe
Meefters enbe Meerdere {jeUben / 3tjn infon^
öertjeit öefe twee bolgenöe.
I. ^e Meefters en !)oof ben moeten / foo
beelniogelicfti^/ toe-flen/ Dat'ff niemanbt
in t)aereifnpfgc|innenaennemen/ betoeïhe
<Öobt niet eerfl öeeft aengenomen inbe sijne,
g>n en moeten niet een pegeïieh / bie fict) op^
boet / inljaergefclfcöap ontfangen; maec
geen anbece/ ban betoelcfte banbe Huyfghe-
nooten des Gcloofs en sijn. 5De llebematen
banbe fienelicïur iiecefee/ 5ij»/ tenminflen
boo^ uptteclicfte ^elybeniffe / ïjepiigen ; br
ïleccbe neeint ooch niet alle/ fónber rnbec-
fcöept / in öate gememifcljap aen ; fp en ïaet/
boo^ ï\tt Sacrament be^ <Doop^ / be feinbeten
bec iCnrcften / enbe bet <DngeIobigen niet
toe ; maec alleen gemcyneïicli bc fuïcfte / be*
toeïcftebaneenl^epïigli saet sijn/ enbe af-
ftomfligï) ban Rcligicufe Oubecen. (Deïijc;-
fte fo'gtje moeten bie gene Rebben / bie ïjaerr
J^upfgeflnnen / met ben naem ban een tierc
fte ofte <0emetmte geboopt bJillen ftebben ,
55it bja^ be bebomniecinge banben Honing
David : biant ^.ijne oogen bjaecen op de ghe-
trouwc inden lande , oni bp ïjeni te tuoonen ;
Die op den oprechten wegh wandelt , die fal
my dienen, fegÖt|)p. Die bedroch pleeght ,
en fal binnen mijn huys niet blijven: die leu-
gencnfpreeckt , en fal voor mijne oogen niet
beveftight worden pf: loi, 6, 7. toelcben Ro^erê
Paimbm :^iflcbop Ridley in (éngelanbt/ FaftFri^ü^
A4 gljcsP^t^s
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
8 Klcyne Kcrckc.
göejegöttoon/ bictoü^ boo?5Dn ï^upfge^
fïn boo^gdefen te t^thhtn / op bat'fe öien tet
fjertencmenDe/ aen anderen eenboo?beelbt
ban |)epïiöïjeïtmogt)ten3ijn/ enbe beugijt.
1. 5^e ifeeepec^ enöe oppetr-J^ooflien in
fenJ^upfgefin/ moeten Die Dingen betragl>
ten in Jjaec ï^upfen / öie betragt tuo^öen en
Ceöaenmeenhereft; met alleen Den Godts-
dienft, inaet ooeft ö' upttecliche Difciplijn
betreffenbe.
5^aer5önmfonberBept vier bingen / bi'e
betragöt moeten too^ben / in eeii tuel-gefteï?
öeftercfte/ in opsicöt ban ben 5^ienfl be^
i^eeren. J©ant/
I. 5^aermoet<©ob^J©oo?ttDO?benboo^
geïefen.
n. ^aermoet<0obt^3©oo^btgep?ebicfet
hjojben/ engeleect.
III. ^act moet gebeben bjojben.
IV . ^aer moet ooclt <J3cbe epnbelicli göe^
fonitentoojbrn.
^lïe en een pebec ban befe bingen / moeten
ooeftbetragöttoojben/ banbeü)oofben inbe
l^npfgefinnen / inbe tei^nibJOo^bigDeit ban
alle öaere j)upfgi)cnooten ; enbe gljclijclt öe
fjupfgenooten befe pligöten oocït boo> Ijaec
felbenin't byfonder moeten betragljten; aï^^
foo moetende baer ooeft baegl)licli? t^tit ge
ben / om ben ftaet ban jjave confcientie te
pnberfoecaen / geïgcft top b^eeber fullen too^
«en in't becbolgïj»
III. Cap.
i
i
Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
I
Kleyne kcrckc 9
m. cap.
Wort gehandelt van het daeghlicks
openbaerlefènvan Godts Woort
over tafel, en van eenige byfondc-
re gedeelten van't felve van buy ten
te leeren , ende de beweegh-redC'
nen daer toe dienende worden
voorgeftelt.
* Woüit en Wtt / den Ijolche boo^-gclefeii
hlO^öen. Mofes heefc'er van ouden djden in
elcJceftadtgehadt die hem predicken , ende
hy wort op elcken Sabbath in de Synagogen
gelcfen, fegöt lacobus , %CU 1^.21.
öe Paulus 0etupgl)t Dat de Propheeten op elc-
ken Sabbath-dagh gelefen 2,ijn geworden te
lerufalem , ^ct, 13, 27. €nbe öat bit \ian
cmi afi^ inbe bp-een-ftomfien tianbe €\r,i(^
tenen gebaen / setupgljt on^s neljené Tertul-
lianus, OOCh luftinus Martyr , b' OUbfle Ijanbe
©aber^/ nietbefetooo^ben/ m fijne ttoee^
öe bccantUjoo^binge Uoo? be <Cj)?iflcucn / acn
ben ïilepfcc ^intoninn^ : Op den Sondagh ,
I foofygenaemdtwort, komen*fe alle, die of
f inde fleden , of ten platte lande woonen , in
i een felfde plaets te famen , ende foo Jangh de
tijttoelaet, worden gelefen de Schriften der
Apoftelen ofte Propheten. <ên befe getooon^^
^ te tocnfcïjt Beatus Rhenanus , een |)aepfcl) B Rhen in
1 Kö.JP^ec/ ni3!jnAenmerckingen op Tertul- Tertul. Lj-
1 : hanus, bat ooch in beiloomfcöe itochetoa^
I
I
J
• J,
t'r
.1:
Prax.The-
olog. tnv£l.
fecundpart
4. cap. I.
&fcq.
Videat eti-
am ftudiof.
leöor Ge-
rardi Zci-
bolt Prcf-
byt. fratr.
domuj D.
Florentii
in Daven-
tria , prs-
ilantiff.ex-
cerpta , è
membranis
Bibliothc-
c« Davcn-
tricnfis , de
utilitate le-
ftionis fa-
crarum li-
ttrar: in
Rngua viil-
gan, in CU
Revij Da-
vent, il-
uftr. 1. I.
10 Klcyneiccrckc.
in-acboert.
éoo mort oof ft <t5obt^ iDoo?t ban öc Ba^
örcé/ oftcR^ocdei:^/ in De l^upfgefmnen/
ofte ban pemanbt ban öaece ftniöeren cnöc
hnecljten geïefen bJO^Den . 3,nöienli)|a l)ict
ban't ïrfen ban OJoöt^ ai3oo?t / m't flemepn/
bjilbenfp^eeclien/ foofouöcnbjp i}iet bceïc
bïngcn moeten bp-bjengen ; bat ïoffeïicft
ban anbece / enbe nu onlanglje ban b' <öer-
bJaecbe Adrianus Cocquius , Qcbaen. 31^p
bJiïïen nu aïïeen booj eenigl)^ toepnige tebe^
nen/ bieon<Snubo6?ftomen/ ht l^xvgf-^a-
beré en ilegeerber^ poogcn te betoegen / om
nietalieenljaeren ftmbcien enbe ftneeljten/
<6obt^ ll3oo2t te boen onberfoecften aïs'fe
5ijnbnï)aecfelben aïïeen/ maec om't felbe
opentïieït te ïaeten ïefen in baer ï)upfen.
I. <DïtijJ niet aïïeen ban Oobt gebobni /
^mt, 6. 6.j,^.i), enbefoo menigljmaeï/
aÏ6 ()p on^ gebiebt ï)Ct Wct-boeck van onzen
mondt nopt te doen , en be Schriften 'tondcr-
foecken , ^of . i, $ifT. 8/ 9. OBfa. 8, 19/ lo.
goï). S' 3 9' ^ l^aer l)rt i^ ooeïi betraeïjt ge*
bjeètlbanlob, David, ben Moorman/ be
Bcroënfen , enbe anbece /bjeïehebiojben bp-
geb?acl)t/alö gefp?oïten bjojt ban't ïefen ban
<Dobt^ ïöoóit in't gcmcpn.
1. ^00 tljoonen'fe barfe een groot ber^
macf ïi l)ebbf n in a3obtó IDet / bjelcïte <6obt
fpjcecïit bjd-gt ïurlifaligl) m fijn tooojbt. J3f.
Openb. 1.3.
c;. vDitfaloocït/enïjaec/ enïjaeceïiinbe:^
rxnenbeïinegïiten/ boengcoeijen in ïiennif^
fe / en gobbelich bi rfranbt j Het woort Chn-
ili faï njckciick in .!)afe bjoonen/ boïgen.a'
j)et
Early European Books, Copyrigh»© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kcrckc. 1 1
fiet bcbri tci Itpoflcï^ / Col 3. 16. möe fp
fuHen Ijaer öaer uieDe honncn tcooftcn/ üi ah
It bat öcröJïct cn UcrDnichingcn / öic Ijarr of
nu / of naè bcfm fuiicn otiechomcu iiiöe tor^
relt. David fc0l)t J3faL 1 19.pl. Indienu-
wc wet niet en waere ge weeft al mijn vermaec*
kinghe, ick waere in mijnen druck al langhe
vergaen.
^. ^00 fullcn ooclt be ï?«nf-©aberé eencn
djnfleïicftf n birnfc boen/ aen ïjacre ^^ïenfl=
tioben / bic/ te mets l)eei jongl) imt beljupfcn
tian !)aer oubcrs tircfonbcn jijnbc 0111 te bie=
nc n / Ijaer nocö bcrflaen op Ijr t Icfcu / ofte
fiijiijüf n ; <l3nbe grlijch men otjcr befe meer-
öer incDcboogcntljeit en beUoninieringc be?
Öoo2be te Rebben / jae tijt te geben om nu
nocj) te ïeeren lefen en te fc lj?öben ; 'üïfo be
Öoo?ben oocft befe meecbec neerftigtjeit aen te
toenben/ en aenbacïjtigljeït in't l)oo?en le^^
fen / pjebiehen / en fpjeecften ban a5obt5>
Jöoon / 't5p m'topcnbaer in be Itecclteu /
't 5p in't heymclick inbe Ijunfen / of 't famcii
fpjeecïnngenbanbebjoome, ^oo becöaeït
Auguftinusban Anconius , ben <Ccemijt/ bat joa^"^^
ÖlV geljeelnietïionnenbe tefen/ nod)tan^ iib
foo geaegl) en begeecigl) anbere !)ooibe ïefen /
batïjp be S>dj;iftuiiceban faupten lionbe op?
fegg!)ên, Ruffini tuoosben banben blïnben
ié Didijmus ban Alexandrien, 5ijn feec gebcnch-
I « toeecbiglj / en bienen Ijier tot on^ J^jopoofc :
jjHy , fegt Ijp / doen hy noch heel jongh was,
55ennocl) geen letteren en ftonbe/ ban t)et
„gcficbt berooft fijnbe /biiert ontfleUcn boo?
j^een grooter begeerte ban l)et bjare ligt; enbc
ö^fben moet niet brrloo2en/ om te
ber^
•Chrift
Itor. lib. i.
C l».
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
12 Kleynekercke.
sjberftrpfftti 't gene öp begeerbe/ aïó 5ti hoo:
«De tgeeii gefcljiebenflaetinöenÊvai^geiio:
geen by den menfchen onmogelick is , is
„mogelick by Godt. i^p Dan op Dcfc <Öoööe-
„ficHe üeïoftrtiitTe fleuueiiDe / baöt öen l^^eece
>,fonber opöouöen / tuet om te becftcijgeri Ijet
35fffMfÖtban5önlic[)ameïirfteooöen / mari:
?,om öe berficljtinglje ban ^rjn tjecte. .f^orï).
„tan^ bermengöe ijp ^ijnt gebeden met neec=
jjftigöept / enöe toa^ gcbuprig Ujaeftec / niet
3>omteïefen/ maecomtetjoo^enlefen/ om
»pat tgeneanöerefjaööenDoo^'t gcbruick,
j>ÖPÖebben moeïite booft gIJel)oo^ ^oo
nJ0?t oocft Ijict ober eetten Servolus , bie glje^
raeeht toa^ / ïjoogö ban Gregorius geroemt:
Jöant niet tegenflaenbe bat Ijp arm / jae een
u cP^^^^^^^ ^^^^ï^ / töo öabbe Ijp fief) noeljtan^
mir^rfS ö^n23pbeïgeftoeöt/ enbe nabien ï)p baec lii
Kzechiei. 1 njJe niet ïefen honbe ; foo liet l)p aiibece baec
nilefen/ enbe!)pï)oo?betoe, Gregorius Ijem
onberanberep^ijfenbe toegen 3öne neerflig^'
tieptenbefugljt ontrent enbe tot be (Öobbe^
iicfte ^cö^iften / fcljnjft albuö ban !)em: Van
Kints beenen aen was hy geraeckt , hy en kon-
oenietiefen, maerhyhaddcfichde Boecken
vande heilige Schriftiiire gekocht , ende alJe
religieufen tot zijn gefelfchap nemende^liet hy
fe fonder ophouden voor hem lefen. Ende fo
ishctgcfchictdat hyde Heilige Schrift ganf-
Ichehck leerde, daer hy,gelijck ick gefegtheb-
be, gantfchelick nier en konde lefen, JDaer^
ïïfjff'^cbef ng / enbe bat moet too^bennae.
cm, quod 0ï*öoig[)tbanaiïe onhunbige ^Dienflboben /
in Ecciefia oocft ban l^upö-Babcrö enbe JDcebersJ/
«vana^iec- öie nïet fffen Fionnen. Lact het u , fegljt
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcync kcrcke. 13
?(uguflmué/ niet genoeg zijn, dat gy inde
kerck hoort Godes woort Jefen, maer leeft het
oock of lel ve in u\f e huifen , of foeckt andere
die voor u lefen , ende luiftert geern toe.
tiootm / ooch onöcc lym toccch öoen öebUen
^oötbnictjtigljc meditatiën , enDe bp gcboïg
ooch tjoo^zhomcn / foo Uele ftncrnien tian pDe=
Ie/ toeteltfct)e/ cnöc ligiJtDeerbige gebacft^
tm. <0dtjcft ren ïecgc maegï) niet ftan ftooc?
ftrn; alforn feonnen Die Ijertenendeljecffe^
nen / bie niet tjerViuït 5tjn met <Öobe^ tooo^t/
geen goebe obecleggingen l}ebben . IBaec
bco2 foo (Dobt^ taoo2t gebuprig te ïefen enbe
'tobecbeneften/ fnllenliinberen enbehneg*
ten / haer borft ende hert tot een biblioteecke
van Chriftus maecken , gelïjcfl fo Hierony-
niusgetupgl)tban Ncpotianus.
6. 3|aefonimigeüan contoe enbe rcecftcf
locrfe bupfg^nooten/ fullen/ booj niebe-toerc^
feinge ban <0obt? 43eefl en genabe / boo? bat
gebuprig booten lefen ban <Öobt^ toJoo?t be^
feeect / enbe tot nae-bebenchinge ban öaer
toegen / geb^ac^t ftonnen tPo?ben. J^ant
<0Obt^ Woort is als een vyer , ende als een ha-
mer die een fteenrotle te morfel flaet, ^et»
23 . 19. 't 9|é krachtig , ende fchrpfnijdender
dan eenige twee-fnijdende fweert, ende gaet
door tot de verdeclinge der ziele en is een
oordeeler der gedachten ende der overleggin-
gen des herten, $)eb. 4. 12. '^n be eecfle
tijben banbetiecclie/ 3nn bec becfcljepben
Philofophen beheert tot Chriftus,aï^'ff of ff
Ije lafen/ of anbere ïjoo^bcn berlilacen be Ir e^
re ber <i5obtfaligöeit, 5Du^ getupgt luftinus
Martyr
tion«s au-
ditis , fed
etiam in do
mibus vef-
tris, autip-
fi legitcaut
alios legen-
te s requiri»
te , & li-
benter au-
dite. Aue.
Serm . dc
Tempor.
op 6?crlKr
na Dn^üBft
öacïjtfn.
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
1+ Kleynckcrckc.
Martijr iii't bcgi» v»an fjjiie 't faemen-fp?f ef ^
ftingcmctTriphoöcn 3oob/ Dat l)P ij^ bc=
ïmtt öoo^ l)f t iiTcn Uanör ;^cb2iftrn Dcc J320=
p!)ftni ru Hporrclcn/ iia Dat Ijp Dacr tdc/
tuanDdcnDc acn Dc ^ce/ toan een ouDt cn
flat!0f) jX)an Ujaó op gctoccht cn brrniacnt.
ïiicron. in Cyprianus bchccrt Doo2 't icfcn Dan Den
jon.cap.3. J)20p()eet lonas , öCtnpgt Hicronimus; ni
Baron. An- Domna, Dooft Icfcn üanDc l^anDclingtjcn
öai.tom.z. Dec^polWcn/ Anno 15^^. gctnpgt Baroni-
Augnft. us, cnDcfooanbrrcPananDcrc. Auguftinus
conK hb 8 bcrIjalenDc Dc Hiltorie ban sijne behceringe/
wp. uit. j ^jj, alDcr-meefl getc!)ict te 5!jn / Doo? De
bccniannigc Dejj "apoflclö Pauii, öom. 15»
15/14. Laet ons als inden dag eerlick wan-
delen , &c. Doet acn den Heere lefum Chrif-
tum , ende cn verforgt het vlcefth niet tot be-
geerlickhedcn ; cnDc feg()t bf cDcr Dat !)ti t)Ceft
een flennne tot I)eni rocpenDe geljoo^t :
Neemt cndcieclt; Neemt ende leeft , nae^
«leiifft/ <aoDtöiDoo;t. €cn Francifcancr
TOnnnif ft te Norcnbcrg, Gallus Kom, lefcn^
öc De fclj2iftenbanDen^ntbaDec Cyprianus,
IjeeftniDefeibe bn-gebjarOt gebonDen / Dc
tfrrt?' }"002Dcn Dep "Hponeïo'/ a CbefT. 3,6. Wy
ixu ' «^^'vclenu. Broeders, inden name onfes He^
ren lefu Chrifti , datgy u ontrcckt van een ye-
gclick broeder die ongerelt wandelt ; Doo^ DC-
toeïf fte bn foo bebjoogen gebjccfl / Dat ijn
nac rijpe oberlfggïnge / vjn lUoofter Ijeeft
berïaetcn / gcbjcbScultetusbertjacituptsijn
qigen bebjDenitrc. ^c i?oogl)-geïcerDe lo^
hannes lunius , in Vjn jonebïjeyi tot Atheifte-
rycbcrlept^iJnDe/ ï,^tercel)t 'geb?act)t Deo:
iictacnDacötigHlefcn ban't eerftc Capittrif
L- I
Klcyne kcrckc. 1 5-
ht^ Euangeliums lohannis, gcïijcït fjP
öctungt luöe farfci)?ijüinge ban 51)11 feüen /
ö3oöt öaiichcnbe / öic syncc / iiae 5ijiie gcoo--
tc barnil)ectig!)eit / Ujaé geöacötig gctoeefi/
fiibc Die i)cm / aïé een becloo^en fcliocp / ïjaö'
111 fijne fcöaep-ftoije aengcnomeh . ^0 en
Uieetmenniet/ optoatgeïegentöeiit/ enöe
op toat pïaetfen ban <DoDtö llDoo^t^ / <Dobt
geïieben lal ö'onfe te befteècen/ en te recftt
te b^jengen ; enöe ooch öierom moeten bjp
tijdeiickcnontijdeiick aenïjonöen/ gljelijcft
iirt biöbcn / alfo in't ïefen ban <BoW b)oo?t/
of niiiTcDien bacc öoo? <Doöt aen eenigen ban
b'onfe/ 'tecnigertijtnoc!)gavedebekcerin-
geten leven.
W\} bjenfcften ban / en bi'bben Ijet ban
Öcrten/ Dat ö3oöe^ 3I3oo2t inöe öimfen ban
ons^ C!j«flenen inact) gelcfen b30?öen.
I. Wie Daegen. Leeft daer in al u leef-da-
gen, fepbeOJobttot benltoniiicft / ^eut»
17- 1 9» ^ieban Bcrcen onberfogljten dae-
gelijcx be .t>cl)nftcn / H-ct. ly.^f. n. TMzuf
3ioben5!jngcb3oonopdcften negenben bag d"^^'"»'"»
ban bet fcefl ber Cabecnaftelen ïjn ïaetfle ï?fm%V
banbelDetafteboen/ enbebe eecfle afbee^ Hoornb.
linge Vuebecom te beginnen ; baecomnoe^ «^'t.difp.de
incnftibatgaudiumlegis, batl^i <ievreug-
de des Wets , bacr mebe fn Ijare gebupciglje
neerfligljeut iwt ïefen banbe D^et getubgen /
geïljcft be 3oob Menaffeh Benlfrael bedjaelt,
^ïtflaeton^^baeroinnnte blijtigec / en
temcecte boen/ om bat ton nn in fntchen
grootenb^nigljeit/ fonbec eéinge fcljaebe of
|bccïie<S/ <0obt^iDoo>tftonncn ïefen/ baec
ftet ben S^nbel in srjn liunj^ gïjeljaDt / en ge^
lefcn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcnduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Bzov. An-
Bal. Tom.
i3.ad Ann
zzo8.
Londini
fub Ton-
fVall. Epif-
cop. refer.
loh.Fox in
Hiftor. Ec-
clef.ex tef-
tim D.Rob
Outredi .
Opcnb.1.3.
loh. Fox.
libr.cit. ex
regiftr loh.
Loneland.
Epifc Lin-
colü
ld Kleyne Kcrcke.
ïrffntefjcbben/ eengcnocgjjfaemeoo^faecïi i
inbe J)acpfc jje Tyrannie enöe inquifity, toiett r
geoo2öcdt/ om oiifc Boo^©aöcren te Doo^
öcu. (Ccn ti)öc banbe torecöe beryjolömöen
banör b^oonie Waldenfen, toirrt Die befcljuï-
bingr Qenoeg grarijt tegen Remundus, graef
baiiToIoufe, öatJjpDaegiicft^bpöem ïjaöf
öe ijet 23ocfft De^ .ï^ieutont Teftaments ;
i^ieromtoiertöpnaccht/ meteenbanötom
Den jljal^ getcocftcn too?benöe m een Itercft
tjan S. lillis, foo gljeflrcngeïicft met roeden
gcgeeflelt/ fo öe B>unnicft Bzovius tjecïjaelt/
öat ötiöoojöefefbepïaet^niet tueöer npt öe
ftecch ftonöe gaen / Daer boo? ingekomen
fcoaé. i^icrom ooch een^^een &oeh-^?nr=»
feec/ Anno 15431. berbjanDtmefc een 23lbeï
boo2 en acfiter op 5ó'n rug!) gebonöen / op bat
men Doel) be oo?faecft foube toeten ban jijn
boobt / ofte lieber ban sjjne .ïBoo^bt. lohan-
nes Foxus berbaeït'er ban een/ betoefcfte/
fuïïenbc ber b?ant too^ben toegen ftettertje / fa
fpboojgaben/ enfienDebatbftS^oech/ ge^
noemt be Openbaringe lohannis , aenbe paeï
toaébaflgemaecftt/ omoocïttegelijcft met
Öem berb^ant te too^ben (om bat Ijp te toeten
bat 23oerft feer geern öabbe geïefen / om bat
'er ïn gefcbjeben flaet : Saligh is hy die leeft ,
ende zijn fy die hooren de woorden defer pro-
phetie, ende die bewaereti het gene inde felve
gefchrevenis)met een op-gbe^eben flemmc
Uptriep: O Geluckfalige Openbarige, hoe
wel wort met my gehandelt , dat ick met u ver-
brant worde? Mm J)eeft op teïe/ aï^ op
hetterfcbe menfcö^n inquifitie gebaen / OfHc
de Heilige Schriftuyre gelefen hadden tegen
het
Klcyne kercke. 17
hetverbodtderkerGkc; rnöebcef? ^fjn^ec m
Öf 13 af c gcïiomr n tian Ijac r U\)m / met alïrcii
om bar fc [dÜC !jCt Euangelium , ofte de Han-
delingen der Apoftelen , ofte eciligeil Brief
geïefen IjaDöcii; mar r oocïi felüe / alé'f^ niaec
anDcceu Ijaböen ï)cojen Ie fen. ïöant bet Ie-
feu Uanbe X^.^^clj^iftuire U)02t ban Den pau^
Pms IV. öooa bat berbloechte Concilie baii
Trentcnj ficftelt onber't regiflec banbetbo-
bene23oechen; enbe ben ^Ï3ibeï / oocliouer^
QCfct ban Cathoüjcke , bat / Paepfche
JDodoren, bjojt ben ^paufgefïnben bcrboben/
ten fp öaec bat ben 23irci)op / ofte Inquifi-
teur, met eaebt ban ben Parochiaen, ofte
23ie3{)t-Babec/ toe-ïaete; ïnfo j berrebat
Iff öit ooeït ben Regulieren (geïyeft be .monic-
ï»en ban !jaer genaenit toojben) becboben fu /
ten toare fp baer toe niagt ban tjace Prelaten
ontfangen [jabbcn/ gelijcft foo imtb^uefie^
Uch ban ben boo:~gebagtf n gan^ gcftatuecrc
li in !)et Concilie tian IVcnten. agïjten
bat npt betïcfen bec i^, ^cDriftnnre 'inbe gbe=
nieune fsi^aelcn/ meecbee fcljaebe ontfUet/
nïs^nptbe boeeften bec Ji)epbenfclje Phiiofo-
phen, gelrjcrtalfooronbtnptfeggenberft be
iWnnnieft AlphonfiisdeCaftro. C>eCacbi=
naeï Hofius Ijeeft U;el buyöelicft bojben feljnj-
ben/ bat öet beel betn: niet be fterehc (ber=
fïaenbe buuten ttoijffeï be öoomfclje kerehe)
lonbegefiaen Ijebben/ inbienbaecgeen Eu-
mgclium gefet):eben toaere getoeefl. jl^icc-^
onigetupgt)t Claudius Kipenc^us, een feei*
bermarcbt f aepfclje ièrljjijbec / bat beele
pifeljoppen / !jet lefen banbe ^cl)?iftnme
lïo gebaerlick agljtenbe / ijaec banbe feibe
23. cm^
IndeJt lib4
prohibir.
contcci i
depu.Conc.
Trident. &
a p I O IV
approb. re-
gul.+.
Libr. I. ad-
vorf haércf.
Cap.13.
Cirant.Sixt
Amam. Loc
CJt.
Efpenf. in
Cap,i,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
ï8 Kleynekerckc.
ontïjouöf n cnöe toagljten / op bavfe ölfoo
fircn ïmtet^ foiiDen toojöen : Even als of,
. fegllt [)|Li fefC tocï / de ketteryen ontftonden
uy t het lefen der Schriftuyre , ende niet liever
uythetverfuymendeonwetentheyt der felve.
't3^ bacrom met tt ücctuotiöeccn / baVft
Ijet lefen Ijanöe ^cljjiften/ foo gDcbaeclicfe
öjötf n V1002 be leccften. .ïlöaec tuat een goua
öeeeuUie beïctien ton nul toat een vryheyt
lirbbcn \ini nu / oocfi overvloedt ban <éobt^
boer hen / bie nu nt aïïe gemepne taeïen geïe*
fm/ enbebooieen feer gerniige pnj^ hcha^
mm ïtonnen \1i02ben ; baer ftet ten tijben ban
onfe©abeccn/ mbe ecrfle Reformatie, een
nïeulue en ongeï)oa?be faccft taa^ / bni 25ibel
tefien; entcïjebben/ ofteïefcn bu nae een
mi raeckei . Luther l]CCft ïjet gelucïi niCt Ql}t^
f)abt ban ben 23ijbeï te ficn / icït ïaetc flaen
te lefen/ boo? bat ïjn ajuljtjicn jaeren oubt
^ fijnbe/ benfelfbnunfimWooflerte Erphord
^'mvkï ftabtgebonbcn/ b^niffftenbebatflu een^foo
Luthcr. êen boecït foube mogen fjebben / nibe ïeefen*
Apudsmr. 3!ae f)^ becljaelt ban Carolaftadius , bat ön
prol Bibi. aöötjan:enDoclorbja?j0eb3eeflmbc Theo-
cap io pa? ]ogiey eerDpöni 23ijbêl opt gelefen ï^abbe.
sVxrAmam CeuoubeT Sorboniften 'ban Parijs, f)eni
inde Voor- becbjonbecntbe / mbccgjnnmnibe bat Ro-
h if con ^^^^'^ Stephanus f)êt N. Teftament J)abbe
fer cap^'s" Öoen bïUeïien / fctibe dat hy niet geweten had-
pa. mi hl li. de, wat het N. Teftament was, eerliy meer
Roh.steph. dan vijftighjaerenoudt geworden was ? CllbC
refp adcen- aÏ!^ l)p 0ebraegl)t \vktt/ ïjot t)p b)i(ie/ in
^"JifTn'r- telrïieplaetfebe^;):)ïcubjen Teftaments pet
Fa^ecirt.^an gcfrijjebfn ftout / fooantteo!bel)p; dathy
ijT^i. fiilcksgelefenhaddeinHicronymus , ofte in-
de
Kleynekcrcke.
!ƒ. Pag. m.
301.
de Decreten der Paufen ; maer dat hy felve RainoW.dc
• niet en wift , wat het Nieuwe Tcftament was, Rol^i^hH
Ötïrjcli unt öe anttuoo^zöe taii tim opQcmth i cap. s. \
tin Robertus Stephanus op öe Cenfuren bet
Theo loganten tian Parij s , bttöaclt bc ÖOOg-
ficïccrbe/ cnbcbcrrcïiotifn alle anöcre upt^
tnuntrnöc/ (i3obt^-acïcecbc/ loh. Rainól-
dus. 3iae't toa^ Dor n hi bic tybm foo mbt-
ÏKtxt/ baf et luiert aaijcfim boo: ccn hct=
tafcö 230CCÏ{ ; 3Dant Conradus Hererbachi-
U65 fnifrccbfrman-tticcöt^-gdecrbe/ Qt^
tuPdbt frïf^ ocöoo?t tc hmm I een B^onich
opentlicft mbe pxbïhatic untrcuTpen / bat'er
5,1300,2 Uie^iiKÖÖ \ueeclien eni fp!aecfie toa$^ op
yM baen oeïiomen/ bie men be Griexfche B«roan i,i
>,noeinbe/ enbe bat mbe feïfbe taeïe ent ïjocelt S"^'^*' '
,5,toai^ upt geftonieti/ 'titjeïefte öet Nieuwe
:5,Teftament lüicrbe 0enoeint / 'tuieïeft Ijoï
::3,ftetterucn toa^/ ijol?tbber.^ntbe.^ecpen:=
.»ten/ toaer ban fteni een ne(tf lich foube tuarr-
ten, vDen <eert5-^ifTcï)op ban Mcntz , AI-
bertus, tOtAufburgh, Annoif^o, op ben
ïiijer-bag!) fijnbe / enbe ben 23yM een luen-
nï3!)boo2blabenbe/ fe)obeooeh: Ickcnwcte
niet wat dit voor een Boeck zy , dit fie ick wel,
dat alles wat dacr in is, tegen ons 2,y, gfje^
'ïijeftbebermaecbeSixtinus Amama berljaelt
mbtefeer geleerbe ©ooj-reben/ bie ÖP a!)f-
fielt öeeft bOOJ fime Bibelfche Conferentie.
M^it !)oe gemepn is nu / booj vDobtsi gnia-
be/ aobci^H^ojt; )ae'tVD02ton$'atóuibrn
inortt gefleelten / mbe gelijch ben ^poftf i
fe0f)t / Hetwoortisna by in onfen monde,
.ende in ons hertej dat is het woort des geloofs,
^'twelckcwy predicken, ^lom. 10. 8 éfcM-
S3 z toen
v
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
loh.Stow.
in Annal.
Anglic.
Molin.Me-
dit.inücn.
20 Klcynekefckc.
t»cnlteficï05bcï)et 23offU v0oöt^ nu cofl^ té
turfm niet htt niinfir üan onfc ïccf-ocffcnüt=
fm/ öfïijfltRioöc lioniagm EHzabcth Uau
m grtutig:ï)De opcntiicli ni't Jdacïcmcut/
Anno 1560.
jl aeaï^ Dit niet m ocfcl^et ban een neöee
onDa* onö / ïn flfn fyw}^ / f)oe ïtonnen ton öe
^3apï1lrri Han btoaeïnige oticrtutiam / baffe
ben 3ibeï arn een nebrc niet toe iaeten / acn^
Viijfcn I jae aen-beticlen / tot foo grooten
UoocöceïljanSricïfnfaUöljeit. JlDat öc^cft'et
liori) anDa-9 tt bf Daviben / bat U)p I)acc onVue-
tniiinit bcflcaffen / enbe tegen ïiaer üerbebi'i
Sjen ï)et aenteen lefni tian O^obt^ HDoojt / aï^
öet feiVïe onbatnlTcOen niet beUeftigïien
niètonfen tioojgancli en p^aeFtttjeft \ Ghy
veroordeelt , fegïjt eïber^ jBoïinxuiS / de
Roomfche kercke, om datYe 'tgemeene volck
het lefen der Pïeylighe Schriftuyre verbiedt:
Maerzijnwy daerom al forghvuldiger die te
iefen ? Sy worden verhindert uyt fw-ai-igheydt
die te Iefen ; maer gy door kleynaghtinge en-
de nalatigheyt. <0e\üi|Teïieïi eeii niet ban al
te tDaeraeï)tiöï)e hiagljte / en befleaffinge.
II. .fl->,aee nabirn Vuii ooch \ucreïtlicftc
bingl)enteUerrightnU)efrben / enbe U3n nu
fp2ceeUf n Vian <5obt5 il">oo:bt opcncïiea Uooi
te ïefen in onfc ïnntfen ; foo la3enfel)cn Vwn bat
baettoePant =f-Babec^/ eenigea feec*
ïtecentijt / aUeijacgen/ \13ierbe afgefonbect
«lEnbctoc bcfeoeffeninge Uan feee beiiuanic^
ïieh Vü02brn toe-geïiepïigïit / ben mojgen /
ben nabbagï) / nibe abonbt-jtont / dXi be
<Dubet:éinet!]acc Uinbccenenbe üncgljten/
tsm niaritijr fitten, 'tg:<S ban een fcei: €\svS^
teliehe
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke.
21
trMteofffcnmrjö^'^efpijre te hey ligen, 0r-
Jijrft bOO J het G ebedt , alfoo OOCli Ö002 G odes
Wpoidt. I . Cint. 4. 5* <Onbc Dat bc <Dube
ai;ï)2ifrfncn gl^cli^omi 5tjn 0Ï)e\nrcfl / <6oöc^
ai?>co>t tc Icfcn o^f r ïjar re €aff Ini / fcr
ïif r/enöe fouöc b^rcbcc gr töoont hoiine n Vdo^j^
ben* ^ït jcbjupch fccr gcrocmt gctDccfï
ban H'ieronymus cnbe AugulHnus , beUJCÏcUe
hit bctibe fee r öc|iïïg!iUf U m neerftiööïicït bc^
pbcit {jcbbni, ©aït Auguftinus toojt oö^^'
timgt/ öat Hjv» mceiöfc boo2 öct ïcfni o\}tt
CaffnétJcrmaccïtt gcüiccfl/ ban bccïjmgt
boo2 be fpijfr. ï^p p2ijft bit bm B^unniclicn
Öoogïjïiclicn m flme ^.JicUcn am. <i3nbc foa
i^f tnUup Dat bit brn licrcMifhcn ^fifoo^
nni mfonbciljcjLit acn-brboolcn / onbic an^
Öf rc in Ijtt 111. Toletaenfche Concilie , bacc
bc Babrc^ aïbUi^ fp>rhcn : Voor de eerbiedig-
hey t Gods ende der Prielleren ordonneert dit
het ganlche Synodus , dat (om dat onnutte fa-
belen dickwils over Tafel worden gefproken )
over alle Maeltijt der Priefteren de Heylighe
Schriften gelefen moeten worden ; want daer
door worden de Zielen geftight tpt het goede,
cnde onnoodige fabelen worden buyten ghe-
houden. <i3nbc bat tjati bit gcb^niucït nocö
cfnfcIjabutDhjasinfiinentyt/ mbe bp-ren-
ftjomficn bCC Studenten, 0ftupg])t Aretius;
mbe occh Hyperius , be\t)cïctó fcgljt / bat
<Dobt,éaDoo?t/ tenfijnmtljbr/ obir Cafcf
Itiicrbc gr Icff n / m Mc J)uiift n ban glicïcrrbe
mannen/ mbe Collegien ban Studenten, m
3taïim/ ©rancacijch/ enbe^^uptfföiant
<f nbc öl* fcgtjt nocö berber bat Uoningrn
bcjpjniccn gcfegjjt tobben oocïibie geïuoon^
25 3 te
Auguftin.
cpillül.109
Conc.To-
Ict.3.Can.7
Gracian.de-
cret. I. Di-
c. 12..
Bened. A-
rec Pro-
blem.theol.
Loc 4-2 •
Hvpfr.
Trc^a. de
Coli. Thf-
olog. inftit.
Cap.éf.
J
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
22 Kicync kcrckc.
tc tjeïjaöt te Iiflibm / met aïïrcnboo: öcefcn /
nianr oocïi lm Sijii ftf ïir uoï)cnitTe ■■> aii Cai o-
luslJeGroote, bctoclcïïc nclirné bc $>c^iïiac
5>cï)nftm/ oofliöcVufrcïtcnbantien €^i\bt-
3Öaba Auguftinus , !)f f ft otjfc flf np €aff l la-
tmïcfm ; möe Francifcus I. Houuifj?) tian
5?>cancïanjrft/ bcludche ocffgf)t tuojt norit
prgctentclicfalim/ fonbcc booigarnbe Icfius
Öfcnbc (Öobt\j?«d)tïöe 'tfanifn-f).t:ecfftmae
ober €>obf ^ Il3D02t. <i3nbf foo ï)ectt nu oorft/
onibit'anocl) üft ticoi bn gacn lii> t-^ tjoe^
gen/ ftet Concilie bari Trcnren bcflOOtvU:
!^f-Tion. II. Gemerckt, ff gfjcn'ff > clat dcBifch^nnpnbc-
pjg.mihi.;. hoorcnonberüpelicktewefen, fol , .eyn,
endehaer-licdcr Huysgefin wel regeerende,
foo vermaenr het Concilie eenen yegelicken ,
dathyvooralfeerfober ende matigh 2,y over
Tafel van Eren en Drincken . Jen anderen,
' Tcktopdufdanigenlaetien dickwils ghe^
, acvivcn te vallen vele ydele v/oorden , foo be^
geert het dat-men over der Bilfchoppen Tafe-
len fal Icfen iiyt de Heylighe Schrifcuyre.
Ï)002\t3arc bit cm fccr fïïcfitelicfte cnbe
Cljnfleïichr farcïie ; üjant Ijicr booi toojt foo
tod be Eid met mx <e>ccfidk\{c / al^ \]ct iir^
ftar m niPt ren ïicï^anididic fpij? grtjoebt/ cm
be foo too2t <i3obt Uan on^ ge-ccrt in alle dln-
jTcn, 't7.ywy Eten, ofre Drincken , nae't
bebd be«5 "?tpof tdïJ Pauïï / i.Como. 't^d
ccn tcnchen / bat ton met loh v <i>obe5 tooojt
meet agötcn aïö oiiïJ baegi]lich^ Doebtfel /
'jjob. 23*12. De redenen fij nes monts hebb?
ick meer dan mijn befcheyden deel wcgh-gc-
leydt. <6en onber bc €>ube fegïit aïöu^ / m
„fdicre Homilie of }3ccbi!tati?: i)/oo:t geer n/
ge.
I
I
ll
f
I
Kleynckcrcke. j,^
>,fen inbc hcrcït / riiöe bcï-ïfcft'fe m uhie
>,l?upfm j möicn iicnianbt foobrfiföfaïftu
„grtofcfl/ bat ftpbooi't eten niet Ijeeft hon-
,,ncn ïcfcn be <èoböelijcfte ^rijaft / ïaet'rt
»bicnniftbfrb;iftenob£t: fmte marltijt peti^
„Uanbe a3obbcïicïie ^ct^tift tt \cfcn / op bat
„geïijch't ïicljaem geboebt too?t met ftitjfc /
„alfoo oocfe be 2:ieïc tiecquicht iuojöe met
„a3obe^üJOo?t/ op bat ben gantfcften unt?
«toenbigen enbe ïntoenbigni menfrije ban
r,ten hJe^liQe enbe l^^eiilfaeme maeltijt bet fa^
jjbigöt op-cijfe / bat gene bccbuïïrnbe 'tbjeïc^
„Ue ben Apofrelbennacnt/ feggcnbe : 'tfy
j>gy eet , zy gy drinckc, doet het alles ter ce-
35ren Godts.
%lé bc l^upr-babec^ op befe flonben a3obt^
tuoo2btbepboÏ0en^ïaetenïefen/ foo honncn
benganfcljen 23ijbel eionbigat m een (aer /
geiijcU ban Bayly in fijn oeff enmge ber vDobt-
tiiiigöept / enbe ban Oortcampius in fijn m>H'
gelijchfcjje oeffminge ber a3obtfaUgi)e]iit nu
mUangïjö !)fr-b;iuclit / bunbeiieu gettjoont /
€11 aengebjefen ié» <6nbc bit öceft (tot mijne
öemh(qinebeeb3onbenngl)e / enbe gtoote
U^eagöbe/ toantïjeteen tepcften ié/ bat'cc
«oclj aïtijt^ in't ^aufbom fijn/ bie't beter
Vuenfeljen/ enbefaegenonbertjaer) oocfefeer
bcöaegt feïbe aenben Carbmaeï Quignonius,
bcbjelche (lmflenbebatbe23oecïienbcr ï^cp-
iige ^cb^2iftuiire / banbe Parpchianen berboï=
genö inbc iurcften gelefen fouben iuozben/na
öe gebjoonte bet Öao2-©aber<5i €n bbaerom
coca niet mbe l)upfen^) ben gau^ Paulus III.
3,albu^ aenfpjeecio; ; Endc dit heeft voor aJïe
2p 4 buigen
OefFening .
der Godtlkt-
lig. pag.m
Oortcamp.
D;ifc;elijck-
fche Oeffe-
ning. Cap,
7.pag.m.5j
Prxf. ad
-Paul. 3. in
breviar.afe
recognit.
24 Kleynckercke.
„öf roni te ü:cii0m / öat inr eft ban a\\m bc
3>ii>fVlial1^ écli:iftinicc'tgeficdejan: / mhz
, „alir Dc PI-' ^ - in tkhe lucficn tïoo?-orïcfni
, Auf L*öcn. . V ; at lup far gen öat bcuöe op 't
jjhooghfre den ouden Vaders hadde behaeght ,
„die de meefte Boecken fgdljcri bobni iè ge-
„fcght) ban bcböp Telramenten alfOO I)abbcn
5,mgrfrcit / om öooj bt tijbm ban Ijct jat t te
jjlcfcn / nibf foo onik he Pfalmen boo! be ba^
„gmbrcbfcït habbrn bat aUrlurcch Ijct gbc^
E'fviar Ro ^^^^^ ^^latni-bof f(i gclcfcn teicrbr. .fit>itfi:
nian.ex De 't gCHC UI Dcfm tf n deele bJeï ban Qiiignonius
erft. conc. brtbf ctctt ïDas / nae ban ben gan(>
S'' p"n r. V- \uebcrDinbfr\tio.?pm/bjeber afbJijc*
ftnibc banbc inilr ilmcrr brr (9ubc a^iabiTf n.
^IfêDitbanalï? Mbrré tot nac-
gfïionirn/ fcofitdauiifr., cnljarrc iiinbfs
ren ofte finffdtni/ a?>obt6 P^cojbt mcmgt)-
niacï boo?-leff nbc / r n ban ïnfonbcrïjrpt be^
Col.i.7 tracl)tfn6c/ in ChHlto gcwortelt , ende be-
vefcight worden in het geJoove. vJrnbir foo
luojbm bic met LTf[)t gccormt/ bie «Öobt^
devnm'& 5öco?bt menigljmarï gdcffn t)abbcn ; gl)c*
Thummim ïijcli bcu Uoniugl) Alphonfus , ban ben bJf ïc?
pag m j4 ficii Hiiiofien bf rï)aelen / bat \]\\ ben
Nicoi Ar ' ^"^^ becrtljicn-maeï Ijabbc booj-geicfen ;
noid. in ^' enbe (5 eorgiusRakoci, ban ben bjclfftcnbjo^t
prxht ad bcclju. Dat l)n be i^entige ^cOJiften Uiel
diftina. j-j.^^ ,1 j»„ ttointiiTÖ-maei ijabbc booi-gelefen
j^^^ ^^^^ raetfce/ 'tiueïehe ïch
banbel-?n?if-©aberj^/ ï)erteïi6Ïib3enfrlK hef
tragljt te toojben / ló / bat'fc Ijaei-en liinbe^^
ren/ enbefooniogeïich/ ïjacven ^ientt-bo^
ben / feeciietegebeeitenbauO^obt^ JDoozöt
Kleynekerckc. 2j
ja\3rn / om ban himen tt lec reu / rnöe op te
♦f g0f ïi j 'tUJdche öafroni te M]m Mn o!) e-
fcljicöcn / om öat ïjaerc Memorien , nu
i>Dngl} enöe flercli fljnbe / nac aïle Dinoöeu
(ionncn ii)o:öen in-gcbnicïit. iDat een gcoo-
tcncrbarcntljriiteuDe bafnglKPt uiöe <0oö^
tJf licltc ^^clj:iften / Dcfc ocffeningc toebrengt/
ad)tMclieeneui.tegelifh genorglj te befcffeu.
aDc iietcïieiiclie Hiftorien getuiigeu ban te-
nen Hilarion , Dat Ijn tjc ïf eyligü^ ^^c!)?iften
Ifcö pcrfed gduinnen l)eeft / Dat öp'fe Darg^
jifhsinaerijncgebcDcueu Pfalmen, getooon
toa^ / gelijch alê boo? <0oöt be i^eece tegen-
Uïoójbigl) op te feggen. Eurebius becöaelt
niet !joc gcooten beilDonbetmgöe ï)ii meec^
niad / eenen Iohanncsi£gyptius, Die blint
Ipa^ / opentlijch gel)oo?t IjabDe inöe itereh /
laooVïefen geliecle rooecften foo banbeu (Du-
öen / al^N.Teftamente, niet auDcc^ aï^ of
ïjn'te gefcbseben boo: Ijem b^ibbe neee-geïent,
' ' Bil ben Waldenien Dit fcec gljemeiui
gïjeuJeeil / bat 'fe gbefieeïe ^oecUen bec
^eb?iftup:ebanbuiiten ieerbeu / enbe op-
fenbèn / Yomnnglje alle be Capïttelen ban
Mattheus en lohannes ; anbere alïe be Cano-
Tiijcke,§ienbt-Ö2icben; cfeen goet beeïban^:
befp?enehen Salomons, be Pfalmen banbeu
lloningö David, enbe bep^cpljeten. ^it
öeben bieb20ome Waldenfen , om batTe/ ge^
bnmigbïiefe berjacglit en öittigïicft becbolgt
boojbcnbe / 't gelucit niet en Ijabben banbe
^cb^iftunje fo oberbloebigïicïi op alle plaet^
feu / te mogöeu lefeu ; i>ce|$ oeffenbcn fn
foljaere Studenten, ofte bie/ bjelefee onbec
tjacr bJiecbf n bequaem gemaecftt tot öet p^e^
^ f öictx-
Cfnturiat.'
Magdeb.
cenr. 4. .cap.
10.
Baron. ad
ann.309.
Hiftor.dcf
Waldenf.
lib.ri.part.
3. cap. 1. Pag
m.14.0.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
2 O Kleyne kercke,
Dich-anipt; OdycUflifdlJCbïiIeanPaul Per-
ringetupgcn/ in öetCapittel, Daci*'fefp:c^'
ften Uan liac re Paftoors , t ftc 31 eeracr^. o^n^
öe ïnblcn öït ooft ban Öcn Studenten het The-
ologie toïerbt gebarn / öacc niet aen te
tkuyffckn/ oftfouöcccn gtoote b^cutjt gc^
ben ecrfl aen tjaer / enöe boec nae oocft aen
anöere. Dit Bcza öeni ftaDbe acngetocnt
tnfiineionge jaren/ fo ïjecft I)m fijnen öoo>
gen onberbom/ al^nnbp nae fijn Memorie
geöeel berbaïïen bJa^ / gfDfde Pfaimen in
fjetljebseenfcö / enbeeen peber Capittel upt
be 23?ieben be^ '3tpo|ïeï^ Pauli in t^ct
<0ateeft^ / ban bupten ftoinien op-fcggen^
^0 jjeeft oocft Antonius a Voorft, felbe aï^
I)pb(inböeb30?bentoa^/flcö berniaccÏJt met
bet geöuprigö Jjer-öaeïen en opfeggen ban
6et gejjeeie Ccflanient / enbe 't ^falm-boc ïi/
geïijcftuptöetgetupgenifleban M. Schooc-
kius , fijnen Jlieef / brr!jaelt bm öoog-geïeer^
ben Revius ni (ine Hiftorie ban Deventer.
ïï^atbitoocït geb;upcheli)eh i^ getueefl / in
l)et lefulaenfche Collegie ber Auguftinianer
jTtóiamieften / gelegen bicljt bp Florencen in
ItalicDj cpbientijDt in ben bielcïten Petrus
Maityr tjtm/ een Songelmgï) fljnbe/ ber-
boegt öabbe in 't feïbc / getuygfjt Simlerus in^
bebefelj^ijbinaeban't leben enbe boobt ban
bien groten <0obt^grïeerbf n / met befe bjoo^^
örat.dfvita )>ben: Hy hccft hcm in dcfen tijt ooeft glje-
Ma?' P.uV «SJf^*" ï^^fni ber i^rpiig.De ^cb?iften.
5,aï)ant I)et toas een pcijfeliehe gljeüjoonte
jpban bit Huyrgefm, oftegeldfchap, tat te
5>2öngelnigen bie een goebe Memorie ïjab^
jjben/ ÖQergetoenömom fëer beïe bingljen
upt
I. Revius,
Daventr.
Illuftnt^
lo. Simlrr.
Mart. Paul
foLi init
Kleync kerctcc. 27
jtii[ïtt5ct^fpïtgfïc^rö?iftmliacre Memorkn
roirircprcmcn; foöattbmimgc gefiede h^it^
' ,\)fnPauli, anöcrcöctijotdiöec "S^iifpjeuc^^
jhcn Salomons, fcnigeÖeHiftorieljan To-
„bias 5 ofte cmig aiiöcr boccft mt be £}eplïfle
^rl):iftcnt3an bimtcn cp-frpDcn. <t*n foo*
ïiani!j!]rlifïrfJMch'n:ooch gcfifniH/ bic alle
itio:!5cn$ / rnöf aüonDt^ / öiec toan fjaec bp=
fonöcr üicccft maccïtten / alfo Dat icft'f^
aiitfdjc Capittcïcn/ jaetebcnljcöbe Bo^
ecu opfcggcih Ce Vtirtcn öat rcgljt / een
Student van Chrifti Teftament te welen , gCs
üjch Dc 5f ratiff ïje l-^ccchc Frenasus noctnt tn-
bc roemt / iuteeclier^:ief ani Ekuthems,
iaoonifcïjbilTcïjop/ Èufebius. iDantöat
iJC ^t)CÏJJlftim!e öe fubftantie is van het pre-
[dick-amr, niet qualicft gefegt Uan eeuen
toionyfius, öcntoeicïimöe papiftcn te öcc^
gcffö 00?Öeeïen/ öicn Dionyfius Areopagita
0c\ukfltefijn/ ban Dm toelcfien getuaegljt
Ii302t / ?l;ct. 1 7. 34. 'ft ^al l)icc ume^tUt^
ncn 'tgene eïDcr^ Amefius t)ecljaclt:Ridbeius,
I „een aïngrlfclj H^attelaer / ïjecft alle De
fjjbMtUenPaulibanbuptengrïcert/ aï^^ ftute
„Cambrits ftaöecröc. Ccueu Cromcseiliuj,
jji^^obelingl) / tjeeft m een feer fto2ten uit/ en
>;>Daec!)nfeec beelte Doen t)aDDe/ ïjet gant-
jjfcljC nieutue Teftament ban Erafmus oUer-
Sgefet/ opDefcltJc toijfc gelijcft op-gegeten,
,5Ï)oe groten fcljaemte fal l)et Dan Ujefeu /
5,Dieneen Student Der Theologie, nïcts upt
„De ^§>c!j2iftuire Dn nae toeet/beljalben pïaet^
„fen Die aen een |ïegeiip beftent fijn/ Dan u»it
y)t)C Regilters en Concordantiën.
Ucobus tle Riberia in fijne befcö^rjöinglie
ban
Eufeb.lib-
/.cap.f.
Libr.deDi-
vin. Nomi-
nib.
Rivet. ent.
Sacr. lib. i .
Cap.9 IC it
Oration.
fupr.citat.
pag ƒ4-
28 KIcjmekcrcke.
incoikft banTholoufc, mtoeïcrtcfcabt öiroogcnicï^
poft" mJh Waldcnfen fect Me luacrcii /
etiam Cl. tonccomfc oor ft gr nacmt toif röni bc Tholou-
Wart f.citat faenfchc ketters:> UciKjacU cniCll fïccljtcn Ijnlif?
xun dewal. ^"^^^ Ö^CC ö^f ICU tC ïlCllUCn / t)iC l]Ct
«. UJifloptefeggcn/ niöatUrle auDciT/ booi
ÖktiimnolUeffn/ tpiflcaïjctctantfrlje Terra-
ment. Rayneriu5, Dïeinquifity-Meeftcr W
Kdvcrr Ö«^»Öjc WaJdenleni.S (jcfïflt flcUïCrfl/ p^ljfl
waid. c I ooft fo niet aikm ten l'joogficn ('tlurlft in ccii
in bibiioth. iJiiaiiöcntcocnpartnDfcljan bicVironic imn^
^fn oTut tcljcn/ i^feertcbrrUJöiiDccfii) I)arc nccr|hg^
tom 'i j.c- pt enbepbcr in t Icfcn ban a3oöt^ JDoojbt;
dit.coion. niaccïjngctnngtoofftöat'A^ljncrc liinöcmi
fo ncrrfiigl) ocffc nöcn inbc l),5iftf n / öat
f)acrf ftnccl)tftrnj^ cnöc nicnfïtc nc be Euangc-
iienrnör Brieven Uan bui.itm üiifTrn» <ï:n
U)af ciif ft naöif n nicn öogli' fijne Mcmorien ,
cnDcoofftDiröfcïunbrtcn/ foUcïc inniiol|==
nmdnödcenfonöiaDc Dnjgljcn acnbcljfclt;
ifl niet bctamdicft / cn bccï biïlicftr c / bat
top onfe Memorien inbnicftcn be Uioo;bcU
peciar.o- öfJ^ïelienbignKÖobt^/ bic onjJtorjiiftonncu
macrft.'rn tr c fiiiiglin.ït ^ Cicero fcgljt ban cru
fcecfter ge bedtr ban bic Oratie, bic Galba jjab
gcmacchr: By ons, doen wy kinderen wac-
ren, was^fcinlülckon «»rooteneerc, datwy'ic
oock van buytcn 1 i. 2üd toacrom CU
Gregor.iib fuUdi Ui|i oocft öc <^d)Mftnnc / (bic nict an^
4.Epiftoi. bcr^i^^al^^cn Brief van Godt acn ons fijne
84 ^cijcpfden / fo tod tó ban G rcgorius getc gt)
nietmfoljoogljen agótinglje cnbe mt ïjon^
^tn iJapf-BaöcrjSfoubMcïibmifcfr rae^
ben/
i
Kleynckercke. 2p
ut / ga^cu f'cnigcijooinanic fp^2cucftcn / öaec
uae ecnigc Uo^c Cappittelcn enöe Pfalmen>
om tan bumeh tcïm:^n/ öefelüe 0Öf-
tiutir igb Hoojïefcnöe/ of feggenDe* Ccn F$an
oocft niet quaröt fijn/ Dat'fe Ijaecen hmDeccn/
die tuat ouDrc fijn / fominigc üoomamc pïact^
feu / ofte Pialmcn gcUcn otn imt te fcl)2u\)en5
ÏMer 000^2 fiiïleirfc met aUeen öe fclj.njf-ftimfl Deur. 17. 15
oeffnien; mart ooch Die öingen fuïlen baflec
blyüeu in Ijaer gemoebt : Want een die leeft ,
fcg!)t eïöet^ 3^I)Ho / ontvallen lightelick eeni- Philo libr .
ge redenen , bm dat het lefen niet en vertoeft^ de creand.
1 maer diewatfchrijft, druckt alles ghetrou we- P""'^^?-
[' lijck in zijn vcrftandt,... Nu dit fchrijven vol-
braghtfijndC;, moet het ai Ic dagen over-gele-
feniijn, op dat door de geduyrigheyt de me-
morie verlte rekt worde, en de geboden felf»
te meer door de ghewoonte aenghenaem fijn.
^^elUe Zwingliiis ijaööe met5ijuei;gcn Ijanö
alle öc 23?ieüen De^ ^ojleï^ Pauii i'n ïjct
<Drierhfc|) nnt-gcfeö?eben / op öat Dp'fe alfa
te ügljtetfouöe mogen ban bupten leeren /
enöc ianglj öaec nae nocïj toeten ; enöe öat
grfcïj?cl)en boeeh Ujo?t nu nogl) betoaett mbe
Bibliotcec bet Academie üan Zurich. ^t^S-
ne Nicolaus Clenardus in fifne ÏJjïcüen aen fiU
nen JBeefteC Latomus , ProfefTer öec The- cienard.E-,
ologie te Leuven, tiecljaeït/ aengaenöe öe p^^^
tuijfe / op öe toeïcfte öc Muhammedanen ofte Jafa ia?
Turcken , öni Ftinöecni in öaece ^cïjoïen /
ijaerenAlcoran leeren feec geöenchtoeec-
„öigl): Ditgebruyck, fegötbp/ i^byhaer;
r .„terltont van de eerfte j aren aen, ïeecen'feljau
5 jjtüoo^öt tot tooo,2öt öenAlcoran öan önpten/
enöe
30 KIcynckcrckc.
f nöc ö,2ntUcn f)ct hotch inöe Memorie , f^d
ïDckïxc fp niet cn tJccfracn. .ïi^ocljtau^ bcr^
5,fc!)ijnt öit boecU hi gcrne „^cljoolm : niaer
„Den (^clioolniecftn: fc^ljt «pt fnn memorie-
>,crn tacf h op / cnöcfcD^öftljftop mi Ijou-i
„tm bcrbchcn/ bit ïcgïjt |)f t lïUiöt in fijn gc^
„mort j öargïjp öacr acn ïi3o?t ren aiiöcr
>,taccft gefcD^cVicn / tot bat Ijrt inöcn tij t ban \
„een/ of tluee Jaet/ ben geïjeelcn Alcorant
„Uan Uupten ïeect. <Öu fiiït eu Ucr l meer bin^ 1
,,ben / Die foo ben Alcoran tjan bnpten toCi
„ten / ban öie ftet boeca feïüe t' ï)upé !)eliben.
^it boen l^cpbenen / en foo fojgliVjulbïaö
fijn haere |>fljool-mertIer<^ ; cn Ueijoojben
kun CljJiftenrn ban nietgelïjcften nüer aen te f
tDenbcn / en in't ïeeren ban <0oötö iI3oo2bt/
cnbein'tfcïUeonfenhinberentian longh?^ op '
intepïanten! ^oo^befeoeffeningljcnfullcn 1
öe JJnnf-Babecó IjacrcUinbecen / Vjan Uint^S
Df enen aen gctuenncn aen be ^cÖMften ; en^
öe bat faebt üan (Oobeé IDoojbt / foo l)2oeg
gcfaer.bt / faï niet ïe big!) in ïiaer fijn / maer/
Ö002 <6obt? fcgen / 't een of 't anber trjt pjnc
Drngl)ten üoo2tb?engen/in Ijaec op tetoccUen
tot be bcugt / enbe af te tcechcn banbe fonbc;
füofniïen'feUan }ong!)^ op trooftfontennen
lip !)aec i)ebben / enbe aïbec -ïjanbe Uiapenen
trgrn be bïoeeïdngrn beé turceïté» 'h ^aï
f)ier upttcpeftenenöe tooojbrn üanChryfof*
„thomus: l)oo2tgpane/ biel)cfo2gt bie bim
„gen/ bie bit ïebcn aengaen/ bccftrögfit u
„be boeehen ban öe Medicijnen bet* 5ieïe.
chryfofth. „^nbiett gp gcen anbete toüt / fooUerfo2gïjt
coiofr"" „nbogt)ljet.OientueTcrtament, beï^anbc-
„iingcnbec'^poftclen/ bcEuangdien> tot
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekerckc.
.J»> öeiöt oljec homt/ fut am al^ in een apo-
H-iit^ijteeck öec Medicamenten , bec&rïjööt U
||*,tïaecban bertcoofïin0l)e/ möien u fcjar^
" ♦jöe / öe Doobt / ofte berïie^ ban öe utoe.
i .b3iae (iet niet aen / niaec neemt *et aïïe^
i^iijOp / en beÖOUöt l)tt Dit is de oorfaecic
r,5vanallequaeden (<Bcl} ! een niet öan al te
,M;,,toaecagötI0e fpieuchc ) de Schrifmyreniet tc
- ' „weten, ^onöec toopmen gaen ton tot ben
r„002Ï03lj / enöe l)oe fouben top beljouben
-•U>ftomientoo^ben> '^ïj^topfo onfeïtinberen
bcoeg!) rijch maecften in (ëoht^ Jl^oojbt / fo
. r^rfentcmanthonnenacinmaechen/ ^acc ^^ï \K^"
en rtan geen acmoebe fijn/ al^biei)emelfcl)e cundÊpift'
nieftmgöe / of bettigfjept ( 't '^é Cyp
^noo,2t) cen^ be bo^ft bersabigijt öeeft-
IIII. Cap.
fWort gehandelt van de Huy tCate-
chi&tien : en dc redenen daer toe
dienende, worden voorgeftelt.
'.^eentorïgefleïbefeercfte/ tooitoocft <Ba^
beé3©oo2tgfpceöicfttengeïeect; Het. 17.
en 13. ƒ . Daernae, fegfjt luftinus in be
teboomiDp-gebjactjteplaetfe/ als de Lefer
fwijght, doet den Voorftander, bati^ / beu
gjeöicfter/ een vermaningc ofte pjebiftatie/
waer duor hy't volck onderwijft, ende ver-
t maent tot nacvoJginge van foo fchoone faken .
)
V
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
51 Klcynckerckc.
5^i'tinoctoocU gefLijiciJcn intJe/lJutifghcfm*
urn j Uiaiit 't te ürrgöeef^ bat a3oDcd
Nehem.8.5) JD00?Dtduydclick geleien wort 5 al^ ö' OU^
i)ecs>dcnfin niet verkUeren , lioglj maecken
bat Ijaere lomberen enöcïDirnflUoDcn / het
verftaen in het lefen. ïDcfe pïicj)t tDO?t Uail
Paulus öcn vDuDcccu Ujcï untbiurftciicftrn
acnbetlOOÏCll/ O^plj. 6,4.. Gy Vaders voet
uwe kinderen op inde leeringe cüde vcrma-
ningc des Hcercn. <6nöc boo? htm Ijccft Öe
l^ettt onfe a3oöt aïïcn ï>ooföen ïuDc öunfae^
Oefinnni Dit bcDd gegebcn / ^cut.<>. 6,-/,
Dfut4.9. Defe woorden llilt gy uwen kinderen infcher-
Deut u.19 pen,endedacr vanlpreecken ; aJsgyin uwen
huyfe fittetj ende als gy op den wegh gaet,
endealsghy nederleght, endeaJsghy opllaet.
ïtjict moeren ban drie bingljcn/ UeteacDtec
tao:bni banöe((ritiiirrcn.
i\ moeten Ijacc liinberen enbc anbere
=t)n!i^-0enooten / inplanten be gconben cnbe
eerfte beginfclen ba* Religie na een i^beró; be-
grip / of gelijch Salomcn fegïjt / nae den cyfch
P^Q,. , , van eens pebers' weg. ^0 onbef\Ueeö Barh-
feba öaecen ^öon / ben jongen lioningl) Si-
lomon , enbe Eunice ï)aren foon Tifnotheus,
betoeïcfte bacrom öeregl)t Ujo,2t van Kints af
de Schriften gewcecen te hebben, z.fCim. 3.
1 5. 5De |}>niif-Baber^ enbe jBoeberé moe^
ten ïn Öaece ÖUnfcn Ijaccc monden open doen
met wijf hey t , enbe op ï)aer tonghe moet zijn
een lecrc der goedtdadigheyt , gclrjch OOCÏI bat
gcbonben luo^t inbe be fel)?ijbnigljc Uan eew
goebe If upfb^onUj / p^job. 3 1 - 29.
2. ^\} nioeten Ijaec cehenicöap afepffeöen
ban öet gene ö^egeleevti? / bp Uiegen ban
ca-
Kleynckcrcke. 55
catcchifatie; ^it öcu nagljel ojj rjet öooft
tc treffen / rnöe "t geen men Ijaer gelcert
Öceft / Doet nienijaflfc in ï)aec Ijecffenen en
..„jffcljeugeniffeliirtjen. ^DitUjeccftt beftonmie^:
ït^jringe en acijtccöogtjt in öie gene / toelcfte an^
öecs goede Dingen licliteïielt üergeten en ber^
toaecloofen ; 't UecD^ijft Ucïe Dtoaeftjeut en
: nluetenljen t / toelche geUeft igöt 10 niöe öer ^
ten Uan De jonge iie Den. <öoDt tuil Dat tDW
onfenftinöeren fijne ^5cDoDen tullen infcher-
pca, ^eut.^, 7. 't€^02fp;onchclichcVDOo:t
betepcftent wetten, enDe ilijpen; i^^i geeft
te Ijecflaen/ Dat tou'fe alfoo moeten boo:-
Djagen / DatTe in Ijaec \)ctte mogen Deu2D^uV
0en/ enDebeftlijUeiL 3Ditl3erftaenDe 3ooD*
jclje Rabbijnen Uan Catechiferen. <0nDe De^
fe Huyf-catechiracien U)o;Den aen-beboolen/
^nDe De turjfc öunDeiiehen boo^gljefcü^elien /
7.0» 2 1 ♦ Wan n eer u loon u m O rgcn
vragen fal, feggende: wat zijn dat voor ghc-
tuygeniflen, ende iniettinghen , ende reghten,
die de Heerc onfe Godt u lieden ghebodcn
hoeft ? foo fult ghy tot uwe foon legghen : wy
waren Pharaos dienllkneghten in Egypten ^
maer de Heer heeft ons door een ftercke handt
uyt^Egypten uyt-gevoert. <J5nDe ÜJeöeconi
Jof : 4. 6, 7. Wanneer uwe icinderen mor^-
gen vragen fullen, fcgr : watlijn u defe
Iteencn? foo fult gy tot iucr feggen : om dat
de wateren der lordane fijn afghelhedcn ghe-
wceftvoorde Arcke des Verbonts des Heef-
ten, als fv toogh door de lordane , wierden de
;vateren der lordane afghefneden , etC. (Jf. ^
Soofuitghy 't uwen kinderen te kennen ghe~
ven, feggende: op het droogc is liïael door
C def«
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
54 Kleynekercke.
defe lordaen gegaen. ^oo ï}dti^t Abraham
öccateclnfcert öie ö^ic Ijonöett enöc acljtim
dienftftnc0l)tfn/ bic l)p gcbnimlue om fijn
aen.14,. 14 ^^j,^^ L^^i^ jj^^j ïiaiiöru öec tóanöcn te te?
lofTnt ; lueïclic öaecom gniocmt tuojöcn dc
„onderwefenc van fijn huys. ^tlDe fo'tö^ne
„tïact <Dcn. II. I. öat Abraham nam.aUe
jjliele , welckc hy verkregen hadde in Haran >
„toD?öttiant)cChalclceurche obcvfetter (fcgt
Traa dc jjöcï^ooglj-gclcecDeD. Hoornbceck)upt9e5
catechifnr 3 ÏCPtlJan ficlcn , dic Cy de Wet hadden on-
cap.i pag4 ,'derworpcn. 43f UjcU l)ct ooeli De iFcanfcl)e
)V3j00tJ larchi ÜecïUacct / fielen , die fy tot
5jonder dc vleugelen van Godts Majefceyt ge*
„roepen hadden: dewijl Abraham de mans,
„Sara de vrouws-perfooncB onderwees .ende
„bekeerde, ^ntöietebcu/ tueïf fte öe l^ee=
rc geeft/ <0en/i8. 19. (Uiclchcc tojoa^^i
ia aeuftontg! fullen bii-b2cngl)en ) niecjcft^
Willetusacu/ Datï)ettua^öe getooont^^fi?
iDoo^Baöec^/ Ijaereljujj^gefmnente <f^e*-
chiferen ofte't onDccUHjfên inöe ïeece ^löe
^cl)cppiu8!)e öe^ JDereït^/ otetceöingöf
öe^ jfee»fcl)eö! / bcrtuoc^inge Ijaube cmöf
JÖereït/ (ÖoötïSBoo^jrinualjept/ inöe ïeecc
Parsus in banöcn toehonienöeii Mcffias , enbe l)cteen-
loc fupr ujigelleüeih Bietïjem homt Ijiet in ober
"^'"^ een Parjeus, DeUjelcftc öaec na nocl) bpüoegt/
Rivet. loc. gelijch ooch Rivctus 5 öat'ec Uoo? be Ujct/
cttat. Ö002 Mofes grgebcn/ geen openbare bebie^
ninge ban (Dobté IDoo^bt en Ina^ / nmt
öat öe Babec^ Vuacen I3:ic|ï eren / ï^erber^/
enbeleeraeren / enöebat Jjaere ïiiiufgeno^
tenbjaerenbeCatechumcni, tueïcfteh fuins
plantebcn ö' opgüenieïte ïeeringüen/ enöe
b002t§^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Maag.
458 H 122
Kleyne kcrckc.
3f
i3oo,2t.ébie ömgbrn/ Die fti tot be ceutüiglje
i fariöüentöavec sielen niocflen toeten. oJn^
Dedaccen niet aen te ttoóffeïen of befen
pligljti.éoocrt beöartigöt Uan Ifaac , lacob,
lob, enbe anbere Patriarchen j jae oocfe feï^
* Ue boo^ ben „^nnbt^ïoeöt üan Adam, toelc^
ïtet^ö Jionen / Cain enbe Abel , ujp ben ^ee^ Zach.Crof-
I reoffeeenbe binben/ a3en. 4. 3. 4. ^aet °^
, toe (geïychban ben untlegger^ toel brfloten '''^ p^-^
too^2t) toaerenTeban tjaren©abec onbertoe=
fen/ öaeegecatcchifeertöebbenbe inbe leere
tl^anbenBal / enbe ban Ijet^aebtbec
^ Uje/ afgebeeïtboo^jöaereoffedjanbe. €n=
be fo niagl) Hjaeefcbijneïicft gegifï too^ben bat
oocfi gebtien !)ebben be anbece Patriarchen ^
. J^enochöefebenbeban Adam (bie wandelde
met Godt, <öen. 14.) ontfuigö ftnen
naem Henoch bmi een i^eb^eenfeïjen tooctel-
UJoortChanach ( beteueftenenbe nemant on= <^^^^f"*
bfcUJiTrnrnrbe beglnfeïen ber Religie ah itxtm oZ
|5^»^JtHen^ enbe b^i trappen/ bantoaer Ijet fc ammr^
Uomt / 'ttpeïcfte ï^<«sc»-
l^eb?eeufcIjetüoojt<^ , .
bet^ueftenteennimUJitiiiauy ofte eenbie bc
céefle begi nfelen ïeert) alö een bie <0obe Uia^S
toe-geljenïigïjt/ ofte onbectoefen ban üinc
jengljt aen.
Jijii moeten ïjaren llinberen enbe im^p
^nooten / toe - paffen enbe toe-epgl)énèn
<^pbe^ tüerclten / 't 5|i boo?lebene/ of te^
gmVooojbige / aen oni feïben / ofte ooeft
aenanbeeej ï%i^boo2ftonnen'|e beUJoogeii
too,2ben/ om op <6obtte betconbjen / boo?
.öe bserehen fijner genabe/ enbe om ïjem tè
e^ft n booi be tuerclten fl/ner gerec^tigljept.
n^ bebe ben boo^gljebacljten €ei;tp-Ba*
<5 i bec
J
infol.
3(5 Klcynekcrckc.
bet Abraham , cnöc Docrotti en tDtïöe oocft
<23oDt3ijne Ijrpmclicïte tocrcften boo? I)rm
tnrt DcrbfCfien/ <ï3ni. i8. 19. lek hebbc
hem gckcnt, op dat hy fijne Kinderen ende
fijnen huyfe nac hem foude beveelen, ehde
fy den wegh des Hccren houden , om te doen
gerechtigheyt ende gerighte : op dat de Heere
over Abraham brenghe het geen hy over hem
gefproocken heeft. OUCC VUCÏcUc tD002Dcn
Rivet, in öen ï}>oogli - geïerröcn Rivetus aïbus? ff jJÖt.
Gen. exer- ^^^xvc bcff I)?ijft <6oDt 't amptbau ctn neccs
cit.43.pag ,,|h3ijj;^uii^-3Daöcr/ metaïïmnn't bn:fo?«ï
„gen Dan Die Dingljcn/ Dctodche tot öit Ie*
j,bcn bcI)oo?en \ niacc boo^namcntlicft in
„öie Duigen / Detoeiche öe <Öoi)tfaligbfpt
jjbetreffen / e nöe geïjoojfaeniljeit ban Ooöt^
55gl)eboDfn/ omöat'te"ictfoo fecc obec Ijet
3,lift)aeni / aï^ obec öesielebeftonnnert nioe^
„ten toefen / enbe ben naeftoineUngï)rn \\\
5,bat beeï bclinïpfaemfijn, <6nbe Dit beeft
ooflt toel npt-D2UffteïicftDe l^eere facïafl/
5^eut. 4.9. Allecnlick waghtii, ende be-
waert uwe ziele wel , dat gy niet cn vergeetet
dedinghcn, die uwe ooghen gefien hebben :
ende dat'icnict van uw hcrte en wijeken , alle
de dagen uwes levens : ende ghy fult*fe uweii
Kinderen ende uwe Kints-Kindcren bekent
maccken. ^oeï/ 1.2,3. Is dit gefchict in
uwe dacgen ? ofteoockin de dacgcn uwer
Vaderen? Vertellet uwe kinderen daervan,
endelact het uwe Kinderen hacrc Kinderen
vertellen'-, ende der felver Kinderen acn een
ander gcflaghte, J)f. 78. i. 5. 4. lek fal
verborgenthedcn overvloedighlick uytftorten,
rail outs her: Diewy gehoor: hebben , ende
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcynckerckc. 57
■f ^ctenYe, cndeonfe Vaders ons vertel? heb»
ben. WylUlkn het niet verbergen voor ha-
rekinderen , voor het navolgende geflachte,
vertellende de loflickheden des Heeren , cn-
'ile fijne ft erckheyt, ende fijne wcndercn> die
fey gedaen heeft.
1 . 5^002 öit miböeï faï niet aïïecn ïitt (act
rctuanrc Religie, niacrooch Ijan ecu qoc>=
H)e confdentie, bp tijt^ öcfacpbt tüOJbrn m
öcbecmiöanonfcïiïnöcccn cnöe ftiicjïï)tni,
^cu Pralmiftfegt inöif boorgcDacIjte plact^
t'fej Hy heeft onfe Vaderen geboden , dat hy-
haren kinderen zoude bekent maecken
Op dat zy hare hope op Godt zouden ftellen ,
.«nde Godts daden niet vergeten , maer fijne
geboden bewaren.
2. 5Doo: öit niiööcï fuïïen ooc ft onfe ïtin^^
öcrm / iJclDacrt lüojöni De funürrDrpt
bfc Religie, en öcfcljcrmt UJOjDcn i)oo^ öat
iïjortjigc Ucibaï in fecttcrijcn cnbc btuacïin-
fn ; ^1 gcfonbcert enöe vaft fijnde in bec
loóve , cn Ü30,:öcn niet foo ïigljtclich bewo-
fgen vande hope des Euangeliums Dat fp OÖ^"*
5oo2t Ijebbcn / Coï» 1.25. fijn g'ewor-
telt ende op-gebouwt in Chriftus , ende be-
v^iiligt in het Geloove , CoLz^j, <t:nöafC==
omalijancnöcr fïagl)-rcgenni ban öVuaïm?
;0cn Ut ncöec / al homcnöcr toarrr-ficoonicii
lanbrrlepbmgrn/ aïluaycnöetoniDen ban
^bfcbolgïngcn / en aïbaiïen'fe gcUjcïiflrrti aeu
tegen l)aer/ fooenbaïïenfnmct/ ombat^fc
op foo een goeöe jleen-rctse fijn gegronbt eu
bcbefiigt . ^er Merindelanen ( bccftaet De
Waldenfen ; Ujant gclijch'fe met beïe ende
•feec bcrfcl3ctiöen benamingen fijn gcnoemt/
€ ^ aifcü
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
58 Kleynekerckc.
Lydij Hi- WooörbbfnTcoocïtïuifce btnammfïcn ont^
fanjcn baiiöc pïactfrn / öacr'fr biooutif n /
<ler wald. jj^^n tt ÏCfCH lïJ b\} Lijdius , ' PëtTinus ,
& müit «'"ÖC UPt ÖClCt 1^1 Marefius ) f' imm /
fcqq UjcI Ciiit?rrlt3efcii fi)nöc m öc ecrfcc ucginidrn
Marcf. dif- örc Religie, UnürnibcquacmfuïfïtfufLlinf-
fm. cit.
ïodf / bat'fc boo! öcfeïUc bf fcïiacnit maccft^
ten/ nibc obfrt!i!itïi)beu/faoöain3Ï)c J)acp^
fcöe Dodoren , öïc fleït tajai- teu om i)acc
tiuannnin^ ban ftcttcnjc t' obmunQljen /
öotjli hifohbrrfif ut 0111 ()aer ban öc biacrljcit
Chriili ( bit fn cfïi ïtcttmjc nocmöcn ) tc bcc-
ïcpbm/ tnöcaftttrccïicn; %\§ ccn fcccricc
33airp"^ Doétoor fjotriJc 9ii)oo:t / ï)oc bacre
ïiinöcrcn niaïhanbcrcu b;afOfniboo2flcli)cn/
cn bcantbjoojtcn / cba* Ijr t gljrioobc tnö .
Religie 5 foo flonbt bl^ bccbacfl r n brcbjon^
bert/ bttungenöc; dathyuyt de <iilputatien
derTheol' mi inde Sorbonfte van Parijs,
noyt foo vcci i^ciccrt en hadt , als uyt dele vra-
ac^mumi- gen ende' antwoorden van die kinderen, 0}C^
mcnts,pag. incft Foxus befr bingr n b^cebrr b^f ft brrbacït.
'^[{(j Baiilius ban Cefareen , Vüiecbt anigcbo^
ben be 0tinftclïanbm ïictjfcc V alens , fo bn't
mare met bm licpfcc Vaiibc bonbcn / enbé
Theodor. WCt bc Arrianen kmn öat ChrifKis llict
hb4.c.2i. b3arracbti0b mbr rcirtuijjb <Öobt lua^/ fa
(^(occïifMi granbtUJ002bt : Dit
5; ,cr-practjens , bie bOGlfutchc bin^
.^rrrn / -ilci bao? poppr-goct/ bcclocïit tooj?
. :cmDcï)mli3e ^cb?iftcno}3
3,3cbofbt fi)n/ icictm niet een Syllabe bare
,,bnn af bailf n/ foubcn licbec (beë noot^ fi)n^
3,bc) aïïecïniboobtbaecboonnitfïaen. ornbe
bjacc*
Klcynekercke. 5^
ttjaerïïcïiaïfooi^Ijctoocft, JDant öcfe cate-
chifatien eiiöc onDctUjrjfliigen fijn fo ktaqt^^
tigl) geUjccfl / totbcticftinge Dcc pielen inöc
tüoecljcpt / öat bric baer Ö002 fijn bcccnDt tot
Öct Jl>actclacrfcl)ap / en bcquacnit om /
niet ecu Ucctuouöcciicfte lijtfacmljcnt / ooch
be tD2cctftc tormenten cnbc tj^anöingljcii (fch
bcmljacc jonge jaccnijunt te ftmi mDc bc^
fcJ)cnning{jc bcc toacrliept.
't3^ ccn onjrecfTciichcn roem ban fommi^
ge cïBarteïarrn / öie gïjcöacljt tuojöcn niöe
■ Hiftorien banöc ftcccftc / öat'fe ontfangljcn
^ Öebbenöchrooneban !)ct TOactclaerfctjap /
noglj macr fonöe Catcchumeni , jongl^c tic
öcn / Ujcïcfte nogï) inbe brginfelen onDcctuC'
fenbJiecöen; gclychDe fcben/ bic ban Ori-
genes onbccbjefen bjojbcnbe / uWijcUcUck
omfjct gcïoobe flm gijeboobt. l^nbc bcrbf
berboïgmgeonbcc ben Ücufec Adrianus, ie^
fen ton ban een <3obtfaligc .ïBatrone Sym-
phorifa, bit gljcboobt met Ijacc fcben hin?
beren ; enbe ban een Sophia bic om geb^ig!)t
Ié mctl)acrb:ielimbecen. Onbc bierbebcr-
boïgnigc onöcr Antoninus Vems , ïcfcn ton
banbe febcn lunbcrcn ban Feiicias , bie
tojccbtcnbcop berfctjcnben toijfen 5ijn gïje^
martcïarifecrt boo? I)aer oogen / oocft fcïbe
be toacr!ir|it Wmnoebigl)ïijck met !)aec boobt
faebefligl)enbe. ï&at H icft fcggcn ban be
jonge Eulatia, enbeanbere onber be ïfeube^
tien/ beneben^ be ftantbaftigïjcpt ban ecu
Stongenban aglitofte neggen jacrcn / tocï
onbcrtocfcnban fm ©abcc / lohn Farty, bicu
Bonnerto2cebcUcö oni fun beïijbenifTc Ijecft
lacten gceffclen, <J5etoïffdicIt üoe foiiben:fe
C 4 öiïc
* 1 ¥
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
40 Kleynckerckc.
alle bf fc öingcn \)cbbm iiiitgrttacii / ftibieirflr
win alleen ban toe \uaren op-ae\öccac gbe*
iDeeH Uau Ijaee <!Duöecen ; niaa oocU
jtijöt? Uauöe felDc Uiri loaren onöectuefeu ge^
lueefr/ inDe begmftleu Der 3lecce Chriih?
<i^m ïlinb tian fcUcn jarren / fiUleuDe met
fijn JfDorbcr gebooöt Voo^Jben om t^et geloo*
Hjf/ UonDe fcgggen : DathetdeLeere Chril-
ti hadde ingefoogcn met zijn Moeders melck,
jiBaec bu gebjecft \3a11 öefe / ooclt gniöeg-
faeiiie/ onOerlnijfingfu / I)oeligl)telti'U ful-
ifiïTe ituijöcn l?anberUolgiiigen/of brrUiOir'-
jfiingljeii üanbelucreit / homen af te Dailen i
<Jcuöe öie reDen tuojt meennael acngeteye-
ftem/ luDeHiiloricnöecÜerehen/ luaecoin
fonmiig!)e 3iju afgcUaUeu ban Ijet gelooUe,
iDant fti Ijeuben gantfcl) geen Uafuffijcyt ;
fti / öie liouDtDetu enöe indifferentie luöe fae^
l^fn<C^oöts^/ iiaiiljaecOaöerïj mgefoogjjen
ijeUüenöe/ agl)ten I)et eüen Ueel te luefen/
öf fr fiin ban een ofgeen Religie , baube Vua-
re / oftf balfelje ; fn Ijoubcn l)et difputeren
nuvebieïten ban en' tegen anbax Religiën,
l3*ngi)ten ban een blinben pbec ; en nieimr «
ï)et nieec te honien ban een lujl tot moeke /
rnbe b>ift nyt epgljen mfigOten enbe ooglje^
inecelien / ban ban een goebc enbe tebeec
confcientic. VDo^bcn ÜgljteUeh al^ be
vloedt bewogen , ende omgevocrt met alle
windt der leere^ door de bcdriegerye der men»-
fchen, door arghliftigheyt om liitelick tot dwar
üngctc brengen, èpl). 4.14..
9. ï2^oo,2 bit niibbél fal ooeh be Religie
itJo^^cn boo2t-gefet tot be naliomrlingljen/
nibe i?? i'iecch^ i^tijt^ öcgeneo enbe bloajew j
Öiec
KIcync kcrckc, 4,1
ler toe fifn infcnöc cörpt b'ouöcrrn berpïigt/
tioföïcn «0oöt möe hifletUiigöcUvinöenbou-
luclicïmiiiaet / IjceftboojgcDaöt öe tjoo^t-
pIantingcfnii)i.Jtb2cpöinge toan fijn Rerrhe/
f iiDc be bcftonn'ngc liau een heilig zaet, JFBaï.
2, Alleeniick waghc u, ende bewaert uwe
.^iele wel , dar gy niet en vergeet de dinghen i
iie uwe oogen gcfien hebben Endc ghy
uit'fe uwen kinderen , cndeuwen kindts-kin-
deren bekent maecken , fcgöt bc ^eete /
_£Ut, 4.9. ^ictpf: 78,2.^.4, lod. I.
4. 3 . gobcn / gdrjcH bc Rabbijnen on^
erljaclcn/ .jjiclbcn altijt^ ee» fctbicbïgc en
lloogl)e agljtiiige ban Umt bcrlofVinglje uut
"gypcen , met aïlc bciTcifö gcbolgm / en ef«
ccten , om bat'fc Ijacre Óubcrcn ( fuccem-
e) foo nif nigHmaeï / öabbcn ljoo:en fpreec*
en Uanbe Terne, janbicn glin booe Ijebt c
„(tc|)ceef Calvinus mleechêt: brief / aenben"\ci
„ProtedteurbanEngelant, *5lnno 154^. ben(
„22, oaober) een gcboutu te maechen / bat
»iangtj flaen / cnbe öip tjan tebal magij
5)fijn/ boe n\i3e beft / batbe Innberen öoofr
„boo? ïjooft tot Ijet geloof gefa,2agljt Uiorben /
„met catechirmus, bacc top gemaecht / bat'f^/
, Jio;teiicft enbe na baee begrip mogen ïeeren/:
,>ujaer inöettoacre ^iTörifcenbom göeïegöen
4* <Boo> bit mibbeï toorben be ftinberen
nïïcngf heuö / enbe aï,é bp traj^en op-gelept/
en birrepbt tot meerbfc enbe tjoogbec liennif=:
fe ; U)antbefe t>upf-onberVDijfingen fijn al^
b eer fte guonbt en berUie ban een feljilberpe >
ofte alé een fundament 5 op 't toelche ban
acr nae öet Diui^ getimmert "m^t^U ^^m^
C 5 om
4,1 Kleynekercke.
om tDOrllfn'ff ÖCt beginfel der leere Chrifti
5enaemt / ^f eb, 6, i. Paulus gebiebt tact
Calvin, in ttteeerftebeginlelennaetelaten , nietftQ^t
Heb, 6. 1. Calvin Op bic pïactfe / aï^ of öe geioobigl^cii ■ '
öic opt tccgcten moeflen/niaer cni öatfc niet .
altijts moeftcnblpVicn öangcn aen Defclbe; '
toaiu ten fundament te Irogcii/ enöe niette
6ouU)enop't felbe/ Dat ötoaefbept; ülia
luü bat'fe fuïlen boo?tbaccn tot een boïmaec*
terende nieerber hennijTe / niet toeöctom
leggende (jet fundament vande bekeeringe van
doode wercken , ende van het gelove in Godt ;
Vande leere der doopen , ende vande opleg-
ginge der handen , ende van de opftandinge
der dooden , ende van het eeuwign oordeel,
Beodat in ?[^e i^oogj)-0eleccbe Deodatus feg^t ober öe^
Joc. cuac. pïaetfe : Defe fijn de hoofden vande Chrif-
tclicke leere ofte Catechifmus welcke den
kleynen kinderen ende nieuwelingen wierden
geleert, op een klaere ende feer gemeyne wy-
fe. Aretiusmemitöatntitbieplaetfeftan af^
Aret. scj^cnoimn toerde/ toeïclie Doen ter tijt De be?
B«z,. in loc. / o^tj. ijoojnaenifte plaetfen De^
Catcchifmi fijn getoeeft . Beza fegtjt Dat'fe
toaeren De eerfte beginfelen enDe De voor-
naemfte hoofden des Chriftendoms , enDe
iiat'feDenontoetenDenmftoJte enDe torpnig
j»arzus tooojDen UjicrDm boo2-geï)onDen . Parasus |
inloc. tioemt'fe de eerfte beginfelen van hetChrif- '
telicke Gcloove , Detöcltfte Den toDeren /
enDe longen <C!)2irtenenDoo2 bjacgen pïcgen
afgeborDert te too2Den. nu Defe eerfle
gronDcntoel geïegt fiin / foo ftonnen met
0rooterb2engïjt De oberigïie / en ftoarrDcc
êucften Der religie , faja;Den ingljefcöerpt.
^^aerom j
Klcynekercke. 4,5*
C>acromfc0grnltinmctHieronymus: ïBie „.
onDfrtüyTmöcniuDcearfielM'gmrclcn, moe- L«»m
ten niet als kleyne dingen veraght worden ,
fonder dewelcke de groote niet beltaen en
[ konnen . Cot öc ï)oog!)tc bmi ttn farcftc en
ïtomt-mrn nin/ ban 0002 tjoo2(jöaniDc hc^
minfcïcn ; üiDirn bic iücmè binqm \Kti\mnt
tD02öcn/ tïoo?ör groote en fal geen plaetfe Qujntü
min/ geiijchbjeU^é ijan Quintiliamr -^'''gt^ prsf.inltit.
<Cen fttiacft fundament bebnegljt \)tt i-.... lu
f f . 5Doo J bit mibbcl fullen'fe oocft l$«tiiacm
itErmiaecftt Vuo?beit/ oni <0obt^ IBmt met
.,1 löerflaut niet ailecn feitje te lefen / mar r obcft
te !joo2en pKöicIicn ; baer nu menigïjïnael
"KBobts JDoojt/ boo2 mangeï üan tijöelicfte
r onbertogfinge / aen jongen enbe ouben /
aï^ een verfegelt boeck , €nbe ni et Ah 7
inöehercïïenïijeï ïjoojen èmgnJÖTn^ .1 /
'•TntieïetËrd02beri/ maer en weten nic ,.at; iSam. iS,
men teeten niet Voafie ie .feb.upbea ïjebben.
JTffuilingcrus fegljt t Sy weten niet tóacc Öan Bulling
1 5,be 3teeraer bee «Detnenntefpjeeeftt/ luam i>e«d s-
5,neecfnïiet©eebonbt/43efcobt/ JBet/ <Bet Sf^'"- +
, „nabe/ O^eïooUe/ <0ebebt/ .t^acrainenten pagm iia
ié ^jljooren noemen. 5^aerom moetmen Incc
Kl jjin groote neerftigheyt doen om bc Itinberen
5,t' onberUnjfen. reben Ujaeroni be He--
l)2ecnnictenDo2berben/ nabattjaer fo ian«-
gen ti)t Inaé ftet Euangelium l)erhonbigt)t /(
to^/ omDat'fe fotonntigötobojberttiab^i
ben / enbe onberUiefen taaecen inbè eerfte be-
gmfelenber Religie.
- .fBacc in tegenbeeï ïjabbe ïjiaom tie Rè-
formatie In ^uptfeïiïanbt fo goebcn boo^t-
ganeft/ ombat/ Luthers p^ebiftatie/ tmèrt
bers
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
• . •
• • •
« • • *
TJbr
loc. infr
«|itan<i<
44 Klcynckcrcke.
bcriJDÏgt / met bC^ tiOÏClt^ catechifatie.
6. (^nimmet^/ tuatcen Ueqiiacnie öeïe;*
5cntl)rpt Utbbm l}kt toe De ouberé^ toant
fti hnmen t)et naturel / begrip / en Uecflant
banljaereïünbcccn/ ooeïitian öaere ftnegf)*
ten / enöe gaen gcnietmfaf ni oin met befel=
be. 5^e planten gcoepen beft mbe felf De aec^
i>e/ baec uptfp oefpjóoten fijn/ onsi ge^
mfpnefp:eectooo2bti bu^ltonneü ooch be
<^ubcr^ boo^ Jaece 't faeui^i-fp^eerftmgljen
cnbe onbertoijfinjjen / be befce Urngljt toec?
ferïjgnibpö^ïimbeeni/ <6fa. 58, 18. j5>.
i^>ier tojenfeljt' leh ban bat be <^nber^ / en*
jbe infonberöept be ll^oeber^ (tjni bat ba
meeflomgaenmetöafr hmberen) öacctod
oefff nben m't iefen tian ftlepne fi^ieg-i)oecfe|>
ftenë / om upt befcïbeljaeren ïiuibctcn / bie
gebun;i0ïjt)oo?tebouben; al^ baec fijn b»
Uan Marnixius , of üan Gataker 5 of l3anDijc«*
ke, of ban BorlHus , enbe anbete / itóe iuia
een^ \}oo:. f^bhm aile 'tfaeniai bp een te fleïs
^ ïen/ ntbeupttegeUen. Thomas alefu, een
Carmcliter ja^unnieït / berliaeïi nbe op toat
löijreUïponfe leere !)el*bm boojtgefet/ fegt
onber anbere : De fchadeückrtc , (foo 002^
beelbeïjpUcrftefcbeïieïi) boeckenfijn, kleync
r van dry ofte vier bladeren , by verfchcyde ge-
legeutheden uytgegeven.
Wortghchandelt vande Huyfgebc-
dcn; de redenen dacr toe dicnenT
dc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke.-
dc worden voorgeftclt 5 wort on-
dcrfogt, of men formulieren mag
gebniyckcn } en gcthoont dat het
betacmclickis, dcknicn te buigen
in het bidden.
\r<!Djl)fri^l)etboo3nafm(le toercïi/ Dat in
^ fcritDri-gcflrlDehfrchegcDacnluo^t/ fjct
idden ; €nDe foo fijii De gelootjigcn tjan alïe
tijDcn / m öaerc tjtrgaDetingrti / euDe tï|i-cm-
ftoniflf n getooon gctoccfï / <0oDt ccnftcUcü
«en te roepen inben gjjeefl enDe toaecljeiiiDt*
Vergadert hcc gantfche Ifracl nae Mizpa : ende
ick fai den Hecre voor u bidden , fepöe Sar
tmuel , r, ^^am. 7. 5. Neh. 8. 7» ni 9.
^atDitoocftairoo'tgebwc^^öer herche
Den .Töieutoen Teftamence getoecfl ié/ ïeert
on^oUerWoeDigJ)ïichenPaulus, iXor. 14-
14. if. Luc. 1. 10. Adl. 2.41,/ 4<^« Ter-
tullianus in fijn Apologie , Dec vü^iifleuen bp-
fen-ftomfïen befcönïbenDe/ fegljt: wy ko-
men 'cfamen in een Vergaderinghe , om Godt
als gemecner handt met bidden aen te foeckcn.
Dit geweldt is Gode aengenaem , ttC»
<23nöe oocft Dit moet üoo? aï tïetragöt too^
Den inDe ^l^upfgeflnnen ; m6e feltie moet Daeg^
fichi^geDam toOjDen DeiyDenifletjan fonöen/
ni fmeechiugcn met Dancfefeggingen toojDen
untgeflo2t tot <C>oDt, JBam <0oDt^ i^iipf /
lü02t een Huys dc$ gebedts genaemt / Matt.
21. 13» <enöe Daerom mDïen in eenigji
l)uujJ / Dit öoo^juaemtte gïjeDeelte öan Den
i0bDt^ - Dienfl ontbJewHt/ Boe ftan Ijet
O&e^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
4(> Kieynekcrcke.
^cfc iDojbni Huy f-gebeden gcuacnit / en*
t£ f\in ofte extra-ordinaer , ofte ordinaer.
vDe Kxtra-ordinaic ïniuf-gctieDcn / fijn öe
fOOÖaniöïjC / betodche óp extra -ordinaere
tUDc ongrniccnc \3oo?liaflcnlJun ftpaingftfiit/
ficnücclumgcn / ficcïitcn/ etc gcbacnïuo:'
ben mbe ^nniföcrinnen ber gcïoobïgÏKn. <L*n^
'He brfc hohnen Ujcbc coni gcfcljicben /
Oftcljan vcicte gclijch / alé beïc / ofte
ineerber 0cïo\3iof n hp maiftanberen honien /
op een bimten-genieenc geïegentljept / om
• ban <Dobt Doo,: geUeben en fmeeclüngen eeni^
Öfn fegen te ijcdinjgen/ ofte eeniglj/ 't.^ii
tegl)en\Doo?b!g!) / ofte oocft toeliomenbt
ïïnaebt af te faibben» ^oo toaere n tiele gelo^
bigen in ïjet ïuinjj Maric bc$ J^oeber^ lohan*
nis bcrgabftt f oni (Öobt / booj Petri berïof=
(Ing!)e nut be gebancftcnifle / tc tiibbcn / ^ct.
12. la. ^'Hl^ljninbegliebanelftnütl'eïjetuaert
toiftt / oni mie \)n paefelj - feefl Ijoo^j liet
boïeUgeb?acljtte\no!benomte ftetbrn/ foo
Vüiert'ec ieïtjanbe <!3enie?mteeen geduyrigh
gebedttot<Dobtboo?ï)eingebaen/ ^rt 12.
5» B^aer eUentoeï begelootoïgïien tinaemrn
tiogïjbaecenbotientefanienmMarie huy§ ,
omIjiia3obtbooHienitefh:nbfn mbe gljebe-
ben -/Hy gingh, fegljt bni €evt / nac het
huys Maric... alwacr vele 'tlamen vergadert
ende biddende waeren. ^00 to?tV>ect)ae !t /
<)bat aï^bien nntinnntenben 1 eelingms fijne
Wïjebacötenban fijn ftudien te beranberen/
^^cn (^aöt gljeopenïjaect aen eeiügtie ban be tcefTe^
SS?na''«CÏiflf^ Engelandt, en^
MïfrRom 7ibe niet Daet baec ober geadvifeert, of ï)ein
1
-(5
Tv.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Maag.
458 H 122
Kleynekerckc. 47
Juïcl^^brpflonbt/ aïfooïjpaïreebefïjn Smdi->,
' um in ten anö^e faculteyt, inöe öec!)tm/K
löaötgccpnöigt/ fIjnöeLicentiact enöeDoc* /
'tor utriufque luns gepromoveert, Pidavy öeit ^
September, Anno 1(^03» öotTc 'tfaitien
tcniaafl- en^aiöbagögeöouben öeöbm/ al
eecfpöaccgetiodmopcrtbaerDen/ möebacf
nac gcoo^jöcdt öat öet bem Jae bjp fimU f
enmetenttoijflFeïben/ oföeï^eecefouöe befe
twfmibere roer ïnge / bie öp felbe in f)cm öab^»
bcuptaeflojt/ fcgcnen/ enbeïaetenuptbaï*
ten tot <6obt^ tm / öcöoubmgfte ban beïe
5ieïni/ mbefijncpgöentroofiy grirjcftbitbc
Vccheiunon^Babcdantmetfo fea toten/
il^^ getjocïni oocfe gcfcljiet te fijn.
Ofte öie extra-ordinare ü^Upf- göebeben /
rionnni gefcljiebcn ban weyni'ge , jae oocft
baneenaïlem/ 'tzybarfepet^ lubben booj
andere ^ geïycït Elifa , beUjelcfte inbe ftauifc
aucenmgegaen fijnbe/ enbebebnicetoe-ge^
fïooten Ijcbbeiibe/ tot ben ï^eere babt / om
ijet ïeben banben ^oon bét Sunamitifche
3i>?outo/ 2a^on*4»32.:53. 'tzyoocftbat'fe
T^tti ban a3ob bibben toilïen booz haer felven>
iOÖeïijchaï^beB^an enbe be l^m\\ü in tm
ifcuprgefin / ïjaec't famen becboegcn / om
<Öobt/ m&tifonberegeïegentöeben/ aen te
bauen met göebeben . ^00 Jjeef t Lfaac ben
Heere fecr gebeden ^ indrtcgènwbbrdfgHëy c
van fïjne ETuyfvrouwe , 'óm bat'fe onvruchc-
baer was, eert Hetrchiint, feght
Ainrwortlim fijne ^aenl^emngöen op bie
plaetfe/ dir hetgcweeft is een rdemnecl ge-
■;5£^t 7 I^Liitn defe oorfaecken maeck-
twi . <;nbe loo feggen oocït onfe ^ntïeggec^ :
Schijnt
Ainfworcfe
in loc.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
4«8 Kleynckcrckc:
Schijnt ccn folcmneel ofte bellemt gebedt
geweeft te fij n , 't we) c k fy beyde eendrachtc-
videRi- jick tTamen gedaen hebben, om Godt den
cim. ii"' 'Heere kinderen af te bidden, "^nöcre tirr*
in Genef.
pae.440. aïlefnortjctifnl)ccftuoo2 Rebeccaj aU lyth^
bcnbe (jaer üoo; figl) in fijne 0{)cba"cÖtni»
ïDogljó^erfteberhlarmacfcljijntöc befte te
toefen/ enbe too:tooc(ttof-gfftcnitbanöm
luaiusin J^>oagö-gclcccöelunius; öetocicitefegljt/öat
^«.zj.zi i)timöe trgni\i3oo;Dïgï)etit \)an fijn 3^,'onto/
cnöe met Ijacr tc gclijclt gebeden beeft, ^e^
fen pbgljt bebeelt Paulus bimbeiichen acnïïe
.ïl>annmenbeai),^ou\xjrn/ afeöP tegtJt / u
Co^ 7. 5. En ontreckt u malkanderen niet^
'ten zy dan met beyder toeitemminge voor
cenen tijt , op dat gy u tot vafïen endc bidden
. mooght verledigen, v^cn 3l<J0ftel/ gcïijck
loTrt ^^^^^^^ Paralus Op bie pïaetfe \mit anige^
' nieccïit/ fp:eerïit ban bafiingbcn enbe gcöe?
ben / betoeïcbe boo: openbare niflelbnge ban-
be hercbe / ofte boo2 b n.itoilbge bcehiefnigbe
lüc^citat" ïïn: getcoutobe nienfcfjên toierben gbebaen/
ofte berrieijt / enbe berrïgijt vnocten \üo?ben/
al^'er eniige groote f bjacigbrnt boo: banben
I ofte Cf n.gi) f toaec luecclt \\\\ opnibaec
oftebp.'onbec gebacn mort tooiben. ^t^nfe
tlutïeggbei*?^ fp^eecUen 00c U bp nae alfoo ;
' 3>i?p en fpiëeeïuljiee niet ban ordinaris bib-
55ben/bacc toe alle <C:iK2iflentn tot aïlen txy^txi
„moeten berenbt 5ijn / macc ban extra-ordi-
jjnarifche nooöen ban btbben / fjct fp bie noo*
„ben Oen getronben in bet bpfouber , ofte be
„genupnte Chi iiti in bet gemcpn ac ngar n /
j^gelijcft uiit ijet b^iboegcn ban vaften biiKhs/
tbjelcft
Kleynekcrcke. 4p
• iij'thjefcft niet maïïe gdfgfntbcöcn / maer
Ui)in Ijn DïDöen m bpfonöcce nooDcn brrepfcöt
»to02t <6nöe op Dcfe gr bcörn ïjceft Ambro-
fius fijne ooge» biintrn ttopffd gröaöt/ aïé
bmrt ïloulueïicft fp^eecftenöe / alDu^
'jjfrgÖt : Gy moet beyde des naghts Opfïaen
*,tot Den gebcbe / enöe met grmcnHe gcbr Den
L^moet <0oöt acngccocpni fijn. Chrifoftho-
tnustoilbeoochöat man Dc ©joute al=
tót? tuat goetê fouöe ïceeen / ende , fcg^t öp /
Uet uwe gebeden gemeyn fijn.
Ordinare upf-gcbcöcit fijn kDc&ecom/
'3f occafionclc, toannccc bccfcöepbe <6oöt-
i faligljfn rnöe ftcnnilTcn tian bccfcljcpben
'tunrgefinnciim mi te famcn komen/ om
•:e bmm/ enhc malftanöerrn te fligtiten /
irnbr tefpreccken een yeder tot fijnen naeftcn.
^-^fi), 8. 11,2 1^ Endc dc inwnnnr>f»i-g rj^r
Jen gaen tot de inwoonders der
. .-^ '<^e laet ons vlytighlienen gaen,
te ImeccKei} het ae%ïfichte des Hectoa,
t^b. 24, Ende Cornelius verwaghtede
laer, tc faemen geroepen hebbende die van
^ijn maeghfchap ende byfonderfle vrienden
) Ofte inccr rpgentlïch ï^upf-gebeDen / 'ör::
rekfte in öe famiüen öaegöiich? banöe ï^upf-
Ba^crJ gefcöieöen moeten/ ofte gelöirfe'rc
taet ^aclj, 12. 12. i^. van een yeder ghe^
lachte des huys in't byfonder. ^0 tD« Öert
>ep igcn Petrus, öatbe B^anncn met ver-
:andtbpt)aer©jouUicn funen taoonen/ óp
at haere gebeden , boO) ttDlft enbc ttüeefpalt/
ïilT/^^" verhindert worden i t. ^eft,
K 4l3elcfeetuoo^öenbei-flaen moeten too^
«1/ foo ml tjan bie openbaere göcbcöen /
Simul ai
orarionem
nocle vo-
bis furiën-
dumeft, 8c
conjunöis
precibus
obfecran-
dus Dfus.
Ambrof dé
Abrah. Pac.
Chryfofth.
Serm. 20.
in 5.cap.acl
'ter/
idc
V
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
458 H 122
^
Thom.
Cobb. pra-
öic. dif-
courf. of
Prayer ,
chapt. 4.
pag.90.
fo Kleync Kcrckc.
öiefti'tf^menmct anbcrein öaer öimfocfïu
tofri / &U öie byfondere , öclueïcfte in ïyattt
fliicp-ïuiiiicrUan b^cc in 't Ijepmeïicft tuoj^
Den uptgcjlojt. 0\\fe Hntïeggeré feggen /
Dat Dacc onócr be gcbebnt / oocfe alïerlcïi
ocflFenmanibct a3oöt?-öini(li0l)ept bcrflaen
nioetmtuojbcn,
<^5oöt be if eerc fqibe tot lacob , <0en. 3 i.
Maeckt u op , treek op na Bethel, ende maeckc
daer eenen Altaer dien Godt , die u verfcheen;
niacracnört 2, en 3. ücrö / ïrgljt öu oocft
öienlaftopfijn gdjrde ljuufgcflu / feggenbe
tot alle bic tjeiu toaerm : Laet ons ons
opmaeken / eiide optrecken nae Bethel,
een Godtfaligh TDanbabt enbe fmecchte ïjn
<Öobt alleen <6en» 3 2 f. ad. a 7. 2 8. l^ot
12.3. 4. Matt acngbeinercht f Ijnbc aï^ cm
©abecbej? ijimfgcfiné / babt enbe bebc tju
offerlianberiiet ()et feibc te Bethel. Beïe ce^
benirn fonbcn/ ter optoechingöe üan befen
pïigt/ gcgcbcnïionnen\uo2ben/ enbe b^eet
ïionncn Vuojbcn nnt-gcbjciiöt.
I. iDobt Ijecft belooft/ bat ïjp bpfonbec
agl)tfaïgcben/ opbegebeben tónbesijne/
toaeroocft bat'fe banbe feibe / tJoo> !icm/
foubcn toojbcn upt-gïjegoten. ^fa. 6^, 24,
Tcrwijle dat fy nogh 1'prcecken , foo fal ick
hooren. J^f. ^54. i6. De oogen des Heeren
Z-ijnop de rechtvecrdighe : ende fijne ooren
tot haer geroep, ^cfe en anbece fpjeucften
en beloften / moeten foo tueï imt-gefïcecht
tüo:ben toe be gcbeben bie niet be Familie ge^
iijehelicli U^ojben upt-geflo2t / aU tot bie/
tücïche gebaen Vü02beninbc Bergabecingen/
ofte oocH l?an em<iö^iflrn alleen in fo'n ffaep-
hmcv
>;.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrcke. fi
r tiftamer. Paulustuirröeboojöe geöeben ban
Philemon enöc ban fijn ï^unfgcfln ( 't Wekt
qljememt bjon ren Kcrckc of Ghemeynte)
rfmcccftenöeboo? fijne bcdofTïngöe / gcïijcft
^aï^ uyt de doodt weder-gegeven , en b002
1^u?^I^Ömacöe bedofl / gljeïych bïïjcUt
a&f. 22. bcrgdeecften met ber^ 2. <Bt^
itoifTelicft foobanigöe gcbeben / Die ban een
vgeöceï im^ hjo^jben upt-gefpjoocftm / fuikn
■ivoor Godt tot gedachtenifle opkomen, gije:^
WijcftYc ftaet banbe l^upf-gl)ebeben en ath
ittioeflen ban Cornelius / Hrt. 10. i. 2. 2.4.
^obt (jeeft een fonberlinglj hjcï-gcbaüen
rm fijne {?eplig()cn/ aï^'fe foo in Ijaere ten-
-ten (amen ftomen / om ïjcm gljelrjchec-
i)mot/ enbe met een eenparige fchouder te
dienen. Eepf). V 9- ^I)cljcbt ban eeii
rrcötbeerbigen brcmaglj beeïe/ a'ac.^ i6.
lilJaec bjat bermagïi ban nktbn ghebebt
oan bcle rerbtbeerbigöe in een ï^nnfgefln/ bie
jijcïijcfeeïich ben l^emeï gljcbjcïbt aenboen*
fVis unita eft fortior, ©ececnigf) bf ftraght
^ ^ flrrcftec ; <een ^?ie-bonbigöfnoec en bKwt
i iict ligt bertï;often. ChHftus fegt / Jl^attö*
' 1 8. 1 9, lek zegge u , indien daer twee van
i'tfamenftemmenopderaerden, overeeni-
•^efaecke, die fy fouden mogen begheeren,
iatdiehaerfalghefchieden van mijnen Vader, commnn;
f le 't faemen-gDeboegöbe fucfitingen ban buTTVC
jcientegeiijcft/ maecHen een iimbt geroep f^'^n^^pius
n<Dobt.éoo2en/ enbebctoegenDemom a| ZnZT
i ijn oo2en op te boen / ooch feïbe tot ïjet glie. quam frnl
* 'CO^cp en geroep ban onfe ftïenne ïtinberen. g^^^nbus ,
t mo2pt ban Phiüppus Mdanihon betöaelt/ ^ZT
"^iïi^'Dpy leTorgajineeribp-een-j^^ Epiu. -^7;
2 Oec
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke.
*) öec «©obt j!-geïecrbcn toa^/ öie m bit ftebjocf-
Nöetijbcn gcootc bchommccïngcu bobben 0==
tïec ben flact iJan (J5obt^ ïietciit / cnbe eens?
ïiunten be becgaberinge gegaen toa^/ eeni=
öeB?ou\i3enfag!)/ l)oa?betoclcheöli behni^
^ccftenöï)aecc0ljebebenl)oo?be op fèggljcn/
fèecbcrljcugtban gebaente tocbec mbe \}tt^
iaberiiigbe gljedomen ; enbc al^ l)p tjan
JLuthcr, bïfonbetanbece bit ï)abbe acngöe^
<jnet:cftt / nae be reben Uan 3ijn frliicücUc
taijbtfeïiap (toant ftv etaen te ijoo^zen feer be-
( ti,2oeft\i3a^ gelueefl ) toiert ge\jjaegöt -■, foo
j too?tï)n gefegijt aïbu^ ge-antVD002t te \\eh^
i ï>en : Hceren laet ons niet kleynmoedigh fijn,
lick hebbcTe ghefien, die voor ons ftrijden,
(die ons befchermen lullen , ete. ^n Üail
/Luther geti2aegljt 5ynbe/ luie bie toeren /
Ye^ibe : De Vrouwen van onfe Predickcrs
/ende Diakonen , ende dan haere kleyne Kin-
Sdercnj» weicker gebeden ick gehoort hebbe ,
^ ende die Godt met geen doove ooren hoorcn
jfal. <6nbeooch baec in be gantfcöe Uec-
Vöabecingij Uecljeugt gelaeefl.
^00 l)ecmogï)en top boo? bie gijemepne
ï?npfgf öeben nieccbec / banboojbie/ toelc^
fee een pcbecboet boo?l)emfeïUen; 3ae'tijJ
onmogeïieft/ bat<0obtbegebebcnban belc
fonbe Ufcflooten / gelnch toel eïbec^ Ijeeft
Ambrofius gefcgl)t » €im befe reben Vuiïbe
Eafii.scr- Bafilius, bat be an)2i|lenen tot be gOemepn=
Thrï€ut ^^^J'^P ^^'^^^^ $|uuf-getieben / ijcle anb'ere
' foubentoe-laeten. ^DerljalUen moeten ïjiec
oocftbei^unf-Baberé fojgen/ bat/ fobcel
inogeïiehijj/ öaergantfcöelinnfgesin't fa^
nirnhwuepmtebibbnu ïêt%^*i6. ick
ende
I Klcynekercke.
«nde mijne jonge Dochters fullen oock alfoo
,vaften. ^letExod. i6, i6. m 12.4. Lev.
: i<^. ii,i7» Zach. 12» 10. II» ig* Deut. 12,
y.cn 14. ^6M^ 16, II,
lB!;É 2. "^tlfo too^t oocft !)ct totcf ït in rni $)utïf^
fgcfïn/ grfcgcntcu öe[)e|[ilig!jt Ö002 ï)ct gljf:^
tJCÖt/ i»Tim.4. öpeïjjfftSaulmctsön ^oh
öacten terfl <i5oDt$ "^cnrïcllcötc toilDc forc^
> hm/ om een 0oct fucces möen ftnjöt/ r.
/?';^am. 15, u. '5lïfoo moeten ooch aUeï^upf-
f Baber^ en ileoeeröe aïïe öaegcn/ een fegtn
foechen üoo? ^act enöe 't haece, 3iae alle
tie fijn in Ijetljunfoljefln/ fontiigb(^n bacqi)^
r ' iicli^/ öerljaibcn moet Deplaefler niet hlepn^
öecfljn Dan tjet feee, %Qb Ijepligtjbe bagl)
op daol) fijn Familie , nnt b^eefe óat nnlVel)ieh
' fijne hinöecen0i)efonbi0Öt mogtjtm Rebben»
3. 'tgi^metteferrgen tuat een goet mib:^
bel beï)utïf-gebeben fijn/ om Ijnp^-fteaeefte-
! len enbe ttuiflen ti 30? te Itcmm / enbe om een
I ! pebre te öouben in fijn ampt en beroepingïje.
I:?ll.é ben -Hpoflel / Col. 3. 18. tot€ol.4« u
Jiben B>an / be ©jonto/ ©abec/ iUnbt/
i i?eeren/ enbe ^Dienflhnrgljten / öabbearn:;
^ i tiéüoolen een negljelieli fijne biifonbcee plig^
. ten üi öet ï?n|ifgefm / foo befïunbt öp t^ct aU
ieé met befe Vuoojben / bie een mibbel beljel^s
fehtotbetcae{)tirig!)ebanal Ijn op-göeljaeïs
be/ CoL42* Houtfterckaeninhetgebedr,
ende waeckt in het felve met danckfegginghe.
^ie openbaece belijbniiflTen bet fonbcn/ ni
fmeeelüngl)en om genabe / VDaecfcljonVom
ben I}nLifgenooten tegen be fonbe art toeho?-
iQcnbe / ijccbïube» Ijaece öecten aen maï^
© 3
V
.■»■
^4 Kleyne kcrcke.
ïjanbctni/ rnbe Dom ïjacc aïïe te öfjcïijcft
Tim.4. 8. hcylighe handen op-hcffen fonder twilï ende
toornigheyt. ^ai tfït UU ttolflcn / bcucftt
öc jX\in ofte BjouUj/ etc. foo faï kïi 't a^^
bonbt \)f r()inöect Vuojöen / m mijn fmeecïiiu^
0en en gebr ben. i. Pet. 3. 7.
5DieJ5u)rif-getebeninati0en oorït bie betr^
b?ieti0i)e fo20cn / en behonnneiinobcn ohct
tuereitUcUe bhiölien/ bie ïnnntc^ foo heel*
tjonbig!) fijn ïnbe i)upföeflnnen. J3I)iï. 4. 5-.
6, Uwe Ixrfcheydenlieyt zy aJle menfchen
bekent. Weeft in gheen dingh bcforght:
maerlaet uwe begeerten in aJles, door bidden
ende fmeccken bekent worden by Godt.
4. <Bt ïBimft'hnt^ïmx enbe .fBaegfiben/
bie bicrituiï^ feec fijn on-rrïjeoeffent/ fuWeii
I]r:c boo; oocU bequac ni alïeen leeren Dibben/
enbc oUrr aï ttt <Babt / onöa* ï)ace \i3icch /
ïtTCf 11 opfenbai op-f clnetcnbe gebrben / enbe
fugljtmijen/ tueleheUoo^ a3obt niet en fijn
bccüo.^flen. Pf. 3 9.
5. <9nfen .^aïianiaeertec iöliieröocft onö
een 3Doo2beelbt geVueefl : ïmnt gljelijcli l)p
l]cm bicftUuï,^ alleen oeffenbe in gebebm ; al^
fülefentöii uan l)em/ bat Iji; oocft private-
lickgebebenïjecft met fijn Familie, ofte fijn
<Dircipeïen / bcluelclie met Ijem ordinaris om^
gingen / 3lne. 9. iH. Ende het gefchiede,
als hy ai leen was biddende, dat de Difcipelen
piet hem waeren, etC. Ujaer lint bljtJClit bat
cocli fl)n vDifcipeien met geni baben.' €nbe
t)iee in l)eeft onfen ^aUgljmaer her ons; oocft
een exempel nae- gelaten , op dat wy fijne
Voetflappcnfouden navolgen. !)Cfft ge
beben/ fegöt -^^il^^o^ïus. Ut te propi^io^*^
dc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcynekcrcive. 5^
ieprecandiim invitaret cxemplo, oitl U tot blö^
Jen boo; fijn epghcn cj:nnpd tr nooöi^m.
die gene Die in fjet ïfupfgrfin mort booj^
j(Döcn / öc Baöcr ibah ï)ft l^unfgbtfm ;
IDant öic aï^ ren pjif fier a3oöc oin gce^
iielirhe offccöanöen op te offeren. i.J^et. 3.
1, Col.4«i.i. lof: 14,15'. Luc. II, 1.2»
0ftetieSd;ou\3} in flechte/ of aftncfeïjcubt
aan üaece .fl^an ('t toelche ebenlueï niet
: angö/ ofte biehtoiljJ moet ordinaer gefcl)ie=
den / geïijcft'tnïetenpaflbateen g^ebihant
angö upt fijn fterch / en aï^ Non-reiidens)
cöantfiii^ een huiper aenöiïfc Man / <0en.
1. 1 8, ^e B^jonloe bie Salomon t)efel)?i}ft /
ioet haeren mont open met vvijfheyt , enbC
jp haere tonge is een leere der goedadigheyt,
Ip^oü, 3 1. ï6, gaeooch in fulcaen geiegent^
)e)fltmagöen moet een 5^ienfl-hnegöt ofte
fBaegöt / ben pïigïjt luaernemen tjan fijn
rt>eefter enbe Bzoiito. &n <j3obtfaligl)en
Dnefimus fean ooek ï)iec m lèer nuttig fijn aen
'Ijncn .ïBeefler. pijiL bcr^, 1 1,
ï^ier toerbt gl)eia2aegl)t of bic gïjene/ bic
3oo.:-l>ibt / enbe anberen tjoojgaet in bet
iluufgcfln / ftigljteliclt en ooH^ircïïcït een ge^
ileït formulier be^ gebcbt^ / magO boïgoen
mbe Uoojïefen ^ W)? anttpoojben Ijïer op ijan
iae; <örifooi(iebbena!ïebie gene gcoojbeelt/
oietotbienftbanbe <6enboubigt)fn / Rebben
tïcbebe-boeehen gemaecftt/ aï? Haverman,
Hieron, Teelingius, Sibelius, Theodorus
ïBrakei, etc. m l^uuf-Babet^ en Ijeb^
en jnpfl niet ben Geeft des Gebets , enbe bie
öequaemöept/ omfeïtieeen göebcbt te for-
^mercn.
KIcync kcrckc.
SDogïj anbetfin^ aqlmx top i)ct fect mit=
tiaï)/ mhr}mcmot(aMitii te\jitfcn/ Dat
iit i>unt-aDaörcö in ijacrc Oimfc u / oocft bun^
ten formulieren, ijacteQebthminhad Uuiu
fcnöafiL at)ant/ ^
I- ^««^ öof uöc ocfff neu rnbe bfrtorcïttn
fp/ met ailcfnbfnGcdt des Gcbets i» h.^cc
ftibni / man ooth in lyaet hhiörccn cnöe
ijimf-gcnoaten; öuröooMjaec Uoo^gancH m
exempel oocïi gcïecrt tooiden / Ijoe'fe Daec
tiae in öare ep0en ijimfgermuen / Mae aele^
eemi)entöt s tytG/ eiiöenootö/ anDere en^
tieauörresïjebföen formeren fulïen / %uc,
2. ïDe iJ002-ö!)e|eö?el)m formulieren m
mcMxooth niet upt/ afle ïinfonDere nco^
oen en berö^uclnngften banDc a3!]elool)i0en /
t\c Ueïe fim / en Vjecfcljf nben. ;ï>c glieflelbe
formenleerenntoel bibben oni De brrgfUin^
Sebnnntoefonben in't gemcyn; niaec öï)ii
moet ooefi bibben oni be Uergcliinglje ban
toe byiondere fonbcn. 03)1 inoet niet alieeu
in'tgeinepncmgaben enbe fcgeningen bib=^
öni / niaec ooeü om bïe bütbnbree/ bte u
meefï Uan nooben fmi. iDp' Ijebben nientoe
nenbeeljtingen j tonbegaennientoe fonben;
tonbftacpörnnientoefegenmgeii; enbe fnU
len ton ban onfe nionben met open boen om
iieni>eereeen nieuw liettefuigcn? a3ntoat
formulieren fïinbec/ bieOf innbmelien aüe
iiooben ; (Of Mjelfm alle baiielifegghin:^
fien>
Jib dkal 3* 't af bem-t ooeït niet feïben bat br £iunf-
tur tantum genootenaltyti^tocberom (jet fcme/ met
cxcoftfac- feIbetooo2ben/ bibbenöe/ ban tfsaegöeubt/
fiou^
Él
Kleynekerckc.
57
ioutüigöentm onafuöarljtigÏKiibt obfcbaï^
iitoojöcn/ nptöc fff uren jéeboontc biö^
icnöc / 'tgceii fp fcïUc met en toeten. ï>ier^
fniöeeftooehöé<Certo. en l?ooöö-9ciferöe
"ai'parus Strefo b' «iJenUouöigen / een Korte
OnderwijfingheUiitgljrctcUen/ hoe men een
:»3ebedt maecken , ofte Hellen fal.
^it felUe moet oocfe g{)eoo2öeeït toojöen /
voan't biööen Der formulieren inöe ïierchen /
DeiueïcKe m fomnügI)e gfKïege ntbn.it tiniclit^
jacclielt gebjupcftt honuen enöe mogen tooj^
Den. Q^e Browniften agljten öït fonöe (oüi
(jiertjannieteentooojbt nogij te fp;eerhen;
antUnianöerflnï^ fëer toeï toeten/ öat öit
'bel)002t tot een anöer plaetfe) Anti-Chrifti-
lens, enöeiupcrftitieuo te toefen; jae onöer
öiemcnfcj)ni|lmDer getoeeft/ toelerieöe ge.-
tte <OcfaeDen gcnceint öebben eenen grou=
leïiehen ^Kfgoöt / enDe öat'fe booj a3cöt foo
^toaïgbeïicïi fijn/ alö jjet bereïterié-bïeefch
100? öen 3|oobf n toa^. 'tlDelefte bnnten aï=
'ien ttoijffeï feer ongïjefouten \i : toant hi-
Dinrfefoogeöeelongfoo>ïoft toaecen/ fo en
fouDc'fe v0obt niet Ijrbben Uoo2gljefeli?eüen /
rtljelijeU Ijtibcöeonörrbetoet/ nog'oteChri-
ftus ênöefljne vDicnfcfmegljten rouDen'fe ge-
tjuneUt üebben onbrr öf n Euangelio. ^Den
9iPfalmi^ een gljefetgfiebetUoo: Den ^ab*
ïjatij-öaglj . l^zw loi. Pfalm fcfcijft Uoo,:
een gebet voor den verdruckten , als hy over-
itelptis, ende fijne klaghte uytftort voor het
Aenghefighte des Heercn. 43n Of toel niif=
frïiicu bicnPi'alm (ict op een bnfonDece Uer^
DnieUmge / möetoelche öc ;i^ifntlUnrgï]tcn
a^oötsDocnintoacrcn/ foo geeft nogötan^
^ 5 bet
tudine, 8c
pro f'orma.
Amef. Caf.
Confc.1.4..
cap.17. §10
irrrsprfonöc
pag m. i+©
Perkinf.
commcnt.
in Matth.$.
pag. mihi
ic-o3.
Author
Comment .
de Ecclcf.
Angl.
Num.5.23,
&10. 35.
Luc. 11 . I .
Macid. 44.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
S. Maref.
qu^rt.Tlic-
olog. decif.
Academ.
quseft. n.
Loc. fupl
citac.
Epift.
fcript. ad
Angl. pro-
tector. 2.2..
Oa. 1548.
cir. D. Ma-
xef. § 1 1 . &
I>.Hoornb.
lib. 10.
Summ.
Contro.
pag. mihi
4^1.
58 Klcynekcrckc.
ficttioo?5öebaöbtf opfffeiftte ftmncn/ bat*
'rei^i)002l)ctömicpn3cb2U][icfH3a» een \}tt'
i)?ucfet prrfoon. #cn 1 36 ?Uim ié ïangen
tijt na Davidts boot öcfcngcn / 2. Chron. 20»
21 . Pnöc 2. Chron. 29» 3 o. De Koningh Ie-
hiz-kia 5 cnde de Ovcrftc fcydcn tot de Leviten,
datYe den Hecre loven fouden , met de woor-
den Davidts , ende Afaphs des Sienders. 3 a
aiïeöePfal men Davidts Uiacccn be hicche 03
torrgclrcljcct/ onigcbiupcht cnbr odefen te
tuo^ben / m ren gcf triöe forme Uan iKOojben/
rnbcno0|^tanófi|nbe nice|tc bccfi llac 0bel3e?
ben, 5ijr. coch een goet nuDbr i om een^
bjacötigijept enbe 0elijcïtfX2niiaI)cpbt te ï)ou^
ben inben openbaren (Dobtj^bienfi if ietom
in becfeljeyben Conciliën faeflootea qijc^
hieeflbatgeeneiiercfteeniïgc forme Dan ges
beben fouöe gi bnmehen / ban fulcfte bie toe-
gc ïaetcn enbe gcojbïneert Ujaö ; gelijeïi fuïcU^
ÜefïOOten Iji in Contil. Carthagin. iii, can.
23» enbe nvt Melevitaenllhe , can. 12, aï^
U3aecbe©abci*^o:bmercen/ dat gheen ghe-
maeckte Gebeden gedaen en mogen worden ,
ten fydefelveeerlè in 't Concilie fijn goet ge-
keurt. <i3nDe foo Derïjaeit Perkinfms bat be
<Dnbe ïierclie vDobt^ / lange Ijoo^j ben tijbt
be^ pauf büinjs een gefette forme De*j gebebt^
geli^uncïttljeeft/ ff l)oon fnïch^ niet en i^ ge-
fefjiftmbeeeefledrieljonbeet iarenna Chri-
ftus , npt ooifacehe br r gljefïaebiglie tiecboï^
omgen. <j?nbeoni befe rebcnen toilbe Cal-
vinusbatbe fonnnUecen ghebnutcftt fouben
tüO<?ben/ fooop datde eenvoudigheyt, ende
onervaren theyt van fommige tc gemoet mog-
tegegaen worden, als op dat alfoo feeckerder
t
mogh-
I Klcynekercke. f9
noghte blij eken eendracht ende over-een*
• c:omingc van alle Kercken onder mal kande-
len. ênbcDat rbmtoel Die groore vDoöt^-
';eïf£Töe/ qelijcU \mi i$ aeugcinercht/ bic
i^ijcinanifceljau bibbm/ met foo fccr upt
; CU borrft / al^ uyt het herte , nif t quacbt r n
f eeft in ï)cni ff lUf n grheuct/ gdijrh foinnn-
j e incpnen / f^qt (me met pjn fpöl)m
•f. xempel geler ct / aï^ Ijn nae fijne leffen Deu2«?
!i;aeuöanbfre/ enbe nieutoe gliebebcn Ijceft
'ircmaefftt / gcïijcft ben gijcïrrrben blijcUen
an / lint (Ijne ^Intleggingen oV>cr Ezechiel ,
nbe bc (ilcpne Propheten.
C^nDcrtuficIjf n moet f o U^tt niet op be noot^
lerheiicïUjeiJt bet formulieren Vücjbeu aeu-
[jebjongen/ gelijchal^ of'fe abfoluyt ncot>'
leffeciieh Uiaeceny enbe of'et geen bibbeit
Ja^ te agljten / ten Uiacre j)et met een honk
fjefcl)icbe. (Delgch l)tt geen p^pfeliche fae?
t i§ in gemepne <Cl)5ifïincn / onUmibigt) te
in om U3CÏ / nae gbcicgcntbept / te liomieu
ibben / ooeft fonbec een t)C02gl)efci)2ci3cit
)rmulicr ; ^ifoo i^'t boUcu aï fcljaubeiicft
i een <Dicnaee / ontequaem tc fijn / cn om
me griycft aï,^ uyt be borft toel te hoimeii
töben (omTertullianitooo^tte gebnmcUm)
ibe om anbf re bat te ïeeten / gdyc ft lohan-
es fijne ^ifcipelen . Uctche ooeïi /
(jelychbeMacne, beïeUeranbiTUigtjen on^ ^^oogi.^.io
?cUJO.'pcn ♦ l'^ii rom ifi oocïi bat be iiecc^ ^
cn-02bnüngetianbenopenliarrcn <e>obté- 3iT^en
icnrtboo?gan|clj (i-ngdanbt/ .S)cï)otianbt p^g sj»
ii J^clanbt / opgecici)t tipoj*authoriteyt be^ ^ •
arlements niben jaece geen formulie- hncs.fiS
m bet gcUeben boo2fc})^ijf t / maet geeft enbe cap.
jlclt
6o Kleynckercke.
Amef. c»f. ffeït maerboo?DfU3ijfc/ methode, enberr-
confc.iib.4. guicn omtc biDDen öooj niDe uae öe ©?cöi^
fi^n pffi ^^^^ ooïDrd Drr ^nsdfcijc The-
Si.'p.e^' ologanten; ^peu öcctücrpm uict (gïjclijcft
Sam Hic- niCt?U)0?t tiOO3-0Cgetlcn) 00 formulieren;
ron. Helpe agljtcnTepocftnict abfoluydt nootfaccftcUcft
unto De- te totfcti tmtt ffggcn fret Vucl öat'ff OO^^
torn ? pae Wc^t of nift ö!)eU^>upf ht {ionncn tuo^bcn /
68i*&c. nacgcïegcmöcptljaii tijt/ plactte/ en pcc:!
Neh.Ro- fooncn.
gers parab. ^iiöe bat Uan gccu anbcr gljcboclcn onfc
ofioftson- l^etchcnfijn / ftan i)fn genen niet onbeftent
Sè rndhts f^J"/ biegeïefenlKeft'tgeene Ijeeft bt Har-
Fnend at monie bet jTieberUmbtfciie Synoden, «iitge*:
Mid-night. 0eljen ÜanFeftus Hommius, Cap. 11. §. 1 1,
P 3 3; • £)(;n Dienaer fal fijne gebeden doen of door in-
Perkinf. geven van den Geeft , of uyt een feeckcr voor-
&caf con- gefteldt formulier. <önbcfOO fcgijt OOthbC
kiem. 1.2. factfle Helvetifche Confeffie: De openbaere
«p. 6. 4.. 3 . gebeden moeten oock niet , ten aenficn vandc
mihi^r^' formeendetijt, in alle Kercken even gelijck
Aitar Da^ fijn. Laeten hier alle Kcrcken hacrc vryheyt
inafc'^cap. gebruycken. €n fo bocn iiu be iiieefle <Dies
jo. p. 61 3. naerg! in onfe ,ï!)ebcrlanbtff öellerclten ; oocft
Minifter felbe bie gene Uicïcfte anber^ VtJülen / batmen
preccs vel pgl) faï fïip biubfu atube formulieren ; ble'fe
smntu f"^^^^ iiogljtanó iiirt en boïgen nae be J^rrbi::
veiccrtafi- Ratie. 'JnDicift eeuc foo iiooDtfaechfUch lïJ/
bi propofi- voaeroni ooch niet \)et anbec ^ luanoni flglj
rnnrT.*;^* Htet flip gcbouben aen't fozmute na , aï^
'^""'^^ " voorbe5^2ebmatie^ 'ïi en toiï/ 'ft en ftan
kS^^ t'- oocli niet QuaeïTca 4i2eechen ban bie be for.
porfe7,'&:c. muiieren boïgen? -te metö geffl)iet bat oocft
banon^ j maec icli agöte bat oocft bic niet
ge--
Kleynekercke. 6i
mXaflttt I of öcroo?bfcït ftonnen
ic bet nïf t m öocn / macr imt oUertJÏoct öan
itocnöigljc bclucgOnig!)en / "^titu sieleit / i sam i.
tetHanna, uiit|lo2teuUoo2öcnlOcere. I^oe
:;?octJigfouöcljct5ijn m fulcfee fahnt/ ttoif^
^ntciibcrtomömgcn Der gemocöcren/ on^
t ;tt2320cöercnterien^ Socrates gctimgöt m ib.j.c.tf."
i jnHiftoryfulch^ ooch gcfcljict te fijii inöe
t uöcl=lercft: Gyfultoveralinallegeweften,
I'. j.'gÖt Ijp / geen twee kercken vinden , deweJc-
t ce in hec bidden gheheel over een komen.
; 3nöc5^itï^oocftgctoccfl ïangö booj öcfen synopf.pu.
t geboelen ban öe JDijbt-teoemöc ÈcaDt:' w SiVr
c Ije Profeflbren ; uat öcUjelcfte <J3cn / tc tut? $.de Cult.
r en Öe l^ooglj-gdccröe Ant. Walseus, al^ »nvoc thcf.
lU^ï^ fpjeêcftt : OndertufTchcn nogtans beken-
; len wy, dat het feer nut , jac oock by nae
« toodtfaeckeÜcken is > dat alle ervarene gcloo-
. 'ighen , ende infonderheyt de Herders der
. ; Cercken , in haer de gave van opentlick tc
indden, oock fonder voorgaende formulieren
r •'^erwecken; op dat'fe nae gelegenthey t , en-
I ;le voorkomende nooden , ghebedcn ende
y ianckfeggingen mogen inftellen, gelijck wy
' nden Ouden ende Nieuwen Teftamente Ie»
I èn, dat de Heylige Mannen j oock Pruphe-,
en en Apoftelen dickwils ghedaen hebben;
" twelcke (aengemerckt hebbende de metho-
jt ie 5 dewclcke fy in haere gebeden gebruycken,
. :nde daer by komende behoorlicke oe&è;iin-
' i |»e ) niet fwaer fal zij n .
IL. 't<§>albiecl)oojténtctUceïljminoobentofa
I kW aen tc te|irhf ricii / met toat ghebeerden ,
5 ^oe i^nwt-Baöer^ t)aeren ï)utifgenooten nioe^
Ljgaeu m öet )MkxC 't%i öeaenöt
öat^
Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
62 Kleyne kercke.
öattprgtmcen ié/ Doo^öe toeïcfte onfeoot^
mocöiijlKiitbrtccaan Ujo>bni uptgeö?ucht/
öan D002 l)n knieJen. <i3nöc Dar com oocft
Wt gcbacc lian öf n 0!)f iooUigïjcn / in <Öoöt^
H^oojt/ Dciugamé gcb.^uncftt. ï)f:9f.<J.)r.
Komt lact ons aenbidden ende neder bucken , j
laet ons knielen voor den Hecre die ons ghe- *
maeckt heeft. ^IfooPauIus, ^ijn affdjcnöt :
itcmniörbanbe(Oubcriïngniljau<epï)cfuö/ '
heeft nederknielende met haer allen gebeden, | ,
%ct. ao, -^6, <6nbr foo mcöe öe duïrt^ncn $ ^
totTyrus, Dïc Paulum met ïiaerr ©JOutDcii r
rnbc hiiiöcrcn tot Imntcn bc flabt gdcpbbcn /
ï)fbbnrtlamenaenden Oevernederknielen-
de gebeden , %ct, 1 1 . f. Ban Salomon fiact ;
bUü / I. Uon. 8. f4. Het gefchicde nu als * '
Salomon voleyndighthaddeditgantfchc ghe-
bedt, ende defefmeeckingc tot den Heere te
bidden , dat hy van voor den Altaer des Hee-
renopftondt, van het knielen op fijne knien,
metlijne handen uytgebreydet na den Hemel.
€nUauChiiftus feme/ %m.2z.^u Ende
hy Icheydc hem van haer af , ontrent eenen
fteen-vvorp, ende knielde neder, ende badt.
^irt2.1^oii.4.27, .matt,28.9. %(U7.6o.
e j j ^'^^Ö. 14» <i3nbr bii^é luarcn bc oube €i}2if^
mihiml>. ^^"'^^ 0()rUioon aïtöt^ öarrc ordinaire eriöe
dfft , {{ge- bacg!jlnchrci)r geOcbni te boen ; cnbe p!f grn
nuacorpo- öici* toc tebjcugm Pauli tooo2bcn ; ^hil
orationem V^-""* ^^^^ inden name lefiifigh buyghe alle
knie, geiijraonbfr anbrcrOrigenes, fcïjjps
lis mei
oratioDi
x'eniens
fleftam bnibcober Ijct Oorch bcr 0irï)tcrfn / Hom.
?u?'Srd''s '^lujaer Dpooffi bit bp t30cgl)t; Maer
mei fleaa watbaet^etmy, indien ick tot het gébedt ko-
Dabou: mende de knien mynes lichacms voor Godt
buy-
Kieynekercke.
buyge , endc de knien mijns herte buyge voor
den Duyvel, <(3nöe Eufebius in fijm lierc^
fteïOcfteHiftorien, bcröaeïenöe ïjoe öe ^ol-
DactmonbrrDen l^enfec M. Aurelius, ban
<OoDt Ö002 öacre gebcöcn regen berftcegöen /
fegtaïöuéi De Soldaeten mee haere knien op
d^aerde leggende^volgens de gewoone maniere
die wy in' t bidden hebben^ hebben haer bege-
"en tot d'uytftortinge der gebeden voor Godt.
^ögb fji en ïjebünt niet getoiïDt/ (om baU
'eroocftnogljlni te boegen) öatmen op öen
:»agï) bes l^eecen De ftnien fouDe buugen / in-
'onöecfKntnietmöe ftercften; toaiit fp 002-
Deelöni öat Dien bagö / al^ ter gebacïjteniftc
aanChriftiopflanbnigöe/ niogöte Deu2gj)e-
J2ae|)tUio^Deninb2eugljDe/ enDe niet m ee-
niglje tepcftenen ban D^oef Ijept ofte berne^^
ïeringe/ aï^ toaeren/ vaften enDe knielen
n Ijet OlDDen* Wy achten het vaften ende op
ie knien te bidden op den dagh des Heeren
)ngeoorloft , fegt Tertullianus, enDe aïfoo
3or h beïe anDere. <{3nDe aïfoo eenige Dit niet
monDeröieïDen/ foo öeeftöetSynodus ban
MiceengoctgebonDen/ Datmen/ omm ah
ie Parochiën renen boet te öouDen / <DoDt
ïaenDefouDebiDDen.
l€nDe foo örbben De (Dube C{|?ifïenen/ of
IDoDtopïjaereknien^ of ftaenDein openba:^
:e BergaDrringljen gebeDen ; maer fp en öeb^
Oen nopt gefeten. ïMerom bmDen top Dat
^eCfeittencnniDeeerfleïierrfte/ niet aïïeen
tJoo? Den Diaken VüierDen opgetoecftt / om
aenDagïjteïichtebibben/ niaerooch/ of om
Jit ïuiien te bupgcn / of onf te flaen / inbienTe
Itunces ^ DeQ oratiQnes efFundant-
Militf$
genibus
humi pofi.
üs , juxta
morem pre
candi nobis
ufitacum ,
fe ad preces
Deo dicen*
dasconver-
terunclib.
ƒ . cap. 6.
Die Domi*
nico jeiu-
nium nc-
fasduci-
mus, vel de
geniculis
adorare.
TertuII,
libr. deCo-
ron. Milit.
c. 3. p.2Ctf.
in quem
loc. vide fis
Pamel. an-
not.nu.38.
Qiioniam
qui3amfinc
qui in die
Dominico
genu fle-
ftunt , &
ipfis diebus
Pentecoftis
ut omnia
fimiliteria
omnia pa.
rochia fer-
ventitr, vi-
fum eft
San£l« Sy*
nodo , uc
Can, z<Jr
6*4 Klcynekerckc:
Cjcfir. Ho- factcn, Caefarius AreJatenfis IiefIraftebacCi:
mil 30 de omöiegnic/ öe\iieïcfee/ on-amgljcficn öni
m orat ^'^'^^^^^ ^'i^p / lact ons de knien buygen , floU'
hen alé op-gccccijte puïaercn ; 't welckc, fcgt
ïjp / den Chrif tenen , és' er inde kercke woi c
gebeden , geheel niet nut nogh geoorloft is.
<Dat be ouöc C!)?ifïcncn fïjn gctuoon getoccft
Dow"ii^' ^f^'^^»"^ Ijaccr gcbcDcn / gctungt luftinia-
^ s ^jniis met Dcfc U3oo?bni: vDacr nac/ aï5 bc
„lleefccftuijgl)!/ öoct öc Ijooiftanbcr /"bat
bcp.jcbiUaut/ cmljccmannigc/ ofte/
„P^cbiltatie/ booj bctocïchc hi^'t Uoïch oii-
„toccht tot nacUoïgingc ban foo fcljoonc fac^
),ftnu Danrtaenwyallegelickelickop, en-
Bafii. Ho. bidden, ^af iliu^ cunbigcnbe een fcecïierc
mil. 7. in pjfbiïiatie/ enbe be berber berïjanbeïingïie
Hexaem. b ^ji bcf)'eïfö ftoffe uutfteïlenbe tot op ben nae^^
ftm bagD / fepbe : tact ons dan opftacn , en-
dc Godt danckcn voor die dingen die g]>e-
Athan. in „fcghtfijn. ^00 OOCÏi Athaoafiiis : f^^abieu
de r.ZZ "nuonfe:p.:ebihatie ïangl) gjjenoegö igebaï^
Hoornb. '^ï^»/ foo ïaet on.é opflacn / enbe onfe Ijan^
cit. ben untb2ei;ben. ï^ïer toe toierben in fom-
niigeaereficnbe€l)#encn met een op-g^e^
Öeben flemUermaentban ben Diaken,
Vide inter Liturgie bie Marcus, bogD Uaïfcïjeïicïl /
aiios Ri- uïojttoe-gljefcö^eUen/ fegl)t mcermaeï ben
cip. 3. pag.
^^t.critic. <Diahen : iStaet om te bidden ; tueberoni:
^'■^'^■^^ Staet recht op i enbe/ ghydie firt , ftaet on.
1 -2. opel bat too2t menigmaeï geieftn üibe ^cljnf^
lom. z, tcnUanbeOuben.
€nbe ban bic gchjoonte ban fïaenbe te hit>c
hm I örUben b^n oocU geen bjennige exempe-
len ina3obeé IDoo.'bti maer gef»t^ iJ^ï" ee?
nige ï)e|i|igen (bat i cft bjctej öie eobt ^mxv-
h&
Klcynekercke.
Oïjcbeöen Ijehhm, ©an Abraham ftaet
k\h 1 8. 22» Maer Abraham die bleef nogh
lende , voor het aenghefichte des Heeren.
^rn Kaldeeufchen paraphraft bdtgIjtVc tïji
frgfit Ainfworth) ^b^aöam flonötm Den
jebrbe boo^ Den i^mt. mfoo ecin i <?. 27.
6nöe op een anbec pïaetfe / toojt öoo^j
ftaen voor den Heere , ï}ct gebet gemepnöt /
er. 1 5-» I. ©anDe Ifraeiiten iefen top alDu^/
Hl}, 9. 2. Ende fy ftonden ende dedcti be-
den iiïe van haere fonden , ende haerer Va-
rren ongerecht] gheden . <6nöe vers. 5, fep-
hibellebiteu / Staetop, looft den Heere
[venGodr, vaneeuwigneyttöt éeuwigheyt.
i^uDeöeniCoïlenaec ftondt van verre inden
tempel ende bad Godt, 3£ue. 18. BUtC.
f,25'. Wanneer gyfract om te bidden, etC.
m aoö» 1 1, 41. 2» Clpon. 20, 5-, mant
tiécm tepchen bepDe ban eerbiebigljcnöt
ibc ban aöeöicnfligbepbt. ^ict 1, lioii. 5.
tff* i.^am. I6.2U22* i.lion. io»8. 306.
^y» 8, ^an, i, 4.. <enDe 't toa^ te tocn-
it)en öatmc n foo möc openbare / ais öeninc-
the öupf-gebeDen / 't een ofte 't anöer öeu-
i fjlijehcn naboigljDe, iDant al|)oetoel De
i Ijaniclicke oeffeningfie afeefcljr nDcn fijnbe
inibe mtoenöiglje ^oöt^-öifnrrigi^enöc
iepmgtoeertï^/ noeötan^cnmoetfc / met
nitoenbige 't famen gO^boegljt fljnöe/ niet
rtoo>pen too?öen . iOaiit ober aï toacc
oöteeniglje pHgï)t gljebiebt/ ofteeemgï^e
' löe berbiebt / öaer gcbiebt enöe berbieöt t)p
itï\ be te-^Khenen enDr Unttcrlijeï^n ftl)t}\i
Vfeme-, enöeöaeronitoacrI)p öemtoenöi-
|edéyotieöer3icïemört btöben bercpfcöt/
<6 ai^
not. in loc.
ciut.
Hoornb.
difp. de
Station.
Forbef.
iniir. ma:
Theol. lib.
12. cap. 8-
§ 14.
Pamfl.An-
notat. iri
TercuJl.
libr. de O-
rat. cap. 14,.
&libr. II.
ad uxor.
cap. 14..
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
66 Klcyne kcrckc:
fll^ öaec brrrpff ï)t Ijp oorh öe upttoenbiflljr
(crtiif öicOeit ör licliarni^ inbicnfé bequame-
iïjcft ïtan gljfortff ut U3o:Dcu. 5!^e cebcneti ;
ffiet ban befc Uoi0cnöc.
ï. <Dm öat oiife ïicïjacnien foo toeï be^
3^ceren/ aï^ onfe jidcn fijn: mbe baeromi
moeten tUii Ijeiii oor h niet brpbe 5iel enbf r
ïicljaein Urrljceclijcrieiu i. Co^ 6. 20.
€^m bar öc iiiittcdicheootmoebigïjept/ *
rnbeefcbicbmg!)cbeélichaeinö/cen betjuïp- .
itiibbcliïStotbrinUienbigc ootinoebig!)epbt/
<nbe cecbicDinge be^ t)irtcn. (önfe ïjccten
gjit traegh , fitbe l)cbum aïle mittcclijchf
Sulp-niibbeïeu ban nooben / om ih tjaec be
, <levotie op te tocchcn, <6nbe om befe ceben
ftrbbni <6obc?J ttniberen brujgam^ oocft
<5obt met brfe gebecrbcn/ nibc anbrre/ m f
|)acre bnjmclijcftcgcbcbcn acngeroepen.
5. (Dm bat iun alfoo booi befe mntaïijcfte
teticftnifn / bctuiigcn be m\tinibigl)r ooc^
inorb(gl)ei[it beé t)rtten / enbe cecbiebigljent
stelen; bie foo niet rn fcljijnt upt-geb?ucht
teVuo?ben/ aïjS men lubt/ ofiittènbeop fijn*
bebbe / of (ïttr nbc op fijn fïoel 23:unbt
foglu ben genen op l^an bebbe/ dien haere
ziele lief hadt 5 maer en vondt hem niet, .
ï)oogl)ï. V i« 5£>ie ooch foo feer let op fijn
öcmachmljetbïbbcn/ magij Chriftus foec«
lien/ maer nmiigt)mael niet binbrn. <Dp
iïiente):tx.CIi2on.<^. 13, ■JCltoaet: flaet ban
Salomon , bat hy knielde op zijne knien y beb*
ben onfe Untïeggec^ Dit aengctenchent: De-
fe ceremonie is in het bidden gcbruyckt ghc-
weeft , als een teken van den oormoet onfcs
horten , in hQi wekJcc wy oYertu/ght üjn ,
Kleynekcrckc.
latwyvoofdeGoddelickeMajeftcyt niet bc
taenkonnen.
5>o fteeft ört ooch Uc rfïaen (op öat öït oocft
netmi|Tct)ienboo,2ccn nieutoigöepöt too2öe
,upt-gcftrete!i)Trdcatius, öegionge: %lf
,!)oetori/ fe0öt ï)p / De gcbnccden indiffc-
,rent ftjn / om öat'fe geen bpfonöft gtje?
,boöt en tjebben / foo J)rt nogbtan^ onbe*
otatmtiich/ mbienpcmanötmeni brcgae»
^benngcoftegenirprite/ nut andere/ met
jgeboogen ftnlcn enbe ontörcïit Ijooft niet en
,biöt Jl^ant fooöanige gljebacrben betae^
,nien ben menfcöe alte-meefl / bit <©obe
,be Ijoogïjfle eete geben/ enbe befl be oot^
ïmoebïgöepöt / foo ban oné gcmoet / aï^
llirbaein/ berhfaeren. jliiet anöcr^ ooeft
Jofephus Hall , bctueicfte albu.é elöecö feg{)t:
ckwilaJ tij tin mijn gebeden, ofteTtaen, als
en dienftknegt voor mijn Meefterj ofte knie-
en, als een onderdaen voor mijn Prins. ïDog
noettoel too^öen tóaergöenomen/ batmen
it niet moet boen uit gcbeunfiljeit / enbe op
uïcRf plaetfen / baet bit meet quaebt^ / ban
;oet^fouboen.
Onbertuflcöennojbeeïen töD bat bi'e gene/
iebefe gijebeecben / 'tzy boó: oubccDom/
?zy booj cenige anbece f toaclitjèbcn / niet en
mben ftbnnengcbjuiocïmi/ ban met pceic-
eïbanöaeregeibnbtöfpbt/ ofte met fuicft
mpöneenbefmecte be^ ïicfiaem^/ bie Ijet
erte enbe gemoet inDen «Dobté-bienfl / 't5P
pmbaec / of bepmeiicft/ foÜDen bctoereifi
nbe berftoo^en / befcïbe bjpeïych mogben
jdlaeteii ^ Uiant <öoöt ï)t(fi Üebet bermher-
jheyt dan ofcrande , .JUatt. 1 2. i <ön*=
41^ % bc
Di(>ut. ic
Om. habii.
an. ï6of.
6. Iul.ch4:
»7-
nold. Rey-
nefly, id
eft, doa.
viri & a-
mici noftr.
Leon. i
dic. de ex~
crcitat.
Schoock.
exercit itj.
KT.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
6^ ivleynekercke.
i>e oem npthiciiDigl) gcbaer ftan <Cobc mt^e^
ttaentUirren/ Dcffmtr'tljcrtcmöe ben geeft a
Iteclihiöert. 't j^ m fuïcften geïcntljept ge^
nceglj / öatmen 6002 auDcrc tencheneh fijn
mbieöigöcyt bctljoone. Caefarius fepöe :
Die wegen cenigc fwackheyt , fijne knien niet
kan buygen , ofte den ru^ge boeken , lact dien
niet verdrieten het hooft te neygen. ,ï^)en
moet aïtijt^ nir er ar|)riiige nemen op be flieïï^
tuige / ban op be ceremoniën enbe gebeerben/
ofteeenigeaubere bingen/ bie niaec bïoote
oni|lanbicJ)cben fi]iu
m mm . , f l iiW^l U M.^
\
VI. Cap.
Wortghehandelt vanher fingen der
Pfalmen inde huifen , winckcls, en-
de onder 'twercken; worden voor-
geftelt de redenen hier toe dienen-
de , en aengewefen dc wijfe en
maniere , op dewelcke de Plahncn
gefongen moeten worden.
pgnbeïif ït 1^ geen banbe niinfïe oeffenmgen
inbetocUen/ iKtfingcnbec PfaJmen,
toelf ue bc geloobigc n een tioojbeelbt be^ öe^
nieï^/ !)iei opbecaerbeboetI)ebben. ^at^
'erïof-fangen/ banchfegghigen enbePfal-
iTien inben <Önben Teftamente Uanbe gelobi^
gen in barre Becgabennge n fijn gbefongen/
Uijüxt Wjt be miipteu bec Leviten, biebe
Klcyiic kercke.
'id ïjecft crnc n Pfalm g^r macrht / 0111 qIjc*
iijiglicn te too2brn op öen ^abbatö-öoglj.
team öiti^ïjetoprc!)2ift Dan ^g^f. 9** i« 2.
■•'en Pfalm , een Lied op den Sabbath-dagh.
Is goet darmen den Heere love , cnde uwen
Wacme pfal m-finge , p Ai lerhooghft e. <De
-1 oöni fcggcn grlijrh mti Ainfworrh fjec ft gc^
rrrt / Dat Adam Dcfrn Piaim gcfongcn Ijccft/
iargt)6 na öat ï)ii toaö gcfcljacpcn, €nöc
^uatöitoofh gckunchdi'cltcn lé gljcUJccft inbc
ip-mHuiinrtcn öec Cö^ftnirn/ ten tijben
necHpoflden/ gctm.igtongPaulus, I.a^o^
2(J. I <23nöe oocft nae be tijben ber
'lofleïni/ töo?ton^ïiebefiigötban Tertulli-
niis en Eufebius. Calvinusfegtjt in fijne upt*
.leggbrngljen oba* i . Cor. 14.. i^, befe
.pioetfe uerftaen Uin oocii / bat be geluoantc
jUanfingenoocfuebiec tijt onber be geloo=^
iPigcnUia??: 'tVudcheoocftopenbaer löunt
.Plinius 5 bie ontrent beectig ïaeren na Pauli
,boobt fdmjft/ bat be gelobigben geluoou
ti,Uïaccen booi ponnen-opgang!) Chriito tc
.',<mgcn. <Cntc ich tvuijffeie niet of fo ïjebtien
,tic|cont ban ben beginne aen/bet gVb^nneft
•bet 3;00btfc!)ea3emcnnte m pfalmen tefm-
>g!)en nae-gl)eUoïg!)t«
PomoetoochöetDupfgefm gefligl)t Vuo?-
len/ met pfalmen, enbeGeeftelkkeLiedc-
:ens ben ^eere te fingben / geïrjcft bit be \)it^
naening ié hté ^poflel^ Pauli , Coï. 3. i^,
^eert en vermaent malkanderen , met pfal-
nen , ende Lof-l'anghen , ende gheefrelicke
miedekens , fingende den Heere met aenge-
^acmheyt in uw' herte. Cube bit Ijecft j)^
AïnCvr. in
Pfal. 5,2.
pag. 139.
Laus Sc
Canticum ,
quod dixit
Adam pri»
mus fuper
diem Sab-
bath.Chald.
paraphraf.
five Tar-f
gum
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
fö Klcynekerckc.
ooclft üeïafl acn Die Ijan Ephefen , Ca|ï. *
«Df fc Djïc foojtrji Dan gt efleïicBe gefangrn/
taiiDfUjflfhcPaulusgcVuaegt/ toojbcn ban
foinmigcalfooouöerfcliqiben/ bat pfalmen
aïicrlfii gec ftclicïte gcfangeii fijn / Öie nif t aï-
lef n met be fienime / mar r oocft met fnareii-
lam^^n*^' fjpel gfOf ffeiit tiiOJbeii : Lof-langen, bancft-
ïjplcr.j 14. feggnipfu tot a3obt / cftc iof-bicbten ban
«Öobtij 43enabe tegen on^ 1 nibe gceftelickc
Licdekcns, fnïehebigten m Ujelehe allerlep
gcefleliche lecrmgen U)02ben begrepen,
frberfeljetïbene namen fcïjijnen upt br tjer-
feOeiibene opfclj^nften bet gfalmen Davidts
, genomen te fijn.
iDp flaen fee t geetn toe / bat be y^>imf-Ba-
berö l)aeren fimöecen geefteïiefte ^iifbeftrn^
mogen laeten leeten enbe felbe fingen / bic
offp/ ofanbetegemaecht Ijebben; Tertul-
toc. infr. lianusfegtmjijn Apologie, tsathxt flonb m
citand. iie bnil)ept bet Clj?iflenen / of'fe / aïé'fe met
malhanberen gegeten Ijabben/ be Schriftuyr-
pfalmen toilben jingen / ban anbcre Liede-
len, bieban fjaer feïbe gebigt bjaeren/ en
gemaeeftt. <ënbe foo fijner aï berfc^epben
onberbeonbc 3leeraer^ geVueefl / bie g^ef?
teïiefte gefangen / enbe j(l iebeten gemaeeht
ïjebben banbe Cljjifteïiehe Religie (gelijcft
fean tuojben af-gl)enomen / unt Ijet gijene
ieronymus fe|li)ijft / in't bcrï)ael besSïeben<S
ban Paulus ben Eremijt) tot nuttige fticljtin*
ge / en bermaeeït ban anbere . Buiilius in
ren p^jebieatïe ban be b2oncftenfcJ)ap enbe
obet-baebt / beflraft albn^ fotnniigöe ban
be fijne : Ghy oefFent uw in prophane Lie-
«ieren , vergeren hebbende de plalmen en-
Kleyne kcrcke.
ghefanghen die ghy gheleert hebt.
ihe ^cttevé inbe <êuöc ciiöc eetfle tijöcn /
im De miUouöigetf brrrtrichfnrnöcaijJ on-»
octenöf metijetbcmjni3an!)an: hmernpen
;t I3cr(r.fti0fn / Ijaöbcn gefangni gcmarrftt/
) tic gr foiigr n ftoiïDni U3o;brn te tuatet / ofte
aiiDe / eii Uoojtö fïae nöe op aïöerlianbr an-
lere geïegentöcöen / gelijch SimoHitenus, A-
ollinarius , eube anbere. IDc Orthodoxe
fncef!)t-gfboerfuöeï)aöer^/ fienöe öoe bie
pgenof möe Ijacre geflmgr n toniengljt / en
loojf'aeirit ïjaböen met bUjalingen enbe fctjaa
lelif he hetternnen ; oojbeelben l)et feer noöig
e tuefen / bat ijan ïjaec anbere gefangen ge^»
iiaecftt foiiörn U)02ben / tioo? be tüaecljepbt
e^ geïoofi^ tegen Ijaere hetterijen ; V^it fjith»
icn beftigi) gebaeil Ephrsem Syrus , Nazian*
enus, Chryfofcomus , Hieronymus, Pru*
ilcntiusj Ladantius, Hilarius, Ambrofms^
itt ttiifl*fl)ie!i nogl) anbere/ bie nip nu niet
003 en ftonien. ^Die Uan Ambrofius / bie te
4ilanen gefotigen toierben iabe herrït / tojs
irnfjooggeriemt Vianben (Dut-Baber Au-
:mHnus. ij)|il)abbe in jjet eynbeUanbefels
ie/ alnjt^ geUoegljt een Uerljêerlichingeen-
e banchfeggiiige ber ^t^jie-eenigliept ; tuaer
Uer Ijem Ucle nioeiite aen gebaen iianbe
\rriaencn j en n abirn be Orthodoxe in't epn- f orbrf. S
efoDanbe pfalmen, aï^ öan anbere I)aere ftruft hi'
ieberen altijt^boegbeEcrezy Godc de Va- ft^^ Theo^
r, endc de Soon , endede H. Geeft, ïjet iap J'tr
elefte ijanbe Arrianen Uiierbt of tïeranbert / miiii iric
♦fUertuojprnj: fo Ijef ft men inbe oube ïlerc^ cei Hoon^
le/ oochbacriunbe Arrianen öaubf Oitho- JlJi tS/'
bxcftonnenonberhennen» «.
^ 4 <inbe
Leg. Stu*
diof. ka.
*1. Auguft.
Ambrof.
Ruft. Eu-
thym. &
Calvin, in
y2 Kicync kercke.
<!3nöe fa fïjiibcp oocft Uerfcftetibcn onttt
nn^ Qc\3}ecft / bir oué gcbicnt Ijcbbcn met I)a-
rr gcf (lelie ïic <0cf»in0C!i niöc licöeren , (iln
tparcoin foubc uicu öie niet fclbc mogen fm-
0ei) / enöc fijueu ftinöecen laten leeren ^
jt5a' reljenUid mottenTe uifonDcrljienöt /
rn eecfl en Uoo: aï öe memorien ban l]aei lun-
becen/ foefhennite ömchen / öe Pfalmen
Jjan öen üoinnglï David 3 Die genaemt Vuoit/
denfoctcnSanger Ifraels; eilDe ^nóeten ï^kt
Èaeglieltó offenen in't fingen/ lefen/ oocïi
biöDen banDc felUe. JDant /
I. ^ien Uin cp be Pfalmen Davidts 5 511 31)11^
Seeciich en m'eee öan gefegljt ïtan taojben/
uuttecmaten geefcelieït enDe treifeïielt in Ijact
felUen; botten Uióom gemoet bic meerbec
inetopmeccïiingt/ enbeaenbagljt leefl ofte
f»ngl)t/ Ijoe l)ii meecbcc lufc ïitygljt/ enbe
trecli tot befeiUe.
^. ièien lunop l)aerc effecten , enbe nut
tigl)cben / bie 5ijn ooch tDonbccUch en niitnc -
incnbe; 'tgeen Paulus, fpieeeftenbc Ijaii l)ct
qjnöebcc $^eplige<^clj2ftnijre/ nft gemeini
fegbt/ 2»€im.3.i(J.enï1om. ï^oolrlt
luaerarljtigUanöe pfaimen, Uiant in befelbe
tüo;ben on^i booi-gcbjaegenalletleii foo^jten
Ijan leernigen/ bcimanuigen/ geboben en
Dertiooftingnh <ev.bt al Ijet gene bat be an*
bereboeeFicn ber ï>:^rli.?iftnnrcüJijbtiopigI)
ïjeïïben/ bat binben baer ïio:t ui een ge^^
trocto , ^eboon be gantrcbe (éobbelielie
felj2ift buiibeüca vOobt^^ OBenabe üeetöoont /
norljtan:^ ijj feecfoct ïjcttech ber pfal men «
fegt Anabrofms. <6nbe baeronuöi geen boreft
meerbergetïzupcfttbejobcin't opcnbaen/ en^
Èrc
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcynckcrckc,
JC in't öcmiielich / ba» Öit bfc Pfalmen.
4 Augijftinus Ijontruïchenïiraijöt inbc pfal-
nen, öatöoo2 t^tt grfmig Uaiibc fcibe söne
:ogrn üan tranen niocftni oüccUlocjicn ; l^p
iciu»ig[)t öat/ aï^ tf MUanenm'öe Iterfs
ic quam / fnSJc bacr l)co?öe be giictangcn
aanDt ücrriti? / Ijn bacc öoo^ foo bclnoogm
nriDt / öat Ijv bacr boo^ br certlc acnpsic hc^
'njjc ucruaiii tot fijn bchcaiuac ; cn noglj
JC;Dfr?tföl)tijn, batl)uboo2't gcfanglj bec
tccche birhujiis UcVPogen gdurcft tottrae-
icn ober fijne fonbetu 3ri fijn (ïcch-bcböc /
iet tjyjlgï) cocïi be ^oet-ptalnien Davidts
4ïnfcl)2nben / enbe fteibe öe biaeben aen be
mmv m fijn bebbe/ lefenbc bie baegiicïió ; en^
)ebaerbpobrrbagI)tebu met alleen/ maec
JcUiccnbe ooe ftgrooteïicïi^ ^^pnefonben.
^Snfonberöeubt 3ijn'fe ïiragljtiglj om be
DobtlJnicIitigbe te Uertrooften ; baer i0 in
leielbeecnriofjeliche Baifem om een peber^
Donbctegniefen; <Daeren lian een Cü?if:
:en 5iel geen aenberljtinge of f toarigljepbt
jebangen / of i)n han inbc Pfalmen bei;be be
-orme ofte luijfe om bie nut te bniehen / enbe
:)e middelen binben ban genefmge. Bafili-
4s noembe baerom lm boecit ber pfalmen,:
?en iliifl - liaben be^ gemocté / een t^c^iit:
:rgen alic ariibeehtingljen / em Vueï-geftof*
'eerbe Apoteqye ban allerïep medicijnen 3 elri
-emedien tegen allerïen Quaelen en geb?eeej=
mh ^nbeUivierüchalfoié I)et occft ; ^e
Oobtfaligljen Ijebben boonïamentïieïi een
onbaimgcntrooflgebonbenm be pfalmen,
\n licljaemeïiche tegenfpoeden / geefteïiche
ie»YCchtingeii , enbe inbe uyrc banbe doodt.
€ s I» ^e
Confefl'.
lib.9.cap.tf
oper. tom.
1 . pag. 66. ■
edu. Pvif.
Poflid. in
vita Au-
guft.C.17.
Doorefl.
pT«f. in
Moll.com.
ia POim.
Magnus
comes pfal-
xneus Chry
fofth. Uk.
infr. cit.
Tlle vero
FfalmosjUt
confurvN'.
«tiam tune
canebat ,
«xorfus ab
|lli Pf»i-
ƒ4 Kieynekcrcke.
inïicjjacmdiche tcgcnfpoeöen / en Ueröjuca
ïtingriu Vwe infettingcn fijn my gefangen
geweeft, ter plaetfe mijner vrecmdelingfchap-
pcn, ff0ï)tfeil3eötn liomngl) David , f>f.
1 1 9. 54. i>it beeft öien goeöen enbe <Büou
Ij^ucljtigcu Cofmus , 23iOcÖop ban Conftan-
tinopelen , tucl geUjeten : Xuaut lip 5ienöe
{jet uixbcrt uan öen flaet/ enbfgljcen[)ope
toanüecUeternigctifcmercïtcnDe/ Ijeeit/ ai^
om Öie reben 5yn 23ifcljt)oni / enöe De
feomncftli)fftc^taöt banfrlt^ telicr/ met
anbït^ uut alle öe groote goeDeren Dcc tec*
fee/ Daecl)iiote\ua^ge|tei:t/ met Dem ge*
nomen / ai^ Ijet 23occh öec Pfalmen , aglj*
tcnöe Dat een (Cljjiften in 3ijn peignmagie
geen nooDigljec teer-gelDt/ of meDe-gcfel /
a\$t^et frlUe/ ftonDe DeDbeii; eijcn gljclijcït
Cen^GregonusNjfTenustepöe: O Hoeaen-
genacm en nuttigen met-geld is David. ^l^
BafihusinbaUmgfclji^pmoell gam/ fo fong
ÖP tot 30» üertroojimge Den J^falm. De
aerde is des Heeren , mitfgaders hare volheyt ;
deweerelt, cndc die daer in woonen. "ïil^
Delftepfer Mauritius 3ijn ©2on\i3 en ïlmDfcen
boo2 3ijn ogen faglj bermoojDen/ enDe Daec
DochgeDoöentoifrt5ijnl)al^onDer De bi}i te
ïpgge n / fo troofte ÖP firiJ »iet Defe tuoo.^Den
Davidts, jPf« 115;. - Ghy zijt rechveerdigh ,
cndeelckecn uwer oordecJen is recht. Ifll^
Bafilius IBlffÜm öfC Amafeen , (Den IJOO?^
geDacIjten toa^ €^iftf öop üan Cefareen) gf«
bangentoa^om l)et gljeïoöe/ fongij IjpDe^
nagl)t^ eec Dar Öp ijoo? Den €pran/ Den ïiep^
^cLicinius, gebjagötfouDeUJoaDen/ nae
Early European Books, Copyright © 20 11 ProQuest LLC.
Images reproduced by ccxirfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kieynekercke. yf
fjngewoonte, (töaiit fo fmï)t untbjucftdicli
be V>irt02p-„é>cï)?ijl)rt) ÖC Pfalmên Davidts,
btin Pfaim 1 5 2. O Heer gedenkt aen David ,
endeaen al fijn lijden, etc. l3ecVlOÏgcitó / tot
löatöp qnAin arn gfaïm 139.9. 10. itjdche
becfrn tni öcröen made / iïjne Ijanben ten
i^eiitrï iintbcttïöcnöe / enbe al toeenenöe/
fpjacft: woonde ick aen't uytterlle der zee,
ouck daer foude uw handt my geleyden , ende
uwe reghterhandt füude-my houden, ^aut
getDifTdicftöo^foft enöe tcooflelicft be Pfal-
mên fijn / lïrtJint ban ben menfc!)e eerfl ; aï^
1)1} m een Geeftelicke , of Uchaemelickc
füjaerigiKpt.
i ^0 rrhenbe ben .H'^artelacr lohanncs Hus,
bat öii be rcglKe ftragijt öcr Pfalmen iw fijn
gebaiigcnis' eeefl gefniaecftt öabbe ; enbe al*^
Öti qnam tot be plaetfe / baer öp UrcïJjanbt
fouöetuo2beii/ fongïjöp oocït eènigbe Pfal-
-mên 5 tibojnaemnuïicft / be 50. enbe 51/
bichtolï?? OOCft t'eggj^ttbc : O Heer in uwe han-
den bevele ick mijnen geeft» Sioljan JV^O^
ceïliü^/ een anber B^arteïaer / t^ie Anno
15-58, in Bjanchcïjcft om Ijet geloof geboobt
ffljjfffnntfijngeDangenï^/ l)oe Uiel en
onlierljinbert j)p inbe felUe be Pfalmen Davids
ïionbr fingcn. IBant 't Inacragljttgt} (en
fobanigö tuaerom ooch boen be tijben) 'tgeeii
iien ouben Hilarius gefegljt Ijeef t : Datmen
meer Pialmen l)002t fingen inbe getiangen-
tuiiifen/ banmbeïjecrftche paliepfen Uanbe
ïtoningen.
b' oüerUjaerbe en feec «Öobtb^ucljtïgöe D.
'Ridderiis y Tjêrfjaeït een foet gcöaï upt be ^if^
)toaiai UaiLOiife tü^ien, €mScM. 4^efant
cadc : me-
mento, Do
mine , D»-
vid, &c.
Baron, ex
'Meuphraft
annal. tonoi^
3 . ad aiin.
31^,
• traóè.de de*
fert. Spiri^
tual. pag.
mihi 137.
V
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
7^
Kleync kcrckc.
!
(
Bfrnard
S^rm. ad
fratr. de
montcDci
) „tjantJtn ïtr pfr c ccpfcntie öoo? (tmthpen/i^
{yS^f'^^UlW^cmt't bclDt cru boer fin^
33gencrn gcc|iriich ocfang banbe opfïmiöm=
3yQc €\n\il\ inöc è)ooöI)buptfcl)e €arlc j öc
35<0cfautl)frUiouöcct pijnde bat Ini Dit m Ijct
j^lanöt öfC iCuccften i)oa>tic/ Ijicitlil/traöt
„ban fijn pcfcöt, cngingljnacOen 23oerop
3/t jDeït / l}cm U^lcgen^Ic / (joc ïjct bn qiuini/
jjbat ïjp f f n gcfatigï) ban Chriftus fong, <De
35^oecantteoo?De: !3irftbcn cm Cbzïfteu/
55grbangfnbanbei€ncchcn/ michfit gecu
35ttnDbtl om bcrïofl te too^br n : <tl:bnibjrl icft
55beI)onöc bet Cj)2ifien <6eloobe/enbectcon^
3,b3e nni op inijn ^aïigbtnaïter lefus : en be^
„bJtjlcicbbiei'geen JB^ebihatie booten ban/
\3,foonbeii}oubeicïiniijngeïoobc/ en tcoofle
/Hip boo2 be gefangen bie kb in nilj'n binötfcbe
/)aeren dnber bc Cb?btenen geïeert bebbe.
^ 2. j^iet nunbec 3i)n be pfaUnen Davidts
trooftebebin aenbecbtitigben / enbegeefle^
iicheftoaerigbeben; !3;aeboo^2 bie leertnien
eerft be Praimen recbt beefïaen ) en tot tcoofl
geb^uipchen j geb)cb Luthers B?onbje fepbe/
bat^eboo^beenbicbtnael met gebjeten Ijab-^
be/ toatfuïeböieiibefnlcb^ m Davidts pfd-
menbja^ tefeggbcn / fnlcbe bïagbten enbe
tueccbnigenbanbc <öeefï, .t^o Uiaecaebtig
ié be fp^jenche ban Bacnabn^ : Noy t fult gy
David verrtacn, tot dat ghy door de onder-
vindinghc fclve , de afFeden felvc, of be-
weghinghen vandc Pfalmenhebtacnghedacn.
i^ea-bjel brrft -Athanarms grccibeelt banbe
pfabnen : AJlc Goddclicke Schrift, fegbt
[ju/ leertwelde deught, cnde'twaere Ge-
loovcj maer het boeck der Pfaknen heeft oock
als
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
458 H 122
Kleynekerckc. 77
s ten fpicgel vande gclegenthcdcn der ziele.
JDant David öie ïjccft feibc alicdcp amMjc
timen cuöe ftrup^ gepcocft / enDe toeï getoe=
tfii l}oc öe acngljeUacljteue cuöc beöioeföe
iiif nfcljni gelint fiju/ cnöc toat t)oo; tcoofl
fu tjan noöc Ijebtjcii. tljoont öacc oocrt
öeu gcimi / öie fiilchen firijt öc? geïoofs l)eb^
bm I öe rcgljtc tuapcncn / niet tocicfte
. öaer tegen fftyben/ enÖeljoefDöe otetom^
ntngüe berlicijgcn fnnen. aöuïefen i.Sama^
öat öeracfenöe Melancholie in öen ïio^?
«ing Saul , bie De? SathansUierrfungljeto^/ ƒ
Ö002 öe lieffdicM)eiit ban Davidts ij>arpe/>
toanneee l)p öacc op fpceiöe / becöjeijen •
iuiccöt/ ofte öat IJiiijedicötUiieröt ban jijn
<ïnaöe pafficn öe^öofen (Deeflö / öacc Ijo me? i
öetoaBbefetenj cHDaec öeel rnecc ftan öoo:
fietsmgen öec pfalmen öegeeflelicfte melanc-i*
holieUfcö^jeUen/ enöe öet Ijeete gecufl enöe}
tijoïic]^geniaeeat1tüD;örnmöen J^eec^, Lu-
tHcrfcI)^2ecfm een tcoofÜ)2ief acn een fttjaer^
„inocöig en aengcbogten menfcöe. ïDaeci^ Luth.o-
)5geni fïceehec remedie, öan öat top fpjeken/ P"
,,gelöe{i David erge n^ / Pf. 1 8. kk Wil den t
„Heere loven ende aenroepen , foo werde ick '
f 5,verloltvan alles dat my aenveght. 3©ant
55Öe boofe geeft öec f toaecmoeöüjöept en too^c
„met bccjaegöt mrt ö|oef ïjept enöe ftlagben /
5>en figt) angljflen / maec met <0oöt loöen /
5,öaec Ijet Ijecte U^oïicït öan toojt. dBnöe öaec^
omtoa^Öp öichniaeïsï ooch getooon te feg*
gen : Komt laet ons finghen tot ^ijt van den ^^t-fetL
DuyyHT^^eTTBonÖect tlueeöen pfalm , •
cenbpionbecgcïjcötöe^UfcöHJcriten/ als hy
1 •vexitdptis, Cöde fijne klaghtcuytflort voor
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
7? Klcync kcrckc.
het aenghefighre des Hecren , gcïqch Öat tK
tooo2bcn5ijni3an'topfc!i2ifttJan bien Pfalm.
3/ ©au ern fccr troftelicfe seUsupcft sijn'fe
lnfonöerl)ciitmDe uprc Uanöe booDt %ier*
onibtnöcntoii/ bat be flcrUenbc bie fo nte<
tifgljniar i tot tiacrcn troofl grfongen cn gje*
fpjoftcn Ijfbbpn ; 't 5P bat'fc fl02bcn ïjaere
eygen mbe natuprïicfte booöt / 't 31? bat tjaec
een violente boobt ban anbcrc/ banbe Ty-
rannen , bjiecbe aen-gebaf tl ; bjant inbe J'fal-
men , foo elbfr^ / bctrfcbeybcn trgnt«
giften en bertcootlmgcntcgen^ be boot cnbc
^ar re bittcctjent grbonbm.
TheodorusStudita, bie gl)rfto;ben on^
trent't jaec 8i6, fongï) op fijn boot-bebbe ben
l^falm 1 19» Wel -geluckfaligh zijn de op-
reghten van wandel 5 etC. enbetOt [jet 1^.17»
berf. geftomen 5nnbe : Uw woort en fal ick
niet vergeten. Doe wel by uwen kneghtj
datickleve, gaf Ijij oubertiit^cben ben geefl/
enbc gingb aï fingenbc nae ben l^emeï
Lutherusbertrooftel)eni / eentuepnigboo?
3jjne boot / onbec anbere tooojben / oocft
metbiebanDavid, JDC^ïS.ao. ai^DieGodt
is ons een Godt van volkomene faligheyt ;
cnde by den Heere zijn uyt-komften tegen de
doodt . Charlotte Arbalefte , mjfbiOUbl
banPhiJips de Mornay, ï^eete lian Pleflïs,
ttjeïcfieftierf Anno 1606. jfefabenbe baer ber-
fc^epben pfalmenbocn boo2lefen/ uifonber--
Ijeptbefobanige / bie ben geïobigen berfeef:^
ïterenbana3obtéa3enabc^ fpcaeft bïcFiUiiïi
öefe bjoo^ben niat ^pfaïm 1 6, 9 : Mijn herte is
verbÜjt , ende mijne eere verheugt haer: oock
fal mijn vleefch leker woonen , ett* Wil-
Üam
Kleynekercke. 7^
li«m Whatcly tjecfiercftte f)em met Davidts
lt)00?Öenuutgfalm4i.4* DeHcercfal hem
oiiderft«unen op het fieckbedde, in flin krank-
hey t verandert hy fijn leger, ^nöe jo andere
tnn anörre troofiflïclie fp^chen cnöe pfal-
en.
Gordius , em Mavtelact fnbe mfle Herc ^
e/ fongö ben pfalm 1 18.(^. De Heer is
bymyjickenfalnietvrccfen, wat fal myeea
mcnfchdoen? ^nöeuptJDf alm 23.4. lek
en lal geen quaedt vrecfen , want gy zijt met
my. Hls öeU:oonif Babylas nae 6et ^rf^^
botöuigti/ fbtroofleDufigömet befe \moi^
ben / upt gf: 1 16. 7. Mijneziele , keert we-
der tot uwe rufte, want de Heere heeft aenu
wel ghedaen. cenen Theodorus , een
man Die toeïjongh in (aeren/ maer oudt üi ^"?"*^<J*
aDenabe lDa^/ met onge!)oo:be tormenten ubVc^ii
tö,2ecbeucft gepi)n!g!)t toiecbt / fonbcc ophout- &Ru£
Den ban't aenbjeechen be^ baeijheraetö tot '-
tlJl^lmlrentoe/ rnbealö'febcm boennoglj S^Vog*
opcenpeerbttctteben/ aenbeubestjbcnban^ «poCt. in
öe beuHni ncpijmaöt too'benbe / fonoh hp ^^^ ^ P*fi-
«met efnü20lichaeiigöeflg|)t ben 96. f raïm,
iCnbe aïó ben Officier befe Uatoonberlicfte
aanbtljapigljepbt gljeflcn Ijabbe / fonöt Ijn
oem tüf bce nae be gePangeni^ / enbe fepbe
oen liepfec aen / bat mbtcn Ijp niet nae en
letfuïclicn \jp>eebtliept te oeffcnen/ bat hp
oubetdïaube/ enbe be Cftaflen-jjaarteïiS
:en eer betjalcn.
^en JBarteïaer Wolfang Schuch , bi'e
Anno I5^5'. in Lottcringen , om be Religie
f tob^ant gcP302ben / fongö f f aïm f i . tot
WberoocH enbe l?lam Ijem be fp^aecft be.
(loot
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
8o Kleynckcrcke.
(Toot. <!5ntic foöaniglje exempelen fouöcrt
tpy / nac anöcre / Dele unt ouöe cn nicittuc
Hiiloricn, mfonöriijcnt bcc B^attdacrcn/
inöim't nooöigi) ïoap'/ tjctliactcn ftonnnt.
'ii^alniiïnumrtl)ctb\i-lj?cngen niacc nog
t)an ren / öogï) fcer gcöf ncUluccröigt) / exem-
pel Üccgr noogcn / 't UlClCÏiC Bernliardus Vaic-
nius uut Reycr Geifberts Ucr()acït; *Befc fpïC^ *
^ ï{enöebanöetu2fcöe\3frtiol0ïngc rn untrofp^
S nifllie öcc Clj2iflcum m Siaponten/ ?Cimo
„1(^22. fcgöt alöus: aDiiöcc öic ludcïtc tc
VürtH. dc^ „Firando ijf OOOt fijn / JlCbbCU CCll (illlöt
ki'^Règn )»t3anfCöoftcfct)aiiacmigcficn ; 'tUicïchc
ftpon. capi „fo Vicrljcugl)t üan gcnioct mat» / Dat Ijct öe
ji. p 167) „CljJiftcïïclic Pfalmcn al op-fr5örnDccn fm^
5j0fttöcmöc 3iai)om|c[)etafï/ nac bc DooDt
1 5501110/ toacr oücttoiioiiïJmtiic jonge jacm
\ „fcccücctüonöfi-tlKfaücn.
3. BanUifgcnöcfcgroott uutti0lKnt fiiu
hc pfalmenaltijt^/ Uv ^illf ^.'oouic üi ï)Oogc
ocljtingc cn gcb^upcU gctocrfl ; bp Chriftuji ,
öe Apollclen , bp ÖC cerltc Chriltencn ,
cnDe bp ÖC onfe m öe êcc|lc Reformatie , gj)C^
incfttunbobm't boo^bert)aclöe bccboïgeuiS
fuïïmthooncn.
1 . 5G>at onfrn ^aïiginaïirr renige pfalmcn
banbrn tionuigl) David l]ccft gticfoiigbcn /
tnagl) fcec Ujaccfcljijnclifïi nut bie tuoo^bcn
too^öcn afgenomen / jX>att. z6. 30» Ende
als ly den Jof-iangh gefongcn hadden 5 gin-
gen ly uy t nac den Olij t-bergh. ilXlbbC Chri-
ftüs ccnen nientLïf n lof-fangljtot öien riniDe
gemaeci^t en gciongtn / beïiiangeliften fo»?^
öcn Die tecï bcff l^rcbr n .Rebben / naDicn- fe ge^^
toon fijn/ faechen ban nnnDcc acngc Icgcnt^
Bet. aniot.
Kleync kcicKc. 8t
?lïttebcr!)iirleu. Grotiusmrpntbat Chrif-
? IS heeft gcfongcii loh. 17, .maer Dat toa^
rn folemncel (Öcöeöt nitt gc fïclt nae öen fcijl
imaettjananöfre 3ttieörrfn m (Öcfangeit;
iöcöïetuoo2öenftonöcmiirt cpgcntïïcri/ te
:i\jdi met Chriftus , gefp^ohrn of gefongen
)02ben Uan öe ^ifcipcïcn. 't3^ tuaecfcöö=: Tn mT""
eïicte Öat Chriftus bie pfalmen Ijccft ptjc* ^^ io Druf
mgen / bie be ^jobcn gj)ctDoon tuacrcn tc F/^^"'^ .
ngmnaeöetctcnöanöctParchaj mifpfon- mnh.' zl
i]mben pfalm mctbe vijf boïgöenbe i 3=
leïchcfe^ pfalmcn bti be 'Jobcn toierbcnge? Ainfworth
oemt/ HetgrootcHalleJuia, gclijcïl Lucas
- rugenfis 5 Scaligcrr , eiibe boUen alle anbere/
uxtorfius, ouéilceren/ rnUerljalcn» <J3n^
? bit 1^ baerom te toaerfcïjijnclichcr / om t^^'^t^p"
at Chriftus in aïïe anbece biiigen t)ccft on^ » .
?r[)oubenbcgc\BooneCerernonicn'in't eten exc^Tt
irt Pafcha bet 5(obm/ fo feec bjecbt en racr .inki-
xuraet gctïiooiit ïjeeft ben laetflen cprrcmd^ i,"^''-
f a. ©anPaulusenbeSilaslefen to^J aïbn*?/
'Üft. i^. 25« Ende ontrent de middernacht
adcnzy, endefongen Gode lof-fangen ; 't
au toefen bat ïjct oocft fijn gctoeefl cenigöe
'falmen banöen iioningi) David b;e boen
ebnincfteïicft in bic tijben toaecen ; (ên ge=
JilTeïicft 't inoeflen ïof-fangen toefen / aen
etoelcUcfnberibegetoent toaecen/ ofte fjoe
juben'fe anbec^ 't famen öebben tonnen
ngen >
3nfonber!)eut fïjn be Pfalmen in een
005e arijtinge/- enbe in een gebnurigö gc^
nix}t\\ getoeefl / bp be Cönfccnen ihbe eerfie
mtUi toantfutoicrbmbo^n gejiabigï) en
ilC KCICkC.
Libr.io.
Epift.97.
Eufeb. Ec-
clef Hift.
lib. 3. cap
30.
Uerne tïnlich ban Ijacc gefongen in l)aete ketc*
hen/' !)»)?ffn öacr'fj^ faetcn/ en to.zogötcn
in ïjacc Ujincïicïf n / in j)aere mar Uijöen/ ooch
f iniödicU o^ï öe ilcacten enöe öclben / gelncfe
tchUcrUoïgljen?? met eenioljcgü^tupgcniflen
banöe Ouden fal Doen faïijchfn.
I. <Bc <0nöc CÖJifltnen ïjabbcn be oöf'
tooonte / Uan Pfalmen tc flngötn in Jacre
hetthtn bit fyhhm top Ijif c hooim acnglje*
UJcfcnmctfcntooo3bt; inarir lytt han nogö
taöec blijcftcn upt öirn Uccniacrbcn en be^
ïienöen biief / Die Plinius \)etft gcfc{)?cV>en
aen ben Uepfcc Trajanus 5 ho.:t^ nac öe tij^
ben bec Apoflelen , baer in Ijp getuiigt \3anbc
Cö?iftenen / bat'ff op een gefetten bag / ge-
tüobn toaecen 't fanien te homen boo^ ^on^
lien op-gang!) / ende met den anderen te fin-
gen ter eerc van Chriflus , als Gode , etC. ^0
ooeft Epiphanius , baec Ijti fel)?ijft tegen be
Retterijen : Oock de morgen-gefangcn ghe-
fdiieden geduyrigh inde Hcylige Kerck ; en-
de de morgen-gebeden , ende de avont-Pfal-
men(foo Lucernales Pfalmi , gljenoenit om
bat'fe't abontsJ gefqngen luierben bp be
heecfe) en gebeden, "jtuguflinné fcj)nbenbe
obecJ?faïm 51. betoeïcUe l)em Pft^o. ip/
frgl)t alöné: Sooisdan den Pfalm der boet-
vcerdigheytvan daegh wel te pas gelbnghen.
113n Rebben / fegljt Chryfofthomus , ban
baeg!)bn tytsgelycïieïicft gefongen ; Gelooft
2,y de Heere de God: Ifraejs , die alleen won-
deren doet. ai:nbe fo bit benigaen^ en 0^
ter altebinben inbe ^ci)?iftenbanbe Onbe.
^it ié onbemi|Tcl)en Ujaecagljtig / 'tUjelc-
fteoocïiban Auguftinus i^aengemetcïit/bat
be
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kerckc. 8^
jriwfïerfcöc/ örftjfhbeöoomfcöefn anbc:.
tl feercfecn/ toat lactcr öcfegetDoonteban
mgrn/ ïnlmeretegaDcrmgcn öcbïjni toe^
•rlactfn. Ambrofius \i eerfte gctoeeft öic
rfegctooonteiu fijne fteccftc Uan Müaenen
rrft m-getott / gelijrh Auguüinusm öe
ïecfteii fijnrr bf Ipbmift'f n grtuugt. <enbe
urr ban öefe oo^jfaecfte getoècfl j ^lö öp
r hcccïie brü An iaenenniet cn toiïöe oUnrges
ni/ fba tottct öp gcnooötfaccftt/ om Die
Jbetoaeren/ oocRbe^nagljt^mct'et boïcH
1 öefcïüe te toarcheii/ op öat öan öe öe
netrlKfegqit Èie^n*u:ötö luat foube inogm
fcïigöteu/ faogljcbooötöli plalmen te fiu^;
cn.
.IBan: af^ ftet JDauföom be ttJcrcït boo?
arrbfnijn begonbe te brfinctten/ fo bit
iffelicft geb^imcft tucbe com bn nac bccfimmt
0 teballrn inbe tof He / gelijch een gbe^
•ert man tjcröaelt upt Walaf ridus ; ^og biÉ ^vaiaf
1 beien berbzietig en onaengenacm gcUjeefl / smbo , de
ibeulöenoomfcöelierrfte. ^ïéinljeteee* reb.Eccief.
e begin bCïReformaetiebepralmcn Davidcs
jcberomgefongen/ en ban tjet göemepne
oïcFuneenbeftenbe tacïe/ opRhijm, bbo:
.:n öicnfl eerfl ban CJemens Marot(een man
' «le ïjeet aeebiglj en geefligjj toas^ m J^ranrcl)c
iBni-big!)ten te maecfeen / felbe nae Jjrt
32öeelengetupg!)eni^ ban Faimianus Stra-
u, ^etn|fit/ bogtjöie ïjcm berbec \t\yi\m-^
menopecng:emm^bdiegbt/ M l)p fegt
3t l}n npt bieefe banöen iioningö Francifcus
:eecfte/ naeGeneve gcblugljt fijnDe/ ar=
m om andere mif baöen met ïangl) bare na Thuan
4iDe upt-gegeefTelt fijn getueefl) enöe baec ^^^"'^
naehbT/-
Lib. infr.
cu.pag.iiJi
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
84 Klcynekercke:
iiaebooiöicban Theodorus Bcia, 0l)ekfcrt
toicrDni / ciiöc aïö öact op / boo: bie nieu*
toigljetïtcnongttüDOtite Uan Die faccke/ rc*
nigc nïoe^itcn toiccöcn ijtctoccut/ öoo? toe-
öoen banöe 5?apcn/ Delnrïcïte facgf)cn öat
l)ct ijolchonrftcehcn toircöe tot Ijet iffni cu
comment. fingcil Danbe'pfalmcn ; foo fp:acft lohannes
dfftat.Re- Monlucius, aiecté-23lffcljOp toan Valence,
1,5 in Gaii. cenniitmimtende Oratie(öie ixan bcrfcljep- ,
Dentoojt ö^bagt/ al^ ban Thuanus, Pau-
lusServita, enbe aubcce) ütbm jacce is^^*
gcbaen/ öoo? ben lionmgl) Francifcus II.
^jucB^oebrcCatharina, cubealle be <i3;?00i
5;ten Dan gantfc!) ©^anchcijcft / albn^ j bat*
5,tticn niet ban pajfcnlionbe ijct finoöm bcc
„pfalmen fan bic Uaube Religie j rnbefuïdi^
:„tc0m tc fp;chcn / nu niet meer f oube fijn tc^
„gen nienicöen / inaer tegen <0obt oorlogen;
„enbe inbien men in bie gemeene pfalm-fan-
„gen eeuige fouten tnifle quaUcft oUec-geftt
„bat bie moeften acu-geteeclient / niet Ije
ThMw jjgantfclie toerch ijerboben \w:bm. ^aec
iibr z8 isc teüootcnljabbebefeïioninginne/ oocït/ ge^
commcnt. jntU gêfcgtUiicrbt / boo;icaebtUanbenüoo^
cuatpl, 0Ï)cbaöljtcn^ilTcl)op Monlucius, acn ben
4^,&:ieyq. jlau^s^PiusIV. gcfcij?etien/ anno 15(^1. bat
onbec anbece bingen/ bogl) trtffeïicue/ bi
fp tJCcDaeït / inöen <0obtiJ-bien|l ooclt b
ontü^aeft/ te toeten Ö^t pfalm-fmgen, end
de byfondere gebeden in een gemeene end
bekende taclci Ujeïcftc facpbe tim^n fp ï)er^
fteitÜJllbe !)Cbbni/ gljCltjch Thuanus to*
l)aeït.
II. (Docft fongen b' Oube Cïj.nftenen be
pialmeu in {jaeveDuufen/eubebacc'fclü^ogj
Kleynckerckc. 9^
ten in IWt VuïncïlCÏnu Ephrem be Syriër
fcgljt: Laerons alle groot ende kleyn , in
Chriftelickedeftigheytonfehoog-tijden hou-
^den, in pfalmcn, gefangen, endegecftelic-
ke liedekens , met Engelfche gefangen onfe
huyfen vercierende 5 rtf. Ruffinus gctupgt
'sm Bafilius bat ï)P öe ftcbcn en beïben ban
Pontus omnic-garnDr / öe trage gcmocbcccn
oan bat boïcft / enbe tocpiiigö bc ftommcrt
5Ónbc ober i)et toeftomenöeleben / f^eeftmet
inoo^jben beginnen op te toechen/ enbe booi
P.jebïehen t' mitfleechen j enbe berber / dat
hy'fcgeleert heeft tijt te befleden tot het bid-
den 5 ende tot het iingen van Pfalmen ende
:edleJicke Liederen, 't %nft mx) i}iet felbe
jfijneUJOo^ben bpte brengen : iöat ïtanber
„gÖeïuehfaUgöer luefen/ aï^ benrepbanbe
j^Cngeïennaetebolgen; banaenftont^ na
,Det opgaen ban ben bag!) Ijeni te fpoebigen
„fotgebeben/ enbe met lof-fangen enbe Me-
jberenben^^eljepperte bereeren; baer nae
,aï? bc ^onm nn ü ïjooger op-gegaen/ öem
,tot be \nerehen ber ïjanbcn te begeben / noit
„fonberbergefeïfeijappmge ber gebeben/ eu
j^niet geefleüefte lleberen aï^ met een fonbt
„ÏKt toercïi te befp^jengen > toant bebertron^
„flingenber Eieberen/ geben een berïjeugt
,5en berblybt gemoet. Tertullianus tljoonen^
öe Ijoe Dengölieh |)et / aïs'er ttoee 5ön ban
^nc Religie getroub^t/ fegï)tonber anbcre:
Tuflchcn hacr beyde, Mcin enbe B.'onbj/
klincken de pfalmen ende lof-fangen , ende fy
verwecken malkanderen om 5 om't beft, ha-
ren Godt te fmgen. Sulcke dingen Chriftus
üende, ende hoorende , isverbJijt. Chrifo-
jr 3 ftiiomus
L'ihr. dt
Pacnit. cap.
a.
Ruffinus»
lib.2.cap.9.
pag. 25-4. «-
Bafil.magn.
oper. torn.
2. epift. I.
ad fan él.
Gregor. p.
4 ed. Bafil,
per WoU.
Mufcul.
Terrull. ad
Uxor. hbr.
2. cap. 9.
£irc. tin.p.
mihi 2QI,
• •• • •
Orat. 4-8.
qu« eft 1,
in lulia.
P^g 794.C.
edjc.Bafil.
Tn Conftit.
Apoft. lib.
r cap.7.
Ravan. Bi-
blioth.facr.
part. 2. pag
8d Kleynekercke.
thomusfctïbr in fcccftcrc f^jrWftatie tot fijn
Antiochifch boïf U : Zijt gy een handt-werc-
ker, foo finght ccn Pfalm, terwijl gyzit....'
Een pfftlm is een groot gefejfchap. Ooch Na-
2.ianzeniis gcfftteftcimcil in fijn ttoecÖe Ora-
tie tegen lulianus, öatöitlua^ bf gctooontci
bcr Cfjciflcnrn ten fijnen tipt/ PiaJmcn te
fmgen in haer huyfcn . 3h öC Conftitutien
öec Apoftelen , foo glienaentt oni bat'fe öen
Apofl:elen , dogl) baifeDcHeft / ban bm ©auf*
gefnioen \D02bt n toe-gcfe!i?eben / taon onbec
anbrre albti^? o!)efeg!)t: In u huys fittende,
doorloopt de Wet, de boeken der Koningen,
Prophcten, finght de H3}men Davidts. <l3n=
lïebatbitmctonteïbaere exempelen en gl)e^
tupglmiflen / bie beu?gaen? te lefen fijn inbe
^cfijiftni banbe (^^uDt~33aber^ / gcthcont
fouberionnen tocjben/ feer tuel gljefegl^t
ban Ravanellus. 5^en Cljiïftcnen toa^Uan^
ben Babecé inbe cerfïeitecnlie aen-be\ioïen /
bat'fe mfonber!)etit baegïjïicït^ ontrent ben
abonbt / fouben oitjertoegen enbe fmgen / bcif
i+Kpfalm/ geïtjcït m befielfö nmleggmglje^
Chryfofthomus gctungt»
Socratesbecïiacïtbanben iteirtfer Theodo-
fius, bat!)nbegeU)Oome!Kcft gebabt/ ban
inetfijn ©?oubJ / fufler^ / enbe lliïnberen /
n\k bargljcn te fingïicn / be^ niojgen^? / be^
nnbbagé/ enbe bep abont 6 ♦ 3:acoocUCa-
rolusDegroore/ gafooeftmetalïcenbefe ïafl
acn 5ijnc ïnnberen / maa bulbe oocft me^
inant m 5iin ïjof / aï^ bie ten tninflen be ge^
bwonelicliegefangrnban ben <0obt,^-bïen(ï
tocï honbc.
III, 4i^3öiJfï^Öet blaren b' C>ubc Cö?ïfie^-
ncn
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrcke
87
tim 0cVDoon / Pfaimen te fingm aen f^m ta^
feï / ober maeïtijt ; 'tU)f iche aï^ nu op ^211^-=
ioften gcfcljift / en anberc ö2cïtjcFte bp-èen-
hoinfceu / foo floppen te nieté tueï de toe^
reltH^nörren bacrc oojen / jdijcft lulianus
öeöe/ al^ljpeen pialm öoojöefingem .ïl^en
02örelt Dat öaer paflen pöeïë en Pleefcöeliche
'ïeöccen ; fpieccftt men PanJ ^et fing en Jjiiii
e n pfalnrr TTTRrBeginfiX mct-tt flpotten /
ingt on« een vande LiedereQ Sions. JBaec
er^mgfjrtinöe onöe työmTTertullia-
nusPfrl)aricnCie / l)oe De Cj)?iflenen Pan flj^
ncnttjt gcluoon toarcen/ Ijaere maeïtijöen
niet foo feee te Peflnnten / als te örniigljen/
>5fegljt:.ï^a Dat ton onfe öanörn getoaffcDen/
,5en fteecfen ontflcken ïjebben / beginnen ton
„<0otïe ïof te fingen / geïijch een peöer ftan /
„ofte met gefangen upt de ï^eiUge §>e!)2iften/
„ofte die ton felPe gljemaecht ïiebben. ^ut
>iaentoo;tbep2oeft boe men Ijeeft geösonc^
„Tten. Öngettoijffeltöeeft oocft bier op de
geïeecde Zanchius geflen / aïs bp befe tooo^?
'Öen fcb?eef : lae de Vaders der huygefinnen
hadden de gewoonte , dat'fe 't huys , ofte als
'feaentaefel fouden eten, ofte van tafel op-
ftaen, eenige liederen Tongen, welckeghe-
woonte oock Chri/lus gevolgt heeft, voor-
namentlick in't Pafcha. Want't avontmael
gehouden hebbende, ginghhy, denlof-fang
ïefongen hebbende met de Apoftelen , na den
Ohjfbergh.
IV. (6iindeïicït fn fongen oocït de Pfalmen,
öaeeTe to,2ogtcn op de Pelden / daec'fe gin-
jenobecftcate/ mrteentooo2dtoPei:aï/ en
Ter til 11
Apol. cap.
39 W +8.
D
Zanch. C
per.Theol.
tom,4.1ibr
1. cap ib
in tert.
praec.loc. 2
thef.2. pag
m. J17.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
S8 Kleynckerckc.
op nïïe pïaetfcn foo bat / öfïücU Baronius
tlDcréfegt/ opDefrcartm fcïjcenen licrchen
griiucf Ut te fiin. «Du^ ti«»3^)t Hieronij-
mus Man ronmiiflc / luDc ar I)tu nöc 23?ïcf ar ii
JJ^^ïTriS; ''^^'^''c^'ll^i- !jlin tjf t aantfcl)e 5Do?p ChrilH,
Sntöc jjWn niet al? boeren: darrentuojtbupteube
tafi.ca?.4- jjpralmen uictgcfpjoochcn. \uaer!3pn|)cneu
f^s- 30. 55U)ent /foo finabt bic aen ben ploeglj blijft :
5,r. ooft den Hcere; bm bcf\t>ectcn B>anec
^jUfrqnicht J)em met pfalmcn , cnbc ben
jjb^upf-fnijöènbe i^oljcnïer fuigljt ban
„David.
b' Oabc Cftjifrenen \t3af ren oocft jeVnoon/
be bocbe ïijf ftcn nae be gcaf-ftcDen ni;t te bza^
*frt mid / t ï)ct fingcn ban be pralmen ; eiibe
jjwch/ sr^ bjaercn ban gctooon ben Jdf: 11^. of 13. of 3 z
naoiu/ te finnen. ^nbebrgraeffrnïOeban Monica,
Sm v': be nioeber Auguftini, Vuierbt gefongen beu
ixTorrc/" P^'^^^ <ï5nbebit nn nogl) gebmnc^
eL^rffiinv' heïieït ntbe cDnecUfebe iVercïie; bjant fo flaet^
irincf ör^ 'cc ïn ïjaer Liturgie : Ende ailoo draegen wy
5ii^^?irS- "^'^ ' gaende al prdlm-fingende nac
moojiicqir het graf, <i;nbe baer bjo^t grfegl)t/ bat'fc
<ap i2.pag. bangenietinUeliflngenben pfalmnp.
' ^ ^ Socrates berfjaeït m fijn Hiftorie ban Con-
ftantinus enbe Tlieodofius , havfc nopt ten
ftroDe gingen/ oftefiifongencerfc met ïjarc
folbaeten -t faemen pfalmcn , enbe fnieeeïi*^
ten ben ï^eere bnerig^Uch, <Cn Conftantir
nus felbc inei gljeUioon ben fangl) te be-
omnen.
4.. lOoe gcmetm ïjet fingen ban be Pfalmcn
oochbnbcnonfèn/ in be cerftc Reformatie,
ié »jeü3rc|l / fi\i ith tbooncn met bet getnng^
ni^ ban cm banbe bitterfte byanbe n öec <i3r
re
Bell. Belg,
ad ann.
iy5i.pag.
mihi i6o.
Klcynekercke.
fotmm^c/ bat i^/ met öat ban Famia-
us Strada, öielefuytgcVüCCft l^ljillUCil Ro- Fam.Strad.
len. ^Dcfe / ua Dat Öp Üf t derde boecft Bell ' Belt.
anöe Nederlantfche Oorloogen , I)aöt beC'
acit !]oe aeuöcnactn De pfalmcn UanDm fóo-
ingtj David, m fcanfrïic i^yui-öigljten
ec-gefftban Clemens Marot, cuöc naDcr^
ant ban Theodorus Beza, Ujacrcu bp Jet
olcft / öie 't facmm-gcbonticn hoapcnöe
ICt Calvini Catechifmus, fcgljt Üecöcr aïöU^:
^ü^tjf cfuïdis 5t3n'fe (te\üeteu/ Dc pfaJmen)
Iniöe <Cat!)olijcïtni brrboDcn gcVucrfl/ eu
fooi^Dni^rranfcljcn plulmen-fangh bu öc^
fdUcljed agOtcr-grbicbni/ en in Uecfmar^
Dingegchoniens öogï) Dir^ te uicec tianbc
ïicttcr^ bd)cctigl)t gljeüireft: fa Dat'tgïjc^
b^apchbanDef^ Jdralmcn op De Ujrjfe üan
Die ban Genevc te fingen / 't 5u in geniepne
.bergaDenngen / 't 5p obr r flraeten / en in
.\unch-!}upfcn/ ban Dicc trjt af / boo? een
|.nigen nieccU-teecïien Dcc Uettecen geljou^
f .oen geüjeefï, iDd top bjenfdjcn Dat Ijet
* ialmen-gcfangh foo geniépn niagl) toefen in
liifeljnpfcn/ beïDen/ tuinchd^/ opDeam*
lagïjten enDe onfe ftiaten / Dat Ijet nog!) ah
ijt^bp De Papiften een tepcften niagl) gl)e=:
onDcnteDrnban eenftcttcx/ Dati^/ Dat
3p eat af fteec Ijebben baiiDe hettcrfclje enDe
f-balïige Roomfche hecdie.
<!3n anDec Thomas a lefu , een Carmcliter
Bonidt / Die brcfcljepDrn boccïicn l)ceft
efc!)?rbenbanöebetocaige aïïcr boictoen
ot De i^oomfdjc hercïi y fcgljr oodi aïDu^i
,banDec5nfe: ^^aet-egefangljenfljnin öviere
,ll)Oi:Dtx^-tade/ banDc Detoddie De niee.^
ff 5 fïe
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
KIcvne kerckc.
?>fle5jjn^3"Lutherfdije gemaccïu / Witt
j^tjecbjonöf re n !)0f öat bcfe l)tt Luterfche tocs
55ffn/ of religie, ïjeböcnDoou-gcfct. ^out?
35niigefnn banöc Catechirmus, anöerc Ijan
??ïfrringcn/ mibcretuillcnöolgcn öe <Dobt«
jjfaUöe Pfalmen 5 cnöebeftcaffcn/ 't 3p toa^
jjtp/ 't 5P Vjcrficcbc fouten Da ە|:ifancn.
jjH^arr bat gefangi) albcc-mcctl gemeen /
5>"'tVuelehöen;g>ausenöc iCuich berbloeeht
5>totöenafgrcnDtbanbeljelïetoe (bit ié bat
gefang 'ttuelehe albccgemepnfl ié inbe l^oog?
öuntfc t)e fteccften j €t\\aituné l^err bep br
5,n*eniïrio2t/ cte)<j3nbëfulefte gljefangijen /
5>rf gïjt too^jben niet aliecn üibe ftereUen
jjrnöe ^cïjooïengefongni ; manr ooeït in ge^
35inepne Duufen / toincftel^ / nireefttrn /
55flcaetcn/ lielben. IDantftifijningebnmcft
jjbnancnfTagbannienfcöen/ op alle jplaet^
55fen / 't 511 om Ijaer in Uecbjict te trooflen ,
35't 3n om ï'jacr tuereft tcUecïigljten / 't.^n on ^
j)bcn tijt te \3ecb21jben, OeUjinelieft aïfo ha
l}002t Ijet ooeïi / enbe Uin I)ebben baec ebei
geljciojt/ batöetooehfogefcljieti^ mbe eeca
fleenbe oube ïteccfte, ^cn Hpojteï fcgöt:
Is yemandonder uinlyden? dathy bidde:
yemandt goets moets ? dat hy Pralm-finghcJ
:aac.
't<aeen bni .fDunnicfe baet fegftt/ cnb<
ter naeboïgingebanbe fijne lioojfteït / (toant
bat lp bare fon ogenieceh) bat top op fuichen
Vcyfe onber ai:beren onfe leece Rebben l3Co:t-
gefet en bcrb?e)ibt / i^ ïuaeragötigt) / enb<
'tiflerfcoUerrebanbaen/ batVnr» oné baet
oberfoubcnffliaemen/ bat ton baec in beeï
m/ metficoótc rebcn/ loeniên enbe jupra
!)en/
11
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckerckc. pt
f\m I tracrom tc meer om öat tou flm bat
Öet fo 0003 üan onff ©umiben ttJo?'t gerocmt
c« gepjeff 11. (Dnör r bè regulen banbe Sodc-
^teyt bec 3efinten / baec'fc öanbclen bati öa-
ten p^ïepooftj binb' irft oocft onbcr anbere
tJefetoOOJbeii: Endedat hy weete , dat het
Chriliendom opck met fmghen kan gheleert
worden, daerhy oordcelen fal fulcks ftichte-
iickteghefchiedcn. <^0 fijn'fe / bOO? Oiifrn
joojganglj/ j)icctocgaenbe gemaecöt nibe
opgeujecftt. 'ft „t>aï tier bcr upttepcfteneii tge^
neb'qpgliemdte git'finit/ Famianus Strada r Je
i ,,l3a«be onfe fcght : €èn leften befe t3er== aj "nn
^ jjtoaentljemfooljerregefeomen/ boomctme:' 15^5. pag.
^ „ïieh bp Valencijn , en aen be pacïen ban ^95-
jjlDïaenberen / bat fu aïbaer ïn opene beïbcti
jjna'tgebnipcftber Calviniften Ijebben ber-
jjben trouinen en ftinberen boopcn : 't toeïcfe
„op bat'fe fefter en b^jebiglicfe boen mogljten/
,; 5)Plegen tot befe bergabering aï gctoapent en
. j,al biepgenbe te ïtomen» 31cït Vueet bat befen
)»tegenliJ002bigenl)anbcï niet fonber groote
jjDertoonberingc gelefen fal Itjoiben / \t3ant
„aï^fiiïrïi^ gefcljiebc flonben be .r^ebcrlan-
„ber.ë itM Uerfet / niet üjetenbe hoe befen
j^grooten pVier en begeerte tot be p^eöiïta^
>5tien een ncber fo öaeft en bafl beüangen Ijab^
>jbe/ bat'fe nogl) booj geboöen ber obeng^
„Ijept/ nogïjboo2b?engementcnen getoeïbt
j,Uan .^oibaetenengeree!)té-bicnaer^/ hon^
5,benltjebec!)oubenUio;bni/ batfn niet met
- ?>©.2on\tien en ïtinberen «pt fteben" en bo.^pen
j,totbefe33ergabcringen eii ©elt-p;cbiclier^
ojliepen. .fDaer gelneït bet in groote berga?
->berin3enbeeïtöt^ g&efcöiet/ fooöabben'fc
pi Klcynekerckc.
jjHtet aïïc Cf n cu tcfcVoc bctoegiuöc bie Dm
>,aenb?ccf.... ©ede tJDiccbni getrocïtcn Dooj
,3nicuVtJ^-0if cigï)ci;t ... d^ict toepnigc tuier-
„Öen Upt-geiOfht 600? ben Sanghder pfalmcn
55Davidts, betüeïchelian Marot CU Beza, ge^
5,ÏÓcft l)iec toojcn (jcfe j^it 15» iii ^taufclje Öïjm-
:)5bïQï)ten 3Ï)efïelt fijiibc/ op beGenevefchc
j^toófe Uanöe mmiöijtc iirt open belbt oefmis
j^gentüifcben.
5^it be rcben gljcbjeeft/ toaecomonfe
eerfle i^cfojmateur^ / fcljoon boo: Mc tocreft
rnbe ïafïen afó bp nac obrrrouipelt fijnbe/
öenftonté öebben fegl) gebjagen/ bat booj
aïïebingenbe pfaJmen Davidts, ïngemcm
taeïen / enbe bequaemc Viopfcn ban een pege*
ïïcft gefongen niogijten tooiben 5 geïpeft l)kt
in göe-arbent Ijebóen Agricola , Lutherus ,
luilus lonas, Zuingjius, en anbece. Me-
. lanthon tua^ aïtijti^ getooon fcec aen te piifen
J^c co'mm" .jÖetlefenenDefingenUaube pfalmcn. 't3jJ
torn. 3. pag. ooch nnt / frgl)t i))} eïber^ / batmen gegeten
jc» 5,ï)ebbenbe aï^ om Ijet gemoet te bermaec-
oïten/op ordre fingt be Xatijnfclje pfalmen....
„enbe batmen ooeïi be l^oogljbuutfeöe göc;?
sjfangen bcoft geb^jnueft ban bupren leece...,
jj^efe Uijjic ban boenYaï Ijet pflUmboeck ben
„hmberen gemepnber of behenbcr maecften /
5j'tU3eïcït teli2ift aen aïle bloemen feec gl)e<
Nunquam „meunfaem moetUjcfen. <Cben geïijeft Hie-
dc maiiu ronynius SjDÜtt / bat be €l)2iftenen nopt imt
cniiisnür öaeeljanben/ ofte oogen bet boecïtbec pfal-
hbcr pfal- men fouben ïaeten garn, ^en Studenten
t»rij difcc- Öïeen:fïbc0imtm/feïpeefbpbefe ordre boo^V
nym^ad*" jjOm tc Ijouöcnin ïjacc ftudicn : '^B^.02genïJ
opfloenbe/ bibt/ cnbcïcelt rcnCappitteï
m
Kleynekercke.
jin öet OUbc Teftament / aïfoo bat V op or-
. ,drc öe oanfclje Hiftorie ireft/ op bat bcii
,textugcntenn magtj Uïojben/ fctjoon jjö?
i ,alïc biugcn niet ni Ucrftart : enbe borgöt'cc
, ïm het ïcfcn ban ccnc n pfalm. Ith^ oojbeel^
K bat boo? !)tt otbunrig Icfcn Danóe plalmen;
IC <Öobtfarig!)C!it feet in !)ct i^ettt honbc
irnucjlcccftcn luojben / ni Ijcr^joecïtt. <6tt
Jat lö gctoijTciich bacragljtiglj i aüe <0obt-'
;iucï)tiac fuflen bat rjetupgcn.
I f. aiactïjiccbnieöen otjectooogïj^n
icnïjoeömgpch en teniacchdicft öet i^/
00 een ftcmme des gejuyghs inde Tenten der -P^^-
' 'cchtveerdigen te Ijoojen, David fegl)t Bf :
f147. I. Looft den Heere , want onfen Godt
:epfalm-lingen is goet, dewyle hy lieffclick
s : de lof is betaemelick. vï^at jjet CCgÖtC
aieccft banbe €ng!)eïrn . ^ac cên ïof-fang/
Chrifnrs toa^ gl)cboo?cn / toeten top/
Ï[UC»2. 14. EerezyGodt, fepbcn'fe/ inde
•looghfte Hemelen , ende vrede op aerden ,
den mcnfchen een weUbehaegen. 3nbe openb ir-
>penbaeringefongeirfe jjct gefangö Mofis 7- '
bicn|t-hnegl)t^ <0obt^ / tnct't toelcfte l)p
4?oötgrbancht!)abttioo^ be bcdoft'mge flfs
iic? tjolffe^ / <ëxob, if. i; l?ierom fqïbe^
Auguftinus , bat'erniets^opberafcbe toaö/ )
'ttoclcfte ïict l)cnieïfcl)e ïeben nabec af beeïbe/ )
? jteï^ een gêfelfcDap Uan P^ooine / bit ben J^ee?)
(ilfceïof-rmgcn ; enbegel3?aecrï)tfijnbe / toat'
top ïnben ïienieï fuüen boni / anttooo,:ibe :^
Ons gheheeic werck fal wcfen een ghefcaedighJ
' Talleluia.
'ta^oochmettefeggcn/ hoefoetljet ié/
rnbeajfngcnaeni/ aï^oocUbe dinbecen met
teet^
V,
J
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kieyne kerckc.
tJfrfïanbt/ eenHo/anna, gefegent is hy die
daer komt inde naeme des Heeren , honncit
fmglien/ gtjclijch Dcöcn öe ftmöeren öanöe
3|ooötfctKtorlür.
hinticTCu {tonnen öaccom öe pfalmen
ijetcc Uan bnntrn Iccccn / om Dat l)et Urbccen
en gcfangen fijn; gclich flirn met I)oe tof
niglj niocute fn ï)actc memorien Ujcreïclicïie
Hieron. ïicötTcn tojftfri m te pzenten. Hieronymus
od Lxtvn. fctj^ecf acn een ü?oome B^onVue; Laet u Dog-
ter eerft cn voor al het pfalm-boeck lecrcn y
laetTe haer vermaecken met die gh elan ghen»
„Bafilius t)ctft (eet toel gefegljt : "^lé öe i^ep
))lige geefc fagl) / öat ijet menfcjjf licfte öt)c
jjflagdte fbo beftoaeciich tot öc aSoCitfaiig
,)tKptgcb2agt)ttuecCic/ fooi^ccft l}}^ öe bfc^
„tnaccïteliclifjent örsJ gcfiing!)^ bn i)e ïccrc
„gfüOfgJu/ opöattegelijcHnietöc geneug^
3,tee«lifflFeïichtjc^;t/ Deiecretïec goede enöe
5,nnttel!f Uefahenml)ct licrte niogïjte too:^
„öenin-gefto2t. Mant / gclijcït een anDcc
fegtjt Quod gratum eft, jucundius recipitur;
&conftantiusretinetur; dat ié/ ""tgene aen^
genaem / toojt DlimioeDigec acngcnonien/
enbcöafter bcljoiiöen.
, V. Jöaecoin mogen top {jtrr niet bp-boe^
gen/ in hoe tjoogenagïjtmgeöe pfalmen fijn
oocft feiUe bn bc 0end^iien / bp bc CurcUcn :
IDantbirflngenMcinljaece taeie niet alleen
Awara u UaeiT Mefkiten , ofte ïxfcclien ; maec
Forbcf.in. Muhamcd hrrt^rff nnrfe jVrr r^nngf) t)<^f rvl:ilm^
5öecOTlltnAlkorimTel%^
l cap. 4 Tmnjmi^nmpgrronüên/ 0^^^
$ 4 a en ücUin'cier "a3ii6^e^eröm tijn bie C!).2it =
Ludovic.lcnen met i*ecöt ei-g^c ban be ^eubenen te ag^
ten /
Klcyne kerckc. ^
'ten / bicöegefangcnljan öm ^cpbmf tijen
)oeet Pindarus hcttt \)Ctl\effm bobVn D2.yids
3f aïmen / gelijch renen Angelus Poiitianus ;
lit tm vöoötïoo^ lieraaDtec Dan aïïe «Öodbe^
iche ^tlniften toa,^. Lazarus Bonamicus ;
möecflii^ï geen ongcleert man / aï^ Dpiuïnt
reb^uegljt / boe öeni öet pfalm-boeck betjaeg-
le/ anttooojbe / öat Ijet Ijem beöaegjröe/
mtöat'ec tecben fcaepe fjjjcuchen Uan öe
oo.2HenigJ)epti3ecöaelt: niaec bat'et noglj^
an^óniet betectoa^/ banbegebicfiten ijan
len opgenielten Pindarus geïijcft Melanthon
«an Ijeni tjctïjaelt» €nbe bc Pfalmen fijn
a ongemeen bpbenieefle Cl)?iflenen getoo?^
len / batnien tuel met Chryibfthomus magft
,feggen : IBie ban n iieben bie ftiec flaen/
,fonbe / tofogïjt fijnbe/ een Pfalm, ofte
,een anber gebeelte bet vöobbeïiche é^cjjnft/
.ftonnen opfeggen > ^act ifet niet een i en^
,be bit IS niet alleen qnaet/ maecbatgn
,ben Dcutoerpenbe be gee^eltcïte / Ijeetec ban
,ljetb)riernaebe<©nüUielfdje sijt: tuant
.bienpemanbt n-lieben Iniibe onberfoecftrn
,aengaenbe<E)nubeltcDe enbe ï)oecagtjtigf)e
,gcfangl]en / Ijp falbec becle büiben bie baf^
iteikhtoetenbe/ enbe met groot becniaecft
>opreggenbe,
ï^ogtjeec ichöier ban af-fcöeybe/ moet*^
-:ïi aentoijfen met een Uioojbt/ be tonfe op
'^ebjeicr^eich toenfclje/ bat be Pfalmen Dan
n^gefongen mogljten Uïo>^ben»
1 !♦ il^pmoetenYefmgen mctverilandt
e feennifVe / op bat Ui)o boo^ befeibe gefugtet
nogen VDo^jben. lek fal wel , frght ^auim/
.iet den geeft lingen, maer ick fal oock met
den
Vivfs , de
Vcr.ftd.lib.
i cap.7. p;
raihi 2/1 »
Rivet. Ifii»
gog.cap.18^
pag. ioi8.
Phil. Mor^
njcus libr.
de Veritat.
Rel Chnft.
cap-aö". pag.
mihi4.o7.
In loc.
Commun.i
Manl. coll.
pag- 80.
ChryfoÖh.
Homil. z,
in Matth.
1 1 •
Conf. Elt.
«xpof. OU
Cüloff.pag.
J32. & Da-
Venant. p.
434-
Paul. Bay-
jie Com-
ment upou
ïphef, pag.
Bafil. torn.
j.in Pfalm,
^9 P =^4+
den verftande fingL-n, i» <Coi, 14. if, ^it
anbcr^fnmni/ liouucn niet meer glicfcgljt
toojDenOotït tc lo\jcn / Dan een WmcUenDe
nietad/ ofte m\ fpeeiniöe CïaUer-cnmbcL
David 1 luiC Pfaimen fougl) / fOO totCOO?
(lelmfOnitijtSj flClj fcIUcn: Wacrom buyght
gyu neder in my? ^omtljitQ toedtte l)P fltr!)
felUen op : O mijn ziele looft den Heere;
^ointijt^ljn:niaenDet)iifï0l) frlUm : Wedt
niet gel ijckcrwijs een muyi, ctC.
a» iDn moeten oocft öc Pfalmcn finyiKii
met aeny,henaemhcyt in ons herte , gljelljcft
Paulusbcnfipofïel on^ beljecït/ C0Ï.3. i^.
ï^p en ffunöt met Die VDOOjben niet De fcemme
upt/ maec leert en?/ Dat De be\üegl)iu0ï)cii'
DanljetlKCtealtytö met De flemme «weten
liecoefeifcl()apt gaên . ilDant ooeft met t)ct
rnigenbetnngljtmfn een ïnUienDiglje bïijDt-
fcöap enDe liecljeugmalje ünn Ijet l)ecte. ]3i
enfmghtniec juyit dactelick den Heere-, ci
de woorden des pfalms met fijn mondr voor
brcnirht, ffjljt feec tüCl Bafilius. A2^)en CiO^
nmg^David , aVS \p flel) toe-flelDeom te fin^-
gen/ berenDe niet alïeenUch fijne fïenmir
ofte fijne l^arpe/ maettooj alk Dingen nu-
fonDaiient fijne bette. J^': 57. 8.s>.
heisie k y O Go3t'jt_inijn herte ib üc-
^ooooeuöeinaiij.jt Maria , iLuc. 1..^ .. ./
Mijn ziele mr)rrl:r ^; oot den Heere : End
mijnen geeft \ c hem in Godt mijne
Salighmaccker. 't <^cm \}Ct 4. Concilie bai
Carthago Den ©oo?fangï)er^ beiafte / flaer
oocft atïcn Cïinf tenen te bctcagtiten: Sic
fepDen Doet De i^aöecjS / da: gy mecder b ' -
f. '.'V .- \
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kerckc.
-atgy met wcrcken vervult, 'cgeenegy met ^^LpafcT
er herte gelooft, ^atörgeecöeoocft Hiero- «^^^l ??"^
ymus ; toant bu^ fcl)?i)ft öp aen feecftcc ^^'""^
,^unniCH : Seght een Pfaim in u herte , waer
1 geen foctighe yt der ftcmme , maer de bewe-
inge des gemoets geToght wort, <tB nöe bafc
I Deert ODcft (aoöt Ijet fjoogfle toeï-getralïen /
a Dat ouöe / en toeï-beïieuDe Ueecf fteiu
■on voxyfed vötHminon muftcx chorduU^fed ccr:
on cUmansyfcd ammi ^fallit in anre Des,
^at i$ :
Tcen tongen gefanck „Nogh fnaren geklanck
reen roepen fcere „Nogh groot gcbeere .
Was oyt vcrkoorcn „In G odes oorcn :
Maer' t herte reync „De wenfch allcyne ,
: /c liefde duerigh „ Yvcr feer vuerigh ,
uJlcn zijn oor«n „ Aitijdt aenhoorcn,
^ 3IDp moeten on^ liftte poogt n acn te ftcU
n / entje te betoegen/ nae öe fiatnnre m
3f Danigöf pt bet buigen / bie top fïngeii mbe
- almenj enbe baeroni moeten tün toe ficn/
«^il."Ifi"^S^^^^^^Ö&t grbenópbe lioo/.
lunbeöetgefang!)/ ban op ben fin eii fae.
i / biegefongentet Bernardus, eenfeet
!iet enbe fott^clniptt / fc!)oon ge leeft Deb.
t'oofen töt / öeeftin fijneree
' /^IJI^^^^'"'^^"' Capitteï/ ïeecen.
/ ^at den menfche moet aenda^ht hebben
'«!l^ff J^^^^^f^^ inft öefe op.
neccïteiicftetooo2ben : ^i^gp om tetnbben
ïfte te tingen mbe üercïie gaet / fo ïaet \]tt
ge«^
dm. ia
«iecret.dift.
^igloiT.ia
Can .i Ca^
B*rn. M#..
diuc. dcv(w
tifl'. cap. 6»
1 • • •
L • • • •
•.4 i
I . • X
.1.*
Epift. ad
Ruftic.
Monach.
B^rnard. de
interior. .
Domcap.
He modo
bene vi-
vcndi, cap.
ji. de pfal.
& hymn.
-oper'. tom.
a. fol. 89.
ircrf. ^.
p8 Klcyiic Kcrcke.
„gcbjun?' öf r bUcgeuöe gebagbtrn Daec bu^
jjtcn / en fltit uiu uturn fm be behonimctnif*
„fcbanbcttmttrrliche/ op batKJV <0oöe aï*
„leen nioogt Diciiciu iBant bet en hau met
„gefcljieben/ batbpnirteoDtfpjeeche/ öie .
„inet De gebede toecelt nogb ftilf tuijgbenDe
^/ijn p?aet bouDet. ^encht Dan acn f^m / ^
jjDieomuDenrftt/ l)oo?tbnntotu fp?eften/
„op Dat bu nbcrboje/ ai^ gp tot \}tm fp^ecfiti
„^oofaïbct gefcbicDen / Dat gn bolDoenDc
„Den ïof a3oDt^ niet beboo?bche ^erbieDlg*t
„bent / fnït neecflig agbt flaeii op elcb tooojt
„\3anDei^epUge.^cb?ittuiice. Sn fijn 25oecft
Vjan bet inwendige huys, ofte opbouwinghö
derConfcienrie, fegbt bP alöUÖ / fp^ecchey
De banDen eïïcnDigben flanDt Defe^ ïeben^:
«lacft finge luat aiiDer^/ ntDe Dencfie toat
„anberó. !Scb b^ciige boojt De bJooïDen ban^
„Den Pi'alm , enbe en ïupflcce niet nae De»
„fm; ihaecftDierenDeban gemoet/ ongbe*
„bonDeinn habijt, bïiegenDeban gbefi?bt/
„bectoaert^ en DettoaectjJ fienDe/ Doojloeh
„icïi toarer al gbcffbïet. JBeemp; toant
5,Daer icït beljoozDegebetecttetoo^Den/ Daec
„befonDigeicbnin nogb beel meer, ^acr*
ombecniaenDebpeïDec^(mDien anDec^ Dat
Tradaet, üan De manier e om toel te leben/
bet fijne 13) fijne ^iifler alDu^/ fp^eechenDt
„\janDe Pfalmen enDe 3lof-fangen : Bemand?
„Sufter, als gil pfalmcnfmgbtm O^oDe^ tC?
,gen\D002Digbept/ fooberbanDelt Dat bvl
„gemoet / 't geen gp 3"igbt met utoe )Ien|
„int ; Dencht niet pet^ anDer^/ en 5J"59*1
„nict^pet^anDer^. JDant<0oDt beeft meet
luft m bet baffen ban üouDen / m in bet loep^
e
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kercke.
* ban hoepen / alfinhet sffanglj bat fon=
öe i^rrrc feite/
'S": W k e nmagbickuKej- luyten-
leerOfc Ijct söefaugjj / bait De facche bie nc=
5tcIjanbtm!)emba.Wttoiect/metbe
S^e^^^r en.
r^"r"* ^nöeöat ö t öie foute tó / hr^
hZ H'^^^^ ^V^^ Bebtebt de ifere
^baerehertentefingen, IjeeftOpbie niaetft
üeronyfflus aotgetepefient/feogenöe ba :
rnïJrS.'"" '° ^ f*"""'^/
i}A 3" ons^Singen moeten ton aolit trcben
[ ' öe (I.c!)ting{)e/ fo bmi ouj feiten /a^
nmonéöuptsrj,,,. ?tlfebe Schrift ifn^Ll
jhtotonderwijfinge; enbeal watte vooren
^ , te Pfaimen fijn bacrom ootft tot bat
Tlibeimttigö. ©ic(Hiflf)en om ben trtt te
I fulfenöaecomnietonfcöiilö^^^ Be/ spift.
Urdjis, Ujdc^e ujp Uoo>ljrnen mecrmaden ^"^^^^
r
5t».
lÖO
D* intf-
rior. Dom.
eap. ji.
iül. J0+.
Kleynekcrcke.
emcMan fijnïjjicben : Haettjct gefartgS
„noal) fmaecftf n nac Dccteltjeut/ noglj nae
' öocrf f)ctit i ^00 foet / öat !)et met cii 5?
„Ügöttóöïgl) ; ïaetftctfnaöctooj Uermae:^
„hen / ösit Ijet 't Ijecte bctoege : Eaet 'et De
.,ö:ocfIjcpt becfac ötcn/ tmx toom matigen,...
i,'tm is5 geen Hkpn tJttïie^ ban geefteïicfte gej
,,naöe / D002 bc ïigötbeecbigbept be^ gelang?
5,af-geboect te tuo2ben banbe nuttigljept/ en*
„be meecbcr op be flenime / ban op be faccK
.,tc letten. €nbeotaecbefeïilaeglitö|i eïber^
5,met befe tooojben : ^aer fijnbet eenigtje
„bieinrt fjaete ftenime ongcbonben fnnbe /
jjjact becoenien op be melodye Ijaerbet flem?
„me ; fiien berblijben öaec niet mbe goebe
„ban43ênabe/ niaer tubecagötenoocH eni
„anbcr/ öooH)oogl)moetopgebïaeten fnnbe.
„t)ti rnigen Vuatanbrr^ ban b^iece boecften
'ïnljoiiben; fooUgljtbcecbiglj i$§ljaecefïeni^
„me/ cnbe Ijaec gemoet. pngert nteec*
„Der om het volck , dan om Gode te behagen,
',§)Oognalfofmg!it/ bat gp ban een anbec
„ïof foecfit / fo bechoopt gn u flemme / enbe
..nraecht'fenietutoe/ maee öaece..., <^t)f
„b2cechtn flemme/ bzeecftt oocïmtoen to^
öön l)out be obec-eert-hominge banbe
3,bDii^/ 'bebjocrtoocft ben aecoo?b bec ma^
5,met ubjen nacflcn / boo2 be toiïïe met aw«
.,boo2 gcljoo^taemïjcit met u B^eeflee. ©a
tt €lj002-fangen ber papiflen frgt ben booj
nnebagluen <Dubt-babcr Hugtiflmu? : Sy
fchrceuwen luyde inde Kercken, maer fy wor-
d^^nniet ghehoordt inden Hemel, om dat f
mcermetdetonse, alsmtthcthcrcc fmghenj
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kl^ynckcrckc.
m fm^t (omUk fjier / m't boo? bp gacn/
logö bp tc boegen) öetoeïcfte ani niet yjaeimi-
(eRomaniften, geïeecben mannen/ tatt^
iin ten öoogftfien Deeft mif Ijaegbt. Polido-
us VirgiJius beftlaegöt (Iglj ober't nnf b^upcft
•at in brfcn öeeïe inbe iïoomfeöe ftercèc tuect
ïiegaen: anfe ^anger^/ fegljt Ijp/ gfte:'
öen een geïupöt in onfe tempelen/ koaec ban
men niet en öoojt dan öe fiem / enDe be
gantfcjiebecgabecinge flgj inbe ober-een-
jhomüigöefuieherflemmen/ baerbe oomt
,boo? berljittet h3o?öen/ beegenoegöenöe/
,en gjjcbencht niet aen benfinbanöebjoo?'
' ,ben : 3Baei: boo^ men fo berce i$ geftomen /
bat onbee 't gemepne boleft / ben ge^eeïen
(0obt^bienfiinber^ ^anger^beflaet / ban
,'ttoeïcft een gcoot beeïte heccfte ftomt om
.Öaec te öoo.2en / aï^ of öet een fcöoutofpeï
.bjaer . <rBnbe Platina fegöt felbe/ bat btt
laepfcIjeMufijckenChoor-fangh , geen iof-
gen/ maermetanbec^aï^ bertellingljen
Mugljten fijn. Gregoriusbeeerfle/ ïjeeft
och (om nn Duranti enbe be^ Cardinaels Ba-
omi ftïagte befen beïangenöe niet t>p te b^en*
. en) n/n bjeer-fin in befe beftrafFelicke ghe-
ifoonte getöoont / bie lango , geïijca ijp fegt/
intltaen was in de Heylige Roomïche kercke,
nbe öp Ijcefvfe gDcpoogïjtUiegljtenpnen/
mbat'femet tot fiigötinge bienbei nabien
ctbaccbanbaenquam/ batbe geïoobigni
gÖtgcbniöeopDet munjckj, be <!5obtfato
^ ept bccfnpmbein
^00 ecgen^/ foo mort infonberöept in't
ingf)en banbe Pfalmen / piaetfe öeóbèn de
.SHVOudigheytiaChrillo, 2.C0^II•3♦
<P 3 ben
Camtorei
noftri in
templis
noftris
conftrc-
puntjUt ni-
hil pncrer
vocem au-
diatur,&c.
Pol.Vir^il.
lib.^.de in*
vent. re-
rum. ca.
Teeling.
i« Ridder.
<E>oiïtp/
lib. 3. deel.
7. cap.4.
pag.m. xSt»
Durant. ie
ritib. Eccl.
Cathol. lib.
3.cap.2i.
Baron, ai
ann. 60.
num. 31.
In Dccrct*
dift. 9».
Cau.2.
101 Kleynckercke.
bcngrïijfftluftinusffiibe: Het is de gewoon^v ;
teder Chriftenen de gefanghen duydclick CJt
cenvoudighlick te gebruyckcn.
giuöc (Doftfrfcïie cnöc aBffïftfdjeftrtcftfn
jjf b^utif ïuni 511 öacrom cm mam'tre ban fin^
gni/ bic nirtUciiUan liet icfcn en berfdjed^
tc / op bat blyrhcn fonbc / barfc tnerrbec
agtjt 0a\3en op Ijet gcrofp liacrcr Dcrtm / ban
- opljctaccoorttianliacreflrnnnc. vDitVuo^t
clï^ * feetgccoemtüibcnBooj-fiïnaetrtjan Alexan-
drien , btc / griijcft Auguftinus frgl)t / Jicm
nicfrniadbctïjatltte syn banben ^ifTcf)Oj0!
Athanafius ^ 5rjne (lem foo ftunftig!) ïionbe
bungr n / dat hy nader fcheen een die jas > daii
cendiefongh,
4« ^nnbeïicft moeten top den Hecre fm-
gen, bat!^/ tot fijne eere/ tot gfjebagl^te^i
nifTcbansöne fegcnuioen/ enbein een ö!)c«
tjoeïen ban 5ijne O^obbelirïie tegcn\t!002big<
Thom. a. Ö^P^ / gemoet meer nibe meer tot
feeand. <6obtoptetoeffien/ enbeteberöetfen/ göcs
quxft. 9 1 . Jijf Thomas leert.
VII. Cap.
1:
Wort ghehandelt vandc dacghlickl
ondcrfbeckinghe der conlcientic:
qide de redenen , hencven andcrd
dingen dacr toe bchoorende, wor-
den voorgeftck endc verklaert.
(€01
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
458 H 122
I Kleynekcrckc. loj
r^tbu^bfrrc Ijebbm töp glftefp^ooc ften /
^ banbe pUgöten ntöe oeffritïiiööcn ban
!5oöt^ - öienftigbetit enbe (J^oötfaiigöcpt /
letodcheüanöe^upf-Babcc.ö brtragt moe^
en bjojbcn/ in be trgöentooo^bigïifpt baii
üle öaere öiipfgenooten, .fBarc gefijcft be
tup^'öcnootrnbcfepligj)ten oocfe boo? öan:
eJben m't bpfonbcr moeten bc tragjjten , aï^
00 moeten^fe öaec oocïi daeghlicks tijt göe^
len / om ben flact ban öaece confcientic t'
mbrrroechen . ^efe onöccfoechingöe ban
mfe pielen / ofteConfciemien, em'^mctan*
'4 ban een nautoesifringc/ oftcboojfnuf*
ingcbanonsïcben/ enbeaïïeonfe jjianbe*
ingen/om upt te bmben ben bjaccn flaet ban
; nfe 3ielen ontrent a5obt / becgefeïfcljapt
Ó'nbe met een boo^nemen om aï't geniete
oen/ 'tbjeïcrienaeonberfoecfeinge blijcfet/
loabigj) tot befe faligöepbt/ enbe ten befle
anbe jïeïe te toefen,
^ I. lép noemen'fe een nauwe fiftinghc ofte
* oor-fnuffelinge , om tc betfïaen te gcben /
at Ijet niet genoegl) en i$/ een onbccfoec?
iïngeïn't gco^ te boen/ aJleenïicït lettenbc
p gcobe fouten / enbe taftelicfte fonbcn 5
naec bat top eïchen fjoecïi ban on^ Ijecte
'ironbeïi cFi moeten boo?forcften/ enbe al 't ge*
Vtop bmben nauto 5iften enbe bepjocben.
^epban, a. Doorfoeckt u nauwe , jae
oorfoecktu nauwe, gyvolckdat met geen- LmT
:enluft en wort bevangen. ï|et oojfpjone^ Tub. Tie-
leiiche tooo2bt/ too;t epgljentiick booj t\tt p^^ p^s
erfamelenberftoppelen, öec j)outcn/ enbe
tcoptjen^ 0Öeb2upcfet / al^ / <erob. 5,
Joel: X, 5. I, ifion. 17. 10. (i^nbe naebicn
0^ ^ be
V
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
104 Kieyne ivercice.
«^fetbrf \\\vt>m / op be bflöen ftop^kn
icSï. D ftiecftentie/ öie niet de grootfle necrftigljept
simonid ijcrfamelrn ; oftcnaeöien geringe en Wepne
Sriof^ önigen een nmtoc enDe necrrtiglj foectogöe
ban noDen fyhbcn ^ fo toiï ben Propheet te
bertlaen gljelaen/ batto|ionfegl)eDagl)ten/
too2öen/ ineccïmi / enöclJoo?t^atic^ ïijat
inon^ïjccte ii/ oocfe aïfo nan\n enDe mer^
fngi) moeten becfmneïen / enbe met blpt on?
Decfoec hen. <Ct)en geïijcït Saul, ben Coninch
Davidnae-fpeucenbe/ bcfclaftgaf/ i^am.
2.3» 215. Siet toe , en verneemt nac alle fchuyi-
plaetfen, in welckehy plagttefchuylen. iiU
foo moeten Uip ooch allcbemors-hoecken,
rnbe fchuyl-plaetfen, ban onfe siclc boo^
fmiffeïcn. Gy fult onderfoccken , en nae-
ipeuren , en wel nae-vraegen , fcijbe <0Obt
ineen feccïiergebaUotbcn Umöeccn Kraels,
ïDeut. 13. 14.. <Ootïi bat bcbcï moeten tou
bencUen/ baton<>/ nft overwegen ban orv-
fe wegen / grgeben too?t . ^let Pf : ^4» 7*
1 5-. 8. 't 23egri)pt in i\Ql} bcfe brie biu?
öeit I. oBnDifcuflïe, ofte boo^fn^ffeïin3^.
a. (Öen f4roe-epaenlnge/ enbc beptoebinge»
3» (öenCenfure ofte^^ozbeeL
5^e difcuflie een siftingïje ban on^ ïcben
nibe Ijanbelingen / boo? bebjelcke luy cenigir
bingen uiit ben Ijoop treeften / baer'fe te bo^
ren brrbjêrt cnöe ongezien ïenben; enbe boo?
öebjeïclie bjp een uebe r ban onfe baben in een
open gesigöte fïeïini/ bat'fe gesien mogen
hjo?ben/ ljocbanigfti3ijn.
<È)e Toe-cygeninge, enbe beproevinghc,
1^ een leggen enbe toetfenban befe gïjefogfjte
'<Hici6. cnbcupt-gebonben baeben/ aen ben rcg^^^l
ban
Kleyné kcrckc. lof
t>an <t^bt^ met / mcht bm toet-ftecn tó rm
toao aïle onfc öanöeïingm / rnDe na Detoelc?
- e oné vöobt fal oo2öf cIc n tm jotigöfïm dae^
se ^ op Dat alfo bij)cïtf n mac ö ï)oe eiiDe tuacc
fci / iiip af-gcötoadt 50" öati <t5oöc^ mn /
oHc t)oe enöe iuacc lu / top öefeitie onDechtme
enljeüben,
«eimöcricft/ öeCenfureï^batOOJÖCtl/ 't
mieheonfe gemoebecen en confcientien ge*
brn ober cnfe baben/na ben regei ban <6obtó
pet j bepbe ten aensien Uanbe Ijoebanig*
peptenqualiteytberfeïbe/ ofspjijngoet of=:
te fonbigö . enbe ten amsïen banbe quantiteyt
öec otïertrebmge, opfe groot ofte hlcpn;
one 5p cm fonbr ban ontoetentfteit / ofte
-ril fonbe tegen be confcientie, enöe of ban
?«n menfcöelicfte ftoachöept/ ofte ban em
?ertnecfti0e bjeberfpannigfjept.
- d'Eerfte baebt bient oui oné tethoonen/
matton ïjebbni gebaen / be tweede , toat ton
mhcxi moeten boen / enbe be derde, to^
iet oo^beeï 5u/ 't toeïcïte top becbicnt ï)ebbrn/
^ 50 nirt tori / ofte ntet qüaebt te boèn.
d Onderfoeckingeij^ban nooben: op bat
ajp fouben niogenr toeten toat in oné iê
•ïuaet/ 't5pgticbt; toantnieinant weet het:
fine des menfchen is , don de geeft des men-
chen die in hem is ; nienianbt ban tjp / toeet
le dingen, die hem van Godt gefchoncken
, i.Co?. X. ïi. 12. Beproevinghe l"'
'nbttoctfmgentoetüi't toercfi toojben gtje. ^
lc\t / ban toegen be beeïbonbigrje bebnegli' " '
ichfjeptban be^ menfcïien ijcttc/ enbe om ^■
lattopon^ foo ïigljtelicft met valfchc over-
ggmgen hcdnegen , mennenbe pet^ goet^
<^ s 'te
lac, t.zz.
Efa. ƒ. lo.
Heb. 3.
Epb. 4.. 14.
io(5 Kleynekcrckcj
te toefen/ 'ttodche of quaebt/ of foogtotm
goet niet en / aï^ top onp mbedbcn. Cn^
öe Dat de fwaerfte bcdriegerye van alle, door
dewelcke den menlche hem fel ven bedrieght ,
gelijcft'cceenfecctoel gi)efrcrfit tjeeft: toant
in Die tien üeöncger nopt üanöen beb?ogen«.
5^aerom moeten top bat fo:gljt>ulöiglj on^
trent on^ betragljten / n gene Davidts bpan^
öenDeöenontcentöeöaebenüan anbece; Sy
doorfoecken, fegïjtljp/ allerley fchalckhcyt,
tenuytterftendoorfoeckenly wat te dorfoec*
ken is ; felfs het binnenfte eens mans , ende
her diep herte , ©f : 6^, 7. ^epbe det'e /
onderk)eckinghc , enbe de beproevinghe ,
too?ben toanben mpoflel 't faenien geboeg!)t /
a^0^ 13.5. Onderfoeckt u felven • of ghy
inhetgeloovczijt, beproeft u felven. GaJ.6.
4. iXor. ii.aS. <Dp be toetfmge bolgljt
liani3an felUe 't vonnis, 't toeleïie top otiec
onfetoecchenbeïïen; gdijcft al^ een <öoubt^
fmitheta^onbtgetoetftljebbenbe/ öet felbf
ïjefïoubt/ ofuertoerpt/ na bat bP't goet ofte
quaebt betombt. ^ ^ ^
IL 't©oo2toerpfeïban befe nautoe fiftm^
0e/ ofte boozfnuffeïinge / on^ gantfche
leven , enbe alie onfe handelingen , gebagten/
toooiben/ toeccïten/ bepbegoebeenbcquae
be» il^ant befe €)nberfoechinge / fijnbeal
eenfpannïngebaneenvyerfchare in oMte ep
genOcrten/ gr U)f ft'fe fo ban Chrylofthomu
chryfofth. jjfnoeintié/ omniet oh^ fclbc te procedee
^J'' ïen, enbetetegljtnt/ljeeftbatfetoetotljaec
toooitoerp / 't toelcfte m ben bagb ban öet
ïaetfleoo?beeïfaï onbecfoglit enbe gebonnift
to02beni (^nbebati^/ cenyederwerck, tz,y
goec
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckcrcke. io;
|oetoftequaet, 0eïl)Ch Salomon fc^t / €t(l
. HL S>pbirntomutittcmnöfnDni waren
ftaet van onfe zielen ontrent Godt; omoM
fciücnüjei te hennen/ niöe te toeten/ of wy
m den gheloove zijn , 2, Co^ 1 3. 5. 1 . Joh,
V '^P'-^ WÖeïtcftber0ljefelfcöant met
> een voornemen, om al 'tgene te doen, 'ttlieïC:^
ftenaeonöccforchuigebïijcften fa!/ noodigh
totdcfaligheyt, ende ten beften vande ziele
te welen : il^ant aï^ öefe anönrfoerfeinge met
Ö oogenicrcrt enöe öafle boomcmrn / om
mitnigeefteiicHcn flact/ bacc Wfe gebjec-.
ttril!^"V ^f^^^'^^tm/ enbeaitej^ tot
fjct befreuoo^öerïbano enöe faïighrnt
te tcljicrteit/ niet luo2t niglKfreit/ foo ló^^
tobe ban öct scbacc ban't onweel digh ont^
fangen ban öe^ ^eeren Avondtmaei , enöe
iniöDclenboo?fcb2pbfnöeom alïe mifbimcU
%Öt: DenmeSe
,^beproevehemfdyen, ende etealfo van defen '^or "
%l ^"^^5^"^^ckc van defen Drinck-bee-
Ker 2f nbicn öu 000,2 fjet bcprocbc n nict an-
örc^enoerftont /ban een n5uU3e SoTr
fenige banflaö feiben/ fonbcr tnbSm
oToube!)pbrn menfcfte toeftaen aai öet A-
iIT^lT^^'^s^/'^^" ^^^^ confcientie öan
V 5 fonbec Ucrbeterïngr be^ ïebcn^ ;
b^^/lirci^'"^ dif-ghenoodt aen
Affft^Ns^f " etftennen / ailce n om bat
^Öliuiet üoo^cnoinen öabbe/ biente tebe.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
io8 Klcynckcrcke.
term ; mu\}tmp öic ftennijTe baitan^
nienfcöcnfdbr fijne fonDe fouöe üermeeröc^
ten / enlïe J)cni<Öoöemmbec aengbenaem
maccften/ naebienccgcïonfe^ ^atig^mae^
htt^t Dien Dienftkneght die den wille fijnes
Heeren weet , ende niet en doet , fai met vee-*
leflaeghcn gcflaeghen worden, 3tUC»ii»47»
^I^acrom mort Den Apoftel geo2bceïttoo?beii
öitte mïiam/ bat ben mcnfctie/ nae bai
hpljemfelbeljeeft beproeft / bat betbetereii
moet/ 'tgeen ÖP quaebt bebinbt/ enbe al
bat geene boen / 't toelcfte ïjp nae onbctfoec*
feingöe faï facbinben noobtfahcUcli te 50" /
rnbe beJjoojUcft om te boen. ^ï^ men fijne
wegen onderzoeckt, fomoetllien wederkee-
ren tot den Heere, ïtïaegW» 3-40- ^ietUJC
bingen moeten ö^ïnbt aen tjanbt te faemeii
garn. De ongherechtighe man moet lijnen
Wegh veriaeten, ende de Godtlofe fijne ghc-
dagten, €fa.ff.6. Davidts tooo^ben ^f-
110.59. tDO?benbuéUanben Chaldeeulchen
Paraphrartuptgöeïegljt: lek hebbe |hedagh|
mijne wegen goet te maeckcn , ^Ut Hol : o. t >
Luc. 15. 17. li?. ^ .
5^efe OnbCCfoCCfeïngei.^ of extra-ördinair ,
ofte ordinair, d' Extra-ordinaire ijj bie / toeiC?
fee to02t ingtjejlelt op bpfonbece tijben enbe
flonbeh/ ebengeïtjcftbe lioop-ïupbcn naete
bpfonberc ti jbf n tjcbben / inbetoelcfte fp
cereerïienboecftcn ober flen. "^l^ ;
^fet h JIDanneer Ujp befigl) fijn getoeeft met etc
©oica-cn niahtoerdi/ in^ttoeïche een gelegentljepbt
getoeefl i^/ ofte om eenigï) goebt te b«^n/
fa? 3 af- ofte om m eenïge Voijfe te fonöiglien. ^oa
ttt\m 3 hevliehdelob zijne Soonen, ende des mojf
pa5 B°*- O gens
Early European Books, Copyright © 20 1 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcyfickerckc. 105^
igïlcns vroegh opftaende, offerde hy brandt-
offcren nae haerer aller getal , aï^'fe Ijaööen
met maïftanberen maeltijöm göeljotiöen ;
om öat gcoote tïaeujDrn ten meeflcn tiiöt/
öccafie 3911 Uan ecnigïje fonöc: Miffchien,
fepöe !jp / hebben mijne kinderen gefondigt ,
. cnde Godf in iiaer herte ghefeghent ; 3ob.
f. ^ï,^ ooch töp Ctijiflcnnt tDeörrfteeceii
oati 't tr?pen ban onfe koopmanrcöap ; ef
Bl^\sjp\}etfct}illeu ïjebbm tec iieDcr ariegftt ;
ofmaeltDbenmctonfcb2tcni)cii tjebUeu gfje-
fiouben/ etc. foo moeten ton onfe geöagteit
tfaenien roepen / enöe onfe fjerten onDer^
imchm/ aengaenöe alle onfe booj-gaenöc
m ?janöcHn0t)en / mbt onfe ïjeiten è^pïiöben
m mi öefcDjemnglje ban fonben / enbe booj
^aoojnennngue ban een bèta* Icben te lepöen.
M IL 3©anneer top ïjebben een byfonderc
B ïeiegentöent/ omoné felben Uoo? <0obt tje
m Jerepben / ofte om öem / om 5pne gunfle /
^ iip een byfonderc toijfe te fmeecfeeti. O^eïricft
ï. Jl^rnmeertopgebagötcniffefnlïenöott:»
ïen ban bej? ï^eecen 1 ydcn , ïu't ijooglj-toeccs
ijigö gebjnpcft ban fijn Avontmael. <ap
pefe tijt moeten top baó^maemcntïicfe onfe
letten «ptfctmbben / om t' onbccfoecften/
if top oocft niet moettoïlligölicfe onfen eebt
'an getroutoigöept/ eerfl gebaen nronfew
Joop, enbe baer nae becnieutot boen ton
ntóbcgabentot öct Avontmael, berbzofteii
lebben 5 enbe baecom nioeten ton baii toel
iauwe agl)tgebcn / f)oe top on^ riiffcben bc
wee llbontmaelen/ Ijet booilebene / enbt
lenflaenbe / m on^ leben gebiaegen ftebben.
li
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
tio Kleynékerckè.
Cnöe fnOtf n bat W bebmben bat top onfc
wegen verdraeyt ïieübcn / fltbeoil^ afgekee
van aghter den Heere i fo moetcn top onfe
bortUffröiöDentcnbeeebt tenicutocn/ bcii
ilrece i)cnli3l)licïi bclo\3enbe/ bat top in fij^
ncn bimtl toiïlen ïebm cnöe fterben / etiöe
battmctiotjen/ altoatl)non^caebt) boen/
aïtoatDnon^ bebeeït; rnöe Inbtn/ aï toat
l)p on^^ opleg!)t / ai toa^ l)ct oor h tot ons fel-
ven te verfaecken , handen ende voeten te lae-*
ten af-fnijden, oogen uyt te plucken, cnbe
toatftoan:bn:pU0l)tcnnicecin fijnen bienfl
banon^^ toreben ücccpfdjt; giae bat top m
fijne I)anbt / aïé t)tt leem in eens pottcbackers
handt, tomcntocfen/ ombanbenifeerege^
fatfocncets enbegeniacchttetoerben nar fij-
nen toiHe, ^let i.Cor. II, a8.
<2Dfrr toanneec ton ni eenigljc benantot-
hem / ofte ftoaecigïiep't fijn ban toegljen be
foiibr m fcfjjjnt op onö tooniiglt
te toefen / cnöc fijn aengcfïcöte üoo? oné bec^
becght / ban t)ctcen Uequaenien tijt / om
ons;feïben'tonberfoecacn/ op bat top booj
toaece bof tbeerbigljept mogni J)cnen gaen/
onibecgccbingetebetlicrjgljcn / Eer het be-
fluyt baere , terwijien de hittighcyt van des
Hcew3n toorn nogh over ons fiiet en komtji
gebjrft tobberniaent toojben / ^epl). 1. 1* ^'
^Hbe \]kt toe toecftten Ijaec be gelobigtien opf
alöYe toaeren m fo groote bniautotljepbt /
ltiaegl]l : 3 , 4.0. Laet ons onfe wegen onder-
foecken , ende doorfoecken , ende laet ons
wederkeeren tot den Heere. ^iet Eccl. 10.4;
Amos.9.
V C>fte toanneec top öoubcr een Vaitc
Kleynekercke. m
^gh ; mmt aï^ tap Dan em meiito ober-
mi^te ban onfe fonöen nemen / fo ftonnc n ton
011*1 öiejS te beter enöe meerder / m fteplialie
loSffl "^"^ öerootmoeöigöen in xob
4. efte toanneer top on^bereiDen om on^
fen Ruft-daghte fiouöen ; op Dat ton / onfc
31e en öoo2onöerfoechin0e gcrenmgt üebben:^
Debmionfefonöen/ bequamer moaben^nrt
om <BQï^t met meerder aenöagötigöept enDe
^er te üoo^en/ te biööen/ enöe te pjpfen.
^let isccl. 4. 17, Lev. 10. 2. 5^ien öacrri
moet on^ mfonöeröept een öagfj ban reechei
tunge toefen. <0eïöcïi(Öoöt gefegftt toojöt ^en. ,
Jiiöe Hiftorie ber fcöeppinge / nrt epnbeban^
öetoeecfte/ een ober-feöte genomen te öeb.
benban alïe (ïjne toercften te gcïncft / enbe ^
genen te Öebben bat al toat ftp gemaecftt öab. fo?: 1
beteergoettoa^/ fcjjoon lju nrt eunbe ban
Pf'P^^iJöÖ öet toercfe ban ftne öanöen
JeUgbtigt^baDbe/enöegelienrt; ^Cïfomoe'
ten ton toeï aïïe öaegen/ geïijch top aenflonti^
fuften feggen/ onfe confcientien onberfoec;»
w:^r.I"^^*^>!"5?^^öept üt't epnbe ban be
toeecfte; enbe fcljoon top onfe toercftenmet
tnbmöengeïöcftöiebani^obt/ goetm "eer
enfeerquaet;
nogbtan^ fulïen topTe öooj öefe befchontoïn=
fmS^^^^^^ öuptenttoyffeï/ b^terma.
rJi Wöeïicft/ toanneer ton 00 onfe
Inh. i«l "^t!? ^^^5^" / ^" öebaer be^' öoobtö /
^"^"iJ^^to^Ötm^c ban onfe ontbinöir^e •
teon^fc&yntbooaWnebperfcöareteroepen/
om
1»
•4-»
> 18»
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Moral. lib.
j f . cap. 5.
ji2 Kicynckcrckc.
om ccrcïteniiuïe ban onfe bediei^in^he te sfto?
bm i al^ l)V tot on.e fc!)ijm te^fecechen: gecfc
bevel acn üwcn huyfe, want gy Tuit fterven cn-
de niet leven j öan ijl Dooglj üjt / öat top on-^
öccfocchcn/ oftopocchmet luaecïjept fouf
iïcufeonneufcgöcü/ met öen iJt^oomen
ftiaö: ÖchHcrcgcdencktdo^, datick^vo^
uaengcfichtein waerheyt, endemetecn vol-
komen hertc gcwandek , ende dat goet in uw
oogenisgedacnhebbc, «öfa^^S. ©014
moeten Ujp booniacmcntlifït rcecueninrnjc
bBnonfcsièlenuemen/ op öat onfe tctcm^
ningc gcniacclit fp / eer top om ceecïimmge
te gcbeu grcocpen toojbcnUoo^a3oöt^bpep
fcl)aa:e, löant d icr den boom valt y daerlal
hy leggen ; (nöe inbieu top ouöecept flecbni/
top fmicu öem / bic een ilccijtee ban Ie
benbialjc euDc Docöe / niet ïtonneu anttoooa-
^^lil. ïDefccxtiaordmaire onbcrfoeeïdngï)c
bersicïc enöcconfcicntie, liaii ooch feec ae^j
boe0i)Iich.too;Dcn ingelleït /, tiae^t becïoo|j
baneeni0enöcianïmen tijt na be ïactjlc on^^
ber fbf clii uge / bie top opfo een extra-ordin*-
re fcüfe öct?aeaijcbbctti gelijcfe alé 'et ce^,-,
tnacnöty ofte jacr becbopea i§ / 'ti^ fctt
profuteticlibat ton on^ onöerfoecïtcn/ toat
top in öie niaeUöt / ofte Dat iaec / berbo^bect .
ïjebbcu / ofte toate hi topbecbaïien fiju.
llDvint öcïijcïi onfe lebéniaeten gcocpeii / mu-
fe öebacnte alle Dacgen becanöcct / enbeonfe
f toaVteïjapxengnjötoojbcn / fonber bat top
Ijet'öéboéleü/ nictïionncnbe feggen/ toan^
neet enbe [)oe bcfe beeanbeciwgen Uomen j civ
benoohtauj^ Jannen tou4we.ee^iisöea t.ijö&
ligöte*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kcrcke. 1 1 j
0ljtdicft flen / Dat tDp fo bcrantrcrt fifn : %U
3gaetl)et oocft/ geïijcft Gregorius gefcgljt
erft/ niftbenflactljanonfe sfeïCDi bene*
en bc blijckbaerc becantoingm DetfelUe /
aeïcfte ftaet totfjoonen aï?'fe toercftenbe
in/ fifnber fcecfterc ongevoelige berande*
ingcn / toercfte niet geflcn ïtonnen tDO:Cien/
an nae't berïoop ban eenig^en trju <ënöe
aerom moeten ton te ineté een generael endr
enietm ober-f igbte ban ohfefleïen nemen/
pöat top mogen fien/ toaec (n top betec of^
r flimmer fijn getoojDen / oftefioe onfen ps
eeiéaen-gegroept/ ofaf-gegaen/ 'tfeöert
eboo?ledenmaent/ of fjalf jaec/ ofjaec/
f een langer tijt te booten. ïlDoo? bit miö*
.el fnlim top niet alleen onfe grove enbe blijc-
•elicker fonöen fien ; maer ooeft 'c rerval ban
nfen yver enöe religie , toeïcfte on^ onvoor-
ensbcftruppt; rnDeaïfoïeerenopblacrende xTm.t,
ooien des yvers, enbe op wecken de Genae-
eGodts, die in ons is, op Dat top mogjjen
ïrftercken het orerighe dat fterven foude,
^penb.^.i.
S^efeen anbnre tijben/ met ben Oyevaer
ndcr den Hemel onfen tijt wel kennende , ^'
loeten tot; toaernenien om onfe Confcien-
ennautot'onöctfoecRen/ eniipt te fcüuöi
niboojöeni^eere,
■ 5i^ogb benebrn Defe extraordinaire, i^'rc
jgS een ordinaire , toricfie ban een pebec
'Ö^tHen/ opeenpeDeröagl) betragbt moet
JOjben, Stelt, ffg|)t<0OÖt/ uhertc op u-
e wegen, l^agg, i . ^, bat ié / jiet t}oe gu ïjet
emaecFit ïjebt. 3Bp moeten daeghlicks onfe
mben aen obl herte brengen , om On^ te be a
i^"*** i| heeten
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
Chryfüfth
*xpof. in
Kleync kcrcke.
Sereen ban t^t(ci\xc / feggmöe : wy hebben
fefondight , cnde verkeerdcUck gedaen , wy
ebben GodtlooQick gehai^delr , l*||on. 8»
47. ^^acgïirïiéuioctcutüponjjeygen wercle
beproeven , nac öttjennacinnööebe^ ^pof^
•td^/ s0aï.6*4. Watfictghy, endewatge-
dwnte hcefthy , Uzaegööe Saul aen öe Too
veres te £ndor , aèiigaeiiöe öe» gö^niepiibcn
^amuel y u ^am, 28, i 3. 14. mocten
top alle daegen onfe 3ïele tot oné roepen / cn
buigen öoe'et met l)aec i§ geflcït/ enDe toicn^
geöaente öatTe b^aegbt i
(Cot öcfeoeffeninge fcöijntben avont-ftont
toel öe bf quaeinftc te toefen : JBant obec öag
Öcbbcn top ou^ toeccft te öoen / en ton bmöcn
öan oocU beelöec-l)anöe beii)inöecing|)^n ;
niaec öen avont-ftont een t tjt ban tufle cn^
öeleöigljept/ enöeöe toeceltliclte gcfcljcften
boo^bp gcgaeu/ en af-geöacn fijnöe/ heb*
ben top nieecöerU?pöcpt pm met onfe pielen
tefpjeccften/ eHbe baccfijn mmöer öingöfrt
öïe o"n^ ïtonnen beccuclien. 5^aecom fepöe
David, on^befenpiigt aen-bebdenöe/ |)f:
4» f ♦ Sprcjecktin u4ieder iicite op u Iegher>
. ende zijt ftjllc t öat / ^ ff ggcn onfe Öptlf gf
get^/ Denckt, overpcynll by u fel ven.., i>'
verwegen de u doen , oordeclcnde u-fclven»
^D^PfPpPinu^ f)eeft öus ober öefe tooojben
j^gefèlijeben : Watmeynthy» fegl)t Ijp A al«
5,hy legt> Spreekt in u-Iieder hcrte op u leger ?
,,<ïBnbe ï)p anttooozt/ bit: Nae uw avonc-
5,mael , hijjgp te fTaepe gaet/ enbe becepöt
5>oni op ntoe 'bcbbe te Icggöen/ enöe grjöote
jjcnfle enbe, flïïte hebt fonöcr öe tegen toóoji!
3}öigöcpbt oftebetflcnvüigöe banpenianbt/
mijt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
458 H 122
Homil. i
in rfal. ƒ0
'Klcynckercke. 415
^;nfgftt bmt crn trietfc öaere op Ijoo! ttlöe oWt-
/cienrie.... "Hi^ n nog!) bïïntöt berfïcuct /
,no0t)öicnflhnnfl1jt trrgtjt/ nogljte öe mc^
inigtjtPöcrüefijtjpöen önngöt/ ^f^Üt ban
ItrePrfttrtlitöetjanuïebrn/ 'ttDclcRegn obrc
',Dagf) pri^pötïjcbt <6nöc tocörroiii óp mt
drtDct plactfe : ^lö 511 op ulo öeöDe iieöec^
%t/ cnbe ttiemant IS öic II mofpfiicft balt/
«tübetiflaep obcröalt/ b^mgb tioojt t)rt:
borcft Ijan «toe Confciéntie y enöe crtcftent
,bpu/ utoé fonlïrn 00/ frggmöe tip u fcU
Mn : 3^ebtiMcftopDefen Daglj niet gDefon-^
tefjtiïi \i3oo?Dm ofte tocrcften^ €nbe öp
;t)oeö!)t'tTlJp: G^éü hebt geen tijt om Dit
.obPt b^gl) te ööen ; mftct bc ti?eefe ban ntoe
.??e£tm/ be^tfatemen-rp?eecïtingent3an
.luemcbe-gefdïen/ bc tjehoinmerfnge obet
iib3 \ücci:fx/ b'öpbocDmge ban uto ftinDe^'
rni / be befö*g!)ingt)c biJii itta ©?ontD / be
L .cepbingebecrpijfe/ cnbt buofent anbrc^
bingFtfnbcrljmöccen uto. <Shbe feecftcc/
Ot bit fo u5 / bcbinben alle confcientieufe be^
' Ijtrr^betrtuatL-e (Öobtfaïigöcpt, 't<Bt:
>avJd bacr anDrtrclecrbe / betragljte \}n
oifïtfflbc; toant bii^ ffgIjtBp5)f:ii<?. ff»
ïcei-é des naghrs ben ick üwés nkéms gédagh-
;h geweeft , ende hebbe uwe Wet bewaerdt.
11 örDf fijn bedde fwemmen den ganffchen
ƒ doornatte fiiné bëdt-ftede met de
enen Uan fïjnc bdetbccrbigöcpt / JDf : 6, 7
'tpfj o\'er]eyde in fijii hfcrtè indér naght ,
^eftohderfoght, ^f: 77.7.
iiau üocli 5ijn bat ifaac unt gcgaen in't
dt örn tf^ '"^ 'ditecren , tegen het naecken
'^en 3 om' bie ocfftningöc tejon? ?ha93
^ 2 bcc=
Vidf Riret.
fxerc. HZ,
in GeneC
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
i
Klcynckerckc.
Ijcröinöccbct tc itiogöcn boen.
'tlDa^tcVücnfcljenDatDit ban een pcöer'
CD2iflen fo?!3lJUÏöitïl)lichen betragbtet toicrii
i>e i öacr Ijct nu ten ïjooööflcn te beMaejjeii
ié /bat Vjeïe / inbien niet be meejle menfcDen/
tie l)acc nogö upt-gcbcn tooo? öpfonbete en
MutflcecUenbe Clj^iftenen / befe onbetfocc^
ftmgetian l)aecc confcientien gejjeeï tefups
men: Hactt^c ï^mt ^yiy^luy&eren enbe toe^
hooren, [)p jal by nae niemanbt bmbeii / bes
iDelcftemfijnliecte fegüt: wathebb'ick ijan
bae ö gcdaen ? 5|er. 8« 6, 3iae 't i^^ec fo ijer^
ce Uan baen / bat'fe bit daeghücks foubat
boen/ bat'fe frt^f'"ïft Cf in een gantfcje
iveeckc ; toat fegg' ïch wcecke ? jae in een
0antfcl)emaendt, oftjaer, mjaer feïtielUcc
«ebecbacïen/ oni Ijaere fonben in bc biepe
tjoechen enbe fcljupj-lnineheïen üan \jme
Öectenecnflioïjnaetc focchen.
d'OorfacckenUanbit Uecfupui/ 5ijn beeft
naeUolgenbe ;
I. ^e nienfcöen niepnen bat befe oqbec'
foeclunge fo noobtfaccfeelieh niet en i$ baec^
omUecUjecpen fp bie <0obtfaïi0lje orffcnin^
m/ alleen ijbeïe enbe onnoobigljc faeche/
faeniifl'cöien aï^ een beufeïinglje/ enbe fp^
melecpe.
I L 5I^emenfcl)en|iJnaïte befeommcrt
berbe bingen tjan bit tipdithe Ithm/ enbe
fotiecöeten'febateenedatnoodigh is. ^ert
' panfcijen bagö nemen fti met be orootfte
fojgïjlnübioïjeitenbeneetfligöfit Voaec/ D^ï*
re tueieltïicfte bingen / enbe ontrent ben
toont / bmnoeitfijnbe/ etenfp/ baecnabe^
getoen fp ö^ïf <^ bebbe/ mbr fleUen figö tot
ijct
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 117
rtfïaepcn; nmcrflclj tt onbcrfoecftm/ be
anOelingcntjan ben gantfcöenöag te boo|»
Topen/ enöe fo2gö^nïbigö te onbecfoerhch
jacr m'ff tegen?! <aobt gljefonbigöt Ijeljs
?n / baec o\)ec ftebben'fe ganfclj geene be»
rtnmeringe, Slnbien'fe öebben eeniglje
inningegebafn/ mbien^e baere tijöeïicfte
oeberenbermeerbcrtfien / batoberïeggen's
•meteen bpfonbec bermaecft; mbien'feee*
ige fcüaebe gelebcn ïjc bben / bat finert fjaec
möetfjerte: .maeroftotöaere geefieiiefte
jfhbommen/ Itennifre<6obt^/ ïiefbe/ge*
lobe/ enbebernieutomgebe^s ïteben^/ ee^
:*5!ie mercftelirïte bermeecbêcingöe op bi'en
agö !^ toe-geftomen/ ofte op je beeïe ban
göenaebe beeïoo^jen öebben / bat en
Jiecht of behommert öaec gantfcfjeUcft niet.
wat fijn befe anber^ iian geöeeï toeceïtlichc
lenfcöni / toeïcher deel alleen in dit leven is,
rifbetoeleftecbuyck Godt alleen vervult met
jnen verborgenen fcï)at/^f: 17, 14,
III. ^nbere menfcf)en onberfoecrten ftae*
tn flaet niet / ora bar fe \mtm bat Ye guaet/
nbe feer beïUaegöïieïicn baerom flelïen'fe
féfoobmuge gebagöten/ beUjeïcfte bienen
logen oni \}mt toegen te onberb^agen / mt
aee ïjooft ; geiijr ft be banckeroutiei-s >t ges
KjÖtebanöaer reecftenboecft metenfeonnen
^ nrb^aegen nogt) bnnïe aenge|lfï)ten ben
5 alfo oocft fp niet 'tgefigtjte ban 1)3:=
rfonbeni Saefp toillcn ïieber/ gelychbe
üiephanten, npt fenniiflTe ban ftaec epgöen
^. wmaecfttljett/ betoateren/ a5obe^ilï)rt/
ij„{)toiibïeren/ mii 'tbunle aengefieïjte Ijaerec
/i'pi^^w^ttefteii; ^>pfeggenban \}mt con-
i? 3 fcientic.
ï )
V
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
ii8 Kleynekercke.
feientie, ö})CÏijcft Achab bail JH^KÖa ; Iclr
haete Ye , onx dat Yè over my niet goets en pro*-
phèteert, maer quaet , i.ï^tin.at. 8.
tottrn bat't? aïtijt? bittere dingen tegen Jjaec
fchrijft 3 om i^m lobs \iioo2be!i te ontïeene« /
2ljob. 13. 2(5f. ï}Ctoaet met be confdemien
Auguftin. ban bckn/ fe0Ï)t Auguftinus^ oïjeïijeft:aï^
iuKai 3+ met een man/ i)ieeenquaebt\tiijfbeeft/ bte
baecom niet jjcrrn homt binnen be benven
banfljncnepgniljnii^/ om bat l]pbf cb^iet/
mncnniceermöen / enbe bittccbêbin Vi^eeft,
Dele zijn elendighe , maer hoe veel elendiger
fijn die, dewelcke tot haei-e cpnfci^tie niei^
w'^'"^ wederi<eeren 3 .op dat'fe daer door dq
t-AjiL ^11 det Tonelen niet o.n>gekeert en n-^o^eT
plutarch. worden . i3nbe bit ÖerfC ooch Pi ^
de cuhof. ffnJKPbentcyPhilofooph , ge fien enbe ijf ^
fegljt : Een jghe wiUenJiaer leven , een cfn-
aengenaem fpe(ftaeckel , niet infien , erwiÉj
derven geen reeckeninge met 1 nime-dra-
gen , want de ziele van alderhanuc londen vol,
ende vreefcnde die dinghen dewelcke binnen
zijn, fpringhtnaebuyten, etC.
I V. ^ommiglie mcpnen bat fjaeren fiaet
jpetaenocgïjiö; tjaece wegen bunchenl)art
recht te welen in haer ooghen , gïjdijch S 1 ' • 5-
snonfegüjt/ J^^oU. 21*2. ^aer'fcnogl]tan?l
be flimfte cnbe quaetfte 5ijn. Br ïe mennen /
boo? een pbeïe bccmetcllKit/ bat fn m bcit
ihm brr ctênabe / eiiör gct)epiigl]bc tUuöerdl
<15oDf^ |l)n; baecfpbogi) inbcc baet nic t an?
bcc^ 5ijn aï^ een verworpen filver k)002 '43oöt/
Sfer. 6. 30. enbe kinderen des-0iiyrcls:l©ant
hiier hcrte is niet reght iJOO? <ÖObt / enbe fa
fjjn in een gantfche bittere gaile, ende 't l;ic-
men-
Kleynekerckc
' len-knoopingc der ongereghtigheyt, *^kcU
e \)thbm \xiei eenen töacn enöe ghedacate
Godtfaligheyt; mart ÖC kraght öecfrïÖC
ebUmfp öecïoocöent. Luc. i8.9« ^01^
?n pegciicU aen Ijcm feïtaeii ceii ijïepcu / 3e=
jcft Thales fcec töel geftgt Dceft.
y jJ3ptoemigmenfcl)enluo>t een ecnflig
erfangen/ enöe uptficechinge nae/ en tot
eu CD^ïflenchel3olniaecïitï)e|L)t oïjcljonbm ;
laec bed eer een «aetupdichc ijaCitig b^it /
iiöetraegijeïtin Ijetficefleïicïiei niet teöer
jüïcntiebooztjcjaen/nogbetec en l^oïniaecfts
X Ujilicnbc fijn. ©an ons tuo^t een baegö/'
ch^ tor-nemen / enDepoogmgenae öe lioï^
laecfttöeit ö|)cUo)öect ; Phil. 3. n. 13» 14..
Mee toe i§ noöïgö öat Ujp toeten loaee toe
Jp göehoinen jijn / om ban baet boo?t te
aen tot eenen ööööer trap ; ^aegö^cïi^
loeten tup on^ een fonbe Doo.iflelïcn om te
ooöen / enöè alle mojgïjen een bpfonbere
?agl)t om te betragljten, J-^aer De^ aUont^
loctmen onör rfoecïien / Ijoe men figl) Ijiec
I gequeeten öeeft. ^it Den luegïj tot öe
olmaeccruöf it / enöe om allenghfkens De
oeröanDt oUer onfe fonöen te ftrngljen / ge^
jch'foöeitinöeren ifraels gebooöen Voierben
enghfkens, enbenietop eenen tijt De Ca-
niten te öeïgen. l^ierom fïeïïen öe Practi-
jns 5 enDe ouder öie b'€er\u. D, Saldenus,
cfe öaegl)ïichfcÖe pndeifoeckinge öcr con-
:ientie , tot een miböeï om tot be €l)?itleïit^
e volmaecktheyt te ïiomen, Miist |)ier me?
een bekommeren öaer niet befe traegbe en?
t iaegöe gemoeberen, <iBnbe gelijch'fe baer?
^ om
Sibi quif»
quc adula-
tor eft.
Thai. La-
crt. lib. 1.
Mane pro-
pone 6c
vefpera
difcute mO
rcs tuos.
Conf. Ro-
ven, loc.
cic, pag 5^.
G.Salden
cup. 10,
pag.258.
L _
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
I20 Kleynekercke.
om 't ecne beragtcn / aïfo tjecfupmcii fn oocft 5
Ijet anörre ; cnöe fo bctljoonen fp ï)aec cccljte
naetuerlicke menfchen te taefeil / den geeft
niet hebbende 5 2(UÖ»$f. 19.
Wil. Rov. VI. Rovenius , een gacpfc^ Praöifijn,*
chrlft pie- öoegöt Biet bil / bet gcoote gcb^ecft üan Die!
tat. hb 1. pene/ DieöeCteifïmcnniöefm bel)002öe te-
cap. 15. p. Beflifcni/ enöe tot betcagfuïnge üan Defc'
'^J- öciJige off cnmgöe op te tocchen.
i^itcbanöaenïtomt'et Dat be menfcöen/
blinDtfijnDe/ onbefuyfdelicft Dooitlopen in^
ije fonbe/ gÏ3dijcft ecu peerdt inden ftrijdt, '
0een gcbienabe quaöen Uofïenöe / of b:eefen-
De ; bat'fc l)af re cpgc» fonben / geb^eecften /
enbe f toacft!)cbeii / niet ftemienbe/ ticfcWie
oocft niet pogen te bcoben / noglj foecften te
betbeteren ; enbe eimbelich / bat'fe baec icU
Ijenbeöaegen/ nictmenbe bat'fe njck^ ende
verrijckt geworden fijn , bat'fe geens dinghs
gebreck en hebben , enbe ongtjettoijffeït in
(Oobe^ flbunfle enbe gljenaebe flacn. 5Dc
ïjeece üaet'fe Wl I enbe tl)oont bat öp op
ï)aec verbolgen is ; maet evenwel fy gaen at-
keerigh henen inden wegh hares herten , <5fa.
57, 1 7. 'tgaet Ijacc met be fonbe / a!é Ne-
bucadnefar met fijnen bjoom : ï^u toifl bat
j)P triat gcbjoomt liabbe/ macr be faeche toaïS
Bern ontgaen / 5^an. 2. 5. ^0 tDcten'fc
bat'fc fonbaer^ fijn / maer hennen ï)aece fon^
ben m'tburonbet niet. J3f: 39.7.
B^acc ï)oe jarmnerhcUcit brbsiegljen brfe
Öaer feibe»» %\\ ïnat een eïenbigfje" ni fae^
sen E" 5'ïiï^^Oiirt^en paet fijn befe! Dit maeckt ons,
itoh%3^'" ^/cgtSenecafcïbe/ bebooftemenfcljen/ bat
55n lemanbt op.fijn ïeben te cugglje siet. JDat
top
Kleynekcrckc.
111
Doen fulïen bcöcncïicn top / enbe bat
: f jfelöe : toat top gcöaen öcbben / en bcöenc^
,ften top nopt.
Üonrien penianöt De fonöc» toeï bcrgcben
ojöen/ ecctfii berouto ï^ccft Man bc|'dbe>
han pemanöt berouto t)ebbe« tjan 5i)ne
nben/ eer tjpTe feenbt^ eu ban pemanbt
lïcïmmm/ öie'fe nopt en üertoecrbig!)t te
mbcrfoecheit/ enbc te befigljtigb^ > llaet
baerom on^ feïbeu nautoe bargölich^
inbecfoechcn / en boo?|occben,
5De Redenen om on^ Ijiec toe te betoegen /
tonnen/ onbcranbece oocïi befe boïgl)cnbe
uefen.
L ïDiti^feerfo?göbuïbïgpchenban bele
ïbtfaligöen brtcagöt.
©anbexjclotJigljm in <0obe^ 313oo2bt/
rcïijffttonboo2benm Ijcbbenaen-öbetoefe». J"^*"* ^p^«
Oavid fegDt/ 4^f: 119. 59^. kk hebbe mij^ [ï'eL'pTo^
: le wegen bedaght, ende hebbe mijne voeten adunguem
^ekeerttot uwe ghetuyghnifTen. ï^n onbec^ '^"^'i!^'
ibgl3t eerftjijnieben / enbe bare naie berber vjr.boa.
erbe bp Ijet feibe» (JF^p befc onbecfoee binglje
je^étjecten/ 5Ö» a^^gtont getoeefl aïle be be?
pbenifTen bet gljetroutoe CJienft-hnegljten
Öobt(J/ geïtjcftbie ban Daniël , ban Ezra^ Dan.9.
.NFehcmia, enbe ban David fo menigömaïen Efr. 9.*
TI5!jncPfalmen. N<^b-5»-
i 1. ©anbe (0ube «Cbjïfïeneit / bie bit gbe*
lacn / en tjoogl) Ijebbrn aen-göep?efen.
)hraem Syrus , bie onber ben ilepfer Conftan- Ephr.Syr,
:inusMagnusg|)ebo?eni^ / enbebie gbeleeft 3 fex.
jeeft tor be tijben ban ben ilepfec Valcns toe/
tm nianbie feet geleect enbe bermaert glje?
ojcefl i^/ alfo bat fijne ^cü^iften/ nae be
121
Chryfofth .
•xpof. in
Kleyiic Kcrckc. I
jSiCÖ^iftupre/ göeïijcö Hieronymus göc*
tup0öt/ openbar clich in etniq^e herchen pic-
öen ql\ckf€\\ te luojöen ; ïDefefeg^talDuj^:
^y<3\3etbencht süie öacgljen neerfUj!)
5,UoiU0/ enbe'^nio?gené/ öoeöljp ugljc-
J5t3anu!)frtcin-3rgafn fijiibe onöetfoecht u
»femcn/ enbefrglK: i^ebb' ich tian öaegö
5,in eeniglj bnigl) (Oobt Decbittert ^ ï^thh' icft
jjuöfïetoojöen boo2t-geb?a0l)t ^ ï^ebb' icïi
^,boo2 ücragljtmge ènbc becfupm gefonbigtl
>,if^eüb' ïcït m emigl) buiglj mijii bjocbec gtje^
aitccgl)t ^ i^ebb' icft pcmants faeme boo? laf:
55teringcngefcï)onöen^ ctc- <6nbe eemglje
fonbcn uptgebonben Ijebbcnbe / fo göcüiet
ÖP fngDtingijcn / cn tcaenen upt te ftonm
C Öefclbr, Ende als het dagh gheworden
3)is, fegljtljpboo^t^/ fo obcrDcncftt Ujpöccs
5,0111 bf frlbr bingljcn bp u fdücn / enbe fcgt :
a^lf oe nicpnt gy ijj inn bcfe nagljt boo^gepaf?
„t'cect^ %ebbca nip boof^ rnbc Uupïc glje^
jibagötcn mgcnomcn / cnbe i^tW icït bie
jjgeecn acn-gr l)ouben ^
^0 oocli bc Vioo^gebagljtc Chryfofthomus:
35Baen\i3cmaelttjt/ fcgljtïjp/ aï^ gp fïac?
»pcn gart»..» fo fpaiibt be vyerfchaere ban u-
3>Uie confcientie, rnbc cpfcljt uccïicnfcöap
3jban befelbe ; cnbe Den qnacben raebt / bie
3;)gpobec baglj genomen tjebt/ of bebagöt
wljebbenbe beb^ogl)/ of bcbjoogljcn Ijebbenbc
jjUlnen naefieri / of ontfangöen öebbenbe
jjf enige bccbojben begeerïichl)eben / brengt
55te boo!-fcöijn«»** cnbe ntue confcientie ai^
j5cen Öegljter obee befe faoofe gebagljten ge^
pfteït öebbrwDe/ foboot'fc/ enbe neemt
Early European Books, Copyright O 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckercke. 115
yUSiii %m b\t alle öaeoöeu 0l)f fctiiföf 11 ;
^mtje'tg^m m farchen ban geit Doet/
,öoettiataoeïunöefafCfien ban ub3e 5ielei
,gii en laet gmi ttore öacgen boc^j bp gaen /
,fonöee met uluen hnegDt te reeche lun / op
,Dat be bcrgctemöenttt gem bcrbjcrringljc
,uiöe ceeclieiüng})e bcroo?faeefee ; ^oct
i>oocft ecn peöecDagb \itt feibc met be tian^
: jbcftngen ban utu Ic beti. <een felföen <Out-
^aOer in een J^?eöiHatie obre Davidts tooo?s
len jpf : f i . Mijne zonden lijn fteedts voor
ny 5 nicccht af n bat be i}cpligen ni onbe ti)^
ïen ge tUDonbjaeren tiar re bcugliben tc ber^f
ïljetcii / rnbe l)aeré fcuben te outöoubeu/
iiet, fegljtbp/ gclijckde menfchen nu fijn.
swooia te doen , dewelckc we gh- werpen
Je gecfoglueniiTevanhaerelbnden 3 enöe baec
jpgeeftljpon*^/ nietlieeUangöebaeü nae/
f^bcfenraebt: Hebt gy een boecU 'tlu^p^/
' 5in'C toelehe gp nb3e baegljlicUfcIje eeeffte*:
,nmöenféfcijrt^ l^ebt oocft alfo een boecft
,in utoe confcientie 5 enbefcl)?Dft baec in n?
otoe btiegljürhfebe fonben, nietme (fi gt
,l)P) als gp u nebeclegöt cpu bcbbe.,.. bjeng
JoaïtnbDerfe/ enbe neemt een eeecfteninge
an «bjc tbnben.
cï;>iet anbftö ooeft Bafilius, betoeïcfte aï=
';,bn6 fp^eec fet : ^iében baglj ge-epnölgljt/
,enbel)ctb.iercl? gébacn 13/ fbo if l)et bo^
.,baïïeft / of betaemelicït bat ecn^ mrnfcljcn
„confcientic, m l))} ruft enbe fiaept/ ban
,5t)n eugcn l)ecte gcoojbcr It luoibe»
' Dorotheus , róleïtcc^ ^t>cl)nften gijeïcfen
W02benlnbeBibiioteec "bce JDabecen/ fegljt
bat
Hom.t. ie
Pfal.Xo.
Baftlius
torn. X. d«
inftit. Mo-
m png.3p6
C. &Serm.
commonit,
de abdicat.
rorum.pag
24.5. b.
Doroth.
Doftr. 4.
6c II.
124 Klcynekerckc.
öat be Boo,j-Baöcc^ getooon tDattm bit öac;^
cemnöer en te lecren ; 5öm tooo^Den 5nn beft:
uonfiL '>fn(^ 3datïfr^ bebben onf bicftW^ gije.
V 2p "ï^^t/ op toat toöfe ttjp on^ aïïe bae^jen
„moeten cepnigljen / bot top te toeten be^
«abontöDubertoecftenfonben bpon^feïben/
>5Doe top ben becïoopcn bagö Öebben booi^
>>0eb?agt / enbe toebccom bei^ niojftenö /hoe
„top ben nagöt öebben obec-gïjf ö:agöt
3. ©anfommigöePacpfchc ILèeraeten
oocft befe oeffenmgöe feeraen-geb^onghen/
enbe toegen befetoe to02ben eenig&e ban fiaec
»yoogt) geeoemr» Gregorius fegfjt : <Jett
jjpebermortboo^figljtelicft obertóegljen/ fa
„bie goebe bmgöen bie ö» ban <0obt ent^
»>pngöenï)eeft/ aïöbïeQuaebetinigen/ bfe
»DP <Oobe boo? bic goebe bnigen / boo? cm
»niiaebt leben betgoiben fteeft. Laeren de
«Uytverkoorcne niet nae heten dit dagelicks
wte doen. iim toepnigï) baet nae boeght
üpbfrbp/ bat bit üïergö een epgenff j)aj) bcc
bcrtoo^pene te toefen / aitijt^ guaet te boen /
enbe nopt 't gene fp gebaen Ij^Dben/ te Bet:^
pencftenoftetetjec-ceecftenen j enbe bat öet
in'ttegenbeeïeenepgenfcöap bec uatberfto^^
cene i^/ daeglicks ijaere öanbeïmgen'te boo?^
fnnffeïen/ feiUe totbc gljebagöten toe/ be^
toeïche ben oojfpjongl] ban aire befeïbe fijn,
Bernard de Bemardus Uccft \)itt Op meer baii Op ectte
vuufoiitar. pïaetfe/ hl fijnr ^cl)>iften / acngebKingen :
Jaom Dci. ''^«^^ glKiegütig&eit fitten/ frgljt fm/
55om te oo^beelen ; ïaet öe confcientc fcguï-
jjbiglj flaen / enbe ïjacc fetocn Defcöuïbigen^
«be. j^ienmnt bemint nto méecber / ttie^
„mantfai utogetcoutoec oojbeéïen. épfeflt
in
Kleyne kerckc. 12 f
i\\ ben nmiQcn cm ccftciiinge Dan ben boo2*
icbcn naööt/ cnöe torefl fojööbuïöigt) th
arnöentocfeonienöcnöaöb. <!rpfcötlnöcn
.aljonötrcccftcnüia tianöcn boo^Ieöfiiöag/
aiiJc fojgöttjoo^: Dm toeliomcnöen nagöt.
itóe noch uptö^ucftcfïcftcr op eni anöcc
plactfc : lïc Daegcu al^ gp te beööe gact /
anticcfocchtneecfliffötoatgp geöagt ^tbt/
enöctöatöPöeregötöcbtotJcc öagf)/ enöc
tjoe 0p ben nutten trjt fjrbt aengöeïegöt tot
tjerfecïjgmge Uan ört ecutoigfj leUen. €nbe
ïnbien gp ben felben toel öcbt beurgeb^agt ;
looft <0oöt; ïnbienqnaiiclt ofte fnpniagö-
tiglj/ treurt/ enlaetnietnae ben naeflKi
*^gf) bat te beïïjbm; hibien göp pet^ gjje^
)agl)t/ gefegöt/ oftegebamöebt/'ttoelCi
Re utoe confdentie feer tD^oegjjt/ eet niet
Uoo? aï eec gp fjet beleben fjebt. €nbe toe^
cïnebcrom in fijne bebote meditatiën, hibe
ïcïhe j)p ccn bpfonbec Capittel [jeeft/ leeren^
e hoe den menfche hem felven moet onder-
foecken, aïbu^ beginnenbe: een cu-
.m$ onberfoecfter ban utoe opcegIjtigöepDt /
.b50,ifnuffelt baegbltchö uto leben. 3Let
neerfligf)J)oebeelgpbêcbo,2bert/ ofte öoe
.beeïgp te rugge gaet; f)oe gp <0obt glje^
Jffjcft/ ofongcïi)ch5pt; öoebaenigbgpjtjt
an utoe manieren / enbe Ijoebaenigö ï^i utoc
.affeaen begeert utoe öert^-togten /
,be|iiert utoe öanbelmgen/ berbetert utoe
.gangen, ataet m n nïet^ on-gedifcipiineert
,oberbïpben/ fielt aïïe utoe obcrn:ebïngen
,boo? utoe oogen ; ^teït u felben boo? u feï«
,ben / aï^ boo^ eenen anberen / enbe be^
,fc{)jrpbt fo uïa fetbm/ enbe moe fonbrn/
met
dcvotifl.
cap. ƒ. fol>
197,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Thom
Kemp. <lc
imitat.Chr.
lib. I . cap.
lohClimac.
grad. 4. in
Bibl. patr.
torn. ƒ. Jib.
tit. Seal.
parad.
126 Kleyne kerckc.
^ crnDOUöïgyc Thomas a Kempis frggt
oorft aïöué / ut 51)11 untmimtciiHe ï>occfti3ans
5,DC Naevolginghe Chrifti : ^0 Qljp U fen3Crt
wöoct öct aïrcmet^/ rnbe ten mmflen é\\t
„öargïini ecii^» "ationtjS te UJcten / ofte
„beu tc bo>en / euDe onöcrfoecht'|> De^
„\3ont,^ / [)oeöacni0lj gijp öu|iöcn glictóeefl
5rjt mkJ0d2öen/ iD^ceUcn/ ciiöegeDagteit/
om öat 09 in öc fclf de mtffcgicn Dicïtniaeï^
ten <i3oDt enöc vcmm .ï^arflen Ijcbt ïecb ööc*
Daen.
lohanncsClimacus DïeUoo? öc opgenoehi-
bc0cfcö;rücnlïccft/ (öogö öile syne ^(ijnf
ten niet bcïe fabulcufe en berfiecöe ölnglje u
ba-nicngïu öeeft/ jcnjeh icït 0^ een anöei
pïactfe getljoont ïjebbe) toecljacit t)at Öt* itt
een religieus / baet Qnam/ eeneft
bonbt öetoeïclic een Ulepn boeclijrhen aen fij
ne 5ijbe ï)abbe Ijangen aen fijnen g02beï / hVt
Uieïeïic ( toeet öat lup tnact bcrljaeicn 'tgcnê
BP fegijt ) Ijri baegljlicli^i 5ijne gebagtjten ar n-
trnehenbe/ bic l)ti grtxioon tuas jtjiicngér^!'
lif iicn l^aöcc 't öpeubvtccen. Ènde ick l
bc hem dit niet aJleea , maer oock daér feer ve-
le andere fien doen, ff0l)t !jnl (^^nbé bacc
iiaer caébt Ijii ben meufiijen / UcbeKonmiecï
fijn bUrcijaece faligOept / brie ordre qoeh na
„te boïge n / feggenDc : ^ic ié ben beften
;„\üoeefténaec / Die baegïjUeït^ bet? abanbt^
„Uiel reeeïient fijn Ucrïteï? enbe toinnin0t)r.
,,'tiï)eïehe j3p niet betei* tuetenltan / ban M
boeelije afle tiPten aïïe sijilrbmgen
«en-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
KIcvnc kercke:
1^7
Mepchent IBegeii öefc oeffminge Vxjo^jöt
oogft t^attm Ignatiusban {jaec göepjefeh;
♦toant «« eeit oubt man jijnöe / fegöt
>öenï3efnptDaurouldus, enöemet fogcos
te gaben / enöe fo gcooten öeiligljeit öc^ le^
tjeii^ Ijerciert/ öaböc een boeftie/ftt't toelcftc
ÖP fijne geb,2eecfteii fcfjoon nogij foo felepn/
.oentepcftenbe ; 'ttoeïcfte ön aïé een tefta-
ment {jeeft naegelaeten : toant 'ti^ aen fijrt
Öooft ban bic gene / bie öem in fijne pecftte
bp-fltonben gebonben : op bat be geefieüchc
menfcöen fouben ïeecen/ met toat bierig?
Ijepbtenbefoigemen moet be ceecïtenüige
bec 5ieïe maechen» Petrus Ribadeneira,
bie fijn ïeben befcöjeben öeefit / getupgt bat
Üpalïeuuren fune confdentie onberfogj)t/
enbe bat öp feer neecfligïj boo.jfnuffeïbe toat
pgebagöt/ Vuatöp gefcgfjt/ toat Ijn göe*
aen/ enbe toatlju naegelaeten {jabbé. En-
^5 f^'gtÖP? indien hy in defe heylighe ghc-
^onte verhindert wierdt , fo boete hy dat in
h naefte uyre , ofte ten minften by de eerfte
elegenthcydt. ^00 OOCÏI Rovenius : 5(ae
eenigen i^enïigen fijn gctuoon alle upren
fjaer l'eibcn'tonbecfoechcn/ enbe te becbe»
rren / gcïych gelefen tooJt ban Ignatius Lo-
>la. mat ijitt ban ié / en of tjiec in niet en
eecftteengrootefupcrftitie, (op bat icft nu
ietenfcgge/ bat^etonmogeïich i^/ fo alle
yr en fjjne fjiibtn Op te tepchcncn) ïaet icft
Mn bfeflanbigen ïeefee oojbeelen . g|eft en
'ianljieenietnaeïaetrnuyt te tepchenen/ 't
^ne lohannes Baptifta Montanus banbe
•Wiiften-Iaponeefen , bebjciche inrefl paepfcfj
.jn/ berljaelti i?p/ fp^cecfeenbeban Daere
<0oöt-
DaurouTt
Cat.Hiftor.
cap.j.titul.
fo. 5 5.
Petr. Ri-
bad. lib, ƒ.
ctp- I. ia
vitaejus.
Koven. Uh.
cit. p. 39^.
Apüd W
renium, de
Relig. in
Regn lü-
pOn. caip.j,
pag. 14-8.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
ïig Kleynckerckc.
<6oi)tfaIigf)ribt cnöc devotie , fcgljt aïbud i
5j'3ln't üif gtf n sjjirfe fo gau^u niöe accuraêtj
„öatfc ni Ijarc gatitfcijc Men niet anbrcö
«fdjijufiigeöacntcijclJbnt... ^cnigeöecfeïf
5,Vie IjaDbcii Ijare gefcijcebciie ücïijömilTc xnd
>,bf uict fjacc geli^agt. 3ch toenfcDc öat mp
»,geïooftniagUjo>öen/ öat ich be baegïich-
>,fcl)e otjfccercfteningm ban öare öanbeUn?
5,grnUan een ganfcl) anbcr-ïjalHaec (toant
„fo langen tijt l)abben'fe ger n pMcfïrc gcïjat)
5,m bic fcïjiiften bupbelicïi gcbonbm ïjebUej
„tlii Ijabbcri op bie ordre ijacc fonbni op een
„ycbcc bag acngetqicïient / aï^'feboo? bim
„tijt oui ben agtm of bijfticnbcn bag getooon
,5Vüaccni te bicgtcn.... .fl^acr bat'te öarrc
jjfoubcu Uan agticn niacnben / op ordre üe^
yyti)t$ a£rngctr|icftent/l3002tb2agtni/ bat \i
„infonbccljrit te Dcrloonbrren. <i3n fo ijet
ooch/ bogUïat geloof bc Munnicken en Ie-
fuitcn bcrbinini/ aiófr fd):icDcn bau be boo^t*
pïantüigc bci* Religie in biebcrce gelegen ïan^
Den/ fuïien bjjii/ öooj be^ IJeecm genabe/
tooncn op een anbec plaet'fe. 5^at ban ee<
riige particuliere fonben (toant ban alle / op
clck iiyre , ifl onmogelicft) al^ l)et fonbec JjO"
nen Uonbe gefcljieben / toeï ftan banbe €l)n(^
tenen negijlec gcljouben bJojben / fïaen tón/
^itt D. nietanbece/ feergeerntoe/ ombie in fom*
Voet. an* mige gelegcntljcit / tot onfec mcr rber bcroot*
Sf f^i^r "^oebuigr/onöbjeberboonel)onben;.E^aec
Sf.bOT kop en begeecen niet bat on^ boecjchen/ tot
Bayi. hm bien epnbe geniaecftt / in b^eembe ïjanben
hp ïjonödt faï ftoinen / Datmen baer mebe fal pzonchen,
Sitmad. ^^^^ niinber üJiïlen top bat bit berniengt toot?
P«S 394" ^ niet eenige fuperftitie, en fchrupuleuf heyr,
ebeit
Kleyne kerckc. tip
■Irbcrtaï^ofmni/ 'ftmtoret met onöcr toat
^^Jlcaffe/ bfcbonöenhja^alle uyren (Ijne fon^
^mamutepthmen.
jlléfiiöeingetoogcnil^fiiöcnenbctragljt; Sex-
ricius, öen iloomeurifcljcn Phiiofooph, !jab-
i-^OeDcfe gtjeüjoonte/ öat op't epnöe öe^ ^
^mM/ als^ j)ti örm tot De itagfjt-mflc be^
/ 5Ö"e 3ieïe tjjacgl)i)e : Wat voor quaet
t^ebt gy van dacgh gcnefen ? wat fonde hebt gy
■Éegengcftaen? In wat opfighte zijt gy beter,
i^'ian gy voor defen waert ? (Cxitie Seneca , ölf
JitDan Sextiusünrljoflt/ öcöe oocft felUe Dit,
,^it 5Ön 5öne tooozöcn : <6f n peöcc Dag!)
,bfpïnjt'ich mijne faecribniiin fdben;
, jjet ügijt ban nijjne oogen liieglj gcDaen /
,cnöe mijne b^oulue/ mjine geüioonte tue?
,tenöe / ftoögijt / fo onöcrfoccft' ich ben
>ganttcl)en öagt) / enöc berUjege mijne luerc*'
,ftcnenDe mijne tooo!ben. cf^ïct?berberg!y
,icftUoo?mp/ met^ gaeïch l)oo?bp: toanc
,toaeronitbuöMchecnige bjm mijne ötnae:»
^bngenbzeefcn/ naöien icïi tot mu feggïjcu
jlian ; ^iet Dat gn öit niet meer en boet / nu
jbergeef ïcft 'tu. aBaeclicft bectoonbecïic^
te toojben 5ijn bat ban een =l^>enben / bie on^
tengefien Ijn fo magbtigl) tijcfe / m fo ïjogeit
Beerbigöeit geflelt tua<J / enbe baegöïicFis fa
leel te boen babbe / nogïjtanö öem felben
laegblicb^ onberfogïit/ enbe 31311 gftemoet
iaegïieh^ nep om rcecftenrngbe tegbeben/
teen anbeclight, ban bat duyitere bet nae-
uyre öebbcnbe. 't^oube gbeïMiffebcft be
rcootflefefjanbeboo: oné Chriftenen toefen /
iii't ligr en bevel Rebben bau ^oDe^ IDoojt/
^ inbieti
150 Kleyne Kcrctcc.
inbicn top oitïj Dan bicn Heiden lieten tjefcfjac
men / enbe ih öefen te boljen gaen.
Diog. Li- 5Doölj oocft Dit toaé De pjacnjf fte ban Py-
ert. mviu ^hagoias, euDc Jljnec Difcipclcn : iöautljp
to02t gefegïjt gctooon getocefl te 5ijn Die te
Ijecinacncn/ Dat'fe Dar glich?^ / aïö'fe 'tl)up^
f^uacnif n / iiaer feltjcn fouDen b^aegljen :
Wacr in hebb' ick over-getredcn ? Wat goet
hebb'' ick gedaen ? Ende wat goet hebb' ick na-
gelaten.
Tiutarch. ^1^^^ ^i^» becfcïjeelDe Plato'os gïjetooontc
de uciiitat. niet üeeï ; fo nieniijmaeï aïé lm toaé bp nieu^
^""K'fl ffö^" aetoeeft/ Die onDeI]oo>lich t)anDeïDen/
«xftoitib. / ^^^3 getooon ia't ïjepmelicft
J)em felUen te óiaegfien; Ben ick oockniet
fulckencen? oftCj Hebb' ick niet dicrgelijc-
ke gedaen ?
▼irgii. in <C)en poëet VirgiUus fegt/ Daer fp:eeclit
vócm. dc loan een goet man;
Vir. bon, pym^ f,} dulcem decUnent lumtna fomnuffif
Otnnm quam longi reputaverts aèia diei .
<5>atiö/
Sluyt uwe oogen niet om foetclick te flae-
pen 5 voor al eer gy hebt o ver-gerceckent alle
.iedaedcn van den langen dagh»
<5>efe i;>epDenen fullen opjlaen om on^ in
't ïaetfte oózDeeï te bcrDocmen / inDicn toy
ttogl)Derni|bnooDigen piigl)t tjecfninnen.
i 1. ijier toe bcIjoozDe on^ oor ft te betoegen
be groote pDeUieyt ban bele b:oub3en / Die
Öaeeefpiegeïóaltijtöinet I)aec om-Djaegm/
cnDebpnae êlcft bogenbïicïi Die inflèn/ om
' tt blecftjenö \yam^ aengljefiglit^ af tetoif*
feöen / om Ijace fjapctoel te fejjicften / of tot
eenigö anDet pDei gcb^upcu 5 enDe fouDen ton
Dan
J
1 Kleynekerckc. igi
öan nfrt bargtjlicft^ mfien Drn flpiegcr ba«
<!5oöt^ iDct/ omfonöcrbettoff Dc Uïefhen
oiifec fieïc / niet öetuerche 5P Öacgblicfe^ op
nimto^ hefoetelt tuo^bt / uot te toiffcften I
igoefaï fuïcften ijimïeii naelaetfabepöt Ijooj
onfcn öecöter berontfcöulöigt honnen tooa-
Oen^
III. Jlï^aer ïaeten on^ infonberöepbt Die
beeïtioubigti^ nuttigheden beitiegeti / bit tot
on^/ upt be daeghiickfche onöerfoechmglje
ban on^ feïben / fulïm af bïocticn» J©ant
ÖctDiflcïichöittpeccftenfalon^met ydel zija
in den Heere.
I. ^efe Daegïicftfcfje onbecfoecïtinge fal
üxi^ bequaeni nialtei^enïepbc» tot boetveer-
digheyt, <önbe bat m twee opfigtcm
1 1 #m bat'fe bienen fal/oni on^ teonta
becftenonfefonben/ enbcte boen flen onfeii
^ eïïenbïgeiiflaetcube conditie, toeïchc ié htt
• begin bet faïigl)ept / mbe ben eerflen'tcap
totbetuaerebetonnge; bjantbïe goet bJil
toojben/ moet eecflgelooben bat öp quaebt
ttf , ^it \noit aengetoefen / 9ec, 8. 6. Sy
ibreecken dat niet reght en is , daer is niemant
die berouw hebbe over fijne boofheyt , (eg-
gende y wat hebb' ick gedaen ? iCboonenöe
bat'er bacrotti niemanbt bia^/ bie berouin
ban fijne booföeitbabbe/ jaeoocftnict hon=
be Ijebben / om bat'ee memanbt toaé / bie in
3ijn feïbe neberbaelbe / enbe be binnen ftame*
een ban fijnöertebooj-fnnffeïbe/ fcggenbe/
wat hebb' ick gedaen ? fcgï)t OOCÏi David ,
S^ft I ^9; 59* Ick hebbe mijne wegen bedagt,
cndc mijne voeten gekeert tot uwe getuyghe-
«iiTen, te hennen gebenbe/ bat ÖP mfl fiU
31 2. we
IJl Kleynekcrckc.
ne tomen öabtic mam/ öati^/ne^ftigïl
onbecfogöt / enbc Dat Ijv öoen fijne afbtoae*
ïmgen gcmecrlu IjcbbcnDe / fijntjette bcge*
beiihaööc/ totcen precyfer onöecijouomge
ban <0oöcïJ ilDct. ^^e rcöen tDijjl öit upt :
mm \)oê Uan pcntant fijn leben Uecuetc*
ten/ foïanaD gelooft Dat'ec geen betec
leijen/ Dan öet fijne/ hantoejen^ J^oe tan
pemanötüan fijne fonben bcfeeeren/ fo lanj
QChn I Dooreen toaece onbecfoecftmge fim^
miwxtt Dnnbdieft en toeet/ öat Ijp toaecj
lich toanöcU op Den toegööec fonöe/ oe^
booöt^ / enbe Der eeutoigt)e \3ecDocmeni1ief
\m ónniogeïicïi Dat een DtoaeïenDc cepfigec
ban fijnen tocgl) han heecen/ inDien Ijp üp
ficm fclïien lüet en Dcncht ; ^en icft oocli op
lïenregDtentoegl)ofmct> €öen fo iflooch
met een UerDtoaeit fonöacr geïegen ; ^on^
Der Defe onDerfoeeïünge / fullen ï)em fijne
wegen reght Ichijnen ; Daer Ijet laetlte van die
fijn weghen des doodt, 5^?oiJ. i*- l?pe
janimerlieft beD?oogl3 Den^DnptjeïDe ftercfte
ban Laodicea? roemDe Dat'fe vemjckt
toa^/ enDe Dat'fe geenes dinghs gebreck en
had'de ; enDe onDertnjl'cöen getiuigljDe Ijp /
Die öaer beter feenDe/ Dat'fe mDer DaeDt el-
lendigh , jammerlick , arm, blindt, ende
naeckt was. ü^aerom bjiert'fe fo fetjanDe::
Heft ban Den Sathan beDioogcn^ 't toa^ om
Dat'fe Ijaer niet Daegtjïieft^ onDerfogbt.
roeniDeooeft De fterehe ban Sardis DatTe leef-
de ; niaer Den $>. OJeefl getiipgijt Dat^e doot
bja^/ te toeten/ ïnDefonDen/ ^penb.3.1.
g>o'grof fiiïïen ton ban Den Sathan nopt De*
Dioogen Honnen toojDen / inOim
Kleynckerckc. ijj
taetibMthé onberfoechen/ enöe onfe jieïen
grtucnnentc toepen om reecheninge te ööe*
%ile baegen/ jae aïfe upren (fobaniglji^
onfe b^Dotljf pt) begaen Vuu ibeïc fonöcii/ toeïc*
fee top/ boo? onagljtfannljept / ofte getoelt
ban paflien, ofte om bat top mctonfe gebag*
ten op eem'gö anber torcch ticflgï) fijn / niet
en bcrmerchen / of boo? t)et tegcntooosbige
onbechennen. .ID^aer aï^ top oné tocrch gec
epnbigljt Ijeböenbe / enbe ban nieecbec t)^
(Ijnbe bcpbeUan diftradie enbe paffie, eenigen
tïjt nemen om on^felben enbe btt gepaffeec*
be te Ijecbencïten ; ban fuïïen onfe gebagf)ten
onfefijn/ enbefnllen mïioubt bloebt/ toat
ïiebaert fïjnbe / Me bingljen honnen ficn/
bie t3oo| befen ongefien fjenen gingen. ï^oop
befe neerflïge enbe naiitoe onderfoeckinge fal
on^ ban bnpbeUcft bhjchen/ Ijoe menig!jmael
top baegljlicïtsJ ftrnpeUeïcn in pbeïe gebagö^
ten/ quabebegeecïieïibebcn/ tooo^ben/ en*:
V- 1 be toerchen ; jae ïjoe menigljmael top baeg!>
' KeftiJmbefeïfbefonbe Ijaïlen/ ofte ban gie*
I ngïjeit/ ofte ban onmaetigïjeit / ofte ban
Ö^eftïgöept/ ofte ban eenige anbece fonbe,
lob fnlcften on-epnbïgen f toecm ban fijs
nefonbenfagl) / |ae een Bcpc-ïegec ban ons
naegötigijcitöemomcingeïenbc / foo toïert
öp gcnoobtfaecftt npt te toepen : So Godt
luft heeft , om met den menfch te twiften ,
niet een uyt duyfcnt fal hy hem be-antwoor- ,
den 5 upt fijnen fïaet oojbeeïenbe ïn't gemcpn
ban bic ban aïle anbere/ 3Hob.5?. 3. vDaet
fijnbec onber be Ouben / toelc he mepnen bae
- lob eegifiet: öeeft ban fijne fonben geljouben /
1^ 3 5 enbr
1^4 Kleynckercke.
f nbc bat Wfe QtXmon getoeeft aen te tepu
fecnm / ödijch fccc toeï gebmcfet eïDcc^
gelcfcn te Ijebbe»/ niaec ew toecte nu niet
tajacr. JBpfoubrnoocft/ te cegöt hcnnnis
be toat MtTelicfte fcbepfeïen top fijn / met Da-
vid corpcn / ^f: 130. 3. Soo gy , Heere,
dcongercghtighedengade flaet: Heere, wie
falbcftaen ? ^ict Pf:
Indien wy onfe fonden maer van eenen dagh
Chryfofth . nauw wilden opteilen , dan fouden wy beft
Hom. 20. fien aen wat groote fonden wy fchuldigh wae-
in Matth. j.^^ ^ ^^^j^^ ^^^^ toaccOrpbt Chryfofthomus ;
enöe fofcgt)t ooch fecr betoecoliïich nijjiirn
Bernard. j^Bernardus : 5nbienicït nip nfct iu en fie/
Yotllr.ÏD 5>fo hen icïinnjnfemen niet; enbrmöienicft
12. Quo- „uipbcfie/ t'oftanichmpfeïbnuüctUfcbM'
modo Te ^^gcn. jijcft Viiiibe fo üde buiaeu üi mp/ toelc^
nufamc ^jfte beftL'affutöf cnöe fcfjacnitc toeerbig fijn /
que confi. 5,enbe Doe ich nip nautoec enbe gebupngcc
derarc. fol. „onbecfoeclic / l)oe ich inercbee groutoelcn
5j\Jinbe in be Ijoccïicn tjan mijn ïjecte» ii'^ant
5,'tfcbcctbat icU Ijebbe begljinnen te fonbi^
5,gen / Ijebb' icft nopt eenen bagU fonbec fon^
5,be ïionnen bcuc-b,^engcn / nogljte Ijoube icft
„op om te fonbigen/ maer baegljïiefeé boe kh
„fonbe tot fonbe ; toelefte tooojben/ boglj
met eenige bcranbecinge/ oocïi in Anielmi
Meditatiën te ïefen fijn.
,^>u/ inbien onfe fonben een^ op fulcfeen
toijfetoaerenbooï on^ aengeflgljte / fpfou-
ben on^ boen beben toegen bieefe / pf: 5 1.
'^U ton aen onfe wegen gebag{)ten / top fou^
benbcfchaemt too>bcn/ €5ecl), 1(^*^1. on^
becnebeccn/ enbe geen rulle aen onfe of-
ben/ nogljte fïaep aen onfe oogen geben/
tot
KleynekcicKC. 135-
tot bat top boo? bortbcccbigD^t onfe bjcöe
„Jiaööen niet «öoöt gemaccfet. Befie ick
5jmy felven , fcgijt öe ti002gcöag!)te Anfel-
,5mus, myn gebacubc berfföjicht mp : in-
„bieiHcftmpfdljemet en bemccche/ fo öe?
«bacgöt nip mijne UerbocnicnitTe : öefïe icft
„nip / 'tié een onUecb?acgIjiicUe afgrijfe?
«lïchljept: befieicïimpmet/ 'ti^eenonUcc^
„b^aêgïjliffteöooöt,
1 1 ^cfe Oni^edoechmge/ als'fe beïjooj^
lich gebaen tooit / faï een middel f ij n om on^
tot bekeeringe telepbcn / om bat'fe 011^ fal
tljoonen met luat gcbulbïgljept cnbe langl)^
moröigöcut on^^ <Doöt be i;>eece berö?acgen
fjeeft/ enbe bat (ju on^ / fcljoon m nogl) fnlc?
hen defperaeten fïact bec siele fijnbe/ in ge^
nabe boUen onfe Uecbienften gefpaert Ijeeft .
JBant Ijet fal blycften bat öp on^ menigö^
tnaei geboobt moglit ïjebbenV afe top fjem
tecgïjbcn booj onfe fonöcn ; gelijch bp Èla be?
be m fijn bzbnchenfcljai) / Belfazar^m fijne
otjecbabigöept/ Heiodes in fijne öoogljmoe^
bigbeit / enbe Zimri enbe Cof bi in Ijaece on^
cepnigl)eït. cï^n / toat Cönf ten Ijett en fal
«iet beüen al^ Ijn gebencftt / toat grooten ge?
baec !)P ontliomeii is> cnbe fmelten In trae?
ncn/ ali^ Ijp oUecbencht ïuat gcooteii gena?
be öp ontfangen öeef 1 1 <6nbe Vuat 5iele fal
baec boo? niet betooogen Inosben om fijne be?
Uecr mgc te I)aef ten / op bat |p moeljte of nac
befcnfulche gcUacren tioojltomen/ ofte een
banchbacc ï)erte aen <6obt betoijfen/ om bat
l)p beai foo gcnaebigïjïich gefpaert liceft ^
Rom. z,^,
z. ^efe (Dnberfoeclungöe fal oocU een
4 0oet
Onlmls
gravis an-
guftia : fl
me infpi-
cio,non to-
lero me ip-
Aim , &c.
Anfelm. im
medit.fuii.
Henr. Maf,
Tribun.
Dan.f. 2,5.
A61.I2. 21,
22.
Num.2j.5>
7,8.
fikt Cor.
S. lOt 11.
#hryrofth ,
expof. in
Pfal. 4.
\7,6 Klcync kcrcke.
ÖOctmiööcïVücfcn/ om toeftomciibc fonben
1300^2 te hottien ; enbc dat ooch Uiebccom in
twee OpflcfttCll.
I €>m bat b'untbinbingc ban onfc boo2-
jjacnbe btoacïingcn / boo? oufc oojen fal
leggen / onfe bpfonbccc fmachbcben/ enbe
falon^ boen fien briobc bc berbosbentöeben/
bie on^ foo bafï aenftlcben / enbe b' aenbeg-
tïngen bie on^ menigömacï obecbiinnen»
^nöe aïé bop een^ fien fjoe bjp nnfïepbt fijn /
tnbetoat'et ï^i/ ftoeïclieonébebzoogen en^
öe obecüjonnen Ijeeft ; fo fuïlen bjp bacr booj
ïeeren / Ijoe ton oné tegen bie aenbaïïen moe-
ten toapencn V énbc Ijoe top be toapcnen
moeten l)anbeïen / aï^ 't be gelegentïjeibt fal
becepfTéljen» <öen pebec boojgaenbe btoae*
linge fal on^ toijfer enbe boo>fïgljtigec maec=
ften / tegen ben naefl-boïgeiibe aenbaï,
I I (Dmbat'fe ons/aïé ton on^ met b^oef-
Ijeit bernebect ïjebbeh / bebsèeft fal maecUen
ban nae befen biergelijcïte fmette te Irjben /
cnbebeerbigi) om alle aenbeelitïngen tegen
te flaen . ifeant ton feggen gemennelich /
batl)etgeb2anbelunbtlKtbpcc b?eejl; felbe
öecft'et tot'et biec niet naeberen . .élemant
fiil ooclt foo genegen fijn om te fonbigen / nt*
bienljptoeetbat öp bmnen vier en twintigh
uyren 'fal tot becbêtecinge moeten ftomen /
enbe gcflraft toojben boo; bet recljtbeerbïge
bonnis bvin fijne eugen eonfcientie . Chrilbf-
„thomus beeft feec toel gefegl)t : <De 5iele be^
„bjeefl fljnbe ban't bonni«' / ofte gecigljte
„ban gifcrcen / fal tcaegec toojben om te fon-
^jbigen/ op bat'feDviet niettoebec onbeclja^
a>bigü &et felbe bonni^ mogöte maechen /
rnbe
I
Kleync kercke. 157
. jjgegeeflrït mogljte too?bcn* Als wy voor-
leden Tonden betreuren , fo fluyten wy de toe-
komende uyt , fcgfjt Ambrofius. 't<^€m AmhrA.
SenecabmiDcn too2ngffrg[)töecft/ i^mbe^ ^^"^ 4-
fcn opfigïjt toaeragötiglj ban alïe anöece fon^ Tcïo i.^*
hm : Den toorn , ffgljt Ijp / fal ophouden , ' *
ende faghter worden , als'fe weet dat'fe een
yeder dagh voor den Righter moet komen .
.f^iemanötfaHigijtrticft bctooogen tDozöeu/
om öie fonöc Jjaeflcïicft Vueöec te Doen / öe:= Libr &io«
fupr. citatt
lick/ mbe met ruïchen grootcii befdjaemt^
fieitöe^aengcfigl)töbooja3oöt öe i^^eece be^
fdnm Ueeft, o^nbe foó faïöoojöe|egcbnn*
ngeoeffnnnge be ftoutigheyt ban ome foiV
ben feec m-gebluongen \u02ben; a5cïijch op
eeii pïaet^ baec een geflcenge cnbe neecfïige
Magiftraet / bc ïjoeörn öaer becbecgen /
brrmmbcct bao^ben / enbe groote flïlte i^;
5tlfo bjojbcn oocït bc fonbcn bebjeeft / aïé'fe
bacgbïicft^ tot bc bnccfcljaerc gljctrochcn/
enbc ban een geftrengen üigïjter nan\o b)02-
bcn onbecfogljt; fo fal be ftcagljt ban onfe '
mwoonendebecbo:bentl)eitmcec enbe tneer
tnoibcn bccfbiacftt / ntbe be fonbe in oa^
baegïicri,^ geboobctbjo^bcn.
9. ^e bcljoo2Ïicfte betcaglitinge ban bit
icercfi / fal onï? br f bjacfïöebcn enbe ftcuuc-
Iteïingcn ban onfen ebennacftcn / met meer-
Dcc mebe-boogentljeit boen bcrb2acgcn« <Bit
geeft Pauius teberflaen / aU !)u bc mcnfcl)cn
tot fagftmof bïgöeït tegen anbcre opbjccltt /
öoo^j bcfe acnmcccftinge / om bat bjn oocft
eertij ts onwijs, ende ongehoorfaem waeren ,
31 5 etc
138 Kleyne kercke.
ttu Cit. 5. 2. 3. oBnbe toeöecom <Öaï. 6^
I . Indien een menfche overvallen ware door
eenige mildaet... brengt den foodanigen te
rechte met den geeft der faghtmoedigheydt :
fiende op u felven , op dat oock ghy niet ver-
Bernwd de ^^ght en wort. <Bm OUöeil ÜCCracr Bernar-
vitafoiuar. dus ntcrcïit actt / öat al^ Paulus l)em bcïjjöt
ad fm. de |^ voornaemften der fondaren te iïJefen / j)p
monieDei gcfegljt Dccft iiict balfcöïicft/ ofte upt
er niglj ï)»ïf fii0bf / «i^^'c upt ccii gevoelen
enbeagOthige/ 'ttoeïcheöpljaöbeban fijne
cpgcn fónDeit Want die, fcg^t^t InV door
onderfoeckinge hem felven deur en deur kent,
meynt dat niemants fonde de fijne gelijck is,
dewelckc hy niet foo wel en kendt , als de fijne.
<en toaerlich \13at ié ö' oo?facchc / Dat De
nienfc{)cn foo meefteriick , foiiDet cenige mc-
de-doogentheyr, anDcce ijccoozDecïeu ^ ^it
ftonit üecltijt^ necgen^ anDer^ ban Daen /
DanomDat'fcfdöcnuUjaec feVoew trr ncDcc
baden/ cnbeljacvecngen fonbni Doozfnnffe?
ïen; iMecom UirljefTcn t\i Ijact fo b\uactlicfe
htiom anDete ; Daec Ijet geüorien ban ïjacc
epgengrbjeedten/ 't tneidte Doo? Dcfe fiftin-
ghc Der 5lden homt / tjacr ncDccigl) foube
maccïicn in !)aer epgen ogen / enbe barniljec^
tigljontcentanbrre.
4. !:^nbirn üjp foo bacgliïïch^ onfe fonben
ïlueHm cnbe bcftcaffen / fofuücnUnibcnSa-
than ban fijne hoopc enbe oogljnirccii becfie-
ften ; enbe befe bacglicftfdje reecUeninge niet
on^ fdUen / fal on^^ tegen fijne aenbecljtin^^
genban baanliopc bcrfceccUen.
I JDy fnUen ïjeni ban fijn hope berfte^
to/ enbe maecften bat ÖP nopt ober oné
fijne
Kleynckcrckc ijj
'fl/rteoubcöcerfcöapppctocöec htijqe: toant
noj^it faï ober onfe foïiöcn öe ^oime onbec«
flaen ; top fuïïen bie öoo? öen toacren geïooUe
in Chriftus , Doo? ecnftigc tcaencn ban boet^
toccr biaöept/ enbe bpecigc 0cbröc« tot <0obt/
tocifoeueii/ eecbJbon^totöet fïacpen bcgc*
toen ; enbe foo m (uilen bjp nopt den Duyvel
laetfe geven , <Öpl), 4, zj, a^eïljch m
cüuiifm/ öaecbebienflniactjïjöcn aïïebae<
gen/ uptaïïcöoccïienb^biiiiiigljept nptbee^
Qcn/ gccnfpïnne-tüebben geflen cn tebeni
ifo oor U öaec bacgtjlir hé öcfe onöerfoecftin*
c geöacn too^t/ öacr tbo2t Ijct inluenbige
ijmi^ gcccirngljt / enbc ben Ijeïfcben Spinne-
kop ïmi geen geïcgcntitjept binben / om baec
Jijneboobdichebjcbbcn tc fpïinicn cnbe upt
fte b^cpben j gccne fonbcn bïnben baec een
gecufle bjooninge ; fp tuojben unt-geUïo?pcn
ree bc §)onne onbergaet.
1 1 lil^aee ooeh befe bargïichfcöe reke-
ingcmctou^fclben/ faï/
I oBecfV een middel fijn/ om ons te
fleecïien / tegen be^ ^nnbeï^ aenbecljtingen
ot wanhope, 3©ant oin bat Vtip fo mcnigï)<
laeïljebbcncecrfteninge met onfe sieïen ge**
Öouben/ fo öebben top een recljte feennifTe
oan onfe fïaet gehregen ; top hennen onfe
nben/ enbebel)oebanïgïjeptberfelbe/ en*
«e bacroni fuïïen top nïctfo ïigijteïicït ban
ben Sathan beb:oogen toojben / aï;^ öpTebec-
ftoacct/ enbe m een fcïjjicïieïicïie gebacnte
000; onfe oogen fleït/ gelijclii !)P pïeegö in
xjticn ban bcnautotöept te boen.
I I 't^aï/ten tweden, een mibbeï fijn/
mon^ m tijt ban aenbecljtinge en b^jeefe/
te
V
I : .
1^
140 KIcynckcrcke:
tebrrtrooflen/ omöattoiatufrcöen onfcjic*
lm enDc 4i^oöt aïïc^ ftebbeit effen gbcmaecftt.
5Cï^ top onfe fonöc n Rebben bcieben / on^ fcU
bcnbeflraft/ enöetot<0obtblieöen om bcc*
gebmrje / fo bebben top fijne beloften ban
fiuïj t-fclieïömge enbe jjenacöe ♦ ^nbe ban
toeten top / Dat onfe fonben/ ïjoeöaemgö
fpoochfljn/ oné nieten ftonnen befcöaebï-
pen/ ombat'te''ï3obtbergebenbftft. ^n-
oeöitfaïon^ een grooten troofl fijn m tijbt
ban aenbecötlnge enbe benantotljept ; on-
trent toeïeften tiit een weynigh üjebe bet con-
fcientie, meecbet toeetbiglj ban be ghcheele
hjereït i^. 3ae l)p bie getooon gfjetoeefl
een baeaDïitftfrÖe ceechemnge niet fijn epgeu
jieïe te gonben / faï op 't gcfigöte fi(nrc fon-
tien betooogen too^ben / om eecber 45obt te
roemen toegen 3ijne genaebe J om bat bp'fr
Ijem bergeben Ijeeft / ban te toanljopen ban
fijne genabe / toegen b?eefe bat öPle öem
niet en fal toilïen bergeben.
^efe baegbïiclifclje onbecfoecïiingöe/
faï on^baegI)ïichïj grooten tcooji / enbe een
foete gecuftigbcpt aenbjcngen / aï^ top on^
nebaleggen om te flaepen.
I Sinbien top fo geincïngl) fon/ bat top/
na onberfoecïtinge/ onö ban gtobe fonbe niet
betoufl enbinben/ jaeoochbecmercftenbat
top aï enigen boo^Jtganc ft gebaen bebben in't
öecflcïicfteïeben ; foftonnen top onfe 5ielen
bectCOOftcn; toant hier aen kennen wy, dat
wy in hem blyven , ende hy in ons > om dat
hy ons van fiincn geeft gegeven heeft , i, 510(1.
4. 13» iDp mogen tot onfe jielen hiet ber-
M« 4; iT. yenginge cóepen : wel aen, gy goede ende
ge-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klcynekercke. 141
getrouwe dienftkneght ; Ujant f\i(t uyt wetea
wy jdat wy het eeuwige leven hebben , i .^OÖ»-
1 3« ^iet Rom. i. Mare. f , 3 34,
II <6nöe j)of gccufleïïcftfuïïentopon^
an op onfe betidrn lionnen ter ncDec leggen I
David fegi)t J^f:4. Spreeckc in u-lieder
herteopu leger, ende zijt ftille; IDaet 03
feïüe öit betcagöt l)ebl)enöe/ befïupbt bie«
Pfalm met öefe tooojtien: lek lal in vrede t«
• faemen nederliggen ende flaepen . ^le itl
redetDiïflaepeu/ enöeop Davidts peiMuVuc
tec neöediggljen / moet oocft ïunflccemiae
Davidts raedt» ïöaci: geen bitigl) öateenjJ
menfcfjen bebbe fo fagjit / nogö ftn fïaep fa
éoet ftan maec&en / a\$ een goebe confciendfc
Ifeetié/ ffgöreceen/ met be fonden, gP% suavfu*
Itjcftmetbeforgen, bepbe ontflelïen fti een^ -lormiunt.
menfcljenffaep/ bepbefijn'fe oncuftige tieb^ Sint'cSl
be-maet^ ; becbaïiaengeïijcïifpfoeteUchflae?
pen/ bie tjaece fozgeninöaecefclioenennes
bec liggen j alfo fïaepcn fp oocft met be meefle
öjebe / bie geen fonben met jjaer neberïeggen ^^rtMar».
omtefïaepem iCotbefulcfeenugljmenfeg-
flen / 'tgene Salomon fp?ac{t / 5,200.3,14,
Soo gy nederlight , en fult gy niet fchrieken ;
macrgyfuit nederliggen, ende uwe flaep ial
foetwefen. ^f: 13.4.
I I I 3|ae top fuiïen niet aïleenlicft in b?e*
.e fTaepen ; maec ooeh onttuaeeften / enbe
opflaen met een U^oliehee l)ecte/ enbe met
meecbcc üccöoebinge geUjapent fijnbe tegen
be fonben ban ben tjolgenben bagó. ^f^^f»
6. (Doch befenuttigöeutfuncn top unt be*
„ baegbïicftfcöe onbectoechinge onfc^ feïfS
liietli^pgen 3 botal^topi^an ben igeeee g|ge«
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
V
/
r.
142 Kleynekerckc.
tuj^tigïït / etibe met f toaece tegenfporöen
0eö?uchttoO2i)en/ ton niet en fwllen betten
murmureerenteöen <éoöt; maec top fullen
on^ftrup^ gcdulDigö U^aejjen ; 2|a onfeüeeï^
bouöigeenbeftoaerc otjertreöingen bemecc-
ftcnbe/ foofulïen ton in onfe ftecten behen*
tien moeten / Dat top tieeï Ijaröer coeöen üer?
ment öebben / enöe fullen <0oDt^ groote
tiacmöcrtigbe|it/ ooclunonfeftoaerfle Dec^
bjucïnngen/ met Uoïlen monde coemenen*
beprijfen. ^l^ top onfe wegen onderfoec-
ken , fo fnïïen top niet be ïiercfte feggen : wat
klaeght een Icvendigh menfche ? een yeder
klaeghe van weghen fij ne fonde. Het fij n de
f^eder tieren thcden des Heeren, dat wv niet
erniclt en fijn , dat fijne barmhcrtigneden
. geen eynde hebben. Ïllae0l)l. ^ 3 9- 4-^»
/■ 7. €pnbelttft/ bi'too^Deeïen Ijan oné fel*
brnopDefe topfe/ fal een miböeï toefen om
<BoU§ f toaccber oosbeel / en in bit ïeben / en
infonberljqit nae bit leben/ booue Uonicn.
. / ^nbien wy ons felven oordèelen , foo en ful-
len wy nictgeoordeelt, noglj met de wereldt
veroordeelt worden , i» Co?. 11. 3^»
<0obt toil op b' een of b' anber toijfe onfe fon*
Den ontbecftt / enbc toegen befelüe on^ oöf r==
tupgljtenbegeoo2beelt gt'öben; enbe inbien
top'fe booïtbjengen / enbe ontbecïten / ïjp
prov i8 1 3 faï'fe bebecfteh; inbien top oné fctoen befcljul^
pfai. 3a. bigen enbe berboemen / öp fal on^ ontfcljiu-
jiQh.i. 9. öigen enbe ton fp>ercftcn; enbc inbien top on^
toegen onfe öberaTbingen llraffen / !)p falT<^
üergeben. $>irr op brfïnpbt Chryfofthomus,
bat een menfclie / inbien lip bit toeccft ber on?
berfoecïlinae aïïc baegen neerfligü bebe / blp^
niocbijjö
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. ^43
1tioebi'0|J moöötc flacn booz De fcÖJicRfHcfte
üperfcöarre tjan be» tocftomenöni i^igfttrr.
55<Ötibe op eenanöecpïaetfefegljtfjp: 3laft
„eenprgeïïcftöan in (ïjne confcientie neöer= h!^^°^\a
„baelmöe/ filuefonöenncrrfïeïiclt oljcrtoo^ rq,^'
5>gcnfjeliïienbe/ öemfeHjcn af-epflfj)eii een
„naiitoeceecheninge ban fijn Ijooigaenbe Ie-
5>Uen : opbat tup ban oocft niet felöe ber boemt
„en tuo^ben / al^ 't oo?beeï bec gantfcöec
>,toeceït fal gefcöieben» ^at getoiffelicft/
oin met Bernardus te fp^eecïten/ een goebt Bemard in
oo^beeï/ 'ttoeïcftetioo^homt<0obf^oo?beeï/ canc.fMm.
enbe on^laan't frlbe beUjnbt
mm inbien tup befcri pïigfjt bcrfuumen/
fofaïlni'feinfljn epgen öanben nemen; bn
Jai beloeckinghe over ons doen , enbe On^
^doorfoecken met lanteernen , ^epö* 1. 12»
W3obt faï tDoonen bat ÖP aller onfcc boofheyt
teedaghtigh is, tof: 7. 2» ï?p faï on^ onfe
/londengewaerboentDOïben/ alsYe ons vin-
tden Tal , .li^nm. 3 1. 13 . ï^p faï on^ ftrafFen,
ende ons unfe fonden ordentelick voor oogen
ftellen, J^f : 50. a i . fa( een yeder werck
inhetgenghte brenghen, het zy goet, ofte
hetzy quaet, (ecd. ii. 14: %\^\m^ tit 002-
becï enbe befe onderfoeckinghe fcïiioomen /
ban Öebben Üjp te tJ^eefen het oordeel des gro-
ten daghs, 3,'Ub.(^. enbe een onderfoeckinge
--etgeeffelen, ^ct» 21. 24. (önbe aï^ onfeil
^Obt tot fuïcftcn onderfoeckinge treebt / O !
wie fal ban den dagh fijner toekomfte verdrae-
gen? ende wie fal bcftaen, als hy verfchijnt?
JBaï.5.2.
^pt aenmecchinge Dan aïïe befe nuttighe-
len, foomagtjicïi tot u-lieben feggen aen*
gaenb;
1^
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
DifEcile
«ft fe nof-
fe , fed bea-
•X
'.1:
144 Kleynekerckc.
gacnöeDcfeocffenmaöe/'t genecm^Mofct ^
füiacU tot Den Ifraeliten , Ut. 3 47. ^C'
fe oeffenülfle en geen vergeefs ding voor u-
lieden 5 maer het is u leven ; CUÖe ^itt door
fult gy de dacgen verlengen in een gcfegeniJCtl
enör faïigcn fUet tot iu eciiVoiööf Pt- 't 3^
tod l)artl)emfdUnitc tonen/ tnacc ebm^
kuel fali0l) / öelijcU'cï een fccc tod gïjefegbt
Dreft.
I V. IDp onöerfoccïten Dicïitoiï^ feer nanto
onöUgöaem/ möe'tgme Dient tot gefont*
ÖeiitUan'tfeïVie; topfpeuccn ooch tod tieïr
anbcccönigrnbuyten on^ nae/ tragDtenOr
aifo onfe wctcnfchap re vcrmenighvuldigen ;
en lullen toy öan ö' onDecfoecïünge "om on^
fetoen/ en \3an onfe jide öerfnumen^ !3ae
toaeroni fuïïen toy niet Uan D'onöectbef ïiuige
onfe^ feifö alöec-eecfl beginnen > be toec^
(lanöigljê onder De i^eiiöenni befe gulöc
füjeueHe fea* Uermaert getoeefl : kent u fel- i
ven» ^11 ertoDen'et alleen Orakel, of
<0oöt^-fp2aeeft / öan Den ï^emd afgöefto*:
men / enbe engenöen l)et met gouöe ïette
een aen Apolio toe . toaeren gctooon
tefeggenj Schut om u felven; enbe anbere
toeberom toat anbec^ ^ Demonax gebjaegljt
fijnbe/ toannecchp begon te philofopheren,
antto002be : Doen ick begon my felven te
kennen.' 't 31^ be grootfte wyf heyt > hem fel-
ven te kennen, feubeenanbcr. ^n faegen
cenigec macte bc boojtreffdichfteit ban bit
ftemiiffe ; boglj miflcnTe ebentoel ten princi-
paele. Ce ftennen be toonbcdïdie formatie
rnöe't faenien-boeginge ban aïïe ïeben be^
menfcijdichen licftaem^ / Ijct gcefl elicftr toe-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
m
Kleyne kercke.^ 14^
tnberrrbcïicfte jicïc/ met &aet natiinrïijc- «fJ,A^'"'
le hcagljten enöe Ujercftmgen / öoutnieti bo^ cSp!
no?cenJ)eerïijche/ feec geneugljlicfte/ en= scref
DemenfcJjentueï-ljetamenöe toetenfcöap.
HUecïcp anöece tuijföeit ïjceft öaere eete /
. hiöe tüo?t in groote agïjtinge gejiouöen
I laereüeftiebbrc^. IBaec/ fegbt een npt-
I imntenbt man / be hennïfle Uan ben geefle^
I ichen flaet be^ menfcljej^ Uoo? (0obt/ ban
I le mnerïjjcfte geïegentfjeit be^ Darten enbe
mMt confcientie , ip fo Ijeel uptnemenbec / algl
■%e falige eeutoigbeit ben tegentooo?bigen tïjt
f •ibectceft. Chhflus fegijt / .ïlSatt. i^. 17.
Watbaethet een menfche foo hy de geheele
iverelt windt j ende lijdt fchaede fijner ziele?
toat baet Ijet een menfrlje oocft of ïjn beel
lerjïaet banbe gcïegentljcit enbe ftcagötcn
icr natuyre ofl])} beel weet te fpreecken van
leboomcn, van den Cederboom aen , die op
icn Libanon is , tot op den hyfop , die aen
' ;n wandtuytwaft: mitfgaders oock van hec
ree, ende van het gevoghelte, ende vande
Kruypende dieren , ende vande viiïchen ; of
)P %!) nogï) tïcrïjeft enbe f ineeft tot aen / jae
loben be |ig!)tbaere öemeien / beel toetenbe/
iïiflenbe / coemenbe ban Ijet toefen / be ftrags
fin/ begrootte/ ben loop enbe be Jjoogljte
' è«ec lugljtige licljaemcn ; of Ijp flglj onbec be
IfBngelen fet / nibe Ueel ban bie gceflelicfte
I •ubftanticn pl)ilofopl)eect» ïl^atbaetljet eeu
i .nenfcl)e/ of lip baer al op Ijet befte m erba*
■♦en / enbe boo^t^ alïc b3ctenfc!)apprn Ijccft;
■ b bponbectutTcben (jcm felbc niet en itent/
■ fiogl) fijnen epgen flaet beljoo2Ïkft toeet; fa
' |)p alle anbete henbacr e faeclieh boojblicgftt /
I ^ enbe
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC.
images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrcke.
enbe ïjem fcïbf n ontatuffcïjm mif-bïfcgöt/
fegöt ïïicn opgïienieïtcn feer göeïeecöcn enbe
bjoomcn man ^ <ii:nbe em ander / Daniël
O Diicke bijckc, öïegenoeölj öoo^fijfie^cöMftcn hc-
ct^^an jjftf nt : ï?et gcttioct Ijeeft bele betoegbim
möconimcftccnnflen(feg|)t!jp) maec
' „De befte fijn/ toanneec jjrt in Defe flatiglje
„enöeecnftige betcagljtmge figlj heert enöe
„refledeert Op tjeni fclioen. Hnöer toat öeeft
„liet te bebupöen/ Öat'et ophlimt tot möe
„feemeïen / ïjet gaiitfcïje aertrocft omme-
„ïóopt / ober De ^ecn tjliegljt / tot inöe Diepte
„tjaiiDcn afgronbt ueDecDaeït / inDicn l)et al^
„DU!^ öuptcn befigïj fijuDe/ 'tljup*^ ïeDtg!) /
jjenDe aiiDere Dingen toetenDe / ontoctenDe
bïijft tan !)em femen, €nDe fo ïjaDöe booj
f)aec mijnen Bernardus gcfeglit, Traght u fel-
Meditat. yen te kennen; omdat gy veel beter endeprij-
«pT^fül. Telicker zij t indien gyufelvenkendt, dan in-
a/7. ' ' dien gy , u vcrfuymende , kende den loop der
fterrcn , de kraghten der kruyden , de com-
plexie der menfchen , de natuyre der heeften,
ende indien gy hadde de kennilTe van alle He-
melfcheende aertfche dingen» 't^J^feectoel
geoojïooft ttjt te örfleDen / om Die natnnrïiCs
ïte Dingen teïeecen hennen ; macr fn moeten
onóljerte niet Ijerflieïien/ ncglj ouDcrD^uc?
ïien; fn moeten alle onfegeDagOten niet te
tiangen/ genie aen^öoDt/ nogijte aen on^
fefóen oUecïaetenDe. Gregorius ïjeeft feec
toelgefegljt: In defe fightbare dingen die wy
fien, wortonshertebuyten hem fel ven ver-
ftroyt, ende terwijlen dat het van buyten be«
fïgh is 5 fo vergeet het al datter van binnen ge-
fchict. (CotDefiiïclicmagömenfeggen/ ai^
Kleyne kerckc. 147
Demonax, gcbsae^öt fijtiDe/ of ttf toerrit
ten 5idc ö^^bde/oftc of' fe ronbt toaé /acrbig!)
anttoOO?i)e : Vos de mundo foUictti cfiis , ^ vef-
tram immunditiem non curatisy lé/Gy Zij t
bekommert met de werclt , ende op uwe eygen
onreynigheyt en paft gy niet.
V. onberfocclicnoocftte mrt^ anöe^
re mrnfrfjen fcec nauto, mt fomtïjöt^
oocft ban nooöen; Paulus begeert Dat eer^
te Diakenen beproeft fuUen worden , en daer
me 5 foo fy onbeftraffelick fijn , dienen,
€im. 3» 10. ifp feïbe feght / ^. €0?. 8. 12.
Wy hebben methaer gefondcn onfe Broeder;
weJckcn wy in veele dingen dickmael beproeft
hebben , dat hy neerftigh is. ^itt u'Jofi. 4»
I. .fDaer niet feïöen gebeucret Dat top on^
Öierm befonöigen/ onfen naeften enöe fijn
öoen onöecfoccrienöe / alleen om floffe te
Öebbenoinonfeboofe gebagbten te boeDen/
etc. .fX^aeriftöanmctbetaemelicïi/ jaebeeï
betf r / bat tou oocft on,^ fetoen / jae oocft toei
opöe eerfle piaetfe bepjoeben/ enbe onber-
foecften^ Plutarchus, eeni^enbenfeö/ boej
uptmuntenbt ^eb^öber / liaect niet fonbec
rebenfeerftoaer upttegïien Die gijeene/ bie
bimten curieuflick aïïebutgcn onberfogljten/
enbe b' onbecfoecïtinge ban baer engen 'öerte
geheel berfupmben, 3cft en han nip niet
cntf)o«öen/ ofnioetoocft (ijne giilbe tooo2=
5,ben all)ier npttepeftenni : Verplaetft , fegt
v>Öp/ uwecurieufheytbanbie bingen toeïc^
'5;ftebnpten fijn / enbe fteert'ff nae binnen ;
5,inbicn gp bermaeeft fcïjept m't berbanbeïen
„ban een Hiftorieban qnabr bingen / 'tbnp^
Öebtgp boo? u een obecbïocbïglje floffer..*
ITc nemo
in fefe ten.
tat defcen-
dere,nemo.
Scd prxce-
dent; fpe-
Aaturman»
tica tergo.
Perf. Satyr.
4-
riutarch.
de Curie*»
fit.
H I f
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
b
143 Kleynekercke.
5,§)0 bed tajatcc afê'ec bïocpt om öe (labt
5,Alizona, fotel bkcöcteti al^'ec gronrien
f,opeeii oBiJCftcn/ fogcooten menigijte Vjaii
jjfoubf n fuit gil in u leben \)mbm / enöc bc*
jjtoermgcninugcmoet/ möemifbaeöcn in
5,uUipïiöf)tcn..., ^eUenflcc^ öoo? bctoeïc*
„UegninDclJiuicterict/ fluptbietoe; opent
>5anöetcbe\JüelcUeu lepöcii nae u\i3 binnen-
jjhamet/ enbe familie: ^eïuttom öie Din^
j^gen te toeten enöe te boen / faï baer geen
>,omiut/ maec eenfeecbojberïichenbeljepïf
jjfaeni toereltbinbcn sDe Lamien, ge«
5,ïijcïuncninDefabulenleetl/ fïïepen't öup^
jjbünbt/ bacceoogcn m een ïioffecUen göe*
ajflooten Ijebbenbe; maec aï^'fe upt gingen
3,fofettebenfp bie toebec in/ enbe faegljen:
,/?iïfobcceiiDtoocanneen pegebcft ban on^
jjtigb nicuf-giccige oogen nae bnuten enöe te^
5,gen anbece. .^ijne eygen fonben en pet bP
j^niet h enbe baec ban baen ïfl bat een curieus
„menfcö fijnen bpanben p>ofi)tebcher/ban
5>{)em feïben toojt : toant öaec-Ueber faecben
„becifpt ï)u / nibe b^engbt'fe boo? ben bagïj /
j^enbe tljobnt baec toat'fe becmpben /en toat
5,'fcbecbeteren moeten; maec be fijne gaet
ten gcooten beeïe 30? bp / enbe fiet'fe
„niet/ alïeenbefigb ftabe om te toeten be
„bingenban anbece, (DetoitTeïica een niet
ban aï te toaecagbtïgc hïagj)te.
V I. ii^pnbrïich / gcïych anbece Ijnp^-ocf^
feningen inet geen bnigbt bcccigbt ftonnen
too^brn/ fonbei öcrcdnbecfoeelunge/ alfo in-
fonbaöeit inct Ollfe Huyf-ghebedcn.
men boo? fijne oogen fiet De gcoote ban onfc
fïenbigöeit/ enbe mnngötebec fonben/ bie
men
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrckc. 145
Itim op bien Daji) beb^etim ötcft; (D ban Raii
men cegj)t uyt de diepten tot den Hfeere met
pavid toepen / enöe fjem met lob in ftoffe en
in aflche vernederen. K ï$ men (let ï)Ct <DocbC
iïatmenöoo?<0oöt^ 45enabe gebaen Jjeeft;
ban mèn recjljt bequacm om met be sie^
ie benl^eeretep^tjfen/ enbe fijnen veelvou-
digen lof te tjerftonbigen. ^le hragötelïcft
en beöoo2licli faï ÏJibben / moet niet alïeen
eengemeyne, maec een byfondere feennifle
ban fljn^ bpfonbere fonben fjebben. €nbe
fcuat een byecigöfpt enbe kraght bit ben gebe?
ben toe-b>en3tjt / honnen alïe a5obtVj?nfi[Ö=
tigebetcagljtec^ ber toaere a5obtfali0l)ept/
öie ongettorjflFeït öiet op agt negeijen ftebben/
getuugein
^it fijn be redenen, boo? betoeïche Vop/
tot betragötïngöe ban ben boo^-gljefleiben
plïgöt / bet)oo?ben op-gekoecftt te toojbert,-
Cotbetet onbercegïjtinge / enbe beflieringe
beceentjonbige/ ïnbit noobige toerrh/
lenUipccn Uietniigï) nabrr enbe binibeïicftec
becftïaren / bie buigen Uieïcïte Ijet vóorwerp-
lel ban befe onbecfoechinge 3ijn ; enbe bie
ftebbentopgefegjjt bepbe goebeenbe quaede
te toefen. IDp toiïïen'jc een pebcc in't bnfon*
ber in aenmetrftinge nemen / eerfl be qiiade ,
enbe baer nae be goede toercïien.
I. ^nfeciuaebetoereïmt/ of fonben /be*
treffenbe/ baec in moeten top in'tgemeyn
öenmeeehen befe bolgenbe regulen.
1. H^p moeten on^ footoeï onbccfoee*
feen/ bclangenbe onfe nalatingen ban pïiglj^
ten/ aï^ pieginghen ban quaebe bingöen.
J©ant in öet laetjU oojbeel / fal bc ^ecte niet
^ 3 Siiimi
ifo Klcynekercke.
alleen bomiiflc geUen tcqm becb^ucltingen /
niooibccpcn / cooljcriien / enbcbiecselyche/
niari: ooch tcql^m^ onlïacmbnrtigöeit / aï^
f)Ct niet fpijfigen van de hongerige , Ijet niet
herbergen vande vreemde j J)et niet kleeden
vande naeckte , |t)0t niet belbccken van de ficc-
ke, etc, Matu zf. 41» 42. 43. €nöc fa
ttioetcu\i3p/ alp top oué fclUen oo^beelen/
niet alleen beflcaffenon^ befcDaeDigen ban
onfen nacftea j niaec oocïi om Dat top Ijem
met geholpen Ijehhen y niet alleen om bat top
onfen nae^en gelaftert/ maec ooffe om bat
top (ijnen gofbcn naeme niet Uccbebigöt
jbebben; nkt alleen om bat top €>obeö iBoo^t
becViolgOt l)ebben / maee om bat top oocft
öooftfftoe niet bcebojbect ftcbben j enbe fo;
boo^t^ in alleanbecebicröelyeaegebanen.
2» 3I3p moeten aennurelien niet alleen be I
fubftantie ban onfe fonbcn / maec ooc bc
omftandighedenban befclbe ; gelijcH be peCö
foonen/ bentijt/ beplaetfe/ enbe maniece
ban boen / etc. Wam alle befe biböen hon^
nen onfe fonbe of beef toaeeen / of becligötem
^0 fien top bat ludas berraberpe f toaecbec
too^t gereecltent/ om bat Ijp toa^ een ban
Chrifti gemepnfaeme b?ienben/ welcke fijn
broodtatt, ^fl^u f 3»i8.
^^^v^anafTes af-0oberpe toajS baeiom beel
te fclj^ichelicltce / om bat l)p be ghelijckc-
niffe eens ghcfncden beeldts , die hy ghe-
maeckt hadde 5 ftclde in*t Huys Godts, vj^n
het welck G odt gefey t hadde tot Dav^rf , . ^nde
tot fijnen Soone Salomon 5 In dit huys , cnd^
te Icrufalem , dat ick uyt aJlen ftammen I/raels
verkoorenhcbbe, fai ick mijnen naemfetteu
tot
I Kleynekerckc. tft
tot in eeuwigheydt. 2. CÖJOn. ^5» 7*J^t,
fcD^eeDcljanticimge bet Sioöèn toaé baccom
te öatclicfta/ om Dat/ aï?Te öaflcben/ fy
ftrenghelick eyfchten allen haren arbeyt , en-
de Godtlooflick met de vuyft lloegen, ^fa»
5 8. 3 . 4. f. S alom ons afaobertic öectoojube
tïen ^tett öaerom te meet/ om bat fijn-)
herte geneyght hadde van den Heere , dié hem )
tweemael verfcheenen was , ende hem van de- /
fe faecke geboden hadde , dat hy andere Goden )
niet en foude nae-wandelen , i, llon, ii*^
10. <!gnöe fo fijn onfc fonbcn ftoaerbet / m^
bien top bie toer ongeiijcïicn / bie ow^ geftoïpf 11
bebbcn ; ofte inbicn onfe t^exten in a3obt^
!)up^/ enbetentijberijneébicnfïé/ opto^ja*
ïte bencftcn/ ofte ourcgljtticerbige p2actDC*
ïtcnberfïnnen/ ofteijcrmaecïiiirnim om te
bencften op onfe bïeefrlieïicïte bcgccc(icftï)e^
ben / etc.
3. J©p moeten ïetten niet alleen op be
fonbe/ maecoocfe op d'occaüe en gelegent^
beitbetfelüe: Ixjant bat ftan of Ijcrmecrbe-
cen/ ofberminbetenbefcüultbecfelUe. a5e=
(pchbiencijcïienman/ in Nathans gelijcfte?
.0i nifle/Ueleepgenfcljapenöabbe/ enbenog^^
" tan^ nam öp öet ftlepne Oy-iam ^^an ben ar^
men man ; toaer in öp f toaetber fonbigljbe /
om bat öp bacr tian / ïjet niet ijan nooben
Öebbenbe / ben acmeri man becoofbe. 2,
^am. la^M.g. etc.
4. JBp moeten ooclt onbec onfe fonben
reecftenen / onfe onvolmaeckte uerrigljrin^
gen ban goebe pïigljten. Wmt toegen öefe
Defcl)ulbigl)t Ijaet be iiecehe O^obt^ : Alle
onfegereghtighedcn fijn alseenwegh-werpe-
^ 4 lick
0
■t 1 j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
ifx Kleynekerckc.
lick kleedt, 4Bfa,6^.6, <ï3iiÖe in Opfigftte
ban brfr toaj^'t / öat ben ï^oagEn-pafflec
tnocfleö^afgcnöeongereghtigheyt der heyli-
ge dingen , \x)€\üxt Dc hinöcren 3tfracï^ ghc-
heylight hadden 5 in alle gaven haerer geney-
lighdcr dingen, ^^icob. 28. 38 JBant öat
öceft te ïicunen / Dat öe bif nflen Ijan <Bobt^
ï)oïch{)aeieonl3oïniarcfttl)cöcn cnöc ötoae*
ïinflen ïjaööen/ tueïche Daccom üan lefus,
<ïnfenï?ooöen-p?iefter / fo \m\ geö^aegben
nioclteh tuo^Den / aï^ onfe anöece fonöem
^arrom moeten toiJ met ons felbeu tmht-
ninge Ijouben niet alleen ober lyet becfnpm
UanDcoeffenmgen ber Religie, niaec oocït
Dbec onfe berturïüngben / btoaelenbe glie*
bagöten/ enbe onfe babfigbeit / terb3ijlen
luu on^ beflgb bouben met befelbe.
<0e|yebVüpbefe fonben in't gemeyn moe*
tenonbeefoccften/ aïfo in't byionder fuïche
fonben / bie on^ nae aïïe toaeclcbijncUcUbeit
cenjgbbiïfonbet gcbaecbecoo2taecben fulïen.
3Dn bebben een Fort, gelgcïi een Gouver-
neur een belegccbe .t>tabt/ te betüaeren/ 't
toelcïie aïïe bagcn ban onfe b|;anben befp^om
gen ino^t; U)n bebben een fieeïie 5ieïe/ bie
boo? beeïe gee|ïeiicfte qnaïni ontflelt i^; maec
fonmiige qnaeïen fijn erger ban anbere c\u
be tbmmige gebecïten ban bit Fort fijn fXoau
lier ofte meerber in gebaer / ban anbere ;
bat ié/ baer fijn fommige fonben/ boo? be^
Inelciieben <^ntibeï ons ïiglitebcïter berraf^
fen/ enbe onfe i^ieïcn gébangen ïian nemen,
<0eïrjcïi b3]P baercm tegen aïle neerftige Uiagt
moeten bonben; aïfo moeten top mfonöer^
Ijiit om tegen bie ber(ïcrf ïicn / bie on^ Doen/
Kleynekercke. lyj
Df tnogm boen meeröec fcïjaeDr / enbe onfe
faïigftept tneerDcc tjerljinbecen / gciijcit on*
bet anbere bcfe boïgenbe fijn.
I» 4fSi*ootecnbel)eerfcöcnbc fonben; fulc^
ftetodrheeeninenfcjje/ gcïijcït ben ^pofleï
fcgjjt/ uytfluydt uyt Godts Coninckrijcke.
^itt een regifler tjan befe fonben / r. Con
9. <6a!. 5'. 1 9. lo. ai. Cegen bcfe babt ben
Comncïl David , : 19. 14* Houd uwen
kneghtoöckterugge van trotf heden, laet'fc
niet over my heerfchen ; dan fal ick opregt fijn,
ende reyn van <;roote overtredinge.
fonben tian inftortinge , aïö tuu Iticber
jnbe yjoojgacnbe fonbe b£ölen / na'bat top
üoetUeecbigtjeit / enbe beloften ban een be*
tee leben gebaen Ijebben : toant tDebce-m^
(lo^jtmgenmriccfttenfijngebacrïicri boojljet in h» fpi-
iicbaera ; maer töebec-inrt02tingen mfon- rit. waicü,
be (Ijn niet nun gebaerïich Uoo? be 5ieïe ; ntbe '^'^ i
bat/geïijcftban Gataker toeï aengenieccht/
möeJtbJtc opfigöten.
I <t^nibatbebcrbojbcuuarunrenamtOi\
minge fïercfeee lno?t / gelijdi een üibiere/
toelche booj ben bam bjeecht/ bie Jjaei* op)
ïjicl (
II bat beti Sathan booff r ié tegen bi'e /
gene/ bie een$J fijne banbenontftonien fijn;
gelijcfe een ^tocït-betoaecber bie toeberïieijgt
eengebangmnian/ bie ban öem upt-gc^^
b?oorften,
ni Onibat^Oobtopbe fulcfte fijne 00^^
beeïenïegöt/ enbe teniet^' op !)aecmit-fto^t)
een geeft des diepen flaeps . 3n tueïcfte op=( YL^xs
figöten ben fonbaec in beeï meer ber gcbaec i^l 1 2.
booafijninito^tinge/ banöpte booten toa^.!
M 5 ^aec^
if4 Klcynekercke:
5^aetom fepbe onfcn ^aïigïjmaccftec tot
bïennienfcbe/ tne tjp öan fijne lammiaDcpt
genefen t)abbe j Sondightnict meer, opdat «
|U niet wat ergers gefchiede , 3!oÖ^ f ♦ 14. t
Loc 11^^. top öaecom onfe stelen
TOpftTomceechenmgetegeben/ fo moeten
topYeöoomacmcntüclt onöerfoecïieu/ aen*
flaenbe orife boo^gaenbe fonbcn/ op bat top
mogen fien/ boe toeï ofte öoe quaelich top
Ijolöectöebben ben ïoop tian onfe boetDeecs
tiigönt/ enbeljcrbcterïnge.
3» ^onben tot betoelche top göenegöen
fin/ 't3pboo,2 ben temper onfecnatuyre, of«
te boo? gewoonte be^ k\)tn^. aidant befe *
fonben ftonnen on^ gtoot gctiacc \3croo2facc* I
feen / om bat top becepbt fijn om tot bcfeiljc f
aftegïpen/ ai^on^ geen ijrrfocdier blijft/
ïiebatoen onfe êpgcn Uecbo?tJcntl)cpt. ©an
befe fcïjpnt Davi'd te fp?eecïien / a\é l)p fegöt/
5^f : 1 8. 24. lek waghtede my voor mijne on-
gereghtigheit.
4. fonben ban onfe tipfonbcretooepinje
of ambagbt toant baer niet een dagh , ja
uyr op een baglj / in't toeïch top niet boo? be^ .
fe of gene gelegenljcit bcrfogijt en too^ben/ i
of om eenigen pïigbt nae te laeten / of om
ecnigb ongelijch te boen / of eenigö nübbel
te geb^npclienomon^tebenrijclien/ 'ttoeïc^
he 43obt tierboben Ijeeft»
5. fonben \jan tijt/ pïaetfe/ enbe gefeï:=
fcöapin'ttoeïcïie top ïeUnt j bie Rebben een
bpfonbec gebaa* in baet:, gin't gefeïfcftap
ban boofe menfcften fijn beïe optoechingcn
totfonbe/ ten deeleboo?l)aerqnaebt exem-
pel , ten deele boo^2 Ijmt qnabcn caebt / Prov.
Kleync kerckc. ;rfy
i. 10. ttt, CEnöc ten dcele boo? ïjate ftrfpot^
tingrn / enöc bccongcïijchiiigf u . Wijf h.
ii.ftc. Pf:i25,5. «Z^accommoetrn top
onöf cfoecftcn / of top ow^ niet eemglifm^ ban
cnöe Ö002 Defctje l)efabcri laeten befinetten/
entie trerhen tot öe fonöe.
^efe en andere biecgelijcfte gebaecïiefte
fonben / moeten lup ïn on^ nae fpeuren ;
Itjcl be anbere oocït/ maec befi^Uooniaementi
iieh; baecintjoïgenbe ben maxijm be^ Co«
nïncft^ ban Syrien, betoeïche aï^ !jp begö*
ten foube tegen ben ConmcUIfiaels, ftnen
^l^berflen befen laft gaf: Ghy en fult nogh
kleynen, nogh grooten beftryden , maerden
ConinckIfraeJs alleen. oBnbe b' imthottlfle
Ijeeftgetöoonbt/ batbiteenfecegoében eaet
toa^": Ujant aï? ben Conincft geflaegen toajf/
fo ging'cr een uytroeping door het leger : Eea
yederkeerenafijncftadt, ende een yeder na
fijn landt, i, üion.ii. 91, 96, ^leti-^am,
; 17,51.
töp on^ nu fcliuïbigï) bïnben acn eeni^
ge bee opgenoembe fonben/ ofte oocft aen an?
bete; fo moeten top befe bofgjjenbe pligöten
tietcagöten.
I JI^p moeten on^ ober onfeuut-gebon*
ben fonben feöaemenboo? a3obt/ enbeboo? conf cre-
onfe epgen confcientien,metDaniel feggenbe/ ^uoxtc^^.
Byons, oHeere, is befchaemtheyt der aen- a. '
gefighten, 5^an.9. 7.8. Neh. 9, .Heft.
4. 3 ; 't<0efigljte ban onfe fonben moet moey-
teacndoenonfe ziele, ÏUaegljï. 3. 51. JBp
moeten onfe fonben fo fien , bat top tjet herte
ftellen op befcïbe / geïijfft <Öobt fepbe tot
ben 3i>^opÖeet ; Mcnflhen kindt, flet met
uwe
I
r
I<r.4.. 14.
1^6 Klcynekcrcke.
uwe oogen , endc fett u herte op alles wat ick
ufal doen lien, €3ecÖ»4o»4* §>^^t Zs^tij*
I2« 10. 14.
I I Wp tnoetctt on^ feïben ober onfe
traegijcpt beflraffen / fa? nae op qclïidxt ma-
ïiittc I odijcft De l?cerc Chriftus öicu quacöen
ïiienftftncgütiuDcn Euangelio bcdfptc: Gy
boofecnde leuye dienllkneght , JIBatt* ij.
III J©p moeten tocaecfte nemen obec
on^ feïben/ on^ te met^ ontljouöenbe ban
fpijfe/ temaecft/ enöeplapfieceu Defcctoe*
rek/ opöattoDon^ nae öefen mogen fegü*
ljuïöiger ban Die fouöe toagüten. 5^efc hey-
lige wraecke tD02t on^ aen-gep2efen ban ben
5lpofleï / al^ een öeecUche b^ugöt ban op^
regbte beïteeringe / 2, Co^ 7. 1 1* <i5elnch
Jjetbermaecïi'ttoeïche top nemen m be fon*
Öe/ on.é beriocht onffr tebebjuben ; fo faï
bie fmecte toeïclie top on^ ober bc fonöe boen
geboeïen / on^ öefeïbe boen bermpben»
IV 3Dp moeten een flanbtbafUgöboo?'
nemen nemen/ om ben fïaet ban onfe i\t\z
teberbeteten/ enöeboojtaenben l^eere ba==
(leraenteMeeben/Ad:. II. . Davidbebagl>
te fijne wegen, ende keerde fijne voeten tot
Godts getuygeniflcn , al^ Öp bebonöt bat t)P
|)em ergen^! in bergreepen Jabbe/ Pf: 119.
59» ben berloo jen ^oon / tot hem fel-
ven gekomen fijnde> fijne fcpïenbermer chte/
fo nam Öp voor hem op te ftaen , ende tot fij-»
nen Vader te gaen, feggenbe / Vader, ick
hebbe gefondigt tegen den Hemel, ende voor
u, 3lnc. if» 17. 18. Kiaeghl. 5.40.
V moeten oocïi epnbeiicïi op ben
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
I
Kleynek^ckc. i^y
nar fieu bajf) / fonber renigöe uptfleïïinge /
öebetccmgebanon^ïebên mttttt öaeöt bt^
töoonen/ enDe aïle Die bmgen öctcagöten/
tJetoclcfte öacr toe öan nooöen fijn* Euc. 1 5-,
20.21. Efa.5'f.<^. pf:ii9.y9. Hof:(^.u
II. liBaergdöcHtDpmöe onöerfoecftinge
banoniJffïUen/ onfe quaeOe toercften moe^
ten in aenmeccftinge nemen; aïfooocft onfc
öoeöe . 5^aec fijnDer betoelcfte inöe onöec^»
foecftmgebanfjaccfeïtien/ nae geen andere
tJingen uptflen/ Dan öie quaeöt en fonbigft
(ijn/ öaec nogfttan^ <i3oöt ïjaee ooch beele
goeöe Dingen gegeijenljeeft; Itnbece (len af^
leenöaeregoeöetoecchen/ enöe ïjaece quaes»
De gacn fp Uoo? bp. 23epbe be'fonöigrn fp
ijaergroffcïieft; maergeïijcïtltïii onfe quae^
tz/ aïfo moeten oocfe onfe goeöe tuecc*
ften in aenmercftinge nemen. H^ant;
I. 213p töo^öen menigijmaeï beö^oogen /
inepnenbe pet^ goet^ te toefen / 't toeïcRe
t^Quaebt/ enbebefeofgenefaecfteeen groot
goette toefen / betoeïefte maer een gecingen
öienfl i^ in Dergeïijrftinge. ^\x$ mepnbe
Paulus bat ï)p een groten pber öabbe getoont/
aï^ Ijp be fterefte ChriiH Uerbolgöbe / ^ j|iL
3 . Micha mepnbe bat öp feer <Dobe^ gun«
fle öabbe berbient/ aï^ ÖP een ^^it^tt tot
fijnen afgobifeöen bienfl onberöiel ; ï^icöt
1 7. 1 3 . lehu roembe feer ban fijnen pber in't
booben ban Achabsftinberen; komt, fepbe
Öp / fiet mij nen y ver voor den Heere , a. tton.
10. 16. ?E^aer'fe a3obt niet anber^oojbeelbe
ban een oiirecljtbeerbiglje bergietingöeban
bloebt / =l^of : 1.4. ^0 mepnen top oocft
menigömael bat top py^erigö boo| <3obt pjn/
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
15^8 Kleynekercke.
dl^ top fijn upöigl) team öe menfcïjcti/ m
il^ptjcrmcngenmcnigömaeïonfe brr^
lio^üentöebcn onöec onfe gocöe toeccfecn ;
fomtrjt^ ïjebben top quaeöe eynden \3oo? in
onfe goeöc tocccften / gcljjch kfabel een Uaf?
ten uptciep / om ï^att nioo2öftue te ïjeöec*
feen/ i»itomxi»9« aiEnöeöePharireenlaat*
teDen/ baöcn/ enDcgabenaeïtnoeften/ om
pöeïe eece te ijcclicijgen/ JiBatt. ^* 2» f* ï<^.
^omtijt^ öoen top onfe goeöc pligljten op een
quaeöe maniere 5 gcïijcft be ©2oe-i3?ontocn
öe hinbcren in't leben bel)iclbcn / D002 een
leugen te fp^eecïten / geljjcft fommigc toiïïen/
<Evob» I. 17» 19. <^ïet 45)Cob* 4. if* I*
Clj?on. 1^.9, met i ^r. la» 1 3. .ïBaec meef-
ten tijt fijnöec verruckingen , euDe ujcceïtfcl)e
ofte nüfTcliien boofe gebagljten / in't miböen
l3an onfe bcjte devotie. i>iecom bccepfTclKn
onfe befte toecltcn een naütoe onbctfoecfting/
om 't koftelickc te leeren onderfcheyden van
het geringe, enCie om geen groot geijoeïen
ban onfe geringe betragljtingcn te Ijebben.
3. <£>it iS3 oocft Ijieróm Uan nooDen / op
Dat top boo? bie bingen / tocïcfte öe toetfe
mogen' nntfiaen / aen-gemoebigl)t fouben
mogen tob^ben tegen be tegenflelïmgen bcc
menfcïjen/ enbe troofl berhrpgen tegen be
aenbegl)tingen be^ Sathans , enbc een bajl
boo?nemen om fo baegliiicFi^ boon te ïoopen
op be tocgen ban 45obt^ getungcnilTen»
UoïtcMi/ al>5topbebinbcu/ öatbanon.ö^
eenigïj goet gebaen i^; fo moeten ton befe
bolgenbe pïigl)tcn betragl)ten .
1 3©n moeten DetoacrDeptenbeopregfj
Kleynckercke.
tf^Öcitbau'tfeftjebrp^oebcn; Chriftus fevbe
tegen Die ban Sardis, epen, 5.1.2. lek en
hebbe uwe wercken niet vol gevonden voor
Godt. ^iet2.Cor. 1^.5-.
II XBy moeten onbecfoerften of top oocft
im gocbe ftn aen-getoaflcn / en of top in ges
nabe öebïien toegenomen : toant het padt
der reghtveerdigen is gelijck een fchijncnde
Jighti voortgaende, ende Jightcndetot dea
vollen dagh toe , ^^olJ. 4.. 1 8. regDt*
beeröigegroeytals een palm-boom; hy waft
als een cederboom op Libanon, ^f: 92. 12.
14. €>m bit te toeten/ moeten top te met#
togeïijcften onfen tegetooo^öigen/ met on^
fenboo^ïeöenflaet
III moeten ooeft onberfoecïien / of*
*ee m onfe gocöe toercften enöe beughben /
tiiet^geb?eehelïcft en i^j geïijcft Paulus uibe
liefbe ber Conntheren eenige gebaeeheïicftheft
becmerchte/ i, €0^.6, 7, Soo is'er dan nu
ganfchelick gebreck onder u , toant fp ttolfïes
ben met malftanbecen. <enbe ChrilLs tepe*
ïtenbe be geb^eeeften aen ni be feetcfte ban
Ephefen , ban Pcrgamus , enbe Thyatiren ,
toercftemetbeïebeng!)benbeceiect toaeeen /
C^penb. 2.4, 14. 20.
^ IV 3|nbïen ton becbo^öert fijn in genae*
be/ fo moeten top letten/ boo? toat mïbbe*
Irn top becb02bect öcbben / enbe bequaent
fijn gemaecftt om goetteboen; op bat top
banbefribeeen gebupcigec geb^upcft mogen
maecften.
V 3Bp moeten f^ict ober cteïich bet*
ïjeugrjt fijn / enbe onö aen-moebigïjen oni
boo^t tcgaen in bïe tjepïige toegen/ in betoeïc*
fee
Él!l
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
\éo Kleynekercke.
fte aïcccDe foD üeel troofl gljeüonben beö^
^^vi JDp moeten cimöcïich aïtijbt^ 45oöt
roemen itiegen fijne flcnaöe: toant 't <Öoïït
die in ons wcrckt het willen endc het wercken,
§^!)iï. I ^ o^nöe ton moeten ftem bibUen
öat DP oné Den üoïgenb'en öag gei iebe te ver*
fterckenmet kraght inÖesïelf/ gf:i?S.3.
€ot öefen etmöe moeten ton Defe Uoïgenöe
drye miDöeïen bettagljten»
I. moeten oné leben bccgeïijeften met
<15nbe^lBet/ ï^^itftan twecfms jjefcljieben,
38 IJ» 3Bant of ton ftonnen beginnen ban Godcs
Wet 5 enbe eer ft Hen toatTe ban onfe Danben
berenfcöt / enbe ban boojtgaen tot onö feU
toen/ onbecfoecUenbeïjoe enbe toaet in ton
bef elbe Rebben onbecljouben / ofte obrr-ge^
tceben. €^ftt ten tweeden , ton ftonnen ue^
ninnen ban on^ felben/ enbe onbetfoecïten
ftoebaemabonfebanbeïingenfljn; enbe ban
oacn tot <0obes ÏDet / op bat top mogen lee^
een toat bvin fiiïcïte toercUen te oozbeelcn ft».
Eerft, top moeten bechrngen een beöoo?<
liehe ftennilTe ban <0obe^3Bet/ op bat top
cenigec mate mogen toeten/ toateleh gebot
toan on^ epfeljt/ enbe toat be menninge
bana(lcfnlcfte geboben/ bie onfe praaijcke
betreffen / be fumma ban toeïcFie berbat ïsJ
inbe tïjien geboben. ^le niet toel fijn onbcr >
toefen inbe gconben bee Religie , nogljte ften*
niffebanbaeren Catechifmus bebbcn / hon<
tien niet beljoojïicft bit noobigDetoetchbec:»
tigbten. „
Ten tweeden, top moeten gaen booj ane
irfe geboben/ eenboojeen/ enbe in een p^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
l Kleyne kcrcke. j^i
' mt ban bte oenmcccacn toat fouö^n öat'ct
tö02ben bcroo^öeeït / cnöe toat bcugljöm
bat^rr toojöen geDobrn / ^ttti m$ lycttt b ja=
gcnöc : Hebb' kk defè Tonde bedreven ? ofte/
Hebb' ick de/en plight verfuymt? etC. lèö
honnen ten eerflen alle onfc fonöen niet fïcn ;
ficïycïi öic Den i^emel tec loopé bellet / aïleeu
Ujeyniglj groote fiercen flet / maec boe nau=
luec flaroogenDc / j)oe meec geflen bjojben ;
fogaetljetmetöet uutbmöen ban onfe fon^
b^n/ fcgljtfcerfoeteüchTeelingius.
.fBaec inöien bjp beginnen ban ons fel^
' ben / ban moeten bjn befe conrïj öoiiben:
Eerft, ton moeten nemen een obec-fig^te
banonélebcn/ ofte ban fobeelbefleïf^/ al^
bjo ban fniïen boo^genomcn Dcbben t' on^
becfoeelien / enbc aenmercften ban tijt tot
tfjtljoebjponïJgebjaegen bebben/ bjat oh^
'febaereften/ \iJoo!ben/ enbe gebagbten fijn
gebjeefi; fleet^ ohfe 5ieïen biaegenbe / bjat
in fuïcïxm biecrïi \i qnaeïieh gebaen/ ofte
!)oe top bebben gefonbigbt inbe materie , ofte
inbe maniere , ofte in 'teynde , ofte in eenige
omftandigheit. <!Bnbe op bat top oné felbeit
tebetec/ enbe onfen (taet te diitinder fon*
ben mogen ftenneti / fo moeten top on^ ïeben
in't gcoï) niet oberïoopen / maer eecbet poo^
flen onfen tijt te becbeelen bp ftlenne ftnehie^/
om een pebêe gebeelte in't bpfonÓec te beften ♦
^iet \m op nae ben Ecrw. Teelingius , \\\ .
bral Oobtbnigbtigen Ridderi Mensche t. ©cri/ '
G O D T s . %\'^ u>p aïbui* on^j nptterfïe befl ^- p»g
al boen/ omonfefonben upt tebinben/ fo ^^5*
fulïenba nogbaï beïe oberbïjjben/ ban
torlcïie tou met David fnUen moeten fcggen /
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
igz Kleynekeictcc. ^-
5Pf : 1 9. 1 3 ♦ Wie foude de afdwaelingen, ver-
fiacn? reynightmyvande verborgene afdwa-
lingen,
1. iD!; moeten öoo? ootmoebiöfc jebcbcit
een geDecïte Vicin bie Ogen-falve ban Chriftus
ïtoopen / op bat be oojen onfc$ gemoet^ baec
mcbegeflceecïtenfijnbe/ fienbe niojjcn too?^
lïcn j cnbefeggen met 2|ob: Hoe vele mif-
daden, ende fonden hebbe ick ? maeckt mij-
ne overtredinge , ende mijne fonde my be-
itendt, 5l0b. 13,13. Pf:2<J,2.etti39. 13.
3. iDp moeten geetntoiïlen (jeBben/ bat
On^ be rcghtveerdige flaen , ehbe on^ onfe
fonben aentoijfen / JDf : 141» f . ^le on^ üi
iefen Op(l0!)tC de waerheyt feggen, mOften
onfe vyandcn niet toefen/ <Öaï.4*i<^.
fteïpen on^ aïbn^ in be onberfoerïtinge l^an
onfetoegen.
VUL Cap.
Wort gethoont dat het gevoeghlick
is 5 eeiiigen feeckeren tij t , tot ver-
rigtinge der opgemeke plighten ,
alle daegen af te fonderen > en aen-
gcwcfcn 't onderfcheydt tuflchen
dcfèn gefetten tijt en de Paepfchc
getijden , worden voorgeftdt dc
redenen daer toe dienende > cadc
verder gqthoont , datnien figh in-
Klejmekerckc. jó^
bnderheyt tot betraghtinghe van
defe ocfteningen , met de fijne,
in fijn hu jrfgefin begeven moet 3 op
de Riiftdaegen des Heeren.
berri0öt mor trn \t)o;öf n / öcbDcn tup tot bu^S
Of rre nengctocfm ^ .nu Dimt oocl! notrfi tjcr.
rn^iw Tr^'^^^? öen tyt/ op Dc.
coficftf brfroeffeningen Uïarrgciiomcn moc^
^!ïo?^'r^\^ ' ^JSÏ^V ^ aUmillca alle
^egen , fo ïangt) til ft Heden genoemt wort :
JKonörrcn tijttebrn af-jrrfonöctt / Doah
,100 ÜOUbcn op Öe Ruft-dagen ÖesJ Heeren.
^ 1. <i:»p alle bargïicn moet rcnigïjcn titt /
^ult?^^^''}^' O5ffnmi0rn Ujoföni a f-gc.
,.,1 h^^^^^^ «oomfcör hcrcrie ïjcb.
len pacre Canonifche uurni ofte ffervdpn m
iorftparticulierJick<i3obtDaucRcu cnöc bïöl ï'^P""'"
'^"//^geJijck met het herteendede flemme
rdyrft Bellarminus feabt. JDaiit öaecnc'
mip^ of Celleken Uan een aïïceu/ biuu
aiirn too^jben nogljtaiii^ niet nac atUcmx
gyn ♦ Laet ons bidden , iaet ons den Hcerc
at a ie.
li
rx Voet
difp. inff .
CU.
1^4 Kleynekcrcke. (
fegenen, Dominus vobifcum ; Öat ié/ De
Hécrc fy met uw ; nogöte öie ant\33oo?Den /
met Dctodcfte bc gantfcl)c O^emepnte in't
pfiibacc inde fteccftc pleegt) teanttooojben :
Ende met uwen geeft, Gode fydanck, etC.
't imt\\€ iw cm crttfligï)c faccfte fipeïm .
c roudr ^efe !)aereghetyden fijn V)au geen eenöecleii
catrch. O.* aectenöenatuyre^niaccfomniigerijngcoote/
brr'tigrb. ailöeCC flju Itlepne getyden. grootege*
' " tiJDcn Uao^'öcn ij'an fommige aght , Uan anöe^
cc negen, öoglj üi't gcmepii feven gcfteït;
cnöe \Jö05Öni genoemtnodumen, ofnaght-
wakingen, öati^/ öic gctijbcn bie ter uuö?
bec-nagljtgcDaentoo^bcn^ öcvefperen, bat
bïe gctijöen bic'fe atjonbtö boen; of
ïoffen/ be metten/ batisJ/ biegetijbrnbic^^
fe'^ morgen? boen/ beeerfïe/ beberbe/ öc
fefle» Paere kicync getjibcn / fijn be pfalmen>
tc3toffangen/3tefingen/ Eiebeften^/
tanien / Amiphonae, bati^/ toanncer be
cene een beeï V)anbe fententieUoo?tïJ?engIjt/
cnbebeanbereïjet oberige tjectjuït/ reipon*-
foria , bat anttoooibcn. becïen ben
bagl) ni b2ie beelen / gelgcft oocU ben nagljt ;
fa bat alïe befe bingen gefcljieben/ aï^ ter
ceccn laanbc biie-eenigïiept ; enbe fti toujeu
febcninaeïmet biDben fcï)j)nen tc ijectjaden
beU)cïbacbttianbefcl)eppinge/ enbefp boen
bcceenbntecgebagljtenilTe üanbe öecWm-
ge. €ot \x3af cneminge 'om befe getjibf n /
Uerbinbcnfii aïïeen liaeceïieccfteliclte. ©ogfj
bit alïe^ i§ ten Ijoogüftm te mif-p^fcn.
33^ant/
I. b' ^inftcïïinge y^an befe iinren enbe ge^
tijben/ Deeft sanfcl) geenen gi;onW
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 16 f
^ tei IDoo?t. 't 3!!^ toaec öacc too?t toel bcïe
l ban Den paufg$rmöen bn-gcb^jagöt / om öc?
^ ft öacre dtuaclmgc te beUefligcn ; aï^ öat
' j David fegljt gf: 119, 1^4. öp <6obt
. 5 fevenmacl des daeghs lootde , enbe Öat Ijn
OOClttermiddernaghtopftondcomhemte lo-
ven , ber^ / 6i. ^at Dainel gefcgïjt tuo?t
1 1. driemael daeghs gebeden te |)cijiben / 55 au,
6^ lo. <Bat Petrus cnöe lühannes jljn Op-gc*
gaen nae ben Cempeï / ontrent de uyre des
gebets, fïjndc dc negende uyre , %ct, 3, i»
^at Pauliis enbe Silas <(50bt ter midder naght
gebeden ïjebben / ^ct. 16. 15. ©Pt bcfc eu=
lie biecgelijcfte anbccc pïaetfcn / tuiucn fti be^
tDijf^n öat öefe lyaac gctyöcn aï in öen oubcn
enöe nicutuen Teilamente fijn geb^miicïtclicft
geUjeefl; 5[^ogj)tebergeef^. JDatioat Da-
vid belangöt/ Die geeft niet Die üjoojöen te
betflaen / öoe gcDuprïgb niDe bolflanöiglj
fyj toaé in öefe oetfeninge Ijan 45oöt te ïoben/
enöe öat j)n niet fchrupu leus feUen npren öc^
? öaegö$mubechoo2cnl)aööe/ inDetóeïcIicyp
^1 pjecijöfevcnmael nieteenige conceptc lüao2=
! öèn<6oöt ïooföe/ niacc öat ï)p öit bp gele-
»; gentjeit 'tleventighmacl feven-mael öeeöe/
enDe Dat l)p in öefe l)epbge oeffeningc / tot be=
t toeicïie De lieföe troeft/ nopt geen bec=
ömenbonöt- ^Doo.i Dit getaïbo^uuptge-
V ö~|«cftt De biytigïjeit üanDe öcpUge devotie,
enöe De bpecigbeit Dec lief De / Dat Op m <^oDt
^ te pnjfm met en fionöe bctfaeDt loojöcn /
fegÖt Baülius . ^0 VüO^Jt Dit \HOO2Dt leven-
maci inDc ^cljnftupre genomen/' 3Ixb«
■ J^%ï ' lek fal nogh daer toe doen , om u feven-
-iVOudeück over uwe fonden te tughtighen .
% 3 U;nDe
VidcCxl.
Rhodig.
anciq. Ie8t.
lihr. 11,
cap. 11.
Cenebrard.
in loc. cit.
Rivet. Ca-
thol. Of-
thod. traö.
a.qurft.^f.
Ft- 3 ƒ O.
VideTolet.
inftr.f.iccr-
flot. lib. 2.
cap i3.pag.
m. 3J9.
loo Kleynekcrckc.
<Ontrc 5|3JOb. 14. 16. De rcghtveerdige fal fc-
venmael vallen 5 endcopftaen? batl?!/ Dlcft*
toJiï^ / fcii fccrhrr gr tal Uoo> een onrcecïtec
flclif nbe. <i5nbc fo uc iflacn t)rt ooch feci bet^
inacrbr pacpffftc jUccracren / al^ lanfenius,
brn Orfunt Emanuel Sa, cnöe Gcnebrardus ,
belucifhe fmljt bat DefcnianictcUanfpjeec?
licn lüf t ticrftacn moet too2bcn Dan cm pjc--
tïj^ 0etaï/ nmn bat David biié brd iïccft
Vülflcn ff g0ri1;Ick hebbe u fccr dickwils daegh-
licksoverde rechten uwer gereghtighcir !
looft : ^)) bof gijt'cr tod bit : Hy heeft ondci -
tuflchen konncn fi' i^dcfev tydendes
gebedtSj dicindekt.v . j inteli^:.wi waeren;
ji:5afrhp!KeftDOChop hit b3CÏ niet ïionnm
bfiifïtcn.
"Kl^oocft David frgt bat bti^obt ter n
dernaght babt / Pf : 1 19. -^nitbeu Dc*
fc febcn gctijbni br^ bafgï)6; / ft» foiibnibcc
booj bcfe iTbcn iiircr ban feben canonifche
iinrrnfifn. ïDit cn fcbijnt oorft Bellarminus
niet b;?cmt te toefen ; toant bic tdt'er negen /
bc bier vigiliën mbcnagljt / enbe bijf imiTn
nt ben bagb ; <Dogb uibirn alle befe nwcn gc-
ïied toarcgenonien tooiben / Öoe toetungO
fnïïen {jaerc B)ininichrn banbc Eucheten
tt Pfallianen berfcfifeïen / bie nict^ beben
banbiböen/ rnbebiebacronunct rcgljt on=
ba* bc kmcrcn geftrlt fiin I
't^oet owp oodt fcrr b^cinbt / bat Di-
tooo,3ben 5 feggcnbe bat bn ter middcr
. .ropftondr, foogebunrigb too?bcn ban^
beii paufgefinben boo!tgcb?agbt / nabif nTr
fccr toeï toeten bat bet gbcb^npcïi V
naaljtö ou te ftaen/ aï^ tcmoepdicït boo>
^ ' Dacp
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrckc. 107
ftacr fijnbc / Uanöe ^acpfcöc SeetaermUn:-
«ietigijt enbc iJcranDectï^; o^ectyt^inocfl-
meu bolöcn^ Dacc gcüoeïcn / driemael op-
iiam/ nmetbefe rjetooome/ aï^ Ijacc al te
lafiiqï] fijuöe / Ijthbm fw alfo üeranöcrt /
haVfé bic pHgjjten/ tk fi; öc^ nagljt^^ moe-
(Icn Dom / nu inbe ino^gcn-flonbeu Uccrigü^
teil.
DanicJ en öecïtoo? bic upren ooch niet / qc^ wuift, fix-
lijclial^of' fenietbpfonöec opfet enbe nieer= ^«^^
örrlietgebebttuaccen toc-gcöcnligöt/ enbe San^Xp"
«l^ of öe gebeden öoo? b' omfianbijöept be^ 5 pag
tijt^ luaecen ïjenügec enbeïicagljtigec; ge-
üjeftbatgljeboeïen be J^apifleu i)ebben ban
fiaece getydcn j 4Baee nam befe upeen
iiebee bjaec / om bat öp in befeïbe ben befieu
ïebiö:en tijt fiabbe / enbe b?p'ec toja^ ban bie^
»reïtlicïie bejigïjeben ; geïïjcft ben morghen-
ftonti^/ eeebjpuptgaen/ benmiddagh aï^
Ujp ban onfe maeïtijbt (tomcn / enbe ben
avondt-ftondt, aï^ on^ kieccft ge-epnbigljt
i^. ^DvVc beneben fijn befe tyden be bequaem-
fle in opfigbt banbe tueïbaeben / beUjeïcïtc
top in befelbe ban <6obt ontfangen Rebben 5
toant ïnben morgen ^ftont Ijebben bjp oo,j?
|aeeftom<Dobttebancïien/ ombat ÖP o"^
ben boo2Ïeben nag!jt bebjaect beeft; be^ mid-
daghs, ombatöpon^égefpjjflgïjt jjeeftr bc$
avondts, om bat bp on^ beeft obcc bagtj be?
4[)oebt enbe befeljecmt: 3^an a3obt moeten
lb)p ban ooeb een goet begin/ een boo^fpoe?
tigcn boo^2tganglj / enbe een gbeUichigbeu
«ptgljangb ban't baeceïi onfec banbenbeca
rfoeeHen.
jBaet üMic oocb Daniels e);empci bu*
% 4. f^m^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
1 1 • r
1^8 Klcynekcrcke.
ij^cngcn / fo\Mcöerfp2eccften fp ïjacr fribmt
toant inbirn fp met Daniels cjccmpc l beVuijfr n
toiïïnt / öat'cc fi)« ö?ir Canonifche getööcn /
i)OC (ionini fp dcc acn feven of negen ? ^p
Öcbbcn Die öaer bp geliangen / gciijcli met
cofter. Ii3accl)ept Den 3efupt Coilerusbeftendt/ ut
Hortc upt- fijne uptiegoinöcu oUec i)£t derde (Capittel
Ijssms^ ijanöe Handelingen öecApoftelen, ©tt fljU
^mwS "f^i"^ tooojöen : ^e %mn ïjielöen in ben
pag 374 jjöagij befonber bni upccn be^ gcmepn<5 gl^e*
„bebtè' / ten b^n / fe^ / enbe negen' uiiren ;
„bie top noemen Tertiam , Sextam, enbe No'
5>nam. €>efe nurcn lieeft bc i?» ïiacfee beljou^
jjben/ geli)ch ben t). ^an*5Lco befclvjijft;
^ j^enbe ïieeft baec nogl) bier anbere bp geljan^
„gen gelycft b' Dnbe:ji3ifreI)oppen Cypriajins,
jjAthanafiiis , Chryfblthomus , enbe nieec
„anbeie onó leecen: op bat gptoeet baton -
5,fe ïiereftelijiefie getnben geen nicuUic boiu
5,ben ber Panfenenfnn/ niaec onbc Apol-
„tci^rice ïeeiingen enbe obeclcbermgcn,
j- « feeeïtec bat be 3oben/bie te lerufalem
oonben / be gcluoontc tiabbeu ban bne-
inexpucat. nuieï 'fi t^acQÏ]^ in ben Tempel te gaen/ en^^
bete bibben; bat to^t npt bebobenbp-ge^
ö.2agl)te pïaetfen beUiefenJ .IDaer be rrbe-
nen toaerom be 3oben bic b2ie uucen af-fon-
bccben booj be gebebcn / fijnbnpten tVuntfcï
«ictgetoeefl/ onibatTeniepnben bat eenig
onbetffljepbt toaö inbrn tijt / enbe bat Die
upcen liepiigcr ban anbeceluaeiren; ntacc/
benebcn Ijet bao^becl)aclbe / op bat'fe Ijacce
gebeben / enbe aïó'fc in ben Tempel > boo^
oiigdegeni)f pt / liict honben ftonicn / ftaere
privaeten *JlpobtjJ - bieiift / foubcn niogen 't
fa
Orat. Do
min. pajt.
3. cap. 8.
pag, mihi.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
isjeynekercke.
faemcit borgm met Dc bacgljïicftfcïje offer'
jjanbcn / öcVueichc plegen te gefcljieöni /
itiiffcl)en negen tmceu 0002 ben niiöDagö/ ni^
'be drie iiptm nae ben nubDagljy .fliint. 28.
J: ~ WM\t oinftanbïgljcöen a5bbt ïfabbe
■ paeït/ tot een Uoojfcggingc enbe ijoosbceiv
Dinge UanChriftiöoobt/ toeïchec^ hrmicin-
ge begonnen ié ten negen nicen l300,2 ben nüö^
Ibagï)/ enbe gl)e-epnbigljt ii ten dVic nnreni
nac ben mibbagj) / Matt, 27. 45. 46» Marc^
15. if.
i 't 31^ oocïi fo bat Paulus enbe Silas ter niib^
I bcr nagï)t gebeben / enbe OBobe ïoffangcn ge^
1 fongen ï)cbben ; Mact ooch ton flaen fecc
I geern toe I bat be geloobigen feer \iieï boni /
bat'fe beö nagïjt^ / teacher tuo>benbe / <BoU
loben / nibe üoo?t?^ bien tyt tot ïjenlige ocffc^
«ïngenbefteben; ^^ithanenbe riiagl) ooclt
Uan ï)aer gefcljieben in buptengemepnege^
Irgniliiebcn ban f Uiarigbeit / bcrb?nchingen/
etc. B^acrbat alïe geioobigen bit aïtybt^
fonben moeten boen / feggen toti tyrannye te
toefen/ enbe bat fnïch?^ uiitbiepïaetfe geen^
fmè ftan betoefen tooiben. €nbe inbien oocft
in^ opcnbaer enbe ordinair gefcl)ieben moet /
'tgene David, Paulus, en Silas in't Ijeinnes
ïich gebacn Ijcbben / toaerom öebben'iV bit
bcranbect om de iVvackheyt van het menfche-
Uckegeflaghte, gelljCli Durandus fegï)t.
h'Oi:,' <Defe öacre getyden fijn gegronbt op
een groote fu perftitie , gcly ch be rebcncn too^
nen/ bitfyfenjebn-bjengen: toant gcmcu^ ^^^J^"!!"
ueïicli ftcïicn fu feven nvccn booj een uebèr moÜrtraa
bagï) j toeïcfie faetepchenijige enbe ïifagïjt ? p^^^ ^
fuaibuö tijooncn, Ècrftinop|lgötbecfcIjep= ^
21 j pm-
Durand.
de ritib.
Eccl. lib.3
cap.
1/0 Kleynekcrcke.
pmge/opöat top <0obt fouöenmo0möanc*
Vide has f^^^ ^0 0efc|)apen0 bmgen niöc fevcn öae*
«fifc."i ö^"* tweeden ïn oprigöt^auöeVjctlof::
Tolet. In- fnigc/ toelchec^ becba?grnl)eöen geto?ogl)t
ftrua. fa- ^ijn iw befe imtm. 3©ant ter middernaghc
Tczp II Chriftus geboo^cii / op gcfiacn / enbe oocft
p. m 3j j." gcDangcn» Ce een upren J)p gelcpDt nae
'Piktus. Cc drie upcen l)p befpot / ges
geefleït/ enbe met boo^men gcft?oonbt. Ce
ft^ uycen !)P genagelt aeii fiif t iiruu^. Ce
negen unccii gaf 1)^ be» <0eeil op / enbe baet»
be tec l^clïc. ^nbe avondt-uyre öp Uaii
bet fttupce genomen ♦ 31nbe uyre bec ver-
vullinge (bp \}Citt genaemt Hora completorij)
Ijp begcaêbcn. Ten derden in opfigtj te Pan
ön^^ : De reghtveerdige valt fevenmael des
daeghs; ^2oP» i-f, . <6nbetop flaen booj
hïtitim febenniael toeber op. Ten v ierden ,
ben <5^upPeï neemt fePen boofec geejïcn te^
gen on^. Ten vijfden, om bc fePenPoubige
genabe bet^ i^enligen OBeeftcö te Peeftcijgen.
Ten feften , bm bat fcPeu fijn be gebeciten
ban'tBabeeon.é. '^tlletoeïcherebenen/ en^
be biergeïijche meer / Superftitieus fijn ; npt
a5obeij ll^oojt niet honnenbe boo? ï)ct bups
fcnfle gePoïgi) betoefen to02ben. S^eljalPen
bat^e be Hiftorie Pan Chrifti Ipbennietbe^
!)oo>lif ïi Poo2 en ftc ïïcn / toie faï gclooPen bat
bic toePallen bic upcen Ijculigec ban anbece
gcmaccïit / ofte acn bic npren boo? eenigc
noobtfaecïiCÏichl)ept be gebcbcnPccbonben/
enbe be gcfaeben oj? bie nnren gebaen / betr^
bienfteïicïi fonbcn ïjcbben gcniaecïit^ <6nbe
naökn be J^aufgeflnbcn toïlïen / bat befe uy-
ren boo2 een b^ifonbece bacbt panChriftil5j=^
Kleynckercke. 171
ben fljii gefiepligljt / enbc nar öicn hJii firn öat
bceïe anDcrc ömgen op aiiöcre imrcn onfcu
^ïigl)niaf cftcr fijn anigcöacn / alé fijn Iry^^
bingctot Annas, tOtCaïphas, tOt Herodes,
fijn bcfcljulbingc/ etc. ^0 foubcn / Öoo?
'tfflijegcüoïgt)/ aïle uyren bfs öacgl)^ tot
eücörn cnijcplige ocflFfinngcn af-gcfoïiDcrt
moeten tDojöen ; gdijch Leo feei* Ujcï gcfeglit
l)crft banöe ïjcwïige öacgcn / mbiarfc aUe
fouDcn onDcröouben too^Dcn / op öcVucïche
Chriftus ecnigcmctcheïicftc öacbtöcöc / bat
ban aüc bacgcn tot 5ree|t-bagcn gc-o|binccLt
fonbcn moeten toojbcn. a3obt Ijabbc / 3£eU.
16. 14» ben Pnejiec beïaftbat i}n boo2 Ijct
becfoen-bechfrl fclaenmaeï met fijiien Uingec
ban Ijet Uioebt fonbe fp,:engen. ijict op gcont
imtjaeren Antoninus be feUen paepfcl)c örti>
>,ben: a5cn nebec een / fegl)t !jp/ bie toc-
5,ge-e)flgent aen «öobbeücïie^ ampten /
„moet met fijn vinger , bat i§ / boo2 ïngcüen
yytt^qcciie^/ fevenmael fpreckclen het bloct
>^deskalfs, batiï>/ ban Chriftus bie gclcbcn
wöccft / boo2 be iierrigbtuige ban be feben ge^
„tijben, ^0 feggen'fe bat be 3;obcn bie drie
op-gcmeïte tpben / upt een bnfonbeL* a3oDtf'
bienfHgr) opfigbt / Ijebben üjaergenotnen ;
al3 be derde upte / om bat boen ben IJenïigen
Voaé gegcbm be fcfte npce / ^oin bat
boen 't mêtaele ,t>ecpent toa^ op-gerigöt in^
bctuoefrnne; enbebe negende umx/ ombat
l>«cn in Cades be Uiatcren nntbcfteen-rot^e
bloeuben . <!3nbc aïfo motten oocïi ( fcgïit
Pintus fcl)2ijbenbe Obec Daniël Cap. 6, lo,)
lie feïbe b?ie getijben bc OTöntlenen onbec*
Öoiibeni be derde nure/ cm bat boen ben ÏJ.
OJeefl
tyi Kleynckcrckc;
<0ccflgc0ebeni'^; Defefte, om bat ontrent
tim tijt Chriftus \^ öeftcunf(0!jt ; cnöe ÖC ne-
gende, om Dat boen liet toatecWoenbeupt
pjne 3ijbf. 5^efe beufeïinjen / enbe beï^^^
gelicliceebencn/ teVierljaelen/ ié bit te loe^
bedcggcn . toenfcljf n bie re benen en
öconbf n npt <C>obe*^ IBoojt bebcfligljt te fien;
op bcfe U)i)fc foube men öonbect biecgeïijclic
fuperftitien ïtonnen inboeten,
3* epgenen befe getyden toe aiïeen
flcn ïterefteiiche perfoonen/ aï^ p2ietlec^/
JBnnnicften / .ï^onnen / etc* 'tiBeïche een
Croobe btoaeïinge i^. 't bjel fo / bat bie
ben i)aeren / met Ijaa exempel cnbe fïemme/
in openbaere gebeben moeten boo.'gaen ,
maee bien pïigöt moet l)arc niet alleen too?*
ben oj^gelegöt : Vuant be i eghtveerdige leeft
door lijn geioove, iïom.i. ♦ <2!5nbe begc^
loobigen moeten nacboïgec^ enbe mebt-ge^
feilen ban Ijaere ï^ecbers? toefen / met nac=
men ooch inbe gebeben,
4. flellen Religie inbeonbfrfjonbmgc
ban gefette tyben / bieprecijs, nogljbJoe^
ger / nogi) lacter/ moeten bjaccgenomen
loo^ben/ 'tbjeïeïie een tyrannije ip/ enbe't
bjeleUe öaec bjeept in een fulcften quellinge
öfj^ geeflejj/ nnt betoelcfte fp l)aer niet ont^
Vnerrenhonnen/ ombat beMocften fijn ban
nialhanberen berfcheelenbe : iDant op bit
oogenblich be^ tijté/ een anbec npcebp
ox\y/ een anbec te Romen, een anbec bje^
berom in Indien , een anbec ecgen?? elbec^ j
|ae in een enbe bcfelf be flabt (ïaet biclibJil.^ öe
eene Itlceli bao? be anöcce* oBnbe nogljtan^
Ijangenfngcnoegljfiiem Ijaere gebcben enbe
banclt^
Kleyne kerckc. 175
imicfefeööingGn aenöe trjöen enöegetaden/
laflclicft feggenöe/ Dat öe hcagljt öerfclijc
wermbeflaet/ eben al^ of jjct Ujacccn fa*
;ramentele Dingen tJctehenciiDe / becfegeïcn^
)e/ enDe toercfeenDe ; Dacc Jjft nogïjtan^
lijnomflanDigÏKöen/ enDe nictfarienfel^/
hoglj oocft leDen ofDcdrnöaneenïgefocclie*
3cli faï öiec bp boegen Rovenij üJoojDen / Roven In*
Jetuelcfte ï)p tec tuaecfcljoutumgetjanDe flj? chria.
fie/ mDefen/ IjecftalDu^tec neDec gefïat: T^p g ^*
.,<2>e geloobige ^lenfdtnegüten Doen l)aecen pag.
LJIeemiDientl in tjaecetijDen. 't ^^fcïjnc:»
,M\ich 't gene Petrus Damianus banDen ï)cps
►jiigen^MTcljopSevcrinusbecDaeït/ Dat Ijn
„nae fijn DooDt geopenbacct Ijecft/ Dat
„eenigen tyt in't bagcbpec aïïeen Daecom ges
,5fU:afti^/ oniDat Ijp iu't ï^ofDe^ l^epfec^
„Uiat befiger fijnDe ober Daglj met De affairen
„De^ tlyeh^/ De^ mojgen^ gebjoonlich fij=»
»ne getïjDen bjat eec öaDDe begonnen. 't!3^
bjaerlïcU nogï) fcljjicftelichec / feer tprari^
mfclj/ enDefupcrfiitieus, DatmenDoojfnïcs
jfxe berfierDe beiljaeïingen / aïlen enDe een
?geïich poogt te becbinDcn aen Defelbe/ enDe
ibeïe getijDen/ Die onDecfo grooten jlraf^
ftfo precijfelick moeten b^aecgenomenbjo^a
Den.
^P betbinDen öaer getijDen aen een
; gefet getal Der gebeDen / aen fo beïe Ave Ma-
ha' es, enDe Pater Noliers , bjelche fp Ober»
loopcn fonDf r eenige devotie in öaere herten/
enDefonDereenigljberjtanDt j toantfp b?en^
gen Defe npcen Doo^i met een geb^ooclten enDe
geraaecluegefangl)/ en Dat in een onbeïten^
ll>rtaeje/ tegen Chriiti regel/ Die alle pDele
bep
1
■
Gifb.Voet,
de Speudo-
precat. dif-
put. feleél.
torn. 3. pag.
Balduin
Caf, Conlc.
lib, 2. cap.
7. caf. 12.
pag. 201.
174 Kicyiiekerckc.
ücrljacïntgen \)cthim / Matt» 6. 7. CnDe
tegen Pauli ïcere / Co?. 14. 14» 15-. 19.
^aec l)p tüiï Dat ben <Öoöt^-öien(l in een Ije-
lienöe tacle fal gefcfjicbeni
6. ïDie uycen Ujojöen oocït bp Ijaec af-
öejjanDcItDoo^een fehece antiphona, toeïcUe
alle devotie tjerö:ijft : tuant al^ ton ^eöt
biböen / fo moeten U)n felf ö alle onfe concep-
ten fonnecen / enbe nntbnicaen !jet gene /
't tnelche jjet tjeete geboelt. .iBaet: öu fjaec
gcfcljietbctljeelanbaré/ öetojjïe öe eene een
öeel lïan eenigefententieboojDjaegöt/ enbe
öe anörce l}tt oUrrige \)nmt / maccftenbe
iiïfo af-fcl)epbïngen öfc fpzcnclten/ m diiHnc-
rien öc^ gentoet^ / fonöêc öe niinfle naoör-
faecacüchDeit j Ijet tocïche nogïj David, nogl)
Paulus, nogl)Silas, DiefMUoo^jgeUcn nac te
Ijolgm/ geöaenenl)ebbem
7. <t5!niöelicft / om lifgoDerne / beeï-
bonöigc lUpcdHtie , gvooUe b\ijadmgen /
plompe hypocriiie , enbe mniigö^ulbtglje
U2embig!)f öf n / bic Uan ben gaufgefinben nt
Öaecegetydenbegaentuojben/ nae aiibeee/
nietopteljaclen; befeljaeregetobenfljn ben
Cö#enen/ cnbeBabers mbeefefte en on-
be lieccïte / gejeel on-behênbt getoeefl. 't^3é
toeï toaec / bat fonnnige dt^nbtbabecö baii
feecïiere nnecn / nae be tierbreïïnglje bcï^
öaegïjö/ ni Darren tyt gebnmcfteïic h / gc-
fp20ocUenl)cbben/ enöcuibiebe geïoobigen
opgebjecfit tot be gebeben / enbe anbeee oe f-
fenmgen / geü)ca Uiu Iiiec nae fuHcnt&oo^
nen 5 maec bat'fe aen een ycbec nnce een bn-
fonbce eugcn fo.imnUct: beö gebebtjS fbubcit
Öebbcn toe-ge-qigent / enbe aen bie ben open^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 17^
bmcn himfl tttt llercfte fouöcn berdoiiben
fteö&m/ cnöeöat'fefofouöenï^miöcfe faec-
fte gefabdt Rebben / aïé nu De lefuy ten öocn/ l'^'^r^-
ontftcniicn lup / cnbe faï ïnöer eculuigbcit 157
niet ge t!)oont ftonnen too^öen. 3;ae öat öit
ren mentoe maniere ban biööenl^/ behrn^
nenoocftfommïge paufgefinDenfeïbe/ on-
ttt anöere Durantus , öetoelcfte bit betoijfl oumt <i«
UptWalafridus, Sozomenus, Socrates, en^ i^'^'f^"^^
Öe Nicephorus, Walafridus tjetöaeït öicft- waiafr.*
toiï^öarfe langen tytnae b'Ulpopeïen fijn strab. <ie
oeniaecftt en ingeflelt ; §>ijne Vuoo^öen fijn
fonöerïinge aenmercftinge tueeröigb *• Men kinf ri-
moet weten , fegï)tl)|t/ datter veele tyden na v« &
d' openbaeringe des Heyligen Euangeliums
voor-by-gegaen fijn , eer alfo geordineeet wa-
ren de getyden des daeghs, cndedesnaghts»
<De fupbecfle ftecefee D^'eft niet getoeten ban
befe feven getpen ; Voant BelJarminus t»e^ vorflft
feenöt felbe öaret officium primas , bat W Anti-Beil
Uanöe eerfte getyden , 't toeïcfte gcbpeit moet ^""^
tooiöen nae öen opgang!) öcc .s^onne / eerfl 1"?
mgefleïttentïjöeDan Caffianus, gelijcft upt
tjein Vorftius öeeft aengemcrcftt.
.fBaec ich b?eefe Dat ich öe goede uyren ban
tnönen Eefec mif b^nicfte / Ijcm fo lange op-
fiouöenöe met öefe ydele uyren, enbe ben-
feïingen Dec nieülüe Eeeraeten* ^ogö ijet
toa^bannooöen Datpet^ftiec ban BojteWt
toierbe aengetoefen / op Dat bïrjcften mogjte
toat onöecfcöcibt baer ijJ tuflcöen be paepfche
getyden , enöc öie gcfette tyden , Debaefche
öaegölicft^ tot bert ïgljtinge ban ben privaten
<5obtfbicn|lïn onfe öupfen moeten bjo.'ben -
öf-gefonbevt. «)ant 't een gcoobe ie icnchtH».'
fien
hjó Kleyne kercke j
rrtic. lib öï^nbotof Lutherus, ofpemanötbmt CHife
Lucher. af- gcfctjtifc twtxc li3eöcc-fp?oochcn /
niaec bat IJÏ» OOCft alle gewoonte van op een
gelette tijt't famen te bidden heeft geheel wil-
Annot. u- len vernietigen , gcïljclt Prateolus ïaflcct ;
pon chapt. cnbefooocubelcfuitenUauRheras, betaelc^
Aaes pa^ ly^^^ '^eutevicïtcnmgcnop A<St. 10.9,
m. 3»i. ben Puriteynen cnbe Calviniften nae geben/
öat'fc aUt fnklim order rnbc gelette tyden
ijaii bibbcu/ ibperilitieoasbccïcu, Jl^ptitani
gecrn toe / enbclecrru hn aïie gcïegentl)cpt /
bat t)ct ff cc bcï)oo2Ïich i$/ bat feectee iius
crn af-gc foiibcrt \i30>bm / niet alleen tot ben
openbaecen 45obté-bien|l / geljicïi opcntlic^j
fem Uan on^ gcfcljiet ^ maec ooch tot privatco
nibe ÏKpnicliche oeffeningen ban <0obté-
bienftiglieit/ op bat be nienfcï^en aHe ljaerc
anbf te affairen acn een 5i?be leggenbe op fecc^
ïterc tuben / agl)t mogen geücn op Ijaere de*
votie . "Jlïbne lieeft liicc tian Calvinus gc^
boeït/ gelijcU nntbefe fijne tuoojbenblijclttt
Calvin in jj'^cngefien \juu Uafl ben gcl)eeïenbagt)met
comment. „anecïeii faecften te boen JjebUen / enbebac
m 10. cap ^jtïejj ïoopens* enbe cennein^ geen e^inbc ié/
^ "^'^^ „tenfnbatUjnonsSfeïbenaf-bjeecïmi/ ctib0
„ban onfe affaicenonttcecften/ fo ift ferr
„goet / bat Vnp betoo?bmeerbe tijben !ie Wöcn/
„enbe anten onitebibben. ,?^iet bat topaen
„tijben enbe unvengebonbenftjn/ niaecal*
„ïem op bat toti't gebebt met geljeel eit^iï
„becgeten fonbch/ bieïcfte onbec aïïcbcs
„Sommeringen b' eerfle bcï)oo,2be te toefert;'
m comm. 3|aeopeenanbccpïaetfeoo2beeïtl)n/ bat'ft
Actl- lij, fcn feec ptofi)teïieïie faecKe fonbe Pin-/ ^toöiru
Kleyrte kercke. i jy
ton C^2iflenen bacgïiUcft^ onfebii-rcnftom^
flfii ïiiöe lierchm l)aööen biti tc biöbf u / ge^
(ijcft oacfi op fomiuïge plaetfen elön:^ ge-
fcJiiet / enöe fo oocft orfcliict \^ inöe ouöc
iiecche: iuaitt outrnit Ijet \m Dc^^^eemi
foo» ï^in Concilio Tarraconenfi , C. 7. bc*;
flooteii / Dat öacgljïich^ iu't openbart inbc
liccckcn mo?grn-cnbc aüonöt gcbrbni fou*
örn gefcl)ieöcii* B'iacc baer fijn ooch Dc dec^
öe / fefte / niöe negcnöc u]ace be^ bacg!j^ baar
bfi grUofgöt/ cnbe tóoj ccntoetbcroibij:
lieert bat in een jtiebec ban bie upren b?ie Pfal-
menfonbengcfongcntoo?ben, ït!ecu\it i^'et
«^fcOt^t/ gelgcfi oufen Daiiceusfeec toelbec^
arït/ batuibiebijfn^icfn/ aïébe fuperfti-
ie begon aen te gronicn/ beopenbaetege^:
eben enbe gelangf n mbeüerche/ enbe bat
baegl)ïicfi^ ('tU3eiciteboo2Ï)encnniet fo pre-
cijs U)iect aengenomcn/ niaec nae ben pbec
bf^ gemoetg aeneenpegeticUebercKe/ enbe
aen ncbec geioobigc iöicrbcn bzp gelaeten)
enbe infonbeiijept lube Clooftcc?^ bee JlMm^
inchen ( bie bete nnuen fupedlitieufer UJiVC
laenien) Ijebben beginnen tegefeljieben / te
toeten inbe mo^gen-upce/ ofte eerfte njnrc
be^baegï)^/ bebecbe/ fefte/ negenbe/ en=
be nibe abonbt-nnce. nbe nabeiijanbt
er nae be abonbt-gebeben {)ct Complecorium
by-geboegijt / ban bie gene / bic rcli^ieurcr
ban anbcre toilben fcljijnen / enbe fo \i befe
mThrri-^Mrgöhclie tyrannie, enbe qnaebeTu-
} , alleug!)flten^ / grli)cU't altijbt^
pleegl) te gcfcljiebe n / aengcuiatfen.
5Dit bectoerpen Urn / niacr niet aUe gefet-
„te tijben i '?ilbn# fp^cecUt Rivctus ; ^e
^ nie^
Riv^t Ca-
thol. Or-
ihod. traft.
3/. n.i.
i.'i.
Rlvot.libr.
citat. num.
7- P- 3Jo-
Theol.Caf.
cap. 23. nu.
11. p. 442.
178 Kleynekercke.
55tneïicït Ijiip^-gcbcöm Uccepffcljcn oocft / fd
>,fcccïicre plactfe / ciiöe een fercheren tijt /
3,111 be toelche aïïe De jjunfgenooten 't faemen
„geroepen toojben tot roenUnge enbe aen-
jjcoepiiige Dan <0obejJ .fi^aenie. <^e Jiepmc-
,,licfte bpfbnbece gebeben / bit ban een aUeen
„gefcïiiêben/ t^ebben geen pïaetfe enbe tijt:
5,Ili)ant een pêber geïoobige moet enbeftan
^^alïe tijt/ enbe op aïle pïaetfen/ naegeïe*
5:,gentï)ept be^ noot^/ enbe betoeghtgeban
y)<Boht <Öee(l / repne öanben tot <0obtop»
55l)effen ♦ .ïl)aee nogljtan^ magj) l)p toel
55(beneben extraordinaire publijckc enbe do*
3,meiHjcke geïegent!)ebcn)ecnige feetïicre nn^
„ren bp ijem fleflen/ in betoeleReïjp/ figfj
Vjban anbere bingen aftrecïienbe/ baegbïiclt^
„ben cï^aeme be^ ï^eeren aenroept : gelijcft
„Itjp geïooben bat be ïjepïigcngebaenfjeb-
„beh/ bie on^S inbe .^fhiiftupre toegcnl^s
„re <ÖobtfaHgIjept toozben aen-gepiefen*
Cnbeaïbn.^fpKechenbefonbenlup beur an-
bere ïionneninbocren.
^0 tüiïïen onfe 3leeraerenenbe |)jaetifi)-
nen/ fienbe op 't gene ecrtijt^ Daniël enbe
David getuooti ïuaercn te boen / bat be Cö^if^
tenen öaer driemael beö baegb? fuïïen tot gc^
bebcn / enbe anbere oêffeningen ber <0oöt^-
bïenrtigftept begeben . <i2nbe bit geb?uncïi
en ïtan niet anberé ban ïoffeïicft/ enbetew
googljflen pjijfcïicft gcoo^bccït toöJben.sPpgJi
Ijier moeten bcfe boïgnibe buigen \ml fojgljs
bulbiglilicften toaergenomen UJo^zben,
I. <Bat ban een peber ï^npf-baber/ ofte
toch ban m\ peber €\jnficn booj f^^^
in't
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Klèyne kercke. i^p
' In'tbpfontJec/ öefettjbenftonnen becnnbert
mo2bm/ me bat öp Uoo^figötrïicft faï 002^
öeeren/ öat öet bem ofte öc fijne beftgeïe^
jen ofte Uo.iöerlichfl faï hjefcn. 't ^oube
^! te öact/ enbe flcijbenbc toefen tegen be
Cfeïftelicïieb^rjöcnt/ ofte on^ feiben/ ofte»
3ocftanbeceaenbefeofgenetnben te berbm^
{len / alfoo batinen nae geïegentjept geen
anberetijttotöeplige oeffeningen foiibemo^
jen imthiefen / ofte anbcre bcröencften bit
tïoo? een meccfteïicfte bècïjinberiiige te met^
belet toojöen/ om befe oeffenmgen/ fo aï^
bcljoojt/ enbe fo aï^'feanbcrflnsSgctooon
fijn/ toaec te nemen, ^oglj'ti^ooch feeö
'^htf^ooiïicfi / bdtmenfigt)boo2 eïche boo^-
iiinenbf enbe tuffcbcn - (tomcnbe beufrïin^
ren ban fijn ^Cüjifieïicfteboojnemen j^et af-i
^B^^Dben.
Kt. ^at tot befe oeffenmgen / niet al tc
eer tijt moet bfflcebttoo:bcn ; alfobatmm
fiioobtfaecltt fonbe too2öen / be toerclieii
Wn baegbïich?^ beroep te bectimmen;
Die bit fonbe boen/ fonbe bem befonöigen/
rnbe be v0obtf bienfrigbept fonbe fomnrigc
een berbfelbooiöacrc lenpöeptenbe tragbeit
iftonneilfijn.
[ 3. tDogb n<et t\yen langen tijtmoetoocR
300: Cf n pegeïif ft gcfWt toojbcn ; 5^ie min^
fentbecen / enbe meerber renten bï'bben /
n tot privaete oeffenmgen meerber tpt
, E-n / ban geringe ambagljt^^ ïieben /
^nletöareljantH^n befeofl moeten toinnein
•aer koop-gelr inde handen bCT rijthett
léijdtj om wijr heyt tc koöpen, ^:ob. 1 7.
m t.Con7»32,34. j^tn Weduwe, dié
SÜ » alleeü
)
)
|1V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
rr
•1' 1
igo Kleynekercke.
-^alleen gelaetcnis, ïtail blyven in fmceckin-
I gen cn gebeden , naght cnde dagh ; Öacc Dt
jonge weduwen , tüdcftehouwelicken , mttt^
Dec tt flClïen ÖcblJCn met haer kinderen , enöe
jhuyf-regeeringc» 5» Luc. 2.37
1 €)of ïi moet öicr op De f üjacïiDcit / of fier cftte
M]am\^ acljt oegcUrn too^öen jfommige
fijnöcc öie ïjarr lauget ntetftcnïïgeoeffenm*
jOfcn ïionneu bc|igï) boubcn / ban toeï anöere/
Sic f Uiach fijn. Godt wil barmhertigheyt >
ende geen ofFerhande . <Br\ft oeffeningen
«ictcn toii niet W f ^ gefetten tijt / maer on^
fen tyt nieten tóp bp onfe devotie entïcaen^
Dagljtigljeiit.
4. (Cpnöcbfk öefen oeffeningïjen / m
baegWicftti op öie gefette tijDen geöaen tooïö
öeu / moeten geen Uecbienenbe ftragl)ten toe
öefcD2ebcn\ü02öen/ enöc boojtö' moetntTc
öan alle fuperftitiegeljjijöt fijn. 3n't ï^auf-
öoni \i3o?öen De menfcljeti De^ mo?gen^ / ^
miööaeglj^ / enDe De^ abont^ op-ge\i3ecuc
Doo2 l)etlunen en ïUeppen Derl^locften/ tot
Öet fuigen enDe opfeggen ban Ijaere getijden ,
Hofpin. de DoojinfteïlmgebanloanncsDenttoeenttüms
0"gin. tigijftcn / enDe ban Den ^aué Calixtus De
JzZthh ÖfcDei DogljDitbJOJtmetregljtbanDenon-
a.pag. 3a+, feil/ enDe onDer Die ban Hoipinianus, toe-,
aaö. & [dl öerlegljt enDe bertoo^pen,
5DicnntD'opgemelte Dingen niet en fiet/
l)oe groot ïjct onDerfel)enti^/ tntTcljen onfe
gefette tijDen / enbc De i;)acpfcl)e getijDen /
Die i^getoïlTelich blindt, cnDcban verreniet
fiende. -
^efe Dingen boot Ijenen af^gefonöen fim-
tft I fo bJiïïen m bcvDct tijooncn / Dat tt?
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
KJeynckerckc, i8i
ilïcbacgeneeniflcntijt/ ofteiiprcn/ mipc*^
(eïicftnae fijne gcïföentïjciiöt/ moeten af-
onderen/ totïjetcagötüige banöe op0cmeï*
eoeffrninoen.
I. ^it al ban ont^aföe p^jact jjcUe öet
Bobtfaïiöéngetoeefl j
I» 5inbenouöenTeftamente, toantfegjt
David J>f : ff» i8. 'sAvonts , ende 's mor-
jens, ende des middaeghs fal ick klacgen en-
Ie getier maecken. ^pttoeïcïtetooo?Dcn af
e nemen / Dat be geloobigen in befe tijben
e gefêtte uueen ïjabben om te biDben.
ant nadien baegljïieft*? morgens? enbe
Monté b'offecïjanben inben Tempel toierben
eoffect/ fo toiect em pegeïicft betmaent/
m nmi oocli öeimieïicft te ïjiip^ mojl bib?
)en/ fegötCalvinus, (önbe oiiber Ijct bib^
)en toeten top/ bat aïïe anbeee oeffeningen
Jegrepen toofben» Daniël driemael des dacghs
)p fijne knien gevallen fljllbe / badt ende de**
ie belydeni ffe voor lijnen Godt , G a n t -
CHELICK GelyckHy Voór De-
«BN Gedaen Hadde > ^an. 6. 1 1.
ï^o^jbeia^ecfebej^boobt^/ lietöp Ijem ban
ijne getooonte niet afteecften ; i^p babt drie-
mael ae^ batgl)^/ fcljoon bit ben Conincft
aerbobenü^ïbbe» <!3nbebïtffl)9ntooeït/ al
ange boo^z ïjaer / Ifaac betragöt te J)ebben :
ttiant bïen binben top uytgaende in het veldt y
tegen het naecken van den avondt om te me-
diteren, <Den. 14.(^3. ijjnbebefegetooonte
Ijeeft oocli Petrus ben ^poftcl geboïgI)t;toant
top lefen / '5(let; 10. 3.9. ïDat Petrus op öet
bacU lilam om te hit^tytn / ontrent de fefte uy-
w. 3|n bat feïfbe Cappitteï flaet bec^ 50.
M 3 ban
Ambrof.
Serm. 43.
oper. tom.
3.pajr. 270.
edit. Bafil.
ann. !ƒƒƒ.
.1.
Kleynekcrcke.
banCornelius, bat I)p ter negende uyre ia
fijn huys Godt gebeden h^dde , Dat ié / tiC
becbenaebmmïöbagö/ todcfte bcu goben
een ordinaris upcc bc? gcbrtö toa^»
2. ^?^eropï)êb^lenooc^l mfonberöept aen-
Cfb^ongeu/ be Heerarc^ inbcoubetoche/
öefe baegljlkhfcljc pcffemugni op bic gefette t
tijden be^ bae^M / ten fioogljflen noobigö
oo^bcfïenbe/ totberbo^bcringe bec <15obtfkV \
jjligljcpt Ambrofius fegbt: ©oo? alle tip
yMicUt tDcccïien / moeten top tierchen öeb*
5,bcn ban <0obtfaïigIjept om bat on? OSobt /
>,tnflenbe enbe fïaepenbe op onfe faebben /
>,ljeeft betoaept. il^ant Idic alé <0obt be^^
„toaect ben menfcïie/ aï^ bn flaept^
i/^ch ben bctn ban banchbaerbepbt fclmU
3!>öigfj/ om batbp/ opbaticftgerüfl moglj^
>5te flaepen/ tuaeeht,...., Mact ooch al^
wben abont ben bagb fïupbt / moeten top
„booj PfaJmen met een acngename üeffelicft^
>jl)cptfimenlof enbeeete faigen,.., (^pbat
jjtup bit/ 23^oebec^/ fonben mogen boen/
jjUiojben top niet alleen boo^cebcngeleect/
jjmaec oocit bermaenbt boo? exempelen.
jjllDant fien top niet bat be Mepnfle bogel^
>)lten^/ al^beri baegecaetben aenb^eeclien^
55benbagbboo?tb?engl)t/ lieffelielt in j)aece
j^nefthené fingen/ enbe bat'fe bat al.^ met
>,tioo;bagl)t boen eer'fcnptbbegen/ om öa*
i)tm ^eDeppec / oni barfe met be ftemme
„niet en ftonnen / met baer foet gefangl) four
5,ben mogen becmaeehen ^ <énbe fob
„boen'fe ooeft al^ ben baglj baeeenloop Ijeeft
,,ge-epnbigbt* 4Dat ip ban bat gefangij op
jjbpfonberetrjbenanbec,^/ ban een gebnncb
^gc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
V
Kleyne kcrcke. 183
„^e Uogiflen öancftcn <&obt boa? flrgljte
>jfpÖf<^ : 91? ^o?t gcboeöt met ftofleiichc ge^
„cegljten / en fuit go nogö onöancfebaec fiml
nïBtc en faï fïgö öan niet fcbaenien / fonber
fingen öan de PfaJmen öen Dagïj te fïup-
„ten > .fBijn 23?oeöec / Wgöt Dan De
„lileiJne üogelften^ nae / met mo?gcn^
,>0nDe aijont^ utoen ^cljepper Dancft te
„feggen ; 't feïbe na Ijerljaelt t)p toeDetoni
fopeenanDer plaetfe/ 4 Daec Ijg fegljt/ Dat
teitabont-enDemo?gen gefangl) oocft ijanDe
mïepnflebogeïUen^/ on^ ren gtoote optDeC:=
wïngci^/ tot Diergelrjcïten Dienfl en devotie.
CEnDe tDeDetom in fijn DerDe Doeelt UanDe
5, jiBaegïjben / fegjjt Ijti alDu^ : Men moet
„'ÖoDtgetaifTericïibiöDenenDeDancften/ aï^ praimorum
„topuptDenfïaepopflaen; ^ïétupon^^ diemdful
wüereïjDni om fpö^ te nemen / aïé top'fe ge=
„nomen Rebben/ enöe epiDeïïrh aï^ top te
„beDDe gaen, <i5nDc boo?t^ tuil ï)p Dat op bet
bcDDe feïbe De Pfalmen en t)ct ©aDer on? Dicfe=
toifó fnllentoojDenopgefeglit/ ofteaïó men
ontiuaecftt/ ofte eec Den flacp öet ïicöaem
Obecbalt/ op dat u, fegftt ftp/ felve in het
begin der rufte den flaep vinde gevrijdt van de ^^'^^ Fo-
iforge over wereltlicke dingen 3 ende Godde- Magnum'il
licke overdenckende. c ^it betragfttenDe/ gitur in-
fo foubr ons oochdcnfTacp otiecöcndiuigcn / centivum
en oeffcmngen toojDen üau (Öobtfaïiöljeïrt/ nob""^^
m\\jc\\ rlöcc^ örcft Balilius gcfpioocUni.
nim fen-
fum homi-
nisgrrcns,
non erubc»
fcac fme
fiere, cum
etiam mi^
nutifTimas
aves folem-
ni devotio-
ne& duld
carmine ,
ortus die^
rumac no-
11
AmbiofV HcxaniCT., lib. ƒ. cap
AugHft. Tom 4. parM. pag. f^c.
JfOjpft trbi fomni qüoque pieratis meJitationes
In^'.éwc, atfil. fei-;ii. m mart. lulicr.
excitandaj
is de-
votionis a-
miferam.
12. Oper. Tom. 4.. pag, 60.
j exerciutioaeff^ua
Ooch
. )
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
x84 Kleynekcrckc.
<Bot^ ^tcft Uitt op Origenes fmmht^Cé
origfn iib. 5,ö^onöcn: lob , fcg^t t^/ leert ons, enöe
l iniüb^p. „tjcrntamt/ enöe ttioont ent forme , bom
Vzx'u " rmicn Itinbercn / ciUie nu aen on^ aï^
„!cn Uoo^ aïtijt^ / öat top aenftonté inöeu
„bacgeraet optlacnbc ijan onfenag!)t-ru|t/
„tioojallctoecch/ oftetooo?Dt/ boo?aïic 't
»faenien-fp;cecïun0c/ ofte Ijanbclmöe/ öe
5,eer|lelinöfn ban onfe opjlanbinge a3obe
„moeten opöjaegen ïn optecl)te mojgen-ge?
„beöen / af-biööingen / enbe banrhteggm«ï
„gem lob ban acnon?^ allen befeforme Dan
3,a3obtfaïïgl)ept enbe religie aentoijfenbe /
„ftont bcp niojgen^op/ etc»
Au?uft ^^^^^^ ^^^^^ Q^W)t öen €>nbt-üabec
tom4 part »AuguiHniis ! (Ccc gio eeniglj toeTcft beglut /
» pag s^o. „toep eerf t <6obt aen/ enbe fegljt Ijeni banr h/
,jenbeaï^giibat V)oïb3agl)t ftebt boet toebeu
)?1'o. nae fp^eeeïit oocU alfo 23afiliuö ;
l,0Ttit.'lT ^^'^ werck gy oock begint, roept eerltdcu
fii. Cpiri- Heere aen , ende hout niet op hem te dancken,
tual. als gy het gcdaen hebt.
.ï^iet anbcr^ ooch Chryfofthomus, totlc-
Uct^ tooo^ben ijet mx^ ooeh goet gebagljt
,5Öceft aïöicc upt te tepcftenen : Den tijdt,
jjfegW ÖP/ nae de maeltijt, een tljt oni
«a3obt te bancUen ; nn bïe <!3obt bane ücn faï
55tnoet niet b;cneïien / niaec nngljteren enbg
chryfoft. >At3ac^ierfijiu 3taet on^ Uanbe Cafel niet
conc.i.de „nae|)etbebbe/ niaa tot iKt biööen teen/
jLazar. O- „op bat top niet onrebelif liee fijn / aïé be mi;:
coi 'ioT/' jA-ebeUcUe beefcen. B)ï«d)ienaenicïwbe;.
«dit. Parif. jjlebetoeleïiebiebingenbeeboemen/ betoelc^
,,he nu gefegijt too^bcn / gelijcft aï^' öf ton
;„een nieutoe enbe toonbceiiclie gctooonte ban
pjc=
Kleynekerckc.
i8j
„UccDoenten die quacör gewoonte/ öctocïc^
„ftem ftoangegaet» aDant öatmcn / nae
„öatmeii fpjjfeacnöc tafel ïjccft gegeten niet
,,tnoet flacpm ga^n / nogljtenae ijetbcDbe/
,maer öat op öe fpjjfe öe gebeöen cnbe fjtt
leien tjanöcOJotïDeUcfte ^cöjiften Hioeteu
.Violgen/ fjeeft on^ felVie Chriflus feer:önp=«
„öeüiu gelectt/ öeUjeiche alé ön een gcoote
j,menigt)teöatiDcgefpij|ig|)t ihtic Uioeflijnc/
jliefeltje niet Ijeeft gefonöen nac ïjet beööc/
ofte nae ben jlaep / niaer ön l)eeft'fe genoo=*
',Digt om <!5oölielicfte p?etiiliatien te Ijoojen,
„iöantljiienöaöbeöaece bupcften niet op-
^gctjult / nogijte liaer op-getoer ïit tot D2onc?
^,lfeenfel)ap =, niacr aï^ W\'c ftabt Derfaöïgfjt
5,fo beei alé nooDt Uereüfcl)te / treeft Ijp'fe ge*
,5t5oert tot een geeflelieïi tiocötfel. 3laet on^
„oocït fo boen / cnbe op bie tuijfe ox)^ oor ft gê«
^Vtjennen fpijfc te nemni / alleen fd beel noo-
„bigü 1^ om betleUen'tonbecljouDen/ niet
5,om on^ te tïeftoaren. <9p een anbiT
5,pïaetfe fpjeee fit öp toeberom albué : ^eglit chryfoi?
jimp met tuat aengeflgöte gn be ^on fiilt da orau«
„aenfeöonlnen / bie bat aengenaeme ligljt
P^totnUieoogenfcnt^ l^oefnlt gnftonnene*
^ten/ tenfpgneecflbïénöebt aengebeben/
y^ienfb bed gdebe bmgen geeft ^ met toat
^^Ijoope fult gu u aen ben nagljt tijt oberge^
sitien/ metbjatb?oomenmepntgp/ batgn
boen fult Ijebben/ inbicn gpunïeteerfc
,^>ttiet bibben tnapent / maec dnbefeljermt
5i,utotbcn fïaep begeeft! <!Bnbe tDeberomhi
tm fceehec Homilie obet pf: 41» ^pjeccht chryfofth .
i5>ljn albu^: 3tftfeggebefe bingen niet/ op
5
f xdag. lib.
z. cap. 4. e-
du. Hcinf.
r
Stromat.
l8i Klcynckercké,
»t>atgp'fe aïïcen foubet p^öf^n/ öocIè
j>öie uUie©?ouü3cnenftinöctmïccrm/ niet
>,aneen al^ fp Ijacc tjanbtujci-ch Doen / macc
»oocft infontïf cljriJt oUec tafel. 3©ant uae^^
j,liien öe ^ZDuubel op öe maelttjbeu ïaegöeii
„let)bt/ enbaectoe gebruncht De l)uïpe Dan
„D^oncftenfcöap / enfattigï)ept/ eneenuyt^
>,gelaetenïaccl)en/ en etn tcaegij gemoet/
>,fo moeten top boo? en obecmatitijDton^
„flerefemaecïtennietbe öulpe Da Pfalmen,
>,en te geïgcft met onfe b^outoen en feinDecen/
,>banbe tafeï opflaenbe / <6obe C^eplige Eof::
„fangen flngen. ^00 tjtJogö toagi öet fnigen
banDe Pfalmen , geagljt / enbe ïn fulcften
i^epligen geb^uricït / bp De eecfle Cöjiflenen.
Mtt öiet b^ieebec ban be^ <éerbj. Arnoldi
ab Elten D a v i d s H a r p e j ttXi Trac-
taetken,'t toeïcïte icït nu eecfl ontf ange / na
bat / 'tgene icft boo? Ijenen ban^t fmgen ban*
öe pfalmen gefcö^eeben öebbe/ al geb^ucftt
toa^»
Clemens Alexandrinus pbetïïcït beftcaft
ÖebbenDe/ DeMufijckeen gefanglj bec l?ep?
Denen / en alïe tocceïtliche Die met toulpf-
Öept befmet fijn/ fp^eecht aïbu^ aen be Cö^if-
„tenen {\)\\t^ tïjt^: l^et nietbetaemclicït
j,enïge fmjfe te nuttigen eec top onfen ^cftep-
„per gelooft Rebben : nogö eenigen b^zancfi
5,te b^mcften / eer top Ijem met ^faïmen ge -
„piefen lebben ^ en eer top nacr onferu|te
„gaen moeten top <6obt Dancften / aï^ bie
„fijne toeïDaeben genoten Rebben ; alfo al^
„meteenl^epligeaenbïaefmgetot ben fïaep
„gaenbe. «ènbe toeDerom op een anbcr plart-
fr ; 't gcheele ievcii eens Chriftens is cenen
Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kercke. 187
Heyligen Feeft-dagh? fijne ofFerhanden fijn
lofen gebeden 5 en het lefen der Schriftuyre;
lOver tafel de Pfalmen en lof-fangen; en eer
hy tot de ruft gaet , oock wederom in de naghc
de gebeden.
Hieronymus, Wegeïeeftfjeeftontcmtljet
: JdPt 5^0. acn een Laeta fclijijVimDe / aengacn^
Deö'ouöertojjllnöcm opUocömge ijaii Daec
WOQÏittt / fcgbt: LaetYefooeten, dat'fe
•Itijts hongere , op dat'fe aenftonts na de fpijfe
magh lefen ende fingen. tDÏlöcn OOCll öetl
outïrn 3teeüaer enöc H^actrtaecCyprianu$>
Öat öct gclunöt bet Pfalmen op onfe jiBaelttj^
ben öe()oo;!t foube toojöf n. bat bit oocft
toan be eccfie gccefojmcecbegefcöicti^/ ge^
tnpg|)t niet aïïeen Thomas a lefu 5 niaet
Docft / fcljoon fpoté-tnijfe / Florimundus de
K-Kmond , een ban onfe bitterfle buanben /
en tjertioïger onfec Religie, 'h ^alincc (Ijnc
tooo>bcn (fcïjoon ich feer toeïUiete/ bat'fe
op bic plactfe / bacc ich met opfct fp2acft Uan
'tfingcn bet Pfalmen beter te pap gcïiomen
foubcn öebben) M Uan t maet en facfpottinge
„Upttcprhenen : "tWas by de eerfteLutter-
>,fchen, feg[)t ï)p /cn Calviniften de gewoon-
^5teophetlaetfte van haer maeltijdendenBy-
5,bel 5 en Pfalm-boeck voor het lactfte ge-
),reght op de tafel te brengen , daerjonghen
,30udt, na bar feeën goebcn b^2oncft gebaen
aiöabben / tcgcn^ nialUanbccen oni ftrijbt
;,untfongen / en be fdioonc focte !J!ulTcr^
>5boo2 |)ct beUiegcnDanljacreïiccïtjens/ en
»lieffeïijcfteflemmcn/ beoogen en öct t)att
iitKt Songönians / bictin tegcntoooibigö
ijtaaeccn / ftaïen en betoüecbcn / etc. i^aet
nut
Hier. a4
Lztam. O*
per.tom. i.
P=»g- S7-
dit.BafU.
Cypr. Epi-
ftol.libr.i.
epift. 2. ad
donat. circ
fin.pag. ĩ.
bcr Iftrtrcc.
lib. 4. cap.
i4.fe£t. ƒ.
Arnold. ab
Elt. traa.
cit. 16. U
cap. 6.
i88 Klqrnekcrckc.
ttac httifpt Ja / öat onöer oti^ De Pfalmen je^
fongen toosörn ban alïecïeia menfcïjcn / oocU
Dan aï^ fp cmigl) tüeceït^Ujercftöoen: Het
volck, feglltljp/ hctwelckedie van buyten
leerde, cn oplieffniöe /
Heft op u hert, opent uw ooren,
Gy die verfteent zijt om te hooren,
„^cncftt öat öct hooi befe tooozben tot Uu
pyten betbm If eniel opgctoogcn tuo2t / en
„tïfelt fl0öemtoonöct en on-uptfp,2eechelich
„bermaccl! in met öu^ te mogen fc^jeeutoen
„en met <0oöt te fpseecften. ^oïöaet /
„naer De toagöt gaenöe op fentineipaenöe
„tjectoarmt jïgö nngöt met Defefangl)/
„öe Jl^cchman op fijn \üerch beefoet Ijiec
„öoo> fijn acbetit / en be licijgbfman in flagft
„o?b?e om flagb te ïcberen geftclt / flnuct na
„ben i^:>emel om figtitebcrlUoecUcn ; ^obt
5,bie fleecft en eentoigt) faï fp?cechcit..»«. Ifet
„t^ onrebelich / bat bcfe ï^emeïfeïje optooi
„gingen besJ <0eeflé ban bien gtooten ^^o-
„pöeet.» Éanbcn iBeccfeman op fijn bjcrcïi
„en in fijn bjincheï / banbe ©joubjen op Ijaer
„naenen / of banbe bienflmaegöbcn onbet j
„'t bj'aflcljen bet ff Ijoteïen gefongen bjecben/
etc. TOaec fo b302ben Vun ban a3obe6 €>eefl
gelecct/ en fo bit banbe CÖJiflenen gefcljiet
mbe (Dube tieiclte / enbe bicnfrljf » öat bit
ban allen / gelncft bp aïïe gelegentöept / al^
fo OOCÏi daeghlicks op feecïtete ftondcn , ^^t^^
ïigt)lich mogI)te b302ben nae-gcboïgljt. ^at
ben Studenten ban 't JFcanfcge Collcgic tot
Leyden, geo^^bmeertijJ/ ecnpegelichop fij^
Kleynekercke. igp
hmct ttn Capirtei öaeg!iïicïi^ upt hm
Irranfcöfn 23pl)ei te ïefcii/ e« ccn piklmte
htgen / ÖetÖartt leremias du Pours in fijn ge^
lefcfeift/ öefefloffömeffenöe / mbeFran-
xhetade upt-gegcbcn,
5, €nbe öit tpeten top bt betragötïngc
ami bric <0oötD?uö!jttöe getocefl te fijn. ^en
lliepfctTheodofius, tïcn joiigcn/ üaööetian
(ïjn Hof een Schoole gr maccht / möe tueïche
(JU enöemfelben/ en öe fijne oeffenöe / niet
ordreaf'^deelendede tijden onv te lefen^ pfal-.
men te fingen , te vaften ., jae oock om te
waecken : \uant Ijn too^öt grfegljt Dicftmad^
be^nagl)t^m<0oöe^ i©oo?btgclcfcn teljeb^
bni. Socrates , ban fijn beug{)öen fpjeec^
henöe/ frgï)t alDu^: ^ijn Paleys tnas niet
„ongeïtjch een iieccïu Jl^nt met Ijtt eecfle.
fcliemet-Uc&t fongt) !jp atieöeren met fijne
„^ènflecö; jaeijpfepöeoocft banbupten op.
5,öeï)epiige ^cljnften/ cnDe bP fp.iacli ban
öefeibe met öe 23itTcDoppcn / niet anöec^/
ban aló of Ijn feibeal booj befen tot giebi*
„ftantgefceltbja^. . ;
Hieronymus, ban Paula , een ©jonbï ban
entabeïijcft/ jaeftoninchlijthgeflagljte/ en
ban Ijaer maegbben / %eechenbe/ fclMft
aïbnè: .li^a^batbet Alleiuia gefongen toa^/
,,ni becmo0f)t niemanbt te bïijüen fitten»
'?J.fBo?genitenö2ie/ fe^/ ennegm nnreit/
'ÏJabonbt^ / mibbcrnacbté / fongö een
5>*iebcr op öaec bcuct npt |)ct Pfaim-boeck.
,r^nbe een pebec ban be .^ufler^ mcefl be
jypfalmen Itennen / cnbe alïe baegen üiat upt
„iie IjepUge .^cïjjiftnpce ïeeren. gjnöien pe*
jynianbt b34t tcaegü tot be pfalmen qnam/
Paula
lod. lib.
cap.j.
Cent.Magd.
Num. z).
Soerat. Hi-
ftor.libr. 7.
cap.ii.pag.
ƒ7 ƒ. edit.
Coioa.
per.tom.i.
Hifron. ti
Lxum > O-
pcr. Tom.
trafm. E-
pift lib.io.
Jit. Bafil.in
Melanth.
declamati-
on. torn. 3.
ije Luther.
190 Kleynekercke.
„Paula ginaf) tóe aett/ of befïrafte bic/ O0
„tjcrfcöqiöen manieren, <öntie t)\n aen be^»
gcftiïe J)p Dat Lxta , een bjome ©^oinue/
l)aeceiffi>o(jt)tec fouöe getnerinen. i^p öaet
onöcclMijfenöe I)oeTe Ijaece^ogljtee tnoefte.
op-ljoebcn / fcgüt aïbué ; 3laet ö^er boo?-
>,5efleltU)02benecnouDe/ b^ome/ enbeeer^
))barreB)acgljt/ bie I)aer lecre / enbc boo2
5,t)aft exempel getncnne om beé nagfjt!^ op tê
„fiaen om te b<böen / om be^ mo^gen^ gfal>
55men enbe Uitbeten te fmgen / . ♦ . * enbe een
55fteerfle aen-geftelien örtibenbe/ om <6obe
5>een abonbt-offer toe te brengen. t?n Vnttbe
bat bet ïefen ban <6obt^H3oo?bt boïgböe op
Ijetbfbben/ enbe bat l)et bibben bolgöbe op
i)et ïcfen / gelijcft berber op b' aen-getoogen
pïaetfe/ inbetDelcfteluii nogbtané aïïe bui-
gen niet booi gort en pfeeijfdicft en henren/
ftan Uïo?ben nae-gefien'.
K rafmus fegbt in bie Heerïicfte befc Jnjbrngt
ban Thomas Morus , ineenb?ief aen ben ge-
leerben Ulricue Huttenus, aïbuébanbem;
5 j Thomas Morus i^ een neerfligl) oeffenacr
„ber toaere <0obtfalig!)e|tïbt getoeefl / fcïjoon
wön bpanbt bjaé ban alïe fuperftitie .
ïjêeft fijne uyren gel)abt/in betnelr fte öii €»obt:
babt/ nietuyt de gewoonte $ maet niet gè-*
beden uytgeftort uytde borft.
Melanthon getungfjt ban Lutherus m bé
3lijeft-o?atie bie ober (ijn boobt gebaett
beeft/ batljbïjem bn-ttae baegcïïeft^een fe^.
fterentöbtnamomeenige pfalmen op tefég^
gen / met beïuricfte ÖP f nne gebeben en be*
gereten/ fngljtenbe/ enbe fcbjepenbe ber^
mengïjbe. Cnbt foo ijerDaeït oocïi brfelbe
Me-»
Kleynekercke. ipi
elanthön ban öeï^up^-bJOUtte ban Frede*
riek öen Cljeur-baifl / Sybiiiagjenaemt/
öat'fcöcnöaaö berticeït ïiaCiöe in upceii om
te bibbrn / oni tr ïefen / ènht om te tueccftem
>5^e ^cöoon-fooii/ fegjjt öo op een anöec
„pïaetfe/ ban Sebaftianus Brand , birtcfte MeJan^h^1l
„bcïe öoeöe boecfecn öee ft gefcö^eben / öaöDe loc comm.
„öcgeiüoonte/ Dat Iju fijne geDeöen '^mo?^ tJÏJ*''^^''^*
„gensop-fepöe/ gelifck vele doen. 5Cl^ ï)P sfo
„toa^ inöe t'famenïiom|le te Smalcaldicn,
„Den icft 'i^mo^gen^ b^oegl) aen fijn logij»
„gcftomen/ t>ggcnöe: Heer Beate (bjant
„bat VoasS fijnen nacm/ enbeï)p bja^ loaec<
„Ucl\ Beatus , öat / geluckfaligh ) wat doec
„ghy foo vroegh ? J^p antbJOO^be: lek lefe
i'ialmen.
>^^e betrmaerbe Wefembecius > bie be ï^ecj^
ten eecfl te lene, enbe baec nae te Witten-
bergh gïjeïeect Ijeeft/ babbe oocft op pebec
bagt) becfd)cpben flonben / in bieïclte fjo figh Meich.
öf.fonbetUcft begaf tot Wbben / geeflclicïie ï^cJclr^
intro veriicn, ettbeanbecc ocffenïitgöen ban
man. p&g.
devotie. 175. 6cfe<i.
Ban Harrington, een bermaecbt en xmu
rnmcnbt €beiman / lefén lup/ bat l)n fba
neerfligljenbolftanbigö toi>^ inbefeOltóbt^-
bienft-pïigöten / bie men nnfoo biepnigli en
;oecmgöaci)t/ fegljtB«rroughs> batljuniet
.^aeen tloeemaci baegö^S in't Ijeumelicft babt/
m^t oocft ttoeemaeï bp fijn ^ienaer^/ in
mn ïumec; bcljalben be bn-een-hömfïe op
be gcf^cibc tjjbt booj ])et gantfcïje öup^-ffefm. moRj
^.pobecbacl3tb2ieot biiTp^ebicatieri/ bieöp ^^^«3?/
clcae bag!) ge()oo?t l)abbe. 5^e^ mojgen^ op
^n bagö Oe^^eeccnbecöaelbe öp 6e pjebï*
ip2 KJeynekerckc.
featim / bic Ijw op bcti ïlaftDag!) tc boojen jc^
an ite-^t^ch mhm Ijict nictnac-ïatmte brcl)ae«
' lm j !joe \}tt bnpfgcfm ban öicn burger gcrc?
tdy's^cf- ÖUÏfftt toa^ / öacr Öcm Teelingms fcgl)t /
fntmg:ml«c ^mhtt fUU bclcaöt/ öocn ï^t^fï ïnEnge-
tofijnbooj^ Jandt Quam/ ban <!5oDt gclcnüt gcbjccfl tc
tn^xm- 'ièmo2gcn^bptijt^ (fcgl)töien45oöt^-
sèoccü. „Unigl[)tigcn Praaiiljn ) niaccluc figö een pe*
wgeïych op/ tot fijn Uictcli/ öogö alfobat
„gecnc/ figt) tot belucrcften fijner beroeping
i,ge en begaf/ aïeer!)u ben naeni bej^ =t>fCi
j^ren niet gefetlje^t aengeroepen / enbc een
jjCappittel met bê!)002Ïïche onba*foechinge/
>s0elc|cn j)abbe / alfoo l>epïigeube boo? öeii
5,gcbebcenbe!)etlD002t/ ïjetgcnefp tuilben
,>ter ftanbt nemen oni te boen. <S>it b^ert fa
«getronluelycli betragbt / ban eni pebec/
„bat felbe be bienfl-boben baer in met ber-
„tnnmelnch üjcfen mogljten / macr l)un
5,U)èctgfnocg!)faemetijbt baer toe aUe mo:-
,5genbcrgonnet. ^Denbagl)bu^ begonnen
55tjebbenbe/ foboïgljbeeenpegelijcïi fijn be-
jjtoep/ tot ontrent bennoene/ aï^ban foo
ijberfaemelbeljetgantfcöe ïjuijfgefm/ enbc
„ïafen 'tfamen een Cappittel berbolgei:? ;
j,aïfo bereyb fijnbe booj Ijet ïefcn be^S buoorte/
i,ricpcn fii eenbjagljteiijcft ben naem be^ö i)ei
„cenaenV baer na aen tafel/ fp.Meelicn fV
j,ban Det gene een yeber unt Ijet Capittcl
i^bemercUt D^^bbe / na ben eten fongen fi^
„'t faemen eenPfilm, ban heerbe figl) em
,,|ieber b3cberom tot fijn bjerch ^ bit beben
„fjrjiabonté booj benetenoocïiopbieepga
,,boeae. ^m\\ bat fy tc bcbbc fouben gar it
obcr^
KJeynekercke. ïpj
lecïepöen fp öcn ïoop be^ öaegö^ / tup
ofcljen <0oöt enöe jjaec feïócn aKeeneCfom^
„ttilge öcDeiiölt 1300^2 Den eten) enöe fo lieba^
„lm fïgf) <aobe/ na Degciegentljeiitban
.jfafte öooj öen gcbeDe. ^atcc-DaeglA^ öe^
,,ag!)tcrnoen^ tDccöen De ftlcpn-ltietenDe /
„^lenfl-ÏJoDen/ enDe ItmDeiren gecatechi-
feerr»
^it Doet nin nu geDencften/ aai 't gtne
Thomas a lefu , Dien Ijooj-gemeïten ©acp^
Tcljen Carmeiiter Mmich / ban De onfe Uer^ Thom ^
fjaeït / enDe boojfleït tot optuecftinge enDe leC. de con-
naeUoïginge ijanDe fijne / Dat / banDe
,Jdaepfcöe: leeren De ïiinDer'en Den Ca- ub^s.'
t^techifmusfoljaefcfp beginnen te fcamelen. pas ^+i.
.j<Be^ mojgniiJ geben fn De jeugt geen onbnt/
,5^00? fp f)efabcn tjet morgen geüebt nefegiit /
„'t»0ebebt De^ l^eecen / 't (Beloof/ De CÖïen
,5<©eboDen. ©óoj en nae Den eten toojDt De
fegen gefpjohen banbe .^oonen ofte ^ogö^
„tee^/ enDe in !)aec afbefen ban Den aen^
„tleneïieftfïen Die'ec i*^ aen tafeï. Den e:>
,tienDantftenfp/ enDe fingen eenigl) 3£icDe^
„fttn / niet een g^fatni Davidrs. 9ae booj^^
ojaer alfo plegen te Doen onfe ©ooj-©aDec^
nDe eerfie Reformatie 5 'DoenY>? toaeren in
laer eerfïe fïenr enDe bloepfel j enbe tni fean
liet gcnocgli beftïaegïjt tob^zDen en bcfc^ïei jt /
t Dit in fo beeï rjuufgefiiinen ban onö Clinfi
nen / Doo? aertfctjen bjoel en faeïionnnecm:^
11 ' m bJ02t nae - gelac ten en beefupmt ♦
hilippus Meianihon beflcaffcnbe De traeg^: Mehnu. ,r
nit in !)et bïDDen/ toa^/ gcïijeft Maniius ioc.comm
^ nljembeebaclt/ geUioon DicUtoiló te feg^ la^toml'
'tjen: 'tlsfchandelickende verfoeyeück, dat pag.145.' '
M wy
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Ha
458 H 122
ip+ isjcync kercKC.
wy de'5 morgens opftaende niet opfeggen heé
GebedtdesHeeren, met eenigen Pfim, en-
de het Symbolum der Apoftelen , ofte met
danckfegginge voor ontfanghen weldaeden .
^n/ iirDe43oöt! ï)ocmcmg{)maeï gebeuct
öat tui niet tueï Uan utoe Cfeiflenen !
4» ^efc bacgölichffl^e oeffemiigen fifn
ban geen ininber: a3oötl3nigl)tïge goet ge^
ftenötengepjefen: metaïïeen Uan Amefius,
c^nfcifbr "VneMte bué tRjeccïit : 't 3!? nuttig!)/ feftc^
4- cap. 3a. >? vegefettettjöente Jjebïjen/ tot öepmelichc
oeffeningrnDei:43oötfa)[igl)ept/ enbie niet
55upt getüoonte ofte fleuc 't onöetïjouöen /
>,!naei: ernjteïieh te befleöen tot aen-toa.^
j^üan a3obtl3^ugl3tigöetit, <ên ftoetoeï ban öie
„feftece regel niet en ftan gegebenb^o^öen/
„nogf)tan,é Doo? aïïec CDjiftcnen genieinic
5,D?if't/ öet morgen cn abonDt^^- offer allen
inftitut. 5)aenlieUooïentuo?bt B)aer ooch ban Cal-
libr z.cap. vinus; öebjelcUe elbet^ fegl)t/ bat'etfouöe
8. fea. 32. (.j. vi30ei;öi00 enbe loffeïiche faecfte fijn /
inDïen be Clj^ïtUnen daeghUcks eenigh ge-
deelrje des tijts affonderden enöe af-fncden tOt
<Deefleïicfte oeffcnmgen. o^nbc Petrus Moli-
naeus ftlaegljt ober Ijet geb?ech in öefen feec
r Moiin f^nflflirtun ff Meditatie ober l)ct 9» €ap,
mnuat. ' j^Daniels: Waerlijn, fegl)t de huyfge-
obcr 5Dan 5/mnen, baer !)et gebebt gefpjooeto bio^jbt
5 pag ^+3 5,'^nio?genj^/ en 'jï abont^ / baet liet lefen
„ban a3obe^ Jüoo^bt ozbiriareïijch gefcl)iet i
5,iDaeri^bc3Dabcrbc^l)upfgefm^bie be fij^
„neonberbïijftmetfo^ge/ enbe tragl)tet fi)^
5,ne ftinberen tot erfgoet nae teïaeten be bjee*
5 jfc <Dobe^ > ai:nbe niijn*? bieten*^ en i?'er nie*
nianbt gcbjeefl / bebjclcltc bini grooten
O^obt?-
otat
Kleyne kercke. 195'
45obt^-0eïeecöfn ban tet ^tjtim gefïercfteu
beeft /om bat Ijp ni een bpibiiöcr ti adlaet ge==
töoomöeeft/ fjoetobnigcljcclcn öaöö in^
00 b.jeefe <0oöt^ fullcn toe-b,2mgfn / enöe
Itiat top Doen moeten aïé ton morgen^ op^
ftaen / miööacgö^ gaeri eten / enöe a^^
bonöt^ fTaepcn gaen / fap nae elcften upce
een ueöer ftn bpfonöec tocccft aentoijfenöe.
fijnen ^toaeget / öen ï^oogtj - geïcerben „.
„Rivetusfegi)toochaibu^: '^J1So?gen^ eec P.pr
ojtoppet^é beginnen/ nioet<0obt aengeroe^ pag sjo
55pen toojben. ©oo? en nae ben eten moet
. jjljpgebaneïittoo^jben : enbcbeé nagljt^ eec
?)topfTaepen/ moet fijne goetöqit gecoemt
3>möe gefmeecftt too?ben om fijne gnnfce,
),€>it ieert on^ be .^cljjiftunce / bit been be
?,<6obtU,aigl)tige / bie öet Ufcfunmen too^s
>3ben beftraft enöe opgetueeftt»
Cafparus Strefo , een grcot 3Licöt enöe npt^
muntenbt cieraet ban onfe Üe r cften / ïüacgöt
«aïön^; ^ieöaeg!)]lichfc!)eoffer!)anöeban
pjbaegbïïcltfcïje !)npf-gebeben gcfcl)ict aïte dn ^^""^
jjfelben onba oné , 3'n befen tijt toojben
5?beeïebmgengrfeg!)tbanbc noobttaechïieïi-
jjöejit ber reformatie j macc feecïicr bcfe
jjeen feec noobtfaecïjcïiche reformatie , bat
»befe oeffeningen meerbcr in gcb^nmche ge^
ob?agl)ttoo,2ben, Jl^i en toüïcn niemanbt
)5aen feechere nuren berbinben / maer nogljs
„tan^ i^'t noobtfaecfteïicft/ bat bit bacg^^
„ïicH^ gcfcïjtcbe / enbcfcer nnt / infcnDees
„fjentboo^bcnftoacften/ bat'fe Öaer feïbcn
„npthiefcnfcechcre mirrn/ enbe bat'fe ïjaec
„bafiaen bïebrcbinben.
^enfeec <0obtb.nigl)tigen p. Wittewrun-
Si- i gel
Cafp. Strcf.
in Comm.
pra£l. in
101,
jp6 Kleyiiekercke:
gel geeft met fontaUiige beVoegingc ^c»
p witttwr. ftïaeoftt / Dat öe t^uiifgefinnen üanöe v0cce=
f02mf "^cDe €l)M|lcncn ( of tic immcró bicn
chriit.cap. „^j.j^,£,tjjafgen)fobercet3fcöo?yjenfim/ öat
nae/ onöec l)<^t uicefte becï / alle Godtf-
dienftige oefFeningen , Ulitgcbanum / enöe
aïlecïep fcl)aöclijchc toecDojtaentljcöcn fdiD^»
55neu inflchcopen te fijn. Waerfijn, fegljt
55!)p/ die huyfgefinnen onÖec 011^/ öaec üe
I „bpfonöcreGodtfdienftige oefFeningen taJCC^
„öén tec Ijerten genomen > ^e menfcljen ïn't
55gemeen fleïlen ï)aec felüen gerufl met eeii
353emeenef[eucban<Doötföienfl/ öat fp öe
„|)?eöicatien fjoosen / ten aViontmael gaen/
5, (op öat top Ijanöe Libertynen öefee eentoe
j^niet en fp^ehen)enöe laeten aïle !)are <Doötf-
öienflioöept aen öen öo^peï Uanöe heeehe .
=*t^aï bp bft meefle öeel/ aï.öpet^JVijeemtgl
fijn/ öace op aen te öjmgen / öatmen fij
huyscatechifeere, möe familie , morgen enöe
avondt > de huyfgenootcn foude te faemen
roepen om gefamentlick de offerhanden van
Chriftelicke gebeden tot Godt te fenden : de
H : Schriftuyre lefe, dacr vanfpreecke, ee-
nigentijt tot heylige meditatiën beftede, pfal-
men fmge , enöe toat öïer fO ordinaire al^ ex-
traordinaire oeffeningen (öie in een dj?ï|te5
ïicïie ïjnpfïionöinge beïjoojöen pïaetfe te ïjeh^
ben) méee fijn Man en Vrouwe betoom
iien niet mmöer alsJ<!3oötföienrtigljtefijn/
be Kinderen maeeïiên Ijet erger aï*^ ïjaere Va-
ders ) enöe toepnigl) kraght Der Godtfaligheyt
ïtanöeronöeröeHuyfgenoten gefpenrt toois
ben/ etc. ^olUaegljtmetöegrooflereöen/
bicn toaeröen ll^an/ banöeu toeïclien top
Kleynekercke. tpj
tét hnê ian0je een uptmiintenöt tractaet
(taant nae dat de man is , fo is fijne kraght) ölt Rigl« 8-
fubjed betreffcnbc/ al^ met upt gerechten
j f^aife bertoagljt öebben.
(Bnt^et andere ömgen / tot betoelcfte be
<ï5oötbnigötï|je JBzeDiftanten ban London ,
ftacr boïcft / in öefe beUonnnerïicfte gclegent-
Öeiit Der tijben / öebben op-getuecht / binb'
tcltoocft befe opgenoembeoeffcningen: By-
r „fonderlick fo wecken wy u op , feggcn'fe
I „tot neerfligtiept inbe geeftelicke enbe con-
: „fcientieufe betraghtinghe van Huyf-oefi■e-
- „ningen, alé bacc fijn be oude oefp£:nïngen
„der gebeden , bepbe bc^ Morgens , enbe
„be^ Avonts , lefen des Woordts Godts,
, „fingen der Pfalmen , verhaelen van Predi-
( 5jkatien , enbe catechifeeren uwer kinderen
„ende kneghten (pligj)ten te beeïin befe loffc
, „enbe ongebonbenbaegen nae gelaten / aï^
„faecften bie maer alïecn be uptterïiche
„gïjcbacnte ber <öobtfaïigï)eut Verbatten /
„maer nogïjtan^ pberiglj enbe ffanbtbaflïgïj
^ „onberjjonben Dan <0obtfaïiglje ïnpben m
„boojgaenbe enbe beter tijben) bat fobe fuc-
, „cefTie ber ïierchen niet af-gefneben tüo?be/
, „enbe be fmerte van defe verdorventheyt niet
( ojObergeb^agöt toerbe tot be naefte Eeuwen
t „door quaede opvoedinge der jeught , bClüCÏC-
„fte ié ben faebt-acfter ban toeftommbe eïen^
„beofboojfpoet/ enbe bcVuefehe in befe lofTc
>,enbe ongeregelde tijden lücpniglj geeft /
„bat riecht nae be ïeere / bcUiclcfte nae be
„<0obtfaïigöcpt i$ / Eph. 6, 4,
II. ^e tóaerneinmge ban befe oeffeninge
op gefettetïjben/ i^noobtfaecWicïi/ in op^
M 5 Mm
Calv.
Aft
m. 13^
in
10.
J.*»:
r
I.*--
ip3 Kleynckerckc.
fi0ï)te ban onfc f toacftljept. ^acr 10 lu on^
ffnnatimrïicftcgencfjgljtljeptoin te tjerltoc^
ïen / cnÓc tc bcftoijchcn in gebeden / enöe
önbcre orflreningcn j 't Voatcr niet meec
Oenrgcn om Itont te too?öcn/ en ecnfbjaec
getoigljte om neöerVöaett^ te baeïen / ban
tpp om traegt) in öemcïfclje oeffeningen tc
luojbcn . ïBaecom gebjch \}ct bye e geöup^s
cigl) gefloocht moet tuo^ben onDec Dct tDa=*
ter/ om !)et l)cet te l)ouöen/ cnbe een ge^
luigbte gcönprigö moet op-getoonben bjo?^
ben / om ï]d banöeafebcaftel)onDfn/ nh
foo moeten bju öoo? gcDuncige ocjTeningen
onfe 5ieïen opbjccften/ enbc nae om Ijoogc
Ijpfen. ^ierom {jebbc n felbc be Apoftelen ,
begefetteiinren beö gebcbt^ tuaergenomen 5
enöeinbien/ tegbtfeectoelCalvinus, be
poflelen fcerhece tijDen tot be gebeben booj
goet enöe oo^baeclicft gcl)cuDen ijebben / boe
beeï tc men bel)oo:en trage menfcljen / fnlc*
fte miöDden bec CbJifteïicfte aenbagötigbept
enbe devotie met te beragbtenl Ad. 10,9.
ponder Öitfalbe bedricghlickhcyt der fonde
enbe^ 5^npbeï^/ enöe De fojgbbuïöigljeöcn
öcfcc Iwtelt / alïengbfïicné onjj becte ber^
fiaröcn / en ban oSobt toêglj-fteetcn ; be
fo.jgeioof bent fal in on^ influypen eer topMe
geUjaerbwzöen/ ï>eb/3, 13, ^€nöej)oeUiu
me eibec bebonnnecingen in befe Ujecelt ïjth<
ben/ boe Ujp oocft meeröcc oo?faeeb / om
bit te b?eefen/ bobben; ^ït^it toaïj; betebeti
kuaecom a3oöt tuilöe bebben/ öat ben tto^
ningb/ niet tegenflar nöc alle fijne menigb-
tinlöige befoingnies , abe öacgben <öobtïJ
Jl^oo^öt fouöe ïefen / ïBmu 1 7. 20, Op dat
fijn
I
Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kieynekerckc. ipp
iijh herte figh niet en verhefFe , endc hy niet af*
wij cke van' t G ebodt .
III. top ccn^ of anbccmaeïiJ öcfe
ocffeuingeu / Doo? fïo^bigbcpt bccfunmcn/
ten 5^upi3eï neemt aenftont^ geïcgcn!)cpt
om ou.^ te Detoegen / om Die toeöct en toe^
öetom te becfupmen / enöe fo onttoent !)p
on^ ijanöe feïUe bp trappen. <0etoïfTeIicft
bic foo eens» fijite öupf-gebeöen/ etc. brc-
fupmt/ faïbennaeflenöagl)/ aï^i)p Ftomt
om te biöben / te met^ een meet öan getooo^
ne ijabfigöcpt / enbe onbeqnaemDcpt baec
toe Uinben. ^let Dan. 1 1 .
I V. ^ït faï ooch een fectr goet mibbeï fijn/
om ter geeniger tijt/ met fpijs ofte dranck luc
befwaert te worden, ^ie feccfjcrc Uprcu
fielt Uoo^j IjepliQC oeffeningen / enbe bie in
öietoaer te nemen feer neerftigï) i^ö / faï fig[)
oocft op aïïe anbere nprenaïfobebtoingen/
bat ï)p Ijem niet faï obcrgcUen tot eenige on^
matigïjept / boo? bctoelcïie l)p toeet bat Ijp
on-ÏJeqnar m foube toojben / om op bic gcfet^
te upren fijnen ^obtfbienfl toaer te nemen.
(Debencïit !)ier nu op 't gene top boo? Ijeenen/
upt Chryfofthomus {jebfacu bp-gel)^2agbt.
V. <2^efegefetteoeffeningch/ bienenoocïi
omeenb?agl)tin öet bupfgefln te betoaeren.
<9nberfobeeïebefigl)ebcn/ bic in een ï)uuf-
gefin Uoo^'^aïlen / ïian feec ïigöteïicïi te met^
opflaen ecnige öerbjcembinge ber gemoebe^
ren ; maer aïjj top op feecïicre upcen üooj
<Dobt bcrfcljijnen / bat faï een mibbeï fijn oni
ben bsanbt be^ too^n^ tebluffcften/ op bat
De ^on niet o\jtt onfen toom moge onber^
gaeu. gnbien bit beöectigöt toierbe/ foo
4 ni
II.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
200 Kleyne kcrcke.
rn foubrnbct onbrr grtroutoöe bifïttoiï^fóa
)[angl)buptï0c tlniften met fijn. ^acroni qe^
ïinipcht iPetrus brfcccöen/ om De Jd^anncu
tè uVnnarnen tot\J2rebtfaemeï)!ipf-öoiiöm^
0c met baece ©^ouben/ nacificntïich / op
dat hare Gebeden niet fouden mogen verhin-
dert worden , i.gct. 3. 7. ^ict \itt ÜOO^^
gaenbe f . Capp.
V I. 3^ oocft UMith / bat lini <0obt
bancften/ tooo?batöpon^ aïïc nagljten be^
toaett enbe betoaccïit ; bat öp alle baeqen 011^
foBabcdicftcn bcfcöfrmt / 'enbe gelijcft aï^
op fijne ï)anbcnD.2ac3!)t; enbe bat Dpon^^ fo
otierbïoêbiöljlicïiancbaeöen acn fijne tafrï/
op fijne hoflrn/ fpij|l0l)t. Urn bit met
rn boen / Uiat onbrcfcl)enbt i^'ec ban tnf':^
fcJjen on^ enbe be beefren i %iet ïjet boïgenbe
13. Capp. Endeoverweeght'tgene\UUl300J
Jenen npt Ambrofms fjebben bp-geb2agl)t .
V I I. (jftmbcïïch oni anbccc brngen niet te
ï)f rijaeïen / bic üJp ten becle |)cbben bp-ge^
I),2a0l)t/ enbe ten beeïeljier nae nogij fuHen
too2benbp-geb?ag!)t j foboenbe/ fuïïen toi;
oné Uiapenen tegen eene Ijaeflige boobt. Cee-
mijlen top on^ met be toerchen ban onfe be?
roepinge befigl) j)o«ben/ fo Uerreyfen onfe
flcmoeberen gcïijch aU ban ben ï^eece / enbe
f|ïen fijn niet befigl) in O^obbeïiche bingen.
^oe eïenbigöfonbeïjetfijn/ iutiim onoV in
bien flaet / een öaeftige boobt oberbieï !
fDaer inbien lup aïïebaegenmeermaclon^
feïben boo? <Öobe^ boeten becootmoebigen/
on^ ïjecte boo? ftem uptflo?ten / oné becbont
metljembecnieutoen/ onfe faïigbept bebef-
tigen / enbe foo gaen tot be toeeeften ban on^
V
Kleynekercke. 201
wïocp/ toton^ö*mo\3ercomï>cïen7 ^tqtcn
jtroofl 0enioet beöouöen/ enöenietvreefen,
'al gingen wy oock in een dal der fchaduwe des
doodts. j^oobcrhaelt Thuanus bon Willem Thuan.
Klanbt-gcaef u an Heiicn , Dat W M} tljim.}'^'
(accn Ü002 f ijitó"ööö^t riret anöcr^ aen enflcï^
bc / Dan of bi» bicn nagljt fouDc gcftojbeu
ÖCÖben / met lefen ende bidden voor . fijn,
gantfchehuyfgefm, cntioo?pcbcr nagïjt'ai^/
fyn ïactflt af-fcjjeyt fijn ftmifgcuooteiiS
neincnbe / onöcrïnigc UergcUhige Der fonDen J
ontfangenbcmbennncnDc. Luc. 2« 28, ip»)
ECi. gS, 3. ^icttebccon^23oecftüanbe be^
fticcmgc bcc gcbagöten / tweede brcï/ Cap.
8.pag. 117. «iEnUrcboïgen^. <JBnbe!)ttboï^
gcuDe i a.Capp» ginbc Ueanttooo^jbuige \)atu
be fcfte trgeluerpuigc / num. 5. §. 5, enbe
Cap. 17. ontrent t^ct ennbe.
J n. <Dogl) gcïïjcft be kioo?-gefcpbe J)ïïgö-
'ten/ aïïe baegen Vicrcigljt moeten luojbcn;
aïfo moet een i^nuf-Baber figlj infonbecljept
tot betcagötïnge banbc fdue / met be fijne /
in fyn ïjnufgefui begeijen / op be Ruft-daegen
öe^ Heeren.
+7-1. <0eïycft inben onben Teftamente, ben
öienfï op ben Sabbath inben Tempelberbnb^
beïttoiecbe? toant baer fp baegSjlicfijj ttoee
lammeren offer ben / fieteene be^ morgens,
: t anber avonts , ofte tufTchen twee avon-
den, aïéYc ftaet/ baec moeflenber op ben
Sabbath , boUen bat gebuprigö offer / nogïj
:wee, bati^/ vier lammeren op bien bagl)
feoffert loo^ben/ jf^nm, 28. 3. <?» 10. <Cn-
öe aïfo ifï oöcït betaemeïicït bat top op onfen
B 5
{.■
♦
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuesf LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
202 Kleynekerckci
Ruftdagh , aïïe <l3oöt^-tiien|ti3e pïi0Fjteft / ^
't 3P opeiiUacre / 311 l)ciiaicitc({e lii onfe '
ïjupfen Uccöuübcïeu . ©u^ J}cbbru ïjet öe
<(3obt^-5clcci;öcn öoo| a^ntfcï) diöclauöt/
^cDotïauöt / cnöe J|rlanbt / Urncacn ;
öeninglj / bact'fe öanörlcu Uan öe onöccs
Sh ^,7?' j?l)ouDmge be^ nufl-baeglj^^ : <Dataï bie ïe-f'
* 5,öige tijbt/ toeïche ijJ tutTcl)CH/ of nae be
„folemneele bp-ccn-homflen uanbc opent-
„lichcbcrgabfniigm/ boo^gt•b^l3Ï)c moge
„iDOJbcn met Icfni / be l^jebiUaticii te obec*
„benchen / te iufbec-ïiaeïen (byfonberttcft
„bat fp öaeren i)iipfge|Innen recchcnfcljap
„af-lio^becen / toat fp geljoo^t ijebben) en
„itiet befeibe te Catechiferen, niet ï^eplige ^
„'t faemenfp?aecïien/ niet gebcben om ben ^
5,fegen ober beopentlieïie Ordinantiën, met *i
„Pfaimentefingen/ hranchentebcfoechen/ '
jjben deinen te Ijnlpe te ïiomen / en met biec^
„gelijehe pligijtcn bec o^obtfaïigöept / ïiefbe/
55en bannbectigljept ben Sabbatheenbeiluf-
5,tmge te öonben.
2. <^oenmoetmenbanmetmepnni/ bat
öï^ be fteeeh npt \é/ bat ban ben ai5obtf-bienfl
ge-etmbigï)t / geïijcïi foo Toletus enbc an* .
öerernpme paepfclie Cafuiften Ijaere lupben
leereiK 5^en gantfcöen bagïj moet nibe bet-
rïgï)tinge fo ban openbaece / aï?^ bepmeïics
fee Ijiiuf-oeffeiungen bee a5obtralig!)ept /
too^beri boo2-gcb?ag!jt, ^iti^ïJljet eenparige
geboelcn fo ban be onbe aï.^ nienbje <0obt^-
chrvfofth j^geïeerben. 3taetett top onó / fegftt Chry-
Homii.y.' 5,fofthomus, enbe onfen ©joiituen eiibe ftlii-
i* Match, „beten een onbetanbecliche Vuet boo^fetten /
bat
ivicynekerckc. 205
iSht top brfcn eenr 11 Dagl) bet Wetht gcljeel
.q€\)cn tot Ijet Qeljots;t/ rnöe oïjccïcggïnge
Man't geïjoo^öc» ^0 fiiït gu cnöe Uetcc gt^
,lccrt UI bolgcnöe trjt tochonicn/ cnöctop
.niinöccaröcpt Ijchbm, <enöc aïfo Iceren
och onbcc öe nieutoe <Ooöt^-gelfccöm /
^anchius , Bullingerus , Perkin fius , Walïeus,
CuchlinusjFeftus, Thyfius m fijne difputa-
iebanöe«^abliatö-öag[)/ Amefius, Dod
-Vhately, Voetius, Hoornbeeck, entietirel
^lecc aiibere ttcffcikht S^amm / geïijcft
>p upt Ijaere geïccröe .s^cöjiftcn / hibini t)ft
!ioobigl)Uja3/ niet Ijaccc rvgen tooo?i)eii in
ict b2ccöc tbiiöc» honncu tl)'oonc«. ^ac öat
neer / öaec fljn oocft onöcc öcn ^oöen ee-
lige Rabbijnen, tod cïie lef miö at öcn gant-
:hen Sabbatli-dagh moet toojöen Ö0O2-gf)C^
i^agljt met öe oUerbencïtïngc Uan <èoöc^
IDet ; geüjcU ban be foobanige Ueciameit
leeft be^Hoob Menaflch Ben Jfrael , bctoclffte
,clbec^ aïbuïJ fp:eecftt : 't^jé een mercte
,Uchebtoaelmgc/ temepnen/ batbenSab^
,bath om iebïgljept ingeflelt» JlDantno^
Mm bc ïebigïiept be mocbec ïöüanalïeon^
,beng(jben / fo foube feecfter mcec qnae btö /
,ban goetsS upt ben Sabbath t3oo!t-homcn .
)^aeronnnoctmen agf)ten/ bat ben Sab-
,bath5)timgeflelt/ opbatbenmenfchc/ aen
)Cen5i)begelegl)tljctjbenbe be behommerhu
>gen fo bccsieleal^bes iicljaem*^/ Ijem ge^
>l)ceï mogl)te afbeetbigen tot be obeibencs
,ïüngebe^JBet0/ om tot be Synagogen en^
,be Academiën te gaen / om ben fijnen nae
,beonthnoopingeenoplotTnige ban ftoaece
>^c{)?iftupc-plaetfen/ enftooge becfcfimen
te
Conciliaf.
in Exod.
quzft. 35'.
p. ra. Hg.
i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
r. i.
Kleynckcrckc.
„te onöetbjaegen . ^aectini tuo2t uptbjticjj
„feeïicftm Óen Talmud gefegbt/ öat öc Sab-
„bathen, enöe ï)cpïige öaegen/ beu Ifraèli-
„ten necgené anöccö toe gcgeöni fijn / öan
„om in be S^et te obecbencïten. <önbe ecu
toepnig!) baec nae fegljt ïjp bu^: Oock R.
Mofes beflm)t upt bie tooo?ben / den feven-
ften dagh ift' Sabbath den Heere uwen Godt ;
Öat ben ganfchen dagh öen (Öobt^bienfl meet
„toe-ge5cpïigöt too^ben/ niet aen maelto^
jjben/ of' t faemen fpjeechmgen/ tocïcfte
jjbicfttoil^ niet alleen geen ti^ugljten ïjtbbm /
„mate oofft bebbtn onnutte propooften ,
„boo2 be Vurlche ben naefien too^jt ge-ergert /
„ofte ontfleechen ben too?n / enbe 't Ijper bec
„to^aeclie, ^it ré aïle^ toeïgefegöt/ enbe
't honbc nautoelicft^é berbetert too^ben ban
een €iviilc\h ^oglj icït en ftan niet fien/
Öoe bit acco?beert met öaecen floch-cegeï:
JEdey etbibey et benettbifacy et in honorem Sab-
bftthi facere id te memento. 5^at 1^ / Eet en
drinckt, maeckt goede cicr, en denckt datje
Synag.Iu- dit de Sabbath ter eeren doet , toaet ban b^ee^
«Jaic cap. jj^j-ïtantoo^bennae-gefien bebecmaerbe en
geieerbe Buxtorfius.
3. 't3^fobat be Huyf-catechifatien Obec
ftet geöoo^be / enbe Ijet berlïaeïen banbe
p?ebiftatien / ban obec bele laecen al bec^
ftoftenbecfupmt \$ geb3a2ben in be meefte
t)ii)ifgefinnen; aae'tniagl) mifTeüini ooelt
beien een b?eembe faecfte fcöijnen» .fBaec
nogötan^ i^ bit ooeh al geb^uichelich getoeefl
inbe oube Cljiifïen-fteccUe / enbe b' oube
Eeeraerenöebben baec op magljtigö aenge^
b jongen/ meet ban obec be beertöien (jon^
Oett
10
pag.m.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 2of
,>öêctjaeten, J^ptomfcljen/ fegöt Orige-
T„nes , Dat gp <15oöt^ tooo^Dcn niet alleen orig«it:
♦,toilDtöoo?etimbeïteccft/ maeru öaec oljec ""^evi?*
ooocft oeffenen in utoe Dupfen / enbe De Wet
»öe^ i^eecen otjeröenchen nagDtenöebaaö»
,ji0ant baer Chriftus , enöe oUec al toaec
ulip gefogöt tuo^itit» ïZDaecom tüo?öt inbe
,j3&ct aeUoöen/ öatmen bie oUccbencïie op öc
«tueglj / enöe al^ men m Ijup^ fit / enöe op't
„Ijeböe ïegljt/ enbe op(laet. <iEnbe op een ©„«rf;
„anbec plaetfe fegtjt ÖP: Wat klaegen wy, HomiT. li.
„bat top niet en toeten/ 'tgeen top niet en ^^"^
„keccn> ê>ommige Uanu/ al^ fp't tooo^t
„ÖeUben Ijoojen lefen/ gaen baetelijcfe öeein
w^P onbccfoecftcnniet/ fpotjecleggenniet/
„nergens gebencftcn fp aen bat gebobt / baec
>,be i9et <0obt^ fegl)t : Vraeghc uwe Vaders,
. 5>ende fy fullen u vertellen.
^0 OOCft Chryfofthomus ; hit (ïjn fijne chryfofth:
„tooo2ben : .ïiEiaee öiec en gaet gu fo niet "o""'! .8-
„Danbaen/ niet upt be fteccft/ gcïijcft upt
„be ^cl)outo-fpelen; toant 't önp^ fult gp
„alle^ H^plijcli toebec mogen tjecfjaelen/ be
.„Prophetifche tooo^ben / be Apoftolifche
Ij^leecmgen/ be eobbehjcfte 3©etten / enbe
„be gantfcïje tafel be^ bengljt^ gelïjcft aen^
„biftcl)en / utoe ©?outo boo^ bat beröael
„Uupfcöec maeehcn / utoen ^oon mmne^^
,„Uchec / utoen i^npfgenoot Ueljec/ |ae u-
„toen tjpanbt leecen ben Daet af-leggen. (ên^
be op fuich Uccljaelen \jan fijne p^ebieatien
,>b?mgï)t öp meecmaeïen : 't€nbetaemt „
„gantfcljclich niet / batmen upt be fteccft i" Sk^'
ojïiomcnbe/ figö befïglj l)oubemeftoeccften oper. tom.
5,bie tegen l)ct getjoojbe pjijbcn 5 maet: nae 34-
In lohan.
Hom. 2.0-
per. torn. 3.
col.a.
Conf.
Hom. 2. in
Macth.
Homil. 20.
in Epiftol.
ad Ephef.
circ. fin.
rol. 9s6.
Oper.Tom.
4.
20^ Kleyne kcrckc.
?>Öupé gcfeerr t fijiitic / bc pïise boecfeeti ot>
„te fïac n / ciiöe tc geïtjcft fijn Ijupf ^3 JonVa
„enbc ftinöcren tot een collatie , of' t faincn*
55fp2cecïtm0cban 'tgene geftgïjt i^f te roej
pen, <j5nöe Uoo?t^ hïacgljt W ft / öat
top fonDfC Dit alle^ Uzugliteïoo^ <0obe^
H^o?t aenöoo^en» Op een anDee plaetfe
j/egötöp: Cotöitagljr icïi ten fjoogöflen
„nooötfaeehelicri te toefen / n-lïeöen te tjec^
„tnaenen enöe op te toechett / öat öp aïfo
„boo^tgaet/ no3l)teöatgpnietaneenni be^
,5fe bergaberhtge / maec ooeh 't bnp^ be
5)B>an met be B?o«toe / be ©abec met be
5,^oon / ban befe bingrn gebuprigïj tot maï<
jjftanbecen fpjeecht / enb'e barfe ober en
jjtoeec öaet geboden gcbni enbe oiiberfoec^
»ften/ enbebat^fcbcfeloffdiefte enbe fcïioo^
„negctooonte (anbereleten/ 'tfaemen-fpje^
>,ïiinge) toiilen onbcrljouben, %\\ een anbc-
„re j^^ebiïtatie fepbebn: ï?oo?t Paulus feg^
j^genj mbicn'fc pet toiücnleeren/ ïaetenTe
jjöaere mannen 't ïjuné b^aegen. ^nbïen
jjtop onfe Dunfen oïfo regeeren / top fniïen
550oeft bequaem fijn tot be regeeringe bcr
„fterche ; want het huys is een Kleyne
55K E R c K E . aiaet u m gebagïjtcn ïtomen
„Abraham, Sara, Ifaac, bebne ïjonbert en
„agïjticningeboojneban fijnönp^: (joeljet
„gantfdje ïjnp?? gefldtenbegcfctjicht fp ge==
5,toeefl / !)oe Ijet gd)cd becbult getoeefl
„ban<0obttaïigI)eiJt en eeröïebigljcpt / enbe
„boïb?ag!)t ïjecft ïjet bcbd be^ Hpoftd^^.
Op bie felfbe plaetfe fegljt Ijp berber : Hebt
„gcmcyne gebeden. <Öaet alle Ulbe hcrdt /
eiiDe ban 't geen baer gcl)oo,;t ié / ïaet be
man
P5
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
. Kleynekercke. 207
ïman In f)up^ ren öeeï af-epflcöen banöe
,l3^ou\i3; cnöefpbanöeman.
Cot het felöe becniaent Auguftinus: ïf^oo?t Aufuft.
fröÖtöP/ geeeneöea^obbeliche ïeffen'möe Ü^'-^";^*
mth/em 't 0cen gp öaec öoo^t/ Voilt thoïc.cS:
oatfteet^mutoeI)upfenl3erljaelen/ op bat verfac.
,öelijch 't üc!)aem öoo? fpijfe / fo be siei
,<0obt^ iBoo^btgeboebtUJo^be. ^0 toert
lan Ofwaldt ben Conmeft ban .f^o^tïjums
tec-ïanbbecöaeït/ bat/ aï.é Dd boo2 feecfte^
en 23ïfrcl)op Aidan toa^ beheert/ i)u flgft
tiet gefcljaemt en öeeft/ boo^ fijn Onberbae=»
len / en €beïen in jjet oJngeï^ npt te leggen/
t geen Aidan boo? be ^ajcen in't ktlmp at^
eertengepjebicFftïiabbe.
4. 'tUnrtmp nu öierbiti te boegen/ 'tgectt
inrber be <0obtbnigOtige Tedingius ban bat
3obt|aligöi)«l»fgefin/ niet ban ïjoojen feg^
en / maer uit epgen onberbinbingebêröaeït.
»Op den dagh des Heeren , fegljt Öp / foo
>(juamen fp mojgen^ boor be prebiftatie te
.faenien / ïafen een cappitteï / enbe babeit
.eenb^agfiteïicft/ baer nae fpoebigljben fn
ngynaebel^ercfte/ enbe öoojben niet aen^
ibagijt/ aï^bie gene bJiflen bat fn reeche^:
.ninge fouben moeten geben / ofte'epffcöen
banket geene bat fp gel)oort ïjabbên j ee^
-nigefcöreben bie^pjebiTtatie upt be monbt
.be^ ï^ienaer^ (toaer boo,2 belc ban Willem
Perkins biugen/ bienu nogljaïupt-gaen/
Mtoïnen fijn gctoeefl) 'tlnip? homenbe /
.een pegelich epgenbe iirt bufonber fijn con-
^ N ?^N°^ / liet gene Ijp geljoo^t öabbe/
enoe babt ben If eere om een fegen baer ober:
'?miDbaegö^aen tafel/ fp^aclimen banbe
'X
tóS KJeynekerckc.
5,p!ebmatic/ nac gcfongen Pfalm j becfcotït
j)ttÖÖ ccn ticgrlijcft / om figb öoo? öeii gebrDc
5,enDc öcpïige otjccïcggingc tocöecom tebe^
3,repbentotDet gcïiooj De^ I0oo;t^/ tuaec
5)toefp figöoocft tcc bcï)oo?licfter tijt fpoebi^
550!)ai/ poogenöebiitijt^iuöcftfrcfte te toe*
„^n : na be preöiUatic obeclcpben fp of alïee^
5,nc/ oft met antoe/ Ijet gencfp geöoo^t
„ïjabbcn/ tegen öcn aUont quam Ijet gant*
„fcöe ïjunfgrfin 't faemen/ enbe toetljadbc
55bep!ebiïtatie: biier tuecben ban be bicnfl-
„boben rnbc ïunbecen naeutoeonberfogl)t/
„Öoe acnbagïjtigöfngctoeefltoaecen/ enbc
^jtürtt fp ontöouben i)abben . ^at gebaen
„fijnbe / babcn 'tfacmen / enbc bcbrn aï^
„tï002cn. <Bi\é b!agljten fl; be tuefte oUcc /
5,tDat aengaet geefleljjcïte oeffennigen / met
,igebuiirigl)fit fonber eniige opfc!)0!tingï)c
„ban bien / gclrjcft ich bat fcïfbe ebcn boo:
-ïben tijt ban agljt of negen maenben/ bie
„icft bacc getoecfl ben / gefien Ijebbe.
5 jbe oocïi / tjet bjeïcU ith bp-na bergeten Ijab^
„be/ aï^ fp 'tfamen ergen^ gingen toanbe^^
55Ïen tot ïjaere betmaecUinge/ foo tcagljte^i
„ben fpgemeenltjeït iemanbt met figlj te \)cb^
j,ben / bie bequaem b^a^ / om Ijnn een pfalm
„ofte Capittel p3ofytelöcft npt te ïeggen /
5jgeïijeUbaecbecfcl)cpbenter pïaetfe inaecru
,,bieeenbpfonbergabcbaer in ïjabben/ etr.
<enbe bcdjaelt bebbenbe bat'fe boo? bcfe orff c
«mgenfocj?»obt|aïitTl)bjaceen/ iiciVH ^)^^^
bitterfle bnanbenboojfjaeren CljrifteÏDcfeeni
tojanbtl oiibee bennimfclien/ genoegbtaeitf
obf rtungDbrn / batfpongebepnfbelijcïi bcfc
bmgen na qnamnn fegljtbetöer/ bat beur
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
KleynekercKö. lop
' „torefl in öat jjupfgefm aïïecnc ; maet Dat'ec
i,oocï5 berff Ijepöén bietqdijdic bimfgcflnnett
„gctoceftflm/ in fiilcte öopgm bat billicft^
.jlijchuan ïjim gefenöt magb Uifröcn ïjet gcs>
„nc öen Apoiid getupgïjt / üan bie tian Roo-
„men, ^om, i^, 14. ^amclijcfe / dat fy
:,52ijn volvan goetheyt, vervult met alle ken-
cnifle , maghtigh om oock malkanderen te
'„vermaencn. 2;ncentooo?t/ fjaetcntoan^
„öeï fo (ügljtcïijch enöe oücctupgenDe /
„datgp aïdaer gcrn S^apifren ncgö anbrce
„ticcbooïbc ^^ectarifcn cn Ucrnrrmt ; tcant
„fti fijn/ ofte üait fcöacmte tian bacc
„tueccïtm / ofte anötcrin^ onder j)ct jocft
,>arö2ifït QCbiarfi]t. Ocl) of <6odt eené gatie
3at dit öan aïic i^unf-Badccs fo <!5odtü:ugö^
ceïtjf hen toierDr nacgcUolgljt !
<ende Voacchcli tot foodanigen beröaeï
der aen-geï)002de pzedihatien / Vuo?dcn on^
oan den ^Öceft <Dadtö amuiacningen gegea
oen ; niet alleen 5^eut. 6.7. G y fult'fe uwe
kinderen infcherpen , ende daer van fpreec-
" en, als gy in uwen huyfe fit. .fl>aec OOCft
in't exempel dcr Beroenfen , "^ct. 17. ii.
die gefeilde tOOïden / het Woordt met alle
Coegenegentheyt ontfangen , ende daegelijcks
de Hcylige Schriften onderfoght te hebben ^
Dft die Ib hadden. ï^iec bn ftonit die opmcccs
ftclijcïte plaetfc/ I«Co^^4.. 35. So fy wat
lecren willen , laten fy in huys haer eyghen
mannen vraegen, (8t)ec loclclte \UOO?den Dit
de iljoogtj-gclcade Pareus l)eeft aengctcoc=»
ftent: Alfo beveelt den Apoltel de Huyf-ca-.
techilatie , ende herhaclinge van openbacre
<0 pre-
Manl.llb.
fupr. citat
jio Kleynekercke.
predikatiën , den Ouderen , ende inronrfer»
heyt den Mannen, <önÖC Dit fOUÖe öieé te
Iigl)tcr gebarn ftonncn tooxöen / inöien öe
ï^npr-Uaöfröl)acr/ cn&eï)acrc ftmöccm gea
tocnbrn / öc p^cöihaticn onöer ö^t Ijoo^en op
tefcl)2i3um. €cn pligljt / toeïcftec ïjaec
ooch nictgcfc!)acmtcn5)cbbcn/ öe gcootfïe
^rinccii ciiDe ©orflcn / al^ lohannes i|ec-
togt) ban Saxen , en Eduard öe fefle/ Co-
timchöanEngclandt, öen cegöten lofias öec
l)oo!framöcerntue.
33an örn rccilcn ïaé icft Öaer eUen / nu toel
te patTé / m Melanthon , bcUieïclte alDu^ üan
„ftein fp?eecht : "^tw C?ertoogl) Uan ^apen /
„lohahncs , geUJccjl ccii ecdïclt / a^oDtfa^
„ligljenöegoctman/ bicneccfliglj Öc p^cDi:;
jjcaticn Ijecft gcl)oo^t / enöe jjeefrcr oocft
„bcïe uptgc fcïj^en met fijn <^Pfff " Öanöt /
„enöc IjVcft fijne boechjmï^gchaöt; enöe in-
„öïcn 1)1.1 petö gcöencïilora'öig Dan Lurhcrus
5,ljoo2öe /' öat tcpchcnbe l)p öaec in aen.
. ^ö Ijecft oofh örn Uoningij Eduard tjcele
-"^Ipjeöihatien (öie nogl) in toefen fijn / enöe
) fd;>glit3ulöigl) betoaert b30?öen in €ngelant /
gelijcïi Montacutius beröaelt) op-gefcï)?eben
' onöec'tpjeöicUen/ metbp-tioegnigetjanöen
naemöe^ p^ebiïiant^/ Ijan tijt enöe piaetfe
/ öacr ï)p'fe habt ge!)oo2t <6en raer exempel
] i\\ een Conincft / en infonöccljept öie fo ïoiigJi
'tuassj Uiantï)pfliecf anno if^^. önió.Iu-
Jy, maceonöttmiöei^. laeren/ nacöatftp
7. jaccen j)aööe gecegeert/ enöe fouDe bert
goct^ gcöaen Ijcbben ijoojteiteecft/ inbien
Vficin ontena3cöt gelieft ijviöt/ ftetlebnilan^
, Qcc te bccgnnnen, <önbe bot bit opfeö«jben
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
ivieynekerckc. 21 1
pitMxatim / tectorjlbec to^t mpic^ >
öicftt/ al ömi oiit^ af 1^ geb^upcfteïicft ae*
tueefi ïnbe (Ji^uöe iiccche/ (jcbben antwte /
cn top nae üaec op een miber pïaet^/ getoont;
en Ui^i Uecöeugen on^ al^ top ïjoo?m / Dat !jet ;
toeöccom/ op ücleplanfen/ bt^intia ahc*)
iteuiicfttehomen.
IX. Cap.
^orden aengewefen de dingen , die
vande Huy tVaders te berraghten
ftaen, d'uytterlicke difciplyne be-
treffende.
|€netïcn^ öefe bingen/ bie op be Godts-
dienft fieo / fö f ijnöec noalj anbere / m ftet
huyrgefm, tjanbc I^Hipf-lDabfr^ enbe «oe^
' JicrjS te faf tcagöten / b' uptteclicfte Difciplya
Ijenrefffabe- '
<l5eörftberaïigömaechcnbeEeereChrifti, caivm rr»
lOexicleié; alfoi^ÖeDifciplijne, öe fenuwe ftnut.
"baube teche/ gcïijcft toeï UanCalvinusi^ ^ »»•
nibe bat Ié oocfetoaeragljtigö ban ^ *
^n ^upijjerm» ^rftoon be Difcipiijneniet
: f|oo|t tot lyct Sijn Uanbe Uctcke / fo ïieïjooit
Mioglïtau^ tot !jet wel fijn Uanbc frfóe,
^antfbnbecDifcipIijnefaïeen tocfee JjaeflE
jerbo^iben toojben / cnbe te niete ïtonicn;
Jlèaec beDifciplijnemagö niet meer onb^e^
Hcn m een huys, ban in eenkerck, Diei$
iJenbefoD, bie!)etf)up^ cepniitöt/ enbebê^
4^ » quaem
)
4
V
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
I
I Cor. 14.
33.4.0.
2ït Kleynekercke.
quaem maccKt / om <0oöt nf t fcïbe te ont^
Hüyf-Dirciplijft moct öic banöe kercke
gcïijcU fijn/ ftctitje in opfeöt üan Order en
Ccnfure, of beficaffiiiae. ^ ^
I. 5|nöc i^utifgcfmncn banDe €ö?iftcnen
moet Order fijri: JDant <aoDt \$ een Godt
van orden 5 maer niet van verwerringe , enöe
[jüUJiïöat alle dingen eerlick gefchieden fuls
ïen / enöe met orden in fijn öup^. 5^it too^jt
berepfcöt toanöe ^pficnbec^ / Sy moeten
iTim. 3.4. haer eygen huys wel regeeren : haere kmderen
in onderdanighcyt houdende , met alle ftem-
migheyt. ji^uecn prDer i^nuf-^jabee een
Bifchop , ofte OpfienDec in fijn epgcn Ijupö /
enöe öacroni moet ÖP toe-ften / of een yege»
Ml ïjem beïjoo,2lichen ö.^aegöt / na fijn ttaet/
plaetfe en beöieninae. ^e Itoninginne oan
Sccba toap niet alleen toertoonöert o\jfr öe
wijfheyt banöen lioninglj Salomon, maec
Docït oljer be ordre öie fv faglj in Ijet fitten eiv
iïeftaenbanfiineïuiföbten/ enöe tooo?t^ m
allefljne ljunfgenootcn aï^'fe 't een en 't an^^
m aenöaobtcïicïi aenmecchte / foo en was
in hacr geenen geeft meer, i. Iton. 10, 4. f.
gnbatï)mifgefni/ in'ttoeïcheopbefe ordre
qmi agljt en luo Jt gegcUcn / öaer en if geen
o\3ee-een4iom|ic of gcïijcUenifle met be kerc^
ke, Wicht ficfeijljt tüO?t/ fchoon te wefen
als flaght-ordcns met banieren , ^)00gnt. 0. 4»
2. ecïijcïrec ordre , aïfo mort'cr ooeft
Cenfurducfcn in een X^npfgcfm. <enöe tot
Dcfen eynbe moeten l)etra0i)tti3O5ben/ befe
twee ijoïgenbe bingen. , «.r ^
I ?Deï>unf-ljaber^ moeten lj(W>m een
* * loac-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, De
458 H 122
Klcynckercke. 213
lüJacIieccnöctDacckenöt ooge, ober tm pe^
het 3ieïc in öaec öunrgcfiin Zijt neerftigh oni
: het aengefighte uwer Schaepen te kennen : fee
u herte op de kudde, fcg^t Salomon tOt öe
( ©^eïïicftcc^ / p?oU. 27. 25. q[F>i't öcn
grondt öan gocöe Difciplijne , Qcl^ch mDe
Kerck , alfo ooch in cm Huys. èat beloof-
be Ö0n ïtoninglj David bat bP foube bom/
; ^fal 32, 8. Mijn' ooge, fegijt bp/ fal op u
V zijn. i^p toiïbe ccn Voaecftcnb' óogc jjouben/
i Dbec bic gene / bic öp onbcrtoijfcn cnbe leer cn
i inioefle/ op bat'fe niet mogbtcn treben nut
f bicntoeglj/ in ben VuefcftcnfpmocfrcnVDati^
' beïcn. ^ulcïien toaccfeenben ooge IjatM niet
öïïcenlacob, (Denef. 2. niacc oocït lob
lObec fijn Familie, ^ob i. 5", Miffchien heb-
ben niijne kinderen gefondight , ende Godt
in hacr herte gefegent. ^ei\ ban be onbtfie
3teeeaecen/ Origines, fegbt : Hy was niet ongin.ioc;
alleen voor haere lichaemen bekommert , maer ^
^ daght meer op haere zielen. praciut.
1 1 <0eli)cft be ïjnuf - babec^ een toaec^
. feenbe ooge moeten beoben / alfo oocft eeii
i;toacïiere handt , foo in 't verhinderen , aï^
.in't ftrafFen ban i^ct qnaebe/ barf^ foubcn
ifiebben mogen gemctcht^
u ë>o eben aï^'fe eenige on-o^Dcnteïicft^
pt / of fonbe faghjens cnbC bedecktelick jlcn
in-ïicuppcn/ fo moeten fp baec tegen befel:=
tjc toapenen / cnDe tcagbten te berüinbercn/
boo^intoomingebanbe Autheurs , cnbe Vin-
ders ban bie quaebe faecUen ♦ &jei^tïï in
te Kercke enbe Republijcke , aïfoo moeten
ooch in be familie, qnaebe manieren occa-
£e enbe aen-ïepbingbcgDcbcn/ totb^'t
0 5 maec?
51+ Kley ne kerckc.
2. ïDefdfbcnandt, bctoeïcftü Ijet fwc^r^k
tan oocbc toetten maeeftt / tüt l3oo?!tomingè
banöetqnaeDemïjettoeïtomcnöe ; moetijft
tochumtrecften tot ftraffe ban boojgaenbe
fonöe / rnöe öet niet ïatcii üibe fcöeöe ruflen.
ÜJnDïenliaecom pemanbt öie goebe toetten
beflaet te bjeeeïten / tie gemaeeftt fijn üanbé
J^abert?/ êniSegeerber^ber l^unrgefinnen/
fo moet op bïen be bebjengbe ftraffe ter nebct
feomen/ op bat ÖP/ enbe alle anbere/ tot
geljoojfaeniöept gb^btoonjen mogen too^
ben. '
<i5nbe ftier in macrftmen ooeïi / ifeboegfiflirft
naetiolgen / be DifcipHjne ber llecffte ; toant
0eli)cU inbe Kercke ben ^onbaer tot ber^
feöcpben maeïen bermaent toojbt / enbc
cptibeïieft aïp^ Ijp boo^ beeïböubige bermantn-
Drênnïetgebetert too?t/ ge-excommuniceert
irnbe upt be <6rme]|inte gebannen too?bt ; Hï=
fo moetmen oocU tjanbelen inbe familie,
iofle enbe on-<6oDtbmgl3tige linpfgenooten/
moeten fn eerfi in't Ije^tmelich bermaenen;
öacr nae'in't ópenbaerbeftraffen; enbe al^
aïle befe miböeien bjngljteloo^ too?ben aen-
gclegljt / moeten'fege-excommuniceert enbe
lllit-getoO?pen toO^ben. Het verkeert herte
fal van my wij eken : den boofen fal ick niet
kennen , Die fijnen naeften in't heymelick
achterklapt, dien fal ick verdelgen , die hoo-
ge van oogen is , ende trots van herten , dien
en fal ick niet vermogen, fegl)t David, 9^fx
101.4.5-. ^ulehe verrotte leben moeten af-
fjefneben too^ben/ op bat be gefonde boo? ber f
élbcc beftnetttnge / niet befoebeït moghrn
Kleyne kcrckc. ^ i j
tomhen, i^npfgeflnnen ïtonncn geen
Boomgaerden <Dböe|J tüOJÖen/ aï^ Ut Dcfel*
be fuldtc bittere wortelen groepen ; in <Öot
te$ Hof mogen öe ontj^ugötbaere 25oomen/
ifeïbe niet fo Ueel ai^ öe aerbe befïaen* ^oo
iangl)!jet[)upfge(Inljanbe fiiïcfeenlet gefup^
beet i^/ jjet meet een toeft woudt cnöe
wiidernifle gclijch / Ijol ban bifteïen enbe
boo^nen / ban Jjet aenctcnaenie Hof, enbe
Eden beó J^eeren. 3ihbien baerom Ifmael
een fpottec too?t / öp moet upt-geb^ebeii
too^ben / fcgoon f)et on^ tmntee aïfo b^oebigl)
biel/ aï^ f^et biêï aen Abraham , <6enef. 21»
9. 10. 1 1. 1 1, ^cl)oon bien bienflhnegöt u
inogöte toefen/ a\i uto reghter ooge, ofte
handt, bat i^ / feet p.Jofijtigö enbe gebien*
fligö i nogljtan^ inbien !)p in gcbaee ti^engöt
utoesieïe/ ofte besielen ban utoe ïiinbecen/
boo? fijn bïoccften / f toeecen / enbe openbaec
roecfeeloo^ leben 5 fpaect ftem niet/ maec
floot Demtoegl)/ enbe toecptöem ban m net
beronttoeerbinge ; 't 3^ beter bie p.sofijtige
en gebienflige handt en ooge te ontbeeren /
|»an gbeöeel bcbo?ben te to02bm. USatt
. 2^. 30.
X. Cap.
Worden aengewefèn die dingen 3 dö-
welcke vande Huyfgenooten be-
* hertight moeten worden.
<!5ÏDCfe b* opgeraeïte bingen/ banbe Va-
das enbe Meefters ber Igupfgefmnen / be*
<0 4 tragöt
Iv./
I* *
.1.
ti6 Kleynekcrcke. ^*
tragötmottm tooiden; aïfo fepöcn teii tót
oocR anbctc banöe mmtifre / éanöe feïnöe*
ren en bicnflbobcn beljertigöt nioftrn too2*
ben, <Cnöe geïijcft inbe boticn-genoembe
pligöten / bc Regeerders Dci* $>uyfgefittncn
tm iecrafc^ 0cïijcïtcnni inbcKcrckj alfoo
moerrn ft; ö'otoigc ïitjiacm/ bat ié/ örn
ï,e^cmaeten jelijcfecncn^jan bc Kerck.
1, ^nfaccftcnbanleereeilbconderwyfin-
tTheff. ƒ. ge, gdrjcftbeïtcrcïte erkent die gene, dieha-
IX. re Voorftanders ende Vermaenders inden H«p
HebM3. refijö j eubC Öaac Voorgangers onderdanigh
j alfa mocten'fc oocft ftacr ecrbicbiöliücs
ïicn xic\)t\\i ïjarc ncgcerbcrébjacgcn/ Wii^
niOCbïgljïicUcn enbt confcienteufTelick gïlCü
l)oo?facmcnbe / geïijcït alïc ïjacce goröc ge^
bobcn / aïfo bic infonbrriK ?;t bie beu <Dobt<J-
ticwii betreffen, o^nbe ge ïijcïi boo? Ijet goet
Ijco^beeïbt ber l^crberen / be gantfcl)e O^e^
tneynte to02t op-gctueeftt tot 43abtfaligïje|ït/
é!)iL 4. 9. ^ %\}o moeten aïte ïüuberen enbe
öienflboben in iftet f^uufgefln acngcmoebigl)t /
enbe tot bengljtonttïeecUcnVöozbcn/ aïss'fe
flen bat ö'icee ©aöcc?^ enbe .mccflce^/ bacc
tjoojgaen met een geliepUgljt ïcben.
2. moeten oocït be OJc mepnte poogen
te gebjcftenen in faechen \ym DifcipJijne enöe
I moeten bie beftcaffmgen / 't ju
jöat'fc boo*2 U3oo2ben / 'tsv bat^fe boo? flaegcn
gefeljict/ beeb/aegen/ mrt bc\i3dcliefii nae
tocebienflen getugljtigtjt Inojben / enbe tt^
ftennen be regljtbcftbigïiept bee fclbe,
}i ^Jnbirnfn'tcenigatijt/nemantlJan
liacec mcbe-gefellèn ficn Daee feïben bergrij^
pen/
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekerckc. liy
ptn I enbe tc buutcn gaen fo moeten fp eeefl
Iicp?oebentuat övU'fe feïöe öoo? iiecmaeuinï'
0en honnen te toege brengen; maer inbien
!l)tï op öel'e UJijfe niet gebeteet too?t / fo moe^
ten'fe nae t)et exempel banbe her chelicfte Di^
lïciplijne, jO^att, i8. . ijctbeacnt maecs
I Iten aen öe ©abec^ enöe XDeejler^ öec $)Hpf-
0c|lnnen, Wwi b?ag[)t lofeph (jct quaet ge-
i rughtefijnec S^joeDeren tot Daecen Babet/
I <Ben» 3 7« 2. <i3iiöe fommïge ban Ifaacs Ijnpf:
gcfln/ booötfcl)apten/ gdijefe öet fcljjjnt/
nen Rebecca De bofe töoo^ibcn Efaus aengaen*
rbe lacob. a3en, 27»4i,
i 't 3? Voeï fo bat bie gene / toclcTie bit ful^
I Icn poogen nae te boïgen / beïe oubancft / be^»
fpottnigen / cnbe biiepne toc-naemen öeb^
ben te bectoagOten ; JBaec baet aen immet^
en bel)oojben ton oné niet beïe te jlooten aï^
maet booi befe niibbeïen jjet Huyfgefmeen
Kercke ctt <6emepnte <0obt^ genaemt magft
too^ben.
1; >
Il« '
XI. Cap.
Wort geklacght over'tverfuym van
defeHuys-oefteningen, endewor-
. den aengewefen d* oorfaeckcn van
'tfelve.
^Ot bnó berce i^ban on^ aen-getoefen /
böo? bjat pligïjten cnbc oeffeningl)enbec
C^obtfaligljepbt be i^imfgefnuten ban on^
Cünllenen / Kleyne kcrckQn enbc <Oemqjns
<0 5 ten
V
^1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
X.
Ier. 3. 14.»
'1'
118 Kleynekerckc;
ten Chrifti ftonncn tooröcn. Vèm wie ge-
looft tn befcn örrïe onfe Predickinge, eube
aen wien wort den arm des Heeren ge-open-
baert > 0et grtal Dan Die i^upf-Uaber^ / bie
titbepïïgbMibetragljtcn/ i^nu feec hïepn
getuorben ; nautoUchgi een in een ftadt , twee
in een geflaghtc.
<Z^el^upfgc|lnnenbanbeïe/ (ocïj! tttool>
ten top iiiet fcggen banbe meefle) Cljciftenen/
fcöijnen meecbec lootten toan f toynen / enbe
kooycn vanonreyn ende hatelick gevogelte
oo^nb ,8 toefen/ geïijcft be <Deeft (^obtsi fpreecht
J ban Babyion, mbe Openbaringe , DanKcrc-
ken en <énneinten Chiifti.
<?i^nfe ^t^uiifcn faeljootben Gebede-huyfen
te fijn ; niaec top !)etibf nTe / geïyci^ ^«1^ be
3rben (Dobejsitiunïj/ becanbectinrpelonc-
ken van Dieven,' <Ê)^oncïiaertjJ/ Bloecto^
enbe ^toeecbec^. ^p bectouït niet
'fchrickelicke gedierten, dc jonge ftruyflen
«ft.13.a1. woonender, endc m-öebïcefc!)te Duyvelen
huppelender.
^n plaetfe bat onfe ijnpfen / ban toefien ^
aïbecljanbe oeffcningcn bec a^obttaligljepbt f S
enbe êobtf bienfïiötjept/ Bethels fouben 5ijn; H
foo 3ijn 't Beth-avens , ï)upfen ban alber Ijan^
be pbeïtiept enbe becteïïjept, 43ljeen ordre ,
geengefcljichtlmit/ geen difdpiijn, too^zbt-
'ec aebonben in be Dunfen. ^e l^linbtcen en
ï^Diniflboben mogen lopen / baer 'tbaec lufl ;
mogen ff ggcn / toat'fe toülen ; mogen boen
toat lïaer beljaegljt / met anbec^ al^ofer
geen Koningh , geen öegeccbee toa^ in bat
Ifrael.
3nbien'f? öaee bigljt öonben ^^^^^^^
Right.17-5
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyftc kerckc.
töetcïiinliehïeecft; fjolaetett be l^u|iföot^
ttti op De Sabbathen, öefeïtje öoen.ni loos
en / toat en toanrTe tötnen ; getti aqtöt
:u?t'fr öan gnjeöenopïiaerlctoeti/ öanon
tntre tomiDd en mölen <öobt to^aeglie / toaet
ifi trttj i^oen ofte ^oglitf r/rttti ïDienflfttirgJSt
ofte ^icnflniaf gljt / fp r^uDf n na toaerïjrït/
tjeïtjcft cen^ Cain , mógen fcggen : Ben ick
nu !)aec-ïiebfr hoeder ? <j5cen fojge tooj'tet
jefrjaegcn 13002 !)afrïeben / bocchareonbcr*
itojjftiiöe hibc ij^cefe / r ndc hmnifTe De^ ee^
5^e ©aörr^ enöe TOtefïer^/ bie onbep^
^ tDïjfcr^ bcfjooiöen te fijn banbc fjacre / ftfi
mimoojöfrébanbefeïbr/ alfo'fe Die beroo^
ten ban Ijet finjlfaeme Ijoebtffï ban 45obt^
51^oo?bt / eribé een ilange geben ni pïactfe
baneenvifch ; ^ul)ouDenTcban <Dobt /fta^
ten Vader , enbebanbe lUercfte / ïjaren xMoe-
'der» © eïe ftinbeten enbe bien|ïbobcn fouben
eeittoigbïieïi faligb fiin gctoeefl / mbien Oe
©abec^ enbe B'ieeftecé luaccen tuoom ge^^
tneefl/ enbe ontrent béfelbe Ijabben öaeren
jplïgbtgebaen.
' De oorfaecken ban bit gtoot berfimm fnï-
len bier niet on-geboegölicft aen-getoefen
feonncnb3ö?bni ; enbebiebebinb'icfttenbee^
ïrteontfïaen ünt on-wetenheyt ; ten beeïe/
'Wtiton-aghtfaeniheyt; ten beeïe unt huovaer-
digheyt; enbe epnbeïicft ooch ten beclc unt
«ten prophane roeckeloof heyr.
I. 5^it groot betfunm ontfïaet ten beeïe
twt on-wètentheyt ; ö' onbjetentljent ban
ben metftcté/ ié ïjierb' eïïenbigïjeptbam
öeu ftnegöt* <©ètóetmen be ©aber^ enbe
;i2o KIcync kcrckc.
IBeeflcr^ Ö^fte bupfgefinneii te ïedren /
öe't onöcctoijfcn; bermaent mm öacr ora
acn befclbe boo? tc b^ecchcn (iet broodt dc$
levens , fp antVDOo^Dett in effed: uict aitöcr^/
iian öe tDeöutoe ban Zarepta öcbeaenElia,
al^ ÖP ban öacc epfcbte een bete b?ooöt^/
i.$lon. 17. !!♦ II. Soo waeraghtigh als dc
Hecre leeft, indien ick eene koeckehebbe,
dan alleen een handt vol meels inde kruyckc ,
ende een weynigh olycinde flelTche , etC. ^CÏi
ftan/ feggen'fe / óft <0ebeöt bc^ ï^mm/
het «Deïoobe/ öe tljien <6eboben/ enöe Die
fecc' icft mijne feinöcttn / enbe Unrgljten/
fcDoon kh ooth be mepninge ban öe fcibe
niet becflae ; maec beïangenöe be mt^m
Sucften bet religie , bic en toeet' ith feïbc niet/
oefoubMch'febaneen anbee leeeen^ <I^aec
fp leeraers behoorden te fijn van wegen den tijt
baec beiiben'fe fcïbe ban noobe/ batmen'fe
ieete welckc de ecritc beginfclcn fijn der woor*
den Godts , ^cK 1 ^w^t 'tgene nogl)
Öetbjoebiööfïe ban allen i^/ befe ontoetent^
ftept bec (inbeten / bergefelfc j)apt met een
tcaegljeptenbe befcljaemtöept/ omeecjlfel-
be be eerfte beginfelen te leecen / om baet na
feequacmtefijn/ oin'feooch baece hinöeren
Pm. vt, in te planten nae den eyfch van haeren wegh,
Matt geltjeh Chriftus fepbe tot Nicode-
mus , jb mogen top oocft feggen tot bcfulelie:
ZijtgyecnLccraervan Ifrael, ende en weet
gydefe dingen niet? 301).^ 10, Eljtgput^
ben$)ontoeliclienfïaetgetceben^ 5ötgp een
©abec / ofte lil)ee|ïer ban een familie getooj^
öen^ J^ebtgpftinbecen enbebienflhnegöten
onbec «to gebiet / enbe 30 1 gp nogl) ontoeten^^
« be
'5"
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekerckc. ttt
t tianbe eerfte beginfelen öft €M^t\it\\Z
teligie?^ i^iec 1,^ floff c tot utïj fcftaemte enöe
11. mnbeceöcööniftenniflegenocgö/ ot»
Jtpjn bcquaem omöaetljupfgefinnen't on^^
icrtMijf^" » tti^^ï^ fP 50" Gallio's grtjoes
en en opinie, fyentreckenhaer geen van de-»
c dingen aen , niepnenötr Dat öet niet öaec /
naec öcn ^ïenaeren toeftomt / te leecm öe
'hicften toan Religie. g>p b;?engen öaere fein*
ïeren en Familie tot öe iliereft/f nöe Dan mep^
len fp öat Ijaeren <0oDt niet tjecöec öan öacc
?pfcbt.
<0etoifleïlcft öie bit boen / bie boen toel/
mbe boljen baecmnae/ Jet boo,:bee(t ban
öen bjoomen Eikana, i.g^ani. i. n. 3©p
toenfctjenoocft bat alïe oubet^ mogïjen fto*
mentot<t5obtéiieccfte/ metljaec bogöter^
onber öaece armen / enbe föonen op öaec
fcfjoubecen, .fDaer bït \i nogö niet genoegft;
toïecbt niet meer bereijfcïjt tjanbe ^mf-^^t^
geerbeciJ / toaerom^ foube ben ^pófleï be
3^?ouVüen gefonben ÖL'bben / om 'thuys ta
leecen Uan tjaec mannen > JDp mogen \}zt
ij jpeUcïien gelooben / bat een jiebec öegeec^
4bec Uan een familie fo biep en f toaec beïafl i^f
met be jielen ban bie gene / bae onbec fijn ge^
biebtfijn ; al^ eenïgenl^ecbet met be 5ïe?
(en ban bie liuöbe / bie öem ban ben ï^eec
aen-bebooïen.
^Dep?ebierun0eban<l3obt^IDoo2bt en fal
oocft niet bnigïjtbaec toefen / inbicii bat faet/
'tbjeltliiégcfaeytin't openbaec/ niet gewa-
t«rt bJOJt in't yepnieïicft/ booj 't faemen*
«eecïiingcn / onberfaecl^inge/ enbegoebe
til KJiCyne kercke.
onöectoijfinö^ Jöp en bcfjoelmi om Dif te
betjefligen/ gecw anöcr betoij^ te foec«en/
öanöc bcb^oeföe ecüaiemöcpt Uan öefe ti)-
III. 5^aec 5ö" anbere/ betaelcfte bcpöe
Itonnen/ e«öe\uiüen(fD0*rcfc3gcn) be Re-
ligie opccöW<?» inbaÉ'ï Öuufcu/ cubeïacteit
oefenen De pligljten öaiKèobtfaligljepötett
Religie ; Jil>aec fp mepnen Dit öp nae een
fcöanöe te toefen/ enbe bïaem opbaer^^M-
fien enbe reputatie , fjaec fo ïaegt) tot öefe kin-
ier-ocfFeningen te Decneöeijni. <0cl) ! i^oe
l3ehïaea!)Uch en clcnDigïj \i öet/ bat jlof e«
öffcöefooöoüaccbïgljig!/ bat l)et mepnt ee=
nigeUeracljtinge te toefen/ «Óobt acn fijne
boeten/ in ootmo£bigl)epbt te bïenen/ in't
gefïgj)te ban fijne #epïigcn ! Oock fal ick my
nogh geringer houden, danalfoo? fepbe D-a-
vid tegen Michal , aï^'fe öcm befpotte / oni
bat l)n bantoe boo? be %Kt\\t / 2. ^ani. 6. iz,
J^p biifle bat Ijem bat niet fcljanbe/ maec
ccn eece toa^« €nbe fo ftebbgn bie boo.iïngïjs
tige ©o:ften enbe^.jincen oocft geoojbeelt/
ban betóelclte top boo:l)enen gefpjoïtr n öcb^
ben / enbe nogb «^xe bèjcn pet^ b^eebec fullen
fp^eecfeen.
I V. M^ct bacr (Ijnbec nogö erger en eïrn-
biger; bie te toeten/ fobrrrefijn ban Ijaere
Familien be Religie enbe be a^abtfaïigïjeiiit u
ïeercn bat fp bcfelbe ont-ïeercn / boo? bcfe of
geneop-gefogljterebenen/ Ijet bibben/ fn\^
gen / enbe lefen ban <0obt^ JlDoojbt/ ber?
agljteïicli maeelmibe/ enbeboo? bcfpouiu^
qm/ ban bie gene/ biebefe oeffeningen ge^»
b^iiiicften in Ijaec Iju^py. ?^it fij" Wljte
Klcynekercke. 22 j
IlihaelsenöeMichaJs, kinderen des Duyvels
(tont fo too?ben De foöanijje qmotmt%cu
13, 10.) enöevyanden van alle gereghtigheyt,
die niet ophouden te verkeeren dereghte wo-
en des Heeren. gjnöien ftaece feinöecen cn*
e «neöbten / fo onbectoefen toieröen in
Wo^^ b^eefe/ fob^ecfeiiYe/ öat'fe öan öe^
feltjcnictgeöieiueiifouben toozDen m Ijaetc
booft\xjcqm/ enöequatöedcfTeynen. 't3|i
accom öaec maxym , öat een ^oon niet bèa
tec Dan öe Babcc / enbe ben ïtncgjjt niet
fJDfec / ofte U^oomcc ban fijn ïÈm moet
luefen.
XIL Cap.
Worden be-antwoort die tegenwer-
pingen , dewelcke tegen aUe d'op-
gemelte Huytoefièningcn j ende
onderwijfingen van Kinderen, en-^
de Kneghten , gemeynclick wor-
den in-gebraght.
'*€rber bienen ood^ toeï/ bie tegewerpin-
gen be-anttoo2t te too^bcn / bi'e tegen be
jpgcmelte i^upf-oeffeningcn / enbe onbec*
bjyfingen ban ftinbecenenbeftneghten/ ae^
mqineïiehen tno^öen in-geb?agöt. €nbe be^
g^boïgenbeöebbMchtoeïbe booznaenifle oh*
orcüonben ; bie of genomen toojbcn banbé
ftmperen/ oftcbanbe bienfinnegljten/ ofte
uocl^banbefe {jepïige ï^uiif-oeffenüigen m't
ge:i
Th. Cart-
124 Kleynekerckc.
I. 5Darctoo:tDaneccfïdicFi tegen-gctoo?-
pen/ öatbcrühöcrcnöefe gcejlcïiclte öinaen
tiogl) niet becttacu rn ïioniicn/ enöe bar cc
bp-gcüoïgö oocli niet anbcr^ ban ontörpïï-
mngr \)an <Dobc^ .ï^acnic te Un:toag!)ten \§ /
m be ïünDecen be eerjic beginfelcn bec Reli-
gie Uan hu\nm ïecren / enbc op-ffggm / fon^
becccnigljüerfïanbt.
l^itï op ant\Doo,^bcn Vup /
I ?Dat bcfe tcgcntoeipinge ccgïjt acn*
loopt tegen bel?ciiligc.t)c!)?iftuure/ tudcUc
toü bat ooch be nïcime liinberen 1 uilen onber *
toefen toO?ben. gjoU. 22*6. Leeitdenjon-
— een de eedlebeginiHcn r bit
m^z^. gene biegcïcect moet VDo.Jben/ eenen Ion-
" geni^; mcttoeïcUUioojbtcen foobanigen te
ftenuVntuonacgcben / inbeoojfpioncheïiclie
taclei bic floü 51>ir üjoo^t Ijceft
.faëi ben lioning!) Saiomon gcUeUen tc ges
(inmcften / om be <!^uberen te boen brrflacn/
katm !)aeren pligljtis^/ fo c\jen als öaere
[ftmberen eentge hragliten en bewegingen UC:^
loinnenteocffcnen/ bcfemel^anflonben aen
)?enigebeginfelenUan onberUaijlmge te boen
ontfangen/ naeï)etgenea3obtbe i>ccu ge^
,J)Obenl)eeft/ C>ent.^.^» ^ ,< r
€nbebitiéten aiïcn tijbcn fcer fo^gljbub
bïnWichen Ujaergcnomen banbe 3oben.
miberiinjfcn ï)aeve ïunbcren üanbe eecfic )on^
fient af liibc mn / \3oigcn^ Ijct beftcnt en üet-
niaert fegrtcn ban Ijaeten Rabbi Ehezcr :
Een ki nt van vij f jaren tot het lefcn vande wet 5
een kindt van thien jacren tot het lefen van
Mifchna; ccn kindt van derthien jacren tot
net
l '41
: I I
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrckc. 22 f
lefén van den Talmud . ^OOI öe Wet
becflflcnfpöeöijfboecftniMoris, öiefpïjac^ Buxtorf.
renïiinötren/ fooebeiiaï^'fc hoimm iefen/ Sc^ap""
twen oticrfetten in ï)aereniocöec-taele;<Doo? 3
Mifchnatïecflacnfli / fooöaci'e kerckelicke, Hoornb. c.
aïé politij cketüCtten/ CU traditien , öe\lielcfte ludaos,"
in öat boecft/ fo genacnit/ begrepen fljn; ^ib i cap.
«2^00^2 öeii Talmud öer fcaen fp ö'uutlegginge/ ' '
bctuelche ftacen Rabbi lochanan met aiiöere /
ttoee ïjonbect (aceu uac öe bcctooeflmge ban^s
Den Tempel te lerufalem , gcfegljt ItJOjt / 0^»
tice ïjace opgcmcïte traditien en Vuetten / unt
beeïe fpjeuchen enöe bcrfcljenDcn ^cl):iftm
ijaccfJBeefïet^/ gemaecfttteöebben. 'VJ^
iuel foo / bat bie twee laetjle boechen jljn bol
fiibulen, grouU3eIen/ bicbanl)aerrcligieur-
lick geïefeu tüojöen bencben / jae bobni (Bo-
be^ XOoo^t j tóaeu ebenbieï baec «pt af te
nemen/ ïjoe öoogl) bp öaec graggtbiojtbe
onbccUjijfinge bec Üinbeccn / nae een peber^
oubecöDm . Ooch baojben bie opgbèmcïte
lüoojben gcbonben onDec be fpjeuchen ban
ijaece ^^^nötbabecïi.
Clemeiis ban Alcxandrien I)eeftgetelït bat
! ïunöeeen ban biec jaeren fouben onDectöeren/
I m geb?agöt üjosben tot opentïieUe Catechifa-
f tien 5 f^Eot titfcxi tpnbe bjengïjt ïjn bp npt 3le-
"hit 15). 24.2 5, 't geen baec flaet banbe bmgt-
i^aece bomen / bie men D jic jaecen moefle lae-
ften tlaen/ als» fljnbc gdijcU in Ijacce boo?-
Öupöt / fonbcr fjacce bjugöt te gemeten :
drie j aeren fal 't u onbefncden fij n , daer en fal
nie^t van gegeten worden. Maer in het vierde
jaer lal alle iijne vrught een heyligh dingh fijn ,
■eer lof-fegginge voor den Heere, Endc in het
© vijfde
lex. ftrom.
Lib. a.
Hoornb.
cit.
226 Kleynekercke.
vijfde jaer fult ghy des felve vruglit eete...
5|ae*ttoa^fo grniepn tipbe cecfle Cö?if*
tenen / ïjacre ïünöecen banbe eerfle jonch-^
|)cptaenteonöccU)ijfcn/ öat bit ben <0obt«
cyriii. ïoofen itepfct lulianus aen ben Cteiftnien
tib. vii. ijccUjeet ; toant h\x^ fp^eecfet J)p Cyrilius :
ff,°°'''^' yMpt u aïlen ïiiefl gp feinbecen / op Vuelcfeen
wto berte boet / om'fe inbe ^cftjift te t
550tibectoijfrn. <0clijcït be tiaetcn bieii reucft
bcr fpccerpeïi langlj bcljouben / baccTe cctft
nieöe fijn VierViult ^ alfo gaet'et oocli in befen
beele met be hinberen aï bicfttoiï^ toe ; 'tgeen
fp in öaer hintf l)ept / met ben meïch üan
Jjaec^ moebec^ bojflen/ geïijcft aï^ in-göe-
b?oncftenl)ebben/ bat blijft lange bp/
conf stref. en bat ftonnen'fe niet üerïaeten. 't<0een ah
in Aa. A- öereetftin öctgemoetbanben menfcïj tuojbt
a pig" «igeb^ucht / bat blijft albermeefl liangen in
asx. j)et felfbe / enbe maecftt laafle beginfelen en-
be too?telen boo? Ijet geljolglj ban fijn leben» .
Leert den jongen d' eerrte beginfelen .... als
hyoudtfal geworden fijn, falhydaervan niet
afwijcken , fegljt be toljfe Salomon. ^en
onbetbom i^ geïijclt een öaet metael/ baec
niet^ ftan op-gefcljieben too^ben / offo 't ge*
Deurt/ fo too^t 'et lieöt npt-gebaegt» %er\ cm
boot menfcl) geneef-mibbelen te geben/en een
onbt manteleeren/ i^/ naefjetoo^bcelban
Diogenes , eene faeeUe . 't^i^ Ijaxt een ou^
ben Ijonbt aen ben bant te leggen/ ofte te
getoennen totbejagöt/ enbe immet^ alfoo
tnoepelicft ijl bie te leeren be Itennifle bt^ i^ee*
ren / biein ontoetentljept bcroubcrt fijn.
JDamtecf ben boom i^oubt/ foftan Ijp niet
geboogen toojben ; m al^ ben nmifcö bec-
Kleyne kcrckc. 22 f
ftterröerttèmjaecen/ ^Ibenbatönfrmi 0e-
teghtet too?bcn na^ Den tegöeï tiin <0ob^
Jl^oiöt ^it ftettben ooch bc i^öencu ge-
tmtm I m bamnn onöertocftn i'p öaece ftin-
öfr^iifbjgööuïöiötjJicU ban jongtj^ 09/ ge-
ii]^^- '^'CT otoer üiöe Hiftoiicn fijn bemwnt
C. .... ia 5 Aurelia , Attia cii anöete / öanöc
detoricfee ö' ecrftc IBocöcc ié gctoccfi tjcc bc-
rormöe Gxacchen , öctXlJCCÖc UailCsefai-, öe
öntr tian Auguftus ^ aïlc gjmccii}cfec ©jou-
torn/ öïc oocft Bojflcltdic ^oonen ö^bö^n
op-ircöjagöt» Om tot öe bf ugftt te ftonum/
isnietgrnocgfj/ gcïijcft Plato mrt toiwrrtKPt
ftecft gcfcgijc / Ijan goeöe-i^iiöfr^ gcboó-
rcn tt fijn / tnarr ooch tod op-glijagtjt tc
toeten.
2. 5l>eberfcanöen ban fommtge ïunberett
ffin fecr Vrjoeglj cgp / enbe fomntigc twngcii
fijn ooch foo lïgljt/ bat'fe machcUcfe ente
fbnöcT tjcïe nioeptc { oocU banbc ftnitwrcn
ijer fcaci i Ï!oiinen'tcro:v)en . fpjcucUcn öie
SetJtoetiDt fiju myt öe tnonticn Dec lunöereii
ban vier 5 of vijf, of fes jaercn ouöt / tl)oo-=^
ncn geiiocgï) / l)oe ïigljteïich fonnnige bingen
fjjH begrepen niet aitcen / inaer ooeft glje-
toJogtjt öebben op be confcientic banbe (Ueu-*
fie Innbedten^. Timotheus I)eef t van 3 onghs
Op de Schriften geweten, ^leftinbecfll rie-
pen Chrifto een Hofanna toe / aïé tj|» in-reet
<n lerufalem ; enöe b*m ober ïjeeft I)tyfe ooeft
geregIjtbecrbigUt en berbeöigljt/ 'fclioon'fé
ooclt feer tuaerreljijnelich niet berftonben /
'tgeen fb riepen maer alleen be menigljte ber^^
gefclfcljapten . B^iatt. a ï ♦ i 1 7. Uy t den
inont kinderkens, ende der foygelingen
^ % gront-
Camera
Mfditat.
Hiftor.
Centur. t
Cap. 5i.
Plato i
228 ivicy iic kcrclce.
grontveft OOCft ÖC i^eecc fijne fterckte, ^^f:
5* JBacr oocft ben Itoningö Salomon fcgl)t
{nöc opgcmdte pïactfe / batmen ben jongen
öccecflebegmfdcnfal lectm/ nae den eyfch
fijns weghs; 'ttodcfte foo ticd tc bebupbcn
1^ / aU na bc gdcgent!jf it fljne^ oubcrbonié/
begcijpé/ cnbe fijner tceröent ♦ JDantgc-
iijchcriuij^ be B>inne-moecen / ben ïtinbec-
ftené / biê nan\u üan niont fijn / pïegen met
ftïepne bceïhen^ be fpijfe toe te bienen ; foo
nioetmen ooch bïen hinbeeen / bJddtcr tiec^
panbt enbe begrip Mepn enbe lijctniiglj ié /
ligïjte en fto2te Icecingen / geüjcft aï^ ïnbjüp:»
peïen: oftegeïijeftbieüaeten/ bienanlutian
ijaï^ fijn / aHengljfften^ becüuït luo,2be«
met ftet tnater ; fo moeten ooeft be ïtmberen/
toeïcfte ijecftanbt niet geoot en / allengöf'
ften^ onbei*\Defen Ujojben.
't<Öecn Paulus behICpoflel gebiet te boen
ontrent bie gene / bie iwack in het geloove
fijn, Bom, 14. 1. baer l)p toü/ batmen
Öie moet aennemen , maer niet tot twiftige
'tfamen-fpreeckingen; ï)eeft OOCÏi fijn pïaet?
fe ontrent beUmberen 5 fp moeten onberltic^
fen VDo;ben / maer in bie biugen en beginfe-
Jen / bic fp be(l begrijpen bonnen ; Vuant an=
öerfln^ bcrbefl ben onberlüijfer be b,nig!)t
tian fijne onberbjijfinge,
itojtdieb / t^ict ftaen m't onberbjijfcn
Ijanöe bïnberen / befe drie bingen Uiaer te ne^
men ;
I 3n'teerfïemoetmenï)aer ontbeeben
öeligbte bingen ; metmelck mocten'te glje^
fprjfigöt Vuo|ben / om bat'fe nogD be vafte
rpijfc
Kleynekerckc. 22^
^ijfe niet verdraegen konnen, Heb. 1 2. 1 3 .
II jX^cnmoct Ijatt öe %ee\:c \}oo^ft€U
ïm met ligljte cnöe bequacme manieren ban
fpjeechen / met eenvoudigheyt des herten,
met ijjaegen enöe anttuoojben / %tt 2. ^6,
't:!^ Ijïec iwmft be bjacge foo boo? te fleïlen /
tnöe toeten te beeahöeren / bat (jet gemoet
aïö itiiftüijgenbe iïiert gelepbt tot be-ant*
Ii3oo?bm0e becfeïtie.
I I I 5^ït aïïe^ moetmen allengbf ften^/
nbe geïïjch aï^ met b?npj3cïen boen / op bat'^
fe boo2bebeeït)eptniet oljerrompeït UJo^ben.
Gcbodt op gebodt, regel^op regel , hier een
weynigh daer een weynigh , Èfa.iH. 10. Pof-
fevinus(geïijcft top oocft 1)00? ïjenen npt Cle-
nardi ^^ieben Ijebben bp-gebjagljt) liecöaeït
banbe i^nccften / batT<^ ïn Ónece tempelen
(Mef kiten bp fjaet genaemt) feljooïen l)eb==
hm/ mbetoeicftebe .ïl>eeftec fonbec eenig!)
boeeft/ behmberenbanjonöl)^op/ ban bit/
ban bat gcbeelte Uan ben Alcoran , op een
l)onten tafelïten fcïjjijft / enbe öaec alfo geeft
om ban bnnten te ïeeren.
4. fiiIebergeef^too?t!)ier boo^gegeben öet
gebaer ban be ontïjeiiïiginge ban a3obt^ B^-
me; toantbaeci^ meecbec pecijcM/ faepbe
ban tegentooo?bi'ge enbe toeftomenbe ontöei*
ïiginge ban <e>otit^ cf^iaeme boo? ftoeecen /
bloeeften / ontfjepliginge banbe ^abbatf}-
baegen / etc. bp geb?ecft ban befe onbec*
toijfingcn . ^e beginfcïen bcc Religie fijn
aenbe becbo^bentöept aï^ een toom en inteu*
0elinge.
. 5r. Om bit gepreten deert gebaec/ moefl
mn niet alleen nae ïaeten b' onbectoijringe
f 3 övx
Poflevin^
biblioth.
Lib. 5. cap.
9-
24.. Capp.
Dialogor.
18.
130 Kieynekcrckc.
ttt Uin^even / maer oocït ban aïï e onbe nien*
fcj)en / öïe<8oDtïoo^ cntwr ongebonöcn fijn 5
toant'ti^ljecltoafrictjpnrlichcr bat öe fulc*
he Dr iKiiligc öüiöcn fulïcn prophaneren en
ontl)C)üi5cn / niöt iiogj)tan^ motten tst
^lênaeren nïct nae laeten / maer aenhou-
den aft onDertoijfen tanöe fuiclte / of haer
Godt 'teeniger tijt bekeeringe gave tot erken^
tenilTederwaerheyt, a.Cim. 2. 15. ö'Ont-
ïïetiïiOhigetïan<0otrt:ö^aenieis!mcteai ey^
jcii D2U9l)t tjanbe oitócrtoDfmöe j maer be
toctjalïiötie t)frbo^Uentöepbt öan t^t boofe
Öerte. ♦
II. ^arr fijn anbete/ bctoeïchc feggen/
bötmen be feinbecen foo niet gctaenneu han j
Öat ïunberen altrjt^ fijn hinberrn ; bat Uip
«och ee n^ fijn jongJ) getoeefl ; öatmen op een
jeii0ï)bi0f n hal^ / fnleften gcij^e n / toijten /
ofte böfcnljooft met frttenhan; batbe hin^
brem toat tuilsS moeten öebben ïu öaec
fengöt/ ete.
l^ier op anttooo2ben top /
i'. <Dat be iunbccen enbe giongljdingen
Jteboben toect / aen haeren Schepper te denc-
ken inde daegen van haer jeught, enbe bat'fe
ooefta3obeeefeenfe!japt)ani)aer ïeüen fulïen
moeten getoeni omnnniettefeggen/ bat'fé
<5obt ooch mnngïimaeïen om Ijaece onge*
bonbrntlKpt en röecïieloflKPt / pïeegj) te
praffnnn bit ïebcn. Gregorius rtjaeit bat
feechec liinbt / vijf jaeren oubt / binnen Roo-
men , banbe €>uber^ feer ongebonben en
naiatiglj op-geb:agl)t fijnbe/ getooon toa^
feec ïigljt op peber tobo2bt / ofte aï^ pet^ niet
naepfiifinfftto^^/ fcö^iefteMite iOocrften
en
Early European Books, Copyright <D 201 1 ProQues» LLC
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekerckc. 231
enteïaflereii; i^ïeroljeciflgefcöiet/ bataïi
Öet be ©otiec ccii^ in fijne ftgoot Ï)i0l / ö^t öe
öuiöeïcn fienöe tot |)em aenftomen/ om tocoö
te nemen/ inbe^éabeeéfcöoot mbupcïten*
Öe / aï riep / dat hem de Vader bewacrcn lou-
de: ge\3?aegï)ttDaer Ober/ fepöe; DeMoo-
rcn komen ende willen my wegh - nemen ^
iiiaecopljet/ nae fijn geVuoonte/ tücöerom
<0oöt^-raflecïïcft fpjeftenöe / aïfo den jjeefl
gaf. 5^it fegöt ÖP öoe ijoo? drie jaeren eecfl
gebeurt te fijn* ^iet Kon. 2, 23 24.
2. 5^ie (2l)uber^ betoeïcfte ^am ftinbereit
ï)p tijt^ niet onbertoijfen/ maer in't tuilbe
ïaeten j)enen ïoopen / berfe!)oonen toeï ()aere
ïiejjaeinen / maer berber^en Ijaere 5ïclen ;
^ïfmen öaer in öare berteljjept enbe toereïtf-»
Ï)eptfoq;ebnpri3ljtoe-0eeft/ geïijcftbeïe ou^
beren fiingeiüoon te boen ; fo verforghtmen
het vleefch in fijn begeerlickheden , enbe men
boet niet anbet^/ ban !)acre5ieïen ben doot- ^. <c
flae^er obcrgrtjen. 't il3a^ beter bat'fe öae^ 9 n
re ïnnberen al bn tijt^ ïeeröen 't lichaem be-
dwingen 5 enbe^boo? geefteïicfte oeffeningen
dooden de wercken van het vleefch . vï^efi?
C[)?iflenen honnen befcïjaemt gljemaecftt
fcDo,2ben ban een ^epben ; toant bu^ ö^eft
, Quintilianus gefegöt : Ochdatwyfelfsnietde . Qiiint.i.
leden van onfc kinderen en verdierven ; de i"cap.
kintfheyt laeten wy door vermakclickheden a.
door-gebraght worden ; die faghte opvoedin-
ge, die wy indulgentie noemen, fal alle de
zenuwen van het gemoct^ende van het lichaem
verbreecken.
3. ^ijn'fe toiïbt enbe tooefl / berteï en
li^oobt-bjonclienj tnel/ <0obt^ Jl^oo.zbt
© 4 &ct
%li Kleynekerckc.
bctbefïettiibbcï om öeftmöcrcn te temmen/
cnöe te buugcii tot ftet goeöe. Waer mede
fal de jonghelinck fijn padt fuyver houden?
l)2aeg!)t bcnliomngÖD^ivid ; en l)em tojojt
gc-antUi002t : Als hy dat houd na u Woordt,
II L <Daerfijnberoocft öeüjeïcfte fejgen/
nviDïenljaceïünöerengecatcchireeit cnbe on*
i)crtDefen toOjDen iJailbe Dienaren ïnbe Kerck
enbe ban öe Meefters inöC Schooien , öat
öaerom öefe Huyf-catechifatien niet noobig!)
i&ier 00 ant\iJ002ben top /
I. <E>atf)ettoacdicït geen ftïepne gebeeïtc
ban !)et ampt beu Predikanten , c-nbe School-
Meefters 1^ / be ïtïnbecen inbe eecfïe begui^
feïenbanbe(£l|jïftcïicïie Religie 't onbecüjrj^
|en/ enbe bat ï)et fea Ijeugpcïu^ / aiö'fc
teybe in befen pïigl)t Daer gctfouUicïich qun-
ten.
^oc;ïjebbenbe getroalue <Dienaer^/ en^
öeeectoaecbige ©aber^ gcbaen/ inbe eerfte
iteecïte. Eufebius becliacït bat Marcus ben
Euan gelift , ben ïuiiöeccn geeateeljifeect lyttft
Alexandrien , 'tlüeïcïiem ^tXW tDO?t g!)e?
roemt Ijan Phiio be 3oob nae Ijem fijn inbe
reïUeüercfte geüoïgljt Pantenus, Clemens,
Origenes, uvt jaec onfe^ l!^eei*entUieel)on^
bert/ enbe ttoee Ijonbeit tiijftiglj/ b' eene
trebenbe inbe ^\m^t tianben anbeeen. Ori-
gcnes lüieibt baee toe gef teït boo? be neecftig^
opflgöt en Uoo^fojge ban ïjaeren 23i(Teï)op
Demetrius ; nae Origenes ié geboïgljt Hera-
dus 5 Dionyfius, Alcxandrinus , enbe anbere.
Jn dc kcrckc van ^-lexandricn , fegi)t d^ufebi?
Kleynekerckc. 235
heeft cerft den dienft van Catechifeerett Eufeb.LlV,
•* waergenomcn Pantenus, in wekkers plaetfe <^'Cap-3.
4 is gekomen Clemens, in diens plaetfe is ge-
' komen Origenes , Clemens Difcipel : in Ori-
: genesplaetfe is Catechift geworden Heracles.
Si ^ntccntöefenfeïfbnuijtïcrni to^i ijan Op-
' tatus, öïeCatccljifccrDctcCarthago, ten tij' cypr.E-
öcUanbeiKOuöttiaörrcnöc ja^artdaer Cy- "^'^^-l^^-
\ prianus ; Hieronymus Uccliacït bat l)p Gre^o- ai.p.^miki.
T rius Nazianzenus citöe Didymus, "tot fljlie 'ioi.
) Catechiften ij£tft gcïjaöt/ Dat ié/ Onber^ Hifron, in
i toijfcr^ inde CïiJifteïiche Religie , ban be^ Apoi a4
todcfte t)p nac fijii bcftccringc b' ccrfie begin^
frïcn Ijabbe gdcctt ïDe bnfonbcre Catec^
! hii'mi enbe ïünber-onbcrtDijffngen bcfcfecbcn
} UanbeBabcc^/ aï^banCyrillus, Gregori-
us, Nicenus; Auguiiini botCÏim de Catechi^
\ fandtsrudtbus, ban ïjct Catecïjifcctcn brr on*
i tuetenbe/ cnberijnbiecboeckcnaenbe cate^
:> chumenii Athanafy Synoffis ^ Of ïl02tbegC!jpbCC
f l^ï'pïiÖÏ^ <,^d)?iftU]irC 5 enbC Fulgemius de fide ad.
; Didcomim^ gctiTOcn onjJ qcnorgljfaem / t)oe
} fojglibuïbigl) bc ©abcr^ fijn getoccfl in't bpc*
: rigljtcn ban bit bed ban l)acc ampt/ en be^
. coepingc, toiflen bateen<Dienaec met
r pjebidienfijnampt niet bolbebe/ inbien
oöch niet catechifeerde : \nant niet Ijet pjebic^
lJcnonbeetoijflt)|aaïïeenbebe-jaetbe/ biemi
fulcftcnfpijfebid bcrteecenftonnen ; enbe of
ftu berfutnnt gebed be jonge jeugljt / beltjeïe^j
ïie fijne fo2ge niet niinbee iö aen-bebooïen/
ban fijn be leben banbe ïleceh ; ofte \yw geeft'^
feanbec^ boetfd^t bidchc onbeqnaem boo?
Öaec \i I enbe 't bjdche fp niet becteeten fton ?
iien/ inpïaetfcban öaec te bocben met beu
5P 5 melck
Noodtw.
Venoogh.
Lib 4. Cap.
X. num.io.
lalxnag.
cul. Lib.tf.
c. 3. feft.i.
ttc bao?rrti.
boo?Dc ra^
tccf}. ban't
ban (ILxm-
tm.
In Confir-
BBiac. Inilii.
Hof : 4.. 6.
In rerul.
Societ. de
prxpof.cap.
234 KJeynekcrckc. ^
melck banbc eecjte beginfeïcn htt Religie >
detoeïche bequaein i$ bepöe Ijoo^ kinderen itt
Chrifto, eiitic-jaerDc*
<ê\\ boojtoaer nabien top pen / bat öacr in
befcnbeeïe/ geïijcïielöcc^/ alfoooooUiuDc^
fe j^eöctïanbeii / nacüoïö^"öe oni exempel,
(toant()etgroote Qch^cdi ban Dit fïagl) öec
onbcctoijnngc / boo?bctijbcn ber Reforma-
tie, ïjeïtenuen be lefuiten felbe/ aï^'fe feg^
Öni: De Nederlanders fouden nu een onver-
dorven Religie hebben (Co gevoelen'fe alle) fy
fouden met de religie vrede hebben, metdc
vrede geluck , indien de jeught van die eeuwc
hadde onderwij finge gehadt) begillticn te be^
bïjjtïgnt be Papen f nbe lefuiten , toeïcftm
voornaementlick is aenbevoolen d'onderwij-
finge der kinderen , Qelxjciut fo U^tb^UCMic^
hm fiact inbc bebeflmgcban jjacr order , foo
asljtcntopbctoocftonfa* aller pboöt te toe^
feri/ nietfonbeclingc ncfcftiöbeiit/ upt een
tjeplige mebe-boogentïjcpt / enbe innerliche
ontfecmüige ober öet bolcft / 'ttoelcfte ver-
gaet om dat het fonder kennis is, 011^ beflgïl
te Jjouben in bit toercft. 5^oo? be onbertoy-
finjje ber ftmberen enbe ongeoetfenbe mbe re-
ligie, öebben be lefuiten , in't begin boen
Öaere fede eerfl toicrbe opger igljt / gepooglj t
be gunfïe te bcrltrijgen ban j)et bolcft» 3i»be
regulenban ï)aer Societeyt, baer'fe Öanbe^
ïenbanbenPrsepoóft, too?btaïbu^ gefegljt:
Byfonderlick moethy hem fecr gerecomman-
deert houden de onderwijfmge der kinderen
ende onwetende perfoonen in het Chriften-
dom , als den eygen dienft van onfe beroepin-
ec. an un anber boecfe ban jjaer iiut-gege^
ben/
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekcrckc.
Um/ brengen fp exempelen bp/ omtetSjOös
nrn f^at nerrfligl) bt tjanre frjn getoet^ tii*t ^•^^^'^P''-
- Catechifercn bcr ontoetenÖe. Ban Ignatius, 3 "cap.
öen eecflrn opcf göter ban fyvx Order, ofte
liebec Societeyt (toairt'fc onöft be Orders tttc
Religicufen niet geteït en tuillen bj02beti / om
reöen Ijaer beïicnt / en on^^ niet ou-befembt)
berbaeïenfu/ batbp/ al eer tjaere Societeyt
bcbeftigljt b^a^ / bit aï neer fligt) in Spangien
l)eeft gebaen / enbe bat Jjp fi)nen b^ocörc / hit
Öeni bit poogbbe te ontrafben/ om bat bP
nau\nlicb^toeljoo2ber^foube bebben/ beeft
geanbt\BOO^bt : Datfelvc een kindt hem toe-
hoorders genoegh fbude fijn , geïijcft ooch ben Daurouit.
3ffupt Antonius Dauroultius nnt Petrus Ri- Catech.hif-
badeneiraberbaeït/ toeïcbcbeeft befcbjebeu c»pT Ti-
bet ïeben ban Ignatius. ^abrriu^ toojt ge- tuf '19.
fegbt in Indien nont een bagb ober-gefïaegen 9- .
te bebben/ in ben toelchen bp ontrent beu ^^ ^^Jj'*
abonbt geen eenigb gr beeïte ban be Catcchif- Ribaden.
mus ben binbcren inpïante. Michael Tum- Libr. z.
anus Olifipone, 23iegbt-©aber ban bc tlo^ j"^^' ^
ninginnebanLufitania, b*ïöbe eenige gefet- ^! '
te baegen inbe toeecft / in be toeïcïie bP «Pt
betï>ofquani om be blnberen te Catechife-
ren. <ên fo berbaelen'f"? ban berfcbepben
anbere/ ofmetbiacebept/ entoeericbnietj
bit \xiccV icïi I bar fe toe! getooon fijn ïeiigbe*
nagbtige en berficrbe bmgen te berbaelen/
omtotgcooteragbtingeeneer te bomen bp
be menfcbcn / bie ïigbteiich baere leugen^ si«tMa«{.
geloben. JDcï tuaerom fnUen top geen necrs aj. i y.
ftigbept/ tegen neerftigbf pt / enbe pbec hi
bet goebe / tegen pber in bet quaebie fteUen \
jjv^iebitberagöten fijn of onbeqnaem booj
bate
2^6 Kleyne kerckc.
3,Öacettacö[eïciul)cpt/ oftcot^en opgebïae^
3>fen öoo? toacn ijan epacn üjïjföcpt / niet
„ftonncnbc l3 an lucgcn i)ace gcootéöcpt öaec
„fo öirpc bcrncöecen / tot öccaöötmge eii
„Ïdcpnaoötin0!)e banöe lunbecen öe^ a^o-
5,nmcïtrDch^/ feqUtmn luaecl)ept öcn fcrr
35geïcei'bcn / en pbcrigcn D. de Witte, toclc^
ïtccó ©oo^reDenm boo^j fijne Catechifatie, idi
toil/ en tuenfclje öat/ neben^ ïjet Tradtaec
ban ben i^oogïj-geïeccben D.Hoornbeeck,
mag!) geïefrn en loei olaectuoogen \D02ben,
YcrZ^h' wtïer moeten togïjbe m^annen <öobt^ toc^
Lib.(j c.ip. 5?fien/ bat fp niet boo? grootfigljept (fepbe
5. pag. m. „bien grooten ï?üeraee Teeiingius) boo? p^
3^3- ^jbecïoofljept/ ofteboo?eenigl) ge\j?ee|l on^
3,gemacft/ befeöepïigeoeffeningc onbeeïac»^
jjten . Jêant b' ecUarentïjept togö geïeert
„fieeft/ in berfcïjepbene plaetfen/ toat be^
löaernifTcn baer oüet* ooch becVuecftt 'mot^
55ben/ batbefclUelueï/ enbe fcer ftigljteïicU
„1^ te practijcïieccn (aï^top fïegl)t^ be öanbt
ï^**2firïr/ >?öaeraentoiïïenfT[acn} aïfbttjeiai^ be p^iebi^
tap 5^ pag. 55ftatïe ban <6obt^ iDoo?t ; €nbe top agbten
B» 88. ïjct inet öem / beter te toefen Ijet geibenfcljte
koeeeft bee noobige Catechifatie , met ttoee /
ofteb?ïe/ laealtoaflmet Ignatius met een,
te beginnen / ban j)et geheel 't onöetïaeten :
^^oc loh. Gerfon bie geanttooo2t ï)ceft / bie
Ijem / h' en tueet niet boo? bjat bleefcljeïiche
In caeech. tebenen / poogliben ban Jjet Catcchifcren ,
Miitor. cap. jj, l)oogen Oubecbom aen^
Paraghr. ƒ. buigl)/ af te trecUen / hangelcfentti02benbp
Dauronltius,
't^^oocft feechec/ bat Ijet catecl)ifeeren
enbeonbecVüijfen banbe hinOecen/ tot ïafïc
urn
Kleyné kercke. 23/
eoTjtbmiöeSchool-iVleefters m "^att Schoo-
ien 5 ^cfemoetniöaecöïerm foo iieerjligö
f nöe fo^gïjbuïöiglj ö^acgen / Dat met toaec*
iÖeptöefegljtmagöUio^jöen ban ï)aet Schoo-
ien , 't gene Coletus , te 3tonöon / anno i f 10.
i:!!iïetfClj,2öbenlJ00?Öe fijne: SMa Catechifaüo- li^c.Ctoh.
■ . nis fHeromm inChrtftiOpt. Max. fid&é* ^onis Ut- Libr.cit.p.
; teris ; öat 1^ / Catechifecr-fchool voor den
1 kinderen in'tgeJoof van Godt Almaghtigh,
2 ende in goede letteren, 't ©OOjnacmjle epn-
be enöe oogemeccft UanDe opcegljtmge öec
: Schooien, aïtjjt^ getueefl/ ö'onöertou^ hoSïaciiS
fïnge in/ enöe öe l3oo^beccpö^ng!)e tot öen i^^p. on-
a3oDt^-btenft : tnant feïbe onber be Hcyde- trmt
nen f telben fp Schooien tot bit epnbe / op bat
beOraculenbanfjaec <ÖoDen I3002 be jeugl)t
geïefen mogtjten to^jben / enbe op bat'fe/
' op öaece Ujyfe / becepbt niogöte too?ben / om
l)et fummum bonum (gelycft'fe fp?aecïien) öet
! öoogöfle goet ban be 5ieï / nae te jaegen/
•j enbetebecftcógcni (önbconbee bePapiften,
> ' om be Innbecen 'tonbecïnijten enbe op te tcec^
ïtf n mbe traditien enbe infleïüngen bet Iterc^
ïie/ benbebo?tien <0obtö-bien|ï betceffenbe»
Jl^at een groote fonbe / 'enbe fcbaemte foube
'tfijn/ boo? CIi2iflen-^c!)oo(- JBeefletjs
be Gereformeerde üiercïten / te ho^te te ho^
men/ enbe naïatigij te fijn in't onbertoijfen
bec hinbeten ïn ben luaccen bicnfl be^ tuaren
OJobt^ f€ot bat epnbe fijn be Schooien,
bcpbe onbec be loden enbe Ch riftenen 5 be*
toaect/ boo? <!5obt<S bpfonbcre boo:flcnigöeit,
^ie agl)t en beectigö fïeben bec Leviten toa^
ren becf^jejibtboo? alle be fïammen bec \m-
beren Ifraels, opbat'f^ aï^ Schooien mogl^=
ten
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
2-3 S Kicynekcrckc: J
tm fi|ti / <ti bc toclf he öe Jewgöt in mo^tc
b^incïiai bc ïf rc öer Wet cnDe öct Propheten ,
tatcöcn be ftenniffe baii Liberaele niniflcn i
wïïibJ'J cnbc tactnifc!)ap¥ïm . \i Ongcnei
Cap. 11.%! Jèc^OCrii-mccflCt ^ttöCCtt't Alcxandritn , öt*
•tij» cap. Ujrtcfte aié'tg!)ctaï öec ^cftootern twrgoa
jj.ea*o. groot te tomben / Heraclas, rrnaritmtod-
Srorffnit möc t>dj2iftrn / X^ztSi tot ftjn .ïï^tv
öc-ljuliitft gijcflcït / cnbc twtTcötn l}cm ftet
toctcfiaïfo tjctbcdt/ bat Hemclas bc gtl)tcï
ontuftmbcfoubc onbcrtoijfm in Ijct gclooüc/
cnbc \\\} bic oubcr Uiarccn cn gticwffcnbo: ,
%M bït met cn too?t bctcagdt/ fo ff jn bc Hcy-
denfche ^ct)00l-niCC|ïcr^ tO 0DCt / alé bic
bcc Ctjsitïniicn / cn paepfche fo t>c(^nacm /
al^onfc Gereformeerde 5 omomc fembacn
te ïrercn Icfcn cnbc it\yi\y\szx\. anbicn fp bc*
folbmgcontfangcn/ rnbebit tuctcïi nkt cn
EccrLib toatfijnTcbctcirban bc ^^rrtjcn-? gc^
4. cap.as! itjcfe'a ccn^ ccn fcïibc in bc Hiftorien ijan So
ca«k fer. "Cratcs , bat een Munnick , die tot onderhou-
inPf. 34. dinge van lijn Jeven niet en arbcyde met fijn
P'f • 1 1 • handen , was een Dief ; bat 1^ OOCfe loacr agl)«
tig!) ban cni ^ct)ooï-ntccttcc / bic met cn ar^
fecpt met fijn tongcm't onbccUinfen \3an fijn
Difcipelen. <£>ni nu nict tc feggcn / öocYe
Sfff 17 ücfonbigcn tcgni bc t^crcfie / öoojoncr^^
~ trcbmgcljmiI)arciBctt3cnciii6cöobcii 3in
on^ Nationale Synode, gcljOtlbcn t0tC)9?<
Örcgt/ Anno 161 8, cn 1^)19. tuoj t albii^ gc>
„fcgljt. 5^cfcr .t>cIjool-mecftcnrn anipt faiï
„Vucfcn/ alle tjacre Difcipeien, naec gcïc=!
„gcntöept tjan ï)aecc jvuccn cnbc bcgiyp /
„ttoce bacgen ten niinftcn inbctocftc/ nkt
.,allccnlöcli ïn't Uan ömiten Iccren / macc
oocli
Kicynckcrcke. i^p
^^th m't bfrflant örr ginfclcn öe^ Catec-
jjhifmi tt pcff enen* <önöc tot Defen cpnöc fal
>5Ö?pCCÏep formulier öe^ Catechifmi, tot op
>>ö?pecïcp gdegenjept Der jeugjjt paffende /
5,5eb^upcht hïo:iben, eerfte fal toefen ijoo?
?,beifimber^/ iJijjouDetibe öe artijckelen de|
5,<«3eïoof^/ öe fiEljïen<aeboben/ 't<aebeöt
9yt)t$^mm/ cnïïe De inflelïiuge bet Sacra-
>,menten, cnDe DcC hereftelijcfte difciplijnc,
>,nieteen!gefto?te gebeDcften^/ enDe ffeg^te
ïjb^aegen / gepaft op De D>ie Deeïen De^ Ca-
jjtechifmi. 23pDetoeïche fuïlen mogen ge*
5>boegljt too?Den/ ecnige boomaenifle fp?euc*
5,ïten Der ï^. ^clj^iftupre / tot <!PioDtfaligï)eit
jjöertoecUenDe . tweede fal toefen een
>,fton begrijp De^ Catechifmi banDen Paltz,
yyin onfe Iftereften geb?upcfeelicft, ^aec in
„bco^tsS oiiDfctoefen fullen too^Den/ De ge*
„ne/ DieinDe boojgaenDe toat öebben toe-
„genoiiien» derde fal toefen De Catcchif-
„musbanDeupaltz, bponfe tochcn aem
„genomen/ uiDe toelclie cnDectoefen fuilen
„too^Den/ DegeneDiemjaecen enDe hennif*
5,fe becDec fijn gehomen ^och fnllcn De
„^cöooï-meefler^ fo?ge D^aegen / Dat Dc
5,DifcipclennietaneenUjch Defe formulierea
3,banbnptenïeeeen/ maer ooch De leeee m
«Defeïbigebeibat/ tameiichberflaen» Cot
„toeïeften epnDe fp Defelbc naer een peDer^
„begrip/ DupDeïicftfuïïenberWaeren/ enDe
„neerfleïych enDe meermaei,^ fjaer afb^ae-
3>gen / of fp Den fin toel lebben begrepen,
IBacrnn/ DegetrontoïgDept Der ^iena^
ren/ enDeDejï^eerfïïgöept Der ^cljool-meec
fler^ / moet niet berfcöoónen en berontfeöul<
Digeii
2 4-0 Kiey ne kcrcke.
bigrii l)ct bcrfuym Uanöe Domeitijcke oxibcu
toijOngcn / euDe Catechifaticn öec ftinöercn
tocl)unfm. *Ditlc0l)t/ geïijch gel)oo?tiö/
tot ïafl banöe €)utiaen. <0nfen ^^aïigljnuv
iftccïm-öe toel/ aï^ een ^^Fcnaec/ fijn Dif-
^cipelen m l)et opcnbacc ; inaec nogïitanó cn
(toecfnpmöcljpoocït niet öe private cn ïjepme-
lithe onDcctubrmge dccfdtie / Mate, 4. r;
. a 34. cfiPaer verklaerde alles fijnen
Difcipelen in't byfonder.
'2. Heymelicke onöccluij|ingc in |)Ct
t)up^/ fjeïptni V)frUo?öcct ö'opcnbacre on^
bcrunjfingc in School enDe Kcrck , cnDc ö' o-
pcnbacrc incörcom Dc Ije^nieïiclic . ccn
moet liicc Den anöcccnöc öanDt toe-re|ichen
cn beijuïpiglj fijn ; mi De Oubecen öaere
ïtinöeren leecen eecfte beginfeïen in Ijacc
Öunfen/ foo fijnte bcquaemer/ om üanbc
.fl^eeftcrébecDeu onöer\uijfinge teontfangen
üiDe t^cbooïen; (Dnfe Theologanten fcggen
5,in Ijn Synodus öan ïDojöregljt : l^et anipt
5,öcc €^nöeceni^ / 't!jnnï? Ijacue Uintïcr.ö/
„enöeoochüet gantfcljc Ijniifgcfm Dacr toc-
„betcontot/ inöe beginfelen öec Cl)2irteucRe
„religie / op f)et Uïijtigbrt^ ^^^^ l^^^^^^
5,begnjp te onöerVuijfen.... eenlge Cappitte^
„lenber ^e^Jlige ^cönft üoo? te lefen / De
„untnemenfte pïaetfen Dci* ^eï)2iftny je te ge:=
„üenUan trnpten teïeecen/ enDe inp?cnten/
„enDe De felUige 00 een gcmcnnfame/ enDe
,,Vioo? De teeDece jonchfie|it beqname tüijte te
„bechïaecen / endehaeralfoototde Catechi-
„fatieindefcholen te bereyden, ete» O^nDe
aJé Dan De S>efl ecsJ in Dit Deeï ^an Ijaec anipt
mètnalatigl) fijn / foo Honnen De liinDiTcn
Kleynekerckc. * 241
ilct tiei te incerber b?u0Ïjt cnöe bjrugjjt
janöe ^lenaeceii gecatechifeert too.^bcn in^
3c hmhm » Bened. Aretius ïccrenöe bat Aret, Prob?
)efe tjecbeeïingc noobtfaccftcïicft i^/ batbe Theoi.ioc.
jnbctUJijfmge sefcgöt toojbe ecu heymelic-
e , enbe eeii anbec een openbaere , fegjjt
jtiecber aïbu^ : ^e heymelicke flct op be
o<Bnbtt§ / enbe ©aberö ber jjupfgeflnnen:
„3IDant bie moeten fojgeb^aegen/ bat niet
„aUeen be ftinberen/ maec oocfe be bieitfl^
„ftnegljten / enbe bienflmaegöben tuel Ijer^
„flaen bc begmfelen bec <©obtfaïi3Öfpt/0]^
„bat'fe befeïüe met ïeljen enbe manieren /
„fo beel Of frDif ben ïtan / becciecen. .f^aec
„d' openbaere bcï)002t tot be ^cl)oolen eit^
j5bc lietcJten : Snbe Schooien tDo?ben'fc
„becepbt/ om mbe fteccfeen fcbigpchopbe
„bjaeiren bec vZ^ienaecen te antujoojben»
>5,éo moet be Hwyf-catechifatie ben Schoo-
ien ooch te ö«ïpe Itomen» <6nbe banïton^
len Vïoo^té be hinbccen oocft met mcerbec
flig!)tnigliê aen[)oo?en Jjacre p^ebiftatien»
l^ierom !)abt be Reformatie m ^unbtfcjj-
ïanbt fo goeben tJ002tgangl) / (geljjcft oocl^
iban on^ tioojöenen U gefegijt) om bat Lu-
thers |)5ebiï{atïe / toiect UerUoïgïjt met be^
tiolcÏJ^é Catechifatie, 't tucïcïie om bat Ijet
nu fo gemepn met gefcï)ïet aibc ö«Pfeu/ fo
boen en Catechifatien eu p^ebïUatieu bec '^''^y^-
r'^ienaecen / toeynigïj laoo^jöeeï inbe ïicrc^ p|?°,T"'*
ilieu ; ben ïiinbeten ié a3obt^ 3Doo?bt als
= wat vremts. ï^oftS. ïa» Het is te beklae- 3[n öe
gen, fegljt Cafp^^tCCfo/ datmen de onder- l^owiTiicit
rwijfinghe vinde jonghe jeught alleen op de ^onlfirrE
i kercke laet aenkomen , ende 't huys geene faiigö!
^ oef-
♦
I
K
242 Kleynekercke.
oefFeninge der Godtfaligheyt met haer aen
en ftelt.
IV. Mact feggm fommicre / be Mnbe^
ren en Uncgïjtcn Uan bïe §upf-©aber^ /
bie bcfe ocffeningen fo?ö!)^»ïbigljlïcïien on^ jMi
bcdjouben ïjebbcn/ ïeben fo lo^ en ongï)e^ M
bonben/ aï^ of Ye noyt ban O^obt/ of fijn <0e^
bobt öe!)002t en öabben.
i^itt o}j anttooojbcn to)? /
I ^at bit miflcljien nvt bitterïje)rit / en
upt Ijaeftïgö^pt aefeoöt too?t. ïDaht fo \$
boöl) be toereït geluoon quaet te fp^eecften
ban bie gene y bie öace met en luiüen bol-
den in coecïieïooftjept / enbe uptgietingc
Dan aiïe oberbabisljept
2. 't3i> foo / bat'et met onfe familien
gaet / gbelïjcft b^t boet met be fïeneïiefee
kercke , bie nopt bolniaecïit op bec aec=
be ; oocïi haf toffee getionben onbec 't
ïtoo^n i en fo i§ oocli te mcti^ al / infon^
becljept in ot'oote önpfgefmnen / een bec^
mengïnge ban goebe enbe qnacbe. .f^opt
Öabbe Noach , ofte Loth bat geïuch/ bat
alle I)aece ïmegljten geljoojfaem en O^obt^-
i
','■."1
1
1
bïcnftig!) tuaeren ; <Be familien bec Patri- ||i
archen luaecen niet fonbce öacren Kain,^
Cham, Ifmael, Efau, üjelcUe onljr|ilige A- < 3
poftaeten toaeren y Eliza babbe eenen hnccijt • '
Gehazi , bie ïeug!)i^»iï0btigl) enbe giecigl)
Vüa^ ; jae Chriftus in fijn Ï}upf0efin / eeit
ludas, een ©eccabcc/ bie een Duyveltua^.
.!il>aec geen ban befe alle tieten toe inbel)^
re o^obtloofïjept enbe ongebonbenbept ; fp
cn lieten oocft baerom niet nae / b' oeffe=
uingen ban Religie tn <Dabtfali0ö<^pt*
3» ^ic
L\5
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 24^
5. menfcöen / öie fo tégcn^ucrwn /
^vfftjeeïcn ïoutec öen Sophift cn ^cüiiegïjct*
JBant öie Ifupfocffcntngm fijn nïrt öeoo?^
faecfte Cicr rorcfteïoofOcpt / Iwn ft inbeten
nöe ftnrgötcn; inöicnöec toaö gctorcfi ge^»
«aöe in ïjacr !)crte/ fn foubni t)rböcn fton^^
.mn toefen nnöbelr n / tot öct geïoobe enDe
m beftetrmgc» 't 3ö toacrfcljijneïicfter bat
DP/ bic fijné .mcefleró toiKe toeet / befer=«
Ibe recbec enbe nieêrbn: boen / ban lm
bie'fe niet en toeet . bie^t geflgljt ban
fijn oogcn Ijceft/ ftan bèta/ ban bie Wint
lp! / toajibelen fonbcr flofien enbe ballen ;
».|en fo öceft ïjp/ bie onbertoefen ié inbetoe=»
Jgen bet a3obrfalia!)ejit / hctct inibbelen om
l^lte tomibclen ni <Bobt^ bsecfe / ban ïj}i bie
Kkgr fieelontortcnbe cnbc on-groeffent i^. 't^^
"Tpaer/ fommige bie öaet^ .meefïer^ toil^
ïc toeten / boen'fe niet; fomniige öie öaec
oogen open lebben / flrutirUelen te mrt^
enbe ballen ja^acc nicmaiibt fo btoaeé
bat l)ti Ijicc upt fal befïuntcn/ bat Ijct niet
noobtfaecftelicft en ié fijften toil te toeten /
of fijn oogrn op te boen.
J4* ^D» ïfuuf-oeftcningen aen fommU
ge onb^ngljtbaer / fp fijn aen anbece
betont b?ugljtbact enbe bo^betlicft ; □ ae
orft bie <êobttalige oeffeniugen enbelön^
ettigötingen / bie nu onfc toer fteloofe ftin^
öeten enbe ftnegljten ftcn enbe öoojcn/ ful*
fen ooclJ nabetljanbt nrif^cliicn / booj <0obt^'
fegen/ in Ijacte betten fttagbt ö^^böen/ en-
be öaete toetcftinge/ al?'fe een^ bebaeten/
mbe wet ben Verlooren Soon öeginucn te
ftomen tot haer fel ven. 't ^éöt ïiomt niet
^ 1 foa
244 Kieyne kerckc.
foo ebm op/ aï^ l)et oetoojpcninöcacr^
öe. <!^och luojöen'fe nieecöec ni-getoomt ;
koant mijTcöicn fouöcn'fc fonbcc befc ocffc?
ningcn tot nieecöec quaet fjebben upt-ge^
lijoocftcn,
5. 3ln aïlen gfbaïïc moeten top onfen
pïigljt Doen / rnöe fo^jge ö^jaegen dat <0oi)t
in oiife l^upfgermncn niaglj ge-eert too?bcn
en gcöicnt gelieft jjft ban <Öodt niet op
den arbeyt onfer liefde , fulchen fucces tttöe
fegen te geUen/ al^ top gaecn faegrn enöe
toenfdjten toeï/ fo Rebben top nogötan^
on^ bejï gebaenT top bobben onfe slel be*
b^Ööt / enbe fijn reyn van haer bloedt, ^t^^
5ecl).3. 19. Ad. 18. (J.
V. dommige toenben boo? öe öertiiec^
Bigljept / niet alleen ban öaec ftinberen /
inaer oocft ban öaec ftnegfjten/ öieöiectoe
niet gcb^jagljt en ftonnen/ ofteoochentoil^
ïen too^ben / nabieu'fe fijn befcftaemt/ en
b^eefen be befpottingen en befcl)iinpmgen
banbetoecelt^ l^upf-babec^ emlegecr^
öerjJ feggen/ bat mbienTe befeordrebolgïj^
ben in 5aer Ijiipfgefin / batfe naiitoliclt^
bieiiflboDen foiiben ftonnen öonben / ofte
ïicijgen.
i^itt op anttooo,2ben top albu^/
I. %)at top moeteii nptfien na dc getrou-
we inden lande , J)f: 10 1.6. ^ijn ber ee-
nige Ijectnecluge ; bie boo? onfe bermanin^
gen en beflraffiugen/ niet gebetect toillen
. toojbcn ; toel / bie moeten top verre doen
van onic tenten . <2^ie lofua'es <0obt niet
toil bienen/ moet oocïtin lofua'es önp^ niet
blpbeiu Ifmaeis mocten too.Jben wptgeb^e^
Kleynekercke. 24^
ben ; toant fp tiedecben aiiDcte / fp^ecc^
ften boofdïcïi / qudïenbe brfle/ enbeb^cna
BÖm oocft miflcöien een Woech op onö ♦
Jiaet ocljl ocmen/ ftiet lepöt öe knoop;
e meefle Jljupf-rcgeeröer^ foecfteiïl&ientl-
öen / ael^fcft Saiomon gieroboa m / Hj
agh dat delen jongëlingli'arbeydtfaem was
fo nam I)P bem / fonbcr BecïiêrööêcV
egoïnge / m |ijn Ijwp^ / Ö^ni tot fijnen
öicnfl geïj^upchenöe/ i.fton. n. 9tï^
itop maec tiecnier cften Dat Die bicnpoben
onnen toerclten enöe flootien / bat*|e fijn
nbigl) enbe gaeuto / etcf ^cljoon'fe an^
öec^ fijn Ifmaels enieroboams, ban een an-
bere Religie enDe quaeöcn oninie - gangö /
üi^'fe inaer met en fijn ïjocc of öief / Ijod.
iigötelich nemen top'fe in onfe önpfen/ tot(
berber f ban on^/ en ban be onfe. 'tJI^a^(
goet getoeefl boo| SaJomon , inbien ÖPÖ/ib^ j
be aengenomen een man ban meer confcien-/
tie , en ban minbec bequaeml)ept en ber^,
flanbt : toant leroboam fogl)t en bjjogöt)
te ïuinc ban fön gantfcöe !)up^.
2. ?Pe ^cöaemte moet geen pïaetfe in
Öet goebe / maer aïïeenïieïi in Ijet qnaebe
|)ebben ; fp i$ een ^ogötcr banbe fonbe;
be fcjjaemte en fonbe ftjn te gelijch geboden
tóinbe toereït. ^cöaemen moetmen öem te
tfonbigen / maer niet fcftacmen <0obt^ b)iï=
ie te betragöten : anberfm^ faï figb ooch
Chriftusonfcr fchaemen, wanneer hyfal ko-
men inde heerlickheyt fijns Vaders, met de
Heylige Engelen , MOXC. 3^* ^UÏÏen
bie I)acr fcl)aemen te leer en het bcginfel der Heb, c
leere Chriiti, bie öaer niet fcDaemenbupïe
0^ 3 bjoojs
2^6 Kleyne kercke.
tDoo^ben/ en onrcpne ïicDrren / te fpjeec*
l\m m te fingen i .fl^en befcliaenit om
bat men onbt ié getuo^öcn / en be-jaccbt; .
maer Dat geen fcliaemte / Dat fo Viecï \
ftinbertn/ u in ftennifte obettreflFen ^ 3i|l
niet genoegh öat gp öcn Uoo^gacnDen tyt
ban u ieben ijrbt öoo2geb>agl)t in onbje* =
tcntfjept en berbUnöinge öe^ !)erten I <Bf
toiït gp öom ïelien/ enbe fircbcn ^ Abra^
hams ïDicnftfaoöen / jaeTheophilus, Apol'
los, Ambrofius, Auguftinus, cn öe mcefle
banöe ecrfte €ö?ïflenen / fijn niet befcöaemt
getüCCjl ff ïfé Op<hltïif It gecateghifeert te tüOJ*
öen inöe ftrcchen / fcljoon'fe nu oubt toae?
een en be-jaert* <J5nöe gp en hont niet
bjeï ïeeren inöe hetcfte/ tensiigpuoeffcnt/
en onbertoefen tuo^t in uUi i^uufen. Hae^
ten aïïe J^upf-baöer^ öefe / en andere Din^
gen / Die ijop nog!) «f^ öcfen fulïen boojltei^
icn / Ijaeren ïiinbcecn enbe ïmcgtjten / öie
miftéjicn VuebectlceViclig!) mogöten toefen/
tioo^ftouben tydigh en ontydigh . aec ep^
ïacp! toepnige fijnbee/ bie foo beel geeft en
ïeben Ijebben !
3. «De goebe fulïen n ï)ier obec niet he^^
fpotten/ nibe be befcïjimpingenbanbequa-
be / fon min aï^ nietboo? een Cï)?iflen te
acl)ten ; 't!3i^ een eec geroemt te tuojben/
maer geen on-eee ban een toereït<j-hinbt
begceht te tuojben. ^iet 2* Sam« ^) , 2 1 . 1 2.
^uleïte betfmaebingen fijn een Uicglj totbe
geïuclifaïigbept/ i. @et. 4, 14. il3p moe^
ten be gunftè bce menfcljen niet foeeïten/
met ö^t bf rïie^ ban bie ban <15obt / nopt
moeten tup on^ ben loem öep menfeüen
Kleynekercke. ^147
foo bier ïaeten hoflcn.
4. Oocïi fljnöcc nu nogö toel / öooi
<Dobt^ genabe / goebe bïenflboben te bm*
en/ bie l)et een Uecniaecft ag!)tcn te toe^
fen/ mreiigieufe fjUpfen/ enbe ïnbC tenten
der reghtveerdigen te iUOOnen . <Öen ï^upf-
a^abec bie Abraham, lofua, David, Hef-
ther, of Cornelius in bcfcn geïijcli tornfcöt
ite ujcfcn/ faï't noptontl)?eechenacna5obt^
faüge bïcnftrtneoDten / om geduyrigh by hem Aa. lo. 7.
te fijn. top in öaece tjoebt - flappen
toanbeïen ; tuat geït ï)^t/ of top niet foo
tocl/ aï^ fu/ gocbe bienflboben funenljeb:»
' öen; ooch bie quaebt enbe benwoordeon-
gehoorfaem mogïjten fijn/ fouben boo? on^
!fen goeden wandel enbe boo^tganch gewon-
nen Itonnen too^ben. B>aec Ijict Ijapctt
ftet ; be i^upföoubec^ ïtonnen niet feggen
tot Ijaec l^uufgenooten / jfïijr^* r^idt^nn
tot fijn ^Oïbaeten : Siet nae my r en-doet _
005 baefom öeïgefrbe E^e^cc i^/ alfo
niet feïbcn ooch be ftncgljt ; en geïijcli
be ©abee i§ / alfo i$ oocli inenigöniael be
^oon» ©eele ftinberen enbe ftnegljtenfou^
ben biclitoiïi^ tot <0ubec^ enbei^eecen
mogen feggen / gelyclnnen leefl inbe fabu-
len, bat ben jongen Itceeft ben ouben ant^
tooojbe / aïé öp ban Ijem toicrbt beflraft
otjcc öet lirom bec jijben uptgaen : Gaetgy
rcght uyt voor, ick falu volgen. 't3i^
toaecagl)tigl) 't göeen Hieronymus aenbe
b?00me Lxta fCÖjeef : Gedenckt dat uwe ^.^^ ^
Doghter meerder door uw exempel, dan per.tom.i
door mondelinge onderwij finge geleert kaa pag. j;.
worden.
4 5. %>ctle
248 Kleyne kerckc:
5. ©fcïe ^icnflboben fouben 'oocft feet
Ctccn tuenfcöen / bat'fe foo een ttjtban
toeraöemïngö itiogljten f\^hhm ; öaer'fe nu
nae / Doo? geöuprïoB ïoopen enöe b?ae^
ben / toan öen morgen tot ben abonbt /
oljeccompeït too^ben / enbe af-gefïooft*
VI. <[^efe oeffeningen / feggen anbere/
berljinbecen öet toercfeen banbe 5^ienfltJ0='
öen ; fti fouben toeï fo beeï biDben enbe ïe-
fen/ bat'fe bergeten fouben ï)aec toercft ♦
^otk öebben top feïDe geen tijt om aï bit
öeboen te beerigïiten, ^ntto, 3ae bat
te gantfclje faeefte/ en cegljt be fpijchee op
öooft geffaegen. .fD aec /
I» ^efe menfclien maecften ï)aer geïijcft
iien <Dobtïoofen ConincU Saul , betuelcfte/
aï^ ÖP ben ïjeere eaebt b?aegï)be of I)t) be
ï^Öiïifïeenen fóuto Verbolgen / tot ben |>?ie-
pec fepbe : Haelt uwe handt in, i. ^aut»
14* 19. <2^f ÖP fepbe / youbt op ben l^eer
te foeeïten / top en Uonnen geen tijt baec
tnebe beeflijten / homt ïaet on^ optreeïten
tegen onfe bpanben» ^p fijn geïijcft ben
becpoeïiten liioningö Pharao ; aï^ Mofes
Öeni upt 45obe^ naem beïafle/ bat l)p ïjet
Uoïcït fVnen fouben ïaeten treeften / oni
<13obt inbe luoeflijne te b»enen en offeeen/
fo liefeöuïbigljbe t^n Mofes enbe Aaron ,
öat'fe öet boïcft aftroeften ban fjaere toere-
ken/ cnbeoptoetftten tot ben ïebigö-gangö/
C5]cob. 5. 4.. 8 , roepen aï bat ben tijbt
berloo^en / enbe feggen eben alé ben
gierigen ludas, al^' Maria 3jefu boeten öabt
gefalft: waer toe is dit verlies? toaerom l'^
jSeft faïbe niet bccftoglit boo2 bne Ijonbctt
« Kleynckcrcke. 24^
^penningen / enöe Den armen rjbeöbcljcnl
jBaccH^f. loh.ia.^.f. JBaec/
2. 'tg^'cr fo ijerDe ban öaen Dat öefe
ocffbningen fouö.en Dcrömöcrcn / öct üjctcj
fecn bande ftnegljten / öat^e in tegendeel
öefeïbe becbo.Jöecen / enöe een fegen op on^ ^ ^i.
j)up^ Ut neöec tceclten. ^ie eerft foecUt
l)et Conincftejjehe <0oöt^enbe fijne getegD=^ pr 3+ 10.
tigim/ öïen b30?ben oocft alïe anöere Din^ nVb 5 \?
0en lian ^öobttoe-getoo'pen/ .ïlBatt. 6. 53.
Godts Wet niet en wijckt van onlen
monde, maec Öefeïbe overleggen dagh en-
de naght , waernemende te doen nae alles
dat daer in gefchreven is , fOO maecken wy
onfe weghen voorfpoedigh , geïïjcïl 43oÖt iof.t.8.
Öeeft geji gljt / enöc Ijp fal fegenen en be^^
befiigen fiet bjeccft onfec banDen * 't 'M
immet$ regljt fo/ gelijc!! öen €onmcïi Da-
vid fegjjt / ^f : i i7*»i» ^* Soo de Heere het
huys niet en bouwt , te vergeefs arbeyden
des felven bouwlieden daer aen... Het is te
vergeefs dat gy-lieden vroegh opftaet, laete
op blijft, etet broodt derfmerten: het isal-
foo , dat hy het fijnen beminden als inden
flaep geeft.
3. ^eöten ban top eïïenbigegeenttjttoel
befleet te fijn / ban bie too?t aen-geïegtjt
tot bercigljtinge ban tijbeliche en bjecelt^
iicfte bmgïjen i i^oo?t biat be If eeee lefus
fe^ibe / aï^ Martha l)aec beïiomniecbe met
I foo beïe bingen / Ï-UC. 10. 4-i« Maer een
dinghis noodigh: dogh Maria heeft het goe-
de deel uyt verkooren..
4. ï^oe öebt ga geen tyt om ntoen <0obt
baegöïicït^ te bieiien > 5^at'^ <0obt ban bat*
^ 5 ^^3*
7fo Kleynekerckc:
ï)i0ï)ept ticfc{mïb!0en / cben geïrjch aïé of
ÖP't 011^ foo öiipc öaöt acnbcUoolm / öat
top boo? De tocrclt aüct gccaccften fouDni
ftonncii / möïcn top ccn uyrtje on^ tot fij-
nen himiï üccïcöigljöcn, mant ï)icc eii
too:bcn niet Uau Den ^inbagïité-man bcr^^
epfcöt öalljeöafgcn/ öcde fcöoftcn ; .ï^cen/
<Öobt Jjecft öeninccrflio!)cptacn-bcbooïcn/
en ÖCfrgÖt / öat die fijn Huyfgenooten niet
verforght, hetgeloove heeft verlochent, en
dat hy erger isalseenongeloovige, i»Cini.
f . 8, 3laet !)eni inaec twee upren Dacoö-
iich^/ of toat min tot öefe oc|Tenin0ö iJ^^-
peDen. Matt 40. En kondt gy dan
niet een uyre met my waecken ?' fcpbe Chrif-
tus tegen Petrus . ö' <6ectoaeröe D. Rid-
derus geeft fijlie Daegïjïicïifclje Huyf-Cate-
chifatien aïfo ïn-gefieït / öatnien'fe m een
groot nnartier uprji '^nio?gcn^ / mib^
baegö^ / enbe aüonbt^ ftan boo?lefen ;
alfoo öatmen öoo? bc geljeeïe bagl) tot bie
oeffenïnge / niet niecc ban een upre tijbt^
ban nooöen ïjeeft, .f^ienianbt^ beroep en^
be i|upf-ï)oubmgt)S5-lafl foo ftoaer/ bat
hp niet ten minfleh een half uyrken öan eïc^
/ fien taglj foube ftonnen uptfetten/ tot foo?
banige oeffeningen Uoo? I)cm felöen enbe
(Ijn !)up^ / inbicn ïm maer met boojflgïj^:
tigöqit enbefo^gljUuibigliept fijn toercU bacr
nae toiï acnïcggen. 33cïe/ toelcftcr ïaflni
eben fo groot fijn/ bolbjengen befe oeffeniiis
. gen getroutoeheft» ^êlUe be Bonzij (be^
Epift^in-" toeïehe onber be laponeeièn fobanige reli-
gie, p 150. gieufen fijn / aïj^ onber be l^auf-gefinbrn
lijn be IDunnictón) blinbe ïjepbenen / be^
fïebcii
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kieynekerckc. 2fi
litbm alïe mo^gljcn / met ï^tt opgaen boiiöc
^onnc/ ecu upc/ tot ö^t mediteeren, en*
öe öiöben op öacre togfr.
<6n Ijoe ïïgötriïch too^bcii bic bogö
bacööïicU^ toeï ban on^ öcuc-geb^agöt /
pödicft Uccfletrn/ m anöcce ömgen/ bup^^
ten be toecchcn l3an oiiï^ ordinair brcoep ^
I l|oc ïange leggen üjp memgömael en conf. bc-
fno?cften en fïaepen op onfe ïegec-fleöen/ J^^f/^^-
tot fcöaebe ijanbe 5ide niet alleen/ bie be^
t cooft üJO|t ban ben bequaemflnttgt om ben i>e
^1 ileertebienen; maecoochbanl)etlic!)aem: ^'^^^j/^
? toant ben al ten onmatigen langen fïaep/ gona: vaie-
i beftoaect bet licöaem / enbe befcbabigöt mdmisat
j feec benatu>%e, gelijcft Plato öeeft gefegöt/
li enbe be Dodloren , bencben be ecbaerent-
, ïjept/ on^ ïeecen»
|j 1 1 l|oe beïe tijt^ berfïijten top tocl niet/
met langlj te fitten aen onfe tafelen ^aec
öogt) be natuyre met toepnigl) te bjeben/
enbe öaeft han bccfabigljt too?ben. 3iae
i f)oe bele fijnbec / bie te met^ vertoeven tot
! inde fchemeringe , tot dat de wijn haer ver-
I hittet heeft ? èfa. 5. 1 1. <Bm nn niet te
feggen toat een tnt bat'ec toojt berfïeten/
met bat fmoocfteh enbe roocïien ban toe^
I bach/ op ben toelchen be menfcljen fobet;:
fot fijn / alii be ïtinbecen op be mamme ban
Öaee B>oeben
III J^oebele tijt^ bJo?t'ec beiic-geb?agt/
met figl) te bcccierên / enbe op te pjonc?
ften^
I V $)oe bcel tijt.^ toojt'et bjelgefpilt/
of met lebiglj te fitten inbe pupfen / ofte
praeten bp be öiipfen / of te ftaen op te
nuccli?
2J2 Kleynekercke.
metthtm/ pMt Dingen öoenbe/ ofte f\^^u
ftenbe,
V ïf oe beeï ttjt^ töojt'ec toel betquifl ni't
tijben enbe cotfen nae een Gilgal, nae %f-
goöifeöe Itecmïffen/ pöele tonneeï-fpeeïen/
ttc. 3ae in anöerfïn.é geen on-geooa(oft
Ijermaech^
Wei I ftonnen to» veele uyren binben tot
co?ru"\Jm ^^'^ bingen / en ftonnen tD|.i ban niet een
eftT^uSn uyr befleben tot ben oeffeningen ban reli-
videcurDi- gie en (öobtfaïigljeot h <i3aet Jenen tot al
aboius ty- X3\z op-genoettibe toincïteïen / enbe koopt aï^
^upare"; öaec den tijt uyt , bolgens^ l^t bebeï be^ ^=
ut non pof- poflel^/ €pö. Itooptban een pebec
fit tempus een quartier , töat geït Ijet / fif gu fult te
crari?nirï Waegen Ijebben obeebe feljaerfljeptbanubj
quodam- tijt / tot be opgenoettiDe oeffeningen bec
modore- <i5obtfaïigï)ï^pt. 3(eft faï ïjiec bu-boegen bc
caTviü tooo^ben baiiben Saiflcbop C^farius, be\ueïc^=
„fte albu^ feeecftt : HLaet onö ban on^é toeglj-
cafar.in ,,nemen be pbeïe fabulen, befleecftenbejoc-
{^^^'^' 55l^ecnpen/ ïaet on^ be onnutte enbe becte-
5,le cebenen foo beeï bjy honnen biegöbjee-
5,pen/ enbe ïaet on^ fien of on^ geen tijbt
„obecigö bïijft / in ben toeïcben toj» on^
„ftonneu beflgö bouben met ö^t ïefen ban
55<Dobtj$ Iï)oo?bt . 3laet oné oberbabigïje
„mibbagö-niaeïtijben bïicben / betoelehe
5,on^ opbouben tot ben abonbt toe ; iaet
3,on^ abonbt-maeïtpben beeagbten/ bctoelc^
„be on^ bicbtoiï^ o'p-bouben tot ben mib-
jjbec-nagbt/ inbe tuelcbe on^ ïieljaem booj
„b?oncbenfcbap bjojt becftoacftt/ enbe be
355ieïe boo: bupïe rebenen bectoonbt / ofte
„oocït geboobt. 3laet on.^ bie quaebe be-
Kleynekercke. i^-^
|t . ijfiöïjfö^n / öie Dc jiele en 't ïicljaem bec^
ji„ftoacfeen/ ölieDcn/ enöe fult fim toat
„tDt oné oüerbïijft / in Den toeïchen top pet^
„\3anbe faïïgöept bet 51de ïionnen öencften,
„•^Cl^ De nagöten ïangö fijn / tDie iö'ecöie
„foo beel faï ftonnen fïaepen / Dat öp oocft
^„felüe geen öjijc uprni / of feïbe feobe^
(|„313oo?Dt fouöc honncn ïcfcn/ ofte anbere
55t)oo?cn lefcn > ^aec en ftonöe geUJiflelicft
niet^ toaecagötigec gefegbt toojöen.
<B\\xm\\t Dan ecnigcn tyt ban utoen flaep^
ebencftt Dat De ^mz nio?gen^ tot u
egbt/ geïtjcft Den ^cïjippec ecn^ totlonas
DeDe/ 5ion» Wat is u, hartflaepende?
ftaet op , roept tot uwen Godt. ^^Ob. 6. 9.
[ Hoe lange fult gy, leuyaert , nederliggen?
f wanneer fult ghy van uwen flaep opftaen?
ïf OOJ Öoe David fegftt / gf : 5* 4. 's Mor-
gens 5 Heere , fult ghy myne ftemme hoo-
ren 5 's morgens fal ick my tot u fchicken.
' 3ae ï)P toilDe te met^ ooch fijnen flaep tec
ttiiöDec nagDt afb>eechen/ om fijnen <èoDt
\ te Dienen/ 5^f: 119.(^2. Ter midder naght
ftae ick op , om u te loven . 5Dit bJajJ De
getooonte banDe eerfle Cl)?iflenen/ gelijcft
fti mp geDencUt/ eïDec^ Clemens j^eeftbec-
Cent. \AKf
banDen"lKepjct: Theodofius, Dat ÖP / nae J^b r
Drffertigljtmgc ban fo befe toeceït&fte Din= • "
gen/ Die ïjeni altijtj^bJiecDenaengeb^agljt/
toa^ gljebjoon ï)et gcootfle geDeelte banDe
nagöt toe te öepïigen aen öet ïefen/ obec-
Dencften en beftuderen ban <0oDt^3©oo2Dti
3|ier^ toe öaDDe öP een foo ftunftige ïampe
j^éfen maecrieiiTijat^fe fewe met oTïe^
5' - .
ca?.
éi
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
2 ƒ4 Kleynekercke.
bcrUu!öe ^iiliatip u^mfiné niet teöin^
bert m jgöte Ujoiöen / m öicn tijbt göcBeeï
a5oöe toe te èfiomen» 3Iae be l^evöeiieit
> mogen in bit beei be Cftaftfnen befcliamen.
fcl)2!jft Uon Alexander eilbe Csefar,
bot fti ben nagtjt in drien beeïben ; 3^et
jcerite beel naemcn fn tot yaereeerfteruflei
|)et tweede tot be Inecchen bet natnpre/m
i|et derde beel tot ïjaete Iludien , tot toene^
niingem ftfnniO'cengeïeectöept/ om batfn
hjaerni gciioobtfaecht benbaglj tebeftedni/
, tot bc regcecinge ban I)aeu Coninchnjcftrn/
( enbe be bebienmge ban ijmt oo?iooglj«>-
^ 't3$ VoaciV ben flaep légantfcïinoobigf)
tot oriberöoubinge banbê lic^aemlirfte gc^
fontï)ept ; fp i^ Ros naturse , be bautö bec
natniire / noobïger ban tpijfe enbe b^nnch j
ooeft ftonnen booj ben ftaep geen fecchcre
toetten / noglj Uajïe regulen boo2-gefcl)?Ci
bni too^ben / om bat Ijiec in gcoote bêe^
feïjepbene bceanbecingen fijn / enbe ïjaere
noobtfaeeft(ichï)e)[it moet ïjebben / nae ge^
ïegentljent ban g'efontf)eTït / en banfleeïtte/
:^itttmé onDeebom enbe tijtbanjaeren; Jl^aer
r^orch Mw nogl)tan^ moeten top toeflen bat'fenieton^
öc45ebari)* matigl) 5U / tot boïboeninge ban teaeg-
S zcfp ^^Pt nibelupegïjept / enbe bat bien groote
s pag.'ii/". becfïinber eri berquiflec onfe^ tijt^ / on^
iz8. &c. niet beroobe ban ben mo?gen-flonDt / bie
be beqnamfle tijt i^/ om geefteliche oeffc-
Boit.citat. ningen te beccigbten. Auguftinus fepbe:
inm.^^o^ „ï)et ii onbetaemelijcït boo? een CÖJiflen/
bdlnow"' ft^"^ ^^^^^^ banbe^onne in* tbeb^
pag sn- ??öe foube bïnben 5 toaut be fonne fouöe
hon-
ii
Kleynekercke. i^^
>>ftonnen fcggen / fo fp fp?eccïten ftonbe /
Öföbe giflcrcn nieec aï^gpgcarbcpt/
)»enöe gp fïacpt nogij / öaec ich fo ïanglje
„op gcUjeefl twrii. a5cfonöe mcntcl)C!i betjooz-»
öcn t'cïüc / nae't oo^örcï Uan fommigijeV
aï^'fe anöfcfln^ öe^ «agbtö tod geflacpcn
Öeöbcn / öe foniie ijoo? te Itonien / enöe
ten mïHflni niet toe te laeten / öat'fe ten
opjigöte üan Ijaet te becgecf^ fouDe fcfttj-
iien. lek ben, fegftt 5^al3iö/ de morgen-
fchemeringe voorgekomen, ende hcbbege-
fchj-ey gemaeckt , : 1 19. 147 . ^icc op
Dringen aen «iet alïeen be nieutoe / maec
oocli Chryfoftliomus onbee b' oube ©^acti*
betoeïche aïbu^ fegöt: 'tis betaeme- chryfofth
lick dat wy onfe bedden verlactende , door
Goddelicken dienft voorkomen den opganck
;vande Sonne. %{i top gefoilt fijn / ïton-
nen on^ vijf xwyctw fïaepcn^ bienen / fcven
ten l3oïïcn genoegt) / negen \^ te tjeel /
fnbe oüf ctoïiigl) . ïDit toaeegenomen fijns»
be/ fuUen top toeï tijt feonnen binben/ bie
upthopenbe ban onfe fïaep / om onfen <23obt
te bienen. ©an ben Itepfet: Ferdinandus ge?
tupgljt Biifbequius , bat öp getooon toa^/
ooch inbe alDce-ïiouötfle toïntec-maenben / « , ,
uptfijnliebbe op te cpfen/ mojgen^ ten ^4lc.l
vijf npcen/ enbe bat öli jjem met eeröegaf Ep'ftoi. 4.
totbebei'actfiiacgmgevianbiebmyen/ toeïc^ P'^g"^ 3S^-
fte betceften Xyzi gcmepne befte ban fijn rycfe/
booj aleer !)p<Öobtgebeben/ enbeeenigen
tijt befteebt Ijabbe/ inbe bctcagötmge ban
<0obbelïclie en geeftcliefte faechcn* a3lje?
toifTelicïi bie fo eecfl a5obt foecht in't be^^
tcagötenban Det^Deefieïiche/ öceft ooc& fij-
nen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
2fi Kleynekercke.
nm fcöcii te bettnagötenin'tncöacnïcïicfte.
Ijittoni liio.2öt ooch (om Dit'cc nu nogööji
té tjocgcn) fcM oiiöcc öe bïinöe IJepbenen/ j
Aulus Gel- j)oo0|) gccocmt 't exempel ban Scipio Afri-
husjhb 7 ^^^^g ^ öeüjeïchc eec Ijp be öanöt nam
^' ■ öc Dingen / Den tiieïfïanDt üanDe repubüjck
öetcefFcnDe / getuoon toa^ met Ijtt ftriec^
feen laan öenöagljïnDetCapitoliumtegaen/
möe eecfl metIupiter(öcnopperflen'5lfgoöü
banöe ije^ibenen ) tacöt te plegen*
3ln onnoodige en onmatige ïange ïeDig-
fjept/ geöencUt Dat öe t?eece Chriftus tot u
feg!)t/ .ïBatt. ao. 6. Wat ftaet gy hier den
geheelen dagh Icdigh? 't 3^ Uiaec/ bat
booge / om toeï te fcljieten / niet aïtijt^
moet gefpannen fijn; maec men moet ooeft
öe üooge niet tierroefïen ïaeten / nogl) foó
Deel t!jt<j möe aertfclje temaeeïUicaijeben
lieftebm/ bat Vuiiegeene / of geen genoeg!^
fiieme fouben liomicn Viinben tot be btragi)^
tinge banbe ïjemeïfclje ; 0ol{ <6obté lDoo?t
moet On^ Ujefen tot vrcughde, en totblijt-
fchap onfer herten. 3iec»i^i^* Ickhebbe
uwe getuygeniflen genomen tot een eeuwige
erve, want fy fijn mijns herten vrolickheyt>
fegöt David , : 1 19. 1 1 1»
mt menigljmaeï^ foube ooeU Mirtha,
fooiuctal^ Maria aen beboeten ChriiHUon-.
nai fitten / om fijn Jl^oojt te boojen / iu^
Dien fti gebagljten / batmen ban bet ïicba^
meïicft beroep tuat hoopen moet / boo? bet
Meich. A- gccjleiicUe» Mclchior Adamus betflaelt ban
Jam in vit. Lutherus, DatTP pe^lMSÖLÖató
vTill p'öé iBuróJebcn / etiam Jftudijs aptiffimas,
^' Dat if/ Die oocH De brquaemflc blaten boo?
fijii
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke.
' i|fört ftudieiï ; toant öp toa^ getooon tc fcggcii/
nCil5a|_wêrtc bidden 5 was wel teftuderen. ^eit
fSecïïc/ toelcfte mfonbetöcpt öe gcïeéröc teel
jjcbbfn op te nieccfteu / öeteeïcfte te met^
fo Wi)t3cn DiïngÖ^n aen öaec ftudien enöe
boecheit/ baffc en ö^a 5»fï/ enöe öaerert
<5oöt bcr^eteit.
VII. 0odi Dit teo?t epnöelicft ban font*
niige bp-gebjagöt; öat Ü$ i$ een nicutoigi
bepöt ; batonfe ©oo?-Baöci:^ b?ooni gtjc^
noegö ftn gljetucefl / fcöoon'fc niet onöec=
tjouöcn öeöben Defc ordre ; cnöe öarec nu
nogf) tecpnigc fijn/ öcteeïcfte tiefeöingcnfa
iïrtcagljtht
l^iec opautteoojbentep/
I. ^at Ut geen menteigïiepteni^/ aïfa
Öct ié betcagijt üan öe i^epïigcn / tic göe^
pjefeii teozDen m <3ottt$ Woo^t/ enDeöait
fo bcle ariöcre o^oDtfaïigen / Die befaemt
fijn mDe Hiilorien Dei hetcfte/ gelijcftDeuc-
gaai^j Vioojljenen ié getljoont.
1. o^nDè Dat ooch onfe Boo?-©aberen/
m Die DicfteDupflfcmffeniJanöetJDaufDom/
Die De aecDe béöechte/ niet meerDecfijnop-
gcteecUt/ enDe Dat fp feïtoe anDereDaectoc
niet ineecDct: öcbben aen-geD?eben / en ié
niet feec te UetteonDccen ; teant Doen ïeef-
Den fp nae I)et reglement banüe Papen en
Prclactcn , Den teelchen niet beter en be^
iiacg!)De/ Dan D* ontoetenljept De^ bolcïtj^ ;
Sy waeren blinde Leydts-lieden vande blin- Mat. tr i+
de , ^p en toilDen felve niet ingaen in het
Coninckrijck der Hemelen , cnde verhin*
derden oock andere . .^O^f^ttin^ tn teülen
tojir onfe ©ooa-Baöei:^ (DiemDefento:^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
258 Kleynekercke.
fupmigf) fijn oö^tuecfl) niet betoo?öeelen f
iiO0t}te ooch ceofttbeeröigen; bepöe Dat ftom
Den $?eece toe. moeten |)et befle ban
ftaec oo?öeeIen/ naè ben cegeï UanöeUeföe/
toelche alle dingen feoopt , ende alle dingen
gelooft, I, Co? 1 3. 7. toeten bat <ï5obt/
inbe baegen Achabs, Ijeni febenbupfenbtm
Ifrael Detoaerbe/ die noyt haere knien voor
Baal geboogen haddén, i.iton. 19. 18. <Soeh
Ijabbe i)p nogl) eenighe weynige naemen te
Sardis , die haere kleederen met bevleckt en
hadden , (0penb. ^. 4. ,fiEet Paulus mogen
bjp nu feggen/ %tt. 17. %o . Godt de ty-
den der onwetenheydt overfien hebbende ,
verkondight nu allen menfchen alomme dat
fyhaer bekeercn.
% ♦ JDp en moeten niet flen toat anberc
gebaen Ijebben / ofte nu nog!) boen/ maec
toat fiacc/ enbe on^ / ïjelatl in <6obe^
üU£)00?t te boen. Welcken al ditvolckver-
kiclt , ende alle Mannen van Ifrael , diens
fal ick fijn, ende byhemfalickblyven, fep-
be Hufai tegïien Abfolon , a. ^am. 16, 8.
^0 boen oochöele menfcljen ; fp toilïcn niet
«pt en boben anbere uptmuntcn ; bien toegft
bien Ueïe gaen / bien gaenfpgetooonïicfecn
oocft. ©f : f 0. 1 8 . B^.aet men moet geen
anbeeeljoïgljen/ nogt)teficn/ göeliichban
Epifioi. Cyprianus feec foeteïicft i^gefegBt/ toat bic
b z.Epi- ^i^xx^ jjoo? mi getoeefl fijn / gljebaen
° 5 P'g yebben/ oftegemepnbt fjebben batgebaen
mojle toojben / maêr toat bie gene / bie booj
alïe i^ / geboben öeeft te boen. Ï0ant men
moet niet be ghewoonte boïgöen ban een
nienfch, maC5 De toaetüepbt Godts. <^iet
Heb.
Kleyne kercke. 2 fp
Heb. 10. 15', i.Cor. 10. 7. 8,9, 10. Lev.
^.8, 3. 8, <Boch een ^epöeii / Seneca Vuifie ^'^^^ «fgö
kpjeï H fröÖJ^n: Wy moeten voor alle dingen SuJJ"**
toefien, dat wy niet, naede wijfevandeverc- cft, quam
kensi volgen de voorgaende kudde, vooit- nepecorum
gaende niet daermen gaen moet, raaer daer
*^ 1 mur ante-
gegacn wordt. cedentiuin
4- «t^puOciicft / 't oi\$ een groote tete/ E^egem ,
cnbe ttoüfi / bat top ren fijn Uan öie toep- Squa'e^
nige, ïO^it fal on^ geen fmaetljept ïnöe undem eftt
ftercft / no0lj acnfloot ten jongöfien baege 'f<i q^a i-
m <C>ööt^ oo^öeel geUen. 'til^a^ een eet J^'vif
booj Noach enöe Loth , bat b'een bp nae at cap. i.
alleen Voa^ b?ooni inbe oubetoerelt/ en be conf ejufd.
anbectoüetbcwfeSodom. ^iet/i.ïUin»i8. ^p'^ '-^^
XIIL Cap.
Worden redenen voorgeftelt , om dc
Huys-rcgcerders tot een confcien-
tieufc betraghtinge, vande opge«
, . jnelte huyf-oeffeninghen , te be-
wegen.
Y\7g ftebben be tegenwerpingen gef}00;bt
en be-anttooojbt / ble tcgljen b'opgljc^
hoembe Huyr-oefïeningen , enbe onbcctuïj-
flugen ban kinderen enbe kneghten , gl)e^
niemilicU banben ^?up^-©aber^en ïiegeet-
ber^ Ujo^jben ingeb^igljt^ ^aer nunogl)
obeciglj/ bat ton b'een entcb' ahbrre/ be
mecrbere enbe minbecembeljupfgefmnen/
Ainf^. in
iuc. cicac.
260 Kleynekercke.
optoecftcn tot een confcientieufe brttasl)tin^
oe Dan aïïeb'opgcmcïtc pUgftten/ boo? bes
toelcfte öe i^imfcn Mmon^ CljjiflenenRon^
«en lOO?Öcri Kleyne Kercken.
Eerft fuïïen tap De Huys- Vaders en Re-
geerders, öooj feecïtece redenen jpoogöen te
betaegcn / tot eenbïntige bejertrnge en tie^
traöïjtinge ban bic pUgljten 5 enbe baet m
oocïi be kinderen , enbe dienftkneghten ofte
dienftmaeghden , in befen tot jeDoojfaemSeït
mbe onbectoecpmge,
I . gnbien eerft be öegöf fcöe ban be
i^npfgelnincn fien opGodt, fti fulïen ïjaec
liemnbcn D005IJ DecpUgbt te toefen / totbe:5
fe fo C!)2i^eUclte oeffeningen. iBant/
I. <0obt be l?eece öeeft öaer bit foobun-
beïicften enfo menïgömaeïcn aenbeboolen .
<0ninubie gfjetupgenifTen niet toebec op te
iiaelen / bie boo2 ïjenen meer ban op eene
pïaet^ fijn bp-gcbzagljt-, a5obt Ijabbe fulclim
Wtt gcgeUen aen fijn bolcft/ *Z^e«t. lo. 5-.
De Amptlieden fullen totdenvolcke fpreec-
ken 5 feggendc : Wie is de man , die een nieuw
huys heeft gebouwt , cnde en heeft het niet
ingcwy t. Die gae henen ende keere weder na
fijn huys. JDat toü bat inwyen fcggenüan
Öet Ijuii^ I Ainfworth enbe upt ïjem onfe O-
veriertèrs, feggcn bat'et betepclientbcönn-
fcn te bctooonen / enbe bcgïjiïnicn te gïje-
b^nncften / 't tocïcfte niet gefcöieben niofïe
ban' met boojgaenbe Uaflingen / gebeben /
enbe bancUfeggingcn tot <0obt / gelijch oocft
tjjoont 't opfcü^ift ban Pf : 30. '^ïengaenbe
Davidts huys. ^it toiïbc <Öobt/ bat göe^
fcfjicbm foubc/ mben ecrficn inganghin tjet
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kcrckc. 261
itp^/ tmöcr anbfrr/ omtetrtffaente gc«
en / bat De ^obe» öacc feïtien enbc aï ört
Öoece/ <Öoöemo(lentoe-ï)epIi3en/ om met
enbe tjoo? !)em öup^ te ftouöen / nogö aï^
itïjt^ nabefen/ möcpïigcoeffenmgen enge*
beben*
€nbe bit ié baerom ban ttjt tot tgt be öep^
Iige öetraöötinge getoeefl bec geïooüigöen/
mben Ouden enbe Nieuwen (Cefïamente»
3©p Öebbcn geljoo^t luat een fo?ge bat Abra-
ham, lacob, enbe Davidgeb?aegenj)cbï)cn/
boo? Öacc ïnnbcren enbe J|upfgenooten. lo-
fuabie nam niet aïleenaen voor hem', maec
OOCh voor fijn huys den Heer te dienen ; tuant
fOO fcpbe Öp / 3of« 24. 1 Aengaende my ,
cnde mijn huys , wy fullen den Heere dienen.
Co?neïïus? tüa^ niet alleen Godtfaligh en
Godtvreefende voor hem felven , maec OOCft
(bnptenanenttoötfeï/ boo? pjne gebnpnge
onbeccegljtingen enbe onbectoijfmgen) met
(]jn gheheele huys, vele aelmoeflen aen het
volck doende , ende G odt geduyrighl ick bid-
dende , ^ct. 10. i. ^0 ftaeree oocfe ban
Crifpus be Obecfte bet Synagoge , "^Ct. 1 8. 8.
dat hy geloofde aen den Heere, metghehcel
fijn huys 5 öP bjïect met alleen eenCfjnfïen/
maer ooch b^agljt öp / boo? onbcrUjy fnigïje/
bie tot Ijet geloobe / bie in fijn Ijup^ toae ren /
enbe tooonben. ^cfe alle Jjcbben betcagöt
be pligl)ten ban een goct en religieus IJup^-
Öegeccbec / in't foecRen banbe faligljept ban
Daec öupfgennnen/ enbe becbojbeccn ban=^
ben b3elbaecbtöaeeec5ïelen.
<22nbe foobanige fijriöcc oocfe niet toepnigc
bclif nt / en gecoemt gcbaeefl inbe eerftc fteec*=
■Ci 3 fee»
.•X
«! •■
Eufeb. de
laudibus
Conft.Mag.
Eufeb.libr.
4,, dc vit.
Conft.Mag.
cap.17.pag
314. &cap
52. p. 3x4..
Melanth.ift
prxf.tom.y
«per.Luth.
261 KIcynekerckc.
fte» Irenseus feght ban fijnen Mtcftet Po^
lycarpus (ö<e een ^ïfcipeïi^geüjeeflUanöen
Euangelift lohannes ) lek kenne Zijn uyt-cn
ingangh, zijn Huys Was £en MoDfi L
V ANDE Kerck, , . . , ^
g>oöaniöö is^oocft getoeedöet ljupfgïjefm
ban cene luliana , aen öe toelcke fcb?pöen
Auguftinus en Alipius , mrtöefe Ujooïöcn:
Domum vefiram non farvtim ChrifiiEcclefiamde-
tutamus i Dat 1^ : Wy aghten u huy s geen kley-
neKerckeChrifti tewefen.
^0 becöaeït ooeft Eufebius , bat in ö^t
i^of banöcn ïiepfer Conftantijn , bja^ öe gc^
iijcïienilTe ban êcn tocU/ nabieitöec opge^
fttte tijöen teicröt gclefen/ gibeDen/ enDe
Pfalmen gcfongen / tuelcheljp ffïbc gcüjoon^^
ïiehtoïlöe infettenen beginnen; i^>u fp?eec-
ftenbc ban Conftaiitini (of fegljt atön^ :
„?Cne bie onöec fijn gcbicbt fijn / möe öie
fijne boo?fo5ge getuiiciglj bjojben ge^
„fpijfigljt / nooöigl}töbtotftenmffebant)c«
3,toaren <Öobt. ^a oocft m fijn pd^t^i fi)n/
5,geïijcftboo2 öefen pleegï) te gefcl)ieöen/geeri
^^bbjaefe en pbeïe f bjecnien ban €>oötioo|e
j^menfcDen / niaet 3??iefler?^ enöc öjenfl-
j^ftnegten <0oöt^ bie Ijeetlich fijn niet a3obt-
wfaligljcpt becciert/ enbebie ïof-fangen gc-
„fongen jiebbenbe bp-eenhoniflen Douben»
€nbc becöec berljaeft Ijp ban Ijent op een an-
Dec plaetfe / Dat ïjti felbe fijne ftinberen on-
bertoee^ inbe Cö?iftcïiefte Religie, fomon-
belingïj a!^ öwbp Daer bia^/ al^ afbieten-
be boo,2 gefïaebïgb feljJijben,
Melanthon getupgt Dat De ïtamec ban Ge-
orgius, ©OJftban Anhalt, toa^ een Kerck,
Aca-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
. Kleyne kercke. 2(}^
Academie möe Hof: toaitt öencben öeüer-
iMnöclingc ban liurgerïicBe faecften / tuiect*
bacoöUch^ m geöf öcn cn gclefen»
a« <0obt öceft oocft een becöont gemaecftt
niet een pcöec Cö#enen fijn If up^gljefm/
cnbe toe-fiefegöt Dat öp öem een a5oöt fal
(ïjn/ enbe aen fijn faeöt naeljemtot ineeu^
toiööept/ <^5en♦ 17. 7. €nbe Doo^ fteaofit
ban Dat UecbonDt / niofl in Abrahams üupi/
een pebecftnegötften befnebenU)o?ben» J^u
Jjeeft ïjem a3obt Uecbonbenom een<6obtte
fijn aen on^/ enbe aenbC'onfe; foi^'toocït
onfni pïigïjt toe te firn/ batnion^ï|up^/
onfe runbeien enbe ïmegljten <0obe| Ijóïcft
ftn; anbien töp'fe/ foUeel m on^ i^/ tot
<0Obt^ Soonen enbe Doghteren niet op en
treeften / fofljn bjp b'oojfaecft/ bat'fegeeu
gemepnfcljap en öebben met (Öobt / enbe
fijn ©erbonbt-
3^ =l|ïec ftomt/ (nopfiöDt tot onfeïunbe*
een/ noglj bp/ bat top/ aï^'fe oöeboopt
Vuierben/ a3obe bdoof t öebben / battop'fe
op fnlïeu brengen / enbe onbertoijfen ihbe
toaere ïeere/ fo beeï onö niogcïicft c\u
be boenïich ♦ <iEnbe al^* of on^ be C{)?ïfle^
ïicïte opboebinge ban onfe hinbêcen / fo fee i:
ter öecten gmgö/ fonemm top teniet^ / 0-
bec ben^oop ban befelbe/ ttoee/ bjïe/ of
meer gctupgen / bie top gemepnïicft Peters
enbe Meters noenten» B^aer ten ïmn niet
genoegt) beftlaegöt too^ben/ bat befc ïjetili^
ge beloften / boo? foeen ^enligebecgabenns
ge/ <0obt^ <0emepnte / gebaen/ ban b'een
en ö' anbece fo fcïjanbeïicïi becgeten / en ban
fo toepnige/ öepligljïich too^ben nae-geho^
4 nicm
.• V
Conf.Per-
kinf. Caf.
Confc.libr
2.. cap. 5).
Bcleth. Ra-
tion.divin.
officior,
Xic.
Jn lure
Grïco-
Roni. Mar-
quard. Fre-
ievi , pag.
340.
2(^44 Kleynekerckc-
men. Sy overtreden het verbont; fy hande-
len trouwlooflick tegen <(5obt / öe gcmqnite/
enbcöaereïimbecen* 3©p beftomniccen
mcccöcr met (jetopfoechen Uan Peccrs enöc
Meters, Dan met öe <0obtUnto[)ti3e onbet^
toijfln0e onfec ftinöeren inDc bermaninge en^
öe reennge bc^ ll>eeren ; <6nbe De gctungen
Uergeten fo ïigöt ïjaere beloften / aï^ fp'fe
boen / niet een^ gcbcncïtenbc/ bat'fc
l3eipïjgl;t en ^jeibonben jjebben / om oocft
nevens be <!F)uberen / ofte al^ bic af-toefiglj/
of gcfto^Jben/of naïatigïj fijn / fojgctebjae^
gni 1300? b'onbec\i3ijfinge ber ^oopelmgen/
aiffc beginnen tot be jaeren be^ becfïant^
te home n, Bclethus ïjeeft feee toeï gefeglit :
55.?f)iemanbt moet tot een getniigïjetoo^jbcn
„aengenomen / bie niet en toete l)et gebeöt
5,be^ iVercn / enbe be ttoaelf attijcftelen ban
>5fljn gcioof ; toant be getuigen too^benbec^
3>pligbt bie tUJte bingen öaeten ïiinberften^
„te leecen / nabien'fe aïé boegen ban öaec
„geïoobefijn* ^aerom moeten'fc fo neec^
jjfligïj agjjt geben op befelbe/ afó gefcftie^
3,ben han / baff^^ «if t ont ban't geioobe
jjcnbe be gccegötigljent af en balïen / al,^
jjfuïienbe in ben bagö be^ oojbeeï^ ceecïten^
5,fcï)ap ban alle bie binglien geben / bie fn
j.groffeïicft begaen fnïienöebben» ^tJDeïc-^
ïte inbien banbe Peters enbe Meters ernfle^
ïicïi bebagljt bJierbt/ fofonbeirfeftaertrae-
ger enbe noober tot bien bienfl geb?npcïten
ïaeten/ fcfioon'fe ooeft toeï biecigölicft tot
ben fcïf ben gljenoobigfjt mogljten b30?ben /
gelijcft een^Elias Cretcnfis fc^jeefaen Dio-
nyfiu$ Monachusj bie t)em ban befe Peters
m
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 26 f
fijn geboden Ijaööe af-gcl3?acgï)t . <Dog&
r j)ier ban fp,2eecft' icft b^eeöec op een anöer
pïaetfe.
I 4, .ïBaet fcöoon top bit ooch niet belooft
^ cnïjaööen / fofoubentopnogbtanöbaectoc
j iïctcii enöe öoogD berpliöDtet fijn 5 toant
a3oöt^ ea-e moeten top poogen boben aïlc
bmgcii te becbo?becen ; enöe toat mibbel
horairn ton baec toe beter nemen / ban be
opcegljtinge ban fijnen bienfl en religie in
onfei^upfgeimnen^ oBfa. 38. 19. Deleven*
de die Öi u loven , fcgbt Hif kias ; maet IjOC
fnlïen fp bit boen ^ De Vader fal de kinderen
uwe wacrhcyt bekent maecken. 51>etcto00?='
ben moeten nietbepaeït toojben aenbenae*=
timrïicfte C)nbec^ / niaer tot aïle bie tooiben
nutgeftcecïtt / bie inpïaetfe fijn banbe €^u^
beren/ geïijcft fijn JiBeefler^enïfieegeerbec^
ber famiiien. (0obt^ eere too?t nergen^ meet^
ber boo? berbeecïicht / ban boo? boo? t^etn
bele jirten te toiunen/ en tebangen enbc
top en bonnen nergen? meerber mebe onfe
liefde uptb?uehen neben^ Chriilus, ban boo|
te wcyden lijne fchaepen ende lammeren .
f. lE>oememgl)ntae{ geeft ooch<öobtaeii
onfe famiiien, in bpfonbere geïegentljeben/
ii (loffe ban fmeecUingljen enbe banchfegginf
gen* ï^p bctoaertenfaetoaecïtt on^ Ö"PJ5;
^P befeljermt on^ baglj enbe nagïjt 5 P .
boet öet gantfclje Ifnpfgefm in vreede 'tfa- riai.4.?:
men neder liggen ende flaepen ? i^p alïeen
boet ons$ feecber tooonen/ enbe maecbt bat
ton inden doodt niet ontllaepen. ï^oe me^ pfal.15.4."
«igljniael geeft bn een peber ïibtnvtï^npf-
geïm geen reöen/ om te feggen met benton
s ningö
V
V
766
Klejmékcrckc:
tting{) David , : 5 . <J» lek Jagh neder en-
de fliep, ickontwaeckte, want de Heei e on-
derfteunde my. / fo bdjOOJÖcn OOCft
flile tt Oeïijcït baegÖUcft^/ inde Tenten der
xeghtveerdigen , te loetCU j^OO^en een ftemme
des gejuychs 5 5^f:ii8. if. ^en vDupbfï
felbe honöe feggen / bat <6obt ren be'tuy-
lob j. 10. ninge geniaeckt hadde voor lob , ende voor
fijn huys , ende voor al dat hy heeft i <^libe 't
toa^ben Sathan een qiiclUngc enbe boo^n m
Öet öerte/ bat öp in lobs Ijup^ / itact en
famiiie nïct en ftonbe ftomcn ; a^ieé tua^'cc
In een goebe ordre, en al Ijet gene D:üe/
neïueftte öetn baerom toeï . M^act 't glje^
Beurt te ntet^ bat befe betuyninge qtbpot^
hm too?t/ enbe bat ben Sathan too?t inge-
loeten j ban toozt'ecgcootequcïluigeenbec^
h^itt tjeeoo^faerftt nibe ï^uprgcflnnen ; en-
be in fuïcïie üeöben be familien cegbtöeerbi-
ge oo?faech / om öaet'tfaemen te Decne?
beren.
II. Snbien topfienoïïbeKercke (toeïcïte
naefl <ï5obt enbe Chriftus , fijnen ^oon /
bigötfl bf öoo^be te léggen aen on^ Ijcttt)
top fullen oo^fatcht binben / om te fojgen
bat onfe famiÜen fijn religieus en <l5obt^-
öienfll0. 't Huyfgefin , de Kerck , ende een
Repubiijck, noembe Lutherbjiel^emelfclje
Hierarchien; .iH^aec 1)0^ ftan een i?upfge(in
Hcmelfch Vüefen / feg[)t'ec <ti:en / ten bare
in 5p be ftciche ^ W§ baec in be Religie
niet ÏDojt opgerigöt / f b fal't too?ben een hel-
fchc, niet een Hemelfche Hierachie , enbc
'tfal bepbe kerck enRepublijckbergiftigem
€m 'ï?upfge(in (gelrjcïi tocï i^ Ijan Ari-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
KicyncRcrckc. f6f
ftoteles 0rfe0j)t) öct cttflc gcfelfcöajï baa
aïïe auöece/ enbe jjet fundament ban ftercft
enDc Republijck ; möien öe Jpontcpne
11^ Uergiftiööt / hot ïionnen be ficoomen foet
fi)n/ cnbe liefiicïi i ï^oc Uoniien^o^pen/
gïteDcn / Republijcken, groepcn en Uloepenl
ïi^uufgcfmncn 5im cegljte *^ïantj)oDen en
(ti^ueccherpf n ban öe toch niet aïïcf n / macc
oocfe banbe Politic . 't 3^ toac ragbtigö 't
„gmeGhryrofthomusjjeeftgljefcgljt; l^oojt |pjftoi.'
5,Paulus feggen, Indien'feyets willen leeren, Homü.zó.
„laeten'fe 't huys haere mannen vraegen. circ. fin. o-
yMtn top fo fcïjichen onfc öupfen / fofuïten p«j
„tup oocft bcquacm Tun tot ccgeringï)e hen col^^^.
^>toch0: Want het huys is een kleyne Kerc-
„ke. 5(nbicn men ontoctentljcpt / roecfte*
loofl)C]tit / ttDifl enDe on-o^öcntdichl)cpbt
bmbt ïnöe l^upfgefinnen ; men fal'fc oocfe
ban fïonbcn acnbmbenmtocfteenbeflaet:
toant in ben heten ban Order, öangljtbeii
eenen fcljaheï aen den anderen / enbe fcl^oon
'fe öooglicepcht/ fobeginffenogljtan^feec
leegjf). laèten öe mindere ïnöe Ifupfgefinf:
nen / öare pïigljtenbecgeten aen be meerde-
Te ; bic tocbecom aenbe Magiftraeten enbe
Dienaren ; be Magiftraeten enbe Dienaren
aenbe Vorften enbePrincen; in't epnbe fnï«
ïen fp alle öacrepUgljten ontrent Godt bec^*
geteri / toelirfte boben allen i^, 'h ^aï öiec
unttcpchenen Teelingijb)oo?ben/ bcbjelche
„albn^ fpjeecht: €oont/ en boet blijehen ^ .
„aen utoc Ijnnfgenootcn/ batgp confcien-
„tie niaecht ban liet gljep?ebicUte tooo^t /^^
„boet bu^ bepbe'^©oo?-nocn^/ en'^agt^
„tcrnoen^ 5 bangfit ooch aen fonberlingije
op
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
i69 Klcync kcrckc.
jjOp be^ ijmm basö / ulrie öiwfö^nooten
„te Catechiferen, en öun itïbe gtondcu bec
»CÖ?illeïicfee Religie 't onbectcirjfen / na
55re noob. <l5nbe bit bu^ betragljtenbe / fo
^jfuït 3P aïïe toegeubje Confciencie luel ge^
3,queten fjebben boo? ben If cere/utoe öuyfge^
„noten beug öt boen / en utue jicle troofl aen*
„b?engen/ enfuït gcoote berlïgljtinge aen^
5,b?en5öen aen be cegeccïnglje bet politie,
„toant toglj aÏÏe diforde toelche upt-b?eccht
„mbe Politie, werdt eerftgebroetindeHuvf-
„gefinnen , daer kan dan den Bafilifcus in lij n
„eyeren beft vertreden worden, ^ehct alfo
i^Öet oocTi.
^aeeom geïijcït Eliza bequaebetoateecn
gefont maecftte / boo? fout te toerpen inbe
toatet-tüeïle ; moeten toiJbedif-ordcrm
Kerck enbe politie poogen te genefen / boo?
Jet befp^encfteïen enbe fouten ban onfe ÜJupf'
gefinnen met öet fout ban <0obtfaUgöeyt
rn Religie; ban gelrjcU be^p^opljeet fegljt/
faï <!5obt feggen: lek hebbe dit water gefont
gemaeckt, daer en fal geen doodt, noghte
onvrughtbaerheyt meer van worden, a.lllon.
a« 1 1 . .ï^opt beüoeftnicn te bectoagöten eem^
ge bïoepinge m Kerck , ofte Republijcke,
fo langö be familien niet bïoepen in <15obt=
faligbcpbt.
IlL gnbicn oocft be$)up^-Babct^ / en
iïegeerbctéfimopöaecfeiben/ fp fuïïcn be:^
binben bat Ijm am befeï^up^-oeffeningen
feee beïe gelegen, toant/
I. <iBirootijSljetboo?beeï en profijt / bat
tot Jaer ltomtboo?befeoefFeningen. toant/
I ^oojbefelbefal Ijtt ïjupfgö^fm niet
aï-
Kleynekercke; 269
löïïeen geheylight, maecOOCft ttiet tydelicke
, en geefteiicke fegcninoen/ gefegenttoO^JÖert
banden ï|eec; gelr|cïiObed-Edom, enöefl)«
flup^/ gefegent tnïecbt öao> öe tegtntooo?^
öïgöept öet Arcke , 1. ^ani. 6, 1 oBnöe
geïijcft De eerftevrughten, öie öettloïcfeöen
ffeere toeb^agöten/ cenen fegen af-ï>?agö*
ten o\}et aïïe öe refïe / <!^eut. 10. n.
5^ie öitnietenljetcagljten/ maecöengant*
fcljen öaglj oöccb?engen met toecchen/ fïa-
pen/ eten/ ö^mcften/ enöetj^olicïiöeöen/
fonDec öen ï?eere een quartier , Jae minuyt
te geijen / fuïïen mogen ftlaegen / geïijcft een.*
lob Deöe ; Mijne daegen fijn lighter geweeft
; als een Wevers fpoele, ende Tijn vergaen foa-
k der verwaghtinge. 7»<^»
1 sDoglj infonöecfijnDoo? öe fulcftc de ver-
i borgentheden des Heeren, ende fijn verbont Pf« ^i*
) om hen dat bekent te maecken . ^al ick
ï voor Abraham verberghen , wat ick doe?
' fepöe öe ^tett tot öe <!5ngeïen / <0en, 18*
17.18, 19/ Mttn f)n feggen : Want ick
hebbe hemgekent, op dat hy fijnen kinderen
.' ende fijnen huyfe nae hem foude bevelen ,
' ende fy den wegh des Heeren houden , om
te doen gereghtigheyt , ende gerighte : op
dat de Heere over Abraham brenge , 't ge-
ne hy over hem ghefproocken heeft. .ïBet
toeïche laetfle tooo2öen <0oöt te Uecfïaen
geeft/ batöit Ijct befte miööeU^ om <0oöt
te betoeegen/ om aen on^ fijne beloften te
tjettjnllen.
( 't^^ boo?U)aec öe grootfle ötoaeföepöt
liie'ei: toefen Uan/ <J5obt^ 3©oo^bt / cnöe
I öicnfl upt öen Ijuofe te ^letbannen / enöe
«000
1 70 Kleyne kercke.
tiogö tcoöcntjoojbigljcplït in btfeU
be / enDe fegeuiiigcn tc Uectoagöten .
fp?crcfttöeï^eete/ be <0oöt Ifraeï^ : lek
hadde wel klacrlick ghefeydt ; u huys ende
uwes Vaders huys fouden voor mijn aenge-
ficht wandelen tot in eeuwigheyt : jl^acc nu
fjpjeecht be Heere 5 Dat zy verre van my,
want die my eeren , fal ick eeren y maer die
niy verfmaeden, (uilen light geaght worden.
i;^am. ^. ?o. ^Daec Den <0ot)t^ - öietifl in
l)ct Ijlipactin niet toon ojpgercgftt/ öaec ï>ieï^
mm niet getoeïbt eh moet-tort <15obt^ oo?-
iwreïcn otier Ijem feiben/ enbeaï Ijcttoeccft/
'ttotïcfee nien ïaet gaen boo? fijn Ijanben,
^ l^eere en tjectoecrbigïjtöfm niet / bat
te fegcnen enbe te beUcftigen. ftort fij-
ne grimmiglieyt uyt , over die hem niet en
kennen , ende over de geflaghten , die fijnen
mem niet aen en roepen , ^tt. to, af,
1 1 Onfcïrinberen enbc bienjlhncgöten
fnïïen nopt getroutoeïicft oné brbcl / enbe
toercft boen/ mbien'fenieteetfc geleer ttoo^
öen öoe'fe ^bt^ bebeï / enbe toeceh moei-
ten boen, ^le getcouto fijn in <0obe^ toereft/
fullen oocftniet ontronto (ijn inbec menfc[)en
toercft ; ,ï!^een / ban bie magbnien öet
grootflte boo?beeï / en getrontoigljent ber
toagl)ten. Onefimus toa^ eectDtl boo^fijn
befteecinge onnut aen Philemon , maec ban
Paulus onbectoefen fljnbe en geleert/ fonbc
aenb'een enbeb'anbec boo2taenfeernut>r
tighwcfen. ^IjiL $f. ii» Abrahams ïj^ienfï
ïtnegïjt / nntgefonben fijnbe om booj IHiac
eene ©putó te nemen / begon fijn toeecft
niet gebeben / ^en» 24, 12* Heere, Godc
Kleyne kercke. 171
mijnes Vaders Abrahams , doet'fe my dogh
beden ontmoeten, etC. €nöe al^ Öpfag!)
bat <^5oH fijn acngcljangen toccchöcgonte
fegrnen / fo tiegon öp tocöecom te biöben /
enöe <15oDt te bancïien: Gelooft fydeHee-
re de Godt mijns Heeren Abrahams , ttC*
oBnbe hoe gettouto Ijp fijnen mteftet tua^/
üiöe uuttjaerïnge öan öit gantfcöe ioercft /
getupgDt on$ be Hiftorie » Jl^aee in luat
öupfgefm toaö nu öefen <Dienflhnegbt op-
getogen > gn'tïjupfgefin ban Abraham, öie
Pm J^^ienrtftnegöten tjeUaï agijtec <0oöt te
toanbeïen m fijn teegDen. 5(nftetfelfbe
Capp. bïnben top een Soon ban bat feftje
ftupfa^Sin/ gaenbemöetbelb omteWbben/
enbe om te mediteren. 5^ué boen be ^oo^
nen enbe hnegijten/ in fuïcfte familicn bie
Religieus fijn/ en <6obt«J-bien|Iigj) / Jaec
toercfe al öibbenbe/ enbe mediterende , en^
be fo öebben'fe baer op een fcgcn te bectoagj:'
ten/ fonbec ben toelcftcnöettebergeef^ió/
bat'fe b^joegö opflaen / enbe lateiiaeberont
te öebbe gaen; fulcfeev^ienflfeneg^n/ oin
bat'fe ïjem eecfl foecften enbebihidfr/ geeft
Öet <Öoi>tal^inbenfïaep.
%H ^ien|lïmcgl)ten / bie niet onbectoe:»
fen fijn / enbe m irreligieufe öupfgefinnen
ttïoonen / i^act ttiercft boen al feno?eenbe
enbe mo^cenbe/ bïoecftenöeenbeftoeerenbe/
fooVoo^iben'febeebolgtjtban OJobt^ bïoecli/
in al Ijct gene fu in öanben nemen . ^en
Defien'üjegl) om bienftftncgöten enbe fembe^
ten tot gcl)oo?faenil)ept te brengen / ié te
googen be U?eefe eobt^ te planten m jjaec
mttih ?S)it fal te toege b^iengcn bat'fe öaec
T^tus Im-
ccflit a
bisjfed non
totus ex-
ccifit y reli-
quit enim
jiobis libc-
rosfuos> in
quibus de-
bemnscum
agnofcere.
Ambr. de
lloiioria
Kleynekercke.
toercïi fuïïcn boen om öerconfdentiehjiïïc/
bjelche immcc^ De feïta-fïe cnöe Uafte ücc-
bmteniffe tot geljoo^faembept inöc gantKhc
loeceït \i h ^it fal ïjarc 0etcou\)J maechcu /
fo Ujeï ïnbc af tijefiaïjciit Uan ^^m JiBecflet^/
al^ luöerfelüec tegentBOo^öigöept/ en öaet
oütoecUcn om fleet^ te biööeti om een goet
fiicces op ïjaec Vuercïi en betcagljtingljcn ;
enöe Dit b?ena!)t a3aöt^ feglieninglj obec 't
ï)unfgefm ; #U5^ tua^Potiplws ljuufgljetnt
gefcgent om lofephs toillc / enöe öat ban
Laban om lacobs \5y\\\t. .
^. 't3ö occli een grote eeccaen een ijn^if^
gefm / ó3oötfaliglj enDe religieus te fiju ;
%iM\t ï>Uiifgcrninen too^ben Uereect met
Den naemban kei eken en gemeynten , eu Dot
immer^ een feec ïjecrliclien titel en öena^
'tBecI)ccrlicftt beBabec.d enbc .a^eeflergi
fettje/ bie beft behent Ujojbcn boozïjaeckiu-
becenenbeUnegbten/ beUjelcUeat^ fcljaöuj
ijoen ban öaec fijn/ enbe fcïjoonbeOubec^
boobt folebenfpnogïjtané inbefcïbe;
eben i^dfi Ambi ofms feybe banben b?oo-
men i^epfet Honorius : So grooten Keyfcr
is weghgcgsien van ons, maer niet ghebteelj
want hy heeft ons fijne kinderen naegelact«nf
inden wekken wy hem moeten erkennen .
'tBecöeeclicïU oocft bie gïjcne/ bie ieöen
fnn ban bat ïjn^ifgcfm / om bat'te fgn gljc^
toJO?ben ïünberen eobt^ / cnbe ectgenae w»
bec genaebe, ^ ^^11
3. 't25?engï)tooeft beïen tcooflaenbeB^
geecberé/ aï^ bic gene bie onbec öaee ge^gu
llaen / religieus Uio,2benen<6obtpigö*^f|J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
458 H 122
Kieynekercke. 175
(rdoflban bc^ meiifcfjett ïeb^rt/ tetetm
intóen !ip ö^oomï^/ beel gelegen lu fijn
ÖupfSpfin. ©?ootnr C^uDecé enbc «fDeeflec^
hebben geen meerder blijdtfchap daii hier in ,
öat'fr fien enDe hooren dat haere kinderen eit^ * « -
öe hitegöten inde waerheyt wandelen. 5^at
haere blijdtfchap ende kroone des roemsj
alé'feöebben een teelgefcl)ichte m religieufe
familie; Dat becWijbt {iacc!|Ptön:te/ na öc
fp^ieuclic banöcn toijfen ttoninglj Salomon,
^^Otj« 10. 1. Een wijs Sone, verblijdt den
Vader. <ên |d?olJ. 25. 25. De Vader det
reghtveerdigen , fal figh feer verheugen , ende See Thayi;
die eenenwijfen Soone gewint, fal figh over Commenc.
hem verblijden 5 laet uwen Vader figh verbly* "J?" J"^;
den, ende uwen Moeder, ende laet'fe hacr
verheugen, die ugebaert heeft. Sac'tiSïOOCft
ren eece tJoo»öc Ouber^/ inq\)etmu^m m ^'"'^" 3^.
<6obtl3?ecfcnbe hinbecen te öeböen. Cailio-
dorus tóifl ban eenen te feggen : dedit
famtlU juvenes , tot reddidit curU confylares ; bat
if: Soo veel Soonen alshy aen lijn huyfge*
lin , foo menige Raets-Hecren heeft hy aen
den ftaet gegeven, .föaec öoe Ueel gelucliigec
fuïlen top fijn / tnbien foobeeï ^ooncn aïjS
<0obt aen on^ ge geben tjeeft / toy fo menige
ftinberen boo? (Bobt en erfgljenaemcn booj
ftet Conincftrijcft ütt J^cnieïen öebben op*
geqfiieecïit !
.n^aec in tegenbeeï be <15obtïoof lieiobt
ban ïtinbcuen enbe ftnegljten / öacr een ö2ocf=
|)cpt enbc fniecte aen be5ïcïe. Rebcccafep^
be tegen Ifaac , al^'fe fagl) be roeclteïoof tjcpt
cn ongefcljicfttljept bec il^ijben €fau^ : lek *
hebbe verdriet aen mijn leven wegen de
^ Dogh-
l.'l*
u
174 Kleynekercke.
Doghteren Hets , <Den. 27. €en fot
Soon is fijns Moeders droef heydt , 5^?Ol3 .
10. 1. ïtepfec Auguftus I)aDbe ö?ie
^öö0ïoofe <l^ogljtcc^ / öeUjelcfte ftp fijn drie
fweeren, en kankers nocmöe/ enbetoöj^öf'
tooou oUec ^att uyt te coepen : vmam cMs
'vtxijfem , ^«^ orbus perijfem ! Öflt 1^ t Och of
ick ongetrouwe gebleven , of fonder kinde-
ren gcrtorven was ! Öen Itepfet Carus
j)oo?De/ toat te fcöanöeïicfte fluchen fpnen
^oon Carinus oUec aï beD^eef / fo fepbe ftp
in \?erö?iet bèjJ öerten : 't En is mijn Soon
niet. ^ae ongebonden ftmderen te öebben/
oocli een fcbanbe en fcljaemte Uoo? be
^ut}tt$ i ?Den goeben lacob toiect boo? be
Ijoofe ftucïten Dan fpne ^oonen / Simeon
cnbe Levi> ftinckendegemaeckt onder de in-
woonderen des landts 5 <l3en. 34. 30. ^iet
Tit. Dcut» 12, 19.10. ai, Levit.ii.9,
'^Cïö Diogcnes een jongen fagö bie licnt on?
Apothon. bctameUchb?oegïj/ fo floegljljp beftelf^on-
bectiJijfec / feggenbe : Waerom onderwijft gy
alfoo. ^0 maglj ïjicc oocli be loflfigbept bec
ftinberen ben O^nbecen Dcctoeten too?ben/
totljaer fcl)anbeenfcbaeinte/ ïnbientena-
ntentlich fupmagljtigljfijngeUjeefl / in be==
felbe be b^eefe (Dobtü^ te Jeeren. 3|oobt-
fclje Rabbynen feggljen / bat öet öoo? bieu
<9ubecen / hit Ijaecen hinbcren be 3©et niet
en leecen/ enbêongefcl)iclttelïch opbrengen/
Deel betec üjaö blinbt te Ujo^ben / ban öet
iigl)t te genieten/op bat'fe niet genoobtfaecftt
niogljten fyn / be fcöanbe ban Ijaec feinberen
te fien.
Maria ijan Portugael, ï^niif-i^aowto ban
Alc-
j^rogym
naftn. in
(hreja.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag.
458 H 122
I
Kleyne kerck^.
Alexander Farnefc > gnnce bat! Parm? ,
toon 00000 öff roemt toeöenöacre fo^geöle*
fe öaööe boo? ö'opboröïnge banjiaeceftitts'
teen. ^ïDu^ fpjeecftt ban öaer Den aefimt oe Beii.
5>FamiaAüs Strada: l^ace ftfnbecften^/ affcr 'i^r.
„fp bcFif nöe/ öe feïbe upt bpfonöere goebcctir^ t •
„rentöent <Öoöt^ ontfangcn teïjebben/ fjccft 4/
nfn befo^gïjt (foïangö fn in't ïeben gmetH
wt^) m alïc <0oötb?ugötigöept 't onDertoïjren
,>eft op te b.'engcn. <zf n in Baerc upter e fiecft^
„te/ banöebjclcfteftigeilojbeni^/ en heeft
j^geene faeche fo emfleïicft aen öaeren mm
55bebooïen / aï^ alïcen be <0oötb?ugljtige op^
5,boebinge Der felbec ftmberni / geb^upcïiettï
„De defe treffeïicftetooo.^öenbe^ ïlomnginne
„Blanca, inoeöer banben tjepligen Ludovicus
5jlldnmgl> ban ©^ancftrbc ft : lek bidde en
,>fmeecke u in defe uyttcrfte uyre mijns le-
5,vens, 6 Vader van alle gefchapene dingen,
,)dat , fo wanneer mijne kinderen uwe God-
5,delicke Maj cftey t fouden komen te ver toor^
„rienmeteenigedoodeJickefonde, gydefel-
„v^, eer fiilcks gefchiede, uyt defe wereldt
3,wilt nemen bjeerWgen UïenfcB ! bie ah
„ïe fócminchUcfte jiEoeöec^ beöooiDen te
„toent'cöen; öatfp boo?öaere^oonen niet
„tnbegeeten te hennen/ Degenen/ Die Den
«mjpecfieiT lüoning!) ban aïïe^ boo^öaeren
55©aDer nietenöouDen.
4. ^e gcoote reftenfcfiap / Detoelcfte De
©aDer^ enDe JBecfïer^ aen <ÖoDt te geben
Öebben / toegm öaeee agöteïoof bcpt en bec^
fupmmDefcn/ bej)oo?De öaecop te toecften
tot een fo?göbulDiget bettagbtingöe banbe
cpgemelte pligljten . €>nfe ïmegöten enbe
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
!:»•
fyé Kleynckercke»
ItmDccen fijn niet D' mife / niaer fijn Godes;
l0O2tien hem gcbooren, ^5CCl)' i6,io.
<5n moeten öaeromoochüoo?ljeni/ öati^/
tot frtnen bienfl VuojDen op-gcli?agljt. <0oöt
ï)eeftonsJgefleïtomljaec teïepöen en te üit^
tcïiy topbetrontoenonfcïuiegbt^n onfegoe?
öeren/ niacr^BobtljetcouUjton^ ïjaere sie-
len / enbe 't gcene een^ be ^P^opöeet fp?acft
in geïijcftenifle tot ben iioninjjtj / i. i^on,
20, Bewaertdefen Man , indien hy ee-
nighfms gemift wort, fo fal uwe ziele inde
plaetfe fijner ziele fijn ; Dat fegfjt OOCU<0Obt
m efFedeUaneentiebereen/ Uieïcheinftcmt
gnbec onö bacïiomalbacrteVuoonen: 23e*
toaett bit'uto hinbt/befen utoen bienflftnegöt:
toant inbienljti eenigmin^ttjojtgemill/ m=
bien boo?utoe tcljuït en Derfupm fijn 5leï öet-
ïoo?en gaet / ubje 5ieï taï flerüen met be fijne,
b' «auberen bic naeïatiglj fijn mbe op\)oebin-
geljanöaeclünberen/ fepbeBemardus, bat
Bornard. jï^^jpj kinder - moorders , ban Ouders gïje^
Ep^ftoi. 3. j^^^j^j mogötentoojben. IDant fcïjoon'febe*:
fdUe niet berooüen tjan ijtt natniicïicfte ïe^^
Uen/ fobecoUcnfnTenoglKanöDan een f)C^
tet l tan geepelicïte ïcüen, €nbe Ijec
ïjïoebtüan ftaece ïiinberen/ bie'fe al^ Veu-
lens van woudt-efels l)eböen ïaten optoaflen/
en met be Ifi-aelitcn ben Moloch , |ae ben
i^npbeUjebben op-gcoffcrt/ faï<0obteen^
Romen enjTcben ban !jaec Ijanben. 5De coec^
fteïooföeiJt bec ïnnbecen/ lDo?t toe-gefc!)2e^
Uen be (lofTigljept be^ Baber^/ fegöt Am-
ferofius, ^u^toiect EJi beïafl en tief toaert
metbe fonben toan tijn ïunbccen/ i.^am.
2» z 0, en ^ I ^ lek hebbc hem te kennen ge-
ge-
a Kon. 17.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kley ne kercke. 277
geven , dat ick fijn huys righten fal tot in eeu-
wigheyt : om der ongereghtigheyt wille die hy
geweten heeft , want als fijne fooncn haer heb-
ben vervloeekt gemaeckt , fo en heeft hy'fc
niet eens fuyraengefien. J^,aCT öit fal ÖC»
ïfuu^-Baöcc^euDe.TDccflcré/ een mx-itpu
fp^eecMicken tcoofl cnöc mc fijn / aï^'fr
tm jongöfïcn öaegc Itoimcn fcggm : Siet
ick ende de kinderen , die gy my Heere gege->
ven hebt, fijn tot teyckenen ende wonderea
in Ifrael , Ofte gcljjcll Chriftus fpcacft in pju
grtiebt bauDe fijne / 31oï). 17,1a. Die gy my
gegeven hebt, hebbe ick bcwaert , ende nie-
mandt uythacr en is verloorén gegaen , dan de
Soone der verderfenific , bcVöClche al te tJOO:^
2CU toajSteïoojem
5< <2Epnöeïicft be teece ïiefbe enbe mebeboo*
gcntöept/ öietop boo^fleijcn oiife lutegötcii
euöe ftinbecentoeteb^aegcn/ bel)oo?tie on^
tot De boojööeflclöc pïiglKen te Ijetorgljen,
Hebt gy eenen Huys-kneght , die getrouw is,
dat hyuzygelijck uwe ziele, ffgptöe ,^00nc
Syraghs, <iBcciefia|l. 33. 30» ^esieïci^on^
iiae enbe biec ; nu ï)y bie fijn 5kïe liefheeft/
te tueten fo 't öeboojt / bie b^aegöt fo?ge om^^
'fe te leecen / enbe 't onbcctoyfcn ; moe-
ten oocft bie Regeerders , bie ftacee ï?ntifge^
fmncniief öcbben/ befeïbeonbectoijferinict
tuyf ijept / enbe met een leere der gocdtdadig-
heit. <^pijfe/ b^ancli/ ïiïcebecen/ enbean^
öere behoef tigljebcn brc Natuyre, fijn niet
fb noobïgl) tot befcïjecminge en bctoaecïnge
lïan öaec Uchaemen , ban öenUge onbertoijs
fingen tot beöoubinge toan ï^ah zielen. Re-
geert ende koeftert Co uwe fam.ilie , als eendq-
^ 3 welc-
FamiUam
tuam ita re-
ge & con-
fove,ut te
matrem
inagis tuO-
rum, quam
Uominam
velis. Hie-
ron. adCe-
lanth-
M^lanth.
loc. comm.
a Manl.col-
\tSk. torn. 2.
quart.
prsecept.
pag. zzQ.
3.78 Kleyjaek^cHc:
welcke fchijnen wil meerder een moeder > dan
een Vrouw van d' uwe te fijn, fcl)20ef Hiero-
nymus acn Celanthw. 't%i ipaerlicfe £Cn
gcoDtcnïcf öie Au^ftinu$ acn Monica, fö^
ne B^oeto tjceftgcgjeUen ; ïjp fegljt Vja»
„ban / Dot gp ^tm mm ï^ai^er fouöe fijn/
5,onit;at'fr mcfr «a arbept toa^/ om mijn
„eciiuji^e faïiööcpc t£taUo?Dc«en/ aï^ om
5,mp m mijn efcjle aöeïwo?te ter toaeceït te
,,t>^fnoen. .
jBcniö) Baber mbf B'ioeDfc / ftebben
bed üoo? met \\mt ixjuöeren / eniw Ijcïmm*
meren liaec öagl) euöe naaW / !)P('fe öefl
gcotc fcöatten fuUen liecgatiecen to^ befeli^e;
maec VDepnigl) ftn'fe tïoo; baneïj l?f feöüt
in Jjaer leben / omïjaer ImiOjrceiifdijLe tcjlee:^
ten bie fchatten in den Hemel te vergui .
(die nogh mocte, noghroeft en kaïj Vf^ruijr-'
ven, end^J die de Dieven niet doqr-^raven ,
noghte fteelen konnen , (JCÏijCli fo m\t\\ .^Ö?
ïigijmaecto fenöe. Melanthon fepDc feec
„tóeï : Mhtn moet meecöec fojgöc D^iegljen
„lioojöegoebe onDerteijjinof öec hmton/
„Dan Uoo j eenioerijcüDommen. ^ic anöec^
„öoen/feljijnen mp öie gene geli)ch te 3ijn/ W
„befojgt sijn booj be fcljoeue/maec be ijoeten
„fellïetefupmen/ baer om bie te befeljeemen
„be fel)oench 5ijn ge^jonbf n. 5^aecom ïeer^:
been ijecmaenbe/ ooch boo?ï)?ieUen / ben
ïlepfee Conftantinus ;ijne ïünbecen / foUan
ijem Eufebius tcrljaeït / bat fp be ïiennifle
<0obté/ enbebe i|epUge Religie bpijen aïle
feöatten/ jaeoocït boóen öaer rtjcfe fouben
lieïlen. J^oo^toaer ban öebben inp onfe
beren
4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekerckc. 275)
beren enbeïimöjjtenreöbt ïief/ aï^ toptöo^
tien/ öat top lief öetiben ö^iece 5ieï / enöe
faïigöept.
IV. <6pnbelicft/ boo^Ditmiöbclfunentoy
in onfe !)unfeu/ met alleen een af beelDinge
Bebüen banbe kercke ; maec oocft banben
Hemel felöe; toant fuïcïten manier tjan Ie*
ben / en niet anöer^ ban een gebupngö^
berfteeringe / enbe wandelingh met Godt, ge?
ïöcImfobanNoachfiaet/ <0en.f. . alVhbrz
fp?eecftt gebuprigö niet <6obt/ enbe <Öobt Epift. X. ad
met u. a5ijen gïjeÏDcft Cyprianus eené aen oonat pag.
Donatus fcï)?eef : Of bidt , of leeft geduyrigh 5
nu fprceckt gy met Godt, dan Godt metu.
>>4^iet anber^ OOCÏtBernardns: top bibs
„ben/ banfp2eecftentopmet<0obt; aï^top
„lefen / ban fp?eeeftt <èobt met on^ j 3n^
„bien gp altpt^met<Öobttoilt toefen / bibt
„enïeefl aïtijt^ ; toeïcftetooo?benBernardus,
fbo mp toefeljijnt / fjeeft ontïeenbt üanben q.
<i^nbttiaber Auguftinus , bie feer bele eeutoen
ljoo;öeml)eeftgeïeeftitoantbefel)eeftelbcc^ tempor.
albU^ gefegftt : Die altijts met Godt wil fijn ,
moet geduyrigh bidden , ende lefen. ge-
toiffeïicft bat tiup^/ in't toeïcïte bit ordinair
gefcöiet/toat i?'t anber^ ban een huys Godts,
en een Poorte vanden Hemel, ^en* 1 8. 1 7?
^aer ber twee of drie fijn in ChrilH naem ver-
gadert, baeri^ öpmet sijn geefl en genabe
in het midden.
g> + XIV.
V
>8o Klcynekcrckc.
.1.
XIV. Cap.
Wort met vele redenen ghethoonc,
enacn-gedrongcn, dat het is den
plight van jonge lieden aen Godt
te ghedenckcn , dat is , Godt te
vrcefcn en te dienen, al in haerc
jeughr,
(^^l^ïijcïl tafi btn Huyf- Vaders tu Regeer-
ders Öfbbcu Of pODgljtöOO? fcccïicre rede*
nen te bcVucgen/ tot ent Wiuïgc bctcauf)-
tinjjelian öie lioo^öfiioeiiiöe 'plighten ; alfo
füUen top nu oor ïl ÖC kinderen cnöe dicnft-
kncghtcn, ofte dicnfimaoghdcn , pooocuop
tc torclirn/ inbcfcntotödioo^facinljept cn^
tJC onDcrtocrpmgc» Om drie dingen (fcpDt
ÖCtoijrcAgur, Pj'Ob. ^^o, n, ) ontroert hacr
de aerde , tjae om Yiere , die fy niet draegen
kan; cnDC'teerfte \m\ Öie vier i^/ aló eeil
kneghtwilregeeren, bati^/ ali^ een Utieoljt
5iju^ BlecflrejJ rfgeeciiioljc Ueragljt/ enöc
tjoigljt 3i)u eppcn tocgciK ^it ontroert em
^tabt/ ent Sanbt/ ca oorft ecu familie ,
mfonbcrhf !.'t aïs^ bcftiubcrru rube ftuegliten
tjact/ Döïgcué Ijctbeicpbtbanliacr^iubcr^
eube B)cc|lfri^ / niet onbertocrpcu toiilen
ö'ocffeniugeuljan a3obtfbieuftigI)cpteu re-
ligie. Eacteu'fr aïle gebcuchcn acn ^aïo^
ipou^ Ijermacuiuge / p^ob. 8, 9. Mijn
Soon, hoort dc tu^ht uwes Vaders ; endcw
ver-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckcrckc. 781
verlact de leere uwer moeder niet t want fy
fuUen uwen hoofde een aengcnaemtocvtxrgh-'
I fel lijn , ende ketenen aen uwen hilfe*. ^20b.
" 8, 10. Nemet aen wctenfchap meer danhcc
uytgelefcn uyt-gegravenGoudt. Wantwijf-
hcy t is beter dan robynncn ^ ende al watmon
begeeren magh en is met hacr niet te vcrghe-
lijckcn. Wnörren enbc ftncgljtcii / öic
met jjaa <0uDcrjjrnöc JBccflcc^/ 'tfiimni
!)«PH)oubfiiiii a3oöt? Uiccfc/ triücifmm^
ge Uan religie, fuilen Ijicr nacnuicï^ 't fac^
men |)ini^-lj0UÖCll / in een huys 't wclcke niet
met handen is gemaeckt , macr ecuwigh inde
Hemefon, " <<ro?.f»ï. <önl)002toactwol-.
gclue ctvolck, dien het alfoogaer,
wiens Godt de Heere is , ^pf : 144-. i f ,
Jdcïe öinjf n fouDm Ijirc ftonneu Ujo^jöni
ïJli-grbjagJu; maecUJiifuïïcniin alleen m't
gemeen öefen pïigl)t / op öe confcicntien ba»
alle jonge Uebcn/ lunöeren/ ofteïinegljten/
poog|)enaen teöJingljen/ te toeten/ öat'i'c
Godt al dienen ende vrcelcn moeten in hacr
eerfte jeught. 5^it !)et gene öat l)aer meec
öaii op eenepïaet^ tuc^taen-ÏJeboicn / on=
bet anöere/ (6eeï. 11. i, Gedenckt aen u-
wen Schepper inde daegen uwer jongelingh-»
fchap, eer dat de quaede dacgcn komen , ete,
3E>ati^j fcljieRt ntotbeb?eete be^ ï}eeren/
enbe tot bet onbetl)onben .^ijnec gljebobr n »
IDant gelijcft be <Öobtloofèn / bie 43obt niet
cn bienen / gefeglit tuo?ben Godt te vergeten,
: 9. 1 8, Alie Godt-vergetene Heydencn.
cn io<^. 11. Sy vergaten Godes haeres Hcy-
landts. 5E)eut. 8. i 'Hlfo tüojben be <0obt=»
(aïige gefegöt aen Godt te gedenckcn , al^ te
^ 5 bec-
V
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
.*»■
2^1 Rlcynckcrcke.
berflaen fifegeljm too?t/ öat'fe Wmn gaitt*
fcöen öienft betcagöten / oBfa. i^. i Door
u alleen ghedencken wy uwes iiaems. Ctl
^fa» <^4» 5"» Gy ontmoet den vrolicken , en-
de die gereghtigheytdoct, den genen die u*
wer gedencken op uwe wegen.
<©eïjjch45oDt te vergeten b'00?fpJOnch
ban alle quaetit/ entie al^ een becbloecftte
boom / op Den Ijoelchen alle b^ugbt^n ban
boof öept en (Öoötloof öept toaffen ; Woo
too^tooehboo? Degedagljteniffe aen <0oDt/
'tgemoet ontflteechen om <0obt te öienen/
cnDe te beminnen. ïf lecom too?t be gedagh-
teniffe aen Godtsnaeme/ genomen boo?be
betragöt Inge banöen gehelen 45oöt^-bien(l /
^0 bat niemant öeeft te oo?beeïen bat baec
Salomon eenige lighteftenniffé/ enbe voor-
by-v liegende gedaghtenifTe <0Obt^ betflaet:
jfeant bie ooeh inben (Dobtloofen enbe hypo-
cryten ftaete platt^ ftan öebben. ^e tooojs
ben ban kennifle betepchenen niet een encke-
le enbe bloote , maec een levendighe enbe
kraghtighe feeimïfle ; <JBen menfc^e magft
see lohn Hiet bDaecöept gefegbt too^ben niet meer te
chif huiis hennen / ban bP ïtent met afFediie en impref-
fie j §)0 oocb gedencken ('ttoeïcrie epgciitbcft
nietanberj^i^/ banj)et oeffenen/ enbe een
te bjercfte-fleïïinije ban bie notien, üieleïte
bjpbanbe bingen Ijebben) flupbt niet aïïeen
in be daedt baiibe memorie , maec oocfe ban-
bc wille. i^b?. Ï K if. Indien fy dies Va-
derlandtsgedaght hadden, van weiek fy uyt^
gegaenwaeren, etc. ^atï^/ mbïenfpbes
geettöabben/ oftebecïangöt/ h^ebecomte
beeten/
Young-
xnans Me-
mento >
Pag. 3.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kley ne k^rcke. % 9^
ftecrcp/ fp fouöcn toeï gcïegentï)cpt geöaöt
j^Öfien. %0ï^.^, 7* Als mijne ziele in my
Qverftelpt was, daght ick a^n den Heere, f^göt
lonas. ^itï^fulche öföa0jtcmirc / fegfe
lunius, öeiu^IckcvöoDt niet aïïccn öjenaöt
tot onfe geöaaöten/iTuerooch öe gantfcïjc
jieïe inneemt inctöeöcoofleüiecigD^Pt/
op öem fim 0mioft t« flcHen/ imt Dcttjcr*
fnprn / enbtr Uctagjjtingöe ijan aïïe anDece
Dingen. ^oiUtaiCnGodttegedencken, i^
<©oöjt te begljcew / onfe geöagjiten cnD^
mediqatien fotmtirent öem te ocffenen/ öat
top on^ inöefeHjetenBoogöttenüernialtcn/
enöe gaenöe gfjemaeclit toojben / om öle
Jiefdfi . en genegentheyt mtttet daedt U^Jt tC
foncöeii nctjeii^ imn^ ^on toajlien öe men^
jeflen isii:mm0} Öingj) öefejjïjt te gedencken,
öl^'fe 'tfr|[\3e nptö^ucUen in yacc ij^onljemi^
alm / cnöe tat doen , 'ttoeïchc aï^ uyt-
ipreeckc^ of te Üennetl geeft öe ghedaght^ni
joanöae^eljertcn. <6flÖ. Ezech. 13.19,
^00 i^ oocifi <0oöt in fijn herte, in lijnen
^ondt^ ?nöe in fijn gaiufcüe leven te jjebben/
fpgenïicfc aen Qodt tegedencken. 't23ef
gryptöefedrie tungen»
J. <0oöt teftennen.
ril. 4^al>t lief teöebben/ enbe te bemin?
tien.
llh ^ieliefbe tebetljoonen/ öoo?43ol>t
te Dienen/ enöe te gel)oo?faemen. acn
OJoöt tegetïenfften/ gebieDt Daec ben €0^
nmtk Salomon aen ben jongen liebcn* "^u^
fiaer et oocti ïiïargïjï. 3^ 7* 'th goet voor
eenenman, dat hy het jpck, fo ber betb^UC::
fting/aï^pnbectoijflng/in lijner jcugtdraegt.
Exod. 34..
Exod, SL2.
Ezech. 4.8.
Ainfworth
in his An-
Jiot. upon
Exod. 13.
Fordt« ■
Sermon.
•f Cat.
284 Kleynekcrcke.
Snben ^Ubm Teftamentc toiïöe ^obt
l^cm öebcpliööt öcbben d' eerftelingen ban
jet veldt,"enÖe Ö'eerft-geboorenban men-^
fchen cnbe heeften 5 ï^p begccröc OOChtOt
een oflFccbanbe tc tarwe upt öe groene ay?
ren, toaecoin ander^/ öan om te Ijcrflaen
te 0eben/ öat öponfe eetfle jaeccn/ totfii-
„nen Dienfltöilöcbbcnop-geti^neöeu: ^ejé
„toet (fcgöt feer: tueï AinCworth in fijne ge^^
55Ïeet:öe Acnteyckcningen obec Exodus) be-
jjtepcïtent/ bat <0obt^boïcftCttocïefte een
jjvergaderinge der Eerft-geboorcnc i^/ Hebr.
,5x2.23. Exod.4. 22, banbcboobtbedoft
pjfjjnbe boojChifti Woebt)bepbeljaerfeïbett
j^enbe èe ijaere moeten toe-jjepligenaen ben
„bïenfl be^ eeren / Rom. 13. 19. 2^1 m
„12. 1» ebcn oelDCfe ÖP D^ec <Ödbt / en«
„beüacc boo? figlj ïjepïigbt banbe baec-moe*
,,ber aen/ Pf: 22. n. Ier.1.5:,
jjGal. 1. 1 5-» ^ommtge bec geïectben toillen
öen menfcöen opbjecften/ om bp tijt^ be^
3|eerf n b^eefe te betragöten / boo? b' acn-
ineecïungebanbe coebe Aarons , toelcfte toa^
tan een Amandel-boom, becoeïchc b'eecfle
onbec aHe anbeeeboomen / bie begint te
botten enteblocpen; of befe aenmercftinge
goet / en toiï ïcft nu niet onbeefoeefeni ;
niacc bit ié gantfcDellch toaecagDtigö / bat
bie boomen der gere^htigheyc bJÜlen bJefen /
enbe toeten batT^ fiin een plantinge des Hc^*
ren , Hnianbcl-boomcn moeten bjcfen / ' bp
tijt^ bottenbe en bïoc pcnbe in a^obtfaUgflept.
'tSi^eenaenmercïiingcbcc 3|oobtfclie Rab-
bynen op Lev. i. 14» bat Tortel-Duyven
alty'té mo0!)tcn toojben op-geoffert/ maec
alleen
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 285
öïïectt bcDuyvenal^J'fcjonghtoacteni jons
5e 5^uuben/ geïncft Ariftoteies on^ XmtJ AHfiot cfe
^11 bcfïmöc lente, enfïimmccmöehherfft; "if j-v"^'
5^iefini oocïi öebc(l0bni3f)tcnl3anöe.Cy?ïf= cap 15.
te«m / Vudcfte f» öoó^töjcnsöen m öaec wiii« on
jeught. P^-
J>o too?t'er ban bceïe jongöe ïieöen möe
cÖ?ift getoaglj flemaccht / Detuclclie t)?oom
toacceti; enDe öe <ï5cefl Uecmelt niet alleen
Ijaere biooinigöcpt/ maec ooch Ijaere <0Uf
DecDom/ möetoeicftcfptjjoomüjaeten» Sa*
lömon een jongl) Coningh ; Obadia een jongÖ i Kon. x8.
Hovelingh; Danicl en Samuel , een jangB 1*^
Propheet ; lohannas een jonjjen Apoftcl 5 alle
befefilnoné boo^jefielttot exempelen , om
nae te volgen , i. Co?. 1 1. 1. 't löad p^ijfe^ '
im in lofia Dat fijn öecteopcegljt toa^ boo?)
Den l^eere/ öoe niet meec/ aï^ aght faa\
een ouöt toa^/ a»ilon. zi, i. ^. 3ln lero-^
boams ftmöttöiert wat goets gevonden voor/
den Hecre, den Godt van Ifrael , i*i^onJ
14.. 1^. 'tll^a^ een loffettclie faecïte/ öat?
Timotheus toa^ op-gftoogen möe ïtenniflCi
Uanöe ^cD^tfti-n / tian fijne kindtrheytaf,^ Eufeb. Hi-
2. Cim» 3» 15* ^efen lof geeft ooelt EufebW ftor. ubr.^.
usaenOrigenes,
't maé toat toonöcr?? / geïijcli top oocft
13002 J)enen Ijehhm aeiigemecckt/ öat üee-
!)aet t too?t üan Coninch Eduard öe fefïe/ ban
<öngrtanöt / Ojnöe maec 16, jaccen ouöt öoe
j)tiflierf/ anno if)-^ öat l)p fo in alle öeug^
Dm en45oötfaligljetit iieeft upt-gefteecUen /
Dat Fóxus , geïijcft bele öp-ü^ngen upt l)cm/
in öie tijöen ban öem Ijeeft getnpgcn moe^
tcniD^cin dien eenen Eduardt was mecrGodt-
'Ambrof. in
Obit, Thc-
• •
\\\
«: .
•>*
• •
WÜL Har-
tifons Beft
Spfnttime,
chap.j. pa.
aii. &
I
28Ó Kleynekercke.
faligheyt, als in allccfc Biflchoppen Vafï Ëri-
gelandt . ^0 fjeeft OOCft Ambröfiüs. , eeU
5terract möe ouöe ftercFie/ ö^eggf getonnt
be 45oDtfa!iö!)cpiit en rrïiöieufDetftüattbm
jongm ïiicpferHonorius.
aBp funeii Dcfcn pïigj)t'pooj5en naerört atn
tt tiiixi^m f riieteenige tt^Hn f pxwmm
bantienuttigheyt, tiantMe noodighéyt, enöè
tiatlöe billickheyt Derfe'ÏUe»
L 'tg^ nuttigh(f5ótJtte Öiencnen te tj?e^
fenm (ïjnejewgöt. Jl^antdaer door falu het
goede overkomen , 3ob. zz.zi, Matt. 3 3 ♦
K ^aecin öeeft öe l^eere fulcïteit groot
tieftaeqen / Dat !jn't nont entnü üergeteiK
^fe joncïUje^it a'en bcritncntï <0obt,^opte
offeren/ ii afe aen Xytm op -offeren onfen
Ifaac ; en ï)oe Abrahams boo^nemcn m öat ge^
Dal <15obet>etiaegööe/ honbt'gc f len / ^en.
22. 16. 1 7» Daerom dar gy defè faecke ghe*
daen hebt.... fal ick u voorfeker grootelickx
fegenen. <Deïijcft öc b*oe0l)-tïjt m't jaer / fa
Jeeft een bpfonöere anigfjcnaeintfjept/ öe
<0obt?^-öienftigljeitmöe eerfte enöe tecre
ren üanöejrugljt. 't'3^öcugl)ïïcliboo? fteni
te (len/ Dat kinderen in waerheyt wandelen.
Ifrael eerfltoaónptgeïepötin Egypten,
lienimDe Ijet ben i^eere i)erteïicft ; enbe bat
toa^ toegen tune óeelljonbige fegeningen o-
Ijer't fefóe niet te Dertoonberen ; enöe foo
fct)oonbe Ifraeliten l)aer Ueelilnj^ üi ftoaeh::
Öëben/ innrnnircnngen / ongeïoobigüept/
etc. tegen Ijem befonbigöt öabben/ nogö-
tan^ gebencftt f)p nogö baer aen / een lan^
gen tijt baer nae/ 3er, 2. Ick gedencke
der weldadigheyt uwer jeught, etC. ^e\iiif-
feïicft
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 287
'riicft in fuïcfte offerhanden heeft de Heere
welbehaegen,
1. *l^en3l|en:emfi)mjeughttcöienen/
tm öeftïgö miööeï/ om De begeerlickheden
ande jonckheyc voor te komen . 2. /^-Ittt.
. ax. fijn feecfter begeerlickheden ,
öie iopmenfcöen meeff fijninonfejonckheit
ept / etc. ï^tlcfte aïle diredeiick tegen
e ziele ftryden , i . get. 1 1 . Efa. 57. ao.
.iet Dan öaen quam Davidtstjjaege/ ©f:
1 1 9» 9. Heere j waer mede fal een jon^e-
ingh fijnen padt fuyver houden ? etC. 4Bti
ïÖetoïffeUcfe Die ö^m feïben üan Die begeer*
icfefteDen cepnigöt / Die fal wefen een vat ter
eeren , geheylight en bequaem ten gebruyckc
des Heeren. 2. Cim. 2. 21.
3. (©DDt opcccöt m onfe jeught te Dienen /
faï on^ DocnboïflanDigö <ï5oDt Dienen / en
religieus (ïjn/ in onfen Ouderdom. »t3|^
toaer Daec fijnDcc/ Die Daec'fe Heyligenge^
fcöeencnöebDeu in ftaece jeught, mljaeren
Ouderdom fijn Duyvels getoo^Den / geïgcft
loas, Detoelclie goct toa^ in fijne Jeuggt/ fa
ïange al^ öponDec De opfigöt öan lehoiada
toaö ; maec Die Doot fijnDe bo?fle Ijp in <Bol>u
looföept upt* Mstxx Diefchcenen fo alleen
te toefen ; fp t)aDDen een gedaente der Godt-
falicheyt , maerde kraght der fclve verlooc-
hent, z.^im. 3. 5". cïïÖaecfiüclieDietnaec^
licli enDe oprecfttelicli (DoDtfDïenfligl) fijn
inöaece jeught, fulien fo öoïöetDen in {)ae<
een Ouderdom, ^at De toaece epg5en<
fcftajl ban een boom der gereghtigheyt, ^f:
^88 Kleyne kercke. ^
92.t.i5»i4. i^iectocöi^nt be fp?ettchc Saló- ■
mons Prov. zz* (J^^.*. Als hy oudt fal gewor-
den fijn> falhy daer vanftietafwijcken*
bie fijnen tijtUeflerbt totbcnïiicnfl<6otity/
ht fijncjeught, faVfe Ucfltjacclicït bccfupmêii
Ül fijnen ouderdom. Ifpöïeeen Timothous
in fijne jeugijt/ faïtod een Mnafontoo^
ben / een oudt Difcipel m fijnen <2^ui)er bom/
' il ^Ct 21. i6. 't 3^ fo / Salomon üitl tuel
fcbanbeïieft en gc\3aedich mfijnoubecbom>
maee ïjy ié in'tcpnöc tueberom tot <0oöt öe:^
Beert boo^ boetbeerbigliept / gljelijchbïijcftt
wpt 5ijn boccft ben Prcdicker gcnaeint / 5iec ♦
3 2. 40. lek fal mijne vreefe in hacr herte ge-
ven , dat'fe niet van my af en wijeken,
4, ï}oe top meer tijtbefteben/ cnbe meer^
ber nioe|)teiaentoenbert/ om<Öobttebïeneii
monfejengïjt/ Ijoetop oocft meerber troofl
nu fuWm Jjebben / eiibe ïjeerliclijjenbt
nae.
1 Oelj ! öoe foet en troolleïicften \)ct
niet nu aïïeen / maer inbe oude en koude ba=
gen te gebcnchen / batmen al ijan 5ijn jeugijt
am in opregötigD^^Pt / enbe in b^eefe ben gan-
fchen tijt fijner inwooninghe hier opaerden>
1)00^ ben l^eeregewandeit öeeft k^iet Efa.
38. 3, €)eö! goe ö^eugöbigb i^'et aï^ een
nienfcöefeggenftannietPaulus, "liet. 2^
lek hcbbe met alle goede confcientic voor
Godt ghewandclt tot op defen dagh. ^fte
met ben longeüngh, B'iarc. 10. 20. Alle
defe dingen hebb^ ick onderhouden van mijn-
der jeught acn. <Ênbe 3iet toat een gbmifte
})em baer oUer onfen ^aUg^maecftet toe-
b2oeg!)» Endg lefus hem aenfiende > beminde
hem,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynekercke. 289
hem. ïföe beeï te meet faï on^ hemin^
nni / öie fjem tDaerlirft enhe oiietl^teMt be^
minnen mbe biemn i vDc i|èere Chriftus
fföDt/ 3Soj[)» 14. ii« 25. Die mijne geboden
bevvaert, dieift diemy liefheeft ; ...ende die
fal van mijnen Vader gelie vet worden, cnds
wy fulleAtot hem komen, ende fullen woo-
ninge by hem maecken. (B l faiigï) gefeï*-
fdjapl Jcuat grootte Umroodinge > l^ct
ten t^emtl op aecöei; fuUen gemeen-
fchap hebben met den Vader , ende met fijnen
Soone lefus Chriftus., ffg^t Ö^H Apoftel)
; 1 , 3olj« I . ^ . m>ie Qtne öie niet David Uonnen
fcgQfHi Gy zijt mijne verwaghtinge Heere >
mijn vertrouwen van mijner jeughtaen,
tocDccom: OGodt, gyiicbtmy geleerc van
mijne jeught aen. C>ie/ en DlC alleen mo^
gen in |)aecen oiiöeröom tnet fjein ïiiöben .
Verwerpt my niet o Heere in den tijts des oü-
derdoms : ende verlaetmy niet tcrwijlen mij-
ne kraght vergact. J?>f : 7 1 . 5*. 17 . Cnöc
iuie cn fonöe lür t UiiUen fulclten reöen op 5yn
öoobt-ueDbel)eböen»
II 5Dit faï oocU meecöec getuigötc boe^
gen aen onfe kroone öec heerlickheit intren
^emeL ^ie Rïepne inae ptm / öic tap aen=
tuenden oni <6oöt te Dienen (feljoon'fe ïnbecü
gelijchinge fijn aï^ niaer een oogenblick) (nU
Ten onp nogljtan^ / wercken een ceuwigh
cndcganfch groot ge wightc der heerlickheit,
a. €o?4. 17. O §oe bcJ)oo.2öe öit on^ te be^
Ipegen om tïjt^ te beginnen ^ i^oe ton
cerDer beginnen tjjt te befleDcn om ajoöt te
öienen / l)oe top ootft meccDer Ijeerïirfeöeit
fwlïen ïpepen öiepnaemaeï^, i|o( top meet
Ta*
290 Kleynekercke.
Talenten Jebben/ cnöe biebetetaenïeftgett/
|)oe tP)fl meerbcc öeerlicftöcpt tc \3erUjagö^
tm öcbben inöen i|emel. ^let Luc. 19.17.
14. a^» ï^y öic öe nieejle genade ijeeft / '
om Den nieefjfen trjttotbciibien|l <6oöt^ te :
beflcöen ojpöccaecöe/ falö^btieitliegcootfle :
vergeldinge , etlöe öe meefte fteetïlCftïjepiJt
inöen i|eiiieï.
üjóetopecrDer beginnen ^obt teb?ee
fen / l^ot ton ooch eerbcc fulïen onfen ouderen
beginnen öaereïieföeVnebeeomtelaergeïDen/ 1
cnbe öaec te troofïen. gimmer^ bet toel-
fcöicften bcc ftinöeren / be vreughde bec :
OUbeeen. Een wijs Soon verblijdt fijn Vader, |
fcDoon ftpfelUenietaBobt^-bienfiigt)/ nocö^ j
te religieus en ié I §D?ob. 10. 1. ^iet Luc. I
i« 1 3 . 14. 1 5:. ïóat \i bc cegöte gconbt ban 1
tJ?eug!)be boojC^uber^obecIjaerehinbccen/ '
aï^'fe b?ooni en <0obtfaïigö , groot voor 1
Godt fjjn / enbe niet jnpll booj be toeteït .
jDaec een fot Soon ié in tegenbêeï fijns moe- •
ders droef heyt , (Dobtïoofe ïunbecen boo?^
eten/ geïijchbe adders, be!)ectenban öaec
onber^S / enbe boo^fleecïten'fe al^ tnet een
ftoeecbt. 5^^ob. 17. xi. 3cft tUiijffel niet
of Ely's ^oonen b^aecften öem ectbec fijn
hert, aï^öpfljn hals b^ach toegen fijnen baï.
3laet on^ baeeominonfe|engDt<Öobt b?ee-
fen/ op bat top onfe (J^ubecen mogen bectcoo-
flen in ben ^nbecbom .
IL <Deïijchöetnuttighi«5/ alfo oocïinoo-
digh ben ï)eece in fijne jeughdttc bienen.
Jl^ant /
I. i|etwerck tot f)^t tocïcïte top gecoejien
too^ben \i een groot en langh tocvcJt»
Kleyne kerckc. ipi
Imtenbattop getooon fifn öen mor-
genftondt af te fonöeiren omïjrtüoojnaems chifhuii.
toeccli te öoen/ 'ttoelcfte De gcoofle ftci^lis J.-^;
ten tjeretïfcöt i enöe getoiflelicft in öefen fm 97.
i$ De^ $>cecen toeccft / een morgen-werck:
toantöét Uerepfcijt onfe tjoojnaemfle / /ae
gantfciie kraghten, Mcttïit toel Öie tDOO]^
Jieii aenHue. I3.^4« Phil. 5» 14.
<l5eïöcft top fjebben een groot, alfo oocft
een langh itjercft te öoen. 5[^ie een ïangö^
rep^ te öoenöeeft/ pleegg We met Öen eec^
flen op-gangö öanöe ^tne aentenemen^
gnbien top toiflen toatljet i$ een Chriften
te fijn, topenfouöen ben Dagö öan on^ Ie*
ben niette lang!) oo^öeefen / nogö eenigj^
geiïeeïte öaee ban af-fniiöenom on^ Wecfcö/.
enöen ^npUelteöïeneii.
Drie Dingen inaecftén hit toeccft langö j
' 1 ^rbzecfttianfeennifre.
II <0eb^!ccli ban oni)ecbinDnigf)e in ixk
Duigen / toeïcfte top ïmnien,
III ©eïe toeccft»
Eerft inoprigI)teljanftcnn(fre moeten top
bp tpt^ beginnen ; ^oe bele Dingen fijnDec
toelcfte top niet en toeeten ^ *t Euangelium
1^ bol becbo?gentI)eDen/ enDe al^topmeeft
ïiennen/ fo kennen wymaer ten deele. ^let
!♦ Cor. 2 , 14. ï^iec nae fuït gp bupten ttoijf^
fel feggen» <3tl3 of icfe toat b^^oegec begon^
nen öaDDe ! CnDe ten niet pjöff Heft Dan
De eerfte beginfelen te ÏCCcen / alj^ top Leer-
Meefters van andere bel)00?Den te fi|n.
, ^cljoon top aïop De eecfïe uyreban Den Dagl)
onfe^ leben^ beginnen/ fo fiiïïen top noj^^
tm$ !)et toeccU in Defen opflgt)te fb Ian(^
^2 ÏKï
\
3f
2^2 Kiey ne kerckc.
beUmben/ Öataï^Dc naght ftomt/ top fxxh
Itxi moeten behennen / öat öen baglj niet
ïangljgenoegö en getoeefl» <en fcljoou
bjp al neerftigh fijn/ fo fulïenöer nogö a!
laeïe bingen oüec bli.iVjen om te leccen / aï^ top
inöeni>emeHiomên.
' Ten tweeden , m opfigl)t ban ondervindin-
ge ; ©de Dingen 5ijnbec bie top hennen / ban
öe toelche top geen erbacentbept in on^ fetoen
<n öebDen ; €nbe Jjiec toe too?t beïe tijt^ bet ^
Cpfcöt. <6en Medicijn-meefter fcj)00n ÏJP bele
tóngen toeet/ becgenoegöt öem nogïjtan^
niet/ boo? aïeecljp banöefelbeeenigcerba^
rentfjept becïmjgljt.
Tenderden, ^n opflgÖt ban werck , (8!
5(ï^ gp ftomttot Chriftus, gpfult fo obec^
Ijïoeöig!) toeccftteboenbinben/ te veelboo?
öien ftlepnen tijt / Dien uut-befcljeiiben is^.
giae gp fonbt genoeg!) te boen binben onbec
tt geloobigen / om bie te verfterckcn , al
ïeefbe'tgp Methufalems jaecen,
^mbien top in onfe joncftïjepbt <0obt
nietcnbicnen/ fofuUen top fïmnner Meef-
ters bienen/ te toeten/ benDuyvcl, bewe-
rclt, enbc !)et vleefch. 3^p bie 43obt niet
enbient/ moet ben Duy vel bienen. .fl^eccftt
bat aen ^« ^» t vers. 1 1. IE)p bie fon^
bec Chriftus , enbe fonbet Godti^ / wil ,
nogll kan niettoefenfonber fijne begeerlick-
hcden. Cot bat top ïDien|lhneg!)ten <13obt^
too?ben/ fijn top ^Dienpnegljtenbe^ ^a-
tïjanjS/ enbe flaevenvan onfe cy gen begeer-
Jickheden. €it. 3.3. Matt. 6. 14, i^p die
defonde doet, is een Dienftkneght der fon-
* dc ; ©oo2toaet cm rïenbtgöen .fil^eefïec :
toant
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Oen Haag.
458 H 122
Kleynekcrcke. ip^
tjant m't epnbc gcljcn fulcUe jrt^ccfier^em
' Die ftn gclucftiöljtoclcltc bp tyt^ Den ü>eece
dienen. ïloni.d.n.
3 . i?oe toj^i langer l3f ctof tjcn om ben ^mt
te bienen/ Ijoeto^tjettefwacrdcr fullcnUin'
Den / mbicntoiiion'Snftepnbe tot<0obt be^
fteeren . ©oiïjiETbingc ni't iinacbc / baerbt
een getooonte inbe fonbe / tüeïcfte niet han
nae geiaetni toojben / fonbee groote f Voae^
ticl)tin. gcc. 13. 13. €cne bicp ingeUJO^
telbe boom/ hanniet ban met brie nioepte
too?ben upt-gecoepbt . loafh , bie in fijne
jonckbeyt bel Voa^ te Ijanbeïen / bja^ onber^
b,2aegl)lich in fijnen Ouderdom. ï)p bie bopj
• lehoiada in fijne joncïiljepbt luiert befliett/
boobe nabecljanbt fijnen ^oone Zacharia.
ï^oe bcel te meer inagli lip/ bie quaet i§ in fijn
jêngljt / nogï) erger bjo^ben m ben onber-
bom/ ^en<0obt^-bien|U6ooch cenlock,
aen 't toelrhe |lg!j ben mcnfcï)c ban ïangec
Öanbt gebjennen moet. iiïaegbL 3. 27. 't%$
al^ Sauis l^arna^/ 'tluelcïieDavidnietb^a^
gen feonbe / ombatljpbetnoyt verfoghten
hadde ; B^en fean öet ii?aegen aïfmen een
l Kryghs-man van fijner jcught af is gebjecfl ♦
i.^am,i7.33.39.
4, HDp en jijn niet bcrfeeeftert / bat bjp een
anber tijt na befen beïeben fnïïen. <Bn^ Ie?
ben matr een hlepnen duym-breedt , enbe
. niet meer alsJ een roock bie baefl berbbaijnt,
|)ae bele jonge lieben too^ben bajl booj be
; boobt ban on^ boegl) gljeljaeït I iOaeroni
ï laet ons wel doen tcwijl het tijt is, enbe ter^
S tpijïen Jjet heden genaemt bJO^t» ^al 6. 10.
^ 3 Heb.
294 KIcynckcrckö.
Heb. 5. <0nfcnlaetflenbagbi^oii^bet^
bojgeii/ fcgöt fecrtelAuguftinus, op öat
tDpap aïïconfcbargEn agl)t fbuöni ucmm.
J^et ié ccn fcggni tjanöe aobcn / todcfte
eföerö be $)ooglj-öïtrierrbe D. de Dieu uyt
Hillêll beröaeit : Segh niet , ick fal de betragh^
tinge des Wets uytftellen , tot dat'et my gele-
gen komt, want 'tfalmilTchien niet gelegen
komen.
(önfctjoonVonücrfccctot toeren ban
on^ leven, fo CU fijniup uogl)tan^ niet bet-
feecftert/ bat top onjJ beheaen fuUni. 3Bant
be befte ermge / fö tocï een gaeve OJobt^ /
aïé be bergcebmge bec fonben. ^iet Tim.
a/iy. Ten fygyu bekeert, foofultgy ver-
gaen , fegljt onfen ^aligbniaeeïurr / %uc.
13.5. €nbe ten 3p on^ <«3obt befclbc gebe/
foen ftonnen bjp on^ niet beheecen» i^p
ijebbenTe niet in onfeïjanbt ; neen/ Godc
inoct Ifracl bekeeringe geven ten leven . %CU
5. 3 1. €ubc ton moeten met be heccfte bib^
ben / 3er.3i*i8. Bekeert my, Heere,
cndc fo fal ick bekeert fij n . (Ceetoljlen U nu
befen gabe too?t op-geb?aegen / neemi'fe
oen / op bat'f<^ " nabecö^inbt niet getoepgeet
too2be.
<De menfcïjen mogen dricfms m't epnbe
fonber beftceringe jlecben / bie'fe in Ijaece
joncftbei^it berto02pen bebben. i ^p mogni
haefrclick flecbcn. i . Them 5. 3 . 11 Ofte
anber^ dcfperatclick, gjjeïijcft Cain , enbc
ludas» 1 1 1 <Ê^fte f\} mogen dwaclUck flec^
ben/ gcfijeft Nabal, i.Sam.af. . Ón-
^^l'*""'- geboeïigïjen beeftaghtigh toa^ J)p in fijn ïe^
.a, anis m. ^^^^ ^ ^^^^^ ^^^^^^ ^^^^^ ^ ^^^^
^obt
Kleynekcrckc. ipf
<S^ott öefïacoen öabbe / ffo?f fijn \^tttt in
Ijtm I enöe toert aï^ een fteen « 5&aeconi
heden fogy fijne ftemme hoort, verhardt u-
we herten niet. JDf: 9f . Prov. 28. en 13. i<J»
^telt<J3oöttotöen morgen niet upt; toant
en toeet niet / tuat Den mojgen faï meöe-
bjenaen» 5Die Daeflig!) geeft / geeft ttoee*
mael/ fteeft feerUiel Seneca gefegöt. ^iet
ï)iec op beeöec nae 't geen Downame Jjeeft in
fijn tiecntaeröe öoecït / genaemt den Chrif-
telicken Strijdt, bp on^ ghecontraheert en
bettaeltuptöet€ngeï^/ i.<l^eel/ 2,23oecft
6, 't3^oocfttecDtl»p<0oöt/ bie in öa^^
ren ouderdom te öectpecpen / bie in ïjaere
jeught fijnen bienfl becti)o?pen öehben.
menfcjjen niepnen öatbenijecDo^ben/ blms
ben/ booüen/ ïammen/ en fie cften onber^
boni/ goet genoegt) ijoo? <0obt i^; .fBaec
{joe'fe fijnbeb?oogen/ troont on^ Maleachi,
Cap. I» 8. Als gy wat blindts, kreupels ofte
krancks aenbrenght ) om te offeren 5 het en is
niet quaedt : brenght dat dogh uwen Vorft ;
fal hy een wei-gevallen aen u hebben ? ofte fal
hy u aengefighte opnemen ? 3i5een öetDI|Te=
ïicft} Vervloeckt fydie bedriegher, die een
Manneken in fijn kudde heeft , ende den Hce-
retoe-brenghr, dat verdorven is. ,fil!iaï. 1. 14.
bie ban O^obt aftoijcUt Ijetgroofleglje^
becïte ban fijn ïeben/ boo? bien maglj jjem
a5obt in fijne boobt becbergen / gelijch 5)p
aen Francifcus Spira bebe. <ï^|ia.45'. if.
^nbien <l5obtö ftinberen öet gcootfle ge^
beeïte ban öaec ïeben/ fo nae bJilïen tean^»
beien aen be mondt bec jjeUe/ fo cn i^öft
^ 4 niet
2C)6 Klcynekerckc.
niet te bcttonöctc» / bat ïjaec <Öobt in ben
tijt b( öoot^ / be hicïcn grijpt / enbe Ijaec
boet oelootien / bat inyfc baec in toil tocc-
pen. Die my vroegh foeckcn , fullen my vin-
den, fcgljtbewijfhcyt, p2oVi»8. 17» On^
acnUiijfcnbc bat eennicnfciie^cïte lact ftah
ftonien » ^acc een tijbt inben toeïcften
<Öobt Ijeninietïaèt binben/ te hennen
Oegebenïuoit/ CTa.T^ ,^iet Piov. i. 24»
28» 19. 16. Matt. 7. aj.23.cn if» II» Web.
12. i^. 17.
7. Oochi^ljct mi feer geljaeeïicft te üec^
fnpnten / ben t}cece te bienen ni fijne <aiol)t:
tDant 43obt Ujo^bt baer boo2 Ueliroogf n om
f €1 W»^^" ^oo2n op be jonge iiebcnnebec te tlo?^
stref.com- tCH. Jtiienumbt beneftebat'ec nietbele acn^
ment.praa gcïegen ijJ / luat be jonge hinberen feggen /
in Aft. A- ofte öoen. 5F^itvcrklccndtniet/ maecvcr-
lo v ao^' ^"^^^^^ ^^^^^^ Daeeefonben. .^iet doe Salo-
mon be bCLtele jongljelmgljen aenfp?eccïu /
Kccl. 1 1. 9. ♦ Gen. 1 9. 4. iDerfcfjoonbe /
ofte DecUïetmbebat eenigï)|lnï^ be fonbe Vjan
Ely's ,t)Oonen/ barfe jonge lieben tuaecen^
<i3lKiyitTelifU neen ; (jet Uerf \Juaecbe Jjaece
fonbe eecber / i , ^am. 2. 1 7, AJfoo was de
f ondc dcfcr jongcl ingen fccr groot voor 't acn-
gcfightc des Hccren. 'tSl^ ^cn fefjanbelicïte
faec fic \)oo> een jongh S^an / oudt te fijn in
«Öobtïoof t|ei.it ; bie en Uan oor fi a3obt niet
nibe limbevenbecb^jaegen. 2. Kon. 2. 23 .24.
Pf: 119.21.
8. ^e fonben bie inm in fijne jengiïtbe-
oaet / leggen bieliluiïji ftuaer op beconfcicn-
rien, felbeUan be liefïe/ in ben oubccbom.
3C}00c' ÖOC David Dibt Pf : 2^. 7. I Icerc ghe-
dcnckt
Early European Books, Copyrigh» © 201 1 ProQuest LLC.
Images reprcxJuced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleyne kercke. 2
dcnckt niet dc fonden mijnér jonckhéyt, of
mijne overtredingen ; eilöe ttOJjljtan^ I)aÖÖC
tyn fijnen (0ODt gcvreeft vander jeught aen ♦
tóant fo fep!)t öp ^an Ijem fclUe n / ^f: 7 <?.
Gy 2,ijt mijne verwaghtinge 5 Heere, Heere,
mijn vertrouwen van mijner jeught cicn. ^iet?
liec^ 17* ï^ptoa^CcnMannaeGodtshettéi»
I, ^am. 13, 14 ♦ <ênbt nogljtmi^ fcI)2fMöt^
l))vfo oïjct t»c fonbm fijnöf c jnigöt* lob Vöa#
een ÜBan die Godt vreefde, ende afweeclc
van hetquaede; niacrnog!)tanéUïacgöt(j^/<
3;0b I?. aó, Gy fchrijft bittere dingen te^
gen my , gy doet my erven de mifdaeden mij-^
ner jeught. (^nöc no0Ï)tané toas ()vi <Ooöc*
b?cefcnöc enbe religieus oljcinecfï uan fi|ne«
jonckheytaf. ^!ob. 3ï*i8, ^afC ï)ü fpje^
ftenöe üanbe Jl^cDutocn tnDeJDfefenfeoljt:?
Want van mijnejonckheyt aen is hy by my
opgetogen, als by een Vader : ende van mij-
nes Moeders büyck aen heb' ick haer gcleydet,
,ï5u inbif n Dc fonöen öcr inx^t f fo bitter fijn
0eVDeefl aen lob enbc David , fulche <0obts
fMïge Jg^ecfoonen^ ï}oe bitter farfe öan fijii
aen Den genen / Die De onoecegötlgfjept treöi
ken met koorden derydelheyt, ende de foW
de als met wagen-zeelen ? 5I^je moeten nooDt^
faecïteïiehö'cen ofö'anöer tijt boelen enöc
binben/ bntöet \$ een quaebe faeeh/ enbe
bitter den Heere te verlacten , enbe bat fijne
vreefe byhaerin l)aece jcngljt niet gctnecfl
en Ié/ geïijcft beï>eece felbc fpjcecht/ ^er.
a. IC?» 5^i}nen enbe fmecten Ijêbben bie niet
nÏÏeen mbaece lichaemen, maecooeïun^a*
re confcientien fenagmgen te Viectoagliten.
g|eï» fegge baeroni/ gelijeïi Abner tegen loab,
C 5 2.^ann
31. 19.
Auguft.
Conftff.
libr. x.cap.
a.&4..& 5».
& libr. 4..
sap. I.
flieron^ Ia
«Epitaph.
Sald. SBct'
258 Rlcynckcrckc.
^aitl. 1^» Weet gy niet dat^dit int I aet-
fte bitterhcyt lal wefen. rf5)Cl)00n Augufli-
nus in fijnen ^^uöccöom fo hi 'i3oötfali5ö^pt
Deeftuptgefieecfecn/ al^ te Uoo?enm<0ol>ts
looföept/ foO?ach öeni nogbtan^ niet bit«
tecberop/ aï^ fijne boetepen/ enöeöeeteï^
fteöen / Die öp in fijne jeug&t met fijne nieDt=
gefellen beD^eben!)abi)e ; inbe boechen ban
fijne belydcniflen , öie l)P töel dcrthien in Ö^-
tale öeef t gefc()?eben / beMaegljt en betoeent
|)P met betorgingen/ fijne tuiilpf Ijept ban
boe J)p maerfefthienjaecen onbt toa^ ; en
fijne tiieberpe boe bp negenthien jaccen U)a^/
ioopenbe met anöcce jonger^ peecen fct)uïï^
'Den ban een boom / nietuptlnflombie te e^
ten / maet upt encfteï moettoil/ om öie te
becnieïen/ ofteboo?bebeccften^ tetoerpen;
onöec anöcce feec opmercheïiclte öingöf » /
fegbt bp : Laeten my belacchcn de trotfe > en-
de die niet heylfaemlick van u , mijn Godt ,
gcflaegen ende gebroocken fijn , ick fal eghter
mijne fchanden u belijden 't uwen lof. Paula
een <0obtbiugötiöÖc ©lontoe inöe eerfle
ftereh/ Die öaerom inöaete jeugöt te meet
be töereïtöabbeingebolfljjt/ ombat'fc ban
feet €beïen/ jae ban lionincblijchenöupfe
b)a^/ bjcenbe oebnprigö obecbefonöenlja?
cee Soncïtljcpt ; toaec obec bermaent fijn^
be ban Hierony mus^bat'fe öaec gefigljte boo?
begeftabige traenen Deel onbcquaem foube
maechm om be i?epïige <^dj?ift te ïefcn /
toilbe ebentoeï niet af lactcn / maec ant-
tooo^be feec €l)?ifleïicft . Dat aenghefight,
'twelcke ick tegens Godts bevel fomenigh-
maej geblancket hebbe ^moet nu vervuylt fijn,
hcc
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Kleynckercke. ipj
het lichaem datfo delikaet gehouden is , moet
gekaftijdt worden , dat fteets lachen met weet
nen vergolden j cnde dat faghte lijnwaet , endi
die koftelickc zyden moeten in een hart kleet
verandert worden.
öingben toeïcfte tte vreughdén onfec
Umht fijn I \m <0obt öichtoïlö öe bittr?
re laflen onfe^ ouDerboni^ toefen, ^00 firt^
men oocft imnicr^ öicïttDil^ gebeucen/ öat
bie gene / Öie in öaec jeugl) t fo (0^ Ijebben ge*
ïopen/ baer nae tot beeïberïeia eïenben ïuï?
men te gccaecften 5 fommige tot Teeringhe ,
eenige tot Gight, anöcce tot Water-fughtj
fpfeonnentot öaec öaegen gefeonien fijnöe/
ïeben nogöte flerUen. fjob. ao. n» Sijnc
beenderen fullen vol fijner verborgene fon-
den fijn, öati^/ met bie pïaegen/ Vueïche
JjpflgÖ bejaeïtïjeeft boo^beboofefeytenri)*^
net jeugljt / gcïöcö bie pïaetfe too^t bechlaect
ijan Mercerus, en oocït tWmii fo nip Vtieï
gebencïit tjan Beza . ^nbece too?ben göe;=
öïaegöt nietbalbabïge enbe ongeöoo^faeme
Rïnberen/ Daec fp niet aï^b^oeföeptaenen
fien/ enbe Ijaer niet anbec^ en fijn aï^ een
bitterheydt des geeftes, om bat fp in ïiaere
Jengfjt tegen f)aere(^uber^ niet een Daprbe*
ter fijn getoeefl ; gcljjcft bie B^an / beVuelefte
ban fijn ^oon met bet öapr booj't Ijup^ ge?
tcocben toiecbt/ enbe tot aen ben bo?peïge?
Itomen ftnbe / uptciep : Soone treckt my
dogh niet verder , want dus verre plaght ick
mijnen Vader maer te flepen , gelijch Hon^
dorffius becjjaelt. i^et ié een baflen cegl)eï /
bat bie gene / bie ondcugt ploegen ende moey-
tefaeijen, befeli^e oocli maeijen. ^b,4. 8.
©e
Mfrcer. ia
loc. ciac.
pag. I ƒ0.
Hondorf.
in exemp^
quart. pr»-'
cept. pag;
mihi, 359.
num. 13.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQues» LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
'■(li-;
V
300 Kleynekerckc.
5^e)eu06t mepiit DicïttDil^ bat öart aiïeö töcl
Docgljt/ loatfpaenUangöt; l^tt gaet (frg*
0en oocfe tod te meté öc €>uöec^ ) met öe
(oncltöept beur / 'txi beter boo? geftoot aï^
tiae/ etc. JBaer getoiflcUcft/ 'ti^eentoegj)
bie toeï reght fchijnt in haere oogen, DogÖ
Ijet lactftedaer van zijn weghcn des doodts.
^^ob. 14. 1 Hangö bo?gtn / iö bia onfen
<0obt/ geen qupt-fcljelben. ^iet Pf: 50. 2 k
Ier.3i»9, 10, ii.-ii. i^. En-
de gy in ulaetftebrullct, als uvleefch, ende
u lijf verteert is : Ende fegget , Hoe h ebbe ick
de tught gehaet ? etc. Hoe hebbe ick mij nen
koftelicken tijt deür-gebraght, ende den dienft
Godts verfuymt in mijne jonckheyt ?
9. «ÖeöencfttOOCft eyndeiick, toie ï^/
liieonö bit gebiet; te toeten Godt, bien-Jtl^
tttagötigcn ^cbepper/ betoeïcfte geïijeft öp
on^ gefc(jaepen beeft / alfa tocberom on^
ïian Vernietigen / inbientop öem vergeten,
aenljeni gedencken, Uergeït Ijp gena^
liigïjlicfe; maerbiebeni vergeten, llraftöp
geitrengclick. €nbC fo fcljljnt Salomon een
reben bebecfttelicft te nemen/ om bejcugöt
totbeb?eefebej3 J)eeren op te toecUen/ tan
<6obt^ magftt/ boo? betoelclie alle bingen
gefcöaepcnfljnenbe beftaen/ al^ Ijp fegljt/
«&irt xSam. ^ccL ii. I . Gedenckt aen uwen Schepper ,
etc. <i^nbegetoifTeMitoieenfoudehemniet
vreefen, toiecnfoube aen öcm niet gedcnc-
ken , bOO^ wiens aenfchouwen de aerde beeft ,
«nbe bOO? wiens aenroeren dc bergen roocken,
<ae bOO? wiens aenfchijn de bergen imelten als
was? ^f: 104. 31. Pr:97.5.
II L .maergelijcliüft nuttigh enbe noo-
digh
Sibel.
Frxn. lu
ventur.
3. 10.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
i
Kleynekerckc. 301
digh I aïfo \i öet oocft biliijck öen ^tm m
fijne jeugljt te öiemii. 3©ant /
!♦ W^l \$ biJlicker öan bat top fchepfe-
len, foon^öïetjenaenfleflen/ enöe befiieten/
bat ï)et Dienen magD tot eere lian onfen
Schepper? ^nöefo fcÖljntSalomonmÖelJOO^? Cartwrigt;
geöagljte plaetfe niet afleen een reöentene^ ^oi «1^*^"
men üan öe maght <0obt^/ boo^ betuelcfte *
aïïebmgenaefcljaepenpeeft/ maec oocft
Ijanbe weldaet be^ Scheppinge , aï^ Öp f egljt
niet alleen gedenckt aen den Schepper , maec
uwen Schepper, etc. <!Bnbe geüjifleïich be
Jlecce b^eft alle dinghen ghewroght om fijns
felfs wille , ©?otï, 1 6. 4, moet Xyxzt Uan
on^aï^ onfen ©abecbemmbt/ enbeaï^on^
fen i^eere ge-eect tuo^ben. ^nbec^ foub'
bp ftïaegen .IBaï; i. Een Soone fal den
Vader eeren, etc. <Dït Beeft felüe be natup*
rebenïjepbencngeïeect; EpidctusbenPhi-
lofooph fepbe : Indien ick een Naghtegael
was, ick foude doen, 't gene een Naghtegael
doet : maer nadien ick een redelick menfchc
ben , wat fal ick doen? Ick fal Godt prijfen,
ende noyt op-houden ♦ Ende u-lieden ver-
maene ick dat gy oock fo doet. p t)eeft on^
niet alïecninfiiïcftenöeecïicfteu üpttecUcften
ftature gefcljaepen ; 5^aei: otjec David uptf
roept / 5Pf • ^39» i4« Ick love u, om
dat ick op eene heel vreefelickewijfe wonder-
baerlickgemaécktben, etC. .ïBaec Öp ft
on^oocUbegaeften Uerciectmeteen redelic-
ke ziele; J|p jjeeft on^^gccn beeflen / maec
menfcöen gefcljaepen ; $p t)ceft on^ upt den
buyck uyt-getoogcn ; ü^p J)eeft on^ op hem
ii^cn vertrouwen ^ zwijnde sien «nfcr moeders
bor-
if:.
•
V
•••
X; j
fl I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
458 H 122
5 02 Kleynekercke.
borften ; op l)em lijn wy gheworpen vande
baer-moeder af 5 ende vanden buyck onfer
hiocdercn , is hy onfe Godt geweeft , 5Pf ♦
ai. 10. 1 1 . laet on^ öan niet fijn gelijcft
be Peerden, ende muylen die geen verftant
cn hebben , §3f : 32» 9» ?Jae niet etgöet :
IBant mbien top aen onfm Schepper möe
bacgm onfcr^Jorinljlmoljfcfjap nict englje*
bencften/ fofaïop on^ cecj)t paffen Die ccn^
(lïge bepcaffïnge <ÖoDt^/ €fa. i. 3, Eea
offh kent fijnen befitter, <|C» ^iet pf. 1 9* 2. 3 .
2, ^entijbt tjanonfè jeug&t/ i^oocftöc
feefle tijt onfci^ïeUen^ / om on^ fcïUcn te oeffe^
nenmöe Religie, enöemöefcöuïbige plïgD^
ten t3an45oötti?ugl)tigljeiit» 3Bant /
I !Jonge ïicöen flebben meerder bipöeit/
enöe minder bcUonmtetitigen / aï.é Ujanneec
fp totïjacreiaccengeftomcn flin: toant Dan
ftti fp Mol fo2ge enöe behoninictnifTen be^
I)«|ifgef1n^ ; eiibe l)ct gebeurt ban al memg-
niael / baff^ niet beïe tpbebche bin^^
gen bekommerende, öateene dingh betge^
ten bat noodighfcis. ^iet i. Co?. 7. 33.
I I 3onge lieben Rebben oocft meerbec
Itcagöten/ niet aïïeen öe^ Uchaems, maer
oocft bet ziele , om bet)oo?ïicften <!5obt be
i^eere te bienen. 3n befehtijt on^ üc-
haem fleteft/ onfe herts-toghten fijn b^an^
benbe en bïoepenbe / onfe zielen meeflaftijf,
tnbe töp bcquaemft om bie foetigheydt te
fmaecheh/ taeltfte 1^ ïnbe toegen De^ eecen.
longc gemoeberen fijn beeï bequaemet tot
hitte enbe vyericheyt te bjengen / ban bé
oude, If lerom tuenfcbte pemanbt niet qua?
ItjcFi / bat &p mogöte öebben De drift des
jeughts.
Kleynekercke. 303
jeughts , enöe ÖC befetheyt van den ouder-
dom. (Bobt ï)C0Cfcöe boo j !)em De eerft-ge-
boorene 0c|)cpIïgljt te ïiebben / <iJ)c. 13. 2»
bat öe jeugöt tó jjet befle ban onfen tfft/
Oelrjcft De eecfi-geboo?etie öet begin onfer
kraght fijn/ geljjch lacob tegen Ruben fep*
De/ O^en, 49. 3. Ruben gy zyt mijn eerft-
geboren, mijne kraght^ endehet begin mij-
ner maght 5 de voortrefFclickfte in hoogheyt,
ende in fterckte . (^nDe iii Defen oofiohte ')
mtVet ten groot WieTSieooSielSÊeeii
eerft-geboren te berïiefen. ^let Exod»4. 2?*
^Rï^aer Dieplaege/ Die <0obtDaeeDenEgyp-|
tenaeren beD^epgljt / brengen De menfcöen
op Öaec felben / Ö^eC eerft-gebooren ber-^
DecbenDe/ öaere jeught , öet begin haereD
*eag|)t. ^
©an natupren (ijn top in onfe jeugöt / befl
bequaem om meefl te leeren/ enDe 'tgene
hïp Dan leeren/ ftonnen top aïDec-beflont^
ÖouDen . <Bn^ gemoet 1^ Dan al^ kley en
was , bequaem om aWe formen te ontfangen.
^ien geur ban(aoDtfaïïgl)ept/ Dieoné öe=»
moet Dan MMt/ bitjft on^ lange bp"; en=»
oe Die verwe enftanDaec nae niet lichteïicft
toeDerom too?Dcn npt getoaffctjen .
Ijetlicljaemafgaet/ enDeDe^ieïeber^
flapt/ foenljecftDesiele niet alïeenhaecge::
tooone bermaecft foo niet in lichaemeücke,
maec oocft niet in geefteiicke Dingen.
reDen toaecom top meet ban <ekiDt i'nDen
temel fnlïen genieten/ Dan top {jiec Doen/
of ftonnen Doen / i^ / om Dat onfe ïicftae^»
men bequaem fuïïcn gemaeehttoojDenbooj
onfe sieienj top f«»en geen ban Diebeïetfe^
len
504 Kleyne kercke.
ïm üté bïcefclje^ hebben/ geen ftoaeMjept/
geen indifpoikieöoo? fiecïite enDe onöecboni/
UjeïeFie ou^ nubccïjinöercn; €nöe öaerom
tnoet'ct nooötUjeubiolj tjoïöcn/ öat ïjoe De
jielê beter enöe bctiuaemec tot oeffenin^
gen / öoo^beUeaöljten enbe vigeur toan alle
faculteitenjljoe'fe oocïi meccbet gcmeimfcljajti
iuct<0obtltau!ijebUcn/ eube fmaeclien lian
De foetigheyt, Uïricliei^ in <Dobe^ tajegljen.
5De jonge baejjen fijn be uytgclcrenitc enue
ftefte baegljen/ gljelycïi Salomons tooo^bt /
ticakf. 12, 1, in 't oo?fp2oiicfteliclte fcöijnt
tttebe te brengen, 't <Cpgen bJoo^t baec ge^
\)^i\lK\{t/ betei^cïientuytgelcfen , fube foo
lü02t liet bectaelt / ^. ^anu 6. i. ^Iü3acc
gefcgljt lüO^t/ bat David vcrfaemelde alle uy t-
gelefene mannen in Ifrael, bic beqnaeinft cn^
be befl gljeoo^beelt Uiaccen tot ben oojloglj ;
<lBn fo geeft Salomon te ïiennen/ bat jonge
liebenbcquaemft fijn tot ben bienfï be^ ïjee^^
ren ♦ oBnbe befcn fm fcljijnt luel met, bien
Tcxt obeeeenteïtonien: toant Salomon bie
tooozben / bie l)p lio?tclicli Ijahtit boo,^gl)e^
fielt V naecbec UecMaecenbe / fegljt: Eer
dat dequaede daegen komen, endede jaercn
nacrderen, vandewelckc gyfeggcnfult, Icjc
cn hebbe geenen luft in defelve» $>p nocirtt^
'fequade daegen, niet al^ OpfC quaet in Ijacc
felben \13aecen / maec om bat onbe lieöcn
wet fo Ueie fiecliten/ mxm/ enbe qneUin^
E'ionapud nioeten löojtielcn. aBaecom een Phi-
Laerc.iibr. i^fooph ben ouderdom een Haven van alle
4.. devita f ^
Fhiiofoph. quaedtnoembe. ^ ^
€m mrnfcöe lian nei:öen^ nae foo mi
Kleync Kerckc. 504
tomft botn / aïjS aïle föne ïS^ietiflRnecfiten
aönlian öemlueöl) gcgaen / alja^ öpftonbe/
tioeni&|ife alle Batibe tot fönen öienfl^ 3ïit^
Den outierdom omB^mftcn ootft be jtele be^
fedienft knechten, txit Of doodt, of traegh en
mift^untfiliaer ^ijn j (èen peberiidtbejiKi Konnepi*
töaeni^/ enbe facuitcyt htt^itU/ i^Teetf"'^
fliacft enbe (am getooibcm #§00 bateettboi,ï*mai.
menftöe/ luelcfte/ fojöDlooiJ mftjnejeugcnreierva-
^ibe / benclit ötocte bingen te boenaijf "'^"i^l.
5ï» oude 1$^ / Kcijtelijcftett ïian bebioogen
rem con-
toojben. mojnt ban te ttercfte te öaen ; p«-
m^aerulue beenen , bie u Ucjaem licijoo|- '„^^^ •
tïen te blagen / buygen Jacc ban nebec ; of Brev'it.
i jtin fenocöiïectft/ foobergaetnotfjtanjStae.cap.^,
» u gehoor , ülbe be twee beuren na be jïcai
te lüo^ben gcflootcn ; 5^an nie?,mtöbptn
Mtxje öuiifen (öobei^ iDoo^t te ïefen i Jiiaec
qtïaejJ ! en gcbe ncht ö&t» met bat ban u ge-
fichteul^anfe^.lïcn♦ <ü)fjöebjeljoopc/ bat
ge ban OlSDbe^ !l^00jbt fult overdencken
tot tvoofï t»an utoe^^ielef .ïl^aerejLiIaciSi
fao bcel fmectin fult olui in ulxie öcenrn
öèboelen / foo bcel niürecfUngen / enbe
l^tjnrn tn alle beelen ban u licgaem / bat
U^P baertoetnepmaö lu|ï fultöebben/ en
geneöentfte?,H* t}ot meciUgljniael gebeurt
'et bat oiibe luijben ban geen öingö gevoe-
len öebben/ ali^ Ijet gev-oei liarfc}tijnrn»
fóaCt verftandu gaet af / Öare memorie Ijer^ Sic; n
flapt / ftaec iierce berljr.rt boui be ge? n^'i»^
Iboonte bcr fonbe / enbe aljS vet papier/ Seif*
. op 'tltieidiemen xutv^ ftnw in-b^ucfienof< rueivart
I te fcDiijben, <fi5ube bonden bcbaubenge^'^^"^'^^*'
bo^n te mctccfmi/ fj^aotTióUenfeetbr^ '
flvoeVöö!
5o6 Klcyne Kercke,
ftoaeröe fattftt* <êtmn Diogcneseen^ ge^
ir^cted^t smtlie ; Wat üUntjifsSftt in Ut
ïebetl toöÈ^ ; ÉmtUOOltïe ; Een arm oudc
maa. J^act met meerbet retftt macft til^
oudtt'^/ eitfonbetkennifle, fottfietgeloo-
ten.
i©le Ijl dan ftequaem om dekenniflète
leeren , tïitt hcc gehoorde te verftacn?
U getb^fT^tjcfe be gefpecnde van dc
melck, de afgetrockcne van de borften,
4BfHU 28 1 «©en ottben geeft men gebodc
op gcbodt , regel op regel ; be fonge Iftnl^
quamei: om te loopen be tpeegenban <$ob$
0etu|t0en(ffe« ^aerom fielt niet upt<2Bfobt
te bienen tot utoenoubetbom^ «^egil met
Alexander, Hl^ fm Mttfttt Ariftotelcs
jbemt(et fftjgteontSoubenbanoDjloogen/
tot bat 6p toajl deüomen tot een boU
maetfiten ouberbom : lek vreefefcer, foo
ick langh vcrtoevc, dat ick fal verliefcnde
hitte endéviguer van mijn jeught. ]pafl ftiet
op toe/ Prov. lo: 5.Syr.25.5'. Macth.<J:20.
Prov. i:?,4> f
3 ^oubentopaen^Sobtniet gedencken
in onfe jeught , baet top toeï toenft&en bat
!lt> aen oniSgebenciie/infonbet&eFtirqua^
be bagen ban fteetiten en fmatigfiept ï
Xenophon üfonbe booj ftet ttcöt bernatttf
re feggen : Dat de Goden dan alder-mceft
van den menfche gedient moften worden 0
als hy voorfpoet badde, om dat hy in noodt
vervallende , de Goden vrymoedighlijck
moght aeoroepen ^ als die dan fijne vrienden
wa-
Kleyne Kercke. 307
ïï'^ïï: ^^^^ önotmi/ octft
W fit; toeberom on# btrgmtu ftof. 4.6.
Dcwijic ghy de Wet uwcs Godts vergeten
hebty foo fal ickoockuwekindercD vergc-
tcn, ^tmfi fifi^ ntt tthie oorenfJoptbooi
8^/ 91^ (eu doven adder voor de Item me
des bcfweerders , |^fjrf, 58, 5, ^00 fal 00(è
SSÏÏSLr^P^ ^^^^ ^ ö^^^^^ / fi^Ö
vcr-
, mecnignvoldight. ^fat. i* it* Prov. i. 27.
I 5* I O* UoGse 5 ibiceckt « want uw '
öOt
«manna h
' abooa ^. ^
D R U C K-F O U T £ .
AKbo d*^utheur de druck-perfe felVe niet heeft konne»
by-wooneu, foo xijn eenigeii fou?en tn-gefloopcn,
onder de wel^ke den beicheyden lcler,del"e volgen-
de 5 die maer ter loops hier en daer xi\n aenge-
merckc , fal aldus gelieven te verbeteren.
Pag.l?.reöe^27. .?eeg. fcherp^fnijdender.
14» 7» ïlCt]t* DatCyprianua
2^4. 6* ^ttft* vrucht.
13 ♦ M.tC\i. Fefulaenfchc.
!27* I?. 2lectl» Irenaeu?.
go* 28» ^tt% verlockingen.
2^» H^Cfl» Felicitas.
4Q« 12* 3leffï* verlockingen;
A2* 34* 2lCJfl« vrucht.
^4* ai. ECC|1. Pf.38.10.
64» 2X. Uttfl^ gevallen i5.
68* r^ö/2- Scefl» als de fel ve,
7U 4» 2lce(L kettcrycn.
104» 4» %tt\h necrftige;
Xo6é !!♦ 3lCC(i* doorfoecken,
H^* 29» 2lee(ï* verdelgen.
325» 10. ïeefl» den.
124* Eeefl» befchuldigen.
igr, 17. %ttii, I.
15T. 4* gedacnte.
I4P. 25* Heefï* quadewerckco,
l6jr» 17U Heeff» want.
177* 9» 2lee(l» daer na.
i87* 19» vervolgerii
190. li UUftf prijfelijck.
Pag. 25& re0» 2* 2leefr komt.
:t69* 17* %tt% infonderheyk
27 !♦ 2lee(f* uytvocnnge.
a73^ -2i» 3leefi* confularc$.
14* 3leefl* lohannes.
!»86« 29» Heeft* of.
^89* 3Vf ÏUepf hebben.
Eenigc wcynige druck-fouten , die in d' Opdracht , we-
gen 'tafwefcn des AutheursvandeDruck-pErfe> ïijn
ingefloopen, fai den befcbeyden Lcfer aldus gelieven
tc verbeteren.
^Og*}, teditUo« %tt% droevighftexi.
2S« 3leeff» geern.
9» IX» %Ct% ËDteryen.
17* HceflU en
lo, ïlerP* Huysdes.
II» Huil* Juliana.
So« 2* 3Lufi* Bucerus.
35« 4# Uttft^ Academie.
<^6« ai* Ilet0« behooren,
Z9* SWfr ruyme.
Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Bcx>ks, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
458 H 122